Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

62
strategisch beleidsplan 2012 - 2016 Het Baarnsch Lyceum

Transcript of Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Page 1: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

strategisch beleidsplan 2012-2016

Het Baarnsch Lyceum

Page 2: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016
Page 3: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

St

ra

te

gis

ch

Be

leid

sp

lan

20

12

–2

01

6 H

et

Ba

ar

ns

ch

Ly

ce

um

Page 4: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

© 2013 Het Baarnsch Lyceum

Tekst: Henk van Ommen et alFotografie: Kees VerhoekVormgeving: Hendrik Jan Veenstra

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 5: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

78

12

1822

26

30

34

404448

52

56

Inhoudsopgave

De ondernemende school

Hoofdstuk 1 Positie en karakter1.1 De positie van Het Baarnsch Lyceum1.2 Ons karakter: ondernemerschap, maatwerk en

verbondenheid.

Hoofdstuk 2 Hoe geven wij les?2.1 Doel en beleid2.2 Het onderwijs in de onderbouw2.3 Het onderwijs in de bovenbouw

Hoofdstuk 3 Begeleiding en leerlingenzorg

Hoofdstuk 4 Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB)4.1 Doelstellingen van LOB4.2 Visie op LOB

Hoofdstuk 5 De school en haar partners5.1 Leerlingen en ouders5.2 De gemeente Baarn5.3 Landelijk en regionaal5.4 Waldheim-mavo en Griftland College

Hoofdstuk 6 Naar een nieuw organisatiemodel6.1 Het huidige organisatiemodel6.2 Organisatie, aansturen en functioneren6.3 Plussen en minnen van de huidige organisatie6.4 Overwegingen: Waarom een nieuwe organisatie?6.5 Matrixmodel met secties en afdelingen

Hoofdstuk 7 Het personeelsbeleid7.1 Visie op personeelsbeleid7.2 Loopbaanbeleid: professionalisering en bege-

leiding7.3 Formatiebeleid en personeelsopbouw

Hoofdstuk 8 Internationalisering

Hoofdstuk 9 Kwaliteitszorg

Hoofdstuk 10 Financiën10.1 Financiële positie10.2 Mogelijke Besparingen10.3 Sponsoring

Hoofdstuk 11 Facilitair, Rooster & Planning11.1 Facilitaire dienst11.2 Bureau Rooster & Planning (R&P)

Hoofdstuk 12 PR en Communicatie12.1 Ons imago12.2 De PR van Het Baarnsch Lyceum12.3 Met wie communiceren wij en hoe? 12.4 Communicatie met medewerkers12.5 Communicatie met leerlingen12.6 Communicatie met ouders/verzorgers 12.7 Communicatie met toekomstige leerlingen en

basisscholen, de BACO12.8 Communicatie met stakeholders 12.9 Communicatie met de regio

5

Page 6: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016
Page 7: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Het Baarnsch Lyceum is een school met ambitie. Leerlingen van Het Baarnsch Lyceum krijgen de kans zich te ontwikkelen in vaardigheden die dicht bij hun hart liggen. Daarnaast staat Het Baarnsch Lyceum open en kritisch in de maatschappij en vaart de school een eigen specifieke koers.Dit strategisch beleidsplan beschrijft de ambities van Het Baarnsch Lyceum voor een periode van vier jaar. Het plan is een leidraad voor de concrete invulling van ons programma en gaat uit van de drie kernwaarden van onze school:

OndernemerschapHet Baarnsch Lyceum wil bij leerlingen en medewerkers lef, initiatief en creativiteit stimuleren: “Kijk verder dan je eigen horizon en durf grenzen te verleggen.”

MaatwerkHet Baarnsch Lyceum erkent en waardeert de verschillen tussen leerlingen.. De school biedt extra hulp waar nodig en bedient tegelijkertijd de bovenmaatse leer-lingen. Leerlingen krijgen naast het verplichte programma de ruimte om zich te ontwikkelen in verrijkende stof al naar gelang hun behoefte en belangstelling.

VerbondenheidHet Baarnsch Lyceum staat voor ruimte voor het individu maar ook voor verant-woordelijkheid en respect voor het geheel. Het Baarnsch Lyceum bindt individuen tot een waardevolle gemeenschap, van waaruit ondernemerschap en maatwerk vormgegeven worden.

De onder-nemende

school

7

Page 8: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

hoofdstuk 1

Positie en karakter

Page 9: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Positie en karakter1.1 De positie van Het Baarnsch Lyceum

In Baarn en Soest zijn drie scholen voor voortgezet onderwijs. Het Baarnsch Lyceum is een algemeen bijzondere school voor havo, atheneum en gymnasium.

Het Griftland College is een protestant christelijke school en verzorgt onderwijs voor

vmbo-t, havo en atheneum. Het Griftland College valt samen met de Waldheim-mavo, een categorale vmbo-t-school, onder één be-stuur.

Page 10: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

De drie scholen betrekken hun leerlingen grotendeels uit Soest en Baarn. Tussen Het Griftland College en Het Baarnsch Lyceum bestaat een gezonde concurrentie die de goede band niet in de weg staat.Het Baarnsch Lyceum streeft naar een leerlingenaantal van maximaal 1.000 leerlingen. Vanuit de Waldheim-mavo is er doorstroom naar de havo van Het Griftland College en Het Baarnsch Lyceum. In die zin is er sprake van een bijzondere concurrentieverhouding tussen de havo van Het Griftland College en de havo van Het Baarnsch Lyceum.Het Baarnsch Lyceum en Waldheim-mavo bewonen gezamenlijk het terrein aan de Torenlaan. Er is sprake van goed nabuurschap waarbij een aantal faciliteiten gedeeld wordt.

1.2 Ons karakter: ondernemerschap, maatwerk en verbondenheid

Het Baarnsch Lyceum is een algemeen bijzondere school voor voortgezet onderwijs. De school onderscheidt zichzelf door zelfstandigheid en kleinschaligheid. Medewerkers van Het Baarnsch Lyceum werken vanuit de relatie. De relatie tussen leerling en medewerker is voorwaardelijk voor elke vorm van leren.Het Baarnsch Lyceum koestert haar karakter: een enigszins ‘eigenwijze éénpitter’ (één zelfstandige school onder één bestuur) met als kernwaarden ondernemerschap, maatwerk en verbondenheid.

OndernemerschapHet Baarnsch Lyceum bereidt leerlingen voor op een waardevol leven. De school spreekt hen aan op hun talenten en hun verantwoordelijkheden door hen te inspireren en uit te dagen.Leerlingen van Het Baarnsch Lyceum hebben het lef hun talenten en ambities te tonen. Ze nemen en ze krijgen daarvoor de verantwoordelijkheidDe school verwacht een actieve participatie van leerlingen en medewerkers.Het Baarnsch Lyceum staat voor resultaatgericht onderwijs. Met middelmatigheid neemt de school geen genoegen. Boven het maaiveld uitsteken en knokken voor een bepaald doel wordt gewaardeerd en gestimuleerd.

MaatwerkHet Baarnsch Lyceum levert onderwijs voor boven-maats presterende leerlingen èn zorgt voor onder-wijs op maat voor zorgbehoevende leerlingen.Voor leerlingen die aangesproken willen worden op hun ambitie en hun talent heeft de school diverse onderwijsprogramma’s.Het Baarnsch Lyceum staat voor een evenwichtige ontwikkeling van hoofd, hart en handen: cognitief, affectief en fysiek.

10

Page 11: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

VerbondenheidHet Baarnsch Lyceum bindt leerlingen en medewer-kers. De school vormt een gemeenschap waar alle leerlingen en medewerkers ongeacht leeftijd, niveau of achtergrond bijdragen aan het functioneren van de school als geheel.Onze school bindt cognitie en creativiteit, de school bindt vrijheid aan waarden en normen. Het Baarnsch Lyceum is de schakel tussen een rijke traditie en de veelbelovende toekomst.De school is zich bewust van de plaats in het leer-traject; de doorlopende leerlijn van 4 tot 23 jaar. Het Baarnsch Lyceum zoekt aansluiting bij het primair onderwijs en bereidt leerlingen voor op een succes-volle doorstroming naar het hbo en het wo.Het Baarnsch Lyceum verbindt het binnen- en het buitenschoolse leren. De school ontwikkelt burger-schap en oriëntatie op de wereld binnen en buiten Nederland.

11

Page 12: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

hoofdstuk 2

Hoe geven wij les?

Page 13: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Hoe geven wij les?

2.1 Doel en beleid

Vanuit de kernwaarde ‘ondernemerschap’ zorgt de school ervoor dat onze leerlingen het onderste uit de kan halen zodat hun kern kwaliteiten maximaal ingezet worden. Zowel binnen- als buiten het reguliere curriculum. Onze leerlingen verlaten de school met een hoogwaardig havo- of vwo-diploma.

Page 14: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Vanuit de kernwaarde maatwerk speelt de school in op de verschillen tussen de afdelingen havo en vwo en tussen de leerlingen onderling. Onze school heeft oog voor verschillende leerstijlen, verschillende pedagogisch-didactische methoden en geeft extra ruimte aan bèta-onderwijs, versterkt taalonderwijs, kunst en cultuur, hoogwaardige sportbeoefening en internationalisering.Leerlingen krijgen zo de mogelijkheid hun indivi-duele talenten te ontwikkelen op gebieden die een integraal deel uitmaken van het curriculum en ook als zodanig worden gewaardeerd.

De kernwaarde verbondenheid komt tot uiting in de goede relatie tussen leerling en medewerker ( docent). Deze relatie is voorwaardelijk voor elke vorm van leren.De school heeft als doel de doorlopende leerlijn van brugklas tot en met het eindexamen te verbinden. De bovenbouw sluit goed aan op de onderbouw.De school sluit adequaat aan op het primair onder-wijs en het vervolgonderwijs (hbo en wo)

Sterke punten• Eenbreedaanbodvaneducatieveactiviteiten,

inspelend op talenten van leerlingen.• Eenmoderngeoutilleerdgebouw.• Bevoegdedocenten.• Ruimebeschikbaarheidvanmiddelenvoor

onderwijsontwikkeling.• Goedevwo-resultaten.

Ontwikkelpunten• Een(gemeenschappelijke)onderwijsvisie

ontbreekt.• Erbestaatweinigvariatieindidactiekenpeda-

gogiek. De school moet meer verschil tussen leerlingen, tussen leerstijlen en tussen de afde-lingen havo, vwo, gymnasium durven maken.

• ICTisnietgeïntegreerdinhetcurriculum.• Deeigenidentiteitvanvwo,gymnasiumen

havo moet meer benadrukt worden met een pedagogisch-didactische aanpak per afdeling.

• Docentenwerkenopbasisvanindividuelekwa-liteiten en minder op basis van gezamenlijkheid en afstemming.

• Deschoolwilopindividueelniveaubepalenofdoubleren wel altijd de juiste keuze is. Vooral van toepassing op de bovenbouw.

• Excellentiebelonenenhogereverwachtingenvan leerlingen creëren.

ConclusiesEr wordt door docenten veel individuele kwaliteit geleverd maar er ontbreekt een samenhangend onderwijskundig beleid. Traditionele lesvormen zijn dominant. Er is weinig variatie en maatwerk. In de meeste lokalen staan de tafels dan ook in busopstelling: de docent staat centraal.Veel activiteiten zijn onvoldoende geborgd in de organisatie. Veel vernieuwingen stranden tijdens de rit door onvoldoende planmatig werken en borging. (zie verder: kwaliteitszorg)De school gaat uit van de vwo-leerling. De havo-leerling wordt onvoldoende op zijn merites beoordeeld. De havo-resultaten zijn dalend.E-learning (digitaal leren) is een ondersteu-nende faciliteit in het leerproces, waardoor leren verlevendigd kan worden, er beter op zelfwerkzaamheid gestuurd kan worden en bepaalde doelgroepen als jongens beter aangesproken kunnen worden.. Dit moet verder ontwikkeld worden en worden geïntegreerdinhetonderwijsproces.Het Baarnsch Lyceum wil recht doen aan verschillen en naast het reguliere ook een bij de belangstelling en ambitie van de leerlingen aansluitend plusaanbod aanbieden.Veel extracurriculaire activiteiten en maatwerk trekken een wissel op de organisatie. Dat vergt een grotere zorgvuldigheid bij planning. Ook zal bij nieuwe activiteiten een afweging gemaakt moeten worden tussen de waarde van de nieuwe activiteit en het belang van het totaal.

