Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke...

48
1 STAGEVADEMECUM Bachelor Lager Onderwijs – Campus Turnhout Opleidingsfase 1 – Academiejaar 2019-2020

Transcript of Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke...

Page 1: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

1

STAGEVADEMECUM Bachelor Lager Onderwijs – Campus Turnhout

Opleidingsfase 1 – Academiejaar 2019-2020

Page 2: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

2

Page 3: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

3

Woord vooraf

Sinds academiejaar 2018-2019 werkt de lerarenopleiding van Thomas More Kempen Campus

Turnhout met een nieuw opleidingsconcept. Stage vormt hierbij een essentieel onderdeel van de

opleiding. In dit document willen we u een beeld schetsen van het specifieke stageconcept van het

eerste jaar van onze opleiding. Directies, mentoren, studenten en ankerdocenten vinden hier de

nodige informatie over de visie, de invulling en de afspraken met betrekking tot de stage van

eerstejaarsstudenten.

Al de studenten die in uw school stage doen, krijgen dezelfde stagebegeleider (ankerdocent). Op

die manier is er een vast aanspreekpunt voor de studenten én voor de stageschool.

Alle informatie over de stages is ook terug te vinden op: www.thomasmore.be/lerarenopleiding-

kempen.

Bij vragen omtrent de stage, kan u ook contact opnemen met de praktijkcoördinator.

We kijken alvast uit naar een fijne samenwerking!

Carin Smolderen (Praktijkcoördinator) Campus Turnhout Campus Blairon 800 2300 Turnhout Tel: 014 80 61 01 GSM: 0492/15 71 54 [email protected]

Naam school: Ankerdocent: Contactgegevens ankerdocent:

Page 4: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

4

Page 5: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

5

Inhoudsopgave

1 Een blik op het nieuwe opleidingsmodel ..................................................................................... 7 A. De visie ............................................................................................................................... 7 B. De opleiding in beeld ........................................................................................................... 8

2 Het Praktijkconcept.................................................................................................................... 11 A. ORGANISATIE .................................................................................................................... 11 B. Teamteaching ................................................................................................................... 11 C. LEERACTIVITEITENFORMULIER: AFSPRAKEN ...................................................................... 13 D. Leergroep & basisklas ....................................................................................................... 13 E. Begeleiding vanuit de hogeschool ..................................................................................... 13 F. Rol van de mentor ............................................................................................................. 14 G. Werkdocumenten van de student ...................................................................................... 14 H. Stagebegeleiding en -beoordeling ..................................................................................... 15

3 Invulling van de stage ................................................................................................................ 17 A. Algemeen .......................................................................................................................... 17 B. Invulling stage 1.1 ............................................................................................................. 17 C. Invulling stage 1.2 ............................................................................................................. 18

4 Stageopdrachten ........................................................................................................................ 21 A. Algemeen .......................................................................................................................... 21 B. Kick-in: ONDERWIJS MET LEFV (7 en 14 oktober) ............................................................... 21 C. Leergebieden (21 OKTOBER tot 31 januari) ........................................................................ 22 D. CHALLENGES (21 OKTOBER tot 31 januari) ........................................................................ 25

5 Afspraken en verwachtingen ..................................................................................................... 27 A. Verwachtingen t.a.v. de student(en) .................................................................................. 27 B. Verwachtingen t.a.v. de mentor ........................................................................................ 27 C. Afspraken inzake het voorbereiden van leeractiviteiten ..................................................... 28 D. Afspraken inzake de ankerdocent ...................................................................................... 28 E. Afspraken inzake de planning van de stages ...................................................................... 29

Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ................................................................. 33 Bijlage 2: Evaluatiecriteria Praktijk 1............................................................................................. 35

a. Evaluatiecriteria niveau 1.1 ............................................................................................... 35 b. Evaluatiecriteria niveau 1.2 ............................................................................................... 36

Bijlage 3: Info teamteachmodellen ............................................................................................... 38 Bijlage 4: Info leeractiviteitenformulier ........................................................................................ 45

Page 6: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

6

Page 7: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

7

Een blik op het nieuwe opleidingsmodel

A. DE VISIE In onze opleiding nemen we de LEFV-waarden van Thomas More ter harte. LEFV staat voor Lef, Enthousiasme, Focus & Vertrouwen. Het zijn vier hogeschoolbrede waarden. Ze zijn ook de fundamenten van de unieke identiteit van de hogeschool. De Lerarenopleiding Lager Onderwijs Campus Turnhout heeft deze waarden in de kern van de identiteit van het eigen lerarenprofiel gezet door ze te verbinden aan de 4 pijlers van onderwijs die door Unesco naar voor zijn geschoven als hoeksteken van kwaliteitsvol onderwijs: leren weten, leren doen, leren samenleven en leren zijn.

1. Leren samenleven = maximaal samenwerken en een netwerk uit te bouwen. 2. Leren weten = focus op inhouden en vakdidactiek. 3. Leren doen = het lef hebben om innovatief en ondernemend te zijn. 4. Leren zijn = enthousiasme uitstralen als zelfbewuste leraar met een open blik.

We kaderen de opdracht van de leraar met LEFV in een bredere context. Hierbij verwachten we dat de leraar enerzijds zijn blik richt op de wereld (als wereldburger en professional in een brede school) en dat hij anderzijds aandacht heeft voor de volledige persoonlijkheid (body, mind & soul) van zichzelf en van de leerlingen voor wie hij verantwoordelijk is. Deze visie wordt samengevat in onderstaande figuur.

1

Page 8: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

8

B. DE OPLEIDING IN BEELD In onderstaande figuur kan je het globale jaaroverzicht terugvinden. Voor de meer specifieke stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2.

De eerste opleidingsfase bestaat uit een oriëntatiefase (kick-in), vier modules van 6 weken met een specifieke focus en een afsluitend project waar studenten zich toeleggen op persoonlijke groei en maatschappelijk engagement (kick-out).

De kick-in heeft als doel om de studenten kennis te laten maken met elkaar en hen op weg te zetten in contexten waarin samenwerking centraal staat. Daarnaast is het de bedoeling om hen als toekomstige leraren onder te dompelen in het basisonderwijs vanuit twee invalshoeken.

1. Als aankomende professionals verkennen de studenten hun werkterrein (het onderwijs in de volle breedte) en gaan ze op onderzoek naar wat het betekent om vandaag een leraar te

9/09/19

EERSTE SEMESTER

ma di wo do vr37 9 - 15 sept38 16 - 22 sept 1 Onthaal Kick-In - Onderwijs met LEFV39 23 - 29 sept 240 30 sept - 6 okt 3 Contact41 7 - 13 okt 4 Stage Kick-in42 14 - 20okt 5 Stage Kick-in Ev. Kick-In Ev. Kick-In43 21 - 27 okt 6 Module 1 - Doelgericht werken44 28 okt - 3 nov45 4 - 10 nov 7 Stage46 11 - 17 nov 8 Stage47 18 - 24 nov 9 Stage48 25 nov - 1 dec 10 Stage Ev. Ev.49 2 - 8 dec 11 Ev. Ev. Ev. Ev. Sinterklaas50 9 - 15 dec 12 Module 2 - Krachtige leeromgevingen51 16 - 22 dec 13 Stage52 23 - 31 dec

1 1 - 5 jan2 6 - 12 jan 14 Stage3 13 - 19 jan 15 Stage4 20 - 26 jan 16 Stage Ev. Ev. Ev.5 27 jan - 2 feb 17 Ev. Ev. Ev. Ev. Ev.6 3 - 9 feb

TWEEDE SEMESTER

ma di wo do vr7 10 - 16 feb 1 Projectweken RKG8 17 - 23 feb 29 24 feb - 1 maa 3 Module 3 - Werkvormen die werken

10 2 - 8 maa 4 Stage11 9 - 15 maa 5 Stage12 16 - 22 maa 6 Stage13 23 - 29 maa 7 Ev. Ev.14 30 maa - 5 apr 8 Ev. Ev. Ev. Ev. Ev.15 6 - 12 apr16 13 - 19 apr17 20 - 26 apr 9 Module 4 - Van binnen en van buiten leren Stage18 27 apr - 3 mei 10 Stage19 4 - 10 mei 1120 11 - 17 mei 12 Stage Stage Stage Stage21 18 - 24 mei 13 Stage (inhaal)

22 25 - 31 mei 1423 1 - 7 juni 15 Ev. Ev. Ev. Ev.24 8 - 14 juni 16 Ev. Ev. Ev. Ev. Ev.25 15 - 21 juni 17 Ev. Ev. Ev. Kick-Out26 22 - 28 juni 1827 29 juni - 5 juli

Page 9: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

9

zijn. Ze werken in teams aan het onderwijs van morgen door het onderwijs van vandaag te ontdekken en te bevragen. Ze gaan op zoek naar hun talenten en hun eigen dromen en idealen en samen met hun coach onderzoeken ze hoe ze die kunnen verbinden aan de doelen van de opleiding.

2. De studenten frissen de eindtermen van het lager onderwijs op en ze zorgen ervoor dat ze die kennis- en kundebasis kunnen gebruiken om als toekomstig leraar aan de slag te gaan.

Een module is een periode van zes weken waarin telkens een bepaalde (didactische) focus naar voren geschoven wordt. In de loop van elke module verwerven de studenten vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische kennis en vaardigheden, gelinkt aan de verschillende leergebieden van het basisonderwijs. Elke module staat ook in teken van een 'challenge'. Een challenge is een uitdaging in de vorm van een zo authentiek mogelijke praktijkopdracht die aan een groep studenten wordt voorgelegd. Bij het begin van elke module wordt de module en challenge ingeleid en toegelicht. Als groep gaan de studenten tijdens vijf werkweken van de betreffende module aan de slag om de challenge tot een goed einde te brengen. Tijdens de afsluitende week van de module presenteren de studenten het resultaat van hun groepswerk. Zowel het resultaat als de presentatie van het resultaat kunnen en zullen verschillende vormen aannemen. Tijdens de afsluitende week worden ook de kennis en vaardigheden getoetst die de studenten hebben verworven binnen de verschillende leergebieden.

In de eerste opleidingsfase werken we rond volgende 4 thema’s:

1. Digizine – Doelgericht werken

2. Creating stories – Krachtige leeromgevingen

3. Streetwise worldwise – Werkvormen die werken

4. Expedition outdoor – Van binnen en van buiten leren

Het ‘levensbeschouwelijk project’ is een periode van twee weken waarin de studenten kunnen groeien in hun levensbeschouwelijke identiteit. Studenten kunnen vanaf fase 2 kiezen uit Rooms-katholieke godsdienst, Islamitische godsdienst of een algemeen levensbeschouwelijk vak.

We eindigen tijdens de 'kick-out' waar we begonnen zijn: met een duidelijke focus van de student op zichzelf, de leraar met LEFV die doet leren! We bieden de student hier kansen om zijn horizon als toekomstige leraar te verruimen door een sociaal of maatschappelijk engagement op te nemen. Het praktijkluik voor de studenten omvat twee onderdelen, namelijk stage en coaching & consult. Stage bestaat uit een lintstage enerzijds en een blokstage anderzijds. De ‘lintstage’ vindt plaats op maandagen, aangevuld met vier donderdagen. De ‘blokstage’ vindt plaats in mei, tijdens de laatste module. Stage wordt inhoudelijk steeds gekoppeld aan de modules waarin de studenten zich bevinden. Dit luik wordt verder uitgewerkt in de rest van dit stagevademecum.

Coaching & consult bestaat enerzijds uit leerbegeleiding (coaching). Binnen coaching wordt gekeken naar de persoonlijke en professionele identiteit van de student als (toekomstige) leraar met LEFV. Er wordt gebruikgemaakt van terugblikken en vooruitblikken in functie van het denken en handelen van de studenten. Daarnaast wordt er ook aandacht besteed aan communicatie en samenwerking door middel van een aantal inhoudelijke kaders. De thema’s die aan bod komen, komen uit de concrete praktijkervaringen en/of staan in teken van toekomstige praktijkopdrachten; soms meer beschouwend, soms heel erg praktisch. Binnen consult oefenen studenten enkele concrete vaardigheden in zoals het gebruik van het leeractiviteitenformulier en het hanteren van een digibord. Verder krijgen ze enkele workshops rond stemgebruik, expressie en klasmanagement. Ook hebben studenten tijdens de consultsessies regelmatig de kans om vragen te stellen aan vakdocenten over de voorbereidingen van de leeractiviteiten voor de stages.

