Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te...

43
Staat van de rampenbestrijding 2016 Regiobeeld 24 Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Transcript of Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te...

Page 1: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

Staat van de rampenbestrijding2016

Regiobeeld 24

Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Page 2: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

Infographic veiligheidsregio Zuid-Limburg 3

Algemene informatie veiligheidsregio Zuid-Limburg 4

1 Inleiding 51.1 De Staat van de rampenbestrijding 51.2 Opbouw van het regiobeeld 61.3 Beoordelingskader 7

2 Ontwikkelingen 2013 - 2015 82.1 Organisatie 82.2 Landelijke ontwikkelingen 102.3 Prominente gebeurtenissen 102.4 Opvolging aanbevelingen Staat van de rampenbestrijding 2013 11

3 Planvorming 123.1 Risicoprofiel 133.2 Beleidsplan 153.3 MOTO-beleidsplan 163.4 Crisisplan 173.5 Samenhang tussen de plannen 18

4 Netwerk en samenwerking 194.1 Samenwerking binnen de veiligheidsregio 194.2 Interregionale en internationale samenwerking 21

5 Operationele prestaties 235.1 Besluit veiligheidsregio’s 235.2 Kwaliteit taakuitvoering 24

6 Kwaliteit 276.1 Kwaliteitszorg 276.2 Evalueren 286.3 Inzicht in vakbekwaamheid multi-functionarissen 29

7 Eindconclusie en overzicht scores 30

BijlagenI Beoordelingskader Staat van de rampenbestrijding 2016 31II Lijst met afkortingen 42

Inhoudsopgave

Page 3: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

ONVOLDOENDELEGENDA SCORES VEILIGHEIDSREGIO VOOR VERBETERING VATBAAR BASIS OP ORDE OP NIVEAU

DIT IS EEN UITGAVE VAN DE INSPECTIE VEILIGHEID EN JUSTITIE WWW.INSPECTIEVENJ.NL

Plannen

Samenhang

Kwaliteitszorg Evalueren Inzicht in vakbekwaamheid multi-functionarissen

Netwerkpartners Gemeenten Interregionaal Internationaal

Besluit veiligheidsregio’s Kwaliteit taakuitvoering

Samenwerking

Operationele prestaties

Kwaliteit

Advisering aan het BeleidsteamCalamiteitencoördinator

Advisering aan het Operationeel Team

Alarmering andere functionarissen

Nafase/AfschalingSturing en coördinatieBesluitvorming opbasis van actueel beeld

Afstemming met netwerkpartners

Zuid-LimburgDe Inspectie constateert dat de veiligheidsregio Zuid-Limburg de samenhang tussen de verschillende plannen, de samenwerking met netwerkpartners en met gemeenten en de interregionale samenwerking in de basis op orde hee�. De regio is op niveau voor de internationale samenwerking. De kwaliteitszorg, het evalueren van incidenten en het inzicht in vakbekwaamheid van multi-functionarissen is voor verbetering vatbaar. De operationele prestaties zijn, waar het gaat om het toetsingskader, over het algemeen in de basis op orde. De meer kwalitatieve aspecten van de taakuitvoering zijn in de meeste gevallen in de basis op orde.

INFOGRAPHIC STAAT VAN DE RAMPENBESTRIJDING 2016

Page 4: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

4

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Organisatie veiligheidsregio

Voorzitter De burgemeester van Maastricht.

Gemeenschappelijke regeling

Geactualiseerd op 4 december 2015.

Bevolkingszorg Regionale pool. Coördinatie door de programmamanager Bevokingszorg, o.l.v. de coördinerend gemeentesecretaris.

Politie Eenheid Limburg samen met VR Limburg- Noord.

Meldkamer MCC (Meld- en Coördinatie Centrum) te Maastricht.

Brandweer Geregionaliseerd per 1 januari 2009.

GHOR Onderdeel GGD Zuid-Limburg.

Prominente gebeurtenissen

Incidenten GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4

2013 40 1

2014 26 6 2

2015 33 5 1 1

Systeemtesten, grootschalige evenementen en grootschalige oefeningen

2013 GRIP3, Vliegtuigongeval

Wielerwedstrijden, Pinkpop en André Rieu op het Vrijthof

2014 GRIP4, Heidebrand en stroomstoring

Wielerwedstrijden, Pinkpop en André Rieu op het Vrijthof

2015 GRIP3, Treinongeval met gevaarlijke stoffen

Wielerwedstrijden, Pinkpop en André Rieu op het Vrijthof

Kenmerken veiligheidsregio

Aantal gemeenten 18

Aantal inwoners Ca. 600.000

Karakter veiligheidsregio

Zuid-Limburg is een compact verstedelijkt gebied van circa 650 vierkante kilometer.De regio onderscheidt zich van de andere regio’s door haar bijzondere ligging, voor 98% ingeklemd tussen België en Duitsland met slechts een smalle verbinding met de rest van Nederland (2%).De regio ligt centraal in de Euregio Maas-Rijn met ruim 3,6 miljoen inwoners. Steden als Aken, Heinsberg, Luik, Tongeren en Hasselt liggen binnen een straal van 20 tot 40 km.

Regio specifieke risico’s

• Chemelot• Maastricht Aachen Airport • Hoogwater Maas• AWACS

Algemene informatie veiligheidsregio Zuid-Limburg

Page 5: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

5

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

1 Inleiding

1.1 De Staat van de rampenbestrijding

De Inspectie Veiligheid en Justitie (hierna: de Inspectie) houdt toezicht op rampenbestrijding en crisisbeheersing. In maart 2003 startte de Inspectie met het periodiek doorlichten van de kwaliteit van de rampenbestrijdingsorganisatie in Nederland. Op dat moment zijn er nog geen wettelijke eisen waaraan de (voorbereiding op de) rampenbestrijding moet voldoen. In de loop der jaren zijn deze eisen ontwikkeld en geformaliseerd, eerst in een set basisvereisten en sinds 2010 in de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) en het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr).

De Inspectie wil met het toezicht steeds aansluiten bij de ontwikkeling van de veiligheidsregio’s. In de eerste Staat van de rampenbestrijding toetste de Inspectie veiligheidsregio’s aan de concepttekst van de Wet veiligheidsregio’s. De Staat 2010 heeft hierdoor het karakter van een nulmeting en geeft een beeld van de mate waarin veiligheidsregio’s aan de gestelde eisen voldoen. In 2013 bracht de Inspectie in beeld in hoeverre de veiligheidsregio’s zijn ingericht en functioneren conform de Wvr en het Bvr. Daarnaast is een eerste verdieping aangebracht door een inhoudelijke beschouwing toe te voegen over de ontwikkelingen en prestaties van de veiligheidsregio’s.

Sinds 2013 ontwikkelt de organisatie van de (voorbereiding op de) rampenbestrijding in Nederland zich verder. Daarbij past ook een doorontwikkeling van het toezicht. De Inspectie beperkt zich in de Staat van de rampenbestrijding 2016 daarom niet tot de vraagstelling uit de Staat van de rampenbestrijding 2013. De Inspectie brengt, evenals in 2013, in beeld of veiligheids-regio’s in 2016 zijn ingericht en functioneren conform de geldende wet- en regelgeving. De Wet veiligheidsregio’s en het Besluit veiligheidsregio’s bevatten echter weinig kwalitatieve elementen om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste aanzet tot een meer kwalitatieve beoordeling van de prestaties van veiligheidsregio’s.

De Staat van de rampenbestrijding 2016 bestaat uit een rapport met 25 regiobeelden. Dit regiobeeld maakt onderdeel uit van deze Staat. Het regiobeeld is gebaseerd op een feitenoverzicht, dat de Inspectie opstelde na bestudering van documenten, evaluaties van systeemtesten, evaluaties van incidenten, evaluaties van oefeningen, evaluaties van grootschalige evenementen en op basis van interviews in de veiligheidsregio. De Inspectie heeft de conceptverslagen van de

Page 6: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

6

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

interviews en het conceptfeitenoverzicht toegezonden aan de veiligheidsregio met het verzoek deze te controleren op feitelijke onjuistheden en ontbrekende informatie toe te voegen. Het hoofd van de Inspectie VenJ heeft het regiobeeld besproken met de voorzitter van de veiligheidsregio.

1.2 Opbouw van het regiobeeld

Het regiobeeld begint met een overzicht van de belangrijkste kenmerken van de veiligheidsregio. Na de inleiding beschrijft de Inspectie in het tweede hoofdstuk de stand van zaken van zowel organisatorische als inhoudelijke ontwikkelingen binnen de veiligheidsregio. Het gaat om een overzicht van (regiospecifieke) trends en gebeurtenissen, zoals incidenten, grootschalige oefeningen en evenementen. Vervolgens beoordeelt de Inspectie voor een aantal onderwerpen specifiek de prestaties van veiligheidsregio. Het betreft:

Planvorming (hoofdstuk 3)De Inspectie brengt in beeld of de veiligheidsregio beschikt over de wettelijk voorgeschreven plannen, te weten: het risicoprofiel, het beleidsplan (inclusief het MOTO-plan) en het crisisplan. Daarnaast beschrijft de Inspectie of de planvormingscyclus op orde is en in welke mate er samenhang is tussen deze plannen.

Netwerk en samenwerking (hoofdstuk 4)De inspectie beschrijft met wie en hoe de veiligheidsregio samenwerkt en hoe de veiligheids-regio functioneert als netwerkorganisatie. Het gaat daarbij om de samenwerking met (vitale) netwerkpartners en hoe de veiligheidsregio de gemeenten betrekt bij de organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Tevens beschrijft de inspectie hoe de veiligheidsregio interregionaal en internationaal samenwerkt.

Operationele prestaties (hoofdstuk 5)De Inspectie brengt op basis van evaluaties van systeemtesten de operationele prestaties van de veiligheidsregio in beeld. De Inspectie neemt daarbij het Besluit veiligheidsregio’s en het toetsingskader als uitgangspunt. Op basis hiervan stelt de Inspectie vast in hoeverre de veilig-heidsregio voldoet aan de (kwantitatieve) normen uit het Besluit veiligheidsregio’s. Daarnaast selecteert de Inspectie een aantal elementen die een beeld geven van de kwaliteit van de multi-disciplinaire taakuitvoering. Op basis van systeemtesten, oefeningen, incidenten en groot-schalige evenementen stelt de Inspectie vast in hoeverre de veiligheidsregio voldoet aan deze meer kwalitatieve normen.

Kwaliteit (hoofdstuk 6)De Inspectie beschrijft hoe de veiligheidsregio invulling geeft aan kwaliteitszorg en kwaliteitsverbetering. De inspectie kijkt hierbij specifiek naar de systematiek voor het evalueren van incidenten. Tevens onderzoekt de inspectie hoe de veiligheidsregio zicht heeft op de vakbekwaamheid van multi-functionarissen.

Het regiobeeld wordt afgesloten met de eindconclusie en een overzicht van de scores.

Page 7: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

7

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

1.3 Beoordelingskader

De Inspectie beoordeelt in dit regiobeeld de veiligheidsregio op de hierboven toegelichte onderwerpen. De Wvr, het Bvr, het toetsingskader van de Inspectie en de gemiddelde prestaties van de veiligheidsregio’s zijn het uitgangspunt voor de beoordeling. Per onderwerp hanteert de Inspectie een beoordeling op vier niveaus.

