Sociale mix is niet de oplossing G - Samenlevingsopbouw vzw...vrije pluk van kruiden of de...

8
W België-Belgique P.B. 8000 BRUGGE Mail 4/2458 Driemaandelijkse uitgave Jaargang 23 – 2013 nummer 3 Juli – Aug. –Sept. 2013 Afgiftekantoor Brugge Mail - P408456 Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen Torhoutsesteenweg 100 A 8200 Brugge - Sint-Andries Sociale mix is niet de oplossing ‘We streven een gezonde sociale mix na’. Het aantal beleidsteksten waarin deze ambitie uitgesproken wordt is niet te tellen. Sociale mix gaat over het mengen van verschil- lende sociale klassen of etnisch-culturele groepen in een wijk of wooncomplex. Vooral van wijken met veel armere bewoners en etnisch-culturele minderheden vinden beleidsmakers dat ze nood hebben aan meer sociale mix. Het bijvoegsel ‘gezond’ trekt de aandacht. Beleidsmakers en veldwerkers van alle poli- tieke gezindten zijn ervan overtuigd dat de concentratie van etnisch-culturele minder- heden of lagere sociale klassen in bepaalde woonbuurten ongezond is. Om dit tegen te gaan, rekent men op de blanke middenklasse. Rechtse politici hopen dat zij het gevaar dat uitgaat van de concentratie van sociaal uitgesloten groepen verdunt en hen het goede voorbeeld van een burgerlijk leven toont. Linkse politici hopen dan weer door meer persoonlijk contact een harmonieuze samenleving te creëren. Ze gaan er bovendien van uit dat de sociale netwerken van middenklasse bewoners andere bewoners zullen helpen in hun zoektocht naar een job en een beter leven. Het geloof langs beide kanten van het politieke spectrum is naïef. Onderzoek toont aan dat mensen in armoede weinig voordeel halen uit de aanwezigheid van middenklasse bewoners. Het is niet omdat mensen naast elkaar wonen, dat ze daarom automatisch ook sociaal contact met elkaar zoeken of elkaar als rolmodel nemen. Mensen zoeken sociale contacten doorgaans binnen de eigen sociale klasse of etnische groep. Sociale mix is niet de oplossing, omdat concentratie niet het probleem is. Het pro- bleem heet armoede en sociale uitsluiting. Je lost het niet op door middenklasse bewoners aan te trekken in de ijdele hoop dat die indirect door hun gedrag andere bewoners zullen helpen om de armoede te overstijgen. Je lost het wel op door wijk- ontwikkeling, gericht op opwaartse sociale mobiliteit. Inzetten op kwalitatief onderwijs, werkgelegenheid en vrije tijd en het stimuleren van zelforganisatie voor mensen in armoede hebben een aantal decennia geleden gewerkt om van de verarmde Vlaamse bevolking één van de meest welvarende ter wereld te maken. Er is geen enkele reden te bedenken waarom dit vandaag niet opnieuw kan werken. Stijn Oosterlynck Docent Stadsociologie Centrum OASeS Universiteit Antwerpen KINDERARMOEDE IN WEST-VLAANDEREN In kaart gebracht door het Steunpunt Sociale Planning p. 5 ETALAGE Inspirerende publicaties en initiatieven p. 8 Ouders met sterke schouders, maar waarop vaak veel gewicht rust, vragen om samen te komen, met andere ouders, ook al met sterke schouders, en om samen wat lasten te dragen. Zo kwam het dat, in de schoot van het opbouwwerk, twee frisse initi- atieven vorm kregen. De Sterke Mama’s (Houthulst) en Het Familiesalon (Oostende) schrij- ven van onderuit en nog heel voorzichtig aan een geslaagd verhaal van gezinsondersteuning. meer p.6-7 Ondanks de verbetering van de levensomstan- digheden en van de gezondheidszorg, neemt de ongelijkheid in gezondheid nog toe. Tal van stu- dies tonen aan dat de gezondheid van mensen systematisch verschilt naargelang hun sociale positie. In deze bijdrage de vinger op de wonde: wat zijn oorzaken, en hoe de gezondheidskloof te dichten? meer p.3 ERVARINGS- DESKUNDIG Voor mensen in armoede is de kloof met de samenleving vaak diep en onoverbrugbaar. Ook in projectwerk met kansengroepen blijft het zoeken naar een gepaste en doorleefde aanpak. Miranda, opgeleide ervaringsdeskundige, is sinds najaar 2011 aan de slag bij Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen. Haar inzet opent niet alleen voor de doelgroep, maar ook voor vrijwilligers, het opbouwwerk en beleid heel wat deuren. meer p.4 OUDERS MET STERKE SCHOUDERS Sociale huisvesting toegankelijker voor kwetsbare groepen Samenwerking Wonen-Welzijn: het werkt! INSPIRATIEMOMENT vrijdag 18 oktober - voormiddag Provinciehuis Boeverbos – Brugge Deze voormiddag ontsluit de praktijk van initiatieven in West-Vlaanderen die duidelijk resultaat boeken, vooral door samenwerking wonen - welzijn. Een initiatief van Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen, alle West-Vlaamse Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW’s) en de Provincie West- Vlaanderen. Meer hierover p. 8 (etalage) ONGELIJK GEZOND in surPLUS

Transcript of Sociale mix is niet de oplossing G - Samenlevingsopbouw vzw...vrije pluk van kruiden of de...

W

België-Belgique

P.B.

8000 BRUGGE Mail

4/2458

Driemaandelijkse uitgaveJaargang 23 – 2013 nummer 3

Juli – Aug. –Sept. 2013Afgiftekantoor Brugge Mail - P408456

Samenlevingsopbouw West-VlaanderenTorhoutsesteenweg 100 A

8200 Brugge - Sint-Andries

Sociale mix is niet de oplossing

‘We streven een gezonde sociale mix na’. Het aantal beleidsteksten waarin deze ambitieuitgesproken wordt is niet te tellen. Sociale mix gaat over het mengen van verschil-lende sociale klassen of etnisch-culturele groepen in een wijk of wooncomplex. Vooralvan wijken met veel armere bewoners en etnisch-culturele minderheden vindenbeleidsmakers dat ze nood hebben aan meer sociale mix.

Het bijvoegsel ‘gezond’ trekt de aandacht. Beleidsmakers en veldwerkers van alle poli-tieke gezindten zijn ervan overtuigd dat de concentratie van etnisch-culturele minder-heden of lagere sociale klassen in bepaalde woonbuurten ongezond is. Om dit tegente gaan, rekent men op de blanke middenklasse. Rechtse politici hopen dat zij hetgevaar dat uitgaat van de concentratie van sociaal uitgesloten groepen verdunt en henhet goede voorbeeld van een burgerlijk leven toont. Linkse politici hopen dan weerdoor meer persoonlijk contact een harmonieuze samenleving te creëren. Ze gaan erbovendien van uit dat de sociale netwerken van middenklasse bewoners anderebewoners zullen helpen in hun zoektocht naar een job en een beter leven.

Het geloof langs beide kanten van het politieke spectrum is naïef. Onderzoek toont aandat mensen in armoede weinig voordeel halen uit de aanwezigheid van middenklassebewoners. Het is niet omdat mensen naast elkaar wonen, dat ze daarom automatischook sociaal contact met elkaar zoeken of elkaar als rolmodel nemen. Mensen zoekensociale contacten doorgaans binnen de eigen sociale klasse of etnische groep.

Sociale mix is niet de oplossing, omdat concentratie niet het probleem is. Het pro-bleem heet armoede en sociale uitsluiting. Je lost het niet op door middenklassebewoners aan te trekken in de ijdele hoop dat die indirect door hun gedrag anderebewoners zullen helpen om de armoede te overstijgen. Je lost het wel op door wijk-ontwikkeling, gericht op opwaartse sociale mobiliteit.

Inzetten op kwalitatief onderwijs, werkgelegenheid en vrije tijd en het stimuleren vanzelforganisatie voor mensen in armoede hebben een aantal decennia geledengewerkt om van de verarmde Vlaamse bevolking één van de meest welvarende terwereld te maken. Er is geen enkele reden te bedenken waarom dit vandaag nietopnieuw kan werken.

