slk-leedvermaak.nlslk-leedvermaak.nl/.../2017/04/liedjes-13-3-17.docx · Web viewWord ik toch...
Transcript of slk-leedvermaak.nlslk-leedvermaak.nl/.../2017/04/liedjes-13-3-17.docx · Web viewWord ik toch...
Intro Het Leedvermaaklied
Aan de voet van die mooie Wester 02Aan het strand stil en verlaten 03Achter in het stille klooster 04Als de klok van Arnemuiden 05 Als de morgen is gekomen 06Als de nacht verdwijnt 07Bedankt lieve ouders 08Bij ons in de Jordaan 09Blauwe korenbloemen 10 Bloeiende twijgen 12Dat kan allenig maar in Amsterdam 69Cést la vie 14De bedelaar van Parijs 15De chauffeur 16De clown 17 De glimlach van een kind 18De haven van Enkhuizen 19De heilsoldaat 20De laatste dans 21De oude muzikant 22 De vrolijke koster 23De smokkelaar 24De vlieger 25De wereld is leeg zonder jou 26De woonboot 73De zoon van de smokkelaar 72 Die oude accordeon 85Drommelse jongen 67Droomland 27Een man mag niet huilen 28Er drijven rozen op de golven 29Hartje van goud 31 Het Biesbosch lied 32Het dorpscafe 84Het huisje bij de brug 80Het klein café aan de haven 33Het parelsnoer 34Hoor je het ruisen der golven 35 Huilen is voor jou te laat 74
Het leedvermaak lied introlied
Het leven is goed in het West-friese landDat deel waar mijn wieg heeft gestaanWe zijn daar vertrouwd en we vormen een bandWe zingen en laten ons gaanWe maken hier vrienden en hebben plezierEn houden van ons eigen stadDaar waar we wonen daar is ons vertier,genoeoeg te doen, altijd wat.
Het leven is goed in het West-friese land,Met name Enkhuizen die stad.Enkhuizen vol straatjes en menig mooi pandEen stad met voor iedereen watOns koor is apart en het heet Leedvermaak,We dossen ons uit elke keer.Hoe gekker, hoe leuker, ’t is altijd weer raakEn zo zorgen wij voor de sfeer
Herhalen eerste couplet.
Ik ben moeders mooiste niet 75Ik sta op wacht 36Ik lig op mij kussen stil te dromen 37Ik verscheurde je foto 38Ik zing dit lied voor jou alleen 39In den vreemde 81In de haven klinkt een lied 70Jantjes gitaar 40 Jou hart is als chocolade 76Keetje Tippel 68Kleine vogel 43Liefde is 83Mag ik van U een lift meneer 44Mammie toe drink niet meer 77Mannen 78Meisje ik ben een zeeman 45 Medley 82Mooie blauwe ogen 46Mooi Volendam 47Mijn IJsselmeer 48Mijn wiegie was een stijfselkissie 49Ode aan Enkhuizen 50 Patsy 51Rode Rozen 52Rood, rood, rood, zijn de rozen 71Sierra madre del sur 53Sneeuwwitte vredesduif 54Sophietje 55 Twee armen en een zoen 79Twee reebruine ogen 56Veel bittere tranen 57Vragende kinderogen 59Vuile huichelaar 58West Friezenlied (dialect) 60 Witte Rozen 61West zuidwest van Ameland 62Zilver(draden) tussen ’t goud 63Zuiderzeeballade 64Zwarte slaven 65 Oh, zwarte zigeuner 66
Aan de voet Van die mooie Wester 2
Ik ben er als kindje geborenIk heb er gestoeid en gespeeldIk heb er mijn hartje verlorenIk heb er veel leed mee gedeeldEn waar ik ook kom op de aardeAl is het ook ver hier vandaanDaar zal ik steeds van je vertellenVan die mooie, de fijne Jordaan
Refr:Aan de voet van die mooie WesterHeb ik vaak in gedachten gestaanIk heb er dikwijls staan te dromenVan die mooie, die fijne Jordaan
Ik droom van de bruggen en grachtenDe geraniums edel van kleurDe porder in donkere nachtenDe schilleman jofel van geurIk hoor ze nog schreeuwen die knapenVan mosselen fijn in 't zuurHet water dat loopt langs mijn tandenEn mijn hartje geraakte vol vuur
Refr:
En komen er ook grijze harenMet rimpels van zorgen misschienToch blijf ik zo fier als een tijgerToch wil ik jou nog eenmaal zienEn klinkt straks het klokje van scheidenAl moet ik dan kreupel nog gaanOm waar ‘k ben geboren te stervenIn jouw fijne en fiere Jordaan
Refr:
Aan het strand stil en verlaten 3
Aan het strand stil en verlatenBij het klimmen van de maanZiet men daar een aardig paartjeZeer van weemoed aangedaanLiefste ik moet je gaan verlatenMorgen ga ik weer naar zeeEn dan trouwen als ik thuiskomHier op Hollands' stille reeMaar zij sprak "ach liefste mijneSpreek zover niet in het verschietWant de zee ligt vol met mijnenEn die dingen zie je niet"
Dobberend op de woeste barenStuurde hij z'n scheepje voortMaar wat daar opeens gebeurdeEen ontploffing werd gehoord't Schip verdween al in de diepteAngstig keek hij om zich heenNergens kon hij redding vindenMensenlief waar moet dat heenTerwijl hij worstelt met de golvenEn de dood voor d'ogen zietDenkt hij aan z'n liefste meisjeDie hij thuis daar achterliet
Aan het strand stil en verlatenZiet men daar een meisje staanDie al turend en al smachtendWacht de komst van haren manHij zou immers wederkerenHij beloofde haar toch trouwEn dan krijgt zij zo'n verlangenWord ik toch zijn lieve vrouwMaar hij keerde nimmer wederWant de dood waart om ons heenEn zij keerde telkens wederAan het strand stil en alleen
Achter in het stille klooster 4
Achter in het stille kloosterKlopt een arme moeder aanLigt mijn zoon hierZwaar gewond somsIk zou zo gaarne tot hem gaanLigt mijn zoon hierZwaar gewond somsIk zou zo gaarne tot hem gaan
Arme moeder, sprak de zusterUwe zoon, hij is niet meerAl zijn lijden is gewekenHij stierf voor zijn land en eerAl zijn lijden is gewekenHij stierf voor zijn land en eer
In de kamer aangekomenWerpt ze het witte doodskleed afEn in tranen valt zij nederDelf voor hem en mij een grafEn in tranen valt zij nederDelf voor hem en mij een graf
Op het kerkhof ligt begravenEne moeder met haar zoonEn nu strijden zij voor eeuwigJa voor eeuwig voor Gods troonEn nu strijden zij voor eeuwigJa voor eeuwig voor Gods troon
Als de klok van Arnemuiden 5
Refr:Als de klok van ArnemuidenWelkom thuis voor ons zal luidenWordt de vreugde soms vermengd met droefenisAls een schip op zee gebleven is
Wend het roer, wij komen thuis gevarenRijk was de buit maar lang en zwaar de nachtLand in zicht en onze ogen starenNaar de kust die lokkend op ons wacht
Refr:
Rijke zee waarvan de vissers dromenWant jij geeft brood aan mam en vrouw en kindWrede zee, jij hebt zoveel genomenIn jouw schoot rust menig trouwe vrind
Refr: 2x
1e keer geheel acapella
2e keer met muziek
Als de morgen is gekomen 6
Ik lig gebroken in mijn bedHeb net de douche weer uit gezet Ik wilde wel maar het ging niet echtMijn kater won weer het gevecht,Heb weer verloren van de flesBovendien….wil niemand mij zo zien.
Stond wat te praten in t`caféEen aantal vrienden met me meeIk zag je niet maar jij kwam aanEn ging meteen dicht bij me staanJe gooide alle remmen losLeuke tijd….Maar nu ben ik het kwijt
Refr:Als de morgen is gekomenEn alles wat k`heb meegemaakt allang verdwenen isAls de morgen is gekomenVerlaat je mijn verleden en ben jij degene die ik mis
Ik was zo blij dat jij d`r wasAlleen je vulde steeds mijn glasDe lampen aan, mijn lichtje uitEen laatste rondje tot besluitHet was aan t`einde van de dagMaar voor mij….was die allang voorbij
Refr:
Hoop dat dit me nooit meer gebeurd (mannen herhalen deze regel)T`is al te laat maar niet getreurd (mannen herhalen deze regel)Ik heb geleerd van wat je mij hebt aangedaan.
Refr:
Als de nacht verdwijnt 7
Ik weet niet meer wat ik doe, waar moet dat toch nou naar toesoms loop ik maar te dromen, het is een ratjetoeMijn leven was naar de maan, meteen toen ik jou zag staanwat mij is overkomen, kan ik niet langer aan
Refr: 2x Als de nacht verdwijnt en de zon weer schijnt
als ik jou zo zie klinkt een symfonie en je weet hoeveel ik van je hou heel mijn hart staat open voor jou
Een glimlach van jou alleen, dat houdt me wel op de beenzo blond met blauwe ogen, zo zie je d'r maar eenJij vroeg me toen voor een dans, ik voelde dit is mijn kanshet moest er maar van komen, wij zweefden als in trance
Refr: 2x
Jij kan op mij vertrouwenmijn hele leven langwant ik blijf steeds bij jou
Refr: 2X
Bedankt lieve ouders 8
Waar m'n wiegje heeft gestaan't is niet ver hier vandaanheeft geluk me omringd al die jarentussen bloesem en bomenkon ik zorgeloos dromenen geluk kon ik daar al gaan sparen
't was op een heel klein stationwaar m'n leven begon'k leerde daar van m'n ouders toen lopendaar vertrok toen m'n trein'k moet er dankbaar voor zijnnu ben ik groot maar eens was ik klein.
refrein:Bedankt lieve oudersBedankt voor het levenBedankt lieve oudersVoor wat u mij hebt gegevenIk begrijp nu pas goedWat u voor mij hebt gedaanBedankt dat mijn wiegjeIn uw huis eens mocht staan.
