SG CW2012-2013

82
2012 2013 STUDIEGIDS bachelor | master cultuurwetenschappen

description

2012 2013 studiegids bachelor | master

Transcript of SG CW2012-2013

Page 1: SG CW2012-2013

2012 2013

studiegids bachelor | master

cultuurwetenschappen

Page 2: SG CW2012-2013

Open Universiteitwww.ou.nl

Inhoud

03 Voorwoord Nieuw en anders in 2012-2013

06 Studeren aan de Open Universiteit

07 Faculteit Cultuurwetenschappen Bachelor Algemene cultuurwetenschappen, master Kunst- en cultuurwetenschappen Beroepsperspectieven Voorzieningen voor studenten

10 Studiebegeleiding Persoonlijke begeleiding Begeleiding per cursus Docenten en mentoren Informatiekanalen

14 Bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen Opbouw Startpakket en propedeuse Postpropedeuse: drie varianten Aanbevolen volgorde van studeren (het ‘normtraject’)

18 Bachelor – reguliere variant / opleidingsschema21 Bachelor – variant educatieve minor / opleidingsschema25 Bachelor – open variant / opleidingsschema

29 Vrijstellingen voor de bacheloropleiding

32 Cursusbeschrijvingen bachelor Cursussen propedeuse Cursussen postpropedeuse Cultuurgeschiedenis Kunstgeschiedenis Letterkunde Filosofie Algemene cultuurwetenschappen Cursussen educatieve minor Cursussen vrije ruimte 63 Masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Opleidingsschema Toelating tot de masteropleiding

66 Cursusbeschrijvingen master

74 Alumni en promoveren

76 Tentamens

77 Inschrijven en kosten 79 Procedures en regelgeving

80 Service en informatie

Omslagfoto: Giulio Paolini, L’altra figura (1984), Art Gallery New South Wales, Australië. Maker foto onbekend.

Page 3: SG CW2012-2013
Page 4: SG CW2012-2013

3

VoorwoordVorig jaar kondigde ik op deze plek met enige trots aan, dat wij de bachelor Algemene cultuurwetenschappen voortaan in drie varianten konden aanbieden. Dit jaar heb ik weer belangrijk nieuws. Zowel in de bachelor- als de masteropleiding bieden wij u, als u dat wilt, een traject aan dat de vrijheid van studietempo en -tijd flink inperkt met als doel uw studierendement te verhogen. Cultuurwetenschappen start, samen met alle andere faculteiten van de Open Universiteit, een traject waarin de bestudering van cursussen is gebonden aan vaste begin- en eind-data. Tussentijds zijn er op gezette tijden opdrachten te maken en bijeenkomsten te bezoeken. Een tutor volgt uw studieverrichtingen, neemt regelmatig contact met u op en geeft raad en advies.U begint samen met een aantal andere studenten op hetzelfde moment aan een cursus en werkt samen met hen naar de eindstreep. U ontmoet uw medestudenten en uw tutor tijdens virtuele overleggen op Studienet, maar ook tijdens bijeenkomsten in centraal gele-gen studiecentra. We noemen het OUX, Open Universiteit Extra, en het is een experiment. We hopen dat de deelnemende studenten baat zullen vinden bij meer structuur en meer begeleiding en dat ze daardoor sneller zullen studeren. De faculteit heeft allereerst ingezet op de inleidende cursussen in de propedeuse. In de master bieden we eenzelfde soort traject aan, maar vooralsnog niet onder de noemer OUX.

Belangrijk in het academisch jaar 2012-2013 is ook de complete vernieuwing van de inlei-dende cursussen in de propedeuse. De met de Inleiding kunstgeschiedenis van 2010 in-gezette vernieuwing wordt voortgezet met een herziene en geactualiseerde Inleiding let-terkunde, Inleiding in de filosofie, en – voor het eerst – een Inleiding cultuurgeschiedenis.

De derde grote vernieuwing betreft de masteropleiding. Het aantal inhoudelijke cursus-sen is bijna verdubbeld. Daarmee heeft de masterstudent aanzienlijk meer te kiezen, want alle nieuwe cursussen kunnen ook leiden tot een vervolgonderzoek ten behoeve van de masterscriptie. De nieuwe cursussen zijn mede een gevolg van de uitbreiding van de wetenschappelijke staf.

Tot slot is natuurlijk belangrijk dat in 2012-13 het inhoudelijk deel van de educatieve minor Letterkunde wordt ingevuld. Tevens komen wij tegemoet aan twee vaak geuite wensen van onze studenten: het opnemen van een stage in het programma en de moge-lijkheid een extra module te vullen met seminars.

Ook afgelopen jaar scoorden de opleidingen van onze faculteit weer goed in de landelijke metingen onder studenten. U toonde zich als klanten zeer tevreden over de inhoud en het niveau van de opleidingen en de kwaliteitszorg daaromheen. Dat geeft goede moed voor de academische visitatie en accreditatie die de faculteit tegen het eind van het academisch jaar 2012-2013 voor de derde keer in haar geschiedenis zal ondergaan. Het wordt dus voor ons een belangrijk jaar.

Steeds meer realiseren wij ons, hoeveel doorzettingsvermogen en volharding vereist zijn om naast werk en gezin een academische studie als Cultuurwetenschappen te volgen. Chapeau dus, dat u deze studiegids (wederom) openslaat om komend jaar uw kennis, inzicht en academische vaardigheden te vergroten.

Prof. dr. Jaap van MarleDecaan faculteit Cultuurwetenschappen

Page 5: SG CW2012-2013

4

Nieuw en anders in 2012-2013

Nieuwe cursussen in de propedeuseIn de propedeuse zijn drie van de vier inleidende cursus-sen vernieuwd.- Inleiding letterkunde (C16112). Een geheel nieuw opge-

zette cursus, bestaande uit een analytisch deel en een historisch deel aangevuld met een tekstbundel.

Zie pag. 33.- Inleiding in de filosofie (C13132). De cursus is gerevi-

seerd en aangepast. De studielast is teruggebracht. De cursus wordt voortaan in twee etappes getentami-

neerd. Zie pag. 36.- Inleiding cultuurgeschiedenis (C04212). Voor het eerst

kent de propedeuse ook een inleidende cursus voor cultuurgeschiedenis. In deze cursus is de oude cursus Ancien regime (C09221) ondergebracht. De tweede helft van de inhoud bestaat uit de vorig jaar aangekon-digde, maar niet gerealiseerde cursus Staten, naties en identiteit. De Inleiding cultuurgeschiedenis wordt in twee delen getentamineerd: het eerste tentamen betreft het Ancien regime, het tweede Nationalisme in Europa 1800-heden. Zie pag. 35.

Nieuwe cursussen in de postpropedeuse- Zomerschool cultuurgeschiedenis (C61321). De naam

is niet nieuw, maar de inhoud en opzet van deze cursus zullen geheel anders zijn dan de zomerschool die het afgelopen decennium elke twee jaar in Maastricht werd aangeboden. Bij het ter perse gaan van deze gids wordt nog stevig hierover nagedacht. Houd de berichtgeving in de gaten. Zie pag. 46.

- Cultuurwetenschappelijke seminars 2 (C55211): voort-aan kunt u zonder problemen een tweede module vullen met seminars. Zie pag. 55.

- Stage Cultuurwetenschappen (C80212). Onder bepaal-de voorwaarden kunt u in deze tweemoduuls cursus een stage inbrengen. Zie pag. 56.

Nieuwe cursussen ten behoeve van de educatieve minor- Vanaf het tweede semester (1 februari 2013) is de inhou-

delijke invulling van de educatieve minor Letterkunde beschikbaar. Drie nieuwe cursussen worden in dit kader ontwikkeld: Taalkunde van het Nederlands (C23212), Taalbeheersing van het Nederlands (C24212) en Schoolgrammatica (C16211). Zie pag. 51

- Al eerder, vanaf 1 september 2012 is de cursus Vakdidactiek geschiedenis (C31211) beschikbaar.

Zie pag. 59.

Nieuwe onderwerpen bij de bachelorscriptie- Onderzoekspracticum bachelorscriptie (C42333). Bij drie van de vier disciplines van cultuurwetenschap-

pen schrijft u vanaf 1 september 2012 uw bachelorscrip-tie over een ander onderwerp. Bij cultuurgeschiedenis staat het verenigingsleven en de civil society centraal, bij letterkunde de verbeelding van nationale identitei-ten in de Nederlandse literatuur en bij kunstgeschiede-nis de perceptie van de zeventiende-eeuwse schilder-kunst. Het onderwerp van filosofie, denken over Europa, werd nog niet zolang geleden vernieuwd en kan nog even mee. Zie pag. 57.

Nieuwe cursussen in de masterIn de master worden vier nieuwe cursussen aangeboden, naast de bestaande cursussen. De nieuwe cursussen kennen alle vaste begindata, tussentijdse opdrachten en toetsen, en vaste inleverdata van de werkstukken. Zie voor meer informatie pagina 63.- Volop vertier! Vrije tijd en stedelijke cultuur 1870-2010

(C50312). Zie pag. 67.- De eeuw van de lezers (C44312). Vanaf 1 februari 2013.

Zie pag. 69.- Hedendaagse cultuuranalyses en cultuurkritieken

(C11312). Vanaf 1 februari 2013. Zie pag. 71.- De koloniale ervaring vanuit letterkundig en cultuurhis-

torisch perspectief (C43312). Zie pag. 72.- Onder cursuscode van het Onderzoekspracticum

Cultuurwetenschappen (C95312) wordt alleen nog het practicum Sensus catholicus aangeboden. Zie pag. 70.

Laatste tentamenkansenOok in 2012-2013 verdwijnt door het ter beschikking komen van nieuwe cursussen, een aantal oude cursussen uit het aanbod. - De laatste tentamenkans voor de oude cursus Inleiding

letterkunde (C12122) vindt plaats op 26 augustus 2013.- De laatste tentamenkans voor de oude cursus Inleiding

in de filosofie (C13122) vindt plaats op 25 juni 2013.- De laatste tentamenkans voor de cursus Veranderende

grenzen. Nationalisme in Europa (1919-1989) (C07321) vindt plaats op 28 juni 2013.

- Bachelorscripties (disciplines letterkunde, kunstgeschie-denis en cultuurgeschiedenis) die geschreven zijn onder de cursuscode C42323 kunnen nog worden ingeleverd tot 1 juli 2013.

- Werkstukken gemaakt in het kader van het Onderzoekspracticum cultuurwetenschappen (C95312) voor de varianten ‘Literatuur’ en ‘Nederland moderni-seert’ kunnen nog ingeleverd worden tot 1 juli 2013.

Page 6: SG CW2012-2013

5

Open Universiteit Extra - OUX

Vanaf 1 september 2012 start de Open Universiteit met Open Universiteit Extra (OUX). Met OUX bieden wij meer gestructureerd onderwijs met als kernaspecten minder vrijblij-vendheid en meer binding. Dit nieuwe aanbod wordt naast het onderwijs met vrijheid van tijd, plaats en tempo aangeboden. U kunt dus kiezen tussen vrij studeren of in een vast tempo onder begeleiding van een tutor.

Alle faculteiten, dus ook Cultuurwetenschappen, bieden vanaf 1 september één of meer studieblokken in OUX aan. Een blok heeft een vaste startdatum en duurt één jaar, het bestaat in de meeste gevallen uit vier modulen, vergt 400 tot 480 uur studie en is opgebouwd uit bestaande cursussen. Alle studenten beginnen op 1 september met het blok en doen op dezelfde momenten tentamen. Aan het eind van elk blok is een herkan-singsperiode. Per blok is er een tutor die studenten actief volgt en worden activiteiten georganiseerd, zoals een (virtuele) introductiebijeenkomst, een tentamentraining of een nabespreking van het tentamen. Ook worden er per blok deadlines vastgelegd. Als blijkt dat u een bepaalde deadline niet gehaald hebt, neemt de tutor contact met u op. Studenten die zich inschrijven voor een blok geven daarmee aan dat zij actief willen participeren en actief gevolgd willen worden. Met alle studenten die zich inschrijven voor OUX wordt contact opgenomen voor een elektronisch of telefonisch intakegesprek.Studenten die sneller willen studeren kunnen naast het blok ook nog losse cursussen kopen.

OUX is vooralsnog een experiment. In het flankerende onderzoek gaat de Open Universiteit na, of deze aanpak ertoe leidt dat studenten sneller en succesvoller studeren. Op het moment dat deze studiegids ter perse ging werd OUX nog voorbereid. Zodra er meer informatie is over de precieze inrichting van de OUX-blokken, de roostering van de tentamens en de planning van de activiteiten, wordt dit via Studienet bekend gemaakt.

CultuurwetenschappenVanaf 1 september 2012 biedt de faculteit Cultuurwetenschappen twee blokken OUX aan:- Blok 1: Inleiding letterkunde (1e semester) + Inleiding kunstgeschiedenis (2e semester)- Blok 2: Inleiding cultuurgeschiedenis (1e semester) + Inleiding filosofie (2e semester)U kunt ook starten met de OUX-blokken per 1 februari 2013. Dan doet u eerst de cursus van het 2e semester en aansluitend de cursus van het 1e semester.

Page 7: SG CW2012-2013

6

Studeren aan de Open UniversiteitHet onderwijsaanbod van de Open Universiteit (OU) is anders samengesteld dan dat van de reguliere Nederlandse en Belgische universiteiten. Wij bieden afstandsonderwijs, deels elektronisch aangeboden met gebruikmaking van de mogelijkheden van internet. Dit betekent dat u als student niet naar college hoeft te gaan (al zijn er uitzonde-ringen), maar thuis achter uw bureau of op welke andere plaats dan ook, en op een tijdstip dat u schikt, kunt studeren. Het studiemateriaal is zelfinstruerend, de docent is als het ware aan het woord. Het studietempo bepaalt u zelf, want soms is er veel gelegenheid om te studeren, soms ook absoluut niet. Bij de Open Universiteit betaalt u geen collegegeld om een jaar lang onderwijs te kunnen volgen. Bij de OU koopt u cursussen, elk jaar het aantal dat u zelf wilt. U kunt op elk moment met uw studie aan de OU beginnen.

ToelatingseisIedereen kan een studie op academisch niveau starten bij de Open Universiteit. De enige toelatingseis is de leeftijd van 18 jaar of ouder. Zonder computer met een goede internetaansluiting is het niet mogelijk om een opleiding van de OU te voltooien. Houd er ook rekening mee, dat voor veel cursussen Engels op havo-niveau een vereiste is.

www.ou.nl en eigen e-mailadresHet adres van de openbare website van de Open Universi-teit is www.ou.nl . Alle algemene informatie over studeren aan de OU en alle benodigde formulieren worden gepubli-ceerd op deze website. Iedereen die aan de OU studeert, krijgt een eigen e-mailadres bestaande uit uw naam en de uitgang @studie.ou.nl. Dit adres gebruikt de universiteit wanneer zij met u in contact wil treden.

StudiebegeleidingZelfstudie en afstandsonderwijs betekenen niet studeren zonder begeleiding. De Open Universiteit biedt begelei-ding op een aantal manieren. Zie voor details pagina 9. Wanneer u besluit een academische opleiding aan de OU te volgen, krijgt u een mentor toegewezen die fungeert als vast en persoonlijk aanspreekpunt voor zaken als plan-ning, aanpak en voortgang van de studie. www.ou.nl/begeleiding

StudiecentraUw mentor houdt kantoor op een studiecentrum. Bij uw mentor en de andere medewerkers van een studiecentrum kunt u terecht voor alle informatie over uw studie. U kunt in een studiecentrum begeleidingsbijeenkomsten volgen,tentamens afleggen, praten met andere studenten, werken aan een computer en het studiemateriaal inzien. Er worden workshops en lezingen georganiseerd en er vinden diploma-uitreikingen plaats. Een studiecentrum is dan ook dé ontmoetingsplaats voor studenten. De Open Universiteit beschikt over zestien studiecentra in Nederland en zes in Vlaanderen. www.ou.nl/studiecentra

Cursussen en opleidingenCursussen vormen de bouwstenen van het onderwijs aan de Open Universiteit. Een pakket van tekstboeken, werk-boeken (al of niet elektronisch aangeboden), cd-roms, dvd’s, een cursuswebsite en soms nog andersoortige informatiedragers vormen het studiemateriaal van een cursus. Elke cursus die u koopt, is afzonderlijk te bestu-deren en wordt afgesloten met een tentamen. U krijgt standaard veertien maanden om de drie tentamenkansen te benutten. Als u slaagt, ontvangt u een cursuscertificaat. Vele cursussen samen vormen een wetenschappelijke op-leiding. De cursusbeschrijvingen elders in deze studiegids geven een indruk van de inhoud van elke cursus die de faculteit Cultuurwetenschappen aanbiedt. Bij elke cursus-beschrijving staat de url (het elektronisch adres) van de cursus op de website www.ou.nl/studieaanbod vermeld. Daar vindt u uitgebreidere informatie en kunt u online cursussen bestellen.

Modulen, studiepunten en studie-urenEen cursus van de Open Universiteit bestaat uit één of meer modulen, waarbij 1 module gelijk staat aan 4,3 studie-punten. De cursusomvang in deze studiegids wordt uitge-drukt in modulen. Voor het bestuderen van 1 module staat een studieduur van 100 tot 120 studie-uren.

Studienet en cursuswebsitesAlle cursussen hebben een eigen site op de elektronische leeromgeving van de Open Universiteit, Studienet. Om op de hoogte te blijven van alle extra en actuele informatie die rond een cursus wordt aangeboden, is een geregeld bezoek aan deze cursuswebsite noodzakelijk. Zodra u zich heeft ingeschreven voor een cursus, krijgt u toegang tot de cursussite. Daar vindt u uitgebreide informatie over de begeleiding en het tentamen. Ook is het in het discussie-forum mogelijk contact te leggen met andere studenten die met de stof bezig zijn en zo samen de antwoorden op vragen te vinden. Docenten mengen zich soms ook in deze discussie. Op Studienet heeft de faculteit Cultuur-wetenschappen een eigen plek (‘tab’) voor het doorgeven van belangrijke informatie aan haar studenten.

Page 8: SG CW2012-2013

7

Faculteit Cultuurwetenschappen (CW)Bij cultuur denken wij vooral aan wat ons met andere mensen bindt. Dat kan taal zijn, nationaliteit, godsdienst, de krant waar wij op geabonneerd zijn, onze politieke voorkeur of de manier waarop wij met elkaar omgaan. Cultuur is dus een heel ruim begrip, waarin in elk geval identiteit, omgangs-vormen en gemeenschappelijke ideeën en codes een grote rol spelen. Belangrijk in het cultuurbegrip is dat die gemeenschappelijke kenmerken ooit gegroeid zijn, maar ook – en dat maakt het spannend – constant veranderen. Denkt u zich in uw eigen woonplaats eens drie eeuwen terug. Die is dan aanzienlijk kleiner, er staan andere gebouwen, u bent anders gekleed en de taal en om-gangsvormen zijn anders. Ook de beleving van godsdienst, natuur of maatschappelijke identiteit wijkt af van wat u op dit moment ervaart. De voortdurende ontwikkeling in de cultuur van het bestaande naar het nieuwe is kort samengevat onder de noemer ‘traditie en vernieuwing’, een begrippenpaar dat in de opleidingen van de Faculteit Cultuurwetenschappen centraal staat.

Cultuur is overal

Cultuur is overal. We maken er zelf

deel van uit en worden er constant

en overal mee geconfronteerd.

Maar cultuur en de uitingen daarvan

zijn veelal niet eenduidig. Cultuur is

geen statisch gegeven, maar voort-

durend aan verandering onderhevig,

met als gevolg dat ook cultuur-

uitingen in hoge mate divers en

heterogeen zijn. De opleidingen van

de Faculteit Cultuurwetenschappen

zijn erop gericht om cultuuruitingen

te analyseren, te interpreteren en in

een breder perspectief te plaatsen.

Met andere woorden, onze weten-

schappelijke opleidingen zijn niet

alleen gericht op het bijbrengen en

vergroten van de kennis op het ter-

rein van de cultuur, maar ook op het

‘actief omgaan’ met cultuuruitingen.

Dat ook reflectie op cultuur daarbij

hoort, is bijna vanzelfsprekend.

U verwerft dus niet alleen kennis,

maar leert met deze kennis ook iets

te doen. Vandaar de aandacht in het

studieprogramma voor academische

vorming en vaardigheden.

Inhoudelijk stoelen de bachelor

Algemene cultuurwetenschappen

en de master Kunst- en cultuur-

wetenschappen op vier disciplines:

(cultuur)geschiedenis, kunstgeschie-

denis, letterkunde en filosofie.

Bachelor Algemene cultuurwetenschappen, master Kunst- en cultuurwetenschappen

De faculteit Cultuurwetenschappen (CW) biedt een wetenschap-pelijke bachelor-opleiding Algemene cultuurwetenschappen en een masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen aan. Dit zijn twee geheel zelfstandige opleidingen:

- de bachelor Algemene cultuurwetenschappen, een afgeronde academische opleiding die wordt bekroond met een diploma en bijbehorende titel Bachelor of Arts.

De bacheloropleiding wordt aangeboden in drie varianten: de reguliere bachelor, de open bachelor en de bachelor met educatieve minor (zie vanaf pagina 14). Alle drie de varianten van de bachelor geven toegang tot de master Kunst- en cul-

tuurwetenschappen van de Open Universiteit.- de master Kunst- en cultuurwetenschappen, waarin sprake is van verdere wetenschap-

pelijke verdieping en die leidt tot het diploma Master of Arts.De cursussen waaruit de opleidingen van de faculteit Cultuurwetenschappen (en de andere faculteiten van de OU) bestaan, worden elk academisch jaar door de Raad van decanen vastgesteld en gepubliceerd in de Onderwijs- en examenregeling (OER). De OER kent een ‘Algemeen deel’ met algemene regels aangaande het onderwijs, een ‘Specifiek deel’ waarin de cursussen waaruit het programma is opgebouwd worden opgesomd en ‘Uitvoeringsregels’, waarin nadere regels aangaande cursussen en oplei-dingen worden gesteld (zie ook: www.ou.nl/documenten).Met uitzondering van practica, vaardigheidscursussen en scripties zijn alle cursussen waaruit de opleidingen cultuurwetenschappen bestaan, ook als losse cursus aan te schaffen, te bestuderen en af te sluiten met een tentamen. Wel zijn er soms ingangseisen waaraan voldaan moet worden. Of u kiest voor een opleiding of een losse cursus hangt af van het doel waarmee u gaat studeren en de tijd die u beschikbaar heeft. De certificaten behaald voor losse cursussen kunt u later altijd inbrengen in een oplei-ding. Ze kunnen ook vrijstelling opleveren bij andere universiteiten of hogescholen.

Beroepsperspectieven

Algemene cultuurwetenschappen kent vier constituerende disciplines: cultuurge-schiedenis, kunstgeschiedenis, filosofie en letterkunde. Na het voltooien van uw opleiding hebt u een schat aan kennis opgedaan over een breed scala van culturele verschijnselen, zoals taal, ideeën, symbolen, beelden, gebouwen en afbeeldingen. Uw kennis strekt zich uit over een periode die begint bij de renaissance en doorloopt tot de huidige samenleving. Naast kennis en inzicht verwerft u als cultuurwetenschap-per ook de vaardigheden om teksten en bronnen te analyseren, zelf een onderzoek op te zetten en daarover wetenschappelijk verantwoord te rapporteren, zowel schriftelijk als mondeling. De kennis en vaardigheden waarover u na het behalen van een bache-lordiploma Algemene cultuur-wetenschappen en/of een masterdiploma Kunst- en cultuurwetenschappen beschikt, maken u geschikt voor staf- en beleidsfuncties bij overheid en culturele instellingen.

Page 9: SG CW2012-2013

8

In de zogenaamde beleidsvariant van de open bacheloropleiding worden cultuurwetenschappelijke vakken gecombi-neerd met de grondslagen van een management- en juridische opleiding en zet u tijdens uw studie al direct in op dergelijke functies. De bachelor Algemene cultuurwetenschappen en master Kunst- en cultuurwetenschappen bieden ook kansen voor een carrière in het onderwijs. Het is mogelijk in de bacheloropleiding een educatieve minor op te nemen, waarmee u een tweedegraads bevoegdheid Geschiedenis of Nederlands behaalt. De master biedt uitzicht op een eerste-graads bevoegdheid Geschiedenis, Nederlands of Kunstgeschiedenis/Culturele en kunstzinnige vorming (CKV). Kijk voor meer informatie en de condities op pagina 63.

Voorzieningen voor studenten

StudienetElke cursus die u koopt bij de Open Universiteit, heeft een eigen website op Studienet, de elektronische leeromgeving van de universiteit. Deze cursuswebsite is een integraal onderdeel van elke cursus. U dient deze cursuswebsite dan ook te raadplegen om op de hoogte te blijven van alle relevante informatie over uw cursus(sen). Vaak is bestudering van de cursus zonder de website niet mogelijk. Wie voor het eerst toegang tot Studienet wil krijgen gaat naar www.ou.nl en klikt vervolgens op Studienet. Volg de instructies. Als u bent ingelogd staan de door u aangeschafte cursussen op uw werkplek. Via de tab ‘Cursussen’ > Cultuurwetenschappen komt u in de complete lijst met cursussen en kunt u als gast ook op websi-tes van andere cursussen kijken.

Ik heb een vraag…

- Over algemene zaken met

betrekking tot de studie, de

faculteit of de universiteit:

www.ou.nl/directcontact

of bel +31 (0)45 - 576 2888.

- Over de planning en aanpak van

mijn studie (online):

www.ou.nl/studieplanner en

www.ou.nl/studiecoach

(zie voor meer informatie

pagina 10 van deze studiegids).

- Over de planning en aanpak van

mijn studie (persoonlijk):

uw mentor van de faculteit

Cultuurwetenschappen. Kijk op

pagina 12 van deze studiegids

wie dat is en stuur een e-mail.

- Over de inhoud van een cursus:

kijk bij de cursusbeschrijving

elders in deze studiegids wie de

examinator en/of begeleider van

uw cursus is en stuur een e-mail.

