Shannon

LLUUCCYY

Toetsenbord en muis

Gebruikershandleiding versie 1.0 NL

1

INHOUD 1. INLEIDING 2 2. ALGEMEEN OVERZICHT 3 1. Besturingsmethoden 3 2. Letterfolie keuze 5 3. Verbinding met de Computer 6 3. BESTURINGSMETHODEN 7 1. Laserbesturing 7 2. Muis- of trackballbesturing 10 3. Schakelaarbesturing 12 4. MACRO'S. 14 1. Eenvoudige macro's 14 2. Tweestaps macro's 15 3. Macrogroepen 15 4. Macro overzicht 16 5. MUIS UITVOER 17 6. OVERZICHT BEDIENINGSFUNKTIES 19 1. Speciale symbolen 19 2. Overzicht funktietoetsen 20 3. Overzicht muis uitvoerfunkties 26 7. HET COMPUTERPROGRAMMA LUCY 27 1. Het hoofdscherm 27 2. Overzicht bedieningsfunkties 28 3. Het instelscherm 28 4. Gebruikersprofielen 29 5. Afsluiten 30 8. PLAATSEN EN AANSLUITEN 31

1. Plaatsen 31 2. Aansluiten 31 3. Hardware installatie 32

BIJLAGE 1. TOETSCODES 33

2

1. INLEIDING Aan mensen die geen gewoon toetsenbord kunnen gebruiken, geeft LUCY een mogelijkheid om een Personal Computer te gebruiken. Er zijn verschillende besturingsmethoden, waaronder Laser-, Muis-, Trackball- en Schakelaarbesturing. De uitvoer naar de computer omvat alle mogelijkheden van het normale toetsenbord en de muis. Algemeen overzicht Hoofdstuk 2 geeft een beknopt overzicht van de beschikbare besturingsmethoden en de aanbevolen letterfolie. Besturingsmethoden Hoofdstuk 3 behandelt de verschillende invoermethoden afzonderlijk. Per onderdeel worden steeds de belangrijkste bedieningsfunkties van LUCY besproken. Macro's Hoofdstuk 4 gaat over het gebruik van zogenaamde macro's. Het is mogelijk om vaak gebruikte woorden, zinnen of besturingsopdrachten in het geheugen van LUCY op te slaan. Zo'n opgeslagen woord of zin wordt een macro genoemd. Macro's kunnen met slechts één of twee handelingen worden teruggeroepen. Het werken met macro's is eenvoudig te leren en kan een grote tijdbesparing geven. Muisuitvoer Hoodstuk 5 behandelt alle LUCY funkties die betrekking hebben op muisvervanging. Overzicht funkties en symbolen Hoofdstuk 6 bevat een overzicht van alle speciale LUCY symbolen en alle funkties die via het symbool fun gebruikt kunnen worden. LUCY programma Hoofdstuk 7 gaat over het bijgeleverde computerprogramma dat in samenwerking met LUCY gebruikt kan worden. Aansluitingen en instellen Hoofdstuk 7 geeft een overzicht van de aansluitingen op de achterzijde van LUCY en behandelt de instelprocedure. Dit hoofdstuk hoeft alleen gelezen te worden indien LUCY voor de eerste maal in gebruik genomen wordt of wanneer een ander folienummer gekozen wordt.

3

2. ALGEMEEN OVERZICHT

2.1 BESTURINGSMETHODEN Directe selectie Om uit de 88 vakjes op de letterfolie te kunnen kiezen is een aantal besturingsmethoden beschikbaar. Directe selectie door middel van hoofdbewegingen en een Laseraanwijzer is de snelste en meest comfortable besturingsmethode. In sommige gevallen kan besturing met een computermuis of trackball een goed alternatief zijn. Laseraanwijzer De Laseraanwijzer is een lampje in de vorm van een klein kokertje, dat aan een hoofdband of een bril kan worden bevestigd. De aanwijzer werpt een heldere lichtvlek op de letterfolie. Lichtgevoelige cellen in LUCY zorgen ervoor dat de aangewezen letters worden doorgegeven naar de computer. Voor mensen die hun hoofd redelijk goed kunnen bewegen, is Laserbesturing de beste besturingsmethode. De bereikbare snelheid is hoger en het gebruik veel minder vermoeiend dan het werken met een beeldscherm of een hoofdspriet. Het lampje kan ook met de hand gestuurd worden. De bereikbare typesnelheid zal in dat geval iets lager zijn. Muis LUCY heeft een aansluiting voor een normale USB computermuis. Tijdens het bewegen van de muis zullen lampjes achter de letters op het front van LUCY oplichten. Zodra de juiste letter is geselekteerd, kan deze met een druk op een knop naar de computer worden gezonden. Om goed met een muis te kunnen werken is een redelijke arm- en handfunktie noodzakelijk. In sommige gevallen kan het aanbrengen van een geschikte handgreep op de muis een aanzienlijke verbetering geven. De leverancier van LUCY kan U hierbij adviseren. Trackball In plaats van een muis kan ook een USB trackball op LUCY worden aangesloten. Een trackball is een in een houder gevatte kogel die met kleine vingerbewegingen heen- en weer gerold kan worden. De bewegingen van de kogel corresponderen met het oplichten van lampjes achter de letters op het front van LUCY. Zodra de juiste letter is geselekteerd, kan deze met een druk op een knop naar de computer worden gestuurd. Omdat de trackball op een vaste plaats op de tafel blijft staan is deze besturingsmethode geschikt voor mensen met minimale motoriek van de armen en de handen.

4

2.1 BESTURINGSMETHODEN (vervolg) Stapsgewijze selectie Stapsgewijze selectie door middel van een besturingsschakelaar stelt minimale eisen aan de motoriek van de gebruiker. In vrijwel alle gevallen waarin nog een kleine beweging mogelijk is, kan met schakelaarbesturing een oplossing gevonden worden. Het nadeel is de relatief lage typesnelheid. Het verdient aanbeveling om eerst andere invoermethoden te proberen alvorens men besluit tot deze oplossing. Schakelaar Bij het gebruik van een enkelvoudige schakelaar voor de besturing van LUCY lichten de lampjes achter de letters rij na rij automatisch op. Door de schakelaar in te drukken zodra de rij waarin de gewenste letter staat oplicht, gaan de lampjes in deze rij één voor één branden. Door de schakelaar opnieuw in te drukken zodra de gewenste letter oplicht, kan deze naar de computer worden gezonden.

5

2.2 LETTERFOLIE KEUZE Er zijn twee typen letterfolie beschikbaar. Folie 1 is bestemd voor directe selectie met Laseraanwijzer, Muis of Trackball. Folie 2 is bestemd voor stapsgewijze selectie met een schakelaar. Hoewel elke folie met elke bedieningsmethode gebruikt kan worden, betekent afwijken van de aanbevolen combinaties onvermijdelijk een duidelijk verlies aan snelheid en bedieningscomfort. De folies zijn los leverbaar en kunnen eenvoudig verwisseld worden.

Folie 1. Laseraanwijzer, Muis of Trackballbesturing

De indeling van de letters op de folies is geoptimaliseerd voor de Nederlandse taal. Bij het typen van normale tekst is de gemiddelde afstand tussen de letters zo klein mogelijk. Het meest gebruikte symbool is de spatie. Deze bevindt zich op folie1 ongeveer in het midden van het letterblok. De meest gebruikte 8 letters staan rond de spatie. Dit blokje van 9 symbolen bevat bijna driekwart van alle letters in normale tekst.

Folie 2. Schakelaarbesturing Folie 2 is bedoeld voor schakelaarbesturing. Omdat bij deze methode het kiezen van letters altijd links boven begint, is in dit vakje de spatie aangegeven. De meest gebruikte letters staan dicht bij de spatie. Hoe minder vaak een letter voorkomt, hoe groter de afstand tot de spatie.

