Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7...

47
1 .C.J. Schoemaker S tandaard werkwijzen J ongveeopfok Basisboek .C.J. Schoemaker

Transcript of Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7...

Page 1: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

1H.C.J. Schoemaker

Standaardwerkwi jzen

JongveeopfokBasisboek

H.C.J. Schoemaker

Page 2: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

Standaardwerkwi jzen

JongveeopfokBasisboek

Werkwijzen en aanvullende informatie – toepasbaar op iederbedri j f

Page 3: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

ColofonHet basisboek “Standaard werkwijzen jongveeopfok” is opgesteld naar aanleiding van eenafstudeerproject, in opdracht van Vetvice.

Auteur:H.C.J. Schoemaker

Met dank aan:

Jan HulsenJoep DriessenBertjan Westerlaan

Dhr. E. ElzingaMevr. Y. Kuipers

Veehouders

Dhr. A. HoekstraDhr. G. SmitsDhr. G. van Heck

Juni 2006

Page 4: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

Inhoud

Inleiding............................................................................................................................................... 5

1 De geboorte ..................................................................................................................................... 61.1 Huisvesting ................................................................................................................................ 61.2 Voeding...................................................................................................................................... 71.3 Gezondheid................................................................................................................................ 8

2 De biestperiode ............................................................................................................................. 122.1 Huisvesting .............................................................................................................................. 122.2 Voeding.................................................................................................................................... 132.3 Gezondheid.............................................................................................................................. 17

3 De melkperiode.............................................................................................................................. 183.1 Huisvesting .............................................................................................................................. 183.2 Voeding.................................................................................................................................... 193.3 Gezondheid.............................................................................................................................. 24

4 De speenperiode ........................................................................................................................... 274.1 Huisvesting .............................................................................................................................. 274.2 Voeding.................................................................................................................................... 284.3 Gezondheid.............................................................................................................................. 28

5 De puberperiode............................................................................................................................ 305.1 Huisvesting .............................................................................................................................. 305.2 Voeding.................................................................................................................................... 305.3 Gezondheid.............................................................................................................................. 31

6 Rondom inseminatie ..................................................................................................................... 326.1 Huisvesting .............................................................................................................................. 326.2 Voeding.................................................................................................................................... 336.3 Gezondheid.............................................................................................................................. 34

7 De drachtige pink .......................................................................................................................... 367.1 Huisvesting .............................................................................................................................. 367.2 Voeding.................................................................................................................................... 367.3 Gezondheid.............................................................................................................................. 38

8 Succesvol in de praktijk ............................................................................................................... 398.1 Huisvesting .............................................................................................................................. 398.2 Voeding.................................................................................................................................... 408.3 Gezondheid.............................................................................................................................. 40

Week- en maandplanning Jongveeopfok....................................................................................... 41

Voorbeeldbedrijf............................................................................................................................... 43

Literatuurlijst .................................................................................................................................... 45

Bijlagen ............................................................................................................................................. 47Bijlage I Kosten Rendac................................................................................................................. 47Bijlage II Relaties leeftijd – borstomvang – gewicht – groei........................................................... 47

Page 5: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

5

Inleiding

De kalveren van nu zijn de melkkoeien van de toekomst. Een goede opfok van jongvee op eenmelkveebedrijf is daarom erg belangrijk. De gemiddelde afkalfleeftijd van vaarzen (ALVA) in Nederlandligt op 2.02 jaar (26 maanden), deze kan worden teruggebracht naar 23 maanden. Niet alleen de ALVA isvan belang, de vaars moet ook een hoge levensproductie weten te realiseren. Daarnaast moet zeweerstand kunnen bieden tegen ziekten en zich kunnen handhaven in de melkveekoppel. Deze puntenvormen de doelstellingen van de opfok en kunnen worden gerealiseerd door het gebruik van standaardwerkwijzen.Bij de opfok van jongvee draait het veel om het verlenen van zorg aan jonge, kwetsbare dieren. Nietiedere veehouder is nauwlettend en/of werkt niet met vaste routines. Hierdoor krijgt geen kalf dezelfdeverzorging en is het risico op structurele fouten groot. Standaard werkwijzen helpen de veehouder om dekalveren op een efficiënte en georganiseerde manier op te fokken. Door altijd op dezelfde manier tewerken kan er gecontroleerd worden of de betreffende werkwijze het gewenste resultaat oplevert. In depraktijk wordt er echter onvoldoende gewerkt met standaard werkwijzen.

Dit basisboek bevat standaard werkwijzen en aanvullende informatie voor goede opfokresultaten, waarbijis gestreefd naar goede groei, gezondheid en weerstand van het kalf, kostenefficiëntie enarbeidsefficiëntie.

Gebruik van het basisboekHet boek is opgebouwd aan de hand van stappen uit het kalverleven, te beginnen bij de geboorte van hetkalf tot twee maand voor afkalven van de pink. Op dat moment wordt de pink deel van de melkveekoppelen stopt de opfok.

0 dgn 0-3 dgn 3 dgn-8 wkn 2-4 mnd 4-13 mnd 13-15 mnd 13/15- 20/22 mnd

Geboorte Biest Melk Spenen Puber Inseminatie Drachtig

Figuur 1: Tijdbalk van geboorte tot drachtigheid

Op basis van de huisvesting, voeding en gezondheid zijn er standaard werkwijzen opgesteld. Dezewerkwijzen maken stapsgewijs duidelijk hoe handelingen (bijv. melkverstrekking) moeten wordenuitgevoerd. Daarnaast wordt er aanvullende informatie aangereikt, zodat de veehouder andere keuzeskan maken die toepasbaar zijn op het bedrijf. Hierbij zijn diverse risicomomenten zoals debiestverstrekking verder uitgediept.

Door het (opstellen en) nastreven van standaard werkwijzen wordt er altijd op dezelfde manier gewerkten worden risico’s geminimaliseerd. Ook al zijn uw eigen doelstellingen minder ambitieus, de standaardwerkwijzen zijn voor ieder bedrijf aan te bevelen!

Page 6: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

6

1 De geboorteDe opfok van een kalf begint bij de geboorte. Waar wordt het kalf geboren, hoe verloopt hetgeboorteproces en welke behandeling krijgt het kalf na de geboorte? In dit hoofdstuk gaat het om de dagvan de geboorte, dag 0.

1.1 HuisvestingIn de afkalfstal begint het leven van het kalf. Daarom moet deze ruimte niet vergeten worden wanneer dejongveeopfok op een melkveebedrijf behandeld wordt.

AfkalfstalEen afkalfstal dient alleen voor het afkalven van koeien en mag niet worden gebruikt als ziekenstal. Diti.v.m. het voorkomen van besmetting van de pasgeboren kalveren. Een koe die aan de nageboorte blijftstaan, moet ook naar de ziekenstal verplaatst worden. De afkalfstal mag ook niet worden gebruikt alsplaats waar koeien geïnsemineerd worden.De afkalvende koeien moeten niet te lang vóór het afkalven in de afkalfstal worden gedaan, i.v.m. hetbevuilen van de stal. De koeien worden 12-24 uur voor het kalven in de afkalfstal gebracht. Na hetafkalven moet de koe, na het afkomen van de nageboorte, naar de verse koeien worden overgebracht.Wanneer er geen aparte groep is met verse koeien, kan de koe nog 1 à 2 dagen in de afkalfstalverblijven, mits de koe hier kan vreten en drinken.

Een afkalfstal moet worden voorzien van (schoon) stro. Stro is beter dan zaagsel, omdat stro minder plakt( i.v.m. verspreiding van mest) en meer grip geeft.

Standaard werkwijzen afkalfstal Strooi de stal in met 1 pak stro. Breng de koe 12-24 uur voor het kalven in de afkalfstal. Verplaats de koe na het afkomen van de nageboorte naar de melkkoeien. Maak de afkalfstal ná iedere kalving bezemschoon. Gebruik de afkalfstal niet als ziekenstal! Maak gebruik van een camerasysteem.

Eisen aan de afkalfstal:1

De stal moet goed en gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten zijn. Goed reinigen wil zeggen dater geen mest-of stroresten mogen achterblijven wanneer er een nieuwe koe in de afkalfstal komt.Het reinigen dient te gebeuren met een hogedrukspuit. De belangrijkste infectiebronnen in eenafkalfstal zijn mest, vruchtwater en nageboorte. Wanneer deze verwijderd zijn en de stal wordt bijiedere kalving opnieuw ingestrooid, wordt het infectierisico erg verkleind. Indien u coli, salmonellaen paratbc wilt bestrijden, moet de afkalfstal ontsmet worden. Bij het ontsmetten van de afkalfstalmoet de ruimte bezemschoon zijn; mestresten hebben een negatieve invloed op de werking vanreinigings- en ontsmettingsmiddelen.

Voldoende ruimte (minimaal 10 m2). Daarbij moet de stal minimaal 5 meter diep zijn, zodat ergenoeg ruimte achter de koe overblijft om hulp te geven bij het afkalven. Het aantalstallen/plaatsen is afhankelijk van de bedrijfsgrootte en afkalfpatroon. Op een bedrijf van 100melkkoeien met een gespreid afkalfpatroon moeten er minimaal 2 afkalfruimten aanwezig zijn.

De afkalfstal moet, indien het enigszins mogelijk is, zo gesitueerd zijn dat de koe geur-enoogcontact met de overige koeien kan hebben. Dit vermindert stress; de koe voelt zich op haargemak, blijft goed eten en kalft vlot(ter) af. Indien dit praktisch niet mogelijk is, verplaats de koedan pas als ze aan het kalven is.

Inrichting:o Vlakke en enigszins stroeve vloer om uitglijden te voorkomen. De vloer moet wel goed te

reinigen zijn;o Mogelijkheid tot het eenvoudig afvoeren van mest;o Ventilatie en licht;o Vers drinkwater voor de koe (1 zelfdrinker per afkalfstal, > 20 liter per minuut);o Vreetruimte voor de koe;o Mogelijkheid tot het vastzetten van de koe (zelfsluitend voerhek)o Voldoende ruimte (o.a. achter de koe: voor verloskundige hulp en toegankelijkheid van

de kruiwagen)

1 Preventie en ziekten bij opfok van jongvee voor de melkveehouderij, 2005

Page 7: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

7

Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere kalvingmoeten de hulpmiddelen gebruiksklaar zijn. Daarnaast moet er een dicht bij de afkalfstal eenvoorziening zijn om de hulpmiddelen te kunnen reinigen.

CamerasysteemEen camera in de afkalfstal zorgt voor meer rust en controle tijdens het afkalven. Controle kan het aantal‘mislukte’ geboorten tot een minimum beperken. De veehouder kan de koe vanuit het huis (woonkamer,slaapkamer enz.) in de gaten houden, wat rust en tijdwinst oplevert. Voorwaarde is wel dat de afkalfstalvoldoende verlicht is.

1.2 VoedingKoeDroogstandDroogstaande koeien moeten op de norm worden gevoerd wat betreft energie, eiwit, vitaminen,mineralen en spoorelementen. Om de kans op ontstekingen en infecties rond het afkalven te verkleinen,kan de weerstand van de koe verbeterd worden door een verhoogd aanbod van selenium en vitamine Ein de droogstand. Dit kan worden gerealiseerd door het voeren van mineralen in de droogstand. Er moeteen goede controle van de koeien plaatsvinden d.m.v. adminstratie van de problemen en bloed-envoeronderzoek.2

Kort na geboorteNa de geboorte heeft de koe veel dorst, geeft haar een paar emmers lauw water. Ook is het de bedoelingdat de koe na de geboorte zo snel mogelijk weer gaat vreten, smakelijk ruwvoer is een vereiste.

KalfHet kalf begint 15-20 minuten na de geboorte instinctief te zuigen wanneer het bij de moeder zou hebbengelopen. Er wordt echter de eerste uren na de geboorte te weinig biest opgenomen door het kalf. Daarommoet de eerste biest binnen 30 minuten door de veehouder aan het kalf verstrekt worden. Deze biest kanafkomstig zijn van de moederkoe of uit de diepvries (ingevroren biest). Indien de biest afkomstig is van demoederkoe, moet deze helemaal worden uitgemolken. Wanneer bij de 1e melking slechts enkele litersworden uitgemolken, wordt de achtergebleven biest in de uier van mindere kwaliteit. Deze biest wordtverdund met nieuw gevormde melk en zal minder antistoffen bevatten. Om (zoveel mogelijk)hoogkwalitatieve biest te verzamelen moet de koe geheel worden uitgemolken. Koeien die geheel wordenuitgemolken lopen geen hoger risico op melkziekte, aangezien het grootste deel van de calciumafgifte alkort na het afkalven plaatsvindt. 3Bij het uitmelken van de koe wordt leververvetting voorkomen, zodat dekoe actiever wordt en de lever gezond blijft.

Standaard werkwijzen voeding Geef de koe voor en na de geboorte smakelijk ruwvoer. Zorg voor schoon drinkwater, 1 zelfdrinker per afkalfstal. Geef de koe na de geboorte enkele emmers lauw water. Zorg dat er een schone emmer voor de biest klaarstaat en melk de koe helemaal uit. Het kalf krijgt via de moeder te weinig biest binnen, geef ieder kalf binnen 30 minuten

na de geboorte biest.

2 ForFarmers, Optimaal afkalven, 20053 Hendrix UTD Transitiemanagement, 2005

Page 8: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

8

1.3 GezondheidHet afkalven vormt een groot risico van ziekte-overdracht van koe naar kalf. Een kalf kan bij de geboortebesmet worden door aanraking met mest, bloed, urine of slijm.Controle van de koe rondom de geboorte is erg belangrijk. De koeien die bijna moeten afkalven verblijvenin de afkalfstal en dienen iedere 2 uur gecontroleerd te worden.

Verloshulp en –apparatuurBij een koe duurt een normale geboorte langer dan bij andere dieren. Het oprekkings- enuitdrijvingsstadium kunnen bij een koe 2-4 uur duren, bij een vaars duurt dit zo’n 3-6 uur. Wanneer hetkalf zeer groot is, kan de geboorte zelfs 8-12 uur duren. Als het oprekkingsstadium te lang duurt en er zijngeen pootjes van het kalf zichtbaar, dan moet rekening worden gehouden met een abnormale geboorte.Daarnaast zal inwendig onderzoek moeten worden gedaan, wanneer de geboorte een uur na hetknappen van de vruchtblaas niet vordert. Dan zal blijken of er sprake is van een abnormale geboorte,zoals een gedraaide baarmoeder, verkeerde ligging van het kalf, een tweeling of een groot kalf.

Indien het kalf wél in een normale ligging ligt, maar de geboorte op zich laat wachten, kan er ook hulpworden geboden. Dit kan door middel van een krik of verlostouwtjes. Men mag alleen kracht zetten,wanneer de koe persweeën heeft. De apparatuur (verlostouwtjes, geboortekrik) die gebruikt wordt bij degeboorte moet schoon zijn. Daarnaast dient er een schone emmer klaar te staan om de eerste biest in temelken. Voor een goede verlostechniek en hulp aan het pasgeboren kalf kan er een nascholing wordengedaan.

Uit onderzoek rond het verband tussen sterfte en verloshulp is gebleken dat er meer kalveren met eenzware geboorte (veel hulp) stierven dan kalveren met een lichte geboorte (geen hulp). Het sterftecijferwas zowel 48 uur na de geboorte als 2-120 dagen na de geboorte hoger. Ook het aantal ziektegevallenwas hoger bij de kalveren met een zware geboorte. Een goede verlostechniek is daarom van grootbelang, om het kalf zoveel mogelijk te sparen tijdens een zware geboorte.4

Normale geboorteDe kopligging is de normale ligging van het kalf bij de geboorte. De kop van het kalf rust hierbij op devoorpoten en is gericht naar het bekken van de koe. De gekromde rug van het kalf is gericht naar dewervelkolom en voorlichaam van de koe. Vanaf het begin van de 8e maand van de dracht bevindt het kalfzich in deze positie.

Nadat het kalf op de normale manier ter wereld is gekomen, moet het kalf zo hygiënisch mogelijkverzorgd worden voor een goede start van het kalverleven.Na de geboorte moet het slijm uit de neusgaten van het kalf worden verwijderd met een schone doek.Slijm in de bek van het kalf hoeft niet verwijderd te worden, het kalf ademt niet via de bek; het is wel eenteken dat het een kalf slap is. Ook kan men het kalf krachtig droogwrijven met stro of een schone doek.Door het droogwrijven van het kalf na de geboorte wordt de ademhaling en de bloedsomloop bevorderd,waardoor het kalf eerder gaat staan. Zo’n 1,5 uur na de geboorte gaan de meeste kalveren staan.Daarnaast wordt door het droogwrijven sterke afkoeling tegengegaan en wordt het afkomen van deeerste mest en urine versnelt.Het kalf kan ook door de koe worden drooggelikt. De vacht droogt hierdoor snel op, waardoor het kalfbeter warm blijft. Bovendien stimuleert de geur van vruchtwater ook de voeropname van de koe.5

Vervolgens moet de navel van het kalf worden ontsmet om infecties te voorkomen, zoals hieronderbeschreven. Daarna is de individuele huisvesting en de eerste voeding van het kalf (de biest) van het kalferg belangrijk.6 Het kalf moet binnen 3 dagen na de geboorte geregistreerd worden bij I&R en er moetendubbele oormerken worden aangebracht. Zo is het kalf overal te identificeren.

4 The relationship between dystocia and dairy calf morbidity and mortality, 20065 Jongveesignalen, 20056 Sloten B.V.

Page 9: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

9

Standaard werkwijze afkalven

Zet de hulpmiddelen klaar: 2 schone emmers, desinfectiemiddel, glijmiddelen gereinigde verlosmiddelen.