Studiepad onlineVoor elke student die een opleiding volgt, maakt de OU een studiepad aan in het Studie-resultatensysteem (SRS). In dit studiepad kunt u uw studievorderingen raadplegen. SRS geeft een overzicht van het afgelegde, lopende en resterende studiepad van de opleiding waarmee u bezig bent. Maar let op! Het studiepad geeft niet de aanbevolen volgorde van het bestuderen van cursussen weer. Deze volgorde vindt u in het schema op pagina 17 van deze gids. Het studiepad is louter een overzicht van uw studievorderingen.www.ou.nl/studiepad

Studentenblad (e-)ModulairAls student van de Open Universiteit ontvangt u een aantal keer per jaar het (gratis) studentenblad Modulair. Modulair staat vol met achtergronden, human interest, opinie en debat. Studenten vertellen over hoe zij het doen met de studie; docenten en hoogleraren vertellen over interessante ontwikkelingen in hun vakgebied. Ook vertegenwoordigers van het College van Bestuur, de studiecentra en het Onderwijs Service-centrum komen regelmatig aan het woord. In service-rubrieken staat de laatste informatie over tentamenroosters, bijzondere inschrijvingen, afgestudeerden en dergelijke. Modulair kent ook een elektronische editie voor het laatste nieuws.www.ou.nl/modulair

(Digitale) BibliotheekAls student van de Open Universiteit kunt u via Studienet/Mijn werkplek de digitale bibliotheek raadplegen. U krijgt rechtstreeks toegang tot de digitale bibliotheek met een reeks belangrijke e-journals, informatiebestanden en zoeksystemen voor weten-schappelijke tijdschriften en artikelen. De website Studiecoach geeft onder andere uitleg over het gebruik van de digitale bibliotheek. In de bibliotheek zelf krijgt u meer informatie via de veelgestelde vragen en de nieuwsberichten. Heeft u inhoude-lijke vragen over de collectie, dan kunt u Ask Your Librarian raadplegen.www.ou.nl/bibliotheek of www.ou.nl/ub

Endnote en Reference managerStudenten van de Open Universiteit kunnen gratis Endnote en Reference manager downloaden. Dit zijn beide softwarepakketten voor het opslaan van bibliografische gegevens. Hiermee downloadt u eenvoudig literatuurverwijzingen van websites van uitgeverijen en bibliotheken uit buiten- en binnenland. Daarnaast kunt u met deze programma’s zoeken in bibliotheekdatabases. Zo kunt u zelf een database aanmaken van literatuurverwijzigen om die te gebruiken in uw afstudeeronderzoek, tijdschrift-artikelen, boeken en andere publicaties. U kunt beide programma’s één maand nadat u bent ingeschreven downloaden. Op de website Studiecoach staat een instructiefilm over het gebruik van Endnote.

Page 10: SG CW2012-2013

9

Academia en SURFspotDe Open Universiteit is aangesloten op de SURFfederatie, waardoor u als student gebruik kunt maken van de mediabi-bliotheek Academia maar ook producten bestellen via SURFspot. Het Academia-materiaal bevat een enorme collectie aan beeld- en geluidmateriaal over de Nederlandse geschiedenis, de medische wereld, media-geschiedenis, politiek en recht, natuur en milieu en zelfs over entertainment en curiosa. Er zijn Polygoon-journaals, amateurfilms, programma’s van de publieke omroep, radiofragmenten, foto’s en artikelen te vinden. SURFspot is de ict-webwinkel voor het onder-wijs waar officiële software en andere ICT-producten tegen voordelige prijzen aangeschaft kunnen worden. De link naar de winkel treft u aan op uw werkplek op Studienet.www.ou.nl/studievoorzieningen

U studeert niet alleen!

Hoewel de faculteit Cultuurweten-

schappen van de Open Universiteit

afstandonderwijs verzorgt, dat u

in principe zelfstandig thuis kunt

bestuderen, hoeft uw studie geen

eenzaam avontuur te zijn.

Aan onze faculteit staan zo’n 2500

studenten ingeschreven, die zich

voor een deel hebben georgani-

seerd in studentenverenigingen.

Medestudenten kunt u ook

ontmoeten in de studiecentra,

waar u bovendien bij docenten

(mentoren) van de faculteit

terecht kunt voor studieadvies en

begeleidingsbijeenkomsten.

Mentoren en studentenvereni-

gingen organiseren in overleg elk

jaar een programma van lezingen,

voorlichtingsavonden, discus-

siegroepen, excursies et cetera.

Deze activiteiten vinden wij een

wezenlijk bestanddeel van de

bacheloropleiding Algemene

cultuurwetenschappen. Zij dragen

bij aan een bredere academische

vorming.

Daarom heeft de faculteit

deze activiteiten onderge-

bracht in de aparte module

‘Cultuurwetenschappelijk debat’.

Op die manier wordt uw deelname

beloond met studiepunten.

Facultaire opleidingscommissieBinnen de faculteit Cultuurwetenschappen is een (wettelijk verplichte) Facultaire op-leidingscommissie (FOC) actief. Deze commissie bestaat uit minimaal drie studenten en drie stafleden. De commissie brengt advies uit over de Onderwijs- en examenrege-ling (OER) voor de opleidingen van de faculteit Cultuurwetenschappen, beoordeelt jaarlijks de uitvoering van die regeling en geeft verder gevraagd en ongevraagd advies over het CW-onderwijs. Verslagen van de vergaderingen van de FOC kunt u vinden in de rubriek ‘Facultaire Opleidingscommissie’ onder de tab ‘Cultuurwetenschappen’ op uw werkplek op Studienet.De samenstelling van de commissie is in het voorjaar van 2012 als volgt: prof. dr. Leo Wessels, voorzitter StudentledenJos de Jonge, Leni Luierweert, Michel Severijns, Danny Tabruyn, Marian Vaags, Koos van der ZwetDocentledendrs. Lieke van den Bulck-Van der Linden, dr. Mieke Rijnders; plaatsvervangers: dr. Frank Inklaar, drs. Herman SimissenOndersteuningAmbtelijk secretaris: drs. Paul van den Boorn, E [email protected]; secretariaat: Petra de Munnik, E [email protected]

StudentenverenigingenStudenten Cultuurwetenschappen hebben zich georganiseerd in studentenverenigin-gen en studiegroepen. De meeste zijn gekoppeld aan een studie-centrum en geven een nieuwsbrief uit. De verenigingen organiseren uiteenlopende activiteiten, zoals lezingen, excursies, congressen of studiereizen. Het is een gemakkelijke manier om contact te krijgen met andere studenten en docenten van de faculteit en het studiecentrum. De verenigingen zijn er natuurlijk ook voor de gezelligheid. Voor velen zijn de sociale contacten onmisbaar; onderling worden veel studie-ervaringen uitgewisseld. Actuele informatie over adressen, contactpersonen en activiteiten kunt u vinden op www.ou.nl/studentenvereniging of de link ‘studentenverenigingen’ onder de tab ‘Cultuurwetenschappen’ op uw werkplek op Studienet.

StudentenraadDe belangen van alle studenten worden behartigd door de Studentenraad. De Studentenraad is een wettelijk inspraakorgaan en gesprekspartner van het College van bestuur. De raad ziet er op toe dat de student centraal blijft staan en de studie op-timaal kan doorlopen. Bovendien heeft de raad de wettelijke taak de kwaliteit van het onderwijs te bewaken. Hierdoor kan (on)gevraagd advies aan het College van bestuur worden uitgebracht. De Studentenraad kan voor overleg vertegenwoordigers van bestuurlijke organen uitnodigen en zich laten bijstaan door inhoudelijk deskundigen. De Studentenraad bestaat uit maximaal negen leden die bij geheime stemming wor-den gekozen door en uit studenten. De zittingstermijn is twee jaar. De Studentenraad vergadert één keer per maand en overlegt eens per kwartaal met het College van bestuur; de vergaderingen zijn openbaar. Wilt u een bijeenkomst bijwonen? Meldt u aan via [email protected]. Informatie over de agendapunten, notulen, reglement en andere berichten van de Studentenraad staan op Studienet.

Page 11: SG CW2012-2013

10

Studiebegeleiding

Begeleide zelfstudie

Het studeren aan de Open Universiteit wordt wel aangeduid als ‘begeleide zelfstudie’. Dat een student aan de Open Universiteit wordt geacht zoveel mogelijk zelfstandig te studeren, komt bijvoorbeeld tot uiting in de zelf- en eindtoet-sen die in vrijwel alle gevallen tot het studiemateriaal van cursussen behoren. Het zijn proeftentamens waarmee u zelf kunt testen of u de stof van een leereenheid (zelftoets) of de hele cursus (eindtoets) beheerst. Daarnaast zijn van vrijwel alle cursussen tentamenbundels beschikbaar, bestaande uit reeds afgenomen tentamens of in het verleden gemaakte opdrachten. Maar zelfstudie betekent niet ‘geen begeleiding’. De faculteit Cultuurwetenschappen biedt diverse vormen van begeleiding aan. Uitgebreide informatie daarover vindt u bijvoorbeeld in de opleidingsschema’s van de bachelor en master elders in deze gids, op de cursuswebsites en de tab Cultuurwetenschappen op Studienet, en op www.ou.nl onder studieaanbod en studie-informatie. We onderscheiden de volgende begeleidingsvormen:

Persoonlijke begeleiding

Onderwijsadviseur en mentorHebt u vragen met betrekking tot studieplanning, studievoortgang, studievaardig-heden of organisatie (dus vragen die geen betrekking hebben op de inhoud van een specifieke cursus), dan kunt u allereerst elke werkdag van 9.00 tot 16.30 uur terecht bij de onderwijsadviseurs van de faculteit Cultuurwetenschappen, T +31 (0)45 - 576 2888.Daarnaast kunt u voor soortgelijke vragen een beroep doen op uw CW-mentor. Deze heeft als standplaats het studiecentrum in uw regio en is een vast aanspreekpunt tijdens uw hele studie. Aan elk Nederlands studiecentrum is een CW-mentor verbon-den (zie de foto’s op pagina X). Deze organiseert voorlichtingsbijeenkomsten over het nieuwe cursusaanbod, lezingen in het kader van het studium generale van CW of excursies. Op deze bijeenkomsten ontmoet u medestudenten uit uw eigen regio, hetgeen soms leidt tot het vormen van studiegroepjes.CW-mentor en onderwijsadviseur richten zich op gezette tijden ook tot u via een mail in het kader van het zogenaamde bachelormentoraat.Aan de Vlaamse studiecentra zijn eveneens CW-mentoren verbonden. Bij hen kunt u informatie krijgen over CW-docenten en begeleiding. Zie voor de namen de tab Cultuurwetenschappen op Studienet onder ‘begeleiding en mentoraat’.

Studiecoach en workshopsVeel studenten merken dat een studie aan een afstandsuniversiteit een nieuwe aanpak van studeren vergt. Waarschijnlijk bent u al een tijdje uit het studieritme en moet u er weer even inkomen. Een goed timemanagement is dan geen overbodige luxe! Maar ook een goede motivatie en studieplanning zijn dan belangrijk. Er zijn verschillen-de methoden om informatie op te nemen en te onthouden en er zijn ook veel manieren om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. De elektronische Studiecoach geeft u tips en suggesties om u actief te leren studeren. Daarnaast worden in de studiecentra regelma-tig workshops georganiseerd waar u samen met andere studenten kunt werken aan het verbeteren van uw kwaliteiten en studievaardigheden. www.ou.nl/studiecoach

StudieplannerOm een goed studieresultaat te behalen en zo veel mogelijk gebruik te maken van uw beschikbare studietijd is het plannen van uw studie raadzaam. De Studieplanner, een elektronisch hulpmiddel, maakt op basis van een aantal gegevens het plannen van uw studie inzichtelijk. Nadat u hebt ingevoerd hoeveel uren per week u beschikbaar hebt voor de studie, ziet u meteen wanneer u klaar bent voor het afleggen van een tentamen. Andersom kan ook, als u op een bepaalde datum uw cursus wilt afronden, berekent de studieplanner hoeveel studie-uren u per week nodig hebt. U kunt ook meerdere cursussen plannen en rekening houden met vakanties. Het is ook mogelijk gebruik te maken van de voorbeeldplanningen van de faculteit.www.ou.nl/studieplanner

Laatste nieuws rond studiebegeleiding

In de rubriek Studiebegeleiding in

Modulair en op de cursuswebsites

wordt u op de hoogte gehouden

van wijzigingen van data, locaties en

spreekuurtijden van docenten/men-

toren. Raadpleeg daarom altijd deze

rubriek en de cursuswebsite.

Voor veranderingen op zeer korte

termijn kunt u het beste de website

van uw studiecentrum raadplegen:

www.ou.nl/studiecentra.

Page 12: SG CW2012-2013

11

Ongewenste verbreking contact

Als u een cursus van de OU koopt,

bent u voor 14 maanden ingeschre-

ven als student. Na die 14 maanden

hebt u geen ‘inschrijfrechten’ meer,

tenzij u uw rechten verlengt (zie

pagina 77). Mocht er even geen tijd

zijn om uw studie op dat moment

voort te zetten, en verlengt u rech-

ten niet, dan u kunt geen tentamen

meer doen in de betreffende cursus.

Wel zorgt de OU ervoor dat u nog

één jaar toegang behoudt tot de

cursussite op Studienet. U krijgt ook

nog Modulair.

Maar één jaar nadat de laatste

inschrijfrechten zijn verlopen, wor-

den alle contacten verbroken, tenzij

u actie onderneemt. Laat het ons

weten als u uw studie noodgedwon-

gen tijdelijk op een laag pitje hebt

gezet, maar toch betrokken en op de

hoogte wilt blijven. Neem contact

op met uw CW-mentor. In de meeste

gevallen kunnen wij dan in overleg

iets regelen.

Begeleiding per cursus

StandaardbegeleidingElke cursus heeft een docent bij wie u voor inhoudelijke vragen terecht kunt. Dit kan telefonisch of via e-mail. Bij de cursusbeschrijvingen in deze gids en op de cursussite in Studienet ziet u wie de docent is en wanneer hij/zij telefonisch spreekuur houdt. Op Studienet kunt u ook via de discussiegroep of het forum vragen stellen aan mede-studenten. Docenten kijken mee in de discussiegroep.

GroepsbegeleidingVoor een aantal cursussen worden in de studiecentra groepsbijeenkomsten georgani-seerd. Het betreft vooral de inleidende cursussen in de propedeuse en dan met name de ‘startcursus’, de eerste cursus van de opleiding. Voor sommige cursussen later in de opleiding worden bijeenkomsten belegd in de belangrijkste studiecentra. Tijdens de bijeenkomsten gaat u samen met docent en medestudenten dieper in op de leerstof en bereidt u zich voor op het tentamen. Alle informatie rondom studiebegeleiding wordt gepubliceerd op de betreffende cursussite. Tenzij anders aangegeven is het bezoeken van begeleidingsbijeenkomsten niet verplicht.Van sommige bijeenkomsten bestaan opnames, die te volgen zijn via de cursussite op Studienet.

Elektronische begeleidingBij sommige cursussen worden ‘virtuele begeleidingsbijeenkomsten’ georganiseerd. Samen met de docent en medestudenten logt u op een afgesproken tijdstip in op de ‘virtuele klas’ op internet en behandelt een deel van de studiestof.

StudiedagenBij een aantal cursussen wordt op een centrale plaats in Nederland een studiedag georganiseerd. Een studiedag heeft een ander karakter dan een begeleidingsbijeen-komst. Tijdens een studiedag maken docenten de inhoud van een cursus aanschouwe-lijk door bijvoorbeeld een bezoek aan een museum, door lezingen of door het samen lezen van oorspronkelijke teksten. De dagen hebben een ‘plus-karakter’, inhoud van de cursus en tentamen komen slechts zijdelings ter sprake. Over data, locaties en inhoud van deze dagen wordt u tijdig via de cursuswebsite en het studentenblad Modulair geïnformeerd. De meeste studiedagen kunnen worden meegenomen in het traject van de cursus Cultuurwetenschappelijk debat.Zie de cursusbeschrijving op pagina 54.

Individuele begeleiding bij de afstudeeropdrachtBij het schrijven van de bachelorscriptie wordt u gedeeltelijk individueel begeleid. U maakt samen met uw docent afspraken. De begeleiding van de scriptie van de mas-teropleiding is geheel individueel.

Page 13: SG CW2012-2013

12

Prof. dr. Jaap van Marle

Decaan

[email protected]

prof. dr. Paul van den Akker

(kunstgeschiedenis)

[email protected]

mw. prof. dr. Erica van Boven

(letterkunde)

[email protected]

prof. dr. Wil Derkse

(filosofie)

[email protected]

prof. dr. Jan-Hein Furnée

(geschiedenis)

[email protected]

prof. dr. Ype Koopmans

(kunstgeschiedenis)

[email protected]

mw. prof. dr. Carla Rita

Palmerino

(filosofie)

[email protected]

prof. dr. Leo Wessels

(geschiedenis)

[email protected]

drs. Janny Bloembergen-

Lukkes (geschiedenis)

janny.bloembergen-lukkes@

ou.nl

CW-mentor Utrecht en Almere

www.open.ou.nl/modern

drs. Lieke van den Bulck-van

der Linden (cultuurweten-

schappen)

lieke.vandenbulck-vanderlin-

[email protected]

CW-mentor Breda en Eindhoven

drs. Tom van Dorp

(filosofie / geschiedenis)

[email protected]

CW-mentor Rotterdam en

Vlissingen

dr. Frank Inklaar

(geschiedenis)

[email protected]

CW-mentor Zwolle en Enschede

www.open.ou.nl/modern

dr. Jos Pouls

(kunstgeschiedenis)

[email protected]

CW-mentor Heerlen (Parkstad)

www.jospouls.nl

Hanna Riezebos MA

(geschiedenis)

[email protected]

CW-mentor Groningen,

Leeuwarden en Emmen

drs. Wouter Steffelaar

(letterkunde)

[email protected]

CW-mentor Amsterdam en

Alkmaar

Arjan Vader MA

(cultuurwetenschappen)

[email protected]

CW-mentor Den Haag

dr. Jeroen Vanheste

(filosofie)

[email protected]

CW-mentor Nijmegen

dr. Marjolijn Bol

(kunstgeschiedenis)

[email protected]

dr. Toon Bosch

universitair hoofddocent

(geschiedenis)

[email protected]

drs. Dick Disselkoen

(letterkunde)

[email protected]

dr. Caroline Drieënhuizen

(geschiedenis)

[email protected]

dr. Lizet Duyvendak

universitair hoofddocent

(letterkunde)

[email protected]

dr. Elisabeth den Hartog-de

Haas (filosofie)

elisabeth.denhartog-dehaas@

ou.nl

drs. Marjolein van Herten

(letterkunde)

[email protected]

www.ou.nl/leesclubonderzoek

dr. Susan Hogervorst

(geschiedenis)

[email protected]

dr. Frauke Laarmann

(kunstgeschiedenis)

[email protected]

drs. Wil Michels

(taalcorrectie)

[email protected]

dr. Sarah de Mul

(letterkunde)

[email protected]

Hoogleraren

Mentoren Overige stafleden

Docenten en mentoren

Decanen

Page 14: SG CW2012-2013

13

Informatiekanalen

Welke informatie? Ga naar…

Algemene informatie over studeren aan de Open Universiteit - www.ou.nl/studeren - www.ou.nl/directcontact - +31 (0)45-576 28 88 - [email protected]

Faculteit Cultuurwetenschappen (organisatie, nieuws, agenda, medewerkers) - Deze studiegids - www.ou.nl/cultuurwetenschappen - ‘Tab’ Cultuurwetenschappen op Studienet

Begeleiding (van cursussen) - Cursusbeschrijvingen in deze studiegids - Hoofdstuk Studiebegeleiding in deze studiegids - www.ou.nl/begeleiding - www.ou.nl/cursussen - www.ou.nl/studieaanbod

Cursussen (algemene informatie, bestellen, tentamendata, begeleiders) - Cursusbeschrijvingen in deze studiegids - www.ou.nl/cursussen - www.ou.nl/studieaanbod

Cursussen: opgeven voor CW-debat, activiteiten (behalve studium generale), - secretariaat Cultuurwetenschappen studiedagen, pluspaketten, seminars, zomerscholen. secretariaat@[email protected] Aanmelden studium generale lezingen: bij het betreffende studiecentrum - www.ou.nl/studiecentra

Cursussen: volgorde van studeren (normtraject) - pag 16-17 van deze studiegids

Cursussen (gedetailleerde informatie over gang van zaken, begeleiding, - De cursuswebsite op Studienet data bijeenkomsten, materialen, tentamen, bronnen, opdrachten)

Mentoraat: wie is mijn mentor? - Hoofdstuk Studiebegeleiding in deze studiegids - ‘Tab’ Cultuurwetenschappen op Studienet

Studiecentra (ook voor data en tijdstippen van begeleidingsbijeenkomsten) - www.ou.nl/studiecentra

Studie-informatie (algemene informatie over studeren aan de OU) - www.ou.nl/studeren

Studentenverenigingen - ‘Tab’ Cultuurwetenschappen op Studienet - www.ou.nl/studentenvereniging

dr. Jan Oosterholt

(letterkunde)

[email protected]

dr. Mieke Rijnders

universitair hoofddocent

(kunstgeschiedenis)

[email protected]

dr. Ronald Rommes

(geschiedenis)

[email protected]

drs. Herman Simissen

(filosofie / geschiedenis)

[email protected]

dr. Patricia van Ulzen

(kunstgeschiedenis)

[email protected]

dr. Leonieke Vermeer

(geschiedenis)

[email protected]

drs. Irmin Visser

(kunstgeschiedenis)

[email protected]

drs. Paul van den Boorn

[email protected]

+31 (0)45-576 24 78

Opleidingsmanager/ Scriptiecoördinator

SecretariaatHet secretariaat van de faculteit Cultuurwetenschap-

pen is bereikbaar op de volgende dagen/tijden:

ma - do 08.30 - 16.00 uur; vr 08.30 - 12.00 uur.

T + 31 (0)45 – 576 2375 / 2451 / 2162.

E [email protected]

Nicole Gruisen

[email protected]

tel. 23 75

Véronique Smits

[email protected]

tel. 24 51

Petra de Munnik

[email protected]

tel. 21 62

Page 15: SG CW2012-2013

14

Propedeuse - 14 modulen. - Verplicht: 12 modulen. - Gebonden keuze: 2 modulen kiezen uit 4.

Postpropedeuse - 28 modulen

Postpropedeuse (alle varianten) - Verplicht: 2 modulen: Schrijfpracticum 2 en CW-Vaardigheden 2

Postpropedeuse (reguliere variant) - Gebonden keuze: 18 modulen kiezen uit een gegeven lijst van cursussen - Vrije ruimte: 5 modulen, in principe in te vullen naar eigen inzicht (zie verderop in dit hoofdstuk). Postpropedeuse (variant educatieve minor) - Verplicht inhoudelijk deel ten behoeve van de educatieve minor: 10 modulen - Gebonden keuze: 6 modulen kiezen uit een gegeven lijst van cursussen - Educatieve minor: 7 modulen. De cursussen van de educatieve minor worden in de vrije ruimte geplaatst.

Postpropedeuse (open variant) - Gebonden keuze: 8 modulen kiezen uit een gegeven lijst van cursussen - Verbredingpakket: 10 modulen elders (buiten de faculteit) behaald niet- verwant onderwijs. - Vrije ruimte: 5 modulen, in principe in te vullen naar eigen inzicht (zie onder).

Afstudeertraject (alle varianten) - Verplicht: 3 modulen (Onderzoekspracticum bachelorscriptie)

Programma voor alle varianten gelijk Programma verschilt per variant

Bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappenBij het bepalen van de inhoud van de bacheloropleiding is de gedachte wat nu zo kenmerkend is voor onze cultuur richtinggevend geweest. Maar de cultuur waarin wij leven kent veel verworvenheden en toevallige overblijfselen uit het verleden. Aan de historische component, die onlosmakelijk verbonden is met de bestudering van cultuur-fenomenen binnen het thema ‘traditie en vernieuwing’, wordt in de meeste cursussen van de opleiding dan ook een belangrijke plaats toegekend. De accenten liggen qua plaats op West-Europa en qua tijd op het tijdvak vanaf de renaissance (vanaf vijftiende eeuw), de periode waarin onze cultuur haar vorm kreeg. De cultuurgeschiedenis is echter slechts één van de vier constituerende disciplines van de opleiding Algemene cultuurwetenschappen. De andere drie, kunstgeschiedenis, filosofie en letterkunde, zorgen voor een reeks cursussen met een thematische benaderingswijze, die nader ingaan op de belangrijkste uitingen van cultuur zoals taal, symbolen, beelden, gebouwen en afbeeldingen. In het begin van het studieprogramma worden de constituerende disciplines zelfstan-dig aangeboden, later in de opleiding zitten de cursussen waarin zij in onderling verband worden geplaatst.

Opbouw

De bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen telt 42 modulen (180 studiepunten). De bacheloropleiding wordt aangeboden in 3 varianten en kent de volgende opbouw:

De propedeuse bestaat uit 14 modulen (11 cursussen, waarvan 4 gebonden keuze) en de postpropedeuse uit 28 modulen. De postpropedeuse kent standaard drie verplichte cursussen (samen 5 modulen); de in-vulling van de overige 23 modulen verschilt al naar gelang de door u gekozen variant van de bachelor. Zowel propedeuse als postpropedeuse kennen een ‘gebondenkeuzeblok’: de cursussen die tot dat blok behoren, hoeft u niet allemaal te doen; door uw eigen voorkeur te volgen kunt u inhoudelijke accenten leggen. De propedeuse wordt gekenmerkt door een algemene, inleidende aanpak. De postpropedeuse zorgt voor een verdieping van kennis en inzicht en wordt afgesloten met een scriptie.