6

2.3 VERBINDING MET DE COMPUTER USB aansluiting LUCY wordt met de computer verbonden door een enkele USB kabel. Deze geeft alle benodigde signalen voor zowel het toetsenbord- als de muisaansluiting door en zorgt ook voor de voeding van LUCY. Het normale toetsenbord en de muis van de computer blijven gewoon werken. LUCY kan funktioneren op elke personal computer zonder dat het nodig is om eerst een speciaal computerprogramma te laden. Alle belangrijke bedieningsfunkties van LUCY kunnen gebruikt worden. Een nadeel van het gebruik van LUCY zonder speciaal programma is het gebrek aan terugkoppeling naar de gebruiker. Afgezien van een knipperend lampje achter het return ↵ symbool is er geen indicatie of LUCY normaal werkt of wacht op bepaalde instelgegevens. Daarom wordt bij LUCY een speciaal ondersteunend Windows programma geleverd. LUCY Programma Aanbevolen wordt om het LUCY programma automatisch te laden tijdens het opstarten van de computer. Rechtsonder op het scherm verschijnt een icoon als teken dat het programma actief is. Het programma kan alleen worden gestart wanneer LUCY op de computer aangesloten is. Enkele eigenschappen van het programma zijn: • Zodra een instelfunktie van LUCY actief wordt, verschijnt een klein hulpscherm met aanwijzingen in beeld. Nadat de instellingen zijn gewijzigd, verdwijnt het hulpscherm automatisch.

• Macro’s zijn programmeerbare toetsen op LUCY die veel tijd kunnen besparen. LUCY zelf kan maar een beperkt aantal Macro’s bevatten. Samen met de computer kan het aantal Macro’s onbeperkt worden uitgebreid.

• Het programma bevat een overzicht van alle beschikbare LUCY bedieningsfunkties met een korte uitleg.

• Het is mogelijk om een overzicht van alle huidige LUCY instellingen op te roepen en daarin desgewenst veranderingen aan te brengen.

• Een gebruikersprofiel bevat alle instellingen en macro’s van een bepaalde gebruiker. Indien verschillende mensen dezelfde LUCY gebruiken, kunnen ze hun profielen in de computer opslaan en eenvoudig terugroepen.

7

3. BESTURINGSMETHODEN

3.1 LASERBESTURING Werking De Laseraanwijzer geeft een heldere rode lichtvlek waarmee de letters op de voorzijde van LUCY kunnen worden aangewezen. Nadat een letter gedurende een bepaalde tijd belicht is, geeft LUCY een korte pieptoon als teken dat de letter is geaccepteerd. Ook licht een lampje achter de letter kort op. De gekozen letter wordt nu naar de computer gezonden. Doelgroep Laserbesturing is oorspronkelijk ontwikkeld voor mensen die een gewoon toetsenbord alleen kunnen bedienen met behulp van een hoofdspriet of een mondstokje. Laser-besturing werkt vele malen sneller en is veel minder vermoeiend. Ook in vergelijking met systemen waarmee men met hoofdbewegingen een cursor over een beeldscherm stuurt, heeft laserbesturing voordelen. Indien men met een beeldschermsysteem snel tracht te werken, krijgt men last van het flikkeren en de traagheid van de cursor. Langdurig werken met een dergelijk systeem leidt onvermijdelijk tot vermoeidheid en zelfs hoofdpijn. Laserbesturing is niet alleen duidelijk sneller maar kan ook veel langduriger gebruikt worden zonder vermoeidheidsklachten. De plaatsing van de apparatuur Het uitgangspunt voor de plaatsing van LUCY is een ontspannen en comfortabele zithouding voor de gebruiker. De plaatsingshoogte dient zodanig te zijn dat men vanuit de rusthouding ongeveer naar het midden van de letterfolie kijkt. Het verdient aanbeveling om de computermonitor vlak naast LUCY te plaatsen. Dit vergemakkelijkt het heen en weer kijken tussen LUCY en de monitor. De juiste werkafstand De aanbevolen werkafstand ligt tussen ongeveer 50 en 70 centimeter. Hoe groter de afstand, hoe kleiner de benodigde hoofdbewegingen. Bij grote afstanden worden de hoofdbewegingen zo klein, dat het voldoende nauwkeurig richten van de laser moeilijk wordt. Het bevestigen van de laseraanwijzer Het bevestigingsplaatje van de laseraanwijzer kan aan een hoofdband of aan een poot van een brilmontuur bevestigd worden. Voor het bevestigen heeft men een schroevendraaier nodig en de verbinding is niet eenvoudig losneembaar. De aanwijzer zelf wordt met een magneetje stevig op zijn plaats in het kogelgewricht gehouden en kan eenvoudig losgenomen worden. Reserve bevestigingsplaatjes, bijvoorbeeld voor gebruik met een andere bril, zijn bij uw dealer verkrijgbaar. Het richten van de laseraanwijzer De laseraanwijzer is voorzien van een kogelgewricht voor het instellen van de richting. De aanbevolen manier om de juiste richting in te stellen is als volgt: Kies een ontspannen houding en kijk naar het spatiesymbool. Richt vervolgens de aanwijzer zodanig dat de lichtvlek op het spatiesymbool valt. Zorg dat bij het instellen de klemschroef aan de zijkant min of meer los zit. Zodra de juiste instelling is gevonden, kan de klemschroef voorzichtig worden vastgedraaid.

8

3.1 LASERBESTURING (vervolg) BELANGRIJKE BEDIENINGSFUNKTIES

Reactiesnelheid

Tussen het moment waarop de lichtvlek op een letter valt en het moment dat LUCY een pieptoon geeft als teken dat de letter is geaccepteerd, verloopt een bepaalde tijd. Deze vertraging maakt het mogelijk om steeds via de kortste weg van de ene naar de andere letter te gaan zonder dat de tussenliggende letters reageren op het passeren van de lichtvlek. De snelheid waarmee LUCY reageert is eenvoudig instelbaar. Voor een optimaal bedieningscomfort is het belangrijk dat de reactiesnelheid niet te groot en niet te klein wordt gekozen. Het instellen van de reaktiesnelheid geschiedt met de trapvormige symbolen op de letterfolie. Zodra men een van deze symbolen belicht, en het LUCY programma actief is, wordt de huidige instelling op het scherm weergegeven. Ook zal het lampje achter return ↵ knipperen als teken dat LUCY wacht op instelgegevens. Door belichten van de symbolen wordt de reaktiesnelheid stapsgewijs veranderd. Zodra de gewenste waarde bereikt is kan men het instellen beëindigen door het belichten van return ↵. De juiste instelling kan alleen in de praktijk bepaald worden omdat ze van geval tot geval verschilt. Een geschikte startwaarde is 17. Naarmate men de instelwaarde hoger kiest, reageren de letters sneller op de lichtvlek en kan men een hogere typesnelheid bereiken. De kans op typefouten neemt echter toe. Zeker in het begin loont het de moeite om te experimenteren met de instelwaarde.

Repeteer

Wanneer men met de laser een letter aanwijst, zal deze slechts één maal naar de computer gezonden worden, hoe lang men de letter ook belicht. Om dezelfde letter nogmaals te kiezen moet de lichtvlek eerst even van de letter af. In sommige gevallen kan het gemakkelijk zijn om LUCY in de repeteerstand te zetten. Bij voldoende lang belichten van een letter zal deze dan herhaaldelijk getypt worden. Na belichten van het vakje rep gaat het lampje achter rep branden ten teken dat LUCY in de repeteerstand staat. Bij nogmaals belichten van rep gaat het lampje weer uit en komt LUCY terug in de normale toestand. Sommige geroutineerde gebruikers hebben hun apparaat voortdurend in de repeteerstand staan. Dit is een kwestie van persoonlijke voorkeur. De trapvormige symbolen voor het instellen van de reaktiesnelheid zijn altijd repeterend.

rep

9

fun

fun o

fun d

3.1 LASERBESTURING (vervolg)

Funktie

Dit symbool dient om bepaalde instellingen van LUCY te veranderen en ook om de funktietoetsen van een computer te bedienen. Na belichten gaat het lampje achter Fun branden ten teken dat er nog meer letters of symbolen moeten worden belicht. Een compleet overzicht van alle funkties vindt u in hoofdstuk 6.

