SK oktober 2008

12
Jaargang 25 - Oktober 2008 BAKBROMMERS KIEK’N | HOCKEYBABE NAOMI VAN AS HUISBAZEN FROM HELL | DAGBOEK VAN EEN MAAGD Dichter des Vaderlands maakt poëzie vatbaar

description

Groninger Studentenkrant oktober 2008

Transcript of SK oktober 2008

Jaar

gang

25

- Okt

ober

200

8BAKBROMMERS KIEK’N | HOCKEYBABE NAOMI VAN AS HUISBAZEN FROM HELL | DAGBOEK VAN EEN MAAGD

Dichter des Vaderlandsmaakt poëzie vatbaar

2 Groninger Studentenkrant Apart'ja & Cartoon

Bakbrommers: luidruchtige racemachines die een half fietspad in beslag nemen, bestuurd door krakers met dreadlocks en een grote blaffende hond in de voorbak. Hebben we hier te maken met vooroordelen? De studentenkrant verdiept zich in de ins en outs van de vermeende ‘bakbrommerscene’.

Door Wanda van der Zee en Anke van Ravensteijn

Fotografie: Ewoud Rooks

Kunstacademiestudente Samiya verhaalt enthousiast over haar bakbrommer. ‘Het imago dat we hebben is dat we mensen zijn die een beetje dwars willen zijn, maar ik denk dat het voor veel mensen puur praktisch is. Voor mij is het vooral heel handig voor school, ik kan er gemakkelijk grote kunstobjecten mee vervoeren. Je kunt er de halve inboedel op kwijt en wel dertig kratten bier!’ Nippend aan een kop kruidenthee brengt Samiya het jaarlijkse hoogtepunt van de bakbrommerscene aan het licht, een heuse bakbrommerrace. ‘Er wordt elk jaar in Groningen of Amsterdam een toernooi georganiseerd, waar soms een terrein voor wordt gekraakt. Er komen zo’n tachtig bakbrommerbezitters op af. “Duwen-duwen” is een van de bottere onderdelen van het toernooi. De bakbrommers gaan met de neuzen tegen elkaar staan en dan wordt er zo hard mogelijk gas gegeven om de ander weg te duwen. Een ander onderdeel is de “uurrace”, iedereen gaat dan een uur lang rauzen op een uitgelegd parcours. Door lekke banden en

rondvliegende onderdelen redt de helft het einde niet. Degene die na een uur de meeste rondjes heeft gecrost heeft gewonnen.’ Hilarisch puntje van het toernooi is de hoopvol getitelde ‘toekomstprijs’. Deze is eigenlijk voor de grootste loser van het toernooi, zo van: wie weet wordt het ooit nog eens wat!’ De bakbrommerbezitters kennen elkaar bijna allemaal wel bij naam. Samiya: ‘Het is een beetje een ons-kent-ons cultuurtje. Een aantal gaat met elkaar op de bakbrommer op vakantie of gewoon af en toe even lekker buiten rijden.’ Wat hebben bakbrommerbezitters dan gemeen? ‘Een kenmerk van mensen met een bakbrommer is dat ze allemaal iets met hun handen doen. Er moet namelijk geregeld aan de bakbrommers gesleuteld worden. Af en toe zitten er wel eens wat wannabes tussen, die een complete bakbrommer overkopen en zelf helemaal niets kunnen. Maar als je niet een beetje handig bent, dan wordt het niks.’

Een bakbrommer mag als fiets geparkeerd worden, maar moet wel een kentekenplaatje hebben. Een helm hoeft weer niet. Samiya: ‘We staan regelmatig ellenlange discussies te voeren met politieagenten over het wel of niet verplicht dragen van een helm. Na een belletje met het hoofdkantoor mogen we gelukkig meestal weer doorrijden. Behalve bij motoragenten, die smeren ons dan graag nog een flauwe bekeuring aan de broek, zoals een bekeuring voor een tekort aan bandprofiel.’ Gelukkig kan je met je bakbrommer al dat verloren geld aan bekeuringen terugverdienen. Zo hebben bekenden van Samiya het bakbrommerverhuisbedrijfje ‘Brozem’ opgericht,

voor studenten die voor de Ikea staan en de vers aangeschafte ‘Billy’ toch niet in de achterbak krijgen. Meelopend met Samiya naar haar eigen brommerbakkie raken aan de praat met andere bakbrommer-eigenaren. Een van hen is Markus van Rossum. Van Rossum, tuinman annex kunstenaar, laat vervolgens uitgebreid kletsend en vol trots zijn bakbrommer zien. ‘Het is een echte Gazelle, hij is net veertig jaar geworden. Nee, hij heeft geen naam. Al noem ik hem af en toe “kloteding”, als er weer iets kapot aan is.’ Met deze schattige troetelnaam nemen we afscheid en stappen op onze rammelende tweewielers. Doe mij maar een bakbrommer!

Apar

t’ja

Bakbrommers kiek’n

Voor Samiya is een bakbrommer puur praktisch.

‘Je kunt er wel dertig kratten bier op kwijt!’

Huisbazen from hell: zie pagina 6 en 7Door Peter Valkema

Het gesprek Groninger Studentenkrant 3

‘Ik vrees het zwarte gat niet’

Nog enkele maanden is Groninger Driek van Wissen Dichter des Vaderlands. Een gesprek over derderangs schrijvers, rijmelarij en de angst van huisvrouwen. ‘Men denkt: een dichter, dat zal wel iets raars zijn.’

Door Herwin Thole en Jesper Verhoef

Fotografie: Jan Luursema

Als Van Wissen tijdens het interview merkt dat er foto’s van hem worden genomen excuseert hij zich om even later te verschijnen met strik en jasje. ‘De strik is mijn handelsmerk. Als ik ergens optreed, draag ik er altijd één. Maar in het normale leven niet.’ De dichter laat zich ook graag fotograferen met een glas wijn. Hij geeft toe dat hij daardoor de uitstra-ling van een levensgenieter heeft. Maar een alcoholist is hij beslist niet. ‘Ik schijn een drinkebroer te zijn. De meeste dichters houden wel van een slokje. De kunstenaar heeft over het algemeen het imago van een bohémien, iemand die van het leven geniet. Er zijn veel schrijvers die het grootste gedeelde van hun leven in de kroeg hebben doorgebracht, maar bij mij is dat niet het geval. Ik vind het lekker om zo nu en dan een glaasje te drinken, maar drinkebroer vind ik overdreven.’

Dichter des VaderlandsSinds Van Wissen in 2005 Dichter des Vaderlands werd, zijn de aanvragen voor optredens verdubbeld, vertelt hij. Hij heeft zo’n drie tot vier optredens per week. Deze variëren van literaire avonden, symposia, feesten en andere officiële bijeenkomsten. Ook is hij weleens op tv te zien, maar dat is incidenteel. ‘Een functie als Dichter des Vaderlands is natuurlijk een halve grap, maar het vestigt weer de aandacht op poëzie.’ Van Wissen is niet bang, nadat in januari een nieuwe Dichter wordt gekozen, in een zwart gat te vallen. ‘Ik denk dat je als Dichter des Vaderlands al een bekendheid hebt verworven. Het zal wel iets minder worden, maar het geeft me meer tijd om te schrijven.’ Van Wissen betwijfelt of de nieuwe Dichter des Vaderlands op democratische wijze wordt aangewezen. Zijn opvolger wordt volgend jaar gekozen uit een vooraf

samengestelde lijst met drie dichters. Een commissie van deskundigen stelt in het najaar een kandidatenlijst op. In tegenstelling tot de vorige verkiezing, waar het publiek via internet zijn stem uit kon brengen op iedere willekeurige dichter. Van Wissen: ‘Ik zou willen dat er een ruimere keus was. Drie is wel wat weinig. Ik merk vanuit de organiserende stichting, Poetry International, dat ze niet gelukkig waren met mijn uitverkiezing. Ze proberen nu te voorkomen dat weer zo’n grappige vormvaste dichter wordt gekozen. Het moet weer terug naar de elite van het Westen. Maar ik wacht even af. Als ze verstandig zijn kiezen ze drie heel verschillende dichters. Ik zou het leuk vinden als er één of twee toegankelijke dichters bij zitten. Het moet niet in de elitehoek blijven.’ De zestiger hekelt de visie op dichten van Poetry International. ‘In die kring wordt het als een zonde beschouwd als een dichter rijmt. Ik heb weleens in jury’s gezeten van dichtwedstrijden van middelbare scholieren. Eén van de opdrachten was: je mag niet rijmen. Dat gaat mij te ver. Er is prachtige poëzie geschreven die niet rijmt, maar om het dan gelijk te verbieden vind ik gek.’

Jan met de petDe gedichten van Van Wissen zelf zijn vormvast en rijmen. Ook zijn ze over het algemeen vrij luchtig van toon. Vaak wordt hem verweten Sinterklaasgedichten te schrijven. Van Wissen: ‘Het is half een compliment als mensen dat zeggen. Men bedoelt het negatief. Maar dan zeg ik: doe het maar eens

na. En betrap mij maar op stoplappen of zonden tegen de vorm. Beoordeel de poëzie die ik schrijf. En zeg niet zomaar: iemand die sonnetten schrijft of rijmt, die is een rijmelaar.’ De kritiek is Van Wissen bekend en komt vaak van dezelfde mensen. ‘Jan Blokker, bijvoorbeeld. Het komt altijd uit dezelfde hoek. Ik vraag mij vaak af als ik mensen hoor praten: wat heb jij van mij gelezen? Ik denk niet veel. Ze kletsen elkaar na.’ Hij erkent: ‘Mijn gedichten zijn niet voor de eeuwigheid. Ik schrijf gelegenheidspoëzie: voor een beperkt gezelsschap en een speciaal moment wordt het gewaardeerd. ‘ De Groninger meent dat de Dichter des Vaderlands juist een toegankelijk stijl moet hebben. ‘Je hoeft niet toe te geven aan de grootste domoor, maar het merendeel van de bevolking moet het begrijpen.’ Vorig jaar verscheen een rapport over op welk niveau welke dichters begrepen moesten worden. ‘Ik zit op VMBO-niveau’, zegt van Wissen, ‘maar dat vind ik helemaal niet erg. Begrijpelijke poëzie spreekt de mensen meer aan dan onbegrijpelijke.’ Hij vervolgt: ‘Ik kom regelmatig in de stad en vind het aardig als Jan met de pet op je af komt en zegt: “Dat was een leuk gedicht vanmorgen”. Daar doe je het voor. Dan hebben die

mensen ook door dat poëzie best aardig kan zijn, dat het hen aan kan spreken. Huisvrouwen, ouden van dagen hebben vaak een soort angst: oeh, een dichter, dat zal wel iets raars zijn. En dan krijg je toch na afloop de waardering.’

