Social Media Update 2012 - frankwatching.com€¦ · 2. Met welk doel zetten bedrijven social media...
Transcript of Social Media Update 2012 - frankwatching.com€¦ · 2. Met welk doel zetten bedrijven social media...
Social Media Update 2012
Van ‘Virgin’ tot ‘Guru’:
Hoe social zijn Nederlandse bedrijven?
© Jungle Minds - Oktober 2012
Kim Wiebring
Inhoud
1. Inleiding ....................................................................................................................... 3
1.1. Social Media update 2012 .................................................................................. 3
1.2. Social Readiness ................................................................................................ 3
1.3. Definitie van Social Media ................................................................................... 5
1.4. Externe doelgroepen ........................................................................................... 5
2. Resultaten ................................................................................................................... 6
2.1. Meeste bedrijven zijn ‘Social Juniors’ ................................................................. 6
2.2. MarCom veelal verantwoordelijk voor de coördinatie ......................................... 6
2.3. Meeste bedrijven gebruiken gratis tools voor het beheren van sociale media ... 7
2.4. Hoe volwassener, hoe vaker men beheertools gebruikt ..................................... 7
2.5. Bereik/ branding is het voornaamste doel, verkoop heeft geen prioriteit ............ 8
2.6. Opmerkelijk: servicegevoeligheid niet van invloed op doel ‘klantenservice’ ....... 8
2.7. Twitter en Facebook blijven het populairst, platform geen relatie met social
media doelstellingen ........................................................................................... 9
2.8. Hoe volwassener, hoe vaker men het succes meet ........................................... 9
2.9. Meeste bedrijven meten in eerste instantie handmatig ..................................... 10
3. Tips van bedrijven ..................................................................................................... 11
4. Conclusie .................................................................................................................. 13
Bijlage 1: Onderzoeksopzet ................................................................................................ 14
Interviews .................................................................................................................. 14
Online enquête .......................................................................................................... 14
Bijlage 2: Achtergrond gegevens ........................................................................................ 15
Bijlage 3: Ons model ........................................................................................................... 18
1. Inleiding
In februari 2010 bracht Jungle Minds de ‘Social Media Update 2010’ uit. Dit onderzoek naar de
organisatie van social media activiteiten binnen bedrijven wees uit dat de meeste organisaties nog
aan het experimenteren waren met de inzet en organisatie van deze media. Nu, ruim tweeënhalf jaar
later, is het tijd voor een update. Zijn social media activiteiten meer gemeengoed geworden en
verder geprofessionaliseerd?
1.1. Social Media Update 2012
In de editie 2012 staan de volgende vragen centraal:
1. Hoe volwassen is de organisatie van social media activiteiten binnen bedrijven in
Nederland?
2. Met welk doel zetten bedrijven social media in?
a. Wat zijn de daarbij horende platforms?
b. In hoeverre wordt het behalen van deze doelen gemeten?
1.2. Social Readiness
Als basis voor het onderzoek dient het ‘Social Readiness’ model van Jungle Minds (zie bijlage 3 en
het artikel Social Readiness1). Dit model bestaat uit vijf ‘volwassenheidsfases’ waarin bedrijven zich
kunnen bevinden.
1 www.jungleminds.nl/blog-en-boeken/blog/artikel/social-readiness-hoe-social-is-jouw-organisatie/
Social Virgin De Social Virgin communiceert nog niet of nauwelijks met haar klanten en andere
stakeholders. Wanneer ze dit wel doet dan gaat dit direct via bijvoorbeeld Twitter of
Facebook, waarop vooral ‘gezonden’ wordt. Er worden mededelingen geplaatst die
niet of nauwelijks uitnodigen tot interactie. Meestal zijn er enkele individuen in de
organisatie die ‘social media’ op zich hebben genomen. Een gestructureerd proces
of richtlijnen ontbreken. De mentaliteit richt zich vooral op het product, de klant kent
men niet.
Social Junior
De Social Junior is net als de Virgin vooral naar binnen gericht. Het product staat
centraal en niet de klant. Zij coördineert haar activiteiten vanuit één afdeling die dit als
taak naast het ‘gewone’ werk hebben gekregen. De afdeling heeft tools ingericht zoals
‘Hootsuite’ of ‘Tweetdeck’ om gemakkelijker te Twitteren en om te luisteren naar wat
er gezegd wordt op Twitter. Daarnaast zal zij ook nog direct via bijvoorbeeld
Facebook en Linkedin haar berichten posten. De communicatie is echter nog steeds
eenrichtingsverkeer. Ze zendt informatie, maar reageert slechts sporadisch,
bijvoorbeeld alleen bij klachten.
