Spiral Dynamics integral en jeugdspiraldynamicsintegral.nl/wp-content/uploads/2015/12/... ·...
Embed Size (px)
Transcript of Spiral Dynamics integral en jeugdspiraldynamicsintegral.nl/wp-content/uploads/2015/12/... ·...

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
1
Spiral Dynamics integral en onze jeugd (auteur: Leida Schuringa, werkzaam bij Leidraad leertrajecten 030 –27 34 199, [email protected])
Inhoudsopgave:
1. Inleiding
2. De vier kwadranten van Ken Wilber
3. Spiral Dynamics
4. Toepassen van SDi model
5. Schooluitval van Antilliaanse risico jongeren
6. Het Regenboog project
7. Tot slot
Bijlage: Waardensystemen
Utrecht, 28 mei 2006

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
2
Spiral Dynamics integral en onze jeugd
1. Inleiding
In dit artikel zet ik uiteen wat het gedachtegoed van Ken Wilber, Don Beck en aanverwante
moderne denkers zou kunnen betekenen voor de samenleving, vraagstukken van sociale
cohesie en integratie en vooral voor onze jeugd. Er worden twee samenhangende theoretische
modellen geïntroduceerd waarmee u allerlei situaties kunt analyseren en een samenhangend
pakket aan maatregelen kunt ontwikkelen. Het zijn handige en praktische instrumenten. Ken
Wilber biedt een handzaam raamwerk voor analyse en de opbouw van een integrale aanpak.
De theorie van Spiral Dynamics gaat over de verschillende waardesystemen die zich in de
wereld ontvouwen en hoe dat van invloed is op ons denken en handelen en op alle mogelijke
conflicten en fricties in de samenleving. Spiral Dynamice integral (SDi) wordt in dit verhaal
toegepast op twee groepen jongeren: Antilliaanse risicojongeren en Marokkaanse meiden.
Essentieel in dit denken is dat “het gaat om de kleur van het waardesysteem en niet om de
kleur van de huid”. De waardesystemen gaan dwars door de verschillende culturen, politieke
ideologieën en religies heen.
Het verhaal over de Antilliaanse risicojongeren is ontstaan rondom een duo-dag die KIEM op
25 januari 2006 organiseerde over problemen rondom schooluitval van Antilliaanse jongeren
en gemeentelijke beleidsinstrumenten. Een van de workshops in het middagprogramma ging
over SDi. Samen met de deelnemers aan deze workshop heb ik een poging gewaagd om de
theorie toe te passen op het probleem van schooluitval van jonge Antillianen. Het is absoluut
geen kant en klaar verhaal, maar geeft wel een indruk van de bruikbaarheid ervan.
Een ander voorbeeld van de toepassing van het SDi model kunt u vinden in het
Regenboogproject dat gaat over Marokkaanse meiden in Den Bosch1. Aanleiding voor dit
project is de problematiek rondom loverboys. Als we echter kijken naar de ontwikkelde
aanpak en de resultaten ervan, blijkt de aanpak een veel bredere werking te hebben. Het lijkt
een hele effectieve manier om allochtone groepen op een positieve manier te ondersteunen bij
hun integratie in de Nederlandse samenleving en die Nederlandse samenleving beter toe te
rusten om een goed functionerend immigratieland te worden. Hierbij gaat het om complexe
veranderingsprocessen. Nodig is verandering in het denken van mensen, om een verandering
in hun waardesysteem: de manier waarop ze naar zichzelf en de wereld om hen heen kijken.
Het op gang brengen en stimuleren van dit bewustwordingsproces vraagt om professionele
deskundigheid, omdat er nog een enorme kloof bestaat tussen diverse bevolkingsgroepen
onderling en tussen hen en de wereld van instellingen/instituties die overbrugd moet worden.
Vertrouwen op‘de verantwoordelijkheid van de mensen zelf’ kan pas wanneer mensen zich de
competenties om deze verantwoordelijkheid te kunnen nemen, in voldoende mate eigen
hebben kunnen maken.
In de volgende paragrafen zal ik eerst een poging doen om het SDi model te beschrijven, me
realiserend dat het niet eenvoudig is om dat in enkele pagina’s te doen.
1 De publicatie over dit Regenboogproject is verkrijgbaar bij Stichting Divers, Postbus 1226, 5200 BG Den
Bosch, tel. 073 – 612 44 88.

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
3
2. De vier kwadranten van Ken Wilber
Ken Wilber2 heeft een eenvoudig raster ontwikkeld waarmee je naar de mens en de
samenleving kunt kijken. Belangrijk daarin is dat naast de wijze waarop nu in de Westerse
wetenschap naar problemen wordt gekeken (namelijk van buiten af, kwantificeerbaar en
objectief), de meer innerlijke dimensies minstens even belangrijk zijn om een reëel beeld van
de werkelijkheid te krijgen en veranderingen te bewerkstelligen. Deze innerlijke kant kun je
alleen via de mens zelf te weten komen bijvoorbeeld door deze te laten vertellen over
zijn/haar ervaringen. De binnenkant gaat over individuele beleving en ontwikkeling, en over
gezamenlijke interactie en cultuur.
In bovenstaand schema ziet u dit raster. Boven de horizontale streep gaat het over het
individu. Onder deze streep gaat het over het collectief. De linkerkant gaat over de
binnenkant, de rechterkant gaat over de buitenkant. Zo krijg je vier kwadranten:
- Linksboven gaat over het IK: over de binnenkant zoals ik mij zelf beleef en ervaar,
over de innerlijke ontwikkeling van de mens, over mijn identiteit.
- Rechtsboven gaat over de buitenkant van het de mens (HET): over het gedrag, over
het functioneren van de hersenen: alles wat je van buitenaf kunt waarnemen en
interpreteren en kunt meten.
- Linksonder gaat over het WIJ: over de cultuur, over hoe wij met elkaar om gaan, het
IK verbindt zich met andere mensen; het IK is ondenkbaar zonder familie, relaties,
etc.; het IK ontwikkelt zich in samenhang met het WIJ en heeft de capaciteit om zich
te verbinden met andere IKKEN. Dit is de grondslag van systemisch denken en
werken.
2 Zie o.a. Ken Wilber Integrale Psychologie, Deventer 2001, p. 83

