Soefi-gedachte 20. december 2012

44
Inhoud De Soefi-gedachte is een gezamenlijke uitgave van Soefi Beweging Nederland en Vereniging Soefi-Contact en heeft tot doel het verspreiden van het gedachtegoed van Hazrat Inayat Khan. D E S OEFI- gedachte december 2012 3 Ten geleide 5 De godsdienst van het hart Hazrat Inayat Khan 10 De Innerlijke School van de Soefi Beweging Ameen Carp 13 In gesprek met Henk/Jabbar de Boer Zubin van den Besselaar / Jaya Bakker 17 Noorunnisa’s beeld onthuld op Gordon Square 18 Horn's kijk op Hazrat Inayat Khan onder de loep Kariem Maas / Amir Smits 23 Enkele persoonlijke kanttekeningen bij Horn’s visie Kariem Maas / Amir Smits 27 Bewustzijn Wali van Lohuizen 32 10 Jaar SUN - Soefi Uitwisseling Nederland 34 Wat is Antroposofie? Christja Mees-Henny 38 In memoriam 39 Gedicht: Voor Johannes Molenaar Michaël Schouwenaar 40 Het begon zo Karim Hofstra 41 Informatie over de Soefi Beweging 44 Informatie over Soefi Contact 1

description

tijdschrift van de Nederlandse Soefi Beweging

Transcript of Soefi-gedachte 20. december 2012

Inhoud

De Soefi-gedachte is een gezamenlijke uitgave van Soefi Beweging Nederland en Vereniging Soefi-Contact en heeft tot doel het verspreiden van het gedachtegoed van Hazrat Inayat Khan.

DE SOEFI-gedachte

december 2012

3 Ten geleide

5 De godsdienst van het hart Hazrat Inayat Khan

10 De Innerlijke School van de Soefi Beweging Ameen Carp

13 In gesprek met Henk/Jabbar de Boer Zubin van den Besselaar / Jaya Bakker

17 Noorunnisa’s beeld onthuld op Gordon Square

18 Horn's kijk op Hazrat Inayat Khan onder de loep Kariem Maas / Amir Smits

23 Enkele persoonlijke kanttekeningen bij Horn’s visie Kariem Maas / Amir Smits

27 Bewustzijn Wali van Lohuizen

32 10 Jaar SUN - Soefi Uitwisseling Nederland

34 Wat is Antroposofie? Christja Mees-Henny

38 In memoriam

39 Gedicht: Voor Johannes Molenaar Michaël Schouwenaar

40 Het begon zo Karim Hofstra

41 Informatie over de Soefi Beweging

44 Informatie over Soefi Contact

1

COLOFONde Soefi-gedachte 66e jaargang nummer 4december 2012

Verschijnt 4 x per jaar; in: maart, juni, september en december.

Adresveranderingen sturen aan de uitgever, Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag met uitzondering van leden Soefi-Contact, die mutaties sturen naar hun secretariaat.

© Soefi Beweging Nederland. Overname van agendapunten vrij.De inhoud van de artikelen is voor verantwoording van de auteurs en afgezien van plaatsing in dit tijdschrift en op daaraan gerelateerde websites, berust het copyright bij de auteurs.

Uitgever/Administratie:Stichting Soefi Beweging NederlandAnna Paulownastraat 78,2518 BJ Den Haagtel: 070 346 15 94 fax: 070 361 48 [email protected] www.soefi.nlwww.soefi-contact.nl

Abonnementen:jaarabonnement, incl. porto: € 16,00 abonnement buitenland: € 20,- per jaarlos nummer: € 5,00.Aanmelding door betaling via rekening 777555 tnv Stichting Soefi Beweging Neder land te Den Haag ovv penning-meester Leo Sosef. Drukker:NKB, Bleiswijk

.

Redactie: dhr. L.W. Carp (Ameen), voorzittermw. J.I.E. Bakker (Jaya)mw. M.A.J. van den Besselaar (Zubin)dhr. J.J. Dekker (Jaap), eindredacteurdhr. E.H.K.Logtmeijer (Karim)dhr. T. Maas (Kariem), hoofdredacteurdhr. J.P.H.Smits (Amir), secretaris Redactie-adres:dhr. J.P.H.Smits (Amir), Warmondstraat 177 hs, 1058 KX [email protected]

Redactiemedewerker:dhr. N. Welten (Noud), opmaak

Illustraties:De redactie stelt alles in het werk om reproductierechten te regelen. Voor-zover dit niet correct is gebeurd, kunnen rechthebbenden contact opnemen met de uitgever.

Aanwijzingen voor auteurs:Bijdragen zijn welkom, mits niet langer dan ca. 2000 woorden en aangeleverd in Microsoft Word met eventuele voetno-ten als eindnoten. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen niet op te nemen of in te korten, en op de eigen websites te plaatsen. Kopij sturen naar het redactie-adres. Uiterste inleverdata voor het volgende nummer: 2 maanden tevoren (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 okto-ber) of in over leg met de redactie.

2

Ten Geleide – de weg naar binnen

Geen lichte kost, deze maand. Lange en diepgravende artikelen. De beloning voor wie zich inspant, is dat er veel inspiratie uit te halen valt. Inspiratie om de weg naar binnen te gaan, naar het hart, naar de liefde die in het hart tot bloei kan komen, zoals Hazrat Inayat Khan beschrijft in ‘De godsdienst van het hart’.

Hoe men die liefde vorm geeft, is vers twee. Inayat Khan veronachtzaamt die vor-men niet, hij was zelf een meester in het scheppen van nieuwe vormen, rituelen en gebeden, maar hij relativeert ze wel. “Al die verschillende vormen, de vormen van eredienst en van gebed, welk geheim ligt daarachter verborgen? Het geheim is het voorbereiden van het hart op die zegening, die alleen door liefde gegeven wordt”, zegt hij. De mens leeft in een onwerkelijke droomwereld die hij zelf geschapen heeft, aldus Inayat Khan, “Godsdienst is dat, wat de muren van de onwerkelijkheid wegbreekt en aan de mens de weg toont naar waarheid en hem daarbij leiding geeft.”De natuur houdt ons een spiegel voor, aldus Inayat Khan: “Wat een opgaan in de schoonheid van de natuur ziet men ’s morgens bij vogels die als het ware een lied, een hymne aan God zingen. Dat alles is godsdienstigheid, als men maar in staat is dit in te zien.”

Om te leren zien is scholing nodig. Daarover schrijft Ameen Carp. Hij beschrijft hoe men door oefening zijn wezen kan zuiveren en er ongemerkt een verdieping op kan treden. “Je ontdekt dat er achter de wereld van vormen en verschijningen een innerlijk leven schuil gaat. Je gaat inzien dat het uiterlijke leven een leven aan de oppervlakte is.”

Die weg naar binnen roept onvermijdelijk spanning op. Wat moeten we van ons afwerpen en wat moeten we koesteren? Wat is oppervlakte en vorm en wat is inhoud? Hoe vernieuwen we godsdienstige vormen zonder het kind met het bad-water weg te gooien?Die vragen vormen de achtergrond bij twee uitvoerige artikelen over de ontwikke-ling van het universeel soefisme. Niets menselijks is soefi’s vreemd en ook zij kun-nen gehecht raken aan uiterlijke vormen die het zicht op de inhoud bemoeilijken. Elke tijd, elke generatie, sterker nog, elke soefi die de weg naar binnen gaat, zal zich rekenschap moeten geven wat die vormen bijdragen of in hoeverre ze een hin-derpaal zijn op de weg naar binnen. Zomaar ons lied zingen, zoals vogels, kunnen wij niet.

Kariem Maas

3

De godsdienst van het hartInayat Khan1

Wanneer we de verschillende godsdiensten beschouwen die de mensheid kent, dan zien we dat ze alle in de een of andere vorm de Boodschap van Liefde aan de wereld brachten. Dan komt de vraag: wíe bracht godsdienst in de wereld? En het antwoord is, dat godsdienst altijd al bestaan heeft in het hart van de mensen. Godsdienst is ontsproten aan het hart en onder alle rassen, hoe primitief ook, heeft een soort godsdienst bestaan die voor meer ontwikkelde mensen misschien onbegrijpelijk was. Want godsdienst is instinctief en omdat zij instinctief is ziet men niet alleen in de mensenwereld, maar ook in de lagere schepping een weerschijn van godsdien-stigheid.

Zo vindt men bijvoorbeeld sommige huisdieren zoals hond, kat en paard, die heel trouw zijn, en men kan in dit opzicht ervaringen opdoen die men bij een mens niet verwacht. En ook, wat een opgaan in de schoonheid van de natuur ziet men ’s morgens bij vogels die als het ware een lied, een hymne aan God zingen. Dat alles is godsdienstigheid, als men maar in staat is dit in te zien.De mens heeft zijn godsdienst zo eng begrensd, dat hij niet goed in staat is om de wijdverbreide natuurgodsdienst te waarderen. Doordat de mens zo eng van opvat-ting was, heeft hij zijn geloofsbelijdenis zijn godsdienst genoemd, of een plaats van verering, of een boek, of een vorm van eredienst.Als we eens denken aan het gevoel dat we krijgen als we alleen de bossen ingaan en naar de bomen kijken die daar zwijgend staan in contemplatie, zomer en winter, in alle jaargetijden! Die stille contemplatie, wat schenkt ons dat, welke gedachte roept ze wakker in ons? Ze geeft ons het besef, dat er godsdienst is.

Men mag het een legende of bijgeloof noemen maar de ervaring in India leert dat cobra’s nooit bijten tenzij iemand ze kwaad doet. En de gehechtheid en aanhanke-lijkheid die een duivenpaar aan de dag legt is iets, dat we moeten leren begrijpen. En er zijn veel gevallen, veel ervaringen, in de lagere schepping die getuigen van bedachtzaamheid, opmerkzaamheid en aanhankelijkheid, wat ons de overtuiging geeft dat er een instinctieve godsdienstigheid bestaat.Ook zijn er in het Oosten verhalen in omloop over olifanten. In een kudde olifanten is er steeds één die de leider is en die draagt een boomstam in zijn slurf, waarmee hij al voortgaande de grond betast om te onderzoeken of er geen gevaarlijke kuilen zijn, of dat de weg veilig is voor de kudde. En als er een kuil is, dan waarschuwt hij om ongelukken te voorkomen.Ook bij de vogels merken we dat er onder hen een leider is, die weet of er regen of storm zal komen en hoe lang dat zal duren, en die in verband daarmee leiding geeft die door de anderen geaccepteerd wordt.

Hoe is dit alles te verklaren, dit zorgdragen voor degenen die van één afhangen? Het zich overgeven, en het gehoor geven aan en vertrouwen stellen in iemand die de leiding neemt, bestaat niet alleen onder menselijke wezens, maar zelfs in ster-kere mate bij dieren. Maar de mens, van wie wordt aangenomen dat hij steeds een

5

6

godsdienst had, dat hij godsdienstig was, verzette zich steeds tegen diegenen die hem dienden en hem wilden bevrijden uit zijn dwalingen. De heiligen, de wijzen en de grote zielen, die steeds weer voor hem trachten te werken, hebben altijd moe-ten lijden en van alle kanten tegenstand moeten ondervinden. In dit opzicht toonde de mens minder neiging tot godsdienst dan de dieren.

Wat betreft het begrijpen van wat verstaan wordt onder de godsdienst van het hart, hebben de soefi’s gezegd: “Ishq Allah, Mahbud Allah” wat hetzelfde is als wat men in de Bijbel leest namelijk: “God is liefde”. En als God liefde is, waar kunnen we Hem dan vinden? In de zevende hemel of in het hart van de mens?Als God zo ver verwijderd was als de zevende hemel, zou dat wel zeer ongunstig voor de mens zijn: zo ver verwijderd te zijn van zijn wezenlijke leven en van de diep-ste reden van zijn bestaan.De werkelijkheid dat God in het hart van de mens is, is door alle godsdiensten op verschillende manieren en met verschillende middelen onderwezen.

Velen in deze wereld kennen alleen het woord ‘liefde’, want het is onmogelijk om te begrijpen wat liefde is, of er over te spreken en haar te verklaren. Wie liefde in woorden tracht weer te geven, doet een vergeefse poging. Het zou zijn alsof men God met woorden zou willen omschrijven. Maar God en liefde kunnen niet onder woorden worden gebracht.Er is een gezegde van een Perzische dichter, die keizer was: “Het was mijn lot om veel slaven te hebben die mij dienden, maar vanaf het ogenblik dat de liefde in mijn hart werd geboren, werd ik de slaaf van elk van mijn slaven.”Op het moment dat liefde tot uiting wordt gebracht, hoeft men niet meer naar de waarheid te zoeken, want dan is de waarheid geboren. Want het is degene die liefheeft, het liefhebbende hart, dat in staat is te begrijpen en te beseffen wat waarheid is. De reden ligt hierin dat de waarheid niet buiten onszelf maar ín ons is. Wanneer bijvoorbeeld iemands hart door een groot verdriet geraakt is, dan is in al wat hij zegt, of denkt of doet, een geur van liefde.Wat in het Oude Testament wordt aangeduid met de woorden “tongen als van vuur” of “vurige woorden”, wat wordt daarmee bedoeld? Het is dát wat omhoog komt als de liefde ontwaakt, en dan gedachte, woord en daad met nieuw leven bezielt.

Wat gewoonlijk van liefde gekend wordt, is het geven en nemen. “Als u mij vijf twintigcent-stukken geeft, dan zal ik u een euro geven.” Maar zo lang als men het leven beschouwt als een vorm van zaken doen, als een vorm van geven en nemen, weet men niet wat liefde is.En het is heel verdrietig als ons hart, na liefde ervaren te hebben, koud en bitter gestemd is geworden. En wat is daarvan de oorzaak? Dit, dat men diep moet gra-ven tot men helder water vindt. Als men ondiep graaft, dan is er geen water maar slechts modder. Maar wat is dan liefde? Liefde is onafgebroken opoffering.En wat is de betekenis van opoffering? Opoffering is zichzelf vergeten.Rumi zegt in zijn gedicht de Masnavi: “De geliefde is alles in alles, de minnaar ver-sluiert hem slechts. De geliefde is al wat leeft, de minnaar zelf is een dood ding.” En wat wordt daarmee bedoeld? Zonder liefde is zelfs een minnaar als een dood ding.

7

Kan iemand zeggen ‘ik streef ernaar in mijn leven om goed te zijn, of om gods-dienstig te zijn’, zonder dat hij het liefdeselement bezit? Van welk nut kan iemands godsdienst zijn als hij misschien de hele dag bidt, of een en al goedheid schijnt te zijn, maar er in zijn hart geen liefde is? Wat heeft hij dan aan zijn godsdienst?

Er is een verhaal van een jong meisje dat een boerderij moest passeren waar ie-mand bezig was zijn gebeden tot God te zeggen, en in overeenstemming met de oosterse gewoonte mag niemand over de plek lopen waar iemand zijn gebeden opzegt. Maar het meisje sloeg daar geen acht op en passeerde toch. Toen zij te-rugkwam zat de vrome man er nog steeds en hij riep het meisje aan en zei: “Hoe onnadenkend van je, ik zegde mijn gebeden op en jij liep hier toch langs”. Het een-voudige boerenmeisje antwoordde: “Wat deed u, tot wie bad u?” Hij antwoordde: “Ik bad tot God”. “O”, zei zij, “het spijt me erg. Maar ik kan niet begrijpen hoe u die tot God bad, tegelijkertijd mij kon opmerken. Ik was op weg naar mijn geliefde en ik zag u niet”.

De macht van de liefde wordt in alle dingen gezien en in welke vorm ze ook werk-zaam is, steeds vertoont zij zich als grote deugd. Men weet niet steeds welke grote kracht in de liefde werkzaam is, maar men weet dat er niets in de wereld bestaat dat zo machtig is als liefde. Denk aan de hen met haar kleine kuikentjes. Als er in de tijd dat zij nog jong zijn en bescherming bij hun moeder zoeken, een paard of een olifant aan zou komen, dan zou de moeder hen vechtend verdedigen.Hoe vaak heeft de mens het woord liefde misbruikt, hoe vaak gebruikt hij onder valse voorwendselen het woord ‘liefde’. Wat er gebeurd is, is dit dat de mens een onware wereld heeft gemaakt en in die onware wereld zo opgaat dat hij de werke-lijkheid niet kan zien.Dat was de reden dat van tijd tot tijd heiligen, wijzen en leraren naar de mensheid werden gezonden omdat de mens in een droom leeft, waar hij niet uit kan ontwa-ken. En waarover droomt hij? Hij droomt over een onwerkelijke wereld, die hij zelf geschapen heeft.En wat is godsdienst? Godsdienst is dat, wat de muren van de onwerkelijkheid weg-breekt en aan de mens de weg toont naar waarheid en hem daarbij leiding geeft.

Wat wij vriendelijkheid, behulpzaamheid, fijnheid, zachtheid of nederigheid noemen, waar vandaan komen al deze deugden? Zijn zij niet alle van liefde gemaakt? Het zijn verschillende vormen van liefde. Dit toont ons, dat er slechts één stroom van liefde is en dat alle verschillende deugden die de mens kent, verschillende druppels zijn, die in verschillende richting vallen.De opvatting van recht en onrecht, van goed en kwaad, kunnen we op verschillende wijzen onder verschillende volkeren vinden, maar in de liefde verenigen wij ons al-len, hetzij Oost of West, Noord of Zuid. Want niemand die nadenkt, zal zeggen dat wreedheid een deugd is en vriendelijkheid een zonde. Daarom verenigen we ons allen uit een oogpunt van liefde, in één opvatting van goed en kwaad, van recht en onrecht. Alles wat geleid wordt door het beginsel van liefde, heeft zijn deugd en al-les wat gedaan wordt door kilheid, is kwaad.

