Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar...

91

Transcript of Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar...

Page 1: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...
Page 2: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

2

Titel: Social media & LVB

Ondertitel: Onderzoek naar de positieve en negatieve effecten van social media bij mensen met een licht verstandelijke beperking

Auteurs: Dekker, M. 0939935

Scheepers, L. 0604534 Veld op ‘t, D. 0837113

Hogeschool: Zuyd Hogeschool, Sittard

Opleiding: Social Work

Afstudeerkring: Social media

Afstudeercoach: Babet Hoeberigs

Opdrachtgever: Wim Ringens

Organisatie: Daelzicht

Betrokken instellingen van Daelzicht: Wonen Leyenbroek

Wonen Spaubeek

Sittard, mei 2012

Page 3: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

3

Voorwoord

Beste lezer,

Dit document is een afstudeerwerkstuk van drie studenten, genaamd: Myrna

Dekker, Laura Scheepers en Debbie op ’t Veld (hierna in ‘wij-vorm’ beschreven)

van de opleiding Social Work, Zuyd Hogeschool te Sittard. Wij hebben alle drie

gekozen voor het uitstroomprofiel SP (sociaal pedagoog). De opdracht hebben

wij verworven via school. Er waren al een aantal instellingen die zich bij onze

opleiding hadden aangemeld met één of meerdere afstudeeropdrachten.

De opdracht van Daelzicht sprak ons aan vanwege de doelgroep, licht

verstandelijk beperkten in combinatie met social media. Social media is een

opkomende mediavorm, waar wij als studenten ook intensief mee in aanraking

zijn gekomen. Over de koppeling tussen licht verstandelijk beperkten en de

invloed van social media is weinig bekend, waardoor het onze nieuwsgierigheid

wekte. We zien het als een uitdaging om hier naar op zoek te gaan.

Ons afstudeerwerkstuk is voornamelijk bedoeld voor hulpverleners die werken

met en voor mensen met een (lichte) verstandelijke beperking. Echter kan dit

document daarnaast voor ieder ander interessant zijn, wanneer hij/zij meer wilt

weten over social media in het algemeen en/of meer te weten wilt komen over

hoe qua communicatie aangesloten dient te worden op de belevingswereld van

mensen met een lichte verstandelijke beperking.

Via deze weg willen wij onze afstudeeropdrachtgever Wim Ringens bedanken

voor zijn inspiratie, hulp en ondersteuning. Daarnaast willen we de medewerkers

van Daelzicht en hun cliënten eveneens bedanken voor hun medewerking aan

onze afstudeeropdracht.

Myrna Dekker

Laura Scheepers

Debbie op ’t Veld

Sittard, mei 2012

Page 4: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

4

Samenvatting

Dit afstudeerwerkstuk gaat over de invloed van social media bij mensen met een

licht verstandelijke beperking, kortweg LVB genoemd. De

afstudeeropdrachtgever is Wim Ringens uit naam van de organisatie Daelzicht.

De organisatie is over meerdere plekken verspreid binnen Limburg en richt zich

op mensen met een verstandelijke beperking. De woonvormen die betrokken zijn

in het onderzoek zijn Wonen Leyenbroek en Wonen Spaubeek.

De aanleiding voor dit onderzoek is dat de medewerkers van Daelzicht signaleren

dat er risico’s kleven aan het gebruik van social media bij hun cliënten. Echter

hebben de medewerkers hier tot nu toe nog niets aan gedaan vanwege de

privacyaspecten omtrent hun cliënten.

De huidige situatie is te omschrijven als een situatie waarin Daelzicht niet

volledig in kaart heeft wat de positieve, dan wel negatieve effecten zijn van

social media, gericht op hun cliënten die hier gebruik van maken. Niet iedere

medewerker is even goed op de hoogte van welke verschillende soorten social

media er zijn en hoe deze gebruikt worden. Hierdoor heeft Daelzicht de cliënten

nog geen voorlichting kunnen aanbieden. Daarnaast speelt een ethisch dilemma

omtrent de privacy van de cliënt een grote rol.

De probleemstelling die uit het onderzoek naar voren is gekomen, is dus als

volgt: medewerkers van Daelzicht signaleren dat veel cliënten gebruik maken

van social media. Zelf hebben sommige medewerkers weinig ervaring en/of

kennis van deze nieuwe vormen van communicatie. Echter signaleren zij wel de

verhoogde risico’s die verbonden zijn aan het gebruik van social media door de

doelgroep.

Kijkend naar de huidige situatie en de probleemstelling, is de volgende vraag

geformuleerd: ‘Welke positieve dan wel negatieve effecten kleven aan het

gebruik van social media bij mensen met een licht verstandelijke beperking. Hoe

kan hierop ingespeeld worden bij de cliënten zonder het gebruik te

ontmoedigen?’ .

Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn er een aantal deelvragen

opgesteld. De deelvragen luiden als volgt:

Wat zijn de positieve effecten van social media voor mensen met een licht

verstandelijke beperking?

Wat zijn de negatieve effecten van social media voor mensen met een licht

verstandelijke beperking?

In hoeverre zijn cliënten, zowel binnen Daelzicht als binnen andere

organisaties, al eerder geïnformeerd over de effecten van social media?

Hoe hebben zij hier op ingespeeld en wat heeft het opgeleverd?

Op welke manier kan er worden ingespeeld op de behoeften van de

cliënten van Daelzicht omtrent de voorlichting die er gegeven zal worden?

Page 5: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

5

De huidige situatie beschouwt Daelzicht als een probleem waarop actie

ondernomen dient te worden. Dit gebeurd aan de hand van een combinatie,

namelijk:

Een onderzoek; dat gericht is op het in kaart brengen van de positieve en

negatieve effecten van social media.

En een project; het opzetten van een voorlichting voor cliënten en het

aanreiken van een productopzet/-voorstel ter bewustwording van de

risico’s omtrent social media.

Het theoretisch kader richt zich in dit onderzoek op licht verstandelijk beperkten

en op social media. Dit zijn de hoofdbegrippen waar dit onderzoek om draait. In

het werkstuk is tevens een koppeling gemaakt tussen deze twee begrippen. Er is

onderzocht welke vormen van social media het meest worden gebruikt door de

cliënten, dit zijn: Hyves, Facebook, Msn, Twitter, Youtube en relatiesites. Dit

zullen dan ook de vormen zijn waar dit onderzoek omdraait.

In eerste instantie is er als onderzoeksontwerp gekozen voor het uitvoeren van

casestudy’s. Bij een casestudy gaat het om een diepteonderzoek van één of

enkele cases (Baarda, 2009, p. 63). Gedurende het onderzoek bleek het gezien

de vraagstelling interessanter te zijn om in plaats van de diepte in te gaan, een

meer breder kader te volgen door meer respondenten erbij te betrekken. Onder

respondenten werden zowel de cliënten als de medewerkers van Daelzicht

bedoeld. In totaal zijn er negen interviews afgelegd; zes cliënten en drie

medewerkers.

Daarnaast was het relevant voor de onderzoeksvraag om eveneens professionals

van buiten de instelling erbij te betrekken, de zogenoemde informanten. Al met

al kan er daarom gesteld worden dat dit onderzoek meer aansluit bij het ontwerp

van een survey. Een survey is gericht op het beschrijven van opvattingen,

betekenissen die mensen aan iets of iemand toekennen en gedragingen van

personen of groepen onder zo natuurlijk mogelijke omstandigheden (Baarda et

al., 2009, p. 125).

De interviews zijn opgenomen met een voicerecorder om deze vervolgens

helemaal uit te typen. Hierna zijn de interviews gelabeld aan de hand van

sublabels en hoofdlabels. Bij de respondenten kwamen de volgende hoofdlabels

naar voren: social media, contact, vrienden, negatieve effecten van social media,

positieve effecten van social media, anonimiteit, internetgebruik, gamen,

valkuilen en voorlichting. Bij de informanten kwamen: social media, kansen,

bedreigingen, cliëntbeperkingen, behoeften en voorlichting als hoofdlabels naar

voren.

De resultaten komen voort uit de gehouden en geanalyseerde interviews en uit

een intern aangereikt vakblad genaamd ‘Markant’, evenals een aangereikte

brochure van een informant.

Page 6: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

6

Het project ziet er als volgt uit: er is een opzet gemaakt voor het geven van een

voorlichting aan de cliënten binnen Daelzicht. In deze voorlichting worden de

positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar

voren komen, belicht. Daarnaast wordt er ingegaan op het afschermen van

profielen en op hoe cliënten zich kunnen beschermen voor mensen met

verkeerde bedoelingen. Deze twee laatste punten kwamen naar voren uit de

interviews met de cliënten. Om de voorlichting kracht bij te zetten is er ook een

opzet gemaakt voor een bewustwordingsmiddel, in de vorm van een muismat.

Op deze muismat staan kort en krachtig handvaten geformuleerd voor een zo

veilig mogelijk gebruik van social media.

De positieve effecten van social media, die naar voren zijn gekomen in dit

onderzoek zijn: vrijetijdsbesteding, gemakkelijker/sneller contact, informatief,

nieuwe contacten opdoen, inclusiebevorderend, uitlaatklep voor cliënten, het

ontvangen van waardering en zelfstandigheidbevordering.

Uit de geanalyseerde gegevens zijn ook negatieve effecten van social media naar

voren gekomen. Deze luidde als volgt: cyberpesten, ongewenste content

(geweld, porno, ongewenste mail, spam), de loverboy-problematiek,

gameverslaving, niet serieus worden genomen door hetgeen een cliënt allemaal

schrijft op het internet, het willen conformeren aan het ideaalbeeld wat zich op

internet voordoet, het meer afsluiten voor face-to-face contact,

beeldschermverslaving, hoge telefoonkosten en de vervaging tussen internet en

‘real life’ en het niet anoniem zijn.

Wanneer de positieve en negatieve effecten van social media uit de interviews

naast de informatie vanuit het vaktijdschrift Markant en de brochure ‘Mijn kind

Online’ worden gelegd, kan er worden gesteld dat de interviews een belangrijke

aanvulling hebben opgeleverd.

In dit afstudeerwerkstuk worden aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen

sluiten aan bij de wensen en behoeften van de opdrachtgever. Er worden tips

gegeven voor het bespreekbaar maken van het thema ‘social media’ voor

collega’s onderling, evenals het bespreekbaar maken van het thema ‘social

media’ met cliënten.

Page 7: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

7

Inhoudsopgave

Inleiding Blz. 9

1. Domeinverkenning

Inleiding Blz. 12

1.1 De organisatie Daelzicht Blz. 12

1.2 Social media Blz. 12

1.3 LVB Blz. 13

1.3.1 Beperkingen LVB; Het leren en denken Blz. 13

1.3.2 Beperkingen LVB; Sociale aanpassing Blz. 15

1.3.3 Hulpverlening Blz. 16

1.3.4 Cliëntprivacy Blz. 16

1.4 Social media & LVB Blz. 17

2. Van aanleiding tot onderzoeksvraag

Inleiding Blz. 18

2.1 Aanleiding Blz. 18

2.2 Probleemstelling Blz. 18

2.3 Doelstelling Blz. 18

2.4 De onderzoeksvraag Blz. 19

2.4.1 De deelvragen Blz. 19

3. Het onderzoek

Inleiding Blz. 21

3.1 Informatieverzameling Blz. 21

3.1.1 Ethische aanvaardbaarheid Blz. 21

3.2 Onderzoekstype Blz. 22

3.3 Onderzoeksontwerp Blz. 22

3.4 Onderzoekseenheden Blz. 23

3.4.1 Selectie Blz. 24

3.5 Dataverzameling Blz. 26

3.5.1 Wijze van interviewen respondenten Blz. 26

3.5.2 Wijze van interviewen informanten Blz. 28

3.5.3 Praktische overwegingen Blz. 31

3.5.4 Betrouwbaarheid Blz. 31

3.5.5 Geldigheid/validiteit Blz. 33

4. Data-analyse

Inleiding Blz. 34

4.1 Stappenplan analyse Blz. 34

4.1.1 Voorbeeldlabels bij respondenten Blz. 35

4.1.2 Voorbeeldlabels bij informanten Blz. 36

Page 8: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

8

5. Resultaten

Inleiding Blz. 37

5.1 Resultaten intern vakblad Markant Blz. 37

5.2 Resultaten externe brochure Mijn kind online Blz. 38

5.3 Resultaten eerste en tweede deelvraag volgens cliënten Blz. 39

5.4 Resultaten eerste en tweede deelvraag volgens medewerkers Blz. 40

5.5 Resultaten eerste en tweede deelvraag volgens informanten Blz. 41

5.6 Resultaten derde deelvraag Blz. 42

5.7 Resultaten vierde deelvraag Blz. 44

6. Conclusie & discussie

Inleiding Blz. 48

6.1 Conclusie Blz. 48

6.2 Discussie Blz. 51

7. Het project

Inleiding Blz. 53

7.1 Voorlichting cliënten Blz. 53

7.2 Het product Blz. 55

7.2.1 Verband tekst op muismat en het onderzoek Blz. 58

Evaluatie/nawoord Blz. 60

Referentenlijst Blz. 61

Bijlagen

Page 9: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

9

Inleiding

De organisatie

De opdracht voor dit afstudeerwerkstuk, een kwalitatief onderzoek, is afkomstig

van Daelzicht. Daelzicht is een organisatie die zich in meerdere vestigingen over

Limburg heeft verspreid. De organisatie richt zich op het bieden van zorg,

ondersteuning en begeleiding aan mensen met een verstandelijke beperking. Zij

zijn ervan overtuigd dat mensen met een beperking hun leven in de samenleving

op eigen wijze willen en kunnen invullen. De (hulp-)vragen van cliënten staan

centraal. Daarnaast wordt er ondersteuning geboden op alle facetten van het

leven. (Daelzicht, n.d.)

De opdracht is afkomstig van Dhr. Ringens (hierna Wim Ringens genoemd). Hij is

teamleider van drie woonvormen in Sittard-Geleen. Wim Ringens vond social

media een interessant thema voor een kwalitatief onderzoek aangezien steeds

meer cliënten gebruik (beginnen te) maken van deze mediavorm.

Social media

Social media is een snel opkomende communicatievorm. Het gaat om een snelle

ontwikkeling die soms niet bij te benen is (Mediawijsheidwinkel, n.d.). Naast Wim

Ringens, zien ook andere medewerkers van Daelzicht dat er een sterk groeiende

groep cliënten is die zich bezighoud met social media. Uit een aantal

oriënterende gesprekken met medewerkers van Daelzicht blijkt dat er aan het

gebruik van deze mediavorm zowel positieve als negatieve kanten zitten.

Vooral mensen met een licht verstandelijke beperking (voor de rest van het

document omschreven als LVB) lopen, door hun beperkingen, een vergroot risico

om deze negatieve kanten te ervaren (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28

oktober; Poels, persoonlijke mededeling, 2011, 21 december; Peeters,

persoonlijke mededeling, 2012, 16 januari; Mangeng, persoonlijke mededeling,

2012, 2 maart). Echter is de inclusie van deze doelgroep van wezenlijk belang.

Het gevoel hebben ‘erbij horen en ertoe doen’ is essentieel voor participatie in de

samenleving en daarmee een volwaardig mens te zijn. Deze doelgroep wil

betrokken zijn en blijven bij de ontwikkeling op het gebied van de nieuwste

technologie. Deze vraaggerichte visie wordt ondersteund door Daelzicht. Iedere

persoon is volgens de organisatie uniek, met eigen wensen en behoeften. Ieder

mens heeft behoefte aan, een vorm van, relaties met anderen. Bij Daelzicht laten

zij zich leiden door de vraag van de cliënt. (Daelzicht, n.d.)

Huidige situatie – gewenste situatie

De huidige situatie is te omschrijven als een situatie waarin Daelzicht niet

volledig in kaart heeft wat de positieve, dan wel negatieve effecten zijn van

social media, gericht op hun cliënten die hier gebruik van maken. Niet iedere

medewerker is even goed op de hoogte van welke verschillende soorten social

Page 10: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

10

media er zijn en hoe deze gebruikt worden. Hierdoor heeft Daelzicht hun cliënten

nog geen voorlichting kunnen aanbieden. Daarnaast speelt een ethisch dilemma

omtrent de privacy van de cliënt een grote rol.

De huidige situatie beschouwt Daelzicht als een probleem waarop actie

ondernomen dient te worden. Dit gebeurd aan de hand van een combinatie,

namelijk:

Een onderzoek; dat gericht is op het in kaart brengen van de positieve en

negatieve effecten van social media.

En een project; een opzet voor het geven van voorlichting aan cliënten en

het aanreiken van een productopzet/-voorstel ter bewustwording van de

risico’s omtrent social media.

Op deze wijze is dit afstudeerwerkstuk dan ook ingedeeld. Dit betekent dat er

wordt begonnen met een brede opzet. De onderzoeksvraag is ruim geformuleerd.

Om het onderzoek specifieker te maken, zijn er gerichte deelvragen opgesteld.

Na antwoord te hebben gegeven op de deelvragen en de hoofdvraag, volgt het

breed uitgemeten project. Hierdoor heeft dit afstudeerwerkstuk de vorm

aangenomen van een zandloper.

De gewenste situatie is te omschrijven als een situatie waarin zowel de

medewerkers (door het lezen van dit werkstuk), als de cliënten (door de

gehouden voorlichting), zicht hebben op de risico’s en er bewust van zijn tijdens

het gebruik van social media.

Doelstelling

De doelstelling van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de positieve en

negatieve effecten van social media op mensen met een licht verstandelijke

beperking (kortweg LVB genoemd). De bevindingen/resultaten die uit het

onderzoek naar voren zijn gekomen, zullen in een overzicht opgenomen worden

in dit afstudeerwerkstuk. Daarnaast zal er een voorlichting verschaft worden aan

cliënten om hen, aansluitend op de beperkingen, te wijzen op de risico’s oftewel

negatieve effecten die er zijn, zonder het gebruik van social media te

ontmoedigen. Daarnaast zal er een aanbeveling gedaan worden voor een

product, dat dient als bewustwordingsmiddel voor cliënten. Een

voorbeeldexemplaar zal worden overhandigd aan de opdrachtgever.

Het gaat, wat betreft het onderzoeksdoel, om de praktische relevantie. Via het

onderzoek werd er informatie verzameld die de betrokkenen, in dit geval de

medewerkers van Daelzicht, willen benutten bij de oplossing van het gestelde

probleem, zodat de problematische situatie in de praktijk verandert in een meer

gewenste situatie. (Baarda, de Goede & Teunissen, 2009, pp. 29-30)

Vraagstelling

De vraagstelling die er voor dit onderzoek is geformuleerd, is als volgt:

‘Welke positieve dan wel negatieve effecten kleven aan het gebruik van social

media bij mensen met een licht verstandelijke beperking. Hoe kan hierop

ingespeeld worden bij de cliënten zonder het gebruik te ontmoedigen?’

Page 11: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

11

Het onderzoek vindt plaats bij twee woon- en begeleidingscentra van Daelzicht,

te weten: Wonen Leyenbroek en Wonen Spaubeek. De opdrachtgever heeft deze

twee vestigingen aangewezen, aangezien er binnen deze woonvormen veel

cliënten gebruik maken van social media. Dit in tegenstelling tot andere locaties.

De woonvormen

Het gaat hierbij om begeleid wonen in de wijk. De cliënten worden individueel

begeleid met als doel dat zij zich zo goed mogelijk zelfstandig kunnen redden. Er

wordt gestimuleerd om eigen verantwoordelijkheid te nemen en om deel te

namen aan de samenleving. De meeste cliënten werken overdag bij de sociale

werkvoorziening, in een dagcentrum voor volwassenen of op de reguliere

arbeidsmarkt. (Daelzicht, n.d.)

Wonen Leyenbroek: aan de Leyenbroekerweg in Sittard ligt een oud klooster en

omgetoverd tot appartementencomplex. In deze bijzondere omgeving wonen

zestien mensen, ieder een eigen appartement.

Wonen Spaubeek: in een rustige wijk in het landelijk gelegen Spaubeek ligt een

groepswoning met drie aparte huiskamers. Er zijn zes slaapkamers op de begane

grond en twintig op de eerste verdieping. Dit betekent plek voor zesentwintig

mensen. (Daelzicht, n.d.)

Opbouw werkstuk

De opbouw van het afstudeerwerkstuk, bestaande uit acht hoofdstukken, is als

volgt: in hoofdstuk 1 wordt begonnen met een inhoudelijke oriëntatie. Dit

betekent dat er wordt ingegaan op de twee belangrijkste begrippen omtrent dit

onderzoek, namelijk ‘social media’ en ‘LVB’.

In hoofdstuk 2 wordt er ingegaan op de stappen die doorlopen zijn van

aanleiding tot onderzoeksvraag. De doelstelling en probleemstelling komen in dit

hoofdstuk ook naar voren.

In hoofdstuk 3 wordt uitleg gegeven over de opzet van het onderzoek, worden

keuzes onderbouwd en uitleg gegeven over de onderzoekseenheden.

Hoofdstuk 4 omvat de data-analyse. De resultaten voortgekomen uit het

onderzoek kunt u terugvinden in hoofdstuk 5. Tevens wordt antwoord gegeven

op de deelvragen, die leiden tot het antwoord op de hoofdvraag.

In hoofdstuk 6 worden conclusies getrokken. De conclusies zijn gebaseerd op de

data-analyse. Daarnaast wordt er binnen het kopje ‘discussie’ de resultaten in

een breder en praktisch kader geplaatst.

In hoofdstuk 7 komt het projectgedeelte naar voren, gevolgd door in hoofdstuk 8

de aanbevelingen.

Aansluitend op hoofdstuk 8 volgt het nawoord en de literatuurlijst. In het

nawoord kunt u een korte terugblik vinden op het proces en wordt er

aangegeven wat het nazorgtraject inhoudt. Daarnaast wordt er in het

hoofddocument verwezen naar bijlagen. Deze zijn achter in het document op

nummer terug te vinden.

Page 12: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

12

1. Domeinverkenning

Inleiding

In dit eerste hoofdstuk vindt een verdieping plaats op het gebied van de organisatie.

Hierin komt naar voren met welke doelgroepen Daelzicht werkt en wat de visie van de

organisatie is. Vervolgens wordt er ingegaan op de twee belangrijkste begrippen die

gebruikt zijn in het afstudeerwerkstuk, namelijk; social media en LVB en de koppeling

tussen deze twee begrippen.

1.1 De organisatie Daelzicht

Daelzicht richt zich op kinderen, jongeren en volwassen met een verstandelijke

beperking. Zij bieden zowel zorg en ondersteuning aan mensen met een ernstige

verstandelijke beperking als matige of licht verstandelijk beperkten. Er worden

velen vormen van hulp gerealiseerd, waaronder ambulante hulpverlening,

crisisopvang voor kinderen, begeleid werken, dagactiviteiten en woon- en

begeleidingscentra voor volwassen.

Volgens Daelzicht is iedere persoon uniek en heeft dus zijn eigen wensen en

behoeften, met recht op respect. Ieder mens heeft een behoefte aan, een vorm

van, relaties met mensen. Iedereen moet vrij zijn zelf keuzes te maken.

Afhankelijk van onder andere de levensfase waarin iemand zich bevindt, bepaalt

welke keuzes je maakt. Door de jaren heen verandert je leven. Hoe het

verandert bepaal je volgens de visie van Daelzicht in het begin zelf. Dit houdt in

dat bijvoorbeeld de één zoekt naar bescherming en de ander juist naar

zelfstandigheid. (Daelzicht, n.d.)

1.2 Social media

Het onderwerp dat wordt aangesneden in dit onderzoek is social media en de

invloed hiervan op mensen met een licht verstandelijke beperking.

Als er over social media gesproken wordt, spreken we volgens Kerkhofs (n.d.)

over een verzamelnaam voor informatie die wordt gedeeld via allerlei

internettoepassingen. Hierbij kan er met name gedacht worden aan sociale

netwerksites. Het gaat bij social media om informatie in de vorm van tekst,

afbeeldingen, video, geluidsfragmenten, etc. Deze vormen kunnen gedeeld

worden en zijn dus social media. Het merendeel van de informatie die gedeeld

wordt, is tussen mensen op sociale netwerksites. Echter zijn er ook bedrijven of

computers die informatie kunnen oppikken en delen. Daarnaast kan er een

razendsnelle verspreiding plaatsvinden wanneer deze ‘herdeelt’ wordt. Hierbij

kun je denken aan iets vertellen of verzenden naar eigen vrienden, waarna zij

het weer doorgeven aan hun vrienden. Social media laat mensen socialiseren

met de eigen sociale omgeving en die daarbuiten, waar en wanneer dit uitkomt.

De vormen van social media waar dit onderzoek op gericht is, zijn als volgt:

Hyves, Facebook, Twitter, Msn, Youtube en relatiesites. Tijdens een ‘drie

woonvormenoverleg’, is naar voren gekomen dat deze vormen van social media

het meest gebruikt worden door cliënten. Dit is door de medewerkers

Page 13: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

13

gesignaleerd. Wanneer er over social media gesproken wordt in dit kwalitatief

onderzoek, zal het over bovengenoemde zes vormen van social media gaan. In

bijlage 1 is een overzicht met uitleg over deze verschillende vormen van social

media.

Binnen de woonvormen is er geconstateerd dat cliënten steeds vaker op zoek

gaan naar een partner via relatiesites (Peeters, persoonlijke mededeling, 2012,

16 januari). Er is sprake van een fenomenale opkomst van sociale netwerksites.

Zo’n 10 miljoen Nederlanders waren hierop ingeschreven eind 2010. Online

daten is eveneens een sterk groeiend verschijnsel, waarvan naar schatting 20 tot

25% van de partnerzoekers aan meedoet. (Osch & Zijl, 2011, p. 19)

1.3 LVB

LVB staat voor ‘licht verstandelijk beperkt’. Dit is de doelgroep waarop het

kwalitatief onderzoek gericht is. Er wordt gesproken van verstandelijk beperkt

wanneer het IQ tussen de 50-55 en 70-75 ligt (DSM-IV) of wanneer het resultaat

van een intelligentietest minimaal twee standaarddeviaties lager is dan het

gemiddelde. Daarnaast dienen er aanzienlijke beperkingen/tekorten te zijn op

het gebied van sociale, conceptuele en praktische vaardigheden of in het huidige

aanpassingsgedrag (DSM-IV). (ten Wolde, le Grand, Slagter & Storms, 2006, p.

11)

De ontwikkelingsleeftijd varieert van vier tot twaalf jaar, en alleen daaraan is al

af te lezen dat er ook binnen deze groep verschillen zichtbaar zijn als het gaat

om het functioneren (Nijgh & Bogerd, 2010, p. 64).

Er is gekozen voor een verdieping op het gebied van LVB-beperkingen. Dit is van

belang voor de doelgroepanalyse en het projectonderdeel, waaronder de

voorlichtingsopzet. Hieronder volgt een uitleg over beperkingen in het leren en

denken, gevolgd door beperkingen in het sociaal aanpassen. Daarnaast wordt er

dieper ingegaan op de hulpverlening en de privacyaspecten.

1.3.1 Beperkingen LVB; het leren en denken

Leren en denken bij mensen met een verstandelijke beperking is, vergeleken

met normaal begaafde mensen, meer gebonden aan het hier en nu en aan het

onmiddellijk voorstelbare. Het is meer situatiespecifiek dan abstract. De tekorten

in het abstract denken uiten zich ondermeer in een moeizame conceptvorming en

generalisatie (inzien dat bepaald gedrag in situatie A adequaat is, ook toepasbaar

is in andere situaties) van datgene wat geleerd is. Ook het zich in de voorstelling

kunnen verplaatsen in tijd en ruimte, het reflecteren op gedachten en gevoelens

en het denken over een probleem en al denkend tot een oplossing komen, zijn

voorbeeld van abstracte denkoperaties die dagelijks moeilijkheden opleveren.

