Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de...

14
Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel Decentralisatie Jeugdzorg, van start…. Krimpen aan den IJssel April 2012 Afdeling Samenleving

Transcript of Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de...

Page 1: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel

Decentralisatie Jeugdzorg, van start….

Krimpen aan den IJssel April 2012

Afdeling Samenleving

Page 2: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

2

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Inhoud Inleiding................................................................................................................................. 3

1. Wat willen we bereiken? (doel) .................................................................................. 3 1.1. De inhoud: Kinderen en gezinnen groeien kansrijk en veilig op.............................. 3 1.2. Het proces: Goed toegerust zijn om de taken te kunnen uitvoeren........................ 5

2. Wat gaan we daarvoor doen? (resultaat) ................................................................... 5 2.1. Leren van de huidige situatie ................................................................................. 5 2.2. Lokaal én met de gemeenten in de stadsregio samen. .......................................... 5 2.3. Lokale agenda, versterken pedagogische civil society .......................................... 6 2.4. Gemeenschappelijk agenda, vernieuwen en innoveren. ........................................ 7

3. Waarom is het nodig? (probleem).............................................................................. 7 3.1. Effectiviteit van jeugdzorg moet verbeterd worden. ................................................ 7 4. Waarom moet het juist nu? (aanleiding)..................................................................... 8 4.1. Complexiteit vereist nu starten ............................................................................... 8 5. Waar moeten we op letten? (risico’s en neveneffecten) ............................................. 8 5.1. Wettelijk kader, nadere regelgeving volgt............................................................... 8 5.2. Gemeente regie ..................................................................................................... 8 5.3. Ontwikkelen kennis en vaardigheden nodig ........................................................... 8 5.5. Financiële gevolgen groot ...................................................................................... 9 5.6. Inhoudelijk kanteling noodzakelijk .......................................................................... 9 5.7. Samen, maar Stadsregio wordt opgeheven ........................................................... 9 5.8. Extra inzet nodig, maar beperkte financiële compensatie......................................10

6. Wat hoort niet bij dit project? (afbakening) ...............................................................10 6.1. Samenhang met andere decentralisatie, afbakening nog verkennen ....................10

7. Planning....................................................................................................................11 7.1. 2012 ontwikkelen, 2013 experimenteren, 2014 implementeren.............................11

8. Participatie................................................................................................................11 8.1. Groot aantal betrokkenen bij het proces................................................................11

9. Communicatie...........................................................................................................11 9.1. Intern en externe communicatie ............................................................................11

10. Wat hebben we nodig? ............................................................................................11 10.1. Ambtelijke inzet en scholing. .................................................................................11

Bijlage ..................................................................................................................................13

Page 3: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

3

Inleiding Op dit moment heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor de lokale jeugdzorg. Het gaat hierbij om de jeugdgezondheidszorg en de vijf functies die in de WMO zijn belegd, te weten 1. Informatie en advies, 2. signaleren en monitoren, 3. toeleiding naar ondersteuning, 4. (lichte) pedagogische hulp, 5. coördinatie van zorg. Hier komen nieuwe taken bij, namelijk de taken van de stadsregio/provincie en de taken van de landelijke overheid. Hierdoor wordt de gemeente verantwoordelijk voor de gehele jeugdzorg, van jeugdgezondheidszorg tot jeugdreclassering. De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden onvoldoende versterkt in hun eigen kracht. Met als resultaat dat kinderen en gezinnen niet tijdig en niet de juiste hulp krijgen. Hierdoor stijgen de kosten en wordt de zorg voor de jeugd onbetaalbaar. De decentralisatie van de jeugdzorg dient één centrale missie: ervoor zorgen dat jeugdigen gezond en veilig opgroeien, zowel de fysieke gezondheid, als het psychisch welbevinden, de cognitieve capaciteiten, sociale relaties en plek in de samenleving. De decentralisatie is niet bedoeld om ‘slechts’ financieringsstromen en bestuurlijke verantwoordelijkheden te verleggen. Die zijn volgend op de inhoudelijke slag. Het gaat juist om een inhoudelijke slag te maken, gericht op minder inzet van gespecialiseerde opvangvoorzieningen voor kinderen en jongeren (exclusie van jeugdigen) en meer inzet van voorzieningen om de opvoeding in de eigen sociale context te versterken (inclusie van jeugdigen). De gemeenten in de stadsregio Rotterdam hebben een gezamenlijke basis in het vormgeven van jeugdbeleid. Er wordt al een aantal jaren gezamenlijk gewerkt aan het vereenvoudigen en verbeteren van hulp aan kinderen en gezinnen. Er ligt daardoor een basis om het jeugdbeleid in de gemeenten van de stadsregio nog efficiënter en bovenal effectiever te maken. De ontwikkelagenda decentralisatie Jeugdzorg en het programmaplan ‘Decentralisatie Jeugdzorg’ van de samenwerkende gemeenten in de regio Rotterdam bouwt voort op de acties uit de programma’s Ieder Kind Wint, die in de afgelopen jaren met elkaar zijn gerealiseerd. Het ligt dan ook voor de hand om het jeugdbeleid ook nu gezamenlijk met de gemeenten in de stadsregio Rotterdam op te gaan pakken.

