Sociale houdbaarheid wettelijke pensioenen · plan.be Zijn pensioenen toereikend om… 1) armoede...
Transcript of Sociale houdbaarheid wettelijke pensioenen · plan.be Zijn pensioenen toereikend om… 1) armoede...
plan.be
Presentatie voorpensioencolloquium Groen
Greet De Vil - [email protected] sociale bescherming en vergrijzing
Sociale houdbaarheidwettelijke pensioenen
4 mei 2012
plan.be
Zijn pensioenen toereikend om…
1) armoede bij ouderen te voorkomen
2) levensstandaard op een redelijk niveau te behouden bijpensionering
Merk op: presentatie focust op eerste pijler, maar ooktweede- en derdepijler
Sociale houdbaarheid van eerstepijlerpensioenen of adequaatheid van pensioenen
plan.be
Sociale houdbaarheid pensioenen1. Armoede bij ouderen beperken
1.1 Stand van zakenArmoederisico bij ouderenDoelmatigheid minima uit eerste pijler
1.2 Projectie armoederisico2. Behoud redelijke levensstandaard bij pensionering
Structuur presentatie
plan.be
• Armoede: verschillende concepten/definities, vaak gekenmerktdoor:multidimensioneel karakterrelatief karater (in tijd en ruimte)
• Inkomensdimensie van armoede armoede”risico” als inkomen < armoededrempel armoededrempel: verschillende methoden (wettelijke, relatieve,
subjectieve, buget)
relatieve armoededrempel: 60% van mediaan equivalent gezinsinkomen(Europese top van Laken (2001), NAPincl,…)
equivalent beschikbaar gezinsinkomen: gezinsinkomen gecorrigeerdvoor de omvang en samenstelling gezin (via gecorrigeerde OESO equivalentieschaal)
op basis van EU-SILC (European Union Statistics on Income and Living Conditions)
Methodologische noot
plan.be
• Relatieve armoededrempel obv EU-SILC: beperkingen enquêtegegevens: steekproefeffecten, geen
collectieve huishoudens,... inhoud beschikbaar inkomen
geen vermogen (kapitaal, woningbezit): belangrijk element voor levensstandaard ouderen drempel varieert bij andere keuzes over het %, inkomen,... time-lag: geen actuele situatie
• Stand van zaken op basis van EU-SILC 2010 – inkomen 2009Armoededrempel = 11.678 € per jaar of 973 € per maandBron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en EconomischeInformatie
Methodologische noot
plan.be
Armoederisico bij ouderen (1)
1
24,5
16,130,4
4,5
19,19,1
21,117,4
18,8
20,920,0
18,719,4
14,2
13,113,7
14,6
0 5 10 15 20 25 30 35
andere inactievengepensioneerden
werklozenwerkenden
koppel, 1 >= 65j.koppel, beiden < 65 j.
alleenstaande, > 65 jaar
alleenstaande, < 65 jaaralleenstaande
75-plussers, totaal - vrouw
- man
65-plussers, totaal - vrouw
- man
jonger dan 65j, totaal
totale bevolking
Armoederisico in België naar socio-economische kenmerken, in %
Bron: Eurostat, EU-SILC 2010 (inkomen 2009)
plan.be
Evolutie armoederisico in België naar leeftijd (links) en socio-economisch statuut (rechts), in %
Armoederisico bij ouderen (2)
13,1 13,6 13,0 13,7 13,5 13,2 13,7
20,9 21,423,2 23,0
21,2 21,6
19,4
0
5
10
15
20
25
30
35
40
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
jonger dan 65 jaar 65 jaar en ouder
14,1 14,0 14,6 14,8 14,2 14,1 13,3
4,2 3,9 4,3 4,5 5,0 4,6 4,5
27,930,7 31,3
34,2 34,833,4
30,4
17,9 19,120,2 19,6
18,3 17,816,1
0
5
10
15
20
25
30
35
40
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
totaal, 16 jaar en meer werkenden
werklozen gepensioneerden
Bron: Eurostat, EU-SILC 2004-2010 (inkomen 2003-2009)
plan.be
Evolutie armoederisico in België naar leeftijd (links) en socio-economisch statuut (rechts) bij een alternatieve armoededrempelvan 50% van mediaan equivalent inkomen, in %
Armoederisico bij ouderen (3)
Bron: Eurostat, EU-SILC 2004-2010 (inkomen 2003-2009)
87,4 7,4 7,6
7,27,9
7,9
10,89,5
12,2
10,18,8 7,6 7,8
0
5
10
15
20
25
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
jonger dan 65 jaar 65 jaar en ouder
8,37,3
8,17,8
7,2 7,3 6,9
2,82,1 2,6 2,2
2,4 2,3 2,3
14,5 14,915,8
17,9 18,1
19,6
15,9
8,8 8,39,9
8,37,4
6,06,6
0
5
10
15
20
25