Score Toelichting

Onvoldoende De veiligheidsregio voldoet in het geheel niet aan de Wvr en het Bvr, het toetsingskader en/of de gemiddelde prestaties van veiligheidsregio’s.

Voor verbetering vatbaar De veiligheidsregio voldoet beperkt aan de Wvr en het Bvr, het toetsingskader en/of de gemiddelde prestaties van veiligheidsregio’s.

Basis op orde De veiligheidsregio voldoet aan de Wvr en het Bvr, het toetsingskader en/of de gemiddelde prestaties van veiligheidsregio’s.

Op niveau De veiligheidsregio scoort duidelijk boven de gemiddelde prestaties van de veiligheidsregio’s en dient als voorbeeld voor andere veiligheidsregio’s.

De Inspectie heeft per onderwerp specifiek uitgewerkt hoe de beoordeling tot stand komt. Het volledige beoordelingskader is opgenomen als bijlage 1.

Page 8: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

8

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

2 Ontwikkelingen 2013 - 2015

Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen die in de veiligheidsregio hebben plaatsgevonden en de consequenties hiervan voor de taakuitvoering van de veiligheidsregio in de periode 2013 - 2015.

2.1 Organisatie

De Veiligheidsregio Zuid-Limburg is een regionaal samenwerkingsverband van 18 gemeenten, politie, brandweer en GHOR. Het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio bestaat uit de burgemeesters van de gemeenten onder voorzitterschap van de burgemeester van Maastricht. De veiligheidsregio kent ook een Dagelijks Bestuur, bestaande uit de voorzitter en drie leden.

De veiligheidsregio wordt ambtelijk aangestuurd door de Veiligheidsdirectie, die bestaat uit de Commandant Brandweer, de politiechef, de Directeur Publieke Gezondheid en de coördinerend gemeentesecretaris. Het voorzitterschap wordt roulerend ingevuld door de leden van de Veiligheidsdirectie (met uitzondering van de politiechef ).

Op ambtelijk niveau kent de veiligheidsregio een programmabureau en een programma-organisatie. De programma-organisatie bestaat uit het programmabureau en de kolomvertegenwoordigers van brandweer, GHOR, bevolkingszorg en politie.

Page 9: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

9

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Figuur 1. Organogram veiligheidsregio Zuid-Limburg1

Financiën De financiën van de veiligheidsregio staan onder druk. Het bestuur ervaart een discrepantie tussen de opgave waarvoor de veiligheidsregio staat gesteld en de financiële middelen die hiervoor beschikbaar zijn. Als gevolg daarvan zijn de taken op het gebied van communicatie, informatiemanagement, MOTO en kwaliteitszorg kwetsbaar geworden. De veiligheidsregio wil daar nu gericht aandacht aan besteden. Zuid-Limburg kent een aantal zogenaamde krimp-gemeenten en dit heeft financiële consequenties voor de veiligheidsregio. Het Dagelijks Bestuur werkt momenteel een aantal scenario’s uit die aan de orde zullen worden gesteld in het Algemeen Bestuur en de gemeenteraden.De financiële situatie heeft ook gevolgen voor het Beleidsplan 2016 dat nog moet worden vastgesteld. Volgens de veiligheidsregio is er niet aan te ontkomen fundamentele keuzes te maken welke onderwerpen prioriteit krijgen.

Gevolgen steenkoolwinningHet Technisch platform Nazorg steenkolenwinning onderzoekt de mogelijke na-ijlende gevolgen van de steenkoolwinning in het verleden. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Economische Zaken. De mogelijke veranderingen in de bodem vormen een risico voor buizen en leidingen. De veiligheidsregio volgt de komende jaren de ontwikkelingen op dit gebied.

1 Het organogram bevat voor een deel nog de ‘oude’ organisatie van de veiligheidsregio. Het regionaal college (van politie) bestaat niet meer en de huidige organisatie kent inmiddels een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur.

Page 10: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

10

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

2.2 Landelijke ontwikkelingen

LMODe meldkamer Zuid-Limburg zal in het kader van de LMO worden samengevoegd met de meldkamer van de veiligheidsregio Limburg-Noord. De veiligheidsregio heeft in het proces voor vorming van de meldkamer behoefte aan meer ruimte voor overleg en initiatieven uit het veld. Volgens de veiligheidsregio houdt het Rijk onvoldoende rekening met de oplossingen die veiligheidsregio’s zelf kunnen bieden.

Landelijke strategische agendaVoor de veiligheidsregio Zuid-Limburg zijn niet alle (zes) landelijke doelstellingen relevant. In het Beleidsplan 2016 - 2019 zijn de onderwerpen ‘Water en evacuatie’, ‘Nucleair’ en ‘Continuïteit van de samenleving’ opgenomen.

Verhoogde asielinstroomDe veiligheidsregio heeft zitting in het Tijdelijk OndersteuningsPlatform Vluchtelingen-aangelegenheden (TOPV). Het TOPV bestaat uit de Gouverneur (voorzitter), de voorzitters van de beide Limburgse veiligheidsregio’s en de beide coördinerend secretarissen. Afgesproken is dat de regierol bij gemeenten ligt en de informatierol bij beide veiligheidsregio’s.

2.3 Prominente gebeurtenissen

In de veiligheidsregio Zuid-Limburg heeft in de onderzoeksperiode een aantal GRIP3- en GRIP4-incidenten plaatsgevonden.

• Op 9 juni 2014 was er sprake van zich plotseling voordoend noodweer tijdens Pinkpop, waarbij ‘code rood’ is afgekondigd;

• Op 20 april 2015 was er in Heerlen een gasontploffing in een leegstaande galerijflat, waardoor een gevel volledig is weggeslagen. Ondanks de enorme ravage waren slechts enkele licht gewonden, mede omdat de winkels onder de flat op het tijdstip van de ontploffing nog niet open waren;

• Op 9 november 2015 brak er een grote brand uit op Chemiepark Chemelot. Dit zorgde voor vragen over het mogelijk vrijkomen van gevaarlijke stoffen. Dat bleek na meting niet het geval.

Page 11: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

11

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

2.4 Opvolging aanbevelingen Staat van de rampenbestrijding 2013

In de Staat van de Rampenbestrijding 2013 heeft de Inspectie per veiligheidsregio aanbevelingen gedaan. De stand van zaken voor de veiligheidsregio Zuid Limburg op dit gebied is:

Tabel 1. Overzicht opvolging aanbevelingen Staat 2013

Aanbeveling Breng in het risicoprofiel de landgrensoverschrijdende risicovolle situaties in kaart.

Stand van zaken In 2014 is een aanvang gemaakt met het inventariseren van de zogenaamde Seveso-bedrijven (15 kilometer, 11 over de grens in Duitsland en België) ten behoeve van het in 2015 nieuw opgestelde regionaal risicoprofiel. Inmiddels is een lijst van deze bedrijven gereed en ter validatie aangeboden aan de Euregionale partners. Na validatie zijn deze landgrensoverschrijdende risicovolle situaties opgenomen in het regionaal risicoprofiel.

Aanbeveling Stel de gehanteerde werkwijze hoe om te gaan met meldingen die niet te maken hebben met de ramp of crisis bestuurlijk vast.

Stand van zaken Het Algemeen Bestuur heeft de instructie ‘Isoleren incident in de Gemeenschappelijke Meldkamer’ op 10 oktober 2014 vastgesteld.

Aanbeveling Organiseer conform het Besluit veiligheidsregio's jaarlijks een systeemoefening.

Stand van zaken Opgevolgd.

Aanbeveling Neem de adviesrol van de onderdelen van de hoofdstructuur op als oefendoel in oefeningen. Evalueer deze rol zowel in oefeningen als incidentevaluaties.

Stand van zaken De adviesrol krijgt specifieke aandacht in de reguliere opleiding-, training- en oefenmomenten. Ook in 2015 zal hier middels aparte themadagen op worden getraind.

Aanbeveling Toets de netcentrische werkwijze van de hele hoofdstructuur aan de wettelijke vereisten.

Stand van zaken Er wordt bij de systeemtesten een totaalbeeld opgesteld en bijgehouden. Een geografisch beeld, bestaande uit vijf elementen, maakt onderdeel uit van dit totaalbeeld. Het incident wordt onder andere actueel gehouden door het continue aanpassen van deze vijf elementen.

Aanbeveling Toets de nieuw opgestelde plannen met betrekking tot alarmering en opkomst van de hoofdstructuur direct na implementatie aan de wettelijke vereisten.

Stand van zaken De alarmering is vanaf 1 mei 2013 structureel geborgd.

Aanbeveling Borg de functie van eenhoofdige leiding op de meldkamer.

Stand van zaken De functie CaCo is sinds 2013 ‘24/7’ geborgd.

Aanbeveling Draag zorg voor een oplossing met betrekking tot de opkomsttijden

Stand van zaken Zoals blijkt uit de evaluatie van de drie systeemtesten komen nog niet alle sleutel-functionarissen tijdig op.

Aanbeveling Zorg voor vastgestelde planvorming inzake de borging van de continuïteit van de hoofdstructuur.

Stand van zaken Er zijn inmiddels afspraken gemaakt met de Veiligheidsregio Limburg-Noord. Deze afspraken zullen nog middels een convenant worden vastgelegd.

De veiligheidsregio Zuid-Limburg heeft bijna alle aanbevelingen uit de Staat 2013 opgevolgd.

Page 12: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

12

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

3 Planvorming

Dit hoofdstuk beschrijft welke wettelijke plannen de veiligheidsregio heeft, hoe deze tot stand zijn gekomen en hoe de samenhang is tussen de verschillende plannen.

Samenhang tussen de plannen

Conclusie Toelichting

De samenhang tussen de plannen is in de basis op orde.Zowel in de eerste als in de tweede cyclus sluiten de plannen op elkaar aan. De risico’s uit het risicoprofiel vormen de basis voor het beleidsplan en het MOTO-beleidsplan en komen ook in deze plannen terug.Omdat het Algemeen Bestuur heeft besloten de werking van het beleidsplan 2012 - 2015 door te laten lopen tot en met 2017 bestaat het risico dat plannen in elkaar overlopen en dat de samenhang niet meer in alle opzichten aanwezig is.

Tabel 2. Overzicht looptijden van plannen

Regionaal risicoprofiel Beleidsplan

Looptijd vorige:Looptijd huidige:Conform toetsingskader?

2011 - 20142015 - 2018Ja

2012 - 2015 (verlengd tot 2017)2016 - 2019Ja

Crisisplan MOTO-beleidsplan

Looptijd vorige:Looptijd huidige:Conform toetsingskader?

2012 - 20152015 - 2019Ja

2010 - 2013 (verlengd tot 2017)2016 - 2019Ja

In de eerste beleidscyclus sloten de plannen op elkaar aan, met uitzondering van het MOTO-beleidsplan. Voor de tweede cyclus startte de veiligheidsregio met het risicoprofiel in 2015, gevolgd door het beleidsplan (inclusief een MOTO-beleidsplan) en het Crisisplan. Deze nieuwe plannen sluiten op elkaar aan.

Page 13: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

13

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Aanvankelijk was het de bedoeling dat de nieuwe plannen eind 2015 zouden worden vastgesteld. Het Algemeen Bestuur heeft echter op 17 juni 2016 besloten de werking van het beleidsplan 2012 - 2015 door te laten lopen tot en met 2017. De belangrijkste reden hiervoor is dat de veilig-heidsregio een proces in gang heeft gezet om de doorontwikkeling van de organisatie te richten op het begrotingsjaar 2018. Hierdoor is de samenhang tussen met name het risicoprofiel en het beleidsplan niet in alle opzichten meer aanwezig.