Page 16: SG CW2012-2013

15

Kennis én academische vaardighedenTijdens de opleiding doet u een schat aan kennis op over cultuur, maar ook over de eigen aard en ontwikkeling van de vier cultuurwetenschappelijke disciplines. U maakt kennis met de verschillende typen bronnen waar cultuur-wetenschappers mee werken en u krijgt inzicht in de verschillende benaderingswijzen die ze hanteren (en de debatten die hierover gevoerd worden). U leert ook parate kennis toe te passen op concrete vraagstukken, kritisch na te denken over de wetenschappelijke benaderingswijzen, zelf bronnen te analyseren en daarvan verslag uit te bren-gen. Aan het eind van uw bachelorstudie voert u zelf een klein onderzoek uit en doet daar schriftelijk en mondeling verslag van.

Startpakket en propedeuse

De propedeuse is voor alle varianten van de bachelor-opleiding gelijk. De propedeuse start met de Oriëntatie-cursus cultuurwetenschappen, waarin u kennis maakt met de cultuurwetenschappelijke benadering. Deze cursus kunt u kopen in de vorm van een Startpakket (zie pagina 32). Het bestuderen van de Oriëntatiecursus Cultuur-wetenschappen duurt ongeveer een half jaar. Vervolgens volgt u inleidingen in de vier cultuurweten-schappelijke disciplines. Deze kunt u naar believen uitbreiden met een ‘pluspakket’ (zie pagina 38), waarin door middel van lezingen, tentoonstellingen en ontmoe-tingen met de begeleiders de leerstof wordt genesteld in de actualiteit. Volgt u de ‘pluspakketten’ niet, dan maakt u in de cursus Geschiedenis van het privéleven kennis met allerhande soorten bronnen die bij historisch onderzoek een rol kun-nen spelen. De cursus Expressionisme leert u over een belangrijke kunststroming in het begin van de twintigste eeuw. U voltooit de propedeuse met de bestudering van de cursussen Schrijfpracticum 1 (schrijfvaardigheid) en Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1. De acade-mische vaardigheden die u daarin leert, zijn van belang voor het goed kunnen volgen van het postpropedeuse-programma en later de masteropleiding.

Postpropedeuse: drie varianten

Na de propedeuse wordt de bacheloropleiding Algemene Cultuurwetenschappen aangeboden in de vorm van drie varianten. Alle varianten kennen drie dezelfde verplichte cursussen. Twee daarvan gaan over vaardigheden: - Schrijfpracticum 2 (1 module), waarin (wederom) de

schrijfvaardigheid centraal staat, speciaal de in de wetenschap gebruikte genres.

- CW-vaardigheden 2 (1 module), waarbij het erom gaat, dat u de fundamentele competenties die nodig zijn voor het doen van wetenschappelijk onderzoek, onder de knie krijgt.

Aan het einde van de opleiding staat het:- Onderzoekspracticum bachelorscriptie (3 modulen). In

het laatste half jaar van de bachelorstudie bent u bezig met het schrijven van een scriptie op basis van een eigen leeronderzoek. De inhoud van deze scriptie moet zowel schriftelijk als mondeling correct gepresenteerd worden.

De opbouw en invulling van de rest van de postprope-deuse verschilt sterk per variant. Zie hiervoor het vol-gende hoofdstuk waarin de varianten uitvoerig worden voorgesteld.

Gebonden keuzeIn de postpropedeuse vindt verdieping van kennis en inzicht plaats en gaat u deze op kritische wijze toepassen. Het centrale thema ‘traditie en vernieuwing’ vormt de rode draad. De inhoudelijke cursussen zijn ondergebracht in het gebondenkeuzeblok, waarvan u er al naar gelang de variant die u kiest, een groter of kleiner aantal moet kiezen. Doet u een educatieve minor, dan is een deel van de cursussen uit het gebondenkeuzeblok verplicht. In de cursussen van de gebonden keuze is er onder andere aandacht voor de cultuur van de Grieks-Romeinse oudheid, voor de middeleeuwen, voor de invloed van de Amerikaanse cultuur op de Europese samenleving, voor ontwikkelingen in de stedenbouw en kunsten, voor ethische en filosofische kwesties in samenleving en wetenschap, voor de interpretatie en receptie van kunstvormen in later tijden, voor de nieuwste geschiede-nis van Nederland en Vlaanderen, en voor de invloed van andere culturen op de Nederlandse letterkunde. U bestu-deert cursussen waarin de behandeling van een bepaald onderwerp wordt aangegrepen om dieper in te gaan op de analyse van bronnen, de confrontatie van theorie en praktijk, en op wetenschappelijke benaderingswijzen. Kritische reflectie en het plaatsen van casussen bin-nen wetenschappelijke debatten staan daarbij centraal. Andere cursussen stellen fundamentele vragen aan de orde als ‘wat is wetenschap eigenlijk?’ en ‘wat is cultuur?’. In de gebonden keuze zitten ook seminars en zomerscho-len, waarbij het OU-adagium ‘afstandsonderwijs’ even op-zij wordt gezet: samen met docenten discussieert u over relevante thema’s, luistert u naar lezingen, bezoekt steden en kunstschatten. De cursus Cultuurwetenschappelijk debat bestaat uit de deelname aan een hele reeks van lezingen, debatten, excursies en studiedagen, waarover u dan later schriftelijk rapporteert. Onder strikte voor-waarden kunt u ook een stage inbrengen in de gebonden keuze (zie pag. 56).

Page 17: SG CW2012-2013

16

Vrije ruimteIn de postpropedeuse mag u zelf vijf modulen kiezen uit het totale cursusaanbod van de Open Universi-teit, of – na toestemming – uit het aanbod van andere universiteiten. Daarmee vult u de zogenaamde ‘vrije ruimte’ in, geheel naar eigen inzicht. Daarbij moet wel worden aangetekend, dat bij de variant ‘bachelor met educatieve minor’ de vrije ruimte verplicht gevuld wordt met educatieve cursussen (zie pagina 21). Dit zijn de mogelijkheden die u hebt: - u kiest modulen uit het overig cursusaanbod van de

faculteit Cultuurwetenschappen. Dat kunnen gebondenkeuzecursussen zijn die ‘overschieten’, nadat u

het gebondenkeuzeblok hebt gevuld. Het kunnen ook de cursussen zijn die de faculteit nog

extra aanbiedt (zie de cursusbeschrijvingen op pagina 61-62). Wel geldt de regel dat bachelorstudenten in de vrije ruimte geen cursussen mogen kiezen uit de (aan-sluitende) masteropleiding.

- u kiest modulen uit het cursusaanbod van andere faculteiten van de Open Universiteit. In de variant ‘open bachelor’ is het daarbij mogelijk het verbredingpakket uit te breiden met vijf extra cursussen in de vrije ruimte (zie pagina 25).

- u kiest voor cursussen (opleidingsonderdelen) bij een andere universiteit. Dit hoeft niet per se een Nederlandse of Belgische universiteit te zijn (elders gevolgd onderwijs, zie onder).

- u kiest voor een stage. Deze kan onder strikte voorwaar-den worden ingebracht in de gebonden keuze of de vrije ruimte.

Neem van te voren contact op met een betrokken staf-lid en de opleidingsmanager (zie pagina 56). Voor het inbrengen van een stage dient u vooraf toestemming te vragen aan de Facultaire toetsingscommissie (FTC) van de faculteit Cultuurwetenschappen.

Elders gevolgd onderwijs (aanschuifonderwijs)Voor het invullen van uw vrije ruimte en het vullen van maximaal twee modulen in het gebondenkeuzeblok van de reguliere variant kunt u opleidingsonderdelen van een andere universiteit inbrengen. Voor dit elders gevolgd onderwijs dient u vooraf toestemming te vragen aan de Facultaire toetsingscommissie (FTC) van de faculteit Cultuurwetenschappen. U draagt zelf zorg voor inschrij-ving, betaling et cetera aan die andere universiteit. Meer informatie over elders gevolgd onderwijs vindt u in de Uitvoeringsregeling bij de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding 2012-2013, zie: www.ou.nl/documenten.

Buitenlandse cursussenOnder de vlag van de European Association of Distance Teaching Universities (EADTU) werkt een aantal faculteiten geestes- en cultuurwetenschappen van open universi-teiten in Europa samen. Het zogenaamde Humanities Network heeft in het kader van het EPICS-project afspra-ken gemaakt over de wederzijdse erkenning van een flink aantal cursussen. Onder de noemer van ‘elders gevolgd onderwijs’ kunt u deze cursussen, aangeboden door andere Europese open universiteiten, inbrengen in het programma van de bachelor Algemene cultuurweten-schappen. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de inbreng van onderwijs van andere Nederlandse of Belgische universiteiten: u moet vooraf toestemming vragen bij de FTC van de faculteit Cultuurwetenschappen en u moet zelf alles regelen. Het aanbod 2012-2013 van door de faculteit erkende buitenlandse cursussen staat op www.ou.nl/buitenlandse-cursuscw. Cursussen waarover de faculteit een overeen-komst over wederzijdse erkenning met een buitenlandse zusterfaculteit heeft afgesloten, zullen altijd door de FTC worden goedgekeurd.

Aanbevolen volgorde van studeren (het ‘normtraject’)

U bepaalt zelf in welk tempo u door de studie gaat, maar het is wel raadzaam om een bepaalde volgorde in acht te nemen. Voor deze volgorde hanteert de faculteit de term ‘normtraject’. Dit normtraject treft u hieronder aan, uitge-werkt voor een studietempo van 3 tot 4 modulen per jaar. U kunt uw tempo aanpassen aan uw eigen wensen, door meer of minder cursussen in een jaar te bestuderen. In het normtraject zijn de cursussen zo gerangschikt, dat kennis wordt opgebouwd: het al bestudeerde vormt een basis voor wat nog volgt. Verder weerspiegelt het normtraject ook de opbouw in moeilijkheidsgraad. Bij het opstellen van uw planning is het zeker mogelijk om hier en daar wat in de weergegeven volgorde te veranderen, bijvoorbeeld wanneer dit voor uw (tentamen)planning beter uitkomt. Maar let er dan wel op dat elke cursus gebonden is aan een semester: begeleidingsactiviteiten bij de cursus wor-den slechts in dat semester aangeboden, net als twee van de drie jaarlijkse tentamenkansen, om, zo nodig, snel een herkansing te bieden.Bij sommige modulen worden harde ingangseisen gesteld, bijvoorbeeld dat u de module pas mag bestellen, nadat u een andere (voorbereidende) module heeft afgerond. Deze informatie treft u aan bij de cursusbeschrijvingen elders in deze gids.

Page 18: SG CW2012-2013

17

Normtraject reguliere variant bachelorStudietempo: 3 tot 4 modulen per jaar

Jaar 1e semester (september-januari) 2e semester (februari-augustus) Modulen Propedeuse 1 Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen Inleiding cultuurgeschiedenis + pluspakket 4,5

2 Inleiding letterkunde + pluspakket Inleiding kunstgeschiedenis + pluspakket 5

3 Inleiding in de filosofie + pluspakket Schrijfpracticum 1 3,5

4 CW-vaardigheden 1 Expressionisme of Geschiedenis van het privéleven 1-3 Postpropedeuse

5 Schrijfpracticum 2 + CW-debat (lint) Culturele dialoog + Ethiek 4

6 Kijken naar Amerika + vrije ruimte 1 Literaire canon 3

7 Argumentatieleer + historische cursus CW-seminars (lint) + Wetenschapsleer 4

8 Gouden eeuw + Stedenbouw Literatuurwetenschap 3

9 Lieux de mémoire Oudnederlandse schilderkunst+ vrije ruimte 2 3

10 Kabinetten + vrije ruimte 3 Historiografie + vrije ruimte 4 4

11 Modernisering NL/VL+ vrije ruimte 5 Denken over cultuur 3

12 CW-vaardigheden 2 Onderzoekspracticum bachelorscriptie 4

- In de propedeuse kunnen in plaats van de ‘pluspakketten’ de cursussen Geschiedenis van het privéleven en Expressionisme worden gedaan. Deze cursussen kunnen ook worden toegevoegd aan de gebonden keuze.- Op de plek van elke gebondenkeuzecursus kan een zomerschool worden gevolgd, bij voorkeur tegen het eind van de studie.- De cursussen Cultuurgeschiedenis van de oudheid, Middeleeuwen, Sociaal-economische geschiedenis en Nederland in de 19e en 20e eeuw kunnen willekeurig in het studietraject van de postpropedeuse worden ingevoerd.- Lint = lintmodule: invulling vindt plaats op verschillende tijdstippen over langere periode.

Voor de volgorde waarin u de cursussen bestudeert, moet u dus het schema van het normtraject raad-plegen; voor de opbouw van het programma, de precieze titels van cursussen, de omvang, de tentamen- en de begeleidingsvorm van een cursus kunt u terecht in de opleidingsschema’s van de varianten van de bachelor. Het opleidingsschema van de bachelorvariant volgens welke u studeert, vindt u ook terug in uw elektronisch studiepad. Ondanks het feit dat de naam anders suggereert, geeft het studiepad niet de volgorde van studeren weer.

Page 19: SG CW2012-2013

18

Opleidingsschema bachelor Algemene cultuurwetenschappen – reguliere variant

code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm tentamendata blz sept ‘12 – aug ‘13

PrOPEdEUSE Verplichte cursussen C44122 Oriëntatiecursus Cultuurwetenschappen 2 groepsbijeenkomsten per open boek 14-11, 29-1, 10-4 32 Startpakket studiecentrum 1e en 2e semester1 open vragen 24-6, 28-8

C19112 Inleiding kunstgeschiedenis 2 groepsbijeenkomst per regio2 schriftelijk (mc) 14-11, 26-6, 28-8 33 2e semester, of OUX

C16112 Inleiding letterkunde 2 groepsbijeenkomsten per regio2 schriftelijk 28-1, 8-4, 26-8 33 1e semester, of OUX (mc + ov)

C04212 Inleiding cultuurgeschiedenis 2 studiedag 1e semester, of OUX schriftelijk (mc) 1e deel: 13-11, 29-1, 35 9-4 2e deel: 30-1, 10-4, 26-6

C13132 Inleiding in de filosofie 2 groepsbijeenkomst per regio2 schriftelijk (mc) 1e deel: 8-4, 24-6, 36 2e semester, of OUX 26-8 2e deel: 25-6, 28-8, nov. ‘13

C51111 Schrijfpracticum 1 – zakelijk schrijven 1 standaard schriftelijk 12-11, 30-1, 26-6 36 (mc + ov)

C48211 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 1 groepsbijeenkomst per regio2 (v) opdracht volgens afspraak 37 1e en 2e semester

Gebonden keuze (eis: 2 modulen)

C10311 Expressionisme 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 37

C50111 Geschiedenis van het privéleven. 1 standaard CBI (mc) volgens afspraak 38 Bronnen en benaderingen

Bachelor Algemene cultuurwetenschappen – reguliere variant

Door de reguliere variant van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen te volgen kiest u voor het meest brede aanbod van cursussen van de faculteit. Daarbij geniet u van een grote mate van keuzevrijheid om de postpropedeuse in te richten. In alle vier de disciplines van de cultuurwetenschappen bent u goed ingevoerd, u komt in aanraking met een zeer breed scala van cultuuruitingen. In de loop van de opleiding raakt u optimaal geëquipeerd om verbanden tussen de verschillende vormen van cultuur te leggen en deze in hun historische context te plaatsen. Wie in de reguliere bachelorvariant inhoudelijk de nadruk legt op één van de disciplines geschiedenis, letterkunde of kunstgeschiedenis (ook in de scriptie), en, na het behalen van het bachelorgetuigschrift, zijn studie onder dezelfde condities voortzet met de master Kunst- en cultuurwetenschappen, zal in principe kunnen instromen in een postmas-ter pedagogisch-didactische opleiding tot eerstegraads docent Geschiedenis, respectievelijk Nederlands of Kunst-geschiedenis/Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV). Deze opleidingen worden echter niet door de Open Universiteit aangeboden. Soms worden er toch nog extra inhoudelijke eisen gesteld. Neem contact op met de lerarenopleiding van de universiteit in uw regio/van uw keuze.De reguliere variant van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen is als volgt opgebouwd:1. De propedeuse (14 modulen). Deze verschilt niet van de andere varianten.2. Twee verplichte vaardigheidscursussen (2 modulen: Schrijfpracticum 2 en CW-vaardigheden 2).3. Een gebondenkeuzeblok van 18 modulen. De cursussen van de gebonden keuze staan gegroepeerd naar discipline (zie het opleidingsschema). Er zijn ook enkele ‘algemene CW-cursussen’. Uit het aanbod van cursussen (dat per jaar verschilt) dient u 18 modulen te kiezen. Deze moeten in de reguliere variant gespreid zijn over alle vier de disciplines van Algemene cultuurwetenschappen. De ‘algemene CW-cursussen’ kunt u uiteraard ook opnemen. 4. Een vrije ruimte van 5 modulen, die u mag invullen naar eigen inzicht (zie pagina 16; zie ook onder vrijstellingen, pagina 29).5. Het afstudeertraject, het Onderzoekspracticum bachelorscriptie (3 modulen).

Page 20: SG CW2012-2013

19

code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm tentamendata blz sept ‘12 – aug ‘13

C57111 Disciplinaire verdieping 1 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 38

C58111 Disciplinaire verdieping 2 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 38

POSTPrOPEdEUSE Verplichte cursussen

C51211 Schrijfpracticum 2 – academisch schrijven 1 standaard + elektronisch opdracht 4 tentamen- 40 periodes

C49211 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 1 4 landelijke trainingsdagen (v) opdracht volgens afspraak 41

Gebonden keuze (eis: 18 modulen, te kiezen uit alle 4 de disciplines en eventueel de algemene cursussen) Cultuurgeschiedenis C21211 Cultuurgeschiedenis van de oudheid 1 standaard schriftelijk (ov) 12-11, 8-4, 24-6 42

C12221 Middeleeuwen 1 standaard schriftelijk (ov) 13-11, 29-1, 25-6 42

C13221 Sociaal-economische geschiedenis 1 standaard schriftelijk (ov) 14-11, 30-1, 26-6 43

C10222 Nederland in de 19e en 20e eeuw 2 standaard mondeling volgens afspraak 43

C19111 Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse 1 standaard opdracht volgens afspraak 44 Amerikaanse cultuur in de VS en Nederland

C39211 Historiografie. Geschiedschrijving in de 1 studiedag open boek 13-11, 9-4, 27-8 44 Nederlanden van Renaissance tot heden open vragen

C48321 Lieux de mémoire 1 standaard opdracht volgens afspraak 45

C36321 Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1 landelijke groepsbijeenkomst schriftelijk (ov) 29-1, 10-4, 26-8 45 1948-1973 1e semester

C61321 Zomerschool cultuurgeschiedenis4 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 46

Kunstgeschiedenis

C05211 De Gouden Eeuw in perspectief 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 47

C41211 Kabinetten, galerijen en musea 1 studiedag schriftelijk (mc) 12-11, 30-1, 24-6 47 C08321 Stedenbouw. De vroegmoderne stad in 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 48 de Nederlanden

C17311 Oudnederlandse schilderkunst 1 studiedag schriftelijk (mc) 13-11, 9-4, 26-6 48

C13382 Zomerschool Florence4 2 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 49

Letterkunde en taalkunde

C02211 Literatuurwetenschap 1 standaard schriftelijk 12-11, 10-4, 24-6 49 (mc + ov)

C33211 Culturele dialoog: lezen en schrijven 1 studiedag schriftelijk (ov) 13-11, 26-6, 28-8 50 tussen twee culturen

C03211 De literaire canon 1 landelijke groepsbijeenkomst (v) opdracht volgens afspraak 50 1e en 2e semester

C59321 Zomerschool letterkunde 1 contactonderwijs opdracht Niet in 2012-2013

C23212 Taalkunde van het Nederlands3, 5 2 nader te bepalen 51

C24212 Taalbeheersing van het Nederlands3, 5 2 nader te bepalen 51

C16211 Schoolgrammatica3, 5 1 nader te bepalen 51

Filosofie

C01221 Wetenschapsleer 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 51

C23221 Ethiek 1 studiedag schriftelijk (mc) 12-11, 10-4, 26-8 52

Page 21: SG CW2012-2013

20

code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm tentamendata blz sept ‘12 – aug ‘13

C52211 Argumentatieleer 1 standaard schriftelijk 13-11, 8-4, 25-6 52 (mc + ov)

C01321 Denken over cultuur 1 landelijke groepsbijeenkomst opdracht volgens afspraak 53 1e en 2e semester C60311 Zomerschool filosofie 1 contactonderwijs opdracht Niet in 2012-2013

Algemeen

C53211 Het cultuurwetenschappelijk debat 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 54

C54211 Cultuurwetenschappelijke seminars 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 55

C55211 Cultuurwetenschappelijke seminars2 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 55

C56311 Zomerschool Roma Caput Mundi4 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 56

C80212 Stage Cultuurwetenschappen6 2 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 56 Vrij te kiezen cursussen vrije ruimte 7 5

Afstudeertraject

C42323 Onderzoekspracticum: bachelorscriptie8 3 individueel + scriptie + volgens practicum- 57 groepsbijeenkomsten (v) presentatie data 1 Groepsbijeenkomsten in het 2e semester alleen in Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Nijmegen, Eindhoven, Groningen en Rotterdam2 De regio’s zijn: Randstad (Alkmaar, Almere, Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam); Noordoost (Leeuwarden, Groningen, Emmen, Zwolle en Enschede), Zuid (Vlissingen, Breda, Eindhoven, Nijmegen

en Heerlen) en Vlaanderen. Zie voor nadere informatie de cursussite. Voor begeleiding in Vlaanderen: neem contact op met het studiecentrum.3 Cursus beschikbaar vanaf 1 februari 2013.4 Voor zomerscholen gelden afwijkende inschrijvingsvoorwaarden. Zie de cursusbeschrijving verderop in de gids en op www.ou.nl. 5 De cursussen C23212, C24212 en C16211 kunnen in de gebonden keuze alleen als pakket van 3 cursussen worden opgenomen. 6 Het inbrengen van een stage kan alleen onder speciale voorwaarden. Zie de cursusbeschrijving verderop in de gids en de uitvoeringsregeling.7 De volgende cursussen maken geen deel uit van de bacheloropleiding ACW, maar worden aanbevolen ten behoeve van de vrije ruimte: C14222 Van Babylon tot Brugge, C14311 Opera: twaalf opera’s als

spiegels van hun tijd, C17122 Thema’s en genres in de muziekgeschiedenis, C27231 Bewegend beeld8 Te kiezen 1 uit 4: geschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde, filosofie

Legenda opleidingsschema

Voor een nadere toelichting op de verschillende vormen van begeleiding zie pagina 10. Zie de algemene regelgeving voor tentamens op pagina 76. Zorg dat u zich op tijd aanmeldt voor een tentamen.

GroepsbijeenkomstenZie ook de cursusbeschrijvingen elders in deze gids. De landelijke groeps-bijeenkomsten vinden plaats in één centraal gelegen Nederlands studie-centrum.

StudiedagNiet-verplichte begeleidingsdag bij cursus met een extra-karakter (zie ook pag. 11).

TrainingsdagDag waarop academische vaardigheden worden getraind in het kader van de module Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2. Zie cursusbeschrij-ving op pagina 41.

(v)Deelname is verplicht. Zonder deelname geen toelating tot het tentamen.

ContactonderwijsOnderwijs wordt gegeven in de vorm van bijeenkomsten. Tentamen door middel van een opdracht.

CBIComputergebaseerde toetsing Individueel (voorheen: SYS-tentamen.) U kunt een CBI-tentamen op vaste tijden afleggen op uw studiecentrum in de week die u schikt. De afname van het tentamen geschiedt via een pc. De vragen van het tentamen zijn door de computer uit een databestand van vragen geselecteerd.

CBGComputergebaseerde toetsing Groepsgewijs (voorheen: regulier schrifte-lijk tentamen). U kunt een CBG-tentamen afleggen op 3 van tevoren vast-gelegde tentamendata per jaar. De afname van het tentamen geschiedt via een pc.

open boekStudiematerialen mogen meegenomen worden naar het tentamen. Check altijd de tentameninformatie op de cursuswebsite op Studienet.

opdrachtEen opdracht (ook wel: ‘bijzondere verplichting’) kan bestaan uit een werkstuk, een verslag, een referaat, een presentatie of anderszins. Bij de cursusbeschrijving vindt u nadere informatie.

schriftelijkRegulier schriftelijk tentamen. Bestaat uit meerkeuzevragen (mc) en/of open vragen (open). Wordt op 3 van tevoren vastgestelde tentamendata per jaar afgenomen.

TentamendataVoor regulier schriftelijke en CBG-tentamens worden de data van tevoren vastgesteld; het is niet mogelijk hiervan af te wijken.

volgens afspraakHet afleggen van CBI-tentamens en het inleveren van opdrachten ver-loopt volgens afspraak; u kunt de tentamendata in principe zelf bepalen. Mondelinge tentamens vinden plaats in vastgestelde maanden. Datum en locatie worden in onderling overleg vastgesteld.

Page 22: SG CW2012-2013

21

Opleidingsschema bachelor Algemene cultuurwetenschappen – educatieve minor

code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm tentamendata blz sept ‘12 – aug ‘13

PrOPEdEUSE Verplichte cursussen C44122 Oriëntatiecursus Cultuurwetenschappen 2 groepsbijeenkomsten per schriftelijk (ov) 14-11, 29-1, 10-4 32 Startpakket studiecentrum 1e en 2e semester1 open boek 24-6, 28-8

C19112 Inleiding kunstgeschiedenis 2 groepsbijeenkomst per regio2 schriftelijk (mc) 14-11, 26-6, 28-8 33 2e semester, of OUX

C16112 Inleiding letterkunde 2 groepsbijeenkomsten per regio2 schriftelijk 28-1, 8-4, 26-8 33 1e semester, of OUX (mc + ov)

C04212 Inleiding cultuurgeschiedenis 2 studiedag 1e semester, of OUX schriftelijk (mc) 1e deel: 13-11, 29-1, 35 9-4 2e deel: 30-1, 10-4, 26-6 C13132 Inleiding in de filosofie 2 groepsbijeenkomst per regio2 schriftelijk (mc) 1e deel: 8-4, 24-6, 36 2e semester, of OUX 26-8 2e deel: 25-6, 28-8, nov. ‘13

Bachelor Algemene cultuurwetenschappen – variant educatieve minor

Als u kiest voor het opnemen van een educatieve minor in uw bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, hebt u belangstelling voor het behalen van een tweedegraads bevoegdheid in de schoolvakken Geschiedenis of Nederlands. Daarmee legt u ook de inhoud van het postpropedeutisch deel van de bachelor voor een belangrijk deel vast. U dient zich immers de nodige inhoudelijke kennis van het vakgebied eigen te maken. Na het behalen van de bachelor met de educatieve minor Geschiedenis of Nederlands kunt u uw studie voortzetten met de master Kunst- en cultuurwetenschappen. Vult u deze ook weer inhoudelijk in met de disciplines cultuurgeschiedenis dan wel letterkunde, dan kunt u na afronding daarvan kiezen voor een post-master pedagogisch-didactische opleiding die opleidt voor een eerstegraads bevoegdheid. Zo’n opleiding wordt door de Open Universiteit niet aangeboden. Hoe de door u reeds behaalde educatieve minor verdisconteerd wordt in het programma van deze post-master, hangt af van de regeling die de lerarenopleiding van de universiteit in uw regio hanteert. Informeer uzelf goed van tevoren. Voor nadere informatie: [email protected].