Social Medior De Social Medior kijkt niet alleen naar het product, maar kijkt ook naar buiten en om
zich heen, naar de markt. Ze wil zich onderscheiden van de concurrent, bijvoorbeeld
op service. Zij heeft haar activiteiten georganiseerd aan de hand van het ‘hub-and-
spoke’ model. Er is een social media team in het leven geroepen om de activiteiten uit
te voeren en te coördineren. Dit team noemen we de ‘hub’. Uitvoerende afdelingen
noemen we de ‘spokes’. Zij werken binnen de kaders die door de hub opgesteld zijn.
De eerste echte gesprekken worden gevoerd, zenden én ontvangen. Om naast
Twitter ook andere kanalen - zoals fora en blogs - te monitoren, wordt gebruik
gemaakt van monitoring tools, bijvoorbeeld ‘Radian6’ of ‘Sysomos’.
Social Expert
Een klein bedrijf met een Social Expert status heeft social media hetzelfde
georganiseerd als de Social Medior. Voor een groot bedrijf is dit echter niet meer
haalbaar, zij zetten een ‘multiple hub-and-spoke’ structuur op. De centrale hub op het
hoofdkantoor zet de kaders uit, waarna een sub-hub in de aparte business units elk
zelf de richting bepalen waaraan de spokes zich moeten houden. De Social Expert
kijkt niet meer alleen naar wat de concurrent doet, maar gaat zich steeds meer
aanpassen aan de wensen van haar klanten en stakeholders. Ze voert een dialoog en
de klanten worden ‘engaged’. Veel bedrijven hebben deze status als ultiem doel.
Social Guru Er zijn echter ook bedrijven die nog een (flinke) stap verder gaan. De Social Guru
geeft zowel haar werknemers als haar klanten de macht om actief mee te denken –
en soms zelfs mee te beslissen over de koers van het bedrijf – door middel van co-
creatie. De organisatie heeft niet alleen haar klant, maar ‘de mens’ centraal staan,
intern en extern.
Met het Social Readiness model als leidraad zijn er acht interviews afgenomen om kwalitatief inzicht
te krijgen in de organisatie van social media. Op basis van de daarmee verkregen inzichten is een
online enquête gehouden onder 436 bedrijven.
1.3. Definitie van Social Media
In dit onderzoek hanteren we de volgende definitie van Social Media:
Een verzameling van publieke media kanalen en tools waarmee iedereen makkelijk met elkaar kan
communiceren.
Het communiceren kan in verschillende vormen, zoals via tekst, visuals, video of audio. En het kan
op verschillende plekken plaatsvinden, bijvoorbeeld op platforms als Twitter, Facebook, Hyves,
YouTube en fora. Maar ook de eigen website kan ‘social’ worden gemaakt, bijvoorbeeld door de
integratie van externe sociale media en het gebruik van tools voor feedback of klantbeoordelingen.
1.4. Externe doelgroepen
In dit onderzoek richten we ons op de social media die bedrijven inzetten in hun relaties met externe
doelgroepen. Er wordt dus niet ingegaan op de gebruiksmogelijkheden binnen de organisaties zelf.
15%
56%
17%
11%
1%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%
Social Virgin
Social Junior
Social Medior
Social Expert
Social Guru
Social Readiness model
65%
4%
1%
1%
13%
16%
0% 50% 100%
Marketing & Communicatie
Public relations
Klantenservice
Sales
Management/ directie
Anders, namelijk:
Verantwoordelijke voor de coördinatie:
2. Resultaten
2.1. Meeste bedrijven zijn Social Juniors
2.2. MarCom veelal verantwoordelijk voor de coördinatie
Een meerderheid van de bedrijven bevindt
zich in de Social Junior fase (56 %).
Slechts 1 % bevindt zich in de meest
volwassen fase en kunnen zich een Social
Guru noemen.
Opvallend is dat de markt waarin een
bedrijf zich bevindt (B2B of B2C) geen
rol speelt. Wat wel een rol speelt is de
mate waarin een bedrijf online
georiënteerd is. Hoe meer online
georiënteerd, hoe volwassener de
organisatie van social media activiteiten.