Stijn OosterlynckDocent Stadsociologie Centrum OASeSUniversiteit Antwerpen

KINDERARMOEDE IN WEST-VLAANDERENIn kaart gebracht door het Steunpunt Sociale Planningp. 5

ETALAGEInspirerende publicaties en initiatieven p. 8

Ouders met sterke schouders, maar waarop vaakveel gewicht rust, vragen om samen te komen, metandere ouders, ook al met sterke schouders, enom samen wat lasten te dragen. Zo kwam het dat,in de schoot van het opbouwwerk, twee frisse initi-atieven vorm kregen. De Sterke Mama’s(Houthulst) en Het Familiesalon (Oostende) schrij-ven van onderuit en nog heel voorzichtig aan eengeslaagd verhaal van gezinsondersteuning.

meer p.6-7

Ondanks de verbetering van de levensomstan-digheden en van de gezondheidszorg, neemt deongelijkheid in gezondheid nog toe. Tal van stu-dies tonen aan dat de gezondheid van mensensystematisch verschilt naargelang hun socialepositie. In deze bijdrage de vinger op de wonde:wat zijn oorzaken, en hoe de gezondheidskloof tedichten?

meer p.3

ERVARINGS-

DESKUNDIG

Voor mensen in armoede is de kloof met desamenleving vaak diep en onoverbrugbaar. Ook inprojectwerk met kansengroepen blijft het zoekennaar een gepaste en doorleefde aanpak. Miranda, opgeleide ervaringsdeskundige, is sindsnajaar 2011 aan de slag bij SamenlevingsopbouwWest-Vlaanderen. Haar inzet opent niet alleen voorde doelgroep, maar ook voor vrijwilligers, hetopbouwwerk en beleid heel wat deuren.

meer p.4

OUDERS MET STERKE

SCHOUDERS

Sociale huisvesting toegankelijker voor kwetsbaregroepenSamenwerking Wonen-Welzijn: het werkt!

INSPIRATIEMOMENTvrijdag 18 oktober - voormiddagProvinciehuis Boeverbos – Brugge

Deze voormiddag ontsluit de praktijk van initiatieven in West-Vlaanderen dieduidelijk resultaat boeken, vooral doorsamenwerking wonen - welzijn.

Een initiatief van SamenlevingsopbouwWest-Vlaanderen, alle West-VlaamseCentra voor Algemeen Welzijnswerk(CAW’s) en de Provincie West-Vlaanderen.

Meer hierover p. 8 (etalage)

ONGELIJK

GEZOND

in surPLUS

SEPTEMBER 2013 2

SLIJPE: bewonersparticipatie loont!

‘zorgnetwerken en armoede’

Actieonderzoek ‘zorgnetwerken en armoede’Het project ‘Zorgnetwerken en armoedebestrijding’ is een initiatief vanSamenlevingsopbouw West-Vlaanderen en Cera, in samenwerking metHOWEST, ZOHRA, Nestor en Netwerkdorpen.

HOWEST voert in dit verband een actieonderzoek uit met de bedoelingbestaande zorgnetwerken in Vlaanderen te inventariseren en de rol die ze infunctie van armoedebestrijding kunnen spelen te analyseren. De verwer-king van het materiaal loopt nog, maar u krijgt nu al een eerste inkijk in debevindingen.

Het onderzoek vertrok van 5 basiscriteria voor zorgnetwerken. Het gaat omeen vrijwilligerswerking in een plattelandscontext, ruim gedefinieerd (1),ondersteund door een professional of een professionele organisatie (2), dieaanvullend werkt qua dienstverlening op het bestaande aanbod (3), eningebed zit in een netwerking met betrokken diensten/actoren (4), en eensignaalfunctie vervult ten aanzien van professionele diensten (5).

Op basis van die criteria ontdekten we 38 zorgnetwerken in Vlaanderen, demeesten ontstaan vanuit het OCMW maar in samenwerking met gemeenteen/of andere diensten. Samenlevingsopbouw is bij verscheidene initiatie-ven medeoprichter of partner. Ze zijn verspreid over 5 provincies, werkzaam

De werkgroep Dorp inZicht Slijpe telt vijftien enthou-siaste inwoners. Ze zetten zich nu al bijna vijf jaar invoor hun dorp en hun mede-inwoners. Het begonallemaal met een bevraging over diverse thema’s.Verschillende knelpunten, zoals de hoge snelheid inhet dorp, kwamen aan het licht. De resultaten van diebevraging werden aan het gemeentebestuur doorge-geven. Meteen al bij de eerste plannen voor dorps-kernvernieuwing werd met de aangegeven knelpun-ten rekening gehouden. Het plan voor de dorpskernvernieuwing werd eerstaan de werkgroep Dorp inZicht en vervolgens aan alledorpsbewoners voorgesteld. Er waren tal van vragenen bemerkingen. Ze werden beantwoord door deschepen voor openbare werken, de schepen voorDorp inZicht en het hoofd van de technische dienst.Waar mogelijk en nodig werden de opmerkingen inhet plan verwerkt.Ook tijdens de werken was er regelmatig overleg tus-sen de werkgroep en de technische dienst. De werk-groep werd ook gevraagd om een voorstel te doenover de locaties van de zebrapaden. Een wandelingmet de werkgroep door de vernieuwde dorpskernlegde nog enkele aandachtspunten bloot bv. parkingwaarbij doorgereden kan worden over het gras. Dezebezorgdheden werden doorgegeven aan de techni-sche dienst om mee te nemen in de evaluatie.De gemeente Middelkerke vindt bewonersbetrokken-heid zeer belangrijk: ”de inwoners worden gezien alservaringsdeskundigen en de werkgroep Dorp inZichtwas een belangrijke troef om voldoende draagvlak tecreëren in het dorp, wat garant staat voor het slagenvan het project”. Mede door deze bewonersbetrok-kenheid ging het Europees Landbouwfonds voorPlattelandsontwikkeling akkoord met een cofinan-ciering van maar liefst 300 000 euro.Het resultaat van de dorpskernvernieuwing mag erzijn, want Slijpe, het rustige polderdorpje, kreeg eennieuwe uitstraling. Dit alles bracht bovendien eendynamiek teweeg in Slijpe. Door de inspraak en inza-ge die de bewoners krijgen wordt een brug geslagentussen inwoners en gemeente. De werkgroep DorpinZicht Slijpe onderneemt tal van initiatieven om deinwoners dichter bij elkaar te brengen, vrijwilligersgaan op bezoek bij senioren, ... Kortom, een dorps-kernvernieuwing in steen en hart!

NOOT: Samenlevingsopbouw ondersteunt sinds 2008 het project Dorp in Zicht en het project Bezoekersteam inMiddelkerke.

[email protected] 0498 90 58 42

Buurttuin Dolle Pret maakt al drie jaar het mooie weer in de Nieuwe Stad inOostende. De tuin palmt op een aantrekkelijke én lekkere manier een stuk open-baar domein in, en geeft alle wijkbewoners de kans daarin te delen. Nu eens via devrije pluk van kruiden of de sla-loterij, dan weer door deel te nemen aan het soep-festival, of zelfs door mee de handen uit de mouwen te steken in de tuin. Al van bij het prille begin kwamen vooral de kinderen uit de wijk in het vizier van debuurttuin. Ze zijn de wijkbewoners die bij uitstek gebruik maken van de openbareruimte. De kinderen bij de tuin betrekken staat dus met stip op het to-do lijstje vanDolle Pret. Dat gebeurt via de jaarlijkse kidsdag, maar ook door het aanplanten vanbessen en klein fruit, zodat de spelende kinderen kunnen proeven. De vrijwilligers zagen ook een educatieve troef in de tuin. Ze wilden kinderen dieopgroeien zonder tuin laten kennismaken met de werking van de natuur, tonenwaar groenten vandaan komen, hun ecologisch bewustzijn aanscherpen. Vorigjaar organiseerden ze voor het eerst, en als test, voor een buurtklasje een work-shop in de tuin. De test bleek geslaagd en dit jaar gingen de ‘educatieve sessiesvoor buurtklasjes’ voluit. Onder het motto ‘Groeien wortelen aan de boom? Komenerwtjes uit een blik?’ maken de kinderen kennis met hoe alles groeit en bloeit, wateen tuin aan zorg en aandacht vraagt, hoe groot de diversiteit aan groenten enkruiden is én hoe ze zelf kleinschalig aan de slag kunnen. De workshops zijn inter-actief en speels. Na een afsluitend quizje volgt een proevertje uit de tuin: versegekoelde muntthee en toast met rabarberconfituur. Alle kinderen keren huis-waarts met een plantje en de opdracht om het verder te laten groeien en bloeien.