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
4
- Rechtsonder gaat over de STRUCTUREN van het WIJ: over de meer objectieve
buitenkant zoals: het politieke systeem, het economisch systeem, hoe een organisatie is
opgebouwd; het gaat over hoe het WIJ is gestructureerd: wat valt van de buitenkant
waar te nemen, te interpreteren en te meten.
Deze vier kwadranten van Wilber kun je gebruiken voor het maken van een analyse van een
bepaald probleem en voor het zoeken van oplossingen. Tijdens de KIEM workshop hebben de
deelnemers deze matrix ingevuld voor de situatie van spijbelende Antilliaanse jongeren.
Allereerst zijn een aantal oorzaken en factoren die van invloed zijn op dit probleem in kaart
gebracht in alle vier kwadranten. Vervolgens kon men de maatregelen en interventies die
reeds gehanteerd worden, die men ’s morgens gehoord had of nu bedacht om deze situatie te
verbeteren, in de vier kwadranten plaatsen.
Hierbij wordt dus gekeken naar de eigen beleving (waarom doe ik het) en naar het individuele
gedrag (wat doe ik). Maar ook naar hoe zich dit verhoudt tot het beleid in de samenleving, de
regels op het werk of in het gezin (wat doen wij), naar gedeelde waarden met anderen in de
samenleving, op het werk of in het gezin (waarom doen we het) en de spanningen en
mogelijkheden die dit oplevert. Een verandering in één kwadrant heeft invloed op de situatie
in de andere kwadranten en kan verandering daar stimuleren. Wanneer dat echter niet gebeurt,
is de kans groot dat de gestarte verandering die in het ene kwadrant is ingezet, niet
stabiliseert.
Een integrale aanpak betekent vanuit deze vier invalshoeken inzetten op verandering:
individueel binnenkant (houding en intenties), individueel buitenkant (gedrag), collectief
binnenkant (cultuur, waarden, normen) en collectief buitenkant (sociaal-economisch systeem).
Volgens Wilber is iedere aanpak die niet al deze vier elementen in zich heeft, gedoemd te
mislukken. Een integrale verandering vindt plaats wanneer tegelijkertijd alle vier
kwadranten aan bod komen.
3 Spiral Dynamics3
Spiral Dynamics (SD) is een benadering die gebaseerd is op het wetenschappelijke werk van
Clare C. Graves. Graves ontdekte dat er in 100.000 jaar menselijke ontwikkeling telkens
nieuwe waardesystemen zijn ontstaan als antwoord op steeds complexere
levensomstandigheden en de daaraan gerelateerde problemen. Deze spiraal van
waardesystemen is te herkennen in de historie van de mensheid, maar ook in ieder individu.
Wanneer groepen of personen in een ingewikkelder situatie terecht komen, is een andere
manier van denken oftewel een nieuw waardesysteem noodzakelijk om te kunnen overleven.
Boeiend is dat de eerdere waardesystemen niet verdwijnen, maar als een soort informatie-
DNA in mensen en culturen aanwezig blijven. Sterker nog, je hebt ze nodig. Een gezonde
organisatie of samenleving is opgebouwd uit de positieve elementen van alle waardesystemen
die in die context tot ontwikkeling gekomen zijn. Voor een gezond individu geldt hetzelfde.
Het ene waardesysteem is in die zin dan ook niet ‘beter’ dan het andere, wel is er verschil in
het kunnen hanteren van complexiteit en vrijheid. De volgorde waarin waardesystemen zich
3 Zie voor meer informatie o.a. . www.humanemergence.nl, www.integralworld.net, www.spiraldynamics.net,.
www.clarewgraves.com/articles, www.spiraldynamicsintegral.nl, www.nordicintegral.com,
www.integralinstitute.org

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
5
ontvouwen is niet willekeurig en niet toevallig, maar systematisch en spiraalvormig, en de
latere waardesystemen overstijgen en omvatten de vorige. Er vindt een ontwikkeling plaats in
de richting van een meer gelaagd, complexer en dieper bewustzijn. Ook is er een natuurlijke
afwisseling van gerichtheid op het ‘ik’ en daarna weer de gerichtheid op de groep/het geheel
(‘wij’). Het betekent overigens niet dat deze ontwikkeling ook alsmaar vanzelf doorgaat. Er
kan stagnatie optreden en ook regressie naar eerdere stadia.
SD gaf voor het gemak elk waardesysteem een kleur. Per mens, bevolkingsgroep, organisatie
of land kan de kleurencombinatie verschillen en daarmee het denken, voelen en handelen dat
als ‘logisch’ van die combinatie van waarden en overtuigingen wordt afgeleid. Door het SD
filter te gebruiken kun je beter begrijpen waarom mensen/groepen in bepaalde situaties -
blijkbaar onontkoombaar - reageren zoals ze doen. Bovendien geeft het informatie over
blokkades in hun ontwikkeling en biedt het ideeën over het beïnvloeden van de negatieve
aspecten en versterking van de positieve. Hierdoor ontstaat wellicht de mogelijkheid en het
verlangen tot verdere ontwikkeling. Spanningen en problemen op landelijke en wereldschaal
zijn volgens deze benadering alleen maar duurzaam op te lossen als je rekening houdt met
deze dynamiek van waarden-lagen en betekenis-inkleuring. Don Beck heeft dit model
bijvoorbeeld toegepast gedurende de politieke overgangssituatie in Zuid-Afrika. Wie zich
verdiept in de complexe codes van deze waardesystemen, leert ‘lezen’ in welke fase van
ontwikkeling een mens, een organisatie, een buurt of een land zich bevindt.
Het is niet zo dat ieder mens de stap naar steeds complexere waardesystemen hoeft te maken.
Niet ieder mens heeft de mogelijkheden hiertoe en niet ieder mens is bereid om te investeren
in verdere ontwikkeling. Bovendien hebben we mensen met verschillende waardesystemen
nodig, om een organisatie of de samenleving goed te kunnen laten draaien. Wel is het
belangrijk dat de positieve aspecten van ieder waardesysteem gestimuleerd worden en de
negatieve afgezwakt.
De ‘waardenspiraal’ ziet er dan in de meest simpele vorm als volgt uit:
overle
ven bloed
band
macht
hoger
doel
verbon
denheid
harmo
nie
onder
nemen
visie
‘koele’ kleuren:
gericht op de gemeenschap: het wij,
‘opofferend Zelf’
‘warme’ kleuren:
ik-gericht,
‘expressief Zelf’

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
6
De volgende acht waardesystemen zijn tot nu toe tot ontwikkeling gekomen (zie voor een
uitvoerige toelichting de bijlage):
1. overleven, archaïsch (beige)
2. de clan, familiebanden, magisch bewustzijn (paars)
3. egocentrisch, macht, impulsiviteit (rood)
4. zingevend, strevend naar een hoger doel, mythisch bewustzijn, absolute waarheden
en duidelijke regels en wetten (blauw)
5. rationeel, gericht op prestatie, zelfredzaamheid (oranje)
6. pluralistisch, non-autoritair, sensitiviteit, zelfreflectie, gericht op verbondenheid
(groen)
7. integraal, ecologisch, visie (geel)
8. holistisch, harmonieus (turkoois)
9. ??????
4. Toepassen van het SDi model
4.1 Aandachtspunten
Vanuit het SDi model kunnen we zeggen dat:
- een samenhangend pakket van maatregelen en interventies nodig is; geen enkele
aanpak kan claimen dè oplossing te zijn of het nu een harde of een softe aanpak is; de
essentie is dat alleen een integrale benadering effect zal hebben, dus is een combinatie
en een mix van uiteenlopende acties nodig
- het gaat niet alleen om gedrag en nieuwe beleidsmaatregelen (beide beïnvloeding van
de buitenkant), het gaat ook om de beleving en ontwikkeling van individuen en
groepen (beïnvloeding van de binnenkant) zie de matrix van Wilber: analyse en
aanpak in alle vier kwadranten - een goede analyse - mede met behulp van de Spiral - is nodig om te kijken waar het
zwaartepunt van denken zit bij de betrokken mensen en waar blokkades en
mogelijkheden voor verandering zitten
- van daaruit kun je zien waar het accent in de interventies zou moeten liggen; in het
algemeen kun je zeggen dat iemand ‘zweeft’ in drie lagen. Iemand wiens
waardesysteem bijvoorbeeld vooral in negatief Rood zit, heeft vier dingen nodig:
o versterking van de Paarse basis (veel aandacht voor het thuisfront en de basis
leefsituatie)
o het snel en duidelijk bestraffen van negatief Rood
o het inzetten van positief Rood (ruimte voor daadkracht en korte termijn
resultaten zoals bij sport)
o het ontwikkelen van Blauw (door structuur en zingeving aan te boren via
bijvoorbeeld deelname aan bewakingsgroepen, meedoen aan een brassband,
toch weer naar een school gaan of actief worden in een organisatie).
- ieder waardesysteem belangrijk is en zijn merites heeft. Een evenwichtig mens heeft
de verschillende waardesystemen op een gezonde wijze in zich zelf geïntegreerd. Het
gezond maken van de spiraal is daarom een belangrijke doelstelling.
- de verschillende waardesystemen wel een toenemende complexiteit kennen en dat
ingewikkelde problemen vragen om complexer denken. Daarom is het in de huidige
wereld nodig dat meer mensen zich ontwikkelen in de richting van gele of turkooizen
waardesystemen.