8

Als we eens nagaan waar de mensen doorheen zijn gegaan in alle tijden. In naam van de godsdienst waren er immers oorlogen en veldslagen. Men vraagt zich dan af of dat door godsdienst werd geleerd. In het geheel niet. Godsdienst was het voor-wendsel. Onder dit voorwendsel wenste de mens het bloedvergieten, vervuld als hij was van zelfzucht. En als er ooit een aanklacht tegen enige godsdienst is geuit, dan was deze niet gericht tegen die godsdienst zelf, maar tegen het misverstaan van die godsdienst door haar volgelingen.

Denk aan het leven van de grote Meester Jezus Christus, die de ziel van de gods-dienst was. Men ziet dan hoe er van het begin tot het einde niets anders was dan liefde en vergeving. Zij, die tot hem kwamen met hun moeilijkheden, dwalingen, onvolmaaktheden, werd in het licht van de liefde alles vergeven, er was steeds een liefdesstroom die zuiverde. Als men de idee van vergeving en van verdraagzaam-heid gevolgd had, dan zou de mensheid niet gekomen zijn in de toestand waarin zij nu verkeert. De haat, het vooroordeel en de bitterheid, die bestaan tussen naties, kan met geen woorden beschreven worden. En of er nu één godsdienst of duizen-den godsdiensten zijn, als dit zo door moet gaan, dan zou men gaan twijfelen aan het bestaan van godsdienst.

Het lijkt erop dat mensen willen behoren bij een godsdienst, maar wat nodig is is het beleven van godsdienst. Waarom zijn de mensen niet meer eensgezind? Door gebrek aan verdraagzaamheid en door gebrek aan vergevingsgezindheid. Er is een gebrek aan liefde. Men kan duizend verschillende schema’s maken om de omstan-digheden te verbeteren en iedere poging in die richting is de moeite waard, maar ook blijft de vraag, welke poging als de meest aanbevelenswaardige moet worden beschouwd. Dat is het opwekken van de goddelijke geest die liefde genoemd wordt, en die begraven is in het hart van de mens. Er zijn veel politieke, sociale en morele instellingen, maar wat vandaag de dag het meest noodzakelijk is, is het doen ont-waken van de godsdienst van het hart.Het doet er niet toe welke godsdienst men aanhangt, als men maar de diepte van godsdienst kent, en dat is liefde. En dan, al die verschillende vormen, de vormen van eredienst en van gebed, welk geheim ligt daarachter verborgen? Het geheim is het voorbereiden van het hart op die zegening, die alleen door liefde gegeven wordt.

De school van de soefi’s, in welke tijdsperiode ook, is de school van mystici geweest. Haar godsdienst is de godsdienst van het hart geweest en het is daarom dat er een gedicht bestaat van Abul Allah die zegt: “Koran, Bijbel of een martelaarsgebeente, dit alles kan mijn hart toelaten, omdat mijn godsdienst slechts liefde is”.Want de godsdienst van liefde is de godsdienst van verdraagzaamheid. De gods-dienst van liefde is de godsdienst van vergiffenis. Het leven in de wereld is zodanig dat het even moeilijk is voor rijken als voor armen. Een wereld zoals de onze, ge-maakt door onwaarheid, heeft haar rampen, onafgebroken rampen, die ook iemand met een goed hart moet doorstaan. En er is slechts één beveiliging tegen al die rampen die het hart dreigen te vernietigen, en dat is door te leren verdraagzaam te zijn, te leren hoe men moet vergeven. Want ieder spreekt, handelt en denkt slechts

9

overeenkomstig zijn eigen bepaalde ontwikkelingsgraad en hij kan niet anders.Waarom dan niet verdraagzaam zijn? Waarom dan niet vergeven? Als er onver-draagzaamheid is, dan zal er door een voortdurende wederkerigheid, een geven en nemen van onverdraagzaamheid zijn. Dat betekent een doden van het liefdesele-ment, en leven geven aan een element dat de dood zelf is.

Als er enige inspiratie, enige openbaring is, dan wordt die bereikt door een liefheb-bend hart. Het doel van het leven is gebruik te maken van die heilige ruimte, die het menselijk hart is, en die bestemd is voor God. Maar als die ruimte er is en daar is God niet, dan mist die ruimte haar bestemming. Als er een hart is dat haar ideaal nog niet heeft bereikt, het enige ideaal dat waard is om te worden nagestreefd, dan heeft dat hart haar bestemming nog niet bereikt. De eerste schrede op aarde is, dat men diegene liefheeft die men op de aarde ontmoet.Iemand vroeg aan een groot leraar hem in te wijden in de mystiek. De leraar ant-woordde: “Jongeman, hebt je ooit liefgehad?” De jongeman antwoordde: “Nee, dat heb ik niet”. De leraar zei toen: “Ga en heb eerst lief. Kom daarna terug voor de tweede stap”.

Zonder twijfel is de liefde voor een menselijk wezen die niet is gegroeid en zich nog niet heeft ontwikkeld tot liefde voor God, nog niet volmaakt. Want liefde is bestemd voor de werkelijke Geliefde, die haar werkelijk verdient en die de Enige is die haar verdient. Zoals kinderen het huiselijk leven leren door met een pop te spelen, zo ook begint de ziel te leren door de liefde voor een mens en voltooit zijn studie in de liefde voor God.En de liefde voor God is datgene, wat het doel is van de hele schepping. Als dat niet het doel was, dan zou de schepping niet hebben plaatsgehad. Omdat de hele schepping uit God is, is zij ook van God, zij is de manifestatie van liefde en het doel van die manifestatie is, de volmaaktheid van liefde te verwerkelijken.

1 Uit Uit de website-bundel ‘Lessen van Hazrat Inayat Khan, de Nederlandstalige Religieuze Gathekas’, februari 2012, zoals te vinden is op www.soefi.nl/download-print/category/4-ga-theka-s

De Innerlijke School van de Soefi BewegingAmeen Carp

De Innerlijke School is één van de eerste activiteiten die Hazrat Inayat Khan ontwik-kelde in zijn Londense periode (1915 – 1920). Men hoort dikwijls de vragen: Wat is de Innerlijke School? Waarom heet het een school? Wat leert men daar? Wat is inwijding? Waar gelooft een soefi in? Is het een religie? Wat is de relatie tot de Is-lam? Gelooft een soefi in een persoonlijke of een abstracte God? Wat is geestelijke hiërarchie? Wat is de ziel?Er komt een tijd in het leven van een mens, dat hij of zij zich afvraagt wat de zin van het leven is. Waarom worden wij op aarde geboren? En wat wacht er op ons als wij ons lichaam afleggen? Is er dan een verder leven in een andere sfeer? Wat kunnen wij doen om antwoorden te krijgen op deze en vele andere levensvragen?

Om deze antwoorden te kunnen ontvangen en begrijpen dienen wij ons voor te bereiden op een innerlijke reis. Net als met een uiterlijke reis, moeten wij ons goed voorbereiden. Wat nemen wij mee? Hoe laten wij alles achter waar wij verantwoor-ding voor dragen? Hoe lang dient de reis? En wat is het doel van deze reis?Om antwoorden te ontvangen op deze vragen, begrijpen wij dat het verstandig is een ervaren gids te zoeken. Iemand die men respecteert en vertrouwt. Als het verlangen om deze reis te gaan maken groeit in ons hart, komt er een moment dat heel sterk is en besluiten wij om de stap te wagen en wij vragen om inwijding in de Innerlijke School. Wat is inwijding ? Het is het zetten van een eerste stap in de rich-ting, waarvan men innerlijk aanvoelt dat die naar het doel van het leven zal leiden. Het is te vergelijken met een reis, een innerlijke reis. De inwijding is een welkom in de kring van leerlingen, het is een zegening.

Er volgen gesprekken met de inwijder, een man of vrouw met ervaring op dit gees-telijk gebied. Men stelt vragen en de inwijder geeft antwoorden, raadt het lezen van enkele soefiboeken aan en geeft enkele eenvoudige oefeningen. Wat zijn deze oefeningen en wat doen ze? Het zijn eenvoudige ademhalingsoefeningen om je li-chaam, maar ook je gevoelens en je gedachten zuiver te maken. Als je deze oefenin-gen gaat doen, merk je dat ze je kalm maken. Er ontwikkelt zich in je een verlangen om je zo zuiver mogelijk te maken en een eigen levensritme te ontwikkelen. Je gaat nadenken over je adem. Wij mensen ademen automatisch in de hele dag en ook in de nacht. Maar bewust adem te halen en te beseffen dat je levenskracht uit de ruimte tot je trekt en daarmee je longen en je lichaam reinigt en vernieuwt, dat is een nieuwe ervaring. Maar je adem is niet alleen zuurstof maar ook levenskracht. Dat wat de hindoes ‘prana’ noemen en door de chinezen ‘chi’. We ademen dus niet zo maar lucht in, maar energie, levenskracht. En het gaat niet alleen om levens-kracht, maar ook om licht, vreugde, dankbaarheid.Men voelt zich verfrist, gereinigd, vernieuwd. Maar waar komt die adem vandaan? Uit de oneindige ruimte om ons heen. Daar is leven in die ruimte. Een geweldig re-servoir van ijle, immateriële levenskracht, die ons voedt, onderhoudt en niet alleen mensen, maar alle geschapen wezens: vogels, dieren, planten, alles wat geschapen is.

10

11

Door deze oefening dagelijks bewust te doen, zuivert men zijn wezen en ongemerkt treedt er een verdieping op. Je ontdekt dat er achter de wereld van vormen en ver-schijningen een innerlijk leven schuil gaat. Je gaat inzien dat het uiterlijke leven een leven aan de oppervlakte is. Naast deze eenvoudige ademhalingsoefeningen geeft de inwijder je de soefigebeden Saum en Salat, gebeden tot God en tot zijn profeten, tot de geest die de mensen leidt, de geest van leiding.

Gelooft een soefi dan in een Opperwezen, die het leven schept, onderhoudt en weer tot zich trekt? Ja, een soefi gelooft dat er die oneindige levengevende kracht is. Hoe moet men die zich voorstellen? Zoals men wil. Er bestaat geen vaste Godsvoorstel-ling in het soefisme. Er zijn zoveel Godsvoorstellingen als er mensen zijn. Als een soefi in een God gelooft, is het soefisme dan een religie? Het antwoord is dat het soefisme geen religie is, maar een religieuze levensfilosofie. Als men het een religie wilt noemen, noem het dan ‘de religie van het hart’, aldus Hazrat Inayat Khan.

Wat is de relatie tussen het soefisme, dat Hazrat Inayat Khan bracht en de Islam? Als men een encyclopedie raadpleegt wordt daar meestal verklaard dat soefisme de esoterische tak is van de islam. Ontegenzeggelijk zijn er nog steeds vele soefi-orden, die zich geheel op de islam baseren. Dit is niet het geval met het soefisme dat Hazrat Inayat Khan bracht, dat respect heeft voor alle religies, voor alle heilige boeken en alle profeten. Het laat iedereen volledig vrij zijn eigen geestelijke weg te gaan. Het leert ‘geestelijke vrijheid’. Inayat Khan moedigde mensen aan om niet hun eigen religie te verlaten maar het soefisme te beschouwen als een verdieping daarvan. Dit soefisme wordt wel ‘Universeel Soefisme’ genoemd of soms ‘Westers Soefisme’, wat een verkeerde benaming is omdat dit soefisme voor de hele mens-heid is.

Terug naar de Innerlijke School. Door de ge-beden te zeggen, richt de leerling zich op die ene universele geest, die men De Ene, Het Enig Wezen, God, Allah, Brahma, Ahu-ra Mazda, enz. kan noemen. Het menselijk hart wordt geopend voor verering, verhef-fing, nederigheid. De inwijder zal wellicht de ingewijde leerling ook enkele woorden of zinnen met een diepere betekenis geven om zachtjes te herhalen en om nader te overdenken. Dit is geen intellectuele oefe-ning, maar een begin van een meditatieve levensinstelling. Iedere dag wordt er tijd vrij gemaakt om de ademoefeningen te doen,

de gebeden te zeggen, de woorden of zinnen te herhalen en om stil te zijn.Als men ingewijd is in de Innerlijke School krijgt men toegang tot de zogenaamde Gathaklassen, waar de Gathas (= gewijde leringen) worden gelezen, overdacht, waar gebeden worden gezegd en oefeningen worden gedaan. Er wordt niet gedis-cussieerd en men luistert aandachtig met een open hart.

12

Enkele malen per jaar is er een gesprek met de inwijder, die de oefeningen be-spreekt en eventuele problemen behandelt, die de leerling op de reis kan zijn tegen-gekomen. Deze gesprekken zijn strikt vertrouwelijk en er ontstaat een bijzondere relatie tussen inwijder en leerling. Een relatie van respect, vertrouwen en aanvaar-ding. Een bijzondere band ontstaat.

Als de inwijder bespeurt dat de leerling groeit in inzicht, toewijding en bewustwor-ding, zal er een volgende inwijding volgen. Zo gaat men van de ene inwijdingsgraad tot de volgende. Dit verklaart ook het gebruik van het woord‘school’. Net als op school gaat men van klas tot klas, zodra de leraar ziet dat de leerling de stof begrepen heeft.Naarmate de reis vordert, groeit er inzicht in het eigen wezen. Men heeft het in-strument van het lichaam met de vijf zintuigen, men heeft het hart om gevoelens te ontvangen en uit te zenden; men heeft een denkvermogen om praktische en abstracte gedachten mee te kunnen formuleren; men heeft een geheugen, men heeft de wil en het gevoel van de eigen identiteit (het ego). Hazrat Inayat Khan gebruikt het begrip ‘mind ‘ voor deze vijf vermogens. Een moei-lijk te vertalen woord wat echter soms met ‘psyche ‘ wordt vertaald.De leerling leert allengs beter zijn ego te leren kennen en beheersen. Dit ego heeft men nodig, maar kan ook tevens een gevaar zijn door zijn overheersende neiging. Geleidelijk ontwaakt de leerling tot het besef van het hogere zelf. Dat element in de mens, dat de mens voert naar het hogere, het nobele, het onzelfzuchtige, het verheffende. Zo wordt ‘het kleine zelf’ geleidelijk minder dominant en groeit ‘het hogere zelf’.

Dit hele groeiproces leidt ook tot de vraag: ‘Wat is nu mijn diepste kern?’ Hazrat Inayat Khan legt uit dat de diepste kern van de mens zijn ziel is, een licht-straal uit de eeuwige bron van licht; deze ziel is het bewustzijn, de intelligentie en de adem van de mens. De ziel is altijd verbonden met het alomtegenwoordige be-wustzijn. De menselijke ziel is dus een deel van dat bewustzijn, waar de hele schep-ping deel aan heeft. De ziel kan de mens niet zien, maar wel ervaren in een diepe, meditatieve toestand, waarin men de vrede, vreugde, verrukking van de wereld van de ziel leert kennen.Om dit pad van de Innerlijke School te willen gaan, moet de mens bereid zijn zich over te geven aan de leiding van een leraar. Dit houdt in dat de leerling bereid moet zijn eerdere meningen op te geven, opdat de geest vrij is om het nieuwe inzicht op te nemen. Het is dus een proces van ‘ont-leren’. De beker van de mind moet leeg-gemaakt worden, opdat de beker opnieuw gevuld kan worden. Het verlangen naar inzicht in de zin van het leven moet zo sterk zijn dat men graag de tijd vrij maakt om de oefeningen te doen, de gebeden te zeggen, te mediteren. Het betekent een verandering van je leven.

De grote opgave blijft steeds ‘het onware zelf’ te beheersen en het geleidelijk min-der te laten worden, opdat ‘het hogere Zelf’ (het licht) sterker mag worden.In het mooie, nieuw verschenen soefiboek ‘Het voorrecht mens te zijn’ lezen we:‘Het hele doel van de soefi is om denkend aan God zijn onvolmaakte zelf te bedek-

13

ken, zelfs voor zijn eigen ogen, en dat ogenblik wanneer God voor hem staat en niet zijn eigen zelf, is voor hem het ogenblik van volmaakte verrukking!’Zo gaat de innerlijke reis steeds verder. Voor hem of haar, die deze weg wil gaan, wachten ontelbare ervaringen en ontdekkingen. Voor hem of haar die nog niet de innerlijke stem hoort om die weg te gaan, is er de mogelijkheid om te vragen om opname in de soefi broeder-zusterschap, waardoor men zich verbonden weet met alle mensen ter wereld. Eén grote, menselijke familie, verenigd in het besef van eenheid. Dat geeft kracht en vreugde!

