Stentby zomer 2012

23
Jaargang 7, nummer 2, Zomer 2012 VAN EN VOOR MENSEN MET EEN HART- OF VAATZIEKTE Regio Utrecht / 't Gooi - Erfelijke factoren hart- en vaataandoeningen - Vrouw en hart- en vaataandoeningen - Harttransplantatie; de stand van zaken

description

regiomagazine van De Hart&Vaatgroep Regio Utrecht

Transcript of Stentby zomer 2012

Jaargang 7, nummer 2, Zomer 2012

VAN EN VOOR MENSEN MET EEN HART- OF VAATZIEKTE

Regio Utrecht / 't Gooi

- Erfelijke factoren hart- en vaataandoeningen

- Vrouw en hart- en vaataandoeningen

- Harttransplantatie; de stand van zaken

Inhoudsopgave 3. Van de Voorzitter

5. Zelfmanagement (Henk Te Nuijl)

7. Patiëntenmiddag UMC Utrecht (Frits Berendes)

8. Erfelijke factoren hart- en vaataandoeningen

10.Vrouw en hart- en vaataandoeningen

11.Littekenweefsel gaat hartritmeproblemen tegen

12.Harttransplantatie; stand van zaken

14.Sportadressen beweegorganisaties Utrecht/’t Gooi

17.Ziekenhuisbacteriën; wel te beheersen, niet te voorkomen

19.Ingezonden brief

20.Spataderen (Riet Alaverdy-van der Knijff)

22. Kookrubriek: Risotto

24. Puzzelrubriek: ABC Sudoku (Wil Berendes-Mulders)

26. Agenda en nieuwe leden

27. Colofon

28. Lid worden van De Hart & Vaatgroep

Deze Stentby bevat vooral informatie die tijdens de voorlichtingsmidddag van De Hart&Vaatgroep regio Utrecht/’t Gooi, in samenwerking met het UMC Utrecht, werd gehouden op 14 maart jl. De voordrachten van de drie sprekers van die middag worden in deze Stentby samengevat weergegeven, zodat ook diegenen die niet aanwezig konden zijn, op hoofdlijnen kennis kunnen nemen van deze drie voordrachten.

Henk Te Nuijl, coördinator patiëntenbegeleiding, schrijft in zijn column over de veranderende rol van de patiënt bij de medische behandeling in relatie tot de rol van de zorgverzekeraar en zorgaanbieder. Hij introduceert hier het begrip “zelfmanagement”, de patiënt als regisseur van zijn ziekte.

De redactie hoopt u hiermee weer nuttige en interessante artikelen te hebben aangeboden die wellicht een ondersteuning zijn voor het regisseren van uw eigen ziekte.

De redactie.

De Hart&Vaatgroep 1 Regio Utrecht / ’t Gooi

Van de voorzitter Regio Utrecht/’t Gooi

Frits Berendes

Het is weer gelukt om het zomernummer van de Stentby bij u op de mat te krijgen.

En niet zomaar een nummer, maar een speciale editie, want u treft elders hierin een kort verslag van de afgelopen patiëntenvoorlichtingmiddag en daaropvolgend de bijdragen inzake de presentaties, die de sprekers hebben verzorgd.

In de vorige editie meldde ik, dat de patiëntenvoorlichtingmiddag zeer geslaagd was, edoch, ik was wat voorbarig. Ik had gedacht, dat het voorjaarsnummer van de Stentby bij u na deze middag zou worden bezorgd, maar het was ervoor. Niettemin had ik het toen al bij het rechte einde, zo achteraf is gebleken.

Met grote voldoening terugkijkend op deze middag staan er weer activiteiten op de rol, zoals de kookworkshop op zaterdag 23 juni a.s. in Altrecht lokatie de Boog te Utrecht. U ontvangt daartoe een uitnodiging (als dat al niet is gebeurd), maar wees snel met inschrijven, want de capaciteit is ca. 28 deelnemers.

Andere activiteiten, worden zoals gebruikelijk tijdig bekend gemaakt.

Tja, en dan de op handen zijnde bezuinigingen. Daar wordt men niet vrolijk van. Eigen risico bij de zorgverzekeraar omhoog naar € 350,= per jaar, terwijl het basispakket verder wordt beperkt, en een eigen bijdrage van € 7,50 per ligdag in een zorginstelling. En ongetwijfeld komt er nog meer aan, maar, gelet op de uitwerkingen betreffende het “lenteakkoord” is daar nog onzekerheid over.

Van harte hoop ik dat, ondanks alle financieel-maatschappelijke ellende, velen van u dit jaar toch van een hele fijne en zonnige vakantie kunnen genieten, en voor zover u gaat reizen wens ik u in ieder geval een behouden thuiskomst.

Ik wens u, zoals gebruikelijk, veel en nuttig leesplezier toe!

De Hart&Vaatgroep 3 Regio Utrecht / ’t Gooi

Van de coördinator patiëntenbegeleiding Henk te Nuijl

Zelfmanagement

Enige nummers terug heb ik u er op gewezen dat het begrip “zelfmanagement” een steeds grotere rol in de gezondheidszorg gaat geven. Niet alleen bezien uit patientperpectief maar ook als kwaliteitsnorm, gesteld door overheid en zorgverzekeraars. De rode draad is: hoe gaat de patiënt met de regie om en hoe anticiperen de zorgverleners hierop. Er zijn patiënten die zeer goed geïnformeerd zijn over hun aandoening en zeggenschap willen hebben over hun behandeling. Daar er tegen zijn er ook patiënten die geen enkele behoefte hebben aan zelfregie en zich geheel overlaten aan het oordeel van de behandelaar. En daar is in principe niets op tegen. Echter, de maatschappelijk ontwikkeling is zodanig dat de patiënt mondiger is geworden, en mede door zijn betere informatie, wil hij ook over zijn behandeling meebeslissen. Voor de zorgverleners gaat de benadering van de patiënt zeer zeker veranderen. Met de “volgzame” patiënten zullen zij geen moeite hebben, maar met de “resultaat en kwaliteitsgerichte”patiënt zullen sommigen toch een omslag moeten maken. Zoals ik eerder heb gesteld zullen de jongere zorgverleners hier makkelijker mee kunnen omgaan(mede door aandacht hiervoor in hun opleiding) dan de oudere generatie. Wat zeker is dat binnen enkele jaren het zelfmanagement volkomen door de zorgverleners geaccepteerd zal zijn. Uit het Clientenberaad van het St.Antonius Ziekenhuis is een werkgroep geformeerd die alle facetten van het zelfmanagement gestalte heeft gegeven in een workshop. De vormgeving hiervan zal in mei-juni gepresenteerd worden aan de Raad van Bestuur. Deze zal hierop een reactie geven. Hopelijk wordt de reactie zodanig dat het zelfmanagement toegepast gaat worden door alle zorgverleners in het ziekenhuis. Dat dit stapsgewijs zal gebeuren is begrijpelijk, wel zullen de vertegenwoordigers van de Hart&Vaatgroep in het Clientenberaad de snelheid van het proces in de gaten houden. Voor u geldt: laat deze zomer uw gedachte eens gaan hoe u zich zou willen opstellen in de spreekkamer. Ik wens u veel wijsheid en een mooie zomer toe!