Ongevoelig

Na het belichten van deze symbolen wordt LUCY tijdelijk ongevoelig voor de lichtvlek. Op het scherm verschijnt een hulptekst. Ook zal het lampje achter fun knipperen als teken dat LUCY niet normaal werkt. Op deze manier kan men voorkomen dat tijdens een rustpauze allerlei nonsens wordt geselekteerd door de ongecontroleerd over het aanwijsbord bewegende lichtvlek. Door nogmaals fun en O te belichten gaat men terug naar de normale toestand.

Ongewenste dubbele aanslagen onderdrukken

Soms lijkt het alsof LUCY een letter dubbel aanslaat terwijl deze toch slechts één maal gekozen is. Het is gebleken dat wanneer de lichtvlek snel naar een bepaalde letter beweegt, men de letter raakt, er over heen schiet en vervolgens teruggaand opnieuw raakt. Dit verschijnsel is met het oog meestal niet waarneembaar maar het treedt soms op, vooral bij grote en snelle bewegingen. Om dit soort ongewenste dubbele aanslagen tegen te gaan, kan men de zogenaamde dubbele aanslagpauze verhogen. Om een letter tweemaal achter elkaar te kiezen moet de lichtvlek eerst even van de letter af. De minimale tijd tussen de eerste maal en de tweede maal belichten heet de dubbele aanslagpauze. Deze is instelbaar met fun d. Na belichten van fun en d verschijnt een hulptekst in beeld en kan een nieuwe waarde 1, 2 of 3 gekozen worden. Ook zal het lampje achter return ↵ knipperen als teken dat LUCY wacht op instelgegevens. Hoe groter het getal, hoe langer de dubbele aanslagpauze. Het instellen wordt beëindigd door return ↵ te kiezen. De meest gebruikelijke waarde is 2. Een waarde van 1 heeft als voordeel dat een letter sneller tweemaal gekozen kan worden. Het nadeel is een grotere kans op ongewenste dubbele aanslagen. Bij een waarde van 3 moet men iets langer wachten voordat een letter nogmaals gekozen kan worden, maar is de kans op ongewenste dubbele aanslagen het kleinst.

10

3.2 MUIS- OF TRACKBALLBESTURING. Werking Omdat muisbesturing en trackballbesturing veel overeenkomsten vertonen worden ze beide in dit hoofdstuk toegelicht. Bij bewegen van de muis of de trackball ziet men lampjes achter de letters op het front van LUCY oplichten. Zodra de juiste letter oplicht, kan deze met een druk op een van de knoppen worden geselekteerd. LUCY geeft een korte pieptoon als teken dat de letter naar de computer is gezonden. Doelgroep Muisbesturing is geschikt voor mensen die over een redelijke motoriek van de armen en/of de handen beschikken. Omdat men de arm tijdens het bewegen op de tafel kan laten steunen, is deze methode ook geschikt voor mensen met weinig kracht in de armen. De wrijving over het tafelblad zorgt voor demping van onwillekeurige bewegingen. Ook voor spastische mensen kan dit een goede invoermethode zijn. Indien het vasthouden van de muis of het bedienen van de schakelaar problemen geeft, kan door de leverancier van LUCY een handgreep op de muis worden gemonteerd. Een trackball blijft op een vaste plaats op tafel staan. Bovendien is voor het heen en weer rollen van de kogel weinig kracht nodig. Daarom is deze besturingsmethode geschikt voor mensen met minimale motoriek van de handen en de armen. BELANGRIJKE BEDIENINGSFUNKTIES

Stapsnelheid

De grootte van de beweging die nodig is om een lampje te laten verspringen is instelbaar met de trapvormige symbolen. Zodra men een van deze symbolen kiest, en het LUCY programma actief is, wordt de huidige instelling op het scherm weergegeven. Ook zal het lampje achter return ↵ knipperen als teken dat LUCY wacht op instelgegevens. Zolang de schakelaar ingedrukt blijft, wordt de ingestelde waarde automatisch vergroot of verkleind. Zodra de gewenste waarde bereikt is kan men het instellen beëindigen door het kiezen van return. De juiste instelling kan alleen in de praktijk bepaald worden omdat ze van geval tot geval verschilt. Een geschikte startwaarde voor de muis is 16. Voor de trackball kan men beginnen met een instelwaarde waarbij het lampje van de ene naar de andere kant van LUCY gestuurd kan worden zonder dat de kogel behoeft te worden losgelaten. Zeker in het begin loont het de moeite om te experimenteren met de instelwaarde.

11

3.2 MUIS- OF TRACKBALLBESTURING (vervolg)

Repeteer

Wanneer men met een druk op een van de knoppen een letter heeft geselekteerd, zal deze slechts éénmaal naar de computer gezonden worden, hoe lang men de knop ook ingedrukt houdt. Om dezelfde letter nogmaals te kiezen moet men de schakelaar eerst loslaten en dan opnieuw indrukken. In sommige gevallen kan het gemakkelijk zijn om LUCY in de repeteerstand te zetten. Bij vasthouden van de schakelaar zal de geselekteerde letter herhaaldelijk getypt worden. Na kiezen van het vakje rep gaat het lampje achter rep branden ten teken dat LUCY in de repeteerstand staat. Bij nogmaals kiezen van rep gaat het lampje weer uit en komt LUCY terug in de normale toestand. Sommige geroutineerde gebruikers hebben hun apparaat voortdurend in de repeteerstand staan. Dit is een kwestie van persoonlijke voorkeur. De trapvormige symbolen voor het instellen van de stapsnelheid zijn altijd repeterend.

rep

12

3.3 SCHAKELAARBESTURING Werking Na inschakelen bevindt LUCY zich in de rusttoestand, waarbij alle lampjes uit zijn. Zodra de schakelaar kort ingedrukt wordt, lichten de lampjes achter de bovenste symbolenrij op. Even later geeft LUCY een klikgeluid en gaat de bovenste rij uit, terwijl de tweede rij oplicht. Daarna volgt de derde rij, enzovoorts. Om een bepaalde letter te kiezen, moet men eerst wachten tot de rij waarin de letter staat, oplicht. Indien op dat moment de schakelaar ingedrukt wordt, gaat de gehele rij uit en zullen de letters uit die rij één voor één oplichten. Zodra de gewenste letter oplicht, dient de schakelaar nogmaals ingedrukt te worden. LUCY geeft dan een korte pieptoon als teken dat de letter is geaccepteerd. Indien men te laat reageert, zodat de gewenste letter gepasseerd is, dient men de schakelaar niet in te drukken. Na het bereiken van de laatste letter gaat LUCY vanzelf terug naar de eerste rij. De eerste rij licht tweemaal zolang op als de overige rijen. Dit geldt ook voor de eerste letter uit een rij. Op deze manier is het kiezen van de eerste rij respektievelijk de eerste letter uit een rij mogelijk zonder dat de schakelaar zeer snel achter elkaar ingedrukt hoeft te worden. Indien de schakelaar niet wordt ingedrukt, laat LUCY de rijen vijf maal achter elkaar oplichten en gaat daarna terug naar de rusttoestand. Doelgroep Stapsgewijze selectie door middel van een besturingsschakelaar stelt minimale eisen aan de motorische mogelijkheden van de gebruiker. Het nadeel is de relatief lage typesnelheid. Het verdient aanbeveling om eerst andere invoermethoden te proberen alvorens men besluit tot deze oplossing. Besturingsschakelaars zijn in vele uitvoeringen leverbaar. Er bestaan miniatuur aanraakschakelaars die met uiterst kleine bewegingen bediend kunnen worden, maar ook vele soorten drukknoppen, hefboomschakelaars, blaasschakelaars, luchtkussen-schakelaars, enzovoorts. BELANGRIJKE BEDIENINGSFUNKTIES

Scansnelheid

De snelheid waarmee de lampjes achter elkaar oplichten is instelbaar met de trapvormige symbolen. Zodra men een van deze symbolen kiest, en het LUCY programma actief is, wordt de huidige instelling op het scherm weergegeven. Ook zal het lampje achter return ↵ knipperen als teken dat LUCY wacht op instelgegevens. Zodra de gewenste waarde bereikt is kan men het instellen stoppen door het kiezen van return ↵. De juiste instelling kan alleen in de praktijk bepaald worden omdat ze van geval tot geval verschilt en bovendien afhankelijk is van de mate van geoefendheid, eventuele vermoeidheid, enzovoorts. Een geschikte startwaarde is 19. Zeker in het begin loont het de moeite om te experimenteren met de scansnelheid.