1. Wat willen we bereiken? (doel)

1.1. De inhoud: Kinderen en gezinnen groeien kansrijk en veilig op Het gaat erom dat zoveel mogelijk kinderen en jongeren in de gemeente kansrijk en veilig opgroeien, en hun talenten ontwikkelen en naar vermogen participeren in de samenleving. De leefsituatie van kinderen is breed: thuis, bij familie, vrienden, op school, in de buurt, op de sportclub, bij de kinder-,op buitschoolse opvang etc.

Page 4: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

4

Nederlandse kinderen behoren tot de gelukkigste van de wereld. En ook de meeste ouders zijn tevreden met de opvoeding, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Ze hebben het gevoel dat ze het grootbrengen van hun kroost doorgaans prima aankunnen. Toch wordt door wetenschappers geschat dat één op de zeven kinderen een of andere vorm van zorg krijgt, de ‘rugzakjes’, persoonsgebonden budgetten, time-out- en rebound-voorzieningen niet meegerekend. Ook vanuit de praktijk is de ervaring dat ongeveer 80% van de kinderen opgroeit zonder grote problemen. Voor de komende jaren voorspelt het SCP een nog hogere groei dan nu al het geval is. Als dit zo doorgaat, krijgen we te maken met een verdubbeling van het zorggebruik binnen de komende tien jaar. Voor deze groei zijn verschillende verklaringen te geven. Zo is de samenleving complexer dan vroeger. Wellicht dat daardoor kinderen eerder in de problemen komen. Epidemiologische cijfers duiden echter niet op een toename van het aantal problemen. Wel is het zo dat het aantal diagnosen zich uitbreidt. Veel partijen zijn het erover eens dat ook de inrichting van ons stelsel van ondersteuning en zorg voor jeugdigen de groei in de hand werkt. Er wordt bijvoorbeeld onvoldoende aan preventie gedaan en is er veel te weinig lichte hulp in de directe omgeving van de gezinnen voorhanden. Dat is een belangrijke reden waarom het stelsel op de schop gaat. Landelijk is een gedachtengoed ontwikkeld dat ook door de VNG én de gemeenten in de regio is omarmd en dat inzet op 2 pijlers:

1. Een sterke en positieve basis in onze samenleving voor jeugd en ouders door het versterken van de informele steun van sociale netwerken (bouwend aan de zogeheten civil society) en de algemene voorzieningen.

En aanvullend hierop: 2. Een samenhangende zorgstructuur in het stelsel realiseren, erop gericht de opvoeding niet

over te nemen, maar zoveel mogelijk te versterken. De zorgstructuur moet een bijdrage leveren aan

Compartiment 1: Het versterken van het opvoeden. Dit dient beschikbaar te zijn voor iedereen. Het gaat hier om preventie, opvoedingsondersteuning en jeugdgezondheidszorg. Waar nodig moet intensievere hulp ingeroepen kunnen worden en de hulp moet gecoördineerd worden. Het helpt de informele hulp en de sociale netwerken te organiseren. Compartiment 2: Versterking ondersteunen. Het gaat hier om het organiseren van intensievere hulp voor wie dat nodig heeft. De hulp vindt plaats in de eigen omgeving en komt dus naar de jeugdige en (beroeps) opvoeder(s) toe. Compartiment 3: Opvoeding overnemen. Aangezien deze hulp de oorspronkelijke opvoedingscontext doorbreekt moet dit zo min mogelijk worden ingezet. Het gaat dan bijvoorbeeld om hulpverlening in het kader van een maatregel van jeugdbescherming of jeugdreclassering, fulltime residentiële hulp, gesloten opnames of plaatsing in een aparte school voor speciaal onderwijs.

Page 5: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

5

Met de komst van de Centra voor Jeugd en Gezin(CJG) is er een basis gelegd voor deze transitie. De oprichting van de CJG’s werd ingegeven door de slecht toegankelijke en vaak versnipperde zorg in het preventieve domein, een onoverzichtelijk niet vraaggericht aanbod van diensten en onvoldoende coördinatie van zorg. Het CJG is bij het transformatieproces een belangrijke speler. Het kabinet ziet het CJG als frontoffice voor alle vormen van jeugdzorg.

1.2. Het proces: Goed toegerust zijn om de taken te kunnen uitvoeren. We willen bereiken dat de gemeente Krimpen aan den IJssel voldoende is toegerust om de nieuwe taken in het kader van de decentralisatie jeugdzorg zowel organisatorisch als inhoudelijk adequaat en binnen de gestelde financiële kaders uit te voeren.