“Internetmarketing pioniert en
daarna rollen zij het uit binnen
de organisatie. Bij campagnes
zetten we tijdelijke
multidisciplinaire teams in.”
- Wehkamp.nl -
Doordat de meeste bedrijven Social Juniors
zijn, worden de activiteiten vaak centraal
gecoördineerd door één afdeling (of
persoon). In 65 % van de gevallen is dit de
‘van oudsher’ bestaande Marketing &
Communicatie afdeling.
De Social Mediors en Experts hanteren een
‘hub-and-spoke’ structuur. De hub blijkt vaak
te bestaan uit mensen vanuit verschillende
hoeken. Bijvoorbeeld vanuit een creatieve,
marketing en technische afdeling, dikwijls
aangevuld met een social media
medewerker of manager.
“We hebben een contentgroep opgestart die maandelijks berichten aanlevert voor social
media. De content groep bestaat uit 14 mensen vanuit verschillende afdelingen. Mensen uit
alle hoeken zoals pers, marketing, communicatie, zaalverhuur, productie et cetera.”
– Het Concertgebouw -
Actief zijn op sociale media kost tijd.
Hoewel 38 % van de bedrijven alles
vanuit de platforms zelf doet, maakt een
groot deel (62 %) gebruik van allerlei
hulpmiddelen waarmee efficiënt op de
diverse platforms gecommuniceerd kan
worden.
De meeste bedrijven doen dit ad hoc
(41 %). Voor het beheren van de
verschillende Social Media activiteiten
maken zij gebruik van gratis tools zoals
‘Hootsuite’ of ‘Tweetdeck’.
Het blijkt dat naarmate men meer
volwassen wordt in de organisatie van
social media, men vaker tools gaat
gebruiken om deze activiteiten te
organiseren. Want waar 75 % van de
Social Virgins alles vanuit de platforms zelf
doet, doet niemand van de Social Guru’s
dat. Het is wel opvallend dat bijna een
kwart van de Social Experts geen
beheertools voor social media gebruikt.
38%
41%
10%
6%
5%
0% 10% 20% 30% 40% 50%
Geen
Gratis tools
Tools met een betaalde licentie
Social Customer RelationshipManagement (CRM) tools
Co-creatietools
Tool om social media activiteiten te organiseren
2.3. Meeste bedrijven gebruiken gratis tools voor het beheren van sociale media
2.4. Hoe volwassener, hoe vaker men beheertools gebruikt
75%
38%
27%
24%
22%
47%
42%
38%
18%
9%
20%
9%
27%
4%
7%
16%
9%
4%
13%
45%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Social Virgin
Social Junior
Social Medior
Social Expert
Social Guru
Fase versus Tools
GeenVrij beschikbare toolsTools met een betaalde licentieSocial Customer Relationship Management (CRM) toolsCo-creatietools
“We hebben een aparte tool
‘Coosto’ waarmee wij onze
reputatie monitoren. En
aanvullend gebruiken wij
‘Tweetdeck.’”
– Inshared –
84%
40%
37%
34%
22%
19%
15%
11%
10%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Bereik / branding
Leadgeneratie
Klantloyaliteit
Luisteren
Klantservice
Reputatiemanagement
Verkoop
Personeelwerving
Innovatie / co-creatie
Belangrijktse doelen
2.5. Bereik of branding is het voornaamste doel, verkoop heeft geen prioriteit
2.6. Opmerkelijk: servicegevoeligheid niet van invloed op doel ‘klantenservice’
Veronderstelling Resultaat
Hoe gevoeliger voor de publieke opinie, hoe vaker
social media wordt ingezet voor
‘reputatiemanagement’.
✓
Hoe service gevoeliger de producten, hoe vaker
social media wordt ingezet voor ‘klantenservice’.
X
Wanneer bedrijven gevoeliger zijn voor
de publieke opinie zetten zij social media
vaker in voor ‘reputatiemanagement’.
Opvallend is wel dat bedrijven die
service gevoelige producten of diensten
aanbieden, social media niet vaker
gebruiken ten behoeve van hun
klantservice (webcare). Dit zou verklaard
kunnen worden doordat bedrijven soms
bang zijn voor mogelijk kritiek.
Social media wordt door bedrijven
vooral ingezet voor ‘bereik’ of ‘branding’
(84 %). Dit doel blijft in alle
volwassenheidsfases het belangrijkst.
