Simon Ster 43.1

52
Jaargang 43 | Nummer 1 | November 2011 Studytour Japan Gestolen of veiliggesteld Minitrip Denmark Wingsuits Simon

description

De eerste Simon Ster van de 43e jaargang

Transcript of Simon Ster 43.1

Page 1: Simon Ster 43.1

Jaargang 43 | Nummer 1 | November 2011

Studytour Japan

Gestolen of veiliggesteld

Minitrip Denmark

Wingsuits

Simon

Page 2: Simon Ster 43.1

November 2011/ 43e jaargang nr. 1De ‘Simon Ster’ is een uitgave van de Werktuig-kundige Studievereniging Simon Stevin van de Technische Universiteit Eindhoven. De ‘Simon Ster’ verschijnt vijf maal per jaar.

HoofdredactieAnna van Velsen

EindredactieSven Peelen Tom Schenkels

RedactieDaan van den Assem, Bram Berkien, Edward de Boer, Liesbeth Campmans, Martijn Deenen, Tom Dijkstra, Luuc Duijm, Jules Frints, Uriel Hoeberichts, Sanne Janssen, Michel Kusters, Luuk Mouton, Anthom van Rijn, Yuri Steinbuch, Bart Welling

Ontwerp VormgevingvM-design

VormgevingEindredactie

Illustraties en foto’sRedactie & leden der W.S.V. Simon Stevin

AdresTechnische Universiteit EindhovenGemini-Noord 1.61Den Dolech 25612 AZ EindhovenPostbus 5135600 MB EindhovenTelefoon: (040) 247 33 13Telefax: (040) 243 49 70E-mail: [email protected]: wsv.simonstevin.tue.nl

FinancieelABN-AMRO: 52.90.96.358

AbonnementenEr bestaat de mogelijkheid de Simon Ster thuis te ontvangen. Men kan zich abonneren op de Simon Ster voor € 15 per jaar, inclusief verzendkosten. Indien u geïnteresseerd bent of meer informatie wilt, kunt u contact opnemen met de hoofdredactie op bovenstaand adres.

DrukkerDrukkerij Snep BV

Oplage900

© Simon Stevin MMXINiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur der W.S.V. Simon Stevin.

De hoofdredactie behoudt zich te allen tijde het recht artikelen in te korten of te wijzigen. Plaatsing van een artikel houdt niet in dat het de mening weergeeft van W.S.V. Simon Stevin.

Iedereen kan kopij inle-veren bij de redactie in de Simonkamer: Gemini-Noord 1.61, of per e-mail:[email protected]

Colofon

4832

| De Studytour van 2011 is deze

zomer naar Japan geweest. In deze

Ster delen ze hun ervaringen.

| Sneller dan het licht kan misschien

toch wel. Het CERN heeft dit

waargenomen bij een neutrino.

| Het British Museum herbergt vele

cultuurschatten, maar horen deze

schatten daar wel?

| Mensen hebben altijd willen

kunnen vliegen. Deze droom blijkt

niet zonder gevaren te zijn.

86

Page 3: Simon Ster 43.1

Inhoudsopgave

Adverteerders

Frames 8

VanDerLande 20

Wervingsdagen 44

ExxonMobil 51

Redactief

Er is van alles nieuw en veranderd binnen de ver-eniging. Als eerste al dat verhuis, de Simonkamer is alwéér op een andere plek, nu wel eindelijk de-finitief. Door al dat verplaatsen komen er af en toe verdwaalde BMT’ers de Simonkamer binnen. Eentje is zelfs per ongelijk een half uurtje lid geweest bij ons. Natuurlijk is er ook een nieuw bestuur. Zij zijn nog druk bezig met het inrichten van de bestuurs-ruimte, het staat al weken vol met allemaal dozen. Het eerste wat je opvalt, of juist niet, is dat ze ruim onder de lengte van de gemiddelde werktuigbou-wer vallen. Zo is het af en toe lastig om met ze te communiceren vanaf de ledentafel, soms ben je zelfs niet zeker of er aan de andere kant wel iemand van het bestuur zit.

Ook de redactie is dit jaar wat anders. Behalve dat het geen bestuurslid is die de commissie leidt, is er nu zelfs een eindredactie. Sven Peelen en Tom Schenkels zullen voor mij dit jaar al het inplakwerk doen. Wat hetzelfde blijft is dat onze redactieleden weer een jaar lang met een hele berg creativiteit de Simon Ster zullen vullen met interessante artikelen. Ook dit jaar zal Tech United ons op de hoogte hou-den met “Het nieuws van Tech United” en afstu-deerders vertellen ons waar ze mee bezig zijn.

In deze Simon Ster is te lezen wat onze leden in De-nemarken en Japan gedaan hebben, wie het nieuwe bestuur zijn, hoe indrukwekkend de scheepsliften in Strépy Thieu zijn, dat de neutrino ons in de war gebracht heeft en alle ins and outs van beamers.

Veel plezier met het lezen van mijn eerste Simon Ster!

Anna van Velsen

Smile of Science 4

Boete voor neutrino 6

Studytour 2011 - Japan (english) 9

Het 55e bestuur 12

Nieuws van Tech United 15

Nogmaals het 55e 16

Verlichtende technologie 18

Meeloopdag 21

Kijk in de Sterren (english) 22

Sanne en Anna eten bij... 25

A master thesis project (english) 26

Drieënzeventig meter lift 29

Gestolen of veiliggesteld 32

Colomn 34

Even voorstellen: Youngwei van Bussel-Liu 35

Minitrip 2011 - Denmark (english) 36

Staut - Tijd is een illusie? 40

Verdampend vermogen 45

Salton Sea 46

Wingsuits 48

Prijsvraag 50

Sterrenhoekje 50

Page 4: Simon Ster 43.1

4

De zin en onzin achter de techniekSmile of Science Anna van Velsen

NaNotechNologie

NanosponsIn de natuur kan je het veel terugvinden. Oppervlak-testructuren van planten die een speciale nanostruc-tuur hebben waardoor ze heel glad zijn. Zo blijven de bladeren van de lotus droog doordat het water er zonder spoor afloopt. Dit doordat de structuur er hier voor zorgt dat er heel weinig wrijving is. Een ander voorbeeld is de vleesetende bekerplant. Deze plant heeft conische bekers waarin verterende sap-pen zitten. Wanneer een vlieg, aangetrokken door de geur, op de binnenkant van de beker probeert te lan-den, glijd hij naar beneden. De binnenwand is een onregelmatige nanostructuur die een laagje water vast houd. De vlieg heeft vettige poten dus kan hier niet op blijven staan.Een groep onderzoekers van de Cambridge en Har-vard universiteiten raakten geïnspireerd door deze verschijnselen en probeerde een dergelijke eigen-schap na te maken. Echter maakten ze het zichzelf nog wat moeilijk door een hoog doel te stellen: het oppervlak moet verschillende soorten stoffen af kunnen stoten. Waterachtige en olieachtige stoffen moeten van het oppervlak aflopen. Daarnaast ook nog stoffen als ijs en bloed en een mier.Het oppervlak dat dit alles kan bestaat uit een wir-war van nanodraadjes teflon. Door de ordening van de draadjes functioneerd het als een soort spons. Deze spons wordt ondergedrenkt in kryton, een fluor-koolstof verbinding. De spons werkt ook on-der extreme toestanden waardoor het bijvoorbeeld toepasbaar is in hogedrukleidingen. Nog onbekend is hoelang het product blijft werken. Er kunnen problemen komen wanneer de kryton verdampt of wegloopt.

geNeeskuNde

Hersenen groeien doorAl lang denken we dat hersenen stoppen met ont-wikkelen tijdens de pubertijd. Echter kan men sinds kort aantonen dat de witte stof in de hersenen nog veel verandert bij volwassenen. De witte stof zorgt voor de verbinding tussen alle hersengebieden en wordt sterker bij mensen in de twintig. Dit maakt sommige cognitieve vaardigheden mogelijk.Om dit aan te kunnen tonen zijn ruim honderd mensen onderzocht. Zij hadden een leeftijd tussen de 5 en 32 jaar. Op meerdere momenten werden hersenen bekeken aan de hand van een MRI-scan. Hieruit bleek dat er nog veel nieuwe ontwikkeling plaatsvindt in de frontale kwab. Deze verbindingen hebben te maken met complexe cognitieve vaardig-heden. Denk hierbij aan levenservaringen zoals stu-deren, werken en sociale relaties.Bij sommigen werd er ook afname geconstateerd in de verbindingen. Dit kan een teken zijn voor psycho-logische aandoeningen die zich ontwikkelen in de pubertijd. De relatie tussen de witte stof en de aan-doeningen moet nog verder onderzocht worden.

shoppiNg

Månland“Wil de partner van Henk zich bij Månland mel-den?!”, zo zou het binnenkort kunnen klinken in de Ikea. Er bestaat al een Småland, een crèche voor kin-deren met een ballenbak, nu is de Ikea bezig met een test voor een mannenopvang. De ruimte wordt aan-gekleed met tafelvoetbal, een Xbox, gratis hotdogs en een grote televisie. De partner die gaat shoppen krijgt een buzzer mee die je er optijd aan helpt herin-neren je man op te halen.Månland is al getest in Sydney. Naast alle stress en relatiecrises die het kan voorkomen, wordt het ook heel wat rustiger in de winkel.

Page 5: Simon Ster 43.1

5

Simon Ster 43.1 | November 2011

automotive

Zelfrijdende tractorDe Leuvense universiteit en Flanders’ Mechatronics Technology Centre hebben samen een tractor van het merk New Holland omgebouwd tot een auto-nome tractor. Er bestaan natuurlijk al stofzuigers en grasmaaiers die hun eigen gang gaan, maar wat deze autonome machine uniek maakt is dat hij zich aanpast aan het soort grond. De tractor leert van de bodemkarakteristieken welke snelheid en stuur hoek toegepast moet worden voor het nauwkeurigste re-sultaat.De lerende sturing wordt ondersteund door een groot aantal sensoren, stuurhoekmeters en actuato-ren. Er wordt gekeken naar de werkelijke verplaat-sing met een gps-systeem en naar de voorspelde verplaatsing. Het kan gebeuren dat de wielen weg-slippen op de ondergrond, dan zorgt het systeem ervoor dat de snelheid en sturing hierop worden gecorrigeerd. De computer kan een nauwkeurigheid bereiken van enkele centimeters.Het ontwikkelen van dit systeem heeft twee jaar ge-duurd. Het prototype is al tentoongesteld op de in-ternationale Werktuigendag in Oudenaarde. De au-tonome tractor is niet direct bedoeld om de boer van het werk af te helpen. Het kan ook goed helpen met het zo efficiënt mogelijk benutten van het veld door de zaaibanen op zeer constante afstand te houden.

social media

Twitter wekkerIedereen drukt wel eens te vaak op de snooze-knop of verslaapt zich gewoon. Vooral studenten lijken daar erg goed in te zijn. Er bestaat al een wekker die een honderd dollar briefje door de shredder haalt wanneer je je wekker niet op tijd uitzet. Nu is er een nieuwe Japanse variant die heel effectief te werk gaat. De wekker is een simpele app die gênante tweets plaatst bij het uitstellen van opstaan. De Japanse app plaatst tweets zoals: “vandaag ben ik als ma-troos gekleed” en “er zijn niet genoeg mensen die zo getalenteerd zijn als ik op de wereld”. Voor Neder-landse maatstaven niet echt gênant genoeg. Wan-neer er een Nederlandse versie gemaakt wordt kun-nen we zien of dit echt werkt.

Page 6: Simon Ster 43.1

6

Neutrino reist sneller dan het lichtBoete voor de neutrino

BaanbrekendNa ongeveer zestienduizend metingen in twee jaar bij CERN, Zwitserland, komen wetenschappers tot de conclusie dat kleine deeltjes met een kleine massa sneller kun-nen gaan dan het licht. Tot nu toe is dit voor onmogelijk gehouden; deeltjes zouden niet versneld kunnen worden tot een snelheid groter dan de lichtsnelheid. Dit baanbreken-de resultaat zou Einsteins relativiteitstheorie deels, zo niet helemaal, ontwrichten. Op dit moment zijn vele wetenschappers over de hele wereld bezig om deze bevindingen te testen en al dan niet te verifiëren.

De snelheid van het lichtLicht beweegt, volgens de moderne natuur-kunde, met een constante snelheid in een vacuüm. De snelheid van licht is dus niet af-hankelijk van de snelheid van de bron. Deze lichtsnelheid in vacuüm is gelijk aan 300 miljoen m/s. Op deze snelheid zijn talloze natuurkundige verschijnselen gebaseerd. Zo zou het heelal zich met deze snelheid uitbreiden en is deze snelheid de verhouding tussen tijd en ruimte. Zelfs onze meter is gebaseerd op de lichtsnelheid: de meter is namelijk de afstand die licht aflegt in 1/C seconde, waarbij C de lichtsnelheid is.

“Welkom allemaal, bij de jaarlijkse races van Genève! Zoals elk jaar weer gaat

een nieuwkomer, dit jaar de heer Neu Trino, het opnemen tegen de tot nu toe

onverslagen kampioen, Fo Ton!” Terwijl het publiek juichte keek ene Stein met

veel bewondering naar zijn all-time champion en idool, Fo Ton. Elk jaar was Stein

naar de races wezen kijken, en elk jaar won Fo de race. Deze keer liep het echter

anders. Fo verloor de race, na vijf rondes van 146 kilometer elk, en Stein verloor

daarmee zijn kampioen. Hij had nu een nieuw idool: Neu Trino.

Yuri Steinbuch

Page 7: Simon Ster 43.1

7

Simon Ster 43.1 | November 2011

De neutrinoDe deeltjes die in CERN zouden zijn versneld tot bo-ven de lichtsnelheid zijn de zogenaamde neutrino’s. Neutrino’s zijn veel kleiner dan atomen. Deze deel-tjes hebben zo weinig interactie met materie dat lang gedacht werd dat ze überhaubt geen massa hadden. Wanneer deze deeltjes door bijvoorbeeld lood heen bewegen, moet het lood 9,5 biljoen kilometer dik zijn om de helft van de neutrino’s af te vangen.

Het onderzoekIn CERN zijn deze neutrino’s eerst gemaakt en ver-volgens versneld. Daarna zijn ze vanuit Zwitserland door een 730 kilometer lange tunnel naar Italië geschoten. Licht doet over deze reis 2,4 millisecon-de. De neutrino’s waren 60 nanoseconden sneller, met een afwijking van maximaal 10 nanoseconden. Daarmee zijn ze 0,002% sneller dan het licht, wat neerkomt op een verschil van 6000 m/s.

OnzekerhedenZoals bij elk onderzoek zijn er veel onzekerheden. Zo schuiven de aardplaten 1 cm per jaar (zodat dus de 730 km wellicht niet meer klopt), is er een afwijking van 20 cm op de plaats van herkomst en aankomst en worden lang niet alle neutrino’s opgevangen. In de twee jaren van het onderzoek zijn ongeveer 16 duizend deeltjes opgevangen van de 100.000.000.000.000.000.000 gegenereerde neutrino’s. Toch lijken de onderzoekers rekening te hebben gehouden met bijna elke denkbare anomalie. Ze hebben in elk soort jaargetijde, tijdens elk soort weer, bij erg veel verschillende buiten-temperaturen en bij veel verschillende standen van de maan gemeten. Tot nu toe lijkt dit onderzoek redelijk waterdicht.

GevolgenDe onderzoekers schreeuwden niet voor niets om hulp van anderen om hun theorie en hun onderzoek onderuit te halen. De snelheid van het licht staat, zoals eerder gezegd, aan de basis voor grote delen van de natuurkunde. De exacte gevolgen moeten nog blijken, daar durft men nog niet over na te denken totdat onafhankelijke bronnen dit onder-zoek verifiëren. Voor werktuigbouwkundigen zal dit vooral op twee vlakken grote gevolgen met zich meedragen: ruimtevaart en kernfusie.

Tijd reizenVelen praten nu al over tijd reizen. Volgens de relativiteitstheorie is de snelheid in de tijd en de ruimte samen constant, en deze constante is de

lichtsnelheid. Met andere woorden: als je met de lichtsnelheid door de ruimte gaat, moet de snelheid waarmee je door de tijd reist gelijk zijn aan nul. Immers, de twee opgeteld moeten gelijk zijn aan de lichtsnelheid. Als je sneller dan het licht reist, moet er dus iets van je snelheid worden afgetrokken om op een totaal van de lichtsnelheid te komen. Dit zou betekenen dat je een negatieve snelheid hebt in de tijd. Je reist dan dus terug in de tijd.

Het enige waar mensen die dat zeggen nu geen rekening mee houden, is dat aan de hele relativi-teitstheorie aan de hand van dit onderzoek kan worden getwijfeld. Zelfs als de relativiteitstheorie als geheel blijft staan, dan nog gaat deze ervan uit dat deeltjes niet sneller kunnen gaan dan het licht. Alle formules, afleidingen en overwegingen zijn hierop gebaseerd. De relativiteitstheorie is dus niet aanneembaar voor een deeltje dat sneller reist dan het licht.

Een neutrino: een ontzettend klein deeltje dat amper kan worden waargenomen. Sneller dan het licht? Voor nu is het een vraag die onbeantwoord blijft. Binnenkort zal meer licht geschenen worden op dit onderwerp. Over een paar maanden meer over dit onderwerp. Of een paar jaar. Of als je een neutrino bent, over slechts fracties van seconden.

Page 8: Simon Ster 43.1

Leading in Oil & Gas Technology

Frames defines itself by implementing new technologies in a dynamic market with growing internationalization. In addition, we highly appreciate a good working atmosphere in an informal setting.

Well educated ambitious people are working at Frames. Our terms of employment are correspondingly. Frames tries to stimulate its employees to continue learning, both “on the job” as well as through providing training. Our study costs arrangement allows employees to follow an adequate education in an affordable and easy manner.

Specialized in the design, manufacturing, supply, installation and commissioning of complete systems for oil & gas treatment, separation, heat exchanging, flow control and safeguarding, we constantly expand our technological capabilities as well as our customer base to include virtually all the major oil & gas production companies worldwide.

