Sociale Economie - Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen · Lokale diensteneconomie - LDE Sociale...

35
Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen Dienst- verlening Lokale Besturen Tewerkstelling van kansengroepen Samenwerking met andere actoren

Transcript of Sociale Economie - Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen · Lokale diensteneconomie - LDE Sociale...

Sociale Economiein Zuid-Oost-Vlaanderen

dienst-verlening

Lokalebesturen

tewerkstellingvan

kansengroepen

Samenwerkingmet andere

actoren

1Sociale Economie in Zuid-Oost-VlaanderenSociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Deze brochure is een uitgave van het Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen (Resoc/Serr).

Het Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen (Resoc/Serr) werkt voor de 21 steden en gemeenten van de arrondissementen Aalst en Oudenaarde.

Een dynamische sociaal-economische ontwikkeling van het landelijk- en stedelijk gebied in Zuid-Oost-Vlaanderen, is de voortdurende opdracht van het Streekover-leg. Daarbij zoeken wij samen met de sociale partners en de verschillende overheden naar oplossingen voor regionale vraagstukken.

Het Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen (Resoc/Serr) brengt in een open overlegstructuur verschillende bestuursniveaus, sociale partners en derden samen en tracht een bijdrage te leveren aan breed overleg en samenwerking binnen de streek. Vanuit een gebiedsgerichte, voornamelijk sociale en economische aanpak wil het een onafhankelijk draagvlak vormen voor streekgebonden overleg, studie, advies en strategische projectontwikkeling en -opvolging.

Het Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen (Resoc/Serr) wil een consensus bereiken rond de sociaal-economische streekvisie en regionale dossiers met het oog op groeiende welvaart en welzijn voor Zuid-Oost-Vlaanderen.

Deze brochure werd samengesteld op basis van de gegevens van september 2009.Niettegenstaande de grote zorgvuldigheid die werd besteed aan de volledigheid en de betrouwbaarheid van de informatie opgenomen in deze brochure, kun-nen bepaalde gegevens ontbreken of verkeerd zijn voorgesteld. Wij wensen ons hiervoor oprecht te verontschuldigen. Graag zetten wij dit recht bij de eerstvol-gende actualisering van de brochure. Ook andere opmerkingen en suggesties zijn steeds welkom. U kan tevens de website www.socialeeconomie.be bezoeken die permanent geactualiseerd wordt.

U kan hiervoor contact opnemen met: Streekoverleg Zuid-Oost-VlaanderenKeizersplein 42 9300 AalstFons Wauters – 053 60 77 06 [email protected] Taelman – 053 60 77 09 [email protected]

Datum uitgave: oktober 2009

SOCIALE ECONOMIE in Zuid-Oost-Vlaanderen

VOORwOORd

HOOfdStuk1: kNELpuNtEN EN uItdAgINgEN VOOR ZuId-OOSt-VLAANdEREN

HOOfdStuk 2: dE MEERwAARdE VAN SOCIALE ECONOMIE VOOR ONZE REgIO

HOOfdStuk 3: LOkALE bEStuREN EN SOCIALE ECONOMIE3.1. Regierol van de lokale besturen3.2. Een eerste stap ‘De Dienstenwijzer’

HOOfdStuk 4: SOCIALE ECONOMIE EN ONdERStEuNENdE tEwERkStELLINgSMAAtREgELEN

A. Regelgeving en regionale invulling Activa Arbeidszorg Art. 60§7 – tewerkstelling door OCMW’s Beroepsinlevingsovereenkomsten (BIO-contracten) Beschutte Werkplaatsen Brugprojecten Individuele Beroepsopleiding (IBO) Invoegmaatregel Lokale diensteneconomie - LDE Sociale InschakelingsEconomie - SINE Sociale werkplaatsen WEP: werkervaringsplaatsen en leerwerkbedrijven

B. Overzichtstabel Tewerkstellingsmaatregelen Sociale Economie

HOOfdStuk 5: ALgEMEEN OVERkOEpELENdE REgELgEVINg SOCIALE ECONOMIE - OVERZICHt REgIONALE INVuLLINg

Coöperatieve vennootschap Sociale clausules Sociale Maribel

HOOfdStuk 6: OVERZICHt VAN dE CONtACtgEgEVENS VAN dE ORgANISAtIES EN HuIdIgE SAMENwERkINg MEt LOkALE bEStuREN.

A. Overzicht Regionale Sociale Economie InititatievenB. Overzichtstabel Diensten Sociale Economie Inititatieven

bIjLAgEN

INHOudStAfEL

3Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

VOORwOORd

Meer en meer krijgen de lokale besturen in Vlaanderen taken toegeschoven in het kader van tewerkstelling en uitbouw van de lokale arbeidsmarkt. Men spreekt hierbij over de regierol van de lokale besturen inzake de uitbouw van een lokaal werkgelegenheidsbeleid.

Zo is het ook voor de vaak kleine en landelijke steden, gemeenten en OCMW’s van Zuid-Oost-Vlaanderen. Die kleinere lokale besturen hebben vaak een minder sterk uitgebouwde administratie en dus niet altijd de mogelijkheid om de nodige aandacht te besteden aan de uitbouw van de regierol inzake de uitbouw van een lokaal werkgelegenheidsbeleid.

Om hieraan tegemoet te komen, werd door de Vlaamse overheid de mogelijkheid geboden om per Resoc/Serr-gebied een coördinator voor de begeleiding van de lokale besturen bij het opnemen van de regierol inzake de uitbouw van een lokaal werkgelegenheidsbeleid aan te stellen.

Binnen de werking van het Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen (Resoc/Serr) wordt echter al van bij de start ruim aandacht geschonken aan de ontwikkeling van de lokale werkgelegenheid in Zuid-Oost-Vlaanderen. Zo begeleidt Fons Wauters als stafmedewerker arbeidsmarktbeleid al jaren de lokale besturen en organisaties uit het maatschappelijke middenveld bij het ontwikkelen van sociaal-economische tewerkstellingsinitiatieven .

Dankzij de middelen die de Vlaamse overheid ons ter beschikking stelt, kunnen we nu een project opstarten om de sociale economie in onze regio nog sterker uit te bouwen vanuit de lokale besturen. Projectcoördinator Chris Taelman leidt het pro-ject met als voornaamste doelstelling ‘Strategisch Plan voor de Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen’ op te maken.

Als startpunt voor het project werd deze brochure ontwikkeld. In eerste instantie geeft deze brochure een overzicht van de belangrijkste tewerkstellings(ondersteunende) maatregelen waarvan de lokale besturen of de middenveldorganisaties gebruik kunnen maken bij de uitbouw van de sociale werkgelegenheid in onze regio.

Daarnaast wil deze brochure ook een foto bieden van hoe de sociale economie in onze regio is uitgebouwd anno 2009. Hierbij geven we bij de verschillende maatregelen naast een theoretische omschrijving ook weer hoe deze maatregel op heden wordt ingevuld in onze regio. Aan het einde van de brochure vind je een alfabetisch overzicht van alle organisaties die betrokken zijn bij de sociale econo-mie in onze regio.

We hopen alvast dat deze brochure u mag inspireren om mee te investeren in en bij te dragen aan de uitbouw van de sociale economie in onze regio.

wouter danckaert

RegiocoördinatorStreekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen (Resoc/Serr)

foto: Provincie Limburg

5Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

bEVOLkINg: (ZIE bIjLAgEN tAbEL 1 EN 2) � Jongeren: het arrondissement Oudenaarde scoort met jongeren wel beter dan

Vlaanderen en de provincie Oost-Vlaanderen terwijl Aalst beduidend minder jongeren telt met 20,8% van de bevolking.

� Beroepsactieve bevolking: op vlak van beroepsactieve bevolking beschikt het arrondissement Aalst over 60,9% beroepsactieven en Oudenaarde over 58,5%. Het Oost-Vlaamse en Vlaamse cijfer bedraagt respectievelijk 60,3% en 60,1%.

� Ouderen: voor de arrondissementen Aalst en Oudenaarde valt op dat ze met respectievelijk 18,4% en 18,8% in vergelijking met Vlaanderen (17,9%) een groter aandeel oudere (65 +) inwoners hebben.

� Interne vergrijzing: wanneer enkel de 60-plussers onder de loep worden geno-men, valt op dat ook hier Oudenaarde het hoogst scoort. 22,4% van de 60-plus-sers is ouder dan 80 jaar, in Aalst maken de 80-plussers net geen 20% van de 60-plussers uit. In Oost-Vlaanderen en Vlaanderen zijn respectievelijk 20,1% en 19,9% van de 60-plussers ouder dan 80 jaar.

SOCIO-ECONOMISCH: � De regio Zuid-Oost-Vlaanderen heeft een zeer lage werkgelegenheidsgraad.

Slechts 55% van de werkzame bevolking vindt werk in eigen regio tegenover een Vlaams gemiddelde van 68%. Voornamelijk het arrondissement Aalst heeft een zeer lage werkgelegenheidsgraad met slechts 49%. Het arr. Oudenaarde scoort beter met 60,8% maar toch lager dan Oost-Vlaanderen (63,8%) en beduidend lager dan Vlaanderen dat een werkgelegenheidsgraad heeft van 68,2%. (zie ook tabel 3 als bijlage)

� Binnen de groep van niet-werkende werkzoekenden is het aandeel van de laaggeschoolden en de ouderen voor onze regio ruim groter dan het Vlaamse gemiddelde. De jeugdwerkloosheid ligt iets lager dan het Vlaamse gemiddelde. Maar 18,6% werkzoekenden die jonger zijn dan 25 jaar is een te grote groep om hiervoor geen aandacht te hebben. Vooral de jeugdwerkloosheid bij de laaggeschoolde mannen is dit de laatste maanden sterk gestegen.

� De afbouw van de secundaire sector is een probleem omdat hierdoor de vraag naar laaggeschoolde arbeidskrachten ook sterk vermindert. In het arr. Oudenaarde biedt de secundaire sector met 34,7% nog veel werk (zie tabel 6) in vergelijking met de rest van Vlaanderen.

� De laatste tijd merken we in onze regio ook meer en meer een instroom van laaggeschoolde werkzoekenden, afkomstig uit het Brusselse of Wallonië en vaak eentalig Franssprekend. Zo kent 69% van de niet-werkende werkzoeken-den in Ronse geen of bijna geen Nederlands. Maar ook in Denderleeuw maakt deze groep 39% van de niet-werkende werkzoekenden uit.

� Kansengroepen binnen de niet-werkende werkzoekenden hebben vaak ook een beperkte mobiliteit, wat hun tewerkstellingskansen sterk verminderen. Dit komt nog sterker tot uiting in een landelijke regio als Zuid-Oost-Vlaanderen.

LOkALE bEStuREN: � De regio wordt gevormd door veelal kleinere gemeenten en lokale besturen.

Deze beschikken vaak over een beperkt ambtenarenkorps. Die ambtenaren worden steeds weer geconfronteerd met tal van nieuwe wetten, regels en verplichtingen vanuit de hogere overheden – een problematiek die ook door de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) regelmatig wordt aangeklaagd. Door de reglementitis van hogere overheden komen de adminis-traties van de lokale besturen er vaak niet toe om ook een antwoord te bieden op de sociaal-economische problemen in hun gemeente. Daarom is bovenlokale samenwerking in bepaalde projecten een grote uitdaging maar ook een grote opportuniteit voor de lokale besturen

� Het beleidsdomein lokaal werkgelegenheidsbeleid is relatief nieuw voor heel wat lokale besturen. Hierbij is nood aan deskundige ondersteuning.

� Het outsourcen van bepaalde diensten aan organisaties actief binnen de sociale economie is een relatief nieuw gegeven voor de lokale besturen maar biedt zeker heel wat voordelen. De noodzakelijke begeleiding en omkadering van de doelgroepwerknemers gebeurt hierbij vanuit de expertise en deskundigheid van die sociale economie-organisaties. Deze samenwerking dient ook bekeken te worden in het kader van het huidig financieel draagvlak van de gemeenten en steden.

knelpunten en uitdagingen voor Zuid-Oost-Vlaanderen

HOOfdStuk 1

In het Streekpact 2007-2013 dat begin 2009 werd voorgesteld werd het belang van een sterkere uitbouw van sociale economie in Zuid-Oost-

Vlaanderen reeds uitvoerig toegelicht.

Dit Streekpact is het product van ruim overleg met de sociale partners en de lokale besturen en van een grondige analyse van de

sociaal-economische situatie in onze regio.

Uit deze analyse stelden we vast dat Zuid-Oost-Vlaanderen het sociaal-economisch niet makkelijk heeft.

Wij herhalen hierbij de voornaamste conclusies uit het Streekpact.

foto: Beschuttende Werkplaatsen van Aalst

7Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

de meerwaarde van sociale economie voor onze regio

HOOfdStuk 2

Eén van de mogelijkheden om lokale tewerkstelling te realiseren is het ontwikke-len en versterken van de sociale economie.

Immers, de sociale economie zien we als de ideale opstap voor mensen uit de kansengroepen om ervaring op te doen, zelfvertrouwen en een gevoel van eigen-waarde te ontwikkelen en de nodige kennis en attitudes te verkrijgen om aan de slag te kunnen gaan in het reguliere economische circuit.

Voor de zwaksten kan de sociale economie een zinvolle tijdsbesteding betekenen waarbij ook zij hun rol opnemen in ons sociaal-economisch netwerk en daardoor hun steentje bijdragen in onze samenleving.

Verder vult de sociale economie ook nieuwe noden van particulieren, bedrijven en lokale besturen in. Zo vormt de sociale economie een belangrijke toegevoegde waarde aan het economische circuit. Denken we hierbij maar aan de initiatieven inzake poetshulp, strijkdiensten, inpakken, verzendingen klaarmaken, groenonder-houd,…

Het begrip “Sociale Economie” is een vlag die vele ladingen dekt.

Het is een containerbegrip dat van regio tot regio en van organisatie tot organisa-tie verschillend wordt omschreven.

Voor onszelf zijn volgende elementen de belangrijkste als we het hebben over sociale economie:

� het gaat over gesubsidieerde tewerkstelling � de omkadering en begeleiding van de doelgroepwerknemers is een belangrijk

gegeven � er is een grote diversiteit bij de doelgroepwerknemers en elk individu kent een

aantal specifieke problemen die zijn/haar intrede op de reguliere arbeidsmarkt bemoeilijkt

� de ‘dienstverlening‘ is een centraal gegeven bij de diverse projecten

De belangrijkste opportuniteiten van sociale economie op lokaal niveau zijn:

� taken uitbesteden door samenwerkingsovereenkomsten af te sluiten met des-kundige partners uit de sociale economie

� het aanbod aan dienstverlening aan de lokale bevolking uit te breiden � tewerkstelling creëren voor kansengroepen binnen de lokale entiteit

foto: Provincie Limburg

9Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

3.1. Regierol van de lokale besturenBinnen het brede domein van de werkgelegenheid heeft een lokaal bestuur ook een aantal bevoegdheden en mogelijkheden om een lokale regierol in te vullen en uit te voeren.

De Federale overheid neemt een beleidsondersteunende rol op, en de Vlaamse overheid staat in voor beleidscoördinatie. De VDAB is arbeidsmarktregisseur en zorgt voor de coördinatie van maatregelen en instrumenten, actoren, partner-schappen en netwerken.

Daarnaast kan/moet de lokale overheid, op basis van een beleidsvisie en door afstemming op en samenwerking met de andere arbeidsmarktactoren bijdragen tot een concreet lokaal werkgelegenheidsbeleid.

Binnen dit lokaal werkgelegenheidsbeleid zijn er ook mogelijkheden om sociale economie/lokale diensteneconomie een bevoorrechte plaats te geven.

wELkE ROLLEN kAN EEN LOkAAL bEStuuR INZAkE LOkAAL wERkgELEgENHEIdSbELEId OpNEMEN?beleidsbepalende rolDit is de rol die verband houdt met het uittekenen van beleidslijnen voor een lokaal beleid.

beleidsondersteunende rolDit is de rol die betrekking heeft op het creëren van condities, het faciliteren, het verstrekken van informatie en advies en het stimuleren van de vormgeving van het lokale beleid.

beleidscoördinerende rolDit is de rol die te maken heeft met sturing, coördinatie en afstemming.

beleidsuitvoerende rol Dit is de rol die verband houdt met de mate waarin lokale overheden zelf instaan voor de uitvoering van bepaalde aspecten van het lokale beleid, zelf actor zijn of zelf projecten uitvoeren.

Een duidelijke scheiding tussen actor en regisseur is belangrijk en geeft aan welke invulling men geeft aan deze beide rollen. Hieromtrent dienen lokaal duidelijke afspraken te worden gemaakt. De regiefunctie kan op diverse manieren ingevuld worden, maar kan niet losstaan van andere lokale actoren. Afstemming en overleg is een absolute noodzaak om resultaten te boeken. Een lokaal bestuur moet de regierol intern invulling geven binnen het eigen bestuur. Toch is het belangrijk ook extern, via beleidsnetwerken , andere actoren bij dit proces te betrekken. Het be-stuur kan de regierol lokaal invullen, binnen de gemeente, met betrokkenheid van de lokale actoren – gemeentebestuur, OCMW, PWA en lokale derden. Het is echter ook mogelijk om bepaalde aspecten of projecten vanuit een bovenlokaal niveau in te vullen of uit te werken. De diverse goed uitgevoerde stappenplannen zullen leiden tot een duidelijk ingevulde regierol van de lokale besturen.

Lokale besturen en Sociale Economie

HOOfdStuk 3foto: Provincie Limburg

10 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 11Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

3.2. Een eerste stap ‘de dienstenwijzer’Om invulling te geven aan die regierol is de invoering van de‘Dienstenwijzer’ een eerste stap en een noodzakelijk instrument.

dIENStENwIjZERwat?Het is belangrijk dat burgers gemakkelijk hun weg vinden in het aanbod aan diensten zoals kinderopvang, tuinonderhoud, klusjes, … De Vlaamse overheid ontwikkelde daarom de vernieuwde dienstenwijzer en stelt deze gratis ter beschik-king. Hierdoor vinden burgers in hun gemeente eenvoudig hun weg naar de voor hen geschikte diensten en krijgt het lokaal bestuur een beter overzicht van wat er leeft op vlak van sociale economie binnen hun gemeente en zorggebied van de werkwinkel.