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
7
Wat levert het op om dit idee van waardesystemen te gaan gebruiken? Ik zal dat hieronder
met een paar voorbeelden proberen toe te lichten. Ik ben me ervan bewust dat dit soms wat
‘kort door de bocht’ gaat en dat de werkelijkheid, en ook de ontwikkeling van de spiraal, veel
complexer is. Niettemin geeft het mijn inziens een ander zicht op de onderliggende dynamiek
van een probleem als schooluitval van Antilliaanse jongeren of de situatie van kwetsbare
Marokkaanse meiden. Alvorens op de jongeren in te gaan is het belangrijk kort de macro
context te schetsen waarin zij op groeien.
4.2` Ontwikkelingen in Nederland
Nederland heeft zich ontwikkeld tot een postmoderne, en in belangrijke mate Groene
samenleving. Dit betekent o.a.
- veel ruimte en respect voor andersdenkenden,
- veel aandacht voor het delen van ervaringen, opvattingen en gevoelens,
- verzet tegen autoriteit en regels,
- nadruk op het ontwikkelen van eigen waarden en normen.
Het lijkt van de buitenkant een vrije wereld waarin alles is toegestaan. ‘Gedogen’ is
bijvoorbeeld een typisch Nederlandse uitdrukking. Achter dit beeld zitten echter wel degelijk
allerlei regels, waarden en normen verscholen die veel kinderen als vanzelfsprekend
meekrijgen in hun opvoeding. Een vrije seksuele moraal (seks voor het huwelijk) impliceert
bijvoorbeeld ook de daarbij horende eigen verantwoordelijkheid en respect voor anderen en
hun lichamelijke integriteit. In de profit sector is het Oranje waardesysteem nog erg
overheersend, soms ook met Blauwe elementen.
Professionals werkzaam in bijvoorbeeld het onderwijs, de sector zorg en welzijn of de
gemeente werken vaak vanuit een dominant Groen waardesysteem. Zij staan open voor het
eigen verhaal van de ander en willen de dialoog aangaan. Tegelijkertijd wordt veel aan
leerlingen en burgers overgelaten en wordt een groot beroep op zelfredzaamheid en eigen
verantwoordelijkheidsgevoel gedaan (Oranje).
In de huidige samenleving krijgen veel van deze professionals in hun werk echter steeds meer
te maken met mensen met een overheersend Paars, Rood of Blauw waardesysteem. Dat sluit
niet automatisch aan. Als je bijvoorbeeld mensen met een dominant Paars waardesysteem
vraagt om hun eigen mening, zullen ze vaak eerst willen weten wat hun familie ervan vindt of
het antwoord beginnen met: “Wij vinden….”. Mensen met een dominant Rood
waardesysteem willen meteen duidelijkheid en kunnen het slecht verdragen om twee weken
op een antwoord te moeten wachten.
Vaak kunnen deze professionals weinig waardering opbrengen voor de discipline en het
daadkrachtig optreden waaraan bijvoorbeeld kinderen en jongeren uit een meer Blauw
georiënteerde cultuur die gewend zijn aan strakke regels, wetten en duidelijk omschreven
gedragspatronen, behoefte hebben. Het gaat er dus om deze kloof tussen deze verschillende
waardesystemen te dichten.
5 Schooluitval van Antilliaanse risicojongeren
In deze paragraaf vindt u eerst een globale analyse van de situatie van deze risicojongeren in
de Nederlandse samenleving. Daarna wordt de centrale vraag van de conferentie bekeken en
benoemd via de bril van Spiral Dynamics integral. We kijken dan naar de risicogroepen
onder de Antilliaanse jongeren (en niet naar de kinderen en jongeren van Antilliaanse afkomst
die het goed doen op school en gaan studeren op de universiteit).

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
8
5.1 De situatie van Antilliaanse jongeren
In Nederland wonen op dit moment rond de 130.000 Antillianen. In Rotterdam wonen er
20.000. Andere steden met veel Antillianen zijn o.a. Dordrecht, Tilburg, Den Haag, Den
helder, Amsterdam en Almere. Van deze 130.000 Antillianen is bijna 40% een thuiswonend
kind (bijna 50.000). En deze kinderen wonen in gezinnen waarvan ruim 40% een een-
oudergezin is, waarin vrijwel overal de moeder de scepter zwaait. Dat betekent dat ruim
20.000 Antilliaanse kinderen opgroeien zonder vader.
In de geschiedenis zijn eerst vooral Antilliaanse mensen met een hogere opleiding naar
Nederland gekomen om te studeren en/of te werken. De laatste 20 jaar komen met name
Antilliaanse jongeren met geen of een hele lage opleiding naar Nederland. Het zijn kansarme
jongeren die de zeer slechte economische situatie op de eilanden hopen te ontvluchten. Ze
trekken, onvoorbereid en vaak onaangekondigd naar Nederland en trekken in bij familie of
vrienden. Soms is er opvang, soms niet. Op de Antillen wordt weinig Nederlands gesproken
en op school hebben ze niet veel geleerd. Hun beheersing van de Nederlandse taal is daardoor
vaak slecht.
Het bijzondere is dat enerzijds de Antilliaanse jongeren verhoudingsgewijs veel in aanraking
komen met politie en justitie4, maar dat zij anderzijds ook verhoudingsgewijs het meest van
alle etnische minderheidsgroepen studeren aan de Erasmus Universiteit! Marion van San stelt
dat er weinig contact is tussen de hoogopgeleide Antillianen en de afglijdende groep jongeren
zodat deze een positief rolmodel missen.
5.2 Schooluitval
De centrale vraag van de conferentie was verwoord als: “Waarom presteren Antilliaanse
jongeren slecht op school, met alle gevaar dat ze geen diploma halen en daardoor afglijden
naar de criminaliteit?” Hieronder beschrijf ik een aantal aspecten met betrekking tot deze
vraag zoals je die met behulp van het SDi ontwikkelingsmodel kunt benoemen. Nogmaals, dit
is bedoeld als een eerste analyse en niet als een afgerond verhaal. Graag wil ik dit samen met
u verder uitwerken.
Prestatie, je best doen, een diploma willen halen, zijn allemaal zaken die sterk horen bij het
Blauwe en Oranje waardesysteem. Bij Blauw doe je je best omdat dat zo hoort. Bij Oranje
omdat je op die manier succes denkt te behalen en geld kunt verdienen. Mensen die in het
Paarse en Rode waardesysteem zitten, vinden school meestal niet zo belangrijk. Ik werk veel
met Roma in Oost-Europa en daar zie je eenzelfde patroon. School vereist denken op lange
termijn: je spant je nu in, het resultaat komt later.
Op school worden bepaalde kinderen bovendien regelmatig met de nek aangekeken, gepest,
niet serieus bejegend, niet gewaardeerd op wat ze kunnen of genegeerd en niet gecorrigeerd.
Die kinderen gaan liever niet (meer) naar school. Het creëren van een goede sfeer op school
waar ieder kind echt welkom is, gezien wordt in zijn/haar eigenheid en persoonlijk
gestimuleerd, is daarom van groot belang. Zoals in de zogenaamde Rebound centres in
Rotterdam en Amsterdam waar ze een vak leren, sociale vaardigheden krijgen en veel sport.
Vooral intensieve persoonlijke en positieve aandacht is de sleutel van het succes. Je zou dit
4 Ongeveer 1 op de 10 Antilliaanse jongeren tussen de 12 en 24 jaar is in 2000 wel eens verdacht geweest. Maar
9 dus ook niet! Dit om stigmatisering te voorkomen. Zelfs als het percentage nu nog iets hoger ligt, doet de
overgrote meerderheid het dus toch goed!