14

Page 15: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Acties met prioriteit1. Ontwikkelen en invoeren van een pedago-

gisch-didactische visie, passend bij het type leerling.

2. LOB (loopbaan oriëntatie en begeleiding) en E-learning verbeteren.

3. De aansluitingen tussen primair onderwijs (PO), voortgezet onderwijs (VO) en hoger onderwijs (HO) verbeteren.

4. Het verbeteren van de havo-resultaten conform de opbrengstenkaart van de inspectie.

5. Door ontwikkelen van de vier speerpunten: internationalisering, bèta-onderwijs, versterkt talenonderwijs en sportonderwijs.

6. De havo profileren. Inzetten op positieve kenmerken van de havo-leerling.

7. Het vwo profileren. Inzetten op research en de ambitieuze vwo-leerling

8. Het gymnasium profileren. Inzetten op Bildung, een brede ontwikkeling, filosofie, activiteiten passend bij de klassieken.

9. Ontwikkelen Olympiadeschool1

10. Ontwikkelen kwaliteitszorg. (zie hoofdstuk 9)11. ICT en E-learning integreren in het onderwijspro-

ces.

2.2 Het onderwijs in de onderbouw

Het onderwijs in de onderbouw wil recht doen aan verschillen:

De twee brugklasjaren op onze school worden gebruikt om het niveau van het vervolgtraject te bepalen: Wordt het havo, atheneum of gymnasium?Daarnaast is er een specifieke vwo+-klas voor leerlin-gen van wie de determinatie duidelijk is en die een extra uitdaging aan kunnen.Verder is er een sportklas binnen de brugklas voor leerlingen die zich extra willen inzetten op het gebied van sport.

• Deschoolwilopindividueelniveaubepalenofdoubleren wel altijd de juiste keuze is. Vooral van toepassing op de bovenbouw.

• Excellentiebelonenenhogereverwachtingenvan leerlingen creëren.

ConclusiesEr wordt door docenten veel individuele kwaliteit geleverd maar er ontbreekt een samenhangend onderwijskundig beleid. Traditionele lesvormen zijn dominant. Er is weinig variatie en maatwerk. In de meeste lokalen staan de tafels dan ook in busopstelling: de docent staat centraal.Veel activiteiten zijn onvoldoende geborgd in de organisatie. Veel vernieuwingen stranden tijdens de rit door onvoldoende planmatig werken en borging. (zie verder: kwaliteitszorg)De school gaat uit van de vwo-leerling. De havo-leerling wordt onvoldoende op zijn merites beoordeeld. De havo-resultaten zijn dalend.E-learning (digitaal leren) is een ondersteu-nende faciliteit in het leerproces, waardoor leren verlevendigd kan worden, er beter op zelfwerkzaamheid gestuurd kan worden en bepaalde doelgroepen als jongens beter aangesproken kunnen worden.. Dit moet verder ontwikkeld worden en worden geïntegreerdinhetonderwijsproces.Het Baarnsch Lyceum wil recht doen aan verschillen en naast het reguliere ook een bij de belangstelling en ambitie van de leerlingen aansluitend plusaanbod aanbieden.Veel extracurriculaire activiteiten en maatwerk trekken een wissel op de organisatie. Dat vergt een grotere zorgvuldigheid bij planning. Ook zal bij nieuwe activiteiten een afweging gemaakt moeten worden tussen de waarde van de nieuwe activiteit en het belang van het totaal.

onde

rbou

w1 Olympiadescholen nemen deel aan minimaal vier

landelijk georganiseerde vak-olympiades waarbij excellente leerlingen landelijk en europees laten zien wat zij in hun mars hebben.

Het derde leerjaar brengt de leerlingen op het start-niveau voor de vakken in de Tweede Fase, zowel qua kennis als qua werkhouding en planning. Daar-bij heeft het derde jaar een oriënterend karakter. De leerlingen maken in de loop van dit jaar een beargumenteerde keuze voor een Tweede Fase profiel en een vakkenpakket.

De school wil samenhang in het programma van de onderbouw brengen door doorlopende leerlijnen per vak te beschrijven, inhouden van vakken waar nodig op elkaar af te stemmen en leerlingen ‘iets te kiezen’ te geven.Leerlingen krijgen de vrijheid om zelf opdrach-ten, vakken en onderwerpen in de vorm van keuzemodules samen te stellen. Binnen deze uitdagende leeromgeving leert de leerling om te gaan met een toenemende mate van verantwoordelijkheid.

Sterke punten•Erisruimtevooronderwijsvernieuwin-

gen.•Leerlingenkrijgendemogelijkheidhun

individuele talenten te ontwikkelen op het gebied van bèta, internationalise-ring, sport en cultuur.

•Eriseenbegingemaaktmetdifferen-tiatie in het onderwijsaanbod door bijvoorbeeld een speciale leerlijn, het vwo+, voor getalenteerde en ambitieuze leerlingen.

15

Page 16: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Ontwikkelpunten•Hetontwerpenenorganiserenvanvakoverstijgendeprojecten.•Hetontwikkelenvaneengroterevariatieinwerkvormen(klassikaal,individueel,E-learning,groeps-

gewijs).•Eenbetereovergangrealiserenvanuithetprimaironderwijs,zowelvakinhoudelijkalspedagogisch-

didactisch.•MeerICTgebruikenvoordifferentiatieenmaatwerk.•Onderscheidmakenoppedagogisch,didactischenonderwijsinhoudelijkgebiedtussengymnasium,

atheneum en havo.•Deaansluitingtussenonderbouwenbovenbouwverbeterenophetgebiedvankennis,werkwijze

en werkhouding.•Meernadrukleggenophuiswerk.Hetineigenregiemakenenvoorbereidenvanschoolwerkiseen

essentiële vaardigheid.

ConclusieDe dagelijkse gang van zaken sluit nog onvoldoende aan bij de verschillende leerbehoeften van onze leerlingen. Het primair proces moet gevarieerder ingericht worden. Zowel wat betreft de werkvormen als wat betreft de verschillen tussen havo-, vwo- en gymnasiumleerlingen. Daarnaast zal ook het pas-send onderwijs voor differentiatie naar beperkingen van leerlingen zorgen.De middelbare school moet beter aansluiten op de basisschool. Zowel inhoudelijk als in het kader van aansluiting van het leerlingvolgsystemen.

Acties met prioriteit1. Meer variatie aanbrengen in het primaire onderwijsproces voor de verschillende doelgroepen

en leerstijlen binnen havo, atheneum en gymnasium.2. In het kader van ‘passend onderwijs’ onze manier van lesgeven in vorm en inhoud aanpassen

aan leerlingen met verschillende beperkingen.3. De aansluiting tussen de basisschool en Het Baarnsch Lyceum verbeteren. Zowel vakinhoude-

lijk als didactisch. Meer uitwisseling met behulp van ‘warme overdracht’ en leerlingvolgsys-teem.

4. ICT en E-learning als ondersteunende en het leerproces versterkende faciliteiten integreren in het onderwijsproces.

2.3 Het onderwijs in de bovenbouw

DoelstellingIn de derde klas kiezen leerlingen het profiel waarin ze zich in de bovenbouw, vanaf klas 4, gaan specialiseren. De bovenbouw sluit goed aan op de onderbouw, zowel vakinhoudelijk als didactisch. Leerlingen krijgen meer verantwoordelijkheid waarop ze duidelijk worden aangesproken.Het Baarnsch Lyceum durft verschil te maken tussen leerlingen, hun competenties en de bijbehorende pedagogisch-didactische aanpak.De school stelt de interactie tussen docent en leerling centraal. Vanwege het belang van die interactie èn de verscherpte exameneisen per 2012 en 2013, geven docenten meer vak-lessen en wordt het aantal begeleidingslessen en studiezaallessen drastisch afgebouwd. bo

venb

ouw

16

Page 17: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Het Baarnsch Lyceum wil leerlingen uitdagen op cultureel, wetenschappelijk, maatschappelijk, inter-nationaal en sportief gebied. Zowel ten aanzien van de hoeveelheid leerstof en het aantal vakken als in diepgang. Deze verrijking kan ook plaatsvinden buiten het reguliere curriculum.De havo, het atheneum en het gymnasium hebben een eigen kleur, een verschillende didactische aan-pak en een verschillend curriculum.In het kader van LOB worden de leerlingen grondig voorbereid op hun studiekeuze in het hoger on-derwijs. De school hoopt dat leerlingen daardoor minder van studierichting wisselen en in kortere tijd hun studie afronden.

Sterke punten• Ruimevrijheidbijprofielkeuze/vakkenkeuze.• Goedevwo-resultaten.• Veelactiviteitenbuitenhetverplichtecurricu-

lum om: bèta en internationalisering.

Ontwikkelpunten• Meersamenhangtussendeverschillendevak-

ken aanbrengen.• Ontwerpenenorganiserenvanvakoverstijgen-

de projecten.• Eenduidelijkerprofieleninhoudvoorbegelei-

dingsuren, studie-uren en tussenuren.• Ontwikkelenvaneengroterevariatieinwerk-

vormen.• ICTenE-learningontwikkelenentoepassen.• Meeronderscheidmakenoppedagogisch,

didactisch en onderwijsinhoudelijk gebied tussen gymnasium, atheneum en havo.

• Loopbaanoriëntatieenbegeleiding(LOB) verder ontwikkelen en doorvoeren.

• Tegrotevrijheidbijhetkiezenvanvakkenindevrije ruimte waardoor de organisatie onder druk komt te staan: minder goede roosters, langere dagen.

• Maatschappelijkebetrokkenheidmoeteenherkenbare plaats in het curriculum en in het beloningsysteem krijgen.

ConclusieDe opbrengsten op het vwo zijn goed, op de havo duidelijk minder.Naast de traditionele klassikale lesvormen moeten er meer afwisselende les- en werkvormen ontwik-keld worden om het onderwijs interessant te maken. Het ondernemerschap van leerlingen moet wor-den aangewakkerd waardoor ze actief worden en tegelijkertijd meer verantwoordelijkheid krijgen. Daarnaast moet er meer ingespeeld worden op de verschillen tussen leerlingen.LOB in de bovenbouw moet verder ontwikkeld wor-den om de aansluiting met het vervolgonderwijs te verbeteren.Het aantal lessen waarin daadwerkelijk interactie met een docent plaatsvindt moet omhoog.

Acties met prioriteit1. Meer vaklessen in de lessentabel.2. Meer differentiatie naar havo, atheneum,

gymnasium.3. Meer differentiatie naar eventuele beperking en

behoefte van leerlingen.4. Uitbouw loopbaan oriëntatie en begeleiding

door samen te werken met andere middelbare scholen en hbo/universiteiten.

5. Effectievere examenvoorbereiding door examentrainingen.

6. Herijking van het evenwicht tussen keuzevrij-heid in de Tweede Fase en de organisatorische prijs die daarvoor bepaald wordt.

17

Page 18: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Begeleiding en leerlingzorg

hoofdstuk 3

Page 19: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Begeleiding en leerlingzorgDe mentor is de

spil van de leerlingbegeleiding. De mentor coacht de leerling, is zijn vraagbaak en houdt

het welbevinden en resultaten van de leerling actief in de gaten.De mentor begeleidt de leerling in zijn ontwikkeling en brengt vaardigheden bij die het intellectueel, maatschappelijk en sociaal functioneren bevorderen.