Opportunities to grow in one of our offices are plentiful. Besides developing opportunities in the Netherlands, we are continuously looking for employees who are willing to help with the growth of our international offices.

In total, Frames has five offices in the Netherlands located in Alphen aan den Rijn, Vollenhove, Woerden and Zoeterwoude. Besides expanding in the Netherlands, more and more Frames offices are opened abroad. Supported by offices in Brazil, Germany, India, Malaysia, Russia, Saudi Arabia, UAE and the USA, Frames has managed to make a name for itself in the global oil & gas industry in the past three decades.

The following technology and product groups are part of the Frames portfolio:

• Flow control & safeguarding• Gas & liquid treatment• Separation technologies• Gas processing• Biogas processing• Heat transfer• Automation• Field services

Interested? Please visit www.jobsatframes.com or www.frames-group.com for more information.

Frames is a medium sized international company providing turn-key technology for the upstream oil & gas industry. Headquartered in Zoeterwoude the Netherlands with offices in Alphen a/d Rijn, Woerden, Germany, United Arab Emirates, USA, India, Malaysia, Brazil and Saudi Arabia. Our business plan includes a sustainable growth for the coming years. The Frames organization is characterized by an open, international, committed and relatively young staff. Visit www.frames-group.com to learn more about our company.

38201079 ADV.indd 1 9/30/11 4:17 PM

Page 9: Simon Ster 43.1

9

Simon Ster 43.1 | November 2011

State of the Art EngineeringStudytour 2011 Japan

Japan is known as a highly developed country which has a leading position in

the development of new technologies. To investigate this position and to find

out why engineers in Japan are more respected than here, 30 students mechani-

cal engineering went to Japan this summer.

Studytour Committee

PreparationsPreparations for the studytour started more than a year ago; in July of the year 2010 the SASS began their search for enthusiastic people who would like to organize the tour. Let me clarify that the SASS (Stichting Activiteiten Simon Stevin) is the governing body of the tour and not Simon Stevin as to historical reasons. The committee was formed in a couple of weeks and consisted of eight people, namely Ewoud de Borst, Lennart Swartjes, Paul Geelen, René Hollink, Bart van Pelt, Rob Witlox, Jeroen van Hellenberg Hubar and Cindy Dijkhuizen. Just before the holidays it was decided that Japan would be the subject of this tour and during the holidays already a lot of ideas and possible places to visit were discussed.After the holidays the real work started as we had to find sponsors, companies and institutes, which we could visit in Japan. This process took almost a full year; during this year the precise itinerary was formed as well, as more and more of the excursions and visits became clear. During this process the SASS verified whether the tour was financial possible. Just

2 weeks before departure, the itinerary, the complete outline of the tour was completed.

The tourAs the tour lasted 21 days and was filled with lots of activities, this report would become too long if eve-rything was discussed. Therefore a summary, based on the cities where we stayed, will be given. More information can be found on our web page www.japan2011.nl.

TokyoDestination Japan, a country easily reachable with an 11 hour flight from Amsterdam. After arriving at Na-rita Airport we made our way to the greatest metro-polis on earth, Tokyo. A 45 minute bus drive brought us to our hostel in the Asakusa district. After a short break a visit to the Embassy of the Kingdom of the Netherlands was scheduled; we were invited for an intro session at the embassy, after which we could take a dip in the embassy’s pool and have drinks with the ambassador. As this was all happening on the

Leading in Oil & Gas Technology

Frames defines itself by implementing new technologies in a dynamic market with growing internationalization. In addition, we highly appreciate a good working atmosphere in an informal setting.

Well educated ambitious people are working at Frames. Our terms of employment are correspondingly. Frames tries to stimulate its employees to continue learning, both “on the job” as well as through providing training. Our study costs arrangement allows employees to follow an adequate education in an affordable and easy manner.

Specialized in the design, manufacturing, supply, installation and commissioning of complete systems for oil & gas treatment, separation, heat exchanging, flow control and safeguarding, we constantly expand our technological capabilities as well as our customer base to include virtually all the major oil & gas production companies worldwide.

Opportunities to grow in one of our offices are plentiful. Besides developing opportunities in the Netherlands, we are continuously looking for employees who are willing to help with the growth of our international offices.

In total, Frames has five offices in the Netherlands located in Alphen aan den Rijn, Vollenhove, Woerden and Zoeterwoude. Besides expanding in the Netherlands, more and more Frames offices are opened abroad. Supported by offices in Brazil, Germany, India, Malaysia, Russia, Saudi Arabia, UAE and the USA, Frames has managed to make a name for itself in the global oil & gas industry in the past three decades.

The following technology and product groups are part of the Frames portfolio:

• Flow control & safeguarding• Gas & liquid treatment• Separation technologies• Gas processing• Biogas processing• Heat transfer• Automation• Field services

Interested? Please visit www.jobsatframes.com or www.frames-group.com for more information.

Frames is a medium sized international company providing turn-key technology for the upstream oil & gas industry. Headquartered in Zoeterwoude the Netherlands with offices in Alphen a/d Rijn, Woerden, Germany, United Arab Emirates, USA, India, Malaysia, Brazil and Saudi Arabia. Our business plan includes a sustainable growth for the coming years. The Frames organization is characterized by an open, international, committed and relatively young staff. Visit www.frames-group.com to learn more about our company.

38201079 ADV.indd 1 9/30/11 4:17 PM

Page 10: Simon Ster 43.1

10

same day of the flight, this day was very intense and everybody was in for a good night rest.After a good night sleep we had to face the morning rush hour as we went to CRIEPI, Central Research Institute of Electric Power Industry, by public trans-port. Here we had our first company presentation. After a couple of hours we went back to hot and hu-mid Tokyo to visit one of the public parks, Shinjuku Gyoen, a green oasis in the midst of Tokyo. After spending an hour in the park we were ready to visit Honda to see the humanoid robot called ASIMO. During our visit we watched a show of the robot doing several tasks which could be necessary in real life while serving people. Last but not least we visited the Tokyo Tower, a replica of the Eiffel Tower. At the top of the tower we had a great overview of the huge metropolis lying beneath us.On one of the other days we were invited to the University of Tokyo, where we got a campus tour and visited a couple of departments. One of these departments showed us a surgical robot which performed a delicate task on an artificial brain. Furthermore, we visited some other beautiful places in Tokyo, such as the Imperial Palace Garden and Akihabara, the electronics district of Tokyo. The latter was heaven on earth for most of the partici-pants. In addition more cultural events were plan-ned, like visiting the fish market, Ginza, Shinjuku and Shibuya, where Shibuya is well known for its immense pedestrian crossing.We must not forget to mention the karaoke bars, scattered around Tokyo. Most people do know the concept of karaoke, but the way the Japanese “play” karaoke is somewhat different; private rooms, an echoing microphone and a lot of drinks. Most par-ticipants had the time of their lives in the karaoke bar, after the mandatory program had ended for the day.

TsukubaOnly a 40 minute train ride from Tokyo lays Tsukuba, a city which houses a lot of scientific companies and institutes and the University of Tsukuba. After arriving at Tsukuba we were invited, by our host Dr. Matsuda, for a diner in a traditional Japanese restaurant, called an Izakaya, where we had to take off our shoes and had to sit on the floor. During our stay in Tsukuba we attended a symposium at the university where 5 presentations from Eindhoven University of Technology and 4 presentations from the University of Tsukuba were given to exchange information. After the symposium we went to AIST, The National Institute of Advanced Industrial Sci-ence and Technology, where we had a presentation about the institute and their research topics. One of their research topics is robotics and we got to play with ‘Paro’, a robotic baby seal, developed to aid elderly people with Alzheimer.

NagoyaAfter a short return to Tokyo we took our first ride on a Shinkansen, Japan’s famous bullet train, to Nagoya, where we visited NIFS. NIFS, The National Institute for Fusion Science, is an institute which researches fusion as the name already indicates. At NIFS we saw some examples of different fusion plants, experienced one of these configurations in a virtual reality simulator and saw a real LHD fusion reactor. Somewhat outside Nagoya lays the car factory of Toyota. One and an half hour of watching manufacturing lines, welding robots and playing games is all you need to appreciate a company as a mechanical engineer.

IzumoOur trip from Nagoya to Izumo took us more than 6 hours, a quite intensive travelling day, although the scenery made up for it big time. The plan was to stay for 2 days in Izumo to visit several companies such as Shimane Sanyo, Fujitsu and Shimadzu and to visit several cultural sites. However, due to a typ-hoon we had to stay a day longer, a day filled with all kinds of games and a big poker tournament. During the company visits we learned a lot about the electronics and solar cells, which are produced by Shimane Sanyo. In Europe, Fujitsu is known for its computers and in this plant we saw the largest laptop assembly line of Japan. Shimadzu is a com-pany which produces medical equipment, like X-ray scanners and such. The company is well known in the world, although less known in Europe because of the market dominance of Philips and Siemens.

Page 11: Simon Ster 43.1

11

Simon Ster 43.1 | November 2011

HiroshimaBecause we arrived one day later than expected we could only visit some of the cultural sites we had planned. Of course we visited the Hiroshima Peace Memorial Park which comprised a museum and the site where the atomic bomb was dropped. Seeing the images of complete devastation, reading stories of the serious health-issues and the idea of being in a city which was destroyed in one blast is very confronting. Though, thankfully, the Japanese were able to rebuild the city in all its glory and a modern city is what you find now when you walk around Hiroshima.

KyotoOn our way to Kyoto we stopped over at Himeji to visit a traditional Japanese castle. The castle is currently being renovated. Although we could not see the castle in its entire splendor, due to the renovation, some parts could be observed from a special temporary construction. The garden of the castle, which was next on the itinerary, has a couple of different types of gardens. The typical Japanese gardening style could easily be recognized and it was really nice to be able to experience this kind of garden.In Kyoto itself we visited different UNESCO world heritage sites, like Kinkakuji (Golden Pavilion),

Ryoanji (famous for its rock garden), Nijo Castle and Fushimi Inari (a site that houses thousands of torii situated along the pathway to the top of the mountain). These four sites are only a few of the many cultural highlights Kyoto offers. In addition 2 companies were still to be visited, namely Horizon and KOBELCO. First we visited Horizon, which is a company that produces paper finishing products like a paper folder and book binder. Second, we visited KOBELCO, which is a big steel company that produces all kind of steel products like the propeller shafts for large vessels and their speciality; casks for storage of used nuclear material.

OsakaIn Osaka cultural activities and also partying were the order of the day. The day we arrived at Osaka there was enough time to hit the clubs, which a lot of participants did. The next day we visited a temple called Shitenoji and the Osaka aquarium, which is one of the largest aquaria in the world. A huge basin, which stretches over several floors, is home to different types of fish from around the world. After visiting the aquarium it was time to pack our bags as we had to take the plane back to Amsterdam early in the morning. Somehow the end of the studytour had emerged, slowly, and now we had to face the harsh reality.

AfterwardsNow that we are back in The Netherlands, there still are a couple of things are on our agenda; first some activities organized by our main sponsor Continu, but also some social activities. In addition to the activi-ties, a report of the tour will be made, which will later be sent to all companies we visited and which helped us during the preliminary phase. Only in a couple of weeks we can truly say the studytour has ended!

Page 12: Simon Ster 43.1

12

“Clooten van Stael, Gewightig!”Het 55e bestuur

Zoals de meesten van jullie weten, is dit jaar

een bijzonder jaar. Niet alleen vanwege het

lustrumjaar, maar ook vanwege het nieuwe be-

stuur. Dit jaar zal de vereniging door drie man

gerund worden. Bij dezen de gelegenheid voor

het kersverse bestuur om zich voor te stellen.

VoorzitterHallo allemaal, mijn naam is Lex van As en ik ben dit jaar de Voorzitter en de Lustrumcommissaris van onze fantastische studievereniging. Op 27 decem-ber 1989 ben ik geboren in het zuidelijke Maas-tricht. Anderhalf jaar later volgde een broertje, waar ik natuurlijk regelmatig ruzie mee heb gehad, zoals dat hoort bij broers! Ik heb altijd al een voorliefde gehad voor speelgoed als LEGO, K’nex en Meccano, hierin zullen veel van jullie zich wel herkennen! Ik groeide op in het kleine dorpje Mheer. Op mijn tiende verjaardag zijn we naar het buitenland ver-huisd. We gingen namelijk 10 km verderop wonen in het Belgische Teuven. Vanaf dat moment ben ik ook in België naar school gegaan.Mijn middelbare school was daar ook, in Voeren. In België is het systeem helemaal anders, maar mijn profiel heette Moderne Talen/Wetenschappen. Dat kwam er op neer dat ik eigenlijk alle vakken kreeg en daarin ook examen moest doen. Na zes jaar was ik gelukkig klaar en had ik besloten dat ik naar de ‘grote’ stad te gaan om te studeren: Eindhoven! Ik koos voor de studie die destijds het meest voor de hand lag voor mij: Technische Natuurkunde. Ik ging tijdens de intro ook bij studentenvereniging Demos. Dat gefeest leek mij geweldig na al die jaren te heb-ben doorgebracht in een boerendorpje. Dat was het

Page 13: Simon Ster 43.1

13

Simon Ster 43.1 | November 2011

ook, al merkte ik dat snel aan mijn cijfers. Na een tijd met veel frustraties, gaf ik toe dat ik minder moest gaan feesten, maar ook dat TN echt niet dé studie was voor mij. Ik ging verder kijken en kwam vrijwel direct bij Werktuigbouwkunde terecht. Veel meer praktisch gericht, precies wat ik zocht!

Ik was dus al bekend met commissies en studiever-enigingen voordat ik Werktuigbouw kwam studeren. Na het bezoeken van een commissie info lunch be-sloot ik in mijn eerste jaar direct in de Activiteiten-commissie plaats te nemen. Dat was een geweldige kennismaking met Simon Stevin, waardoor ik steeds meer en vaker bij de vereniging betrokken werd. In mijn eerste jaar zei ik, toen de avond naderde tijdens een memorabel feest al dat ik bij het 55e bestuur wou horen. In mijn tweede jaar werd ik dus nog actiever bij Simon Stevin. Ik begon bij de Glazen Huis commissie en werd daar voorzitter. Van de Symposi-umcommissie werd ik Commissaris Externe Betrek-kingen. Op de dag die we daar neer hebben gezet, ben ik nog steeds enorm trots.Halverwege het jaar besloot ik, ondanks de lang-studeerboete en harde knip, toch de daad bij het woord te voegen en heb ik tegen iedereen gezegd dat ik bestuur wilde worden. Ik heb vervolgens mijn voorgangers geholpen om een mede-bestuur voor mij te vinden. Toen bekend werd dat we het met zijn drieën gingen doen, zijn we vanaf mei bezig geweest om al het werk te doen dat nodig was. Ondertussen blijkt dat het inderdaad zwaar is met zijn drieën, maar dat we het goed weten te redden.

Kom gerust een keer langs in de nieuwe Simonka-mer om een kopje koffie te drinken en gezellig te lunchen. Daar kan je nog meer te weten komen over het nieuwe bestuur. Ook wil ik even van de gelegen-heid gebruik maken om iedereen veel succes met de studie te wensen! PenningmeesterHallo, Ik ben Stijn Tolkamp en zal dit jaar de rol van Penningmeester en Commissaris Externe Betrek-kingen uitvoeren. Ik ben geboren in Nijmegen op 23 december 1989, twee jaar later ben ik in Ede gaan wonen waar ik op de vrije school gezeten heb. Tot 1998 heb ik in deze regionen gewoond, in dat jaar zijn mijn ouders een boomkwekerij begonnen in het kleine, pittoreske Leunen. Hier ben ik nog steeds vaak te vinden in het weekend om een biertje te drinken of balletje te trappen bij de lokale voetbal-club. Hier heb ik ook mijn basisschool “De Meent” afgemaakt.

In Venray drie kilometer verderop heb ik zes jaar op het Raayland College gezeten. Hoewel het een mooie tijd was, was ik na 6 jaar wel aan iets anders toe en omdat ik een redelijke aanleg had voor de technische vakken en hier ook mijn interesses lagen, ben ik Werktuigbouwkunde gaan studeren. Qua studie gaat het op dit moment vrij goed ik heb mijn bachelor er bijna op zitten en zal proberen de twee laatste vakken naast mijn bestuurstaken te halen.

Hier in Eindhoven heb ik de eerst de kat uit de boom gekeken voordat ik in mijn tweede jaar besloot op kamers te gaan. Dit hangt ook samen met mijn ac-tiviteiten bij Simon Stevin. Pas na de verhuizing ben ik echt mee gaan doen aan activiteiten en ben ik in de Minireis commissie gegaan. Afgelopen zomer zijn we op deze reis geweest en het was zeker de moeite waard. Het op kamers zitten heeft dus uiteindelijk een belangrijke rol gespeeld. Dus als je zelf ook van plan bent iets actiefs binnen een vereniging te doen, raad ik het ook aan om op een gegeven moment op kamers te gaan.

In de maanden voor de Minireis was het 54e bestuur hard op zoek naar een nieuw bestuur, zo werd ik op een middag ook gebeld. Uiteindelijk, een aantal ge-sprekken later, ben ik overtuigd en ben ik begonnen met de voorbereidingen voor dit jaar. Ook wel met de gedachte “Na drie jaar studie is het ook gewoon leuk om even iets anders te doen”.Nu is het dan zo ver, we zijn met zijn drieën het 55e bestuur en gaan een druk en als het even meezit een mooi jaar tegemoet. Nog even de laatste loodjes aan de verhuizing leggen en dan kunnen we echt beginnen.