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
9
kunnen verklaren doordat veel van de jongeren die hier terecht komen, waarschijnlijk in hun
leven niet zoveel aandacht gehad hebben. Het versterkt in feite de Paarse basis van
vertrouwen in jezelf en anderen. Het kan fungeren als een vervangende familieband.
Naar school gaan vereist ook actieve steun van ouders. Bij Antilliaanse kinderen betekent dat
vooral: de actieve steun van hun moeders (aangezien er verhoudingsgewijs erg veel
alleenstaande moeders zijn). Daar ligt dus een belangrijk beginpunt. Moeders die in een
Paars-Rood waardensysteem zitten en bijvoorbeeld zoals Marion van Son schrijft, hun zonen
van jongs af aan stimuleren zich te verdedigen, ook met een mes, zijn vaak niet gericht op het
belang van school. De vraag is dan ook: hoe kunnen we de eigen ontwikkeling van deze
Antilliaanse moeders stimuleren? Als zij zelf hun leven op orde krijgen en het nut inzien van
opleiding en (vrijwilligers)werk en daar zelf mogelijkheden toe krijgen, zullen ze dat ook
belangrijker gaan vinden voor hun kinderen. Educatief vrouwenwerk kan hier een grote rol
in spelen en ook het leren kennen van vrouwen die voor hen als rolmodel kunnen fungeren.
Heel praktisch: een deel van de Antilliaanse kinderen komt uit arme gezinnen en gaan zonder
eten naar school. Leren met een lege maag gaat niet zo lekker. Voedsel is een van onze
basisbehoeften (Beige waardensysteem).
In de vraagstelling wordt een direct verband gesuggereerd tussen geen diploma hebben en
afglijden naar de criminaliteit. Dat hoeft natuurlijk niet. In het proefschrift van Marion van
Son wordt bijvoorbeeld gesteld dat de houding van de moeders op het gedrag van hun zonen
van grote invloed is. In het algemeen hebben deze moeders volgens haar een te toegevende
houding. Als het over opvoeding gaat kun je zeggen dat een kind in de eerste drie
ontwikkelingsfasen liefde, veiligheid èn structuur/normen van buitenaf nodig heeft. Een kind
onder de 6 jaar kan zichzelf nog niet (goed) reguleren. Opvoedingsondersteuning vanaf het
eerste begin is dus heel belangrijk.
De opvoedstijlen in de verschillende waardesystemen zijn verschillend.
Bij Paars wordt opvoeden gedaan door de hele gemeenschap en is het niet een aparte
verantwoordelijkheid van de ouders. Hier in Nederland valt het verband van familie en
bekenden echter vaak weg en bemoeien andere mensen zich niet met de opvoeding. De
moeders staan er dan helemaal alleen voor.
In Rood wordt op korte termijn gehandeld: kinderen zoet houden en verwennen (als ze maar
stil zijn). De ouders hebben zelf moeite met discipline, vaak is sprake van verslavingen, slaan
en uitschelden komen veelvuldig voor (overigens vaak uit machteloosheid). Het kind weet
niet waar het aan toe is en leert geen grenzen.
Pas als de ouders in het Blauwe waardesysteem komen, kunnen ze hun kinderen zelf structuur
geven. Het oplossen van de dagelijkse problemen waar ze mee te maken hebben, is
voorwaarde om deze stap verder te kunnen zetten.
Het inzetten van gezinscoaches in het kader van PGA (Persoons Gebonden Aanpak) zoals in
Rotterdam al op kleine schaal gebeurt, lijkt mij daarom heel belangrijk. Richtinggevend
principe in SDi is dat de spiraal zich gezond ontwikkelt. Na het kunnen overleven (voeding,
een dak boven je hoofd)(Beige) is een veilige thuishaven (Paars) belangrijk. Waar de vaders
ontbreken, hebben de moeders een zware job om dit te kunnen bieden. De gezinscoach schept
de condities voor het zich op gezonde wijze ontwikkelen van de spiraal.
Rood kan zich uiten in machogedrag, verslaving en geweld. Aan de andere kant zit hier ook
daadkracht en levensenergie. Het is heel belangrijk dat deze een positieve plek kunnen krijgen

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
10
in het leven van de jeugd. Sport in alle mogelijke vormen: fitness, teamsporten,
gevechtsporten is hier van cruciaal belang. Hoe meer ze met sport bezig zijn, hoe beter. Je
ontwikkelt je lichaam, vaak ga je gezonder leven, je energie vindt een weg, je leert gedoseerd
vechten, je leert discipline, je kunt er status mee verwerven. Je verveelt je niet en hangt op de
momenten dat je sport, niet rond op straat.
Sowieso is ‘ledigheid des duivels oorkussen’. Als je iets zinnigs te doen hebt, hoef je je niet
zo veel op straat lopen te vervelen. Het jongerenwerk kan hier ook erg veel betekenen door
recreatieve en educatieve activiteiten aan te bieden en te faciliteren. Dit is ook richting
Blauw (zingeving).
Naast opleiding en (vrijwilligers)werk kunnen ook religie en erkenning als volwaardig
burger in deze samenleving stimulerend werken op de ontwikkeling van de vrouwen en hun
kinderen. Een mooi voorbeeld is de rol die de kerkelijke instelling New Song in Rotterdam
speelt in het op een positief spoor brengen van jongeren. Antillianen zijn vaak katholiek of
voelen zich thuis bij meer sektarische groepen zoals de Pinkstergemeente.
Een van de oplossingen die veel genoemd worden om het aantal probleemjongeren te
verminderen, is toeleiding naar opleiding en naar werk. In feite probeer je daarmee het
verlangen naar Oranje te voeden: het heeft zin om je in te spannen want je kunt succesvol
zijn en trots op je zelf. Wezenlijk in dit hele verhaal is dat er ook daadwerkelijk toegang tot
de arbeidsmarkt geboden wordt. Discriminatie neemt op dit moment eerder toe dan af. Een
sluitend systeem zoals burgemeester Opstelten van Rotterdam voorstelt, vooronderstelt deze
toegankelijkheid. Hoe hij dat waar gaat maken, weet ik nog niet. Ik denk dat onderdeel zou
moeten zijn dat de overheid zelf banen creëert waar ze niet (voldoende) door het bedrijfsleven
aangeboden worden. De ID banen waren echt nog niet zo’n gek idee. In samenhang met de
algehele maatschappelijke en economische ontwikkelingen is het de vraag of je eenvoudige
arbeid laat overnemen door technische hulpmiddelen of via out-sourcing gaat regelen. Is het
niet vruchtbaarder als iedereen werk te doen heeft en dat je daar als overheid grip op houdt?
Waar de toegang tot Oranje geblokkeerd is, is dat prioriteit nummer 1.
6. Het Regenboog project
Op initiatief van de gemeente Den Bosch is door de stichtingen Divers en Palet het
Regenboog project ontwikkeld. Eind jaren 90 werd het probleem van loverboys zichtbaar in
deze stad. Meisjes die om de een of andere reden kwetsbaar zijn, zoals een deel van de
Marokkaanse meiden, worden vaker slachtoffer van hun praktijken. Daarom is gekozen voor
een project om met name Marokkaanse meiden weerbaarder te maken door middel van
voorlichting en verschillende preventieve activiteiten. Tegelijkertijd werd gewerkt aan een
betere communicatie tussen moeders en dochters. Langzamerhand is er in de praktijk een
eigen werkwijze ontwikkeld die ook op de wat langere duur effectief lijkt te zijn en een veel
bredere reikwijdte heeft. In feite is opnieuw aangetoond dat het organiseren van meiden- en
vrouwengroepen een hele goede basis biedt om voorlichting over alle mogelijke onderwerpen
te geven, actuele problemen te bespreken en te werken aan de eigen ontwikkeling en
emancipatie. Ook komt de kracht van het educatief werken duidelijk naar voren. Het project is
in september 2002 gestart en duurde drie jaar.

