STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II....

152
STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 Goedgekeurd RvB 02.07.2013 Cel Onderzoekscoördinatie, dept. R&D, Vrije Universiteit Brussel.

Transcript of STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II....

Page 1: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017

Goedgekeurd RvB 02.07.2013

Cel Onderzoekscoördinatie, dept. R&D, Vrije Universiteit Brussel.

Page 2: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 1 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

Uitgangspunten en strategische doelstellingen 2

Operationele doelstellingen, planning, instrumenten en financiële onderbouwing 7

I. KWALITEITSZORG EN EVALUATIE VAN HET ONDERZOEK 8

II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11

III. VERSTERKING VAN DEELNAME VAN VROUWEN EN ALLOCHTONEN AAN HET ONDERZOEK 13

IV. VORMING EN LOOPBAAN VAN ONDERZOEKERS 15

V. COMMUNICATIE OVER LOPEND EN AFGEROND ONDERZOEK 18

Gebruikte afkortingen 19

BIJLAGE 1: Ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de Interface-activiteiten van de

associaties in de Vlaamse Gemeenschap. Strategisch plan van de Universitaire Associatie

Brussel 2009-2013.

BIJLAGE 2: Beleidsplan Wetenschapscommunicatie 2013-2017.

BIJLAGE 3: Beleidsplan Centrale Doctoraatsbegeleiding 2013-2017.

BIJLAGE 4: Memorie van toelichting bij de invoer van een nieuw financieringsmodel onderzoek:

basisfinanciering en programmafinanciering (RvB 24.05.2011).

Vrije Universiteit Brussel

Pleinlaan 2

1050 Brussel

Rectoraat

ONDERZOEKSADMINISTRATIE Cel Onderzoekscoördinatie

Tel. : +32 (0)2 629 21 08

Fax : +32 (0)2 629 36 40

STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017

Goedgekeurd RvB 02.07.2013

Page 3: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 2 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

Uitgangspunten en strategische doelstellingen

Als centrale uitgangspunten van het huidige onderzoeksbeleid aan de Vrije Universiteit Brussel

gelden:

- een 'bottom-up' benadering, waarbij onderzoek zoveel mogelijk vanuit de

onderzoeksgemeenschap wordt geïnitieerd en gefinancierd (na selectie op kwaliteitsbasis).

- geen a priori versleuteling van middelen op aanvraagbasis, zodat de beste aanvragen over alle

domeinen heen in competitie kunnen worden geselecteerd (op kwaliteitsbasis).

- open oproepen tot aanvragen van onderzoeksfinanciering (waar mogelijk, naargelang het

financieringskanaal).

- een gezonde balans in de interne financiering tussen (I.) een algemene basisfinanciering die alle

vorsers toegang geeft to onderzoeksfinanciering, (II.) doorstroommogelijkheden, en (III.)

financieringen op excellentieniveau.

- het streven naar een globaal evenwichtige verdeling van het geheel van alle onderzoeksmiddelen over de drie grote domeinen 'Humane Wetenschappen', 'Basis-, Natuur-

en Toegepaste Wetenschappen' en 'Biomedische Wetenschappen', die systematisch wordt

gemonitord.

- het inbouwen van incentives voor het verwerven van externe financiering, internationalisering, netwerking en valorisatie (incl. maatschappelijk) in de criteria en

voorwaarden voor interne financieringsinstrumenten.

De hiervoor noodzakelijke voorbereidingen en beraadslagingen vergen een sterke inzet, competentie,

dossierkennis en toegankelijkheid van alle betrokken actoren (leden van de adviserende organen,

ondersteunende administratie), en een transparante werking (oproepen, criteria).

De onderzoekscapaciteit van de universiteit wordt gesitueerd in drie elk op zich waardevolle onderzoeksniveaus, gaande van een brede en diverse onderzoeksbasis tot een internationaal

erkend speerpuntniveau (Figuur 1). Aan elk van deze drie niveaus is een specifiek gamma aan

financieringsinstrumenten geassocieerd (Tabel 1).

Het beheer van de middelen weergegeven in Tabel 1 wordt ondersteund door de

onderzoeksadministratie bestaande uit de cel Onderzoekscoördinatie, de cel

Wetenschapscommunicatie, de cel Centrale Doctoraatsbegeleiding en de cel Data en Beleid. Dit met

uitzondering van de IOF-middelen, waarvan het beheer wordt ondersteund door de Technology

Transfer Interface.

Dit beleidsplan heeft als onderwerp het niet gericht onderzoek, in het bijzonder gefinancierd via

het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF), en met bijzondere aandacht voor de hieromtrent in

artikel 23 van het BOF-besluit opgenomen bepalingen.

Page 4: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 3 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

Het onderzoeksbeleid op dit vlak is nauw verbonden met het beleid dat wordt gevoerd aangaande

gericht onderzoek, valorisatie en innovatie (i.h.b. gefinancierd via het Industrieel

Onderzoeksfonds (IOF) en geregeld via het betreffende besluit) dat wordt weergegeven in een

autonoom beleidsplan rond deze materie (BIJLAGE 1) en opgevolgd door de Technology Transfer Interface. De verbondenheid van deze materies1 in een meer globale onderzoeksstrategie of -

carrière is ook zichtbaar in verschillende beleidsinstrumenten, en zal ook worden meegenomen in de

geplande vormgeving van multidisciplinaire excellentiepolen.

Het globale financieringsmodel voor onderzoek werd recent ingrijpend herzien (RvB 24.05.2011,

BIJLAGE 4). Deze herziening brengt nieuwe mogelijkheden (monitoring) en structuren

(programmafinanciering) met zich mee. De komende periode zal worden gekenmerkt door een

verdere opvolging en inspeling hierop, kaderend in twee kerndoelstellingen voor de termijn 2013-2017 die de drie onderzoeksniveaus overspannen:

A) het vormgeven van multidisciplinaire excellentiepolen uitgaande het geheel aan gedefinieerde

speerpunten en het doorgroeipotentieel.

B) de aangroei van een kwaliteitsvolle brede onderzoeksonderbouw via algemene stimuli.

A) In de termijn 2013-2017 zullen multidisciplinaire excellentiepolen worden vormgegeven

uitgaande van verschillende toekenningen op excellentieniveau (de verschillende vormen van

langetermijnfinanciering en intern en extern toegekende mandaten), en met

internationalisering en netwerkvorming als essentiële elementen. Deze sterkere profilering

van de universiteit op onderzoeksvlak via internationaal erkende onderzoekszwaartepunten is een

vereiste in de huidige context van toenemende globalisering en internationale competitie.

B) Recent vernieuwde financiering en stimuli voor een kwaliteitsvolle brede onderzoeksonderbouw zorgen voor een algemene beschikbaarheid van

basisonderzoeksfinanciering in alle vakgroepen, en voor een lokale beleidsvoering op onderzoeksvlak. In de loop van de termijn 2013-2017 is in het bijzonder de evaluatie van de

Basisfinanciering voor vakgroepen gepland (na toepassing gedurende 5 jaar), als nieuw

instrument op dit niveau.

1 Verbondenheid van het Onderzoeksbeleid en het Innovatie- en Valorisatiebeleid: De implementatie van onderzoeksresultaten in de samenleving is een voorname basisopdracht voor de universiteit. Het verwerven van externe inkomsten uit valorisatie van onderzoek is dan ook een van de hoofdaccenten van het Algemeen Strategisch Plan. Deze inkomsten omvatten onder meer strategische onderzoeksprojecten op Vlaams (IWT/SBO) en Europees (EU Framework programs) niveau, en worden waar aangewezen opgenomen als parameter in de evaluatie van onderzoeksprestaties van vorsers (ZAP-Opdrachtsmatrix), onderzoeksgroepen en speerpunten. De specifieke academische bestuursorganen voor het Innovatie- en Valorisatiebeleid, ondersteund door de Technology Transfer Interface, hebben als taak om een beleid uit te tekenen dat er onder meer op gericht is om meer onderzoekers aan te zetten tot het uitbouwen van een valorisatiestrategie rond het eigen onderzoek. De ontplooiing van een nieuwe cultuur van valorisatiegericht denken, in samenspraak tussen de vicerectoren voor het Onderzoeksbeleid en voor het Innovatie- en Valorisatiebeleid, is bijgevolg van cruciaal belang voor de universiteit. Naast sensibilisering en opleiding op doctoraal niveau (domein van de Centrale Doctoraatsbegeleiding) zouden senior onderzoekers en onderzoeksteams van de universiteit op termijn niet alleen een goed uitgebouwd onderzoekstraject voor ogen moeten houden (beleidsdomein Onderzoek), maar ook een valorisatiemap (naar industrie en maatschappij) die alle kansen voor het verwerven van externe middelen hiervoor op gestructureerde wijze inpast en benut (beleidsdomein Innovatie en Valorisatie). Valorisatiegericht denken is echter een noodzaak binnen alle domeinen en vormen van onderzoek, zij het dat dit moet gesitueerd worden in de brede betekenis van het maatschappelijk valoriseren met als doel maatschappelijke, culturele en sociale impact te verwezenlijken. De ontwikkeling van stimuleringsmechanismen die hierop zijn gericht enerzijds, en van een monitoringsinstrument anderzijds, vormt onderdeel van het bredere onderzoeksdomein (beleidsdomein Onderzoek). De binnen de onderzoeksadministratie te situeren cel Data en Beleid neemt deze taken mee in haar opdracht.

Page 5: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 4 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

Figuur 1

III. Speerpunten

→ II. Doorgroeipotentieel:

gevestigde onderzoekers →

Multidisciplinaire excellentiepolen (MEP)

I. Solide onderbouw: diversiteit aan onderzoeksdisciplines en instroom van jonge

onderzoekers

Tabel 1

Per onderzoeksniveau en subniveau: Middelen Financieringsinstrumenten met toekenning op OZR-advies en nauw

verwante financieringskanalen Intern

interuniversitair versleuteld

Extern interuniversitaire

competitie

I. Solide onderbouw 1) Doctoraal - FWO-Aspiranten & IWT Specialisatiebeurzen FWO/IWT - OZR-Opvangmandaten / Predoc BOF/OZR Geplande actie: Uitbreiding partneruniversiteiten Internationale wetenschappelijke

samenwerking

2) Postdoctoraal (postdoc en startend ZAP) - ZAP-Startfinanciering BOF/OZR - BOF Tenure Track mandaten BOF/OZR - 10% ZAP-aanstellingen BOF/OZR - FWO-Postdocs eerste termijn & IWT Postdoctorale mandaten FWO - OZR-Opvangmandaten / Postdoc BOF/OZR Geplande actie: Veralgemening ZAP-Startfinanciering

3) Algemeen - Basisfinanciering voor vakgroepen BOF/OZR - Infrastructuur OZR - Alliantieonderzoeksgroepen BOF/OZR - Internationale wetenschappelijke samenwerking BOF Geplande actie: Joint Research Labs

II. Doorgroeipotentieel 1) Incubatienievau (ZAP en postdoc) - Basisfinanciering voor vakgroepen BOF/OZR - Sabbatical Leaves BOF/OZR - Onderscheiding voor maatschappelijke valorisatie BOF/OZR - FWO-Postdocs tweede termijn & FWO- en IWT SBO projecten FWO/IWT Geplande actie: Thematische beleidsondersteunende platformen

2) Excellentieniveau (ZAP) - Strategic Research Program - Groeifinanciering BOF/OZR - Senior Research Fellowships ('BOF-ZAP' binnen thema + instroom na

Odysseusmandaten en na ERC Starting Grants BOF/OZR

- EU-incentives BOF/OZR - ERC Starting Grants ERC - Odysseusmandaten type II Odysseus - GEAR II IOF Geplande acties: Verruiming budget Senior Research Fellowships

III. Speerpunten 1) Established Centres of Excellence - Strategic Research Programs BOF/OZR - Interdisciplinary Research Programs BOF/OZR - Methusalemfinanciering BOF/OZR - FWO- en IWT SBO projecten FWO/IWT - ERC Advanced Grants ERC - Odysseusmandaten type I Odysseus - IUAP's & EU-Netwerken IUAP/EU - GEAR I IOF Geplande actie: II.2) & III.: Vormgeving van multidisciplinaire excellentiepolen

Page 6: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 5 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

Hiernaast wordt vanuit het beleid doorlopend gewaakt over de adequate functionering van

beleidsinstrumenten, en is er doorlopend aandacht voor de participaties in financieringskanalen vanuit

de verschillende domeinen en voor eventueel onverwachte leemtes daarin.

Deze actieve waakzaamheid vanuit het beleid wordt aangevuld met een open houding naar de basis

toe, van waaruit eventuele tekortkomingingen die worden ondervonden steeds aan het beleid kunnen

worden gemeld. Hiertoe worden ook expliciet mogelijkheden gecreëerd in de dialoog die met de

vakgroepen wordt gepland op basis van hun 'Strategische Beleidsfiches Onderzoek'.

Beide kerndoelstellingen sluiten aan bij de algemene aanbevelingen aan de Vlaamse universiteiten uit

de recentste evaluatie van het onderzoeksmanagement2. Een aantal onderliggende aandachtspunten spelen een rol in de ondersteuning van beide kerndoelstellingen en in de daartoe

aangewende beleidsinstrumenten:

efficiënte schaalgrootte, kwaliteitsvolle onderzoekoutput, efficiënte begeleiding van doctorandi,

wetenschappelijke integriteit, internationalisering, netwerkvorming, maatschappelijke valorisatie en

genderevenwicht.

Deze aandachtspunten zijn geïntegreerd in criteria en voorwaarden bij de beleidsinstrumenten die nader worden toegelicht in de volgende hoofdstukken, met in het

bijzonder maar niet uitsluitend:

- Efficiënte schaalgrootte: Programmafinanciering;

Basisfinanciering voor vakgroepen.

- Kwaliteitsvolle onderzoeksoutput:

Basisfinanciering voor vakgroepen;

ZAP-Opdrachtsmatrix.

- Efficiënte begeleiding van doctorandi:

Doctoral Schools & Doctoraatsopleiding;

Basisfinanciering voor vakgroepen.

- Wetenschappelijke integriteit:

Commissie wetenschappelijke integriteit.

- Internationalisering en netwerkvorming:

Persoonsgebonden bonussen gericht op Europese onderzoeksfinanciering;

Internationale wetenschappelijke samenwerking.

- Maatschappelijke valorisatie:

Persoonsgebonden bonus gericht op maatschappelijke valorisatie;

Geplande actie: Thematische beleidsondersteunende platformen.

- Genderevenwicht: Stuurgroep Genderactieplan;

Samenstelling plenaire Onderzoeksraad en adviesorganen;

Aangepaste termijnen.

2 'Beoordeling van de kwaliteit van het onderzoeksmanagement van de Vlaamse universiteiten', Vlaamse Interuniversitaire Raad, Brussel, 2010 (http://www.vlir.be/content1.aspx?url=evaluatie-onderzoeksmanagement)

Page 7: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 6 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

Samen met de hoger genoemde centrale uitgangspunten van het huidige onderzoeksbeleid, vormen

en ondersteunen de onderliggende aandachtspunten de vaste accenten van het VUB-

Onderzoeksbeleid:

- evenwichtige verdeling van onderzoeksmiddelen

- geen inhoudelijke sturing van het onderzoek

- disciplineoverstijgende samenwerking

- gezonde onderzoekscultuur

- excellentiebeleid

- herbronningsmogelijkheden

- aandacht voor verbanden met dienstbetoon en valorisatie

- communicatie aangaande onderzoeksprestaties

- monitoring van onderzoeksprestaties

- strategische interacties in het kader van allianties, de associatie, het UMC

De uitgangspunten van het onderzoeksbeleid situeren zich in een bredere interne en externe beleidscontext:

1) het beleid gevoerd door andere interne beleidsniveaus binnen de universiteit, weergegeven in het

Algemeen Strategisch Plan3; het allocatiemodel aangaande werkingsmiddelen; de beleidsplannen op

het vlak van valorisatie (BIJLAGE 1), wetenschapscommunicatie (BIJLAGE 2) en Doctoral Schools

(BIJLAGE 3); de strategische overeenkomsten en samenwerkingen (associatiepartner EhB,

UZBrussel/UMC, ULB, alliantiepartner UGent, UAB-Kunsten).

2) de externe positie van de universiteit op onderzoeksvlak in internationale, Vlaamse en Brusselse

context, blijkend uit evaluaties, analyses, monitoring en benchmarking, waaronder de periodieke

externe evaluatie van het onderzoeksmanagement4, interne analyses en monitoring van parameters

inzake onderzoeksperformantie in het kader van interne5 en externe6 financieringsmodellen, ad hoc

extern uitbestede studies.

3 Met als strategische topprioriteiten "Werken aan een duurzaam en gezond financieel beheer", "Het studierendement verhogen", "Investeren in rekrutering en marketing" en als andere strategische priorieiten "Het ontwikkelen van een sterk studentenbeleid", "Het ontwikkelen van een sterk alumnibeleid", "Inspirerend, kwaliteitsvol en 'op maat' onderwijs aanbieden", "Stimuleren van excellent onderzoek in samenwerking met externen en hernieuwde aandacht voor valorisatie", "Versterken van de positie als internationale universiteit", "Talent aantrekken, ontwikkelen en responsabiliseren", "Optimaliseren van de samenwerking met de strategische partners", "Investeren in een groene campus als motor voor groei van de universiteit", "Het verder uitbouwen van een verzelfstandigd UMC", "Versterken van efficiëntie, slagkracht en goed bestuur". 4 Tweede externe beoordeling van de kwaliteit van het onderzoeksmanagement van de Vlaamse universiteiten (2010). 5 BIJLAGE 4. 6 In het bijzonder het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF-besluit, Vlaamse Regering 21.12.2012).

Page 8: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 7 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

Operationele doelstellingen, planning, instrumenten en financiële onderbouwing

Instrumenten ter ondersteuning van de kerndoelstellingen:

Hieronder worden van de verscheiden portfolio aan instrumenten waarover de Onderzoeksraad

beschikt, deze besproken die de kerndoelstellingen voor de termijn 2013-2017 in het bijzonder

ondersteunen. Een meer exhaustief overzicht van de OZR-beleidsinstrumenten (structuren en

financieringskanalen) is opgenomen in het Reglement van de Onderzoekraad7.

Verwevenheid van beleidsmaatregelen en -instrumenten:

De operationele doelstellingen en ondersteunende beleidsinstrumenten werden onderverdeeld in vijf

hoofdstukken conform de bepalingen in artikel 23 van het BOF-besluit. Intrinsiek zijn deze

beleidsdomeinen evenwel sterk verweven, en het effect van veel van de vermelde

beleidsinstrumenten is breder dan het beleidsdomein waaronder ze hieronder in hoofdorde werden

gerangschikt. Deze sterke verwevenheid van maatregelen en instrumenten binnen het

onderzoeksbeleid werd recent aan de onderzoeksgemeenschap nader toegelicht bij gelegenheid van

de invoer van een nieuw financieringsmodel voor onderzoek8. Alle beleidsinstrumenten samen vormen

een coherent en verweven geheel, gericht op continue verbetering. De nieuwe beleidsinstrumenten

worden systematisch op een aan het instrument aangepaste wijze geëvalueerd na een minimale

toepassingsperiode.

7 "Reglement Onderzoeksraad (OZR)", laatst gewijzigd RvB 19.03.2013. 8 BIJLAGE 4.

Page 9: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 8 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

I. KWALITEITSZORG EN EVALUATIE VAN HET ONDERZOEK

Het onderzoeksbeleid van de Vrije Universiteit Brussel is traditioneel sterk gericht op

kwaliteitsbewaking en kwaliteitsondersteuning, niet door het onderzoek thematisch te sturen, maar

wel door de kwaliteit van haar onderzoekers en onderzoeksteams te bevorderen via verschillende

beleidsinstrumenten. Bij selecties voor onderzoeksfinanciering op aanvraagbasis staat ook steeds de

wetenschappelijke kwaliteit van het voorgestelde onderzoek centraal, in principe vastgesteld via een

screening door externe experten.

Stimuli voor kwaliteit zijn verweven in de criteria en voorwaarden voor alle beleidsinstrumenten, zoals

deze ingevoerd met het nieuwe financieringsmodel voor onderzoek (programmafinanciering,

Basisfinanciering voor vakgroepen, Persoonsgebonden bonussen, Opvangmandaten). Daarnaast

wordt ook verwacht dat een positief effect uitgaat van de omkaderende beleidsmatige situering van

dit nieuwe financieringsmodel, gericht op een gezond lokaal onderzoeksbeleid en een goede

onderzoekscultuur.

Programmafinanciering

- Instrumenten en doel: In 2011 werd overgestapt van omvangrijke projectfinancieringen met

beperkte looptijd naar programmafinanciering op excellentieniveau voor groepsleiders waarvan de

internationale uitmuntendheid werd aangetoond. Twee soorten programma's ("Strategic Research

Programs" met nadruk op wetenschappelijke excellentie, en "Interdisciplinary Research Programs"

met nadruk op maatschappelijke uitdagingen en thematische totaalexpertise) moeten er mee voor

zorgen dat de universiteit zich duidelijker kan profileren rond een reeks excellente onderzoekspolen,

ontstaan en gevoed vanuit een diverse en zich continu vernieuwende onderzoeksbodem.

- Geplande actie: In het kader van de kerndoelstelling aangaande de vormgeving van Multidisciplinaire

excellentiepolen zal deze programmafinanciering een belangrijk element vormen binnen het geheel

aan gedefinieerde speerpunten en doorgroeipotentieel, en tevens een belangrijke toetssteen

aangaande eventuele onverwachte leemtes in participaties vanuit de verschillende domeinen.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: Strategic Research Programs incl.

groeifinanciering: 6.085.000 euro per jaar; Interdisciplinary Research Programs: 640.000 euro per

jaar

Basisfinanciering voor vakgroepen

- Instrument en doel: Sinds 2012 is de "Basisfinanciering voor vakgroepen" het nieuwe instrument

voor een evenwichtige verdeling van onderzoeksmiddelen over vakgroepen, en hiermee het behoud

van een grote diversiteit aan onderzoekstopics als brede voedingsbodem voor vernieuwende ideeën.

De formule voor de middelenverdeling combineert een zekere eenvoud met voldoende nuancering.

De parameters blijven beperkt tot een set representatieve en strategische criteria, terwijl daarbinnen

rekening wordt gehouden met verschillen naargelang de disciplines. Terwijl via de criteria

welbepaalde vormen van kwaliteitsvolle onderzoeksoutput expliciet worden gestimuleerd en gemonitord, houdt het model een veel bredere stimulans in naar het onderzoeksbeleid van de

vakgroepen toe. Hoge 'scores' op de geselecteerde parameters mogen geen streefdoel zijn op zich,

maar zijn het gevolg van een gezond lokaal onderzoeksbeleid en een goede onderzoekscultuur. Van

de vakgroepen wordt verwacht dat zij de toegekende 'lump sum' optimaal aanwenden volgens een

strategie passend bij de noden van het domein. Hierover wordt door de vakgroep jaarlijks

Page 10: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 9 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

gerapporteerd aan de Onderzoeksraad in haar "Strategische Beleidsfiche Onderzoek" (zie hoofdstuk

II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID").

- Geplande actie: In de termijn 2013-2017 zal, na toepassing gedurende 5 jaar, de eerste tussentijdse

vijfjaarlijkse evaluatie van het model plaatsvinden.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: 2.600.000 euro per jaar

Persoonsgebonden bonussen gericht op profilering op Europees vlak en in de maatschappij

- Instrumenten en doel: Sinds 2011 worden persoonsgebonden bonussen toegekend gericht op

Europese onderzoeksfinanciering en op maatschappelijke valorisatie. De incentives voor het

voorbereiden en verwerven van toonaangevende Europese onderzoeksfinanciering stimuleren het

optimaal benutten van het groeiend Europees instrumentarium en budget inzake

onderzoeksfinanciering. De bonus voor maatschappelijke valorisatie stimuleert de aandacht bij de

vorsers voor maatschappelijke valorisatie, en kadert tevens in de algemeen verhoogde aandacht

voor dit aspect.

- Geplande acties: Door de complexiteit van de Europese financieringskanalen voor onderzoek is een

steeds toenemende ondersteuning wenselijk. De onderzoeksadministratie zal dan ook proactiever

gaan optreden bij de ondersteuning van projectaanvragen. Hierbij wordt zowel gedacht aan het

maximaal ondersteunen van de individuele aanvraag als aan het opstellen van een strategie in de

toekomst. Deze strategie moet gezien worden in het kader van het uitgebouwd onderzoekstraject

en de valorisatiemap (naar industrie en maatschappij) van de onderzoeksgroep zoals in dit

beleidsplan wordt aangegeven. Een optimale verwevenheid tussen de andere elementen van het

strategisch beleidsplan onderzoek en de strategie voor het aantrekken van EU-fondsen wordt

daarbij beoogd. Naast algemene infosessies zal de onderzoeksadministratie zich engageren om

proactief naar de onderzoeksgroepen toe te treden om met hen deze strategie te bespreken en de

beschikbare ondersteuning daarbij verder toe te lichten. Het doel van deze ondersteuning is het

verhogen van aangetrokken externe financiering en het opbouwen van de nodige knowhow om

Europees succes te bestendigen.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: Bonus voor maatschappelijke valorisatie: 150.000

euro per jaar; incentives voor Europese onderzoeksfinanciering: 400.000 euro per jaar.

Internationale wetenschappelijke samenwerking

- Instrument en doel: De ondersteuning van internationale wetenschappelijke samenwerking gebeurt

via financiering van en voor jonge onderzoekers, met een specifiek luik gericht op

ontwikkelingssamenwerking als traditioneel aandachtspunt van de universiteit (in onderzoek en

onderwijs). De deelprogramma's betreffen (1.1.) PhD-beurzen in het kader van

ontwikkelingssamenwerking, (1.2.) Doctoraatsprojecten in samenwerking met geprivilegieerde

partnerinstellingen, en (2.) Bench fees voor de VUB-doctorandi in het kader van bilaterale

samenwerkingsovereenkomsten aangaande gezamenlijke doctoraatsprojecten.

- Geplande acties: In de termijn 2013-2017 zullen de concrete samenwerkingen van start gaan met

de bijkomend naast eerste partner (University of Ljubljana) geselecteerde geprivilegieerde

partneruniversiteiten (1.2.), zijnde de Universiteit Groningen (2012) en de University of Warwick

(2013), en zal worden onderzocht hoe de Internationale wetenschappelijke samenwerking verder

kan worden uitgebouwd. Daarnaast zal de invoer van het nieuw beleidsinstrument 'Joint Research

Centres' worden besproken.

Page 11: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 10 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: Internationale samenwerkingsakkoorden:

200.000 euro per jaar (University of Ljubljana, Universiteit Groningen), uitgebreid met

100.000 euro per jaar (University of Warwick); PhD beurzen in het kader van

ontwikkelingssamenwerking: 230.000 euro per jaar; Joint PhD's en Alliantieonderzoeksgroepen:

100.000 euro per jaar; Oprichting van 'Joint Research Centres': 100.000 euro per jaar.

Kwaliteitsmonitoring

Een kwalitatief onderzoeksbeleid vereist de noodzakelijke instrumenten voor monitoring en evaluatie.

Binnen het onderzoeksdepartement is de evaluatie, van enerzijds de onderzoeksaanvragen en

anderzijds de verdere uitbouw van het instrumentarium, gebaseerd op internationaal erkende criteria,

parameters en modellen. Bovendien ontwikkelt het onderzoeksdepartement in dit verband eigen

expertise, dit zowel in het kader van de interuniversitaire ECOOM-samenwerking, als op autonome

wijze. Wat het eerste betreft, gaat de aandacht hierbij naar de ontwikkeling van indicatoren,

meetinstrumenten en evaluatiemodellen die betrekking hebben op individuele excellentie van

onderzoekers en op de evaluatie van kwaliteit en impact van artistiek onderzoek. Bijkomend wordt in

de beleidsperiode 2013-2017 sterk ingezet op het ontwerpen van indicatoren (binnen een breder

evaluatiemodel) die peilen naar de maatschappelijke, sociale en culturele impact van onderzoek, en dit

vanuit het perspectief dat het onderzoek binnen de verschillende disciplines, meervoudige

valorisatietrajecten kan schragen en als dusdanig tot verschillende vormen van impact kan leiden. De

ontwikkeling van expertise op dit vlak vormt onderdeel van de cel Data en Beleid die in 2013 binnen

het onderzoeksdepartement werd opgericht.

Page 12: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 11 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID

De aandacht voor goed bestuur werd recent versterkt via een reeks nieuwe, hieronder toegelichte

maatregelen en instrumenten9. Hierin zijn verschillende van de onderliggende aspecten en principes

aanwezig inzake bestuur, beheer en beheersing van de materie, organisatie en uitvoering,

responsabilisering en verantwoording, toezicht en controle, transparantie, efficiëntie en effectiviteit,

integriteit en deontologie. Aan een aantal van deze aspecten wordt tevens tegemoetgekomen via de

kwaliteitszorg in het onderzoek (evaluatie van beleidsinstrumenten, monitoring van

onderzoeksprestaties), via de vorming van onderzoekers (wetenschappelijke integriteit), en via de

opvolging van het Algemeen Strategisch Plan van de universiteit (zie de desbetreffende hoofdstukken

I. KWALITEITSZORG EN EVALUATIE VAN HET ONDERZOEK en IV. VORMING EN LOOPBAAN VAN

ONDERZOEKERS).

Charter Goed Bestuur

- Instrument en doel: In het herziene BOF-besluit (VR 21.12.2012) werd voorzien dat het reglement

voor de interne toewijzing van de globale middelen van het Bijzonder Onderzoeksfonds is ingebed in

het Charter Goed Bestuur van de universiteit. In 2013 werden in dit kader reeds enkele specifieke

bepalingen goedgekeurd aangaande de verantwoordelijkheden als lid van de Onderzoeksraad

(effectief en plaatsvervanger) ten aanzien van de universitaire gemeenschap, onder meer via

interactie met en een goede informatiedoorstroming naar de faculteiten.

- Geplande actie: Zodra het VUB Charter Goed Bestuur is goedgekeurd, zal het OZR-reglement hierin

worden ingebed

Samenstelling Bureau van de Onderzoeksraad

- Instrumenten en doel: In 2013 werden plaatsvervangers en een maximale termijn ingevoerd voor

de leden van het Bureau van de Onderzoeksraad. De invoer van plaatsvervangers kadert in de zorg

voor continuïteit, via aanduiding van voormalige of mogelijk toekomstige effectieve BOZ-leden als

plaatsvervangers. De plaatsvervangers zetelen tevens bij afwezigheid van de effectieve leden.

- Geplande actie: In academiejaar 2013/2014 zullen de bepalingen dienaangaande voor het eerst

worden toegepast.

Commissie Wetenschappelijke Integriteit

- Instrument en doel: In 2013 werd een Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI)

toegevoegd als nieuw OZR-adviesorgaan, die conform het nieuwe ZAP-reglement (RvB 03.07.2012)

ad hoc instaat voor dossiers aangaande deze materie (ter vervanging van de reeds in 2002 in het AP-

reglement voorziene procedure voor de behandeling van vermoedens van wetenschappelijk

wangedrag). Deze nieuwe structuur kadert tevens in een verhoogde aandacht voor deze materie

(preventie en educatie) op Vlaams niveau, en overleg aangaande de oprichting van een Vlaamse

orgaan dienaangaande (FWO/BU/13/57).

- Geplande actie: In de termijn 2013-2017 zullen de bepalingen dienaangaande waar nodig worden

aangepast of verfijnd.

9 Indicatie van de huidige financiële onderbouwing is hier niet van toepassing (geen financieringskanalen).

Page 13: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 12 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

Strategische Beleidsfiches Onderzoek

- Instrument en doel: Sinds 2002 kregen de vakgroepen met de "Basisfinanciering voor vakgroepen"

(zie hoofdstuk I. KWALITEITSZORG EN EVALUATIE VAN HET ONDERZOEK) een expliciete

verantwoordelijkheid op het vlak van onderzoeksbeleid, en ook de middelen om hun lokale

onderzoeksstrategieën uit te bouwen en te ondersteunen. Het financieringsmodel werd gekaderd in

een ruime beleidsvisie die een brede stimulans inhoudt naar het beleid van de vakgroepen toe (incl.

schaalvergroting, internationalisering, netwerkvorming, onderzoeksoutput, externe fondsenwerving,

begeleiding van doctorandi). De vakgroepen rapporteren jaarlijks hun onderzoeksbeleid aan de

Onderzoeksraad onder de vorm van een Strategische Beleidsfiche Onderzoek. Alle beleidsfiches

zijn consulteerbaar voor de VUB-onderzoeksgemeenschap, en vormen een uitgangsbasis voor dialoog

tussen onderzoeksbeleid en vakgroep, geïnitieerd door de OZR-leden.

- Geplande actie: Met ingang van 2013 wordt in de "Strategische Beleidsfiche Onderzoek" expliciet een

paragraaf verwacht aangaande het door de vakgroep gevoerde publicatiebeleid (BOZ 22.05.2013),

wat de mogelijkheden inzake toetsing en bespreking hiervan zal bevorderen. Bij deze gesprekken zal

verder de besteding van middelen aan jonge vorsers een bijzonder aandachtspunt zijn.

Page 14: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 13 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

III. VERSTERKING VAN DEELNAME VAN VROUWEN EN ALLOCHTONEN AAN HET ONDERZOEK

Stuurgroep Genderactieplan

- Instrument en doel: De onderzoeksadministratie is lid van de stuurgroep Genderactieplan

(installatievergadering 08.07.2013) en verzorgt de opvolging van de gemaakte aanbevelingen die

kaderen in het onderzoeksbeleid.

- Geplande acties: Te plannen acties in onderzoekscontext zullen nader vorm krijgen na de

installatievergadering.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: niet van toepassing (geen financieringskanaal)

Samenstelling van de plenaire Onderzoeksraad en van de adviesorganen

- Instrument en doel: Sinds 2008 wordt bij de jaarlijkse samenstelling van de Onderzoeksraad wat

betreft de effectieve leden een expliciete toetsing voorzien aan kwaliteitsvereisten en

genderevenwicht (RvB 12.02.2008).

- Geplande actie: Met ingang van 2013 zijn de bepalingen inzake genderevenwicht dwingender en

uitgebreid naar de adviesorganen betrokken bij de toekenning van middelen.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: niet van toepassing (geen financieringskanaal)

Aangepaste termijnen

- Instrument en doel: Er wordt doorlopend aandacht besteed aan mogelijke concrete

reglementswijzigingen die gelijke kansen bevorderen, in het bijzonder aangaande de deelname van

vrouwen aan het onderzoek (bv. met de in 2013 aangepaste anciënniteitsvoorwaarde in het kader

van de Methusalemfinanciering voor toonaangevende onderzoekers).

- Geplande acties: Doorlopend aandachtspunt.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: niet van toepassing (geen financieringskanaal)

Activiteiten in het kader van de Doctoral Schools & Doctoraatsopleiding

- Instrument en doel: De Centrale Doctoraatsbegeleiding en de Doctoral Schools hebben doorlopend

aandacht voor genderevenwicht in het opleidingsaanbod dat ze inrichten. Zo ondersteunde de

Centrale Doctoraatsbegeleiding op 8 maart 2013 de CampusTalks sessie in het teken van de

Internationale Vrouwendag, waarbij enkel vrouwelijke onderzoekers aan het woord kwamen rond het

thema ‘Gender Bias in Science’. Op 29 en 30 november 2012 woonde de coördinator van de Centrale

Doctoraatsbegeleiding in het Europese Parlement de European Gender Summit bij, met als thema

‘Quality Research and Innovation through Equality’.

- Geplande acties: Op 13 september 2013 zal in Brussel het symposium ‘Family in Science’

plaatsvinden, georganiseerd in interuniversitaire samenwerking en met als topics onder meer 'Dual

Career' en 'Work-life Balance'.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: De werking van de Centrale

Doctoraatsbegeleiding en de Doctoral Schools is deels bepaald door de voorwaarden van de subsidie

van de Vlaamse Regering voor de omkadering van jonge onderzoekers (487.721 euro in

Page 15: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 14 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

begrotingsjaar 2012), o.a. aandacht voor het genderevenwicht en interuniversitaire samenwerking

met minstens 2 andere Vlaamse universiteiten.

Activiteiten in het kader van Wetenschapscommunicatie

- Instrument en doel: De expertisecel Wetenschapscommunicatie organiseert regelmatig initiatieven

gericht op de specifieke kansengroepen 'vrouwen' en 'allochtonen', in samenwerking met externe

partners. Hieronder bevindt zich 'RoboCup Junior', een initiatief met als doel jongeren te

sensibiliseren voor wetenschappen, techniek en meer specifiek robotica, met 'meisjes' en

'allochtonen' als specifieke doelgroepen. Om de belangstelling bij jongeren in STEM-richtingen

opnieuw te laten toenemen lanceerde de Vlaamse Overheid het STEM-actieplan 2012-2020, met

onder meer een beleidsthema’s dat meer meisjes wil motiveren in de richting van STEM-beroepen.

De projecten 'Technogrieten' en 'FabLab Junior' leggen de focus op meisjes, met extra aandacht voor

meisjes uit maatschappelijk kwetsbare groepen (nieuwkomers, allochtonen).

- Geplande acties: In 2013 gaat in het kader van 'RoboCup Junior' de samenwerking met een van de

partners van start, wordt een project gericht naar 10- tot 12-jarige meisjes ingediend bij het

Impulsfonds (Federaal migrantenbeleid) en een Brugproject via het Agentschap Ondernemen.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: De werking van RoboCup wordt momenteel

gefinancierd door een bijdrage vanuit alle associaties, en ondersteund door UAB-personeel (0,5 VTE

gefinancierd via het financieringsconvenant wetenschapscommunicatie met de Vlaamse overheid).

Page 16: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 15 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

IV. VORMING EN LOOPBAAN VAN ONDERZOEKERS

De carrière van vorsers blijft een belangrijk aandachtspunt in de komende beleidsperiode. De VUB zal

in deze context haar bijdrage leveren in het kader van internationale initiatieven zoals de HR Strategy

Group en het EU pilootproject EURAXESS Rights (institutional pilot group on the "human resources

strategy for researchers incorporating the charter and the code", HRS4R), en zal een maximale

implementatie van het ‘European Charter for Researchers and the code of conduct for the recruitment

of researchers’ nastreven.

Doctoral Schools & Doctoraatsopleiding

- Instrument en doel: In het kader van de doctoraatsopleiding worden door de Centrale

Doctoraatsbegeleiding en de Doctoral Schools onder meer weerkerende activiteiten georganiseerd

die de doctorandi een goede publicatiecultuur bijbrengen, en hen wijzen op het belang van

wetenschappelijke integriteit. Andere integriteits- en prestatiegerelateerde beleidsinstrumenten

in het domein van de doctoraatsbegeleiding zijn de Ombudsman/-vrouw voor doctorandi en het

profiel van de goede promotor (waarvan de werking en de toereikendheid doorlopend wordt

bewaakt en waar nodig aangepast), en het doctoraatsportfolio (een online documentatiesysteem dat

doctorandi toelaat een duidelijk overzicht te behouden van de geleverde prestaties, zowel op vlak

van onderzoek als van vorming).

- Geplande acties: Verschillende acties zijn voorzien in het eerstvolgende jaar: (1) In 2013 wordt een

nieuw monitoringinstrument opgesteld met betrekking tot de duur van de voorbereiding van een

doctoraat; (2) Begin academiejaar 2013/2014 is de lancering voorzien van het nieuwe

doctoraatsportfolio, gelinkt aan CaLi en aan de nieuwe onderzoeksdatabank (PURE); (3) De

uitwerking van het volledige aanbod van de doctoraatsopleiding zal in het academiejaar 2013/2014

voor het eerst gebeuren met explicitering van de doelgroep naargelang de fase waarin de

onderzoeker zich bevindt (starter, junior, advanced, senior, postdoc), voor een meer efficiënte

training.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: Voor de doctoraatsopleiding: 30.000 euro per jaar

per Doctoral School + 50.000 euro per jaar voor de Centrale Doctoraatsbegeleiding + Subsidie voor

de Omkadering van Jonge Onderzoekers (487.721 euro in begrotingsjaar 2012). Voor de

ontwikkeling van het doctoraatsportfolio: 120.000 euro in 2013 (uit de Subsidie voor de

Omkadering van Jonge Onderzoekers).

BIJLAGE 3: Beleidsplan Centrale Doctoraatsbegeleiding 2013-2017

Career Centre

- Instrument en doel: In samenwerking met de Centrale Doctoraatsbegeleiding breidt het VUB Career

Center zijn dienstverlening nu uit voor doctorandi. Doctorandi en alumni kunnen bij het Career

Center terecht voor individuele loopbaanbegeleiding en vanaf academiejaar 2013/2014 ook voor

trainingen. De dienstverlening wordt actief gepromoot o.a. op relevante evenementen. Het Career

Center heeft permanent aandacht voor de inzetbaarheid van doctors op de arbeidsmarkt en

onderneemt stappen om de doelgroep meer te betrekken bij de jobbeurzen die traditioneel enkel op

2de-cyclusstudenten gericht zijn.

- Geplande acties: In de komende beleidsperiode zal worden gewerkt aan de ontwikkeling en

aanbieding van “in-house” loopbaancoaching en training voor doctorandi. In 2013 is een stand

voorzien op de PhD Job Fair (15.10.2013, Leuven).

Page 17: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 16 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: Een deel van de acties wordt op ad hoc basis

ondersteund via de Subsidie voor de Omkadering van Jonge Onderzoekers.

ZAP-Opdrachtsmatrix

- Instrument en doel: De ZAP-Opdrachtsmatrix werd ingevoerd (RvB 01.07.2008) om uniforme criteria

en richtwaarden aan te bieden voor de evaluatie van academische dossiers van individuele

vorsers op verschillende niveaus (faculteiten, onderzoeksraad, ...), gedifferentieerd naar graad en

discipline. Het instrument wordt onder meer systematisch toegepast bij de wettelijk verplichte 5-

jaarlijkse evaluatie van een ZAP-lid, vanaf 2009 vergezeld van een kwantitatief overzicht van

prestatie-indicatoren op onderzoeksvlak. Deze laatsten betreffen ofwel onderzoeksprestaties in

categorieën die gecorreleerd zijn met wetenschappelijke kwaliteit, ofwel onderzoeksprestaties die

kunnen worden afgewogen ten opzichte van referentiewaarden. Sinds de invoer van het instrument

gebeurden verschillende actualiseringen en aanvullingen ad hoc.

- Geplande actie: In 2013 werd voorgenomen om als aanvulling in het kwantitatief overzicht op

onderzoeksvlak expliciet een aantal valorisatiegeoriënteerde prestaties toe te voegen.

- Indicatie van de huidige financiële omvang: niet van toepassing (geen financieringskanaal)

Onderzoeksmandaten op senior niveau (BOF-ZAP)

- Instrument en doel: Via de Senior Research Fellowships (BOF-ZAP) worden excellente vorsers in

staat gesteld om hun tijd nagenoeg volledig aan onderzoek te besteden, en wordt ruimte voorzien

om houders van prestigieuze extern toegekende onderzoeksmandaten (ERC Starting Grants,

Odysseusmandaten) voor langere tijd een voltijdse onderzoeksloopbaan aan de universiteit te

bieden.

- Geplande actie: Met ingang van 2013 wordt het budget voor deze mandaten verhoogd, wat opnieuw

ruimte creëert voor Senior Research Fellowships binnen geselecteerde thema's.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: 2.240.000 euro per jaar, met voorziene groei

naar 3.000.000 euro per jaar (30 VTE) in de termijn 2013-2017.

Sabbatical Leaves

- Instrument en doel: Sinds academiejaar 2001/2002 worden jaarlijks naargelang de

begrotingsmogelijkheden enkele sabbatical leaves ter beschikking gesteld als vrijstellings- en herbronningsmogelijkheid voor ZAP-leden.

- Geplande actie: Met ingang van academiejaar 2013/2014 zijn naar aanleiding van de berekening

van de Basisfinanciering voor vakgroepen bijkomende sabbatical leaves beschikbaar met

domeinbestemming (Humane Wetenschappen) en bijzondere aandacht in de selectieprocedure voor

belasting inzake onderwijs en lidmaatschap van beleids- en adviesorganen, en voor

gendergerelateerde argumenten.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: 375.000 euro per jaar (5 VTE, waarvan 2 VTE via

budget Basisfinanciering voor vakgroepen)

Page 18: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 17 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

Persoonsgebonden bonussen (senior niveau)

- Instrument en doel: Sinds 2011 wordt aan opstartende ZAP-leden die aan de gestelde voorwaarden

voldoen een ZAP-startfinanciering toegekend ten bedrage van ruim één jaar predoc-

ondersteuning. Met de huidige toekenningsvoorwaarden wordt een stimulans en een troef gegeven

voor het internationaal aantrekken van vorsers, en voor een betere genderbalans.

- Geplande actie: In het begin van de termijn 2013-2017 zal met hoge prioriteit worden onderzocht

hoe de ZAP-startfinanciering kan worden uitgebreid van de nu geldende voorwaarden naar een

meer algemene toepassing voor opstartende ZAP-leden, gezien de sterke vraag hiernaar vanuit de

onderzoeksgemeenschap.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: 400.000 euro per jaar, met voorziene groei naar

600.000 euro per jaar vanaf oktober 2013.

Opvangmandaten voor doctorandi en postdocs

- Instrument en doel: Sinds 2012 worden opvangmandaten voor doctorandi en postdocs centraal

beheerd zonder domeinversleuteling. Over alle disciplines heen worden de beste kandidaten

geselecteerd.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: 400.000 euro per jaar voor opvang van 5 FWO-

Postdocaanvragen; Jaarlijkse opvang van ≥ 14 FWO-Aspirantaanvragen en ≥ 8 IWT-

Specialisatiebeursaanvragen.

Page 19: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 18 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

V. COMMUNICATIE OVER LOPEND EN AFGEROND ONDERZOEK

- Instrument en doel: In de nieuwe financieringsovereenkomst voor wetenschapscommunicatie

(2013-2017) is een nieuwe doelstelling ingeschreven: Het creëren van een cultuur van

wetenschapscommunicatie bij de onderzoekers. Het doel is om onderzoekers te inspireren en

ondersteunen om zelf over hun onderzoek of over wetenschap in het algemeen te communiceren

naar een breed publiek. Aangezien wetenschapscommunicatie is ingebed in de

onderzoeksadministratie (in tegenstelling tot de meeste andere universiteiten waar deze dienst deel

uitmaakt van de communicatiedepartementen) is een samenwerking met de dienst Marketing en

Communicatie en Events van de VUB opgezet om een beroep te kunnen doen op reeds bestaande

expertise binnen die dienst. Op deze wijze kan voor de verspreiding van informatie ook een beroep

worden gedaan op de reeds in verre mate ontwikkelde communicatiekanalen van deze dienst. In

2012 werd deze samenwerking reeds sterk uitgebreid. In 2013 worden woorden in daden omgezet

door een officiële samenwerking in relaties naar scholen, media, alsook een afvaardiging in de

redactieraad van de ‘Akademos’.

Vanaf 2013 heeft de cel Wetenschapscommunicatie ingezet op deze nieuwe doelstelling maar

voerde in een eerste fase een behoefteonderzoek bij de onderzoekers om zo de ondersteuning in

communicatie over onderzoek beter te kunnen afstemmen op de precieze noden. Een eerste stap

werd reeds in 2013 genomen. Om onderzoekers voor te bereiden op de

wetenschapscommunicatietaak, zal in samenwerking met de Doctoral Schools en alle andere

associaties jaarlijks een ‘Summer School in WECOM’ worden georganiseerd in de eerste week van

de maand juli.

- Geplande acties: De resultaten van hoger vermelde bevraging zullen samen met de betrokken

diensten worden geanalyseerd met als doel te leiden tot effectieve dienstverleningen, via de

diensten van het departement Marketing en Communicatie of de diensten van de

onderzoeksadministratie, afhankelijk van de precieze vragen van de onderzoekers. Een reeds

concrete actie is de jaarlijkse Summerschool Wetenschapscommunicatie, waarvoor de datum in

2014 reeds is vastgelegd. De vraag rijst hierbij of de kunst om op een begrijpelijke manier te

communiceren over eigen onderzoek niet moet worden aangeleerd samen met de onderzoeksskills,

met name in de masterjaren.

