Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

25
Stappenplan voor schoolgaande verenigingen Juni 2010

Transcript of Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Page 1: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor

schoolgaande verenigingen

Juni 2010

Page 2: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 2 -

Inhoudsopgave 1. Wat beogen we met de benadering van de scholen?.......................................... 3

2. Hebben we voldoende opvangmogelijkheden voor nieuwe leden?..................... 3

3. Is de omgeving geschikt?.................................................................................... 4

4. Is er een gemeentelijk of provinciaal schoolsportproject? ................................... 5

5. Wat gaan we doen? ............................................................................................ 6

6. Wie willen we benaderen? .................................................................................. 7

7. Wie zijn bij het programma betrokken? ............................................................... 8

8. Wanneer plannen we de activiteiten?................................................................ 12

9. Wat zijn de kosten? ........................................................................................... 13

10. Wat levert het scholenproject ons op? .............................................................. 14

11. Hoe verzorgen we de promotie? ....................................................................... 15

12. Welk materiaal hebben we nodig? .................................................................... 16

13. Is iedereen verzekerd?...................................................................................... 16

14. Schoolsportactiviteiten: eenmalig of structureel? .............................................. 17

15. Hoe en met wie evalueren we het project? ....................................................... 17

16. Kennismakingsactiviteiten ................................................................................. 18

17. Check-it-out: checklist voor de schoolgaande vereniging.................................. 20

18. Geraadpleegde bronnen ................................................................................... 24

Atletiekunie Postbus 60100 6800 JC ARNHEM Papendallaan 60 6816 VD ARNHEM Telefoon : (026) 483 48 00 Fax : (026) 483 48 01 E-mail : [email protected] Internet : www.atletiekunie.nl

Page 3: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 3 -

1. Wat beogen we met de benadering van de scholen?

"Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst." "Jong geleerd, oud gedaan..." Bekende gezegden, die vaak het motief vormen voor verenigingen om kinderen via de scholen te benaderen. Voordat een vereniging hiertoe overgaat, doet zij er verstandig aan zichzelf de volgende vraag te stellen: Met welk doel willen we de scholen benaderen? Benaderen we de scholen puur voor ledenwerving? Of is het doel eerder kennismaking met de atletieksport, waarbij lidmaatschap nu of in de toekomst van secundair belang is? Mogelijk geldt er voor benadering ook een maatschappelijk en/of gezondheidsbelang dat verkregen wordt door de jeugd meer (met elkaar) te laten bewegen. Als directe ledenwerving het doel is, luidt de volgende vraag: Hebben we voldoende opvangmogelijkheden voor nieuwe leden?

2. Hebben we voldoende opvangmogelijkheden voor nieuwe leden?

• Is er voldoende technisch en organisatorisch kader? • Is er voldoende ruimte voor de nieuwelingen (accommodatie)? Het zou jammer zijn wanneer kinderen eerst enthousiast geworven zijn, om vervolgens aan hun lot te worden overgelaten (met alle negatieve publiciteit van dien). Het gaat niet alleen om jeugd werven, de kunst is des te meer om deze nieuwkomers ook te behouden! 'Bezint dus eer ge begint', luidt hier het ietwat betuttelende, maar toch wel wijze/ware gezegde!

Page 4: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 4 -

3. Is de omgeving geschikt? Bij het 'onderzoek' naar omgevingsfactoren zijn twee factoren bepalend: A. Hoe groot is de afstand tussen de vereniging en de te benaderen school/scholen? Wil men atletiek als sport promoten, waarbij directe ledenwerving slechts bijzaak is, dan is de afstand tussen school en vereniging niet zo relevant. Een verenigingstrainer kan één of meer keren de school bezoeken en daarnaast kunnen de kinderen zelfs een keer op de vereniging worden uitgenodigd, als voor collectief vervoer is gezorgd. Ziet men het contact met de scholen echter niet zo ideëel, en worden activiteiten met name ondernomen om nieuwe leden te werven, dan doet men er verstandig aan de realiteit onder ogen te zien: van scholen die ver verwijderd zijn van de vereniging zal men weinig tot geen leden krijgen. Ouders staan hun jonge kinderen meestal niet toe om een grote afstand alleen te fietsen, en zijn zelf niet altijd in de gelegenheid om hun kinderen te brengen en te halen. Dus maar geen scholenproject als de afstand te groot is? Toch wel! Door een goede introductie van atletiek op school kunnen jonge kinderen enthousiast gemaakt worden voor later, wanneer ze met vriendjes of vriendinnetjes wél in staat zijn om een iets grotere afstand te overbruggen. B. Hoeveel atletiek- of andere sportverenigingen zijn er in de buurt? Wat voor

activiteiten organiseren zij? Wat is ons voordeel t.o.v. de 'concurrent'? Werk bovenstaande vragen eens voor jezelf verder uit. Hierdoor ontstaan wellicht nieuwe inzichten t.a.v. de te organiseren activiteiten. Wellicht is daarbij samenwerking met andere sportverenigingen een goede optie. Heeft men wel eens gerealiseerd dat atletiek één van de oudste sporten ter wereld is. Daarnaast wordt de atletiek ook wel de moeder van de sporten genoemd. Atletiek is namelijk de basis van alle sporten.