Strooi vlak voor het afkalven extra stro achter de koe. Controleer de ligging van het kalf. Biedt verloshulp bij verkeerde ligging of vertraagde geboorte. Gebruik hierbij

gereinigde verlosmiddelen. Controleer de ademhaling en activiteit (optillen van de kop) van het kalf. Wrijf het kalf droog met stro of een schone doek. Ontsmet de navel van het kalf met een desinfecterende oplossing. Vervoer het pasgeboren kalf naar een iglo, d.m.v. een twee-wielige kruiwagen. Geef het kalf direct na de geboorte biest (van eigen moeder of ingevroren). Registreer het kalf en breng dubbele oormerken aan. (vast tijdstip per dag)

NavelontsmettingBij de geboorte van het kalf scheurt de navelstreng als de onderbuik van het kalf de bekkenrand van demoeder passeert. Soms is de navelstreng nog intact, deze moet dan een handbreed vanaf de buik vanhet kalf worden afgescheurd. Vervolgens moet de navelstreng 30 seconden worden dichtgedrukt, om debloedstroom in de navelader te stoppen.Bij de verdere verzorging van de navel moet hygiënisch gewerkt worden. Het bespuiten van de navel meteen desinfecterende oplossing (jodiumtinctuur 5-10% of spray) voorkomt infecties en zorgt voor eensnelle indroging van de navelstomp. De navel mag niet gedipt in het dipdepot met een dipmiddel datgebruikt wordt na het melken van de koeien. In dit ‘dipdepot’ bevinden zich namelijk bacteriën.De eerste twee weken moet de navel van het kalf 2 x per week gecontroleerd worden op eventueleverdikkingen (ontsteking).

Problemen en/of sterfte rondom de geboorte (Uitval)Soms sterven kalveren tijdens of kort ná de geboorte of doen zich andere problemen voor. Bij deverlossing van vaarzen is het risico voor de vrucht groter dan bij oudere melkkoeien. Op grotere bedrijvenkan het sterfterisico toenemen door de grotere aantallen dieren en geboorten. Het toezicht is vaak minderdoor de vele werkzaamheden.7 Daarnaast kunnen zich de volgende problemen voordoen: blijven stekenvan het kalf, het afscheuren van de navel, botbreuken, beschadiging van het ruggenmerg, beschadigingvan inwendige organen, verrekkingen.Deze sterfte en/of problemen kunnen gedeeltelijk worden voorkomen. Rust bij het afkalven is ergbelangrijk, vooral bij vaarzen. Daarnaast moet er geen onnodige of vluchtige verloshulp worden geboden.Wanneer het geboorteproces te langzaam verloopt, moet er na enkele uren na het breken van devruchtvliezen hulp worden geboden (afhankelijk van leeftijd koe, zie verloshulp en –apparatuur). Ookgoede hygiëne en verzorging spelen tijdens het afkalven een grote rol.

Bij sterfte van het kalf bij de geboorte, hoeven er bij het dier geen oormerken te worden aangebracht. Hetkalf moet worden aangemeld bij Rendac, het bedrijf dat in Nederland de dode landbouwhuisdierenophaalt. Het kalf kan telefonisch of online worden aangeboden voor destructie. (Kosten voor eengestorven kalf: zie bijlage I)

Standaard werkwijze bij problemen en/of sterfte tijdens geboorte

Analyseer het probleem; verkeerde ligging kalf, meerling, reeds gestorven kalf, draaiingbaarmoeder, te groot kalf enz.

Biedt verloshulp indien mogelijk, schakel anders de dierenarts in voor (extra) verloshulp bijmoeilijke geboorten.

Meld het dode kalf aan bij Rendac, er hoeven geen oormerken aangebracht te worden.

7 Provimi B.V., 2005

Page 10: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

10

Na de geboorte moet het kalf voor zichzelf leren te zorgen, dat wil zeggen dat het kalf zelf moet beginnente ademen en zijn eigen lichaamstemperatuur moet gaan regelen. Hierbij ontstaan in sommige gevallenproblemen.AdemhalingWanneer de navelstreng afgescheurd is, moet de ademhaling van het kalf beginnen. Het kalf werd doorde navelader van zuurstof voorzien via het bloed van de moeder. Echter, wanneer de navelstrengscheurt, stopt de toevoer van het zuurstofrijke bloed. Het ademhalingscentrum wordt geprikkeld (doordathet koolzuurgehalte in het bloed toeneemt), waardoor het kalf zelfstandig begint te ademen.In sommige gevallen begint het kalf echter niet direct of helemaal niet te ademen. Er ontstaat dan asfyxie,een verstikkingstoestand van het kalf na de geboorte. Het kalf heeft/krijgt dan een zuurstofgebrek en eenkoolzuurovermaat in het bloed en lichaamsweefsels. Deze verstikkingstoestand kan komen door eenvertraagde geboorte (weeënzwakte, nauwe geboorteweg, abnormale ligging, draaiing baarmoeder), maarook door een beklemde navelstreng. Indien de navelstreng beklemd raakt, zal het kalf beginnen teademen terwijl het nog niet geboren is. Hierdoor ademt het slijm en vruchtwater in, wat uiteindelijk zalleiden tot een verlamming van het ademhalingscentrum.8

Standaard werkwijzen asfyxie Maak de ademhalingswegen vrij door vruchtwater en slijm uit de mond-en keelholte te

verwijderen met een schone, droge doek. Giet een halve emmer koud water in één keer over kop en borst van het kalf. Leg de kop van het

kalf wat lager, zodat er geen water via de bek en neus in de luchtwegen kan lopen.

LichaamstemperatuurWanneer een kalf pas geboren is, daalt de lichaamstemperatuur. Het kalf is nat en de afkalfstal is vaakeen ‘koude’ omgeving voor het kalf. De lichaamstemperatuur zal stijgen wanneer het kalf isdrooggewreven en individueel wordt gehuisvest met een dik pak stro. Het kalf krijgt het ook warmer doortrillingen en door de biestgift (energie). Een kalf van 1-4 weken leeftijd heeft een lichaamstemperatuurtussen de 38,5–39,5oC.9

Bij een omgevingstemperatuur beneden de 10oC kan er gebruik worden gemaakt van kalverdekjes. Doorde wolsamenstelling behouden kalverdekjes de natuurlijke lichaamswarmte van het (pasgeboren) kalf. Debeschikbare energie is volledig beschikbaar voor de ontwikkeling van het kalf. Uit onderzoeken isgebleken dat hierdoor de gemiddelde dagelijkse groei van de kalveren verbetert (110g /dag). Ook bijziekte (diarree) kunnen de dekjes worden gebruikt, zodat het kalf eerder herstelt.10

Paratuberculose (paratbc)Paratbc wordt ook wel de ziekte van Johne genoemd. Runderen die besmet zijn met paratbc ontwikkeleneen ongeneeslijke darminfectie. De ontwikkeling gaat heel langzaam; pas op een leeftijd van 3 tot 6 jaarzijn ziekteverschijnselen te zien. De verschijnselen van paratbc zijn:

Daling van de melkgift; Afnemende conditie (wél goed eetlust!); Te laag geboortegewicht van de kalveren; Aanhoudende diarree met gasbelletjes; Sterfte.

Vooral in het eerste levensjaar is het rund gevoelig voor een infectie met paratbc. De besmetting vanparatbc vindt plaats via mest en/of biest van besmette koeien.Daarom moet er op bedrijven waar paratbc voorkomt rekening gehouden worden met de volgendepunten:

Na de geboorte moet het contact tussen koe en kalf (vooral vaarskalf) worden vermeden. Het kalfmoet worden drooggewreven en direct individueel worden gehuisvest.

Geef het kalf uitsluitend biest van eigen moeder of van een gegarandeerde vrije koe. Na de biestperiode moet altijd worden overgegaan op kunstmelk, omdat koemelk altijd paratbc-

bacteriën kan bevatten. Kalveren tot 6 maanden mogen geen kuilgras als ruwvoer te vreten krijgen, zolang niet bekend is

of het bedrijf vrij is van paratuberculose. Kuilgras afkomstig van percelen die met runderdrijfmestzijn bemest, bevatten mogelijk paratbc-bacteriën. Voerresten van ouder vee kunnen besmet zijn

8 Het Kalverboek, 19929 The development nutrition and management of the young calf, 199810 North Dakota State University (NDSU), 2001

Page 11: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

11

met ziekteverwekkers (speeksel en snot). Hierdoor is het onverstandig dergelijke voerresten tevoeren aan het jongvee.

Kalveren mogen niet geweid worden op een perceel waar dat jaar koeien hebben gelopen ofrundveemest is uitgereden.11

Scheiding in huisvesting tussen jongvee en ouder vee. Dit houdt in; een aparte stal of gescheidenafdelingen, iedere leeftijdsgroep eigen materiaal ( emmers, bezem, halsters enz.), looplijnen(werken van jong naar oud) en regelmatig materiaal en veeplaatsen reinigen en/of ontsmetten. 12

Daarnaast is er een bestrijdingsprogramma om paratbc te verwijderen van het bedrijf, hetParatuberculose Programma van PPN. Dit bestaat uit een combinatie van het voorkomen van nieuwebesmettingen en het opsporen en afvoeren van besmette dieren. Het programma begint met hetvaststellen van de paratbc-status d.m.v. individueel melk- of bloedonderzoek, gevolgd door periodiekebewakingsonderzoeken. Bij de bestrijding van paratbc worden ook de infectiewegen van allediarreeverwekkers (behalve diarree door voedingsfouten) bestreden.

De schade door paratbc (WUR, 2005) Op een bedrijf met klinisch zieke dieren zijn de kosten per klinisch ziek dier € 908,-. De kosten op een besmet bedrijf met 50 melkkoeien bedragen gemiddeld € 770,- per jaar.

Deze kosten komen vooral voort uit de lagere melkproductie (daling 10-20%), de kosten voor debehandeling van zieke dieren, de voortijdige afvoer en de lagere slachtwaarde.13

Standaard werkwijze paratbc Laat de koe afkalven in een afkalfstal. Vermijd contact tussen koe en (vaarskalf). Wrijf het kalf droog en huisvest het dier direct

individueel. Geef het kalf gedurende 3 dagen ingevroren, paratbc-vrije biest. Geef het kalf na de biestperiode kunstmelk. Voer de kalveren geen kuilgras (en/of voerresten), maar hooi. Weidt kalveren uitsluitend op schone percelen (niet bemest met drijfmest en/of weidegang door

koeien). Zorg voor een gescheiden huisvesting tussen jongvee en ouder vee. Werk hygiënisch.

Bovine Virus Diarree (BVD)BVD is een weerstandsziekte veroorzaakt door een virus. In Nederland is 2% van de runderen BVD-drager. Het virus wordt grotendeels verspreidt via de dragers in een koppel. Een BVD-drager is een dierdat in de baarmoeder al is besmet (tussen 30 en 120 dagen dracht). Het kalf zal geen antistoffenaanmaken, omdat het dier nog geen ontwikkeld immuunsysteem heeft, waardoor het virus niet alslichaamsvreemd wordt beschouwd. Het kalf zal het virus altijd blijven uitscheiden en zo andere dierenbesmetten. Ongeveer 90% van de dragerkalveren sterft binnen 2 jaar. Dragers moeten zo spoedigmogelijk van het bedrijf worden afgevoerd om verdere besmettingen te voorkomen.De symptomen van het virus zijn:

Geboorte van kalveren met waarneembare afwijkingen: oog-, vacht- en hersenafwijkingen; Afsterven en verwerpen van de vrucht; Diarree en luchtwegproblemen bij kalveren (infectie); Ontsteking van de slijmvliezen.

Door de immuniteitsverlagende eigenschappen van het virus kunnen infecties makkelijker toeslaan,hierdoor kunnen diarree en luchtwegproblemen bij kalveren ontstaan. Indien er veel ziekten voorkomenbij kalveren, kan er gedacht worden aan BVD. De bestrijding van BVD bestaat uit:

Tankmelkonderzoek op antistoffen en virus; Bloedonderzoek bij kalveren en droogstaande koeien op antistoffen en virus.

De grootste schade door BVD wordt veroorzaakt door de dragers op het bedrijf door sterfte, slechte groeien ontwikkeling, meer ziekte. Om BVD te voorkomen op het bedrijf kan er gewerkt worden met dePreventiewijzer van de GD. Hierin staan preventieve maatregelen zoals het gescheiden huisvesten vanjong en oud vee en het niet-aankopen van vee.14

11 Preventie en ziekten bij opfok van jongvee voor de melkveehouderij, 200512 Risicofactoren van ziekteversleep binnen een bedrijf, GD, 200213 Aanpak paratuberculose bij runderen, GD, 2005 (gebaseerd op berekeningen WUR)14 GD Dieren; De ziekte BVD, 2005

Page 12: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

12

2 De biestperiode

De biestperiode is een enorm belangrijke periode in het leven van het kalf. Een kalf wordt geboren zonderantistoffen en bouwt via de biest de eerste weerstand op. De biestperiode omvat de eerste drie dagenvan het kalverleven.

2.1 HuisvestingEen pasgeboren kalf heeft een geringe weerstand en is hierdoor erg vatbaar voor infecties. Individuelehuisvesting is hierbij heel belangrijk, infecties tussen kalveren worden hierdoor tegengegaan. De kalf-kalfoverdracht vormt de belangrijkste infectieweg voor diarree- en luchtweginfecties. Door individuelehuisvesting kan de gezondheid, voeding en mest van het kalf optimaal gecontroleerd worden. Kalverenmet diarree of eventuele besmettingen kunnen snel worden gesignaleerd en worden behandeld,waardoor de infectiedruk op het bedrijf verlaagd wordt. Onderlinge infecties worden op deze manier tegengegaan. Met individuele huisvesting wordt niet alleen de infectiedruk verlaagd, kalveren hebben bij hetvoeren geen last van concurrentie en ze kunnen niet aan elkaar zuigen.15

Als richtlijn geldt dat er 25% meer individuele kalverplaatsen aanwezig moeten zijn, dan er inpiekperioden nodig zijn. Op die manier zijn er voldoende plaatsen voor de kalveren en voor leegstand. Dehuisvesting van kalveren moet aan de volgende eisen voldoen:

Een droog hok van voldoende grootte; Frisse lucht, geen tocht; Eenvoudige toegang tot voer en water; Eenvoudige omgang en behandeling van het kalf; Eenvoudig reinigen en ontsmetten van het hok.

Het is belangrijk om kleine groepen te maken, om het risico van infectieoverdracht te verkleinen. Bij dehuisvesting van deze jonge kalveren wordt vaak onderscheid gemaakt tussen aan te houden dieren en teverkopen dieren. Hierbij worden de kalveren die worden aangehouden apart gehuisvest van de anderekalveren, bijvoorbeeld door ze in een andere rij boxen te plaatsen of in iglo’s i.p.v. eenlingboxen. Op diemanier komen de handelaar en de transporteur niet in contact met de kalveren die op het bedrijf blijven.Het infectierisico wordt hierdoor kleiner.De beste manier om kalveren naar de individuele huisvesting te vervoeren, is d.m.v. een tweewieligekruiwagen. Dit werkt veehouder-en diervriendelijk: de belasting voor de rug wordt beperkt en depasgeboren kalveren liggen stil in de (stabiele) kruiwagen.

Iglo’sIglo’s zijn zeer geschikt voor de individuele huisvesting van jonge kalveren. In een iglo heerst een gezondmicroklimaat; het kalf heeft geen last van tocht en is er frisse lucht onbeperkt beschikbaar. Extreem lagebuitentemperaturen zijn geen probleem voor het kalf, mits de iglo voldoende lengte heeft. Het kalf kanook worden voorzien van een kalverdekje, voor extra warmte. De combinatie van frisse lucht, afzonderingen het daglicht zorgt ervoor dat het kalf gezond en sterk wordt en een grote weerstand opbouwt.17 Voeren water zijn eenvoudig te verstrekken in de emmers/bakjes die aan het hek van de iglo’s wordengehangen. Iglo’s voor individuele huisvesting van kalveren kosten rond de € 500,- (incl. hekwerk) perstuk, afhankelijk van merk, grootte en accessoires.16 (2006)

PlaatsingDe iglo’s moeten in de nabijheid van de melkstal of het woonhuis geplaatst worden. Op die manierkunnen de kalveren goed in de gaten worden gehouden. Zo kan er bij twijfel over de gezondheid ofontwikkeling van het kalf snel maatregelen worden genomen. 17 Bij voorkeur moet worden gezorgd vooreen overkapping van de iglo’s, zodat de uitloopjes niet bevuild worden en het voeren van de kalverentijdens slecht weer geen problemen veroorzaakt. Bovendien blijft het voer dan droog, wat goed is voor devoeropname van het kalf.Plaats de iglo altijd met de open zijde naar het noorden. Op die manier is er in het najaar en winter geendirecte regen-en windinslag en blijft de iglo droog. In het voorjaar en zomer is er dan geen rechtstreeksezonnestraling, waardoor de kalveren altijd in de schaduw liggen. De iglo’s zijn ook meestal wit, waardoorhet zonlicht gereflecteerd wordt en de lucht in de iglo duidelijke minder opwarmt.18

15 Dairy Calves and Heifers, 200516 Agradi, 200617 VDK Kalverhutten (Calf-O-Tel),200618 Veehouderij Techniek, 2004

Page 13: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

13

Tot slot moeten de iglo’s altijd geplaatst worden op een verharde ondergrond. Hierdoor slijten de klauwengelijkmatiger, met een betere klauwgezondheid tot gevolg. De ondergrond van de iglo moet op afschotstaan, zodat er geen regenwater in de iglo loopt.

ReinigingNadat het kalf is verkocht of verplaatst, moet iedere vrijgekomen iglo spoedig grondig wordenschoongemaakt. Een snelle en grondige reiniging is eenvoudig doordat iglo’s aan de binnenzijde zijnvoorzien van een harde, gladde laag. Deze laag zorgt ervoor dat er bacteriën geen kans krijgen om zichte nestelen.Het uitmesten van de iglo’s is gemakkelijk door de al eerder vermelde verharde ondergrond. Dit kaneenvoudig door het gebruik van een voorlader; de iglo kan hiermee verplaatst worden en het stroverwijderd. Er moet wel voor worden gezorgd dat de voorlader er goed bij kan.