13

3.3 SCHAKELAARBESTURING (vervolg) Te hoge scansnelheid Naarmate men de instelwaarde hoger kiest, stappen de lampjes op LUCY sneller en hoeft men minder lang te wachten tot de gewenste letter is bereikt. Het wordt echter steeds moeilijker om op tijd te reageren als de gewenste rij of letter oplicht. Het is zelfs mogelijk dat de scansnelheid per ongeluk zo hoog wordt ingesteld dat het helemaal niet meer lukt om nog een letter of symbool te selekteren. Wanneer dit probleem zich voordoet is dat op de volgende manier op te lossen: Wacht totdat er geen lampjes meer verspringen, LUCY bevindt zich dan in de rusttoestand. Door nu de schakelaar in te drukken en vast te houden zal de bovenste rij oplichten en na een tijdje de rij weer uit gaan. De scansnelheid is dan automatisch ingesteld op een rustiger waarde (19).

Repeteer

Indien men door het indrukken van de schakelaar een letter gekozen heeft, zal deze slechts één maal naar de computer gezonden worden, hoe lang men de schakelaar ook vasthoudt. Om dezelfde letter nogmaals te kiezen moet men vanuit de linker bovenhoek opnieuw beginnen. In sommige gevallen kan het gemakkelijk zijn om LUCY in de repeteerstand te zetten. Indien men de schakelaar dan voldoende lang vasthoudt, terwijl de gewenste letter is geselekteerd, zal deze herhaaldelijk getypt worden. Na keuze van het vakje rep gaat het lampje achter rep branden ten teken dat LUCY in de repeteerstand staat. Bij nogmaals kiezen van rep gaat het lampje weer uit en komt LUCY terug in de normale toestand. Sommige geroutineerde gebruikers hebben hun apparaat voortdurend in de repeteerstand staan. Dit is een kwestie van persoonlijke voorkeur. De trapvormige symbolen voor het instellen van de scansnelheid zijn altijd repeterend.

rep

14

4. MACRO'S Vaak gebruikte woorden, zinnen of besturingsopdrachten kunnen worden opgeslagen in een zogenaamde macro. Tijdens het aanmaken van zo’n macro onthoudt LUCY alle symbolen die gekozen worden. De gekozen reeks kan daarna eenvoudig door het kiezen van slechts één of twee symbolen willekeurig vaak herhaald worden. De inhoud van een macro blijft bewaard, ook indien LUCY gedurende lange tijd niet gebruikt wordt. LUCY kent twee soorten macro’s: eenvoudige macro’s, waarbij de opgeslagen reeks met behulp van slechts één symbool herhaald kan worden, en tweestaps macro’s, waarbij twee symbolen nodig zijn om de reeks te herhalen. Het werken met macro’s is erg eenvoudig en kan een grote tijdbesparing geven.

4.1 EENVOUDIGE MACRO'S De onderste rij van de letterfolie bevat speciale symbolen. Op zichzelf hebben deze symbolen geen bijzondere betekenis. De vorm is zo gekozen dat ze gemakkelijk van elkaar te onderscheiden zijn.

Naast deze speciale symbolen is er nog het symbool Mac, dat gebruikt wordt bij het opslaan en uitwissen van een macro.

Een macro opslaan gaat als volgt: 1 Kies mac. 2 Kies het speciale symbool waarmee u de macro wilt terugroepen. 3 Kies vervolgens de letters die in de macro moeten komen. 4 Kies nogmaals mac. Vanaf dit moment is de macro klaar voor gebruik. Om de macro terug te roepen hoeft men alleen het betreffende symbool te kiezen. Tijdens het opslaan van een macro lichten de lampjes onder mac en het te programmeren symbool op. Verder gedraagt LUCY zich precies zoals gebruikelijk. De letters en andere symbolen die uiteindelijk in de macro komen, worden tijdens het opslaan gewoon naar de computer gezonden. Ook de speciale bedieningsfunkties van LUCY, voorafgegaan door het symbool fun, kunnen in een macro worden opgenomen. Een macro wissen gaat als volgt: 1 Kies mac. 2 Kies del. 3 Kies het symbool waaronder de te wissen macro zit. De betreffende macro is nu uit het geheugen verwijderd en het vrijgekomen symbool kan opnieuw gebruikt worden. Het kiezen van een 'lege' macro heeft geen invloed op de tekst die naar de computer wordt gezonden.

mac

15

4.2 TWEESTAPS MACRO'S Naast de eenvoudige macro's, die door het kiezen van een enkel symbool kunnen worden teruggeroepen, kent LUCY zogenaamde tweestaps macro's. Het terugroepen van een tweestaps macro begint altijd met mac. Daarna volgt een letter of een willekeurig ander symbool op de letterfolie (behalve del en de speciale symbolen in de onderste rij). Het opslaan van een tweestaps macro gaat als volgt: 1 Kies mac. 2 Kies de letter waarmee u de macro wilt terugroepen. 3 Kies vervolgens de letters die in de macro moeten komen. 4 Kies nogmaals mac. Het terugroepen van een tweestaps macro gaat als volgt: 1 Kies mac. 2 Kies de letter. Het wissen van een tweestaps macro gaat als volgt: 1 Kies mac. 2 Kies del. 3 Kies de letter.

4.3 MACROGROEPEN Een letterfolie heeft 88 vakjes. Alle symbolen, behalve mac en del, kunnen gebruikt worden om macro's op te slaan. Zo'n verzameling van 86 mogelijke macro's heet een macrogroep. Wanneer het programma LUCY aktief is op de computer, is het mogelijk een hele macogroep op de computer op te slaan en te vervangen door een andere groep. Door het symbool fun en vervolgens mac te kiezen, verschijnt op het scherm van de computer het volgende venster: Tevens licht één van de lampjes uit de onderste rij op. Dit lampje geeft aan welke macrogroep aktief is. Door een ander symbool uit deze rij te kiezen, wordt de huidige groep op de computer opgeslagen en de nieuw gekozen groep aktief gemaakt. Na het laden van de nieuwe macrogroep keert LUCY terug naar de normale toestand. Indien geen nieuwe groep geaktiveerd moet worden, kan men de funktie verlaten door return ↵ te kiezen. Wanneer het LUCY programma niet aktief is op de computer, kan geen nieuwe macrogroep geladen worden en blijft de huidige groep altijd aktief.

16

4.4 MACRO OVERZICHT Wanneer veel macro’s worden gebruikt, is het moeilijk om te onthouden welke letters gebruikt zijn en welke inhoud de macro's hebben. Om snel een indruk te krijgen van de opgeslagen macrogroepen, kiest men achtereenvolgens fun en m. Er verschijnt dan een overzichtsvenster met de inhoud van de huidige macrogroep. In het voorbeeld is dat groep M3, de derde groep van links.