3.1 Risicoprofiel

Figuur 2. Risicodiagram 2011

Page 14: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

14

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Figuur 3. Risicodiagram 2015

Looptijden en actualisatiesHet huidige risicoprofiel heeft een looptijd van 2015 - 2018. De veiligheidsregio Zuid-Limburg heeft er voor gekozen om elke vier jaar een risicoprofiel bestuurlijk vast te stellen. De veiligheids-regio actualiseert het risicoprofiel niet tussentijds, tenzij hiervoor een concrete aanleiding is.

Methodiek en procesDe veiligheidsregio maakt gebruik van de landelijke Handreiking Regionaal Risicoprofiel voor het opstellen van het risicoprofiel. Voor incidentspecifieke zaken betrekt de veiligheidsregio de netwerkpartners (waaronder/bijvoorbeeld ProRail, het waterschap en Rijkswaterstaat) bij het risicoprofiel. Tevens maakt de veiligheidsregio gebruik van de risicokaart. De provincie draagt zorg voor het beheer en de toegankelijkheid.

Ten opzichte van het vorige risicoprofiel heeft de veiligheidsregio meer gericht naar de risico’s gekeken. De veiligheidsregio heeft elke actor gevraagd de tabellen van de handreiking te doorlopen en hieraan een score te verbinden. Volgens de veiligheidsregio heeft deze nieuwe individuele aanpak beter gewerkt.

Bij het opstellen van het vorige risicoprofiel heeft de veiligheidsregio informatiebijeenkomsten belegd met alle gemeenten. De gemeenten kregen op die manier de gelegenheid hun zienswijze kenbaar te maken. Voor het huidige risicoprofiel heeft de veiligheidsregio alleen een schriftelijk verzoek neergelegd. Als reden hiervoor geeft de veiligheidsregio aan dat de gemeenten inmiddels zijn geïnformeerd. Een uitgebreide ronde langs alle gemeenten is daarom achterwege gelaten.

Page 15: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

15

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Elk jaar overlegt de veiligheidsregio met de partners die bij het opstellen van het risicoprofiel zijn betrokken. In dit overleg wordt onder andere gesproken over de risico’s.

De veiligheidsregio heeft geen bestuurlijk geaccordeerde informatie over de risico’s in België en Duitsland verkregen. De veiligheidsregio heeft daarom als alternatief een lijst samengesteld op basis van kaartmateriaal. Hoewel de veiligheidsregio nog geen validatie heeft ontvangen vanuit de buurlanden, zijn de risico’s wel opgenomen in het risicoprofiel 2015.

Het risicoprofiel 2015 voldoet aan alle wettelijke bepalingen, met uitzondering van de analyse met betrekking tot weging en schatting van de gevolgen van brand, rampen en crises (capaciteitenanalyse).

OntwikkelingenHet risicoprofiel 2015 laat geen grote veranderingen zien ten opzichte van met het risicoprofiel 2011. Bij het crisistype ‘extreme weersomstandigheden’ zijn de incidenttypen ‘langdurige droogte’ en ‘extreme neerslag’ toegevoegd en bij het crisistype ‘aardbeving’ zijn ook ‘(mijn)instortingen’ meegenomen. Ook heeft de veiligheidsregio de Euregionale risico’s toegevoegd (binnen 15 kilometer vanuit de regiogrens).

3.2 Beleidsplan

ProcesVoor het opstellen van het beleidsplan maakt de veiligheidsregio gebruik van een projectteam, bestaande uit vertegenwoordigers van de brandweer, de GHOR, de politie, bevolkingszorg (gemeenten), de veiligheidsregio Limburg-Noord en het Waterschap Roer en Overmaas. Daarnaast hebben ook de projectleiders van het risicoprofiel en het crisisplan zitting in het projectteam. De gemeenten worden in het begin van het proces geïnformeerd (wettelijke verplichting), de andere partners (Chemelot, WML, Enexis, e.a.) aan het eind van het traject (na vaststelling).

De bestuurlijke vaststelling van het concept beleidsplan 2016 stond aanvankelijk gepland voor eind 2015. Het Algemeen Bestuur heeft op 17 juni 2016 besloten de werking van het beleidsplan 2012 - 2015 door te laten lopen tot en met 2017. De belangrijkste reden hiervoor is dat de veiligheidsregio een proces in gang heeft gezet om de doorontwikkeling van de organisatie te richten op het begrotingsjaar 2018.

Resultaten vorige beleidsperiodeDe veiligheidsregio benut jaarverslagen om de resultaten van de vorige beleidsperiode zichtbaar te maken. De veiligheidsregio heeft hierbij de doelstellingen uit het beleidsplan 2012 gescoord op de mate van uitvoering. Zo blijkt uit de jaarverslagen 2014 en 2015 dat de regio circa zestig procent van de voorgenomen resultaten heeft afgerond.

De activiteiten in de jaarplannen zijn echter niet direct te herleiden tot de beleidsvoornemens, doelen en resultaten. Dit maakt het lastig om vast te stellen in hoeverre de beoogde resultaten ook daadwerkelijk zijn behaald.

Page 16: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

16

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Doelstellingen komende beleidsperiodeHet risicoprofiel 2015, (eu-)regionale en landelijke ontwikkelingen en bestuurlijke wensen vormen de basis van het concept Beleidsplan 2016. Voor het Algemeen Bestuur van de veilig-heidsregio wordt de voorkant van de veiligheidsketen steeds belangrijker. Andere beleidspriori-teiten zijn het kwaliteitssysteem, geoefendheid en de samenwerking met crisispartners, Duitsland en België.

Het concept Beleidsplan 2016 geeft op gestructureerde wijze de beleidsvoornemens weer. De veiligheidsregio geeft per aandachtsgebied een toelichting, die wordt afgesloten met ‘strategische beleidsuitgangspunten’ en ‘beoogde resultaten in de periode 2016 - 2019’.

CapaciteitenanalyseDe veiligheidsregio heeft voor de risicoprofielen (2011 en 2015) en voor de beleidsplannen (2012 en 2016) geen capaciteitsanalyse opgesteld. Daarmee blijft onduidelijk of de veiligheidsregio haar gesignaleerde risico’s wel aan kan. De veiligheidsregio heeft in een bijlage van het beleidsplan wel een overzicht opgenomen van beoogde operationele prestatie van de onderdelen, maar geen koppeling aangebracht met de benodigde capaciteit.

3.3 MOTO-beleidsplan

Het nieuwe MOTO-beleidsplan 2016 is onderdeel van het nieuwe Beleidsplan 2016 en als bijlage in dit plan opgenomen. Het Algemeen Bestuur heeft op 17 juni 2016 besloten de werking van het beleidsplan 2012 - 2015 door te laten lopen tot en met 2017. Dit betekent dat het nieuwe MOTO-beleidsplan ook nog niet is vastgesteld en dat het oude MOTO-beleidsplan doorloopt tot eind 2017.

Het (nieuwe) MOTO-beleidsplan 2016 is opgesteld door een multidisciplinaire werkgroep van functionarissen uit de vier kolommen. Het MOTO-beleidsplan wordt elk jaar uitgewerkt in een oefenjaarkalender. Hierin beschrijft de veiligheidsregio de inhoud van de oefeningen en de doelgroepen. Ook is een begroting opgenomen.

In het MOTO-beidsplan 2016 stelt het bestuur de volgende doelen:

1. De organisatie en alle medewerkers die een expliciete multidisciplinaire rol vervullen in de rampenbestrijding en crisisbeheersing zijn, individueel meetbaar, voldoende voorbereid.

2. De werkwijze en didactiek zijn vernieuwd, leidend tot maximale opbrengst bij minimale inspanning, zowel voor de organisatie als voor de deelnemers.

3. De (netwerk-)organisatie die binnen de veiligheidsregio nodig is om het MOTO in stand te houden is gerealiseerd, is stabiel en is op ontwikkeling gericht.

4. Het ambitieniveau is om minimaal te voldoen aan de wet, concreet: de aanbevelingen van de Inspectie uitvoeren en implementeren en een stabiele uitvoering van het MOTO beleid realiseren en borgen.

De eerste drie doelen komen voort uit het (vorige) MOTO-beleidsplan en blijven actueel in het MOTO-beleidsplan 2016, mede omdat zij maar voor een deel zijn gerealiseerd. Het vierde doel is vanuit de Veiligheidsdirectie ingebracht. Het MOTO-beleidsplan 2016 is gebaseerd op het risico- profiel 2015. De veiligheidsregio heeft tevens afspraken gemaakt met (vitale) partners en Euregionale partners, onder andere over de themakeuze en het beoefenen van de tunnelveiligheid.

Page 17: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

17

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

3.4 Crisisplan

De veiligheidsregio Zuid-Limburg beschikt over een bestuurlijk vastgesteld Crisisplan 2015 dat in principe voor vier jaar geldt, maar elk jaar kan worden geactualiseerd. De zwaarte en de som van de wijzigingen bepaalt voor de veiligheidsregio of en wanneer een update wenselijk is.

In het Crisisplan staat de algemene werkwijze beschreven (o.a. de GRIP structuur). Specifieke maatregelen staan beschreven in Rampbestrijdingsplannen en multidisciplinaire informatie-kaarten. Het Crisisplan is gedeeld met alle partners in de Euregio.

Het Crisisplan voldoet aan de wet. De veiligheidsregio vult om budgettaire redenen verschillende sleutelfuncties in op basis van vrije instroom. De veiligheidsregio monitort daarbij of deze functionarissen hun opkomsttijd behalen. In nagenoeg alle GRIP-incidenten is dat volgens de veiligheidsregio het geval geweest.

De positie van de Operationeel Leider (OL) is in de veiligheidsregio regelmatig onderwerp van discussie. In het Crisisplan staat opgenomen dat de OL leider is van het ROT, maar daarnaast het Beleidsteam adviseert en informeert én de functie van informatiemanager in het Beleidsteam vervult. Het is in de veiligheidsregio gebruikelijk dat de OL in persoon het GBT informeert. De veiligheidsregio ervaart dat de twee functies moeilijk met elkaar verenigbaar zijn en lost dit praktisch op door de eerstgenoemde taak (leiding geven aan het ROT) te beleggen bij de HOvD’s brandweer.

Flexibele GRIPDe veiligheidsregio beschrijft in het Crisisplan dat er kan worden afgeweken van de GRIP-structuur. Afhankelijk van de aard van het incident kunnen bepaalde onderdelen van de hoofd-structuur worden gealarmeerd en ingezet. Zo kan bijvoorbeeld bij een terroristische dreiging, dreigend extreem weer of hoog water in de Maas naar een ROT worden opgeschaald zonder CoPI. Bij het afschalen is het mogelijk om bijvoorbeeld het ROT operationeel te houden en het CoPI al op te heffen. Op deze manier is maatwerk mogelijk en kan de beschikbare capaciteit doelmatig worden ingezet. Het MOTO-team heeft de opdracht gekregen de flexibele GRIP te verwerken in het opleidings- en oefenprogramma.