U had om mij wel eens verdrietMaar dat weet een ander nietToch bleef u van mij altijd houdenIk kreeg van God een lieve vrouwEn een kind waar 'k veel van houWaar ik samen m'n leven mee bouwde
Ik denk weer terug aan het stationWaar m'n leven toen begonWaar de trein voor het eerst toen ging rijdenWe kenden vreugde en pijnIk zal er dankbaar voor zijnNu ben ik groot maar eens was ik klein.
refrein 2x
Bij ons in de Jordaan 9
Refr: Bij ons in de Jordaan
Zing je van hela hola hupfalderieBij ons in de JordaanZie je de jongens en de meiden dansend gaan
(Hatsjee) Bij ons in de Jordaan Waar de bloemen voor de ramen staan En de Amsterdamse humor nooit verloren gaat Zolang de lepel in de brijpot staat
In Amsterdam heb ik mijn hart verlorenAls ouwe toffe jongen, zo recht uit de JordaanDaar ben ik in een keldertje geborenEn ga daar heel m'n leven, beslist niet meer vandaan
Refr:
We houen allemaal van een verzetjeDan moet je ons zien hossen, de beentjes van de vloerDe man van Drees die zegt: Kom op, wat let jeEn pakt dan met een schuiver z'n ouwe toereloer
Refr:
We voelen ons verbonden met elkanderWant zit je in de zorgen of in de ratsmodeeDan helpt de een zoveel ie kan de anderZo zijn de Jordanezen, ze leven met je mee
Refr:
Omdat het zo lekker is, omdat het zo lekker isIk heb zeven jaar gevreeën met de meid van Rooie Chris
En zolang als de lepel in de brijpot staatDan treuren wij nog niet, dan treuren wij nog nietEn zolang als de lepel in de brijpot staatDan treuren wij nog niet
Blauwe korenbloemen 10
Refr: Blauwe korenbloemen plukte jij voor mij Blauwe korenbloemen Zonnige dagen die zijn nu voorgoed voorbij
Waarom ging jij en liet jij mij zo alleen Eenzame nachten sinds jij voorgoed verdween Ben jij mij door die ander zo gauw vergeten Ik moet steeds denken aan jou Waarom bleef je mij niet trouw Refr:
Leven alleen zo zonder jou valt niet mee Steeds denk ik aan die vrolijke tijd met ons twee Ik vraag me af "zul jij er nog eens aan denken" En aan mijn liefde voor jou Waarom bleef je mij niet trouw
Refr:
Zonnige dagen die zijn nu voorgoed voorbij
Bloeiende twijgen 12
Jantje zijn vader was zeemanVond in de golven een grafNooit zal hij vader terug zienWaar hij zo heel veel om gafTreurend om vader zijn heengaanLoopt op de pier kleine JanMet in zijn hand een bos twijgenWerpt ze in zee en zegt dan
Bloeiende twijgen breng ik voor u meeEn leg ze neer op uw graf in de zeeBloeiende twijgen van uw kleine manVadertje neem ze, ze komen van Jan
Enige jaren verstrijkenJantje groeit op tot een manHij wordt de steun van zijn moederHelpt haar zoveel hij maar kanToen hij voor het eerst kreeg zijn zakgeldKocht hij vol trots en plezierBloemen die hij naar de pier brachtBlij riep hij: Pa kijk eens hier
Bloemen geen twijgen breng ik voor u meeEn leg ze neer op uw graf in de zeeBloemen geen twijgen van jouw grote manVadertje neem ze, ze komen van JanVadertje neem ze, ze komen van Jan
C'est la vie 14
Het zonnetje gaat schijnen, de zomer is in't land De wolken die verdwijnen, dus gaan we naar het strand Een dagie fijn naar Zandvoort, de duinen en de zee Lekker languit liggen zonnen met een grote parasol Even weg van alle zorgen en we zingen, leve de lol
C'est la vie, ik zet vandaag de bloemetjes buiten hoor de vogeltjes weer fluiten falderie C'est la vie, ik heb er lang van liggen dromen van een lange hete zomer falderie C'est la vie, ik laat de hele boel maar waaien en ga lekker pootje baaien falderie C'est la vie, je moet genieten van het leven want het duurt toch maar heel even falderie
We pakken een terrasje en drinken rode wijn Dan denk ik bij m'n eigen, kon dit maar eewig zijn Vakantie hier in Holland, kan zo gezellig zijn Lekker languit liggen zonnen met een grote parasol Even weg van alle zorgen en we zingen, leve de lol
Refrein:
C'est la vie, jala la la la la C'est la vie, jala la la la la C'est la vie, ik laat de hele boel maar waaien en ga lekker pootje baaien falderie C'est la vie, je moet genieten van het leven want het duurt toch maar heel even falderie...
De bedelaar van Parijs 15
Refr:Dat is de bedelaar van ParijsOnder de bruggen ligt z’n paradijsVoor hem zingen vogeltjes steeds een vrolijke wijsDat is de bedelaar van Parijs
Parijs ligt nog steeds aan de Seine Parijs is een al-oud gedichtGeluk hebben noemt men er “veine”Parijs staat nog steeds in ’t lichtParijs noemt men “la ville lumiere” Een man is er, die dat niet zietEen aalmoes bepaalt z’n carrière De grens tussen vreugd en verdriet
Refr:.
Z’n lichaam heeft veel te verduren Hij bedelt in weer en in windDe regen, die stroomt langs de murenWanneer een gendarme hem vindtDaar ligt hij te rillen, te bevenDe pijnen doorpriemen z’n rugSnel gaan hem z’n krachten begevenZo sterft hij daar onder een brug
Dat was de bedelaar van ParijsOnder de bruggen lag z’n paradijsVoor hem nu geen vogels meer met hun vrolijke wijsRust zacht, nu, bedelaar van Parijs
De ( vrachtwagen ) Chauffeur 16
Refr: Ze rijden eenzaam door de nacht, uur na uur De stoere knuisten, hard als staal, aan 't stuur Ze doen hun plicht voor vrouw en kind, ver van huis Een kleine fout en de chauffeur komt nooit meer thuis
Hij rijdt maar, bij dag en bij nachtMet wagens, heel zwaar aan de vrachtZ'n arbeid ziet hij niet als sleur't Is z'n plicht, hij is chauffeurAan menig gevaar staat hij blootMaar 't moet wel, 't is immers z'n broodDat hij er z'n hachje aan waagtAch, daar wordt niet naar gevraagd
Refr:
Soms wordt hij door slaap overmandDan zet hij z'n kar langs de kantEn rust met z'n hoofd op 't stuurEven uit, soms nog geen uurDaarna raast hij weer door de nachtEr wordt op z'n lading gewachtHij rijdt, als gejaagd, door de windVer van huis, van vrouw en kind
Ze doen hun plicht voor vrouw en kind, ver van huisEen kleine fout en de chauffeur komt nooit meer thuisEen kleine fout en de chauffeur komt nooit meer thuis
De Clown 17
(coupletten zachtjes zingen en refrein voluit)
Hij was maar een clownIn 't wit en in 't roodHij was maar een clownMaar nu is hij doodHij lachte en sprongIn 't fel gele lichtMaar onder die lachZat een droevig gezicht
Refr:De herinnering blijft
Aan die clown met z'n lach Hij heeft alles gegeven Tot de laatste dag Niemand kende de pijn Van z'n stille verdriet Want er was op het einde Niemand die hij verliet
Hij woonde alleenIn een wagen van houtHij was maar een clownEn zo werd hij oudZ'n hoed was te kleinEn z'n schoenen te grootHij was maar een clownMaar nu is hij dood
Refr:
Op een avond, hij vielNet als elke keerHet publiek lachte luidMaar voor hem was het uitHij was maar een clownIn 't wit en 't roodHij was maar een clownMaar nu is hij dood
Refr: (2x)
De glimlach van een kind 18
Jij bent zo wijs, dat zegt een kindJij bent zo grijs, dat zegt een kindJij bent getrouwd, dat zegt een kindJij bent al oud, dat zegt een kind
Dan denk je "ja, een rimpel meer"Je wordt al echt een ouwe heerMaar voor je denkt "hoe moet dat nou"Pakt ze je hand en lacht naar jou
Refr: De glimlach van een kind doet je beseffen dat je leeft De glimlach van een kind dat nog een leven voor zich heeft Dat leven is de moeite waard Met soms wel wat verdriet Maar met liefde, geluk en plezier in 't verschiet
De glimlach van een kindDat met een trein speelt of een popZo'n glimlach maakt je blijDaar kan geen feest meer tegenopWat geeft het of je ouder wordtDat maakt toch niks meer uitWant je voelt je gelukkig al heb je geen duit
Refr:
na het refrein:
Lalala lalaa lalalalalalalalaLalala lalalaa lalalalalalalalaLalalala lalalalaLalalalalala lalala lalala lalala lalala
De haven van Enkhuizen 19
Dat is de haven van Enkhuizen,dat lichtje aan de waterkant.Het houdt de wacht over de vissers,en wijst de wegnaar veilig strand.
Het zegt de visser: hier woont moeder,hier woont je kind dat op je wacht.Hier is het lichtje van Enkhuizen,dat is een steun in donk´re nacht.
Als de visser op zijn botter,op de wijde plassen vaart,en bezorgd om schip en lading,naar de donk´re wolken staart.
Als de stormwind door de touwen,van zijn scheepje blazen zal,vindt de visser zijn vertrouwen,in een lichtje aan de wal.
Dat is de haven van Enkhuizen,dat lichtje aan de waterkant.Het houdt de wacht over de vissers,en wijst de weg naar veilig strand.
Het zegt de visser: hier woont moeder,hier woont je kind dat op je wacht.Hier is het lichtje van Enkhuizen,dat is een steun in donk´re nacht.
De heilsoldaat 20
Ze kenden hem in alle kroeggiesIn 't hartje van oud AmsterdamZe noemden hem hemeldragonderWaar hij nooit geen aanstoot aan namEn menige arme donderDie hij uit de goot heeft gehaaldEen heilsoldaat met overurenMaar die hem nooit werden betaald
refr:.:Hij sjouwde van kroeggie naar kroeggieAl deden z'n voeten ook zeer
En iedere klant daaraan vroeg 'ieWilt u soms een strijdkreet meneer
De meisjes bij vuurrooie lampiesTot diep in de nacht voor 't raamHij heeft ze zien gaan en zien komenHij kende de meeste bij naamEn daar in die duistere kamerWaar eerst nog de prijs werd bepaaldHeeft hij ze verteld van de liefdeEen liefde die niet wordt betaald
refr:.
Maar plots is hij niet meer verschenenWant onverwacht kreeg hij bevelDat hij bij z'n baas zich moest meldenWaar hij toen verscheen op appelDaar hoefde hij niet meer te sjouwenKroeg in en kroeg uit 's avonds laatDaar heeft 'ie een lintje gekregenHet mooiste dat boven bestaat
refr:. 2x
De laatste dans 21
Refr: De laatste dans die moet je mij nog schenken De laatste dans en dan laat ik je vrij Er is nog kans dat jij je zult bedenken Daarom bewaar de laatste dans voor mij
Een ander kwam, die ander namWat ik 't liefste had, wat ik 't meest aanbadMaar voor je gaat en mij verlaatKom nog 'ns hier en doe me een plezier
Refr:
Jij danst met haar, dat valt me zwaarMaar ik begrijp 't wel, jouw hart verandert snelIk heb verdriet, al huil ik nietDans nog 1 keer met mij zoals weleer
Refr:.Daarom bewaar de laatste dans voor mij
De oude muzikant 22
Ginds aan de waterkantStaat een oude muzikantMet zijn viool in de regen't water druipt van zijn hoed, maar hij blijft welgemoedAl zit het weer hem ook tegen
En hij speelt terwijl de regen nederdaalt, Avé MariaEn het lied is als het zonnetje dat staalt, Avé MariaHet verleden herleeft en hij stelt zich weer voorDe kerk in het dorp, met zijn orgel en het koorEn de regen uit de hemel zingt het weer, Avé Maria
Trouw speelt hij iedere keer, het melodietje weerWat eens zijn vrouw het liefst wou horenAls hij het spelen gaat, is het of zij voor hem staatKlinkt weer haar stem in zijn oren
En hij speelt terwijl de regen nederdaalt, Avé MariaEn het lied is als het zonnetje dat staalt, Avé MariaHet verleden herleeft en hij stelt zich weer voorDe kerk in het dorp, met zijn orgel en het koorEn de regen uit de hemel zingt het weer, Avé Maria, Avé Maria, Avé Maria
De Vrolijke Koster 23Ik ben reeds jarenlang de kosterDoe heel m’n werk met veel plezierBemoei me nooit met andermans ze zakenBen altijd thuis nooit aan de zwierIk leef zeer kuis en heel solideMijn gezicht staat altijd in de plooiWant ik moet ook aan m’n baantje denkenEn aan m’n dagelijkse fooi
Overgang: Is dan mijn werk gedaan Dan kan ik de straat op gaan Dan zie je op de bar Geen koster meer voor je staan
REFREIN: Dan zie je de vrolijke snuiter Als koster zo jong en fijn Want om altijd als koster te leven Moet je stapel mesjokke voor zijn Lang leve het bier en de klare Het heerlijke nat van Schiedam De vrouwen de wijn en de sigaren In ons heerlijk mooi Amsterdam
Ben ik in Chili of in EdeIn elk café op het RembrandtpleinWaar nou ook bepaald geen kosterOf zoiets van die aard kan zijnIk dans daar mijn foxtrotjeEn ik slaap daar nooit alleenWant een koster is geen zotjeHij is een mens van vlees en been
Overgang + REFREIN: (laatste 2 regels langzaam)
Daarna: jala lalala lalala (1e vier regels refrein) Lang leve het bier en de klare
Het heerlijke nat van Schiedam De vrouwen de wijn en de sigaren In ons heerlijk mooi Amsterdam (laatste 2 regels 2x)
De smokkelaar 24
Refr:Hij was een smokkelaar.Die diep in de nacht.Steeds weer zijn smokkelwaar.De grens over bracht.Klein was het smokkelloon.En groot het gevaarZo is het leven van een smokkelaar.