EenlingboxenOp veel melkveehouderijbedrijven zijn er eenlingboxen voor de jonge kalveren aanwezig. Ook dit is eengoede manier van het individueel huisvesten van pasgeboren kalveren. Tot een leeftijd van 8 wekenmogen kalveren in eenlingboxen gehuisvest worden.Afmetingen van een eenlingbox:

Breedte: minimaal 81 cm Lengte: minimaal 130 cm

Eenlingboxen moeten in een aparte, goed geventileerde ruimte geplaatst worden. De boxen moetenverhoogd zijn opgesteld, voor de droge ligging van het kalf en de optimale ventilatie. Descheidingswanden moeten van glad materiaal zijn, zodat ze goed te reinigen en ontsmetten zijn. Deeenlingboxen zijn bij voorkeur voorzien van wieltjes, zodat de boxen eenvoudig buiten te reinigen zijn.

Standaard werkwijzen individuele huisvesting

Plaats de iglo op een verharde ondergrond met de open zijde naar het noorden (bij voorkeuronder een overkapping).

Zorg voor een scheiding tussen aan te houden kalveren en te verkopen kalveren. Iedere iglo of eenlingbox moet grondig zijn gereinigd voordat er een nieuw kalf in

gehuisvest wordt. De iglo’s of eenlingboxen moeten voorzien zijn van schoon, droog stro. Breng het pasgeboren kalf d.m.v. een tweewielige kruiwagen naar de individuele huisvesting.

2.2 VoedingDirect na de geboorte van het kalf functioneren nog niet alle magen. Alleen de lebmaag is ontwikkeld, devoormagen (pens, net-en boekmaag) zijn nog niet volledig ontwikkeld en functioneren nog niet. Water envoer dat door een kalf of koe wordt opgenomen komt in de pens terecht. Melk moet echter in de lebmaagterechtkomen, hiervoor zorgt de slokdarmsleuf. De slokdarmsleuf moet sluiten bij de opname van melk,dit gebeurt door middel van de slokdarmsleufreflex. Deze reflex treedt op door het toedienen van warmemelk of melk dat wordt gegeven via een speen. Wanneer het kalf vervolgens andere voedingsmiddelenopneemt, zoals hooi en krachtvoer, zal de slokdarmsleuf zich niet sluiten en komen de middelen in depens terecht.19

BiestWat is biest?Ziekteverwekkers kunnen in het lichaam verschillende ziekteprocessen op gang brengen. Het lichaamkan zich tegen de ziekteverwekkers beschermen door de vorming van antistoffen. Antistoffen zorgenervoor dat de ziekteverwekker onwerkzaam wordt. Een kalf wordt geboren zonder antistoffen, doordateen passage van de antistoffen van het moederdier door de placenta naar de vrucht niet mogelijk is. Hetkalf is pas na een paar weken in staat om zelf antistoffen aan te maken. Tot het moment dat het kalf biestopneemt is het volledig onbeschermd, daarom is biest voor het kalf van levensbelang.

19 Sloten B.V.

Page 14: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

14

Kort voor de geboorte van het kalf begint de sterke doorbloeding van het uierweefsel en worden grotehoeveelheden antistoffen in het melkklierweefsel opgeslagen. Deze antistoffen worden na de geboortemet de biest afgegeven. Na het afkalven neemt de concentratie antistoffen af door terugopname vanuitde uier naar het bloed, óók wanneer de koe niet wordt gemolken.Hoe meer liters biest de koe produceert, hoe lager de concentratie antistoffen. De concentratie antistoffenin de biest kan worden gemeten door het soortelijk gewicht te bepalen.Het opnemen van de antistoffen door het kalf wordt “passieve immuniteit” genoemd. De “actieveimmuniteit” (eigen afweer) van kalveren die biest hebben opgenomen begint op een leeftijd van 4 tot 7weken, tot die tijd wordt de eigen weerstandsopbouw onderdrukt door de antistoffen afkomstig uit debiest.

Het is erg belangrijk dat het kalf zo snel mogelijk biest opneemt, omdat; In de eerste biest wordt de grootste hoeveelheid antistoffen afgegeven. De biest erna bevat veel

minder antistoffen, na 3 dagen is de samenstelling bijna gelijk aan gewone melk. (zie grafiek 1) Het darmslijmvlies is alleen de eerste 6-8 uur na de geboorte in staat de relatief grote eiwitten

van de antistoffen onveranderd de darmvlokken te laten passeren. De lebmaag produceert eerst alleen de enzymen chymozine en kathepsine, maar 6 uur na de

geboorte begint de productie van zoutzuur. Zoutzuur zorgt ervoor dat de werkzaamheid van debiest afneemt.

0,0

5,0

10,0

15,0

20,0

Hoeveelheid (%)

(Biest) Direct nageboorte

(Biest) na 12 uur(Biest) na 24 uur (Biest) na 48 uur Melk

Soort & Tijdstip

Antistoffen

Grafiek 1: Hoeveelheid afweerstoffen in biest en melk

Biest bestaat naast antistoffen ook uit stoffen die het afdrijven van de eerste mest bevorderen, lichtverteerbare voedingsstoffen, mineralen en vitaminen.

Tijdstip, hoeveelheid en manieren van biestverstrekkingDirect na de geboorte van het kalf moet de koe (geheel) worden uitgemolken om het kalf van biest tevoorzien. Wanneer de koe het kalf heeft drooggelikt, komt het hormoon oxytocine vrij waardoor de koe demelk makkelijker laat schieten. Bovendien komt de nageboorte er sneller af onder invloed vanoxytocine.20

Bij het geven van biest staan de vier V’s centraal: Vlug Veel Vaak Vers. Hieronder wordt verstaan:Vlug: direct na de geboorteVeel: de eerste dag minimaal 5,5 liter, daarna circa 5 liter per kalf per dag gedurende 2 dagenVaak: kleine porties verstrekkenVers: direct na het melken van de koe de biest aan het kalf verstrekken

20 Het Kalverboek,1992

Page 15: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

15

Tijdstip (Totale) hoeveelheidspeenfles

(Totale) hoeveelheidslokdarmsonde

30 minuten-2 uur na geboorte 2 liter 3,75 liter12 uur na geboorte 4 liter 5,75 liter24 uur na geboorte 5,5 liter 5,75 literEerste 3 levensdagen 5,5 + ( 2 x 5 ) = 15,5 liter 5,75 + (2 x 5 ) = 15,75 literTabel 1: Tijdstip en hoeveelheid biestverstrekking bij verschillende methoden

Het kalf moet zo snel mogelijk na de geboorte biest krijgen, hiervoor zijn twee methoden aangegeven.Wanneer het kalf met de speenfles gevoerd wordt, moet het na 2 uur in elk geval 2 liter biest binnenhebben gekregen. Na 12 uur moet het kalf in totaal 4 liter biest hebben gekregen en na 24 uur in totaal5,5 liter. De twee dagen erna krijgt het kalf 2 x daags 2,5 liter biest (5 liter/ dag), waarbij de totale biestgiftuitkomt op zo’n 15,5 liter per kalf. Wanneer een kalf de biest via een speen opneemt, wordt deslokdarmreflex sterker. De melk komt hierdoor in de lebmaag terecht en niet in de onderontwikkeldepens. Bovendien gaat het kalf langzamer drinken en wordt er meer speeksel geproduceerd.21 Ieder kalfmoet een eigen emmer hebben die dagelijks moet worden schoongemaakt.Er is ook een mogelijkheid om het kalf de eerste biest per slokdarmsonde te verstrekken. Het kalf krijgtdan na 2 uur 3,75 liter biest en na 12 uur nog eens 2 liter. Bij deze methode is het zeker dat het kalf debenodigde biest heeft binnengekregen. Daarnaast kan de sonde incidenteel worden gebruikt bij slappekalveren. Deze kalveren hebben de grootste behoefte aan afweerstoffen en energie en kunnen de biestook verstrekt krijgen via de sonde.

Het binnenkrijgen van biest door het drinken bij de moederkoe is ook een optie die op sommige bedrijvenwordt toegepast. Hierbij worden de kalveren enkele uren bij de koe gehouden en wordt er verwacht dathet kalf zélf de eerste biest opneemt. Het kalf krijgt op deze manier echter niet snel genoeg de benodigdeantistoffen binnen, doordat de helft van de kalveren uit zichzelf te weinig biest opneemt. Elk kalf moetdaarom altijd biest gevoerd krijgen, via de speenfles of de slokdarmsonde (zie tabel 1).

Standaard werkwijzen biestverstrekking Geef ieder kalf binnen 30 minuten na de geboorte biest van goede kwaliteit (moederkoe /

ingevroren) per speenfles of slokdarmsonde. Na 24 uur na de geboorte moet het kalf 5,5-6 liter biest hebben opgenomen. Verstrek het kalf op de 2e en 3e dag 5 liter biest per dag, per speenfles of –emmer.

ImmunoglobulinenWanneer kalveren te weinig antilichamen (immunoglobulinen) via de biest opnemen zijn ze zeer gevoeligvoor diarree en luchtweginfecties. Onderzoek heeft aangetoond dat 35% van de kalveren onvoldoendeweerstand heeft opgebouwd uit biest.22 Dit komt doordat de kalveren binnen 12 uur na de geboorte teweinig biest opnemen óf doordat de kwaliteit van de biest onvoldoende is. Door het IgG-gehalte(hoeveelheid afweerstoffen) van het bloed van tenminste 5 kalfjes (2-5 dagen oud) te laten onderzoeken,wordt er een goed beeld gegeven over de biestopname van de kalfjes.

IgG (g/l) in bloed Beoordeling< 5 Ernstig tekort

5 – 10 Onvoldoende10 – 15 Voldoende

> 15 GoedTabel 2: Hoeveelheid afweerstoffen in het bloed van kalveren

De kwaliteit van de biest (concentratie antistoffen) hangt af van de leeftijd en voeding van de moederkoe.Oudere koeien zijn met meerdere bedrijfsspecifieke ziekteverwekkers in aanraking geweest, vaarzenhebben daarom minder afweerstoffen in de biest. Koeien die buiten hebben gelopen voor het afkalvenhebben een hoger gehalte vitamine A in de biest en wanneer de koeien zijn gevaccineerd produceren zebiest met een hoger gehalte afweerstoffen.

21 Delaval, 200622 Gezonde dieren, oktober 2003

Page 16: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

16

Ook de verblijfsduur van de moederkoe op het bedrijf is van invloed op het aantal afweerstoffen: koeiendie pas op het bedrijf aanwezig zijn, hebben minder bedrijfsspecifieke afweerstoffen, waardoor dekwaliteit minder is. Tot slot speelt ook het aantal liters biest dat de koe produceert een rol; hoe meer litersbiest, hoe lager de concentratie antistoffen.

InvriezenBiest kan in de koelkast maximaal 1 week worden bewaard, daarna neemt de kwaliteit af. Bij eenoverschot aan eerste biest kan de biest ook worden ingevroren, deze biest is dan 1 jaar houdbaar. Het iszonde om deze biest pas de volgende dag aan de kalveren te voeren, vanwege het hoge gehalte aanafweerstoffen. Deze afweerstoffen worden dan niet meer opgenomen in de darm van het kalf, maarzorgen wel voor een lokale afweer in de darmen. Bij het invriezen moet aan de volgende punten wordengedacht:

Vries ‘dikke’ biest in, oftewel; biest van koeien die de eerste melking niet meer dan 12 liter biestgaven. Deze biest bevat veel afweerstoffen en is het meest geschikt voor kalveren. Bij voorkeurmoet de concentratie antistoffen in de biest worden gemeten.

Bij voorkeur moet biest van oudere koeien worden ingevroren, deze dieren zijn al met talrijke,bedrijfsspecifieke ziekteverwekkers in aanraking geweest. In hun biest zitten dan deafweerstoffen tegen deze ziekteverwekkers.

Vries zowel bakjes biest in van 2 liter als van 200 ml. De biest kan dan als enige voeding voor hetkalf dienen (bij dood moederdier bijv.) of als aanvullende voeding (bij diarree).

Gebruik voor het invriezen van biest bakjes die direct in heet water kunnen worden gezet (om teontdooien). Ingevroren biest moet in een waterbad van 40°C worden ontdooid. Gebruik geen magnetron;de temperatuur wordt hierin snel te hoog, waardoor de afweerstoffen in de biest beschadigd worden.23

Wanneer de biest wordt ingevroren, moet er op de verpakking de volgende punten vermeld worden: Naam / nummer moederkoe; biest te herleiden. Afkalfdatum; biest is een jaar houdbaar.

SuperbiestDiarree bij kalveren kan voorkomen worden door de koeien vóór het afkalven te vaccineren. Zij gaan dan‘superbiest’ produceren, oftewel biest met grote hoeveelheden antistoffen tegen de in Nederland hetmeest voorkomende E.coli-bacteriën en Rota-en Coronavirussen. Het vaccineren bestaat uit debasisvaccinatie en de hervaccinatie. De basisvaccinatie bestaat uit twee entingen, met een interval van 4-5 weken. De eerste enting moet gegeven worden 6-8 weken en de tweede enting op 1-3 weken vóór deverwachte kalfdatum. De hervaccinatie moet jaarlijks worden gegeven 2-6 weken vóór de verwachtekalfdatum.24

Standaard werkwijzen biestvoorziening Vaccineer de koeien voor de productie van biest met een hoger gehalte afweerstoffen bij

diarree-problemen bij kalveren. Melk de koe na de geboorte helemaal uit. Vries eerste biest van goede kwaliteit in, meet de concentratie antistoffen. Noteer naam/nummer koe en de kalfdatum op de verpakking. Ontdooi de biest in een waterbad van 40oC. Controleer d.m.v. bloedonderzoek de weerstand van de kalveren.

23 Het Kalverboek, 199224 DAP Schagen, 2006

Page 17: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

17

2.3 GezondheidDe weerstand van het jonge kalf wordt bepaald door drie factoren:- Herkennen en afremmen van ziekteverwekkers;- In stand houden van een gezonde darmflora;- Ontwikkelen en in stand houden van de darm en darmwand (opname van voedingsstoffen).

DiarreeTijdens de eerste drie dagen van het kalverleven kan het kalf diarree krijgen. Deze diarree kan op driemanieren ontstaan; d.m.v. bacteriën, virussen of voeding.De oorzaken van diarree:

Geboorte in onhygiënische omstandigheden; Onvoldoende biestopname de eerste 24 levensuren; Het voeren van een lage kwaliteit biest; Huisvesting: onhygiënisch, overvol, slechte ventilatie;

Bij diarree verliest het kalf veel vocht, energie en elektrolyten (lichaamszouten). Het voeren van watermet een elektrolytenmix helpt de elektrolytenbalans te herstellen en uitdroging te voorkomen.

De belangrijkste veroorzakers van diarree tijdens de biestperiode zijn de E.coli-bacteriën. Ook het rota-coronavirus en voedingsfouten kunnen zorgen voor diarree. Deze veroorzakers zullen verder beschrevenworden in hoofdstuk 3, tijdens de melkperiode spelen deze een grotere rol.BacteriënAl vanaf 12 uur na de geboorte van het kalf kan diarree optreden. Deze diarree wordt veroorzaakt doorE.coli-bacteriën en verloopt zeer acuut. Het kalf drinkt niet, vertoont sufheid en heeft diepliggende ogen(uitdroging). Het kalf kan doodziek worden en sterven. E.coli is te behandelen met antibiotica.Wanneer een kalf diarree door coli-bacteriën heeft in de biestperiode, kost dit meer arbeid doordat hetkalf meer zorg nodig heeft. Het kalf krijgt minder melk, maar water met elektrolytenmix en zal behandelden extra in de gaten gehouden moeten worden.Kalveren die uitvallen door diarree zijn op sommige bedrijven een grote kostenpost. Deze kalverensterven aan uitdroging of elektrolytentekort. Zie voor verdere uitleg hoofdstuk 3.

LooplijnenLooplijnen op het bedrijf dienen zo te zijn dat het verslepen van ziektekiemen van oudere dieren naar dejonge dieren zo klein mogelijk is. Ziektekiemen zitten o.a. in mest, speeksel en neusuitvloeiing en zijneenvoudig mee te nemen bij de verzorging van de kalveren. De oudere dieren zijn de verspreiders vanziekten en de jonge dieren zijn het meest vatbaar voor de ziekten. Daarom moet altijd van jong naar oudworden gewerkt! Daarbij moet het schoeisel bij overgang naar een andere leeftijdsgroep gereinigd ofverwisseld worden. Zeker op bedrijven die niet vrij zijn van paratbc moet het schoeisel verwisseld worden.

Standaard werkwijzen gezondheid biestperiode

Voorkom diarree door te zorgen voor een hygiënische geboorte, voldoende biestopname vangoede kwaliteit en een schone, geventileerde huisvesting.

Werk van jong naar oud om ervoor te zorgen dat er geen ziektekiemen van oudere dieren naarde kalveren worden versleept.

Page 18: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

18

3 De melkperiodeNa de biestperiode volgt de melkperiode. Deze periode duurt van 3 dagen tot ongeveer 2 maand(spenen), afhankelijk van het gewicht van het kalf.

3.1 HuisvestingDeze jonge kalveren worden in een aparte stal of buiten (iglo’s) gehuisvest, zodat ze niet in contactkunnen komen met het oudere vee en de daarbij aanwezige ziektekiemen.

Individuele huisvestingWanneer er geen sprake is van een kalverdrinkautomaat, zal het (vaars)kalf na de biestperiode nog eenweek individueel gehuisvest worden, net zoals de stierkalveren. Dit vanwege de hygiëne en infectiedruk.De stierkalveren worden na 10 dagen verkocht en de vaarskalveren gaan op dat moment naar degroepshuisvesting. Tot die tijd verblijven de kalveren in iglo’s of eenlingboxen. Maak de iglo’s /kalverhokken altijd buiten de stal schoon en laat ze een week drogen en leegstaan, om besmettingen tevoorkomen. In hoofdstuk 2 zijn de manieren van individuele huisvesting verder toegelicht.

