stiekem en geheim
-
Upload
lucas-nutbey -
Category
Documents
-
view
306 -
download
0
description
Transcript of stiekem en geheim
VIRTUSNITOR01
De zorgsector is belangrijk voor de Leidse regio. En daarom ook voor de
Rabobank. Want als het goed gaat met onze omgeving, gaat het ook goed met ons.
Daarom werken zowel geneeskundestudent Jacob de Boer als
Gezondheidscentrum Florijn samen met Rabobank Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest.
www.rabobank.nl/leiden-leiderdorp-oegstgeest
Samen sterker. Dat is het idee van coöperatief bankieren.
Een partner die meedenkt over de toekomst
Een bank met oog voor de omgeving
345 [A] zorgsector 285x215#2.indd 1 16-04-13 11:34
Wie contribuant is van het Reünistenfonds krijgt twee keer per jaar de Virtus Nitor toegestuurd. Tot de zomer van 2014 ontvangen echter álle reünisten de Virtus Nitor. Zo wordt iedereen op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond het 40e lustrum van Sociëteit Minerva. En intussen hebt u, mocht dat nodig zijn, gelegenheid om uw jaarlijkse bijdrage aan het Reünistenfonds in orde te maken. Betaalt u contributie? Of bent u daar eigenlijk niet zeker van? Controleer uw gegevens op www.reunistminerva.nl. Wacht niet te lang, want na het lustrum versturen wij de Virtus Nitor weer uitsluitend naar de contribuanten van het Reünistenfonds.
VIRTUSNITOR04
\MMM
VIRTUSNITOR 5
Minerva Music MachineDe creativiteit gonst door Sociëteit. Sinds onze eigen
Minervahuisband vorig jaar het Intercorporaal Song festival
heeft gewonnen stijgt de formatie tot ongekende hoogte binnen
studentenland. Met als grootste hoogtepunt tot nu toe de twee
hits Chillheid en Snerpend Hert. De Minerva Music Machine is
ook de gangmaker op feesten en partijen, voor meer informatie
neem contact op met Lodewijk Res: [email protected].
foto Fauve Bouwman
VIRTUSNITOR06
Interviews10 Humor is verrassing Phillip Walkate werd na zijn studie een succesvol cabaretier
16 Een baan met humor Jantien van der Laan is de manager van Jan Jaap van der Wal
18 Een carrière dankzij humor Dankzij zijn humor is Eppo van Nispen tot Sevenaer succesvol
24 200 jaar Minerva! Volgend jaar bestaat Minerva 200 jaar, de organisatie is begonnen
44 Willem Rijnenberg Won het Intercorporaal Cabaretfestival
42 De studententijd van Nelleke Noordervliet De schrijfster haalt herinneringen op aan haar leidsetijd
48 Paul van Vliet & Floor Kist, het Leids studentencabaret Het duo beleefde in de jaren 60 een rechte weg naar de top
Verslagen22 Terugblik VVSL-diës
28 De perfecte studentengrap: ontvoer een nul!
32 Leidse kroegen, lange nachten
52 Kruisrede 2013
Overig08 Ledenhuizen tekort, investeer!
09 Dineer op Sociëteit
21 Nullenwerk
31 Archief subverenigingen gereed
58 Oproepen
\INHOUDSOPGAVE
VIRTUSNITOR07
hu∙mor (de; m)
1. dat wat grappig is
2. oog en gevoel voor wat grappig is
Een vage beschrijving van het woord, want het leidt
meteen tot de volgende vraag, wat is grappig?
grap∙pig (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
1. zó dat men lachen moet; leuk
Humor blijkt een lastige omschrijving te hebben en met de
betekenis uit de Van Dale wordt men niet wijzer. Treffender is de
omschrij-ving van Philip Walkate: “Humor is verrassing. Het creëren van
verwachtingen bij je publiek en die direct doorbreken.” Hier kan ik me beter in
vinden, duidelijker. Toch blijft het een lastig onderwerp, juist omdat het zo
persoonlijk is.
Humor speelt een grote rol bij de Leienaar en heeft dat altijd gedaan. Het begint al bij
de Kennismakingstijd, waar de Leidse Bek – en daarmee humor – een grote rol speelt.
Voor een nul begon in 1994 de KMT wel heel bijzonder, toen hij ‘ontvoerd’ werd door
jaarclub Drastisch op Lustrumreis. Een goed uitgedachte studentengrap. Perfect geti-
med, waarin humor een grote rol speelde.
Dat humor een belangrijk element is tijdens je studententijd blijkt uit de reacties die ik
heb ontvangen naar aanleiding van de aankondiging van het thema voor de komende
Virtus Nitor. Veel verhalen over grappen die zijn uitgehaald toen zij in Leiden woonden.
Mooi om te horen dat zoveel is bijgebleven en het toch een rode draad is geweest
tijdens hun Leidse tijd.
Het 40e Lustrum zal aankomend jaar de rode draad zijn in het Sociëteitsleven. Hiervan
is ook het Bestuur van het Reünistenfonds zich bewust. Zij hebben besloten om de
aankomende drie nummers van de Virtus Nitor weer naar alle reünisten te sturen. Zo
kan iedereen op de hoogte gesteld worden van de ontwikkelingen rondom het Lustrum.
De Lustrumcommissie is aangesteld en de eerst plannen worden uitgewerkt. Dit jaar is
ook een vice-praeses (Roos van der Ven) aangesteld, die verantwoordelijk zal zijn voor
het organiseren van het reünistenweekend op 27 en 28 juni 2014. Samen met Frank
Lameijer, de praeses van de Lustrumcommissie en Jet Key, voorzitter van de Lustrum
Raad van Advies hebben zij de eerste plannen met elkaar besproken. Een verslag hiervan
is te lezen in dit nummer.
Het Lustrum leeft al onder de leden en daar heeft de Contact Commissie op ingespeeld.
Zij wil de aankomende leden ook bewust maken van Minerva200 en heeft daarom voor
het thema ‘MinervaXL’ gekozen. Hopelijk begint het Lustrum langzaamaan ook onder
de reünisten te leven en mag de Lustrumcommissie u allen verwelkomen op het Lus-
trumterrein in de zomer van 2014.
Rest mij u veel leesplezier te wensen en wie weet zien wij elkaar nog op Sociëteit!
Merel Bouwman
Commissaris Reünisten
colofon
Zomer 2013
Oplage 17.000
Foto omslagFauve Bouwman
RedactieMarianne van Exel (2004, geschiedenis)Florentine Haverkamp (2001, kunstgeschiedenis en archeologie)Henri Kröner (1999, rechten)Edwin den Os (1988, rechten)Klaartje Sluijs-Couprie (1988, kunstgeschiedenis en archeologie) Wouter Storm (1973, rechten)Sanderijn Vermeeren-van Holten (1991, Spaans/talen en culturen van Latijns-Amerika) Merel Bouwman , h.t. Commissaris Reünisten (2009, Life Science And Technology)
VormgevingLucas Nutbey (2006), www.lucasnutbey.nl
DrukDrukkerij de Bink, Leiden
RedactieadresRedactie Virtus NitorBreestraat 502311 CS [email protected]
AdreswijzigingenCommissaris ReünistenBreestraat 502311 CS Leiden 071-5121571reü[email protected]
Of: inloggen op www.reunistminerva.nl, keuze ‘Mijn gegevens’
Stichting Reünistenfonds Minerva
Voorzitter van de Raad: Machteld M.E. Rogaar-Burlage (1967)
Bestuur:Mr Christiaan A. Baardman, voorzitter (1977)Mr Focko Nauta, penningmeester (1979) Mr H.J. Lempers, secretaris (1991) Prof dr Jaap F. Hamming (1976) Drs Klaartje Sluijs-Couprie (1988) Drs Sanderijn E. Vermeeren-van Holten (1991)
Websitewww.reunistminerva.nl
BankgegevensRekeningnummer 57.51.47 t.n.v. Stichting Reünistenfonds Minerva, Leiden
De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden stukken in te korten of niet te plaatsen.
De volgende Virtus Nitor, die in het najaar van 2013 verschijnt, zal in het teken staan van bezin-ning. Heeft u ideeën of suggesties? Stuur dan vóór 28 juni 2013 een e-mail naar de redactie van Virtus Nitor via [email protected]
humor
VOORWOORD/
VIRTUSNITOR08
In de vorige Virtus Nitor bent u op de hoogte gesteld van de huidige huizenproblematiek die zich in Leiden voordoet. De afgelopen jaren is het ledenaantal van onze vereniging sterk gegroeid, waardoor het huizen-tekort een actuele kwestie is geworden. Objectief bezien zijn er zeker vijftien tot twintig nieuwe huizen nodig. Het afgelopen jaar konden maar liefs 82 nieuwe leden geen huisvesting vinden in een Minerva-huis en in totaal is het aantal ‘huisloze’ leden inmiddels de tweehonderd ruim gepasseerd. Om het probleem tegen te gaan, is in het najaar van 2012 de Huizencommissie (HuCo) in het leven geroepen met als doel voor meer leden een Minerva-huis te vinden. Kerntaak van de HuCo is het oprichten van nieuwe ledenhuizen en de opvulling hiervan. Sinds haar oprichting heeft de HuCo diverse vooruitgangen geboekt. Een update.
Rentedragende obligaties
De HuCo gaat een samenwerking aan met reünist mr P.J. (Paul) Vernooijs (aankomstjaar 1978). Het bedrijf Kuij-
pers & Lievaart Advies, fiscaal advies en financiële planning, te Amsterdam, waaraan Vernooijs verbonden is,
zal een investeringsfonds oprichten en beheren dat zal investeren in nieuw op te richten ledenhuizen. Dit fonds
maakt het mogelijk voor geïnteresseerde reünisten om te investeren in ledenhuizen, zonder direct zelf een heel
huis te hoeven kopen. Het fonds zal rentedragende obligaties uitschrijven van verschillende grootte. Momenteel
wordt gedacht aan drie soorten obligaties met een nominale waarde van € 1000, € 5000, en € 10.000. Zodra
de prospectus gereed is, zal deze onder reünisten worden verspreid.
De LSVM zal de HuCo huizen laten selecteren die zich lenen voor dit doel. Bij het selectieproces van deze hui-
zen zal er naar de locatie, grootte, staat van onderhoud en vraagprijs van het huis worden gekeken. De HuCo
zal zich op huizen richten die centraal liggen en waar minimaal vijf studenten kunnen wonen. Door het investe-
ringsfonds ingeschakelde vastgoedspecialisten zullen deze huizen beoordelen op rentabiliteit en adviseren aan
het fonds over het al dan niet aankopen ervan.
HuisnestorDe HuCo zal verantwoordelijk zijn voor de opvulling van een huis. Het ledenhuis zal alleen door leden van de
LSVM worden opgevuld, met uitzondering van een eventueel benodigde onderhuurder. Belangrijk hierbij is
dat er rekening met leeftijdspreiding zal worden gehouden om continuïteit van het huis te waarborgen. Voorts
zal zowel de HuCo als de LSVM zich op de huurverplichtingen van de huurders richten. Er zal per huis een
beheerder (huisnestor) worden aangesteld, die als contactpersoon van het huis fungeert. Daarnaast zal
de LSVM een controlefunctie op zich nemen en door middel van sociale druk toezien op het naleven
van de verplichtingen van bewoners, zoals dit nu al gebeurt bij de huizen die eigendom zijn van de
vereniging. Tenslotte zal de HuCo zich richten op wenselijk gebruik van het huis en het praktisch
onderhoud van het huis door het voeren van regelmatige controles.
Het financieel beheer, verhuurcontracten, de administratie, het contact met de investeerders en
het technisch beheer is volledig in handen van de beheerders van het investeringsfonds. De LSVM
en de HuCo verlenen waar nodig en/of wenselijk of desgevraagd ondersteuning om kosten te besparen
voor het fonds.
Delfts voorbeeldHet is de ambitie van LSVM om door middel van dit samenwerkingsverband van investerende reünisten de
huizenproblematiek tegen te gaan en tegelijk een aantrekkelijke investeringsoptie te kunnen aanbieden. Een
soortgelijke constructie bestaat al sinds enkele jaren in Delft en blijkt daar zeer succesvol te werken. De HuCo
Delft wist in drie jaar tijd negen nieuwe ledenhuizen op te richten. Is naar aanleiding van dit verhaal uw in-
teresse gewekt of hebt u vragen of ideeën? Dan kunt u contact opnemen met Max van Gent, Quaestor van de
Commissie voor de Sociëteit Minerva, via [email protected] of 06-14394842.
\QUAESTORCOMMISSIE
HuCo pakt tekort ledenhuizen aan met investeringsfonds
VIRTUSNITOR09
Al 200 jaar lang is Sociëteit een dierbare thuisbasis voor haar leden en reünisten. Wij ontvangen u ook in het
40e lustrumjaar van Hare Majesteits Eerste graag voor een borrel of diner. Met uw clubgenoten, oud-huisgeno-
ten, commissiegenoten of in welke verband dan ook kunt u makkelijk een borrel of diner reserveren in een van
de vele mooie zalen die Sociëteit rijk is.
De speciale lustrummenukaart voor reünisten wordt binnenkort bekendgemaakt op de reünistenwebsite. Stel
een menuutje samen en beleef Sociëteit opnieuw in een bijzondere periode. Mocht u op ons uitgebreide menu
een gerecht missen, schroom niet te vragen naar andere mogelijkheden; onze koks Robbert en Gijs deinzen niet
terug voor een uitdaging,. Tijdens uw diner wordt u bediend door onze Oudste Bediende en tevens Commissie-
bediende Pim Tuithof.
In de wijnkelder van Sociëteit bevindt zich een brede selectie aan uitstekende wijnen. Voor uw diner kunt u van
tevoren een passende keuze maken. Volgend jaar staan er tevens unieke lustrumwijnen op de kaart. Hiermee
draagt u uw steentje bij aan het lustrum terwijl u geniet van een mooie avond op Sociëteit.
