Sos 13 speculationnl bd

36
JUNI 2013 De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie VOEDSELSPECULATIE

description

 

Transcript of Sos 13 speculationnl bd

Page 1: Sos 13 speculationnl bd

juni 2013

De betrokkenheid van Belgische bankenbij voedselspeculatie

Voedselspeculatie

Page 2: Sos 13 speculationnl bd

Juni 2013

Verantwoordelijke Uitgever Bogdan Vanden Berghe, 11.11.11, Vlasfabriekstraat 11, 1060 Brussel

Auteurs Stephane Desgain (CNCD-11.11.11), Thierry Kesteloot (Oxfam-Solidariteit), Arnaud Marchand (RFA), Virginie Pissoort et Celine Bensusan (SOS FAIM), Jan Van de Poel (11.11.11) met medewerking van Frank Vanaerschot (Fairfin).

Redactie Nathalie Lemaire

Vertaling uit het Frans Lieve De Meyer

Lay-out Marmelade sprl

Deze uitgave werd gerealiseerd met de financiële steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en van de Europese Unie. De artikelen van deze publicatie zijn de verantwoorde-lijkheid van de auteurs en ze mogen niet beschouwd worden als een weergave van het standpunt van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking of van de Europese Unie.

Reproductie © De inhoud van dit rapport mag geciteerd of gereproduceerd worden op voorwaarde dat de bron expliciet vermeld wordt. De verantwoordelijke organisaties zouden graag een kopie ontvangen van de documenten die dit rapport citeren of gebruiken.

CNCD-11.11.11Handelskaai 9, 1000 Brusselwww.cncd.be

11.11.11Vlasfabriekstraat 11, 1060 Brussel www.11.be

SOS FaimWolstraat 4, 1000 Brussel www.sosfaim.org

Oxfam-SolidariteitVier-windenstraat 60 1080 Brusselwww.oxfamsol.be

RFA(Réseau Financement Alternatif )Rue Henri Lecoq, 47, bte 15000 Namur www.financite.be

FAIRFIN Vooruitgangstraat 333/91030 Brusselwww.fairfin.be

Rapport gepubliceerd door de onderstaande organisaties

Page 3: Sos 13 speculationnl bd

Inhoudstafel

Samenvatting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

1. Landbouwmarkten in handen van financiële speculanten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

De financiële markten, aanvankelijk een kostbaar instrument voor landbouwactoren . . . . 8

De overname van landbouwmarkten door de financiële sector . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

2. Ook de Belgische banken zijn medeplichtig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Voor een goed begrip … . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Resultaten van het onderzoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16

3. Financiële speculatie veroorzaakt honger en armoede . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21

De financiële speculatie versterkt de volatiliteit van de landbouwprijzen . . . . . . . . . . . . . .21

Vooral de armen betalen de prijs van hoge en volatiele prijzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

4. Voorstellen en alternatieven om excessieve speculatie tegen te gaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

Een heel magere balans… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

Too little, too late . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

Aanbevelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30

Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33

Verklarende woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34

Lijst van gebruikte afkortingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35

Page 4: Sos 13 speculationnl bd
Page 5: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 5

De termijnmarkt voor landbouwproducten is de laatste jaren fundamenteel veranderd. Vroeger waren termijnmarkten bedoeld om landbouwproducenten en handelaars te beschermen tegen de risico’s van prijsschommelingen. Dat gebeurde door op voorhand de prijs van de komende oogst af te spreken. Sinds enkele jaren zijn speculanten en financiële spelers massaal actief geworden op de termijnmarkten. Zij hebben geen enkel belang bij stabiele en lonende prijzen van landbouwproducten. Ze leven van de wispelturigheid van de prijzen.

Samenvatting

De termijnmarkt voor landbouwproducten is de laatste jaren fundamenteel ver-anderd. Termijnmarkten zijn bedoeld om landbouwproducenten en handelaars te beschermen tegen de risico’s van prijsschommelingen. Dat gebeurt door op voorhand de prijs van de komende oogst af te spreken. Sinds enkele jaren zijn speculanten en financiële spelers massaal actief geworden op de termijnmark-ten. Zij hebben geen enkel belang bij stabiele en lonende prijzen van landbouw-producten. Ze leven van de wispelturigheid van de prijzen.

De massale komst van financiële speculanten laat zich vooral verklaren door de deregulering van de financiële en landbouwmarkten. Vandaag ondervinden speculanten geen enkele beperking of controle bij de razendsnelle ontwikkeling van de meest complexe financiële producten.

Ook in België hebben sommige banken dat goed begrepen. In een onderzoek bij tien financiële instellingen die actief zijn op de Belgische markt in april 2013 bleken zes instellingen één of meer financiële producten aan te bieden die spe-culeren op grondstoffenprijzen en dus ook op de prijzen van landbouwgrond-stoffen. In het onderzoek vallen met name Deutsche Bank en BNP Paribas Fortis op omwille van de omvang en de diversiteit van de aangeboden speculatieve producten. Op de derde plaats in deze rangschikking vinden we AXA, dat zijn klanten twee omstreden fondsen aanbiedt, voor ING en Belfius die elk één fonds van dit type aanbieden. Ook ABN Amro biedt 2,93 miljoen turbocertificaten aan waarvan de waarde niet bekend is.

In totaal beleggen de onderzochte banken 3,725 miljard euro in grondstoffen-derivaten. Daarbij komt nog het ‘mysterieuze’ bedrag van de turbocertificaten die ABN AMRO aanbiedt. We schatten dat van dit bedrag tussen 768 en 948 miljoen euro rechtstreeks wordt belegd in afgeleide producten op landbouw-grondstoffen.

Deze cijfers, achterhaald via publiek toegankelijke bronnen, zijn maar het topje van de ijsberg. Financiële instellingen handelen ook voor rekening van derden of kunnen hun eigen middelen gebruiken voor beleggingen in landbouwgrondstof-fen. Die activiteiten zijn niet gebonden aan dezelfde transparantie en de regelge-ving die geldt voor fondsen die aan particuliere spaarders worden aangeboden. Het is dan ook onmogelijk die gegevens te achterhalen. Een bank die volgens dit rapport geen financiële producten aanbiedt die speculeren op landbouwgrond-stoffen, is daarom niet noodzakelijk brandschoon. Het kan best zijn dat ze voor rekening van derden of met eigen middelen in dergelijke producten investeert.

Page 6: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie6

Ondanks ronkende intentieverklaringen van regeringsleiders in binnen- en bui-tenland en internationale instellingen ontsnappen speculatieve producten op landbouwgrondstoffen aan elk toezicht en treden alle ethische regels met de voeten. Enkel om de consument en de spaarder te beschermen zijn een aantal maatregelen genomen, maar dat blijkt totaal onvoldoende om dit fenomeen te stoppen.

Een moratorium van de FSMA, de Belgische toezichthouder van de financiële sector, wil financiële instellingen verbieden om complexe gestructureerde pro-ducten te verkopen aan spaarders. Uit de resultaten van ons onderzoek blijkt alvast dat dit moratorium niet volstaat. Er worden nog steeds speculatieve pro-ducten op landbouwgrondstoffen aangeboden aan spaarders. Het moratorium is geen verplichting en het toepassingsgebied is voor interpretatie vatbaar.

Op Europees niveau zijn dringend regulerende maatregelen nodig. Het wordt tijd dat de politieke verantwoordelijken opnieuw het heft in handen nemen om de burgers een financieel systeem te bieden dat ten dienste staat van de economie en het algemeen belang. Daartoe moet eerst en vooral de transparantie worden versterkt. Bovendien moeten de mogelijkheden van speculanten om in de land-bouwmarkten in te grijpen en de prijzen te bepalen worden ingeperkt. Dat kan best door het opleggen van ‘positielimieten’, die een maximaal aantal contracten voor spelers vastleggen, en door het opleggen van maximale prijsschommeling-en. Om dat mogelijk te maken moeten de autoriteiten voor markttoezicht meer macht krijgen.

Los van de financiële markten moet ook de volatiliteit op de landbouwmarkten structureel worden aangepakt. Dat zal eerst en vooral moeten gebeuren via een beleid dat de landbouwmarkten stabiliseert, de productie en de consumptie van agrobrandstoffen beperkt, de klimaatverandering onder controle houdt en inves-teert in de voedselproductie via een ecologische boerenlandbouw.

Page 7: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 7

Al sinds de oudheid trachten overheden het aanbod van landbouwproducten te regelen om het hoofd te bieden aan de uitdaging van voedselzekerheid. Daarbij lieten ze niet na om recht-streeks in de prijzen in te grijpen, met wisselend succes. Daarnaast werden ook particuliere mechanismen voor ‘hedging’ en herverzekering opgezet om een stabiele en lonende prijs te kunnen garanderen.

Speculatie leidt immers meestal tot prijsstijgingen die nadelig zijn voor de armsten en schaarste en hongersnood kunnen veroorzaken.1 Vandaag is spe-culatie op de landbouwmarkten zo ver-algemeend dat zowel grote als kleine investeerders, al dan niet rechtstreeks verbonden met de sector, meespelen. Ook UNCTAD stelt dat die ‘financiali-sering’ van de landbouwmarkten de prijs van voedsel beïnvloedt:

“The financialisation of commodity markets… has played a significant role in price developments in recent years. This phenomenon is a serious concern, because the activities of financial parti-cipants tend to drive commodity prices away from the levels justified by market fundamentals, with negative effects on producers and consumers 2”

Volgens de FAO lijden vandaag 870 miljoen mensen honger. De overgrote meerderheid daarvan – 98 % – woont in ontwikkelingslanden. Sinds 1990 lijkt het aantal personen dat honger lijdt jaar na jaar te dalen. In 2008 en 2011, tijdens de grote voedselcrises, steeg dat aantal opnieuw met respectieve-lijk 75 miljoen en 40 miljoen mensen. De FAO schrijft die stijging toe aan de pieken in de voedselprijzen: « “The rise

1 : Banner, S. (1998), Anglo-American Securities Regulation: Cultural and Political Roots 1690-1860, Cambridge, Cambridge University Press.

2 : UNCTAD (2011), Price Formation in Financia-lized Commodity Markets: The Role of Informa-tion, New York en Genève, p.vii. “De financialisering van de grondstoffenmark-ten […] heeft de voorbije jaren een essentiële rol gespeeld in de evolutie van de prijzen. Dit is zorgwekkend, omdat de grondstoffenprijzen door de activiteiten van financiële spelers weg-drijven van de prijzen die gerechtvaardigd zijn volgens de basisbeginselen van de markt en dit heeft negatieve gevolgen voor producenten en consumenten.”

in global undernourishment numbers in 2008 was an immediate result of the spike in food prices».3 De meeste experts verklaren die prijspieken ook door de explosief toenemende specu-latie op de landbouwmarkten.

Dit rapport is het resultaat van onder-zoekswerk van een groep Belgische ontwikkelingsngo’s, samen met Fairfin en RFA. Het werpt licht op de rol van financiële speculatie bij de voedselcri-ses van de voorbije jaren en onthult de rol van banken op de Belgische markt bij dit kwalijk fenomeen. Het rapport ka-dert in het streven van de Europese en internationale civiele samenleving om speculatieve praktijken in de voedsel-markten te bestrijden. Bovendien pre-senteert dit rapport een aantal concrete aanbevelingen om te komen tot een be-perking van excessieve financiële spe-culatie en de gevolgen daarvan voor de voedselzekerheid en de landbouw.

3 : FAO (2011), The Stage of Food and Agricul-ture, 25 juni-2 juli, Rome, p. 8 “De stijging van het aantal ondervoede mensen in 2008 was een rechtstreeks gevolg van de piek in de voedselprijzen”.

Inleiding

Page 8: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie8

overheden speelden lange tijd een ac-tieve rol in voedselmarkten. In het ver-leden richtten ze ‘marketing boards’ op en sloten grondstoffenakkoorden af om vraag en aanbod beter met el k aar in evenwicht te brengen. Tot in de jaren 1990 trachtte ook het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid voor stabiele prijzen te zorgen door een actief prijsbeleid, met instrumen-ten zoals minimumprijzen, exportsub-sidies, invoerheffingen en stocks. Die maatregelen waren verre van voldoen-de om stabiele en lonende prijzen te garanderen voor een meerderheid van producenten. Wel konden ze de risico’s van buitengewone speculatie waar we vandaag mee geconfronteerd worden enigszins indammen. Sinds de jaren 1980 zet het beleid vooral in op een liberalisering van de voedselmark-ten. Verschillende maatregelen om die markten te reguleren werden terug-geschroefd of zelfs afgeschaft om de baan te ruimen voor marktinstrumen-ten zoals termijnmarkten en financiële verzekeringsmechanismen.1

De termijnmarkt, een verdienstelijk instrument voor risicospreiding en stabiele voedselprijzen

Termijnmarkten kunnen een essenti-ele rol spelen in het opvangen van die risico’s. Op die markten kunnen pro-ducenten hun oogst van tevoren te-gen een bepaalde prijs verkopen aan een handelaar, wat hen toelaat vooruit te plannen en investeringen te doen. Dergelijke vormen van hedging maken deel uit van een overlevings- en ont-wikkelingsstrategie van producenten, vooral in ontwikkelde markten, om hun producten aan de best mogelijke prijs

1 : Galtier, F & al. (2013), Managing food price instability in developing countries. A critical ana-lysis of strategies an instruments, Cirad.