Het omgaan met abstracte begrippen, bijvoorbeeld iets dat in symbolen

weergegeven wordt, waaronder: rekenen, kaartlezen, geschreven taal, kan

eveneens de nodige moeite kosten. (ten Wolde et al., 2006, p. 13)

Page 14: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

14

Weinig gedifferentieerd: er is een verminderde gevoeligheid voor details en voor

de juiste verhoudingen. Ook het omgekeerde komt geregeld voor: een

overmatige hoeveelheid details, zonder hoofd- en bijzaken te kunnen

onderscheiden. (ten Wolde et al., 2006, p. 13)

Weinig gestructureerd: de informatieverwerking verloopt minder gestructureerd

en geschematiseerd. Groeperen, categoriseren en rangschikken zijn

vaardigheden die moeite kosten (ten Wolde et al., 2006, p. 14).

Het functionerend geheugen verloopt minder goed: het werkgeheugen,

verantwoordelijk voor tijdelijks opslag van informatie tijdens het uitvoeren van

cognitieve vaardigheden, is noodzakelijk om nieuwe kennis en vaardigheden te

ontwikkelen. Dit korte geheugen vertoont defecten. Dit geldt vooral bij complexe

taken, zoals het overbrengen van het korte naar het lange geheugentermijn,

waardoor het problemen kan geven de te onthouden informatie te ordenen en te

herstructureren. (ten Wolde et al., 2006, p. 14)

Beperkte aandachtsspanning en –selectie: het richten op en vasthouden van de

aandacht bij een bepaald onderwerp kost moeite. Er wordt eerder gereageerd op

onbelangrijke informatie, afhankelijk van de behoefte van dat moment. Er is

sprake van een gebrekkige ‘selectieve aandacht’. (ten Wolde et al., 2006, p. 14)

Leren en denken in een open systeem: het leren en denken in een open systeem

verloopt moeilijker, dan wanneer het plaatsvindt op een geplande en

gestructureerde manier. Aanleren heeft dan ook meer kans van slagen via

directe begeleiding, instructie en uitleg. (ten Wolde et al., 2006, pp. 14-15)

Lager denktempo: er is meer tijd nodig om nieuwe informatie te verwerken.

Onder tijdsdruk moeten denken, vermindert de effectiviteit van het denkproces

(ten Wolde et al., 2006, p. 15).

Een rigide denkpatroon: er is een verminderde dynamiek in het denken, die de

aanpassing aan wisselende situaties belemmert (ten Wolde et al., 2006, p. 15).

Taal- en begripszwakte: dit kan zich voordoen op twee verschillende manieren,

namelijk; receptief, de boodschap wordt niet goed ontvangen, of expressief, er

zijn problemen met het onder woorden brengen. Bovendien is er dikwijls sprake

van een verminderde mogelijkheid om gebruik te kunnen maken van innerlijke

taal. Het denken, als spreken in zichzelf, is belemmerd. Het gevolg is dat het

handelen minder gepland, geordend en gereguleerd wordt. Deze moeilijkheden

kunnen de communicatie belemmeren. (ten Wolde et al., 2006, pp. 15-16)

Beperkte tijdsbeleving: de beleving van tijd is beperkt. Het hier en nu is heel

belangrijk en er is een verminderde gerichtheid op de toekomst. Om in de

toekomst te kunnen werken moet iemand een plan kunnen opstellen en met

hypothesen om kunnen gaan. Ook het belang van het verleden wordt moeizaam

Page 15: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

15

onderkend. Het leven van hier en nu staat centraal. Naast deze beperking op het

gebied van tijdsbeleving, kan het focussen op het hier en nu ook een

psychodynamische functie hebben; zo kan het een manier zijn om de vervelende

dingen uit het verleden en de moeilijke zaken voor de toekomst niet onder ogen

te hoeven zien. Veel zaken worden aangepakt zonder dat de eventuele gevolgen

op voorhand worden overzien of afgewogen. Deze houding heeft als gevolg dat

ze taken en verbintenissen aangaan, die ze niet kunnen waarmaken. (ten Wolde

et al., 2006, p. 16)

1.3.2 Beperkingen LVB; sociale aanpassing

Sociale redzaamheid en sociale perceptie: mensen met een verstandelijke

beperking zijn kwetsbaar in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Als gevolg van

een wisselwerking tussen de eigen beperkingen en de inadequate reacties van de

omgeving komen ze al op jonge leeftijd onder grote emotionele druk te staan.

Overvraging, overbescherming en onderstimulatie komen veelvuldig voor als een

reactie op een ‘niet normale’ ontwikkeling. De grote hoeveelheid stress die dit

teweeg brengt bij mensen met een verstandelijke beperking is een belangrijke

oorzaak voor de hoge mate van gedragsproblemen en psychopathologie. Voor

velen is het niet eenvoudig om zich, in verschillende sociale situaties, in de

huidige maatschappij, staande te houden. Gevoelens van eenzaamheid komen

veelvuldig voor. (ten Wolde et al., 2006, pp. 16-17)

Veel licht verstandelijk beperkten en zwakbegaafde mensen kunnen

gecompliceerde situaties niet goed overzien of begrijpen, waardoor zij de

vereiste vaardigheden onjuist of op verkeerde momenten toepassen. Volgens de

Sociale Informatie Verwerkingstheorie wordt gedrag in een sociale situatie

voorafgegaan door een aantal mentale stappen: waarnemen van informatie,

interpreteren, doelen stellen, bedenken van mogelijke oplossingen en kiezen van

een oplossing. Recent onderzoek naar sociale informatieverwerking bij kinderen

met een lichte verstandelijke beperking laat zien dat er al problemen optreden

bij het waarnemen: ze focussen op letterlijk gesproken en negatieve informatie.

Ook hebben ze minder assertieve oplossingsvaardigheden en lossen ze een

probleem op met agressief of met passief gedrag. Bovendien lijken ze hun kennis

van adequate oplossingen niet te gebruiken tijdens het uitvoeren van hun

gedrag. Er zijn LVB’ers die zaken aanpakken, die net te hoog gegrepen zijn. Ze

overschatten zichzelf en zien niet altijd in welke consequenties een rechtstreeks

gevolg zijn van het eigen handelen. Wanneer zaken niet goed lopen of

mislukken, worden de oorzaken buiten zichzelf gelegd. (ten Wolde et al., 2006,

pp. 17-18)

Beperkte zelfredzaamheid: onder zelfredzaamheid wordt verstaan; de manier

waarop iemand in staat is zich, in praktische zin, in het dagelijkse leven staande

te houden. Het betreft met name vaardigheden die betrekking hebben op de

primaire zorg voor zichzelf en de directe omgeving, zoals zorg voor persoonlijke

hygiëne, op tijd opstaan, de kamer schoonhouden etc. Ook complexere vormen

Page 16: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

16

van zelfredzaamheid vallen hieronder zoals het gebruik maken van basale

infrastructuren. Onder basale infrastructuren wordt onder andere het volgende

verstaan: het deelnemen aan het verkeer, gebruik maken van het openbaar

vervoer, telefoneren, inkopen doen, geldbeheer, omgaan met instanties en het

aangaan en onderhouden van sociale relaties. Voor veel mensen van deze

doelgroep geldt dat ze ondersteuning nodig hebben bij zowel de eenvoudige als

de complexe vormen van zelfredzaamheid. Daarnaast is deze doelgroep

makkelijk beïnvloedbaar, is er sprake van een gebrek aan autonomie en nemen

zij inadequaat gedrag over. (ten Wolde et al., 2006, pp. 18-19)

Gebrekkige zelfcontrole, impulsiviteit: veel zaken worden aangepakt zonder dat

de eventuele gevolgen op voorhand worden overzien of afgewogen. Het lijkt of er

stappen in het beslissingsproces worden overgeslagen. Dit heeft als gevolg dat er

taken of verbintenissen worden aangegaan die nadelig kunnen uitpakken en/of

niet vol kunnen houden. Voor sommigen geldt dat ze moeilijk uitstel kunnen

verdragen en dat ze onmiddellijk in hun primaire behoeften willen voorzien. Dit

veroorzaakt grensoverschrijdend en dwingend gedrag. (ten Wolde et al., 2006,

p. 19)

1.3.3 Hulpverlening

Welke vorm van hulpverlening iemand nodig heeft, is dus afhankelijk van zijn

ondersteuningsvraag. De ernst van de beperking en de leeftijdsfase bepalen voor

een groot deel die vraag. Maar ook persoonlijke wensen en mogelijkheden spelen

een rol. De cliënt vraagt om ondersteuning opdat hij een zo normaal mogelijk en

kansrijk leven kan leiden. Hoe dit leven er uitziet, is voor iedereen anders.

Hulpverleningsvormen zijn daarom ook zeer divers. Toch zijn er een aantal

kaders aan te geven als het gaat om de hulpverlening aan mensen met een

verstandelijke beperking. (Nijgh & Bogerd, 2010, p. 20)

1.3.4 Cliëntprivacy

De wetgeving geeft geen glashelder beeld van het recht op privacy van cliënten.

In de praktijk doen zich vaak dilemma’s voor, waar juridisch gezien, geen

eenduidig antwoord op te geven is. Om het recht van privacy en ontplooiing

zoveel mogelijk te garanderen, zijn een aantal afspraken nodig ter aanvulling op

de bestaande wettelijke regels. Als uitgangspunt geldt dat je als begeleider het

recht op privacy van de cliënt respecteert. Je mag alleen een inbreuk maken op

dit recht als dat bijdraagt aan een noodzakelijke bescherming van de gezondheid

van de cliënt of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Ook

moet de inbreuk zoveel mogelijk in het teken staan van de ontwikkeling en het

perspectief van een cliënt. De afspraken en gevolgen van deze inbreuk moeten

altijd worden vastgelegd in het ondersteuningsplan en worden besproken met

diverse personen. Denk hierbij aan het team, de cliënt en, met toestemming van

de cliënt of als de cliënt in deze wilsonbekwaam is, met de vertegenwoordiger.

(Dulk & Frederiks, 2009, pp. 21-38)

Page 17: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

17

Wanneer er inbreuk wordt gemaakt op de privacy dien je rekening te houden

met een drietal eisen, namelijk subsidiariteit, proportionaliteit en effectiviteit. Dit

betekent dat je als begeleider op zoek gaat naar het minst ingrijpende

alternatief, subsidiariteit, dus niet direct de kamer van de cliënt binnenstapt. De

inbreuk moet in verhouding staan met het doel dat je beoogt te bereiken,

proportionaliteit, dus als er geen sprake is van ernstige gezondheidsklachten

mag je niet zomaar de kamer binnenstappen van een cliënt. Tot slot moet de

inbreuk ook effect hebben, effectiviteit. Het moet daadwerkelijk bijdragen aan de

bescherming van zijn gezondheid en dus in het teken moet staan van zijn eigen

ontplooiing. (Dulk & Frederiks, 2009, pp. 21-38)

1.4 Social media & LVB

Internet en social media worden steeds belangrijker in de samenleving. Dit geldt

ook voor mensen met een verstandelijke beperking. Telecommunicatie verandert

razendsnel. ‘De digitale wereld neemt in toenemende mate een plaats in binnen

onze maatschappij. Het is niet meer alleen een digitaal hulpmiddel, maar ook

een sociale context, waarbij de echte wereld en digitale wereld naadloos in elkaar

overgaan. De toegang tot informatie en mogelijkheid tot contact is enorm, wat

grote gevolgen heeft voor de sociale context van de LVB-cliënten en daarmee

voor de eisen aan effectieve signalering, begeleiding en behandeling voor

zorgorganisaties. Het aansluiten op de leefwereld van de cliënten, en daarmee op

de cliënt zelf, stelt nieuwe eisen aan medewerkers en systemen (Cox,

Persoonlijke mededeling, 2011, 28 oktober)’.

Er is weinig informatie terug te vinden wanneer het gaat om de invloed van

social media op licht verstandelijk beperkten. Hierin blijkt wel een opkomst te

zijn. Er zijn namelijk een tal van professionals die zich steeds meer beginnen toe

te leggen op de effecten van social media op mensen met een verstandelijke

beperking. Het is wel zo dat het mogelijk is dat wat er allemaal wordt opgezocht

via de social media, van invloed kan zijn op het gedrag. Dit geldt voor alle

mensen, niet specifiek voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Zo

wordt er bijvoorbeeld gedrag overgenomen of gekopieerd van wat men op social

media is tegengekomen. (Kenrick, Neuberg, Cialdini, 2010, pp. 336-340)

Doordat het gaat om een recente opkomst van social media in het algemeen,

laat staan de combinatie social media en LVB, is er nog weinig bekend over de

positieve en negatieve effecten van dit communicatiemiddel, toegespitst op

LVB’ers. Er is wel speciale software in opkomst die gericht is op deze doelgroep.

Echter blijkt in de praktijk dat deze software niet of nauwelijks gebruikt wordt,

aangezien cliënten zo normaal mogelijk behandeld willen worden. Daarnaast

staat iedere medewerker er op een andere manier tegenover. Zo zijn er

medewerkers die positief tegenover het gebruik van social media staan bij

cliënten en anderen juist niet. Tot slot is niet iedere medewerker op de hoogte

van het gebruik van de verschillende mediavormen. (Mangeng, persoonlijke

mededeling, 2012, 2 maart)

Page 18: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

18

2. Van aanleiding tot onderzoeksvraag

Inleiding

Bij de inleiding van het afstudeerwerkstuk is al kort beschreven wat de aanleiding was

voor het onderzoek. Ook de doelstelling en de onderzoeksvraag kwamen hierin naar

voren. In hoofdstuk 2 komt dit alles uitgebreider aan bod. Daarnaast is de hoofdvraag

opgedeeld in deelvragen, die verder worden toegelicht.

2.1 Aanleiding

De aanleiding voor dit onderzoek is als volgt: de medewerkers van Daelzicht

signaleren dat er risico’s kleven aan het gebruik van social media bij hun

cliënten. Echter hebben de medewerkers hier, tot nu toe, nog niets aan gedaan

vanwege de privacyaspecten omtrent de cliënten.

Toelichting:

Het gaat om volwassen cliënten, waarbij het niet genoodzaakt is om in detail te

weten waar zij, op het gebied van internetgebruik, mee bezig zijn. De cliënten

mogen op hun kamer zelf weten wat zij doen en worden hierbij niet

gecontroleerd. Alleen wanneer er sprake is van storend gedrag en/of

geluidsoverlast wordt er ingegrepen. Echter willen medewerkers de cliënten wel

beschermen tegen de risico’s van social media, maar hierbij hun privacy niet

schenden. Zo is er een voorbeeld gesignaleerd door medewerkers dat er cliënten

zijn die via social media in aanraking zijn gekomen met een zogenaamde

loverboy. (Poels, persoonlijke mededeling, 2011, 21 december; Peeters,

persoonlijke mededeling, 2012, 16 januari)

2.2 Probleemstelling

De probleemstelling is als volgt: medewerkers van Daelzicht zien dat veel

cliënten gebruik maken van social media. Zelf hebben sommige medewerkers

weinig ervaring of kennis van deze nieuwe vormen van communicatie. Echter

signaleren zij wel de verhoogde risico’s die verbonden zijn aan het gebruik van

social media door de doelgroep.

Toelichting:

De visie van Daelzicht omvat het aansluiten bij de wensen en behoeften van de

cliënten. De functie van een social worker staat eveneens in het teken van het

centraal stellen van de hulpvraag van de cliënt. In de snel veranderende

maatschappij speelt social media een steeds grotere rol. Daelzicht wil daarom

beter grip krijgen op de werking van social media, om van hieruit beleid te

kunnen maken voor hun medewerkers, aangezien zij als professionals dienen in

te spelen op cliënten.

Page 19: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

19

2.3 Doelstelling

Eind mei 2012 is er een project gerealiseerd waarbij er een opzet is gemaakt

voor het geven van een voorlichting aan de cliënten binnen twee woon- en

begeleidingscentra. Het gaat hierbij om Wonen Spaubeek en Wonen Leyenbroek.

De voorlichting zal plaatsvinden na het onderzoek. De resultaten van het

onderzoek dienen immers terug te komen in de voorlichting. De uitvoering ervan

zal als een vorm van ‘nazorg’ worden aangeboden.

De voorlichting zal worden aangeboden aan kleine groepen cliënten van

ongeveer drie tot vijf personen, die zelf gebruik maken van internet/social

media. Er zal worden ingegaan op de risico’s van social media, evenals de

positieve kanten van social media. Daarnaast zal er een voorstel klaarliggen voor

een product dat dient als bewustwordingsmiddel van de risico’s omtrent social

media. Dit productvoorstel vloeit eveneens voort uit het gehouden onderzoek.

Toelichting:

Uit verschillende gesprekken (eerder genoemd; Cox, Peeters, Poels & Ringens) is

naar voren gekomen dat zowel de cliënten als de medewerkers graag informatie

willen ontvangen m.b.t. zowel de risico’s als de positieve aspecten van social

media. De keuze om zowel naar de risico’s te kijken als naar de positieve kanten

van social media is om de cliënten bewust te laten worden van de risico’s van

social media, maar hierbij het gebruik van social media niet te ontmoedigen. Dit

sluit aan bij de visie, namelijk; cliënten optimaal laten participeren binnen de

samenleving, van Daelzicht.

Aan Wim Ringens zal een voorstel voor een product worden overhandigd, dat er

voor dient om de cliënt te wijzen op de risico’s van social media. Het

privacyaspect staat hoog in het vaandel. De medewerkers van Daelzicht kunnen

aan de hand van dit product terugkomen op het thema social media en de

gegeven voorlichting. Zo kan het thema nogmaals bespreekbaar worden

gemaakt.

2.4 De onderzoeksvraag

De geformuleerde onderzoeksvraag is als volgt: Welke positieve dan wel

negatieve effecten kleven aan het gebruik van social media bij mensen met een

licht verstandelijke beperking. Hoe kan hierop ingespeeld worden bij de cliënten

zonder het gebruik te ontmoedigen?

2.4.1 De deelvragen

Voor het beantwoorden van de hoofdvraag zijn er een aantal deelvragen

geformuleerd. Na het, stapsgewijs, beantwoorden van de deelvragen, vloeit hier

logischerwijs een antwoord op de hoofdvraag uit. De deelvragen die er voor dit

onderzoek zijn geformuleerd, zijn als volgt:

Page 20: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

20

Wat zijn de positieve effecten van social media voor mensen met een licht

verstandelijke beperking?

Wat zijn de negatieve effecten van social media voor mensen met een licht

verstandelijke beperking?

Toelichting:

Het is belangrijk dat de positieve en negatieve effecten van elkaar worden

gescheiden, vandaar dat er twee deelvragen van geformuleerd zijn. Op deze

wijze komt er een overzichtelijk geheel van de positieve effecten, ofwel kansen

en van de negatieve effecten, ofwel bedreigingen genoemd.

In hoeverre zijn cliënten, zowel binnen Daelzicht als binnen andere

organisaties, al eerder geïnformeerd over de effecten van social media?

Hoe hebben zij hier op ingespeeld en wat heeft het opgeleverd?

Toelichting:

Aan de hand van deze deelvraag wordt er nagegaan of cliënten al eerder

geïnformeerd zijn over de effecten van social media en zo ja, hoe dit is gebeurd

en wat het heeft opgeleverd. Daarnaast is het interessant om van informanten te

horen hoe zij vinden dat er ingespeeld kan worden op dit thema bij licht

verstandelijk beperkten. Wat betreft de professionals die werken met een

soortgelijke doelgroep, zal de vraag worden gesteld in hoeverre zij omgaan met

het thema social media en de invloed ervan op de hun cliënten.

Op welke manier kan er worden ingespeeld op de behoeften van de cliënten

van Daelzicht omtrent de voorlichting die er gegeven zal worden?

Toelichting:

Om de cliënten van een interessante voorlichting te voorzien, waarbij het social

mediagebruik niet ontmoedigd wordt, is het belangrijk om aan te sluiten op hun

interesses en behoeften. Vandaar dat hier een extra deelvraag van gemaakt is.

De voorlichting zal worden gegeven in groepjes. Echter is het belangrijk om qua

aantallen van de groepjes en de hoeveelheid aan informatie/kennis rekening te

houden met de doelgroep.

Page 21: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

21

3. Het onderzoek

Inleiding

Dit hoofdstuk gaat over de vormgeving van het onderzoek. Het onderzoek is

vormgegeven aan de hand van het Basisboek Kwalitatief Onderzoek van Baarda, de

Goede & Teunissen (2009, 2e druk).

Er wordt beschreven welk type onderzoek is gehanteerd en hoe er aan de vorm/het

ontwerp van het onderzoek is gekomen. Daarnaast wordt er inzicht gegeven in hoe de

onderzoekseenheden zijn geselecteerd. Tot slot wordt er ingegaan op de verschillende

manieren van dataverzameling die tijdens dit onderzoek zijn ingezet en welke keuzes

hierbij gemaakt zijn.

3.1 Informatieverzameling

Er zijn verschillende vormen van informatieverzameling gebruikt. Er zijn eerst

een aantal begrippen geoperationaliseerd. Het begrip social media is grondig

bestudeerd om op die wijze helder te krijgen ‘wat houdt social media in?’, ‘welke

vormen vallen onder social media?’ enzovoort. Ook de kenmerken omtrent de

problematiek ‘licht verstandelijk beperkt’ hadden een opfrisbeurt nodig.

Daarnaast is er nagegaan wat een kwalitatief onderzoek inhoudt en hoe het

onderzoek is opgebouwd. Deze verdieping is met name gecreëerd door

bestaande literatuur te bestuderen. Zo zijn er verschillende boeken, artikelen en

internetsites geraadpleegd. Tevens zijn er interviews gehouden met informanten

en respondenten. Al met al kan er door het hanteren van deze verschillende

databronnen gesproken worden van datatriangulatie (Baarda et al., 2009, pp.

171-188). Hier wordt later in dit hoofdstuk nog op ingegaan.

3.1.1 Ethische aanvaardbaarheid

Voor dit onderzoek is medewerking verkregen van zowel medewerkers van

Daelzicht als cliënten. De bereikbaarheid en bereidheid van respondenten was

hierdoor optimaal.

Het onderzoek is ethisch verantwoord aangezien het voldoet aan de volgende

punten, die in het boek van Baarda et al. (2009, pp. 32-22) zijn geformuleerd:

De respondenten werkten vrijwillig mee en er werden geen valse

voorstellingen van zaken gegeven. Er is duidelijk uitgelegd wat het doel en de

werkwijze was van het onderzoek/interview.

Er werden geen privacyoverschrijdende handelingen verricht. Dit betekende

dat er vooraf werd gevraagd of de cliënt zijn/haar omgeving veilig, dan wel

prettig genoeg vond, om zijn/haar verhaal te doen. Er is tevens toestemming

gevraagd om het interview op te nemen met een voicerecorder.

De gegevens zijn anoniem verwerkt en de uitkomsten hebben zodoende geen

nadelige effecten opgeleverd.

Het onderzoek is zo objectief en eerlijk mogelijk uitgevoerd. Dit betekende

een onbevooroordeelde houding en het letterlijk noteren van hetgeen wat

verteld werd.

Page 22: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

22

Er zijn geen gegevens aan derden verstrekt wanneer de opdrachtgever daar

niet mee instemde. Dit betekende dat vooraf goedkeuring werd gevraagd aan

Wim Ringens.

3.2 Onderzoekstype

Het type onderzoek dat wordt uitgevoerd is een combinatie van beschrijvend en

explorerend.

Bij beschrijvend onderzoek gaat het om vragen als ‘wat is/zijn…’, ‘wat vinden…’,

‘hoe verloopt…’ en ‘hoe ervaren…’. Men wil daarmee de aard of de kenmerken

van het onderzoekverschijnsel benoemen of beschrijven en meestal ook

inventariseren of categoriseren. (Baarda et al., 2010, pp. 93-94)

Dit is ook het geval bij dit afstudeerwerkstuk. Er is onderzocht wat de positieve

en negatieve effecten zijn van social media op mensen met een licht

verstandelijke beperking binnen Daelzicht. De resultaten zijn overzichtelijk

verwerkt in dit afstudeerwerkstuk.

Om antwoord te krijgen op deze vragen, zijn deze gesteld aan respondenten en

informanten. Respondenten zijn diegene die informatie over zichzelf geven en

informanten geven informatie over personen of zaken die buiten hem- of haarzelf

staan, maar waar men zelf wel vaak deel van uitmaken (Baarda et al., 2009, pp.

150-151).

Naast het beschrijvende gedeelte van het onderzoek, is er ook een explorerend

gedeelte. Het explorerend onderdeel van het onderzoekdoel is het opzetten van

een voorlichting aan de cliënten, waarbij cliënten duidelijk wordt gemaakt

waarom zij vatbaar zijn voor de risico’s van social media, welke factoren dit

bepalen en er zullen tips worden gegeven over hoe zij hier zelf het best voor

kunnen waken. Er wordt hierbij dus min of meer een vorm van theorie

aangereikt.

3.3 Onderzoeksontwerp

Als kwalitatief onderzoeksontwerp, ofwel –opzet, is er in eerste instantie gekozen

voor een casestudy.

Een onderzoeksontwerp is een soort standaardaanpak om het onderzoek op te

zetten, te faseren en uit te voeren. (Baarda et al, 2009, p. 110)

Bij een casestudy gaat het om een diepteonderzoek van maximaal tien

respondenten. Onder respondenten worden twee groepen verstaan, namelijk de

medewerkers en de cliënten.

Casestudy’s zijn vooral gericht op betekenisverlening. Het gaat om één of enkele

kenmerkende voorbeelden die men uitvoerig gaat onderzoeken en beschrijven

onder alledaagse omstandigheden. (Baarda, 2009, p. 63)

Het onderzoeksontwerp is in de loop van het onderzoek veranderd. Gedurende

het onderzoek bleek het gezien de vraagstelling interessanter te zijn om in plaats

van diepte-interviews te realiseren, een breder kader te volgen. Binnen hetzelfde

tijdslimiet zouden er meer respondenten bij betrokken kunnen worden. Ook het

Page 23: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

23

belang van informanteninformatie werd erkend. (Hier wordt nog op

teruggekomen bij het hoofdstuk conclusies en discussie)

Op deze wijze volgt er qua beantwoording van de vraagstelling een betere

afspiegeling van de werkelijkheid. Daarnaast zou er bij het uitvoeren van

casestudy’s gebruik dienen te worden gemaakt van observaties. Echter gaat het

bij deze afstudeeropdracht om complexe en privacygevoelige problematiek,

waardoor de observaties hoogstwaarschijnlijk niet het gewenste resultaat zouden

hebben. De respondenten bespreken immers hun negatieve ervaringen met

social media, die al dan niet voortkomen uit de beperkingen die gebonden zijn

aan de doelgroep licht verstandelijk beperkten.