Page 5: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 5 -

4. Is er een gemeentelijk of provinciaal school-sportproject?

Het merendeel van de verenigingen heeft al eens een poging ondernomen om via de scholen kinderen te interesseren voor atletiek. Dat de scholen niet altijd staan te springen om verenigingsactiviteiten te promoten, is niet zo vreemd. Zij worden dikwijls overspoeld met aanbiedingen van allerlei sportverenigingen die hun 'product' aan de man, in dit geval het kind, willen brengen. Om deze (verzadigings)drempel te overschrijden, is het raadzaam, liever gezegd noodzakelijk, om te informeren of schoolsport vanuit de gemeente of provincie gecoördineerd wordt. Is dit het geval, dan luidt er maar één advies: meedoen! De voordelen van deelname aan provinciale/gemeentelijke schoolsportprojecten zijn niet gering: • de scholen zijn op deze wijze eenvoudig te bereiken; • medewerking van de aangesloten scholen is gegarandeerd; • de activiteiten krijgen een structureel, jaarlijks karakter; • de verenigingen kunnen een bredere doelgroep bereiken; • verenigingen kunnen gebruik maken van de organisatie en publiciteit die de

gemeente heeft opgezet rondom bepaalde activiteiten. Wanneer er geen gemeentelijk of provinciaal schoolsportproject bestaat, zijn er de volgende alternatieven: 1. Onderzoek de mogelijkheden voor deelname aan, danwel het opzetten van een

schoolsportraad waarin afgevaardigden van de school, de vereniging en eventueel de gemeente aanwezig zijn.

2. Benader de scholen direct.

Wil men als vereniging direct contact leggen met de scholen, dan is het raadzaam om te inventariseren of er leden binnen de vereniging zijn die al een 'ingang' hebben bij de school. Zoals reeds eerder werd aangegeven, staan de scholen door de enorme berg promotiemateriaal wat terughoudend tegenover verenigingsinitiatieven. Persoonlijk contact met de gymleerkracht of directie kan in deze uitkomst bieden en de beoogde samenwerking positief beïnvloeden. De insteek t.a.v. extra of andersoortige beweegmomenten is daarbij vaak een betere insteek dan die van “promotie” van de atletieksport! De veelzijdigheid van atletiek mag daarbij best prominent worden aangehaald.

Page 6: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 6 -

5. Wat gaan we doen? Er zijn legio mogelijkheden om de atletieksport onder de aandacht te brengen van leerlingen. Wat men ook voor ogen heeft, overleg eerst met de gymleerkracht! Zijn / haar enthousiasme is voorwaarde voor het welslagen van ieder project. Uit deelnemersaantallen van vele schoolsportprojecten blijkt, dat bij de combinatie 'introductie op school' en vervolgactiviteiten na schooltijd duidelijk meer kinderen deelnemen dan aan een kennismakingscursus die alleen na schooltijd wordt georganiseerd. Zo kan bijvoorbeeld tijdens een periode van 4 weken atletiek worden geïntroduceerd op school. Deze introductie kan worden afgesloten op de accommodatie van de vereniging met een wedstrijd, een kennismakingsreeks of een andere verenigingsactiviteit. De vereniging kan voorstellen om bij het lesprogramma een trainer te 'leveren'. In overleg kan deze trainer de les geven (gastdocent), waarbij de leerkracht ondersteunt, of precies andersom. Een andere mogelijkheid is dat de gastdocent en de leerkracht ieder de helft van het aantal lessen geven. Na introductie van atletiek op school kan men de leerlingen de mogelijkheid bieden om atletiek voort te zetten na schooltijd via één of meer vervolgactiviteiten. Hierbij geldt: wat je ook organiseert, laat het een structureel karakter hebben en koppel het aan de introductielessen op school. Een aantal van die vervolgactiviteiten zijn: • kennismakingstrainingen; • schooltoernooien; • schoolcompetities (bv. woensdagmiddagcompetities); • bezoek aan (top)wedstrijden; • trainingen of clinics door topatleten. Bij al deze vervolgactiviteiten is het tevens zinvol om kennis over te dragen over het functioneren van een atletiekvereniging. Door de activiteiten op een moment te plannen dat de vereniging 'leeft', zien de kinderen en hun ouders ook hoe het er normaal bij de vereniging aan toe gaat.