Omdat het belang van sociale media in communicatie over onderzoek niet te onderschatten is, zal

binnen de cel Wetenschapscommunicatie een expert Sociale Media worden opgeleid. Via workshops

of persoonlijk advies zullen onderzoekers worden bijgestaan in communicatie over hun onderzoek.

De cel Wetenschapscommunicatie zal ook speerpunten in het VUB-onderzoek toegankelijk

communiceren via ‘onderzoeksfiches’ op de website en eventueel in een brochure. We willen op

termijn komen tot een aantal themafiches die op een laagdrempelige en aantrekkelijke manier

uitleggen welk onderzoek er aan de VUB rond bepaalde thema’s wordt verricht.

- Indicatie van de huidige financiële onderbouwing: Om deze ondersteuning te geven wordt op dit

ogenblik een tijdsbesteding van 0,3 VTE voorzien op de financiering wetenschapscommunicatie van

de Vlaamse overheid vanaf academiejaar 2013/2014. Gezien dit in ontwikkeling is wordt de

personeelsbesteding geschat op 0,75 VTE. De voorlopige bijdrage vanuit wetenschapscommunicatie

voor de Summerschool wordt geschat op 1000 euro per editie. (Het grootste deel wordt gedragen

door de Centrale Doctoraatbegeleiding, verdeling van de bijdrage tussen de associaties volgens het

aantal deelnemers per associatie).

BIJLAGE 2: Beleidsplan Wetenschapscommunicatie 2013-2017.

Page 20: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 - 19 / 19 - Goedgekeurd RvB 02.07.2013

Gebruikte afkortingen

BOF Bijzonder Onderzoeksfonds

BOZ Bureau van de Onderzoeksraad

CaLi Campus Lifecycle

CWI Commissie Wetenschappelijke Integriteit

EhB Erasmushogeschool Brussel

ERC European Research Council

FWO Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek

GEAR Group of Expertise in Applied Research

HRS4R Human Resources Strategy for Researchers

IOF Industrieel Onderzoeksfonds

IUAP Interuniversitaire Attractiepolen

IWT Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie

OZR Onderzoeksraad

RvB Raad van Bestuur

SBO Strategisch Basisonderzoek

STEM Science, Technology, Engineering and Mathematics

UAB Universitaire Associatie Brussel

UGent Universiteit Gent

ULB Université Libre de Bruxelles

UMC Universitair Medisch Centrum

UZBrussel Universitair Ziekenhuis Brussel

VTE Voltijds Equivalent

WECOM Wetenschapscommunicatie

ZAP Zelfstandig Academisch Personeel

Page 21: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017

BIJLAGE 1 Ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de Interface-activiteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap. Strategisch plan van de Universitaire Associatie Brussel 2009-2013

Page 22: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 1 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

Universitaire Associatie Brussel

Technology Transfer Interface

Ondersteuning van de Industriële Onderzoeks-fondsen en de Interface-activiteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap. Strategisch plan van de Universitaire Associatie Brussel 2009- 2013 Technology Transfer Interface

Confidentieel document

Page 23: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 2 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

Inhoudstabel

1. Executive summary 3 2. Wettelijk kader en beleidsorganen 4 2.1 Decretaal kader 2.2 Beleidstructuur 2.3 De raad voor het industrieel onderzoeksfonds (IOF) 2.4 De commissie Kennis, Innovatie en Technologie Transfer (KITT) 2.5 De Technology Transfer Interface (TTI) 3. De strategische visie van de universiteit op de opbouw van 10 toepassingsgerichte kennis, de samenwerking met het bedrijfsleven en de valorisatie van wetenschappelijk onderzoek 3.1 Onderzoeksbeleidsplan van de Vrije Universiteit Brussel 3.2 Dienstbetoon en valorisatie in de Universitaire Associatie Brussel 4. De wijze waarop het IOF past in het ruimere kader van strategisch 12 basisonderzoek en toegepast wetenschappelijk onderzoek, met economische finaliteit, van de universiteit. De strategische en operationele doelstellingen die de universiteit met het IOF wil bereiken 4.1 Het IOF-beleidskader van 2004 tot 2009 aan de VUB en EhB 4.2 De realisaties in het IOF-beleidskader 2004 tot 2009 4.3 Analyse van de implementatie van het IOF 4.4 Het IOF-beleidskader vanaf 2009 4.5 Cijfermatige doelstellingen van het IOF 5. De wijze waarop de associatie tot een optimale interfacewerking wil komen 21 binnen de associatie zelf en op associatieniveau. De strategische en operationele doelstellingen die de associatie met de interfacedienst wil bereiken. De wijze waarop de werking van de interfacedienst aansluit bij de werking van het IOF. 5.1 Missie van de Interface-dienst 5.2 Aanbevelingen uit de evaluatie van de universitaire interfacediensten 5.3 Krijtlijnen van het Onderzoeks-beleidsplan 2006-2011 5.4 De werking van de Interfacedienst en het IOF 5.5 Cijfermatige doelstellingen van de TTI 5.6 De verdere aansluiting van IOF en Interface op langere termijn

6. De wijze waarop de universiteit tot een optimale samenwerking wil 28 komen tussen de associaties onderling en in het kader van het Vlaams innovatienetwerk 6.1 Samenwerking tussen de Interfacediensten van de Vlaamse associaties 6.2 Actieplan 2009-2013.

Page 24: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 3 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

1. Executive summary Conform Art.101bis van het Decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger

onderwijs diende de Associatie Brussel een algemeen onderzoeks- en samenwerkingsreglement

vast te leggen, waar het dienstbetoon- en valorisatiereglement deel van uitmaakt. Aangezien binnen

de Vrije Universiteit Brussel reeds een voor valorisatie bevoegde dienst bestond, de Technology

Transfer Interface (TTI), werd de taak van deze dienst uitgebreid tot het geheel van de Associatie.

De TTI werd ook versterkt om deze opdracht te kunnen opnemen.

Het Industrieel onderzoeksfonds (IOF) is vier jaar operationeel en opengesteld naar alle

onderzoekers van de associatie. De interne evaluatie van het gevoerde ʻprogramma-beleidʼ is aan

de gang: de financiering van onderzoeks- of vakgroepen die de gemiddelde schaal van de

universiteit ruim overstijgen en die een lange-termijn ʻvalorisatie-roadmapʼ kunnen uittekenen als

Zwaartepunten en Groeiers, zal verder worden verstevigd maar ook worden aangevuld met

bijkomende pijlers. Hierbij wordt zowel op korte-termijn ondersteuning gemikt, onder de vorm van

Proof-of-concept financiering, als op langere-termijn projecten die de rol van de UAB in het

internationale onderzoekslandschap moeten verstevigen.

De externe evaluatie van de TTI heeft tot gevolg dat de werking op kritische punten werd

bijgesteld. De samenwerking met bedrijven en vooral het Vlaamse KMO-landschap, zal een

prioritair aandachtspunt zijn dat in de volgende jaren wordt opgenomen. De rol die de

Erasmushogeschool kan spelen, bv. op het gebied van het versterken van de samenwerking met

KMOʼs en het vergroten van de associatieportefeuille aan dienstbetoonprojecten, zal verder

ondersteund worden. Ook de aandacht voor valorisatie-output uit de Humane wetenschappen,

wordt via de samenwerking met het project Technologisch Ondernemen uitgebreid. Dankzij de

nauwe samenwerking met dit project, kan er aan de UAB invulling worden gegeven aan de

opleiding van entrepreneur-profielen.

De UAB onderschrijft het gezamenlijk actieplan van TTO Flanders, waarin de Vlaamse associatie-

interfaces hun samenwerking formaliseren en activiteiten ontplooien die bijdragen tot de versterking

van het ʻInnovatiecentrum Vlaanderenʼ.

______________

Page 25: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 4 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

2. Wettelijk kader en beleidsorganen Voorliggend strategisch plan is opgesteld conform de richtlijnen van het Besluit van de Vlaamse

Regering betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de

interfaceactiviteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap van 5 juni 2009, art 8.

Het IOF werd als intern bestemmingsfonds van de universiteit georganiseerd, overeenkomstig art

22 van dit Besluit dient het meerjarenbeleidsplan in dat geval volgende elementen te bevatten:

1° de strategische visie van de universiteit op de opbouw van toepassingsgerichte

kennis, de samenwerking met het bedrijfsleven en de valorisatie van

wetenschappelijk onderzoek;

2° de strategische en operationele doelstellingen die de universiteit met het IOF wil

bereiken;

3° de strategische en operationele doelstellingen die de associatie met de

interfacedienst wil bereiken;

4° de wijze waarop het IOF past in het ruimere kader van strategisch basisonderzoek en toegepast

wetenschappelijk onderzoek, met economische finaliteit, van de universiteit;

5° de wijze waarop de associatie tot een optimale interfacewerking wil komen binnen de associatie

zelf en op associatieniveau;

6° de wijze waarop de universiteit tot een optimale samenwerking wil komen tussen de associaties

onderling en in het kader van het Vlaams innovatienetwerk;

7° de wijze waarop de werking van de interfacedienst aansluit bij de werking van het IOF

2.1 Wettelijk kader Wetenschappelijke dienstverlening wordt in het universiteitsdecreet (dd. 12 juni 1991, zoals

geamendeerd) beschreven als één van de drie basisopdrachten van de universiteit, naast

academisch onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. In de praktijk wordt hiermee alle onderzoek

in opdracht van derden bedoeld, evenals de valorisatie van onderzoeksresultaten. Het decreet van

de Vlaamse Gemeenschap d.d. 22. 02. 1995 betreffende de wetenschappelijke of maatschappelijke

dienstverlening schept hiervoor het wettelijk kader. Art 169 ter van het Universiteitsdecreet bepaalt

bovendien dat de vermogensrechten op vindingen in het kader van onderzoek, toebehoren aan de

Universiteit.

Page 26: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 5 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

De Vrije Universiteit Brussel was één van de eerste Vlaamse universiteiten die een eigen

valorisatiereglement uitwerkte met bepalingen van return naar uitvinders en onderzoeksploegen. Dit

valorisatiereglement dateert van 17 maart 1998 en was een aanvulling van het VUB-reglement op

de wetenschappelijke en maatschappelijke dienstbetoonactiviteiten dd. 28 maart 1995. Het

valorisatieregelement is, conform het Algemeen Onderzoeks- en samenwerkingreglement van de

UAB, aangepast en uitgebreid naar het geheel van de associatie (beslissing UAB RvB d.d.

18/12/2008). Het dienstbetoonreglement is, eveneens conform het Algemeen Onderzoeks- en

samenwerkingreglement van de UAB, aangepast en uitgebreid naar het geheel van de associatie

(beslissing RvB UAB d.d. 18/06/2007).

Conform Art.101bis van het Decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger

onderwijs diende de Associatie Brussel een algemeen onderzoeks- en samenwerkingsreglement

vast te leggen, waar het dienstbetoon- en valorisatiereglement deel van uitmaakt. Aangezien binnen

de Vrije Universiteit Brussel reeds een voor valorisatie bevoegde dienst bestond, de Technology

Transfer Interface (TTI), die werkt onder het gezag van de vicerector onderzoek die inzake

valorisatiebeslissingen bevoegdheid van de Raad van Bestuur van de Vrije Universiteit Brussel

kreeg, werd de taak van deze dienst uitgebreid tot het geheel van de Associatie.

Concreet betekent dit dat TTI de valorisatie van onderzoek van het geheel van de Universitaire

Associatie Brussel behartigt.

2.2 Beleidstructuur

Dit IOF-beleidsplan moet gelezen worden in een breder kader, naast andere bestaande

beleidsplannen (opgesteld binnen het kader van het BOF, het structuurdecreet en het interne

universitaire beleid):

- De sector Onderzoek van de universiteit maakt een 5 –jaarlijks beleidsplan in het kader van

het BOF-besluit. Het lopende beleidsplan overspant de periode 2006-2011. Het ʻIndustrieel

beleidʼ maakt hier deel van uit.

- Het beleidsplan van de associatie

- De krachtlijnen van het onderzoeksbeleid in het algemeen strategisch plan van de universiteit

bevatten een hoofdstuk over industrieel beleid en transfer van kennis.

Page 27: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 6 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

Het valorisatiebeleid van de associatie ressorteert onder de verantwoordelijkheid van de vice-rector

onderzoek van de universiteit. Hij rapporteert over zijn beleid aan het universitair bestuur (het

Rectorencollege, het Bestuurscollege en de Raad van Bestuur van de VUB) en aan het

associatiebestuur.

De vier raden die de vice-rector onderzoek bijstaan in zijn beleidsvorming zijn de onderzoeksraad

van de VUB (OZR), de commissie Kennis, Innovatie en Technologie Transfer van de VUB (KITT),

de raad voor het industrieel onderzoeksfonds van de UAB (IOF) en het bureau onderzoek van de

associatie Brussel van de UAB (BOAB).

De Technology transfer interface (TTI) is de operationele cel die de KITT- en de IOF-raden

ondersteunt en het valorisatiebeleid aan de UAB vormgeeft.

De Technology transfer interface maakt deel uit van het geheel van het R&D department, de

administratie van de vice-rector onderzoek.

-R staat voor onderzoeksmanagement (waaronder kwaliteitszorg, wetenschapscommunicatie

en de EU-cell resorteren),

-D staat voor alle taken die de Technology tranfser interface op zich neemt (zie verder)

2.3 De raad voor het industrieel onderzoeksfonds (IOF)

Het IOF-reglement van de VUB werd in 2008 gewijzigd in functie van het ʻBesluit van de Vlaamse

Regering betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen in 2006 en 2007ʼ

(overgangsregeling dd. 8 december 2006).

De samenstelling van de IOF-raad is als volgt:

-Lode Wyns: voorzitter, Vice-rector onderzoek

Voorzitter vakgroep Biotechnologie (IMOL-DBIT )

-Jan Cornelis: vertegenwoordiger uit de OZR-advies subcommissie basis-, natuur- en toegepaste wetenschappen

Voorzitter vakgroep Elektronica en informatieverwerking (ETRO )

-Marc Goldchstein: vertegenwoordiger uit de OZR-advies subcommissie humane wetenschappen Coördinator opleiding ʻEntrepreneurshipʼ, Faculteit Economische, Sociale en Politieke wetenschappen, Marketing manager Enfocus NV

-Danny Pipeleers: vertegenwoordiger uit de OZR-advies subcommissie biomedische wetenschappen

Voorzitter vakgroep Pathologische biochemie en fysiologie (MEBO- Diabetes research center)

Page 28: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 7 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

-Axel Bossuyt: raadgever uit het UZBrussel

Voorzitter vakgroep Medische beeldvorming en fysische wetenschappen (BEFY )

-Mark Runacres: vertegenwoordiger voor EhB, dept IWT (Industriële wetenschappen)

-Marc Lybaert: vertegenwoordiger voor EhB, dept RITS ( Audiovisuele en Dramatische Kunsten)

-Rita Temmerman: vertegenwoordiger voor EhB, dept TTK (Toegepaste taalkunde)

-Peter Swinnen: vertegenwoordiger voor EhB, dept KCB (Koninklijk Conservatorium Brussel)

-Elvira Haezendonck: vakgroep Bedrijfskunde en strategisch beleid, experte uit het domein Economie

-Viviane Jonckers: Vakgroep computerwetencshappen, experte uit het domein ICT

-Frank Gielen: vertegenwoordiger uit het domein ʻengineeringʼ (technology transfer officer interface R&D), Technology transfer officer ʻapplied sciencesʼ voor TTI. Manager Spinnovation NV

-Gilles Capart: externe expert (Ex-Managing Director SOPARTEC (technology transfer bedrijf van UCL)

-Jose Zurstrassen: externe expert. Mede-oprichter van Skynet en Keytrade bank

-Rudy Dekeyser: externe expert. Managing director VIB

-NN Externe expert (nog in te vullen).

De samenstelling van de IOF-raad zal conform met het nieuwe besluit, worden aangepast voor 1 maart 2010.

2.4 De commissie Kennis, Innovatie en Technologie Transfer (KITT)

Met het aantreden van het nieuwe Rectoraat, werd de bestaande commissie voor Industrieel beleid

(CIB) omgevormd tot de Commissie Kennis-, Innovatie- en Technologie Transfer (KITT).

De commissie is samengesteld uit experten die ervaring hebben met industriële contacten, met

valorisatie van onderzoek, met netwerkvorming enz. Ze wordt geconsulteerd bij beleidsvoorstellen

rond industriële aspecten, en ze kan initiatieven nemen rond ad hoc dossiers zoals octrooien, de

oprichting van een spin-off, industriële samenwerking, enz. Het is de bedoeling de voorstellen te

toetsen aan de ervaring van de leden.

De commissie kan via een elektronisch netwerk worden geconsulteerd bij dringende dossiers en

indien nodig kan een bureau worden aangeduid uit haar midden.

De voorzitter van de commissie krijgt de bevoegdheid alle dossiers met betrekking tot kennis- en

technologie- transfer uit te werken, ondersteund door de Technology Transfer Interface. Dit houdt

tevens in het formuleren van beleidsvoorstellen en van ad hoc adviezen rond specifieke projecten,

het uitbreiden van een netwerk met de industrie en maatschappelijke actoren en de

Page 29: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 8 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

vertegenwoordiging van de universiteit in externe organen als Voorzitter van de Commissie voor

Kennis, Innovatie enTechnology Transfer- KITT- van de VUB.

De commissie functioneert zoals voorheen ten behoeve van het rectorencollege, het

bestuurscollege en de raad van bestuur en onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de

vice-rector onderzoek, naar analogie met de Onderzoeksraad.

Samenstelling

-Voorzitter Jan Cornelis

-Voor het UZBrussel: Marc Noppen

-3 leden biomedische wetenschappen: Romain Meeussen, Vera Rogiers, Kris Thielemans

-3 leden humane wetenschappen: Ignace Glorieux, Raymond Cluydts, Marc Jegers

-3 leden basis en toegepaste wetenschappen: Luc De Vuyst, Robert Meersman, Jan Wastiels

-externen: Jean Vereecken (ICAB), genodigden in functie van het dossier

De samenstelling van de KITT-raad zal eveneens voor 1 maart 2010 worden gewijzigd.

2.5 De Technology Transfer Interface (TTI)

De Technology Transfer Interface (TTI) stelt zich tot doel het toegepast onderzoek met

economische en maatschappelijke finaliteit te stimuleren en de valorisatie van onderzoek vorm te

geven.

De TTI functioneert als een aparte cel binnen het R&D departement. De werking wordt gestuurd

door verschillende ʻopdrachtgeversʼ

-de universiteit (en bij uitbreiding nu de UAB)

-de Vlaamse overheid: via het ʻBesluit over de ondersteuning van de Industriële

Onderzoekfondsen en de Interface-activiteiten van de associatiesʼ

-de Brusselse overheid, via een subsidie ʼ Ondersteuning van het Brussels Gewest

met het oog op de bevordering van technologietransfer gericht op de economische

ontwikkeling en de innovatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewestʼ

-het BI3 startkapitaalfonds: het aanbrengen van potentiële investeringsdossiers en de

opvolging van de participaties in spin-offs

De personeelsbezetting van de TTI –september 2009: 11 mensen (9.6 FTE) waarvan 2.5 FTE

aangesteld op VUB middelen (patrimonium) en 7.1 FTE op externe middelen; 2 consultants op

externe middelen.

Page 30: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 9 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

Dit geeft de volgende huidige samenstelling:

-Afdelingshoofd Technology Transfer Interface

dr. Sonja Haesen

-Technology Transfer Officer, IE beheer en licenties

dr. Hugo Loosvelt

-Technology Transfer Officer, spin offs

handelsir. Jeremy De Sy

-Technology Transfer Officer, business development (tevens coördinator project

Technologisch Ondernemen)

handelsir. Marc Goldchstein

-Juridisch adviseur, contractonderzoek

Lic. Christa De Permentier

-Juridisch adviseur, vennootschapsrecht

Lic. Kristel Mommaerts

-TTI-Liaison naar de Erasmushogeschool Brussel

Lic. Tanja Thijs

- Communication & Events TTI (Vlaanderen) en CROSSTALKS

Lic. Sara Engelen

- Communication & Events TTI (Brussel)

Lic. Alena Aga

-Contractbeheerder

Mevr. Dorien Slock

-Secretariaat

Mevr. Monique Peeters

Consultants

-Secretaris-generaal BI3 Fund (consultant)

Bruno De Vuyst

-Operationeel Directeur CROSSTALKS (consultant)

Marleen Wynants

-ad hoc consultancy

Page 31: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 10 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

3. De strategische visie van de universiteit op de opbouw van toepassingsgerichte kennis, de samenwerking met het bedrijfsleven en de valorisatie van wetenschappelijk onderzoek

3.1 Onderzoeksbeleidsplan en algemeen strategisch plan van de Vrije Universiteit Brussel

Het onderzoeksbeleidsplan en algemeen strategisch plan van de Vrije Universiteit Brussel

definiëren de verschillende vormen van wetenschappelijke onderzoek, waarbij wordt aangegeven

dat alle wetenschappelijke onderzoektypes worden ondersteund, evenals de trajecten gaande van

de wetenschappelijke ontdekking, de uitvinding tot en met de ontwikkelings- en ontplooiingsfasen

ervan (i.e. bijvoorbeeld de implementatie van demonstratoren en prototypes, eindrapporteringen,

beleidsaanbevelingen leidend tot kennis en/of technologie overdracht naar de socio-economische

actoren zoals de overheid, de industrie, de non-profit sector).

Hierbij wordt nadruk gelegd op het belang van zowel de transfer van culturele output in het

artistieke onderzoek (o.a. van de hogescholen), de kennis- en technologie transfer naar specifieke

sectoren uit de profit en de non-profit sector en het algemene publiek, evenals op de waarde en het

potentieel van het strategisch basisonderzoek –gekarakteriseerd door valorisatiedoelstellingen-

voor maatschappij en economie. Tenslotte wijst het beleidsplan op de ondersteuning die wordt

gegeven vanuit het VUB- onderzoeksmanagement voor het projectgedreven industrieel en

toegepast onderzoek en op de speciale rol van de interface-dienst bij de ondersteuning op het vlak

van kennis- en technologie transfer, inclusief juridische raadgeving, contractnegotiatie, octrooi-

indiening, voorbereiding van business dossiers en kapitaalverschaffing voor spin-off creatie,

incubatiefaciliteiten, wetenschapsparken en de initiatieven m.b.t. technology scouting en

ondernemersinitiatie.

De verdere uitbouw van het Industrieel/ maatschappelijk dienstbetoon en beleid is daarbij gericht op

de uitbouw van een volwaardig valorisatiebeleid en bijbehorende structuur.

Een 10-puntenprogramma vat de lange-termijn betrachtingen samen:

1. Het verfijnen en toepassen van een adequaat organisatorisch en juridisch model voor

dienstbetoon en valorisatie.

2. De creatie van een geest van ondernemerschap, zonder afbreuk te doen aan de waarde van

fundamenteel onderzoek.

Page 32: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 11 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

3. De uitbouw van een technisch/wetenschapelijk, internationaal expertisenetwerk,

hoofdzakelijk bestaande uit universiteiten en onderzoeksinstituten waarbinnen op

vertrouwelijke basis valorisatieprojecten en/of spin-off initiatieven aan peer review kunnen

onderworpen worden.

4. Het opzetten van een netwerk van industrieën die met de UAB een bevoorrechte informatie-

uitwisseling en/of creatieve samenwerkingsrelatie wensen aan te gaan.

5. Een continue studie van het beheer en de organisatie van een startersfonds en de concrete

uitwerking ervan in samenwerking met experten ter zake.

6. De verdere uitbouw van de interfacecel voor het invullen van thans ontbrekende functies

(o.a. hulp bij het opstellen van een business plan).

7. Het uitwerken van een loopbaanmodel voor wetenschappelijke medewerkers, gefinancierd

op projectbasis.

8. Het verstevigen van de verbondenheid van onze alumni met de associatie, zodanig dat ook

een beroep kan gedaan worden op hun inzet bij de ondersteuning van initiatieven.

9. De bestaande spin-offs met UAB-afgestudeerden in kaart brengen en de bevoorrechte

binding met de associatie instandhouden.

10. Het voorzien van incubatieruimte met lokalen voor de opvang van grote onderzoeks-

projecten en doorstroommogelijkheden voor startende spin-off bedrijven.

3.2 Dienstbetoon en valorisatie in de Universitaire Associatie Brussel De Vlaamse overheid heeft de associatie van universiteiten en hogescholen geïnitieerd met het oog

op de academisering van het onderwijs en onderzoek aan de hogescholen. De VUB heeft zich met

de Erasmushogeschool geassocieerd in de Universitaire Associatie Brussel (UAB).

De associatievorming impliceert verregaande samenwerking op gebied van onderwijs, onderzoek

en valorisatieactiviteiten. De TTI van de VUB heeft van de UAB de opdracht gekregen om de

valorisatieactiviteiten van de associatie in handen te nemen. In 2006 werd daarom op de Vlaamse

Interfacesubsidie een nieuwe medewerker aangeworven die de liaison functie tussen de

associatiepartners Erasmushogeschool en Vrije Universiteit Brussel opneemt

Het lopende programma ʻBUILDING CAPACTIES – Onderzoek en Valorisatie – de

Erasmushogeschool Brussel in de kijkerʼ dat hierrond werd uitgewerkt, beoogt sensibilisering en

informatieverschaffing omtrent onderzoek en valorisatie. Dit programma zal verschillende cycli

omvatten en wordt telkens aangevuld in functie van gedefinieerde noden en behoeften.

Page 33: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 12 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

4. De wijze waarop het IOF past in het ruimere kader van strategisch basisonderzoek en toegepast wetenschappelijk onderzoek, met economische finaliteit, van de universiteit. De strategische en operationele doelstellingen die de universiteit met het IOF wil bereiken

4.1 Het IOF-beleidskader van 2004 tot 2009 aan de VUB en EhB

Op 28 mei 2004 hechtte de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan de oprichting van het

Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) aan de Vlaamse Universiteiten (met uitzondering van de KUB).

Het IOF Besluit stipuleerde dat elke universiteit een eigen beleid diende te voeren dat gericht is op

het opbouwen van een portefeuille aan potentieel toepassingsgerichte kennis, met economische

finaliteit. Het IOF moest daarbij harmonieus aansluiten bij het valorisatiebeleid van de universiteit en

haar interfacewerking en leiden tot een maatschappelijke valorisatie en overdracht van de

opgebouwde kennis, onder meer via samenwerking met het bedrijfsleven, de overheid en de non-

profitsector of via het oprichten van nieuwe bedrijven.

Het IOF ging van start op 1 oktober 2004 en werd conform de regelgeving van 2006 uitgebreid naar

de EhB

Nav de oprichting van de IOF-raad werden volgende beslissingen getroffen: de Raad van Bestuur

van de Vrije Universiteit Brussel van 26 oktober 2004

-nam akte van de oprichting van het intern bestemmingsfonds, genoemd ʻIndustrieel

Onderzoeksfondsʼ of ʻIOFʼ. De middelen die de overheid ter beschikking stelde werden

ondergebracht in de begroting van de universiteit, onder afdeling IV;

-gaf opdracht aan de Vice-rector onderzoek en zijn administratie om de gegevens die het O&O

Steunpunt statistieken jaarlijks aanlevert te verifiëren opdat het aandeel van de VUB in de jaarlijks te

becijferen procentuele verdeelsleutel correct kon bepaald worden;

-hechtte haar goedkeuring aan de samenstelling van de IOF-raad en gaf de Vice-rector onderzoek

en zijn administratie de opdracht een voorstel voor de nominatieve samenstelling van de IOF-raad

aan de Raad van Bestuur voor te leggen ter goedkeuring;

-gaf de op te richten IOF-raad de opdracht een IOF-reglement uit te werken dat aan de Raad van

Bestuur ter goedkeuring dient voorgelegd te worden.

Page 34: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 13 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

Overeenkomstig dit reglement werd de IOF-raad belast met de volgende taken :

-de universitaire overheid adviseren mbt de optimale besteding van de toegekende IOF-middelen

voor strategisch basisonderzoek met economische finaliteit (verder kort IOF-middelen genoemd);

-dit advies te formuleren met respect van de regels die werden opgelegd in het besluit van de

Vlaamse Regering, met name door middel van het hanteren van op performantie gerichte

selectiecriteria. Hierbij werd onder meer rekening gehouden met het volume aan industriële

contracten, het aandeel in het Europese Kaderprogramma voor Onderzoek en Ontwikkeling, het

aantal octrooien en het aantal gerealiseerde spin-offs.

-dit advies te formuleren opdat de IOF-middelen in de eerste plaats besteed zouden worden aan

mandaten van onbepaalde duur. Via deze mandaten voor onderzoekers werd een meer

permanente, ondersteunende omkadering voor het strategisch basisonderzoek en de samenwerking

met de industrie beoogd.

-de selectieprocedures uit te werken voor de toekenning van IOF-middelen waarbij gefinancierde

groepen de status van ʻzwaartepunt of groeier van strategisch basisonderzoek met economische

finaliteitʼ (IOF-zwaartepunt) verkregen (definities zie ook 4.4);

-in deze selectieprocedure te definiëren waaraan onderzoeks- of vakgroepen moesten voldoen om

erkend te worden als ʻzwaartepunt of groeier van strategisch basisonderzoek met economische

finaliteitʼ.

-de ondersteunings- en/of beleidsmaatregelen uit te werken die met de erkenning van een IOF-

zwaartepunt/groeier gepaard gaan.

Er wordt gestreefd om het IOF aan te wenden als middelen voor onderzoeks- of vakgroepen die de

gemiddelde schaal van de universiteit ruim overstijgen en die een lange-termijn ʻroadmapʼ kunnen

uittekenen waarin één of meerdere mandaten een effectief verschil kunnen maken. Naar analogie

met de meerjaren-financiering van departementen in onderzoeksintituten (IMEC, VIB, VITO) is een

evaluatie nodig; voor de IOF-begunstigden zal dit 4 jaar na de start van het programma of de start

van de verlenging van het programma plaatsgrijpen.

De groepen die deze IOF-financiering verwerven worden beschouwd als ʻzwaartepunten van

strategisch basisonderzoek met economische finaliteitʼ of kort ʻIOF-zwaartepuntenʼ. Alle IOF-

zwaartepunten kunnen van een bijkomende dienstverlening genieten in het kader van ondersteuning

door o.m. de Interface cel (TTI), de diensten pers – en communicatie en wetenschapsvoorlichting

en kunnen beroep doen op een beperkt reservefonds dat zal aangelegd worden binnen het IOF-

financieringskanaal.

Page 35: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 14 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

Een deel van de middelen wordt voorbehouden voor ʻGroeiersʼ, maw groepen die nog niet tot op het

niveau van een IOF-zwaartepunt zijn uitgegroeid maar duidelijk het potentieel daartoe hebben. Het

toekennen van een mandaat en/of middelen uit de IOF-financiering moet hier effectief toe bijdragen.

Ook hier zal evaluatie van de IOF-begunstigden 4 jaar na de start van het programma of de start van

de verlenging van het programma plaatsgrijpen.

De IOF-ondersteuning zoals aan de UAB uitgewerkt moet dus als een ʻenveloppe-financieringʼ

worden gezien voor ploegen die substantieel bijdragen tot de output-factoren die aan de basis liggen

van de interuniversitaire verdeling van de IOF-middelen. Er van uitgaande dat de totale IOF-

financiering jaarlijks zal toenemen (groeitraject zoals geschetst door de overheid bij aanvang), wordt

binnen een programma de financiering voor een periode van 5 jaar -en verlengbaar- mogelijk

gemaakt.

4.2 De realisaties in het IOF-beleidskader 2004 tot 2009

De Vrije Universiteit Brussel is een sterk onderzoeksgerichte universiteit met een onderzoeksbudget

van ongeveer 70 miljoen Euro per jaar. De uitbreiding naar een associatieverband, brengt ook een

aantal potentiële IOF-samenwerkingsverbanden vanuit de Erasmushogeschool Brussel (EhB).

Vanaf 2007 werd de IOF-raad uitgebreid met vier departementele vertegenwoordigers vanuit de

EhB. Ook de oproepen (zie hieronder) werden opengesteld voor beide associatiepartners.

In 2005 werd aan de Vrije Universiteit Brussel de eerste oproep voor de indiening van voorstellen

gelanceerd: voor het programma 2005 (start 1.1.2006) werd de financiering van ʻZwaartepuntenʼ

voorop gezet voor een periode van 5 jaar (totaal budget voor de call 2005: 2.200.000 Euro). De

IOF- raad selecteerde drie groepen met excellentieniveau voor de verdeling van de middelen uit het

Industrieel Onderzoeksfonds (IOF), de zogenaamde IOF Zwaartepunten, die een jaarlijks budget

ontvangen van 220.000 Euro/jaar voor de uitwerking van hun valorisatie-roadmap:

• de vakgroep TONA- Toegepaste natuurkunde en Fotonica (o.l.v. Hugo Thienpont)

• de vakgroep ETRO- Electronica en informatica (o.l.v. Roger Vounckx; ETRO-IOF

coördinator: Jan Cornelis)

• de onderzoeksgroep IMDO- Industriële microbiologie en voedings-biotechnologie (o.l.v.

Luc De Vuyst).

Page 36: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 15 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

In 2006 werd een oproep gelanceerd voor Groeiers (zie definities 4.4): groepen die nog niet tot op

het niveau van een IOF Zwaartepunt zijn uitgegroeid maar duidelijk het potentieel daartoe hebben.

Het toekennen van IOF financiering moet hier effectief toe bijdragen. Zowel voor Zwaartepunten als

Groeiers zal 4 jaar na de start van het programma een evaluatie van de aanwending van de

middelen gebeuren.

Twee projecten werden weerhouden voor financiering als Groeier (100.000 € /jaar, 5-jaar):

• de vakgroep MECH- Mechanica, Jacques De Ruyck

• de onderzoeksgroep CEG- Computational Electrochemistry, Johan Deconinck.

In 2007 werd de werking van het IOF doorgelicht door het Departement economie, wetenschap en

innovatie (EWI). Het rapport geeft de appreciatie weer voor de keuze van de Vrije Universiteit

Brussel om de middelen niet te versnipperen, maar te investeren in groepen met een duidelijk

potentieel.

In 2008 werd een nieuwe call – een eerste op niveau van de UAB - gelanceerd voor Groeiers en

Zwaartepunten. Hieruit werden de volgende groepen geselecteerd:

bijkomende Zwaartepunten

• de vakgroep DRC- Diabetes Research Center, Daniël Pipeleers

• de vakgroep CHIS- Chemical Engineering, Gert Desmet

• de onderzoeksgroep Metallurgie en Materialenkennis die samen met de bestaande

Groeier ʻComputational Electrochemistryʼ nu het Zwaartepunt (en onderzoeksgroep)

ʻElectrochemical and Surface engineeringʼ vormen, Annick Hubin

bijkomende Groeier

• de onderzoeksgroep LMTC- Moleculaire en cellulaire therapie, Kris Thielemans

• de onderzoeksgroep FAFY-Toxicology, Dermato-cosmetology and Pharmacognosy, Vera

Rogiers

In 2009 werd dan het derde instrument binnen het IOF-kader van de UAB gecreëerd, met name de

financiering van ʻProof-of-concept projectenʼ. Het betreft hier projecten in de overgang van proof-of-

principle naar proof-of-concept waarvoor kan aangetoond worden dat ze bijdragen tot de

versterking van het geheel van het valorisatietraject van een groep. De aanwendig van de middelen

kan zeer breed zijn, maar een duidelijk meetbaar valorisatieobjectief moet worden aangetoond om

voor financiering in aanmerking te komen. De grootte-orde per project ligt tussen de 5000 en

Page 37: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 16 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

50.000 euro, projecten lopen voor een periode van maximum 1 jaar.

4.3 Analyse van de implementatie van het IOF

In 2007 werd er door het departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) een analyse

gemaakt van de werking van het IOF en van de implementatie van het IOF financieringskanaal aan

de verschillende Vlaamse universiteiten.

Voor wat betreft het gevoerde beleid binnen de VUB tot dan, kwamen een aantal aandachtspunten

naar voor, zoals de nood aan de aanpassing van het reglement (in 2005 opgesteld) in functie van de

praktijkervaringen. Bijvoorbeeld: het inschakelen van externe experten bij de beoordeling van de

programmaʼs (procedures en modaliteiten), de feedbackprocedure bij negatieve beslissingen, een

procedure mbt belangenconflicten, de verduidelijking van de rol van de TTI in het IOF.

Inmiddels is het Besluit van de Vlaamse regering opnieuw aangepast en zal er voor 1 maart 2010

een totale herziening van het IOF-reglement gebeuren, met ondermeer een gewijzigde

samenstelling van de IOF-raad. Alle vermelde aandachtspunten worden in het nieuwe reglement

opgenomen.

Het EWI rapport geeft een positieve appreciatie voor de keuze van de VUB om de IOF-middelen niet

te versnipperen, maar te investeren in grootschalige projecten met een vrij lange duur. In het rapport

wordt wel opgemerkt dat daardoor kleinschalige projecten van korte duur ontbreken.

Met de oproep tot het indienen van Proof-of-concept projecten in 2009 werd het derde luik van het

IOF-beleid ingevuld: de financiering wordt nu voorzien voor Zwaartepunten en Groeiers, voor een

periode van 5 jaar en verlengbaar, en daarnaast wordt 2 keer per jaar een oproep gelanceerd voor

de indiening van Proof-of-concept projecten met een looptijd van 1 jaar en een bedrag tussen de

5.000 en 50.000 Euro. Hiermee wordt de behoefte aan projecten met een beperkte financiering en

via een snelle beslissingprocedure ingevuld.

Het EWI rapport omschrijft de interfacewerking tav het IOF als ʻadviserend, staat in voor de

administratieve ondersteuning en verzorgt de rapportering naar de Raad van Bestuur en naar de

overheid voor zowel de Commissie Industrieel Beleid als de IOF-raadʼ.

De rol van de TTI tav het IOF is tijdens de afgelopen jaren wel gewijzigd: er is een veel grotere rol

gekomen voor de TTI –adviseurs bij de voorbereiding en evaluatie van de dossiers en er is een

coaching luik van de IOF-programmaʼs opgestart. De TTI heeft dus de strucurele organisatie en

planning van het IOF in handen wat een grotere rol is dan in de EWI-analyse wordt weergegeven.

Page 38: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 17 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

Bij de herziening van het reglement voor 1 maart 2010 zal dan ook de rol van de Interfacedienst

worden geëxpliciteerd.

Het blijft ook de betrachting om het UAB-IOF beleid te laten evolueren in functie van de ervaring die

met de lopende programmaʼs wordt opgedaan. Zo zal in de toekomst een meer geformaliseerde

evaluatie-procedure worden uitgetekend, zullen procesmatige- en output- KPIʼs worden

gedefinieerd en zal de TTI menskracht inzetten om de evaluatie van deze KPIʼs te monitoren, ten

dienste van de onderzoeksploegen zonder extra belasting. Ook een screening door TTI van de

mandaathouders voor aanwerving, behoort tot de agendapunten die moeten opgenomen worden.

Het reglement zal telkens aangepast worden in functie van gewijzigd beleid.

Wat betreft de vertegenwoordiging van de Erasmushogeschool in de IOF-raad, werd reeds in 2008

een aanpassing doorgevoerd: momenteel zijn de 4 departementen van de EhB vertegenwoordigd in

de raad. Hierdoor wordt de betrokkenheid van de hogeschool groter en kan verwacht worden dat er

ook van daaruit projecten (eventueel in co-promotorschap) zullen ingediend worden.

Hetzelfde geldt voor de aanwezigheid van IOF-leden afgevaardigd door de humane

wetenschappen. Gezien het toenemend belang van ʻservicesʼ gekoppeld aan ʻhigh tech productenʼ

is het een belangrijke uitdaging de achtergrondkennis in verschillende disciplines van de humane

wetenschappen te ontsluiten voor valorisatie en multidisciplinaire projecten.

4.4 Het IOF-beleidskader vanaf 2009

Het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ondersteuning van de Industriële

Onderzoeksfondsen en de interfaceactiviteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap

van juni 2009, legt een bijkomende klemtoon in de doelstellingen van het IOF, op korte tot

middellange termijn:

“ 1° de wisselwerking tussen de associatie en het bedrijfsleven stimuleren;

2° een portefeuille van toepassingsgerichte kennis bij de associatie opbouwen.

Een IOF moet op middellange tot lange termijn, resulteren in:

1° een betere afstemming van het strategisch basisonderzoek en toegepast wetenschappelijk

onderzoek op de economische behoeften

2° de toepassing en valorisatie van de opgebouwde portefeuille van kennis in het bedrijfsleven

De IOF passen in het ruimere geheel van inspanningen om de wisselwerking tussen instellingen

voor hoger onderwijs en economische actoren te versterken. “

Page 39: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 18 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

Daarbij wordt gestipuleerd dat “ het dagelijks beheer van de via het IOF bekostigde mandaten en

projecten en de werking van het IOF wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de

interfacediensten. “

Concreet zal de IOF-raad, ondersteund door de Technology Transfer Interface, een aangepast IOF-

reglement uitwerken dat conform is met het nieuwe Besluit van de Vlaamse Regering, met name op

het vlak van een feedback-procedure voor de niet-toekenning van middelen, een regeling voor

belangenconflicten en de samenstelling van de IOF-raad. Dit reglement zal aan de VUB en het

Associatiebestuur van de Universitaire Associatie Brussel worden voorgelegd ter goedkeuring.

De strategische beleidskeuzes die werden gemaakt in de periode 2004-2009 zullen worden

verdergezet: de IOF-middelen zullen bij voorkeur geïnvesteerd worden in lange-termijn

valorisatietrajecten van IOF-zwaartepunten en groeiers en in Proof-of-concept financiering:

Met IOF-zwaartepunten worden onderzoeks- of vakgroepen bedoeld die een succesvolle

activiteit uitgebouwd hebben rond toepassingsgericht onderzoek met economische finaliteit.

Deze IOF-zwaartepunten:

• kunnen de waarde van hun onderzoeksactiviteiten bewijzen aan de hand van de criteria die

gehanteerd worden voor de verdeelsleutel van de IOF gelden (meer bepaald: patenten,

spin-offs, publicaties, inkomsten uit industriële contracten en uit Europese

onderzoeksprojecten)

• overstijgen ruim de gemiddelde schaal van de onderzoekseenheden aan de universiteit;

• kunnen een lange-termijn ʻroadmapʼ voorleggen, die duidelijk aangeeft hoe hun activiteiten

binnen afzienbare termijn leiden tot economisch relevante onderzoeksresultaten.

Met IOF-Groeiers worden onderzoeks- of vakgroepen bedoeld die nog niet tot op het niveau

van een IOF-zwaartepunt zijn uitgegroeid maar duidelijk het potentieel daartoe hebben. Het

toekennen van IOF-financiering moet hier effectief toe bijdragen.

Proof-of-concept projecten situeren zich in de overgang van proof-of-principle naar proof-of-

concept waarvoor kan aangetoond worden dat ze bijdragen tot de versterking van het

geheel van het valorisatietraject van een groep.

Page 40: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 19 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

4.5 Cijfermatige doelstellingen van het IOF

De hoofddoelstelling van de aanwending van de IOF-middelen is, zoals het VUB reglement dit

reeds in 2005 aangaf: ʻharmonieus aansluiten bij het valorisatiebeleid van de universiteit en haar

interfacewerking wat moet leiden tot een maatschappelijke valorisatie en overdracht van de

opgebouwde kennis, onder meer via samenwerking met het bedrijfsleven, de overheid en de non-

profitsector of via het oprichten van nieuwe bedrijven.ʼ De enveloppe-financiering die vanaf 2005

wordt toegekend en jaarlijks wordt opgevolgd, is in 2010 aan een eerste grondige evaluatie toe,

waarna zal beslist worden of het beleid al dan niet moet bijgestuurd worden.

De betrachting is dat de Universitaire Associatie Brussel in de IOF verdeelsleutel gelijke tred kan

houden met de percentages die de Vrije Universiteit Brussel voorheen in de sleutel behaalde. Zowel

de wijziging van de verdeelsleutel vanaf 2009 (veranderde invulling van parameter 3 en de

gewichten die er aan worden toegekend) als de evolutie vanaf 2014 waarbij de parameters op

associatie-niveau zullen worden gemeten, zijn ongunstig voor de middelgrote instellingen. Gegeven

het feit dat de overheid aan de instellingen een lange-termijn beleid oplegt (aanstelling van

postdoctorale mandaten van onbepaalde duur), zal een herverdeling van de middelen grondige

veranderingen kunnen veroorzaken in het IOF-beleid zoals het nu gevoerd werd. De VUB heeft hier

reeds van in het begin op geanticipeerd, door de programmaʼs en de bijbehorende aanstellingen tot

periodes van 5 jaar te beperken, met de mogelijkheid van verlenging, indien de kwaliteit van het

programma en het budget dit toelaten. De UAB zal dit beleid overnemen.

Ter illustratie wordt hierbij het aandeel van de verschillende universiteiten gegeven in de IOF-sleutel

en de evolutie over de laatste 5 jaar.

IOF aandeel %

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

2004 2005 2006 2007 2008

KULeuvenLUCUAUgentVUB

Page 41: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 20 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

Het is de betrachting om het aandeel van de instelling in deze sleutel op peil te houden en indien

mogelijk te laten toenemen.

De Interfacewerking zal in de komende jaren dan ook meer toegespitst worden op het aantrekken

van externe middelen in de derde en vierde geldstroom, omdat hierop nog een groeiverwachting

kan geformuleerd worden.

Page 42: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 21 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

5. De wijze waarop de associatie tot een optimale interfacewerking wil komen binnen de associatie zelf en op associatieniveau.

De strategische en operationele doelstellingen die de associatie met de interfacedienst wil bereiken.

De wijze waarop de werking van de interfacedienst aansluit bij de werking van het IOF

5.1 Missie van de Interface-dienst

Valorisatie van onderzoeksresultaten houdt in dat ontwikkelde kennis, resultaten van

wetenschappelijk onderzoek en technologie van de associatie ter beschikking worden gesteld van

de samenleving, waaronder in de eerste plaats de industrie.

De Technology Transfer Interface (TTI), deel van het R&D departement, is de door de UAB

aangeduide bevoegde dienst.

Via deze Interface wordt de zogenaamde deal flow gegenereerd: het opzoeken van economisch

valoriseerbare onderzoeksresultaten en het begeleiden van de technologie transfer dossiers en spin-

off projecten.

Als schakel tussen universiteit/ hogeschool en industrie, begeleidt de Technology Transfer Interface

(TTI) onderzoekers in alle fasen van hun samenwerking met de bedrijfswereld.

De TTI taken omvatten, voor de VUB en EhB:

* Onderzoekers begeleiden bij het vinden van financiering voor toegepast onderzoek

* Ondersteuning bij de onderhandelingen met derden, juridische uitwerking en administratief

beheer van de contracten

* Actief opsporen van valoriseerbare onderzoekresultaten en uitwerken van een

valorisatiestrategie wat de bescherming via octrooien kan inhouden

* Beheren van de intellectuele eigendom en octrooiportfolio

* Creëren van valorisatie-awareness en ondernemersschap via Starters- en

Octrooiseminaries

* Spin-off oprichting bevorden, begeleiden en opvolgen

* Startkapitaalfonds BI3: management en aanbreng van investeringsdossiers

* Incubatiecentra en Researchparken: medebeheer

* Industrieel netwerk Crosstalks: industrie-universiteitsnetwerk

Page 43: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 22 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

De TTI is tevens het contactpunt voor externen die op zoek zijn naar specifieke expertise of

apparatuur, naar samenwerkingsmogelijkheden, geoctrooieerde technologie of aansluiting bij

lopend onderzoek. Deze contacten lopen hetzij via de vorsers zelf of kunnen worden geïnitieerd en

opgevolgd via de TTI. De Interface neemt deel aan netwerken en fora om deze contacten te

bevorden.