Lex van As

Page 14: Simon Ster 43.1

14

SecretarisHallo lieve lezers, ik ben Liesbeth Campmans. Dit jaar vervul ik de functies Secretaris, Onderwijscom-missaris en Vicevoorzitter bij onze Werktuigkundige studievereniging. Ik kom voor de meesten van jullie uit het hoge noorden, namelijk uit Borne, in Twente, waar ik op 4 maart 1991 geboren ben. Ik groeide op met twee broers en een zusje, een werktuigbou-wende vader en een diëtiste als moeder. Tijdens de jaren op de basisschool heb ik me prima vermaakt met Baby Born en Barbie, maar ook met K’nex, autootjes en LEGO. Ik ben toen ook begonnen met zwemmen en gitaar spelen, wat ik nog steeds graag doe. In groep 8 deed ik mee aan de Techstrijd II, waarbij je een verhaal over iets technisch moest schrijven. Ik werd 11e met mijn verhaal over het bouwen van een boot en won een aantal techniek-dozen voor de school. Helaas begreep mijn docent de Engelstalige handleiding niet, waardoor ik hier nooit mee heb mogen spelen, maar mijn interesse voor de techniek was wel gewekt.Na de basisschool met twee vingers in de neus te hebben afgerond, ging ik door naar het gymna-sium aan het Lyceum De Grundel in Hengelo. Ook hier hoefde ik niet veel te doen om goede cijfers te halen. Naast de profielen N&T en N&G koos ik de vakken Latijn, Frans en CKV (de knutsel- en teken-variant). Het leukste van de middelbare school was het voorbereiden van de stunt aan het einde van de 6e klas. Minder leuk vond ik het dat ik een studie moest gaan kiezen, want ik vond bijna alles leuk. Met heel wat meer uren oriëntatie dan nodig was heb ik uiteindelijk in een keer de juiste opleiding gekozen. Net als mijn broer en vader zou ik werk-tuigbouwkunde gaan studeren, maar dan wel in Eindhoven.

Zodoende kwam ik als verlegen meisje terecht in de gezellige drukte van de intro in 2009. Sjors, een van mijn intropappa’s, leerde mij meteen dat ik een mok in de Simonkamer moest neerzetten en hier elke pauze moest komen zitten. Braaf zijn advies opvolgend rolde ik al snel in de Smoelen-boekcommissie en de Redactiecommissie. Later dat jaar volgde ook nog de Ouderdagcommissie. In mijn eerste jaar heb ik al geroepen dat ik in het 55e bestuur wilde, lang voordat ik ook maar besef had van wat een lustrum bij een studievereniging inhoudt. Ondanks de ziekte van Pfeiffer, commissie-werk bij Simon Stevin en stuurvrouwschap bij Thêta heb ik mijn propedeuse cum laude gehaald. Dat was ook reden voor mij om in het tweede jaar nog meer commissiewerk te gaan doen en me behalve deelname aan demonstraties, niet al te veel aan te trekken van Halbe Zijlstra.

Nu is het dan eindelijk zover. Met z’n drieën zijn we nu het 11e lustrumbestuur en mogen wij de kar trekken. Misschien heb je ons al wel horen klagen over de drukte in de Simonkamer, we vinden het toch erg gezellig als er leden koffie komen drinken of komen lunchen. Dus loop vooral binnen!

Stijn Tolkamp

Liesbeth Campmans

Page 15: Simon Ster 43.1

15

Simon Ster 43.1 | November 2011

Ook kampioenschap in EindhovenNieuws van Tech United

Al meer dan vijf jaar doet het team ‘Tech United Eindhoven’ succesvol mee aan

robotvoetbal kampioenschappen. Met zorgrobot AMIGO strijdt het team sinds

een jaar ook om de titel in een competitie voor zorgrobots. De thuisbasis van

de robotbouwers is het RoboCup stadion van Gemini-Noord, waar de robots ’s

avonds en in de weekenden gebouwd worden. In de rubriek ‘Nieuws van Tech

United’ lees je elke Simon Ster alles over dit RoboCup team van de

TU Eindhoven!

Guy Vermeulen en Robin Soetens

Verlies verwerkenOver de verloren WK finale tegen Team Water uit China is nog lang en vaak nagepraat. Hoe kon het toch dat er juist tijdens de belangrijkste wedstrijd van het toernooi van alles mis ging? Hebben de voetbalrobots dan echt plankenkoorts? Technisch Directeur René van de Molengraft houdt het op ‘een ongeluk-kige samenloop van omstandigheden die we volgend jaar gaan voorkomen’. Zo ging bijvoorbeeld minder dan een uur voor de finale het rekje van de goalkeeper kapot, weigerde TURTLE 5 te schieten toen hij voor open goal stond en kwamen de robots niet tot scoren toen de tegenstanders vanwege technische mankementen en een rode kaart tijdelijk maar twee spelers op het veld hadden staan. Inmiddels is elk getal in de logfiles van het toernooi tot op vier cijfers achter de komma geïnspecteerd en heeft het team een to-do lijst van maarliefst drie kantjes opgesteld. Zowel de hard- als software zal grondig tegen het licht gehouden worden zodat de robots komend seizoen robuuster dan ooit deel zullen nemen aan RoboCup toernooien!

Zorgrobot in de praktijkDe eerste grote demonstratie van dit seizoen was er een waar-voor AMIGO naar Den Haag verscheept. Zorgleverancier Florence organiseerde workshops voor medewerkers waarbij Tech United mocht laten zien hoe robotica op een nuttige manier bij kan dragen in de zorg. Omgekeerd gaven de verpleegkundigen uit het publiek aan voor welke onderdelen van hun werk ze graag een robot in zouden zetten. Vaak werd daarbij natuurlijk ‘de admi-nistratie’ genoemd maar voordat we AMIGO zelfstandig een pen zullen zien pakken om zorgdossiers in te vullen, zijn we waar-schijnlijk nog wel een aantal jaartjes verder… Toch kwamen er een hoop goede ideeën naar voren waar het team volop mee aan de slag gaat.

RoboCup Dutch OpenEr werd al weken over gesmiespeld en de RoboCup roddelbladen stonden er vol mee: Tech United zou zich beraden over een eigen toernooi. Eind september werd het dan eindelijk officieel, de wereldwijde RoboCup federatie gaf het langverwachte jawoord en gaf daarmee toestemming voor de ‘RoboCup Dutch Open’. De wereldwijde top op het gebied van onder andere de Mid-Size en @Home league gaat het in Eindhoven, sportcomplex Aalsterweg, opnemen tegen Tech United. Blokkeer 25 tot en met 29 april dus vast in de agenda’s!

Page 16: Simon Ster 43.1

16

Maar dan hoe ze echt zijnNogmaals het 55e

Lex van As – Voor-zitter en Lustrum-commissarisDe nacht van 14 op 15 september liet ons kennis maken met de nieuwe voorzitter van de vereniging; Lex van As. Hoewel zijn eerste optreden wat onzeker was, hebben we er alle vertrouwen in dat hij de vereniging een jaar prima zal leiden. Hopelijk heeft hij dan wel een voorzittersha-mer om de vergadering te openen, in plaats van alleen zijn vuist. Qua stemvolume valt er ook nog wat te leren. Stap

één is het oprekken van de longen, stap twee is het verliezen van het Limburgse accent en stap vier is het veel smeren van de keel met bier. Dit laatste had al effect na de constitutieborrel, al was meneer toch wat stilletjes op de vrijdagmorgen.Deze Limburgse jongeman heeft inmiddels zijn plek gevonden in Geldrop, vanwaar hij met de bus of de fiets dagelijks naar de TU gaat. Nadat hij een jaar de kat uit de boom heeft gekeken bij de verkeerde studie, is Lex twee jaar geleden toch maar naar Gemini gegaan om zich op het gebied van de Werktuigbouw te ontwikkelen. Niet omdat de studie zoveel beter is, maar meer omdat de keuze tussen vdWaals en Simon Stevin snel gemaakt is. Lex was bij veel activiteiten aanwezig en het was dus ook niet verrassend dat Lex actief zou worden bij Simon Stevin. Een activiteitencommissie en een symposiumcommissie later stort Lex zich dan ook op het echte avontuur: een bestuursjaar bij Simon Stevin. Als echte Limburger zou Lex normaal gesproken de buitenlander van het groepje zijn, ware het niet dat zijn bestuursgenootjes nou ook niet echt 100% Hollanders zijn (Ligt Twente in Neder-land?). Gelukkig spant Lex toch de kroon doordat hij ook nog eens een Engelse vriendin heeft. Samen spenderen ze heel wat tijd aan Engelse drop eten, thee drinken en links rijden. Dat het

goed zit in deze relatie is te zien aan de facebook van Lex: Hij en zijn schatje, sweetheart of lieverd brengen samen meer tijd door op internet dan in real-life. Behalve posts over zijn vriendin, be-vat zijn facebook ook veel berichten over alle zaken die niet goed geregeld zijn op de TU. Een prima input voor een bestuursjaar.Gezien het bestuur dit jaar niet heel erg groot is, zowel in aantal als in lengte, neemt Lex nog een extra taak op zich: de taak van lustrumcommissaris. Hiermee zal hij veel gaan samenwerken met zijn voorganger. Dit moet, gezien de inwerkperiode, een groot succes worden. Lex heeft zich goed voorbereid de afgelo-pen maanden en samen met zijn bestuursgenootjes een prima beleid in elkaar gezet. Het belooft een mooi lustrumjaar te worden, als hij maar niet weer in de file komt te staan.

Stijn – Penningmeester, Commissaris Externe Be-trekkingen en ExcursiecommissarisVroeger was Stijn een rustige en onopvallende jongen. Hij paste precies in het plaatje van de typische Werktuigbouwkundestu-dent in Eindhoven: met het openbaar vervoer naar de Techni-sche Universiteit, een dagje colleges en begeleide zelfstudies volgen en vervolgens weer met de trein terug naar huis. Maar sinds zijn derde studiejaar is Stijn helemaal losgeslagen…

In Stijns derde studiejaar kwam hij namelijk voor het eerst in aanraking met Werktuigkundige Studievereniging Simon Stevin. Hij nam plaats in de Minireiscommissie en ontpopte zich tot een ware voorzitter. Hij kwam er achter dat het spelen van voorzit-ter tijdens de welbekende OGO-vergaderingen niets voorstelde in vergelijking met het leiden van deze meetings. Hij had een ware kluif aan het in toom houden van twee bestuursdames en één Iraniër. Daarnaast zorgde de voertaal Engels voor meer-dere spannende momenten. Desondanks is het hem gelukt de organisatie in goede banen te leiden, waardoor de Minireis niet in het water is gevallen. Niet figuurlijk, tenminste… Samen met de deelnemers is hij namelijk wel letterlijk uit Kopenhagen gespoeld.

Met Stijn is altijd wat te beleven, zo bleek het! Toen hij mee ging naar de constitutieborrel van onze zustervereniging W.S.G. Isaac Newton in Enschede, heeft de wereld kennis kunnen maken met de wilde kant van deze normaal zo vredelievende jongen. In Diepzat, de borrelruimte daar, transformeerde hij in een echte braskoning. Met het vuur in zijn ogen ging hij het oorlogspad op

Allemaal leuk en aardig hoe ze over zichzelf vertellen, maar is dat echt hoe ze

zijn of hebben ze heel wat achter te houden? Hier kun je niet lezen waar ze van-

daan komen en op school hebben gezeten, maar hoe je echt met ze te maken

krijgt.

Het 54e bestuur

Page 17: Simon Ster 43.1

17

Simon Ster 43.1 | November 2011

en schrok niet terug van een lompe braspartij met de heren van Gezelschap Leeghwater uit Delft.

Stijn had de smaak te pakken! Hij wilde meer! Binnen no-time had hij zich kandidaat gesteld als bestuurslid van het 55e bestuur. Wat voor hem lag, was een zware trainingsperiode onder leiding van zijn voorgangers. De Oud-Commissaris Externe Betrekkingen veranderde Stijn in een scherpe, gehaaide zakenman met grote overredingskracht. De Oud-Penningmeester leerde hem om secuur om te gaan met het geld, dat hij komend jaar met bakken zal gaan binnenslepen.

Een jaar geleden was Stijn dus nog een rustige en onopvallende jongen. De afgelopen tijd is hij veranderd in een zelfverzekerde Penningmeester, Commissaris Externe Betrekkingen en Excursie-commissaris, verenigd in één persoon!

Liesbeth Campmans - Secretaris, Onderwijscommis-saris en Vice-VoorzitterLiesbeth is net als de rest van het bestuur niet al te lang. Met haar 1 meter 60 mag ze blij zijn met trapje waarmee ze net bij de kastjes kan.

Bij Simon leerde we haar al aan het begin van haar eerste jaar kennen. Behalve dat ze een vrouw is en dus sowieso door ieder-een herkend wordt, had zij een aantal bijzonderheden. Zij dronk haar eerste alcohol bij de wijnproefavond en bleek daar van na-ture niet heel goed tegen te kunnen. Daarnaast had ze een licht blauwe fiets met een Kirby erop waar je geen pokémon tegen mag zeggen. Verder was ze sportief bij Thèta. Na twee maanden besloot ze

dat het vermoeide sporten niet haar ding was en dat ze liever anderen voor haar laat zwoegen terwijl zij met een touwtje een beetje bijstuurde. Nu is Thèta ingeruild voor Samurai en moeten we dus ondanks haar lengte bang voor haar worden. Ze is behalve bestuur bij Simon vooral politiek actief. Ze is lid van de jongeren tak van de SP en van de PF.

Dat zij niet uit Brabant komt hoor je meteen. Deze Twentse is wel nog van plan om een keer ‘echt’ carnaval te vieren. Dat hebben ze namelijk in Twente ook maar dan ‘minder heftig’. Denk aan mensen met alleen een raar hoedje op, muziek met tekst die uit woorden bestaat en polonaises van twee personen. Een van haar hobby’s is gitaarspelen. Je ziet het aan de plectrums aan haar oorbellen. Ze heeft thuis drie gitaren waarvan één zelfs twaalf snaren heeft; een beetje verwend? Dat is overigens niet te merken aan haar grootste wens. Dat is namelijk een mok met vier oren.

Meteen in haar eerste jaar werd ze actief bij Simon. Ze ging (onder aansturing van Huib) bij de redactie, ze zat in de smoe-lenboek- en ouderdagcommissie. In haar tweede jaar heeft ze de redactiecommissie voortgezet en is ze bij de almanak- en de lustrumcommissie gegaan. Daarnaast heeft ze al haar tentamens en OGO’s gehaald. Haar studie en haar vriendje met bijzonder haar zijn wel in de weg gekomen van haar commissieprestaties. Ik weet toevallig dat ze bij de redactie nog nooit op tijd is geweest met haar artikelen.

Dit jaar gaat ze als Secretaris leren om een goede planning bij te houden, als Onderwijscommissaris dat sommige studenten het al moeilijk hebben met hun studie zonder er heel veel naast te doen en als een bestuur kan ze werken aan haar alcoholresistentie en carnavalskwaliteiten.

Page 18: Simon Ster 43.1

18

Presenteren met lichtVerlichtende technologie

In het dagelijks leven van de student valt hij eigenlijk niet meer op: de beamer.

Stiekem komt hij toch wel erg vaak terug in de dag, tijdens het college, als je

een presentatie geeft of om met je vrienden filmpjes te kijken in een OGO zaal-

tje ‘dat je gereserveerd had’. Maar waar is de beamer begonnen? En waar zal hij

eindigen?

Waarom zouden we…Een plaatje zegt meer dan 1000 woorden. Deze spreuk is hele-maal waar voor presentaties. Door iemands verhaal visueel te kunnen volgen, hoeft de kijker het verloop van het verhaal niet meer helemaal in zijn hoofd te volgen. Het is zoals Socrates al vreesde, door dingen op te schrijven en te laten zien, hoeft iemand anders zich er niet actief een beeld van te vormen. De massale vergeetachtigheid die de oude filosoof voorspelde is uit-gebleven en de presentaties zijn er een stuk beter door te volgen, door meer mensen.

Maar hoe krijg je een plaatje zo groot dat de hele groep mensen voor wie je presenteert hem kan zien? Alles uitprinten en als een soort reusachtig boek doornemen zou te veel geld kosten, een beeldscherm van die grootte was tot voor kort nog niet eens mogelijk (lang leve LED-technologie). Verreweg de handigste methode is om de muur in een plaatje te veranderen. Bij witte on-dergronden is dit mogelijk door de muur met gekleurd licht ‘in te kleuren’. Om dit voor elkaar te krijgen zijn over de loop der tijden een aantal methodes gebruikt.

Kleurplaten en professorenDe eenvoudigste en oudste methode maakt gebruik van de episcoop. Met dit apparaat kunnen ondoorzichtige afbeeldingen geprojecteerd worden. De foto, brief, certificaat, kleurplaat of wat er dan ook geprojecteerd moet worden wordt gewoon op tafel gelegd. Daarop wordt de episcoop gezet en voilà, een projectie. In de episcoop zit een sterke lamp die de ondergrond helder verlicht. Dit verlichte beeld wordt door een spiegel onder 45° op een lens gericht waarmee het beeld op een muur scherp gesteld kan worden. Het nadeel van deze methode is dat er maar een klein contrast gehaald kan worden, waardoor de plaatjes slecht zichtbaar geprojecteerd worden.

De diaprojector baseert zich op vrijwel hetzelfde principe, behalve dat er doorzichtige dia’s mee bekeken kunnen worden. Via een lenzensysteem wordt de dia gelijkmatig belicht waarna er we-derom een lens volgt om scherp te stellen. Een belangrijk nadeel van de diaprojector is dat er alléén dia’s mee gekeken kunnen worden. In dit digitale tijdperk niet erg up to date meer.Een soort veredelde diaprojector, de overheadprojector, is gek

Anthom van Rijn

genoeg nog wel overal te vinden. In een overhead projector wordt de lichtbron door een slimme lens, de Fresnellens, in een keer re-delijk gelijkmatig door een glasplaat gestuurd. Op deze glasplaat kunnen lomp grote dia’s gelegd worden die, met een lens en een spiegel, op de muur geprojecteerd wordt. Vermoedelijk is de populariteit van de overheadprojector op twee pilaren geba-seerd. Het is een vrij simpel ontwerp waar weinig mis aan kan gaan. Toen dit nog splinternieuwe technologie was is het dus als makkelijke manier om goedkoop dingen te kunnen projecteren een groot succes. Toen iedereen er vervolgens een had, gingen ze maar niet kapot en ja, als ze nog werken is het zonde om ze weg te gooien. Ook biedt het, door middel van transparanten, de mo-gelijkheid aan (hoog)leraren, die meestal al een tijdje ongeveer hetzelfde vertellen, om hun creativiteit te botvieren op de hele klas. Dit gaat nooit vervelen en daardoor bleven de overheadpro-jectors nodig.