6. Wie willen we benaderen?

Page 7: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 7 -

Allereerst: welke leeftijd? Als reactie op andere sportverenigingen, die kinderen al op zeer jonge leeftijd proberen te 'lokken', zou het logisch zijn dat ook de atletiekverenging de leerlingen zo vroeg mogelijk benadert. De Atletiekunie gaat er echter van uit dat kinderen vooral plezier moeten beleven aan de sport die zij beoefenen, en vindt het pas verantwoord en zinvol om een lessenreeks aan te bieden voor leerlingen vanaf groep 3. Hier moet rekening gehouden worden met de ontwikkeling van het kind. De belastbaarheid moet aangepast zijn op de leeftijd van het kind. De opgeleide trainers binnen de vereniging zijn hiervan op de hoogte. Het is belangrijk dat spelenderwijs kennis wordt gemaakt met de atletiek. Leerlingen uit groep 5 t/m 8 hebben de ideale leerleeftijd, nl. tussen 8 en 12 jaar. Deze groep is in staat zich de basisvaardigheden van een sport snel eigen te maken. Daarnaast kan de vereniging ook het voortgezet onderwijs benaderen. Dan: welke kinderen willen we benaderen? Alle leerlingen? Leerlingen uit de buurt? Leerlingen waarvan de ouders ook een sportachtergrond hebben? Wanneer we alle leerlingen willen bereiken, moet de drempel tot deelname zo laag mogelijk zijn. Dat betekent dus heel simpel: lessen op school! Deelname aan vervolgactiviteiten op de vereniging staat of valt met het enthousiasme van de scholen. Wanneer informatie alleen maar wordt opgehangen, melden zich alleen de al geïnteresseerde kinderen aan, die bovendien toestemming krijgen van hun ouders. Een enthousiaste groeps- of vakleerkracht is in staat om de leerlingen te motiveren en ook de ouders te overtuigen van het nut (en plezier!) dat hun kinderen aan deze activiteiten kunnen beleven. Secundaire doelgroep: de ouders Als secundaire doelgroep wordt de groep mensen beschouwd die onmisbaar zijn bij de opvang van de jeugd in de vereniging: de ouders. Vaak vinden zij het leuk om de sport van hun eigen kinderen te leren, ouders kunnen dit doen door een dagdeel een georganiseerde techniekmodule te volgen. Daarnaast kunnen ouders ook een jury cursus volgen, zodat ze tijdens de wedstrijd van hun kind een vrijwilligerstaak kunnen vervullen. Het moment van benaderen van ouders moet echter wel zorgvuldig gekozen worden. Met name wanneer de leerlingen komen kennismaken op de atletiekaccommodatie of tijdens een atletiek sportdag ontstaan goede mogelijkheden om ouders ook enthousiast te maken voor de atletieksport.

7. Wie zijn bij het programma betrokken?

Page 8: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 8 -

Vanuit de drie instanties school, vereniging en gemeente zijn diverse personen bij het schoolsportproject betrokken. Daarnaast is er nog een belangrijke groep betrokkenen die niet specifiek tot één van die instanties behoort, nl. de ouders. Een goed samenwerkingverband tussen alle betrokkenen is noodzakelijk om wensen en behoeften op elkaar af te stemmen en tevens om inzet en betrokkenheid te kweken. De school De schooldirectie is belangrijk m.b.t. het verlenen van toestemming voor het meedoen aan de schoolatletiekactiviteiten na schooltijd en voor het eventueel vrijmaken van een sportbudget. Naar de ouders toe speelt zij een belangrijke rol in het benadrukken van het nut van sporten voor hun kind. De inzet van de leerkrachten is onontbeerlijk bij de organisatie van schoolatletiekactiviteiten. Bij elke activiteit, tijdens en na schooltijd, is goede begeleiding en stimulatie van de kinderen noodzakelijk. Kinderen zullen eerder meedoen aan een verenigingsactiviteit wanneer de leerkracht hen hiertoe aanzet en, beter nog, met ze meegaat. Ook heeft de leerkracht contact met de ouders die hij kan proberen te mobiliseren voor de begeleiding bij activiteiten buiten schooltijd. Binnen deze categorie van leerkrachten maken we een onderscheid in de vakleerkracht en de groepsleerkracht. Groepsleerkrachten in het basisonderwijs zijn niet specifiek opgeleid voor het doceren van lichamelijke opvoeding. Daarom staan zij vaak positief tegenover deskundige verenigingsmensen, waarvan niet alleen de leerlingen, maar ook zij zelf iets kunnen leren. Het feit echter dat zij naast hun 'gewone' werktaak ook gymles moeten geven, zegt iets over de werkdruk van deze groepsleerkrachten. Ze hebben vaak overvolle agenda's en zijn hierdoor erg moeilijk inzetbaar. Zorg dus dat de tijdrovende klussen niet bij hen komen te liggen; neem de groepsleerkrachten juist het werk uit handen. Hun specifieke taak ligt in het stimuleren van de leerlingen en het afstemmen van het programma op de groep. Zij kennen de kinderen en kunnen daardoor zeer goed inspelen op de specifieke situatie van iedere klas en ieder kind; zij kunnen zorgen voor maatwerk. Bij vakleerkrachten (met name in het voortgezet onderwijs) geldt een iets ander verhaal. Door hun specifieke deskundigheid op het gebied van de lichamelijke opvoeding zien zij de verenigingstrainer, die op school wil komen lesgeven, soms wel eens als een concurrent. Ook werkt de vakleerkracht met een eigen jaarlesplan, dat door te vele verenigingsinitiatieven kan worden verstoord. Een goede afstemming is in het voortgezet onderwijs dan ook noodzakelijk.