Landbouwmarkten in handen van financiële speculanten

1

De financiële markten, aanvankelijk een kostbaar instrument voor landbouw-actoren

Landbouw, van nature risicovol

Landbouw is van nature een zeer ri-sicovolle bezigheid. Boeren zijn altijd overgeleverd aan de grillen van het kli-maat en aan de natuurlijke variaties in productie. Bovendien is de vraag naar voedsel ‘inelastisch’: als er schaarste ontstaat zullen de prijzen stijgen maar de vraag naar voedsel zal weinig ver-anderen. Enkel de allerarmsten die weinig ruimte hebben om op andere uitgaven te besparen zien zich ge-dwongen te besparen op hun voeding.

Ook het aanbod is weinig flexibel: boeren hebben minimum een seizoen nodig om nieuwe gewassen te telen en op de markt te brengen. Boeren, han-delaars, verwerkers, etc. betrokken in de keten stellen zich altijd bloot aan de risico’s van schommelende voed-selprijzen en een onzeker inkomen.

Boeren hebben zich altijd tegen der-gelijke risico’s ingedekt door een tra-ditionele vorm van speculatie. Zo zal de boer zijn oogst niet meteen na de oogst willen verkopen wanneer de prijzen het laagst zijn. Liefst zal hij even wachten en pas verkopen wan-neer de prijzen terug zijn gestegen. Dat veronderstelt wel dat hij over vol-doende opslag- en bewaarcapaciteit beschikt, wat geen sinecure is in vele ontwikkelingslanden.

Om zich zo sterk mogelijk te verze-keren van voorspelbare en lonende prijzen verenigen boeren zich in co-operaties en trachten ze gezamenlijk contracten af te sluiten om sterker te staan in prijsonderhandelingen. Ook

Page 9: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 9

standaard termijncontracten ontwik-keld die nog steeds over de ganse wereld gebruikt worden voor handel en speculatie in grondstoffen: de ‘fu-tures’2.

Wat is een termijncontract?

Termijncontracten of ‘futures’ zijn gestandaardiseerde contracten die worden afgesloten tussen anonieme kopers en verkopers van grondstof-fen . Via het contract worden ze het eens over de levering van een vastgestelde hoeveelheid van een grondstof op een bepaalde datum in de toekomst (vandaar ‘future’) tegen een vastgestelde prijs . Omdat het termijncontract zijn waarde ontleent aan de onderliggende waarde van de werkelijke grondstof, spreken we ook van een ‘derivaat’ of ‘afgeleid product’ .

2 : Foodwatch (2011), The Hunger Makers : How Deutsche Bank, Goldman Sachs and other Financial Institutions are speculating with food at the expense of the poorest, http://www.makefinancework.org/IMG/pdf/ foodwatch-en_rohstoff-report_ger.pdf

te verkopen. Voor producenten in ont-wikkelingslanden spelen die markten een veel kleinere rol. Ze zitten vaak in een zwakke onderhandelingspositie die hen dwingt de prijs te ondergaan.

Mechanismen om zich in te dekken tegen schommelingen van grond-stoffenprijzen zijn bijna zo oud als de landbouw zelf. Bekend is Aristoteles’ verhaal over de filosoof Thales van Milete die het beu was bespot te wor-den omwille van z’n armoedige levens-stijl. Thales voorspelde, op basis van zijn uitgebreide meteorologische ken-nis, een buitengewone olijfoogst. Nog voor de oogstperiode aanbrak, huurde hij alle olijfpersen op Chios en Milete aan een vastgesteld bedrag. Wanneer de recordoogst werd binnengehaald, cashte Thales zijn optie en werd een rijk man.

In de loop van de 19de eeuw ontstond in Chicago, in het centrum van één van de belangrijkste graanschuren van de wereld, de eerste moderne markt voor termijncontracten voor landbouw-grondstoffen. In de Chicago Board of Trade (CBOT) zouden prijzen publieke-lijk onderhandeld worden, contracten volgens welbepaalde standaarden af-gesloten en de rechten van alle betrok-ken partijen erkend. Daarvoor werden

Een handelaar in graan weet in maart dat hij in augustus 500 ton gemalen tarwe moet verkopen om plaats te ruimen voor de nieuwe oogst. Een blik op de Europese graanbeurs in Parijs leert hem dat de levering van tarwe in augustus € 200 per ton oplevert. Om zich van die prijs te verzekeren doet hij een bod voor 10 standaard verkoopcontracten voor levering in augustus, elk van 50 ton gemalen tarwe aan een prijs van € 200 per ton. Hij voldoet daarmee aan de ver-wachting van een koper, zoals een broodfabrikant, die een aankoopcontract aanbiedt. Beide biedingen worden elek-tronisch aan elkaar gekoppeld en de transactie gebeurt automatisch. Op de termijnmarkt worden die verschillende contacten verzameld. De transacties worden gegarandeerd door financiële hedgers. Als de prijzen voor tarwe of maïs stijgen tijdens de looptijd van het contract, zal de boer zijn oogst onder de marktprijs moeten verkopen en strijkt de tegenpartij de winst op zak. Omgekeerd kan de prijs ondertussen ook gekelderd zijn, wat betekent dat de commerciële ‘hedger’ de verliezen incasseert.

Hoe werken termijnmarkten ?

Page 10: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie10

De overname van landbouwmarkten door de financiële sector

Aanvankelijk draaiden de termijnmark-ten voor landbouwgrondstoffen om landbouw en voedsel, niet om louter fi-nanciële investeringen. Ze zijn ontwor-pen om de reële spelers in de sector oplossingen te bieden voor risicobe-heersing, het inflexibele karakter van de landbouwproductie en het gebrek aan goede en voldoende informatie dat zo eigen is aan landbouwmarkten. De laatste jaren is die rol fundamenteel veranderd. Voedsel wordt steeds vaker gezien als een nieuwe ‘asset class’, zoals aandelen of obligaties, om de portefeuilles van investeerders te di-versifiëren, risico’s in andere markten af te dekken of tegen inflatie te ver-zekeren. Dit maakt dat de handel in termijncontracten en andere afgeleide producten niet langer de werkelijke dy-namieken op de voedselmarkten weer-spiegelen. Dat oneigenlijke gebruik van landbouwtermijnmarkten op massieve schaal is het werkelijke probleem.

In 1996 was het marktaandeel van spe-culanten op de termijnmarkten slechts 12%. In 2011 was dat toegenomen tot meer dan 60%. De overname van landbouwmarkten door nieuwe specu-lanten is een rechtstreeks gevolg van een jarenlang beleid van deregulering.

Deregulering plaveit de weg voor speculanten

De eerste jaren van de 21ste eeuw zag een ‘perfect storm’ die de overname van de voedselmarkten door specu-lanten mogelijk maakte. De enorme ‘financialisering’ van de voedselmark-ten, of verstrengeling van de voedsel-markten met financiële markten, kent verschillende belangrijke oorzaken:

Een verregaande deregulering van de grondstoffenmarkten en het afschaffen van kwantitatieve beper-kingen op speculatieve activiteiten in landbouwtermijnmarkten. In 2000 keurde toenmalig president Clinton de Commodity Futures Modernization Act goed die een einde maakte aan de re-gulering die was ingesteld na de beurs-

Hedgers en speculanten?

Hedgers zorgen voor zekerheid in de markten door risico’s te spreiden en een referentieprijs voor de reële markten vast te leggen. De referentieprijs dekt het risico van zowel producenten als afnemers van landbouwgrondstoffen. Hedgers staan, als tegenpartij van een termijncontract, garant voor het risico. Producenten baseren zich op de referentieprijs wanneer ze investeringsbeslissingen nemen. Bovendien laten deze mechanismen hedgers toe een stabiele inkomstenstroom te bieden aan producenten en aankopers. Hedging wordt dan ook gezien als een stabiliserende factor in landbouwmarkten.

Naast hedgers, zijn ook speculanten actief die termijncontracten en andere afgeleide producten kopen en verkopen in de hoop winst te maken door de prijsschommelingen op lange en korte termijn zonder rekening te houden met de reële fundamenten van vraag en aanbod op de landbouwmarkten. Speculanten zorgen dus voor onzekerheid op de markten die volledig los staat van de reële markten.

Investeringsbanken, soevereine investeringsfondsen, hefboomfondsen en pensioenfondsen zijn voorbeelden van nieuwe speculanten betrokken in termijnmarkten.

Page 11: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 11

(OTC)-handel verloopt niet langs de beurs en is dus helemaal niet trans-parant. Dat gebrek aan transparantie maakt dat enkele spelers de markt fun-damenteel kunnen beïnvloeden zonder enige vorm van toezicht of controle.5 In december 2008 werd de totale waarde van de OTC-handel van grondstoffen-derivaten, niet enkel van voedsel maar ook olie en metalen, geschat op 4.4 bil-joen dollar.6 Het gebrek aan informatie gecombineerd met nieuwe technieken die een razendsnelle handel - met soms duizenden transacties binnen één frac-tie van een seconde (het zogenaamde ‘high frequency trading’) - mogelijk ma-ken, leiden tot krachteloze regulatoren.

5 : Mittal, A. (2009), The 2008 food price crisis: rethinking food security policies, G-24 Discussion Paper Series, http://www.unctad.org/en/docs/gdsmdpg2420093_en.pdf

6 : Idem 5.

crash’ van 1929. De wet gaf nieuwe spelers zonder enig commercieel be-lang in voedselmarkten toegang tot die markten. Tegelijkertijd werden nieuwe ‘autoregulerende’ grondstoffenbeur-zen geopend waar pensioenfondsen, hedgefunds en investeringsbanken termijncontracten konden aan- en ver-kopen zonder positielimieten. Ook in Europa groeide vanaf de jaren 1980 een trend van deregulering. Het belang van termijnmarkten bleef echter al bij al nog beperkt tot de ontmanteling van de reguleringsmechanismen binnen het GLB.3 Op de beurs van Parijs wer-den termijnmarkten pas in 1992 geïn-stalleerd.4

Een afbrokkeling van de slag-kracht van regulatoren en toezicht-houders. Deregulering ging gepaard met een exponentiële toename van de rechtstreekse handel in termijncon-tracten en andere afgeleide producten tussen spelers. Deze ‘over the counter’

3 : Galtier, F & al. (2013), Managing food price instability in developing countries. A critical analysis of strategies an instruments, Cirad.

4 : Berthelot, J. (2013), Réguler les prix agricoles, Paris, L’Harmattan, p.48.

Speculatie12%

juni 1996Hedging

88%Speculatie61%

juni 2011Hedging

39%Speculatie12%

juni 1996Hedging

88%Speculatie61%

juni 2011Hedging

39%

Bron: WDM (2011), Broken Markets, p. 13.

De financiële en kredietcrisis deed nieuwe spelers op zoek gaan naar nieuwe markten met hoge op-brengsten. Tegen die achtergrond lanceerde de financiële industrie een nieuwe manier om te investeren in grondstoffen, de indexfondsen. Be-gin jaren 1990 had Goldman Sachs al een grondstoffenindex ontwikkeld, de Goldman Sachs Commodity Index (GSCI), die de prijsontwikkeling van ter-mijncontracten voor 25 verschillende grondstoffen, van aluminium tot suiker, weerspiegelde. Bankiers van Goldman Sachs boden aan om het kapitaal van investeerders in termijncontracten te beleggen naargelang het gewicht van de specifieke grondstof in de index. In-vesteerders konden dus speculeren op de prijsontwikkeling van grondstoffen, waaronder voedsel, zonder zelf bij de handel betrokken te zijn. Aanvankelijk waren dergelijke indexfondsen slechts een niche, maar het idee nam een hoge vlucht toen het door de sector werd gepromoot als een ideaal mechanisme om risico’s af te dekken in andere finan-ciële markten.7 Spoedig brachten ook andere grootbanken als Barclays, Mor-gan Stanley, Deutsche Bank, etc. ge-lijkaardige indexfondsen op de markt, soms tot één derde gebaseerd op de prijsontwikkeling van voedsel. Tus-sen 2002 en 2008 vervijfvoudigde het aantal uitstaande futures en opties op grondstoffenmarkten wereldwijd.8 Het kapitaal in indexfondsen voor grond-stoffen steeg van 13 miljard USD in 2003 tot 317 miljard USD in 2008.9

7 : Dat idee was sterk gebaseerd op een invloed rijke paper van Yale-professoren Gorton en Rouwenhorts die aantoonde dat de opbreng-sten van investeringsportefeuilles gebaseerd op grondstoffen negatief gecorreleerd zijn aan aandelen en obligatiemarkten. Zie: Gorton, G. & Rouwenhorst, K.G. (2004), Facts and fantasies about commodity futures, NBER Working Paper 10595, http://www.nber.org/papers/w10595.pdf?new_window=1

8 : UNCTAD (2009), The Global Economic Crisis: Systemic failures and multilateral remedies, http://unctad.org/en/Docs/gds20091_en.pdf

9 : De Schutter, O. (2010), Briefing Note 2: Food Commodities Speculation and Food Price Crises Regulation to reduce the risks of price volatility, http://www.srfood.org/images/stories/pdf/otherdocuments/20102309_briefing_note_02_en_ok.pdf

Aandeel van hedgers en speculanten op de termijnmarkten

Page 12: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie12

Tijd

GS*

Duwt prijzen de hoogte in en maakt ze volatiel

– afgeleide producten– producten aangeboden door de banken ETC, ETN, indexfondsen …

NIEUWE financiële producten

$

Beurs (gereguleerd)

Over the counter (niet gereguleerd)

Termijnmarkt

Fysieke markt

Verkopen van termijncontracten Kopen van termijncontracten

VerwerkersProducenten

NIEUWE speculanten

Traditionele speculanten

Hedgers

Aankoop en verkoop van termijncontract via verschillende financiële producten

Doorverkopen van termijncontracten

– Banken– Hedge funds– Pensioenfondsen– …

– Banken– Financiële spelers

– Hedgers

* Grondstoffen

Welke zijn die nieuwe speculanten die de laatste jaren dominant zijn gewor-den op de voedselmarkten en gigan-tische winsten boeken door te gokken op prijsschommelingen van voedsel?