De variant van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen met een educatieve minor is als volgt opgebouwd:1. De propedeuse (14 modulen). Deze verschilt niet van de andere varianten.2. Twee verplichte vaardigheidscursussen (2 modulen: Schrijfpracticum 2 en CW-vaardigheden 2).3. Een verplicht inhoudelijk blok van cursussen waarvoor de educatieve minor wordt behaald (10 modulen). Kiest u voor een educatieve minor voor het schoolvak Geschiedenis, dan zijn alle cursussen van de discipline cultuur- geschiedenis verplicht. Ligt uw voorkeur bij een educatieve minor voor het schoolvak Nederlands, dan zijn alle cursussen van de discipline letterkunde (incl. taalkunde en taalbeheersing) verplicht. De verplichte cursussen staan genoemd in het opleidingsschema.4. De educatieve minor (7 modulen). Deze is uiteraard verplicht. Drie modulen kunnen gekenschetst worden als ‘alge- mene didactiek’, ‘pedagogiek’ en ‘onderwijswetenschappen’. Ze zijn voor de schoolvakken Geschiedenis en Nederlands gelijk. De andere vier betreffen een module vakdidactiek en de vakdidactische stage op een middelbare school van drie modulen. De modulen van de educatieve minor worden ondergebracht in de vrije ruimte, die daardoor bij deze variant vervalt. Nog niet alle cursussen van de educatieve minor worden in 2012-2013 aangeboden.5. Een gebondenkeuzeblok van 6 modulen. De cursussen van de gebonden keuze staan gegroepeerd naar discipline (zie het opleidingsschema). Er zijn ook enkele ‘algemene CW-cursussen’. Uit het aanbod van cursussen (dat per jaar verschilt) dient u 6 modulen te kiezen uit 2 van de 3 resterende CW-disciplines. U mag ook kiezen voor een zomer- school geschiedenis of letterkunde en voor de ‘algemene CW-cursussen’. 6. Het afstudeertraject, het Onderzoekspracticum bachelorscriptie (3 modulen).

Page 23: SG CW2012-2013

22

code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm tentamendata blz sept ‘12 – aug ‘13

C51111 Schrijfpracticum 1 – zakelijk schrijven 1 standaard schriftelijk 12-11, 30-1, 26-6 36 (mc + ov)

C48211 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 1 groepsbijeenkomst per regio2 (v) opdracht volgens afspraak 37 1e en 2e semester

Gebonden keuze (eis: 2 modulen)

C10311 Expressionisme 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 37

C50111 Geschiedenis van het privéleven. 1 standaard CBI (mc) volgens afspraak 38 Bronnen en benaderingen4

C57111 Disciplinaire verdieping 1 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 38

C58111 Disciplinaire verdieping 2 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 38

POSTPrOPEdEUSE Verplichte cursussen

C51211 Schrijfpracticum 2 – academisch schrijven 1 standaard + elektronisch opdracht 4 tentamen- 40 periodes

C49211 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 1 4 trainingsdagen (v) opdracht volgens afspraak 41

EdUCATIEVE MINOr GESChIEdENIS Verplicht inhoudelijk traject geschiedenis (10 modulen)

C21211 Cultuurgeschiedenis van de oudheid 1 standaard schriftelijk (ov) 12-11, 8-4, 24-6 42

C12221 Middeleeuwen 1 standaard schriftelijk (ov) 13-11, 29-1, 25-6 42

C13221 Sociaal-economische geschiedenis 1 standaard schriftelijk ( ov) 14-11, 30-1, 26-6 43

C10222 Nederland in de 19e en 20e eeuw 2 standaard mondeling volgens afspraak 43

C19111 Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse 1 standaard opdracht volgens afspraak 44 Amerikaanse cultuur in de VS en Nederland

C39211 Historiografie. Geschiedschrijving in de 1 studiedag schriftelijk (ov) 13-11, 9-4, 27-8 44 Nederlanden van Renaissance tot heden open boek

C48321 Lieux de mémoire 1 standaard opdracht volgens afspraak 45

C36321 Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1 landelijke groepsbijeenkomst schriftelijk (ov) 29-1, 10-4, 26-8 45 1948-1973 1e semester

C50111 Geschiedenis van het privéleven4 1 standaard CBI (mc) volgens afspraak 46 Bronnen en benaderingen

Verplicht educatief traject Geschiedenis (7 modulen)

O01311 Onderwijswetenschap van de educatieve 1 standaard schriftelijk + 14-11, 10-4, 28-8 58 minor CW open boek

C46311 Kennis van leren en onderwijzen 1 standaard opdracht volgens afspraak 58

C47211 Kennis van de leerling 1 standaard opdracht volgens afspraak 59

C30211 Vakdidactiek 1 standaard + elektronisch opdracht volgens afspraak 59

C62313 Vakdidactische stage Geschiedenis 3 beschikbaar vanaf 2013-2014

EdUCATIEVE MINOr NEdErlANdS Verplicht inhoudelijk traject Nederlands (10 modulen)

C02211 Literatuurwetenschap 1 standaard schriftelijk 12-11, 10-4, 24-6 49 (mc + ov)

C33211 Culturele dialoog: lezen en schrijven 1 studiedag schriftelijk (ov) 13-11, 26-6, 28-8 50 tussen twee culturen

C03211 De literaire canon 1 landelijke groepsbijeenkomst (v) opdracht volgens afspraak 50 1e en 2e semester

Page 24: SG CW2012-2013

23

code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm tentamendata blz sept ‘12 – aug ‘13

C59321 Zomerschool Letterkunde 1 contactonderwijs opdracht Niet in 2012-2013

C23212 Taalkunde van het Nederlands3 2 nader te bepalen 51

C24212 Taalbeheersing van het Nederlands3 2 nader te bepalen 51

C16211 Schoolgrammatica3 1 nader te bepalen 51

Verplicht educatief traject Nederlands (7 modulen) O01311 Onderwijswetenschap van de educatieve 1 standaard schriftelijk (ov) 14-11, 10-4, 28-8 58 minor CW open boek C46311 Kennis van leren en onderwijzen 1 standaard opdracht volgens afspraak 58

C47211 Kennis van de leerling 1 standaard opdracht volgens afspraak 59

C31211 Vakdidactiek Nederlands 1 beschikbaar vanaf 2013-2014

C63313 Vakdidactische stage Nederlands 3 beschikbaar vanaf 2013-2014

Gebonden keuze (eis: 6 modulen, te kiezen uit 2 van de 3 niet-verplichte disciplines en eventueel zomerscholen en algemene cursussen) Cultuurgeschiedenis (bij educatieve minor Geschiedenis mag alleen de Zomerschool geschiedenis in de gebonden keuze worden ingebracht)

C21211 Cultuurgeschiedenis van de oudheid 1 standaard schriftelijk (ov) 12-11, 8-4, 24-6 42

C12221 Middeleeuwen 1 standaard schriftelijk (ov) 13-11, 29-1, 25-6 42

C13221 Sociaal-economische geschiedenis 1 standaard schriftelijk (ov) 14-11, 30-1, 26-6 43

C10222 Nederland in de 19e en 20e eeuw 2 standaard mondeling volgens afspraak 43

C19111 Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse 1 standaard opdracht volgens afspraak 44 Amerikaanse cultuur in de VS en Nederland

C39211 Historiografie. Geschiedschrijving in de 1 studiedag schriftelijk (ov) 13-11, 9-4, 27-8 44 Nederlanden van Renaissance tot heden open boek

C48321 Lieux de mémoire 1 standaard opdracht volgens afspraak 45

C36321 Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1 landelijke groepsbijeenkomst schriftelijk (ov) 29-1, 10-4, 26-8 45 1948-1973 1e semester

C61321 Zomerschool cultuurgeschiedenis5 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 46

Kunstgeschiedenis

C05211 De Gouden Eeuw in perspectief 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 47

C41211 Kabinetten, galerijen en musea 1 studiedag schriftelijk (mc) 12-11, 30-1, 24-6 47

C08321 Stedenbouw. De vroegmoderne stad in 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 48 de Nederlanden

C17311 Oudnederlandse schilderkunst 1 studiedag schriftelijk (mc) 13-11, 9-4, 26-6 48

C13382 Zomerschool Florence5 2 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 49

Letterkunde (bij educatieve minor Nederlands mag alleen de Zomerschool letterkunde in de gebonden keuze worden ingebracht)

C02211 Literatuurwetenschap 1 standaard schriftelijk 12-11, 10-4, 24-6 49 (mc + ov)

C33211 Culturele dialoog: lezen en schrijven 1 studiedag schriftelijk (ov) 13-11, 26-6, 28-8 50 tussen twee culturen

C03211 De literaire canon 1 landelijke groepsbijeenkomst (v) opdracht volgens afspraak 50 1e en 2e semester

C59321 Zomerschool letterkunde 1 contactonderwijs opdracht Niet in 2012-2013

C23212 Taalkunde van het Nederlands3, 6 2 nader te bepalen 51

Page 25: SG CW2012-2013

24

code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm tentamendata blz sept ‘12 – aug ‘13

C24212 Taalbeheersing van het Nederlands3, 6 2 nader te bepalen 51

C16211 Schoolgrammatica3, 6 1 nader te bepalen 51

Filosofie

C01221 Wetenschapsleer 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 51

C23221 Ethiek 1 studiedag schriftelijk (mc) 12-11, 10-4, 26-8 52

C52211 Argumentatieleer 1 standaard schriftelijk 13-11, 8-4, 25-6 52 (mc + ov)

C01321 Denken over cultuur 1 landelijke groepsbijeenkomst opdracht volgens afspraak 53 1e en 2e semester

C60311 Zomerschool filosofie 1 contactonderwijs opdracht Niet in 2012-2013

Algemeen C53211 Het cultuurwetenschappelijk debat 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 54

C54211 Cultuurwetenschappelijke seminars 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 55

C55211 Cultuurwetenschappelijke seminars 2 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 55

C56311 Zomerschool Roma Caput Mundi5 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 56

C80212 Stage Cultuurwetenschappen7 2 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 56

Afstudeertraject

C42333 Onderzoekspracticum: bachelorscriptie8 3 individueel + scriptie + volgens practicum- 57 groepsbijeenkomsten (v) presentatie data

1 Groepsbijeenkomsten in het 2e semester alleen in Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Nijmegen, Eindhoven, Groningen en Rotterdam2 De regio’s zijn: Randstad (Alkmaar, Almere, Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam); Noordoost (Leeuwarden, Groningen, Emmen, Zwolle en Enschede), Zuid (Vlissingen, Breda, Eindhoven,

Nijmegen en Heerlen) en Vlaanderen. Zie voor nadere informatie de cursussite. Voor begeleiding in Vlaanderen: neem contact op met het studiecentrum.3 Cursus beschikbaar vanaf 1 februari 2013. 4 Let op! Deze cursus maakt ook deel uit van het verplicht inhoudelijk traject Geschiedenis. Indien de cursus gekozen wordt in de propedeuse, wordt het gebonden keuzeblok van de

postpropedeuse 1 module groter.5 Voor zomerscholen gelden afwijkende inschrijvingsvoorwaarden. Zie de cursusbeschrijving verderop in de gids en op www.ou.nl. 6 De cursussen C23212, C24212 en C16211 kunnen in de gebonden keuze alleen als totaalpakket worden ingebracht.. 7 Het inbrengen van een stage kan alleen onder speciale voorwaarden. Zie de cursusbeschrijving verderop in de gids en de uitvoeringsregeling.8 Te kiezen 1 uit 2: geschiedenis of letterkunde

legendapagina 20

Page 26: SG CW2012-2013

25

Beleidsvariant Cultuurwetenschappen (10 modulen) Verbredingpakket voor de open bachelor Algemene cultuurwetenschappen

Code Cursus

Aanbevolen cursussen vanuit Managementwetenschappen (MW)

B01111 Human Resource management

B38111 Administratieve processen en accounting (‘Inleiding Boekhouden”)

B09111 Managementaccounting (‘kostencalculaties’)

B13121 Organisatie en management

B04111 Management competenties

Aanbevolen cursussen vanuit Rechtswetenschappen (RW)

R01162 Basiscursus recht

R21281 Ondernemingsrecht

R01331 Arbeidsovereenkomstenrecht

R08191 Inleiding bestuursrecht

Uitgebreide informatie over deze cursussen op www.ou.nl/studieaabod/[cursuscode].htm

Bachelor Algemene cultuurwetenschappen – open variant

In de open variant van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen combineert u cultuurwetenschappen met studie-onderdelen van één of meer andere, inhoudelijk niet-verwante opleidingen (voor verwantschap van opleidingen, zie pag. 29). Die laatste brengt u onder in een zogenaamd ‘verbredingpakket’ van 10 modulen. U kunt het verbredingpakket nog uitbreiden met de 5 modulen van de vrije ruimte. Zo’n combinatie van vakken kan interessant zijn, als u bijvoorbeeld een beleids- of managementfunctie bij een culturele instelling ambieert. U kunt dan het CW-programma van de bachelor combineren met een verbredingpakket uit de facul-teiten Management- en Rechtswetenschappen. We noemen dat de ‘Beleidsvariant’. De cursusbeschrijvingen van deze cursussen kunt u inzien op www.studieaanbod.ou.nl/[cursuscode].htm. De cursuscodes staan in het schema hieronder.De open bachelor is ook bedoeld voor studenten die ‘in een vorig studieleven’ al een (gedeeltelijke) academische oplei-ding hebben gevolgd. Deze studenten kunnen in het verbredingpakket (eventueel plus de vrije ruimte) eerder behaalde studiepunten inbrengen. Voorwaarde hiervoor is, dat de behaalde vakken een eenheid vormen en dat het om onderwijs van academisch niveau gaat. Wanneer u de open variant van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen wenst te volgen, dient u een gemoti-veerd verzoek daartoe in te dienen bij de Commissie voor de Examens (CvE). De Facultaire toetsingscommissie van de faculteit Cultuurwetenschappen adviseert de CvE inzake de te nemen beslissing. Een dergelijk verzoek hoeft u pas in te dienen na afronding van de propedeuse. De gehele regeling treft u aan op www.ou.nl/openbachelor.

De open variant van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen bestaat uit een ‘facultair programma’ (de punten 1, 2, 3, en 6) van 27 modulen, een ‘verbredingpakket’ van 10 modulen (punt 4) en de vrije ruimte van 5 modulen (punt 5). De open bachelor is als volgt opgebouwd:1. De propedeuse (14 modulen). Deze verschilt niet van de andere varianten.2. Twee verplichte vaardigheidscursussen (2 modulen: Schrijfpracticum 2 en CW-vaardigheden 2).3. Een gebondenkeuzeblok van 8 modulen. De cursussen van de gebonden keuze staan gegroepeerd naar discipline (zie het opleidingsschema). Er zijn ook enkele ‘algemene CW-cursussen’. Uit het aanbod van cursussen (dat per jaar verschilt) dient u 8 modulen te kiezen uit 2 van de 4 CW-disciplines. De ‘algemene CW-cursussen’ kunt u uiteraard ook opnemen. 4. Het verbredingpakket van 10 modulen, gevuld met elders behaald onderwijs. U mag het verbredingspakket uitbreiden met de 5 modulen van de vrije ruimte tot 15 modulen. 5. Een vrije ruimte van 5 modulen, die u mag invullen naar eigen inzicht (zie pagina 16; zie ook onder vrijstellingen, pagina 29). De vrije ruimte mag toegevoegd worden aan het verbredingpakket.6. Het afstudeertraject, het Onderzoekspracticum bachelorscriptie (3 modulen).

Page 27: SG CW2012-2013

26

Opleidingsschema bachelor Algemene cultuurwetenschappen – variant open bachelor

code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm tentamendata blz sept ‘12 – aug ‘13

PrOPEdEUSE Verplichte cursussen C44122 Oriëntatiecursus Cultuurwetenschappen 2 groepsbijeenkomsten per open boek 14-11, 29-1, 10-4 32 Startpakket studiecentrum 1e en 2e semester1 open vragen 24-6, 28-8

C19112 Inleiding kunstgeschiedenis 2 groepsbijeenkomst per regio2 schriftelijk (mc) 14-11, 26-6, 28-8 33 2e semester, of OUX

C16112 Inleiding letterkunde 2 groepsbijeenkomsten per regio2 schriftelijk 28-1, 8-4, 26-8 33 1e semester, of OUX (mc + ov)

C04212 Inleiding cultuurgeschiedenis 2 studiedag 1e semester, of OUX schriftelijk (mc) 1e deel: 13-11, 29-1, 35 9-4 2e deel: 30-1, 10-4, 26-6

C13132 Inleiding in de filosofie 2 groepsbijeenkomst per regio2 schriftelijk (mc) 1e deel: 8-4, 24-6, 36 2e semester, of OUX 26-8 2e deel: 25-6, 28-8, nov. ‘13

C51111 Schrijfpracticum 1 – zakelijk schrijven 1 standaard schriftelijk 12-11, 30-1, 26-6 36 (mc + ov)

C48211 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 1 groepsbijeenkomst per regio2 (v) opdracht volgens afspraak 37 1e en 2e semester

Gebonden keuze (eis: 2 modulen)

C10311 Expressionisme4 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 37

C50111 Geschiedenis van het privéleven. 1 standaard CBI (mc) volgens afspraak 38 Bronnen en benaderingen4

C57111 Disciplinaire verdieping 1 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 38

C58111 Disciplinaire verdieping 2 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 38

POSTPrOPEdEUSE Verplichte cursussen

C51211 Schrijfpracticum 2 – academisch schrijven 1 standaard + elektronisch opdracht 4 tentamenperiodes 40

C49211 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 1 4 trainingsdagen (v) opdracht volgens afspraak 41

Gebonden keuze (eis: 8 modulen, te kiezen uit 2 van de 4 disciplines, en eventueel de algemene cursussen) Cultuurgeschiedenis

C21211 Cultuurgeschiedenis van de oudheid 1 standaard schriftelijk (ov) 12-11, 8-4, 24-6 42

C12221 Middeleeuwen 1 standaard schriftelijk (ov) 13-11, 29-1, 25-6 42

C13221 Sociaal-economische geschiedenis 1 standaard schriftelijk (ov) 14-11, 30-1, 26-6 43

C10222 Nederland in de 19e en 20e eeuw 2 standaard mondeling volgens afspraak 43

C19111 Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse 1 standaard opdracht volgens afspraak 44 Amerikaanse cultuur in de VS en Nederland

C39211 Historiografie. Geschiedschrijving in de 1 studiedag open boek 13-11, 9-4, 27-8 44 Nederlanden van Renaissance tot heden open vragen

C48321 Lieux de mémoire 1 standaard opdracht volgens afspraak 45

C36321 Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1 landelijke groepsbijeenkomst schriftelijk (ov) 29-1, 10-4, 26-8 45 1948-1973 1e semester

Page 28: SG CW2012-2013

27

code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm tentamendata blz sept ‘12 – aug ‘13

C50111 Geschiedenis van het privéleven. 1 standaard CBI (mc) volgens afspraak 38 Bronnen en benaderingen4

C61321 Zomerschool cultuurgeschiedenis5 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 46

Kunstgeschiedenis C05211 De Gouden Eeuw in perspectief 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 47

C41211 Kabinetten, galerijen en musea 1 studiedag schriftelijk (mc) 12-11, 30-1, 24-6 47

C08321 Stedenbouw. De vroegmoderne stad in 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 48 de Nederlanden

C17311 Oudnederlandse schilderkunst 1 studiedag schriftelijk (mc) 13-11, 9-4, 26-6 48

C10311 Expressionisme4 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 37

C13382 Zomerschool Florence5 2 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 49

Letterkunde

C02211 Literatuurwetenschap 1 standaard schriftelijk 12-11, 10-4, 24-6 49 (mc + ov)

C33211 Culturele dialoog: lezen en schrijven 1 studiedag schriftelijk (ov) 13-11, 26-6, 28-8 50 tussen twee culturen

C03211 De literaire canon 1 landelijke groepsbijeenkomst (v) opdracht volgens afspraak 50 1e en 2e semester

C59321 Zomerschool letterkunde 1 contactonderwijs opdracht Niet in 2012-2013 C23212 Taalkunde van het Nederlands3, 6 2 nader te bepalen 51

C24212 Taalbeheersing van het Nederlands3, 6 2 nader te bepalen 51

C16211 Schoolgrammatica3, 6 1 nader te bepalen 51

Filosofie

C01221 Wetenschapsleer 1 studiedag CBI (mc) volgens afspraak 51

C23221 Ethiek 1 studiedag schriftelijk (mc) 12-11, 10-4, 26-8 52

C52211 Argumentatieleer 1 standaard schriftelijk 13-11, 8-4, 25-6 52 (mc + ov)

C01321 Denken over cultuur 1 landelijke groepsbijeenkomst opdracht volgens afspraak 53 1e en 2e semester

C60311 Zomerschool filosofie 1 contactonderwijs opdracht Niet in 2012-2013

Algemeen

C53211 Het cultuurwetenschappelijk debat 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 54

C54211 Cultuurwetenschappelijke seminars 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 55

C55211 Cultuurwetenschappelijke seminars 2 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 55

C56311 Zomerschool Roma Caput Mundi 5 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 56

C80212 Stage Cultuurwetenschappen7 2 contactonderwijs opdracht volgens afspraak 56

Page 29: SG CW2012-2013

28

code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm tentamendata blz sept ‘12 – aug ‘13

VErBrEdINGPAKKET OPEN BAChElOr Verbredingpakket 10 Door student zelf in te vullen (goedkeuring Facultaire Toetsingscommissie vereist). Mogelijkheden: 1) verbredingpakket van andere OU-faculteit 2) inbreng elders behaalde studieresultaten. Zie www.ou.nl/openbachelor

Vrij te kiezen cursussen vrije ruimte8 5 Het verbredingspakket mag worden uitge- breid met de vrije ruimte tot 15 modulen.

Afstudeertraject

C42323 Onderzoekspracticum: bachelorscriptie9 3 individueel + scriptie + volgens practicum- 57 groepsbijeenkomsten (v) presentatie data

1 Groepsbijeenkomsten in het 2e semester alleen in Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Nijmegen, Eindhoven, Groningen en Rotterdam2 De regio’s zijn: Randstad (Alkmaar, Almere, Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam); Noordoost (Leeuwarden, Groningen, Emmen, Zwolle en Enschede), Zuid (Vlissingen, Breda, Eindhoven,

Nijmegen en Heerlen) en Vlaanderen. Zie voor nadere informatie de cursussite. Voor begeleiding in Vlaanderen: neem contact op met het studiecentrum.3 Cursus beschikbaar vanaf 1 februari 2013. 4 Indien u deze cursus reeds in het gebonden-keuzeblok van de propedeuse hebt gekozen, kunt u deze cursus niet meer kiezen in het gebonden-keuzeblok van de postpropedeuse.5 Voor zomerscholen gelden afwijkende inschrijvingsvoorwaarden. Zie de cursusbeschrijving verderop in de gids en op www.ou.nl. 6 De cursussen C23212, C24212 en C16211 kunnen in de gebonden keuze alleen als totaalpakket worden ingebracht.7 Het inbrengen van een stage kan alleen onder speciale voorwaarden. Zie de uitvoeringsregeling.8 De volgende cursussen maken geen deel uit van de bacheloropleiding ACW, maar worden aanbevolen ten behoeve van de vrije ruimte:

C14222 Van Babylon tot Brugge, C14311 Opera: twaalf opera’s als spiegels van hun tijd

C17122 Thema’s en genres in de muziekgeschiedenis, C27231 Bewegend beeld9 Te kiezen 1 uit 4: geschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde, filosofie

Legenda opleidingsschema

Voor een nadere toelichting op de verschillende vormen van begeleiding zie pagina 10. Zie de algemene regelgeving voor tentamens op pagina 76. Zorg dat u zich op tijd aanmeldt voor een tentamen.

GroepsbijeenkomstenZie ook de cursusbeschrijvingen elders in deze gids. De landelijke groeps-bijeenkomsten vinden plaats in één centraal gelegen Nederlands studie-centrum.

StudiedagNiet-verplichte begeleidingsdag bij cursus met een extra-karakter (zie ook pag. 11).

TrainingsdagDag waarop academische vaardigheden worden getraind in het kader van de module Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2. Zie cursusbeschrij-ving op pagina 41.

(v)Deelname is verplicht. Zonder deelname geen toelating tot het tentamen.

ContactonderwijsOnderwijs wordt gegeven in de vorm van bijeenkomsten. Tentamen door middel van een opdracht.

CBIComputergebaseerde toetsing Individueel (voorheen: SYS-tentamen.) U kunt een CBI-tentamen op vaste tijden afleggen op uw studiecentrum in de week die u schikt. De afname van het tentamen geschiedt via een pc. De vragen van het tentamen zijn door de computer uit een databestand van vragen geselecteerd.