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
totaal, 16 jaar en meer werkenden
werklozen gepensioneerden
plan.be
Armoederisico bij ouderen (4)
(1) het mediaan inkomen van de populatie met een armoederisico in procent van de armoededrempel
Bron: Eurostat, EU-SILC 2004-2010 (inkomen 2003-2009)
65
70
75
80
85
90
Mannen, 16-64 jaar Vrouwen, 16-64 jaar Mannen, 65-plussers Vrouwen, 65-plussers
2003 2009
Evolutie diepte (1) van armoederisico naar leeftijd en geslacht, in %
plan.be
Armoederisico bij ouderen (5)
Armoederisico in België naar leeftijd op basis van beschikbaar inkomen rekening houdend met woningbezit(1), in %
18,3
12,1
19,419,3
11,8 11,6
0
5
10
15
20
25
<= 17 jaar 18-64 jaar >=65 jaar
klassieke drempel drempel met geïmputeerde huur
Bron: FOD Economie – ADSEI, EU-SILC 2010 (inkomen 2009)
(1)Voor eigenaars en gesubsidieerde huurders wordt bij het gezinsinkomen een huur geïmputeerd en evenutele hypothecaire interestlasten afgetrokken
=> 60% armoededrempel = 1.060,5 €/maand (“klassieke drempel” = 973€/maand)
plan.be
Armoederisico bij ouderen (6)
(1) Percentage van de bevolking dat het moeilijk tot zeer moeilijk vindt om de eindjes aan elkaar te knopen
Bron: Eurostat, EU-SILC 2004-2010 (inkomen 2003-2009)
30,6
24,2
60,8
25,622,8
36,2
14,411,4
43,6
16,0
11,9
33,3
0
10
20
30
40
50
60
70
populatie totaal populatie zonder armoederisico populatie met armoederisico
alleenstaande, < 65 jaar alleenstaande, >= 65j
koppel, beiden < 65 jaar koppel, minstens 1 >=65 jaar
Subjectieve armoedemaatstaf (1), in %
plan.be
Sociale houdbaarheid pensioenen1. Armoede bij ouderen beperken
1.1 Stand van zakenArmoederisico bij ouderenDoelmatigheid minima uit eerste pijler
1.2 Projectie armoederisico2. Behoud redelijke levensstandaard bij pensionering
Structuur presentatie
plan.be
Doelmatigheid gegarandeerde minima in armoedestrijd Bereiken zij de doelgroep? Zijn zij voldoende hoog?
Minimumregelingen:- Gewaarborgd minimumpensioen (MP)
= als berekend pensioen < MP kan het, onder(loopbaan)voorwaarden, opgetrokken worden tot MP
- Minimumrecht per loopbaanjaar in de werknemersregeling sinds1997
= slecht betaalde loopbaanjaren worden in de pensioenberekening verhoogd tot het bedrag van het minimumrecht per loopbaanjaar, onder voorwaarden
Gelijkgestelde perioden, afgeleide rechten,…
Bijstand: inkomensgarantie voor ouderen (IGO), na bestaansmiddelentoets
Methodologische noot
plan.be
1. Gerechtigden minimaMP in regeling werknemers (W) en zelfstandigen (Z) (op 1 augustus 2011) (1):
-Ruim 1 op 4 gepensioneerde geniet MP-70% van “zuivere” Z (82% van de mannen en 58% van de vrouwen)-14% van “zuivere” W (7% van de mannen en 21% van de vrouwen)-58% van “gemengd” W+Z (voornamelijk deel Z)
MP in overheidsregeling (O) (in juli 2010):
- 5% van de gepensioneerden die een overheidspensioen hebben
Minimumrecht per loopbaanjaar (MRL):-voornamelijk bij vrouwen-aantal loopbaanjaren opgetrokken tot minimumrecht ook groter bij vrouwen-zal verder aan belang winnen wegens soepelere toegangsvoorwaarden danMP en sterke verhoging in oktober 2006
(1) Cumul met een overheidspensioen is niet uitgesloten
Doelmatigheid minima uit 1ste pijlerpensioen en bijstand in strijd tegen armoede
plan.be
Inkomensgarantie voor ouderen (IGO), situatie op 1 januari 2011- bijna 102.000 gerechtigden op IGO (of GIB) of 5,4% van de 65-plussers
- 2/3de zijn vrouwen
- 83% van de IGO-gerechtigden cumuleert IGO met een pensioen(92% bij mannen en 78 % bij vrouwen)33% met enkel werknemerspensioen11% met enkel zelfstandigenpensioen37% met werknemers-en zelfstandigenpensioen
- aandeel gepensioneerden met IGO, naar regeling3% met enkel werknemerspensioen heeft IGO9% met enkel zelfstandigenpensioen heeft IGO10% met werknemers-en zelfstandigenpensioen heeft IGO
Doelmatigheid minima uit 1ste pijlerpensioen en bijstand in strijd tegen armoede
plan.be
Gezinsbedrag/samenwonende