Page 19: Simon Ster 43.1

19

Simon Ster 43.1 | November 2011

De beamersTen langen leste kwam de technologie dan aan bij de beamer, of videoprojector. In deze categorie vallen een aantal verschillende technologieën, elk met zijn eigen sterke en zwakke punten. Wat ze allemaal gemeenschappelijk hebben, is dat ze digitaal aan-gestuurd worden. Ten opzichte van de overheadprojectors een hele vooruitgang! Digitale afbeeldingen kunnen veel gemakke-lijker aangepast worden dan fysieke. Bovendien kunnen op deze manier computerdemonstraties worden gehouden waardoor het klassikaal uitleggen van software mogelijk wordt.De oudste versie komt tegenwoordig eigenlijk niet meer voor. De eidophor stamt uit 1939 en werkt volgens hetzelfde principe als een beeldbuis. Met een elektronenstraal wordt een laagje olie zodanig vervormd dat het licht er op een bepaalde manier in breekt. Met een lenzensysteem wordt er een beeld van gemaakt. De eidophor geeft een zeer helder en contrastrijk beeld, maar is groot en erg kostbaar om te maken.Het oudste nog gebruikte systeem is een CRT projector. Met een rode, groene en blauwe kathodestraalbuis worden verschillende lagen over elkaar geprojecteerd op de muur. Hierdoor is een erg goed contrast te vormen en meestal is de levensduur ook goed. Maar, omdat ze zo groot en duur zijn, worden ze alleen nog maar in (thuis)bioscopen toegepast.

Een veelgebruikte beamer is de LCD projector. Goed te vergelijken met een diaprojector, maar in plaats van een dia wordt het licht door een klein LCD raster geleid. Via de computer is de kleur van elk rasterhokje te regelen. Het nadeel van deze beamer is dat het raster te zien blijft op de projectie. Dit kan enigszins verholpen worden door het beeld net niet scherp te stellen waardoor de rasterlijntjes te wazig worden om te zien, maar dan is de rest van het beeld dus ook niet helemaal scherp.De DLP projector heeft dat probleem niet. Het hart van deze projector is een chip vol microscopisch kleine spiegeltjes. Om de beurt worden de drie basiskleuren op deze spiegeltjes geschenen en door ze goed te zetten dan wel af te wenden, wordt bepaald welke kleur op welk deel van de projectie komt. Met deze me-thode kunnen met gemak 16 miljoen kleurschakeringen gemaakt worden. De drie basiskleuren worden afgewisseld door middel van een kleurenwiel dat voor een witte lamp draait. Dit kleuren-wiel kan wel duizend keer per seconde ronddraaien, ver boven de ververs snelheid van het menselijk oog. Desondanks zijn er men-sen die, vooral bij heldere objecten zoals ondertitels, kleurtjes zien. Dit heet het regenboogeffect en is het belangrijkste nadeel van de DLP projector.LED-technologie lijkt alles beter te maken. Door in de bovenstaan-de beamers de grote lamp te vervangen door een scherm LED’s kunnen delen van de projectie onbelicht blijven en wordt zwart nog zwarter. Het contrast van beamers heeft dan ook gedeeltelijk ten onrechte een slechte naam. In goed verlichte kamers is het vaak moeilijk om welke projectie dan ook te kunnen zien. In een goed verduisterde kamer is het contrast van een goede beamer aanvaardbaar te noemen en in de bioscoop is het zelfs goed.

ConclusieDe toekomst van de projector ligt waarschijnlijk in kleine draag-bare beamers, misschien zelfs werkend op batterijen voor ultieme bewegingsvrijheid. Dankzij ontwikkelingen in kleurenlasers kunnen de grote lamp en nog grotere koeling wellicht de deur uit, waardoor een handzame beamer overblijft.Hoewel de verduistering van de kamer wellicht een probleem zal blijven, staat het vast dat we ver zijn gekomen sinds de episcoop.

Page 20: Simon Ster 43.1

Een dagje met een WTB alumnus

Inderdaad, het zijn imposante systemen die Vanderlande Industries realiseert. Material handling systemen voor tal van nationale en internationale distributiecentra, luchthavens en sorteercentra. De ene keer betrekkelijk compact en overzichtelijk. De andere keer zeer uitgebreid, behorend tot ‘s werelds grootste installaties. Complex en opgebouwd uit de meest innovatieve en creatieve oplossingen op het gebied van elektronica, mechanica en besturingstechnologie.

Unieke systemen, die altijd weer anders zijn. Gerealiseerd door bijzondere mensen. Bas Bijkerk bijvoorbeeld. Een van onze collega’s die niet uitgesproken raakt over de projecten waarbij hij van begin tot einde betrokken is. Internationale miljoenenprojecten, waar hij in multidisciplinair teamverband aan werkt. En waar hij trots op is! Net als zijn 2 000 collega’s op onze verschillende kantoren in de wereld.

UNIEKE SYSTEMEN, BIJZONDERE MENSEN

De boeiendste technische en logistieke uitdagingen. Een creatieve omgeving met gedreven collega’s die van aanpakken weten. De afwisseling van projectenwerk. Met internationale carrièremogelijkheden.

Unieke systemen. Bijzondere mensen. Je vindt het bij Vanderlande Industries. Kijk op www.vanderlande.com.

WWW.VANDERLANDE.COM

5000 METER TRACK150000 KOFFERS PER DAG

1 BAS BIJKERK

Page 21: Simon Ster 43.1

21

Simon Ster 43.1 | November 2011

Een dagje met een WTB alumnusMeeloopdag

De BA commissaris bracht me in contact met Maarten Gerth. Hij werkt bij Stramproy Contracting B.V. en is actief met het opzetten van een torrefractie fabriek in Steenwijk. Torrefrac-tie is een pyrolyse proces waarbij biomassa (houtsnippers) wordt omgezet in houtskool waarbij de energie-inhoud per kuub een stuk hoger is dan die van de originele houtsnip-pers. Na de pyrolyse stap komt er poeder uit de fluidized bed reactor die na enkele tussenstappen door een briketteer pers gaat om er briketten van te maken. Deze briketten kunnen in een kolencentrale mee gestookt worden om er duurzame elektriciteit van te maken. Mijn meeloopdag zou de eerste dag zijn waarbij de briketteer pers in gebruik genomen werd. Ik werd rond half acht thuis opgehaald door Maarten en zijn collega Aziz waarna we richting Steenwijk reden. Eenmaal aangekomen heb ik kennis gemaakt met iedereen, van process operators tot de CEO van het bedrijf. Ik kreeg vele in-teressante visies te horen over het energieprobleem en over hoe zij dit probleem in de praktijk willen aanpakken. Na met iedereen te hebben gesproken kreeg ik een zeer uit-gebreide rondleiding door de fabriek. Naast het torrefractie proces is er ook een kleine energie centrale in het pand aan-wezig die zowel de energie levert voor het torrefractie proces als energie aan het elektriciteitsnet. De energie die geleverd wordt aan het elektriciteitsnet wordt opgewekt door middel van een turbine. Over iedere component in de fabriek hadden Maarten en Aziz iets te vertellen. Tijdens het opzetten van de fabriek kwamen ze tal van obstakels tegen die met mooie stukjes werktuigbouwkundig vernuft en logisch nadenken werden getackeld. De briketteer pers hadden ze besteld in China omdat dit niet alleen vele malen goedkoper was, maar ook nog sneller geleverd kon worden dan een Europees alter-natief. Om hem naar wens te krijgen hadden ze hem echter wel al zelf een aantal keren uit elkaar gehaald om hem te tunen voor het proces. Nadat ik rondleidingen van zowel Aziz als Maarten had ge-had, mocht ik zelf de handen uit de mouwen steken. Samen met de CEO, die er ook niet voor terugdeinsde om vies te worden, mocht ik een mooie mix maken van het poeder en plakmiddel, in de vorm van opgelost zetmeel. Voor het te kunnen briketteren in de pers moet deze mix namelijk vol-doende plakken zodat het samengedrukt blijft. Maar met het toevoegen, van het in water opgelost zetmeel, verlaagt ook de gemiddelde verbrandingswaarde per briket.

Na een paar mooi mixjes te hebben gemaakt in de beton-molen en er op het laatste moment nog een klein uitlij-ningsprobleem van de pers werd verholpen, konden de eerste briketten geproduceerd worden. Toen dit lukte met de tweede mix was iedereen in een euforische stemming. Al het personeel had al maanden uitgekeken naar het moment dat er een eerste vorm van eindproducten van de band kwam rollen en nu dit lukte heerste er een opperbeste stemming. Dit bracht ook een einde aan de dag en we reden weer terug naar Eindhoven.Ik vond het een erg mooie ervaring. Een dergelijk uitgebreide rondleiding en blik in het bedrijf zul je niet snel meemaken. Daarnaast gaf het me een interessant beeld van wat de werkzaamheden van een WTB-er kunnen inhouden. Dat dan ook nog eens alles zo goed verloopt dat er voor het eerst in de geschiedenis houtskool briketten uit biomassa worden geperst was het kersje op de slagroom.

Ik wil Maarten, Aziz en het gehele personeel bedanken voor de hartelijke ontvangst en een mooie kijk in het bedrijf!

Tijdens mijn stage in Florida kreeg ik een mail van de Bijzondere Activiteiten

Commissaris van W.S.V. Simon Stevin om een dag mee te lopen bij een afgestu-

deerd werktuigbouwer. Ik was wel benieuwd waar een WTB alumnus uit de TFE

sectie werkt.

Nick Meuwissen

Page 22: Simon Ster 43.1

Kijk in de SterrenWhere are your friends?

Page 23: Simon Ster 43.1

23

Simon Ster 43.1 | November 2011

It might not be the first thing that came to your mind, but

this actually is visualized facebook data. The interesting

thing about this image is what this visualization can tell

you. Paul Butler started out with some raw data about

friendships and their locations. With this data, he created a

black map and used blue and white tones to show how many

friendships there are between certain cities: whiter lines

mean a higher number of friendships. This not only shows

where people use facebook a lot, but also where they have

their friends.Sven Peelen

Page 24: Simon Ster 43.1

24

De ChemiewinkelSanne en Anna eten bij...

De Chemiewinkel is een van studentenorganisaties die de bezuinigingen van

de TU/e niet heeft overleefd. Ze waren een van de vier wetenschapswinkels op

de universiteit waar studenten bezig waren met de maatschappij helpen in hun

eigen vakgebied. Wij liepen van Whoog naar Matrix om te ontdekken wat hier

precies verloren is gegaan.

Sanne Janssen en Anna van Velsen

Het Concept ChemiewinkelDe gezamenlijke site van de wetenschapswinkels zegt: “Een wetenschapswinkel is een aan een universiteit gelieerde organi-satie, die zich voornamelijk bezig houdt met het beantwoorden van vragen, die niet gesteld zijn vanuit een profijtgedachte.” De Chemiewinkel is dus een instelling waar eenvoudig onderzoek gedaan wordt voor particulieren en bedrijven op het gebied van scheikunde. In tegenstelling tot andere wetenschapswinkels in Nederland werkten hier alleen studenten. Er waren wel mede-werkers bij de organisatie betrokken zij controleerden de aanvra-gen en de resultaten. Zoals gezegd waren er tot voor kort vier wetenschapswinkels op de TU/e. De Bouwkundewinkel en de Fysicawinkel bestaan nog. De Elektrowinkel is net als de Chemiewinkel al verdwenen van de gemeenschappelijke site.

ParticulierenDe Chemiewinkel hielp particulieren die ze met een scheikundige vraag zitten. Wanneer iemand belt over een lekkende batterij en niet weet wat hij ermee aanmoet en hoe schadelijk het is, krijgt hij direct antwoord aan de telefoon. Je kunt dus advies vragen over chemische problemen binnenshuis maar ook onderzoek laten doen naar de mate van bodem- en waterverontreiniging in je tuin. Dit laatste is nuttig wanneer je een moestuin wilt aanleg-gen.

In principe rekenen de studenten geen kosten voor de particuliere aanvragen, maar sommige onderzoeken zijn hier te duur voor. Daarom moet je voor een bodemonderzoek €50,- betalen.

BedrijvenDaarnaast zijn er de bedrijven die onderzoek en analyses uitbe-steden aan de Chemiewinkel. Het gaat alleen om het Midden- en Kleinbedrijf. Grote bedrijven hebben vaak scheikundigen in dienst en hebben voldoende mogelijkheden om onderzoeken uit te be-steden. Het kan gaan om een simpel literatuuronderzoek, analyse van stoffen of ontwikkeling van een product of productieproces op het gebied van chemie. Voor de onderzoeken rekenen ze 30 €/uur voor literatuuronderzoek en 40 €/uur voor praktisch werk. Op deze manier wordt er wat geld binnen gehaald wat ze weer kunnen gebruiken om de particulieren te helpen. Dit is echter niet voldoende en het grootste gedeelte moet van de faculteit komen. De studenten van de Chemiewinkel behaalden hun resultaten door gebruikt te maken van de uitgebreide bibliotheek en ver-schillende technische apparaten metalen, organische stoffen en gassen kunnen aantonen.

PlofkluisEen groot succes was het ontwerpen van een plofkluis. Pinau-tomaten worden opgeblazen met gas waarna het geld voor het opraken ligt. De studenten hebben bedacht om een gasdetector in te bouwen. Wanneer deze detector het gas opmerkt, wordt dit geneutraliseerd door CO2 in te spuiten. Hierdoor blijft de combi-natie binnen de kluis onder de ontstekingsgrens.

Wel gaat er een stilalarm. Dit betekent dat de politie wordt gewaarschuwd die dan binnen vijftien minuten ter plekke is. Hopelijk is dit genoeg tijd om de aanwezigen te kunnen arreste-ren. Waarschijnlijk zit dit systeem binnen een jaar in alle pinauto-maten. Dit onderzoek was niet voor de banken of de producenten

Page 25: Simon Ster 43.1

25

Simon Ster 43.1 | November 2011

van de pinautomaten, maar voor een klein bedrijf wat alleen een oplossing tegen het opblazen van de kluizen mocht bedenken. Zij hadden hier zelf de kennis niet voor.

De OrganisatieErgens in een klein kantoortje in de Matrix zitten ze, de bestuurs-leden van de Chemiewinkel. Het bestuur zorgt ervoor dat de aan-vragen bij de studentassistenten terecht komen, dat iedereen de correcte informatie heeft en dat de organisatie eromheen correct verloopt. Al deze opdrachten worden uitgevoerd door studenten. Er zijn op het moment vijfentwintig studenten ingeschreven, al-lemaal van scheikunde.

Een opdracht komt binnen bij het bestuur via een email of de telefoon. Zij analyseren de opdracht kort. Soms kan er direct geantwoord worden en soms ligt de opdracht buiten de moge-lijkheden. De betrokken medewerkers werpen er ook een oog op. Hierna volgt het contract met de aanvrager, het onderzoek en het verslag. Dit verslag gaat naar de controlecommissie die uit medewerkers bestaat. Alleen na goedkeuring van deze commissie gaat het verslag pas naar de klant.

De medewerkers zijn op drie verschillende niveaus betrokken. De meest betrokken persoon is de coördinator. Deze is aanwezig bij de wekelijkse vergadering en weet wat er allemaal speelt. Vervol-gens is er de controle- of begeleidingscommissie. Zij controleert de verslagen en vergadert een paar keer per jaar met het bestuur over de voortgang. De laatste groep bestaat uit professoren. Zij helpen wanneer er problemen zijn en geven advies op aanvraag.

De VerenigingNaast het onderzoek waren er ontspannende activiteiten. Eens in de twee jaar was er een gezamenlijke activiteit met de andere wetenschapswinkels om reclame te maken naar de buitenwereld toe. Daarnaast zijn er interne activiteiten zoals het “ik heb zin in knakworst”- feestje en een twisterrace. Er was een blaadje wat vier keer per jaar verscheen. De waarschijnlijk laatste is al verschenen en had de ironische titel “Barium” wat in het Engels gelijk is aan “Bury him”. Daar is lang over nagedacht!

Waarom Ze Moeten SluitenHelaas hoorden ze begin vorig collegejaar dat ze worden opge-heven. De genoemde reden was dat er te weinig continuïteit in het bestuur zit. Hiermee wordt bedoeld dat elk jaar het wiel een beetje opnieuw wordt uitgevonden omdat het bestuur ieder jaar wisselt. Ook ligt er een grote verantwoordelijkheid bij de univer-siteit en de faculteit over de geleverde informatie of producten. Als er ooit iets mis gaat, zal dit niet goed zijn voor de naam van de universiteit en de faculteit.

Met dit laatste is het bestuur het echter totaal niet eens. Zoals eerder gezegd wordt alles gecontroleerd door de medewerkers. De kans op fouten is net zo groot bij het publiceren van andere onderzoeken. De faculteit heeft dus geen vertrouwen in eigen studenten en medewerkers. Dat de onderzoeken ook positieve reclame kunnen opleveren wordt nergens genoemd. Bovendien staat er een disclaimer in het contract en is de faculteit dus op geen enkele manier aansprakelijk voor de eventuele fouten. Aan het begin van het jaar kregen ze te horen dat het anders moest. Als reactie hierop is er een nieuw concept uitgewerkt. In januari toen dit gepresenteerd werd aan de faculteit was de beslissing al genomen. De Chemiewinkel gaat dicht ook al werd er eerder nog de indruk gewekt dat het te redden was.

De Laatste MaandenZe hebben het jaar afgemaakt en alle liggende aanvragen afge-handeld. Er staat nog een gesprek in de planning om het laatste idee te bespreken; een groot concept waarin ze hopelijk aan alle argumenten voldoen. Ze blijven hopen, maar weten dat het eigenlijk al vergeven is.

Het grote probleem voor het bestuur in alle onderhandelingen is dat het “vechten tegen de bierkaai” is. Hiermee bedoelen ze dat ze eigenlijk niets te zeggen hebben en als de faculteit ze niet wil, dat ze dan gewoon afgeschreven zijn.