Maar ook ‘leadgeneratie’ (40 %),
‘klantloyaliteit’ (37 %) en ‘luisteren’
(34 %) zijn belangrijke doelen.
Opvallend is dat ‘klantenservice’
(webcare) pas op de vijfde plaats staat.
Verkoop via social media heeft voor
bedrijven zeker geen prioriteit. Het is
vaak een afgeleide doelstelling.
“Ons doel is de dialoog aangaan en exclusiviteit bieden.
Ervoor zorgen dat bezoekers info krijgen die nergens
anders te vinden is. Indirect conversie, dat is leuk als het
gebeurd maar het is geen harde target.”
– Het Concertgebouw –
“Sociale media worden nu vooral voor
branding en nog minder voor conversie
ingezet. Dat komt later.”
“Het belangrijkste is: luisteren, leren en
de dialoog aangaan. En dan pas is er de
mogelijkheid om op een natuurlijke
manier verkoop te stimuleren.”
– Inshared –
“Op social media moet je niet
direct gaan verkopen.”
– Wehkamp.nl –
95%
86%
67%
64%
28%
24%
20%
15%
2%
2%
1%
1%
1%
%
%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
YouTube
Google+
Hyves
Foursquare
Flickr
Tumblr
Ning
Netlog
Myspace
SoundCloud
Geen
Orkut
Gebruik platforms
22%
31%
44%
50%
53%
72%
62%
44%
40%
47%
6%
7%
12%
10%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Social Virgin
Social Junior
Social Medior
Social Expert
Social Guru
Meten van doelen
Ja Nee Weet niet
2.7. Twitter en Facebook blijven het populairst, platform geen relatie met social
media doelstellingen
2.8. Hoe volwassener, hoe vaker men het succes meet
Twitter en Facebook worden veruit
het meest gebruikt door de
bedrijven. Opvallend is dat Google+
meer wordt ingezet dan Hyves. Deze
nieuwkomer wordt veel ingezet in de
Nederlandse markt (28 % van de
bedrijven) en staat binnen de top vijf
van meest gebruikte platforms.
Bedrijven geven aan Hyves steeds
minder te gaan gebruiken.
De verdeling van platforms blijft per
doel en ook per volwassenheidsfase
grotendeels gelijk. Of men social
media nou inzet voor ‘branding’ of
voor ‘klantenservice’, de gebruikte
platforms blijven hetzelfde.
“Op Hyves gebeurt heel weinig.
Binnenkort zal dit kanaal waarschijnlijk
voor ons wel verdwijnen. Het levert te
weinig op.”
De meerderheid van de bedrijven meet
niet of haar doelen worden behaald
(57 %). Maar als we per fase kijken,
zien we duidelijke verschillen: hoe
volwassener bedrijven worden in hun
organisatie van social media
activiteiten, hoe vaker zij het effect van
hun inspanningen meten. Toch blijft
het opvallend dat nog steeds bijna de
helft van de Social Guru’s niet meet of
haar doelen worden behaald.
“Focus je nooit op één social media
platform. Hierdoor loop je het risico dat je
een deel van de doelgroep mist.”
- Inshared -
2.9. Meeste bedrijven meten in eerste instantie handmatig
Hoe wordt er gemeten?
De meeste bedrijven doen dit in eerste
instantie handmatig: zij houden
bijvoorbeeld het aantal volgers, likes en
gedeelde content en retweets bij.
Anderen gebruiken ook tools om
bijvoorbeeld de buzz te meten en om
sentiment analyses uit te voeren. Met
sentiment analyses wordt de
verhouding tussen positieve en
negatieve berichten gemeten. Bedrijven
geven wel aan (onder andere
Greenpeace, Inshared en het
Concertgebouw) dat dit toch wel lastig
blijft door een verkeerde interpretatie
van woorden.
Ook worden statistieken gebruikt om
het succes te meten (men houdt onder
andere het bezoek naar de website, het
klikgedrag en conversiecijfers bij). Een
enkeling verspreidt enquêtes onder
haar doelgroep om het effect van haar
social media activiteiten te achterhalen.
“Het doel ‘klantenservice’ meten we
indirect door te kijken naar de afname
van de inbound calls & mails bij het
callcenter/ mailbox.”
– enquête-
“Tools staan nog in de
kinderschoenen, want de
interpretatie is lastig: je hebt te
maken met ironie en cynisme.”
