Simon Ster 42.6

25
Jaargang 42 | nummer 6 | augustus 2011 Simon James Webb Space Telescope Batteries (English) Minor ID Symposium 2011

description

De Simonster van augustus 2011

Transcript of Simon Ster 42.6

Page 1: Simon Ster 42.6

Jaargang 42 | nummer 6 | augustus 2011

simon

James Webb space Telescope

Batteries (English)

Minor ID

symposium 2011

Page 2: Simon Ster 42.6

Colofon

Augustus 2011/42e jaargang nr. 6De ‘Simon Ster’ is een uitgave van de Werktuig-kundige Studievereniging Simon Stevin van de Technische Universiteit Eindhoven. De ‘Simon Ster’ verschijnt zes maal per jaar.

HoofdredactieSanne Janssen

RedactieHuib van Amstel, Daan van den Assem, Bram Ber-kien, Edward de Boer, Liesbeth Campmans, Martijn Deenen, Victor Dolk, Jules Frints, Uriel Hoeberichts, Luuk Mouton, Anthom van Rijn, Anna van Velsen, Bart Welling

Ontwerp VormgevingvM-design

VormgevingHoofdredacteur

Illustraties en foto’sHoofdredacteur & leden der W.S.V. Simon Stevin

AdresTechnische Universiteit EindhovenGemini noord 1.21Den Dolech 25612 AZ EindhovenPostbus 5135600 MB EindhovenTelefoon: (040) 247 33 13E-mail: [email protected]: wsv.simonstevin.tue.nl

FinancieelABN-AMRO: 52.90.96.358

AbonnementenEr bestaat de mogelijkheid de Simon Ster thuis te ontvangen. Men kan zich abonneren op de Simon Ster voor € 15 per jaar, inclusief verzendkosten. Indien u geïnteresseerd bent of meer informatie wilt, kunt u contact opnemen met de hoofdredactie op bovenstaand adres.

DrukkerDrukkerij Snep BV

Oplage900

© Simon Stevin MMXINiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur der W.S.V. Simon Stevin.

De hoofdredactie behoudt zich te allen tijde het recht artikelen in te korten of te wijzigen. Plaatsing van een artikel houdt niet in dat het de mening weergeeft van W.S.V. Simon Stevin.

Iedereen kan kopij inleveren bij de redactie in de Simonkamer, Gemini noord 1.21, of per e-mail:[email protected]

3230

| In alle draagbare elektronica zit

een batterij. De uitvinging is gedaan

zonder de benodigde kennis.

| Verkeerslichten lijken altijd op

rood te gaan als jij eraan komt. Hoe

werken de algoritmen hierachter?

| De FLNG gaat gaswinning van

kleine velden offshore weer rendabel

maken.

| Het theezakje is niet uitgevonden,

maar is per toeval ontdekt. Nu is het

wereldwijd bekend.

Inhoudsopgave

Adverteerders

Huisman 29

Boskalis 38

Deerns 40

Redactief

De vakantie is weer voorbij en het nieuwe jaar gaat van start. Mijn bestuursjaar is bijna afgelopen en dit is dan ook de laatste Ster waarvan in de hoofd-redacteur ben. Ondanks dat ik veel zin heb in mijn minor in Engeland zal ik gedeeltes van het leven als het bestuur van Simon Stevin zeker gaan missen.

Tijdens de laatste zware loodjes ben ik drie weken afwezig geweest en daarom heb ik de vorige Ster niet zelf afgerond. Alles is goed opgelost en de vergaderingen van de commissie zijn gewoon door-gegaan. Hierdoor heb ik het volle vertrouwen dat er volgend jaar vijf mooie, goed gevulde Simon Sterren zullen uitkomen.

Ik wens jullie allemaal veel succes met het opstaan en wakker blijven in de eerste weken na een (veel te korte) vakantie.

Veel leesplezier!

Sanne Janssen

Smile of Science 4

Minor ID 6

De perfecte studententijd 9

Column tentamens 10

Een warm welkom 11

Verkeersregeling met stoplichten 12

Symposium 2011 18

Batteries (English) 20

Kijk in de Sterren: Gyrotourbillon 22

Activiteiten van Simon Stevin 24

FLNG 30

Staut: Het theezakje 32

Gedoceerd 34

Excursie VanDerLande 41

Tech United 42

James Webb space telescope 45

Prijsvraag 46

Sterrenhoekje 46

2014

Page 3: Simon Ster 42.6

4 5

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

De zin en onzin achter de technieksmile of science Sanne Janssen

Bij onderzoek naar depressies is er een test gedaan met computerspel, waarbij geld verdiend kan worden door één sol-licitant te kiezen uit een reeks werkzoe-kenden. Hieruit bleek dat depressieve mensen het meest volhoudend waren bij hun zoektocht naar een geschikte

kandidaat. Dit toont aan dat depres-siviteit ook positieve effecten heeft. Depressieve personen zouden vooral complexe problemen beter kunnen op-lossen doordat ze beter in staat zijn om analytisch te redeneren.

Koppels die vaak met elkaar knuffe-len hebben een sterke relatie. Zelfs beter dan stellen die vaak seks heb-ben, maar niet veel met elkaar knuf-felen. Knuffelen biedt niet alleen sensueel genot, maar ook een gevoel van comfort en veiligheid, allen net zo belangrijk binnen een relatie als seks. Wanneer de focus op seks ligt, kan dat betekenen dat emotionele problemen nooit besproken worden. Dit terwijl niet-seksuele aanrakingen als knuffelen en strelen een intiem gesprek juist stimuleren, vanwege het grote deel aan oxytocine (knuf-

felhormoon) dat vrij komt. Het grote voordeel van knuffelen is ook dat het, in tegenstelling tot seks, altijd en overal kan.

Op een online datingsite is onder-zoek gedaan naar ‘dategedrag’. De populariteit van de gebruikers werd bepaald door het aantal ontvangen ongevraagde berichten van het an-dere geslacht. Analyses toonden dat de populaire gebruikers eerder con-tact opnamen met andere populaire gebruikers. Ook de minder populaire

gebruikers namen eerder contact op met andere minder populaire gebrui-kers. Wanneer het op daten aankomt, zoeken potentiële partners binnen hun eigen 'rang'. Naast persoonlijke kenmerken en dezelfde interesses speelt rangorde dus een belangrijke rol bij het vinden van een partner.

Proefpersonen kregen via een maagsonde een vetzuuroplossing (wat gelijk stond aan snacks) of een onschuldige zoutoplossing toegediend. Ze wisten dus niet wat ze 'aten'. Tegelijkertijd zagen ze afbeeldingen van gezichtsuitdruk-kingen en hoorden ze muziek die een bepaald humeur op moesten wekken.

De proefpersonen die een vetzuuroplossing kregen toegediend, werden minder snel droe-vig. Waarschijnlijk maakt het maagdarmstelsel onder invloed van wat je eet hormonen aan die ons humeur beïnvloeden. De onderzoekers wil-len nu weten hoe dat precies werkt en hopen dat in de toekomst mensen met eetstoornis-sen, obesitas en depressies beter behandeld kunnen worden.

In de VS is de eerste Li-ionbatterij ontwik-keld waar je doorheen kunt kijken. Met deze uitvinding zijn in principe alle compo-nenten voorhanden die je nodig hebt voor transparante elektronica.

Het idee is om de elektrodes uit te voe-ren als een soort gaasjes, met draden die te dun zijn om met het blote oog te zien. Denk aan minder dan 35 micrometer. De gaasjes worden gemaakt met een mal uit

silicium. Daar overheen wordt een 100 mi-crometer dikke laag van de transparante kunststof polydimethylsiloxaan gegoten. Na het opdrogen worden de ingegoten groeven met het gewenste elektrodemate-riaal gevuld. Met twee van deze velletjes en een vloeibare, eveneens transparant elektrolyt maak je een sandwich.

Het prototype laat 60 procent van het zichtbare licht door. Met tien wattuur per

dm3 batterijvolume is de capaciteit een or-degrootte lager dan niet-doorzichtige vari-ant, maar het begin is er.

Greenchoice Forze, het waterstof-raceteam van de TUD, is niet gestart bij de Formula Stu-dent wedstrijd. Forze was het eerste team dat deel zou nemen aan de race met een waterstof brandstofcel. Vanwege ‘problemen met de elektronica’ was het team echter niet in staat mee te doen aan het race-gedeelte van de wed-strijd.

Roeiers die te hard aan hun riemen trek-ken, komen los van hun stoeltje, met een verlies aan vermogen tot gevolg. De zo-geheten Superseat bestaat uit een tuigje om het bekken van de roeier. Dat zit met klittenband vast aan het stoeltje.

Roeiers van uiteenlopende niveaus heb-ben de Superseat getest. Hieruit blijkt dat het nieuwe zitje iedere roeier elf procent meer vermogen oplevert. De voorwaarde blijft natuurlijk wel dat het lichaam dat extra vermogen ook kan leveren.

Onder het bankje zijn extra lagers aange-bracht om te zorgen dat het stoeltje ook goed blijft glijden wanneer het omhoog wordt getrokken. Een normale roeiboot heeft daar alleen een haakje, om te voor-komen dat het stoeltje eruit valt wanneer de roeiers hun boot ondersteboven hou-den.

Wanneer licht op een metaaloppervlak valt, wekt dat in het materiaal een collec-tieve trilling op van de aanwezige gelei-dingselektronen, een zogeheten plasmon. Bij een bepaalde golflengte van het licht treedt een resonantie op: een groot deel van het licht wordt geabsorbeerd. Bevin-den twee nanodeeltjes zich vlakbij elkaar, dan gaan de twee afzonderlijke plasmonen op de oppervlakken van de twee deeltjes elkaar ‘voelen’. Daaruit ontstaan nieuwe, gemengde plasmon-modes.

De clou is dat de resonantiefrequentie - en dus de golflengte waarbij de deeltjes licht absorberen - afhankelijk is van de afstand tussen de twee nanodeeltjes. Daarmee

werkt het koppel nanodeeltjes dus als een soort afstandsdetector, of een liniaal: door er licht op te laten vallen en te meten bij welke golflengte er nauwelijks iets terug-komt, is de onderlinge afstand te meten.

Zo’n liniaal voor één enkele dimensie is in de praktijk echter niet voldoende. Molecu-laire processen spelen zich natuurlijk af in drie dimensies. De ingenieuze constructie lijkt op de letter H. Elke staander hiervan is met twee losse nanostaafjes uitgevoerd. Door de constructie vast te maken aan een molecuul zijn daarvan de bewegingen in drie dimensies te meten. Elke stand van de H-constructie komt overeen met een be-paald gemeten lichtspectrum.

Voor het meten van absolute afstanden is de liniaal echter niet geschikt, omdat ijken op zo’n kleine schaal erg lastig is. Opnames van elektronenmicroscopen kunnen daar als ondersteuning dienen.

Op termijn kan de 3D-liniaal wetenschap-pers waardevolle informatie opleveren over hoe complexe moleculen zoals eiwit-ten zich precies vouwen, hoe peptiden be-wegen of hoe een celmembraan trilt.

Als in de kelder van de Sint Bavo-Kathe-draal in Haarlem een datacentrum komt met 22 racks die per stuk 4 kW verbrui-ken, dan komt er per jaar 2,8 TJ aan warmte beschikbaar, ongeveer twee keer zoveel als de huidige verwarming opwekt. Andersom worden de warme processoren van het centrum gekoeld door de koude lucht uit de kathedraal.

Dit is de winnende inzending van de prijsvraag ‘Holy warming’, uitgeschre-ven door Nudge, een stichting die ini-tiatieven en projecten op het gebied van duurzaamheid ondersteunt. Of het datacentrum er ook echt komt, hangt af van het kerkbestuur.

Transparante batterij

Knuffelen beter dan seksVet maakt gelukkig

Raceteam TUD start niet

Daten binnen eigen rang

Positieve effecten van depressies

Datacentrum verwarmt kerk

Betere roeizitting

Liniaal in drie dimensies

ElEktronica

VoEding

concurEntEn

PsychologiE

sPort PsychologiE

PsychologiE

ElEktronica

MEEtMEthodEs

Page 4: Simon Ster 42.6

6 7

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

Dat ik dus echt niet een half jaar heb zitten jongleren en tekenen!Minor Industrial Design

“Industrial Design aan de TU/e stoelt op de pilaren technologie, gebruikersonderzoek en ontwerp. Voeg daaraan de vierde pilaar, business, toe en de faculteit Industrial Design beslaat het gebied van allereerste idee tot succesvol, in de markt te plaatsen product”. Althans, dat staat op de website. De twee dingen die ik voornamelijk tegenkwam bij Industrial Design (ID) was het gebrek aan structuur en het woord competen-ties.

Laten we maar bij het begin beginnen: ID lijkt maar in weinig opzichten op Werktuigbouwkunde. De studies worden allebei gegeven aan de Technische Universi-teit in Eindhoven, maar daar houdt ook wel op. Waar bij Werktuigbouwkunde al een heel curriculum klaar staat met wat men moet leren, mag men bij ID zelf maar zien wat er geleerd word. Dit voor een half jaar en dan maak je een website waarop je laat zien wat je allemaal geleerd hebt. Vindt jouw beoordelaar dit niet voldoende, dan mag je een half jaar over doen. Dit stelt je als werktuigbouwer natuurlijk meteen voor een dilemma: als ik nou doe alsof ik niks weet, heb ik na een half jaar praktisch zoveel geleerd dat ik het wel móet halen. Aan de andere kant krijgen ze bij ID dan een vertekend beeld van werktuigbouwkundestuden-ten en aangezien je een van de weinigen bent die in jaren langskomt, is het wel zo netjes om een goede indruk achter te laten.

Aangezien ik de enige werktuig-

bouwer in de afgelopen twee jaar

ben die een minor bij ID heeft

gevolgd, is mij gevraagd daar

over te schrijven. Aangezien mijn

creatieve geest daar een half jaar

is aangewakkerd moet dit na-

tuurlijk geen probleem zijn.

Willard Oomen

CompetentiesEen week ID wordt gevuld met drie dagen project en twee dagen class, wat meestal eigenlijk ook gewoon een project is, maar dan kleiner. Een project doe je voor een half jaar, maar de classes duren één kwartiel. Per groot project doe je in totaal vier classes ernaast. Dit is nodig om alle verschillende leergebieden/bevoegdhe-den/vaardigheden bij te spijkeren. Dit zijn de welbe-kende competenties.

Er zijn tien competenties en die beslaan alle gebieden van het ontwerpen van ideas & concepts tot designing business processes en analysing complexity. Deze ont-wikkel je in de loop van een half jaar en men verwacht dat deze dan ook op een bepaald niveau zijn aan het einde. Het rare hieraan is dat er mensen in hetzelfde jaar zitten, maar eigenlijk totaal verschillende dingen weten. Omdat hun kennis in hetzelfde competentie-gebied zit, zijn ze ver genoeg ontwikkeld om ‘over’ te gaan, terwijl in tegenstelling praktisch iedere derde-jaars werktuigbouwkundestudent van hetzelfde wat afweet. Dit kan leiden tot interessante innoverende producten, maar ook tot totaal losgeslagen waanzin omdat er over veel onderwerpen niet genoeg kennis aanwezig is. Voorbeeld hiervan: Een groot deel van de projecten die bij ID worden gedraaid komen niet eens voorbij de conceptfase, gewoon omdat er niet genoeg kennis aanwezig is om het te maken en vaak omdat de techniek achter het idee nog niet eens bestaat!