Derderangs romansIn Van Wissens huiskamer staan twee grote boekenkasten die reiken tot aan het plafond. ‘Op andere plekken heb ik nog meer boeken’, bekent hij. Ruim vijfendertig jaar is hij docent Nederlands geweest. Zodoende is hij goed op de hoogte van de staat van de Nederlandse literatuur. ‘Eén van de voordelen nu ik niet meer in het onderwijs zit, is dat ik niet meer al die derderangs romans hoef te lezen. Giphart en dergelijke is wel aardig, maar het is heel beperkt.’ Van Wissen meent dat er tegenwoordig een hoop rotzooi wordt gepubliceerd. ‘Elke derderangs acteur moet schrijven waarom hij iets gedaan heeft. Of een sporter hoe hij zijn gouden medaille behaald heeft. Hirsi Ali heeft een kinderboek geschreven. Het is fantastisch wat ze heeft gedaan, maar waarom moet zo iemand dan een boek schrijven?’ Enigszins paradoxaal moedigt Van Wissen het wel aan. ‘Het wordt verkocht. Van de winst kunnen de uitgevers de poëzie bekostigen.’ De dichter zelf blijft bij z’n leest. Hij heeft nooit de behoefte gehad om een roman te schrijven. ‘Daar ben ik misschien ook wel te lui voor. Ik ben niet iemand van de lange adem.’ Over het vastleggen van zijn eigen leven is hij ook nuchter. ‘Een biografie komt er voorlopig niet aan. Niemand zit daar op te wachten. Die moet iemand maar schrijven als ik dood ben.’

Volksdichter Van Wissen maakt poëzie toegankelijk

‘Ik ben niet iemand van de lange adem’

PEKINEES ETEN

In China at ik vaak mijn buikje rond,Maar toen ik eenmaal happig wilde wetenHoe het gerecht tussen mijn stokjes heetteKreeg ik als antwoord kort en bondig: hond!

Mijn hemel, ik had zomaar hond gegeten,Besefte ik verschrikt met volle mond,Doch omdat ik de smaak best prettig vondBekroop mij toch de lust om door te eten.

En toen het mormel mij voor ogen stondDat thuis vaak op mijn stoepje had geschetenEn dat ooit na een trap onder zijn kontMijn dure broek aan stukken had geretenEn mij vervolgens bloedig had verwondHeb ik de hond eens lekker teruggebeten.

Driek van Wissen, 2004

4 Groninger Studentenkrant Nieuws & Achtergrond Nieuws & Achtergrond

Steeds minder producten staan in de schappen van de C1000 in Paddepoel. De vestiging wordt begin november overgenomen door Albert Heijn. Wijkbewoners zijn hier niet gelukkig mee. ‘De Albert Heijn zit straks overal.’

Door Herwin Thole

Op de poortjes las de man een simpele slogan: C1000: we hebben er zin in. De vraag is of bezoekers dat nog geloven. De winkel bereidt zich voor op een overname. Twee verbaasde klanten vragen aan een medewerker waarom er nog maar vijf pakken Chocomel in het schap staan. ‘De winkel wordt leger omdat wij een Albert Heijn worden’, moet de medewerker bekennen. In andere schappen staan vaak nog maar twee of drie rijen producten. Liefhebbers van kletskoppen moeten er snel bij zijn. Eén pak prijkt eenzaam op het rooster. De overname betekent ook het einde van de spaaracties. Die zijn begin september afgelopen, vertelt caissière Bianca. ‘Ik weet niet of er nog een nieuwe actie komt, maar ik denk van niet.’ De overname van C1000 maakt deel uit van een grote landelijke deal tussen Ahold en Schuitema, het

moederbedrijf van C1000. Meer dan vijftig filialen van C1000 worden verbouwd tot Albert Heijn. De vestiging aan de Dierenriemstraat zit ook in dat pakket. Begin november sluit het filiaal zijn deuren. Maar vergane glorie is de C1000 beslist nog niet. Boven de poortjes hangt een prominent spandoek met de tekst: ‘Door consumenten beoordeeld als goede kwaliteit voor een scherpe prijs’. C1000 valt blijkbaar in de smaak bij de wijkbewoners. Zo ook bij Sjirk Sluiter. Hij doet minstens één keer per week boodschappen bij de winkel ook al is de Albert Heijn voor hem dichterbij. ‘Bij de AH kom ik alleen voor noodboodschappen. Bij C1000 heerst een gezelligere sfeer. Bovendien is de prijs-kwaliteitverhouding goed.’ Sluiter betreurt de komst van Albert Heijn. Hij meent dat er al genoeg vestigingen van de grootgrutter in de omgeving zijn. Er staat immers al een filiaal in Vinkhuizen en een paar honderd meter verderop aan de Eikenlaan. De eigenaar van Lubbers Groente en Fruit, gevestigd

naast de C1000, meent dat Albert Heijn een monopoliepositie krijgt. Hij vindt de overname onbegrijpelijk. ‘Het had niets met de winkel te maken. Het was gewoon een kwestie van handje klap. De C1000 had echt geen last van dalende bezoekersaantallen.’ Na de overname in Paddepoel heeft Albert Heijn zestien vestigingen in Groningen. Ter vergelijking: Super de Boer heeft er zeven, Jumbo twee en C1000 straks nog maar één. Albert Heijn domineert het supermarktaanbod. Binnen de Diepenring heeft de Groninger al

geen keus meer. Maar liefst vier winkels van de grootgrutter uit Zaanstad zijn in het centrum te vinden.Onder de bewoners van Paddepoel bestaat weerstand tegen het monopolie van Albert Heijn. Ook meneer Tempel wil de C1000 liever behouden. Hij heeft een AH-tas aan zijn winkelwagen hangen, maar dat is volgens hem puur toeval. ‘Ik kom bijna nooit bij de Albert Heijn. Ik doe altijd hier mijn boodschappen.’ Tempel gaat het goede vlees het meest missen. ‘Ze hebben hier tenminste een eigen slagerij. Bij de Albert Heijn is alles voorverpakt en is het ook nog eens duurder.’

Albert Heijn heeft zestien vestigingen in de stad Groningen.

Het monopolie van Albert Heijn

Lege zaal voor FleksKEI-bestuur en Fleks spreken elkaar tegen over incident

Het programma van Fleks stond niet in het KEI-boekje. Volgens Fleks ligt de fout bij het KEI-bestuur, maar die wijst dit van de hand. ‘De fout is niet te achterhalen.’

Door Herwin Thole en Persis Bekkering

Fotografie: Jan Luursema

‘Drie dagen voor de KEI-week kwamen we er achter dat ons programma niet in het KEI-boekje stond’, vertelt Wytse Vellema, oud-voorzitter van Fleks. Het KEI-boekje bevat de activiteiten van alle studentenverenigingen in Groningen en komt bij eerstejaars in de KEI-tas. Volgens Vellema had Fleks de gegevens keurig op tijd aangeleverd. Waar het precies fout is gegaan weet Vellema ook niet, maar hij wijst de beschuldigende vinger richting het KEI-bestuur. Rolinde Storm en Roel Steemers van het bestuur wijzen de aantijgingen van de hand. ‘De fout is niet te achterhalen. Er is waarschijnlijk iets misgegaan in de vertalingsslag van ingediend programma naar gedrukt boekje.’ Storm en Steemers zeggen de fout erg te betreuren, maar ze zijn Fleks tegemoet gekomen in het zoeken naar een oplossing. Storm: ‘We hebben onder andere een A4 in zwart-wit met het programma van Fleks los bij de KEI-tasjes gegeven.’ Vellema bevestigt dit, maar zegt dat er

andere afspraken zijn gemaakt. ‘Er zou een fullcolour flyer uitgedeeld worden bij de tasjes. Vervolgens drukken zij een zwart-wit A4’tje. Hulde voor hun initiatief’, stelt hij enigszins sarcastisch. Storm vertelt verder dat Fleks tijdens de KEI-week heeft geflyerd en dat ze een spandoek op hebben gehangen bij het Groninger Cultuurfestival op een podium van de KEI. ‘Beide acties hebben we door de vingers gezien.’ Fleks vestigde vervolgens de hoop op een sms-actie naar alle KEI-leiders. ‘Wij wilden de KEI-leiders elke dag onze programmahoogtepunten sms’en. Dat was ons

idee’, stelt Vellema. ‘Uiteindelijk kwam het Algemeen Bestuur van de KEI met een voorstel om te sms’en dat de leiders hun e-mail moesten lezen.’ In de mail stond het programma van Fleks. Steemers verduidelijkt: ‘De sms-dienst is uitsluitend bedoeld voor neutrale informatie en niet voor verenigingspropaganda.’ Storm is teleurgesteld in de gang van zaken. ‘Helaas ziet niet iedereen van Fleks wat we hebben gedaan. We hebben te maken met tientallen verenigingen, en die kunnen we niet allemaal een voorkeursbehandeling geven. Bovendien was het KEI-bestuur rondom die week erg druk, dus hadden ze slechts beperkt de tijd om Fleks te helpen.’ Vellema erkent dat er tijdens de KEI-week weinig tijd was om een goede oplossing te vinden. Maar hij stelt dat het KEI-bestuur contact met Fleks op had moeten nemen. ‘Op woensdag is een fout geconstateerd in het programma van het Groninger Studentenpastoraat. Op vrijdag moeten we er zelf achterkomen dat ons programma ook niet klopt. Ik heb sterk het idee dat ze het probleem bewust hebben laten

liggen tot het te laat was om er wat aan te doen.’ De oud-voorzitter uit scherpe kritiek op de dominantie van de KEI: ‘Ze zijn in de positie om dit soort dingen te flikken. De gezelligheidsverenigingen leggen tijdens de introductieweek alle promotionele activiteiten in handen van de KEI. Je kunt als vereniging tijdens die week nauwelijks reclame voor jezelf maken buiten de organisatie om. Dat is in principe geen probleem, behalve als het fout gaat met de organisatie: dan sta je met lege handen. De KEI moet ook contracten tekenen. Hun verplichtingen richting de vereniging moeten op papier komen te staan.’ Uiteindelijk zijn de leden van Fleks zelf de straat opgegaan om mensen naar hun kroeg te krijgen. Door groepjes eerstejaars op straat aan te spreken en extra piekfusten te geven werd de dansvloer redelijk vol. Hoewel vorig jaar ruim zeventig nieuwe leden werden binnengehaald, bleef de vereniging nu steken op vijftig. ‘Geen topjaar, maar ook geen rampjaar’, stelt Vellema. ‘We zijn niet ontevreden.’