CBGComputergebaseerde toetsing Groepsgewijs (voorheen: regulier schrifte-lijk tentamen). U kunt een CBG-tentamen afleggen op 3 van tevoren vast-gelegde tentamendata per jaar. De afname van het tentamen geschiedt via een pc.

open boekStudiematerialen mogen meegenomen worden naar het tentamen. Check altijd de tentameninformatie op de cursuswebsite op Studienet.

opdrachtEen opdracht (ook wel: ‘bijzondere verplichting’) kan bestaan uit een werkstuk, een verslag, een referaat, een presentatie of anderszins. Bij de cursusbeschrijving vindt u nadere informatie.

schriftelijkRegulier schriftelijk tentamen. Bestaat uit meerkeuzevragen (mc) en/of open vragen (open). Wordt op 3 van tevoren vastgestelde tentamendata per jaar afgenomen.

TentamendataVoor regulier schriftelijke en CBG-tentamens worden de data van tevoren vastgesteld; het is niet mogelijk hiervan af te wijken.

volgens afspraakHet afleggen van CBI-tentamens en het inleveren van opdrachten ver-loopt volgens afspraak; u kunt de tentamendata in principe zelf bepalen. Mondelinge tentamens vinden plaats in vastgestelde maanden. Datum en locatie worden in onderling overleg vastgesteld.

Page 30: SG CW2012-2013

29

Vrijstellingen voor de bacheloropleidingIedereen van 18 jaar of ouder kan bij de Open Universiteit starten met een bacheloropleiding. Er is dus geen voor-opleidingseis zoals bij andere universiteiten. Hebt u in het verleden een wo- of hbo-opleiding1 afgerond, dan komt u altijd in aanmerking voor vrijstelling. De vrijstelling is ruimer naarmate er meer overeenkomst (verwantschap) bestaat tussen de door u afgeronde wo- of hbo-opleiding en de te volgen opleiding aan de Open Universiteit. Is er minder of geen verwantschap, dan is de vrijstelling beperkt. Hebt u de opleiding niet voltooid, dan wordt per afge-rond vak bekeken of er sprake kan zijn van vrijstelling. Een vrijstellingsverzoek wordt altijd individueel bekeken.

Vrijstelling vrije ruimte

De reguliere en open varianten van de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen hebben een vrije ruimte van vijf modulen die u naar eigen keuze met cursussen van de Open Universiteit of met elders gevolgd onderwijs kunt invullen (zie pagina 16). Hiermee wordt het belang van de breedte van een universitaire opleiding onderstreept. Bij een reeds voltooide hbo- of wo-opleiding wordt aangenomen dat aan die breedte voldaan is. U komt dan, ook als die opleiding verder geen verwantschap heeft met Algemene cultuurwetenschappen, in aanmerking voor vrijstelling van de vrije ruimte.

Vrijstelling op basis van gelijkwaardige of verwante getuigschriften en vakken

Is er tussen de eerder gevolgde opleiding en de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen (ACW) verwant-schap, dan wordt op grond van de inhoud, het niveau en de omvang van de gevolgde vooropleiding in onderling ver-band bepaald welke cursussen u krijgt vrijgesteld. Als gelijkwaardig aan de bacheloropleiding ACW gelden gelijknamige bacheloropleidingen Algemene cultuurwetenschappen gevolgd aan een andere Nederlandse of Belgische universiteit (en in bepaalde gevallen een Nederlandse hbo-opleiding) met een aantoonbaar vergelijkbaar programma. Hebt u bij-voorbeeld een propedeuse algemene cultuurwetenschappen gehaald, dan krijgt u in principe de propedeuse ACW van de OU vrijgesteld. Als verwant aan de bacheloropleiding ACW worden beschouwd wo-, mo- en hbo-opleidingen op het gebied van geschiedenis, filosofie, letterkunde en kunstgeschiedenis. Dit geldt ook voor opleidingen met een sterke verwantschap met ACW, zoals opleidingen ‘kunsten, cultuur en media’. Bij een verwante vooropleiding hangt de om-vang van uw vrijstelling af van de inhoud, het bereikte niveau en van uw eventuele keuze voor een educatieve minor. Hebt u bijvoorbeeld een propedeuse filosofie behaald, dan zullen met name filosofische cursussen in de propedeuse worden vrijgesteld. Bij voornamelijk praktijkgerichte opleidingen als hbo-muziek (conservatorium) en hbo-beeldende kunst (kunstacademie) beperkt de vrijstelling zich tot enkele specifieke cursussen. Op het niveau van een specifiek elders gevolgd vak wordt gekeken naar het aantal studiepunten waarmee dat vak in de eerdere opleiding wordt geho-noreerd, het niveau waarop het is gegeven en het aantal studiepunten dat de corresponderende cursus in onze oplei-ding heeft. Hiernaar zal met extra aandacht worden gekeken als u kiest voor een bacheloropleiding met een educatieve minor.

Vrijstelling op grond van praktijkervaring/educatieve minor

De Commissie voor de examens heeft een procedure opgesteld op basis waarvan het mogelijk is vrijstelling aan te vragen voor op basis van praktijkervaring. Zie www.ou.nl/vrijstelling.Studenten die beschikken over aantoonbare praktijkervaring in het voortgezet onderwijs, hebben meestal recht op vrijstellingen in de educatieve minor. Neem contact op met de onderwijsadviseur CW voor nadere informatie T +31 (0)45 - 576 2888, E [email protected].

Vrijstellingsprofielen

Voor een aantal veelvoorkomende vooropleidingen bestaan vrijstellingsprofielen. In het schema kunt u zien voor welke cursussen uit de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen u met de genoemde opleidingen vrijstelling kunt krijgen. Aangezien de vrijstellingsprofielen bijgesteld kunnen worden, betreft het een indicatief overzicht waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Alleen aan een beschikking van de Commissie voor de examens kunt u rechten ontlenen.

1 Waar in deze tekst gesproken wordt over hbo- of wo-opleiding,wordt bedoeld een Nederlandse hogere-beroeps- of wetenschappelijke opleiding die is opgenomen in het Centraal Register Opleidin-gen Hoger Onderwijs (CROHO). Vlaamse hogere en wetenschappelijke opleidingen worden op dezelfde voorwaarden behandeld. Voor het bepalen van het niveau van de opleidingen wordt gebruik gemaakt van de methodiek Waardering Buitenlandse Getuigschriften van NUFFIC.

Page 31: SG CW2012-2013

30

Mod

ulen

Standaardvrijstellingen Bachelor Algemene Cultuurwetenschappen

verwante opleidingen

Propedeuse WO

Opleidingen

Cursussen

Propedeuse 14 Oriëntatiecursus Cultuurwetenschappen 2

Inleiding kunstgeschiedenis 2 2

Inleiding letterkunde 2 2 2

Inleiding cultuurgeschiedenis 2 2

Inleiding in de filosofie 2 2

Schrijfpracticum 1 1 1 1

Gebonden keuze

Expressionisme 1 1

Geschiedenis van het privéleven 1 1 1 1

Disciplinaire verdieping 1+2* 1 1* 1* 1* 1* 1*

Postpropedeuse 28

Gebonden keuze

Geschiedenis

Cultuurgeschiedenis van de oudheid 1 1

Sociaal-economische geschiedenis 1 1

Kijken naar Amerika 1 1

Historiografie 1 1

Kunstgeschiedenis

De Gouden Eeuw in perspectief 1 1

Kabinetten, galerijen en musea 1 1

Oudnederlandse schilderkunst 1 1

letterkunde

Literatuurwetenschap 1 1 1

Culturele dialoog. Lezen en schrijven 1 1 1

Filosofie

Wetenschapsleer 1 1

Ethiek 1 1

Argumentatieleer 1 1 Vrije ruimte 5 2 2 2 2 2 2

Totale vrijstelling 9 9 9 9 9 9

Niet genoemde cursussen worden nooit standaard vrijgesteld. * = De vrijstelling behelst het pluspakket dat bij de verwante, vrijgestelde opleiding hoort, plus een pluspakket naar keuze.

AC

W-a

chtig

e op

leid

ing

Kuns

tges

chie

deni

s

Ned

erla

nds

Ove

rige

tale

n

Filo

sofie

Ges

chie

deni

s

indi

vidu

eel b

epaa

ld

Page 32: SG CW2012-2013

31

Opleiding Vrijstellingen Aantal modulen

Enigszins verwante 4-jarige hBO-opleidingen Drama Inleiding letterkunde 2 Vrije ruimte 5 Muziek Vrije ruimte 5

Beeldende kunst Inleiding kunstgeschiedenis 2 Expressionisme 1 Vrije ruimte 5

Journalistiek, Communicatie Schrijfpracticum 1 1 Schrijfpracticum 2 1 Vrije ruimte 5

Bibliotheek opleiding CW-vaardigheden 1 1 Vrije ruimte 5

Niet-verwante opleidngen

WO-doctoraal Schrijfpracticum 1 1 WO-master CW-vaardigheden 1 1 MOB Vrije ruimte 5

WO-kandidaats, WO-bachelor Vrije ruimte 5 MO-A Vrije ruimte 5

Prof. bachelor 4-jarig HBO Vrije ruimte 5

Propedeuse Deel vrije ruimte 2

Aanvragen vrijstellingen

Bij de Open Universiteit beslist de Commissie voor de examens over vrijstellingsaanvragen. Elke aanvraag wordt individueel bekeken aan de hand van eerdergenoemde beoordelingscriteria. Daarom is het van belang dat u een verzoek tot vrijstelling voor de bacheloropleiding ook daadwerkelijk indient. Alleen aan een officiële, persoonlijke beschikking van de Commissie voor de examens kunt u rechten ontlenen.

Een verzoek tot vrijstelling voor de bacheloropleiding moet schriftelijk worden gedaan met een aanvraag-formulier Vrijstellings- en/of toelatingsverzoek. Het aanvraagformulier bevat een toelichting en een over-zicht van de vereiste bewijsstukken die u met uw aanvraag moet mee sturen. Het formulier kunt u telefo-nisch aanvragen T + 31 (0)45 – 576 2888 of downloaden, www.ou.nl/vrijstelling. Wanneer u vrijstelling aanvraagt, kunt u in afwachting van de beschikking van de Commissie voor de examens, al starten met een cursus uit bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, waarvoor geen vrijstelling zal worden verleend. Daarom is het raadzaam om in elk geval vooraf advies in te winnen (T + 31 (0)45 - 576 2888).

Omdat elke aanvraag voor vrijstelling voor de bacheloropleiding afzonderlijk wordt beoordeeld, moet de tekst in deze studiegids gezien worden als een globale uiteenzetting van het door de Open Universiteit gehanteerde vrijstellingsbeleid. Bij vrijstellingsverzoeken hanteert de Commissie voor de examens als maatstaf de overeenkomst tussen de oorspronkelijk voltooide opleiding en de opleiding van de Open Universiteit. De Commissie baseert haar oordeel op adviezen van de Facultaire Toetsingscommissie (FTC) Cultuurwetenschappen.Sommige onderdelen, zoals de scriptie/afstudeeropdracht, zijn van vrijstelling uitgesloten.

Page 33: SG CW2012-2013

32

Cursusbeschrijvingen bachelor

De cursusbeschrijvingen zijn gerangschikt volgens de opleidingsschema’s. De meest actuele en uitgebreide gegevens over een cursus vindt u op de website www.ou.nl/studieaanbod. Bij elke cursusbeschrijving in deze gids staat het webadres vermeld dat direct toegang geeft tot deze informatie. U vindt hier extra informatie over ingangsvoorwaarden, cursusinhoud, tentaminering en begeleiding.Bent u eenmaal ingeschreven voor een cursus, dan krijgt u automatisch toegang tot de cursuswebsite op Studienet. Hier vindt u de meest uitgebreide informatie over een cursus met vele aanwijzingen voor de bestude-ring ervan. Sommige websites zijn voorzien van elektro-nische werkboeken. Als u een opleiding volgt, raadpleeg dan voordat u nieuwe cursussen gaat bestellen uw persoonlijke stu-diepad www.ou.nl/studiepad. In uw studiepad staan de cursussen echter niet in de aangeraden volgorde van bestuderen. Bekijk daarvoor het normtraject op pagina 17.Voor invulling van de vrije ruimte van de bacheloroplei-ding mogen geen mastercursussen worden gekozen.

Cursussen educatieve minor: zie pagina 58.

Cursussen uitsluitend voor de vrije ruimte: zie pagina 61.

Cursussen masteropleiding: zie pagina 66.

Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen

Cursuscode: C44122 Cursusniveau: 1 Studielast: 2 modulen

In de Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen maakt u kennis met de disciplines cultuurgeschiedenis, kunst-geschiedenis, letterkunde en filosofie, die aan de Open Universiteit tezamen de opleiding Algemene cultuurwe-tenschappen vormen. De opbouw is zodanig dat u zowel meer te weten komt over de afzonderlijke disciplines als over een historische periode waarin de Nederlanden een eigen identiteit en in het noorden een bijzondere staats-vorm kregen. De titels van de twee delen spreken voor zichzelf: Van Bourgondische Nederlanden tot Republiek en De Gouden Eeuw van de Republiek.

BegeleidingsvormBegeleidingsbijeenkomsten in beide semesters. In het eerste semester (vanaf 1 september) worden in alle studie-centra (behalve in Almere en Emmen; in Vlissingen alleen bij voldoende belangstelling) begeleidingsbijeenkomsten aangeboden. In het tweede semester (vanaf 1 februari) alleen in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven, Nijmegen, Groningen.

TentamenOpenboektentamen bestaande uit open vragen.Openboektentamen: www.ou.nl/web/studeren/hulpmiddelenData: 14-11, 29-1, 10-4, 24-6, 28-8

DocentenExaminator: drs. Janny Bloembergen-Lukkes.Begeleiders: drs. Janny Bloembergen-Lukkes (Utrecht en Almere), drs. Herman Simissen (Nijmegen), drs. Lieke van den Bulck-van der Linden (Breda en Eindhoven), drs. Jean-Pierre Demoustiez (Diepenbeek, Gent), drs. Tom van Dorp (Rotterdam en Vlissingen), prof. dr. Dirk de Geest (Leuven), dr. Frank Inklaar (Enschede en Zwolle), prof. dr. Hubert Meeus (Antwerpen), mw. Hanna Riezebos MA (Groningen, Leeuwarden en Emmen), dr. Jos Pouls (Heerlen/Parkstad Limburg), drs. Wouter Steffelaar (Alkmaar en Amsterdam), dhr. Arjan Vader MA (Den Haag).

www.ou.nl/studieaanbod/C44122.htm

Pr

OP

Ed

EU

SE

Page 34: SG CW2012-2013

33

Inleiding kunstgeschiedenis

Cursuscode: C19112 Cursusniveau: 1 Studielast: 2 modulen

De Inleiding kunstgeschiedenis is erop gericht de westerse kunst sinds de Griekse oudheid tot en met de huidige tijd te leren bekijken, begrijpen en in een maatschappelijke context te plaatsen. De cursus bestaat uit twee tekstboeken en een werkboek. Het eerste tekstboek, 101 hoogtepunten van de westerse kunst, gaat uitvoerig in op een selectie van kunstwerken en gebouwen uit verschillende tijden en landen. Elk van deze 101 objecten wordt gedetailleerd beschreven, geïnterpreteerd en in verband gebracht met historische omstandigheden. Het tweede tekstboek biedt, zoals de titel Manieren van kijken al aangeeft, verschil-lende manieren om naar de in het eerste boek behandelde werken te kijken en betrekt daarbij andere kunstwerken en gebouwen. De eerste vier hoofdstukken gaan over de basis-problemen van het vak kunstgeschiedenis: de definitie van kunst, de groepering van werken, de relatie tussen kunst en historische context, en over de verschillende oplossin-gen die voor die problemen zijn aangedragen. De verdere veertien hoofdstukken brengen verbanden aan tussen verschillende werken, ze gaan in op mogelijke betekenis-sen en ze belichten de relatie met de tijd en plaats waarin de schilderijen, beelden en gebouwen zijn gemaakt. Het werkboek helpt u de tekstboeken te bestuderen.

BegeleidingsvormVoor deze cursus wordt begeleiding aangeboden in het tweede semester (1 februari-1 september). Tevens wordt in het voorjaar een architectuur- en kunstpracticum geor-ganiseerd in Utrecht. Kijk voor precieze informatie op de cursuswebsite op Studienet.

Pluspakket kunstgeschiedenisIn het kader van de cursus Disciplinaire verdieping 1 (C57111) worden extra activiteiten georganiseerd. Zie de beschrijving op pagina 38-39.

Tentamenvorm40 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden. U mag deel 1 van de studiematerialen (101 hoogtepunten van de westerse kunst) meenemen naar het tentamen. Ook een loep is toegestaan.Data: 14-11, 26-6, 28-8

DocentenExaminator en begeleider: drs. Irmin Visser.Begeleider voor de Vlaamse studiecentra: drs. Jean-Pierre Demoustiez.

www.ou.nl/studieaanbod/ C19112.htm

Inleiding letterkunde

Cursuscode: C16112 Cursusniveau: 1 Studielast: 2 modulen

Aan de basis van deze cursus staat leesplezier. Want wat is er prettiger dan je terugtrekken met een goed boek: genieten van mooie taal, je in vervoering laten brengen of je hoofd breken over moeilijke kwesties? Dat leesplezier kan worden vergroot door grip te krijgen op de betovering door ‘literatuur’. Om zinvol over een literaire tekst te kun-nen praten, is het nodig om over dezelfde terminologie te kunnen beschikken. Deze cursus helpt u bij het aanleren van dit ‘instrumentarium’.Het doel van de cursus is kennis bij te brengen van en inzicht te geven in literaire werken, hun mogelijke beteke-nis, hun werking en hun plaats in de (internationale en) Nederlandstalige literaire traditie van middeleeuwen tot heden. U leert proza en poëzie te analyseren met behulp van de in de cursus aangeboden technieken en uiteindelijk kunt u literaire werken plaatsen in de literaire en culturele traditie. Daarvoor krijgt u een historisch overzicht van de Nederlandstalige literatuurgeschiedenis waarbij de literaire werken mede worden bezien binnen de West-Europese culturele context.

BegeleidingsvormBij deze cursus wordt in Nederland in het eerste semester (1 september-1 februari) begeleiding aangeboden. Zie voor precieze informatie de cursuswebsite op Studienet.

Pluspakket letterkundeIn het kader van de cursus Disciplinaire verdieping 2 worden extra activiteiten georganiseerd in aanvulling op de cursus Inleiding letterkunde. Zie de beschrijving op pagina 38-39.

TentamenvormSchriftelijk, multiple choice en open vragen.Data: 28-1, 8-4 en 26-8.

DocentenExaminator: drs. Dick Disselkoen. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-Van der Linden, drs. Wouter Steffelaar, drs. Jean-Pierre Demoustiez (Diepenbeek, Gent), prof. dr. Dirk De Geest (Leuven), prof. dr. Hubert Meeus (Antwerpen).

www.ou.nl/studieaanbod/C16112.htm

Pr

OP

Ed

EU

SE

Page 35: SG CW2012-2013

34

Ancien Régime (Inleiding cultuurgeschiedenis 1)

Beperkte inschrijving; zie onder!

Cursuscode: C09221 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Met de term ‘ancien regime’ wordt de periode bedoeld uit de Europese geschiedenis die begint aan het einde van de Middeleeuwen en eindigt met de Franse revolutie. Het is een tijd waarin de meerderheid van de Europese bevolking nog van de landbouw leeft en in kleine dorpen op het platteland woont. De maatschappelijke relaties worden beheerst door de verdeling van de samenleving in standen. Het bestuur is verbrokkeld en de politiek is in handen van een kleine groep bevoorrechte personen uit de samenle-ving. Maar onmiskenbaar draagt het ‘oude regime’ al tal van moderne kenmerken in zich. Men spreekt daarom ook wel van de ‘vroeg-moderne’ of ‘nieuwe tijd’ als men de periode 1450-1800 bedoelt. Deze periode vormt de bakermat van het moderne Europa: de Europese economie krijgt voor het eerst een mondiale reikwijdte; tijdens renaissance en Verlichting worden belangrijke uitgangspunten van het mo-derne gedachtegoed geformuleerd; en de eerste moderne gecentraliseerde staten ontstaan. De cursus biedt aan de hand van veertien uiteenlopende bijdragen een overzicht van de hoofdlijnen van de geschiedenis van Europa in de periode 1450-1800 en van de belangrijkste en meest karak-teristieke aspecten van de vroeg-moderne samenleving.

InschrijvingInschrijving in het academisch jaar 2012-2013 uitsluitend voor studenten die de cursus Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa (1815-1919). (Inleiding cultuurge-schiedenis 2) (C06311) al eerder hebben afgerond, besteld of vrijgesteld gekregen.

BegeleidingsvormStandaard.

Pluspakket geschiedenisIn het kader van de cursus Disciplinaire verdieping 2 wor-den extra activiteiten georganiseerd in aanvulling op de cursussen Inleiding cultuurgeschiedenis. Zie de beschrij-ving van de cursus C58111.

Tentamen80 juist/onjuist vragen.Data: 13-11, 29-1, 9-4.

DocentenExaminator en begeleider: mw. Hanna Riezebos MA.

www.ou.nl/studieaanbod/C09221.htm

Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa (1815-1919) (Inleiding cultuurgeschiedenis 2)

Beperkte inschrijving; zie onder!

Cursuscode: C06311 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module

De Europese geschiedenis sinds de Franse revolutie is in be-langrijke mate bepaald door het nationalisme, te omschrij-ven als de problematiek van het al dan niet samenvallen van de grenzen van natie en staat. De in deze cursus gehanteer-de scheidslijnen betreffen het Congres van Wenen (1815) en het Verdrag van Versailles (1919), twee momenten waarop de geopolitieke kaart van Europa opnieuw werd getekend. In die tussenliggende periode blijkt de toenemende invloed van het nationalisme, dat zich telkens weer, afhankelijk van de politieke, sociale, culturele en economische context, in uiteenlopende gedaanten manifesteert. Nationalisme kan regeringen en regimes legitimeren én aanvallen. Het kan de vorm aannemen van een tolerant cultureel nationalisme of van economisch nationalisme, maar er zijn ook agressieve of geëxalteerde varianten. Nationalisme kan de interne cohesie versterken (bijvoorbeeld in oude natiestaten als Frankrijk en Groot-Brittannië), kan een verenigend effect hebben (bijvoorbeeld de vereniging van Duitsers en Italianen rond 1870 in de natiestaten Duitsland en Italië), maar kan ook desintegrerend werken zoals het geval was met de uitge-strekte rijken van de Habsburgse keizer, de Russische tsaar of de Turks-Ottomaanse sultan.

InschrijvingInschrijving in het academisch jaar 2012-2013 uitsluitend voor studenten die de cursus Ancien regime (Inleiding cultuurgeschiedenis 1)(C09221) al eerder hebben afgerond, besteld of vrijgesteld gekregen.

BegeleidingsvormStandaard.

Pluspakket geschiedenisIn het kader van de cursus Disciplinaire verdieping 2 wor-den extra activiteiten georganiseerd in aanvulling op de cursussen Inleiding cultuurgeschiedenis. Zie de beschrij-ving van de cursus C58111.

Tentamen80 juist/onjuist vragenData: volgens afspraak (CBI-tentamen).

DocentenExaminator en begeleider: drs. Janny Bloembergen-Lukkes.

www.ou.nl/studieaanbod/C06311.htm

Pr

OP

Ed

EU

SE

Page 36: SG CW2012-2013

35

Inleiding cultuurgeschiedenis

Cursuscode: C04212 Cursusniveau: 2 Studielast: 2 modulen

De Inleiding cultuurgeschiedenis bestaat uit twee delen:1) Ancien Régime en2) Nationalisme, naties en staten. Europa van circa 1800

tot heden.

Met de term ‘ancien regime’ wordt de periode bedoeld uit de Europese geschiedenis die begint aan het einde van de middeleeuwen en eindigt met de Franse revolutie. Het is een tijd waarin de meerderheid van de Europese bevolking nog van de landbouw leeft en in kleine dorpen op het platteland woont. De maatschappelijke relaties worden beheerst door de verdeling van de samenleving in standen. Het bestuur is verbrokkeld en de politiek is in handen van een kleine groep bevoorrechte personen uit de samenleving. Maar onmiskenbaar draagt het ‘oude re-gime’ al tal van moderne kenmerken in zich. Men spreekt daarom ook wel van de ‘vroeg-moderne’ of ‘nieuwe tijd’ als men de periode 1450-1800 bedoelt.De Europese geschiedenis sinds de Franse revolutie is in belangrijke mate bepaald door het nationalisme, te omschrijven als de problematiek van het al dan niet samenvallen van de grenzen van natie en staat. In dit deel van de cursus maakt u kennis met de ontwikkeling van het nationalisme in Europa in de periode van circa 1800 tot heden. Aan de hand van allerlei relevante concrete historische gebeurtenissen en ontwikkelingen worden de ontstaansgeschiedenis van het nationalisme, c.q. de na-tiestaten in verschillende delen van Europa, beschreven. Daarbij wordt ook ruime aandacht geschonken aan de gewijzigde rol en betekenis van Europa op het wereldto-neel: van negentiende-eeuwse koloniale wereldmacht tot een positie op het tweede plan. De cursus eindigt heel nadrukkelijk in het huidige tijdsgewricht, omdat het nati-onalisme als politieke en culturele factor vandaag de dag nog altijd een prominente rol speelt, zowel in de context van internationalisering en supranationale samenwerking, als waar het discussies en spanningen genereert in relatie tot vraagstukken van nationale identiteit, globalisering en (nieuwe vormen van) regionalisering.

BegeleidingsvormStandaard en een aantal begeleidingsbijeenkomsten, georganiseerd in het eerste semester. Zie Studienet voor de precieze data.

Pluspakket geschiedenisIn het kader van de cursus Disciplinaire verdieping 2 wor-den extra activiteiten georganiseerd in aanvulling op de cursus Inleiding cultuurgeschiedenis. Zie de beschrijving van de cursus C58111.

TentamenTentaminering in twee deeltentamens. Deel 1: 80 juist/onjuist vragen; data: 13-11, 29-1 en 9-4.

Deel 2: 40 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden; data: 30-1, 10-4 en 26-6.