Page 10: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

10

Page 11: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

11

Het Praktijkconcept

A. ORGANISATIE

Praktijk 1 wordt opgedeeld in twee grote periodes in het academiejaar. De student wordt voor elke stageperiode gekoppeld aan een andere basisklas.

Semester 1:

- Een lintstage 1.1 (met focus op exploratie van de klas, de school en het onderwijs. Vanaf januari ligt de focus op het ontwerpen van leeractiviteiten)

Semester 2

- Een lintstage 1.2 (met focus op het ontwerpen van leeractiviteiten)

- Een blokstage 1.2 (met focus op het ontwerpen van leeractiviteiten)

Opmerking: Op jaarbasis doet de student ook 1,5 dag dienstbetoon (Sinterklaas, schoolfeesten, mee begeleiden van uitstappen …). Dit dienstbetoon kan, maar moet niet (volledig) in de eigen stageschool plaatsvinden.

Waarom een wekelijkse stagedag doorheen het jaar?

- Dit garandeert een geleidelijke ingroei voor de studenten in de praktijk.

- Student(en) en mentor leren elkaar beter kennen.

- Grondige kennismaking met beginsituatie van de klas en de leerlingen is mogelijk.

- Er is ruimte voor de student(en) om initiatief te nemen.

- Mentor kan focus meer leggen op het begeleiden van de student(en) in plaats van op het beoordelen.

- Voorspelbare planning en hierdoor eenvoudige inzet van begeleidende docenten uit de hogeschool.

We kiezen voor een vaste wekelijkse stagedag omwille van voorgaande redenen. Dit zorgt echter ook voor bepaalde moeilijkheden. Zo kan de student vaak niet alle leergebieden observeren omdat bepaalde leergebieden op maandag niet aan bod komen. Ook voor de mentor kan het wenselijk zijn om eens een maandag zonder studenten te hebben. We proberen aan deze moeilijkheden tegemoet te komen door ook viermaal een stagedag op donderdag (tweemaal per semester) te voorzien en doordat studenten ook in andere klassen kunnen gaan observeren /participeren. Door het werken met modules en projectweken zijn er ook weken zonder stage.

B. TEAMTEACHING Binnen de opleiding hanteren we de volgende omschrijving van team teachen: Bij team teachen dragen meerdere onderwijsprofessionals op een gestructureerde manier in een gelijkwaardige relatie een gedeelde verantwoordelijkheid voor het kwaliteitsvol onderwijzen van alle leerlingen. De samenwerking situeert zich zowel in het voorbereiden en uitvoeren van lessen, als in de reflectie op hun gedeelde lesopdracht.

2

Page 12: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

12

Concreet organiseren we dit door twee studenten als gelijkwaardige partners te laten instaan voor het realiseren van een krachtige leeromgeving voor de leerlingen. Door het inzetten van teamteaching in Praktijk 1 wil de opleiding het leerproces van de studenten verrijken en geeft ze aan dat samenwerking inherent verbonden is aan de onderwijstaak van de leraar. Bij team teaching kunnen studenten dus leren van elkaar. Zo kan het hen helpen om de evaluatiecriteria (zie Bijlage 2: Evaluatiecriteria Praktijk 1) te bereiken. Een andere reden om aan team teaching te doen, is dat leerlingen dan beter begeleid kunnen worden. (Meirsschaut en Ruys, 2018)1

We verwachten dat de studenten alle leeractiviteiten al teamteachend geven. Er zijn verschillende vormen van teamteaching waaruit zij, afhankelijk van de leeractiviteit, kunnen kiezen. We opteren er wel voor om telkens een aantal leeractiviteiten vast te leggen voor het observatie- en coachingsmodel (waarbij 1 student voor de klas staat en de andere student de leerlingen of de teamteacher observeert). Op die manier stellen we studenten ook voldoende individueel verantwoordelijk.

Hierbij is het belangrijk dat de student in de observatie- of coachingsrol ook een neerslag maakt. Er moet telkens een duidelijke focus zijn van waaruit de student zal observeren of coaching. Een voorbeeld bij het observatiemodel kan zijn om de betrokkenheid van de leerlingen in kaart te brengen. Een voorbeeld bij het coachingsmodel kan dan zijn dat de student-leerkracht de feedback gekregen dat hij/zij veel verkleinwoorden gebruikt. De student-coach zal dit dan in beeld brengen. De focus van de observatie/coaching moet telkens op voorhand verduidelijkt worden in het leeractiviteitenformulier (in het vakje ‘teamteaching’)! De student-observator of -coach zorgt dat hij/zij op de hoogte is van deze focus en zorgt op voorhand voor een observatiedocument in het praktijkdossier.

In bijlage 3 kan u meer informatie terugvinden over de verschillende teamteachmodellen en hun uitwerking in de verschillende fasen van de les.

Referentie: http://steunpuntsono.be/portfolio/teamteaching-samen-onderweg-een-leidraad-voor-de-praktijk/

1 Meirsschaut, M. & Ruys, I. (2018). Teamteaching: samen onderweg. Een leidraad voor de praktijk [Brochure]. Gent: SONO.

Page 13: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

13

C. LEERACTIVITEITENFORMULIER: AFSPRAKEN Studenten werken samen hun leeractiviteiten uit. Ze mogen hierbij taken verdelen, maar zijn steeds beiden aanspreekbaar en verantwoordelijk voor het eindproduct. Het is voor studenten dus steeds belangrijk om de leeractiviteiten na te kijken en feedback te geven voor optimalisering.

Uit bovenstaande volgt dat in geval van ziekte of andere gewettigde afwezigheid van de medestudent de student steeds in staat moet zijn om de leeractiviteit op zichzelf uit te voeren. Indien nodig (bijvoorbeeld in het geval van specifieke teamteachmodellen) mogen ze in dat geval de klasmentor mee inschakelen voor de uitvoering. In het geval van een leeractiviteit in het observatie- of coachingsmodel van 1 student is het overnemen door de andere student niet van toepassing. Student en klasmentor bekijken de mogelijkheden om de leeractiviteit te verplaatsen of te vervangen. Eventueel neemt dan de klasmentor de rol van observator of coach op.

In bijlage 4 kunt u meer toelichting vinden met betrekking tot de werking en afspraken rond dit formulier.

D. LEERGROEP & BASISKLAS Per stageschool voor praktijk 1 worden 6 studenten gecentraliseerd. Zij vormen samen een leergroep. Deze leergroepen gaan samen aan de slag in de stageschool én op de hogeschool om de transfer en het teamwork zo optimaal mogelijk te krijgen. Deze leergroep wordt op de stageschool verdeeld over de beschikbare klassen van het 2e tot en met het 6e leerjaar, waarbij er telkens 2 studenten in 1 klas (basisklas) worden geplaatst. Na het eerste semester wordt er een wissel doorgevoerd in de basisklassen en indien nodig in de duo’s van studenten. Dit gebeurt steeds in overleg tussen de school en de ankerdocent.

De student observeert en participeert in alle leergebieden (met inbegrip van bewegingsopvoeding en Frans). Indien mogelijk en haalbaar past de mentor van de basisklas het lessenrooster hiervoor aan. De lessen die niet gegeven worden in de basisklas op de vaste stagedagen, observeert de student in een andere klas van de stageschool. Het is daarbij ook de bedoeling dat er een zekere flexibiliteit ontstaat opdat de studenten ook klassen en leerkrachten in de verschillende graden kunnen leren kennen. Op die manier krijgen de studenten meer inzicht in de verschillen in aanpak, vormgeving … tussen de verschillende klassen en leerjaren. Door de flexibiliteit kan er een wisselwerking ontstaan doorheen de verscheidene klassen van de stageschool. De studenten doen dit steeds in overleg met de betrokken mentoren, maar nemen hiertoe wel zelf het initiatief. We raden hierbij aan om telkens te blijven werken met een tweetal van studenten per klas.

E. BEGELEIDING VANUIT DE HOGESCHOOL Een eerste luik in de begeleiding vanuit de hogeschool zijn de leergebieden en challenges. Hierin ontwikkelt de student zijn inhoudelijke, vakdidactische en pedagogische kennis. Een tweede luik omvat de coaching & consult. Bijna elke dinsdag na de stage zullen de studenten op hogeschool aan de slag gaan met deze ervaringen. In de sessies coaching zullen de studenten individueel of in groep reflecteren en kaders aangereikt krijgen over feedback geven of krijgen, communiceren en teamteaching … Tijdens de sessies consult oefenen de studenten bepaalde vaardigheden in en kunnen ze op vooraf vastgelegde momenten terecht bij vakdocenten om vragen te stellen bij het leeractiviteiten.

De ankerdocent houdt een nauw contact met studenten en mentoren in de stagescholen. Hij bezoekt de studenten minimaal drie keer tijdens hun stage, en koppelt hiernaar terug in reflectiegesprekken en in de sessies coaching & consult. De ankerdocent ondersteunt de studenten ook bij het voorbereiden van hun leeractiviteiten.

Page 14: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

14

F. ROL VAN DE MENTOR De mentor gidst de student in de onderwijswereld als participant in zijn/haar klas. De mentor kan de student op verschillende manieren laten participeren. Enkele voorbeelden zijn: Leerlingen van de speelplaats gaan halen, toezicht doen op de speelplaats, groepjes begeleiden tijdens de lessen, bijwerken van een leerling die afwezig is geweest, verbeteren, lessen voorbereiden samen met de mentor, een groep leerlingen begeleiden, delen van een leeractiviteit op zich nemen …

Deze activiteiten worden voorgesteld in een overleg tussen mentor en studenten, waarbij rekening gehouden wordt met de specifieke situatie van de klas en de studenten om de best mogelijke participatiemogelijkheden te zoeken. Ook de student neemt zelf initiatief om actief te participeren.

We vinden feedback belangrijk voor de vorderingen van de studenten en willen hier dan ook uitdrukkelijk op inzetten. Regelmatig plant de student met de mentor een formatief begeleidingsgesprek over het functioneren van de student. De mentor of de student noteert de feedback in het feedbackboekje.

We vragen ook dat de mentor schriftelijke feedback geeft bij het leeractiviteitenformulier (de voorbereidingen van leeractiviteiten door de student), ook wanneer de uitgewerkte leeractiviteiten in orde zijn. Voor deze feedback is een ruimte voorzien op het leeractiviteitenformulier. De studenten sturen de leeractiviteiten bij, rekening houdend met de feedback van de mentor. Kleine aanpassingen mogen in het bestaande leeractiviteitenformulier aangebracht worden. Bij grotere aanpassingen herwerken de studenten de leeractiviteit in een nieuwe versie die ze op voorhand opnieuw aan de mentor tonen.

Na een stageperiode (op het einde van elk semester) krijgt de mentor van de student een syntheseverslag. De mentor bekijkt dit verslag kritisch, en vult dit verslag aan vanuit zijn eigen bevindingen. Daarna stuurt de mentor dit verslag naar de student én de ankerdocent.

G. WERKDOCUMENTEN VAN DE STUDENT Praktijkdossier: Het praktijkdossier is een digitale map waarin de student alle materiaal van zijn praktijk verzamelt. Deze map is volledig gedeeld met de ankerdocent die zorgt voor de opvolging. Het luik met de voorbereidingen kan ook gedeeld worden met de mentor. Het praktijkdossier bestaat uit 4 deelmappen:

- ‘Administratie’ bestaande uit:

o Contactgegevens

o Planningen van (leer)activiteiten op lintstagedagen

o Weekrooster van blokstage

- ‘Opdrachten en reflecties’: In deze map worden alle stage-opdrachten verzameld op 1 plaats, aangevuld met reflecties na bezoeken en opdrachten vanuit coaching & consult.