Institutionele investeerders als pen-sioenfondsen en hefboomfondsen zijn vandaag op de voedselmarkten actief met enorme kapitalen. Deze spelers worden vooral aangetrokken door in-dexfondsen voor grondstoffen en de belofte voor verzekerde opbrengsten – gezien de verwachte trend van hogere prijzen op lange termijn - zonder direct in de voedselmarkten betrokken te zijn.

Wie zijn de nieuwe speculatieve spelers?

De financialisering van de voedsel-markten is dus het resultaat van de enorme toename van kapitaalstromen van nieuwe speculatieve investeerders in derivaten zoals landbouwtermijn-contracten en aanverwante afgeleide investeringsinstrumenten. Die kapitaal-stromen dragen weinig tot niets bij aan de landbouw en staan vaak volledig los van de werkelijke evoluties in de ‘mar-ket fundamentals’ (vraag en aanbod, stocks, handel).

Grondstoffenindex?Berekent de waarde van termijn-contracten voor een verzameling – een mandje – van grondstoffen . Termijncontracten van verschil-lende soorten grondstoffen wor-den gecombineerd in één index en krijgen een verschillend gewicht . Zo is de waarde van de GSCi gebaseerd op termijncontracten van verschil-lende grondstoffen waarvan 12% landbouwgrondstoffen en 71% energie .

Hoe werken termijnmarkten en voedselspeculatie?

Page 13: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 13

Ook banken, zelfs spaarbanken sinds de opheffing van het onder-scheid met investeringsbanken, spe-len een belangrijke rol. Niet alleen fa-ciliteren en promoten zij de handel in grondstoffenderivaten. Ze zijn zelf ook actief. Banken kunnen zowel voor ei-gen rekening met hun eigen middelen als op vraag van klanten speculeren op voedselmarkten. Investeringsban-ken als Goldman Sachs en Barclays maakten op één jaar tijd respectievelijk 1 miljard en 550 miljoen dollar winst door speculatie op voedselmarkten. 10

Ook spelers met commerciële be-langen in de voedselmarkten ontplooi-en speculatieve activiteiten. Slechts een aantal multinationals domineren de globale handel in landbouwgrondstof-fen: Archer Daniels Midland, Bunge, Cargill en Louis Dreyfus. Samen zijn die vier goed voor 90% van de graan-handel.11 Huidige regelgeving maakt het mogelijk voor deze ‘commerciële spelers’ om te speculeren op voed-selmarkten, voor eigen rekening als voor rekening van derden. Ze beschik-ken daarbij zelfs over een uitzonderlijk voordeel omdat ze als fysieke hande-laars over informatie beschikken die andere spelers niet hebben. Zo heeft Cargill de laatste 20 jaar maar liefst 5 fi-nanciële dochterondernemingen uit de grond gestampt voor speculatieve ac-tiviteiten op de grondstoffenmarkten.12

10 : Worthy, M. (2011), Broken markets. How financial market regulation can help prevent another global food crisis, World Development Movement, p. 39.

11 : Murphy, S. et. al. (2012), Cereal Secrets. The world’s largest grain traders and global agricul-ture, Oxfam Research Report.

12 : Oxfam Issue Briefing (2011), Not a game : Speculation versus Food Security. Regulating financial markets to grow a better future.

“Het is heel moeilijk om te bepalen wat speculatief is en wat niet.”

Het klopt dat het onderscheid vandaag ingewikkeld is geworden. Dat komt omdat steeds meer spelers steeds meer diverse strategieën en instrumenten gebruiken (commerciële spelers speculeren en financiële ac-toren investeren in de fysieke markten).

Die complexiteit wordt nog versterkt door de ondoorzichtigheid van de markt en de zwakte van de controlemechanismen.

De markten zijn zo complex geworden omdat de financiële sector die complexiteit gewild heeft. De bewijslast ligt dan ook bij de financiële sector om aan te tonen dat een bepaald financieel product nuttig is voor de landbouwsector.

Om die complexiteit tegen te gaan is net meer regulering nodig. In de VS is men daar reeds mee begonnen. De CFTC (de toezichthouder van de termijnmarkten) heeft in 2011 limieten ingesteld op de posities van speculanten voor 28 grondstoffen waaronder landbouwgrondstoffen.

ARgUMENtEN VAN DE FINANCIëLE SECtOR

ANtWOORDEN

Bron: Febelfin hoorzitting in het Belgisch fede-raal parlement over speculatie op voedsel van

24 april 2013

termijnmarkten missen hun doel

De oorspronkelijke functie van land-bouwtermijnmarkten is om te zorgen voor voorspelbare prijzen en een be-trouwbare referentie voor alle actoren in de keten. Die referentieprijs is be-langrijk voor zowel producenten, als andere actoren in de keten. Daarop ba-seren ze welke investeringen moeten gebeuren en welke planning moet op-gesteld worden. In het bovenstaande voorbeeld van de handelaar in graan, betekent dit dat de termijnmarkt ze-kerheid geeft en wilde prijsschomme-lingen vermeden worden. Dat is in het

belang van de graanhandelaar, maar ook van de broodfabrikant die zijn pro-ductie ruim op voorhand kan plannen.

De laatste jaren zien we echter dat de termijnmarkten die oorspronke-lijke functie hebben verloren door de explosie van speculatieve activiteiten door nieuwe speculanten. Eén van de belangrijkste oorzaken van die omwenteling is het beleid van dere-gulering dat de deuren tot de land-bouwtermijnmarkten wagenwijd heeft opengezet voor spelers die in feite niet op de markt thuis horen en weinig tot niets bijdragen aan de fysieke handel in landbouwgrondstoffen.

Page 14: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie14

fenderivaten verband houden. Het gaat om: BNP Paribas Fortis, Belfius, KBC, ING, bpost bank, Deutsche Bank, ABN AMRO, Rabobank, AXA en Dexia. De informatie werd bekomen via de web-sites van de instellingen. De beschik-bare recente jaar- of halfjaarverslagen en via alle andere relevante openbare bronnen.

Wat we niet weten: investeringen in eigen middelen en voor rekening van derden

Dit onderzoek bekijkt vooral specula-tieve activiteiten op landbouwgrond-stoffen. Het onderzoek van RFA be-kijkt vooral speculatieve producten op landbouwgrondstoffen die banken aan particulieren aanbieden, omdat die ge-gevens publiek beschikbaar zijn. Jam-mer genoeg is slechts minieme infor-matie beschikbaar over de activiteiten die de onderzochte banken met eigen middelen ondernemen. Dat gebrek aan transparantie gaat ook op voor activiteiten voor rekening van derden die niet onderworpen zijn aan een in-formatieplicht.

Een bank kan beleggen met haar eigen middelen. Ze kan dat doen op de gereglementeerde beurs of via ‘over the counter-transacties’, dat wil zeg-gen via een rechtstreeks contract met de tegenpartij. Dergelijke transacties gebeuren dus niet via een geregle-menteerde markt.

Anderzijds kan een bank optreden voor rekening van derden. Die beleg-gingen gebeuren rechtstreeks met het geld van klanten. In dat geval ontvangt de bank meestal niet de winst van de transactie, maar wordt zij vergoed via commissies of beheerskosten. Enkele voorbeelden van transacties voor reke-ning van derden:

Voor een goed begrip …

RFA onderzocht in welke mate financi-ele instellingen op de Belgische markt betrokken zijn bij de speculatie op landbouwgrondstoffen. Het onderzoek wil het aanbod en verkoop van beleg-gingsproducten in kaart brengen die verband houden met termijncontrac-ten voor landbouwgrondstoffen of met indexen die geheel of gedeeltelijk be-trekking hebben op landbouwgrond-stoffen (soja, katoen, suiker, cacao, koffie, maïs en tarwe).

Het onderzoek richtte zich op tien fi-nanciële instellingen omwille van hun positie op de Belgische markt of om-dat zij ook in het buitenland financiële activiteiten hebben die met grondstof-

Ook de Belgische banken zijn medeplichtig

2

“Waar mogelijk, gebruiken we onze financiële expertise ten dienste van de samenleving. We financieren op een duurzame en verantwoorde manier, en moedigen onze klanten aan de samenleving en het milieu te respecteren. Op die manier maken we van de wereld een betere plaats.”

ABN AMRO

Page 15: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 15

aanbod en verkoop van beleg-gingsproducten;

clearing waarbij een bank dient als facilitator voor allerlei financiële opera-ties. De bank neemt dan de volledige juridische en administratieve afhande-ling van een bepaalde transactie voor haar rekening, ongeacht of die op de beurs of over the counter gebeurt. Van clearingoperaties over the counter worden geen officiële sporen bewaard;

advies en consultancy zijn tevens een winstgevende activiteit voor ban-ken met gevolgen voor de markten van landbouwgrondstoffen. Die activiteiten faciliteren het afsluiten van onderhand-se contracten of investeringsfondsen waarin de bank zelf niet rechtstreeks betrokken. Over die activiteiten is evenmin transparantie.

Omwille van het gebrek aan informa-tie is de omvang van het fenomeen onmogelijk exact te achterhalen. De markt van over the counter-transacties is enorm ondoorzichtig, ongeacht of het om transacties met eigen middelen of voor rekening van derden gaat. Vol-gens de topman van de CFTC1, Gary Gensler, worden grondstoffenderiva-ten zeven keer meer over the counter verhandeld dan via de gereglemen-teerde termijnmarkten.

Beleggingsproducten aangeboden op de Belgische markt

Het onderzoek onderscheidt drie finan-ciële instrumenten die banken aan hun klanten aanbieden voor beleggingen in landbouwgrondstoffen: indexfondsen (ook Exchange Traded Funds of ETF genoemd), Exchange Traded Commo-dities (ETC) en certificaten (of Exchan-ge Traded Notes of ETN). In tweede instantie moeten we ook nog reke-ning houden met bepaalde gemengde fondsen die slechts een deel van hun kapitaal beleggen in één of meer finan-ciële instrumenten die verband houden met grondstoffenderivaten.

1 : De CFTC (Commodity Futures Trading Commission) is een Amerikaans onafhankelijk federaal agentschap dat belast is met de regule-ring van de handelsbeurzen waarop grondstoffen worden verhandeld.

“België speelt maar een heel beperkte rol bij de speculatie op landbouwproducten.”

Met dit argument erkent de financiële sector impliciet dat specu-latie op landbouwproducten problematisch is.

Zelfs indien die speculatie beperkt zou zijn, dan ontslaat het de sector niet van haar verantwoordelijkheid. Toch verzet de sector zich te-gen pogingen om de markt te reguleren. Waarom dergelijk verzet tegen een praktijk die zogezegd marginaal is?

Gezien de betrokken bedragen is het fenomeen verre van mar-ginaal. Het betrokken bedrag mag beperkt lijken voor de financiële sector, het komt overeen met het federale budget voor ontwikkelingshulp in 2012 (DGD).

Dat betekent dat de banken 6 keer meer middelen mobiliseren die de voedselzekerheid van miljoenen arme consumenten in ontwikkelingslan-den bedreigen dan de Belgische staat besteedt aan de strijd tegen honger.

ANtWOORDEN

Bron: Febelfin hoorzitting in het Belgisch federaal parlement

over speculatie op voedsel van 24 april 2013

ARgUMENtEN VAN DE FINANCIëLE SECtOR

Page 16: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie16

in te zetten op bepaalde grondstof-fenkoersen. Daarin verschillen ze van indexfondsen, die onderworpen zijn aan een verplichte diversificatie. Som-mige certificaten, zoals ‘turbo’s’, laten toe het rendement van de onderliggen-de activa te repliceren met een groot hefboomeffect, in geval van stijging of daling4. In tegenstelling tot de vorige producten zijn er geen asset-backed certificaten. We kunnen veronderstel-len dat banken die certificaten uitge-ven zich van hun kant beschermen tegen mogelijke verliezen door termijn-contracten te kopen of te verkopen.

Resultaten van het onderzoek

Voorafgaande opmerkingen

Het onderzoek toont aan dat er in België een aanbod van beleggingsproducten bestaat dat ofwel verband houdt met termijncontracten voor landbouwgrond-stoffen ofwel met indexen die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op land-bouwgrondstoffen. Van de tien gekozen financiële instellingen zijn er zes die dit producttype aanbieden: Deutsche Bank, BNP Paribas Fortis, AXA, Belfius, ING en ABN AMRO. Deze lijst is niet vol-ledig. Ook een bank als Keytrade Bank bijvoorbeeld, biedt gelijkaardige pro-ducten aan. Onderstaande tabel biedt een overzicht van de producten die in België door de 10 onderzochte banken worden aangeboden.