5.2 Aanbevelingen uit de evaluatie van de universitaire interfacediensten

Als belangrijkste conclusies uit het eindrapport van Deloitte (maart 2008) in opdracht van EWI

noteerden wij:

-waardevolle professionele competenties, maar helt sterk naar het academische;

medewerkers met bedrijfservaring aantrekken

-bereikbaarheid voor externe klanten verbeteren

-systematische samenwerking met bedrijven uitbreiden

-tevredenheid van de onderzoekers tav de dienstverlening bestendigen maar tevens

verbreden naar meer gebruikers (humane wetenschappen, Hogeschool)

-focus op spin-off creatie en licenties vergroten

-werking sturen op basis van meetbare objectieven, performantie management

invoeren

-samenwerken met andere interfacediensten in een netwerkstructuur, ondermeer door

competenties in kaart te brengen

Al deze aandachtspunten zullen worden aangepakt in de volgende 5 jaar. Een aantal adviezen

werden meteen in de operationele werking van de TTI opgenomen (aantrekken van mensen met

een bedrijfsgeorienteerd profiel en business-ervaring), voor een aantal andere aandachtspunten

dient een langere termijn visie en bredere aanpak te worden ontwikkeld omdat dit niet rechtstreeks

of niet alleen van de performantie van de TTI afhangt (uitbreiden van de samenwerkingen met de

industrie bijvoorbeeld ).

In het kader van het Algemeen Strategisch Plan (ASP) van de VUB (2009), werd een grondige

SWOT-analyse gemaakt van de werking van de Interfacedienst. De performantiebijdrage aan het

ASP op metaniveau en op niveau van de dienst R&D werd in kaart gebracht.

Page 44: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 23 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

Concreet kunnen volgende acties –naar aanleiding van de externe en interne analyse- alvast

worden genoteerd (rapportering hierover in het volgende jaarverslag):

Bedrijfservaring aantrekken

-aanwerven van een jonge handelsingenieur (1.0 FTE) als spin-off coach waardoor de

technology transfer manager-IE meer tijd krijgt om het licentie-verhaal uit te bouwen

-aanwerven (0.5 FTE) van een senior business developer en IOF-coach met 20 jaar ervaring in

verschillende technologiebedrijven, zowel start-ups (ook als mede-oprichter) als gevestigde

bedrijven

Zichtbaarheid en bereikbaarheid voor interne en externe klanten verbeteren

-aanpassing van de TTI-website; interne doorlichting van de interne en externe marketing

strategie (project van 4 maanden) van TTI laten uitvoeren door een communicatiespecialist

-praktische brochure (werktitel ʻThe Rough Guide to knowledge and technology transferʼ),

voor startende onderzoekers

-actievere rol in het VIN netwerk opnemen, aanwezigheid op bedrijvenfora verbeteren

-rol in het Crosstalks Universiteits- industrie netwerk verder opnemen

Samenwerking met bedrijven verhogen en uitbreiden naar alle doelgroepen

-samenwerking met de incubatoren IICB (Zellik) en ICAB (Brussel, operationeel oktober 2009)

verder uitbouwen

-awareness-activiteiten:

*de vice-rector onderzoek begeleiden bij de sensibilisering van de faculteiten tav de

activiteiten onder de derde en vierde geldstroom (strategisch basisonderzoek en toegepast

onderzoek voor de industrie)

*interne informatiesessies voor onderzoekers aangaande de gewijzigde modaliteiten in het

SBO –steunkanaal (economisch en maatschappelijk) en TETRA-financiering naar alle

faculteiten en EhB

-actieplan naar de EhB concretiseren (“Buiding capacities: onderzoek en valorisatie aan de

Erasmushogeschool Brussel in de kijker”)

-via samenwerking met het project Technologisch ondernemen, meer bewustzijn creëren rond

valorisatie van onderzoek in de Humane wetenschappen.

Page 45: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 24 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

Spin-off en licenties verhogen

- nauwere samen met het project ʻTechnologisch Ondernemen van de faculteit Economie

(vakgroep Bedrijfseconomie en Strategisch Management): de eerste doelgroep zijn de

masterstudenten burgerlijk ingenieur en bio-ingenieur. Zij worden tijdens hun opleiding wegwijs

gemaakt in het bedrijfsgebeuren. Een ander aspect is het praktijkwerk in interdisciplinaire teams

die via de projectenbeurs ontstaan.

-onderhandelingen opnemen over de verderzetting van het BI3 startkapitaalfonds of de creatie

van een nieuw fonds; uitbreiding tot Arkimedes Fonds (2010) onderzoeken

-zie eerder: aanwervingen en herschikking takenpaketten

Meetbare objectieven stellen en performantiemanagement

Dit hangt nauw samen de doelstellingen van het IOF (zie eerder) en met de invoering van het

Algemeen Strategisch Plan van de Vrije Universiteit Brussel dat in de loop van 2009 werd

gefinaliseerd.

Samenwerken met andere Interfacediensten

-gezamenlijk actieplan van de TTO Flanders uitwerken en concrete events organiseren: zie

actieplan onder hoofding 6.

5.3 Krijtlijnen van het Onderzoeks-beleidsplan 2006-2011 en het algemeen strategisch

plan van de VUB

Ook de Universiteit is als belangrijke financier van de Interface-activiteiten, een opdrachtgever

die een lange-termijn visie voor de werking van de TTI uittekent. In het Onderzoeks-beleidsplan

2006-2011 en het algemeen strategisch plan van de VUB worden vijf concrete

aandachtspunten naar voor geschoven die de werking van de Interfacedienst verder moet

professionaliseren. Deze aandachtspunten die in 2006 werden geformuleerd lopen voor een

groot deel parallel met de aanbevelingen van de Deloitte-EWI doorlichting, zodat een integratie

van beide actieplannen geen probleem geeft:

1. De academische onderbouw van de Interfacewerking: ondermeer via benchmarking van

het eigen interfacemanagement, door onderzoek te verrichten naar de evolutie van de

outputindicatoren voor het strategisch basisonderzoek en IOF, door onderzoek rond

ondernemerschap en bibliometrische impact uit te voeren.

Page 46: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 25 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

2. De associatie en het valorisatiebeleid: het gezamenlijk valorisatiebeleid voor het geheel

van de Associatie moet vorm gegeven worden en moet aandacht hebben voor de

specificiteit van de onderzoeksproblematiek aan de hogescholen.

3. Verdere uitbouw van het Business development luik binnen de TTI: door het aantrekken

van expertise vanuit de bedrijfswereld.

4. Verdere uitbouw van een netwerk rond onderzoek en innovatie in het Brussels Gewest:

door gebruik te maken van de kanalen die het Brussels gewest ter beschikking stelt.

5. Verdere integratie van het Crosstalks netwerk in het VUB-beleid rond sponsoring: door

een integratie met andere initiatieven gericht op sponsoring en externe fondsenwerving te

onderzoeken.

5.4 De werking van de Interfacedienst en het IOF

(zie ook 4.3)

Daar waar in de EWI doorlichting de interfacewerking nog als adviserend en administratief

ondersteunend wordt omschreven, is inmiddels de rol van de TTI tav het IOF tijdens de afgelopen

jaren grondig gewijzigd: de rol van de TTI–adviseurs bij de voorbereiding en evaluatie van de

dossiers is toegenomen, de coaching van de IOF-programmaʼs is opgestart, de structurele

organisatie en planning van het IOF berust bij de TTI en een gestructureerde evalutie-procedure

wordt uitgetekend.

Het IOF-reglement zal telkens aangepast worden in functie van wijzigingen in de werking en het

beleid.

5.5 Cijfermatige doelstellingen van de TTI

Cijfermatige doelstellingen formuleren voor de TTI is een complexe aangelegenheid, daar de

output die de TTI genereert in hoofdzaak afhangt van factoren en mensen extern aan de TTI,

met name de onderzoekers en de activiteiten van de UAB. Daarenboven wordt de werking

van de TTI gestuurd door het Onderzoeksbeleidsplan van de VUB, het Strategisch plan van

de VUB, de beleidsvisie van de Universitaire Associatie Brussel en de beleidsopties die de

IOF-raad voorstelt.

Samenwerking met de industrie

De performantie van de instelling m.b.t. de IOF-indicatoren wordt uiteraard continu

gemonitored (zie hoger). De rol van de TTI is hierin belangrijk.

Er wordt een zeer actieve ondersteuning gegeven om de performantie van de instelling op het

peil te houden van de afgelopen jaren. De gewijzigde IOF-sleutel zal evenwel in het nadeel

Page 47: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 26 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

spelen van de middelgrote instellingen: het gewicht dat parameter 3 krijgt (industriële

contractinkomsten) zal wellicht ons globale aandeel in de IOF-sleutel laten dalen (de

afgelopen jaren schommelde dit rond de 12%). Er worden concrete acties opgezet om de

samenwerking met de industrie te bevorden.

Spin-off creatie

Aan de VUB werden de afgelopen 12 jaar spin-off bedrijven opgericht met een gemiddelde

van 1,2 bedrijven per jaar. Niet alleen het aantal bedrijven is daarbij van belang, maar ook de

marktwaarde van de technologische inbreng en de kwaliteit van het spin-off team zijn cruciaal

voor de levensvatbaarheid van het bedrijf. Hierin kan de TTI een grote rol opnemen.

Van de 7 bedrijven die voor 1995 aan de VUB werden opgericht, zijn er vandaag nog 4 actief,

wat voor spin-off bedrijven een meer dan behoorlijk resultaat is. Sinds 1995 werden aan de

Vrije Universiteit Brussel bijkomend 13 spin-off bedrijven opgericht volgens de definitie die de

Vlaamse overheid hanteert, m.a.w. er is een technologietransfer (inbreng tegen aandelen of

onder de vorm van een licentieovereenkomst of door verkoop) tegen marktconforme

voorwaarden. Deze bedrijven die mede dankzij de TTI tot stand kwamen, zijn vandaag nog

allen actief.

Het gemiddelde van 1,2 bedrijven per jaar is een performantie-indicator die wij voor ogen

houden. De inzet van bijkomende TTI-leden zou dit gemiddelde moeten kunnen opdrijven,

waarbij er niet voor wordt geopteerd om alle ʻdienstbetoon-activiteitenʼ die momenteel binnen

de instelling gebeuren af te spinnen. Ook de projecten die vanuit de Erasmushogeschool

Brussel worden aangebracht, zouden dit gemiddelde positief kunnen beïnvloeden op termijn.

Licenties

De activiteitsgraad van de VUB octrooiportfolio voor de periode 1998-2006 ligt veel hoger dan

het gemiddelde voor de Europese universiteiten wat 32.5% is1. Deze gegevens werden in een

studie van het ECOOM (voorheen SOOI) gevalideerd:

-39.5 % van de toegekende VUB- octrooien werden gelicentieerd aan een spin-off

bedrijf

-31,6% van de toegekende VUB- octrooien werden gelicentieerd aan een bestaande

onderneming

Meer dan 70% van de toegekende VUB-octrooien worden dus actief gevaloriseerd. Het is

onze betrachting dit cijfer te bestendigen en indien mogelijk te verbeteren.

1 Bron: Giuri P. Et al. (2007) Inventors and invention processes in Europe: Results from the PatVal-EU

Survey. Research Policy, 36, 1107-1127)

Page 48: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 27 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

Andere activiteiten

Alle activiteiten die de TTI uitvoert kunnen in principe gemeten worden: aantal contacten met

bedrijven, aantal adviezen intern en extern, aantal opleidingsdagen, deelnames aan

congressen, beurzen, fora... het kwalitatieve rapport over deze activiteiten wordt jaarlijks

voorgelegd en gemeten ten opzichte van de output-indicatoren die hierboven worden vermeld.

De TTI hoopt evenwel dat er geen systeem van louter kwantitatieve tellingen wordt ingevoerd:

dit zou ten koste gaan van de werktijd en de motivatie van de TTI teamleden.

5.6 De verdere aansluiting van IOF en Interface op langere termijn

Indien de Vlaamse overheid een verder groeitraject van de IOF-middelen voorziet, kan een vierde

luik aan het UAB-IOF worden uitgebouwd: de ondersteuning van valorisatie in een internationale

context. De IOF-zwaartepunten zijn doorgaans zeer succesvol in het verwerven van EU-financiering

(NoE, IP, ...) en het verwerven van grote financieringsprojecten (bijvoorbeeld Methusalem). De

valorisatie van onderzoeksresultaten uit deze grote (internationale) projecten wordt een bijkomend

aandachtspunt, temeer daar ook de return voor Vlaanderen in deze context moet bewaakt worden.

De UAB kiest momenteel voor de enveloppe-financiering van Zwaartepunten en Groeiers en voor

korte termijn Proof-of-concept financiering. Indien de beschikbare middelen toenemen, zou een

vierde pijler kunnen uitgebouwd worden die specifiek gericht is naar de ondersteuning van grote

internationale valorisatieprojecten. De versterking van de Vlaamse aanwezigheid in de EIT-KICʼs

(European Institute of Innovation and Technology – Knowledge and Innovation Communities) wordt

hiermee beoogd.

Anderzijds kan een uitbreiding van de structurele steun via de Interface-financiering zorgen voor

een permanente stimulering en steun aan de onderzoeksgemeenschap voor deelname in deze

grote projecten. De TTI kan dan een actievere rol opnemen in

• de initiëring van multidisciplinaire initiatieven, bijvoorbeeld in het kader van de EIT-KICʼs

• de managementsondersteuning van grote projecten

De toename van het IOF- en Interfacebudget is hiervoor nodig en de stabiliteit van de

verdeelsleutel moet terug bekeken worden, indien men niet het risico wil lopen zaken uit te

bouwen die niet bestendigd kunnen worden.

Page 49: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 28 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

6. De wijze waarop de universiteit tot een optimale samenwerking wil komen tussen de associaties onderling en in het kader van het Vlaams innovatienetwerk

De vijf Vlaamse TTOʼs, verbonden aan de vijf associaties, hebben zich verenigd in TTO

Flanders.

Er werd een gezamenlijk actieplan uitgewerkt, dat hieronder wordt weergegeven. Dit actieplan

wordt in elk beleidsplan opgenomen.

Inmiddels werd met de concrete uitvoering van dit actieplan gestart.

6.1 Samenwerking tussen de Interfacediensten van de Vlaamse associaties Historiek en situering Sinds 1998 ontvangen de Vlaamse universiteiten subsidies van de Vlaamse overheid die bijdragen in de kosten van de Interfacewerking met als doel tot een maximale valorisatie van de in de universiteiten aanwezige kennis en expertise te komen ten behoeve van de Vlaamse economie. Hierbij wordt de universitaire cultuur gestimuleerd en getracht excellentie in onderwijs en onderzoek te koppelen aan innovatief ondernemerschap. De subsidiesteun dient te worden aangewend ter bevordering van • de samenwerking met Vlaamse bedrijven • voor de bevordering van economische valorisatie van onderzoek • het beheer van intellectuele eigendom • de bevordering van de oprichting van spin-off bedrijven De resultaten van de Interfacewerking worden jaarlijks voorgelegd en getoetst aan het eerder ingediende 5-jarenplan. De Minister wordt hierbij geadviseerd door het IWT. Daarnaast is een vijfjaarlijkse doorlichting door bevoegde experts voorzien waarvan de eerste in maart 2008 werd afgerond. Als pijnpunt werd aangegeven dat de samenwerking tussen de interfacediensten van de Vlaamse associaties onvoldoende zichtbaar was. In het nieuwe IOF/Interface Besluit van de Vlaamse regering van juni 2009 werd de samenwerking tussen de interfacediensten van de Vlaamse associaties als extra aandachtspunt opgenomen. De verschillende interfacediensten staan quasi dagelijks met elkaar in contact: over concrete subsidiedossiers en projecten, bij het voorbereiden van gezamenlijke standpunten in overkoepelende dossiers, via het doorgeven van mogelijke opportuniteiten en oproepen,…. Op informele basis wordt veel kennis en expertise uitgewisseld en de medewerkers van de verschillende interfacediensten hebben steeds de kans om bij elkaar opleidingen en workshops te volgen. Juni 2007 werd de bestaande samenwerking verder geformaliseerd en gestructureerd door de oprichting van de VLIR-subwerkgroep Interface, waarbij 2-maandelijks overleg plaatsvindt en gezamenlijke initiatieven en standpunten voorbereid worden. Het doorlichtingsrapport wees echter uit dat deze samenwerking toch nog onvoldoende zichtbaar was voor de buitenwereld. Daarop besloten de universitaire interfacediensten om hun werking en

Page 50: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 29 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

samenwerking meer in het spotlicht te plaatsen en op een aantal fora en evenementen naar buiten te treden onder één naam, nl. TTO Flanders. De kern van TTO Flanders werd doelbewust opgebouwd vanuit de universitaire interfacediensten. De academische omgeving en de specifieke wet en regelgeving maken dat zij geconfronteerd worden met specifieke situaties, vragen en problemen die voor bv strategische onderzoekscentra en andere kennisinstellingen als veel minder problematisch worden ervaren of zelfs onbekend zijn. De TTO Flanders acties staan wel steeds open voor de medewerkers van andere technologietransferdiensten en de ervarings- en kennisuitwisseling met de SOCʼs en andere kennistellingen wordt als zeer belangrijk ervaren. Een gedetailleerd actieplan werd opgesteld dat de bestaande samenwerking verder moet uitdiepen en bestendigen. Dit actieplan moet gesitueerd worden naast het vijfjaarlijkse beleidsplan dat iedere universitaire associatie individueel dient op te stellen voor zijn interfacewerking en omvat enkel activiteiten die gezamenlijk ontplooid zullen worden. 6.2 Actieplan 2009-2013: Samenvatting: De Vlaamse interfacediensten, verenigd onder de naam TTO Flanders, gaan hun bestaande samenwerking verder formaliseren en uitdiepen. Hiertoe hebben ze samen een reeks initiatieven uitgewerkt die in de volgende jaren ontplooid kunnen worden: • Ze zullen één gezamenlijke portaalsite opzetten, waardoor bedrijven via 1 kanaal de verschillende interfacediensten kunnen bereiken en waar ook alle ʻtechnology offersʼ verzameld zullen worden. • Gezamenlijke partnering events kunnen gepland worden. • Waar nuttig zal één vertegenwoordiger van TTO Flanders namens de vijf instellingen deelnemen aan innovatiefora, zowel binnenlandse als buitenlandse. • De optimalisatie van tech transferopleidingen wordt onderzocht (inventarisatie, openstelling voor elkaar,…) • De Vlaamse universiteiten engageren zich om hun werkwijze m.b.t. samenwerking met de industrie uit te schrijven in een gemeenschappelijk document dat aangeeft hoe bepaalde clausules kunnen ingevuld worden en in welke omstandigheden. • TTO Flanders wordt de permanente werkgroep van de vijf Vlaamse universiteiten, waarbinnen de gezamenlijke standpunten en acties uitgewerkt en gecoördineerd worden. • Er wordt onder gemeenschappelijke vlag promotiemateriaal aangemaakt. • Er wordt binnen TTO Flanders bekeken hoe het ganse totstandkomingstraject van SBO- projecten verbeterd kan worden. Een streefdoel kan zijn dat elk SBO-project door minstens één TTO adviseur concreet wordt opgevolgd, die dan daaromtrent rapporteert naar de TTO offices van de andere deelnemende universiteiten in het consortium. Ook omtrent de valoristatie-aanpak naar de hogescholen toe worden best practices uitgewisseld. Een gezamenlijk VIN-project omtrent best practices in het algemeen kan bekeken worden. • Een protocol tot praktische samenwerking tussen TTOʼs m.b.t. spin offs zal ontwikkeld worden rond volgende concrete acties: *Uitwisseling van informatie tussen TTOʼs m.b.t. mogelijke spin off opportuniteiten; *Identificatie van gemeenschappelijke spin off projecten; *Organisatie van gezamenlijke presentatie van het businessplan aan VINNOF en andere investeerders.

Page 51: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 30 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

6.2.1. gemeenschappelijke portaalsite TTO Flanders De Vlaamse Interfaces zullen een website uitwerken, waarin de verschillende universitaire interfacediensten zich voorstellen en van waaruit kan worden doorgeklikt naar de websites van de 5 universiteiten/ associaties. De bedoeling van deze portaalsite is tweeledig: • tegemoet komen aan de vraag van de bedrijven om 1 loket/adres te hebben waarop alle informatie over mogelijke samenwerkingen met universiteiten en hogescholen kan gevonden worden. Tevens wordt een link gelegd naar de databestanden van IWETO, hetzij naar de bestanden van de universiteiten zelf, waar het afgelopen en lopende onderzoek wordt opgelijst. • een gemeenschappelijke site hebben waarop ʻtechnology offersʼ worden aangekondigd, met de bedoeling deze opportuniteiten kenbaar te maken aan de Vlaamse bedrijven en het VIN-netwerk en tevens om elkaar hiervan in kennis te stellen met het oog op verder interuniversitair onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten. Hiermee beogen de Interfaces waar mogelijk kennis en technologieën te poolen. Dit impliceert ook dat middelen en mensen (resources) zullen kunnen gedeeld worden in gemeenschappelijke valorisatieprojecten. De uitbouw van een dergelijke website moet compatibel zijn met het FRIS-project dat de Vlaamse overheid (op vraag van Minister Ceyssens) momenteel uitwerkt. Inhoud: • oplijsting van de generieke taken van de Interface • voorstelling van alle Interfaces per associatie/ universiteit • aanbod van technologieaanbiedingen (niet-confidentiële informatie) • oplijsting van octrooien (toegekend of in aanvraagfase na publicatie) die beschikbaar zijn voor licentiëring of verkoop (gevalideerde data die het SOOI kan aanreiken) • doorverwijzing naar de universitaire websites met onderzoeksaanbod van elke instelling of verwijzing naar IWETO-website • activiteitenkalender waarop alle Interfaceactiviteiten worden aangekondigd die openstaan voor externen De inhoud kan in de volgende jaren worden uitgebreid in functie van de behoeften van de bedrijven, het VIN netwerk en andere doelgroepen. Op termijn kan eventueel een elektronische newsletter worden toegevoegd die de aandacht vestigt op activiteiten, tech offers enz. Vorm: De opmaak van de Interface portaalsite zal worden uitbesteed aan een professioneel bureau. De opmaak van een website kan geraamd worden op ca. 10.000 Euro. De Interfaces zullen in de kostprijs bijdragen in functie van hun aandeel in de IOF-sleutel. Er zal bij de verdeling van de kosten uiteraard rekening worden gehouden met eventuele bijdragen vanuit een Interface, zoals bvb terbeschikkingstelling stellen van een webdesigner, hosten van de site op een server, terbeschikkingstelling van personeel dat de site onderhoudt enz.

Page 52: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 31 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

6.2.2. Thematische partnering events De VRWB identificeerde zes strategische clusters in Vlaanderen, waarrond heel wat onderzoek gebeurt in de Vlaamse universiteiten en hogescholen. De organisatie van thematische partnering events waaraan alle associaties deelnemen, kan gepland worden. Doel: Door dit gezamenlijk te organiseren, kunnen bedrijven wellicht gerichter worden aangesproken, kunnen mensen en middelen efficiënter worden ingezet, kunnen complementaire onderzoeksresultaten geïdentificeerd worden. Vorm: Mini-symposium met presentaties van onderzoekers over lopend onderzoek, afgestemd op een publiek van industriëlen. Focus op kennistransfer. Samenwerking met de strategische onderzoekscentra en competentiepolen is nodig, teneinde een multitude aan events te vermijden. Samenwerken of afstemmen met bestaande universitaire netwerken (Leuven.Inc uit KULeuven, Crosstalks uit VUB, Gent BC uit UGent, andere…) is eveneens gewenst. 6.2.3. Interactie met andere partners uit het Vlaams Innovatienetwerk 6.2.3.1 Samenwerking met Innovatiecentra Om de expertise van universiteiten en hogescholen kenbaar te maken aan innovatie-gericht KMOʼs wordt op regelmatige basis overleg georganiseerd met de lokale innovatiecentra. Doel: Door samen te werken met de Innovatiecentra, kunnen bedrijven wellicht gerichter worden aangesproken en kunnen de KMOʼs op maat begeleid worden, zowel wat betreft het vinden van de geschikte (technologische) expertise als de meest subsidiekanalen voor technologische innovatie. Als dusdanig werken TTO (satelliet van de onderzoeker) en Innovatiecentrum (satelliet van IWT) complementair en wordt het traject voor de KMO om “ de juiste deur” te vinden sterk ingekort. Vorm Thematische (ontbijt)infosessies (loopt reeds in West-Vlaanderen en Limburg) Contactdagen (Vlaams-Brabant Innoventivity Day (Limburg) Vrijdag VIS dag (Vlaams-Brabant) 6.2.3.2 Samenwerking met Innovatiecentra EEN en FIT Om de spin-off bedrijven te ondersteunen in het uitbreiden van hun onderneming verwijzen de TTOʼs hen door naar AO (“ondernemen”vb businessaspecten van import) of FIT (“internationaliseren”, vb informatie over export). Om de expertise kenbaar te maken bij een groter internationaal publiek werken TTOʼs samen met AO en EEN om business/technologische fiches op te stellen.

Page 53: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 32 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

6.3.3.3 Samenwerking met IMEC en VIB (en andere SOCʼs) De expertise van de Universiteiten kan complementair zijn aan deze van IMEC en VIB en andere SOCʼs. Combineren van expertise leidt mogelijk tot meer/robustere EU- projecten en spin-off opportuniteiten. Doel: Om dit nader in kaart te brengen en gezamenlijke valorisatieprojecten voor te bereiden wordt er op regelmatige basis bilateraal overleg gepleegd. 6.2.4. Vlaamse vertegenwoordiging op binnen- en buitenlandse innovatie-fora 6.2.4.1 Buitenlandse innovatie-fora De Vlaamse Interfacediensten kunnen niet allemaal individueel deelnemen aan de vele buitenlandse missies, innovatiefora, tech transfer & brookerage events enz (vb Copenmind, BioPartnering Europe,…) omdat de kosten erg hoog kunnen oplopen en dit ook wat mankracht betreft een zware belasting is. Nochtans is zowel de visibiliteit voor de Vlaamse universiteiten / hogescholen op dergelijke fora belangrijk als de mogelijkheid om contacten te leggen op basis van concrete technologieaanbiedingen. Er zal nagegaan worden of gezamenlijke deelname vanuit TTO Flanders aan dergelijke fora een nuttig alternatief kan bieden. Daarbij wordt gedacht aan een gezamenlijke stand waarop minstens één en bij voorkeur twee Interfacevertegenwoordigers aanwezig zijn met een verschillende expertise (wetenschappelijk, economisch, …). Op de stand kan promomateriaal van alle associaties worden aangeboden, kunnen kennisaanbiedingen worden verdeeld, …. Uiteraard blijven de aanwezigen steeds vertegenwoordigers van hun respectieve instellingen en kunnen zij op geen enkele manier de andere instellingen binden. Het staat elke instelling natuurlijk vrij om toch voor een aparte stand te opteren, indien de instelling dit opportuun vindt voor bepaalde gelegenheden. 6.2.4.2 Binnenlandse innovatiefora Dezelfde werkwijze kan gevolgd worden voor (een deel van) de vele Vlaamse (en federale) overlegfora: ook hier zouden minstens één en bij voorkeur twee vertegenwoordigers (in een beurtrol?) de Interfacediensten vertegenwoordigen, waarbij altijd kort wordt teruggekoppeld naar de andere Interfacediensten. Op die manier is een betere opvolging van de vele initiatieven van de intermediaire organisaties mogelijk. Bij wijze van voorbeeld kunnen we de meetings van de regionale innovatiecentra van het VIN noemen: elke interface zou kort verslag kunnen uitbrengen van wat er in het innovatiecentrum in zijn regio aan activiteiten wordt ontplooid. 6.2.5. Opleidingen ʻtechnology transferʼ voor onderzoekers en voor Interfaceleden Doel: * Inventarisering van het opleidingsaanbod dat nu reeds binnen verschillende instellingen bestaat * Detectie van wat ontbreekt in dit aanbod * Gezamenlijke organisatie van ontbrekend opleidingsaanbod (poolen van resources) * Eigen opleidingen openstellen voor de andere Interfacediensten (al dan niet tegen vergoeding aan kostprijs) en waar mogelijk ook voor elkaars onderzoekers.

Page 54: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 33 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

In een tweede fase kan gedacht worden aan het ontwikkelen van cursusmateriaal dat voor iedereen toegankelijk is, bijvoorbeeld ʻwat moet een doctoraatsstudent weten over IPRʼ, ʻspin-off richtlijnen voor de ondernemer-onderzoekerʼ. Op die manier zou aan beginnende vorsers een pakket kunnen aangeboden worden van materiaal dat uit verschillende universiteiten afkomstig is en dat wellicht meer cases en beste practices bevat dan wanneer het binnen één instelling werd ontwikkeld en samengesteld. In een vervolgtraject kunnen dergelijke opleidingen (gedeeltelijk) ook opengesteld worden voor andere doelgroepen, bijvoorbeeld voor KMOʼs. 6.2.6. Code-of-conduct met betrekking tot samenwerking met de industrie De Vlaamse universiteiten engageren zich om hun werkwijze tav samenwerking met de industrie uit te schrijven in een gemeenschappelijk document dat aangeeft hoe bepaalde clausules kunnen ingevuld worden en in welke omstandigheden. Dit document moet verduidelijken waar de knelpunten voor de universiteiten zitten en waarom bepaalde voorstellen worden geformuleerd en tevens kan het document een aantal ʻdefaultʼ clausules voorstellen met alternatieven. Het is alleszins NIET de bedoeling om een standaardovereenkomst te maken die dan een eigen leven gaat leiden, het is wel de bedoeling om meer duidelijkheid te scheppen, de marges te tekenen waarbinnen de universiteiten moeten werken (decretaal en reglementair) en een aanzet te geven tot antwoorden op vaak voorkomende vragen. Vermits alle universiteiten dit document mee zullen uitwerken en onderschrijven, wordt ook vermeden dat bedrijven de universiteiten als concurrenten ten opzichte van elkaar uitspelen. 6.2.7. Overlegplatform Interface-werking TTO Flanders is een permanente werkgroep van de VLIR-werkgroep onderzoek. In TTO Flanders wordt de problematiek van kennis- en technologietransfer vanuit universitair oogpunt behandeld. De TTO Flanders werkgroep werd opgericht opdat de specifieke noden van de universitaire interfaces meer aandacht kunnen krijgen binnen de VLIR. Hiertoe is regelmatig overleg nodig in de schoot van TTO Flanders, waar onderbouwde standpunten in overleg kunnen uitgewerkt worden. Dit overlegplatform lijkt dan ook de aangewezen plaats waar de gezamenlijke activiteiten van de interfaces worden voorbereid en er zal dus frequenter overleg gepleegd worden, hetzij binnen TTO Flanders, hetzij in kleinere werkgroepen waarin andere Interfacemedewerkers worden afgevaardigd. Jaarlijks zullen een drie tot viertal activiteiten georganiseerd worden die kunnen gaan van specifieke workshops rond welbepaalde themaʼs al dan niet met externe sprekers tot ontmoetingsdagen met de Waalse collega-Interfacediensten (LIEU). Naargelang de relevantie van het thema zullen de collegaʼs van de andere kennisinstellingen uitgenodigd worden. 6.2.8. Promotiemateriaal In functie van deelname aan gemeenschappelijke evenementen zal promotiemateriaal aangemaakt worden waarin de Vlaamse Interfaces als geheel én afzonderlijk kunnen geprofileerd worden. Dit materiaal kan dan in eerste instantie op buitenlandse missies worden gebruikt en kan ook naar de Vlaamse bedrijven toe verduidelijken wat de rol van een Interface is, hoe TTO Flanders georganiseerd is en kan tevens naar de TTO Flanders portaalsite doorverwijzen.

Page 55: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 34 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

6.2.9. SBO Er is een duidelijke evolutie in het SBO-financieringskanaal waarneembaar. Het IWT legt veel meer dan vroeger de nadruk op het uitwerken van de valorisatieaspecten in de projectaanvragen. Om gefundeerde valorisatietrajecten te kunnen uitwerken die een voldoende potentieel hebben, lijkt het aangewezen dat de Interfacediensten van de betrokken onderzoeksploegen al bij het uitschrijven van de projecten nauw betrokken worden. Dit vereist meer overleg, verdeling werkgroepen, opvolging in begeleidingscomités enz. Er kan in de schoot van TTO Flanders overlegd worden hoe dit meer systematisch kan aangepakt worden dan nu het geval is. Een streefdoel kan zijn dat elk SBO project door minstens één TTO adviseur concreet wordt opgevolgd die daaromtrent rapporteert naar de interfacediensten van de andere deelnemende universiteiten in het consortium. Het beoogde doel is een betere dienstverlening naar de indienende onderzoeksgroepen, een beter in kaart brengen van het Vlaamse gebruikerspotentieel en het poolen van resources om tot grotere en evenwichtige consortia te komen die sneller nieuwe technologieën naar de markt kunnen brengen. Een streefdoel is om tot meer interuniversitaire spin-offs en technologie tranfser naar bestaande bedrijven in Vlaanderen te komen. 6.2.10. Hogescholen De universitaire interfacediensten zijn in elke associatie aangeduid als de dienst verantwoordelijk voor de valorisatie van onderzoeksresultaten bij de associatiepartners. Dit is een zware bijkomende opdracht die een aparte benadering vereist. Binnen de verschillende instellingen zijn er dan ook actieplannen uitgetekend om het onderzoekspotentieel van de hogescholen in kaart te brengen met het oog op valorisatie. Binnen TTO Flanders kunnen de ʻbest practicesʼ toegelicht worden en kan worden nagegaan of gemeenschappelijke acties een meerwaarde kunnen bieden. 6.2.11. VIN-project Er worden (en werden) op Europees niveau al heel wat projecten en studies uitgevoerd die de ʻtechnology transfer businessʼ vanuit universiteiten in kaart brengen, die potentiële knelpunten detecteren, die modellen aanreiken van hoe een Interfacedienst georganiseerd moet worden en op welke wijze interfacediensten zichzelf dienen te benchmarken en hun succes kunnen meten. Een bijkomende studie wordt dus zeker niet vooropgesteld. Wel zou er kunnen nagedacht worden over het indienen van een gezamenlijk VIN-project dat uit de bestaande gegevens (literatuur, voorbeelden uit het buitenland, …) die best practices selecteert die voor de Vlaamse industriële en universitaire context relevant zijn. Aan de hand van case-studies zouden incubatiemodellen kunnen naar voor komen die dan verder kunnen onderzocht worden op hun haalbaarheid en die moeten afgetoetst en vergeleken worden met de bestaande incubatiemodellen die aan de verschillende universiteiten aanwezig zijn. De rol van consultants, incubatorfaciliteiten, venture capitalists, business angels, startkapitaalfondsen enz kan in een breder licht worden bekeken en er kan nagegaan worden in welke mate de universiteiten hier rond ook resources kunnen poolen of expertise kunnen uitwisselen. Dit is een project dat nu reeds in gang kan gezet worden en wellicht over langere tijd vervolgtrajecten kan hebben.

Page 56: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

_________________________________________________________________________ Ondersteuning van IOF en interface-activiteiten 35 Beleidsplan 2009-2013

CONFIDENTIEEL DOCUMENT

6.2.12. Stimulering van gezamelijke oprichting van spin-offs De oprichting van academische spin-offs is een belangrijke valorisatieroute van academische onderzoeksresultaten ter creatie van nieuwe economische activiteit en werkgelegenheid in Vlaanderen. De Vlaamse universiteiten en hogescholen willen in het volgend 5-jarenplan actief de kwaliteit van de spin-off projecten verhogen. In het bijzonder zal er gefocusseerd worden op de creatie van echte groeibedrijven. Cruciale elementen voor de creatie van dergelijke groeibedrijven zijn: 1. Uitgebreid IP platform, in de mate van het mogelijke reeds gevalideerd via industriële prototypes of samenwerking met de industrie 2. Groot marktpotentieel, internationale ambitie en degelijk management 3. Project interessant voor de universitaire zaaikapitaalfondsen en early stage VCʼs. De universiteiten vormen een ideale incubatieomgeving om dergelijke projecten uit te werken en te valideren, gezien de beschikbaarheid van financieringskanalen zoals TETRA, SBO, IOF en IWT OZM. We zijn ervan overtuigd dat, door onderling meer samen te werken rond concrete spin-off projecten op basis van technologie, marktopportuniteiten, én incubatiefinanciering aangereikt vanuit meerdere universiteiten, we in staat zullen zijn om spin-offs met een betere startpositie te realiseren. Een protocol tot praktische samenwerking tussen interfacediensten m.b.t. spin offs zal ontwikkeld en afgesproken worden rond volgende concrete acties: o Uitwisseling van informatie tussen de interfacediensten mbt mogelijke spin-off opportuniteiten: *Vertrouwelijke informatie-uitwisseling tussen alle vlaamse universitaire interfacediensten mbt spin-off projecten in de pijplijn. *Oplijsting van SBOʼs, TETRAʼs en andere onderzoeksprojecten waar meerdere academische partners aan deelnemen en proactieve opvolging van het spin-off potentieel van die projecten. o Identificatie van gemeenschappelijke spin-off projecten en het maken van afspraken omtrent: *Pooling van IP van verschillende academische partners en reservering van die IP voor toekomstige spin-off projecten *Afspraken omtrent ondersteuning van de spin-off projecten op vlak van o.a. marktanalyse, incubatiefinanciering, coaching van de projecten en management *Uitnodiging van investeringsmanagers van andere universitaire zaaikapitaalfondsen op eigen investeringscomité bij bespreking van gemeenschappelijke spin-off projecten (bvb uitnodiging van investeringsmanager van Gemma Frisius op Baekeland investeringscomité en vice- versa bij een KUleuven-UGent spin-off project) o organisatie gezamenlijke presentatie van het businessplan aan VINNOF en andere investeerders

________________________

Page 57: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017

BIJLAGE 2 Beleidsplan Wetenschapscommunicatie 2013-2017

Page 58: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

BeleidsplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

Page 59: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

2

INHOUDSTAFEL

1 Inleiding.................................................................................................................. 31.1 WatisWECOM? .............................................................................................. 31.2 ConcretedoelstellingenvoordeexpertisecelWetenschapscommunicatie ... 4

2 Omkadering............................................................................................................ 63 Financieeloverzicht................................................................................................ 63.1 Overzicht ......................................................................................................... 63.2 Financieringsovereenkomstmetdeoverheid................................................. 73.3 Externeprojectmiddelen................................................................................. 73.4 Eigenmiddelen................................................................................................ 9

4 Doelstellingen......................................................................................................... 94.1.1 SD1:Creërenenonderhoudenvaneencultuurvanwetenschap,technologieeninnovatiebijallelagenvandebevolkingenbijdragentothetverhogenvanhetinnovatievepotentieel .......................................................... 104.1.2 SD2:Verhogenvandeparticipatievanbredelagenvandebevolkingaan(hetmaatschappelijkedebatrond)wetenschapeninnovatieenverhogenvandeimpactvanwetenschapeninnovatieopdesamenleving) ........................... 134.1.3 SD3:Hetverhogenvandebetrokkenheidvankansengroepenenhetverhogenvandekansenvoortoptalent ............................................................ 154.1.4 SD4:StimulerenvandeinstroomvanjongereninSTEM‐studierichtingeninsecundairenhogeronderwijs ........................................................................ 164.1.5 SD5:InternationaleuitstralingvandekwaliteitvanhetonderzoekendekwaliteitvanonderzoekersinVlaanderenversterken....................................... 234.1.6 SD6:CreërenvanrandvoorwaardenvoorefficiënteenimpactgerichteWECOMbinnenhethogeronderwijs,zoalscreërenvaneencultuurvanWECOMbijzowelonderzoekersalsbeleidsmakersbinnendeAssociaties ....... 24

5 Conclusies............................................................................................................. 286 Bijlages ................................................................................................................. 29

Page 60: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 3

1 Inleiding

1.1 WatisWECOM?WECOMisopeenactievemanieroverwetenschap informerenendialogerendoormiddelvanverschillendestrategieënaangepastaanspecifiekedoelgroepenmetalsuiteindelijke doelen interesse wekken, kennis vergroten, opinie vormen, attitudeen/ofgedragveranderen.HetvertrekpuntvanWECOM,ofzenuaanbodgedrevenofvraaggedrevenis,wordtgevormddoordevragendie levenbijhetpubliek.HetdoelvanWECOMisomhetpubliekervanteovertuigendatkennisvanwetenschapentechniekeencrucialerolspeeltinhetoplossenvandievragen.HetonderwerpvanWECOMisdaaromnietindeeersteplaatswetenschap.WECOMmoetopgevatworden inhetbelangvandeburger,vanuithetideedatdeburgerrechtheeftoptoegangtotwetenschappelijkekennis.Interactievemanier(‘engaged’)WECOM is geen zuiver eenrichtingsverkeer maar vraagt een interactie waarbijonderzoekers en/ofwetenschapscommunicatorenenmaatschappij de kans krijgente interageren. Om die reden stoptWECOM niet bij louter informeren, zoals hetuitsturenvanpersberichten,maargaatzenogeenstapverder.WetenschapHet onderwerp van de communicatie is wetenschap. Alle wetenschappelijkedomeinen (alfa, beta, gamma) en alle soorten onderzoek (fundamenteel enstrategisch basisonderzoek, toegepast onderzoek) komen in principe aan bod. Erwordt zowel over de producten (kennis, technologie) als over het proces vanwetenschappelijk onderzoek gecommuniceerd. Bij WECOM door personenverbonden aan kennisinstellingen zal speciale aandacht uitgaan naar zelfgeconstrueerdekennisentechnologie.Doel

‐ Bij de niet‐wetenschapper: interesse wekken, kennis vergroten (=informeren),opinievormen,attitudeengedragveranderen(=sensibiliseren).Kennisvergarend gedrag verbeteren/kennisemancipatie leidt totbeargumenteerdemondigheid.

‐ Bij de onderzoeker: de wisselwerking met niet‐wetenschapper kaninspirerend werken, en meer maatschappelijke relevant onderzoekvergemakkelijken.

Page 61: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

4

1.2 ConcretedoelstellingenvoordeexpertisecelWetenschapscommunicatie

Na 20 jaar wetenschapscommunicatie (WECOM) in Brussel is het landschapveranderd.OokdesubsidiërendeoverheidheefthaarvisieopWECOMbijgestuurd.De focus is verschoven van hoofdzakelijk jongeren naarmaatschappijbrede acties.WECOM draagt in haar algemeenheid bij aan het basisbeleid van de instellingenomdat ze bijdraagt tot de visibiliteit van kwaliteitsvol en maatschappijrelevantonderzoek. Om dit nog verder te realiseren, riep de expertisecel twee nieuwefuncties tot leven die de onderzoekersmoeten bijstaan in het communiceren vanhunonderzoek(ziepunt4.Doelstellingen‐SD1.2).WECOMspeelteengrote rol inhet rekruterenvanmeer studentenmethet juisteprofiel,indiezindatzeviaSTEM‐gerelateerdeprojectenoptermijnmeezorgenvoormeer jongeren die interesse hebben in STEM‐gerelateerde richtingen en hiervoldoende opleiding voor hebben gekregen, waardoor het studierendement zalwordenverhoogd.Jongeren, in het bijzonder instroom verhogen in Science Technology Engineeringand Mathematics (STEM), is echter nog steeds een groot aandachtspunt, maarwordt nuookopgenomen in het onderwijsbeleid ennietmeer enkel viaWECOM.DaaromstaateenevaluatievanhetbestaandeaanbodvanWECOM‐projectenhoogop de agenda. De evaluatie leidt niet noodzakelijk tot afschaffing van een projectmaarzaltrachtensynergiëntebewerkstelligenmetandereprojecteninVlaanderenennagaanofeeneventuelebundelingvankrachtenbinnendeinstellingennietbeteris of dat er een kosten‐batenanalyse moet worden gemaakt van inspanning enbereiktedoelen(events,beurzen…).In het STEM actieplan1, waarbij een grootschalig onderzoek werd gevoerd naarinstroominSTEM,werdreedsvermelddathongernaarwetenschapeninstroominSTEMmoetenwordenaangepakt inde lagerejarenvanhetmiddelbaaronderwijsen zelfs reeds in het basisonderwijs. WECOMwil zich onder andere daarom ookoriënteren op een projectaanbod voor –15‐jarigen. Een van de algemenedoelstellingenvanonzeinstellingenomhetstudierendementteverhogen,wordtopdezemanierverbeterd,warehetviaeeninvesteringoplangetermijn.Hoewel het beleid in onderwijs en wetenschapspopularisering oog heeft voor deproblematiek bij instroom in STEM‐richtingen, is echter noodzakelijk dat deexpertisecellen deze evolutie op de voet volgen. Zemoeten de verantwoordelijkeoverheden op systematische wijze blijven wijzen op de noodzaak van een1 Actieplanvoorhetstimulerenvanloopbaneninwiskunde,exactewetenschappenentechniek2012‐2020

Page 62: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 5

geïntegreerd en continu beleid, over de verkiezingsjaren heen. Indien er geencoherent beleid ismet debijhorende financiering voor projectennaar jongeren inhetkadervanSTEM,zaldeexpertisediegedurendevelejarenwerdopgebouwdbijdeexpertisecelWECOMverlorengaan.Hetisnamelijkonmogelijkomalledoelstellingendiehetconvenantheeftuitgewerktin andere domeinen dan STEM voor jongeren te behalen, en tegelijkertijd hetuitgebreideaanbodvandeUniversitaireAssociatieBrusselaantehouden.Ookhetzoeken naar en uitschrijven van individuele projectoproepen komt in het gedrangdoordehogeeisdiedoorhetnieuweconvenantwordtgelegdindebestedingvandewerktijd van de personen in de expertisecellenWECOM. In 2012 is vanuit alleassociatievoorzitters dan ook een brief2 vertrokken naar minister Lieten, huidigministervoorInnovatieenWetenschapsbeleid,omprojectenalsROBOCUP(VUB)enhetV(J)TO(KATHO)vanstructurelefinanciëlesteuntevoorzien.Daarnaaststaatdegestructureerdeaanpakvandebenaderingnaarscholenhoogopdeprioriteitenlijst.Tweeeducatiefnetwerkerszullenhethuidigeaanbodworkshopsvoorstellen in verschillende scholen en via een bevragingsmethode in een eerstefaseeenbehoefteonderzoekdoenbijde leerkrachten.Doordezewisselwerkingzalhet gemakkelijker worden om de vraag af te stemmen op het aanbod. WECOM‐(VUB–EhB‐)projectenwordenmeegenomen tijdens de scholentoer en zullen beterafgestemd kunnen worden op de concrete vraag van leerkrachten. De educatiefnetwerker krijgt ook een helikopterzicht over alle aangeboden workshops aan deinstellingen, hierdoor zal dubbel aanbod resulterend in een overbevraging vanonderzoekers kunnen worden weggewerkt. Door de educatief netwerker vanWECOMmee te nemen in deze scholentoer, worden ook leerkrachten van lageregraden en zelfs basisscholen benaderd. Tot slot willen we een structurelesamenwerkingtussendeverschillendedepartementenlerarenopleidingenWECOMrealiseren.OndanksdejarenlangeervaringenhetuitgebreideaanbodinWECOM‐projectenvandeexpertisecelWECOMUAB,ishettochnognodigombinnendeinstellingenvandeUAB onze expertisecel verdere bekendheid te geven, het nut vanWECOM aan tetonenenduidelijktemakenwaarbijzeonderzoekersindietaakkanondersteunen.Zoals het convenant WECOM 2013‐2017 het verwoordt: “Het creëren van eencultuurvanWECOM inhethogeronderwijs”.Ookhetnieuwe financieringsbesluitvan het Bijzonder Onderzoeksfonds nam een artikel op waarbij in de toekomstdeelnameaanWECOM‐initiatievenmee inbeschouwingzalwordengenomenvoormogelijke toekenningen. Hoewel dit al een eerste incentive kan zijn, zal deexpertisecel WECOM de komende jaren verder inzetten op een groterebekendmaking van het nut vanWECOM. De expertisecel poogt daarom in eersteinstantie in PR‐ en communicatieplatformen van onze instellingen te zetelen, ditzowelopoverkoepelendvlakalsophetniveauvandeverschillendedepartementen.