U kunt uw borrel of diner reserveren door te mailen naar [email protected]. Wij zien uw reservering
graag tegemoet!
Met bordeauxrode groet,
Anna van der Donk
h.t. Commissaris Exploitatie
M.R. Verburgh
h.t. Commissaris Tapsch & Consumabel
Borrel of diner op Sociëteit
DINEREN/
VIRTUSNITOR010
VIRTUSNITOR011
Philip Walkate (aankomstjaar 1993) voltooide zijn studies geschiedenis en postdoctoraal internationaal recht in 1999.
Al op Sociëteit verzorgde hij cabaretoptredens op de vrijdagavonden. Hij is gewoon zijn passie achterna gegaan. “Ik heb
me nog geen dag verveeld sinds mijn afstuderen. Elke zondagavond ga ik fluitend naar bed, want ik kijk uit naar de week!”
door Edwin den Os fotografie Sabrina Scarpa
VIRTUSNITOR012
We ontmoeten elkaar op een maartse dins-
dagmiddag in café Thijssen in de Amster-
damse Jordaan. Het is te koud voor de tijd
van het jaar, maar Sabrina heeft juist door de
afwisseling van zon en hevige sneeuwbuien
een prachtig decor voor haar foto’s. Philip:
“Ik ben opgegroeid in Oegstgeest. Na vier
jaar middelbare school zijn we met ons gezin
verhuisd naar Ottawa. Ik heb er een twee-
jarig international baccalaureate aan Ash-
bury College gedaan. Ik heb erover gedacht
om in Canada verder te studeren, maar ik heb
gekozen voor Leiden omdat Geschiedenis
hoog stond aangeschreven.”
Betaald in drankHumor is Philip nooit vreemd geweest. Hij
speelt sinds zijn elfde jaar piano, en hij was
altijd al bezig met het componeren van
liedjes en sketches. Tijdens zijn KMT speelt
hij het typetje Mr Bean van de Engelse ko-
miek Rowan Atkinson. “Het gaat erom ge-
bruik te maken van je lichaam. Alles wat uit
proportie is, is leuk”, vertelt Philip. Na enkele
hos-piteerrondes gaat hij wonen op Papen-
gracht 6. Philips kamer is aan de straatkant.
Philip: ”Ik heb tijdens mijn studie samen met
LST-bestuursgenoot Jan-Hein Reeringh op
vrijdagavonden cabaret verzorgd op Socië-
teit. Erg grappig allemaal, met zes eerstejaars
die steeds de piano moesten verslepen. We
werden na zo’n avond door de Commissaris
Tapsch in natura betaald. De flessen wijn,
port en whisky die we zo vergaarden, waren
voor mijn vrienden altijd een goede reden
voor een ‘zoete inval’ in mijn kamer. En ik
had een bijbaantje als invalpianist in Huis ter
Duin. Speelde ik in één avond mijn hele
studiebeurs bij elkaar.”
Paul van VlietZe verzorgen hun cabaretavonden tot 1999.
In november van dat jaar ontmoet Philip de
impresario van Paul van Vliet. Die vertelt
hem dat hij ‘iets moet gaan doen’ met zijn
talent voor liedjes en sketches. “Het is voor
mij een ontmoeting geweest die me heeft
doen besluiten van mijn passie mijn beroep
te maken. Ik heb zang-, theater- en acteer-
lessen genomen, en heb contacten gelegd
met regisseurs om me zo verder te verdiepen
in het vak. Werkelijk [Philip kijkt me aan met
breed opengesperde ogen] ik heb me sinds
mijn afstuderen nog geen dag verveeld. Ik
kan me focussen op tien dingen tegelijk,
want ik vind zó veel leuk. Het is prachtig om
fakespeeches te houden op bedrijfscongres-
sen. De mensen gaan erin mee. Dat is eigen-
lijk cabaret op maat!”, licht Philip breed
gebarend toe.
HumorMaar wat is humor eigenlijk? Dat is niet in één
woord of zin uit te leggen. Philip: “Comedy is
a guy with a problem. Stel je maar eens voor:
de Dutch guy die verward is door alles wat
hij ziet in de Verenigde Staten. Een insteek
die heel goed werkte toen ik in New York op-
trad in comedy clubs. Humor is het bij elkaar
brengen van twee werelden. Bijvoorbeeld
junks op de Olympische Spelen. Humor is
verrassing. Het creëren van verwachtingen
bij je publiek, en die direct doorbreken.”
Philip heeft een breed spectrum aan inspi-
ratiebronnen. “Onder anderen Peter Sellers,
Wim Sonneveld [Philip trekt een prachtige
grimas om Margootje voor te dragen], Toon
Hermans, Wim Kan, Jacques Brel en Randy
Newman. Wim Kan zei altijd: ‘Conférence
is als een pingpongwedstrijd’. Het optreden
is een uitwisseling van energie tussen per-
former en publiek. Een optreden is fysiek, en
als je dit vaak doet is het topsport. Je moet
je er dus goed op voorbereiden. Toon Her-
mans’ uitgangspunt was dat de mensen in het
publiek moesten denken dat hij speciaal voor
hen was gekomen.”
ZelfstandigeMet goed gevoel voor Leidse humor vertelt
Philip over hoe het is een ‘succesvolle zelf-
standige zonder pecunia’ te zijn. Wellicht ten
overvloede: hij kan er prima van leven. “Ik
wilde iets gaan doen wat goed is voor mij.
Zelfstandige zijn betekent het leren omgaan
met zowel rust als drukte. Ik haal mijn in-
spiratie uit het achter de computer zitten en
om op straat de verhalen van mensen op te
vangen. Ik ben eigenlijk altijd met mijn vak
bezig.” Bovendien, zo stelt hij: “Het is heer-
lijk om dit leven te leiden. Niet naar kantoor.
Ik creëer mijn eigen product. De uitdaging
schuilt er in dat je nooit precies weet hoe een
voorstelling zal verlopen. Mooie sketches
voor honderd man publiek in Theater Pepijn
kunnen nét weer anders uitpakken. En die
voorstelling in een ‘uithoek’ van Nederland
kan onverwacht prachtig verlopen.”
\INTERVIEW
VIRTUSNITOR013
VIRTUSNITOR014
\INTERVIEW
Philip benadrukt dat het prima is wanneer je plezier
hebt in je werk. Zo niet, moet je iets anders gaan doen.
Dat kan wel eens gepaard gaan met het opgeven van
‘zekerheden’ en andere vaak materiële zaken. Maar
datgene doen waar je hart ligt, is het
allerbelangrijkste.
KakkerDoor Philips brede interesse houdt humor niet op bij
het verzorgen van optredens en lezingen tijdens (be-
drijfs)congressen. “Tussen de bedrijven door speel ik
in reclames, geef ik presentatietraining en schrijf ik
de teksten voor Kakker. Het is een jongetje dat leeft
in een fictieve wereld. Een wereld die me de gelegen-
heid geeft om alle clichés die bestaan over ‘Ons Soort
Kinderen’ en ‘Ons Soort Mensen’ uit te vergroten,
en er de spot mee te drijven.” De verschillende com-
mercials en andere uitingen zijn te zien op YouTube.
En Philip is actief op social media. “Facebook is het
nieuwe prikbord voor mijn optredens. Vroeger ging ik
op de fiets door weer en wind gewapend met een pot
behangplaksel affiches plakken. Die er de volgende
dag weer af waren gescheurd. Nu heb ik een online
forum waarmee ik wereldwijd mensen kan informeren
over mijn bezigheden.”
Voor meer informatie: www.philipwalkate.com
VIRTUSNITOR016
\INTERVIEW
Inhoud combineren
met humor vind ik
het allerleukst
VIRTUSNITOR017
EEN BAANMET HUMORAls je het CV van Jantien van der Laan (aankomstjaar 2000) bekijkt, verwacht je niet direct een carrière in
de creatieve sector. Jantien studeerde cum laude af in Life Science & Technology in Delft en Leiden en deed
onderzoek aan Stanford University, Californië op het gebied van Genome Technology. Na drie jaar bij consult-
ancybureau Boer & Croon gewerkt te hebben, gooide ze het roer om en stortte ze zich op haar organisatie-
en creatieve talenten.
door Florentine Haverkamp fotografie Fleur van der Minne
Hoewel sommigen het misschien een verrassende stap
vonden, verbaast het diegenen die haar beter ken-
nen allerminst. Al in haar eerste jaar in Leiden bleek
Jantien humor en organisatie goed te kunnen combi-
neren. Naast haar studie was ze praeses van het LST, organiseerde
ze Blije Donderdagen en Woeste Woensdagen, de cabaretavonden
waar sketches en zelfgeschreven liedjes in de Toneelzaal en de Eet-
zaal werden opgevoerd. Haar gevoel voor timing kwam niet alleen
tijdens interezzo’s op de Pa-Zo’s en Ma-Do’s ten uitvoering, maar
ook tijdens de musical Sweet Charity, waarbij ze door haar rol mét
accent, de lachers op de hand had. Ook speelde ze in het LAK-
theater in het stuk Tijl Uylenspiegel en produceerde ze voor alle oud
LST’ers een LST-cd. Als thematicus van de Veerstichting in 2005
was ze eveneens verantwoordelijk voor de creatieve invulling.
Hoe kwam je in de wereld van cabaret en productie terecht?“Eigenlijk kwam ik per toeval Jan Jaap van der Wal tegen. Na tien
jaar Dit was het nieuws en theater tours, wilde hij zelf tv maken. Hij
was bezig met het opzetten van een eigen productiemaatschappij
en zocht iemand om structuur binnen het bedrijf aan te brengen.
Toen ben ik voor hem aan de slag gegaan. Het was een project van
een half jaar, daarna rolde ik meteen in een andere opdracht. Ik heb
toen meegewerkt aan de productie van Vrijdag op maandag, een
zaterdagavond-show op Nederland 1 met cabaretier Remko Vrijdag.
Het was een hele uitvoerende baan, heel anders dan mijn eerdere
werk bij Boer & Croon. Omdat het met Jan Jaap zo goed klikte, ben
ik daarna zijn management gaan doen. Ik doe al zijn zaken, ik ben
ook het aanspreekpunt voor verschillende media, doe de pr voor
zijn tours en beheer zijn website.”
Hoe het is om voor een grappenmaker te werken? “Haha, ja heel leuk! Hij is best stil eigenlijk, maar ik kan ook erg met
hem lachen, hij is scherp en ad rem. Hij kan ook wel om mij lachen,
denk ik. We werken heel goed samen en kunnen snel schakelen.
De inhoudelijke invulling van zijn programma’s, het schrijven er-
van, doet hij samen met onder andere comedians van Comedytrain.
Ik ben daar verder niet bij betrokken. Vaak vragen mensen: ‘wil jij
zelf niet iets grappigs schrijven voor Jan Jaap?’ Maar zo werkt het
echt niet, dat is een vak apart! Mensen die schrijven proberen de
grappen zelf uit op podia en zijn vaak zelf cabaretier. Het valt me
op dat – als je binnen het corpswereldje met toneel of muziek bezig
bent of bent geweest – iedereen meteen denkt dat je zelf wel zo’n
show kan schrijven. Dan onderschatten ze het schrijversvak enorm –
en overschatten ze mij, haha!
Naast het management van Jan Jaap doe ik opdrachten voor ver-
schillende bedrijven en websites, zoals voor www.duurzaambe-
drijfsleven.nl en www.superfoodz.nl. Vaak op het gebied van com-
municatie, management en presentatie. Voor deze sites heb ik ook
korte filmpjes gemaakt. Het liefst doe ik opdrachten waarbij ik zelf
de inhoud bedenk, het presenteer en verantwoordelijk ben voor het
editen. Alleen de uitvoering ervan vind ik niet genoeg, ik denk juist
graag zelf na over het hele concept.
De content is het belangrijkste, maar als je dat in een mooie vorm
kan gieten en op een manier kan presenteren waar je ook om kan
lachen, dan vind ik het écht geslaagd. Dus ja, inhoud combineren
met humor vind ik het allerleukst. Op deze manier kan ik mijn cre-
ativiteit kwijt, maar is het ook inhoudelijk interessant. Zo vind ik
VIRTUSNITOR018
ik het bijvoorbeeld erg grappig om relatieve ‘droge’ of ingewik-
kelde stof klein en behapbaar te maken, net zoals de filmpjes voor
Superfoodz. Het liefst met sarcasme of zelfspot. Bezig zijn met
maatschappelijk belang vind ik ook belangrijk. Jan Jaap betrekt de
maatschappij altijd in zijn shows. Het zijn satirische programma’s,
hij maakt ook echt een punt.
Dit type werk is natuurlijk heel anders dan mijn vorige baan. Het
verloop binnen de creatieve sector is heel hoog. Ook is het erg on-
zeker, de projecten zijn kort en je weet vaak niet wat je de volgende
maand gaat doen. Je moet altijd open staan voor nieuwe dingen,
klussen gaan allemaal via via. Het was spannend om alles los te
laten, om te vertrouwen op de flow maar dat heeft me ook heel
goed gedaan. Er komen op deze manier iedere keer weer nieuwe
dingen op mijn pad.”
\INTERVIEW
Vijf cabaretiers om in de gaten te houden:1. Jan Jaap van der Wal met Panache (tv-programma)
2. Ronald Goedemondt
3. De Partizanen
4. Droog Brood
5. Tim Fransen
Drie tips waar je vrolijk van wordt:1. Cabaret: het open podium Toomler, in het Comedytrain café
onder het Hilton in Amsterdam, met try-out’s van jonge
talenten, www.toomler.nl en komiek Seth Meyers
2. Website: www.funnyordie.com
3. Youtube: filmpjes van Eddie Izzard
Het was spannend om
alles los te laten, om te
vertrouwen op de flow
VIRTUSNITOR019
EEN
CARRIÈREEppo van Nispen tot Sevenaer (aankomstjaar 1983) is momenteel directeur
van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. Van 2005 tot 2010 was hij directeur van de bibliotheek te Delft, die onder zijn leiding de modernste bibliotheek ter wereld werd. Daarvoor werkte hij in de tv-wereld en
was onder andere betrokken bij ‘Bananasplit’ en ‘Dit was het Nieuws’. Hij studeerde geschiedenis en rechten in Leiden en was in die tijd onder
meer redactielid voor het lustrumboek 1989. Ook heeft hij in de reünisten-adviescommissie van het afgelopen lustrum gezeten.
