Spacing effect
-
Upload
fredrica-justin -
Category
Documents
-
view
73 -
download
1
description
Transcript of Spacing effect
Geheugen
Vorige week: Hoofdstuk 6: Opslaan (acquisition / encoding)
Vorige week: Hoofdstuk 7: Onthouden (retention / consolidation / storage)
Vandaag: Hoofdstuk 8: Terugzoeken(retrieval)
Spacing effect
Resultaten
Spacing effect
Resultaten
Overzicht dit college
• Retrieval-cue hypothesis• Herkenning versus herinnering• Generate-recognize theory• Context-afhankelijke herinnering• Impliciet geheugen• Evolutie van geheugen
Retrieval-cue hypothesis
We vergeten omdat we niet de juiste aanwijzingen hebben om een herinnering naar boven te halen
Tulving & Psotka (1971)
Proefpersonen kregen 1 tot 6 lijsten met 24 woorden
Retrieval-cue hypothesis
Tulving & Psotka (1971)
Twee condities:1) Free recall: Herinner zo veel mogelijk
woorden van de lijst2) Cued recall: Zes categorie-namen en
herinner zo veel mogelijk woorden
Retrieval-cue hypothesis
Tulving & Psotka (1971)
Resultaten
Herkenning versus herinnering
Algemene bevinding:
Geef een lijst van 30 woorden
Proefpersonen herkennen bijna alle woorden
Proefpersonen herinneren zich minder dan 10 woorden
Herkenning versus herinnering
Bij herkenning heb je twee “retrieval cues”: de lijst en het woord
Bij herinnering: maar 1 “retrieval cue”: de lijst
Als er meerdere lijsten moeten worden geleerd, waarbij sommige woorden verschillende keren terugkomen, dan gaat de herkenning achteruit
Generate-recognize theory
Hoe kunnen proefpersonen zich items in een free-recall taak herinneren?
Theorie: proefpersonen genereren een nieuwe lijst met items, en herkennen dan de juiste items
Consequentie: het herkennen van items gaat altijd beter/sneller dan het herinneren
Generate-recognize theory
Pegwords (kapstok / aanknopingspunt) can be used when numbered or ordered information needs to be remembered. Pegwords are rhyming words for numbers and include the following: One is buns two is shoe three is tree four is door five is hive six is sticks seven is heaven eight is gate nine is vine ten is hen
Pegwords are substituted for the number to be remembered and associated with the other information. For instance, to remember that insects have six legs whereas spiders have eight legs, create a picture of insects on sticks and another picture of a spider on a gate. To remember Newton's first law of motion (objects at a rest tend to remain at rest unless acted on by another force), create a picture of a bun (pegword for one) resting. To remember that a garden rake is an example of a third-class lever, create a picture of a rake leaning against a tree (pegword for three, or third).
Generate-recognize theory
Method of loci / memory palace
Andi Bell: volgorde van 520 kaarten in 20 minuten
"When I memorise a deck of cards, I turn each card into a picture and this is a colourful animal or object that I've learned to associate with that particular card.” When it comes to recalling the cards Andi simply retraces his London route in his mind, visiting various landmarks and remembering what he has placed there.
Generate-recognize theory
Halen de experimenten van Tulving deze theorie onderuit?
Proefpersonen leren woordparen, die zwak geassocieerd zijn, bijv.
trein - zwart
Twee condities:1) Herinnering2) Herkenning
Generate-recognize theory
1) HerinneringProefpersonen zagen “trein”, and moesten zich “zwart”
herinneren(NB: geen “echte” free recall)
2) HerkenningProefpersonen zagen een hoog geassocieerd woord,
zoals wit; proefpersonen genereren vier woorden; vaak noemen ze dan zwart als een van de woorden
Generate-recognize theory
Resultaten
1) Percentage correct in herinnering-conditie: 60%
2) Percentage correct in herkenning-conditie: 40%
Hoe kan dit?