2 Bijlage1BriefUABnaarLieten

Page 63: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

6

Om onderzoekers voor te bereiden op de WECOM‐taak, zal de expertisecel insamenwerking met de Doctorals Schools en alle andere associaties jaarlijks een‘SummerSchoolinWECOM’organiseren.Devraagrijsthierbijofdekunstomopeenbegrijpelijke manier te communiceren over eigen onderzoek niet moet wordenaangeleerdsamenmetdeonderzoeksskills,metnameindemasterjaren.WECOM speelt ook een rol in het stimuleren van excellent onderzoek insamenwerkingmetexternen viadenauwe samenwerkingdie ze inhaarprojectenheeftmetdeindustrie.In het zoeken naar externe middelen, en de reeds ingediende aanvragen, zal deexpertisecelbijzondereaandachtschenkenaanprojectendieverderwerkenaandeuitbouwvanhetindustriëlenetwerkendevraagenhetaanbodtussenindustrieenonderwijsproberentematchen.De huidigeministerWetenschapsbeleidwil vooral inzetten op kansengroepen. DeexpertisecelWECOM zette reeds in 2012 de eerste stappen naar initiatieven voorkansengroepen en toptalenten, dankzij de samenwerking met de vzw BEKINA(verenigingvoorkinderenenadolescentendiehoogbegaafdzijn)endevzwD’Broej(Brusselse Organisatie voor de Emancipatie van Jongeren). De samenwerkingmetvzwBekinaisreedsopgezetineenzeerconcretesamenwerkingdieheeftgeleidtothetopstartenvande‘BrightsparksWorkshops’.Vandezebestaandesamenwerkingzullenwijgebruikmakenomindekomendejarenonsaanbodnaarjongerenmeteenhongernaarmeerwetenschappelijke kennis structureeluit tebouwen,omzoooktalentaantetrekkennaaronzeinstellingen.Zowel via de verdere uitbouw van een sterk Europees netwerk als een sterke linkmet industriewillenweproberendedalende financieringvanuitEWI tecounterenenzodraagtWECOMbijtothetversterkenvandepositieendesamenwerkingmetstrategischepartners.

2 Omkadering

• HetconvenantWECOM2013‐2017(CONV)tussendeuniversitaireassociatiesendeVlaamseOverheid(DepartementEWI)

• VUBAlgemeenStrategischPlan2012‐2016• VUBBeleidsplanSectorOnderzoek&Ontwikkeling2012‐2016• StrategischPlanvandeErasmushogeschoolBrussel2012‐2016(SPE2)• CommunicatiebeleidsplanEhB2012‐2016(COMM)• EvaluatievandeexpertisecellenWECOM2011doorTechnopolisgroup

3 Financieeloverzicht

3.1 Overzicht

Page 64: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 7

DezesectieverduidelijktdeoorsprongvandefinanciëlemiddelenterbeschikkingvandeexpertisecelWECOM,metname:1. DefinancieringsovereenkomstafgeslotenmetdeVlaamseOverheid2. Externeprojectmiddelenensponsoring3. Eigenmiddelen

3.2 FinancieringsovereenkomstmetdeoverheidDekaderovereenkomstWECOM2008‐2011voorzag(semi‐structurele)financiëlemiddelenvoorde5universitaireassociatiesenwerdafgeslotenmetdeVlaamseOverheid(DepartementEWI).HetconvenantWECOM2013‐2017ishiereenvervolgop.Ditconvenantzalondertekendwordenop14maart2013,enmetterugwerkendekrachtactiefwordenop1januari2013.3VolgendegrafiekgeeftdefinanciëlemiddelenweervoordeUABtussen2008en2013.

OverzichtfinancieringKaderovereenkomstWetenschapscommunicatie2008en2012

DeinterneverdeelsleutelgehanteerdtussenVUBenEhBvoordeperiode2008‐2012isdevolgende:

‐ Personeel:gegarandeerd1VTEEhB‐ Werking:65%VUB–35%EhB‐ Overhead(10%vantotaal):80%VUB–20%EhB

Voor de periode 2013 ‐2017 werd door de VUB voorgesteld om de interneverdeelsleutelteherwaarderenvoorWECOM:2013: Personeel gegarandeerd (zie begroting 68% ‐ 32%) – werking en overheadintegraalnaarVUBomeeneerstestaptezettennaareenverdeling25‐752014:25(EhB)–75(VUB)ziebegroting2015: Overeen te komen op basis van de externe verdeelsleutel tussen deassociaties(ziebijlage4)

3.3 Externeprojectmiddelen

3Bijlage2definieertdeverdeelsleuteldietoegepastwerdvoordeverdelingvandemiddelentussendeassociaties.

0!"

60.000!"

120.000!"

180.000!"

240.000!"

2008 2009 2010 2111 2012 2013

Aandeel UAB Wecom

0!"

550.000!"

1.100.000!"

1.650.000!"

2.200.000!"

2008 2009 2010 2111 2012 2013

Totaal budget Wecom

Page 65: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

8

DeexpertisecelWECOMstreeftertijdenshaarwerkingsteedsnaardebeschikbarefinanciëlemiddelenteverhogenom:

• dewerkingvandeceltegaranderenenuittebouwen,• continuïteit in het aanbod te verwezenlijken. Heel wat initiatieven vindenimmerspasnaverloopvantijdingangbijhetdoelpubliek(bv.onderwijsveld)

• tegengaan van verlies aan expertise: vertrek van projectmedewerkers bijgebrekaanmiddelen

• diversificatie van bronnen en verminderen van afhankelijkheid van dekaderovereenkomst(ziepunt2.2)

Inconcretowerdeninkomstenuitvolgendesubsidiëringsbronnengerealiseerd:

• Brusselseoverheid(VGC,ResearchinBrussels)• Vlaamseoverheid(EWI)• Provincie(Vlaams‐Brabant)• Federaleoverheid(FODLeefmilieu)• EU(FP7)

Daarnaast werden sponsordossiers gerealiseerd (geldelijk en in natura) metbedrijven,koepelorganisatiesenvzw’s:

• Agoria,Fedustria• VzwdeBuren,vzwHetAtomium• KBC• MIVB, Microsoft, IBM, Telenet, Belgacom, Electrabel, National Instruments,Kuka…

Tenslottewerdenmediadossiersverwezenlijktmetmediapartners:

• Ketnet• EOS• DataNews• Clickx

Volgende tabel en grafiek geven een overzicht van de externe financiëleprojectmiddelendieverwezenlijktwerdenindeperiode2008‐2012.

EhB VUB Totaal2008 46.013,50€ 68.483,20€ 114.496,70€

2009 57.320,50€ 184.920,48€ 237.245,98€

2010 74.273,33€ 83.519,25€ 157.792,58€

2011 51.015,33€ 61.199,25€ 112.214,58€

2012 60.414,33€ 26.000,00€ 85.515,33€Totaal 289.036,99€ 424.122,18€ 707.265,17€

(Opmerking:cijfersvoordeVUBzijnindicatief.)

Page 66: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 9

Overzichtexternefinancieringwetenschapscommunicatietussen2008en2012

UiteenexterneevaluatievandeexpertisecellenWECOM2011doorTechnopolisgroupbleekdatdeexpertisecelwetenschapscommunicatievandeUABeenvandeweinigeexpertisecellenisdieextrafinancieringensubsidieringweettegenererenvoorhaarwerking.Mogelijkeredenendaling:

‐ minderprojectoproepen‐ zwaarderetijdsbelastingmedewerkersWECOM‐ grotejaarlijkseprojectoproepWECOMviaEWIafgelastna2009‐>meerdere

kleine(enkelwerkingsmiddelen)

3.4 EigenmiddelenDeVUBheeft2VTEindienstbinnendecelWECOMdiemeteigenmiddelenwordengefinancierd,waarvan1VTEvoorhetuitbouwenvannieuweprojectenmetexternefinanciering.Daarnaastwordenookwerkingsmiddelenterbeschikkinggesteld.

4 DoelstellingenDezesectiegeefteenoverzichtvande6strategischedoelstellingenuithetCONVeneenmappingnaarzowelhetSPE2EhBalshetASPIIVUB,viahetdeelbeleidsplanR&D.Vervolgenswordteenvertalinggemaaktnaaroperationeledoelstellingen,meteenopsommingvanactiviteitenentenemeninitiatieven.

0!"

75.000!"

150.000!"

225.000!"

300.000!"

2008 2009 2010 2011 2012

Page 67: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

10

4.1.1 SD1:Creërenenonderhoudenvaneencultuurvanwetenschap,technologieeninnovatiebijallelagenvandebevolkingenbijdragentothetverhogenvanhetinnovatievepotentieel

EhB

• SPE2‐SD1/SPE2‐SD6/COMM‐SD1/COMM‐SD2o Ontsluitenvanhetaanbod,expertiseenrealisatiesvanEhBvia

kwaliteitsvolleprojectenronddekerntakenonderzoekendienstverlening,metspecifiekeaandachtvoorbeïnvloedersstudiekeuzeproces.

VUB• StrategischeTopprioriteit3Investereninrekruteringenmarketing

o SD3.1–SDD3.1.1:VisibiliteitvankwaliteitsvolenmaatschappijrelevantonderzoekvandeVUBverhogen

OD1.1.:Initiatievenuitwerkenendeelnemenaanevenementendietotdoelhebbenwetenschap toegankelijk temakenenhetpubliek te sensibiliseren voorhetbelangvanwetenschap.Dezedoelstellingisvantoepassingopalledisciplines(ookalleniet‐STEMdisciplines)

• DagvandeWetenschapo De overheid legt deze activiteit jaarlijks op waarbij alle

kennisinstellingen in Vlaanderen en Brussel de deuren openen enwetenschap en onderzoek op een aantrekkelijkemanier voorstellenaan het grote publiek. In 2012 organiseerden VUB en EhB ditevenement in het Atomium. In 2013 worden geen extra middelenvoorzien, waardoor de kwaliteit van de Dag niet gegarandeerd kanworden, mits alle andere doelstellingen worden aangehouden. Deassociaties wezen de minister op deze problematiek tijdens deonderhandelingen van dit convenant, in een door de vorigekaderovereenkomst opgelegde SWOT‐analyse4 opgesteld door hetinterassociatieoverleg en tijdens de overlegmomenten tussen deassociatievoorzittersendeminister5.Dit initiatiefmoet een groot jaarlijks eventworden,met een sterkesteun (financieel en inhoudelijk) van de organiserende overheid,waarbij wetenschap centraal staat en een samenwerking tussengelijkaardige initiatieven wordt bewerkstelligd, om zo te komen totééngrootgeheel.

• Wetenschapsweeko Tweejaarlijks initiatiefwaarbij scholenbasis‐ en secundair onderwijs

workshopsvolgenbijdehogeronderwijsinstellingen.

4 Bijlage3SWOTDagvandeWetenschap5Overlegin2012en2013metMinisterIngridLieten

Page 68: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 11

Optermijnzouwegensoverlappingmetreedsbestaandeinitiatievenin het hoger onderwijs (herfstkampen, verschillende workshopsaangebodenopinitiatiefvandefaculteitenofdepartementenzelf)ditinitatiefnietmeernodigzijn (volgensUABalgeldtditalvoor2014).Omdatdeoverheidsterkhoudtaandit initiatiefendit in2014naaralle waarschijnlijkheid toch nogmoet worden georganiseerd, zullenwe aan de UAB de formule herdenken, waarbij we minder zulleninzetten op een groot aantal workshops maar een aanbod willenvoorzien voor lagere gradenSOenBO.Uit onderzoek inbinnen‐ enbuitenlandblijktimmersdatdeleeftijdvan10tot14jaarcruciaalisindeontwikkelingvandehoudingdiejongerenaannementenopzichtevantechniekenwetenschap.VanuitdevaststellingenishetbelangrijkSTEM‐activiteitenaantebiedengerichtopkinderenen leerkrachtenuithetlageronderwijs.

• ScienceBarBrussel

o Maandelijks wetenschapscafé waarbij het brede publiek in contactkomtmetwetenschapenonderzoekersineeninformelesetting.HetderdejaarallooptditinsamenwerkingmetRITSCafé(EhB).Erwordtook samenwerking gezocht met Uitstraling Permanente Vorming(UPV)enOud‐Studentenbond(OSB).IndetoekomstwillenwevandeScienceBareenvastewaardeinhetBrusselse afterwork‐aanbodmaken,waarbij het huidigeoveraanbodenoverbevraging vandocentenenonderzoekerswordtweggewerkten de concurrentie tussen verschillende organisaties als tot eenconstructievesamenwerkinghebbengeleid.

• Mobieleapp‐platformo Sinds 2010 biedt de expertisecelWECOMhet stadspelUrbanGame

aan, gebaseerd op smartphonetechnologie. Dit is een succesvolproject dat zich leent tot een verdere uitbouw: enerzijdstechnologischdoorUrbanGameomtebouwentoteenvolwaardigeapp waarbij gebruikers zelf zoektochten kunnen aanmaken,anderzijdsdoorsamentewerkenmetaanbiedersvanonlinedata.Ditlaatstesteltgebruikers immers instaathunzoektochten tevoorzienvanmultimedia.Hiervoorwordtsamengewerktmeto.a. CultuurnetVlaanderenenFARO(VlaamsSteunpuntvoorCultureelErfgoed).Naast de technische verbouwingen aan Urban Game verkennenwemomenteel de mogelijkheid om bestaande projecten zoals deFotokwisenStimulusGPSUitleenmoduleomtebouwentotmobieleapplicaties.

• ClimateChallengeo Educatieve website (www.climatechallenge.be), eBook, lespakketen,

interactieve quiz en infosessies rond het thema klimaatverandering.De website werd gelanceerd in 2011 en bereikt een groot publiek(leerlingen en leerkrachten secundair onderwijs). Climate Challenge

Page 69: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

12

heeft zowel aandacht voor de oorzaken en gevolgen als vooroplossingen rond klimaatverandering. In een vervolgtraject zal nogmeer ingezet worden op oplossingen (zowel maatschappelijk alstechnologisch)waarbij(toegepast)onderzoekmeeraanbodkomt.

o DeFODLeefmilieuheeftnaaraanleidingvanhethuidige succesvanhet project (3500 onlinebezoekers per maand en meer dan 700geregistreerde leerkrachten) aangegeven opnieuw te willeninvestereninhetprojectin2013.

• RobotFestivalo In het kader van het project RoboCup Junior wordt jaarlijks een

wedstrijddag georganiseerd. Deze wedstrijddag is toegankelijk voorhetbredepubliekeennaastdewedstrijdzelfwordenersteedsrobotsuitdeindustrieendeonderzoekswereldvoorgesteld.In 2010 werd zelfs een uitgebreid robotfestival georganiseerd overmeerdere dagen. In 2013, voor de 5de editie van RoboCup Junior,wordt het publiek terug in contact gebrachtmet roboticaonderzoekenontwikkelingend.m.v.interactievestandenenkorteshows.

o Injanuari2013werdeenComenus‐project ingediend.DeVUBiseenvandepartnersencoördineerteenwerkpakket.HetprojectheeftalsdoellerarenbijtescholenmetoogopSTEM‐opleidingen.

• NachtvandeOnderzoekero Ditiseenmogelijkfinancieringskanaalvoordeverdereuitwerkingvan

de Dag van de Wetenschap. De Expertisecel WECOM UAB isvoorstander van het idee om deze twee events samen te latenverlopen. De meeste andere instellingen met expertisecellen staanhiernogweigerachtigtegenoverwegensdemoeilijkedatumvanhetEuropees Project in september die samen zou vallen met deacademische opening van vele universiteiten. De Nacht van deOnderzoeker is een Europees project. Momenteel hebben wecontactenmetcollega’suitNederlanddieinhetkadervanDeNachtvan deOnderzoeker in 3 steden het Discovery Festival organiseren.Wij onderzoeken de opportuniteit om in 2014 gezamenlijk met deNederlandse collega’s een Discovery Festival in Brussel teorganiseren. Discovery Festival is een vooruitstrevend nachtfestivaldat draait om de kick die je krijgt als je nieuwe dingen ontdekt.Nieuwe wetenschap, nieuwe kunst, nieuwe muziek, telkens gelinktaantechnologieenwetenschap.

• Deelnameaanrelevanteexternepubliekeregionaleevenementen: Irisfeest,Milieufeest,Biotechdag,etc.

o Dit is een zeer arbeidsintensief proces, met een beperkt bereik enlageimpactopdejongeren.VoorandereeventszoalsdeBiotechdagblijven we lobbyen bij de desbetreffende overheden voor meersamenwerking en overleg, de burger wordt immers om de orengeslagenmet‘Dagvan…’.

Page 70: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 13

OD1.2.:Mediaenthousiasmerenomwetenschapentechnologieopeenpositieveenaantrekkelijkemaniernaarbuitentebrengen

• AangezienWECOMisingebedindedienstenOnderzoekvandeinstellingenvan de UAB, is een samenwerking met de Dienst communicatie EhB,Marcom VUB en de werkgroep Marcom UAB nuttig om een beroep tekunnen doen op reeds bestaande expertise binnen de dienstencommunicatie. Op dezewijze kan voor de verspreiding van informatie ookeen beroep worden gedaan op de reeds in verre mate ontwikkeldecommunicatiekanalenvandezediensten. In2012werddeze samenwerkingreedssterkuitgebreid.In2013wordenwoordenindadenomgezetdooreenofficiële samenwerking in relaties naar scholen, media alsook eenafvaardiginginderedactieraadvande‘Akademos’.

• IndecelWECOMwordtvanaf2013eenofficieelMediasteunpuntgecreëerddat in een eerste fase een behoefteonderzoek zal uitvoeren bij deonderzoekers. De resultaten van deze bevraging zullen dan leiden toteffectieve dienstverleningen, via MARCOM of WECOM, afhankelijk van depreciezenoden.

• SummerschoolWECOM:OmonderzoekersvoortebereidenopdeWECOM‐taak,zalinsamenwerkingmetdeDoctoralSchoolsenalleandereassociatiesjaarlijks een ‘Summer School inWECOM’ georganiseerd worden. De vraagrijsthierbijofdekunstomopeenbegrijpelijkemaniertecommunicerenovereigen onderzoek niet moet worden aangeleerd samen met deonderzoeksskills,metnameindemasterjaren.

• Omdathetbelangvansocialemedianietteonderschattenis,zalbinnendecelWECOM een expert SocialeMedia worden opgeleid. Via workshops ofpersoonlijk advies zullen onderzoekers worden bijgestaan in communicatieoverhunonderzoek.

4.1.2 SD2:Verhogenvandeparticipatievanbredelagenvandebevolkingaan(hetmaatschappelijkedebatrond)wetenschapeninnovatieenverhogenvandeimpactvanwetenschapeninnovatieopdesamenleving)

EhB

• SPE2‐SD1/SPE2‐SD6/COMM‐SD2o Ontsluitenvanaanbod,expertiseenrealisatiesvanEhBvia

kwaliteitsvolleprojectenronddekerntakenonderzoekendienstverlening

VUB• StrategischeTopprioriteit3Investereninrekruteringenmarketing

o SD3.1–SDD3.1.1:VisibiliteitvankwaliteitsvolenmaatschappijrelevantonderzoekvandeVUBverhogen

OD2.1.: Faciliteren van “societydriven/based research”o.m.doorhet verzamelen,creërenen/ofzichtbaarmakenvankennisvoorindividuenenorganisatiesdievandiekennisgebruikkunnenmaken

Page 71: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

14

• Wetenschapswinkel

o Non‐profitorganisaties dienen onderzoeksvragen in die doorstudenten (kosteloos) beantwoord worden in het kader van huneindwerk. Als organisatie en promotor tevreden zijn met heteindresultaat, wordt het onderzoek integraal op deWetenschapswinkelwebsite gepubliceerd en probeert deWetenschapswinkelsamenmetallebetrokkenen(student‐promotor‐organisatie) het onderzoek te valoriseren in de vorm van eenpersbericht,artikel,studiedag...

o Erwordtgezochtnaarsamenwerkingenenuitbouwvaneenmogelijknetwerk met andere initiatieven in participatief onderzoek inVlaanderen. De eerste aanzet hiertoe zal worden gegeven op de‘Contactdagen’, een initiatief van Wetenschapswinkel Brussel i.s.m.WetenschapswinkelAntwerpen.

• InterlandseWetenschapswinkelprijso De InterlandseWetenschapswinkelprijsbekroontelke twee jaardrie

Wetenschapswinkelprojecten aan een Vlaamse of Nederlandsehogeronderwijsinstellingdieuitgevoerdwerden inopdrachtvaneenorganisatie,.Uitde19ingediendeprojectenin2012kooseenVlaams‐Nederlandsejuryprojectendieopvallendoorhunwetenschappelijkekwaliteit,maatschappelijkewaardeenleereffectvoordestudent.DeInterlandse Wetenschapswinkelprijs wijst op de schat aanmaatschappijgericht onderzoek bij zowel Vlaamse als NederlandseWetenschapswinkel en bevordert valorisatie en uitwisseling van datonderzoek.

• IkHebEenVraag.beo Ikhebeenvraag.be maakt academische kennis toegankelijk voor

iedereen.Opdewebsitekanjezoekeninhetrijkearchief,maarookvragen stellen aan wetenschappers uit 40 Vlaamse instellingen. Deantwoordenworden daarbij afgestemd op de persoon die de vraagsteltenzotoegankelijkmogelijkgeformuleerd.Bovendiendenkenwemomenteel samen met de coördinatoren van het project na overvalorisatiemogelijkhedenvanhetgigantischearchief,bv.eenmobieleapp,eenpublicatie...

• Perares (WP7): maatschappijgestuurd onderzoek inbouwen in de curricula(vb.:3BASociaalwerkEhB)

o InWP7 van het vierjarige Europese FP7‐project PERARESmoet elkepartnerpilootprojecteninvoerenopbasisvanbestpracticesvanWP‐partners.

o OmdatdeWetenschapswinkelmomenteelfocustophetbereikenvanstudenten, zou een Wetenschapswinkelproject als vast curricula‐onderdeel ons goed uitkomen. Op basis van modules uit Dublin &Wageningen, stelden we dan ook een structurele en intense

Page 72: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 15

samenwerking voor met de 3de Bachelorprojecten van EhB‐opleidingen Communicatiemanagement en Sociaal werk. Dezesamenwerkingen kunnen we hopelijk optimaliseren en uitbreidennaarandereopleidingenindetoekomst.

OD2.2.:Faciliterenvanenparticiperenaanhetmaatschappelijkedebatoverwetenschap,technologieeninnovatie,stimulerenvandedialoogtussenwetenschapenmaatschappij,o.m.doorgegevensonderdeaandachttebrengenopbasiswaarvanmaatschappelijkedebattenopeencorrecteengenuanceerdemanierkunnenwordengevoerd

• ScienceBarBrussel(ziehoger)• DagvandeWetenschap(ziehoger)• ClimateChallengeConference

o Deze jaarlijkse conferentie is gericht op laatstejaarsleerlingensecundaironderwijs(ASO,TSO,BSO)metalsdoelhenbewustmakenvandeklimaatveranderingendegevolgenervan.Erwordt specifiekaandacht besteed aan technologische en maatschappelijkeoplossingen. Leerlingen worden uitgenodigd in het EuropeesParlementwaarzeinhethartvanEuroparesolutiesrondhetthemaklimaatzullenamenderenenstemmen.

o DeFODLeefmilieuheeftnaaraanleidingvanhethuidige succesvanhet project (3500 onlinebezoekers per maand en meer dan 700geregistreerde leerkrachten) aangegeven een scholentoer van dezeconferentietewillenfinancierenvanafnajaar2013.EenversieinhetEuropeesParlementstaatechtervanaf2014opdehellingwegensteweiniginzetbareWECOM‐medewerkers.

4.1.3 SD3:Hetverhogenvandebetrokkenheidvankansengroepenenhetverhogenvandekansenvoortoptalent

EhB

• SPE2‐SD1/SPE2‐SD6/COMM‐SD1/COMM‐SD2o Ontsluitenvanaanbod,expertiseenrealisatiesvanEhBvia

kwaliteitsvolleprojectenronddekerntakenonderzoekendienstverlening,metspecifiekeaandachtvoorbeïnvloedersstudiekeuzeproces

o Specifiekeaandachtvoorkansengroepenindemaatschappijenopportuniteitvoorhetuitwerkenvaneentrajectvoortoptalent

VUB

StrategischePrioriteit9:Talentaantrekken,ontwikkelenenresponsabiliserenOD3.1.:Activiteitenmeerbekendheidgevenbijkansengroepen

Page 73: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

16

ErwordtgewerktaaneensamenwerkingmetD’Broej,eenkoepelvanjeugdhuizeninhetBrusselsHoofdstedelijkGewest,hetImpulsfondsmigrantenbeleid(Centrumvoorgelijkheid van kansen en voor Racismebestrijding). Via de samenwerking met decommunicatiediensten wordt er ook een grotere outreach van onze huidigeprojectengeanticipeerd.OD3.2.:Initiatievennemenspecifiekgerichtoptoptalenten

• Brightsparks:Workshopsvoorjongerenmethongernaarkenniso In2012werdinsamenwerkingmetBekinavzweenreeksworkshops

overkwantumfysicageorganiseerdvoor jongerenvan14tot18 jaar.Deze workshops werden gegeven door prof. Jorgen D’Hondt,directeur van het IIHE voor de VUB. Verschillende onderzoekers envakgroepen reageerdenenthousiastopdit initiatief engavenaan indetoekomstookbereidtezijnzulkesessiesintelassen.In2013staannog een workshop over maatschappelijke evaluatie van de bergingvan kernafval – type A (Prof. Dooms), een workshop over fotonica(Prof. De Baes) en eventueel workshops in het kader van hetBrusselseprojectCanSat(Prof.Vanderborght)gepland.

o Vandezebestaandesamenwerkingzullenwijgebruikmakenomindekomende jaren ons aanbod naar de jongerenmet een honger naarmeerwetenschappelijkekennisstructureeluittebouwen.

OD3.3.:Initiatievennemenspecifiekgerichtopkansengroepen

• Samenwerking met D'Broej vzw ‐ de Brusselse Organisatie voor deEmancipatie van Jongeren (netwerk 7 allochtone jeugdhuizen) enimpulsprogrammatechniekmeisjes

• Technogrieten(enSoftskillslab):AlenkelejarenzithetaantalVlaamsestudenteninSTEM‐richtingenopnieuwineenstijgendetrend,maardit isnogsteedsonvoldoendeomdetekortenop te vullen. Verschillende spelers in het veld erkennen dit probleem enondernemen actie om de belangstelling bij jongeren opnieuw te latentoenemen. In deze context lanceerde de Vlaamse Overheid het STEM‐actieplan 2012‐2020. Een van de acht beleidsthema’s die in dit documentuitgestippeldworden,wilmeermeisjesmotiveren inde richtingvanSTEM‐beroepen. Het project Technogrieten legt de focus op meisjes, met extraaandacht voor meisjes uit maatschappelijk kwetsbare groepen(nieuwkomers, allochtonen). Hiervoor werken we samenmet D’Broej, eenkoepelvanjeugdhuizeninhetBrusselsHoofdstedelijkGewest.In2013wordteen project gericht naar 10‐ tot 12‐jarige meisjes ingediend bij hetImpulsfonds(Federaalmigrantenbeleid).

4.1.4 SD4:StimulerenvandeinstroomvanjongereninSTEM‐studierichtingeninsecundairenhogeronderwijs

Page 74: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 17

EhB• SPE2‐SD1/SPE2‐SD6/COMM‐SD1/COMM‐SD2

o Hetstimulerenvantechnologischeenwetenschappelijkestudierichtingenbijjongerensecundaironderwijsviainnovatieveenwervendeprojectenomzodeinstroomindezerichtingenteverhogen

VUB

• Strategischetopprioriteit2:HetstudierendementverhogenSD2.1–Rekruterenvanmeerstudentenmethetjuisteprofiel

• StrategischePrioriteit7–Stimulerenvanexcellentonderzoekinsamenwerkingmetexternenhernieuwdeaandachtvoorvalorisatie(SD7.4–SDD7.4.1TTI:Uitbouwvansamenwerkingmetbedrijvendoorcontactdagenteorganiseren)

OD4.1.:Ontwikkelen,inrichtenenbekendmakenvanactiviteitenenontwikkelenenverspreiden van educatieve pakketten om jongeren kennis te laten maken metwetenschappenentechniekenhunbelangstellingvoorSTEM‐vakkenteverhogen

• IloveITo I love IT is eenproject vandeUniversitaireAssociatieBrusselende

Universitaire Associatie Gent. Leerlingen uit de tweede en derdegraad secundair onderwijs ASO, TSO en KSO krijgen de kans omworkshops rond technologie, IT,wetenschap enwiskunde te volgenbijeenaantaltoonaangevendebedrijvenenlabo’s.Hetprojectlooptsinds2008enorganiseert jaarlijks45workshopsvoormeerdan900leerlingensecundaironderwijs.Dooropeenconcretemanierkenniste maken met wetenschap en techniek, zowel op academisch alszakelijkniveau,wordendeleerlingengestimuleerdomdaadwerkelijkeen STEM‐studierichting te volgen. De vraag vanuit het onderwijsblijft groot, hoewel het aantal aangeboden workshops via anderekanalensterkgegroeidis(bv.Wetenschapsweek,brochureSO…).Desubsidies vanuit EWI zullen eind 2013 stoppen, waardoor eenrevaluatiezichopdringt(zieookOD6.1enOD6.4).Indien hier geen externe personeelsfinanciering voor kan wordengevonden,zalditprojectuitdovenin2013.Eenmogelijkepistediewenu bewandelen is de aanvraag van een brugproject Economie‐OnderwijsvanhetAgentschapOndernemen.Ditopvolgprojectheeftnogsteedsdezelfdedoelstellingalsdevoorbijeeditiesvan I love IT:de belangstelling bij jongeren voor IT, wetenschap en techniekverhogen en hen motiveren om na het middelbaar onderwijs eenSTEM‐studierichting te volgen en/of in de STEM‐sector te gaanwerken. De doelgroep van dit project zijn leerlingen uit de derdegraad ASO en TSO uit Vlaams‐Brabant en Brussel, in klassikaalverband. In dit project stellen we een duurzaam traject vanopbouwende workshops voor. De leerlingen wordenondergedompeld in een STEM‐traject en leren onderweg de

Page 75: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

18

verschillende facettenvaneencarrière indeSTEM‐sectorenkennenenwelkestudierichtingenzijkunnenvolgenomdittebereiken.Erzijnvoorlopig drie trajecten die telkens rond een bepaald thema zijningericht:multimedia, IT en ingenieurswetenschappen. In elk trajectmoetende leerlingeneen creatief cvmaken,dit isdanookde rodedraad doorheen de drie trajecten. Elk traject bestaat uit een aantalworkshops, die gelijk staan aan een aantal te behalen eindtermen.Hettrajectkentflexibiliteitdoordatleerkrachtenkunnenkiezenofzebepaalde stappen in de klas behandelen, dan wel of ze de stapbuitenshuis ineenworkshopwillenbehandelen.Per stapbiedenwijduseenworkshopen/ofeducatiefpakketaan.DaarnaastzalbekekenwordenofeenfinancieringvandeorganisatievanworkshopsviahetVGCkanverlopen.

• RoboCupJunioro RCJ is een robotwedstrijd gericht op jongeren van 8 tot 18 jaar en

leerkrachten uit het basis‐ en secundair onderwijs. In teamverbandbouwenenprogrammerendejongeren,onderdebegeleidingvaneencoach,huneigenrobotomuiteindelijkdeeltenemenaaneenvandedriespannendedisciplinestijdensdefinaledaginTechnopolis.Doelstellingen: Jongeren sensibiliseren en interesseren voorwetenschappelijk onderzoek, techniek en robotica om zo eenverhoogdeinstroomvanjongeren inSTEM‐richtingentebekomen(+verhoogdeuitstroomafgestudeerden).Indien hier geen externe personeelsfinanciering voor kan wordengevonden,zalditprojectuitdovenin2014Injanuari2013jaarwerdeenComenus‐projectingediend.DeVUBiseenvandepartnersencoördineerteenwerkpakket.HetprojectheeftalsdoellerarenbijtescholenmetoogopSTEM‐opleidingen.

• VT(J)Oo De Vlaamse (Jeugd) Technologie Olympiade wil jongeren hun

technologische talent laten ontdekken, de belangstelling voortechnologie aanwakkeren, de waardering voor het vakgebiedvergroten, de maatschappelijke beeldvorming rond technologiebijstellen,demaatschappelijke relevantievan technologieaantonen,en leerlingenuithet lageronderwijs stimulerenomeenopleiding indetechnologietevolgen.

o VUBenEhBdragennietalleenfinancieelbijaandeze jonge,ensnelgroeiende olympiade, we ondersteunen de organisatie opverschillendevlakken.Zozetelenbeideinstellingenindestuurgroep,verzamelen olympiadevragen bij docenten en onderzoekers envaardigen juryleden en helpende handen af voor de verschillendeeventsdieinditkadergeorganiseerdworden.Structurelefinancieringwerdhiervoorgevraagdaandeoverheidnaaraanleiding van de aanvraag vanuit de verschillendeassociatievoorzitters.

Page 76: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 19

• Wetenschapsweek(ziehoger)

• ClimateChallenge(ziehoger)

• UrbanGame

o DehuidigeversievanUrbanGamewerdgedurendedriejaarintensiefgebruikt.Wewillengebruikmakenvanhetmomentumendeervaringdieweoppiktenbij deopbouwenuitbating vandit projectomeennieuwe versie van deUrbanGame‐app op te starten, klaar voor denieuwstegeneratiesmartphonesentablet‐pc’s.Centraal in ons plan voor de nieuwe app staat het concept ‘vooriedereen, door iedereen’. Leerkrachten zullen in staat zijn waar enwanneer zemaarwilleneenUrbanGame‐parcoursop te startenendaar hun eigen content aan toe te voegen. Hierbij kunnen ze eenberoepdoenopeengrabbeltonvanSTEM‐gerelateerdeopdrachten,opgestelddoorexpertsuithetgerelateerdevakgebied,WECOMendelerarenopleiding.

DeombouwvanUrbanGamenaareenvolwaardigeappverkrijgbaarvia de reguliere app‐distributiekanalen heeft ook repercuties op degebruikersfuncties.Waarmomenteelenkelvoorafgeprogrammeerdezoektochten gespeeld kunnen worden, zal in de app‐versie degebruiker‐indienhij/zijdatwil‐zelfeenparcourskunnenaanmaken,spelen en vervolgens ter beschikking stellen van de Urban Game‐gemeenschap(UserGeneratedContent).

• Wetenschapsbende

o is de verzamelnaam voor deWECOM‐activiteiten voor jongeren diebuitendeschoolgebruikt(kunnen)worden.

• Lucht‐enruimtevaartdagenTijdens dit jaarlijkse zomerkampworden jongeren van 8 tot 12 jaarlosgelaten op de wetenschap achter lucht‐ en ruimtevaart. Op decampus van de VUB en daarrond experimenteren onze jongewetenschappers naar hartenlust met Marslanders, een windtunnel,parachutes,huneigenvastebrandstofrakettenennogveelmeer.Dit zomerkamp kent een zeer groot succes. Op dit ogenblik lopengesprekken met de Studenten‐ en Alumnirelatiesafdeling van dedienst MarCom (elders anders geschreven... MARCOM) om dit teintegrerenineenkinderuniversiteit.DemensenvanB‐Phot (BrusselsPhotonicsTeam)willen samenmetde cel WECOM een gelijkaardig kamp uitdenken in het kader vanfotonica.

• Omagaatderuimtein!o Op www.omagaatderuimtein.be vinden leerkrachten van het

basisonderwijs een gratis te downloaden verzameling lesfiches,

Page 77: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

20

experimenten,spelletjesenknutselopdrachtenomtegebruikenmetkinderen van 5 tot 8 jaar. Het materiaal op de website is speciaalontwikkeld voor deze doelgroep enwerd zo laagdrempeligmogelijkgehouden.Leerkrachtenhebbengeenvoorkennisoverruimtevaartofastronomienodigomdezematerialentekunnengebruiken.Inhetkadervanhet‘WECOM2School’‐initiatief(misschienhierboveneersteensvermelden,denkdatditdeeerstekeerisdatikhetzie)datvan start is gegaan in 2013, zal het huidige aanbod projecten,workshopseneducatievepakkettengeëvalueerdworden.Indiendezeprojectenpositiefwordengeëvalueerd,indiezindatzeeenantwoordkunnenbiedenopnodenvan leerkrachten, zalwordengeïnvesteerdindevernieuwingvanheteducatiefpakket.

• Opagaatdeluchtin!

o www.opagaatderuimtein.be is de partnerwebsite van Oma gaat deRuimte in. BijOpa vinden leerkrachten in latere jaren van het lageronderwijseenreekslesfichesenspelletjesvoorgebruikindeklas.Deluchtvaart kan dienen als spannende achtergrond om te leren overnatuurkundige of technologische onderwerpen als het weer, hetkompas en het gps‐systeem. Ook hier is al het materiaal gratis tedownloaden enwordt geen specifieke voorkennis van de leerkrachtverwacht.In het kader van het ‘WECOM 2 School’‐initiatief dat van start isgegaan in 2013, zal het huidige aanbod projecten, workshops eneducatieve pakketten geëvalueerd worden. Indien deze projectenpositiefwordengeëvalueerd, indiezindatzeeenantwoordkunnenbieden op noden van leerkrachten, zal worden geïnvesteerd in devernieuwingvanheteducatiefpakket.

• Stimuluso Stimulus is een virtuele leeromgeving voor techniek en

wetenschappen voor jongeren van 10 tot 16 jaar. Door teexperimenteren, ontdekken en spelen, leren leerlingen bij over eentechnisch of wetenschappelijk onderwerp. Momenteel zijn er tweemodulesTechniek(GpsenGsm)entweemodulesChemie(VuurwerkenWaskracht)enéénmodulevoorBiologie(Sex,Science&Smile),ziewebsitewww.stimulus.eu.In het kader van het ‘WECOM 2 School’‐initiatief dat van start isgegaan in 2013, zal het huidige aanbod projecten, workshops eneducatieve pakketten geëvalueerd worden. Indien deze projectenpositiefwordengeëvalueerd, indiezindatzeeenantwoordkunnenbieden op noden van leerkrachten, zal worden geïnvesteerd in devernieuwingvanheteducatiefpakket.Zoalsreedshogeraangegeven,verkennen wij samen met EHB of wij de Stimulus‐gps‐workshopkunnenverbouwentoteenapplicatievoorsmartphones

• Brightsparks:Workshopsvoorjongerenmethongernaarkennis

Page 78: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 21

o In2012werdinsamenwerkingmetBekinavzweenreeksworkshopsoverkwantumfysicageorganiseerdvoor jongerenvan14tot18 jaar.Deze workshops werden gegeven door prof. Jorgen D’Hondt,directeur van het IIHE voor de VUB. Verschillende onderzoekers envakgroepen reageerdenenthousiastopdit initiatief engavenaan indetoekomstookbereidtezijnzulkesessiesintelassen.In2013staannog een workshop over maatschappelijke evaluatie van de bergingvan kernafval – type A (Prof. Dooms), een workshop over fotonica(Prof.DeBaes)eneventueelworkshopsinhetkadervanhetBrusselsprojectCanSat(Prof.Vanderborght)gepland.Vandezebestaandesamenwerkingzullenwijgebruikmakenomindekomendejarenonsaanbodnaarjongerenmeteenhongernaarmeerwetenschappelijkekennisstructureeluittebouwen.

• PhotonicsExplorero Dezekitwerdontwikkelddoordevakgroep fotonicavandeVUBen

zijnspin‐offEyestvzwenkentondertusseneenEuropeesbereik.Elkedoos bevat een verzameling lenzen en kleurfilters, leds en lasers,diffractorenenpolarisatorenwaarmeeeenheleklasaandeslagkan.Opdebijgeleverdedvdvindtdeleerkrachtnatuurwetenschappeneenhelereeksondersteunendmateriaal:vandidactischehandleidingtotleerlingwerkbladen. Deze kits worden gratis ter beschikking gesteldvanleerkrachtennatuurkunde.

• PhotonicaShowo Jaarlijks zal een heuse lasershow over deWetenschap van het licht

worden georganiseerd voor een publiek van 600laatstejaarsleerlingen SO door de vakgroep Fotonica i.s.m.WECOM.We streven ernaar om tegen 2015, European Photonics Year, eenshow gecreëerd te hebben die in verschillende Europese landen zalvertoondkunnenworden.

• WiskunnendWiskeo is een jaarlijkse wiskundewedstrijd voor de derde graad van het

secundair onderwijs. De bezielster van de wedstrijd, prof. IngridDaubechies, bedenkt elk jaar een reeks creatieve wiskunde‐opdrachtenvoordeheleklas.Deklassendiehierophetbestescoren,stoten door naar de jaarlijkse finale op 14 maart (Pi‐dag). VerwarWiskunnendWiskenietmeteenwiskundeolympiade.Hierdraaithetniet om klassieke vraagstukkenmet gegevens en formules, wel omcreatievegroepsopdrachten.

OD 4.2.: Stimuleren en ondersteunen van (na)vormingm.b.t. STEM‐vakken bij hetonderwijsveld(i.s.m.delerarenopleidingenencentravoornascholingsonderwijs)

• WorkshopsRobocupJuniorvoorleerkrachten(i.s.m.RATO)

Page 79: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

22

o Jaarlijkswordenworkshopsaangebodengerichtopleerkrachten.Erwordenzowelworkshopsvoor‘beginners’als‘gevorderden’georganiseerd.

• WECOM2Schoolo Eenmedewerker van het expertisecentrum zal vanaf 2013 intensief

contacten leggenmet scholen en leerkrachten. Door gesprekken tehouden met groepen leerkrachten hopen we een beter beeld tekunnenvormenvanwatzijverwachtenennodighebben.WekunnenonsaanbodaanWECOM‐activiteitenhierpreciezeropafstellen.

• Stimulusgps‐uitleenmoduleo De Stimulus‐gps‐kit wordt gebruikt om de werking van het gps‐

systeemtedemonstreren.Indekistzittendaarvoordrie‘satellieten’en één ontvanger. Daarmee kan de klas zelf aan de slag metplaatsbepaling. De gps‐kit kan op zichzelf gebruikt worden, maarvormt ook de ideale aanvulling op de interactieve gps‐ en gsm‐modulesvandeStimulus.eu‐website.

• WECOM2Teacho Webeogeneennauwesamenwerkingmetdelerarenopleidingenvan

zowelEhBalsVUB.Delerarenopleidingenzijnzeergeschiktepartnersom projecten naar het basis‐ en secundair onderwijs mee teontwikkelen,evaluerenenuitrollen.Momenteelgebeurtditvaakad‐hoc in functie van de noden voor een specifiek project. Om dekwaliteitvandeaangebodenprojectenteverhogen,iseenstructurelesamenwerkingnoodzakelijk,waarbijooknodenvanuithetonderwijssnellertotbijdecelWECOMkomen.

o Eerste aanzetten hiertoe werden al gegeven: activiteiten door delerarenopleiding tijdens Wetenschap in de Kijker, een Wecom‐workshoptijdenseennascholingsdagopdeVUB…Wehopenlerarenin opleiding vaker te kunnen inzetten voor de uitbouw, testing,evaluatieenuitvoeringvanonzeprojectennaarhetonderwijstoe.

• TopdagTechnopolis:o We dragen jaarlijks bij aan de Topdag in Technopolis d.m.v.

workshops die leraren vertrouwd maken met de didactischemogelijkhedenvanonzeverschillendeSTEM‐projecteneneducatievepakketten.

• Infosessies Climate Challenge voor leerkrachten (i.s.m. WWF en StudioGlobo)

o Om het gebruik van de lespakketten binnen Climate Challenge (ziehoger)tebevorderen,werdenperprovincieinfosessiesopgezetnaarleerkrachtensecundaironderwijs.

Page 80: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 23

4.1.5 SD5:InternationaleuitstralingvandekwaliteitvanhetonderzoekendekwaliteitvanonderzoekersinVlaanderenversterken

EhB

• SPE2‐SD6/COMM‐SD2o hetversterkenvandeexternecommunicatierondonderzoek,bij

voorkeurineeninternationalecontextmetalsresultaateenverhoogdenaambekendheid

VUB

• StrategischePrioriteit7–Stimulerenvanexcellentonderzoekinsamenwerkingmetexternen

• StrategischePrioriteit8–Versterkenvandepositiealsinternationaleuniversiteit

OD 5.1.:Meewerken aan internationale programma’s en kennisdeling op het vlakvanWECOM

• RoboCupJuniorWKo Enerzijdswordter jaarlijkseenwereldkampioenschapgeorganiseerd

voor de winnaars van de nationale wedstrijden. Tijdens dit groteinternationale event komen de jongerenteams samen en delen zekennisenervaringmetandereteamsuitvaakverschillendeculturen(de RoboCup Junior‐gemeenschap bestaat uit meer dan 30verschillendedeelnemende landen).Ookkomende jongeren tijdensdit event in contact met de modernste ontwikkelingen i.v.m. derobotica. Dit omdat er tegelijkertijd een eventwordt georganiseerdvoor roboticaonderzoekers uit de industrie en de academischewereld.

o Anderzijds zijn er contacten tussen de verschillende landen enworden er tijdens de WK’s vergaderingen en workshopsgeorganiseerd met als doel de RoboCup Junior‐wedstrijd beter teverspreiden en te ondersteunen (kennisdeling op het vlak vanWECOM).

• PERARESo Public Engagement with Research And Research Engagement with

Society (PERARES), een vierjarig project gefinancierd door hetEuropese 7th Framework Programme, wil maatschappelijkengagement in onderzoek versterken door onderzoekers en non‐profitorganisaties te betrekken bij formulering vanonderzoeksagenda’s en onderzoeksprocessen. De BrusselseWetenschapswinkel is work package leader van WP5 en ookbetrokken bij WP7. Daarnaast nemen we deel aan de halfjaarlijkseconsortium meetings en biedt PERARES een schat aan contacten,materiaal,bestpracticesenandereinspiratie.

• EPI‐TRUST

Page 81: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

24

o Projectaanvraag rond infectieziektes ingediend bij EU‐FP7 Science inSociety,insamenwerkingmetGEZLA(EhB),UZBrusselendefaculteitGeneeskunde & Farmacie (VUB) met als doel brede publiekinformeren met correcte wetenschappelijke informatie overepidemieënenpandemieën.

• LivingKnowledgeNetworko DankzijPERARESkwamenweincontactmetditnetwerkwaarinleden

informatie, documentatie, ideeën en ervaringen overmaatschappijgerichtonderzoekenwetenschap&maatschappijinhetalgemeen uitwisselen. Dankzij lidmaatschap van het LK‐netwerk,kunnen we ons netwerk uitbreiden en inspiratie opdoen tijdens detweejaarlijkse conferentie, blijven we via LK‐nieuwsbrieven op dehoogte van nieuwigheden & conferenties in het veld en voelen weonsalskleineWetenschapswinkel internationaalgesteundinwatwedoen.

• Internationalisering(vb.ScienceFestivalCambridge,GUNIConference)o Uitbouwvaneenalgemeeninternationaalnetwerk.In2013bezoeken

weterinspiratievooronzeeigenWetenschapsweekenopuitnodigingvan een PERARES‐partner (University of Cambridge) het bekendeScience Festival en geven we een workshop over (transeuropese)wetenschapswinkelprojectenopdeGUNIconferentieinBarcelona.

OD5.2.:TonendatVlaamse(top)onderzoekersinenbuitenVlaanderenactiefzijneninhundomeinruimeinternationaleerkenninggenieten

• Researchinthepictureo DecelWECOMzetmomenteeldeeerstestappenrichtingeennieuwe

taak: focusdomeinen in het VUB‐onderzoek toegankelijkcommunicerenvia ‘onderzoeksfiches’opdewebsiteeneventueel ineen brochure. We willen op termijn komen tot een aantalthemafiches die op een laagdrempelige en aantrekkelijke manieruitleggen welk onderzoek er aan de VUB rond bepaalde thema’swordtgedaan.

4.1.6 SD6:CreërenvanrandvoorwaardenvoorefficiënteenimpactgerichteWECOMbinnenhethogeronderwijs,zoalscreërenvaneencultuurvanWECOMbijzowelonderzoekersalsbeleidsmakersbinnendeAssociaties

EhB

• SPE2‐SD4/SPE2‐SD5o hetaanmoedigenenversterkenvaneenonderzoeks‐en

wetenschapscultuurbinnendeinstellingenbijdragentotdeprofessionaliseringvanonderzoekersenhetstimulerenvan

Page 82: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 25

kwaliteitsvolonderzoekwaarmaatschappelijkevalorisatieeenintegraalonderdeelvanuitmaakt

o hetpermanentbewakenenversterkenvandefinanciëlesituatievanWECOM‐gerelateerdeprojecten

VUB

• StrategischePrioriteit10:Optimaliserenvandesamenwerkingmetstrategischepartners

OD 6.1.: Opbouwen en onderhouden van theoretische en praktische kennis overWECOM(wetenschappelijkeliteratuur,bestpractices,oproepen…)binnenhethogeronderwijs en kennisinstellingen, en het overbrengen van relevante kennis naaronderzoekers

• Summer School (zie hoger): Interassociatie‐initiatief, waarbij de UABinitiatiefnemerisalsookplaatswaardeSummerSchoolzaldoorgaan.