Playful InteractionsDe faculteit bestaat uit negen thema’s (vergelijk het met vakgroepen, alleen hier onder een creatievere benaming), welke allemaal hun eigen projecten heb-ben. Hieruit kiest men aan het begin van het jaar een top drie en één daarvan wordt je uiteindelijke project. Ikzelf werd ingedeeld bij het thema Playful Interacti-ons (PI).

Een sceptische student, die vindt dat ze bij ID eigenlijk maar weinig serieus doen, bij een thema genaamd speelse interacties indelen, vraagt om vooroordelen.

Het doel van mijn project was de ruimte Playful Interactions, meer als Playful Interactions aan te laten voelen. Daar ben je dus een half jaar lang, drie dagen per week mee bezig. De andere dagen had ik nog een class waarin ik leerde tekenen - Sketching as Design Thinking – en een waarbij ik nieuwe vormen moest exploreren – Form and Interaction -.

Nou vind ik een nieuw behangetje plakken in een ruimte geen probleem, maar dat is dus bij Industrial Design niet de bedoeling. Je moet met iets innove-rends, iets uitdagends en vooruitstrevends neerzetten. Om maar een hele ontwikkeling over te slaan: wat ik en mijn groep uiteindelijk hebben gemaakt is een interactieve tuin. Nou klinkt dat niet meteen als het nieuwe middel voor wereldvrede, maar het gaat alle-maal om de ontwikkeling die je als student doormaakt bij Industrial Design.

ReflectieHet magische woord achter de studiemethode van Industrial Design is misschien wel reflecteren. Eigenlijk lukt er maar heel weinig van wat je daar doet. Dat is niet gek, want daar studeer je natuurlijk voor en ‘van fouten leer je’ zei mijn oma vroeger al. Daar heb ik haar wel vaker dan eens gelijk in moeten geven.

Door op alle projecten en classes die je doet terug te kijken, leer je waar het beter kon en wat je in de toe-komst anders zal moeten doen. Je bent niet de enige die zal reflecteren op jouw werk, aan het eind van ieder kwartiel is er een exhibition; een tentoonstelling waar iedereen zijn project laat zien aan de rest van de faculteit, die er dan allemaal hun commentaar op kun-nen geven. Nieuwe ideeën en richtingen waar je weer mee aan de slag kunt.

Page 5: Simon Ster 42.6

8 9

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

ResultaatIk zeg niet dat er helemaal niets deugt aan de studie Industrial Design. Integendeel, het is tot nu toe de meest zorgeloze periode van mijn studietijd geweest. Alleen die vrijheid is in het begin wel moeilijk om mee te werken. Je moet zelf maar zien wat je doet en wat je daaruit leert, zo gaan er regelmatig studenten naar een designbeurs of praktisch op vakantie, allemaal om zichzelf te ontwikkelen als ontwerper.

Geef twee ID’ers hetzelfde project en toch zullen er vijf verschillende uitkomsten uit komen; de richting waarin een project gaat, is geheel aan de student en sommige studenten willen ook nog graag drie verschil-lende richtingen op. Besluitvorming en vastberaden-heid zijn geen kwaliteiten die je bij de beste designers zal tegenkomen. Sommigen zijn weken bezig met een idee te vormen. Als dan de deadline zich aandringt, is er alleen nog tijd over voor de uitwerking van het idee zelf.

In mijn project hebben we wel iets neergezet, maar dat zou ook kunnen omdat er toch een student bij zat die iets wilde neerzetten en niet durfde terug te keren na een half jaar met twee A4’tjes concept (namelijk: ikzelf). In vergelijking met Werktuigbouwkunde is dat wel fijn, je kunt eindelijk meer laten zien aan je persoonlijke omgeving dan je OGO-verslag over een cv-ketelbrander waar eigenlijk niemand op zit te wachten.

De ID’erIndustrial Designers zijn tegen alle verwachting in ook gewoon mensen. Je zou ze bijna kunnen vergelijken met de doorsnee werktuigbouwer. Ware het niet dat de ID’er een koffertje heeft, met de meest waanzinnige spullen, van NASA-materialen tot Duplo en van mini skippyballen tot op afstand bestuurbare vliegtuigjes en jongleerballen. Gelukkig schuwt ook de ID’er zijn wekelijkse portie bier niet en zijn er genoeg gelegen-heden voor wat feesten (allemaal in het kader van persoonlijke ontwikkeling, uiteraard).

ConclusieAan de ene kant is het fijn dat de keuze bij de student zelf ligt wat hij/zij wel of niet wil leren. Aan de andere kant schept een vast curriculum veel meer duidelijk-heid. Persoonlijk heb ik de minor gekozen omdat ik wat anders wilde dan Werktuigbouwkunde en dan zit je bij Industrial Design op de juiste plek. Ik raad het zeker aan als je eventjes weg wilt van de druk, maar als gehele studie is het soms moeilijk serieus te nemen (gelukkig lezen zij dit blad niet). Als je daar zit, begin je het idee van ID wel te snappen en leuk te vinden, maar in de psychologie noemen ze dat volgens mij het Stockholm syndroom.

Een filmpje van mijn project. Let niet op de muziek. Ik denk

dat ze in de faculteit ID een verborgen bibliotheek met vage

muziekjes hebben die de ID’ers mogen gebruiken onder hun

filmpjes. Tot op heden heb ik deze ruimte nog niet kunnen

vinden….

Simon Stevin helpt je je studie doorDe perfecte studententijd

Ieder jaar is er weer een andere groep enthousiaste stu-denten die de vereniging een jaar bestuurt en die de studenten een echte studententijd geeft. Tevens zorgen meer dan honderd actieve leden voor diverse activitei-ten en faciliteiten. In het gebouw heeft Simon Stevin haar eigen ruimte waar je kan lunchen en snoep of kof-fie kan halen. De vereniging organiseert activiteiten voor en door studenten volgens de drie o’s: onderwijs, ontwikkeling en ontspanning.

Al snel na de intro kun je gebruik maken van je lidmaat-schap van Simon Stevin, door bij de vereniging studie-boeken te kopen. De Onderwijscommissaris zorgt er-voor dat jij de juiste boeken tegen de laagste prijs kan kopen. Tevens kan je er terecht voor al je problemen op onderwijsgebied. Daarnaast doet Simon Stevin haar ui-terste best om verbeterpunten in het onderwijs te vin-den en aan te pakken.

Op het gebied van ontwikkeling organiseert Simon Ste-vin gedurende het jaar diverse excursies en lezingen. Bij een excursie bezoek je een bedrijf dat erg interessant is voor werktuigbouwers. Hier krijg je een rondleiding en vertelt een werknemer over zijn evaringen in het be-drijf. Niet alleen Nederland wordt bekeken, een aantal keer per jaar wordt ook het buitenland aangedaan op

Lege bierflesjes onder het matras, spaghetti tegen het plafond en

wildvreemde mensen die halfnaakt op vrijdagmorgen door het huis

slenteren met een kater: allemaal beelden die nieuwe eerstejaars

hebben van het studentenleven. Gelukkig weten jullie na de intro

hoe het studentenleven er echt uit ziet. Tijdens deze week hebben

jullie ook kennis gemaakt met simon stevin, de studievereniging

voor Werktuigbouwkunde. Zij geeft de studenten de perfecte aan-

vulling op het onderwijs en biedt hen tevens de mogelijkheid om

zich te ontwikkelen naast de studie.

Stefan Verdenius

een of meerdere studiereizen. Zo zijn de reizen in het verleden naar Denemarken, China en Japan geweest! Naast excursies worden er ook cursussen en andere ontwikkelingsactiviteiten georganiseerd. Denk hierbij aan een cursus Photoshop, een workshop powerprofile-ren en een buitenlandse stagevoorlichting.

Natuurlijk wordt er ook voor ontspanning gezorgd, dit bevordert het studeren immers het meest! Veel studen-ten gaan wekelijks naar de borrels; iedere donderdag opent de Weeghconst, de borrelruimte van de vereni-ging in de kelder van het gebouw, om 16:00 uur haar deuren. Hier kunnen jullie al vanaf €0,60 een drankje nuttigen en terug kijken op je week, om later op de avond Stratum onveilig te maken. Ook organiseert Si-mon Stevin meerdere malen per jaar speciaalborrels en feestjes. Daarnaast organiseert ze diverse activiteiten als een dagje indoorski, lasergamen, bierfietsen en een cantus. Speciaal voor jullie is er een introkamp, een eer-stejaarsbarbecue en diverse eerstejaars activiteiten. Er is dus mogelijkheid genoeg om samen met je vrienden een ontspannende dag, middag of avond te hebben.

Ben jij benieuwd wat Simon Stevin nog meer te bieden heeft? Wil jij de vereniging beter leren kennen? Loop dan gerust een keer de Simonkamer binnen voor een gratis bakje koffie.

Page 6: Simon Ster 42.6

10 11

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

TentamensColumn

Bram Berkien

Van de opleidingsdirecteurEen warm welkom

Want vergis je niet, thuis of op kamers: het is nu (weer) tijd om aan het werk te gaan!! Je zult merken dat je hier met een groep studenten bij elkaar bent die allemaal techniek op een of andere manier leuk vinden, die allemaal weinig moeite hebben gehad met de exacte vakken en die nu allemaal nieuwsgierig zijn naar wat er komen gaat.

Dat is niet niks. Vanaf de eerste week mag je drie nieuwe vakken gaan volgen en daarnaast het groeps-project en een aantal tool-trainingen gaan doen. Je zult snel merken dat er hard gewerkt moet worden; als je achterstand oploopt, is het moeilijk om dat weer in te halen. Want… het tempo gaat snel omhoog.

Kortom: in de komende paar weken zul je merken dat je soms moeite moet doen om de stof bij te houden en over acht weken staan de eerste tentamens al voor de deur. Die tentamens zijn een grote verandering, want je moet voor elk vak een voldoende halen! Je mag ten-tamens wel over doen, maar hoe vaker dat moet, hoe meer je gaat achterlopen met je studie.

Bij collegastudenten die hier al langer rondlopen hoor je vaak terug: op het VWO ging alles eigenlijk vanzelf, maar op de TU was ik ineens niet meer bij de beste van de klas en moest ik mijn best doen om bij te blijven.

Uiteraard doen alle docenten hun uiterste best om je te helpen. Dat betekent ook dat, zo gauw je zelf merkt dat je moeite hebt met de stof, je de docent (bijvoor-beeld tijdens de Begeleide Zelfstudie) om hulp kunt vragen. Daarnaast is er je tutor (begeleider bij het project-onderwijs) om je te helpen met het projecton-derwijs en je studiecoach voor vragen over studieplan-ning of gewoon voor een goed advies. Mocht je daar behoefte aan hebben kun je ook contact opnemen met de studieadviseur. Zij kan je helpen met alle vragen over planning, vakken, prioriteiten, etc.

Al met al sta je nu aan het begin van een grote uitda-ging! Het kan een mooie reis worden, de gidsen staan klaar, maar je moet zelf op weg gaan.

Succes!!

Allereerst: welkom bij werktuigbouw-

kunde!! Na een vaak lange vakantie ligt

er een nieuwe fase in je leven voor je,

studeren aan de TU/e en alles dat daar-

bij hoort. Tijdens de Introductieweek zul

je kennis kunnen maken met de facul-

teit, de studie en het studenten leven.

Je zult zien wat er in de studie van je

verwacht wordt en wat de mogelijk-

heden zijn om je daarnaast te ontwik-

kelen. Voor sommigen betekent dit ook

het omschakelen van thuis wonen naar zelfstandig wonen, wat een

extra uitdaging is voor je studiediscipline.

Rick de Lange

In de aanloop naar tentamens is langzaam een zekere verandering zichtbaar. Studieruimtes worden druk-ker en langer bezet, en kroegen staan op dinsdag- en donderdagavond minder vol. Studenten komen voor het eerst in lange tijd weer aan de veertig uur per week die er eigenlijk voor hun studie staat. In deze stijgende lijn zit vaak halverwege de tentamens een zekere dip op het moment dat de kwantiteit van de te leren stof te overweldigend wordt, die gepaard gaat met het uit-voeren van allerlei huishoudelijke taken die soms voor de gelegenheid uitgevonden worden. De vriezer wordt ijsvrij gemaakt, alle zwanenhalzen van alle wasbakken in het hele huis worden gedemonteerd en grondig ge-

reinigd, kleding wordt op kleur gesorteerd in de kast, kilo’s haren worden

uit doucheputjes gevist en uit de besteklade wordt een hoe-veelheid kruimels opgedoken

waar een weeshuis in Afrika een week van zou kunnen eten.

Een feit waar ik na pakweg zes jaar eindelijk achter

ben is dat ik thuis niet kan studeren. Ik zocht

daarom mijn toevlucht in de Hal. Hoewel iedere

voorbijganger mij doet twijfelen aan de structure-le integriteit van de vloer,

was het hier best aangenaam toe-ven. Dat wil zeggen, totdat een zeker hogedrukgebied

uit Spanje ons land aandeed. De klimaathuishouding in de Hal is een uiterst interessant staaltje techniek waar men bij de faculteit bouwkunde best eens een onder-zoek aan mag wijden. Het lijkt alsof de ontwerpers van de studieruimte al hun kennis hebben aangewend om er voor te zorgen dat het gebouw maximaal ongeschikt

was om in te overleven, mocht de temperatuur inder-daad zo stijgen als Al Gore voorspelde.

Mocht de student ondanks deze hindernis de moed nog niet hebben opgegeven en besloten hebben dat een NV’tje niet tot de opties behoort, dan is er nog een laatste barrière eer hij ook maar kan trachten het tenta-men succesvol af te leggen: overenthousiaste bejaarde ordetroepen. Het is evident dat deze grijsaarden met een late ambitie om gevangenisbewaarder te worden niet worden onderworpen aan een strenge selectie of zelfs maar een Alzheimer-test, getuige de oma die bij een van mijn tentamens opeens opstond en de zaal uit stormde, nadat zij er achter kwam dat ze al op de locatie was van het tentamen van een week later. Ook lijken de opzieners geen instructie te krijgen over wat nu exact het verschil is tussen tentamens en koffietijd. Inmiddels weet ik beter dan in de buurt van het tafeltje van een van de opa’s of oma’s plaats te nemen, maar er was een tijd dat ik uitstekend op de hoogte was van de escapades in huize Rustoord die slechts in The Bold & The Beautiful hun gelijke kennen. Om toch hun gezag en striktheid te benadrukken doen sommige AOW’ers gelukkig nog wel hun best de presentieblaadjes van de studenten met veel geweld terug te kwakken op de tafeltjes. Zij controleren niet slechts of de student de gegevens correct heeft ingevuld, nee, zij controleren dit kei-hard. Waar ik persoonlijk toch altijd een lach moet onderdrukken is het moment dat een student na pak-weg vijftien minuten opstaat met een blik van: ‘Die E-modulus kan me gestolen worden, ik ga een goudgele vloeistof met een viscositeit gelijkend op die van wa-ter met een turbulente stroming in mijn keelgat injec-teren’. Gelijk heeft hij. Toch is er geen gevoel dat in de buurt komt van het na een uiterst succesvolle laatste tentamenweek van het jaar met een voldaan gevoel om 11 uur ’s ochtends op een terras plaats te nemen en het eerste witbiertje te bestellen.