[email protected] 059 80 68 74 I M 0474 91 96 36

ACTIEonderzoek

in zeker 55 gemeenten. Ze zetten van 3 tot 240 vrijwilligers (meestal tussende 55 en de 65 jaar oud) in voor tal van aanvullende hulp- en zorgtakenzoals huisbezoeken, vervoerdienst, kleine hulp, doorverwijzen van vragen,boodschappendienst, beantwoorden van informatieve vragen, klusjes enhulp bij ontmoetingsactiviteiten. Ze bereiken gemiddeld 129 gebruikersmet gemiddeld 805 prestaties. Meestal zijn dit senioren en zorgbehoeven-den maar soms ook gezinnen met kinderen. Om dit allemaal in goede banente leiden is een goede coördinatie fundamenteel.

Armoedebestrijding is vaak niet hun expliciete hoofddoelstelling. Deze ziteerder op vereenzaming en vervoersafhankelijkheid/mobiliteitsproblema-tiek op het platteland, gevolgd door enerzijds het gebrek aan dienstverle-ning en de nood aan laagdrempelige en toegankelijke dienstverlening. Tochblijkt uit de eerste resultaten van het onderzoek dat zorgnetwerken wel incontact komen met mensen in armoede via doorverwijzing vanuit anderediensten, via de huisbezoeken van professionals of vrijwilligers en via sleu-telfiguren. Zo wordt vaak onbewust/indirect wel aan armoedebestrijdinggewerkt. Benieuwd hoe ze dit doen? Wat voordelen, nadelen en leerpuntenzijn? Hou Surplus in de gaten. Meer informatie volgt later.

Myriam Deroo - Lector/onderzoeker Howest, bachelor Sociaal Werk

WORTELEN VAN DE BOOM, ERWTJES UIT BLIK

SEPTEMBER 2013 3

De verbetering van de levensomstandigheden en van degezondheidszorg zorgen ervoor dat de gezondheid en de levens-verwachting van de gemiddelde Belg erop vooruit gaan. Dit is hetgoede nieuws. Minder positief is dat tal van studies aantonen datde gezondheid van mensen systematisch verschilt naargelanghun sociale positie (zie figuur 1). Vergeleken met personen uiteen hogere klasse hebben personen met een socio-economischlagere status een slechtere gezondheidstoestand (levensver-wachting, levensverwachting in goede gezondheid, zuigelingen-sterfte, obesitas). Ze hebben ook een minder gezonde levensstijl(voeding, roken, lichaamsbeweging), een minder goede dekkingvan de opsporing van kanker, een minder goede opvolging voordiabetici, minder sociale ondersteuning. Ze overlijden ook vakerin het ziekenhuis dan in hun eigen woning (FederaalKenniscentrum voor de gezondheidszorg, 2013.). Bovendienneemt de ongelijkheid in gezondheid verder toe. Zo is het aantalgezinnen in Vlaanderen dat doktersbezoek uitstelt omwille vande kostprijs recent nog verdubbeld tot 250.000 (Vlaamsearmoedemonitor 2013).

De vinger op de wondeSociale verschillen in gezondheid worden o.a. bepaald door per-soonlijke gedrags- en leefstijlfactoren zoals rookgedrag, bewe-ging en voeding (zie figuur 2). Prof. Dr. Sara Willems (VakgroepHuisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg UGent)bestudeerde het verband tussen sociale klasse van de moederen gezondheid van de baby. Zij stelt dat laag geboortegewicht envroeggeboorten vaker voorkomen in lagere sociale klassen. Alsreden geeft ze o.a. aan dat vrouwen uit lagere sociale klassenminder gezond eten, wat meer alcohol gebruiken en meer roken(art. De Morgen, 12/11/2012).Persoonlijke factoren worden sterk bepaald door de sfeer, nor-men en waarden die in een buurt of binnen een bepaalde socia-le groep leven. Campagnes die gericht zijn op gezondheidspre-ventie houden niet altijd rekening met sociaal-culturele verschil-len. Gezondheidscampagnes die op een breed publiek mikkenhebben vaak de neiging om de gezondheidsverschillen zelfs nogte vergroten. Dieter Vandebroeck (VUB) doctoreerde recent ophet thema sociale klassen en lichaamsbeleving. Hij stelt in zijnproefschrift dat de stigmatisering van zwaarlijvigheid als eenkwestie van individuele verantwoordelijkheid en persoonlijkkarakter er op zijn beurt voor zorgt dat de reële kansen op socia-le verbetering van kansarmen met overgewicht beperkt blijven.Preventie dient zich eerder te richten op de werkelijke oorzaken,de maatschappelijke ongelijkheid en de precaire levensomstan-digheden die zwaarlijvigheid in de hand werken. Hij verwijst alsvoorbeeld naar de Scandinavische landen waar er minder onge-lijkheid is en ook minder zwaarlijvigheid (interview Radio 1 DeOchtend 16/05/2013).

Voor een adequate aanpak van gezondheidsverschillen is hetnoodzakelijk dat we ook focussen op de bredere woon-, leef- en

werkomstandigheden en de toegang tot essentiële voorzienin-gen zoals gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en sport. Prof. Dr.Sara Willems stelt dat vrouwen uit lagere sociale klassen vaak inminder gezonde woningen wonen en minder gebruik maken vanpreventieve gezondheidszorg waardoor ze vaker ziek zijn.Zwangere vrouwen uit lage sociale klassen gaan tijdens het eer-ste trimester van de zwangerschap minder vaak naar de dokter(zie figuur 3). Ondanks het bestaan van een algemene ziekteverzekering enhet bestaan van veel sociale vangnetten (maximumfactuur,Omnio, bijzonder solidariteitsfonds, sociale derdebetalersrege-ling) verklaart 14% van de Belgische huishoudens dat zij sommi-ge gezondheidszorgen (medische zorg, chirurgie, geneesmidde-len, bril of lenzen, geestelijke gezondheidszorg) uitstellen omfinanciële redenen. Dit percentage is zelfs toegenomen sindseind jaren negentig. De persoonlijke uitgaven van de patiënt ver-tegenwoordigen in België 19% van de totale uitgaven voorgezondheidszorg. Dit is aanzienlijk hoger dan het EU-15-gemiddelde van 15% (Federaal Kenniscentrum voor de gezond-heidszorg, 2013.).

Wijkgezondheidscentra als mogelijk antwoordOm de drempel tot de gezondheidszorg voor groepen met degrootste risico’s zo laag mogelijk te houden, kiezen steeds meersteden voor het model van het multidisciplinair wijkgezond-heidscentrum dat volledig gratis werkt voor wie er ingeschrevenis. Wijkgezondheidscentra ontvangen een forfaitaire betoelagingper patiënt van de overheid. Er zijn in dit systeem voor de patiëntgeen financiële en ook geen psychologische drempels meer omeen doktersbezoek uit te stellen want het forfaitaire systeemgeldt voor alle patiënten die in het gezondheidscentrum inge-schreven zijn. Het is daarbij van belang dat een wijkgezond-heidscentrum patiënten uit zo veel mogelijk maatschappelijkelagen van de bevolking bereikt.Het forfaitair betalingssysteem vergemakkelijkt ook de organisa-tie van multidisciplinaire praktijken. Voor het gezondheidscen-trum betekent het immers een besparing als handelingen dieeen verpleger kan verrichten niet meer door de arts tijdens eenconsultatie moeten uitgevoerd worden. Nu al kan verpleging enkiné aangeboden worden binnen het forfaitaire betalings-systeem. Het is voorlopig wachten op de erkenning van anderedisciplines zoals tandartsen, oogartsen, diëtisten, medischevoetverzorging, psychologen, maatschappelijk werk, ... Binnen een forfaitair systeem is een globale benadering van degezondheidzorg beter mogelijk. Het zorgt er voor dat patiëntenzich steeds bij dezelfde dokter aanbieden zodat een betereopvolging mogelijk is. Naar mensen met een lage sociaalecono-mische status is dit bijzonder interessant. De arts is in ditsysteem ook veel meer geneigd om te investeren in gezond-

heidspreventie, want een gezonde patiënt kost het gezond-heidscentrum veel minder dan een zieke. De arts jaagt boven-dien zijn patiënt niet meer op kosten door deze regelmatig op tevolgen.Gezondheidspromotie kan de doelgroep beter bereiken wanneerhet gelinkt wordt aan andere activiteiten in een wijk of buurt (vb.buurtwerk). Door samen te werken met organisaties alsSamenlevingsopbouw kan er ook beter gewerkt worden op debredere woon-, leef- en werkomstandigheden en de toegang totessentiële voorzieningen.