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
11
De Regenboog
Wanneer we het Regenboog project met de bril van SDi bekijken en benoemen, kunnen we
o.a. de volgende constateringen doen:
Het project heeft een belangrijk effect gehad op de integratie van de deelneemsters in de
Nederlandse samenleving. De Marokkaanse moeders die deelnamen aan het Regenboog
project zijn veelal afkomstig uit een traditionele leefsituatie, waarin de familie en het in ere
houden van rituelen het allerbelangrijkste zijn (het Paarse waardesysteem). Hun dochters die
hier in Nederland opgroeien, worden geconfronteerd met een samenleving die enerzijds veel
waarde hecht aan overleg en de gelijkwaardigheid van verschillende zienswijzen (Groen
waardesysteem) en anderzijds steeds meer accent legt op de eigen verantwoordelijkheid
(Oranje waardesysteem). Tussen thuis en de samenleving gaapt een gat. Om dat gat te kunnen
overbruggen is een Rode en Blauwe inkleuring nodig, aangezien je niet een waardesysteem
kunt overslaan (zie plaatje in de eerste paragraaf). Deze inkleuring moet bewust aangebracht
worden, willen de meiden de sprong naar de samenleving überhaupt kunnen maken.
In het Regenboog project werd een Rood accent aangebracht door nadruk op assertiviteit,
weerbaarheid en grenzen leren stellen. De meiden zijn veelal opgevoed om zich te voegen in
de familietradities en gewoonten, maar buitenshuis maakt hen dat heel kwetsbaar. Daar
hebben ze meer daadkracht nodig. De Blauwe bodem wordt o.a. gefundeerd door veel
aandacht te besteden aan het geloof en de steun die je daaraan kunt ontlenen. In de gesprekken
wordt daarbij nadrukkelijk een onderscheid gemaakt tussen de meer Paarse culturele aspecten
en de Blauwe richtlijnen uit de Islam. Ook wordt er veel kennis overgedragen zowel aan de
meiden als de moeders. Gerespecteerde rolmodellen zijn in deze periode erg belangrijk. Je
weet dan hoe je het kunt doen. De meiden vinden ook stevigheid in het volgen van onderwijs,
het hebben van een baan of het stichten van een gezin. Dit geeft structuur aan het leven:
onderwijs meer aan de Blauw-Groene kant, een baan als Oranje/Blauw en een gezin is meer
de Paarse basis.
Door de gebruikte methoden uit het (Groene) vormings- en vrouwenwerk worden deze Rode
en Blauwe elementen echter ook meteen gekoppeld aan andere waardesystemen. De nadruk
op het vormen van een eigen mening en persoonlijke keuzen (Oranje waardesysteem) en op
het respect voor mensen die anders denken of handelen - ook binnen de eigen groep - (Groen
waardesysteem) maken het mogelijk dat een integratie plaats kan vinden met deze
waardesystemen. Het effect is dan dat deze meiden geworteld staan in hun eigen traditie met
de sociale competenties om in de Nederlandse samenleving te kunnen functioneren.
Het themapakket “La Haya fi dien” dat gebruikt is binnen het project, is ontwikkeld om met
moslimjongeren in gesprek te gaan over het belang van hun geloof (Blauw) in een
multiculturele samenleving vanuit de vrije keuze van het individu (Oranje) en met respect
voor elkaar en andersdenkenden (Groen). De gehanteerde werkwijze is gebaseerd op de
ervaringen in het Vormingswerk met elementen van aanbieden van kennis (Blauw) en
elementen gericht op dialoog (Groen) en het ontwikkelen van eigen kritisch denken (Oranje).
Op deze wijze kan het geloof (of het nu Islamitisch, Joods of Christelijk is) enerzijds een
houvast, structuur en een levensdoel bieden, maar wordt het anderzijds mogelijk zichzelf door
de wijze van gespreksvoering te ontwikkelen door de Oranje en Groene waardesystemen
heen.