De laatste bestuursactiviteiten zijn ludieke acties om aandacht te trekken. Hiermee hopen ze dat mensen doorkrijgen wat ze aanrichten en misschien toch besluiten hen te helpen.

Page 26: Simon Ster 43.1

26

Building, modeling and identification of a steerable needle demonstrator setup

A master thesis project

Unfortunately minimal invasive surgery also comes with some drawbacks. When interventions are carried out deeper in the hu-man body, it is difficult to navigate and surgeon ergonomics are not optimal. Hence the open approach is chosen in the majority of interventions.The integration of robotic assistance can be beneficial for the field of minimal invasive surgery. Robotic assistance enables working from a distance, allowing better surgeon ergonomics. It also allows interventions to be carried out inside an imaging device, such as an MRI scanner, which contributes to the improvement of navigation and observation. Together with future improvements of haptic and tactile feedback, robotic assisted minimal invasive surgery will improve accuracy and decrease collateral damage.

PITON projectThe Delft University of Technology initiated the PITON project some years ago. PITON is the abbreviation of Percutaneous

Manually operated minimal invasive instruments caused a revolution in surgical

interventions. The advantages compared to the traditional open approach are

obvious. The required body access openings are smaller, resulting in less expo-

sure of inner organs and tissue, which reduces the chance of infection. On top

of that, patient recovery times are reduced due to the minimization of collateral

damage. This is beneficial for both patients and hospitals.

Jaap Nieuwenhuijsen

Page 27: Simon Ster 43.1

27

Simon Ster 43.1 | November 2011

(through the skin) Instruments Tele-Operated Nee-dles. The goal of this project is to develop general purpose, MRI, teleoperated compatible needles. The intended use of the needles is taking biopsies and local treatment or medicine delivery. The motivation to make the needles MRI compatible comes from the fact that cancer tumor localization inside the body is hardly possible without the use of an MRI scanner. Currently the tumors are locali-zed in an MRI scanner, but treatments and biopsies take place outside the scanner because of the lack of space in the scanner. Some attempts are made to treat patients in MRI scanners, but that is proven to be difficult, see figure 1. It is undesired to position a surgeon close to a scanner. Hence a master slave lay-out is chosen to allow teleoperation from a sufficient distance.The TU/e is responsible for the development of the master device and the control algorithms for master, slave and the interaction between the two. Besides the TU/e and the TUD some other parties are collabo-rating in the project. Those parties are UMC Utrecht, TNO, DEAM, Technobis and Hemolab.

DemonstratorThe final prototype is not finished yet. Currently the design is finalized and the first parts are assembled.

Initially only one copy is build. All parties would like to get their hands on it to do experiments, which is difficult when only one copy is avai-lable. An extra copy is expensive to build, so the TU/e decided to build a similar device for preliminary experiments. The demonstrator setup as it is build at the TU/e is based on a steerable needle type instru-ment manufactured by DEAM. It is a hollow shaft with a bendable segment at one side. Ac-tuation cables run through the shaft from the bendable segment to the base. Pulling the ca-bles deflects the bendable segment. See figure 2 for an overview of the original instrument.Originally it is a manually operated instrument,

now it is converted it such that it is operated auto-matically. The demonstrator is actuated by a linear motor, which is attached to the actuation cables. A vision system is added so the shape of the end effec-tor can be estimated. See the picture on the left page and figure 3 for a picture of the demonstrator setup, see figure 4 for an idea of the mechanic principle.MATLAB / Simulink with the Real Time Workshop is used to control the demonstrator in real time. It is possible to measure the actuator position, send a force reference to the actuator and to estimate the shape using the vision system. MATLAB / Simulink facilitates a flexible environment to do system iden-tification experiments and to test different types of control.

ModelA multi body dynamical model is made to describe the system’s behavior. This model can be used for model based control, but it can also be used to esti-mate the interaction forces applied at the tip of the end effector. This force estimation can be used to give force feedback on the master device.Figure 4 depicts a schematic overview on which the model is based. Herein m

a is the actuator translator’s

mass, mc is the cable mass, m

t is the tip mass, m

li is a

links mass (an arbitrary number of links may be cho-sen) belonging to the bendable segment, and m

s is

the shaft’s mass. The figure shows a translation chain of bodies, which is a simplification of the reality. Al-

Figure 1: An impression of a treatment performed

inside a MRI scanner

shaftend effectorframe

actuation disk

rod

Figure 2: The original manually operated instrument as it is delivered by DEAM.

Page 28: Simon Ster 43.1

28

most all bodies are subject to rotation, so the concept of direction cosine ma-trices are used to describe these rotations, but omitted in the figure. Note that this results in a nonlinear model.The masses are connected with linear springs and dampers as shown in the figure. The actuation force (F

a) is applied to the actuator mass and enforced by

the linear motor. The force (Ff) applied to the cable is a nonlinear friction force

to model the hysteresis that’s present in the system. The force (Fe), resulting

from needle tissue interaction, is applied to the tip and is the force which can be estimated when a proper model is known.The identification of the model parameters is not finished yet. Therefore it is not yet possible to judge the validity of the model. Hopefully the developed model sufficiently represents the needle dynamics, so eventually application of model based control and estimation of the interaction forces is possible.

The author

My name is Jaap Nieuwenhuijsen. Way back in 2002 I started my bachelor’s study Mechanical Engineering, now I’m graduating in the group of Maarten Steinbuch. During my time at the TU/e I’ve undertaken many activities which are partially, or totally not related to University life. I’ve done some work in Simon Stevin’s commit-tees, played rugby, played bass guitar in a band, organized holiday activities for children and I’ve maintained my social contacts. These activities significantly extended my study period, some-thing our Rector Magnificus would not encou-rage, but it gave me lots of energy. Moreover, it offered opportunities to develop valuable skills that cannot be learned within the standard cur-riculum.

My master’s project is part of the PITON project. It is my responsibility to develop, model and identify the demonstrator setup. The results will be used to develop the final control and force estimation algorithms, so a working prototype is available in autumn next year.

actuator shaft

bendablesegment

tip

steering cable

ma mc mt ml1 ms

FeFfFa dsdldl

klkl kskckcθsθl1x(θt), θtxcxa

ml2

dl

klθl2

Figure 4: A schematic overview of the mechanical principle and

the simplified translation chain of bodies in which the multi-

body model is based.

Figure 3: Th demonstrator setup, modified for automatic actuation. It consists of

the steerable needle, a linear actuator and a camerapositioned above the end ef-

fector.

Page 29: Simon Ster 43.1

29

Simon Ster 43.1 | November 2011

De scheepslift van Strépy-ThieuDrieënzeventig meter lift

Onze zuiderburen, de Belgen, staan bij velen vooral bekend om bier, friet en een

daadkrachtig parlement. Wie echter denkt dat België het zonder grootse, unieke

bouwwerken moet stellen, heeft het mis. Dichtbij de Franse grens, 50 kilometer

ten zuiden van Brussel, twee uur van Eindhoven, staat de magnifieke scheepslift

van Strépy-Thieu.

De liftDe scheepslift van Strépy-Thieu, bij de Waalse plaatsjes Strépy-Bracquegnies en Thieu, is in zijn totaal 150 m hoog. Het hoogteverschil dat hier overbrugd wordt is een niet geringe 73,15 meter en het gaat hier dan ook om de hoogste scheepslift ter wereld.

De scheepslift is onderdeel van het Centrumkanaal, en maakt daarmee indirect de verbinding tussen Maas en Schelde mogelijk. Door de bouw van de lift bij Strépy-Thieu is het Centrumkanaal toeganke-lijk gemaakt voor schepen tot 1350 ton, 1000 ton zwaarder dan de schepen die er eerst gebruik van konden maken.

Jules Frints

Page 30: Simon Ster 43.1

30

Korte geschiedenisIn 1888 werd in de region La Louvière-Thieu de eerste van vier hydraulische scheepsliften geopend. De drie andere volgden in 1917, waardoor in totaal een hoogteverschil van 66 meter overwonnen werd. Hierdoor konden nu schepen tot 350 ton van het Maasgebied via het Centrumkanaal naar de Schelde varen, met als resultaat een goede afvoerroute voor het steenkolenindustriegebied de Borinage.

De scheepvaart ontwikkelde zich echter. Schepen werden groter en groter, waardoor die 350 ton op den duur toch magertjes be-gon te worden. Al in 1947 begon de roep om de binnenvaart uit te breiden naar schepen tot 1350 ton, klasse IV. In 1964 werd dan ook gestart met de bouw van twee sluizen in Ha-vré, die geschikt waren voor grote schepen. Er bleef echter één probleem voor de Belgische binnenvaart: een hoogteverschil van 73,15 meter.

De oplossing was natuurlijk simpel: een kanaaltje erbij met een liftje van een paar meter, waardoor de schepen om de krappe oude kanalen heen geleid werden en zó ge-bruik konden maken van het Centrumkanaal. In 1982 begon de bouw, om twintig jaar later, op 2 september 2002, het eerste schip door te laten.

Hoewel de lift door sommigen beschouwd wordt als een van de Grote Nutteloze Werken van België, is het binnenvaartverkeer na de opening van de lift wel degelijk toegenomen. Na de sluiting van de steenkoolmijnen werd gedacht dat de lift weggegooid geld was (Hij kostte 625 in plaats van de begrote 150 miljoen euro). Gelukkig lijkt de lift zijn nut nu toch te bewijzen.

Twee emmertjes water halen…Interessanter dan de geschiedenis, is natuur-lijk de lift zelf. Want hoe takelt het ding nu een schip van 1350 ton over een hoogte van 73 meter omhoog? In de basis bestaat de lift uit twee grote bakken met water en 16 con-tragewichten. Deze hangen aan weerszijden van de bakken die zich weer aan weerszijden van het centrale, betonnen gebouw bevinden.

Een schip vaart één van de twee bakken in, waarna deze afgesloten wordt van het kanaalwater. Door dit systeem met op te ta-kelen bakken wordt het waterverlies beperkt ten opzichte van een reguliere sluis. Bij een normale sluis stroomt namelijk water van het hogere kanaaldeel naar het lagere deel, en dit moet worden teruggepompt. Bij de kabellift is dit verlies nauwelijks aanwezig, waardoor energie en kosten gespaard worden doordat er minder gepompt hoeft te worden.

Page 31: Simon Ster 43.1

31

Simon Ster 43.1 | November 2011

Elke bak heeft een lengte van 112 m en een breedte van 12 m. De waterhoogte in een bak kan variëren tussen 3,35 m en 4,15 m, waardoor de massa varieert tussen 7200 en 8400 ton. Eén bak hangt aan 144 kabels met een diameter van 85 mm. Slechts 32 van deze kabels worden gebruikt voor het daadwerkelijke takelen, de rest draagt het gewicht. De gebruikte katrollen zijn 4,8 m in doorsnee.

Voor het omhoog brengen van een bak met een schip staan er vier elektromotoren klaar, elk met een vermogen van 550 kW. Door slim gebruik te maken van de acht contrage-wichten per bak, is dit vermogen genoeg om een bak met water en 1350 ton schip op te takelen. Een schip is in zes à zeven minuten boven.

De twee waterbakken functioneren volledig onafhankelijk van elkaar. Om het gebouw voldoende stijfheid te geven om de krachten die dit met zich meebrengt te kunnen weer-staan, is er voor een doeltreffende oplossing gekozen: het gebruik van veel beton. Het centrale gebouw weegt ongeveer 200.000 ton, waardoor er heel wat moet gebeuren voordat hier iets mis gaat.

Voor de toeristDe scheepslift bij Strépy-Thieu is een enorm bouwwerk dat enorm werk verricht. De lift blinkt uit in grote cijfers. Niet voor niets wordt de kabellift gepromoot als toeristische attractie. Een groot deel van het jaar is in het gebouw een expositie over de werking en geschiedenis van de scheepsliften. Een gedeelte van het jaar kan men op zondagen ook zelf met een boot in de lift. Van buiten is het ding natuurlijk altijd goed te zien en er is regelmatig een doortocht.

Page 32: Simon Ster 43.1

32

The British Museum of LondonGestolen of veiliggesteld

Het British Museum heeft een collectie

van zeven miljoen objecten van over

de hele wereld. Aan deze objecten is

de culturele, economische, maatschap-

pelijke en religieuze geschiedenis af te

lezen. Ik ben naar dit immense gebouw

gegaan om te kijken of er echt inhoud

aan de objecten zit.

Sanne Janssen

The British MuseumAlle musea in Londen zijn gratis. Toch zijn ze erg groot, perfect onderhouden en is er veel te zien en te lezen. In elke kamer zit een bewaker op een stoel die je vriendelijk de weg wijst als je een beetje dom om je heen kijkt. Het Britisch Museum is het tweede museum dat ik bezoek in Londen. Ik ben nu twee keer meerdere uren in het Science Museum geweest en moet nog steeds terug omdat ik op hele verdiepingen nog niet ben geweest. Het British Museum is minder interactief, maar ik heb het niet gered om bij alle landen te gaan kijken. Musea in Londen krijgen geld door giften. Op drukke plekken staat een bak voor donaties en constant gooien mensen hier briefjes in. Ook kun je voor twee pond een simpele kaart kopen en voor zes een boek. Je moet ook betalen voor een rondleiding met een koptelefoon. Opvallend is dat deze goedkoper is voor werkelozen.

Schatten uit EgypteEen groot gedeelte van de zalen bestaat uit beelden, geschriften (op steen), muurschilderingen, mummies van belangrijke perso-nen, sarcofagen en schatten uit de graven van het oude Egypte. Aansluitend zijn er ook objecten uit Irak, Iran en zuidwest Turkije. Al deze objecten zijn simpelweg meegenomen door ontdek-kers. Zij gingen op zoek in de woestijn en als je iets vond, nam je het mee. Later deden schatzoekers dit zelfs in opdracht van het museum.

Page 33: Simon Ster 43.1

33

Simon Ster 43.1 | November 2011

Een van de schatten in de steen van Rosette. Op deze steen staat dezelfde tekst in drie verschillende geschriften en op deze manier is het hiërogliefenschrift ontcijferd. Engeland heeft nooit toe-stemming gevraagd of gehad om iets mee te nemen uit Egypte. Wij zouden het nogal raar vinden als er mensen uit Afrika kwa-men die molens en kerken afbreken, de onderdelen verdelen en in verschillende musea leggen. Toch is het in de 19e en het begin van de 20e eeuw op deze manier gebeurd. Als je goed zoekt, vind je hier en daar iets over wanneer en door wie de schatten zijn gebracht. Dit wordt niet duidelijk verteld en de discussie over het teruggeven kun je niet vinden. In tegenstel-ling tot bij de afdeling over Griekenland, daar is het museum plotseling heel open over.

Schatten uit GriekenlandDe Acropolis in Athene heeft een lange geschiedenis. Verschil-lende religies hebben er een gebedshuis gehad en de afbeeldin-gen vertellen een gedeelte van de Griekse geschiedenis. Tijdens de vele verbouwingen was er al een groot deel van de beelden en sculpturen verloren gegaan. Tijdens de oorlog met de Perzen was er het gevaar dat alles verloren ging. Engeland heeft toen gevraagd of ze ‘any pieces of stone with inscriptions, and figures’ mochten meenemen en daartoe heeft het toestemming gekre-gen.

Dit verhaal staat duidelijk op meerdere plekken in het museum. Ook wordt er naar de discussie verwezen: ‘his actions spared them further damage by vandalism, weathering and pollution’. Er staat ook dat in het Acropolis Museum of Athens onbelangrijke onderdelen liggen. Daarnaast hebben ze het zwakke argument voor het slopen van het gebouw: ‘It is thanks to Elgin that gene-rations of visitors have been able to see the sculptures at eyelevel rather than high upon the building.’Het is begrijpelijk dat de Grieken dit liever in hun eigen museum hebben, maar ze hebben geen poot om op te staan. Bovendien wordt er veel en goede uitleg gegeven over alle aspecten van de Griekse geschiedenis. De objecten staan in prachtige hallen en meer dan vijf miljoen mensen kunnen ze ieder jaar gratis bekij-ken. Ik kan me bovendien niet voorstellen dat Griekenland geld heeft om dit op deze manier neer te zetten.

Andere LandenUit de rest van Europa is er een uitgebreide collectie. Ik heb overal gekeken, maar er wordt nergens vermeld hoe de objecten overal vandaan gehaald zijn. Het zijn vooral schatten. De duurste bor-den, juwelen, klokken, vazen, schilderingen, geweren en alles wat duur is kun je er vinden. Details die bijna onzichtbaar klein zijn, glaswerk in onmogelijke vormen en goud en glinsteringen overal. Daarnaast zijn er belangrijke objecten uit de geschiedenis zoals het dodenmasker van Napoleon Bonaparte.

Of deze objecten zijn gestolen, gegeven of verkocht is mij niet duidelijk. Wel is er veel minder informatie bij te vinden dan bij de Egyptische en Griekse kunst. Een goede reden hiervoor is dat het nooit even interessant kan zijn. Het zijn geen objecten met een verhaal of een geschiedenis, slechts met grote waarde. In een verre uithoek van het gebouw op de vijfde verdieping is er een Japanafdeling. Hier liggen objecten uit het ‘Ancient Japan, 13.500 BC to recent Japan’. Deze afdeling is niet heel groot, maar sommige dingen zijn wel erg oud en onderdeel van de Japanse geschiedenis. Ook hier is niets te vinden over hoe het hier is gekomen.

Uit Irak zijn de schatten zeer recentelijk veiliggesteld. Belangrijke gebouwen en spullen liepen gevaar door de oorlog. Er staat bij dat het museum bereid is te helpen met het veilig bewaren van de objecten die zich nog steeds in het land bevinden als daar vraag naar is. Er staat niet dat het wordt teruggeven als het land weer politiek stabiel is. Helaas had ik niet genoeg tijd om alle afdelingen te bezoeken. Ik ben niet geweest op de Islamic World, Africa, China en Korea exposities. Toch durf ik te zeggen dat er maar één kant van het verhaal te vinden is.