Aan het begin van elke regel staat het symbool waaronder een macro is opgeslagen. Bij de macrosymbolen is een L of een R aangegeven om onderscheid te maken tussen de linker en rechter figuurtjes. Alle letters die gebruikt zijn, worden weergegeven als kleine letter. Een aantal symbolen wordt in het overzicht iets anders aangeduid dan op de letterfolie. Sommige vakjes worden weergegeven als een plaatje. Om de inhoud van een andere macrogroep te bekijken, kan men de betreffende groep kiezen in de rij met macrosymbolen. Let op, dit geeft alleen een overzicht van de inhoud van zo’n andere groep. Het wisselen van aktieve macrogroep kan alleen met fun mac. De funktie macro overzicht wordt afgesloten met return ↵.

alt gr

bsp

caps

De +, - en * uit het numerieke blok

shift

tab

De 1 t/m 9 uit het numerieke blok

17

5. MUIS UITVOER Het numerieke blok van LUCY kan gebruikt worden om de funkties van de gewone computerrmuis na te bootsen. Dit kan op twee manieren, stappend of continue, die hieronder worden toegelicht. Door achtereenvolgens fun en de 5 uit het numerieke blok te kiezen, kan de muisfunktie worden in- en uitgeschakeld. Stappende muis Wanneer de muisfunktie is ingeschakeld, brandt het lampje achter de 5. De vakjes rondom de 5 worden dan gebruikt om de muiscursor op het beeldscherm van de computer te verplaatsen. Met het vakje 8 � gaat de cursor omhoog, met 6 � gaat de cursor naar rechts. Met het vakje 7 home gaat de cursor naar linksboven, met 3 pgdn naar rechtsonder, enzovoorts Elke keer dat men een van deze vakjes op LUCY aanwijst, stapt de cursor op het beeldscherm over een vaste afstand in de betreffende richting. Continue muis Sommige mensen geven de voorkeur aan de continue muis mogelijkheid van LUCY. Hierbij verplaatst de muiscursor zich niet in stapjes over een vaste afstand op het beeldscherm, maar blijft bewegen zolang men op een van de cijfervakjes wijst. Wanneer de muisfunktie aktief is en het lampje achter de 5 brandt, kan met fun en de - uit het numerieke blok gekozen worden tussen stappende en continue muis. Wanneer ook het lampje achter de - brandt, is de continue muisstand ingeschakeld. Instellen van de snelheid De snelheid waarmee de cursor zich over het beeldscherm verplaatst, kan worden ingesteld door met ingeschakelde muisstand de 5 te kiezen. Eén van de cijfers rond de 5 licht nu op. Dit is een maat voor de huidige snelheid. Na aanwijzen van een ander cijfer rond de 5 wordt de snelheid gewijzigd en is LUCY meteen weer klaar voor gebruik. Het cijfer 1 correspondeert met een zeer kleine snelheid, cijfer 9 met een zeer grote snelheid. Een geschikte tussenwaarde voor algemeen gebruik is 4. Indrukken van de muisknoppen Het eenmalig indrukken van de linker, of rechter muisknop correspondeert met het aanwijzen van respectievelijk * of + in het numerieke blok van LUCY.

end

1 pgdn 3

5 6 �

4

2 �

pgup 9

home 7 8

�

* - +

end

1 pgdn 3

5 6 �

4

2 �

pgup 9

home 7 8

�

* - +

18

5. MUIS UITVOER (vervolg) Dubbelklikken Een dubbelklik met een muisknop kan met LUCY worden nagebootst door het betreffende symbool tweemaal snel achter elkaar aan te wijzen. Indien de vereiste snelheid een probleem is, kan men LUCY in de repeteerstand zetten met rep en het betreffende symbool blijven aanwijzen tot LUCY twee piepjes gegeven heeft. Een goed alternatief voor dubbelklikken is het aanwijzen van de return ↵ toets op LUCY. Slepen met de muis Soms moet men een muisknop ingedrukt houden terwijl de muis beweegt. Men kan dit zogenaamde slepen nabootsen door op LUCY eerst fun aan te wijzen, en daarna het betreffende muisknop symbool (* of +). Vervolgens kan men de muiscursor op de gebruikelijke manier laten bewegen en tenslotte de muisknop weer aanwijzen om het slepen te beindigen. Tijdens het slepen zal het lampje achter het betreffende symbool (* of +) branden, om aan te geven dat slepen is ingeschakeld. Muizenval Soms is het lastig op een druk beeldscherm de muiscursor terug te vinden. De cursor kan zelfs helemaal van het scherm lopen. Het lijkt dan of de muisfunktie niet meer werkt. LUCY heeft daarom een funktie waarmee de muiscursor eenvoudig op het midden van het beeldscherm geplaatst kan worden. Door bij ingeschakelde muisfunktie de 5 en vervolgens de - uit het numerieke blok te kiezen, zal de muiscursor op het midden van het beeldscherm komen te staan. Let op, deze funktie werkt alleen als het computerprogramma LUCY aktief is. Indien dat niet het geval is, geeft LUCY een dubbele pieptoon als u de deze funktie probeert te gebruiken.

19

6. OVERZICHT BEDIENINGSFUNKTIES

6.1 Speciale symbolen

Snelheid of gevoeligheid

Deze symbolen worden gebruikt voor het instellen van de snelheid of gevoeligheid van de besturingsmethode. Bij Laserbesturing regelt men hiermee de snelheid waarmee de letters reageren op de lichtvlek. Bij Muis- of Trackballbesturing regelt men de gevoeligheid voor bewegingen van het besturingshulpmiddel. Bij schakelaarbesturing stelt men de scansnelheid in. Voor een meer uitgebreide toelichting zie Hoofdstuk 3.

Repeteer

Wanneer men een letter kiest, wordt deze slechts één maal naar het uitvoerapparaat gezonden worden, hoe lang men de letter ook vasthoudt. Met het rep symbool kan LUCY in de repeteerstand gezet worden waarbij een gekozen letter herhaaldelijk naar de computer verzonden wordt zolang het kiezen duurt. Zolang rep actief is, blijft het lampje achter rep branden. Na nogmaals kiezen van rep gaat LUCY terug naar de normale stand.

Macrotoetsen

Het is mogelijk om vaak gebruikte woorden, zinnen of besturingsopdrachten in het geheugen van LUCY op te slaan. Zo'n opgeslagen woord of zin wordt een macro genoemd. Macro's kunnen met slechts één of twee handelingen worden teruggeroepen. Het werken met macro's is eenvoudig te leren en kan een grote tijdbesparing geven. Hoofdstuk 4 bevat een uitgebreide toelichting.

Funktietoets

Dit symbool dient om bepaalde instellingen van LUCY te veranderen en ook om de funktietoetsen van een computer te bedienen. Na kiezen gaat het lampje achter fun branden ten teken dat er nog meer letters of symbolen moeten worden gekozen. Door nogmaals fun te kiezen, gaat het lampje uit en keert LUCY terug naar de normale toestand. Indien men per ongeluk een funktie heeft gekozen en terug wil naar de normale toestand, kan dit bijna altijd veilig door return ↵ te kiezen. De volgende lijst geeft een alfabetisch overzicht van alle bedieningsfunkties.

rep

fun

mac

20

fun 1 0

fun 1 end

2 �

fun 5

fun alt

fun altgr

6.2 OVERZICHT FUNKTIETOETSEN

t/m Computer Funktietoetsen F1 t/m F10

Deze symbolen corresponderen met de funktietoetsen F1 t/m F10 van de computer, waarbij fun 0 staat voor F10.

en Computer Funktietoetsen F11 en F12

De funktietoetsen F11 en F12 zijn te bedienen met fun en de cijfers 1 en 2 van het numerieke blok.

Muis Uitvoer Aan/Uit

Met fun en de 5 van het numerieke blok wordt de muisuitvoer naar de computer aan- of uitgeschakeld. Na kiezen van fun 5 gaat de het lampje achter de 5 branden als teken dat de muisuitvoer actief is. Na nogmaals kiezen van fun 5 gaat het lampje weer uit en is de muisuitvoer niet langer actief. Het bedienen van de computermuis met LUCY wordt uitgebreid toegelicht in hoofdstuk 5.

Alt toets vasthouden

Na selektie van alt en een ander symbool gaat LUCY direkt terug naar de normale toestand. Dit sluit aan bij de meest gebruikelijke manier van werken met de alt toets. In de (zeldzame) gevallen waarbij de alt toets moet worden vastgehouden terwijl er meerdere andere toetsen achter elkaar worden ingedrukt, kan men bij LUCY de combinatie fun alt gebruiken. Het lampje onder alt blijft dan branden en alle volgende letters worden als alt combinaties naar de computer gezonden. Na opnieuw kiezen van alt gaat het lampje uit en komt LUCY weer terug in de normale toestand.

Alt gr toets vasthouden

Zoals bij de meeste moderne toetsenborden heeft LUCY twee alt toetsen, waarbij de rechter toets alt gr (alt ground) genoemd wordt. De funktie van beide toetsen is afhankelijk van het programma waarmee wordt gewerkt. Het vasthouden van de alt gr toets gaat op dezelfde manier als bij de alt toets.