Page 9: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 9 -

De leerlingen Leerlingen die voor het eerst aan atletiekactiviteiten deelnemen, willen ervaren wat het eigene van de sport is en wat deze sport te bieden heeft. Op voorhand staat niet vast dat ze zich voor langere tijd aan atletiek willen binden. Of kinderen een sport waarmee ze kennismaken blijven beoefenen, hangt in belangrijke mate af van de wijze waarop de kennismaking plaats vindt en vooral van het optreden van de begeleiders. Passen zij een benaderingswijze toe die niet past bij de belangstellingssfeer van de betreffende leerlingen, dan zal de introductie weinig succesvol zijn. Jongere kinderen hechten veel waarde aan het zich uitleven, het bezig zijn. Zij moeten hun energie kwijt kunnen. Leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs hechten naast het zich uitleven ook veel waarde aan het samenzijn met leeftijdsgenoten. Datzelfde geldt voor leerlingen uit de bovenbouw; ook voor hen is het sociale aspect van sport belangrijk. Daarnaast willen zij graag meer verantwoordelijkheid nemen (en krijgen!) voor hun doen en laten. Helaas wordt jongeren in de vereniging niet altijd de mogelijkheid geboden om hun groeiend verantwoordelijkheidsgevoel 'uit te testen'. Hoe kan men hier beter op inspelen? In de training kan men meer een beroep doen op het zelf bedenken van oplossingen in plaats van het altijd maar aandragen daarvan. Tijdens kennismakingsactiviteiten kan de vereniging aangeven wat jongeren nog meer kunnen doen buiten het actieve sporten, b.v.: • helpen bij de begeleiding/training van de jongste jeugd; • lid worden van een commissie; • deel uitmaken van het jeugdbestuur; • lid worden van de redactie van het clubblad. Men moet dit soort mogelijkheden dus ook aangeven bij een naschoolse verenigingsactiviteit voor leerlingen uit de 'bovenbouw'! De vereniging Het bestuur Net als de directie op school is het bestuur binnen de vereniging verantwoordelijk voor een juiste besteding van het aanwezige budget. Het is het orgaan dat al dan niet toestemming verleent aan schoolatletiekactiviteiten. Niet alleen uit oogpunt van beslissingsbevoegdheid is het inlichten van het bestuur noodzakelijk; ook terwille van de betrokkenheid dient het op de hoogte te zijn. Wil men schoolatletiekactiviteiten een structureel karakter geven, dan dient hiervoor draagvlak gecreëerd te worden binnen de vereniging. Bestuur en leden moeten dus van de activiteiten op de hoogte zijn. De trainer Wanneer een verenigingstrainer optreedt als gastdocent op school, is het belangrijk dat hij affiniteit heeft met het onderwijs. In een verenigingssituatie is de sport doel op zich, terwijl 'gymmen' op school ook een pedagogisch doel dient. De trainer heeft dus naar de leerlingen toe ook een 'pedagogische taak'. Concreet betekent dit:

Page 10: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 10 -

• dat alle kinderen moeten kunnen meedoen; • dat de activiteiten moeten bijdragen tot zelfstandig handelen; • dat de activiteiten moeten bijdragen aan:

♦ de fysieke ontwikkeling, ♦ de sociale ontwikkeling, ♦ integratie van jongeren.

Veel verenigingen hebben in hun ledenbestand mensen die een sportopleiding (ALO/Akte J) hebben gevolgd of onderwijsbevoegdheid hebben. Dit zijn de geschikte personen om enkele gymnastieklessen te verzorgen. Belangrijk hierbij is een juiste afstemming van ideeën over de wijze van lesgeven tussen de gastdocent en de leerkracht, die uiteindelijk verantwoordelijk is voor datgene wat er tijdens de gymnastiekles gebeurt en daarom ook altijd aanwezig moet zijn. In het geval dat men geen leden kan vinden met de vereiste diploma's, is het wellicht mogelijk dat de leerkracht in overleg met enkele trainers van de vereniging de lessen voorbereidt en de trainers de leerkrachten helpen bij het geven van de lessen. Duidelijk zal zijn dat de persoon die voor de groep staat een project kan 'maken of breken'. Naast de atletiektechnische kennis en pedagogische kwaliteiten is de persoonlijkheid van groot belang. Voornaamste kwaliteit van de lesgever is om kinderen te kunnen “boeien”. Is er geen kwalitatief goed kader, dan is het verstandiger daar eerst aan te werken voordat een vereniging schoolatletiekactiviteiten ontplooit. Beter een latere kennismaking dan een slechte kennismaking! De contactpersoon De contactpersoon binnen de vereniging is van essentieel belang voor een goed organisatorisch verloop van alle schoolatletiekactiviteiten. • Hij moet zorgen voor de contacten met de scholen (incl. de afspraken omtrent

promotie); • Het creëren van draagvlak binnen de vereniging. Dit kan b.v. door het schrijven

van stukjes in het clubblad en door verslag te doen van de activiteiten binnen bestuurs- en ledenvergadering;

• De benadering van geschikte mensen die kunnen optreden als trainer, als gastdocent op school of als hulptrainer (om de kinderen meer individuele aandacht te kunnen geven);

• De 'opvang' van ouders tijdens de verenigingsactiviteiten.

Page 11: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 11 -

De gemeente Wanneer schoolsportprojecten gecoördineerd worden vanuit een gemeentelijke of provinciale sportraad, betekent dit dat zowel de school als de vereniging van een aantal taken wordt bevrijd. De schoolsportcoördinator binnen een gemeentelijke of provinciale sportraad zorgt meestal voor: • de afstemming van vraag en aanbod tussen scholen en sportverenigingen; • de planning van activiteiten; • de communicatie tussen de partners; • de promotie/publiciteit; • de continuïteit. Het is geen reële gedachte dat de samenwerking tussen de drie partners gemeente/school/vereniging gebaseerd moet zijn op een even grote inbreng en inzet van alle drie. Met name de scholen doen alleen mee als hun inbreng en inzet gering kunnen blijven.