VeranderingenIn het Crisisplan is de GRIP-procedure aangevuld met GRIP5 en GRIP Rijk. Wel zet de veiligheids-regio’s vraagtekens bij de landelijke uitwerking van GRIP5. De veiligheidsregio stelt zich op het standpunt dat afspraken vooral praktisch en pragmatisch moeten zijn. Sommige onderwerpen kunnen vooraf worden afgesproken, maar er zullen altijd ad-hoc zaken blijven. De veilig-heidsregio wil GRIP5 alleen toepassen als hiervoor de bestuurlijke noodzaak aanwezig is.

De veiligheidsregio heeft ‘starttriggers’ benoemd voor het snel kunnen opschalen. De meldkamer is hiermee volgens de veiligheidsregio goed bekend, zodat geen tijd verloren gaat en meteen het juiste alarmeringsniveau kan worden vastgesteld.

De organisatiestructuur van Bevolkingszorg is sinds 1 januari 2015 aangepast. De veiligheidsregio heeft het Team Bevolkingszorg regionaal georganiseerd onder de benaming Sectie Bevolkingszorg ROT (zie verder Bevolkingszorg in paragraaf 3.1).

Page 18: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

18

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

In het volgende Crisisplan wordt, overeenkomstig de landelijke werkwijze, ook de ‘Vraagregisseur’ opgenomen. De veiligheidsregio heeft wel al separaat besloten de landelijke werkwijze te incorporeren.

3.5 Samenhang tussen de plannen

De plannen uit de eerste cyclus sloten op elkaar aan. Het inmiddels vastgestelde risicoprofiel 2015 en het nog vast te stellen beleidsplan en MOTO-beleidsplan staan eveneens in logisch verband met elkaar. Het Risicoprofiel 2015 vormt de basis met de beschrijving van de verschillende crisistypen en rampen. In het Beleidsplan 2016 zijn de prioritaire risico’s opgenomen, alsmede een aantal crisistypen/risico’s als ‘extra prioriteit’. Vervolgens wordt in het MOTO-beleidsplan aangegeven op welke wijze MOTO-beleid en -uitvoering (mede) zijn gebaseerd op de risico’s uit het regionaal risicoprofiel.

Omdat het Algemeen Bestuur heeft besloten de werking van het huidige Beleidsplan en het huidige MOTO-beleidsplan door de laten lopen tot eind 2017, is er echter op dit moment onvoldoende samenhang met het (nieuwe) risicoprofiel.

Page 19: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

19

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

4 Netwerk en samenwerking

Dit hoofdstuk beschrijft met wie en hoe de veiligheidsregio samenwerkt en hoe de veiligheidsregio functioneert als netwerkorganisatie.

4.1 Samenwerking binnen de veiligheidsregio

Samenwerking met netwerkpartners

Conclusie Toelichting

De samenwerking met netwerkpartners is in de basis op orde.De veiligheidsregio werkt regelmatig samen met de netwerk-partners. De veiligheidsregio maakt hierbij onderscheid in drie niveaus (kern, vitaal, overig). Deze samenwerking vindt plaats op specifieke onderdelen zoals bij het opstellen van plannen en oefeningen.

Samenwerking met gemeenten

Conclusie Toelichting

De samenwerking met de gemeenten is in de basis op orde.De gemeenten worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen te geven op de plannen. Ook heeft de veiligheidsregio informatiebijeenkomsten belegd voor de gemeenteraden.De gemeenten (bevolkingszorg) zijn vertegenwoordigd in projectteams voor het opstellen van plannen. Ook vindt periodiek uitwisseling van gegevens plaats.

Page 20: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

20

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

De veiligheidsregio Zuid-Limburg heeft de samenwerking met de partners ondergebracht in drie zogenaamde ‘ringen’:

1. kernpartners;2. vitale partners;3. overige partners.

De eerste ring (kernpartners) bestaat uit de brandweer, de GHOR, de politie en de gemeenten. De tweede ring (vitale partners) bevat onder andere Defensie, Rijkswaterstaat, Waterschappen, Gas-, Water- en Electra-bedrijven en ProRail. De veiligheidsregio heeft met deze partners convenanten afgesloten. Met de partners Telecommunicatie is dit nog niet het geval, omdat dit landelijk wordt opgepakt. De derde ring (overige partners) bestaat uit o.a. de provincie, het Rode Kruis, verschillende ziekenhuizen en ministeries.

Samenwerking met de politieDe veiligheidsregio Zuid-Limburg valt samen met de veiligheidsregio Limburg-Noord binnen het verzorgingsgebied van de politie-eenheid Limburg. De beide veiligheidsregio’s hebben afspraken gemaakt over de samenwerking met de politie. De politie heeft ook zitting in de Veiligheidsdirectie.

De contacten tussen de veiligheidsdirectie en de politieleiding verlopen volgens de veilig-heidsregio goed. De reorganisatie van de politie zorgt er wel voor dat er spanning is gekomen over het leveren van capaciteit aan de veiligheidsregio conform de afspraken op basis van het crisisplan. Dit geeft extra druk op de crisisorganisatie.

Samenwerking met de gemeentenDe veiligheidsregio heeft de gemeenten separaat voorafgaand aan de vaststelling geïnformeerd over de inhoud van het concept beleidsplan. De veiligheidsregio heeft in het kader hiervan informatiebijeenkomsten voor gemeenteraadsleden georganiseerd. De vragen die zijn gesteld tijdens de bijeenkomsten beschouwt de veiligheidsregio als onderdeel van de zienswijze van de gemeenten. Aanvullend heeft de veiligheidsregio een schriftelijke inventarisatie gedaan, waardoor het beeld verder is gecompleteerd. Op verzoek geeft de veiligheidsregio een nadere toelichting.

De gemeenten en de veiligheidsregio werken samen op het gebied van risicocommunicatie en zelfredzaamheid. Daarnaast overlegt de veiligheidsregio met de gemeenten over de fysieke veiligheid bij het verstrekken van bouw- en milieuvergunningen door de gemeente (wettelijke taak). Ook is sprake van integrale advisering bij het verstrekken van vergunningen voor evenementen. Hiervoor is een regionale multidisciplinaire adviesgroep evenementen in het leven geroepen.

BevolkingszorgDe veiligheidsregio beschikt over een regionale pool van functionarissen die kunnen worden ingezet op het terrein van Bevolkingszorg. De coördinatie is in handen van de programma-manager Bevolkingszorg. Bevolkingszorg valt onder verantwoordelijkheid van de coördinerend gemeentesecretaris van de veiligheidsregio. De 18 gemeenten leveren in de ‘koude’ fase gezamenlijk capaciteit voor de voorbereidende werkzaamheden op het terrein van Bevolkingszorg. Bij de inzet in de praktijk is er één regionaal team bevolkingszorg, de Sectie Bevolkingszorg ROT. De bemensing van een aantal processen Bevolkingszorg is geregionaliseerd, een aantal processen wordt lokaal bemenst. De aansturing gebeurt door het Hoofd van de Sectie Bevolkingszorg ROT.

Page 21: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

21

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

4.2 Interregionale en internationale samenwerking

Interregionale samenwerking

Conclusie Toelichting

De interregionale samenwerking in is in de basis op orde. De veiligheidsregio Zuid-Limburg werkt structureel samen met de veiligheidsregio Limburg-Noord. De samenwerking met deze veiligheidsregio is in de basis op orde.De samenwerking vindt plaats op strategisch, tactisch en operationeel niveau.De veiligheidsregio kent geen samenwerkingsverbanden met andere veiligheidsregio’s.

De veiligheidsregio Zuid-Limburg werkt structureel samen met de veiligheidsregio Limburg- Noord. Beide veiligheidsregio’s delen in de toekomst in het kader van de LMO gezamenlijk een meldkamer. Deze samenvoeging zal naar verwachting eind 2016 zijn gerealiseerd.

De samenwerking met Limburg-Noord betreft het afstemmen van jaarplannen en het concre-tiseren van afspraken met vitale partners. Daarnaast is er een gezamenlijke werkgroep nucleair en er zijn gezamenlijke bijeenkomsten, zoals de jaarlijkse netwerkdagen, met partners over de oefenbehoeftes. Beide veiligheidsregio’s hebben een gezamenlijke werkwijze voor evalueren en leren en momenteel wordt geïnventariseerd of piketfuncties kunnen worden gecombineerd.

Internationale samenwerking

Conclusie Toelichting

De samenwerking met België en Duitsland is op niveau.De veiligheidsregio neemt initiatief in internationale samenwerking en tracht buurlanden te betrekken bij planvormingstrajecten.Op operationeel niveau is de samenwerking in de praktijk intensief. De regio oefent multidisciplinair.

De veiligheidsregio ligt centraal in de Euregio Maas-Rijn, een gebied dat zich uitstrekt over drie landen met ongeveer 3,6 miljoen inwoners en verschillende talen en culturen. Op operationeel niveau wordt op meerdere fronten samengewerkt. Het betreft bijvoorbeeld de inzet van een traumahelikopter uit Duitsland in Nederland, het inzetten van de Nederlandse brandweer op Belgisch grondgebied en het benutten van het brandwondencentrum in Aken. In het MCC (Meld- en Coördinatie Centrum) te Maastricht hebben medewerkers van buitenlandse hulp-diensten regelmatig een werkplek om de internationale samenwerking rondom hulpverlening en crisisbeheersing nog verder te optimaliseren.

Page 22: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

22

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Er is een Stuurgroep EMRIC2 (euregionale veiligheidsdirectie met zeven directeuren), die zicht richt op het verbeteren van de samenwerking bij niet politie gerelateerde gevaren. Concrete afspraken worden gemaakt in zogenaamde ‘focusgroepen’. Om een adequate grensover-schrijdende samenwerking mogelijk te maken heeft de veiligheidsregio voor de komende jaren vier speerpunten benoemd, die te maken hebben met de implementatie, de verbetering en de borging van de afspraken, alsmede met de communicatie hierover.

Elk jaar organiseert de veiligheidsregio een multidisciplinaire oefening, vaak op ROT-niveau.

De veiligheidsregio ervaart problemen bij het inventariseren van risico’s die vanuit Duitsland en België de regio kunnen bedreigen. Dit spitst zich toe op het bestuurlijk vrijgeven van gevoelige informatie. Daarover wordt in Duitsland en België anders gedacht dan in Nederland. Voor de veiligheidsregio heeft dit tot gevolg dat de risico’s niet volledig in beeld kunnen worden gebracht.

Het Veiligheidsberaad en het Rijk hebben volgens de veiligheidsregio onvoldoende aandacht voor de internationale context. De veiligheidsregio pleit ervoor zowel bestuurlijk als operatio-neel op nationaal niveau meer te investeren in de internationale samenwerking. Het Europa van de grensregio’s moet volgens de veiligheidsregio actiever worden gefaciliteerd en ondersteund.

Op het gebied van opgeschaalde zorg Nederland, België en Duitsland afspraken gemaakt over onderlinge burenhulp (EMRIC en EUMED3). Deze afspraken zijn vastgelegd in overeenkomsten. Er wordt met enige regelmaat geoefend en er is periodiek overleg zowel op directie- als op operationeel niveau.

De veiligheidsregio participeert in de grensoverschrijdende bestuurlijke samenwerking (GROS). De GROS heeft tot doel om specifieke knelpunten in de grensgebieden van Nederland met België en Nederland met Duitsland op te lossen en daarmee de grensoverschrijdende samenwerking en de onderlinge kennisuitwisseling te stimuleren.

2 EMRIC is een samenwerkingsverband inde Euregio Maas-Rijn van alle publieke diensten die wettelijk verantwoordelijke zijn voor de niet politionele veiligheid in hun regio.