2. Wat gaan we daarvoor doen? (resultaat)

2.1. Leren van de huidige situatie De evaluatie van de Wet op de jeugdzorg (een relatieve jonge wet) en de analyse van de Parlementaire Werkgroep “Toekomstverkenning Jeugdzorg” hebben belangrijke tekortkomingen van het huidig stelsel aan het licht gebracht:

- Er is een te grote druk op gespecialiseerde zorg; - De samenwerking rond kinderen en gezinnen schiet te kort; - Afwijkend gedrag wordt gemedicaliseerd; - Als afgeleide van deze knelpunten zien we een behoorlijke kostenstijging.

Het stelsel moet eenvoudiger. Ouders moeten makkelijk en eerder dan nu het geval is ergens terecht met vragen over opgroeien en opvoeden. Op deze manier willen we voorkomen dat kleine, en nu niet uitgesproken vragen, grote (opvoed) problemen worden. Het versterken van de eigen kracht en de sociale netwerken rond kinderen en gezinnen moeten centraal staan. Het Centrum voor Jeugd en Gezin doet nu al ervaring op voor wat betreft de lokale opvoed- en opgroeiondersteuning. Uitgangspunt van de het CJG Krimpen is dat we niet over ouders en/of jeugdige spreken, maar met hen. Bij steeds meer trajecten staat de betrokkenheid van ouders, kinderen en hun sociale omgeving bij de aanpak dan ook centraal. Het CJG Krimpen is een lerende organisatie, gericht op het leveren van ondersteuning en zorg op maat, waarbij er sprake is van een goede samenwerking rond gezinnen. Het geven van zorg en ondersteuning aan kinderen en ouders gebeurt door de professionals vanuit de waarde “Alsof het je eigen kind is”. Het gaat in deze om een cultuuromslag, die al ingezet is bij de vormgeving van het CJG. Gelet op de decentralisatie zal het CJG doorontwikkeld moeten worden. Vanuit het CJG zal straks ook ondersteuning geboden kunnen worden, waarvoor nu een indicatie of doorverwijzing nodig is. Het werken van uit de gedachte één gezin, één plan krijgt straks nog meer body. We overwegen om een sterkte – en zwakte analyse te (laten) maken, zodat duidelijk wordt hoe het CJG verder toegerust kan worden om de nieuwe uitdagingen, zoals de toekomstige rol als front office van alle jeugdzorg, aan te gaan.

2.2. Lokaal én met de gemeenten in de stadsregio samen. Met de decentralisatie van de jeugdzorg krijgt elke individuele gemeente de verantwoordelijkheid en de budgetten voor het totale pakket aan jeugdzorg. Ondanks het voornemen van het kabinet om de Wgr+1 regeling af te schaffen hebben de wethouders jeugd in de stadsregio Rotterdam met elkaar uitgesproken om de samenwerking op het jeugdterrein voor een aantal onderwerpen voort te zetten in de lijn van het programma Ieder Kind Wint. Hiervoor is een Programmaplan Decentralisatie Jeugdzorg opgesteld.

1 Wgr: Wet gemeenschappelijke regeling

Page 6: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

6

In het programmaplan worden twee soorten processen onderscheiden, te weten het transitieproces2 (vooral de structuur) en het transformatieproces (vooral de cultuur). Beide processen hebben invloed op elkaar. Belangrijke aandachtspunten in het programmaplan zijn een gedeelde missie, visie en uitgangspunten (Hoofdstuk 3 van het programmaplan) Deze stemt overeen met de landelijk onderschreven uitgangspunten zoals hierboven ook is verwoord en de uitgangspunten van het gemeentelijk WMO-beleidsplan, kort samengevat is dat “Zelfredzaam waar het kan, ondersteunen waar het hoort, doorpakken waar het moet”. In het programmaplan worden de belangrijkste opgaven vermeld, ten aanzien van:

- Visie - Versterken CJG - Onderwijs en Zorg (relatie passend onderwijs) - Toeleiding naar zorg - Zorgcoördinatie - Sturing - Financiering - Nieuwe jeugdzorgtaken (J-GGZ, J-LVG, jeugdreclassering en jeugdbescherming)

Bij de keuze van wat lokaal en wat gezamenlijk opgepakt kan worden is gekeken naar de inhoudelijke kant, waarbij onderscheid gemaakt wordt naar drie compartimenten of zoals in het Programmaplan wordt genoemd 3 schillen. Verder is de afweging gemaakt of het efficiënter of effectiever is om het gezamenlijk op te pakken. Instemming met het programmaplan betekent dat de participerende gemeenten zich aan de afspraken die hierin staan vermeld committeren.