Generate-recognize theory
Associatie trein - zwart:Trein = cue-woordZwart = target-woord
“Trein” is in deze situatie een betere cue voor het geheugen dan “zwart”
Als in een herinnering-test betere cues voor geheugen worden gebruikt, dan hogere score dan in herkenning-test
Overzicht dit college
• Retrieval-cue hypothesis• Herkenning versus herinnering• Generate-recognize theory• Context-afhankelijke herinnering• Impliciet geheugen• Evolutie van geheugen
Context-afhankelijke herinnering
Klassieke studie: Godden & Baddeley (1975)
Duikers leren een lijst met 40 woorden op het land of onder water
LeeromgevingLand Water
Test- Land 13.5 8.5omgeving Water 8 11
Context-afhankelijke herinnering
Baker et al (2004)
LeeromgevingKauwgom Geen
Test- Kauwgom 12 6
omgeving Geen 7 8.5
Context-afhankelijke herinnering
Smith & Vela (2001): meta-analyse
Reinstatement hypothesis (reinstatement of context cues): bevestigd
Overshadowing hypothesis (bij goede concentratie op dat wat geleerd moet worden, worden invloeden van de omgeving onderdrukt): mixed(tijd doorgebracht in een bepaalde context maakte geen verschil)
Context-afhankelijke herinnering
Smith & Vela (2001): meta-analyse
Outshining hypothesis (bij goede concentratie tijdens de test, worden invloeden van de omgeving onderdrukt): mixed(type test maakte geen verschil)
Mental reinstatement hypothesis (mental reinstatement of context cues, zoals method of loci): bevestigd
Toestand-afhankelijke herinnering
Klassieke studie: Goodwin et al (1969)
8 woordparen / test 1 dag later
Toestand tijdens lerenNuchter Alcohol
Test- Nuchter 6.7 3.5toestand Alcohol 5.7 5.6
Stemmings-afhankelijke herinnering
Klassieke studie: Eich & Metcalfe (1989)
Woord-associaties (genereren) / vrolijke of droevige muziek / percentage correct
Muziek tijdens lerenVrolijk Bedroefd
Test- Vrolijk 32% 17%toestand Bedroefd 15% 26%
Stemmings-congruente herinnering
Klassieke studie: Teasdale & Russel (1983)
Lijsten met neutrale, positieve of negatieve woorden leren
Woorden tijdens lerenPositief Negatief
NeutraalTest- Vrolijk 0.95 0.51 0.48
toestand Depressief 0.50 0.99 0.63
Context-afhankelijk leren
Verklaring 1: Encoding-specificity principleGeheugen werkt het best als cues tijdens de
test lijken op die tijdens de leerfase
Verklaring 2: Transfer-appropriate processingGeheugen werkt het best als de processen
(dus niet de cues) tijdens de test lijken op die tijdens de leerfase
Context-afhankelijk leren
Reconstructief geheugen: Mensen onthouden geen losse feitjes, maar reconstrueren een coherent verhaal (sluit aan op transfer-appropriate processing)
Klassieke studie: Bransford & Johnson (1972)
Proefpersonen lezen “vaag verhaaltje” (voorbeeld pagina 286)
Proefpersonen die vooraf hebben gehoord waar het verhaal over gaat, onthouden beter
Context-afhankelijk leren
Inferential intrusion: Mensen maken sneller geheugenfouten als de fout past binnen een logische context
Klassieke studie: Sulin & Dooling (1974)
Proefpersonen lezen verhaaltje over persoon Carol Harris (voorbeeld pagina 287)
Vervang Carol Harris door Helen Keller: mensen denken eerder dat ze “Ze was doof en blind” hebben gelezen
Overzicht dit college
• Retrieval-cue hypothesis• Herkenning versus herinnering• Generate-recognize theory• Context-afhankelijke herinnering• Impliciet geheugen• Evolutie van geheugen
Impliciet geheugen
Herinneringen waarvan mensen zich niet direct bewust zijn (“het ligt op het puntje van m’n tong”)
Klassieke studie Hart (1967)
Proefpersonen krijgen vragen; als ze het antwoord niet weten, kunnen ze wel accurraat inschatten of ze het antwoorden kunnen herkennen
Impliciet geheugen
Klassieke studie Reder (1987)
Proefpersonen krijgen vragen; zij beginnen vanaf 2.5 seconde antwoord te geven; vanaf 1.7 seconde weten ze of ze het antwoord weten
Impliciet geheugen
Jacoby et al (1993)
Proefpersonen bestuderen lijst met woorden:
Conditie 1: Met de volle aandacht (full attention)