Na deze conclusie is er gekozen voor de keuze van het onderzoeksontwerp te

veranderen in een survey. In een survey beschrijf je opvattingen, betekenissen

die mensen aan iets of iemand toekennen en gedragingen van personen of

groepen onder zo natuurlijk mogelijke omstandigheden. Je maakt als het ware

een dwarsdoorsnede van een facet van je onderzoeksverschijnselen. Het verschil

met een casestudy is dat het hier niet om het totaal, maar om een facet gaat,

maar wel in zijn context. (Baarda et al., 2009, p. 125)

Het doel van een kwalitatieve survey is in eerste instantie vooral het beschrijven

van je onderzoeksverschijnselen. Wanneer je interviewt zijn de vragen meestal

open of weinig gestandaardiseerd geformuleerd, en ze worden met kwalitatieve

analysetechnieken geanalyseerd. Je streeft er als onderzoeker naar om de

gesprekken en interviews zo veel mogelijk onder alledaagse omstandigheden te

laten plaatsvinden. (Baarda et al., 2009, p. 128)

3.4 Onderzoekseenheden

Binnen de onderzoekseenheden is een tweedeling gemaakt, namelijk die van de

cliënten van Daelzicht en die van de medewerkers. Er is hiervoor gekozen om

beide invalshoeken te belichten. Zij kunnen tenslotte anders tegen de

geformuleerde hoofdvraag en eveneens de deelvragen aankijken. In dit

onderzoek zijn zes cliënten en drie medewerkers geïnterviewd. Het gaat dus in

totaal om negen afzonderlijke respondenten.

Om toegang te krijgen tot de cliënten is het belangrijk om support te krijgen van

hun begeleiders. Dit bleek bij dit onderzoek het geval. De ingang is van tevoren

goed afgebakend en vastgesteld. De medewerkers hebben de cliënten gerust

gesteld met het feit dat de informatie die er werd medegedeeld anoniem bleef,

ook voor hen. (Baarda et al., 2009, pp. 112-124)

Naast de onderzoekseenheden werd er gebruik gemaakt van de kennis van

informanten. De informanten maken geen deel uit van de onderzoekseenheden.

Echter levert het wel informatie op die van belang is, aangezien de vraagstelling

vanuit deze derde invalshoek wordt belicht. Er is gekozen om zowel professionals

Page 24: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

24

binnen Nederland als België te benaderen, aangezien dit door de opdrachtgever

werd gevraagd. Gezien de verspreiding van de informanten is er voor gekozen

om hen via de mail te benaderen. Om deze drie invalshoeken overzichtelijk uiteen te zetten, is er voor gekozen om de deelvragen; wat zijn de positieve effecten van social om

Om een helder en overzichtelijk geheel te krijgen van deze drie invalshoeken (te

weten; de cliënten, de medewerkers en de informanten), is er voor gekozen om

de eerste twee deelvragen op te delen.

Wat zijn de positieve effecten van social media volgens de cliënten?

Wat zijn de negatieve effecten van social media volgens de cliënten?

Toelichting:

De cliënten van Daelzicht dienden als een belangrijke bron van informatie. Het

gaat immers over de invloed van social media op de cliënten van Daelzicht. Zij

dienen daarom een eigen inbreng te kunnen hebben, wanneer er in dit document

gesproken wordt over de positieve en negatieve effecten van social media.

In het onderzoek is het belangrijk om erachter te komen hoe zij omgaan met de

verschillende mediavormen, waar zij tegenaan lopen, in hoeverre medewerkers

met hen het gesprek aangaan over wat er gebeurt op social media enz.

Om op deze vragen antwoord te krijgen is het belangrijk dat de anonimiteit

gewaarborgd blijft. Daarnaast dienen er vragen te worden gesteld op het niveau

van de cliënt. Om dit te bereiken is er gebruik gemaakt van literatuur en een

gedegen doelgroepanalyse.

Wat zijn de positieve effecten van social media voor mensen met een licht

verstandelijke beperking volgens de medewerkers?

Wat zijn de negatieve effecten van social media voor mensen met een licht

verstandelijke beperking volgens de medewerkers?

Toelichting:

Naast de cliënten dienden ook de medewerkers als respondenten. Dit vanwege

het feit dat de rol van de begeleider binnen de gehandicaptenzorg cruciaal is.

Voor cliënten is het belangrijk dat er een ego buiten henzelf is, dat ze kunnen

vertrouwen. De invloed van de begeleider is groot. Ze zijn een belangrijk

rolmodel. Om de cliënten goed te kunnen begeleiden moeten de medewerkers

eerst bij zichzelf te rade gaan. Wat doen zij zoal op het internet? Deze vraag zal

aan bod komen tijdens de interviews. Daarnaast is het belangrijk dat de

medewerkers zich ervan bewust zijn dat ze het internet niet kunnen beheersen,

maar wel dienen te zorgen dat ze weten wat er speelt bij cliënten. (Mijn kind

online, 2012)

Wat zijn de positieve effecten van social media voor mensen met een licht

verstandelijke beperking volgens informanten?

Page 25: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

25

Wat zijn de negatieve effecten van social media voor mensen met een licht

verstandelijke beperking volgens informanten?

Toelichting:

Om de vraagstelling niet alleen op micro- en mesoniveau te laten plaatsvinden,

is het belangrijk om deze ook te bezien in het daglicht van het macroniveau. Dit

werd gedaan aan de hand van het benaderen van informanten binnen Nederland

en België.

3.4.1 Selectie

De selectie vond plaats onder cliënten die gebruik maken van social

mediavormen op het internet. Er is voor een kleine selectie van gevallen met een

maximum aan variatie gekozen. Zo zijn er ten overstaande van elkaar cliënten

geïnterviewd die zeer veel gebruik of cliënten die juist weinig gebruik maken van

social media. Het is immers van belang om een zo goed mogelijke afspiegeling te

krijgen van de werkelijkheid, waarbij niet iedereen in even grote mate gebruik

maakt van social media.

Binnen de selectie van de cliënten vond er stratificatie plaats, met als criterium

het geslacht. Uit het onderzoek moet naar voren komen of er wel/niet een

verschil is op het gebied van positieve en negatieve effecten van social media

tussen mannelijke en vrouwelijke cliënten. Op deze wijze wordt er nagegaan of

het geslacht een modererend effect heeft. Een modererend kenmerk wilt het

volgende zeggen; een kenmerk dat van invloed is op een relatie tussen twee

kenmerken, zoals leefsituatie en geslacht. (Baarda, 2009, pp. 44-46)

Uit eerder gesprekken met Ringens, Cox, Peeters (medewerkster Leyenbroek) en

Poels (medewerkster Spaubeek) is gebleken dat er een onderscheid zit op het

gebied van risico’s tussen mannen en vrouwen. Zo zit er bijvoorbeeld bij

vrouwelijke cliënten het ‘loverboy-risico’ aan verbonden.

Bij de selectie van cliënten vond er ondersteuning plaats door de medewerkers

van Daelzicht. Zij weten tenslotte wie er gebruik maakt van social media en of

dit veel of weinig is.

De opdrachtgever, Wim Ringens, heeft geholpen bij het selecteren van

medewerkers. Wat betreft de selectie van medewerkers gold als criterium dat zij

zelf ook gebruik maakten van social media en die kennis hadden van wat er

speelde bij cliënten op het gebied van dit thema.

Zoals eerder aangegeven werd, is er gebruik gemaakt van een kleine selectie

van gevallen met een maximum aan variatie. Er is een onderscheid gemaakt

tussen degenen die veel – matig – en weinig gebruik maken van social media.

Hieronder wordt volgens Mans (2010) het volgende verstaan:

Veel gebruik: > drie uur per dag

Matig gebruik: één – drie uur per dag

Weinig gebruik: < één uur per dag

Page 26: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

26

Zie onderstaande tabel 3.1 van de beredeneerde keuze van negen

onderzoekseenheden.

Tabel 3.1

Mannelijke cliënt –

veel gebruik social

media

Mannelijke cliënt –

matig gebruik

social media

Mannelijke cliënt –

weinig gebruik

social media

Vrouwelijke cliënt –

veel gebruik social

media

Vrouwelijke cliënt –

matig gebruik

social media

Vrouwelijke cliënt –

weinig gebruik

social media

Medewerker 1 –

veel gebruik social

media

Medewerker 2 –

matig gebruik

social media

Medewerker 3 –

weinig gebruik

social media

Op basis van deze negen onderzoekseenheden wordt eerst een analyse

uitgevoerd en wordt er een eerste aanzet gemaakt voor het in kaart brengen van zowel de negatieve als positieve effecten van social media op mensen met een

licht verstandelijke beperking.

Vervolgens wordt er nagegaan of deze resultaten, die voort zijn gekomen uit de

interviews, ook passen op hetgeen wat informanten zeggen. Er worden zoveel

mogelijk informanten benaderd, totdat er de indruk is dat de informanten geen

nieuwe informatie meer toevoegen. Er is dan sprake van inhoudelijke verzadiging

ofwel saturatie. (Baarda et al., 2009, p. 165)

De informatie die via de informanten ontvangen wordt, wordt evenals de

onderzoekseenheden zelf, anoniem verwerkt.

3.5 Dataverzameling

3.5.1 Wijze van interviewen respondenten

Vooraf aan het interviewen van de cliënten en medewerkers van Daelzicht zijn de

volgende kenmerken in acht genomen; zo veel mogelijk onbevangen,

onbevooroordeeld en accepterend de onderzochte tegemoet te treden. (Baarda

et al., 2009, pp. 177-183)

Vooraf aan het interviewen is er de keuze gemaakt om beide groepen

halfgestructureerd te interviewen. Echter bleek dit geen succes bij de cliënten,

aangezien er op deze wijze van interviewen nauwelijks geschikte informatie werd

verkregen voor het beantwoorden van de deelvragen. Gedurende het eerste

gesprek met een cliënt, werd er daarom besloten om alsnog gestructureerde

vragen op te stellen. De volgende vragen (voortkomend uit de deelvragen) zijn

aan cliënten gesteld:

Page 27: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

27

Maak je gebruik van social media?

Maak je veel gebruik van internet?

Minder van 1 uur per dag.

Tussen de 1 en 3 uur per dag.

Meer dan 3 uur per dag.

Heb je een eigen computer?

Wat vindt je leuk aan social media?

Wat vindt je niet leuk aan social media?

Heb je je profiel op Hyves/Facebook afgeschermd?

Voeg je ook wel eens mensen toe die je niet kent?

Als je iets vervelends meemaakt op social media geef je dit dan aan en

hoe ervaar jij dit?

Als je iets raars/vreemds ziet op social media geef je dit dan aan?

Zijn er dingen waar je tegenaan loopt? Of wat je moeilijk vindt?

Wij willen een voorlichting gaan geven over social media, zijn er nog

dingen waar jij graag informatie over wilt krijgen?

Zie bijlage 2 voor de uitwerking van een interview met een vrouwelijke cliënt.

Wat betreft het interviewen van de medewerkers is er gekozen om wel vast te

houden aan het halfgestructureerd interviewen. Er is hierbij alleen gebruik

gemaakt van een topiclijst.

De volgende onderwerpen kwamen in deze topiclijst naar voren:

De (gesignaleerde) risico’s van social media met betrekking tot hun

cliënten.

De kansen van social media met betrekking tot hun cliënten.

Hun eigen ervaringen met social media.

Wat er al ondernomen is om cliënten te beschermen voor de risico’s.

Tips voor het geven van een voorlichting.

Door het hanteren van een topiclijst werd het interview toch voor een deel open

gehouden, waardoor er een brede invalshoek werd gecreëerd. De gesprekken

vonden plaats in kantoorruimten. Hier waren geen andere personen bij aanwezig,

zodat de medewerkers voor hun gevoel vrijuit konden praten.

De interviews met cliënten hebben plaatsgevonden in de woonkamer van de

instelling. Hierbij waren geen andere cliënten aanwezig. Zo konden de cliënten in

alle rust, in een vertrouwde omgeving, hun verhaal doen. Daarnaast is er in

verband met de privacy gevraagd of ze de deur van de woonkamer dicht wilden

hebben of niet. De cliënten hebben verder nog kunnen aangeven of ze er wel of

geen begeleider bij wilde hebben, dit ook om het gevoel van vertrouwen te

versterken. Er is geprobeerd een zo veilig mogelijke situatie te creëren door

eerst duidelijk te maken waarvoor het onderzoek diende, wat ermee bereikt wil

worden (het belang), de tijdsduur en de anonieme informatieverwerking ervan.

Hierna werd er kort ingegaan op het thema ‘social media’.

Page 28: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

28

Tevens was er tussendoor ruimte voor vragen, zodat onduidelijkheden werden

voorkomen. Op deze manier bleven de interviews helder en dus transparant.

Er is gekozen voor face-to-face interviewen, zodat er flexibel kon worden

ingespeeld op de onderzoekssituaties en op de informatie die de respondenten

gaven (zie tabel 3.2 voor een overzicht van de voordelen).

Tabel 3.2

Individueel Face-to-face

Bijzonder geschikt voor betekenisverlening en het verder uitdiepen van

een onderwerp.

Geniet voorkeur bij privé-, bedreigende en sociaalwenselijke onderwerpen.

Mensen kunnen ongeremd reageren, maar blijven wel in hun eigen

gedachtegang zitten.

Het aantal onderwerpen dat behandeld kan worden is groot.

De geïnterviewde is voortdurend zelf aan het woord.

(Baarda et al., 2009, p. 241)

3.5.2 Wijze van interviewen informanten

Om de vraagstelling niet alleen op micro- en mesoniveau te laten plaatsvinden,

is het belangrijk om deze ook te bezien in het licht van het macroniveau. Dit is,

zoals eerder aangegeven, gedaan aan de hand van het benaderen van

informanten binnen Nederland en België. Per mail is de informanteninformatie

verworven aan de hand van gestructureerde interviews.

Aan een schriftelijk interview zitten een aantal nadelen, namelijk: de vragen

liggen al vast, je zit dus vast aan die structuur, en veel mensen schrijven/typen

niet graag. Echter is toch de afweging gemaakt om deze informanten via de mail

te benaderen, aangezien de nadelen niet opwegen tegen de voordelen. Deze zijn

als volgt: de informanten kunnen reageren op een zelfgekozen tijdstip en plek, er

is geen reistijd waardoor er zelfs mensen in België benadert zijn en tot slot,

wanneer iemand schrijft, denkt men meestal meer na dan bij een gesprek.

Hierdoor wordt impulsief reageren voorkomen. (Baarda et al.,2009, pp. 227-257)

Dit is bepalend voor de respons die verkregen wordt. Vandaar dat er voor

gekozen is om een groot aantal informanten te benaderen, te weten achttien

professionals.

Via de mail hebben de onderzoekers zich eerst voorgesteld en legden uit wat ze

met het opvragen van de informatie wilden bereiken. Daarnaast is aangegeven

dat de informatie anoniem werd verwerkt. Wel de naam van de instelling en evt.

de functie van de professional zouden genoemd worden in dit afstudeerwerkstuk.

Binnen de informanten is een tweedeling gemaakt, namelijk:

Professionals die veel afweten van de onderwerpen ‘social media’ en ‘licht

verstandelijk beperkten’

Professionals die werken met een soortgelijke doelgroep.

Page 29: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

29

Er is gekozen voor dit onderscheid, aangezien de opdrachtgever het belangrijk

vond om zowel een beeld te krijgen van soortgelijke organisaties, als van

professionals die met een soortgelijke doelgroep werken.

Daarnaast is het belangrijk om voor het onderzoek en dus de vraagstelling,

informatie te ontvangen van professionals die gericht zijn op het thema social

media al dan niet in combinatie met LVB.

Op deze wijze wordt er een zo breed en objectief mogelijk beeld gecreëerd,

waarbij geen belangrijke informatie verloren gaat.

In de mail vond uitleg plaats over de afstudeeropdracht en de uitvoerders.

Tevens was er en een uiterlijke retourdatum gesteld. Er zijn hier in totaal twee

weken voor uitgetrokken. Na deze twee weken werd er een start gemaakt met

het verwerken van de ontvangen gegevens. Voor degene waar geen reactie van

ontvangen was, werd een herinneringsmail gestuurd. Al met al zijn er zes

reacties ontvangen. Het ging hierbij om een responspercentage van 33,3%. Dit

was nogal aan de lage kant. Echter was dit wel te verwachten, gezien er binnen

de zorg- en hulpverlening weinig tijd is voor, nog meer, bureaucratische zaken.

Van drie professionals/informanten, werd een korte reactie ontvangen, met het

feit dat zij vanuit de instelling helaas geen tijd konden vrijmaken voor het

beantwoorden van deze mail.

Er is nogmaals teruggekeken naar waarom de keuze was gemaakt voor

schriftelijke interviews (E-mail). De conclusie is dat er alles aan gedaan is om zo

goed mogelijk aan te sluiten op de informanten. Daarnaast was het voor de

onderzoekers niet haalbaar om alle overige informanten persoonlijk te

benaderen. Echter is er wel voldoende informatie verzameld, aan de hand van de

onderzochte literatuur en het houden van de interviews, om tot een gedegen

conclusie te komen.

De vragen die aan de informanten zijn voorgelegd komen voort uit de opgestelde

deelvragen. Hieronder is de koppeling terug te lezen tussen de deelvragen en de

schriftelijk opgestelde vragen.

Ter verheldering volgen hieronder nogmaals de opgestelde deelvragen, te weten:

1) Wat zijn de positieve effecten van social media voor mensen met een licht

verstandelijke beperking?

2) Wat zijn de negatieve effecten van social media voor mensen met een licht

verstandelijke beperking?

3) In hoeverre zijn cliënten, zowel binnen Daelzicht als binnen andere

organisaties, al eerder geïnformeerd over de effecten van social media? Hoe

hebben zij hier op ingespeeld en wat heeft het opgeleverd?

4) Op welke manier kan er worden ingespeeld op de behoeften van de cliënten

omtrent de voorlichting die er gegeven zal worden?

Page 30: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

30

De volgende vragen kwamen aan bod voor professionals binnen een

overeenkomstig werkveld;

- Maken jullie cliënten ook gebruik van social media? Zo ja; waar wordt het

meest gebruik van gemaakt (Hyves/Msn/Facebook...)? (1)

Toelichting: de bedoeling is, om erachter te komen, welke vormen van social

media door de cliënten gebruikt worden. Van hieruit kan er gekeken worden naar

de positieve en negatieve effecten die social media met zich meebrengt.

Daarnaast kan er een verschil zijn wat betreft kansen dan wel bedreigingen bij

de verschillende vormen van social media. Deze vraag is in algemeen belang

voor alle deelvragen.

- Wat zien jullie als positieve effecten van social media en wat als negatieve

effecten? (2)

Toelichting: dit staat in samenhang met zowel de eerste als de tweede deelvraag

omtrent het effect van social media op cliënten.

- Er speelt een dilemma op de werkvloer van onze afstudeerinstelling. Inclusie

van hun cliëntendoelgroep staat voorop. Dit geldt ook voor het ‘mee-participeren’

van social mediagebruik. De hulpverleners hebben echter helaas kennis gemaakt

met enkele negatieve kanten van social media. Zo zijn er vrouwelijke cliënten die

via bepaalde communicatieprogramma's (facebook/relatieplanet/Msn enz.)

afspraakjes regelen met mannen. Aangezien het gaat om een kwetsbare

doelgroep kan er sneller misbruik worden gemaakt van hen. Hierdoor zou enige

'protectie' geen overbodige luxe zijn. Echter zijn deze cliënten 'volwassen' en

hebben recht op een bepaalde vorm van privacy.

Hoe gaan jullie binnen de instelling met dit dilemma om, of hoe zouden jullie hier

mee omgaan? (3)

Toelichting: deze vraag komt voort uit de derde deelvraag waarbij wordt

nagegaan of cliënten al eerder zijn geïnformeerd met betrekking tot social media

en zo ja, hoe dit is gebeurd en welk effect het heeft gehad. Dit is tenslotte van

belang voor het opzetten van een product en een voorlichting.

- Welke middelen/manieren zetten jullie in om cliënten bewust te maken van de

risico’s van social media. Indien deze vraag niet van toepassing is; heeft u wel

suggesties voor een product? (4)

Toelichting: deze vraag is van toepassing op de deelvraag die vraagt op welke

manier er ingespeeld kan worden op de behoeften van de cliënt omtrent de

voorlichting die er gegeven zal worden.

Opgestelde vragen aan professionals die veel kennis hebben van het thema ‘LVB’

en ‘social media’;

- Zou u iets kunnen vertellen over de kansen omtrent social media bij mensen

met een licht verstandelijke beperking? (1)

Page 31: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

31

Toelichting: deze vraag heeft te maken met de eerste deelvraag over de

positieve effecten die social media te bieden heeft.

- Zou u iets kunnen vertellen over de bedreigingen omtrent social media bij

mensen met een licht verstandelijke beperking? (2)

Toelichting: deze vraag heeft te maken met de tweede deelvraag over de

negatieve effecten die social media kan hebben.

- Daarnaast speelt er een dilemma waar de hulpverleners van de

afstudeerinstelling mee kampen. Inclusie van hun cliëntendoelgroep staat

voorop. De hulpverleners hebben helaas al kennis gemaakt met enkele negatieve

kanten van social media. Zo zijn er vrouwelijke cliënten die via bepaalde

communicatieprogramma's (Facebook/relatieplanet/Msn enz.) afspraakjes

regelen met mannen. Aangezien het gaat om een kwetsbare doelgroep kan er

sneller misbruik worden gemaakt van hen. Hierdoor zou enige 'protectie' geen

overbodige luxe zijn. Echter zijn deze cliënten 'volwassen' en hebben recht

op een bepaalde vorm van privacy.

Hoe zou er naar uw mening met dit dilemma omgegaan dienen te worden? (3)

Toelichting: deze vraag kan gekoppeld worden aan de derde deelvraag. Op deze

manier kan er informatie verzameld worden die bruikbaar is voor het opzetten

van een voorlichting aan cliënten. Daarnaast kan het van belang zijn voor de

aanbevelingen van hoofdstuk 8.

- Heeft u misschien andere suggesties? (4)

Toelichting: in deze vraag worden er suggesties gegeven en kan met alle vier de

deelvragen in contact worden gebracht.

3.5.3 Praktische overwegingen

In dit afstudeerwerkstuk wordt geen beleidsadvies gegeven. Er wordt wel een voorlichtingsopzet en een conceptvoorbeeld van een product gemaakt voor de cliënten.

Wat betreft de praktische overwegingen is er voor gekozen om het ontwikkelen

van een product voor cliënten niet bij ons onderzoek te betrekken. Het is immers

de vraag of Daelzicht het product wel waardevol genoeg vindt. Daarnaast speelt

tijd en geld een belangrijke rol. Er dient immers een budget voor te worden

vrijgemaakt en het laten maken van een product kost daarnaast veel tijd.

Vandaar dat er gekozen is voor het maken van alleen een opzet en een

conceptvoorbeeld. (In hoofdstuk 7 wordt hier op teruggekomen)

3.5.4 Betrouwbaarheid

Betrouwbaarheid wordt gedefinieerd als, de mate waarin metingen onafhankelijk

zijn van toeval (Baarda et al, 2009, p. 193). Je dient het onderzoek zoveel

mogelijk vanuit verschillende invalshoeken te belichten. Vandaar dat de keuze

Page 32: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

32

gemaakt is om zowel cliënten, medewerkers van Daelzicht als andere

professionals buiten de organisatie te benaderen.

De resultaten moeten controleerbaar en inzichtelijk zijn. Dit betekent dat er een

verantwoorde keuze gemaakt is wat betreft de keuze van de situatie, locatie,

respondenten en informanten. Zo is er bij de respondenten gekozen voor een

situatie waarin zij zich thuis/prettig voelden.

Het is belangrijk om de betrouwbaarheid van het onderzoek zo optimaal mogelijk

te houden. Op het gebied van de interviews zal er gebruik worden gemaakt van

een voicerecorder. De interviews zullen, aan de hand van de voicerecorder,

helemaal worden uitgetypt. Men kan zo gemakkelijker achterhalen wat er in een

interview gezegd is geworden. Door het gehele interview letterlijk uit te typen,

voorkomt men dat er eigen interpretaties en gedachten in verwerkt worden. Dit

verhoogt dus de betrouwbaarheid van het onderzoek.

In dit onderzoek is er met z’n drieën samengewerkt, waarbij ieder de rol aannam

van een onderzoeker. Wanneer afzonderlijk van elkaar iets werd gerapporteerd,

is dit door de anderen nagelezen. Op deze wijze is er, in bepaalde mate, sprake

van sterke inter-interviewer betrouwbaarheid. Er werd namelijk door twee

mensen een stuk nagelezen, hierdoor werd de kans op aanvullingen en feedback

vergroot. Dit zorgde ervoor dat het onderzoek betrouwbaarder werd, aangezien

meerdere personen dit bekeken. Vervolgens werd er enige tijd later de

informatie nogmaals bij de hand gepakt om het nog eens te bekijken en te

analyseren. Hierdoor ontstond een sterke intra-interviewer –betrouwbaarheid.

(Baarda et al., 2009, pp. 193-196)

Echter kan het onderzoek niet helemaal 100% betrouwbaar zijn en blijft men bij

een kwalitatief onderzoek afhankelijk van toeval(-ligheden). Dit heeft te maken

met het feit dat interviews deels afhankelijk zijn van situatiedefinities, replicatie

is daarom onmogelijk. De cliënten die geïnterviewd zijn, hebben zelf de keuze

mogen maken of er een begeleider bij aanwezig moest zijn. Dit kan van invloed

zijn op de betrouwbaarheid van het onderzoek. De ene cliënt verteld meer als er

een begeleider bij zit, terwijl een andere cliënt juist minder zou vertellen.

Situatiedefinities zijn gezichtspunten die situatiegebonden zijn. Het uitgangspunt

hierbij is als volgt; als onderzoeker dient men te interpreteren en te begrijpen

vanuit de positie van het gezichtspunt van de verschillende betrokkenen. Dus

zoals zij het beleven en ervaren. Hierin wordt de context betrokken waarin het te

schrijven fenomeen zich voordoet. Hun interpretatie dient achterhaald en

beschreven te worden. (Baarda et al., 2009, p. 94)

Voordat de interviews zijn gehouden, is er een verdieping gemaakt naar de

doelgroep toe. Er is onderzocht waar men rekening mee dient te houden als het

gaat om het interviewen van LVB’ers. Hierdoor is de keuze gemaakt voor een

kort interview, aangezien mensen met een LVB zich minder lang kunnen

concerteren en hun aandacht sneller verliezen. Tijdens het interviewen zijn er

Page 33: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

33

gemakkelijke woorden gebruikt. Tussendoor werd er aan de cliënten gevraagd of

ze het begrijpen en werd er de gelegenheid gesteld om vragen te stellen. Door

het interview gemakkelijker te laten verlopen, hebben de interviewers gebruikt

gemaakt van voorbeelden, om zo een ingang te creëren bij de cliënten. De

cliënten kregen ook de tijd om na te denken over de gestelde vragen. Op deze

manier is er aangesloten bij de beleving en ervaringen van de cliënten.

3.5.5 Geldigheid/validiteit

Onder validiteit valt het volgende te verstaan, namelijk: de juistheid van de

onderzoeksbevindingen. Het gaat om de vraag in hoeverre de bevindingen van

het onderzoek een goede weergave geven van datgene wat werkelijk (feitelijk) in

de praktijk afspeelt. Validiteit wordt ook wel geldigheid genoemd. Dit betekent

dat de antwoorden die gegeven worden tijdens de interviews een goed beeld van

de realiteit moeten geven. (Baarda et al., 2009, pp. 194-201)

In dit onderzoek worden zowel cliënten als medewerkers geïnterviewd die zelf

met social media in aanraking komen. Ze vertellen dus vanuit eigen ervaringen

en vanuit dingen die ze zelf hebben meegemaakt of waar ze tegen aanlopen. Dit

geldt ook voor de informanten. Zij vertellen wat ze weten van het onderwerp en

wat men in de dagelijkse praktijk meemaakt en ervaart.