Page 20: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Sommige leerlingen hebben vanwege persoonlijke problematiek extra aandacht nodig. Dit impliceert dat zorg op maat geleverd wordt, en dat de zorg voor elke leerling toegankelijk is. Voor leerlingen met leer-, gedrags- en/of sociaal emotionele pro-blematiek is er extra zorg en begeleiding aanwezig om stagnatie en uitval te voorkomen. Indien nodig worden bij de aanpak andere docenten en ouders betrokken.

Docenten dienen als mentor over uitstekende vaar-digheden te beschikken. In het kader van passend onderwijs anticiperen zij op leerlingen met leer-beperkingen.

Sterke punten• Hetleerlingvolgsysteemwerktgoed.• Erzijnduidelijkebehandelprotocollen.• Deschoolheefteennetwerkvanexternehulp-

verleners.• Erisgoedenregelmatigoverlegmetbasis-

scholen.• HetZorg-enAdviesTeam(ZAT)functioneert

goed.• Hetzorgcoördinaatwordtgoedgefaciliteerd.• Erisgoedcontacttussendirectie,mentoren,

docenten en medewerkers.

Ontwikkelpunten• Eengezamenlijkgedragenideeovermen-

toraat formuleren.• Meerinhoudgevenaanhetmentoraaten

het mentoraatsprogramma.• Docentenbijscholenopcompetentiesvoor

begeleiding.• Hetomgaanmetleerlingenmetbeperkin-

gen beter vastleggen en controleren met behulp van handelingsplannen.

• Hetautomatiseren,verbeterenenbijhou-den van het leerlingvolgsysteem.

• Meetinstrumentengebruikenvoorheteffect van de zorg.

• Intakegesprekkenmetdebasisschool verdiepen.

• Eenbasisondersteuningsprofielontwikke-len in het kader van passend onderwijs.

• Leerlingenenoudersmeerbetrekkenbijdezorg. Het besef creëren dat extra inzet nodig is om het gewenste niveau te bereiken.

ConclusieDe zorg is goed gestructureerd en duidelijk aan-wezig op Het Baarnsch Lyceum. Om de effectivi-teit en de kwaliteit van de zorg goed te kunnen evalueren moeten geschikte evaluatie middelen worden ingezet. De communicatie over leerlin-genzorg naar leerlingen, ouders en mentoren vraagt om verbetering.De zorgstructuur is op dit moment enigszins onduidelijk. Een relatief groot aantal medewer-kers speelt een rol in een aspect van de zorg. Een aantal zaken op Het Baarnsch Lyceum wordt onderbracht bij de zorg terwijl het eigenlijk gaat om reguliere aspecten van het pedagogisch- didactisch proces. Het is van belang de functie en de taak van de zorg opnieuw te definiëren en op basis daarvan de organisatiestructuur van de zorg te bepalen.De leerlingvolgsystemen moeten beter op elkaar aansluiten en beter ingericht en bijge-houden worden.

20

Page 21: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Acties met prioriteit1. Herdefiniëring van zorg. De begeleiding en de organisatiestructuur daarop aanpassen.2. Ontwikkelen en uitvoeren van een basisondersteuningsprofiel binnen het samenwerkingsverband Eemland.3. Ontwikkelen en doorvoeren van mentorcompetenties. Het opzetten van een mentoraatsprogramma per

afdeling.4. De warme overdracht van de basisschool naar Het Baarnsch Lyceum structureler vormgeven en leerlingvolg-

systemen integreren.5. Heldere communicatie naar ouders en leerlingen over welke zorgtaken de school op zich kan nemen en wie

welke verantwoordelijkheid tijdens de begeleiding draagt.6. Afspraken nakomen: “Doe wat je belooft.”

21

Page 22: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

hoofdstuk 4

Loopbaanorientatie en begeleiding (LOB)

Page 23: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Wat heb je aan een diploma als je niet weet welke vervolg-opleiding je gaat doen? Onze school kijkt verder dan alleen ‘het papiertje’. Loopbaanoriën-tatie en Begeleiding (LOB) is één van de landelijke speer-punten voor de komende jaren.

In het bestuurs-akkoord tussen het voortgezet onderwijs en het ministe-

rie is een prominente rol voor LOB weggelegd.LOB maakt ook onderdeel uit van het Bestuursakkoord Voortgezet Onderwijs.

Loopbaanorientatie en begeleiding (LOB)

Page 24: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

LOB

Scholen hebben op dit onderwerp sinds kort een inspanningsverplichtingVoor de komende jaren staan de volgende thema’s centraal:• IntensiverenLOB:scholengaanonderlingkennisoverLOBdelen.• Deverantwoordelijkheidwordtgelegdbijdemiddelbareschool,deleerling,deouders,de

hoge scholen en universiteiten.• Devaardigheidverbeteren.Omdecanen,mentoren,schoolleidersendocententeprofessiona-

liseren wordt onderzocht welke competenties zij nodig hebben voor een gedegen LOB.

De komende jaren wordt in het bijzonder gefocust op de aansluiting havo-hbo. Deze aansluiting laat veel te wensen over, wat tot hoge uitvalpercentages van havoleerlingen in het hbo leidt.

4.1 Doelstellingen van LOB

• Leerlingentraineninzelfreflectiezodatzijbeternaarzichzelflerenkijkenenzichzelfrealistischkunnen inschatten.

• Leerlingenvoorbereidenopdeprofielkeuzeinklas3.• Leerlingenvoorbereidenophunstudiekeuzevanafklas4.• Leerlingencompetentiesbijbrengendiehunkansopsuccesinhethogeronderwijsvergroten.

4.2 Visie Het Baarnsch Lyceum op LOB

Onze school is verantwoordelijk voor een passend profiel voor elke leerling. Daar horen inzicht in verschillende beroepsprofielen en succes van de leerlingen in het vervolgonderwijs bij. Het Baarnsch Lyceum steunt de maatschappelijke vraag naar hoger opgeleide bèta-studenten maar blijft de affiniteit van de leerling voor een bepaald beroep of vak als uitgangspunt nemen.

LOB is een samenspel tussen ouders, mentoren, decaan en leerling. In het actieplan LOB zullen verschillende taken van genoemde participanten omschreven worden. Persoonlijke gesprekken tussen leerling en LOB begeleider zijn van groot belang.LOB maakt deel uit van het curriculum. Er is een doorlopende leerlijn LOB vanaf klas 2 die ook zicht-baar is in de reguliere vaklessen.Een wezenlijk deel van LOB is ervaring opdoen in de (beroeps)praktijk en een kennismaking met het vervolgonderwijs door interactie met hbo/wo studenten (bij voorkeur oud-leerlingen van onze school).

Er is meer afstemming nodig tussen de school het vervolgonderwijs. Onze school neemt deel aan de landelijke pilot aansluiting havo-hbo, die wordt georganiseerd door de branche-organisatie, de VO-raad.

24

Page 25: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Sterke punten van LOB• Erisveelpersoonlijkeinteractietussenleerlingendecaan.• DeschoolheeftadequateLOB-toolsinleerjaar3:spiegelbeeld,HITenKompas.• Erisveelaandachtvoorhetontwikkelenvanzelfreflectieenhetontdekkenvanaffiniteiteninleerjaar3.• Erwordtgebruikgemaaktvanenigevoorlichtingdoorberoepsbeoefenaars.

Ontwikkelpunten voor LOB• Erisgeenbeschrevenbeleidofvisie.• ErisgeendoorlopendeLOB-leerlijn.• DeLOB-competentieszijnonvoldoendebenoemd.• MentorenvoelenzichvaakgeeneigenaarvanLOB.• LOBspeelteengeringerolindevaklessen.• Erisgeenfeedbackvanuithethogeronderwijs.• Leerlingendoengeenlevensechteervaringmetberoepenop.• LOBinbovenbouwisinontwikkeling.

ConclusieEr is nog onvoldoende sprake van een LOB-leerlijn vanaf klas 2. LOB heeft (alleen) een duidelijke positie in de derde klassen. Door gebruik te maken van slimme tools kan de leerling zowel kennis maken met beroepsperspectieven alsmetzelfreflectie.Inhetverlengdehiervanligteenmeerdaagsebedrijfsstagemetbehulpvanoudersvoordehand.In de bovenbouw is het LOB-traject nog te bleek. Er is verdere invulling nodig. Daarbij is het van groot belang dat een aantal medewerkers eigenaar wordt van het LOB-traject, in het bijzonder de (aankomende) afdelingsleiders en mentoren.Daarnaast is het van belang om een verdere uitwisseling met het hbo/wo te initiëren door bijvoorbeeld te partici-peren in het nieuwe traject havo-hbo dat de VO-raad in 2012/2013 inzet.

Acties met prioriteit1. Overleg met andere scholen over LOB.2. Het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn van klas 2 naar het eindexamen: wat gebeurt in welk jaar en hoe

sluit het één op het ander aan?• Beroepenvoorlichtingdooroudersenoud-leerlingeninklas3.• Ontwikkelenvaneenberoepsstageinhavo4envwo4alsseparaatproject.• Pilotsamenwerkinghavo-hboonderVO-raadalsseparaatproject.• InzettenKiesActiefToolkitinhavo4.

3. Rolverdeling decaan, afdelingsleider, mentor, vakdocent in LOB beschrijven.4. De rol van het team ten opzichte van de decaan beschrijven.5. Afspraken met het hoger onderwijs over terugkoppeling van resultaten van oud-leerlingen in studiepunten en

competenties.

25

Page 26: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

hoofdstuk 5

De school en haar partners

Page 27: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

De school en haar partners

Het Baarnsch Lyceum kiest ervoor midden in de samen-leving te staan. Onze school maakt bewust deel uit van de omgeving Baarn/Soest. Het Baarnsch Lyceum hecht aan lokale en maatschappelijke coherentie en wil daarvoor ook verantwoordelijkheid dragen.

Om die reden onderhoudt Het Baarnsch Lyceum allerlei relaties en neemt het deel aan diverse lokale en regionale samenwerkingsverbanden en overlegstructuren.

Page 28: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

De meest directe relatie bestaat met leerlingen en ouders. Aan deze relatie liggen de onderstaan-de uitgangspunten ten grondslag.

5.1 Leerlingen en ouders

De meningen van leerlingen en ouders zijn voor onze school van groot belang. We stellen prijs op die meningen en peilen ze regelmatig via enquêtes, tijdens resonansgroepen en tijdens formeel en informeel overleg met ouders en leerlingen in de medezeggenschapsraad.Sinds kort deelt de school haar resultaten via de site Vensters voor Verantwoording waar de school zich met al haar resultaten presenteert. Zie www.schoolvo.nl.Daarnaast kent onze school een actieve oudercommissie die veel hand- en spandiensten levert tijdens evenementen en bijzondere activiteiten.De school heeft binnen de dialoog met ouders en leerlingen een autonome professionele verantwoordelijkheid ten opzichte van hen.

5.2 De gemeente Baarn

De school heeft frequent overleg met de gemeente Baarn, in het bijzonder met de verantwoor-delijke wethouder en met de burgemeester. De samenwerking met het 5 mei-comité wordt nieuw leven ingeblazen. Ook op het gebied van het delen van sportaccommodaties wordt samengewerkt met stichting De Trits.

5.3 Landelijk en regionaal

Op landelijk niveau werkt onze school samen met drie bevriende lycea, Het Kennemer Lyceum uit Overveen, Het Lorentz Casimir Lyceum uit Eindhoven en Het Amsterdams Lyceum uit Amsterdam. De vier lycea organiseren elk jaar de Artistieke en de Sportieve Interlyceale. Ook op managementniveau vindt er overleg plaats.Het Baarnsch Lyceum maakt deel uit van regionale samenwerkingsverbanden en oriënteert zich daarbij nadrukkelijk op de regio Amersfoort. Het Baarnsch Lyceum werkt regionaal samen met• SamenwerkingsverbandEemlandinhetkadervanPassendOnderwijs;• hetROVE,RegionaaloverlegVSVEem(VSV,vroegtijdigeschoolverlaten);• decontactgroepvoorvo-scholenAmersfoortenomstreken.