De timing voor het onderwerp tentamens lijkt ongepast nu de lezer

net weer vol goede moed en met de trauma’s van het falen tijdens

de laatste tentamenweek diep weggestopt aan het nieuwe colle-

gejaar begint, maar op het moment dat ik dit schrijf staat de hele

ervaring mij helder voor ogen. Een herkenbare ervaring, zo zal blij-

ken.

Page 7: Simon Ster 42.6

12 13

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

Verkeersregeling met stoplichtenGroen... Oranje... Rood.

Overal lampjesHoe een verkeerslicht eruitziet, is vrij algemeen be-kend. In Nederland bestaat het meestal uit een groen, een oranje en een rood licht, die boven elkaar zijn geplaatst. Achter de lichten zit bijna altijd een zwart bord, een ‘achtergrondschild’, om de zichtbaarheid te verbeteren. Boven de lamp vindt men een ‘zonnekap’.

Natuurlijk zijn er nog vele variaties op dit algemene torentje van lichtjes. De lampen kunnen rond zijn, een pijl, een voetganger, fiets, of, voor de bussen, maximaal negen bolletjes. Verkeerslichten in de vorm van vrouw-tjes komen voor in Amersfoort, Utrecht, Haarlem, Hilversum en Deventer en heten Sofie.

Bijna iedereen heeft dagelijks te maken met verkeerslichten. Ze

vormen een belangrijk hulpmiddel bij het regelen van verkeersstro-

men en verbeteren de veiligheid op drukke kruispunten. Een paar

lampjes alleen zijn echter niet genoeg voor een goede doorstro-

ming en veiligheid. Er is detectie en uitgebreide programmatuur

nodig om tot optimale resultaten te komen. De wetenschap hier-

achter is dan ook verrassend veelzijdig.

Jules Frints

Voertuigdetectie: Inductie, video en aard-magnetische veldenHet verkeer een beetje beïnvloeden met een stel lampen kan iedereen. Het wordt pas interessant als de lichten op de voertuigen reageren, in plaats van de voertuigen alleen op de lichten. Dit laatste kan worden bewerkstelligd door middel van verschillende detecto-ren.

Het bekendst is de inductielus, of lusdetector, ook wel detectielus. Een auto passeert er naar schatting vier van per km asfalt. Een koperen inductielus ligt in het wegdek, waarmee metalen objecten op het wegdek ‘gezien’ kunnen worden. In asfalt bevindt de lus zich in een gefreesde sleuf, of net onder de bovenste laag, die dan niet te dik mag zijn. Door de lus wordt een stroom gestuurd, zodat er een magnetisch veld ontstaat. Metalen objecten verstoren het veld, waardoor ze ge-detecteerd worden. De detectielus ‘ziet’ dus wel auto’s en de meeste fietsen, maar voetgangers en aluminium fietsen hebben pech. Behalve, misschien, als je schoe-nen met stalen neuzen hebt.

Ook videodetectie wordt toegepast. Hierbij registre-ren camera’s de aanwezigheid van voertuigen. Deze vergelijken de beelden die binnenkomen constant met een statische achtergrond. Is er een groot verschil? Dan vertelt de camera dat er een voertuig staat te wachten. Sommige systemen kunnen zelfs de lengte van een wachtrij of de hoeveelheid voertuigen bepalen. Nadeel is dat er problemen kunnen zijn door dag-nacht-ver-schillen, sneeuwval, grote voertuigen die het beeld be-lemmeren en de wind, die de camera kan laten trillen.

Bijzonder is detectie met de zogenaamde Microloop. Deze werkt met een detector in de grond, zo’n 60 cm onder het wegdek. Deze detector kan veranderingen in de aardmagnetische velden opvangen, welke ook door voertuigen veroorzaakt worden. Een groot voordeel is dat het apparaat compact is, en eenvoudig onder het wegdek kan worden geschoven, waardoor onderhoud en installatie ervan veel minder verkeersoverlast geven dan van detectielussen.

BoetesWie meent dat hij het beter weet dan

de verkeerslichten wordt streng gestraft. Hier de bedragen van enkele boetes.

Door rood rijden kost inmiddels €180,- voor de automobilist. De fietser of

voetganger die zondigt is €50,- lichter. Stilstaan bij groen licht is de Nederland-

se automobilist ook niet gegund, met een boete van €100,-. In België mag het

wel, stilstaan bij groen.

Stoplichten hebben niet altijd effect

Page 8: Simon Ster 42.6

14 15

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

LHOVRADe regelstrategie genaamd LHOVRA is ontwikkeld in Zweden. Elke letter staat dan ook voor een relevant Zweeds woord voor een onderdeel van de strategie. Onderzoek wijst uit dat LHOVRA voor meer veilig-heid zorgt, maar dat verkeer uit de zijrichtingen een iets grotere verliestijd krijgt. Doel van LHOVRA is dan ook een grotere veiligheid. LHOVRA gaat uit van een kruispunt met een hoofdrichting met zijrichtingen. De meeste ideeën zijn erop gericht door rood rijden te voorkomen.

‘Lastbil prioritering’ is Zweeds voor vrachtverkeerpriori-teit. Het gaat hier om de bestrijding van een probleem bij oranje licht. Als een vrachtwagen een verkeerslicht nadert, en dit springt op oranje, heeft de vrachtwagen-chauffeur de keuze om door te rijden of te stoppen. Aangezien een vrachtwagen groot en zwaar is, zal de chauffeur over het algemeen door willen rijden, omdat de remweg van een vrachtwagen relatief lang is. Door-dat de keuze dóór te rijden bij oranje vaak gemaakt wordt, komt door rood rijden op deze manier veel vaker voor, waardoor gevaarlijke situaties ontstaan. Als er een personenauto voor de vrachtwagen rijdt, en die auto stopt wel, dan zijn de gevolgen al helemaal vervelend.

Als oplossing volgens de L van LHOVRA worden twee detectielussen geplaatst op 300 meter voor de stop-streep, op 8 of 12 meter van elkaar. Hierdoor kunnen lange voertuigen opgemerkt worden, waarbij het verkeerslicht langer op groen gehouden wordt, om dilemma’s voor de chauffeurs te voorkomen. ‘Huvudväg prioritering’ is hoofdwegprioriteit. Dat wil zeggen dat, zolang er verkeer is op de hoofdrichting, deze groen licht blijft houden, tot een bepaalde ‘maxi-mumgroentijd’.

‘Olycka reduktion funktion’ is mooi Zweeds om onge-vallenreductie aan te duiden. Dit wordt gedaan door zoveel mogelijk te voorkomen dat voertuigen in de zogenaamde ‘dilemmazone’ zijn als het licht op rood springt. De dilemmazone is de zone waarin een be-stuurder bij een oranje licht voor het dilemma “doorrij-den of stoppen” staat. Het is het twijfelgebied tussen “ik haal het niet meer voordat het rood is” en “op tijd stoppen zit er niet meer in”. Als een voertuig zich in de dilemmazone bevindt op het moment dat het groen op oranje moet gaan, wordt dit gedetecteerd, en wordt het groen een tikkeltje verlengd.

‘Variabel gul’ oftewel variabel geel, betekent dat de tijd waarin het verkeerslicht oranje aangeeft nog net een beetje langer wordt als er op dat moment nog iemand door oranje rijdt. Of er iemand door oranje rijdt moet dan gedetecteerd worden en dat is tot op heden nog niet gelukt.

‘Rödkörning control’ is efficiënt Zweeds voor iets wat het Nederlands omschrijft als ‘Roodlichtnegatiebe-veiliging door verlengen ontruimingstijd’. Het klinkt ingewikkeld, maar eigenlijk komt het erop neer dat het groen van kruisende richtingen nog even wordt uitgesteld als op de hoofdrichtingen voertuigen door rood rijden. Heel simpel dus, en het is duidelijk dat dit ongelukken voorkomt.

‘Allrödvänding’, de alles-roodfunctie, is het laatste punt in deze regelstrategie. Eigenlijk is het heel eenvoudig: als er geen verkeer is, gaan alle lichten op rood. Mocht er dan iets aankomen, dan kan het betreffende licht direct op groen. Met detectoren op grote afstand kost dit geen tijd voor het aankomende verkeer. Als dit niet toegepast zou worden, zou bijvoorbeeld één richting standaard op groen staan. Als er dan een auto op de richting met rood licht aankomt, moet dat groene licht eerst naar oranje, en dan pas naar rood, waarna de auto pas groen kan krijgen. Grote kans dat hij dan al heeft moeten afremmen.

Verkeerslichten zijn er niet alleen voor auto’s

Naast eerdergenoemde methoden, kan voertuigdetec-tie ook plaatsvinden door radar of infrarood, maar dit wordt nauwelijks toegepast. Infrarood wordt wel toe-gepast bij de detectie van bussen en hulpdiensten, net als radiosignalen. Hulpdiensten en openbaar vervoer krijgen vaak prioriteit bij verkeerslichten en moeten daarom apart gedetecteerd worden.

Voor de voetganger en de fietser is er natuurlijk nog de welbekende drukknop. Veel fietsers zijn door het me-taal in hun fiets weliswaar ook met detectielussen te zien, maar vele ook niet, vandaar dat voor fietsers vaak een combinatie van detectielus en drukknop toegepast wordt: de detectielus zorgt er in dat geval voor dat het groen blijft als er meerdere fietsers komen.

stoplichtenwetenschapVerkeerslichten zijn méér dan een set lampjes en wat detectie. Ze maken deel uit van ingenieuze regelsyste-men, die ervoor moeten zorgen dat iedereen snel en veilig door drukke verkeerspunten rolt en loopt.

Het regelen van verkeersstromen met verkeerslichten is een ware kunst. Elke situatie is anders, hoort in een groter geheel en vraagt daardoor een eigen aanpak. Het uitgebreide vakgebied van de verkeersregeltech-niek houdt zich bezig met optimalisatie van verkeers-lichten. Voor wie zich erin verdiept, gaat er een wereld aan begrippen open met vele mysterieuze afkortingen als LHOVRA, IVERA, ODYSA en UTOPIA-SPOT.

Hoe goed er geoptimaliseerd is, kan beoordeeld wor-den op een breed scala aan criteria. Men kan letten op veiligheid, wachtrijlengte, brandstofverbruik, maar ook luchtverontreiniging en geluid kunnen van belang zijn. Een ander belangrijk begrip bij de optimalisatie is de verliestijd. Dit is de tijd die verloren gaat, niet alleen door stilstaan, maar ook door afremmen en optrekken.

Bij optimalisatie kunnen verder de belangen van ver-schillende verkeersstromen worden afgewogen. Vaak wordt prioriteit gegeven aan openbaar vervoer en aan hulpdiensten zoals ambulances. Om een verkeersrege-ling te optimaliseren kan men vele strategieën kiezen, allemaal met voors en tegens op de verschillende criteria. Het is een kwestie van prioriteiten stellen. Een voorbeeld van een regelstrategie is LHOVRA.

Verkeerslichten in ColombiaIn Colombia krijgt wachten bij een

verkeerslicht een heel nieuwe dimensie. Áls er tenminste gewacht wordt. Het is er gebruikelijk door rood te rijden; als je iemand tegenkomt op de kruising wijk je gewoon uit om ergens een gaatje in

het drukke verkeer te vinden. Door groen rijden brengt risico’s met zich mee; wie het probeert toetert erop los om door rood rijdend verkeer te waarschuwen.

Wat bijzonder is, is wat er gebeurt als het verkeer gehoorzaamt aan het rood

en tot stilstand komt. Dan staat er namelijk altijd wel ergens een jongleur klaar, voor het broodnodige entertain-ment. Als beloning voor het wachten worden de chauffeurs getrakteerd op

een vaak indrukwekkende act.

Page 9: Simon Ster 42.6

16 17

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

UTOPIA-sPOTUTOPIA-SPOT is een verkeersafhankelijke netwerkrege-ling. De afkorting UTOPIA staat voor Urban Traffic Op-timisation by Integrated Automation. SPOT staat voor System for Priority and Optimisation of Traffic. Zonder af te korten een hele mond vol dus. Het doel van de netwerkregeling is het bereiken van zo laag mogelijke verliestijden voor het verkeer, maar minimale verliestij-den voor openbaar vervoer zijn belangrijker.

Bij UTOPIA geven kruisingen gegevens door aan de naastgelegen kruisingen. Dit wordt gedaan door de zogenaamde SPOT-units op elke kruising. Deze verza-melen gegevens over verkeer dat de kruising op- en afrijdt door detectielussen. Als er tussen twee krui-singen een grote op- of afrit is, waardoor de verkeers-stroom tussen twee kruisingen sterk beïnvloedt wordt, legt men hier ook lussen, zodat daar rekening mee kan worden gehouden. Op basis van de informatie die de kruisingen aan elkaar doorgeven, wordt automatisch bepaald volgens welk model geoptimaliseerd wordt. Elke drie seconden wordt opnieuw geoptimaliseerd, om de doorstroom optimaal te houden. De optimalisa-tie zelf is vrij complex, maar gebeurt meestal helemaal automatisch.

Het grootste UTOPIA-netwerk bevindt zich in Hel-mond. In Eindhoven wordt UTOPIA toegepast op ongeveer 30 kruispunten.

Een hulpmiddel: ODYSA voor de Groene GolfODYSA is een systeem om een groene golf te creëren. Je ziet het ook in Eindhoven op de Ring. ODYSA is na-melijk de benaming voor het systeem met snelheids-adviezen voor de doorgaande richtingen. De afkorting staat dan ook voor Optimalisatie van de Doorstroming door dYnamische SnelheidsAdvisering. Door wegge-bruikers via een informatiebord een snelheidsadvies te geven om bij het volgende verkeerslicht groen te krijgen bereikt men dat het verkeer in een groene golf raakt, met vele groene lichten achter elkaar. Ook kan er zo kunstmatig voor gezorgd worden dat er gaten in de hoofdstroom ontstaan, waardoor ook zijverkeer de kans krijgt over te steken zonder de groene golf te onderbreken.

Tot slotDe wetenschap rond verkeerslichten is uitgebreid. Wie zich erin begint te verdiepen kan daar eindeloos mee bezig blijven. Optimalisatie van verkeer is echter wel iets waar altijd nog verbetering in mogelijk zal zijn. Soms is de oplossing eenvoudig, soms is deze onmo-gelijk.