21

fun b

fun c

6.2 OVERZICHT FUNKTIETOETSEN (vervolg)

Bedieningsmethode kiezen

Met fun b kan een voor een andere bedieningsmethode gekozen worden. Na selectie van fun b verschijnt een hulptekst op het scherm die de beschikbare mogelijkheden aangeeft. De gewenste methode wordt met een cijfer gekozen. Zodra dit cijfer is ingevoerd, verschijnt een ander hulpvenster op het scherm met een langzaam korter wordende blauwe balk. Men heeft nu ongeveer 15 seconden de tijd om return ↵ te kiezen met de nieuwe bedieningsmethode. Indien deze keuze niet binnen de tijd gemaakt wordt, gaat LUCY terug naar de oude toestand en blijft de bedieningsmethode ongewijzigd. Dit is een beveiliging om er zeker van te zijn dat de nieuwe bedieningsmethode ook daadwerkelijk gebruikt kan worden.

Toetscode voor bijzondere toetsen invoeren

Omdat de letterfolie van LUCY minder toetsen heeft dan een standaard toetsenbord, kunnen niet alle toetsen met LUCY direct bereikbaar zijn. Toch is het via fun c mogelijk om alle mogelijke toetsen, desgewenst tot zes tegelijk, met LUCY te bedienen. Na kiezen van fun c verschijnt een hulptekst op het scherm. Elke toets kan worden ingevoerd met een getal tussen 0 en 255, de zogenaamde toetscode. Boven in het venster verschijnt dan de Engelse naam van de betreffende toets. In de handleiding op de CD-ROM vindt u een bijlage met alle toetscodes. Men kan desgewenst verschillende getallen achter elkaar proberen. Na drie cijfers begint het opbouwen van een getal opnieuw. Zodra de juiste code is ingevoerd, kan deze door het kiezen van de letter C naar de computer gestuurd worden. Het is ook mogelijk om meer dan één toets tegelijk in te drukken. Nadat de code voor de eerste toets is ingevoerd, kiest men een spatie. De eerste toets verschijnt dan op de eerste regel van het venster en de code voor de tweede toets kan worden ingevoerd. Op deze manier kunnen tot zes toetsen worden ingevoerd. Na het kiezen van C worden alle toetscodes tegelijkertijd naar de computer gestuurd. Door fun c en het invoeren van de codes in een Macro te plaatsen, hoeft men dit slechts één keer te doen en is de betreffende toets daarna eenvoudig bereikbaar.

22

fun ctrl

fun d

6.2 OVERZICHT FUNKTIETOETSEN (vervolg)

Ctrl toets vasthouden

Na selektie van Ctrl en een ander symbool gaat LUCY direkt terug naar de normale toestand. Dit sluit aan bij de meest gebruikelijke manier van werken met de Ctrl toets. In de (zeldzame) gevallen waarbij de Ctrl toets moet worden vastgehouden terwijl er meerdere andere toetsen achter elkaar worden ingedrukt, kan men bij LUCY de combinatie fun ctrl gebruiken. Het lampje onder Ctrl blijft dan branden en alle volgende letters worden als Ctrl combinaties naar de computer gezonden. Na opnieuw kiezen van Ctrl gaat het lampje uit en komt LUCY weer terug in de normale toestand.

Ongewenste dubbele aanslagen onderdrukken

Deze funktie is alleen beschikbaar bij Laserbesturing. Soms lijkt het alsof LUCY een letter dubbel aanslaat terwijl deze toch slechts één maal gekozen is. Het is gebleken dat wanneer de lichtvlek snel naar een bepaalde letter beweegt, men de letter raakt, er over heen schiet en vervolgens teruggaand opnieuw raakt. Dit verschijnsel is met het oog meestal niet waarneembaar maar het treedt soms op, vooral bij grote en snelle bewegingen. Om dit soort ongewenste dubbele aanslagen tegen te gaan, kan men de zogenaamde dubbele aanslagpauze verhogen. Om een letter tweemaal achter elkaar te kiezen moet de lichtvlek eerst even van de letter af. De minimale tijd tussen de eerste maal en de tweede maal belichten heet de dubbele aanslagpauze. Deze is instelbaar met fun d. Na belichten van fun en d verschijnt een hulptekst in beeld en zal het lampje achter return ↵ knipperen als teken dat LUCY wacht op instelgegevens. Er kan nu een nieuwe waarde 1, 2 of 3 gekozen worden. Hoe groter het getal, hoe langer de dubbele aanslagpauze. Het instellen wordt beëindigd door return ↵ te kiezen. De meest gebruikelijke waarde is 2. Een waarde van 1 heeft als voordeel dat een letter sneller tweemaal gekozen kan worden. Het nadeel is een grotere kans op ongewenste dubbele aanslagen. Bij een waarde van 3 moet men iets langer wachten voordat een letter nogmaals gekozen kan worden, maar is de kans op ongewenste dubbele aanslagen het kleinst.

23

fun h

fun i

fun m

fun mac

6.2 OVERZICHT FUNKTIETOETSEN (vervolg)

Hulpoproep

Deze funktie dient om de hulpoproep in te schakelen. Na kiezen klinkt een luide alarmtoon en verschijnt een hulptekst op het scherm. Zolang de hulpoproep is ingeschakeld, zijn alle symbolen van LUCY behalve return ↵ ongevoelig. De alarmtoon kan worden uitgeschakeld door het kiezen van return ↵.

Intermezzo

Na selektie van fun i speelt LUCY "The Entertainer" als een muzikaal intermezzo. Wordt uitgeschakeld door het kiezen van return ↵ .

Macro overzicht

Met fun m kan men een hulpscherm oproepen dat een overzicht geeft van alle beschikbare Macro's. Het gebruik van Macro's wordt uitgebreid toegelicht in hoofdstuk 4.

Macro groep kiezen

Door het kiezen van fun mac en een macrosymbool kan men één van de 11 mogelijke verschillende Macrogroepen aktief maken. Deze funktie werkt alleen indien het LUCY programma in de computer aktief is. Het gebruik van Macro's wordt uitgebreid toegelicht in Hoofdstuk 4.

24

fun o

fun p

fun rep

6.2 OVERZICHT FUNKTIETOETSEN (vervolg)

Ongevoelig

Deze funktie is alleen beschikbaar bij Laserbesturing. Na belichten van deze symbolen wordt LUCY tijdelijk ongevoelig voor de lichtvlek. Op het scherm verschijnt een hulptekst. Ook zal het lampje achter fun knipperen als teken dat LUCY niet normaal werkt. Op deze manier kan men voorkomen dat tijdens een rustpauze allerlei nonsens wordt geselekteerd door de ongecontroleerd over het aanwijsbord bewegende lichtvlek. Door nogmaals fun en o te belichten gaat men terug naar de normale toestand.

Piepsterkte instellen

Deze funktie dient voor het instellen van de piepsterkte. Tijdens normaal gebruik geeft LUCY een korte pieptoon zodra een letter is geaccepteerd. Met fun p kan men de geluidssterkte van de pieptoon instellen door een cijfer van 1 t/m 5 te kiezen. Men kan verschillende cijfers achter elkaar proberen om de gewenste geluidssterkte te vinden. Het is ook mogelijk om de pieptoon geheel uit te schakelen door het cijfer 0 te kiezen. In dat geval kan men aan het opflitsen van het lampje onder de gekozen letter toch zien dat deze is geaccepteerd. Tijdens het instellen is de huidige waarde in het hulpvenster op het scherm zichtbaar. Met return ↵ gaat men terug naar de normale toestand.

Repeteersnelheid instellen

Met het rep symbool kan LUCY in de repeteerstand gezet worden waarbij een gekozen letter herhaaldelijk naar de computer verzonden wordt zolang het kiezen duurt. De snelheid waarmee de letters verzonden worden is instelbaar met fun rep. De huidige waarde is zichtbaar in een hulpvenster op het scherm. Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe sneller de letters elkaar opvolgen. Met return ↵ gaat men terug naar de normale toestand.