De Hart&Vaatgroep 5 Regio Utrecht / ’t Gooi

Kort verslag van de patiëntenvoorlichtingmiddag in het Universitair Medisch Centrum Utrecht op 14 maart 2012

In december 2011 bezochten Henk te Nuijl en ondergetekende onze medisch adviseur Dr. M. J. M. Cramer om met hem de jaarlijkse patiëntenvoorlichting-middag te organiseren. Een hele aparte ervaring is dat elke keer weer! Bij wijze van spreken: in een oogwenk heeft Dr. Cramer naar aanleiding van onze wensen de organisatie rond. Daarna kennismaking met de sprekers (onthaald op gebak!) om de laatste puntjes op de i te zetten. Spannend is altijd hoeveel personen er zullen deelnemen op zo’n middag. Welnu, ditmaal waren we met ca. 85 personen en de locatie was de gele collegezaal. Werkelijk ideaal te noemen, want de zaal zat “vol”. Ook was de geluidsvoorziening voortreffelijk te noemen. En dan de presentaties. Actueel en inhoudelijk zeer goed verzorgd. Iedere keer moet ik mijn bewondering uitspreken voor het enthousiasme en de gedrevenheid, waarmee de sprekers voor het voetlicht treden en iedere keer verbaas ik mij hoe snel ontwikkelingen plaatsvinden op het gebied van diagnostiek en behandeling van hart- en vaatziekten.

Aan het einde van dag bedankt de voorzitter van de Hart&Vaatgroep, Frits Berendes, de medisch adviseur Dr. Cramer van het UMC voor zijn bijdrage aan de geslaagde voorlichtingsmiddag.

De middag is vlekkeloos verlopen en er was een goede interactie tussen de toehoorders en de sprekers. Na afloop werd nog een hapje en een drankje geserveerd en voor ons als regiobestuur is dat een goede gelegenheid om nog even te netwerken. Aangenaam verrast was ik, dat een deelnemer (ook lid van de vereniging) aan mij een attentie voor het bestuur kwam aanbieden, omdat wij volgens haar heel veel moeite doen om deze middag steeds maar weer te organiseren. Nogmaals hartelijk dank!!

Rest mij u nu uit te nodigen om de verslaglegging van de presentaties te lezen.

Frits Berendes.

De Hart&Vaatgroep 7 Regio Utrecht / ’t Gooi

Erfelijke factoren hart- en vaataandoeningen

Dr. Folkert Asselbergs

Cardioloog UMC Utrecht

Dr. Asselbergs begint zijn presentatie met een uiteenzetting van de factoren die bepalend zijn voor het functioneren van het menselijk lichaam. Ons lichaam bestaat uit miljarden cellen. In de kern van deze cellen zitten chromosomen die bestaan uit DNA (desoxyribonucleïnezuur). Zij bevatten alle erfelijke eigenschappen van de ruim 30.000 genen en fungeren dus als drager van erfelijke informatie. Alle erfelijke eigenschappen staan op het DNA en dat zit in iedere cel van het lichaam; dus een cel uit je grote teen bevat ook informatie over de kleur van je ogen! Bij een erfelijk hoog cholesterol, bevat één van de genen een “foutje” ofwel een mutatie. Elk kind heeft daardoor 50% kans om deze mutatie te erven.

Voorbeeld van een gedeelte van het DNA, dat uit ruim 30.000 genen bestaat. Deze genen bevatten de erfelijke eigenschappendie aan volgende generaties worden doorgegeven. Als een van de afgebeelde genen een mutatie (foutje) bevat, is er 50% kans dat deze erfelijke eigenschap aan het nageslacht wordt doorgegeven.

Dilaterende cardiomyopathie Dilaterende cardiomyopathie (DCM) is een hartspierziekte waarbij de linker hartkamer verwijd is en niet meer goed in staat om het bloed rond te pompen (dilateren= verwijden, cardio = hart, myo = spier, pathie = ziekte).Bij een aantal mensen met een verwijde hartspier kunnen we een duidelijke oorzaak aanwijzen, bijvoorbeeld overmatig alcoholgebruik, bijwerking van medicijnen of een infectie van het hart. In de meeste gevallen is er echter geen duidelijke oorzaak aanwijsbaar.

Ziektegedrag: klachten, overleving, leeftijd DCM kan leiden tot hartfalen, doordat de pompfunctie van het hart achteruit gaat en sommige lichaamsdelen te weinig bloed krijgen. Dit kan klachten zoals kortademigheid en het vasthouden van vocht veroorzaken. Mensen die lijden aan DCM hebben hier in verschillende mate last van. Na het vaststellen van deze ziekte overlijdt bijna 50% van alle patiënten binnen 5 jaar.

De Hart&Vaatgroep 8 Regio Utrecht / ’t Gooi

Een aantal van de patiënten met de ernstige vorm van de ziekte kan soms een harttransplantatie krijgen. De leeftijd waarop DCM ontstaat verschilt ook sterk. Sommigen mensen krijgen al op jonge leeftijd (18-30 jaar) klachten, maar bij de meeste patiënten openbaart de ziekte zich echter pas op veel latere leeftijd, tussen de 50-70 jaar.Dit uiteenlopende gedrag van de ziekte m.b.t. ernst en leeftijd blijkt in de praktijk lastig voorspelbaar en vormt dan ook vaak een raadsel voor artsen en wetenschappers. We zouden deze ziekte graag beter willen leren begrijpen om haar beter te kunnen behandelen en beter te voorspellen per patiënt hoe het beloop zal zijn. Ondanks dat we meestal niet exact weten hoe deze ziekte ontstaat, weten we door het vaker vóórkomen van deze ziekte in bepaalde families dat erfelijke factoren een belangrijke rol kunnen spelen. Het Universitair Medisch Centrum Utrecht zal onder leiding van cardioloog dr. Folkert W. Asselbergs binnenkort starten met een nieuw wetenschappelijk onderzoek naar de onderliggende ziektemechanismen die verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van DCM door het erfelijk materiaal van patiënten te onderzoeken.