In het systeem kunnen altijd fouten sluipen, maar deze zijn te verhelpen. Sta je zelf altijd voor een stoplicht waarvan je zeker weet dat het toch écht niet goed werkt? Meld het via www.verkeerslichten.info! Hier kun je op een kaart aangeven waar je getreiterd werd door een op hol geslagen stoplicht, of zien waar ande-ren een fout zagen.

soorten verkeersregelingenVerkeersregelingen kunnen ingedeeld worden in verschillende groepen. Als er ingedeeld wordt op basis van complexiteit kent Nederland 4 soorten: star, voer-tuigafhankelijk, halfstar en verkeersafhankelijk.

Een starre regeling is niet heel erg interessant: op vaste tijden schakelen de lichten van rood naar groen naar oranje naar rood. Er wordt niet eens een detector gebruikt. Bij een voertuigafhankelijke regeling wordt al rekening gehouden met de toestroom van voertui-gen. Als er bij een stoplicht geen verkeer staat, gaat dit niet op groen. Een voertuigafhankelijke regeling staat nog altijd los van kruispunten in de omgeving. De halfstarre regeling is een tussenvorm tussen de starre en de voertuigafhankelijke regeling. Een halfstarre regeling gedraagt zich in principe als een starre, maar kan onder bepaalde voorwaarden voertuigafhankelijk worden. Een voorbeeld is een regeling die ’s ochtends vóór 7 uur voertuigafhankelijk is, maar de rest van de dag star.

Écht interessant wordt het echter pas bij de verkeersaf-hankelijke regeling. Hier wordt gekeken naar het totale verkeersaanbod en wordt geprobeerd de doorstroom te optimaliseren. Er wordt gedetecteerd hoeveel verkeer er op de verschillende wegen toestroomt. Ver-volgens wordt er met een zogenaamde ‘doelfunctie’ berekend op welke manier het verkeer het efficiëntst kan worden doorgelaten.

Een andere indeling is die naar reikwijdte, waarbij de verschillende vormen de geïsoleerde regeling, de gecoördineerde regeling en de netwerkregeling zijn. Geïsoleerd is duidelijk: de regeling betreft één kruispunt. Bij een gecoördineerde regeling gaat het om een serieschakeling van regelingen, een zogenoemde corridor. Hierdoor is een groene golf mogelijk. In een netwerkregeling worden gecoördineerde regelingen gecombineerd tot een complex netwerk. Een voorbeeld van een netwerkregeling is UTOPIA-SPOT.

Rood én groen

Page 10: Simon Ster 42.6

18 19

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

Technology in Motionsymposium 2011

In een eerdere ster heb je al kunnen genieten van het onderzoek

van prof. Dr. Bengt Johansson. Het symposium, dat op 18 mei 2011

plaatsvond, had echter meer interessante sprekers. Voor iedereen

die het heeft moeten missen en voor iedereen die mooie herinne-

ringen wil ophalen volgt hier een korte samenvatting.

ARS kan middels een hydraulische actuator en een aan-tal sensoren de grote rolbewegingen van een vracht-wagencabine actief compenseren. Dit heeft tot gevolg dat de bestuurder veel comfortabeler en daardoor veiliger rijdt. Het systeem is in eerste instantie ontwik-keld om het comfort voor de chauffeur te verhogen, maar ondersteunt ook de bestuurder om nauwkeuri-ger rechtuit te kunnen rijden.

TNOTNO sprak over het project ARS: Active Roll Stabiliza-tion. Met dit systeem wordt voorkomen dat voertuigen kantelen. In enkele luxe personenauto’s wordt het al toegepast. TNO is het aan het ontwikkelen voor cabi-nes van vrachtwagens.

Daarnaast is brandstofverbruik een belangrijk issue in het vrachttransport. Een vrachtwagen met ARS is daarom op diverse wegtypen en over honderden kilo-meters getest. Geschat wordt dat het energieverbruik door ARS (op de snelweg) tot ca. 500W kan worden teruggebracht.

BekaertTijdens de case, georganiseerd door Bekaert, moest er in groepen van ongeveer acht personen gewerkt wor-den aan de oplossing van het volgende probleem: een ijzerdraad moet dunner gemaakt worden en worden opgerold op een spoel, zonder al te veel onregelmatig-heden in de draad te krijgen.

In 45 minuten werden uiteenlopende ontwerpen voor machines gemaakt, de een creatiever en praktischer dan de ander. Veel terugkomende eigenschappen van de machine waren smering, een treksteen en conische spoelen. Na de presentatie van de ontwerpen van de verschillende groepen, vertelde Bekaert hoe het in werkelijkheid gedaan wordt. Dit was een mix tussen de door de groepen gepresenteerde oplossingen.

Michael BootMichael Boot heeft van 1998 tot 2005 werktuig-bouwkunde gestudeerd aan de TU Eindhoven. Na het behalen van zijn ingenieurs diploma is hij begonnen aan zijn promotie op het gebied van schone en zuinige diesel verbranding. Parallel hieraan heeft Michael een eigen bedrijf (Progression Industry BV) opgestart. Progression-Industry heeft als doel schone en zuinige motortechnologie te ontwikkelen en vermarkten.

Het eerste lopende project is WEDACS: Waste Energy Driven Air Conditioning System. De meeste auto’s met verbrandingsmotor zijn voorzien van een gasklep. Door

de drukval over deze gasklep gaat energie verloren. WEDACS is een vervanger van de gasklep en bestaat uit een turbine, een warmtewisselaar en een genera-tor.

De turbine vervangt de functie van de gasklep, maar levert rotatie-energie om de generator aan te drijven. De lucht die langs de turbine stroomt koelt af. Met de warmtewisselaar kan deze lucht als koelmiddel gebruikt worden. Omdat WEDACS de ongebruikte energie kan omzetten in rotatie-energie en koude lucht, wordt brandstof bespaard.

Cyclox is een andere vinding van Michael Boot: Cyclo-hexanon toegevoegd aan de brandstof vermindert roetuitstoot van dieselmotoren. Inmiddels onderzoekt hij de mogelijkheden om aromatische oliën aan de diesel toe te voegen. Brandstof als parfum, of parfum als brandstof, om de brandstofgeur op luxe jachten te verbloemen.

Overigens weet Michael Boot heel handig met zijn budget om te gaan en dit op een leuke manier te ver-tellen. Hij is erg creatief met belastingen en heeft zijn organisatie zo opgezet, dat alles hem zo min mogelijk kost. Ook weet hij overal auto’s op de kop te tikken om zijn producten te testen.

Al met al een leerzame en ge-slaagde dag. We hopen iedereen volgend jaar weer op het symposium te zien.

Page 11: Simon Ster 42.6

20 21

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

Power in you pocketBatteries

In the beginningThe first chemical battery is historically attributed to Alessandro Volta in 1800. Volta was the first to use a stack of copper and zinc discs, connected by cloth soaked in salt water, to generate a stable cur-rent . Amusingly enough, Volta – like many others in the same era – believed that the electricity was caused by nothing more than the connection of the two metals. This lack of knowledge of chemistry also caused him to presume that the decay of his battery was nothing more than an unfortunate side effect, not a necessity. Nevertheless, the combina-tion of two electrodes and their electrolytes has become known as a voltaic cell.

Although most people do not realize it these days, most of their

precious gadgets would not exist if it were not for portable electric

power - the battery.

Luuk Mouton

It should be noted that Volta only invented the mechanism; the term ‘battery’ was first used by Benjamin Franklin, who used it to refer to the long series of capacitors he used for his own experi-ments, presumably in the same way that a ‘battery’ used to refer to a large amount of cannons.

BeforeBefore the invention of the battery, the Leiden jar (invented by our own Pieter van Musschenbroek) was the main source of electricity in science, even though it was actually nothing more than a capa-citor. As this was not a very stable or lasting power source, it was only a matter of time before it was surpassed.

BaghdadThere is another theory about the first battery in history, which is still heavily debated amongst archaeologists. It concerns a set of clay jars found in Baghdad, which contained iron rods covered in copper and had housed some kind of acidic fluid. Because these are the basic components required to create a functioning electrical source, it is an incre-asingly popular belief that these jars were actually devised as the first functional battery.

If this is true, it would mean that the first battery was created almost two millennia before Volta managed to recreate it. However, there are many who oppose the theory, noting that the jars have much in common with other storage jars from that time. They also point out various flaws in the design which would render them inoperable, making it doubtful if they were really intended as a battery.

ProgressAlthough effective, Volta’s first battery still con-tained many flaws. In the decades that followed his invention, other engineers improved on the design in order to make it last longer and produce a more stable current. As the lifetime of batteries improved, their electrical power began to become useful for modern technologies such as lighting and telegraphs.

To make batteries much easier to use, the liquid electrolyte was eventually made into a solid by using a sort of plaster. This was after a long era of experiments with all sorts of materials, even asbes-tos! The solid electrolyte prevented the possibility of the electrolyte ‘leaking’ or otherwise disappearing from the battery, thus allowing it to be used in po-sitions other than perfectly upright, finally making portable applications of the battery possible.

At the end of the nineteenth century metal-based batteries were the norm, despite their short life time. The first alkaline batteries – direct ancestors of the ‘common’ batteries in use today – existed since that time, but only became popular around 1955, when they finally became much easier (and thus cheaper) to produce. This allowed them to replace the zinc cells which had been the dominant technology for almost sixty years at this point. Of course, the alkaline batteries too have now become ‘old’, gradually being replaced by lithium-based cells in most applications.

RechargableEven though they may seem to be a relatively ‘new’ invention, rechargeable batteries have existed for more than one-and-a-half century. In 1859 – even before batteries became ‘solid’ – Gaston Planté already invented a cell consisting of lead and lead-dioxide which could be recharged by placing an op-posite current on the battery. The trick here is that when sulphuric acid is used as an electrolyte, both metals produce the same ions but in a different manner, one side losing electrons whilst the other gains them.

Never FinishedThe subject of batteries is still an important one and will likely remain so for a long time. Humanity’s desire for ever smaller mobile devices containing ever more features requires a miniaturization of their power source. In a similar way, the practica-lity of electrical transportation hinges upon the creation of batteries that can store enough energy for longer trips without weighing hundreds of kilo-grams. This means that the search is still on for bat-teries that can provide even greater power densities and great rewards await those that discover them.

Alessandro Volta demonstration his electric battery to First

Consul Napoleon

Page 12: Simon Ster 42.6

23

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

Luuk Mouton

Kijk in de sterren

Although it may seem unbelievable, this complex

figure – produced by Ron DeCorte – shows the

inner workings of a wristwatch. Of course, this

Gyrotourbillon is not an ordinary wristwatch.

Devised by the Jaeger-LeCoultre company, it does

not only tell the time, but also acts as an eternal

calendar, keeping track of the date without

requiring manual intervention to correct for

month lengths or leap years. In addition, the hand

with the sun-shaped end allows one to follow the

movement of the sun every day of the year.

Page 13: Simon Ster 42.6

24 25

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

Simpel, leuk en werktuigbouwkundigverantwoordActiviteiten van simon stevin

sinterklaasborrelIeder jaar bezoekt Sinterklaas de borrel rond 5 de-cember. Met veel geklap en gejuich wordt Sinterklaas binnen gereden, waarna hij zijn zetel op het podium betreedt. Na een welkomstdrankje wordt het grote boek opengeslagen, om te kijken of er nog stoute, danwel lieve W’ers zijn geweest.

Tijdens de borrel worden een aantal mensen beloond; Caroline kreeg 21 bier voor haar verjaardag, Sanne en Sandra krijgen wortels te eten en Jasper krijgt een drankje, welke afgeleid is van zijn dagelijkse maaltijd.

Uiteraard zijn niet alle W’ers zo lief geweest; Peter van de Burgt, de gebouwbeheerder, zou de varkentjes van het 54e bestuur wel eens wassen om vervolgens de volledige emmer over hun hoofden te legen. Mike krijgt slagroom in zijn gezicht en Jeroen moet zijn haren wassen in de spoelbak.

Tijdens de borrel wordt Sinterklaas rijkelijk beloond voor zijn goede daden; enigszins aangeschoten valt hij in de Simonkamer in slaap om vervolgens de desas-treuze ondergang van Harms mok te veroorzaken.Hoewel veel W’ers zich ongehoorzaam hebben gedra-gen, zorgt dit toch voor leuke taferelen. Jammer dat ik er dit jaar niet bij kan zijn!

Harm Vos

BottropOm het sportieve karakter van de Werktuigbouwers te testen, gaat Simon Stevin ieder jaar een dagje naar Bottrop toe. Bottrop, bij de meeste studenten wel be-kend, is een plaats in Duitsland met een grote indoor skihal. Nu lijkt dit niet zo bijzonder, maar de reden dat Bottrop bij negentig procent van de studenten in het geheugen staat gebrand, is dat het eten en drinken bij de prijs is inbegrepen! Voor een schappelijk bedrag gaan we dus met een touringcar naar Bottrop om aldaar een hele dag te skiën, eten en drinken! Ook hier geldt dat drank en sport niet heel goed samen gaan, dus neemt de sportiviteit naarmate de drank vloeit snel af. Gelukkig beschikt de hal over een sfeervolle kroeg, hier en daar gedecoreerd met onze prachtige Simonstickers. Hier is het mogelijk om na het harde sporten te genieten en tegen je medestudenten op te scheppen over je skiavonturen. Helaas kennen de Duitsers ons Simonlied nog steeds niet uit het hoofd, vandaar dat ze ieder jaar door ons aan de tekst herin-nerd worden. Samengevat: een dag vol bratwurst, bier en sport!

stefan Verdenius

Diesweek Zoals iedereen zijn verjaardag viert, mag ook de ver-jaardag van de oudste studievereniging van Eindhoven niet onopgemerkt voorbij gaan. Simon Stevin viert ko-mend jaar haar 54e verjaardag en deze verjaardag gaat altijd gepaard met een week vol leuke activiteiten: de diesweek. Ook afgelopen jaar is er veel aandacht aan de dies besteed.

sommige activiteiten zijn jaarlijks zo’n succes dat we ze blijven organiseren.De diesweek begon met de diesac-tiviteit: lock-picking. Tijdens deze activiteit leerden veertig rooflus-tige werktuigbouwers hoe zij een slot open kunnen krijgen zonder gebruik te maken van de sleu-tel. Na uitleg over hoe de sloten werken, kregen de deelnemers een slot en kon het gepriegel begin-nen. Uiteindelijk was iedereen erin geslaagd om diverse sloten open te krijgen.

De diesweek vervolgde met een heerlijk diesdiner. Zoals de naam van het restaurant al doet vermoe-den, gingen we heerlijk uitgebreid uit eten bij restaurant Sjiek. De drie gangen vielen in het niets bij de hoeveelheid wijn die werd veror-berd. Het was een gezellige aange-legenheid en de normaal zo lompe werktuigbouwers waren vanavond rustig en volgens etiquette aan het dineren.