Studentenvereniging Fleks tijdens de KEI-week.

‘Helaas ziet niet iedereen van Fleks wat

we hebben gedaan’

Groninger Studentenkrant 5Nieuws & Achtergrond

‘Een multicultureel feest is het niet’Internationalisering Economics stuit op kritiek

De Groningse universiteit heeft de afgelopen jaren ‘internationalisatie’ tot speerpunt van het beleid gemaakt. De opleiding Economics loopt hierbij voorop: een relatief groot aantal van de studenten bestaat uit buitenlanders, voorna-melijk Chinezen. Dit brengt problemen met zich mee.

Door Jesper VerhoefFotografie: Jan Luursema

De opleiding Economics wordt sedert enige jaren in het Engels aangeboden. Mede als gevolg hiervan is de opleiding aantrekkelijk geworden voor Chinezen. Zij vullen inmiddels een relatief groot deel van de studentenbanken. Probleem: de interactie tussen de Nederlandse en de Chinese studenten is beperkt, zoniet nihil. Randy Martens, derdejaars Economics: ‘Er zijn wel héél veel Chinezen, daarom gaan ze samenklonteren.’ De student is uitgesproken negatief over het slechte contact tussen Nederlanders en Chinezen. ‘Het zijn gescheiden werelden, dat is jammer. Eigenlijk zou de RUG er meer aan moeten doen om de samenwerking zinvol te maken. Zo hebben we er beide niks aan, terwijl internationalisering toch één van de stokpaardjes van de universiteit is. Het lijkt er echter op dat de RUG enkel zoveel mogelijk Chinezen wil binnenhalen, en als dat gelukt is er niet meer naar omkijkt. Alsof je een goede universiteit wordt van veel buitenlandse studenten.’

Portefeuillehouder onderwijs Economics Praagman vertelt: ‘De markt bepaalt de toestroom, blijkbaar zijn wij voor Chinezen aantrekkelijk. De Chinese universiteiten hebben niet genoeg capaciteit om aan de vraag te voldoen. Nederland biedt relatief veel Engelstalig onderwijs en is goedkoop in vergelijking met bijvoorbeeld Engeland. Het is dus een optelsom.’ Hij wil direct aangeven dat de opleiding wél investeert in samenwerking van Nederlandse en buitelandse studenten. ‘Al in het eerste jaar delen we de werkgroepen zo in dat Nederlanders móeten samenwerken met mensen van buiten.’ VooroordelenRoderick Vos, die vorig jaar z’n laatste Bachelorjaar Economics volgde, geeft eveneens aan dat de samenwerking tussen Nederlanders en Chinezen niet altijd even soepel: ‘Wij Nederlanders hebben dezelfde manier van werken. Vaak worden we heel productief vlak voor de deadline,

terwijl zij het anders aanpakken.’ Wel stelt hij duidelijk dat de oorzaak van de animositeit tussen Nederlandse en Chinese studenten niet (alleen) bij die laatste groep ligt. ‘Als je van anderen hoort dat moeilijk met ze samen te werken is, word je misschien voorzichtiger. Ondanks dat er misschien wel een kern van waarheid in zit, is dit vooroordeel toch jammer. Met Nederlanders kun je ook problemen hebben.’ Dit is precies wat Praagman, zelf ook docent, stelt: ‘Nederlandse studenten zijn niet heel toeschietelijk naar buitenlandse studenten. Ze hebben niet de neiging om buitenlandse studenten in hun groep op te nemen, terwijl die daar wel hun best voor doen. Vaak zijn Nederlanders ook niet bereid om in werkgroepjes met buitenlanders te zitten.’ Hij vindt dit jammer, want ‘opgroeien met mensen met een andere achtergrond is zeer belangrijk. Ik snap dat het lastig is, omdat het anders is dan je gewend bent. Elke ervaring die je opdoet dat de Nederlandse waarheid niet dé waarheid is, is echter een goede.’

Ei van ColumbusOp de vraag of Nederlanders van de komst van haar en haar landgenoten kan profiteren vertelt de Chinese studente Wang Yue in vloeiend Engels: ‘Het kán wel, maar dan moeten ze er wel voor open staan. Graag vertel ik over China, de cultuur en andere dingen. Vorig jaar heb ik nog een meisje dat er ging studeren tips gegeven.’ Ze erkent wel dat ze vooral met de andere Chinezen optrekt: ‘Ja, dat is zo, maar ik denk dat dat normaal is. Als je met zo’n grote groep bent is het toch logisch dat je onderling Chinees praat?’

Is dit niet ook het probleem, dat er téveel Chinese studenten de opleiding volgen? Ja, aldus Martens. Hij adviseert de opleiding minder buitenlandse studenten toe te laten. ‘Doe het met mate, en zeker niet teveel van dezelfde nationaliteit. Zo werkt het namelijk gewoon niet. Een multicultureel feest is het bepaald niet geworden.’ Praagman relativeert: ‘Het is zeker niet zo dat we enkel Chinezen willen, we zouden graag een wat breder contingent buitenlandse studenten hier hebben studeren.’

Tot op heden kiezen echter vooral Chinezen voor de opleiding, met een bepaalde tweedeling tussen de groepen studenten als gevolg. Praagman ziet hier niet direct een oplossing voor. ‘Hoewel ik nog nooit een officiële klacht heb gehad, zijn de problemen me bekend. Het ei van Columbus hebben we echter nog niet gevonden. Een mogelijkheid zou wel zijn om meer studenten uit andere landen te werven, bijvoorbeeld uit Roemenië en Bulgarije, die recent tot de EU zijn toegetreden.’ Een maximum voor het aantal buitenlanders of Chinezen veegt hij van tafel: ‘Je laat studenten toe op kwaliteit, niet op etniciteit. Dat zou ook in strijd zijn met de grondwet.’

(Advertenties)

Chinese studenten bij Economics: een verrijking of probleem?

‘Het is logisch dat we onderling

Chinees praten’

‘Alsof je een goede universiteit wordt van veel buitenlandse studenten’

Tekst: Herwin Thole, Carolien Lindeman, Roza Freriks, Jesper Verhoef. Illustraties: Joost Knaap

Huisbazen from hell..

Onsympathieke geldwolf‘Het eerste wat de huisbaas doet wanneer hij bij ons langs komt is zeuren. Bijvoorbeeld over vuilniszakken terwijl ik toch echt viezere studentenhuizen ken dan het onze’, vertelt Mieke van Keulen geïrriteerd. Mieke en haar zes huisgenoten wonen in een pand in het centrum en hebben al een jaar problemen met de huisbaas. ‘Het ergste vind ik dat hij zomaar ons huis binnenkomt, terwijl wij al hebben aangegeven dit super irritant te vinden’, zucht van Keulen. De onsympathieke man schijnt al meerdere malen binnen te zijn gekomen in kamers waar bewoners met vriendjes in bed lagen. ‘Wat hij maar niet wil begrijpen is dat een verhuurde kamer op dat moment niet van hem is. Hij blijft een kamer als zijn eigendom beschouwen, waar hij in en uit kan lopen wanneer hij daar zin in heeft.’ Het huis in het centrum van Groningen is vorig jaar van eigenaar veranderd. Eerst was de huisbaas een wat oudere vriendelijke man die wel een goede relatie met zijn bewoners had. Van Keulen: ‘Vroeger dronken we nog een gezellig kopje koffie met de huisbaas en konden we onderhandelen over de huurprijs.’ Nu is de relatie tussen de bewoners en de huisbaas zakelijk, met een vijandig tintje. ‘Het contact verloopt meestal via de e-mail, maar de botte toon in de mails van de huisbaas is bijna gênant.’ De studenten voelen zich enorm in de gaten gehouden en lichtelijk uitgebuit. ‘Kamers waar we bij de oude huurbaas driehonderd euro voor betaalden, worden nu voor vierhonderdtwintig euro verhuurd.’ Wanneer de meiden aandragen dat prijsverhogingen op den duur onbetaalbaar worden, krijgen ze geen redelijk gesprek. ‘De huisbaas is een geldwolf die zich op geen enkele manier interesseert in het wel en wee van zijn huurders.’