Er is gekozen om de gegevens te verzamelen door middel van face to face

interviews met de respondenten. De informanten zijn via de mail benaderd, deze

informatie is betrouwbaar, aangezien de informatie zo wordt gebruikt, zoals de

informant het op papier heeft gezet.

Daarnaast is het belangrijk om gebruik te maken van member-checking. Dit is

het voorleggen/terugkoppelen van de resultaten aan de betrokkenen en nagaan

of zij zich hierin herkennen. (Baarda et al., 2009, pp. 197-201)

Deze terugkoppeling is gemaakt bij de medewerkers door het uitgeschreven stuk

van het afgenomen interview op te sturen. De geïnterviewde heeft zo de

mogelijkheid gekregen om het stuk na te lezen en om eventueel nog iets te

kunnen aanpassen. Verder is er nog gekozen om het gehele document naar

enkele geïnteresseerde medewerkers op te sturen om zo ook nog feedback te

verzamelen. Tot slot is er een logboek bijgehouden, namelijk een zogenoemde

audit trail. Het logboek is ter urenverantwoording en om terug te kunnen gaan

wanneer iets heeft plaatsgevonden en met wie. (Baarda, 2009, p. 138)

Page 34: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

34

4. Data-analyse

Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze van analyseren van de verzamelde data,

beginnend met het uitleggen van het stappenplan. Hierna volgende twee

labelvoorbeelden, zodat er een visuele voorstelling kan worden gemaakt van de wijze van

labelen.

4.1 Stappenplan analyse

Bij het verwerken van de verkregen informatie uit interviews werd er gebruik

gemaakt van het stappenplan zoals beschreven staat in het Basisboek kwalitatief

onderzoek van Baarda et al. (2009, pp. 302-337)

De stappen die er genomen zijn, zijn als volgt:

Stap 1: als eerst zijn alle interviews, nadat dat ze waren opgenomen met een

voicerecorder, (vrijwel) meteen na het gesprek zelf uitgetypt. Alle uitspraken zijn

letterlijk uitgetypt, zodat er geen ruimte is voor eigen interpretaties. Daarnaast

zijn de interviews voorzien van naam (mannelijke cliënt – veel gebruikmakend

van social media; vrouwelijke cliënt – matig gebruikmakend van social media;

medewerker 1– weinig gebruikend…enz.) zodat er achterhaald kon worden welke

tekst bij welk interview hoorde.

Stap 2: vervolgens is de getypte informatie (gezamenlijk; door alle drie de

onderzoekers) geordend en gereduceerd. Zodoende is alle irrelevante informatie

geschrapt die niet van belang/bepalend zijn voor de onderzoeksvraag.

Stap 3: bij deze stappen is de keuze gemaakt voor een analyse-eenheid. Er is

gekozen om de uitgewerkte teksten op te delen in fragmenten, waaraan

vervolgens labels gehangen werden.

Stap 4: na deze keuze (bij het maken van een indeling in fragmenten) is er

besproken om een tweedeling te maken binnen het labelen. Namelijk een

onderscheid in hoofd- en sublabels. De sublabels omvatten het belangrijkste

woord in een zin. Dit woord geeft dus aan waar het stuk tekst om gaat. Dit is

gemakkelijk wanneer er soortgelijke informatie uit verschillende interviews dient

te worden opgezocht.

Het fragment diende slechts over één onderwerp informatie te geven. Dit

onderwerp was het omvatte het hoofdlabel. Wanneer hierbij geaarzeld werd, is

ervoor gekozen om het fragment op te splitsen.

Om gemakkelijk labels te kunnen plakken aan de interviews is ervoor gekozen

om de fragmenten te zetten in een Wordschema. Een schema is opgebouwd uit

vier kolommen, met hierin van links naar rechts: hoofdlabel, label, fragment (per

onderwerp), bron (geïnterviewde).

Page 35: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

35

Stap 5: Het labelen

De onderzoekers zijn ieder afzonderlijk de uitgetypte interviews gaan labelen.

Het afzonderlijk labelen gebeurde per interview, waarna de drie gelabelde

schema’s naast elkaar werden gelegd om er zo één (zo objectief mogelijk) geheel

van te maken, waarbij er gekozen werd voor de meest logische labels. Er

kwamen hierbij soms dezelfde labels naar voren, alleen dan anders benoemd.

Het ging dus om synoniemen.

Gezamenlijk is de keuze gemaakt om de gelabelde interviews door te nemen,

waarna er tot overeenstemming is gekomen over de benoemde labels.

In Microsoft Word zijn drie documenten gezamenlijk opgesteld (één voor de

cliënten, één voor de medewerkers en één voor de informanten), met in ieder

document, schematisch de relevante informatie (in fragmenten) van de

interviews met hieraan gekoppeld de labels. Op deze wijze is er voor gezorgd dat

de informatie gescheiden blijft, zodat er geen relevante informatie verloren kon

gaan.

De sublabels zijn (in het tot overeenstemming gekomen schema) vervolgens

genummerd. Wanneer labels in hetzelfde document dubbel voorkwamen, kregen

deze hetzelfde nummer.

De hoofdlabels die zijn voortgevloeid uit het labelen van de cliënteninterviews

zijn als volgt: social media, contact, vrienden, negatieve effecten social media,

positieve effecten social media, anonimiteit, internetgebruik, gamen, valkuilen en

voorlichting. Ditzelfde geldt voor de medewerkers.

4.1.1 Voorbeeldlabels respondenten

Hoofdlabel Label Fragment Bron

Negatieve

effecten

social

media

nadelen(62)

ergernissen (63)

zwartmaken (64)

spotten (65)

virussen (67)

Ja, ik weet wel welke nadelen het heeft. Dat zijn

dan de ergernissen.

Wat zijn deze? Zwart gemaakt worden. Mensen

die anderen gaan bespotten en dit op een

achterbakse manier doen en zelfs mensen die

virussen kunnen sturen naar chatsites enzo. Dit

laatste heb ik zelf nog nooit meegemaakt, maar

het kan wel. Ieder voordeel heeft zo zijn nadeel.

Interview –

Mannelijke cliënt;

Weinig

gebruikmakend van

social media

Vrienden vrienden (8)

in het echt (85)

onbekenden

uitnodigen (89)

chatsites (69)

Msn (2)

webcam (104)

Niet iedereen is in het echt mijn vriend of

vriendin. Leer ook mensen kennen op de chat

sites en door daar ermee te praten nodig ik ze

wel eens uit of Msn, of zij mij. En dan kunnen we

daar beter praten, en soms ook wel eens met de

webcam.

Wat doe je als een onbekende je wilt toevoegen

als vriend?

Vrouwelijke cliënt;

veel gebruikmakend

van social media

Page 36: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

36

Helemaal onbekende voeg ik niet toe, wel

mensen die ik heb leren kennen via sites, of via

andere mensen.

De wijze van fragmenteren is hetzelfde beschreven als bij de interviews van de

respondenten. Bij het labelen is ervoor gekozen om eerst een label te zoeken dat

op de inhoud of een deel van de inhoud van het fragment aansloot.

Vooraf is er een tweedeling gemaakt tussen de informanten, namelijk; degenen

die werken in overeenkomstig werkveld en professionals die veel kennis bezitten

over social media en/of LVB. Aangezien dit er niet toe doet bij het maken van

een labelsysteem (en de vraagstelling en -doelstelling in het achterhoofd), zijn

deze twee groepen samengevoegd.

De hoofdlabels van de informanten zijn uiteindelijk (grotendeels) voortgevloeid

uit de deelvragen, die logischerwijs als gestructureerde vragen dienden voor de

interviews. Deze hoofdlabels zijn als volgt: social media, kansen, bedreigingen,

cliëntbeperkingen, behoeften en voorlichting.

Hieronder vindt u een schematisch overzicht van de labels die zijn gekoppeld aan

de schriftelijke interviews.

4.1.2 Voorbeeldlabels informanten

Hoofdlabel Label Fragment Bron

Social Media Msn (5)

Youtube (25)

Facebook (2)

Hyves (26)

Ja, namelijk Msn, Youtube, Facebook en Hyves

(nog steeds).

Koraalgroep: De

Hondsberg; Adviseur

Zorgmanagement

Cliënt-

beperkingen

Niet beperkt (51) De cliënten worden niet beperkt op het gebied

van internet-/social mediagebruik.

Zorggroep Alliade;

Bureau communi-

catie

Bedreiging Drempels (7)

Geld (8)

Beperkende

omgeving (9)

Jongeren van Emaus zijn waarschijnlijk niet of

nauwelijks minder op de hoogte van de

mogelijkheden dan vergelijkbare

leeftijdsgroepen in de samenleving. Wel worden

ze beperkt in het gebruik van de media door

allerlei drempels (geld, het feit dat ze in een

beperkende omgeving wonen, cognitie/het

verstand om media ten volle te gebruiken, etc.)

Kwadrant: Emaus;

Manager in het

primaire proces

Page 37: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

37

5. Resultaten

Inleiding

Om te komen tot goede conclusies is het belangrijk om alle opgedane kennis/informatie

mee te nemen, te weten: internetbronnen, boeken, vaktijdschriften, artikelen, e-mails en

interviews. In 5.1 zullen schematisch kansen en bedreigingen opgesomd worden, die zijn

gevonden in een intern vakblad, genaamd ´Markant´. In 5.2 komen kansen en

bedreigingen naar voren die gevonden zijn in een brochure van ´mijn kind online´. De

uitwerkingen van deze artikelen, zijn in bijlage 3 terug te vinden. Deze informatie is

meegenomen bij de resultaten, om vervolgens de gegevens van de interviews hiermee te

bundelen en uiteindelijk te komen tot gezamenlijke conclusies. Vanaf 5.3 komen

afzonderlijk de resultaten van de deelvragen aan bod.

5.1 Informatie intern vakblad Markant

Tijdens het afnemen van een interview met een medewerkster van Daelzicht

werd een interne informatiebron aangereikt. Het ging om het intern vakblad,

genaamd ‘Markant’. In december heeft dit vakblad een uitgave gepubliceerd

rondom internet/social media en gehandicapten. Verschillende artikelen

benoemden hierin de kansen en bedreigingen omtrent het gebruik van social

media. Aangezien deze informatie van wezenlijk belang is, is er voor gekozen om

een schematische weergave van deze kansen en bedreigingen op te nemen. De

uitwerking van deze artikelen zijn te vinden in bijlage 3.

Overzicht kansen en bedreigingen artikelen Markant

(Markant, 2011, pp. 11-27)

Kansen Bedreigingen

Contact hebben met mensen die ze

niet vaak kunnen zien.

Passen veiligheidsregels vaak

niet toe.

Zijn op de hoogte van

veiligheidsrisico’s.

De leefwereld neemt toe.

Sociale contacten worden vergroot.

De zelfredzaamheid wordt vergroot.

De zelfstandigheid wordt vergroot.

Krijgen meer diepgang in hun leven.

Meer contact met familie en

vrienden.

Ze zijn minder aangewezen op hun

begeleiders.

Ze vertellen meer, vooral over

dingen die ze op internet hebben

gevonden.

Page 38: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

38

5.2 Informatie externe brochure Mijn Kind Online

In een brochure van mijn kind online, met als titel: speciaal onderwijs op

internet, zijn ook een aantal kansen en bedreigingen naar voren gekomen. Deze

zijn hieronder schematisch weergegeven. Voor de uitwerking van de artikelen,

wordt verwezen naar bijlage 3.

Overzicht kansen en bedreigingen brochure speciaal onderwijs op internet

Kansen

Bedreigingen

Begeleiders moeten inspelen op

het moment dat er problemen

zijn of bedreigingen zich

voordoen.

Voorlichtingen die gegeven

worden, zijn voor mensen met

een verstandelijke beperking

moeilijk te begrijpen. Het sluit

niet aan op hun niveau.

Er wordt makkelijker contact

gemaakt.

De vaardigheden om met

internet om te gaan ontbreken

vaak.

Er kan geexperimenteerd worden

met identiteit.

Kwetsbaar.

Je kunt je verlegenheid

overwinnen.

Makkelijk te beïnvloeden.

Je beperking is niet zichtbaar. Vatbaarder voor verslaving.

Het is gemakkelijker om eerlijk

te zijn.

Gevoeliger voor afwijzing en

manipulatie.

Kunnen langer nadenken om

antwoord te geven.

Lastig om contacten in te

schatten.

Vrienden via internet hebben, die

je accepteren zoals je bent.

Het contact is veel direct, een

belediging of kwetsende

opmerking kan veel harder

aankomen dan in de

werkelijkheid.

Je hoeft iemand niet aan te

kijken, wat het contact

gemakkelijker maakt.

Het is lastig om in te schatten of

iemand een vriend, kennis of

beste vriend is.

Je kunt je op de woorden

concentreren die er worden

getypt.

Privézaken op internet zetten.

Het contact is dieper. Mensen kunnen op internet zich

anders voordoen.

Je krijgt het gevoel dat je kan Er wordt meer gescholden en

Page 39: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

39

(Speciaal onderwijs op internet, 2010, p. 2-19)

5.3 Resultaten eerste en tweede deelvraag volgens cliënten

Om te zorgen voor een overzichtelijk geheel, is werd voor gekozen om deelvraag

één ‘wat zijn de positieve effecten van social media voor mensen met een licht

verstandelijke beperking?’ en deelvraag twee ‘wat zijn de negatieve effecten van

social media voor mensen met een licht verstandelijke beperking’ in één schema

samen te voegen. In 5.3 komen de resultaten van de cliënteninterviews naar

voren. Hierbij is een onderscheid gemaakt in resultaten tussen mannelijke en

vrouwelijke cliënten.

Positieve effecten mannelijke cliënten Negatieve effecten mannelijke cliënten

Gemakkelijker en opener contact te

leggen en onderhouden; socialiteit

vergrotend (*)

Niet alles is/blijft anoniem

Leuke vorm van vrije tijdsbesteding

(o.a. in de zin van filmpjes kijken,

muziek luisteren en spelletjes spelen)

spam – virussen

Op de hoogte zijn van de laatste

nieuwtjes (**)

Cyberpesten (*)

Nieuwe mensen ontmoeten –

contacten uitbreiden

emanciperen. gepest via internet.

Praat met cliënten over waar zij

op internet mee bezig zijn en

geef ze hierbij ondersteuning en

begeleiding.

Er zijn ongeschreven regels die

niet begrepen worden.

Zelf controle over de

communicatie.

Als internet verboden wordt, is

er minder zicht op de cliënten,

waardoor er de kans bestaat dat

cliënten gekken dingen gaan

doen via internet.

Prikkels die binnenkomen,

kunnen door de cliënt zelf

gereguleerd en gedoseert

worden.

Mensen kunnen zich afgewezen

voelen, als er niet meteen op

hun bericht geantwoord wordt.

Een duidelijke handleiding op

papier zetten, die altijd door de

cliënten nagelezen kan worden.

Deze handleiding moet heel

concreet: doe dit wel en doe dit

niet.

Nemen alles letterlijk op.

Page 40: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

40

Aanvulling positieve effecten, die in de interviews met de cliënten naar voren zijn

gekomen:

* Geïnterviewde mannelijke cliënt – veel gebruikmakend van social media: ‘‘Ik ben nu

wat makkelijker, omdat ik nu iedere dag contact heb met deze vrienden. Ik ben hier nu

ook wel wat opener in geworden. Het is alleen soms dat als je met sommige mensen aan

het praten bent die iets verder weg wonen en die woont dus niet om de hoek en dan is

het fijn als je de mogelijkheid hebt om zo toch met elkaar te kunnen praten’’.

Geïnterviewde vrouwelijke cliënt – veel gebruikmakend van social media: ‘‘Ik heb zo via

de social media meer contact met anderen, zo vind ik het moeilijk om op iemand af te

stappen. En daardoor ook makkelijker te onderhouden’’.

** Geïnterviewde mannelijke cliënt – matig gebruikmakend van social media:

Geïnterviewde: “Mmm….ja, dat je zo van iedereen van alles weet, hé. Zo van collega’s of

zo op het werk. Als iemand dan ergens een dagje naar toe gaat, dan kun je vragen ben

je daar of daar geweest’’.

Aanvulling negatieve effecten, die in de interviews met de cliënten naar voren zijn

gekomen:

* Geïnterviewde mannelijke cliënt –weinig gebruikmakend van social media: ‘‘Zwart

gemaakt worden. Mensen die anderen gaan bespotten en dit op een achterbakse manier

doen en zelfs mensen die virussen kunnen sturen naar chatsites enzo”.

Positieve effecten vrouwelijke cliënten Negatieve effecten vrouwelijke cliënten

Gemakkelijker dan in het echt

communiceren

Niet alles is/blijft anoniem

Leuke vorm van vrije tijdsbesteding

(o.a. series kijken)

Ongewenste berichtjes/ongewenste

vragen - Mensen (mannen) met andere

intenties (Loverboys) (*)

Nieuwe mensen ontmoeten –

contacten uitbreiden en onderhouden

Aanvulling negatieve effecten, die in de interviews met de cliënten naar voren zijn

gekomen:

* Geïnterviewde vrouwelijk cliënt – veel gebruikmakend van social media: ‘‘Sommige

mannen zijn alleen maar uit op seks, en die vragen wel eens dingen die ik dan niet wil.

Ook vragen ze dat wanneer ik de cam aan heb, of deze daarvoor wil aan doen’’.

Geïnterviewde vrouwelijk cliënt – matig gebruikmakend van social media: “Ik heb één

keer eens iets vervelends meegemaakt, maar daar is diegene ook heel snel

achterkomen. Ik had iemand op Hyves, die was iedere avond met mij aan het chatten.

We hadden toen afgesproken om elkaar in het echt te ontmoeten. Ik stond op die

persoon te wachten, terwijl hij onverwachts achter me stond. Een buitenlander was het

ook nog. Ik heb toen aangegeven naar de frituur te gaan, aangezien diegene andere

dingen met me wou, dan wat ik wou. In plaats van naar de frituur te gaan, ben ik er snel

tussenuit gegaan en naar huis vertrokken.”

Page 41: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

41

5.4 Resultaten eerste en tweede deelvraag volgens de medewerkers

Hieronder volgt een schematische weergave van de positieve en negatieve

effecten van social media voor mensen met een licht verstandelijke beperking

volgens de geïnterviewde medewerkers.

Positieve effecten Negatieve effecten

Snelle communicatievorm -

Respons/reacties van anderen

Anderen kunnen je berichten anders

interpreteren

Uitlaatklep Onbekenden die je uitnodigen – soms

met andere intenties - loverboys

Waardering LVB’ers geven zich sneller bloot, met

alle gevolgen van dien – kwetsbare en

minder weerbare doelgroep

Nieuwe mensen ontmoeten In het echt niet (meer) serieus worden

genomen door hetgeen er op internet

wordt gepost.

Inclusiebevorderend voor de LVB-

doelgroep

LVB’ers zoeken graag aandacht (*)

(afspraakjes regelen)

Werkt drempelverlagend om in contact

te treden met anderen.

Pestgedrag

Vergroting sociale vaardigheden (versterkt) Ideaalbeeld waar LVB’ers

aan willen voldoen

Bevorderd de zelfstandigheid Grotere mate van beïnvloedbaarheid

bij LVB’ers

Informatie/kennisvergaring Overvraging bij LVB’ers op sociaal-

emotioneel gebied

Toegankelijkheid voor de doelgroep Gameverslaving

Aanvulling negatieve effecten, die in de interviews met de medewerkers naar voren zijn

gekomen:

* Medewerker 1 – veel gebruik: ‘‘ De doelgroep is erg kwetsbaar. Ze willen graag

afspraakjes en maken zich dan vaak niet druk over de persoon die er achter de andere

computer zit. Ik denk wel dat er vaak misbruik wordt gemaakt van de doelgroep. Door

middel van dingen te schrijven (en zich kwetsbaar op te stellen) zoals ik heb momenteel

nergens meer zin in kan er makkelijker door bijvoorbeeld loverboys worden ingespeeld.

Ik ken hier een aantal voorbeelden van, maar ik schrok een beetje toen ik hoorde dat het

hier in de omgeving afspeelt. Met name cliënten met hechtingsproblematieke zijn hier

vatbaar voor. Ze hebben vaak niet de aandacht gekregen die ze wel verdienen. Deze

aandacht proberen ze op andere manieren terug te krijgen.’’

Page 42: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

42

5.5 Resultaten eerste en tweede deelvraag volgens de informanten

Hieronder volgt een schematische weergave van de positieve en negatieve

effecten van social media voor mensen met een licht verstandelijke beperking

volgens de benaderde informanten.

Positieve effecten Negatieve effecten

Werkt zorg- en/of

behandelingsondersteunend

Kwetsbaar (cognitie: sociaal-

emotionele ontwikkeling (*)) - minder

weerbaar – sneller blootgeven

Vrijetijdsbesteding Meer afsluiten voor face-to-face

contact

Inclusie doelgroep Cyberpesten

Meer/gemakkelijker contact – minder

vervreemding – drempelverlagend (*)

Ongewenste content (geweld, porno,

spam, virussen, onbekenden die je

kunnen lastigvallen)

Gevoelens delen Loverboys

Zelfstandigheidbevorderend (**) Beeldschermverslaving

Informatief Hoge telefoonkosten

Nieuwe contacten opdoen Nauwelijks anoniem

Grote mate van interactie Vervaging onderscheid real life –

internet (gamen, ideaalbeeld etc.)

Aansluiten op de

identiteitsontwikkeling – erbij horen

Onvoldoende competenties/sociale

vaardigheden (*)

Aanvulling positieve effecten, die in de interviews met de informanten naar voren zijn

gekomen:

* Informant 5 – Oprichter medialogisch.nl: ‘‘Voordelen van social media: juist omdat

communicatie in het echte leven heel complex kan zijn vanwege lichaamstaal, mimiek,

intonatie, afstand nabijheid, de noodzaak om direct te reageren, enzovoort maakt het

voor veel mensen met LVB/autisme veel prettiger om te communiceren via social

media.’’

** Informant 4 – Koraalgroep; Gastenhof: ‘‘Ik heb zelf ook het idee dat de doelgroep, via

de social media, gemakkelijker zijn contacten kan onderhouden. De drempel om aan

andere iets te vragen is minder hoog dan in een face to face gesprek. Mensen met een

verstandelijke beperking krijgen, d.m.v. het gebruik van social media, een kans om

zelfstandiger te worden. Ze vragen minder dingen aan groepsleiding, omdat ze het eerst

zelf proberen op te zoeken op internet.’’

Aanvulling negatieve effecten, die in de interviews met de informanten naar voren zijn

gekomen:

* Informant 5 – Oprichter medialogisch.nl: ‘‘Om je eigen sociale veiligheid te bewaken

moet je inzicht hebben in je eigen belangen, behoeften en mogelijkheden (beperkingen)

en die van de ander. Dit vraagt een inlevingsvermogen waarover de meeste LVB’ers niet

beschikken. Daarnaast vraagt het om sociale vaardigheden op het gebied van

assertiviteit (grenzen bewaken) en normen en waarden op het gebied van

Page 43: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

43

omgangsvormen. Juist deze groep is heel kwetsbaar op dit gebied: goedgelovig,

manipuleerbaar, kopieergedrag, enzovoort.’’

5.6 Resultaten derde deelvraag

Deelvraag drie luidt als volgt: in hoeverre zijn cliënten, zowel binnen Daelzicht

als binnen andere organisaties, al eerder geïnformeerd over de effecten van

social media? Hoe hebben zij hier op ingespeeld en wat heeft het opgeleverd?

Deze resultaten komen voort uit de interviews die met de medewerkers van

Daelzicht en met de benaderde informanten zijn gehouden.

Resultaten derde deelvraag vanuit Daelzicht

Uit gesprekken met de medewerkers van Daelzicht is gebleken dat er nog geen

concrete zaken zijn vastgelegd op het gebied van social mediagebruik

(bijvoorbeeld in de vorm van een standaard handleiding of protocol). Dit heeft

grotendeels te maken met het feit dat het gaat om volwassen cliënten. Hierdoor

heb je in grote mate te maken met privacyaspecten. Binnen Wonen Spaubeek

zijn er wel contractjes opgesteld, wat betreft het gebruik van de

groepscomputer. Daarnaast staat deze PC op een centrale plek, waardoor er

gemakkelijker toezicht kan worden gehouden door de medewerkers. Zowel

binnen Wonen Spaubeek als Wonen Leyenbroek hebben een aantal cliënten een

PC, dan wel laptop, op de kamer. Hierdoor wordt er toezicht geminimaliseerd,

gezien het privacybelang op de eigen kamer van de cliënt.

Binnen de organisatie is er wel een ICT-afdeling die zich bezighoudt met het

automatiseren/faciliteren van alle groepen en medewerkers. Echter geldt dit niet

voor bewoners. De bewoners/cliënt mogen dus wel zelf internet hebben, maar

deze wordt niet gefaciliteerd en gecontroleerd.

‘‘Onze bewoners mogen wel zelf internet hebben, maar dat is niet gefaciliteerd

en niet gecontroleerd. Hierdoor kunnen zich gemakkelijker virussen voordoen op

de computers van cliënten (medewerker 3, persoonlijke mededeling, 2012, 3

april).’’

‘‘In de praktijk komt vaker naar voren dat je de cliënt soms beter niet kunt

beperken in het gebruik van social media, want daardoor kun je nog enigszins de

controle houden. De cliënt komt eerder naar je toe als je zelf positief tegenover

social media staan. Juist als cliënten verboden worden om iets te zien/horen,

wordt er nieuwsgierigheid gewekt waardoor de cliënt juist op zoek gaat naar

datgene. Daarnaast is er ook nog geen voorlichting georganiseerd voor cliënten

op het gebied van social mediagebruik (er is tenslotte nog geen sterkte

/zwakteanalyse gemaakt). Wel zijn sommige medewerkers individueel met

cliënten hiermee bezig. Ook wordt er gebruik gemaakt van de online-cursus

Willie Webwijs door de activiteitenbegeleiding. Dit is een leerprogramma omtrent

veilig internetten. Echter hebben pas een gedeelte van de cliënten kennis

gemaakt met dit programma. Het is belangrijk dat er een preventieve werking

uitgaat van een voorlichting omtrent social media (medewerker 2, persoonlijke

mededeling, 2012, 3 april).’’

Page 44: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

44

Tot slot zijn er speciale sites die toegepast zijn op mensen met een licht

verstandelijke beperking. Tijdens eerdere gesprekken werd aangegeven dat de

cliënten hier niet tot nauwelijks gebruik van (willen) maken, aangezien zij net als

andere mensen zonder gebruik willen maken van reguliere sites.

Resultaten derde deelvraag genoemd vanuit informanten die werkzaam zijn met

een soortgelijke doelgroep

Informant 1 – Kwadrant: Emaus; manager in het primaire proces

‘‘De wetgeving in Nederland schrijft instituten als het onze voor welke

beperkingen we wel en welke we niet (zomaar) kunnen toepassen. Alle beperking

moet per cliënt worden vastgesteld, vastgelegd in het behandel en zorgplan en

er moet voor de cliënt of zijn vertegenwoordiger gelegenheid zijn om het daar

niet mee eens te zijn. Jullie zullen waarschijnlijk denken; wat een puinhoop zal

het daar dan worden, als al dat volk vrij over het Net gaat schuimen, afspraken

maken, chatten, organiseren, kopen en zich verkopen. En dat klopt....echter, wij

denken dat als onze cliënten zomaar de vrije hand hebben om hun leven te

organiseren als ze dat willen het op andere vlakken ook een puinhoop wordt. We

beginnen dus te behandelen.’’