DocentenExaminatoren en begeleiders: mw. Hanna Riezebos MA en dr. Toon Bosch.

www.ou.nl/studieaanbod/C04212.htm

Pr

OP

Ed

EU

SE

Page 37: SG CW2012-2013

36

Inleiding in de filosofie

Cursuscode: C13132 Cursusniveau: 1 Studielast: 2 modulen

Filosofie kan men omschrijven als het onderzoeken van de vooronderstellingen die ten grondslag liggen aan de vragen die in het dagelijkse leven, in de cultuur en in de wetenschappen worden gesteld. In de filosofie wordt ge-zocht naar een algemene grondslag voor ware kennis en voor juist en rechtvaardig handelen, naar de structuur van de werkelijkheid zelf, naar het wezen van de mens, het le-ven en de schoonheid. Dergelijke grote, om niet te zeggen allesomvattende vragen maken het onvermijdelijk dat de filosofie zich beweegt op een hoger niveau van abstractie, maar dit hoeft niet te impliceren dat de betekenis voor de praktijk minder wordt. Het betekent wél dat de filosofie geen specifiek eigen object heeft. Het gaat in de filosofie niet om feitelijke kennis van bijvoorbeeld bepaalde tech-nische mogelijkheden of van de normen die gelden in een bepaald land. Zulke kennis is het doel en het onderwerp van de verschillende vakwetenschappen. Filosofen vragen naar de grondslagen, de relevantie en de grenzen van dergelijke kennis. Dit houdt in dat de filosofie raakvlakken heeft met alle mogelijke wetenschappen en cultuuruitin-gen. In de cursus Inleiding in de filosofie maakt u kennis met een aantal van de belangrijkste denkers en stromin-gen uit de westerse filosofiegeschiedenis.

BegeleidingsvormBij deze cursus wordt in Nederland in het tweede semes-ter (1 februari-1 september) begeleiding aangeboden. Zie voor precieze informatie de cursuswebsite op Studienet.

Pluspakket filosofieIn het kader van de cursus Disciplinaire verdieping 1 (C57111) worden extra activiteiten georganiseerd in aanvulling op de cursus Inleiding in de filosofie. Zie de beschrijving van de cursus C57111.

TentamenRegulier schriftelijk tentamen met meerkeuzevragen (mc). De cursus wordt in twee delen getentamineerd.Data: Tentamendata deel 1: 10-4, 26-6 en 28-8. Tentamendata deel 2: 24-6, 26-8 en november 2013.

DocentenExaminator: dr. Jeroen Vanheste.Begeleiders: dr. Jeroen Vanheste (Nederland); dr. Jean-Pierre Demoustiez, Paul Cordy (Vlaanderen).

www.ou.nl/studieaanbod/C13132.htm

Schrijfpracticum 1: zakelijk schrijven

Cursuscode: C51111 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module

Legt u eens een paar teksten naast elkaar. Teksten die u zelf geschreven hebt in verschillende situaties. Een sms’je, een passage uit een dagboek, een e-mailbericht, het ver-slag van een vergadering of een brief; het zijn allemaal producten van één schrijver en toch zijn er waarschijnlijk grote verschillen wat betreft toon, zinsbouw en woord-keus. Elke tekst brengt een boodschap over en bij elk soort boodschap hoort een bepaalde verpakking. Die ver-pakking, de tekst, moet passen in de situatie. En bij elke situatie past een bepaalde vorm en een bepaalde inhoud. Waardoor worden vorm en inhoud van een tekst bepaald? Het antwoord krijg je door drie vragen te stellen: Wie is de schrijver en in welke functie schrijft hij? Welke boodschap wil hij overbrengen? En wie is de beoogde lezer?In de cursus Schrijfpracticum 1: zakelijk schrijven bestu-deert u de vorm en inhoud van zakelijke teksten. Welke kennis en vaardigheid hebt u nodig om effectief te schrijven? Uw schrijfproducten dienen aan een aantal eisen te voldoen: effectieve schriftelijke communicatie is duidelijk, efficiënt, gepast, aantrekkelijk en correct. Al deze eisen komen in de cursus aan bod.

BegeleidingsvormStandaard.

Tentamen30 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden + open vragen. Geen hulpmiddelen toegestaan. Ook geen verkla-rend Nederlands woordenboekData: 12-11, 30-1 en 26-6.

DocentenExaminator: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden.Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, drs. Wil Michels en drs. Wouter Steffelaar.

www.ou.nl/studieaanbod/C51111.htm

Pr

OP

Ed

EU

SE

Page 38: SG CW2012-2013

37

Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1

Cursuscode: C48211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

De cursus Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 heeft als centrale doelstelling de student kennis te laten maken met de academische vaardigheden die noodzake-lijk zijn om cultuurwetenschappelijk onderzoek te kunnen doen. Zo leert u wetenschappelijke teksten te analyseren op probleemstelling en onderzoeksvragen. Voorts maakt u kennis met wetenschappelijke bibliotheken, archieven en musea, de ‘schatkamers’ waar veel bronnen voor cultuur-wetenschappelijk onderzoek te vinden zijn. Door gerichte opdrachten leert u er gebruik van te maken. Ook gaat u de mogelijkheden van internet voor cultuurwetenschappelijk onderzoek verkennen.Het cursusmateriaal bestaat uit een studiehandleiding, het Vademecum (een naslagwerk dat u uw hele verdere studie kunt gebruiken) en een dossier-map met opdrachten.

IngangseisenDe cursus kan pas worden gevolgd nadat u drie van de vijf volgende cursussen (of hun voorgangers) met succes hebt afgerond: Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, Inleiding in de filosofie, Inleiding kunstgeschiedenis, Inleiding cultuurgeschiedenis en Inleiding letterkunde. U dient zich te realiseren dat u op enkele werkdagen on-derzoek moet verrichten in een universiteitsbibliotheek, in een provinciaal archief en in een museum. Computer met internetverbinding vereist. Woont u in het buitenland of bent u anderszins verhinderd een bibliotheek, archief en museum in Nederland of België te bezoeken, neem dan contact op met de examinator.

BegeleidingsvormEr worden groepen geformeerd per regio en per semester. Er is één verplichte groepsbijeenkomst. Hiervoor meldt u zich vóór het begin van het semester aan bij het secretari-aat van de faculteit. Dat is alleen mogelijk als u ingeschre-ven staat voor de cursus. In Vlaanderen vindt de begelei-ding alleen plaats in het tweede semester.

Tentamen4 opdrachten.

DocentenExaminator: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden.Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, dr. Frank Inklaar en dhr. A. Vader MA.Coördinatie: [email protected].

www.ou.nl/studieaanbod/C48211.htm

Expressionisme

Cursuscode: C10311 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module

Over het algemeen wordt onder ‘expressionisme’ een specifiek Duitse bijdrage aan de beeldende kunst van de 20e eeuw verstaan. Deze cursus kent aan het begrip een ruimere betekenis toe, namelijk: de stroming die in het eerste kwart van de 20e eeuw een omwenteling teweeg-bracht in de kunst in Duitsland en de stijl waarvan zich in de loop van de 20e eeuw verschillende groepen kunste-naars hebben bediend. Concreet zijn dat de fauvisten in het eerste decennium van de 20e eeuw in Frankrijk, de Duitse expressionisten van 1908 tot 1924, de leden van Cobra direct na de Tweede Wereldoorlog in Denemarken, België en Nederland, en de abstract-expressionisten in West-Europa en de Verenigde Staten. De tweedeling - stroming/stijl - keert terug in de verde-ling van het studiemateriaal. Het eerste deel behandelt de argumenten die theoretici, zoals Max Raphael, Wilhelm Worringer en Paul Fechter, en kunstenaars als Kirchner en Kandinsky aanvoeren om het expressionisme te defini-eren en te legitimeren tegenover de tegenstanders uit de traditionele hoek. Bovendien wordt onderzocht wat het expressionisme als stroming in de beeldende kunst gemeen heeft met het expressionisme in de bouwkunst, de filmkunst, de literatuur, de muziek en de dans. De vraag naar de ontstaansachtergrond en de juistheid van de ter-minologie loopt als een rode draad door dit deel.Het tweede deel beschrijft en analyseert de momenten in de beeldende kunst van de 20e eeuw waarop het ‘expres-sieve’ en het ‘primitieve’ elkaar raken. In het bijzonder wordt nagegaan wat de invloed was van het ‘primitieve’. Wat zochten de (expressionistische) kunstenaars in de uitingen die niet tot de traditionele kunst behoren, zoals ‘kunst’werken van ‘primitieve’ volken en van geestes-zieken, kindertekeningen en vormen van westerse volkskunst?

BegeleidingsvormStandaard en jaarlijkse studiedag.

Tentamen60 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden.Data: volgens afspraak (CBI-tentamen).

DocentenExaminator en begeleider: dr. Mieke Rijnders.

www.ou.nl/studieaanbod/C10311.htm

Pr

OP

Ed

EU

SE

Page 39: SG CW2012-2013

38

Geschiedenis van het privéleven. Bronnen en benaderingen

Cursuscode: C50111 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module

Lang hebben historici onderzoek naar het persoonlijke en huiselijke leven gemeden. Geschiedenis ging over staten, samenlevingen of economische verbanden. Maar sinds het privéleven is erkend als een boeiend historisch domein, heeft het onderzoek ernaar een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. De cursus Geschiedenis van het persoonlijk leven heeft een drietal doelstellingen. Allereerst maakt u kennis met een groot aantal bronnen en methoden waarmee de wetenschapper inzicht krijgt in de geschiedenis van het persoonlijk leven. Een breed scala van benaderingswijzen en bronnen komt aan bod, zoals egodocumenten, literaire teksten, schilderijen, foto’s, grafmonumenten, huisraad, kinderspeelgoed, enzovoort. In de tweede plaats krijgt u een overzicht van de gezinsgeschiedenis in West-Europa van de late middeleeuwen tot heden. Tenslotte passeert in de teksten van het cursusboek ook een aantal belangrijke debatten binnen de geschiedwetenschap de revue. Na bestudering van de cursus heeft u zicht gekregen op het methodische gebruik van diverse historische bronnen en de voor- en nadelen van verschillende benaderingswijzen. Dat betekent dat u ook een zekere vaardigheid heeft ver-worven om zelf bronnen op hun waarde te schatten.

BegeleidingsvormStandaard.

Tentamen60 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden. Data: volgens afspraak (CBI-tentamen)

DocentenExaminator en begeleider: dr. Ronald Rommes

www.ou.nl/studieaanbod/C50111.htm

Disciplinaire verdieping 1/2

Cursuscode: C57111 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module

Cursuscode: C58111 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module

In de cursussen Disciplinaire verdieping 1 en 2 zijn de pluspakketten ondergebracht. In pluspakketten worden aspecten van de inleidende cursussen op een alternatieve manier aangeboden. Zij bieden:- extra begeleiding in de vorm van toelichting, beantwoor-

ding van vragen en lezingen;- verdieping van de studiestof door het bezoek onder des-

kundige leiding aan tentoonstellingen, lieux de mémoire, musea en evenementen die aansluiten bij onderwerpen van de cursussen;

- extra motivatie, door het directe en regelmatige contact met medestudenten en de cursusbegeleider;

- extra vaardigheden.Pluspakketten worden eenmaal per jaar aangeboden in hetzelfde semester als de inleidende cursussen worden begeleid (kijk op de cursuswebsites voor de data). Zij staan voor 60 studie-uren. De onderbrenging van de pluspakketten kunstgeschiede-nis en filosofie in Disciplinaire verdieping 1 (C57111) en de pluspakketten letterkunde en cultuurgeschiedenis in Disciplinaire verdieping 2 (C58111) is louter administratief. U kunt de pluspakketten op de door uzelf gewenste manier over de cursussen verdelen. Alle combinaties zijn mogelijk.Houd er rekening mee, dat aan pluspakketten naast de cursusprijs extra kosten zijn verbonden.

IngangseisenOm een pluspakket te kunnen volgen dient u inge-schreven te zijn voor bijbehorende inleidende cursus, te weten Inleiding kunstgeschiedenis (C19112), Inleiding in de filosofie (C13132), Inleiding letterkunde (C16112) of Inleiding cultuurgeschiedenis (C04212). Ook geldig is een inschrijving voor Ancien regime (C09221) en Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa (1815-1919) (C06311). Studenten die de inleidende cursussen (of hun voorgan-gers) hebben afgerond, zijn ook welkom. Bij het toeken-nen van plaatsen gaan ingeschreven studenten voor.P

rO

PE

dE

US

E

Page 40: SG CW2012-2013

39

InschrijvingNa inschrijving voor de cursus Disciplinaire verdieping 1 of 2 meldt u zich aan voor een pluspakket via secretariaat.cultuurwetenschappen.nl

Pluspakket kunstgeschiedenis Het pluspakket kunstgeschiedenis bestaat uit een vijftal be-zoeken aan steden inclusief het stedelijk museum. Daarbij staan vier tijdvakken centraal: de middeleeuwen, 17e eeuw, 18e eeuw en moderne tijd. In de vijfde stad worden deze tijdvakken gecombineerd. Tijdens het vierde en vijfde bezoek houdt elke deelnemer een referaat over een kunst-werk uit het museum of een belangrijk gebouw.

Pluspakket filosofieHet pluspakket filosofie bestaat uit een viertal bijeenkom-sten met sprekers, waarin een thema (in 2010 ‘vrijheid’, in 2011 ‘de kunst van het leven’, in 2012 ‘Zwei Seelen wohnen, ach!, in meiner Brust’) vanuit verschillende invalshoeken belicht wordt. Gerenommeerde filosofen behandelen het thema aan de hand van het werk van de denkers die in de cursus Inleiding in de filosofie behandeld worden. In principe wordt afgesloten met een bezoek aan de ‘Dag van de filosofie’ van de Universiteit van Tilburg.

Pluspakket cultuurgeschiedenis Het pluspakket geschiedenis heeft als thema het ko-loniale verleden van Nederland en België. In dit kader worden twee dagen met lezingen aangeboden en werden vorig jaar bezoeken gebracht (met rondleiding) aan het Tropenmuseum in Amsterdam en het Koninklijk Afrika Museum in Tervuren (bij Brussel). Als afsluiting van het pluspakket schrijft u een kort werkstuk.

Pluspakket letterkunde De rode draad in het pluspakket letterkunde (1e semester 2012) vormt de roman ‘De avonden’ van Gerard Reve. In het pluspakket leest en analyseert u het boek en u bekijkt de verfilming uit 1989. Met de tekstanalyse en de verfilming leert u hoe op verschillende, uiteenlopende manieren met een tekst omgegaan kan worden.Daarnaast bezoekt u het Letterkundig Museum en het Huis van het boek/Museum Meermanno in Den Haag en u krijgt een uitgebreide voordracht over de wereld van de literaire kritiek. U sluit het Pluspakket af met een schrifte-lijke analyse over ‘De avonden’.

BegeleidingsvormContactonderwijs.

TentamenElk pluspakket wordt afgesloten met een opdracht. Data: volgens afspraak.

DocentenPluspakket kunstgeschiedenis: drs. Irmin Visser.Pluspakket filosofie: dr. Elisabeth den Hartog.Pluspakket cultuurgeschiedenis: dr. Toon Bosch en dr. Caroline Drieënhuizen.Pluspakket letterkunde: drs. Dick Disselkoen.Examinator cursus: drs. Dick Disselkoen.

www.ou.nl/studieaanbod/C57111.htmwww.ou.nl/studieaanbod/C58111.htm

Pr

OP

Ed

EU

SE

‘Hard hat’-excursie tijdens

de verbouwing van het

Rijksmuseum.

Pluspakket Kunstgeschiedenis

28 september 2010.

Page 41: SG CW2012-2013

40

Schrijfpracticum 2: academisch schrijven

Cursuscode: C51211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Schrijfpracticum 2 is een vervolg op de cursus Schrijfpracticum 1. Doel van de cursus is het verhogen van de vaardigheid in het schrijven en beoordelen van teksten waarmee academici veelvuldig in aanraking komen. Voorbeelden van deze genres zijn onderzoeksverslag,(populair-)wetenschappelijk artikel en recensie. In de ten-tamenperiode schrijft u zelf twee teksten en beoordeelt u vier teksten die door andere studenten geschreven zijn. Aan de hand van het commentaar van twee medestuden-ten herschrijft u uw eigen teksten. Deze eigen teksten (in twee versies) en de beoordeling van het werk van anderen vormen samen het schrijfdossier dat u aan het eind van de rit inlevert.

IngangseisenStudenten Cultuurwetenschappen en losse cursisten: Schrijfpracticum 1 afgerond.

BegeleidingsvormStandaard. Er zijn vier tijdstippen per jaar waarop u kunt beginnen met de tentamenopdrachten. Begeleiding gaat deels elektronisch via de cursuswebsite van Studienet.

TentamenSchrijfopdrachten.Data: Er zijn 4 tentamenperiodes waarin u twee teksten en vier beoordelingen schrijft en vervolgens een gere-viseerde versie van uw twee teksten. U kunt niet van de periodes afwijken.In studiejaar 2012-2013 kunt u deelnemen aan de vol-gende tentamenperiodes: periode 1: week 35 t/m 44 (start op 27 augustus 2012)periode 2: week 45 t/m 2 (start op 5 november 2012)periode 3: week 3 t/m 12 (start op 14 januari 2013)periode 4: week 13 t/m 22 (start op 25 maart 2013)

DocentenExaminator: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden.Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, drs. Wil Michels en drs. Wouter Steffelaar.

www.ou.nl/studieaanbod/C51211.htm

PO

ST

Pr

OP

Ed

EU

SE

Page 42: SG CW2012-2013

41

IngangseisenDe gehele propedeuse is met succes afgerond.

BegeleidingsvormStandaardbegeleiding en vier verplichte trainingsdagen. De data van de trainingsdagen worden aangekondigd op de cursuswebsite op Studienet. Na inschrijving voor een trainingsdag krijgt u van de faculteit nadere informatie over de begeleiding van die dag.

TentamenOpdracht: het schrijven van een onderzoeksvoorstel.

DocentenExaminator: dr. Frank Inklaar.Begeleiders: Letterkunde: drs. Dick Disselkoen, dr. Jan Oosterholt; Cultuurgeschiedenis: drs. Janny Bloembergen-Lukkes, dr. Frank Inklaar; Filosofie: dr. Jeroen Vanheste, drs. Herman Simissen; Kunstgeschiedenis: dr. Jos Pouls, dr. Frauke Laarmann .Coördinatie en aanmelden trainingsdagen: [email protected]

www.ou.nl/studieaanbod/C49211.htm

Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2

Cursuscode: C49211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

In de cursus Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 traint u zich verder in cultuurwetenschappelijke academi-sche vaardigheden. Dan moet u denken aan het analy-seren van cultuurwetenschappelijk bronmateriaal, het contextualiseren van cultuuruitingen en het schrijven van een wetenschappelijk verantwoord onderzoeksvoorstel.U oefent dit in vier verplichte trainingsdagen, die inhoude-lijk gekoppeld aan de vier disciplines van cultuurweten-schappen.De teksten die op de trainingsdagen centraal staan wordt u geacht van tevoren thuis te bestuderen. Op de bijeen-komsten wordt u in een groep ingedeeld. U wordt geacht een inhoudelijke bijdrage te leveren aan de analyse van de aangeboden teksten. Tevens krijgt u een bepaalde taak toegewezen. Dit kan zijn het geven van een mondelinge samenvatting van een tekst, het aandragen van discus-siepunten over een tekst, het leiden van de discussie over een tekst, het notuleren van de gevoerde discussie, het achteraf mondeling presenteren van de discussie, enzo-voort. Naast de vier trainingsdagen schrijft u in het kader van de Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 een kort werkstuk in de vorm van een beredeneerd onder-zoeksvoorstel dat beoordeeld wordt. U schrijft dit werk-stuk onder begeleiding van één van de docenten van de trainingsdagen. Welke docent dat is, mag u zelf bepalen. Zie voor meer informatie de cursuswebsite op Studienet.

ProcedureDe volgende trainingsdagen worden aangeboden:1. Cultuurgeschiedenis 2. Filosofie 3. Kunstgeschiedenis4. LetterkundeDe vier trainingsdagen worden per semester eenmaal aangeboden. Aan het eind van de trainingsdag krijgt u van de begeleider een bewijs van deelname. Om de cursus te kunnen afsluiten moet u een trainings-dag van elk van de vier disciplines hebben gevolgd. De cursus wordt afgesloten met een werkstuk. Daartoe zoekt u contact met een van de begeleiders van de trai-ningsdagen. Op dat moment moet u ingeschreven staan voor de cursus. U verkrijgt het certificaat voor Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 als u vier deelnamebewijzen van trai-ningsdagen kunt overleggen en nadat u het bij de cursus horende werkstuk met een voldoende hebt afgerond.

PO

ST

Pr

OP

Ed

EU

SE

Page 43: SG CW2012-2013

42

Middeleeuwen

Cursuscode: C12221 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

In de cursus Middeleeuwen bestudeert u het boek Eeuwen des onderscheids. Een geschiedenis van mid-deleeuws Europa (Amsterdam 2004 2e druk, 476 pagina’s) van Wim Blockmans en Peter Hoppenbrouwers. De middeleeuwen roepen het beeld op van torens en kastelen, waar minstrelen hoofse liederen ten gehore brachten en koene ridders elkaar op het toernooiveld eervol bestreden. Het is een onuitroeibaar cliché dat slechts betrekking heeft op een klein en door verbeel-ding vertekend deel van een complexe periode uit de Europese geschiedenis die meer dan duizend jaar duurde. God heerste met harde hand over deze wereld die naar huidige maatstaven technologisch onderontwikkeld, arm, onrechtvaardig en uiterst gewelddadig was. Hoewel de middeleeuwen in veel opzichten ver van ons af staan en totaal ‘anders’ waren dan de tijd waarin wij leven, hebben nogal wat karakteristieke elementen van onze huidige samenleving middeleeuwse wortels. Dat geldt niet alleen voor het nederzettingspatroon en de staatkun-dige kaart van Europa, maar ook voor bepaalde instel-lingen die wij als wezenlijk beschouwen, zoals parlement, universiteit en vakvereniging.

VoorkennisAangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.

BegeleidingsvormStandaard.

TentamenSchriftelijk. Open vragen. Data: 13-11, 29-1 en 25-6.

DocentenExaminator: dr. Rob Meens.Begeleider: drs. Herman Simissen.Dr. Meens is verbonden aan het Instituut voor geschie-denis van de Universiteit Utrecht. Hij is specialist op het gebied van de middeleeuwen.

www.ou.nl/studieaanbod/C12221.htm

GE

SC

hIE

dE

NIS

Cultuurgeschiedenis van de Oudheid

Cursuscode: C21211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

In de Ilias beschrijft Homerus Mycene als de machtigste van alle steden op de Peloponnesus en noemt het ‘het goudrijke Mycene’, gesticht door Perseus, de zoon van op-pergod Zeus en Danaë. De stadsmuur zou zijn gebouwd door de reus Cyclops. De opgravingen van Schliemann bevestigden in de 19e eeuw het bestaan van Mycene en de grootsheid ervan, maar veel andere beweringen van Homerus moeten toch worden geïnterpreteerd als my-then, als verhalen die de mensen eeuwenlang aan elkaar door vertelden.De auteurs van Cultuurgeschiedenis van de Oudheid grij-pen de stad Mycene aan om de mythologie te behande-len, die zo’n belangrijke rol speelt in de klassieke teksten. Zo gaan zij voortdurend te werk: twaalf steden dienen als uitgangspunt voor de behandeling van een hoofdthema uit de cultuurgeschiedenis van de klassieke Oudheid in haar geheel. Zo dient Milete voor de filosofie, Athene voor ‘oorlog en vrede’ en ‘beeldende kunst’, Alexandrië voor ‘literatuur’, Delos voor ‘economie en handel’, Rome voor ‘staatsinstellingen en recht’ en ‘de samenleving’, Nijmegen voor ‘centrum en periferie’, Ephese voor ‘stedenbouw en architectuur’, Constantinopel voor ‘religie’ en Ravenna voor ‘de Oudheid na de Oudheid’.Aan het eind van de cursus heeft u een uitstekend cultuurhistorisch overzicht gekregen van de Griekse en Romeinse wereld.

InschrijvingAanbevolen wordt deze cursus te bestuderen na de propedeuse.

BegeleidingsvormStandaard

TentamenOpen vragen. Data: 12-11, 8-4 en 24-6.

DocentenExaminatoren: dr. Nathalie de Haan en dr. Stephan Mols. Beide zijn verbonden aan de Faculteit letteren van de Radboud Universiteit Nijmegen.

www.ou.nl/studieaanbod/C21211.htm

Page 44: SG CW2012-2013

43

Sociaal-economische geschiedenis

Cursuscode: C13221 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

In de cursus Sociaal-economische geschiedenis bestu-deert u het tweede deel van het handboek van B. De Vries (red.), Van agrarische samenleving naar verzorgings-staat. Demografie, economie, maatschappij en cultuur in West-Europa, 1450-2000. Het boek is een inleiding op de demografische, economische en sociaal-mentale geschie-denis van West-Europa tussen 1450 en 2000. De agrari-sche sector, de nijverheid en handel, alsmede de groei en stagnatie ervan, zijn onderwerp van beschouwing. Ook de staatsvormen en de sociale structuren krijgen een prominente plaats. Aan de ‘burgerlijke’ negentiende eeuw, de klassenmaatschappij en de verzorgingsstaat zijn aparte hoofdstukken gewijd. Vier landen staan centraal: Engeland, Nederland, Duitsland en Frankrijk. In het eerste deel gaat over de periode tussen het midden van de vijftiende eeuw en het einde van de achttiende eeuw. Het tweede deel behandelt dezelfde onderwerpen sedert het einde van de achttiende eeuw. Tot ongeveer 1880 worden de onderlinge verschillen tussen de landen groter, omdat de industrialisatie op verschillende tijdstippen plaatsvond. Daarbij behouden de samenlevingen nog lang ‘agrarische trekken’. Pas na 1880 groeien de landen op demografisch, economisch en sociaal gebied naar elkaar toe. De verzor-gingsstaat, die na de Tweede Wereldoorlog ontstond, laat deze sterke overeenkomsten duidelijk zien.

VoorkennisAangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.

BegeleidingsvormStandaard.