- ‘Voorbereidingen leeractiviteiten’: Deze deelmap wordt ook gedeeld met de mentor (digitaal of op papier).

- ‘Begeleiding en evaluatie’: In deze map worden alle verslagen van de ankerdocent gebundeld.

Feedbackboekje

- Het feedbackboekje is een communicatie-instrument voor de mentor en de student. De mentor of de student noteert feedback bij het functioneren van de student. Ook de team teacher kan feedback geven op de student. Ook dit kan geformuleerd worden in dit feedbackboekje.

Page 15: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

15

- Dagelijks plannen de mentor en de student een begeleidingsgesprek waarbij vertrokken kan worden van het feedbackboekje. Het is niet nodig dat de mentor tweemaal dezelfde feedback in de feedbackboekjes van beide studenten noteert. Ofwel geeft de mentor de feedback mondeling en noteren beide studenten, ofwel noteert de mentor de feedback in 1 feedbackboekje en neemt de tweede student dit over.

H. STAGEBEGELEIDING EN -BEOORDELING Van de eerstejaarsstudenten verwachten we dat ze op het einde van het jaar voldoen aan de evaluatiecriteria niveau 1 (zie bijlage 1: Evaluatiecriteria Praktijk 1). Ze zijn dan ook het startpunt bij de stagebegeleiding en -beoordeling. Er zijn aparte criteria opgesteld voor stage 1.1. omdat deze stageperiode vooral gericht is op het exploreren en participeren. De studenten begeleiden in deze periode ook nog maar een beperkt aantal leeractiviteiten.

De ankerdocent maakt bij elk bezoek een schriftelijke neerslag op het evaluatieformulier, dat ook aan de studenten wordt bezorgd. De ankerdocent geeft geen cijfer op de bijgewoonde leeractiviteit(en) of het stageverloop tot op dat ogenblik. Hij geeft wel duidelijke, gefundeerde feedback.

Na het eerste semester (Stage 1.1) schrijft de student zelf een syntheseverslag. In dit verslag beschrijft de student zijn/haar stand van zaken ten aanzien van de evaluatiecriteria die behaald moeten worden. De student gebruikt hierbij de verslagen van de bezoeken van de ankerdocent en alle feedback die hij doorheen de stage kreeg van de mentor en zijn medestudenten als input voor het verslag. De mentor vult dit verslag aan vanuit zijn eigen bevindingen. Hij kan bevestigen, ontkennen, nuanceren … wat de student noteerde. Hij kan hierbij ook bevindingen van collega-mentoren delen. Een duidelijke argumentatie kan verhelderend zijn voor student en ankerdocent. De mentor stuurt het verslag dan naar de student én de ankerdocent. De ankerdocent vult het syntheseverslag aan, rekening houdend met alle informatie die hij heeft. Naast de verslagen van de beoordelingsmomenten, kan hij ook informatie halen uit het praktijkdossier van de student. Vervolgens stelt de ankerdocent een kleurcode (groen-oranje-rood) om aan te geven of de student al dan niet aan de verwachtingen van het eerste semester voldoet. In het eerste semester leggen we de focus op het uitvoeren van (beperkte) leeractiviteiten in een eenvoudige onderwijsrealiteit.

In het tweede semester moet de student de focusdoelen tonen in een meer complexe onderwijsrealiteit. Op het einde van stageperiode 1.2 schrijft de student opnieuw een syntheseverslag waarin hij aangeeft of en op welke wijze hij voldoet aan de evaluatiecriteria van zijn opleidingsniveau. Dit verslag wordt aangevuld door de mentor. Deze bevestigt, ontkent of vult aan bij de beschrijving van de student. De mentor bezorgt het verslag aan de ankerdocent één week voor het eindgesprek. Tijdens dit gesprek bevraagt de ankerdocent de student over deze synthese. De ankerdocent legt na dit gesprek alle informatie (verslagen, gesprekken, praktijkdossier …) samen en stelt op basis hiervan een eindcijfer voor aan een commissie van docenten. Deze commissie bepaalt het eindresultaat van de student voor praktijk en vertaalt dit in een cijfer. Het syntheseverslag wordt door de ankerdocent aangevuld.

Page 16: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

16

Page 17: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

17

Invulling van de stage

A. ALGEMEEN Tijdens het eerste semester willen we de studenten vooral laten ‘proeven’ van wat het inhoudt om leerkracht in een lagere school te zijn. Om dit proces richting te geven, werken we met een aantal stageopdrachten vanuit de hogeschool, aangevuld met participatie-opdrachten gekozen door de mentor. In deze paragraaf krijgt u meer uitleg over de algemene invulling van de stages. In de volgende paragraaf wordt er toegespitst op de verscheidene stageopdrachten.

Gedurende het eerste semester zullen de studenten voornamelijk observeren en participeren. Het effectief voorbereiden en geven van leeractiviteiten wordt meer opgeschoven naar het einde van het semester, waardoor er meer aandacht gaat naar het ontwikkelen van een onderwijstaal, kennis over het onderwijslandschap en een actieve, nieuwsgierige, onderzoekende, creatieve … houding. Toch blijft het steeds belangrijk dat de studenten ook actief blijven participeren. Zoals al eerder aangegeven zetten we hierbij in op overleg om tot leerrijke en zinvolle activiteiten te komen, gericht op hun eigen vaardigheden en interesses. We verwachten steeds dat studenten actief, geïnteresseerd, onderzoekend, … aan de slag gaan op de stageschool én dat ze inzichten uit de praktijk meenemen naar de hogeschool.

B. INVULLING STAGE 1.1 Hieronder kunt u de stagekalender voor het eerste semester terugvinden:

Het eerste semester kunnen we opdelen in twee grote delen. Van week 38 tot 42 is er voor de studenten vijf weken lang de ‘Kick-in’. Deze periode is gekoppeld aan 2 stagedagen; namelijk 7 en 14 oktober. Vanuit de kick-in zullen de studenten verscheidene opdrachten meenemen naar de stageschool. Deze opdrachten worden verder toegelicht in paragraaf 4, deel B.

Het overige deel van het semester omvat een lintstage (4/11, 14/11, 18/11, 25/11, 16/12, 9/01, 13/01 en 20/01) waarbij studenten langzaamaan opbouwen naar het zelf geven van leeractiviteiten. Ze krijgen daarvoor stageopdrachten vanuit de leergebieden, aangevuld met

9/09/19

ma di wo do vr37 9 - 15 sept38 16 - 22 sept 139 23 - 29 sept 240 30 sept - 6 okt 3 Contact41 7 - 13 okt 4 Stage Kick-in42 14 - 20okt 5 Stage Kick-in43 21 - 27 okt 644 28 okt - 3 nov45 4 - 10 nov 7 Stage46 11 - 17 nov 8 Stage47 18 - 24 nov 9 Stage48 25 nov - 1 dec 10 Stage49 2 - 8 dec 1150 9 - 15 dec 1251 16 - 22 dec 13 Stage52 23 - 31 dec

1 1 - 5 jan2 6 - 12 jan 14 Stage3 13 - 19 jan 15 Stage4 20 - 26 jan 16 Stage5 27 jan - 2 feb 176 3 - 9 feb

ma di wo do vr7 10 - 16 feb 18 17 - 23 feb 29 24 feb - 1 maa 3

10 2 - 8 maa 4 Stage11 9 - 15 maa 5 Stage12 16 - 22 maa 6 Stage13 23 - 29 maa 714 30 maa - 5 apr 815 6 - 12 apr16 13 - 19 apr17 20 - 26 apr 9 Stage18 27 apr - 3 mei 10 Stage19 4 - 10 mei 1120 11 - 17 mei 12 Stage Stage Stage Stage21 18 - 24 mei 13 Stage (inhaal)

22 25 - 31 mei 1423 1 - 7 juni 1524 8 - 14 juni 1625 15 - 21 juni 1726 22 - 28 juni 1827 29 juni - 5 juli

Krokusverlof

3

Page 18: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

18

opdrachten gekoppeld aan de modules die ze in het semester doorlopen. Deze opdrachten worden verder toegelicht in paragraaf 4, deel C en D.

Op 13 en 20 januari geven de studenten al teamteachend leeractiviteiten equivalent aan 5 lesuren in totaal, waarvan per student 1 in het observatie- of coachingsmodel. In de lerarenopleiding worden de studenten geleidelijk geïntroduceerd in de algemene en de vakdidactiek. In de voorbereiding op de stage is het echter onmogelijk om hen alle didactiek voor de verschillende leergebieden aan te bieden op 1 semester. De opleiding stelt aan de mentoren voor om de studenten dan ook leeractiviteiten te geven die aansluiten bij hun mogelijkheden op dat ogenblik. Hieronder staan de leergebieden weergegeven waarvan de studenten minstens 1 les moeten geven (in de mate van het mogelijke). Deze leergebieden kunnen zeker en vast ook geïntegreerd aan bod komen indien hier mogelijkheden toe zijn. Hieronder geven we naast de leergebieden ook indicaties van deelcompetenties die de studenten reeds didactisch besproken/onder de knie hebben. Gelieve bij afwijkingen van deze deelcompetenties steeds goed te overleggen met de studenten, of de studenten hierin te ondersteunen.

- Muzische vorming: lied aanleren

- Wiskunde: getallenkennis

- Nederlands/taal: begrijpend en technisch lezen

- Wereld: best over ruimte (aardrijkskunde) of over mens & maatschappij

De studenten hebben nog geen didactiek besproken van de leergebieden bewegingsopvoeding, Frans en godsdienst. De studenten mogen daarom deze leeractiviteiten wel observeren en er in participeren, maar niet volledig zelf geven.

Tijdens de volledige stage blijft ook steeds de participatie doorlopen.

C. INVULLING STAGE 1.2 Hieronder kunt u de stagekalender voor het tweede semester terugvinden:

In het tweede semester starten de studenten in een andere stageklas in dezelfde stageschool. Normaal gezien blijven de duo’s hetzelfde, maar wijzigingen zijn mogelijk.

De studenten beginnen met observeren en participeren in hun nieuwe stageklas. Er worden opnieuw opdrachten gegeven vanuit de modules. Voor het tweede semester zullen de stageopdrachten vanuit de leergebieden en challenges later meegedeeld worden om op die manier te voorzien in volledig correcte informatie.

9/09/19

ma di wo do vr37 9 - 15 sept38 16 - 22 sept 139 23 - 29 sept 240 30 sept - 6 okt 3 Contact41 7 - 13 okt 4 Stage Kick-in42 14 - 20okt 5 Stage Kick-in43 21 - 27 okt 644 28 okt - 3 nov45 4 - 10 nov 7 Stage46 11 - 17 nov 8 Stage47 18 - 24 nov 9 Stage48 25 nov - 1 dec 10 Stage49 2 - 8 dec 1150 9 - 15 dec 1251 16 - 22 dec 13 Stage52 23 - 31 dec

1 1 - 5 jan2 6 - 12 jan 14 Stage3 13 - 19 jan 15 Stage4 20 - 26 jan 16 Stage5 27 jan - 2 feb 176 3 - 9 feb

ma di wo do vr7 10 - 16 feb 18 17 - 23 feb 29 24 feb - 1 maa 3

10 2 - 8 maa 4 Stage11 9 - 15 maa 5 Stage12 16 - 22 maa 6 Stage13 23 - 29 maa 714 30 maa - 5 apr 815 6 - 12 apr16 13 - 19 apr17 20 - 26 apr 9 Stage18 27 apr - 3 mei 10 Stage19 4 - 10 mei 1120 11 - 17 mei 12 Stage Stage Stage Stage21 18 - 24 mei 13 Stage (inhaal)

22 25 - 31 mei 1423 1 - 7 juni 1524 8 - 14 juni 1625 15 - 21 juni 1726 22 - 28 juni 1827 29 juni - 5 juli

Krokusverlof

Page 19: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

19

Tijdens de lintstage 1.2 (5/03, 9/03, 16/03, 23/04 en 27/04) geven de studenten al teamteachend leeractiviteiten equivalent aan 6 lesuren in totaal, waarvan per student 1 leeractiviteit in het observatie- of coachingsmodel. In de mate van het mogelijke komen volgende leergebieden aan bod: Nederlands/taal, wiskunde, muzische vorming, mens & maatschappij en wetenschappen & techniek. Deze leergebieden kunnen zeker en vast ook geïntegreerd aan bod komen. Bijkomende verwachting is dat de studenten minstens één les godsdienst geven, waarin aan de slag wordt gegaan met een bijbelverhaal.