‘‘Gefaseerd trachten we cliënten de vaardigheden te leren om (tot het plafond

wat ze kunnen leren/ontwikkelen) gebruik te maken met diverse media. Omgang

met media maakt dus deel uit van deel uit van de behandeling (in verschillende

smaken ook weer). We kijken dus intensief mee en organiseren computer en

mobiel telefoongebruik zo dat er a. niet direct schade uit komt en b. we de

jongeren begeleid kunnen laten leren. Dat lukt (soms).’’

Informant 2 – Koraalgroep: De Hondsberg; Adviseur Zorgmanagement

‘‘Is lang een vraag geweest: 'Hoe gaan we hiermee om?' Wordt nu aan alle

kanten voorlichtingsmateriaal geïnventariseerd en gevonden.’’

Informant 3 – Zorggroep Alliade; Bureau communicatie

‘‘De cliënten worden niet beperkt op het gebied van internet-/social

mediagebruik. Wel verschijnt er vier keer per jaar de Weetkrant en gaat elke

keer over een ander onderwerp. De nieuwste Weetkrant is volledig toegewijd aan

het thema ‘veilig internetten.’ Dit middel hebben wij ingezet om cliënten bewust

te maken van de gevaren op internet. Daarnaast krijgt veilig

internetten uiteraard aandacht tijdens de begeleidingsmomenten.’’

Informant 4 – ‘‘Het is een lastig dilemma. Wat ik vooral zou doen is, toch een

beetje controle uitvoeren op het gebruik van social media. Met de cliënt in

gesprek gaan over bijvoorbeeld het toevoegen van vrienden. Wie voeg je wel toe

en wie niet. Verder zou ik ook de gevaren van social media kenbaar maken aan

de cliënt en de cliënt de ruimte geven om hierover te praten. Ik denk dat het

belangrijk is om samen met de cliënt aan de slag te gaan en niet de betweter uit

gaan hangen, dit werkt vaak averechts. Ik denk dat het vooral belangrijk is dat

Page 45: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

45

je het thema bespreekbaar maakt. Daarnaast zou je een contract kunnen

opstellen wat wel en niet mag omtrent het thema social media. Je zou dit dan

samen met de cliënten kunnen opstellen en ook samen met de cliënt kunnen

kijken wat de gevolgen zijn, mocht hij/zij dit contract verbreken.’’

5.7 Resultaten vierde deelvraag

Deelvraag vier luidt als volgt: op welke manier kan er worden ingespeeld op de

behoeften van de cliënten omtrent de voorlichting die gegeven zal worden?

Om deze deelvraag te beantwoorden, is tijdens het interviewen van cliënten

ervoor gekozen om expliciet te vragen naar wat zij belangrijk vinden dat er

besproken wordt tijdens de voorlichting.

Hieronder is een inventarisatie gemaakt van de gegeven antwoorden;

Interview mannelijke cliënt – Veel gebruikmakend van social media;

deze cliënt is het internet duidelijk. Wanneer hij dingen niet weet, toetst hij deze

gewoon in op Google waarna hij de resultaten vanzelf vindt. Wanneer dit niet

lukt, gaf de cliënt aan terecht te kunnen bij de begeleiding.

Interview mannelijke cliënt – Matig gebruikmakend van social media;

Hij gaf aan dat hij zijn eigen social mediaprofiel (Facebook) niet had afgeschermd

en ook niet wist hoe hij dit moest doen.

Interview mannelijke cliënt – Weinig gebruikmakend van social media;

Deze cliënt gaf aan dat zijn Hyves-profiel is afgeschermd. Dit geldt niet voor zijn

Facebookprofiel. Hij gaf (eveneens als de vorige cliënt) aan niet te weten of, dan

wel hoe dit kan. Als toevoeging zei hij het volgende ‘‘Ik ben hier gemakkelijk in.

Als de mensen niets aan me hebben, dan hoeven ze voor mijn part ook niet mijn

profiel te bezoeken.”

Wel gaf hij aan dat hij mensen kent die op Hyves worden lastiggevallen.

Interview vrouwelijke cliënt – Veel gebruikmakend van social media

‘‘Vind het toch wel moeilijk als mannen mij gekke vragen stellen. Of als ik

verliefd op iemand ben en die dan toch anders is of doet, of niks meer van zich

laat weten als we gaan afspreken.’’

Daarnaast werd er aan de cliënte gevraagd hoe zij omging met het lezen/zien

van niet al te leuke dingen (bijv. gepest worden, het zien van geweld enz.). Ze

gaf aan hier met haar persoonlijk begeleidster over te praten. Echter vond ze dit

soms wel lastig, omdat ze bang is dat de begeleidster dan boos op haar gaat

worden.

Interview vrouwelijke cliënt – Matig gebruikmakend van social media

Deze cliënte gaf aan geen problemen te ondervinden op dit moment met het

gebruik van social media. Wel is zij een keer in contact gekomen met een

zogenaamde ‘loverboy’. In de voorlichting zou het daarom verstandig zijn om het

Page 46: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

46

thema loverboys in combinatie met social media naar voren te laten komen.

Vanuit hier kunnen de standaard richtlijnen kracht worden bijgezet.

Daarnaast werd er het volgende aangegeven tijdens het interview:

‘‘Wanneer je Hyves of Facebook gebruikt, zet je dan ook wel eens de webcam

aan?’’

‘‘Nee, dat komt bij mij niet aan. Hierbij kan je jezelf zien zitten. Dit heb ik wel

eens gezien bij een vriendin van me. Die deed hier van alles op.”

‘‘zoals?’’

‘‘Ja, van alles. Naakte kerels enzo. Maar nee, daar moet ik niks van hebben en

wil ik niks van weten. Ik wil alleen Facebook en Hyves. Meer wil ik ook niet.’’

Interview vrouwelijke cliënt –Weinig gebruikmakend van social media

‘‘Ik loop eigenlijk nergens tegenaan, en anders weet ik hulp te vragen bij

vrienden.’’

Uit de verschillende interviews is gebleken dat een tweetal cliënten hun social

mediaprofiel(en) niet hebben afgeschermd. Deze vier andere cliënten wel. Één

van de drie ondervraagde mannen voegt soms ook onbekende mensen toe. Twee

van de drie vrouwen voegen ook wel eens onbekende mensen toe, die ze onder

andere leren kennen via chatsites.

Om in te spelen op de behoeften van de cliënt omtrent voorlichting, biedt Mijn

kind online (2012) de volgende handvaten: wees eerlijk, ook als je zelf dingen

lastig vindt. Zorg voor concrete voorbeelden en wees duidelijk. De boodschap

moet immers wel overkomen. Goede internetbegeleiding heeft alles te maken

met het vergroten van het zelfbewustzijn en zelfvertrouwen van de cliënten. En

met vertrouwen. Als ze weten dat ze op jou kunnen rekenen, ook als het mis

gaat, is er al een grote stap in dat bewustzijn gezet.

Tijdens het interview met medewerker 1 (persoonlijke mededeling, 2012, 2

maart) kwam het volgende, wat betreft de voorlichting, aan bod: ‘‘Ik denk dat je

wel heel vaak in gesprek moet gaan met cliënten over de kansen en

bedreigingen van social media. Om uitleg te geven over wat er zoal mis kan gaan

en op deze wijze bescherming bied. Echter zijn de cliënten zelf verantwoordelijk.

Dat ligt dan natuurlijk ook weer aan het niveau. Vaak is het IQ wel hoog genoeg

om om te gaan met social media, maar het sociaal-emotionele niveau is vaak

een stuk lager waardoor je als hulpverlener in het dilemma komt om al dan niet

een beperkende maatregel op te leggen.’’

Interviewer: ‘‘Wat kun je doen om een cliënt te beschermen?’’

‘‘Dat blijft een moeilijke vraag. Je kunt gezamenlijk met een cliënt soms ook

gewoon een luchtig gesprekje voeren zonder dat een cliënt zich meteen

opgelaten voelt als ze erover moeten praten. Juist als cliënten verboden wordt

om iets te zien/horen wordt er nieuwsgierigheid gewekt waardoor de cliënt juist

op zoek gaat naar datgene. Er zijn ook dingen die je de cliënt juist wel wilt leren

Page 47: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

47

over internet. Want hierdoor kan de cliënt zijn zelfstandigheid bevorderen. Dit

geldt ook voor de cliënten onderling.’’

Informant 5 – Oprichter medialogisch.nl droeg het volgende aan, wat betreft de

voorlichting: ‘‘Wat mij betreft zou de discussie hier meer over moeten gaan;

genuanceerder, specifieker en concreter. Gelukkig gebeurt dit in groeiende mate

en zijn er fantastische initiatieven die tegemoet komen aan de behoeften van

deze doelgroep én tegelijkertijd rekening houden met de beperkingen. Niet

betuttelend en beperkend maar juist gericht op vergroten van autonomie en

inclusie van deze doelgroep.

Voor meer specifieke informatie over competenties e.d. verwijs ik naar mijn

presentatie op de website van de Safer Internet Day:

http://www.saferinternetday.nl/archief/editie-2012’’

‘‘Kortom; Mijn visie en aanbevelingen voor organisaties als Daelzicht zijn globaal

als volgt: wees erbij; maak alles bespreekbaar. Betrek de LVB’ers bij

beslissingen over gebruik social media. Bespreek de juridische kanten, de risico’s

én de voordelen. Laat hen zelf vertellen en voordoen wat ze met deze media

doen. Treed nooit beperkend op bij dingen die in jou ogen ongewenst zijn. Tenzij

er sprake is van juridische overtredingen. In alle andere gevallen is het (net als

bij alle andere onderwerpen van begeleiding) belangrijk om de relatie en het

vertrouwen te onderhouden. Maak social media niet specialer dan nodig is: als er

dagelijks gestolen fietsen op de woonlocatie staan kun je je afvragen wat je dan

gaat doen. Maak social media wel specialer als het nodig is. Biedt alternatieven

die gericht zijn op deze doelgroep. Open bv een Hyvespagina voor een locatie

waar bewoners en personeel kunnen oefenen en experimenteren met dit

medium. Overleg over regels en afspraken en betrek hier iedereen bij. Ook als er

sprake is van ongewenste zaken. Hiermee vergroot je de weerbaarheid en

versterk je het gevoel van autonomie.’’

Informant 6 – medeoprichter veiligonline.be (Child Focus)

‘‘Wij hebben een affiche

(http://www.clicksafe.be/leerkrachten/nl/materiaal/affiche-veilig-chatten/)

ontworpen waarop we kinderen/jongeren tips geven over hoe zij zo veilig

mogelijk kunnen chatten. Dit kan voor jullie een richtlijn zijn, voor bijvoorbeeld

het opstellen van regels voor mensen met een licht verstandelijke beperking.”

Page 48: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

48

6. Conclusie & discussie

Inleiding In dit hoofdstuk wordt er ingegaan op de resultaten van het onderzoek. Als eerst wordt

gestart met de conclusie. Deze geeft antwoord op de hoofdvraag, met hieraan gekoppeld

de deelvragen. Vervolgens worden de resultaten ter discussie gesteld. Bij de discussie

gaat het over de kritische kanttekeningen die zijn geplaatst bij het onderzoek.

6.1 Conclusie

De geformuleerde vraagstelling van dit afstudeerwerkstuk was als volgt: welke

positieve dan wel negatieve effecten kleven aan het gebruik van social media bij

mensen met een licht verstandelijke beperking. Hoe kan hierop ingespeeld

worden bij de cliënten zonder het gebruik te ontmoedigen?

De doelstelling was om in dit onderzoek inzicht te krijgen in de positieve en

negatieve effecten van social media op mensen met een licht verstandelijke

beperking. In de eerste twee deelvragen kwam dit aan bod. Er is gekozen om te

kijken vanuit verschillende invalshoeken om een zo objectief mogelijk beeld te

krijgen van de werkelijkheid. Deze verkregen resultaten zijn vervolgens

overzichtelijk verwerkt in schema’s.

Wanneer er na deze schema’s wordt gekeken, valt er op te merken dat de

cliënten minder positieve en negatieve effecten hebben opgenoemd dan de

medewerkers. Daarnaast kan er worden gesteld dat bij alle interviewschema’s de

lijst aan positieve en negatieve effecten gelijkmatig is verdeeld. Ondanks deze

overeenkomst, is uit de gesprekken gebleken dat iedereen over het algemeen

positief tegenover social media staat.

Wanneer er gekeken wordt naar de interviews met de cliënten schuilen er twee

gevaren; namelijk het niet afschermen van je social mediaprofiel(en) en het niet

wezenlijk weten te beschermen van jezelf tegen anderen. Dit was de aanleiding

voor een gedeelte van de voorlichting (het projectonderdeel van dit

afstudeerwerkstuk).

Dit gold voor twee van de zes geïnterviewde cliënten (40%). Een ander gevaar

schuilt in het contact zoeken met onbekenden (bijv. via chatsites). Dit gold voor

drie van de zes cliënten (50%). Echter zeggen deze percentages niets over de

algemene invloed van social media op LVB’ers. Zes cliënten vormen immers geen

goede weergave van de werkelijkheid. Wel zijn deze cliënten op de hoogte van

het feit dat de meeste gegevens (als standaardinstelling) openbaar zijn.

Daarnaast weten ze wat het fenomeen ‘loverboy-problematiek’ inhoud. Ondanks

deze kennis zijn er alsnog cliënten bij, die gezien hun naïviteit en verminderde

weerbaarheid dan wel verhoogde kwetsbaarheid, toch contact zoeken met

onbekenden via het internet.

Page 49: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

49

De genoemde positieve effecten (namelijk vrije tijdsbesteding; gemakkelijk

contact; informatief en nieuwe contacten opdoen) komen overeen met diegene

die onder andere genoemd zijn door zowel medewerkers als informanten.

Opmerkelijk is te noemen dat alle drie de ondervraagde groepen ‘nieuwe

contacten leggen’ als positief effect noemen. Echter schuilt hierin het gevaar dat

er contact wordt gelegd met iemand die andere intenties heeft als die van de

cliënt (dit is het negatieve effect, waaruit het loverboy-problematiek tot stand

komt).

Andere positieve effecten die benoemd werden door zowel informanten als

medewerkers zijn als volgt: inclusiebevorderend, social media als uitlaatklep voor

cliënten en het ontvangen van waardering en zelfstandigheidbevordering. Tot

slot werd er onder de informanten benoemd dat social media zorg- en behandel

ondersteunend kan werken en aan kan sluiten bij de identiteitsontwikkeling van

een cliënt.

Kijkend naar de negatieve effecten van social media, die genoemd werden door

zowel informanten, medewerkers als cliënten zijn het cyberpesten, ongewenste

content (geweld, porno, ongewenste mail, spam etc.), de loverboy-problematiek

en het niet anoniem zijn.

Door de medewerkers en informanten werd genoemd dat het bij LVB’ers gaat

om een kwetsbare doelgroep, die op cognitief gebied bij social media met name

moeilijkheden ervaren op sociaal-emotioneel vlak. Deze doelgroep geeft zich

sneller bloot, is (vaak) op zoek naar aandacht en snel beïnvloedbaar. Ze blijken

te weinig sociale competenties te bezitten om op een verantwoorde wijze om te

gaan met social media.

Daarnaast benoemden de medewerkers als negatief effect de gameverslaving,

het niet meer serieus worden genomen door hetgeen wat een cliënt allemaal

schrijft op het internet en het willen conformeren aan het ideaalbeeld wat zich op

internet voordoet.

Tenslotte benoemden informanten het meer afsluiten voor face-to-face contact,

beeldschermverslaving, hoge telefoonkosten en de vervaging tussen internet en

‘real life’.

Om terug te komen op de onderverdeling tussen mannen en vrouwen die gebruik

maken van social media, kunnen op basis van de interviews de volgende

conclusies worden getrokken. Uit gesprekken met medewerkers is gebleken dat

vrouwen, op het gebied van social media, gemakkelijker beïnvloedbaar dan

mannen. Vrouwen zullen eerder het slachtoffer worden van bijvoorbeeld de

loverboy-problematiek. Uit twee interviews met vrouwelijke cliënten werd dit

bevestigd aangezien zij deze problematiek erkende.

Nadat de positieve en negatieve effecten van social media uit de interviews naast

de informatie vanuit het vaktijdschrift Markant en de brochure ‘Mijn kind Online’

werden gelegd, kon hier de volgende conclusie uit worden geformuleerd. De

Page 50: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

50

artikelen uit het vaktijdschrift en de brochure, geven een algemene indruk van

de positieve en negatieve effecten van social media, binnen Daelzicht.

Er zijn een aantal positieve effecten die met de resultaten van de interviews

overeen komen, zoals: sociale contacten uitbreiden, zelfredzaamheid en

zelfstandigheid worden vergroot, je beperkingen zijn niet zichtbaar en

emanciperen.

Er zijn ook negatieve effecten gevonden die zowel uit de interviews naar voren

zijn gekomen, als in het vaktijdschrift en de brochure. Deze zijn: de

veiligheidsregels worden vaak niet toegepast, gemakkelijker te beïnvloeden,

lastig om contacten in te schatten, privézaken op internet plaatsen en het

letterlijk nemen van wat er gezegd/geschreven wordt.

Je kunt hieruit de volgende conclusie trekken: de validiteit van het onderzoek

wordt groter, naarmate de positieve en negatieve effecten op meerdere wijzen

(in dit geval via interviews en in een vaktijdschrift en brochure) naar voren

komen. Het is dus voor dit onderzoek van belang geweest om de informatie die

uit het vaktijdschrift en uit de brochure naar voren zijn gekomen, te koppelen

aan de resultaten die uit de interviews aan het licht zijn gekomen. Er kan dus

worden gesteld dat dit een belangrijk aanvulling is geweest op dit onderzoek.

Hiermee is een antwoord gegeven op het eerste gedeelte van de hoofdvraag,

namelijk: welke positieve dan wel negatieve effecten kleven aan het gebruik van

social media bij mensen met een licht verstandelijke beperking. Hieronder volgt

een antwoord op het tweede gedeelte: hoe kan hierop ingespeeld worden bij de

cliënten zonder het gebruik te ontmoedigen?

Er is gekozen voor het maken van een opzet van een voorlichting om cliënten

bewust te maken van zowel de positieve als negatieve effecten.

Om het een effectieve, leerzame voorlichting te laten zijn, is het belangrijk dat

het geen herhaling zou worden van al eerder ondernomen interventies.

Door medewerkers hierover te bevragen is het beeld gevormd dat er nog

nauwelijks stappen zijn ondernomen om cliënten voorlichting te geven over

onder andere de risico’s van social media. Wel blijkt dat cliënten binnen bepaalde

woonvormen gebruik kunnen maken van Willie Webwijs. Dit is een online-

internetcursus. Echter gebeurd dit alleen bij de activiteitenbegeleiding. Hierdoor

worden niet alle cliënten bereikt. Tevens is de cursus niet specifiek gericht op het

gebruik van social media.

Daarnaast is er nagegaan welke middelen andere organisaties gebruiken om

cliënten bewust te maken van de risico’s die ze lopen. Hieruit blijkt dat andere

organisaties eveneens bezig zijn met het maken van een inventarisatie op het

gebied van voorlichtingsmateriaal omtrent dit thema. Het aanleren van

vaardigheden, het ontwikkelen van een informatie/voorlichtingskrant en het

aangaan van gesprekken werden genoemd als middelen voor cliënten bewust te

maken van de risico’s/negatieve effecten.

Page 51: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

51

6.2 Discussie

Gedurende het onderzoek heeft er een verandering plaatsgevonden wat betreft

het onderzoeksontwerp. In eerste instantie is er gekozen voor het uitvoeren van

casestudy’s. Naderhand is er (vanuit de redenen benoemd bij hoofdstuk 3.3)

besloten om over te stappen naar het ontwerp van een survey. Door deze

overstap kan er geconcludeerd worden dat er voor dit ontwerp te weinig

respondenten zijn geïnterviewd en dat het onderzoek dus niet valide is. Er zijn in

totaal zes cliënten, drie medewerkers en zes informanten geïnterviewd. Bij een

survey-onderzoek is het immers de bedoeling om een minimaal tien

respondenten te benaderen (Baarda et al, 2009, p. 125).

Wat betreft de validiteit ofwel geldigheid kan er daarnaast gesteld worden dat de

resultaten van het onderzoek geen goede weergave zijn van datgene wat

werkelijk/feitelijk in de praktijk afspeelt. De resultaten van zes cliënten en drie

medewerkers vormen tenslotte geen duidelijk beeld van de invloed die social

media heeft (qua positieve en negatieve effecten) op deze doelgroep in zijn

algemeenheid. Daarnaast is er geprobeerd om een zo veilig mogelijke omgeving

te scheppen voor de respondenten. Echter is het de vraag of ze wel ‘het

achterste van hun tong hebben laten zien’. Niet ieder persoon geeft zomaar bloot

wat er speelt.

Over de betrouwbaarheid van de gegeven antwoorden valt eveneens te twisten

aangezien het gaat om situatiedefinities (zie hoofdstuk 3). Het is hierdoor

onmogelijk om een herhaling van dit onderzoek uit te voeren.

Wat betreft de validiteit geldt hetzelfde voor de informanteninformatie. Het gaat

hierbij om zes van de achttien informanten (33,3%) die een respons hebben

gegeven. De informatie zal wel betrouwbaarder zijn dan deze van de

respondenten aangezien het sociaalwenselijk aspect van minder groot belang is.

Ze hoeven tenslotte geen informatie over henzelf prijs te geven.

Er is gekozen voor semigestructureerd interviewen bij de respondenten. Hierbij

kwamen tijdens het interviewen een aantal thema’s, ofwel onderwerpen, aan bod

die belangrijk waren voor het onderzoek. Echter bleek dit moeilijk te realiseren

bij cliënten. De meeste geïnterviewde cliënten gaven korte antwoorden en

hadden specifieke vragen nodig die ze beantwoordden. Er waren weinig cliënten

bij die uit zichzelf veel vertelden, waarop vervolgens kon worden ingegaan. Dit

probleem is niet ondervonden bij het interviewen van de medewerkers.

Zodoende wijken de interviews van de cliënten af, aangezien deze uiteindelijk

meer aansluiting vonden bij een gestructureerd interview. Indien er niet voor

deze omslag was gekozen (tijdens het interviewen), werd er niet de

noodzakelijke informatie verkregen die van belang was voor het onderzoek.

Page 52: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

52

Ondanks dat het onderzoek niet 100% valide, dan wel betrouwbaar is, is de

doelstelling wel bereikt. Het was namelijk de bedoeling om inzicht te krijgen in

de positieve en negatieve effecten van social media op mensen met een licht

verstandelijke beperking. Er is gekozen voor het geven van een voorlichting om

de cliënten zodoende bewust te maken van de negatieve effecten en hen hierbij

handvaten/richtlijnen aan te reiken om deze (zo goed als mogelijk) te beperken.

Dit is, naar onze mening, gelukt. Evenals het bedenken van een product en het

maken van een productopzet die de voorlichting en de aangeboden handvaten

kracht bij zet. Daarnaast kunnen de medewerkers van Dealzicht hierop verder

bouwen.

Tot slot is er expliciet voor gekozen om de afbeelding op de titelpagina terug te

laten komen in het ontwerp van de muismat. Zodoende ontstaat er een direct

verband tussen ons afstudeerwerkstuk en de muismat. Wel is er gekozen voor

een verschillende vormgeving.

Page 53: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

53

7. Het project

Inleiding

Zoals in de inleiding aangegeven is dit afstudeerwerkstuk opgebouwd uit twee

onderdelen, namelijk het onderzoek, met het in kaart brengen van de positieve en

negatieve effecten van social media toegespitst op mensen met een licht verstandelijke

beperking, en een project.

Het project bestaat uit het maken van een opzet voor het geven van een voorlichting aan

cliënten van Daelzicht en het aanreiken van een productopzet, ofwel –voorstel dat dient

ter bewustwording van de risico’s die kleven aan het gebruik van social media.

7.1 Voorlichting cliënten

Vanwege de privacyaspecten, zoals aangegeven in het hoofdstuk

domeinverkenning, is er voor gekozen om een algemene voorlichtingopzet te

maken waarbij alle belangrijke positieve en negatieve effecten van social media

in naar voren komen. Echter ligt vooral de nadruk op de positieve effecten van

social media, zodat het gebruik niet ontmoedigd wordt. Dit neemt niet weg dat er

tijdens de voorlichting eveneens gesproken zal worden over de minder goede

kanten van social media en de risico’s die er aan kleven. Om deze risico’s zoveel

als mogelijk te voorkomen zijn er richtlijnen opgesteld, die samen met het

groepje cliënten zullen worden doorgenomen. Zoals eerder in het werkstuk

aangegeven, werd de voorlichting gegeven aan kleine groepjes cliënten

(variërend van drie tot vijf personen). De aanpak voor het opzetten en het geven

van een voorlichting voor licht verstandelijk beperkten vergt de nodige aandacht.

Je moet natuurlijk rekening houden met de beperkingen van de doelgroep. Deze

beperkingen kwamen bij de domeinverkenning (hoofdstuk 1) aan bod en worden

bij de voorlichting meegenomen. Ditzelfde geldt voor de wijze van communicatie

met LVB’ers. Hiervoor wordt verwezen naar bijlage 4. Je moet immers op een

andere manier contact maken dan dat je met leeftijdsgenoten maakt. Het is

bijvoorbeeld handig om te laten zien waar je het over hebt. (Pijpers, 2010, p.

20)

‘Een tip is ook om dingen letterlijk voor te doen, dus laat bijvoorbeeld zien hoe je

een profiel op Hyves of Facebook moet afschermen (persoonlijke mededeling, 20

maart 2012 door Esther Smeets)’. Hier zal dan ook, aan de hand van een laptop,

tijdens de voorlichting gebruik van worden gemaakt. Daarnaast is het belangrijk

om korte en duidelijke boodschappen te geven en hierbij gebruik te maken van

eenvoudige taal. Zinnen dienen niet te lang worden gemaakt. Ook zullen cliënten

de tijd krijgen om ergens over na te denken.

Tenslotte zal er gebruik worden gemaakt van de volgende tips/aangereikte

kennis, namelijk:

Geef informatie in kleine stappen en ondersteun dit door gebruik te maken

van plaatjes. Herhaal de boodschap meerdere malen.

Bij het stellen van vragen, kun je gebruik maken van concrete vragen.

Probeer de ‘waarom’ vraag te vermijden.

Page 54: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

54

Geef tijdens de voorlichting complimentjes.

Geef aan het begin van de voorlichting duidelijk aan hoelang de

voorlichting gaat duren, dit is belangrijk voor de structuur en het dagritme

van de cliënten.

Geef concrete informatie.

Daarnaast dient er te worden opgepast met het maken van grapjes. Het

kan zijn dat de grapjes letterlijk worden opgevat.

(Kervel, 2006)

Om een voorlichting te organiseren die aantrekkelijk is voor de cliënten, is het

belangrijk dat de voorlichting aansluit op de behoeften en niveau van de cliënt.

Hier is tijdens de interviews specifiek naar gevraagd. De volgende vragen

kwamen naar voren:

Hoe dienen Hyves- en Facebookprofielen afgeschermd te worden?