Op landelijk niveau werkt Het Baarnsch Lyceum samen met• DeCoöperatie,eenverenigingvan‘éénpitters’;• deVBS,VerenigingvoorBijzondereScholen.

De school heeft goede contacten met de Rabobank die de school ook sponsort.

Het Baarnsch Lyceum wil graag intensiever contact met regionale (MKB)bedrijven. Leerlingen van onze school zouden er bijvoorbeeld mooie stage-ervaringen op kunnen doen. Daarnaast kan onze school prima gebruik maken van de expertise van Baarnsche en Soester bedrijven.

28

Page 29: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

5.4 Waldheim-mavo en Griftland College

Het Baarnsch Lyceum onderhoudt een goede relatie met de Waldheim-mavo en het Griftland College. De scholen vullen elkaar aan door middel van een duidelijke eigen profilering. Het is nadrukkelijk niet het doel om elkaar te beconcurreren en te kopiëren.Tussen de Waldheim-mavo en Het Baarnsch Lyceum is een goede doorstroom van leerlingen. Daarnaast delen de scholen enkele faciliteiten zoals gemeenschappelijke delen van het gebouw, de repro-afdeling en de facilitaire dienst.

Sterke punten• Oudersparticiperenopverschillendemanierenbinnendeschool.• Deschoolparticipeertinverschillendesamenwerkingsverbandenmaaropereerdetotvoor

kort erg solitair en secondair.• Leerlingenenouderszijnoverhetalgemeentrotsopdeschool.

Ontwikkelpunten• Deschoolisonvoldoendetransparantinhetgevenvaninformatie.• Informatiemoetjuist,volledigenbetrouwbaarterbeschikkingvanoudersenandere

belanghebbenden komen.• Deschoolwiloudersuitnodigenbijlessenenonderwijsondersteunendeactiviteiten.• Dekennisenexpertisevanoudersofvanlokalebedrijvenkanbinnendeschoolbeterbenut

worden.• Deschoolzououdersmoetenbeschouwenalsmedestanders,nietalstegenstanders.• Deschoolmoetzichduidelijkerprofilereninderegioendaarookverantwoordelijkheid

nemen door te participeren in activiteiten.

ConclusieHet Baarnsch Lyceum moet haar belanghebbenden (stakeholders) serieus nemen Dat wil zeggen dat de school feedback van de belanghebbenden op zijn waarde moet schatten. Daarnaast heeft de school een autonome verantwoordelijkheid vanuit wet- en regelgeving en vanuit haar peda-gogisch-didactische expertise.Verder kan de school veel meer gebruik maken van kennis en vaardigheden waarover ouders beschikken.Het Baarnsch Lyceum moet helder aangeven wie waarvoor verantwoordelijk is. Daarbij heeft de school een wettelijke, professionele en autonome verantwoordelijkheid naar ouders en leer-lingen. De school geeft die verantwoordelijkheid vorm volgens de drie kernwaarden van dit beleidsplan: Ondernemerschap, Maatwerk en Verbondenheid.De school treedt regionaal en landelijk duidelijker naar voren en neemt verantwoordelijkheid.

Acties met prioriteit1. Ouders betrekken bij educatieve schoolactiviteiten zoals loopbaanoriëntatie, masterclasses

en havo business school.2. Het Baarnsch Lyceum als regioschool profileren en in de regio een rol van maatschappelijke

betekenis spelen.3. Samenwerken met de Waldheim-mavo en het Griftland College waar wenselijk.4. Relaties met plaatselijke organisaties en economische netwerken als het MKB aangaan.

29

Page 30: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

hoofdstuk 6

Een nieuw organisatiemodel

Page 31: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Een nieuw organisatiemodel

De organisatie van Het Baarnsch Lyceum had tot voor kort weinig slagkracht en effectiviteit. Het ontbrak aan eigenaren van onderwijskundig samenhangende groepen zoals ‘de brugklassen’ of ‘de havo bovenbouw’. De verantwoordelijkheden lagen bij een conrector of eventueel bij een coördinator, niet bij de docenten. Onderwijskundige sturing vond alleen via de secties plaats. Daar waar het zaken als het curriculum en de kwaliteit van toetsing betreft is dat voor de hand liggend. De pedagogische en didactische aansturing van een samenhangende groep leerlingen overstijgt echter de sectie. Voor een dergelijke aansturing was voorheen niemand verantwoordelijk.

Page 32: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Het personeelsmanagement was in deze organisatievorm nauwelijks uitvoerbaar. Er waren in die opzet slechts drielijnfunctionarissen:derectorentweeconrectoren.Decoördinatorenhaddengeenhiërarchischepositieendaarmee onvoldoende invloed. Mede daardoor kwam de gespreks- en beoordelingscyclus niet of nauwelijks uit de verf. De conrectoren waren vooral in het operationele en te weinig in het strategische vlak actief. Samenhang, controle en het maken en doorvoeren van nieuw beleid is daardoor soms moeizaam geweest.

6.1 Overwegingen: Waarom een nieuwe organisatie?

Onze school heeft de menselijke maat als uitgangspunt. Kleinschaligheid bevordert de persoonlijke ontwikkeling. Medewerkers werken graag in herkenbare eenheden. Docenten hebben primair voor een specifiek vak gekozen en hebben er plezier in dit vak op hoog niveau te onderwijzen. Om die reden zijn en blijven de secties een belangrijke organisatievorm. Secties staan garant voor een doorlopende leerlijn, de kwaliteit van de vaktoetsen en uitwisse-ling van kennis via korte lijnen.

Naast de secties ontstaan samenhangende onderwijs-afdelingen onder leiding van een afdelingshoofd. Dergelijke afdelingen vormen een eigen identiteit en hebben een eigen specifieke pedagogisch-didactisch aanpak nodig. Bijvoorbeeld wat betreft verantwoordelijkheden, (frequentie van) toetsing, verzuim, uitdaging, resultaten, etc.Met het indelen van de school in secties en afdelingen komt de verantwoordelijkheid voor ontwikkeling van het onderwijs lager in de organisatie te liggen. Voor elke specifieke afdeling is een groep medewerkers onder leiding van een afdelingsleider verantwoordelijkheid.

In het oude organisatiemodel was te weinig beleidskracht en beleidsontwikkeling. De rector heeft per 1 augustus 2011een deel van de bestuurlijke taken moeten overnemen als gevolg van de invoering van de Wet Goed Bestuur en de conrectoren waren voornamelijk op het operationele vlak actief. Er was te weinig ruimte voor implementatie van nieuw beleid. In de oude situatie moest een conrector 50 medewerkers aansturen. De vier nieuwe afdelings-leiders hebben een minder grote span of control. Een afdelingsleider kan met 15 tot 20 medewerkers makkelijk de verantwoordelijkheid voor een afdeling nemen.

ConsequentiesDe directie wordt via natuurlijk verloop teruggebracht naar 1 rector en 1 conrector. De schoolleiding bestaat uit directie (2) en afdelingsleiders (4).

Niet alleen de verantwoordelijkheid voor nieuw beleid komt lager in de organisatie te liggen. Ook de uit-voeringvandezorgwordtdeverantwoordelijkheidvandeafdelingsleiderenzijnteam.Dezorgcoördinatorbereidt het zorgbeleid voor en houdt de afstemming van de zorg binnen de organisatie in de gaten. De zorg-coördinatorwerktsamenmetdedirectie.Dezorgcoördinatorvoert,gemandateerddoordedirectie,overlegmet de afdelingsleiders om de zorg binnen de afdelingen in goede banen te leiden. De afdelingsleiders zorgen voor de adequate uitvoering van de afgesproken zorg binnen de afdeling, en ook voor de tijdige signalering van zorgbehoeften.

6.2 Matrixmodel met secties en afdelingen

Het Baarnsch Lyceum kiest voor een matrixmodel, waarin twee organisatie-eenheden met elkaar samen-werken.

32

Page 33: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

nieu

we o

rgan

isatie

De sectiesDe sectieleider krijgt een grotere verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van zijn of haar sectie en wordt daarop door de schoolleiding aangesproken. De sectieleider bewaakt de doelmatigheid van de sectie en spreekt sectieleden aan op sectieafspraken en kwaliteit.Gezien de complexiteit en de verantwoordelijkheid zijn het in eerste aanleg LD-docenten die sectieleider zullen zijn. De sectieleider bewaakt de kwaliteit van:• dedoorlopendeleerlijnperschoolvakvanbrugklasnaareindexamen;• deinhoudelijkevoorbereidingophetexamen;• hetcurriculum;• dekwaliteitvanhetonderwijsmateriaal;• detimingendeinhoudvantoetsing.Desectieleiderstuurtfunctioneelaan,vergelijkbaarmetde(vroegere)coördinatoren.Hetsturenoppedago-gisch-didactisch proces ligt primair bij de afdelingsleider.

De afdelingenEen afdeling is een onderwijskundig logisch samenhangend deel van de organisatie dat bestaat uit een aantal jaarlagen en/of klassen. Op grond van bovenstaande uitgangspunten is Het Baarnsch Lyceum te verdelen in de volgende vier afdelingen:• Brugklas1en2• VWO+1,2,3enatheneum3• HAVO3,4,5• VWO4,5,6De afdelingen worden aangestuurd door een team van docenten met een afdelingsleider aan het hoofd. Ten aan-zien van de samenstelling van de afdelingen zijn de volgende uitgangspunten van belang:• Horizontalesamenhangindebrugklasjaren:herkenbarejaarlagenengelijkebelangen.• Verticalesamenhang:doorlopendeleerlijn.• Verschillendeidentiteitenmetgedifferentieerdeaanpak:havo,atheneumengymnasium.• Ongeveer15docentenop250leerlingen.• Hetteambeschiktovereeneigenbudget(geldenpersoneel)datopbasisvaneenafdelingsplaningezetkan

worden.

Benoeming en beloning van de afdelingsleiderDe functie van afdelingsleider wordt maximaal in LD gewaardeerd op basis van een (voorbeeld)functiebeschrij-ving, binnen de functiewaarderingssystematiek Voortgezet Onderwijs. De benoemingsomvang is minimaal 0,8 fte. Minimale lesinzet is 9 lessen bij een fulltime dienstverband en 5 lessen bij een parttime dienstverband.

Taken van de afdelingsleider• Hetontwikkeleneninvoerenvaneenonderwijskundigprofielpassendbijdeeigenafdeling.• Leerlingzaken.• Hetaansturenvandeteamleden.• Hetaansturenvandeprimairebegeleidingsstructuur(mentoraat).• Tijdigesignalering,aanmeldingenuitvoeringvanzorg.• Afhandelenziekteverzuimleerlingen.• Plannenvanbuitenschoolsejaarlaaggebondenactiviteiten.• OrganisatieLOBinsamenspraakmethetdecanaat.• Internationaliseringinsamenspraakmetdecoördinatorinternationalisering.• Hetteamoverlegwordtindeoverlegmiddagenopdinsdagopgenomen.

33

Page 34: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

hoofdstuk 7

Het personeelsbeleid

Page 35: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Het personeelsbeleid

7.1 Visie op personeelsbeleid

Op Het Baarnsch Lyceum bepalen de medewerkers de kwaliteit van de school. Zij bepalen het beeld dat de leerlingen, hun ouders en de buitenwereld van de school hebben. Om ervoor te zorgen dat die medewerkers succesvol zijn in hun werk en plezier beleven aan het lesgeven, maakt Het Baarnsch Lyceum op een praktische manier actief werk van het personeelsbeleid.