DNA: de opslagplaats van het erfelijk materiaal De cellen van het lichaam bevatten in het midden van de cel, de celkern, het erfelijk materiaal (DNA). Op het DNA liggen de genen die specifieke eigenschappen van een individu bepalen. Verandering in de samenstelling van dit DNA, zogenaamde mutaties genoemd, kunnen leiden tot het optreden van erfelijke ziekten. De afgelopen jaren zijn er veel mutaties gevonden die verantwoordelijk zijn voor erfelijke hartspierziekten. Hierdoor hebben we veel geleerd over de onderliggende mechanismen en genen die een rol spelen bij patiënten met een gedilateerde cardiomyopathie. Desondanks wordt slechts in 30-50% van de patienten met deze aandoening een erfelijke oorzaak gevonden en is aanvullend genetisch onderzoek noodzakelijk om deze ziekte verder in kaart te brengen.

Wetenschappelijk onderzoek Universitair Medisch Centrum Utrecht De afdeling Cardiogenetica van het Universitair Medisch Centrum Utrecht zal het DNA onderzoeken van patiënten met een DCM om nieuwe genen te identificeren die verantwoordelijk zijn voor het optreden van deze ernstige ziekte. Vervolgens zullen we de rol van deze genen in het ontstaan van de ziekte nader onderzoeken door middel van experimenteel onderzoek. Het identificeren van nieuwe genen zal ons een verbeterd inzicht geven in het ontstaansmechanisme van DCM en hopelijk een verklaring geven waarom sommige patiënten zulke ernstige klachten krijgen bij deze ziekte en anderen niet. Dit inzicht zal ons helpen nieuwe strategieën en therapieën te ontwikkelen om DCM te voorkomen en/of beter te behandelen.

De Hart&Vaatgroep 9 Regio Utrecht / ’t Gooi

Vrouw en hart-&vaataandoeningen (Manon van der Meer)

Hart- en vaatziekten worden vaak door zowel artsen als patiënten gezien als een echte mannen-kwaal. Dit is niet juist: hart- en vaatziekten zijn de nummer 1 doodsoorzaak van vrouwen met 58 sterfgevallen per dag. Bewustwording bij artsen en vrouwen is dus noodzakelijk. Om dit te realiseren zijn er wereldwijd campagnes gestart. In ons eigen land is dit de campagne “we hebben je hart nodig” van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten Hieronder volgen een aantal feiten over hart- en vaatziekten bij vrouwen. Vrouwen krijgen gemiddeld 10 jaar later hart- en vaatziekten dan mannen. Dit is een gevolg van de beschermende werking van hormonen. Dit betekent dat vrouwen die vervroegd in de overgang (menopauze) komen dit voordeel niet hebben. Kortom, vrouwen die op jongere leeftijd in de overgang komen, hebben dus op jongere leeftijd een risico op hart- en vaatziekten. Na de overgang stijgt de bloeddruk bij vrouwen en stijgt het “slechte” cholesterol (het LDL cholesterol). Het is daarom belangrijk het cholesterol en de bloeddruk na de overgang te laten controleren, ook als het voorheen goed was.

Ander klachtenpatroon dan mannen Ten tweede presenteren vrouwen zich vaker met atypische klachten dan mannen. Het schoolvoorbeeld van de patiënt met drukkende pijn op de borst met uitstraling naar de linkerarm gaat bij vrouwen zeker niet altijd op. Hierdoor is het soms zowel voor de arts als voor de patiënt moeilijk om de klachten aan het hart te linken. Neem klachten daarom serieus en niet, zoals helaas te vaak gebeurd, alles aan de overgang te wijten.

Vrouwen vaak meer verspreide vernauwingen Vervolgens is het belangrijk om te realiseren dat een verhoogde bloeddruk (of zwangerschapsvergiftiging) en suikerziekte tijdens de zwangerschap een verhoogd risico geven op een verhoogde bloeddruk en suikerziekte op latere leeftijd. Tot slot speelt ook nog mee dat mannen en vrouwen niet altijd dezelfde vorm van aderverkalking hebben. Mannen hebben vaker een locale ernstige vernauwing (of zelfs afsluiting) van een kransslagader. Vrouwen hebben vaak meer verspreide afwijkingen in de kleinere bloedvaatjes en kunnen soms alleen

De Hart&Vaatgroep 10 Regio Utrecht / ’t Gooi

met medicatie worden behandeld in plaats van met bijvoorbeeld een dotter procedure.

Hoger risico dan mannen Het hebben van enkele bekende risicofactoren geeft bij vrouwen een hoger risico op hart- en vaatziekten dan bij mannen. Rokende vrouwen verliezen bijvoorbeeld meer gezonde jaren doordat zij veel eerder hun eerste hart- of vaatziekte ontwikkelen dan niet rokende vrouwen (bij mannen is dit verschil kleiner). Maar ook een hoog cholesterol, een hoge bloeddruk en suikerziekte geven bij vrouwen een hoger risico op hart- en vaatziekten dan bij mannen. Probeer daarom deze risicofactoren zo goed mogelijk te behandelen!

Littekenweefsel gaat ritmeproblemen tegen

MAASTRICHT –Het combineren van twee beproefde technieken voor de behandeling van atriumfibrilleren, een veel voorkomende hartritmestoornis, blijkt het Ei van Columbus. Het universiteits-ziekenhuis van Maastricht zegt er goede resultaten mee te boeken.