De voorbije jaren zijn er immers veel projecten opgestart om allerlei aanvullende dienstverlening beter uit te bouwen. Deze spelen in op lokale noden en creëren tegelijkertijd tewerkstelling van moeilijk te plaatsen werkzoekenden. Het gaat hier bijvoorbeeld om diensten zoals aanvullende thuiszorg, sociale restaurants, boodschappendiensten,…

De dienstenwijzer laat de burger toe om op een zeer toegankelijke en gebruiks-vriendelijke manier het aanbod aan diensten te raadplegen. Om vraag en aanbod zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen, kan de gebruiker zoeken op regio en dienstencategorie.

Ook voor lokale overheden biedt de dienstenwijzer heel wat voordelen. Men ont-sluit immers het dienstenaanbod voor de burgers en bovendien behoudt men ook zelf ten allen tijde een goed overzicht van de sociale economie initiatieven in de eigen stad, gemeente of zorggebied.

welke diensten?Diensten die opgenomen worden in de dienstenwijzer moeten voldoen aan volgende criteria.

� Het moet gaan om diensten die kunnen aangevraagd worden door: y een particulier zowel voor een dienstverlening in de thuissituatie (bv. een

poetsdienst) als daarbuiten (bv. een sociaal restaurant)

y een (niet-) commerciële organisatie zowel voor een dienstverlening binnen de organisatie (bv. klaarzetten vergaderzalen), als daarbuiten (bv. woon-werkverkeer)

� Het moet gaan om diensten die: y tegemoet komen aan een behoefte van particulieren of (niet-) commerciële

organisaties, of inspelen op een behoefte die nu door het grijze of zwarte circuit opgenomen wordt

y een duidelijk aanvullend aanbod bieden op het reeds bestaande aanbod van de vrije markt

� Het moet gaan om diensten geleverd door: y niet-commerciële organisaties of commerciële organisaties, overheidsdien-

sten of particulieren die de filosofie van het charter voor de meerwaarden-economie respecteren

y Natuurlijke personen

� Het moet gaan om diensten die hierbij ook de tewerkstelling of het zinvol activeren van mensen beogen

OpvolgingDe dienstenwijzer functioneert voor het hele zorggebied van een Werkwinkel. Bin-nen elk zorggebied wordt er een dienstenwijzer-verantwoordelijke aangesteld. Hij of zij gaat na of de diensten voldoen aan de vooropgestelde criteria en ziet erop toe dat de gegevens in de dienstenwijzer steeds actueel zijn.

Meer info

Vlaams Subsidieagentschap voor werk en Sociale EconomieKoning Albert II-laan 35, bus 21 1050 Brussel

Contactpersoon:Patrick De Ridder tel.: 02 553 06 04 fax: 02 553 43 68 e-mail: [email protected]

www.werk.be/wg/socecontewerk/ www.dienstenwijzer.be

13Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Sociale economie en ondersteunende

tewerkstellingsmaatregelen

A. Regelgeving en regionale invullingOp de volgende pagina’s wordt een overzicht gegeven van specifieke

tewerkstellingsmaatregelen die betrekking kunnen hebben op organisaties of doelgroepwerknemers uit de sociale economie.

HOOfdStuk 4

ActivaA | REgELgEVINg:wat?Deze maatregel is een middel om de werkgelegenheidsgraad in het algemeen, en deze van de oudere werknemers (45-plussers) in het bijzonder te verhogen.

Zij bevordert de herinschakeling van werkzoekenden in het normale arbeidscircuit door de toekenning van:

� een vermindering van werkgeversbijdragen voor de RSZ � een geactiveerde werkloosheidsuitkering (werkuitkering genaamd) die de

werkgever in mindering kan brengen van het te betalen nettoloon. Deze uitke-ring wordt aan de werknemer betaald

wie kan gebruik maken van het activa-plan?Alle werkgevers uit de privé-sector komen in aanmerking. In de openbare sector komen volgende werkgevers in aanmerking wanneer ze werknemers contractueel in dienst nemen: de autonome overheidsbedrijven, de openbare kredietinstellin-gen, de openbare maatschappijen voor personenvervoer en de openbare uitzend-bureaus. Ook voor de indienstneming van contractueel personeel van de provin-cies, gemeenten en OCMW’s en van contractueel onderhouds-, administratief en ondersteunend personeel van de onderwijsinstellingen, kunnen de voordelen van dit plan worden toegekend. Voor uitzendkantoren is er een specifieke regelgeving voorzien.

welke verminderingen kent het activa-plan toe?De vermindering is afhankelijk van de leeftijd en van de duurtijd als ingeschreven werkzoekende – de periode van leefloontrekkende is een gelijkgestelde periode.Hierbij een overzicht in tabelvorm:Leeftijd werknemer duur inschrijving als werkzoekende RSZ-vermindering

bedrag en duurwerkuitkering bedrag en duur

jonger dan 25 jaar 12 maanden in 18 kalendermaanden 1.000 euro: kwartaal 1 tot 5 indien vol-tijds (en een bedrag in verhouding tot de prestatiebreuk indien niet voltijds)

Tijdens de maand van de indienstneming en de 15 volgende maanden 500 euro indien voltijds (en verhoudingsgewijze indien deeltijds)

ten minste 25 jaar, maar jonger dan 45 jaar

12 maanden in 18 kalendermaanden 1.000 euro: kwartaal 1 tot 5 indien vol-tijds (en een bedrag in verhouding tot de prestatiebreuk indien niet voltijds)

Geen

jonger dan 45 jaar 24 maanden in 36 kalendermaanden 1.000 euro: kwartaal 1 tot 9 indien vol-tijds (en een bedrag in verhouding tot de prestatiebreuk indien niet voltijds)

Tijdens de maand van de indienstneming en de 15 volgende maanden 500 euro indien voltijds (en verhoudingsgewijze indien deeltijds)

jonger dan 45 jaar 36 maanden in 54 kalendermaanden 1.000 euro: kwartaal 1 tot 9 400 EUR: kwartaal 10 tot 13 indien voltijds (en een bedrag in verhouding tot de prestatie-breuk indien niet voltijds)

Tijdens de maand van de indienstneming en de 23 volgende maanden 500 euro indien voltijds (en verhoudingsgewijze indien deeltijds)

jonger dan 45 jaar 60 maanden in 90 kalendermaanden 1.000 euro: kwartaal 1 tot 9 400 EUR: kwartaal 10 tot 21 indien voltijds (en een bedrag in verhouding tot de prestatie-breuk indien niet voltijds)

Tijdens de maand van de indienstneming en de 29 volgende maanden 500 euro indien voltijds (en verhoudingsgewijze indien deeltijds)

ten minste 45 jaar 6 maanden in 9 kalendermaanden 1.000 euro: kwartaal 1 tot 5 400 EUR: kwartaal 6 tot 21 indien voltijds (en een bedrag in verhouding tot de prestatie-breuk indien niet voltijds)

Geen

ten minste 45 jaar 12 maanden in 18 kalendermaanden 1.000 euro: kwartaal 1 tot 21 indien voltijds (en een bedrag in verhouding tot de prestatiebreuk indien niet voltijds)

Geen

ten minste 45 jaar 18 maanden in 27 kalendermaanden 1.000 euro: kwartaal 1 tot 21 indien voltijds (en een bedrag in verhouding tot de prestatiebreuk indien niet voltijds)

Tijdens de maand van de indienstneming en de 29 volgende maanden 500 EUR indien voltijds (en verhoudingsgewijze indien deeltijds)

foto: Provincie Limburg

14 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 15Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Meer info?http://www.rva.be

Dit is Federale regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:Gemiddeld aantal werknemers die een werkuitkering ontvangen in het kader van het activaplan – cijfers juni 2009.

gemeente gemiddeld aantal personen

Aalst 179

Brakel 30

Denderleeuw 45

Erpe-Mere 36

Geraardsbergen 99

Haaltert 42

Herzele 47

Horebeke 1

Kluisbergen 16

Kruishoutem 14

Lede 23

Lierde 10

Maarkedal 14

Ninove 107

Oudenaarde 58

Ronse 170

Sint-Lievens-Houtem 24

Wortegem-Petegem 9

Zingem 17

Zottegem 36

Zwalm 7

Arr. Aalst 652

Arr. Oudenaarde 346

Zuid-Oost-Vlaanderen 998

provincie 3.516

Vlaanderen 18.033

ArbeidszorgA | REgELgEVINg:wat?Arbeidszorg is bedoeld voor mensen die niet, nog niet of niet meer terechtkun-nen in het reguliere of beschermde arbeidscircuit. Arbeidszorg wil ook voor deze mensen het recht op arbeid waarborgen. Arbeidszorg biedt hen arbeidsmatige activiteiten aan in een werkomgeving die ofwel op productie ofwel op dienstverle-ning is gericht, en ondersteunt hen daarbij. Het gaat om vrijwillig onbetaald werk onder begeleiding.

Arbeidszorg brengt de latente functies van arbeid in hun bereik, en draagt zo bij tot het algemeen welzijn van deze arbeidszorgmedewerkers. Arbeidszorg bestaat in diverse sectoren: in de geestelijke gezondheidszorg, de zorg voor personen met een handicap, het algemeen welzijnswerk en de sociale en beschutte werkplaat-sen.

Voorbeelden van producten en diensten die de doelgroepmedewerkers in arbeids-zorginitiatieven afleveren: fietsen, speelgoed, biologische groenten, gerestaureer-de meubels, eenvoudige industriële producten, goedkope maaltijden, wenskaar-ten, exploitatie van een kinderboerderij, ophalen van tweedehandse kledij,...

welk soort contract?Arbeidszorg is een onbetaalde vorm van tewerkstelling van mensen die nood heb-ben aan en willen werken op maat, maar die niet (meer) of nog (niet) in het be-taalde circuit terecht kunnen. De persoon maakt wel kennis met het verrichten van arbeid op een gestructureerde manier binnen een arbeidsmatige omgeving, maar zonder dat hier de druk aanwezig is van een betaalde baan. In een ideale situatie vormt arbeidszorg een opstap naar betaalde arbeid. De arbeidszorgmedewerkers worden “tewerkgesteld” voor onbepaalde duur, maar dan met behoud van een uitkering en zonder arbeidscontract. In sommige gevallen wordt er wel een (vrijwilligers)vergoeding uitbetaald aan de arbeidszorgmedewerkers.

welke begeleiding krijgt de arbeidszorgmedewerker?Hoewel werken centraal staat binnen Arbeidszorg, is de zorg voor de persoon ook steeds zichtbaar aanwezig. De begeleiders in Arbeidszorg besteden dus niet enkel tijd aan werkbegeleiding maar hebben ook oog voor zorgbegeleiding.

In november 2001 werd het decreet inzake sociale werkplaatsen gewijzigd: arbeidszorg werd als functie ondergebracht in sociale werkplaatsen. Sociale werk-plaatsen die minstens een erkenning hebben voor 10 voltijdse arbeidsplaatsen kunnen een beroep doen op een omkaderingspremie voor de begeleiding van arbeidszorgmedewerkers. In april 2002 konden de sociale werkplaatsen een eerste maal ‘indienen’ op deze nieuwe regelgeving.

welke financiering is er voorzien voor arbeidszorg?Structurele middelen

Tot op heden zijn de middelen van de Vlaamse gemeenschap die worden toe-gekend aan de sociale werkplaatsen op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 14/12/01 (het oud systeem) de enige structurele middelen die direct voor arbeidszorg bedoeld zijn. Deze regeling legt geen restricties op wat betreft de doelgroep.

Daarnaast doen de sectoren gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg vaak beroep op indirecte structurele middelen bijvoorbeeld via dagcentra en mid-delen voor activering. Deze middelen zijn niet expliciet voor arbeidszorg bedoeld.

16 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 17Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

In de sector gehandicaptenzorg kunnen deze middelen bovendien niet ingezet worden voor doelgroepmedewerkers uit andere sectoren. We spreken daarom in deze gevallen van een indirecte financiering.

Deze middelen investeren in arbeidszorg betekent voor deze voorzieningen dat zij een keuze moeten maken tussen het organiseren van arbeidszorg of het aanbie-den van een ander activeringsaanbod. Arbeidszorg in de sector gehandicaptenzorg blijft, voor wat betreft financiering, bovendien afgesloten voor personen die niet erkend zijn als persoon met een handicap.

Het VAPH voorziet eveneens structurele middelen voor de erkenning “begeleid werken”, dit vanuit een omzetting van de middelen voor dagcentra.

tijdelijke middelen

Het overgrote gedeelte van het huidige arbeidszorgaanbod wordt dus gefinan-cierd met tijdelijke of projectmatige middelen via lokale of provinciale overheden en OCMW’s. Dit is echter bijzonder wisselvallig en afhankelijk van het (politieke) beleid van deze overheden.

Bovendien gaat het hier in grote mate over aanvullende subsidiëring waarmee een lokale of provinciale overheid eigen accenten wil leggen en/of specifieke thema’s of doelgroepen wil ondersteunen.

De financiering van arbeidszorg binnen het meerbanenplan, die een gedeelte van de huidige directe financiering voor arbeidszorg uitmaakt, vinden we eveneens hier terug.

De middelen werden intussen voor het derde jaar op rij verlengd, maar het blijven voorlopig nog steeds tijdelijke middelen én voor een beperkte doelgroep.

Meer info?www.socialeeconomie.be www.werk.be

Dit is Vlaamse regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:

Hierbij beperken we ons enkel tot de gegevens in verband met de sociale en beschutte werkplaatsen.

ORgANISAtIE ACtIVItEIt AANtAL pLAAtSEN

De Kringwinkel ’t Vierkant / Geraardsbergen Sorteren en/of verkoop van kledij, afwassen prullaria, monteren en demonteren van meubelen, herstellen van fietsen,…

16 personen

Sociale Werkplaats De Loods Vzw – Aalst Ophalen zwerfvuil 21 personen

Vzw Grijkoort – Werkplaats - Ronse Groenbeheer en ophalen zwerfvuil 16 personen

OCMw - ARt. 60§7 en verhoogde staatstoelageA | REgELgEVINg:wat?Deze maatregel is een sociale tewerkstellingsmaatregel waarbij het OCMW als werkgever optreedt. De doelstelling van deze tewerkstellingsvorm is minimaal de werkervaring van de betrokkene te bevorderen. Daarnaast wil men via deze maatregel de betrokkene voldoende arbeidsdagen laten werken om het volledige voordeel van bepaalde sociale uitkeringen te verkrijgen. Het OCMW is werkgever en betaalt het loon. Personen kunnen gedetacheerd worden naar gemeenten, verenigingen zonder winstoogmerk of intercommunales met een sociaal, cultureel of ecologisch doel, vennootschappen met een sociaal oogmerk, een ander OCMW, een openbaar ziekenhuis, erkende sociale economieprojecten of een privé-werk-gever.

welk soort contract?De duur van het contract is afhankelijk van de leeftijd: Jonger dan 36 jaar = 1 jaar (312 dagen) Tussen 36 en 50 jaar = 1,5 jaar (468 dagen) Ouder dan 50 jaar = 2 jaar (624 dagen)

Voor welke personen?Deze maatregel is voor leefloontrekkers die ingeschreven zijn in het vreemdelin-gen- of bevolkingsregister. Het gaat om personen die wegens gebrek aan arbeids-dagen niet gerechtigd zijn op sociale uitkeringen.

welke financiële tussenkomst is er voorzien?Het OCMW ontvangt voor de duur van de tewerkstelling een toelage vanwege de Federale overheid. Het OCMW geniet als werkgever van een vrijstelling van werk-geversbijdragen. Er zijn verschillende tussenkomsten:

wat toelage van de federale staat

art 60§7 hoogste barema leefloon (met gezinslast €948.74/maand)

art 60§7 – 25 jarigen hoogste barema leefloon (met gezinslast €948.74/maand) X 125 %

art 60§7 bij privé–werkgever werkgever betaalt maandelijks een tussenkomst brutomaandloon (+kosten)-hoogste barema leefloon (met gezinslast €948.74/maand) op basis van samenwerkingsovereenkomst

art 60§7 bij privé–werkgever -25 jarigen werkgever betaalt maandelijks een tussenkomst brutomaandloon (+kosten)-125 % van hoogste barema leefloon (met gezinslast €948.74)

art 61 loonsubsidie (bedrag niet wettelijk bepaald) en/of omkaderings- en opleidingspremie (=samenwerkingsovereenkomst van OCMW met privéonderneming /tot max €250 gedurende 12 maanden in een periode van 24 maanden). Premie kan ontvangen worden door OCMW, privéWG of derde (wie de begeleiding doet)

18 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 19Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

VERHOOgdE StAAtStOELAgE:Met deze maatregel worden leefloners en gerechtigden op financiële hulp in dienst genomen door een OCMW. Het OCMW kan deze werknemers dan ter be-schikking stellen aan een sociaal economie-initiatief. Indien de terbeschikkingstelling gebeurt aan een erkend sociaal economie-initiatief ontvangt het OCMW een verhoogde toelage van de Federale staat. Het bedrag van de verhoogde staatstoelage art. 60§7 bedraagt voor 2009 maximum 22.663,65 euro/jaar. (= maximum jaarlijks brutoloon)

Erkende sociale economieprojecten zijn:

� invoegbedrijven � sociale werkplaatsen � sociale verhuurkantoren � kringloopcentra � lokale diensteneconomie-initiatieven � sociale huisvestingsmaatschappijen.

Elk jaar, normaal in januari, krijgen de OCMW’s de mogelijkheid om een bepaald contingent verhoogde staatstoelage aan te vragen.