3 EUMED betreft de grensoverschrijdende spoedeisende hulpverlening in de Euregio Maas-Rijn.

Page 23: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

23

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

5 Operationele prestaties

De Inspectie brengt op basis van oefeningen en incidenten de operationele prestaties van veiligheidsregio’s in beeld. De Inspectie neemt daarbij het Besluit veiligheidsregio’s en het toetsingskader als uitgangspunt. Op basis hiervan stelt de Inspectie vast in hoeverre veiligheidsregio’s voldoen aan de (kwantitatieve) normen uit het Besluit veiligheidsregio’s. Daarnaast selecteert de Inspectie een aantal elementen die een beeld geven van de kwaliteit van de multidisciplinaire taakuitvoering.

5.1 Besluit veiligheidsregio’s

De Inspectie beschrijft in deze paragraaf in hoeverre de veiligheidsregio voldoet aan de (kwantitatieve) normen uit het Besluit veiligheidsregio’s en het toetsingskader van de inspectie.

Operationele prestaties – Besluit veiligheidsregio’s

Conclusie Toelichting

Uit evaluatieverslagen van systeemoefeningen komt naar voren dat de veiligheidsregio consistent presteert op de kwantitatieve normen uit het Besluit veiligheidsregio’s en is daarmee in de basis op orde. Het merendeel van de elementen uit het toetsingskader van de Inspectie is doorgaans op orde.

Uit de evaluaties blijkt dat een aantal elementen voor verbetering vatbaar is. Het betreft met name het starten van de alarmering binnen twee minuten, de tijdige opkomst van functionarissen (met name voorlichter CoPI) en het tijdig verwerken van (nieuwe) informatie in LCMS.

Page 24: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

24

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

5.2 Kwaliteit taakuitvoering

De Inspectie selecteerde uit het Bvr en het toetsingskader van de inspectie een aantal normen die meer inzicht geven in de kwaliteit van de multidisciplinaire taakuitvoering. Het gaat hierbij dus niet zo zeer om de randvoorwaardelijke aspecten zoals tijdige en volledige aanwezigheid van teams of functionarissen. De normen die de Inspectie selecteerde geven een beeld over de afstemming, informatie-uitwisseling en taakverdeling tussen de teams (CoPI, ROT, TBV en BT) en de samenwerking met andere partijen. Daarnaast gaan een aantal normen specifiek in op de taakuitvoering. Het gaat om de volgende onderwerpen: • alarmering van andere functionarissen door de meldkamer; • taakuitvoering door de CaCo;• advisering van het CoPI en TBZ aan het ROT;• advisering van het ROT aan het BT;• afstemming met de netwerkpartners;• taakuitvoering van het CoPI op sturing en coördinatie op operationele inzet, en het ROT op

sturing en coördinatie van de rampenbestrijding;• uitvoering van besluiten, adviezen en opdrachten gebaseerd op totaalbeeld;• afschaling en overdracht naar de nafase.

Voor de beoordeling zijn meerdere normen samengevoegd om een beeld van het betreffende onderwerp te krijgen. Daarnaast kijkt de Inspectie niet alleen naar de ‘score’ op deze norm in de evaluatieverslagen maar ook naar de onderbouwing van deze score.

Alarmering andere functionarissen door de meldkamer

Conclusie Toelichting

De alarmering van andere functionarissen door de meldkamer is in de basis op orde.Afhankelijk van het scenario is de veiligheidsregio in staat om gelijktijdig met of aansluitend op de alarmering van de hoofdstructuur andere functionarissen te alarmeren. Het betreft hier bijvoorbeeld de AGS.

Taakuitvoering Calamiteitencoördinator

Conclusie Toelichting

De taakuitvoering van de Calamiteitencoördinator is in de basis op orde.De Calamiteitencoördinator voert doorgaans de drie elementen van zijn taakomschrijving uit. Het betreft het halen en brengen van informatie, het bewaken van het opschalingsniveau en het stellen van prioriteiten.

Page 25: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

25

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Taakuitvoering teams – Advisering aan het ROT

Conclusie Toelichting

De advisering aan het ROT is voor verbetering vatbaar.Het CoPI en het ROT hebben regelmatig onderling contact. Dit contact vindt bijvoorbeeld plaats via LCMS en tussen de Leider CoPI en de Leider ROT. In deze contacten is vooral sprake van informatie-uitwisseling. Daadwerkelijke inhoudelijke advisering aan het ROT komt niet altijd tot stand. Aangezien het hoofd van het team bevolkingszorg lid is van het ROT, is advisering van het Team Bevolkingszorg aan het ROT (conform Besluit veiligheidsregio’s) niet meegenomen in de beoordeling.

Taakuitvoering teams – Advisering aan het beleidsteam

Conclusie Toelichting

De advisering aan het Beleidsteam is in de basis op orde.Het ROT heeft regelmatig contact met het beleidsteam. Er is daarbij zowel sprake van informatie-uitwisseling als daadwerkelijke advisering van het beleidsteam. Het betreft bijvoorbeeld advisering over de voorbereiding van een noodverordening, de communicatiestrategie en prioriteiten in de hulpverlening.

Taakuitvoering teams – Afstemming met netwerkpartners

Conclusie Toelichting

De afstemming met de netwerkpartners is in de basis op orde.Tijdens systeemoefeningen sluiten regelmatig liaisons aan van netwerkpartners. Hierin worden bewuste keuzes gemaakt over welke liaison op welk niveau aansluit. Op operationeel en tactisch niveau komt de uitwisseling van liaisons en de afstemming meestal tot stand. In een enkel geval ontbreekt het op strategisch niveau aan een liaison, terwijl dit wel wenselijk was. In dat geval ontbrak het aan afspraken over het uitwisselen van liaisons op het strategische niveau.

Taakuitvoering teams – Sturing en coördinatie

Conclusie Toelichting

Sturing en coördinatie is in de basis op orde.De taakverdeling tussen het CoPI en het ROT is duidelijk. Het CoPI richt zich op de operationele inzet ter plaatse. Het ROT richt zich op de sturing en coördinatie van de rampenbestrijding.Uit evaluaties blijkt dat het CoPI en het ROT op verschillende momenten de taakverdeling onderling afstemmen.

Page 26: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

26

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Informatiemanagement – Besluitvorming gebaseerd op actueel beeld

Conclusie Toelichting

De besluitvorming gebaseerd op het actuele beeld is voor verbetering vatbaar.In de verschillende teams worden de besluiten, adviezen en opdrachten zoveel mogelijk gebaseerd op het actuele totaalbeeld en het actuele eigen beeld van het team. Niet in alle gevallen komt dit tot stand, bijvoorbeeld omdat het totaalbeeld of eigen beeld erg summier is of omdat de uitwisseling van informatie via LCMS moeizaam verloopt.

Afschaling/nafase

Conclusie Toelichting

Geen score De Inspectie beschikt niet over informatie om een oordeel te geven over de prestaties met betrekking tot de afschaling en nafase.

Overzicht systeemtesten en evaluaties Voor de veiligheidsregio Zuid-Limburg heeft de Inspectie de volgende evaluaties van incidenten en oefeningen voor de beoordeling gebruikt:• systeemtest 2013, GRIP3, vliegtuigongeval;• systeemtest 2014, GRIP4, heidebrand en stroomstoring;• systeemtest 2015, GRIP3, treinongeval met gevaarlijke stoffen.

Page 27: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

27

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

6 Kwaliteit

Dit hoofdstuk beschrijft hoe de veiligheidsregio invulling geeft aan kwaliteit en kwaliteitsverbetering. Het gaat daarbij specifiek om het evalueren van incidenten en oefeningen en hoe men de vakbekwaamheid van de multidisciplinaire functionarissen invult en borgt.

6.1 Kwaliteitszorg

Kwaliteitszorg

Conclusie Toelichting

De wijze waarop de veiligheidsregio invulling geeft aan kwaliteitszorg is voor verbetering vatbaar.Kwaliteitszorg is in de veiligheidsregio Zuid-Limburg nog volop in ontwikkeling. De veiligheidsregio beschikt niet over een integraal kwaliteitszorgsysteem. Incidenteel wordt de kwaliteit van de taakuitvoering al wel in beeld gebracht.

De veiligheidsregio beschikt nog niet over een integraal kwaliteitszorgsysteem. De regio past wel elementen van kwaliteitszorg toe in de beheers- en beleidscyclus. In het kader hiervan benoemt de veiligheidsregio welke resultaten worden beoogd en beoordeelt zij later in hoeverre hieraan uitvoering is gegeven. Als onvoldoende resultaat wordt geboekt onderneemt de veiligheidsregio verdere actie.

Door de beperkte middelen richt de veiligheidsregio zich vooral op de operationele doelen. De andere (ondersteunende) activiteiten verschuiven hierdoor naar de achtergrond. Momenteel is de veiligheidsregio bezig met de ontwikkeling ‘Handboek kwaliteitszorg multidisciplinaire crisisbeheersing’. In dit handboek wordt beschreven op welke wijze de veiligheidsregio kwaliteits- zorg wil oppakken. De regio wil met name verbeteringen in de eigen organisatie doorvoeren ten aanzien van:• informatiemanagement;• evalueren van incidenten, oefeningen en evenementen;• risico- en crisiscommunicatie.

Page 28: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

28

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

De veiligheidsregio benoemt in het handboek tevens de noodzaak van een kwaliteitscoördinator. De regio verwacht in de loop van 2016 zowel over de toepassing van het handboek als over de invulling van de functie van kwaliteitscoördinator een besluit te kunnen nemen.

Het traject voor het handboek loopt parallel aan het project ‘financiën’ van de veiligheidsregio. Het kwaliteitszorgsysteem is een van de voornomen activiteiten uit het Beleidsplan 2016. In dit plan is opgenomen dat de beschikbaarheid van middelen een belangrijke voorwaarde is om kwaliteitszorg adequaat te kunnen uitvoeren.

De regio heeft aangegeven om aan het einde van de nieuwe beleidsperiode (medio 2019) een visitatie te willen ondergaan.

6.2 Evalueren

Evalueren van incidenten

Conclusie Toelichting

Het evalueren van incidenten is voor verbetering vatbaar.De veiligheidsregio heeft een (deels) vastgelegde evaluatie methodiek.De veiligheidsregio beschikt over een werkgroep voor de evaluatie van incidenten en heeft ook beschreven welke functionarissen verantwoordelijk zijn voor de actiepunten die voortvloeien uit evaluaties. Hiervoor is ook een proces-beschrijving opgesteld. De werkwijze wordt door verschillende (vooral financiële) oorzaken echter niet altijd gevolgd.Het definiëren van actiepunten, het monitoren van de opvolging van actiepunten en het analyseren van ‘rode draden’ uit incidenten is voor verbetering vatbaar.

De regio evalueert GRIP incidenten volgens een eigen werkprocedure. De veiligheidsregio beschikt over een Werkgroep Evaluatie Incidenten (WEI) voor de evaluatie van GRIP1-incidenten. De multidisciplinaire werkgroep beoordeelt aan de hand van incidentgegevens welke leerpunten een incident oplevert.