,,Negentig procent van de patiënten bij wie de procedure is toegepast, is na een jaar vrij van ritmestoornissen én van medicatie.” Het Limburgse ziekenhuis zegt bovendien ,,wereldwijd koploper” te zijn op het gebied van deze gecombineerde behandeltechniek, die ‘hybride AF-ablatie’ heet, waarbij de afkorting AF voor atrium-fibrilleren staat. Bij de techniek werken cardioloog en chirurg nauw samen. De meest gangbare invasieve techniek om atrium- of boezemfibrilleren te behandelen, is ablatie, dat is het aanbrengen van littekenweefsel in het hart op de plaats waar de ritmestoornis ontstaat. Littekenweefsel geleidt namelijk geen elektrische prikkels, zodat de hartritmestoornis, die immers wordt opgewekt door (verkeerde) elektrische prikkels, stopt. Bij de techniek wordt een katheter via een ader in de lies tot in het hart geschoven, om daar aan de binnenkant van het hart door verhitting (of bevriezing) littekenweefsel te veroorzaken. Nadeel is dat dit littekenweefsel niet altijd volledig door de hartwand heen gaat. Dit is vereist om elektrische prikkels te kunnen tegenhouden. De ‘Maastricht’-methode behelst daarom een procedure waarbij een tweede behandelaar, een chirurg, het hart van de buitenkant benadert om ook aan de buitenkant van de hartboezem littekenweefsel aan te brengen. Dit resulteert in permanent littekenweefsel dat volledig door de hartwand gaat. Cardioloog-elektrofysioloog dr. Laurent Pison: “Je moet in feite door het weefsel heen behandelen om de verkeerde prikkels optimaal te isoleren.”

De Hart&Vaatgroep 11 Regio Utrecht / ’t Gooi

Harttransplantatie in Nederland; de stand van zaken.

Door Dr. Nicolaas de Jonge,

Afdeling Hartfalen en Harttransplantatie UMC Utrecht

Dr. De Jonge geeft een diapresentatie over de ontwikkeling van de harttransplantaties wereldwijd; de ontwikkeling ervan in Nederland in het algemeen en die van het UMC Utrecht in het bijzonder. In de voordracht wordt ook stil gestaan bij het spanningsveld tussen de vraag naar een donorhart en de beschikbaarheid ervan. Dit spanningsveld komt tot uitdrukking in de gemiddelde wachttijd voor een donorhart. Omdat de vraag en het aanbod van donorharten niet op elkaar zijn afgestemd, worden inspanningen gedaan om het aanbod van donorharten te vergroten (beperkt mogelijk in verband met de huidige wetgeving); en de vraag naar harttransplantaties met een donorhart te verkleinen. Hierdoor wordt de gemiddelde wachttijd voor het ontvangen van een donorhart verminderd. Als gevolg van de beperkte beschikbaarheid van donorharten vraagt dr. De Jonge zich af of hier niet een taak is weggelegd voor de Hart&Vaatgroep. Uit de presentatie wordt hierna een korte samenvatting gegeven over de feiten, problemen en oplossingen in verband met harttransplantaties van donorharten. Geschiedenis 1905 eerste uitwendige harttransplantatie van een donorhart in de hond 1954 eerste niertransplantatie bij honden (overleving 21 dagen) 1963 eerste longtransplantatie in de mens 1967 eerste harttransplantatie in de mens 1984 eerste harttransplantatie van donorhart (HTx) in Rotterdam 1985 eerste harttransplantatie donorhart (HTx) UMC Utrecht 2009 aantal harttransplantaties met donorhart (HTx) wereldwijd 3.742 2011 aantal harttransplantaties in Nederland met donorhart (HTx) 45

De gemiddelde wachttijd voor het ontvangen van een donorhart in het UMC Utrecht: gemiddeld 550 dagen (2011)

Gemiddelde leeftijd hartdonoren (The International Society for Heart & Lung Transplantatieon, ISHLT): 34 jaar. Gemiddelde leeftijd hartdonoren in UMC Utrecht: 48 jaar.

De Hart&Vaatgroep 12 Regio Utrecht / ’t Gooi

In de grafiek wordt het spanningsveld duidelijk tussen de vraag naar donorharten (ontvangers) en het aanbod van donorharten (aantal donoren). Het snijpunt van beide lijnen, het evenwichtspunt, is de gemiddelde wachttijd op een donorhart.

Het aanbod kan niet op korte termijn worden vergroot. In Nederland geldt het positieve stelsel, dat inhoudt dat mensen die een orgaan voor transplantatie-doeleinden beschikbaar willen stellen, dit expliciet (registratie), kenbaar moeten maken. Het vergroten van het aanbod zal dus op korte termijn geen soelaas bieden. De vraag naar harttransplantatie (HTx) kan wel worden beïnvloed als gevolg van de stand van de wetenschap. De vraag kan worden verkleind door:

• Het toepassen van leefregels (dieet) • Het optimaliseren van de medicatie • Toepassen van recynchronisatietherapie/ICD • Uitvoeren van de klassieke chirurgie

Ondanks het toepassen van maatregelen die de vraag naar harttransplantaties verkleinen, blijft transplantatie nodig in situaties waarbij:

• het eindstadium van hartfalen is bereikt (oedeemvorming, moeheid, benauwdheid, slechte eetlust, beperkte weerstand)

• in situaties van frequente ziekenhuisopnamen • de patiënt aan huis gebonden is • de inspanningsmogelijkheden van de patiënt sterk beperkt zijn • geen andere interventiemogelijkheden voorhanden zijn • de verwachting aanwezig is, dat er een aanzienlijke winst te behalen is in

de duur en de kwaliteit van leven.

Waar zal het eindigen?