Daarnaast voeren de studenten ook een blokstage (11-14 mei) uit waarbij de studenten al teamteachend leeractiviteiten geven equivalent aan 12 lesuren in totaal, waarvan per student 2 leeractiviteiten in het observatie- of coachingsmodel. In deze leeractiviteiten komen in de mate van het mogelijke de verschillende leergebieden (Nederlands/taal, wiskunde, muzische vorming, mens & maatschappij, wetenschappen & techniek en godsdienst), eventueel geïntegreerd, aan bod. Indien de studenten een leeractiviteit muzische vorming geven, gebeurt dit optimaal in een domein (beeld, muziek, drama of expressie) waarvan ze eerder nog geen leeractiviteit hebben gegeven.

De studenten hebben nog geen didactiek besproken van de leergebieden bewegingsopvoeding en Frans. De studenten mogen daarom deze leeractiviteiten wel observeren en er in participeren, maar niet volledig zelf geven.

Page 20: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

20

Page 21: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

21

Stageopdrachten

A. ALGEMEEN Een overzicht met belangrijke deadlines met betrekking tot deze stageopdrachten is te vinden in Bijlage 1 (Overzicht en belangrijke deadlines Stage 1.1).

In deze paragraaf worden de stageopdrachten geordend per periode van het jaar. De leergebieden worden apart behandeld aangezien deze opdrachten verschillende modules overbruggen. De stageopdrachten zijn dus aanvullend op de leeractiviteiten als weergegeven in paragraaf 3. De opdrachten zijn uitgeschreven voor de studenten, maar zijn uiteraard ook belangrijk als achtergrondinformatie voor de mentoren. Belangrijk is wel om te duiden dat studenten telkens een volledige dag in de stageschool aanwezig zijn. Deze volledige stagedag omvat het werken aan de stageopdrachten, de participatie en het geven van leeractiviteiten.

Wekelijks bespreken de mentor en studenten de invulling van de volgende stagedag (in de mate van het mogelijke). De studenten bespreken ook hoe ze zich het best voorbereiden op de volgende lintstagedag.

Belangrijk voor studenten: Voor de uitvoering en neerslag van de stageopdrachten werk je samen met je teamteacher. Bijhorende reflecties schrijf je individueel! Bij de opdrachten die je samen maakt met je teamteacher post je wel beiden het document/verslag/collage/… in je praktijkdossier onder ‘Opdrachten en reflecties’. Je ordent de opdrachten op dezelfde manier als in deze paragraaf. Je maakt dus de mappen: Kick-in, leergebieden, lintstage 1.1, lintstage 1.2 en blokstage 1.2. Ook daarbinnen zorg je voor een eenduidige structuur.

PRAKTIJKDOSSIER (info voor studenten) De uiterste deadline voor de neerslag van de stageopdrachten is 7 februari 2020.

B. KICK-IN: ONDERWIJS MET LEFV (7 EN 14 OKTOBER) De kick-in is een periode van 5 weken waarin studenten enerzijds aan hun basiskennis (wiskunde, Nederlands en Frans) zullen werken en anderzijds meer inzicht krijgen in de context van het onderwijs en de beginsituatie van een lagere schoolkind. De studenten krijgen in het kader van dit laatste de opdracht: “Ontwerp in groep een onderbouwde visie op onderwijs, met oog op de toekomst. Integreer hierbij je opgedane kennis, onderzoeken en inzichten.” In het kader van deze opdracht gaan studenten zelf onderzoekend en ondernemend aan de slag om hun visie zo breed en zo diep mogelijk vorm te geven. Daarbij kunnen ze inspiratie opdoen in de hogeschool, in de bibliotheek, op het internet, in hun thuisomgeving en zeker en vast: in de praktijk! Specifiek voor deze opdracht zullen studenten 2 dagen in de stageschool meedraaien, namelijk op 7 en 14 oktober 2019, om zich helemaal te laten onderdompelen in de praktijk. De studenten zullen zichzelf op de eerste praktijkdag (7 oktober 2019) voorstellen aan de mentor via een visueel profiel waarbij de mentor de studenten al wat beter leert kennen. Ze stellen zich aan het begin van de dag ook even voor aan de klas (een 5-tal minuten per student). Daarnaast voorzien ze ook een korte brief voor de ouders/verzorgers van de kinderen. Verder willen we de studenten het school-en klasgebeuren leren kennen door een dagje mee te lopen, mee te volgen, mee te spelen, … met een leerling uit de stageklas. De studenten zullen op hun eerste stagedag daarom elk een buddy onder de leerlingen van hun stageklas zoeken (onder toeziend oog van de

4

Page 22: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

22

mentor). De studenten zullen deze leerlingen volgen doorheen de stagedag, krijgen van deze leerling een rondleiding tijdens de speeltijd, … Op de tweede praktijkdag (14 oktober 2019) wordt er van de studenten verwacht dat ze al teamteachend een kennismakingsactiviteit van ongeveer 25 minuten uitvoeren in de klas, waarmee ze hun talenten en interesses willen tonen aan de groep. Gelieve al tijdens de eerste praktijkdag op 7 oktober 2019 aan te geven wanneer ze dit zouden kunnen doen. De student zorgt ervoor dat de voorbereidingen van de activiteiten vooraf opgenomen worden in zijn praktijkdossier.

C. LEERGEBIEDEN (21 OKTOBER TOT 31 JANUARI) In de eerste opleidingsfase tot leraar lager onderwijs zetten we in op het ‘proeven’, het ontdekken, het onderzoeken, het leren kennen … van de praktijk en studenten hun eigen talenten daarbinnen. Belangrijk is hierbij dat de studenten kennismaken met de volledige school en alle leergebieden. Het gaat hier om afstemming tussen wat studenten op een moment in de opleiding ervaren, bestuderen, leren en de stageopdrachten. Zo streven we een sterke transfer van opleiding naar praktijk na. Ook voor leergebieden die in het eerste opleidingsjaar niet of weinig aan bod komen, vinden we het belangrijk dat de studenten hier al reeds kennis mee maken en stappen in zetten. Indien leergebieden geïntegreerd aan bod komen, mogen opdrachten gecombineerd worden (in de mate van het mogelijke).

Leergebied Omschrijving opdracht(en)

Nederlands Opdracht 1: Normschrift - Ga na welk normschrift gebruikt wordt in je stageschool.

- Hoe komt normschrift in je stageklas aan bod? Wat doet de leerkracht expliciet om aan het handschrift van leerlingen te werken (les normschrift, actieve begeleiding of controle achteraf?) Op welke manier besteedt de leerkracht aandacht aan normschrift in andere leerdomeinen?

- Kijk in een tweede leerjaar hoe de leerkracht nieuwe letters (hoofdletters) aanbrengt. Welke bewoordingen gebruikt hij/zij? Waarop vestigt de leerkracht de aandacht tijdens een les normschrift (lettervorming of ook houding/pengreep/ bladligging)?

- Vraag de letters van het normschrift dat jij zal moeten hanteren en oefen.

Je zal in het tweede semester moeten tonen dat je het normschrift van je stageschool beheerst. Voor semester 1 maak je enkel een neerslag van de antwoorden op bovenstaande opsomming.

Opdracht 2: Formuleer een voorstel hoe je de klas- of schoolbib en/of de leesbeleving kan verrijken en fundeer dit. Inspiratie voor deze fundering kan je opdoen door middel van volgende onderzoeksactiviteiten of vragen:

- Bekijk de klasbib (ev. de schoolbib) en noteer welke soorten boeken aanwezig zijn (prentenboeken, informatieve boeken, leesboeken, strips…). Bekijk zelf de boeken. Welke (her)ken je en welke niet? Noteer minstens drie boeken die je nog niet kende en die jou heel erg aanspreken. Geef ook aan waarom.

- Zet de klasleerkracht de bib doelbewust in? Zo ja, op welke manier maakt de klasleerkracht gebruik van de klas- of schoolbib? Zo nee, waarom niet?

- Zijn er vaste momenten waarop de leerlingen lezen (uit een boek uit de klasbib)? Hoe ervaren leerlingen deze momenten? Bevraag leerlingen hoe deze momenten (nog) aangenamer zouden kunnen worden.

Page 23: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

23

- Spreek met minstens 5 leerlingen over de bib. Welke soort boeken lezen ze graag? Welke niet? Welke soort boeken zouden ze graag ook in de klasbib zien? Welke thema’s spreken hen aan? Welke auteurs spreken hen aan?

Opdracht 3: Ga na in welke andere leerdomeinen én op welke manier de leerkracht ook aan taal werkt/aandacht heeft voor taal. Je gaat dus na hoe de leerkracht Nederlands integreert in andere leerdomeinen. Denk aan alle domeinen van Nederlands (zins- en woordleer, spelling, spreken, begrijpend lezen, luisteren, schrijven, spelling, woordenschat…). Maak een inventaris van ‘taalingrepen’ in andere leerdomeinen.

Wiskunde Opdracht: (best vanaf januari): Voer tijdens een les wiskunde een actieve, creatieve, zinvolle verwerking van de leerstof uit. Dit kan een verwerking zijn die de mentor je geeft of een zelf uitgewerkte verwerking van de leerstof. In je neerslag kader je kort de verwerking die je gegeven hebt en hoe je dit ervaren hebt.

Wereld (mens & maatschappij en wetenschappen & techniek)

Opdracht 1: Geef weer welke soorten didactisch materiaal (vast) aanwezig zijn in de klas voor de leergebieden mens & maatschappij en wetenschappen & techniek. Inventariseer dit in je eigen stageklas en vergelijk (gelijkenissen of verschillen) met 2 andere leerjaren van de stageschool. Je vat dit samen op maximum 2 pagina’s.

Opdracht 2: Ga na of er op school dieren, een moestuin, recyclage-acties, een weerstation … zijn. Inventariseer dit door middel van foto’s. Indien een bepaald onderdeel/handeling/… niet vatbaar is op foto, geef je een korte woordelijke uitleg.

Muzische vorming Opdracht 1: Observeer een speeltijd. Noteer hierbij zoveel mogelijk uitdrukkingsvormen of handelingen die kinderen vertonen (bijvoorbeeld: huppelen, krassen met stenen, roepen, fluisteren, dansen, sluipen, stil zitten, …).

Opdracht 2: Ga een gesprek aan met je mentor. Richtvragen zijn hierbij: - Wat als je mag ‘stoefen’ over één leeractiviteit van muzische vorming

die je ooit gegeven hebt, welke zou dat dan zijn en waarom?

- Wat als je altijd mag kiezen rond welke bouwstenen je werkt (per domein), welke zou je dan kiezen?

- Wat als ik een activiteit voor de allereerste keer probeer … en het loopt niet zoals gewenst …?

- Wat als wij samen (mentor en student) muzische vorming zouden geven, wie zou wat dan willen opnemen?

- Wat als je een muzische competentie cadeau zou krijgen, welke zou dat dan zijn en waarom?

- Wat als het beoogde doel niet bereikt is? Hoe staan we daar beiden tegenover?

- ...

Godsdienst Opdracht: zoek uit op welke manier je stageschool zichzelf op het vlak van levensbeschouwing profileert en in hoeverre de school haar levensbeschouwelijk profiel concreet maakt.