‘Eruit. Of begrijp je dat niet?’Al dertig jaar lang wonen er Vindicatmeisjes in het pand. Als het aan de de nieuwe huisbaas ligt komen de dames echter op straat te staan. ‘Toen hij het huis vier jaar geleden kocht, stelde hij al voor het huidige contract, waarbij we gezamelijk het hele pand huren, om te zetten in individuele huurcontracten,’ vertelt bewoonster Marianne Reimering. ‘Wij zijn daar toen niet op ingegaan, al bezwoer hij ons dat een ander contract geen verdere consequenties zou hebben.’ Achteraf gezien een loze belofte. April dit jaar viel een brief op de mat waarbij de huisbaas doodleuk meedeelde dat het huis grondig verbouwd moest, en daarom

per een september ontruimd moest zijn. De bewoonsters schreven hem terug dat ze het er niet mee eens waren, waar hij niet op reageerde. Begin september kwam hij samen met zijn aannemer terug, om met de meisjes te ‘praten.’ ‘Het ging behoorlijk lullig,’ herinnert Reimering zich. ‘Die twee volwassen mannen samen waren erg intimiderend. Hij zei dat aan alles nou eenmaal een eind komt en wij helaas te dom waren om dat te begrijpen. Dat hij nog wel normaal met ons had kunnen onderhandelen als we jongens waren. Hij deed het lijken alsof hij het recht had ons er uit te zetten en dat dat heel normaal was. Vroeg aan ons waar wij nou helemaal mee bezig waren.’ Er was al helemaal geen sprake van dat hij mee wilde denken over een oplossing. ‘We moesten maar een nieuw huis laten kopen door onze oud-huisgenoten. En we mochten geen nieuwe bewoners meer aantrekken, terwijl we het hele huis van hem huren, dus dat zelf mogen bepalen.’ De schrik zat er goed in, maar bij het Kamerbewonersadviesbureau (KAB) leerden ze dat ze volledig in hun recht stonden. Drie weken later belde de huisbaas. ‘Ik dacht dat jullie tegen deze tijd wel met een oplossing zouden zijn gekomen’, was zijn reactie toen de bewoonsters hem meedeelden niet van plan te zijn zomaar het pand te verlaten. Sindsdien is het stil, maar mocht het nodig zijn, dan ligt het telefoonnummer van de advocaat die ze via het KAB aangeraden kregen klaar. ‘Hij krijgt ons er niet zomaar uit.’

De naam Marianne Reimering is gefingeerd. De echte naam is bij de redactie bekend.

Pure maffiaVoor Britt Scheltema (17) staat het begin 2008 al vast, ze wil studeren in Groningen. Via via regelt ze in juli een kamer in de Korrewegwijk. ‘Ik werd gebeld dat de bewoonster er per augustus uit zou gaan. Ik zei direct: doe maar.’ Scheltema krijgt de sleutel van de oude bewoonster en begint ijverig de kamer op te knappen. ‘We hebben alles geverfd en er een nieuw tapijt ingelegd. Van plafond tot grond: alles maakten we nieuw.’ Ook de buurt bevalt haar. ‘Ik had al kennis gemaakt met de buren.’ Lachend: ‘Medewerkers van de Albert Heijn noemde me al bijna bij m’n voornaam.’ Ondertussen heeft de jonge Friesin echter nog niks zwart op wit geregeld met de huisbaas. ‘Ik probeerde hem steeds te bellen om het contract te tekenen, maar hij was niet te bereiken en weer later op vakantie. Ik sprak zijn zoon, en die zou het doorgeven.’ Een beetje naïef, geeft Scheltema toe, ging ze er vanuit dat wel goed zou zitten. Ze kwam echter van een koude kermis thuis toen de huisbaas de kamer op directwonen.nl gezet had en via die weg al een contract met een andere, buitenlandse huurder getekend had. ‘Ik stond al op het punt te verhuizen, met dekens, potjes, pannetjes en alles, toen ik het hoorde. Het erge, het was vlak voor de KEI-week, dus daar moest ik toen ook nog een slaapplaats voor regelen.’Scheltema geeft toe dat het achteraf niet bepaald handig is geweest niet direct een contract te tekenen. ‘Het is echt heel zuur en best genant, omdat het eigenlijk je eigen fout is.’ Voor de huisbaas heeft ze echter geen goed woord over. ‘Hij loog keihard, en zei bijvoorbeeld dat ik nooit iets had doorgegeven aan z’n zoon. Ook zei hij dat de overige bewoners ingestemd hadden met de komst van de nieuwe huurder, terwijl ze van niks wisten en juist akkoord waren met míjn komst. Het is gewoon een eikel.’ Scheltema probeerde nog wel actie te ondernemen. ‘In de Woonwinkel zat een soort hippie, die zei: “Ga er maar in zitten, hij kan je niks maken.” Dit terwijl het Juridisch Loket zei: “Je hebt niks zwart op wit, dus je kan niks doen.”’ Inmiddels berust ze in de zaak, want ‘het moet niet je leven gaan beheersen’. Een andere kamer heeft ze nog niet gevonden. Er zit voor de studente Maatschappelijk Werk en Dienstverlening niks anders op dan dagelijks heen en weer te pendelen tussen haar ouderlijk huis nabij Sneek en Groningen. ‘Het is twee uur reizen heen, en twee uur terug. En dan heb ik niet eens OV, omdat ik nog geen achttien ben, dus kost het nog veel geld ook.’ Haar advies aan anderen: ‘Pas op mensen, het gaat de huisbaas enkel om geld. Het zijn emotieloze gasten, pure maffia eigenlijk.’

Veel eerstejaars studenten krijgen voor het eerst te maken met een huisbaas. Om ze te behoeden voor ongeluk, in deze spread een selectie van vreselijke verhalen over huisbazen. En een positief noot, want hoe moeilijk soms voor stellen: er zijn ook leuke huisbazen.

Tekst: Herwin Thole, Carolien Lindeman, Roza Freriks, Jesper Verhoef. Illustraties: Joost Knaap

Meer informatieZelf problemen met je huisbaas? Hieronder enkele sites die je kunnen helpen hoe het probleem op te lossen. Woonwinkel: met basisinformatie voor je basisrechten - www.woonwinkelgroningen.nlHet Juridisch loket: handige tips voor problemen met je huisbaas. – www.hetjl.nlLandelijk studentenrechtsbureau: voor specifiek juridische vragen. - www.sogrechtsbureau.nl

..en de beste.‘We willen niet zoals onze linkse vrienden mensen aan de schandpaal nagelen’, vertelt Jeroen Dieptemaat, landelijk voorzitter van de JOVD. De jongerenafdeling van de VVD organiseerde dit jaar voor het eerst de Huisbaas van het Jaar verkiezing. Het idee voor de verkiezing komt uit Groningen, waar vorig jaar Henk Sloot tot beste huisbaas werd gekozen. ‘We willen de problematiek van de studentenhuisvesting aankaarten’, vervolgt Dieptemaat. ‘Daarnaast vinden we het belangrijk om dat op een positieve manier te doen. We willen laten zien hoe het wel moet en een voorbeeld stellen.’ De JOVD wil zich daarmee onderscheiden van Rood en de LSVb, die volgens de organisatie alleen maar zeuren. In januari van dit jaar werd Marcel Martens uit Nijmegen tot Huisbaas van het Jaar gekozen. Dieptemaat noemt Martens een voorbeeld voor andere huisbazen. ‘Hij lost problemen snel op en probeert ze zelfs voor te zijn door zijn huurders te vragen wat er in huis nog verbeterd kan worden.’ Voor de JOVD gaf de doorslag dat twee van zijn huurders hem, onafhankelijk van elkaar, nomineerden. In de zoektocht naar de beste huisbaas is Dieptemaat bijzondere verhalen tegengekomen. ‘Eén huisbaas was slager van beroep. Hij nam regelmatig een zak vlees mee en ging met de huurders barbecuen. Ook hadden we iemand die zijn oude studentenhuis uit sentimentele overwegingen had gekocht en dit nu aan studenten verhuurde. Ook waren er huisbazen die zelf regelmatig de gemeenschappelijke ruimte van hun huis schoonmaakten.’ Ondanks deze positieve verhalen meent Dieptemaat dat er nog veel problemen zijn. ‘De brandveiligheid van veel huizen is vaak niet in orde. Ook vallen veel huurbazen te pas en te onpas binnen, zijn huizen vaak slecht onderhouden en zijn de huurprijzen hoog.’ De JOVD wil ervoor strijden dat de situatie structureel verbetert. Maar Dieptemaat geeft aan dat er niet te snel naar de huisbaas moeten worden gewezen. ‘Studenten hebben ook een eigen verantwoordelijkheid.’ De verkiezing voor 2009 wordt in januari opgestart. In februari is de winnaar bekend. ‘We stemmen het af op de verkiezing van huisjesmelker van het jaar. We proberen het tegelijk met het LSVb en Rood naar buiten te brengen, maar dit jaar waren ze ons te slim af.’

Huisbazen from hell..

Slechtste huisbaas van het jaar..De parkeerbonnen betalen van de klusjesman van je huisbaas, je vriendje maar één keer per week mogen laten logeren of 700 euro aan bemiddelingskosten betalen.’ Dit zijn maar een paar voorbeelden van acties van huisbazen die hen in aanmerking laten komen voor de Huisjesmelker van het Jaar verkiezing. De voorbeelden komen van Daan Brandenbarg, contactpersoon van de jongerenpartij van de SP, Rood. Samen met de Groninger Studentenbond (GSb) organiseert Rood deze jaarlijkse verkiezing voor de zesde keer. De selectie loopt nu ruim twee weken en er zijn al 31 aanmeldingen binnen. ‘Elk jaar zit er een stijgende lijn in het aantal aanmeldingen, ondanks dat mensen bang zijn om problemen met hun huisbaas te krijgen’, aldus Brandenbarg. ‘Aan de hand van deze actie willen we de huisbaas die elk jaar in deze verkiezing terugkomt keihard aanpakken’, zegt hij. Zo is het de bedoeling om in extreme gevallen naar de gemeenteraad te stappen om de vergunning voor kamerverhuur in te laten trekken. Brandenbarg kan als voorproefje alvast vertellen dat het in Groningen dit jaar wederom oppassen geblazen is voor huisbaas De Lange. Vorig jaar is hij niet alleen verkozen tot slechtste huisbaas van Groningen, maar hij staat ook dit jaar weer op de lijst. Verder zijn er vooral bemiddelingsbureaus genomineerd. De winnaar van de verkiezing kan trouwens rekenen op een echte uitreiking. Traditiegetrouw gaan Rood en de GSb met een colonne aan pers naar de winnaar en deze heeft vaak te laat door dat het om een beruchte prijs gaat. In november wordt de prijs uitgereikt in Groningen en in december wordt de landelijke prijs uitgereikt. Overigens is deze landelijke prijs nog nooit door een Groningse huisbaas gewonnen.