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
12
Jongens
Het Regenboogproject betrof meiden en hun moeders. Maar ook jongens hebben een op hun
situatie toegespitst ontwikkelingsprogramma nodig dat aansluit bij hun interesses en energie.
Meiden zijn erg gecharmeerd van samen in een groep levensdingen bespreken en van samen
leuke dingen doen. Jongens houden meestal minder van praten en hebben andere interesses.
Bij het vullen van het Rood-Blauwe gat bij jongens zal het accent misschien meer moeten
liggen op het kwijt kunnen van Rode energie (vechtsport, etc) en het functioneren in een
hiërarchische Blauwe structuur (zoals de Bewakingsgroepen in winkelcentra, Scouting, de
voetbalvereniging). Als de begeleiding dit ‘kruidt’ met Oranje-Groene elementen
(ontwikkelen van eigen verantwoordelijkheid, respect voor en luisteren naar
andersdenkenden) zou er ook een betere integratie van de verschillende waardesystemen
mogelijk gemaakt kunnen worden.
Ook bij hen is het belangrijk aandacht aan de rol van de godsdienst te schenken en informatie
te geven over het onderscheid tussen cultuur en Islam. Daarnaast is het essentieel dat met
name ook jongens en (jonge) mannen toegang krijgen tot Oranje: de mogelijkheden om te
werken, ondernemend te zijn, beloond te worden voor hun inzet. Waar de samenleving deze
kansen beknot of niet voldoende biedt, blijven deze jongens, ook als ze een goede opleiding
hebben gehad die hen tijdelijk structuur plus de bevrediging van een persoonlijk ideaal
kunnen bieden, hangen in negatief Rood (criminaliteit, geweld) en negatief Blauw
(fundamentalisme).
Op weg naar erkenning
In het boekje Op weg naar erkenning5 worden een aantal fasen geschetst waarin bewoners in
achtergestelde buurten en ook deze buurten zelf zich ontwikkelen. De ontdekking van deze
fasering werd gedaan door een aantal opbouwwerksters. De logica van deze vier
ontwikkelingsfasen:
o van overleven (alleen)
o via herkennen (lotgenotencontact)
o naar verkennen (wie is die ander?)
o en erkennen (respect voor andere meningen en levensvisies)
kunnen vanuit de Spiral Dynamics verklaard worden. Na de fase van overleven (Beige) kun je
pas vanuit de veiligheid van het herkennen en ergens bijhoren (Paars/Blauwe structuren) je
leren verweren (Rood) en ondernemend worden, nieuwsgierig naar anderen en op
verkenningstocht uitgaan (Oranje). Daarna kan een fase aanbreken waarin je oog hebt voor de
verschillen en overeenkomsten tussen mensen en erkennen van gelijkwaardigheid (Groen).
Pas na de familie (Paars), het verzet (Rood), het vinden van een structuur en een ideaal/een
hoger doel (Blauw) komt er ruimte voor ondernemingslust (Oranje) en voor belangstelling
voor andersdenkenden (Groen). Deze ontwikkeling kan niet geforceerd worden en het is niet
mogelijk om stappen over te slaan. Ervaren professionals voelen dit haarscherp aan en zij
pogen een brug te slaan en de ontwikkeling stap-voor-stap te volgen en te sturen. Ik hoop dat
beleidsmakers en politici zich meer bewust zullen worden van het belang van deze
geleidelijke en de natuurlijke evolutie volgende weg.
5 Leida Schuringa, Op weg naar erkenning, Stichting Divers, Den Bosch, 2000 (62 pp)

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
13
7. Tot slot
In dit artikel heb ik kort geschetst wat de betekenis van SDi kan zijn voor de samenleving en
onze jeugd in het bijzonder. Je gaat op een andere manier kijken. Verschillen in cultuur,
etnische afkomst, religie, waarden- en normenpatronen, leefwijze of opvattingen worden niet
meer als doorslaggevend en alom verklarend gezien:“het gaat om de kleur van het
waardesysteem en niet om de kleur van de huid”. De waardesystemen gaan dwars door alles
heen heen. Er is moslim rood, blauw, oranje en groen, evenzeer als katholiek, communistisch,
socialistisch, Nederlands, Turks of protestants rood, blauw, oranje en groen.
Ook is het belangrijk je te realiseren dat de ontwikkeling haar eigen loop heeft. Pas na de
familie (Paars), het verzet (Rood), het vinden van een structuur en een ideaal/een hoger doel
(Blauw) komt er ruimte voor ondernemingslust (Oranje) en voor belangstelling voor
andersdenkenden (Groen). Deze ontwikkeling kan niet geforceerd worden en het is niet
mogelijk om stappen over te slaan. Het is dus nodig om bruggen te slaan en de
ontwikkeling stap-voor-stap te volgen en te sturen.
Ik ben ervan overtuigd dat in de huidige samenleving een gedifferentieerd beleid nodig is.
Kinderen, jongeren en volwassenen moeten díe behandeling, ondersteuning en stimulans
krijgen, die ze op dat moment nodig hebben gezien hun ontwikkelingsfase. Voor het ene kind
is een Iederwijsschool geschikt, voor het andere strikte regels en een heldere structuur. De ene
jongere kan door een goed gesprek weer op het rechte pad komen, de ander juist door een
strenge structurerende benadering. Een deel van de vrouwen in Nederland heeft geen
emancipatorische ondersteuning nodig, een ander deel wel.
Gedifferentieerd beleid betekent dat men vanuit een helicopterview kijkt wat de verschillende
groepen, organisaties en structuren in de samenleving nodig hebben om niet te stagneren in
negativiteit, maar een stap verder te kunnen zetten in hun ontwikkeling. Kijken vanuit het
perspectief van SDi draagt hieraan bij.
Het SDi model maakt m.i.inzichtelijk waar en waarom er fricties ontstaan in de samenleving
en waar blokkades in het integratieproces van verschillende bevolkingsgroepen kunnen
optreden. Het biedt ook ideeën en suggesties voor het verminderen van deze fricties en het
opruimen van de blokkades. Het geeft aanwijzingen over hoe je effectief kunt werken in
buurten, wijken, in de sectoren van zorg en welzijn, in de publieke sector. Daarom is dit
model ook erg nuttig voor het lokaal sociaal beleid.
Tenslotte zij opgemerkt dat het de kunst is om in het dagelijkse werk de essentie zo veel
mogelijk te benoemen in ‘gewone’ termen. Het ‘smijten met kleuren’ zoals ik dat af en toe in
de voorbeelden heb gedaan, is bedoeld om het denkmodel te verhelderen. Het is niet bedoeld
om zo hierover te communiceren met bewoners.
Ik hoop dat beleidsmakers en uitvoerende professionals zich meer bewust zullen worden van
het belang van deze geleidelijke en de natuurlijke evolutie volgende weg, dat deze benadering
op brede schaal ingezet zal gaan worden en dat we met elkaar een eenvoudige doch heldere
taal kunnen ontwikkelen om over de essenties te kunnen communiceren met mensen uit al de
verschillende waardesystemen.

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
14
Bijlage Waardesystemen6
Hieronder vindt u een korte typering van acht verschillende opeenvolgende centrale
waardesystemen.
1. Overleven - archaïsch bewustzijn (Beige)
Historisch: De eerste menselijke wezens op aarde. Het leven draait om bevrediging van
biologische behoeften. Instincten voeren de boventoon. Weinig besef van zichzelf als
een afzonderlijk wezen. Leeft van wat het land geeft, zoals de dieren. Alle
levensenergie is gericht op reproductie van de soort, voedsel, water, bescherming, in
leven blijven.
Ontwikkeling kind: Baby’s (0-18 maanden). Alles is gericht op groei en overleven. Het
bewustzijn is nog niet gedifferentieerd. De baby maakt in het begin nog geen
onderscheid tussen zichzelf en zijn moeder. In de loop der maanden gaat hij dat
langzamerhand wel doen.
Algemeen: Ook demente ouderen, mensen met Alzheimer of mensen die te maken hebben
met extreme stress of in een shock verkeren, bevinden zich in dit waardesysteem. Voor
mensen die in de beige zone verkeren, is voeding en liefdevolle verzorging het
allerbelangrijkste.
Negatieve aspecten: afhankelijkheid, dood
Positieve aspecten: Toegang tot subtiele zintuiglijke waarnemingen, een uniek gevoel
voor tijd en ruimte en een sterke verbondenheid met de natuur.
2. Familiebanden/clan – magisch bewustzijn (Paars)
Historisch: Losse groepen van voedselverzamelende mensen gaan zich vestigen. Er
ontwikkelen zich regels en een sociale structuur. Er is een heel sterk wij-gevoel.
Verwantschap en nabijheid zijn de bindende elementen. Men begint oorzaak en gevolg
te onderscheiden. Er is grote belangstelling voor natuurverschijnselen. Men gelooft in
voortekenen en magie. Er ontwikkelt zich een rijke verzameling aan mythen en
legenden. Veel rituelen en symbolen. De tijd wordt als cyclisch ervaren: men maakt
weinig onderscheid tussen verleden, heden en toekomst.
Ontwikkeling kind: Dit waardesysteem ontwikkelt zich tussen 1-3 jaar. Het kind ontwikkelt
relaties met mensen om zich heen en hecht zich aan bepaalde voorwerpen (dekentje of
teddybeer). Het begint verbanden te zien en in symbolen te denken. Het kind gaat
praten. Er is weinig onderscheid tussen werkelijkheid en fantasie. In deze periode is
het lichamelijke nog erg belangrijk.
Algemeen: De diepste aspecten van Paars houden verband met de relatie tussen ouders en
kinderen. Liefde kent vele vormen, maar een van de meest duurzame, intense en
onvoorwaardelijke ligt in dit domein. Een goede basis is voor het kind van wezenlijk
belang in zijn verdere ontwikkeling. Paars is sterk aanwezig in veel traditioneel
levende volkeren en bevolkingsgroepen. Er zijn veel ceremonies en overgangsrituelen.
De leiders hebben goed contact met de natuurkrachten en zijn dienstbaar aan de groep.
Magische gedachten en voorwerpen zijn belangrijk en variëren van winti-geloof,
‘afkloppen’, gelukshangertjes, vlaggen en volksliederen tot bepaalde kleding die
zichtbaar maakt dan men tot een bepaalde groep behoort. Taken binnen de groep horen
6 Zie ook Don Beck en Christopher Cowan: Spiral Dynamics, waarden, leiderschap en veranderingen in een
dynamisch model, Altamira-Becht, Haarlem, 2004.