Bekijk hiervoor het onderwijsnet van je stageschool en de gevolgen ervan op het vlak van visie en de organisatie van levensbeschouwelijke vakken. Screen daarnaast de website met daarop de schoolvisie, en zoek uit of ze al dan niet een godsdienstklas inrichten. Houd rekening met de aanwezigheid van religieuze symbolen in de school, het vieren van kerkelijke feesten ... Maak een digitale collage waarin je zoveel mogelijk je antwoorden visualiseert in tekeningen/staakwoorden/ afbeeldingen.

Page 24: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

24

Frans Opdracht 1: Volg een les Frans in het 5e of 6e leerjaar en probeer volgende opdrachten uit te voeren:

- Geeft de leerkracht instructies of aanmoedigingen in het Frans? Noteer de instructies.

- Geef een voorbeeld van een luisteropdracht die de kinderen moeten uitvoeren.

- Geef een voorbeeld van een leesopdracht die de kinderen moeten uitvoeren.

- Geef een voorbeeld van een spreekopdracht die de kinderen moeten uitvoeren.

Opdracht 2: Observeer het klaslokaal van het 5e of 6e leerjaar en benoem: - Zijn er leerposters of woordkaarten Frans aanwezig? Waarover gaan deze?

- Is er ander didactisch materiaal voor Frans zichtbaar in de klas (boeken, strips, geluidsmateriaal, ...).

Bewegingsopvoeding Let op! Kies onderstaande opdrachten afhankelijk van het aantal lessen dat je kan observeren. Indien je 1 of 2 lessen kan volgen, kies je best opdracht 1. Indien je meer lessen kan volgen, kan het een echte uitdaging zijn om opdracht 2 (ook) te doen.

Opdracht 1: Neem je sportkleren mee en volg de hele sportles alsof je een leerling bent.

Na de les schrijf je een korte reflectie (max. 1 pagina). Hieronder vind je vragen die je richting kunnen geven. Bekijk deze vragen niet als een afvinklijst, maar kies die zaken uit wat je echt is bijgebleven, wat je wil onthouden, wat je opviel, wat je niet had verwacht, …

- Beleving: Hoe vond je de les? Was je gemotiveerd? Was je moe aan het einde van de les? …

- Organisatie en klasmanagement: Wat viel je op m.b.t. de organisatie? Welke rol had de leraar/leerling in de organisatie? Hoe was het lestempo? Waren de lesovergangen duidelijk? Hebben de leerlingen of het materiaal een vaste plaats? Welke afspraken werden er gemaakt? Hoe treedt de leerkracht op bij storend gedrag …

- Opvoeder: Hoe gaat de leerkracht met de leerlingen om? Is dit anders dan een klasleerkracht? …

- Instructie en demonstratie: Wanneer doet de leerkracht of een leerling een demo en wanneer niet? Wat merk je op aan deze demo? …

Opdracht 2: Geef samen met je teamteacher een eenvoudig loop- en tikspel als opwarming of afsluiting van de les. Maak een korte voorbereiding voor dit tikspel (max. 0,5 pagina).

Na de activiteit schrijf je een korte reflectie (max. 0,5 pagina) aan de hand van volgende vragen:

- Hoe voelde je jezelf tijdens het aanbrengen (instructie) van het spel?

- Wat denk je dat erg belangrijk is bij het geven van instructie? Hoe kon je instructie misschien beter?

- Hebben alle kinderen veel en veelzijdig bewogen?

- Zorgde het spel voor betrokkenheid bij de leerlingen? Hoe zag je dat?

Page 25: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

25

D. CHALLENGES (21 OKTOBER TOT 31 JANUARI) Challenge 1: Digizine – Module: Doelgericht werken

In challenge 1 ontwerpen de studenten een kwaliteitsvol digizine, waarmee zij fundamenteel leren bij leerlingen nastreven. Tijdens hun stage kunnen ze (eventueel) aan de slag met het digizine in hun basisklas.

De focus tijdens deze module van 6 weken ligt op doelgericht werken. De studenten werken aan bepaalde vaardigheden. De volgende stageopdrachten zijn een vertaling van die vaardigheden in de praktijk. De data die bij de opdrachten staan zijn richtdata van de stagedagen waarop je in staat bent deze opdrachten uit te voeren in overeenstemming met de module.

04/11/2019 tot 16/12/2019

Observeer gericht een leeractiviteit die je mentor begeleidt:

Kies voor een specifiek leergebied. Wat zijn de doelen van deze leeractiviteit? Kan je deze situeren in het leerplan? Hoe werkt de mentor gericht aan deze doelen? Hoe worden de leerlingen zich bewust van deze doelen? Hoe en waar evalueert de mentor de doelen van de les? Bespreek nadien met je mentor jouw doelen en vergelijk met de doelen van de mentor. Overloop met de mentor hoe de leerlingen zich bewust worden van deze doelen en hoe en waar de mentor de doelen van de les evalueert.

Praktijkdossier: Je post een verslag van deze opdracht (maximum 1 pagina) in je praktijkdossier.

18/11/2019 (of 25/11/2019)

Voer ten minste 1 onderwijsleergesprek uit met de klas of met een groep leerlingen, waarbij je toont dat je doelgerichte vragen kan stellen. Jullie krijgen van de mentor op voorhand aangegeven in/na welke leeractiviteit je dit onderwijsleergesprek mag uitvoeren (individueel of samen). Probeer op voorhand je vragen op te stellen en het gesprek voor te bereiden. Concreet kan dit onderwijsleergesprek bijvoorbeeld plaatsvinden als afsluiting van een les, bij de verwerking van een verhaal, …

Praktijkdossier: Je post de voorbereiding van deze vragen ten laatste de dag voor de uitvoering van dit gesprek in je praktijkdossier.

Challenge 2: ‘Creating stories – actief leren’

In challenge 2 zullen de studenten in groep een uitdagende leeromgeving in Turnhout creëren. Ze vertrekken hierbij vanuit een verhaal als rode draad om te komen tot autonoom gemotiveerd en actief leren. Voor deze challenge worden er geen praktijkopdrachten geïntegreerd in dit stagevademecum omdat de studenten deze challenge zullen uitvoeren in een reeds bepaalde school buiten de stagedagen. Wel kan de mentor de studenten inschakelen om bijvoorbeeld expressief een verhaal voor te lezen.

De focus tijdens deze module van 6 weken ligt op actief leren. De studenten werken aan bepaalde vaardigheden.

16/12/2019 tot 20/01/2020

Maak doorheen de stagedagen een lijst aan met (inspirerende) voorbeelden van de 10 didactische handvatten. Deze voorbeelden kunnen betrekking hebben op de lessen van de mentor van de stageschool of op de door jullie gegeven leeractiviteiten. Per didactisch handvat som je praktijkvoorbeelden op die je tijdens je school geobserveerd of gegeven hebt. Je geeft heel duidelijk aan in welke les je een voorbeeld hebt gezien en hoe dit didactisch handvat er tot uiting kwam.

Indien je van een bepaald didactisch handvat geen voorbeeld ziet of zelf kan integreren in de leeractiviteiten, ga je zelf op zoek naar minstens 3 vernieuwende/creatieve/… voorbeelden (bv. Pinterest, leercentrum …).

Page 26: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

26

Page 27: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

27

Afspraken en verwachtingen

A. VERWACHTINGEN T.A.V. DE STUDENT(EN) - De studenten zijn tijdig in de stageschool aanwezig (d.w.z. minstens 15’ voor het eerste

belsignaal tot minstens 15’ na het laatste belsignaal of in overleg met de mentor).

- De studenten melden zich bij het begin en het einde van de stage bij de directie.

- De studenten bezorgen bij aanvang van de stage de nodige informatie en documenten aan de mentor.

- De studenten informeren naar de afspraken en regels die gelden binnen de stageschool en houden zich aan deze afspraken en regels.

- De studenten houden een digitaal praktijkdossier bij.

- De studenten respecteren de vooropgestelde deadlines (indienen lesvoorbereidingen, posten documenten in praktijkdossier, syntheseverslagen doorsturen, …).

- De studenten maken in overleg met de mentor een planning voor de invulling van de stages.

- De studenten brengen de ankerdocent tijdig op de hoogte van het stageverloop. De studenten posten steeds een planning van de stagedag (in de mate van het mogelijke) in hun praktijkdossier. Tijdens de blokstage wordt ten laatste een week voor de aanvang van de stageweek een planning gepost in het praktijkdossier.

- De student maakt van elk begeleidingsmoment met de ankerdocent een samenvattende neerslag in het feedbackboekje.

- Bij ziekte neemt de student zo snel mogelijk contact op met de team teacher, de mentor, de ankerdocent en de praktijkcoördinator. Mentor en ankerdocent worden uiterlijk ’s morgens vóór aanvang van de lessen (telefonisch) verwittigd.

B. VERWACHTINGEN T.A.V. DE MENTOR - De mentor engageert zich om de studenten optimaal te laten participeren in de klas.

- De mentor formuleert de leeractiviteiten voor de studenten zo duidelijk mogelijk.

- De mentor respecteert de deadlines i.v.m. het opgeven van de lesonderwerpen (zie bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines) zodat de studenten voldoende tijd hebben om de leeractiviteiten voor te bereiden.

- De mentor leest telkens het leeractiviteitenformulier van de studenten na en geeft feedback bij deze voorbereidingen.

- De mentor noteert regelmatig feedback in de feedbackboekjes en houdt aan het einde van een stagedag een (informeel of formeel) begeleidingsgesprek met de student(en).

- De mentor signaleert eventuele problemen tijdig bij de ankerdocent of de praktijkcoördinator.

- De mentor vult op het einde van een stageperiode het syntheseverslag van de student(en) aan en respecteert hierbij de vooropgestelde deadlines.

5

Page 28: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

28

C. AFSPRAKEN INZAKE HET VOORBEREIDEN VAN LEERACTIVITEITEN

- Elke leeractiviteit wordt grondig schriftelijk voorbereid. Studenten gebruiken hiervoor het leeractiviteitenformulier van de lerarenopleiding en hanteren de richtlijnen die ze meekrijgen. Elk leeractiviteitenformulier bevat een voorblad, middenblad en bordplan. Bijlagen (werkbladen, …) worden indien nodig toegevoegd. Studenten vullen zelf de oefeningen en werkblaadjes in.

- De studenten bundelen de leeractiviteitenformulieren digitaal in het praktijkdossier. De ankerdocent en de mentor kunnen dit dossier op elk moment raadplegen. De studenten spreken af met de mentor of ze de leeractiviteiten digitaal of op papier bezorgen.

- De leeractiviteitenformulieren van elke stageactiviteit zijn ter beschikking voor de mentor in de klas.

- De leeractiviteiten die de studenten maken worden ten laatste 4 werkdagen op voorhand ’s morgens (8u30) afgegeven aan de mentor. De studenten schrijven elke leeractiviteit grondig uit volgens de afspraken vanuit de opleiding en op het daartoe bestemde leeractiviteitenformulier. Wanneer de studenten de regels met betrekking tot de leeractiviteiten niet respecteren, mogen ze die bepaalde leeractiviteit niet geven.

- Wanneer studenten een leeractiviteit moeten herwerken, respecteren ze de deadline voor de herwerkte versie die de mentor of de ankerdocent hen meedeelt. De studenten maken visueel duidelijk (bv. in kleur) op welke manier het leeractiviteitenformulier werd aangepast.

- Vanaf het moment dat de studenten een leeractiviteit geven met behulp van het leeractiviteitenformulier, noteren ze bij elke leeractiviteit een korte evaluatie op het leeractiviteitenformulier. Ze noteren hoe de resultaten van de leerlingen waren, of de focusdoelen bereikt zijn en waar ze rekening mee moet houden bij een volgende les.

