Spellingstekens

6

Click here to load reader

Transcript of Spellingstekens

Page 1: Spellingstekens

Spellingstekens

ë é è ‘s en -

Page 2: Spellingstekens

Algemeen

• Spellingstekens gebruik je vooral om woorden goed te lezen.

• Vooral nodig voor een juiste uitspraak van het woord.

• En soms de juiste betekenis.

Page 3: Spellingstekens

Het trema

• ‘Botsende klinkers’

• Poëzie, geïllustreerd, België, patiënt, geëerd.

• Deze klinkers (oe, ei, ie, ie en ee in dit geval) moeten afzonderlijk gelezen worden!

• Is niet altijd nodig: officieel, geadviseerd, geobserveerd

Page 4: Spellingstekens

Accenttekens ‘ en `

• Op woorden die uit het Frans komen:

• café, coupé (ee, zoals in hé)

• scène, barrière (e, zoals in hè)

• Nadruk:

• Ik denk dat we dat juist wél moeten doen.

• Betekenis:

• Deze ramp hadden we moeten voorkómen

• Ik snap niet deze rampen nog steeds vóórkomen.

Page 5: Spellingstekens

De apostrof

• Helpt om woorden goed te lezen.

• De auto’s van opa’s oppas zijn voorzien van Onno’s cd’s en radio’s.

• Meervoudsvormen: ski’s, menu’s, piano’s

• Bezitsvormen eindigend op een s(-klank): Alex’ broertje, Frits’ helm

• Ook als letters zijn weggelaten om uitspraak gemakkelijker te maken:

• Z’n zoon, m’n printer, ‘s avonds, ‘t zou kunnen

Page 6: Spellingstekens

Het liggend streepje -

1. Koppelteken

• Foto-onderschrift, het rood-wit-blauw, een mbo-opleiding

2. Weglatingsteken

• Regenlaarzen en –jassen, de in- en uitvoer, wandel- en fietsroutes, voor- en nadelen

3. Afbreekteken in regel (maar daarover wel-licht later)