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
15
bij een bepaalde leeftijd of geslacht. Paars kan zich geen andere levenswijze
voorstellen en er ontstaat tumult wanneer alternatieven worden opgedrongen.
Negatieve aspecten: beklemming, ongegrond bijgeloof, kortzichtig.
Positieve aspecten: Biedt een liefdevolle basis en bescherming. Rijkdom aan verhalen,
sprookjes en diepe levenswijsheden. Respect voor de voorouders, de wijsheid van
ouderen en voor het familie of groepsinstinct om dicht bij elkaar te blijven en
veiligheid te vinden in een bedreigende en gevaarlijke wereld. Rituelen rondom
huwelijk, geboorte en dood.
3. Macht, impulsiviteit - egocentrisch bewustzijn, (Rood)
Historisch: Op een bepaald moment begonnen mensen los te breken uit hun stamverbanden en
ervaarden ze hun eigen kracht in plaats van alles toe te schrijven aan de macht van
geesten. Rood is het eerste waardesysteem waarin het zelf duidelijk tot uiting komt en
tot gelding wil komen. Er ontstaan keizerrijken en feodale staten. Absolute heersers
eisen absolute gehoorzaamheid van hun volgelingen. Ridders bieden bescherming aan
de lijfeigenen die voor hen werken. De verhalen en legenden gaan over macht en eer,
veroveringen en heldendaden. Het besef ontstaat dat een krachtig individu de wereld
daadwerkelijk kan beïnvloeden.
Ontwikkeling kind: In de ‘nee-periode’ laait de eigen wil op. Het kind ontdekt de eigen
identiteit. ‘Mijn” wordt een belangrijk woord. Emoties worden in deze periode (3-6
jaar) nog niet gestuurd of ingedamd van binnenuit; impulsen moeten van buitenaf
beheerst worden. Belangrijkste periode 3-6 jaar. Aan het eind kan het kind
onderscheid maken tussen het eigen perspectief en dat van een ander. In de pubertijd
komt een opleving van dit rode waardesysteem.
Algemeen: Impulsiviteit, onmiddellijke bevrediging van behoeften, leven op het moment, het
gaat om macht en actie, heldendom, tegenstanders uitdagen, heersen, de baas zijn, het
expressieve zelf. Leven in rood is leven in de jungle zoals veel mensen die in - vooral
stedelijke - armoedegebieden leven, dagelijks ervaren. Er is een enorme kracht van
buitenaf nodig om Rood te temmen en zelfs dan geeft men zich niet zomaar
gewonnen. Zeer consequent Nee=nee plus onmiddellijke beloning kan helpen.
Negatieve aspecten: oog om oog - tand om tand, ‘ieder voor zich, God voor ons allen’,
roekeloosheid, geen zicht op de consequenties van het eigen gedrag, ongevoelig voor
straf.
Positieve aspecten: Daadkracht, assertief ego en zelfvertrouwen, krachtig opwellen van
individuele kracht. Levenskracht. Vitaal onderdeel van de menselijke aard en in
essentie niet goed of slecht. Dit is de basis van waaruit men zegt: Ik besta! Gezond
rood: discipline van oosterse gevechtssporten, survivaltochten, schoonmaakacties in
vervuilde stadswijken om die veiliger te maken. Gezond rood houdt van plezier, is
creatief en voldoende vrij om dingen te onderzoeken en van het leven te genieten.
4. Zingevend, duidelijke regels en wetten – mythisch bewustzijn (Blauw)
Historisch: Er begint behoefte te ontstaan aan orde en stabiliteit. Ontstaan van de grote
monotheïstisch godsdiensten. Er komen formele regels en voorschriften voor een
juiste levenswijze zoals de Tien Geboden. De wet dient gehoorzaamd te worden. Er is
een hoger doel dat betekenis geeft aan het leven en ieder mens een plaats geeft. Men
offert zichzelf nu op om later de beloning hiervoor te ontvangen (bijvoorbeeld in de
hemel). Ideologieën zoals het communisme waren gericht op de toekomstige
Heilsstaat..