LooplijnenJonge kalveren moeten in de melkperiode gescheiden worden gehuisvest van het oudere jongvee enmelkkoeien. Dit kan d.m.v. een aparte jongveestal en/of de dieren buiten huisvesten. Wat betreft delooplijnen moet er dan rekening gehouden worden met:

Plaats de iglo’s of eenlingboxen naast elkaar of maak meerdere rijen. Dit bespaart ruimte envergemakkelijkt het voeren en schoonmaken.

Werk van jong naar oud, begin bij het voeren van de kalveren bij de jongste kalveren en eindig bijde oudste. Met onderstaande opstelling van de iglo’s/eenlingboxen is dit te realiseren. Dekalveren moeten volgens de nummering in de iglo’s/eenlingboxen worden geplaatst, de pijlengeven de voerrichting aan.

Figuur 2: Plaatsing en indeling individuele huisvesting

12345

678910

1112131415

Page 19: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

19

GroepshuisvestingNa 10 dagen kunnen de kalveren in groepsverband worden gehuisvest. Zorg hierbij voor een optimaleomgevingstemperatuur. Het huisvesten van kalveren in groepen kan op verschillende manieren:

Strohokkeno Lage investeringskosteno Hoog stroverbruik

Groepsiglo’so Beter microklimaat voor de kalveren; frisser, droger en minder tochto Hoog stroverbruiko € 1500 - € 3000 per stuk, afhankelijk van grootte, merk en accessoires (2006)25

Tweevloerenstalo Gedeeltelijk roosters, gedeeltelijk strohoko Minder stroverbruik

Ligboxenstalo Hogere staltemperatuur vereisto Geen stroverbruik

In tabel 3 worden richtlijnen gegeven voor groepshuisvesting van kalveren. Hierbij wordt er onderscheidgemaakt tussen het strohok, de tweevloerenstal en de ligboxenstal. In een gesloten stal moet er rekeningworden gehouden met de temperatuur; schommelingen in de temperatuur moeten beperkt blijven. Tochtmoet worden voorkomen en kalveren moeten altijd droog kunnen liggen.

Huisvesting 0,5 – 3 maandGroepshok met stroMinimaal oppervlak (m2 / dier) 1,5Minimale hokdiepte (cm) 300TweevloerenstalLoop-eetruimte roosters (cm) 175Ligruimte stro (cm) 250Diepte ligruimte (cm) 30-40Eetbreedte (cm) 50LigboxenstalLigboxbreedte (cm) 60Ligboxlengte – buitenrij (cm) 130Ligboxlengte – binnenrij (cm) 130Loop-eetruimte (cm) 175Eetbreedte per dier (cm) 35Hoogte drinknippels (cm) 110Spleetbreedte roosters 3Tabel 3: Gegevens groepshuisvesting van kalveren 26

Pas bij de groepshuisvesting van oudere kalveren “all in-all out”-systeem toe. Daarbij moeten groepjesworden gemaakt van kalveren van ongeveer dezelfde leeftijd. Wanneer de kalveren oud genoeg zijn,moeten ze als gehele groep verplaatst worden naar een volgende afdeling.Kalveren die in groepshuisvesting worden gehouden zijn socialer; de dieren kunnen elkaar in een jongerstadium leren kennen en de rangorde bepalen. Dit bereidt de kalveren beter voor op het leven in eenkudde. Daarnaast is de weerstand van kalveren in groepen hoger.De hokken die leeg komen te staan nadat er een groep kalveren is overgeplaatst naar een volgendeafdeling, moeten eerst goed schoongemaakt worden voordat er weer een nieuwe groep kalveren inkomt.

3.2 VoedingNa de biestperiode (0-3 dagen) mogen de kalveren geen biest meer krijgen; door het hoge vet-eneiwitgehalte geeft dit vaak aanleiding tot diarree. Daarom moet na de biestperiode over worden gegaanop kunstmelk. Kunstmelk is in meerdere opzichten gezonder voor het kalf dan koemelk.

Bij de melkverstrekking aan kalveren dient ieder kalf een eigen (speen) emmer te hebben, dit iseenvoudig te realiseren door zowel de (speen)emmers als de hokken te nummeren. De (speen)emmers

25 Agradi ,200626 Handboek voor de melkveehouderij, 2006

Page 20: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

20

en de spenen moeten dagelijks worden schoongemaakt. Ook moeten de kalveren worden gevoerd vanjong naar oud.

Handmatig voerenKunstmelkDe samenstelling van kunstmelk is constant en uitgebalanceerd. Kunstmelk bevat alles wat een kalfnodig heeft; energie, eiwitten, vitaminen, mineralen en spoorelementen. Door het lagere vetpercentage inkunstmelk heeft het kalf minder snel een verzadigingsgevoel. Daardoor neemt het meer en sneller ruw-enkrachtvoer op, waardoor het kalf eerder gespeend kan worden en er een goede voormaagontwikkelingplaatsvindt.

De kunstmelk moet in de juiste verhouding (zie verpakking) worden aangemaakt, gebruik hierbij eenschone schep of bak voor het melkpoeder. Een schep of bak met daarin aangekoekte poeder geeft eenonjuiste verhouding, doordat er uiteindelijk minder poeder in de kunstmelk komt.Bij het voeren van kunstmelk is het daarnaast erg belangrijk dat de melk op de juiste temperatuur wordtaangemaakt en wordt gevoerd. Het gebruik van een thermometer is hierbij dan ook noodzakelijk.Wanneer de aanmaaktemperatuur (45-65 °C) niet wordt gemeten, is de kans groot dat deze te laag of tehoog is. Indien deze te laag is komt de melk niet goed in oplossing en vaak is deverstrekkingstemperatuur dan ook te laag. Bij een te hoge aanmaaktemperatuur worden de vitaminen eneiwitten in de melk beschadigd. Ook het mengen van de kunstmelk is een belangrijk punt. Wanneer demelk tekort gemengd wordt ontstaan er klontjes, waardoor de opname en vertering minder goed verloopt.Is de mengtijd echter te lang, dan worden de vitaminen beschadigd en is er een slechtere eiwitvertering.Wanneer de kunstmelk is aangemaakt moet het met 39-40 oC aan het kalf verstrekt worden.

Standaard werkwijzen aanmaken kunstmelk Doe de helft van het benodigde water (45-65oC, gemeten met thermometer) in een emmer. Voeg -al roerend- de benodigde hoeveelheid kunstmelkpoeder toe. Klop dit mengsel intensief met een schone garde tot het poeder is opgelost. Voeg -al roerend- de andere helft van het benodigde water (45-65oC, gemeten met thermometer)

toe.

De hoeveelheden melkvervanger per kalf en de kosten hiervan zijn als volgt:Type kalf Kunstmelk (L) Kunstmelkpoeder (Kg) Kosten (€)Aangehouden kalf 300 37,50 47,00Verkocht kalf 24 3,0 3,75Tabel 4: Kosten en hoeveelheden kunstmelk per type kalf

In bovenstaande tabel is gerekend met een prijs voor kunstmelkpoeder van € 1,25 / kg poeder27. Eenverkocht kalf blijft 10 dagen op het bedrijf, waarvan er 7 dagen kunstmelk verstrekt wordt.

Kunstmelk (L) Kunstmelkpoeder (Kg) Kosten (€)300 37,50 47,00350 43,75 55,00400 50,00 62,50

Tabel 5: Kosten en hoeveelheden kunstmelk per aangehouden (vaars)kalf

Zoals in tabel 5 te zien is, is het ook van economisch belang dat het kalf goed groeit zodat ze snellergespeend kan worden. Een kalf moet opgefokt kunnen worden met ongeveer 300 liter kunstmelk, dit is terealiseren door te werken met een voerschema. (zie tabel 6)Een voerschema zorgt voor een gezonde en economische opfok. Doordat de melkgift geleidelijk wordtafgebouwd, wordt een goede opname van ruw- en krachtvoer gestimuleerd.

Leeftijd kalf Hoeveelheid kunstmelk / dag (L)Dag 4 t/m 7 2 x 1,5

Week 2 2 x 2,0Week 3 2 x 2,5

Week 4 t/m 7 2 x 3,0Week 8 2 x 2,5Week 9 2 x 2,0

Tabel 6: Voerschema kunstmelk (Bron: Sloten BV)

27 KWIN 2005-2006

Page 21: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

21

KoemelkMelkkoeien zijn voortdurend gefokt en geselecteerd op de productie (meer kg melk, vet en eiwit),waardoor de gehalten vitaminen, mineralen en spoorelementen in koemelk minder zijn geworden.Hierdoor is er een gezondheidsrisico ontstaan voor het kalf. Door de productie van hoge vetgehalten doorde hedendaagse melkkoeien wordt de vetvertering bij een hoge infectiedruk snel verstoord. Daarbijkrijgen de kalveren melk van verschillende koeien, waardoor het vetpercentage per voerbeurt schommelt.Het hoge vetpercentage zorgt ervoor dat het kalf eerder een verzadigingsgevoel heeft, waardoor hetminder ruw-en krachtvoer zal opnemen. Gevolgen: het kalf wordt later gespeend en devoormaagontwikkeling wordt vertraagd.Bij koemelk-voedering wordt vaak uitgehouden melk gebruikt, omdat dit anders wordt weggegooid.Uitgehouden melk is echter niet geschikt voor kalveren; hoog celgetal melk kan het kalf mogelijkbesmetten met de Staphylococcus aureus bacterie en melk met antibiotica kan aanleiding geven totverteringsstoornissen en bacteriële resistentie-ontwikkeling bij het kalf.Wanneer er desondanks toch koemelk aan de kalveren gevoerd wordt, zorg er dan voor dat het kalf diemelk krijgt direct na het melken. Koude melk zorgt voor een mindere slokdarmsleufreflex, waardoor erverteringsstoornissen op kunnen treden. Ook moet er voor worden gezorgd dat er geen mest in dekoemelk terecht komt, laat de melk daarom niet te lang in de melkput staan.

Een kalf is op te fokken met 200 liter koemelk. De kostprijs van een liter koemelk is +/- € 0,42.(LEI,2004)28Het opfokken van een kalf op koemelk kost hierdoor € 84,-, waarmee deze opfokmethode veelduurder is dan de opfok door middel van kunstmelk.

Standaard werkwijzen handmatig voeren Voer het kalf na de biestperiode (gedurende +/- 9 weken) kunstmelk. Voer de kalveren van jong naar oud. Verstrek de melk per speenemmer. Zorg dat ieder kalf een eigen emmer heeft, nummer

hiervoor de emmers en hokken. Maak dagelijks de emmers en spenen schoon. Lees de oplosverhouding af van de verpakking van de kunstmelk. Gebruik een schone melkpoederschep voor de juiste oplosverhouding. Gebruik tijdens het aanmaken van de melk een thermometer voor de juiste aanmaak- en

verstrekkingstemperatuur. (aanmaken: 45-65oC, verstrekken: 39-40oC) Maak de kunstmelk aan volgens de standaard werkwijzen aanmaken kunstmelk.

Automatisch voerenKalverdrinkautomaatWanneer de kalveren echter melk via de kalverdrinkautomaat krijgen, worden ze vaak zo’n 5 dagen na degeboorte al in groepen gehuisvest.Een drinkautomaat zorgt ervoor dat het kalf de juiste hoeveelheden melk verspreid over de dag krijgt. Hetkalf krijgt hierdoor een goede start, het bespaart arbeid en biedt dus vele economische voordelen. Er zijn3 typen kalverdrinkautomaten te onderscheiden;

De poeder-automaat: voor gebruik van (kunst)melkpoeder.In deze automaat is een boiler met water dat op 42oC verwarmd is en een poederreservoiraanwezig. Het water en de poeder worden in porties aangemaakt (gemengd), wanneer een kalfwil drinken.

De automaat voor koemelk: voor gebruik van koemelk.Met deze automaat kan enkel koemelk worden gevoerd, het bevat geen poederreservoir. De inde melktank aanwezige koemelk wordt verwarmd en aan het kalf ter beschikking gesteld. In demelktank zit een roerder, de melk kan gekoeld of aangezuurd worden.

De combi-automaat: voor gebruik van melkpoeder én koemelk.Deze automaat biedt de mogelijkheid om zowel poedermelk als koemelk te voeren. Ook hierwordt de koemelk verwarmd tot de gewenste temperatuur(39o). De koemelk kan met waterworden verdund, of met melkpoeder worden aangelengd. Als er geen koemelk meer aanwezig isin de automaat, schakelt deze automatisch over op poedermelk.

28 Landbouw Economisch Instituut (LEI); Kostprijs van melk op zuivere melkveebedrijven, 2004

Page 22: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

22

Een drinkautomaat zorgt voor een goede voeding van het kalf, doordat; alle porties melk op dezelfde manier bereid worden; de melk altijd ‘vers’ verstrekt wordt; de melk altijd de juiste temperatuur heeft (39°C, voor het spijsverteringsstelsel); er een juiste aanmaak/concentratie poedermelk plaatsvindt; er gedoseerde porties worden afgegeven( geen overloop in pens).

Daarnaast heeft een automaat als voordeel dat de kalveren minder bij elkaar zuigen, doordat zegedurende de hele dag bij de automaat terechtkunnen wanneer ze willen zuigen. Kalveren die 2 x perdag (korte tijd) gevoerd worden, zullen eerder de neiging hebben om bij groepsgenoten te zuigen.

Het gebruik van een kalverdrinkautomaat zorgt ervoor dat jonge en oudere kalveren worden gemengd,het is daarom erg belangrijk de infectiedruk te verlagen. Op bedrijven waar een grote groep kalverenaanwezig is, kan een apart ‘babyhok’ gecreëerd worden, daar kunnen de kalveren al drie tot vier dagenna de geboorte in. Zijn er op het bedrijf echter kleine groepjes kalveren aanwezig, dan kan beter gewachtworden tot het kalf zes tot zeven dagen oud is. Op die leeftijd is het kalf sterk genoeg om de concurrentiemet de andere (oudere) kalveren aan te gaan. Wanneer een kalf ziek wordt, moet het dier tijdig wordenbehandeld en (tijdelijk) apart worden gehuisvest. Kalveren die worden verkocht worden niet gevoerd meteen kalverdrinkautomaat, maar verblijven in de iglo en krijgen biest en kunstmelk gevoerd.Een kalverdrinkautomaat kan eventueel in combinatie met een krachtvoerautomaat worden gebruikt,wanneer deze gekoppeld worden is het eenvoudig om het groeiproces van het kalf te controleren en tevolgen. De gegevens kunnen per individueel kalf worden bijgehouden, er kan zelfs een weegvloer in deautomaat worden geplaatst, waardoor ook het gewicht van de kalveren wordt geregistreerd. Een kalfmoet immers worden gespeend op gewicht en krachtvoeropname en niet zozeer op leeftijd. Daarnaastkunnen er ook doseerapparaten voor medicijnen op de automaat worden aangesloten. Deze zijn zeernauwkeurig in het toedienen van medicijnen en vooral interessant voor bedrijven met een hogerziekterisico door aangekochte kalveren.Een ander voordeel van een kalverdrinkautomaat is dat het arbeid bespaart en verlicht.De arbeidsbesparing en -verlichting komen voort uit de volgende punten:

Het zware werk van emmers melk voeren valt weg; Er hoeven geen emmers schoon te worden gemaakt, de automaat wordt met een druk op de

knop gereinigd; Doordat er minder tijd benodigd is voor het voeren van het kalf, kan er meer tijd besteed worden

aan observatie (naast de controle-en attentielijsten); Er is meer flexibiliteit; er zijn geen vaste tijdstippen meer waarop de kalveren gevoerd moeten

worden.

Een kalverdrinkautomaat bespaart naast arbeid ook kosten. Indien de drinkautomaat gekoppeld is aan dekrachtvoerautomaat, zal het kalf bij een hogere opname van krachtvoer minder melk krijgen. Op diemanier worden de kosten van poedermelk minder. Door de betere voeding van het kalf worden dedierenartskosten lager en zijn de pinken eerder op inseminatiegewicht, zodat ze eerder afkalven. Ook kaner bij nieuwbouw worden bespaard op de bouwkosten; wanneer kalveren in groepshuisvesting met deemmer gevoerd worden, dient dit tegelijkertijd te gebeuren om te voorkomen dat kalveren gaan zuigen.Daarvoor moet er meer voer-en drinkruimte zijn in tegenstelling tot het voeren d.m.v. een drinkautomaat.In bestaande gebouwen zijn kalverdrink- en voerautomaten eenvoudig te installeren.

KostenJaarlijkse kosten per kalf, bij een gebruiksduur van 10 jaar en 20% van de investering voor afschrijving,rente en onderhoud van de installatie.29

Drinkautomaat + bijbehoren: € 7000,-Jaarlijks 20%: € 1400,-Per kalf (30 stuks): € 46,-

Besparing per kalf Arbeidskosten (2 x € 20,-/u): € 40,- Voerkosten (10 kg x € 1,25): € 12,50 Kosten dierenarts/medicatie: € 5,00

Totale besparing per kalf: € 57,50

29 Delaval, 2006

Page 23: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

23

Standaard werkwijzen automatisch voeren Zorg voor een vorstvrije en droge locatie voor de kalverdrinkautomaat. Koppel de drinkautomaat bij voorkeur aan een krachtvoerautomaat. Verplaats het kalf vanaf een leeftijd van 6 à 7 dagen vanuit de iglo in de groep kalveren bij de

drinkautomaat. Voer het kalf kunstmelk. Observeer de kalveren dagelijks, naast de controle- en attentielijsten. Vul de drinkautomaat met melk(poeder).