De ouders Een groep die we niet specifiek onder een bepaalde categorie kunnen plaatsen, maar die wel van essentieel belang is, is de groep ouders. Het betrekken van de ouders bij de schoolatletiekprojecten zou de effectiviteit en de efficiëntie van deze projecten aanzienlijk kunnen verhogen. Kinderen moeten toestemming krijgen van hun ouders om deel te nemen aan naschoolse activiteiten. Omdat ouders het nut en belang van sporten/bewegen niet altijd inzien, krijgen ze dat niet altijd. Het is dus belangrijk dat de ouders actief (via de leerkrachten) benaderd worden en dat ze weten dat hun kinderen goed worden opgevangen tijdens de naschoolse activiteiten. Het actief betrekken van de ouders bij naschoolse activiteiten is belangrijk indien men tot een goede verstandhouding wenst te komen. Een goede relatie vormt de basis voor betrokkenheid, steun en inzet, nu en in de toekomst (wanneer hun kind mogelijk lid is geworden van de vereniging).

Page 12: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 12 -

8. Wanneer plannen we de activiteiten? A. Periode in het jaar De activiteiten op de scholen dienen in overleg met de (vak)leerkracht gepland te worden. Houd er rekening mee dat scholen over het algemeen werken met een jaaragenda (per schooljaar) waarin vooraf de ‘evenementen’ als sportdagen en kampen staan. In het voorgezet onderwijs werkt de sectie LO met een vakwerkplan, waarin de lessen (en inhoud) gepland staan. Bij de ene school is dat wat concreter dan bij de andere school. De meeste scholen hebben een sportoriëntatieprogramma, hierin ligt een rol voor de vereniging. Bij sommige scholen kun je dan op korte termijn iets realiseren (b.v. kennismakingslessen), bij andere scholen plan je echt op de lange termijn (volgens schooljaar). Bij basisscholen is het heel verschillend. De ene school heeft een vakleerkracht (dan wordt er meestal met een vakwerkplan gewerkt), de andere niet (dan wordt er meestal met een methode gewerkt). Het is raadzaam om de school een concreet aanbod te doen. De jeugdprojecten van de Atletiekunie kunnen het hele jaar door worden uitgevoerd. Deze projecten staan op www.jeugdatletiek.nl B. Tijdens of na schooltijd Zoals al eerder opgemerkt, bereikt men met naschoolse activiteiten niet alle leerlingen: slechts diegenen die al geïnteresseerd zijn en toestemming krijgen van hun ouders zullen komen. Een combinatie dus van lessen op school en activiteiten op de vereniging is het meest effectief.

Page 13: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 13 -

9. Wat zijn de kosten? De kosten voor de accommodatie kunnen laag gehouden worden: men maakt óf gebruik van de gymzaal van de school of van de atletiekbaan van de vereniging. Wel zal men een budget moeten opstellen voor: • promotie en publiciteit (folders, uitnodigingsbrieven, etc.); • de trainer; • een herinnering voor de leerlingen; • een consumptie voor de kinderen en hun ouder(s); en eventueel voor: • de contactpersoon; • de hulptrainers; • de aanschaf van atletiekmateriaal; • het collectief vervoer van de leerlingen. Mogelijk verleent de gemeente subsidie voor schoolsportactiviteiten. Hiervan is in ieder geval sprake indien de coördinatie van een schoolsportproject bij de gemeentelijke of provinciale sportraad ligt. Ook de Atletiekunie kan bij sommige projecten faciliteren. Bij scholieren(competitie)wedstrijden is ook financiële steun mogelijk. Wanneer het gebrek aan subsidie dit noodzakelijk maakt, kan een bijdrage van de leerlingen of scholen voor herhaalde verenigingsactiviteiten overwogen worden. Het spreekt natuurlijk voor zich dat het bedrag niet zo hoog mag zijn dat daarmee een drempel voor deelname wordt opgeworpen.

Page 14: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 14 -

10. Wat levert het scholenproject ons op? Terecht hoort men verenigingsmensen wel eens zuchten: "Waar doen we het eigenlijk allemaal voor; uiteindelijk leveren al onze inspanningen twee tot drie nieuwe leden op." Een begrijpelijke reactie, maar ook een wat kortzichtige. Immers, een gedegen introductie van atletiek op school, gevolgd door een aantal goed georganiseerde verenigingsactiviteiten, zorgt in ieder geval voor promotie van de atletieksport in brede zin. Wellicht levert dat niet direct nieuwe leden op, maar in de toekomst kan dit wel het geval zijn, wanneer jongeren toevallig of minder toevallig (via vrienden, schooltoernooien, studie of werk) weer in aanraking komen met atletiek. Wanneer zij op dat moment kunnen terugkijken op een goede introductie op school en eventueel in de vereniging, is lidmaatschap veel waarschijnlijker dan wanneer ze nooit aan atletiek gedaan hebben of hieraan negatieve herinneringen hebben overgehouden. Een positieve kennismaking met atletiek vormt de beste basis voor een eventueel later lidmaatschap! Daarnaast profileert een schoolactieve vereniging zich met een positief beeld naar buiten toe. Dit zal zeker niet onopgemerkt blijven bij de gemeente en andere (lokale) instanties. Tevens kunnen de schoolprojecten gebruikt worden om in de media op een positieve manier de vereniging uit te dragen, waardoor op een gegeven moment het gevoel van “erbij willen horen” gaat meespelen.