• Interlandse WetenschapswinkelDagen en Landelijk OverlegWetenschapswinkels: In het kader van de Wetenschapswinkel is er eenreglematig overleg met de Antwerpse en Nederlandse tegenhangers.(partnersziewerkplan2013)

• Workshops“Bètamentality”(kadertbinnenIloveIT)o Om eigen onderzoekers en de deelnemende bedrijven nogmeer te

stimuleren en te ondersteunen bij het organiseren van workshopssecundair onderwijs, organiserenwij deworkshops “Bètamentality”.Dit is gericht opmensenuit het onderwijsveld en de bedrijfswerelddie vanuit hun werkcontext jongeren willen enthousiasmeren voortechniekenwetenschap.

OD 6.2.: Intern binnen de Associaties bekendmaken van de ExpertisecellenWetenschapscommunicatie en sensibiliseren voor het belang vanwetenschapscommunicatie

• CommissieWECOM(VUB+afgevaardigdeEhB):Ditiseenadviesorgaanvande Onderzoeksraad, met afgevaardigden uit de faculteiten en deadministratieve diensten. Ze staat de expertisecel bij voor adviesen en alsklankbordvooropstapelstaandeprojecteneninitiatieven.Zekanookdeelsfungerenalslinknaardefaculteiten.

• DeelnamefacultairePR‐meetings(VUB):Decoördinatorvandeexpertisecelzetelt in (bijna) alle facultaire MARCOM‐meetings. Dit is een extra kanaalvoorbekendheidvaneigenprojecten indefaculteiten,maarookomlinkente zoeken tussen bestaande initiatieven in faculteiten of andere centralediensten.

• Communicatieplatform(EhB)• Deelnamedepartementalemeetings(EhB)

OD6.3.:Creëreneninstandhoudenvanincentivesbijdeeigenonderzoekersomaanwetenschapscommunicatie te doen. Elke Associatie zoekt manieren om

Page 83: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

26

wetenschapscommunicatie te verankeren in hogescholen en universiteiten binnenonderzoek,onderwijsen/ofdienstverlening

• Initiatieprojecten voor fondsenwerving en subsidies: In de expertisecel zitzowel voor EhB als voor VUB een ervaren projectschrijver. Deze mensenzoeken intensief naar mogelijke financieringsbronnen om bestaandeprojecten te bestendigen of te initiëren, en naar nieuwesamenwerkingsverbanden tussen hoger onderzoek, beleid, onderwijs enindustrie.

• Financiëleondersteuningvaninitiatievenvanonderzoekers• DejaarlijkseWECOM‐prijsinsamenwerkingmetdeKVAB:Opinitiatiefvan

deKVABzaltussenalleassociatieseenprijswordenuitgereiktvoordemeestverdienstelijkewetenschapscommunicatorenonderdeonderzoekersvanalleinstellingen.

• Professionalisering.Omeenoptimaledienstverleningnaaronderzoekersenleerkrachten te kunnen garanderen, is een regelmatige bijschaving vankennis van hedendaagse technieken noodzakelijk. Vb. 2013 – IOS Appsdevelopment,Excelvoorgevorderden,ProjectManagement,SocialeMedia…

OD 6.4.: Bevorderen, versterken, verder actief uitbouwen en onderhouden van desamenwerking en kennisdelingmet zowel interne instanties binnen de Associaties,als tussendeAssociaties,alsmetdeOverheid,hetonderwijsveld,hetbedrijfsleven,demediaenandereactorenWetenschapscommunicatieinVlaanderen

• Interassociatieoverleg(IAO):Deexpertisecellenvanalleassociatieskomen5keer per jaar bij elkaar voor overleg, met een zesmaandelijks roterendvoorzitterschap.DeUAB beetdespitsaf in2013.Devoorzitter is voordieperiode de enige contactpersoon met de verschillende overheden, op diemanier hopen we een duidelijke communicatie te genereren tussen deverschillendepartners.6

• Zesmaandelijkse best practices binnen IAOwaarbij de expertisecellen vanelkaarkunnenleren.

• Contactdagenburgerparticipatieinonderzoeko Erwordtgezochtnaarsamenwerkingenenuitbouwvaneenmogelijk

netwerk van de Wetenschapswinkels met andere initiatieven vanparticipatief onderzoek in Vlaanderen. De eerste aanzet hiertoe zalworden gegeven op de ‘Contactdagen 2013’, een initiatief vanWetenschapswinkelBrusseli.s.m.WetenschapswinkelAntwerpen.

• Science&Industryevento Omin tekunnenzettenopexterne fondsenwervingenuitbouwvan

een industrienetwerk (i.s.m. TTI‐VUB), organiseren we jaarlijks eenprestigieusevent,aandevooravondvandeDagvandeWetenschapinhetAtomium,vooronderzoekersenindustrie.

• Rondetafelgesprekkenbedrijven&onderwijs(kadertbinnenIloveIT)

Page 84: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 27

o Om de contacten met de industrie te onderhouden én om op dehoogte te blijven van de steeds evoluerende noden binnen deindustrie, organiseren we rondetafelgesprekken ennetwerkmomenten tussen partners uit het bedrijfsleven en hetonderwijsveld.Opbasisdaarvankunnenwerelatiestussenonderwijsen industrie versterken en kennis over WECOM met alle partijendelen.

Page 85: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017

28

5 ConclusiesWetenschapscommunicatie werd de afgelopen jaren uitgebouwd binnen alleuniversitaire associaties en maakt ondertussen integraal deel uit van demaatschappelijke dienstverlening van alle universiteiten en hogescholen. Met denieuwe convenant wordt meer de nadruk gelegd op professionalisering,internationalisering en kennisuitwisseling tussen de expertisecellen. Tegelijk is ereen shift naar een meer vraaggerichte aanpak ten diensten van deonderzoeksgemeenschap. Deze combinatie zal toelaten om meer vraaggericht tewerken in functie van de onderzoeksoutput van de instellingen en kwaliteitsvolleprojectenteorganiserendiebouwenopexpertisedieinhuisaanwezigis.Uit een externe evaluatie van de expertisecellenWECOM 2011 door TechnopolisgroupbleekdatdeexpertisecelwetenschapscommunicatievandeUABeenvandeweinigeexpertisecellen is die extra financiering en subsidieringweet te genererenvoorhaarwerking.Eenverderedalingvandefinanciëlemiddelengecombineerdmeteenverhogingvandetehalendoelstellingenbinnendenieuweconvenant,eneenvermindering van relevantie projectoproepen vanuit de overheden, zetten dezeinkomstenechtersterkonderdruk.Hetzal tijdensdeuitvoeringvandeconvenant2013‐2017danookeenevenwichtsoefeningzijnomdetransitietemakennaareenmeer vraaggericht werking en tegelijk ook de nodige personeels‐ enwerkingsmiddelenterealiseren.

Page 86: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

WerkplanWetenschapscommunicatie2013‐2017 29

6 Bijlages

• Bijlage1BriefUABnaarLieten10december2012• Bijlage2verdeelsleuteldietoegepastwerdvoordeverdelingvande

middelentussendeAssociaties.• Bijlage3SWOTDagvandeWetenschap• Bijlage4SWOTWetenschapindeKijker

Page 87: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017

BIJLAGE 3 Beleidsplan Centrale Doctoraatsbegeleiding 2013-2017

Page 88: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

1/4

BeleidsplanDocBe2013‐20171. Acties2013‐20171.1. OptimalisatieinstroomvandoctoraatskandidatenOm de output van doctoraten te verhogen en te verbeteren, is een goede begeleiding tijdens hetdoctoraatstrajectcruciaal.Maareendegelijkinstroombeleidisminstensevenbelangrijk,omonsteverzekerenvandekwaliteitvandekandidatenenomdedrop‐outdoorverkeerdeverwachtingentevoorkomen.1.1.1 Actieve rekrutering organiseren op afstudeerbeurzen en de Doctoral Schools meer inzetten alsuithangbordenalsbijkomendargumentvoorhetaantrekkenvandoctoraatsstudenten.

i.s.m.StudentenbeleidenMarcom.

1.1.2. Andere rekruteringskanalen gebruiken, zoals het organiseren van internationale summer schools, hetfinancieel stimuleren/ondersteunen vanonderzoeksbeurzen voor visiting researchers (ter voorbereiding vaneen joint PhD) en het uitbouwen van structurele samenwerkingsakkoorden (via OZR‐middelen voordoctoraatsbeurzen,cfr.overeenkomstmetdeuniversiteitvanLjubljana).

i.s.m.DoctoralSchoolsenOZR.

1.1.3. Optimale informatieverstrekking garanderen, door het incorporeren van de DocBe‐website in hetnieuwe systeem van de algemene VUB‐website, met een meer doelgerichte communicatie naar enerzijdsexterneenanderzijdsinternedoelgroepen(MY.VUB).

i.s.m.MarcomenInfopuntStudenten.1.1.4.Doorlaatstejaarsstudentenenanderepotentiëlekandidatenhelderintelichtenoverwateendoctoraatpreciesinhoudt,zorgenweervoordatkandidateneenmeergeïnformeerdekeuzekunnenmaken,metbeterekandidaten,minderdrop‐outenmeeroutputtotgevolg.1.1.5. Toelatingsprocedure en kwaliteitscontrole van kandidaten verbeteren. De toelatings‐ enonthaalprocedures worden onder de loep genomen: verbetering van de aanvraagprocedure en screening,betereomkaderingvanheteerstecontactmetpotentiëlepromotor,…

i.s.m.IRMO,HR,SAC,faculteiten

1.2.BegeleidingbijhetdoctoraatstrajecténdaarnaErwordtgeijverdomviaDocBe,deDoctoralSchoolsendeDoctoraatsopleidingdedoctorandieenvolledigeomkadering te geven, zodat problemen die vertraging kunnen veroorzaken vermeden kunnen worden. Deomkaderingenbegeleidingvandoctorandienpostdoctoraleonderzoekerskanopgesplitstwordeninenerzijdsde begeleiding bij het volledige doctoraatsproces en anderzijds het aanbieden van een relevantopleidingsaanbod.1.2.1.Informatie,onthaalengezondeonderzoekscultuur1.2.1.1. Het centraliseren van correcte en actuele informatie in het Nederlands en het Engels over alleaspectenvanhetdoctoraatstraject.(Zieook1.1.3)1.2.1.2.Relevanteintroductieweektijdensdewelkenieuwedoctorandiingelichtwordenoverdeinstelling,deprocedures,deonderzoekscultuur,externefinancieringskanalen...1.2.1.3.DoctorandiwordenvanafhetbegingeïntroduceerdmethetbelangenhetgebruikvanR&DNet/PURE.

Page 89: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

2/4

1.2.1.4.InhetkadervandeimplementatievandeGAP‐analyse(tegemoetkomingaanhetEuropeeshandvestvooronderzoekers)envaneenverbeterdHR‐beleidwordendoordepersoneeldienstverschillendeinitiatievenvoorzien om (buitenlandse) onderzoekers beter te ontvangen. Ook doctorandi zullen hiervan profiteren.Daarbij hoort o.a. een verbeterde informatieverstrekking over personeelsstatuten en rechten en plichten.Beterkenbaarmakenvandeverschillendepersoneelsstatutenendedaarmeegepaardearbeidsvoorwaarden,rechtenenplichten(verloning,onderwijsopdracht,verantwoordelijkhedenvandoctorandusenpromotor,…).

i.s.m.HR,IRMO

1.2.1.5.Monitoringvandetijdsbestedingvandoctorandi,omtezwareonderwijsopdrachtentekunnenidentificerenentevoorkomen.1.2.1.6.Monitoringvande duur van de voorbereiding van een doctoraat (time-to-degree) als KPI. 1.2.1.7.Uniformiseringvanopvolgingsverslagvoorallefaculteiten.1.2.2.Doctoraatsopleiding1.2.2.1. (Deelname stimuleren door) het aanbieden van een doeltreffende, relevante en kwalitatiefhoogstaande doctoraatsopleiding in het Nederlands en in het Engels op beide campussen. De CentraleDoctoraatsbegeleiding biedt een basisopleiding aan, terwijl de Doctoral Schools zich eerder richten op eencomplementair en meer disciplinegericht aanbod. De uitbreiding van het aanbod wordt grotendeelsgefinancierd door de subsidie voor de Omkadering voor Jonge Onderzoekers. De voorwaarden van dezesubsidiebepalendeelsde invullingvanhetaanbod, inhetbijzonder: loopbaanbegeleiding, interuniversitairesamenwerking op Vlaams niveau, een uitbreiding van de doelgroep (doctorandi en postdoctoraleonderzoekers)enaandachtvoorgenderevenwicht.

i.s.m.DoctoralSchools

1.2.2.2. De evaluatietechnieken van de opleidingsonderdelen en de workshops worden onder de loepgenomen.

i.s.m.DoctoralSchools,DOZ

1.2.2.3.WakenoverhaalbaarheidvanhetGetuigschriftvandeDoctoraatsopleiding.Momenteeliserdecretaalergweinigbepaaldm.b.t.dedoctoraatsopleiding,maarhetisnietondenkbaardateroptermijnookhiervoorkwantitatieve evaluatiecriteria of eindtermen opgelegd worden. We moeten ons hierop voorbereiden. Dedoctoraatsopleiding is aan de VUB niet verplicht, maar intussen werd de studiepuntenstructuur gewijzigd,waardoorhetGetuigschriftbeterhaalbaarwordt.

i.s.m.DoctoralSchools1.2.2.4. De ontwikkeling en lancering van het Doctoraatsportfolio. Dit online documentatiesysteem moetdoctorandi toelaten een duidelijk overzicht te behouden van de gevolgdeworkshops en cursussen, van deconferenties waaraan werd deelgenomen en van de onderzoeksoutput. De verzamelde informatie zal ookgebruikt worden voor de jaarlijkse verslaggeving aan de commissie voor doctoraatsopvolging inzake devoortgang vanhetdoctoraat. En aanhet einde vanhetdoctoraatstraject zal opbasis vanhetportfolio eenGetuigschrift van de Doctoraatsopleiding of een Attest uitgereikt worden, waarin alle details wordenopgenomen van het gevolgde traject. Dat geeft eenmeerwaarde aan de doctorandi en uiteindelijk aan dedoctoraathouder omdat ze op basis van de inhoud van hun Getuigschrift of Attest hun diversiteit aancompetenties kunnen expliciteren ten aanzien van de arbeidsmarkt. De concrete implementatie van ditportfolioprojectissterkafhankelijkvanandereICT‐systemen(CaLi,R&DNet/PURE).

i.s.m.ICT,CaLi,R&Dnet/PURE,DoctoralSchools

1.2.2.5. In afwachting van het doctoraatsportfolio, worden gedoctoreerden pro‐actief herinnerd aan demogelijkheidhetGetuigschriftofAttestaantevragen.

Page 90: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

3/4

1.2.3.Carrièrevanvorsers1.2.3.1.DocBezalwaarmogelijkeenbijdrageleverenaandeimplementatievandeaanbevelingenvandeGAP‐analyse(zieook1.2.1.4.).1.2.3.2. Dankzij de extra subsidie zal vanuit DocBe en de Doctoral Schools extra aandacht gaan naarloopbaanbegeleidingvoordoctorandi,gedoctoreerdenenpostdocs.Inditkaderzullen,mogelijksi.s.m.andereuniversiteiten,job‐gerelateerdeevenementen(jobbeurzen,symposia,workshops…)georganiseerdwordenenzalersamengewerktwordenmethetVUBCareerCenter/Randstad.

i.s.m.VUBCareerCenter/Randstad,andereVlaamseuniversiteiten1.3.Zichtbaarheidenvalorisatievanonderzoek1.3.1.InzettenvanDoctoralSchoolsalsuithangbord(zieook1.1.)1.3.2. Junioronderzoek(ers) inde kijker zettendoorevenementenals ‘Dag vandeDoctorandiVUB’ endoorsamenwerkingmetWECOM(o.a.doorcommunicatietechniekenteverbeteren).

i.s.m.WECOM1.3.3. Inzetbaarheid van doctors vergroten door sensibiliseringsacties naar de arbeidsmarkt en doorloopbaanbegeleiding(zieook1.2.3.)1.3.4. Awareness acties rond valorisatie (bijv. informatiesessiesm.b.t. valorisatie en IPR, cofinanciering vandeelnameaanstarterseminariesvoordoctorandienpostdocs)

i.s.m.TTI1.3.5. Ondernemerschap ondersteunen en aanmoedigen (bijv. project uitwerken waarbij thesisstudentenhandelsingenieurssamenwerkenmetdoctorandiomeenbusinessplanoptestellenvoordoctoratenmeteeneconomischefinaliteit.)

i.s.m.TTI,DOZ,faculteiten1.4.Internationaliseringenstructurelesamenwerking1.4.1.VUB‐onderzoekersmakenweiniggebruikvandemobiliteitsbeurzenvanhetFWO.Erkomteenbeteresensibilisering naar doctorandi toe.De FWO‐financiering gaat gepaardmet eenpublicatievoorwaarde.DoordoctoranditestimulerenommeeraanvragenbijhetFWOintedienen,vestigenwetegelijkertijddeaandachtophetbelangvanpubliceren.1.4.2.Desubsidiewordtingezetom,viadeDoctoralSchools,doctorandidemogelijkheidtegevenominhetbuitenland trainingsactiviteiten te volgen en om actief deel te nemen aan conferenties (via de zgn. travelgrants).

i.s.m.DoctoralSchools1.4.3. Het uitbouwen van structurele samenwerkingsakkoorden, enerzijds dankzij de OZR‐middelen voordoctoraatsbeurzen (cfr.overeenkomstmetuniversiteitvanLjubljana)enanderzijdsviahetaftoetsenvandemogelijkhedenophetvlakvanErasmusJointDoctorate.1.4.4. Optimalisering van procedure Joint PhDs. De dienstverlening die R&D biedt voor het afsluiten vanovereenkomstenomJointPhDsmogelijk temaken,blijftbestaan,meteenstevige juridischeondersteuning.Onlangswerdnogeenmodelcontract voor gezamenlijkedoctoraten tussenVlaamseuniversiteitenopVLIR‐niveauaangenomen.

Page 91: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

4/4

1.4.5. De Doctoraatsopleiding is per definitie een samenwerkingmet onze alliantiepartner UGent. Door devoorwaarden van de subsidie (1/4 te besteden i.s.m. met minstens 2 partners) worden desamenwerkingsverbandenmetdeandereVlaamseuniversiteitenextraversterkt.

i.s.m.DoctoralSchools1.4.6.ToenaderingtotdeULBophetvlakvandoctoraatsopleiding.2.BijdrageaanASP2MetdezeactiesdraagtDocBeinhetbijzonderbijaanvolgendeASP2prioriteiten:1. Rekruteringenmarketing2. Studierendementsverhoging3. Gezondfinancieelbeheerennetwerking4. Sterkalumnibeleid5. Performantonderzoeksbeleid,metaandachtvoorvalorisatie6. Consequent,kwaliteitsvol,vernieuwendonderwijsbeleid7. Internationalisering8. HRbeleid9. Samenwerkingmetstrategischepartnersversterken10. Efficiënte,slagkrachtige,goedbestuurdeorganisatie

Page 92: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017

BIJLAGE 4 Memorie van toelichting bij de invoer van een nieuw financieringsmodel onderzoek: basisfinanciering en programmafinanciering (RvB 24.05.2011)

Page 93: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 1 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Vrije Universiteit Brussel

Pleinlaan 2

1050 Brussel

Rectoraat

R&D DEPARTEMENT Cel Onderzoekscoördinatie

Tel. : +32 (0)2 629 21 08

Fax : +32 (0)2 629 36 40

Memorie van toelichting bij de invoer van een

NIEUW FINANCIERINGSMODEL ONDERZOEK: BASISFINANCIERING EN

PROGRAMMAFINANCIERING

Beoogde ingang:

BOF/OZR-begroting 2010/2011 en 2011/2012, naargelang het begrotingsonderdeel

Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Doelpubliek: In eerste instantie: Discussienota BOZ & OZR

Vervolgens: Toelichtingsnota Vorsersgemeenschap (dan ook Engelstalige versie te voorzien)

Bespreking in beleidsorganen — historiek: Nota excl. reglement:

BOZ 10.12.2010, BOZ 18.02.2011, BOZ 09.03.2011 Strategisch seminarie 17-18.03.2011

Bijzondere OZR 31.03.2011, OZR 13.04.2011 Nota incl. reglement:

BOZ 27.04.2011, DB 02.05.2011, BOZ 04.05.2011, RvD 09.05.2011, OZR 11.05.2011, RvB 24.05.2011

Actie na goedkeuring OZR & RvB: Informatievergaderingen

Operationalisering door dept. R&D: - uitbreiding R&D-Net met beleidsfiche vakgroep

- begrotingsopmaak en allocatie volgens nieuwe systeem

Page 94: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 2 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Document opgesteld door: Nadine Rons, Cel Onderzoekscoördinatie, Departement Research & Development.

Page 95: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 3 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Inhoud

Korte samenvatting 4

I. Aanleiding tot een nieuw model 6 I.1. Incentives naar alle teams toe 6

I.2. Nieuwe stimulansen 8

I.3. Wijzigende context inzake overheidsregelgeving en -begroting 10

II. Twee hoofdsporen: Basisfinanciering en Programmafinanciering 11 II.1. Basisfinanciering voor onderzoek 11

II.2. Programmafinanciering voor zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken 11

II.3. OZR/BOF-begrotingscontext 12

III. BASISFINANCIERING 14 III.1. Doel en mechanismen 14

III.2. Een beperkte set representatieve en strategische criteria 21

III.3. Concrete begroting 28

III.4. Vijfjaarlijkse evaluatie 31

IV. PROGRAMMAFINANCIERING 32 IV.1. Van omvangrijke projecten naar programmafinanciering 32

IV.2. Zwaartepunten 33

IV.3. Interdisciplinaire netwerken 37

V. Kwaliteitszorg 38 V.1. Impliciete en expliciete stimuli 38

V.2. Instrumenten ten dienste van een brede kwaliteitszorg 38

V.3. Een systematische en gerichte kwaliteitszorg 39

VI. OZR-opvangmandaten 41

APPENDICES 43 APPENDIX 1: Evolutie PhD's, 2de en 3de geldstroom en SCIE-publicaties 44

APPENDIX 2: Aansluiting bij het ASP 52

APPENDIX 3: Beleidsfiche vakgroepen (R&D-Net intern) 49

APPENDIX 4: Indeling van vakgroepen in disciplines 50

APPENDIX 5: Richtbedragen, verhoudingen en percentages 51

APPENDIX 6: Toetsing aan de SMART-criteria 53

APPENDIX 7: Ontwerp van initiële begroting 55

APPENDIX 8: Nota Doctoraatstoelage 56

APPENDIX 9: Vergelijking van het omgevormde model met het nieuwe model voor de basisfinanciering

58

APPENDIX 10: Uittreksel uit het BOF-besluit met betrekking tot de parameter "Mobiliteit en Diversiteit"

59

APPENDIX 11: Publicatiecategorieën 60

APPENDIX 12: Aanpassing OZR-reglement aparte nota

Page 96: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 4 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Korte samenvatting

Deze nota licht de werking toe van een nieuw financieringsmodel voor onderzoeksmiddelen aan de

Vrije Universiteit Brussel, waarbij een jaarlijks automatisch toegekende basisfinanciering voor

onderzoek wordt geplaatst naast een zichtbaarder zwaartepuntenbeleid. Beide onderdelen sluiten

aan bij de algemene aanbevelingen aan de Vlaamse universiteiten in het recente rapport van de

evaluatie van het onderzoeksmanagement1. Enerzijds uitte de evaluatiecommissie hierin haar

bezorgdheid aangaande de beschikbaarheid van onderzoeksfinanciering voor alle stafleden, in een

context van integratie van onderwijs en onderzoek als essentieel kenmerk van een universiteit.

Anderzijds ziet de commissie zwaartepuntvorming als een vereiste in de huidige context van Europese

en internationale concurrentie. De verschillende onderdelen van het model en hun doelstellingen

passen tevens in de bredere context van het universitaire beleid (Algemeen Strategisch Plan, ASP),

inclusief de focus daarin op de creatie van zwaartepunten, internationalisering,

schaalvergroting, netwerking en maatschappelijke relevantie. Alle onderdelen van het model

samen vormen een coherent, nauw verweven geheel, gericht op continue verbetering. In praktische

termen wordt overgestapt van een overwegend projectgebaseerde financiering, naar een structurele

financiering op twee niveaus: basisfinanciering en programmafinanciering:

Basisfinanciering

Als opvolger van de OZR-richtpercentages, vertrekt het nieuwe allocatiemodel voor de

basisfinanciering voor onderzoek nog steeds vanuit een visie waarbij stimulansen vanuit het centrale

onderzoeksbeleid worden doorgegeven naar de onderzoeksgemeenschap. Waar middelen en

stimulansen in het voorgaande model werden doorgegeven aan de drie Adviessubcommissies2, worden

deze in het nieuwe model rechtstreeks doorgegeven aan de teams. Op deze manier wordt verzekerd

dat de stimulansen alle teams bereiken, en daarmee het volledige basisorganisatieniveau van het

onderzoek, waar een grote meerwaarde kan worden gerealiseerd op het vlak van lokaal

onderzoeksbeleid. Er wordt gewerkt met de vakgroepen als permanente structuur aan de basis. Deze

groepen krijgen een expliciete verantwoordelijkheid op het vlak van onderzoeksbeleid, en ook de

middelen om hun lokale onderzoeksstrategieën uit te bouwen en te ondersteunen. De formule voor de

middelenverdeling combineert een zekere eenvoud met voldoende nuancering. De parameters blijven

beperkt tot een set representatieve en strategische criteria, terwijl daarbinnen rekening wordt

gehouden met verschillen naargelang de disciplines. Terwijl dezelfde basisgevens die voor het

allocatiemodel worden verzameld ook een rol zullen spelen in de centrale kwaliteitszorg, houden de

toekenningen via het allocatiemodel als dusdanig geen kwaliteitsevaluatie in. Hoge 'scores' op de

geselecteerde parameters mogen geen streefdoel zijn op zich, maar zijn het gevolg van een gezond lokaal onderzoeksbeleid en een goede onderzoekscultuur. Om dit duidelijk te stellen worden de

geselecteerde parameters in deze nota uitvoerig gekaderd in een ruimer onderzoeksbeleid, en wordt

aangereikt met welke coördinerende acties de vakgroepen daartoe kunnen bijdragen. Van de

vakgroepen wordt verwacht dat zij de aan hen als 'lump sum' toegekende basisfinanciering voor

onderzoek optimaal trachten aan te wenden, volgens een weloverwogen strategie die past bij de

noden van hun domein. Hun gezamenlijk succes op dit vlak zal bijdragen tot de financiële middelen

van de universiteit als geheel, en zal een verdere groei in reputatie en uitstraling ten goede komen.

1 'Beoordeling van de kwaliteit van het onderzoeksmanagement van de Vlaamse universiteiten', Vlaamse Interuniversitaire Raad, Brussel, 2010 (http://www.vlir.be/content1.aspx?url=evaluatie-onderzoeksmanagement) 2 Humane Wetenschappen (HW) — Basis, Natuur- en Toegepaste Wetenschappen (BNTW) — Biomedische Wetenschappen (BMW)

Page 97: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 5 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Programmafinanciering

Het reeds aanwezige zwaartepuntenbeleid in de vorm van Geconcerteerde Onderzoeksacties, wordt

vernieuwd en sterker op de voorgrond geplaatst, met meer aandacht voor uitstraling. Er wordt

overgestapt van projectmatige toekenningen naar een programmafinanciering, met de daaraan

gekoppelde nieuwe procedures betreffende aanvraag, toekenning en opvolging. Ook de Horizontale

Onderzoeksacties krijgen een opvolger met verdere verlengingsmogelijkheden, als tweede type van

programmafinanciering. Beide types programmafinanciering krijgen ook een passende Engelstalige

benaming, ter bevordering van hun internationale herkenbaarheid, zichtbaarheid en uitstraling.

Beide instrumenten samen moeten ervoor zorgen dat de universiteit zich duidelijk kan profileren rond

een reeks excellente onderzoekspolen, ontstaan en gevoed vanuit een diverse en zich continu

vernieuwende onderzoeksbodem.

Page 98: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 6 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

I. Aanleiding tot een nieuw model

I.1. Incentives naar alle teams toe Het huidige allocatiemodel voor de verdeling van OZR/BOF-middelen voor onderzoekprojecten verdeelt

de middelen over de drie adviesubcommissies van de Onderzoeksraad volgens de "OZR-Richtpercentages". Dit model werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 26 maart 2002. Het

model geeft een aantal incentives door naar de drie adviessubcommissies. Deze beogen het verhogen

van de prestaties op strategische outputparameters, namelijk het aantal PhD's (als BOF-parameter)

en het volume aan extern verworven onderzoeksmiddelen (gezien het vastgesteld potentieel tot

verbetering). De "OZR-Richtpercentages" worden jaarlijks aangepast op basis van de tendenzen die

voor deze parameters werden verwezenlijkt. Het model verdeelt middelen binnen een gesloten

enveloppe, zodat enkel een adviessubcommissie die grotere vorderingen maakt dan gemiddeld voor

de drie samen, haar middelen ziet stijgen. Hieronder en in APPENDIX 1 wordt weergegeven welke

evoluties in de betrokken outputparameters werden gerealiseerd over een periode van 7 jaar, sinds

de ingebruikname van het model van de "OZR-Richtpercentages":

PhD's:

In de drie adviessubcommissies werd een duidelijke verhoging vastgesteld van het aantal afgelegde

PhD's (APPENDIX 1 — Figuur 1.a., vergelijk de periode vanaf het academiejaar 2003/2004 ten opzichte

van de voorgaande periode). De relatieve aandelen van de drie adviessubcommissies op basis van

deze parameter bleven op eenzelfde niveau.

Afgezet ten opzichte van het aantal potentiële promotoren (VTE ZAP) tekent zich binnen de domeinen

van de adviessubcommissies wel een variabel beeld af over de disciplines wat betreft de prestaties ten

opzichte van het Vlaamse gemiddelde (APPENDIX 1 — Figuur 1.b.), waarbij de VUB deels hoger

(7 disciplines) en deels lager (9 disciplines) dan het Vlaamse gemiddelde scoort.

Globaal verhoogt voor de VUB het aantal PhD's per VTE ZAP en wordt het Vlaamse gemiddelde beter

benaderd, doch nog niet bereikt.

Middelen 2de & 3de geldstroom:

In de drie adviessubcommissies werd in verschillende mate een verhoging vastgesteld van de

middelen verworven binnen de 2de en binnen de 3de geldstroom (APPENDIX 1 — Figuur 2.a. en Figuur

2.b.). Voor zowel de 2de als de 3de geldstroom tekent zich binnen de adviessubcommissies een

variabel beeld af over de disciplines (APPENDIX 1 — Tabel 2.c.), waarbij voor een aantal disciplines zelfs

een achteruitgang wordt vastgesteld voor beide geldstromen.

Onderstaand schema geeft per adviessubcommissie de verdeling weer van de disciplines naargelang

hun stijgende of dalende tendens binnen de 2de en 3de geldstroom (GS2 en GS3), voor de periode

van 5 jaar nà invoer van de OZR-Richtpercentages (2003-2007) ten opzichte van de 5 voorafgaande

jaren (1998-2002). Terwijl binnen elke adviessubcommissie voor de meeste disciplines vooruitgang

wordt geboekt voor beide geldstromen of voor één van de twee, is er telkens ook één discipline die

overwegend een terugval vertoont.

Page 99: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 7 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Tabel 1: Omvang en tendens van de middelen verworven in de 2de en 3de geldstroom HW BNTW BMW GS3↑ GS3= GS3↓ GS3↑ GS3= GS3↓ GS3↑ GS3= GS3↓

GS2↑ 2 8,2mEUR

1 0,3mEUR

3 12,4mEUR

7 57,1mEUR

1 17,1mEUR

4 23,6mEUR

3 38,8mEUR

1 5,0mEUR

GS2= 1 15,5mEUR

1 1,4mEUR

GS2↓ 2 12,2mEUR

1 1,3mEUR

1 4,6mEUR

aantal disciplines met stijgende, stabiele (verschil ≤ 5%) of dalende geldstroom voor 2003-2007 ten opzichte van 1998-

2002, en bedrag GS2 + GS3 voor 2003-2007

Conclusie:

Terwijl de invoer van het model van de OZR-richtpercentages gepaard ging met een globale positieve

evolutie op het niveau van de drie adviessubcommissies, heeft de bedoelde stimulans inzake externe

fondsenwerving en PhD's daarbinnen niet alle teams in dezelfde mate bereikt. Het doorgeven van strategische incentives tot op het niveau van de teams is dan ook één van de belangrijkste redenen voor de invoer van een nieuw, beter hierop afgestemd model.

Page 100: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 8 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

I.2. Nieuwe stimulansen

De creatie van een nieuw model wordt aangegrepen om nieuwe stimulansen in te bouwen waaraan

een duidelijke nood blijkt te bestaan.

Lokaal en centraal onderzoeksbeleid

Met het nieuwe model wordt ingespeeld op een aantal regelmatig weerkerende bemerkingen vanwege

de expertenpanels voor de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties, en op de uitdagingen op

onderzoeksvlak die worden aangehaald in het Algemeen Strategisch Plan van de universiteit.

Beiden hebben voor een groot deel betrekking op organisatie en keuzes inzake onderzoeksbeleid op

lokaal niveau, binnen teams en faculteiten, en daarnaast op initiatieven die worden verwacht vanuit

het centrale onderzoeksmanagement.

Tabel 2. Vaststellingen en uitdagingen aan de basis van het nieuwe financieringsmodel Weerkerende bemerkingen bij de disciplinegewijze

onderzoeksevaluaties Situering van uitdagingen op onderzoeksvlak in het

Algemeen Strategisch Plan van de universiteit Lokaal onderzoeksbeleid: verwachtingen inzake focus, productiviteit en zichtbaarheid - behoefte aan coördinatie en focus op onderzoeksvlak,

zowel op het niveau van de teams als op het hogere niveau van de discipline/faculteit

- belang van een goede balans tussen fundamenteel en toegepast onderzoek

- "een significante aanwezigheid op het internationale vlak en dus inbedding van de research in een Europese context"

- "het effectief definiëren van grote wetenschappelijke uitdagingen. Grotere ambities dienen geformuleerd die getuigen van bevlogenheid die creatieve academici de facto eigen moet zijn"

Organisatiestructuur: gemengd lokaal initiatief en centrale stimuli - vaak ontoereikende schaalgrootte van teams - "de creatie van zwaartepunten / speerpunten en in een

belangrijk aantal gevallen de creatie van schaalvergroting en van horizontale synergieën"

Centraal onderzoeksbeleid: gewenste stimuli - behoefte aan precisering van verwachtingen inzake

onderzoeksprestaties - "kanteling van een vertikale organisatie (faculteiten,

studierichtingen en onderzoekslabo's naast elkaar) naar een horizontale organisatie (interdisciplinariteit en flexibiliteit)"

- "verhoogde eis tot maatschappelijke relevantie van opleidingen en onderzoek"

Het nieuwe model sluit tevens aan bij de algemene waarden van de universiteit opgenomen in het

Algemeen Strategisch Plan en ondersteunt de daarin benadrukte centrale beleidsopties, zoals

internationalisering en het voeren van een zwaartepuntenbeleid. APPENDIX 2 geeft schematisch

aan welke onderdelen van het nieuwe model inspelen op de verschillende onderzoeksgerelateerde

waarden, uitdagingen en strategische doelstellingen opgenomen in het Algemeen Strategisch Plan.

Page 101: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 9 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Strategische prestatiecriteria

De financierende overheid en publieke internationale rankings rekenen de universiteiten af op een aantal ruwe prestatiecriteria. Terwijl zeker kritische bedenkingen bij de betekenis van de daarbij

gebruikte parameters kunnen worden geplaatst3, zijn de universiteiten verplicht om de nodige

aandacht aan deze scores te besteden. Het aanwezige potentieel voor de betreffende

onderzoeksprestaties dient zo volledig mogelijk te worden verwezenlijkt teneinde de financiering,

reputatie en aantrekkingskracht van de universiteit te vrijwaren en te versterken. Daar nog ruimte

voor verbetering rest (bijvoorbeeld op het vlak van publicaties per vorser, zie APPENDIX 1 — Figuur

3.a.), worden verschillende van deze criteria in het nieuwe model opgenomen. Dit gebeurt wel onder

een zorgvuldig overwogen vorm, grondig gekaderd en met de nodige voorzorgen zodat een gezonde

ontwikkeling van het onderzoek niet door louter model-technische kwesties wordt belemmerd, en

zodat geen aanleiding wordt gegeven tot ongewenste gedragingen.

De rode draad doorheen de verschillende onderdelen van het nieuwe model is het principe van

continue verbetering. Ook hiermee wordt aangesloten bij het ASP van de universiteit, dat eveneens

kwantitatieve performantieverhoging voorop stelt met betrekking tot PhD- en publicatie-aantallen, die

sinds kort als basisdata worden gebruikt in het nieuwe allocatiemodel van de universiteit voor de

verdeling van de algemene basismiddelen over de faculteiten.

Verhoogde efficiëntie

De toekenning van onderzoeksmiddelen gebeurt in het oude systeem op aanvraagbasis, via een

veelheid van aparte toekenningen van OZR/BOF-projecten, kredieten aan navorsers, IWT-

Overbruggingsbeurzen en reiskredieten. In het nieuwe systeem worden dezelfde middelen voor het

grootste deel toegekend als basisfinanciering voor onderzoek, die op formulebasis wordt verdeeld over

alle vakgroepen. Dit verhoogt de efficiëntie, zowel bij de toekenning als bij de besteding van de

middelen:

Voor de toekenning van onderzoeksmiddelen via het oude systeem werd jaarlijks een aanzienlijk

menselijk potentieel gemobiliseerd onder de vorm van aanvragers, reviewers en ondersteunende

administratie. In het nieuwe systeem wordt de basisfinanciering voor onderzoek automatisch verdeeld

op formulebasis, zonder aanvragen of reviewers. Hierdoor wordt de inzet van referees voor de

evaluatie van aanvragen de facto beperkt tot de meer prestigieuze financieringskanalen (Methusalem,

Onderzoeksmandaten op ZAP-niveau, zwaartepuntfinanciering). Het nieuwe model komt zo tegemoet

aan de evaluatiemoeheid die wordt vastgesteld bij reviewers na steeds weerkerende vragen om op

te treden als evaluator van onderzoeksaanvragen. Daarnaast wordt ook de interne belasting inzake

coördinatieactiviteiten en administratieve opvolging beperkt tot een proportie die in overeenstemming

is met de toegekende budgetten.

3 E. Spruyt, N. Rons (2008). Belonend Onderzoek Financieren. De BOF-sleutel, een staaltje sleutelkunde. Delta, Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, Nr.18, pp.25-32 en N. Rons, K. Vandevelde (2007). The Unbearable Lightness of Ranking. Delta, Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, Nr.15, pp.30-34

Page 102: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 10 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Op het vlak van besteding, wordt door het nieuwe model een gelegenheid geboden voor een

verhoogde efficiëntie bij het beheer en de besteding van onderzoeksmiddelen en hun saldi. De

middelen en saldi liggen in het oude systeem versnipperd over de overschotten per individueel

onderzoeksproject of krediet. Dit bemoeilijkt het overzicht, met een ondergebruik van de middelen tot

mogelijk gevolg. Het nieuwe model geeft de mogelijkheid om saldi te beheren op vakgroepniveau.

Door het betere overzicht en de grotere gegroepeerde omvang, zullen de middelen en de saldi daar

efficiënter kunnen worden beheerd en aangewend. Een optimale efficiëntie bij de besteding, waarbij de

onderzoekscapaciteit waarvoor middelen beschikbaar zijn ook daadwerkelijk ingevuld wordt,

is van groot belang voor de verdere financiering, zowel voor de universiteit als geheel als voor de

betrokken vakgroep. Waar dit niet gebeurt wordt immers ingeboet ten opzichte van de potentiële

onderzoeksoutput, en daarmee ook inzake financiering. Door de invloed van de onderzoeksoutput op

zowel de basisfinanciering voor de universiteit, als op de overheidsbijdrage in het Bijzonder

Onderzoeksfonds, is het van algemeen belang voor de gehele universitaire gemeenschap dat de

beschikbare onderzoeksmiddelen, in het bijzonder deze voor personeel, zo volledig mogelijk worden

besteed.

I.3. Wijzigende context inzake overheidsregelgeving en -begroting

Nood aan een nieuw systeem

Na de verwachte aanpassingen van het Koninklijk Besluit aangaande de Jaarverslagen van de Universiteiten, zal niet langer dezelfde informatie als voorheen in de jaarverslagen worden vereist.

Het is dan ook niet zeker dat het actuele op tendenzen gebaseerde model van de OZR-

richtpercentages, dat gebruik maakt van informatie die wordt toegeleverd in de jaarverslagen, in de

toekomst naadloos zal kunnen worden verdergezet.

Nood aan basisfinanciering

Door de dalende FWO-slaagpercentages kan niet langer worden verondersteld dat goed

functionerende onderzoekers regelmatig financiering kunnen bekomen van het Fonds voor

Wetenschappelijk Onderzoek, als kanaal bij uitstek voor de financiering van fundamenteel onderzoek.

Enkel de sterkste, meest performante groepen zullen zich stelselmatig in de top van de voor

financiering geselecteerde aanvragen weten te positioneren. De "slechts" goed tot zeer goed

presterende groepen zullen hun kansen op FWO-financiering aanzienlijk zien afnemen, terwijl zij een

belangrijke rol spelen voor de instandhouding en vernieuwing van een brede en diverse

onderzoeksbasis. Het is dan ook belangrijk om deze groepen tijdig via een ander systeem toegang te

geven tot een regelmatige financiering voor hun onderzoek.

Page 103: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 11 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

II. Twee hoofdsporen: Basisfinanciering en Programmafinanciering

II.1. Basisfinanciering voor onderzoek

De gehele vorsersgemeenschap wordt voorzien van een basisfinanciering voor onderzoek, gericht

op het in stand houden van een breed scala aan onderzoeksdisciplines, als duurzame, multidisciplinaire voedingsbodem voor nieuwe ontwikkelingen4. Deze basisfinanciering komt in de

plaats van het geheel van jaarlijkse, grotendeels aanvraaggebonden toekenningen in het kader van

OZR-Richtpercentages, OZR/BOF-projecttoekenningen, Kredieten aan Navorsers, IWT-

Overbruggingsbeurzen en Congreskredieten. De basisfinanciering voor onderzoek moet enerzijds, via

de gebruikte criteria, een systematische financiële stimulans vormen voor het stelselmatig verder uitbouwen van kwaliteitsvol onderzoek, en moet anderzijds voldoende continuïteit en stabiliteit bieden. Om de basisfinanciering voor onderzoek zo efficiënt mogelijk te kunnen aanwenden in de

verscheiden domeinen, wordt zij aan de teams toevertrouwd als een vrij aanwendbare 'lump sum',

die de omvang en groei van hun onderzoeksprestaties weerspiegelt. De prestatiestimulans die hiervan

uitgaat moet bijdragen tot continu groeiende prestaties, reputatie en uitstraling van de

onderzoeksteams en van de universiteit als geheel.

II.2. Programmafinanciering voor zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken

Via programmatorische langetermijn-financiering wordt excellent onderzoek van een beperkt aantal

zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken ondersteund. Hiertoe worden de bestaande GOA-

en HOA-financieringskanalen vernieuwd en sterker op de voorgrond geplaatst. Enkel de meest

vooraanstaande teams op het vlak van onderzoeksprestaties en kritische massa komen in aanmerking

om een onderzoekszwaartepunt of interdisciplinair netwerk te coördineren. De nadruk in de profilering

van een zwaartepunt ligt op wetenschappelijke excellentie (ex GOA's), terwijl deze voor een

interdisciplinair netwerk ligt op maatschappelijke uitdagingen en thematische totaalexpertise

(ex HOA's)5. Deze kanalen krijgen een nieuwe benaming die hen internationaal veel beter herkenbaarder maakt. Een betere zichtbaarheid van de geselecteerde zwaartepunten en

interdisciplinaire netwerken, onder meer via de website van de universiteit, moet bijdragen tot de

reputatie en uitstraling van de universiteit en van de betrokken onderzoeksteams.

4 'Meeting the Grand Challenges also requires the following: - Strengthening frontier research initiated by the research community itself. It is fundamentally important to create knowledge diversity, endowing the European Union with expertise, especially when confronted with unforeseen Grand Challenges and "shocks". ... - A risk-tolerant and trust-based approach in research funding ...', Lund Declaration, Declaration from the Swedish Presidency Research Conference ”New world – New solutions", Lund 7-8 July 2009. 5 Een derde type zwaartepunten met nadruk op synergie met economische ontwikkelingen vindt financiering via het IOF.

Page 104: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 12 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

II.3. OZR/BOF-begrotingscontext

Het nieuwe financieringsmodel beheert of stuurt een belangrijk deel van de jaarlijks door de

Onderzoeksraad toegekende middelen.

- Het nieuwe allocatiemodel voor de Basisfinanciering voor onderzoek omvat naast het vroegere

budget voor OZR/BOF-projecten ook de budgetten die specifiek gericht waren op de jonge vorsers

(de huidige Kredieten aan navorsers, IWT-Overbrugingsbeurzen en Congreskredieten OZR). Ook de

nieuwe EU-incentives, gefinancierd via een nieuwe begrotingslijn (via overhead vanaf 2012),

worden gekaderd in het globale allocatiemodel.

- Het budget voor zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken groepeert de budgetten

bestemd voor Geconcerteerde Onderzoeksacties (GOA's, budgettair omlijnd via het BOF) en

Horizontale Onderzoeksacties (HOA's) onder een nieuwe noemer.

Tabel 3. Schematische begrotingscontext Onderdelen van de huidige OZR/BOF-begroting betrokken bij de omvorming

Onderdelen van de OZR/BOF-begroting betrokken bij het nieuwe financieringsmodel

Bijkomend

Begrotingslijnen Begroting 2010/2011

BASISFINANCIERING

OZR/BOF-projecten (excl. ZWA)

2.600.000 EUR

Basisfinanciering voor vakgroepen ≥2/3

Kredieten aan Navorsers 606.660 EUR Congreskredieten 263.000 EUR

Persoonsgebonden bonussen ≤1/3 (incl. EU-incentives)

EU-incentives 400.000 EUR

Begrotingslijnen Begroting 2010/2011

PROGRAMMAFINANCIERING

Geconcerteerde Onderzoeksacties (GOA) 4.600.000EUR

Zwaartepunten

Horizontale Onderzoeksacties (HOA)

640.000 EUR Interdisciplinaire netwerken

Naast de twee onderdelen van het nieuwe financieringsmodel blijven andere kanalen bestaan voor

specifieke beleidsdoelstellingen, waaronder:

- via het BOF- en IOF-besluit gereglementeerde en/of budgettair omlijnde financieringskanalen zoals

Methusalem, Odysseus en de Onderzoeksmandaten op ZAP-niveau als kanalen op excellentieniveau,

en Hercules als kanaal voor onderzoeksinfrastructuur,

- de kredieten voor Internationale Wetenschappelijke Samenwerking,

- de verschillende prijzen,

- de themagebonden projecten en beurzen (Solvay, IES),

- de OZR-mandaten op (voornamelijk) predoc-niveau (zie hoofdstuk VI. OZR-opvangmandaten).

Page 105: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 13 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Het huidige model van de OZR-Richtpercentages stuurde naast de OZR/BOF-onderzoeksprojecten ook

beurtrolsystemen voor de toekenning van GOA's en Onderzoeksmandaten op ZAP-niveau en een reeks

verschuivingen in de OZR-mandaten. Ook met het nieuwe systeem blijft de mogelijkheid tot sturing

van toekenningen binnen andere financieringskanalen bestaan, maar via nieuwe mechanismen. De

Prestatieprofielen van de vakgroepen, in kaart gebracht in het kader van de basisfinanciering, lenen

zich als basis voor strategische keuzes in het kader van andere interne financieringskanalen. De

Onderzoeksraad kan deze vakgroepprofielen bijvoorbeeld aanwenden bij preselecties van aanvragen

voor oproepen waarbij een minimumniveau inzake onderzoeksprestaties en omvang kan worden

vooropgesteld.