Meer info?www.vvsg.be

Dit is Federale regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:toegekend contingent in 2009 verhoogde staatstoelage art. 60§7

OCMw AANtAL

Aalst 20Brakel 2Denderleeuw 0Erpe-Mere 2Geraardsbergen 8Haaltert 0Herzele 6Horebeke 0Kluisbergen 2Kruishoutem 0Lede 0Lierde 3Maarkedal 0Ninove 6Oudenaarde 7Ronse 17Sint-Lievens-Houtem 0Wortegem-Petegem 3Zingem 1Zottegem 2Zwalm 1totaal 80

Bovendien heeft elk OCMW een aantal mensen die tijdelijk tewerkgesteld worden als art. 60§7 om in regel te komen voor sociale uitkeringen. Gemiddeld gaat het hier over 130 à 150 personen in de regio Zuid-Oost-Vlaanderen.

beroepsinlevingsovereenkomsten/ bIO-contractenA | REgELgEVINg:wat?De beroepsinlevingsovereenkomst wordt in artikel 104 van de programmawet van 2 augustus 2002 gedefinieerd als zijnde de overeenkomst waarbij een persoon, stagiair genoemd, in het kader van zijn opleiding kennis of vaardigheden verwerft bij een werkgever door het uitvoeren van arbeidsprestaties.

In tegenstelling tot de arbeidsovereenkomst is het voorwerp van deze overeen-komst niet het leveren van arbeidsprestaties tegen loon in een band van onderge-schiktheid ten overstaan van een werkgever, maar wel de opleiding, namelijk het leren van praktische vaardigheden door zich “in te leven” in het ondernemingsle-ven en door taken uit te voeren die kunnen opgenomen worden in het productie-proces van de onderneming.

welk soort contract?Het gaat hier om een stageovereenkomst in ondernemingen of lokale besturen die vrijwillig gesloten wordt door een werkgever en een persoon die zich wenst te vormen of praktische ervaring wenst te verwerven.

Er dient een schriftelijke overeenkomst opgesteld zijn tegen het tijdstip van de aanvang van de uitvoering van de stage, waarin de beroepsinlevingsovereenkomst voor iedere werknemer individueel wordt vastgesteld.

Hierbij dienen minimum volgende zaken opgenomen te worden:

� de plaats van uitvoering van de overeenkomst � het voorwerp en de duur van de beroepsinlevingsovereenkomst � de dagelijkse en wekelijkse duur van aanwezigheid in de onderneming � de overeengekomen vergoeding of de berekeningswijze en -basis � de wijze waarop een einde kan worden gemaakt aan de beroepsinlevingsover-

eenkomst

welke vergoeding is er voorzien voor de jongere? De berekeningen gaan uit van 9 maand opleiding/schooljaar.

Vergoeding leerwerker (22,5u / wEEk) – index 12/2008

Leeftijd Maximum 50% van het gewaarborgd minimum maandinkomen van 899,03 euro (100%)

bruto per maand (aan index 140,02%)

bruto jaarloon (9 maand) + vakantiegeld (+/-100 euro)

15 jaar 50% x 64% = 444,00 euro 4.096,00 euro

16 jaar 50% x 70% = 485,70 euro 4.471,30 euro

17 jaar 50% x 76% = 527,30 euro 4.845,70 euro

18 jaar 50% x 82% = 568,90 euro 5.220,10 euro

19 jaar 50% x 88% = 610,50 euro 5.594,50 euro

20 jaar 50% x 94% = 652,20 euro 5.969,80 euro

21 jaar en ouder 50% x 100% = 693,80 euro 5.969,80 euro

20 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 21Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Opmerkingen:

� Er is RSZ-vrijstelling tot het 4e kwartaal van het jaar waarin de jongere 18 jaar wordt

� de jongere krijgt een leervergoeding, geen loon � extra voordelen die worden toegekend zijn voorwerp van een aparte beslissing

van het schepencollege

welke financiële tussenkomst is er voorzien voor de lokale besturen?Door de RVA kan er een opleidingspremie uitbetaald worden van maximaal 500 euro/schooljaar mits een aantal voorwaarden voldaan zijn. Daarnaast is er ook een tussenkomst voorzien van 1,25 euro/uur voor de opleidingsverstrekker. Voor een opleiding van 9 maanden is dit dus maximaal 1.012,50 euro.

Hierbij een overzicht van wat de maximale kost is voor de lokale besturen voor een opleidingstraject van 9 maanden, rekening houdend met de eventuele tussenkomsten die voorzien zijn.

bruto opleidingskost (9 maand) rekening houdend met de maximale inkomsten

Leeftijd

15 jaar 2.583,50 euro

16 jaar 2.958,80 euro

17 jaar 3.333,20 euro

18 jaar 3.707,60 euro

19 jaar 4.082,00 euro

20 jaar 4.457,30 euro

21 jaar en ouder 4.457,30 euro

Voor welke personen/werkzoekenden?De beroepsinlevingsovereenkomsten worden vaak toegepast om jongeren die deeltijds onderwijs volgen een soort opleidingstraject aan te bieden dat gekop-peld is aan de beroepsspecifieke schoolopleiding die zij volgen. De jongeren uit het deeltijds onderwijs lopen normaal twee dagen school in combinatie met drie dagen werken per week. Er zijn echter heel wat jongeren die niet ten volle arbeidsmarktrijp zijn. Het volgen van een opleiding binnen een beroepsinlevingsovereenkomst is een van de moge-lijkheden om de jongeren beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt.

Meer info?www.meta.fgov.be

Dit is Federale regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:gemeente Aantal bio-contractenAalst 6Lede 2Totaal 8

beschutte werkplaatsenA | REgELgEVINg:wat?Een beschutte werkplaats is in de eerste plaats een tewerkstellingsplaats voor alle werkwillige personen met een arbeidshandicap die tijdelijk of definitief niet in het normaal economisch circuit terecht kunnen, waarbij personen met een handicap de prioritaire doelgroep vormen. De beschutte werkplaatsen dienen ernaar te streven om in de eerste plaats de beschikbare arbeidsplaatsen toe te wijzen aan personen met een handicap, met specifieke aandacht voor de zwakke werk-nemers. Uiteindelijk doel van de beschutte werkplaats is de tewerkstelling van personen met een arbeidshandicap met het oog op hun verbeterde integratie in de maatschappij. De arbeid staat dus centraal.

welk soort contract?Beschutte werkplaatsen moeten nuttig en lonend werk aanbieden aan hun doelgroepwerknemers. De doelgroepwerknemers krijgen een arbeidscontract en verdienen dus minstens het gewaarborgde minimum maandinkomen.

welke begeleiding krijgt de werknemer/werkzoekende?Het gaat dus om personen die het verste staan van de arbeidsmarkt en de minste tewerkstellingskansen hebben. Zij hebben nood aan ondersteuning op de werkvloer. Het ondersteund werken en de werkplaats op maat laat hen toe een beroepsactiviteit uit te oefenen in overeenstemming met hun capaciteiten. Zij kun-nen zich ook vervolmaken op professioneel vlak. De werknemers met een arbeidshandicap worden in de beschutte werkplaats begeleid en ondersteund door omkaderingspersoneel.

wie kan een aanvraag doen tot oprichting van een beschutte werkplaats?Meerdere besluiten van de Vlaamse regering hebben betrekking op de werking van de beschutte werkplaatsen. Enkel VZW’s of intercommunales kunnen erkend worden.

Vooreerst is er het besluit van 17 december 1999 (met latere wijzigingen) dat de erkenningsvoorwaarden van de beschutte werkplaatsen vastlegt. Sinds de wijzigin-gen in 2006 beslist het Vlaams Subsidieagentschap Werk en Sociale Economie over de erkenning, en niet meer het Vlaams Fonds.

Op 15 december 2000 werd een besluit over de kwaliteitszorg in de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap aangenomen.

Voor welke werkzoekenden?De beschutte werkplaatsen stellen bij voorrang personen met een arbeidshandicap tewerk:

� Vanaf 1 oktober 2008 is het enkel de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) die instaat voor de voorwaardelijke of onvoorwaar-delijk toeleiding naar beschutte werkplaatsen

� ook personen met een arbeidshandicap met een voorwaardelijke (in de tijd) toeleiding vanuit de VDAB naar het Normaal Economisch Circuit (NEC) kunnen, zij het tijdelijk voor productietaken onder bepaalde voorwaarden tewerkgesteld worden in een beschutte werkplaats

22 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 23Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

welke financiering is er voorzien voor de beschutte werkplaatsen?Het besluit van 19 december 1996 (met latere wijzigingen) regelt de subsidie-regeling van het loon en de sociale lasten van de werknemers in de beschutte werkplaatsen die erkend zijn door het Vlaams Fonds voor sociale integratie van personen met een handicap.

De belangrijkste subsidie is de tegemoetkoming in het loon en de sociale lasten van de werknemers met een handicap. Dit is een forfaitaire loonsubsidie: per gepresteerd of gelijkgesteld uur van een persoon met een handicap wordt een for-faitair bedrag toegekend. Dit bedraagt op 1/1/2009 7,54 euro/u. Hiernaast wordt een bijkomende subsidie toegekend voor de tewerkstelling van zwakke werkne-mers, ten bedrage van 1,93 euro/u (1/1/2009). Sinds juni 2007 ontvangt elke BW ook een tegemoetkoming voor de stijging van het gewaarborgd gemiddeld mini-mum maaninkomen (GGMMI). Deze bijdrage dient de meerkost die gepaard gaat met de stijging van het GGMMI van april 2007 en van oktober 2008 te dekken. Deze stijgingen - van telkens 25 euro - zijn het gevolg van het Interprofessioneel Akkoord (IPA) 2007-2008.

De omkadering wordt op basis van het aantal tewerkgestelde doelgroeparbeiders bepaald. Er worden monitoren, bedienden, maatschappelijke assistenten, leiders, assistent-leiders en personeelsleden ‘economische uitdagingen’ gesubsidieerd. Per functie is er een vastgelegd jaarbedrag. De praktijk leert ons dat deze subsidie nog geen 25% van de effectieve loonkost van de omkadering dekt.

Tot slot voorziet de VIPA-reglementering (Vlaams Infrastructuurfonds voor Per-sooonsgebonden Aangelegenheden) in een mogelijke subsidiëring van inves-teringen in onroerende goederen. Deze toelage is beperkt per BW (10m² per doelgroepwerknemer). Daarnaast wordt slechts 275 euro per m² gesubsidieerd. De ingebouwde beperkingen leiden ertoe dat slechts een beperkt aantal BW nog beroep kunnen doen op deze middelen.

Meer info?www.socialeeconomie.be www.vlab.be www.werk.be/wg/socecontewerk/beschutte

Dit is Vlaamse regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:Organisatie Activiteit doelgroepwns. Omkadering Opmerkingen

Aarova - Oudenaarde TextieldrukConfectie van slaap- en keukenlinnenUitwerkTapijtloonwerkMontageGelegenheidswerk

217,87 VTE / 244 personen

32,85 VTE / 34 personen

Arcor – Ronse Toelevering aan bedrijven en organisaties 86VTE / 92 personen 14 VTE – 4 valide voorwerkers

Ook tewerkstelling van art. 60, gesco en activa

Beschutte Werkplaats – Aalst VerpakkingMontageKwaliteitscontroleVerzorgen van mailingsWikkelenBedrukken van onregelmatige oppervlakken

124,58 VTE – 131 Personen

16 VTE

De Dagmoed - Geraardsbergen Verpakken, herconditioneren, stickerenElectromontageMontage fietsen / wielenTextiel

48 VTE 8 VTE

Beschutte Werkplaats - Zottegem Montage van plastic en metalen componen-ten, verpakking onder krimpfolie, stickerenToeleverancier van draad- en kabelbomenRepair- en loadingcenter voor betaalterminalsGroenbeheer

189 VTE – 194 personen

PmH 14 VTEValiden 35,5 VTE – 36 personen

brugprojectenA | REgELgEVINg:wat?Het brugproject is een soort opleidingstraject. Doelstelling van het brugproject is de kansen op reguliere tewerkstelling te verhogen door bij de jongere die werk-attitudes te versterken en aan te scherpen die noodzakelijk zijn om een reguliere arbeidsplaats te verwerven of te behouden, door middel van een sterk begeleide zinvolle werkervaring in een ondersteunende werkomgeving.

welk soort contract?De jongere, de organisator van het brugproject, het CDO, sluiten een oplei-dingsovereenkomst af. Het opleidingstraject bestaat uit maximum 800 effectief gepresteerde uren, al dan niet onderbroken en al dan niet schooljaaroverstijgend, gedurende 20u/week, gespreid over 3 weekdagen. De organisator garandeert individuele begeleiding van de jongere op de werkvloer.

wie kan een aanvraag doen tot organisatie van een brugproject?Dit is steeds een derde organisatie met rechtspersoonlijkheid - VZW , OCMW, gemeentebestuur – die bereid is om netoverschrijdend en structureel volledig onafhankelijk te werken van de Centra Deeltijds Onderwijs. Deze heeft de vrijheid om met een geëigende methodiek op een creatieve wijze de doelstelling van het opleidingstraject te realiseren, waarbij de finaliteit gericht moet blijven op te-werkstelling. De aanvraag tot organisatie van een brugproject dient elk jaar in juni hernieuwd te worden. Het is de Dienst Beroepsopleiding (DBO) van het Vlaams Departement Onderwijs en Vorming die de aanvragen afhandelt en de nodige erkenning verleent.

Voor welke werkzoekenden?De brugprojecten zijn uitsluitend voorbehouden voor jongeren die deeltijds on-derwijs volgen. Hierbij wordt een opleidingstraject aangeboden dat, bij voorkeur, gekoppeld is aan de beroepsspecifieke schoolopleiding die zij volgen. De jongeren uit het deeltijds onderwijs lopen normaal twee dagen school in combinatie met drie dagen werken, per week.Er zijn echter heel wat jongeren die niet ten volle arbeidsmarktrijp zijn. Het volgen van een brugproject is één van de mogelijkheden om de jongeren meer arbeids-marktrijp te maken.

welke financiering is er voorzien voor de brugprojecten?De ESF-middelen voor de organisator bedragen:

� voor de openbare sector 6,20 euro per effectief gepresteerd uur � voor de private sector 6,95 euro per effectief gepresteerd uur

Van deze vergoedingen betaalt de organisator aan de jongere maandelijks een vergoeding berekend a rato van 3,40 euro per werkelijk gepresteerd uur.

Meer info?www.ond.vlaanderen.be/DBO/projecten/projecten_alternerend%20leren_brug.htmDit is Vlaamse regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:Hierbij het toegekend maximum contingent voor de regio Zuid-Oost-Vlaanderen voor het schooljaar 2009 – 2010:Indien het aantal leerlingen deeltijds onderwijs hetzelfde blijft als vorig schooljaar is dit toegekend contingent wellicht onvoldoende.

Organisatie Aantal urenOCMW Aalst 9.500 urenOCMW Ninove 2.800 urenProjectencentrum Don Bosco 11.200 urenVZW Ter Muren / Aalst 3.300 urentotaal 26.800 uren

24 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 25Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Individuele beroepsopleiding - IbOA | REgELgEVINg:wat is dat?Een IBO is een Individuele Beroepsopleiding op de werkvloer. Gedurende de IBO krijg je training en opleiding op een bepaalde werkplek. De duurtijd wordt bepaald door VDAB, in overleg met de cursist en de werkgever.

Om de duurtijd te bepalen houdt VDAB rekening met: � wat de werkzoekende moet kennen/kunnen voor de functie

(het competentieprofiel van de vacature) � de kennis, vaardigheden en attitudes van de werkzoekende

(competentieprofiel), � het opleidingsplan van de werkgever

Tijdens de IBO is het arbeidsreglement van het bedrijf waar de IBO plaatsvindt van toepassing. De werkgever doet het nodige inzake verzekeringen arbeidsongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid.

welk soort contract?Een Individuele Beroepsopleiding (IBO) is een opleidingscontract. De opleiding kan minimum 1 en maximum 6 maanden duren. In uitzonderlijke gevallen kan dit 12 maanden zijn. Na het opleidingscontract dient de werkgever een arbeidscontract voor onbepaalde duur te geven. Eens het arbeidscontract getekend is, geldt er een bepaalde bescherming tegen ontslag voor de duurtijd die gelijk is aan de duurtijd van de IBO. De werkgever of werkzoekende kan de IBO niet éénzijdig stopzetten. Het IBO- contract kan enkel met goedkeuring van de VDAB worden stopgezet. Als er problemen zijn, wordt er best contact genomen met de IBO-consulent (VDAB). Deze zal bemiddelen tussen de werkzoekende en de werkgever.

wie kan een IbO aanvragen?Een IBO is mogelijk voor alle werkgevers uit de private of openbare sector. Ook voor VZW’s.Het is steeds de VDAB die beslist of er een IBO mogelijk is of niet.

Voor welke werkzoekende?De volgende werkzoekenden kunnen instappen in een IBO-contract:

� uitkeringsgerechtigde werklozen � niet-uitkeringsgerechtigde werklozen � leefloongerechtigden � schoolverlaters � deeltijds leerplichtigen (voorwaarde is dat er drie dagen/week IBO is) � vreemdelingen met een geldige verblijfsvergunning en arbeidskaart � deeltijdse werknemers

De kandidaat voor een IBO moet voldoen aan volgende voorwaarden: � ingeschreven zijn als niet-werkend werkzoekende bij VDAB � de vorige job niet zelf hebben opgezegd om de IBO te starten � niet eerder gewerkt hebben in dezelfde onderneming in dezelfde functie. (Uit-

zondering: max. 14 dagen via interim onmiddellijk vóór de start van de IBO) � beschikken over een geldige verblijfsvergunning en arbeidskaart (indien van

toepassing). De verplichtingen in het kader van de inburgering mogen door de IBO niet in het gedrang komen

Het inkomen tijdens een IBO benadert een normaal loon en bestaat uit twee delen:

� een vervangingsinkomen (werkloosheidsuitkering, leefloon, compensatiever-goeding of opleidingsuitkering) en

� een productiviteitspremie. Men kan de premie zelf berekenen via de website van VDAB.

De twee bedragen samen zijn, in de laatste IBO-maand, ongeveer gelijk aan het loon dat de werkgever dient te betalen op het moment van de indiensttreding als werknemer.

Daarnaast heeft men recht op dezelfde verplaatsingsvergoeding als de gewone werknemers in het bedrijf.