2.3. Gemeenschappelijk agenda, vernieuwen en innoveren. De gemeenschappelijke agenda is een ontwikkelagenda waarin vernieuwing en innovatie centraal staan. Aandachtspunten zijn:

- signalering, diagnosestelling en zorgtoeleiding; - sturing en financiering; - jeugdbescherming en jeugdreclassering.

2.4. Lokale agenda, versterken pedagogische civil society Bij de lokale agenda gaat het om uitvoering van nieuwe principes, doorontwikkeling en cultuurverandering. De gemeenten streven elk naar een sterke pedagogische civil society. Dat betekent dat er bij burgers de bereidheid is om in de eigen sociale netwerken en in het publieke domein de verantwoordelijkheid rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te delen. Dat vraagt voor elke gemeente een lokale visie en een vernieuwde werkwijze. Hierbij kun je denken aan het versterken van de onderlinge betrokkenheid, ouderbetrokkenheid, jeugdparticipatie, vraaggericht werken en flexibiliteit, meer aansluiten bij de pedagogische leefomgeving, positief jeugdbeleid, integraliteit tussen de verschillende beleidsterreinen (zoals onderwijs, wmo, vrijwilligerswerk, sport,

2 Het transitieproces (vooral de structuur) betreft de periode van het veranderen van het ‘huidige stelsel’: de regels, wetten, financiële verhoudingen en dergelijke, die het mogelijk moeten maken om tot de nieuwe situatie te kunnen komen. Dit heeft directe impact op de organisatie van de uitvoering, omdat meestal verantwoordelijkheden van de betrokken partijen wijzigen, evenals de financieringsstromen. Het transformatieproces (vooral de cultuur) is gericht op het realiseren van de beoogde inhoudelijke effecten van de stelselwijziging: ander gedrag van professionals en burgers, andere cultuur bij instellingen en professionals, andere werkwijzen en vooral ook het anders met elkaar omgaan tussen burgers, professionals, instellingen en gemeenten. Het is een veranderingsproces dat in gang gezet wordt.

Page 7: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

7

ruimtelijke ordening, werk). Maar ook aan een andere werkwijze en competenties van de professionals en het beter benutten van het aanwezige potentieel in de wijk, in de gemeente, inzet van maatschappelijke voorzieningen etc. Het begrip transformatie speelt hierbij een sterke rol. Voor het Krimpense jeugdbeleid wordt in 2012 naast de inbreng bij de gezamenlijke opgaven, vertaling van de gezamenlijke verkenningen naar de Krimpense setting, ook ingezet op de lokale opgaven. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om - Uitwerking van de betekenis van de visie in de gemeente Krimpen aan den IJssel - Evaluatie en versterken CJG, waar onder versterken competenties CJG medewerkers en

optimaliseren van de netwerkstructuren - Verankeren van de opvoedvisie - Doorontwikkelen verbinding onderwijs en CJG (relatie passend onderwijs) - Huidige voorzieningen, initiatieven en collectief aanbod toetsen op basis van uitgangspunten - Doorontwikkelen zorgtoeleiding - Vereenvoudiging van huidige zorgcoördinatie - Verkenning van wat nodig is tav klachtrecht, medezeggenschap, kwaliteitseisen en toezicht - Contact met beroepsgroepen - Contact met cliëntenraden en bezien of het vormen van een klankbordgroep jeugdzorg tot de

mogelijkheden behoort. - Communicatie.

3. Waarom is het nodig? (probleem)

3.1. Effectiviteit van jeugdzorg moet verbeterd worden. Zoals hier boven al is aangegeven is de decentralisatie niet bedoeld om ‘slechts’ financieringsstromen en bestuurlijke verantwoordelijkheden te verleggen. Het gaat vooral om een inhoudelijke slag, gericht op minder inzet van gespecialiseerde opvangvoorzieningen voor kinderen en jongeren en meer inzet van voorzieningen om de opvoeding in de eigen sociale context te versterken. Met het huidig stelsel krijgen kinderen en jongeren niet tijdig én niet de juiste hulp. Door gemeenten, verantwoordelijk te maken voor de uitvoering van de totale jeugdzorg, zou het volgens het kabinet mogelijk moeten zijn om de beste en integrale aanpak te realiseren en flexibel te kunnen schakelen tussen hulpvormen. De gemeenten als eerste overheid, zou dit het beste moeten kunnen realiseren. Zie ook onderstaande illustratie “Ontzorgen, ontkokeren”.