Een jonge blonde grenskomisch.Deed trouw zijn plicht als mens.Straks trouwde hij met Annelies.De liefste van de grens.Toch was er nog een groot bezwaar.Hij heeft het nooit ontkend.Haar vader stond al jarenlang.Als smokkelaar bekend.
Refr:
En op een bange winternacht.Is het opeens geschied.Hij zag een bende smokkelaars.En riep: “Halt of ik schiet”Een smokkelaar sloeg op de vlucht.Hij schoot en wat was dat.Zwaar gewond lag op de grond.De vader van zijn schat.
Muzikale solo ( half Refr)
Klein was zijn smokkelloon.En groot het gevaar.Zo is het leven van een smokkelaar.
De Vlieger 25
M'n zoon was gisteren jarigHij werd acht jaar oud m'n schatHij vroeg aan mij een vliegerEn die heeft hij ook gehadMaar z'n bal, z'n fiets, z'n treinenNee, daar keek hij niet naar omWant zijn vlieger was hem allesAlleen wist ik niet waarom
En toen op zek're morgen zei hij "vader, ga je mee"De wind die is nu gunstig, dus ik neem m'n vlieger meeIn z'n ene hand een vlieger, in de andere een briefIk kon hem niet begrijpen maar toen zei m'n zoontje lief
Refr: Ik heb hier een brief voor m'n moeder Die hoog in de hemel is Deze brief bind ik vast aan m'n vlieger Tot zij hem ontvangt, zij die ik mis
En als zij dan leest hoeveel ik van haar houDat ik niet kan wennen aan die andere vrouwIk heb hier een brief voor m'n moederDie hoog in de hemel is
Hessel solo:Ik heb hier een brief voor m'n moeder
Die hoog in de hemel is Deze brief bind ik vast aan m'n vlieger Tot zij hem ontvangt, zij die ik mis
Allen:En als zij dan leest hoeveel ik van haar houDat ik niet kan wennen aan die andere vrouwIk heb hier een brief voor m'n moederDie hoog in de hemel is
De wereld is leeg zonder jou 26
De wereld is leeg, leeg zonder jouIk sluit m’n ogen als ik huil om jouIk wil niet dat een ander mij zo zietWant niemand die begrijpt toch mijn verdrietSteeds dan denk ik kom toch gauwDe wereld is leeg, leeg zonder jou
Jij, jij, jij ging van me heenEn mij, mij, mij liet jij zo alleenJij, jij, jij bleef mij niet trouw De wereld is leeg, leeg zonder jou
Solo
Jij, jij, jij ging van me heenEn mij, mij, mij liet jij zo alleenJij, jij, jij bleef mij niet trouw De wereld is leeg, leeg zonder jouDe wereld is leeg, leeg zonder jouDe wereld is leeg, leeg zonder jou
Droomland 27
Heerlijk land van mijn dromen ergens hier ver vandaanWaar ik zo graag wil komen, daar waar geen leed kan bestaan
Refr: Droomland, droomland, o ik verlang zo naar droomland Daar is steeds vree, dus ga met me mee, samen naar 't heerlijke droomland
k Ben daar zo vaak aan het dwalen'k Hoor daar de vog'len lied't is of ze mij verhalenVan al het schoon dat men ziet
Refr:
Zwerver gij vindt daar vrede, zieke gij kent geen pijnDaar wordt geen strijd gestreden, daar waar mijn broeders nog zijn
Refr:
Daar vind men jeugd en vreugd weerKent men geen arm of rijkDaar is geen zorg en smart meerAllen zijn wij daar gelijk
Refr:
Een man mag niet huilen 28
Als je vrouw je heeft verlatenWaar jij zo veel van houdtEn vrienden je gaan hatenOm een kleine foutDan wil je soms heel evenJe eigen laten gaanJe ogen worden vochtigEn je voelt opeens een traan
Refr: Maar een man mag niet huilen Ook al heeft hij verdriet Een man mag niet huilen Als een ander het ziet Hij moet alles vergeten En zich nooit laten gaan Nee, neen man mag niet huilen Zelfs geen enkele traan
Je hebt jaren lang verkeringMet een meisje uit je straatEn je bent van haar gaan houdenMaar het is te laatZe heeft opeens een ander En ze kijkt je niet meer aanDan wordt het je te machtigEn je voelt opeens een traan
Refr:
Het dierbaarst op de wereldWat je ooit bezatDat is toch wel je moederDie je 't meest aanbadOpeens krijg je te horenDat zij is heengegaanDan wordt het je te veelEn je voelt opeens een traan
Refr:
Er drijven rozen op de golven 29
Refr: Er drijven rozen op de golven ’n laatste groet aan haar matroos die overboord sloeg en werd bedolven en ver van huis z’n laatste rustplaats koos
Vrouwen:
zij had haar hart voorgoed aan hem verlorenen ze bleef haar blonde zeeman trouwmaar op ’n morgen kreeg zij te horendat hij nooit meer komen zou
Allen:eenzaam staat ze, nu aan de kadehij gaat nooit meer met haar meezij gooit rozen op de golvenvoor haar schat, die rust vond in de zee
Refr: 2xEr drijven rozen op de golven’n laatste groet aan haar matroosdie overboord sloeg en werd bedolvenen ver van huis z’n laatste rustplaats koos
en ver van huis z’n laatste rustplaats koos
Hartje van goud 31
Jalala jalala jalala`k voel me zo licht als een veertje vandaagEn heb de kriebels in mijn maagWat zal dat zijn, vind het wel fijnVoel me zo prettig als na een glas wijnVan het moment dat ik jou heb ontmoetHeb ik dat tintelen in mijn bloedSinds ik jou zag, ben ik van slagEn iedere morgen zing ik met een lach
Refr:Jij bent niet knap maar je hart is van goudDat is wat mij zo naar jou doet verlangenEen miljoen op de bank t`laat me koudIk ben zo blij met jou hartje van goud
Al wat je zegt dat komt recht uit je hartDat maakt jou echt en zo apartAl wat je doet, dat doet mij goedIk ben zo blij dat ik jou heb ontmoetJij bent steeds eerlijk en dat maakt het fijnOm voor altijd, bij jou te zijnIk vind bij jou, liefde en trouwJij bent de schat waar k`voor altijd van hou.
Refr:
Eerst twee regels JalalaEen miljoen op de bank t`laat me koudIk ben zo blij met jou hartje van goud
Refr:
Het Biesbosch lied 32
Stil glijdt z`n scheepje, tussen de grienden en rietAls iedereen slapen gaat, slaap hij de visser nietHij werp zijn netten, neuriet een mooie wijsVoelt zich als een koning want, daar ligt zijn paradijs.
Refr:In de maneschijn, dansen golfjes kleinEn de stromen, gaan er komen`t Windje ruist er zacht, tovert sprookjespracht In het Biesboschland bij nacht
Als hij gaat rusten, sluimerend in het rietDan zingen rond om hem heen, vogeltjes nog hun liedOnder zijn huigje, droomt hij van vrouw en kindDie hij als een Biesboschman, daar ook nog steeds bemint.
Refr:
Als hij dan thuisvaart, ziet hij zijn huisje staanZwaait tegen zijn kinderkes, die hem dan tegen gaanHij is gelukkig , zacht streelt zijn ruwe handEn s`avonds vertelt hij dan, Over zijn Biesboschland
Refr:
In de maneschijn, dansen golfjes kleinEn de stromen, gaan er komen`t Windje ruist er zacht, tovert sprookjespracht In het Biesboschland bij nachtIn het Biesboschland bij nacht
Het kleine café aan de haven 33
De avondzon valt over straten en pleinenDe gouden zon zakt in de stadEn mensen die moe in hun huizen verdwijnenZe hebben de dag weer gehad
De neonreclame die knipoogt langs ramenHet motregent zachtjes op straatDe stad lijkt gestorven, toch klinkt er muziekUit een deur die nog wijd openstaat
Refr: Daar in dat kleine café aan de haven Daar zijn de mensen gelijk en tevree Daar in dat kleine café aan de haven Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee
De toog is van koper, toch ligt er geen loperDe voetbalclub hangt aan de muurDe trekkast die maakt meer lawaai dan de jukeboxEen pilsje dat is-t-er niet duur
Een mens is daar mens, rijk of arm, 't is daar warmGeen monsieur of madam maar WCMaar 't glas is gespoeld in 't helderste waterJa 't is daar een heel goed café
Refr:
De wereldproblemen die zijn tussen twee glazenBier opgelost voor altijdOp de rand van een bierviltje staat daar je rekeningOf je staat in 't krijt
Het enige wat je aan eten kunt krijgenDat is daar 'n hardgekookt eiDe mensen die zijn daar gelukkig gewoonJa de mensen die zijn daar nog blij
Refr: 2x (2e keer snel tempo)
Het parelsnoer 34
Klein Greetje kwam dikwijls bij grootmoeWel zes, zeven keer op een dagZe vindt 't bij grootmoe zo heerlijkOmdat ze daar alles van magZe rommelt in kasten en ladenDat vindt ze zo heerlijk en fijnDan ziet ze een pracht van een parelsnoer"Ach, grootmoeder, geef dat aan mij"
Refr:Grootmoeder ziet haar aan, met tranen in haar oog:
"Greetje, m'n kind, kom even bij me staan Jij vraagt aan mij, waarvan ik niet kan scheiden Maar later, als je groter bent, krijg jij dat parelsnoer"
Klein Greetje liet 't hoofdje toen hangenEn keek naar de grond, vol verdriet:"Ach grootmoeder, waarom krijg ik nou tochDat prachtige parelsnoer nietU bent nu al reeds in de zeventigMisschien gaat u spoedig wel doodDan kan u het mij niet meer gevenAch grootmoe, ik ben toch al groot"
Refr:
Er werd een klein grafje gedolvenDe schooljeugd, die stond er omheenDaarbij stond een huilende grootmoeDie keek naar 't kistje benee'Daarnaast stond een droevige vaderDie alles verloor wat hij hadEerst had hij z'n vrouw moeten missenEn nu nog z'n enigste schat
Grootmoeder ziet 't kistje naar beneden gaan"Greetje, m'n kind, wie had dat ooit gedachtDat jij van mij zo jong zou moeten scheidenDat parelsnoer, dat is er nog, maar jij bent er niet meer",Dat parelsnoer, dat is er nog, maar jij bent er niet meer"
Hoor je het ruisen der golven 35
Refr: Hoor je het ruisen der golven Hoor je het lied van de zee Vaar met me mee om de wereld, m'n kind Kom, kus me en ga met me mee Vaar met me mee om de wereld, m'n kind Kom, kus me en ga met me mee
Huilende sireneEen schip gaat in zeeEen wuivend op de kade huilt een meisje meeHaar jongen gaat varenHij staat op de brugOver zes jaren keer ik weer bij jou terug
Refr:
Zes jaren verstrekenHet schip kwam nooit weerHet ging ten onder, de matroos kwam nimmer meerHet meisje, zij wacht nogHaar hart vol verdrietEn in de verte hoort ze af en toe dit lied
Refr: Hoor je het ruisen der golven Hoor je het lied van de zee Vaar met me mee om de wereld, m'n kind Kom, kus me en ga met me mee Vaar met me mee om de wereld, m'n kind Kom, kus me en ga met me mee
Kom, kus me en ga met me mee
Ik sta op wacht 36
Refr:: AllenIk sta op wacht en denk aan jouJij schreef mij af, bleef mij niet trouwOok een soldatenhartIs niet van steenWaarom schreef jij die brief en liet mij zo alleen.Ik sta op wachtMijn hart doet pijnKrijg ik verlof Dan staat er niemand bij de trein.