Je moet niet weerloos zijnZubin van den Besselaar en Jaya Bakker in gesprek met

Henk/Jabar de Boer

Er is op ons gerekend. We worden door Henk har-telijk ontvangen. Voordat we helemaal binnen zijn zegt hij “Jij, Jaya, bent de enige in de soefi bewe-ging, die mij ooit heeft gevraagd hoe het te rijmen is dat ik deel wilde uitmaken van het Soefisme, ter-wijl ik voor een militaire loopbaan heb gekozen. Als jullie er zelf niet over beginnen, doe ik dat!”Dat kwam goed uit, want juist die combinatie van levens intrigeerde ons.Henk is geboren in 1927 in Amsterdam en is nu dus 85 jaar. Hij zat in zijn geboorteplaats op de HBS en was 13 jaar toen Nederland in de Tweede Wereldoorlog werd betrokken. Hij was (beroeps)kolonel toen hij met pensioen ging.

Wat een vreselijke leeftijd om deze oorlog mee te maken.Ja, maar aan de andere kant is het ook een goede leeftijd. Ik werd 18 in 1945; gelukkig maar, anders hadden de Duitsers mij naar Duitsland gestuurd voor de Arbeitseinsetz. Mijn Joodse vrienden mochten van de ene op de andere dag niet meer naar school. Op een dag, mijn moeder was wat stilletjes, vertelde ze me pas ’s avonds: “toen jij naar school was, zijn de benedenburen weggevoerd.” Dit onrecht naar de Joden, dat ik dit heb meegemaakt, is misschien wel de reden dat ik het leger ben ingegaan.Ik zat op de middelbare school. Dat was heel anders dan nu. Wij hadden niet een avondje zus, een avondje zo. Maar ik wilde er gewoon uit, ik wilde iets doen. Tijdens de bezetting heb ik stengunlessen gegeven: zo zet je dat ding in elkaar, zo haal je het uit elkaar en zo schiet je ermee. Ik was toen bij de Binnenlandse strijd-krachten als 16/17 jarige.

14

Hoe wist je dat zo goed?(Onderkoeld:) Als je dat een keer gezien hebt, weet je het wel. Ik was altijd al geïn-teresseerd in militaire zaken en ik hield het in de oorlog allemaal goed bij, ik las de krant en luisterde naar de radio.En na de oorlog?Ik hoorde dat het Engelse leger tolken nodig had om mee naar Duitsland te gaan. Dat leek me wel wat. Ik liftte naar Eindhoven, waar deze tolken werden gerekruteerd, in zo’n blauwe overall van de Binnenlandse strijdkrachten met een rood/wit/blauwe band om. Ik stond in de rij te wachten toen ik tegen de jongen voor me hoorde zeggen dat hij werd afgewezen omdat hij nog niet meerderja-rig (21 jaar) was. Ik wendde hoge nood voor en liftte terug naar Amsterdam. Ik deed verslag aan mijn vader. Hoewel hij eigenlijk tegen het leger was (‘gebroken geweertje’), zei hij: “Je wilt het graag? Geef me je geboortebewijs maar.”Hij veranderde de 7 in een 4 en daarmee werd mijn geboortejaar 1924. Later heb ik pas begrepen dat hij dat vaker had gedaan, in de ondergrondse.Probeerde je het opnieuw?Ja, de volgende dag. Alles in orde dus en ik kon direct door naar de klassen Frans, Duits en Engels. Alle testen gehaald.Wat leerden jullie daar?Militaire basiskennis. Ik werd direct sergeant. Je moest als tolk nl. een rang hebben. Daarna werden we uitgestuurd en verdeeld over verschillende Engelse onderdelen.Hoe lang heb je dat gedaan?Een jaar en toen kreeg ik een militaire opleiding bij de KMA in Breda. Na een half jaar kwamen ze er achter dat mijn geboortebewijs niet klopte met andere docu-menten: “DE BOERRR OP RAPPORT!”(Henk schreeuwt dit plotseling zoals dit in het leger gebruikelijk is met de daarbij behorende decibellen. We schrokken ervan dit geluid te horen uit zo’n aimabel mens.)Ik moest bij de commandant komen en ik vertelde hoe het allemaal gekomen was.“BUITEN WACHTEN!” (weer met de barse decibellen)Na een poosje mocht ik weer binnenkomen(Opnieuw bars en luid:)JE HEBT DE BOEL BESODEMIETERD, MAAR JE HEBT HET VOOR EEN GOED DOEL GEDAAN, DAT IS POSITIEF, MAAR HET MAG NOOIT MEER GEBEUREN, ANDERS GOOIEN WE JE HET LEGER UIT!Nu zat je stevig in het leger.Ja, ik ging naar Indië/Indonesië, de politionele acties. Ik was de jongstre, maar daarheb ik nooit moeilijkheden mee gehad. Toen we naar Indië gingen voeren we door het Suezkanaal. Het viel me als jonge luitenant op dat er jonge Egyptenaren probeerden aan boord te komen. Ze verkochten dan dingen en soms gaven ze iets gratis. Ze gaven ze er een kaartje bij met het verzoek dat terug te sturen uit Indo-nesië. Ik dacht wacht even! Zo weten zij precies waar welk Nederlands onderdeel in Indonesië terecht komt. Dat viel mij direct op. We maakten er rapport van en in Indonesië is dat via mijn commandant verder geleid. Zo kwam ik in de inlichtingen-dienst, toen ze daarin iemand nodig hadden.Heb je daar ook gevochten?Ja, ik heb alle acties meegemaakt. Ik zat o.a. in een gebied, waar de groene baret-

15

ten, je weet wel Westerling1, doorheen kwamen. Wij moesten in onze vestigingen blijven. De groene baretten “zuiverden” dat gebied. Niet fraai!Had je daar geen moeite mee?Natuurlijk wel, ik wilde dat onrecht niet. De mensen wilden vrij zijn net als wij in Nederland van de Duitsers.Heeft dat je idee over het leger niet geschaad?Nee, maar wel over de inzet van het leger. En als je me nu vraagt of het leger naar Afghanistan moet, zeg ik: nee. Een politiemissie, allemaal geklets. Je leidt ze op en als ze klaar zijn lopen ze over.

Murshid bezocht Duitsland direct na de Eerste Wereldoorlog. Hij hoorde: “Wat jammer dat u niet eerder bent gekomen, dan was er misschien geen oorlog gekomen.” De mensen in de Weimar Republiek waren zo teleurgesteld en haatdragend, hadden alleen nog maar materiele belangstelling, ze zeiden alleen nog maar Killed or be killed. Toen ik dat las dacht ik hoe ver-standig is het dan voor een land om aan zo’n oorlog te beginnen. Je overgeven is dan het ge-volg. Ook Joan Baez, Amerikaanse zangeres indertijd, organiseerde veel vredes activiteiten. Als je dat zo doet werd haar gezegd, word je toch overlopen? “Nou dan word ik maar overlopen.” Dat zou jij niet zeggen denk ik.Nee, je moet niet weerloos zijn!In Morele Evolutie zegt Murshid dat je standvastig moet zijn.Je moet niet weerloos blijven. Maar waar ligt de grens en waar probeer je het nog goed te houden?De Nederlandse regering heeft indertijd gezegd “We raken Indië kwijt, bron van inkomsten en handel”, dus financieel economische overwegingen. In wezen had Nederland Indië de vrijheid moeten geven. Achteraf was het een verkeerde oorlog. Ik heb hem wel meegemaakt. Ik was jong. Hoe denk je over die vredesmissies van Nederlandse militairen?Vind ik wel positief. Handhaving van Vrede. Heeft zeker zin. Gevoel van veiligheid geven. Syrië nu bv. waar militaire waarnemers zijn.

Tijdens de politionele acties was je nog geen soefi?Ik was geen soefi, maar van mijn zusje heb ik later gehoord dat mijn moeder in de oorlog veel steun heeft gehad aan het lezen van de Oosterse Rozentuin van Inayat Khan. Later heb ik dat goed begrepen. Zij was katholiek en trouwde met een pro-testantse jongen. De pastoor verbood haar ouders aanwezig te zijn bij de huwe-lijksinzegening. Zij bleef een zwak houden voor het katholicisme. De pastoor die zij benaderde kwam langs en zei “nee, je bent nu getrouwd met een protestant.”Zij werd dus geëxcommuniceerd?Ja. Dit speelde bij mij mee en daarom kwam de soefi boodschap bij mij zo goed aan. Via mijn zusje was ik in contact gekomen met het soefisme. Zij (Lenura Balster) is lang actief geweest in het soeficentrum Amsterdam. Het bijwonen van een Univer-sele Eredienst sprak me direct aan: de gelijkheid van alle wereldgodsdiensten en de nadruk daarop in elke dienst. Ik nam een keer een oudere dame mee naar een dienst. Zij vergat haar gehoorap-paraat toen ik haar ophaalde. Van wat er gezegd werd, heeft ze niets verstaan. Ze zag wel dat er één licht brandde waarmee de andere kaarsen, de wereldgodsdien-

16

sten, werden aangestoken. Dat heeft grote indruk op haar gemaakt. Ineke, mijn 21 jaar jongere tweede vrouw, en ik kwamen in 1974 in contact met Baron Bentinck en zijn vrouw in Leiden. Van hem kreeg ik in snel tempo inwijdingen en opdrachten om in de Universele Eredienst eerst aan te steken, teksten uit de Heilige boeken te lezen en, later, voordrachten houden. Hij zei me ook afstand te nemen.Waarvan?Van de hele Khan familie. “Dat is het ‘m niet”, zei hij. “Je moet het zelf maar beslis-sen.” Ik heb hem aangehoord, maar ik ben gewoon doorgegaan met mevrouw Khan in de Banstraat. Misschien kan je je nu afvragen hoe lang de Soefi Beweging een familie-gebeuren blijft. Ik vind het wel opmerkelijk dat Bentinck dat in die tijd al zei. Sikander van Vliet hield laatst een toespraak waarin hij o.a. zei dat als je geliefde overlijdt de liefde blijft, want de liefde was er al. Dan blijft datgene wat hij/zij heeft gezegd. Zo kan dat ook zijn met de familie Khan. De liefde is er al vòòr de persoon, de soefi boodschap blijft ongeacht de familie Khan.Ja. En later kwam ik bij Ratan Witteveen. Aan haar heb ik geweldige steun gehad. Ik zou een keer spreken in Katwijk. Na afloop van een spiritual healing (heb ik elke woensdag aan deelgenomen en doe ik nog) vroeg zij “Henk, je spreekt binnenkort in Katwijk. Heb je nog eens tijd om even langs te komen, morgen bijvoorbeeld?”Dus je oefende voor voordrachten? Dat dacht ik. Dus ik naar Ratan. Ik kwam binnen, we gingen zitten en we keken in hun mooie tuin. We zijn helemaal stil geweest.(wij werden gedrieën ook helemaal stil).Ik dacht “ze zal zo wel vragen wat mijn toespraak inhoudt”. Toen zei ze “voel je ook dat als je je ogen sluit dat er wat komt?” “Die kracht, je hoeft niet alleen naar het beeld in de tuin (van Inayat Khan door Charlotte van Pallandt) te kijken. Zonder woorden, die stilte, die moet je proberen over te brengen in elke universele eredienst als je spreekt. Wat je zegt, nou ja, het moet wel overdacht zijn, maar die stilte is het es-sentiële. Dat moet je aanvoelen en overbrengen.” Dat was het hele bezoek. Als ik daaraan denk word ik nog stil. (wij nu ook)Dat voel ik ook bij de Spiritual Healing: dat ik open sta.Is voor jou binnen de soefi beweging de universele eredienst de belangrijkste activiteit?Voor mij op mijn leeftijd wel. Ik vind dat daar de Boodschap het beste vorm wordt gegeven. Maar vroeger was ik ook heel blij met de innerlijke school. Als je jonger bent, zijn verschillende activiteiten zinvol: gespreksgroepen, klassen, musical tu-ning, meditatie.Ik bedoel van de officiële activiteiten,van: de Universele Eredienst, Spiritual Healing, Zirat, In-nerlijke school, Broederschap?Wat ik belangrijk vind voor jongeren valt onder de innerlijke school. Je moet inhaken op wat jongeren belangrijk vinden. Dat vind ik in het soefi centrum Den Haag, de AP, zo mooi. Daar is de zaal bij de universele eredienst goed gevuld en er komen steeds nieuwe mensen bij.Vind je dat het in de soefi beweging de goede kant op gaat? Of dat er iets moet veranderen voor de jongeren?Zoals de AP bezig is. Die allerlei activiteiten organiseert. Open dagen en klasseavon-

17

den. En goed gevarieerd aanbod. En dat er zoveel vrijwilligers zijn die zich daarvoor inzetten. Heb je nog een advies over wat anders zou moeten?Nee. Wat ik heel goed vond is die wensboom in de AP, daar kwam van alles naar boven. Het is mooi dat dat allemaal gebeurt, maar past dit wel in een hiërarchisch systeem?Nou ja, het is wel aanvullend. Het hiërarchisch systeem heeft ook nadelen. Als het teveel van boven is opgelegd dan stroomt het niet meer. Het moet levend zijn.Een mooi slot van dit gesprek. Hartelijk dank.

1 De Nederlandse kolonel Westerling paste zijn eigen methode van contraguerrilla toe (methode Westerling). Standrechtelijke executies waren daar een onderdeel van.

Noorunnisa’s beeld onthuld op Gordon Square

Prinses Anne heeft afgelopen maand in Londen een standbeeld onthuld voor de dochter van Hazrat Inayat Khan en verzetsheld Noorunnisa Inayat-Khan. Dit gebeurde op op Gordon Square, waar zij geboren is en korte tijd heeft gewoond. Zij kwam weer in de aandacht doordat ruim twee jaar het boek Spy Princess uitkwam, geschreven door Shrabani Basu en gebaseerd op historisch materiaal over “Madeleine” zoals Noorunnisa Inayat-Khan werd genoemd bij de SOE (Special Operations Executive) dat een onderdeel was van de War Office in Londen en strikt geheim. Deze getalenteerde dochter van Hazrat Inayat Khan zette zich met een onwrikbare toewijding aan het werk voor de vrijheid, eindigend met solitaire gevangenschap, en haar dood in Dachau in 1944.Op Shrabani Basu’s inspiratie zijn er sponsoren gevonden voor een beeld van Noorunnisa, dat 8 november is onthuld in aanwezigheid van vele hoogwaardigheidsbekleders. Ragini Pierik zong het indrukwekkende Song to the Madzub, het lied dat de 12-jarige Noor zelf gemaakt heeft na het overlijden van haar vader. Omar Inayat-Khan

las een brief voor van zijn grootvader en broer van Noorunnisa, Hidayat Inayat-Khan, die oproept tot waardering voor ‘de heroïsche strijd van mijn lieve zus’ en zovele anderen. Hij hoopt dat de aanwezigheid van zovelen een aanmoediging zal zijn om het ideaal van harmonie in ons hart te koesteren, wat juist in deze getroebleerde wereld zo nodig is.HV

Horns kijk op Hazrat Inayat Khan onder de loepKariem Maas & Amir Smits

De Engelse vertaling van het boek van Theo van Hoorn ‘Herinneringen aan Inayat Khan en het westers soefisme’ heeft veel stof doen opwaaien. Zoveel, dat destijds in de Soefi-gedachte wel kort aandacht is besteed aan deze ‘Recollections’ maar dat een diepergaande beschouwing op zich liet wachten.1 Nu maken we de balans op. Wat valt er te zeggen op de uitdaging van vertaler Hendrik J. Horn, die in zijn inleiding stelt dat wij moeten komen tot een fundamenteel andere kijk op het soefisme van Hazrat Inayat Khan?

Het is natuurlijk niet de goede, tekstgetrouwe vertaling van Van Hoorns boek die zoveel stof tot discussie geeft. Die tekst kennen we al langer.2 Het zijn de ruim 150 pagina’s inleiding van de vertaler, 90 pagina’s illustraties en 220 pagina’s voetnoten die de lezer recht op doen zitten in zijn stoel. Het eigenlijke boek van Theo van Hoorn valt er met 270 pagina’s bijna bij in het niet. Voor een prikkie – nog geen 25 euro3 – krijg je dus verschillende imposante boeken in één, want ook de voetnoten laten zich lezen als een boek. Die diverse delen werken als een caleidoscoop: ze tonen weliswaar hetzelfde onderwerp maar vanuit uiteenlopende gezichtspunten. In zijn inleiding en voetnoten draagt vertaler Hein Horn een baaierd aan feiten, interpre-

Theo van Hoorn

Over Horn, Van Hoorn en hun visie op Hazrat Inayat KhanVrijwel tegelijkertijd is een herdruk uitgekomen van Theo van Hoorns “Herinneringen aan Inayat Khan en het westers soefisme” en de Engelse vertaling daarvan door Hendrik J. Horn. De vertaling is voorzien van een uitvoerige inleiding waarin Horn stelt dat het tijd is om onze kijk op het soefisme van Hazrat Inayat Khan bij te stellen. Hij draagt daar tal van argumenten voor aan op basis van het onderzoek dat hij voor de vertaling heeft verricht. Reden voor de redactie van de Soefi-gedachte om hieraan diepgaand aandacht te besteden. Amir Smits en Kariem Maas nemen de bijdrage van Horn onder de loep en plaatsen er daarna hun eigen kanttekeningen bij. In de volgende Soefi-gedachte, maart 2013, gaat Hendrik J. Horn dieper in op het specifieke punt welke plaats volgens hem de islam innam in de ontwikkeling van Hazrat Inayat Khan.