Meer info?http://vdab.be/ibo/

Dit is Vlaamse regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:In augustus 2009 waren er in totaal 226 IBO’s lopende in de regio Zuid-Oost-Vlaan-deren. Hiervan zijn er 25 beëindigd met gunstig gevolg, 1 stopgezet met positief advies en 3 IBO’s ongunstig stopgezet.

Hoeft het nog vermeld dat de economische conjunctuur een sterke in vloed heeft op het aantal IBO’s.

Naar kansengroepen toe is er op het totaal van de 226 volgende participatie: � 17 allochtonen � 6 ouderen (+ 50 jaar) � 86 laaggeschoolden (maximum diploma lager secundair onderwijs) � 14 arbeidsgehandicapten

26 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 27Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

InvoegmaatregelA | REgELgEVINg:wat?De invoegmaatregel ondersteunt ondernemingen bij het aanwerven van laag-geschoolde, gemotiveerde arbeidskrachten om zo duurzame tewerkstelling te genereren.

Voor welke werkgevers?Elke commerciële onderneming kan een aanvraag in dienen om erkend te worden als invoegbedrijf.

de volgende erkenningsvoorwaarden gelden:De onderneming:

� is een handelsvennootschap met tewerkstelling in het Vlaamse Gewest � is financieel rendabel zonder achterstallige belastingen of bijdragen aan RSZ � zorgt voor begeleiding en opleiding van de invoegwerknemer(s) � incorporeert het maatschappelijk verantwoord ondernemen in de bedrijfsstrate-

gie (groeipad) en bevordert het medezeggenschap van de werknemers � houdt haar tewerkstelling op peil: de tewerkstelling van invoegwerknemer(s)

betreft bijkomende arbeidskrachten � leeft de wettelijke en reglementaire bepalingen en de collectieve arbeidsover-

eenkomsten na m.b.t. het uitoefenen van haar activiteitDe erkenning wordt verleend voor 8 jaar. Eénmaal erkend als invoegbedrijf, ver-bindt de onderneming zich tot:

� het aanwerven van de 1ste invoegwerknemer binnen de 6 maand na de erken-ningsbeslissing door de bevoegde minister

� het vermijden van marktverstorende prijszetting � het handhaven van het aantal voltijds equivalente invoegwerknemers gedu-

rende 4 jaar, tenzij dit de economische leefbaarheid van de onderneming in het gedrang brengt

� het verzorgen van de nodige rapportage

welke financiële tussenkomst is er voorzien voor de werkgever?Onderstaande tabel geeft aan tot welke categorie de onderneming behoort. Van zodra één van de criteria overschreden wordt, behoort de onderneming tot een volgende categorie:

Micro klein Middelgroot groot

Tewerkstelling ≤ 10 10 - 49 50 - 249 > 249Totale omzet ≤ 2 milj. euro ≤ 10 milj. euro ≤ 50 milj. euro > 50 milj. euroBalanstotaal ≤ 2 milj. euro ≤ 10 milj. euro ≤ 43 milj. euro > 43 milj. euro

Eénmaal erkend als invoegbedrijf ontvangt de onderneming een loonsubsidie ge-durende 2 jaar. De subsidie bedraagt onderstaand percentage van het referteloon/jaarbasis:

jaar Micro klein Middelgroot groot

Jaar 1 50% 50% 42.5 % 35 %Jaar 2 30% 30% 22.5% 15%

wie kan aangeworven worden als invoegwerknemer?De VDAB bepaalt welke arbeidskrachten, arbeiders of bedienden, in aanmerking komen als invoegwerknemer:

doelgroep diploma periode inactiviteit (1) periode inactiviteit verlengbaar na aanwerving door invoegbedrijf

< 50 jaar max HSO > 12 mnd + 6 mnd IBO+ 2 mnd uitzend

> 50 jaar max HSO > 6 mnd gelijkgesteld met max 6 mnd IBO / uitzendkracht in toekomstig of erkend invoegbedrijf

leefloon, OCMW max HSO > 6 mndarbeidshandicap (2) n.v.t. > 6 mnd + 6 mnd IBO

+ 2 mnd uitzenddeeltijds lerenden BSO n.v.t. 1 dag

(1) aan inactiviteit gelijkgestelde periodes: � onderbrekende tewerkstelling met een samengevoegde duur van

maximum 4 maanden � individuele beroepsopleiding (IBO) � tewerkstelling in sociale of beschutte werkplaats, in werkervaringsproject

of als art. 60 � tewerkstelling van minder dan 1 jaar als invoegwerknemer

(2) werkzoekenden met een arbeidshandicap zijn als dusdanig geregistreerd bij de bevoegde instanties: ex-leerlingen van het Buitengewoon Secundair Onderwijs, personen met een handicap of met een gedeeltelijke of zeer beperkte geschikt-heid

welke ondersteuning is er voorzien bij de opmaak van het aanvraagdossier invoeg?De Punt begeleidt de onderneming voor, tijdens en na de erkenning als invoegbe-drijf via:

� een basistraject aan kostprijs 250,00 euro (exclusief BTW): y het opmaken, het superviseren en het indienen van het

subsidiedossier met ondernemingsplan (financieel, personeel, duurzaam ondernemen, …)

y het opvolgen van de doorlooptijd van het subsidiedossier tot en met de erkenningsbeslissing door de bevoegde minister

� een optioneel nazorgtraject aan kostprijs 2.250,00 euro (exclusief BTW) gedu-rende 3 jaar, eenmaal de onderneming erkend is als invoegbedrijf: y aanpak op maat van de onderneming y advies bij het werven van laaggeschoolde, gemotiveerde arbeidskrachten y informatie over andere tewerkstellingsbevorderende maatregelen y SWOT-analyse y administratieve ondersteuning y …

Meer info?www.werk.be www.depunt.be

Dit is Vlaamse regelgeving

28 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 29Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

b | REgIONALE INVuLLINg:Erkende invoegbedrijven in Zuid-Oost-Vlaanderen:

Chocolatier Hermes – Ronse Kruisbeton De Sloovere – Kruishoutem

Clean Contractors – Aalst (Erembodegem) Manu Mail – Erpe-Mere

Colmar – Oudenaarde R&L Boddin – Ronse

De Troyer (Visbedrijf) – Lede (Oordegem) Tell-Id – Ronse

Euro Trans Clean - Herzele (Sint Lievens Essene) T-Palm Elbo – Erpe-Mere

Gastenverblijf Steenhuyse – Oudenaarde Vanderhaegen Eeckhout (Landbouwbedrijf) - Horebeke

de regioverantwoordelijke voor Zuid-Oost-Vlaanderen:Stef Ampe • bedrijfsadviseur • 055/31 99 14 • [email protected] Bezoekadres (enkel op afspraak): Bruul 2, 9600 Ronse

Lokale diensteneconomie - LdEA | REgELgEVINg:wat?Lokale Diensteneconomie beoogt een koppeling van de invulling van lokale noden aan lokale werkgelegenheid voor mensen die moeilijk hun weg vinden naar de arbeidsmarkt. Door demografische en socio-economische ontwikkelingen, ontstaan er talrijke behoeften waaraan momenteel niet of onvoldoende wordt tegemoet-gekomen. Lokale diensteneconomie biedt hierop een antwoord. Deze diensten kunnen verleend worden in individuele en collectieve dienstverlening zoals:

� aanvullende thuiszorg � buurtgerichte kinderopvang � vervoer- en boodschappendiensten � energiesnoeiers � het uitbaten van een fietsenstalling � sociale restaurants � groen- en buurtonderhoud � onderhoud van fiets- en wandelpaden � buurtsport

Via deze dienstverlening wordt er duurzame tewerkstelling gecreëerd voor per-sonen uit kansengroepen. De werknemers worden intensief begeleid zodat de kwaliteit van de dienstverlening gewaarborgd is. Verder is ook het participatieve karakter van de lokale diensten uniek: niet alleen de klanten en de buurtbewo-ners worden nauw betrokken bij de dienstverlening, ook de werknemers krijgen inspraak. De dienstverlening is vaak gericht naar een minder gegoed publiek, waardoor de prijzen kunnen variëren naargelang het inkomen van de klant. Het is belangrijk dat deze diensten niet-marktverstorend zijn. Initiatieven in de lokale diensteneconomie moeten aanvullend zijn ten aanzien van het bestaande reguliere dienstenaanbod zowel wat betreft hun specificiteit als hun kostprijs én toegankelijkheid. Een initiatief lokale diensteneconomie moet volgens het decreet aan volgende inhoudelijke voorwaarden voldoen:

� bijkomende tewerkstelling creëren � maximaal inspanningen leveren om kansengroepen aan te werven en gelijk-

waardige kansen te bieden in de organisatie � garanties bieden inzake kwaliteit van de arbeid voor kansengroepen met het

perspectief op duurzaamheid, waarbij bij de organisatie van het werk rekening wordt gehouden met de behoeften van de werknemers

� stimuleren en bevorderen van doorstroom- en doorgroeimogelijkheden � ingebed zijn in het lokale socio-economische weefsel � aanvullend zijn ten opzichte van het reeds bestaande aanbod � een kwaliteitsvolle en toegankelijke dienstverlening verstrekken � aandacht hebben voor milieuzorg � als sui-generis afdeling werkzaam zijn ingeval de organisatie nog andere activi-

teiten heeft dan die in het kader van de lokale diensteneconomie

welk soort contract?Het kan gaan om contracten van bepaalde of onbepaalde duur.

welke begeleiding krijgt de werknemer/werkzoekende?Tot 10 laaggeschoolde werknemers is er voorzien in een omkaderingsfinanciering van 12.239,97 euro/VTE/jaar. Per bijkomende werknemer ontvangt men 10% van dat bedrag. Het is wel duidelijk dat er binnen het project voldoende aandacht moet zijn voor de nodige begeleiding en omkadering van de doelgroepwerknemers.

30 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 31Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

wie kan een aanvraag doen tot erkenning projecten lokale diensteneconomie?Het is de Vlaamse regering die bepaalt wanneer en door wie er projecten kunnen ingediend worden. Men maakt onderscheid tussen gesloten en open oproepen:

Open oproepen: bij deze oproepen is er enkel subsidies voorzien vanuit het departement Sociale Economie.

Gesloten oproepen: voor deze oproepen is er naast de subsidiering vanuit Sociale Economie ook subsidies voorzien vanuit het domein waartoe het project zich richt. Dit kan gaan over welzijn, sport, toerisme, milieu,….

welke subsidiering wordt er voorzien?De loonsubsidiering vanuit het Departement Sociale Economie is een vast gegeven. Er wordt geen financiering van werkingsmiddelen voorzien vanuit dit departement. Voor elke VTE doelgroepwerknemer die wordt aangeworven is er een loonsubsidie van 8.159,98 euro/jaar. Elk erkend project bekomt ook automatisch de SINE-erkenning (zie ook SINE-maatregel).

Voor welke werkzoekenden?Enkel doelgroepwerknemers die bijkomend aangeworven worden, komen in aan-merking voor subsidie. Een doelgroepwerknemer mag max. een diploma HSO heb-ben en moet minstens één jaar ingeschreven zijn bij de VDAB als niet-werkende werkzoekende. Ook leefloongerechtigden en gerechtigden op financiële maatschappelijke hulp komen in aanmerking voor subsidie.

welke financiering is er voorzien voor de lokale diensteneconomie?klaverbladmodel als uitgangspunt voor financiering

De ‘win’ van deze diensten situeert zich hierdoor niet alleen op verschillende vlak-ken maar vaak ook binnen verschillende beleidsdomeinen. Vertrekkende van het principe dat een gedeelde verantwoordelijkheid een gedeelde kost met zich mee-brengt, heeft de Vlaamse overheid voor de uitbouw van deze diensten gekozen voor een model van klaverbladfinanciering. Dit betekent concreet dat de verschil-lende belanghebbenden bijdragen in functie van de eigen baten.

� de Vlaamse overheid geeft vanuit het beleidsdomein sociale economie een tus-senkomst voor de begeleiding van de werknemers en de participatieve manier van werken

� de Federale overheid komt tussen voor rendementsverlies � de dienstverlenende overheid en/of de klant betalen voor de dienstverlening � tenslotte wordt er een bijdrage verwacht vanuit de belendende sectoren en be-

leidsdomeinen. Dit klaverbladmodel is een dynamisch gegeven en wordt naar gelang de aard van de dienstverlening anders ingevuld. Op dit moment zijn er al structurele klaverbladen in het kader van aanvullende thuishulp, occasionele en flexibele kinderopvang, groenjobs, MINA-werkers, toerisme, huisvesting, buurtsport en lijnspotters

Meer info?www.socialeeconomie.be www.sst.be www.werk.be www.lokalediensteneconomie.be

Dit is Vlaamse regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:Overzicht lokale diensteneconomieOrganisatie Opstartdatum Activiteit doelgroepwns. Omkadering Opmerkingen

Buurtsport Aalst Najaar 2009 Laagdrempelig buurtgericht aanbod aan sport- en vrijetijdsactiviteiten creëren voor jongeren uit kansarme groepen of buurten.

3,2 VTE – 4 personen 1 VTE Ook cofinanciering van Vlaams Departement Sport voor 49.200 euro/jaar

Buurtweb Aalst 16/01/2003 � Het verkleinen van de digitale kloof: via de uitbouw van een lokale voorziening toegankelijk maken van ICT voor de buurt en haar bewoners.

� Het bevorderen/creëren van werkgelegenheid voor risicogroepen

� Het versterken van de sociale cohesie in de wijk

1 VTE 1 VTE Cofinanciering van Stad Aalst 23.100 euro/jaar

CV Dewaco Werkerswelzijn - Aalst

Najaar 2009 Huisbewaarder sociale huisvestingsmaat-schappij

1 VTE 1 VTE

De Nieuwe Haard CVBA - Ronse

Najaar 2009 Huisbewaarder sociale huisvestingsmaat-schappij

1 VTE ( nog aan te werven)

1 VTE

Geraardsbergen - stad 01/01/2009 Klusjesdienst 1 VTE 1VTE Cofinanciering van stad – 1.500 euro / jaar en PWA – 1.500 euro / jaarKlantenbijdrage van 9,05 euro / uur

Grijkoort Begeleid Werk - Ronse

02/2002 Sociaal Restaurant / traiteursdienst 4 VTE 1 VTE Cofinanciering van Stad Ronse.Ook projectsubsidies van leader

VZW Goed Wonen 11/2008 Uitvoeren van energiescans op vraag van lokale besturen

5 VTE 1 VTE Cofinanciering van lokale besturen van 45.310 euro voor 2009 en 2010Ook projectsubsidies van Leader

Groep INTRO - Ronse 10/2006 Interventieteam- uitvoeren van kleine klus-sen en renovatie bij particulieren

6 VTE 1,5 VTE Cofinanciering van Stad Ronse van 80.000 euro/ jaar.Tewerkstelling van 1 art.60

Huize Roborst - Zwalm (bejaardentehuis)

04/2009 Aanbieden van betaalbare warme middag-malen voor 60+ers uit Zwalm en omgeving

1VTE – 2 personen 1 VTE Er is een erkenning voor 2 VTE. doelgroepwnms.Projectfinanciering van Leader

Duimelot en Oogappel - Stad Aalst

01/09/2008 Occasionele en flexibele kinderopvang – 0 tot 12 jaar

2 VTE 1 VTE Onder toezicht van Kind en Gezin

Kinderverblijf Koningin Fabiola - Ronse

01/11/2007 Occasionele en flexibele – 0 tot 12 jaar kinderopvang

1 VTE 0,33 VTE

Kinderverblijf Koningin Fabiola - Ronse

06/11/2006 Occasionele kinderopvang – 0 tot 3 jaar 2 VTE Geen

LandschapsbeheerVlaamse Ardennen

03/2008 Onderhoud van recreatieve routes 3 VTE 0,5 VTE Er wordt een pakket van uren gekocht door lokale besturen of andere organisaties

OCMW Aalst 30/06/2009 Minder mobielencentrale anex boodschap-pendienst

2 VTE 1 VTE OCMW cofinanciering van 64.000 euro

OCMW Erpe-Mere- ‘Uw klusjesdienst’

16/03/2009 Uitvoeren van kleine klusjes bij bejaarden, personen met een handicap, langdurig zie-ken en personen met een laag inkomen

1 VTE LDE1 VTE Sine1 VTE art. 60

1 VTE Ook projectfinanciering van leaderIntergemeentelijk samenwer-kingsverband met de OCMW’s van Haaltert en Denderleeuw

OCMW Geraardsbergen 1/11/2008 Logistieke hulp en aanvullende thuiszorg 1 VTE 1 VTE Cofinanciering vanuit Vlaande-ren/welzijn

OCMW Oudenaarde 07/2008 Sociaal restaurant ‘De Pelikaan’ - bediening van warme maaltijden en belegde broodjes

1 VTE 1 VTE

Steunpunt Welzijn - Aalst

30/03/2009 D-mail: Omzetten van e-mailberichten naar papieren berichten en omgekeerd op vraag van organisaties. Uitsluiting van bepaalde groepen tegen te gaan.

1 VTE 1 VTE Cofinanciering van OCMW Aalst – 25.000 euro/jaar.

32 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 33Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Sociale InschakelingsEconomie - SINEA | REgELgEVINg:wat?De maatregel “Sociale Inschakelingseconomie”, afgekort SINE, bevordert- dankzij het actieve gebruik van de werkloosheidsuitkeringen- de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen in sociale economieprojecten.

De werkgever die de voordelen van SINE wenst te genieten, moet voorafgaandelijk een attest bekomen dat verklaart dat hij wel degelijk onder het toepassingsgebied van SINE valt. Een kopie van dit attest wordt door de werkgever overgemaakt aan de werknemer die het bij zijn aanvraag om een herinschakelingsuitkering voegt.

