Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting (2000)

30
1 Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting (2000) Kristel Beyens Vakgroep Criminologie Vrije Universiteit Brussel

description

Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting (2000). Kristel Beyens Vakgroep Criminologie Vrije Universiteit Brussel. 1. Probleemstelling. Vertrekpunt Stijging van de gevangenispopulatie Onderbenutting van de alternatieven - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting (2000)

Page 1: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

1

Straffen als sociale praktijkEen penologisch onderzoek naar straftoemeting (2000)

Kristel Beyens

Vakgroep Criminologie

Vrije Universiteit Brussel

Page 2: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

2

1. Probleemstelling– Vertrekpunt

• Stijging van de gevangenispopulatie • Onderbenutting van de alternatieven• Waarom / wanneer gevangenisstraf of alternatieven?• ! straftoemeting

– Centrale stelling• Straffen als complexe sociale en betekenende praktijk versus

rechtspreken als “in eer en geweten” toepassen van de wet • ! maatschappelijke en penale context van de straftoemeting

– Doelstelling• In kaart brengen van complexiteit van straftoemeting

Page 3: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

IN TE RM ED IA IR E F AC TOR EN

Publieke Justitieel- enOpinie veiligheidsbeleid

Media

E DemografischeX ontwikkelingenTERNE

FACTORE EconomischeN ontwikkelingen

“Criminaliteit”

WetgevingINT PolitieERN OME

F VoorlopigeA hechtenisCTO StraftoemetingREN Strafuitvoering

Gevangenissen

Justitiehuizen

Page 4: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

4

2. Theoretisch luik1. Sociologische benadering van het rechtspreken

– sociologische visies op penaliteit– ! culturele benadering van het straffen

2. Juridische benadering van het rechtspreken– nationale wettelijke context

3. Penologische benadering van het rechtspreken– nationaal en internationaal straftoemetingsonderzoek– crimineel-politieke context van het straffen– straffen als een complexe sociale en culturele praktijk

Page 5: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

5

3. Empirisch luik

• half - open interviews met strafrechters in Vlaanderen

• voorjaar 1995

Page 6: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

6

I. THEORETISCH LUIK

Page 7: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

7

1. Sociologische visies op penaliteit• Straftoemeting in historisch - maatschappelijk

perspectief– Durkheims expressief perspectief – Marxistisch socio-economisch perspectief– Webers rationaliseringsperspectief– Elias’ psychosociaal perspectief– Foucaults disciplineringsperspectief

==> Garland (1990) : bestraffing als sociaal instituut

Page 8: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

8

2. Wettelijk kader– Selectie van misdrijven en daders bij rechter– Legaliteitsprincipe– Oordelen over schuldvraag en straf– Strafwetboek : strafminima en -maxima– Verzachtende omstandigheden (art. 79-85)

• soevereine beoordeling rechter– feit (schade, toevallig), slachtoffer (uitlokking, fouten,

medeplichtigheid), dader (leeftijd, gezondheid, gerechtelijk verleden, berouw, vergoeding slachtoffer)

– Verzwarende omstandigheden : wettelijk en verplicht• leeftijd, dood of arbeidsongeschiktheid van het slachtoffer

– bende, nacht, valse sleutels, braak

Page 9: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

9

2. Wettelijk kader– wet 1964 (1994) (1999) :

• opschorting, uitstel, probatie

• dienstverlening en opleiding

– wet 17 april 2002• werkstraf als autonome straf

– Commissie Holsters : Hervorming straftoemeting• Ontwerp van wet wordt neergelegd door Minister van

Justitie maart 2003

Page 10: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

10

2. Wettelijk kader• Belangrijkste strafmodaliteiten maart 2003

– vrijspraak– geldboete, al dan niet met uitstel– effectieve gevangenisstraf al dan niet met geldboete– uitstel van gevangenisstraf al dan niet met geldboete

en/of probatie– combinatie effectieve gevangenisstraf en uitstel– opschorting al dan niet met probatie– probatie - dienstverlening - opleiding– werkstraf als autonome straf

Page 11: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

11

3. Straftoemetingsonderzoek

• “toe-meten” suggereert een precisie die in de realiteit niet bestaat

• ! discretionaire beslissingsmacht van de rechter

• brede waaier van mogelijkheden

• gelijkheid versus individualisering– leidt individualisering tot ongelijkheid?– individualisering leidt tot willekeur

straftoemetingsrichtlijnen of -oriëntaties

Page 12: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

12

3. StraftoemetingsonderzoekStraftoemetingsonderzoek : blootleggen en

verklaren van dispariteit3.1. Wettelijke factoren zijn krachtigste voorspellers

• ! aard en ernst misdrijf (omvang schade, verzwarende omstandigheden, opzet dader...)