Hoe bescherm je jezelf voor anderen mensen met verkeerde/andere

intenties? (vooral gericht op vrouwelijke cliënten)

Deze laatste vraag sluit aan op de algemene richtlijnen rondom veiliger social

mediagebruik. De richtlijnen zijn positief geformuleerd, waardoor het gebruik niet

ontmoedigd wordt. Voor een uitwerking (voor cliënten) wat betreft het

afschermen van profielen zie bijlage 5.

Algemene voorlichtingpunten - richtlijnen social media:

Als je iets niet zou doen in het echt leven, doe het dan ook niet in de

digitale wereld.

Neem na elk uur een pauze van minstens 10 minuten.

Geef zo min mogelijk persoonlijke gegevens. Dus geen (e-mail)adressen,

namen, telefoonnummers, wachtwoorden, beroepen, foto’s enz. Je weet

niet wat ermee gebeurt. Heb je een naam nodig voor een account, vraag

dan altijd aan je begeleider of het oké is om die informatie te geven.

Blijf aardig en eerlijk. Negeer beledigingen, discriminatie en seksuele

toespelingen en schakel zo mogelijk je begeleider in. Plaats zelf geen

lompe berichten of bedreigingen.

Laat je niks wijsmaken en ga niet in op mooie beloften. Op het internet is

niets wat het lijkt.

Spreek niet in je eentje af met iemand die je van de chat kent. Neem altijd

iemand mee, spreek af op een plek waar veel mensen zijn en laat aan je

begeleiders weten waar je bent.

Onbekende ‘vrienden’ verwijder je uit je contactenlijst.

Geef niet zomaar informatie weg in ruil voor games of clips. Je gegevens

worden opgeslagen, gebruikt en doorverkocht.

Privacybepalingen zijn er niet voor niets. Lees ze voor je iets invult. Kijk

wat er met je gegevens gebeurt en of ze aan anderen worden

Page 55: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

55

doorgespeeld. Wanneer je deze niet begrijpt, vraag dan een begeleider om

hier naar te kijken.

Geef geen informatie waarmee jij of anderen te herleiden zijn.

Kwets of beledig anderen niet, hoe grappig het ook lijkt. Miljoenen mensen

lezen mee, dus je acties kunnen verstrekkende gevolgen hebben.

Koop geen credits of andere dingen zonder overleg met je begeleider.

Noteer al je online uitgaven, zodat je niet meer uitgeeft dan je hebt.

(Pieroen, 2011)

7.2 Product

Om tot een geschikt product te komen voor de cliënten van Daelzicht werd er in

eerste instantie een grondige verdieping gemaakt in de doelgroep. Deze

doelgroepverdieping is terug te lezen in hoofdstuk 1. Er werd hierbij gekeken

naar de beperking op het gebied van LVB-problematiek. Vanuit deze beperkingen

is op zoek gegaan naar de mogelijkheden voor het aanbieden van een product

dat in het verlengde ligt van hun capaciteiten.

Bij LVB’ers vindt vaak conceptvorming en generalisatie moeizaam plaats (ten

Wolde et al., 2006, p. 13). Dit betekent voor het product dat er voor algemene

richtlijnen is gekozen, waar iedereen zich aan dient te houden. Zodoende wordt

er niet gewerkt met voorbeelden. Eveneens dienen de richtlijnen als bescherming

voor de verminderde sociale zelfredzaamheid. Het gaat immers om mensen die

kwetsbaar zijn in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. (ten Wolde et al., 2006,

pp. 16-17)

Daarnaast zijn deze richtlijnen opgesteld in ‘Jip en Janneke -taal’ zodat iedereen

het begrijpt gezien de taal- en begripszwakte . Ook is er bij deze doelgroep

sprake van een beperkte aandachtsspanning. Aangezien het gaat om een

tastbaar product kunnen zij de richtlijnen op ieder moment van de dag nog eens

terug lezen. Het is hierdoor niet aan een bepaalde tijd gebonden. Tot slot

focussen LVB’ers zich op het hier en nu. (ten Wolde et al., 2006, pp. 14-16)

Wanneer een cliënt gebruik maakt van social media, dient het product in het

gezichtsveld aanwezig te zijn.

Deze richtlijnen dienden positief, kort en helder geformuleerd te worden,

aangezien LVB’ers zich met name focussen op negatieve informatie terwijl het

gebruik van social media niet ontmoedigd dient te worden (ten Wolde et al.,

2006, pp. 17-18).

Het product dient er aantrekkelijk uit te zien. Mangeng (persoonlijke mededeling,

2012, 2 maart) zei tijdens een interview het volgende: ‘Een papiertje of folder

met richtlijnen is alles behalve een leuk uitziend product. Daarnaast moet het

een product zijn wat niet zomaar weggegooid wordt. Het moet dus praktisch van

aard zijn.’

Vandaar dat er op het idee gekomen is om een muismat te ontwerpen. De

cliënten kunnen het product gebruiken als muismat voor hun eigen computer.

Hierdoor hebben ze standaard de richtlijnen bij de hand. Er zijn een aantal

Page 56: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

56

informanten gevraagd wat zij van het idee vonden. Zij waren hier allen

enthousiast over.

Via een informant van de organisatie Child Focus, is er op de website

Clicksafe.be inspiratie opgedaan voor het opstellen van richtlijnen voor cliënten,

om hun zo veilig en verantwoord mogelijk gebruik te laten maken van

internet/social media. Er is op zoek gegaan naar een leuke, aantrekkelijke opzet

waarin de (aangepaste) richtlijnen verwerkt konden worden.

Het resultaat (namelijk de opzet van het product) kunt u de pagina hieronder

terugzien. Één kant-en-klare muismat zal aan de opdrachtgever worden

overhandigd. Het is aan de Daelzicht om al dan niet het product werkelijk uit te

brengen en te leveren aan cliënten binnen de organisatie. Hier dient tenslotte

een budget voor te worden vrijgemaakt. Wat betreft het product kunnen er

daarom geen conclusies worden geformuleerd. Dit geldt eveneens voor de

voorlichting die gegeven zal worden. Deze dient als een stukje ‘nazorg’.

Page 57: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...
Page 58: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

58

7.2.1 Verband tekst op muismat en het onderzoek Ik scherm op internet al mijn profielen af zodat onbekenden mijn

gegevens niet kunnen zien.

Uit interviews is gebleken dat er cliënten zijn die hun social mediaprofielen niet

afschermen. Hierdoor komt het voor dat onbekenden hun profiel kunnen zien,

waarin vaak de volledig naam, het adres en het telefoonnummer is vermeld van

de cliënt. Daarnaast kan een onbekende ongewenst een bericht posten.

Als ik wil afspreken of bellen met iemand die ik op de chat ontmoet heb,

praat ik hierover eerst met een begeleider.

Uit een interview met een vrouwelijke cliënt bleek dat zij contact had gezocht met een man op het internet. Het ging om een man die andere intenties had met

een ontmoeting, dan zij. Het is belangrijk dat er een groepsleiding wordt ingelicht alvorens er wordt afgesproken met een onbekende, om op deze wijze

ongewenste situaties te voorkomen. De begeleider kan hierbij eerst een inschatting maken van deze persoon.

Geloof niet zomaar alles wat iemand zegt/vertelt. Iedereen kan tenslotte

typen wat hij wilt en niemand kan dat controleren.

Ook cyberpesten komt bij deze doelgroep voor. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kleineren en spotten. Het is belangrijk dat cliënten weten dat zij niet alles

moeten geloven wat anderen zeggen/vertellen, aangezien dit ten koste gaat van de eigenwaarde.

Ik geef aan niemand informatie (zoals namen, adressen, wachtwoorden en

telefoonnummers) over mezelf of over mijn vrienden.

Deze richtlijn is van groot belang. Door deze informatie niet te delen, wordt voor-komen dat er misbruik wordt gemaakt van de cliënt, op welke manier dan ook.

Ik ken iedereen die in mijn contactenlijst staat. Dit geldt ook voor ‘offline-

vrienden’. Ik zie deze mensen buiten het gebruik van internet.

Om cyberpesten, ongewenste situaties en misbruik van cliënten te voorkomen, is

belangrijk dat zij alleen contact hebben met mensen die ze in het echt kennen

(buiten het internet om). Uit meerdere gesprekken met cliënten blijkt dat zij

alleen echte vrienden in hun contactenlijsten hebben staan, waardoor geen

negatieve effecten hiervan worden ondervonden.

Als er iets gebeurt op Facebook, Hyves, Msn, chatsites enzovoort dat ik

niet leuk vind, vertel ik dit aan een begeleider.

Het is van groot belang dat cliënten niet (blijven) rondlopen met een situatie die

niet goed aanvoelt. Om negatieve effecten te voorkomen (bijvoorbeeld van

cyberpesten) dient hierover gesproken te worden met iemand anders. Het eerste

aanspreekpunt voor de cliënten zijn de medewerkers van Daelzicht. Zij hebben

een vertrouwelijk band.

Ik zet nooit de webcam aan als onbekenden er om vragen. Ook stuur ik

GEEN foto’s of filmpjes van mijzelf door.

Tijdens een interview kwam aan bod dat een vriendin van een vrouwelijke cliënt

regelmatig gebruik maakte van de webcam.

Page 59: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

59

Hierbij werd zij gevraagd om bepaalde lichaamsdelen te laten zien. Om misbruik

te voorkomen is het beter om niets door te sturen naar onbekenden, of de

webcam te gebruiken. Er is gekozen om hier één duidelijke lijn in te trekken om

verwarring te voorkomen.

Page 60: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

60

Evaluatie/nawoord

Vanaf september 2011 zijn we begonnen aan het afstudeerjaar. Gedurende dit

studiejaar hebben we met plezier aan deze afstudeeropdracht gewerkt.

We zijn met open armen ontvangen door onze afstudeeropdrachtgever, de

medewerkers van Daelzicht en de cliënten. Hierdoor was het prettig om met hen

samen te werken.

We zijn dan ook bereidt om de voorlichting (aan de hand van de opzet) zelf te

geven aan de cliënten van Daelzicht. Dit valt buiten het project en dient als een

stukje ‘nazorg’. Daarnaast willen we de komende tijd graag contact onderhouden

met Wim Ringens om zo de effectiviteit van de gevonden resultaten na te gaan.

Tevens zijn we nieuwsgierig of het aanbevolen product, namelijk de muismat,

werkelijk zal worden ingevoerd binnen de organisatie. Wanneer er vragen zijn

binnen Daelzicht over ons afstudeerwerkstuk, kunnen zij ten aller tijde bij ons

terecht.

Tot slot hebben we de goede begeleiding rondom dit afstuderen te danken aan

onze afstudeercoach Babet Hoeberigs.

Het uitstroomprofiel SP is in dit afstudeerwerkstuk naar voren gekomen

door het directe contact met cliënten en door verbindingen te leggen tussen de

theorieën en deze doelgroep.

We kunnen stellen dat de visie van Daelzicht aansluit op onze eigen visie. Wij

vinden dat de (hulp-)vraag van de cliënt centraal dient te staan. Dit hebben wij

dan ook meegenomen bij het maken van een voorlichtingsopzet.

Ook het privacyaspect vinden wij een belangrijke rol spelen. Mensen met een

licht verstandelijke beperking horen niet beperkt te worden in hun doen en laten.

Wel dienen zij ondersteund te worden, zodat onnodige negatieve ervaringen

voorkomen kunnen worden.

Ook het opzetten van een voorlichting sluit aan bij het SP profiel aangezien hier

muzisch-agogische middelen (visuele beelden) bij zijn toegekend om het voor de

cliënt duidelijk te maken. Het product, namelijk de muismat, sluit eveneens aan

op het inzetten van muzisch-agogische middelen. Daarnaast zijn de interviews

gehouden op cliëntniveau, waarbij er een zo veilig mogelijke leefomgeving is

gecreëerd.

Voor een evaluatie van wat betreft het groepsproces en onze individuele

verantwoording (met hierin wat deze opdracht ons als professional heeft

opgeleverd) is terug te lezen in de individuele procesverslagen en het

groepsprocesverslag. In bijlage 7 is schematisch de tijdslijn weergegeven. In

bijlage 8 tot en met 10 kunt u van iedere student afzonderlijk de

urenverantwoording terugvinden.

Page 61: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

61

Referentenlijst Boeken Baarda, D.B., Goede, M.P.M. de & Teunissen, J. (2009). Basisboek kwalitatief onderzoek. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek

(2e druk). Groningen/Houten: Noordhoff uitgevers. Dulk, L. den & Frederiks, B. (2009). Rechten van cliënten met een verstandelijke

handicap. Barneveld: uitgeverij Nelissen.

Kenrick, D.T., Neuberg, S.L. & Cialdini, R.B. (2010). Social psychology (5de druk).

Boston: Pearson Education.

Kervel (2006). Basiscursus LVG voorjaar. Gastenhof: Sittard.

Nijgh, L. & Bogerd, A. (2010). Basisboek ondersteuning aan mensen met een

verstandelijke beperking. Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

Osch, D. de & Zijl, R. van (2011). Basisboek social media. Den Haag: Boom

Lemma uitgevers.

Verhagen, P. (2010). Kwaliteit met beleid. Basisboek voor sociale studies.

Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Wolde, A.C. ten, Grand, B. le, Slagter J., & Storms, M. (2006). Vaardig en veilig.

Behandeling van sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapte mensen

met risicovol gedrag. Drenthe: Behandelcentrum Hoeve Boschoord.

Internet

Amerpoort (n.d.). Ethische vragen bij veilig internet voor mensen met een

verstandelijke beperking. Geraadpleegd op 29 februari 2012 op het Word Wide

Web: http://www.amerpoort.nl/binaries/content/assets/administration/internet-

en-ethiek/bijeenkomst-link4all.pdf

Clicksafe (n.d.). Tips & hints. Geraadpleegd op 11 maart 2012 op het World Wide

Web: http://www.clicksafe.be/jongeren/?q=tipshints

Daelzicht (n.d.). Mens- en zorgvisie. Geraadpleegd op 11 november 2011 op het

World Wide Web:

http://www.daelzicht.nl/algemeen/zorgvisie/mens-en-zorgvisie.html

Kerkhofs (n.d.). Social media. Geraadpleegd op 14 februari op het World Wide

Web: http://www.social-media.nl/index.php

Mans, R. (2010, 23 maart). Cijfers over social media gebruik in Nederland.

Geraadpleegd op 15 maart 2012 op het World Wide Web:

Page 62: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

62

http://www.marketingfacts.nl/berichten/20100322_cijfers_over_social_media_ge

bruik_in_nederland

Mediawijsheidwinkel (n.d.). Social media professional. Geraadpleegd op 25 april

2012 op het World Wide Web:

http://www.mediawijsheidwinkel.nl/index.php?option=com_virtuemart&Itemid=

250

Mijn Kind online (2010). Speciaal onderwijs op internet. Geraadpleegd op 3

maart op het World Wide Web:

http://www.mijnkindonline.nl/uploads/MKO_Special_specialonderwijs_def.pdf

Noxqs (n.d.). 10 tips voor begeleiders in de verstandelijk gehandicaptenzorg.

Geraadpleegd op 5 maart 2012 op het World Wide Web:

http://www.noxqs.nl/wp-

content/uploads/2011/10/internet10tipsvoorbegeleiders.pdf

Pieroen, A. (2011). Social media!? Geraadpleegd op 25 april 2012 op het World Wide Web: http://overupc.upc.nl/pdf/over-upc-maatschappelijk-sociale-media.pdf

Page 63: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

63

Bijlagen

Bijlage 1: Social mediavormen Blz. 64

Bijlage 2: Uitwerking interview vrouwelijke cliënt Blz. 68

Bijlage 3: Uitwerking artikelen Markant en Mijn kind online Blz. 70

Bijlage 4: LVB & communicatie Blz. 77

Bijlage 5: Afschermen Hyves- en Facebookprofielen Blz. 80

Bijlage 6: Uitwerking aanbevelingen Blz. 88

Referentielijst bijlagen Blz. 90

Page 64: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

64

Bijlage 1 – social mediavormen

Social media zijn nog relatief jong: Hyves ging in 2004 online en Facebook is pas

sinds 2008 in het Nederlands beschikbaar. Op dit moment is bijna iedereen al

actief op een of meer social media. In de zakelijke wereld zijn Twitter en

LinkedIn inmiddels het meest gebruikt. Ook thuis zijn social media niet meer weg

te denken. De topgebruikers zijn de kinderen. Van de kinderen tussen 9 en 16

jaar heeft 78% een account op een sociaal netwerk (zie www.eukidsonline.net).

Nederland loopt daarmee in Europa voorop. Sociale netwerken zijn veel meer

dan sites. Ze hebben de manier waarop we met elkaar omgaan veranderd. We

waren een paar jaar geleden nog verbaasd dat de scholierendemonstraties op

het Malieveld zo snel succesvol waren door oproepen op Hyves. Inmiddels volgen

we het wereldnieuws via Facebook, óók uit landen waar de berichtgeving stevig

wordt gecensureerd. Hierbij komt de LVB’er ook aan te pas. LVB’ers willen zoveel

mogelijk mee doen aan de dingen die de ‘normale’ mens ook doet in de

maatschappij. Het voordeel hiervan is dat cliënten zich sociaal ontwikkelen

nieuwe mensen leren kennen. Natuurlijk zijn er ook risico’s. We zien het als onze

verantwoordelijkheid om daar iets mee te doen. Niet door te waarschuwen tegen

online netwerken, maar wel om pedagogisch hulpverleners te voorzien van

heldere informatie over de valkuilen en natuurlijk ook de kansen Als pedagogisch

hulpverlener is het belangrijk dat je over de mogelijkheden en eventuele risico’s

van online contact spreekt. Is iemand wel echt wie hij zegt dat hij is? Wat doe je

als iemand wordt buitengesloten in een online groep? Hoe makkelijk is het om

informatie over jezelf te veranderen, als het eenmaal tussen de zoekresultaten

op Google staat? Het vertrouwen tussen cliënten en de pedagogische

hulpverlener staat daarbij centraal. Cliënten zijn vaak handig op het internet,

volwassenen zijn gepokt en gemazeld in de ‘echte’ wereld en daarom is het soms

best moeilijk te beoordelen voor de pedagogische hulpverlener. (Pieroen, n.d.)

Soms lijkt het wel of iederéén op Msn, Hyves of Twitter zit. Dit geldt voor

jongeren, maar natuurlijk ook voor onze doelgroep: LVB’ers! En dat is ook

precies de bedoeling van deze ‘social media’, zoals de platforms heten waarmee

je online contacten onderhoudt. Gebruikers wisselen tekstberichten uit, maar ook

foto’s, muziek en filmpjes. Cliënten zijn gek op deze digitale ontmoetingsplekken.

Waar anders kun je met (oude) vrienden van school, voetbal én je vorige

buurmeisje tegelijk contact houden, clips bekijken en muziek luisteren? Op

Hyves, Facebook of Msn hoor je erbij. (Pieroen, n.d.)

Hyves

Hyves werd in 2004 opgericht door drie Nederlandse vrienden. Hyves (van

beehive, oftewel ‘bijenkorf’) is een profielensite, net als Facebook, maar dan

speciaal gericht op de Nederlandse markt. Inmiddels is Hyves uitgegroeid tot een

enorm vriendennetwerk waarop ook kinderen, jongeren en LVB’ers een digitaal

profiel van zichzelf bijhouden. In januari 2011 telde Hyves 10,9 miljoen

Page 65: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

65

accounts, ook van veel jonge gebruikers. Zo’n profielpagina bevat persoonlijke

informatie en is bedoeld om nieuwe contacten te leggen en bestaande contacten

te onderhouden. Op Hyves kunnen berichtjes (‘krabbels’) worden uitgewisseld, je

kunt er spelletjes spelen en op de profielpagina kun je foto’s, video’s en

persoonlijke gegevens plaatsen, zoals vakantiebelevenissen of het verloop van

de afgelopen (school)dag. Via de profielpagina kunnen bezoekers privé-berichtjes

versturen, of ‘krabbelen’ op de pagina zelf. Het maken van een Hyves-pagina is

niet moeilijk. Je vult een paar vragenlijsten in, voegt wat foto’s toe en klaar ben

je. Profielen zijn voor iedereen zichtbaar, tenzij je in de instellingen het profiel op

privé zet. LVB’ers doen dat overigens steeds minder naarmate ze ouder worden.

De meeste LVB’ers die zulke profielsites bijhouden willen juist graag gezien

worden. Op dit moment is Hyves nog steeds de grootste en de belangrijkste. De

Amerikaanse netwerksite Facebook is in omvang een concurrent voor Hyves, met

naar schatting zo’n 4 miljoen Nederlandse gebruikers. Inmiddels hebben steeds

meer LVB’ers een profiel op Facebook.

Facebook is, anders dan het Nederlandse Hyves, een wereldwijde netwerksite

met 800 miljoen voornamelijk volwassen gebruikers. De site is handig, voor wie

contact wil houden met vakantievrienden of collega’s in een ander land. Voor

LVB’ers is het de vraag of het internationale karakter meerwaarde heeft; de

meeste houden vooral contact met anderen in hun omgeving: van school,

sportclub of uit de buurt. (Pieroen, n.d.)

Facebook

Ook bij Facebook moet je je registreren en een profiel aanmaken. Met een profiel

kun je berichtjes ontvangen en versturen, en foto’s delen met vrienden. Als je

niet wilt dat je profiel voor iedereen zichtbaar is, moet je dat met de hand

aanpassen. Facebook is door de wereldwijde populariteit ook een

marketinginstrument van jewelste. Met een profiel verleen je automatisch

toestemming voor gebruik van persoonlijke informatie en foto’s in

productcampagnes op de site. Als je dat niet wilt, moet je die mogelijkheid zelf in

de instellingen uitschakelen. Dit kan nog wel eens moeilijk zijn voor LVB’ers.

Daarom is het soms handig als ze hierin wat meer duidelijkheid verschaft krijgen

door iemand die hier meer over weet. (Pieroen, n.d.)

Twitter

Twitter (letterlijk: ‘kwetteren’, vandaar ook het logo met het vogeltje) is een

soort wereldwijd forum, waarbij de deelnemers in korte berichtjes van maximaal

140 tekens vertellen wat hen bezighoudt. Iedereen roept maar wat, en wie

toevallig in de buurt is, vangt het op. Nadat je een Twitter-account hebt

aangemaakt, kun je tweets (berichten) plaatsen, ook via je mobieltje, maar je

kunt ook bepaalde mensen ‘volgen’, zodat je snel hún gekwetter uit de

berichtenzee kunt vissen. Zelf kun je ook ‘volgers’ krijgen. Je kunt mensen

aanspreken door een apenstaart voor hun Twitter-naam te zetten (bijvoorbeeld:

Page 66: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

66

@Tamara), en je kunt zoeken op trefwoorden en onderwerpen. Gebruikers

kunnen zelf aangeven wat het onderwerp van een tweet is, door het plaatsen

van een hashtag (hekje) bij een woord of een afkorting. Bijvoorbeeld ‘#dwdd’ als

je iets over ‘De Wereld Draait Door’ vertelt. Onder LVB’ers is Twitter met een

snelle opmars bezig. Leuk, want zo blijven je vrienden op de hoogte van wat je

meemaakt. Maar ook lastig, want zolang je het account niet op slot zet, leest de

hele wereld mee. Sommige tieners verzinnen ‘grapjes’ en Twitteren bijvoorbeeld

dat ze een aanslag gaan plegen. Zelf overzien jongeren de gevolgen niet van

zo’n lollig bedoelde tweet, maar ze zijn wel degelijk strafbaar. (Pieroen, n.d.)

Msn

Met Msn (Windows Live Messenger) kun je onderling berichten uitwisselen, in

tekst of via de webcam. Je logt in met je Msn-email en vervolgens kun je praten

met andere Msn-ers uit je contactenlijst. Anders dan een profielsite als Hyves,

wordt Msn vooral gebruikt om met al bestaande vrienden te communiceren.

Profielsites worden gebruikt om jezelf te laten zien, óók aan mensen die je (nog)

niet kent. (Pieroen, n.d.)

Youtube

Bij LVB’ers is filmpjes kijken een van de favoriete bezigheden op internet. De

meeste surfen daarvoor naar YouTube, een immens online beeldarchief met de

meest uiteenlopende filmpjes. Oude tekenfilms, melige zelfgeknutselde filmpjes,

exclusieve clips van wereldsterren, het is er allemaal. De site bestaat voor een

groot deel uit zogenaamde user-generated content: filmpjes die worden gemaakt

en gepubliceerd door de gebruikers van YouTube. Mogelijkheden tot filtering zijn

er wel, ook al kan iedereen een filmpje op YouTube zetten. Op de website kan

een Veiligheidsmodus worden ingeschakeld, waarmee een familiefilter actief

wordt. Dat is helaas geen waterdicht systeem. Pas als filmpjes door gebruikers

worden gemarkeerd als ‘ongepast’, worden ze beoordeeld door YouTube.

Als de beelden niet voldoen aan de gebruikersvoorwaarden, worden ze

vervolgens

door het bedrijf verwijderd. Maar dan hebben ze in sommige gevallen wel al een

tijdje online gestaan. (Pieroen, n.d.)

Sociale netwerken

Ook LVB’ers maken steeds meer gebruik van sociale netwerken. Ze wisselen

berichten of nieuwtjes uit op een chatsite, door deel te nemen aan een

nieuwsgroep of online discussieforum, het lezen van weblogs of het direct

uitwisselen van tekstberichtjes. Email valt niet onder de social media. (Pieroen,

n.d.)

Page 67: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

67

LVB’ers maken gebruik van social media om te communiceren met vrienden,

vaak bekenden van hun (oude) school of de sportclub. Voor sommigen is het een

sport om zo veel mogelijk contacten te onderhouden. De contactlijst bestaat

vaak uit directe vrienden en vrienden van vrienden, maar ook uit allerlei

onbekende personen. Dan ontstaat ook het onderscheid tussen ‘bekende

vrienden’ en ‘onbekende vrienden’.

LVB’ers maken veel gebruik van Msn of andere chats om te kletsen. Daarnaast

presenteren zij zich graag op profielsites. Deze media gebruiken zij voor hun

persoonlijkheidsontwikkeling. Reacties op het profiel worden gebruikt als

bevestiging van wie ze zijn of willen zijn. Mannen communiceren vaker met

anderen via game-communities. Het inleven in rollen biedt ook hen een kans om

hun persoonlijkheid te leren kennen en ontwikkelen. Game-communities zijn

experimenteerruimtes om te leren omgaan met gevoelens (vreugde bij een

gezamenlijke overwinning, teleurstelling bij verlies). In games is het veel heftiger

en gaat alles veel sneller dan in het echte leven. (Pieroen, n.d.)

Page 68: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

68

Bijlage 2 – Uitwerking interview vrouwelijke cliënt

Interview – vrouwelijke cliënt; matig gebruikmakend van social media

Interviewer: “Je gaf net al aan dat je gebruik maakt van Facebook en Hyves?”

Geïnterviewde: “Ja, dat klopt.”

Interviewer: “Zijn deze profielen afgeschermd of kan iedereen je vinden?”

Geïnterviewde: “Nee, het is afgeschermd.”

Interviewer: “Hoe vaak maak je gebruik van social media?”

Geïnterviewde: “Ik ga iedere avond wel even op Hyves en op Facebook. Ik heb

een vriend waar ik vrijwel iedere avond mee chat.”

Interviewer: “Is dit ongeveer tussen de 1 en 3 uur per dag?”

Geïnterviewde: “Het verschilt per dag, soms niet echt lang, maar er zijn avonden

bij waarbij ik wel ietsjes langer erop ben.”

Interviewer: “Wat vind jij precies leuk aan Hyves en Facebook?”