– Greenpeace -
“De eerste drie maanden ging alles handmatig. Ik
had structureel zes tabbladen open staan (één voor
Hyves, één voor YouTube et cetera) en dan ging je
gewoon tellen. Inmiddels gebruiken we verschillende
tools.”
– PGGM -
“Sentiment meten is, door
bijvoorbeeld dubbele ontkenningen,
lastig. Je moet eigenlijk alles checken
om te zien of het wel klopt.”
- Inshared -
“Naast een contentgroep is er een projectgroep
opgezet die elke maandagochtend een half uur bij
elkaar komt om de activiteiten te analyseren: wat
heeft het wel of niet goed gedaan? Tevens hebben we
een extra tool ‘Meltwater’ aangekocht om nog beter
activiteiten te analyseren (sentiment, top influencers,
social engagement etc.) en hier op in te spelen.”
– Het Concertgebouw -
3. Tips van bedrijven
Het veranderen van een bedrijf naar een social business vereist een goede aanpak. Hieronder
volgen een aantal tips van bedrijven over de organisatie van social media.
1. Zorg voor interne ambassadeurs die presentaties geven en successen delen
Het belang van social media is intern vaak niet duidelijk. Bedrijven ervaren daardoor vaak problemen
bij het verkrijgen van input voor social media. Draagvlak creëren is daarom van essentieel belang.
2. Speel in op de diversiteit van social media door middel van een multi-disciplinair team
De vragen die van social media afkomen zijn vaak heel divers en raken verschillende afdelingen.
Hier ligt vaak een uitdaging voor bedrijven. Een duidelijke structuur is daarom van groot belang.
“Zorg dat je met enthousiasme vertelt om
draagvlak te creëren. Ik heb alle successen via
meetings en mails gedeeld om te laten zien wat
voor een effect alle inspanningen hadden. Het
duurde even, maar na een paar weken kreeg ik
het gevoel dat het ging leven en dat mensen
gingen meedenken."
– Het Concertgebouw –
“Zorg het liefst ook voor meerdere
ambassadeurs (social media officers met een
hoge gun-factor). En het is belangrijk om
presentaties te houden, duidelijk te laten zien
wat je doet en wat het heeft opgeleverd (men aan
de hand van cijfers overhalen). Je hebt de
verschillende disciplines nodig voor content, als
je die niet mee krijgt, wordt het niks.”
“Maak andere medewerkers en afdelingen
enthousiast door het effect op social media te
laten zien (bijvoorbeeld door het doorgeven
van het aantal likes et cetera).”
- Transavia -
“Je hebt iemand nodig die de kennis
kan overdragen aan anderen.”
- PGGM -
“Social media raakt veel onderdelen. Productontwikkeling, PR, marketing, customer service,
communicatie et cetera.”
- Inshared -
3. Doen! Experimenteer, maar wel met een vooraf opgesteld plan
Zet social media niet in omdat je er als bedrijf ‘iets’ mee moet doen. Stel vooraf doelen op en kijk hoe
je deze kunt bereiken. Echter, sociale media worden, zoals ING dat aangeeft, geen ‘proven
technology’. Men adviseert daarom het onderstaande:
4. Post alleen relevante berichten en voorkom daarmee irritatie
Experimenteren is dus belangrijk. Maar houd hierbij het onderstaande in het achterhoofd:
“Niet te bang zijn, probeer en kijk
wat de reacties zijn.”
– Transavia –
Social media is geen exacte wetenschap en geen ‘proven technology’. In onze
visie moet er ruimte zijn om te experimenteren met sociale media. Dat betekent
ook dat er ruimte moet zijn om fouten te maken en dat we daar niet al te
moeilijk over moeten doen. Het primaire doel is dan wel om van het experiment
en eventuele fouten te leren. Bij social media draait het om learning by doing.”
– ING –
“De mate van relevantie van berichten, op
bijvoorbeeld Facebook, is belangrijker dan de
frequentie.”
– Inshared –
“Als ik zelf een bedrijf zou volgen wil ik ook niet
elke dag overspoeld worden met post, vijf keer
per week is het maximum denk ik.”
– Transavia –
“Experimenteren moet bewust in
de strategie gezet worden.”
– Greenpeace –
4. Conclusie
Hoe volwassen?
Ondanks dat er de afgelopen jaren veel is gebeurd op social media gebied, is de organisatie van
social media activiteiten binnen organisaties nog vrij onvolwassen: ruim de helft is namelijk te
classificeren als Social Junior.