Dit attest kan aangevraagd worden bij de Federale Overheidsdienst Werkgelegen-heid, Arbeid en Sociaal Overleg : Ernest Blerotstraat 1 te 1070 Brussel. Tel.: 02 233 41 11 (algemeen oproepnummer) Fax: 02 233 44 88 (algemeen faxnummer) E-mail: [email protected]

welk soort contract?Het kan gaan om zowel contracten van bepaalde als onbepaalde duur. Maar het is wel zo dat enkel specifieke organisaties of werkgevers in aanmerking komen om het SINE-voordeel te genieten.

welke werkgevers komen in aanmerking? � de sociale en beschutte werkplaatsen � de invoegbedrijven � de vennootschappen met sociaal oogmerk � de sociale verhuurkantoren (Vlaams Gewest) � de sociale huisvestingsmaatschappijen (Vlaams Gewest) � de OCMW’s die erkende sociale-inschakelingsinitiatieven

of projecten organiseren � de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen � de werkgevers die erkende projecten lokale diensten economie organiseren

welke voordelen houden de SINE-maatregelen in?RSZ-vermindering:

De doelgroepvermindering bedraagt 1000 euro per kwartaal en per SINE- werknemer. Deze RSZ-bijdragevermindering komt bovenop de structurele vermin-dering en de lagelonenvermindering.

Loonkosttoelage:

De loonkosttoelage bedraagt maximaal: � bij voltijdse tewerkstelling: 500 euro/kalendermaand � bij deeltijdse tewerkstelling: evenredig gedeelte van 500 euro/kalendermaand,

vermenigvuldigd met een factor 1,5 (ter aanmoediging van deeltijdse tewerk-stellingen) en beperkt tot maximum 500 euro/kalendermaand

De periode waarin een RSZ-bijdragevermindering en een loonkosttoelage kan worden verkregen is afhankelijk van:

� de leeftijd van de aangeworven werknemer � de duur van de “inactiviteits”-periode die aan de tewerkstelling voorafging � de evaluatie door de VDAB of BGDA tijdens de tewerkstelling

Voor 45-jarigen zijn de voordelen beperkt in de tijd, voor +45-jarigen worden de voordelen voor onbepaalde duur toegekend.

welke werkzoekenden komen in aanmerking:Drie categorieën werknemers komen in aanmerking voor de SINE-maatregel:

� volledig uitkeringsgerechtigde werkzoekenden � gerechtigden op maatschappelijke integratie (leefloners) � gerechtigden op financiële maatschappelijke hulp (dit zijn de vreemdelingen,

ingeschreven in het vreemdelingenregister, die omwille van hun nationaliteit geen aanspraak kunnen maken op het recht op maatschappelijke integratie en gerechtigd zijn op financiële maatschappelijke hulp)

De kandidaat SINE-werknemers: � mogen géén diploma van het hoger secundair onderwijs hebben � moeten een zeker verleden van “inactiviteit” achter de rug hebben

werkzoekenden:

Voor de werkzoekende jonger dan 45 jaar dient men ten minste: � 312 dagen werkloosheids- of wachtuitkeringen genoten of gelijkgestelde dagen

bewijzen (zesdagenstelsel), in de loop van de maand van de indiensttreding en de 18 kalendermaanden daaraan voorafgaan

� 624 dagen werkloosheids- of wachtuitkeringen genoten hebben of gelijkge-stelde dagen bewijzen (zesdagenstelsel), in de loop van de maand van de indiensttreding en de 36 kalendermaanden daaraan voorafgaand

Voor de werkzoekende die 45 jaar is of ouder: � Ten minste 156 dagen werkloosheids- of wachtuitkeringen genoten hebben

(zesdagenstelsel) of gelijkgestelde dagen bewijzen, in de loop van de maand van de indiensttreding en de 9 kalendermaanden daaraan voorafgaand

Leefloners en OCMw-cliënteel:

Indien jonger dan 45 jaar dient men ten minste: � 156 dagen gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie of financiële maat-

schappelijke hulp( zesdagenstelsel) in de loop van de maand van de indienst-treding en de 9 kalendermaanden daaraan voorafgaan

� 312 dagen gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie of financiële maat-schappelijke hulp( zesdagenstelsel) in de loop van de maand van de indienst-treding en de 18 kalendermaanden daaraan voorafgaan

Indien 45 jaar of ouder: � 156 dagen gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie of financiële maat-

schappelijke hulp( zesdagenstelsel) in de loop van de maand van de indienst-treding en de 9 kalendermaanden daaraan voorafgaan

Meer info?www.werk.be www.rva.be www.meta.fgov.be

Dit is Federale regelgeving

34 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 35Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

b | REgIONALE INVuLLINg:De SINE-maatregel is bij sociale economieprojecten goed gekend en frequent ge-bruikt. Bij OCMW’s merken we soms dat deze nalaten om voor bepaalde projecten dit aan te vragen en ook effectief toe te passen. OCMW’s moeten erkenning vragen voor bepaalde deelprojecten van hun werking en kunnen geen globale aanvraag doen. PWA’s en de door Vlaanderen erkende projecten lokale diensteneconomie bekomen automatisch een SINE-erkenning. Een gemeente- of stadsbestuur kan nooit een Sine-erkenning bekomen.

SINE: tabel van erkende werkgevers op 15 juli 2009type werkgever bedrijf Adres gemeente postcode Beschutte werkplaats Beschermde Werkplaatsen Zottegem Smalleweg, 7 Zottegem B 9620Beschutte werkplaats Aarova De Bruwaan, 45 (Industriepark) Ooike (Oudenaarde) B 9700Beschutte werkplaats De Dagmoed Dagmoedstraat, 107 Geraardsbergen B 9500Beschutte werkplaats Beschuttende Werkplaats van Aalst Industriepark - Wijngaardveld, 7 Aalst B 9300Beschutte werkplaats Arcor Ninovestraat 106 Ronse B 9600Inschakelingsbedrijf Stad Ninove afdeling: Selectieve Inzameling Centrumlaan, 100 Ninove B 9400Inschakelingsbedrijf VZW Landschapsbeheer Vlaamse Ardennen De Biesestraat, 5 Ronse B 9600Inschakelingsbedrijf CLEAN CONTRACTORS NV Ninovesteenweg, 190 Erembodegem B 9320OCMW Geraardsbergen Kattestraat, 27 Geraardsbergen B 9500OCMW Zottegem Deinsbekestraat, 23 Zottegem B 9620OCMW Oudenaarde Sint-Walburgastraat, 9 Oudenaarde B 9700Sociale werkplaats Kringloopwinkel Vlaamse Ardennen Vanhovestraat, 14 Ronse B 9600Sociale werkplaats OPSET Wijnveld, 251 Sinaai B 9112Sociale werkplaats ‘T Vierkant Oude Kaai, 11 Ninove B 9400Sociale werkplaats Grijkoort - Werkplaats Stationsstraat, 3 Kluisbergen B 9690Sociale werkplaats Sociale Werkplaats De Loods A. Nichelsstraat, 14 Aalst B 9300

Sociale werkplaatsenA | REgELgEVINg:wat?Sociale werkplaatsen hebben als doel permanente gesubsidieerde tewerkstelling voor de (meest) achtergestelde werkzoekenden. Het gaat om mensen die zeer moeilijk inzetbaar zijn op de reguliere arbeidsmarkt omdat ze door een cumulatie van persoons- en omgevingsgebonden factoren geen arbeidsplaats in het reguliere arbeidscircuit kunnen verwerven of behouden.Het beleid van de sociale werkplaatsen is gebaseerd op bedrijfseconomische elementen en een visie over de begeleidingsaanpak en maatschappelijke meer-waarde zowel voor de doelgroepen, de organisatie, de overheid als de maatschap-pij zelf.Sinds 1999 werden een honderdtal vzw’s erkend als sociale werkplaats. De secto-ren die het meest vertegenwoordigd zijn binnen de sociale werkplaatsen zijn de kringloopcentra (ongeveer 1/3 van de erkenningen en arbeidsplaatsen) en degene met als activiteit natuur- en groenonderhoud (ongeveer 30% van de erkenningen en 20% van de arbeidsplaatsen).

welk soort contract?De doelgroepwerknemers hebben, in principe, een contract van onbepaalde duur.

welke begeleiding krijgt de werknemer/werkzoekende?De doelgroepwerknemers hebben een hoge nood aan werkvloergerichte bege-leiding en ondersteuning. Ook hier is het uiteindelijke doel van de tewerkstelling een verbeterde integratie in de maatschappij en is doorstroom naar de reguliere economie beperkt. Per contingent van 5 doelgroepwerknemers is 1 VTE omkade-ringspersoneel voorzien.

wie kan een aanvraag doen tot oprichting van een sociale werkplaats?Enkel specifiek hiertoe opgerichte vzw’s kunnen als sociale werkplaats erkend worden. Het indienen van een aanvraag is echter niet altijd mogelijk en hangt af van het beschikbare budget. Wanneer dit wel mogelijk is, wordt een oproep bekend gemaakt.

De voorbije jaren werden geen nieuwe sociale werkplaatsen meer erkend. Alleen uitbreiding van de bestaande was mogelijk bij de specifieke oproepen.

Voor welke werkzoekenden?De doelgroepwerknemers zijn werkzoekenden die:

� minimum 5 jaar inactief zijn � laaggeschoold zijn � fysieke, psychische of sociale beperkingen hebben

(armoede, daklozen, schulden, ex-gedetineerden)

36 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 37Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

welke financiering is er voorzien voor de sociale werkplaatsen?Indien sociale werkplaatsen voldoen aan de gereglementeerde vereisten, kunnen zij subsidies krijgen voor de nodige omkadering en een premie voor de tewerkstel-ling van de doelgroepwerknemers.

De volgende Vlaamse subsidiering is voorzien (index 10/2008): � loonpremie doelgroepwerknemer voor jaar 1 en 2: 18.492,76 euro � loonpremie doelgroepwerknemer vanaf jaar 3: 16.643,48 euro � loonpremie omkaderingspersoneel: 15.603,75 euro

Meer info?www.socialeeconomie.be www.sst.be www.werk.be

Dit is Vlaamse regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:Overzicht sociale werkplaatsen Swp:

Organisatie Opstartdatum Activiteit doelgroepwns. Omkadering OpmerkingenDe Kringwinkel ’t Vierkant / Geraardsbergen

12/2005 Kringloopwinkel / hergebruikcentrum SWP – 36 VTEArt. 60 – 2,5 VTE

13,1 VYE – 15 personen

De KringwinkelVlaamse Ardennen Sociale Werkplaats VZW

24 juni 1999 Kringloopwinkel SWP 28 VTE – 32 personenArt. 60 – 9 VTE

7 VTE Er zijn 3 locaties – Oudenaarde, Ronse en Zottegem

Opset Vzw – Aalst 01/05/2009 Onkruidbestrijding en groenbeheer SWP -5 VTE 1 VTE

Sociale Werkplaats De Loods Vzw – Aalst

30/12/1998 Bioboerderij, tuinonderhoud, klus en karwei en sociaal restaurant

SWP – 52 VTE en 54 personenArt. 60- 18 VTE

15 VTE – 19 personen

Er woren ook nog 5 VTE SWP ter beschikking gesteld van het project ‘ De Fietserij : Kringloopwinkel Aalst

Vzw Grijkoort – Werkplaats - Ronse

22/02/1990 Groenbeheer en renovatie SWP – 55 VTEArt. 60 – 8 VTE

16,7 VTE – 21 personen

werkervaringsplaatsen en leerwerkbedrijven

A | REgELgEVINg: wat?Het stelsel van werkervaring wil voor langdurig werkzoekenden een brug slaan tussen een periode van werkloosheid en de stap naar het reguliere bedrijfsle-ven. En dit door het aanbieden van opleiding en begeleiding op de werkvloer en versterking van de generieke competenties van de werkzoekende met het oog op uitstroom.

welk soort contract?Een werkervaringstraject duurt 12 maanden, maar kan ook beperkt worden tot 6 maanden of verlengd tot 18 maanden naargelang de noden van de werkzoekende.Dit kan voltijds, 4/5 of halftijds zijn.

welke begeleiding krijgt de werknemer/werkzoekende?Werkervaring is een schakel in de trajectwerking naar werk. De finale doelstelling is uitstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Iedere deelnemer aan het werkerva-ringsprogramma krijgt een evenwaardige begeleiding ongeacht de organisatie waar de werkervaring plaatsvindt. Dat betekent een algemene vorming (ICT, Nederlands), een kwalitatieve begelei-ding op de werkvloer, een attest van verworven competenties, een sollicitatietrai-ning en tenslotte een actieve bemiddeling naar een reguliere job. De werkzoekenden krijgen ook, na afloop van hun werkervaring, zes maanden individuele nazorg. Deze individuele nazorg door een vertrouwde begeleider moet ervoor zorgen dat meer mensen hun reguliere job behouden.

Het stelsel van de werkervaring bestaat uit twee modules die gelijktijdig lopen: een werkervaringsmodule en een inschakelingsmodule.De werkervaringsmodule omvat een leerwerkervaring op één of meer werkplek-ken. De inschakelingsmodule, die complementair is met de werkervaringmodule, is gericht op de versterking van de generieke competenties van de werkzoekende met het oog op uitstroom naar werk. Deze module wordt verzorgd door het leer-werkbedrijf. Deze module moet zorgen voor een meer en betere uistroom naar de reguliere arbeidsmarkt.

Om erkend te worden als leerwerkbedrijf dient men te voldoen aan een aantal voorwaarden:

� houder zijn van een kwaliteitslabel � samenwerkingsovereenkomsten afsluiten met weppromotoren � een divers aanbod van externe werkplekken (sectoren en werkgevers) hebben � beschikken over een netwerk van reguliere bedrijven om de nodige doorstroom

te bereiken � instroom van de zwakste kandidaat-werkzoekenden die de grootste afstand

hebben tot de arbeidsmarkt � minimum eigen erkende werkervaringsplaatsen hebben en maximum 40

externe werkervaringsplaatsen begeleiden � know-how en ervaring inzake competetentieversterking van kansengroepen � beschikken over voldoende kennis inzake human resourcesbeleid � het leerwerkbedrijf dient ondergebracht te worden in een aparte sui generis

agentschap (afdeling)

wie kan een werkervaringsplaats aanvragen?Werkervaringspromotoren behoren tot de niet-commerciële sector (VZW’s) en tot de (lokale )overheden.

38 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 39Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Voor welke werkzoekenden?Werkzoekenden zijn bij de start van het werkervaringsproject 24 maanden uit-keringsgerechtigd werkloos of ingeschreven als niet-werkende werkzoekenden. Periodes van ziekte, beroepsongeschiktheid,... kunnen gelijkgesteld worden.Ook gerechtigden van leefloners of gerechtigden op maatschappelijke hulp komen in aanmerking voor deze maatregel wanneer ze 1 jaar ingeschreven zijn als werk-zoekende.

welke financiering is er voorzien voor de werkervaringspromotor?De financiering gebeurt gedeeltelijk door een activering van de werkloosheidsuit-kering of het leefloon (federale middelen). De financiering van werkzoekenden die geen werkloosheidsuitkering of leefloon ontvangen gebeurt via het gesco-stelsel (Vlaamse middelen). De totale loonpremie op jaarbasis bedraagt maximaal (index 01/01/2009):

� 8.950 euro bij een tewerkstelling die minstens halftijds is � 14.320 euro bij minstens een vier vijfde tewerkstelling � 17.900 euro bij een voltijdse tewerkstelling

Daarnaast kunnen werkervaringspromotoren ook nog een financiering bekomen voor de omkadering.

wanneer en hoe aan te vragen?Het is de Vlaamse regering die beslist wanneer de volgende uitbreidingsronde zal gebeuren.

Meer info?www.werk.be/wg/socecontewerk/wep www.werk.be

Dit is Vlaamse regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:Toegekend contingent werkervaringsplaatsen voor de regio Zuid-Oost-Vlaanderen:

promotor gemeente VtEWoon- en Zorgcentrum Sint-Vincentius Erpe-Mere 1,5Provincie Oost-Vlaanderen Gent 4,8Gemeentebestuur Ronse Ronse 5Gemeentebestuur Geraardsbergen Geraardsbergen 3De Blokkendoos Oudenaarde 1Dienstencentrum Mariaheem - Ter Wilgen Zwalm 6Groep INTRO - regio Zuid-Oost-Vlaanderen Sint-Niklaas 30Heuvelheem Lede 1,6Krinloopcentrum Teleshop Aalst 53Rustoord Sint-Jozef Haaltert 4,5Steunpunt Welzijn Aalst 6Solidariteit voor het Gezin Gent 4Sint-Jozefscollege Internaat Aalst 1Ter Eecken Oudenaarde 1Thuishulp Brussel 1Home Vijvens Kruishoutem 2Grijkoort - Begeleid Werk Kluisbergen 10Landschapsbeheer Vlaamse Ardennen Ronse 5OCMW Herzele Herzele 4OCMW Aalst Aalst 3OCMW Denderleeuw Denderleeuw 3Gemeentebestuur Aalst Aalst 14Gemeentebestuur Brakel Brakel 2Gemeentebestuur Erpe-Mere Erpe-Mere 8Gemeentebestuur Herzele Herzele 3tOtAAL 177,4

In 2008 was er een algemene oproep om werkervaringspromotor te worden. Er is eind 2008 een contingent van 177,4 VTE toegekend aan de regio Zuid-Oost- Vlaanderen. Op 30 juni 2009 waren er hiervan 175,4 VTE ingevuld.

Op Vlaams niveau zijn er 2.597,6 VTE werkervaringsplaatsen erkend.Voor de regio Zuid-Oost-Vlaanderen zijn er 177,4 VTE erkend of 6,82%.

Voor de regio Zuid-Oost-Vlaanderen zijn er 2 leerwerkbedrijven erkend: � Samenwerkingsverband Grijkoort en Groep Intro � De Kringwinkel Teleshop VZW

Hierbij vindt u ook iets meer informatie over De Kringwinkel Teleshop VZW. Zij zijn veruit de grootste weppromotor en tevens leerwerkbedrijf, maar geen sociale werkplaats.Opgestart op datum van 3/12/1992Soort activiteit Kringloopcentrum / Strijkerij / Fietserij / Energiesnoeiers

Aantal doelgroepwerknemers VTE / personen 55 wep-plus

Aantal omkadering 20

Andere (art. 60,…..) 12 art 60 - 2 energiesnoeiers

Lokale cofinanciering van wie / hoeveel op jaarbasis Stad Aalst voor Fietserij

Andere financiering Tewerkstelling Vlaanderen (wep-plus) Tonnagevergoeding van de gemeenten van ons werkingsgebied.