Geïnterviewde: “Vrienden en vriendinnen ontmoeten.”

Interviewer: “Zijn dit bekenden of niet? Want als ik denk aan ‘ontmoeten’, denk

ik aan mensen die je nog niet kent, maar die je door MSN, Facebook, Hyves

enzovoort leert kennen.”

Geïnterviewde: “Ik heb inderdaad iemand leren kennen en die komt uit

Leeuwarden. Die man is getrouwd. Het zijn gewone vrienden. Met Koninginnedag

komen zij (zowel man als vrouw) hierheen om mij in het echt te ontmoeten. Dan

kan ik een praatje met hen maken, zodat ik hen eerst leer kennen.”

Interviewer: “Heb je wel aan de leiding hier aangegeven dat er mensen vanuit

Leeuwarden komen om jou te ontmoeten?”

Geïnterviewde: “Ja, ik zeg dit ook eerlijk. Ik kom uit voor mijn mening.”

Interviewer: “Vonden de medewerkers dit geen probleem?”

Geïnterviewde: “Nee, deze mensen komen helemaal uit Leeuwarden om mij te

ontmoeten. Ik ga binnenkort zelf ook die kant op, zodra zij eerst hierheen zijn

geweest.”

Interviewer: “Wel spannend lijkt me zo, om helemaal die kant op te reizen.”

Geïnterviewde: “Ja, maar ik kan reizen. Ik stap gewoon in de trein en kom wel

op de plek waar ik moet zijn.”

Interviewer: “Heb je ook wel eens mensen gehad die jou wilde toevoegen, maar

die je niet accepteerde?”

Geïnterviewde: “Ja, er zijn inderdaad mensen die ik niet accepteer. Deze

uitnodigingen klik ik weg.”

Interviewer: “Wanneer is dit?”

Geïnterviewde: “Dit komt niet vaak voor. Af en toe. Dan heb je van die

buitenlanders, waarbij ik zoiets heb van weg ermee!”

Interviewer: “Heb je wel eens iets vervelends meegemaakt via het internet?”

Geïnterviewde: “Ik heb één keer eens iets vervelends meegemaakt, maar daar is

diegene ook heel snel achterkomen. Ik had iemand op Hyves, die was iedere

avond met mij aan het chatten. We hadden toen afgesproken om elkaar in het

Page 69: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

69

echt te ontmoeten. Ik stond op die persoon te wachten, terwijl hij onverwachts

achter me stond. Een buitenlander was het ook nog. Ik heb toen aangegeven

naar de frituur te gaan, aangezien diegene andere dingen met me wou, dan wat

ik wou. In plaats van naar de frituur te gaan, ben ik er snel tussenuit gegaan en

naar huis vertrokken.”

Interviewer: “Heb je dit voorval ook hier bij leiding aangegeven?”

Geïnterviewde: “Ja, ik heb dit meteen aangekaart.”

Interviewer: “Sommige mensen hebben inderdaad andere bedoelingen dan die

van jezelf, terwijl jij leuk iemand wilt ontmoeten.”

Geïnterviewde: “Ja.”

Interviewer: “We willen straks voorlichting gaan geven over social media. Heb jij

misschien iets waar je extra informatie over wilt hebben?”

Geïnterviewde: “Hmm… Nu moet ik toch echt goed nadenken.”

Interviewer: “Wat wij al eerder hebben vernomen zijn de problemen met de

zogenaamde ‘loverboys’. Zou het handig zijn om hier iets meer over te vertellen

in de voorlichting?”

Geïnterviewde: “Ja, dit was inderdaad zo’n loverboy. Het ging om een jonge,

vieze kerel.”

Interviewer: “Wanneer je Hyves of Facebook gebruikt, zet je dan ook wel eens

de webcam aan?”

Geïnterviewde: “Nee, dat komt bij mij niet aan. Hierbij kan je jezelf zien zitten.

Dit heb ik wel eens gezien bij een vriendin van me. Die deed hier van alles op.”

Interviewer: “zoals?”

Geïnterviewde: “Ja, van alles.”

Interviewer: “Wat andere van haar vroegen?”

Geïnterviewde: “Ja, naakte kerels enzo. Maar nee, daar moet ik niks van hebben

en wil ik niks van weten. Ik wil alleen Facebook en Hyves. Meer wil ik ook niet.”

Interviewer: “Heb je een eigen computer of laptop op kamer?”

Geïnterviewde: “Ja, ik heb een laptop.”

Interviewer: “Maakt je ook wel eens gebruik van Youtube?”

Geïnterviewde: “Nee.”

Interviewer: “Heb jij nog vragen voor ons of andere zaken die je wilt vertellen? ”

Geïnterviewde: “Ik zou het zo even niet weten.”

Page 70: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

70

Bijlage 3 – Uitwerking artikelen Markant en Mijn kind online

Uitwerking artikelen Markant

Uit één van de interviews met een medewerker van Daelzicht is het interne

vakblak, genaamd ‘Markant’, naar voren gekomen. In dit vakblad komen

verschillende artikelen aan bod, waarin ingegaan wordt op het gebruik van social

media in de LVB sector en de positieve en negatieve effecten van social media.

Aangezien deze effecten ook in de deelvragen terugkomen van dit onderzoek, is

de informatie van wezenlijk belang. De inhoud van deze informatie zal tevens

worden meegenomen in de conclusies die er getrokken worden. Men kan

hierdoor nagaan of de interviews die gehouden zijn, ook overeen komen met de

artikelen in dit vakblad.

Om een duidelijk overzicht te maken van de verschillende artikelen, wordt er

bovenaan het stuk tekst de naam en de ateur van het gebruikte artikel

neergezet.

‘Luisteren naar elkaar’ door: Johan de Koning

Geert Klein Breteler (Geciteerd in: De Koning, 2011, p.11) vindt dat 2.0 betekent

luisteren naar elkaar, ontvankelijk zijn voor elkanders boodschap. Men moet

laten zien dat men elkaar serieus neemt. Probeer de cliënt onderdeel te maken

van het team en ga met de cliënt om zoals men ook met hun collega’s omgaat.

Wij, als professionals, gaan er vaak vanuit dat we het beter weten dan cliënten,

maar in de praktijk ziet men een ander beeld. Cliënten weten steeds meer over

het gebruik van internet. De rollen worden vaker omgedraait, dat de cliënt hun

begeleiders opvoeden wat betreft internet. Dit heeft als gevolg dat de

begeleiders onzeker worden en ze ervoor kiezen om het internet van hun

cliënten af te nemen.

Wat doen mensen met verstandelijke beperkingen eigenlijk op internet?

In een recent onderzoek, getiteld Meten van mediawijsheid, is onder andere

gekeken naar jongeren met een licht verstandelijke beperking. Het onderzoek

werd door Sanne van der Hagen van Blik op Media uitgevoerd. Zij blijken op

internet vooral gebruik te maken van social media: Msn, Hyves en Facebook. Dat

doen ze om contact te onderhouden met mensen die ze niet zo vaak kunnen

zien. Net als ieder ander dus eigenlijk, zij het dat de mogelijkheden om anderen

in levenden lijve te ontmoeten voor hen vaak beperkter is. Daarnaast bezoekt

een deel van hen spelletjessites en luisteren ze graag naar muziek via YouTube.

Ze blijken goed op de hoogte te zijn van de veiligheidsriscio’s. Ze weten

bijvoorveeld dat men geen wachtwoorden aan anderen moet geven en dat men

niet moet schelden. Het slechte nieuws is echter dat ze deze mediawijsheid niet

altijd toepassen. Als de onderzoekers hen om hun wachtwoord vragen, geven ze

dat zonder pardon af. En de meest gekozen remedie die ze inzetten tegen

cyberpesten is helaas terugschelden. (De Koning, 2011, p. 12)

Page 71: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

71

Volgens Sanne zijn er geen redenen tot ongerustheid. Als er ergens iets

vervelends gebeurt, dan wijst iederen ernaar. Terwijl zij veel meer verhalen

hoort van mensen met een lichte verstandelijke beperking van wie de leefwereld

enorm is toegenomen dankzij het gebruik van social media. De zorg is echter

nog te beheersmatig. Er zou gezocht moeten worden naar een goede balans

tussen veiligheid en mogelijkheden. (De koning, 2011, p.12)

Bertho Smit van Vilans (Geciteerd in: De Koning, 2011, p.12) zegt dat men het

gebruik van internet niet kan beheersen. Men kan beter investeren in vertrouwen

en deskundigheid, dan verbieden. Het is van belang dat begeleiders hun cliënten

ondersteunen bij het gebruik van social media.

Wat moeten begeleiders zeker doen als het gaat over Social Media? Volgens

Davy Nijs (Geciteerd in: De Koning, 2011, p.12) is het volgende van belang:

het uitstralen van een positieve houding ten opzichte van social media. Mediawijs

zijn en het daadwerkelijk begeleiden van het internetgebruik. Toon je interesse.

Cliënten hebben behoefte aan jouw levenswijsheid, ervaring en gezond verstand.

‘Ranking’ door: Chantal Visser

Wil je als instelling 2.0 zijn, dan moet je aan drie criteria voldoen. Namelijk e-

inclusie, interactie en zorg op afstand.

E-inclusie: de instelling moet internet en social media toegankelijk maken voor

cliënten. Het doel hiervan moet zijn om de sociale contacten en zelfredzaamheid

te vergroten.

Interactie: maken de cliënten deel uit van de ondersteuning, kunnen ze

bijvoorbeeld hun zorgplan digitaal inzien. Wordt er door de instelling

gecommuniceerd met hun klanten en medewerkers via social media.

Zorg op afstand: er wordt ondersteuning geboden aan de cliënt, via internet en

digitale techniek, om zo de zelfredzaamheid te vergroten en de werkdruk te

verminderen. (Visser, 2011, p 18)

‘Zelfstandig met een iPhone’ door: Rieke Veurink

Er heeft een pilot plaatsgevonden binnen Pameijer, waar mensen met een licht

verstandelijke beperking ondersteund werden door een iPhone. Er werd een

applicatie geïnstalleerd waar vier functies opstaan: fotograferen, bellen, agenda

beheren en het blauwe scherm. Het blauwe scherm kunnen begeleiders online

invullen met cliëntspecifieke vragen aan de buitenwereld. Bijvoorbeeld voor aan

de buschauffeur: ‘Wilt u mij waarschuwen als we bij de halte Hs Zuyd zijn? Dank

u wel!’ Cliënten die het lastig vinden om tegen ‘vreemde’ mensen te praten of

moeilijk uit hun woorden komen kunnen dan gebruik maken van het blauwe

scherm. Het blauwe scherm biedt ook de mogelijkheid om te bellen met de

begeleider van de cliënt. Mocht er iets gebeuren, kan er altijd gebeld worden met

de begeleider. Niet alleen door de cliënt zelf, maar ook door bijvoorbeeld de

buschauffeur. (Veurink, 2011, pp. 22-24)

Page 72: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

72

Voor men aan de slag gaat met een iPhone moeten er randvoorwaarden worden

gecreeërd. Men kan hierbij denken aan: hoe moet de telefoon aan en uit, waar

zit het blauwe scherm, ben zuinig op je telefoon, zorg dat je telefoon is

opgeladen als je op pad gaat, bewaar de telefoon altijd op dezelfde plek enz.

(Veurink, 2011, pp. 22-24)

Het is niet alleen voor de cliënten een nieuwe ontwikkeling, maar ook voor de

omgeving van de cliënten. Het is dus ook belangrijk om de omgeving in te

lichten. Het is ook belangrijk om te weten dat de iPhone niet voor persoonlijk

gebruik is, maar een middel is om iets te bereiken in de zelfstandigheid of de

ontwikkeling van de cliënt. De pilot was een succes, volgens Basart (Geciteerd

in: Veurink, 2011, pp. 22-24).

‘Intensiever verbonden dankzij internet’ door: Ingeborg Möller

In de woongroep van Talant in Stiens ervaart Theo Valkenburg, door het gebruik

van internet, dat zijn leven wordt verrijkt en meer diepgang krijgt. Ook het

contact met zijn broer, die 150 km verderweg woont, is versterkt. Theo maakt

veel gebruik van Skype. Voorheen kon Theo niet lang bellen, aangezien hij was

aangewezen op de groepstelefoon die in de gang hing en waar iedereen hem kon

storen. Nu kan hij lekker rustig in zijn eigen kamer bellen en lijkt het net alsof ze

bij elkaar op bezoek zijn.

William, de broer van Theo, ervaart ook dat Theo eerst zelf opzoek gaat naar

antwoorden op zijn vragen, door gebruik te maken van internet. Hij is nu minder

op zijn begeleiders aangewezen. Theo is door het internet echt verandert. Hij is

vrolijker en heeft meer te vertellen. (Möller, 2011, p. 27)

Uitwerking artikelen Mijn kind online

In een brochure van mijn kind online, die op 1 oktober 2010 op internet

gepubliceerd is geworden, zijn ook een aantal kansen en bedreigingen naar

voren gekomen. De brochure is een product van mijn kind online in

samenwerking met mijn digitale wereld en het werkveld. Er is een overzicht

gemaakt van de verschillende stukken uit de brochure. Om een duidelijk

overzicht te maken van de verschillende hoofdstukken uit de brochure, wordt er

bovenaan de tekst de naam van het stuk neergezet.

‘Voorwoord’ door: Remco Pijpers

Met mediawijsheid wordt bedoelt dat iemand goed op de hoogte is van wat

leerlingen op internet doen. Er moeten goede vragen worden gesteld en

handelend worden opgetreden als er problemen zijn of bedreigingen. (Pijpers,

2010, p. 2)

Internet is net speciaal onderwijs (de feiten)

Er worden verschillende voorlichtingen gegeven over internet, maar mensen met

een licht verstandelijke beperking zijn een vergeten doelgroep op dit gebied.

Page 73: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

73

Terwijl deze doelgroep juist heel kwetsbaar is. Gelukkig kunnen begeleiders veel

doen om hun cliënten ‘mediawijs’ te maken. (De Haan en Pijpers, 2010, pp. 3-5)

Internet is voor iedereen toegankelijk, maar vaardigheden om ermee om te gaan

ontbreken vaak bij de doelgroep. Mensen met een licht verstandelijke beperking

zijn kwetsbaar, makkelijk te beïnvloeden, maar ook vatbaarder voor verslaving

en gevoeliger voor afwijzing en manipulatie. Het bieden van begeleiding is dan

ook van belang. (De Haan en Pijpers, 2010, pp. 3-5)

De voorlichtingen die worden gegeven, worden door mensen met een licht

verstandelijke beperking niet altijd begrepen. Dit geldt ook voor gedragregels of

mededelingen over privacy, die op internet kenbaar worden gemaakt. (De Haan

en Pijpers, 2010, pp. 3-5)

Het gaat op internet vaak om contact te leggen en contacten onderhouden. Op

het gebied van contact zie je veel verschillen tussen ‘normale’ mensen en

mensen met een licht verstandelijke beperking. Zo is het voor mensen met een

licht verstandelijke beperking lastig om contacten in te schatten. Zo missen zij

de gezichtsuitdrukkingen, die je in real life wel kunt zien. Matrine Delfos noemt

dit: ‘Onvermogen om betekenissen te interpreteren’. Martine Delfos: ‘Neem zo’n

reclameboodschap op internet dat je een loterij hebt gewonnen. De meeste

mensen klikken dat weg omdat ze weten dat het onzin is. Maar dat is heel

anders als je verstandelijk beperkt bent. Dan kijk je daar niet doorheen (De

Haan en Pijpers, 2010, pp. 3-5)’.

Een voordeel is dat contact via internet makkelijk gemaakt is. Er zijn

verschillende aspecten die het juist lastig maken voor mensen met een licht

verstandelijke beperking. Denk bijvoorbeld aan smileys (grappige gezichtjes) of

aan buddypokes (poppetjes) die bij het chatten worden gebruikt, wat moet je

daar van denken? Wat moet je doen als een onbekende je op Hyves wil

toevoegen als ‘vriend’? En wat moet je doen als deze ‘vriend’ je vraagt om een

sexy foto van jezelf wilt doorsturen? Niet alle mensen met een licht

verstandelijke beperking zijn in staat om deze contacten in te schatten. Het is

daarom van belang om begeleiding te bieden. (De Haan en Pijpers, 2010, pp. 3-

5)

Er moet geleerd worden wat men wel en niet op internet kan zeggen. Men kan

dit doen door te praten over privacy en omgangsvormen. (De Haan en Pijpers,

2010, pp. 3-5)

Er zijn ook voordelen aan het gebruik van internet. Zo kan er gexperimenteerd

worden met identiteit, men kan gemakkelijker vrienden maken of hun

verlegenheid overwinnen. Dit heeft voor mensen met een verstandelijke

beperking een prettige bijkomstigheid. Martine Delfos: ‘Je zelfbeeld is anders op

internet, je kunt jezelf opnieuw uitvinden. Juist voor deze mensen is dat heel erg

aantrekkelijk. Hun beperking is niet zichtbaar voor anderen, men kan eerst rustig

nadenken voor ze antwoord geeft. Dat is mooi en prettig, maar kan ook

gemakkelijk leiden tot wat ik ego-ontploffing noem. Een cliënt heeft het gevoel

dat hij de wereld aankan, dat hij almachtig is. Niemand zit hem op internet in de

Page 74: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

74

weg.’

‘De keerzijde van die anonimiteit en vrijheid is dat het contact ook heel direct is.

Een belediging of kwetsende opmerking kan veel harder landen dan in de

werkelijkheid. Ook dat moet iemand kunnen verwerken. Daar is begeleiding bij

nodig en juist begeleiders kunnen die geven (De Haan en Pijpers, 2010, pp. 3-

5).’

‘Doe bij twijfel alsof mama over je schouder meekijkt’

Maak duidelijke afspraken over internetgebruik. Bijvoorbeeld: scherm je profiel

af, voeg alleen vrienden toe die je echt kent en plaats geen foto’s van anderen

op je profiel zonder toestemming. Maar wanneer ken je iemand? Het is lastig om

een onderscheid te maken tussen kennissen, een vriend, een beste vriendin enz.

Het is vaak niet vanzelfsprekend dat hier verschillen tussen zitten. Ga hierover in

gesprek met de cliënt, hierdoor zal het besef langzaam gaan groeien. Verder kan

men zeggen: alleen dingen zeggen en doen die je in real life ook zou zeggen of

doen. (Van Bockels, 2010, p. 6)

Wat is wat? Sociale netwerksites, vrienden maken en jezelf laten zien.

Voor mensen met een verstandelijke beperking, kan het lastig zijn te bedenken

wie vrienden zijn en wie niet. Het is dan ook belangrijk om hierover te praten.

(De Haan en Pijpers, 2010, pp. 8-9)

Tip: bespreek met kinderen wie ze tot hun vriendenkring willen toelaten. Zoals

de cirkels laten zien, is het heel gemakkelijk om op internet veel vrienden te

maken. Beter is het om daar afspraken over te maken, bijvoorbeeld: alleen

vrienden die je in het echte leven kent, toelaten tot je profiel. (De Haan en

Pijpers, 2010, pp. 8-9)

Pas op, de hele wereld kijkt mee!

Mensen met een licht verstandelijke beperking denken vaak niet na over wat

privé is en wat niet. Ze zetten bijvoorbeeld dingen op internet, die ze ook in hun

dagboek schrijven. Laat ze nadenken over wat men wel en niet op internet

plaatst. (De Haan en Pijpers, 2010, pp. 10-12)

Vertel de cliënten dat ze nergens op internet hun e-mailadres, huisadres of

Page 75: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

75

telefoonnummer moet achterlaten. Er zijn namelijk mensen die hier misbruik van

maken. Laat de cliënten ook nadenken over het feit of ze een foto of filmpje op

internet willen zetten, willen ze dit alleen aan vrienden laten zien of is het voor

iedereen? (De Haan en Pijpers, 2010, pp. 10-12)

Men kan internet bespreekbaar maken door vragen te stellen aan hen, door naar

hen te luisteren, in plaats van zelf op ze in te praten. Laat ze vertellen. Vraag

bjivoorbeeld of ze wilen uitleggen hoe een programma op internet werkt, op deze

manier kun je onopvallende vragen stellen. Laat de cliënt nadenken over dingen

die kunnen gebeuren, dan weet hij/zij beter wat hij/zij moet doen. (De Haan en

Pijpers, 2010, pp. 10-12)

Hoe bewaak men hun imago op internet?

1) Zoek jezelf op via Google.

2) Kijk uit met wat je schrijft.

3) Zoek je naam op via Google afbeeldingen.

4) Reageer snel op berichtjes.

5) Zeur niet teveel.

6) Pimp je profiel

(De Haan en Pijpers, 2010, pp. 10-12)

Wat is wat? Communities, hobbyclubjes op internet.

Mensen met een verstandelijke beperking vinden het gemakkelijker om via de

computer eerlijk te zijn, dan in het ‘echte’ leven. Ze kunnen niet beoordeeld

worden op hun handicap. Ze hebben langer de tijd om na te denken over wat ze

precies zeggen. Als men vroeger weinig vrienden had, omdat men niet

geaccepteerd werd, kan men nu via internet wel vrienden maken die hen

accepteren zoals ze zijn. (De Haan en Pijpers, 2010, pp. 16-17)

Via internet wordt er wel meer gescholden en gepest, dit omdat men via internet

gemakkelijker dingen durft te zeggen. Het kan ook zijn dat als iemand niet snel

genoeg op een berichtje reageert, dat iemand zich afgewezen voelt. (De Haan en

Pijpers, 2010, pp. 16-17)

Op internet zijn er veel ongeschreven regels. Kijk op welke sites de cliënten zich

bevinden en geef ze uitleg over de ongeschreven regels van die site, zo kan men

ze vooraf waarschuwen voor risico’s (De Haan en Pijpers, 2010, pp. 16-17).

Het is belangrijk dat men cliënten uitlegt wat het verschil is tussen praten in real

life, dus bijvoorbeeld op de woongroep, of praten via internet. Via een computer

kan iets heel anders overkomen dan in het echt. Geef ook aan dat cliënten altijd

bij jou terecht kunnen als ze iets niet weten wat betreft internet of als er iets

vervelends is gebeurd. Neem hun sociale leven op internet serieus, het kan voor

hun net zoveel betekenen als vriendschap in het echt. (De Haan en Pijpers,

2010, pp. 16-17)

‘Internet is voor autisten helemaal super’

Internet opent vele deuren op sociaal vlak. Men kan via internet gemakkelijker

contacten onderhouden. Het is prettig dat je iemand niet hoeft aan te kijken en

Page 76: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

76

je op je woorden kunt concentreren. Je hoeft niet na te denken over je

lichaamshouding, over een uitnodiging kun je rustig nadenken. Het contact is

vaak dieper, omdat het gemakkelijker gaat dan in het echt. Op internet wordt je

ook wel eens lastig gevallen, het is dan gemakkelijker om iemand ‘aan te

pakken’ dan in het echt. (Broekhuis, 2010, p. 18)

Je vereenzaamt helemaal niet achter de computer, er is juist meer contact. Het

geeft je het gevoel te emanciperen (Broekhuis, 2010, p. 18).

‘Wel duidelijke afspraken maken, niet verbieden’

Op internet worden uitspraken vaak anders opgevat, dit komt vaak omdat je de

ander niet kunt zien. Ik ben van mening dat verbieden niets uithaalt. Je kunt

beter goede ondersteuning en begeleiding bieden. Als je internet gaat verbieden,

gaan ze wel een andere manier zoeken waar ze kunnen internetten. Dit zorgt

ervoor dat je er minder controle over kunt hebben, je hebt dan minder zicht op

waar je cliënten mee bezig zijn. Als je cliënten dwingt om dingen stiekem te gaan

doen, ontstaan er vaak de gekste en naarste situaties. Blijf aan de praat met je

cliënten over internet, vraag waar ze mee bezig zijn en leer hen hiermee

omgaan. Maak duidelijke afspraken, doe dit per cliënt. (Peeters, 2010, p.19)

‘Op de computer kun je zelf de prikkels doseren’

Voor mensen met autisme is het prettig dat ze zelf de controle hebben over de

communicatie via internet. Ze kunnen zelf bepalen wanneer ze een bericht lezen

en wanneer ze er antwoord op geven. In het gewone leven komen mensen met

autisme vaak onbeleefd over, omdat ze vaak geen antwoord geven op je vraag.

Internet is prettig visueel en overzichtelijk. Autisten kunnen via internet

gemakkelijker een netwerk opbouwen, in het echte leven leggen zij niet zo

gemakkelijk contact. Ze kunnen de prikkels die binnenkomen zelf reguleren. Een

nadeel is dat als autisten niet meteen een bericht terug krijgen via internet, ze

zich afgewezen voelen. Leg daarom ook als begeleider uit, dat niet iedereen de

hele dag achter de computer zit en dat het even kan duren voordat iemand

reageert. (Vermeulen, 2010, p. 23)

Mensen met autisme nemen alles letterlijk op, dus ook berichten via internet. Ze

kunnen hier heel naïef en kwetsbaar in zijn. Het is voor hen van belang dat er

een duidelijke handleiding is over hoe het werkt. Door zo’n handleiding op papier

te zetten, kan deze altijd nog eens nagelezen worden. In zo’n handleiding moet

je heel concreet zijn: doe dit wel en doe dit niet. (Vermeulen, 2010, p. 23)

Page 77: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

77

Bijlage 4 – LVB & Communicatie

Ieder mens heeft communicatie nodig, zijn leven lang. Om zich te uiten, zijn

behoeften en wensen kenbaar te maken, contacten aan te gaan met anderen en

deel te nemen aan de samenleving. Dit geldt voor jonge en oude mensen, voor

mannen en vrouwen, voor mensen met en zonder handicap, voor mensen in

Nederland en daarbuiten. Iedereen geeft zo zijn eigen manier van

communiceren. Dat maakt het tot een heel menselijke en boeiende bezigheid

waar veel plezier aan te beleven is. Helaas leidt het ook tot veel misverstanden

in het begrijpen en begrepen worden. (Boschman, 2005, p. 9)

Zoektocht naar het elkaar begrijpen

Het is prettig als communicatie ‘vanzelfsprekend’ is. Voor veel mensen met een

verstandelijke handicap en de mensen in hun omgeving is dat niet het begrijpen,

maar het vinden van goede communicatiemiddelen. Dat leer je door vallen en

opstaan. Dit proces is soms moeizaam, maar het levert ook mooie resultaten op,

bijvoorbeeld meer zeggenschap over het eigen leven. Het is daarom leuk en

zinvol extra aandacht te besteden aan de communicatie met mensen met een

verstandelijke handicap. (Boschman, 2005, pp. 66 – 68)

Afstemmen op de ander

Mensen met een verstandelijke handicap hebben meer mogelijkheden als hun

begeleiders de communicatie op hun afstemmen. Dit afstemmen is de kern van

je professie als begeleider. Een algemeen recept voor goede communicatie is niet

te geven. Het gaat erom dat de communicatie past bij de persoon. Voor iemand

met een ernstig verstandelijke handicap kan het maken van dagelijkse keuzes

over eten en drinken met behulp van lichaamstaal en beeldtaal een vorm van

optimale communicatie zijn. Iemand met een licht verstandelijke handicap kan

bijvoorbeeld via internet zijn wereld vergroten of zelf meewerken aan een

cliëntenkrant. In communicatie is dus net zo veel variatie te vinden als in

mensen zelf. Het gaat erom door een planmatige aanpak en een flinke dosis

creativiteit uit te vinden wat het beste werkt. Dit is essentieel voor de cliënt,

maar ook voor jezelf. Daarbij is het wenselijk dat mensen in de omgeving van de

cliënt onderling afstemmen hoe zij met de cliënt communiceren. Gebeurt dit niet,

dan zal de cliënt zich telkens weer moeten aanpassen aan zijn omgeving. Terwijl

het uitgangspunt juist is dat de mensen om hem heen zich aanpassen aan zijn

niveau en zijn mogelijkheden. Kortom, de zoektocht naar optimale communicatie

is geen proces van twee personen, maar van een heel netwerk. (Boschman,

2005, pp. 66 – 68)

Complimenten geven

Ieder mens krijgt graag waardering. Het geven van een compliment is een

manier om onze waardering over te brengen. Voor mensen met een

verstandelijke handicap heeft een compliment vaak extra waarde: het levert een

Page 78: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

78

bijdrage aan een positief en reëel zelfbeeld. Een compliment is een cadeautje dat

je iedere dag opnieuw mag geven. Niet alleen als iets groots uitzonderlijk goed is

gegaan, maar ook in de kleine dagelijks dingen: ‘Fijn dat je op tijd bent, wat ziet

je kamer er netjes uit, je hebt een heerlijke cake gebakken’. Een compliment

geeft vertrouwen, motiveert en bevordert de goede sfeer. Je ziet mensen ook

letterlijk groeien of anders gaan lopen als ze een compliment krijgen.