Was humor al iets wat u in uw jeugd al veel gebruikte? “Jazeker. Dit had te maken met mijn voornaam. Begin jaren ’70 was er in Nederland een televisieserie, gebaseerd op de trilogie ‘De klei-ne waarheid’ van Jan Mens. In deze serie gaat de hoofdrolspeelster, gespeeld door Willeke Alberti, de zorg op zich nemen van haar broer Eppo (Een kind dat gewoon wat meer aandacht nodig heeft). Op school werden hier natuurlijk grappen over gemaakt. De enige manier om hiermee om te gaan was er zelf bétere grappen over maken. Op de middelbare school zat ik ook in het cabaret. Achter de schermen bezig zijn vond ik het leukste (teksten schrijven etc.). Hoe kan je een normale situatie absurd maken? Mensen laten ontspannen om mee te nemen in je verhaal.”
U vond uw eerste baan door humor. Kunt u dat toelichten? “Via humor kwam ik inderdaad terecht bij de TROS. Er was een oproep op tv voor journalistiek trainee. Er waren wel zestienhonderd kandidaten en ik kreeg een keiharde afwijzing. Enige tijd later werd ik gebeld of ik toch nog de volgende dag wilde komen. Waarom was ik nu
wel uitgenodigd? Ze hadden na talloze gesprekken nog geen geschikte kandidaat gevonden en zochten uit de stapel een gek iemand, eigenlijk om een kwartier te kunnen afzeiken ter leedvermaak. Ik was tijdens mijn schooltijd wethouder van Madurodam, Openbare orde en politie. Dat vonden ze zo gek en daarom werd ik uitgenodigd.”
U probeert serieus te zijn?“Ik ben serieus. Op tv werd ik serieus genomen in het maken van hu-mor. Mensen vergissen zich hoe moeilijk het is om een goede grap te maken. Je moet aan het publiek laten zien dat je veel moeite hebt gedaan voor de grap. Voor Bananasplit (presentatie eerst door Ralph Inbar en nu door Frans Bauer) heb ik in een team grappen gemaakt. Bananasplit speelt met de werkelijkheid. Het is een familieprogramma met gelaagde humor. Bij ‘Dit was het Nieuws’ zat ik in de regie. Ik heb daar veel geleerd over hoe je grappen moet maken. Hier gaat het om de kracht van de woordgrap. Harm Edens (de presentator) had verder altijd grappen klaar liggen voor als het stil was/ er geen grappen van anderen waren.”
door Henri Kröner fotografie Gerrit Serné
DANKZIJ HUMOR
INTERVIEW/
VIRTUSNITOR020
Vindt u maatschappelijke betrokkenheid belangrijk?“Maatschappelijke betrokkenheid wordt door de maatschappij als steeds belangrijker ervaren. Ik heb dit van huis uit meegekregen en wilde na mijn tv-werk wat teruggeven aan die maatschappij. Het moest wat mij betreft wel met media te maken hebben. Iemand zei toen dat ik moest gaan werken voor een bibliotheek. Hier moest ik even over nadenken, in een bibliotheek wilde ik niet dood gevonden worden, want een saaie stilte is niet echt mijn ding. Toen werd mij verteld hoe groot het bereik van de bibliotheek is: 1 op de 4 Nederlanders is lid. Wereldwijd is dat niet anders. Het is de best bezochte publieke instelling ter wereld. En dat in een tijd waarin het digitale veel fysieke zaken overneemt. Het waarom daarvan leek mij heel boeiend en ik werd directeur van de bibliotheek in Delft. Ik heb meteen gezegd “we gaan veel lawaai maken”. In Delft heb ik in samenwerking met de fietsenmakers van de TU Delft onder-zoek naar bibliotheken gedaan: hoe moet je een bibliotheek inrichten? We hadden ons als missie gesteld de modernste bibliotheek ter wereld te bouwen. Er is een nieuw gebouw gekomen en na drie jaar werden we in een groot Amerikaans onderzoek uitgeroepen tot modernste bibliotheek ter wereld, samen met de British National Library. We werden dat door ‘out of the bieb’ denken, zaken anders doen dan anderen. We keken bij-voorbeeld naar wie de klanten zijn van bibliotheken. Dat zijn vrouwen tussen de 30 en 60 jaar. Door wie willen die het liefst geholpen worden? Jonge mannen! In de meeste bibliotheken werken oude strenge dames. Door dit anders te doen nam het gebruik van de bibliotheek toe en de
oude strenge dames smolten voor hun nieuwe collega’s. Mooie jonge mannen vinden was in Delft natuurlijk wat lastig, maar we hebben toch het personeel van de bibliotheek verfrist met wat jonge kerels.”
“Ik lees geen boeken, ik lees verhalen”“Dit heb ik gezegd in een interview met de Volkskrant in mijn laatste jaar als directeur van de bibliotheek. Vlak na die uitspraak werd ik gebeld door een headhunter voor de functie directeur van de Stichting Collec-tieve Propaganda van het Nederlandse Boek. Ik bleek juist gebeld te zijn vanwege die uitspraak, het boek moest opgeschud worden. Ik gebruik humor veel. Ook om dingen voor mekaar te krijgen. Het is een onschul-dig, effectief wapen. Het zit in mijn karakter om een grap te maken. In arbeidsovereenkomsten voor nieuwe medewerkers schrijf ik er ook met de hand bij dat ze vijf keer per dag moeten lachen en laat ik opnemen dat ze mijn auto moeten wassen. Dat laatste hoeft natuurlijk niet, maar ik ben altijd benieuwd hoe men reageert. Tot nu toe hebben ze elk contract getekend en is mijn auto niet gewassen.”
Zou Leidse humor op tv werken?“Ja! Leidse humor is in mijn ogen humor met een extra laagje erbij. Hu-mor met respect en ergens iets absurds. Mensen vragen zich af of het werkelijk waar zou zijn. Het is beleefd, niet plat en zet mensen op een vrolijke manier aan het denken.”
\INTERVIEW
Mensen vergissen zich hoe moeilijk het is om een goede grap te maken
VIRTUSNITOR021
OPROEP/
Wij lopen inmiddels tegen het einde van het Sociëteitsjaar. De voorbereidingen voor Kennismakingstijd (KMT)
zijn al weer in volle gang. De aankomende editie van de KMT zal van bijzondere aard zijn. Zij vormt de inlei-
ding op ‘Minerva 200’. De aspirant-leden zullen een belangrijke rol gaan spelen in de organisatie van het 40e
lustrum. Een spectaculair reünistenweekend zal hierin uiteraard niet ontbreken.
Sinds jaar en dag is de werkweek een belangrijk onderdeel van de KMT. Niet alleen leggen de aspirant-leden
de eerste contacten met hun jaargenoten, ook dragen zij bij aan de bekostiging van de KMT. De afgelopen
jaren is het vinden van werk voor de nullen, mede door het stijgende aantal inschrijvingen, deels uitbesteed
aan een uitzendbureau. Dit jaar zal het werk echter zoveel mogelijkin eigen beheer worden geregeld via het
Minerva Stagefonds. Financieel is dit niet alleen aantrekkelijker, ook zien wij aspirant-leden graag in contact
komen met reünisten.
Met deze oproep willen wij in contact komen met reünisten die geïnteresseerd zijn in het in dienst nemen van
aspirant-leden tijdens de KMT eind augustus. Wilt u onze vereniging steunen én kennis maken met de nieuwe
lichting leden? Dit is een goede mogelijkheid, waar u bovenal zelf ook van profiteert. De aspirant-leden zijn
multi-inzetbaar. Van tomaten plukken tot kantoorwerk, van onkruid wieden tot werken in een call center:
u zegt het, zij doen het!
Voorwaarden nullenwerk:
De richtprijs waarvoor een aspirant-lid werkzaamheden voor u zal verrichten is € 6,50 per daad
werkelijk gewerkt uur. Dit tarief is bespreekbaar en onder andere afhankelijk van het totaalaantal
afgenomen uren.
Eventuele reiskosten (treinkaartjes of autokosten) zullen in rekening worden gebracht.
De Bijstand ziet er op toe dat de nullen genoeg slapen om hun werkzaamheden naar behoren te
kunnen vervullen.
Oudere leden zullen de nullen begeleiden naar hun werk, meegaan als aanspreekpunt en de nullen
in de gaten houden tijdens de werkzaamheden.
Verdere informatie over de contractuele voorwaarden kunt u aanvragen door naar een van
onderstaande adressen te mailen.
Heeft u interesse in werkzaamheden voor nullen en wilt u de LSV Minerva daarmee helpen?
Mail dan vóór 30 juni 2013 naar [email protected] of [email protected].
Namens de Bijstand inzake de Kennismakingstijd 2013, tekenen wij,
Met vriendelijke groet,
M.T.M. Heck
Quaestor Collegii
L.A. Bovenberg
President van de Commissie voor de Sociëteit Minerva
Nullenwerk gezocht!
VIRTUSNITOR022
Op zondag 27 januari togen vele eles naar Leiden om de 113e dies van de VVSL te vieren. Dit keer was de ontvangst niet in de vertrouwde omgeving van Rapenburg 65 maar op Sociëteit Minerva. Een reünie organiseren in januari blijft altijd een gok. Dit jaar zat het weer bepaald niet mee, waardoor er uiteindelijk toch iets minder reünisten konden komen dan de honderd die zich hadden aangemeld. Een attractie van de kleinere opkomst was echter dat de jaren zich verrassend gemakkelijk mengden, wat weer onverwachte contacten opleverde.
VVSL-liedDe organistoren van de dag (Mette Visser, Ab-actis Collegii, Merel
Bouwman, Commissaris Reünisten en Dies Commissaris Sophie
Heemskerk, bijgestaan door haar commissieleden en een aantal
eerstejaars clubs) lieten zich absoluut niet uit het veld slaan door
de weersverwachtingen. De Sociëteit was met bezem en schrob-
ber schoon gepoetst, versierd met VVSL-blauw en de muren van
de trap behangen met opgeblazen foto’s en andere archivalia uit
het VVSL-verleden. Boven in de zaal wachtte ons koffie met zelf
gebakken blauwe cupcakes, een tafel met oude fotoalbums en – om
ons op te warmen – een live bandje. Het was duidelijk dat de tekst
van het VVSL-lied, keurig opgeprikt op de binnenkant van de wc-
deuren, door menigeen nog even gerepeteerd was zodat het lied uit
volle borst gezongen kon worden tijdens de lunch aan de feestelijk
versierde tafels.
Zo vereend in dit gebouw, dat overigens ook een aantal belangrijke
stukken uit het VVSL-verleden herbergt, was het goed vast te stel-
len dat de VVSL door haar aanzienlijke bijdrage aan de continuïteit
en bloei van de Sociëteit Minerva , een van de pijlers vormt van de
huidige LSV Minerva.
Na de lunch verdeelde het gezelschap zich: een enkeling bleef ‘hang-
en’ op de Sociëteit, de anderen kregen een rondleiding in het
Museum de Lakenhal of het Museum van Oudheden. Reacties
op de rondleidingen waren enthousiast.
We ontmoetten elkaar weer voor een drankje op Rapenburg 65,
waar alle tijd en ruimte was nog eens uitvoerig na te praten.
We mogen terugkijken op een goed georganiseerde en verzorgde
dag, waarbij nog gemeld kan worden dat de kosten binnen de
perken werden gehouden door de lunch in ‘eigen’ huis te houden.
VerbindingIn het najaar van 2012 nam de Ab-actis Collegii, in overleg met
de voorzitter van de Raad van het Reünistenfonds, het initiatief
een advies commissie van oud-VVSL-leden in het leven te ro-
epen, die meedenkt met het Collegium over de invulling van de
toekomstige VVSL-dies en andere zaken de VVSL betreffende. Zit-
ting hebben: Susanne Bins-van Waegeningh (aankomstjaar 1963)
voorzitter, Marye Bekkering-Merens(aankomstjaar 1950), Elizabeth
Badon Ghijben (aankomstjaar 1954),Marja Wurfbain-Moolenburgh
(aankomstjaar 1957), Pauline Beets-Feith (aankomstjaar 1961), en
Machteld Rogaar-Burlage (aankomstjaar 1967).
Susanne introduceerde deze commissie tijdens de lunch in een
speech waarin zij onder meer terug keek op de totstandkoming van
de verbinding van VVSL en LSC, nu al weer veertig jaar geleden.
In januari 2014 zal er geen VVSL-dies zijn omdat Minerva haar
lustrum viert die zomer. De commissie zal zich inzetten een VVSL-
reünie in de vorm van een thee of borrel tijdens de reünistendag
van het Minerva-lustrum.
In januari 2015 zal de 115de VVSL-dies worden gevierd. Een
lustrumjaar! Suggesties voor invulling van het programma van die
dag zijn zeer welkom bij Machteld Rogaar, [email protected] of
Pauline Beets, [email protected].