Page 15: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 15 -

11. Hoe verzorgen we de promotie? Binnen gezamenlijke schoolsportprojecten ligt de promotie meestal bij de gemeentelijke schoolsportcoördinator. Er wordt dikwijls een brochure uitgegeven, met daarin opgenomen alle schoolsportactiviteiten voor het komende seizoen. De vereniging dient in dit geval te zorgen voor de informatie die moet worden gecommuniceerd: de activiteiten die plaatsvinden, op welke data, waar, hoe luiden de regels, wanneer zijn er eventueel voorlichtingsbijeenkomsten voor de ouders, zijn de ouders welkom op de activiteiten, etc. De communicatie naar de leden toe: binnen verenigingen kan via het clubblad en de ledenvergadering bekend worden gemaakt welke activiteiten naar de scholen toe georganiseerd worden. Een gebrek aan informatie binnen de vereniging zou mede een reden kunnen zijn voor het gebrek aan kader tijdens schoolatletiekactiviteiten. Het zou effectief en efficiënt zijn wanneer de scholen de promotie van de projecten naar de leerlingen en hun ouders toe verzorgen. De meeste scholen hebben daar een medium voor (b.v. de schoolkrant). Waaraan het de scholen nogal eens ontbreekt, is de benodigde informatie die moet worden verstrekt. De vereniging dient dan ook de scholen van de eerder genoemde informatie te voorzien, zodat zij op eenvoudige wijze de leerlingen en hun ouders optimaal kunnen informeren. De leerkracht is dus de belangrijkste stimulator van de verenigingsactiviteiten. Willen we naast deze mondelinge publiciteit ook nog een aparte folder maken voor de leerlingen, zorg dan: • voor volledige en duidelijke informatie (voor wie, waar, hoe laat, kosten, wat

meenemen, contactpersoon); • dat de tekst goed te begrijpen is (eenvoudig taalgebruik); • dat motieven gebruikt worden die kinderen aanspreken (niet: gezondheid; wel:

gezelligheid, uitleven, iets presteren); • dat deze folders via de gym- of groepsleerkracht worden uitgedeeld (hij kan nog

wat extra informatie geven en de leerlingen stimuleren). Tijdstip waarop men de activiteiten promoot. Het zal duidelijk zijn dat in een periode dat meer verenigingen de schoolsportmarkt betreden, er problemen kunnen ontstaan. Enerzijds worden de leerkrachten en kinderen te vaak afgeleid van het normale werk, anderzijds gaat door de hoeveelheid het effect van de publiciteitscampagne verloren. Overleg over de wijze en het tijdstip waarop de activiteit gepromoot kan worden, is dan ook noodzakelijk. Het neerleggen van een aantal folders met een briefje 'a.u.b. vandaag uitdelen' is voor de vereniging wellicht de meest eenvoudige manier om iets onder de aandacht te brengen. Maar dit werkt meestal niet! Rekening houden met elkaars programma is een minimale vereiste; evenals verenigingen hebben ook scholen drukke en minder drukke perioden.

Page 16: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 16 -

12. Welk materiaal hebben we nodig? Goed materiaal is essentieel voor een geslaagde kennismaking. In veel gymzalen is het benodigde materiaal niet aanwezig. Verenigingen kunnen hierin de scholen mogelijk ondersteunen, door materiaal uit te lenen. Wat is eigenlijk goed materiaal? Voor het basisonderwijs is met name het Fun In Athletics materiaal geschikt om kennis te maken met de atletiek. Het materiaal is kleurrijk, uitdagend en biedt volop variatie. Dit materiaal is het meest geschikt voor gebruik binnen. Bij de Atletiekunie kan het materiaal worden besteld tegen gereduceerd tarief. Meer informatie daarover is terug te vinden op de website www.jeugdatletiek.nl .Voor het materiaal buiten kan het beste een bestelling worden geplaatst bij een leverancier gespecialiseerd in atletiekmateriaal. Wanneer er geen budget is kunnen met wat creativiteit ook standaard materialen goed ingezet worden voor het atletiekonderwijs.

13. Is iedereen verzekerd? Voor activiteiten op school geldt dat de leerlingen en leerkrachten via de school verzekerd zijn. Activiteiten op de vereniging binnen schooltijd vallen ook onder de schoolverzekering, mits een leerkracht aanwezig is en toestemming door de directie is verleend. Het verdient aanbeveling om na te vragen welke specifieke regels de school hierover heeft opgesteld. Voor activiteiten op de vereniging buiten schooltijd kan worden teruggevallen op de WA-verzekering van alle betrokkenen. De vereniging doet er goed aan bij haar eigen verzekering te achterhalen of zij ook verzekerd is tegen calamiteiten, waarbij leiding of bestuur aansprakelijk wordt gesteld. De bij de Atletiekunie aangesloten verenigingen hebben via de Atletiekunie automatisch een aantal collectieve verzekeringen afgesloten. Voor meer informatie daarover: www.atletiekunie.nl

Page 17: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 17 -

14. Schoolsportactiviteiten: eenmalig of structureel?

Een schoolatletiekproject heeft met name zin indien er een structureel karakter aan wordt gegeven. Continuïteit is één van de belangrijkste succesfactoren van schoolsportprojecten. Voor de vereniging, omdat zij het project intern als beleid geaccepteerd moet zien te krijgen. Daarnaast om een kaderbestand op te bouwen dat de projecten op goede wijze kan organiseren en uitvoeren. Ook voor de scholen en leerlingen is continuïteit belangrijk. Iedereen weet dan wat er komt en kan zich daarop instellen. De scholen kunnen de activiteiten opnemen in het schoolwerkplan en er mogelijk andere projecten aan koppelen (zoals gezondheid of fairplay). Indien het project door de gemeente gecoördineerd wordt, is het verstandig ook bij hen te pleiten voor continuïteit, omdat pas na enige jaren een programma en routine ontstaan die de aanvankelijke belasting reduceren.