Natuurlijk kan een verjaardag niet gevierd worden zon-der een feestje. Het diesfeest, het eerste feest van het nieuwe collegejaar, was een groot succes. Het thema “w-historie, terug naar de staaltijd” liet de werktuig-bouwers genoeg ruimte om hun meest pre-historische outfit uit de kast te halen en de knots er weer bij te pakken. Het feest was al vroeg op de avond drukbe-zocht en ging door tot in de kleine uurtjes.

Ook een excursie kan bij de verjaardag van een studie-vereniging niet ontbreken. Om de werktuigbouwers te trakteren op de nodige informatie, wordt er in de dies-week een speciale excursie georganiseerd die precies aansluit bij de kennis van de studenten. Afgelopen jaar zijn we naar Philips Lighting in Roosendaal gegaan. Hier kregen we een rondleiding over de plant om te zien hoe de lampen worden gemaakt. Tevens kregen we lezingen die aansloten bij onze collegestof over dynamische systemen.

Om het geheel af te sluiten is er op donderdag een speciaalborrel ter ere van de dies. En wie jarig is, trak-teert; het zou zomaar kunnen dat hier een gratis fust wordt weggegeven! Zoals het een goede verjaardag betaamt, wordt er vrijdag maar even niets georgani-seerd, zodat iedereen bij kan komen van het heftige feestje!

stefan Verdenius

CantusHoewel de Cantus de afgelopen twee jaar niet is door-gegaan, is het deze keer gelukt om de Cantus te laten plaatsvinden. Een groot succes, zo bleek uit de staat van de gasten en de enthousiaste reacties.

Al vanaf zeven uur druppelen de eerste mensen bin-nen. Om half acht neemt iedereen plaats in de ruimte bij studentenvereniging SSRE om rumoerig te wachten op de aanvang. Het rumoer is snel voorbij bij binnen-komst van het Praesidium. Vooral het grote aantal eerstejaars kijkt verschrikt als ze zien hoe serieus de leiding haar taak neemt.

Na kort de regels te hebben uitgelegd, worden de eerste liederen gezongen en de eerste glazen bier gedronken. Al snel wordt het wat onrustiger in de zaal, waardoor ook meer mensen gestraft moeten worden. Jos Feijen doet een Adtje Walibi, Mathé Coolen neemt de tafel af en Jasper Beerens wordt geradbraakt.

Al na tweeënhalf uur wordt besloten een eind te breien aan de Cantus; de staat van de gasten is niet toereikend genoeg voor voortzetting. Langzaam, lawaaierig en zwalkend verlaten de gasten Sociëteit Eunaia, om nog wekenlang na te praten over één van de gaafste activiteiten uit hun studententijd.

Harm Vos

Page 14: Simon Ster 42.6

26 27

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

verschillende cup-cakes, taarten, scones en bonbons gemaakt. Daarnaast hebben ze gezorgd voor thee, cho-colademelk en verse sappen. Borrelruimte de Weegh-const, waar deze activiteit plaats vond, was omgeto-verd tot een gezellige lunchruimte met kleurrijk servies en fleurige bloemen. Niet alleen de hapjes en drankjes zorgden voor veel plezier, ook de vrolijke vrouwenpraat zorgde voor een goede stemming. Hopelijk organiseren ook komend jaar weer een paar enthousiaste dames een gezellige activiteit!

Caroline Balemans

Lassen, Draaien en FrezenLang geleden leerde iedere werktuigbouwkunde stu-dent aan de TU/e in verschillende cursussen hoe je de theorie in de praktijk moest brengen. Nu dit niet meer in het bestaande curriculum zit, heeft Simon Stevin dit overgenomen. Ze biedt een beperkt aantal studenten de mogelijkheid om op een professionele manier je handen vies te maken.

De MIG/MAG-lascursus vindt vier of vijf keer per jaar plaats en er kunnen steeds twaalf studenten aan deel-nemen. Omdat de kosten slechts €78,- zijn en omdat je na de cursus in de Werf voor jezelf of voor een com-missie kunt lassen, zit de cursus vaak op de eerste dag al vol. Wil je de tools-voor-ontwerpensymbolen in de praktijk brengen, dan moet je de activiteitenmail of de posterborden goed in de gaten houden.

Daarnaast is er twee keer per jaar de draai- en frees-cursus. Deze wordt gegeven door ing. Willie ter Elst in WLaag. De kosten zijn slechts €17,50 en in vijf mid-dagen leer je alle basistechnieken van het draaien en frezen. Uiteindelijk neem je een zelf gedraaid schiet-lood in een zelf gefreesd doosje mee naar huis.Andere cursussen elementaire bewerkingstechnieken worden af en toe georganiseerd. Voorbeelden zijn plaatbewerken en TIG-lassen, maar als je een leuk idee hebt, kom het dan vooral even overleggen in de Si-monkamer. Van de MIG/MAG-lascursus en de draai- en freescursus is ook een gevorderde variant.

sanne Janssen

ExcursiesAls werktuigbouwkundig ingenieur kun je bij ongeveer elk technisch bedrijf aan de slag. Doordat er zoveel keuze is, weten studenten vaak niet welke bedrijven er allemaal zijn en wat ze te bieden hebben.

Op excursies van Simon Stevin kun je je ogen uitkijken bij verschillende bedrijven. Hierbij krijg je niet alleen technische projecten te zien, maar ook bijvoorbeeld de natuur van Ameland. Hier is afgelopen jaar een driedaags bezoek geweest. Dit bezoek was gevuld met wadlopen, lezingen, bier drinken, een experiment, een bezoek aan een gaswinninginstallatie en nog veel meer. Ook zijn we op bezoek geweest bij ASML (waferscannerproductie), Ford (van plaat tot auto), Universiteit Aken, Gemechaniseerde brigade Oirschot (landmacht), Siemens (gasturbines en compressoren), Philips (scheermachines en lighting), VanDerLande (bagagetransport) en Bekaert (metaaldraad).

Dagje Grote stadJaarlijks organiseert Simon Stevin een dagje weg naar een grote stad. Meestal vindt deze dag plaats tijdens een open dag van de TU/e, waardoor de studenten vrij zijn. Met een touringcar vertrekt een groep van on-geveer vijftig personen naar een Europese grote stad. De afgelopen jaren zijn Londen, Parijs en Düsseldorf bezocht.

Voor een stad die ver weg is, zoals Londen, moeten de deelnemers vroeg opstaan, als ze überhaupt gaan slapen. De bedoeling is namelijk om vroeg in de och-tend aan te komen in de stad, zodat de hele dag nog beschikbaar is om de stad te verkennen. Daarom zaten de deelnemers aan het dagje Londen al om twee uur ’s nachts in de bus. Van slapen in de bus is geen sprake omdat de Voorzitter een potje busbingo voorbereid heeft waarbij felbegeerde suikerwafels gewonnen kun-nen worden.

Na een lange tocht over land en zee komt de bus aan in Londen en zijn de deelnemers vrij om rond te lopen. Ze bekijken en bezoeken wat ze zelf willen met behulp van het programmaboekje met uitklapbare kaart en enkele tips.

Zo zagen de Simon Stevinleden in Londen de Tower Bridge, de London Eye en de Big Ben op één dag. In Pa-rijs zagen de deelnemers de Eiffeltoren, Mont Martre, het Louvre en de Notre Dame en in Düsseldorf werd de grootste kerstmarkt van Europa bezocht.

sandra Kleinendorst

Duitse BorrelSinds het tweede lustrum van borrelruimte de Weeghconst zorgt de Duitse Borrel jaarlijks voor een legendarische avond. Elk jaar organiseert de Bijzon-dere Activiteiten Commissie een eigen versie van het bekende Duitse ‘Oktoberfest’.

Op deze borrel wordt gedronken uit literpullen, die speciaal voor deze gelegenheid worden gemaakt. Het vele bier dat wordt gedronken, is van Duitse kwaliteit en voldoet aan het Reinheitsgebot. Toch zijn er altijd mensen die de volgende ochtend nog last hebben van de avond ervoor, waardoor er vragen worden gesteld als: ‘Kunnen we geen ibuprofen in de snoepla leggen?’

De honger van de Werktuigbouwers wordt tijdens de Duitse Borrel gestild met kaiserbrötchen mit Bra-twurst. Om de borrel verder in Duitse sferen te bren-gen wordt de Weeghconst veranderd in een gezellige Duitse bierstube en dragen de tappers lederhosen en dirndls. Naast de echte volksmuziek, al drie jaar op rij verzorgd door ‘Die Lustige Brüder’, worden ook après ski hits gedraaid. De Duitse Borrel is één van de drukst-bezochte borrels van het jaar. Hopelijk kunnen we dit jaar met jou proosten!

Caroline Balemans

High TeaDe studie Werktuigbouwkunde bestaat voor 6% uit dames. Het vrouwelijk geslacht is dus duidelijk in de minderheid, maar ze zijn altijd in voor een gezellige activiteit! Afgelopen collegejaar is voor het eerst een High Tea georganiseerd, uiteraard alleen toegankelijk voor vrouwen. Twee studentes hebben deze lunch tot in de puntjes verzorgd. Ze hebben eigenhandig

Page 15: Simon Ster 42.6

28 29

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

AdvertorialHuisman

Huisman – oorspronkelijk opgericht in 1929 als staal-constructiebedrijf - is in 1986 samengegaan met ont-werpbureau ITREC om geheel in eigen beheer produc-ten te kunnen ontwikkelen, van concept tot aflevering.

Inmiddels heeft Huisman naast de hoofdvestiging en productielocatie in Schiedam, vestigingen in Brazilië, China, Tsjechië, Singapore en de Verenigde Staten en productiefaciliteiten in Tsjechië en China. Daarnaast heeft Huisman in Nederland nog twee Engineering-kantoren in Enschede en Breda.

Het productassortiment van Huisman kan in vijf hoofdcategorieën worden onderverdeeld: zware ladingkranen, pijplegsystemen, boorinstallaties, lieren en speciale projecten. De projecten variëren van stand-alone componenten tot zeer geavanceerde, geïnte-greerde systemen. Door de samenwerkingsverbanden die worden aangegaan met klanten en het feit dat alles in het werk gesteld wordt om nieuwe technische oplossingen te vinden en deze als turn-key projecten op te leveren, heeft Huisman in de markt een reputa-tie opgebouwd als solide, betrouwbare partner. Dat verklaart ook waarom zij tot de marktleiders behoren op het gebied van de modernste pijplegsystemen en zware hijsinstallaties.

Huisman is een wereldwijd opererende onderneming met uitge-

breide ervaring in het ontwerpen en fabriceren van zware construc-

tie-installaties voor ’s werelds meest toonaangevende onshore- en

offshorebedrijven.

Wouter Slob (30) studeerde Maritieme techniek aan de TU Delft en is inmiddels ruim anderhalf jaar werkzaam bij Huisman Schiedam als Concepts Engineer.

“Ik heb Maritieme Techniek gestudeerd aan de TU Delft en heb mijn Master gehaald in Offshore Engineering. Tijdens mijn afstuderen ben ik met Huisman in contact gekomen.

Tijdens de praktische stage van mijn masteropleiding Offshore Engineering ben ik offshore geweest en het belangrijkste gevoel dat me is bijgebleven is dat ik deel uit wil maken van de offshore industrie om zijn magie van het overweldigende. Als leverancier van zowel pijplegsystemen, kranen en boortorens maakt Huisman hier ruimschoots deel van uit en dit is hetgene wat mij succesvol naar Huisman heeft gelokt.

Momenteel werk ik op de afdeling Concepts/Sales Pipelay waar wij aanvragen van klanten voor nieuwe pijplegsystemen uitwerken. Dit betekent dat we in de hoofdlijnen alle componenten van het systeem een plaats geven op of in het schip om verschillende soorten pijp op de zeebodem te leggen. We ontwerpen ook nieuwe equipment om een nieuwe functionaliteit te creëren.

Als jonge Engineer heb je bij Huisman legio mogelijk-heden. Zo kun je je bezighouden met het ontwikkelen van de nieuwste pijpleg-, hijs-, en boorsystemen maar we richten ons ook steeds meer op het integreren van deze systemen op schepen. Behalve het ontwikkelen van het totaalproduct kun je ook betrokken zijn bij het uit ontwikkelen van specifieke componenten.

Binnen het hele proces van ontwikkelen tot aan bou-wen, is er voor de startende Engineer bij Huisman wel iets te bedenken, waarbij voorop staat dat hij de richting bepaalt en snel veel verantwoordelijkheid kunt krijgen.”

Vanwege de constante groei van de orderportefeuille is Huisman voortdurend op zoek naar een groot aantal stagiairs, afstudeerders en nieuwe collega’s. Kijk voor meer informatie op: www.huismanequipment.com

Excursies zijn interessant voor eerstejaars studenten die het leuk vinden om te zien wat je later zal doen als je eenmaal werkt, of als je gewoon eens een keer een bedrijf van binnen wil bekijken. Verder kunnen ouderejaars studenten zich alvast oriënteren op de arbeidsmarkt.

Mike Hu

BatavierenraceZo’n 330 studenten verzamelen zich bij het Univer-sitair Sportcentrum Nijmegen in de nacht van 6 op 7 mei. Om middernacht klinkt het startschot, waarop de eerste groep in de nacht verdwijnt. Na een aantal startschoten is het om 1.10 uur ook tijd voor de loper van Simon Stevin om te starten aan deze 39e Batavie-renrace.

De Batavierenrace is het grootste studentensporteve-nement van Nederland, waarbij een estafette wordt gelopen van Nijmegen, via Duitsland en de Achterhoek naar Enschede. De totale loopafstand van ruim 175 kilometer is opgedeeld in 25 etappes, die zijn onder-verdeeld in een nachtploeg, een ochtendploeg en een middagploeg. Met jaarlijks ruim 7.500 deelnemers, heeft dit evenement ook een vermelding in het Gui-ness Book of Records.

Terwijl de lopers van de nachtploeg zich door de nacht banen, bevinden de ochtend- en middagploeg zich op de campus van de Universiteit Twente, waar het tentenkamp is opgezet. Hoewel het Batavierenfeest, het afsluitende feest van de Batavierenrace en het grootste studentenfeest van de Benelux, pas op zater-dag plaatsvindt, is er ook op de vrijdagavond al veel te beleven op de campus. Met het nodige bier, muziek en drukte in de Vestingbar wordt de loop van de volgende ochtend voorbereid.

Om 7.40 uur is het de beurt aan de ochtendploeg om het stokje over te nemen van de nachtploeg. Door een moeilijk te vinden autoroute zijn er twee etappes in de nacht niet gelopen, waardoor de ochtendploeg een zware inhaalslag moet inzetten. Terwijl de nachtploeg eindelijk van haar rust en slaap kan genieten, wordt de tocht richting Enschede in een flink tempo hervat. Na-dat de Voorzitter als laatste loper van de middagploeg het stadion binnen is gekomen, wordt het loopgedeel-te afgesloten met een 270e plaats.