Vooraf nog enkele opmerkingen bij de onderstaande cijfers:

Ten eerste zijn de banken niet enkel op de Belgische markt actief. Het is dan ook mogelijk om in het buitenland op de meeste geviseerde producten in te tekenen. Jammer genoeg kunnen we de fractie die enkel vanuit België in die producten wordt belegd niet achterha-len. We geven dan ook enkel een glo-baal volume. Er is echter niets dat doet vermoeden dat de geviseerde fondsen niet (actief of passief) in België worden

4 : Dit hefboomeffect vloeit voort uit het feit dat de investeerder maar een deel van de waarde van de onderliggende activa betaalt en de uitgever van het turbocertificaat de rest voor zijn rekening neemt. In geval van een stijging van de koers van de onderliggende activa zal de winst voor de investeerder dus groter zijn.

index door één of meer ‘swaps’ af te sluiten met een andere partij. Swaps zijn afgeleide financiële producten of derivaten waarbij financiële stromen tussen twee partijen, meestal ban-ken, worden uitgewisseld. In het geval van indexfondsen, maakt de swap het meestal mogelijk om het rendement van de activa van het fonds of een vastgesteld rendement te ruilen tegen het rendement van de betrokken refe-rentie-index.3 Vermoedelijk investeert de bank die de swap levert zelf in ter-mijncontracten op voedselproducten om zich in te dekken ten opzichte van haar swap.

Exchange Traded Commodities (ETC) zijn bedoeld om koersschom-melingen van grondstoffen te repli-ceren. Net als indexfondsen worden ETC’s gedekt door de onderliggende grondstof via het intekenen op afgelei-de producten – door de aankoop van termijncontracten of via het sluiten van swapcontracten.

Certificaten of Exchange Traded Notes (EtN) zijn schuldbewijzen die banken aan investeerders uitgeven. Zij combineren kenmerken van obligaties met die van indexfondsen. Met certifi-caten is het mogelijk om rechtstreeks

3 : Als we het fictieve voorbeeld nemen van een fonds dat een index volgt die voor 60% uit maïs en voor 40% uit tarwe bestaat, ondertekent de fondsbeheerder een swap met een andere partij, waarin hij zich ertoe verbindt een vast percen-tage (bijvoorbeeld 1% ) te betalen in ruil voor het rendement van de referentie-index.

Indexfondsen maken het mogelijk om te speculeren op de evolutie (op stijging of daling) van de waarde van een index. De waarde van het fonds volgt of ‘repliceert’ de bewegingen van de indexprijs. Op die manier maken bepaalde indexfondsen speculatie op landbouwgrondstoffen mogelijk.

Er zijn 2 manieren waarop een index kan gerepliceerd worden: fysieke en synthetische replicatie.

Bij fysieke replicatie van de index verschaft de fondsbeheerder zich de onderliggende activa van de index, in de voorziene verhouding van de index, om de activa in zijn portefeuille samen te stellen. De beheerder gaat dus het geld van de klanten gebruiken om ter-mijncontracten op grondstoffen te ko-pen, afhankelijk van de samenstelling van de index waarop het fonds geba-seerd is. De winsten of verliezen op de handel van termijncontracten bepalen de waarde van het aandeel van het fonds.2

Bij synthetische replicatie van de index belegt de fondsbeheerder niet rechtstreeks in termijncontracten op grondstoffen. Het fonds repliceert de

2 : Nemen we het fictieve voorbeeld van een fonds dat een index volgt die voor 60% uit maïs en voor 40% uit tarwe bestaat. De fondsbeheer-der zal beleggen in termijncontracten op maïs voor een nominale waarde die overeenstemt met 60% van het totale volume van het fonds en in termijncontracten op tarwe voor een bedrag dat overeenstemt met 40% van het totale volume.

“We zijn ons ervan bewust dat onze ecologische en sociale impact vooral verband houdt met de uitoefening van ons bankmetier. Daarom passen we al jarenlang beleidslijnen en procedés toe die optimaal rekening houden met de ecologische en sociale risico’s.”

BELFIUS

Page 17: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 17

Overzichtstabel per instelling

Financiële instelling

Beleggingsproducten totaal volume (in miljoen €)

Volume van beleggingen in afgeleide producten op landbouwgrondstoffen (schatting, in miljoen €)

Deutsche Bank • 11 fondsen • 12 ETC’s • 160.000.000 certificaten uitge-geven (8 producten)

2.668,91 356,99 - 449,31

BNP Paribas Fortis • 13 fondsen 841,14 354,92 - 442,531

AXA • 2 fondsen 80,67 13,41

Belfius • 1 fonds 74,89 24,26

INg • 1 fonds 60,12 18,65

ABN AMRO • 2.930.000 certificaten aange-boden (op 7 grondstoffen)

Waarde onbekend

bpost bank Geen product gevonden

KBC Geen product gevonden

Rabobank Geen product gevonden

Dexia Geen product gevonden

tOtAL • 28 fondsen • 12 ETC’s • 162.930.000 certificaten

3.725,73 768,23 - 948,16

1 : BNP Paribas Fortis was bereid tot een gesprek en presenteerde haar cijfers voor België. De Belgische dochter van BNP Paribas presenteerde 26 beleggingsproducten waarvan in totaal ongeveer 110,2 miljoen euro te maken heeft met essentiële landbouwgrondstoffen. BNP Paribas Fortis investeert naar eigen zeggen niet voor eigen rekening in landbouwgrondstoffen.

Financiële instelling

Beleggingsproducten totaal volume (in miljoen €)

Volume van beleggingen in afgeleide producten op landbouwgrondstoffen (schatting, in miljoen €)

Deutsche Bank • 2 fondsen met fysieke replicatie

6.300,98 2.082,36

Page 18: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie18

aangeboden, voor zover zij hier gere-gistreerd zijn bij de regulerende auto-riteit (FSMA).

Ten tweede bemoeilijkt de aard van de producten en de rapportage een nauwkeurige analyse van de bedra-gen die werkelijk op de grondstof-fenmarkten worden geïnvesteerd. We maken wel een schatting van het bedrag per product dat rechtstreeks of onrechtstreeks in landbouwgrond-stoffen wordt belegd. Dat cijfer stemt niet overeen met het bedrag dat recht-streeks is belegd in termijncontracten op grondstoffen. Het omvat het deel van de gerepliceerde beursindexen dat verband houdt met landbouwgrond-stoffen5.

Ten slotte is het niet meer mogelijk om in te tekenen op sommige van de vermelde producten (omdat zij zijn op-geschort door de financiële instelling of omdat de intekenperiode beperkt was). Dat betekent echter niet dat er niet meer wordt gespeculeerd op land-bouwgrondstoffen, aangezien het be-legde geld verder wordt geïnvesteerd in grondstoffenderivaten.

Twee fondsen van Deutsche Bank vallen op door de enorme omvang: PowerShares DB Commodity Index Tracking Fund en PowerShares DB Agriculture Fund. Die fondsen worden niet actief bij Belgische spaarders ge-promoot, maar een Belgische belegger kan er nog wel op intekenen. Daarom leek het ons nodig om ze hieronder te vermelden.

Globaal volume

Uit de overzichtstabel blijkt dat het to-taal volume van beleggingsproducten die afgeleide producten op landbouw-grondstoffen omvatten en aan particu-lieren worden aangeboden 3,725 mil-jard euro bedraagt. Daarbij moeten we nog de 2,93 miljoen turbocertifica-ten optellen die ABN AMRO aanbiedt en waarvan we de waarde niet kennen. tussen 768 en 948 miljoen euro van

5 : Bijvoorbeeld wanneer een fonds een index repliceert die voor 30% bestaat uit landbouw-grondstoffen, gaat men ervan uit dat het bedrag dat dit fonds heeft geïnvesteerd in landbouw-grondstoffen overeenstemt met 30% van zijn totale volume.

“De markt is internationaal. Op Belgisch vlak kun je niets doen.”

Als je een sterke Europese regelgeving wil, kan een Belgische re-gelgeving dienen als voorbeeld voor andere lidstaten en het signaal geven dat een Europese regelgeving dringend nodig is.

Zo lang er geen behoorlijke Europese regelgeving wordt toege-past, is een Belgische regelgeving noodzakelijk.

ANtWOORDEN

Bron: Febelfin hoorzitting in het Belgisch federaal parlement

over speculatie op voedsel van 24 april 2013

“... we houden rekening met milieugebonden en sociale factoren bij de analyse van beleggingsproducten.”

DEUtSChE BANK

ARgUMENtEN VAN DE FINANCIëLE SECtOR

Page 19: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 19

Exchange Traded Commodities aan. Certificaten worden enkel door ABN AMRO, dat zich heeft toegelegd op de verkoop van allerlei turboproducten gebaseerd op de koers van de zeven onderzochte landbouwgrondstoffen, en Deutsche Bank aangeboden.

Top 15 van aan de klanten aangeboden producten

Onderstaande tabel rangschikt de producten die aan de klanten worden aangeboden afhankelijk van het recht-streeks of onrechtstreeks geïnvesteer-de bedrag in afgeleide producten op landbouwgrondstoffen. De vermelde bedragen stemmen overeen met de hoogste schatting.

indexfondsen met fysieke replicatie.6 De fondsbeheerders – en via hen de onderzochte financiële instellingen – werken liever met indexfondsen met synthetische replicatie, die gemakkelij-ker en goedkoper te beheren zijn.

Van het dertigtal vastgestelde fondsen, werd de helft pas na 2008 opgezet. Dat wil zeggen na het begin van de financi-ele crisis en in volle voedselcrisis. Alle Exchange Traded Commodities en cer-tificaten die momenteel te vinden zijn op de markt, zijn eveneens in de loop van de laatste vijf jaar opgedoken.

Die twee laatste types van financiële instrumenten worden slechts door een beperkt aantal instellingen aangebo-den. Zo biedt enkel Deutsche Bank

6 : We willen erop wijzen dat verscheidene andere fondsen zich beroepen op beleggingen in termijncontracten op landbouwgrondstoffen, ook al staat de aankoop van dergelijke contracten niet vermeld in hun meest recente beschikbare jaar- of halfjaarverslagen.

dat bedrag wordt naar schatting be-legd in afgeleide producten op land-bouwgrondstoffen. Vooral Deutsche Bank en BNP Paribas Fortis zijn het meest actief op dit terrein.

Het zou verkeerd zijn te denken dat de hier vermelde volumes alle aange-boden landbouwderivaten weergeven. Het werkelijk volume ligt naar alle waar-schijnlijkheid een pak hoger omdat ook investeringen met eigen middelen en transacties buiten de gereglementeer-de markt in rekening moeten gebracht worden. Over die praktijken wordt door de betrokken banken echter geen infor-matie bekend gemaakt.

Productcategorieën

Fondsen worden het vaakst gebruikt door de verschillende instellingen. Dit onderzoek vond dertig fondsen die be-leggen in afgeleide producten op land-bouwgrondstoffen. Slechts twee zijn

“Axa, dat de opdracht heeft om individuen op lange termijn te beschermen, neemt zijn verantwoordelijkheid door zijn middelen en ervaring ter beschikking te stellen op vlak van risicobeheer om te kunnen bijdragen aan een meer solide en veilige samenleving.”

AXA

“Ongeacht het spaarproduct dat u kiest, kunt u als klant van BNP Paribas zeker zijn dat het rekening houdt met sociale en milieucriteria.”

BNP

Page 20: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie20

Naam van het product Financiële instelling

type product Maximale schatting van investeringen in landbouwderivaten (in €)

% van het volume van het product*

1 PowerShares DB Commodity Index Tracking Fund

Deutsche Bank Indexfonds (met fysieke replicatie)

1.132.875.339 22,50

2 PowerShares DB Agriculture Fund

Deutsche Bank Indexfonds (met fysieke replicatie)

949.484.941 75

3 Parvest World Agriculture7 BNP Par. Fortis Indexfonds 163.418.305 90,86

4 Invesco Balanced-Risk Allocation Fund

Deutsche Bank Gemengd fonds8 121.561.354

5 BNP Paribas L1 World Commodities

BNP Par. Fortis Indexfonds 88.027.205 31

6 Parvest Commodities Arbitrage BNP Par. Fortis Fonds 85.601.170 0 - 100

7 DB Platinum IV dbX Systematic Alpha Index

Deutsche Bank Indexfonds 73.117.030 0 - 7,51

8 DB Platinum Agriculture Euro

Deutsche Bank Indexfonds 68.406.804 100

9 DB Platinum Commodity Euro

Deutsche Bank Indexfonds 60.974.570 17,48

10 Parvest World Agriculture USD9

BNP Par. Fortis Indexfonds 58.892.530 90,86

11 Pictet - Absolute Return Global Diversified

Deutsche Bank Fonds 32.774.16710

12 EasyETF S&P GSCI Capped Commodity 35/20

BNP Par. Fortis Indexfonds 26.406.971 16,04

13 Dexia Fund Commodities Belfius Indexfonds 24.265.559 32,40

14 PowerShares DB Agriculture Double Long ETN

Deutsche Bank Certificaten 21.521.980 100

15 ING (L) Invest Commodity Enhanced

ING Indexfonds 18.649.224 31,02

Top 15 van aan klanten aangeboden producten

* aandeel (%) van het geïnvesteerde bedrag dat in landbouwderivaten is geïnvesteerd

7 : Als gevolg van de campagne van Oxfam Frankrijk tegen voedselspeculatie deelde BNP Paribas mee Parvest World Agriculture te hebben opgeschort. Dat fonds zal binnenkort worden samengevoegd met BNP Paribas L1 World Commodities.