Page 36: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Het Baarnsch Lyceum is een lerende organisatie. Dat betekent dat leren en ontwikkelen niet alleen voor leerlingen maar ook voor alle medewerkers vanzelf-sprekend is.Via het personeelsbeleid wil de school haar kwaliteit van het onderwijs verbeteren. We willen daarbij ge-bruik maken van ieders talenten en bekwaamheden. Diversiteit en uniformiteit nemen we als uitgangs-punt. We erkennen verschillen en benutten deze.Tegelijkertijd zijn er duidelijke basisafspraken nodig zodat de leerling met een passende en samenhan-gende didactisch-pedagogische aanpak te maken krijgt.

Om ontwikkeling mogelijk te maken moet je ook fouten durven en mogen maken. Experimenteren en je kwetsbaar durven opstellen horen daarbij. Evenals een goed leef- en werkklimaat op basis van respect. We zijn eerlijk naar elkaar over wederzijdse verwachtingen. We spreken mét elkaar en niet óver elkaar. We treden tijdig met elkaar in overleg bij problemen. We durven tekortkomingen toe te geven en waardering naar een ander uit te spreken.Medewerkers zijn aanspreekbaar op hun hande-len en leggen daarover verantwoording af.Iedereen is zelf verantwoordelijk voor de eigen persoonlijke- en professionele ontwikkeling. Tegelijkertijd moet de individuele ontwik-keling matchen met de doelstellingen en behoeften van de gehele organisatie. Dit in het kader van Integraal Personeelsbeleid (IPB)De directie is verantwoordelijk voor (de samenhang van) het onderwijskundig beleid en stuurt in het IPB daarop aan. Zij stimu-leert en faciliteert.

Sterke punten• Kerncompetentiesenfunctiecompe-

tenties zijn omschreven.• Begeleidingvannieuwedocentenis

uitstekend.• Beoordelingvandenieuwedocen-

ten is geactualiseerd.

Ontwikkelpunten• Detendensvaneenambtelijke,politiekecultuur

ombuigen naar een professionele cultuur.• Feedbackkunnenontvangenenkunnengeven.• Gesprekscyclusuitvoerenenreglementinlijn

met wet BIO (wet op beroepen in het onderwijs) brengen.

• Meerinhoudelijkverschilmakentussendefunc-ties LB, LC en LD.

• Medewerkersverantwoordelijkmakenvoordeeigen ontwikkeling.

ConclusieDe medewerkers van onze school leveren individu-eel veel kwaliteit. Dat gebeurt minder als team of als groep. Het Baarnsch Lyceum vertoont nog veel kenmerken van een ambtelijke, politieke organisatie: iedereen praat over alles mee.Er bestaat nauwelijks een aanspreekcultuur, mede-werkers zijn nog niet gewend verantwoording over hun doen en laten aan af te leggen, het is moeilijk afspraken na te komen. Veel gesprekken en afspra-ken zijn onvoldoende goed vastgelegd.De gesprekscyclus ligt zo goed als stil, hetgeen het bovenstaande versterkt.LC- en LD-functies zijn inhoudelijk nog onvoldoende ingevuld.

Acties met prioriteit1. De organisatie professioneler maken, met

behoud van relatie en betrokkenheid.2. Medewerkers verantwoordelijk maken voor

hun eigen ontwikkeling in samenhang met het beleid van de school.

3. De gesprekscyclus reactiveren.4. Medewerkers verantwoordelijkheid geven en

aanspreken op hun handelen.5. Medewerkers op een authentieke manier laten

communiceren met elkaar en met de buiten-wacht in de lijn met geweldloos communiceren.

6. Medewerkers voeren werkzaamheden uit conform hun functieniveau.

7. Ontwikkeling van de medewerkers in lijn brengen met de ontwikkelingen binnen de school.

36

Page 37: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

loopbaanbeleid7.2 Loopbaanbeleid: professionalisering en begeleiding

Het Baarnsch Lyceum streeft naar een kwalitatief hooggeschoolde bezetting van het personeelsbestand met optimale ontwikkelingsmogelijkheden voor personeelsleden, een goede beloning, het voorkomen van sleur en met nadruk op het verbeteren van de eigen prestaties. We hechten aan een actieve uitwisseling van kennis en vaardigheden tussen docenten.

Onze school neemt voor de professionele ontwikkeling van medewerkers de beschreven competentieprofielen, inclusief Het Baarnsch Lyceum-profiel, als uitgangspunt. Het loopbaanbeleid ondersteunt de medewerkers in het permanent onderhouden van hun bekwaamheden. De medewerkers zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun ontwikkeling. Medewerkers bereiden zich in het kader van loopbaanbeleid voor op een geregistreerd docentschap en voldoen aan de daaraan gestelde eisen.Er is voor medewerkers ook ruimte om zich in gesprekken te bezinnen op hun huidige werk, ambities en toekomst. Incidenteel kan dit leiden tot een traject naar ander werk bij een andere werkgever.

Goed functionerend Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP) is een voorwaarde voor een goed functionerende onderwijsorganisatie. De aansturing van het OOP vindt nog te gefragmenteerd plaats waardoor er ongelijkheid dreigt. Daarnaast zijn de taken van het OOP nog onvoldoende in beeld gebracht waardoor op sommige plaatsen overbelasting dreigt. Daarnaast dient binnen het OOP versterkt aandacht te zijn voor onderlinge back-up.

LoopbaanbeleidVoor een goed loopbaanbeleid maakt de school gebruik van:• beoordelingsgesprekken;• coachesvoordebegeleidingvanzittendeennieuwemedewerkers;• gesprekscycli;• BAPO-regeling(BevorderingOuderenparticipatieOnderwijs);• regelingtaakbeleid;• deinrichtingvanhetfunctiebouwwerk;• regelingwervingenselectie;• lerarenregister.

Sterke punten• Eriseenuitgebreidsysteemvanmiddelenomhetloopbaanbeleidvormtegeven.• Deeerstetranchevandefunctiemixisingevoerd.

Ontwikkelpunten• Inverbandmetdekrapperwordendearbeidsmarktzalereenactieverwervingsbeleidgevoerdmoeten

worden.• Contactenmetlerarenopleidingenaanhalenofopzetten.• Inzettenoppedagogisch-didactischhandelen.Eenuitgewerktbij-ennascholingsplanisnodigomtegemoet

te komen aan de nieuwe eisen van grensverleggend en uitdagend onderwijs.• Defunctiemixopeenverantwoordewijzeverderinvoeren.• Hetontwikkelenvaneenportfolio-systeemeneenregistratiesysteemomdevakbekwaamheidvande

medewerker te kunnen borgen, bijvoorbeeld via het lerarenregister.• Ontwikkelenvaneenactiefleeftijdsbeleid.• OntwikkelencompetentiebeschrijvingOOP.• DeaansturingvanhetOOPvastleggen.

37

Page 38: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

form

atieb

eleid

Acties met prioriteit1. De individuele professionele ontwikkeling een verantwoordelijkheid van de medewer-

ker maken, waarbij de school ondersteunt en stimuleert.2. Ontwikkeling POP-gesprekken (Persoonlijk Ontwikkelings Plan) als deel van de gespreks-

cyclus.3. Ontwikkeling naar geregistreerd docentschap.4. Werving en selectie van nieuwe docenten uiterlijk in februari uitvoeren.5. Leeftijdsbewust beleid ontwikkelen.6. Ontwikkelen van een competentiebeschrijving van het OOP.7. De aansturing van het OOP herzien.

7.3 Formatiebeleid en personeelsopbouw

Het functiebouwwerk van Het Baarnsch Lyceum is afgerond. Per 1 augustus 2012 wordt daar-aan de functie van afdelingsleider toegevoegd.

FunctiemixBinnen het onderwijzend personeel kent onze school LB, LC en LD functies. Het streefper-centage voor 2014 in het kader van de functiemix bedraagt 5% LB, 30% LC en 65% LD. Daar-mee heeft Het Baarnsch Lyceum een bouwwerk met relatief hoge functies. In het kader van aantrekkelijke vacatures is dat gunstig, in het kader van oplopende kosten in de toekomst geeft dit enige zorgen. Tot 2020 zijn de gelden in het kader van de functiemix toegezegd. De overheid heeft zich echter de laatste jaren niet altijd betrouwbaar getoond. Daarnaast zullen de gelden voor de uitvoering van de functiemix niet toereikend zijn.

LeeftijdDe gemiddelde leeftijd van de docenten ligt iets onder het landelijk gemiddelde en bedroeg medio 2012 43,6 jaar. Het streven is de gemiddelde leeftijd, met het oog op de kosten van het functiebouwwerk (oudere werknemers kosten meer; de landelijke gpl is gebaseerd op een gemiddeld verbruik), onder het landelijke gemiddelde te houden.

Man/vrouwBinnen het onderwijzend personeel werken iets meer vrouwen dan mannen. Binnen het ondersteunend personeel is dat verschil groter. De schoolleiding telt meer vrouwen (2:1), waarmee Het Baarnsch Lyceum vooroploopt waar het gaat om vrouwen binnen manage-mentfuncties en daarmee ruimschoots aan de wettelijke inspanningsverplichting voldoet. Er is geen reden om in de toekomst van de bestaande verhoudingen af te wijken.

BatenOver het algemeen wordt er overgeheveld van personele baten naar materiële baten omdat de materiële uitgaven ongeveer € 200.000 (3 à 4% van de personele baten) hoger zijn dan de normatieve inkomsten. Daarom wordt er op Het Baarnsch Lyceum meer overgeheveld dan landelijk het geval is. Het streven is de overheveling van personeel naar materieel te reduce-ren. Er zijn goede reden om enige overheveling toe te laten; uitgebreide ICT-faciliteiten en repro-voorzieningen zijn ten behoeve van het personeel en reduceren deels de werklast.

38

Page 39: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Aanpassing taakbeleidDoor de aanpassing van het taakbeleid per maart 2012 kunnen er meer lessen ingepland worden. Dat is dringend nodig omdat het moeite kost om aan de contacttijd van 1000 (700 klok uren) te voldoen. Daar-naast is het mogelijk geworden een aantal activiteiten, zoals het mentoraat, adequater te faciliteren. Ook is er ruimte vrijgemaakt voor uren die specifiek in de thema’s op basis van een afdelingsplan ingezet kun-nen worden. Verder dient er structureel ruimte te worden vrijgemaakt voor innovatie van ons onderwijs.

FormatieplanningHet formatieplan en het meerjarenformatieplan vallen binnen de nieuwe bevoegdheidsverdeling als gevolg van de code goed bestuur onder directe verantwoordelijkheid van de rector.De formatieplanning en lestoedeling vinden vaak te laat in het jaar plaats waardoor er nog tot vlak voor de zomervakantie ingrijpende wijzigingen zijn en het roosteren te laat gestart wordt.Doel is om de beleidsbeslissingen vóór 1 maart van enig jaar te vast te leggen en de hoofdlijnen van de formatieplanning vóór 1 mei van enig jaar af te ronden. De formatieve planning zal vanaf 2012/2013 plaats vinden binnen het rooster- en planningsprogramma Zermelo.Daarnaast moet duidelijker worden welke kaders de formatieve inzet bepalen: financiën, onderwijstijd, lessentabellen, taken etc. Dat voorkomt ook onverwachte financiële overschrijdingen.De formatie- en lestoedeling vinden primair plaats door de directie. Dit om voldoende eenheid in beleid en onderlinge afstemming te waarborgen.

Sterke punten• Eriseenduidelijksysteemvantoedelingvanformatie,waarbijvooralvoorhetOPduidelijkeafspra-

ken over facilitering bestaan.• HetBaarnschLyceumisintermenvanfunctieniveauseenaantrekkelijkewerkgever.