Alleenstaande
Minimumpensioenen
- werknemers 1.359 € 1.088 €
- zelfstandigen 1.336 € 1.027 €
- overheid 1.577 € 1.262 €
Minimumrecht per loopbaanjaar- werknemers
- minimum (1) 1.360 € 1.088 €
- maximum 1.460 € 1.168 €
Bijstand
- IGO 1.296 € (648 x 2) 972 €
Doelmatigheid minima uit 1ste pijlerpensioen en bijstand in strijd tegen armoede
Bedragen na een volledige loopbaan op 1 februari 2012 – in €/maand
(1) Pensioen dat bekomen zou worden indien een volledige loopbaangewaardeerd wordt aan het minimumrecht
2. Bedragen minima
plan.be
Doelmatigheid minima uit 1ste pijlerpensioen en bijstand in strijd tegen armoede
Koopkrachtevolutie van bijstand en minimumpensioenen na een volledige loopbaan voor eenalleenstaande
50
60
70
80
90
100
110
1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011
Koopkrachtevolutie: evolutie minima in constante prijzen (2011 = 100)
Minpens W-alleen Minpens Z -alleen Minrecht W- alleen Max minrecht W- alleen IGO-alleen
plan.be
Doelmatigheid minima uit 1ste pijlerpensioen en bijstand in strijd tegen armoede
Welvaartsevolutie van bijstand en minimumpensioenen na een volledige loopbaan voor eenalleenstaande
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011
Welvaartsevolutie: minima in % van het gemiddeld brutoloon bij werknemers
Minpens W-alleen Minpens Z-alleen Minrecht W- alleen Max minrecht- alleen IGO-alleen
plan.be
Doelmatigheid minima uit 1ste pijlerpensioen en bijstand in strijd tegen armoede
Bijstand en minimumpensioenen na een volledige loopbaan, in % van de relatieve armoededrempel op basis van de EU-SILC
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
140%
2003 2009 raming 2011
plan.be
Merk op: verschillen in “equivalentieschaal” gebruikt voor bepalen van relatieve armoededrempel en deze impliciet in regelgeving socialezekerheid en bijstand gezinspensioenen of bijstand voor koppel a priori minder adequaat
dan bedragen alleenstaande bij toets met relatieve armoededrempelImmers, equivalentieschaal bij gehuwd koppel (als verhouding uitkeringvoor koppel of gezinspensioen tov uitkering voor alleenstaande)• Pensioenwetgeving minimum werknemers: gewicht van 1,25• Pensioenwetgeving minimum zelfstandigen: gewicht van 1,30• IGO: gewicht van 1,33
• Relatieve methode: gewicht van 1,5
Doelmatigheid minima uit 1ste pijlerpensioen en bijstand in strijd tegen armoede
plan.be
Sociale houdbaarheid pensioenen1. Armoede bij ouderen beperken
1.1 Stand van zakenArmoederisico bij ouderenDoelmatigheid minima uit eerste pijler
1.2 Projectie armoederisico2. Behoud redelijke levensstandaard bij pensionering
Structuur presentatie
plan.be
Enkele kenmerken van MIDAS• “Microsimulation for the Development of Adequacy and
Sustainability”, ontwikkeld door FPB
• Op basis van steekproef (PSBH, Panel Study on Belgian Households (golf 2002) ≠ EU SILC)
• Simulatieperiode: 2003-2060
• Projectie op basis van demografische, macro-economische, socio-economische en sociale beleidsscenario’s conform paramters van de Studiecommissie voor de Vergrijzing (coherent met model voorfinanciële houdbaarheid van vergrijzing (MALTESE))
• Projecties bij ongewijzigd beleid
Projectie van armoederisico bij ouderen –resultaten van model MIDAS
plan.be
Projectie van armoederisico bij ouderen –resultaten van model MIDAS
0
5
10
15
20
25
2000 2010 2020 2030 2040 2050 2060
Totale bevolking Werkenden Gepensioneerden
Evolutie armoederisico naar statuut, in %
Bron: Jaarlijks verslag SCvV, 2011
plan.be
Sociale houdbaarheid pensioenen1. Armoede bij ouderen beperken
1.1 Stand van zakenArmoederisico bij ouderenDoelmatigheid minima uit eerste pijler
1.2 Projectie armoederisico2. Behoud redelijke levensstandaard bij pensionering
Structuur presentatie
plan.be
• Vervangingsratio: geeft een indicatie van de mate waarin hetpensioensysteem in staat is de levensstandaard van eenwerkende te behouden wanneer hij op pensioen gaat