18

19

taties en argumenten aan om, zoals hij schrijft, “de drie M’s”, van Moershid, muziek en mystiek, in een ander licht te zien. We kunnen daar, aldus Horn, nog een vierde M aan toevoegen, die van ‘Message’ (Boodschap), als we maar wel beseffen dat Inayat Khan bij herhaling heeft gesteld dat Mohammed al met de definitieve, universele boodschap was gekomen. Kijk, zo’n zin alleen al werpt stof op voor flink debat.

Verwatering of vernieuwing?Hoe je ook over de uitdaging denkt, het verschijnen van “Recollections of Inayat Khan and Western Sufism” is voor de soefigemeenschap van groot belang. Niet alleen biedt dit boek ons de kans om de sfeer te proeven van de vroege ontwikkelingsfase van de Soefi Beweging, toen Moershid nog onder ons was. Horn helpt ons om onze blik op de vroege ontwikkelingsfase van het Inayati soefisme niet te veel te laten kleuren door de “romantische bril” waardoor Theo van Hoorn keek, en wij wellicht ook nu nog kijken. Het is het best gedocumenteerde boek over de begintijd van het universeel soefisme sinds decennia; alleen daarom al is het een aanrader.4Wellicht het belangrijkste van Horns bijdrage is dat deze duidelijk maakt hoezeer het soefisme van Inayat Khan zich ontwikkeld heeft, sinds het verschijnen in 1914 van zijn eerste belangrijke publicatie ‘A Sufi Message of spiritual Liberty’ tot aan zijn overlijden in India in 1927. Horn maakt gedetailleerd – op menig punt zelfs overdreven gedetailleerd – duidelijk in welke context deze ontwikkeling zich voltrok, dus wie en welke omstandigheden op die ontwikkeling van invloed zijn geweest. Wie deze geschiedenis leest, begrijpt hoe groot de worsteling is geweest voor Inayat Khan om de juiste benadering te vinden voor het zeer uiteenlopende publiek dat hij trok. De ‘Boodschap’ was eigenlijk voortdurend ‘under construction’.In Moershids lezingen zijn constanten te vinden maar ook voortdurend wisselende accenten. Dat roept de vraag op, welke lezing nu de ware lezing is. Is de ontwikkeling een verwatering van een oorspronkelijk sterk door islam en Indiase invloeden gekleurd gedachtegoed? En zouden we die wortels meer recht moeten doen? Of is het een welbewuste, stapsgewijze vernieuwing geweest, deels afgedwongen door de omstandigheden, maar desalniettemin weloverwogen gezocht door Inayat Khan? Moeten wij dat eindresultaat in ere houden? Of moeten we het ontdoen van door de

20

context afgedwongen omwegen? Wat is solide inhoud, en wat is wisselende vorm?Horn erkent belangrijke vernieuwingen waarmee Inayat Khan het soefisme voor ‘het Westen’ toegankelijk heeft gemaakt, en die we in ere moeten houden. Maar uit alles wat hij schrijft komt naar voren dat de latere tijd, en met name de interpretatie van de volgelingen, teveel het beeld zou overheersen. Dat betoog gaat gepaard met een polemische toon, waarmee Horn de feiten er voor eens en altijd wil inhameren. Horn schrijft dat in de Message-publicatie in 1914 het accent lag op het belang van de islam en op muziek. Van het ‘uitdragen’ van een Boodschap met een hoofdletter was nog geen sprake. Pas later, onder invloed van de vele theosofen die zich aangetrokken voelden tot Moershid, kwam een heel bouwwerk tot stand van oecumenische, metafysische en rituele activiteiten en ideeën. Pas toen kwam er ook een sterk accent op het missionaire ‘uitdragen van de Boodschap’. Onder zijn volgelingen rees de ster van Inayat Khan daarbij tot bijna goddelijke hoogte – begonnen als musicus en mysticus werd hij voor hen de lang verwachte messianistische wereldleraar. Horn hekelt hoe Moershida Saintsbury-Green hem een heilige maakt voor wie de bomen zich op een windstille dag buigen.

Verwatering!Over deze ontwikkelingen is Horn zeer kritisch. Hij haalt Raden Ajoe Jodjana aan, die in Londen in de familiekring rond Moershid verbleef. Zij beschrijft in haar autobiografie hoe een groep volgelingen Inayat Khan als het ware insluit met het optuigen van een organisatie met lidmaatschap en contributie. De Sufi Order is door hen gecreëerd; Moershid aanvaardde dit (en het onderdak dat zij aanboden voor zijn familie), ten koste van zijn eigen vrijheid, schrijft Raden Ajoe.Horn is net zo kritisch als Raden Ajoe over dat opdringen van eigen hobby’s. Daarmee kwamen steeds meer theosofische elementen het soefisme binnen. Zoals het Theosofisch Genootschap (Theosophic Society) een esoterische school, een universele broederschap en een Vrije Katholieke Kerk had, zo kreeg het universeel soefisme de innerlijke school (Sufi Order), een wereldbroederschap en een universele eredienst. Muziek verdween buiten beeld.De in 1923 ingestelde activiteit van geestelijke genezing is volgens Horn ‘meer een anglicaanse dan een theosofische hobby’ en stond ver van Inayat Khan af.Horn merkt op dat de ontwikkeling van de universele eredienst een beweging markeert die afstand neemt van de islam. Niet langer is Mohammed de vertolker van het ideaal van goddelijke (en religieuze) eenheid. De kaars van de islam is één van de zeven kaarsen. Horn suggereert een soort lijdelijk verzet door aan te stippen dat in de zomerscholen na het verscheiden van Moershid zijn opvolger Maheboob bij erediensten op de achterste rij ging zitten.Met enige instemming haalt Horn soefi’s naar voren die in 1950 – toen veertig jaar van westers soefisme werd gevierd – waarschuwden dat het soefisme van zijn wortels vervreemd raakte. Met de nadruk op activiteiten die op de buitenwereld zijn gericht, met name de ‘Kerk van Allen’, dreigde het universeel soefisme een ‘neo-religie’ te worden – eenzelfde verstard instituut als andere kerken.

Boodschap en boodschapper van bescheidener proportiesHorn reconstrueert een boodschap en boodschapper van bescheidener proporties, sterker ingebed in een al eeuwenoude mengeling van culturen van het Midden- en Verre Oosten. De Soefi Beweging moet daarbij niet gezien worden als een op zichzelf staande groep, maar, in de woorden van Inayat Khan, als “een groep mensen die tot

21

verschillende religies behoren, die hun religies niet verlaten hebben maar geleerd hebben deze beter te begrijpen”. Logisch gevolg van die reconstructie is, dat Inayat Khan dus ook ‘from cradle to grave’ ingebed is gebleven in zijn islamitisch-indiase achtergrond. Waarom zou hij, die anderen aanspoorde om bij hun religies te blijven, zelf afstand nemen van zijn eigen achtergrond?De universele strekking van zijn soefisme moet daarbij niet misverstaan worden als een nieuwe boodschap, citeert Horn menigmaal Moershid. Het universeel soefisme is een soefisme dat de universele wijsheid van de islam, en van Mohammed als laatste profeet, beter toegankelijk maakt voor het Westen en de moderne tijd. Daarin schuilt voor Horn de grote vernieuwing. Zie bijvoorbeeld hoe Moershid voor een geseculariseerde wereld natuur, muziek en schoonheid naar voren brengt als ingangen tot de mystieke beleving van de universele waarheid dat alles één is en daarbuiten niets bestaat.

Vernieuwing!Interessant is voetnoot nummer drie bij dit betoog van Horn. Hij stipt daarin aan dat Pir Zia Inayat-Khan als oriëntalist uitgebreid geschreven heeft over deze theosofische invloed. Pir Zia deed dat in 2006 in zijn dissertatie “A hybrid Sufi Order at the Crossroads of Modernity”.5 Hij is daarin positiever dan Horn over de

versmelting van soefisme en theosofie, waaruit de Beweging is voortgekomen. Het is dus klaarblijkelijk mogelijk om op goede gronden de hele ontwikkeling niet als een verwatering maar als een vernieuwing te beoordelen. Westers soefisme is een bewuste poging om alle religieuze en nationalistische verschillen die toen speelden in de westerse context te boven te komen, concludeert Pir Zia. De nieuwe, universalistische beweging die daarvoor is opgericht heeft weliswaar zeer westerse trekken, maar aan de andere kant verleende “de lens van het Indo-islamitisch soefisme” daaraan een specifiek perspectief. De meditatieve oefeningen kwamen tegemoet aan de behoefte aan verinnerlijking, en de veelomvattende leringen sloten aan op het humanisme dat toen in opkomst was, aldus een samenvatting van Zia’s bevindingen.

Pir Zia Inayat Khan

Belangwekkend in deze kijk op de versmelting van Oost en West is dat aanpassing en ontwikkeling gezien worden als positieve krachten. Tegelijk houdt dit een relativering in. Het is aanpassing aan een bepaalde context, ontwikkeling binnen een bepaald tijdsgewricht. Dus nu, in een andere context en tijd dan de jaren twintig van de vorige eeuw, kunnen aanpassing en ontwikkeling weer andere vormen aannemen. Als Hazrat Inayat Khan nu naar het Westen zou komen, zou zijn soefisme anders worden ‘vertaald’.Dat zo’n aanpassing en ontwikkeling niet zonder strijd gaan, blijkt niet alleen uit Horns reconstructie van de geschiedenis maar ook uit het verslag dat Karin Jironet daarvan doet in haar boek “Sufi mysticism into the West: life and leadership of Hazrat Inayat Khan’s brothers 1927-1967”. Deze analyse onderzoekt hoeveel strijd de Indiase companions moesten leveren om hun overtuigingen staande te houden in de Soefi Beweging. Aan drama geen gebrek bij aanpassing en ontwikkeling, zo blijkt uit dit boek.

22

Een nieuwe lezing van de geschiedenisHorn pleit voor verandering. Dat pleidooi laat zich lezen als een ‘terug naar de wortels’ maar even goed is het op te vatten als een verdere ontwikkeling en aanpassing. Als Hazrat Inayat Khan nu onder ons zou zijn, waarvoor zouden wij dan gevoelig zijn, wat zouden wij overnemen, wat aanpassen in eigen woorden en manieren?“Het is tijd”, aldus Horn, “om een plausibeler paradigma te omarmen. Hazrat Inayat Khan ging naar het Westen op onderzoek uit, zoals hij al van kinds af aan van plan was geweest, en om de westerse mens in contact te brengen met het hoogste culturele erfgoed van zijn aristocratische omgeving, namelijk Indiase muziek. Lezingen waren noodzakelijk om de intellectuele en ideologische achtergrond van deze heilige muziek uit te leggen aan mensen die geen notie daarvan hadden; ze dienden net als de artikelen en interviews ook om de aristocratische en wetenschappelijke status hoog te houden zodat Inayat Khan en zijn medemuzikanten niet als ‘entertainers’ zouden worden beschouwd. De nadruk op mystiek ontwikkelde zich uit deze lezingen. Op het eind kwamen pas de Orde (innerlijke school) en daarna de Beweging, die ‘de Boodschap’ construeerden zoals Theo van Hoorn en zijn tijdgenoten die begrepen.”Horn wil het universeel soefisme bevrijden van de historisch gegroeide misvattingen en zet die dus in het volle licht. Sommigen zullen zeggen dat hij ze overbelicht. Maar Horn probeert de Soefi Beweging en de inzet van Van Hoorn en zijn tijdgenoten ook recht te doen.“Het oecumenische geloof van het Westers Soefisme mag dan wel niet de esoterische school zijn die Hazrat Inayat Khan voor ogen had, maar het staat nog steeds als een baken van gezond verstand en hoop in een getroebleerde wereld. Het kan echter geen kwaad, om ons begrip te verdiepen van de prioriteiten die Inayat Khan zelf stelde, tegenover de vooringenomenheid van zijn volgelingen.”

1 De Soefi-gedachte, maart 2011, blz 38, boekbespreking van: Hein van Hoorn / Hendrik J. Horn (vertaling), ‘Recollections of Inayat Khan and Western Sufism’ (Foleor Publishers, Leiden 2011).

2 De oorspronkelijk Nederlandse uitgave door East-West Publications dateert uit 1981; dit jaar is een herdruk verschenen.

3 De Engelse vertaling en uitgave van dit boek zijn mogelijk gemaakt door een subsidie van de Nekbakht Stichting, die in de archieven in Suresnes (Frankrijk) de teksten van en over Inayat Khan beheert en zorg draagt voor een complete uitgave daarvan.

4 Als goed gedocumenteerde boeken moeten worden genoemd: De biografie geschreven door Elisabeth Keesing: ‘Golven waarom komt de wind – de levens-

geschiedenis van Hazrat Inayat Khan’ (oorspronkelijke uitgave Amsterdam 1973, herziene tweede druk East-West Publications, Den Haag 2002); Het thematisch overzicht dat Elisabeth Keesing schreef over optreden en ideeën van Inayat Khan: ‘Antwoorden van Inayat’ (Engelse uitgave 1977, Nederlandse uitgave East-West Publications Den Haag, 1980); De omvangrijke en doorwrochte bundel essays van diverse auteurs onder redactie van Pirzade Zia Inayat Khan: ‘A pearl in wine – essays on the life, music and sufism of Hazrat Inayat Khan’ (Omega Publications, New Lebanon, 2001). De eveneens grondig gedocumenteerde boeken van Karin Jironet vallen buiten dit overzicht omdat deze de tijd ná Inayat Khan behandelen:

‘The image of spiritual liberty – in de sufi movement following Hazrat Inayat Khan’ (proefschrift Universiteit van Amsterdam, 1998) beschrijft op basis van interviews en observaties de heden-daagse praktijk; ‘Sufi mysticism into the West: l ife and leadership of Hazrat Inayat Khan’s brothers 1927-1967’ (deel 6 in de reeks New religious identities in the Western world van uitg. Peeters, Leuven, 2009) beschrijft vooral de fricties tussen oosterse waarden in een westerse samenleving die optraden na het leven van Inayat Khan.

5 Zia Inayat-Khan: “A hybrid Sufi order at the crossroads of modernity: The Sufi order and Sufi movement of Pir-o-Murshid Inayat Khan”, Duke University, 2006. Uitg: ProQuest Dissertations & Theses

Enkele persoonlijke kanttekeningen bij Horn's visieVerleden, heden en toekomst van het westers soefisme

Amir Smits & Kariem Maas

Horn haalt veel overhoop, maar dat is alleen maar goed. De kracht van het soefisme is nu juist dat het een traditie is die wars is van dogma’s. Juist doordat deze traditie nauwelijks geïnstitutionaliseerd is en de mystieke wijsheid van leraar op leerling wordt doorgegeven, kan wijsheid steeds weer op een nieuwe manier worden verwoord zodat deze aan de eisen van een nieuwe tijd tegemoet kan komen. Alleen al om deze reden verdient dit boek onze aandacht. We hoeven niet alle prikkelende stellingen van Horn te onderschrijven, maar het is goed om de fundamentele kwesties die hij aansnijdt kritisch tegen het licht te houden. De auteurs willen hiertoe in vijf punten een aanzet geven.

1. Plaats en betekenis van Hazrat Inayat Khans achtergrondHorn beschrijft de waardering die Inayat Khan had voor het hindoeïsme, hoe hij zelf deel uitmaakte van een islamitische omgeving, zich later aanpaste aan een theosofisch gekleurde context en de islam opende voor de moderne tijd. Laten we bij het begin beginnen. Hazrat Inayat Khan was moslim van geboorte en ondermeer ingewijd in de Chistia orde. Na zijn gang naar het Westen beklemtoonde hij heel sterk de eenheid van religieuze idealen. Dit doet de vraag rijzen of Inayat Khan nu tot het eind toe moslim is gebleven. Dit is meer dan een academisch vraagstuk, interessant voor historici. Deze vraag raakt onze identiteit en ook de wijze waarop wij ons tot de pre-Inayati soefitraditie verhouden. Tot op welke hoogte voelen wij ons bijvoorbeeld verbonden met de keten van soefileraren uit de Chistia orde? Toonaangevende soefi’s kijken daar momenteel verschillend tegenaan. Daarmee is dit punt ook voor de toekomst van de Soefi Beweging van belang.

Allereerst moeten we de vraag stellen wat we precies onder islam verstaan. Als we ons beperken tot het benadrukken van de uiterlijke vormen van de sharia, dan kan het soefisme zoals door Inayat Khan naar het Westen gebracht inderdaad gezien worden als een radicale breuk met de islam. Maar als we verder kijken dan de uiterlijke vormen, komt een ander beeld naar voren. Centraal in de islam staat immers de uitspraak dat er niets is dan God, dat alleen God is. De Profeet van de Islam heeft hiermee geen nieuwe boodschap gebracht, het is eerder de bevestiging van de natuurlijke religie, niet aangetast door dogma’s die door mensen zijn ontwikkeld. In de Koran wordt dit ook weerspiegeld door de eerbied die wordt getoond aan de grote boodschappers die in de Joodse en Christelijke tradities worden geëerd. De islam neemt geen afstand van deze profeten, integendeel deze worden allen gerespecteerd.In dat opzicht is de eenheid van religieuze idealen, hoewel uiteraard van vitaal belang voor de wereld, niets nieuws. Door soefi mystici is deze eenheid al eeuwenlang bepleit, denk alleen maar aan het werk van bijvoorbeeld Roemi. In inhoudelijke zin heeft Hazrat Inayat Khan zijn wortels ook nooit verloochend. Als er al een breuk is, dan is die er vooral qua vorm. De vorm waarin Inayat Khan de soefi

23

24

activiteiten goot toen hij in het Westen actief werd, verschilde immers radicaal van hetgeen in de meer traditionele, islamitische vormen van soefisme gangbaar is.