TentamenSchriftelijk. Open vragen.Data: 14-11, 30-1, 26-6.

DocentenExaminator en begeleider: dr. Ronald Rommes.

www.ou.nl/studieaanbod/C13221.htm

Nederland in de 19e en 20e eeuw

Cursuscode: C10222 Cursusniveau: 2 Studielast: 2 modulen

In het kader van de cursus Nederland in de 19e en 20e eeuw bestudeert u twee handboeken: Land van kleine gebaren. Een politiek geschiedenis van Nederland 1780-1990 van Remieg Aerts (red). en Een nieuwe wereld. Het ontstaan van het moderne Nederland van Auke van der Woud. Een land van grote gebaren is Nederland niet, ook niet in de poli-tiek. Maar geheel zonder drama is het toch niet gegaan, de ontwikkeling van het elitaire bestel van de achttiende eeuw en het patriarchale bewind van na de Franse tijd naar de liberale politieke cultuur van de tweede helft van de vorige eeuw en de door massapartijen gedragen politieke ge-meenschap van nu. Constitutionele monarchie, de school-strijd, het kiesrecht, de sociale kwestie, de parlementaire democratie, ze zijn inzet geweest van langdurige en soms hevige conflicten. De ontwikkelingen worden in vier studies geschetst: de eenwording van Nederland, de toename van de politieke participatie, de uitbreiding van het politieke domein, maar ook het diffuser worden van de politieke be-sluitvorming. Rond 1850 ontwaakte Nederland uit een diepe slaap. Langzaam kwamen toen de intensieve communica-tie, mobiliteit en de massale productie en consumptie van energie op gang. We zijn inmiddels gewend dat verschijnsel als een overbekende geschiedenis (‘industriële revolutie’) af te doen. De tijdgenoot die in 1850, 1860 leefde, zag echter een ongekende nieuwe wereld verschijnen waarin niets vanzelfsprekend was: dit perspectief is de leidraad van Een nieuwe wereld.

VoorkennisAangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.

BegeleidingsvormStandaard.

TentamenMondeling. In de loop van het jaar zal de tentamenvorm worden veranderd in schrifelijk.Data: in onderling overleg in de maanden november, januari en juni. Aanmelden: een mail (minimaal drie weken van te voren) aan dr. Toon Bosch ([email protected]).

DocentenExaminator: prof. dr. Leo Wessels.Begeleiders: prof. dr. Leo Wessels en dr. Toon Bosch.

www.ou.nl/studieaanbod/C10222.htm

GE

SC

hIE

dE

NIS

Page 45: SG CW2012-2013

44

Historiografie. Geschiedschrijving in de Nederlanden van Renaissance tot heden

Cursuscode: C39211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Hoe zagen de mensen in het verleden hún verleden? Hoe beschouwden de bewoners van de Lage Landen hun eigen geschiedenis in de jaren rond 1500, de overgangs-periode van middeleeuwen naar renaissance? En hoe ver-anderde het aanwezige historisch besef later, gedurende de periode van humanisme, verlichting en romantiek?De cursus Historiografie behandelt de geschiedenis van de geschiedschrijving en de geschiedbeoefening, inclu-sief die van het veranderend historisch besef (de verhou-ding tussen heden en verleden), in Nederland en België vanaf de renaissance tot in onze tijd. Aan de hand van essays (het tekstboek), bronteksten en opdrachten wordt getoond hoe de omgang met het ver-leden vanaf de renaissance ook in de Nederlanden steeds weer nieuwe vormen heeft aangenomen. De kroniek, de erudiete verhandeling, het pamflet, het nationale epos, de historische monografie, het tijdschriftartikel, het essay, alle zijn het voorbeelden van genres die historici (mede) hebben ontwikkeld en beoefend. Door deze vormver-andering kon de geschiedschrijving beantwoorden aan de noden van de tijd en vond zij meteen ook aansluiting bij de eigenheid van opeenvolgende cultuurstromingen als humanisme, verlichting, romantiek, modernisme en postmodernisme.De in het bronnenboek gepresenteerde (delen van) bronnen zijn exemplarisch voor de in het tekstboek behandelde en geanalyseerde genres. Het Vademecum is een werkboek en vormt het derde deel van de cursus. Het biedt een terugkoppeling op de stof van tekst- en bronnenboek.

BegeleidingsvormStandaard en een studiedag.

TentamenOpenboektentamen bestaande uit open vragen.Openboektentamen: www.ou.nl/web/studeren/hulpmiddelen

DocentenExaminator en begeleider: prof. dr. Leo Wessels.

www.ou.nl/studieaanbod/C39211.htm

GE

SC

hIE

dE

NIS

Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse Amerikaanse cultuur in de VS en in Nederland

Cursuscode: C19111 Cursusniveau: 1 Studielast: 1 module

Waarom kijken naar Amerika? Amerika is overal om u heen! U eet cereals en hamburgers en drinkt Coca Cola, leest over Amerikaanse toestanden in onze grote steden en leest Peanuts met Charley Brown. We spreken over consultants, marketingmanagers of andere business en betalen in de supermarkt met creditcard. We doen aan fitness of basketbal, en gaan uit naar de disco. De Star Wars-rage, commerciële televisie met The Simpsons en Jerry Springer, westerns met Clint Eastwood, internet, Elvis en Little Richard en Mickey Mouse T-shirts: Amerika komen we de hele dag overal tegen.In de twintigste eeuw hebben de VS zich ontwikkeld tot de dominante wereldmacht, economisch, politiek en cultureel. Kijken naar Amerika heeft daarom een grote urgentie gekregen. Door het brede culturele panorama dat u in de cursus Kijken naar Amerika krijgt aangeboden, zult u beter begrijpen wat Amerika eigenlijk is en wat Amerikanen bezighoudt. Is Amerika wel zo eenvormig als het oppervlakkig gezien lijkt? Hoe blijft een natie met zo’n heterogene bevolkingssamenstelling bijeen? Welke grondslagen in het politieke en economische systeem zijn hiervoor te vinden? Hoe beïnvloeden cultuuruitingen als film, televisie, muziek en sport dit proces? Hoe wordt het leven in Amerikaanse grote steden verwerkt in etnische literatuur? Is er zoiets als een Amerikaanse architectuur of kunst, of zelfs een Amerikaanse cultuur? Ten slotte stelt de cursus de vermeende Amerikanisering van Nederland ter discussie. Is Nederland echt al een culturele kolonie van Amerika?

BegeleidingsvormStandaard.

TentamenOpdracht.Data: de opdrachten zijn slechts gedurende 4 periodes in het jaar toegankelijk:Periode 1: 1-15 januariPeriode 2: 1-15 aprilPeriode 3: 1-15 juliPeriode 4: 1-15 oktober

DocentenExaminator en begeleider: dr. Frank Inklaar.

www.ou.nl/studieaanbod/C19111.htm

Page 46: SG CW2012-2013

45

Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1948-1973

De cursus kent twee varianten: een Nederlandse en een Vlaamse. Na inschrijving ontvangen Vlaamse studenten op verzoek hun eigen cursusmateriaal.

Cursuscode: C36321 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module

In 1958 vond in Brussel de Wereldtentoonstelling plaats. Deze Expo’58 gaf uiting aan de sfeer van hoop en vooruit-gang en bovenal aan het vertrouwen in een heil en welvaart brengende moderniteit. Centraal stond het atoom, fysiek vormgegeven in het Atomium. Een bijzondere ode aan de moderniteit was te horen in het Philips paviljoen. Daar weer-klonk het Poème Electronique van Le Corbusier, op muziek van Edgar Varese, een elektronisch gestuurd licht- en ge-luidsspel. De cursus Modernisering: Nederland - Vlaanderen 1948-1973 biedt u een inkijk in deze wereld van moderniteit. Tussen 1945 en 1973 hebben zowel Nederland als Vlaande-ren een fundamentele transformatie doorgemaakt op eco-nomisch, sociaal en cultureel gebied. Deze weg naar de mo-derne verzorgingsstaat wordt wel aangeduid met de term ‘modernisering’. In deze cursus wordt vanuit twee invalshoe-ken naar de modernisering van Nederland en Vlaanderen gekeken. Enerzijds gaat het om de veranderingen zelf, zoals die zich in vele gedaanten hebben voorgedaan. Deze veranderingen worden beschreven in de handboeken die behoren tot de cursus. Anderzijds wordt nagegaan hoe deze handboeken zelf zijn opgebouwd. Welke theoretische en historiografische uitgangspunten hanteren zij, hoe komen zij aan hun informatie? Met andere woorden hoe is een cultuurwetenschappelijke studie tot stand gekomen? U gaat aan de hand van een zelf gekozen thema na welke keuzes er zijn gemaakt en hoe cultuurwetenschappelijke literatuur in het handboek is verwerkt. U leert zo kritisch te kijken naar cultuurwetenschappelijke producten.

IngangseisenCultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 en 2 afgerond.

BegeleidingsvormStandaard en landelijke groepsbijeenkomst.

TentamenU beoordeelt een onderzoeksvoorstel aan de hand van open vragen. Veertien dagen voor de tentamendatum dient u een persoonlijk dossier te hebben ingeleverd. Ook dit dient voldoende te zijn. Data: 29-1, 10-4 en 26-8.

DocentenExaminator: Dr. Frank InklaarBegeleiders: drs. Janny Bloembergen-Lukkes en dr. Frank Inklaar.

www.studieaanbod.ou.nl/C36321.htm

Lieux de mémoire

Cursuscode: C48321 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module

Waterloo, Ieper, Guernica, Auschwitz, de Mokerhei, Nova Zembla, Loevestein. Deze plaatsen roepen onwillekeurig en onmiddellijk de herinnering op aan ingrijpende histo-rische gebeurtenissen. Ze vormen daarmee voorbeelden bij uitstek van wat de Franse historicus Pierre Nora ‘lieux de mémoire’ heeft genoemd, letterlijk: plaatsen van herinne-ring. Op deze plaatsen lijken heden en verleden met elkaar in contact te komen. Dit is een wederzijds contact: lieux de mémoire bieden inzicht in de omgang met het verle-den in het heden, maar ook in de impact die het verleden op het heden kan hebben. Het analyseren van dergelijke plaatsen kan dus interessante perspectieven opleveren op de cultuurgeschiedenis van een gebied, en tevens op de identiteit van een bepaalde groep. Waarom wordt een bepaalde plaats als een lieu de mémoire beschouwd, en door wie? Wat heeft zich er precies afge-speeld? (Hoe) is de betekenis van deze plek door de jaren heen veran-derd? Het begrip lieux de mémoire is niet alleen relevant voor de (cultuur)geschiedenis, maar ook voor de andere constituerende disciplines binnen de cultuurwetenschap-pen. Zo roept ‘de Kapellekensbaan’ onmiddellijk een boek van Louis-Paul Boon in herinnering, ‘Gezicht op Delft’ Johannes Vermeer, en kan bij Rotterdam worden gedacht aan Erasmus. Bovendien hoeven lieux de mémoire volgens grondlegger Nora niet noodzakelijk fysieke plaatsen te zijn. Ook herdenkingsdagen, symbolen, personen of zelfs liederen kunnen onwillekeurig en onmiddellijk de herinne-ring aan een specifieke historische gebeurtenis oproepen. Deze symbolische herinneringsplaatsen zijn vaak belang-rijke bouwstenen voor de identiteit van een land, stad of streek. Te denken valt aan le 14e Julliet of 9/11; de nationale vlag of hamer en sikkel; Jeanne d’Arc of Aletta Jacobs; of ‘Merck toch hoe sterck’ en ‘Adiós Nonino’. Mede door zijn brede toepassingsmogelijkheden is het concept Lieux de mémoire sinds de jaren negentig uitgegroeid tot één van de belangrijkste begrippen binnen de cultuurgeschiedenis.

BegeleidingsvormStandaard.

TentamenWerkstuk.

DocentenExaminator: dr. Susan Hoogervorst

www.ou.nl/studieaanbod/C48321.htm

GE

SC

hIE

dE

NIS

Page 47: SG CW2012-2013

46

Zomerschool geschiedenis

Cursuscode: C61321 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module

U kunt inschrijven voor de zomerschool na een oproep daartoe in Modulair en op de website van de faculteit Cultuurwetenschappen in het najaar van 2012. Aan de zomerschool zijn extra kosten verbonden.

De 19e eeuw was een periode waarin ingrijpende veran-deringen plaatsvonden. Op het gebied van ziektebestrij-ding en hygiëne werden grote successen geboekt. Rioleringen en waterleidingen werden aangelegd en de oorzaken van steeds meer ziekten werden gevonden en behandelingen daartegen ontwikkeld. Toch speelden (kin-der)sterfte, ziektes en lichamelijke ongemakken een grote rol in het leven (misschien nog wel meer dan vandaag). Beschrijvingen daarvan vonden hun weg naar ‘egodo-cumenten’, een verzamelnaam die de historicus Jacques Presser (1899-1970) gaf aan persoonlijke getuigenissen zoals brieven en dagboeken. In de Zomerschool geschie-denis 2013 zullen wij egodocumenten uit de 19e eeuw vanuit deze invalshoek bestuderen. Welke kwalen en ziektes teisterden de negentiende-eeuwers? Hoe dachten zij daarover en hoe gingen ze ermee om? Welke rol vervul-den de egodocumenten in deze problematiek? Zien wij bij vergelijking van verschillende egodocumen-ten uit diverse periodes veranderingen optreden? En hoe vallen die veranderingen te verklaren? De zomerschool, die plaatsvindt op het Meertens Instituut in Amsterdam, is als volgt opgezet:- Vooraf: u bestudeert een reader met relevante

literatuur. - 1e dag: werkcolleges ‘theorie en historiografie’ en intro-

ductie onderzoeksopdracht.- 2e dag: lezingen over het gebruik van egodocumen-

ten en over de invloed van egodocumenten zelf op mensen; kennismaking Meertens Instituut; start eigen onderzoek.

- 3e dag: lezing, voortzetting onderzoek en nabespreken onderzoeksdag en knelpunten.

- 4e dag: lezing, afronden onderzoek en nabespreken onderzoeksdag en knelpunten; diner.

- 5e dag: presentatie voorlopige onderzoeksverslagen aan medestudenten en docenten; gezamenlijke bespre-king verslagen; toelichting eindopdracht; afsluiting.

- Na afloop van de zomerschool schrijft u een essay.

BegeleidingsvormContactonderwijs.

InschrijvingInschrijving is alleen mogelijk voor opleidingsstudenten.

IngangseisenDe zomerschool Cultuurgeschiedenis staat open voor bachelorstudenten die hun propedeuse hebben afgerond.

TentamenOpdracht.

DocentenDr. Caroline Drieënhuizen, dr. Susan Hogervorst en dr. Leonieke Vermeer.

www.studieaanbod.ou.nl/C61321.htm

GE

SC

hIE

dE

NIS

Page 48: SG CW2012-2013

47

De Gouden Eeuw in perspectief

Cursuscode: C05211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

De schilderijenproductie in de gouden eeuw had een enorme omvang. Schattingen spreken van acht tot negen miljoen schilderijen. In de loop der eeuwen zijn er vele verdwenen, verloren gegaan of beschadigd, maar des-ondanks blijft er een vrijwel onafzienbare massa kunst-werken over. In de cursus De Gouden Eeuw in perspec-tief wordt de waarderingsgeschiedenis behandeld van schilderijen uit de zeventiende eeuw, met als kernvragen: wat hebben mensen in het verleden (en heden) in binnen- en buitenland over de zeventiende-eeuwse schilderkunst gezegd en gedacht en wat hebben ze ermee gedaan? Aan de hand van de beschrijving van de waarderingsgeschie-denis van de zeventiende-eeuwse schilderkunst wordt een aantal belangrijke keerpunten in de westerse cultuur-geschiedenis gemarkeerd.Het handboek valt uiteen in drie delen. Het eerste deel heet Liefhebbers, omdat de beeldvorming van de gouden eeuw in de achttiende eeuw gedragen werd door mensen die zelf dicht bij de praktijk van de kunstbeoefening stonden. Het tweede deel, Ideologen, is gewijd aan visies waarin politieke, filosofische en andere overwegingen een doorslaggevende rol speelden in het oordeel over de kunst. In het laatste deel, Kunsthistorici, komt de opkomst van de kunstgeschiedenis als wetenschap aan de orde.

VoorkennisKunsthistorische voorkennis op het niveau van de cursus Inleiding kunstgeschiedenis wordt verondersteld. Kennis van Inleiding cultuurgeschiedenis (C04212) of Ancien régime (C09221) aanbevolen.

BegeleidingsvormStandaard en een jaarlijkse studiedag.

Tentamen60 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden.Data: volgens afspraak. CBI-tentamen.

DocentenExaminator en begeleider: drs. Irmin Visser.

www.ou.nl/studieaanbod/C05211.htm

Kabinetten, galerijen en musea

Cursuscode: C41211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Kabinetten, galerijen en musea behandelt de uiterst ge-varieerde geschiedenis van het verzamelen in Europa van circa 1500 tot heden. De gekozen voorbeelden behoren deels tot de nationale, deels tot de internationale geschie-denis. U maakt kennis met allerlei soorten collecties, niet alleen van kunstobjecten maar ook van voorwerpen uit de natuur en uit het domein van de natuurwetenschappen. De cursus beoogt geen compleet historisch overzicht te geven van de verschillende soorten collecties die in de loop van de geschiedenis zijn gevormd. Tot de thema’s die in de verschillende hoofdstukken terugkeren, behoren de motieven die vorsten, overheden en particulieren ertoe brachten verzamelingen aan te leggen en de functies die deze collecties, uitgegroeid tot kabinetten, galerijen en musea, werden geacht te vervullen. Omdat de functies goed afgelezen kunnen worden uit de wijzen waarop col-lecties worden geordend en tentoongesteld, loopt de pre-sentatiegeschiedenis als een rode draad door de cursus. Nauw hiermee verbonden is het proces van geleidelijke openbaarmaking dat in de verzamel- en museumgeschie-denis getraceerd kan worden.In twaalf leereenheden worden aan de hand van repre-sentatieve voorbeelden de opvattingen over en de prak-tijk van het verzamelen en presenteren beschreven en onderzocht in samenhang met ontwikkelingen in het denken over zowel de kunst als de natuur. Zo wordt de geschiedenis van het verzamelen opgevat als een aspect van de wetenschapsgeschiedenis.

BegeleidingsvormStandaard en een jaarlijkse studiedag in het eerste semester.

Tentamen60 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden.Data: 12-11, 30-1 en 24-6.

DocentenExaminator en begeleider: dr. Mieke Rijnders.

www.ou.nl/studieaanbod/C41211.htm

KU

NS

TG

ES

Ch

IEd

EN

IS

Page 49: SG CW2012-2013

48

Stedenbouw. De vroegmoderne stad in de Nederlanden

Cursuscode: C08321 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module

De stad is de zichtbare staalkaart van onze cultuur. Hoe die expliciet gelezen moet worden, is het onderwerp van de cursus Stedenbouw. Daarbij gaat u eerst heel prak-tisch te werk. Zo leert u historische kaarten van steden in Nederland en België uit de zestiende en zeventiende eeuw te lezen en geografische kenmerken te duiden. Kadaster- en recente kaarten, luchtfoto’s en videobeelden voeren u naar de stad van nu. Deze praktijk wordt verdiept in tek-sten over de ontwikkeling van de stad in de Nederlanden tot aan 1900, toen de binding met de historisch gegroeide invulling van het land definitief werd verlaten.Bovendien staat u het Practicum Stedenbouw op dvd ter beschikking, op grond waarvan weer andere, nu interac-tieve opgaven uitgewerkt kunnen worden tot en met het samenstellen van ‘tentoonstellingen’ over stedenbouw-kundige onderwerpen aan toe.De cursus heeft de geschiedenis van de stad als fysieke structuur tot onderwerp, haar gebouwen en de steden-bouw zelf, alsook de relatie met de regio en andere steden en het verstedelijkingsproces op ‘nationaal’ niveau. Het spanningsveld tussen ideaal en werkelijkheid wordt na-drukkelijk verkend.Na deze cursus zal geen enkel bezoek aan een historische binnenstad meer hetzelfde zijn.

BegeleidingsvormStandaard en jaarlijkse studiedag in hartje Amsterdam, bestaande uit twee stadswandelingen, gedurende welke elke deelnemer een kort referaat houdt.

Tentamen40 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden.Data: volgens afspraak (CBI-tentamen).

TentamenhulpmiddelenEen ‘schoon’ verklarend Nederlands woordenboek (op eigen risico).Het bij het cursusmateriaal behorende Kaartendeel.

DocentenExaminator en begeleider: drs. Irmin Visser.

www.ou.nl/studieaanbod/C08321.htm

Oudnederlandse schilderkunst

Cursuscode: C17311 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module

Vanaf het begin van de negentiende eeuw hebben de intrigerende houten panelen van de ‘Vlaamse primitieven’ de kunsthistorici voor vragen gesteld. Wat is karakteristiek voor de scholen in de vijftiende eeuw? Is er wel sprake van een Noordelijke renaissance? Verhullen de realistische afbeeldingen symbolische boodschappen, zoals de icono-logische benadering wil? En zijn de werken wel geschil-derd door de meesters zelf? Centraal in deze cursus staat een representatieve keuze van belangrijke werken van Oudnederlandse meesters die u door middel van verschil-lende invalshoeken uitgebreid leert kennen. Aan het begin van de 19e eeuw steeg, parallel aan de ontwikke-ling van de Europese natiestaten, de belangstelling voor de werken van de zogenaamde ‘Vlaamse primitieven’. Het was mede een reactie op de alom bewonderde kunst van de Italiaanse renaissance. Hoe kunnen echter de voor hui-dige beschouwers soms cryptische voorstellingen worden geïnterpreteerd? De cursus laat zien hoezeer de interpre-tatie van de werken van de Oudnederlandse meesters in de afgelopen 200 jaar afhankelijk is geweest van de cul-turele context en de technische mogelijkheden van hun tijd. Er is volop aandacht voor de methodes die beroemde kunstkenners als Max Friedländer, cultuurhistorici als Jacob Burckhard en Huizinga, en kunsthistorici als Erwin Panofsky hanteerden. Daarnaast worden ook recente kunsthistorische interpretatiemethodes behandeld. De vraag blijft echter in hoeverre technisch onderzoek met behulp van röntgen- en infraroodstraling en archief-onderzoek naar opdrachtgevers ons zekere informatie kunnen verschaffen over de ware betekenis van de Oudnederlandse schilderkunst.

VoorkennisKennis van de cursussen Oriëntatiecursus cultuurweten-schappen en Inleiding kunstgeschiedenis (Kunst) met klem aanbevolen.

BegeleidingsvormStandaard en jaarlijkse studiedag.

Tentamenvorm40 meerkeuzevragen met 4 mogelijkheden.Data: 13-11, 9-4 en 26-6.

DocentenExaminator en begeleider: dr. Frauke Laarmann.

www.ou.nl/studieaanbod/C17311.htm

KU

NS

TG

ES

Ch

IEd

EN

IS

Page 50: SG CW2012-2013

49

KU

NS

TG

ES

Ch

IEd

EN

IS/l

ET

TE

rK

UN

dE

Zomerschool Florence

Cursuscode: C13382 Cursusniveau: 3 Studielast: 2 modulen

U kunt inschrijven voor de zomerschool na een oproep daartoe in Modulair en op de website van de faculteit Cultuurwetenschappen rond de jaarwisseling 2012-2013. Aan de zomerschool zijn extra kosten verbonden.

Florence is een van de belangrijkste centra van kunst en cultuur uit de Italiaanse renaissance. Een studiebezoek aan deze stad vormt een waardevolle aanvulling op ander cursusmateriaal van de faculteit Cultuurwetenschappen. Naast aandacht voor de kunst van Florence gaat minstens zoveel aandacht uit naar de ontwikkeling van mondelinge en schriftelijke vaardigheden, het zelfstandig plegen van literatuuronderzoek en het ontwikkelen van een eigen vraagstelling. Een referaat, te houden in Florence zelf, en een werkstuk, te vervaardigen na het verblijf in Florence, zijn verplichte onderdelen van deze zomerschool.Een student uit een van de eerdere zomerscholen schreef in LOCUS, het tijdschrift van Cultuurwetenschappen, over haar ervaringen: `In de eerste plaats schreef ik me voor deze cursus in om veel kunst te gaan zien en te bestu-deren. Ik heb niet kunnen vermoeden hoe stimulerend het is om op reis te gaan met een groep studenten, die weliswaar dezelfde interesse hebben, maar op alle andere gebieden van elkaar verschillen, en verderop in haar verslag: `Wat bij alle referaten opviel, was dat iedereen er ongelooflijk veel tijd en energie in had gestoken om zich in het onderwerp te verdiepen.’

IngangseisenPropedeuse afgerond; bij voorkeur ook Schrijfpracticum 2 (of Schrijven in studie en beroep) afgerond.

BegeleidingsvormContactonderwijs.

TentamenHet schrijven van een werkstuk waarin u het referaat dat u in Florence houdt, verwerkt.Data: werkstuk inleveren uiterlijk drie maanden na verblijf in Florence.

DocentenExaminator en begeleider: drs. Irmin Visser.

www.ou.nl/studieaanbod/C13382.htm

Literatuurwetenschap

Cursuscode: C02211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

U weet globaal gesproken wel wat literatuur is. Veel moei-lijker te beantwoorden is de vraag: waarom? Waarom is er literatuur? Waarom is literatuur wat het is? Waarom is volgens deskundigen een bepaalde auteur (nog) wel lite-ratuur en een andere niet (meer)? Waarom vinden wij niet allemaal, altijd, dezelfde teksten literatuur? Waarom vindt u de ene tekst de moeite waard en de andere niet? De cursus Literatuurwetenschap is reflectief van opzet en benadering. De cursus probeert de vele waarom-vragen die men over literatuur kan stellen, te beantwoorden. In de loop der jaren zijn er verschillende theorieën en benade-ringswijzen ontwikkeld die het verschijnsel ‘literatuur’ nader zouden moeten kunnen verklaren. Benaderingen van literatuur worden in deze cursus thematisch aan de orde gesteld. Afhankelijk van de doelstelling van de onder-zoeker zijn er verschillende invalshoeken mogelijk van het verschijnsel literatuur. De cursus beschouwt literatuur als een veelzijdig cultureel verschijnsel, en laat zien dat de literatuurwetenschap het best beoefend kan worden bin-nen het bredere kader van de cultuurwetenschappen. Ook de relatie tussen literatuur en andere media is daarbij relevant.