Opmerkingen/aanvullingenOrganisaties zoals Strijkerij, Energiesnoeiers en de Kringwinkel streven naar zoveel mogelijk doorstroming naar vaste tewerkstelling binnen de eigen organisatie. Voor de energiesnoeiers is een aanvraag lokale diensteneconomie lopende.

40 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 41Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Activa Arbeidszorg Artikel 60§7 bio-contracten beschutte werkplaatsen brugprojecten

wat Maatregel om NWWZ terug in te schakelen in het reguliere arbeidscircuit

Invulling van de waarborg van het recht op arbeid voor diegenen die zowel in het reguliere als beschermde circuit niet meer terecht kunnen

Maatregel voor leefloontrekkers die wegens een gebrek aan arbeidsdagen niet gerechtigd zijn op sociale uitkeringen

De jongere (stagiair) sluit een overeenkomst met een werkgever door arbeidsprestaties te verrichten kennis en vaardigheden op te doen

Tewerkstellingsplaats voor alle werkwillige personen met een arbeidshandicap waarbij personen met een handicap de prioritaire doelgroep vormen

Opleidingstraject voor jongeren met als doel werkattitudes versterken om de kansen op tewerkstelling op de reguliere arbeidsmarkt versterken

financiering � Een verminderde RSZ-bijdrage voor de werkgever

� Werkuitkering voor de werknemer die de werkgever in mindering van het nettoloon kan brengen

Geen éénduidige financiering � Middelen toegekend door de Vlaamse regering aan sociale werkplaatsen

� Afhankelijk van het politieke beleid: lokale of provinciale middelen

� Toelage van de Federale overheid � Vrijstelling van werkgeversbijdragen

� RSZ-vrijstelling tot het 4de kwartaal waarin de jongere 18 jaar wordt

� Eventueel extra lokale voordelen

� Forfetaire loonsubsidie voor elk gepres-teerd of gelijkgesteld uur

� Tegemoetkoming voor de stijging van het gewaarborgd gemiddeld minimum inkomen

� Bijkomende subsidie voor tewerkstelling van zwakke werknemers

ESF-financiering per gepresteerd uur

doelgroep � NWWZ die afhankelijk van leeftijd x-aantal maanden werkzoekende zijn binnen een bepaalde periode

Mensen die niet (meer) terecht kunnen in het reguliere of beschermde circuit

Personen met onvoldoende arbeidsdagen om een werkloosheidsuitkering te genieten

Jongeren uit deeltijds onderwijs, die nog niet ten volle arbeidsmarktrijp zijn

� Personen die het verst van de arbeids-markt staan maar door een werkplaats op maat en omkadering de kans krijgen om zich professioneel te ontplooien

� Jongeren die deeltijds onderwijs volgen. Bedoeling is dat ze 2 dagen school lopen en drie dagen brugproject volgenwerken

� Jongeren die (nog) niet arbeidsmarktrijp zijn

Voorwaarden � NWWZ � Afhankelijk van leeftijd aantal maanden werkzoekend zijn binnen een bepaalde periode

Niet kunnen toetreden tot het beschermde of reguliere circuit

Leefloongerechtigd zijn � Min 15 jaar � Geen voltijds onderwijs volgen

� werkzoekende zijn � een arbeidshandicap hebben

� niet arbeidsmarktrijpe jongeren die deeltijds onderwijs volgen

Contractduur Bepaalde en onbepaalde duur Onbepaalde of bepaalde duur met behoud van uitkering en zonder arbeidsovereen-komst

Afhankelijk van leeftijd: 1-2 jaar Bepaalde duur Bepaalde of onbepaalde duur Bepaalde duur

Mogelijke werkgever � Privé-sector � Een aantal werkgevers uit de openbare sector mits indienstname op contractuele basis

� Uitzendkantoren: specifieke regeling

Sociale en beschutte werkplaatsen OCMW (kan detacheren naar bepaalde instel-lingen, sociale organisaties en vzw’s)

Lokale overheden Erkende beschutte werkplaatsen � Lokale overheden � VZW’s

bevoegde overheid Federale Vlaamse Federale Federale Vlaamse Vlaamse

Meer info www.rva.be www.socialeeconomie.bewww.werk.be

www.vvsg.be www.meta.fgov.be www.socialeeconomie.bewww.vlab.bewww.werk.be/wg/socecontewerk/beschutte/

www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/projecten_alternerend%20leren_brug.htm

Individuele beroepsopleiding (IbO) Invoegmaatregel Lokale diensteneconomie SINE Sociale werkplaatsen werkervaringplaatsen en leerwerkbedrijvenwat Een individuele beroepsopleiding waarbij

training en opleiding op de tewerkstelling-plaats is voorzien

Ondersteuningmaatregel voor ondernemingen om laaggeschoolden duurzaam tewerk te stellen

Een koppeling van de invulling van lokale noden aan lokale werkgelegenheid voor mensen die moeilijk hun weg vinden naar de arbeidsmarkt

Via Sociale Inschakelingseconomie (SINE) worden zeer moeilijk plaatsbare werklozen ingeschakeld in erkende sociale economieprojecten

Sociale werkplaatsen stellen de meest moeilijk plaatsbare werkzoekenden tewerk

Stelsel voor langdurige werklozen om brug te slaan tussen periode van werkloosheid en stap naar regu-liere bedrijfsleven door opleiding en begeleiding op de werkvloer

financiering � Vervangingsinkomen voor persoon in opleiding

� Productiviteitspremie voor persoon in opleiding

Na erkenning als invoegbedrijf ontvangt de onderneming een percentage (afhankelijk van grootte onderneming) van het referteloon

Klaverbladfinanciering waarbij alle verantwoordelijken en deel van de kost dragen

� RSZ-bijdragevermindering per kwartaal en per werknemer � loonkosttoelage

Loonpremie voor doelgroepwerknemer en omkadering

� activering van werkloosheidsuitkering of leefloon � eventueel financiering voor omkadering

doelgroep NWWZ NWWZ � NWWZ � Leefloongerechtigden en gerechtigden op financiële maatschappelijk hulp

� NWWZ � Leefloongerechtigden � Gerechtigden op financiële maatschappelijke hulp

NWWZ � NWWZ � Leefloongerechtigden � Gerechtigden op financiële maatschappelijke hulp

Voorwaarden � vorige job niet opgezegd hebben om IBO te volgen

� niet eerder in dezelfde onderneming in dezelfde functie gewerkt hebben

� Ingeschreven zijn als werkzoekende � Maximaal een diploma hoger secundair onder-wijs behaald hebben (n.v.t. voor arbeidsgehan-dicapten en deeltijds lerenden BSO)

� Afhankelijk van leeftijd NWWZ een minimale periode van inactiviteit hebben

� Maximaal een diploma HSO behaald hebben

� Minimum 1 jaar werkloos zijn

� Geen diploma HSO behaald hebben � Afhankelijk van leeftijd een bepaalde periode werkloos zijn

� Minimum 5 jaar inactief zijn � Laaggeschoold zijn � Fysieke, psychische of sociale beperkingen hebben

� NWWZ: min. 24 maanden werkloos zijn � Leefloongerechtigden en gerechtigden op financiële maatschappelijk hulp: min. 1 jaar ingeschreven zijn als werkzoekende

Contractduur Bepaalde duur Onbepaalde duur Bepaalde of onbepaalde duur Bepaalde of onbepaalde duur Onbepaalde duur Bepaalde duurMogelijke werkgever � Lokale overheden

� VZW’s � privé-sector

privé-onderneming � Lokale overheden � VZW’s (i.s.m. lokale overheden)

� Sociale en beschutte werkplaatsen � Invoegbedrijven � Vennootschappen met sociaal oogmerk � Sociale verhuurmaatschappijen � OCMW’s met SINE-erkenning � PWA’s � Werkgevers die erkende projecten lokale diensteneconomie organiseren

Sociale werkplaatsen � Lokale overheden � VZW’s

bevoegde overheid Vlaamse Vlaamse Vlaamse Federale Vlaamse VlaamseMeer info www.vdab.be/ibo www.werk.be

www.depunt.bewww.socialeeconomie.bewww.sst.bewww.werk.bewww.lokalediensteneconomie.be

www.werk.bewww.rva.bewww.meta.fgov.be

www.socialeeconomie.bewww.sst.bewww.werk.be

www.werk.be/wg/socecontewerk/wep/www.werk.be

B. Overzicht Ondersteunende Tewerkstellingsmaatregelen

43Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

ALgEMEEN OVERkOEpELENdE REgELgEVINg SOCIALE

ECONOMIE - OVERZICHt REgIONALE INVuLLINg

Op de volgende pagina’s wordt een overzicht gegeven van (algemene) overkoepelende regelgeving die tot doel heeft de tewerkstellingskansen van

doelgroepwerknemers te verhogen.

HOOfdStuk 5

Coöperatieve vennootschapA | REgELgEVINg:Heel wat sociale economieprojecten behoren tot de grote koepel van de coöpera-tieve vennootschappen.

Binnen de sociale economie spreken we van participatieve coöperaties als we het hebben over ondernemingen die, meestal onder de juridische vlag van de coöpe-ratieve vennootschap, een economische activiteit ontwikkelen en daarbij volgende principes nastreven:

� Via maximale participatie van de werknemers streven naar een optimale indivi-duele en collectieve ontwikkeling, werken aan een democratische beheers- en beslissingsstructuur, waarbij er naar gestreefd wordt alle werknemers zo veel mogelijk zeggenschap te geven, onafhankelijk van het ingebrachte kapitaal.

� Voorrang geven aan activiteiten, producten en productiemethoden die op korte en lange termijn het leefmilieu respecteren.

� Economische leefbaarheid: men probeert een leefbaar, rendabel bedrijf uit te bouwen waarbij efficiëntie en winst een noodzakelijk maar niet alleenstaand onderdeel zijn.

� Streven naar socialisatie van de winst: eerder dan uitgekeerd te worden aan ka-pitaalsverstrekkers worden financiële winsten bestemd voor de ondersteuning van de ruime maatschappelijke doelstellingen van de onderneming.

� Een coöperatief bedrijf streeft maximaal naar samenwerkingsverbanden met andere coöperatieve bedrijven.

Deze afbakening is duidelijk beperkter dan de bijna 500 initiatieven die een mix van coöperatieve waarden in de praktijk brengen en erkend zijn door de Nationale Raad voor de Coöperatie (NRC). Bovendien zijn niet alle participatieve coöperaties aangesloten bij de NRC.

In België zijn er bijna 40.000 vennootschappen die zich het soepele juridische jasje van coöperatieve vennootschap aanmaten, maar slechts een kleine minderheid doet dit met de overtuiging om op een coöperatieve manier te ondernemen.

Coöperaties kunnen terugvallen op een huidig kader van waarden en normen, dat opgesteld werd in de schoot van de International Cooperative Alliance (ICA). Tijdens haar eeuwviering in 1995 presenteerde de ICA deze geactualiseerde invulling van de basiswaarden en principes voor coöperatief ondernemen. Deze basiswaarden en principes worden wereldwijd als maatstaf voor coöperatief on-dernemen gehanteerd.

basiswaarden voor coöperatief ondernemenDe basiswaarden voor coöperatief ondernemen zijn:

� zelfredzaamheid � verantwoordelijkheidszin � democratie � gelijkheid � billijkheid en solidariteit

Voor coöperatieve ondernemers gelden volgende basiswaarden:

� eerlijkheid � openheid � sociale verantwoordelijkheid � aandacht voor anderen

44 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 45Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

principes voor coöperatief ondernemenHet meest gekend zijn de 7 coöperatieve principes, die als leidraad gelden om deze coöperatieve waarden om te zetten in de dagdagelijkse bedrijfsvoering.

� Vrijwillig en open lidmaatschap � Democratische controle door de leden � Economische participatie door de leden � Autonomie en onafhankelijkheid � Onderwijs, vorming en informatieverstrekking � Coöperatie tussen coöperaties � Aandacht voor de gemeenschap

Meer info?www.cooperatiefondernemen.be

Dit is Federale regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:In de regio Zuid-Oost-Vlaanderen zijn de volgende coöperatieven erkend die het sociale aspect mee opnemen:

� Arpobel CV - Herzele (verkoop van pootgoed en zaden) � Beschuttende Werkplaatsen van Aalst – Aalst � Beschutte Werkplaats AAROVA – Oudenaarde � Beschutte Werkplaats De Dagmoed – Geraardsbergen � Beschutte Werkplaats ARCOR – Ronse � Beschermde Werkplaats Zottegem – Zottegem � Centraal Boekingskantoor Boottochten CV – Aalst (organisatie van boottochten) � De Loods VZW – sociale werkplaats – Aalst � De Noordboom CVBA – Ronse (bouwen van lage energiewoningen) � Kringloopcentrum Teleshop VZW – Aalst

Sociale clausules -Sociale criteria in overheidsopdrachtenA | REgELgEVINg:wat?Naast aandacht voor de prijs kan een lokale overheid aandacht voor mens en milieu inbouwen. Aandacht voor de mens kan door het inbouwen van sociale criteria in overheidsopdrachten.Binnen de Europese wetgeving zijn er verschillende mogelijkheden:

� sociale voorkeur � een sociaal onderdeel onder bepaalde voorwaarden in het voorwerp van de

opdracht plaatsen � een sociaal aspect dat verband houdt met het voorwerp van de opdracht als

specificatie opnemen in het bestek en bijgevolg geëvalueerd als gunnings-criterium

� het toevoegen van een bijzondere uitvoeringsvoorwaarden � ten slotte kunnen ook sociale labels of standaarden worden opgenomen (zoals

de SA 8000)

Sociale overwegingen moeten niet per se een vaste tewerkstelling impliceren. Het kan ook gaan om het aanbieden van werkervaring, training en opleiding, aange-paste toegankelijkheid van gebouwen voor iedereen ( oa mindervalide doelgroe-pen ) realiseren, anti-discriminatieclausules,…

Hierbij is het belangrijk dat de opdracht van voldoende omvang is, zowel in tijd als in middelen en bovendien moet de aard van de opdracht zich lenen voor de toepassing van een sociale clausule.

Het is belangrijk om het bedrijf, in overleg met VDAB, de nodige ondersteuning te bieden bij:

� bepaling van de jobinhoud en profiel van kandidaat-werknemers � het aanbrengen van de kandidaten (en evt. het organiseren van een pre-

selectie) � ondersteuning bij verkrijgen van de toepasbare tewerkstellingsmaatregelen � het bezoeken van de werkgever en werknemer ter opvolging van de situatie

Mogelijkheden?A. Inlassen van sociale overwegingen in het bestek van de

aannemingsvoorwaarden

In de aannemingsvoorwaarden kan een tewerkstellingsparagraaf worden inge-voegd.1 De bedoeling is werkzoekenden, minstens voor de duur van het werk, opnieuw in het arbeidscircuit te brengen door hen werkervaring aan te bieden. De werkervaring kan verschillende vormen aannemen: een arbeidsovereenkomst, werkervaringscontract, een leercontract of een beroepsopleiding. De tewerkstellingsparagraaf wordt in het bestek opgenomen onder aannemings-voorwaarden en is tevens een contractuele voorwaarde in de overeenkomst met de aannemer van het werk. Het houdt geen verband met de beoordeling van de bekwaamheid van de in-schrijvers. Het gaat evenmin om een criterium op basis waarvan de overheid kan bepalen aan wie de opdracht wordt gegund. Het gaat om een verplichting die door de onderneming dient te worden nageleefd. Het is van belang dat de tewerkstellingsparagraaf wordt vermeld in de aankondi-ging van de aanbesteding.

Vb. De aannemer verbindt er zich toe om voor minimaal de duur van de overeenkomst in samenspraak met de de dienst Werkgelegenheid en VDAB te zijner laste minstens één laag-geschoolde werknemer/ migrant/ arbeidsgehandicapte/ langdurig werkzoekende voltijds in dienst te nemen. De aannemer leidt de betrokken werknemer(s) op tot (omschrijving functie) en biedt de mogelijkheid om voldoende werkervaring op te doen.

1 Omzendbrief BA-98/10 van 24 november 1998

46 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 47Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Het aantal in te schakelen werkzoekenden is afhankelijk van het geraamde bedrag:

� tussen 125.000 euro en 1.000.000 euro: 1 werkzoekende � tussen 1.000.000 euro en 2.000.000 euro: 2 werkzoekenden � tussen 2.000.000 euro en 3.000.000 euro: 3 werkzoekenden

De in te schakelen werkzoekenden kunnen in het bedrijf ook voor een andere opdracht ingezet worden dan de opdracht waaraan de tewerkstellingsparagraaf verbonden is.

b. gunningscriteria

Een sociaal aspect dat verband houdt met het voorwerp van de opdracht kan als specificatie worden opgenomen in het bestek en bijgevolg ook geëvalueerd wor-den als gunningscriterium.

Vb. Wordt eveneens in aanmerking genomen bij de gunning: die leverancier die de sociale overweging wil toepassen gedurende de uitvoering van de opdracht. De uitvoerder houdt, gedurende de periode van de opdracht, 1 tewerkstellingsplaats beschikbaar voor een leer-ling in het kader van deeltijdse secundair onderwijs. Dit kan in de verschillende functies die mogelijk zijn volgens de bepalingen betreffende het deeltijdse secundaire onderwijs. De loonkosten van deze leerlingen zijn ten laste van de uitvoerder en mogen niet worden opgenomen in de offerte. De kandidaat kan over het principe en modaliteiten verder contact opnemen met …

C. bijzondere uitvoeringsvoorwaarden

Het bestek kan bijzondere uitvoeringsvoorwaarden bevatten. Via de bijzondere uitvoeringsvoorwaarden biedt de wetgeving de mogelijkheid om de opdracht als hefboom te gebruiken voor duurzaam beleid, zonder dat daarvoor de gestelde ei-sen in dit luik in verband staan met het voorwerp. Deze voorwaarden zijn bindend, maar mogen niet rechtstreeks of onrechtstreeks discriminerend zijn. Ze moeten worden vermeld in de aankondiging van de opdracht of in het bestek.