Dit houdt in dat de activiteiten vaak centraal gecoördineerd worden door één persoon of afdeling.
Over het algemeen is de van oudsher bestaande afdeling ‘Marketing & Communicatie’ hier
verantwoordelijk voor. Om de social media activiteiten te organiseren, gebruiken de meeste bedrijven
gratis tools. En hoe volwassener het bedrijf omgaat met social media, hoe vaker men tools gaat
gebruiken om efficiënt op social media te kunnen communiceren.
Met welk doel en welke platforms?
Social media wordt voornamelijk ingezet om ‘bereik of branding’ te creëren. Opvallend is dat
‘klantenservice’ pas op de vijfde plaats staat. Zelfs bij bedrijven met service gevoelige producten
staat ‘klantenservice’ niet hoog op de ranglijst. Daarnaast heeft ‘verkoop’ via social media vaak nog
geen prioriteit, andere doelen gaan voor. Om de doelen te kunnen bereiken zijn Twitter en
Facebook populair. Hyves zakt in populariteit, terwijl Google+ aan het klimmen is.
Wordt er gemeten?
De meerderheid van de bedrijven meet niet of haar doelen behaald worden. Maar… hoe
volwassener de organisatie van social media, hoe vaker men gaat meten. Dit wordt dan grotendeels
handmatig gedaan. Het aantal volgers, likes en retweets wordt door bijna alle bedrijven die hun
doelen meten bijgehouden. Ook kijken sommige bedrijven naar de webstatistieken en worden er
tools gebruikt om inzicht te krijgen in de ‘buzz’.
Hoe social is jouw organisatie? Zijn jullie net zoals de meeste bedrijven een Social Junior? Vul het
Social Readiness model in en kijk waar jullie staan (voor hulp zie: Social Readiness2). Zit er een gap
tussen waar jullie nu staan en waar jullie naartoe willen? Het artikel ‘Social business stappenplan3’
geeft 20 tips om te veranderen richting een Social Guru.
2 www.jungleminds.nl/blog-en-boeken/blog/artikel/social-readiness-hoe-social-is-jouw-organisatie/
3 www.jungleminds.nl/blog-en-boeken/blog/artikel/social-readiness-van-social-junior-richting-social-guru/
Bijlage 1 - Onderzoeksopzet
Interviews
Jungle Minds heeft acht interviews afgenomen met personen uit diverse organisaties. Deze
organisaties zijn geselecteerd op basis van onderstaande criteria:
grootte van de organisatie;
marktoriëntatie (B2B versus B2C versus B2B en B2C);
ervaring met social media;
bedrijfssector.
Wij bedanken de volgende personen voor hun deelname aan de interviews:
PGGM Gitta Bartling Community & Social Media Manager
Sony Benelux Berber Hoekstra Social Media Officer
Transavia Martijn Schmidt Online Marketeer
Greenpeace Elroy Bos Hoofd Pers & Communicatie
Inshared Bernadette Wiersema Social Media & New Business
Het Concertgebouw Lieke Visser Online Marketing Manager
Wehkamp.nl Alwin Snippe Internet Marketeer
ING Harold Reusken Specialist Social Media & Public Relations
Online enquête
Tussen 17 januari en 10 februari 2012 is onder de klanten van Jungle Minds en via het weblog
Frankwatching.nl een online enquête verspreid. In totaal vulden 436 respondenten de gehele
enquête in.
Bijlage 2 - Achtergrond gegevens
In het onderzoek hebben we degenen die niet verantwoordelijk zijn voor de aansturing of uitvoering
van social media activiteiten buiten beschouwing gelaten. De gedachte hierachter is dat mensen die
een verantwoordelijkheid hebben voor wat betreft social media het beste beeld hebben van (de
organisatie van) social media activiteiten binnen hun organisatie.
De meeste personen die hebben deelgenomen aan het onderzoek werken in de ‘communicatie/
media’ secor (20,2 %). Dit kan de resultaten van het onderzoek vertekenen.
6%
9%
72%
12%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
Ja, alleen verantwoordelijk voor aansturing
Ja, alleen verantwoordelijk voor uitvoering
Ja, verantwoordelijk voor zowel aansturing alsuitvoering
Nee
Ben je verantwoordelijk voor de aansturing of uitvoering van social media activiteiten?