Artsenbonden zijn niet overtuigdNiet alleen voor de patiënt, ook voor de overheid wordt degezondheidsfactuur als gevolg van de vergrijzing en de technolo-gische (r)evolutie in de gezondheidszorg stilaan onbetaalbaar.Het forfaitaire betalingssysteem wordt als mogelijke oplossingvoor de ganse gezondheidszorg naar voren geschoven. Betalingper prestatie werkt immers overconsumptie door artsen en zie-kenhuizen in de hand. In andere landen is men al veel langer naareen meer forfaitair systeem overgestapt, precies omdat dekosten te hoog opliepen. De artsenbonden zijn tegen omdat volgens hen de kwaliteit vande gezondheidszorg zal achteruitboeren indien de prestaties nietmeer de basis zullen zijn voor de terugbetaling. Ziekenhuizen dieeen vergoeding per patiënt ontvangen, zullen immers teruggrij-pen naar goedkopere (lees verouderde en minder efficiënte)diagnose- en behandelingsmethoden, naar goedkopere medicij-nen met meer bijwerkingen, ...Samenlevingsopbouw behoort tot het kamp van de believersomdat het forfaitaire betalingssysteem zovele voordelen biedtvoor onze doelgroep. In de aanbevelingen en de debatten van‘Ieders Stem Telt’ nam de oprichting van wijkgezondheidscentrain de centrumsteden telkens een prominente plaats in. Wij zijndan ook blij dat meerdere centrumsteden in West-Vlaanderendeze aanbeveling ernstig hebben genomen en nu stappen zet-ten om een wijkgezondheidscentrum op te richten (van de 30wijkgezondheidscentra in Vlaanderen was er tot nog toe geenenkele in West-Vlaanderen).De sector Samenlevingsopbouw wil zeker samenwerken met dewijkgezondheidscentra daar waar er al zijn, en mee aan de karduwen waar er nog geen zijn. Vooralsnog gedijen wijkgezond-heidscentra voornamelijk in een stedelijke context.Samenlevingsopbouw onderzoekt momenteel of er initiatievenkunnen opgestart worden die de principes van forfaitaire gezond-heidszorg en wijkgezondheidscentra in een regionale platte-landscontext in de praktijk brengen.

Dirk Sansen T 050 39 37 71 I M 0474 91 96 [email protected]

© Geert De Taeye

ONGELIJK GEZOND

SEPTEMBER 2013 4

pen, hoe maken we de flyer of uitnodiging aantrekkelijk enduidelijk? Mensen aanvaarden bepaalde dingen ook snellerals zij dit zegt, al dan niet verwijzend naar haar eigen erva-ring met bv. diensten, hulpverlening”

De inzet van een ervaringsdeskundige opent ook voor lokalebesturen heel wat deuren. Participatief werk met de doel-groep is geen sinecure en niet iedereen heeft hier ervaringmee. Tijdens overleg brengt Miranda het perspectief van dedoelgroep binnen. Haar persoonlijke input maakt noden ensignalen zeer concreet, wat zorgt dat men hier onmiddellijkmee aan de slag kan. Miranda houdt het lokaal beleid alertvoor onbedoelde neveneffecten die ze vanuit eigen onder-vinding voorziet. Dit varieert van de betaalbaarheid van dien-sten, de begrijpbaarheid en manier van communiceren, totde zinvolheid van bepaalde beleidskeuzes. Soms gaat haarinbreng nog verder, zo vertelt ze zelf: “Ik legde aan een soci-aal huis uit wat het met me deed om via 'een sluis’ binnen tekomen, waarbij de ene deur pas opent als de andere geslo-ten is." Ik had het gevoel dat ik in een gevangenis was. Voormensen kan dit een drempel zijn om binnen te komen.”Als programmaverantwoordelijke ziet ook Nancy VanLandegem een duidelijke meerwaarde in de inzet van eenervaringsdeskundige binnen het opbouwwerk. “Intern speeltMiranda haar specifieke rol in besprekingen en brainstor-ming op teamniveau of in intern overleg met opbouwwerkersrond projectwerk. Ze houdt ons alert voor uitsluitingsmecha-nismes waar we soms onbewust zouden in trappen. Je zoukunnen zeggen dat Miranda het Mattheus-effect buiten dedeur houdt.” Ondanks de duidelijke meerwaarde van een ervaringsdes-kundige in onze projecten, heeft onze organisatie geen struc-turele middelen hiervoor en moet steeds externe financie-ring worden gezocht.

[email protected]. 051 24 29 28 I M. 0476 79 13 [email protected]. 051 24 29 28 I M. 0479 91 96 [email protected]. 050 39 37 71 I M. 0479 91 97 01

ning, zich afschermt en wantrouwig is, maar met ernstigeenergiearmoede en betalingsproblemen kampt.Desondanks is de stap naar de hulpverlening groot. DoordatMiranda contact legt, komt een ‘ander’ gesprek op gang. Bijeen kop koffie worden ervaringen gedeeld en hoort het gezinhoe zij oplossingen vond voor haar problemen. Op basis vangelijkwaardigheid wordt geluisterd en de cliënt ondervindtdat hij de enige niet is. De achterdocht van het gezin maakteplaats voor vriendelijkere contacten met de medewerkersvan het Sociaal Huis. Hardnekkige blokkades ten aanzienvan de hulpverlening werden weggewerkt. De samenwerkingmet Miranda zet de hulpverlener aan tot belevingsgerichtwerken en het kritisch evalueren van het eigen professioneelhandelen.”

SPIEGELTJE, SPIEGELTJE AAN DE WAND...De opdracht van Miranda is veelzijdig want de doelgroep isniet de enige wie zij een spiegel voorhoudt. Ook ten aanzienvan de vrijwilligers speelt Miranda haar rol: “Een vrijwilligsterzei me tijdens een kookactiviteit dat ze vindt dat iedereenalles moet leren proeven, want wanneer ze op restaurantgaan, moeten ze dit ook doen. Ik heb haar verteld dat ik alskind bijna nooit op restaurant ging. Enkel voor een begrafe-nis of trouwfeest, want dat moesten we niet zelf betalen.”Miranda begeleidt ook vorming voor vrijwilligers, met haarlevensverhaal als leidraad. Op die manier willen we de leef-wereld van vrijwilligers zonder armoede-ervaring en de leef-wereld van mensen in armoede dichter bij elkaar brengen. Zohopen we op meer begrip voor elkaars situatie. Doordatarmoede een gezicht krijgt, worden vooroordelen en clichésover mensen in armoede doorbroken.Miranda brengt het perspectief van armoede ook binnen inons projectwerk en dit op verschillende niveaus en ten aan-zien van diverse actoren. Dat haar inzet wordt gewaardeerd,vertelt opbouwwerkster Anje Huysentruyt: “Miranda is eenserieuze support naar bereik en werken met grotere groepenkwetsbare mensen. Miranda legt vlug contact en koppeltterug naar mij zodat we sneller kunnen inpikken op signalendie zij opvangt. Miranda helpt ook kijken of een bepaaldemethodische aanpak kan werken of niet: is het haalbaar,staat er niet te veel op de agenda, zullen mensen het begrij-

EEN SLUITEND ANTWOORD OP UITSLUITINGVoor mensen in armoede is de kloof met de samenlevingvaak diep en onoverbrugbaar. Ondanks de inspanningen vandiverse hulp- en dienstverlenende organisaties blijft dewereld van mensen in armoede zodanig verschillend dat zeer niet in slagen aansluiting te vinden met de samenleving.Deze wederzijdse onbekendheid met elkaars leefwereldzorgt dat contacten geregeld moeizaam verlopen. Door eigenervaringen met armoede en uitsluiting kunnen ervaringsdes-kundigen een essentiële rol spelen in het overbruggen vandeze ‘missing link’ en deze ongekende werelden dichter bijelkaar brengen.Vanuit het besef dat ervaringsdeskundigen doorslaggevendkunnen zijn in de strijd tegen armoede werd in 1999 vzw DeLink opgericht. Met het inrichten van een opleiding tot erva-ringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting beogen zeeen effectievere armoedebestrijding. Na een 3 jaar durendeopleiding studeerde de eerste lichting ervaringsdeskundigenin 2003 af. Hoewel steeds meer organisaties en diensten demeerwaarde inzien, is het aantal opgeleide ervaringsdeskun-digen op vandaag groter dan het aantal beschikbare jobs.Ondertussen telt Vlaanderen maar liefst 98 opgeleide erva-ringsdeskundigen, waarvan er 68 tewerkgesteld zijn. 5 vanhen zijn werkzaam bij de sector Samenlevingsopbouw (DeLink, 27/02/2013). Miranda is sinds najaar 2011 aan de slagbij Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen binnen het teammaatschappelijke dienstverlening en arbeid.