donorenontvangersaantal

Jaren vanaf nu

De Hart&Vaatgroep 13 Regio Utrecht / ’t Gooi

Bew

eego

rgan

isatie

s reg

io U

trec

ht ‘t

Goo

i

Plaa

ts

Naa

m o

rgan

isatie

T

elef

oon-

num

mer

N

aam

acc

omm

odat

ie

Bew

eeg-

aaan

bod

Am

ersf

oort

Fysi

o A

mer

sfoo

rt 03

3-48

0094

2 Fy

sio

Am

ersf

oort

1

Am

ersf

oort

SRO

spor

tfond

senb

ad

033-

4634

214

Spor

tfond

senb

ad

Bis

scho

psw

eg 1

75

9

Bilt

hove

n N

ordi

c W

alki

ng B

iltho

ven

06 6

4146

6376

La

ndgo

ed B

eers

chot

en D

e B

ilt

5, 7

Bre

ukel

en

Spor

t-en

spel

groe

p B

reuk

elen

03

46-2

5050

73

Spor

thal

Bre

ukel

en

2, 3

, 4, 5

, 6

De

Bilt

H

art-

en v

aatb

ewee

ggro

ep

Spor

tver

enig

ing

Irene

03

0-28

9044

3 Sp

orth

al K

ees B

oeke

laan

18

2, 3

Doo

rn

Prak

tijk

voor

Fys

ioth

erap

ie

Stol

tenk

amp

0343

-415

890

Prak

tijk

voor

Fys

ioth

erap

ie

Stol

tenk

amp

1, 9

, 11,

12

Drie

berg

en-

Rijs

enbu

rg

Spor

tver

enig

ing

Spiri

t Sp

ortv

eren

igin

g Sp

irit

0343

-518

069

0343

-514

789

Hea

lthce

nter

Hoe

nder

daal

W

ande

len

Ber

gse

boss

en

2, 3

6

H

oute

n Fy

siop

rakt

ijk D

e M

olen

03

0-63

7828

3 Fy

siot

hera

piep

rakt

ijk D

e M

olen

1,

2

Hui

zen

Stic

htin

g Lo

kaal

Wel

zijn

03

5-52

6490

3 Sp

orth

al D

e B

aat

2, 4

IJss

elst

ein

Har

ttrim

club

ZW

U "

Har

d(t)

tege

n H

art"

03

0-69

9253

0 D

e B

aanb

reke

r/De

Wen

teltr

ap

2, 3

, 10

Maa

rn

Prak

tijk

voor

Fys

ioth

erap

ie

0343

-441

690

Gez

ondh

eids

-cen

trum

M

aarn

1,

2, 5

, 6

Maa

rsse

n D

e pr

aktij

k 03

46-5

7069

1 D

e pr

aktij

k Em

maw

eg 2

2 1

Nie

uweg

ein

Stic

htin

g A

quar

ijn

030-

6080

022

Zwem

bad

Mer

wes

teijn

9

De Hart&Vaatgroep 14 Regio Utrecht / ’t Gooi

Nie

uweg

ein

Spor

t en

Spel

groe

p N

ieuw

egei

n 03

43-7

5541

0 D

inth

ersc

hans

32

2

Sche

rpen

zeel

G

ymve

reni

ging

DO

TO

G

ymna

stie

kver

enig

ing

DO

TO

2

Soes

t A

.G.V

. de

Sprin

gbok

ken

035

- 601

2124

Sp

leas

ure

Cen

trum

2,

4

Utre

cht

Har

ttrim

vere

nigi

ng M

HA

M

030-

2439

976

Gym

zaal

Joha

n

Wag

enaa

rkad

e 35

2

Utre

cht

Fysi

othe

rapi

e Ta

mm

inga

/SM

C M

edic

ort

030-

2448

447

Fysi

opra

ktijk

Tam

min

ga

1, 2

Utre

cht,

Ove

rvec

ht

Spel

- Ont

span

ning

en

Bew

egin

g (S

OB

) '87

03

0-65

6392

2 Sp

ortc

entru

m O

verv

echt

B

eiro

etdr

eef 3

2,

3

Utre

cht,

Uith

of

Har

ttrim

groe

p A

ZU-H

IS

030-

2290

626

De

Uith

of, A

ZU

2, 3

, 9

Vin

keve

en,W

ilnis

"De

Ron

de V

enen

" 02

97-2

6100

0 W

illes

tee

2

Vle

uten

-de

Mee

rn

"Har

t Voo

ruit"

03

0-66

2118

6 Sp

orth

al F

letio

mar

e,

Spor

tzaa

l Ten

Vel

dest

raat

2,

3, 8

Wijk

bij

Duu

rste

de

Prak

tijk

voor

Fys

ioth

erap

ie

Weu

stin

k 03

43-5

7185

7 Pr

aktij

k vo

or F

ysio

ther

apie

W

eust

ink

1

Woe

rden

Fy

siot

hera

peut

en M

aats

chap

W

oerd

en

0348

-427

250

Gym

zaal

Hee

msk

erkl

aan

1

Zeis

t Zw

emba

d D

ijnse

lbur

g 03

0-69

9000

6 B

adm

. Sch

enkp

ad

9

Ver

klar

ing

van

het b

ewee

gaan

bod

1= fi

tnes

s; 2

= sp

ort e

n sp

el; 3

= vo

lleyb

al; 4

= be

weg

en o

p m

uzie

k; 5

= sp

ort i

n bu

itenl

ucht

; 6=

spor

tief w

ande

len;

7=

nord

ic w

alki

ng; 8

= fie

tsen

; 9=

zwem

men

; 10=

bad

min

ton;

11

= co

pd-b

egel

eidi

ng; 1

2= h

artre

valid

atie

.

De Hart&Vaatgroep 15 Regio Utrecht / ’t Gooi

Ziekenhuisbacteriën; wel te beheersen, niet te voorkomen.

(Uit: Dialoog 3 (2011) Uitgave van het Diakonessenziekenhuis Utrecht, Zeist, Doorn).

De laatste tijd zijn ziekenhuisbacteriën regelmatig in het nieuws. Deze bacteriën worden gekenmerkt door ongevoeligheid voor bepaalde antibiotica of beschikken over bijzondere ziekte veroorzakende eigenschappen. Patiënten die in zieken-huizen worden opgenomen, brengen onvermijdelijk bacteriën en virussen in het ziekenhuis. De aanwezigheid en de overdracht van deze micro-organismen van de ene op de andere mens is niet volledig te voorkomen. Sommige ziekenhuis-bacteriën vormen, ook buiten het ziekenhuis, een groeiend probleem.

Opsporen van ziekenhuisbacteriën In het ziekenhuis houdt de arts-microbioloog zich bezig met de opsporing, diagnose en behandeling van aandoeningen die veroorzaakt worden door bacteriën, virussen, parasieten en schimmels. In het laboratorium worden lichaamsmaterialen van patiënten van wie men vermoedt dat ze een infectie hebben, onderzocht en geanalyseerd. Wanneer is gebleken dat een patiënt een infectie met een ziekenhuisbacterie heeft, kan een antibioticum ingezet worden. Omdat ziekenhuisbacteriën ongevoelig zijn voor de meeste antibiotica, stelt de arts-microbioloog met laboratoriumonderzoek vast voor welk middel de bacterie wél gevoelig is.