Hoe flexibel Hazrat Inayat Khan was in het uitdragen van de soefi boodschap zien we in de Complete Works, waarin zijn toespraken chronologisch geordend staan. Wat opvalt is dat in de loop van de tijd steeds minder islamitische terminologie wordt gebruikt. Tevens neemt het aantal citaten uit de Koran sterk af, terwijl het Nieuwe Testament steeds vaker wordt aangehaald. We ontmoeten Inayat Khan hier als een pragmaticus, zoekend naar die vormen waarmee hij zijn westers publiek kon aanspreken. Vormen en taalgebruik mochten in de loop van de tijd veranderen, aan de mystieke kern van de boodschap deed het niets af.Het lijkt dan ook niet terecht om kostbare rituelen zoals de Universele Eredienst te zien als een vorm die door de theosofen aan Inayat Khan werd “opgedrongen” en die wezensvreemd was aan het soefisme, zoals Horn suggereert. Zeker, de theosofen zullen zo hun invloed hebben gehad op de ontwikkeling van de vorm van deze dienst, maar Hazrat Inayat Khan heeft deze vorm gesanctioneerd, simpelweg omdat deze niet alleen aantrekkelijk werd gevonden door zijn volgelingen, maar ook omdat deze vorm van eredienst zo mooi, zo elegant aansloot bij het mystieke principe van de eenheid van religieuze idealen. Voor wat betreft het zoeken naar vormen om het soefisme voor de westerse mens begrijpelijk te maken, is Inayat Khan enorm creatief geweest.

2. Moershid, messias, profeet of goeroeIn zijn inleiding laat Horn sterk naar voren komen dat zijn westerse volgelingen Inayat Khan op een voetstuk plaatsten. Velen zagen in hem dé wereldleraar van de nieuwe tijd, een figuur met profetische allure. Talrijk zijn de beschrijvingen van de enorme indruk die Hazrat Inayat Khan maakte. Horn brengt naar voren dat Inayat Khan zichzelf zag als goeroe, een verlichte ziel.

Het is natuurlijk heel goed voor te stellen dat tijdgenoten hun leraar als een profeet, een messias hebben ervaren en dat sommigen dat nog steeds doen. Maar Hazrat Inayat Khan heeft op zijn zo kenmerkend bescheiden wijze zijn boodschap uitgedragen en daarbij nooit uitgesproken een profeet of messias te zijn. Dit kan ermee te maken hebben dat Inayat Khan koste wat het kost wilde vermijden een nieuwe religie te stichten. Dat was wel het laatste dat hij wilde. Integendeel, hij wilde de mensheid juist laten zien dat in al de verscheidenheid van de diverse tradities, één mystieke kern verscholen lag. Hierin verschilt hij radicaal van zijn bijna-tijdgenoot, Bahai-u-llah, die uitging van een gelijksoortige eenheid van religieuze idealen maar zichzelf wel tot profeet uitriep, als grondlegger van het Bahá’í-geloof. De Soefi Beweging was voor Inayat Khan echter veeleer een platform waar gelovigen samen, met respect voor elkaars levensbeschouwing, hun religie konden beleven vanuit een mystiek uitgangspunt. Een expliciet uitgesproken profeetschap had deze missie wellicht kunnen schaden.Hierbij spreken we dan overigens uitsluitend over het vraagstuk van een profeetschap in meer wereldlijke termen. Over het profetische bewustzijn van Inayat Khan schrijven we nadrukkelijk niet. Een ieder kan bij lezing van

25

een kostbaar werk als bijvoorbeeld “De ziel vanwaar, waarheen?” voor zichzelf doorvoelen hoe diep Inayat Khan de essentie van het leven heeft weten te peilen en kan zich van daaruit persoonlijk met hem verbinden. Daarnaast is het de grote verdienste van Hazrat Inayat Khan dat hij de universele boodschap van de religie van de natuur woorden en vormen heeft gegeven die voor de (westerse) mens in deze tijd invoelbaar zijn. Hierdoor heeft hij onze harten weten te raken.

3. Soefisme – religie – mystiekIn sommige soefi-kringen zien we een tendens om van het soefisme een neo-religie te maken. Dit is ook goed voor te stellen. Veel soefi’s hebben van nature een kerkelijke (christelijke) achtergrond en voelen zich thuis bij deze vormen, maar hierdoor kan het soefisme zich gaan verwijderen van de doelstellingen van Hazrat Inayat Khan. Hoe dichter we bij de pure mystiek blijven, hoe meer we deze prachtige erfenis recht doen!

De constatering dat soefisme voor alles een kwestie van persoonlijke mystiek is, roept meteen de vraag op hoe organisatiestructuur en hiërarchie zich dan verhouden tot de individuele relatie tussen inwijder en moeried. Waar draait het dan uiteindelijk om? Om die persoonlijke relatie die zo belangrijk is voor het bewandelen van het innerlijk pad, of toch vooral om de hiërarchisch gestructureerde organisatie?In de traditionele soefischolen zoals we die vooral in het Midden Oosten aantreffen, zijn de organisatiestructuren vrij zwak. De persoonlijke contacten zijn het belangrijkst en soms ook trekken mensen na een tijd binnen een bepaalde soefi-kring te hebben verkeerd naar een andere soefi-groep door. De inspiratie kan hier vrijelijk stromen, en al te veel organisatie en officiële standpuntbepaling komt hier niet bij kijken. Dit lijkt op het eerste gezicht een heel aantrekkelijk model, ook voor ons in het westen. Toch zijn er essentiële verschillen in de organisatorische en culturele context die maken dat dit ontwikkelingsmodel in de westerse wereld minder makkelijk toepasbaar is. In het Midden Oosten is als het ware een rijke infrastructuur aanwezig van tal van hoogwaardige soefi-groepen, waartussen mensen zich soepel kunnen verplaatsen. Vooral ook door het kleine aantal soefi’s in de westerse wereld beschikken we hier niet over een dergelijke infrastructuur. Daarnaast moeten we, als we eerlijk in de spiegel kijken, ook erkennen dat mystici van de statuur van Hazrat Inayat Khan en zijn Companions, dun gezaaid zijn. Dit maakt dat het van vitaal belang is dat we de krachten bundelen om werkelijk kritische massa op te bouwen.

Vooral de innerlijke school verdient daarom ook onze aandacht. Het is van het grootste belang dat deze groeit en zich verder verdiept, omdat alleen vanuit deze kern de Soefi Beweging vernieuwende impulsen kan geven aan de samenleving. Het is de uitdaging om binnen de verschillende soeficentra een goede, vruchtbare bedding te creëren waarin mystieke impulsen van inspirerende leiders kunnen gedijen. En daarbij is het van belang dat de hiërarchie, die in iedere organisatie noodzakelijk is, primair een mystiek en niet zozeer een organisatorisch principe is.

26

4. Activiteiten – vorm en inhoudHet lijkt ons van essentieel belang dat de boodschap van Hazrat Inayat Khan het uitgangspunt voor onze soefi-activiteiten is en blijft. De vorm waarvoor gekozen wordt is dan wellicht van minder groot belang. Het is goed te begrijpen dat vooral oudere soefi’s sterk hechten aan de traditionele vormen die vaak ook nog door Inayat Khan zelf zijn ingesteld. En laten we hiervoor ook respect hebben. Het is niet wijs om bestaande vormen over boord te gooien.Maar het is wel verstandig de diverse activiteiten tegen het licht te houden en ons de vraag te stellen of deze aan de eisen van deze tijd voldoen. Zo goed als Inayat Khan destijds al zoekend en tastend tot zijn vorm kwam waarin hij de Soefi Boodschap uitdroeg, zo zullen ook de huidige en komende generaties naar passende vormen moeten blijven zoeken. De broeder-zusterschap kan hierin een belangrijke rol spelen. In de tijd van Hazrat Inayat Khan ging het vooral om het slaan van bruggen tussen Oost en West, maar nu zijn er andere kloven in onze samenleving die gedicht moeten worden. Hierbij moeten we niet alleen denken aan de spanningen tussen etnische en religieuze groepen, maar ook tussen jongeren en ouderen, of tussen wetenschap en spiritualiteit. Het soefisme heeft op deze terreinen zoveel te bieden en zou waardevolle bijdragen aan debatten kunnen leveren die zich richten op de versplintering binnen onze samenleving, die zich de laatste decennia onder invloed van de teloorgang van de verzuiling en de toenemende individualisering heeft voorgedaan. Het is dan wel van groot belang dat de innerlijke weg die per definitie “naar binnen” gekeerd is, hand in hand gaat met activiteiten zoals ontplooid in de broeder-zusterschap, waarin meer naar buiten wordt getreden.

Uiteraard is het van belang dat bestaande vormen intact blijven. Maar daarnaast kunnen ook nieuwe worden ontwikkeld. Sterker nog, dat moet gebeuren willen we de taal van onze tijd blijven spreken. Doen we dat niet dan lopen we de kans dat we als Soefi Beweging blijven hangen in rituelen die niet langer innerlijk doorvoeld worden en daardoor hun betekenis kunnen verliezen.

5. Tijd voor een nieuwe kijkEigenlijk culmineren bovenstaande punten in de belangrijkste vraag die Horn aan de orde stelt: is het tijd voor een fundamentele herijking? Ons antwoord luidt: ja. Wij zijn van mening dat iedere generatie steeds weer opnieuw naar manieren moet zoeken om de Soefi Boodschap uit te dragen, en wel op een zodanige manier dat mensen zich thuis kunnen voelen in de soefigemeenschap. Het soefipad is immers een zeer persoonlijke weg. Ieder mens moet dan ook in alle vrijheid zijn of haar eigen weg banen door het leven.Laten we in het zoeken naar nieuwe vormen niet te verkrampt zijn, maar vertrouwen op de kracht en het magnetisme van de boodschap. Zolang we ons afstemmen op Hazrat Inayat Khan en zijn Boodschap, hebben we een zuiver kompas waarop we onze koers kunnen bepalen. En alle rest is slechts vorm, en die behoort voor een mysticus niet de kern van de zaak te zijn.

BewustzijnWali van Lohuizen

Dit opstel is een persoonlijke bespiegeling op enkele noties uit de ‘teachings’ van Hazrat Inayat Khan, met name over het primaire godsbegrip, over de ziel, over bewustzijn, over de mens, zoals o.a. in zijn boek “De ziel vanwaar waarheen” verwoord. Over verruiming van bewustzijn: fysiek, mentaal, hart en ziel. Deze verkenning legt summiere verbanden met bijvoorbeeld de visie van Teilhard de Chardin over de ontwikkeling van het bewustzijn. Flitsen uit de natuurwe-tenschap komen voorbij (big bang, kleine-deeltjesfysica). Er is de laatste jaren veel aandacht voor verruimde inzichten in het bewustzijn, onder andere Bijna Dood Ervaringen (BDE), bewust-zijn ook buiten het brein. Het opstel maakt deel uit van een zoektocht naar het godsbegrip in deze tijd, waarmee ik begon in de Soefi-gedachte van juni 2012. Lees het als een persoonlijke interpretatie van sommige van Inayats teachings. Het verhaal begint met het visionaire zicht van Inayat op het bewustzijn als het Zijn van wat we plegen God te noemen.

De AlZijnde: samengebalde energie, in zich besloten. Een onuitsprekelijk verlangen om bewust te worden door haar energie te manifesteren, als kracht te openbaren, en uit te storten in ruimte en tijd, te worden tot een veelheid. Licht in ieder en al-les.Zo groot was deze samengebalde energie, zo vol licht en vuur, dat ze uitbarstte als een vulkaan en het hele al met haar straling vulde, het hele heelal vervuld van de AlZijnde. Het AlZijnde dan zich manifesterend in materie en ruimte. Vluchtige mate-rie, een en al vibratie en straling. Een durend proces van worden en zijn. Bewustzijn gemanifesteerd en daardoor opgesloten in vorm.

Deze materie verdicht zich nu in gigantische zonnen, hele stelsels van verlichte ma-terie, gloeiend van licht en kracht, omgeven door onmeetbare ruimtes, elk weer vervuld met alom verspreide lichtmaterie. Een vulling die vervulling is, en eeuwig duurt. Al-aanwezige energie.

Langzaamaan verdicht zich deze vluchtige materie tot vaste stof, is tot steen ge-worden; grote massa’s ondoordringbaar gesteente, eerst nagloeiend, steeds vaster van vorm. Massief opgebouwd? Ja!, en nee, want in wezen bestaand uit steeds klei-nere partikels, kleiner dan het molecuul, kleiner dan het atoom, kleiner dan …. elk omgeven door ruimte en nog meer ruimte; ruimte in ruimte; een fenomeen dat de essentie van materie uitmaakt. In zich inkerend openbaarde het bewustzijn (de geest) zich in elk van die partikels als een heelal in microvorm. Kleine deeltjes in eindeloos groot verschijnende microruim-tes, vol energie en dynamiek, pulserend, vibrerend van leven. Elk van deze deeltjes wederom kleine heelals vormend van partikels en ruimte, losse deeltjes schijnbaar willekeurig, zonder onderliggende verbinding. En toch samengebonden in een mag-netisch veld, pulserend rond de kern, een harmonieus functionerend geheel. Elk deeltje bewust van het toebehoren tot de kern, onbereikbaar en toch het presente middelpunt van al wat beweegt, in dat ene micro-universum.Elk deeltje een individu maar bovenal deel van het geheel. En zo voltrekt zich de manifestatie van de AlZijnde in machtige heelals, zo op onein-dig macroniveau als in peilloze microdiepten.

27

28

Aldus werd het Zijnde zich bewust van het al, en belevendigde zich tot de AlZijnde. Bewust van de samenhang, van de eenheid van het al, bewust van zichzelf in de ma-nifestatie. Elk deel, van micro tot macro, apart en gescheiden, toch één, verbonden, in zowel schepping als werking. Verbonden in een kosmisch bewustzijn, macro zo als micro.

Het bewustzijn van de AlZijnde toonde evenwel een krachtigere manifestatiedrang dan ‘alleen’ tot hele zonnen en zonnestelsels en op steeds hogere niveaus. En ook krachtiger dan ‘alleen’ door-dringend op steeds kleinere schaal tot in de essentie van materie.Er gebeurt iets bijzonders, uniek in dat hele heelal. Het AlZijnde richtte zich met een krachtige straal (was dat toevallig, willekeurig?) op één enkel punt, een sub-sub-partikel van één enkele zon in dat ene kleine stelsel, de Melkweg geheten: op een kleine partikelplaneet van de kleine ster zon. Hier transformeert de energie zich in een uitzonderlijk creatieve scheppingsdrang. Hier vindt de AlZijnde de ruimte (akasha) tot leven, een uit zichzelf voortvloeiend proces van steeds nieuwe vormen van bestaan, culminerend in steeds hogere vormen van leven, en daarmee de gele-genheid creërend zich bewust te worden van dat eigen scheppend bewustzijn. Een bewustzijnsexplosie, getemporiseerd over miljarden jaren, maar machtig en durend. Het vindt nieuwe vormen om zich te belichamen, mineraal, plant, dier en tenslotte in het verschijnsel mens. Telkens geraffineerdere vormen voor de ontplooiing van het bewustzijn en de toepassing ervan. Zo in de mensheid als in het individu.

De AlZijnde is het al, is het zijn, in en om, bij en rond alles en een ieder; hij omvat daarom alle bewustzijn. Dies is mijn bewustzijn het zijne, zoals het AlZijnde ook mijn bewustzijn is, zij ’t onbewust, wellicht onderbewust; bij geval metabewust (zie het andere stuk). Ik ken het niet maar heb er weet van, al weet ik het niet. Zoals de

29

druppel deel is van de oceaan maar het niet weet. Zijn wezen is hetzelfde als de oce-aan maar hij weet het niet. Als dat weten er wel was zou druppel besef hebben van het alomtegenwoordige, het aldoordingende, het AlZijnde van de oceaan. Metaforisch gezegd, elk kent zichzelf als entiteit maar tegelijk, in een onderbewust kennen, weet hebben ergens vandaan te komen, ergens bij te horen: een toebeho-ren, een deel zijn van; met een heimelijk verlangen tot realisatie van die ontmoeting, van die eenheid.

De ontstaansgeschiedenis van het leven kenmerkt zich in de evolutie van het be-wustzijn, een verruimend bewustzijn, in steeds diepergaande verbanden; Teilhard de Chardin was de eerste in de moderne tijd die in het bewustzijn deze dimensies schouwde. ‘God slaapt in het mineraal, droomt in de plant, ontwaakt in het dier en realiseert zichzelf in de mens.’ Een bewustzijn dat zich volgens wetmatigheden ontwikkelt tot het vastloopt (anomalie). Dan is er een schaalsprong nodig; door een mutatie verruimt het bewustzijn en kan vanuit een hoger gezichtspunt inzicht krij-gen in verbanden tussen verschijnselen die los leken te staan en nu tot een groter geheel blijken te behoren. Een communicatieve verbondenheid in een besef van de gezamenlijk beleefde essentie. Een bewustzijn dat uiteindelijk tot het besef zal ko-men van de eenheid van het Al, zelf deel te zijn van de AlZijnde.