- De opleiding zal enkel studenten die voldoende voorbereid zijn, toestaan om de leeractiviteiten uit te voeren. Wanneer een ankerdocent meent dat een student onvoldoende voorbereid is om praktijkopdrachten in het werkveld uit te voeren, mag de student de geplande opdrachten niet uitvoeren. Wanneer de mentor en/of directie vindt dat de student(en) onvoldoende voorbereid is (zijn) om een leeractiviteit te geven, kan hij de student(en) weigeren die leeractiviteiten te geven. De lerarenopleiding wordt over dergelijke beslissingen steeds op de hoogte gebracht.

- Indien de student meerdere malen niet in orde is met het naleven van de afspraken of het onvoldoende voorbereid zijn, kan beslist worden de stage van de student stop te zetten. Dit leidt automatisch tot een onvoldoende voor praktijk.

D. AFSPRAKEN INZAKE DE ANKERDOCENT De ankerdocent is de stagebegeleider van elke student op de school. Hij coacht het leerproces van de studenten. De ankerdocent kijkt gespreid over het jaar 3 keer een voorbereiding van een leeractiviteit na van de studenten. Hij komt meermaals langs tijdens de stage om te begeleiden en om samen te reflecteren. Hiervoor kunnen de studenten samen met de ankerdocent het klaslokaal mogelijk verlaten. De ankerdocent volgt het praktijkdossier van de studenten op.

De ankerdocent komt gespreid over het hele schooljaar minimaal 3 keer op stagebezoek (1x tijdens de stage 1.1, 1x tijdens de lintstage 1.2 en 1x tijdens de blokstage 1.2). Daarnaast onderhoudt hij/zij een nauw contact met de mentoren en studenten op de stageschool.

Page 29: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

29

E. AFSPRAKEN INZAKE DE PLANNING VAN DE STAGES

De planningen voor de stages van de eerste opleidingsfase zijn dit jaar zo gelegd dat telkens 6 à 12 studenten geconcentreerd zitten in één pilootschool. De ankerdocenten van deze studenten worden op de stagedagen in de mate van het mogelijke lesvrij gemaakt. Op die manier hopen we dat de ankerdocenten regelmatig in de stagescholen aanwezig zijn om studenten te begeleiden en in gesprek te gaan met mentoren.

Afwijkingen van de stageplanningen worden daarom enkel toegestaan mits grondige reden en na overleg met de ankerdocent en de praktijkcoördinator. Deze afwijkingen zijn enkel van toepassing met betrekking tot het veranderen van de stagedag. Het gaat hier niet om de flexibiliteit tussen de verscheidene stageklassen, dit wordt namelijk zeer gewaardeerd en zelfs aangemoedigd.

We vinden het belangrijk dat studenten voldoende leer- en oefenkansen krijgen in de praktijk. We verwachten daarom dat studenten tijdens de voorziene periodes de opdrachten (observatie-en participatieopdrachten, leeractiviteiten) die opgelegd werden vanuit de opleiding kunnen uitvoeren. Uiteraard kunnen er altijd onregelmatigheden zijn. We maken daarbij volgende afspraken:

- Lokale verlofdagen worden sowieso ingehaald.

- De student moet op niveau 1 maximaal participeren én alle opgelegde opdrachten uitvoeren. De student onderneemt zelf initiatief om deze opdrachten in te plannen.

- Afwezigheid wegens ziekte dient gestaafd te worden door een doktersattest of andere wettiging van afwezigheid. In overleg met mentor, ankerdocent en praktijkcoördinator worden inhaaldagen gepland.

Page 30: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

30

Page 31: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

33

Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1

Noot: De deadlines voor de ankerdocenten bevatten enkel de belangrijke momenten met betrekking tot stage. Dit omvat niet de afspraken in verband met coaching & consult!

Datum Mentor Student(en) Ankerdocent

30/09/2019 Studenten bezorgen de stagecontracten en stage-informatie.

Persoonlijk voorstellen aan de school in de loop van september of oktober.

07/10/2019 10 minuten tijd (5 minuten per student) voorzien aan het begin van de lesdag zodat de studenten zich kunnen voorstellen aan de klas.

Aangeven op welk moment (14 oktober) de studenten de kennismakingsactiviteit mogen uitvoeren.

Profiel afgeven (zie opdracht), jezelf voorstellen en buddy kiezen. Brief voor de ouders/ verzorgers afgeven.

Praktijkdossier: Deadline administratieve gegevens van de school en klas. Foto profiel.

14/10/2019 25 à 30 minuten voorzien voor kennismakingsactiviteit van studenten.

Kennismakingsactiviteit voorbereiden en uitvoeren. De studenten tonen de voorbereiding op voorhand.

Praktijkdossier: Deadline voorbereiding kennismakingsactiviteit.

14/11/2019 Aangeven binnen welke leeractiviteit de studenten een onderwijsleergesprek kunnen uitvoeren (22 november) met de leerlingen.

18/11/2019 Aangeven voor welke leeractiviteit de studenten een werkblad kunnen integreren.

1 onderwijsleergesprek uitvoeren in de stageklas. (of 25/11/2019)

Praktijkdossier: Deadline voorbereiding onderwijsleergesprek.

Page 32: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

34

16/12/2019 Doorgeven van onderwerpen voor de lintstage op 13 en 20 januari (afspraken zie paragraaf 3, deel B).

7/01/2020 Na het ontvangen van de voorbereidingen van de leeractiviteiten voor 13/01 de studenten feedback geven.

Praktijkdossier: Leeractiviteiten 13 januari worden opgeladen in de map ‘Voorbereidingen leeractiviteiten’.

Nakijken en feedback geven op 1 leeractiviteitenformulier uit lintstage 1.1. Op het consult van 6 januari wordt feedback gegeven op het leeractiviteitenformulier.

13/01/2020 of 20/01/2020

De studenten 1 keer bezoeken tijdens de lintstage 1.1.

14/01/2020 Na het ontvangen van de voorbereidingen van de leeractiviteiten voor 20/01 de studenten feedback geven.

Praktijkdossier: Leeractiviteiten 20 januari worden opgeladen in de map ‘Voorbereidingen leeractiviteiten’.

31/01/2020 Het tussentijds syntheseverslag wordt doorgestuurd naar de mentor.

07/02/2020 Praktijkdossier: Deadline ALLE stageopdrachten van stage 1.1!

10/02/2020 De mentor stuurt het tussentijds syntheseverslag door naar de ankerdocent.

24/02/2020 De studenten ontvangen hun kleurcode en verslag.

Page 33: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

35

Bijlage 2: Evaluatiecriteria Praktijk 1

A. EVALUATIECRITERIA NIVEAU 1.1 Communicatievaardige leraar

a. Je hanteert een correct schriftelijk taalgebruik. b. Je spreekt verzorgd en duidelijk in het Standaardnederlands. c. Je communiceert expressief en boeiend (intonatie, volume, tempo, lichaamstaal). d. Je communiceert met een gepast taalregister met anderen.

Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen Voorbereiding leeractiviteiten:

a. Je bereidt je leeractiviteiten grondig voor, met oog voor de verschillende aspecten (doelen, beginsituatie, inhoudsanalyse, verloop, didactisch materiaal, visualisatie inhouden/bordplan en evaluatie.)

Uitvoering leeractiviteiten: a. Je doet je best om de voorbereiding goed in de praktijk om te zetten (inhoud, werkwijze

…). Opvoeder

a. Je toont interesse in de leefwereld van de leerlingen. b. Je gaat spontaan in interactie met de kinderen. c. Je durft je profileren als leraar.

Attitudes

a. Je toont interesse voor het onderwijswerkveld. b. Je legt de nodige motivatie aan de dag om de opdrachten uit te voeren. c. De opdrachten worden grondig uitgevoerd. d. Je houdt je aan regels en afspraken. e. Je staat open voor feedback en gaat er actief mee aan de slag. f. Je gaat discreet om met vertrouwelijke informatie. g. Je ‘ziet werk’ en je participeert actief. h. Je kan samenwerken met je mentor (en met je medestudent).

Page 34: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

36

B. EVALUATIECRITERIA NIVEAU 1.2 Eindbeeld: Je kan activiteiten doelgericht ontwerpen en begeleiden. Je profileert je als leerkracht en treeft spontaan in interactie met kinderen. Je beheerst zelf de leerstof. Je toont je betrokken en leeft afspraken na. Communicatievaardige leraar

a. Je hanteert een correct schriftelijk taalgebruik. b. Je spreekt verzorgd en duidelijk in het Standaardnederlands. c. Je zet je mimiek, stem en lichaam bewust expressief in. d. Je communiceert met een gepast taalregister met anderen. e. Je geeft op respectvolle wijze feedback aan anderen. f. Je stuurt gesproken en geschreven taal van leerlingen bij waar nodig. g. Je doet aan taal- en woordenschatverrijking door taalsteun te bieden bij de

kernbegrippen. h. Je hanteert correcte vaktaal en stimuleert leerlingen om zelf vaktaal te gebruiken.

Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen Voorbereiden van leeractiviteiten:

a. Je vertrekt vanuit doelen om leeromgevingen te ontwerpen. b. Je vertrekt vanuit de beginsituatie om leeromgevingen te ontwerpen. c. Je zorgt ervoor dat het leeractiviteitenformulier volledig en gestructureerd is opgesteld. d. Je kiest geschikte bronnen. e. Je zorgt voor variatie in werkvormen. f. Je bouwt leeractiviteiten zo op dat leerlingen actief aan de slag gaan. g. Je kan leeromgevingen ontwerpen die interactie en samenwerking stimuleren. h. Je integreert gepast didactisch materiaal in je leeractiviteiten.

Uitvoering van leeractiviteiten:

a. Je realiseert betrokkenheid. b. Je kan vlot omgaan met de beschikbare digitale media in de klas. c. Je stelt gevarieerde, uitdagende en doelgerichte vragen. d. Je formuleert instructies duidelijk en doelgericht. e. Je differentieert rekening houdend met tempoverschillen. f. Je speelt in op de leefwereld van de leerlingen. g. Je zorgt voor een ondersteunende visualisatie van de leerinhoud. h. Je maakt de leerinhouden concreet-aanschouwelijk. i. Je gaat na of leerlingen de vooropgestelde doelen van de leeractiviteiten bereiken.

Opvoeder

a. Je profileert je als leerkracht in de klas. b. Je stelt op een constructieve manier grenzen en je volgt het respecteren van deze

grenzen op. c. Je toont interesse in de leefwereld van de leerlingen. d. Je gaat spontaan in interactie met de kinderen. e. Je omgang met de kinderen is positief en vertrekt vanuit een growth mindset. f. Je hebt aandacht voor het welbevinden van de leerlingen in het klas- en schoolgebeuren.

Inhoudelijk expert

a. Je kan een correcte en volledige inhoudsanalyse maken. b. Je bent expert met betrekking tot de inhouden die in je leeractiviteiten aan bod komen. c. Je brengt leerinhouden stapsgewijs aan op niveau van de kinderen. d. Je hebt aandacht voor de verwoording van denkwegen door de leerlingen en je speelt

erop in. e. Je zet de essentie van de les vast.

Organisator

a. Je organiseert activiteiten overdacht. b. Je hebt een overzicht over het klasgebeuren.

Page 35: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

37

c. Je bereikt binnen de vooropgestelde timing de doelen. d. Je neemt de bestaande klasroutines over. e. Je zorgt ervoor dat je administratief en logistiek in orde bent.

Innovator en onderzoeker

a. Je staat open voor feedback en gaat er actief mee aan de slag. b. Doorheen de begeleiding krijg je zicht op je eigen sterktes en werkpunten. Je

onderneemt op basis hiervan actie om je eigen professionaliteit te vergroten. Cultuurparticipant

a. Je probeert linken te leggen tussen de schoolomgeving en maatschappelijke context en je klaspraktijk.

Attitudes

a. Je ‘ziet werk’: je neemt in overleg initiatief om het klasgebeuren vlot te laten verlopen. b. Je stelt je authentiek en open op. c. Je gaat respectvol met anderen om. d. Je hebt oog voor je eigen gezondheid en draagkracht tijdens de voorbereiding en

uitvoering van de stage. e. Je gaat discreet om met vertrouwelijke informatie. f. Je toont interesse voor het onderwijswerkveld. g. Je kan professioneel samenwerken met je mentor en andere leden van het team (en met

je medestudent).