25

fun s

fun shift

fun x

6.2 OVERZICHT FUNKTIETOETSEN (vervolg)

Scroll Lock toets vasthouden

Hoewel de Scroll Lock toets op het standaard toetsenbord nog maar zelden gebruikt wordt, kan deze ook met LUCY bediend worden door fun s te kiezen. Zolang Scroll Lock actief is, blijft het lampje achter de S branden. Na nogmaals kiezen van fun s gaat LUCY terug naar de normale toestand.

Hoofdletter toets vasthouden

Na kiezen van het shift symbool gaat het lampje achter shift aan en wordt de eerstvolgende letter als hoofdletter naar de computer gestuurd. Direkt daarna gaat het lampje uit en gaat LUCY terug naar de normale toestand. Dit sluit aan bij de meest gebruikelijke manier van werken met shift: Een hoofdletter aan het begin van de zin en daarna weer kleine letters. Indien men meerdere hoofdletters achter elkaar wil plaatsen kan men de combinatie fun shift gebruiken. Het lampje onder shift blijft dan branden en alle volgende letters worden als hoofdletters naar de computer gezonden. Na opnieuw kiezen van shift gaat het lampje uit en komt LUCY terug in de normale toestand.

Hoofdscherm oproepen

Na kiezen van fun x verschijnt het hoofdscherm van het LUCY programma in beeld. Men heeft nu de keuze uit de letters: O voor het oproepen van een compact overzicht van de bedieningsfunkties. I om naar het instelscherm van LUCY te gaan. Via dit scherm kan men ook een ander gebruikersprofiel kiezen. A om het LUCY programma te stoppen. Met return ↵ gaat men terug naar de normale toestand. De verschillende mogelijkheden worden meer uitgebreid beschreven in hoofdstuk 7

26

fun 5

fun *

fun +

fun -

6.3 OVERZICHT MUISUITVOER FUNKTIES

Muis Uitvoer Aan/Uit

Met fun en de 5 van het numerieke blok wordt de muisuitvoer naar de computer aan- of uitgeschakeld. Na kiezen van fun 5 gaat de het lampje achter de 5 branden als teken dat de muisuitvoer actief is. Na nogmaals kiezen van fun 5 gaat het lampje weer uit en is de muisuitvoer niet langer actief. Het bedienen van de computermuis met LUCY wordt uitgebreid toegelicht in hoofdstuk 5.

Linker muisknop slepen

In sommige gevallen is het nodig om de muisknop vast te houden terwijl de muis wordt bewogen. Nadat fun * gekozen is gaat het lampje achter * aan als teken dat de linker knop is vastgezet. Na nogmaals kiezen van * gaat het lampje uit en komt LUCY terug in de normale stand.

Rechter muisknop slepen

In sommige gevallen is het nodig om de muisknop vast te houden terwijl de muis wordt bewogen. Nadat fun + gekozen is gaat het lampje achter + aan als teken dat de rechter knop is vastgezet. Na nogmaals kiezen van + gaat het lampje uit en komt LUCY terug in de normale stand.

Muis uitvoer type

Bij gebruik van LUCY voor muisuitvoer, heeft men de keus uit twee mogelijke besturingsmethoden; continue en stapsgewijs. Indien de muisuitvoer actief is en het lampje achter de - aan is, beweegt de muiscursor continue over het scherm zolang men een pijltjestoets van het numerieke blok blijft kiezen. Indien het lampje achter de - uit is, zal de muiscursor elke keer een stap maken zodra men, eventueel repeterend, een pijltjestoets kiest. Beide methoden hebben hun voor- en nadelen. Het omschakelen tussen de methoden gaat met fun -.

27

7. HET COMPUTERPROGRAMMA LUCY

7.1 HET HOOFDSCHERM Bij LUCY wordt een speciaal computerprogramma geleverd. Hoewel LUCY als een volwaardig toetsenbord en volwaardige muis werkt zonder dit programma, biedt het een aantal voordelen om het programma op de computer te installeren. Zo verschijnen de hulpschermen zoals in de voorgaande hoofdstukken beschreven zijn, uitsluitend wanneer het programma aktief is. Ook het aantal macro’s dat met LUCY gebruikt kan worden, kan met behulp van het programma eindeloos uitgebreid worden. Daarnaast kunnen de instellingen van LUCY per gebruiker apart op de computer worden opgeslagen. Tenslotte biedt het programma een overzicht van alle in LUCY beschikbare bedieningsfunkties, met een beknopte omschrijving. Het programma kan alleen worden gestart wanneer LUCY op de computer aangesloten is. Het installeren van het programma gaat in de meeste gevallen automatisch wanneer u de bijgeleverde CD-ROM in de computer plaatst. Wanneer het installatieprogramma niet automatisch start, bladert u met Verkenner naar de CD-ROM speler en dubbelklikt u op het Setup icoon. Volg verder de aanwijzingen op het scherm. Wanneer het LUCY programma aktief is, staat rechtsonder in het scherm, in het systeemvak naast de klok, het LUCY icoon. Door op het icoon te klikken of op LUCY achtereenvolgens fun en x te kiezen, wordt het hoofdscherm van het programma getoond. Hierin kan met een o gekozen worden voor een overzicht van de bedieningsfunkties. Met de keuze i kunnen de instellingen van LUCY gewijzigd worden en met keuze a kan het LUCY programma worden afgesloten. Door in het hoofdscherm return ↵ te kiezen, wordt het scherm gesloten maar blijft het programma aktief.

28

7. 2 OVERZICHT BEDIENINGSFUNCTIES Het overzicht bevat een aantal informatieschermen waarin beknopt wordt beschreven welke bedieningsfunkties in LUCY beschikbaar zijn. Met de pijltjestoetsen 2 � en 8 � kan door de verschillende schermen gebladerd worden. Door return ↵ te kiezen wordt het overzicht afgesloten en keert men terug naar het hoofdscherm.

7. 3 INSTELSCHERM Wanneer in het hoofdscherm op Instellen geklikt wordt of een i gekozen wordt, verschijnt het Instellingenscherm. Rechtsboven staat de huidige programmaversie.

29

7. 3 INSTELSCHERM (vervolg) Alle gebruiksinstellingen van LUCY kunnen via dit scherm worden opgegeven. De meeste van deze instellingen zijn ook met behulp van LUCY funkties te wijzigen. Dit scherm is dan ook speciaal bedoeld voor bijvoorbeeld therapeuten die LUCY snel voor verschillende gebruikers willen instellen. De enige instelling die uitsluitend via dit instelscherm kan worden gewijzigd is de gebruikte letterfolie. Die keuze kan niet via een LUCY funktie worden opgegeven. De weergegeven waardes voor de diverse instellingen komen overeen met de huidige waardes in LUCY. Met behulp van de pijltjestoetsen 2 � en 8 � kan men naar het volgende respectievelijk het vorige invulvakje stappen. Na het laatste vakje worden de knoppen bereikt. De geselecteerde knop kleurt rood. Door met de muis op de knop te klikken of door de spatie te kiezen kan de knop ingedrukt worden. Om de nieuwe instellingen te aktiveren moet op de knop Naar LUCY worden geklikt. Het programma vraagt daarna om ter bevestiging return ↵ te kiezen. Dit kan zowel met LUCY als met het gewone toetsenbord. Wordt de return ↵ toets niet binnen een bepaalde tijd gegeven, dan klinkt een dubbele pieptoon en blijven de oude instellingen ongewijzigd. Let op, wanneer men return kiest voordat het programma daar om vraagt, wordt het instelscherm afgesloten en blijven de oude instellingen onveranderd.

7. 4 GEBRUIKERSPROFIELEN Het is mogelijk om per gebruiker alle instellingen inclusief alle macro’s en macrogroepen, op te slaan in een zogenaamd profiel. Met de knop Opslaan kan een profiel op de harde schijf van de computer worden bewaard. Met de knop Laden kan een eerder opgeslagen profiel worden gekozen uit het lijstje Bestaande profielen.

De pijltjestoetsen 2 � en 8 � kunnen worden gebruikt om tussen de invulvakjes en de knoppen Opslaan of Laden te kiezen.