Deze evolutie culmineert in het vermogen van het bewustzijn zich bewust te worden van het bewustzijn, een spiegel in zichzelf. Echter, deze belichaming van het be-wustzijn heeft ook een omgekeerde invloed: een inkadering van wat tot nu toe het pure onbegrensde bewustzijn was tot geest in een belichaming. Zijn vermogen tot introspectie en verruiming wordt ingedamd doordat het ingekaderd wordt in het fy-sieke, zowel als het mentale, als het gevoelsmatige: lichaam, mind, hart. Het individu erkent zichzelf als zodanig; de een leeft vanuit zijn lichaam, een ander is mentaal, een derde is gevoelsmens, alles in gradaties. En de geest uit zich door middel van die instrumenten die hij als de zijne erkent. Deze geest noemt Inayat Khan de ziel; de ziel is een stralende straal van het pure bewustzijn, dat in religieuze termen God wordt genoemd, en in de mystiek de AlZijnde.

De mens herkent zichzelf als schakel in deze ontwikkeling door zijn vermogen tot bespiegeling op het zelf; hij erkent zichzelf als een lijfelijke entiteit die fysiek functi-oneert; of hij ontdekt de sturende kracht van de gedachtewereld (mind); of hij iden-tificeert zich met zijn emoties of met zijn diepere gevoelens. Of hij onderkent deze trias als één geheel, als zijn zelf. Maar vergeet zijn ziel. Toch heeft hij een vermoeden dat er een dimensie ontbreekt; is er niet een verbindende levenskracht, een groter bewustzijn dat verder reikt dan de gebruikelijke gedachte dat ik mijn lichaam ben, mijn denken en mijn gevoel; of het dilemma hoofd of hart wellicht oplosbaar is. En dan ontdekt hij de ziel, een straal van dat AlZijnde.

Zo bestaat de mens, ieder mens, als een organisme van lichaam, mind en hart, bekrachtigd door de AlAanwezige energie, belevendigd door een straal van de Al-Bewuste, adem ingeblazen tot leven. Deze adem houdt hem in stand; de adem als navelstreng met het voedende licht afkomstig uit de oceaan van all-sufficient levens-kracht; vulkanische kracht, gevoed vanuit een geheime schatkamer van gloeiend licht. Of anders gezegd, een artesische bron, verborgen onder de ondoorlatende lagen van menselijke beperkingen; maar wanneer aangeboord spuit het met een

30

onuitputtelijke kracht, telkens wanneer de mens de kraan van het hart opent, zich ontvankelijk toont; in staat is het gegevene te absorberen. Energie en levenskracht omhuld door lichaam, mind en hart: materie, denkwereld, gevoelswereld.

Zoals het oorspronkelijke bewustzijn de drang kende tot manifestatie, die onherroe-pelijk leidt tot beperking, zo kent de ziel omgekeerd het onherroepelijke verlangen naar de volheid van het licht, de zon waaruit zij voortkwam; naar een puurheid die losmaakt van beperking: de vrijheid van de geest (iets anders dan we onder geeste-lijke vrijheid plegen te verstaan), een puurheid om in op te gaan. Uit die tweeledigheid ontstaat een innerlijke strijd in de mens. Enerzijds heerst het verlangen het leven te ervaren juist door (en in) het lichamelijke (en andere vormen van het materiële). Evenzeer door (en in) de mentale wereld, zowel buiten als bin-nen het individu (mind). En evenzeer door (en in) de gevoelswereld, eveneens zowel binnen als buiten het individu (hart). Anderzijds is er de hunkering naar volkomenheid, om het grootse buiten zich te ervaren en daarin op te gaan. Maar ook om de stilte binnenin te vinden en je daarin te verliezen. Beide zijn ervaringen vervuld van ontzag voor het onnoembare. Maar ook als herken-ning van datgene dat ook in het zelf besloten ligt en roept om een ontwaken. Want het AlZijnde opent zich ook als je essentie; je maakt deel uit van het al, het omgeeft je, omarmt je; je weet er deel van uit te maken: je weet je deel van het Al, het Al jou omvattend; de ik die jij zegt, de ik die gij zegt, de gij die jouw opneemt, de jij die jou omarmt. Een liefdeservaring, van schoonheid en harmonie. Een relatie die abstract is maar juist ook persoonlijk. Ontzag en intimiteit als een ineenvloeiende werkelijk-heid van ervaring. Je komt voort uit die kracht, je wordt omringd door die presentie, micro zowel als makro. Een presentie die heel de natuur en de mensheid omvat; de ware broeder/zusterschap. Een dubbele eenheid: zo verticaal, zo horizontaal. En uiteindelijk is er het streven van de ziel terug te keren naar de AlZijnde: op te stijgen tot haar culminatie.

Uit een ingeboren weten zoekt de ziel een uitweg uit die tweeledigheid, een die het een zowel als het andere mogelijk maakt. De sleutel ligt in de verruiming van dat-zelfde bewustzijn, juist in (en doorheen) lichaam, mind en hart waardoor de tegen-stelling tussen beperking en volkomenheid, tussen ruimte en beperking, tussen ik en gij vervloeien en als één stroom uitvloeit in de zee van de AlZijnde. De weg is een alchemistisch proces waarin de instrumenten steeds verder dienst-baar worden aan het licht van de ziel. Het is een telkens weerkerend proces van transformatie van lichaam, mind en hart, in een opklimmende spiraal, een proces waarbij die instrumenten als het ware licht-doorlatend worden, iets van de straling van de ziel doorlaten. Het eerste stadium heet in het Engels translucent: het licht schijnt door maar je ziet het niet. In het tweede stadium is er sprake van transpa-rantie, de sluiers worden steeds meer weggetrokken; ze lossen op, zoals de zon de wolkensluiers oplost of wegblaast.

Hoe? De ziel hunkert naar een zuiverder vorm van kennen. De mind (als het geheel van ondermeer denken, memorie, wil, ‘egoschap’) zoekt weliswaar helderheid, inspi-ratie en een vermogen dingen tot stand te brengen maar het leven zit vol beperkin-gen. Wanneer het licht van de ziel toegelaten wordt en wanneer de hard geworden

31

schil doorlatend wordt kan de mind een klare helderheid ervaren, kan de inspiratie gaan stromen en de ‘maakwil’ tot een levende scheppingskracht worden. In het on-derbewuste huist echter een glimp van dat licht; wellicht uit een prenataal bestaan aan de ziel?, en een afspiegeling van het postmortale?

De ziel hunkert naar ruimte in zichzelf en om zich heen, naar een veredeling van het hart; een hunkering naar al wat mooi is, harmonieus en vol liefde. Maar het hart zit vol beperkingen. Wanneer het licht van de ziel wordt toegelaten en wanneer de hard geworden schil doorlatend wordt; kan het hart het licht reflecteren vanuit je onderbewustzijn waar schoonheid verrukkend wordt, liefde puur, en harmonie al-omvattend, alles doorheen het hart, een herkenning van een prenatale zielservaring (engel-sfeer) en een voorafspiegeling van het postmortale?Echter, de ziel met haar instrumenten staat niet alleen in haar verlangende streven naar het licht; er is twee-richtingverkeer. Want, metaforisch gesproken is de AlZijnde op zoek naar ‘verloren’ stralen. Hij is het stuwmeer van licht; een oceaan van waaruit een welkomstwoord klinkt.

Dit opstel is begonnen te schetsen hoe het bewustzijn als AlZijnde het al omvat en belevendigt. Verruiming van bewustzijn in de mens brengt het besef teweeg dat de mens deel is van dat onmetelijke albewustzijn, de AlZijnde. Ons bewustzijn is er deel van. Alle ervaringen, gedachtes, gevoelens zijn er deel van. Zoals het albewustzijn po-tentieel deel is van ons bewustzijn. Inayatg Khan spreekt dan over de ‘divine mind’.Uiteindelijk is de ziel onderweg, terugkerend naar die zon waaruit ze voortkwam. Die terugkeer is een reis van het bewustzijn, de belichaming van de geest. Of is het bewustzijn de belichaming vaan de geest? Uiteindelijk neemt de zon van het ganse heelal alles weer in zich op. Alle druppels verenigen zich in de onmetelijke alomte-genwoordige oceaan van de AlZijnde – waarvan we nooit gescheiden zijn geweest, al wisten we het niet. Of wel?

Een schoon beeld, een verlokkend perspectief voor wie de heimwee heeft ontdekt. Niet in volmaaktheid te verkrijgen zolang de ziel geborgen is in materiële gestalte. Wel volkomenheid in wat je vermag, vol gekomen van het doel van je leven. Maar het hoeft geen ver perspectief te zijn. De boodschap van deze tijd is dat een glimp hiervan in het aardse leven hier gerealiseerd kan worden. En die mogelijkheid ligt in een bewust zoeken naar de verruiming van je bewustzijn zodat je een glimp van het grotere bewustzijn ervaart in lichaam, mind en hart: de ziel.

En waartoe dit alles? ‘Om God en de mensen te dienen’, zegt Inayat Khan. Wanneer het bewustzijn zich verruimt wordt het omvattend, je weet je deel van het AlZijnde zoals het zich voordoet in alles, de natuur, het leven de mensheid, en vooral in je medemens. Dat helpt in de vervulling van het ideaal van broederschap.

Deze verkenning beweegt zich op het metafysische vlak. Dat is eigen aan het onderwerp be-wustzijn als een verschijnsel dat in principe los staat van het brein. Inayat spreekt echter zelden in zo abstracte termen. Het gaat in het spirituele leven toch vooral over het hier en nu in al onze betrekkingen tot de ander en je omgeving. Dat vraagt zelfkennis: over hoe we omgaan met onze instrumenten lichaam, mind en hart, een soefi antropologie; en hoe te zoeken naar de ziel ondanks of juist doorheen haar instrumenten. Het primaire doel van soefi spiritualiteit is en blijft om God en vooral de mensen te dienen.

10 Jaar SUN - Soefi Uitwisseling Nederland

Op 5 februari 2002 was het 75 jaar geleden dat onze Pir-O-Murshid Hazrat Inayat Khan dit aardse plan had verlaten, wat wij jaarlijks herdenken als Visalatday. Een paar maanden daarvoor had ik een gesprek met Rashid Meyerink, een moerried uit de afdeling Alkmaar, en fantaseerden wij dat zo’n bijzondere gebeurtenis toch eigenlijk met de hele soefi familie gevierd moest worden in het teken van broeder- en zusterschap. Murshid was toch ons aller geestelijk Vader en wij de kinderen, verspreid over afzonderlijke families. Bij zo´n gebeurtenis moest toch de hele familie bij elkaar kunnen komen? In de veilige omgeving van Soefi Contact had ik me op dat moment nooit erg bezig gehouden met de andere soefi organisaties en ik wist weinig tot niets van hun ach-tergrond en werkwijze. Dus niet gehinderd door enig historisch besef besloot ik alle organisaties aan te schrijven met de vraag enkele mensen af te vaardigen om de genoemde datum als één familie gezamenlijk te vieren.Het was toen juni 2001 en helaas moet ik tot mijn eigen schande bekennen dat ik op dat moment nauwelijks weet had van het bestaan van Sufi Ruhaniat Interna-tional, dus beperkte ik me tot het aanschrijven van de Soefi Beweging, de Soefi Orde en de Sufi Way, met een redelijk uitgewerkt voorstel. Allen reageerden positief zodat we in september 2001 bij mij in huis een eerste bijeenkomst hadden met 7 personen en aan het werk gingen. Het werd een mooie viering in Murad Hassil met een inbreng van alle 4 organisaties en met ongeveer 90 deelnemers.

De voorbereidingsgroep kwam in april 2002 nog één keer bij elkaar om de viering te evalueren. Er heerste een dermate saamhorigheid in die begingroep en we hadden elkaar zoveel te vertellen, dat we aan het einde van de evaluatie besloten om een in-formeel platform op te richten en onderling te blijven uitwisselen. Ondertussen was duidelijk geworden dat we hierbij ook Sufi Ruhaniat wilden uitnodigen, die daaraan gehoor gaf. We noemden onszelf Soefi Uitwisseling Nederland, wat de prachtige afkorting SUN opleverde. De eerste twee jaar werd besteed aan verdere kennisma-king en verdieping en iets meer structuur met betrekking tot de afvaardiging van-uit de vijf organisaties. We waren op de hoogte gekomen van de Internationale Sufi Federation en namen daar ook aan deel. In tegenstelling tot de Federation, die een formele afvaardiging van de leiding van de organisaties was, bleef de SUN een niet gebonden uitwisselingsgroep van moerieds zonder bestuurlijke verantwoordelijk-heid, hoewel onze activiteiten natuurlijk wel per organisatie door het bestuur goed-gekeurd moesten worden. Ons streven was om drie personen uit elke organisatie op te nemen in de SUN, zodat we in optimale vorm uit vijftien personen zouden bestaan. Dit hebben we de afgelopen tien jaar niet gehaald. Velen van het eerste uur verlieten de SUN en anderen namen hun plaats in. Op dit moment maken de volgende personen deel uit van de SUN: Ameen Carp en Zubin Besselaar (Soefi Be-weging), Nafas Wagtmans, Rahman Bakker en Simone Wils (Soefi Orde), Iskander Tenhaeff en Agnes Bolweg (Sufi Way), Kadir Troelstra, Irene Lennings en Michaël Schouwenaar (Soefi Contact) en Zubin Nur Westerik (Sufi Ruhaniat).We kwamen om de negen maanden bij elkaar en maakten intern kennis met el-

32

33

kaars werkwijze, doelstellingen en organisatie en hielden drie landelijke vieringen, toegankelijk voor alle leden van alle vijf soefi organisaties in Nederland.De laatste Hejiratviering was op zondag 16 september 2012 in Murad Hassil, twee jaar na de vorige gezamenlijke viering in het 100e jaar van de Boodschap. Waren er tot nu toe steeds rond de 100 aanwezigen, deze keer kwamen we niet verder dan 45, wat vanuit vijf deelnemende organisaties heel weinig is. Dit roept de vraag op, of het samenwerkingsproces dat in de SUN vorm krijgt wel voldoende aan-slaat bij de moerieds. Is er wellicht sprake van te weinig bekendheid of zijn we een beetje ‘samenwerkingsmoe’ geworden? De afzonderlijke activiteiten van de diverse organisaties zijn ondertussen steeds toegankelijker worden voor moerieds uit an-dere organisaties. Wellicht is het ideaal van de onderlinge broeder- en zusterschap ondertussen bereikt? Dat kan ook blijken uit meer lokale samenwerkingsvormen. Heeft de SUN wat dat betreft haar doelstellingen bereikt?

Het is altijd moeilijk op dit soort vragen een afdoende antwoord te vinden en daarom vragen we de lezers om mee te doen aan een korte enquête en per email antwoord te geven op drie vragen. Het kost maar een paar minuten en het is erg belangrijk voor de SUN om meer zicht te krijgen hoe het gesteld is met de steun vanuit de basis. Dus schroom niet en laat ons weten wat uw mening is. U kunt een email sturen naar het centrale adres: [email protected] naar de vertegenwoordiger van uw organisatie in de SUN, met als onderwerp: SUN enquête. Uw antwoorden zullen besproken worden in de eerstvolgende SUN bijeenkomst. Hartelijk dank voor uw medewerking .Michaël Schouwenaar

SUN enquêteStuur de antwoorden naar [email protected]

1. Bent u op de hoogte van het bestaan van de SUN en vindt u onderlinge uitwis-seling: a) Niet belangrijk. b) Redelijk belangrijk. c) Heel belangrijk?

2. Wilt u zelf meer betrokken worden bij contacten met leden van de andere soefi organisaties of deelnemen aan de SUN en op die manier vormgeven aan de on-derlinge verwantschap? a) Nee, ik heb genoeg aan wat mijn eigen organisatie te bieden heeft. b) Ik ben hierin neutraal. c) Ja, ik vind het belangrijk bij te dragen aan de eenheid en meer onderlinge samenwerking.

3. Wilt u deelnemen aan activiteiten die georganiseerd zijn door de gezamenlijke organisaties en op die manier kennismaken met andere werkvormen?a) Nee, ik vind alles wat ik nodig heb bij mijn eigen organisatie. b) Ik heb hier geen mening over. c) Ja, ik vind het belangrijk samen met mede soefi´s verdie-ping en inspiratie op te doen, ook als ze lid zijn van een andere organisatie.

Wat is Antroposofie?Christja Mees-Henny

Antroposofie heb ik als kind met de paplepel binnen gekregen en ik had een gou-den kindertijd. Mijn ouders waren antroposoof, en mijn grootmoeder had al een vriendinnenclubje waarin zij boeken met Christologische thema’s bestudeerde. Met haar ex libris erin staan ze nog op mijn boekenplank. Ik ging naar een Vrije school-kleuterklasje, en toen de Vrije school in Den Haag door de Nazi-Duitsers gesloten werd, omdat de ideologie niet in hun Nazie systeem paste, werd dit onderwijs voor mij niet afgesloten, omdat ons gezin naar een woononderdak kon evacueren waar in het geheim een klein Vrije Schooltje boven een garage werd ingericht.Zo ging het creatieve kinderfeest voor mij door en ik heb daar mijn hele leven plezier van gehad. Toch was het zeker niet van zelfsprekend dat ik antroposoof zou wor-den. In tegendeel; mensen die nooit met Antroposofie in aanraking zijn gekomen, zoekende zijn, en het dán vinden, storten zich er vaak met véél meer overgave in dan kinderen uit antroposofische gezinnen die er heel vaak eerst maar eens flink afstand van willen nemen. Zo is het mij vergaan.Pas toen mijn eerste dochtertje naar de kleuterschool ging kwam de confrontatie met de keuze. Van schooltje naar schooltje oriënteerde ik mij. Maar pas toen ik er met mijn kind (later kinderen) een half uur voor moest fietsen om er te komen, zong mijn dochtertje voor ons vertrek: wij gaan kijken of de beste school goed ge-noeg voor mij is! Nu dat was hij. Ik herkende meteen de verzorgde, beschermde en kunstzinnig liefdevol ingerichte omgeving, en ik zat weer in mijn bootje.