KrachtvoerZodra het kalf vast voedsel op gaat nemen, gaan de voormagen van het kalf zich ontwikkelen. Deontwikkeling is afhankelijk van het totale rantsoen van het kalf. Wanneer het kalf alleen melk krijgt, zullende vier magen zich evenredig met het lichaamsgewicht ontwikkelen. De penspapillen nemen in lengte af.Krachtvoer in het rantsoen zorgt voor een sterke toename van lengte en omvang van de penspapillen.Een kalf dat zowel (licht verteerbare) melk als ruw -en krachtvoer te vreten krijgt, zal haar voormagen dusgoed ontwikkelen.30 Het is belangrijk dat het kalf vanaf de 2e levensweek onbeperkt beschikking heeftover licht verteerbaar, eiwitrijk en smakelijk krachtvoer (smulmix), zodat het kalf snel went aan vast voer.Vanaf de 3e week kan er over worden gegaan op kalverstartbrok (t/m spenen), vervolgens wordt erkalvergroeibrok gevoerd. A-brok is niet geschikt voor kalveren, het stimuleert de pensontwikkeling niet.De kalverbrokken bevatten o.a. propionzuur voor stimulatie van de pensontwikkeling.

Het voeren van krachtvoer aan kalveren kan zoals al eerder vermeld worden gedaan met eenkrachtvoerbox. Deze box wordt dan geschakeld aan de kalverdrinkautomaat en er komt per kalf eendosis krachtvoer beschikbaar. Wanneer de kalveren krachtvoer op gaan nemen, wordt het melkrantsoenautomatisch gereduceerd. Wanneer het kalf ten slotte voldoende krachtvoer opneemt, krijgt het helemaalgeen melk meer. Op die manier worden kalveren gespeend op basis van krachtvoeropname, waardoorde opfokkosten zullen dalen. Het kalf krijgt immers geen ‘overbodige’ kunstmelk meer en de pens wordteerder ontwikkeld. Een krachtvoerautomaat kost +/- € 3000,- (Lely, 2006) Andere methoden voorkrachtvoerverstrekking zijn het voeren van krachtvoer in bakken of aan het voerhek. Zorg ervoor dat debakken schoon zijn en dat het kalf vers krachtvoer op kan nemen. Bij deze methode kan echter dekrachtvoeropname per kalf niet gecontroleerd worden. Gebruik een bak waar 1 kg krachtvoer ingaat enrijdt met een kar vol krachtvoer langs de hokken. Zo is eenvoudig te bepalen hoeveel krachtvoer erverstrekt wordt en de krachtvoer-kar verlicht de arbeid.

RuwvoerRuwvoer zorgt voor de groei van de spierlaag in de pens.31 Voor kalveren is hooi een goed ruwvoer, ditmoet verstrekt worden vanaf de 4e levensweek. Dit hooi moet van zeer goede kwaliteit zijn, er mag geenschimmel of broei inzitten en moet voldoende structuur bevatten. Het hooi moet regelmatig wordenaangevuld en ververst, daarbij moeten de resten worden weggehaald. Hooi is smakelijk voor kalveren,wat resulteert in een goede opname. Bij hooivoedering worden de voormagen goed ontwikkeld en wordtde verspreiding van ziekten (paratbc) voorkomen. 32 Luzerne kan ook aan kalveren gevoerd worden.

DrinkwaterDe dagelijkse vochtbehoefte is ongeveer 10% van het lichaamsgewicht. Bij de verstrekking vandrinkwater moet gelet worden op de volgende punten:

Het water moet schoon en fris zijn; Water bevordert de opname van ruw-en krachtvoer; De kalveren moeten het water gemakkelijk kunnen vinden en er goed bij kunnen (juiste hoogte).

Er zijn verschillende methoden van de verstrekking van het drinkwater. Automatische zelfdrinkers met klepel

Het leren drinken uit zelfdrinkers kan in sommige gevallen problemen veroorzaken, doordat deklepel te zwaar is. Daarnaast kan er gemakkelijk mest in de zelfdrinkers terecht komen.

Automatische zelfdrinkers met vlotterbakBij deze methode is het water eenvoudig opneembaar.

30 Sloten B.V.31 Calf Notes: Does hay develop the rumen?,199732 For Farmers, 2005

Page 24: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

24

DrinknippelDe kalveren leren het drinken uit een nippel snel en er is altijd schoon water aanwezig. Er is welkans dat er vrij veel water gemorst wordt, waardoor het hok nat wordt.

Vat of emmerBij deze goedkope manier van waterverstrekking kan de opname van het water goedgecontroleerd worden. Het vat of emmer is wel moeilijker schoon te houden en vraagt meerarbeid.

Bij de plaatsing van de drinkwatervoorziening in het hok van de kalveren moet gelet worden op devolgende punten:

Plaatsing bij het voerhek: voor controle op het functioneren en reinheid. Zo dicht mogelijk bij de plaats van melk- en de ruw-en krachtvoervoorziening: i.v.m. de relatie

tussen de opname van water en melk, ruw- en krachtvoer.33

Standaard werkwijzen krachtvoer-, ruwvoer- en drinkwaterverstrekking Geef het kalf vanaf de 2e levensweek onbeperkt krachtvoer, week 2 smulmix, daarna

kalverbrok. Maak gebruik van een krachtvoerautomaat of een kar met 1 kg-bak. Voer de kalveren hooi of luzerne vanaf de 4e levensweek. Zorg dat de kalveren altijd schoon drinkwater tot de beschikking hebben, bij voorkeur d.m.v.

automatische zelfdrinkers met vlotterbak. Controleer de kracht- en ruwvoeropname van de kalveren. (gift - restvoer) Controleer de reinheid en het functioneren van de drinkwatervoorziening en reinig indien

nodig. (idem voor voerplaatsen)

3.3 Gezondheid

DiarreeDiarree in de melkperiode kan worden veroorzaakt door voedingsfouten, bacteriën, virussen enprotozoën. De oorzaak van sterfte door diarree is voor 90% het gevolg van uitdroging. Een kalf metdiarree heeft per dag tot 20% van het lichaamsgewicht aan vochtaanvulling nodig. Bij ernstige uitdrogingdrinkt een kalf niet meer zelf (infuus levensreddend!) en zakken de ogen weg in de oogkassen. Bij debehandeling van diarree is het van belang dat de uitdroging wordt voorkomen/opgeheven, de verlorenmineralen worden aangevuld en dat energie-en gewichtsverlies wordt voorkomen.

VoedingBij voedingsdiarree is er sprake van een verstoorde eiwit- of vetvertering. Kalveren met dit type diarreehebben geen koorts, willen goed drinken en blijven redelijk levendig en actief. De mest is dun, wit-geelvan kleur en stinkt. Oorzaken van voedingsdiarree zijn vaak voedingsfouten, zoals:

Overvoedering; wanneer er (strikt) gewerkt wordt met een voerschema (zie tabel 6) wordt ditvoorkomen.

Onjuiste concentratie kunstmelk; Onvoldoende opgeloste kunstmelk; Verkeerde drinktemperatuur van de melk; Slechte kuil of hooi; Plotselinge overschakelingen van voedermiddelen.

Bij de behandeling van voedingsdiarree moet de oorzaak worden gezocht en worden verbeterd. Demelkgift moet worden gehalveerd, daarnaast krijgt het kalf water met een elektrolytenmix. De hoeveelheidwater is het aantal liters dat is aangegeven in het (melk)voerschema. Op die manier krijgt het kalf dusmeer liters vocht binnen dan normaal.34

BacteriënDe E.coli-bacterie kan tot een leeftijd van 5 dagen diarree veroorzaken. Dit type diarree staat beschrevenin hoofdstuk 2, de biestperiode.

33 Sloten BV., 200634 Sloten BV.

Page 25: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

25

VirussenHet rota-en coronavirus komt voor tijdens de 2e-16e levensdag van het kalf. De mest bij dit type diarree iswaterig en bruingeel tot geelwit. Het kalf heeft verminderde eetlust. Een goede hygiëne enbiestvoorziening kunnen het rota-en coronavirus voorkomen, de behandeling is hetzelfde als bijvoedingsdiarree. Het kalf krijgt minder melk en water met een elektrolytenmix.ProtozoënCryptosporidiën zorgen voor diarree bij kalveren tussen de 5e-20e levensdag. De besmette kalveren zijnminder actief, hebben een verminderde eetlust en lichte temperatuurstijging.Coccidiose wordt veroorzaakt door coccidiën. Coccidiose komt het meest voor bij de wat ouderekalveren, het treedt op tussen 3 weken en 6 maanden leeftijd. De kalveren hebben diarree (bij ernstigebesmetting zit er bloed door), persen op de mest en zijn verzwakt. De dieren kunnen worden behandeldmet een anti-coccidiose middel.Zowel cryptosporidium als coccidiose worden veroorzaakt door opname van eitjes, meestal via vervuilddrinkwater of voer (stro). Hygiëne is daarom erg belangrijk: geen overbevolking, schoon/droog ligbed enschone voer- en watervoorzieningen.

Bij diarree zal het verzorgen van de dieren meer tijd kosten. De zieke kalveren moeten worden behandeld(antibiotica en/of andere voeding) en zullen meer aandacht en controle vragen.Voorkom dat het kalf het koud krijgt, 15 tot 20oC is een goede omgevingstemperatuur.35

De gemiddelde sterfte door diarree varieert van 3% tot 6% per bedrijf. Deze sterfte brengt verschillendekosten met zich mee;

De kosten per gestorven kalf door diarree bedragen €100,-. De langere opfokperiode door groeivertraging door diarree kost €25,- tot €50,- per dier per

maand. Later afkalven en minder ontwikkeling bij afkalven door kalverdiarree kost 50 kg melk per 305-

dagenproductie per getroffen dier. Is het gewicht bij afkalven 10 kg lager, dan kost dat 50 litermelk per 305-dagenproductie per getroffen dier.

Kosten voor extra arbeid en diergeneeskundige handelingen.36 (Gezonde Dieren, 2005)

Standaard werkwijzen diarree Stel een bedrijfsbehandelplan op met uw dierenarts. Stel de oorzaak van de diarree bij het kalf vast. Bestrijd de uitdroging door diarree d.m.v. het verstrekken van (extra) water. Vul de verloren mineralen aan d.m.v. het toedienen van een electrolytenmix. Behandel het kalf indien nodig met antibiotica.

NavelontstekingDe eerste levensweken van het kalf moet de navel meerdere malen gecontroleerd worden op eenontsteking (kijken en voelen) Een navelontsteking ontstaat door een bacteriële besmetting van denavelstreng gedurende of vlak na de geboorte. Ook kunnen de bacteriën in de navel terechtkomen vianavelzuigen of door natte, vuile ligplaatsen. Bacteriën die via de navel naar binnen dringen kunnen ooklever-en gewrichtsontstekingen veroorzaken. Wanneer het kalf een navelontsteking heeft, heeft het eenharde, pijnlijke navel. Bij aanraken van de navel vertoont het kalf ontwijkgedrag of trapt het met de poten.Een navelontsteking moet worden behandeld met antibiotica.37

Standaard werkwijzen navelontsteking Controleer de navel van het kalf 2-3 keer per week, bijvoorbeeld bij:

o De voerbeurten.o De overgang van iglo naar groepshuisvesting.

Behandel het kalf bij een ontsteking met antibiotica.

35 Kalverdiarree; een serieus probleem, maar goed te voorkomen, 200636 Voorkom problemen door kalverdiarree, GD, 200537 Sloten BV.

Page 26: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

26

OnthoornenIn de gangbare melkveehouderij worden de kalveren onthoornd. Bij het onthoornen moet worden voldaanaan enkele voorwaarden. Een veehouder mag dieren jonger dan 2 maand of ouder dan 6 maand zelfonthoornen. Dieren tot 2 maanden leeftijd moeten d.m.v. de elektrische of heteluchtmethode onthoorndworden en dieren vanaf 6 maanden leeftijd d.m.v. een draadzaag. In beide situaties moet de dierenartsvoorafgaand aan de ingreep een plaatselijke verdoving hebben toegepast. Een dierenarts mag dekalveren altijd onthoornen, ongeacht de leeftijd van het kalf.

Middel Methode Dosering WachttijdVlees Melk

Sedamun Injectie 1 cc / 400 kg 1 dag 0 dagenLidocaine2%+adr.

Injectie 2 x 5 cc / kalf 28 dagen 0 dagen

CTC spray spray 0 dagen 0 dagenTabel 7: Middelen bij de verdoving van te onthoornen kalveren

Registreer het moment van onthoornen, bijvoorbeeld op een weekkalender of in eenmanagementprogramma.

Standaard werkwijzen onthoornen Laat maandelijks de te onthoornen kalveren onthoornen, tegelijk met een dierenartsbezoek. Laat de kalveren verdoven, daarna onthoornen. Registreer de onthoorningsdata en de oornummers van de kalveren, gebruik hiervoor een

weekkalender of managementprogramma.

Uitval (Kalversterfte)

Kalversterfte

21%

18%

13%11%

10%

10%

6%

6%

4%

1%Verteringsproblemen

Longproblemen

Acute dood

Misvormingen

Onbekend

Ongelukken

Misgeboorte

Overige ziekten

Groeiproblemen

Ontstekingen

Grafiek 2: Oorzaken + percentages kalversterfte38

Gemiddeld sterven 9% van de melkveekalveren binnen 24 uur (incl. doodgeboorte). 7% van de kalverenvan oude koeien sterft en 14% van de kalveren van vaarzen, veroorzaakt door zware geboorten. Na 24uur sterft nog eens 3% van de kalveren. Dit komt vooral voort uit diarreeproblemen en longaandoeningen.Bovenstaande grafiek geeft de verschillende oorzaken (incl. percentages) van sterfte bij kalveren weer.

38 Provimi BV , 2005

Page 27: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

27

4 De speenperiodeWanneer een kalf een lichaamsgewicht van 80 kg heeft bereikt en daarnaast voldoende kracht-enruwvoer opneemt, mag ze gespeend worden. Door de borstomvang van het kalf te meten, is het gewichtvast te stellen (zie bijlage II). De speenperiode loopt van zo’n 8 weken tot 16 weken leeftijd. Hierondervalt ook de eventuele speendip die na het spenen van het kalf op kan treden.

4.1 HuisvestingHet kalf is gespeend, het krijgt geen melk meer. Dit is een grote stap voor het kalf. Op dat momentmoeten kalveren niet verplaatst worden naar een ander hok en zeker niet naar een ander systeem.Verplaats kalveren dus nooit gelijktijdig met het spenen van strohok naar ligboxen! Dit levert veel stressop. Houdt kalveren na spenen nog minimaal 2 weken in de strohokken en schuif ze dan door naar deligboxen. Behoud hierbij als het enigszins mogelijk is dezelfde groepssamenstelling.

Huisvesting 0,5 – 3 maand 3-6 maandGroepshok met stroMinimaal oppervlak ( m2/dier ) 1,5 1,7Minimale hokdiepte (cm) 300 -TweevloerenstalLoop-eetruimte roosters (cm) 175 200Ligruimte stro (cm) 250 250Diepte ligruimte (cm) 30-40 30-40Eetbreedte (cm) 50 50LigboxenstalLigboxbreedte (cm) 60 70Ligboxlengte – buitenrij (cm) 130 160Ligboxlengte – binnenrij (cm) 130 160Hoogte schoftboom (cm) - 75Loop-eetruimte (cm) 175 200Eetbreedte per dier (cm) 35 40-45Hoogte drinkbakken (cm) - 60Hoogte drinknippels (cm) 110 -Spleetbreedte roosters (cm) 3 3Tabel 8: Gegevens huisvesting van kalveren39

Tabel 8 geeft de richtlijnen voor huisvesting van deze kalveren weer. Hierin zijn zowel het groepshok metstro als de ligboxenstal vermeld.

VentilatieMet een goede ventilatie in de stal worden gezondheidsproblemen preventief bestreden. Het is perseizoen afhankelijk hoeveel lucht er ververst moet worden;

Zomer: gemiddelde luchtverplaatsing 1,5 m3/uur per kg levend gewicht. Winter: gemiddelde luchtverplaatsing 0,5 m3/uur per kg levend gewicht.

De luchtstroom moet een vrije doorgang hebben en er mogen geen luchtversnellingen ontstaan. Ditveroorzaakt tocht met als gevolg verkouden kalveren.40

LichtLicht is van invloed op de groei van kalveren. Te weinig licht wordt door het kalf geïnterpreteerd alswinteromstandigheden, met als gevolg dat er meer lichaamsvet wordt aangezet. Voor een goedevoerefficiëntie moet het aantal uren licht per dag op 16 uur worden gezet (m.b.v. kunstlicht). Op diemanier wordt er minder vet aangezet, maar meer spiereiwit. Het kalf groeit hierdoor sneller.

LuchtvochtigheidEr moet naar een luchtvochtigheid van 60-80% worden gestreefd, te hoge luchtvochtigheid is één van deoorzaken van luchtweginfecties. (zie 4.3 luchtweginfecties)

39 Handboek voor de melkveehouderij, 200640 Alpuro Breeding, 2006

Page 28: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

28

4.2 VoedingRuwvoerWanneer kalveren gespeend worden, moeten ze hetzelfde ruwvoer verstrekt krijgen als wanneer ze nogmelk kregen; hooi, luzerne of voordroogkuil van goede kwaliteit. Dit ruwvoer kan aangevuld worden methet rantsoen van de oudere kalveren. Op die manier zullen de kalveren al gaan wennen aan het ruwvoerwat ze na het spenen krijgen. Het afwennen van melk levert stress op en een totale verandering vanruwvoer op dat moment zal de stress doen toenemen.