Ontwikkelpunten• Hetoverhevelingvannormatievepersoneleinkomstennaarmateriëleinkomstenbeperken.• Voldoendecontacttijdinplannenénrealiseren.• Eenduidelijkbesluittrajectvoordeformatieveplanningbinnenbekendeenafgesprokenkaders

vastleggen.• Criteriavoordeverhoudingtussenlessenenoverigetakenontwikkelen.• Vroegtijdigbeginnenmetdeformatie.

ConclusiesEr bestaat een redelijk functionerende manier van formatietoedeling (taak- en lestoedeling). Dit heeft echter te weinig kaders zodat onvoldoende duidelijk is welk beleid aan de formatie ten grondslag ligt. Ook ontbreekt ook een duidelijke koppeling met de inkomsten. In die zin is een herijking van het taak-beleid aan de orde.Daarnaast is het verstandig de formatieve inzet vóór 1 mei van enig jaar helder te hebben om medewer-kers vroegtijdig helderheid te kunnen verschaffen en voldoende tijd aan bureau Rooster en Planning te geven om een goed rooster voor te bereiden.

Acties met prioriteit1. Voldoende contacttijd plannen en realiseren. In samenhang daarmee: aanpassen van de lessen-

tabellen.2. Besluittraject formatieplanning en lestoedeling opzetten.3. Kaders en uitgangspunten voor taakbeleid ontwikkelen.

39

Page 40: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

hoofdstuk 8

Internationalisering

Page 41: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Internationalisering

Het Baarnsch Lyceum zet in op binnen- en buitenschools leren. Internatio-nalisering is een integraal deel van het schoolcurriculum. Activiteiten met een internationaal tintje moeten inhoudelijk op het curriculum aan-sluiten en zoveel mogelijk vak- of domein gerelateerd zijn.

Page 42: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Het Baarnsch Lyceum de leerlingen bewust maken van hun Europees Burgerschap, en waarden als humaniteit en tolerantie versterken. Daarnaast wil-len wij onze leerlingen de kans geven om optimaal te profiteren van studiemogelijkheden over de grens om zo op de arbeidsmarkt een interessante positie te kunnen innemen. Tot slot is het beheersen van een aantal moderne vreemde talen op een stevig niveau voorwaarde voor het functioneren in een internationale setting.

Internationalisering draagt hier aan bij. De school participeert in een netwerk van scholen in Europa en streeft ernaar om elke leerling tenminste eenmaal in zijn schoolloopbaan de mogelijkheid te bieden tot virtueel dan wel fysiek contact met leerlingen van partnerscholen in Europa.

In het kader van internationalisering worden de volgende activiteiten uitgevoerd:• Europalesseninklas2:gemiddeld1lesper2

weken, per klas.• Europamarkt:AfsluitingvanEuropalesseninklas

2: brochure over een land maken en presente-ren.

• Europaweek:Allepartnerscholenkomenmeteen afvaardiging van leerlingen naar Baarn voor internationaliseringsactiviteiten en projecten.

• EuropeanTeachersConference:1weekendperjaar komen docenten en schoolleiders van alle partnerscholen bij elkaar om te evalueren (2012: 50 deelnemers). Zij nemen gezamenlijk de plan-ning voor het komend jaar door en wisselen van gedachten over internationale educatieve onderwerpen.

• Allemodernevreemdetalenbiedenvanaf2013

de mogelijkheid een extern Europees Erkend certificaat te behalen. (ERK, Europees Referentie Kader)

• Erwordt1Comeniusprojectuitgevoerd.Eentweede is in ontwikkeling (business in Europe).

• Inklas1en2loopteenpilotChinees.• Ervinden10uitwisselingenperjaarplaatsmet

‘heen en terug bezoek’ in klassen 2, 3 en 4 en 5.• Internationalewerkwekenmeteducatiefkarak-

ter in klas havo 4 en vwo 5 maken deel uit van het curriculum.

Sterke punten• HetBaarnschLyceumkenteenformelestruc-

tuur die internationalisering bevordert in de vormvaneencoördinatorinternationaliseringen een commissie internationalisering.

• Deschoolheeftgoedeinternationalecontactenopgebouwd.

• Erbestaaninhoudsrijkeprogramma’s.• EriservaringmetsubsidietrajectenzoalsCome-

niusprojecten.• Veelmedewerkershebbenruimeervaringmet

internationalisering opgedaan.• DeschoolheeftgoedeICT-mogelijkheden.

Ontwikkelpunten• Internationaliseringstevigerpositionerenin

de school door het draagvlak onder docenten te verbreden, het pakket van internationalise-ringsactiviteiten uit te breiden en internationa-lisering deel uit te laten maken van de pijlers cultuur, sport en bèta.

• Ontwikkelenvaneendoorlopendeleerlijninter-nationalisering.

• Dewerkwekenverderomvormentotinternati-

42

Page 43: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

onaliseringsactiviteiten die een onlosmakelijk deel van het curriculum uitmaken en daarmee ook een formele waardering krijgen.

• Versterkenvanhettaalonderwijsdoordoeltaalis voertaal en externe certificeringen op basis van Europees Referentie Kader.

• LidwordenvanELOS-school(EuropaalsLeer-omgeving Op School): leerlingen kunnen een ELOS-leerlijn volgen die tot certificering leidt.

• DeelnameMEP(MembersEuropeanParlia-ment).

ConclusieVanuit de bestaande goed functionerende structuur dient internationalisering meer deel uit te gaan maken van het curriculum van de school en dus geïntegreerdtewordenindevakken.

Acties met prioriteit1. Lidmaatschap ELOS realiseren.2. Internationaliseringaspecten (EIO, Europese en

Internationale Oriëntatie binnen ELOS) inbed-den in het curriculum.

3. Doorlopende leerlijn internationalisering ont-wikkelen voor doelgroepen.- Werkweken omvormen tot educatieve weken

waarin activiteiten ontplooid worden die beoordeeld en becijferd worden. Daarop zijn uitzonderingen als sportactiviteiten en activiteiten in het kader van goede doelen mogelijk.

4. Uitrollen externe certificeringstrajecten voor de moderne vreemde talen.

5. Versterken van ‘doeltaal is voertaal’.6. Continuering van uitwisselingsprojecten met

relevante inhoud.

43

Page 44: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

hoofdstuk 9

Kwaliteitszorg

Page 45: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Kwaliteitszorg

De kwaliteitszorg op Het Baarnsch Lyceum is nog in ontwikke-ling. Kwaliteit is het waarmaken van gewekte verwachtingen en afgesproken doelstellingen. Kwaliteit is het voldoen aan de eisen die de overheid, de maatschappij, de ouders/leerlingen en de school zelf aan Het Baarnsch Lyceum stellen.Kwaliteitszorg is een systeem waarmee behoud en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op Het Baarnsch Lyceum ge-waarborgd wordt. Kwaliteitszorg vindt plaats op basis van planmatig werken en wordt ingevuld door het volgen van de PD-CA-cyclus. (Plan, Do, Check, Act)

Page 46: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Kwaliteitszorg speelt ook een rol in de validiteit en betrouw-baarheid van processen op school en in de in de verantwoor-ding daarover naar binnen en naar buiten.Consequente en valide processen geven een betrouwbaar beeld van de school.

Sterke punten• KwaliteitwordtopHetBaarnschLyceumvooralindividu-

eel en incidenteel geleverd.

Ontwikkelpunten• Beleidsnotitie‘BeleidsplanKwaliteit’moetwordenuit-

gewerkt.• Prestatiesenkwaliteitenvergelijkenmetanderescholen.• Kwaliteitszorgverankereninhetsysteemeninhetge-

drag van medewerkers en leerlingen.• Planmatigwerkenviavasteformats,inclusiefbegrotin-

gen.• PlanningenuitvoeringaltijdconformdePDCA-cyclusuit-

voeren.• Opstellenvanimplementatieplannen.• Processenenresultatenborgen.

ConclusieKwaliteitszorg staat op onze school nog in de kinderschoe-nen. Veel projecten zijn in het verleden gestrand omdat ze niet planmatig zijn opgezet, onvoldoende zijn gevolgd en onvoldoende zijn geëvalueerd.Op het gebied van financiën is er geen cyclus van doelstelling, budgettering en verantwoording. De school loopt daarmee het risico van budgetoverschrijding en financieel mismanage-ment.Op het gebied van toetsing en schoolexamens is er geen eenheid in beleid en staat de validiteit van toetsing ter dis-cussie. In het kader van transparantie en verantwoording van betrouwbaarheid naar buiten schiet de school tekort.Op korte termijn dient er een beleidsnotitie te verschijnen waarin beschreven wordt op welke wijze planmatig werken en het volgen van de PDCA-cyclus in de organisatie wordt doorgevoerd.

46

Page 47: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Acties met prioriteit1. Planmatig werken op alle gebieden via een duidelijk

format op basis van de PDCA-cyclus.2. Het analyseren van de opbrengstenkant tot op vak-

niveau. Evaluaties aan verantwoordelijken vragen en opstellen van nodige verbeteracties.

3. Invoeren van het beleidsplan ‘VO-standaard school-examens’, ook voor reguliere toetsing.

4. Duidelijke procedures invoeren voor de financiële gang van zaken: doelstelling, budgettering en verantwoording.

5. Het planmatig vullen en bijhouden van de site ‘Vensters voor verantwoording’. Het houden van daaruit voorvloei-ende enquêtes onder leerlingen, medewerkers en leerlin-gen.

6. Het ‘opbrengstgericht werken’ conform het convenant tussen minister en VO-raad introduceren en verankeren.

7. Opzetten van een resultatengids per jaar met een analyse van de behaalde resultaten conform de opbrengsten-kaart en de bijbehorende verbetervoorstellen.

8. Vanuit alle secties docenten de cursus RTTI (Reprodu-ceren Toepassen en Inzicht) laten doen waardoor het niveau van toetsen verbetert en beter aansluit op het eindexamen.

9. Efficiency binnen de afdelingen Facilitair en Rooster & Planning verbeteren.

47

Page 48: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

hoofdstuk 10

Financien

Page 49: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Financien

De financiële positie van Het Baarn-sch Lyceum is redelijk. De financiële risico’s zijn relatief klein door een stabiel leerlingenaantal en een nieuw gebouw. Wel brengen de rijke uitrusting van het gebouw, en de ruime voorzienin-gen eromheen, een forse afschrijvings-post van tussen € 250.000 en € 300.000 met zich mee.Het kader van het financiële beleid wordt bepaald door de middelen die de overheid jaarlijks en incidenteel ver-strekt en de daarbij behorende wet- en regelgeving. Het beleid is erop gericht om de incidentele gelden zoveel mo-gelijk duurzaam in te zetten. Dat wil zeggen alleen voor projecten die ook na het wegvallen van incidentele middelen uit de reguliere

middelen bekostigd kunnen worden. Daarnaast besteden we incidentele gelden alleen aan materiaal dat voor langere tijd inzetbaar is.

Page 50: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

10.1 Financiële positie

Het weerstandsvermogen van onze school is aan de krappe kant. De financiële risico’s nemen als gevolg van een sterk bezuinigende overheid en stijgende loonkosten toe. Er moet tijdig geanticipeerd worden op de toenemende loonsom als gevolg van verhoging van de pensioenbijdrage,de doorvoe-ring van de functiemix en de dalende bekostiging per fte.De kosten voor de leermiddelen (boeken, licenties) zijn gelijk aan de inkomsten van de overheid hiervoor. Er moet wel ge-anticipeerd worden op de aangekondigde algemene bezuini-gingsmaatregelen die verlaging met 20% vanaf 2014 kunnen betekenen. Vanaf 2015 zullen conform het regeerakkoord 2012 de leermiddelen niet langer gratis zijn.

De afschrijvingen zijn relatief hoog en met uitbreiding van afschrijvingsgevoelig materiaal moet zeer voorzichtig worden omgegaan.Er wordt momenteel structureel geld overgeheveld van de normatieve inkomsten personeel, naar materieel. Dat is op veel scholen het geval. Op Het Baarnsch Lyceum is het per-centage bijna twee keer zo hoog.