Deze rijkdom voor de ziel wilde ik ook voor mijn kinderen! Bij dit besluit ontvouwden zich langzamerhand de nooit ophoudende mogelijkheden, in het brede scala van activiteiten waarin vele mensen vanuit de inspiratie van Antroposofie een steentje proberen bij te dragen aan vernieuwing, heling van aarde en culturen, waarin het als een ferment wil werken. Allereerst kom je dan in een studie terecht. Ineens werd mijn interesse wakker: wat is eigenlijk die Antroposofie, die vanzelfsprekende basis van mijn kinderjaren waarin ik zo heerlijk mocht dromen en waardoor ik later op de Vrije School tot het eind toe gevoed werd met alle door kunst doordrongen lessen? Waarin ik nu door alles heen beleven kan dat er vanuit een mensbeeld, een levensbeschouwing, gestreefd wordt naar de verbinding tussen materie en Geest. Er is geen materie zonder Geest, en er is geen Geest zonder materie. Er wordt ge-tracht deze stelling uit te werken in een sociale drie-geleding tussen wetenschap, kunst en religie.In een maatschappij waarin de vrijheid van de geest, de gelijkheid in het recht, en de broederschap in de economie verwerkelijkt wil worden, waar het verlangen om dingen te begrijpen en te ervaren werkt als honger en dorst. Dit vraagt ook om een innerlijke scholing en bewustwording. De scholingsweg die in veel werken van Rudolf Steiner wordt aangegeven gaat uit van het moderne bewustzijn van de hui-dige mensheid, (‘Wie erlangt man Erkenntnisse der höheren Welten und Philosofie der Freiheit’). De scholing heeft een moeizame maar onontbeerlijke oefenweg als grondslag, wat leidt tot controle van de mens op zijn denken, voelen en willen. Zon-der beheersing van deze gebieden van ons bewustzijn is geesteswetenschap niet mogelijk. Bij de materiële wetenschap kennen we de uiterlijke oriëntatie punten, bij de geesteswetenschap moeten de innerlijke oriëntatiepunten opgebouwd worden.

34

35

Er wordt vaak veel kritiek of vooroordeel geuit jegens al deze idealistische doelstel-lingen: ‘het is zo moeilijk, of ik heb er de tijd of het geduld niet voor’. En er worden vaak eenvoudigere wegen ingeslagen, maar op een bepaald punt kun je toch ont-dekken dat het bewustzijn verandert, dat binnen en buiten met elkaar gaan corres-ponderen en er een soort Chymische Hochzeit (ervaring van eenheid) tot stand komt tussen twee bewustzijnstoestanden die eeuwenlang gescheiden waren.

Tegenwoordig kom je in elk gezelschap wel iemand tegen die door één van de vele poorten toegang tot de Antroposofie gevonden heeft, geïnspireerd door één van Rudolf Steiners tientallen ook in het Nederlands vertaalde boeken, en meer dan zesduizend voordrachten. Mensen die geïnteresseerd zijn, of baat hebben bij een of meerdere andere vernieuwende vormen in werk en levensgebieden. zoals in :Het onderwijs als opvoedkunst. 90 Nederlandse en zo’n 400 internationale Vrije Scholen.De biologisch dynamische landbouw. Zonder kunstmest en met preparaten om de invloeden van de kosmos -zoals die van zon, maan en sterren- met aarde en groeikracht te verbinden.,De geneeskunde als geneeskunst. Homeopathie, als aanvullende mogelijkheid op de reguliere wetenschap. De mens wordt als een geheel gezien en behandeld. In Nederland zijn er ongeveer 90 antroposofische artsen.De heilpedagogie. Zorg voor verstandelijk gehandicapten. De mens wordt gezien als een geestelijk volwaardig wezen, waarvan alleen het geïncarneerde instrument beschadigd is.Psychotherapie. Uitgaande van de individuele mens op weg, Mens als geestelijk wezen. Waar ga je heen? waar kom je vandaan? Biografische bewustwording.Het geldwezen. In Zwitserland, Duitsland, Engeland, Spanje, en in Nederland de Triodosbank; bankinstellingen die aan het werk zijn om op dit terrein woord en daad te integreren,De kunst. De 7 muzische kunsten – schilderkunst, beeldende kunst, muziek, spraakkunst, architectuur, poëzie en Eurythmie – vormen de brug voor de geestes-wetenschap op aarde. Eurythmie is een dansvorm waarin allerlei wetmatigheden zoals bijvoorbeeld intervallen in muziek en poëzie door het lichaam in vorm en kleur zichtbaar worden gemaakt. Eurythmie wordt zowel als kunst op het toneel, als in de pedagogie, als in de therapie beoefend.Toneel. Rudolf Steiner schreef vier mysterie-drama’s waarin Karmawetmatigheden worden uitgewerkt en ten tonele gebracht.De architectuur. Het Goetheanum in Dornach, de organische bouw van de ING- bank, de Gasunie, het ziekenhuis in Zwolle en vele andere.De Christologie. De universele kracht van de religie die in de Antroposofie alles doordringt en waarin de wet van Karma en reïncarnatie, en het Christus-wezen, een centrale plaats inneemt; wat ook voor de Westerse wereld als feit wordt aan-gereikt.

Goetheanum in het Zwitserse DornachRudolf Steiner geeft een nieuw inzicht in de rol die de komst van Christus op aarde voor de ontwikkeling van de hele mensheid, dus ook voor alle religies, heeft be-tekend. Hij beschrijft het sterven van Christus aan het kruis op Golgotha en de opstanding in het boek ‘Das Christendom als mystische Tatsache’, als een Godde-

36

lijk offer dat werkelijk heeft plaatsgevonden en waardoor aarde en mensheid een nieuwe impuls hebben gekregen om zich vanuit wijsheid en liefde met geestelijke wezens te verbinden. Deze daad was, zo zegt Rudolf Steiner, een vernieuwing en openbaarmaking van de oude vóór-Christelijke inwijdingsmysteriën die in de tijd vóór de komst van Christus alleen voor priesters op aarde toegankelijk en decadent geworden waren. De inwijding is na Golgotha voor ieder mens van goede wil moge-lijk. De mysteriescholen zullen niet meer geheim, maar openbaar in het dagelijkse leven plaats vinden. Vanaf het eind van de achttiende eeuw zullen er nieuwe ontwik-kelingen van het bewustzijn mogelijk zijn.Rudolf Steiner ziet Christus als Heer van het karma. Voor het Goetheanum maakte Steiner een groot houten beeld van de mensheidrepresentant, waar Christus staat afgebeeld als krachtige individualiteit tussen de twee tegenstandersmachten: de excarnerende (= uit de materie terugtrekkende) Lucifer en de naar de materie toe trekkende Ahriman. Christus houdt zich staande in het midden. Christus ervaringen zullen door mensen beleefd worden, want Christus is sinds de tweede helft van de twintigste eeuw in de wereld van de levenskrachten, in de etherwereld, werkzaam. Verbinding met scheppende wezens, het vinden van het grote universele Christus-Ik zal in ons eigen hart, het eigen zelf, kunnen groeien.

Deze Antroposofie sluit aan, buiten het kerkelijke instituut om, bij oude stromin-gen van het esoterische Christendom die we in de geschiedenis al als kiem zien opbloeien. Onder anderen bij de eerste Christenen, later bij de Katharen, de Tem-peliers, en de Rozenkruisers. Voor Rudolf Steiner was Christiaan Rosencreutz een werkelijke historische persoonlijkheid, een van de grootste ingewijden, die iedere honderd jaar weer opnieuw incarneert om de wereld verder te helpen ontwikkelen naar het grote doel: de aarde om te vormen tot een ster van Liefde, het fundament van het nieuwe Jeruzalem. Rudolf Steiner en Christiaan Rosencreutz waren volgens Steiners karma-onderzoek al van uit vorige levens intens met elkaar verbonden.

37

Mensenkinderen denk ik wel eens; wat hebben antroposofen het hoog in de bol! Wát komt daarvan terecht? Kijk eens om je heen! Wat modder ik zelf? Scholing is echter niet mogelijk zonder positief denken. Rudolf Steiner wilde het denken weer spiritueel maken, zodat we de vertellingen van de zoektocht naar de heilige Graal kunnen doorgronden, de wijsheid in de sprookjes weer gaan ontdekken, en de openbaringen in de bijbel weer leren lezen in zijn inspirerende beeldentaal.Vele kunstenaars in muziek, in beeldende kunsten en literatuur hebben zich laten inspireren door deze verborgen boodschap: ‘De mens als geestelijk wezen is als een Parcival (gaat door het dal) op weg langs vele beproevingen van duisternis en onwetendheid, door de twijfel heen, naar een nieuwe verbinding met de Geest, met de Graal.’

Antroposofie betekent: Antropos = mens, en sofie = wijsheid. De naam wil zeggen: met wijsheid en liefde bewustzijn hebben van het mens-zijn. Dat daar niet altijd wat van komt? Tja, antroposofen zijn ook gewone mensen in ontwikkeling met een ego, maar met hoge idealen. Gelukkig maar voor de wereld zijn er zulke mensen die het altijd tóch weer proberen en zich inzetten óók als ze niet worden begre-pen. Het bewust leven met de seizoenen en het vieren van de jaarfeesten daarin, kan tot een sociale gezinscultuur worden, waardoor jong en oud zich onbewust of bewust, innerlijk en uiterlijk, weer verbonden voelt met Gods schepping. Toen de vraag werd gesteld naar een religieuze vernieuwing, gaf hij raad en daaruit is weer een nieuwe impuls ontstaan: De kerk van de Christengemeenschap. Rudolf Steiner

ging namelijk altijd in op vragen. Vragen naar vernieu-wing vormden zijn karma. Aan onderzoek naar karma en metamorfosen vanuit vorige levens weidde hij zijn laatste levensjaren. Hij zag dat als groot belang voor de toekomst.

Beknopte biografische schets van Rudolf Stei-nerRudolf Steiner leefde van 1861 tot 1925. Hij werd geboren in het kleine dorpje Kraljavec, toen Hongarije, nu Joegoslavië. Al heel jong had hij verbinding met gestorvenen en elementenwe-zens en werd hij zich bewust van zijn aangeboren helderziend-heid. Daardoor werd hij vaak niet begrepen, maar het werd voor hem een levenstaak om door scholing deze gave voor de moderne mens tot een bewust vermogen toegankelijk te maken. Hij zag in dat hij daarom natuurwetenschappen moest studeren om bij de maatschappij aan te kunnen sluiten.Op zijn 21ste jaar kreeg hij in Wenen de opdracht tot de be-werking van het natuurwetenschappelijke werk van Goethe en hij vond door Goethes exacte waarnemende metamorfoseleer

daartoe de ingang. Mystiek en Alchemie komen samen in de spreuk die hij gaf: ‘Willst du dich selber erkennen, Blick in die Welt nach allen Seiten. Willst du die Welt erkennen, Schaue in alle deine eigene Tiefen’.De samenwerking van Rudolf Steiners denken, voelen en willen hebben hem groot gemaakt:

tekening Dave Dozier

38

Denken. In 1894 promoveerde hij op het werk ‘Filosofie van de Vrijheid’. Daarin werkte hij het spiritueel maken van het denken ui.Voelen. In 1900 sluit hij zich aan bij de Theosofische vereniging waar hij voor het eerst gehoor vindt voor esoterische waarheden. Zijn verbinding met Christiaan Rosencreutz werkt dan al heel inspirerend. Na intensieve werkzaamheden ontstaat er echter een scheiding van de Theosofische Vereniging omdat uitgangspunten niet samengaan. Het verschil in opvat-tingen omtrent de incarnatie van Krishnamurti als de wedergekomen Christus speelt een rol, maar sterker nog is de impuls van Rudolf Steiner om door overbrugging van de kunst, esoterie te willen verbinden met de maatschappij. Dit streven maakte de scheuring defini-tief. Creativiteit wil namelijk alle Antroposofische werkgebieden verbinden en doordringen. Willen. Rudolf Steiner richt dan de Antroposofische vereniging op en werkt de kunstvormen uit en schept de basis vooreen nieuw mysteriebewustzijn.In 1918 wordt het eerste Goetheanum in Dornach gebouwd dat met oudjaar 1922/1923 afbrandt. Een nieuw ontwerp in beton komt na zijn dood gereed en staat heden voor de hele wereld open. Een bouwwerk van waaruit een geesteswetenschap de moderne wereld wil be-vruchten.

Verder oriënteren? www.antrop-ver.nl en www.antrovista.nl

In memoriam Johannes Molenaar

Op 6 juli 2012 ging Johannes Molenaar van ons heen, op weg naar zijn verdere bestemming. Wij denken aan hem als een bijzonder blijmoedig en positief mens, die voor iedereen een bemoedigend woord had en een grote ijver aan de dag legde met betrek-king tot de verspreiding van de Boodschap van Pir-O-Murshid Hazrat Inayat Khan.Johan was o.a. sinds 2002 bestuurslid van het Lan-delijk Bestuur van de Vereniging Soefi Contact en daarnaast van de Afdeling Alkmaar e.o. Ook was hij lid van de Nekbakht Stichting. Zijn inzet was toe-gewijd, dienstbaar en zeer constructief. De eerste website kwam mede op zijn initiatief van de grond in 2003. Hij stimuleerde het archief- en vertaalwerk in Suresnes en reisde enkele malen per jaar af naar Frankrijk, meestal vergezeld door zijn vrouw Parvati.Als Cherag vanaf 2004, ontwikkelde hij zich als een inspirerende en vlotte spreker die het hart van de toehoorders vaak treffend wist te raken. Vanaf 2011 ging zijn gezondheid langzaam maar zeker achteruit, met toenemende klachten die hij moe-dig trachtte te weerstaan door positief te blijven geloven in herstel en beterschap. Uiteindelijk moest hij zich overgeven aan zijn onvermijdelijke vertrek van deze aarde

39

om zijn verdere hemelse reis te kunnen ondernemen. Toch bleef hij nog tot 2 maan-den voor zijn heengaan betrokken bij het werk in de afdeling Alkmaar hetgeen veel respect en waardering afdwong. Een `geweldig` mens is van ons heengegaan. We herinneren hem in grote dankbaarheid .

Michaël Schouwenaar

Voor Johannes Molenaar

Een goede vriend is van ons heen gegaanop weg naar huis na een vol en werkzaam leven.

Hij wist in woord en daad aan het bestaanvan ieder mens een lichtglans met een gouden rand te geven.

Zijn leven was een feest van lieve vrolijkheidmet vrouw en kinderen en ook met vele vrienden.

Hij raakte nooit zijn optimisme kwijt,zelfs als omstandigheden dat niet geheel verdienden.

Zijn inzet, werklust en betrokkenheidzullen velen hier nog lang en voelbaar missen.

Er valt een leegte in onze aarde tijdop een manier waarover niemand zelf kan beslissen.

Ook Johan vocht nog tot zijn laatste krachtenom hier te blijven en bij ons te zijn,

maar de goede God kon niet meer wachtenom hem te bevrijden van alle aardse pijn.

Wat nu nog naklinkt zijn de enthousiaste woordendie ik hemzelf nu van harte wens,

en die we zo vaak en onuitputtelijk van hem hoordenJohannes Molenaar, je was en bent een fantastisch mens!

Vaar Wel mijn diep gerespecteerde broeder…Ik koester je herinnering in mijn omfloerste hart.Ik zie je weer in ’t huis van God de Vader/Moeder

in’t licht met gouden rand en zonder smart.

God is met je.

Michaël Schouwenaar, 12 juli 2012

Het begon zo….Onder deze titel vertellen moerieds hoe ze in aanraking zijn gekomen met het soefisme van Hazrat Inayat Khan. Wie zijn of haar eigen ervaring wil delen, wordt uitgenodigd dat in een artikel van niet langer dan 400 woorden te sturen naar de redactie. De herinnering aan die ontmoeting kan voor een ieder een verrassende ervaring zijn.