SPRING MAAR ACHTEROPMiranda startte haar rit bij Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen in De Komaf, een inloophuis voor kansengroe-pen, waar ze gedurende anderhalf jaar stage liep. Door devele positieve ervaringen van opbouwwerkers en doelgroepwas de verdere inzet van Miranda een logisch vervolg op haarstageperiode. “Momenteel ben ik fulltime actief in twee pro-jecten. Het eerste project ‘Zorgnetwerken en armoedebestrij-ding’ (Avelgem, Ieper en Poperinge) focust op plattelandsar-moede en de toegankelijkheid van hulp- en dienstverleningin landelijke context. Daarnaast maak ik deel uit van de‘Sterke Mama’s’ in Houthulst, waar de klemtoon ligt opgezins-en opvoedingsondersteuning bij jonge moeders. Ikwerk steeds nauw samen met een opbouwwerker. Aangezienik op verschillende projecten werk, heb ik ook verschillende‘tandempartners’. Deze tandemwerking maakt het mogelijkde kloof tussen mensen in armoede en professionals te over-bruggen en elkaars leefwereld beter te begrijpen. In het beginwas het soms wat zoeken. Gelukkig kon er steeds open wor-den gepraat en was er waardering voor elkaars werk. Nu fiet-sen we vlot vooruit.” Door haar armoede-ervaring slaagt Miranda er in vlot contactte leggen met de doelgroep en groeit de vertrouwensbandsneller. Dit is positief in functie van toeleiding naar hulp- endienstverlening. Want ondanks alle inlevingsvermogen,goede bedoelingen en inspanningen is het wantrouwentegenover de hulp- en dienstverlening vaak groot. “Iemanddeed bij mij zijn verhaal en dacht eraan therapie te volgen. Ikheb haar gezegd dat zij dat moest doen, als zij dat nodigvond. Omdat ze angst had om alleen te gaan, hebben wesamen de eerste stap gezet.” Anderzijds stimuleert Mirandade doelgroep om na te denken over hun eigen situatie. Doorinput van eigen ervaringen voelen ze dat Miranda hun pro-blemen (h)erkent. Dat Miranda wel degelijk het verschil kanmaken, getuigt ook Rita Doom, directeur sociaal beleid OCMWPoperinge: “Miranda ondersteunt een groot gezin dat in hetverleden minder positieve ervaringen had met de hulpverle-

ERVARINGSDESKUNDIGE MIRANDAIMPULS VOOR DOORDACHT EN DOORLEEFD PROJECTWERK

SEPTEMBER 2013 5

Het Steunpunt Sociale Planning (SSP) werkt als een observatorium dat op statistische wijze devinger aan de pols van de samenleving houdt. De cijfers en kaarten die we in SURPLUS opnemenstaan steeds in verband met sociale uitsluiting en samenlevingsopbouw

Kinderarmoede in West-Vlaanderen

Tweezijdig+ werkt aan huurdersparticipatie in de sociale huisvesting. Huurders mogenhun zeg doen over de woning, de woonomgeving en de dienstverlening. In West-Vlaanderendoorliepen 14 sociale woonactoren een basisproject Tweezijdig+, met een tevredenheids-onderzoek, een ZieZo! Brochure over herstelling en onderhoud, en een aanzet tot groeps-gerichte communicatie en participatie zoals nieuwsbrief, werkgroep of huurdersbijeen-komsten. Mede met steun van de provincie. De maatschappijen WoonWel in Gistel en DeGelukkige Haard in Oostende gingen ondertussen opnieuw met Samenlevingsopbouw inzee in een vervolgproject. Hierbij maken we keuzes en werken dieper en gerichter in op dehuurdersparticipatie. Wie natte voeten heeft, durft zich al eens verder in zee wagen, maardan liefst zonder te verzuipen...

Water naar de wijken dragenHet basisproject van WoonWel eindigde met huurdersbijeenkomsten in Gistel enMiddelkerke, de gemeenten met het grootste aandeel woningen. De opkomst was geengroot succes. Het barre weer werkte tegen, maar het was ook duidelijk dat voor velen destap naar een vergadering te groot was. Nu zetten we in op een wijkgerichte aanpak inGistel, in de Eigen Haardwijk en Brouwershove. Hiermee willen we dichter aansluiten bij deleefwereld van huurders en van daaruit de participatie verder uitbouwen. Eerst een stevige‘fond’ leggen dus.

Kinderarmoede wordt vaak uitgedrukt aan de hand van geboorten in kansarme gezinnen. De Vlaamse overheidgebruikt deze door Kind en Gezin ontwikkelde indicator om de problematiek van kinderarmoede te duiden.Analyses in de diverse Steunpunten Sociale Planning (elke provincie heeft er een), hebben aangetoond dat de indi-cator geboorten in kansarme gezinnen slechts een beperkt beeld geeft van de kinderarmoede. Enerzijds doet hetenkel een uitspraak over gezinnen met zeer jonge kinderen en gezinnen waar een geboorte heeft plaatsgevonden.Anderzijds is het aantal geboorten in veel kleine gemeenten zeer laag, waardoor een geboorte meer of minder eenbehoorlijke schommeling in percentage tot gevolg kan hebben. De verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering wordt als een betere indicator beschouwd, omdat dit allegezinnen omvat die met een laag inkomen leven. Het recht op de verhoogde tegemoetkoming kan pas toegekendworden voor zover het belastbare bruto gezinsinkomen op jaarbasis van het jaar voordien het bedrag van16.632,81 euro (01/02/2012) voor de gerechtigde (titularis), verhoogd met 3.079,19 euro (01/02/2012) voorelke persoon ten laste, niet overschrijdt. De cijfers laten toe om een opsplitsing te maken naar leeftijd, zodat we opbasis van deze indicator een correctere uitspraak kunnen doen over kinderarmoede.In West-Vlaanderen (cijfer 2012) leeft 8,5% van de kinderen onder 20 jaar in een gezin met een laag inkomen. Decijfers variëren van 3% tot 20%.De geel en groene gemeenten op de kaart scoren onder het West-Vlaams gemiddelde, de blauwe gemeenten sco-ren boven het West-Vlaamse gemiddelde. Kinderarmoede is duidelijk een stedelijk fenomeen: zowel de centrum-steden (met inbegrip van Ieper, maar met uitzondering van Brugge) als de kustgemeenten (met uitzondering vanKnokke-Heist en De Haan) worden gekenmerkt door een hoger aandeel kinderen (<20 jaar) dat opgroeit in eengezin met een laag inkomen. De laagste aandelen treffen we aan in de periferie van de centrumsteden Roeselare,Brugge, Kortrijk.Naast het percentage 2012 werd ook de evolutie in de voorbije 5 jaar berekend.Gemiddeld is er in West-Vlaanderen in de periode 2008-2012 een toename van 27% van het aantal kinderen datopgroeit in een gezin met een laag inkomen. De sterkste toename van kinderarmoede stellen we vast in meer lan-delijke gemeenten (toename met +50% in de periode 2008-2012): Anzegem, Ledegem, Lichtervelde, Lo-Reninge,Meulebeke, Vleteren, Zonnebeke en Zuienkerke. Hiermee wordt een eerdere vaststelling uit de kansarmoedeatlas2010 bevestigd dat armoede zich steeds meer ook manifesteert op het platteland.

Hilde Coudenys Steunpunt Sociale Planning T. 050 40 33 [email protected]

Startschot is een ronde van interviews over de kwaliteit van de woning, woonomgeving en dienst-verlening. We willen weten welke problemen of wensen voor bewoners prioritair zijn en hoe we datbest aanpakken. We willen veel bewoners bereiken en betrekken, ook de meest kwetsbare bewo-ners die minder gemakkelijk de stap naar georganiseerde vormen van huurdersparticipatie zetten.Met een bewonersgroep pakken we de problemen in de wijk aan, maar we blijven inzetten op hetbetrekken van zoveel mogelijk bewoners via een wijkactiviteit, een krantje en huisbezoeken.Realiseren we een stevige basis in de wijken, dan kunnen we ons op het einde van het projectopnieuw wagen aan huurdersbijeenkomsten over de dienstverlening en het beleid van WoonWel.De Eigen Haardwijk beet de spits af, 73 gezinnen van de 101 bewoonde huurwoningen namen aande interviews deel. Een goede start, nu nog verzilveren...