BLAUWE CUPCAKESOUDE FOTO’S &LIVE MUZIEK
Terugblik op geslaagde VVSL-dies op Sociëteit Minerva
door Pauline Beets-Feith fotografie Cineastengezelschap
\VVSLDIES
VIRTUSNITOR023
VIRTUSNITOR024
De specialiteit van Jet Key (aankomstjaar 1972) is van niets iets maken. Dat zal goed van pas komen bij haar nieuwe functie als voorzit-
ter van de Lustrum Raad van Advies voor het 40e Lustrum van Sociëteit Minerva. Als directeur van Sail Amsterdam 1990 deed Jet veel
ervaring op met het organiseren van grote evenementen. Het Lustrum is bij haar in goede handen. Frank Lameijer (aankomstjaar 2009),
Praeses van de Lustrumcommissie voor het 40e Lustrum, heeft wat dat betreft ook zijn sporen verdiend. In 2012 organiseerde hij het
eerste Hifi Festival. Dit was zo’n groot succes dat in de zomer van 2013 de tweede editie van dit Festival plaatsvindt. Dit jaar is een nieuwe
functie aan de Lustrumcommissie toegevoegd: die van vice-praeses, verantwoordelijk voor het organiseren van het reünistenweekend.
Roos van der Ven (aankomstjaar 2009) zal deze taak aankomend jaar op zich nemen.
door Merel Bouwman fotografie Robert Heezen
VIRTUSNITOR025
VIRTUSNITOR026
Om het Reünistenweekend goed te organiseren, moest eerst
duidelijk worden waar de punten van verbetering lagen ten opzichte
van vier jaar geleden. Jet: “het was een heel mooi lustrum. Helaas
was de ingang van het gebouw waar het feest plaatsvond te klein,
waardoor men erg lang moest wachten voor zij binnen konden ko-
men. Hier zou volgend jaar op gelet moeten worden.” Verder kan
er ook meer gehaald worden uit het terrein. Het gebouw was niet
groot genoeg voor alle reünisten en bovendien was het magertjes
versierd. Een goede locatie is dus essentieel. Jet: “onze ambitie
moet zijn om het aantal reünisten dat naar het Lustrum komt te
verdubbelen.” Dan zit je al snel op achtduizend reünisten. Dan me-
teen de volgende vraag: waar ga je die herbergen? Eventueel op
een andere locatie dan het officiële Lustrumterrein? Frank: “Nee,
absoluut niet. Reünisten moeten het Lustrumgevoel kunnen pro-
even, daarom moet het op hetzelfde terrein. Alles draait om het
Lustrumterrein.”
TotaalervaringAan Frank de vraag wat volgens hem het doel van het Lustrum
is. “Het Lustrum moet een totaalervaring worden, niet alleen een
nachtelijke ervaring. Ook overdag moet je de leden en de reünisten
veel bieden. Het terrein moet twee weken lang de nieuwe thuis-
basis voor de leden worden.”
Een groot terrein, een nieuwe thuisbasis. Dat gaat ver. Maar Frank
heeft al offertes aangevraagd voor een ‘Lustrumhotel’ op het
terrein: een mobiel hotel opgebouwd uit zeecontainers waarvan
kamers gemaakt worden. Dit hotel zal reünisten de mogelijkheid
bieden te overnachten op het Lustrumterrein. Een ander idee dat
voortkomt uit het ‘thuisbasisgevoel’ is het idee om Leiden naar
het terrein te halen. Zo wil Frank een soort paraview neerzetten
van Leiden: van Sociëteit, naar ‘de Club’, naar het Academie-
gebouw, naar Café l’Espérance. Andere aspecten van Leiden zijn ook
mogelijk, zolang het elementen van de stad betreft die voor alle
leden en reünisten een rol hebben gespeeld of nog steeds spelen
tijdens hun Leidse tijd.
Reünistenweekend 40e LustrumMinerva200 moet het grootste Lustrum ooit worden. Wij zijn im-
mers de eerste Sociëteit die al bijna tweehonderd jaar bestaat en
daar hoort een groots feest bij. Er moet out-of-the-box gedacht
worden, daar is ook Jet het mee eens.
Roos wil de focus tijdens het Reünistenweekend niet meer op
de huizen leggen, maar in eerste instantie op de jaarclubs voor
de zaterdag en de vrijdag zal in het teken staan van de disputen,
de subverenigingen en subgezelschappen. Het is belangrijk om de
focus tijdens de zaterdag op de jaarclubs te leggen, omdat de
clubband in vroegere jaren veel belangrijker en hechter was dan
de huisband. “Veel huizen zijn door de jaren heen opgeheven en
\200JAARMINERVA
er moetuit ofthe box gedachtworden
VIRTUSNITOR027
niet iedere reünist heeft in een ledenhuis gewoond. Om ieder-
een de totaalervaring van het lustrum te laten voelen, moet ook
iedereen het gevoel hebben dat ze bij het lustrum worden
betrokken.”
Niet alleen aan het weekend zal veel aandacht worden besteed.
Ook de promotie ervan staat bij Roos hoog in het vaandel. Roos
wil iedereen warm maken voor het Lustrum in 2014 en zal daarom
ook een en ander organiseren door het jaar heen. “Ik vind het be-
langrijk zoveel mogelijk reünisten te betrekken in de aanloop naar
het Lustrum.”
Groen LustrumHet thema is natuurlijk essentieel. Dit blijft nog lange tijd geheim,
maar wel is duidelijk dat het één woord moet zijn. Hele zinnen zijn
te lang. Het thema moet je pakken en het thema moet een merk
worden dat je kan verkopen. Ook over de Lustrumkleuren heeft
Frank al nagedacht. Welke kleuren het worden, wil hij echter nog
niet met ons delen. Wat in ieder geval een rol zal spelen tijdens het
40e Lustrum is groen.
Ook Jet is erg enthousiast over een groen Lustrum en benadrukt
dat het tegenwoordig belangrijk is om op milieubewuste wijze
een evenement neer te zetten: “Groen doet het altijd goed.” “Het
Lustrum is hét moment om het groenproject van Minerva onder
volle aandacht van de media te brengen”, vult Frank aan. Over
de invulling van een groen Lustrum heeft hij ook al ideeën.
Op het terrein moet biologisch voedsel worden geserveerd en de
aggregaten moeten op biodiesel lopen. Uiteraard zal er ook gebruik
worden gemaakt van groene stroom.
Duidelijk is dat Jet, Frank en Roos al goede plannen hebben
gemaakt en weten waar ze het over hebben. Zij zullen twee schit-
terende Lustrumweken organiseren waarover nog minstens twee-
honderd jaar wordt nagepraat.
Alles draait om het Lustrumterrein
VIRTUSNITOR028
Een plek over“Toen we wisten dat we een plek over hadden, kwam al gauw het
idee op om een nul te ontvoeren en mee te nemen. Eerst was het
meer een grap, die ontstond tijdens een avond op Sociëteit. Maar
toen we ’s ochtends wakker werden, vonden we het eigenlijk nog
steeds een goed plan en besloten we het verder te gaan uitwerken.
Het plan was van meet af aan dat de nul mee zou gaan voor één
dag en dan zelf terug zou vliegen. We wilden geen enkel risico
nemen met de nul en hadden het dus goed voorbereid. Zo had-
den we bedacht dat hij het wel eens lastig zou kunnen krijgen bij
de douane, want wie vliegt er nou binnen 24 uur op en neer naar
Bangkok zonder bagage? Dat kan bij de narcoticabrigade toch
vragen oproepen.
Het profiel van de perfecte nul We hebben dus een soort van profiel opgesteld waar de nul aan
moest voldoen: het moest een jongen zijn, iemand die al wat van de
wereld had gezien en wel tegen een stootje kon. Al vrij snel kregen
we toen een nul op het oog die logeerde op Rap 110, waar ook drie
clubgenoten van ons woonden. Deze nul had al veel gereisd en was
redelijk zelfstandig. Hij moest het dus worden.
We hebben vervolgens zijn paspoort ontvreemd, het ticket op zijn
naam laten zetten en zijn ouders ingelicht. Ook hebben we drie
brieven geschreven: één naar de Correl, één naar de Bijstand en één
naar het Collegium. In de brieven stond dat we een nul mee hadden
meegenomen naar Bangkok, maar dat we zouden zorgen dat de nul
op tijd terug zou zijn voor het vennetje in Heino. De brieven zouden
worden bezorgd op de dag van vertrek (vrijdag).
Op reis Die vrijdag vroegen we de nul ons te helpen sjouwen met de tassen.
Toen hebben we hem de auto ingeduwd en zijn richting Schiphol ge-
reden. Hij morde nog wat over dat hij te laat zou komen, maar toen
we hem zeiden dat alles al geregeld was met het Blauwe Potlood,
ging hij mee. We zijn eerst met een klein deel van de club naar het
wegrestaurant boven de A4 gereden. Daar hebben we hem een goed
ontbijt gegeven en het plan voorgelegd. Uiteraard vroeg hij zich af
of het wel kon en of hij geen gezeur zou krijgen en nog wel lid zou
kunnen worden. We legden uit dat alles geregeld was en dat hij als
hoofdrolspeler in een unieke grap zeker nog lid zou kunnen worden.
Hij zag de grap er van in en besloot mee te gaan.
De hele club vond het eigenlijk vooral heel mooi dat hij mee was.
Het was ons eerste lustrum en iedereen had er zin in. Hij is door ons
niet gefeut of afgezeken. En de nul zelf schikte zich perfect in zijn
rol. Zo heeft aan hij aan boord van het vliegtuig de stewardessen
geholpen ons te bedienen en heeft hij in Bangkok onze tassen het
hotel in getild. Hij ging die dag gewoon overal mee naar toe als deel
van de groep. Maar toen we ’s avonds naar een Thaise club gingen
waar schaars geklede dames aan het paaldansen waren, vonden we
toch iets te ver gaan voor een nul. Daar hebben we hem met een
blinddoek om in de hoek laten staan.
En weer terug Diezelfde avond (zaterdag) is hij teruggegaan naar
het vliegveld en naar Nederland gevlogen. We hadden hem een
treinkaartje gegeven om naar Heino te gaan, zodat hij op tijd zou
zijn voor de traditie met de bijstand bij het vennetje (zondag).
Wij hebben ons lustrum verder gevierd en een prachtige vakantie
gehad. Pas toen we terug kwamen in Leiden, hoorden we hoe de
grap hier verlopen was. We hebben er nog ontzettend veel pret om
gehad en jaren later hoorde ik eens iemand zeggen: “Weet je wat een
goede studentengrap was? Dat een club uit Rotterdam een keer een
De perfecte studentengrap: Ontvoer een nul!
KMT 1994: Drastisch, een jaarclub uit 1989 vertrekt over een paar dagen op lustrum, als één club-genoot niet mee blijkt te kunnen gaan. De reis is al geboekt en er is dus een ticket over. Tijdens een avond op Sociëteit komen een paar clubgenoten onder het genot van een biertje op het lumineuze idee om een nul te ontvoeren en mee te nemen op lustrum.
Vanuit de club: “Het was alleen maar ontzettend mooi dat hij mee was.” Menno Vriens, een van de bedenkers van het plan, vertelt hoe de grap is ontstaan en uitgevoerd.
door Sanderijn Vermeeren-van Holten fotografie Drastisch
\TOPVERHAAL
VIRTUSNITOR029
VIRTUSNITOR030
nul op lustrumreis heeft meegenomen”. Daar kan ik dan wel om
glimlachen. Dat onze grap blijkbaar de tand des tijds doorstaat.
Hoe dan ook.”
Vanuit de bijstand: “‘Help, er is een nul weg!!!”Allard de Witt Wijnen was praeses bijstand in 1994. Hij vertelt hoe de grap in Leiden en binnen de bijstand werd ontvangen.
“Op vrijdag kwamen we er achter dat we een nul misten. We zouden
die middag naar Heino gaan en het Blauwe Potlood meldde dat er
bij appel een nul tekort was. Dat was behoorlijk schrikken. Al vrij
snel kwamen we er achter om wie het ging, maar niemand wist waar
hij was of wat er gebeurd was. We hebben besloten toch naar Heino
te gaan zonder de nul. Ik had de hele dag het vertrouwen dat het
goed zou komen, maar met name een aantal dames uit de bijstand
was echt bezorg en er niet gerust over. Het noodscenario van ‘hoe
vertellen we het zijn ouders’ hebben we die dag wel een paar keer
doorgesproken.
Misschien is er sprake van een ontvoering Die avond zijn we heel
Leiden gaan bellen en hebben een zoekactie in touw gezet. Uit-
eindelijk hoorden we via via dat er mogelijk sprake was van een
ontvoering van een club die die dag op lustrum zou zijn gegaan.
Nu was mijn eigen broertje die dag op lustrum gegaan met zijn club
Drastisch en voor mij viel dan ook direct het kwartje. Dat moesten
zij gedaan hebben. We hadden echter nog geen bevestiging, wisten
niet waar ze heen waren of wanneer de nul zou terugkomen. Het
bleef dus onzeker en een licht gespannen situatie.
Vrijdagnacht kwam het Collegium aan in Heino. Zij hadden de brief
bij zich die Drastisch aan hen had gestuurd met de uitleg en toelich-
ting. Toen bleek ook dat de brief die ons vrijdagochtend had moeten
bereiken heel handig op de post gedaan was in plaats van persoon-
lijk overhandigd. De grap van Drastisch duurde dus onbedoeld wat
langer dan gepland.
Humor in de KMT was belangrijk Nadat we wisten dat de nul maar
48 uur weg zou zijn, zijn we gaan nadenken over hoe we hier mee
om moesten gaan. Als bijstand vonden we zelf humor tijdens de
ontgroening heel belangrijk. Het jaar ervoor waren er vervelende
incidenten geweest en we wilden dan ook humor en relativering
in de KMT terugbrengen. Zodoende hebben we zaterdagavond alle
nullen bij elkaar geroepen en ze twee vragen voorgelegd: “Vinden
jullie dat een jaarclub een nul mee mag nemen op lustrum?”
Alle nullen reageerden unaniem dat dat absoluut niet kan, omdat de
KMT iets is wat je met alle nullen samen doorloopt en je dus niet
een deel kan missen.“Als het nou toch gebeurt, is dat dan een goede
grap?” Na enige toelichting reageerden de nullen uiteindelijk ook
allemaal min of meer hetzelfde: als het goed en veilig uitgevoerd
wordt, is het een goede grap.