Page 36: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

38

Bijlage 3: Info teamteachmodellen

Voor een eenduidige communicatie met alle betrokkenen geven we hier de informatie weer zoals gedeeld met de studenten. We baseren ons daarbij op volgende bron: Meirsschaut, M. & Ruys, I. (2018). Teamteaching: samen onderweg. Een leidraad voor de praktijk [Brochure]. Gent: SONO.

» 28

| Een variatie aan teamteachingsmodellen

HET OBSERVATIEMODEL

Voorbeeld: “Wil jij tijdens je observatie extra letten op de concentratie van deze leerling? Zijn er elementen die zijn con-centratie verstoren? Wanneer is hij wel geconcentreerd aan het werk?”

Ik geef les aan de hele klasgroep

Ik observeer de leerlingen

»

| Teamteaching: samen onderweg

Waarom dit model?

* Het is geschikt om een klasgroep of leerling te leren kennen.

* Het kan inzicht geven in de onderwijsbehoeften van een klasgroep of een leerling.

* Het geeft een klasleerkracht de kans om te observeren; iets wat moeilijker is wanneer je alleen voor de klas staat.

Let op:

* Het wisselen van rollen tussen teamteachers is bij het observatiemodel extra belangrijk. Zeker bij co-teaching gebeurt het dat het steeds de co-teacher is die gaat obser-veren, terwijl het net een kans is voor de klastitularis om de rol van observator op te nemen wanneer je met twee voor de klas staat.

* Soms twijfelt men of het observatiemodel wel een echt mo-del van teamteaching is. Het is een echte vorm van team-teaching, op voorwaarde dat je ook bij de voorbereiding en reflectie SAMENwerkt en dat je je niet beperkt tot dit model.

* Een observator toelaten in je klas vinden sommigen niet gemakkelijk. Bespreek je twijfels hierover.

De leerkrachten bereiden samen de les voor en bespreken vooraf de focus van de observatie. Die kan gericht zijn op één of enkele leerlingen, al dan niet gelinkt aan de leerdoelen of bepaalde zorgen (bv. gedrag, concentratie,…).

Iemand geeft de les, iemand observeert één of meerdere kinde-ren in de klas.

De leerkrachten reflecteren over de voorbije les(fasen), met specifieke focus op wat ze kunnen leren uit de observatie, bv. over de onderwijs-behoeften van de geobserveerde leerling(en) en hoe ze daar nog beter op kunnen inspelen. Ze bekijken waar er eventueel bijsturing of opvolging nodig is.

voorbereiding uitvoering reflectie

De zorgleerkracht die kijkt naar de kinderen met een bepaalde bril, vanuit haar expertise.

Page 37: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

39

» 30

| Een variatie aan teamteachingsmodellen

HET COACHINGSMODEL

De ene collega stelt een vraag naar coaching aan de andere. De leerkrachten bereiden samen de les voor. Collega’s spreken af hoe ze elkaar zullen ondersteunen.

De ene collega ondersteunt de andere coachend, door te observeren, elkaar aan te vullen, vragen te stellen, iets voor te doen, enzovoort.

Collega’s reflecteren op de voor-bije les(fasen), voornamelijk van-uit ‘de coachingsvraag’, nl. wat er van elkaar geleerd kan worden en wat er eventueel nog meer nodig is aan bijsturing of opvolging.

voorbereiding uitvoering reflectie

Voorbeelden:“Ik twijfel wat aan mijn instructiegedrag in die groep. Ik zal eens een paar activiteiten plannen met die groep leerlingen zodat je kunt observeren als je langs komt wat ik nog anders zou kunnen doen, ok?” en “Ik krijg het onthaalmoment niet afgewerkt binnen de voorziene tijd, en ik weet niet waar dat aan ligt? Kom je eens kijken in mijn klas zodat we kunnen bekijken wat ik anders zou kunnen doen?”

Ik geef les aan de hele klasgroep

Ik observeer mijn collega

| 31 »

| Teamteaching: samen onderweg

Waarom dit model?

* Het helpt om de aanpak van een collega beter te leren kennen.

* Het kan inzicht geven in de ondersteuningsbehoeften van een leerkracht.

* Het is geschikt om bij moeilijkere, complexe vragen samen op zoek te gaan naar een antwoord dat past bij een specifieke klasgroep en leerkrachten.

Let op:

* Dit model is nauw verwant met het observatiemodel. Het verschil zit hem in de focus: het observatiemodel focust op de leerling(en), het coachingsmodel focust op de leerkracht.

* Coaching werkt het best als je vanuit een vraag naar hulp of ondersteuning kunt vertrekken. Leerkrachten vinden het niet gemakkelijk om collega’s te coachen. Vanuit een con-crete hulpvraag lukt dat vaak beter.

* “Jij bent de expert, vertel nu maar hoe het moet”, zo werkt het niet bij coaching. Coaching gaat uit van evenwaardig-heid tussen teamteachers: de coachende en de gecoachte leerkracht zijn niet hetzelfde maar wel even-waardig. Ze gaan samen op zoek, al doende.

* Teamteaching vanuit het coachingsmodel duurt soms slechts enkele lessen of weken, zeker in het geval van co-teaching. Wanneer de collega’s samen een antwoord gevonden hebben op de hulpvraag, dan kan de klasleerkracht vaak opnieuw alleen verder in de klas. Moeilijkere vragen lossen zich echter niet in 1-2-3 op. Neem dan voldoende de tijd om samen te reflecteren. Bespreek wat er eventueel nog meer nodig is aan ondersteuning. Zoals bij alle modellen wordt het coachingsmodel best doelgericht afgewisseld met andere modellen.

* Een collega als observator of coach toelaten in je klas vinden sommigen niet gemakkelijk. Begin eventueel met het observeren van leerlingen, pas daarna het observeren van collega’s.

Coaching heeft niet per se met leeftijd te maken. Ik ken mensen van 58 die willen bijleren terwijl je jonge mensen hebt die zeggen dat ze het allemaal al weten.

Bekijk daarom zeker de informatie over het observatiemodel op p. 14-16.

Page 38: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

40

» 32

| Een variatie aan teamteachingsmodellen

HET ONDERSTEUNINGSMODEL

Voorbeeld: “Bij het kringmoment aan het einde van de schooldag zingt de ene leerkracht liedjes en doet zij enkele af-sluitende spelletjes. De andere leerkracht haalt telkens 5 kleuters uit de kring om jassen aan te doen. Zo wordt de onder-wijstijd maximaal benut.”

Ik geef les aan de hele klasgroep

Ik ondersteun de leerlingen

| 33 »

| Teamteaching: samen onderweg

De leerkrachten bereiden samen de les voor en bespreken welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben en hoe die er kan uitzien.

De ene collega neemt de leiding over de lesfase, geeft de klassikale instructies, de andere gaat rond in de klas om leerlingen te onder-steunen die het nodig hebben.

Collega’s reflecteren over de voorbije les(fasen), over de vorderingen van de leerlingen, over de mate waarin de onder-steuning effectief was en waar er eventueel bijsturing of opvolging nodig is.

voorbereiding uitvoering reflectie

Waarom dit model?

* Het kan inzicht geven in de ondersteunings- en onderwijs-behoeften van één of enkele leerlingen.

* Het is een model dat gemakkelijk toepasbaar is als je elkaars instructiestijl nog niet zo goed kent.

* Het maakt een klassikale aanpak mogelijk, ook wanneer be-paalde kinderen hierbij extra ondersteuning nodig hebben.

Let op: Het wisselen van rollen is extra belangrijk bij het ondersteu-ningsmodel. Zeker bij co-teaching gebeurt het dat het steeds de co-teacher is die ondersteunt. Het ondersteuningsmodel biedt ook de klastitularis de kans om de rol van ondersteuner op te nemen en zo het leerproces van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften actief te begeleiden.

Page 39: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

41

» 34

| Een variatie aan teamteachingsmodellen

HET SEQUENTIEEL MODEL

Voorbeeld: “In immersieonderwijs gaf ik het merendeel van de wiskundelessen. De toepassingen gaf mijn collega in het Frans. We spraken dan af wat aan bod was gekomen zodat zij de toe-passingen daarop kon aanpassen.”

Ik geef een volgend deel van de les

Ik geef een deel van de les

| 35 »

| Teamteaching: samen onderweg

De leerkrachten bereiden samen de lesfase, les of lessenreeks voor en verdelen daarbij de inhouden of instructieactiviteiten onder elkaar. Indien ze elk apart volledi-ge lessen opnemen, dan spreken ze af hoe ze elkaar op de hoogte houden van de vorderingen van de les en leerlingen.

De collega’s zijn samen aanwezig in de klas en nemen afwisselend de leiding voor één of enkele les-fasen OF elke collega neemt één of enkele volledige lessen alleen op.

Collega’s reflecteren over de voorbije les(fasen), over de vor-deringen van de leerlingen, over de mate waarin de (sequentiële) aanpak effectief was en waar er eventueel bijsturing of opvolging nodig is. Ze informeren elkaar daarbij ook over lesfasen die ze niet samen uitvoerden.

voorbereiding uitvoering reflectie

Waarom dit model?

* Soms is het voor een bepaald leerdoel of een lesfase niet nodig om met twee leerkrachten tegelijk beschikbaar te zijn in de klas. Dan kan het volstaan om samen voor te bereiden, apart uit te voeren en opnieuw samen te reflecteren.

* Soms lukt het praktisch niet om een bepaalde lesfase of les met 2 leerkrachten les te geven.

* Het laat toe om leerkrachten in een bepaalde les/lesdeel in te zetten op hun talenten.

Let op: Bij dit model is het belangrijk om extra tijd te nemen voor een gezamenlijke voorbereiding en reflectie, om te compenseren dat je niet (altijd) alles samen uitvoert voor de klasgroep.

Ik heb het moeilijk met het sequentieel model, omdat je de voeling mist met wat de collega aan het geven is. Ik vind het samen uitvoeren zo belangrijk.

Page 40: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

42

» 36

| Een variatie aan teamteachingsmodellen

HET PARALLEL MODEL

Voorbeeld: “In onze graadsklas 1-2e leerjaar doen we een deel van de taalles parallel. Voor het technisch lezen bv. maken we twee deelgroepen op basis van het leesniveau. Juf Veerle begeleidt het duo-lezen in een groep van leerlingen die allemaal minimum op AVI2 zitten en die vrij zelfstandig aan de slag kunnen. Meester Bart leest luidop met een groepje met voornamelijk anderstalige leerlingen.”

Ik geef les aan een deelgroep

Ik geef les aan een deelgroep

| 37 »

De leerkrachten bereiden samen de les voor en verdelen de klasgroep in (gelijke of ongelijke) deelgroepen, op basis van de leerdoelen en specifieke onder-wijsbehoeften van de leerlingen. Ze bespreken de aanpak die nodig is voor elke deelgroep.

Elke collega geeft dezelfde les-inhoud of werkt aan dezelfde leerdoelen in een deelgroep, mo-gelijk met een andere aanpak.

Collega’s reflecteren over de voorbije les(fasen), over de vorde-ringen van de leerlingen, over de mate waarin de aanpak effectief was en waar er eventueel bijstu-ring of opvolging nodig is.

voorbereiding uitvoering reflectie

Waarom dit model?

* Het laat toe om leerlingen doelgericht te groeperen.

* Het is geschikt om aan leerdoelen te werken die veel inter-actie met de leerlingen of begeleiding vragen, zoals schrijf-motoriek, rekenvoorwaarden, enzovoort.

* Het is minder stigmatiserend omdat leerlingen die voor een bepaald onderdeel extra ondersteuning nodig hebben hiervoor niet ‘uit de klas’ gehaald worden.

* Het laat toe om bij probleemgedrag de groepsdynamiek te veranderen door bepaalde leerlingen in andere deelgroepen te plaatsen.