Mannen:Ik had gehooptDat jij op mij zou wachtenMaar jij kreeg plotselingAndere gedachten`k Heb mij vergist in jouMijn MarjoleinHet valt niet meeOm weer alleen te zijn.
Refr:: Allen
Mannen:Bij de kazernepoortSta ik nu steeds te dromenIk zie daar meisjes gaanEn ook weer komenJij bent er niet meer bijMijn MarjoleinZoals `t wasZo zal het nooit meer zijn.
Ik sta op wacht en denk aan jouJij schreef me af, bleef mij niet trouwIk sta op wachtMijn hart doet pijnKrijg ik verlofDan staat er niemand bij de trein.
Ik lig op m'n kussen stil te dromen 37
Refr: 'k Lig op m'n kussen stil te dromen Weet je niet dat ik nog van je hou? 'k Lig op m'n kussen stil te dromen Want liefste, ik blijf je steeds trouw
De nacht is zo eenzaam zonder jouIk droom nog van die tijd die er eens was'k Lig op m'n kussen stil te dromenWant liefste, ik blijf je steeds trouw
Weet je nog, de dagen van weleerWij waren altijd bij elkanderDie mooie tijd is nu niet meerWant jij trok toch liever naar die ander
Refr:
Ik wacht al zo lang op jou, m'n liefsteDie mooie tijd is nog alleen een droom'k Lig op m'n kussen stil te dromenWant liefste, ik blijf je steeds trouwWant liefste, o, kom toch weer gauw
Ik verscheurde je foto 38
Jij komt nooit meer terugVoorbij, het ging allemaal zo vlugAl die kennissen die vragen hoe 't met ons gaat't Is te laat, 't is te laat
Refr: Ik verscheurde je foto 'k Heb je brieven verbrand In m'n hart moet ik huilen Maar ik doe nonchalant Ik verscheurde je foto Maar ik zie je nog steeds Want ik weet dat ik je nooit meer vergeet
O, is er nog hoopDat jij ooit terug komt bij mijNooit, je zei nooitIs dat alles, ja zomaar voorbij
Refr: Ik verscheurde je foto
'k Heb je brieven verbrand In m'n hart moet ik huilen Maar ik doe nonchalant Ik verscheurde je foto Maar ik zie je nog steeds Want ik weet dat ik je nooit meer vergeet
Want ik weet dat ik je nooit meer vergeet
Ik zing dit lied voor jou alleen 39
Op een dag vertelde, mijn lieve omaDat zij op weg ging heel alleenVoor haar allerlaatste reisNaar een heel mooi paradijsZe zei "mijn lieve jongen, als ik daar aankomZing je dan nog je lied voor mijWant dan voel ik mij niet zo, alleen"
Refr:Ik zing dit lied voor jou alleenBreng witte rozen voor je meeOh lieve oma waar 'k van hou't Is hier zo eenzaam zonder jouIk zing dit lied voor jou steeds weerEn droog mijn tranen keer op keerOh lieve oma 'k hou van jouVan jou van jou
Bij oma thuis logeren, met al mijn vriendjesWat was dat toch een mooie tijdWe speelden scrabble en yahtzeeEn altijd deed mijn oma meeEn we zongen samen, de mooiste liedjesDie oma kende van weleerMaar haar mooie stem klinkt nu, niet meer
Refr:
Van jou van jou
Jantjes gitaar 40
MANNENKleine Jan werd bijna zevenWilde dolgraag een gitaarMaar zijn moeder zei, mijn jongenDat krijg ik niet bij elkaar.
VROUWENJantje pakte toen zijn spaarpotEn ging naar een speelgoedzaak.Daar kocht hij een zak ballonnenEn hij schreef toen nog een kaart
Refr:Er zweeft langs de wolken Een blauwe luchtballonDaaraan hangt een kaartje Met lieve pappie komIk ben bijna jarig wil dolgraag een gitaarO allerliefste pappieMaak Jantjes droom toch waar
MANNENDe ballon dreef naar het zuidenKwam bij rijke mensen aanToen ze op het kaartje keken Kwam er in hun oog een traan
VROUWENWant hun eigen kleine jongenWas gestorven vorig jaarDaarom gaven zij aan Jantje Voor z`n verjaardag een gitaar.
Refr: 2 X
Kleine vogel 43
't Was winter en de kou die ging je echt door merg en beenDe bomen kaal en kouwe, stille stratenIk keek eens door 't raam en buiten zag ik heel alleen'n Vogeltje verzwakt en zo verlatenHet kon haast niet meer vliegen dus nam ik 't beessie meeEn binnen is het toch weer bijgekomenNa maandenlang verzorgen vloog 't vrolijk in 't rondDe lente kwam met blaadjes aan de bomen
Refr: Kleine vogel, ga maar zweven Vlieg zover als je maar kan Kleine vogel, 't is jouw leven Ga en maak er dus wat van Kleine vogel, ga maar zingen Blijf steeds opgewekt en blij
Maar beloof me dat je steeds wanneer je rondvliegtOok je mooie liedjes fluiten blijft voor mij
De zomer was een feest voor hem hij vloog vlot af en aanHij was van mij en ik van hem gaan houdenMaar op een dag, de zomer was al haast voorbij gegaanKwam hij met nog een vogeltje aansjouwenIk wist dat dit zou komen maar toch deed het mij wel pijnZe stonden met z'n tweeën voor de ruitenEn trots naast haar keek hij me aan vanaf 't raamkozijnEn zacht begon hij toen voor mij te fluiten
Refr:
Maar beloof me als je weggaat vlieg een rondjeFluit dan 1 keer nog 'n afscheidslied voor mijEn beloof me, als je weggaat vlieg een rondjeEn fluit dan 1 keer nog 'n afscheidslied voor mij
Mag ik van U 'n lift meneer 44
Refr:Mag ik van U 'n lift, meneer Toe laat me hier niet staan 'k Heb voor de trein geen centen meer 'k Woon hier zo ver vandaan Mag ik van U 'n lift meneer 'k Zal er zo dankbaar voor zijn Neemt U me mee voor die ene keer Mag 't, meneer, och wat fijn
De kleine blonde Maryleen Van amper zestien jaar Stond 's nachts te liften heel alleen En dacht niet aan gevaar 'n Grote wagen kwam tot staan Met aan 't stuur 'n heerZe keek de onbekende aan En vroeg toen, och mijnheer
Refr:
Maar die meneer was 'n schavuit Dat merkte zij te laat Hij gooide haar de wagen uit Na 't plegen van z'n daad 'n Wagen van de vijf maal acht Vond blonde Maryleen Ze dwaalde huilend door de nacht Over haar toeren heen
Solo: (half refrein)
Mag ik van U 'n lift meneer 'k Zal er zo dankbaar voor zijn Neemt U me mee voor die ene keer Mag 't, meneer, och wat fijn
Meisje ik ben een zeeman 45
Refr: Meisje, ik ben een zeeman, een zeeman is heel vaak van huis Meisje, ik ben een zeeman, het water, het schip is m'n thuis Meisje, ik ben een zeeman, kun je wel wachten zo lange tijd Ik ga je voor heel lang verlaten,
veel geluk, het ga je goed, m'n lieve meid
Een zeeman dwaalt over de kade, verdrietig kijkt hij om zich heenMorgen dan gaat ie weer varen, z'n meisje is dan weer alleenHij droomt alle dagen en nachten, houdt zij het zonder hem uitMaanden moet zij op hem wachten,verdrietig staart hij voor zich uit
Refr: (normaal)
Refr: (eerste 4 regels zacht en laatste 4 regels normaal)
Laatste regel 2x
Mooie Blauwe Ogen 46
Refrein:Ik kijk je in je mooie blauwe ogen.We zitten samen op de boulevard.De zon die schijnt we drinken een tequila.Ik streel je zachtjes, door je haar.Ik zou je graag nog 1 ding willen zeggen.Dat ik m'n leven lang bij jou wil zijn.Mijn hart dat slaat op hol als jij mij aankijkt ,door die ogen, van jou.Ik krijg de kriebels in m'n buik als jij mij aankijkt, door die ogen, van jou.
Aan de bar, daar zit een man.Die van de drank niet meer lopen kan.Jij lacht naar mij, ik pak je hand.Wij proosten samen aan de waterkant.
Refrein:Ik kijk je in je mooie blauwe ogen.We zitten samen op de boulevard.De zon die schijnt we drinken een tequila.Ik streel je zachtjes, door je haar.Ik zou je graag nog 1 ding willen zeggen.Dat ik m'n leven lang bij jou wil zijn.Mijn hart dat slaat op hol als jij mij aankijkt, door die ogen, van jou.Ik krijg de kriebels in m'n buik als jij mij aankijkt, door die ogen, van jou.
De zon die schijnt, de ober lacht.Hier heb ik al die jaren op gewacht.Jij lacht naar mij, ik pak je hand.Wij proosten samen aan de waterkant.
Solo:
Ik zou je graag nog 1 ding willen zeggen.Dat ik m'n leven lang bij jou wil zijn.Mijn hart dat slaat op hol als jij mij aankijkt, door die ogen, van jou.Ik krijg de kriebels in m'n buik als jij mij aankijkt, door die ogen, van jou.
Door die ogen, van jou.