De evaluatie van GRIP2 incidenten en hoger worden door de Veiligheidsdirectie opgepakt volgens de methodiek van de ‘kleine leertafel’. Uit de conclusies en aanbevelingen van vijf leertafels wordt een ‘rode draad’ gehaald, die vervolgens wordt besproken met de Veiligheids-directie. De Veiligheidsdirectie bespreekt de eventuele verbeterpunten daarna met de kolommen, waarna implementatie kan plaatsvinden. De werkgroep MOTO gebruikt de uitkomsten voor het opleidings- en oefenprogramma.

De veiligheidsregio volgt de evaluatieprocedure, zoals hierboven beschreven, nog niet altijd volledig. Hiervoor geeft de veiligheidsregio verschillende oorzaken aan. In de eerste plaats is er momenteel te weinig capaciteit (personeel en geld) beschikbaar. Daarnaast is de PDCA-cyclus nog niet organisatiebreed ingevoerd. Dit maakt dat de borging en/of tijdsbewaking niet plaats-vinden. Ook zou de werkgroep MOTO meer betrokken willen zijn bij de leertafels van GRIP2-incidenten, zodat zij de leerpunten mee kan nemen in het opleidings- en oefentraject.

Page 29: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

29

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Het toetsingskader van de Inspectie (met daarin de wettelijke bepalingen uit de Wvr en het Bvr) vormen nog geen vast onderdeel van de evaluaties. Sommige onderdelen worden bij de evaluaties wel gebruikt, maar de uitkomsten van de evaluaties worden niet in evaluatierapporten vastgelegd. De evaluaties zijn bestemd voor eigen gebruik en blijven daarom intern.

6.3 Inzicht in vakbekwaamheid multi-functionarissen

Inzicht in vakbekwaamheid multi-functionarissen

Conclusie Toelichting

Het inzicht in de vakbekwaamheid van multi-functionarissen is voor verbetering vatbaar.De veiligheidsregio geeft geen invulling aan warm loopbaanbeleid aan de hand van competentieprofielen, functioneringsgesprekken en gerichte opleidings- en trainingsactiviteiten.

In de veiligheidsregio Zuid-Limburg is elke kolom verantwoordelijk voor de vakbekwaamheid van de eigen functionarissen. De veiligheidsregio beschikt nog niet over competentieprofielen voor alle functies.

Voor de OvD-B, OvD-BZ en de OvD-G zijn deze inmiddels opgesteld, voor de OvD-P nog niet. De veiligheidsregio heeft als uiteindelijke ambitie functioneringsgesprekken te houden met alle functionarissen in de crisisorganisatie.

De veiligheidsregio constateert dat niet alle multi-functionarissen over de gewenste vakbe-kwaamheid beschikken. De veiligheidsregio heeft geen functieprofielen opgesteld en heeft ook niet bepaald hoeveel uren nodig zijn om de operationele functie voldoende vakbekwaam te kunnen uitvoeren. Op dit moment geldt in de veiligheidsregio de afspraak dat elke functionaris uit de hoofdstructuur twee maal per jaar moet deelnemen aan een oefening. De veiligheidsregio vindt dit eigenlijk te weinig gezien de veelheid aan onderwerpen die zij wil behandelen. De veiligheidsregio investeert extra in de (kwaliteit) van de voorzitters van crisisteams, vanuit de veronderstelling dat een goede voorzitter en team beter kan laten functioneren. Door (structurele) onderbezetting van de werkgroep MOTO is het volgens de veiligheidsregio lastig de kwaliteit van opleiden en oefenen te verbeteren. Met het vaststellen van het Beleidsplan 2016 en het MOTO-beleidsplan 2016 verwacht het MOTO team meer tijd beschikbaar te krijgen. De werkgroep MOTO kent een samenwerkingsverband met de Universiteit Maastricht voor het kwaliteitsproject ‘Wat kan er anders en hoe leert men het best?’. In dit traject komen zowel de individuele vaardigheden als de groepsvaardigheden aan de orde.

De veiligheidsregio realiseert zich dat het stellen van hogere eisen aan de kwaliteit van multi-functionarissen tot gevolg kan hebben dat minder functionarissen beschikbaar zijn. Hoewel de veiligheidsregio hiervoor eigenlijk de ruimte niet heeft, wil zij deze kwaliteitsslag wel maken. De toepassing van de nieuwe MOTO-beleidsplan moet deze beweging ondersteunen.

Page 30: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

30

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

7 Eindconclusie en overzicht scores

De Inspectie constateert dat de veiligheidsregio Zuid-Limburg de samenhang tussen de verschillende plannen, de samenwerking met netwerkpartners en met gemeenten en de interregionale samenwerking in de basis op orde heeft. De regio is op niveau voor de internationale samenwerking. De kwaliteitszorg, het evalueren van incidenten en het inzicht in vakbekwaamheid van multi-functionarissen is voor verbetering vatbaar.

De operationele prestaties zijn, waar het gaat om het toetsingskader, over het algemeen in de basis op orde. De meer kwalitatieve aspecten van de taakuitvoering zijn in de meeste gevallen in de basis op orde.

Onderwerp Score

Samenhang tussen de plannen Basis op orde

Samenwerking met netwerkpartners Basis op orde

Samenwerking met gemeenten Basis op orde

Interregionale samenwerking Basis op orde

Internationale samenwerking Op niveau

Operationele prestaties – Besluit veiligheidsregio’s Basis op orde

Operationele prestaties – Kwaliteit taakuitvoering

Alarmering andere functionarissen door de meldkamer Basis op orde

Taakuitvoering Calamiteitencoördinator Basis op orde

Taakuitvoering teams: Advisering aan het ROT Voor verbetering vatbaar

Taakuitvoering teams: Advisering aan het Beleidsteam Basis op orde

Taakuitvoering teams: Afstemming met netwerkpartners Basis op orde

Taakuitvoering teams: Sturing en coördinatie Basis op orde

Informatiemanagement: Besluitvorming gebaseerd op actueel beeld Voor verbetering vatbaar

Afschaling/nafase Geen score

Kwaliteitszorg Voor verbetering vatbaar

Evalueren van incidenten Voor verbetering vatbaar

Inzicht in vakbekwaamheid multi-functionarissen Voor verbetering vatbaar

Page 31: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

31

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

I Bijlage Beoordelingskader Staat van de rampen-bestrijding 2016

Voor de Staat van de rampenbestrijding 2016 beoordeelt de Inspectie de veilig-heidsregio’s op de onderwerpen ‘planvorming’ (hoofdstuk 3), ‘samenwerking’ (hoofdstuk 4), ‘operationele prestaties’ (hoofdstuk 5) en ‘kwaliteit‘ (hoofdstuk 6).

Per onderwerp hanteert de Inspectie een beoordeling op de volgende vier niveaus:• op niveau;• basis op orde;• voor verbetering vatbaar;• onvoldoende.

De Wet veiligheidsregio’s (Wvr), het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr), het toetsingskader van de Inspectie en de gemiddelde prestaties van de veiligheidsregio’s zijn het uitgangspunt voor de beoordeling. Wanneer de prestaties van de veiligheidsregio hiermee overeenkomen stelt de Inspectie vast dat voor het betreffende element de basis op orde is. De veiligheidsregio is op een onderwerp ‘op niveau’ wanneer de veiligheidsregio duidelijk boven de gemiddelde prestaties scoort en hiermee als voorbeeld kan dienen voor andere veiligheidsregio’s. De veiligheidsregio scoort ‘voor verbetering vatbaar’ wanneer beperkt wordt voldaan aan de Wvr en het Bvr, het toetsingskader en/of de gemiddelde prestaties van veiligheidsregio’s. De veiligheidsregio scoort ‘onvoldoende’ als er in het geheel niet wordt voldaan aan de Wvr, het Bvr, het toetsingskader van de Inspectie en/of de gemiddelde prestaties van veiligheidsregio’s. Per thema heeft de Inspectie uitgewerkt hoe de beoordeling tot stand is gekomen.

Page 32: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

32

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Beoordelingskader planvorming

Samenhang tussen de plannen

Op niveau Het beleidsplan en het moto-beleidsplan zijn gebaseerd op het risicoprofiel. De belangrijkste risico’s vormen de kern van het beleid en van de uitvoerings-activiteiten. De veiligheidsregio voldoet aan de wettelijke termijnen voor planvorming en monitort actief en periodiek of (tussentijdse) bijstellingen noodzakelijk zijn.

Basis op orde Risico’s uit het risicoprofiel komen terug in het beleidsplan of het moto-beleidsplan. Het is echter niet duidelijk of uitvoeringsactiviteiten gebaseerd zijn op het risicoprofiel. De planvormingscyclus is op orde. Er wordt echter niet regelmatig gekeken of er wijzigingen in vastgestelde plannen moeten worden doorgevoerd. De plannen voldoen aan de eisen van het toetsingskader van de Inspectie.

Voor verbetering vatbaar De veiligheidsregio beschikt over de voorgeschreven plannen. Inhoudelijk is niet vast te stellen of er samenhang is tussen de verschillende plannen. Daarnaast sluiten de termijnen van de verschillende plannen niet op elkaar aan. De plannen voldoen niet aan de eisen van het toetsingskader van de Inspectie.

Onvoldoende De veiligheidsregio beschikt niet over de voorgeschreven plannen.

Page 33: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

33

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Beoordelingskader netwerk en samenwerking

Samenwerking binnen de veiligheidsregio

Samenwerking met netwerkpartners

Op niveau De veiligheidsregio voert een actief doelgroepenbeleid. De veiligheidsregio heeft netwerkpartners, op basis van een risicoanalyse, geclusterd in doelgroepen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in partners waarmee zeer intensief wordt samengewerkt en partners waarmee de samenwerking minder intensief hoeft te zijn. Deze uitgangspunten zijn de basis voor de wijze waarop partners worden betrokken in bijvoorbeeld planvormingstrajecten en oefeningen. De veiligheidsregio heeft een of meer accountmanagers die de contacten met netwerkpartners onderhoudt.

Basis op orde De veiligheidsregio werkt regelmatig samen met netwerkpartners. Deze samenwerking vindt plaats op specifieke onderdelen, zoals planvorming en oefeningen. Deze samenwerking vindt ad hoc plaats, bijvoorbeeld op basis van actualiteit, een specifiek risico of een verzoek van een netwerkpartner.

Voor verbetering vatbaar De veiligheidsregio werkt operationeel samen met netwerkpartners tijdens incidenten. In convenanten zijn basale samenwerkingsafspraken vastgelegd.

Onvoldoende De veiligheidsregio beschikt niet over convenanten. Samenwerking tijdens incidenten komt operationeel niet tot stand.

Samenwerking met gemeenten

Op niveau De veiligheidsregio stelt gemeenten in staat om te sturen op de prestaties van de veiligheidsregio. Dit doet de veiligheidsregio bijvoorbeeld door op thema’s werkgroepen te formeren, accountmanagement te organiseren en regelmatig te rapporteren over de voortgang op beleidsdoelstellingen. De veiligheidsregio is in staat om de regionale opgaven te verbinden aan de lokale wensen.

Basis op orde De veiligheidsregio betrekt gemeenten actief bij de beleidsvorming, beleids-verantwoording en bedrijfsvoering. In planvormingstrajecten wordt actief toelichting gegeven en zienswijzen ‘opgehaald’. Jaarlijks wordt in de gemeenteraden toelichting gegeven over de werkzaamheden van de veiligheidsregio.

Voor verbetering vatbaar De veiligheidsregio betrekt gemeenteraden niet actief in planvormingstrajecten. Betrokkenheid blijft beperkt tot het voldoen aan wettelijk voorgeschreven bepalingen, zoals het geven van zienswijzen.