Conditie 2: Met een afleidende taak (divided attention)
Impliciet geheugen
Jacoby et al (1993)
Test: maak de stam af, bijvoorbeeld:Mot - motelInstructie 1: gebruik NIET een woord van de
lijstInstructie 2: gebruik het woord dat in je
gedachten opkomt
Impliciet geheugen
Jacoby et al (1993)
ResultatenAandachtVolledig Gedeeld
Instructie Exclusief 25% 32%Inclusief 43% 35%
Geen lijst 25% 25%
Impliciet geheugen
Jacoby (1983)
Proefpersonen bestuderen informatie over een woord, bijvoorbeeld “vrouw”:
Conditie 1: Geen context, alleen “vrouw”Conditie 2: Context, tegenstelling: “man-vrouw”Conditie 3: Genereren, zie “man”, genereer
“vrouw”
Impliciet geheugen
Jacoby (1983)
Test:
Instructie 1: Lijst met woorden, herken welke wel en niet bestudeerd zijn (expliciet)
Instructie 2: Woorden werden kort gepresenteerd (40 msec), zeg welk woord het was (impliciet)
Impliciet geheugen
Jacoby et al (1993)
ResultatenTestExpliciet Impliciet
Conditie Geen context 56% 82%Context 65% 73%Genereer 70% 66%
Verklaring: bij expliciet geheugen is het semantische proces (inhoud) belangrijk; bij impliciet geheugen het sensorische proces
Overzicht dit college
• Retrieval-cue hypothesis• Herkenning versus herinnering• Generate-recognize theory• Context-afhankelijke herinnering• Impliciet geheugen• Evolutie van geheugen
Evolutie van geheugen
Evolutietheorie: sommige eigenschappen zijn nuttig ten aanzien van overleving en/of voortplanting - dit zijn adaptaties
De werking van het geheugen reflecteert de statistische structuur van de omgeving: gedragsdata, omgevingsdata, LTP-data
Evolutie van geheugen
Kunnen wij informatie die specifiek samenhangt met overleving beter onthouden dan neutrale informatie?
Nairne et al (2007)
Adaptive memory: Survival processing enhances retention
Evolutie van geheugen
Conditie 1: OverlevingIn deze taak vragen we je in te beelden dat je bent
gestrand op een savanne, ergens in een land ver weg, zonder de basismaterialen voor overleving. De komende maanden zul je zelf voedsel en drinken moeten vinden, en jezelf beschermen tegen wilde dieren. We laten je een lijst met woorden zien, en vragen je aan te geven hoe relevant deze woorden zijn in deze overlevingssituatie.
Evolutie van geheugen
Conditie 2: VerhuizenIn deze taak vragen we je in te beelden dat je gaat
verhuizen naar een land ver weg. De komende maanden zul je een huis moeten vinden en je eigendommen verhuizen. We laten je een lijst met woorden zien, en vragen je aan te geven hoe relevant deze woorden zijn in deze situatie.
Evolutie van geheugen
Conditie 3: PlezierigheidIn deze taak laten we je een lijst met woorden zien, en
we vragen je aan te geven hoe plezierig deze woorden zijn.
Evolutie van geheugen
Per conditie 50 proefpersonen
Elke lijst bestond uit dezelfde 30 woorden.
Elk woord verscheen 5 seconde op het scherm.
Proefpersonen gaven aan op een schaal van 1 tot 5 hoe relevant / plezierig ze het woord vonden
Na de 30 woorden: 2 minuten afleidingstaak
Geheugentaak: schrijf zo veel mogelijk woorden op (free recall)
Evolutie van geheugen
Percentage correct:
Conditie 1: overleving-processing: 60%
Conditie 2: verhuizing-processing: 52%
Conditie 3: plezierigheid-processing: 52%
Evolutie van geheugen
Zelfde patroon als proefpersonen beide condities doorlopen:
Percentage correct:
Conditie 1: overleving-processing: 63%
Conditie 2: verhuizing-processing: 46%
Evolutie van geheugen
Zelfde patroon als proefpersonen de woorden (128) herkennen (i.p.v. free recall):
Percentage correct:
Conditie 1: overleving-processing: 94%
Conditie 2: verhuizing-processing: 92%
Evolutie van geheugen
Zelfde patroon bij “zelf-referentie”(in hoeverre beschrijft het woord jezelf?) (free recall)
Percentage correct:
Conditie 1: overleving-processing: 63%
Conditie 2: zelf-referentie-processing: 46%
Woensdag
College door Ingmar
Hoofdstuk 9 Anderson
Let op opdracht!
Dinsdagavond: resultaten testje mailen!!!
Woensdag voor college: opdracht inleveren