• gerechtelijk verleden dader

3.2. Buiten-wettelijke factoren• persoonlijke kenmerken dader

• kenmerken van de magistraat

• contextuele factoren : interne en externe

Page 13: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

13

3. Straftoemetingsonderzoek3.2. Buiten-wettelijke factoren

– Persoon van de verdachte• gerechtelijk verleden• samenlevingspatroon• geslacht / gender• sociale positie - arbeidspositie• etniciteit / nationaliteitcumulatie van verschillende achterstellingsfactoren

vergroot risico op gevangenisstraf problematisch om “wetenschappelijk” (“objectief”) vast

te stellen ! kwalitatief onderzoek naar percepties, beeldvorming en

“onzichtbare” achterstellingsmechanismen is belangrijk

Page 14: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

14

3. Straftoemetingsonderzoek

3.2. Buiten-wettelijke factoren– Persoon van de rechter

• persoonlijke en achtergrondkenmerken van de rechter

• selectiejustitie, overwegend conservatief milieu: ideologische bias

• rechter als informatieverwerker : cognitief en affectief functioneren

– selectiviteit in opname van informatie : “belief perseverance”

– openheid voor informatie die consistent is met de eigen opvattingen

– interpretatie, inschatting van de informatie

– penale filosofie als richtinggever?

Page 15: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

15

3. Straftoemetingsonderzoek• Rechter als informatieverwerker : ! denkpatronen en

penale doelstellingen (cf. Hogarth)– behandelingsgericht versus

» meer informatie bij beslissingsproces» meer differentiëren» meer belang aan socio-economische determinanten van

criminaliteit– “klassieke” denkers (vergelding, afschrikking)

» cognitieve simpliciteit (! ernst misdrijf)» grotere informatiereductie

Page 16: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

16

3. Straftoemetingsonderzoek3.3. Context

• Intern : overige penale actorena) voorlopige hechtenis: prejudiciërende werkingb) eis van parketc) pleidooi advocaatd) advies expert en maatschappelijke enquêtee) aanwezigheid dader versus verstekf) inbreng en houding van de verdachteg) slachtoffer, BPh) socialiseringsproces op de rechtbank : penale cultuuri) strafuitvoering en overbevolking

• Extern : maatschappelijke context a) economische omstandigheden (cf. probleemgroepen)b) publieke opinie, vermeende houding van burger ten aanzien van

alternatieven en gevangenisstraf

Page 17: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

17

4. Criminele politiek• Straf en dader in crimineel-politieke context

– evolutie van daderbeelden en doelstellingen in maatschappelijke en crimineel-politieke context

• visie op straf?– vergelden, afschrikken, verbeteren, reïntegreren, herstellen?

• visie op daders?– verantwoordelijkheid, actief- passief, gedetermineerde versus

rationele dader?

Page 18: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

18

II. EMPIRISCH LUIK

Page 19: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

19

1. Wetenschapstheoretische uitgangspunten

• Structuratietheorie van Giddens– impasse in het actor – structuur debat– actoren zijn creatoren van het systeem, maar worden

tegelijkertijd gecreëerd en gereproduceerd door sociale systemen

• steeds terugkerende praktijken

• Kwalitatieve, interpretatieve invalshoek

Page 20: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

20

2. Onderzoeksvragen• Hoe verloopt het beslissingsproces?

– aandachtspunten in beslissingsparcours?– gevangenisstraf versus alternatieven

• Visie op dader?

• Visie op straf / strafdoelen?

• Visie op interactie met overige penale actoren (interne factoren)?

• Visie op interactie met externe factoren?