Mooi Volendam 47
In een oud café daar op de hoek,staat een meisje in een spijkerbroek.Toeristen zien de klederdracht haast nooit meer.Alleen in winkels liggen tot hun spijt,bepaalde dingen uit een andere tijd.Waarvoor ze blijven komen keer op keer.Alleen de haven behoudt zijn oude glans en ademt nog de sfeer,de voetbalclub verspeelt z’n kans steeds weer.
Mooi Volendam, met je zee tot aan de horizon,en de vissers die voor dag en dauw uit varen gaan.Mooi Volendam, de tijd springt slordig met je om,toch blijft de vissersgeest altijd bestaan.
De nieuwbouw wijken kil en koud,Met huizen in een blok gebouwd.Je ziet er bijna nooit een mens op straat.’t Verleden is daar voorgoed voorbij,De mensen lijken minder blij.Misschien omdat dit leven zo snel gaat.Maar elke avond loop ik langs de dijk,Waar de wind speelt met m’n haar,En voel me rijk als ik naar het water staar.
Mooi Volendam, met je zee tot aan de horizon,en de vissers die voor dag en dauw uit varen gaan.Mooi Volendam, de tijd springt slordig met je om,toch blijft de vissersgeest altijd bestaan.
Solo
Mooi Volendam, met je zee tot aan de horizon,en de vissers die voor dag en dauw uit varen gaan.Mooi Volendam, de tijd springt slordig met je om,toch blijft de vissersgeest altijd bestaan. ( Mooi Volendam)Toch zal het oude nooit helemaal vergaan.
Mijn IJsselmeer 48
Er is iets dat hem zorgen baartHij zou het voor geen goud willen ruilenZijn water wordt straks MarkerwaardEn hij voelt dat hij bijna moet huilenMet een traan op zijn oude gezichtKijkt hij machteloos over zijn zeeMet zijn blik op een botter gerichtVaart hij dan in gedachten weer mee
Refr: Mijn IJsselmeer, mijn Zuiderzee van weleer. Mijn IJsselmeer, vaak ben je rustig, dan ga je te keer Mijn IJsselmeer, je gaf veel en soms nam je meer. Mijn IJsselmeer, straks gaat er geen schip maar verkeer
Hij ziet weer zijn vader aan het roerHij weet nog hoe hard het kon waaienEn steeds stond zijn jongere broerMet moeder hem uit te zwaaienAl was dan de vangst ook wat slechtDan dacht ie: misschien lukt het morgenVan de zee werd geen kwaad woord gezegdOp het water vergat ie zijn zorgen
Refr:
Hij staart in een waas voor zich uitEn hij zit met zijn handen gevouwenKent op zee iedere golf, elk geluidHij is van die plas veel gaan houdenDan bidt hij heel zacht: lieve heerLaat dit stukkie toch alstublieft blijvenEr zijn polders genoeg in dit meerMag er ook nog een zeilscheepje drijven
Refr:
Mijn wiegie was een stijfselkissie 49
De ooievaar kwam aangevlogenM'n moeder keek angstig omhoogZe was bezig koppies te drogenToen 'ie bij ons binnenvloog
Refr: M'n wieggie was een stijfselkissie M'n deken was een baaienrok M'n kissie was versierd met strikkies M'n warme kruik zat in een oude sok
M'n moeder ze leefde heel soberIk kwam in een moeilijke tijdHet was op de achtste oktoberDe ooievaar die most me kwijt
Refr:
Veel mensen die willen niet wetenWaar of toch hun wieg heeft gestaanMaar ik ben het echt niet vergetenDe mijne stond in de Jordaan
Refr: 2x)
Ode aan Enkhuizen 50
Al aan het mooie IJsselmeer,daar ligt een havenplaats.Het is de oude Haringstad,waar heel mijn hart voor slaat.Een stad van zaad en vis en vee,en met een bouwershoek.Vanwaar het oude carillon,je reeds van verre groet.
Refr:Ja, dat is Enkhuizen, de HaringstadMet zijn zuidertoren, plantsoen en bloemenschat De Drommedarisklokken, die klingelen tevreeJa, daar wil ik wonen, daar dicht bij de zee
Wij hebben ook een meidenmarkt,een hel en vagevuur.Een Exter- en een Kwakerspad,en langs de zee een muur.Daar ben je aan de buitenkant,waar oude vissers staan.Vertellend hoe't in vroeger tijd,met vissen is gegaan.
Refr:
Et Suud, dat is de vissersbuurt,daar zie je ’t K rabbersgat.Daar hoor je namen als De Does,De Garneel en De Kat.O, stadje aan het IJsselmeer,ik vind jou wonderschoon.Jij bent op aarde toch de plek,waar ik het liefste woon.
Refr:
Het mooi van Neerlands stedenschoon,
is hier in al zijn pracht.Een Spaans kanon uit vroeger tijd,houdt voor 't stadhuis de wacht.Een vestingwal omringt de stad,een gordel van smaragd.Het riet buigt statig in de wind,in d'oude vestinggracht.
Refr:Ja, dat is Enkhuizen, de HaringstadMet zijn zuidertoren, plantsoen en bloemenschat De Drommedarisklokken, die klingelen tevreeJa, daar wil ik wonen, daar dicht bij de zeeJa, daar wil ik wonen, daar dicht bij de zee
Patsy 51
Vlak bij de haven staan heel oude huizenSomber en donker, bouwvallig en koudDaar woont een meisje, ze noemen haar PatsyZij is het meisje dat veel van me houdt
Kaal en versleten zijn Patsy haar klerenOndanks die kleren hoort Patsy bij mijThuis wil geen mens van m'n meisje iets wetenToch gaat m'n liefde voor haar nooit voorbij
Patsy, 'k hoor toch bij jouNooit wil 'k een ander als vrouwOok al woon je in 'n krotMet de huisdeur kapotJe weet toch hoeveel 'k van je hou
Iedere nacht lig ik rust'loos te dromen'k Zie hoe je wacht in die sombere straatDenkend dat ik niet meer bij je zal komenMaar als ik kom is 't misschien al te laat
Laatst vroeg een buurman heel zachtjes aan vader"Ken jij die Patsy, ze kwam wel eens hier't Meisje is droef aan haar einde gekomenGisteren vond men haar in de rivier"
Patsy, 'k hoor toch bij jouNooit wil 'k een ander als vrouwM'n geluk is voorbijJij bent niet meer bij mijPatsy, straks kom ik bij jou
Rode rozen 52
Rozen op trouwdag, dat is lang geleeToch mag je zo'n dag nooit vergetenMaar, de drukte van 't leven dat brengt 't vaak meeDat moet je elkaar maar vergevenMaar dit is de dag en wij vieren het feestOp 't samenzijn zovele jarenEn hier zijn je rozen, het zijn er echt veelIk heb lang genoeg kunnen sparen
Refr: Rode rozen, door mij gekozen Voor de schat waar ik zoveel van hou Rode rozen, door mij gekozen Voor jouw liefde en je trouw Heel je leven aan mij gegeven En aan heel de kinderschaar Daarom krijg je rode rozen Een rode roos voor elk jaar
De roos van m'n leven was jij steeds, m'n schatIk heb ze geplukt in de jarenMaar een roos met een doorntje kwam ook op ons padMaar dat zullen wij samen bewarenWij delen steeds samen in lief en in leedLaat ons nu samen verpozenIk ben heel alleen naar een winkel gegaanIk kocht daar voor jou deze rozen
Refr:
Heel je leven aan mij gegevenEn aan heel de kinderschaarDaarom krijg je rode rozenEen rode roos voor elk jaarEen rode roos voor elk jaar
Sierra Madre del sur 53
Als de morgen komtEn het zonlicht de aarde weer raaktKijken mensen omhoogWaar die machtige Sierra ontwaaktEn eenzaam vervolgt een witte condor zijn reisAls een groet aan de zon klinkt dan een oude wijs
Refr:Sierra, Sierra Madre del SurSierra, Sierra Madre,oh,ohSierra, Sierra Madre del Sur, Sierra, Sierra Madre
Als het werk is gedaanAlles vredig in `t avondrood ligtZien de mensen daar hoog die Sierra, een prachtig gezichtMaar zij denken eraan hoe snel het geluk kan vergaanEn uit duizend harten zwelt dat lied weer aan.
Refr: Sierra, Sierra Madre del SurSierra, Sierra Madre…… oh.. oh-oh-ohSierra, Sierra Madre del SurSierra , Sierra Madre ……oh..oh
Sierra, Sierra Madre del SurSierra, Sierra Madre…… oh.. oh-oh-ohSierra, Sierra Madre del SurSierra >> Sierra Madre >>
Laatste regel langzaam
Sneeuwwitte vredesduif 54
Kom sneeuwwitte vredesduifSla nu je vleugels uitVlieg met je mee over land over zee Jij kent ieder plekjeZwijg barend gelukDat waar jij ook gaatIs een hemelse vluchtJij zoekt naar de vrijheidGeen storm is te zwaarDaarom vraag ik jouMaak mijn droom nu toch waar Refr:
Iedereen kent jouVan New York tot ShanghaiZien ze jou in de luchtHeel de wereld die zwaaitOp zoek naar wat liefdeWees jij me de wegJij bent als een engelHeeft mijn moeder gezegd Refr: Je bent vaak bezongenIn ieder taalHet symbool van de vrijheidKennen wij allemaalDaarom klein kameraadjeKom even bij mijWant ik heb een vraagMaak me eventjes blij Refr: Over land over zee (vrouwen laag)
Over land over zee (mannen laag)
Over land over zee (allen hoog)
Sophietje 55
Zij dronk ranja met een rietjeMijn SophietjeOp een Amsterdams terrasZij was Hollands als 't grasAls een molen aan de plasIk wist niet wat ik moest zeggenUit moest leggenIets wat Cupido wel weetDat ze mij meteen iets deedMeteen iets deed
Refr:.: Ik zag meisjes in Parijs en in Turijn In Helsinki, in Londen en Berlijn Waar ik op de wijde wereld was Zij mochten er wel zijn Maar de mooiste van de mooiste is Sophie In de liefde is zij zeker een genie Want een meisje als Sophietje is een lentesymfonie
In haar stem hoor ik een liedjeMelodietje't Is een liedje met een lachDat ik hoor sinds ik haar zagSinds ik haar zag
Solo
Refr:
Zij dronk ranja met een rietjeMijn SophietjeOp een Amsterdams terrasToen wist ik dat mijn SophieDe liefste was
Twee reebruine ogen 56
Een blond gelokte jonge jager.Kwam ’s morgens van de jacht terug.Een lieve meid, naar schatting achttien lentes.Ontmoette hij daar bij de brug.
Refr:: Twee reebruine ogen, die keken de jager aan.Twee reebruine ogen, die hij niet vergeten kan.Twee reebruine ogen, die keken de jager aan.Twee reebruine ogen, die hij niet vergeten kan.
Ze zouden over twee jaar trouwen.Doch nauw’lijks waren zij vereend.Toen moest hij weg naar ’n andere betrekking.Ver weg en zij heeft zo geweend.
Muzikale solo (half refr:.)
En weder ging ter jacht de jager.Ontmoette toen een schuwe ree.Hij wilde op dat ed’le dier gaan schieten.Legde an, maar schudde toen van nee.