Toen hebben we ze verteld dat er al 24 uur een nul miste en dat hij
mee was op lustrum naar Thailand. Ook hebben we gezegd dat de
nul spoedig terug zou keren en alles goed geregeld was. Zo hebben
we getracht de humor en de situatie met elkaar te verbinden.
Een mooie grapOp zondagochtend kwam de betreffende nul inderdaad op tijd terug
voor het vennetje. Hij is zeker niet als held onthaald en heeft het
natuurlijk even zuur gehad, maar eigenlijk waren we het er alle-
maal over eens dat het een ontzettend goede grap was en dat de nul
perfect had meegespeeld. Het heeft ons als bijstand wel wat
nerveuze momenten opgeleverd, maar na afloop hebben we er ook
vreselijk om gelachen.”
\TOPVERHAAL
VIRTUSNITOR031
Begin mei kwam daar een derde inventaris bij: de inventaris van
de archieven van de subverenigingen, commissies, (streek)gezel-
schappen, genootschappen en disputen van het Leidsche Studenten
Corps. Met deze derde inventaris is de complete geschiedenis van
het LSC en de VVSL beschikbaar voor onderzoek. De inventaris is
tot stand gekomen met steun van het Reünistenfonds. De reünisten
hebben zodoende bijgedragen aan het redden van hun eigen
geschiedenis.
Studentenarchieven zijn bijzondere archieven, omdat ieder bestu-
urslid eigen archief gevormd heeft. Zij zijn een belangrijke bron voor
de geschiedenis van Leiden en geven een beeld van de relatie tussen
de studenten en de burgerij. Het bloeiende verenigingsleven van de
negentiende en twintigste eeuw komt in deze archieven mooi tot
uiting. De tijdgeest werd gevangen in maskeradeprenten, brieven,
foto’s en nog veel meer. Om deze redenen zijn de archieven niet
alleen voor reünisten, maar ook voor historisch geïnteresseerden
interessant.
Het LSC kende naast de subverenigingen veel (streek)gezelschap-
pen en disputen. Ieder van deze clubjes gaf de mogelijkheid het
jaarverschil te doorbreken en vriendschap op te bouwen met de ou-
derejaars. Naast genoeg-lijkheid boden zij ook de mogelijkheid om
elkaar onderling te steunen. Ieder gezelschap en dispuut was een
eenheid op zich, met vaak een geheel eigen sfeer. Er waren kunst-,
sport- en streekgezelschappen. De gezelschappen, genootschappen
en disputen kwamen en gingen. Zij werden opgeheven om later weer
opgericht te worden.
In het net geïnventariseerde archief vindt u stukken terug van de
verschillende subverenigingen die zich richten op sport, cultuur, of
een andere bezigheid. Naast de gebruikelijke notulen, correspon-
dentie, jaarverslagen, wetten, reglementen en financiële stukken
heeft ieder clubje wel zijn eigen leuke en interessante stukken. In
de grotere archieven zoals die van Sempre Crescendo,het Leidsch
Studenten Toneel, Pro Patria of Arena Studiosorum bevinden
zich menukaarten, foto’s en programma’s van sportuitvoeringen,
concerten of toneelvoorstellingen.
Bij de commissiearchieven treft u onder meer de lustrumcommis-
sies en de maskeradecommissies met veel bijzondere stukken zoals
tekeningen en foto’s van de Maskeradeoptochten(1845-1930).
Onder het hoofdstuk documentatie treft men onder meer een grote
sortering Almanakprenten aan.
De bovengenoemde archieven weerspiegelen het rijke Leidse stu-
dentenleven. Zonder twijfel zal voor zowel het jubileumboek als de
jubileumtentoonstelling in 2014 rijkelijk geput kunnen worden uit
deze bron. Maar u kunt zelf ook in deze archieven grasduinen. Per
eind mei zijn de archieven beschikbaar voor onderzoek op de stu-
diezaal van Erfgoed Leiden en Omstreken. Wie thuis alvast een
kijkje wil nemen kan zoeken in de archieven op archiefleiden.nl.
Hopelijk hebben de reünisten net zo veel plezier in het bekijken
van de archieven als de inventarisator. Mocht iemand door het
kijkje in de archieven geïnspireerd op zolder gaan kijken en daar
nog een stuk treffen dat eigenlijk ook in deze archieven thuishoort:
aanvul-lingen zijn welkom. U kunt contact opnemen met de SALS
(via de ab-actis collegii) of Erfgoed Leiden en Omstreken.
Inventaris archieven subverenigingen gereed
ARCHIEF/
De archieven van het Collegium, Sociëteit Minerva en de VVSL bevinden zich al jaren in de depots van Erfgoed Leiden en Omstreken (het voormalige Regionaal Archief Leiden). Dankzij de inspanningen van de Stichting Archief Leids Studentenleven zijn zij geïnventariseerd en beschikbaar voor onderzoek.
door Martine Wansbeek-Zijbrands (inventarisator) en Ariela Netiv (bestuurslid SALS) fotografie het cineastengezelschap
VIRTUSNITOR032
Leidse kroegen: lange nachten een rondgang langs ‘onze’ kroegendoor Merel Bouwman fotografie Fauve Bouwman
Het fotodocument van deze Virtus Nitor staat in het teken van de bekendste kroegen van Leiden. De kroegen waar elke Leienaar van heeft gehoord, of ze daar nu wekelijks een biertje dronken met hun huis, of wellicht hun eerste afspraakje met een grote liefde hebben gehad. Café L’Espérance, ’t Keizertje, Barrera, Einstein, de Uil en onze eigen Hifi.
Elk van deze kroegen heeft op zijn manier het
Leidse studentenleven getekend door middel
van het bieden van een alternatief voor het
vertrouwde biertje op Sociëteit. De gemid-
delde Leidse student preten-deert verder te
kijken dan de neus lang is en van variatie te
houden. In feite is niets minder waar: de kans
dat je hier leden tegenkomt is bijzonder groot.
En dat is natuurlijk ook een beetje de charme
van deze kroegen.
Café L’Espérance is nog steeds de populair-
ste van allemaal. Veel huizen drinken hier op
zondag met het huis een biertje met elkaar
en voordat men komt dineren op Sociëteit
wordt hier vaak nog geborreld. Tijdens het
clubvormen is het op zondag echter druk aan
de overkant, bij ’t Keizertje. De eerstejaars
spreken hier met hun zogenoemde kerntjes
af om elkaar beter te leren kennen. De Bar-
rera is tijdens de zomermaanden ontzettend
druk. Aan het Rapenburg wordt genoten van
heerlijke broodjes en ten tijde van het afstu-
deren wordt hier vaak nog geborreld nadat de
afgestudeerde zijn of haar handtekening heeft
mogen zetten in het Zweetkamertje.
Café de Uil is een bekend verzamelpunt voor
de genodigden voor een huisdiner. Hier ont-
moeten de ‘dates’ elkaar voordat zij hun en-
tree maken. Ook bij de Einstein wordt veel
geluncht door leden. Vele ‘eerste dates’ heb-
ben zich hier voltrokken. Op de wat brakkere
dagen wordt hier goed gebruik gemaakt van
de lunchkaart: de uitsmijters en kroketten op
brood zijn erg geliefd. De dinsdag en don-
derdag staat bij het gemiddelde lid in het
teken van de Hifi. Tot in de vroege uurtjes
wordt hier gedanst op de muziek van de ver-
schillende ‘TentDJ’s’. De Hifi is de afgelopen
drie jaar weer erg gestegen in populariteit en
heeft sinds vorig jaar zelfs een eigen festi-
val: het Hififestival, dat ook dit jaar hoogst-
waarschijnlijk weer uitverkocht zal zijn.
Vele huidige leden en reünisten hebben goede
herinneringen aan deze kroegen en zij zullen
in de toekomst dan ook zeer waarschijnlijk
nog kunnen rekenen op de komst van ons
Minervanen!
\FOTODOCUMENT
VIRTUSNITOR033
Reinout van der Meer in ‘zijn’ Bar Dancing Hifi: op dinsdagavond the place tot be
VIRTUSNITOR034
\FOTODOCUMENT
VIRTUSNITOR035
Café de Uil: ontmoetingsplek voor huisdinerdates en commissies
VIRTUSNITOR036
\FOTODOCUMENT
VIRTUSNITOR037
Café Einstein: de plek om internationale contacten op te doen
VIRTUSNITOR038
\FOTODOCUMENT
VIRTUSNITOR039
Barrera: prachtig gelegen de trots van ieder lid
VIRTUSNITOR040
\FOTODOCUMENT
VIRTUSNITOR041
Café ‘t Keizertje: een uitstekend begin van de nieuwe week
VIRTUSNITOR042
\FOTODOCUMENT
VIRTUSNITOR043
L’Esperance: sommige plaatsen zijn zo beroemd dat zij geen verdere uitleg nodig hebben
VIRTUSNITOR044
Het Intercorporaal Cabaret Festival is dé cabaretwedstrijd tussen alle corporale verenigingen in Nederland. De studenten tonen tijdens deze komische avond hun creativiteit en gevatheid met sketches en liedjes. In 2010 won Leiden sinds járen voor het eerst. Winnaar was rechtenstudent Willem Rijnenberg (aankomstjaar 2008).
Was je van kleins af aan al bezig met toneel of cabaret?“Niet zozeer met toneel of cabaret, maar wel veel met muziek. Ik
ben op mijn zesde begonnen met pianospelen. Tot mijn twaalfde
speelde ik klassiek, daarna zo nu en dan in een bandje en ik
begeleidde ook wel eens op toneel. Toen ik in Leiden aankwam
werd ik een ‘muco nul’ en later in mijn eerste jaar gevraagd voor het
bestuur van het LST. Ik heb dit toen twee jaar gedaan. We organi-
seerden Blije Donderdagen, ik schreef liedjes en begeleidde op de
piano. In 2010 speelden we in het LAK-theater tijdens het theater-
festival van het Leids Universitair Lustrum (wat natuurlijk een heel
ongelukkige afkorting is). In datzelfde jaar namen we deel aan het
Intercorporaal Cabaret Festival.”
Kende je het Intercorporaal Cabaret Festival al? “In mijn eerste jaar zijn we met het LST-bestuur naar het festival
gaan kijken, ik geloof dat het toen in Utrecht werd georganiseerd. In
het tweede jaar van mijn bestuur hadden we het plan opgevat om
zelf ook mee te doen. Het was allemaal een beetje op het laatste
moment besloten. Een van de bestuursleden kwam met een flinke
stapel met zelfgeschreven sketches en grappen aan. Die heb ik toen
doorgenomen, wat geschrapt en geschaafd en een aantal liedjes dat
we met het LST al eerder hadden gemaakt, toegevoegd. Ik dacht
eerst dat ik het samen met iemand anders zou doen, maar uitein-
delijk durfde diegene niet meer en bleef ik alleen over. Vlak voor het
festival heb ik in de kleedkamer van het Theater de Veste in Delft
nog snel de volgorde van alle sketches en liedjes bepaald.”
Waar ging je optreden over? “Het ging voornamelijk over het studentenleven en de maatschappij.
Toevallig had ik eerder dat jaar een lied geschreven over pedofielen.
Dat sloot mooi aan bij de enorme aandacht voor het misbruikschan-
daal in de kerk dat toen net aan het licht kwam. Maar het was ook
best een persoonlijk optreden; mijn notenallergie kwam bijvoor-
beeld ook aan bod.”
EEN ONVERWACHTEWINNAAR OP HETINTERCORPORAALCABARET FESTIVAL
In de kleedkamer heb ik nog snel de volgorde van alle sketches en liedjes bepaald
door Florentine Haverkamp fotografie Fauve Bouwman
\INTERVIEW
VIRTUSNITOR045
En, verliep het zoals je had verwacht?“Het ging veel beter eigenlijk! Cabaret- en toneelliefhebbers van
alle corpora waren welkom om te komen kijken. Uit Wageningen
kwamen twee bussen vol met leden voorrijden, maar ook in Utre-
cht en Delft zijn de toneelverenigingen erg actief. Uit Leiden kwam
niemand, behalve mijn eigen LST- bestuur. We dachten toch geen
kans te maken en hadden het niet enorm gepromoot. We hadden het
eigenlijk niet eens aan onze eigen huisgenoten of clubgenoten ver-
teld. Toch won ik tot ieders verbazing de eerste prijs. Even later zat
ik met een enorm beeld van een torso – de beloning – in de trein.”
Ben je elke dag met humor bezig? “Niet zozeer met het maken van grappen. Maar thema’s die met hu-
mor te maken hebben zoals relativeringsvermogen, een goed gevoel
voor betrekkingen en relatie, probeer ik wel toe te passen in het
dagelijks leven. Maar ik houd me er niet actief elke dag mee bezig.
En het is ook niet zo dat ik op moeilijke momenten even terug denk
aan mijn overwinning op het Intercorporaal Cabaret Festival en er
dan weer tegenaan kan!”
Speel of schrijf je nog cabaret of liedjes?“Na het LST heb ik nog Muco gedaan, daarna was het wel een
beetje voorbij. Ik heb ook geen drang om cabaretier te worden. Ik
heb er wel eens over nagedacht en ik vind het erg leuk om te doen,
maar niet om er mijn brood mee te verdienen. Ik loop nu stage bij
Loyens & Loeff en begin in september aan de Master Civiel Recht.
Als ik nog iets met muziek doe, is het voor de ontspanning. Ik zie
mezelf niet als de nieuwe Wim Kan of Paul van Vliet.”
Willem Rijnenbergs favoriete komieken:David Mitchell & Robert Webb
Herman Finkers
VIRTUSNITOR046
“De jaren laten een ravage achter, we beginnen hier en daar een beetje dood te gaan, en denkend aan onze tijd in Leiden verzuchten we met de dichter Bloem: ‘voorbij, voorbij, o, en voorgoed voorbij...” Schrijfster Nelleke Noorder-vliet schreef dit jaar het essay voor de Boekenweek. Ze studeerde van 1963 tot 1969 in Leiden en was lid van de VVSL.