Weliswaar was de Acropolis lang geleden een belangrijke plek in Griekenland. Deze positie had het al lang niet meer. Het was meerdere keren verbouwd en werd niet meer gebruikt. Geen enkel stukje is nog helemaal gaaf. Soms is er alleen een gedeelte van de romp zonder hoofd armen en onderbuik van een beeld. Niemand heeft nog iets aan deze stukken steen en wat mij be-treft kunnen ze beter opnieuw worden gebruikt.

Hetzelfde geldt bijna voor Egypte. Weliswaar kunnen we echt iets met de informatie uit de mummies en is de geschiedenis nog niet compleet bekend. Het geschrift is wel ontcijferd en die steen van Rosette heeft dus geen waarde meer, waarom zou je daar nog ruzie over maken?

Page 34: Simon Ster 43.1

34

StuderenColumn

Voor de mensen die dit stuk lezen is studeren een heel logische, vanzelfspre-

kende keuze geweest. Ik zal echter proberen te betogen dat veel jongeren te

lichtvoetig denken over het besluit om zoals al hun leeftijdsgenoten te gaan

studeren.

Het Nederlandse onderwijssysteem is er op gericht mensen te stimuleren altijd het hoogst haalbare te kiezen wat betreft opleiding, en zo lang mogelijk door te studeren (hetzij zo snel mogelijk). Op de basisschool begint de selectieprocedure en worden de kinderen beoordeeld door middel van een CITO-toets, die ondertussen vast al wel weer een andere hippe naam zal heb-ben. De score voor deze toets is min of meer een toegangsbewijs voor de juiste stroming op de middelbare school. Daar kunnen de VWO-ers een profiel kiezen en er voor opteren om Latijn en Grieks te volgen. Nadat de middelbare school afgerond is, is een tiener wettelijk gezien niet langer leerplichtig, en heeft hij voor het eerst de vrijheid om niet meer te leren. Dit klinkt inderdaad ietwat verwend, immers in sommige landen hebben kinderen niet eens het recht of de mogelijkheid om juist wel te leren.

Nu volgt de belangrijkste beslissing uit het leven van de tiener, voor zo ver ik in dit (hopelijk) vroege stadium van mijn leven althans kan zien: welke studie kies ik? Het is niet zo dat door een studie te kiezen de rest van de carrière van de tiener vast komt te liggen, maar een belangrijke keuze is het wel. Er kan nog gewisseld worden van bachelor en steeds meer studenten schatten ook de mogelijkheid om een master te kiezen die niet compleet aansluit op hun bachelor op waarde. Waaron-der ondergetekende.

Een interessant verschijnsel met betrekking tot studeren werd mij recent duidelijk. Doordat vrien-den, docenten op de middelbare school en je complete familie verwachten dat je gaat studeren, is deze keuze vrijwel onoverko-melijk. Het is echter mijn stelling dat de overgrote meerderheid van de middelbare scholieren met geen mogelijkheid na 6 VWO kan beoordelen wat hij of

zij later wil doen en hoe daar te komen. Vaak kiest men dan maar voor een opleiding die op dat moment wel leuk aansluit bij het profiel, bezoekt men 1 open dag op een universiteit en kiest men die opleiding, of kiest de scholier voor de opleiding die de beste vriend ook kiest. Tijdens de studententijd komen de meeste mensen pas echt tot ontplooiing, zowel in sociaal opzicht als qua zelfkennis en inzicht in wat men nu eigenlijk echt wil. De grap, hoewel dit eigenlijk helemaal niet grappig is, blijkt nu te zijn dat dat eigenlijk te laat is. Het systeem van studiefinanciering eist namelijk dat men de gekozen opleiding afrondt. Alternatief is het terugbetalen van de complete geconsumeerde overheidssteun. Wat dus niet echt een alternatief is. Op deze manier zijn er naar mijn mening legio studenten die dan maar berusten in het lot van het moeten afmaken van de studie die zij gekozen hebben, met daarna niet veel andere mogelijkheden dan ook een baan te zoeken in deze richting.

Ik zie niet direct een oplossing voor dit verschijnsel. Het kan niet zo zijn dat je op elk moment maar mag stoppen

met je opleiding als je in een opleving bedenkt dat het wel leuk zou zijn om muzikant te worden of reisgids voor Poolexpedities te zijn, zonder deze

beslissing goed te hebben doordacht. Het systeem van studiefinanciering gaat er van uit dat scholieren die een opleiding kiezen een uiterst welover-wogen keuze maken. Volgens mij is dat echter vaak niet het geval. He-laas lezer, is het voor u waarschijn-lijk al te laat. Ik weiger om met een dergelijke donkere boodschap deze column te eindigen, en zal daarom

trachten het leed voor u te verzach-ten door te stellen dat wanneer u na enkele jaren studie eindelijk helder voor ogen heeft wat u werkelijk het allerliefste wilt, u dit voor elkaar gaat krijgen.

Bram Berkien

Page 35: Simon Ster 43.1

35

Simon Ster 43.1 | November 2011

Yongwei van Bussel-LiuEven voorstellen

Sinds 15 mei j.l. ben ik werkzaam bij de faculteit Werktuig-

bouwkunde als communicatiemedewerker, ik volg hiermee

Anneloes van Erp op. In deze functie coördineer ik o.a. de voor-

lichtingsevenementen voor de bacheloropleiding en (interfacul-

taire) masteropleidingen.

Ik heb diverse studentvoorlichters in dienst die op de voorlichtingsactivitei-ten voorlichting geven aan scholieren. Het is erg leuk om met studenten samen te werken, en ze zijn natuur-lijk onze ambassadeurs van de TU/e. Als je het ook leuk vindt om mee te helpen in de voorlichting, houd dan de vacaturebank in de gaten, eenmaal per jaar (omstreeks mei/juni) wordt hier een vacature op geplaatst en kun je solliciteren. Je dient wel je prope-deuse gehaald hebben. Verder komen eerstejaars studenten mij tegen als ik op zoek ben naar begeleiders van de meeloopdagen. Dus kijk niet raar op als ik een OGO groepje ‘binnenval’. We vinden het belangrijk dat scholie-ren tijdens een meeloopdag contact hebben met eerstejaars studenten. Tijdens een meeloopdag komt een scholier een dagje naar de faculteit om te ‘proeven’ aan de colleges en het OGO, zodat ze een juiste keuze kun-nen maken.

Naast de voorlichtingsactiviteiten houd ik me ook bezig met de PR en communicatie van de faculteit. Denk daarbij o.a. aan signaleren van nieuws binnen de faculteit (op onderzoek en onderwijsgebied), zorgen voor een goede interne communicatiestructu-ren, profileren van de faculteit naar externe partijen. Hiervoor heb ik ruim 9 jaar bij de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences gewerkt in een vergelijkbare functie. Na ruim 9 jaar vond ik het de hoogte tijd voor een switch van faculteit. Daarvoor heb ik korte tijd bij Fontys Hogescholen en Philips gewerkt. Mijn eerste indruk van de faculteit Werktuigbouwkunde is dat het een boeiende, dynami-sche en vooral grote faculteit is. De afgelopen maanden heb ik al kunnen kennismaken met diverse collega’s, studenten en met interessante acti-viteiten en projecten. Mijn streven is om de komende tijd met nog meer mensen kennis te maken.

Ik woon in Geldrop en ben afgelopen juni getrouwd. Ik heb zelf de master-opleiding Communicatie- en Infor-matiewetenschappen gedaan aan de Universiteit van Tilburg. In mijn vrije tijd speel ik graag een partijtje ten-nis. Wil je meer weten of een keertje persoonlijk kennismaken, loop gerust een keer binnen!

Yongwei van Bussel-Liu

Gemini-Zuid 1.118

[email protected]

Page 36: Simon Ster 43.1

36

With great power comes...Minitrip 2011 - Denmark

Every year Simon Stevin arranges a trip to European countries for student of

Mechanical Engineering Department. Countries are chosen for the availability of

the companies and research centers which are related to the trip’s theme. This

year Mini trip’s committee chose ‘’with great power comes… ‘’ as theme that

emphasizes on energy.

Minitrip Committee

The committee searched for related companies and also got some useful help from university staff. One of the biggest challenges was planning the visits to the companies and research centers in an efficient way to balance the dedicated time and money to achieve the best outcome of the trip.Denmark was chosen mainly due to the presence of world lea-ding companies specialized in renewable power generation. Quite some interesting companies were visited:• Vestas, which is one of the leading companies in desig

ning and manufacturing wind mills. • The DTU which houses a company producing Stirling engi-

nes, these use waste heat to generate electricity. • MAN Diesel & Turbo, one of the leading companies in design

and manufacturing internal combustion engines for ships and power plants, they are using new technologies to achie-ve the lowest levels possible for NOx and SOx emissions.

• The last but not the least is Shell, which is a well known company worldwide. We visited one of their refineries in Denmark.

In addition to visiting companies, the Minitrip was an interesting opportunity for us to learn about Danish people’s culture and life style. This included a meeting with Danish students at DTU. Besides being a very informative and worthwhile trip it also a trip filled to the brim with fun.

Day 1On a very early Saturday morning in July, 18 young mechanical engineers gathered for a trip to Denmark. In two small mini-vans we travelled 8 hours before finally arriving at the coolest place in Europe: the original LEGOland in Billund. What followed was a day filled with childish joy and truly apocalyptic weather. The trip to Denmark had been exhausting, but still relatively comfortable thanks to the many beers, snacks and music. Entering the gates of LEGOland made most of us forget our tiredness and feel like 12 year old kids again. The most impressive part of the theme park was an area with Madurodam-like scale models of famous buildings and cultures - all built with Lego! Just the sight of Lego windmills, bicycles and yellow trains made us feel that Dutch people do matter in the world. Like any decent theme park, there were also a lot of spectacularly thrilling attractions - at least, for children. We enjoyed scenic trains, roller coasters, laser gun adventures, a fire-brigade contest (won by the 2005 generation), mono-rails, splash-rides and even a 4D movie (forget 3D, 4D is 1D more!). Naturally, visiting LEGOland means you spend some time building Lego. We used the combined knowledge of 18 engineers to realize the ultimate challenge: Building a Lego bridge with a span of more than 1 meter! After a nice all-you-can-eat buffet, we left for Copenhagen. It had been raining most of the day, but as we came close to the capital, we witnessed what an apocalypse must look like. Rain started pouring down, flooding the highway, and we could constantly hear thunder as it lit up the sky. Just be-fore Copenhagen we were forced (by an ambulance) to leave the highway because it had completely flooded. We used our naviga-tion to find an alternative route, but no-matter which direction we went, we would always run into a flooded area that we could not cross (the cars that did try ended up floating away while liter-ally blowing out steam). Meanwhile the other van did manage to

Page 37: Simon Ster 43.1

37

Simon Ster 43.1 | November 2011

find a safe route, only to arrive at a flooded hotel-lobby... But finally, thanks to the effort of the mini-trip committee we arrived safely, were all assigned dry rooms. After a short night day two made its appearance, a day in which Copenhagen was visited and enjoyed.

Day 2Copenhagen, the bridge between Europe and Scandinavia, was said to be stylish and well-organized, filled with good looking people, bicycles and smørrebrød, so we were expecting some-thing like a beautiful Eindhoven with lots of girls and odd sand-wiches. This was true, but there also was a lot of water; broad canals guided pretty avenues and were crossed by ancient bridges

from which you could get a good view of a small part of the city and the quirky boats on the water. Copenhagen boasted even more water than usual this weekend; a little more water than was comfortable, actually, it caused us to miss out on Ripley’s Believe It or Not Museum due to water damage. We did however see the Diesel House; a building with a huge 22.500 HP diesel en-gine inside which used to be used for power generation but was turned into a museum a couple of decades ago. We were loosed upon the city after a couple of banana smoothies (pronounce “smooty’s”) and we split into two groups. One group wandered through some old buildings, then up the round tower for a grand view of Copenhagen in rare sunlight. Via a grocery store where we picked up chips, beer, strawberries and grapes we got to a park where a free jazz concert was taking place (the Copenhagen Jazz festival was on, one of Europe’s biggest music events). We sat under a tree as the rain began pouring harder and harder, eating grapes and nicely cold strawberries while sheltering under one umbrella and one coat between the six of us, jazz crooning in the background. It was great.

The other group wanted to rent bicycles, but the shop was closed due to water damage. Then they wanted to ride the subway which was closed. Finally they decided to explore the city by foot. The highlight was the visit to the impressive, world famous Little Mermaid statue. After gathering for a nice dinner a part of the group went into the city to see some more of the jazz festival. However, due to the highly priced or unavailable tickets, we ended up in the cliché Irish pub. However a live, one-person gig was going on. Because the others in the rather small audience were rather boring, we were the party starters! There was a lot of joking and interaction between us and the performer. It was a great night, five of us even sang on stage!

Now the weekend full with childish fun and cultural highlights was over, it was time for some academic activities, starting at MAN Diesel & Turbo and the Dutch embassy on Monday.

Page 38: Simon Ster 43.1

38

Day 3The excursion to MAN Diesel & Turbo started well; with the navigation system set on the wrong destionation, we drove in the wrong direction. Once this problem was resolved and with a slight delay, we arrived at MAN Diesel & Turbo in the port of Copenhagen. After a short welcome, a presentation was given about MAN SE and the section MAN Diesel & Turbo. The main focus of the presentation was on marine engines, their emissions and technical challenges. The engines discussed in the presenta-tion weren’t your regular engines. The low speed engines rotate at about 50 – 100 RPM. These low RPM’s are only achieved by using two-stroke engines. To imagine the size of these engines; the bores are around 50 cm and the stroke is measured in meters, the power in ten-thousands of kilowatts. Due to the high power, high torque and low rotation speeds, a direct drive to the propel-ler is possible. This means no gear box is needed, which results in lower maintenance and higher efficiency. An interesting factoid: MAN doesn’t build any engine, it only sells the drawings.

After the presentation, we went to their research site. At this site, all kinds of test rigs were present. The most impressive testing unit was a testing engine. It was a ‘simple’ four cylinder engine, whit a bore of 50 cm, a 2.2 m stroke and it produces a power of 8 MW! If you’re not impressed by these numbers, you will by the possibility to look inside the engine to see the combustion. After the tour, we were served a decent lunch. This left us with a good base on which to move on to the embassy. At the embassy, we were welcomed by Niek van Zuthpen the ambassador. While eve-ryone was focused on listening quietly, he told us about the daily life at the embassy and the big role it plays in our foreign politics. The embassy provides the first contact with the Danish society. This can result in very good relations and thoughts. Another thing the embassy does is organizing receptions and festivities for the Dutch comity which immigrated to Denmark. For example, during the last world championship of football they arranged a giant television screen to watch the game of Holland versus Denmark. The most exhausting part for an embassy is a state visit. Every minute of a visit of a royalty has to be arranged. Once they are going back to the Netherlands, there is time to sleep. We could

conclude that working at the embassy is fun, but it can be very busy. After learning all this, we went to the Kronborg Castle, also known as Hamlet’s Castle. This castle is located in the north of Denmark and was build to collect sound duties from ships which past. When we arrived, we made a group photo at the model of the Castle.

Once the photo was taken, we started the tour through the castle. At the entrance of the basement there was a vending machine with flashlights in it. This was clearly done to clear your pockets from the last bits of money left and thus as true students we didn’t buy these lights. Instead we used our mobile phones. Because everything was small down there, we wanted to enjoy the view in the highest tower of the castle but unfortunately we weren’t allowed there. After a few futile attempts to get to the tower we went back to Copenhagen and had dinner and with full stomachs we set out for a pub. After enjoying some drinks, we went back to our hotel and got some sleep before we visited Vestas

Day 4Vestas is a Danish manufacturer, seller, installer and servicer of wind turbines. The company was founded in 1945. The company initially manufactured household appliances, moving its focus to agricultural equipment in 1950, intercoolers in 1956 and hydrau-lic cranes in 1968. It entered the wind turbine industry in 1979 and produced wind turbines exclusively from 1989. An employee at Vestas gave a presentation about Vestas and the difficulties they face when placing wind turbines. It turns out that, even before placing one wind turbine, a years’ worth of research has to be done on the intended location. It is possible that there is only one single suitable spot, for placing windmills, in one acre of windy land. During the year, at several spots the wind speeds are measured. These are processed in a simulation. This research is more time consuming for Vestas than developing new turbines or windmill designs. After the presentation we got a tour around a test facility where new wind turbines are tested. There were also some full sized wind turbine blades. These blades are hollow and are tens of meters long. They can be quite hazardous to maintain

Page 39: Simon Ster 43.1

39

Simon Ster 43.1 | November 2011

as one employee noticed once he fell down a blade whilst being attached to a tower. The blade had to be completely removed before the worker could be rescued.

After a good lunch at Vestas we went to the other side of the road where Risø National Laboratory of Sustainable Energy was located. A PhD student gave a presentation about his research. He worked together with Vestas investigating the different air currents. Later that afternoon we arrived at the Danmarks Tekniske Univer-sitet, DTU. Despite general tiredness from the long previous days, the most of us were very enthusiastic about what we were going to see and do. At the main building of the university we met

Jakob Berg Johansen. Jakob is the social politics spokesman of the Polyteknisk Forening, the student organization of the DTU, and he gave us a tour of the university. At DTU there is only one associa-tion, not separately for every study like here in the Netherlands, and they are like a study association, student association and university council all together. Every study has its own council which is a part of the PF and which represents the students of that study. The university counts 7000 students, 2000 of them live on the campus in student houses.