Naar aanleiding van het nieuwe financieringsmodel dienen in elk geval de reglementen aangaande de Onderzoeksmandaten op ZAP-niveau en de OZR-mandaten te worden aangepast:

- Voor de Onderzoeksmandaten op ZAP-niveau kunnen de oproepen verder worden uitgeschreven

op basis van thema’s, volgens een beurtrol uit de drie grote domeinen HW-BNTW-BMW. Met het oog

op goed omlijnde thema's die internationale kandidaten aanspreken, wordt voorgesteld om voortaan

de voorstellen hiervoor rechtstreeks te laten gebeuren door de vorsers uit het domein. Aan de

voorstellen die in het verleden werden geformuleerd via de Adviessubcommissies, werd immers

thematisch vaak weinig richting gegeven, wat niet bevorderlijk is voor de internationale

aantrekkingskracht van de oproep en de competitieve selectie. Teneinde een doeltreffende

internationale verspreiding van de oproep te garanderen, wordt voortaan gevraagd om in het

themavoorstel drie of meer buitenlandse teams te vermelden die in het domein werkzaam zijn.

- Als nieuwe werkwijze voor de OZR-mandaten wordt voorgesteld om deze centraal te beheren (zie

hoofdstuk VI. OZR-opvangmandaten). Het centrale OZR-reglement wordt hiertoe uitgebreid met de 'best practices' vanuit de adviessubcommissies, waarmee goede ervaringen bestaan. Er wordt niet

langer een domeinversleuteling gehanteerd, zodat over alle disciplines heen de beste kandidaten

kunnen worden geselecteerd, inclusief deze uit de nieuwe interdisciplinaire categorie bij het FWO.

Een voorstel tot aanpassing van het OZR-reglement naar aanleiding van deze nota is toegevoegd in

APPENDIX 12.

Page 106: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 14 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

III. BASISFINANCIERING

III.1. Doel en mechanismen

Basismiddelen en verantwoordelijkheid voor onderzoek op vakgroepniveau

De toekenning van onderzoeksmiddelen door de Onderzoeksraad gebeurde tot nu voornamelijk op

projectbasis, aan individuele promotoren. Met het nieuwe model wordt voorzien in de behoefte aan

een basisfinanciering voor onderzoek op het niveau van de teams, die de basisstructuur vormen

voor de organisatie van het wetenschappelijk onderzoek. Het model gaat hiervoor uit van de

vakgroep als permanente organisatiestructuur, op een niveau waar een grote meerwaarde kan

worden gerealiseerd op het vlak van lokaal onderzoeksbeleid. Hierbij wordt niet voorbijgegaan aan de

domeinkarakteristieke aard van onderzoeksprestaties, die zowel individueel als collectief kan zijn. In

beide gevallen is een organisatie en coördinatie in structuren van voldoende schaalgrootte

noodzakelijk om voor alle onderzoekers een toereikende en efficiënte logistieke en technische

ondersteuning te kunnen voorzien. De toekenning van de basisfinanciering voor onderzoek als

'lump sum' laat toe om de middelen binnen een vakgroep met een grote vrijheid en soepelheid te

beheren, zodat optimaal kan worden ingespeeld op de specifieke noden van elk domein.

Met de basisfinanciering voor onderzoek krijgen de vakgroepen tegelijk de mogelijkheden en de verantwoordelijkheid voor een succesvol gecoördineerd beleid op onderzoeksvlak, via:

- het actief richting geven inzake zwaartepuntvorming (zoals verwacht vanuit het centrale

universiteitsbeleid, cfr. Algemeen Strategisch Plan) en daarmee het zo efficiënt mogelijk structureren

van het onderzoek rond één of enkele centrale onderzoeksthema’s (eventueel kaderend in een

synergie met andere vakgroepen)

- de algemene efficiëntie waarmee middelen kunnen worden ingezet binnen een vakgroep van

voldoende schaalgrootte6

- een gecoördineerde opvolging van de noden inzake infrastructuur - de mogelijkheid om binnen een vakgroep verschillende onderzoeksprofielen naast elkaar te laten

bestaan (i.e. met verschillende focus inzake aard van onderzoeksprestaties)

- het voorzien van de belangrijke en noodzakelijke ruimte voor vernieuwend, risicovol onderzoek (zonder onmiddellijke garantie inzake onderzoeksprestaties, maar een belangrijke wending indien

succesvol)

- een gerichte ondersteuning van succesvolle en prioritaire samenwerkingen

- het nemen van gezamenlijke initiatieven inzake begeleiding van doctorandi - een georganiseerde interne informatieverspreiding, bijvoorbeeld inzake

financieringsmogelijkheden voor onderzoek

- een strategische aanwending van de middelen ten bate van een succesvolle externe fondsenwerving, bijvoorbeeld via aanloopfinanciering, cofinanciering, overbruggingen7 en

gemeenschappelijke ondersteuning voor projectmanagement - financiële ondersteuning ten bate van de internationale inbedding, bijvoorbeeld voor

congresparticipaties en activiteiten in het kader van netwerkvorming

6 Hoe groter de schaal, hoe beter de vakgroep kan instaan voor het efficiënt gecoördineerde onderzoeksbeleid dat van haar wordt verwacht. Een verdere stimulans voor schaalgrootte rust in het voorbehouden van het coördinatorschap van zwaartepunten voor de meest vooraanstaande vakgroepen op het valk van onderzoeksprestaties én schaalgrootte. 7 In het voorgaande financieringsmodel werden overbruggingsmiddelen deels ten laste genomen van de spaarplannen opgebouwd op het niveau de adviessubcommissies.

Page 107: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 15 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Om haar onderzoeksbelangen te behartigen kan de vakgroep niet alleen acties ondernemen op het

eigen beleidsniveau, maar zal het wenselijk zijn dat zij deze belangen eveneens verdedigt via haar

standpunten binnen de faculteit, bijvoorbeeld inzake personeelsbeleid.

De vakgroepen worden hiermee duidelijk geïdentificeerd als belangrijke actoren op het vlak van

onderzoeksbeleid. Zij staan mee in voor de creatie van een goed onderzoeksklimaat met de hoogste

ethische standaarden, waarbinnen de vorsers in staat zijn en aangemoedigd worden om hun volle

potentieel te realiseren. Met de basisfinanciering voor onderzoek beschikken zij hiervoor over de

nodige middelen.

Een jaarlijkse beknopte presentatie van het onderzoeksbeleid van de vakgroep aan de Onderzoeksraad

wordt voorzien via een Strategische Beleidsfiche Onderzoek (ontwerp: zie APPENDIX 3). De

neerlegging of actualisering van deze beleidsfiche gebeurt als onderdeel van R&D-Net (intern).

Teneinde de beoogde strategische invulling binnen alle vakgroepen te stimuleren, wordt de

goedkeuring van de beleidsfiche door de Onderzoeksraad als voorwaarde gesteld om aanspraak te

kunnen maken op basisfinanciering voor onderzoek. Indien de beoogde strategische invulling in

onvoldoende mate aanwezig is in de beleidsfiche, verzoekt de Onderzoeksraad de betrokken vakgroep

om een herwerkte versie voor te leggen, tot deze voldoet en kan worden goedgekeurd.

Elke vakgroep duidt een Vakgroepcoördinator onderzoeksbeleid & -begroting aan, en geeft

jaarlijks aan de Onderzoeksraad door wie deze functie waarneemt via de 'Strategische Beleidsfiche

Onderzoek'. In de 'Strategische Beleidsfiche Onderzoek' worden verder volgende elementen op

beknopte wijze weergegeven:

- de prioritaire langetermijn onderzoeksniche(s) van de vakgroep, op basis van een kritische

analyse van de sterke punten op onderzoeksvlak en hun uniek karakter in internationale competitie

met andere teams in het domein, en de samenwerkingen die daarin kaderen,

- de grote krachtlijnen van het onderzoeksmanagement van de vakgroep, in het bijzonder inzake

personeelsbeleid (inclusief planning van opvolging na op pensioenstellingen, op te starten ten laatste

3 jaar op voorhand) en de verdeling van de aan de vakgroep toegekende basisfinanciering voor

onderzoek,

- de door de vakgroep systematisch gecoördineerde logistieke onderzoeksondersteuning,

bijvoorbeeld aangaande projectmanagement, externe fondsenwerving, onderzoeksnetwerking,

begeleiding van doctorandi, gezamenlijke apparatuur,

- de desgevallend door de vakgroep zelf ingestelde internationale wetenschappelijke adviesraad8,

- de objectieven van de vakgroep aangaande valorisatie van het onderzoek, in haar verschillende

mogelijke vormen9,

- een kernachtige SWOT-analyse voor de vakgroep.

De 'Strategische Beleidsfiches Onderzoek' dekken hiermee aandachtspunten op het niveau van teams

aangaande het onderzoeksbeleid, die regelmatig aan bod komen in de 'Disciplinegewijze

onderzoeksevaluaties'. Het opstellen ervan verplicht de vakgroepen jaarlijks tot overleg en analyse. Dit

blijft echter ver onder de inspanningen die in het voorgaande financieringsmodel vereist waren, onder

8 De melding van een eventuele, door de vakgroep zelf ingestelde internationale wetenschappelijke adviesraad kadert in een vernieuwd systeem van kwaliteitszorg. Na een volledige eerste cyclus wordt het instrument van de 'Disciplinegewijze onderzoeksevaluaties' niet meer volgens een beurtrol, maar gericht ingezet op basis van indicaties geboden door monitoringinstrumenten (zie V. Kwaliteitszorg). De instelling van een eigen wetenschappelijke adviesraad wordt als 'good practice' gepromoot en is nu reeds een gangbare praktijk bij een aantal teams. 9 i.e. het beschikbaar en geschikt maken van wetenschappelijke kennis voor gebruik in de praktijk door partijen buiten de academische wereld, waarbij onder verschillende (verweven) vormen een toegevoegde waarde wordt gegeven aan de onderzoeksresultaten: Economische of commerciële waarde (bijdragen tot de productiviteit, innovatieve werking, efficiëntie en doelmatigheid van bedrijfsleven en overheid); Maatschappelijke waarde of welzijn (bijdragen tot hedendaagse maatschappelijke vraagstukken, bepalend voor de kwaliteit en toekomst van de samenleving); Culturele waarde (versterking van het beeld van mens en cultuur en van culturele vaardigheden van burgers); Democratische waarde (bijdragen tot een kritisch maatschappelijk debat en de vormgeving van burgerschap).

Page 108: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 16 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

de vorm van door de verschillende teamleden afzonderlijk ingediende en omstandig omschreven

aanvragen voor onderzoeksmiddelen.

Uitzondering: Een uitzondering op de situering van toekenningen en beleidsfiches op vakgroepniveau,

betreft de vakgroepen binnen de faculteit Geneeskunde en Farmacie (GF), waar toekenningen

en beleidsfiches gesitueerd worden op het niveau van de faculteit voor het geheel van alle GF-

vakgroepen samen (i.e. in alle disciplines binnen GF, inclusief MESO). Hierbij worden de

basisfinanciering voor onderzoek en de daaraan verbonden verantwoordelijkheden voor een

gecoördineerd onderzoeksbeleid op eenzelfde niveau gesitueerd als de nieuwe UMC structuur, die instaat voor een gecoördineerd beleid voor de faculteit en het universitair ziekenhuis. Het orgaan

binnen het UMC dat zal instaan voor het beheer van de door de Onderzoeksraad toegekende

basisfinanciering voor GF-vakgroepen is de UMCOR (UMC Onderzoeksraad).

Efficiënte inzet van tijd en middelen

Het allocatiemodel voor de basisfinanciering voor onderzoek beoogt haar doel te bereiken via een

relatief eenvoudig en efficiënt toepasbare formule, uitgaande van een beperkte selectie van reeds voorhanden zijnde basisgegevens. Nagenoeg het volledige allocatiemodel betreft reeds toe te

leveren data (PhD's, ZAP-aanstellingen) of datacategorieën (VABB-SHW) in het kader van de

financiering van de universiteit door de overheid. Een bijkomende aanwending voor het interne

allocatiemodel vergt dus een beperkte extra inspanning en kan de volledigheid van de data enkel ten

goede komen, in het bijzonder waar deze afhangt van registratie door de vorsers (publicaties). De

ingebruikname van R&D-Net als toeleveringsinstrument voor het VUB-allocatiemodel voor de

werkingsmiddelen en voor het Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand voor de Sociale en Humane

Wetenschappen (VABB-SHW) gaf reeds aanleiding tot verbeteringen op het vlak van volledigheid en

datakwaliteit. De ingebruikname van R&D-Net ligt dan ook voor de hand als voldoende betrouwbaar instrument voor een nieuw intern financieringsmodel voor onderzoeksmiddelen. Een betere

registrering van onderzoekspublicaties zal ook de zichtbaarheid verhogen van het VUB-onderzoek voor

de internationale onderzoeksgemeenschap via de universitaire website (en waar mogelijk ook in 'full

text' via de 'institutional repository').

Een duidelijk verwachtingspatroon inzake onderzoeksprestaties

In de verschillende onderdelen van de basisfinanciering voor onderzoek zit een verwachtingspatroon inzake onderzoeksprestaties vervat, dat zo voortaan op jaarlijkse basis doorgegeven wordt aan de

vakgroepen. Hiermee worden de vakgroepen en hun vorsers blijvend bewustgemaakt van de

verantwoordelijkheid die zij de facto dragen in het globale financieringsklimaat, waarin prestatiecriteria

steeds belangrijker worden. Als centrale onderzoeksprestaties wordt van vakgroepen verwacht dat zij

zich toeleggen op wetenschappelijke publicaties, de opleiding van vorsers, expertise-opbouw en

internationale inbedding. Deze verwachtingen inzake onderzoeksprestaties worden in het

allocatiemodel vertaald in concrete prestatiestimulansen, gericht op een toenemend volume aan

onderzoeksoutput van hoge kwaliteit en internationale uitstraling. Dezelfde stimulansen zijn ook

essentieel om de prestatiegebonden financiering van de universiteit als geheel te vrijwaren en verder

op te bouwen. Daarnaast wordt van de vorsers verwacht dat zij oog hebben voor de mogelijkheden tot

maatschappelijke valorisatie van hun onderzoeksresultaten, en waar mogelijk de aanzet geven tot

het realiseren hiervan.

Page 109: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 17 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Tabel 4. Verwachtingspatroon inzake onderzoeksprestaties A. Algemene basisverwachtingen inzake onderzoeksprestaties A1. Wetenschappelijke publicaties

Van alle vorsers wordt verwacht dat zij ernaar streven hun onderzoeksresultaten te publiceren in de meest gezaghebbende media in hun domein en zo bijdragen tot een verhoogde wetenschappelijke kennis op wereldniveau.

A2. Opleiding van vorsers Specifiek van de senior vorsers wordt verwacht dat zij nieuwe generaties vorsers opleiden en hun doctorandi van bij de start begeleiden bij de uitbouw van een publicatieportfolio, zodat zij met een sterk curriculum hun verdere carrière succesvol kunnen aanvatten.

B. Strategische verwachtingen inzake internationale en maatschappelijke ambities B1. Expertise-opbouw Van de teams wordt verwacht dat zij ernaar streven om in een internationaal perspectief

de best mogelijke expertise samen te brengen voor het verwezenlijken van hun onderzoeksambities. Hieraan gekoppeld is een gezond beleid inzake externe werving van personeel en onderzoeksmiddelen.

B2. Internationale inbedding Van vorsers en teams wordt verwacht dat zij zorg dragen voor hun internationale zichtbaarheid en netwerkvorming. Bovenstaande verwachtingen zijn hiermee nauw verbonden.

B3. Maatschappelijke valorisatie Van de vorsers wordt verwacht dat zij oog hebben voor de mogelijkheden tot maatschappelijke valorisatie van hun onderzoeksresultaten, en waar mogelijk de aanzet geven tot het realiseren hiervan.

Tegenover deze verwachtingen plaatst het allocatiemodel een merkbare erkenning en beloning. Zo

worden de vakgroepen gestimuleerd om hun onderzoekers zo efficiënt mogelijk te ondersteunen, zodat

deze via hun output de interne onderzoeksfinanciering van de vakgroep maximaliseren. Vakgroepen

die een hoge output realiseren met de aanwezige vorsers, verkeren bovendien in een goede concurrentiële positie om via externe kanalen bijkomende, sterke medewerkers te verwerven. Door

de bijkomende onderzoeksprestaties die deze genereren wordt de interne onderzoeksfinanciering van

de vakgroep nog verder opgetrokken, wat een vorm van cofinanciering oplevert.

Het samenspel van kwaliteit, zichtbaarheid, fondsenwerving en samenwerkingen

Het wetenschappelijk kwaliteitsaspect wordt in het nieuwe model in eerste instantie bewaakt via het peer review proces dat wordt doorlopen vooraleer een meegeteld onderzoeksoutput-item tot stand

komt10. Het voorleggen van onderzoeksresultaten aan peers bevordert niet alleen de kwaliteit van het

onderzoekswerk, maar ook de zichtbaarheid, autoriteit en reputatie van de auteurs en van hun

teams en universiteit. De nadruk op outputkanalen met een peer review systeem past hiermee in de

algemene doelstellingen van het model. Aangezien uit de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties bleek

dat niet alle types publicaties met peer review een weerspiegeling zijn van onderzoekskwaliteit zoals

beoordeeld door peers, wordt in het allocatiemodel gefocust op die categorieën die hiermee positief

gecorreleerd zijn, waar mogelijk gedifferentieerd naar discipline (tevens als dusdanig opgenomen in de

ZAP-Opdrachtsmatrix).

Doordat het globale onderzoeksbudget sterk wordt bepaald door de BOF-middelen en de daarin

meegetelde publicaties en citaties, hebben de vorsers er belang bij om hooggewaardeerde

publicaties te produceren die veelvuldig door collega's worden geciteerd. Ook het tot stand brengen en

onderhouden van vruchtbare samenwerkingen met sterke teams kan in dit opzicht een positieve

rol spelen, bijvoorbeeld via sterke copublicaties met hoge impact in het domein.

10 Peer review proces in verband met PhD's: verdediging voor een jury; Peer review proces in verband met publicaties: selectie van publicatiecategorieën met peer review systeem (met mogelijke variatie naargelang het tijdschrift of de uitgeverij).

Page 110: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 18 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

De aanwezigheid van een team in internationale onderzoeksnetwerken bevordert de internationale

zichtbaarheid van het geheel van haar vorsers, van haar onderzoeksprestaties, en van de universiteit

als geheel, alsook mogelijkheden tot samenwerking en uitwisseling. Een vakgroep kan haar

internationale inbedding bevorderen door op gecoördineerde wijze de onderzoeksnetwerking van zowel

doctorandi als senior onderzoekers te ondersteunen (participatie aan conferenties, organisatie van

colloquia, ...). In dit kader worden de voorheen op promotorbasis toegekende 'Kredieten aan

navorsers' en 'IWT-Overbruggingsbeurzen' in het nieuwe model toegevoegd aan het onderzoeksbudget

van de vakgroep, ter ondersteuning van een gezamenlijk beleid voor de begeleiding van doctorandi. Inzake internationale inbedding is ook een duidelijke rol weggelegd voor het

personeelsbeleid. Aangetrokken externe vorsers brengen hun band met hun voorgaande team mee.

De aan de VUB opgeleide en uitgestuurde vorsers werken verder samen met hun VUB-collega's. Beide

uitwisselingsvormen versterken de externe banden en faciliteren toekomstige externe recrutering en uitsturing. Ook een goede zichtbaarheid van het onderzoek via de website van de universiteit

draagt bij tot de internationale zichtbaarheid11.

Een vakgroep heeft er alle belang bij om externe fondsenwerving te stimuleren en te ondersteunen,

teneinde haar basisfinanciering te verhogen. Met bijkomend vorserspotentieel verworven via

externe fondsen zal immers ook de onderzoeksoutput toenemen. Tot de beleidsmogelijkheden van een

vakgroep in dit kader behoort bijvoorbeeld het aanwenden van een deel van haar basisfinanciering als

aanloopfinanciering ter ondersteuning van externe indieningen, of als cofinanciering bij externe

projecten. De vakgroepen die het noodzakelijke potentieel aan kwaliteitsvolle onderzoeks-CV's hebben

opgebouwd voor een succesvolle externe fondsenwerving, ontvangen voor dit soort ondersteunende

acties ook de nodige financiering op basis van hun onderzoeksoutput. Van alle vakgroepen wordt in elk

geval een minimale externe fondsenwerving verwacht.

11 Via de voorstelling van het onderzoek op de internetbladzijden van vorsers en vakgroepen zelf, via het centrale Vademecum op basis van de publicatie- en projectdatabank en via downloadbare full text publicaties.

Page 111: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 19 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Personeelsbeleid: Best mogelijke prestaties waarmaken

Terwijl de basisfinanciering voor onderzoek wordt toegekend op vakgroepniveau, hecht het model de

facto een cruciaal belang aan de individuele vorser en diens onderzoeksprestaties. Het is immers

essentieel voor de interne onderzoeksmiddelen van de vakgroep om internationaal goede vorsers aan

te trekken en om het voor alle vorsers mogelijk te maken om hun beste prestaties neer te zetten. De

vakgroep wordt als dusdanig gestimuleerd om een op onderzoek gericht personeelsbeleid te

voeren, met een daaraan aangepaste wervingsstrategie (internationale scope, aantrekkelijke

mandaatomvang). De naar de VUB aangetrokken excellente vorsers worden via de universitaire

website in het licht gezet. Een nieuwe, aan dergelijke aanwinsten gekoppelde financiële ondersteuning

draagt bij tot de gunstige voorwaarden die aan potentiële kandidaten kunnen worden aangeboden

in concurrentie met andere instellingen. Ook de betrokken vakgroepvoorzitter of coördinator van een

zwaartepunt of interdisciplinair netwerk kunnen hiertoe bijdragen via de door hen beheerde

onderzoeksmiddelen. Het samenbrengen en behouden van een sterk presterend vorserspotentieel is

essentieel voor de mogelijkheden van de vakgroep inzake externe fondsenwerving die nog verdere

teamvergroting mogelijk maakt. Teneinde een vorsersteam van hoogstaande kwaliteit uit te bouwen

en te behouden, worden vacatures steeds internationaal bekendgemaakt en wordt een vacature die

geen kandidaten van het gewenste profiel wist aan te trekken bij voorkeur niet ingevuld (de

betreffende opdracht kan bijvoorbeeld tijdelijk via gastprofessoren worden ingevuld). De consequente

aanstelling van vorsers die het aanwezige niveau verder versterken is een cruciaal element voor

continue verbetering, de rode draad in het nieuwe model. Dergelijke aansterking van teams moet

ook bijdragen tot een steeds aantrekkelijkere onderzoeksomgeving, waarin vorsers worden

gestimuleerd om hun volle potentieel waar te maken en waarin zij hiertoe ook de mogelijkheid

hebben. Deze gunstige omgeving trekt op zijn beurt meer hoogstaande en beloftevolle vorsers aan.

Goede balans tussen fundamenteel en toegepast onderzoek

Enerzijds is een sensibilisering ingebouwd voor de valorisatie van onderzoeksresultaten, als specifiek

aandachtspunt in de 'Strategische Beleidsfiche Onderzoek' van de vakgroepen. Anderzijds is voor elke

onderzoekslijn aan een universiteit vereist dat het toegepast en beleidsgericht onderzoek steunt op

fundamenteel onderzoek. Waar in de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties werd gewezen op het

belang van een goede balans tussen beide onderzoeksvormen, betrof het vaak niet benutte

mogelijkheden inzake onderbouw met fundamentele onderzoek. Het financieringskanaal bij uitstek

voor fundamenteel onderzoek in Vlaanderen, bereikbaar voor alle universitaire disciplines, is het Fonds

voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). De financieringsmogelijkheden bij het FWO worden nu nog

niet in alle domeinen maximaal aangesproken. Onder de reeds op andere statuten aangestelde vorsers

bevinden zich goede kandidaten die in aanmerking komen voor rangschikking door de

Wetenschappelijke Commissies van het FWO. Ook kandidaatstellingen van buitenlandse vorsers zijn

toegelaten volgens de FWO-reglementering, zodat promotoren ook vorsers kunnen werven via hun

internationale contacten, in het bijzonder in de domeinen waar lokaal onvoldoende juniorkandidaten

kunnen worden gevonden. Via het beleid rond de OZR-opvangmandaten (zie hoofdstuk VI.) zullen

stimulansen in deze zin, die in het verleden reeds binnen de adviessubcommissies succesvol werden

toegepast, worden verdergezet.

Page 112: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 20 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Transparantie en zorgvuldigheid

De jaarlijks door de vakgroepen ingediende 'Strategische Beleidsfiches Onderzoek' worden ter

goedkeuring voorgelegd aan de Onderzoeksraad en via het R&D intranet ter beschikking gesteld van

de gehele vorsersgemeenschap. Zo zijn de teams ook onderling goed op de hoogte van elkaars huidige

en toekomstige activiteiten, en kunnen zij reeds in een vroege fase eventuele

samenwerkingsmogelijkheden identificeren en benutten. Elementen uit de 'Strategische

Beleidsfiches Onderzoek' kunnen tevens door de teams worden gebruikt voor de invulling van hun

'missie' in R&D-Net (nu vaak door de teams opengelaten) die extern wordt toegeleverd aan Flanders Research Information Space (FRIS).

Na de toekenning van de basisfinanciering voor onderzoek door de Onderzoeksraad, wordt per

vakgroep een Prestatieprofiel samengesteld dat de in rekening gebrachte basisaantallen en de

daaraan gekoppelde bedragen omvat. Deze Prestatieprofielen worden ter beschikking gesteld van de

betrokken vakgroepvoorzitter. Dit zicht op de onderliggende componenten moet de vakgroepen beter

toelaten om hun toekomstige jaarbudgetten in te schatten in het kader van een

langetermijnplanning. De basisgegevens inzake PhD's en publicaties zijn afkomstig van de

faculteiten en de teams zelf. De export van publicatiegegevens uit R&D-Net wordt minstens twee

weken op voorhand aangekondigd aan de vakgroepvoorzitters. Deze voorzorgsmaatregel wordt

genomen omdat publicaties niet centraal, maar door de vorsers zelf in de R&D-databank worden

ingebracht. Zo wordt de gelegenheid gegeven om voor de publicaties van het voorbije jaar de

volledigheid en correctheid na te gaan. Eventueel kan het exporttijdstip worden aangesloten op

deadlines in het kader van andere instrumenten (bijvoorbeeld VABB-SHW). De vakgroepen hebben

tevens een volledig inzicht in de basisgegevens inzake output via de publiek zichtbare, door henzelf in

R&D-Net ingebrachte publicaties, en via de officieel door de faculteit geregistreerd PhD's. Hierdoor is

enerzijds een sociale controle mogelijk op de correctheid van de gegevens, en kan anderzijds een

vakgroep de eigen basisgegevens desgewenst mee in rekening brengen in een verdere interne

middelenverdelingen over subgroepen.

Vaststellingen van onzorgvuldigheden in de in R&D-Net geregistreerde publicaties kunnen via een

schrijven aan de vicerector onderzoek worden gemeld aan het Bureau van de Onderzoeksraad.

Gemelde onzorgvuldigheden geven aanleiding tot een correctiemaatregel indien zij bij een voorbije

toekenning van basisfinanciering voor onderzoek leidden tot een onrechtmatige vermeerdering van het

gewogen aantal in R&D-Net aan een vakgroep gehechte publicaties met een foutpercentage van 5% of

meer. In dat geval wordt een correctiemaatregel toegepast bij de eerstvolgende toekenning van

basisfinanciering voor onderzoek, en wordt de betrokken vakgroepvoorzitter hiervan op de hoogte

gesteld. Indien het foutpercentage lager ligt dan 5%, wordt de betrokken vakgroepvoorzitter bij wijze

van verwittiging op de hoogte gesteld van de gemelde onzorgvuldigheden. De correctiemaatregel houdt in dat alle aandelen van de betreffende vakgroep berekend binnen het onderdeel "Publicaties"

worden verminderd met het dubbele van het vastgestelde foutpercentage. Deze correctiemaatregel

betreft een inhouding die verder gaat dan een rechtzetting tot het rechtmatige niveau, zodat hiervan

een voldoende sterke stimulans uitgaat voor een zorgvuldige invulling van R&D-Net, en voor een

tijdige en doeltreffende, zelfregulerende sociale controle. De correctiemaatregel wordt één keer

toegepast per toekenningsjaar waarin de gemelde onzorgvuldigheden leidden tot een foutpercentage

van 5% of meer. Het door toepassing van de correctiemaatregel van de betreffende vakgroep

ingehouden bedrag, komt ten goede aan de over de andere vakgroepen te verdelen som, die in een

eerdere toekenningsronde ten onrechte werd beperkt.

Page 113: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 21 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

III.2. Een beperkte set representatieve en strategische criteria

Continuïteit & stabiliteit

Naast de prioritaire doelstelling om onderzoeksprestaties te stimuleren en te belonen, dient het

allocatiemodel aan de teams een zekere mate van stabiliteit te bieden, zodat met de geboden

middelen een meerjarenbeleid kan worden gevoerd. Omwille van de stabiliteit van de jaarlijkse

toelagen, wordt een voldoende groot percentage toegekend op basis van het volume aan

onderzoeksprestaties, wat relatief stabiel is voor een team van voldoende schaalgrootte. Ook omwille

van deze stabiliteit in omvang en entiteit van toekenning, wordt uitgegaan van vakgroepen eerder

dan van onderzoeksgroepen. Elke vorser is immers in hoofdorde verbonden aan één vakgroep, terwijl

de aanhechting aan (mogelijk meerdere) onderzoeksgroepen een meer tijdelijk karakter heeft en

sterker variabel is.

Een beperkt gedeelte van de basisfinanciering wordt aan de vakgroepen toegekend op basis van

groei. Hoewel dit schommelingen kan veroorzaken van jaar tot jaar, wordt in de berekeningen geen

uitmiddeling gemaakt over een langere periode. Dit zou verhinderen om snel en duidelijk merkbaar in

te spelen op verhoogde prestaties, wat wenselijk is ter motivering van teams die sterkere prestaties

neerzetten. Van de vakgroepen wordt verwacht dat zij een voldoende schaalgrootte bezitten om via

beleidsreserves mogelijke schommelingen in hun basisfinanciering op te vangen.

Vanaf de eerste toepassing van het nieuwe allocatiemodel wordt bij de verdeling van basisfinanciering

over de vakgroepen een continuïteit ingebouwd op het niveau van twee grote domeinen, enerzijds

HW en anderzijds het geheel van BNTW en BMW. Tussen deze twee domeinen wordt a priori een

verdeling vastgelegd12, aangezien hun onderscheiden publicatiecultuur zich vertaalt in afzonderlijke

representatieve internationale en interuniversitaire publicatiedatabanken13, wat een daarop

gebaseerde middelenverdeling over deze domeingrenzen heen bemoeilijkt. De initiële verhouding

tussen beide domeinen wordt ingesteld op 1/3 'HW' - 2/3 'BNTW & BMW' wat ongeveer

overeenkomt met de laatst geldende OZR-Richtpercentages, terwijl ze ook wordt toegepast op een

vergelijkbaar volume aan onderzoeksmiddelen. De Onderzoeksraad kan deze verhouding eventueel

wijzigen naar aanleiding van evoluties vastgesteld bij de vijfjaarlijkse evaluatie van het model. Dieper

in het nieuwe model is ook op vakgroepniveau continuïteit voorzien, doordat de verdeling van de

middelen over de vakgroepen volgens de algemene basiscriteria zó gebeurt dat bij hogere, gelijke of

lagere productie van een vakgroep in een verder constante context (begroting en productie van andere

vakgroepen), de toekenning aan die vakgroep respectievelijk zal stijgen, gelijk blijven of dalen.

12 Als uitzondering die wordt behouden ten opzichte van de aanbeveling aan de VUB met betrekking tot kwaliteitsvergelijking tussen domeinen, in het rapport 'Beoordeling van de kwaliteit van het onderzoeksmanagement van de Vlaamse universiteiten', Vlaamse Interuniversitaire Raad, Brussel, 2010 (http://www.vlir.be/content1.aspx?url=evaluatie-onderzoeksmanagement). 13 De citatie indexen in de Web of Science voor de Exacte Wetenschappen (het geheel van BNTW en BMW), en het Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand voor de Sociale en Humane Wetenschappen (VABB-SHW) ter aanvulling daarvan voor de Humane Wetenschappen (HW).

Page 114: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 22 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Representatieve algemene basiscriteria

Verschillende onderzoeksparameters zijn vaak verwant, of een ongeveer equivalente weerspiegeling

van de achterliggende kwaliteiten. Het allocatiemodel kan bijgevolg eenvoudig worden gehouden

door te kiezen voor een beperkte set van variabelen die gemakkelijk beschikbaar zijn, die aan de basis liggen van wat men beoogt te meten, en die mogelijkheden bieden voor een vergelijking met

een (liefst internationale) referentiemaat. De voorgestelde basiscriteria komen dan ook in grote

lijnen overeen met de outputparameters gebruikt in de BOF-sleutel: publicaties en PhD's. Deze

bepalen het grootste deel van de basisfinanciering voor onderzoek.

Terwijl het grootste deel van het budget voor publicaties en PhD's wordt verdeeld op basis van

volume, wordt een belangrijke strategische rol gespeeld door een beperkt percentage verdeeld op

basis van hieraan gerelateerde groeiparameters. Zowel de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties als

de BOF-gegevens wijzen immers op een nog niet volledig gerealiseerd potentieel inzake

internationale tijdschriftpublicaties en PhD's. Door de groeiparameters hierop te focussen wordt een

strategische incentive gegeven gericht op een groeiende internationale zichtbaarheid (in

tijdschriften en voor jury's) van de vorsers en hun onderzoek, en daarmee ook van hun teams en

universiteit als geheel.

Voor de parameter publicatievolume worden de R&D-Net categorieën geselecteerd die een positieve

correlatie vertonen met onderzoekskwaliteit zoals beoordeeld door peers, waar mogelijk

gedifferentieerd naargelang de discipline (cfr. ZAP-Opdrachtsmatrix). Op deze manier worden voor alle

(sub)disciplines publicaties in de meest gezaghebbende media in rekening gebracht en wordt een

gezond publicatiegedrag niet verstoord door bijvoorbeeld kwantiteit eerder dan kwaliteit te stimuleren.

De geselecteerde categorieën maken tevens deel uit van de categorieën gebruikt in het interne

allocatiemodel voor de werkingsmiddelen binnen de universiteit, en van de door de overheid volgens

het BOF-besluit in aanmerking genomen publicatietypes voor opname in het Vlaams Academisch

Bestand voor Sociale en Humane Wetenschappen (VABB-SHW)14. De onderzoeksraad kan binnen elk

van de disciplines gewichten specifiëren voor de betreffende publicatiecategorieën. Waar dit niet

gebeurde gelden gewichten die overeenkomen met de gewichten die door de overheid werden

vooropgesteld in het BOF-besluit als default telschema voor het VABB-SHW15, en krijgen octrooien16

hetzelfde gewicht als tijdschriftpublicaties met internationale peer review (categorie C). Binnen de a

priori verdeling tussen 'HW' en 'BNTW & BMW' (zie hoger onder 'Continuïteit en stabiliteit') wordt nog

meer in detail rekening gehouden met de verschillende publicatieculturen via een a priori verdeling

over de disciplines op basis van hun genormaliseerde productie (zie ook verder in dit hoofdstuk, onder

'Mee met de onderzoeksdynamiek'). Deze verdeling over de disciplines gebeurt op basis van hun

aandeel binnen de tijdschriftpublicaties met internationale peer review (categorie C), genormaliseerd

ten opzichte van de internationale gemiddelden inzake productiviteit (Moed, 2005). Hierdoor wordt van

bij aanvang in het nieuwe model rekening gehouden met het feit dat de verschillende disciplines een

verschillende typische publicatieproductiviteit vertonen in deze referentiecategorie, waardoor de

14 Het behoud en liefst de verhoging van deze overheidstoekenningen is essentieel om voor de vorsersgemeenschap binnen de universiteit een gezond en concurrentieel niveau van onderzoeksfinanciering te kunnen blijven voorzien. Gezien de gesloten financieringsenveloppe op Vlaams niveau, kunnen enkel meer dan gemiddeld toenemende prestaties een stijgend subsidieniveau voor de universiteit verzekeren! 15 Besluit van de Vlaamse regering betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap (laatst gewijzigd door besluit houdende wijziging van 12 december 2008, BS 06.03.2009), Art.3 §8quinquies: "1° artikelen, verschenen in tijdschriften, verwerkt in het VABB-SHW, worden geteld met een gewicht 1; 2° boeken als auteur, verschenen bij uitgevers, verwerkt in het VABB-SHW, worden geteld met een gewicht 4; 3° boeken als editor, verschenen bij uitgevers, verwerkt in het VABB-SHW, worden geteld met een gewicht 2; 4° artikelen of gedeelten in boeken, verschenen bij uitgevers, verwerkt in het VABB-SHW, worden geteld met een gewicht 1; 5° artikelen in proceedings die geen special issues van tijdschriften of edited boeken zijn en die verwerkt worden in het VABB-SHW, worden geteld met een gewicht van 0.50" 16 Toegeleverd door de Technology Transfer Interface binnen het dept. R&D, volgens de door de Onderzoeksraad vastgelegde criteria betreffende de aard en status van in aanmerking komende octrooien.

Page 115: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 23 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

middelen niet met eenzelfde maatstaf over vakgroepen uit verschillende disciplines kunnen worden

verdeeld. Met de keuze voor R&D-Net als bron van publicaties voor alle disciplines, wordt bewust

afgeweken van de werkwijze voor de overheidsfinanciering, waar voor de exacte wetenschappen de

telling wordt beperkt tot tijdschriften en proceedings in de Web of Science, voor de humane

wetenschappen aangevuld met publicaties opgenomen in de VABB-SHW. Hiermee wordt de berekening

van de basisfinanciering voor onderzoek aan de VUB onafhankelijk gehouden van de toegang tot deze

externe databestanden (deels commercieel uitgebaat), van de daarin gehanteerde en gelimiteerde

bronnenselectie en de verschillende daaraan gekoppelde vormen van bias. Zo is het gebruik van de

Web of Science in het bijzonder aanvaardbaar voor de middelenverdeling op het niveau van

instellingen met vergelijkbaar profiel, maar een algemene toepassing ervan binnen de universiteiten

op teamniveau is veel minder evident.17

Voor de parameter publicatiegroei komt enkel de categorie C van internationale tijdschriftpublicaties

in aanmerking. Hiermee worden de vorsers in alle disciplines aangemoedigd om hun internationale publicatieportfolio aan te sterken.

Voor de parameter PhD-volume wordt het globale aantal PhD’s gebruikt, ter opvolging van de

Kredieten aan Navorsers en IWT-Overbruggingsbeurzen als stimulerende en ondersteunende

maatregelen voor een succesvolle begeleiding van doctorandi. De toekenning wordt verhoogd

indien het doctoraat gepaard gaat met een internationaal publicatierecord (één of meerdere publicaties

van categorie C in de laatste vier jaren tot het doctoraatsjaar).

Voor de parameter PhD-groei komen enkel PhD's met C publicatie in aanmerking. Hiermee worden de

promotoren en doctorandi in alle disciplines aangemoedigd om samen met het doctoraatsproefschrift

ook de internationale publicatieportfolio van de doctorandus te verzorgen, zodat verdere

carrièrestappen kunnen worden aangevat met een optimaal gestoffeerd CV.

De toespitsing op publicatieoutput, ook binnen het onderdeel PhD's, heeft niet alleen te maken met

het feit dat de publicatie van onderzoeksresultaten zich in de kern bevindt van het

onderzoeksgebeuren, maar ook met de belangrijke interpretaties en gevolgen die hieraan worden

gehecht op regionaal niveau (overheidsfinanciering) en op internationaal niveau (uitstraling, reputatie,

ranking). De reputatie van een instelling is immers voor een zeer groot deel gebaseerd op de

perceptie van haar onderzoeksprestaties, die zowel goede studenten18 als professoren en vorsers

aantrekt. De via onderzoeksprestaties verworven internationale reputatie en overheidsfinanciering,

staan zo mee in voor een goed onderwijs en voor een goede opleiding van de jonge vorsers. Het is dus

van het grootste belang voor alle activiteiten aan de universiteit, dat de objectieven op onderzoeksvlak worden gerealiseerd. Om hun volle effect te kunnen waarmaken (bijvoorbeeld

inzake aantrekking van topvorsers en prestigieuze financiering), is het vervolgens cruciaal dat

uitstekende onderzoeksprestaties systematisch worden bekendgemaakt, ook in het kader van

onderwijsprogramma’s en in contacten met derden.

17 "More specifically, we hypothesize that the allocation method now developed and under further improvement will become more criticized if it turns out that it (1) also starts influencing intrauniversity research allocation decisions and, as a consequence (2) introduces adverse publication and citation behaviors at the universities involved.", uit "Using a bibliometric approach to support research policy making: The case of the Flemish BOF-key", K. Debackere & W. Glänzel, Scientometrics, Vol. 59, No. 2 (2004) 253-276. 18 In de International Student Barometer werden ‘Research Quality’ en ‘Reputation’ door internationaal mobiele studenten aangeduid als de belangrijkste aspecten die hun keuze beïnvloedden, net boven ‘Teaching Quality’. De ‘University Website’ is de meest genoemde actor die hen bij hun beslissing hielp, voor vrienden en leraren.

Page 116: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 24 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Strategische persoonsgebonden bonussen

Terwijl publicaties en PhD's instaan voor een stabiele basisfinanciering op vakgroepniveau, is een reeks

persoonsgebonden bonussen erop gericht om onderzoekers te ondersteunen die sterke uitdagingen

aangaan. Hier wordt gefocust op initiatieven die een grote inzet vergen in aanvraagfase, maar die eens

toegewezen een sterke meerwaarde betekenen, zowel financieel als inzake uitstraling.

Een eerste begrotingslijn zorgt voor een ZAP-startfinanciering toegekend bij aanstelling aan een

nieuw ZAP-lid, mits deze voldoet aan de criteria voor de BOF-parameter 'Mobiliteit en Diversiteit'19

(detailbepalingen in APPENDIX 10) en een aanstelling van ten minste 80%20 als ZAP betreft. Hiermee

wordt een stimulans en een troef gegeven voor het internationaal aantrekken van vorsers via

substantiële aanstellingen, en voor een betere genderbalans. Deze ZAP-startfinanciering voegt een

financiële toelage ten bedrage van ruim één jaar predoc-ondersteuning toe aan de voordelen die aan

kandidaten kunnen worden geboden, en ondersteunt zo de vakgroepen bij het internationaal

uitbouwen van hun onderzoekscapaciteit. De toekenningen van een ZAP-startfinanciering wordt op

de centrale website van de universiteit bekendgemaakt, ter ondersteuning van de interne en externe uitstraling.

Via een tweede, nieuwe begrotingslijn buiten de OZR/BOF-begroting, worden incentives voorzien voor

het voorbereiden en verwerven van toonaangevende Europese onderzoeksfinanciering (kaderprogramma's, ERC grants, ...). Deze bonuscategorie stimuleert het optimaal benutten van het

groeiend Europees instrumentarium en budget inzake onderzoeksfinanciering. Redenen waarom hier

nog ruimte voor verbetering is, zijn zowel te vinden in de aard van de Europese kanalen zelf

(complexiteit, hoge vereiste inzet, lage slaagkans) als bij de organisatie van de potentiële aanvragers

(beperkte schaalgrootte en daaraan gekoppelde ondersteuningsmogelijkheden). Wat dit laatste betreft

wordt een positief effect verwacht van het geheel aan stimulansen dat in de basisfinanciering is

ingebouwd. Omdat participatie en zichtbaarheid op Europees en internationaal vlak een belangrijk

hefboomeffect kan genereren voor verdere opportuniteiten, worden verschillende vormen van

ondersteuning voorzien die de VUB-participatie in Europese programma's moeten bevorderen.

Als ex-ante EU-projectstimulans wordt, ter stimulering van Europese projectaanvragen, éénmalig

een EU-startkrediet toegekend aan een ZAP-lid dat als potentiële projectpromotor een aanvraag

voorbereidt, en die in de afgelopen 10 jaar geen promotor van een EU-project is geweest.

Als ex-post EU-projectstimulans worden, ter ondersteunig van samenwerkingen in het kader van

opgestarte Europese projecten, twee soorten kredieten voorzien. Enerzijds wordt jaarlijks en voor de

volledige projectduur een EU-cofinanciering toegekend aan een ZAP-lid dat voor de eerste keer als EU-

projectpromotor optreedt. Anderzijds wordt een EU-bonuskrediet voor 1 jaar toegekend aan een ZAP-

lid dat niet voor de eerste keer als EU-projectpromotor optreedt.

De bedragen van het EU-startkrediet, -cofinanciering en -bonuskrediet zijn afhankelijk van de aard van

het EU-project en van de VUB-deelname daarin (gaande tot een maximum bij coördinatie van 20.000

EUR ex-ante en 40.000 EUR ex-post, of ongeveer de grootteorde van een predoc-medewerker). De ex-

ante en ex-post kredieten toegekend in het kader van de EU-incentives kunnen vrij worden

aangewend, bijvoorbeeld voor reizen naar de andere netwerkpartners.

Naast deze drie soorten kredieten wordt, als stimulans voor het verwerven van ERC Starting Grants,

voorzien in EU-Tenure Track mandaten van 5 jaar in Tenure Track voor aanstelling gelijklopend met

19 Zoals bepaald in Art. 3. §3. 4º van het Besluit van de Vlaamse regering van 8 SEPTEMBER 2000 betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap (BS 18.11.2000), gewijzigd door de Besluiten van de Vlaamse regering van 24 JANUARI 2003 (BS 28.03.2003), 8 DECEMBER 2006 (BS 08.02.2007 en Errata BS 21.06.2007) en 12 DECEMBER 2008 (BS 06.03.2009) houdende de wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 september 2000 betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap. Bij eventuele wijziging van dit onderdeel in het BOF-besluit worden in het allocatiemodel dezelfde criteria behouden, tenzij naar aanleiding daarvan anders wordt beslist. 20 Inclusief detachering vanuit de ZAP-aanstelling naar bv. FWO.

Page 117: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 25 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

de toekenning van een ERC Starting Grant. Verder wordt de mogelijkheid voorzien om het EU-Tenure

Track mandaat te laten opvolgen door een Onderzoeksmandaat op ZAP-niveau21.

Een derde begrotingslijn voorziet ruimte voor de toekenning, op advies van het Bureau van de

Onderzoeksraad, van een bonus voor maatschappelijke valorisatie. Deze wordt toegekend aan een

ZAP-lid waarvan het onderzoek in de afgelopen vijf jaren bijzonder verdienstelijk aanleiding gaf tot

maatschappelijke valorisatie in brede zin, aantoonbaar op basis van concrete output-items van het

ZAP-lid op dit vlak (zoals omschreven in de ZAP-Opdrachtsmatrix). Deze bonuscategorie stimuleert de

aandacht bij de vorsers voor maatschappelijke valorisatie, in overeenkomst met de verhoogde

aandacht hiervoor op regionaal vlak (IWT), op internationale fora en in het Algemeen Strategisch Plan

(ASP) van de universiteit. Daarnaast biedt de bonus een aanleiding om verwezenlijkingen op dit vlak in

de schijnwerpers te zetten.

SMART criteria

Bovengenoemde basis- en bonuscriteria worden in APPENDIX 6 op hun geschiktheid getoetst met behulp

van de SMART-criteria. Aan de gangbare interpretaties van de mnemonic wordt voor deze toepassing

ook nog "representative" toegevoegd:

SMART criteria22: S Specific, Simple; M Measurable; A Appropriate, Agreed, Ambitious; R Relevant; Results-oriented, Rewarding + Representative; T Time-bound

Caveats

Een allocatiemodel dient ongewenste neveneffecten te vermijden door weldoordachte keuzes te

maken inzake criteria, budgetindeling en aggregatieniveau voor toekenning. Tot de gedragingen die

niet in de hand mogen worden gewerkt behoren bijvoorbeeld oneigenlijk copromotorschap of

coauteurschap (onderzoeksprojecten en PhD's, publicaties), onrechtmatige opeising van de positie van

eerste auteur, en focus op minder hoogstaande "gemakkelijkere" prestatiecategorieën.