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
16
Ontwikkeling kind: 6 – 12 jaar. Het kind leert regels te verinnerlijken en wordt zich bewust
van wat fout en goed is. Gedragscodes worden erg belangrijk. Het kind ziet wel andere
standpunten, maar er is er maar één goed. Het kind past zich aan en voegt zich in de
systemen waarbinnen het zich beweegt. Dit geeft rust en een kompas.
Algemeen: Er is een helder onderscheid tussen goed en fout. Dit kan leiden tot sterke
veroordeling zonder mededogen van mensen die zich anders gedragen. Het individu
onderwerpt zich aan het grote geheel en heeft een groot schuldgevoel ontwikkeld. Er
heerst veel angst: onjuist gedrag kan leiden tot veroordeling, afwijzing of uitstoting.
Deze wereld is hiërarchisch opgebouwd. Loyaliteit en gehoorzaamheid zijn grote
deugden. Betekenis en doel van het leven staan centraal, impulscontrole door
discipline en geloof in oorzakelijkheid, systemen of een ideologie. Offert zich op voor
principes, regels en ‘dé weg’. Leeft een geordend bestaan gebaseerd op ‘universele
waarheden’ zoals persoonlijke moed, trouw, verantwoordelijkheid en volharding.
Sterk plichtsgevoel, nadruk op eer en het landsbelang. Lineaire tijdsbeleving.
Negatieve aspecten: verstarring, koel, geen inlevingsvermogen, sterk veroordelend, gevaar
voor fundamentalisme.
Positieve aspecten: Geeft richting, doel en betekenis. Structuur geeft zekerheid en
geestelijke rust in het leven. Positief blauw leert mensen om te gaan met hun agressie,
verslavingen en impulsiviteit. Het biedt een duidelijke hoop voor de toekomst. Blauw
denken is nodig om orde te scheppen in de chaos in de maatschappij.
5. Prestatie – rationeel bewustzijn (Oranje)
Historisch: Met de Verlichting ontstond een sterk geloof in de rede en rationaliteit.
Ontwikkeling geïndustrialiseerde samenlevingen en vrije markt economie. Objectieve
wetenschap en nieuwe technologie kunnen de levensomstandigheden voor de hele
mensheid verbeteren. Mensen kunnen hun eigen lot bepalen. De wereld is vol
mogelijkheden voor wie eruit wil halen wat erin zit en de risico’s goed inschat. Het
ontstaan van afzonderlijke staten. Opkomst verschillende garanties van vrijheid,
rechten, privileges, zelfbeschikking en democratie. Mythen en regels worden getoetst
op geldigheid.
Ontwikkeling kind: 12-18 jaar. Het kind maakt zich los uit de structuren waarin het
verbonden was met anderen en gaat onderzoeken of alles wat zo absoluut leek wel
‘waar’ is. De jongere zoekt naar bewijzen, redenen en argumenten, naar het logische
‘waarom’. Het is een zoektocht naar eigenheid, identiteit en zelfstandigheid. Prestaties
zijn van groot belang.
Algemeen: Materialistisch, egocentrisch, pragmatisch, strategisch, streven naar rijkdom en het
bereiken van succes, wetenschappelijke methoden en kwantificering, competitie om te
winnen en hogere status te verwerven, hoog consumptieniveau; vrije markt principes,
politiek van geven en nemen, onderhandelen; betere levensstandaard door
technologische innovatie, directe toegang tot informatie en gericht op het realiseren
van het “goede leven” hier en nu. Er zijn verschillende standpunten mogelijk, maar
één daarvan is het beste. Het leven wordt beoordeeld in termen van persoonlijke
talenten, prestaties en tastbare bezittingen. Succesvol handelen vormt de maatstaf voor
wat juist is.
Negatieve aspecten: eenzaamheid, oppervlakkige en berekende relaties, bedreiging van het
ecologisch leefmilieu, armoede, alleen aandacht voor korte termijn gewin.
Positieve aspecten: Gerichtheid op alle mensen, kennis komt beschikbaar voor iedereen,
kansen voor individuele ontplooiing en succes, vermogen tot uitblinken en aanzetten
tot actie, flexibiliteit, snel reageren op een veranderende markt, belonen van ijver,

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
17
onafhankelijkheid en zelfvertrouwen, verantwoordelijkheid nemen, positief denken
onafhankelijk opereren, zoeken naar vernieuwing en verbetering, experimenteerdrang
(nieuwe ideeën lanceren en kijken hoe ze werken), doelgerichtheid, denken in kosten-
baten analyses.
6. Delen – Sensitief bewustzijn (Groen)
Historisch/algemeen: Als reactie op de keerzijden van het Oranje waardesysteem ontwikkelde
zich vooral vanaf de jaren zestig in het westen een nieuw denken in een zoektocht naar
menselijke waarden voorbij dogma’s en materieel plezier. Het is egalitair,
humanistisch, gericht op de aarde en de gemeenschap; streeft naar besluiten genomen
in consensus en gelooft in “wij behoren allemaal tot één familie en moeten de
hulpbronnen met elkaar delen”; aandacht voor gevoelens, introspectief, spiritueel,
bewust van het hele scala aan menselijke behoeften, staat open voor diepere
levenservaringen; in het algemeen warm en zorgzaam. Verzet zich tegen onderscheid
op basis van ras, etniciteit, sekse, nationaliteit en klasse door barrières uit de weg te
ruimen en gelijke kansen voor iedereen te scheppen.
Ontwikkeling kind: Vanaf 18 jaar hebben de hersenen het vermogen om dit waardesysteem
te ontwikkelen. Dat betekent niet dat iedereen dit stadium haalt (de twee hierna
volgende waardesystemen, geel en turkoois, worden pas mogelijk vanaf 24 jaar). Deze
jongvolwassene is in staat om vele gezichtspunten te zien, wil zich vaak inzetten voor
het milieu of voor mensen die in een moeilijke positie verkeren, afkeer van hiërarchie,
gericht op allemaal samen, luisteren, consensus zoekend.
Negatieve aspecten: eindeloos praten en overleggen, je kop niet boven het maaiveld uit
durven steken (afhankelijk van sociale goedkeuring van de groep), weerstand tegen
structuur en regelgeving, te hoge toegeeflijkheid voor destructief gedrag, geeft geen
grenzen aan, erg overtuigd van het eigen gelijk.
Positieve aspecten: Aandacht voor lichamelijk/psychisch welzijn, goede communicatie
tussen mensen, warmte, respect, diversiteit, ecologie, samen delen.
7. Ecologisch - Integraal bewustzijn (Geel)
Historisch/algemeen:
Na de eerste zes waardesystemen is nu een nieuwe laag van bewustzijn in ontwikkeling die
start met het integrale denken. Daarin wordt het mogelijk om alle voorgaande
waardesystemen te zien en ieder op hun eigen merites te waarderen. Gezien de complexiteit
van de hedendaagse wereld en de grote problemen die er spelen, is het noodzakelijk dat zich
een nieuwe, meer complexere manier van denken ontvouwt. Verschillende zienswijzen
kunnen worden geïntegreerd tot onderling afhankelijke natuurlijke processen/stromen. Wordt
meer geleid door eigen principes dan door regels, status, wetten, sociale waardering of de
agenda van anderen. Individuele verantwoordelijkheid is belangrijker dan een collectief
mandaat; competente mensen nemen beslissingen voor de samenleving op basis van inzicht in
de natuurlijke behoeften en processen. Belangrijkste taak: integreren van alle voorgaande
niveaus. Ondersteunt functionele resultaten door economische en politieke systemen te
stimuleren en te versterken die rekening houden met verschillende mensen op verschillende
momenten en in verschillende omstandigheden. Overstijgt alles wat hieraan vooraf ging maar
omvat het tegelijkertijd en anticipeert op het volgende dat komen gaat.
De kennis over en ervaringen met dit waardesysteem zijn nog beperkt, wat in nog sterkere
mate geldt voor het volgende. Dit zijn zich nog ontvouwende waardesystemen.

Leidraad Leertrajecten www.leidraad.com
18
8. Harmonie - Holistisch bewustzijn (Turkoois)
Historisch/algemeen:
Alles is verbonden met alles. Grenzen vervagen als gemeenschappelijke behoeften
belangrijker worden dan individuele prestaties. Richt zich op de energiestromen op
verschillende niveaus omdat het behoud van het leven in al haar gedaanten de hoogste
prioriteit heeft. Alle levende systemen zijn in een netwerk met elkaar verbonden en op elkaar
afgestemd. Er zijn nieuwe communicatiekanalen ontdekt die een werking hebben voorbij de
traditionele zintuigen. De planeet aarde wordt gezien als één ecosysteem naarmate een
verhoogd bewustzijn de gevoeligheid van mensen voor meervoudige dimensies van tijd en
ruimte vergroot. Grootse visies ondersteund door een uitdijende technologie leiden tot nieuwe
manieren om de werking van de levensenergie op micro en macro niveau te volgen. Een
nieuw begrip van kosmische spiritualiteit is een leidend principe geworden in religieuze
systemen en religies.