Op gebied van financiën werd er te weinig planmatig gewerkt. De financiële gang van zaken is het laatste jaar al transparanter geworden. Een liquiditeitsbegroting, een inves-teringsbegroting en een treasurystatuut zijn in de maak. Alle plannen op onze school, van groot tot klein, worden finan-cieel onderbouwd op basis van budgetten.

10.2 Mogelijke Besparingen

Het Baarnsch Lyceum maakte weinig gebruik van sturingsme-chanismen zoals een investeringsbegroting, een liquiditeiten-begroting of een meerjarenonderhoudsplanning (MOP).De school leunt sterk op de vermeende expertise van het administratiekantoor OSG. Ook is er weinig gevoel voor kos-ten en kostenbeheer. Door slimmer in te kopen kan veel geld bespaard worden. Er wordt niet begroot of gebudgetteerd waar het de lopende uitgaven betreft. Er is weinig inzicht in de lopende kosten.Bij aanname van nieuw personeel moet afgewogen worden welke financiële verplichtingen de school bij vroegtijdig ver-trek oploopt. Daarbij kan gekozen worden voor een verloon-bedrijf om het risico af te kopen.

De premie voor het risico-fonds waarmee additionele kosten door vervanging van ziek personeel deels afgedekt wordt, is hoog. Veelal hoger dan de uitkering. Overwogen moet worden of het voordeli-ger is de polis op te zeggen.Het ziekteverzuim ligt in 2011 rond het landelijk gemiddelde en trekt een wissel op de finan-ciële middelen.

10.3 Sponsoring

Het Baarnsch Lyceum maakt wei-nig gebruik van sponsoring. Het Baarnsch Lyceum zoekt actief naar additionele middelen:• Hetsponsorbeleidgaatuitvan

de afspraken zoals die door de overheid zijn vastgelegd in het convenant sponsoring.

• Sponsoringvindtinonzeschool-organisatie nu nog slechts inci-denteel plaats maar kan groeien door actievere acquisitie. Wellicht wordt dit een tijdelijke taak voor een medewerker.

• Inhetkadervaninternationali-sering kunnen veel subsidies bij het EP (Europees Platform) worden aangevraagd.

• Eriseenadditionelegeldstroomdoor verhuur van ruimten. Daar staan echter ook aanzienlijke kosten tegenover.

• Erisookeengeldstroomdiedoorde ouders wordt opgebracht. Deze middelen betreffen de vrijwillige ouderbijdrage. De vrijwillige ouderbij-drage wordt gebruikt om middelen en activiteiten te bekostigen die geen deel uitmaken van het regulier lesprogram-ma, maar wel belangrijk zijn voor een goed leerklimaat.

spon

sorin

g50

Page 51: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

De premie voor het risico-fonds waarmee additionele kosten door vervanging van ziek personeel deels afgedekt wordt, is hoog. Veelal hoger dan de uitkering. Overwogen moet worden of het voordeli-ger is de polis op te zeggen.Het ziekteverzuim ligt in 2011 rond het landelijk gemiddelde en trekt een wissel op de finan-ciële middelen.

10.3 Sponsoring

Het Baarnsch Lyceum maakt wei-nig gebruik van sponsoring. Het Baarnsch Lyceum zoekt actief naar additionele middelen:• Hetsponsorbeleidgaatuitvan

de afspraken zoals die door de overheid zijn vastgelegd in het convenant sponsoring.

• Sponsoringvindtinonzeschool-organisatie nu nog slechts inci-denteel plaats maar kan groeien door actievere acquisitie. Wellicht wordt dit een tijdelijke taak voor een medewerker.

• Inhetkadervaninternationali-sering kunnen veel subsidies bij het EP (Europees Platform) worden aangevraagd.

• Eriseenadditionelegeldstroomdoor verhuur van ruimten. Daar staan echter ook aanzienlijke kosten tegenover.

• Erisookeengeldstroomdiedoorde ouders wordt opgebracht. Deze middelen betreffen de vrijwillige ouderbijdrage. De vrijwillige ouderbij-drage wordt gebruikt om middelen en activiteiten te bekostigen die geen deel uitmaken van het regulier lesprogram-ma, maar wel belangrijk zijn voor een goed leerklimaat.

ConclusieHet Baarnsch Lyceum staat er financieel gezien redelijk voor. De kosten zijn binnen de gestelde marges,watdeelsopintuïtieendeelsopzeer globale prognoses berust.Door een terugtredende overheid, stijgende loon-kosten en meer uitgaven voor materieel (afschrij-ving, rijke outillage) zullen bij ongewijzigd beleid de komende jaren tekorten ontstaan. Daarop moet al per 2013 geanticipeerd worden.

Financieel wordt er nog te weinig planmatig gewerkt. De financiële gang van zaken moet trans-parant worden en op basis van verantwoording plaatsvinden. Plannen dienen financieel onder-bouwd te worden op basis van budgettering. Er dient actief beleid op sponsoring en op reductie van het ziekteverzuim gevoerd te worden.

Acties met prioriteit1. Anticiperen op tekorten bij ongewijzigd beleid:

keuzes maken.2. Een afgewogen keuze binnen de afschrijvings-

systematiek maken, zodat noodzakelijke herin-vesteringen en vervangen kunnen plaatsvinden, maar er geen meer aan liquiditeiten wordt gecreëerd die aan het onderwijsproces onttrok-ken worden.

3. Opstellen liquiditeitsbegroting, investerings-begroting en treasurystatuut.

4. Verhogen rentabiliteit.5. Transparante financiële processen beschrijven

op basis van begrotingen en verantwoordingen.6. Middelen vrijmaken voor innovatie; additionele

middelen duurzaam inzetten.7. Lange termijn prognoses als sturingsmechanis-

men ontwikkelen.8. Acquisitie duurzame sponsorgelden en meer

ouders bewegen de ouderbijdrage te betalen.9. Onderzoeken of een deel van de werkzaam-

heden die nu uitbesteed zijn aan het adminis-tratiekantoor, in eigen beheer gedaan kunnen worden.sp

onso

ring

Sterke punten• Deschoolheeftgoedinzichtindefinanciële

situatie.• Deouderbijdrageiseensubstantieeldeelvan

de exploitatie.• Erisvoldoendeeigenvermogen.

Ontwikkelpunten• Debegrotingvanuitgavenmoetinmeerjaren-

perspectief in evenwicht blijven met de rijks-bijdragen.

• Bijwervingvannieuwpersoneelmoetook rekening gehouden worden met financiële gevolgen.

• Financiëleprocessenmoetenjuist,volledig,betrouwbaar, transparant en verantwoord zijn. Ze dienen deel uit te maken van de kwaliteits-cyclus.

• Doormiddelvansponsoringkanintensievergezocht worden naar additionele middelen.

• Tijdelijkefinanciëlemiddelenzullenduurzaamingezet te worden.

• Deafschrijvingmoetopreëleveronderstellin-gen gebaseerd zijn en beheersbaar blijven met behulp van een investeringsbegroting.

• Rentabiliteitmoetverbeteren.Opbasisvaneenliquiditeitsbegroting moeten liquide middelen goed ‘weggezet’ worden.

• Ermoetgeldvrijkomenvoorstructureleonder-wijsvernieuwing innovatie.

• Ergaatprocentueelteveelgeldvandepersone-le inkomsten naar de materiële.

• Verlagenziekteverzuim.• Kostenbewustzijnstimuleren.• Afhankelijkheidvanadministratiekantoor

verkleinen.• Meeroudersstimulerendeouderbijdragete

betalen.

51

Page 52: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

hoofdstuk 11

Facilitair, Rooster & Planning

Page 53: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Facilitair, Rooster & Planning

De facilitaire dienstverlening, het rooster en de jaarplanning zijn vitale onderdelen van de school-organisatie. Zonder deze zaken kan onze school niet goed functioneren en wordt er veel energie verspild. Beide domeinen zijn bij het Onder-wijs Ondersteunend Personeel (OOP) ondergebracht.

Page 54: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Sterke punten• Hetpersoneelisdeskundig.• Erisbackupaanwezig,zodatbasistakenover-

genomen kunnen worden.• Eriseenmeerjarenonderhoudsplaneneen

investeringsbegroting.• Hetterreinonderhoudisadequaatuitbesteed.

Aandachtspunten• Ermoeteenincidentenregistratieeneenarbo-

beleidsplan worden opzetten.• Debedrijfshulpverlenings(BHV)organisatie

moet op orde komen en er moeten ontrui-mingsoefeningen worden gepland.

• Ermoeteenjaarplankomendatvoldoetaancontinuïteit,flexibiliteiti.v.m.excursiesenande-re activiteiten, wettelijke contacttijd, evenwich-tige toetsing, ruimte voor overleg en scholing.

• AdministratieprogrammaSOMmoetverderingericht worden.

• OverwerkonderOOPmoetwordengeredu-ceerd.

• Ermoetenwarmtewerendemaatregeleninhetgebouw worden genomen.

• Efficiënterruimtebeslagindekrappebehuizingorganiseren.

• Degevaarlijkesituatiebijfietsuitgangmoetworden opgelost.

11.1 tFacilitaire dienst

De facilitaire dienst wordt aangestuurd door het hoofd facilitaire dienst die deels ook werkzaam-heden voor de Waldheim-mavo verricht. De dienst heeft op hoofdlijnen de volgende taken:• onderhoudvanhetgebouwenterrein;voor

het onderhoud van de terreinen wordt gebruik gemaakt van de firma De Ridder;

• onderhoudvanwerktuigbouwkundigeenelek-trotechnische installaties;

• aanbestedingencontroleopuitvoeringmeer-jarenonderhoudsplanning (MOP);

• opstellenvandefinanciëleplanningtenbehoe-ve van jaarbegroting en investeringsbegroting;

• organiserenvankleineverbouwingenenaan-passingen.

Het hoofd facilitaire dienst stuurt de conciërges, de huismeester, de repromedewerker, de studiebege-leiders en de (technisch) onderwijsassistenten (toa’s) aan.

11.2 Bureau Rooster & Planning (R&P)

Het bureau Rooster & Planning heeft de volgende taken:• hoofdroosters,dagroostersenjaarplanning

maken;• inrichtenenonderhoudenvanhetadministra-

tieprogramma SOM (voorheen @VO);• management-informatieleverenopbasis

van managementmodules Zermelo (rooster-programma) en SOM;

• adviesgevenaanderector.

De rector stuurt het bureau R&P aan in personele zin. Een conrector stuurt het bureau inhoudelijk aan.

54

Page 55: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

ConclusieVooral op het gebied van facilitair management zijn er veel basale activiteiten die van de grond af aan opgebouwd moeten worden. Dit omvat te veel om in één jaar in te lopen. Naar prioriteit worden de nodige plannen gemaakt en maatregelen uit-gevoerd. Daarbij krijgt de veiligheid de eerste aandacht.Punt van aandacht zijn de gevolgen van de ruime-re openingstijden van de school. Met de huidige bezetting wordt het bijna onmogelijk om tijdens de avonduren een verantwoorde bemensing op peil te houden. Overwogen wordt om de con ciërgerie met maximaal 0,5 fte uit te breiden.Het bureau R&P krijgt als taak alle planningsactivitei-ten voor te bereiden en te controleren. Daartoe zijn de meeste planningsactiviteiten gecentraliseerd bij R&P en is de bezetting vergroot. Ten aanzien van een efficiënte jaarplanning heeft de organisatie nog een slag te slaan. Daarbij spelen alle geledingen binnen de school een rol. Het mankeert vooral aan een goe-de voorbereiding en goede controles.

Acties met prioriteitFacilitaire dienst:

1. Incidentenregistratie opzetten.2. Arbobeleidsplan opzetten.3. Verbetering klimaat gebouw.4. BHV-organisatie op orde brengen en

ontruimingsoefening uitvoeren.