Onvoldoende De veiligheidsregio voldoet niet aan de wettelijk voorgeschreven bepalingen voor het betrekken van gemeenteraden bij planvorming.

Page 34: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

34

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Interregionale en internationale samenwerking

Interregionale samenwerking

Op niveau De veiligheidsregio werkt samen op basis van specifieke regiogrensoverschrijdende risico’s, bijvoorbeeld in het opstellen van plannen of het gezamenlijk beoefenen van scenario’s. Veiligheidsregio’s betrekken elkaar actief bij de eigen planvormingstrajecten.

Basis op orde De veiligheidsregio werkt op operationeel, tactisch en strategisch niveau structureel samen op een aantal onderwerpen. Deze samenwerking is ingegeven door efficiencyvraagstukken. Op een beperkt aantal onderwerpen wordt incidenteel samengewerkt.

Voor verbetering vatbaar De veiligheidsregio werkt tijdens incidenten operationeel samen met andere veiligheidsregio’s. Plannen worden onderling uitgewisseld. Verdere samen-werking vindt incidenteel plaats, maar de veiligheidsregio is hierin volgend. Het initiatief voor samenwerking komt van omliggende veiligheidsregio’s.

Onvoldoende De veiligheidsregio werkt niet samen met omliggende veiligheidsregio’s.

Internationale samenwerking

Op niveau De veiligheidsregio ontvangt informatie over grensoverschrijdende risico’s. Op basis van deze risico’s wordt beleid geformuleerd, bijvoorbeeld ten aanzien van gezamenlijk optreden bij incidenten (operationeel, tactisch en strategisch).

Basis op orde De veiligheidsregio en het buurland informeren elkaar over planvormings-trajecten. De veiligheidsregio verstrekt informatie over grensoverschrijdende risico’s aan het buurland. Op ad hoc basis wordt samen geoefend. Er wordt geïnvesteerd in het onderhouden van contact, zowel op beleidsniveau als in de operationele samenwerking. Afspraken over samenwerking zijn vastgelegd in convenanten.

Voor verbetering vatbaar De internationale samenwerking beperkt zich tot operationeel samenwerken met het buurland tijdens incidenten. Er wordt niet samen geoefend en er zijn geen samenwerkingsafspraken vastgelegd in convenanten.

Onvoldoende De veiligheidsregio werkt niet samen met het buurland.

Page 35: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

35

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Beoordelingskader operationele prestaties

Besluit veiligheidsregio’s

Besluit veiligheidsregio’s

Op niveau De veiligheidsregio houdt jaarlijks een systeemoefening en/of rapporteert over de operationele prestaties bij een daadwerkelijk incident. De prestaties op de toetspunten Organisatie, Alarmering, Opschaling en Informatiemanagement geven een consistent beeld. Uit dit beeld blijkt dat de veiligheidsregio’s volledig voldoet aan de eisen uit het Besluit veiligheidsregio’s.

Basis op orde De veiligheidsregio houdt jaarlijks een systeemoefening en/of rapporteert over de operationele prestaties bij een daadwerkelijk incident. De prestaties op de toetspunten Organisatie, Alarmering, Opschaling en Informatiemanagement geven een consistent beeld. Uit dit beeld blijkt dat de veiligheidsregio’s in ruime mate voldoet aan de eisen uit het Besluit veiligheidsregio’s.

Voor verbetering vatbaar De veiligheidsregio houdt jaarlijks een systeemoefening en/of rapporteert over de operationele prestaties bij een daadwerkelijk incident. Bij uitzondering voldoet de veiligheidsregio op basis van een duidelijk onderbouwd besluit niet aan deze norm. De prestaties op de toetspunten Organisatie, Alarmering, Opschaling en Informatiemanagement geven een wisselend beeld. Uit dit beeld blijkt dat de veiligheidsregio’s soms in ruime mate en soms minder voldoet aan de eisen uit het Besluit veiligheidsregio’s.

Onvoldoende De veiligheidsregio houdt niet jaarlijks een systeemoefening en/of rapporteert niet jaarlijks over de operationele prestaties bij een daadwerkelijk incident. De prestaties op de toetspunten Organisatie, Alarmering, Opschaling en Informatiemanagement geven een wisselend beeld. Uit dit beeld blijkt dat de veiligheidsregio’s matig tot niet voldoet aan de eisen uit het Besluit veiligheidsregio’s.

Page 36: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

36

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Kwaliteit taakuitvoering

Taakuitvoering alarmering andere functionarissen door de meldkamer

Norm (Bvr artikel 2.2.3 lid 2 en toetsingskader Inspectie)

Afhankelijk van de aard en omstandigheden van de ramp of crisis, alarmeert de meldkamer andere functionarissen en eenheden die nodig zijn voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Op niveau De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. Afhankelijk van het scenario lukt het de meldkamer altijd om tegelijkertijd met of aansluitend aan de hoofdstructuur de juiste andere functionarissen te alarmeren. Andere functionarissen zijn zowel de interne functionarissen zoals de AGS als de externe functionarissen zoals de liaison vitaal.

Basis op orde De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. Afhankelijk van het scenario lukt het de meldkamer vaak om tegelijkertijd met of aansluitend aan de hoofdstructuur de juiste andere functionarissen te alarmeren. Andere functionarissen zijn zowel de interne functionarissen zoals de AGS als de externe functionarissen zoals de liaison vitaal.

Voor verbetering vatbaar Afhankelijk van het scenario lukt het de meldkamer niet altijd om tegelijkertijd met of aansluitend aan de hoofdstructuur de juiste andere functionarissen te alarmeren. Het lukt vaak wel om de juiste interne functionarissen te alarmeren, maar het alarmeren van externe functionarissen komt vaak niet tot stand.

Onvoldoende Het lukt de meldkamer niet om tegelijkertijd met of aansluitend aan de hoofdstructuur de juiste andere functionarissen te alarmeren.

Taakuitvoering eenhoofdige leiding meldkamer (calamiteitencoördinator)

Norm (Bvr artikel 2.2.2 lid 1 en toetsingskader Inspectie)

Zodra is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering wordt de meldkamer door één leidinggevende aangestuurd. Deze functionaris voert de volgende taken uit: • Haalt en brengt informatie bij alle drie de disciplines;• Bewaakt het opschalingsniveau en zorgt ervoor dat iedereen op de

meldkamer hiermee bekend is;• En stelt prioriteiten in de coördinatie van de drie diensten en stemt de

besluiten van de drie diensten op elkaar af.

Op niveau De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. De Calamiteitencoördinator voert continu de drie elementen van zijn taak-omschrijving goed uit. Hij haalt en brengt regelmatig informatie en zorgt dat iedere dienst tijdig van het juiste opschalingsniveau op de hoogte is. Stelt duidelijke prioriteiten en neemt beslissingen.

Basis op orde De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. De Calamiteitencoördinator voert doorgaans de drie elementen van zijn taakomschrijving uit. Dat zijn informatie halen/brengen, het bewaken van het opschalingsniveau en prioriteiten stellen.

Voor verbetering vatbaar De Calamiteitencoördinator voert doorgaans twee van drie elementen van zijn taakomschrijving uit. Dat zijn bijvoorbeeld informatie halen/brengen en het bewaken van het opschalingsniveau. Prioriteiten stellen in de besluiten van de diensten blijkt lastiger.

Onvoldoende Er is niet voorzien in een Calamiteitencoördinator op de meldkamer.

Page 37: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

37

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Taakuitvoering teams – Advisering aan het ROT

Norm (Bvr artikel 2.1.2 lid 2 en artikel 2.1.3 lid 2)

Een CoPI is belast met het adviseren van het Regionaal Operationeel Team. Bij de taakuitvoering van het Team Bevolkingszorg is sprake van advisering van het Regionaal Operationeel Team.

Op niveau De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. Het CoPI en Team Bevolkingszorg hebben regelmatig contact met het ROT. Het CoPI en het Team Bevolkingszorg adviseren het ROT over operationele en/of tactische vraagstukken. Het is voor het ROT duidelijk op welke vraagstukken zij een besluit of actie moet nemen.

Basis op orde De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. Het CoPI en het Team Bevolkingszorg hebben contact met het ROT. Het CoPI en het Team Bevolkingszorg communiceren adviezen richting het ROT.

Voor verbetering vatbaar Er is contact tussen het CoPI en/of het Team Bevolkingszorg en het ROT. Er is sprake van informatie-uitwisseling, maar niet (altijd) van adequate advisering.

Onvoldoende Er is geen contact tussen het CoPI en/of het Team Bevolkingszorg en het Regionaal Operationeel Team.

Taakuitvoering teams – Advisering aan het Beleidsteam

Norm (Bvr artikel 2.1.4 lid 2) Een Regionaal Operationeel Team is belast met het adviseren van het gemeentelijk of regionaal beleidsteam.

Op niveau De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. Het ROT heeft regelmatig contact met het Beleidsteam. Het ROT adviseert het Beleidsteam op strategisch niveau en bereidt daarvoor strategische vraagstukken voor. Operationele vraagstukken worden niet voorgelegd aan het Beleidsteam maar in het ROT of CoPI afgehandeld. Het is voor het Beleidsteam duidelijk op welke strategische en bestuurlijke vraagstukken zij een besluit moet nemen.

Basis op orde De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. Er is contact tussen het ROT en het Beleidsteam en er worden vanuit het ROT adviezen richting het BT gecommuniceerd.

Voor verbetering vatbaar Het ROT heeft contact met het Beleidsteam. Het contact blijft beperkt tot informatie-uitwisseling. Het ROT adviseert het Beleidsteam niet.

Onvoldoende Er is geen contact tussen het ROT en het Beleidsteam.

Page 38: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

38

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Taakuitvoering teams – Afstemming met netwerkpartners

Norm (Bvr artikel 2.1.2 lid 1 en 2, 2.1.4 lid 1 en 2, 2.1.5 lid 1 en 2)

Afstemming met netwerkpartners vindt plaats door het laten aansluiten van liaisons in de verschillende teams. Het betreft hier de liaisons in het CoPI en/of de liaisons in het ROT en/of de liaison in het Beleidsteam.

Op niveau De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. Afhankelijk van het scenario lukt het om afstemming met andere betrokken partijen te organiseren. Er is sprake van informatie-uitwisseling. Men maakt duidelijke afspraken en een uitwerking van de (vastgelegde) verantwoordelijkheden. In het aansluiten van liaisons worden bewuste keuzes gemaakt (welk(-e) team(-s), welke functionaris(-sen)).

Basis op orde De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. De teams zorgen (afhankelijk van het scenario) voor afstemming met andere betrokken partijen. Afhankelijk van het scenario sluiten liaisons aan in het CoPI, ROT en Beleidsteam. De afstemming beperkt zich informatie-uitwisseling.

Voor verbetering vatbaar Er sluiten liaisons aan in de verschillende teams, maar er vinden geen bewuste keuzes plaats welke liaisons het hier betreft en wat er van de liaisons wordt verwacht.

Onvoldoende Er sluiten geen liaison aan in de teams, terwijl dit gezien het scenario wel noodzakelijk is. Er is geen sprake van afstemming met andere partijen.

Taakuitvoering teams – Sturing en coördinatie

Norm (Bvr artikel 2.1.2 lid 2 en 2.1.4 lid 2)

Het CoPI is belast met de operationele leiding ter plaatse (sturing en coördinatie van de operationele inzet). Het ROT is belast met de operationele leiding (sturing en coördinatie van de rampenbestrijding).