Uiteraard is het loopgedeelte niet het einde van dit evenement. De prestatie wordt diezelfde avond nog op gepaste wijze gevierd met een barbecue met onze zustervereniging uit Enschede en het knallende Batavierenfeest. Na een bezoek aan het Green Light District en een optreden van Lijn7 eindigt deze nacht voor veel deelnemers pas in de vroege uurtjes van de zondagochtend.

Op 28 april 2012 zal dit alles herhaald worden bij de 40e Batavierenrace, waar Simon Stevin ongetwijfeld opnieuw van de partij zal zijn.

stephan Kleinendorst

Page 16: Simon Ster 42.6

30 31

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

Als een boot niet groot genoeg is

Aardgas is een populaire fossiele brandstof. De verbranding is redelijk schoon, er komt vrijwel alleen koolstofdioxide en water vrij en toch heeft het een goede energiedichtheid. De gasvelden in het noorden van ons land zijn ook een reden waarom het goedje zo populair is in ons land. Het wordt uit de grond gehaald, gezuiverd en in het leidingnetwerk gepompt. Een rede-lijk eenvoudige procedure.

Wanneer er echter geen gasvelden in de buurt zijn en er toch aardgas nodig is, wordt het verhaal wat lastiger. Vaak wordt het aardgas in zo’n geval gekoeld tot het vloeibaar wordt waardoor het een stuk minder ruimte in beslag neemt. Dit gekoelde aardgas wordt vervolgens per boot of trein naar de plaats van be-stemming gebracht.

Mobiele winning- en zuiveringsinstallatieHet grote idee achter de FLNG is vrij simpel, neem het offshore gaswinningsproces en zet die afzonderlijke onderdelen zo dicht mogelijk bij elkaar. Aangezien de gasvelden nergens heen gaan, moet de verwerkings facility maar naar de gasvelden komen. Op de FLNG zitten dus feitelijk een boorplatform én een zuive-rings- en koelingsinstallatie. Vandaar dat het schip de belachelijke omvang van 488 bij 105 meter heeft. Simpelweg door zijn omvang is de FLNG bestand tegen catagorie 5 cyclonen, maar alleen wanneer hij met zijn kop in de wind ligt. Dit leverde mensen van Shell toch een probleem op. De wind draait vaker dan dat de FLNG van gasveld wisselt. De oplossing is, net als de rest van het schip, verbluffend lomp.

Het deel van het schip waar de pijpen naar de gas-velden binnenkomen is feitelijk het enige deel van het schip dat echt een vaste oriëntatie moet hebben, anders raken de pijpen in de knoop. De rest van het schip zou het liefst vrij kunnen draaien in verband met stabiliteit bij hoge golven. De oplossing is om de pijpen het schip binnen te laten komen in een draaibare tur-ret waar de rest van het schip vrij omheen kan bewe-gen. Voor de stroom die de turret nodig heeft worden immense sleepcontacten gebruikt, voor de glasvezel communicatie zijn een aantal trucjes met prisma’s van het leger geleend.

Dankzij deze en een heel aantal andere oplossingen van de Shell ingenieurs kon het bouwplan gemaakt worden en op 20 mei heeft het bestuur het plan goed-gekeurd. De investering loopt waarschijnlijk op tot 10 miljard dollar, maar het wordt dan ook het grootste drijvende object dat door mensen is gemaakt in de geschiedenis van de mensheid.

Het werkplan voor de Prelude is vrij simpel, zodra zij in Korea gebouwd is, gaat zij de eerstvolgende 25 jaar het Prelude-gasveld ten noorden van Australië leegpom-pen. Wat er daarna met het monster gebeurd is nog niet duidelijk. Wel geeft Shell aan dat dit een pioniers-stuk wordt en dat ze in de toekomst de FLNG tak uit willen breiden. Ook anderen zijn geïnteresseerd in de mogelijkheden van het boren in meerdere kleinere velden en door middel van dit project wil Shell een signaal afgeven aan de andere spelers in het veld: er is altijd een baas boven baas.

OffshoreNog een lastiger geval is de offshore gaswinning. Eerst wordt het gas op een boorplatform naar boven gehaald. Vervolgens gaat het via een pijpleiding over de zeebodem naar het vaste land. Daar wordt het ten-slotte gezuiverd, gekoeld en kan het verder vervoerd worden. Dit geeft een behoorlijke beperking aan het aantal gasvelden waar rendabel gas gewonnen kan worden. Als er niet genoeg gas in een veld zit om de aanleg van die hele infrastructuur (boorplatform, pijp-leidingen, verwerking facility) te verantwoorden, laat men het gas meestal gewoon zitten.

Van Shell weten we dat ze een goede reputatie op gebeid van offshore gaswinning hebben. Het probleem van gasvelden die niet rendabel te bereiken zijn op de traditionele manier is hen dan ook al even geleden opgevallen. Ruim tien jaar geleden hebben ze daarom een groep mensen op het probleem gezet. Die mensen zeggen nu de ultieme oplossing te hebben gevonden: de FLNG, wat staat voor Floating Liquefied Natural Gas.

FLNG

Hij wordt bijna een halve kilometer lang, ruim 100 meter breed en

weegt meer dan zes vliegdekschepen. De nieuwe offshore gaswin-

nings facility FLNG ‘Prelude’ brengt het woord lomp op een geheel

nieuw niveau.

Anthom van Rijn

Page 17: Simon Ster 42.6

32 33

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

Het theezakjestaut

Ieder huishouden heeft wel een aantal theezakjes op voorraad. Het uiteindelijke product, thee, is al meer dan duizend jaar oud. Volgens Chinese legendes is thee ontdekt door Shen Nong, wat letterlijk betekent goddelijke boer. Hij wordt beschouwd als de uitvinder van de landbouw in de Chinese mythologie. Volgens de legende werd 5000 jaar voor Christus thee in het bos ontdekt toen er bladeren van de theestruik in een pan met heet water dwarrelden. Dit veroorzaakte een aangename geur en de drank was nog lekker ook.

In de afgelopen publicaties van sTAUt zijn verschillende objecten de

revue gepasseerd die allen te maken hebben met serendipiteit. In

deze editie van staut zal er geen technisch object besproken wor-

den maar een product dat iedere dag door miljoenen mensen over

de hele wereld wordt gebruikt. Het is tegenwoordig in veel varian-

ten verkrijgbaar en de smaken blijken eindeloos te variëren. Een

simpel product waar alleen kokend water aan toegevoegd hoeft te

worden, namelijk: het theezakje.

Uriel Hoeberichts

Nederland kwam pas later in aanraking met thee. Rond 1610 werden de eerste kleine hoeveelheden thee naar Nederland verscheept en vanaf de 17e eeuw begon de VOC grote hoeveelheden te verschepen vanaf Batavia. De thee uit Batavia was afkomstig uit China. In de 18e eeuw werd het gebruik van thee als drank in Nederland geaccepteerd. Voorheen werd het vooral als een curiosum bekeken. De VOC begon later direct thee te importeren vanuit China. Om aan de stijgende vraag naar thee in Nederland te kunnen voldoen werden later theeplantages opgericht in Java en Sumatra.

In Nederland werd thee gezien als een exclusieve drank die alleen werd gedronken door rijke mensen. Hiervoor werden vaak speciale theehuizen in hun tuinen gebouwd, zogenaamde theekoepels. Theestrui-ken groeien normaliter in een tropisch of subtropisch klimaat. De plantages liggen voornamelijk op berghel-lingen, dit heeft te maken met de kwaliteit van de theeplant. Hoe hoger de plantage ligt, hoe beter de kwaliteit.

UitvindingThee is op verschillende manieren te bereiden, de voornaamste manier is via het theezakje, hiermee kan thee getrokken worden door het zakje met thee bij kokend water te doen. Het theezakje is een ‘uitvinding’ van de New-Yorkse groothandelaar Thomas Sullivan. Thee werd vroeger getransporteerd in tinnen blikken, in 1904 stegen de prijzen van deze blikken aanzien-lijk. Sullivan besloot daarop theemonsters te gaan versturen naar zijn klanten in kleine zijden zakjes. Veel klanten hadden niet in de gaten dat de opzet van Sul-livan was de thee uit de theezakjes te halen en dan pas te bereiden. In plaats van de traditionele manier van thee zetten werd de thee met zakje en al in het kokend water gedaan. Dit bleek goed te werken en werd enige tijd later door meerdere handelaars toegepast.

De Duitser Adolf Rambold, een medewerker van een theefabriek, ontwikkelde het zakje van Sullivan in 1929 verder tot de vorm die wij hedendaags kennen: twee dubbelgevouwen theekamers met een nietje aan de bovenkant. In datzelfde jaar vroeg hij patent aan en verkreeg dit ook. Het theezaakje is sindsdien een icoon geworden in de theecultuur. Wereldwijd wordt deze vorm nog steeds gehanteerd.

Vorm en variatieTegenwoordig zijn er meer vormen van theezakjes op de markt verkrijgbaar. De meest voorkomende zijn de piramide, ronde en rechthoekige vorm. Vooral de piramidevorm is sterk in opkomst. Grote fabrikanten als Lipton beweren dat door deze unieke vorm, de thee meer ruimte krijgt voor een betere infusie en dus de aroma’s beter verspreidt worden. Echter blijkt dat juist door deze piramide vorm het theezakje vaak niet naar de bodem zinkt maar bovenop het water blijft drijven, totdat het ondergedompeld wordt.

Het assortiment van de theefabrikanten is eindeloos, regelmatig worden er nieuwe smaken op de markt ge-bracht. De smaak van thee is het belangrijkst, het dient een overweldigende ervaring voor de zintuigen te zijn. Omdat de thee, naarmate de theebladeren langer in het water zijn steeds meer cafeïne bevat en bitter zal gaan smaken, is het zaak de bladeren tijdig te verwij-deren. Met een theezakje is dat erg eenvoudig.

KwaliteitDe smaak van thee wordt grotendeels beïnvloedt door de kwaliteit van theebladeren in het zakje, de standaard Engelse thee bevat vaak bij huismerken lage kwaliteit theebladeren, zoals het kleine bladafval dat men overhoudt bij de productie van losse thee. Voordat de thee in de schappen ligt wordt het eerst geproefd door een daadwerkelijke theeproever. Een theeproever is een vakman die gespecialiseerd is in het ruiken, proeven en combineren van thee. Hiervoor dient hij te beschikken over uitstekend goede geur- en smaakzintuigen. Gemiddeld duurt het meer dan zes jaar voordat een theeproever deze zintuigen goed beheerst.

Het belangrijkste doel van thee is uiteindelijk genieten van de warme melange. Elke kop thee wordt weer op een andere manier beleefd, je voelt je fris, even snel opgewarmd of het geeft je energie. Thee is een sim-pele maar lekkere drank die nog lang zal voortbestaan.

Page 18: Simon Ster 42.6

34 35

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

Een jaar van veranderingenGedoceerd

OnderwijscommissarisDe Onderwijscommissaris neemt plaats in verschil-lende vergaderingen op facultair en TU/e-breed gebied. Zij neemt plaats in de opleidingscommis-sie van werktuigbouwkunde (OCW) samen met vier andere studenten. Hier worden onder andere vakevaluaties, het curriculum, de OER en vrijwel alle andere zaken met betrekking tot onderwijs besproken. Deze maandelijkse vergadering leidt tot adviezen voor het faculteitsbestuur. Dit jaar is de onderwijscommissaris van Simon Stevin ook als gast naar de OCSET, OCAT en OCS&C geweest. Dit bleek nuttig doordat de resultaten van de andere vergaderingen niet bij iedereen bekend zijn. Ook is hierdoor het contact met de opleidingscoördi-natoren en studieadviseur van deze interfacultaire studies beter geworden en weten zij nu wat Simon Stevin is en voor de studenten kan betekenen. Op het gebied van boeken, maar bijvoorbeeld ook wan-neer er een barbecue georganiseerd wordt.

Ook is zij voorzitter van het overkoepelend stu-dentenoverleg (OSO). Een vergadering waarin de studenten van de OCW, de faculteitsraad (FR), de studentadviseur van het faculteitsbestuur en twee studenten van de UR al hun informatie uitwisselen. Samen met de FR gaat de Onderwijscommissaris naar het FRUR; een overleg waarin de faculteits-raden van de verschillende studies informatie, klachten en suggesties uitwisselen met de universi-teitsraad.

Een van de belangrijkste taken van een studievereniging is het

behartigen van de belangen van de studenten. Naar aanleiding van

klachten, ideeën of veranderingen moet de mening van de werk-

tuigbouwkundestudent worden vertegenwoordigd. Op onderwijs-

gebied is dit de taak van de Onderwijscommissaris.

Van elke studie zit er één afgevaardigde in het Studentadviesorgaan(SAO). In deze vergadering die door de rector magnificus wordt voorgezeten worden alle TU-brede kwesties op onderwijsgebied besproken.

Samen met de voorzitter wordt een bezoek gebracht aan Delft en Twente voor het WEDT-overleg. Het doel van dit overleg met de zusterverenigingen is elkaar op de hoogte stellen van elkaars activiteiten en ervaringen. Delft neemt met drie personen deel aan dit overleg aangezien zij tegenwoordig een ba-chelorcommissaris en een mastercommissaris heb-ben. W.S.G. Newton weet het op de UT voor elkaar te krijgen om studiepunten te koppelen aan grotere activiteiten die zij organiseren. De studiepunten kunnen in de keuzeruimte worden gebruikt.

OverheidEr was dit jaar veel te doen rondom het regeerak-koord. Minister van Onderwijs, Cultuur en Weten-schap, Halbe Zijlstra, bedacht dat de overheidskas gespekt moest worden door alle studenten die te lang over hun studie doen. Iedereen die meer dan één jaar uitloop heeft moet een boete van €3000,- betalen en dit moest met ingang van collegejaar 2011/2012 gelden. Dat ene jaar uitloop is bedoeld voor activiteiten buiten het curriculum, zoals een bestuursjaar. Een golf van protest brak uit in Neder-land. Niet alleen de studenten zagen de regeling niet zitten, ook de universiteiten en het bedrijfsle-ven hadden hun twijfels. De gemiddelde studieduur op de drie TU’s in Nederland ligt boven de zes jaar.

Sanne Janssen

Ook zittende studenten die onmogelijk nog bin-nen de gestelde tijd hun studie konden afronden voelde zich onrechtvaardig benadeeld. Er stonden dan ook vele duizenden studenten in Den Haag. Het bestuur van de TU/e deed haar bijdrage door bussen en spandoekmaterialen te verzorgen. Een ander onderdeel van dit regeerakkoord was dat ook de universiteiten per langstudeerder een boete van 3000,- moesten betalen. Dit is later nog veranderd in een vaste boete per universiteit. Ondanks alle protesten gaat de regeling in 2012/2013 toch in. Voor technische studies geldt de boete pas na twee jaar uitloop; één jaar in de bachelor en één jaar in de master.