Illustratie: Ontzorgen, ontkokeren

5% complex

10% Meervoudige en lichte problematiek

Versterken CJG

80% geen of enkelvoudige opvoedvragen

Betere samenwerking lokale organisaties

1 gezin, 1 plan

nu↑ opgave↓

Page 8: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

8

Gemeenten voeren nu ook al taken uit op het gebied van jeugdzorg: de jeugdgezondheidszorg en preventief jeugdbeleid waar taken als informatie en advies, signalering, licht ambulante hulpverlening, toeleiding naar zorg en de coördinatie van zorg deel van uitmaken. Daar komen alle taken bij die nu op stadsregionaal (of provinciaal) en landelijk zijn verankerd:

- toegangstaken voor de geïndiceerde jeugdzorg - de ambulante jeugdzorg - de open residentiële zorg - de pleegzorg - de crisishulp. - gesloten jeugdzorg (vanuit het Rijk) - Jeugd-ggz (Zvw of PGB/AWBZ) - Jeugd-lvg (AWBZ) - het justitieel kader: jeugdreclassering en jeugdbescherming.

Uiterlijk 2016 moet de decentralisatie van alle onderdelen van de jeugdzorg gerealiseerd zijn. De kern van het nieuwe stelsel is: - één financieringssysteem voor alle vormen van jeugdzorg; - meer doelmatigheid; - CJG als frontoffice voor alle vormen van jeugdzorg; - de invoering van een eigen bijdrage.

4. Waarom moet het juist nu? (aanleiding)

4.1. Complexiteit vereist nu starten Gezien de complexiteit van deze decentralisatie (zowel inhoud als het proces) is het noodzakelijk reeds nu met de voorbereidingen te starten, opdat uiterlijk in 2016 de gemeente daadwerkelijk de regie kan voeren over alle onderdelen van jeugdzorg, van jeugdgezondheidszorg tot jeugdreclassering. Daarnaast speelt mee dat de gemeenten in de regio Rotterdam het gezamenlijk willen oppakken. De planning is ook gericht op nu starten.

5. Waar moeten we op letten? (risico’s en neveneffecten)

5.1. Wettelijk kader, nadere regelgeving volgt Er komt een nieuw wettelijk kader waarin het recht op de jeugdzorg verdwijnt. Op een aantal punten zal nog nadere regelgeving van het Rijk volgen. In de nieuwe regelgeving worden landelijke kwaliteitseisen zorg voor jeugd opgenomen. Voor jeugdbescherming en –reclassering zullen extra eisen gaan gelden die door het Rijk worden bepaald.

5.2. Gemeente regie Gemeenten worden regisseurs van de jeugdzorg. We zullen ons zelf moeten opdragen invulling te geven aan de definitie regisseur.

5.3. Ontwikkelen kennis en vaardigheden nodig Voor gemeenten is er sprake van een nieuw beleidsterrein waarvoor kennis en vaardigheden nog ontwikkeld moeten worden. Investering in kwaliteit en kwantiteit is nodig om tot een andere, innovatieve en beter bij ouders en kinderen aansluitende manier van werken binnen de jeugdzorg te komen. Het Rijk en de VNG zullen activiteiten gaan uitvoeren om gemeenten en zorgaanbieders te ondersteunen bij de voorbereiding op de nieuwe taken. Daarbij zal ook de deskundigheid van de provincie (in ons geval stadsregio), zorgverzekeraars, brancheorganisaties en kennisinstituten worden benut. Het is belangrijk om gebruik te maken van deze ondersteuning, maar daarnaast zal ook meer

Page 9: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

9

zicht verkregen moeten worden ten aanzien van de lokale en regionale situatie. In verband hiermee zullen ook zorgaanbieders, die actief zijn in de regio, worden bezocht.

5.4 Inzicht in kwantitatieve gegevens ontbreekt nog Inzicht krijgen in de juiste kengetallen, zoals het aantal kinderen dat gebruik maakt van jeugdzorg, verdeeld naar problematiek, soort zorg en met welk resultaat én een indicatie van de kosten van de zorgtrajecten, is nog niet zo gemakkelijk. De gegevens liggen vast in verschillende registratiesystemen. Het rijk heeft onlangs een factsheet met gegevens opgesteld als indicatie voor het aantal jeugdigen per gemeente dat in de afgelopen jaren gebruik heeft gemaakt van ondersteuning en zorg. Daarnaast heeft Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam een factsheet (versie 27 maart 2012) opgesteld. Uit deze factsheet blijkt onder meer dat 87 jeugdigen gebruik maken van zorg door stadsregionaal gefinancierde zorgaanbieders. Hoe de verschillende gegevens geïnterpreteerd moeten worden, moet nog nader worden verkend.

5.5. Financiële gevolgen groot De decentralisatie gaat gepaard met een forse budgettaire verschuiving. Gemeenten worden verantwoordelijk voor grote budgetten (totaal gaat momenteel drie miljard euro om in de jeugdzorg). Het functioneel labelen van deze budgetten is een aandachtspunt. De aankomende verantwoordelijkheid voor relatief dure geïndiceerde zorg staat in contrast met de huidige bezuinigingen van de gemeenten die ook een vermindering van het aanbod aan preventieve voorzieningen en activiteiten betekenen. Hierdoor is de kans dat een beroep gedaan dient te worden op de duurdere curatieve zorg groot. In 2017 dient een taakstelling van € 300 miljoen totaal voor alle gemeenten gerealiseerd te zijn. Het is nog onduidelijk wat dit voor Krimpen aan den IJssel betekent.