..and heaven

Koude doucheStudent rechten Frits van Puffelen krijgt van zijn huisbaas letterlijk een koude douche, en dat dagelijks. Al maandenlang komt er namelijk geen warm water uit het apparaat, waardoor hij en zijn huisgenoten koud moeten douchen. Van Puffelen: ‘Twee keer per jaar stuurt de huisbaas een monteurtje, maar echt gemaakt wordt het niet. Ik zou het leuker vinden als de douche het gewoon zou doen.’ Probleem is volgens de student de geiser ‘uit het stenen tijdperk. Deze werkt nog op batterijen, dat schiet niet op. Het ding moet gewoon vervangen worden.’ Hij schetst hoe de dagelijke douchepraktijk in z’n werk gaat. ‘Eerst moet je de douche aan zetten, dan naar de geiser lopen om daar met een kaarsje de vlam aan te maken. Als je vervolgens onder de douche stapt heb je enkele minuten warm water, waarna de vlam weer uit gaat.’ Het probleem is de huisbaas bekend, aldus Van Puffelen. ‘Het is in principe een prima man, alleen hij schuift deze investering veel te lang voor zich uit.’ Gevolg van de ontevredenheid bij de student is wel dat hij deze zomer niet akkoord ging met een huurverhoging van vier procent. Sterker: samen met huisgenoten is hij bezig een brief op te stellen waarin de huisbaas gemaand wordt het probleem definitief op te lossen. Doet deze dit niet, dan staan de bewoners in hun recht twintig procent minder huur te betalen. Daarnaast laten ze de geiser dan zélf vervangen, om de kosten vervolgens op de huisbaas te verhalen.

De urgentie van het probleem is hoog, aldus Van Puffelen. ‘We betalen kale huur, dus de kosten voor water zijn voor onszelf. Als je dan de douche steeds moet laten doorlopen voor hij warm wordt kost dit natuurlijk aardig wat geld.’ Hij besluit: ‘Uiteindelijk komt het bij huisbazen altijd op geld aan. Een stukje fatsoen ontbreekt gewoon.’

De naam Frits van Puffelen is gefingeerd. De echte naam is bij de redactie bekend.

8 Groninger Studentenkrant

Glur

en b

ij..

Ook dit jaar zijn er inmiddels alweer bijna een miljoen Moslims in ons land die meedoen met de Ramadan, de jaarlijkse Islamitische vastenmaand. Toch weten de meeste Nederlanders maar weinig van deze periode af. Hoe is het om overdag niets te mogen eten en drinken? En wat is eigenlijk de betekenis achter deze maand? Wij gingen langs bij Esam Dagal, een Saoedische student geneeskunde.

Door Laura van DamFoto: Hanne van der Velde

Uit nieuwsgierigheid heb ik besloten een dagje mee te vasten, dus gaat mijn wekker vandaag al om vijf uur. Normaal gesproken ontbijt ik redelijk, maar op dit vroege tijdstip krijg ik niet veel meer naar binnen dan een broodje pindakaas en een paar slokken water. Als ik ’s middags na twee uur college de Grote Markt opfiets waar we met Esam (21) hebben afgesproken begin ik de honger en vermoeidheid ondertussen al flink te voelen. Samen lopen we naar het huis van een paar van zijn vrienden en ondertussen vraag ik hem

hoe hij dit in godsnaam een hele maand volhoud. Maar het vasten is helemaal geen probleem voor hem verzekerd hij me. ‘Na een paar dagen ben je het al helemaal gewend. ‘s Avonds eet ik eigenlijk maar een klein beetje en drink ik wat water. Meer heb ik niet nodig.’ Bij het huis aangekomen wordt er meteen een grote schaal koekjes op tafel gezet maar aangezien ik vandaag ook vast mag ik er jammer genoeg niet van eten.

De Ramadan gaat om veel meer dan alleen niet eten legt Esam uit. ‘Het vasten is een van de vijf zuilen van de Islam’, één van de vijf belangrijkste verplichtingen waar je je als Moslim aan moet houden. ‘Door overdag niet te eten snap je de waarde van eten beter. Je voelt zo wat het is om arm te zijn en hoe het is om net als hen honger te hebben. Veel mensen denken niet eens meer na bij wat ze eten en er wordt ook zoveel weggegooid.’ Niet alleen overdag eten en drinken blijken bovendien verboden te zijn, ook roken en alcohol zijn deze maand taboe. ‘De regels verschillen per cultuur maar eigenlijk mogen die dingen volgens de Islam altijd niet.’ Voor Esam is de maand er ook vooral een van gezelligheid en samen zijn. Elke avond na zonsondergang komt hij samen met zijn vrienden voor de Iftarmaaltijd. ‘Ja, we koken altijd zelf, en heel uitgebreid. Je staat ervan versteld hoor’, lacht hij. Vanavond staan er onder andere dadels met water op het menu, een traditioneel gerecht tijdens de Ramadan. ‘Mohammed verbrak het vasten daarmee dus dat eet je ’s avonds altijd als eerste.’ Het veel genoemde bezwaar dat het vasten ongezond zou zijn wijst hij meteen af. ‘Kijk maar naar mij. Je hebt altijd nog zelf de keuze om gezond te eten. En zieke mensen en kinderen hoeven niet mee te doen.’ Terwijl er nog wat verder gediscussieerd wordt over geloof begint Khaled, een van zijn vrienden, in de keuken alvast met bidden. Esam legt uit dat dat tijdens de Ramadan vijf keer per dag moet. ‘We gaan ook elke vrijdagmiddag naar de moskee in Paddepoel. Soms ga ik met Nederlandse vrienden omdat ik het ook leuk vind om aan anderen te laten zien hoe het gaat.’ Als we na het interview weer naar buiten lopen kijkt Esam me nog even bezorgd aan, ‘gaat het nog wel?’ ‘Ja hoor’ antwoord ik, maar ondertussen kijk ik toch even voor de zoveelste keer vandaag op mijn horloge, want na bijna tien uur niets eten heb ik meer dan ooit trek in een lekkere maaltijd. Nog 3 uur te gaan.

Geloof, honger en gezelligheid

Cultuur & Gluren bij

Underground in je huiskamer

Met zijn dertigen in een huiskamer luisteren naar een liveband. Het kan tijdens één van de huiskamerconcerten van Ham Radio Communications. De SK was bij het concert aan de Bessemoerstraat in Groningen. ‘Dit is een unieke setting, het is erg intiem.’

Door Carolien LindemanFotografie: Jan Luursema

Oprichter Geert van der Velde loopt voor de show al opgewonden door de volle kamer. In het voorbijgaan vertelt hij nog even snel dat ‘dit één van de meer kleinschalige shows is’. Met maar dertig man is het misschien een klein concert maar de doorzonkamer is volledig gevuld. In de ene hoek staan de instrumenten voor een vijfkoppige band opgesteld. In de andere hoek staat een tafel met snacks. Alle

aanwezigen hebben hun schoenen uitgedaan en zitten her en der op de grond op kussens. Gast Jos Blomsma vertelt: ‘Dit is de leukste live-muziek die er bestaat, het is klein, gemoedelijk en ontspannen.’ Tommy Ebben, een artiest die nog dezelfde avond is gevraagd op te treden zegt ‘ik kan mijn vinger er niet op leggen maar muziek horen in dit soort situaties inspireert je zelf ook.’ Ebben moet zo op en hij is bang dat zijn optreden niet goed zal verlopen. ‘Ik heb nogal wat gefeest dit weekend en ik had drie optredens met mijn heavy metalband.’ Zijn stem klinkt wat ruiger in verhouding met de andere artiesten van de avond, maar juist door die ruigheid kan hij zijn zelfbenoemde ‘tragische liedje over een tragisch meisje’ met gevoel brengen. Niet alleen Ebben heeft een achtergrond in de heavy metal, ook organisator van de Velde speelde eerst in een heavy metal bandje maar had genoeg van het schreeuwen. Hij heeft Ham Radio Communications in maart van dit jaar opgericht uit onvrede over al bestaande initiatieven zoals Live in Your Livingroom. Van der Velde vond de bestaande huiskamerconcerten ‘te duur. Ze hebben ook vaak grote acts.’ Van der Veldes huiskamerconcerten zijn juist meer underground. Op die manier kunnen relatief onbekende artiesten toch optreden. Van der Velde stelt: ‘Iedereen die affiniteit heeft met deze concerten moet zich bij ons aan kunnen sluiten, als een groot gezin. Iedereen die zijn netwerk beschikbaar wil stellen is van harte welkom.’ Zodra iemand aangeeft dat hij wel een concert in zijn huiskamer wil, zet Van der Velde de organisatie aan het werk. Hiervoor vraagt hij onder andere bands die hij tijdens zijn eigen tours door Engeland en de Verenigde Staten heeft ontmoet. Uit

principe kost zo’n concert nooit meer dan negen euro. Dit past in Van der Velde’s idee van ‘groot worden door klein te blijven’. Om problemen met geluidsoverlast te voorkomen worden de buren ook gewoon uitgenodigd. Buurvrouw Siska Alkema is al een keer eerder bij een concert geweest in het huis van haar buurman. Alkema houdt van de opzet van de shows. Voor de pauze speelt elke band een set en na de pauze speelt elke band een tweede set. ‘Het is leuk omdat je zo de verschillende bands goed kan vergelijken.’ De avond in de Bessemoerstraat is goed bezocht. Naast Tommy Ebben en van der Velde treedt ook singer-songwriter Kim Janssen op. Janssen, zichzelf begeleidend op de akoestische gitaar, zit eenzaam tussen de warboel van instrumenten. Zijn haar valt rond zijn gezicht en alleen tussen nummers door kijkt hij even op. Toch weet Janssen zijn hele set de aandacht van het publiek te houden. De avond eindigt met de opbeurende muziek van de Britse band Jonquil. Met een opzwepende bas schudt de vijfkoppige band het publiek, en de hele Bessemoerstraat, weer wakker.

‘De leukste live-muziek die er bestaat’

Schoenen uit..

..en genieten van de live-muziek.