Nieuwe bachelorDe landelijke commotie zorgde ervoor dat de rector magnificus, Hans van Duijn, eens goed naar de cijfers ging kijken. Hij concludeerde dat het ren-dement drastisch omhoog moet en de uitval naar beneden. Ook is de instroom van verschillende studies veel te klein. Op alle gebieden en niveaus werden er onderzoeken gestart om deze proble-men aan te pakken.

Er is een nieuwe bachelor bedacht die in studiejaar 2012/2013 in moet gaan. Of dit nog haalbaar is wordt door de critici betwijfeld. In ieder geval ko-men er grotere vakken: minimaal vijf studiepunten per vak, veel keuzeruimte: 60 studiepunten, TU/e-brede basisvakken: 30 studiepunten. Ook hoef je aan het begin van je opleiding aan de TU/e niet meteen een studie te kiezen. Je kunt bijvoorbeeld eerst de basisvakken en de keuzevakken doen en in de laatste anderhalf jaar pas je major. Iedere major moet tot minstens één master leiden. Hoeveel majors er hiervoor nodig zijn, is net als veel andere zaken nog niet duidelijk. Bovendien komt er een gedeelte USE in de opleiding. Dit zijn bedrijfskun-dige en maatschappelijke vakken en projecten. De rector hoopt dat op deze manier ook de zogenaam-de wereldverbeteraars voor een technische studie zullen kiezen. Dit zijn studenten met technische aanleg die maatschappelijk geïnteresseerd zijn.

Nieuwe bachelor WAlle faculteiten zijn opgedragen om naar hun ren-dementsproblemen te kijken. Een groot probleem bij werktuigbouwkunde is het Bachelor eindproject (BEP). Voor een nominale student staat hier an-derhalf kwartiel voor. Echter deden veel studenten er langer over. Dit liep op tot langer dan een jaar voor verschillende studenten. Dit lag niet alleen aan de studenten die geen prioriteit stelde aan het project, maar ook aan de docenten die het project steeds uitbreidde door steeds iets meer te vragen. Nu mag een student er niet langer dan twee kwar-tielen over doen en zouden de problemen opgelost moeten zijn.

Eerder dan de andere faculteiten zijn ze bij werk-tuigbouwkunde vast begonnen met samenstellen van een nieuwe bachelor. Het is vijftien jaar gele-den dat het bachelorcurriculum grondig is herzien. Alle leerlijnen worden nog eens bekeken en in de masters wordt uitgezocht welke kennis er mist. Ook de onderwijsvormen worden nog eens tegen het licht gehouden. Er zullen aanpassingen komen aan bijvoorbeeld het OGO zoals wij het kennen.

Harde KnipIn hetzelfde jaar waarin de langstudeerboete en de nieuwe bachelor worden ingevoerd, wordt harde-knipregeling van kracht. Dit houdt in de je niet aan de master kunt beginnen als je nog een bachelorin-schrijving hebt. Deze regeling moet ervoor zorgen dat een bewustere masterkeuze wordt gemaakt en dat meer studenten van opleiding zullen wis-selen. Bovendien is de rector ervan overtuigd dat het rendement omhoog zal gaan, ondanks dat sommige studenten moeten wachten om met hun master verder te kunnen. Ondertussen is het voor alle studies mogelijk om twee instroommomenten te hebben in de master.

BsADit jaar is het Bindend Studie Advies voor het tweede jaar van kracht. De regeling houdt in dat studenten die na één jaar minder dan 30 studie-punten hebben gehaald de opleiding moeten verlaten. De Onderwijscommissaris van het 52e bestuur van W.S.V. Simon Stevin schreef in zijn jaar-verslag: “Er kan echter wel verwacht worden dat eerstejaars minder snel in een commissie zullen

Page 19: Simon Ster 42.6

36 37

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

willen omdat zij eerst genoeg studiepunten willen halen.” Deze verwachting is gelukkig niet uitgeko-men en de afgelopen twee jaar zijn er veel actieve eerstejaars geweest. De resultaten van het BSA worden langzaam duidelijk. Bij werktuigbouwkun-de heeft het BSA weinig invloed op het aantal stu-denten dat overgaat naar het tweede jaar en op het aantal studiepunten dat wordt gehaald. Wel stoppen studenten eerder en kunnen ze daardoor gemakkelijker instromen bij een andere studie. Of het BSA echt het kaf van de koren scheidt en studenten eerder hun bachelor zullen afronden, is pas over een aantal jaar zichtbaar.

CursussenIeder jaar organiseert Simon Stevin verschillende onderwijsgerelateerde cursussen. Dit jaar waren dat de debatteertraining, training schrijven, spee-dreading en timemanagement en de cursus LaTeX. Ook waren er weer de trainingen bewerkings-technieken. Dit jaar de beginners en gevorderde MIG-/MAG-lascursus, de beginners en gevorderde training Draaien en Frezen en de cursus TIG-lassen.

OnderwijsprijzenOp de onderwijsdag in het Eftelinghotel werden de onderwijsprijzen voor de bachelor en master uitgereikt. Deze gingen dit jaar naar Marc Geers en Dragan Kostic. Voor de komende jaren komt er een iets andere opzet van de onderwijsprijzen. Ieder jaar worden vrijwel dezelfde docenten genomi-neerd. Hierdoor wordt doel, motiveren en bedan-ken, niet helemaal gehaald. De oplossing hiervoor is ieder jaar een categorie uit te kiezen of meer prijzen uit te delen. De precieze keuze is ieder jaar aan de Onderwijscommissaris.

VakevaluatiesVakken worden om de zoveel jaar geëvalueerd. Vakken die nieuw of veel veranderd zijn en vakken die door de studenten slecht beoordeeld worden, worden ieder jaar geëvalueerd. Niet alle studenten vullen de enquêtes in. Wanneer er veel problemen zijn bij een vak schiet het percentage van studen-ten die het invult omhoog. De evaluaties worden heel serieus genomen en altijd besproken met de betreffende docent. De vakevaluaties en de andere kwaliteitszorg worden geregeld door Alexandra Nicolaije.

Een van de twee meest opvallende vakken in de ba-

chelor is thermodynamica. Dit vak heeft een andere docent gekregen en het is al jaren een struikelvak voor veel studenten. Er is dit jaar geëxperimenteerd met instructies. Er was college waarin de stof werd uitgelegd, begeleide zelfstudie (BZ) waarin de stof eigen werd gemaakt door middel van eenvoudige opdrachten en de instructies. Hier werden opdrach-ten voorgedaan op het bord. Niet veel studenten gingen hier naar toe. Echter was de instructie belangrijk, omdat deze opdrachten van hetzelfde ni-veau waren als het tentamen. Studenten gaven aan dat als ze dit hadden geweten, ze de instructie wel bezocht hadden. Volgend jaar zal dit de studenten worden duidelijk gemaakt.

Al jaren zijn veel studenten niet tevreden over de manier waarop het vak constructieprincipes wordt gegeven. Het is een vak met enkel college. Er zit een dictaat bij met veel feitjes en die werden nagevraagd op het tentamen. Studenten die constructies niet begrepen maar goed konden onthouden haalden het tentamen wel. Hiervan was je niet verzekerd wanneer je alle plaatjes begreep. Dit jaar is het vak helemaal omgegooid. Er is een BZ gekomen, waar studenten erg positief over zijn. Ook heeft dr.ir. Rosielle het tentamen aangepast zodat het meer inhoudelijk is geworden. Er waren ook altijd klachten over het dictaat. Het dictaat is aangepast wat erop neerkomt dat er nog maar een gedeelte van de prin-cipes die er eerst instonden, worden uitgelegd.

In de master zijn er geen vakken die eruit springen. Wel komt het regelmatig voor dat een vak de stu-denten te veel uren kost. Dit wordt naar de docent teruggekoppeld en die stelt maatregelen voor om dit aan te passen.

KlachtenDe meeste klachten kwamen binnen over de infor-matiesites. Studyweb is afgeschaft en heeft plaats gemaakt voor sharepoint en DLWO. Owinfo en Semesterinfo moeten nog steeds gebruikt worden. Het is de bedoeling dat alle informatie uiteindelijk op één site wordt ondergebracht. Daardoor is later in het jaar OASE in het leven geroepen en een aantal andere sites afgeschaft. Deze site werkte vrijwel niet en er wordt geprobeerd om hem in de zomervakan-tie verbeteren.

Voor iedere student, man of vrouwUniversity Racing Eindhoven

University Racing Eindhoven onderscheidt zich door een multifacultairproject te zijn. Dit wil zeggen dat het niet uitmaakt welke studie je volgt op de TU/e. Er zijn altijd taken die je kunt vervullen of misschien wil je je kennis wel uitbreiden buiten je eigen studietraject. Daarnaast geniet URE een grote onafhankelijkheid. Zelf zoeken en onderhouden we sponsoren, produceren we onderdelen en ontwikkelen we de auto.

In het raceteam zijn er veel soorten taken die je uit kunt voeren. Denk hierbij aan de technische aspecten, zoals design, bouw, verbeteringen aan de auto en de produc-tieprocessen, maar ook de niet technische taken zoals finance, marketing en PR. Ons team bestaat uit onge-veer 50 studenten.

De automotive sector is flink aan het groeien en de interesse naar volledig elektrische voertuigen is flink aan het uitbreiden. Bij URE kun je alles leren over deze nieuwste technieken op elektrisch gebied en zelf je eigen onderdelen van de raceauto ontwerpen. Denk hierbij aan de volledige carbon fibre monocoque, de aandrijving en factoren die het rijgedrag van de auto beïnvloeden zoals wielophanging en demping.

Ieder jaar ontwerpen, bouwen, testen en racen wij een formule-

auto waarmee we meedoen aan de internationale Formula student

competitie. Aan deze competitie doen 450 universiteiten mee. De

races zijn op beroemde circuits over de hele wereld. sinds vorig jaar

zijn wij overgestapt van verbrandingsmotor naar volledig elektri-

sche aandrijving. Daarmee hebben wij vorig jaar voor het eerst ge-

wonnen in Oostenrijk. Dit jaar hebben wij onze tweede elektrische

raceauto gebouwd, de URE06.

Na de design-, bouw- en testfase van de auto is het tijd om deel te nemen aan de races. URE doet jaarlijks mees-al mee met drie races. De winnaar van een race is die-gene met het hoogste puntenaantal na zeven events.

Eerst zijn er de statische events waarbij je met een pre-sentatie de jury moet overtuigen. Hierin moet je het bouwproces en ontwerp verantwoorden en het ‘virtu-ele’ bedrijf verkopen aan investeerders.

Na de statische events zijn er vier dynamische events. Deze bestaan uit een acceleratieproef over 100 meter, een skidpad, waar je een acht-figuur zo snel mogelijk moet afleggen, een autocross waar je zo snel mogelijk een ronde over een circuit moet afleggen en als belang-rijkste event de endurance. Hierbij moet er 22 km wor-den afgelegd.

Vorig jaar hebben we met onze eerste volledige elek-trische auto, de URE05e een 3e plaats behaald in Enge-land, een 2e plaats in Duitsland en een overwinning in Oostenrijk.

Hebben we je interesse gewekt? Kom dan snel eens een kijkje nemen in ons motorhome en laat je inspireren door de wereld van URE. Je kunt altijd gewoon binnen-lopen, maar een afspraak maken is natuurlijk ook mo-gelijk. Wij geven je graag een rondleiding en vertellen je alles om je nog enthousiaster te maken! Kijk ook eens op onze website: www.universityracing.nl.

Tot snel in ons motorhome!

Arjan van der Linden

Page 20: Simon Ster 42.6

38 39

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

Nieuw valpijpschip wordt innovatief en multi-functioneelBouwproces in volle gang

In september vond op de werf van Keppel singmarine Pte de kiel-

legging plaats van het nieuwe valpijpschip van Boskalis. De bouw

van zo’n schip is bepaald geen alledaagse gebeurtenis: wereldwijd

zijn er nog geen tien valpijpschepen in de vaart, die bovendien qua

bouw, werkwijze en gebruikte techniek forse onderlinge verschil-

len vertonen. Het multi-functionele en innovatieve Boskalis-schip

wordt gebouwd volgens een uniek ontwerp en voldoet aan de

strengste milieu-eisen. Boskalis Offshore zal het schip eind 2011

in gebruik kunnen nemen. Fabien Vispoel, project manager nieuw-

bouw, heeft de leiding heeft over het bouwproces.

Ingrid Karelse

De bouwwerkzaamden op de werf in Singapore wor-den begeleid door een team van Boskalis, dat momen-teel uit acht man bestaat. Het is een arbeidsintensief karwei: sinds de maand juli heeft het project op de werf al meer dan 150.000 arbeidsuren gekost.

PrecisieValpijpschepen worden ingezet op offshore projecten voor het aanleggen en beschermen van olie- en gas-pijpleidingen op of in de zeebodem. Ze zijn in staat om stenen met grote precisie in diep water te deponeren. ‘Boskalis heeft momenteel twee valpijpschepen in de vaart: de Sandpiper en de Seahorse. Dat zijn omge-bouwde ladingschepen, evenals vrijwel alle andere bestaande valpijpschepen van andere baggerbedrijven.

Het valpijpschip wordt uitgerust met een flexibele valpijp, met aan het uiteinde een Remote Operated Ve-hicle (ROV). Deze op afstand bestuurbare robot zorgt met behulp van camera’s en sensoren voor een exacte positionering van de stenen. In een gecontroleerd tem-po worden de stenen door de valpijp gevoerd, terwijl het schip zich beweegt over het af te storten gebied. De ROV wordt gebouwd volgens een nieuw, innovatief ontwerp. Hij wordt vanaf het schip bestuurd en kan zelfs in ongunstige weersomstandigheden nauwkeurig worden gepositioneerd boven de gewenste plek. Dit

vraagt om een goede manoeuvreerbaarheid van het schip, dat daartoe is uitgerust met diverse mecha-nische aandrijvingen. Het schip wordt voorzien van een satellietgestuurde Dynamic Positioning (DP2)-installatie.

Multi-functioneel ontwerpHet nieuwe schip wordt Boskalis’ eerste valpijpschip op basis van een speciaal ontworpen, multi-func-tioneel casco. ‘Na uitgebreide inventarisaties heeft Boskalis gekozen voor de combinatie van een valpijp-schip en een zware ladingschip. Dat vraagt om een forse breedte, grote stabiliteit en een ruim dek, waar de zware lading snel en efficiënt zeevast op vastgelast kan worden,’ aldus Fabien. ‘Ontwerptechnisch was dit een flinke uitdaging, bijvoorbeeld met betrekking tot de plaatsing van ventilatoren, mangaten en ontluch-tingen.’