1%
2%
20%
1%
4%
1%
5%
7%
5%
3%
8%
6%
5%
1%
1%
13%
18%
0% 5% 10% 15% 20% 25%
Agrarische sector
Bouw
Communicatie/ Media
Farmaceutische industrie
Financiële dienstverlening
FMCG
Gezondheidszorg/ Welzijn
Handel
ICT
Industrie/ Productie
Non-profit
Onderwijs en onderzoek
Overheid
Telecom
Transport/ Logistiek
Zakelijke dienstverlening
Anders, namelijk:
In welke sector is jullie organisatie actief?
17%
13%
12%
15%
10%
12%
6%
16%
0% 5% 10% 15% 20%
1 tot 5 werknemers
5 tot 10 medewerkers
10 tot 20 medewerkers
20 tot 50 medewerkers
50 to 100 medewerkers
100 tot 200 medewerkers
200 tot 500 medewerkers
500 of meer medewerkers
Hoeveel mensen werken er ongeveer in jullie organisatie?
37%
43%
20%
0% 10% 20% 30% 40% 50%
Geheel of grotendeels gericht opbedrijven/organisaties, incl. overheid (B-to-B)
Geheel of grotendeels gericht opconsumenten/particulieren (B-to-C)
In gelijke mate op bedrijven/organisaties enconsumenten/particulieren
Op welke klantgroep richt jullie organisatie zich?
36% 34%
17%
8% 5%
0%
10%
20%
30%
40%
Zeer service gevoeligNiet service gevoelig
In welke mate is jullie product en/ of dienst service gevoelig?
43%
57%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%
ja
nee
Is jullie organisatie internationaal actief?
10%
26% 24% 25%
14%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Zeer gevoelig voorpublieke opinie
Niet gevoelig voorpublieke opinie
In welke mate zijn de activiteiten gevoelig voor de publieke opinie?
44%
39%
9%
8%
0% 10% 20% 30% 40% 50%
Probleemoplossend - Hogebetrokkenheid
Waardetoevoegend - Hogebetrokkenheid
Probleemoplossend - Lagebetrokkenheid
Waardetoevoegend - Lagebetrokkenheid
In welk kwadrant zou je de producten of diensten van jullie organisatie plaatsen?
Bijlage 3 - Ons model
Als basis voor het onderzoek dient het ‘Social Readiness’ model van Jungle Minds. Dit model is
ontwikkeld om inzicht te krijgen in welke mate ‘social’ in een bedrijf is geïntegreerd (lees voor meer
informatie en toepassing van het model: Social Readiness: hoe social is jouw organisatie4 en Social
business stappenplan: van Social Junior richting Social Guru5).
Om te kunnen achterhalen in welke volwassenheidsfase Nederlandse bedrijven zich bevinden, is
naar de organisatiestructuur, de technologie en de stakeholder interactie gevraagd (de business
mentaliteit is in dit onderzoek niet meegenomen).
De antwoord categorieën bij deze vragen liepen van 1 tot en met 5, waarbij 1 betrekking had op de
Social Virgin fase en 5 betrekking had op de Social Guru fase.
Het kwam voor dat een bedrijf qua organisatiestructuur en technologie een Social Virgin was, terwijl
het antwoord op de stakeholder interactie vraag bijvoorbeeld een Social Medior aangaf. Om te
bepalen in welke fase een bedrijf zich bevond, hebben we de onderstaande formule gehanteerd.
4 www.jungleminds.nl/blog-en-boeken/blog/artikel/social-readiness-hoe-social-is-jouw-organisatie/
5 www.jungleminds.nl/blog-en-boeken/blog/artikel/social-readiness-van-social-junior-richting-social-guru/
De organisatiestructuur en de stakeholder interactie hebben naar onze mening een grotere invloed
op de mate waarin ‘social’ in een bedrijf is geïntegreerd dan de technologie. Deze hebben we dan
ook twee keer zo zwaar meegenomen in de berekening.
Formule
(Organisatie structuur * 2) + (technologie * 1) + (stakeholder interactie * 2) = X (min 5, maximaal 25)
5 t/m 9 = Social Virgin
10 t/m 14 = Social Junior
15 t/m 19 = Social Medior
20 t/m 24 = Social Expert
25 = Social Guru
Voorbeeld berekeningen
Stel... een bedrijf scoort op de vraag die ingaat op de organisatiestructuur een 1, op technologie een
2 en op stakeholder interactie een 3.
(1 * 2) + (2 * 1) + (3 * 2) = 10 = Social Junior