“Een aanbestedende overheid kan, overeenkomstig de beginselen van het Verdrag tot oprichting van de Europese gemeenschap, uitvoeringsvoorwaarden inzake over-heidsopdrachten opleggen die het mogelijk maken rekening te houden met sociale en ethische doelstellingen, alsook uitvoeringsvoorwaarden inzake de verplichting tot het verstrekken van opleidingen aan werklozen en jongeren […]2.

Zo kan worden bedongen dat de aannemer, leverancier of dienstverlener een (of meerdere) stagiairs in dienst neemt, voor de duur van de opdracht, waardoor deze een eerste professionele ervaring kan (kunnen) opdoen. Daarbij moet men ver-melden dat de tewerkstelling van werkzoekenden/stagiairs geen aanleiding mag geven tot ontslag van een aantal werknemers om deze door de werkzoekenden/stagiairs te vervangen3.

Dit wordt aangevuld met gedetailleerde tewerkstellingsmodaliteiten: � De beoogde categoriën werkzoekenden

Vb. laaggeschoolden, langdurig werklozen, deeltijds lerende jongeren,…

� De contractvorm waaronder de tewerkstelling gebeurt Vb. arbeidsovereenkomst van onbepaalde of bepaalde duur, een industrieel leercontract, een alternerende bouwopleiding, een individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO),… een vergelijkbare tewerkstellings- of werkervaringsvorm georganiseerd in een andere lidstaat van de Europese Unie, aanvang en einde van tewerkstelling, de regeling bij onderaanneming

� De modaliteiten voor opvolging en rapportering Vb. modellen van stageverslagen, functioneringsgesprek,…

d. technische bepalingenVb. paragraaf rond onderaanneming: er mag onder uitzonderlijke voorwaarden met onderaannemers worden gewerkt. Dit dient vooraf gemotiveerd aangevraagd te worden. Samenwerking met ondernemingen die zich situeren binnen de sociale economie wordt aangemoedigd.

2 Artikel 18bis § 1 van de wet van 24/12/1994

3 Daarnaast kan men toestaan dat diezelfde stagiairs/werkzoekenden van

een vorige opdracht in aanmerking worden genomen om te voldoen aan de

verplichting van de sociale clausule van de nieuwe opdracht.

E. Sociale voorkeur

“Een aanbestedende overheid kan de deelname aan een gunningsprocedure van een overheidsopdracht die niet onderworpen is aan de verplichtingen die voort-vloeien uit de Europese richtlijnen of uit de internationale akte inzake overheidsop-drachten voorbehouden aan beschutte werkplaatsen of sociale inschakelingsonder-nemingen […] 4 . Hierbij kan een opdracht voorbehouden worden aan een sociale werkplaats, beschutte werkplaats of inschakelingsonderneming. Dit betekent dat andere reguliere ondernemingen en organisaties worden uitgesloten 5.

Vb. Voorwerp van deze diensten: Scheren van hagen langs wegen en in parken en plantsoe-nen door sociale economie. Plaats: grondgebied stad Aalst (zie technische bepalingen)

Toelichting: de opdracht wordt voorbehouden aan een sociale inschakelingsonderneming. Daarmee wordt bedoeld: een onderneming die voldoet aan de voorwaarden van artikel 59 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, of die aan gelijkaardige voorwaarden voldoet in het land van oorsprong van de kandidaat of inschrijver (artikel 18 bis § 2, wet van 24 december 1993).

Meer info?VVSG Pieter Van Sande [email protected] Tel: 02 211 56 38

Dit is Federale regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:Het invoeren van sociale clausules bij openbare aanbestedingen is in de regio, voor zover ons bekend, nog niet gebeurd.

4 Artikel 18bis § 2 van de wet van 24/12/1994

5 ROSSY (A.) en BAEYENS (B.), Leidraad voor sociale criteria in overheidsopdrachten. Lokale Overheden verankeren MVO, Politeia, 2008, p. 94-96

48 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 49Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Sociale MaribelA | REgELgEVINg:wat?Iedere werkgever die behoort tot de social-profitsector heeft recht op een forfai-taire vermindering van RSZ bijdragen voor elke werknemer die, in de loop van een trimester, minstens halftijds tewerkgesteld is (33% in het geval van de beschutte werkplaatsen). Deze forfaitaire vermindering blijft niet automatisch bij de werk-gever. De werkgever zal deze forfaitaire vermindering storten aan de RSZ, waarna zij wordt getransfereerd naar de verschillende sectorale fondsen sociale Maribel (principe van de mutualisering). Daarna, kan de werkgever een financiële tus-senkomst toegekend krijgen door het fonds Sociale Maribel teneinde een nieuwe arbeidsplaats te creëren.

Alleen de werkgevers die een aanvraag hebben ingediend bij het bevoegde fonds Sociale Maribel, kunnen genieten van de voordelen van de Sociale Maribel. De Fondsen komen tussen volgens vooraf bepaalde criteria. Alle werkgevers uit de sector kunnen aanvragen indienen met het oog op de financiering van één of meerdere bijkomende arbeidsplaatsen. Indien het aantal ontvankelijke aanvraag-dossiers hoger is dan de beschikbare middelen, zal de toekenning van jobs gebeu-ren door de beheerscomités van de verschillende fondsen. Het doel van de sociale Maribel is het bevorderen van de tewerkstelling in de social-profitsector door de creatie van bijkomende arbeidsplaatsen, teneinde tegemoet te komen aan de noden van de sector en zo de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. De werkgevers creëren nieuwe arbeidsplaatsen gefinancierd via patronale bijdrage-verminderingen die vooraf werden gemutualiseerd bij de fondsen Sociale Maribel. Ook binnen de overheidssector bestaat er een gelijkaardig sociaal maribelsysteem.

Voor welke werkgevers?Vanaf 1 januari 2003 is de Sociale Maribel van toepassing binnen de social-profit-sector: Het gaat hier over privé-ziekenhuizen, gezondheidsinrichtingen en –diensten, de diensten voor gezins- en bejaardenhulp,de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en –diensten, de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen, de socio-culturele sector. De werkgevers die zijn aangesloten bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten voor het personeel dat zij aangeven.

Voor welke werknemers?Er zijn geen specifieke voorwaarden waaraan de werknemer moet voldoen op het tijdstip van zijn of haar aanwerving. Ook qua functie-inhoud is er geen beperking het kan gaan van ongeschoolde arbeid tot leidingevende.

De regels toepasselijk op de werknemers Sociale Maribel zijn dezelfde als deze van de privé-sector (e.g. ingeval van vooropzeg,...)

welke voordelen?De toekenning van een tussenkomst aan de werkgever hangt af van twee voor-waarden:

� Er bestaat een CAO (privé-sector) in het bevoegde paritair comité, of een raam-akkoord (openbare sector).

� De tussenkomst vertaalt zich in een netto-verhoging van het personeelbestand uitgedrukt in voltijdse equivalenten.

De tussenkomst door het fonds in de loonkosten wordt beperkt tot het bedrag bepaald in de sectorale CAO, die geen bedrag mag voorzien dat hoger is dan 64.937,84 euro per jaar voor een voltijdse werknemer op het eind van de carrière.Daarentegen zijn de kosten die niet direct verbonden zijn aan de verloning van de werknemer uitgesloten (bijvoorbeeld: arbeidsongevallenverzekering, arbeidsge-neeskunde,…)

Meer info?Cel sociale Maribel non –profit:Tel : Günther Mattheussens (N) 02/233.48.74 Francis SZABO (F) 02/233.46.74 E-mail : [email protected] Adres: Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel

fonds sociale Maribel voor de overheidssectorONSS-APL - RSZ-PPO Mvr. Hilde Waltniel Jozef II straat 47 1000 Brussel Telefoon: 02/239.14.11

Dit is Federale regelgeving

b | REgIONALE INVuLLINg:Er zijn geen (recente) cijfers beschikbaar op regionaal niveau.De ‘Sociale Maribel’ was eind september 2006 goed voor de creatie van 20.236,4 VTE arbeidsplaatsen in België. De non-profitsector had hierbij een aandeel van 13.085,80 VTE waarvan de overheidssector 7.150,6 VTE.Onze ervaring in de regio is echter dat lokale besturen te weinig gebruik maken van deze mogelijkheid om bijkomend personeel aan te vragen.

51Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

OVERZICHt VAN dE CONtACtgEgEVENS VAN dE ORgANISAtIES EN HuIdIgE SAMENwERkINg

MEt LOkALE bEStuREN

HOOfdStuk 6

Organisatie: AAROVA vzwWerkvorm: Beschutte WerkplaatsAdres: De Bruwaan 45, 9700 OudenaardeContactpersoon: Mieke Tanghe, PersoneelscoördinatorT. 055 31 13 45 - F. 055 33 00 10Email: [email protected]: www.aarova.be

Organisatie: ARCOR vzwWerkvorm: Beschutte WerkplaatsAdres: Ninovestraat 106, 9600 RonseContactpersoon: NYS Thierry, directeurT. 055 21 45 33 - F. 055 21 45 33Email: [email protected]: www.arcor.be / www.werkbedrijf.comwelke samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen?was / strijk van werkkledij – mailings

Organisatie: Aalst - stad, dienst Economische Zaken, sectie werkgelegenheidWerkvorm: Lokale Diensteneconomie (buurtsport) en Sociale clausulesAdres: Werkwinkel Rechteroever, Hoveniersplein 1, 9300 AalstContactpersoon: Elise Van Opstal, coördinator sociale economie en MVOT 053 73 21 89 - F 053 73 22 06Email: [email protected] Website: www.aalst.be

Organisatie: bwZ – beschermde werkplaats ZottegemWerkvorm: Beschutte WerkplaatsAdres: Smalleweg 7, 9620 Zottegem.Contactpersoon: Eddy Valk, Algemeen DirecteurT. 09 364 42 00 - F. 09 364 42 05Email: [email protected] Website: www.bwz.be welke samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen? Leveren van diensten aan diverse lokale besturen:

� Opruimen van zwerfvuil, sluikstorten, plantaardig materiaal (bladeren, tak-ken,…) Binnen de grenzen van het opgegeven werkterrein wordt alle zwerfvuil en sluikstorten (kleine fractie) dat zich op het openbaar domein bevindt (zowel op de rijwegen, voetpaden, goten, wandelpaden, tussen de beplanting, op parkeerterrein, wegbermen, op de gazons,…) opgeruimd.

� Onkruid vrij houden van beplanting, verharding, goten,…. Fytofarmaceutische producten worden NOOIT gebruikt. In plaats hiervan wordt de onkruidgroei onder controle gehouden met alternatieve technieken van onkruidbeheer: bosmaaier, vegen en mechanisch borstelen, schoffelen, manueel uittrekken, opscheppen, branden, …

� Onderhoud van beplanting Scheren van hagen, Snoeien van struiken, Onderhoud van de sierbeplantingen, Onderhoud van bomen, Onderhoud van bosplantsoen

� Versnipperen snoeihout (tot diameter 12 cm).

Het merk voor uw werk

WERKBEDRIJF.COM

A. Overzicht Regionale Sociale Economie Initiatieven

foto: Provincie Limburg

52 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 53Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Organisatie: de beschuttende werkplaatsen van Aalst vzwWerkvorm: Beschutte WerkplaatsAdres: Wijngaardveld 7, 9300 AalstContactpersoon: Luc TrochT. 053 70 14 24 - F. 053 77 76 07Email: [email protected]

Organisatie: buurtweb (Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen, afdeling Aalst)Werkvorm: Lokale DiensteneconomieAdres: Ontmoetingshuis De Brug, Hertshage 11-19, 9300 AalstContactpersoon: Hans TasT. 053 70 72 44 - F. 053 80 97 30Email: [email protected]: www.buurtweb-aalst.be

Organisatie: VZw de dagmoedAdres: Dagmoedstraat 107, 9500 Geraardsbergen.Contactpersoon: Wendy De Tandt, Algemeen DirecteurT. 054 41 13 74 - F. 054 41 27 31 Email: [email protected]

Organisatie: Sociale werkplaats de Loods vzwWerkvorm: Sociale werkplaats en arbeidszorgAdres: Alfred Nichelsstraat 14, 9300 AalstContactpersoon: Jan GhijselenT. 053 78 82 64 - F. 053 77 42 60Email: [email protected]: deloods.telenet.bewelke samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen?Stad Aalst: groenonderhoud wijken, zwerfvuilproject binnenstad en sociale wijken, Buurtrestaurant de Brug OCMW Aalst: tuinonderhoud OCMW-cliënten, Sociaal Restaurant de ZolderErpe-Mere: zwerfvuil ruimen Haaltert: zwerfvuilprojectNoot: Sociale Werkplaats De Loods stelt ook nog 5 doelgroepwerknemers ter be-schikking van De Fietserij. Deze activiteit wordt gecoördineerd door De Kringwinkel Teleshop vzw/Aalst.

Organisatie: CV de Nieuwe HaardWerkvorm: Lokale DiensteneconomieAdres: Franklin Rooseveltplein 11/0001, 9600 RonseContactpersoon: Cornelis FreddyT. 055 21 73 94e-mail: [email protected]

Organisatie: CV dewaco – werkerswelzijn Werkvorm: Lokale DiensteneconomieAdres: Leo De Bethunelaan 84, 9300 AalstContactpersoon: Catherine Vincent – DirecteurT. 053/77.33.90Email: [email protected] met de lokale besturen en contactgegevens:

� Met de lokale politie op wijkniveau � Met de woonwinkel en groendienst van de Stad Aalst

Organisatie: geraardsbergen – Stadsbestuur – tewerkstellingscelWerkvorm: Lokale Diensteneconomie (klusjesdienst)Adres: Weverijstraat 20, 9500 GeraardsbergenContactpersoon: Meeremans VivianeT. 054 43 56 15Email: [email protected]: www.geraardsbergen.be

Organisatie: goed wonen Werkvorm: Lokale DiensteneconomieAdres: Koningsstraat 294, 1210 BrusselContactpersoon: An JacquemijnT. 0475 32 38 68- F. 02 227 40 39Email: [email protected] samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen?Met de gemeenten Maarkedal, Lierde, Oudenaarde, Ronse, Wortegem-Petegem, Kruishoutem, Zingem en Zwalm hebben we een samenwerkingsovereenkomst om de opstart van de werking van de energiesnoeiers te ondersteunen. Van de ge-meenten krijgen we 0,5 euro per privaat huishouden voor de jaren 2009 en 2010.De energiesnoeiers kunnen dankzij de ondersteuning van de gemeenten, Leader Vlaamse Ardennen en PDPO de werken uitvoeren aan 7 euro/uur.

Organisatie: VZw grijkoort – werkplaats - VZw grijkoort – begeleid werkWerkvorm: Arbeidszorg, Lokale diensteneconomie, sociale werkplaats, leerwerkbedrijf en weppromotorAdres: Peperstraat 8, 9600 RonseContactpersoon: Rony HolvoetT. 055 23 24 56 - F. 055/ 23 24 59Email: [email protected]: www.grijkoort.bewelke samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen?

� OCMW Oudenaarde: is eigenaar van diverse bossen in de regio. Grijkoort – Werk-plaats staat in voor het onderhoud van deze bossen

� OCMW Ronse: onderhoud van de tuin rondom het rusthuis ‘De Linde’ te Ronse. � OCMW Wortegem – Petegem: Onderhoud van tuinen van personen met een

laag inkomen � Gemeente Wortegem – Petegem: Onderhoud van het openbaar groen in de

verschillende deelgemeenten, onderhoud van het gemeentelijk domein De Ghellinck

� Stad Oudenaarde: Onderhoud van de hagen in verschillende districten van de stad, onderhoud van de wandelpaden in de verschillende deelgemeenten, uitvoering van groenbeheerswerken voor de stedelijke waterdienst, uitvoering van eenmalige werken i.k.v. landschapszorg, via RLVA, onderhoud kerkhoven en gemeentelijke terreinen, ophaal zwerfvuil

� Stad Ronse: ophaal zwerfvuil ( arbeidszorg), onderhoud kerkhoven en gemeentelijke terreinen

� Gemeente Zingem: onderhoud gemeentelijke terreinen � OCMW Zingem: onderhoud terreinen OCMW � OCMW Kluisbergen: onderhoud sociale Woonwijk Nieuwstraat � OCMW Geraardbergen: tewerkstelling art. 60, onderhoud terreinen OCMW � Stad Geraardsbergen: onderhoud kerkhoven en gemeentelijke terreinen � Stad Ronse: de convenant lokaal werkgelegenheidsbeleid voor sociaal restau-

rant en strijkwinkel behelst enerzijds de tewerkstelling van personen uit de kansengroepen en anderzijds het aanbieden van maaltijden aan sociaal tarief

� OCMW Maarkedal: uitbaten van een strijkophaalpunt en strijkophaaldienst � OCMW Wortegem – Petegem: uitbaten van een strijkophaalpunt

en strijkophaaldienst � Onderhandelingen met andere lokale besturen zijn bezig

54 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 55Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Organisatie: groep INtROWerkvorm: lokale diensteneconomie, leerwerkbedrijf en weppromotorAdres: Wijnveld 251, 9112 SinaaiContactpersoon: Homblé Ann, Coördinator Sociale Economie

Pieters Denis Vanderstraeten Jeroen, ProjectverantwoordelijkeT. 03 772 60 61 - F. 03 772 67 07Email:[email protected] / [email protected]: www.groepintro.bewelke samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen?

� Klusjesdienst in overleg en met steun van Stad Ronse. Dit is een project lokale diensteneconomie.

� OCMW Zottegem: jaarlijkse samenwerkingsovereenkomsten om een werkvloer te organiseren voor art. 60 die intensieve begeleiding nodig hebben, verder aangevuld met tewerkstelling voor inwoners uit Zottegem (en rand) in het kader van Wep. Wij voeren voor het OCMW renovaties en herstellingen uit op hun site.