Voorkomen van verspreiding De aanwezigheid van bacteriën in een ziekenhuis is moeilijk te vermijden, hier komen immers zieke mensen. Wel kan het ziekenhuis verspreiding tegen gaan. Ziekenhuismedewerkers werken volgens de infectiepreventieprotocollen die landelijk zijn vastgesteld door de Werkgroep Infectie Preventie (WIP). De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ziet toe op de naleving van deze protocollen. Het is belangrijk dat iedereen zich elk moment bewust is en alert om verspreiding van bacteriën te voorkomen.

Als er toch infectie ontstaat Zodra een ziekenhuisbacterie bij een patiënt wordt ontdekt, wordt deze patiënt meteen geïsoleerd. Dit om verdere verspreiding in het ziekenhuis te voorkomen. Zonodig worden ook personeel en bijvoorbeeld zaalgenoten van de patiënt gecontroleerd op de aanwezigheid van de betreffende bacterie.

Waakzaamheid is belangrijk!

De Hart&Vaatgroep 17 Regio Utrecht / ’t Gooi

Ingezonden brief van een meneer uit Bilthoven.

In de uitgave van uw tijdschrift Lente 2012 staat op pagina 10 en 11 een artikel van Prof.dr. Frank Visseren over de resultaten van het SMART onderzoek, waaraan ik ook heb deelgenomen. Aan het einde van deze publicatie staat een formule waarmee het risico op een (volgend) hartprobleem op 10 jaars periode per individu berekend kan worden. Daar heb ik eens naar gekeken, maar ik moest vaststellen, dat ik niet over de specifieke gegevens beschik om dit te doen. Zou u kunnen bevorderen, dat elke deelnemer aan dit SMART-onderzoek het aanbod krijgt om de uitkomst van deze formule te ontvangen? Mensen die het niet willen weten, kunnen gewoon nee zeggen op dit aanbod. Bij voorbaat dank voor uw aandacht voor deze vraag

De definitie luidde als volgt:

Geachte heer , Uw vraag heeft betrekking op de formule die op bladzijde 11 van het lentenummer van de Stentby staat afgebeeld; de zo genoemde SMART risk-score. Deze formule is aan het einde van de presentatie door Prof. dr. Visseren gepresenteerd als resultaat van het SMART onderzoek. Hiertoe zijn alle variabelen die werden verkregen van de circa 10.000 deelnemers verzameld en geanalyseerd, hetgeen heeft geleid tot deze 10-jaar cardiovasculaire risicoscore. U vraagt in uw brief dat de redactie van de Stentby zou willen bevorderen, dat elke deelnemer aan dit onderzoek het aanbod krijgt om de uitkomst van deze formule te ontvangen indien hij/zij dit wenst. De redactie van de Stentby wijst er op, dat de uitkomst van deze definitie een statistische kans betreft, gebaseerd op de wet van de grote aantallen en waarvan de uitkomst voor het individu dus niet/minder relevant is. Voor een uitspraak over de uitkomst van deze formule moet dan voor het individu met een bepaalde (ruime) bandbreedte rekening gehouden worden, waarmee uw nieuwsgierigheid toch weer niet bevredigend beantwoord kan worden. Nietemin zal de redactie van de Stentby deze vraag voorleggen aan prof. dr. Visseren van het UMC Utrecht voor een reactie.

De Hart&Vaatgroep 19 Regio Utrecht / ’t Gooi

Spataderen en behandeltechnieken waaronder de nieuwe Clarivein Door: Riet Alaverdy-van der Knijff

Spataderen ofwel varix zijn bloedvaten op de benen die uitermate kronkelend en uitgezet zijn. Duidelijk zichtbare blauwe en verdikte of voelbare kronkelige aderen, die zich doorgaans aan de (onder)benen ontwikkelen maar ook elders in het lichaam kunnen ontstaan. Naast klachten als een moe en zwaar gevoel in de benen, jeuk, tintelingen, nachtelijke kuitkrampen, in bed rusteloze benen, huidafwijkingen en vocht rond de enkels, geen fraai gezicht dus. De ergste klacht is een infectie die kan leiden tot een open been. Eén op de vier volwassenen blijkt een vorm van spataderen te hebben die met de leeftijd gestaag toeneemt. Vrouwen hebben er twee- tot driemaal vaker last van dan mannen.

Het aderenstelsel Het aderenstelsel bestaat uit het oppervlakkige en het diepe systeem. Het oppervlakkige systeem, dat uit veel kleine adertjes bestaat, voert via verbindings-aderen het bloed uit huid en onderhuidsweefsel door de spiermassa heen af naar het dieperliggende systeem. Deze dieperliggende aderen verzorgen het grootste deel van de afvoer van het bloed vanuit de benen. Aderen hebben een andere functie dan slagaderen. De aderwand is ook dunner dan die van slagaderen. Slagaderen bevatten geen kleppen maar aderen wel. Bij lopen bijv. wordt het bloed in de aderen door de klepwerking naar boven geduwd, richting hart. Bij ontspanning van de spieren ontspannen zich ook de aderen en wordt het bloed vanuit het oppervlakkige systeem naar het diepe systeem gezogen. In stilstaande positie zijn de kleppen in de aderen geopend. Wanneer de aderen uitgezet of verwijd zijn kunnen de kleppen niet goed sluiten, gaan lekken en stroomt het bloed weer terug.

Oorzaken van spataderen Waarschijnlijk zorgen afwijkingen in de binnenbekleding van de vaatwand voor een verwijding van de aderen. Enkele factoren voor het ontstaan van spataderen:

a. Erfelijke aanleg door aangeboren zwakte van het steunweefsel b. Zwangerschap, zowel door hormonale invloeden als door beperking van

de terugstroom van het bloed naar het hart door druk van de groeiende baarmoeder

c. Hormonale factoren lijken aanwezig d. Staand beroep, een trombosebeen, operaties aan het been en ongevallen e. Afwezigheid van kleppen in de aderen (aangeboren oorzaak).