8 : Dit fonds wil geen index repliceren, maar investeert zelf in een indexfonds dat verband houdt met landbouwgrondstoffen.

9 : Idem 7.

10 : Bedrag dat overeenstemt met de verschillende swapcontracten met betrekking tot indexen die verband houden met landbouwgrondstoffen.

Page 21: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 21

Tussen het begin van de jaren ’70 en 2006 waren de wereldvoedselprijzen relatief stabiel en laag. Sindsdien ken-nen ze een uitgesproken volatiliteit, met twee pieken in 2007-08 en 2010-11.

Grafiek (op pagina 22) geeft een beeld van het aanbod en de voorraden van granen. Daaruit blijkt dat het verschil tus-sen productie en de vraag in 2002-03 veel groter was dan in 2007 of in 2011, toen de prijzen in de hoogte schoten. Op die twee specifieke momenten stellen we ook een groot tekort aan voorraden vast. Dat verklaart waarom de stijgende en wispelturige trend niet kon ingeperkt worden.

De financiële speculatie versterkt de volatiliteit van de landbouwprijzen

Gebrek aan regulering maakt voedselprijzen volatiel

We hebben reeds gewezen op het feit dat landbouwmarkten structureel vola-tiel zijn omwille van de ‘market funda-mentals’. Sterke volatiliteit zorgt echter voor enorme problemen: ze zorgt voor grote onzekerheid op de markt, zowel voor kopers als verkopers, en maken inkomsten, productie en investeringen onmogelijk te voorspellen en te plannen.

Financiële speculatie veroorzaakt honger en armoede

3

Prijsindex van voedingsmiddelenjanuari 1990 tot mei 2011 (100% = jaar 2000)

Bron: FAO-prijsindex van voedselproducten voor 5 voedselcategorieën (vlees en gevogelte; zuivelproducten; granen; olie en vetten en suiker)

De reële prijzen zijn nominale prijzen gecorrigeerd voor inflatie

1990

250

210

170

130

190

50

1995 2000 2005 20132010

Nominaal Reëel

Page 22: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie22

De uitzonderlijke volatiliteit is te verklaren door speculatieve luchtbellen

Er bestaat een sterke consensus dat enkel de ‘market fundamentals’ – de wetten van vraag en aanbod – niet vol-staan om de uitzonderlijke volatiliteit op de landbouwmarkten te verklaren.1 Volgens Olivier De Schutter, speciaal rapporteur voor het recht op voedsel bij de VN, “zijn er meerdere aanwijzin-gen dat de prijsstijging en de volatiliteit van de voedselproducten deels te ver-klaren zijn door de komst van nieuwe speculanten die speculatieve luchtbel-len creëren”.

Ook de financiële sector heeft toegege-ven dat er een fundamenteel probleem was met de financiële markten voor grondstoffen2. Ondertussen doekte een aantal banken fondsen die op land-bouwgrondstoffen speculeren op en erkende impliciet dat speculatie een rol speelt bij de prijsstijgingen. Als reactie op een recent dossier (februari 2013) van Oxfam in Frankrijk schortte BNP Paribas een landbouwfonds ter waarde van 214 miljoen dollar op. Een ander fonds dat gedeeltelijk werkt met een index van landbouwgrondstoffen werd gesloten. Ook Crédit Agricole sloot drie fondsen. Na een gelijkaardige actie van Oxfam in Duitsland vorig jaar enga-geerden DekaBank, Landesbank Ber-lin, Landesbank Baden-Württemberg, Commerzbank en de Österreichische Volksbanken AG zich om alle speculatie op voedingsmiddelen stop te zetten. In het Verenigd Koninkrijk kondigde Bar-clays op 12 februari 2013 de beslissing aan om “af te zien van speculatieve ac-tiviteiten op landbouwgrondstoffen”.

De mate waarin speculatie de uitzon-derlijke volatiliteit en de prijspieken beïnvloedt is zeer moeilijk exact te be-rekenen. Dat heeft te maken met de extreme complexiteit van de specula-tieve producten en de ondoorzichtig-heid van de sector. Daarnaast speelt ook de complexiteit van de voedsel-markten als dusdanig een rol.

1 : Berthelot, J. 2013, Oxfam 2013, De Schutter, O. 2010, WDM 2010, 2011, 2012, FAO 2011, UNCTAD 2009 en 2010.

2 : ‘‘Soros paints bleak picture on commodity price bubble’’, in: The Financial Times, 5 juni 2008.

“Er is geen enkel empirisch bewijs dat speculatie op landbouwgrondstoffen een effect heeft op de stijging en volatiliteit van de voedselprijzen.”

Zelfs de studiediensten van verschillende Europese banken erkennen vandaag dat dit wel zo is. Bovendien heeft de financiële sector deze stelling nooit kunnen bewijzen.

Omwille van het enorme maatschappelijke belang van voedselze-kerheid, moet hier het voorzorgsprincipe worden toegepast, zoals voor alle activiteiten met een enorm potentieel gevaar.

Argumenten vAn De FinAnciële sectOr

AntwOOrDen

Deutsche Bank in de Bundestag 2012 (foodwatch)

Bron : FAO

miljoen ton miljoen ton

2002/2003 2004/2005 2006/2007 2008/2009 2010/2011 2012/2013prognose

2 500 800

600

400

200

0

2 300

2 100

1 900

1 700

Stocks (rechtse as)Productie (linkse as) Consumptie (linkse as)

Productie, consumptie en stocks van graan

Page 23: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 23

Terwijl landbouwprijzen stijgen als ge-volg van de wetten van vraag en aan-bod, kopen nieuwe beleggers massaal landbouwtermijncontracten op. Op die manier schieten de prijzen nog sterker de hoogte in tot wanneer zij zich om strategische redenen uit die markten terugtrekken3. De nieuwe financiële speculanten houden geen rekening met wat reëel op de voedselmarkten gebeurt en creëren zeepbellen die ze zelf uit elkaar laten spatten4. De com-plete loskoppeling van de reële mark-ten blijkt ook uit het aantal termijncon-tracten dat speculanten verhandelen. In 2008 werd 30 keer meer graan ver-handeld via de termijnmarkten dan er werkelijk geproduceerd was in de VS. In 2011 werd alleen op de beurs van Chicago al meer dan 4400 miljoen ton tarwe verhandeld, terwijl dat jaar we-reldwijd slechts 670 miljoen ton werd

3 : FAO (2011), The Stage of Food and Agricul-ture, Rome.

4 : Lagi, M. et. al (2011), ‘The Food Crises: A quantitative model of food prices including spe-culators and ethanol conversion’, New England Complex Systems Institute, 2011, pp.13-14.

geoogst. Tijdens de G20 in Cannes wees Nicolas Sarkozy, in een poging om de volatiliteit van de landbouw-prijzen aan te pakken, op het feit dat “speculanten elk jaar tot 46 keer de wereldwijde jaarlijkse tarweproductie kunnen verhandelen” en “24 keer die van maïs”5. Speculanten worden zo dominant dat ze de prijsontwikkeling sterk kunnen manipuleren.

De explosie van indexfondsen en OTC-markten bevordert prijspieken en uitzonderlijke volatiliteit

Indexfondsen worden het vaakst ge-noemd als nieuwe beleggers op de markten voor voedselproducten. Zij investeren in termijncontracten voor voedselproducten zonder zich iets aan te trekken van vraag en aanbod van voedsel. In realiteit gokken indexfond-sen bijna altijd op een stijging van de

5 : Oxfam France (2012), Banques, la faim leur profite bien! Réforme bancaire: ces banques françaises qui spéculent sur la faim.

Hoe beïnvloeden nieuwe speculanten de prijzen?

De voedselcrisis van 2007-2008 viel perfect samen met de boom van be-leggingen in grondstoffenindexfond-sen. Bovenstaande grafiek toont de explosie in 2007-2008 van dergelijke fondsen verhandeld op de beurs van Chicago. Tegelijk zien we tussen 2003 en 2008 een stijging van 183% van de prijzen van de 25 grondstoffen waarop de S&P GCSI-index gebaseerd is.

We zien dus een quasi exacte match tussen de evolutie van de voedselprij-zen op de reële markten (grafiek p. 21 en 22) en op de markten voor financi-ele producten (grafiek P. 23). Omdat de prijzen op de termijnmarkten gel-den als referentie voor de reële mark-ten, vormt een prijsstijging op de ter-mijnmarkt een belangrijk signaal voor de reële grondstoffenmarkt en zal de verkoper zijn verkoopprijs op de reële markten verhogen.

Investeringen in grondstoffenindices (in miljard $)

100 $

$50

$100

$150

$200

$250

$300

200

300

400

500

600

700

1970 1975 1985 1995 20051980 1990 2000 maart 2008

S&P GSCI marktprijs van grondstoffenindex

Anderen Index DJ-AIG

Index SP-GSCI Index S&P GSCI

Investeringen in grondstoffenindexfondsen In vergelijking met de prijs van de S&P GCSI-index

Bron: goldman sachs, Bloomberg, cFtc commitments of traders cit supplement.

Page 24: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie24

schadelijke effect van de ‘zichtbare’ speculatie - zoals indexfondsen – ken-nen, maken we ons des te meer zorgen over de impact van de OTC-markt.

vooral de armen betalen de prijs van hoge en volatiele prijzen

De prijzen op de internationale markten beïnvloeden de prijzen op de lokale markten

“De prijzen van termijncontracten voor granen op de beurs van Chicago wor-den meestal rechtstreeks overgeno-men in de prijzen in de reële graanhan-del.” Olivier de Schutter

Internationale voedselprijzen oefenen op verschillende manieren invloed uit op de binnenlandse markten. Twee gezaghebbende rapporten over het onderwerp (HLPE9 en IATP10) brengen de beschikbare gegevens samen over de impact van de plotselinge stijging van de internationale prijzen van 2007-2008. Daaruit blijkt dat “de mate van beïnvloeding verschilt tussen de ont-wikkelingslanden, afhankelijk van de doeltreffendheid van de overheids-maatregelen om de nationale markten af te schermen van de internationale markten”. De lage-inkomenslanden, die voor hun voedselzekerheid aange-wezen zijn op invoer, hebben minder middelen en speelruimte voor der-gelijke maatregelen. Bovendien heb-ben “de lage-inkomenslanden grotere prijsstijgingen moeten verwerken dan de midden- of hoge-inkomenslanden. Die trend is nog versterkt tijdens de crisis van de voedselprijzen van 2007-2008, en opnieuw tijdens het tweede semester van 2010.”11

Zowel de prijspieken als de volatiliteit van de prijzen treffen vooral de kwets-bare bevolkingsgroepen, zowel con-sumenten als producenten vooral in landen die sterk van de wereldmarkt afhankelijk zijn.

9 : HLPE (2011), Volatilité des prix et sécurité alimentaire. Rapport of the High Level Panel of Experts on food security and nutrition, CFS, Rome.

10 : IATP (2011-2012), Excessive Speculation in Agriculture Commodities: Selected Writings from 2008-2011.

11 : Idem 9, p. 55

prijzen (men spreekt van ‘langetermijn-beleggingen’). Ze creëren een enorme vraag naar termijncontracten omdat die steeds moeten vernieuwd worden voor hun vervaldatum. Slechts 3% van de termijncontracten die betrekking hebben op grondstoffen zou effectief ook tot een levering leiden. De overige 97% wordt door speculanten verkocht vóór de vervaldatum6. Die vraag drijft de prijs de hoogte in en vertaalt zich in een opwaartse trend in de prijzen van landbouwproducten.

Tijdens de voedselcrisis van 2008 ver-klaarde Michael Masters, voormalig fondsbeheerder en beursmakelaar, in het Amerikaanse Congres dat de crisis was gelinkt aan kunstmatige vraag-pieken. Die vraag kwam vooral van een nieuwe categorie spelers die de voedselprijzen zowel op de termijn-markt als op de reële markt nog verder aanzwengelen. De voortdurende ‘ver-nieuwing’ van termijncontracten leidt ook tot prijsschommelingen die op hun beurt nieuwe speculanten aantrekken. Die vicieuze cirkel doet de volatiliteit nog verder toenemen.

UNCTAD7 stelde een duidelijke posi-tieve correlatie vast tussen de posities van de indexfondsen en de volatiliteit van de landbouwprijzen tussen januari 2005 en augustus 2008. Ook de Duitse organisatie Food Watch ziet een duide-lijk verband: tot 2004 schommelden de prijzen van de termijncontracten voor granen in Chicago tussen 20 en 30% op één jaar. Sinds de indexfondsen op de markt zijn gekomen, zijn die schom-melingen opgelopen tot 70%. De vola-tiliteit van de landbouwprijzen is voor een groot deel te verklaren door de massale opkomst van indexfondsen8.

Ook het aantal contracten dat ‘over the counter’ (OTC) wordt verhandeld is de voorbije jaren explosief gestegen. We zagen reeds dat de OTC-handel zeven-maal groter is dan de gereglementeer-de handel en in volstrekte ondoorzich-tigheid plaats vindt. Wanneer we het

6 : Idem 5

7 : UNCTAD (2009), Trade and Development Report, chap. II, New York en Genève.