Sport & Column Groninger Studentenkrant 9

‘Het echte studentenleven mis ik niet’Hockeyster Naomi van As over leven na Goud

Naomi van As, de 24 jarige aanvaller van het Nederlands hockeyelftal sleepte niet alleen een gouden plak binnen, maar wist ook nog te scoren in de finale in Peking. Haar hockeycarrière loopt op rolletjes en in haar privéleven heeft ze ook nog topschaatser Sven Kramer aan haar zijde. Hoe heeft Van As het succes op de Olympische Spelen ervaren?

Door Merel Zeilstra

‘Sinds de finale in Peking heb ik een tijdje in een roes geleefd. Ik moest meteen na de wedstrijd naar een doping controle, een beetje een domper. Daarna ging ik door naar Mart Smeets voor het programma Studio Sportzomer, dus de tijd die ik in het Holland Heineken House heb doorgebracht was uiteindelijk kort. We werden om half twee gehuldigd en om twee uur moest de tent alweer sluiten. Ik ging wel crowdsurfen, dat was heel vet.’

‘Natuurlijk hebben we nog doorgefeest, met het team en familie en vrienden erbij. Papa is meegegaan tot in de vroege uurtjes.’ Bij het woord ‘papa’ geeft Naomi een knikje naar haar vader, die in de kamer ernaast druk bezig is om de Chinese taal onder de knie te krijgen.We spreken de hockeyster in het ouderlijk huis in Den Haag. Nog steeds komt zij daar regelmatig. De band met haar ouders en zusje Anouk is sterk. Haar familie, inclusief haar Chinese oma, hebben van As in Peking op de voet gevolgd. De kampioene vertelt verder over de avond na de overwinning. ‘We wilden die nacht ook met een paar teamgenoten naar de McDonald’s, na alle sportdiëten en het Chinese eten. Wat was het een tegenvaller dat we op dat moment alleen een vieze worst of het McOntbijt konden krijgen. Dat hebben we de dagen erna wel ingehaald.’ Het gesprek wordt verstoord door een belletje van vriendlief en schaatskampioen Sven Kramer. ‘Hij is net geland op Dusseldorf en zit in de auto naar Den Haag’, vertelt van As glunderend. Op de vraag of van As het niet vreemd vindt om zo in de spotlights te staan antwoordt ze heel nuchter: ‘Ik merk er eigenlijk niet zoveel van. Het is ook allemaal heel geleidelijk gegaan, hoewel ik door mijn relatie met Sven Kramer wel plotseling veel aandacht van de roddelpers heb gekregen.’ Ook zorgt de relatie tussen van

As en Kramer ervoor dat ze wat vaker tripjes naar Friesland maakt. ‘Heel anders dan de randstad, maar ik begin me er wel een beetje thuis te voelen.’ Van Groningen heeft de hockeyster buiten de kunstgrasvelden om weinig gezien. ‘We zijn een keer met het team uitgeweest in de Drie Gezusters, maar het heeft niet erg veel indruk op me gemaakt.’ Een studentenleven zoals velen van ons dat kennen, met weinig verplichtingen en veel drank, kent Van As niet. Maar of ze dit nou echt mist? ‘Hockey staat voor mij absoluut op nummer één. Intensieve trainingschema’s en beperkingen qua dieet horen daar nou eenmaal bij. Het echte studentenleven mis ik niet. Ik heb het ook nooit gekend. De vrijheid lijkt me wel prettig. Het lijkt mij heerlijk om eens buiten enige planning om te kunnen zeggen, ik ga een roadtrip maken.’ De topsporter studeert mondhygiene in Utrecht en zit in haar tweede jaar. Dit jaar is ze van plan zich meer op haar studie te gaan richten en heeft daar ook zin in. ‘Maar als ik altijd van hockey zou kunnen leven zou ik mijn studie graag opgeven’, geeft ze toe. Na het winnen van het goud breken er nu andere tijden aan. ‘Ik viel niet echt in een gat bij thuiskomst. Ik heb twee weken vrij genomen van hockeyclub Klein Zwitserland en had het druk met clinics geven en de vele huldigingen. Nu ga ik weer spelen voor KZ en aangezien de club honderd jaar bestaat komt er een gezellig seizoen aan.’ Durft van As nu al aan de volgende Olympische Spelen te denken? ‘We gaan met een nieuwe coach en ook nieuwe spelers weer aan de slag. Over 4 jaar vindt het evenement plaats in Londen. Ook al is de locatie minder spectaculair, natuurlijk wil ik ook daar wedstrijden meepikken. Goud winnen is naar mijn mening het waanzinnigste wat je kan meemaken dus natuurlijk ga ik daar over vier jaar weer voor.’

‘Door Sven krijg ik veel aan-dacht van de roddelpers’

SOG (studieontwijkend gedrag), de alom bekende en veel gebruikte studentikoze benaming voor het vervullen van welke bezigheid dan ook om maar niet te hoeven studeren. We scharen er zowel nuttige als erg kansloze studie ontwijkende activiteiten (ook wel afgekort als SOA) onder. Zo stort de ene student zich op het schoonmaken van de koelkast, het aannaaien van knoopjes en het sorteren van het bestek, terwijl de ander het ineens in de geest krijgt zijn eigen naam te gaan googlen. Ik gebruikte het begrip SOG laatst zelfs om de mij aangeboden hulp af te wijzen. Huisgenoot: ‘He goed bezig, je bent de GK (gezamelijke kamer) aan het schoonmaken! Kan ik je helpen?’ Ik: ‘nee hoor, ben aan het SOG’en en anders is het zo snel klaar.’Voor ervaring en een mooi CV stort menig student zich op commissie of bestuurswerk. Dit draait echter meestal uit op een hele hoop SOA’s, waardoor de studie ongemerkt naar de achtergrond verdwijnt.

Hoe vaak ik wel niet denk ‘maar ik moet éérst dat belletje doen en sus en zo moet écht nog even geregeld worden.’ Voor de ras SOG’ers zijn daarom bibliotheken uitgevonden, waar het materiaal voor het wassen van je ramen, sorteren van cd’s en het poetsen van je schoenen niet aanwezig is. Wat doe je nou als SOGer in deze SOA-

vrije ruimte? Is er dan geen enkel ontkomen aan de studie meer aan? Jawel hoor, beroeps SOG’ers hebben deze publieke ruimte allang in de smiezen en weten precies hoe ze er ook hier weer een potje van kunnen

maken. Er wordt ‘geregeld’ in de studiekabinetjes, te lang gewinkeld in de pauzes, gesocialized in de kantine, getut voor de spiegels in de wc, gesjanst in gangen en helaas zijn wij ook hier voorzien van multimedia. Je kunt natuurlijk ook met je moeder bellen op de trappen in de bieb! Oké, de bibliotheek is geen prikkelvrije ruimte, maar voor velen wel de laatste uitweg in het web van een leven vol SOA’s. Als ras SOG’er wil ik daarom bij dezen mijn aanpak met jullie delen: zodra ik de gangen van de bibliotheek betreed, verklaar ik mijzelf tot nerd. Ik dump mijn vrienden een dag en leef op het vergaren van kennis, doe mijn telefoon uit want ‘word toch nooit gebeld’ (maakt niet uit of het waar is, je bent nu nerd) en ga op een plek zitten waar geen (mooie) mensen voorbij lopen. Gegarandeerd succes!

Wanda van der Zee

Colu

mn

SOG’en met SOA

Ik dump mijn vrienden een dag

en word nerd

De Groninger Studentenkrantis op zoek naar nieuwe redacteuren.

Ben jij nieuwsgierig, heb je een oog voor nieuws en vind je schrijven? Kom dan bij de leukste krant van Groningen!

Stuur je sollicitatie naar [email protected]. Als je nog vragen hebt, kan je ook naar dit adres mailen.

Remco Campert - Het avontuur van iks & eiDoor Jesper Vehoef

De nieuwe novelle van Remco Campert draait om de twee vrienden Iks en Ei. Hun leven maakt een troosteloze indruk. Ze delen een zeer klein appartement en hun werk is bepaald niet boeiend te noemen. Zo bedient Ei de godganse dag de papierversnipperaar op een kantoor. Beide protagonisten krijgen van de een op de andere dag het idee iets aan de sleur te moeten doen. Ze besluiten op zoek te gaan naar ‘het avontuur’, maar hebben niet het minste benul waar het te vinden en hoe het er uit ziet. Ei fantaseert: ‘Leeuwenjacht. (...) Met een zelfgemaakte raket de ruimte in. Maar dan anders. Dichterbij.’Het thema doet aan als dat van een kinder-boek, maar juist hierin schuilt haar kracht. Op prachtige wijze verhaalt Campert over de tragi-komedische zoek-tocht van Iks en Ei. Tijdens deze reis, die uiteindelijk slechts een dag duurt, maken de twee ogenschijnlijk slechts futili-teiten mee. Deze bezorgen hen niettemin steevast angst en zorgen. Volgen ze wel het juiste pad, en: is het avon-tuur überhaupt wel te vinden? Conversaties tussen de twee onderling en met hun omgeving monden meer dan eens uit in pure slapstick. Het verhaal van Iks en Ei is dan ook minstens zo grappig als treurig. Hoogtepunt is als Ei zijn kantoor belt, om te kijken of zijn werk aldaar niet eigenlijk overbodig is. Een medewerker antwoordt: ‘Het papier stapelt zich op in de kamers en gangen. Menig kantoorgenoot kan zijn kamer niet meer uit. De directie is in spoedconferenctie bijeen.’ Het vervult Ei met trots. Wie denkt dat literatuur hoogdravend zou moeten zijn, wordt door dit werk de mond gesnoerd. Geen grote thema’s, geen uitgewerkt plot; slechts het leven van twee simpele mensen is genoeg als ingrediënt. Op subtiele wijze heeft Campert aldus een prachtige, pretentieloze novelle geschreven.