Let op: Bij het parallel model is het belangrijk om regelmatig te wisse-len in de manier waarop je leerlingen groepeert, zoniet kan het stigmatiserend werken voor leerlingen om steeds in de ‘staart-groep’ te zitten.

Page 41: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

43

» 38

| Een variatie aan teamteachingsmodellen

HET HOEKENWERKMODEL

Voorbeelden: “Als we hoekenwerk doen in het 5e leerjaar, dan is elke hoek een an-der vak. De leerlingen schuiven door naar een nieuw vak na 20 min. Ze vinden het leuk om Nederlands en Frans door elkaar te krijgen.” en “Wij doen de rekenles in het 1e leerjaar vaak in hoekenwerkmodel om de leerlingen meer speels te laten leren. We voorzien 3 groepjes waarvan er 1 groep zelfstandig aan het werk is en 2 groepjes telkens door een leerkracht begeleid worden.”

Ik geef les aan een deelgroep

Ik geef les aan een deelgroep

Wij zijn zelfstandig aan het leren

Wij zijn zelfstandig aan het leren

| 39 »

| Teamteaching: samen onderweg| Teamteaching: samen onderweg

De leerkrachten bereiden samen de les voor en bepalen op basis van de leerdoelen welke werk-hoeken en materiaal nodig zijn en wie welke begeleiding op zich neemt.

De collega’s begeleiden elk apart een kleine deelgroep in één werk-hoek. De andere leerlingen zijn zelfstandig of in kleine groepjes aan het werk in andere hoeken.

Collega’s reflecteren over de voorbije les(fasen), over de vor-deringen van de leerlingen, over de mate waarin de aanpak in de verschillende werkhoeken effec-tief was en waar er eventueel bijsturing of opvolging nodig is.

voorbereiding uitvoering reflectie

Waarom dit model?

* Het is geschikt om leerlingen in kleinere groepen zelfstandig of onder begeleiding te laten werken.

* Het laat veel afwisseling in aanpak, materiaal, lesinhouden en doelen toe. Leerlingen vinden dat vaak erg fijn.

Let op:

* Het vraagt relatief veel voorbereiding om elke werkhoek te voorzien van het nodige materiaal en de gepaste instructie.

* De mogelijkheden van hoekenwerk hangen ook af van de klasgroep. Bij leerlingen met probleemgedrag is het goed om met twee overzicht over de klas te kunnen houden. Bij hoekenwerk in een moeilijkere klasgroep vraagt dat extra aandacht.

Page 42: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

44

» 40

| Een variatie aan teamteachingsmodellen

HET INTERACTIEF MODEL

Voorbeeld: “De zorgjuf en ik hebben samen een klas-gesprek begeleid over ‘iedereen is anders en iedereen is ok’. We hebben meerdere kinderen met diagnoses en bij-zondere noden in onze klas. Het voelde comfortabel aan om dat samen te doen, door de gevoelige thematiek. We vertelden eerst zelf hoe ‘anders’ wij zijn, terwijl we toch allebei juf zijn. Daarna stelden we vragen en lieten we kinderen aan het woord. Met twee lukt het soms beter om een gepaste vraag te stellen, goed te reageren en tegelijk in te schatten of elke leerling zich ok voelt bij het gesprek.”

Voorbeeld: “De zorgjuf en ik hebben samen een klasgesprek begeleid over ‘iedereen is anders en iedereen is ok’. We hebben meerdere kinderen met diagno-ses en bijzondere noden in onze klas. Het voelde comfortabel aan om dat samen te doen, door de gevoelige thematiek. We vertelden eerst zelf hoe ‘anders’ wij zijn, terwijl we toch allebei juf zijn. Daarna stelden we vragen en lieten we kinderen aan het woord. Met twee lukt het soms beter om een gepaste vraag te stellen, goed te reageren en tegelijk in te schatten of elke leerling zich ok voelt bij het gesprek.”

We geven in interactie met

elkaar les

| 41 »

| Teamteaching: samen onderweg

De leerkrachten bereiden samen de les voor en bekijken op basis van de leerdoelen wat er nodig is om de les(fasen) in interactie met elkaar te kunnen vormgeven.

De collega’s geven een lesfase samen voor de hele klasgroep en zijn daarbij voortdurend in interactie met elkaar en met de leerlingen. De ene legt uit terwijl de andere dingen toont, ze duiden elk om beurt een leerling aan om te antwoorden, ze vullen elkaar aan, enzovoort.

Collega’s reflecteren over de voorbije les(fasen), over de vor-deringen van de leerlingen, over de mate waarin de interactieve aanpak effectief was en waar er eventueel bijsturing of opvolging nodig is.

voorbereiding uitvoering reflectie

Waarom dit model?

* Je past het toe wanneer je met twee in interactie meer te bieden hebt dan alleen, bv. bij het overbrengen van com-plexe inhoud of het oefenen van bepaalde vaardigheden.

* Het kan een positief effect hebben op de aandacht van de klasgroep. Leerlingen hebben meerdere leerkrachten om naar te kijken of luisteren.

* Het werkt goed om een les interactief als groep te starten en vervolgens de klasgroep uit te splitsen via een hoekenwerk-model of parallel model.

Let op:

* Dit model lukt beter wanneer je elkaar een beetje kent en op elkaar kunt inspelen.

* Het variëren van modellen is altijd belangrijk, maar bij het interactief model is het extra belangrijk goed in te schatten hoe lang je interactief zal teamteachen aan één stuk, omdat het een intense vorm van werken is, zowel voor leerkrachten als voor leerlingen.

Page 43: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

45

Bijlage 4: Info leeractiviteitenformulier

Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 1

Lerarenopleiding Thomas More Kempen Campus Turnhout Campus Blairon 800 2300 Turnhout Tel: 014 80 61 01

Campus Vorselaar Lepelstraat 2 2290 Vorselaar Tel: 014 50 81 60

Ontwerp leeractiviteit

2018-2019 Is dit document nieuw voor je, klik dan even op het tekstballonnetje hiernaast * à.

Namen studenten: Opleiding: Bachelor Lager Onderwijs Niveau 1 � 2� 3 ☐ Stageschool: Mentor(en) Leerlingen: Leerjaar/groep Aantal leerlingen Leergebied(en): Kies

Kies Kies

Onderwerp activiteit:

� Nieuwe leerstof � Herhaling � Andere:

Timing: Datum Begin- en einduur Focusdoel*: Vermeld in deze rubriek wat de kinderen in de leeractiviteit gaan leren. Je verwoordt dit

op niveau van de kinderen, bij voorkeur in één zin. Situering focusdoel*:

Situering in het leerplan (ca. 4 leerplandoelen) Geef aan met welk leerplan je werkt (GO!, OVSG of ZILL) en selecteer enkel die leerplandoelen waar je gericht aan werkt. Je noteert ook telkens de nummering van de leerplandoelen zodat ze eenvoudig terug te vinden zijn in het leerplan. Concretisering focusdoel (ca. 4 doelen) Formuleer hier je deeldoelen van je focusdoel in concreet-waarneembaar gedrag. Zorg ervoor dat er steeds een inhouds- en gedragscomponent in je doelen staat en voeg indien nuttig een didactische component toe. Je nummert deze doelen.

Beginsituatie*: Inhoudelijke beginsituatie

Situeer de inhoud van de les in een leerlijn: Welke inhoud, specifieke termen en begrippen kennen de leerlingen al in verband met het onderwerp van de activiteit. Het gaat dus concreet over de voorkennis van de leerlingen voor de klasgroep in het algemeen. Hoe houd je hier in de activiteit rekening mee? Leefwereld van de leerlingen Hoe/waar komen de leerlingen thuis of buiten de school in aanraking met dit onderwerp? Hoe houd je hier in de activiteit rekening mee? Organisatorische beginsituatie Beschrijving van de klasruimte in functie van de activiteit (indien zinvol).

Gedifferentieerde beginsituatie van de leerlingen Met welke leerlingenverschillen moet ik rekening houden bij deze leeractiviteit? Welke differentiatiemethode en hulpmiddelen gebruikt de mentor hiervoor? Hoe krijgt dit vorm in deze activiteit. Andere

Teamteaching*: Vormen teamteaching Welke vorm(en) van teamteaching kiezen jullie? Waarom? Wat is de meerwaarde voor deze activiteit? Wie neemt welke rol op? Als je meerdere vormen van teamteaching integreert in dit ontwerp, geef dan aan welke vorm je in welke fase toepast.

Page 44: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

46

Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 2

Aandachtspunten observatie- en/of coachingsmodel In de kolom ‘aandachtspunten observatie- en of coachingsmodel’ geven jullie concreet aan wat de verwachtingen zijn naar de observerende/coachende teamteacher. De vraag is niet algemeen of vaag (bv. Doe ik het goed? Vinden de kinderen het leuk?), maar specifiek en observeerbaar (bv. Ik krijg de feedback dat ik dialect taalgebruik hanteer. Kan jij noteren hoeveel keer ik een dialect woord gebruik?). Neem de resultaten van de observatie/coaching ook mee in het feedbackboekje en in de ‘terugblik leeractiviteit’.

Inhoudsanalyse*: Wat is de (inhoudelijke) essentie van de les? Welke kernbegrippen komen aan bod in de leeractiviteit? Wat zijn mogelijke inhoudelijke valkuilen en moeilijkheden voor de kinderen en hoe kan ik hier op inspelen? (indien van toepassing)

Gebruikte bronnen*: Vermeld de methode (handleiding) en eventuele andere bronnen. Bijlagen: Materiaal: Terugblik leeractiviteit*:

Deze terugblik doe je na het uitvoeren van de activiteit (in team!). Je reflecteert op de les aan de hand van de drie vragen in de tabel. Hebben alle leerlingen het focusdoel bereikt? Wat liep goed? Wat kon beter?

Feedback van mentor op voorbereiding:

Page 45: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

47

Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 3

VERLOOP LEERACTIVITEIT Hier schrijf je het volledige verloop van de activiteit uit. Je kan kiezen hoe je het ontwerpt. Zorg dat je ontwerp een antwoord biedt op volgende vragen:

- Wanneer en hoe vertaal je het doel op niveau van de kinderen? - Welke leeractiviteiten voeren de kinderen uit om de doelen te bereiken (werkvormen & opbouw)? - Welke vragen stel je (open vragen, denkvragen)? - Hoe en wanneer visualiseer je de kernbegrippen en centrale inhouden? - Hoe en wanneer ga je na of de doelen daadwerkelijk gerealiseerd worden (check)? - Wat is de timing van de verschillende fasen?

Overtollige of lege tabellen verwijder je uit het document. Geef telkens aan of het om een verwervings- of om een verwerkingsfase gaat. Je verwijdert het begrip dat niet van toepassing is.

Oriëntatiefase Timing:

Leerfase 1 (verwervings- / verwerkingsfase) Timing:

Leerfase 2 (verwervings- / verwerkingsfase) Timing:

Leerfase 3 (verwervings- / verwerkingsfase) Timing:

Leerfase 4 (verwervings- / verwerkingsfase) Timing:

Slotfase Timing:

Ben je klaar ? Check dan even of je niets vergeten bent. Gebruik hiervoor eventueel het memo-lijstje:

- Heb ik de oefeningen van de leerlingen zelf gemaakt? (Op niveau 1 scan je deze in en post je ze in het praktijkdossier.)

- Heb ik nagedacht over visualisatie van de essentiële inhouden? - Heb ik indien nodig een bordplan gemaakt én toegevoegd? - Heb ik alle materialen voorzien? - Schonk ik voldoende aandacht aan de verklaring van specifieke kernbegrippen?

Page 46: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

48

Page 47: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

49

Page 48: Stagevademecum 1BALOT 20192020 versie0912 · 2020. 3. 23. · Bijlage 1: Overzicht en belangrijke deadlines stage 1.1 ... stageplanning verwijzen we je door naar paragraaf 2. De eerste

50

Leraar worden? Dat doe je samen!

Educatieve bachelor Leraar Lager Onderwijs in Turnhout