The DTU has a special cooperation between students and the university itself, this is used to create the best study environment. For example the designing and testing of lecture rooms is done with the students. We visited two of these test lecture rooms. These rooms aren’t as big as they are at the TU/e. a maximal number of 65 students per year per study causes this. The tour continued with Stirling DK, one of the small companies which are established at the campus. Stirling DK produces Stirling engines, these can be used to provide electricity for large buildings just by using waste heat or heat generated using biomass. At the moment they work on an order for a British supermarket. This supermarket uses the Stirling engines as new supermarkets in the UK have to be CO2-neutral. One important subject at the DTU is sustainable energy. We had a lecture from Simon Furbo. He explained us the possibilities of solar heat and showed us the re-

search and development the DTU does in this increasingly impor-tant field. After the lecture we visited the solar panel test set-up. After the serious part we went to the S-huset (Students House), a department special for the student organization. Here we had our diner; a plate with smørrebrød, traditional Danish food. Smørrebrød is rye bread with spreads like salmon, pate and but-ter, called smør. The evening ended with a party at the Students House. Here we enjoyed some beers and special drinks. Also we met many Danish students and played games like “juffen”, “juf-fen Danish style” and “fireball”. After a failed attempt to order some kebab, we finally all put our sleeping bags on the couches and went to sleep. The beer games caused several participants a headache the next morning, but before we went to Holland….

Day 5After a night’s rest on several couches in the lounge of the main building of the DTU, the hospitality of the Danish showed once more as we got to enjoy a nice breakfast. The Danish organization was thanked once more and an invitation for visiting us in Eind-hoven was given. Around nine o’clock the vans were filled up with luggage and we were ready to go. Frederica, where Shell has a refinery, was our destination. In less than three hours we arrived at the gates of Shell. We were friendly welcomed with a short introduction and a nice lunch in their canteen. After the lunch we had a tour over the refinery. For safety reasons we were transpor-ted by a touring car instead of walking or cycling over the refinery. The production capacity of this plant is 3.4 million tons of crude oil per year. This is a huge amount of oil but on the ‘refinery’ scale this is a small refinery. For instance Shell’s refinery in Pernis has a production capacity of 21 million tons of crude oil per year. After the tour the last few facts about the refinery were presented. A round of questions followed the presentation, until everything seemed to be known by the participants. The most discussed topic was about the energy problem the world has to deal with in the next decades. Shell is already doing a lot of research in renewable energy sources to solve this problem.

With Shell behind us, there was only one destination left during the trip, home. And of course a restaurant to eat in! Although nearly everything during the trip was planned perfectly, the loca-tion for dinner was still an open spot. The dilemma between a big restaurant bridge and a Burger King was won by the Burger King, as it was the first on route. With our stomachs filled to the brim, we headed southwards for the last few hundred kilometers. Just after midnight the first van arrived at the TU/e campus, shortly followed by the second. Tired of the journey the participants quic-kly cleaned the vans, thanked the organizing committee for all their efforts before and during the trip, took their bags and other belongings and went straight home, to bed.

And our trip was over. We had seen rain, Copenhagen, the wind-mills of Vestas, Huge engines, tasted Danish bread and beer, ex-perienced Danish hospitality and we went home satisfied. Many thanks to all the participants who made this trip worthwhile.

Page 40: Simon Ster 43.1

40

Tijd is een illusie?Staut

Olaf van Duren

Men beleeft tijd als onderdeel van het bestaan, het is overal waar we kijken en

zijn. Is het echter wat wij denken dat het is? De ‘arrow of time’ lijkt te wijzen

van verleden naar toekomst. Zou deze ook andersom kunnen staan? Volgens

van Dale is tijd een opeenvolging van ogenblikken. Maar kunnen ze ook tegelijk

bestaan? Het is heden ten dage een van de meest uitdagende onderwerpen voor

de theoretisch natuurkundigen. Hoe denken de wetenschappers eigenlijk over

het fenomeen tijd?

Vroeger dacht je zeeën van tijd te hebben, naarmate je ouder wordt voelt het als een race tegen de klok. Waar ‘race’ je eigenlijk tegen? Zit tijd verwoven in ons universum? Of heeft de mensheid het bedacht om de maatschappij draaiende te houden?

Om te beginnen moet je eens proberen om de volgende, bedrieg-lijk makkelijke vraag te beantwoorden: “Wat is tijd?”. Probeer eens een definitie van tijd te geven. Men kan denken dat tijd het-geen is wat weerhoudt dat alles tegelijk gebeurt, het rangschikt de gebeurtenissen zodat ze opeenvolgend zijn. Het blik bier raakt niet voller naarmate je meer drinkt. Waarom niet?

Neuroloog David Eagleman beweert dat tijd actief door onze eigen hersenen geconstrueerd wordt, en dat schizofrenie in wer-kelijkheid een andere manier van tijdservaring is. Wetenschapper Julian Barbour denkt dat tijd niet bestaat, en dat alles wat we zien een archeologische opgraafplaats is met een aantal ‘Nows’

Page 41: Simon Ster 43.1

41

Simon Ster 43.1 | November 2011

van alles in de wereld. De basis van het idee van Isaac Newton was dat tijd ook absoluut kon worden beschouwd, zoals een metronoom die alsmaar doorgaat wat er ook gebeurt in de rest van het universum. In tegenstelling tot Einstein’s algemene Relativiteitstheorie die zegt dat tijd gecreeerd wordt door de relaties tussen de veranderingen van dingen die in het universum plaatsvinden. Einstein realiseerde zich dat tijd ook een dimensie is, wat sa-men met de drie ruimte-dimensies ‘ruimte-tijd’ genoemd wordt. Is het dan niet aannemelijk om te zeggen: “Als alles om ons heen al bestaat, zou tijd, en daarmee verleden, heden en toekomst ook al bestaan?”. Einstein beweerde ook dat tijd an sich een illusie is. In de natuurkunde is elk ogenblik van tijd even echt, de verleiding is te zeggen dat elk ogenblik daarom tegelijk plaatsvindt. Maar zo ervaren wij het niet. Je kunt tijd zien als verschillende plaatsen in de ruimte. Ze bestaan, maar elders dan de plek waar je bent. We kunnen er niet omheen dat we vastzitten in tijd en alleen maar met de stroom meekunnen. Of niet?

Onderzoek heeft aangetoond dat de manier waarop men tijd ervaart, lijkt toe te nemen met de wortel van eentiende van de leeftijd. Ben je tien jaar dan is dat 1:1, echter bij 40 jaar is het 1:2. Dezelfde dag voelt voor de 40-jarige alsof deze twee keer zo snel voorbij is gegaan dan voor de tienjarige. Zou het kunnen dat onze hersenen in staat zijn de beleving van tijd te beïnvloeden? Bij het roken van een goede

hoeveelheid marihuana ervaart men soms alsof ze een eeuwigheid op dezelfde plek zijn. Eagleman beweert dat dit niet komt door de trage ervaring en beleving van tijd, maar eerder door de onbekwaam-heid om een herinnering vast te pinnen dat ze zijn aangekomen óp die plek. Bij een ongeluk ervaart met alles juist in slow motion, maar kun je elk moment tot in detail herinneren. Volgens Eagle-man pinnen je hersenen bij een hoge-intensiteits

gebeurtenis (auto ongeluk) veel meer herinneringen vast. Hierdoor

voelt het auto ongeluk als slow motion. Zou het brein van de mens de ervaring van tijd kunnen beïnvloeden?

Merkwaardig is dat we allemaal een paar milljoen-ste seconde in het verleden leven. Dat is de tijd die de hersenen erover doen om informatie van je zintuigen gesynchroniseerd naar je bewustzijn te sturen, en zo het best mogelijke verhaal van de ge-beurtenis te creëren. Mocht deze vertraging er niet zijn, dan verplaatst het je relatie van jouw persoon-lijke tijd ten opzichte van anderen. Dat betekent dat je out-of-sync kan lopen met de persoonlijke tijd van anderen, wat ernstige geestelijke gevolgen heeft. Eagleman denkt dat schizofrenie (dubbele persoonlijkheid) een verwarring van tijdservaring is. Met een simpel experiment bevestigt hij de erva-ring dat oorzaak en gevolg omgedraaid voelen. De testpersoon moet met de muis op een knop klikken waarna deze flitst. Vervolgens wordt de flits een fractie vertraagd, waardoor de hersenen hier aan

Tijd /’teit/: de; m –en; opeenvolging van ogenblikken;

tijdsverloop, tijdsduur of tijdstip

Door de oneindige zwaartekracht, staat voor een waarnemer van buitenaf de tijd dichtbij een zwartgat stil.

Page 42: Simon Ster 43.1

42

wennen en de gebeurtenissen (muisklik en flits) si-multaan beschouwen. De vertraging wordt er weer uitgehaald en de testpersoon ervaart de muisklik en flits omgedraaid. Precies wat mensen met schizo-frenie ervaren, zij beweren niet de oorzaak van hun gevolgen te zijn.

Tijd bestaat niet volgens Julian Barbour, een britse fysicus. Hij gelooft in een oneindig aantal tege-lijk bestaande universa met een oneindig aantal veranderingen en daarbij een oneindig aantal mogelijkheden van gebeurtenissen. Als je beweegt van de ene plek van de kamer naar de andere ben je niet meer dezelfde persoon die begon te lopen. Je bent totaal veranderd en de herinnering van de beweging is louter het brein dat een verzameling kennisflarden van verschillende jij’s uit verschil-lende ‘Nows’ samenvoegt. Mocht je ooit gefaald hebben voor een tentamen, wees gerust, er is vast een bepaalde combinatie van jij’s die het wel heeft gehaald. Barbour zegt dat het verleden simpel-weg een andere wereld, in een andere mogelijke configuratie van het universum, is. Het verleden is een andere ‘Now’. Deze radicale gedachte van Barbour vindt zijn oorsprong in de Wheeler-DeWitt (1) vergelijking, welke Einstein’s Relativiteitstheorie en Kwantumtheorie poogt te verbinden met elkaar tot een Theorie van Alles. Door dit mathematisch te doen, wat extreem ingewikkeld is, verdwijnt de grootheid tijd (2) uit de vergelijking – een openbaring voor Julian Barbour. Men zou de werkelijkheid moeten beschouwen als still foto’s van momenten die in ons brein achter elkaar worden afgespeeld met 24 fps, met ieder hun eigen unieke wereld.

(1) (2)

In tegenstelling tot Julian Barbour, beweert Tim Maudlin (filosoof en fysicus) dat tijd juist hetgeen is wat fundamenteel is en dus moet bestaan. Men kan niet met ruimte beginnen en dan tijd verkrijgen. Fy-sici zijn het er redelijk over eens dat de Big Bang de ruimte creërde. Of tijd in datzelfde proces ontstaan is zijn velen huiverig over. Lee Smolin, theoretisch fysicus aan het Perimeter Institute for Theoretical Physics, gaat zelfs verder door af te vragen of de wetten van de fysica veranderen naarmate het universum ouder wordt. De Fermi ruimtetelescoop, gelanceerd in 2008, gaat dit onderzoeken door het meten van de afgelegde weg van fotonen met ver-schillende energie die op 10 miljard lichtjaar vrij zijn gekomen bij een uitbarsting van gammastraling. Als op den duur het foton met de grotere energie enkele seconden achterligt, redeneerd Smolin, kan men stellen dat het ‘nu’ anders is dan het ‘nu’ van dertien miljard jaar geleden, ergo tijd bestaat.

Als tijd bestaat, waarom is het er, en waar komt het dan vandaan? Als het

niet is bedacht door de mensheid, waardoor dan? En waarom heeft tijd altijd een richting? Sean Car-roll, California Institute of Technology, legt tijd uit in relatie met de tweede wet van de thermodyna-mica. Naarmate de tijd verstrijkt, neemt de entropie toe en bepaalt het de richting van tijd. Tijd als een product van entropie. Carroll gelooft dat er meer-dere universa zijn (multiversum) met elk hun eigen Yang. In ons universum (Yin) loopt tijd van verleden

David Eagleman Julian Barbour Albert Einstein Tim Maudlin Lee Smolin Sean Carroll

 

  

 

   

 

  

 

   

“The instant is not in Time. Time is in the instant.”

–Julian Barbour

Page 43: Simon Ster 43.1

43

Simon Ster 43.1 | November 2011

naar toekomst met een toename in entropie. Men kan spreken van een zekere onbalans omdat de toekomst een grote wanorde (hogere entropie) zal hebben. Om balans te creëren moet er dus een ander exact gespiegeld universum zijn met een teruglopende tijd, aldus Carroll. Hij spreekt van een ‘moeder universum’ en de zogenaamde ‘evil twin’ die moeten verklaren waarom ons universum is zo-als het is. Het is ook niet de bedoeling om universa onderling te vergelijken, dat heeft bovenal geen zin.

Ruimte heeft voor ons een driedimensionaal ka-rakter, althans zoals wij dat waarnemen. Einstein zegt dat tijd ook als dimensie gezien kan worden om zo tot het welbekende ruimte-tijd continuüm te komen. Tijd wordt doorgaans ervaren van verleden naar toekomst, als ééndimensionaal zijnde een lijn. Wat als we tijd tweedimensionaal voorstellen, dan kun je tijd zien als een vlak. Het idee komt van wetenschapper Steve Weinstein van het Perimeter Institute en vindt zijn oorsprong in de snaartheorie (ruimte heeft meer dan drie zichtbare dimensies). Zou dit hetzelfde zijn als de tuinslang die van een afstand bekeken wordt ééndimensionaal is, terwijl van dichtbij een driedimensionale structuur te her-kennen is? Onze wereld ziet er driedimensional uit, op dezelfde manier als de tuinslang die ééndimen-sionaal is op afstand. Kwantumfysica zegt dat een deeltje zich op verschillende plaatsen in de ruimte bevindt zonder een vaste locatie te hebben, en we slechts kunnen raden waar het is. Weinstein denkt dat ze wel degelijk een vaste locatie hebben, echter

uitgesmeerd over tijd en wij kunnen dat niet waar-nemen. Maar dan, wat zou een extra tijd betekenen en hoe speelt zich dat uit in de fysieke wereld?

Alle theoriën die het mysterie van tijd proberen uit te leggen zijn uiteenlopend en vaak erg complex. Is tijd relatief of absoluut? Bestaat het als onderdeel van het universum of wordt het door onszelf gecre-eerd? Tijd kan echt zijn, maar ook een illusie. Als elk moment al bestaat, volgens Julian Barbour, zouden we het dan zo kunnen tweaken dan we kunnen teruggaan naar het verleden? Misschien leven we wel in een groot computerspel, bedacht en ingevuld door een veel geavanceerder ras. Het zijn allemaal statements en veronderstellingen om na te denken over ons bestaan in relatie tot tijd. Op het moment van schrijven is het verleden voor altijd afgelopen, en is de toekomst een leeg document klaar om beschreven te worden.

Commentaar en meedenken kan op olafvanduren.nl

Sean Carroll

Een uitbarsting van gammastraling geobserveerd door de Fermi ruimtetelescoop.

Page 44: Simon Ster 43.1

Wervingsdagen

2011 - 2012

< - - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - >

Trainingsdagen, B

edrijvendag & G

esprekkendagen

< - - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

- - - -

>

Trainings

DAGEN

maandag 21 novem

ber -

donderdag 24 november

2011

met op de agenda:

Investe

er in je

kennis,

maak jeze

lf nóg gewild

er voor h

et bedrijf

sleve

n!

Schrijf je

vóór 1

1-11 in

voor w

orkshops d

ie je le

ven ve

rrijke

n

Voor meer in

formatie

en de inschrijv

en, ga naar

www.wervingsd

agen.nl

Page 45: Simon Ster 43.1

45

Simon Ster 43.1 | November 2011

Kwaliteitsafname bij auto’sVerdampend vermogen

Na het inrijden van een auto wordt het alleen maar minder. De motor loopt

minder soepel en verliest kracht. Er zijn steeds meer onaangename geluiden te

horen. Hoe komt het? En belangrijker: wat kun je eraan doen?

Michiel Kusters

Leugens?Als menig oud auto op de rollerbank wordt gezet, blijkt een sig-nificant deel van zijn vermogen te zijn verdampt. Natuurlijk zijn autofabrikanten altijd optimistisch over het vermogen van hun product. Op de een of andere manier lijken ze de topsnelheden en sprinttijden van de auto’s altijd met een flinke wind mee te testen. Allemaal leugens? Niet direct.

Slijtage van de zuigerEen auto bestaat uit veel snel bewegende delen. In de motor worden deze delen ook nog eens bloot gesteld aan hoge tempe-ratuursverschillen. De zuigers bijvoorbeeld, gaan bij 3000 toeren per minuut al 50 keer per seconde op en neer. En dat bij een temperatuur van ongeveer 400 °C. Bij de ontbranding loopt de temperatuur zelfs kortstondig op naar 2000 °C. Bij elke bewe-ging schuurt het hete metaal van de zuiger tegen de cilinder-wand, waarbij wrijving optreedt. In elke slag worden er een paar deeltjes ‘afgeschuurd’. Op den duur zorgt dat ervoor dat er lucht langs de zuiger lekt. Daardoor wordt de compressie steeds lager, met als gevolg minder vermogen.

Slijtage van andere onderdelenAndere onderdelen kunnen ook slijten. De versnellingsbak krijgt het nodige te verduren. Die staat constant onder hoge belasting. De tandwielen hierin zullen dan ook flink slijten. Als ze zo ver ver-sleten zijn dat ze niet meer perfect op elkaar aansluiten, begin-nen ze te ratelen. Over het algemeen onstaan in alle bewegende delen van de auto ophopingen van oude olie, stof en vuil. De weerstand die daardoor wordt veroorzaakt wordt steeds hoger, wat ten koste gaat van het bruikbare vermogen.

OlieDe hoeveelheid vermogen die een auto verliest is afhankelijk van verschillende factoren. De kilometerstand speelt een rol, maar vooral de manier waarop deze kilometers verreden zijn. Veel kleine afstanden rijden is slechter voor de motor dan één lange afstand rijden, vooral als hierbij ook nog eens veel van de motor gevraagd wordt. De reden hiervoor is dat de motorolie tijd nodig heeft om op te warmen. Als de olie warmer wordt, wordt het dunner, waardoor het op meer plekken in de motor komt dan koude olie. Zo is het in staat beter te smeren, waardoor er minder slijtage optreedt. Olie neemt ook deeltjes van uitwendige en inwendige vervuiling op, zoals roetdeeltjes en metaaldeeltjes als gevolg van slijtage. Deze deeltjes worden uit de olie gefilterd door een oliefilter. Die zorgt ervoor dat de deeltjes geen verdere schade aan kunnen richten in de motor. Als dit filter goed in de gaten ge-houden wordt, is het mogelijk meer dan drie keer de aarde rond te rijden op één lading olie. Henk de Groot, oud-directeur van Castrol Nederland, stelt dat olie verversen helemaal niet nodig is. Hij rijdt al 350.000 kilometer op hetzelfde goedje. Hij zegt dat de drang om olie te verversen in leven wordt gehouden door de olie-industrie.