Diagnose Voor het stellen van een diagnose bestaan verschillende onderzoeks-mogelijkheden. Allereerst wordt lichamelijk onderzoek toegepast, waarbij gelet wordt op zichtbare verschijnselen van het niet goed functioneren van het ader-

De Hart&Vaatgroep 20 Regio Utrecht / ’t Gooi

systeem. Vervolgens kan onderzoek plaatsvinden via een dopplerapparaat dat door een geluidssignaal informatie geeft over de bloeddoorstroming en de terugstroom, maar nauwelijks over bepaalde anatomische verhoudingen, zoals die in de knieholte, en niet over het functioneren van het diepe systeem. Duplexonderzoek, een combinatie van doppleronderzoek en echografie, geeft de meeste informatie over het functioneren van het aderlijk systeem, zoals de ligging van de bloedvaten, de mate waarin de kleppen al dan niet functioneren, een eventuele verstopping in de aderen, en w.b. het dieperliggende systeem de door-gankelijkheid ervan en het weer terugstromen van het bloed. Er hoeft niet te worden geprikt of gesneden en er is geen risico op stolselvorming of stralen-belasting. Flebografie (een röntgenfoto met gebruik van contrastvloeistof) lijkt nauwkeuriger voor het in beeld brengen van de bekkenaderen.

Behandelingen, waaronder de nieuwe methode Clarivein Als samen met de arts besloten wordt tot behandeling zal de arts een behandelplan opstellen dat uiteraard gerelateerd is aan de bevindingen. Zo kunnen de grote stamaderen niet los gezien worden van de aderen die met deze stamaderen verbonden zijn (zijtakken, verbindingsaderen). Zij kunnen alle aangetast zijn maar het is ook mogelijk dat alleen de stamader ziek is. Of dat spataderen alleen in de zijtakken voorkomen. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk, zoals compressietherapie (drukverbanden of therapeutische elastische kousen), maar ook crossectomie (strippen), endoveneuze technieken (verschrompeling door verhitting van de aderwand, lasertherapie en inspuiting met schuim). In het gratis bij De Hart&Vaatgroep opvraagbare boekje Spataderen zijn deze en andere technieken beschreven. Wie de recente Landelijke Vaatdag van De Hart&Vaatgroep heeft bijgewoond is ongetwijfeld onder de indruk geraakt van de lezing van Prof.Dr. H.C.A. Wittens over de nieuwste behandelmethode voor spataderen, Clarivein genaamd. Dit is een zo goed als pijnloze behandeling, waarbij de spatader aangeprikt wordt en via een katheter sclerosans langzaam wordt toegediend. Deze methode heeft niet de nadelen van bovengenoemde endoveneuze technieken, zoals noodzaak voor verdoving, risico op warmteletsel en post-operatieve pijn. Het is een poliklinisch en in horizontale positie toegepaste snelle en comfortabele ingreep, zonder verhitting en zonder verdoving, met een totale duur van 14 minuten. De patient is direct daarna weer mobiel, in principe kan hij/zij onmiddellijk weer aan het werk. De eerste 48 uur dient een steunkous te worden gedragen, daarna gedurende twee weken alleen overdag.

Tenslotte.... Het verdient aanbeveling onderzoeken en behandelingen als bovenbeschreven alleen te laten toepassen in ziekenhuizen en behandelcentra die hier ervaring mee hebben. Het Vaatkeurmerk is hiervoor een garantie. Meer informatie daarover kunt u vinden op www.dehartenvaatgroep.nl.

De Hart&Vaatgroep 21 Regio Utrecht / ’t Gooi

Risotto met paddenstoelen. (natriumarm, cholesterolarm)

Ingrediënten voor 6 personen als lunchgerecht:

• 1 liter natrium arme bouillon (zie kookboek en/of www.smakelijketenzonderzout.nl)

• 3 fijngehakte sjalotten/ui • ½ struik bleekselderij • zwarte peper uit de molen • (evt. 2 tenen knoflook) • 400 gram risotto rijst • 1 dl. droge witte wijn • 70 gram dieetmargarine • 250 gram (gedroogde) (bos) paddenstoelen (1 soort of combinatie) • 3 eetlepels olijfolie • 50 gram geraspte natriumarme kaas • 1 takje tijm • gehakte peterselie • snufje chilipoeder • druppels truffelolie

De Hart&Vaatgroep 22 Regio Utrecht / ’t Gooi

Bereiding

Voor een goede risotto moet je er met je neus bovenop staan en er ongeveer 17 minuten alle aandacht aan besteden.

Verhit de bouillon. Verhit in een andere pan de olijfolie en laat de sjalot en selderij ongeveer 3 minuten zweten. (evt.: Voeg de knoflook toe) Wanneer de groenten zacht zijn, de rijst toevoegen. Zet het vuur nu hoog. Terwijl je langzaam roert gaat de rijst bakken. De rijst mag absoluut niet gaan kleuren! Als de temperatuur te hoog lijkt zet je het vuur gewoon wat lager. Je moet de rijst voortdurend in beweging houden. Na 2 of 3 minuten worden de korrels glazig, terwijl ze alle aroma's uit de pan in zich opnemen. Het kan zijn dat de rijst nu gaat knetteren, dat mag! Giet er, ondertussen doorroerend, de wijn bij. Alles zal gaan sputteren terwijl alle scherpte van de alcohol verdampt en de smaakstoffen in de rijst dringen. Wanneer de wijn lijkt te zijn opgenomen voeg je de eerste lepel hete natriumarme bouillon toe. Temper het vuur zó dat de rijst lekker suddert (je wilt de rijst niet als een gek laten koken, dan worden de korrels aan de buitenkant gaar en luchtig maar van binnen rauw). Blijf de bouillon bij de rijst lepelen, continu roerend. Wacht tot de bouillon is geabsorbeerd voordat je de volgende lepel erbij giet! Dit alles duurt ongeveer 15 minuten. Proef de rijst om te kijken of deze gaar is, blijf bouillon toevoegen tot de rijst zacht is maar nog wel een beetje béét heeft. Zet de pan van het vuur en roer de dieetmargarine en de geraspte natriumarme kaas door de rijst. Houdt wat kaas achter om erover te strooien. Roer voorzichtig. Eet de risotto zo snel mogelijk zodat de vochtige textuur niet verdwijnt.