Kerncijfers valpijpschip

Lengte 158,60 meterBreedte 36 meterHolte 13,50 meterDiepgang 9,40 meterLaadvermogen 24.000 ton

ExcavatorsHet schip beschikt over twee ruimen en kan in totaal 24.000 ton stenen vervoeren. Met excavators worden de stenen in grote trechters (hoppers) gedeponeerd, waarna ze via transportbanden terechtkomen in een centrale hopper. Vervolgens worden ze met een dwars-scheeps geplaatste transportband naar het midden van de ‘moonpool’ vervoerd. Vanaf dit punt komen de stenen (met een diameter van maximaal 30 cm) in de valpijp terecht. De ‘moonpool’ is een opening in het schip, die aan de onderkant is voorzien van deuren die de vaarweerstand verminderen. ‘Een belangrijke verbe-tering in vergelijking met andere valpijpschepen is het feit dat de excavators geheel elektrisch zijn uitgevoerd. Het ontbreken van een dieselmotor leidt tot lagere onderhoudskosten en een langere levensduur van deze aandrijving,’ aldus Fabien.

Aandrijving‘Er worden vrij zware eisen aan een valpijpschip ge-steld. Het komt wel voor dat er met ladingen stenen gevaren wordt van Noorwegen naar Indonesië.’ Het schip wordt diesel-elektrisch aangedreven. Aan de achterzijde bevinden zich twee grote thrusters van

ieder 4.500 kW voor de voortstuwing, het voorschip heeft drie thrusters (twee retractables en een boeg-schroef) van samen 4.000 kW. ‘Een diesel-elektrische aandrijving is schoner en beter te onderhouden dan een diesel-direct aandrijving en biedt bovendien een reguleerbare uitstoot. Het schip kan zowel op gasolie als op zware olie varen. Het voldoet daarmee aan de strenge milieu-eisen, zoals die in de meeste Europese havens gelden.’

ValpijpinstallatieDe nieuw ontwikkelde valpijpinstallatie bestaat uit de pijpopslag, waar de in totaal circa 90 pijpen (met ieder een lengte van 9 meter en een diameter van 700 mm) staand gestapeld worden, een aantal lieren en een installatie waarmee de pijpen worden gekoppeld en af-gehangen. De valpijp kan stenen storten tot 700 meter diepte. ‘Eerst wordt de ROV neergelaten, met daarbo-venop de eerste pijp,’zegt Fabien. ‘Vervolgens haalt een gantry crane de tweede pijp op en plaatst die boven de eerste, waarna de pijpen worden gekoppeld. We zijn bezig de laatste hand te leggen aan een efficiënte en veilige koppelingsmethode met een opbouwsnelheid van zo’n 200 meter per uur.’

Page 21: Simon Ster 42.6

Subtitel

40 41

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

Aan de lopende bandExcursie VanDerLande

Bij aankomst op het terrein van Vanderlande valt op dat er geen hoogbouw is. Het is een groene campus met een verscheidenheid aan laagbouw. 60 jaar gele-den begon VanDerLande met het bouwen van simpele lopende banden. Ondertussen zijn ze uitgegroeid tot een bedrijf dat totaalconcepten levert; van het produc-tendistributiesysteem van onder andere Nike en UPS tot de bagageafhandeling van Schiphol.

Reizen of een langere periode in het buitenland is gebruikelijk, maar niet verplicht. Mogelijkheden bin-nen het bedrijf zijn bijvoorbeeld werken bij de afdeling sales die nieuwe klanten zoekt tot een vijfjarig project ‘op site’ in het buitenland.

VanDerLande Industries is wereldmarktleider op het gebied van

bagageafhandeling en parcel&postal-distributiesystemen. simon

stevin nam een kijkje in de keuken van dit Veghelse bedrijf.

Fabien Bruning

Na de presentatie worden we rondgeleid door Mart Corbijn van Willenswaard. Hij is afgestudeerd bij de sectie micro&nanotechnologie en verantwoordelijk voor de huidige website van Simon Stevin. Het leuke aan werken bij VanDerLande vindt hij dat je met iets tastbaars bezig bent: in de testhal staan altijd syste-men duurtesten te doen en systemen in ontwikkeling. Wat je ontwerpt staat relatief snel fysiek voor je neus.

De grootste uitdaging is het zorgen dat pakketten goed ‘gemikt’ worden op de band. Ook moet het systeem zowel een groot pakket van 30 kg aankunnen als een enkele envelop met een DVD-schijfje. Zo zijn er natuurlijk nog vele andere ontwerpeisen.

Wanneer je een DVD bij Bol.com bestelt, is het goed mogelijk dat deze meerdere VanDerLande-systemen tegenkomt: van de leverancier van de DVD’s naar Bol.com zelf tot aan het sorteercentrum van TNT.

Page 22: Simon Ster 42.6

42 43

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

WK in IstanbulNieuws van Tech United

Al meer dan vijf jaar doet het team ‘Tech United Eindhoven’ mee

aan robotvoetbalkampioenschappen. Met zorgrobot AMIGO strijdt

het team dit jaar voor het eerst ook om de titel in een competitie

voor zorgrobots. De thuisbasis van de robotbouwers is het RoboCup

stadion van W-Laag, waar de robots ’s avonds en in de weekenden

gebouwd worden. In de rubriek ‘Nieuws van Tech United’ lees je

elke simon ster alles over dit RoboCup team van de TU Eindhoven!

Guy Vermeulen en Robin Soetens

WereldkampioenschappenRoboCup is een internationale organisatie, opgericht door wetenschappers. Het doel is het stimuleren van onderzoek naar robotica. Om dit te bereiken is gekozen voor een competitievorm, waarbij teams van verschillende universiteiten het tegen elkaar opnemen. Elk jaar zijn er verschillende regionale toernooien die dienen als voorbereiding op het wereldkampioenschap. Dit jaar vond dat kampioen-schap plaats in Turkije. Van 5 tot en met 10 juli zat het Istanbul Expo Center vol met de crème de la crème van de wereldwijde robotica gemeenschap!

AMIGO debuteertRoboCup@Home is de naam van de competitie voor zorgrobots. In een nagemaakte thuisomgeving moeten de deelnemende robots taken uitvoeren als het volgen en herkennen van personen, het apporteren van voorwerpen, en het herkennen van spraak. Met robot AMIGO deed Tech United voor het eerst mee aan het wereldkampioenschap voor zor-grobots. Er deden maarliefst 22 andere teams mee die stuk voor stuk meerdere jaren ervaring hadden. Een top drie positie zat er dus nog niet in, maar toch wist de Eindhovense robot indruk te maken.

Bijvoorbeeld tijdens de ‘open challenge’. Dat is een onderdeel van het programma waarbij elk team zelf een opdracht voor de robot mag verzinnen. Tech United kwam hierbij op de proppen met een opdracht waar nog lang over nagepraat zou wor-den. Met een Xbox Kinect sensor en open source blob detector software speelde AMIGO balletje-balletje tegen een menselijke tegenstander! Geen van de deelnemers kon de bekertjes dusdanig snel laten bewegen dat de robot het niet meer bij kon houden. Dat bewijst dat de robot ontzettend goed in staat is om real-time bij te houden wat er in zijn omgeving gebeurt.

Alweer tweede!De voetbalrobots veegden in de voorrondes elke te-genstander van de mat met mooi voetbal en hoge scores. In de halve finale werd afgerekend met RFC Stuttgart, waardoor het team voor de vierde keer op rij in de finale terecht kwam. Tegenstander in die finale was Team Water. Dit team uit China werd door de meeste teamleden gevreesd.

De perfect geplaatste lobballen van de Chinezen waren een belangrijke reden dat Tech United begin dit seizoen besloot een nieuwe goalkeeper te bouwen. Dat juist deze goalkeeper het één uur voor de wedstrijd gedeeltelijk begaf, was een enorme domper. Het rekje dat de keeper robot omhoog kan bewegen om hoge ballen te stoppen, was kapot.

Rob Janssen speelt Balletje-Balletje met AMIGO.

Patrick van Brakel wisselt batterijen voorafgaand aan de finale tegen Team Water.

Page 23: Simon Ster 42.6

44 45

Simon Ster 42.6 | augustus 2011

James Webb Space TelescopeRuimtegadget

Team Water ging als een razende van start met een stortvloed aan lob-ballen. De voetbalrobots uit Eindhoven leken totaal overdonderd, waardoor het binnen een mum van tijd drie tegen nul stond. Hierna herpakten de spelers van Tech United zich en viel de eerste tegengoal. De scheidsrechter bestraf-te de tackles van de Chinese robots met twee gele kaarten. Daardoor konden de Eindhovense totaal-voetballers nog verder terugkomen. Met minder dan een minuut te gaan stond het vijf tegen zes in het voordeel van Team Water. Er bleek net te weinig tijd om te winnen, de speeltijd was voorbij, Tech United werd voor de vierde keer op rij tweede op het wereldkampioenschap robotvoetbal.

Ontvangst schipholVier keer op rij tweede worden op het wereldkampi-oenschap is een bijzondere prestatie. Dat vonden ook de fans van de robotvoetballers uit Eindhoven. Met maarliefst twee touringcars waren zij naar Schiphol Airport gekomen om het team op te wachten met spandoeken en champagne. Een ontzettend leuk gebaar van de trouwe fans waar Tech United erg trots op is!

In de stromende regen stapte het team in de bus die hen van Schiphol naar Eindhoven zou brengen. Met meer dan dertig viervoudig tweedeplaats winnaars aan boord had die bus iets weg van de Spaanse Zilver-vloot, ooit heldhaftig gekaapt door Piet Hein. Het team is echter vastberaden om op RoboCup 2012 in Mexico goud aan de schatkist toe te voegen.

Volg Tech United Eindhoven via www.techunited.nl of via facebook en twitter.

NASA, ESA en CSA werken samen in een project om een nieuwe ruimtetelescoop te realiseren. De opvol-ger van de Hubble Space Telescope wordt momenteel gemaakt in Amerika en het is de bedoeling dat hij in 2018 gelanceerd wordt.

Met deze telescoop kan men de geschiedenis van het universum beter onderzoeken. Het gaat met name om de periode tussen 480 miljoen jaar geleden en 400 duizend jaar geleden. Deze periode staat bekend als de dark ages en is belangrijk omdat hierin melkwegen werden gevormd.

BaanDe telescoop meet infrarood licht. Alles wat warm is, geeft infraroodstraling af. Om ruis van de aarde te voorkomen, komt deze telescoop in een baan verder van de aarde dan zijn voorganger: op 1,5 miljoen kilometer.

De ruimtetelescoop bevindt zich op een Lagrangepunt (L2 in de afbeelding). Dit is stabiel in twee richtingen en instabiel in één richting. Bij een kleine afwijking zal de telescoop terugvallen naar de aarde of steeds verder van de aarde af komen te staan. Om dit te voorkomen heeft de James Webb Space Telescope brandstof om

Deze opvolger van de Hubble is een nieuwe poging om de geschie-

denis van het universum te achterhalen. Hij gaat minstens 6,5 mil-

jard dollar kosten en moet wetenschappers inzicht geven in een

periode wat voorheen niet mogelijk was; de Dark Ages.

Ruud Busschers en Sanne Janssen

de afwijking te corrigeren. Op een gegeven moment is de voorraad op en zal het peperdure ruimteapparaat degraderen tot ruimteafval.

spiegelHet vermogen van de telescoop wordt bepaald door de gevoeligheid van de sensoren en de spiegels die het licht bundelen. De resolutie is 2,8 10-5 graden, wat in-houdt dat een voetbal op 550 km afstand kan worden gezien.

De James Web Space Telescope heeft twee spiegels; de primaire en de secundaire. De doorsnede van de pri-maire spiegel is 6,5 meter. Ter vergelijking, de grootte van de primaire spiegel van de Hubble was 2,4 meter. De spiegel past niet in een raket en wordt daarom opgevouwen. Hij ontvouwt zich automatisch na de lancering.

Niet alle vragen over de geschiedenis van het univer-sum zullen met behulp van deze telescoop beant-woord worden. Wel zullen er nieuwe inzichten komen en daarmee ongetwijfeld nieuwe vragen.

Onderdelen van de spiegel in het lab

Page 24: Simon Ster 42.6

46 47

Simon Ster 42.6 | augustus 2011Prijsvraag

Ook deze jaargang zal elke Ster een prijsvraag bevat-ten. De prijs die je kunt winnen is een bierkaart te gebruiken in de Weeghconst.

Wil je kans maken op deze bierkaart? Lever dan je ant-woord in de Simonkamer in of e-mail naar [email protected]. Vermeld hierbij duidelijk je naam. De prijs wordt verloot onder de correcte inzendingen en de winnaar zal bekend worden gemaakt in de vol-gende uitgave van de Simon Ster.

Prijsvraag ster 42.5De opdracht van de prijsvraags was om alle negen cijfers zo te rangschikken dat de som van de oneven cijfers gelijk is aan de som van de even cijfers. Het bleek het moeilijkst om de opdracht te begrijpen. De beoogde oplossing was: 2 + 4 + 6 + 0,8 = 1 + 3 + 7 + 9/5 = 12,8

sterrenhoekjes

Jaap Schuit heeft als enige inzending gewonnen met zijn versie: 159 + 327 = 486.

Hij kan zijn bierkaart komen ophalen in de Simonka-mer.

Prijsvraag ster 42.6De nieuwe prijsvraag is weer een korte en deze keer geen wiskundige.

Met welke vorm stop kan men drie verschillende gaten dichtstoppen: een vierkant gat, een driehoekig gat en een rond gat?

Onder de goede inzendingen zal een bierkaart worden verloot.

Sjors: Zou Rosielle hebben leren fietsen met één zijwieltje?

Leon over lustrumsponsoring: Ik ga kijken of ik zelfdra-gende shirts kan vinden.

Jeroen: Was het gister inkijkavond?

Mike: Sandra jij gaat toch zo’n bi-duale polaire master doen?

Stefan: Het gehalte ‘nee’ is weer als een grafiek te voorschijn gekomen. Ja ik ken al die namen van die grafieken niet.

Op een barbecue is een unit waarmee brood in stukken gehakt kan worden. Sanne: dat ding is net een gela-tine. (Ze bedoelde guillotine)

Caroline over het overdrachtsuitje: Ik denk dat het aan de cola lag.

Geert: Zijn we vrienden op facebook? Jos: Weet ik niet, hoe heet je?

Rolf: Welke dag is het vrijdag?

Nieuws op de radio: Een man is veroordeeld tot twee jaar sex, ik bedoel cel voor het hebben van sex met..

Mike: Tuurlijk, ik sla altijd lief.

Tijdens de strandzeilmidweek zegt een onbekend persoon tegen Martijn: Do you speak French? Martijn: Jawohl!

Sara: Jezus Christel!

Christel: Als je een keer gaat trekken, heb je ook zo tien kilo.

Wouter van Intermate: Wij komen sowieso niet serieus over. Het is onzin dat ik bestuur ben gaan doen. Over de Intermania zei hij ook nog: Slechte publiciteit is ook publiciteit.

Rianne: Is de FHM net zoets als de Fancy?

Peter: Van bier wordt je juist zat.

Lex: Martijn is onzijdig, denk ik.

Anna: Ik ga in september meteen druk aan de slag met beginnen.

Page 25: Simon Ster 42.6