Rooster & Planning:1. Efficiëntere jaarplanning en versterkte

samenwerking en afstemming.2. Verdere inrichting Zermelo en SOM: activeren

extra modules.3. Generen managementinformatie via Zermelo

en SOM.4. Onderlinge back up organiseren.

Bure

au R

ooste

r & P

lann

ing

55

Page 56: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

hoofdstuk 12

PR en Communicatie

Page 57: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

PR en Communicatie

Het Baarnsch Lyceum is een school met rijke tradities. Het lyceum is tijdens haar 93-jarig bestaan continu in beweging geweest. De school is daarbij op de toekomst gericht zonder de tradities uit het oog te verliezen.

Het Baarnsch Lyceum bezint zich op een nieuwe koers voor de komende jaren. Een koers waarbij we meer willen delen. Zowel intern als extern.“We zeggen wat we doen, we doen wat we zeggen”, is daarbij het uitgangspunt.

Page 58: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

12.1 Ons imago

Een imago is sneller afgebroken dan opgebouwd en vereist continue aandacht. Het geldende imago is doorslaggevend voor ouders en leerlingen bij de keuze voor onze school. Het imago bepaalt ook het gemak of de moeite waarmee we leer-krachten en schoolleiders werven én behouden. Misschien nog belangrijker: ons imago bepaalt het gevoel van trots van het huidige personeel over hun werk.Enkele hardnekkige imago-afbrekende factoren uit het ver-leden spelen de school nog steeds parten. Dat onze school een prestigieuze eliteschool zou zijn waar alleen de besten worden toegelaten is natuurlijk allang achterhaald. We moe-ten echter niet ontkennen dat die sfeer nog boven de markt hangt.

Imago-opbouwende factoren zijn:• onskwalitatiefgoedeonderwijs;• dekleinschaligheidmetongeveer1.000leerlingen;• onsnieuwemoderneschoolgebouw;• internationaliseringopverschillendeniveaus;• eendegelijkgymnasium;• hetontwikkelenvaneenhavo-identiteit;• veelextrabèta-onderwijsenvreemdetalen;• desportklas;• veelruimtevoorhetontwikkelenvancultureleenartis-

tieke talenten;• ontwikkelingvaneenmediawijsbeleid.

Ad hoc wordt door onze school gerefereerd aan bekende Nederlanders die op Het Baarnsch Lyceum hebben gezeten. De school kiest ervoor dit niet prominent aan te halen maar bij gelegenheid te koppelen aan evenementen.

12.2 De PR van Het Baarnsch Lyceum

“We zeggen wat we doen, we doen wat we zeggen.”

Ons PR en communicatiebeleid voor de komende jaren gaat uit van bovenstaande imago-opbouwende kwaliteiten van onze school. Een goed imago vormgeven, versterken en behouden, vraagt om een duidelijke visie op marketing, communicatie en PR waarbij een proactieve transparante houding uitgangspunt moet zijn. Onze school heeft daarvoor sinds november 2009 een PR-medewerker in dienst.

PR en

com

mun

icatie

belei

d

58

Page 59: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

12.3 Met wie communiceren wij en hoe?

De school staat voor een open interne communicatie met haar medewerkers en leerlingen.Het externe communicatiebeleid is gericht op de ouders/verzorgers, toekomstige leerlingen, lokale basisscholen, de gemeente Baarn, de pers, mogelijke sponsoren en het MKB Baarn/Soest.Onze school kent verschillende communicatiestromen & bijbehorende middelen:

Interne communicatie:• hetweekbericht,eenwekelijksdigitaalorgaanvoor

medewerkers;• dewebsitewww.hetbaarnschlyceum.nl;• hetbulletinvandemedezeggenschapsraad;• hetbulletinvanhetbureauroosterenplanning;• deschoolkrantAnimo;• twitteraccount:@hetbaarnsch;• overlegmomentenzoalsvergaderingen,sectie-overleg

en studiemiddagen;• communicatietussenafdelingsleiderendocentenuitde

afdeling;• resonansgroepen/werkgroepenenpersoonlijkcontact

tussen mentoren en leerlingen en medewerkers onder-ling.

Doel van interne communicatie:• decoördinatievanwerkzaamheden;• eentransparanteinformatievoorzieningviaeenbeperkt

aantal kanalen;• hetrealiserenvanbedrijfstrots(corporatepride);• transparantieoverbeleidenproceduresomdraagvlakte

realiseren.

Externe communicatie:• dewebsitewww.hetbaarnschlyceum.nl;• hetLyceumNieuws,demaandelijksedigitalenieuwsbrief

voor ouders;• deschoolgids;• twitter@hetbaarnsch;• contacttussenmentorenenouders;• persberichtenenadvertenties.

inte

rne &

exte

rne c

omm

unica

tie

59

Page 60: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

Doel van externe communicatie:• goedeentransparanteinformatievoorzieningaanouders;• duidelijkeprofileringvandeschoolnaaroudersennieuweleerlingen;• transparantieenverantwoordingnaarstakeholdersalsleerlingen,ouder,medewerkersenomgeving;• proactiefcontactmetoverigedoelgroepenengeïnteresseerden.

Het Baarnsch Lyceum gaat in haar communicatiebeleid uit van eigen kracht en een proactieve houding. We willen niet afwachten met wat op ons afkomt maar anticiperen op vragen van onze stakeholders. Onze school is continu in beweging en op de toekomst gericht.

12.4 Communicatie met medewerkers

De afgelopen jaren zijn de medewerkers (voor hun gevoel) op cruciale momenten te laat, niet naar tevredenheid of helemaalniet(dusachteraf )geïnformeerdoverontwikkelingenenbesluitvorming.Datgafonrustenontevreden-heid.De grootte van de school heeft tot gevolg dat niet iedereen meer overal bij betrokken is. Dat stelt hogere eisen aan de communicatie, vooral die tussen schoolleiding en medewerkers.Kern van de communicatie is het weekbericht. Daarnaast staat op de website een map met alle actuele beleids-stukken, regelingen en formulieren.De uitdaging aan de schoolleiding is medewerkers tijdig en éénduidig te informeren en hen voor te bereiden op aanstaande organisatorische veranderingen.

12.5 Communicatie met leerlingen

Het belangrijkste contact voor de individuele leerling is het contact met de mentor en de docenten.Daarnaast worden meer algemene schoolse zaken gecommuniceerd op verschillende momenten en met verschil-lende middelen.• roosterzakenviadewebsite,schermenindeschoolenviaTwitter;• bijzonderebijeenkomstenviadewebsite,viaTwitter,deomroepenhetLyceumNieuws;• ontwikkelingenofveranderingenbinnendeschooltijdensresonansgroepen,inwerkgroepen,leerlingenraad,

leerlinggeleding van de MR en via het Lyceum Nieuws;• leerlingengevenzelfdeschookrantAnimouit,ondersupervisievaneendocentendemedewerkerPR&

Communicatie.

De school bevindt zich in een beginfase voor het gebruik van nieuwe media en de geluiden zijn positief. Het wordt gewaardeerd dat de school meegaat in de trend van deze leeftijdsgroep die continu op de hoogte wil zijn en snel, online en direct communiceert.

60

Page 61: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

12.6 Communicatie met ouders/verzorgers

Het belangrijkste contact voor de ouders/verzorgers is het contact met de mentor. Dit contact verloopt via telefoon, mail of tijdens persoonlijke gesprekken.Daarnaast worden meer schoolse zaken gecommuniceerd op verschillende momenten en met verschillende middelen, denk aan roosterzaken (website, Twitter), bijzondere bijeenkomsten (website, Twitter, Lyceum Nieuws) en ontwikkelingen (resonansgroepen, werkgroepen, Lyceum Nieuws).

Een beter contact met de ouders/verzorgers is een speerpunt van onze school. Een middel als het Lyceum Nieuws heeft een belangrijke functie. Deze nieuwsbrief is het afgelopen schooljaar inhoudelijk sterk verbeterd en uitgebreid.Ook hier geldt een proactieve insteek: ouders/verzorgers worden meer meegenomen in het proces van ontwikkeling & besluitvorming.Voordeel is dat media als internet en Twitter voor kortere lijnen en snellere informatievoorziening zorgen. Daarnaast speelt ook de kostenreductie.

12.7 Communicatie met toekomstige leerlingen en basisscholen, de BACO

Het belangrijkste contact met leerlingen van groep 8 verloopt via de basisscholen. De Basis-schoolcommissie, BACO, onderhoudt deze contacten. Het contact gaat persoonlijk via de leer-krachten en via folders, posters en advertenties in lokale kranten.De BACO organiseert jaarlijks minilessen voor alle leerlingen van groep 8 die zich daarvoor opge-ven. Daarnaast neemt ze deel aan de scholenmarkt en organiseert ze het Open Huis, de deel-name van onze school aan scholenmarkt en de voorlichtingsavonden op basisscholen.De focus ligt op contact met achtstegroeper zelf. Zij worden persoonlijk aangesproken. Met name door leerlingen van onze school. Dit wordt zeer gewaardeerd door de ouders.

12.8 Communicatie met partners

Het Baarnsch Lyceum kan veel verbeteren op de wijze waarop zij met haar partners omgaat. Partners zijn primair ouders en leerlingen, in bredere zin: omgeving, gemeente, verwante vereni-gingen en stichtingen (sport, CJG etc.)Daarbij is het van belang transparant te zijn en partijen serieus te nemen.Daarnaast kan de school veel meer gebruik maken van de latente kennis en vaardigheden onder haar partners, in het bijzonder de ouders.

Tegelijkertijd heeft de school een eigen professionele en autonome verantwoordelijkheid naar ouders en leerlingen toe. Daarbij is het van belang duidelijk aan te geven wie waarvoor verant-woordelijk is.

61

Page 62: Strategisch Beleidsplan HBL 2013-2016

12.9 Communicatie met de regio

Het Baarnsch Lyceum kiest ervoor midden in de samenleving te staan. We hechten aan de lokale en maatschappelijke coherentie in Baarn en Soest en willen daarvoor ook verantwoordelijkheid dragen. Om die reden onderhoudt Het Baarnsch Lyceum allerlei relaties en neemt het deel aan diverse lokale en regionale samenwerkingsverbanden en overleg-structuren.Geïnteresseerdenvindenonsopinternet(www.hetbaarnschlyceum.nl), via de schoolgids, in adver-tenties, in de pers, of sporadisch op tv bij specifieke gebeurtenissen zoals de officiële opening of items die geschoten worden voor bv het Jeugdjournaal.Onze school is veelvuldig onderwerp van mond-tot-mond reclame die niet onderschat moet worden. In de dorpen Baarn en Soest is een krachtige ‘rumour around the brand’, positief dan wel negatief, aan-wezig.Het Baarnsch Lyceum erkent zijn regionale functie en wil het contact met maatschappelijke groepen als MKB, non-profit organisaties, sportclubs, 5 mei comité, de gemeente en de pers verstevigen.

Acties met prioriteit1. Het (gewenste) profiel en het imago van onze

school extern verstevigen.2. Het ontwikkelen van een open en transparante

communicatie naar alle partners.3. Versterken van interne communicatie, in het

bijzonder die tussen schoolleiding en mede-werkers: eenduidige en heldere communicatie via één kanaal. Daarnaast moeten alle relevante documenten snel gevonden kunnen worden.

4. Werving nieuwe leerlingen: (blijvende) aan-dacht voor/aanscherpen van communicatie over het Open Huis en profilering op de scho-lenmarkt.

5. Verder uitrollen van een eenduidige huisstijl, met name intern.

6. Social media verder ontwikkelen, inzetten en beheren.

7. Persberichten op regelmatige basis uitsturen en leerlingen daar een rol in blijven geven.

8. Begeleiden van publicatie van de schoolkrant Animo (nu té gefragmenteerd).

62