15. Hoe en met wie evalueren we het project? Om te kunnen controleren of de introductie- en kennismakingsactiviteiten op school en in de vereniging effect hebben gesorteerd en om te weten hoe ze door de kinderen en leerkrachten zijn ervaren, dient er geëvalueerd te worden. Tijdens de rit is het belangrijk dat de verenigingscontactpersoon en de leerkracht elkaar regelmatig op de hoogte houden over het wel, maar ook over het wee van de leerlingen tijdens de activiteiten. Voor een jaarlijkse, totale projectevaluatie is het gewenst om in gezamenlijk overleg te evalueren. Dit betekent dus een overleg tussen afgevaardigden van de drie betrokken instanties: gemeente, school en vereniging. De evaluatie kan worden opgesplitst in: 1. Procesevaluatie: verliep het project naar ieders zin? 2. Productevaluatie: zijn de vooraf opgestelde doelen behaald? Op basis van deze evaluatie dient een 'verbeterd' plan opgezet te worden voor het volgende jaar. Dikwijls veranderen schoolsportprojecten na de eerste opzet niet meer van vorm. Dit komt deels doordat het 'wel loopt', maar ook omdat kennis ontbreekt over hoe het anders zou kunnen. Een kritische evaluatie en een open oog voor nieuwe ontwikkelingen voorkomt dat de kinderen uitgekeken raken en zorgt dat ze ook in de toekomst kunnen blijven genieten van de vele atletiekactiviteiten!

Page 18: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 18 -

16. Kenningsmakingsactiviteiten Als een vervolg op de lessen op school is het leuk en zinvol om de kinderen op de vereniging uit te nodigen voor een open dag, een wedstrijd of een aantal trainingen. Hieronder staan nog wat tips en voorbeelden m.b.t. kennismakingsactiviteiten. Kennismakingstrainingen Voor de organisatie van kennismakingstrainingen geldt het volgende: • deze trainingen hebben op den duur alleen zin, indien ze gekoppeld worden

aan de atletiekactiviteiten op school; • de relatie met de leerkracht (lichamelijke opvoeding) is hierin dus belangrijk; • organiseer de kennismakingstrainingen op een vaste periode in het jaar, m.a.w.

geef ze een continu karakter; • biedt de trainingen aan gemeentelijke of provinciale sportraden aan, die het

schoolsportaanbod in de gemeente/provincie coördineren; • laat de trainingen plaatsvinden op een tijdstip, waarop de vereniging 'leeft'; • instrueer de trainers; schoolgroepen zijn anders dan verenigingsgroepen; • de nieuwe kinderen kunnen 'gekoppeld' worden aan jeugdleden; • zorg ervoor dat de ouders en leerkrachten via een praatje worden opgevangen; • sluit de serie trainingen op leuke wijze af: voor de jongere kinderen b.v. met een

diploma, voor de oudere jeugd met een feest met de bestaande jeugdleden. Opmerkingen ten aanzien van de inhoud van de kennismakingstrainingen: • houd het simpel!; • zorg dat de kinderen het gevoel hebben SUCCESVOL te zijn. Jezelf verbeteren

en meten kan bij uitstek in een sport als atletiek; • Zorg voor veel beweegtijd door:

♦ aanpassingen te doen in opstellingen (geen lange rijen maken); ♦ differentiatie; ♦ kleine veranderingen geven vaak alweer hele nieuwe impulsen;

• het accent ligt dus meer op SUCCESBELEVlNG dan op techniek; • geef ook ruime aandacht aan het sociale aspect van atletiek. Dit sluit goed aan

bij de 'meervoudige bekwaamheidsgedachte' van het onderwijs: opvoeding op motorisch, cognitief maar ook emotioneel sociaal gebied.

Page 19: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 19 -

Kennismakingstraining/toernooi voor de leerkrachten Vele sportverenigingen organiseren kennismakingsactiviteiten voor de jeugd. Wat weinig voorkomt, zijn kennismakingsactiviteiten voor leerkrachten, een of meer gezellige bijeenkomsten waarin de leerkrachten worden uitgenodigd om: • uitleg te krijgen over de technieken en regels; • technieken te oefenen; • een meerkamp tegen elkaar laten doen; • kennis te maken met de verenigingsaccommodatie; • kennis te maken met evt. specifieke materialen. Dat leerkrachten een belangrijke doelgroep vormen zal voor een ieder duidelijk zijn: hun enthousiasme en kennis zijn voorwaarde voor een goede overdracht van atletiek op de kinderen!