KrachtvoerKalveren moeten bij het spenen 1,5 kg/krachtvoer/dag opnemen. Voer de kalveren geen melkveebrok,maar zorg voor verse, smakelijke kalverbrok. De opname van de brok moet gecontroleerd worden, dit kaneenvoudig wanneer er gebruikt wordt gemaakt van een krachtvoerautomaat. Bij verstrekking voor hetvoerhek of in bakken is het van belang dat de groepssamenstelling goed is; wanneer de leeftijd tussen dekalveren te groot is, is de kans groot dat de oudere kalveren meer krachtvoer opnemen dan de jongerekalveren.

DrinkwaterZie voor de uitleg van de drinkwatervoorziening 3.2 Drinkwater.

4.3 Gezondheid

GroeiBij het spenen van de kalveren moet het gewicht bekend zijn. Een kalf moet zo’n 80 kg wegen wanneerhet geen melk meer krijgt. De borstomvang behorende bij dit gewicht is 95 cm. (zie bijlage II) Om hetgewicht exact te bepalen kan er gebruikt worden gemaakt van een weegvloer. Deze kan, zoals al eerdervermeld, in een kalverdrinkautomaat worden geïnstalleerd. In dat geval worden de gewichten van dekalveren nauwkeurig bijgehouden. De kalveren kunnen worden gewogen, maar het gewicht schatten isook mogelijk. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de relatie tussen borstomvang en lichaamsgewicht. Deborstomvang kan worden gemeten met een speciale meetband. Deze band moet vlak achter hetschouderblad om de borst van het kalf worden gelegd. Wanneer de meetband wordt aangetrokken, moetmen twee vingers kunnen bewegen tussen de huid en de band. Bij het meten van de borstomvang moethet kalf in een normale houding staan; vlak en vierkant. Daarnaast kan er ook gebruik worden gemaaktvan een strotouw met twee knopen erin (afstand tussen de knopen: 95 cm) i.p.v. een meetband.41

SpeendipIndien het kalf gespeend is bij het juiste lichaamsgewicht (borstomvang), leeftijd en geen abrupteovergangen heeft gehad in voeding en/of huisvesting, zal ze waarschijnlijk geen last krijgen van eenspeendip. Een speendip treedt op wanneer niet aan bovenstaande eisen is voldaan en uit zich inverminderde groei of ziekte. Vaak nemen deze kalveren (nog) niet voldoende ruw-en krachtvoer op,waardoor ze niet voldoende groeien. Hierdoor vermindert de weerstand van de kalveren en zijn zevatbaarder voor ziekten.

41 Jongvee signalen, 2005

Page 29: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

29

LuchtweginfectiesWanneer de kalveren tussen de drie en vier maanden oud zijn, zijn ze erg gevoelig voorluchtweginfecties. De passieve afweer (verkregen uit biest) valt dan weg en de kalveren zijn vatbaardervoor infecties. Infecties ontstaan als er ongewenste indringers (stof en bacteriën) in de luchtwegenkomen. Een kalf wordt ziek op het moment dat het aantal ziektekiemen groter is dan de weerstand vanhet kalf. Bij een infectie is er vaak sprake van een combinatie van factoren.42

Oorzaken van luchtweginfecties zijn: Te hoge luchtsnelheid en tocht Hoge relatieve luchtvochtigheid Te lage temperatuur Onvoldoende ventilatie Vochtig ligbed Hoge besmetting en hoge infectiedruk Stress door bijv. verplaatsing van de dieren

Het stalklimaat is een belangrijke factor bij luchtweginfecties. Op bedrijven met (veel) luchtwegproblemenzijn kleine aanpassingen van het stalklimaat vaak al voldoende om de gezondheid van de luchtwegen teverbeteren. Zo moet er bij een directe luchtinlaat in de ruimte waar de kalveren verblijven gebruik wordengemaakt van windbreekgaas. Daarnaast is een klimaatmeting een belangrijk instrument om te bepalenwat er verkeerd is aan het stalklimaat. Hierbij wordt gekeken naar de indeling en inrichting van hetgebouw en kan de luchtkwaliteit worden gemeten. Met rookproeven en windsnelheidsmeters kunnenluchtstromingen worden aangetoond.43

Standaard werkwijzen speenperiode Bouw de melkgift langzaam af, werk hierbij met het voerschema zoals vermeld in

hoofdstuk 3, tabel 6. Huisvest de kalveren na het spenen nog minimaal 2 weken op dezelfde wijze, daarna kan er een

verandering van huisvesting plaatsvinden. (bijv. van stro naar ligboxen). Behoudt hierbij zoveel mogelijk de groepssamenstelling, ter voorkoming van stress. Voer de kalveren na het spenen hooi met een daarbij gedeeltelijk het rantsoen van de oudere

kalveren, ter voorkoming van stress door plotselinge voerovergangen.

42 Jongvee signalen, 200543 Luchtwegproblemen bij kalveren met gerichte aanpak te lijf, 2006

Page 30: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

30

5 De puberperiodeNu het kalf de eerste paar maanden van haar leven erop heeft zitten, wordt het tijd dat ze flink gaatgroeien. Dit gebeurt in de ‘puberperiode’, van 4 tot 13 maanden leeftijd. Een risico in deze periode is hetvervetten van de dieren.

5.1 HuisvestingWanneer de melkkoeien worden gehuisvest in een ligboxenstal, moeten de pinken in hetzelfde staltypeworden ondergebracht, zodat ze aan de manier van huisvesten kunnen wennen.

LigboxenHuisvesting 3-6 maand 6-12 maandLigboxbreedte (cm) 70 80Ligboxlengte – buitenrij (cm) 160 180Ligboxlengte – binnenrij (cm) 160 180Hoogte schoftboom (cm) 75 85Loopruimte tussen 2 rijen ligboxen(cm)

- 175

Eetbreedte per dier (cm) 40-45 45-50Hoogte drinkbakken (cm) 60 70Spleetbreedte roosters (cm) 3 3,5Tabel 9: Gegevens huisvesting van kalveren in ligboxenstal44

Belangrijk is dat de ligboxen zijn aangepast aan de maten van het jongvee. Wanneer de boxen te grootzijn, worden ze bevuild. Te krappe boxen zijn nadelig voor het comfort van het dier. In tabel 9 zijn debenodigde maten voor verschillende leeftijden af te lezen. Kalveren tot een leeftijd van 5 maandenkunnen ook nog in strohokken worden gehuisvest, wanneer dit niet mogelijk is kunnen de kleinste boxenworden gevuld met stro of overkapt worden met een plafond voor warmte.Huisvest de dieren in groepen, ingedeeld op leeftijd. Deze groepen zijn te realiseren door gebruik temaken van scheidingshekken. Ieder dier moet kunnen liggen, er moeten genoeg ligboxen zijn.

Standaard werkwijzen huisvesting Huisvest de pinken in hetzelfde staltype als de melkkoeien. Maak groepen op basis van leeftijd d.m.v. scheidingshekken. Zorg dat er geen overbezetting is en voor juiste maten van de ligboxen (tabel 9).

5.2 VoedingStalRuwvoerDe pinken moeten goed ruwvoer krijgen, om zo de jeugdgroei te benutten. Zorg er daarom voor dat ze tot10 maanden leeftijd hetzelfde rantsoen krijgen als de melkkoeien. Zij hebben veel energie nodig vooronderhoud en groei, jeugdgroei kan op latere leeftijd niet meer worden ingehaald! Het voer moetsmakelijk zijn voor een goede opname, onsmakelijk / bedorven voer drukt de opname, evenals een (zeer)hoog structuurgehalte. Vanaf 10 maanden leeftijd moeten de pinken ruwvoer van mindere kwaliteit krijgenom ervoor te zorgen dat ze niet vervetten. Vervetting ontstaat wanneer het rantsoen van de kalveren teweinig eiwit bevat, dit ontstaat wanneer er maïs wordt gevoerd. Te energierijk voer zorgt bovendien voorvervetting in de uier, waardoor de (toekomstige) melkgift wordt verlaagd. Maak bij voorkeur een apartepinken-graskuil of maak balen. Daarnaast kan er een rantsoenberekening voor jongvee door devoerleverancier worden gedaan.KrachtvoerDe krachtvoergift voor kalveren tot 6 maanden leeftijd is 2 kg / kalf / dag. Daarna kan de krachtvoergiftworden afgebouwd naar 0 kg / dier / dag op een leeftijd van 8 maanden (indien het ruwvoer van goedekwaliteit is). Vervolgens kunnen de dieren nog iets worden bijgevoerd tot insemineren, maar zorg ervoordat de dieren niet te vet worden. Wanneer de dieren te vet worden, wordt een goede hoogtemaat-enpensontwikkeling en een vlotte dracht tegengehouden.45

44 Handboek voor de melkveehouderij, 200645 Alpuro Breeding,2006

Page 31: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

31

WeideWanneer de melkkoeien op het bedrijf de weide ingaan, moeten de kalveren ook weidegang krijgen. Dekalveren moeten leren grazen, een afrastering leren kennen en de drinkwatervoorziening begrijpen enweten te vinden.RuwvoerEen kalf moeten bij voorkeur tot een leeftijd van 5/6 maanden geen weidegang krijgen. De grasopnamevan deze kalveren is vrij beperkt en ze zullen dan bijgevoerd moeten worden om de gewenste groei tebehalen. Voorjaarskalveren moeten bij slecht weer in augustus al opgestald worden. De weideperiode iseen risicovolle periode.KrachtvoerWanneer de kalveren naar buiten gaan voordat ze 8 maanden oud zijn, moeten ze worden bijgevoerd.Ook hier geldt; op 6 maanden leeftijd de krachtvoergift afbouwen van 2 kg / dier / dag naar 0 kg (indienhet ruwvoer van goede kwaliteit is).

Standaard werkwijzen voeding Voer de pinken tot 10 maanden leeftijd goed ruwvoer om jeugdgroei te benutten. Voer de pinken vanaf 10 maanden leeftijd pinken-graskuil of balen. Geef de dieren tot 6 maanden leeftijd 2 kg krachtvoer, daarna afbouwend tot 0 kg krachtvoer per

dag op een leeftijd van 8 maanden. (ook in de weide), indien het ruwvoer van goede kwaliteit is. Geef de kalveren na 5/6 maanden leeftijd weidegang indien ze op latere leeftijd ook weidegang

krijgen. Laat een rantsoenberekening maken voor jongvee door de veevoerleverancier.

5.3 Gezondheid

WormenOp alle melkveebedrijven met weidegang komen worminfecties voor. Long- en maagdarmwormenverspreiden zich via eitjes en de daaruit voortgekomen larven. De larven die in het voorjaar door dekalveren zijn opgenomen, ontwikkelen zich tot volwassen wormen die eitjes uit gaan scheiden. Jongveeloopt in de weide vrijwel altijd een besmetting op met inwendige parasieten zoals long- enmaagdarmwormen. Zolang de besmettingsdruk niet te hoog is, zijn gezonde pinken hier wel tegenbestand. Ziekte door wormen wordt voorkomen door de dieren te beweiden in een weiland met een lagebesmettingsdruk (omweiden op etgroen) of door tijdige behandeling. Vóór de weideperiode moeten dedieren gevaccineerd worden tegen longworm en een bolus tegen maagdarmwormen worden ingegeven.De symptomen van wormbesmettingen:Longwormen:

Hoesten na inspanning Snelle ademhaling / benauwdheid Vermagering Sterfte

Maagdarmwormen: Tegenvallende groei Dunne mest Vermagering Dor en verkleurd haarkleed

ZomerwrangZomerwrang is een ernstige bacteriële uierontsteking bij in de weide lopende, niet-melkgevende dieren.De bacterie wordt overgebracht door vliegen. Een goede vliegenbestrijding is daarom noodzakelijk, ditkan worden gedaan d.m.v. oorflappen.

Standaard werkwijzen gezondheid Laat de dieren weerstand tegen worminfecties oplopen. Vaccineer vóór weidegang tegen longwormen. (bij hoge infectiedruk) Geef de dieren een bolus tegen maagdarmwormen. (bij hoge infectiedruk) Bestrijdt vliegen d.m.v. oorflappen.

Page 32: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

32

6 Rondom inseminatieHet einddoel van een goede jongveeopfok is een vaars die afkalft op een leeftijd van 23 maanden. Om ditte kunnen realiseren, moet de pink tussen de 13 en 15 maanden leeftijd geïnsemineerd worden. Hetdrachtig laten worden van de pink kan door zowel een eigen stier, als de KI (ook doe-het-zelf KI). Detochtigheidssignalering speelt hierbij een grote rol, bij DHZ-KI is daarnaast een goede omgang met hetsperma vereist.

StierkeuzeWanneer er van de KI gebruik wordt gemaakt, moet men een pinkenstier gebruiken. Pinkenstieren zijnstieren waarvan bekend is dat de kalveren vlot geboren worden en zijn te herkennen aan een fokwaardevoor geboortegemak van 102 of hoger. Bij het maken van de juiste stierkeuzes kan er ook gebruikgemaakt worden van een stieradviesprogramma, zoals SAP.Een eigen stier mist geen tochtigheden van de pinken, maar zou kunnen zorgen voor geboorteproblemen(evt. grotere kalveren). De eigen stier moet dus ook geselecteerd worden op geboortegemak, dit wordtvaak gedaan door de draagtijd van de stier zelf te nemen. Dit gaat niet altijd op en de andereeigenschappen van de stier zijn onbekend. Vrijwel altijd geeft een eigen stier kalveren met een lageregenetische kwaliteit dan een KI-stier. Bovendien bestaat er het risico dat de stier onvruchtbaar is enaangevoerde stieren kunnen ziekten meebrengen. Stieren zijn gevaarlijk en nooit te vertrouwen! Hetinzetten van een eigen stier neemt dus risico’s met zich mee.

Standaard werkwijzen stierkeuze Insemineer met een pinkenstier (geboortegemak 102 of hoger). Maak gebruik van een stieradviesprogramma zoals SAP.

6.1 HuisvestingVanaf 12 maanden leeftijd kunnen de pinken worden gehuisvest in de melkveestal, maar ook in eenaparte jongveestal. Om ziekteoverdracht te voorkomen, moeten de pinken bij voorkeur niet in dezelfderuimte als de jongere kalveren worden gehuisvest. Het maken van groepen (d.m.v. vanscheidingshekken) zorgt voor een goede controle van de dieren. Voor een menging van de groepenkunnen er steeds 2 à 3 dieren worden doorgeschoven naar een volgende groep (op basis van leeftijd enontwikkeling). Maak een aparte groep dieren die geïnsemineerd kunnen worden, dit is makkelijker bij detochtigheidssignalering. Te insemineren dieren moeten goed gecontroleerd (kunnen) worden en zemoeten kunnen worden vastgezet bij inseminatie(bijv. aan het voerhek).Pinken worden over het algemeen gehuisvest in ligboxenstallen, een openfrontstal is een goede maniervan huisvesten i.v.m. het juiste klimaat. Deze open stallen geven daarnaast een goede kijk op het gedragvan de dieren (tochtigheden en ziekten). Slechte huisvesting kan zorgen voor een achterstand in deontwikkeling van de pinken. Deze ontwikkeling moet regelmatig gecontroleerd worden, d.m.v. het metenen registreren van groei en conditie (zie 6.3 Gezondheid). Ook bij deze groep dieren is het van belang datde ligboxen de juiste afmetingen hebben. Tabel 10 geeft o.a. deze afmetingen weer.

LigboxenHuisvesting 12-18 maandLigboxbreedte (cm) 90Ligboxlengte – buitenrij (cm) 200Ligboxlengte – binnenrij (cm) 190Hoogte schoftboom (cm) 95Loopruimte tussen 2 rijen ligboxen (cm) 200Eetbreedte per dier (cm) 50-55Hoogte drinkbakken (cm) 80Spleetbreedte roosters (cm) 3,5Tabel 10: Gegevens huisvesting van pinken in ligboxenstal46

De pinken die geïnsemineerd kunnen worden lopen in een aparte groep in de jongvee- of melkveestal.Voor het goed kunnen en laten zien van tochtigheden moet de stal niet donker zijn, geen gladde roostershebben en er mag geen sprake zijn van overbezetting. Bij gebruik van eigen stier is het van belang datdeze stier in dezelfde ruimte is gehuisvest, eventueel in een apart gedeelte van waaruit hij eenvoudig bijde pinken gebracht kan worden.

46 Handboek voor de melkveehouderij, 2006

Page 33: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

33

6.2 Voeding

KrachtvoerWanneer de ruwvoervoorziening toereikend is, is het vanaf het moment van insemineren niet meer nodigom enige vorm van krachtvoer te verstrekken. Het verstrekken van krachtvoer in deze periode zal in datgeval de ontwikkeling van de dieren benadelen; de pinken zullen vervetten met de nodige nadelen. Degeboorte kan moeilijker verlopen(vet rond de geboorteweg) en de pink kan aan de nageboorte blijvenstaan.

RuwvoerBij voorkeur moet er een speciale graskuil of balen worden gemaakt voor het jongvee. Dit ruwvoer dienteen lager VEM-gehalte (+/- 800 VEM/kgds) te hebben dan de kuilen die bestemd zijn voor demelkkoeien. De pinken hebben de jeugdgroei inmiddels gehad en er moet voor gezorgd worden dat zeniet vervetten. Maïs is dan ook geen goed ruwvoer voor de pinken en ook het rantsoen van demelkkoeien is voor deze dieren te energierijk.

MineralenvoorzieningWanneer de mineralenvoorziening van pinken niet ideaal is (o.a. een Se-tekort), worden de dieren mindersnel drachtig. De mineralenvoorziening dient daarom op peil te worden gehouden. Dit kan opverschillende manieren. In de stalperiode kunnen die dieren de mineralen binnenkrijgen via krachtvoer ofpoeders die over het ruwvoer gestrooid worden. De pinken die door een eigen stier gedekt worden, lopenechter in het voorjaar en de zomer vaak buiten. In dat geval is het toedienen van mineralen via krachtvoerof poeders niet praktisch. Om ervoor te zorgen dat ook deze dieren een optimale mineralenvoorzieningkrijgen, kan men de dieren een mineralenbolus toedienen. Deze bolus zorgt voor een maandenlangeafgifte van mineralen.