In het voorgestelde model worden ongewenste effecten vermeden door, onder meer, een

onderzoeksoutput-item bij elk van de vakgroepen waaraan minstens één van de coauteurs of

promotoren is verbonden één keer in rekening te brengen, ongeacht het aantal coauteurs of

promotoren in een vakgroep. Een publicatie wordt één keer aangerekend aan elk van de vakgroepen

waartoe één of meer in R&D-Net als VUB-auteur geïdentificeerde coauteurs in hoofdorde behoren. Bij

de verrekening van PhD's, waar het gaat om een lager totaal aantal prestaties van langere termijn dan

in het geval van publicaties, wordt een nauwkeuriger regel ingesteld. Een PhD wordt één keer

aangerekend aan elk van de vakgroepen waartoe één of meer op het proefschrift vermelde VUB-

promotoren exclusief behoren op basis van hun ZAP-aanstelling (i.e. ZAP-aanstelling bij slechts één

vakgroep). Per PhD wordt bijkomend en tot een maximum van één, een PhD-promotor met ZAP-

21 Analoog met de reeds voorziene instroommogelijkheid in het Onderzoekscontingent ter opvolging van Odysseusmandaten. 22 SMART: mnemonic used in project and performance management as a way of evaluating if the objectives that are being set are appropriate. Typically accepted keywords are (no clear consensus, major term first): S Specific; Significant, Stretching, Simple; M Measurable; Meaningful, Motivational, Manageable; A Attainable; Appropriate, Achievable, Agreed, Assignable, Actionable, Action-oriented, Ambitious; R Relevant; Realistic, Results/Results-focused/Results-oriented, Resourced, Rewarding; T Time-bound; Time framed, Timed, Time-based, Timeboxed, Timely, Time-Specific, Timetabled, Trackable, Tangible.

Page 118: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 26 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

aanstellingen bij meerdere vakgroepen in rekening gebracht, voor een aandeel dat overeenstemt met

het aandeel in de ZAP-aanstellingen (uitzondering voor CHIS-promotoren: steeds 50% WE-DBIT, 50%

IR-CHIS). Deze werkwijze beloont samenwerking met andere VUB-teams (partiële aanrekening zou

hiervoor een rem betekenen) en zet geen druk op de aanduiding van medewerkers binnen een team

als coauteur of copromotor (bij aanrekening a rato van het aantal participerende teamleden zou dit wel

het geval zijn).

Een "publish or perish" omgeving op het niveau van elke individuele vorser wordt vermeden door de

situering van de berekening en toekenning op vakgroepbasis (eerder dan per onderzoeker). Dit is

ook van belang voor het aantrekken van vorsers, enerzijds vanuit het perspectief van de vakgroep die

mee geniet van de verhoogde globale performantie, anderzijds vanuit het perspectief van de

aangetrokken vorsers. Terwijl sommige (top)vorsers zich goed voelen in een uiterst competitief

klimaat, zullen anderen een omgeving verkiezen waar ze zich zo vrij mogelijk aan hun onderzoek

kunnen wijden, zonder al te zeer te worden geconfronteerd met kwantitatieve verwachtingen. Een

ruimere bewustmaking binnen de vakgroepen rond het belang van wetenschappelijke publicaties is

echter wel degelijk wenselijk, in het bijzonder gezien de huidige allocatiemodellen van de overheid.

Door enkel publicatiecategorieën in rekening te brengen met positieve correlatie met

onderzoekskwaliteit zoals beoordeeld door peers (en niet eventueel nauw verwante types), dient extra

aandacht te gaan naar een correcte registratie van publicaties. Ongepaste indelingen zijn door de

centrale administratie niet steeds gemakkelijk te detecteren. Ook centrale controles in het kader van

de VABB-SHW kunnen niet garanderen dat alle eventuele fouten worden gedetecteerd en gecorrigeerd.

Permanente transparantie van de basisgegevens naar de onderzoeksgemeenschap toe via R&D-

Net is in dit kader dan ook een belangrijk aspect, samen met het feit dat ongepaste indelingen een

zeer slechte indruk geven bij de voorlegging van uit R&D-Net geëxporteerde CV's aan reviewers

(bijvoorbeeld in het kader van een ZAP-evaluatie).

Mee met de onderzoeksdynamiek

De a priori verdeling over de disciplines van de middelen verdeeld op basis van de parameter

publicatievolume, gebeurt volgens de aandelen van de disciplines van de publicaties in categorie C, per

discipline gewogen ten opzichte van het overeenkomstige internationale productiviteitsgemiddelde.

Hiermee blijven de verhoudingen tussen de disciplines niet statisch, maar verschuiven de middelen

mee met een onderlinge verschuiving van de onderzoeksdynamiek. Op deze manier gaat ook een

versterkte ondersteuning van de sterkst presterende vakgroepen binnen een discipline niet

noodzakelijk ten koste van andere, eveneens goed presterende vakgroepen binnen hetzelfde domein.

Dit doel wordt nog beter gerealiseerd in een context waarbij het publicaties-budget jaarlijks kan

toenemen, evenredig met de effectieve globale toename inzake publicaties. Richting gevend hiervoor,

indien de begrotingscontext dit toelaat, zijn enerzijds de evolutie van de BOF-middelen toegekend op

basis van publicaties, en anderzijds de evolutie van het aantal publicaties in R&D-Net. Een koppeling

aan de evolutie van de BOF-middelen voor publicaties zou bewerkstelligen dat een stijging van het

aantal VUB-publicaties en -citaties die sneller is dan het Vlaamse gemiddelde, ook effectief resulteert

in een groter intern budget dat wordt verdeeld op basis van publicaties. In een context van stabiele of

toenemende BOF-overheidsbegroting zal een meer dan gemiddelde stijging van de

onderzoeksprestaties ook een stijging van de BOF- en basisfinanciering van de universiteit

bewerkstelligen, en kan in principe in een stijging van interne middelen worden voorzien, zodat de

succesvolle investering kan worden voortgezet.

Page 119: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 27 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Voorwaarde voor effectieve toekenning

Betreffende een gecoördineerd onderzoeksbeleid op vakgroepniveau zijn incentives wenselijk,

doch dit aspect leent zich niet tot het inbouwen in het model als kwantitatieve financieringsparameter

of als basis voor een bonus. Omdat het wel gaat om een 'good practice' die van alle vakgroepen wordt verwacht, wordt een beknopte rapportering over het onderzoeksbeleid als voorwaarde gesteld

voor het ook effectief aan een vakgroep toekennen van de voor haar berekende basisfinanciering.

Tabel 5. Voorwaarde voor effectieve toekenning aan een vakgroep van de berekende basisfinanciering Voorwaarde Ratio De vakgroep leverde tegen de in het OZR-reglement gestelde deadline haar Strategische Beleidsfiche Onderzoek via R&D-Net[1] (bijvoorbeeld bij het begin van elk kalenderjaar) en deze werd, desgevallend na herziening, goedgekeurd door de Onderzoeksraad

- stimulans voor een gecoördineerd onderzoeksbeleid op vakgroepniveau

- strategisch overzicht voor de Onderzoeksraad - instrument ter bevordering van de synergie tussen vakgroepen

[1] Zolang de extra hiervoor te programmeren functionaliteit in R&D-Net nog niet operationeel zou zijn, wordt de Strategische Beleidsfiche Onderzoek tegen diezelfde deadline elektronisch toegezonden aan de vicerector onderzoek.

Uitzondering: Als enige uitzondering betreffende de situering van de 'Strategische Beleidsfiche

Onderzoek', berekeningen, toekenningen en voorwaarde voor effectieve toekenning op

vakgroepniveau, en desgevallend tot herroeping door de Onderzoeksraad, worden deze wat betreft de

vakgroepen binnen de faculteit Geneeskunde en Farmacie (GF) gesitueerd op het niveau van de

faculteit, voor het geheel van alle GF-vakgroepen samen. Het orgaan binnen het UMC dat zal instaan

voor het beheer van de door de Onderzoeksraad toegekende basisfinanciering voor GF-vakgroepen is

de UMCOR (UMC Onderzoeksraad).

Page 120: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 28 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

III.3. Concrete begroting

Structuur

Binnen een gesloten enveloppe worden incentives ingebouwd voor een continue, stelselmatige

verhoging van de onderzoeksprestaties. Door de keuze voor criteria die duidelijk in dezelfde lijn liggen

als deze van de overheidsfinanciering, zal een toename van de prestaties die sterker is dan het

Vlaamse gemiddelde ook zorgen voor een verhoging van de BOF-middelen (bij niet dalende

overheidsbegroting) en bijgevolg ook mogelijkheden bieden voor een verhoging van de OZR/BOF-

begroting. Enkel op die manier kan het budget voor de jaarlijks door de Onderzoeksraad toegekende

basisfinanciering globaal toenemen en kunnen alle bijkomende prestaties effectief financieel worden

'beloond'.

Tabel 6. Structuur van de basisfinanciering voor onderzoek in begrotingsjaar 'BOF X-1 / OZR X' ONDERVERDELING TOEKENNINGS- / VERDELINGSBASIS BASISFINANCIERING VOOR VAKGROEPEN: op basis van onderzoeksoutput Globale omvang: ≥2/3 van het budget voor de basisfinanciering A1. Publicaties 50%

a. volume 90%

- verdeeld op basis van publicaties in de jaren (X-3) tot (X-1) in categorieën positief gecorreleerd met peer oordelen

- a priori verdeeld over de disciplines op basis van hun aandeel in de publicaties in de jaren (X-3) tot (X-1) in categorie C, afgewogen per discipline ten opzichte van de gemiddelde internationale productiviteit in het betreffende domein

b. groei 10%

- verdeeld op basis van de procentuele groei van C-publicaties geteld in het publicatievolumegedeelte voor het huidige, ten opzichte van het voorafgaande begrotingsjaar

A2. PhD’s 50%

a. volume 90%

- verdeeld op basis van het aantal PhD's van academiejaar X-6/X-5 tot academiejaar X-2/X-1 (5 jaar)

- voor 100% toegekend voor een 'PhD met C-publicatie' = met publicatie van de doctorandus in categorie C in een periode van 4 jaren tot toekenning van het PhD-diploma

- voor 75% toegekend voor een 'PhD zonder C-publicatie' b. groei

10% - verdeeld op basis van procentuele groei van 'PhD's met C-

publicatie' geteld in het PhD-volumegedeelte voor het huidige, ten opzichte van het voorafgaande begrotingsjaar

PERSOONSGEBONDEN BONUSSEN: op basis van personeelsbeleid, netwerkvorming en maatschappelijke valorisatie Globale omvang: ≤1/3 van het budget voor de basisfinanciering B1. Nieuw ZAP

'internationalisering en genderevenwicht'

a. ZAP-startfinanciering - verdeeld op basis van het aantal nieuwe ZAP-leden in het jaar (X-1) die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'Mobiliteit en Diversiteit' met een aanstelling van ten minste 80% als ZAP

B2. EU-incentives (P.M., via nieuwe aparte

begrotingslijn)

a. EU-startkrediet - toegekend aan een ZAP-lid dat als potentiële projectpromotor een aanvraag voorbereidt, en die in de afgelopen 10 jaar geen promotor van een EU-project is geweest

- éénmalig b. EU-cofinanciering - toegekend aan een ZAP-lid dat voor de eerste keer als EU-

projectpromotor optreedt - jaarlijks en voor de volledige projectduur

c. EU-bonuskrediet - toegekend aan een ZAP-lid dat niet voor de eerste keer als EU-projectpromotor optreedt

- éénmalig bij start van het EU-project d. EU-Tenure Track

mandaat - toegekend voor aanstelling gelijklopend met de toekenning

van ERC Starting Grant, - mandaat van 5 jaar in Tenure Track

B3. Maatschappelijke valorisatie

- toegekend op basis van verdienste op het vlak van maatschappelijke valorisatie onder de vorm van publicaties en projecten in de voorbije 5 jaren, vanaf jaar (X-5) tot jaar (X-1)

- op voorstel van het Bureau van de Onderzoeksraad

Page 121: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 29 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Spaarplan

Een centraal Spaarplan wordt verdergezet via jaarlijkse voorafnames van een opvangreserve en

aangewend op advies van het Bureau van de Onderzoeksraad. Naast aanwendingen die kaderen in een

langetermijnplanning (bijvoorbeeld ter ondersteuning van de basisinfrastructuur voor wetenschappelijk

onderzoek), kunnen de spaarplanmiddelen worden aangewend voor financieringen die niet in de

planning van de Onderzoeksraad of van de vakgroepen konden worden voorzien (bijvoorbeeld

onvoorziene noden inzake infrastructuur), of die inspelen op onverwachte opportuniteiten

(bijvoorbeeld noodzakelijke ondersteuning voor de deelname aan een nieuw extern

financieringsprogramma).

De spaarplannen die in het voorgaande financieringsmodel door de adviessubcommissies werden

opgebouwd, worden door het Bureau van de Onderzoeksraad tot uitdoving aangewend met behoud

van het label van het domein (HW-BNTW-BMW) en van de eventueel reeds door de

adviessubcommissie aangegane engagementen in het kader van meerjarige financieringen.

De spaarplanmiddelen kunnen verder worden aangevuld met overschotten die zich voordoen op de

deelbegrotingen (i.e. indien meer werd begroot dan effectief nodig is voor toekenning van de

richtbedragen per output-item, zie verder, 'Richtbedragen, verhoudingen en percentages') en met

restbedragen na onvolledige toekenningen aan vakgroepen (zie hierboven, 'Voorwaarde voor effectieve

toekenning').

Tijdskader & timing

Er wordt gewerkt met korte tijdsvensters zodat evoluties in onderzoekprestaties zich snel in de financiering weerspiegelen. Door voor publicaties uit te gaan van R&D-Net, waarin publicaties

meteen bij verschijnen kunnen worden ingebracht (in tegenstelling tot internationale databanken die

publicaties met enige vertraging registreren), kunnen de publicatiegegevens in principe net na een

verstreken publicatiejaar in de financiering worden verwerkt. Ook van PhD’s en projecten kan in

principe snel na een verstreken begrotingsjaar een overzicht worden bekomen. Wat de

persoonsgebonden bonussen voor nieuw ZAP betreft, wordt verkozen om deze meteen bij aanstelling

toe te kennen, eerder dan te wachten op het overzicht dat wordt opgemaakt tegen de in het BOF-

besluit vastgelegde deadline voor toelevering aan de regeringscommissarissen van de gegevens in het

kader van de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' (i.e. op 1 april van het jaar J voor de BOF-

begroting van het jaar J+1 op basis van eerste aanstellingen in een ZAP-graad in het jaar J-1).

De effectieve toekenningen in het jaar X voor het begrotingsjaar 'BOF X-1 / OZR X' gebeuren op

basis van de aantallen publicaties in de jaren X-4 tot X-1, PhD's in de academiejaren X-7/X-6 tot

X-2/X-1 (inclusief het jaar nodig voor de toekenningen op basis van groei), en nieuw ZAP in het jaar X.

De eerste effectieve toekenning van basisfinanciering voor vakgroepen voor het begrotingsjaar

'BOF 2010 / OZR 2011' zal, na goedkeuring van het nieuwe financieringsmodel onderzoek door de

Raad van Bestuur, en na de termijn te voorzien voor de aanvulling van publicatiegegevens in R&D-Net

(minstens 2 weken), worden voorbereid in de zomer van het jaar 2011 op basis van de aantallen

publicaties in de jaren 2007 tot 2010, PhD's in de academiejaren 2004/2005 tot 2009/2010 (zie ook

verder: Overgangsregelingen). De 'Strategische Beleidsfiches Onderzoek' voor het jaar 2012 zullen

worden opgevraagd met als deadline 15.08.2011. De bespreking van de 'Strategische Beleidsfiches

Onderzoek' en de toekenningen wordt geagendeerd op de vergaderingen van het Bureau van de

Onderzoeksraad van 24.08.2011 en van de Onderzoeksraad van 31.08.2011, waarna de finale

beslissing door het Bestuurscollege gebeurt op 13.09.2011.

Page 122: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 30 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Richtbedragen, verhoudingen en percentages

De deelbegrotingen per criterium worden jaarlijks aangepast op basis van de verwachtingen en

goedgekeurd door de Onderzoeksraad. In deze nota wordt een ontwerp van initiële begroting

opgenomen (APPENDIX 7), waarbij wordt uitgegaan van een aantal gemotiveerde richtbedragen, verhoudingen en percentages (APPENDIX 5). Afhankelijk van de begrotingsmogelijkheden kunnen de

effectief uit de toekenningsformule berekende bedragen per output-item in positieve of negatieve zin

afwijken van de richtbedragen. In het eerste geval wordt per output-item het richtbedrag toegekend

en wordt het restbedrag toegevoegd aan de opvangreserve. In het tweede geval wordt ofwel per

output-item het berekende bedrag toegekend, ofwel de betreffende deelbegroting aangevuld uit de

opvangreserve zodat per output-item een hoger bedrag kan worden toegekend (met als maximum het

richtbedrag).

Een bijzonder aandachtspunt vormt de lagere toekenning voor PhD's zonder internationale tijdschriftpublicatie. Voor een kleine minderheid van disciplines is het onderzoek immers intrinsiek

inhoudelijk regionaal georiënteerd. De fractionele toekenning kan in dergelijk geval worden gezien als

in lijn met de lagere kostprijs verbonden aan de training en begeleiding van doctorandi in afwezigheid

van een internationale dimensie (netwerkvorming, conferenties en mobiliteit, ...).

Alle in het model gebruikte richtbedragen, verhoudingen en percentages kunnen desgewenst door de

Onderzoeksraad worden geactualiseerd bij een vijfjaarlijkse evaluatie van het model.

Initiële begroting

(zie ook APPENDIX 7)

De voor de basisfinanciering voor onderzoek beschikbare middelen in de OZR/BOF-begroting

betreffen deze die in het voorgaande systeem werden voorzien voor het geheel van:

- 'OZR/BOF-projectfinanciering' (2.600.000 euro in 2010/2011, incl. IWT-Overbruggingsbeurzen, excl.

ZWA),

- 'Injectie bij OZR Kredieten aan Navorsers' (606.660 euro in 2010/2011) en

- 'Omvorming Reiskredieten' (263.000 euro in 2010/2011),

voor een totaal van 3.469.660 euro in 2010/2011.

Andere budgetlijnen daarnaast (incl. opvangreserve) worden niet door het nieuwe

basisfinancieringssysteem gewijzigd.

Uitgaande van de licht stijgende tendens inzake 'PhD’s met C publicatie' (gestegen tot 83% in de

periode 2002-2006, cfr. APPENDIX 8), van het gemiddelde aantal PhD’s per jaar gedurende de laatste 3

jaar (126 per jaar in 07/08-09/10), van een overgang van 7.500 euro per PhD naar een systeem met

een sterk verhoogd bedrag voor 'PhD’s met C publicatie' (naar 9.500 euro) en een licht verlaagd

bedrag voor 'PhD’s zonder C publicatie' (naar 7.125 euro), en van een fractie van 10% van het PhD-

budget verdeeld op basis van groei, wordt het minimaal benodigde totale PhD-budget ingeschat op

1.275.000 euro.

Wanneer het totale publicaties-budget wordt gelijkgesteld met het totale PhD-budget, vormen beide

onderdelen samen een minimaal budget van 2.550.000 euro voor de over de vakgroepen te verdelen basisfinanciering.

Page 123: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 31 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Het budget voor de over de vakgroepen verdeelde basisfinanciering voor onderzoek neemt hiermee

iets meer in dan 2/3 van het totaal beschikbaar budget, wat omwille van de stabiliteit als

minimumgrens kan worden gehanteerd. Daarnaast is dan nog een budget van 919.660 euro beschikbaar voor bonusfinanciering.

Deze budgetruimte is voldoende voor de voorziene bonuscategorieën, uitgaande van:

- een gemiddelde van 13 nieuwe ZAP-aanstellingen per jaar die voldoen aan de criteria voor de BOF-

parameter 'Mobiliteit en Diversiteit' (periode 2006-2009),

- 1 toekenning voor bijzondere verdienste op het vlak van maatschappelijke valorisatie.

Overgangsregeling

Eventuele vastleggingen in het kader van het voorgaande financieringsmodel worden, binnen de

basisfinanciering die voor de betrokken vakgroep werd berekend, per toekenningsjaar bestemd voor

het betreffende project.

Tabel 7. Ingang van de verschillende begrotingsonderdelen en overgangsregelingen: Begrotingsonderdeel Eerste

begrotingsimplicatie Eerste beslissingen Toekenningsbasis en

-modaliteiten A. Basisfinanciering voor

vakgroepen BOF/OZR-begroting 2010/2011

in 2011 - publicaties 2007 tot 2010 en PhD's 2004/2005 tot 2009/2010

- middelen aanwendbaar vanaf oktober 2011

BOF/OZR-begroting 2010/2011

in 2011 aan nieuw ZAP 2011 - ad hoc bij elke in aanmerking komende ZAP-aanstelling na goedkeuring van het nieuwe systeem

- retroactief voor in aanmerking komende ZAP-aanstellingen eerder op het jaar

B.1. Nieuw ZAP

Saldi in 2011 aan nieuw ZAP 2010 - retroactief voor in aanmerking komende ZAP-aanstellingen in 2010

B.2. EU-incentives Aparte begrotingslijn buiten OZR/BOF

in 2011 - ad hoc bij elk in aanmerking komend dossier dat zich voordoet na goedkeuring van het nieuwe systeem

- retroactief voor ERC-grants opgestart eerder op het jaar

B.3. Maatschappelijke valorisatie

BOF/OZR-begroting 2011/2012

in 2012 - dossiers geselecteerd in 2012

- middelen aanwendbaar vanaf oktober 2012

III.4. Vijfjaarlijkse evaluatie

Na toepassing gedurende 5 jaar, wordt aan de Onderzoeksraad een overzicht voorgelegd van de

evolutie van de bij het model betrokken parameters, en van de bevindingen op operationeel en

logistiek vlak naar aanleiding van de overschakeling naar het nieuwe systeem (APPENDIX 9 geeft een

overzicht van de hoofdkenmerken van beide systemen). Op basis van deze rapportering brengt de

Onderzoeksraad advies uit met betrekking tot de voortzetting van het model.

Page 124: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 32 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

IV. PROGRAMMAFINANCIERING

IV.1. Van omvangrijke projecten naar programmafinanciering

Bovenop de basisfinanciering voor onderzoek wordt een programmafinanciering ingevoerd met

langetermijnperspectief voor een beperkte reeks zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken.

Deze twee nieuwe kanalen, met hun eigen specifieke omvang, onderzoeksfocus en selectieprocedure,

zijn de opvolgers van de huidige Geconcerteerde Onderzoeksacties (GOA) en de Horizontale

Onderzoeksacties (HOA).

Terwijl minstens de leiding van deze onderzoeksprogramma's zich situeert op excellentieniveau,

wordt deze term bewust niet gebruikt ter onderscheiding ten opzichte van andere groepen of

programma's. Naast de begunstigden van deze programmafinanciering zijn er immers ook nog andere

excellente vorsers en teams die worden gefinancierd via andere kanalen. De geselecteerde

zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken blijven hun programmafinanciering in principe voor

langere tijd behouden via onbeperkte verlengingsmogelijkheden, zolang aan de strenge criteria

wordt voldaan. Er wordt verwacht dat met de programmafinanciering de onderzoeksportfolio in het

betreffende thema verder wordt uitgebouwd, op basis waarvan in een volgende fase de continuïteit

nog sterker wordt verzekerd via substantiële externe financiering.

De toekenning als langetermijn programmafinanciering vertaalt zich in een verhoogde nadruk op het

aantonen van het vereiste hoge prestatieniveau van alle participerende teams. De kwaliteit van de

teams en van de groepsleiders in het bijzonder primeert hiermee als selectiecriterium, naast de

kwaliteit van de voorstelling van het beoogde onderzoek. In de context van de programmafinanciering

wordt minder projectmatig detail vereist, maar meer strategische planning. De geselecteerde

onderzoeksprogramma's worden in de kijker gezet op de universitaire website, ter bevordering van de

uitstraling. Daarbij maken passende Engelstalige benamingen beide kanalen internationaal beter

herkenbaar.

Om aan de geselecteerde onderzoeksprogramma's de gewenste slagkracht te geven en het beoogde

effect te kunnen verwezenlijken, dienen hiervoor in de begroting voldoende middelen te worden

ingezet. Een potentieel groeipad zou kunnen worden voorzien via een deel van de

defiscaliseringsmiddelen. Daarnaast moeten evenwel nog voldoende middelen gevrijwaard blijven voor

de instandhouding van een brede en diverse onderzoeksbasis via de basisfinanciering voor onderzoek.

In overeenkomst met de adviezen uit de laatste evaluatie van het onderzoeksmanagement23, wordt

uitdrukkelijk geen a priori verdeling over de grote onderzoeksdomeinen HW-BNTW-BMW voorzien,

voor geen van beide types24. Er wordt wel gestreefd naar een redelijke spreiding over deze drie

domeinen.

Om beter aan de specifieke financiële noden van de individuele onderzoeksprogramma's tegemoet te

komen, wordt hiertoe de nodige diversificatie in de toekenningen voorzien, binnen de

verplichtingen in de regelgeving. De Onderzoeksraad kent de financiering toe aan de coördinator. De

coördinator zorgt ervoor dat de verschillende partners (binnen financieel sterkere en zwakkere

vakgroepen) de nodige middelen ontvangen om hun functie binnen het onderzoeksprogramma op te

nemen.

23 'Beoordeling van de kwaliteit van het onderzoeksmanagement van de Vlaamse universiteiten', Vlaamse Interuniversitaire Raad, Brussel, 2010 (http://www.vlir.be/content1.aspx?url=evaluatie-onderzoeksmanagement) 24 Bij de toekenning van GOA's werd voorheen naar de OZR-Richtpercentages gestreefd.

Page 125: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 33 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

IV.2. Zwaartepunten

- Een zwaartepunt (ex GOA) of Strategic Research Program (STRAT) bestaat uit één of meerdere

teams, elk met hoog prestatieniveau, dat zich profileert als een thematisch platform op excellentieniveau.

- Zwaartepunten worden gedragen door hetzij sterke teams van grote omvang, hetzij samenwerkingen

van nauw aansluitende sterke teams die samen een nog sterker en groter expertisecentrum

uitbouwen. Gezien de voor een zwaartepunt vereiste breedte, worden de activiteiten geleid door

minstens twee groepsleiders, die internationaal als autoriteit binnen het domein worden erkend.

Iedere groepsleider is met een zekere mate van onafhankelijkheid de verantwoordelijke

woordvoerder voor het eigen onderdeel binnen het zwaartepunt als geheel.

- Onverenigbaarheden: Het ontvangen van Methusalem-financiering is onverenigbaar met het

optreden als groepsleider in het kader van een door de Onderzoeksraad gefinancierd zwaartepunt.

- Overgangsmaatregel: Vanaf de erkenning en financiering van een onderzoekszwaartepunt geleid

door groepsleiders die optreden als promotoren van eenzelfde nog lopende GOA-toekenning, wordt

deze GOA-financiering stopgezet en wordt de GOA de facto opgevolgd door de

zwaartepuntfinanciering.

- De coördinatie van een zwaartepunt wordt waargenomen door één van de groepsleiders, waarvan

het excellentieniveau internationaal binnen het domein wordt erkend, en die de leiding heeft over

een vooraanstaand team op het vlak van onderzoeksprestaties en kritische massa.

- Van de aanvragers van een zwaartepunt wordt, naast het vereiste hoge performantieniveau, een

goed uitgewerkt strategisch plan verwacht, waarin een duidelijk onderscheid zichtbaar is tussen

zekerheden in het strategisch stappenplan, en het management van risicovolle

onderzoeksstrategieën.

- Het typische financieringsniveau van een zwaartepunt betreft minimaal het equivalent van twee

vorsers op postdoc niveau. De middelen dienen bij voorkeur te worden besteed aan de aanstelling van minstens één postdoc, ter versterking van het "middenkader", waarvoor weinig alternatieve

middelen bestaan.

- Een programmafinanciering als zwaartepunt wordt toegekend voor 5 jaar, met een typisch

jaarbudget van gemiddeld 200.000 EUR, variërend van 150.000 tot 300.000 EUR naargelang de

aanvraag en de dimensie van de betrokken teams.

- In de loop van het eerste jaar van de programmafinanciering richt het zwaartepunt een

internationale "scientific advisory board" op, samengesteld uit minstens 3 externe experts in het

domein die advies geven aangaande de werkzaamheden van het zwaartepunt. Het zwaartepunt

organiseert minstens om de 3 jaar een "site visit" van de scientific advisory board.

- Tegen het eind van elk jaar van de looptijd van de programmafinanciering wordt door de coördinator

van het zwaartepunt een beknopt jaarrapport (±2 bladzijden) ingediend bij de vicerector

onderzoek. Hierin worden de in het afgelopen jaar verwezenlijkte doorbraken op onderzoeksvlak kort

toegelicht. Verder wordt hierin elk jaar formeel melding gemaakt van de actuele nominatieve

samenstelling van de scientific advisory board, met aanduiding van de voorzitter, en met vermelding

van de datum van de laatste site visit.

- Bij niet-verlenging van een zwaartepunt wordt een periode van afbouw voorzien, waarbij het

financieringsniveau over een periode van 4 jaar in gelijke stappen van 25% wordt afgebouwd, van

75% in het eerste afbouwjaar tot 0 EUR in het laatste jaar.

- Bij de verlenging van een zwaartepunt kan ook het financieringsniveau worden aangepast,

bijvoorbeeld naar aanleiding van de opname van een bijkomende groepsleider.

Page 126: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 34 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

- Naast de financiering van zwaartepunten, kan een gedeelte van het zwaartepuntenbudget worden

toegekend onder de vorm van een beperktere "groeifinanciering". Voor een groeifinanciering

komen die aanvragen in aanmerking die nog niet voldoen aan de vereisten voor een zwaartepunt,

maar waar uit de aanvraag blijkt dat met een groeifinanciering dit hogere niveau in de eerstkomende

jaren kan worden bereikt. Een groeifinanciering wordt toegekend voor een periode van 5 jaar, met

een typisch jaarbudget van gemiddeld 100.000 EUR, variërend van 80.000 tot 120.000 EUR

naargelang de aanvraag en de dimensie van de betrokken teams. Er wordt verwacht dat, ter

opvolging van de groeifinanciering, een aanvraag wordt ingediend teneinde programmafinanciering

als zwaartepunt te verwerven. Een groeifinanciering als dusdanig is niet verlengbaar, en kan slechts

één keer aan eenzelfde groepsleider worden toegekend.

Meer concreet brengt de omvorming naar een programmafinanciering ook aangepaste vereisten met

zich mee voor het aanvraagdossier, en voor de beoordelingswijze bij erkenning en verlenging:

Aanvraagdossier (geen opgelegd aanvraagformulier, wat de aanvragers een grotere vrijheid geeft

om hun visie naar voren te brengen) 1. Vereiste onderdelen globaal:

* Strategisch plan (±2 bladzijden), inclusief:

-- teamstructuur, met aanduiding van de groepsleiders (minimum 2)

-- significante doelstellingen

-- te beantwoorden wetenschappelijke vragen, met nadruk op fundamenteel onderzoek

-- nagestreefde technische en daaraan gekoppelde logistieke realisaties

* Bijlage bij het strategisch plan (±2 bladzijden), inclusief:

-- meer concrete planning van de werkzaamheden, met onderscheid tussen zekerheden en risico's

-- concrete besteding van de middelen

* Wetenschappelijke positionering: (unieke) sterkte in het domein, gekaderd in de

wetenschappelijke competitie binnen de regio / het land / internationaal (±1 bladzijde)

* Wetenschappelijke profilering van het zwaartepunt (±1 bladzijde), inclusief:

-- beoogde prestigieuze financieringskanalen op internationaal niveau, of bestemd voor internationale

mobiliteit van vorsers (EU KP, ERC, Odysseus, ESA, Big Science, ESFRI, ...)

-- eventuele daarin kaderende allianties / samenwerkingen

* Valorisatiedoelstellingen (±1 bladzijde, indien van toepassing)

* Human resources management (±1 bladzijde), inclusief:

-- positionering van jongere vorsers en postdocs

-- tijdige planning van opvolging na op pensioenstelling (indien van toepassing)

* Bondige SWOT-analyse (±1 bladzijde)

Page 127: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 35 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

2. Vereiste onderdelen per groepsleider:

* lijst van de belangrijkste 10 wetenschappelijke publicaties (ongeacht de aard) uit de 5 jaren

voorafgaand aan de aanvraag; desgevallend aangevuld met de lijst van de belangrijkste

wetenschappelijke reviews

* hard copy van de 5 belangrijkste wetenschappelijke publicaties (ongeacht de aard) uit de 5 jaren

voorafgaand aan de aanvraag

* lijst van alle PhD's behaald onder promotorschap van de groepsleider

* realisaties op het vlak van valorisatie en technology transfer

* eventuele eigen toevoegingen

* Door het departement R&D wordt na ontvangst van de aanvraag hieraan het onderzoeks-CV uit R&D-Net toegevoegd betreffende de 5 jaren voorafgaand aan de aanvraag, met de lijst van alle

wetenschappelijke publicaties ingedeeld naar aard en een overzicht van alle projectfinanciering

Erkenning

* De erkenning van een zwaartepunt gebeurt op advies van één of meerdere speciaal voor dit doel

ingerichte evaluatiecommissie(s). De evaluatiecommissies zijn samengesteld uit een beperkt

aantal externe experts van hoog wetenschappelijk niveau, die in hun midden een voorzitter

aanduiden. De commissie wordt samengesteld door de Onderzoeksraad op voorstel van de vicerector

onderzoek, die hierbij uitgaat van de domeinen die bij de ontvangen aanvragen betrokken zijn.

* Ten behoeve van een efficiënte werking van de evaluatiecommissie, wordt door het Bureau van de

Onderzoeksraad een preselectie gemaakt op basis van een kwantitatieve analyse van de

prestatieniveaus van de groepsleiders in de 5 jaren voorafgaand aan de aanvraag. Hierbij wordt in de

mate van het mogelijke aangetoond of de prestatieniveaus significant hoger liggen dan internationale

referentiewaarden in het domein. De analyse omvat in elk geval ook de succesvol begeleide PhD's en

de externe middelenverwerving. Enkel de aanvragen die hieraan voldoen worden voor beoordeling

aan de evaluatiecommissie overgemaakt.

* De coördinatie inzake ingewonnen adviezen van referees, die voor de GOA's reeds in vele gevallen

werd ondersteund door het dept. R&D, wordt voortaan systematisch door het dept. R&D verzorgd.

Hierdoor zal de eenvormigheid nog worden bevorderd in de wijze van aanduiding van referees,

adviesopvraging, adviesverwerking en presentatie van de evaluatieresultaten.

* Teneinde een onderscheid te kunnen maken tussen de hoogst gerangschikte dossiers, die door de

evaluatiecommissie(s) zeer gelijkwaardig worden beoordeeld, wordt de mogelijkheid voorzien om de

aanvragers uit te nodigen voor een mondelinge verdediging van hun dossier voor een gemengde

adviescommissie. Deze wordt samengesteld uit enerzijds de voorzitters van de evaluatiecommissies,

indien minder dan drie in aantal eventueel aangevuld met andere leden van de

evaluatiecommissie(s), en anderzijds drie niet bij de aanvragen betrokken VUB-leden (één uit elk

van de drie grote domeinen HW-BNTW-BMW) aangeduid door het Bureau van de Onderzoeksraad25.

De gemengde adviessubcommissie brengt een globaal advies uit met betrekking tot de selectie.

25 Vergelijkbaar met de mogelijkheid om het dossier te verdedigen voor het Bureau van de Onderzoeksraad die voorzien is in de evaluatieprocedure voor Horizontale Onderzoeksacties (HOA).

Page 128: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 36 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Verlenging

* De evaluatie voor de verlenging van een zwaartepunt gebeurt in het laatste jaar van de lopende

toekenning.

* De evaluatie gebeurt via peer review met site visit, ter stimulering van een hoog-niveau

onderzoeksbeleid binnen het zwaartepunt, en met het oog op nuttige feedback voor het verdere

beleid vanwege experts.

* Per zwaartepunt wordt door de Onderzoeksraad een 3-tal experten, niet behorend tot de scientific

advisory board, uitgenodigd voor een site visit, waarbij elk van de groepsleiders verslag uitbrengt.

* Onder de gehanteerde criteria wordt in elk geval de financiering opgenomen die werd bekomen via

financieringskanalen op internationaal niveau, of bestemd voor internationale mobiliteit van vorsers

(EU KP, ERC, Odysseus, ESA, Big Science, ESFRI, ...)

Overgangsregeling

In 2011 (BOF/OZR begroting 2010/2011) wordt geen GOA-oproep uitgeschreven volgens de

gebruikelijke timing. De eerste toekenningsronde voor zwaartepunten zal in 2011 worden opgestart na

goedkeuring van het nieuwe systeem, voor Zwaartepunten op te starten in 2012, gefinancierd via het

betreffende begrotingsonderdeel van de BOF/OZR begroting 2011/2012.

Page 129: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 37 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

IV.3. Interdisciplinaire netwerken

- Een interdisciplinair netwerk (ex HOA) of Interdisciplinary Research Program (INTDI)

bestaat uit één of meerdere teams, voor de meerderheid met hoog prestatieniveau, zich profilerend

als thematisch platform met totaalexpertise rond maatschappelijke uitdagingen.

- Er worden samenwerkingen beoogd die:

* een synergie betreffen van expertises uit verschillende disciplines, die elk noodzakelijk waren voor

een gezamenlijk ontwikkeld resultaat (theorie / concept / tool / techniek / informatie / data set),

* een brede interdisciplinaire samenwerking betreffen, die bij voorkeur expertise verenigt uit twee of

meer van de drie grote domeinen HW-BNTW-BMW,

* resulteren in vernieuwende bijdragen tot elk van de betrokken disciplines.

- De interdisciplinaire netwerken worden gedragen door hetzij een brede interdisciplinaire

samenwerking die alle expertisedomeinen verenigt die relevant zijn voor de wetenschappelijke

behandeling van een thema, hetzij een op zich interdisciplinair samengesteld team.

- De coördinatie van de interdisciplinaire netwerken wordt waargenomen door een internationaal

erkende autoriteit in diens domein, waarvan het excellentieniveau internationaal binnen het domein

wordt erkend, en die de leiding heeft over een vooraanstaand team op het vlak van

onderzoeksprestaties.

- Na de positieve evaluatie van het HOA-programma (OZR 03.02.2010) werd dit kanaal

ongewijzigd behouden, met als enige uitzondering een aanpassing betreffende de looptijd: naar

4 jaar mits positieve evaluatie van het tussentijds rapport, in plaats van 2 jaar éénmalig verlengbaar.

In het nieuwe kader van de programmafinanciering worden verdere verlengingsmogelijkheden

voorzien. De looptijd van de toekenningen wordt, analoog met de zwaartepunten, op 5 jaar gebracht. Dit ligt tevens in de lijn van de bedenking vanuit het veld dat zelfs 4 jaar kort is ten

opzichte van de tijd die in de praktijk nodig blijkt voor het uitbouwen van samenwerking tussen sterk

verschillende onderzoekstradities, waardoor bij een evaluatie in het vierde jaar de beoogde

onderzoeksoutput niet steeds reeds effectief werd gerealiseerd. Dit belangrijke specifieke kanaal voor

de financiering van thematische interdisciplinaire onderzoekssynergieën wordt verder behouden zoals

was bepaald voor het HOA-programma, inclusief de specifieke evaluatieprocedure.

- Het typische financieringsniveau wordt behouden op het equivalent van twee vorsers op predoc

niveau (100.000 EUR tot 110.000 EUR per jaar), voornamelijk aan te wenden voor de aanstelling van

één of meerdere vorsers die de interdisciplinaire samenwerking verpersoonlijken.

- Vanuit de overtuiging dat succesvolle interdisciplinaire samenwerkingen slechts mogelijk zijn vanuit

op zich sterke onderzoeksteams, worden als ontvankelijkheidsvoorwaarde minimale

prestatievereisten gesteld met betrekking tot de 5 jaren voorafgaand aan de aanvraag. Deze situeren

zich in elk geval op het vlak van publicaties, succesvolle begeleiding van PhD's, en succesvolle

externe middelenverwerving.

Overgangsregeling

In 2011 (BOF/OZR begroting 2010/2011) wordt geen HOA-oproep uitgeschreven volgens de

gebruikelijke timing. De eerste toekenningsronde in voor Interdisciplinaire netwerken zal in 2011

worden opgestart na goedkeuring van het nieuwe systeem, voor Interdisciplinaire netwerken op te

starten in 2012, gefinancierd via het betreffende begrotingsonderdeel van de BOF/OZR begroting

2011/2012, aangevuld met dit van de BOF/OZR begroting 2010/2011.

Page 130: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 38 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

V. Kwaliteitszorg

V.1. Impliciete en expliciete stimuli

Verschillende stimuli voor kwaliteit zitten verweven in de criteria inzake onderzoeksprestaties

voor het overgrote deel van de basisfinanciering (peer reviewed publicaties en PhD's; bonussen bij EU-

toekenningen) en in het vereiste niveau voor de substantiële toekenningen als programmafinanciering.

Daarnaast wordt ook verwacht dat een positief effect uitgaat van de omkaderende beleidsmatige situering van het nieuwe financieringsmodel, gericht op een gezond lokaal onderzoeksbeleid en een

goede onderzoekscultuur.

V.2. Instrumenten ten dienste van een brede kwaliteitszorg

Een aantal onderzoeksprestaties (in het kader van het financieringsmodel en eventueel andere) en

onderzoeksstrategieën (uit de 'Strategische Beleidsfiches Onderzoek') worden van jaar tot jaar per

vakgroep gevolgd als monitoring-instrument voor het centrale onderzoeksbeleid.

De per vakgroep opgestelde Prestatieprofielen bieden op schematische wijze snel een indicatie van

de aanwezige capaciteit, van de actuele dynamiek en desgevallend van uitzonderlijke prestaties.

Hierbij wordt naast cijfers ook gebruik gemaakt van figuren, die onderzoeksprestaties van een

vakgroep aanschouwelijk weergeven, genormaliseerd op het gemiddelde voor de betreffende

discipline.

De Prestatieprofielen op vakgroepniveau vormen samen met de systematische monitoring van

onderzoeksprestaties op instellings- en disciplineniveau de basis voor een vollediger en flexibel systeem van kwaliteitszorg26. Op het centrale beleidsniveau kan hieruit een selectie worden

gemaakt van relevante gegevens voor de evaluatie van beleidsinstrumenten. Ook de vakgroepen

zelf kunnen gebruik maken van de in kaart gebrachte onderzoeksprestaties, bijvoorbeeld ten behoeve

van hun profilering, of van een lokaal op kwaliteit gericht onderzoeksbeleid. Een verzorgde

profilering naar de buitenwereld toe, zowel via de internetbladzijden van de vakgroep zelf, als via die

van de universiteit centraal, draagt tevens bij tot de uitstraling van de universiteit als geheel als voorkeursbestemming voor studenten en vorsers. Het hierbij bijkomend aanbieden van een link

naar zeer praktische informatie voor geïnteresseerden uit het buitenland (bijvoorbeeld de brochure

‘Research in Flanders’) verlaagt de drempel nog verder.

26 Zie hierover ook de nota "Naar een vollediger en flexibeler systeem van kwaliteitszorg", Bijlage bij het Beleidsplan 2006-2011, Sector Onderzoek & Ontwikkeling.

Page 131: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 39 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

V.3. Een systematische en gerichte kwaliteitszorg

De 'Strategische Beleidsfiches Onderzoek' en 'Prestatieprofielen' per vakgroep vormen de basis voor

een vernieuwde systematische kwaliteitszorg in het onderzoek, tegemoetkomend aan de

decretale verplichtingen27. Na afronding van de eerste cyclus van de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties28 in 2010/2011, wordt overgegaan naar een nieuwe vorm van

onderzoeksevaluatie op basis van monitoring van onderzoeksprestaties en onderzoeksstrategieën. De

grondige evaluatieprojecten met expertenpanel worden minder frequent en meer gericht ingezet,

mede op basis van een screening van de Prestatieprofielen en van de Strategische Beleidsfiches

Onderzoek. Hiermee wordt nog steeds aan de decretale verplichtingen voldaan:

- volledigheid: de Prestatieprofielen omvatten alle vakgroepen en bijgevolg de gehele

onderzoeksgemeenschap

- periodiciteit en openbaarheid: de Prestatieprofielen worden jaarlijks aan de Onderzoeksraad

voorgelegd.

De jaarlijks opgestelde Prestatieprofielen hebben bovendien als voordeel dat steeds een actueel beeld

beschikbaar is van alle vakgroepen inzake omvang en tendens van onderzoeksprestaties (in plaats van

een weliswaar grondig evaluatierapport, doch slechts om de acht jaar).

Omdat een toetsing van het onderzoeksbeleid op teamniveau aan de mening van externe peers als

een zeer nuttige oefening wordt ervaren, wordt het als "good practice" aan de vakgroepen aangeraden

om zelf een internationale 'Scientific Advisory Board' in te stellen die op regelmatige basis hun

onderzoeksbeleid en -strategie beoordeelt. Dit nieuwe systeem laat toe om de kwaliteitsopvolging op

regelmatiger basis te laten plaatsvinden dan de cyclus van 8 jaar die tot nu was voorzien in de

planning van de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties, en die te lang wordt bevonden voor een actief

onderzoeksbeleid. Waar een 'Scientific Advisory Board' is ingesteld wordt de Onderzoeksraad hiervan

op de hoogte gebracht via de daartoe voorziene rubriek in de Strategische Beleidsfiche Onderzoek. Het

al dan niet voorzien zijn van een dergelijke raad op vakgroepniveau is een element dat meespeelt in

de overweging door de Onderzoeksraad tot het inrichten van een grondige disciplinegewijze

onderzoeksevaluatie.

De instelling van een internationale 'Scientific Advisory Board', is verplicht voor zwaartepunten, die

een groot gedeelte van de BOF-middelen vertegenwoordigen. De minstens om de 5 jaar

plaatsvindende 'site visit' is tevens een element dat tegemoetkomt aan de in het BOF-besluit

ingeschreven verplichting inzake periodieke externe beoordeling van het gefinancierde onderzoek29.

Naast de op peer review gebaseerde evaluaties via de lokale 'Scientific Advisory Boards' en de centrale

disciplinegewijze onderzoeksevaluaties, worden op regelmatige basis bibliometrische studies

uitgevoerd of uitbesteed. Hierbij wordt aan de Onderzoeksraad gerapporteerd betreffende de citatie

impact van publicatieoutput geplaatst ten opzichte van de verwachtingen in het domein.

27 Decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen van 4 april 2003, HOOFDSTUK IV. - Kwaliteitszorg, Art. 92: "De ambtshalve geregistreerde instellingen zorgen voor de interne en de externe kwaliteitszorg van de onderzoeksactiviteiten: - zij zien permanent en op eigen initiatief toe op de kwaliteit van hun onderzoeksactiviteiten; - zij voorzien, zoveel mogelijk met andere binnenlandse en buitenlandse instellingen, in een regelmatige beoordeling, ten minste om de acht jaar, van de kwaliteit van de onderzoeksactiviteiten van de instelling. Van de uitkomsten van deze beoordeling wordt er een openbaar verslag gemaakt; - zij geven gevolg aan de uitkomsten van de kwaliteitsbeoordeling in hun beleid." 28 N. Rons, A. De Bruyn, J. Cornelis (2008), Research evaluation per discipline: a peer-review method and its outcomes, Research Evaluation, Volume 17, Number 1, March 2008, pp. 45-57. 29 Besluit van de Vlaamse regering betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap van 8 september 2000, Art. 12 §4. "Onverminderd de toepassing van artikel 122 van het decreet van 12 juli 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, draagt elke universiteit zorg voor een periodieke externe beoordeling van de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek dat gefinancierd werd met de in dit besluit bedoelde onderzoeksgelden. Een belangrijk punt van aandacht in de externe beoordeling is de wijze waarop de universiteiten de kwaliteit van de doctoraatsvoorbereiding bewaken en verbeteren."