TV on the Radio - Dear ScienceDoor Herwin Thole

Dear Science, de opvolger van Return to Cookie Mountain uit 2006, is catchier maar ook rauwer dan zijn voorganger. Muzikaal gezien grijpt het je onmiddellijk: warme en funky nummers die goed in

het gehoor liggen. Weliswaar nog steeds gecombineerd met atypische ritmes en avant-gardistische melodieën die we van ze kennen. De experimentele elektronische rock’n’roll komt voort uit een standaard set instrumenten: drums, bas, gitaar. Daarbij origineel aangevuld door onder andere cello, fluit, sitar en klarinet. De meerstemmige zangpartijen zijn harmonieus doch spookachtig. De uptempo nummers zijn uitermate geschikt voor de dansvloer. Het openingsnummer Halfway Home barst halverwege bijna uit z’n voegen. Afwisseling is er met Family Tree, een breekbare ballad over verboden liefde. De goedgeschreven teksten staan in contrast met de vrolijkheid van de muziek. Passages over de dood, dode mensen en doodgaan staan verspreid over het album. TV on the Radio laat zoveel invalshoeken van de muziek samensmelten dat het niet in een hokje te plaatsen is. De eerdere albums waren donkerder en ontoegankelijker. Met Dear Science is de band klaar voor een internationale doorbraak.

10 Groninger Studentenkrant Recensies

Babylon A.D.Door Carolien Lindeman

In deze testosteron geladen futuristische film moet huurling Thoorop (Vin Diesel) het meisje Aurora vervoeren van Oost-Europa naar New York. Aurora, die haar hele leven in een klooster heeft gewoond moet door hem beschermd worden tegen de gevaren van de buitenwereld. En dat zijn er nogal wat: gemuteerde kooivechters, gekloonde tijgers en een gewetensloze sekteleidster. Later blijkt de bloedmooie Aurora zelf ook niet geheel ongevaarlijk. Aurora en Thoorop leven namelijk in de nabije toekomst, een wereld waar iedereen die niet voor

zichzelf kan zorgen genadeloos wordt afgeknald. Je kan het niet helpen aan de klassieker Blade Runner te denken waar ook mensen en klonen samenleven in een duistere nieuwe wereld. Maar waar Blade Runner nog duidelijk kritiek leverde op een kapitalistische maatschappij, schiet Babylon A.D. duidelijk zijn doel voorbij. De film is voornamelijk een paradepaardje geworden voor acteur Vin Diesel. Als de koning van de oneliners stapt Diesel

al schietend en dodend r o n d in deze ac t ie f i lm. Een film, overigens, wa a r o v e r r e g i s s e u r Kassovi tz zelf zeerontevreden was. Hij n o e m d e

zijn eigen film ‘puur geweld en stommiteit’ en vergeleek delen van de film met ‘een slechte aflevering van 24’. Zij die bereid zijn om de actie heen te kijken krijgen wat mee van de discussie over de gevolgen van klonen en dat dit in de hand dient te worden gehouden. Verder valt er simpelweg niet om heen te draaien: deze film gaat om actie en niet veel meer. Wie dus wil genieten van een avondje vol doden en ontploffingen doet er goed aan deze film te bezoeken. Het valt ook niet te ontkennen dat de film best wel wat humor bevat. Zo is de zeer kleine rol die voor Gerard Depardieu is weggelegd erg vermakelijk. Als gewetensloze Rus rijdt hij al wodka-drinkend, en natuurlijk dood en verderf zaaiend, rond in een gepantserde tank. Helaas wordt ook hij, als één van de velen, van kant gemaakt.

v

Recensies

CD BOEK Film

Vantage PointDoor Laura van Dam

Deze film speelt zich af in de periode na de terroristische aanslagen in Madrid van maart 2004. De Amerikaanse president Ashton is in Salamanca, Spanje, vanwege het sluiten van een nieuw akkoord in de War on Terror. Het plaatselijke plein waar hij zijn speech gaat geven staat bomvol met toeschouwers, maar wanneer de camera’s op de president zijn gericht en hij zijn eerste woorden heeft gesproken klinken er twee schoten waarna hij neervalt. Vanaf dat moment wordt de gebeurtenis letterlijk teruggespoeld en bekijken we de dag vanuit acht verschillende perspectieven, allemaal mensen die op de een of andere manier getuige waren van de aanslag. Zo bekijk je het moment door de ogen van een van de bodyguards, gespeeld door Dennis Quaid, door die van een Amerikaanse toerist (Forest Whitaker) die de aanslag toevallig op camera vastlegde, en vanuit de positie van de terroristen zelf. Beetje bij beetje kom je er als kijker zo achter wat er precies is gebeurd. Hoewel het idee van de acht verschillende gezichtspunten aardig bedacht is wordt het als kijker toch wel vervelend als het beeld na de vijfde keer wéér wordt teruggespoeld. Vaak worden bepaalde delen in het verhaal meerdere keren herhaald zonder dat er nieuwe aanwijzingen volgen, maar aan de andere kant houden de hints die je wel krijgt je aandacht er steeds bij en zorgen voor een blijvende spanning in de film. De verschillende verhaallijnen zorgen misschien voor wat verwarring bij de minder oplettende kijker, maar over het algemeen blijft het verhaal duidelijk en maken de verrassende plotwendingen en de spectaculaire actie, vooral in de tweede helft van de film, meer dan goed.

Eva Noorlander - In Dubio Door Laura van Dam

In Dubio, de debuutroman van Eva Noorlander, draait om de gedreven undercoveragente Joyce Hamel. Na haar vorige opdracht, waarbij ze ternauwer-nood ontsnapte aan een drugs-dealer die het op haar leven had voorzien, besluit haar baas dat het tijd is voor een wat makkeli-jkere taak. Joyce moet proberen

contact te leggen met Thomas, wiens vrouw Barbara al enige tijd wordt vermist. De recherche verdenkt hem van moord, maar aangezien het aan duidelijk bewijs ontbreekt is het nu aan Joyce om de waarheid boven tafel te krijgen. Thomas blijkt echter onverwachts een niet alleen knappe, maar ook erg sympathieke man, en voor ze het weet is Joyce hopeloos verliefd. Overtuigd van zijn onschuld laat ze de opdracht links liggen, maar wanneer Thomas’ gedrag langzaamaan veranderd en ook Barbara’s vriendin dood wordt gevonden slaat de angst bij haar flink toe. Zelf heeft Eva Noorlander in het verleden ook een tijd als undercoveragente gewerkt en ze weet dus waar ze over schrijft. Haar ervaring met het werk schept dan ook bepaalde verwachtingen en deze maakt ze meer dan goed waar. Het verhaal leest lekker door, niet alleen door het meeslepende plot maar ook vanwege de vele spreektaal en redelijk eenvoudige schrijfstijl. Als lezer twijfel je constant mee met Joyce waardoor het verhaal je van begin tot eind op het puntje van je stoel laat zitten. Net wanneer je dan denkt het raadsel te hebben opgelost volgen er op het eind nog een aantal onverwachtse twisten. Het boek heeft kortom weliswaar een tamelijk simpel plot, maar dat maakt het er zeker niet minder spannend of voorspelbaar door.

BOEK

CD

Het laatste woord Groninger Studentenkrant 11

Het laatste woord

ColofonDe Groninger Studentenkrant is een onafhankelijk blad ge-maakt door en voor studenten van HBO- en WO-instellingen in Groningen. Het verschi-jnt tien maal per jaar in een oplage van zesduizend exem-plaren die gratis worden ver-spreid op de RUG, de Hanze-hogeschool en andere locaties in Groningen.

StichtingsbestuurVoorzitter: Wanda van der Zee (06-14278523), Penning-meester: Daniël Smeding, Acquisitie en PR: Bernice [email protected]

HoofdredactieJesper Verhoef (06-42362986) en Herwin Thole (06-50817155)[email protected]

RedactiePersis Bekkering, Laura van Dam, Roza Freriks, Joost

Knaap, Carolien Lindeman, Anke van Ravensteijn, Wanda van der Zee, Merel Zeilstra

FotografieJan Luursema (www.janluursema.nl)Ewoud Rooks (www.erooks.nl)Hanne van der Velde (www.hannev.nl)

VormgevingHerwin Thole

MedewerkersPeter Valkema

DrukwerkGrafische Industrie de Marne

CoverfotoJan Luursema

Webmastervacature

Groninger StudentenkrantSt. Walburgstraat 22C9712 HX Groningenwww.studentenkrant.orgISSN 09270237

zoekt voor haar site een enthou-siaste nieuwe

WEBMASTER.

Lijkt het jou leuk om een nieuwssite gericht op studenten te bouwen en vorm te geven, rea-geer dan snel.

Voor meer informatie kan je na-tuurlijk ook altijd contact met ons opnemen.

Mail naar [email protected], of bel 06-25035306 (Jan Luursema)www.studentenkrant.org

De GroningerStudentenkrant

Selectie is talentverspillingHebt u wel eens een studentenadministratie doorgevlooid? Spookstudenten gezocht? Sommige ‘studiestakers’ zijn nooit op komen dagen, doen in feite een andere opleiding, of nemen de tijd voor een definitieve studiekeuze. Studievertraging toerekenen aan deze studenten is fictief. Zo zag Wim Kok destijds al massa’s spookstudenten frauduleus studiefinanciering incasseren. Hij slingerde deze onzin de media in, zonder check op de feiten. Uit onderzoek naar deze spookstudenten was toen al bekend: ze bestaan niet. Universiteiten gaan nu de strijd aan met uitval en vertraging in het eerste jaar, deels een strijd tegen spookstudenten. Natuurlijk, ‘echte’ studenten, die werkelijk en overtuigd in deze opleiding studeren, kunnen ook studievertraging oplopen. Uitstellen kan iedereen overkomen. Examenregelingen met veel toetsen waar je voor kunt zakken zijn een feilloos recept voor vermijdbare studievertraging. Remedie: geef geen gelegenheid voor uitstelgedrag door het onderwijs kien te programmeren; doe herkansingen zo mogelijk de deur uit, sta compensatie tussen cijfers toe, en beperk het aantal tentamens. Groningen heeft er ervaring mee: Geneeskunde laat begin jaren negentig zien hoe zo een treurig slaagpercentage omhoog kan schieten tot bijna het maximaal haalbare. En dat allemaal zonder selectie-aan-de-poort, hebt u dat opgemerkt? Investeren in selectie kost tijd en euro’s die je moet stelen uit het onderwijs aan studenten, terwijl investeren in de programmering en de examenregeling direct onderwijskwaliteit oplevert. Dat is toch een verschil. De grondgedachte van mensen die willen selecteren is eenvoudig: selectie houdt precies diegenen tegen die ‘het eerste jaar niet halen.’ Dat kan toch, met psychologische tests, op basis van eindexamencijfers, en een gesprek met de kandidaten? Als dat niet 100% lukt, dan is een lager percentage toch ook al prachtig? Zo gaat dat in Amerika toch ook? Dit terwijl iedereen kan weten dat het Amerikaanse onderwijs wezenlijk verschilt van het onze. Maak eens ruimte voor de gedachte dat Amerikanen zich opgezadeld weten met een selectiecircus dat over de laatste halve eeuw absurde trekken heeft gekregen. Niemand heeft daar om gevraagd, niemand heeft dat zo gestuurd. In Japan en Zuid-Korea heet de selectie voor hoger onderwijs de examenhel, en wil men er maar wat graag van af. Wie zoekt waar Nederland dan wel zijn selectie heeft weggestopt, moet kijken naar eindexamens. En naar de enorm verschillende eisen zoals technische wetenschappen tegenover bijvoorbeeld onderwijskunde die aan hun studenten stellen. Niks grijze middelmaat in het hoger onderwijs. Kijk ook naar HBO tegenover WO. Het ritselt in ons stelsel van de selectie, er is waarachtig niet veel talent voor nodig om dat te kunnen zien. Er is evident teveel selectie, vooral in het voortgezet onderwijs: we verspillen daar heel wat talent. Waarom dan pleiten voor nog meer selectie, aan de poorten van het hoger onderwijs? Hoe was het ook weer: de PvdA ging vreemd met de VVD en de partij van Pim om wettelijk de weg vrij te maken voor selectie-aan-de-poort. Wat is die vrijheid waard?