5.6. Inhoudelijk kanteling noodzakelijk Naast de structuuromslag is er sprake van een cultuuromslag. Het versterken van de pedagogische leefomgeving betekent dat er bij burgers de bereidheid is om in de eigen sociale netwerken en in het publieke domein de verantwoordelijkheid rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te delen. Het vraagt om een ander gedrag van professionals en burgers, andere cultuur bij instellingen en professionals, andere werkwijzen en vooral ook het anders met elkaar omgaan tussen burgers, professionals, instellingen en gemeenten. Het gaat om een cultuuromslag! De gemeente heeft eigenlijk de opdracht: doe het beter voor minder! Aandachtspunt voor gemeenten is de stijgende vraag naar jeugdzorg en de wachtlijstproblematiek. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) heeft binnen de gehele transformatie een belangrijke rol. Naast het bevorderen van de algemene gezondheid en het welzijn, een optimale opvoeding binnen het gezin en een brede ontwikkeling van de jeugd (vanuit de nieuwe visie), zal het CJG ook ingeschakeld worden bij het leveren van gespecialiseerde zorg. Dit dient in samenhang met de zorgstructuur in het onderwijs te gebeuren. De rolverdeling CJG, onderwijs, Bureau Jeugdzorg en de zorgleveranciers is een belangrijk uitwerkingsthema. Samenwerking, integraliteit en coördinatie van zorg zijn de directe verantwoordelijkheid van de gemeente. Hierin is de bereidheid tot samenwerken door de (lokale) organisaties, maar ook het op zoek gaan naar een andere manier van werken binnen de jeugdzorg onontbeerlijk. Maar ook zullen de gemeenten op zoek moeten gaan naar een passende manier van regievoeren die de transitie naar een passende jeugdzorg mogelijk maakt.

5.7. Samen, maar Stadsregio wordt opgeheven De gemeenten in de stadsregio willen met elkaar blijven samenwerken. Echter, per 1 januari 2013 houdt de stadsregio op te bestaan. Een belangrijke opgave is een bestuurlijk construct van

Page 10: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

10

besluitvorming en financiering te vinden waarin nu en vanaf 2013 de afzonderlijke gemeenten en de subregio’s zich kunnen vinden en voldoende speelruimte behouden. 3

5.8. Extra inzet nodig, maar beperkte financiële compensatie Gemeenten ontvangen een incidenteel bedrag ter dekking van de invoeringskosten. Voor Krimpen aan den IJssel betekent dit voor 2012 € 21.006,-. Voor 2013 gaat het om drie keer dit bedrag. De personele invulling staat mede gezien de andere decentralisaties (begeleiding en werken naar vermogen) onder druk. Per 2016 zijn de continuïteit en kwaliteit van de zorg de volledige verantwoordelijkheid van gemeenten, ook als we nog niet klaar zijn met de implementatie. De winkel moet open, ook tijdens een verbouwing! Niet starten is geen optie en niet wenselijk: belangrijk is te leren en ervaring op te doen met de jeugdzorg. Zowel voor de lokale opgaven als gemeenschappelijke opgaven is veel ambtelijke capaciteit nodig. Op regionaal niveau gaat gewerkt worden met thematische werkgroepen, werkateliers en werkbijeenkomsten. Verder komen er praktijkgerichte pilots en programmagestuurde proeftuinen. Elke subregio zal op grond van het programmaplan een thema moeten vertalen in een proeftuin. Binnen onze subregio heeft Capelle aan den IJssel aangegeven voor “Diagnose en toeleiding” een proeftuin te willen starten. De uitwerking van het programmaplan vraagt om een intensief traject, waarin gemeenten elkaar frequent ontmoeten rondom de inhoudelijke vraagstukken. Daarnaast moet er tijd en ruimte zijn om ook de lokale agenda vorm te geven. De lokale agenda heeft immers de hoogste prioriteit, pas als dit succesvol verloopt, en de basis goed wordt versterkt, heeft de transformatie kans van slagen. De kosten voor deze gezamenlijke inzet dient gefinancierd te worden uit Ras-gelden en de transitiegelden, zowel stadsregionaal als gemeentelijk. Voor Krimpen aan den IJssel betekent dit een bijdrage gelijk aan 50% van het bedrag dat de gemeente ontvangen van het rijk zijnde, 50% van € 21.006,- voor 2012 is € 10.503,- Er is – nu nog niet te kwantificeren -ambtelijke capaciteit nodig tijdens het transitie- en transformatieproces, maar ook daarna. Verder is er ook ruimte nodig voor scholing en eventueel inhuur voor specifieke deskundigheid.