Standaard werkwijzen voeding Voer de pinken bij goed ruwvoer geen krachtvoer meer vanaf insemineren, hierdoor zullen ze

vervetten. Voer de pinken geen maïs, hierdoor vervetten de pinken. Voer de pinken dagelijks vers kuilgras van iets mindere kwaliteit (+/- 800 VEM/kgds), zorg voor

een aparte pinkenkuil of balen. In de stalperiode kunnen mineralen verstrekt worden via poeders, gemengd met lekker voer. In de weideperiode dienen mineralen verstrekt te worden via een mineralenbolus.

Page 34: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

34

6.3 Gezondheid

GroeiRondom de inseminatie moet het gewicht van de pink bekend zijn. Dit kan gedaan worden d.m.v. eenweegvloer. Deze methode wordt echter nauwelijks toegepast. Vaker wordt de borstomvang gemeten.Van deze omvang is het gewicht af te leiden. Pinken zouden dekrijp moeten zijn op een gewicht van 370-400 kg, hierbij hoort een borstomvang van +/- 170 cm. (zie bijlage II) De borstomvang moet op dezelfdemanier worden gemeten als beschreven staat in 4.3. Registreer vervolgens de gemeten scores. Samenmet een adviseur zouden ook ijkpunten voor een juist gewicht kunnen worden vastgesteld, die vervolgensworden aangehouden bij inseminatie (bijvoorbeeld de hoogte van het voerhek).

Conditiescore (BCS)Niet alleen de borstomvang is bij het inseminatiemoment van belang, ook de conditiescore van een pinkspeelt een belangrijke rol. De conditiescore is een maat voor de hoeveelheid energie die is opgeslagen invet-en spierweefsel. Het scoren van de conditie is altijd zinvol, maar wordt waardevoller wanneer hetregelmatig wordt gedaan en geregistreerd. Veranderingen in conditie verlopen langzaam (2-3 weken), bijregelmatig scoren en registreren kun je zien wanneer vervetting ontstaat en hierop inspelen.Te vette of te magere pinken worden (net als koeien) minder snel drachtig. Een conditiescore van 3,0 isoptimaal.

TochtigheidssignaleringPinken worden voor het eerst tochtig tussen de 10 tot 13 maanden leeftijd. Ze zouden gemiddeld na 1,3inseminaties drachtig moeten zijn (inseminatiegetal 1,3).47

Wanneer de pinken via KI worden bevrucht, zal de tochtigheidssignalering optimaal moeten zijn. Daaromis het belangrijk dat de pinken goed in de gaten worden gehouden. Neem hiervoor vaste momenten perdag, wanneer u echt tijd heeft om de dieren te observeren. Bijvoorbeeld ‘s morgens na het melken en ‘savonds bij de laatste ronde. Voorkom stress in de stal en controleer de tochtigheden op rustigemomenten.Wanneer een pink klauwproblemen heeft zal ze niet snel de tochtigheid laten zien. Echter niet alleen degezondheid van de pink speelt een rol. Wanneer de stal waarin de pinken gehuisvest zijn erg donker is,zal het dier minder snel tekenen van tochtigheid vertonen. Daarnaast speelt bewegingsvrijheid een rol;hoe minder bewegingsvrijheid, hoe moeilijker de tochtigheid te zien is, doordat de pinken wordenbelemmerd in hun normale tochtigheidsgedrag.

Inseminatiegetal Kosten (€)1,3 7021,5 8101,7 918

Tabel 11 Relatie tussen inseminatiegetal en kosten

De spermaprijs van een pinkenstier is gemiddeld €18,-48. In tabel 11 zijn de kosten weergegeven voor hetjaarlijks insemineren van 30 pinken. Behalve de inseminatiekosten speelt ook de ALVA een rol; hoeminder inseminaties, hoe lager de ALVA.

Standaard werkwijzen tochtigheidssignalering Houdt de leeftijd van de pinken bij; pinken worden tussen 10 en 13 maanden leeftijd (voor het

eerst) tochtig. Huisvest de pinken in een ruime, lichte stal met een stroeve vloer. Neem vaste momenten per dag op de pinken geruime tijd te observeren.

47 CR-Delta; beslissen van kalf tot koe, 200548 CR-Delta stierenkaart, 2006

Page 35: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

35

ALVA (Afkalfleeftijd Vaarzen)De ALVA in Nederland ligt op 26,2 maanden. Deze afkalfleeftijd is te hoog, deze kan naar 23 maandenworden verlaagd. Een ALVA van 23 maanden heeft de volgende voordelen:

Lagere opfokkosten door een kortere opfokperiode; Uit proeven49 is gebleken dat de melkproductie (1e en 2e lactatie) van een vaars hoger is bij een

ALVA van 23 maanden; Onderzoek50 wijst uit dat een vaars de hoogste levensproductie behaalt bij een ALVA van 23

maanden.

Bovendien: hoe lager de ALVA, hoe minder jongvee er aangehouden hoeft te worden.

Vervangingspercentage(%)

ALVA20 maand

ALVA24 maand

ALVA28 maand

ALVA30 maand

20 37 44 51 5524 44 53 62 6630 55 62 77 8336 66 79 92 99

Tabel 12: Aantal aan te houden stuks jongvee bij verschillende vervangingspercentages en ALVA’s51

In tabel 12 is te zien dat het aantal aan te houden dieren terugloopt, naarmate de dieren eerder afkalven.Bij een vervangingspercentage van 30% hoeven er bij een ALVA van 24 maanden maar 62 dierenaangehouden worden, terwijl dit bij een ALVA van 28 maanden 77 dieren zouden zijn. Wanneer de ALVAverlaagd wordt van 28 naar 24 maanden scheelt dit 15 dieren (met bijbehorende opfokkosten!).

Standaard werkwijzen ALVA 23 maanden Zorg voor een goede voeding; denk hierbij ook aan de mineralenvoorziening! Neem de tijd voor tochtigheidssignalering. Doe geen dekrijpe pinken de weide in (zonder stier). Score regelmatig de conditie van de pinken en registreer deze. Meet de borstomvang van de pinken en registreer deze. Houdt de leeftijd van de pinken in de gaten, bijv. d.m.v. attentielijsten. Begin tijdig met insemineren! (13 maanden leeftijd) Geef de dieren dagelijks vers, smakelijk voer.

49 Van Gaasbek, Boers, 199650 Van Amburgh, Top Agrar FAchbuch, 200051 DAP Midden Salland, 2005

Page 36: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

36

7 De drachtige pinkHet is gelukt! De pink is tijdig geïnsemineerd en drachtig geworden. Nu breekt de laatste periode van dejongveeopfok aan, de periode van drachtigheid. Deze periode begint op 13-15 maanden leeftijd en eindigtop 20-22 maanden leeftijd, 2 maanden vóór afkalven. Op dat moment gaat de pink tot de melkkoeienbehoren (qua voeding en huisvesting) en eindigt de jongveeopfok.Op het moment dat de pink tot de melkkoeien gaat behoren, moet het dier gewend zijn aan mensen enveranderingen in de groepssamenstelling. Ook moet ze vertrouwd zijn met zaken als het voerhek, destalvloer en mestschuif, de drinkbakken, de hekken, ligboxen en het voetbad.

7.1 HuisvestingLigboxenstalDe pinken zouden gehuisvest kunnen worden in de stal van de melkkoeien, maar kunnen ook in eenaparte jongveestal worden geplaatst. Bij een vervangingspercentage van 30% zullen er zo’n 30 pinkenv.a. 12 maand leeftijd aanwezig zijn. Deze dieren moeten allemaal een eigen ligbox (van de juisteafmeting) hebben. Deze afmetingen zijn in tabel 13 weergegeven.

Huisvesting 12-18 maand 18-22 maandLigboxbreedte (cm) 90 100-110Ligboxlengte – buitenrij (cm) 200 220Ligboxlengte – binnenrij (cm) 190 210Hoogte schoftboom (cm) 95 105Loopruimte tussen 2 rijenligboxen (cm)

200 200

Eetbreedte per dier (cm) 50-55 55-60Hoogte drinkbakken (cm) 80 100Spleetbreedte roosters (cm) 3,5 3,5Tabel 13: Gegevens huisvesting van pinken in ligboxenstal52

WeideDrachtige pinken kunnen in het zomerseizoen ook in de weide gedaan worden. Zorg hierbij voorvoldoende controle, een goede omheining en drinkwatervoorziening. Controleer de pinken dagelijks; lethierbij op gedrag, pensvulling, conditie, mest en ziekten. Ook de mineralenvoorziening en het tijdigbinnenhalen van de dieren zijn belangrijke punten.

7.2 VoedingDe pensvulling en mest van pinken geven snel informatie over het rantsoen. Deze punten moetendaarom ook dagelijks gecontroleerd worden. Bij de controle van de pensvulling moet er bij drachtigepinken achter de ribben geen pensgroeve zichtbaar zijn. De mest is een dikke vlaai, waarbij geenzoolprofiel te zien is wanneer er met een laars in de mest gestapt wordt.

StalRuwvoerDe drachtige pinken op stal moeten bij voorkeur gevoerd worden van de pinken-graskuil of balen. Ergenergierijk voer zorgt voor vervetting (BCS) en kan problemen veroorzaken rondom de geboorte. Ookhierbij is een rantsoenberekening van de voerleverancier aangeraden.KrachtvoerHet verstrekken van krachtvoer aan pinken is niet nodig. Wel moet er worden gezorgd dat het diervoldoende mineralen opneemt.

52 Handboek voor de melkveehouderij, 2006

Page 37: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

37

WeideRuwvoerDrachtige pinken die in de weide lopen, moeten gedurende die periode voldoende energie binnenkrijgen.Dit is te controleren door de gezondheid, de pensvulling, conditie en mest van de pink te beoordelen.Wanneer de pinken vermageren, moeten ze naar binnen worden gehaald, worden verweidt of bijgevoerd.Bij onvoldoende energieopname in de laatste weken van de dracht lopen de dieren kans opleververvetting, wat zelfs kan leiden tot verwerping van de vrucht of sterfte van het dier. Leververvettingzal verderop in dit hoofdstuk beschreven worden.KrachtvoerHet verstrekken van krachtvoer aan drachtige pinken is niet nodig.

MineralenvoorzieningPinken hebben een goede mineralenvoorziening nodig, vooral tijdens de dracht. Wanneer de pinken eenSeleniumtekort (Se) hebben, hebben ze kans op aan de nageboorte blijven staan, witvuilen en eenverhoogde kans op uierontstekingen. Bovendien zijn slappe en/of dode kalveren een gevolg van Se-tekort. Pinken kunnen ook een kopertekort (Cu) hebben, dit komt doordat het Cu-gehalte in de bodem (endus in het gras) te laag is of doordat de benutbaarheid laag is. Wanneer de dieren een Cu-tekort hebben,produceren ze meestal onvoldoende en kunnen de gehalten in de melk afwijkend zijn. 53

Mineralen kunnen verstrekt worden d.m.v. poeders over het ruwvoer of likstenen. De opname bij dezemethoden van mineralenverstrekking zijn niet te controleren en de kans bestaat dat er dieren zijn dienauwelijks mineralen binnenkrijgen. In de weide is het aan te raden om de pinken tweemineralenbolussen in te schieten, om de mineralenbehoefte met zekerheid te dekken.

Standaard werkwijzen voeding Geef de pinken op stal pinken-graskuil of balen, geen energierijke voeding i.v.m. vervetten. De pinken hebben geen krachtvoer nodig. Zorg dat de pinken in de weide voldoende gras opnemen. Controleer regelmatig de pensvulling en mest van de drachtige pinken op stal en in de weide. Zorg voor een goede mineralenvoorziening d.m.v. poeders of likstenen (stal) of een bolus(weide). Laat een rantsoenberekening voor de drachtige pinken berekenen door de voerleverancier. Doe de drachtige pinken 2 maanden vóór afkalven bij de far-off groep van de melkkoeien in.

53 Van der Ham Veevoeder, 2006

Page 38: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

38

7.3 GezondheidGroeiRond het afkalven weegt de pink ongeveer 580 kg.

Conditiescore (BCS)Wanneer de pinken geïnsemineerd worden, moeten ze een conditiescore van 3,0 hebben. Tijdens dedracht zal deze oplopen tot 3,5 (vlak voor het kalven). De conditiescore moet regelmatig gemeten engeregistreerd worden.

LeververvettingLeververvetting ontstaat door een energiegebrek. Zowel de pink als het kalf heeft in de laatste weken dedracht veel voedingsstoffen nodig. Wanneer het kalf niet voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt, kan eenabortus het gevolg zijn. In ernstige gevallen kan de pink sterven.Bij hoogdrachtige pinken die voor het eerst weidegang krijgen, bestaat het risico van vervetten van delever. De opname van gras door de pinken is dan onvoldoende. Oorzaken van onvoldoende grasopnamezijn:

Onbekendheid met gras; Te kort of onsmakelijk gras; Warme weersomstandigheden; Onvoldoende aanbod van goed drinkwater.

De symptomen van onvoldoende opname zijn: slechte buikvulling, niet grazen, sloomheid, gevoeligheidvoor infecties en wisselende mestconsistentie. Een pink die onvoldoende voedingsstoffen opneemt krijgteen negatieve energiebalans en het eigen lichaamsvet wordt afgebroken. Bij afbraak van eigenlichaamsvet wordt aan de energiebehoefte voldaan. Het lichaamsvet wordt opgesplitst in glycerol envetzuren (NEFA’s). Beide onderdelen worden vervoerd naar de lever. Glycerol wordt daar omgezet inglucose en de NEFA’s worden omgezet in ketonlichamen of vetbolletjes. Deze vetbolletjes lossen slechtop in bloed en blijven in de lever hangen, wat een vette lever veroorzaakt. (zie figuur 3) Door dezevervetting functioneert de lever niet goed meer en verloopt de omzetting van glycerol naar glucose trager.Het energietekort van de pink wordt daardoor nog groter en ze zal nog meer vetreserves aanspreken.

Figuur 3: Van lichaamsvet naar leververvetting

Standaard werkwijzen gezondheid Meet en registreer regelmatig de conditie van de pinken, een score van 3,5 bij afkalven is

optimaal. Voorkom leververvetting (energiegebrek): doe hoogdrachtige pinken niet voor het eerst naar

buiten.

Lichaamsvet

Lichaamsvet Glycerol

Vetzuren(NEFA’S)

Glucose

Ketonlichamen

Vetbolletjes

ENERGIE

LEVERVERVETTING

ENERGIE

Page 39: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

39

8 Succesvol in de praktijkIn dit hoofdstuk komen enkele praktijkvoorbeelden naar voren. Hoe een kalf op de juiste manier moetworden opgefokt blijkt wel uit de voorgaande hoofdstukken, maar welke tips komen er uit de praktijk naarvoren?

8.1 HuisvestingBiest- en melkperiode

Individuele huisvesting in iglo’so Aparte afspuitplaats heet water: iglo’s moeten altijd nadat het kalf eruit is, worden

schoongespoten. In de nabijheid van de standplaats van de iglo’s is daarom aan te radeneen plaats te creëren voor deze schoonmaak. Hierbij kunnen wekelijks de iglo’s wordenschoongespoten met een handspuit met heet water.

o Verlichting: kalveren die worden gehuisvest in iglo’s moeten worden geplaatst in het zichten in het licht. De iglo’s moeten daarom zo geplaatst worden dat er meerdere keren perdag langs wordt gelopen en dat de kalveren niet alleen gezien worden met voeren(meercontrole). In de winter kan het donkere weer het voeren van de kalveren bemoeilijken,daarom moet de plaats waar de iglo’s staan worden verlicht, bijvoorbeeld doorlantaarnpalen of bouwlampen.

o Verrijdbare iglo voor afleveren van kalveren: om te voorkomen dat de handelaar incontact komt met de overige kalveren, is het nodig om het op te halen kalf bij dezekalveren te verwijderen. Het kalf kan in een verrijdbare iglo worden overgeplaatst envooraan de oprit worden neergezet. Een stuk PVC-buis zorgt ervoor dat de benodigdepapieren van het kalf (droog) aan de zijkant van de iglo kan worden gehangen.

Speen- en puberperiode Leren omgaan met groepshuisvesting op roosters en ligboxen

o Stro in kleinste ligboxen: kalveren die vanuit de strohokken worden overgeplaatst naarroosters en ligboxen, hebben soms moeite met het wennen aan de ligboxen. Dit uit zichdoor het veelvuldig gaan liggen op de roosters (‘damslapers’), te herkennen aan erg vuilekalveren. Om de kalveren te laten wennen aan de ligboxen, zou er stro geplaatst kunnenworden in de boxen. Stro kennen ze al en is warmer. De ligboxen voor de kalverenmoeten de juiste afmetingen hebben. (zie tabel 8) Bij te krappe of te ruime boxen gaande kalveren niet of verkeerd in de boxen liggen.

o Tegels plaatsen op de roosters: zoals hierboven beschreven gaan kalveren die nietgewend zijn aan de ligboxen vaak op de roosters liggen. Wanneer er echter (stoep)tegelsop de roosters worden neergelegd, gaan deze kalveren in de boxen liggen en niet op deroosters.

Puber- en drachtperiode Leeftijdsgroepen creëren: kalveren / pinken moeten in duidelijke leeftijdsgroepen worden

geplaatst. Dit is realiseren door gebruik te maken van scheidingshekken. Wanneer de kalverennog krachtvoer krijgen is het belangrijk dat er voor ieder dier een plaats is aan het voerhek. Tegrote verschillen in leeftijd kunnen er toe leiden dat sommige dieren te weinig krachtvoeropnemen. Ook bij het insemineren van de pinken zijn leeftijdsgroepen belangrijk. De groep diegeïnsemineerd kan worden, kan extra gecontroleerd worden op tochtigheidssignalen.