30

7.5 AFSLUITEN Wanneer in het hoofdscherm op Afsluiten geklikt wordt of een a gekozen wordt, verschijnt een waarschuwingsscherm. Indien per ongeluk voor afsluiten is gekozen kan men terugkeren naar het hoofdscherm met return ↵. Door in het waarchuwingsscherm een s te kiezen of op sluiten te klikken, wordt het LUCY programma afgesloten en verschijnen geen meldingen van LUCY meer op het beeldscherm. LUCY blijft wel gewoon als toetsenbord en muis werken.

31

8. PLAATSEN EN AANSLUITEN

8.1 PLAATSEN Monteer de LUCY op de tafelstandaard en plaats het apparaat naast de computer monitor. Een montagehand- leiding is bijgesloten in de verpakking van de standaard.

8.2 AANSLUITEN De USB uitgang bevindt zich aan de achterzijde LUCY.

Steek de vierkante connector van de bijgeleverde USB kabel in deze uitgang. Steek het andere uiteinde van de kabel in een vrije USB poort van de computer. Wanneer LUCY met een muis of trackball bediend wordt, moet dit apparaat in de poort USB in gestoken worden. De standaard 3,5 mm aansluiting S1 is bedoeld voor schakelaarbesturing. S2 is gereserveerd voor toekomstige toepassingen.

32

8.3 HARDWARE INSTALLATIE Zodra LUCY met de computer verbonden is, verschijnt bij Windows XP en Vista systemen de melding ‘Nieuwe hardware gevonden’. De computer herkent LUCY automatisch. LUCY is een complex apparaat. Wanneer LUCY voor eerste keer wordt aangesloten, zal de PC vier verschillende apparaten herkennen: een samengesteld apparaat, een toetsenbord, een muis en tenslotte een data apparaat. Na een korte tijd zal de melding ‘Uw nieuwe hardware is klaar voor gebruik’ verschijnen. Dit geeft aan dat de hardware installatie succesvol verlopen is. Wanneer LUCY wordt aangesloten op een Windows 98 PC kan om de originele CD van Windows gevraagd worden. Wanneer deze CD niet beschikbaar is, kan door op de knop ‘dit bestand overslaan’ te klikken, meestal toch een succesvolle installatie worden bereikt, omdat de benodigde standaard drivers van Windows in de meeste gevallen al in de computer aanwezig zijn.

Verklaring van CE conformiteit De producent Shannon Electronics vof Industrieweg 116, 2712 LD Zoetermeer verklaart onder exclusieve verantwoordelijkheid dat het apparaat Naam en type: LUCY 4 Omschrijving: Communicatiehulpmiddel voor motorisch gehandicapten is ontworpen, geproduceerd en getest volgens de volgende geharmoniseerde normen voor Gegevensverwerkende Apparatuur: EN55022:2006 Radiostoringskenmerken EN55024:1998/2003 Immuniteitskenmerken en voldoet aan alle essentiële eisen van EMC Richtlijn 2004/108/EG. datum: 16 oktober 2007 naam: J. Goezinne functie: directeur ondertekening

33

BIJLAGE 1. TOETSCODES

CODE TOETS CODE TOETS 1 Overrun Error 51 ; : 2 POST Fail 52 '' 3 ErrorUndefined 53 ` ~ 4 a A 54 , < 5 b B 55 . > 6 c C 56 / ? 7 d D 57 Caps Lock 8 e E 58 F1 9 f F 59 F2 10 g G 60 F3 11 h H 61 F4 12 i I 62 F5 13 j J 63 F6 14 k K 64 F7 15 l L 65 F8 16 m M 66 F9 17 n N 67 F10 18 o O 68 F11 19 p P 69 F12 20 q Q 70 Print Screen 21 r R 71 Scroll Lock 22 s S 72 Pause 23 t T 73 Insert 24 u U 74 Home 25 v V 75 Page Up 26 w W 76 Delete 27 x X 77 End 28 y Y 78 Page Down 29 z Z 79 Right Arrow 30 1 ! 80 Left Arrow 31 2 @ 81 Down Arrow 32 3 # 82 Up Arrow 33 4 $ 83 Num Lock 34 5 % 84 Keypad / 35 6 ^ 85 Keypad * 36 7 & 86 Keypad - 37 8 * 87 Keypad + 38 9 ( 88 Keypad Enter 39 0 ) 89 Keypad 1 End 40 Return 90 Keypad 2 Down 41 Escape 91 Keypad 3 PgDn 42 Backspace 92 Keypad 4 Left 43 Tab 93 Keypad 5 44 Space 94 Keypad 6 Right 45 - _ 95 Keypad 7 Home 46 = + 96 Keypad 8 Up 47 [ { 97 Keypad 9 PgUp 48 ] } 98 Keypad 0 Insert 49 \ | 99 Keypad . Delete 50 Europe 1 100 Europe 2

34

BIJLAGE 1. TOETSCODES (vervolg)

CODE TOETS CODE TOETS 101 App 151 Kbd Lang 8 102 Keyboard Power 152 Kbd Lang 9 103 Keypad = 153 Kbd Alternate Erase 104 F13 154 Kbd SysReq/Attention 105 F14 155 Kbd Cancel 106 F15 156 Kbd Clear 107 F16 157 Kbd Prior 108 F17 158 Kbd Return 109 F18 158 Kbd Separator 110 F19 160 Kbd Out 111 F20 161 Kbd Oper 112 F21 162 Kbd Clear/Again 113 F22 163 Kbd CrSel/Props 114 F23 164 Kbd ExSel 115 F24 116 Kbd Execute

165 / 223

RESERVED

117 Kbd Help 224 Left Control 118 Kbd Menu 225 Left Shift 119 Kbd Select 226 Left Alt 120 Kbd Stop 227 Left GUI 121 Kbd Again 228 Right Control 122 Kbd Undo 229 Right Shift 123 Kbd Cut 230 Right Alt 124 Kbd Copy 231 Right GUI 125 Kbd Paste 126 Kbd Find

232 / 255

RESERVED

127 Kbd Mute 128 Kbd Volume Up 129 Kbd Volume Dn 130 Kbd Locking Caps Lock 131 Kbd Locking Num Lock 132 Kbd Locking Scroll Lock 133 Keypad , ' 134 Kbd Equal Sign 135 Kbd Int 1 136 Kbd Int 2 137 Kbd Int 3 138 Kbd Int 4 139 Kbd Int 5 140 Kbd Int 6 141 Kbd Int 7 142 Kbd Int 8 143 Kbd Int 9 144 Kbd Lang 1 145 Kbd Lang 2 146 Kbd Lang 3 147 Kbd Lang 4 148 Kbd Lang 5 149 Kbd Lang 6 150 Kbd Lang 7

35

BIJLAGE 1. TOETSCODES (vervolg)

STANDAARD TOETS LAYOUT Copyright © oktober 2007 Shannon Electronics Gebrokenwit 1 2718 AX Zoetermeer

ins

73 hom

74 pgu

75

prts

70 scrl

71 pau

72

del

76 end

77 pgd

78

80

����

81 ���� 79

���� 82

num

83

7

95

4

92

1

89

0

98

/

84

8

96

5

93

2

90

*

85

9

98

6

94

3

91

-

86

.

99

+ 87

entr 88

1

30

q

20

/

56

return 40

w

26 e

8 r

21 t

23 y

28 u

24 i

12 o

18 p

19 [

47 ]

48

a

4 s

22 d

7 f

9 g

10 h

11 j

13 k

14 l

15 ;

51 ‘

52 \

49

\

100 z

29 x

27 c

6 v

25 b

5 n

17 m

16 ,

54 .

55

2

31 3

32 4

33 5

34 6

35 7

36 8

37 9

38 0

39 -

45 =

46 `

53 bsp

42

tab

43

caps

57

shift

225 shift

229

ctrl

224 gui

227 alt

226 space

44 alt

230 gui

231 app

101 ctrl

228

f1

58 f2

59 f3

60 f4

61 f5

62 f6

63 f7

64 f8

65 f9

66 f10

67 f11

68 f12

69 esc

41