Nog andere vissen in de zeeHet vervolgproject in De Gelukkige Haard loopt al langer. Opgestarte initiatieven zoals de huurders-krant en een jaarlijkse ronde van bijeenkomsten voor huurders worden nu verankerd. De socialedienst organiseerde dit jaar voor het eerst zelf de huurdersbijeenkomsten en maakte de nieuws-brief op. Uitdaging blijft het vinden van sleutelfiguren die mee de kar willen trekken, en buren in hunstraat of appartementsblok motiveren om naar bijeenkomsten te komen. In De Nieuwe Stad, degrootste wijk van De Gelukkige Haard, wil het opbouwwerk daar werk van maken. De communicatienaar de huurders is dus verzekerd! De Gelukkige Haard wil ook zijn dienstverlening voor kandidaat-huurders verder uitbouwen en orga-niseerde een infomoment over de actualisatie van de inschrijvingen. Bijna honderd kandidaat-huur-ders namen deel. Aanvullend doet Samenlevingsopbouw een onderzoek bij huurders die het voor-bije jaar een woning kregen toegewezen. In De Nieuwe Stad en twee nieuwe appartementsblokkenin het stadscentrum peilen we via interviews naar hun ervaringen vanaf het moment van deinschrijving tot de toewijzing (informatie, contact met de medewerkers, verstaanbaarheid docu-menten, en hoe de communicatie versterken). Aan de eindmeet moet een communicatieplan op maat van de sociale huisvestingsmaatschappijklaarliggen, besproken worden met de medewerkers en geagendeerd op de Raad van Bestuur.

[email protected] T 051 24 29 28 I M 0474 91 97 07

SEPTEMBER 2013 6

De Sterke Mama’s Houthulst Verder kijken dan morgenMet het project ‘Verder kijken dan morgen’ willen we voor ouders en kinderen van 0 tot 18 jaareen aanbod van integrale gezinsondersteuning uitbouwen in Houthulst. Er is specifieke aan-dacht voor het bereiken van ouders met kinderen van 0 tot 3 jaar. Participatie van gebrui-kers/cliënten, samenwerking met bestaande diensten en voorzieningen, en complementa-riteit zijn in dit project belangrijke werkingsprincipes. Van bij de start van het project heeftSamenlevingsopbouw zich versterkt en omringd met andere partners die vertrouwd zijn methet werken met kwetsbare gezinnen en gezinsondersteuning. Het project ‘Verder kijken dan morgen’ is dan ook een samenwerkingsverband tussenSamenlevingsopbouw West-Vlaanderen, OCMW Houthulst, CAW De Papaver en Kind en Gezin. Overige diensten, mutualiteiten, scholen, CLB, worden betrokken bij het project via een zes-maandelijks informeel lokaal overlegplatform (LOP). Zij zijn belangrijke partners bij bekend-making van dit initiatief en de toeleiding. Dankzij de subsidie lokale projecten kinderarmoedebestrijding 2012 (Ministerie van Welzijnen Samenleving onder Minister Lieten) zijn er ook werkingsmiddelen tot eind 2014 en demogelijkheid tot het inzetten van een ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting.

Ouders ontmoeten ouders De oudergroep Sterke mama’s is de hoeksteen van het project Verder kijken dan morgen, en isde basis van alle activiteiten. De groepsbijeenkomsten zijn op dinsdagvoormiddag. Gemiddeld zijn een 12-tal ouders aan-wezig. Er wordt gepraat, er is maatgerichte vorming, of de ouders maken samen een gezondebudget- en kindvriendelijke maaltijd klaar. De inhoud van de groepsbijeenkomsten wordt insamenspraak met de ouders voorbereid. De vragen naar vorming, de recepten voor de gerech-ten, de gesprekken, ... in alles worden ouders gehoord en betrokken.Ouders krijgen de kans om hun zorgen, problemen met elkaar te delen. Met anderen praten,geeft kracht en vaak komen de oplossingen dan gemakkelijker. In een aantal gevallen moet destap naar gespecialiseerde dienstverlening worden gezet. Indien nodig begeleidtSamenlevingsopbouw de ouders bij de eerste contacten met de dienst.

De sterke mama’s terug naar schoolDit jaar werd het organiseren van ontmoetingsmomenten op de lagere scholen van Houthulsteen bijkomende doelstelling. Via deze ontmoetingsmomenten brengen we andere ouders vanonze werking op de hoogte, maar we hopen langs deze weg ook de drempel van ouders naarde school te verlagen. Misschien kunnen we als vervolg hierop in de toekomst ook ontmoe-tingsmomenten op school organiseren voor ouders die om één of andere reden ondersteuningkunnen gebruiken.De ontmoetingsmomenten werden georganiseerd voor en door de sterke mama’s en wareneen groot succes! Aan de schoolpoort kregen alle ouders een kopje koffie aangeboden. Zo ble-ven ouders wat langer om een praatje te maken. De sterke mama’s speelden tijdens de koffie-momenten de hoofdrol. Zij immers kennen het reilen en zeilen van de school van hun kinde-ren en zijn de perfecte partners om dit evenement te doen slagen. En zoals één van de mama’somschreef: ik kreeg een boost van zelfvertrouwen toen ik de andere ouders een koffie konaanbieden en over de werking van de sterke mama’s kon vertellen! Als vervolg op deze ontmoetingsmomenten op de lagere school kwam de vraag van de schoolin Klerken om hulp te bieden bij het herstellen van de voorleestassen die kinderen meekrijgennaar huis. De sterke mama’s bieden hulp aan de scholen, dit kan alleen maar bijdragen tot eenbetere communicatie tussen ouders en de school.

Na 1 jaar: tijd voor een feestje!Zondag 7 juli organiseerden we met de oudergroep de sterke mama’s - de hoofdrolspelers inhet project ‘verder kijken dan morgen’ - een eerste gezamenlijke barbecue. Na een jaar groeps-bijeenkomsten in het vertrouwde OCMW zochten we het platteland op en mochten ook demannen aan de lange feesttafel aanschuiven. We telden 25 volwassenen en 16 kinderen. Demiddag startte met het aperitief, daarna een barbecue en als slot was er koffie en taart, gebak-ken door de mama’s zelf. Er waren grote gezelschapsspelen voor de kinderen en onder eenprachtige zon werd er genoten van een gezellige middag samen.

Er zat nooit een masterplan achter, noch een weldoordachte strategie. Er waren vooral vra-gen, zowel in Houthulst als in Oostende. Vragen van ouders. Ouders met sterke schouders,maar waarop vaak veel gewicht rust. Vragen om samen te komen, met andere ouders, ook almet sterke schouders, en om samen wat lasten te dragen. En zo kwam het dat zowel inHouthulst als in Oostende, in de schoot van het opbouwwerk, op geregelde tijdstippen ouderssamen komen en elkaar hun sterke schouders aanbieden. In Houthulst noemen ze zich ‘deSterke Mama’s’, in Oostende werd het initiatief ‘Het Familiesalon’ gedoopt. De Sterke Mama’sen het Familiesalon schrijven van onderuit en nog heel voorzichtig aan een geslaagd verhaal.

OUDERS MET STERKE SCHOUDERS

Wat hebben vandaag geleerd?We hebben geleerd dat mensen samenbrengen werkt. In de loop van dit werkjaar zijn de sterkemama’s als groep gegroeid, maar ze zijn ook individueel gegroeid. Iedere mama heeft haar par-cours op haar manier gelopen, met ups en downs met geven en nemen.Praten helpt, maar ook het gevoel ergens iemand te hebben die je kan helpen als je het moeilijkhebt. Dit zijn de sterke mama’s op vandaag voor elkaar. De weg is nog lang en lang niet alle pro-blemen zijn opgelost, maar stap voor stap zullen de mama’s er komen. Ze heten niet voor nietsDE STERKE MAMA’S

[email protected] T 051 24 29 28 I M 0474 91 96 69

SEPTEMBER 2013 7

M

Op adem komen bij elkaar Een echt salon staat er vooralsnog niet in het lokaal vanSamenlevingsopbouw in de Nieuwe Stad Oostende. Hetneemt niet weg dat dit het wekelijkse decor is voor hetFamiliesalon, een ontmoetingsnamiddag voor ouders metkinderen uit de wijk. Lindsey komt al een hele tijd naar het familiesalon en zietalleen maar redenen om te blijven komen. “Ik vind het hiergezellig, ik voel me hier op mijn gemak. Anders zit je tochmaar de hele tijd thuis met je eigen gedachten en zorgen.Hier heb ik het gevoel er eventjes uit te zijn, ik kan op ademkomen, het geeft mij verandering van gedachten. Soms krijgik hier ook nieuwe energie, voel ik me minder triest.” Eva enSteve zitten op dezelfde golflengte. “We kunnen hier evenuitblazen, we zijn er even tussenuit. We leren hier ook ande-re mensen kennen, gelijkgestemden. Het maakt hier niet uitof je jong, oud, rijk of arm bent. Iedereen heeft kinderen ener wordt geluisterd naar je verhaal.” Vera, Peggy en Tracey beamen. “Wij hebben er deugd vanom hier te komen. Maar het doet ons vooral deugd dat erook anderen komen, daar zijn we echt trots op.”En gelijk hebben ze, want de wijk heeft dit Familiesalon aandeze dames te danken. Via het project ‘Ouders alsOnderzoekers’ kwamen ze er twee jaar geleden achter dateen meerderheid van de gezinnen in de wijk vragende par-tij was voor ontmoetingsmomenten voor gezinnen.Peggy: “Onze voorstellen hebben tot dit Familiesalon geleid.Het feit dat er mensen komen en blijven komen toont dat ergoed over nagedacht is. Zo is het goed dat het salon van13u tot 18u open is. Vóór 16u kun je eens je hart luchten enover persoonlijke zaken praten zonder dat de kinderen er bijzijn. Na 16u is er ruimte voor de kinderen en eten wesamen.”De gezinnen vinden het belangrijk dat de kinderen ook wel-kom zijn en dat ze hier tijd kunnen doorbrengen als gezin. Indie zin worden het apart ingerichte speellokaal en de geza-menlijke vieruurtjes enorm geapprecieerd.