Zelfsluitend voerhek voor insemineren van het jongvee: wanneer de pinken geïnsemineerdmoeten worden in het belangrijk dat ze kunnen worden vastgezet. Dit kan eenvoudig d.m.v. eenzelfsluitend voerhek. Wanneer de pink vaststaat voor inseminatie, kunnen direct andere controlesals conditiescore, borstomvang (gewicht) en klauwgezondheid plaatsvinden.

Page 40: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

40

8.2 VoedingBiest-en melkperiode

Standaard voorraad ingevroren biest met registratie: wanneer een koe heeft gekalfd, kan er voorgekozen worden om de eerste biest standaard in te vriezen en deze zo lang mogelijk te voeren.De eerste biest heeft het hoogste gehalte antistoffen en zou ook gebruikt kunnen worden voorkalveren die geen biest van eigen moeder kunnen ontvangen. Deze eerste biest moet wordeningevroren in porties (2 L) en voorzien zijn van een duidelijke registratie. In de diepvries is danaltijd standaard een voorraad ingevroren biest aanwezig voor 2 kalveren (+/- 8 liter).

Aanmaken van kunstmelk met water uit terugwinningstank: kunstmelk moet eenaanmaaktemperatuur hebben van 45-65oC. Dit moet worden gemeten met een thermometer.Handiger is om het water uit de terugwinningstank te gebruiken, dit is standaard 60oC.

Puber-en drachtperiode Ruwvoer voor de (drachtige) pinken in balen: pinken hebben ruwvoer nodig van +/- 800

VEM/kgds. Het ruwvoer van de melkkoeien is meestal te rijk, daarom is het beter om voor depinken aparte balen te maken. Deze balen (geheel zonder plastic) kunnen voor het voerhekworden geplaatst, waarna de pinken hiervan vreten.

8.3 GezondheidGeboorte

Bestrijding van paratbc: een bedrijf dat vrij wil worden van paratbc moet zien te voorkomen dat dekalveren in aanraking men met mest van oudere dieren. Bij de geboorte is er een groot risico dathet kalf besmet wordt met mest van de moeder. Daarom kan het kalf worden opgevangen op eenplastic zeiltje, om zeker te weten dat het kalf niet in de mest van de moederkoe valt.

Biest- en melkperiode Materiaalgebruik: kalveren moeten hygiënisch worden gevoerd. Bij voorkeur moet ieder kalf een

eigen emmer hebben, te realiseren door zowel de hokken als de emmers te nummeren. Wanneerdit niet mogelijk is, zou er ook gebruik kunnen worden gemaakt van verschillende kleurenemmers. Gebruik voor de kalveren in de individuele huisvesting bijv. de witte emmers en voorkalveren in de groepshuisvesting de zwarte emmers. Door verschillende kleuren te gebruiken bijverschillende leeftijdsgroepen wordt het risico van ziekteoverdracht verkleind.

Reinigen van materialen: regelmatig moeten er materialen worden gereinigd. De kruiwagen diewordt gebruikt voor het vervoer van het kalf vanuit de afkalfstal moet na ieder gebruik wordengereinigd, de verlosmiddelen na elk gebruik, de (melk)emmers moeten dagelijks wordengereinigd, de iglo’s na vertrek van ieder kalf en de laarzen vóórdat er van het melkvee naar hetjongvee wordt gelopen. Deze reiniging kan plaatsvinden op de afspuitplaats zoals genoemd in8.1. Hierbij wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van heet water.

Puber- en drachtperiode Klauwgezondheid: op het moment dat de koeien worden drooggezet wordt vaak de

klauwgezondheid van de dieren gecontroleerd. Pinken moeten 2 maand voor afkalven in demelkveekoppel worden geplaatst, waarbij de klauwgezondheid ook nog eens extra gecontroleerdkan worden. De pinken kunnen dan ook behandeld en/of bekapt worden.

Page 41: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

41

Week- en maandplanning Jongveeopfok

DagelijksVoeren

Voeren van biest aan kalveren 0-3 dagen leeftijd (2 x per dag) Voeren van (kunst)melk aan kalveren tot spenen (2 x per dag) Schoonmaken van de melkemmers Bijvullen van melk (poeder) in de kalverdrinkautomaat Alle kalveren en pinken voorzien van fris en voldoende ruwvoer Kalveren en pinken voorzien van fris en voldoende krachtvoer Mineralenverstrekking

Controle Gezondheid van de kalveren: diarree, longen, navel (ontsteking), haarkleed, gedrag Gezondheid van de pinken: longen, klauwen, haarkleed, gedrag De drinkwatervoorzieningen: functioneren en reinheid Apparatuur (drinkautomaat/ krachtvoerautomaat): functioneren Tochtigheidssignalering (2 x per dag) Koeien / pinken in afkalfstal (iedere 2 uur)

Overig Opgeven geboren kalveren Afmelden verkochte kalveren / pinken (Laten) insemineren tochtige pinken Bijstrooien iglo’s / groepshokken (indien noodzakelijk) Bekappen / behandelen kreupele dieren

Wekelijks Schoonmaken van de (leegstaande) iglo’s en groepshokken Pinken introduceren in melkveekoppel in combinatie met controle klauwgezondheid

2-wekelijks Bijvullen van de strovoorraad bij afkalfstal(len) en groepshokken Medicijnvoorraden controleren: hoeveelheden en houdbaarheidsdata Biestvoorraden controleren: hoeveelheden en houdbaarheidsdata Oormerken controleren (hebben alle dieren nog dubbele oormerken) en zonodig bijbestellen en

aanbrengen Doorschuiven van dieren naar volgende groepen

Maandelijks Onthoornen van de kalveren Conditiescore pinken meten en registreren Borstomvang / gewicht kalveren en pinken meten en registeren.

Daarnaast moeten er rantsoenen berekend worden (door de voerleverancier) voor het jongvee, op hetmoment dat dit ook gedaan wordt voor het melkvee. (bijvoorbeeld bij het aanbreken van een nieuwe kuil)

Combineren van handelingenEen belangrijk punt is het combineren van handelingen om zowel arbeid te besparen als alle handelingen(eenvoudig én correct) uit te voeren. Hierbij kan gedacht worden aan:

Bij voerbeurt ook:o Bijstrooien van de eenlingboxen/ iglo’s en/of groepshokken op stro;o Controle van functioneren en reinheid van de drinkwatervoorziening;o Controle van de melkopname bij kalveren aan een kalverdrinkautomaat, tevens controle

van voorraad kunstmelkpoeder in de drinkautomaat;o Mestcontrole;o Behandelen van zieke kalveren.

Controle van de navel (kijken én voelen) bij:o Voerbeurt;o Aanbrengen van de dubbele oormerken;o Overgang van individuele huisvesting naar groepshuisvesting.

Page 42: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

42

Meten en registeren van het gewicht / de borstomvang bij:o Overgang van individuele huisvesting naar groepshuisvesting;o Allerlaatste melkgift (moment van spenen);o Overgang naar nieuwe groep;o Inseminatie;o Verplaatsing naar far-off groep ( 2 maand voor afkalven).

Controle van klauwgezondheid (evt. behandelen) bij:o Voeren van krachtvoer;o Inseminatie;o Verplaatsing naar far-off groep (2 maand voor afkalven).

Knippen van de bijspenen bij:o Onthoornen ( gecombineerd met dierenartsbezoek, bijv. Periodiek Bedrijfs Bezoek

(PBB))

Page 43: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

43

Voorbeeldbedrijf

Figuur 4:Plattegrondvoorbeeldbedrijf

Page 44: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

44

Beschrijving voorbeeldbedrijf

1. De koe / vaars is via de far-off groep en de close-up groep (‘droogstand’) in de afkalfstal gebrachtom te kalven. Voordat de koe in de afkalfstal kwam heeft u de stal voorzien van 1 pak stro, watopgeslagen ligt naast de afkalfstallen. Werk hierbij met de standaard werkwijzen afkalfstal.Behalve het stro bevinden zich naast de stallen ook de gereinigde verlosapparatuur en detweewielige kruiwagen om het kalf te vervoeren. Rondom de geboorte werkt u met destandaardwerkwijzen geboorte. Wanneer het kalf geboren is, moet het direct worden verplaatstnaar de individuele huisvesting, de iglo’s, welke geplaatst zijn naast de melkveestal voor eenkorte looplijn. Geboorten (indien aanwezig) worden iedere dag gemeld op een vast tijdstip, incombinatie met het aanbrengen van de oormerken.

2. Het kalf wordt, via de deur in de afkalfstal, met de tweewielige kruiwagen vervoerd naar de iglo’s.Werk bij het gebruik van iglo’s met de standaard werkwijzen individuele huisvesting. De kalverenmoeten in de iglo’s worden geplaatst zoals beschreven in 3.1 looplijnen. Op die manier kunnende kalveren altijd van jong naar oud worden gevoerd. De iglo’s zijn in het zicht geplaatst; u komter meerdere keren per dag langs (looplijn huis-stallen) en kunt eventueel vanuit huis de kalverenzien. Aan de melkveestal is een bouwlamp geplaatst, voor verlichting van de iglo’s. De iglo’s zijnmet de open zijde naar het noorden geplaatst, zoals beschreven in 2.1 Iglo’s. De eerste driedagen krijgen de kalveren biest gevoerd met de speenemmer. De biest is bij voorkeur afkomstigvan eigen moeder, wanneer dit niet mogelijk is, gebruikt u een goede kwaliteit ingevroren biest.Deze biest komt uit diepvries, die naast de strohokken staat. Hier staan ook een koelkast metmedicijnen, een wasbak en een kast met oormerken e.d. De overige week krijgen de kalverenkunstmelk gevoerd. Deze kunstmelk is ‘afgetapt’ van de kalverdrinkautomaat, dit is melk met dejuiste samenstelling en temperatuur. De kalveren verblijven 10 dagen in de iglo’s. Deaangehouden kalveren verplaatst u na 10 dagen naar de groepshokken op stro. De te verkopenkalveren worden in een verrijdbare iglo aan de oprit gezet, zodat de handelaar ze vanaf daarmeeneemt en geen contact kan hebben met de overige kalveren.

3. Na 10 dagen komen de kalveren vanuit de iglo’s in de groepshokken op stro. Er zijn tweestrohokken, de kalveren zijn ingedeeld op basis van leeftijd. De kalveren krijgen hier kunstmelkvia een kalverdrinkautomaat, deze heeft een klaphekje zodat er met 1 automaat 2 groepenkalveren melk kunnen drinken. Bij het gebruik van een automaat werkt u met de standaardwerkwijzen automatisch voeren. Krachtvoer wordt verstrekt via een krachtvoerautomaat, welkegeplaatst is naast de drinkautomaat en daar ook aan is gekoppeld. Groep 1 (1,5-5 weken) krijgtmelk, krachtvoer en hooi uit een ruif. Groep 2 (6-9 weken) krijgt melk, krachtvoer, hooi uit een ruifen het ruwvoer-rantsoen van de oudere kalveren. Het stro is opgeslagen naast de hokken, hierstaat ook de voorraad melkpoeder en kalverbrokken. Nadat de kalveren gespeend zijn verblijvenze nog zo’n twee weken in de strohokken, waarna u ze verplaatst naar de roosters met ligboxen.

4. De kalveren zijn gespeend, nemen voldoende ruw-en krachtvoer op en worden gehuisvest in deligboxen en op de roosters. De kalveren krijgen hetzelfde rantsoen als de melkkoeien en krijgenkrachtvoer wat handmatig voor het voerhek gegooid wordt. Hier worden ook leeftijdgroepengemaakt. (3-4 maand en 5-6 maand)

5. Vanaf een leeftijd van 6 maanden worden de pinken gehuisvest in een openfrontstal. Ook hierwordt gewerkt met leeftijdsgroepen, de dieren schuiven naarmate ze ouder worden steeds verdernaar links. De maten van de ligboxen verschillen (afhankelijk van leeftijd), hierbij worden tabellen9 en 13 aangehouden. Er is een aparte groep met te insemineren dieren, zodat deze extra in degaten kunnen worden gehouden. De pinken worden geïnsemineerd met een pinkenstier, zies t ie rkeuze . Zorg dat u de tochtigheden goed signaleert (standaard werkwijzentochtigheidssignalering) en tijdig begint met insemineren, voor een ALVA van 23 maanden. Tot10 maanden leeftijd krijgen de pinken hetzelfde ruwvoer als de melkkoeien, daarna krijgen zeaparte balen pinken-ruwvoer (+/- 800 VEM/kgds). Wanneer de pinken 2 maand voor afkalvenzitten, moeten ze worden verplaatst van de openfrontstal naar de melkveestal. Via de deur naastde melkstal kunnen ze door de stal worden geloosd naar de far-off groep. De pinken wordenvanaf dan gehuisvest bij de droogstaande koeien, eerst in de far-off groep daarna in de close-upgroep.

Page 45: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

45

Literatuurlijst

Literatuur

Hulsen J. en Klein Swormink B., 2005, Jongvee, praktijkgids voor opfok van kalf tot vaars Schrag L. en Singer H., 1992, Het Kalverboek Animal Science Group (ASG), 2006, Handboek Melkveehouderij Davis C.L. en Drackley J.K., 1998, The development, nutrition and management of the young calf CR-Delta, 2005, Beslissen van kalf tot koe Sloten BV., 2006, Handboek voor de opfok van jonge dieren Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2005, Preventie en ziekten bij opfok van jongvee voor

de melkveehouderij Animal Science Group (ASG), 2005-2006, Kwantitatieve Informatie voor de Veehouderij (KWIN) Biewenga G., Winkel A., Animal Science Group (ASG), 2003, Licht nader belicht, effect van licht

op dierprestaties en gedrag van melkvee Natural Resource, Agriculture, and Engineering Service (NRAES), 2005, Dairy Calves and

Heifers, Integrating biology and management

Diversen

Internet- Artikelen

Gezonde dieren, Risicofactoren van ziekteinsleep binnen een bedrijf, publicatiedatum: 23-04-2002

Gezonde dieren, Risicofactoren paratuberculose bij runderen, publicatiedatum: 10-12-2002 Gezonde dieren, Aanpak paratuberculose bij runderen, publicatiedatum: 28-09-2005 Gezonde dieren, Optimale biestvoorziening geeft kalveren een goede start, publicatiedatum: 10-

10-2003 Gezonde dieren, Voorkom problemen door kalverdiarree, publicatiedatum: 28-01-2005 Gezonde dieren, De ziekte BVD, publicatiedatum: 29-08-2005 Melkveebedrijf, Kalverdiarree; een serieus probleem, maar goed te voorkomen, publicatiedatum:

02-2006 Melkveebedrijf, Luchtwegproblemen bij kalveren met gerichte aanpak te lijf, publicatiedatum: 01-

04-2006 Veehouderij Techniek, Groepsiglo’s als huisvestingssysteem voor jonge kalveren,

publicatiedatum: 01-2004 North Dakota State University (NSDU), Recently released research shows advantages to wool /

polyester calf blankets, publicatiedatum: 02-2001 Colorado State University, The relationship between dystocia and dairy calf morbidity and

mortality, publicatiedatum: 06-2006 Delaval, De voordelen van automatisch kalvervoeren op een rij, datum: 04-2006 Denkavit, Fokmelken voor een gezonde opfok, datum: 04-2006 Denkavit, Van Gaasbek, Boers, Invloed leeftijd eerste partus op productie, datum: 1996 Denkavit, Van Amburgh, Invloed leeftijd eerste partus op levensproductie, datum: 2000 Calf Notes, Quigley J., Does hay develop the rumen?, publicatiedatum: 07-1997

- Sites Provimi BV., www.gezondekoeien.nl, datum: 03-2006 Lely, www.lely.com, datum: 03-2006 Delaval, www.delaval.nl, datum: 03-2006 Van der Ham Diervoeders, www.vanderham-veevoeder.nl, datum: 04-2006 Rendac BV, www.rendac.nl, datum: 04-2006 Alpuro Breeding, www.alpurobreeding.com, datum: 05-2006 Schrijver Stalinrichting, www.bmb-bruggeman.nl/schrijver-stal, datum: 05-2006

Page 46: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

46

Personen Vetvice: Dhr. J. Hulsen en dhr. J. Driessen Sloten BV.: Dhr. P. Dijkstra For Farmers: Dhr. J. Westerhof Arkervaart Twente: Dhr. J. Rozeboom HendrixUTD: Dhr. E. Heutink DSD Dokkum: Dhr. E. Danes Lely: Dhr. J.D. van Mourik Delaval: Dhr. J. ter Weele Ministerie van LNV: Mevr. E. van Herpt DAP Midden Salland: Dhr. R. van Egmond

Page 47: Standaard werkwijzen Jongveeopfok - vetvice.nl Farming/StandaardwerkwijzenJongvee.pdf · 7 Hulpmiddelen voor de verlossing dienen zich dicht bij de afkalfstal te bevinden. Bij iedere

47

Bijlagen

Bijlage I Kosten Rendac

Kosten per ophaling: € 10,11 excl. BTW(Erfabonnement): € 2,35 excl. BTWVerwerkings-en vernietigingskosten:Nuka, niet geregistreerd € 0,94 excl. BTWKalf < 1 jaar € 1,65 excl. BTWKalf > 1 jaar € 11,76 excl. BTW

Een kalf dat is gestorven rondom de geboorte (niet geregistreerd) kost € 11,76 excl. BTW enerfabonnement.54

Bijlage II Relaties leeftijd – borstomvang – gewicht – groei

Leeftijd(maand)

Borstomvang(cm) Gewicht (kg) Groei (g/dag)

CVB Schothorst CVB Schothorst0 74 40 40 500 6002 94 71 77 850 8504 113 122 128 850 9006 129 174 183 850 9508 142 226 241 850 900

10 153 278 296 700 82512 162 321 347 700 75014 170 363 392 700 67516 176 406 433 600 62518 181 443 472 600 57520 186 479 507 600 50022 190 516 537 350 40024 193 537 562 150 250

54 Rendac , tarieven 2006