Nelleke Noordervliet werd als Nelleke Bol geboren op 6 november 1945 in de volkswijk Crooswijk te Rotterdam. Haar gootvader kwam uit Leiden en er woon-den nogal wat oudtantes in de stad, waar-door de keuze voor de Leidse universiteit niet uit de lucht kwam vallen. “Dat was voor mijn ouders min of meer vertrouwd terrein. Ik ging eerst bij mijn oudtante Toos op kamers. Ze had meer studenten in huis. Ik koos eerst voor de studie socio-logie, maar dat werd niets. Toen besloot ik van mijn hobby (lezen) mijn beroep te maken en Nederlands te gaan studeren.”
DE STUDENTENTIJD VAN NELLEKE NOORDERVLIET
door Marianne van Exel
\INTERVIEW
Elke lezing moet je ‘brengen’ alsof het een cabaretvoorstelling is
VIRTUSNITOR047
We traden op in Leiden, maar gingen ook naar
theaterfestivals, bijvoorbeeld in Wageningen,
Nancy en Zagreb.”
De groep studenten die toneelspeelden varieerde.
Voor het lustrumstuk Tijl Uilenspiegel uit 1965 en
het diesstuk werd geput uit alle studenten. “Het
LST-stuk en het stuk voor het ele-bal werden
gespeeld door leden van LSC en VVSL. Er wa-
ren veel hoogtepunten. Maar één ervan is een
repetitie voor Tijl Uilenspiegel, het voornoemde
lustrumstuk. We repeteerden de scène waarin
Claes, de vader van Tijl, op de brandstapel sterft.
Iedereen in opperste concentratie, Annema-
rie Prins als regisseur zweepte ons op, deed
het beieren van de doodsklokken na, we had-
den allemaal tranen in onze ogen. Het stuk zelf
hebben we veertien dagen lang op het Pieters-
kerkplein gespeeld tegen de achtergrond van het
Gravensteen. Om nooit te vergeten.”
Lustrumstuk en reünieEr was een soort vaste kern van mensen die
regelmatig meededen. “Leuke mensen allemaal.
We hebben vreselijk gelachen. Ook gehuild. Als
we elkaar weerzien, al is het voor het eerst in
vijftig jaar, is die basisvriendschap er nog steeds.
De sterkste vriendschappen werden gevormd
tussen mensen die toneelspeelden. Die heb ik
gekoesterd. In 2005 hebben we veertig jaar na
dato het lustrumstuk van 1965 nogmaals opge-
voerd in de Pieterskerk met de oorspronkelijke
bezetting voor een publiek van Leidse reünisten.
Een geweldige ervaring!”
Nelleke Noordervliet debuteerde in 1987 met
Tine of De dalen waar het leven woont. Voor De
naam van de Vader kreeg ze in 1994 de Multatu-
liprijs. In 2013 schreef ze het Boekenweek-essay
De leeuw en zijn hemd. Door het schrijven van
boeken en columns in kranten en bij de VPRO is
Nelleke inmiddels een publieke persoonlijkheid.
Ze ziet zelf wel een connectie tussen toneelspe-
len en publieke optredens: “Toneelspelen is een
belangrijk element voor een schrijver. Als ik voor-
lees is het theater. Elke lezing moet je ‘brengen’
alsof het een cabaretvoorstelling is. Ik heb heel
veel geleerd van die Leidse toneeltijd.”
Op kamers in LeidenNa de logeerpartij bij tante Toos ging Nelleke op
kamers bij een weduwe in de 3 Octoberstraat.
Dit was echter geen succes, waardoor ze weer
enige maanden thuis bij haar ouders ging wonen.
“Daarna ben ik weer naar Leiden gegaan en gaan
wonen op de Jan van Goyenkade 29 bij een hos-
pita met een vriendin samen. Vervolgens heb ik
nog gewoond op Nieuwsteeg 11, waar ook nog
een paar andere studenten woonden.”
Kort na aankomst in Leiden raadde het Bureau
Inschrijving van de universiteit Nelleke aan om
lid te worden van de VVSL. Over deze keuze ver-
telt ze: “Ik had zelf geen idee. De VVSL vond
ik extreem tuttig, maar het was wel leuk om to-
neel te spelen en cabaret te doen. VVSL en LSC
hebben altijd geschreven en ongeschreven regels
gehanteerd, die heel sterk leunden op de code
van bepaalde milieus. Er was een zeker dedain
voor andere groepen. Ik vond en vind dat nogal
bekrompen. Ja, bekrompenheid is het woord dat
past bij de omgangsvormen zoals ik die heb leren
kennen.”
Wilde haren en korte rokkenNelleke vertelt hoe zij haar studententijd beleefde:
“Mijn gedrag was niet helemaal comme-il-faut,
geloof ik. Ik had nogal wat kortlopende relat-
ies, ook iets kortere rokken dan de rest, was
‘‘Amsterdamser’. Bij Café l’Esperance deed ik
bijvoorbeeld mee aan het klaverjastoernooi tus-
sen studenten en ‘burgers’. Vrouwen werden niet
geacht te klaverjassen, zeker niet in het café, en
al helemáál niet in l’Esperance. Daar mocht je pas
vanaf je vierde jaar komen. Daar stoorde ik me
uiteraard niet aan.”
Toneel was voor Nelleke een bevrijding: “Wie
toneel speelde kon zich niet verschuilen achter
een façade. Mijn TVSL-jaar was dan ook top.”
Nelleke schreef cabaretteksten voor de novie-
tenrevue en het TVSL-cabaret. Ze stond graag
op het toneel en streefde er altijd naar de hoof-
drol van een stuk te spelen. “Er werden audities
gehouden voor het diesstuk Peer Gynt. Ik deed
auditie, werd aangenomen, en heb sindsdien in
een groot aantal stukken gespeeld. Van Euripides
en Shakespeare, tot O’Neill. Ik deed ook samen
met anderen het pauzetoneel van het LAK, toen
nog gevestigd op het zoldertje van het Pryta-
neum. Ook juweeltjes van Schnitzler, Obaldia,
Ionesco, Tardieu, Tennessee Williams.
VIRTUSNITOR048
\INTERVIEW
“Wij brachten humor naar het conservatieve Leiden. Het was niet de gewoonte om te schateren en dát moest veranderen”, vertellen cabaretier Paul van Vliet en oud-diplomaat, columnist en kanselier van de koninklijke hofhouding, Floor Kist. De mannen zijn bevriend sinds hun studententijd en deelden de passie voor ‘grappen en cabaret’, wat tot uiting kwam toen zij in 1957 het Leidsch Studenten Cabaret oprichtten. In het totaal traden zij tussen 1957 en 1963 honderden keren op, soms wel drie avonden in de week.
Floor Kist, geboren in 1935 in Den Haag,
kwam in 1953 in Leiden aan. Paul van Vliet,
eveneens geboren in 1935 in Den Haag,
was na zijn eindexamen in dienst gegaan en
volgde drie jaar later. Kist werd in de KMT
van het jaar 1956 door een jaargenoot at-
tent gemaakt op het artistieke talent van
nuldejaars Van Vliet. Het klikte tussen de
twee studenten en Kist en Van Vliet werden
huisgenoten op Rapenburg 88 (huize Jeru-
wel). “Wij hadden gezamenlijke hobby’s”,
vertelt Van Vliet, “musical, jazz, teksten en
de Nederlandse cabaretiers van toen.”
V.l.n.r. Floor Kist, Liselore Gerritsen en Paul van Vliet
Paul van Vliet, Floor Kist en het Leidsch Studenten Cabaret
door Marianne van Exel
VIRTUSNITOR049
PickelsEind jaren 50 kwamen er bij verschillende
corpora in Nederland studentencabarets
op. Toen Van Vliet en Kist in 1957 een caba-
retvoorstelling bezochten, keken ze elkaar
na afloop aan en zeiden: “Als dit het niveau
is, dan kunnen wij dat ook!” “Floor schreef
en ik schreef en we hadden allebei al een
beetje opgetreden”, vertelt Van Vliet. Kist
en Van Vliet vonden het gebrek aan ko-
mische uitingen in de Leidsche liedjes en
het ontbreken van eigen melodieën een ge-
mis. “Er was altijd een zekere speelsheid in
Leiden. Die kwam vroeger tot uiting in de
pickles in de almanak. Maar de liedjescul-
tuur was niet per se om te schateren. Een
beetje licht filosofisch, een beetje sarcas-
tisch”, vertelt Kist. “Ironisch, spottend, met
een ondertoon van melancholie”, valt Van
Vliet hem bij.
In de nacht van 7 op 8 oktober 1957, laat
op de avond op de stoep van Huize Jeruwel
kwamen ze met het plan om een avondvul-
lende show te maken met conferences en
sketches. “We begonnen te schrijven. Sa-
men en los van elkaar. Dat groeide. Floor
is heel sterk in het schrijven van conferen-
ces, echte grappen. Tot de huidige dag toe
schrijft hij nog losse grappen voor me. Het
is een samenwerking en een vriendschap
die vanaf dat moment gebleven is tot van-
daag. Floor kan hele mooie liedjes schrijven.
Ik schreef toen minder makkelijk liedjes.”
Kist vult zijn zin aan met de woorden:
“Paul was op het podium weer veel sterk-
er. Ik was een klein bleek mannetje.” Van
Vliet beaamt dit: “We waren een leuk duo.
Ik schreef meer de hardere, exorbitantere
teksten.” Kist vindt zichzelf meer een
man van ‘het woord’ en ‘Paul een man
van de hele mens’. Van Vliet knikt intus-
sen instemmend. “Ik was zwart, lang en
wat zwaarder gebouwd en Floor was dun-
ner dan ik, blond. Het was een heel leuk
contrast en je moet in een duo altijd een
contrast hebben.” Na enige tijd kregen we
versterking van Kaj van Oven die veel van
de melodieën schreef.
Laat je zoon studerenVan Vliet: “Je had in die tijd ‘de grote drie’:
Toon Hermans, Wim Sonneveld, Wim Kan,
en daarnaast de studentencabarets. Stu-
denten zijn vrijmoedig, hebben niks te
verliezen. Het publiek vond het prachtig.
Wij waren anders. Buiten de maatschappij,
zorgeloos.” Het grote succes kwam met hun
eerste programma Laat je zoon studeren.
Van Vliet vertelt over deze beginperiode:
“Floor heeft het liedje geschreven en de ti-
tel is ons boven het hoofd gegroeid.” Kist
vertelt verder: “Altijd als het over studenten
op de radio ging, dan werd het liedje Laat
je zoon studeren gespeeld. Dat was heel
gek. Het is een kreet geworden. Twee jaar
geleden ontmoette ik de bekende kok Joop
Braakhekke. Ik stelde me aan hem voor en
hij antwoordde meteen met een uitgesto-
ken vinger: ‘Laat je zoon studeren’. Dat
vond ik toch wel mooi. Vijftig jaar later van
een man, van wie je toch niet verwacht dat
hij zoiets weet.”
Serious businessOver de bekendheid die ze verwierven heb-
ben de mannen het volgende te vertellen.
Van Vliet: “We hebben twee keer geluk ge-
had door een tragisch ongeval. De eerste
keer was toen het diesstuk in de Leidse
Schouwburg in 1959 flopte, door ruzies en
gedoe, nog voordat het zou worden opge-
voerd. De schouwburg had toen een groot
probleem, waardoor zij aan ons vroegen of
wij daar vijf dagen wilden optreden.” Het
was een versnelling van hun carrière. Kist:
“Het was serious business.” De landelijke
pers kwam altijd naar de voorstelling, dat
was traditie in die tijd. Van Vliet: “Naar
onze eigen verbazing kregen we prachtige
kritiek in het Leidsch Dagblad, namelijk
‘Het beroepscabaret moet op zijn tellen
passen’. Toen dachten we ‘yes!’ We vonden
alles mooi in die dagen en het overkwam
ons.”
De tweede keer was toen Minerva af-
brandde en in Leiden grote verslagenheid
heerste. Van Vliet: “Toen het een beetje
was geluwd, was er geld nodig voor de her-
bouw. Toen hebben wij ons aangeboden en
dat heeft ons op een niveau gezet waar we
qua performance …” “…anders niet waren
gekomen”, maakt Kist de zin van Van Vliet
af. “Wij speelden in de grote schouwburg-
en. Zonder microfoon.” Van Vliet valt hem
bij: “En we hadden onze langspeelplaat
‘Laat je zoon studeren’, die door de stude-
tengrammofoonplaatindustrie op de markt
werd gebracht.”
Op tourneeDe plaat werd een hit en werd gekocht door
oud-Leijenaren en alumni van andere uni-
versiteiten. Ben Essing, een grote promotor
in die tijd, die ook de Beatles naar Neder-
land heeft gebracht, heeft toen een tournee
voor hen georganiseerd, zorgde ervoor dat
zij op het polygoonjournaal kwamen en dat
de etalages van grammofoonplaatwinkels
vol lagen met de lp. Van Vliet: “Hij zag iets
in ons en wij vonden het allemaal prachtig.
Wij gingen fluitend door Nederland in een
busje en overal werden we met gejuich ont-
vangen.” Kist verklaart: “Wij hebben nooit
het idee gehad dat we graag bekend wilden
VIRTUSNITOR050
worden, maar het gebeurde.” Van Vliet be-
schrijft het als ‘een rush van een half jaar’.
“We besloten onze tour in een live-uitzend-
ing van de VPRO. Toen waren er duizenden
lp’s verkocht. En wij zaten daar glimlachend
en met veel plezier naar te kijken.”