8 : Food Watch (2011), The hunger-Markers: How Deutsche Bank, Goldman Sachs and Other Financial Institutions Are Speculating With Food at the Expense of the Poorest.

Voorbeeld van de impact van een dominante speculant:

“In juli 2010 kocht het Engelse hedgefonds Armajaro in Londen termijncontracten ter waarde van 240 100 ton cacaobonen – ongeveer de volledige Europese voorraad en 7% van de jaarlijkse wereldpro-ductie. Die aankoop veroorzaakte een kunstmatige schaarste en een plotse prijsstijging. Dat voorbeeld illustreert perfect hoe flagrant mis-bruik van een dominante marktpo-sitie de prijzen van reële product de hoogte in jaagt zonder rekening te houden met de reële veranderingen van vraag en aanbod. Door een groot deel van de termijncontracten voor cacao op te kopen, heeft Arma-jaro een kunstmatige schaarste gecreëerd, die een stijging van de cacaoprijzen op de fysieke markten heeft opgelegd.” (Le Monde, 13 sep-tember 2012).

“In maart 2011 daalden de prijzen voor termijn-contracten voor cacao met 12% op één minuut tijd. Dat was het gevolg van een ‘flash crash’ door ‘high frequency trading’ die 10 à 20% van de verhandelde contracten voor bepaalde landbouwproducten vertegenwoordigt.” (New York Times, 5 mei 2011)

Page 25: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 25

van prijsstijgingen. Ook op onderwijs en gezondheidszorg wordt bespaard door getroffen gezinnen, met enorme gevolgen op langere termijn17.

Kleine producenten: te arm om voordeel te hebben

Voor producenten leidt de extreme volatiliteit tot onzekerheid over pro-ductie- en investeringsbeslissingen18.

17 : FAO, IFAD en IFPRI.

18 : Jayati Chosh, professor economie aan de Jawaharla Nehru Universiteit, New Delhi, verklaart dit als volgt: “the world trade market in food, has started behaving like any other financial market: it’s full of information asymmetry … So farmers think, ‘Well, wow, the price of sugarcane is really high,’ and they go out there and cultivate lots of sugarcane. By the time their crop is harvested, the price has collapsed. So you get all kinds of misleading price signals. Farmers don’t gain.” “De wereldvoedselmarkt begint zich te gedragen als elke andere financiële markt: hij zit vol asymmetrische informatie… De boeren denken namelijk: ‘Wel, waw, de prijs van suikerriet ligt heel hoog’ en ze beginnen grote hoeveelheden suikerriet te kopen. Tegen de tijd van de oogst, is de prijs ingestort. Je krijgt dus allerlei mislei-dende prijssignalen. Boeren winnen niet.” WDM (2010), The great hunger lottery, How ban-king speculation cause food crises, p. 7.

minder essentiële voedingsstoffen be-vatten. Als gevolg van de prijspieken in 2008 daalde het aantal beschikbare calorieën in Zuid-Amerika met 8%15. Een longitudinaal onderzoek van Ox-fam en IDS in 23 gemeenschappen en 10 landen wijst op de dramatische ge-volgen van de stijging en de volatiliteit van de voedselprijzen in de voorbije vijf jaar: “een maaltijd overslaan of over-schakelen naar goedkoper voedsel van mindere kwaliteit; verplicht wor-den een bijkomend inkomen te zoeken via onzeker en gevaarlijk werk, afbraak van het sociale weefsel door te bespa-ren op huwelijken of begrafenissen.”16 Ook kinderen worden niet gespaard. Compton et al. (2010) berekende dat het aantal jonge kinderen met onder-gewicht en gewichtsverlies in Bangla-desh, Cambodja en Mauretanië met bijna 50% is toegenomen als gevolg

15 : Von Grebmer, K et al. (2011), Indice de la faim dans le monde : Relever le défi de la faim, maitriser les chocs et la volatilité excessive des prix alimentaires, rapport van IFPRI.

16 : Hossain, N et al. (2013), Squeezed, Life in a Time of Food Price Volatility, Year 1 Result, Oxfam/IDS.

Consumenten: de eerste slachtoffers

Wispelturige en stijgende prijzen leiden tot een verarming van consumenten. De armste gezinnen geven 60 à 80%12 van hun beschikbare budget uit aan voeding. “High and volatile food pri-ces challenge the fundamental human right to adequate food”13, stelt de FAO. Omdat de armsten relatief meer aan de aankoop van voedsel besteden dan mensen met een hoger inkomen, doet prijsvolatiliteit ook ongelijkheid toene-men14. Wanneer prijzen blijven stijgen zien we een verschuiving naar goedko-pere voedingsmiddelen die vaak veel

12 : Prakash, A. (2011), Safeguarding Food Secu-rity In Volatile Global Markets, chapter 1, Why Volatility Matters, rapport van de FAO , Rome.

13 : FAO (2012), Price Volatility from a Global Perspective, Technical background document for the high-level event on: Food price volatility and the role of speculation, Rome, p. 5. “De stijging en de volatiliteit van de landbouw-prijzen bedreigen het fundamentele mensenrecht op voldoende voedsel.”

14 : Seale, J. L et al. (2003), International Evi-dence on Food Consumption Patterns, USDA report, Washington, vol. 67.

Regionale voedselprijzenJanuari 2007 tot november 2010 (100% = januari 2007)

Bron: Ortiz, i., J. chai, et al. (2011). escalating Food Prices: the threat to poor households and policies to safeguard a recovery for All. new York, uniceF: 38

01/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/201107/2007

170

150

130

110

90

Sub Sahara Afrika

Latijns-Amerika en Caraïben

Centraal en Oost-Europa

Oost-Azië

Zuid-Azië

Index van wereldvoedselprijzen

Page 26: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie26

in 2008 of in Noord -Afrika en het Mid-den-Oosten in 2011.

“Tijdens de rellen in Tunis in december 2010 stonden de armsten op de eerste rij. Ze eisten een verzekerde toegang tot voedsel. In januari 2011 blokkeer-den jonge betogers in Algerije de we-gen, staken handelszaken in brand en vielen politieposten aan om te protes-teren tegen de stijging van de prijzen van basisvoedsel. Gelijkaardige situa-ties deden zich voor in Jordanië, Soe-dan en Jemen.”23

23 : CADTM 2011, La crise alimentaire frappe à nouveau, rapport du CADTM, 22 juni, p. 2.

de kosten voor de invoer van voedsel en voor steunmaatregelen aan de be-volking. Dat zet het nationale budget onder enorme druk. Uit een onderzoek van het ICTSD en FAO blijkt dat de stijging van de voedselprijzen de kos-ten van de graaninvoer voor de Minst Ontwikkelde Landen met 250% deed stijgen22.

De toenemende kosten van voedsel-import ondermijnt de handelsbalans, de internationale reserves en de bud-getten voor armoedebestrijding binnen de getroffen landen. Dat leidt tot enor-me politieke instabiliteit en conflicten zoals we gezien hebben in West-Afrika

22 : http://ictsd.org/downloads/2012/06/trade-policy-responses-to-food-price-volatility-in-poor-net-food-importing-countries.pdf, p19

Kleine producenten, vooral in ontwik-kelingslanden, hebben bovendien geen toegang tot de termijnmarkten om zich in te dekken tegen de risico’s van de landbouwmarkten en de toenemende volatiliteit. Vaak hebben ze evenmin toegang tot andere vormen van be-scherming zoals verzekeringen of re-serves. Het resultaat is ironisch genoeg dat termijnmarkten die geacht worden de prijzen te stabiliseren en ten dienste te staan van producenten en afnemers precies het omgekeerde doen.

Hogere voedselprijzen leiden niet noodzakelijk tot hogere inkomens voor de producenten uit ontwikkelingslan-den. Dat heeft twee redenen. Ten eer-ste is een groot deel van die producen-ten netto consument van voedsel. Ze besteden, met andere woorden, meer geld aan de aankoop van voedsel dan dat de verkoop opbrengt19. Ten tweede stijgen ook de productiekosten – die vooral samenhangen met de prijzen van aardolie - tegelijk met de prijzen van landbouwgrondstoffen. De World Development Movement20 rekende voor dat de prijs van meststoffen tus-sen 2007 en 2008 bijna verdubbelde. Het onderzoek van Oxfam en IDS21 be-vestigt dat de prijsstijgingen van inputs producenten in ontwikkelingslanden verhinderen te profiteren van stijgende verkoopprijzen.

Landen afhankelijk van de wereldmarkt komen in een lastig parket

De armste landen zijn meestal netto-importeurs van voedsel. Om hun be-volking te voeden zijn ze afhankelijk van de wereldmarkt. De meeste van die landen werden in de jaren 1980 gedwongen een sterk landbouwbe-leid op te geven. In ruil zou goedkoop voedsel geïmporteerd worden. Die landen betalen nu de rekening. De im-pact van de prijspieken komt bovenop

19 : IFAD (2011), Impact de la hausse et de la volatilité des prix des denrées alimentaires sur les populations rurales pauvres, Rome, p. 1.

20 : Murphy, S. et. al. (2012), Cereal Secrets. The world’s largest grain traders and global agricul-ture, Oxfam.

21 : Hossain, N. & Duncan, G. (2011), Living on a Spike : How is the 2011 food price crisis affec-ting poor people, Oxfam/IDS.

Bron: iFPri (2011), indice de la faim dans le monde : relever le défi de la faim, maitriser les chocs et la volatilité excessive des prix alimentaires, 2011, p. 25 en 31.

Florence Muoki

District de Makueni, Kenya

“Wij planten bomen en groenten die we verkopen om voedsel te kopen en onze kinderen naar school te sturen. Maar nu alles zo duur is geworden, gaan ze niet meer naar school, omdat ze thuis groenten moeten helpen kweken. Wij zijn volledig afhankelijk van de regen, maar de regelt valt zeer onregelmatig. Zodra we hebben geoogst en onze opbrengst hebben verkocht, kunnen onze kinderen weer naar school. Zonder regen hebben wij niets te eten en geen enkel inkomen.”

Allen Rudlen Eliston Homphriez

Noord-Atlantische Autonome Regio, Nicaragua

“Wij ruilen de rijst en de erwten die we kweken voor andere voedingsmiddelen als suiker, olie of bloem. Wij moeten telkens meer verkopen om dezelfde hoeveelheid producten in ruil te krijgen.”

Page 27: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 27

Bron : Konandreas P, 2012, Trade Policy Responses to Food Price Volatility in Poor Net Food-Impor-ting Countries, rapport de ictsD et FAO, genève, no.42, p.19.

Bron : lagi m, & al. 2011, The Food Crises and Political Instability in North Africa and the Middle East, new england complex systems institute, 10 août, p.3.

1993-1994 1996-1997 1999-2000 2002-2003 2005-2006 2008-2009 2011-2012

0

2

4

6

8

10

12

Latijns-Amerika Azië Afrika’in miljard $

260

Voedselprijsindex

240

220

200

180

160

140

120

2004 2006 2008 2010 2011 2012

Tunesië (300+)Libië (10000+)Egypte (800+)

Mozambique (6)Kameroen (40), Jemen (12)

Haïti (5), Egypte (3),Ivoorkust (1)

Somalië (5)

Somalië (5)

India (4)

Mauritanië (2)

Sudan (3)

Tunesië (1)India (1),Sudan (1)

Mozambique (13)

Algerije (4), Saoudi-Arabië (1), Mauritanië (1), Sudan (1), Jemen (300+)

Oman (2), Marokko (5)

Irak (29), Bahrein (31)

Syrië (900+)

Uganda (5)

Burundi (1)

Voedselprijzen en hongerrellen (tussen januari 2004 en mei 2011)

De graaninvoerkosten van de Minst Ontwikkelde Landen

De cijfers tussen haakjes geven het aantal slachtoffers weer tijdens de rellen.

Page 28: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie28

toezichthouders toelaten een duidelijk algemeen inzicht te krijgen in de wer-king van die markten.

Vandaag wordt de richtlijn op de mark-ten voor financiële instrumenten (Mi-FID) herzien. Die wil meer transparan-tie scheppen op de financiële markten en de markten voor grondstoffende-rivaten strenger reglementeren. Het Europees Parlement sprak zich in ok-tober 2012 uit over de voorstellen van de Commissie en keurde verplichte positielimieten goed. De Raad moet zich de komende weken uitspreken, maar verscheidene landen lijken zich al te schikken naar de belangen van de financiële sector. De beperkte voor-uitgang die in het Europees Parlement werd geboekt rond de ‘positielimieten’ dreigt verloren te gaan.

De regering Di Rupo engageerde zich in haar regeerakkoord om excessieve speculatie tegen te gaan en maatre-gelen te nemen om de impact op de voedselzekerheid te beperken: “De regering zal ook op Europees vlak pleiten, onder andere voor […] het uit-werken van een wettelijk kader om de onrechtmatige speculatie op voedsel- en energiegrondstoffen te vermijden, zonder afbreuk te doen aan de dek-kingsverrichtingen inzake reële eco-nomische activiteiten […]. Gelet op de toenemende speculatie op de voed-selgrondstoffenmarkt zal de regering bij de internationale ad hoc-fora stap-pen ondernemen om de honger in de wereld te bestrijden.” Bovendien ver-plicht de nieuwe wet ontwikkelingssa-menwerking de regering om “maximale coherentie tussen de verschillende do-meinen van het Belgisch ontwikkelings-beleid” na te streven. De doelstellingen en de resultaten van de ontwikkelings-

een heel magere balans…

Analisten zijn het erover eens dat de grondstoffenprijzen de komende jaren hoog en volatiel zullen blijven. Hoewel de volatiliteit van de voedselprijzen op de agenda stond, zijn weinig inspan-ningen gedaan om de structurele oor-zaken van die volatiliteit aan te pakken en de markten – ook de financiële - te reguleren.