Op niveau De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. Het CoPI en ROT hebben duidelijke maatwerkafspraken gemaakt over de sturing en coördinatie. Dat kan betekenen dat in voorkomende gevallen de sturing en coördinatie over zowel de operationele inzet als de rampenbestrijding bij het CoPI ligt. Essentieel is dat er, op basis van de specifieke omstandigheden, gerichte en onderbouwde keuzes zijn gemaakt in de taakverdeling tussen CoPI en ROT.

Basis op orde De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. Het CoPI houdt zich bezig met de sturing en coördinatie van de operationele inzet. Het ROT is belast met de sturing en coördinatie van de rampenbestrijding. De taakverdeling tussen beide teams is helder. Hierin wordt geen maatwerk toegepast.

Voor verbetering vatbaar Het CoPI houdt zich in de basis bezig met de coördinatie van de operationele inzet. Het ROT richt zich op de rampenbestrijding. Er komt geen expliciete taakverdeling tussen het CoPI en het ROT tot stand.

Onvoldoende De taakverdeling tussen het CoPI en het ROT komt niet tot stand. De teams werken deels op elkaars terrein.

Page 39: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

39

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Informatiemanagement – Besluitvorming gebaseerd op actueel beeld

Norm (Bvr artikel 2.4.3 en artikel 2.4.2 lid 2 toetsings-kader Inspectie)

Een advies of opdracht van een onderdeel van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing is gebaseerd op het actuele beeld van dat onderdeel en op het actuele totaalbeeld. Het totaalbeeld is daarbij opgebouwd uit de beschikbare gegevens over het incident, de hulpverlening, de prognose en aanpak en de getroffen maatregelen en de resultaten daarvan.

Op niveau De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. In alle teams worden altijd besluiten, adviezen en opdrachten gebaseerd op hetzelfde volledige actuele totaalbeeld en het actuele beeld van het team. Het totaalbeeld voldoet aan alle eisen van het toetsingskader en bevat daarbij alle beschikbare gegevens over het incident, de hulpverlening, de prognose en aanpak en de getroffen maatregelen.

Basis op orde De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. In alle teams worden zo veel mogelijk besluiten, adviezen en opdrachten gebaseerd op het actuele totaalbeeld en het actuele beeld van het team. Het totaalbeeld bevat daarbij een zo volledig mogelijk beeld van de beschikbare gegevens over het incident, de hulpverlening, de prognose en aanpak en de getroffen maatregelen.

Voor verbetering vatbaar Niet bij alle teams worden besluiten, adviezen en opdrachten gebaseerd op het actuele totaalbeeld en/of de veiligheidsregio beschikt niet over een zo volledig mogelijk actueel totaalbeeld.

Onvoldoende Bij geen van de teams worden besluiten, adviezen en opdrachten gebaseerd op het actuele totaalbeeld. De veiligheidsregio beschikt niet over een actueel totaalbeeld.

Afschaling/nafase

Norm (Bvr art. 2.1.3 lid 2 en GROOTER)#

Het team bevolkingszorg is verantwoordelijk voor het verzorgen van nazorg voor de bevolking. Voordat de acute fase van een crisis is afgerond is een plan van aanpak opgesteld voor de nafase, vindt een goede overdracht plaats van acute fase naar nafase en vindt afschaling plaats.

Op niveau De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. Er is een duidelijk overdrachtsmoment van de activiteiten naar de ‘nafase- organisatie’. Daarbij is voor alle teams duidelijk dat afgeschaald wordt. De taakverdeling tussen de veiligheidsregio en de gemeenten is duidelijk uitgewerkt en vastgelegd. De overdracht van acute fase naar nafase is gebaseerd op een goede diagnose van de situatie en vervolgactiviteiten.

Basis op orde De veiligheidsregio voldoet aan de eisen uit het toetsingskader van de Inspectie. Er is een overdrachtsmoment van de acute fase naar de ‘nafase-organisatie’. Daarbij is voor alle teams duidelijk dat afgeschaald wordt. Activiteiten zijn vastgelegd in een (beknopt) plan van aanpak.

Voor verbetering vatbaar Er is geen duidelijke afschaling en/of er is geen duidelijk moment waarop de overdracht van taken van de crisisorganisatie naar gemeente of andere organisatie plaatsvindt. Teams zijn niet op de hoogte van de afschaling. Wel worden er activiteiten uitgevoerd als onderdeel van de nafase.

Onvoldoende Na het afronden van de acute hulpverlening vindt geen overdracht van activiteiten plaats.

# Onder de vlag van GROOT(ER) werkten tussen 2010 en 2012 experts uit het hele land aan concrete producten om de bevolkingszorg bij crises verder te professionaliseren. De producten van GROOTER zijn vastgesteld door het landelijk overleg Coördinerend Gemeentesecretarissen (LOCGS), een managementraad van het landelijk Veiligheidsberaad. GROOTER beschrijft per taakorganisatie helder de processen en de kwalificatieprofielen van de sleutelfunctionarissen.

Page 40: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

40

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Beoordelingskader kwaliteit

Kwaliteitszorg

Op niveau De veiligheidsregio beschikt over een integraal kwaliteitszorgsysteem. Onderdelen binnen de organisatie zijn continu bezig met het monitoren en verbeteren van de eigen kwaliteit. Op alle relevante onderwerpen wordt de PDCA-cyclus doorlopen.

Basis op orde De veiligheidsregio meet op verschillende onderdelen de kwaliteit van de taakuitvoering, zoals beleidsdoelstellingen, samenwerking met partners en planvormingstrajecten. Op deze onderdelen wordt de PDCA-cyclus doorlopen. Het ontbreekt echter aan een integraal kwaliteitszorgsysteem.

Voor verbetering vatbaar De kwaliteit van de taakuitvoering wordt incidenteel in kaart gebracht. De PDCA-cyclus wordt op deze onderdelen hoogstens deels doorlopen. In de meeste gevallen blijft het monitoren van kwaliteit beperkt tot het registreren van actiepunten of het vastleggen van prestaties en resultaten. De veiligheidsregio heeft geen expliciete visie op kwaliteitszorg.

Onvoldoende De veiligheidsregio besteedt geen aandacht aan kwaliteit(-szorg).

Evalueren van incidenten

Op niveau De veiligheidsregio beschikt over een systematiek voor het evalueren van incidenten. Deze systematiek wordt toegepast. Periodiek worden ‘rode draden’ uit verschillende rapportages geïdentificeerd. Deze rode draden zijn de basis voor het formuleren van actiepunten. Aanbevelingen worden bijgehouden en toegewezen en er wordt toegezien op de daadwerkelijke implementatie van de aanbevelingen.

Basis op orde De veiligheidsregio beschikt over een systematiek voor het evalueren van incidenten. Deze systematiek wordt regelmatig toegepast. De veiligheidsregio definieert actiepunten. Incidenteel worden rode draden in beeld gebracht. Niet duidelijk is wat er met de uitkomsten van de evaluaties wordt gedaan.

Voor verbetering vatbaar De veiligheidsregio beschikt niet over een systematiek voor het evalueren van incidenten. Incidenten worden soms geëvalueerd, maar niet aan de hand van een vastgestelde systematiek.

Onvoldoende Er zijn incidenten (opschalingen) in de veiligheidsregio, maar deze worden niet geëvalueerd.

Page 41: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

41

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Inzicht in vakbekwaamheid multi-functionarissen

Op niveau De veiligheidsregio geeft vanuit een visie op multidisciplinaire vakbekwaamheid actief invulling aan warm loopbaanbeleid voor multi-functionarissen. De veiligheidsregio houdt zicht op de kwaliteit van multi-functionarissen door het bijhouden van informatie over het functioneren. Op basis hiervan worden functioneringsgesprekken gevoerd. In competentieprofielen is beschreven welke kwaliteit er van de functionaris wordt verwacht. Er worden gerichte opleidings- en trainingsactiviteiten aangeboden aan functionarissen.

Basis op orde Beheersmatig is invulling gegeven aan de voorwaarden voor het toepassen van het warm loopbaanbeleid. Competentieprofielen zijn beschreven en het functionarisvolgsysteem is aanwezig en wordt gevuld met informatie. De veiligheidsregio beschikt over een visie op multidisciplinaire vakbekwaamheid.

Voor verbetering vatbaar De veiligheidsregio houdt informatie bij over de multi-functionarissen. Deze registraties blijven beperkt tot registraties van aanwezigheid. Er wordt geen invulling gegeven aan warm loopbaanbeleid aan de hand van competentie-profielen, functioneringsgesprekken en gerichte opleidings- en trainings-activiteiten. Multidisciplinaire vakbekwaamheid is een verantwoordelijkheid van de afzonderlijke kolommen.

Onvoldoende De veiligheidsregio houdt geen informatie bij over de vakbekwaamheid van multi-functionarissen.

Page 42: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

42

Staat van de rampenbestrijding 2016 - Regiobeeld 24 - Veiligheidsregio Zuid-Limburg

II Bijlage Lijst met afkortingen

Afkorting Betekenis BRZO Besluit risico’s zware ongevallenBT beleidsteamBvr Besluit veiligheidsregio’sCaCo calamiteitencoördinatorCoPI commando plaats incidentDPG Directeur Publieke GezondheidGBT gemeentelijk beleidsteamGHOR geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regioGGD Gemeentelijke (soms gemeenschappelijke) GezondheidsdienstGRIP gecoördineerde regionale incidentbestrijdingsprocedureInspectie Inspectie Veiligheid en JustitieInspectie VenJ Inspectie Veiligheid en JustitieKNRM Koninklijke Nederlandse ReddingsmaatschappijLCMS Landelijk crisismanagementsysteemLMO Landelijke meldkamerorganisatieMkNN Meldkamer Noord NederlandMOTO Multidisciplinair Opleiden, Trainen en OefenenOM Openbaar MinisteriePG&Z Publieke Gezondheid en Zorg PSHOR psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampenRBP regionaal beleidsplanRBT regionaal beleidsteamRCP regionaal crisisplanROT regionaal operationeel teamSIS SlachtofferinformatiesystematiekTBZ Team bevolkingszorgWgr Wet gemeenschappelijke regelingenWvr Wet veiligheidsregio’s

Page 43: Staat van de rampenbestrijding 2016 - inspectie-jenv.nl · om de veiligheidsregio’s te beoordelen. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 doet de Inspectie daarom een eerste

Dit is een uitgave van:Inspectie Veiligheid en JustitieMinisterie van Veiligheid en JustitieTurfmarkt 147 | 2511 dp Den HaagPostbus 20301 | 2500 eh Den Haagwww.inspectievenj.nlContactformulier

Oktober 2016 | Publicatienummer: 96803_24

Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. Vermenigvuldigen van informatie uit deze publicatie is toegestaan, mits deze uitgave als bron wordt vermeld.

Missie Inspectie Veiligheid en JustitieDe Inspectie Veiligheid en Justitie houdt voor de samenleving, de ondertoezichtgestelden en de politiek en bestuurlijk verantwoordelijken

toezicht op het terrein van veiligheid en justitieom inzicht te geven in de kwaliteit van de taakuitvoering en de naleving van regels en normen,

om risico’s te signalerenen om organisaties aan te zetten tot verbetering.

Hiermee draagt de Inspectie bij aan een veilige en rechtvaardige samenleving.