Het begon zo …Karim Hofstra

Het was 1979, mijn toenmalige vrouw bracht en haalde iedere school-dag onze kinderen van en naar de Vrije School in Zeist. In hetzelfde flatgebouw waar wij woonden , woonde nog iemand die op dezelfde tijd kinderen naar dezelfde school bracht. Deze twee moeders hadden met elkaar afgesproken om ieder om de beurt alle gezamenlijke kin-deren naar school te brengen .Mijn vrouw wilde nader kennis met haar maken en had Mary bij ons thuis uitge-nodigd. Het gesprek ging er onder andere over dat we wel achter de filosofie van de Vrije School stonden , maar dat we ons niet konden vinden in de Christenge-meenschap, dat is het kerkgenoot-schap van de antroposofen , waar ook de Vrije School een tak van is. Wij vertelden haar hoe wij in grote lijnen over geloven dach-ten en dat we dat in geen enkele kerk konden vinden . Mijn vrouw was van katholieke afkomst en had zo haar bedenkingen tegen de kerk. Ik was Nederlands Hervormd opgevoed en liep tegen der-tien kerkdogma’s op. Mary dacht dat onze zienswijze overeen kwam met de soefidenkbeelden .Ze vertelde ons wat ze daarvan wist en dat haar moeder vaak naar een universele eredienst ging. Wat ze ons vertelde sprak ons erg aan . Ze wist op welke zondag er een soefibijeenkomst was in Haarlem en zei dat ze daar zelf ook wel heen wilde.Voor die zondag had ik een busje gehuurd en gingen wij en de kin-deren , met z’n achten , voor het eerst naar de universele eredienst op het Nassauplein in Haar-lem.Het onderwerp van de dienst was “waarheid” en ik was diep geraakt, want zo had ik nog nooit naar waarheid gekeken . Ik vond de hele dienst erg indrukwekkend en zei na afloop dat ik hier mijn hele leven naar had gezocht. Men deelde ons mee dat we “klas” konden volgen in Zeist en daar zijn we ook regelmatig heen ge-weest.Echter de “katholieke” familie van mijn vrouw zag het soefisme als een “heidens” geloof en weerhielden haar ervan om er nog langer heen te gaan . Zij heeft op-nieuw “heilige communie” gedaan en is daarmee “behouden” voor de kerk en haar familie .Ik liet mij opnemen in de UE en had daardoor voor haar en haar familie afgedaan . Ik hoorde er niet meer bij, hoewel ik nooit katholiek ben geweest.Toch heb ik nooit spijt van mijn keus gehad, ik volg nog steeds het soefipad.

40

41

Soefi-centrainformatie, adressen en activiteiten

AMSTERDAMdhr. P. Smits (Amir), t 06 15 06 05 13<[email protected]>Universele Eredienst: Ignatiushuis,Beulingstraat 11, 1017 BA Am sterdam,1e en 3e zondag van de maand 11 uur. Op de 3e zondag voorafge gaan door de Confraternity of the Message 10.30 uur.

APELDOORNOrientatiemiddagen: 2e zondag van de maand van 14-16 uur bij dhr. en mw. De Roos-Labeur (Corrie & At), Sparrenlaan 11, 7313 AT Apel-doorn, t 055-323 1633 <[email protected]>

ARNHEMmw. H.M. de Caluwé - Rombout (Maharani), Groningensingel 423, 6835 ER Arnhemt 026-3213650 <[email protected]>mw. E.Steingröver (Johara), Meidoornplantsoen 23, 6706 DB Wageningen. <[email protected]>t 0317-425 072 ('s avonds).Studieklassen in overleg.Universele Eredienst: Vrijmetselaarsgebouw, Arnhemsestraatweg 360, 6881 NK Velp (Gld)1e zondag van de maand om 11 uur.

ASSENmw. A. Stam (Iman), Keerweer 8, 9401 ES Assen, t 0592-707202 en 06-24 92 92 77<[email protected]>Studiebijeenkomsten en klassen voor belangstel-lenden, broeder-zusterschapsleden en moerieds. Universele Eredienst: Loge van de ODD Fellows, Hendrik de Ruiterstraat 2, 9401 KT Assen,3e zondag van de maand om 11 uur.

BREDAmw. Margo Armaiti Leerink, coördinator.Concordiaplein 47, 4811 NZ Breda.t 06 22 81 21 10 <[email protected]> Universele Eredienst: Waalse Kerk,Catharina straat 83-bis, 4811 XG Breda,3e zondag van de maand om 11 uur.

DEN HAAGdhr. L.W. Carp (Ameen), Anna Paulowna straat 78, 2518 BJ Den Haag, t 070-364 4590, f 070-361 4864 <[email protected]><www.soefi.nl/denhaag>Programma op aanvraag: 1e en 3e maandag van de maand open studie- en medi tatie-klas.; open Soefi-avonden; openhuis-bijeenkomsten; open spirituele film-avonden, en besloten klassen. Universele Ere dienst: Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag, elke zon dag om 11 uur, Confraterni ty of the Message om 10.30 uur.

DEVENTERdhr. W.S. van der Vliet (Sikander), Juliana van Stolberglaan 6, 6961 GB Eerbeek. t 0313-650 334 <[email protected]>Universele Ere dienst: Logegebouw van de Vrijmetselaars, Rijkmanstraat 10, 7411 GB Deventer, 3e zon dag van de maand om 11 uur.

DRONTEN I.O.dhr. J.Koldijk (Kabir), Lindestraat 10, 8266 BG Kampen, t 038-3314446 <[email protected]>

EINDHOVENmw. L. Bredée-van Ginkel (Kamila), Jacob Catsstraat 28, 5671 VR Nuenen, t 040-2832518, <[email protected]> Universele Ere dienst: Eckartdal, Nuenenseweg 1, 5631 KB Eindhoven, 1e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur.

FRIESLANDdhr. D.Lieftink (Rama). t 0598-430422 < [email protected] >. mw. Y. Veenstra-Wiersma (Ynskje), Wommels. t 's avonds 0515-576244 < [email protected] >Maandelijks meditatieavonden. Universele Ere-dienst: Bij de Put 15, 8911 GE Leeuw arden, 1e zondag van de maand om 11 uur.

GRONINGENdhr. M. Voestermans (Karim) t 050-4090431< [email protected] > Maandelijks: musical tuning en meditatie; stilte en meditatie; gespreksavond. Programma:zie www.soefi.nl onder centrum Groningen.

‘S HERTOGENBOSCHCoördinator: mw. T. Hendriks Franssen-van den Berg (Trudy), Ariënstraat 16, 5351 GD Berghem / Oss, t 0412-402689, <[email protected]>Secretariaat: dhr. F.W. Roza (Frans), Asterd-kraag 40, 4823 GA Breda. <[email protected]>Universele Eredienst: Cen trum de Poort,Luy benstraat 48, 's Hertogenbosch.

HILVERSUMdhr. A.Antonius (Ananda), Arent Krijtstr 13 II, 1111 AG Diemen. Klas voor belangstellenden: 1e ma. v.d. maand; voor deelname bellen met:t 020-6907129 of <[email protected]>Universele Eredienst: ‘De Ver eniging’, Ou de Engh weg 19, 1217 JB Hilversum ( bij het ge-meentehuis), 2e en 4e zondag van de maand om 11 uur.

42

REGIO KATWIJK, WASSENAARRegioleider: drs. J. Belt (Munir) Eykendonck 32, 2211 SG Noordwijkerhout. t 0252-373145 <[email protected]>Murad Hassil, mw.Nora Kerssies, wakil.t 06 38 27 95 29 <[email protected]><www.soefitempel.nl>Universele Eredienst: Universel Murad Hassil, Zuid duinseweg 5, 2225 JS Katwijk aan Zee,1e, 3e en 4e zondag van de maand 11 uur. Confrater nity of the Message 1e en 3e zo. 10.30 u. Iedere 4e zo. spreekt Karimbakhsh Witteveen.

ROTTERDAMdhr. B. de Wreede (Bauke), t 06 24 64 66 94 < [email protected] >t Centrum 010-751 0500Studie- en belangstellendenavonden: 1e maandag van de maand, opgave vooraf. Universele Eredienst: Soeficentrum Provenierssingel 41, 3033 EG Rotterdam,2e en 4e zondag van de maand, 11 uur.

TILBURGdhr. & mw. Ach terberg-Thierens (Mussavir & Nuria), Chopinstraat 26, 5011 VK Tilburg, t 013-4563241.Klassen voor belangstellenden eerste maandag van de maand. Voor deelname bellen met dhr.L.Raatgever, t 06 12 74 65 13

TWENTEdhr. J. Sniekers (Rahim), t 074-250 2479,<[email protected]>Universele Eredienst: Nivoncentrum, Lodewijkstraat 1, 7553 LB Hengelo,2e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10 uur.

UTRECHT / BILTHOVENdhr. W.S. van der Vliet (Sikander), Juliana van Stolberg-laan 6, 6961 GB Eerbeek, t S & S van der Vliet 0313-650 334 <[email protected]>bgg.: mw. J.L. van Male (Sakya), t 030-2723522 Universele Ere dienst: Huize ‘Het Oosten’, Jan Steenlaan 25, 3723 BT Bilthoven, laatste zondag van de maand om 11 uur.

ZEELAND mw. N. Gortzak (Nuria), Mme. Curiestraat 63, 4532 JX Terneuzen, t 0115-530599 en 06 40 55 61 31 Studiebijeenkomsten: 2e dinsdag van de maand. Info mw. A. van Schaik (An), t 0118-412875.Uni versele Ere dienst: Gebouw de Vier Elementen, Breeweg100, 4335 SK Middelburg, 1e zondag van de maand om 11 uur.

ZUID LIMBURGmw. Ingeborg Wuester (Hakima) <[email protected]>

Er zijn maandelijkse bijeenkomsten en om de twee maanden op zaterdagmorgen open klas-sen.

ZWOLLEdhr. C. Koster (Karim), Tijnje 48, 8033 AR Zwolle, t 038-4541817,Universele Eredienst: Bloemen dalstr. 11, 8011 PJ Zwolle, 4e zon dag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur.In Meppel is een Soefi-groep die elke 4e di. v.d. maand bijeenkomt. Contactadres: Zuideinde 46, 7941 GH Meppel. <[email protected]><www.soefimeppel.nl>Informele Eredienst: Engelandseweg 19, Wezep,2e zondag van de maand om 10 uur.

SOEFI BEWEGING NEDERLANDAlgemeen SecretariaatAnna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haagt 070-3461594, f 070-361 4864 <[email protected]> Secretariaat open maandag tot en met donder-dag van 10 tot 13 uur. bgg.: t 070-3644590Financiën: dhr. P.H.Popkema (Nadir); na 18.00 uur: t 0314-361 449. <[email protected]>

Nationaal Vertegenwoordigerdhr. L.W. Carp (Ameen) t 070-3644590,f 070-3614864 <[email protected]>

Nationaal secretarismw. L. Grashuis (Wahdud), A.Verweystraat 126, 2274 LM Voorburg. t 070-3644590 (overdag),t 070-3871705 (thuis) <[email protected]>

Office Representative GeneralBanstraat 24, 2517 GJ Den Haag, t 070-365 7664 <[email protected]>

Internetwww.soefi.nl (nationale site).www.sufimovement.org (international site).

Penningmeester dhr. Leo Sosef, Stichting Soefi Beweging Nederland, rekening 5344374t 06 83 57 92 14 <[email protected]>

Lidmaatschappen van de Soefi BewegingEr bestaan verschillende vormen:Moeried: dit zijn personen die de inwijding in de Inner lijke School van de Soefi Beweging heb-ben ontvangen en de esoterische klas sen en de esoterische training volgenBroeder-zusterschapslid: dit zijn zij die de ide-alen en doelstelling van de Soefi Beweging on-dersteunen.Lid van de Kerk van Allen: dit zijn zij die zich speciaal aangetrokken voelen tot de Universele Eredienst; dit verlangt niet dat zij ook om inwij-ding vragen.

43

Vriend van de Soefi Beweging: men kan zich opgeven als Vriend als men een ondersteuning aan het Soefiwerk wil geven.Belangstellende: eenieder die zich op wil geven als belangstellende en de informatie over soefi-activiteiten wil verkrijgen.

Contributieregeling 2012 Moerieds betalen per jaar: Alleen EchtpaarLaag € 100,00 € 150,00Normaal € 160,00 € 240,00Hoog € 235,00 € 355,00Broederschapsleden betalen per jaar € 70,00 en een Broederschaps-echtpaar € 105,00. Vrienden van de Soefi Beweging Nederland en leden van de Kerk van Allen betalen € 55,- per jaar.Dit is inclusief het abonnement op de Soefi-gedachte en de uitnodiging voor de Zomer-school.Alléén een abonnement op de Soefi-gedachte:€ 16,00 per jaar (=incl. porto Ned.)Wanneer men als lid van een andere Soefi orga-nisatie tevens ondersteunend lid van de Soefi Beweging wil zijn, betaalt men € 20,- per jaar en ontvangt men de Soefi gedachte.

DARGAHFinanciële bijdragen voor het sociale, culturele en extra soefi-werk bij de Dargah, rekeningnr.: 616577 t.n.v. Stichting Dargah te Den Haag.Voor organisatie, onderhoud, in richting vannieuwbouw en guest house, rekeningnr.:43 02 43626 t.n.v. Dargah-fonds te Den Haag.Schenkingen van boeken enz. (alle talen!):Walia en Wali van Lohuizen t 035 538 98 93

BIJZONDERE ACTIVITEITEN Zie op www.soefi.nl en voor algemene informa-tie over soefisme: www.soefikalender.nl

SOEFI BEWEGING BELGIËmw. L.D. Deslée (Leela), Sport straat 100, 900 Gent. Broederschapsvertegenwoordiger in België. info: [email protected] of 09.222.10.30

ANDERE ORGANISATIESSufi Ruhaniat NL: Arienne en Wim van der Zwan, Peace in Motion, t +49 (0)2294 993 78 41 +31 651 30.34.39 (GSM). [email protected]

Int. Sufi Orde NL: dhr. K. Wagtmans (Nafas), Rubinsteinstraat 347, 5011 ND Tilburg,t 013 456 02 28 [email protected]

Sufi Way NL: dhr. E. Koole (Elmer), Oudeweg 31, 9364 PR Nuis. t 0594-549863 [email protected]

BOWL OF SAKI Een aanrader: via email kunt u de fraaie engels-talige Bowl of Saki dagelijks gratis toegestuurd krijgen. Via www.wahiduddin.net/saki komt u op de site, waar u zich kunt inschrijven.

SOEFISME OP YOUTUBE In samenwerking met de Soefi Beweging in Amerika is de Soefi Beweging Nederland op youtube te zien en te beluisteren. Klik op:*www.youtube.com/user/UniverseelSoefismeNL *www.youtube.com/user/IntSufiMovementUSA

OPROEPONZE NATIONALE PENNINGMEESTER

LEO SOSEFHEEFT BESLOTEN OM BEGIN 2013

NAAR DE VERENIGDE STATENTE EMIGREREN.

STICHTING SOEFI BEWEGING NEDERLAND ZOEKT DRINGEND EEN OPVOLGER VOOR LEO.DIT MAG EEN MOERIED, BROEDERSCHAPSLID

OF BELANGSTELLENDE ZIJN.

CANDIDATEN GELIEVEN ZICH TE MELDEN BIJ AMEEN CARP, TEL. 070 364 45 90

EMAIL: [email protected]

NADENKER de gedachten die ik mij toesta om te denkenkleuren het doek van mijn levensschilderij

Digitale NieuwsbriefAlle activiteiten van Soefi Beweging Nederland en overige soefi-organisaties vind je op www.soefi.nl. Daar kun je je ook abon-neren op de Nieuwsbrief, zodat je automatisch actu-ele informatie krijgt toege-stuurd op je e-mail adres.

44

Soefi-Contact is een landelijke vereniging met afdelingen in Haarlem, Alkmaar en Bussum. De vereniging stelt zich ten doel: het stimuleren van de studie van Hazrat Inayat Khan's ideeën, alsmede het in praktijk brengen ervan, één en ander in de ruimste zin van het woord. Zij streeft dit doel na met alle daarvoor geschikte middelen.

Landelijk centrum en dagelijks bestuurLandelijk centrum: Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40, 2011 BE, Haarlem.Website: www.soefi-contact.nl Voorzitter: dhr. E.H.K. Logtmeijer, t 035-6918347Secretariaat: dhr. W.R.F.Kuiper, Westerstraat 63, 2013 PM Haarlem, t 023-5313081 e-mail: [email protected]: mw. J.L.B.H.M. Kaars-de Groot, De Garst 3 - 007, 1785 RK Den Helder, t 0223-660961

Het verenigingsjaar van Soefi-Contact loopt van 1 juli t/m 30 juni.De contributie kan worden overgemaakt op rekeningnummer: 4239048 t.n.v. Soefi-Contact te Den Helder.Adreswijzigingen / mutaties en opgave van (nieuwe) leden en belangstellenden graag via het secretariaat, dhr. F.Kuiper.

Activiteiten afdeling Haarlem (Soefi-Huis)Alle activiteiten in Haarlem vinden plaats in het Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40 te Haarlem.Universele Erediensten: iedere tweede en vierde zondag van de maand; aanvang 11.00 uur. Bezoek bibliotheek is mogelijk na de dienst. Informatie: 023-5272249 of 023-5370585, e-mail: [email protected] of [email protected]

Activiteiten afdeling AlkmaarUniversele Erediensten: elke eerste zondag van de maand in de Remonstrantse Kerk, Fnidsen 37, 1811 ND Alkmaar; aanvang 11.00 uur. Informatie: dhr. Michaël Schouwenaar, Vatropperweg 5, 1779 GE Den Oever, t 0227-512265, e-mail: [email protected] en dhr. Nathan Feenstra t 072-5615712

Activiteiten afdeling BussumInformatie over activiteiten: mw. E. Schurink, t 035-6912990 en dhr. Karim Logtmeijer, t 035-6918347, e-mail: [email protected].

VERENIGING SOEFI-CONTACT