Onder impuls van het Franse voorzit-terschap besliste de G20 tijdens de top van Pittsburgh in 2009 “de regulering, werking en transparantie van de finan-ciële en reële grondstoffenmarkten te verbeteren om de excessieve volatiliteit van de grondstoffenprijzen aan te pak-ken”. Op de top van Seoel in november 2010 werd dat engagement herhaald.

too little, too late

Vrij snel na de crisis van 2008 keurden de Verenigde Staten de Dodd-Frank Wall Street Reform and Consumer Protection Act goed, die de deriva-tenmarkt - ook voor landbouwgrond-stoffen - wilde reguleren. De concrete uitvoering ervan komt jammer genoeg niet van de grond onder de druk van financiële drukkingsgroepen.

De Europese Unie keurde in juli 2012 maatregelen goed om de OTC-handel van derivaten transparanter te maken. Dit gebeurde in het kader van de zoge-naamde ‘EMIR-regelgeving’ (European Market Infrastructure Regulation). Die verordening moet ervoor zorgen dat de informatie over alle Europese transac-ties met afgeleide producten naar een databank wordt gestuurd die toegan-kelijk is voor alle betrokken toezicht-houders. Dat moet beleidsmakers en

voorstellen en alternatieven om excessieve speculatie tegen te gaan

4

Page 29: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 29

op voedingsmiddelen te bestrijden. De meeste transacties hebben betrekking op professionele spelers. Het mora-torium geldt niet voor speculatie voor eigen rekening of voor rekening van derden of wanneer de klant een pro-fessionele belegger is (of een particu-lier met een ‘gewicht’ van meer dan 500 000 euro, in geval van opt out).

Het enige doel is de bescherming van de spaarder. Er wordt totaal geen rekening gehouden met de negatieve maatschappelijke impact van specula-tieve producten op grondstoffen.

In plaats van te rekenen op vrijwillige maatregelen, is een wettelijk en bin-dend kader nodig. Dat kader moet verder kijken dan louter het belang van de spaarder alleen, maar het algemeen belang centraal stellen.

Het gaat om een louter vrijwillig enga-gement zonder enige juridische kracht. De banken beslissen zelf of ze het al dan niet volgen. De enige voorziene sanctie is dat ze niet worden opgenomen in de lijst van de FSMA met de instellingen die het moratorium nakomen.

Het moratorium maakt de verkoop van dergelijke producten niet onmo-gelijk, maar verbiedt enkel de ‘com-mercialisering’ ervan, wat wordt ge-definieerd als “het voorstellen van het product op verschillende wijzen (publi-citeit, leurhandel, plaatsing, advies...) om de klanten aan te zetten tot aan-vaarding”.

Het moratorium betreft enkel de commercialisering aan particuliere be-leggers en geldt dus niet voor professi-onele beleggers. Dat maakt het instru-ment vrijwel nutteloos om speculatie

samenwerking mogen dus niet worden doorkruist door andere beleidsbeslis-singen. Dat zijn ook belangrijke verbin-tenissen voor de financiële instellingen waarvan de Belgische staat aandeel-houder is, zoals Belfius (staatsbank) en BNP Paribas Fortis (waarvan de staat hoofdaandeelhouder is).

Jammer genoeg leiden die intentiever-klaringen niet tot concrete maatrege-len. Vooral de opeenvolgende minis-ters van Financiën lijken het Europese debat over de kwestie veeleer te on-dergaan dan actief aan te gaan. De fi-nanciële sector verschuilt zich op zijn beurt achter het moratorium van de FSMA, de Belgische toezichthouder.

Sinds 20 juni 2011 is een vrijwillig mo-ratorium op de commercialisering van bijzonder ingewikkeld gestructureerde producten van kracht. Het moratorium wil vooral de spaarder beschermen en is vandaag het enige instrument dat de lancering van speculatieve producten op de Belgische markt mogelijk kan beperken. De reikwijdte van het mo-ratorium is echter voor interpretatie vatbaar. Volgens sommige financiële spelers geldt het enkel voor gestruc-tureerde producten. Dat zijn producten met een spaarcomponent, zoals een nulcouponobligatie, en één of meer afgeleide componenten. Anderen be-weren dan weer dat de definitie van de FSMA – “een beleggingsproduct dat een derivatencomponent omvat en waarvan de terugbetaling of de opbrengsten volgens een formule af-hangen van de evolutie van één of meerdere onderliggende waarden” – ook alle speculatieve fondsen op landbouwgrondstoffen omvat. In elk geval worden nog altijd speculatieve producten op landbouwgrondstoffen aan particuliere beleggers aangebo-den. Sommige producten zijn zelfs op de markt gebracht nadat het vrijwillig moratorium in werking is getreden. Dat wijst dus op een ernstige beperking van het instrument.

Afgezien van de vaagheid rond het toepassingsgebied van het morato-rium, is het volledig ontoereikend om de volgende redenen:

“Speculatieve producten met betrekking tot landbouwproducten worden enkel verkocht op vraag van de klanten.”

Het is niet omdat klanten naar dergelijke producten vragen dat ze aanvaardbaar zijn.

Bovendien worden de meest controversiële financiële producten niet alleen via de verkoop aan particulieren gefinancierd, maar via de ver-koop aan professionelen en voor eigen rekening.

Het aanbieden van speculatieve producten op verzoek blijft een probleem. In de VS wil de bankhervorming (Dodd-Frank Act) investeringen voor eigen rekening verbieden.

AntwOOrDen

Bron: Febelfin hoorzitting in het Belgisch federaal parlement

over speculatie op voedsel van 24 april 2013

Argumenten vAn De FinAnciële sectOr

Page 30: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie30

operatoren, onderzoekers, academici en de civiele samenleving de mogelijk-heid bieden om de risico’s van over-matige speculatie te beoordelen, de impact op de prijzen op de reële mark-ten te meten en passende maatregelen te nemen.

Verplichte goedkeuring en regi­stratie van marktoperatoren en finan­ciële producten: de operatoren – ook degenen die actief zijn op de reële markten – moeten worden gerang-schikt volgens entiteit (bv. bankinstel-ling of handelaar op de reële markt) en activiteit (bv. speculatieve activiteit of risicodekking); de grote meerderheid van de transacties op de derivaten-markten moet gebeuren via geregle-menteerde markten; de overige OTC-handel moet worden geregistreerd.

Alle transacties moeten worden gemeld aan de nationale en Euro­pese regulerende autoriteiten: over alle grondstoffenderivaten moet in real time gerapporteerd worden (of toch zo snel mogelijk); die verplichte melding moet ook betrekking hebben op OTC-handel; minstens dagelijks moeten de

het risico van volatiliteit beperken. De toegang tot de termijnmarkten moet dus uitsluitend worden voorbehouden aan actoren die kunnen bewijzen dat hun activiteiten effectief helpen om de risico’s van de reële markten te dekken zonder de volatiliteit ervan te verhogen.

Maatregelen voor meer transparantie

De ondoorzichtigheid van de actoren en hun financiële transacties maakt het onmogelijk om de impact van financi-ele speculatie voldoende te begrijpen en passende regelgevende maatrege-len te nemen. Transparantie is dus een eerste, onontbeerlijke voorwaarde om de markten te reguleren. Die maatre-gelen moeten betrekking hebben op inlichtingen over de betrokken acto-ren, de bedragen, de financiële instru-menten en de bestemmelingen van die inlichtingen. Informatie over de bedra-gen van de transacties, de identiteit van de begunstigden en de achterlig-gende motivatie (speculatie of dekking van risico’s op de reële markten) is cru-ciaal. Transparantie moet de regulato-ren, de overheid en het parlement, de

Aanbevelingen

Om de excessieve speculatie op de landbouwmarkten te stoppen, zijn maatregelen nodig op drie fronten:

maatregelen om de derivatenmarkt te reguleren.

het kader voor (de)regulering van financiële diensten herzien.

de structurele oorzaken van de prijsvolatiliteit op de landbouwbouw-markten aanpakken.

De speculatie reguleren

Maatregelen in het kader van het Eu-ropees initiatief voor regulering van de finan ciële markten moeten het mogelijk maken om de transparantie van de fi-nanciële transacties te garanderen, po-sitielimieten op te leggen en een doel-treffende controle te voorzien. De eerste bedoeling van termijncontracten is de markten stabieler en meer voorspelbaar te maken. Op dit moment hebben ter-mijnmarkten net het omgekeerde effect. De architectuur van het systeem moet

“De regelgeving mag niet nadelig zijn voor de reële economie.”

De vraag zou moeten worden omgekeerd: financiële producten op landbouwproducten zouden vooral het bewijs moeten leveren dat zij een positieve werking hebben op de landbouwmarkten. De invoering van regel-geving is bedoeld om ervoor te zorgen dat de activiteiten van de financiële sector ten dienste staan van de reële economie.

AntwOOrDen

Bron: Febelfin hoorzitting in het Belgisch federaal parlement

over speculatie op voedsel van 24 april 2013

Argumenten vAn De FinAnciële sectOr

Page 31: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 31

Vormen van speculatie die geen verband houden met de reële eco­nomie moeten verboden worden: het gebruik van passieve speculatie, in-dexfondsen en high-frequency-trading op de markten voor derivaten op land-bouwgrondstoffen verbieden.

De regelgevende maatregelen moeten periodiek geëvalueerd wor­den. Die evaluaties moeten aanpas­singen mogelijk maken in functie van de evolutie van de financiële instru­menten en de risico’s op de reële markten.

Een gecoördineerde regelgeving op internationaal niveau moet vermij­den dat spelers wegtrekken naar de locaties met een lakse regelgeving.

prijsvolatiliteit in te dijken en misbruik van marktposities te vermijden.

Geaggregeerde positielimieten moeten worden ingevoerd voor alle soorten derivatencontracten en voor alle deelnemers gelden: enkel voor transacties die rechtstreeks gebeuren op de reële markten en die gebruik ma-ken van de termijnmarkten om de in-herente prijsrisico’s tussen verkoper en koper op de reële markt te dekken, is een vrijstelling toegestaan. Handelaars mogen niet vrijgesteld worden van po-sitielimieten op basis van hun activiteit op de reële markten. Op die manier worden bepaalde ‘loopholes’ verme-den waardoor financiële beleggers aan positielimiten kunnen ontsnappen door op reële markten actief te worden.

posities die verschillende soorten tra-ders innemen beschikbaar zijn.

De nationale en Europese regu­lerende autoriteiten moeten met de juiste instrumenten uitgerust worden om hun rol op het vlak van transpa­rantie en regelgeving te kunnen spe­len: instrumenten moeten de evolutie van de financiële producten kunnen volgen, de risico’s van onrechtmatige speculatieve bewegingen en misbruik van marktposities opsporen en de no-dige internationale coördinatie facilite-ren. Zij moeten een duidelijk mandaat krijgen om in complexe markten op te treden en effectieve sancties op te leggen die een eind kunnen maken aan misbruiken. Alle betrokken par-tijen, ook onderzoekers en de civiele samenleving, moeten toegang hebben tot geaggregeerde gegevens om de impact van de markten van grondstof-fenderivaten te kunnen beoordelen.

Positielimieten

Het opleggen van positielimieten vormt de hoeksteen van de regelgeving. Die limieten stellen een preventief verbod in van speculatieve activiteiten op de landbouwmarkten om excessieve vo-latiliteit te kunnen voorkomen en mis-bruik van dominante posities te ver-mijden. Bovendien is het de bedoeling om speculatieve oververhitting op de markten te voorkomen. Elke financiële speculant (handelaars, banken, beleg-gers, fondsbeheerders, traders en anderen) moet onderworpen zijn aan beperkingen op het aantal contracten voor grondstoffenderivaten waarover zij mogen beschikken. Om die limieten operationeel te laten werken, zijn de volgende maatregelen nodig:

Positielimieten moeten worden vastgelegd in relatie tot maximale dagelijkse prijsschommelingen en tot het maximale aantal posities dat door één enkele speler kan worden aan­genomen: ex ante-limieten voor prijs-schommelingen; positielimieten per categorie van spelers moeten worden opgelegd door regulatoren en moeten wettelijk bindend zijn; de positielimie-ten moeten gelden tijdens de volledige duur van het contract; de positieli-mieten moeten ontradend werken om

“Het moratorium op complexe gestructureerde producten is de meest efficiënte oplossing omdat geen beroep mogelijk is, strookt met de Europese regels en de sanctie van uitsluiting sterk ontradend werkt.”

Die bewering is niet correct. Het moratorium lijkt eerder op een vrijgeleide. Het aanbod van speculatieve producten wordt immers niet ver-boden. Het is pervers dat het moratorium wordt gebruikt om voorstellen voor een betere regulering weg te wimpelen.