Must-have: goede vrijwilligersen geën gageerde partnersHet speellokaal is er gekomen dankzij de vrijwilligers Karelen Ingrid. Zij zagen dat het lokaal al snel te klein werd en sta-ken de handen uit de mouwen. Het zijn ook Karel en Ingriddie wekelijks voor de koffie en een gezonde en lekkere hapzorgen én ze houden het lokaal huiselijk, netjes en georga-niseerd. Ondertussen is Ingrid ook bezielster geworden vande kledijhoek. Ingrid: “Mensen begonnen spontaan klerenmee te brengen die ze niet meer nodig hebben. Ik houdalles bij in een kast en aan een rek in het lokaal. Wie iets vankleren nodig heeft kan dus bij mij terecht.” Het Familiesalon kan niet enkel rekenen op prima vrijwilli-gers. Er zijn ook cruciale partners die zich van bij de lance-ring van het project, eind 2012, geëngageerd hebben in ditproject. Dit zijn Ontmoetingshuis Oostende, dat dagelijks inhet Oostendse stadscentrum ontmoeting organiseert voorgezinnen met kinderen, en Inloopteam de Viertorre, datgroepswerking organiseert voor zwangeren en gezinnenmet jonge kinderen. Beide organisaties detacheren twee-wekelijks een beroepskracht naar het familiesalon. De eneweek is dat Dymfna van het Ontmoetingshuis, de andereweek is dat Audrey of Liselotte van het Inloopteam. Zo weetSamenlevingsopbouw, die het project aanstuurt, zich weke-lijks versterkt met een expert ter zake. Voor de broodnodige werkingsmiddelen voor het projectkon Samenlevingsopbouw rekenen op een partner, hetagentschap Jongerenwelzijn.

BalansHet Familiesalon bestaat nu 4 maand. Het is dus wat vroegom een balans op te maken. Er is in elk geval nog veel groei-marge. We bereiken nu een 15-tal gezinnen uit de wijk,maar we willen nog veel meer mensen verwelkomen. En degezinnen hebben nog veel ideeën die op een uitwerkingwachten zoals een maandelijkse creanamiddag en geza-menlijke kookmomenten. We zien ook nog veel uitdagingenin de signalen die ouders doorgeven bijvoorbeeld m.b.t. eenoppasdienst, dure gezondheidszorg, communicatie metscholen of ondersteuning bij huiswerk. Ons salon werdalvast opgepikt door het Stadsbestuur en kan mogelijks die-nen als voorbeeld voor gelijkaardige projecten in anderewijken van Oostende.

[email protected] 059 80 68 74 I M 0474 91 96 36

Masterclass Ontmoeting bij Patrick BlondéVolgens expert terzake Patrick Blondé mag het niet toevallig, en ook al nietverrassend heten dat de Sterke Mama’s en het Familiesalon doel treffen.Vanuit zijn jarenlang opgebouwde ervaring weet Patrick dat ouders in de eer-ste plaats in hun eigen kring, bij familie of vrienden, op zoek gaan naar steunbij de opvoeding, en niet bij een hulpverlener. En dat daarom ontmoeting, van-uit een niet-problematiserende, maar net een positieve en krachtgerichtehouding, werkt. Patrick Blondé startte in 1987, samen met zijn vrouw Lies Chromiak, onder denaam ’t Kapoentje een gezinsvervangend tehuis in de bijzondere jeugdzorgin De Haan. In 2001 schakelden ze over naar een Centrum kind- en gezins-ondersteuning (CKG), nu ook in Oostende. In 2003 kwam deOpvoedingswinkel Oostende erbij, nadien omgebouwd tot opvoedingshuisen nog later De Katrol (opvoedingsondersteuning en studieondersteuningaan huis bij kwetsbare gezinnen) en Het Verschil (kleuterparticipatie bijalleenstaande kansarme moeders). In 2012 gingen ze van start met HetOntmoetingshuis Oostende, mede geïnspireerd op het Franse voorbeeld ‘Lieude Rencontre’. Blondé: “Doorheen onze werking hebben we veel geleerd van de ouders. Datheeft ook telkens geleid tot de bijkomende initiatieven. Voor ons bleek al sneldat veel ouders geen echte hulp nodig hebben, maar wel veel steun i.f.v. hundagelijks leven. Daarnaast bleek ook dat vooral kwetsbare gezinnen waarvanouders zelf een hulpverleningsgeschiedenis kennen, zeer grote weerstandvertonen t.a.v. hulpverlening. Het gevoel ‘ze gaan mijn kind afpakken’ is anno2013 nog steeds actueel. We hebben ons in deze weerstanden vastgebeten,met het Ontmoetingshuis als resultaat. En wat blijkt, het werkt. Ouders lerener elkaar kennen, geven raad aan elkaar, kinderen leren in groep spelen, eigenervaringen worden gedeeld, ouders maken elkaar wegwijs in het kluwen vanhet welzijnswereldje. “

Wat maakt simpele ontmoeting net zowaardevol voor gezinnen? Blondé: “Vandaag de dag wordenouders met hoge verwachtingengeconfronteerd: de ideale jobvinden, evenwichtig samenwonen, voorbeeldige kin-deren hebben die debeste zijn op school, eenhuishoudbudget hebbenmet overschot voor ont-spanning, vakantie, durehobby’s en culturele acti-viteiten, enzovoort. Die ver-wachtingen zadelen men-sen op met een grote onzeker-heid, een gevoel van falen.”“Waar ontmoeting centraal staat iser ruimte voor uitwisseling van ervarin-gen. Hoe meer we als mens en ouder datwat ons bezig houdt, waar we ongerust, fier of ver-legen over zijn ook bij andere ouders (her)erkennen, hoe gemakkelijker wehierover durven praten, hoe hoger ons zelfbeeld en hoe kleiner ons gevoelvan mislukken. Ontmoeting is dus in feite een spiegelen van je eigen leefsi-tuatie aan die van anderen, waarbij je ongewild tot reflectie komt met zowelpositieve als prikkelende belevingen. Het samen vertellen, luisteren, erken-nen, resulteert in nieuwe inzichten die ouders en kinderen sterker maken. “

Waarom zijn dergelijke initiatieven vooral belangrijk voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen? Blondé: “Onze samenleving is zo ver geïndividualiseerd dat vooral zij die hetmoeilijkst hebben om aan het ideale maatschappijbeeld te voldoen, hetkleinste sociale netwerk hebben. Hierdoor hebben zij ook de minste kansentot reflectie, wat resulteert in meestal een isolement, die een negatieve kijken spiraal in hun gezinsleven installeert. Ongewild vanuit een schuldgevoelhaken deze mensen af, zowel bij oudercontacten op school, het goedbedoel-de hulpverlenersgesprek, de vele loketten waar ze terecht moeten om hunrechten te verkrijgen, de plaatselijke sport- of jeugdclub. Door hun mindergunstige leefomstandigheden en omdat ze veel van hun energie steken inhet overleven en creatief zijn met hun beperkte middelen wekken ze boven-dien de indruk dat ze falen in hun opvoeding. Het tegendeel is waar. Oudersuit kwetsbare groepen, hebben evenveel en soms veel meer opvoedingsca-paciteiten dan modale ouders, ze hebben alleen de pech te weinig sociale enemotionele steun te vinden bij anderen. Tijdens ontmoetingsmomenten vin-den ze net dat terug. Bij ontmoeting gaat het niet zo zeer over een doelgroep.Ontmoeting staat open voor iedereen, elke ouder heeft af en toe twijfels bijzijn functioneren en handelen. Kwetsbare gezinnen hebben er enkel nog eenzware rugzak bij die ze moeten meesleuren.”