De Hart&Vaatgroep 23 Regio Utrecht / ’t Gooi

ABC SUDOKU Bij de letter-sudoku gebruikt u in plaats van cijfers de letters

A B IJ K O P R S T

In de grijze regel staat de oplossing

Sudoku

O S R

B P

A P K T B O

R

IJ R A B S

S B IJ A

P

O A T K R S

7 9 1 6 3 7 8 9 2

9 2 6 2 7 5 9 3

4 9 3 6 2 7 6 4 3 8

De Hart&Vaatgroep 24 Regio Utrecht / ’t Gooi

Stuur de oplossing van de puzzel vóór 20 augustus 2012 op naar:

Redactie Stentby

p/a Nova Zemblakade 21

3446 BR Woerden

Onder de goede inzenders wordt een cadeaubon verloot ter waarde van € 15,-

Als winnaar van de Lentepuzzel is geloot:

De heer of mevrouw J. Langhout te Baarn

Gefeliciteerd!

De cadeaubon is inmiddels naar de winnaar opgestuurd

" Mijn body"

O, mijn lieve harte, werk je niet als het moet!

O, mijn lieve harte, werk je niet als het moet! Het gaat zonder smarte

met een pacemaker weer goed!

O, mijn lieve harte sta je soms even stil de pacemaker startte

en zegt dan wel: "Ik wil".

door Wim den Boer

De Hart&Vaatgroep 25 Regio Utrecht / ’t Gooi

Agenda

Wij verwelkomen de volgende nieuwe leden

B.G. Aben, Bunnik A.M. Blom, Zeist J.A. Boer, Leusden P. Brugman, Utrecht N.W.M. van Buren, Groenekan J. van Doornik, Wijk bij Duurstede N. Drieenhuizen, De Bilt B.T. Flips, Wijk bij duurstede H.W. Frank, Bilthoven F.H.G.S. Gielen, Bilthoven J. van de Groep, Bunschoten-Spakenbg P.H. Hennephof-van Trier, Soest D.R. Jongma, Soest K. Kroon-Kamstra, Maarssen

H.C.G.M. Kusters, IJsselstein W.H. Langbein-Krens, Baarn J. Noppen,Woudenberg H.J.H. Oostveen, Maartensdijk A.R. Reijnen, Soest E. Rigter-Docter, Woerden E. Schuurman, Breukelen Smit, Rhenen C.A.J. Sneijders, Utrecht M. van Soest, Veenendaal A.L. Stoorvogel-van Kampen, Nieuwegein H. Weijers, Zeist M. Zanten, Ankeveen

21 juli en 29 juli

Huisjesparkweek

Gezinnen met kinderen in de

leeftijd van 5-12 jaar met

aangeboren hartafwijking en

hun naasten.

31 augustus Vergadering Regioteam

Leden die ideeën en/of voorstellen hebben voor de

vergadering, kunnen dit via het secretariaat van de

regio Utrecht/ ‘t Gooi kenbaar

maken

De Hart&Vaatgroep 26 Regio Utrecht / ’t Gooi

Jaargang 7, Nr. 2 Zomer 2012

Colofon

Het blad Stentby is een kwartaaluitgave van

De Hart & Vaatgroep, regio Utrecht/‘t Gooi.

Het blad wordt toegezonden aan leden, relaties, huisartsen, apothekers, trombosediensten en ziekenhuizen in

de provincie Utrecht en ‘t Gooi.

Eindredactie: Wouter Ruberg

Redactie:Paul van der Linden

Peter Stadhouder Rob Jacobs

Wouter Ruberg

Redactieadres:P/a Nova Zemblakade 21

3446 BR Woerden

E-mail: [email protected]

Druk: Nolin Uitgevers B.V. Oplage: 2.800 ex.

Kopij herfstnummer inleveren tot 20 augustus 2012

De Hart & Vaatgroep, regio Utrecht / ’t Gooi is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de advertenties in het blad

Stentby. Overname van artikelen is slechts toegestaan na toestemming van

de redactie.

De Hart & Vaatgroep vereniging van hart- en

vaatpatiënten, regio Utrecht en ‘t Gooi

Correspondentieadres:Albert Einsteinweg 46

3731 CV De Bilt Telefoon: 030-220 5838

E-mail: [email protected]:

www.utrecht.hartenvaatgroep.nl

Patiëntenbegeleiding/ Lotgenotencontact: Dhr. H.A. Te Nuijl

Cereshof 11, 3951 ER Maarn Telefoon: 030-659 46 54 van

De Hart & Vaatgroep

Medisch adviseur:Dr. M.J.M. Cramer,

Cardioloog UMC Utrecht

De Hart&Vaatgroep 27 Regio Utrecht / ’t Gooi

De Hart & Vaatgroep is de patiëntenorganisatie van en voor mensen met een hart- en/of vaatziekte. Wij werken op zowel landelijk als regionaal niveau aan informatievoorziening, lotgenotencontact, leefstijlbegeleiding en collectieve belangenbehartiging. De Hart & Vaatgroep is opgezet door mensen die zelf een hart- of vaatziekte hebben of hun naasten.

Wat biedt De Hart & Vaatgroep u? Informatiebrochures over hart- en vaatziekten en daaraan gerelateerde onderwerpen Een internetsite met onder meer een kennisbank met toegankelijke informatie Het leefstijlmagazine ‘VIDA’ met nieuws en achtergronden Regioblad Utrecht/’t Gooi “Stentby” Informatiedagen en themabijeenkomsten over uiteenlopende onderwerpen Contact met mensen met hetzelfde ziektebeeld, zowel één op één als in groepsverband Leefstijlactiviteiten zoals kookworkshops en sport- en beweegaanbod Belangenbehartiging van alle hart- en vaatpatiënten

Lid worden? Door uw steun kunnen wij ons inzetten voor hart- en vaatpatiënten. Kijk voor meer informatie over De Hart & Vaatgroep, het lidmaatschap (€ 20,-) of het donateurschap op onze internetsite www.hartenvaatgroep-utr.nl. U kunt ook een e-mail sturen aan [email protected] of bellen met het secretariaat, telefoon: 088 1111 600 of: 030-2205838 U kunt meer informatie en het aanmeldingsformulier aanvragen door hieronder uw gegevens in te vullen en op te sturen naar:

De Hart & Vaatgroep Postbus 300 2501 CH Den Haag

----------------------------------------------------------------------------------------------- Graag ontvang ik meer informatie over De Hart & Vaatgroep.

Naam: .............................................................................................. Man/Vrouw

Adres: ..............................................................................................

Postcode/woonplaats: .....................................................................

E-mail:……………………………………………….............................

De Hart&Vaatgroep 28 Regio Utrecht / ’t Gooi