Verschillende Europese banken hebben het moratorium blijkbaar niet nodig gehad om zich publiekelijk te engageren om speculatie op land-bouwgrondstoffen te stoppen.

Argument vAn De Belgische tOezichthOuDer

AntwOOrDen

Bron: FsmA hoorzitting in het Belgisch federaal parlement

over speculatie op voedsel van 24 april 2013

Page 32: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie32

De impact van de klimaatverande-ring voor de landbouwproductie be-perken door, in de EU, de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 met min-stens 40% te verminderen;

De openbare ontwikkelingshulp aanwenden voor de lokale voedsel-productie en ecologische boerenland-bouw, voor de strijd tegen de ongelijke toegang tot productiemiddelen en de ongelijke machtsverhoudingen op de markt, met respect voor gendergelijk-heid. Steun verlenen aan programma’s van sociale bescherming voor arme consumenten;

De regionale akkoorden van de EU die samenwerking tussen landen belemmeren herzien. Die akkoorden versterken met een echt regionaal landbouw- en handelsbeleid gericht op voedselzekerheid;

Het gemeenschappelijk landbouw­beleid hervormen. Nefaste instru-menten als exportrestituties moeten worden afgeschaft en stabiliseringin-strumenten zoals aanbodbeheer en publiek voorraadbeheer versterkt;

Het VN­Comité voor voedselzeker­heid versterken dat het mandaat heeft de coherentie te bewaren, het beleid voor voedselzekerheid te coördineren en op te volgen.

Het regelgevend kader voor de financiële sector uitbreiden

Bovenvermelde maatregelen zullen slechts zin hebben wanneer ze ge-paard gaan met maatregelen om de financiële sector in zijn geheel te regu-leren, de prijsvolatiliteit te beperken en landbouwmarkten minder aantrekkelijk te maken voor speculanten.

De bankactiviteiten opsplitsen tussen detail- en speculatieve activi-teiten. Een bankensplitsing zou ook vermijden dat goedkope leningen van de Europese Centrale Bank voor spe-culatieve doeleinden wordt.

De taks op financiële transacties (FTT) op snelle en doeltreffende wijze invoeren. Dat helpt excessieve spe-culatie matigen en mobiliseert tegelijk middelen voor ontwikkeling, voedsel-zekerheid en de strijd tegen de kli-maatverandering.

De deregulering van de financiële markten een halt toeroepen door de liberalisering van de derivatenmarkten uit de bilaterale, regionale en multilate-rale handelsonderhandelingen te halen.

De banken verbieden om leningen te verstrekken aan speculatiefondsen.

De oorzaken van de prijsvolatiliteit aanpakken

Stabiele prijzen voor landbouwgrond-stoffen zouden speculatie in grote mate zinloos maken. Daarom moeten we ook aan de structurele oorzaken van de prijsvolatiliteit werken:

Landen toestaan om een beleid van prijsstabilisering te voeren (met publieke voorraden, variabele tarieven, contingenteringen, contracyclische ondersteuning, beheer van vraag en aanbod) dat de lokale productie be-vordert;

De impact van een toenemende vraag op de landbouwbouwmarkten beperken door biobrandstofmanda­ten en steun aan de productie van biobrandstoffen af te bouwen;

Page 33: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 33

dan ze exporteren, zetten prijsstijgin-gen de overheidsbudgetten onder on-houdbare druk en leiden tot politieke instabiliteit en conflicten. De recentste oproer in Noord-Afrika en het Midden-Oosten is daarvan het droeve bewijs.

Geconfronteerd met de bewezen im-pact van de massale speculatie op landbouwgrondstoffen, schortten sommige banken, zoals BNP Paribas, fondsen voor speculatie op landbouw-grondstoffen op. Dat betekent zeker niet dat het fenomeen vandaag van de baan is. Tegelijkertijd merken we dat regulerende autoriteiten en toezicht-houders enkel inzetten op ‘zelfregu-

lering’ van de sector. Het Belgische moratorium wil de verkoop van spe-culatieve producten op de Belgische markten beperken, maar blijkt totaal ongeschikt om de speculatie op land-bouwgrondstoffen te stoppen.

Er is daarom absoluut nood aan een wet-telijk en bindend kader om de derivaten-markten op landbouwgrondstoffen te reguleren. De Belgische overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen om de transparantie van die markten te verzekeren, doeltreffende positielimie-ten op te leggen en schadelijke specu-latieve producten te verbieden.

De conclusies van dit onderzoek naar de betrokkenheid van Belgische ban-ken bij voedselspeculatie zijn over-duidelijk. Onze banken speculeren op landbouwproducten in de zin dat ze be-leggingsproducten aanbieden die ver-band houden met termijncontracten op landbouwgrondstoffen. In april 2013 bedroeg de omvang van dat fenomeen bijna één miljard euro. Het gaat quasi zeker om een onder schatting van het fenomeen, omdat hun activiteiten voor eigen rekening of voor rekening van professionele klanten niet in dit cijfer zijn vervat. Van de tien onderzochte financiële instellingen zijn Deutsche Bank en BNP Paribas Fortis veruit het meest actief in het aanbieden van speculatieve producten op landbouw-grondstoffen aan particulieren.

Dergelijke speculatie is niet alleen immoreel maar ook gevaarlijk! De rol van banken bestaat erin kapitaal te mobiliseren voor de reële economie en op die manier bij te dragen aan de economische en sociale ontwikkeling. Hun speculatieve betrokkenheid op de landbouwmarkten hebben vandaag een negatieve impact op de reële eco-nomie en zelfs het algemeen belang. Alles wijst er immers op dat die activi-teiten de prijsverhoging en –volatiliteit van landbouwproducten versterken. Dat leidt direct tot een verarming van producenten en consumenten, vooral in de armste landen van het Zuiden. In die landen besteden gezinnen tot 80 % van hun inkomen aan voeding. Die gezinnen slagen er steeds minder vaak in zich degelijk te voeden, hun kinderen naar school te sturen en de levensnoodzakelijke zorg te verschaf-fen. Voor de meeste voedselprodu-centen vertalen prijsstijgingen zich niet in stijgende inkomens. Ze geven meestal meer geld uit aan voedsel dan ze verdienen door hun producten te verkopen. Bovendien stijgen ook de productiekosten onophoudelijk. Prijs-volatiliteit veroorzaakt tevens onze-kerheid bij beslissingen over produc-tie en investeringen. Voor de armste staten, die meer voedsel importeren

conclusie

“Als de financiële sector te veel beperkingen wordt opgelegd, zullen de Belgische landbouwers in het buitenland op zoek gaan naar producten om zich tegen risico’s in te dekken.”

De positielimieten om speculatie tegen te gaan, treffen de land-bouwers niet. Integendeel, ze beschermen hen tegen de impact van exces-sieve volatiliteit waarvan enkel financiële spelers profiteren.

De positielimieten willen vooral de explosie van speculatie indijken en de adequate indekking tegen risico’s verzekeren.

Voor de landbouwers is het meest effectieve instrument om zich tegen risico’s in te dekken een sterk landbouwbeleid dat prijzen van land-bouwproducten stabiliseert via het beheer van voorraden en aanbod om schaarste en overproductie tegen te gaan.

Bron: Febelfin hoorzitting in het Belgisch federaal parlement over

speculatie op voedsel van 24 april 2013

AntwOOrDen

Argumenten vAn De FinAnciële sectOr

Page 34: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie34

REPLICATIE VAN EEN INDExHet repliceren van de prestatie van een index bestaat erin het gedrag van die index te imiteren. Er wordt een onder-scheid gemaakt tussen fysieke en syn-thetische replicatie.

SWAP(CONTRACT)Financiële operatie die bestaat in een uitwisseling van financiële stromen (cash flows) tussen twee partijen. In het geval van indexfondsen maakt een swapcontract het meestal mogelijk om de prestatie van een korf activa van een fonds of een koers die is vastge-legd op het moment van het contract te ruilen voor die van de referentie-index.

TERMIJNCONTRACT (OF FuTuRE)Een termijncontract is een vaste verbin-tenis om een afgesproken hoeveelheid van een actief te kopen of te verkopen tegen een afgesproken prijs en op een afgesproken datum in de toekomst. Termijncontracten worden zelden uit-gevoerd met een reële levering: zij wor-den meestal financieel afgehandeld.

TERMIJNMARKT (DERIVATIVES)Financiële markt die het de operatoren mogelijk maakt om hun positie op de reële markt te dekken. Termijncontrac-ten die op die markt worden gesloten, worden zelden uitgevoerd met een re-ele levering:zij worden meestal financieel afgehan-deld.

TURBOCERTIFICAATFinancieel instrument op basis van een actief of een index, dat het mogelijk maakt om de schommelingen van het onderliggend actief zowel naar boven als naar beneden te versterken (met een hefboomeffect).

VOOR REKENING VAN DERDENWordt gezegd van operaties waarin een rechtspersoon (de financiële in-stelling) enkel optreedt om een dienst te leveren en zo de plaats inneemt van een andere rechtspersoon (de klant).

AFGELEID PRODUCT (DERIVAAT)Financieel product waarvan de waarde is afgeleid van de waarde van onder-liggende activa, zoals aandelen, obli-gaties of grondstoffen.

CLEARInG (COMPENSATIE)Clearing is het administratief en finan-cieel afwikkelen en garanderen van ef-fectentransacties. Clearing reduceert het tegenpartijrisico voor de belegger. Men maakt het saldo van de weder-zijdse schulden en vorderingen tussen debiteuren en crediteuren en beperkt de betaling enkel tot het berekende saldo.

EIGEN MIDDELENTotaal van de activa van een bedrijf mi-nus het geheel van zijn schulden.

ETCNulcouponobligatie (zonder beta-ling van interest) met de bedoeling de schommeling van de grondstoffenprij-zen te repliceren.

ETN (OF CERTIFICAAT)Schuldvorderingbewijs van banken met de kenmerken van obligaties en indexfondsen. Het doel van certifica-ten is de evolutie van een index of een waarde te repliceren, eventueel met een hefboomeffect.

FINANCIALISERING VAN DE LANDBOUW (FInAnCIALISATIon oF AGRICuLTuRE)Term voor het proces waarbij de land-bouw steeds meer wordt beïnvloed door de financiële markten.

GESTRUCTUREERD PRODUCTIngewikkeld financieel instrument dat meestal uit twee elementen bestaat, waarbij een eerste element het kapitaal moet beschermen en het tweede meer risico inhoudt en het rendement van het product moet optimaliseren.

GRONDSTOFFENINDExBerekent de waarde van termijncon-tracten voor een korf van grondstoffen. De termijncontracten die betrekking hebben op verschillende grondstoffen, worden gecombineerd in één enkele index waarin zij elk een specifiek ge-wicht hebben.

HEDGERMarktspeler die zich wil indekken te-gen het risico van een prijsstijging of -daling. Daartoe voorziet hij dus een dekking of hedging.

HIGHT FREqUENCY TRADING (HFT)Het uitvoeren van financiële transac-ties aan hoge snelheid met de hulp van krachtige computerberekeningen.

INDExFONDS OF ExCHANGE TRADED FUNDS (ETF)Beleggingsfonds dat de prestatie van één of meer indexen probeert te repli-ceren.

LANDBOUWGRONDSTOFFEN (SoFT CoMMoDITIES)Landbouwgrondstoffen bestaan uit alle geteelde producten die bedoeld zijn voor consumptie of voor verwerking.

oVER THE CounTER-MARkT (oTC)Niet gereglementeerde markt waarop de transactie rechtstreeks wordt ge-sloten tussen de verkoper en de koper.

POSITIELIMIETENLimieten die het aantal contracten be-palen dat één belegger (of een groep beleggers) in de loop van een bepaal-de periode mag afsluiten op één (of meer) financiële markt(en).

REëLE MARKT (SPOT MARKET)De plaats waar verschillende soorten operatoren elkaar ontmoeten (pro-ducenten, groothandelaars, consu-menten,…) in aanwezigheid van de goederen en met de bedoeling die te verhandelen.

verklarende woordenlijst

Page 35: Sos 13 speculationnl bd

Voedselspeculatie - De betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie 35

Acs Afrika, Caraïben, Stille Oceaan

cFtc Commodity Futures Trading Commission

cBOt Chicago Board of Trade

etc Exchange Traded Commodities

etF Exchange Traded Funds

etn Exchange Traded notes

emir European Market Infrastructure Regulation

esmA European Securities and Markets Authority (Europese autoriteit voor toezicht op financiële markten)

eu Europese Unie

FAO Organisatie van de Verenigde Naties voor Voedsel en Landbouw

Ftt financiële transactietaks

FsmA Financial Services and Markets Authority (Belgische autoriteit voor toezicht op de financiële markten)

glB Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU

gsci Goldman Sachs Commodity Index

ictsD International Centre for Trade and Sustainable Development

iDs Institute of Development Studies

iFAD International Fund for Agricultural Development

iFPri International Food Policy Research Institute

mvi Maatschappelijk verantwoorde investering

miFiD Markets in Financial Instruments Directive (Europese richtlijn voor de markten voor financiële instrumenten)

Otc over the counter

rFA Réseau Financement Alternatif

unctAD United Nations Conference of Trade en Development (Conferentie…)

lijst van gebruikte afkortingen

Page 36: Sos 13 speculationnl bd

Ruée vers la terre : Quelles complicités belges dans le nouveau Far West mondial ?36