Refr::
Veelbittere tranen 57
Veel bittere tranen Die huil ik om jouMijn hart zal nog breken van spijt en berouw Veel bittere tranen Die wissen niet uit Dat jij me beloofde Ik word eens je bruid
Vaarwel m'n allerliefste schat Vaarwel de droom die ik gist'ren nog had Geluk dat maakte plaats voor verdriet Al zijn we nog vrienden Dat troost me toch niet
Veel bittere tranen Die huil ik voor jou Al gaan ook de jaren Mijn hart blijft je trouw
Solo
Veel bittere tranen Die wissen niet uit Dat jij me beloofde Ik word eens je bruid
Vaarwel m'n allerliefste schat Vaarwel de droom die ik gist'ren nog had Geluk dat maakte plaats voor verdriet Al zijn we nog vrienden Dat troost me toch niet
Veel bittere tranen Die huil ik voor jou Al gaan ook de jaren Mijn hart blijft je trouw
Vuile Huichelaar 58
Refr:.: Vuile huichelaar, pak jij je koffer maar En verdwijn voorgoed uit m'n leven Vuile huichelaar, ga alsjeblieft naar haar En vergeet niet mij de sleutel terug te geven
Op zoek naar geluk vond ik jou in die kroegJe hebt me die nacht zo bemindIk dacht "'t is voorbij, al die nachten alleenIk heb weer een vent en 'n vriend"'t Feest duurde kort, want al binnen een maandHad jij weer een nieuwe vriendinMaar ik heb je door en ik gooi je d'r uitJe komt er bij mij nooit meer in
Refr:.
Jij speelt met gevoelens en lacht om verdrietJij gaat steeds opnieuw weer op jachtJij liegt en bedriegt elke weerloze vrouwJij steelt als een dief in de nacht
Refr:.
En vergeet niet mij de sleutel terug te geven
Vragende kinderogen 59
Refr:
Vragende kinderogen kijken hun mammie aan.Waar is mijn pappie gebleven, is hij voorgoed weggegaanVragende kinderogen vertellen van verdriet.Maar dat jij ons hebt bedrogen, begrijpen ze nog niet.
Vijf mooie jaren, gingen voorbij.Jij was een vader, voor je kind en voor mij.Toch koos jij een ander, je liet ons alleen.En die kinderogen vragen steeds, waarom ging pappie heen.
Refr:.
Ogen die vragen, telkens maar weer.Waar blijft mijn pappie, wanneer zie ik hem weer.Jij hebt ons verlaten, je bleef ons niet trouw.En die kinderogen vragen weer, waar blijft m’n pappie nou.
Refr:.
SOLO Vragende kinderogen vertellen van verdriet.Maar dat jij ons hebt bedrogen, begrijpen ze nog niet.
Westfriesch Volkslied ( west - friezenlied ) 60
Weer de golfies kabbele langs ut Oiselmeer,hurke achter doike veule dorpies neer.Deer is oôs West-Friesland land van veld en waai,weer de bolle bloeie in un bonte raai.Ja, deer wil ik weune land van sloôt en riet,Dat is oôs West-Friesland dat vergeet ik niet.
Weer de leêuwrik zun skoônste zange zingt,weer des seivens oftig teer u t 'Angelus' klingt.Dat is oôs West-Friesland met zun bonte vee,Bloeie skône tullepe as un lentefee.Hier en deer een môlen as een wachter staat,Dat is oôs West-Friesland dat ik nooit verlaat.
Weer de winter alles hult in witte sneêuw,weer wiekend zoekt un witte zulvermeeuw.Weer langs gladde bane jong West-Friesland zwiert,langs de doôie akker weer gien bloem meer tiert.In ut skône skoinsel, mooier nag den ooit,dat is oôs West-Friesland, dat vergeet ik nooit.
Witte Rozen 61
Jantje was een kleine kleuter,'t Enigst kindje, teer verwendEn op zekere dag zei moeder"Hoor 'ns even, lieve ventAls je zoet bent komt er spoedigEen zusje of een broertje bij"Nou, dat was wel wat voor JantjeEn 't ventje zei toen blij"Wanneer er een klein zusje kwamKreeg zij van mij wat moois, zeg mam"
Refr:.: Dan gaat m'n spaarpot open, dan krijgt die schattebout Een boeketje witte rozen, waar mam ook zo van houdt
Toen de ooievaar verwacht werdMoest Jan met zijn tante meeEn was daar toen voor een nachtjeDe zo vrolijke loge Voor 't geld uit Jantjes spaarpotJa wel tien keer nageteldWas er in een bloemenwinkelEen heel lief boeket besteldEn 's nachts in bed nog in z'n slaapZei in z'n droom die kleine knaap
Refr:
De and're morgen, bij z'n thuiskomstDacht Jan: He wat vreemd vandaagDe gordijnen zijn, zie toch eensNu nog helemaal omlaag"Snikkend sprak z'n vader: "Jantjeje hebt nu geen moesje meerZe ging vannacht met klein zusjeWeg naar Onze Lieve Heer"En zachtjes legde Jan 't boeketOp 't dode zusje in het bed
En wenend zei toen Jantje, ‘k bracht witte roosjes meeHier mam, hier lief klein zusje, die zijn voor jullie twee"
daarna: voorlaatste regel neuriën en laatste regel zingen
West Zuid west van Ameland 62
West zuud west van Ameland, daar leid een kolkje diep Daar vangt men schol en schellevis, maar mooie meisjes niet.
Refr: Hoog is de zolderLaag is de vloer Mooi is het meisje Maar lelijk is d`r moer
`T is haring of paling Of verse kabeljauwJe mag er niet van eten Je hartje is te flauw.
Hoooooog ja hoog ja hoogDe ballast die is droogMaar onder op de grondIs hij zo nat als stront
Refr:.
Als ik terug naar zee weer ga,is `t einde van het feestDe meisjes zijn gelukkig,als ik weer ben geweest
Het was een vruchtbaar jaar dat jaar,het was een vruchtbaar jaar.Dat alle vrouwen kraamden moest,en ik de vader waar.
Refr:.
Dit is het einde van ons liedEen lied zonder moraal,Maar als we straks naar huis toe gaanDan zingen we allemaal
Refr:
Zilverdraden tussen ’t goud 63
Lieveling, ik word nu oud, hoorKijk eens naar mijn grijze haarNeen, schud daar nou nooit je hoofd voorIk zie elke dag een paarLangzaam aan verdwijnt de levenslachLangzaam aan komt d'oude dagZilv’ ren draden tussen 't goudJa, mijn schat, wij worden oud
Ja, mijn vrouwtje, j' hebt gelijk hoor't Leven was niet enkel zonMaar ons harte werd er rijk doorEn die rijkdom overwonEn al komt er zilver tussen 't goudJij wordt voor mij nimmer oud'k Zie jou altijd voor mijn geestZo je vroeger bent geweest
Altijd zul jij voor mij blijven't Meisje met het gouden haarDat portret zit diep in 't harteNee, laat nu die traantjes maarIn verdriet smolt beider hart ineenSchoner denkbeeld is er geenZiel is eeuwig al wordt 't lichaam oudAl komt zilver tussen ’t goud (laatste regel langzaam)
Zuiderzeeballade 64
Dames: Opa, kijk ik vond op zolder'n Foto van een ouwe bootIs dat nog van voor de polderVan die oude vissersvloot
Heren: Jochie, dat is een gelukkieIk was dat prentje jaren kwijt'k Heb nu weer een heel klein stukkieVan die goede ouwe tijd
Allen: Daar is het water, daar is de havenWaar j'altijd horen kon "we gaan aan boord"De voerman laat er nou paarden dravenEn aan de horizon leit EmmeloordEens ging de zee hier te keerMaar die tijd komt niet weerZuiderzee heet nou IJsselmeerEen tractor gaat er nou greppels graven'k Zie tot de horizon geen schepen meer
Heren:Kijk, die jongeman ben ikkeJa, ikke was de kapitein, Hiero, en die grote dikkedat moet malle Japie zijn
Dames: Opa, en die blonde jongenVooraan bij de fokkeschootOpa, zeg nou wat
Heren: Die jongen is je ome, die is dood
Allen: In 't diepe water, ver van de havenIn die novembernacht, voor twintig jaarDoor 't brakke water is hij begravenMaar als ik nog even wacht zien wij elkaar
Toen ging de zee zo te keerIn een razend verweerOngestraft slaat niemand haar neerNu jaren later hier paarden dravenZie ik de hand en macht van onze Heer
Waar is het water, waar is de havenWaar j'altijd horen kon "we gaan aan boord"De voerman laat er z'n paard nou dravenEn aan de horizon leit EmmeloordEens ging de zee hier te keerMaar die tijd komt niet meer't Water leit nou achter de dijkWaar eens de golven het land bedolvenGolft nou een halmenzee, de oogst is rijp
Zwarte slaven 65
(eerste 2 coupletten zachtjes zingen)
Zwarte slaven, het uur van de vrijheid breekt aanIn je hart zal de zon dan eeuwig schijnenZwarte slaven, het uur van de vrijheid zal slaanEn je ziel en je lichaam zijn vrij van slavernij
Zwarte slaven, de wereld zal u verstaanDat een huidskleur geen hindernis mag wezenZwarte slaven, de volkeren zijn broeders voortaanJa, de mensen zijn allen gelijk, zij arm of rijk
Want een man is geen man als hij de vrijheid niet kentNee zo'n man, nee zo'n man is nooit tevreden (zachtjes)Want een man is pas man als men de vrijheid hem schenktIs hij vrij, is zijn leed voorgoed voorbij (zachtjes)Laat de wereld het overal horenDat geen mens ooit als slaaf werd geboren
Zwarte slaven, het uur van de vrijheid breekt aanEn de tijd van verdriet is voorbij, want jij bent vrijJij bent vrij, jij bent vrijAl je leed is voorbijJij bent vrij, jij bent vrijAl je leed is voorbijJij bent vrij, jij bent vrij (zachtjes)
Zwarte zigeuner 66
Refr:: Oh zwarte zigeuner Kom speel mij iets voor Toe speel mij het lied wat ik Het liefste hoor Oh zwarte zigeuner Speel net als die keer Dan komt in mijn fantasie Mijn liefste weer Speel mij met heel je hart Dat oud refrein Dan kan ik even weer gelukkig zijn Oh zwarte zigeuner Kom speel mij iets voor Toe speel mij het lied Dat ik het liefste hoor
Liefde is vaak kort van duurAls dromen in de meiWant aleer je het goed beseftIs zo'n droom voorbijMaar in de herinneringLeeft ook een droom soms voortAls na jaren je een oud lief wijsje hoort
Refr:
SOLO: (half refrein)Speel mij met heel je hartDat oud refreinDan kan ik even weer gelukkig zijnOh zwarte zigeunerKom speel mij iets voorToe speel mij het liedDat ik het liefste hoor
Drommelse jongen 67
Jantje was fout want hij klom op het dak Hij scheurde z`n broekie van z`n zondagse pakEn s`avonds toen hij thuis kwam riep hij om de deurAch, moesje wees niet boos in m`n broekie zit een scheur
Refr:Drommelse jongen wat heb je gedaanJe zondagse pak is geheel naar de maanJij komt vanavond de deur niet meer uitJe broekie is gescheurd en je hempie hangt er uit.