� Sint-Lievens-Houtem: jaarlijkse samenwerkingsovereenkomst voor het onderhoud van kerkhoven en sportveld. Dit gebeurt ook met werkervaringscontracten

Organisatie: Huize Roborst (woon- en zorgcentrum voor bejaarden)Werkvorm: lokale diensteneconomieAdres: Kloosterstraat 1, 9630 ZwalmContactpersoon: Johan RotsaertT. 055 49 61 66 - F. 055 49 61 66Email: [email protected]: www.huizeroborst.be welke samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen?Huize Roborst heeft een samenwerkingsovereenkomst met OCMW Zwalm in het kader van de uitbating van een seniorenrestaurant. Bovendien is er een informele afspraak dat er (indien beschikbaar) een outreaching kan gerealiseerd worden van doelgroepwerknemers voor de organisatie van dit initiatief.

Organisatie: duimelot en Oogappel (kinderdagverblijf Stad Aalst)Werkvorm: Lokale DiensteneconomieAdres: Ontmoetingshuis De Brug, Hertshage 11-19, 9300 AalstContactpersoon: Charlotte CosynsT. 053 73 21 98Email: [email protected]

Organisatie: kinderverblijf koningin fabiola, vzw werken glorieuxWerkvorm: Lokale DiensteneconomieAdres: Glorieuxlaan 81, 9600 RonseContactpersoon: Luc Wemel, adjunct-directeur Christel Ghijselinck, zorgcoördinatorT. 055 23 37 63 - F. 055 23 37 91Email: [email protected] / [email protected]: www.kinderverblijffabiola.be welke samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen?Samenwerkingsovereenkomst met de stad Ronse in het kader van het lokaal sociaal beleid kinderopvang

Organisatie: VZw de kringwinkel teleshop De KringwinkelWerkvorm: weppromotorAdres: verschillende locaties (zie vestigingen)Contactpersoon: Geert WilleT. 0478 20 07 [email protected] met Stad Aalst en gemeenten Erpe-Mere, Oosterzele, Lede, Sint-Lievens-Houtem, Affligem en Haaltert in het kader van ophaling van goederen.Samenwerking met OCMW’s uit ons werkingsgebied in verband met het verkrijgen van reductie voor hun cliënten.LeerwerkbedrijfWerkvorm: LeerwerkbedrijfAdres: Alfred Nichelsstraat 14, 9300 AalstContactpersoon: Fien CodronT. 0473 60 70 08 [email protected] met Stad Aalst, gemeentebestuur Erpe-Mere, OCMW Aalst, OCMW Herzele, OCMW Denderleeuw, Rusthuis Sint-Jozef, Steunpunt Welzijn en College Sint-Jozef in het verband met trajectbegeleidingen van werknemers tewerkgesteld in het kader van wep plus.Samenwerking met OCMW Aalst, OCMW Wetteren en OCMW Lede in verband met tewerkstelling in het kader van art. 60 (ESF-project).De FietserijWerkvorm: sociale werkplaatsAdres: Tragel 5, 9300 AalstContactpersoon: Rudi CoolsT. 0493 51 29 [email protected] Samenwerking met Stad Aalst en Sociale Werkplaats De Loods.EnergiesnoeiersWerkvorm: ‘lokale diensteneconomie’ (aanvraag is lopend)Adres: Alfred Nichelsstraat 14, 9300 AalstContactpersoon: Kathy GhysensT. 0473 33 41 [email protected] met Stad Aalst en gemeenten Lede en Haaltert voor de levering van adressen waar scans kunnen uitgevoerd worden.Vestigingen:Meubelwinkel, maatschappelijke hoofdzetel, Leerwerkbedrijf en Energiesnoeiers: Alfred Nichelsstraat 14, 9300 AalstKledingwinkel:Louis D’ Haeseleerstraat 45, 9300 AalstWinkel kleding, meubelen en huisraad (en onderafdeling van Oxfam Wereldwinkel):Hoogstraat 7, 9340 LedeDe Strijkerij, De Fietserij en magazijn meubelen, huisraad en kleding:Tragel 5, 9300 Aalst

Teleshop

56 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 57Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Organisatie: de kringwinkel ’t Vierkant vzwWerkvorm: Sociale werkplaats en arbeidszorgAdres: Oude Kaai 11, 9400 Ninove Contactpersoon: Jan De PotterT. 054 25 07 73 - F. 054 33 00 57Email: [email protected] hergebruikcentrum:‘t Vierkant vzw, Gaverstraat 35, 9500 GeraardsbergenContactpersoon: Patrick BrowetT. 054 41 98 90 - F. 054 43 80 08Email: [email protected]: www.tvierkant.kringloop.netwelke samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen?

� samenwerkingsovereenkomst met lokale besturen � samenwerkingsovereenkomst met het Sociaal Centrum, het CAW en OCMW’s in

het werkingsgebied

Organisatie: de kringwinkel Vlaamse Ardennen – RonseWerkvorm: Sociale WerkplaatsAdres: A.L. Vanhovestraat 14, 9600 Ronse (maatschappelijke zetel) Contactpersoon: Anne Cnudde, CoördinatorT. 055 38 58 78 - F. 055 38 58 46Email: [email protected];algemeen: [email protected] van de kringwinkel Vlaamse Ardennen:

� A.L. Vanhovestraat 14, 9600 Ronse � Serpentsstraaat 41, 9700 Oudenaarde � Elenestraat 180, 9620 Zottegem (Heldenlaan 77 vanaf maart 2010)

welke samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen?Met elk van de 10 gemeenten uit ons werkingsgebied (= Ronse, Oudenaarde, Zottegem, Zingem, Maarkedal, Kluisbergen, Zwalm, Brakel, Horebeke, Wortegem-Petegem) hebben we een samenwerkingsovereenkomst (die ook gekend staat bij OVAM). De samenwerkingsovereenkomst houdt oa. in dat wij bij de inwoners gratis herbruikbaar materiaal gaan ophalen (en dat ze het ook kunnen brengen). Voor elke kilo krijgen wij van de gemeenten (eenzelfde) vergoeding. Samenwerking kan ook inhouden dat er een hergebruikcontainer op de container-parken staat (in een paar gemeenten) en/of dat er regelmatig info verschijnt in de gemeentelijke infobladen en afvalkalenders (voor de uitbreiding hiervan worden er momenteel contacten gelegd met de verschillende gemeenten). De OCMW’s van Ronse, Oudenaarde en sporadisch Zottegem en Zwalm stellen art. 60 ter beschikking van onze werking (in kader van sociale economie – overeen-komst tussen OCMW’s en sociaal - economie-initiatieven).

Organisatie: Opset vzwWerkvorm: Sociale WerkplaatsAdres: Wijnveld 251, 9112 SinaaiContactpersoon: Homblé Ann, Coördinator Sociale Economie Vanderstraeten Jeroen, ProjectverantwoordelijkeT. 03 772 60 61 - F. 03 772 67 07Email: [email protected] / [email protected]: www.groepintro.bewelke samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen? De samenwerking met Stad Aalst omvat groenonderhoud. Momenteel zijn 3 doel-groepwerknemers in dienst, in september 2009 startten de andere werknemers. Eind 2009 start waarschijnlijk één persoon in art. 60.

Organisatie: Landschapsbeheer Vlaamse ArdennenWerkvorm: Lokale DiensteneconomieAdres: De Biesestraat 5, 9600 RonseContactpersoon : Eddy RaepsaetT. 055 20 72 65 - F. 055 20 72 65Email: [email protected] samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen?De opdrachten komen van de lokale besturen, die beheerders zijn van de wegen die onderhouden worden. De 16 lokale besturen die lid zijn van RLVA kunnen arbeidsuren “natuurbeheer en landschapszorg” kopen.

Organisatie: OCMw AalstWerkvorm: Lokale DiensteneconomieAdres: Albrechtlaan 119 A, 9300 AalstContactpersoon: Stephanie CooremanT. 053 76 55 21F. 053 76 55 21Email: [email protected]: www.ocmwaalst.be

Organisatie: OCMw Erpe-Mere – uw klusjesdienstWerkvorm: Lokale DiensteneconomieAdres: Sociaal Huis, Oudenaardsesteenweg 458, 9420 Erpe-MereNaam contactpersoon : De Clercq CarlineT. 053 60 34 90 - F. 053 60 34 90Email: [email protected]: sociaalhuis.erpe-mere.be Samenwerkingsverband met OCMW’s van Haaltert, Denderleeuw en Erpe-Mere.OCMW Erpe-Mere is “projectleider”. Het werkingsgebied bestrijkt de 3 gemeenten.

Organisatie: OCMw geraardsbergen -dienst thuiszorgWerkvorm: Lokale DiensteneconomieAdres: Kattestraat 27, 9500 GeraardsbergenNaam contactpersoon: Thérèse De GeyterT. 054 43 20 32 – F. 054 43 20 74Email: thérè[email protected]: www.ocmwgeraardsbergen.be

‘t Vierkant

Vlaamse Ardennen

58 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 59Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Organisatie: OCMw OudenaardeWerkvorm: Lokale Diensteneconomie / SINE-erkenning voor de klusjesdienstAdres: St.Walburgastraat 9, 9700 OudenaardeContactpersoon: Geert DerlynT. 055 46 06 40 - F. 055 46 06 59Email: [email protected]: www.ocmwoudenaarde.be welke lokale samenwerking is er:Sociale tewerkstellingen art. 60§7:Grijkoort 2Groep Intro 1Kringwinkel 4Sociaal restaurant 1Klusjesdienst OCMW 3Onderhoud OCMW 5Technische dienst OCMW 1Verzorging Meerspoort OCMW 1Totaal tewerkgestelden art. 60§7 18

Tewerkgestelden activa in Regionale landschap Vlaamse Ardennen : 1

Het OCMW Oudenaarde heeft een samenwerkingsverband met volgende organisaties:

� Sociale Huisvestingsmaatschappij Vlaamse Ardennen � Sociaal Verhuurkantoor Zuid-Oost-Vlaanderen � Vzw Kansarmen � Vzw Grijkoort � Regionale Dienst voor Schuldbemiddeling � Groep INTRO � Kringwinkel Oudenaarde � Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen � Werkwinkel Oudenaarde � Brugproject deeltijds onderwijs � Vzw Ovosit � Pisad � Crisisopvangnetwerk politiezone Vlaamse Ardennen � Huis van het Nederlands � Inburgering Oost-Vlaanderen � CAW Zuid-Oost-Vlaanderen � Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-Oost-Vlaanderen

Organisatie: Steunpunt welzijn / d-mailWerkvorm: Lokale DienstenconomieAdres: Wellekensstraat 45, 9300 AalstContactpersoon: Peter DauweT. 053 70 44 10 - F. 053 78 95 58E-mail: [email protected]: An BonteT. 053 730 821 - F. 053 730 880E-mail: [email protected]: www.welzijn.netwelke samenwerking / wisselwerking is er met lokale besturen?

� Stad Aalst: de convenant vernieuwend lokaal sociaal beleid, overeenkomst met OCMW Aalst aangaande klaverbladfinanciering diensteneconomie, rondetafel-overleg met de dienst werkgelegenheidwerkgelegenheidsbeleid

� Huis aan huis bedeling van folders, informatiebladen,… voor de lokale besturen van Aalst, Erpe-Mere, ...

� OCMW Sint-Lievens-Houtem, OCMW Aalst en OCMW Lede : reeds tewerkstelling art. 60§7 geweest

60 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen 61Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Organisatie /Activiteit Arcor vzw bwZ Zottegem Swp de Loods goed wonen grijkoort vzw groep Introkringwinkel

teleshop kring-winkel ‘t Vierkant Opset vzwLandschapsbeheer Vlaamse Ardennen Steunpunt welzijn

bedelen van folders/brochures •bosbeheer •Energiesnoeiers • • •groenonderhoud • • • • • •Isolatiewerken/particulieren •kleine klussen/renovatie • • • •Mailings verzorgen • •Onkruidvrij houden/ alternatieve techniekenen • •Sociaal restaurant • •Strijkatelier • •was/strijken van werkkledij •Zwerfvuil opruimen • • •

B. Overzichtstabel Diensten Sociale Economie Initiatieven

63Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

Cijfertabellen

bIjLAgEN

1. bevolking – samenstelling:01/01/2008 jongeren

0-19 jaarberoepsactieven20-65 jaar

Ouderen65+

totale bevolking

M V tot. M V tot. M V tot. M V tot.Arr. Aalst Absolute cijfers 28.670 27.325 55.995 83.014 81.012 164.026 20.581 28.887 49.468 132.265 137.224 269.489

Percentages 10,6 10,1 20,8 30,8 30,1 60,9 7,6 10,7 18,4 49,1 50,9 100,0Arr. Oudenaarde

Absolute cijfers 13.664 13.138 26.802 35.192 33.901 69.093 9.251 12.955 22.206 58.107 59.994 118.101Percentages 11,6 11,1 22,7 29,8 28,7 58,5 7,8 11,0 18,8 49,2 50,8 100,0

Zuid-Oost-Vlaanderen

Absolute cijfers 42.334 40.463 82.797 118.206 114.913 233.119 29.832 41.482 71.674 190.372 197.218 387.590Percentages 10,9 10,5 21,4 30,5 29,6 60,1 7,7 10,8 18,5 49,1 50,9 100,0

Provincie Oost-Vl.

Absolute cijfers 157.129 150.844 307.973 430.100 419.716 849.816 106.291 144.404 250.695 693.520 714.964 1.408.484Percentages 11,2 10,7 21,9 30,5 29,8 60,3 7,5 10,3 17,8 49,2 50,8 100,0

Vlaams Gewest

Absolute cijfers 695.020 665.209 1.360.229 1.870.201 1.830.976 3.701.177 474.735 625.459 1.100.194 3.039.956 3.121.644 616.1600Percentages 11,3 10,8 22,1 30,4 29,7 60,1 7,7 10,2 17,9 49,3 50,7 100,0

Bron: FOD Economie – Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie – Dienst Demografie en eigen bewerkingen

2. Vergrijzing en interne vergrijzing:01/01/2008 Vergrijzing Interne vergrijzing groene drukArr. Aalst 43,9 19,8 37,7Arr. Oudenaarde 45,7 22,4 42,8Provincie Oost-Vl. 43,1 20,1 40,0Vlaams Gewest 43,5 19,9 40,7

Cijfers: http://lokalestatistieken.vlaanderen.be/crn/cgi-bin/cognos.cgi

Vergrijzing: De verhouding tussen het aantal 60+ en het aantal beroepsactieven (20 tot 59-jarigen).

Interne vergrijzing: Het aantal 80+ ten opzichte van het aantal 60+. Geeft weer hoeveel hoogbejaarden er zijn in de groep van de senioren.

Groene druk: de verhouding tussen het aantal 0 tot 19-jarigen en het aantal 20 tot 59-jarigen. Het is een indicatie voor de verhouding tussen de actuele en de toekomstige beroepsbevolking.

3. Activiteitsgraad, werkgelegenheidsgraad en werkzaamheidsgraad:

31/12/2006 Activiteitsgraad werkgelegenheidsgraad werkzaamheidsgraadArr. Aalst 53,9 49,0 29,8Arr. Oudenaarde 65,6 60,8 35,6Provincie Oost-Vl. 69,0 63,8 38,5Vlaams Gewest 73,4 68,2 41,0

Bron: Socio-economische situatieschets Oost-Vlaanderen 2009

Activiteitsgraad: de mate waarin de bevolking op beroepsactieve leeftijd actief is op de arbeidsmarkt, d.w.z. een job heeft of een job zoekt.

Werkgelegenheidsgraad: totaal aantal arbeidsplaatsen gedeeld door het aantal beroepsactieven (20 – 64 jaar).

Werkzaamheidsgraad: het percentage werkenden in de bevolking ten opzichte van de totale bevolking.

64 Sociale Economie in Zuid-Oost-Vlaanderen

4. Aantal NwwZ juni 2009 t.o.v. juni 2008 – aandeel kansengroepen

- 25 jaar + 50 jaar Arbeidsgehandicapt Allochtonen Laaggeschoold totaal NwwZArr. Aalst Juni 2008 1.253 2.315 1.492 926 4.265 7.262

Juni 2009 1.487 2.451 1.488 1.191 4.472 8.396% aandeel NWWZ juni 2009 17,7% 29,2% 17,7% 14,2% 56,5% 100%Arr. Oudenaarde Juni 2008 524 850 665 474 1.571 2.844

Juni 2009 717 909 715 632 1.873 3.452% aandeel NWWZ juni 2009 20,8% 26,3% 20,7% 18,3% 54,3% 100%Zuid-Oost-Vlaanderen Juni 2008 1.777 3.165 2.157 1.400 5.836 10.106

Juni 2009 2.204 3360 28,4% 1.823 6.615 11.848% aandeel NWWZ juni 2009 18,6% 28,4% 18,6% 15,4% 55,8% 100%Provincie Oost-Vl. Juni 2008 7.119 10.261 7.125 7.327 20.866 37.659

Juni 2009 9.125 11.106 7.848 9.369 24.646 45.333% aandeel NWWZ juni 2009 20,1% 24,5% 17,3% 20,7% 54,4% 100%Vlaams Gewest Juni 2008 29.528 44.405 27.747 32.871 84.535 158.114

Juni 2009 40.096 48.917 30.798 42.759 101.764 195.309% aandeel NWWZ juni 2009 20,5% 25% 15,8% 21,9% 52,1% 100%

Bron: Arvastat/VDAB en eigen bewerkingen

NWWZ: niet-werkende werkzoekenden

5. Sectorale werkgelegenheid:31/12/2006 primaire sector Secundaire sector tertiaire sector Quartaire sectorArr. Aalst 2 22,3 40,4 35,3Arr. Oudenaarde 3,7 34,7 32,0 29,6Provincie Oost-Vlaanderen 2,9 25,6 38,1 33,4Vlaanderen 2,6 24,0 42,7 30,7

Bron: Socio-economische situatieschets Oost-Vlaanderen 2009

Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen RESOC-SERR

Keizersplein 429300 Aalst

T: 053/60.77.00F: 053/60.77.01

M: [email protected] www.streekoverlegzov.be