Page 20: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 20 -

17. Check-it-out: checklist voor de schoolgaande vereniging

Om een schoolatletiekproject optimaal te laten verlopen, moet bij de voorbereiding aan alles worden gedacht. De voorbereiding bepaalt voor 90% het wel of niet slagen van de activiteit. Aan de hand van een aantal hoofditems kan iedere vereniging een draaiboek maken, met daarin opgenomen: Doelstelling Wat willen we precies bereiken? � Is exact omschreven wat we willen bereiken? � Is de doelstelling voor iedereen duidelijk? Doelgroep Op welke kinderen (leeftijd) richten wij ons? � Voor wie willen we activiteiten organiseren:

• leeftijd; • school; • meisjes/jongens?

� Hoeveel kinderen in de betreffende leeftijd zitten op die school? � Hoeveel deelnemers verwachten we minimaal en maximaal? Activiteitenkeuze Wat gaan we precies doen? � Is de activiteit concreet ingevuld? � Draagt de activiteit bij aan de doelstelling(en)? � Komt de activiteit tegemoet aan de wensen en behoeften van de doelgroep? � Sluit de verenigingsactiviteit aan op de lessenreeks? � Is de activiteit te realiseren in de bestaande accommodatie? � Is de activiteit te realiseren met de beschikbare financiën? � Is de activiteit te realiseren met de aanwezige materialen? � Is de activiteit te realiseren met de aanwezige vrijwilligers? � Is er draagvlak bij het bestuur van de atletiekvereniging (en haar leden)?

Page 21: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 21 -

Begroting Welke inkomsten en uitgaven verwachten wij? � Is een overzicht van te verwachten inkomsten en uitgaven gemaakt? � Is de begroting sluitend? � Zijn er subsidiemogelijkheden (gemeente, Atletiekunie, sponsoren) � Is de eventuele deelnemersbijdrage bepaald? � Hoe is de inning van deze bijdragen geregeld? Medewerkers en taakverdeling Wie doet wat wanneer? � Is een overzicht gemaakt van taken die verricht moeten worden:

• tijdens de voorbereiding; • tijdens de activiteit zelf?

� Is gezorgd voor een overzicht van mogelijke vrijwilligers / professionals? � Zijn goede afspraken gemaakt over de promotie? � Heeft iedere medewerker de juiste instructie gekregen over zijn taak? Tijdsplanning Wanneer moet wat gebeuren? � Is er een planning gemaakt van wanneer de school benaderd moet worden om

tijdig alles in te kunnen plannen. Houd daarbij rekening met moment van opstellen van het jaarplan en roosters van de school.

� Is er een overzicht gemaakt van andere (sport)activiteiten die op die dag of in die periode georganiseerd worden?

� Is er voldoende tijd om de activiteit voor te bereiden? � Is er een tijdschema gemaakt van de nodige bijeenkomsten, ter voorbereiding en

evaluatie van de activiteit? � Zorg dat alle acties die aan tijd gerelateerd zijn in één chronologisch overzicht

worden verwerkt. � Zijn alle betrokkenen geïnformeerd over de gemaakte tijdsplanningen?

Page 22: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 22 -

Accommodatie Waar wordt de activiteit gehouden? � Is de accommodatie besproken? � Zijn goede afspraken met het beheer of bestuur gemaakt over:

• eventuele huurprijs; • opening en sluiting; • opbouwen en opruimen van materialen; • gebruik van materialen; • douche- en kleedgelegenheid; • mogelijke verstrekking van een drankje/versnapering?

Materialen Welke materiaal hebben wij nodig? � Is er een overzicht gemaakt van de benodigde materialen? � Zijn alle materialen aanwezig of geregeld? � Wie zorgt voor het ophalen/terugbrengen van materialen? Publiciteit Hoe brengen wij de activiteiten onder de aandacht? � Van welke mogelijke communicatiemiddelen in je plaats/wijk kan gebruik worden

gemaakt: • persoonlijke gesprekken (vooral die met de leerkracht!); • schoolkrant; • verenigingskrant; • folders; • affiches; • raambiljetten; • plaatselijke krant/huis aan huisbladen; • ….

� Staat alle nuttige informatie vermeld (wat, waar, wanneer, wie, waarom en hoe)? � Is de 'boodschap' duidelijk en attractief voor de kinderen? � Wordt ook achteraf de media gebruikt om positieve profilering naar buiten toe te

bewerkstelligen? Betrek hierin ook de PR-commissie en/of het bestuur.

Page 23: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 23 -

Verzorging Wat bieden wij de deelnemers en medewerkers aan? � Is gezorgd voor frisdrank/versnapering voor deelnemers? � Is gezorgd voor frisdrank/versnapering voor vrijwilligers? � Wie regelt de verzorging? � Is EHBO aanwezig? Evaluatie Hoe komen we de volgende keer tot een nog beter project? � Met betrekking tot het proces:

• Hoe beoordeelden de leerlingen, de leerkrachten en de trainers de activiteiten?

• Hoe beoordeelde de contactpersoon de activiteiten en de communicatie? � Met betrekking tot het product:

• Zijn onze doelstellingen bereikt? De Atletiekunie hoopt van harte dat dit het geval is en dat haar ondersteuning hiertoe heeft kunnen bijdragen!

Page 24: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…

Stappenplan voor schoolgaande verenigingen

juni 2010 - 24 -

18. Geraadpleegde bronnen Stappenplan van de KNHB.

Page 25: Stappenplan voor schoolgaande verenigingen atletiek A5 _tb…