Refr:
Jantje werd groter zijn schooltijd was voorbijEn Jantje zocht een meisje voor de vrijerij En midden in de nacht na zijn eerst avontuurWeerklonk opeens de stem van zijn moeder door de buurt.
Refr:
Jantje was getrouwd ging een avond aan de zwierBezocht vele kroegen en meisjes van plezierEn s`morgens toen hij thuis kwam zat rechtop in haar bedZijn vrouwtje met de deegrol en toen begon de pret.
Refr:
Jantje werd opa een kleinkind kwam er bijHij hield precies als opa van aandachttrekkerijWant hij werd ook een jongen die om `t leven gafEn aandacht voor de meisjes was ook voor hem geen straf
2x Refr:DanJe broekie is gescheurd en je hempie hangt er uit
Keetje Tippel 68
Ze woonde in de sloppen van het oude AmsterdamWaar nooit een zonnestraaltje haar venster binnenkwamGedreven door de armoe werd zij prostitueeEn voor een handvol centjes ging zij met ieder mee.
Refr:Haar naam was Keetje Tippel omdat zij op de straatHaar lichaam moest verkopen, in `t donker `s avond laatZij leefde van de zonde, maar toch was zij niet slechtDaarom kwam Keetje Tippel aan het eind nog goed terecht.
Maar toen kwam in haar leven een jonge blonde heldHij hield wel veel van Keetje maar meer hield hij van geldZij gaf hem al haar liefde, maar hij bleef haar niet trouwWant hij zei tegen Keetje: ik neem een rijke vrouw.
Refr:
Toen moest ze weer de straat op, `t was daar dat zij hem zagTijdens de revolutie, gewond als hij daar lagHet was een man van adel, hij stierf al na een jaarZijn huis en al zijn rijkdom vermaakte hij aan haar
Solo (eerste 2 regels refrein)
Zij leefde van de zonde, maar toch was zij niet slechtDaarom kwam Keetje Tippel aan het eind nog goed terecht.Daarom kwam Keetje Tippel aan het eind nog goed terecht
Dat kan allenig maar in Amsterdam 69
Waar kan je nog lachen, waar kan je nog huilen, in AmsterdamHij is nog te horen die Westertoren, in AmsterdamWaar geveltjes blijven en boten nog drijven, in AmsterdamJe hoort orgelklanken en honden die janken, in Amsterdam (laag)
Refr:Dat kan allenig maar in Amsterdam,Amsterdam, AmsterdamDat kan allenig maar in Amsterdam, Amsterdam, Amsterdam
Een kraampie met vissen en tulpen uit Lisse, in AmsterdamEr zijn altijd scherven toch wil ik er sterven, in AmsterdamMet duizenden taxi `s en honderden actie `s, in AmsterdamWat is het toch fijn om in Mokum te zijn, in Amsterdam (omhoog)
Refr:
Solo
Dat kan allenig maar in AmsterdamAmsterdam, Amsterdam. hatsjee
In de haven klinkt een lied 70
Zij was pas vijftien jaar en verwacht niet te veel van `t levenWant zij danst in een kroeg, waar de gasten haar kijkgeld voor gevenZij draait er op de maat van een kleine walsmusetteSoms tolt zij van de slaap, maar geen zeeman die daar nog op let.
Refr:In de haven, klinkt een lied door de nachtIn de haven, waar`t leven dan even lachtZorgen spoelen weg met `t bierEn `t meisje zorgt voor dansplezierIn de haven, klinkt een lied door de nachtIn de haven, waar `t leven dan lachtEven is alles vergetenAls `t walsje weer klinkt en `t meisje weer zingtIn haar dans voor die nacht.
Zij heeft alleen de kroeg, want de zee heeft haar vader begravenDaarom wil zij niet weg uit het ruige rumoer van de havenHier denkt zij vaak aan hem, als een zeeman haar verhaaltHoe zwaar z`n leven is, en ze danst, ook als hij niet betaalt
Refr:
Solo
Zorgen spoelen weg met `t bierEn `t meisje zorgt voor dansplezierIn de haven klinkt een lied door de nachtIn de haven, waar `t leven dan lachtEven is alles vergetenAls `t walsje weer klinkt en `t meisje weer zingtIn haar dans voor de nacht
Rood, rood, rood, zijn de rozen 71
Als de avondzon weer langzaam ondergaatEn de eerste ster daar aan de hemel staatDan kom ik thuis mijn lief, bij jouJij bent voor mij wat ik steeds wouDaarom zing ik dit rozen lied voor jou
Refr: 2 XRood, Rood, Rood, rood zijn de rozenRozen die ik aan jou wil gevenZoveel geluk dat laat ons staanEn bij het licht van de maan fluister ik straks jouw naam.
En de maan die knijpt zijn beide oogjes toeHet is precies als bij ons eerste rendez-vousIk wil jou nooit meer laten gaanJij bracht geluk in mijn bestaanMijn liefste ik ga nooit bij jou vandaan.
Refr: 2X
De Zoon Van De Smokkelaar 72
Refr:M'n kleine Jan eens zul je wetenVan heel z'n leven vol gevaar.Je moet je vader nooit vergetenAl was hij maar een smokkelaar.
Kleine Jan zat stil te wachtentot z'n vader komen zou.Telkens vroeg hij aan z'n moederMammie waar blijft pappie nou.Jantje zag dat moeder bleek wasNiet in haar gewone doen.Tranen blonken in haar ogenEn ze snikte met een zoen.
Refr:
Daags daarop werd Jantjes vaderOp een draagbaar thuis gebracht.Iemand praatte over smokkelenIn de afgelopen nacht.Vader kon nog zachtjes fluisteren't schot was raak nu is 't voorbij.Kon het smokkelen niet latenDenk nog af en toe aan mij.
SoloJe moet je vader nooit vergetenAl was hij maar een smokkelaar.
"De Woonboot" 73
Nelis en Leentje dat waren twee mensenHeel doodgewoon en net als de restZe wilden graag trouwen maar hadden geen woningEn daaraan had Leentje geweldig de pestMaar op een dag toen moest het gebeurenZe kochten een bootje 't was wel geen prachtMaar het kon hun niet schelen, ze waren gelukkigEn legden hun bootje bij ons in de gracht
Refrein:En we hebben een woonboot, hij ligt in de AmstelWe hebben een schuitje, "t is ons ideaalEn ben je een keertje bij ons aan de AmstelKom dan in ons bootje gerust allemaal
Maar op een morgen zei plotseling NelisKijk nou eens Leentje hoe dat nou toch komtIk zit hier verdorie met m'n voeten in 't waterEr zit een gat als een vuist in de rompHet water steeg snel en de meubels die drevenDe kans op verdrinking die was toen heel grootWant geen van beiden konden ze zwemmenZe dreven de deur uit op een tafelpoot
RefreinWe hebben de schuit naar de helling getrokkenDaar stopten ze heel vakkundig het lekLeentje kon toen haar meubels gaan poetsenWant de stof van de cluppies zag blauw van de drekMaar ze lagen niet lang bij ons in de AmstelToen kwam er een smeris zo een met een petHij zei, jullie moeten hier wegwezen mensenJullie hebben de Amstel met dat bootje besmet
Refrein:We hebben de schuit uit de Amstel getrokkenZe protesteerden maar 't gaf hen geen bietWant je moet weten 't is "Jan met de Pet" maarDie moeten ze hebben, en de groten dus niet
Refrein 2x
Huilen Is Voor Jou Te Laat 74
Huilen is voor jou te laat, ik kom niet meer. Wacht maar niet op mij, het is de laatste keer. Dat je mij bedrogen hebt, het is te laat. Want mijn liefde voor jou dat is nu toch enkel haat.
Alles wat ik had gaf ik aan jou alleen. Maar je ging toch steeds weer naar die ander heen Nooit kom ik nog terug bij jou zoals weleer. Huilen is nu voor jou te laat, nee ik kom niet meer.
Ik hoop dat jij gelukkig met die ander bent. Ik heb die mooie uren ook met jou gekend. Maar eens dan komt de dag voor haar net als voor mij. Wat jij liefde noemt dat gaat ineens voorbij.
Alles wat ik had gaf ik aan jou alleen. Maar je ging toch steeds weer naar die ander heen Nooit kom ik nog terug bij jou zoals weleer. Huilen is nu voor jou te laat, nee ik kom niet meer
Huilen is nu voor jou te laat, nee ik kom niet meer
Ik ben moeders mooiste niet 75
Refr:Ik ben moeders mooiste nietMaar dat doet me geen verdrietLaat de leuteraars maar zwijgenKan nog altijd verkering krijgenIk ben moeders mooiste nietMaar dat doet me geen verdrietDus ik trek me er niets van anAls ik wil heb ik zo een man
Truitje had vaste verkeringEn het huwelijk kwam naderbijDoch na een hevige ruzieWas ze plotseling weer vrijMaar Trui raakte niet van slagWant ze zong met een blijde lach
Refr :
Truitje ging toen verder zoekenOm een man aan de haak te slaanZocht toen in zaken en kroegenMaar geen man stond er vooraanMaar Trui raakte niet van slagEn ze zong met een blijde lach
Solo : (eerste 4 regels refrein)
Ik ben moeders mooiste nietMaar dat doet me geen verdrietDus ik trek me er niets van anAls ik wil ben ik zo getrouwd
Jou hart is als chocolade 76
Jij bent zo zoet als marsepein
Daarom wil ik zo graag bij je zijn
Zit het soms eventjes tegen, dan trek je mij er doorheenWil ik je daarvoor iets geven, omdat ik dat dan ook meenZeg jij m'n schat, dat is liefde, 't is toch nooit anders geweestDat zijn nou die kleine dingen, met jou is het leven een feest
Jouw hart is net als chocolade, het is zo zoet als marsepeinSoms smelt je weg als ik jou aankijk, daarom wil ik zo graag bij jou zijnJij bent voor mij de Mona Lisa, het allermooiste schilderijDe hele wereld mag het weten, ja mijn geluk, mijn geluk dat ben jij
Jij bent zo zoet als marsepein
Daarom wil ik zo graag bij je zijn
Is het wat stil, ga je zingen, iedereen vrolijk jij opOf weer een geintje verzinnen, jij zet de boel op zijn kopJij laat me steeds van je dromen, iedere nacht steeds maarweerJij laat mijn bloed sneller stromen, dan gaat het van binnen tekeer
Jouw hart is net als chocolade, het is zo zoet als marsepeinSoms smelt je weg als ik jou aankijk, daarom wil ik zo graag bij jou zijnJij bent voor mij de Mona Lisa, het allermooiste schilderijDe hele wereld mag het weten, ja mijn geluk, mijn geluk dat ben jij
Jouw hart is net als chocolade, het is zo zoet als marsepeinSoms smelt je weg als ik jou aankijk, daarom wil ik zo graag bij jou zijnJij bent voor mij de Mona Lisa, het allermooiste schilderijDe hele wereld mag het weten, ja mijn geluk, mijn geluk dat ben jij
Jij bent zo zoet als marsepein
Daarom wil ik zo graag bij je zijn
Mammie toe drink niet meer 77
Een jochie van amper zes jaren, liep `s nachts in zijn eentje op straatHij was uit zijn bedje gekomen en miste zijn moeder zo laatHij liep de cafés af te zoeken, opeens zag hij ze door een ruitZe zat aan de bar weer te drinken, met huilende stem riep hij luid.