“We hebben in 1960 een tweede pro-
gramma gemaakt: de lustrumrevue Knip
me maar. Liselore Gerritsen zat erbij en
Kaj van Oven.” Kist vertelt verder over de
laatste periode van het studentencabaret:
“We speelden op congressen van onder an-
dere hartspecialisten, houtfabrikanten en
wijnfabrikanten. We hadden daar een En-
gels programma voor gemaakt met grappen
gericht op het specifieke specialisme op
het congres.” Van Vliet legt uit dat het heel
bijzonder was, omdat Engelstalig entertain-
ment uniek was in die tijd in Nederland. Na
Knip me maar maakten ze nog een grote
internationale tour. Door oud-Leijenaren
die in Noord- en Zuid-Amerika woonden,
werden ze met z’n vieren uitgenodigd om
langs te komen en op te treden. Van Vliet:
“Dat was heel uniek. We hebben zo’n
ongelofelijke reis gemaakt en zijn bijna drie
maanden op stap geweest.”
Kist herinnert zich dat zij tijdens die reis
zelf ‘het slachtoffer van de humor werden’.
“Op een gegeven moment kregen wij zo de
slappe lach door de luxe waarin de reünisten
in het buitenland waar wij logeerden,
leefden. Er ging een wereld voor ons open.”
“Vergis je niet, het was 1960. Het was een
sobere samenleving. Wij werden opgetild
naar een wereld waar wij geen weet van
hadden. We lieten maar met ons doen,
ons verwennen. Hadden we gespeeld, dan
gingen we weer mee. We konden nergens
‘nee’ tegen zeggen”, aldus Van Vliet. “We
gingen van hand tot hand. Maar na die drie
maanden waren we totaal verzwakt. Toen
moesten we Suriname nog doen en toen
kregen we een lach kick die drie dagen aan-
hield.”
Als Kist en van Vliet terugkijken op het suc-
ces dat ze in die jaren hadden, wijdden zij
dit voor een groot deel aan ‘geluk’. Maar
dat kan toch niet het enige zijn? Kist beant-
woordt de vraag: “Wat je wel moet hebben
als quasi beginnende artiest is zelfkritiek.”
Van Vliet: “We waren heel kritisch op de
teksten en ook op de uitvoering.” Kist:
“Wij waren het enige studentencabaret met
decors, eigen melodieën en met eigen tekst-
en. Dat had in Leiden nog nooit iemand ge-
had.” Van Vliet: “Andere clubs hadden niet
zo’n gave, aangeklede performance. Het
was bijna een professionele show. Maar het
belangrijkste element in de voorstellingen
was ‘humor’.”
Na die tour zijn ze allemaal hun eigen
weg gegaan. Kist was afgestudeerd en
Paul moest zijn diploma nog halen. Tot
1963 traden ze nog af en toe op. Paul van
Vliet had de smaak te pakken gekregen en
besloot na zijn afstuderen door te gaan met
cabaret. Hij richtte in 1964 theater Pepijn op
in Den Haag. Floor Kist werd diplomaat, al-
gemeen secretaris en grootmeester van het
hof. Na zijn terugtreden als grootmeester
werd hij Kanselier der Huisorden. Daar-
naast schreef hij als columnist voor Elsevier
(1960-1965), NRC Handelsblad (1975-1979)
en de Haagsche Courant.
Tegenwoordig stuurt Van Vliet nog zo nu en
dan een tekst naar Kist als hij hier zelf mee
vastloopt. In de tekst zet hij dan: ‘stippeltje,
stippeltje, stippeltje’ en dan in de kantlijn
‘grap’. Een paar dagen later krijgt hij dan
een alternatief voor die grap van Kist terug.
“Heerlijk is dat”, besluit Van Vliet. Meer
dan vijftig jaar na de start van het Leids
Studentencabaret lijkt er in de relatie tus-
sen beide mannen weinig veranderd te zijn
en lijkt die passie voor grappen maken nooit
te zijn verdwenen.
\INTERVIEW
VIRTUSNITOR051
VIRTUSNITOR052
VIRTUSNITOR053
kruisredeUitgesproken door P.E.F. van Ham op 6 februari 2013
Dames, mijne heren, leden van de Leidse Studenten Vereniging Minerva,
Met groot genoegen sta ik hier voor u om namens de Bestuursgang een belangrijke
traditie in ere te houden. Aan de vooravond van de Dies Natalis van onze Universiteit
vindt de Kruisrede plaats. Vroeger markeerde de Dies niet alleen de verjaardag van
onze Alma Mater, maar ook het aantreden van het nieuwe Collegium. In de Kruisrede
werd hierbij het beleid voor het nieuwe jaar
gepresenteerd.
Inmiddels loopt een bestuursjaar synchroon aan het academisch jaar en zijn Colle-
gium en Commissie verenigd in de Bestuursgang. De Kruisrede dient vandaag de dag
dan ook niet meer ter introductie van het nieuwe beleid, maar als beschouwing op
het huidige functioneren van de Vereniging. Graag wil ik u vanaf deze plek dan ook
meenemen op een reis door ons prachtige Corps. Het is hoog tijd om de Vereniging
van vandaag onder de loep te nemen. Een kritisch onderzoek naar onze ambities en
tekortkomingen. Het vaststellen van de kansen die voor ons liggen en de bedreiging-
en die ons in de weg staan. Hiertoe moeten we bij het begin beginnen.
Onze reis begint met een blik van buitenaf. We staan op de Breestraat en kijken tegen de imposante muren van Sociëteit op. Ik vraag u allereerst uzelf af te vra-gen waarom u lid bent geworden van Minerva. Wat was het aan deze Vereniging dat u trok? Wat verwachtte u werkelijk op te steken of mee te krijgen van deze Vereniging?
Het algemene lid zal bovenal op zoek zijn naar een prachtige tijd, waarin het ook nog
iets op de universiteit presteert. Het valt op dat Minerva altijd ambitieuzer lijkt te
zijn dan andere studentenverenigingen. Uiteraard wordt onze Vereniging hierbij niet
gehinderd door enige grootspraak, maar Minerva bij uitstek kan deze grootspraak
geloofwaardig overbrengen. Daarnaast speelde mee dat het hier om de enige echte
ging. Hier wordt de ultieme combinatie tussen studie- en student-enleven bereikt. De
uitvinder en onbetwiste aanvoerder van het studentenleven. Alles net even groter en
net even origineler. Maar is deze veronderstelling nog wel op zijn plaats? Is Minerva
nog steeds de aanvoerder van het studentenleven en de meest ambitieuze
studentenvereniging?
Praeses Collegii fotografie Fauve Bouwman
KRUISREDE/
VIRTUSNITOR054
De blik gaat van de hoge muren van Sociëteit naar de reden waar-om wij student zijn: de studie.
Enkele maanden geleden sprak ik na afloop van de jaarlijkse Cle-
veringa-oratie een oudere dame. Zij was gestopt met werken en
had de studie weer opgepakt. Ik betrapte mezelf erop dat ik haar
vroeg naar haar mening over het niveau van de werkgroepen en
colleges. Ik vroeg haar in hoeverre zij kritisch was, in hoeverre zij
haar docenten werkelijk het vuur aan de schenen legde. De dame
in kwestie beaamde dat zij meer dan eens teleurgesteld is over het
niveau van het onderwijs en dit ook meerdere malen bij de docenten
heeft aangegeven. Kijkend naar mijzelf, weet ik dat het makkelijker
is om niets te vragen in een werkgroep. Geen kritiek te uiten op het
systeem. Maar hoe kan een vereniging prat gaan op haar ambitie,
wanneer haar leden vaak niet de ballen tonen om kritiek te geven of
worden gehinderd door een negatief stempel op het laten blijken van
enige interesse in dit soort zaken? Geen instelling kan functioneren
zonder kritiek. Niet de Universiteit, niet de Hogeschool en zeker ook
onze geliefde Vereniging niet.
Laten wij dit verder uitdiepen door een vergelijking te trekken tus-
sen onze Vereniging en de Universiteit. De Bestuurs gang is sta-
tutair verplicht alle voor de leden belangrijke zaken ter kennisgev-
ing van de Ledenvergadering te brengen. Braaf bereiden wij dan,
wanneer bijvoorbeeld de begroting moet worden goedgekeurd, een
toelichting voor en leggen wij deze ter inzage in de bibliotheek.
Tevreden drinken wij daarna een biertje: de formaliteiten zijn weer
afgehandeld. Een vergelijkbaar proces speelt zich af op de Univer-
siteit. De docent stelt het curriculum samen en schrijft goed aan-
geschreven literatuur voor. Tevreden wrijft hij in de handen: dit is
een universiteit waardig. Ik ben universitair docent en schrijf lastige
boeken voor.
De student stort zich vervolgens op studie- of verenigings-zaken.
Er wordt genoegen genomen met de samenvattingen, hooguit
het voorgeschreven boek gebruikend als naslagwerk. Zo ook op
Minerva. Met minimale aandacht volgt het lid de toelichting op de
begroting voor het komende jaar. Naar de redenen achter een
scherpe winstdaling wordt niet gevraagd. Immers, op een samen-
vatting haalt men tentamens en na deze korte toelichting blijkt dat
de Vereniging niet ten onder zal gaan. Prima.
Dames, mijne heren, zoals een oud gezegde luidt is ‘prima Leids
voor ...’ Evenals het de docent valt aan te rekenen dat hij zich te-
vreden stelt met het voorschrijven van literatuur, zonder erbij na
te denken of de werkgroepen, colleges en tentamens hier goed op
aansluiten, valt het de leden aan te rekenen dat zij blijkbaar niet de
kritiek durven te uiten, die hen en de Vereniging verder zou kunnen
helpen.
De veelgehoorde term ‘met gepaste arrogantie’ wordt dan al snel
weinig waard. Juist wanneer de Universiteit of Hoge-school verslapt,
zou het lid hen hierop moeten afrekenen. Kijk om u heen en u ziet
dat de capaciteiten om die kritiek te leveren, hier aanwezig zijn.
We gaan door met de reis door ons Corps en lopen Sociëteit bin-nen. De kritische blik concentreert zich en we richten ons op het brandpunt van de Vereniging: de Conversatiezaal.
De Conversatiezaal is hét platform voor discussie. Een unieke plek
waar leden slechts onder het genot van een drankje en elkaars gezel-
schap borrelen. Meer is niet nodig. Ook is de Zaal de plek bij uitstek
om kritiek te uiten en tot ambities en ideeën te komen. Tot zover dus
een platform voor discussie. En dan gaat er iets mis.
Voordat ik toetrad tot de Bestuursgang had ik altijd een duidelijke
mening over de Bestuursgang. Deze mening werd dagelijks gevoed
door indrukken in de zaal en de Leidse tamtam. Omdat mijn Be-
stuursgang het waardevol vindt om brede indrukken en meningen
op te doen, was een van onze grootste speerpunten dan ook om
veel te communiceren over het beleid van de Bestuursgang. Juist
omdat wij uit eigen ervaring weten hoeveel verhalen en ideeën er
door Leiden gaan, beeldden wij ons in dat dit een van de
gemakkelijker te verwezenlijken doelen zou zijn.
Gedurende het kerstreces betrapte ik mezelf op de gedachte dat
onze groep fit is, drukke zaalavonden draait en dat we, als we zo
doorgaan, Minerva echt iets beter achter kunnen laten dan wij haar
gevonden hebben. Als ik de grote kritiekpunten op ons functio-
neren op een rijtje zette, kon ik tevreden zijn. Ondanks een buiten-
gewoon rumoerige start waren wij de eerste maanden zonder veel
ophef doorgekomen. We hebben niet onder grote kritiek gestaan.
Stop. Ik dacht aan onze beleidsplannen. Duidelijke mening, tam-
tam, ideeën, communicatie. Hoe vaak spreken wij hier leden met
een onafhankelijke blik over? Uiteraard, je spreekt je voorganger en
enkele adviseurs wekelijks. Maar geen van allen kijken zij met de
blik van de mensen waar de Vereni-ging om draait: haar leden. Ik
dacht terug aan hoe ikzelf over de Bestuursgang dacht. Ik zeek niet
dagelijks maar zonder kritiek was ik zelden.
De gedachte dat er op onze groep weinig kritiek is mag dan aantrek-
kelijk zijn, bijzonder naïef is hij in ieder geval. Uit eigen ervaring
weet ik dat geen kritiek niet bestaat. Was onze groep dan binnen
een paar maanden al geen haar beter geworden dan al die andere?
met minimale aandacht volgt het lid de toelichting op de begroting voor het komende jaar
\KRUISREDE
VIRTUSNITOR055
Slagen wij er opnieuw niet in om een bereikbare groep te zijn die
niet alleen dénkt open te staan voor kritiek maar ook daadwerkelijk
toegankelijk ís? Dat zou zomaar kunnen. En geef de leden eens on-
gelijk. Kritiek uiten op een groep leeftijdsgenoten die bepaalt hoe
de subcommissies worden samengesteld en over het algemeen erg
tevreden lijkt te zijn over het eigen functioneren. Dan is rustig een
biertje drinken aantrekkelijker dan eindeloos
discussiëren met een zelfingenomen BG’er.
Maar wat een gemiste kans. Hoe kun je een betere indruk achter-
laten dan door er blijk van te geven dat je over de pro-blemen van
Minerva nadenkt, door te vragen waarom iets belachelijks niet
wordt afgeschaft of door met ideeën te komen waar onze Vereniging
veel baat bij zou kunnen hebben. Ik vraag u het de Bestuursgang
niet te makkelijk te maken. Wees kritisch en kom met ideeën. Het
liefst ideeën maar kritiek mag ook. Alleen via het uiten van kritiek,
het tonen van ambitie, goede ideeën en initiatief mogen wij onze
Vereni-ging met recht de meest ambitieuze van Nederland noemen.
Zonder deze openheid en wil om te discussiëren zijn wij niet veel
meer waard dan een onvriendelijk café. Van een beetje kritiek zal
de Vereniging allerminst slechter worden. De Bestuursgang zit er
voor u, waarde leden, en luistert derhalve graag naar u.
Wij vervolgen onze reis en lopen de zaal uit. In de zoektocht naar redenen waarom wij onze Vereniging de meest ambitieuze van Nederland mogen noemen, neem ik u mee de trap op. Een lichte frons verschijnt op ons gezicht: de verbandenmuur.