6. Wat hoort niet bij dit project? (afbakening)

6.1. Samenhang met andere decentralisatie, afbakening nog verkennen De op handen zijnde decentralisatie is een majeure operatie voor de gemeenten. Het gaat om grote budgetten en daarbij horende grote verantwoordelijkheden. Bij alle drie decentralisatietrajecten (begeleiding, jeugdzorg, werken naar vermogen) betreft het kwetsbare burgers, veelal dezelfde inwoners, waarbij sprake is van stapeling van zorg en overheidssteun. Daarnaast loopt parallel aan de decentralisatie ook nog de invoering van het passend onderwijs. De decentralisaties trekken een zware wissel op de afdeling Samenleving. De ontwikkelingen hebben direct of indirect invloed op een groot aantal beleidsterreinen. Redenen te meer om de decentralisatie in samenhang en afstemming intern op te pakken. Er moeten dan ook bruggen geslagen worden tussen wonen, welzijn, zorg, werk en inkomen. Op voorhand is nog geen heldere afbakening van de projecten te geven. Met elkaar zal verkend moeten gaan worden wat wel c.q. niet bij het project hoort. De afbakening tussen bijvoorbeeld jeugd-ggz en awbz vraagt bijvoorbeeld ook landelijk nog de nodige afstemming. Duidelijk is al wel dat de begeleiding van de AWBZ aan jeugdigen een eerste fase is van de transitie van de jeugdzorg. 3 Afschaffing van de Wgr+ betekent dat de stadsregio in zijn huidige vorm verdwijnt. In contact met het ministerie van BZK wordt over

verschillende scenario’s gesproken over de samenwerking na afschaffing van de Wgr+. Welke keuze gemaakt wordt, en wat dit betekent voor

dit programmaplan, is nu nog niet te zeggen. Uiteindelijk is het afhankelijk van besluitvorming in de Tweede Kamer. De uiteindelijke keuze heeft

geen invloed op de inhoud van het programmaplan.

Page 11: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

11

7. Planning

7.1. 2012 ontwikkelen, 2013 experimenteren, 2014 implementeren Het Programmaplan Decentralisatie Jeugdzorg van de samenwerkende gemeenten in de regio Rotterdam gaat uit van de volgende planning: In 2012 vinden zo veel mogelijk de ontwikkelactiviteiten plaats. In 2013 wordt geëxperimenteerd en vinden de besluiten plaats. In 2014 is het implementatiejaar, waarin de besluiten daadwerkelijk in de praktijk worden uitgevoerd.

8. Participatie

8.1. Groot aantal betrokkenen bij het proces De maatschappelijke partners, de verschillende netwerken en de wmo-adviesraad worden betrokken bij het proces. Ook ouders en jongeren zullen worden betrokken bij de transformatie. Ook is het belangrijk om op breder niveau de ontwikkelingen in andere (sub)regio’s te volgen en van hun ervaringen te leren. Daarnaast moet gesproken worden met jeugdzorginstellingen en de provincie/stadsregio om ook van hun ervaringen te kunnen leren. Verder zal collegiale uitwisseling plaatsvinden via een digitaal platform. Via dit platform kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden die internet ons biedt, zoals bloggen, berichten uitwisselen, samen aan teksten schrijven (wiki’s), groepen aanmaken, foto’s, video’s en documenten uitwisselen, etc. Daarnaast is het mogelijk dit platform te gebruiken als participatiesite.

9. Communicatie

9.1. Intern en externe communicatie De communicatie moet zowel intern als extern plaatsvinden. De wethouder wordt periodiek op de hoogte gehouden en om richtinggevende uitspraken gevraagd. De wethouder is, verder deelnemer in het portefeuillehoudersoverleg Jeugd in de stadsregio, en stemt zo nodig af met de collega wethouders in de subregio Capelle-Krimpen-Lansingerland Het college en de gemeenteraad worden geïnformeerd en geconsulteerd en daarmee continu meegenomen in het proces. De betrokken uitvoerende medewerkers binnen de gemeenten worden ook geïnformeerd. Verder is communicatie richting direct betrokkenen en partners van belang (zie ook participatie). Met het team Communicatie wordt bezien welke communicatie instrumenten we kunnen gaan inzetten.