Het Familiesalon - OOSTENDE

Sterke mamaʼs terug naar school

ongelooflijke. Er is sprake van ademende shirts die je lichaam

Outfit 1.uitmonstering, uitrusting2. kledij

U KRIJGT SURPLUS VOOR HET EERST IN HANDEN?Dit plezier gunnen we u 4x per jaar!

voor GRATIS ABONNEMENT SURPLUSmail [email protected] vermelding: abonnement SurPLUS + naam en adres

ADRESWIJZIGING [email protected]

ABONNEER NU GRATIS

COLOFONSamenlevingsopbouw West-Vlaanderen vzwinfo.west-vlaanderen@samenlevingsopbouw.bewww.samenlevingsopbouwwvl.be

SECRETARIATEN:

Torhoutsesteenweg 100A 8200 BRUGGE050 39 37 71

Hoogstraat 98 bus2 8800 RUMBEKE051 24 29 28

WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER

Lieze Pareit, Dirk Sansen, Anje Huysentruyt,Tineke Decroos, Elyne Meulenbergs, Jimmy Vancalbergh, Myriam Deroo, Chris Verstraete, Hilde Coudenys SSP Provincie W-Vl., Stijn OosterlynckCentrum OASeS Universiteit Antwerpen, Annick Vansevenant, Jan Loeman (cartoon)

[email protected]

[email protected]

VORMGEVINGFOLIO www.folioatelier.be Brugge

VERANTWOORDELIJKE UITGEVERChris VerstraeteTorhoutsesteenweg 100 A 8200 Brugge

Doel

SEPTEMBER 2013 8

Stroomversnelling.Sociale cohesie in landelijke gemeenten

Deze publicatie bundelt inspiratie, reflectie, tips entricks over gemeenschapsvorming op het plattelanden presenteert zijn inhoud op 4 kapstokken (prak-tijk, ervaring, beleid en reflectie). Je leest er o.m. eenbijdrage van Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen‘Van bewonersparticipatie naar duurzame dialoog’

Uitgave van LOCUS-steunpunt voor lokaal cultuurbe-leid, de gemeente Zwalm, met de steun van Leader.(juni 2013)Bestellen of downloaden via http://www.locusnet.be/publicaties

1.mikpunt2.vastgesteld eindpunt

3.ruimte waar men de bal moet brengen (sport)4. waar men naar streeft

VIVAS Bewonerscongres 2013zaterdag 30 november in ROESELARE

VIVAS, het samenwerkingsverband van de lokaalgeorganiseerde bewonersgroepen organiseert jaar-lijks zijn bewonerscongres waarbij ontmoeting, infor-matie-overdracht en discussie centraal staan. Dezecongressen zijn steeds succesvol qua opkomst eninhoud. Ze bieden ook steeds de gelegenheid omeen lokale werking van een SHM in de kijker te plaat-sen en om nieuwe bewoners en/of bewonersgroe-pen te verwelkomen.Het centrale thema ‘Waarheen met bewonerspartici-patie in Vlaanderen?’ komt in de voormiddag aanbod. In de namiddag kunnen de deelnemers eenkeuze maken uit diverse activiteiten. Naast een ver-dieping over het thema in kleinere werkgroep(en),wordt er een bezoek georganiseerd naar de lokalesociale huisvestingsmaatschappij, in dit geval DeMandel.Vanaf september meer concrete informatie via dewebsite http://www.vob-vzw.be (klik VIVAS).

INSPIRATIEMOMENTSociale huisvesting toegankelijker voor kwetsbare groepen.Vrijdag 18 oktober 9u - 12u30Provinciehuis Boeverbos – Brugge

Kwetsbare groepen hebben het moeilijk op dewoningmarkt. Een stabiele woonsituatie is voorhen cruciaal. Sociale huisvesting kan een uitwegzijn, maar allerlei drempels bemoeilijken dit. Metdit inspiratiemoment willen we aantonen hoesamenwerking tussen de sectoren wonen en wel-zijn daarbij een verschil kunnen maken: hoe kun-nen die groepen op de wachtlijst komen en blij-ven? Hoe kunnen ze gemakkelijker in een socialewoning terechtkomen? Hoe kunnen ze die woningbehouden?Deze voormiddag ontsluit de praktijk van initiatie-ven in West-Vlaanderen die duidelijk resultaat boe-ken, vooral door samenwerking wonen-welzijn.

Een initiatief van Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen, alle West-Vlaamse Centra voorAlgemeen Welzijnswerk (CAW’s) en de ProvincieWest-Vlaanderen.

Volledig programma zie: www.samenlevingsopbouwwvl.be

INSPIRATIEMOMENTSociale huisvesting toegankelijker voor kwetsbare groepen.

Er gaat geen week voorbij of de wakkere burger wordt geappelleerd voor een of ander goed doel. En hoe goed dat doel ook moge zijn, de meeste mensen hebben een stilzwijgende afkeer vangoede werken. Misschien is het de herinnering aan misplaatste filantropie, de weeë geur van heiligheid, dat niet beter willen zijn dan de rest omdat het vroeger zo nodig moest.En dus missen die acties voor een goed doel hun doel, namelijk veel geld opbrengen. En dan is het de vraag welke middelen dit doel heiligen?Het lijkt in dat opzicht erg logisch om wat hoger te mikken als je die drang tot scoren voelt. Je moet doelbewust het geld zoeken waar het te vinden is en aangezien veel medeburgers meer bezigzijn met het zoeken naar een kick of een verbluffend shot, moet je het een met het ander combineren.Waarom kwam niemand op het idee om een coup de téléphone te plegen met Kate Middleton?? Je brengt haar en de piepjonge George (de zoon van Charles mag erbij maar dat is geen must)in beeld met een paar toffe joggingsloffen aan de kleine tenen. Vooraf had je natuurlijk een en ander gearrangeerd met ofwel Nike ofwel Dreamland. Het is intussen een vaststaand feit dat watdie Kate of George dragen, in minder dan 24 uur is uitverkocht. Een kleine deelname in de winst en de mensheid gaat reuzenstappen vooruit dankzij kleine teentjes.Of om nog in de royale sferen te vertoeven: straks verschijnt de kersverse biografie van de kersverse koning Philippe. Koninklijke hoogheden zijn het aan zichzelf verplicht om royaal te zijn endus stelt het weinig voor Mathilde zo te bewerken dat haar eega de royalties van zijn boek met royaal gebaar afstaat aan jouw goede doel. De koning mag in dat verband zelfs een paar woord-jes zeggen. Meer moet dat niet zijn (als het al meer zou kunnen zijn).Of je trekt naar de Zoo van Antwerpen (niet verwarren met ’t Schoon Verdiep) en je vraagt wat voor exotisch beest daar geboren wordt binnen de maand. IJsberen en olifantjes hadden we al.Misschien een breedsmoelkikker, een bidsprinkhaan of een ontroerende woelrat? Je geeft het dier een koosnaam, je kijkt met natte ogen in de camera (een pluspunt als het dier die ook bezit)en bingo, de kassa rolt!En wie het echt hoog zoekt, ziet alleen de sky als limiet.Waarom geen stukjes Mars verkopen? Voor alle duidelijkheid: ik bedoel de planeet, niet het niet te vreten snoepgoed met gelijkaardige naam. Blijkbaar hebben veel aardse bewoners er miljoe-nen voor over om even Marsmannetje te spelen. Je bouwt er een kleine Apollo-hotel, kamer 13 sla je over, en je start met het aanbod van de uiteraard beperkte plaatsen. Rood is raak!Nog niet tevreden?Misschien ben je als socialprofitorganisatie aardser aangelegd en vergader je nog in die ene bruine kroeg die je provincie rijk is. Drink je daar een ferme trappist en laat je geest werken of komen.Prima idee! Als trappisten met trappist een nieuw klooster kunnen betalen dankzij een eenmalige verkoop van hun spirituele elixir in de Colruyt, dan moet er toch een weg te vinden zijn naareen alternatieve tap? Opbrengen doet het zeker.

Kortom, het doel is in zicht. De middelen zijn op deze planeet zeker aanwezig. Het komt er op aan out of the box te denken om de kassa te laten rinkelen. Alles voor een betere wereld. Die begint bij jezelf... een waarheid als een koe. Die begint namelijk daar waar ideeën ontstaan.

Annick Vansevenant