De verbanden zijn in 1982 opgericht, toen de Vereniging 3300 leden
telde en er behoefte was aan gestructureerd contact tussen de ver-
schillende aankomstjaren. In het begin van de jaren 2000, ten tijde
van dalende ledenaantallen, zijn de verbanden verworden tot een
instituut waarbij slechts de helft van de Vereniging is aangesloten,
maar dat tegelijkertijd een groot stempel wenst te drukken op de
manier waarop uw medeleden u zien. Zelden op basis van inzet en
enthousiasme voor uw Vereniging, vaker op basis van grote bek in
plaats van een Leidse bek.
Natuurlijk, zij die bij een verband zitten, beleven daar plezier aan.
Maar wat heeft het nou eigenlijk om het lijf? Feitelijk behelst het sa-
menkomen met een verband niet meer dan vier bijeenkomsten per
jaar, waarvan een deel ook nog eens een weinig vriendelijk karakter
heeft. Deze avonden zetten de onderlinge verhoudingen op scherp
en bieden geen toegevoegde waarde aan het zaalleven. Agressiviteit
sluipt meer en meer in onze Vereniging en het individualisme viert
hoogtij. Zolang ik maar mijn plekje verover, heb ik het naar mijn zin.
Dat dit ten koste gaat van gelijken, is niet mijn zaak. Ieder voor zich.
Vanuit deze vervlakking wordt het potentieel van onze Vereniging
niet volledig benut.
Het is de wereld op zijn kop. De verbanden en het gebrek daaraan
hebben feitelijk geleid tot een ieder-voor-zich-cultuur. En juist in
onze huidige Vereniging, waarbij niet meer iedereen in een leden-
huis terecht kan, is het van het grootste belang dat eenieder zich
hier thuis voelt en zijn plekje vindt. En laat het nou nét de groep
zijn die niet in een ledenhuis woont, die het meeste belang heeft bij
verticaal contact. Voor de verbanden is het in de huidige structuur
dan ook vijf voor twaalf. We moeten ervoor zorgen dat we van
het zwakke punt van de verbanden, namelijk dat er te weinig zijn
en dat ze daardoor polariserend werken, een sterkte proberen te
maken. Dat kan alleen wanneer er meer diversiteit is en dus meer
verbanden zijn. Met vaste borrels, waarbij alle verbanden en dus
alle leden aanwezig zijn, kan de oude functie van verticaal contact
hersteld worden.
De Bestuursgang voert dan ook actief beleid om de oprichting van
verbanden voor eenieder te stimuleren, maar wel in de geest van
waarom de verbanden ooit zijn opgericht: contact met en leren van
het ouderejaar. Schroom niet en wendt u tot de Bestuursgang. In de
gehaaste wereld van nu, waarbij eenieder wordt geacht zich razend-
snel aan te passen aan het nieuwe studentenleven, kunnen de ver-
banden een belang-rijke rol spelen in de sociale controle die onze
Vereniging zo bijzonder maakt.
De frons in onze blik verdwijnt. Daar horen we wat ambitie. Wij vervolgen onze zoektocht en komen aan bij de Bestuursgang. Gezeteld vlak boven het hart van Sociëteit, omringd door de bibliotheek, tientallen vaandels, subcommissies, de squash- en de toneelzaal.
Voilà: ambitie. Waarde leden, er is geen Vereniging die zoveel or-
ganiseert als de onze. Welk moment van het jaar ook, altijd zijn
tientallen leden bedrijvig. De repetitoren en lezingen in de biblio-
theek, de tientallen subcommissies en subvereniging-en, de over-
bezette squashzaal en de met klassieke mu-ziek gevulde toneelzaal:
alles wordt georganiseerd voor en door u!
Een kleine steek trekt weer door ons hoofd. Door een eerlijke af-
spiegeling van u? De Correl heeft onderzoek gedaan naar de verde-
ling van baantjes onder, daar zijn ze weer, de verbanden. Hiertoe
onderzochten zij de almanakken van 2010, 2011 en 2012. De stelling
‘op Minerva moet je bij een verband zitten om baantjes te doen’,
werd beoordeeld als half waar. De Bestuursgang had liever andere
percentages gezien, maar het is goed dat de Correl een spiegel
voorhoudt. Over discussie gesproken.
Gelukkig kan Minerva rekenen op een zeer hoge interesse in het
doen van commissiewerk. Het is een speerpunt van onze Bestuurs-
gang in het bijzonder om te zorgen dat de verde-ling van baantjes
op eerlijke wijze geschiedt. Hiertoe wordt een strak ‘briefjesbeleid’
gehanteerd. Dit houdt concreet in dat u, om in aanmerking te ko-
men voor een subcommissie, een briefje moet inleveren. Met uit-
zondering van de nieuwe Tapcommissie (gevraagd) is er dit jaar niet
van dat beleid afgeweken.
Daarnaast worden de promo-sjaarzen en Sine Regno bedien-des
niet langer ‘via-via’ aangesteld, maar hebben zij allemaal briefjes
ingeleverd naar aanleiding van een oproep in de eerstejaars-
VIRTUSNITOR056
nieuwsbrief.Dit beleid zal worden doorgetrokken naar de Lustrum-
commissie, de Bijstand en alle commissies die daar omheen hang-
en. Met een strikt briefjesbeleid wil de Bestuursgang een eerlijke
verdeling bewerkstelligen. Maar daarmee zijn we er nog niet. De
Correl concludeerde ook dat meer leden met verband zich opgeven
voor subcommissies dan leden zonder verband. Een mogelijke re-
den hiervoor zou kunnen zijn dat het vertrouwen in een eerlijke
verdeling van baantjes, ontbreekt. Dat hoop ik bij deze in ieder
geval te hebben ontkracht. Daarnaast kan de teleurstelling van het
niet worden geplaatst in een subcommissie groot zijn. Laat u in
ieder geval niet afschrikken. Enthousiasme voor de Vereniging blijkt
uit veel aanwezig zijn en veel interesse tonen. Het kan ook pas bij
de vijfde keer raak zijn (zoals bijvoorbeeld bij mij, mijn club vond
het maar al te mooi dat ik niets werd). Zit in ieder geval niet bij de
pakken neer als u iets niet wordt en geefu op. Deel uw ambities
persoonlijk of per mail met de Bestuursgang. Een betere indruk dan
een ambitieuze kunt u niet maken.
Waarde leden, over exact zes weken zal de nieuwe Praeses Col-
legii op tafel komen. Twee dagen later volgt de President en over
exact zeven weken zult u de Praeses Lustrumcommissie mogen be-
groeten. Op de laatste zaalavond van 28 juni dit jaar zal hier boven
mij een grote klok worden ont-huld. Als Zijne Majesteits Eerste So-
ciëteit zijn wij precies op die dag een jaar verwijderd van de open-
ing van ons 40e Lustrum. 200 jaar Minerva: het moge duidelijk zijn
dat de koers vanaf nu volle kracht vooruit is. De komende Bestuurs-
gang en Lustrumcommissie staan voor een gigantische klus en heb-
ben u daarbij nodig. Toon ambitie, spring aan boord. Er is ruimte
voor iedereen.
Waarde leden, ik draaf door. Maar wat wilde ik u vanavond in uw
oren knopen? Kijk zonder vooroordelen naar de leden om u heen en
verwezenlijk uw ambities met hen. Wees kritisch op hen die denken
de touwtjes in handen te hebben. Zorg dat de Bestuursgang gek
wordt van uw scherpe geest. Wees origineel en durf een ander pad
te kiezen. Geloof in uzelf, de weg is vrij.
Graag neem ik u mee naar het dakterras en aanschouw ik de stad Leiden met u.
Dames, mijne heren, de ons omringende verenigingen, in stad én
land, willen graag meemaken wat in hun ogen het studentenleven is.
Maar ook op Minerva sluipt de door ons verachte cultuur van ‘doen
wat studenten horen te doen’ in onze Vereniging. Onder het mom
van dat gaat altijd al zo bouwen wij als gekken aan onze Leidse tijd,
De komende Bestuursgang en Lustrumcommissie staan voor een gigantische klus en hebben u daarbij nodig
zonder al te vaak stil te staan bij een degelijke constructie. Vaak
ontbreekt het aan moed om de aspecten van de Vereniging die ons
niet aanstaan, te veranderen.
Maar, waarde leden, vergeet nooit dat wij de uitvinders van dit
spelletje zijn. Wij zetten de toon en wij bepalen in een-dracht hoe
de toekomstige generatie eruit ziet. Met een leerzame blik naar het
verleden, maar vooral met het vizier op de toekomst.
De gemiddelde student kijkt af bij Minerva als hij zich ongeïn-
spireerd afvraagt hoe student te zijn. Heeft Minerva een Uil? Dan
nemen wij een raaf. Laten wij, verbonden door deze Vereniging,
afstand nemen van deze bekrompenheid. Laten wij met respect
voor tradities, maar tegelijkertijd moderner dan ooit ons tweehond-
erdjarig bestaans-jaar ingaan. 1600 man sterk én groeiende. Met
behoud van een eigen identiteit maar vooral met de moed om te
vernieuwen.
Ik heb gezegd.
\KRUISREDE
Belgium / China / Curaçao / Cyprus / Germany / Hong Kong / Ireland� / Jersey Luxembourg /Malta / Mauritius / Netherland�s / New Zealand� / Singapore / Spain
Switzerland� / Taiwan / United� Arab Emirates / United� Kingd�om / United� States
• Corporate Services�• Trus�tee & Fiduciary Services�• Fund Services�• Bus�ines�s� Services� & Outs�ourcing• Marine & Aviation• Immigration Services�
In a world of growing complexity, you need a different perspective to see things clearly.
lekkere recepten vind je op:
www.krijnverwijs.com
SNEL KLAAR
LEKKER
GEZOND
VERANTWOORD
GEZELLIG
Genoeg redenen om jezelf en je vrienden eens te verrassen met mosselen, oesters of kreeft!
VIRTUSNITOR058
Jaarrëunie VVSL 1953Woensdag 23 oktober 2013
Lunch in de Faculty Club Leiden
Inlichtingen: [email protected] of [email protected]
Oproep aan alle VVSL-reünisten Zomer 2014 wordt het 40e lustrum gevierd van de rechtsopvolger van de VVSL: LSV Minerva. Vanzelfsprekend worden ook alle VVSL-
reünisten hier actief bij betrokken. Voor het lustrum willen we het VVSL-archief zo gevarieerd en compleet mogelijk maken. Bent u in het
bezit van foto’s, bescheiden, goederen etc. die van belang kunnen zijn voor het VVSL-archief en wilt u die afstaan? Neemt u dan per e-mail
contact op met Machteld Rogaar-Burlage via [email protected] of Susanne Bins-van Waegeningh via [email protected] .
In de volgende Virtus Nitor zult u een overzicht aantreffen van afleverpunten verdeeld over het land.
25e Lustrum Leidsche Studenten Carroussel VerenigingWaarde ereleden, dragers van het Gouden Hoofdstel en oud-bestuursleden,
Velen van u zal het niet ontgaan zijn: dit jaar bestaat de Leidsche Studenten Carroussel Vereniging 125 jaar! Deze memorabele mijlpaal
laten wij uiteraard niet ongemerkt voorbij gaan. In september organiseren wij een onvergetelijke dag om dit 25e lustrum met u te vieren.
U ontvangt binnenkort een officiële uitnodiging met de exacte datum en tijd. De invulling van de dag houden we nog even geheim, maar
uiteraard zullen paarden een prominente rol spelen. Voor vragen kunt u ons mailen op [email protected].
Wij hopen u allen in september te begroeten!
Met paardengroeten,
Josine van Slingerland
Praeses Carroussel
1814 - 2014 200 jaar L’EsperanceHet lustrumboek van L’Esperance “ Cafe L’Esperance nuchter bekeken”. Een mooi dikgebonden uniek boek vol historie en anekdotes, geïl-
lustreerd met oude foto’s. Schrijf je bijtijds in, want oplage is beperkt. Prijs bij voorinschrijving €18,14 ipv €20,14.
Stuur een mail naar [email protected]
1963 - 2013VVSL jaarreünie
Zaterdag 2 november 2013 te Leiden
Met de organisatie hebben zich belast:
Alet Verschuijl-van Aardenne [email protected]
Anke Schoorel-Eggink [email protected]
Edith Kist Stokhuyzen [email protected]
Henriette Kerdel-Christmann [email protected]
Hildegard Fockema Andreae-de Jongh [email protected]
Tine Flu-Beumer [email protected]
Susanne Bins-van Waegeningh [email protected]
Nog geen aankondiging per mail ontvangen?
Gaarne, desgewenst, mailadres doorgeven via [email protected]
Voor vragen en suggesties zijn allen mailbaar.
\OPROEPEN
“The Journey is the Reward”
16 November 2013
ROTTERDAM SCHOOL OF MANAGEMENTERASMUS UNIVERSITY
Wherever you are at in your career, RSM Executive Education can help you understand and master the complex business challenges which come your way. Our portfolio of short open programmes will provide you with fresh insights and knowledge which you can immediately put to use to develop your leadership skills and business acumen. Programmes run in Rotterdam and Amsterdam, and can also be delivered in-company. For more details on how to boost your career visit www.rsm.nl/open
Selling is buying your company a future
The ‘sell more’ approach no longer aligns with
the customers’ need. Are you willing to question
your traditional value propositions and
working practices? Do you want to deliver real
value for your customer? Then you might consider
the Sales Leadership Diploma Programme.
rsm.nl/sl
Faust Mertens
Business was usual
0278.01.043 Adv Signe Regno 210x148.indd 1 4/25/13 4:30 PM
VIRTUSNITOR060
Om de service exclusief voor reünisten te houden, heeft u voor de eenmalige registratie de onderstaande verificatiecode nodig:
Vaste hoge kortingen!
Snelle levering, op de dag dat het u uitkomt!
Exclusief, alleen omdat u reünist bent!