Complimenten geven is niet moeilijk. Let wel op de formulering van het

compliment. Als je overdrijft, komt het compliment vaak niet meer echt en

oprecht over, de ontvanger kan zelfs denken dar je het spottend bedoelt. Zeg

dus niet ‘Zo’n mooi schilderij heb ik nog nooit gezien’ maar bijvoorbeeld ‘ Wat

een mooie kleuren heb je gebruikt in je werk’. (Boschman, 2005, pp. 66 – 68)

Negatieve kritiek geven

Veel mensen hebben moeite met het geven van negatieve kritiek. Daarom wordt

het vaak opgespaard tot het echt niet meer kan of wordt de kritiek wel aan

derden gemeld maar niet aan de persoon over wie het gaat. Dat is jammer, want

door het geven van kritiek kun je het gedrag of de houding van de ander

beïnvloeden. Bij kritiek geven gaat het om respect: laat de ander in zijn waarde.

Daarom is het belangrijk opbouwende kritiek te geven. Hiervoor gelden enkele

spelregels. Geef kritiek op dingen die pas gebeurd zijn en waarin nog wat te

veranderen of te leren is. Het heeft geen zin om ‘oude koeien uit de sloot te

halen’. De kritiek moet te maken hebben met zaken die de cliënt kan

veranderen. Houd daarbij dus rekening met de beperkingen en mogelijkheden

van het individu. Zorg ervoor dat de kritiek gaat over het gedrag, dus niet over

persoonlijke eigenschappen. Als je op een goede manier kritiek geeft, helpt dat

patronen te doorbreken. Het maakt mensen bewust en stelt ze in staat te

veranderen. Wees wel voorzichtig, zeker als de cliënt onzeker is. (Boschman,

2005, pp. 66 – 68)

Als je negatieve kritiek wilt geven, doorloop je de volgende stappen:

Beschrijf het gedrag waar het om gaat zo concreet en feitelijk mogelijk. Geef

de gelegenheid om op de feiten te reageren, maar ga niet in discussie.

Formuleer de kritiek vanuit je eigen persoon. Begin bijvoorbeeld met ‘ ik vind

het vervelend…’

Ga na of de ander begrijpt wat je bedoelt en vraag ook wat hij ervan vindt.

Maak duidelijke afspraken over het gedrag in de toekomst.

Ondersteun bij het vervolg. Geef een compliment als het gedrag verandert en

spreek de cliënt aan als hij gemaakte afspraken (nog) niet nakomt.

(Boschman, 2005, pp. 66 – 68)

Een cliënt die vaak te laat komt, kun je bijvoorbeeld op de volgende manier

aanspreken: ‘Ik vind het vervelend dat je deze week twee keer om 10.00 uur op je werk bent gekomen.’ Dit biedt meer openingen dan de opening ’Jij bent altijd te laat…’ (Boschman, 2005, pp. 66 – 68)

Page 79: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

79

Slecht nieuws brengen

Er zijn situaties waarin je cliënten moet confronteren met slecht nieuws. Dit kan

variëren van het melden van een overlijden tot vertellen dat een uitstapje niet

doorgaat. Het gesprek waarin je slecht nieuws vertelt, is allereerst bedoeld om

het slechte nieuws te vertellen. Daarnaast moet het gesprek voldoende ruimte

bieden om de (eerste) emoties te uiten die het gevolg zijn kan het slechte

nieuws. Soms kun je in het gesprek ook al praten over de toekomst of over

oplossingen. Als je slecht nieuws hebt voor de cliënt, ga je eerst na of je de

juiste persoon bent om het te vertellen en of er bij het gesprek nog iemand

anders aanwezig moet zijn. Zorg ervoor dat je voldoende tijd neemt voor het

gesprek. Voor de opbouw van het gesprek kun je volgens Boschman (2005, pp.

66-68) de volgende structuur gebruiken:

Deel het slechte nieuws mee.

Laat de cliënt zijn emoties uiten.

Geef zonodig een extra toelichting op het slechte nieuws

Laat de cliënt opnieuw zijn emoties uiten.

Praat eventueel over de gevolgen en mogelijke oplossingen.

Blijf bij de cliënt zolang dat nodig is.

(Boschman, 2005, pp. 66 – 68)

Veel mensen vinden gesprekken over slecht nieuws moeilijk om te voeren. Dat

komt omdat ze mensen geen pijn, verdriet of teleurstelling willen bezorgen.

Daarom stellen ze het slechte nieuws vaak uit en gaan ze na het vertellen van

het nieuws meteen sussen, troosten en oplossingen zoeken. Daardoor krijgt de

ander geen gelegenheid zijn emoties te uiten. Vertel het nieuws daarom zo snel

mogelijk en gebruik de rest van de tijd om de cliënt stoom te laten afblazen. In

die fase is toepassen van actief luisteren altijd belangrijk. Iets wat voor jou

gewoon een mededeling is, kan voor de cliënt slecht nieuws zijn. Gebruik voor

iedere boodschap waarvan je verwacht dat die de cliënt een teleurstelling

bezorgt de structuur die hiervoor is beschreven. Dus ook als het werk op een

andere afdeling niet doorgaat of als een familielid niet op bezoek komt.

(Boschman, 2005, pp. 66 – 68)

Page 80: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

80

Bijlage 5 – Afschermen Hyves- en Facebookprofielen

Je hebt verschillende mensen die je kunt toevoegen op Hyves, Facebook en Msn.

Het is belangrijk dat je weet wie je toevoegt. Aan de hand van de

vriendschapscirkels kun je kijken in welke cirkel iemand thuishoort en of je

diegene wel of niet moet toevoegen. Je hebt vrienden die je kent van school en

van thuis. Je hebt vrienden die je al je hele leven kent en vrienden die je alleen

maar in de bus tegenkomt. Je hebt vrienden waar je alleen maar ‘hoi’ tegen zegt

en vrienden die alles van je weten. Dit is op internet ook zo.

De vriendschapscirkels geven de volgende groepen weer: jij, vrienden, vrienden

van vrienden en iedereen (De Haan en Pijpers, 2010, p. 8-9).

Hoe weet je of iemand echt is?

Op internet kun je niet altijd zien/weten wie er aan de andere kant zit. Mensen

kunnen doen alsof ze iemand anders zijn. Soms doet een meisje voor de grap

dat ze een jongen is. Maar soms is het vervelender. Je hoort daar wel eens enge

verhalen over. Bijvoorbeeld een oudere man probeert verkering te krijgen met

een jong meisje. Wat kun je doen als je niet zeker weer of iemand je echt voor

de gek houdt? Ga meer eens vragen stellen: wat voor muziek vindt je leuk?

Welke tv-serie kijk je? Als iemand zegt dat hij 23 is, maar niet weet wie Rihanna

is, dan klopt er iets niet. (De Haan en Pijpers, 2010, p. 14-15)

Hoe bewaak je je imago op internet?

Zoek jezelf op via Google.

Zo kun je zien wat andere vinden als ze jou naam op Google intikken. Je kunt zo

zien wat je online hebt staan. Dit kunnen positieve dingen zijn, maar ook

negatieve dingen. (De Haan en Pijpers, 2010, p. 10-12)

Kijk uit met wat je schrijft.

Wat je op internet schrijft, blijft vaak je hele leven lang te achterhalen. Als

iemand tegen jou begint te schelden, probeer dan niet terug te schelden. Negeer

deze scheldende persoon en ga wat anders doen. (De Haan en Pijpers, 2010, p.

10-12)

Page 81: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

81

Zoek je naam op via Google afbeeldingen.

Je kunt zo zien welke afbeeldingen van jou allemaal online staan. Kijk

bijvoorbeeld uit met het plaatsen van foto’s waar je dronken of blote foto’s

opzet, dit kan je imago aantasten. (De Haan en Pijpers, 2010, p. 10-12)

Reageer snel op berichtjes.

Het is altijd vriendelijk om snel op een berichtje te reageren. Denk hierbij aan

berichtjes via Hyves of Facebook, maar ook aan e-mailberichten. Als je dit niet

doet, kan het lijken dat je onaardig bent of ongeïnteresseerd bent. (De Haan en

Pijpers, 2010, p. 10-12)

Zeur niet te veel.

Je wordt en blijft populair als je positief blijft. Zet dus niet alleen maar negatieve

dingen op internet (De Haan en Pijpers, 2010, p. 10-12).

Pimp je profiel.

Je kunt je profiel pimpen door bijvoorbeeld leuke foto’s en plaatjes erop te zetten

(De Haan en Pijpers, 2010, p. 10-12).

Hoe scherm je je Hyves profiel af?

Het afschermen van een profiel kun je het makkelijkste zien aan de cliënten. Je

laat zo stap voor stap zien hoe je een profiel kunt afschermen. De stappen die

doorlopen worden, kunnen op een A4-tje worden geschreven. Zo kunnen de

cliënten na de voorlichting hun profiel gaan afschermen.

Voor Hyves gaat dit als volgt: log in op je Hyves pagina. Ga met je muis op je

profielnaam staan. Je kunt dan kiezen uit de volgende opties: mijn profiel,

instellingen, privacy, thema, help, uitloggen. Klik op privacy. (Hyves, n.d.)

Page 82: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

82

(Van Arkel, 2010)

Je begint met privacy algemeen. Hier staan de volgende onderdelen:

achternaam, geslacht, verjaardag, geboortejaar, E-mail, woonplaats. Je kunt

ieder onderdeel apart instellen voor privacy. Je kunt kiezen uit: alleen vrienden,

vrienden van vrienden, hyvers, iedereen. (Hyves, n.d.)

Page 83: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

83

(van Arkel,2010)

Bij privacy algemeen staat ook nog: Google maps, mobiele nummer, BlackBerry

pin, Msn. Deze kun je ook weer apart instellen. Je kunt hier uit de volgende

opties kiezen: niemand, alleen vrienden, vrienden van vrienden, hyvers. (Hyves,

n.d.)

Dan zijn er nog verschillende onderdelen op Hyves, die je apart kunt

afschermen. Zo kun je krabbels zichtbaar voor & gekrabbeld kunnen worden

door instellen op: niemand, alleen vrienden, vrienden van vrienden, Hyvers.

Tikken zichtbaar voor & getikt kunnen worden door, hier kun je kiezen uit:

niemand, alleen vrienden, vrienden van vrienden, Hyvers.

Tekstspots mogen op mijn foto’s geplaatst worden door, hier kun je weer kiezen

uit: niemand, alleen vrienden, vrienden van vrienden, Hyvers. (Hyves, n.d.)

Er is een optie om je profielpagina alleen zichtbaar te maken voor: niemand,

alleen vrienden, vrienden van vrienden, hyvers, iedereen (Hyves, n.d.).

Als je deze punten hebt aangepast, klik je vervolgens op OPSLAAN.

Links op het scherm, zijn nog verschillende onderdelen die je apart kunt in of

uitschakelen. Zo staat hier WieWatWaar als je hierop klikt komt de volgende

vraag op het beeldscherm staan: wie mag mijn oude WieWatWaar’s zien? Je kunt

Page 84: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

84

hier kiezen uit de volgende opties: niemand, alleen vrienden, vrienden van

vrienden, hyvers, iedereen. Je kunt hier ook nog een keuze maken uit: WWW

geschiedenis vanaf nu tonen of WWW’s tonen vanaf het moment dat je lid werd.

Je kunt dit kiezen d.m.v. het bolletje aan te klikken. (Hyves, n.d.)

Links op het scherm, kun je ook op Chat klikken. Je kunt dan de Chat

instellingen veranderen. Je kunt de status op de volgende manieren weergeven:

Online, bezig, ben zo terug, away, aan de telefoon, lunchen, toon offline.

Dan kun je status zichtbaar voor, op de volgende manieren invullen: alleen

vrienden, vrienden van vrienden, hyvers, niemand.

De volgende vraag is: wie mag met mij chatten? Je kunt hier kiezen uit: alleen

vrienden, vrienden van vrienden, hyvers, niemand.

De volgende 4 opties kun je aanvinken of niet. Het gaat om: toon wie online

komt, toon notificaties op de site, chatgeluid aan, toestaan externe chat cliënt.

(Hyves, n.d.)

Als je deze punten hebt aangepast, klik je vervolgens op OPSLAAN.

Hoe scherm je je Facebook profiel af?

Het afschermen van een profiel kun je het makkelijkste laten zien aan de

cliënten. Je laat zo stap voor stap zien hoe je een profiel kunt afschermen. Door

het visueel te maken, wordt het duidelijker. Ze weten dan waar ze op moeten

klikken, omdat ze zich de beelden die ze hebben gezien kunnen herinneren. De

stappen die doorlopen worden, kunnen op een A4-tje worden geschreven. Zo

kunnen de cliënten na de voorlichting hun profiel gaan afschermen.

Het afschermen van je Facebook profiel gaat als volgt. Rechts bovenaan het

scherm, ga je naar het pijltje, wat naast startpagina staat. Je klikt dan op

privacyinstellingen. (Facebook, n.d.)

(Keijzer, 2012).

Page 85: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

85

Hier kun je kiezen of je profiel zichtbaar is voor: openbaar, vrienden, aangepast.

Hier moet je vrienden aanklikken (Facebook, n.d.).

(Keijzer, 2012)

Vervolgens komen er 5 opties, die je apart moet instellen.

(Keijzer, 2012)

Page 86: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

86

Je klikt dan eerst op:

Contact maken instellingen bewerken. Er verschijnen dan de volgende vragen

op het scherm:

Wie kan je profiel op naam zoeken?

Wie kan je zoeken via het e-mailadres of telefoonnummer dat je hebt

opgegeven?

Wie kan je vriendschapsverzoeken sturen?

Wie kan je Facebook-berichten sturen?

Je kunt bij deze opties de volgende keuze maken: iedereen, vrienden van

vrienden, vrienden. Als je dit hebt aangepast, dan kun je op KLAAR klikken, dan

worden de instellingen aangepast. (Facebook, n.d.)

Profiel en taggen instellingen bewerken. Er verschijnen dan de volgende vragen

op het scherm: wie kan berichten op je prikbord plaatsen? Je kunt hier uit de

volgende opties kiezen: vrienden of niemand.

Wie kan zien wat anderen op je profiel plaatsen? Je kunt hier kiezen uit de

volgende opties: openbaar, vrienden van vrienden, vrienden, aangepast of alleen

ik.

Bekijk de berichten waarin je door vrienden bent getagd voordat ze op je profiel

worden weergegeven. Je kunt hier kiezen uit de volgende opties: uitgeschakeld

of ingeschakeld.

Who can see posts you’ve been tagged in on you profile? Je kunt hier uit de

volgende opties kiezen: openbaar, vrienden van vrienden, vrienden of

aangepast.

Tags bekijken die vrienden toevoegen aan je eigen berichten op Facebook. Je

kunt hier uit de volgende opties kiezen: uitgeschakeld of ingeschakeld.

Wie ziet tagsuggesties wanneer er foto’s worden geüpload die op jou lijken? Je

kunt hier uit de volgende opties kiezen: vrienden of niemand. (Facebook, n.d.)

Als je dit hebt aangepast, dan kun je op KLAAR klikken, dan worden de

instellingen aangepast.

Advertenties, toepassingen en websites instellingen bewerken. Hier komen

weer verschillende opties, die je weer kunt instellen. (Facebook, n.d.).

Apps die je gebruikt instellingen bewerken. Je kunt hier apps toevoegen of

verwijderen. Je kunt er ook voor kiezen om alle apps uit te schakelen, dit doe je

door op uitschakelen te klikken. (Facebook, n.d.)

Hoe personen je gegevens toevoegen aan toepassingen die ze gebruiken

instellingen bewerken. Je kunt hier verschillende informatiecategorieën

aanvinken of uitvinken. Dit doe je met door je muis op het vierkantje te klikken

voor een informatiecategorie. Als je dit gedaan hebt, klik je op WIJZIGINGEN

OPSLAAN. (Facebook, n.d.)

Page 87: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

87

Directe personalisatie instellingen bewerken. Facebook werkt met verschillende

websites samen. Je kunt dit in of uitschakelen. Dit doe je door het vinkje aan te

klikken of het vinkje weg te klikken bij: schakel directe personalisatie op

partnerwebsites in. (Facebook, n.d.)

Openbaar zoeken instellingen bewerken. Andere mensen kunnen je profiel

vinden door in een zoekmachine jou naam in te voren. Je kunt hier in het

vierkantje voor de tekst: ‘openbaar zoeken’ inschakelen, een vinkje aanklikken of

wegklikken. (Facebook, n.d.)

Advertenties instellingen bewerken. Je kunt hier vervolgens weer 2 opties

uitzieken, namelijk: instellingen voor advertenties van derden bewerken en

instellingen voor netwerkadvertenties bewerken.

Als je klikt op: instellingen voor advertenties van derden bewerken; kun je

kiezen uit alleen mijn vrienden of niemand. Als je dit hebt aangepast moet je

klikken op: WIJZIGINGEN OPSLAAN.

Als je klikt op: instellingen voor netwerkadvertenties bewerken; kun je kiezen uit

alleen vrienden of niemand. Als je dit hebt aangepast moet je klikken op:

WIJZIGEN OPSLAAN. (Facebook, n.d.)

Het publiek beperken voor eerdere berichten je kunt dan klikken op:

zichtbaarheid van oudere berichten beheren. Je kunt dan klikken op: oudere

berichten beperken (Facebook, n.d.).

Geblokkeerde personen en Apps je kunt hier klikken op: blokkeringen beheren.

Je kunt hier gebruikers, uitnodigingen van Apps en uitnodigen voor evenementen

blokkeren (Facebook, n.d.).

Page 88: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

88

Bijlage 6 – Uitwerking aanbevelingen

Hieronder volgen de vijf tips van 8.1 met een korte uitwerking:

1. Maak tijdens de wekelijkse vergadering tijd vrij voor het bespreken

van ethische casussen.

Hierbij kan het gaan over bijvoorbeeld het bespreken van een vermoeden dat

een cliënt met ongewenste zaken op internet bezig is. Vanuit de gezamenlijkheid

kan er gekeken worden naar een mogelijk aanpak/ oplossing van het probleem.

(Amerpoort, n.d.)

2. Gebruik de tijd waarin je collega’s normaal al spreekt eens om een ethische vraag te overleggen.

Pak dus een ‘moreel momentje’. Bespreek hierbij samen het ethisch dilemma door vragen te stellen als; ‘hoe zie jij dat? Kan ik dit toestaan of juist niet?’ wat

zijn jouw overwegingen? Kan ik een vriendschapsverzoek van mijn cliënt accepteren? Waarom wel/waarom niet? (Amerpoort, n.d.)

3. Ga na of je het internetgebruik van de cliënten kan meenemen in de persoonlijke planbespreking.

4. Bekijk de bestaande gedragscodes.

Staat hier iets in dat je op weg kan helpen bij het maken van goede keuzes

(Amerpoort, n.d.).

5. Bespreek zo nodig de vraag met je leidinggevende.

Op deze wijze blijft diegene op de hoogte van wat er speelt en kunnen er

eventuele (benodigde) maatregelen worden genomen (Amerpoort, n.d.).

Hieronder volgen de tien tips van 8.2 met een korte uitwerking:

1. Geef de cliënten zelfregie.

Praat regelmatig met cliënten over dingen die ze op het internet kunnen

tegenkomen. Heb het zowel over de leuke als minder leuke dingen. Vraag aan de

cliënten wat zij doen wanneer zij te maken krijgen met de niet leuke dingen op

het internet. Geef aan dat ze altijd terecht kunnen bij jou als er iets aan de hand

is. (Noxqs, n.d.)

2. Wees betrokken bij het internetgebruik/social mediagebruik van je

cliënten.

Durf vragen te stellen en ben nieuwsgierig naar wat cliënten online doen. Toon

interesse zoals je dit ook doet naar andere zaken zoals werk/vrijetijdsbesteding.

Vraag bijvoorbeeld ook eens om je wat uit te leggen of te laten zien. Hiermee

voorkomen je het overtreden van privacyaspecten. (Noxqs, n.d.)

3. Heb als groepsleiding een positieve houding als het gaat om

Internetgebruik/social media.

Page 89: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

89

Wees bewust van het feit dat de mogelijkheden die internet te bieden heeft

belangrijker zijn dan de risico’s die er tegenover staan. Door een positieve

houding t.o.v. internetgebruik zorgt ervoor dat cliënten eerder naar je toe komen

wanneer zij iets vervelends meemaken op het internet. (Noxqs, n.d.)

4. Geef (geregeld) aan dat niet alles waar is wat er op internet wordt

geplaatst of wat er wordt gezegd via social media.

Ga eens samen achter de computer zitten en praat over wat je ziet. Je kunt

hierbij op een visuele wijze aangeven van wie/wat niet echt is en wat wel.

(Noxqs, n.d.)

5. Maak samen afspraken over het internetgebruik daar waar cliënten in

de problemen komen.

Overleg, wanneer nodig, over tijden (wanneer en hoe lang), over geld (mag je

geld uitgeven en zo ja, hoeveel?) en over gedrag (hoe behoort iemand zich

online te gedragen). Je kunt deze afspraken eventueel opnemen in het

persoonlijk begeleidingsplan van de cliënt. Maak de afspraken zo concreet

mogelijk. (Noxqs, n.d.)

6. Praat regelmatig over het belang van privacy op internet.

Verdiep je samen met cliënten in de privacyinstellingen van de verschillende

social media waar zij gebruik van maken (Noxqs, n.d.).

7. Praat samen over hoe je je gedraagt op internet.

Op verschillende social mediavormen gelden dezelfde (sociale) gedragsregels als

in het echte leven. Je gaat o.a. respectvol om met elkaar en spreekt niet zomaar

af met iemand die je nog nooit echt gezien hebt. (Noxqs, n.d.)

8. Praat samen over het gebruik van filmpjes en foto’s.

Geef aan dat cliënten niet zomaar foto’s en filmpjes mogen posten van zichzelf.

Hier kunnen risico’s aan kleven. Ditzelfde geldt voor het gebruik van een

webcam. Geef aan dat dit alleen mag bij familie en vrienden. Vraag daarnaast

naar hun ervaringen op dit gebied en praat samen over wat er allemaal met

beeldmateriaal kan en wat de consequenties kunnen zijn. (Noxqs, n.d.)

9. Praat met je cliënten over het feit dat een wachtwoord geheim/privé

is.

Oefen eventueel situaties waarin anderen om je wachtwoord kunnen vragen

(Noxqs, n.d.).

10. Praat met elkaar over virussen.

Praat met cliënten over hoe je virussen kunt oplopen en wat zij kunnen doen om

dit te voorkomen (Noxqs, n.d.).

Page 90: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

90

Referentielijst bijlagen

Vaktijdschriften

Gijzen, T. (2012, april). Voorkom de digitale vrijeval. Klik, (4), 11.

Koning, J. de (2011,). Luisteren naar elkaar. Gehandicapten zorg 2.0, 16(10),

10-12.

Möller, I. (2011). Intenser verbonden dankzij internet. Gehandicapten zorg 2.0,

16(10), 27.

Veurink, R. (2011). Zelfstandig met een iPhone. Gehandicapten zorg 2.0, 16(10),

22-24.

Visser, C. (2011). Ranking. Gehandicapten zorg 2.0, 16 (10), 18.

Brochures

Bockels, J. van (2010, 1 oktober). Doe bij twijfel alsof mama over je schouder

meekijkt. Speciaal onderwijs op internet, 6.

Broekhuis, W. (2010, 1 oktober). Internet is voor autisten helemaal super.

Speciaal onderwijs op internet, 18).

Haan, J. de & Pijpers, R. (2010, 1 oktober). Internet in het speciaal onderwijs:

de feiten. Speciaal onderwijs op internet, 3-5.

Haan, J. de & Pijpers, R. (2010, 1 oktober). Wat is wat? Sociale netwerksites,

vrienden maken en jezelf laten zien. Speciaal onderwijs op internet, 8-9.

Haan, J. de & Pijpers, R. (2010, 1 oktober). Pas op, de hele wereld kijkt mee!

Speciaal onderwijs op internet, 10-12.

Haan, J. de & Pijpers, R. (2010, 1 oktober). Spoedcursus contact op internet.

Speciaal onderwijs op internet, 14-15.

Haan, J. de & Pijpers, R. (2010, 1 oktober). Wat is wat? Communities,

hobbyclubjes op internet. Speciaal onderwijs op internet, 16-17.

Peeters, E. (2010, 1 oktober). Wel duidelijke afspraken maken, niet verbieden.

Speciaal onderwijs op internet, 19.

Pijpers, R. (2010, 1 oktober). Voorwoord. Speciaal onderwijs op internet, 2.

Vermeulen, P. (2010, 1 oktober). Op de computer kun je zelf de prikkels

doseren. Speciaal onderwijs op internet, 23.

Page 91: Social media & LVB · positieve en negatieve effecten van social media, die uit dit onderzoek naar voren komen, belicht. ... (Cox, persoonlijke mededeling, 2011, 28 ...

91

Internet

Arkel, R. van (2010, 2 augustus). Hyves afschermen. Geraadpleegd op 7 mei

2012 op het World Wide Web: http://reiniervanarkel.files.wordpress.com/2010/08/menu.jpg

Arkel, R. van (2010, 2 augustus). Hyves afschermen. Geraadpleegd op 7 mei

2012 op het World Wide Web: http://reiniervanarkel.files.wordpress.com/2010/08/instelling.jpg

Facebook.com (n.d.). Privacyinstellingen. Geraadpleegd op 7 mei op het World Wide Web: www.facebook.com

Hyves.nl (n.d.). Privacyinstellingen. Geraadpleegd op 7 mei op het World Wide Web: www.hyves.nl

Keijzer, C. (2012, 7 februari). Facebook profiel volledig afschermen. Geraadpleegd op 7 mei op het World Wide Web: http://www.corinnekeijzer.nl/2012/02/07/facebook-profiel-volledig-afschermen/

Pieroen, A (2011, november) Sociale Media!?

Geraadpleegd op 11 januari op het World Wide Web: http://overupc.upc.nl/pdf/over-upc-maatschappelijk-sociale-media.pdf

Boeken

Monica Boschman, (2005). Communiceren met mensen met een verstandelijke handicap. Soest: Uitgeverij Nelissen.