Ben Wilbrink is voormalig onderwijsresearcher aan de Universiteit van Amsterdam. Hij onderzoekt tegenwoordig selectie en examens.

Wortel werkt niet, tijd voor de stok In een interview met een landelijke ochtendkrant zei rector magnificus Frans Zwarts plannen genoeg te hebben uitval onder eerstejaars tegen te gaan. Hij sprak over ‘meer mentoren en tutoren’ en het ‘zichtbaarder maken van docenten’. Dit is precies waar de RUG om bekend staat: een redelijk ‘softe’ aanpak om uitval onder studenten te voorkomen. De universiteit was bijvoorbeeld fel gekant tegen selectie aan de poort en past het bindend studie-advies niet of slechts heel weinig toe. Liever laat de universiteit studenten die weinig studiepunten halen maar wat aanmodderen. Jaarlijks valt er bij de studenten een brief op de mat waarin een vrijblijvend studieadvies gegeven wordt. Het valt te raden dat het gros van de studenten, juist degene met een negatief advies, die brief negeert. Nog erger is het feit dat bepaalde opleidingen studenten die in het eerste jaar zeer weinig punten halen tegemoet komt. Lukt het bijvoorbeeld ook in het eropvolgende, tweede jaar niet je propedeuse te halen, dan wordt dit door de vingers gezien: de student mag gewoon met het derde jaar beginnen. Met zulke maatregelen is het einde natuurlijk zoek. Het lager leggen van de lat zal, eufemistisch gesteld, de overige studenten niet motiveren te exceleren. Hardere maatregelen zijn dus geboden. Het moet gezegd, bepaalde selectieprocedures schieten hun doel voorbij, zoals selectie-aan-de-poort. Maar waarom niet iets invoeren als intakegesprekken, en bindend studieadvies? Zo werp je een drempel op voor aankomende studenten. Het intakegesprek maakt ze namelijk bewuster van de stap die ze gaan zetten. Is dit wel wat ik wil, ben ik er geschikt voor? Het bindend studieadvies zorgt er vervolgens voor dat ze ook afgerekend worden op die keuze. Het kost misschien een lieve duit, maar dat doet een halfbakken maatregel als meer mentoren aanstellen ook. En zullen eerstejaars studenten door die laatste maatregel werkelijk een stap harder lopen? Het dunkt me dat ze juist blij zijn alle bemoeienissen van de middelbare school achter de rug te hebben. Daarbij strookt een dergelijke maatregel totaal niet met de eigen verantwoordelijk die gepaard gaat met studeren. Als volwassene hoor je eigen keuzes te maken, en daar ook keihard op afgerekend te worden. In vergelijking met bijvoorbeeld de jaren ‘70 ligt vandaag de dag studeren voor iedereen binnen handbereik. De studentenpopulatie is dan ook enorm gegroeid. Vergeten is echter deze groep duidelijk te maken dat studeren een voorrecht is. Pas als dit gebeurt zullen resultaten van eerstejaars studenten verbeteren. Gebleken is dat je dit met softe maatregelen niet bereikt. De universiteit zou er dan ook goed aan doen studenten geen wortel voor te houden. Het is tijd voor de stok.

Jesper Verhoef is hoofdredacteur van de Groninger Studentenkrant en studeert CIW en Geschiedenis.

Tienduizenden studenten zijn recentelijk met hun studie begonnen. Als elk jaar zullen ook nu velen van hen het eerste jaar niet halen - niet zelden door te weinig motivatie of een verkeerde studiekeuze. Wordt het daarom geen tijd voor (nieuwe) selectieprocedures voor toelating tot de universiteit?

Reageren? Mail naar [email protected]

(Advertenties)

Culin

aire

SK-

Pade

Aan de Poelestraat zit sinds kort ‘Tango’ gevestigd. Het lijkt alsof de bedoeling is een lokale tapasbar te combineren met de luxe uitstraling van een loungebar. Dat resulteert in een wat vreemde mix van protserige kroonluchters met strakke banken en een klassieke lich-tbak vol tapas met daarnaast een imposante gedroogde ham, zoals je dat in Spaanse cafés nog wel ziet. Nu kan de juiste mix hele spannende resultat-en opleveren, Tango komt helaas vrij stuurloos over. De serveerster mag dan charmant glimlachen wanneer ze een kaarsje omstoot, ze doet minder moeite te verber-gen dat ze weinig weet van het eten dat ze serveert. Het gereedschap om de krab te openen wordt aanvankelijk

vergeten, en later geeft het meisje toe ook niet te weten wat we dan vervolgens met de tang moeten. Afgezien daarvan blijft de vraag hangen hoe de, overigens wel weer smakelijke krab überhaupt op een tapaskaart ter-echt gekomen is. Nu is dat allemaal niet zo erg, als je er maar met een prettig gevulde maag weer weg mag. Helaas zit dat er niet in. Nu gaf het personeel toen we naar de menu’s vroegen al toe dat dat van twaalf euro vijftig eigenlijk ook niet kon. We zijn echter koppig genoeg

om te geloven dat ze dat niet zouden durven maken. Toch moeten we het met zijn achten doen met wat schaaltjes brood, een paar borden vol ongeïnspireerde koude tapas en daarna wat keramieken schaaltjes met de warme hapjes. De gehakt-balletjes in tomatensaus, de biefstuk, de garnalen en de tomaat met geitenkaas en honing waren allemaal wel lekker, maar de vettige aar-dappeltjes en de volstrekt droge en smakeloze inktvis-ringen stellen dan weer diep teleur. Plezier in koken straalt al met al niet van het geheel af. Er valt weinig origineels te proeven. Of het moet het volstrekt onbegrijpelijke opgerolde stuk wit-brood met eiersalade zijn. Wij worden een beetje ver-drietig van het idee dat de Spanjaarden dat tegenwoor-dig bij hun sherry zouden nuttigen. Op het eind lijkt de avond nog even goed te komen, daar de cocktails ter gelegenheid van de

recente opening slechts drie euro per stuk zijn, maar op culinair gebied valt er eigenlijk al niets meer te redden. Dat de mixdrankjes te zoet zijn valt daardoor al niet meer zo op. Ze blijken vooral leuk om een lichte roes op te wekken die eerder leed moet doen vergeten. De onafgewerkte fittingen aan het plafond sterken ons oordeel: Tango is er nog lang niet.

De inktvisringen zijn droog en smakeloos

Tapas in een loungetent

Foto: Jan Luursema

Dag

boek

van

een

maa

gd

1 september

Het nieuwe collegejaar is begonnen en ik ben er klaar voor. Niet alleen voor een nieuwe studie maar ook voor een jaar vol nieuwe scharrels. De vakantie was op dat vlak niet te pruimen: geen vakantie-liefdes, zelfs geen enkel flirtmomentje! Misschien had ik daarvoor toch naar een tropisch strand moeten gaan in plaats van een weekje naar Londen. Jongens met een Brits accent klinken misschien sexy, maar versieren kunnen ze niet.

18 september

Meteen is het raak. Ik heb er een nieuwe gangg-enoot bij en hij is in één woord lekker. Lekker met een hoofdletter L. Toevallig gaat hij aan de studie beginnen waarvoor ik net ben uitgeschreven, en kan ik bij hem aankloppen om te vragen of hij mijn boeken wil overnemen. Hoe zal ik overkomen, nonchalant? Of maar gelijk woest aantrekkelijk? Ik

besluit het op overmatig vriendelijk te houden en klop

kordaat op zijn deur. Hij doet open met een air die

heerlijk semi-arrogant is. Zijn naar testosteron wal-

mende aura heeft op mij absoluut het Axe-effect. Ik

kijk in zijn blauwe ogen en naar zijn gespierde schoud-

ers. Plotseling besef ik dat we al een poosje zwijgend

zo staan en dat hij me vreemd aan begint te kijken.

Snel begin ik iets te stotteren over studieboeken en

moet ik mij volledig inspannen om me niet Freudiaans

te verspreken. Wat een ramp.

24 september

Mijn lekkere ganggenoot was gelukkig heel enthou-

siast over het kopen van mijn studieboeken. Ook wil

hij regelmatig met de mensen op de gang samen eten

en komt hij de plannen daarvoor steeds even met mij

bespreken. Jammer genoeg kan ik nooit echt luisteren

naar wat hij zegt omdat ik afgeleid raak door zijn

sexy verschijning. Gelukkig kom je als vrouw heel

ver met ‘Hmm mmm’ en ‘Ja, precies’ op de juiste

momenten.

Lief dagboek,