Page 132: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 40 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Zowel de Scientific Advisory Boards, de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties als de bibliometrische

studies, houden een wijze van externe waardebeoordeling in: hetzij via panel peer review, hetzij

via citatie.

Page 133: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 41 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

VI. OZR-opvangmandaten

De OZR-mandaten worden voortaan centraal beheerd door het Bureau van de Onderzoeksraad,

voortbouwend op de 'best practices' die kunnen worden afgeleid uit het vroegere beheer via de

adviessubcommissies. Er worden voortaan enkel opvangmandaten toegekend onder volgende vorm:

VI.1. Opvangmandaten van 1 jaar met het oog op externe herindiening na goede

rangschikking, uitgaande van jaarlijkse externe mandaataanvragen bij FWO en IWT, voor hetzij

FWO-Aspirant 1ste termijn, hetzij FWO-Postdoctoraal onderzoeker 1ste termijn, hetzij IWT-Specialisatiebeurs 1ste termijn:

- De FWO- en IWT-mandaataanvragen zijn gekend bij het departement R&D. Er is niet langer een

afzonderlijke aanvraag vereist om in aanmerking te komen voor een OZR-opvangmandaat.

- De OZR-opvangmandaten kunnen worden toegekend aan kandidaten waarvan de externe aanvraag

niet werd gehonoreerd, maar wel goed gerangschikt.

- Wat de toekenningen op predoc-niveau betreft, legt het Bureau van de Onderzoeksraad, voorafgaand

aan de selectie, de minimumdrempels vast met betrekking tot de externe beoordelingen door FWO

en IWT, die voldoende goede kansen op kwaliteitsvol onderzoek in het vooruitzicht stellen, en

waaraan de kandidaten dienen te voldoen om in aanmerking te komen voor een

OZR-opvangmandaat.

- De beschikbare OZR-opvangmandaten worden ingedeeld in drie contingenten, waarbij wordt

uitgegaan van volgende streefverhoudingen:

1) postdoc opvangmandaten na aanvraag FWO-Postdoctoraal onderzoeker: een minderheid van

±10% van de OZR-opvangmandaten (een 5-tal op een totaal van 45).

2) predoc opvangmandaten na aanvraag FWO-Aspirant: 2/3 van de OZR-opvangmandaten op

predoc-niveau (±26 op een totaal van 45).

3) predoc opvangmandaten na aanvraag IWT-Specialisatiebeurs: 1/3 van de

OZR-opvangmandaten op predoc-niveau (±13 op een totaal van 45).

- Binnen elk contingent worden de kandidaten door het Bureau van de Onderzoeksraad gerangschikt

en geselecteerd.

- Indien voor een bepaald contingent minder kandidaten in aanmerking komen dan nodig om de

streefverhouding te bereiken, kunnen hetzij de daar nog openstaande OZR-opvangmandaten worden

toegekend aan kandidaten binnen een ander contingent, hetzij de overeenkomstige financiële

middelen worden overgedragen naar het volgende begrotingsjaar.

- In het geval een kandidaat aan wie een predoc opvangmandaat werd toegekend na aanvraag van

een FWO-Aspirant, in hetzelfde jaar een IWT-Specialisatiebeurs aanvraagt en bekomt, dan blijft

het resterende gedeelte van het OZR-opvangmandaat (in principe 9 maanden na ingang van de IWT-

Specialisatiebeurs) ter beschikking staan als mandaat opneembaar door een andere vorser bij

dezelfde promotor.

- Er wordt geen domeinversleuteling gehanteerd, noch op postdoc-niveau, noch op predoc-niveau,

zodat binnen elk van de contingenten over alle disciplines heen de beste kandidaten kunnen worden

geselecteerd, inclusief deze uit de nieuwe interdisciplinaire categorie bij het FWO.

- Op basis van de voorbije toekenningsrondes wordt van de streefverhoudingen verwacht dat zij

ongeveer gelijke mogelijkheden bieden aan de drie grote domeinen HW-BNTW-BMW. Het nieuwe,

centrale toekenningssysteem wordt, onder meer in het licht hiervan, na de eerste toepassing

geëvalueerd.

Page 134: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 42 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

VI.2. Opvangmandaten ter afronding van een PhD:

- Er wordt jaarlijks een budget voorzien dat ad hoc, naar aanleiding van een gemotiveerde aanvraag

door de PhD-promotor, kan worden aangewend voor de financiering van een BAP-mandaat van een

doctorandus gedurende een aantal maanden ter afronding van het doctoraat (tot maximum 6

maanden).

Page 135: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 43 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Memorie van toelichting bij de invoer van een

NIEUW FINANCIERINGSMODEL ONDERZOEK: BASISFINANCIERING EN

PROGRAMMAFINANCIERING

APPENDICES

Page 136: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 44 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

APPENDIX 1: Evolutie PhD's, 2de en 3de geldstroom en SCIE-publicaties 1. Evolutie PhD's

Figuur 1.a.

BRON: Jaarverslagen Onderwijs

Figuur 1.b.

BRON VTE ZAP: VLIR-personeelsstatistieken;

BRON PhD's: gegevens basisfinanciering universiteiten; niet opgenomen: PhD Verkeerskunde (1)

Page 137: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 45 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

2. Evolutie 2de en 3de geldstroom Figuur 2.a.

BRON: Jaarverslagen Onderzoek

Figuur 2.b.

BRON: Jaarverslagen Onderzoek

Page 138: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 46 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Tabel 2.c. 2de geldstroom (EUR) 3de geldstroom (EUR)

1998-2002 2003-2007 (03-07) /(98-02)

1998-2002 2003-2007 (03-07) /(98-02)

Economie en Toegepaste economie

1108904 914497 0,82 1629143 3139787 1,93

Historische Wetenschappen 3014611 3238179 1,07 799527 1612279 2,02

Kunstwetenschappen en archeologie

0 256232

Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)

2753555 3063150 1,11 1674783 1499605 0,90

Pedagogische wetenschappen en didactiek

79474 66442 0,84 1475119 1231443 0,83

Politieke en sociale wetenschappen

1678008 1436174 0,86 5742654 6684073 1,16

Psychologie 710163 939883 1,32 942002 2369324 2,52

Rechtswetenschappen (inclusief criminologie en notariaat)

1215205 2887116 2,38 2871526 1787206 0,62

Wijsbegeerte (inclusief moraalwetenschappen)

2157272 3149606 1,46 60255 0 0,00

HW 12717192 15951279 1,25 15195009 18323717 1,21

Aardwetenschappen en aardrijkskunde

1222616 1139955 0,93 4915231 3438640 0,70

Architectuur, ruimtelijke ordening en stedenbouw

190439 778475 4,09 418773 472944 1,13

Biologie 2846408 3048948 1,07 7336419 4098687 0,56

Bouwkunde 828975 1648297 1,99 282930 1387331 4,90

Elektronica en elektrotechniek

1164314 5344044 4,59 4922674 16207536 3,29

Informatica (inclusief toegepaste informatica)

3362463 5727250 1,70 5341690 7058192 1,32

Informatie- en communicatietechnologie

1959685 3194395 1,63 3617209 3029235 0,84

Materiaaltechnologie 1608199 2374433 1,48 2940260 1807153 0,61

Natuurkunde (inclusief sterrenkunde)

10669237 11055567 1,04 3999930 4399832 1,10

Scheikunde (inclusief biochemie)

3351301 3880650 1,16 4236570 6174138 1,46

Technische en toegepaste scheikunde

1286925 2477531 1,93 1875740 2792643 1,49

Toegepaste biologische wetenschappen

6926317 10777420 1,56 6278115 6297281 1,00

Werktuigkunde 1657878 3018463 1,82 4185868 3062263 0,73

Wiskunde 1117513 2538090 2,27 242488 594987 2,45

BNTW 38192271 57003519 1,49 50593896 60820862 1,20

Biomedische wetenschappen (inclusief Biochemie)

0 4000 0 60000

Farmacie 2713925 3983287 1,47 976218 1017017 1,04

Geneeskunde (inclusief tandheelkunde)

15518042 20567253 1,33 8305695 12664215 1,52

Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie

99685 97349 0,98 1436018 1281589 0,89

Sociale gezondheidswetenschappen

538358 879495 1,63 3765734 4646631 1,23

BMW 18870010 25531384 1,35 14483665 19669452 1,36

Centraal / Geen 173725 119700 0,69 4650973 14853949 3,19

TOTAAL 69953198 98605881 1,41 84923543 113667980 1,34

BRON: Jaarverslagen Onderzoek

Page 139: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 47 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

3. SCIE-publicaties Figuur 3.a.

BRON: BOF-berekeningen en VLIR-Personeelsstatistieken

SCIE: Science Citation Index Expanded

VTE: Voltijds Equivalent

Figuur 3.b.

BRON: BOF-berekeningen

Page 140: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 48 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

APPENDIX 2: Aansluiting bij het ASP Algemeen Strategisch Plan (ASP) Nieuw financieringsmodel onderzoek Selectie van onderzoeksgerelateerde waarden, uitdagingen en strategische doelstellingen

Basisfinanciering Programma-financiering

Waarden Kritisch denken en vrij onderzoek Lump sum Maatschappelijk engagement vanuit een niet dogmatisch humanistisch perspectief

Bonus Maatsch.Valor. Internationale netwerken

Uitdagingen De creatie van zwaartepunten/speerpunten en in een belangrijk aantal gevallen de creatie van schaalvergroting en van horizontale synergieën

Incentives op vakgroepniveau

Zwaartepunten & Internationale

netwerken Een significante aanwezigheid op het internationale vlak en dus inbedding van de research in een Europese context

C-publicaties; EU-incentives

Zwaartepunten

Het effectief definiëren van grote wetenschappelijke uitdagingen. Grotere ambities dienen geformuleerd die getuigen van bevlogenheid die creatieve academici de facto eigen moet zijn

Strategische Beleidsfiche Zwaartepunten (&Internationale

netwerken) Kanteling van een verticale organisatie (faculteiten, studierichtigen en onderzoekslabo’s naast elkaar) naar een horizontale organisatie (interdisciplinariteit en flexibiliteit)

(Zwaartepunten &) Internationale

netwerken Verhoogde eis tot maatschappelijke relevantie van opleidingen en onderzoek

Bonus Maatsch.Valor. Internationale netwerken

Strategische doelstellingen SD1: “grondig werken aan de financiering”, o.m. “het stimuleren van de performantie van onderzoeksinput en –output in het bijzonder in de faculteiten met een lager onderzoeksrendement”

Alle onderdelen

SD3: “een goede interne communicatie en transparantie” Strategische Beleidsfiche en Performantieprofiel

vakgr.

SD4: “de verantwoordelijkheid van de beheerstaken en ondersteunende taken leggen op dat niveau waar de toegevoegde waarde het grootst is”

Strategische Beleidsfiche en toekenningen op

vakgroepniveau

SD5: “een sterke mensgerichte en waarderende aanpak realiseren naar de medewerkers en het personeel enthousiasmeren om gezamenlijk dit strategisch plan te implementeren (incentives, ...)”

Alle bonussen

SD8: “een specifiek marketing-, communicatie- en rekruteringsbeleid opzetten en voeren van een actief studentenbeleid i.s.m. de alumniverenigingen, de (ex-)werknemers en andere partners”

Bonus Nieuw ZAP

SD9: “aftoetsen van alle beleidsacties aan de waarden” deze Memorie v. Toelichting

deze Memorie v. Toelichting

Strategie m.b.t. de opstelling van het ASP en van de meerjarenbegroting

g. “een traject om te komen tot een efficiëntere werking van de administratieve ondersteunende diensten wordt opgezet. Een grondige screening en doorlichting van bestaande en nieuw op te richten diensten en initiatieven is van primordiaal belang”

Van aanvraaggebonden naar formulegebaseerd

systeem

j. “bij elke beslissing, aanstelling, promotie, ... zullen kwaliteitsnormen en internationale normen gehanteerd worden”

Bonus Nieuw ZAP

Doelstellingen 2012 “Performantieverhoging faculteiten: onderzoeksoutput (PhD’s, publicaties)”

PhD’s; Publicaties

“Performanter onderzoek: speerpuntvorming en schaalvergroting”

Incentives op vakgroepniveau

Zwaartepunten & Internationale

netwerken “Kwaliteit en internationale normen” Alle onderdelen Excellentieniveau “Extra financiering: Vl.Gem., BHG, Kon.Boudewijnstichting, Nationale Loterij, Europese Commissie)”

PhD’s; Publicaties; Bonus Nieuw ZAP;

EU-incentives

Page 141: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 49 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

APPENDIX 3: Beleidsfiche vakgroepen (R&D-Net intern)

STRATEGISCHE BELEIDSFICHE ONDERZOEK(1) — Vakgroep(2) XXXX — Datum xx.xx.xxxx Beleid, realisaties, objectieven en strategie (beknopt, max. 3 blz.) — Template met toelichting (te overschrijven)

(1) jaarlijkse goedkeuring door de Onderzoeksraad is een voorwaarde voor effectieve toekenning van de berekende basisfinanciering, zoals beschreven in het OZR-reglement; (2) GF: in te vullen voor alle GF-vakgroepen samen door UMCOR

Vakgroepcoördinator onderzoeksbeleid & -begroting: XXXX XXXX

centraal vakgroepniveau:

Aan de vakgroep verbonden onderzoeksgroepen door de Onderzoeksraad erkende onderzoeksgroepen waarvan de onderzoekers geheel of gedeeltelijk tot de vakgroep behoren .......... .......... Concrete verdeling van de basisfinanciering voor onderzoek beleid inzake verdeling van aan de vakgroep toegekende basisfinanciering voor onderzoek; grote lijnen inzake concrete toewijzingen30 .......... ..........

voor grote vakgroepen desgewenst per subgroep:

Prioritaire langetermijn onderzoeksniche('s) benaming; (unieke) sterkte in internationale competitie; links met onderzoekers binnen de vakgroep; eventuele VUB-partners; internationale partners; evaluatie van recente realisaties en verdere objectieven en strategie .......... .......... Krachtlijnen van het onderzoeksmanagement personeelsbeleid (doctorandi, internationale werving, continuïteit, Sabbaticals, tijdige planning van opvolging na pensioen) en beleid inzake aanwending van de toegekende basisfinanciering voor onderzoek; evaluatie van recente realisaties en verdere objectieven en strategie .......... .......... Systematisch gecoördineerde logistieke onderzoeksondersteuning voor projectmanagement, externe fondsenwerving, onderzoeksnetwerking (bezoeken aan andere universiteiten, organisatie van colloquia), begeleiding van doctorandi .......... .......... Scientific Advisory Board desgevallend door de vakgroep zelf ingestelde internationale adviesraad die onderzoeksbeleid en -strategie van de vakgroep op regelmatige basis beoordeelt: nominatieve samenstelling, datum van de laatste site visit, en korte beschrijving van de werking en periodiciteit .......... .......... Objectieven inzake valorisatie van het onderzoek objectieven en strategie aangaande het beschikbaar en geschikt maken van wetenschappelijke kennis voor gebruik in de praktijk door partijen buiten de academische wereld .......... .......... SWOT-analyse

Strengths: .......... .......... ..........

Weaknesses: .......... .......... ..........

Opportunities: .......... .......... ..........

Threats: .......... .......... ..........

30 Grote lijnen inzake concrete toewijzingen: vanaf het tweede toepassingsjaar.

Page 142: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 50 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

APPENDIX 4: Indeling van vakgroepen in disciplines (Bron discipline-indeling: Actualisering planning onderzoeksevaluaties, goedgekeurd OZR 03.02.2010) (Bron vakgroepenlijst: Vakgroepen 2010/2011) Discipline Vakgroep Voorzitter Biologie, incl. milieuwetenschappen DBIO L. Triest MEKO* L. Hens Economie ACCO J. Branson BEDR E. Haezendonck CEMS J. Vuchelen ECON D. Frantzen MICE M. Jegers MOSI M. Despontin Engineering, incl. architectuur ARCH I. Wouters CHIS G. Desmet ELEC J. Schoukens ETEC P. Lataire ETRO R. Vounckx HYDR W. Bauwens MACH B. Van Mele MECH D. Lefeber MEMC D. Van Hemelrijck TONA H. Thienpont Geneeskunde Medicine I: Basis Medische & Pre-Klinische Wetenschappen ANAT* C. Van Den Branden CYTO* Decaan tijdelijk waarnemend voorzitter EMGE* K. Sermon EXPA* M. Marichal FARC* A. Dupont FYSP* K. Thielemans IMMI* B. Van Camp MBIO* F. Gorus MEBO* D. Pipeleers Medicine II: Klinische, Sociaal-Medische & Tandheelkundige Wetenschappen BEFY* A. Bossuyt COPR* P. Bottenberg GERO* T. Mets GESG* J. Bilsen HEEL* G. Delvaux HUIS* D. Devroey INTG* B. Velkeniers KIND* Y. Vandenplas KRIT* L. Huyghens SOPA* G. Wackens SPEC* D. Roseeuw URVO* P. Devroey Historische wetenschappen HIST G. Declercq SKAR D. Tys Informatica BISI* M. Nyssen DINF V. Jonckers Letteren en Wijsbegeerte FILO J. Stuy ITOW M.R. Blommaert SCOM E. De Vos TALK K. Lochtman

Page 143: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 51 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Lichamelijke Opvoeding en Kine BETR K. De Martelaer BIOM P. Clarys EXAN J.P. Clarijs KINE P. Lievens MFYS R. Meeusen SBMA M. Theeboom Natuurkunde & Aardrijkskunde DGGF M. Van Molle DGLG E. Keppens DNTK B. Craps Politieke en sociale wetenschappen MESO* F. Louckx POLI K. Deschouwer SCRI E. Enhus SOCI I. Glorieux SOCO J. Van Bavel Psychologie & Opvoedkunde EDWE N. Engels EXTO F. Van Overwalle KLEP C. Andries IDLO N. Vrijens Rechten ECOR K. Byttebier FISC A. Spruyt IERE T. Joris / E. Franckx (beurtrol) JURI P. De Hert PRIR E. Guldix SORE G. Van Limberghen STBR M. Van Damme STRA F. Deruyck Scheikunde & Farmacie DSCH W. Baeyens FABI* Y. Vander Heyden FAFY* V. Rogiers FASC* Y. Michotte MICH* B. Rombaut Toegepaste Biologische Wetenschappen DBIT L. De Vuyst Wiskunde DWIS E. Colebunders WISK S. Caenepeel * Uitzondering met betrekking tot het toekenningsniveau van basisfinanciering voor vakgroepen: voor de GF-vakgroepen

wordt de basisfinanciering toegekend voor alle GF-vakgroepen samen, en beheerd door UMCOR.

Page 144: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 52 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

APPENDIX 5: Richtbedragen, verhoudingen en percentages RICHTBEDRAG, VERHOUDING, PERCENTAGE MOTIVERING

'HW' vs. 'BNTW & BMW' De onderlinge verhouding van de middelen toegekend aan de vakgroepen op basis van publicaties en PhD’s, enerzijds binnen de HW, en anderzijds binnen de BNTW en BMW samen, is een verhouding die dicht aansluit bij de laatste OZR-Richtpercentages (voorstel: 1:2).

- aansluiting bij de laatste OZR-Richtpercentages omwille van de continuïteit.

- a priori verdeling tussen de onderdelen 'HW' en 'BNTW & BMW' op basis van hun onderscheiden publicatiecultuur, die zich bijvoorbeeld vertaalt in afzonderlijke representatieve internationale of interuniversitaire publicatiedatabanken.

Publicaties Een beperkt percentage van 10% van het publicaties-budget wordt toegekend op basis van groei van het aantal publicaties in tijdschriften met internationaal peer review systeem (C-categorie).

- klein percentage omwille van de stabiliteit van het model - ongeveer de vastgestelde ruimte voor toename van SCIE-

publicaties per VTE vorser.

Publicaties vs. PhD's De onderlinge verhouding van de middelen toegekend op basis van publicaties en PhD’s is de verhouding van de BOF-middelen verdeeld op basis van de overeenkomstige categorieën, zijnde ‘Publicaties en Citaties’ ten opzichte van ‘PhD’s’ (voorstel: 1:1).

- BOF-verhouding 1:1 in 2011 (35% PhD's en 35% publicaties en citaties),

- vergelijkbaar vastgesteld globaal groeipotentieel inzake SCIE-publicaties en PhD's per VTE vorser

- koppeling begrotingen OZR en BOF

PhD's Het richtbedrag per PhD wordt omgevormd van 7.500 EUR (cfr. Kredieten aan Navorsers 2009) naar 7.125 EUR (i.e. 75% van 9.500 EUR) voor 'PhD's zonder C-publicatie', verhoogd tot 9.500 EUR voor 'PhD's met C-publicatie', i.e. indien van de doctorandus in de laatste vier jaren tot het doctoraat (beoogde termijn om te doctoreren) minstens één publicatie verscheen in een tijdschrift met internationaal peer review systeem (C-categorie).

- iets lagere toekenning ten opzichte van voorheen voor PhD's zonder internationale tijdschriftpublicatie en aanzienlijk hogere toekenning voor PhD's mét internationale tijdschriftpublicatie, als sterke stimulans voor de verzorging van de uitbouw door de doctorandus van een internationale publicatieportfolio, ter bevordering van diens verdere internationale carrièrekansen

- substantieel bedrag, equivalent met het BOF-bedrag voor meerdere SCIE-publicaties, zonder het BOF-bedrag per PhD te overschrijden

- koppeling begrotingen OZR en BOF Een beperkt percentage van 10% van het PhD-budget wordt toegekend op basis van groei van het aantal 'PhD's met C-publicatie'.

- klein percentage omwille van de stabiliteit van het model - ongeveer de vastgestelde ruimte voor toename van PhD's

per VTE ZAP

Nieuw ZAP Het richtbedrag voor toekenning van een ZAP-startfinanciering per nieuwe ZAP-aanstelling die voldoet aan de criteria voor de BOF-parameter 'Mobiliteit en Diversiteit' met een aanstelling van ten minste 80% als ZAP wordt ingesteld op 50.000 EUR.

- stimulans en troef voor een internationaal gericht personeelsbeleid op onderzoeksvlak

- grootteorde: ruimer bedrag dan doctoraatsbeurs met volledige RSZ (35.000 EUR, tevens de grootteorde van het verwachte BOF-bedrag per nieuw ZAP i.k.v. het huidige BOF-besluit)

- ter vergelijking: huidig installatiekrediet WE van 30.000 EUR

EU-incentives Het richtbedrag voor het ex-ante EU-startkrediet bij VUB-deelname niet als coördinator wordt ingesteld op 3.000 EUR (exact bedrag is afhankelijk van de aard van het EU-project).

- ondersteuning bij het voor de eerste keer voorbereiden van Europese projectfinanciering

De richtbedragen voor de minimale en maximale toekenning als ex-ante EU-startkrediet bij VUB-deelname als coördinator worden ingesteld op 10.000 tot 20.000 EUR (exact bedrag is afhankelijk van de aard van het EU-project).

- ondersteuning bij het voor de eerste keer voorbereiden van Europese projectfinanciering als coördinator

- grootteorde: vergelijkbaar met richtbedrag per 'PhD met C-publicatie'

Het richtbedrag voor de maximale toekenning als ex-post jaarlijkse EU-cofinanciering wordt ingesteld op 40.000 EUR bij VUB-deelname als coördinator (exact bedrag is afhankelijk van de aard van het EU-project).

- incentive voor het voor de eerste keer verwerven van Europese projectfinanciering

- interne ondersteuning bij de Europese projectfinanciering voor de volledige projectduur

- grootteorde: doctoraatsbeurs met volledige RSZ (35.000 EUR)

Het richtbedrag voor de maximale toekenning als ex-post EU-bonuskrediet wordt ingesteld op 40.000 EUR bij VUB-deelname als coördinator (exact bedrag is afhankelijk van de aard van het EU-project).

- incentive voor het herhaaldelijk verwerven van Europese projectfinanciering

- éénmalige interne ondersteuning bij opstart van de nieuwe Europese projectfinanciering

- grootteorde: doctoraatsbeurs met volledige RSZ (35.000 EUR)

Maatschappelijke valorisatie Het richtbedrag voor toekenningen ter ondersteuning van een ZAP-lid voor diens bijzondere verdienste inzake maatschappelijke valorisatie wordt ingesteld op 150.000 EUR.

- incentive voor het tot concrete maatschappelijke valorisatie brengen van onderzoeksresultaten

- vergoeding van middelen die hiervoor door betrokkene(n) werden ingezet (financieel en personeel)

- grootteorde: 4 jaar doctoraatsbeurs met volledige RSZ (35.000 EUR)

Page 145: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 53 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

APPENDIX 6: Toetsing aan de SMART criteria SMART criteria31: S Specific, Simple; M Measurable; A Appropriate, Agreed, Ambitious; R Relevant; Results-oriented, Rewarding + Representative; T Time-bound

1. Algemene basiscriteria in de basisfinanciering voor onderzoek A1. Publicaties: S - volume: selectie van categorieën wetenschappelijke publicaties positief gecorreleerd met kwaliteit zoals

beoordeeld door peers, alle ook opgenomen in het VABB-SHW (BOF, werking) - groei: categorie internationale tijdschriftpublicaties

M - door onderzoekers geregistreerde publicaties (R&D-databank) - duidelijk gehecht aan auteur(s) en hun vakgroep(en) - volledigheid wenselijk in het kader van de overheidsfinanciering en de interne allocatie van werkingsmiddelen

A - aanvaarde parameter in het kader van de overheidsfinanciering (BOF & werking) en van de interne allocatie van werkingsmiddelen

- internationaal vergelijkingspunt voor de categorie van internationale tijdschriftpublicaties via internationale publicatiedatabanken zoals de Web of Science

- incentive die groei ambieert R - kernactiviteit inzake onderzoek

- parameter bepalend voor de financiering van de universiteit (BOF & werking) - outputparameter die zowel volume als groei beloont - Een goed uitgebouwde publicatieportfolio is zowel een noodzakelijke basis voor, als een gevolg van externe

fondsenwerving (op zich een moeilijk internationaal vergelijkbare parameter). Onderzoeksprojecten van verschillende aard worden verworven mede op basis van de reeds verwezenlijkte publicatierecord en leiden in principe tot publicatie van de bevindingen onder één of andere vorm. Een financiering op basis van onderzoekspublicaties kan dan ook in zekere mate worden gezien als een start- of cofinanciering bij onderzoeksprojecten, zowel voor de fundamentele als voor de toegepaste en beleidsgerichte projecten.

- Alle soorten projecten aan een universiteit dienen te worden ondersteund door fundamenteel onderzoek, dat als kwaliteitsvereiste wordt onderworpen aan een beoordeling door peers. Dit gebeurt typisch via publicatie in toonaangevende (in regel internationale) tijdschriften in het domein

T - tijdstipgebonden basiselementen: tijdstip van publicatie - recent tijdsvenster: tijdsvenster van 3 jaar32 en evolutie ten opzichte van een met 1 jaar terug in de tijd

verschoven tijdsvenster van 3 jaar - snelle vertaling van de evolutie in prestaties naar de toegekende financiering

A2. PhD's: S - volume: behaalde doctoraten met en zonder internationale tijdschriftpublicatie van de doctorandus

- groei: behaalde doctoraten met internationale tijdschriftpublicatie van de doctorandus M - centraal geregistreerde PhD's (Centrale Doctoraatsbegeleiding / AIV)

- duidelijk gehecht aan promotor(en) en hun vakgroep(en) - volledigheid vereist in het kader van de overheidsfinanciering en de interne allocatie van werkingsmiddelen

A - aanvaarde parameter in het kader van de overheidsfinanciering (BOF & werking) en van de interne allocatie van werkingsmiddelen

- Vlaams vergelijkingspunt voor PhD's per VTE ZAP via de PhD-gegevens voor de BOF-financiering en de VLIR-personeelsstatistieken

- incentive die groei ambieert R - kernactiviteit inzake onderzoek

- parameter bepalend voor de financiering van de universiteit (BOF & werking) - outputparameter die zowel volume als groei beloont - Gezien de beperkte interne middelen voor het toekennen van beurzen en mandaten, vergt een goede prestatie op

het vlak van PhD's externe fondsenwerving, zowel onder de vorm van mandaten voor de doctorandi zelf (predoc) als voor hun medebegeleiders (postdoc)

T - tijdstipgebonden basiselementen: tijdstip van verdediging - recent tijdsvenster: tijdsvenster van 5 jaar33, en evolutie ten opzichte van een met 1 jaar terug in de tijd

verschoven tijdsvenster van 5 jaar - snelle vertaling van de evolutie in prestaties naar de toegekende financiering

31 Zie ook voetnoot p. 25. 32 Voorbeeld van omvang per vakgroep: 6 prestatie-items binnen een tijdsvenster van 3 jaar op basis van de kleinste referentiewaarde inzake artikels in wetenschappelijke tijdschriften met internationaal referee-systeem, voor een vakgroep met 2 VTE vorsers. 33 Langer dan het tijdsvenster voor publicaties omwille van de stabiliteit bij lagere aantallen prestaties per jaar, met gemiddeld 0,42 PhD's per VTE ZAP per jaar en 1,65 PhD's per vakgroep per jaar, gebaseerd op PhD's 2010/2011, VTE ZAP 01.02.2010 en aantal vakgroepen 2010/2011. Voorbeeld van omvang per vakgroep: 4 prestatie-items binnen een tijdsvenster van 5 jaar op basis van het gemiddeld aantal PhD's per VTE ZAP per jaar, voor een vakgroep met 2 VTE ZAP.

Page 146: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 54 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

2. Strategische bonussen in de basisfinanciering voor onderzoek B1. Nieuw ZAP 'internationalisering en genderevenwicht': S - ZAP-aanstelling die voldoet aan de criteria voor de BOF-parameter 'Mobiliteit en Diversiteit' M - centraal geregistreerde aanstellingen (Dienst Personeel)

- duidelijk gehecht aan een persoon en aan de vakgroep waaraan deze in hoofdorde verbonden is - volledigheid vereist in het kader van de overheidsfinanciering

A - aanvaarde parameter: overeenkomend met de parameter 'mobiliteit en diversiteit' in het kader van de overheidsfinanciering (BOF)

- Vlaams vergelijkingspunt: via de gegevens inzake 'mobiliteit en diversiteit' voor de BOF-financiering - incentive die internationale werving van vorsers en genderevenwicht ambieert

R - wijze van werving van personeel als cruciale factor met het oog op onderzoeksprestaties - parameter bepalend voor de financiering van de universiteit (BOF) - outputvereisende en outputbepalende parameter - Enerzijds reikt een in internationale concurrentie samengesteld vorserscorps het potentieel aan voor hoogstaand,

vernieuwend onderzoek en netwerkvorming. Anderzijds worden de mogelijkheden om in internationale concurrentie vorsers te werven bepaald door de reeds aan de instelling verwezenlijkte onderzoeksprestaties en de zichtbaarheid die daaraan werd gegeven.

T - tijdstipgebonden basiselementen: tijdstip van aanstelling - recent tijdsvenster: tijdsvenster van 1 jaar - snelle vertaling van de prestaties naar de financiering

B2. EU-incentives: S - coördinatorschap of promotorschap Europese onderzoeksprojecten en ERC Starting Grants M - centraal geregistreerde EU-projecten en ERC-mandaten (R&D-Net) en bij de R&D EU-Cel geregistreerde

voorbereiding van eerste EU-projectaanvragen - duidelijk gehecht aan promotoren en aan de vakgroep(en) waaraan deze in hoofdorde verbonden zijn - volledigheid gegarandeerd door centrale administratieve procedures

A - aanvaard als project- en mandaatniveau waartoe enkel de sterkste vorsers en teams toegang kunnen verwerven - incentive voor indiening door sterke vorsers en teams

R - outputvereisende en outputbepalende parameter - aanwezigheid op het internationale forum bevordert de bekendheid van de betrokken vorser, diens werk en

universiteit, en creëert een gunstige omgeving voor het verdere onderzoek (citaties, uitwisselingen, samenwerking)

T - tijdstipgebonden basiselementen: begin en looptijd van de project- of mandaattoekenning en registratie van de voorbereiding van eerste EU-projectaanvragen

- snelle vertaling van de prestaties naar de financiering B3. Maatschappelijke valorisatie: S - omschrijving van maatschappelijke valorisatie en de specifieke outputcategorieën in de ZAP-Opdrachtsmatrix M - centraal geregistreerde projecten en door onderzoekers geregistreerde publicaties (beiden in R&D-Net) en centraal

geregistreerde patenten (TTI) - volledigheid van projecten en patenten gegarandeerd door centrale administratieve procedures

A - aanvaard als wenselijk aandachtspunt voor onderzoekers (ASP) - incentive voor het geven van een aanzet tot maatschappelijke valorisatie waar mogelijk

R - criterium erop gericht de universiteit haar rol naar de maatschappij toe optimaal te laten spelen, wat tevens positief is voor de uitstraling en recruteringskracht

- laat toe punctueel bekendheid te geven aan actuele verwezenlijkingen op het vlak van maatschappelijke valorisatie (uitstraling)

T - tijdstipgebonden basiselementen: publicatiejaar, projectlooptijd, tijdstip van patentaanvraag of -toekenning - recent tijdsvenster: laatste 5 jaar - erkenning van recente prestaties op het vlak van maatschappelijke valorisatie

Page 147: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 55 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

APPENDIX 7: Ontwerp van type-begroting

Page 148: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 56 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

APPENDIX 8: Nota Doctoraatstoelage

Nota Doctoraatstoelage 07.03.2008

Huidig systeem voor de toekenning van Kredieten aan Navorsers

De huidige ‘Kredieten aan Navorsers’ worden voorbehouden voor vorsers die een doctoraat

voorbereiden.34 De toekenning gebeurt automatisch (aanvraag is niet nodig) op basis van de lijsten

van de gedurende de zes voorgaande academiejaren behaalde doctoraten, opgedeeld per promotor /

per vakgroep en per faculteit. Het toegekende bedrag per behaald doctoraat is momenteel 7.500 EUR.

Jaarlijks worden de lijsten van de behaalde doctoraten via de dienst inschrijvingen afgeleverd en voor

controle voorgelegd aan de vakgroepen. De aan de promotor/vakgroep uitbetaalde ‘Kredieten aan

Navorsers’ worden jaarlijks op het R&D-intranet gepubliceerd. De ‘Kredieten aan Navorsers’ worden

toegekend op een aparte PKC en kunnen uitsluitend aangewend worden voor uitgaven ter

ondersteuning van de werkzaamheden van de doctorandi.

Voorgesteld nieuw systeem voor de toekenning van Kredieten aan Navorsers

Het voorgestelde nieuwe systeem voor de toekenning van ‘Kredieten aan Navorsers’ is gebaseerd op

een extra voorwaarde, namelijk “publicaties”. De behaalde doctoraten tellen in de toekenning enkel

mee als de betrokken doctoraten geresulteerd hebben in minstens 1 publicatie in de loop van vier jaar

tot de proclamatie.

De Universiteit Gent bijvoorbeeld hanteert nu al een gelijkaardig systeem, waarbij een doctoraat dat

afgelegd is binnen 4 jaar en die geresulteerd heeft (tot 2 jaar na de verdediging) in minstens 2

publicaties (gepubliceerd of aanvaard) een doctoraatstoelage van 10.000 EUR toegekend krijgt.35

Doel

Andere stimuleringsmaatregels in verband met doctoraten, zoals het huidige systeem van ‘Kredieten

aan Navorsers’, zijn vaak enkel ontworpen voor het bevorderen van het aantal afgelegde doctoraten

en niet zozeer van het aantal publicaties.

Het stimuleren van publicaties gaat gepaard met het stimuleren van de opbouw van een

onderzoekersportfolio dat belangrijk is voor de verdere carrière van de doctorandus.

Ook is dit systeem een aanmoediging voor een maximaal zichtbare onderzoeksoutput.36 Het past

daarmee binnen een goede wetenschappelijke praktijk, waarbij de kwaliteit van de eigen

onderzoeksresultaten bevorderd wordt door ze voor te leggen aan gezaghebbende peers en waarbij

gestreefd wordt naar publicatie in de meest toonaangevende media voor het domein.

34 Het huidige systeem voor de toekenning van ‘Kredieten aan Navorsers’ ging van start met het academiejaar 2003/2004 en is vastgelegd in het reglement van de Onderzoeksraad (goedgekeurd Raad van Bestuur 29.06.1999): http://rd-ir.vub.ac.be/regl-formulieren/OZRreg.pdf. 35 Universiteit Gent. Raad van Bestuur 15 juni 2007, IV/DPO/ALG/1. Nieuwe verdeelsleutel personeelspunten. 36 Nota ‘Maximale Zichtbare Onderzoeksoutput’, versie 07.12.2007. R&D-info december 2007.

Page 149: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 57 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

Budget

Met het huidige systeem zou in de afgelopen 5 jaar (2002 t/m 2006), per jaar gemiddeld 813.000 EUR

‘Kredieten aan Navorsers’ toegekend zijn.

Voor het nieuwe systeem wordt uitgegaan van hetzelfde budget. Op basis van dit budget werd een

berekening gemaakt37 van het nieuwe bedrag dat per behaald doctoraat dat aan de nieuwe

voorwaarde voldoet, toegekend kan worden. Dit nieuwe bedrag is 10.000 EUR i.p.v. de huidige 7.500

EUR.

Over de beschouwde periode voldoet een gemiddelde van 75%, met een licht stijgende tendens. In de

veronderstelling dat het niveau na de stijgende tendens (83%) verworven blijft en dat de extrapolatie

naar de humane wetenschappen accuraat is, zal ofwel moeten worden rekening gehouden met een

mogelijke verhoging van het nodige globale budget met ongeveer 10% (90.750 EUR) om toelagen van

10.000 EUR te kunnen toekennen, ofwel geopteerd voor een lager bedrag per toelage van 9.000 EUR.

Publicatiecategorieën

De publicaties die in aanmerking komen, zijn in elk geval die publicaties geïndexeerd in de "Thomson

ISI"-databanken SCIE, SSCI en AHCI, plus eventuele andere belangrijke publicatiecategorieën voor het

domein geïdentificeerd in het kader van de "ZAP-opdrachtsmatrix".38

Op deze manier zijn niet enkel de publicaties van de exacte en toegepaste wetenschappen

vertegenwoordigd, maar ook die van de humane wetenschappen.

Implementatie

Er is gekozen voor publicaties van de laatste vier jaren tot de proclamatie, omdat de betrokkenen na

die datum niet noodzakelijk meer aan de VUB verbonden zijn en mogelijks artikels publiceren vanuit

een andere instelling. De interne controle wordt op deze manier vergemakkelijkt.

Het huidige toekenningssysteem is een automatisch systeem dat gebaseerd is op de lijst van

verdedigde doctoraten. Het is duidelijk dat een toekenningssysteem gebaseerd op publicaties niet

meer automatisch kan verlopen. Ook omdat niet alle artikels meteen na publicatie geregistreerd

worden in de ISI-databank of de R&D-databank, is er nood aan een bijkomende procedure en controle.

Een mogelijkheid is dat de doctorandus bij het neerleggen van zijn/haar proefschrift een lijst van

gepubliceerde en aanvaarde artikels toevoegt, ondertekend door de promotor. Verificatie door R&D

beperkt zich dan tot een formele vaststelling of de publicaties uit de juiste periode zijn met de

doctorandus als auteur, en de vaststelling van het al dan niet in aanmerking komen voor de toelage.

37 Voor deze berekening is nagaan welke van de behaalde doctoraten gekoppeld kunnen worden aan publicaties uit de ISI databank. Vervolgens werd een extrapolatie gemaakt van het percentage doctoraten met publicatie in de exacte en wetenschappen naar de doctoraten uit de humane wetenschappen (die minder vertegenwoordigd zijn in ISI). 38 ZAP-Opdrachtmatrix. Versie 2.2. Goedgekeurd OZR 07.02.2008.

Page 150: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 58 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

APPENDIX 9: Vergelijking van het omgevormde model met het nieuwe model voor de basisfinanciering

actueel model voorgesteld model aspect OZR/BOF-

projecten: Richtpercentages

OZR/BOF-projecten: Project-toekenningen

Kredieten aan Navorsers

Congres-kredieten

Basisfinanciering

administratie

R&D R&D + advies-subcommissies

R&D: opvraging en verwerking

R&D R&D: opvraging en verwerking

kwaliteit

selectie van prestatie-categorieën

peer review: extern & via advies-subcommissies

peer review: PhD jury

aanvaarde congresbijdrage

selectie van kwaliteitsgerelateerde prestatiecategorieën

toekenningsbasis

behoefte en tendens van prestatiecriteria voor advies-subcommissie

toegekend onderzoeksproject

toegekend PhD

actieve congresparticipatie

omvang en groei van prestaties op vakgroepniveau; strategische persoonlijke prestaties

toegekend bedrag

voorgaand budgetaandeel gemoduleerd door relatieve vooruitgang

aangevraagd projectbudget, eventueel gereduceerd

vast bedrag per PhD

jaarlijks 'trekkingsrecht' van 500 euro per vorser voor max. 6 jaar

jaarlijks berekende lumpsum per vakgroep; persoonlijke bonussen

recipiënt

advies-subcommissie

promotor promotor vorser vakgroep, met uitzondering van de persoonlijke bonussen

initiatief vorsers

geen (automatische verdeling)

aanvraag onderzoeksproject

geen (automatische toekenning)

aanvraag reiskrediet

geen (automatische toekenning en voorstel BOZ voor bonus maatschappelijke valorisatie)

enveloppe

verdeling binnen gesloten enveloppe

verdeling binnen gesloten enveloppe

open enveloppe

gesloten enveloppe

verdeling binnen gesloten enveloppe

informatiebron

jaarverslagen OWR en OZR

aanvragen door onderzoekers

centrale databanken & faculteiten

aanvragen door onderzoekers

centrale databanken (R&D-databank e.a.)

evaluatie

5-jaarlijkse controle-berekeningen

geen voorzien in 2009

hervormd in 2007 5-jaarlijkse evaluatie

Page 151: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 59 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

APPENDIX 10: Uittreksel uit het BOF-besluit met betrekking tot de parameter "Mobiliteit en Diversiteit"

Art. 3. §3. 4º van het Besluit van de Vlaamse regering van 8 SEPTEMBER 2000 betreffende de financiering van de Bijzondere

Onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap (BS 18.11.2000), gewijzigd door de Besluiten van de

Vlaamse regering van 24 JANUARI 2003 (BS 28.03.2003), 8 DECEMBER 2006 (BS 08.02.2007 en Errata BS 21.06.2007) en

12 DECEMBER 2008 (BS 06.03.2009) houdende de wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 september 2000

betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap:

Art. 3. §3. 4º een parameter "mobiliteit en diversiteit", zijnde het procentuele aandeel van elke universiteit, tot en met

het begrotingsjaar 2007 uitgezonderd de Katholieke Universiteit Brussel, in het aantal eerste aanstellingen in een graad

van het zelfstandig academisch personeel van:

a) personen die gepromoveerd zijn tot doctor aan een andere universiteit dan de aanstellende universiteit;

b) personen die aan de aanstellende universiteit gepromoveerd zijn tot doctor, maar gedurende de laatste vijf jaar ten

minste drie jaar geen deel hebben uitgemaakt van het personeel bij die universiteit of een andere universiteit, bij

een universitair ziekenhuis, een hogeschool, een publieke onderzoeksorganisatie of een onderzoeksorganisatie die

structurele financiering krijgt vanuit de Vlaamse begroting;

c) personen van het vrouwelijk geslacht.

Onder eerste aanstelling als vermeld in het eerste lid, wordt verstaan de indiensttreding bij de universiteit in een van de

graden van het zelfstandig academisch personeel conform hoofdstuk IV, afdeling 3 van het decreet van 12 juni 1991

betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap.

Bij de bepaling van het aantal aanstellingen:

1° wordt geen rekening gehouden met dubbeltellingen, in de zin dat een persoon die bij de aanstelling aan een universiteit

voldoet aan twee criteria, vermeld in het eerste lid, 4°, eenmaal wordt geteld;

2° worden het Rijksuniversitair Centrum Antwerpen, de Universitaire Faculteit Sint-Ignatius Antwerpen en de Universitaire

Instelling Antwerpen als één universiteit (Universiteit Antwerpen) beschouwd;

3º worden alleen aanstellingen van ten minste 80% aan de universiteit in rekening genomen, inclusief gemengde

aanstellingen aan enerzijds de universiteit en anderzijds:

a) het daaraan verbonden academisch ziekenhuis. Voor de toepassing van deze bepaling wordt het Universitair Ziekenhuis

Gent respectievelijk het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, beschouwd als verbonden met de Universiteit Gent

respectievelijk de Universiteit Antwerpen;

b) het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen;

c) het IWT;

d) de strategische onderzoekscentra (IBBT, IMEC, VITO en VIB).

De gegevens voor de berekening van deze parameter ‘mobiliteit en diversiteit’ worden aangeleverd door de Vlaamse

Interuniversitaire Raad na een gezamenlijke validatie ervan door de universiteiten, de overheid en de commissarissen

die het toezicht uitoefenen op de universiteiten.

Page 152: STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERZOEK 2013-2017 › sites › vub › files › research › vub...II. PRINCIPES VAN GOED BESTUUR BINNEN HET ONDERZOEKSBELEID 11 III. ... artikel 23 van

Nieuw financieringsmodel Onderzoek - 60 / 60 - Goedgekeurd RvB 24.05.2011

APPENDIX 11: Publicatiecategorieën (Uittreksel, VUB - Reglement inzake Academisch Personeel)

Artikel 52 §4. De kandidaatstelling of de aanvraag tot bevordering is vergezeld van een beknopt curriculum vitae, van een

motivering van de kandidatuur en van het academisch dossier.

Het academisch dossier wordt opgesteld door de betrokkene en bevat alle relevante elementen over :

...

2. Het onderzoeksdossier, waartoe ondermeer behoren:

- wetenschappelijke publicaties, andere dan doctoraatsproefschriften, gericht op het forum van onderzoekers, met

inachtname van een exacte weergave van de bibliografische referenties en als volgt gecatalogeerd :

A = (co-) auteur van wetenschappelijke monografie

B = artikels/bijdragen in wetenschappelijke monografieën /verzamelwerken met internationaal referee-systeem

C = artikels in wetenschappelijke tijdschriften met internationaal referee-systeem

D = artikels/bijdragen in wetenschappelijke monografieën/verzamelwerken met nationaal referee-systeem

E = artikels in wetenschappelijke tijdschriften met nationaal referee-systeem

F = artikels/bijdragen in wetenschappelijke monografieën/verzamelwerken zonder referee-systeem

G = artikels in wetenschappelijke tijdschriften zonder referee-systeem

H = wetenschappelijke uitgever van wetenschappelijke monografieën/verzamelwerken en tijdschriften

I1 = mededelingen op internationale congressen/symposia integraal gepubliceerd in proceedings

I2 = mededelingen op internationale congressen /symposia niet gepubliceerd of slechts beschikbaar als abstract

J1= mededelingen op andere congressen integraal gepubliceerd in proceedings

J2 = mededelingen op andere congressen niet gepubliceerd of slechts beschikbaar als abstract

K = abstracts, korte mededelingen en working papers in proceedings en tijdschriften

L = periodieke publicaties uitgegeven door de vakgroep of waaraan wordt meegewerkt door de vakgroep

M = rapporten van onderzoeksprojecten die na het afsluiten van het werk werden ingediend bij de betoelagende

instantie

N = eindrapporten van beleidsvoorbereidende studies die na het beëindigen van het werk bij de opdrachtgevende

instantie werden ingediend.

O = annotaties

P = interne rapporten

Q = andere publicatievormen gericht op het forum van onderzoekers

...

3. De rol in de maatschappelijke en wetenschappelijke uitstraling van de faculteit en de universiteit alsook op het vlak van

interne en externe communicatie in het algemeen, waartoe ondermeer behoren

- Vakpublicaties gericht op professioneel geïnteresseerden (vb. in het kader van dienstverlening aan derden), met

inachtname van een exacte weergave van de bibliografische referenties en als volgt gecatalogeerd

R = monografie / handboek

S = artikel

T = andere vakpublicaties

- Vulgariserende publicaties gericht op het brede publiek, met inachtname van een exacte weergave van de bibliografische

referenties

...