Wat kan je dan wel doen om het vermogensverlies van je huidige auto zo veel mogelijk te beperken? Het begint met de rijstijl. Trek in de eerste paar kilometer van een rit niet hard op, en schakel tijdig. Volg de richtlijnen van de fabrikant met enige nauwkeu-righeid op. Dus ga naar de garage als er een rood lampje op het dashboard knippert, enzovoort. Vervang het oliefilter tijdig, en wanneer de motorolie van dusdanige kwaliteit is dat je die zelfs je schoonmoeder niet zou laten drinken, wordt het misschien een keer tijd je olie te verversen.

Page 46: Simon Ster 43.1

46

Hoe een kleine ontwerpfout veranderde in een ecologische rampSalton Sea

Wanneer je met Google Earth een blik werpt op een stadje genaamd Salton City,

vindt je een op het oog doorsnee Amerikaans stadje. Omvangrijke netwerken

van straten vormen typische Amerikaanse wijken, en een flinke landingsbaan

doet vermoeden dat er in het stadje een hoop te doen is. Een digitale wande-

ling met Street View geeft echter een totaal ander beeld. Naast half vervallen

wegen, zand en half vergane trailers is er namelijk niets te zien in de omgeving.

Wat is er gebeurd dat deze stad in een apocalyptisch wasteland heeft doen ver-

anderen?

Miljoenen jaren geleden liep een uitloper van de Stille Oceaan nog over een gedeelte van wat wij nu California noemen. Door rijzende gebergtes veranderde deze uitloper echter geleidelijk in een binnenlandse zee die ten slotte uitdroogde. Hierdoor ont-stond een vlakte genaamd de Salton Sink die voor het grootste deel onder de zeespiegel lag. De nabijgelegen Colorado River heeft deze vlakte in de afgelopen eeuwen nog een aantal keer overstroomd als gevolg hevige regenval. Maar toen Spaanse ont-dekkingsreizigers de vallei in 1540 voor het eerst bezochten was het weinig meer dan een barre woestijn.

Pas eind 19e eeuw realiseerden Amerikaanse reizigers aan de hand van fossielen en zichtbare gevolgen van erosie wat de vallei eigenlijk was geweest. Indianen in de omgeving beweerden dat de vallei vroeger een groot meer met veel vissen was geweest dat beetje bij beetje was verdwenen, en dat bracht een paar onder-nemende types op ideeën. Door de vele overstromingen van de Colorado River was de grond erg vruchtbaar geworden, en dankzij het warme klimaat was de vlakte geschikt om door het jaar heen gewassen te verbouwen. Het enige dat miste was water.

Edward de Boer

Page 47: Simon Ster 43.1

47

Simon Ster 43.1 | November 2011

Er werd zorgvuldig een stelsel van irrigatiekanalen vanuit de Colorado River gegraven, en voor lange tijd was deze vorm van landbouw erg succesvol. De bedrijvigheid groeide dan ook sterk in de omgeving. Begin 20e eeuw ontstonden er echter problemen toen de irrigatie kanalen dicht slibden. Er was ondertussen veel geld geïnvesteerd in de regio, dus moest er snel een oplossing komen waarmee de honderden boeren weer van water werden voorzien. Ingenieurs kozen ervoor om snel een directe verbinding met de Colorado River te maken, en een financieel drama werd voorkomen.

In de lente van 1905 zorgden extreme regenval en smeltwater echter voor een overstroming van de Colorado River die zich via deze nieuwe kanalen snel richting de Salton Sink wist te verplaat-sen. De dijken die de boeren hadden opgeworpen bleken hier niet tegen bestemd, en er ontstond een aantal nieuwe rivieren die in 2 jaar tijd de Saltonk Sink deed vollopen. De overstroming werd uiteindelijk gestopt door de South Pacific Railroad die zijn nabij-gelegen treinroutes wilde behouden. Het gevormde zoetwater meer werd geleidelijk aan zouter door het zout dat nog altijd in de bodem zat, en zo ontstond de binnenlandse zee genaamd de Salton Sea.

De ramp bleek echter een mooie bijkomstigheid te hebben. Het rustige zeewater aan een zonovergoten zandlandschap bleek ideaal voor toerisme. In de jaren 20 was de regio dan ook weer volop in bloei. Er ontstonden steden vol met vakantiehuisjes zoals Salton City en de stranden werden druk bezocht. Doordat de Salton Sink zo ver onder zeeniveau lag en maar gedeeltelijk was gevuld met water, bleek de Salton Sea ideaal voor speedboat races. Het gevolg was dan ook dat record na record sneuvelde en de binnenlandse zee al snel befaamd werd.

Niet alleen mensen bleken te profiteren van deze nieuwe leefom-geving. Om de lokale economie verder te ondersteunen werden er door de jaren heen verschillende vissoorten uitgezet in de zee. Door de hoge zoutconcentratie wisten maar een paar soorten te overleven, maar toch werd al in 1957 de zee bevolkt door mil-joenen vissen. Dit had weer tot gevolg dat vele vogelsoorten mi-greerden naar de Salton Sea, waardoor het nu nog steeds bevolkt wordt door vogelsoorten die elders bedreigd worden.

De paradijselijke situatie die door de overstroming van de Salton Sink was ontstaan bleek echter van korte duur. De zee ligt geïso-leerd en wordt alleen gevoed door afvalwater van nabijgelegen landbouw. Dit afvalwater is erg zout waardoor de zoutconcentra-tie in de zee alleen maar blijft toenemen. Daarnaast zorgt de toe-voer van afvalwater voor onvoorspelbare overstromingen die al in de jaren 50 de meeste toeristen hebben weggejaagd. De saliniteit (zoutheid) in de Salton Sea is gestegen van 38000 ppm in 1965 tot 45000 in 1993 (ter vergelijking: oceaanwater heeft gemiddeld een saliniteit van 35000 ppm). De gevolgen voor de zeepopulatie zijn dan ook rampzalig. De eens zo mooie stranden liggen nu vol met miljoenen dode vissen en de stank is er ondragelijk.

De steden zijn door iedereen met een beetje carrière perspectief allang verlaten. En wat resteert is een apocalyptisch landschap met wijken waarvan alleen de straten pas zijn aangelegd, een vliegveld dat nog steeds in aanbouw is, huizen die zijn verlaten, strandhutjes die half zijn overstroomd en verroeste trailers. De Salton Sea gaat ten onder aan zoutig afvalwater terwijl boeren in de omgeving juist afhankelijk zijn van de zee om water te dumpen. Een probleem dat alleen met veel geld opgelost zou kunnen worden. Een probleem dat is ontstaan doordat een paar ingenieurs niet goed hebben nagedacht bij het aanleggen van een kanaal.

Page 48: Simon Ster 43.1

48

Vliegen als IcarusWingsuits

Vliegen, mensen hebben het altijd en overal gewild. Volgens de oude Grieken

was het Daedalus ruim tweeduizend jaar geleden al gelukt om met hout, veren

en was vleugels te maken waarmee hij en zijn zoon Icarus konden vliegen als

vogels. Maar hoe dit afliep weten de kenners onder ons…

Martijn Deenen

Tegenwoordig snappen wij als werktuigbouwers dat een mens met het wapperen van zijn armen nooit genoeg vermogen zal leveren om de lucht in te schieten. Luchtballonnen, vliegtuigen en helikopters zijn hier aardige oplossingen voor. Voor sommigen was dit echter niet genoeg. Velen bleven dapper proberen om te vliegen – of op zijn minst te zweven – met een vogelpak.

De bekendste poging is waarschijnlijk die van Franz Reichelt, een Oostenrijkse kleermaker uit Parijs. De droom van deze pionier was een pak voor piloten dat als parachute zou kunnen dienen wanneer zij in de lucht in de problemen kwamen. Hij bedacht daarom een kledingstuk met flinke lappen stof, maar pogingen van zo’n 10 meter hoogte ble-ken weinig succesvol. Zijn diagnose is creatief te noemen: het pak deugde wel, maar moest van een grotere hoogte getest worden. Aldus geschiedde.

Op 4 Februari 1912 verzamelde een grote pers-schare zich bij de Eiffeltoren. Waar hij volgens het oorspronkelijke plan een dummy zou laten vallen, besloot Reichelt op het laatste moment dat hij zo veel vertrouwen in zijn pak had dat hij zelf zou springen. Pogingen van vrienden om hem hiervan

te weerhouden bleken zinloos. Om 8:22 uur sprong Franz ten slotte van een hoogte van 57 meter naar beneden, om enkele seconden later te pletter te slaan op de bevroren grond. Zijn lichaam creëerde hierbij een krater van 15 centimeter diep. Reichelt was op slag dood.

Doodvallen was nog lang het lot van de pioniers van de wingsuits, die ook na de uitvinding van de parachute een ongelooflijke aantrekkingskracht uit bleven oefenen. Zo kwamen van de 75 originele pioniers tussen 1930 en 1961 maar liefst 72 men-sen om tijdens het testen van nieuwe ontwerpen en technieken. In 1997 baarde Patrick de Gayar-don opzien met een ongelooflijk veilige en goede wingsuit, die bewegingsvrijheid combineerde met draagvermogen. Een jaar later kwam hij alweer om bij het testen van een aanpassing. Zijn pak werd echter door anderen doorontwikkeld en vormde de basis voor alle huidige vogelpakken.

De wingsuits van tegenwoordig bestaan doorgaans uit zeer sterke maar flexibele kunststoffen, waarbij het menselijk lichaam het frame van de wingsuit vormt, om een optimaal gevoel van vrijheid te behouden. Door armen en benen te spreiden wordt

Page 49: Simon Ster 43.1

49

Simon Ster 43.1 | November 2011

de oppervlakte van het lichaam vergroot, zoals bij vliegende eek-hoorns. Om spierpijn te voorkomen help het pak echter wel om armen en benen recht te houden. Dit gebeurt door membranen die gevuld worden door lucht die naar binnen geduwd wordt bij het naar beneden vallen. Hierdoor heb je wel de voordelen van een stijf pak zonder te veel in je bewegingsvrijheid beperkt te worden.Het toverwoord voor deze wingsuits is “glide ratio”. Dit is de verhouding tussen de horizontale en de verticale afstand. Aan-gezien het wapperen met je armen je niet vooruit gaat helpen zul je, wanneer je tenminste niet voortgestuwd wordt door een straalmotor, normaal gesproken loodrecht naar beneden vallen als je uit een vliegtuig springt. De oppervlakte van een wingsuit is te klein om echt tot een redelijke snelheid af te remmen, de minimale verticale snelheid is toch al gauw 40 km/h (ter vergelij-king: een skydiver gaat zo’n 200 km/h verticaal de diepte in). Bij een glide ratio van 5:2 betekent dit echter dat je ook 100 km/h vooruit gaat. En dat geeft een aardig vogelgevoel…

Het is de combinatie van deze snelheid met de eerdergenoemde bewegingsvrijheid die een wingsuit zo bijzonder maakt. Het hele lichaam fungeert eigenlijk als een vleugel, en die vleugel kan elke vorm aannemen die een lichaam aan kan nemen. Hierin schuilt natuurlijk ook weer het gevaar, aangezien een enkele verkeerde

beweging je in een oncontroleerbare draaiing kan brengen en je dood kan betekenen. In de basishouding strekt de vliegenier zijn benen en drukt zijn schouders naar voren en zijn kin tegen zijn borst. Hierdoor creëert hij een zo groot mogelijke oppervlakte en zorgt hij ervoor dat zijn lichaam licht naar voren helt. Draaien doet een vogelman (vogelvrouwen zijn zeldzaam) door zijn lichaam licht te draaien, een beetje vergelijkbaar met onderwater zwemmen. Voor de echte die-hards werd zelfs dit op den duur saai, dus zij gooien er lekker salto’s tussendoor of proberen zo laag mogelijk over bomen en rotskliffen te scheren.

Enthousiast geworden? Verschillende paracentra bieden cur-sussen aan, maar geadviseerd wordt om eerst minstens 300 “gewone” parachutesprongen gemaakt te hebben. Gebrek aan tijd, geld of lef? Dan bieden de vele beeldopnamen op internet wellicht troost. De volgende 2 filmpjes geven zelfs veilig achter je pc een kick, de derde zorgt ervoor dat je ergens toch wel weer blij bent dat je de sprong niet zelf hoeft te wagen.

Page 50: Simon Ster 43.1

50

PrijsvraagOok deze jaargang zal elke Ster een prijsvraag bevatten. De prijs die je kunt winnen is een bierkaart te gebruiken in de Weeghconst.

Wil je kans maken op deze bierkaart? Lever dan je antwoord in de Simonkamer in of e-mail naar [email protected]. Vermeld hierbij duidelijk je naam. De prijs wordt verloot onder de correcte inzendingen en de winnaar zal bekend worden gemaakt in de volgende uitgave van de Simon Ster.

Prijsvraag Ster 42.6De vorige prijsvraag was een kort wiskundig probleem. De op-dracht was om een stop te bedenken die zowel in een vierkant, driehoekig en rond gat gaat. Er waren meerdere inzendingen die goed waren, maar de beste en meest creatieve inzending kwam van Thomas Haartsen. Hij knutselde een vorm die van opzij een driehoek lijkt, van voren een vierkant en van onder een cirkel. Hij kan zijn bierkaart op komen halen in de Simon-kamer.

Prijsvraag Ster 43.1De eerste prijsvraag van dit jaargang is een simpele puzzel. Men heeft twee vierkanten. Het grootste meet 10 x 10 mm en het kleinste is veel kleiner. Eén van de hoekpunten van het tweede vierkant ligt op het middelpunt van het eerste vierkant en het middelpunt van het kleine vierkant ligt op de rechter-rand van het grootste vierkant, en wel op precies een kwart van de hoogte van die rechterzijde.Hoe groot is de oppervlakte van het overlappende gebied dat de twee vierkanten gemeen hebben?Onder de goede inzendingen zal een bierkaart worden verloot.

SterrenhoekjesSandra: Ik ben helemaal niet goedkoop!

Rolf: Heb jij ook soms dat als je een term van numerieke methoden hoort, dat je hem dan in je hoofd met een Twents accent herhaalt?

Sven: Marijke, ben je in voor een beetje smerigheid?

Harm en Jeroen zijn aan het poolen, Harm: Jeroen stoot altijd de zwarte.

Caroline over Lennard’s camera: Jezus, wat een dikke unit! Jesper: Ja, dat krijgt ‘ie vaker te horen.

Bas probeert twee deurpasjes in de deur te stoppen, Jochem: Gewoon d’r in en d’r uit, dat is me vannacht ook gelukt!

Sandra: Ik heb de hele week niet gezoend!

Martijn Gootzen: Ik heb het met Christel en Rianne gedaan, achter elkaar, binnen een minuut... Ik vond Rik nog het lek-kerste.

Jasper: Wij, Jasper Beerens, delen die mening met elkaar.

Sven: Oh dit zijn die foto’s van toen ze geen camera bijhadden.

Michelle: Kan die hond ook dood?

Stefan V.: Lichamelijk was ik aanwezig maar fysiek was ik er niet.

Jaap kijkt naar de krant: Jaap.nl!Stefan V.: Is dat die homo site?Jaap: Nee, dat is Japie.nl

Rik B. wil nog een biertje bestellen in een restaurant in Keulen: Nog zo eine!Jasper: Nee, niet nog eine, zwei!Stefan V.: Ontzettende boer!

Bram tijdens de debatteertraining: Je presenteert binair; dan weer heel twijfelend en dan weer heel goed.

Tim: De BACo paallijst heeft een limiet, maar het voordeel van een limiet is dat hij nooit bereikt wordt.

Harm bij het inschenken van een shotje: Ja, die 4 en 40cl haal ik altijd door elkaar.

Page 51: Simon Ster 43.1

Wayne E

aste

p Pho

togr

apht

y

Wayne E

aste

p Pho

togr

apht

y

Wayne E

aste

p Pho

togr

apht

y

more energy, fewer emissions.it takes the brightest minds working together.

apply fast!Are you ready to enter the game? Upload your CV before November 15, 2011 through our on-line application system.More info on exxonmobil.com/careers

Our people have vision, they are driven, result oriented and focused on getting the best out of their teams. They thrive in our company culture: open, international minded and down to earth.

Through our hands-on approach, job rotation system and lifetime training we let our people continuously learn and develop their talents. Like this they gain the skills and knowledge to become our future management generation. Interested to get a glimpse of what it is like to work for the world’s most successful company? Join our Sneak Preview, a 3-day quest for master students in engineering and economics/business. Explore in team the challenges ExxonMobil faces everyday through real-life cases and presentations in one competitive game. Visit the ExxonMobil sites and headquarters in the Benelux and find the chance to meet young ExxonMobil employees, supervisors and managers from different departments.

Laurent, participant Sneak Preview:

“From the top layer of ExxonMobil’s corporation to even the smallest event like the Sneak Preview, the organization was remarkable. During the Sneak Preview there was not even a minute where you’d find yourself unintrigued and annoyed! Various interesting presentations were thrown at you including all kinds of aspects of the oil business and in the end you always got the chance to test your own skills through several business cases. The timing schedule was intensive but you end up with an enhanced insight in the daily operations of ExxonMobil and you even got acquainted with the management. We all returned home satisfied because we really learned something and we had a lot of fun!”

sneakpreview

November 28, 29 and 30, 2011

61579_EM_sneak_A4_nov_2011.indd 1 28-09-11 15:51

Page 52: Simon Ster 43.1

VAN NEDERLANDKOMT NAAR EINDHOVEN

MAANDAG14 NOVEMBER12:30 UUR

OP HET SIMON STEVIN-

PLEIN

MET GRATIS KRACHTVOER VOOR STUDENTEN!OPENING ELFDE LUSTRUMJAAR W.S.V. SIMON STEVIN