• Formule:pensioeninkomen tijdens het eerste jaar pensionering /inkomen uit arbeid tijdens het laatste gewerkte jaar
• Voorzichtige interpretatie!- Geen volledige weergave van algemene levensstandaard
(enkel pensioeninkomen)- Opgesteld voor theoretische typegevallen, wat niet
representatief is voor het totaal aantal gepensioneerden op moment van pensionering
=> eerder orde van grootte
Levensstandaard na pensionering: theoretische vervangingsratio (TRR)
plan.be
• Vervangingsratio’s voor typegevallen, berekend door FOD SZ voor Indicatoren subgroep van Social Protection Committee(SPC) voor EC (Open Methode van Coördinatie)
• « Basistype »: alleenstaande man in werknemersregeling die gedurende 40 jaar voltijds heeft gewerkt, de hele loopbaanhet gemiddelde brutoloon van het corresponderende jaarverdiende en op 65 jaar met pensioen gaat. Hij geniet ookeen aanvullende pensioen waarvoor vanaf 1992 bijdragenwerden gestort ten belope van 4,25% op het brutoloon. varianten, bijvoorbeeld met verschillen naar verloning(1) « laag inkomenstype »: gedurende hele loopbaan 66% van gemiddeld brutoloon(2) « hoog inkomenstype »: continu stijgend loon, van 100% in begin tot 200% van het brutoloon op het einde van de carrière
• Vervangingsratio’s in 2010 en 2050
Levensstandaard na pensionering: theoretische vervangingsratio (TRR)
plan.be
Basistype Laaginkomenstype
(66% gem Y)
Hooginkomenstype(100->200% gemY)
2010 2050 2010 2050 2010 2050
Bruto vervangingsratio 51,3% 52,7% 59,2% 62,2% 34,3% 26,4%
- 1ste pijler 46,0% 41,1% 53,8% 49,7% 29,7% 20,6%
- 2de pijler 5,4% 11,6% 5,4% 12,5% 4,6% 5,8%
Netto vervangingsratio 74,0% 75,8% 85,1% 88,4% 54,2% 41,9%
Levensstandaard na pensionering: theoretische vervangingsratio (TRR)
Theoretische vervangingsratio’s naar typegeval, voor pensionering in 2010 en 2050
Bron: FOD Sociale Zekerheid
plan.be
1) Stand van zaken armoederisico (op basis van relatievearmoededrempel van EU-SILC) • relatief hoog armoederisico bij 65-plussers nuanceren indien rekening wordt gehouden met woningbezit, met
“diepte” van armoede dalend verloop sinds 2005, o.a. door sterke verhogingen IGO (vaak
als aanvulling op pensioen) (vb +14% in december 2006), stijgingminimumrecht per loopbaanjaar en minimumpensioen bijzelfstandigen
=> kloof minima en relatieve armoededrempel op laagste pijl sinds2003
• optrekken IGO (“wettelijke” armoededrempel) tot armoededrempel? welke drempel? beperkingen drempel (vb time lag) welke equivalentieschaal?
Besluit: adequaatheid pensioenen minima en bijstand in strijd tegen armoede
plan.be
2) Vooruitzichten armoederisico bij gepensioneerden tot 2060 (op basis van microsimulatiemodel MIDAS – simulatie SCvV 2011)
• tot 2030: verdere daling van armoederisico omwille van: - stijgende activiteitsgraad vrouwen hogere pensioenen en vaker
een (hoger) arbeidsinkomen in gezinnen samengesteld uitgepensioneerde en werkende
- IGO voor alleenstaande boven MIDAS-armoededrempel
• tussen 2030-2050: stabilisatie armoederisico- voornamelijk armoederisico voor koppels met IGO
• 2050- 2060: toename armoederisico wegens minder sterkegroeihypothese voor IGO ten opzichte van lonen (“loskoppeling” van 0,5%)
Besluit: adequaatheid pensioenen minima en bijstand in strijd tegen armoede
plan.be
• Inkomensterugval op moment van pensionering is groter voor de types met hoge lonen en stijgende werknemerslonen aangezien:
- 1ste pijlerpensioen berekend is obv volledige loopbaan, dus ooklagere lonen uit begin van de loopbaan
- meer loopbaanjaren in de pensioenberekening aan de loongrenszullen worden gewaardeerd
- lage lonen worden opgetrokken tot het minimumrecht per loopbaanjaar (of optrekken pensioen tot minimumpensioen)
• Gunstig fiscaal regime zorgt voor hogere netto vervangingsratio’sdan bruto ratio’s
Besluit: adequaatheid pensioenen behoud van redelijke levensstandaard na pensionering