10. Wat hebben we nodig?

10.1. Ambtelijke inzet en scholing. Het mag duidelijk zijn, gezien de complexiteit van de decentralisatieoperatie wordt veel gevergd van de gemeentelijke organisatie. Dit geldt zowel tijdens de voorbereidingen als na de definitieve overdracht. Wat betreft de voorbereidingen zal primair inzet nodig zijn van de beleidsmedewerkers, team beleidsontwikkeling van de afdeling Samenleving, maar ook van de medewerkers van aanpalende beleidsterreinen én van financiën, communicatie en faciliterende diensten. Maria Huisman, beleidsmedewerker A, vertegenwoordigt de gemeente in het Ambtelijk Overleg Jeugd in de stadsregio. Zij zal zorg dragen voor afstemming van de gemeenschappelijke opgaven in het interne Programmaoverleg Beleid. In dit overleg worden de gemeenschappelijke opgaven én lokale opgaven nader uitgewerkt. Gelet op de positie van het CJG zal Maria Huisman, als eerste aanspreekpunt voor

Page 12: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

12

het CJG, zorg dragen voor een koppeling met de afspraken die gemaakt moeten worden met het CJG. Maria Huisman is daarmee ook het eerste aanspreekpunt voor de decentralisatie jeugdzorg. Hieronder is de inzet schematisch weergegeven.

Ook moet er in de komende periode aandacht zijn voor scholing van de beleidsmedewerkers om de materie meer eigen te kunnen maken. Het gaat hierbij om scholing ten behoeve van de ontwikkelopgaven die gezamenlijke worden opgepakt, maar ook voor de Krimpense opgaven. Wat dit laatste betreft wordt gedacht aan een in company training voor alle betrokken medewerkers. Verder zal gaande de rit mogelijk ook gebruik gemaakt moeten worden van externe expertise.

10.2. Financiën

Echte transformatie (vernieuwing en innovatie) kost tijd en capaciteit. We weten dat de materie complex is, de risico’s groot zijn en de opgave breed is. De bijdrage ten behoeve van het programmaplan worden gefinancierd vanuit de transitiemiddelen, die we als gemeente hebben ontvangen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ter ondersteuning van de decentralisatie jeugdzorg. Voor onze gemeente bedraagt de bijdrage 10.503 euro Het betreft hier 50% van de transitiemiddelen voor 2012. De andere helft van de middelen is minmaal nodig voor de lokale inzet.

Besluitvorming in college c.q. raad

Wethouder Hofstra

PHO Jeugd Regio / subregio

Lokale opgaven

Programmaoverleg Beleid

Beleidsmedewerkers

Afstemming andere beleidsvelden

financiën, commu-nicatie,facilitair

Gemeenschappelijke opgaven

Ambtelijk overleg Regio

Page 13: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

13

Bijlage Overzicht van diverse belangrijke documenten in het kader van de decentralisatie jeugdzorg Landelijk

- Evaluatie op de wet op de jeugdzorg (oktober 2009)

- Kabinetsvisie Perspectief voor Jeugd en Gezin (april 2010)

- Rapport parlementaire werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg; Rapport Jeugdzorg Dichtbij (mei 2010)

- Opvoeden versterken, Ton van Yperen en Peter Stam, in opdracht van VNG (november 2010)

- Bevrijdend kader voor de jeugdzorg, Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) (april 2011)

- Werk in Uitvoering: Bouwen aan een nieuw stelsel jeugdbeleid. Ton van Yperen en Annemiek van Woudenberg (Ned. Jeugd Instituut)

- Een betere Zorg voor de Jeugd, decentralisatie als kans, De Waal (vervolg op het rapport Jeugdgezondheidszorg zijn we op de goede weg? Uit 2010 (mei 2011)

- Toeleiding tot zorg in een toekomstig stelsel van Zorg voorjeugd. Advies van zes beroepsverenigingen in de jeugdzorg aan ministerie VWS (aug 2011)

- Regeerakkoord Kabinet Rutte (oktober 2011): Decentralisatie van alle vormen van jeugdzorg naar gemeenten.

- Bestuursakkoord kabinet – VNG, IPO en de unie van Waterschappen (april 2011)

- Transitiebrief stelselwijziging Zorg voorjeugd (sept 2011). Er komt één wettelijk kader. Nieuwe wet moet in 2014 in gaan.

- Geen kind buiten spel, beleidsbrief stelselwijziging Zorg voor de jeugd (VWS en Veiligheid & Justitie ; nov2011): hoofdlijnen van het nieuwe stelsel

- Transitieagenda Jeugdzorg (20 maart 2012)

- Factsheet Stelselwijziging jeugd ( maart 2012; bijgevoegd)

- Factsheets cijfers jeugdzorg per gemeente (http://www.samenwerkenvoordejeugd.nl/Factsheets_cijfers_jeugdzorg_per_gemeente )

Stadsregio Rotterdam - Ieder kind wint II, Zorg voor de toekomst (dec 010)

- Ontwikkelagenda Decentralisatie Jeugdzorg (Okt 2011)

- Programmaplan Decentralisatie Jeugdzorg samenwerkende gemeenten in de regio Rotterdam (PHO, feb 2012)

Page 14: Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel€¦ · De huidige organisatie van de jeugdzorg leidt toe naar gespecialiseerde (en dure) jeugdzorg. Gezinnen worden

Startnotitie Decentralisatie Jeugdzorg Krimpen aan den IJssel versie april 2012

14