Page 21: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

21

3. Onderzoeksontwerp• 1995 : interviews met magistraten (N = 30)• Volledige populaties

– twee arrondissementen (klein en groot)– correctionele rechtbank en hof van beroep

• Kwalitatieve onderzoeksmethode : semi-gestructureerde interviews– instrumenten : checklist en fictieve casussen

• Methodologische kwaliteit– hogere validiteit– lagere betrouwbaarheid

Page 22: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

22

3. Onderzoeksontwerp– simulatieoefening : fictieve casussen (vignetten)

• slagen en verwondingen aan vriendin in dronken toestand

• bezit 20 gr. softdrugs, aanwijzingen dealerschap, VOV

• diefstal met braak, zonder geweld, drie mannen

• fraude (bedrieglijke bankbreuk in het kader van een faillissement, 15 miljoen frank)

==> verhoging betrouwbaarheid

==> checken sociale wenselijkheid– handmatige analyse van de uitgetikte interviews aan

de hand van matrix• thematische analyse

Page 23: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

23

4. Bevindingen• Persoon van de dader

• opschorting en uitstel zijn sterk afhankelijk van persoonlijke kenmerken dader

– ! gerechtelijk verleden : uitstel of niet, blanco strafblad : “gunstmaatregel” (opschorting)

– werk, sociale integratie, schuldbewustzijn, gedrag na de feiten en op de zitting, vaste woonplaats (cf. nationaliteit)

– verstek (= recht) : zware straf (effectief)

• individualisering het grootst bij minder ernstige misdrijven

• ! criminele ingesteldheid

• ! sociaal-economische afstand tussen rechter en verdachten

Page 24: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

24

4. Bevindingen• Daderbeelden en stereotypering

• “echte” versus “occasionele” delinquent (sukkelaars, berouwvollen, bekenners)

• liegende drugsverslaafden, ontkennende Marokkanen : negatieve recidiveprognose

• studenten, goed geïntegreerden (cf. ouderlijk gezin), beroepsactieven, jonge delinquent van goede huize : positieve recidiveprognose

• cumulatie negatief ingeschatte factoren : spiraal van gerechtelijke reactie

Page 25: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

25

4. Bevindingen• Rechter als informatieverwerker

• straffilosofie is weinig manifest in het discours : beslissing op niveau van “praktisch bewustzijn”

• analyse van straffilosofie via analyse van het discours van de rechter tijdens bespreking van de fictieve zaken

• overwegend klassieke doelstellingen – vergelding : “hij moet het voelen”

– afschrikking : “stok achter de deur”, “verwittiging”

– neutralisering, beveiliging van de maatschappij

– reïntegratie : “nog een kans geven”

• relatieve onbekendheid en afwijzende houding ten aanzien van probatie en dienstverlening bij de rechter

Page 26: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

26

4. Bevindingen• Interpretatie dader en straf (cf. discours)

• niet altijd consistentie tussen geuite visie en straf

• werkloosheid eerder persoonlijk kenmerk dader dan structureel tekort in samenleving

• “intellectuele” misdrijfplegers– hogere moraliteit en betrouwbaarheid

• alleen effectieve gevangenisstraf beschikt over voldoende strafgehalte

• alternatieven blijven gereserveerd voor een kleine, duidelijk afgebakende groep delinquenten

Page 27: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

27

4. Bevindingen• Straftoemetingscultuur

• schriftelijk (! dossiers) • weinig communicatie op de zitting (! tijdsdruk)

– rituelen, court room deafness

• ! spijtbetuiging en berouw : morele benadering• tarifering >< dispariteit• alternatieven : moeizame doorbraak, uitzonderlijk

karakter, tijdrovend– “elke bijkomende strafmodaliteit is welkom”

• vooral dadergerichte rechtspraak (cf. belang klassieke doelstellingen)

Page 28: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

28

4. Bevindingen• Structurele context : interne factoren

• prejudiciërende werking van de VH– VH wordt graag gezien als voorschot op de straf

• pleidooi advocaat– geloofwaardigheid, vrij negatieve visie, aanreiken van

persoonlijke en situationele elementen (cf. alternatieven)

• klacht over te routinematige vordering van het parket

• ! vroegere straftoemetingsbeslissingen (cf. strafregister, beeldvorming)

• maatschappelijke enquête : minder vertrouwen

• strafuitvoering : ! niet-uitvoering KS, weinig kennis

Page 29: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

29

4. Bevindingen• Externe factoren : publieke opinie• Welke straf acht u het meest geschikt voor een

man van 21 jaar die voor de tweede keer schuldig is bevonden aan een inbraak? Deze keer heeft hij een televisie gestolen

• Magistraten– 63% gevangenisstraf (17 op 27) tussen twee maanden

en een jaar, meestal combinatie uitstel en effectief– 30% dienstverlening

Page 30: Straffen als sociale praktijk Een penologisch onderzoek naar straftoemeting  (2000)

30

Veiligheidsmonitor 1997 : bevolking

50%

21% 20%

9%

0

10

20

30

40

50

60

Dienstverlening. Bemiddeling Gevangenis Geldboete

Procent