Refr:Mammie toe drink niet meer, beloof mij nu toch eens een keerJe liet me weer alleen in huis, waarom blijf jij bij mij niet thuisMammie toe drink niet meer, ik ben zo bang alleenKan jij de drank niet laten staan, waarom ga jij steeds heen.
Je hoort toch `s nachts bij mij te blijven ik ben bang alleen in ons huisStop toch eens met al dat drinken op straat loopt `s nachts heel veel gespuisStraks gebeuren er vres’lijke dingen en ik heb geen mammie meerAlleen kan ik thuis toch niet blijven, ik huil daar weer iedere keer.
Refr: Eerste twee regels neuriën, daarna:
Mammie toe drink niet meer, ik ben zo bang alleenKan jij de drank niet laten staan, waarom ga jij steeds heen.Kan jij de drank niet laten staan, waarom ga jij steeds heen.
Mannen 78
Alleen de vrouwen: Mannen ik heb sommige gehaat, en andere aanbedenMijn jeugd is door de tijd, van mij afgegledenHoe vaak werd ik bedonderd, hoe vaak al ging het misWaar vind ik ooit die ene man, die echt mijn gabber is.
Refr: Allen:
Het is steeds weer de verkeerde, die ik op een voetstuk zetHet is steeds weer de verkeerde, die mij wakker houd in bed Hij tilt me in de hemel, maar later komt de helZo fluistert hij ik hou van jou, zo roept hij weer vaarwel.
Alleen de vrouwen: Mannen mijn lucht kastelen zijn, verbleekt door al die jarenDat dromen breekbaar zijn, heb ik genoeg ervarenPraat hij niet van illusies, die blijven maar zo kortZe vluchten door het open raam, nog voor je wakker wordt.
Refr: Allen: Alleen de vrouwen: Mannen het is een en al gespuis, t`zijn boeven en schavuitenMaar heel diep in mijn hart, kan ik er toch niet buitenNeemt hij me in zijn armen, zo`n jofel stuk verdrietMoet ik me zelf bekennen, dat ik intens geniet.
Allen La la la la: enz , totHij tilt mij in de hemel, maar later komt de helZo fluistert hij ik hou van jou, zo roept hij weer vaarwel.Het is steeds weer de verkeerde, die ik op een voetstuk zetHet is steeds weer de verkeerde, die mij wakker houd in bed Hij tilt mij in de hemel, maar later komt de helZo fluistert hij ik hou van jou, zo roept hij weer vaarwel.Zo fluistert hij ik hou van jou, zo roept hij weer vaarwel.
Twee armen en een zoen 79
‘t Feest is al begonnenDe obers draven rond‘k zie uitgelaten mensenZe dansen zich gezondMaar dan zie ik jou daar zittenJe huilt en zit dan stil‘k ga naar je toe en fluisterDat ik je troosten wil
Refr:Tranen droog je niet met zakdoeken alleen‘t gaat veel beter met twee armen om je heenGeen mens kan in z'n eentje overlevenGeef mij de kans je weer wat liefde te gevenTranen droog je niet met zakdoeken alleen‘t gaat veel beter met twee armen om je heenTwee armen en een zoenDie kunnen wonderen doenHou mij maar vast dan voel je wel wat ik bedoel
Jouw ogen staan somber als bloemen die verdordEn eenzaam staan te wachten totdat het voorjaar wordtIk wil ze weer zien glanzen als sterren zilverzachtAls ik jou stevig vast hou dan lukt het nog vannacht
Refr:
Twee armen en een zoenDie kunnen wonderen doenHou mij maar vast dan voel je wel wat ik bedoel...
Het huisje bij de brug 80
Het dorp is allang niet meer dat leuke plaatsje van toenMet zijn kerkje, zijn pleintje, zijn stadhuis en plantsoenEn het mooiste van die tijd daar denk ik vaak nog aan terugDat huisje dat huisje daar vlakbij die brug
Eens per jaar ga ik terug naar dat huisje bij de brugWaar ik speelde als kind elke dagEens per jaar ga ik terug naar dat huisje bij de brugWat ik altijd in mijn leven als het mooiste plekje zag
Ik denk nog vaak aan die winkel waar je snoep kocht voor een centWat was je tevreden wat was je verwendMaar als ik terug kon in de tijd en ik mocht 1 ding overdoenDan ging ik toch weer terug naar dat huisje van toen
Eens per jaar ga ik terug naar dat huisje bij de brugWaar ik speelde als kind elke dagEens per jaar ga ik terug naar dat huisje bij de brugWat ik altijd in mijn leven als het mooiste plekje zag
Maar het dorp groeide verder, het lijkt wel een stadVeel van wat ik lief had verdweenMaar gelukkig is een ding uit die dagen gespaardHet huisje bij de brug, dat bleef nog bewaard.
Eens per jaar ga ik terug naar dat huisje bij de brugWaar ik speelde als kind elke dagEens per jaar ga ik terug naar dat huisje bij de brugWat ik altijd in mijn leven als het mooiste plekje zag
In den vreemde (verlaten). 81
Hij liep maandenlang op de keienEn de toekomst bood hem geen bestaanZ'n oudjes, die hadden 't amperDus, zo'n leegloper was niks gedaan
Toen ging hij naar de kolonialen't Was uit wanhoop, en zette z'n pootZe wuifden hem na van de kadeEn hij neuriede stil op de boot
refrein:Ver van alles waarvan ik heb gehoudenZwerf ik nu rond in alle eenzaamheidDie ik heb liefgehad, zal ik nooit meer aanschouwenVergeet mij niet, en denk van tijd tot tijdEen ogenblik aan mij, die in de vreemde lijdt
Hij was driekwart oud en versletenToen men hem z'n pensioentje aanboodToen kwam hij terecht in de kampongWant z'n oudjes, die waren lang dood
Z'n meid was getrouwd met een anderDus, gebroken was iedere bandMaar toch denkt hij soms bij de herin'ringAan z'n oudjes, z'n meid en z'n land
Ver van alles waarvan ik heb gehoudenZwerf ik nu rond in alle eenzaamheidDie ik heb liefgehad, zal ik nooit meer aanschouwenVergeet mij niet, en denk van tijd tot tijdEen ogenblik aan mij, die in de vreemde lijdt
Solo
Vergeet mij niet, en denk van tijd tot tijdEen ogenblik aan mij, die in de vreemde lijdt
Medley 82
Ach vaderlief toe drink niet meerIk vroeg het al zo’n menige keerWant moesje lief huilt telkens weerAch vaderlief toe drink niet meer
Ze woonde in de sloppen van het oude AmsterdamWaar nooit een zonnestraaltje haar venster binnenkwamGedreven door de armoe werd zij prostitueeEn voor een handvol centjes ging zij met ieder mee.Haar naam was Keetje Tippel omdat zij op de straatHaar lichaam moest verkopen, in `t donker `s avond laatZij leefde van de zonde, maar toch was zij niet slechtDaarom kwam Keetje Tippel aan het eind nog goed terecht
Eenzaam ligt onder een brug van ParijsIn de nacht een clochardKom is zijn rug en zijn kleren zijn stukVuil en grijs is zijn haarOnder een deken van krantenpapier,Ligt hij daar, oud en grijs.Niemand kijkt naar die oude clochard,Onder de brug van Parijs.Een kleine fout en de chauffeur komt nooit meer thuis
Allen: Ze rijden eenzaam door de nacht, uur na uurDe stoere knuisten, hard als staal, aan 't stuurZe doen hun plicht voor vrouw en kind, ver van huisEen kleine fout en de chauffeur komt nooit meer thuis
Vrouwen: Ze rijden eenzaam door de nacht, uur na uur (mannen herhalen: uur na uur)De stoere knuisten, hard als staal, aan ’t stuur (mannen herhalen: aan ’t stuur)
Allen: Ze doen hun plicht voor vrouw en kind, ver van huisEen kleine fout en de chauffeur komt nooit meer thuis Een kleine fout en de chauffeur komt nooit meer thuis (mannen herhalen: nooit meer thuis)
Liefde is 83
Zolang het zonnestralen regent uit het blauwHou ik toch elke dag een beetje meer van jouZoals een bloem die water krijgteens de mooiste roos zal zijnWerd onze liefde grotermaar begon ook klein refrein:Liefde is net als een roos die bloeit maar nooit verwelken kanaltijd maar verder groeitLiefde is net als een brandend vuurWat niemand doven kanzuiver en puur. Het beste wat ik in me heb dat is voor jouAltijd te weinig omdat ik meer geven wouMaar in mijn hart woont al mijn liefdeNet zolang ik leven zaltwee sterren krijgen onze naam in het heelal Liefde is net als een roos die bloeit maar nooit verwelken kanaltijd maar verder groeitLiefde is net als een brandend vuurWat niemand doven kanzuiver en puur.
Liefde is net als een roos die bloeit maar nooit verwelken kanaltijd maar verder groeitLiefde is net als een brandend vuurWat niemand doven kanzuiver en puur.
Het dorpscafe 84
Dat klein oud cafeetje op 't dorpspleinDaar kan het zo knots gezellig zijnAchter de tap staat tante SjaanDie heeft d'r nooit anders gedaan
Refrein:In 't dorpscafeetje 'De Blauwe Stier' Hela holaDaar drinkt men grote potten bierHela holaDaar ziet men ronde tafeltjes staanHela holaDaar zitten vrolijke gasten aanDie lustig door het leven gaanIn 't dorpscafeetje 'De Blauwe Stier'Daar maken de mensen plezier
Een vaandel, wat bekers van de harmonieJe proeft daar de sfeer van de nostalgieHetzij burgemeester of de pastoorDie zingen gelijk mee in koor
Refrein:
Hallo, tante Sjaan, kom eventjes hierBreng hier nog 'ns een rondje bierDaar is geen gemopper, geen gezeurMen zakt daar gerust lekker deur
Refrein:
SoloDaar ziet men ronde tafeltjes staanHela holaDaar zitten vrolijke gasten aanDie lustig door het leven gaanIn 't dorpscafeetje 'De Blauwe Stier'Daar maken de mensen plezier
Die oude accordeon 85
solo:Als kind heb ik ervan genoten. muziek was iets, als nu de buisMet z'n allen, lekker samen,gezelligheid, dat had je thuisM'n vader speelde op z'n trekkast,en wij, we waren dan het koor't lijkt alweer zo lang geleden,toch is het net of ik het hoor
AllenSpeel nog een keer op die oude accordeon, Speel nog een keer die mooie melodieBreng het leven in huiszoals het toen ook kon,'t is al jaren voor mij een fantasie
Speel nog een keer die liedjes uit m'n kindertijd,'k Zal er altijd heel dankbaar voor zijn't Blijft voor altijd een deel van m'n leven.Waar ik eeuwig heel trots op zal zijn
Vrouwen neurien - tekst wordt gesproken:Speel nog een keer op die oude accordeon Toe, speel nog een keer die mooie melodieen breng het leven in huiszoals het toen ook kon,'t is al jaren alleen een fantasie
Speel nog een keer die liedjes uit m'n kindertijd'k Zal er altijd heel dankbaar voor zijn't Blijft voor altijd een deel van m'n leven,Waar ik eeuwig heel trots op zal zijn .
't Blijft voor altijd een deel van m'n leven,Waar ik eeuwig heel trots op zal zijn