VoorkennisKennis van de cursussen Inleiding letterkunde, Culturele dialoog en Wetenschapsleer is gewenst.

BegeleidingsvormStandaard.

Tentamen 20 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden + een aantal open vragenData: 12-11, 10-4 en 24-6

DocentenExaminator en begeleider: dr. Lizet Duyvendak.

www.ou.nl/studieaanbod/C02211.htm

Page 51: SG CW2012-2013

50

Culturele dialoog: lezen en schrijven tussen twee culturen

Cursuscode: C33211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

In 2001 was het thema van de Nederlandse boekenweek ‘Schrijven tussen twee culturen’. Belangrijke Nederlandse literatuurprijzen worden de laatste jaren in de wacht gesleept door zogenaamde ‘nieuwe Nederlanders’. Een vergelijkbare doorbraak van niet-autochtone schrijvers zagen we in Groot-Brittannië bij de Bookerprijs al eerder. Zijn deze prijzen bedoeld als ‘aanmoedigingsprijs’? Wat voor soort literatuur schrijven de ‘schrijvers tussen twee culturen’? Ziet de Nederlandse literatuur er dankzij hen anders uit dan voorheen?De cursus bespreekt de literatuur uit de laatste tien jaar van auteurs die schrijven vanuit een culturele achtergrond uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten, zoals Turkije, Iran en Marokko. De redenen voor deze inperking zijn didac-tisch én inhoudelijk: het gaat om literatuur van schrijvers uit een ‘contrasterende’, niet-westerse cultuur (in tegen-stelling tot de schrijvers die afkomstig zijn vanuit de voor-malige koloniën). De centrale vraag van de cursus is wat voor literatuur de confrontatie tussen deze twee culturen oplevert. Daarbij gaat het niet alleen om de literaire the-matiek; er is bewust gekozen voor een thema dat binnen de cultuurwetenschappen algemene, wetenschappelijke en ook actuele importantie heeft, namelijk het thema van de culturele dialoog.De cursus is opgezet aan de hand van een aantal studieta-ken met steeds één specifiek thema.

VoorkennisNoodzakelijk niveau: Inleiding letterkunde (C12122).

BegeleidingsvormStandaardbegeleiding en een jaarlijkse studiedag.

TentamenOpen vragen.Data: 13-11, 26-6 en 28-8.Het tentamen bestaat uit een aantal open vragen over literaire tekstfragmenten en een meer theoretische vraag waarin een relatie wordt gelegd met de thematiek van de cursus.

DocentenExaminator en begeleider: drs. Dick Disselkoen.

www.ou.nl/studieaanbod/C33211.htm

De literaire canon

Cursuscode: C03211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Wie het onderwerp ‘de literaire canon’ aansnijdt, komt al snel te praten over een virtuele ‘lijst van meesterwerken’. Het is een leuk gezelschapsspel na te gaan of er een verza-meling klassieke teksten bestaat, die ieder beschaafd mens gelezen zou moet hebben. Wetenschappers richten zich tegenwoordig vooral op de vraag naar het proces van cano-nisering: welke instituties spelen bijvoorbeeld een sturende rol? En omgekeerd, wie worden er buitengesloten en hoe gaat die uitsluiting in zijn werk? Centraal staat het debat. We kijken naar de debatten die in Nederland al gedurende twee eeuwen rondom het verschijnsel ‘de literaire canon’ gevoerd worden. Die discussies zijn vaak bijzonder verhit. Geen wonder: er staat veel meer op het spel dan alleen het behoud van literaire meesterwerken. De canon wordt steeds weer gebruikt om te reflecteren op de vraag wie ‘wij’ zijn, wat onze gemeenschappelijke kenmerken zijn - of waarom het juist zo ontbreekt aan gemeenschappelijke kenmerken. Bovendien raakt de canon onmiddellijk aan de moeilijke vraag, waar wij als samenleving of cultuur in de toekomst naartoe willen. Wat gaan wij overdragen op de kinderen en hoe gaan we dat doen? Welke literaire werken moeten ze lezen en welke niet? Onderwijs, opvoeding en overdracht van kennis blijken een terugkerend punt van zorg. We trachten deze kluwen van sentimenten en argu-menten enigszins te ontwarren. Welke stelling wordt door wie en wanneer betrokken? Waarom wordt de canon soms als een beknellend keurslijf gezien, en soms juist als een zeer bruikbaar instrument van culturele zelfdefiniëring?

VoorkennisKennis van de cursussen Inleiding letterkunde en Culturele dialoog is gewenst.

BegeleidingsvormStandaard en een verplichte groepsbijeenkomst. Op die bijeenkomst dient u een poster te presenterenmet daarop een stelling in het canondebat.

TentamenHet verzorgen van een posterpresentatie én een schrifte-lijk werkstuk van maximaal 2000 woorden.Data: posterpresentatiedagen driemaal per jaar. Voor de data: zie cursuswebsite.

DocentenExaminator en begeleider: Jan Oosterholt.

www.ou.nl/studieaanbod/C03211.htm

lE

TT

Er

KU

Nd

E

Page 52: SG CW2012-2013

51

TA

Al

KU

Nd

E/F

IlO

SO

FIE

Taalkunde van het Nederlands

Inschrijving voor deze cursus is mogelijk vanaf 1 februari 2013.

Cursuscode: C23212 Cursusniveau: 2 Studielast: 2 modulen

De inhoud van deze cursus was bij het ter perse gaan van deze studiegids nog niet bekend. Kijk vanaf het najaar van 2012 op Studienet.

www.ou.nl/studieaabod/C23212.htm

Taalbeheersing van het Nederlands

Inschrijving voor deze cursus is mogelijk vanaf 1 februari 2013.

Cursuscode: C24212 Cursusniveau: 2 Studielast: 2 modulen

De inhoud van deze cursus was bij het ter perse gaan van deze studiegids nog niet bekend. Kijk vanaf het najaar van 2012 op Studienet.

www.ou.nl/studieaabod/C24212.htm

Schoolgrammatica

Inschrijving voor deze cursus is mogelijk vanaf 1 februari 2013.

Cursuscode: C16211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Bij het ter perse gaan van deze studiegids was de precieze inhoud van deze cursus nog niet bekend. Meer informatie vanaf het najaar via Studienet.

www.ou.nl/studieaabod/C16211.htm

Wetenschapsleer

Cursuscode: C01221 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

In de cursus Wetenschapsleer wordt een integrale bena-dering van de wetenschappen gepresenteerd. Klassieke wetenschapsfilosofische vragen vormen het vertrekpunt: Wat is wetenschap? Waarop is de geldigheid van weten-schappelijke kennis gebaseerd? Hoe komt wetenschap tot stand? Moeten er grenzen gesteld worden aan de weten-schap? Bij de beantwoording wordt echter niet alleen een beroep gedaan op de filosofie maar ook op de weten-schapsgeschiedenis, de wetenschapssociologie en de wetenschapsantropologie. U bestudeert in de cursus de relatie tussen wetenschap en werkelijkheid, tussen theorie en empirie en de relatie tussen wetenschap, techniek en maatschappij. Belangrijke stromingen en denkers die daarbij worden besproken zijn onder andere(n): het logisch empirisme, de theorieën van Popper, Lakatos, Kuhn, het wetenschappelijk realisme, het sociaal construc-tivisme en Latours wetenschapsantropologie. In het onderdeel over de relatie tussen wetenschap, techniek en maatschappij wordt onder andere aandacht besteed aan de opvattingen van Foucault en aan de ontwikkeling van vrouwenstudies. In de cursus wordt ook de discussie over de eenheid van wetenschap gepresenteerd. Daarbij staat de moderne, empirisch-analytische natuurweten-schap tegenover de mens- en cultuurwetenschappen en tegenover de biologie. Gaandeweg zal blijken dat ook ten aanzien van de wetenschap rotsvaste garanties en zekerheden een illusie zijn. Bezinning op wetenschap is geen overbodige luxe. Ook omdat de wetenschappen niet alleen zichzelf sturen, blijft een permanente en breed georiënteerde reflectie op wetenschappelijke kennis wenselijk en zelfs noodzakelijk. Deze cursus zet u aan tot reflectie op het bedrijven van wetenschap. Na bestudering kunt u een zelfstandig oordeel formuleren over de verhoudingen tussen de wetenschappen onder-ling en de complexe relatie tussen de wetenschap en de samenleving.

BegeleidingsvormStandaard en een studiedag.

DocentenExaminator en begeleider: drs. Herman Simissen.

Tentamen40 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden.Data: volgens afspraak (CBI-tentamen)

www.ou.nl/studieaabod/C01221.htm

Page 53: SG CW2012-2013

52

Ethiek

Cursuscode: C23221 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Ethiek maakt van oudsher een essentieel deel uit van de bezinning op de vooronderstellingen van het denken en handelen, die in de filosofie vorm krijgt. Het gaat om vragen als: welk handelen is goed en waarom? Hoe kan ik mijn handelen verantwoorden? Hoe zien de deugdzame mens en de rechtvaardige samenleving er uit? In de cursus komt onder meer naar voren dat filosofen teruggrijpen op de traditie als zij ethische problemen trachten te verhelde-ren. De antwoorden op ethische vragen door filosofen als Aristoteles en Kant zijn in de geschiedenis van de filosofie steeds opnieuw geïnterpreteerd en bekritiseerd. Dat ver-werkingsproces kleurt onze huidige opvattingen over ethische vraagstukken. Door de theorieën van vijf invloed-rijke filosofen te behandelen, biedt de cursus zicht op deze historische ontwikkeling. Opvattingen over juistheid en rechtvaardigheid, over het goede leven, verschillen per periode en per cultuur. De ethiek stelt zich niet tevreden met een afstandelijke beschrijving van zulke opvattingen, maar richt zich op de geldigheid en strekking van normen en waarden en vraagt zich af welke de meest rechtvaardi-ge zijn. In de ethiek gaan theorie en praktijk hand in hand, want het rechtvaardige of goede is iets wat verwerkelijkt moet worden. Ethiek wordt daarom ook wel praktische filosofie genoemd. Ook het praktische aspect van ethiek komt in deze cursus daarom uitvoerig aan bod.

VoorkennisBekendheid met de cursus Inleiding in de filosofie verge-makkelijkt de bestudering van deze cursus.

BegeleidingsvormStandaard en een jaarlijkse studiedag.

Tentamen80 juist/onjuist vragen.Data: 12-11, 10-4, 26,8.

DocentenExaminator en begeleider: dr. Elisabeth den Hartog

www.ou.nl/studieaanbod/C23221.htm

FIl

OS

OF

IE

Argumentatieleer

Cursuscode: C52211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Argumentatie is er altijd op gericht een redelijke beoor-delaar te overtuigen van de aanvaardbaarheid van een standpunt. Argumenteren veronderstelt dus een verschil van mening: als iemand een standpunt inneemt waar iedereen het mee eens is, zijn argumenten die een stand-punt rechtvaardigen overbodig. In deze cursus wordt eerst stilgestaan bij het wezen van argumentatie: het innemen van standpunten, de verschil-lende soorten van meningsverschillen die kunnen worden onderscheiden, vormen van argumenteren en discussië-ren. Vervolgens worden de belangrijkste kenmerken van dit hele proces geanalyseerd aan de hand van belangrijke theorieën en begrippen: de presentatie van de argumen-tatie, de verzwegen argumenten en standpunten, de argumentatiestructuur die een betoog kan aannemen, de deugdelijkheid van vormen van argumentatie en tenslotte drogredenen.Schrijvers en sprekers moeten in allerlei situaties hun publiek kunnen overtuigen. In deze cursus leert u niet alleen mondelinge en schriftelijke betogen te analyseren en beoordelen, maar krijgt u ook concrete aanwijzingen, soms in de vorm van modellen, om overtuigende schrif-telijke en mondelinge betogen te maken. Een hele reeks oefeningen en verwijzingen naar achtergrondliteratuur helpen daarbij.

VoorkennisSchrijfpracticum 1 en 2 dringend aanbevolen.

BegeleidingsvormStandaard.

Tentamen15 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden + 5 open vragen.Data: 13-11, 8-4 en 25-6.

DocentenExaminator en begeleider: drs. Herman Simissen.

www.ou.nl/studieaabod/C52211.htm

Page 54: SG CW2012-2013

53

FIl

OS

OF

IE

Denken over cultuur

Cursuscode: C01321 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module

De cursus Denken over cultuur wil uw ‘denken over cultuur’, een van de hoofdbezigheden van de cultuurwetenschapper,bevorderen en versterken. In de vorm van opdrachten vra-gen wij u om u intensief bezig te houden met vragen als: wat is een goede omschrijving van cultuur? Hoe bouw ik een re-ferentiekader op om cultuurverschijnselen te analyseren en te begrijpen? Wat is de taak van de cultuurwetenschappen? Welke wetenschappelijke en wijsgerige analyses zijn actueel voor het bestuderen van cultuurvraagstukken? Welke samen-hang bestaat er tussen het analyseren en interpreteren van cultuurvraagstukken en het beoordelen en bekritiseren van deze vraagstukken? In de opdrachten wordt u gevraagd een antwoord op deze vragen en ook andere vragen te formule-ren waarbij u zich kunt baseren op de ideeën en theorieën van cultuurwetenschappers die u in de cursus worden aan-gereikt, zoals Collingwood, Huizinga, Foucault, Nussbaum en Bourdieu. Hiertoe is een tekstenbundel samengesteld. Hiernaast zijn voor de cursus bijdragen geschreven door Mieke Bal, Hans van Driel en Geno Spoormans, Raymond Corbey en Jacques de Visscher. De opdrachten, die in de vorm van studietaken zijn uitgewerkt, vindt u op de elektro-nische leeromgeving Studienet. Om het werken op Studie-net te ordenen en ook te verlevendigen hebben we de site de vorm gegeven van een congres over Denken over cultuur.

VoorkennisOm de cursus te kunnen bestuderen, is bekendheid met filosofie niet per se nodig. Basiskennis, bijvoorbeeld opge-daan in de cursussen Inleiding in de filosofie en Weten-schapsleer, zal een effectieve bestudering van de cursus ten goede komen.

BegeleidingsvormStandaard en landelijke groepsbijeenkomst. De begeleiding van Denken over cultuur start op specifieke data in het eerste en tweede semester. Alleen dan zijn de opdrachten beschikbaar op de cursuswebsite op Studienet.

TentamenDe schriftelijke opdracht kent drie onderdelen: een essay-gedeelte, een logboek-gedeelte en een referaat.Data: De opdrachten worden tweemaal per jaar aangeboden. Kijk op de cursuswebsite op Studienet voor de juiste data.

DocentenExaminator en begeleider: drs. Tom van Dorp.

www.ou.nl/studieaabod/C01321.htm

Page 55: SG CW2012-2013

54

5. Het bijwonen van een studiedag van op de cursus-website op Studienet met name genoemde cursus-sen (8 studie-uren). Om deze studiedagen te kunnen bijwonen dient u ingeschreven te zijn voor de desbe-treffende cursus, of deze al hebben afgerond.

6. Eindopdracht (verplicht): het schrijven van een essay van circa tweeduizend woorden waarin u een eigen visie geeft op het door uw gevolgde traject. Dit es-say wordt beoordeeld en moet voldoende zijn (24 studie-uren).

Het aanbod van activiteiten wordt voortdurend ver-nieuwd. Kijk voor het meest actuele aanbod op de cursus-website op Studienet.

VoorkennisSchrijfpracticum 1 dringend aanbevolen.

BegeleidingsvormContactonderwijs.

TentamenHet schrijven van een essay en deelname aan activiteiten.Data: volgens afspraak.

DocentenExaminator: drs. Lieke van den Bulck-Van der Linden. Begeleiders: verschillen per activiteit.

www.ou.nl/studieaabod/C53211.htm

CU

lTU

Ur

WE

TE

NS

Ch

AP

PE

N

Het cultuurwetenschappelijk debat

Cursuscode: C53211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Cultuurwetenschappelijk debat is een zogenaamde ‘lint-module’. U verzamelt de 120 studie-uren van de module door het bijwonen van activiteiten die in het kader van de cursus worden georganiseerd. Elke keer dat u aanwezig bent geweest, ontvangt u (op vertoon van een geldig per-soonsbewijs of u OU-studentkaart) een deelnamebewijs dat staat voor een aantal studie-uren. Als u 96 studie-uren bijeen hebt, kunt u beginnen aan de eindopdracht (24 studie-uren). Als u die met een voldoende hebt afgerond, verkrijgt u op basis van de overlegde deelnamebewijzen en de goedgekeurde opdracht het cursuscertificaat. U hoeft niet voor CW-debat ingeschreven te staan om deel te nemen aan een activiteit. U kunt voor de cursus inschrijven op het moment dat u dat het beste uitkomt. De enige voorwaarde is dat u ingeschreven bent wanneer u aan de eindopdracht begint. Dit wordt gecontroleerd. Deelnamebewijzen van activiteiten in het kader van de module Cultuurwetenschappelijk debat blijven vijf jaar geldig. Hebt u ingeschreven en overschrijdt u de regu-liere cursusinschrijftermijn van 14 maanden en zijn uw inschrijfrechten niet door het kopen van andere cursussen hernieuwd, dan ontvangt u uw cursuscertificaat door mid-del van een gratis tentamenkans.Houd bij de cursus Cultuurwetenschappelijk debat rekening met reiskosten om de activiteiten en lezingen te bezoeken.

In het kader van de cursus Cultuurwetenschappelijk debat neemt u deel aan activiteiten die de faculteit organiseert over actuele thema’s of kwesties op het terrein van de cultuurwetenschappen. Als u aan voldoende activiteiten hebt deelgenomen, wordt u geacht een essay te schrijven waarin u een eigen visie geeft op het door u gevolgde traject. De volgende activiteiten maken deel uit van de cursus (tussen haakjes het aantal studie-uren dat u ervoor krijgt):1. De landelijke CW-dag bij de opening van academisch

jaar (8 studie-uren);2. De CW-regiodagen (regio’s: Zuid-Nederland en

Vlaanderen, Noordoost-Nederland, West-Nederland (Randstad) in het voorjaar (8 studie-uren);

3. Studium-generalelezingen in uw eigen of een ander studiecentrum (4 studie-uren), in het geval van een dagprogramma: 8 studie-uren;

4. Activiteiten en dagexcursies onder leiding van een staflid van de faculteit (8 studie-uren);

Page 56: SG CW2012-2013

55

Cultuurwetenschappelijke seminarsCultuurwetenschappelijke seminars 2

Cursuscode: C54211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Cursuscode: C55211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Cultuurwetenschappelijke seminars is georganiseerd als ‘lintmodule’. Studenten kiezen uit het aanbod een aantal seminars totdat zij 120 studie-uren hebben gevuld. Elk seminar wordt afgesloten met een beoordeelde op-dracht. Wanneer deze is goedgekeurd ontvangt u een deelcertificaat. Deel-certificaten van de module Cultuurwetenschappelijke seminars blijven vijf jaar geldig. Overschrijdt u de reguliere cursusinschrijftermijn van 14 maanden en zijn uw inschrijfrechten niet door het kopen van andere cursussen hernieuwd, dan ontvangt u uw cursuscertificaat door middel van een gratis tentamen-kans. Aan de meeste seminars zijn extra kosten verbonden in verband met de inhuur van sprekers, de extra begelei-dingstijd, huur van locaties en reizen.Tijdens een seminar wordt een bepaald cultuurwetenschappelijk onderwerp onder leiding van een docent diepgaand bestudeerd. De vorm waarin dat gebeurt, loopt per seminar sterk uit-een. U kunt denken aan leesgroepen, excursies, lezingen-cycli, bezoek aan congressen, ‘hei-weekenden’, enzovoort. Na in-schrijving voor de cursus schrijft u apart in voor de aangeboden seminars. Het actuele aanbod staat vermeld op de cursuswebsite op Studienet. Er bestaan seminars van 30 en 60 studie-uren. Voor elk seminar geldt dat er een minimum en een maximum aan het aantal deel-nemers is. Wanneer u 120 studie-uren hebt verzameld, ontvangt u bij overlegging van de deelcertificaten uw cursuscertificaat.

IngangseisenStudenten dienen de propedeuse te hebben afgerond. Overige ingangseisen worden per seminar bepaald. Om in te mogen schrijven voor Cultuurwetenschappelijke semi-nars 2 (C55211) moet u Cultuurwetenschappelijke seminars (C54211) hebben afgerond. Overige ingangseisen worden per seminar bepaald.

BegeleidingsvormContactonderwijs.

CU

lTU

Ur

WE

TE

NS

Ch

AP

PE

N

TentamenDe tentamenvorm verschilt per seminar. U kunt denken aan het houden van een referaat, het schrijven van een werk-stuk, een mondeling tentamen, enzovoort.Data: volgens afspraak.

DocentenElk seminar heeft zijn eigen docent(en). Eindverantwoordelijk examinator voor de cursus: drs. Dick Disselkoen.

www.ou.nl/studieaanbod/C54211.htmwww.ou.nl/studieaanbod/C55211.htm

Page 57: SG CW2012-2013

56

Zomerschool Roma Caput Mundi

Cursuscode: C56311 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module

U kunt inschrijven voor de zomerschool na een oproep daartoe in Modulair en op de website van de faculteit Cultuurwetenschappen in het najaar van 2012. Aan de zomerschool zijn extra kosten verbonden.

‘Rome, hoofdstad en sieraad van de wereld’ (Roma, caput mundi, mundi decus) dichtte Alcuinus van York na de kro-ning in Rome van Karel de Grote tot keizer (Kerstmis 800). Zelfs al was de stad tot ruïnes vervallen, Rome sprak nog altijd tot de verbeelding. Meer dan twintig eeuwen daar-voor waren kleine hutdorpen ontstaan op heuveltoppen bij een doorwaadbare plaats in de Tiber. Samen zouden zij uitgroeien tot Rome, hoofdstad van een wereldrijk. Ook na de val van het West-Romeinse Rijk en het vertrek van de keizers bleef Rome een belangrijke rol spelen, omdat de stad inmiddels het centrum van de christenheid was geworden. Caput Mundi, ‘hoofdstad van de wereld’, kreeg zodoende een gelaagde betekenis: centrum van geeste-lijke én van wereldlijke heerschappij.De gelaagdheid van Rome staat centraal in deze zomer-school. Continuïteit en transformatie zijn daarbij de sleu-telwoorden. Het verleden was en is in Rome tastbaar, zelfs onontkoombaar, meer dan in welke andere stad ter wereld ook. Weinig steden zijn immers gedurende zo’n lange tijd van hun bestaan als universele hoofdstad beschouwd. Het verleden is in Rome steeds weer ingezet en hergebruikt, waarbij oude vormen een nieuwe betekenis kregen.

IngangseisenDe propedeuse dient te zijn afgerond.

BegeleidingsvormContactonderwijs. Naast de zomerschool in Rome zijn er twee verplichte bijeenkomsten in Nederland.

TentamenMondelinge presentatie in Rome die uitgewerkt wordt in een werkstuk na afloop van de zomerschool. Data: inlevering eerste versie: 1 maand na terugkeer uit Rome; inlevering definitieve versie: 3 maanden na terugkeer.

DocentenBegeleiding en examinator: dr. Nathalie de Haan (Radboud Universiteit Nijmegen).Coördinatie: drs. Paul van den Boorn.

www.ou.nl/studieaanbod/C56311.htmCU

lTU

Ur

WE

TE

NS

Ch

AP

PE

N

Stage cultuurwetenschappen

Cursuscode: C80212 Cursusniveau: 2 Studielast: 2 modulen

Studenten kunnen een stage voor de omvang van twee modulen onderbrengen in de gebonden keuze of vrije ruimte van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:- Student dient zelf de stage te regelen. Een staflid van

de faculteit Cultuurwetenschappen dient bereid te zijn de stage inhoudelijk te begeleiden. De faculteit heeft geen enkele inspanningsverplichting wat betreft het aanbieden van stageplaatsen.

- Een stage dient academisch niveau te hebben. De sta-gebegeleider op het stageadres dient een afgestudeerd academicus te zijn met een voor de cultuurwetenschap-pen relevante opleiding.

- De student moet voordat hij de stage gaat volgen schriftelijk toestemming vragen voor de inbreng van de stage in de opleiding. Een verzoek om toe-stemming wordt door de student gericht aan de Facultaire toetsingscommissie (FTC) van de faculteit Cultuurwetenschappen.

- Het verzoek om toestemming gaat vergezeld van een stageplan dat opgesteld is volgens het daartoe door de faculteit aangereikte format.

- De FTC zorgt voor een schriftelijke reactie aan de stu-dent. Indien de toestemming wordt verleend, doet de FTC daarvan ook mededeling aan de Commissie voor de examens.

De eindopdracht bestaat uit een door de begeleider op het stageadres en de inhoudelijk begeleider vanuit de faculteit goedgekeurd stageverslag.

IngangseisenPropedeuse afgerond.

BegeleidingsvormIndividueel

TentamenOpdracht waarvan in elk geval een stageverslag deel uitmaakt.

DocentenDe student dient zelf een staflid van de faculteit te bena-deren om zijn stage te begeleiden.

www.ou.nl/studieaanbod/C80212.htm

Page 58: SG CW2012-2013

57

Onderzoekspracticum: bachelorscriptie

Cursuscode: C42333 Cursusniveau: 3 Studielast: 3 modulen

Met het Onderzoekspracticum bachelorscriptie sluit u uw bacheloropleiding af. In het kader van dit practicum doet u een wetenschappelijk (literatuur)onderzoek naar een bepaald onderwerp, dat in sommige gevallen aangevuld wordt met een leeronderzoek op basis van een set voor-geselecteerde data. In de loop van het practicum rappor-teert u over de opzet van uw onderzoek en aan het eind presenteert u mondeling en schriftelijk de resultaten. Deze presentaties dienen te voldoen aan de criteria en normen die in de Practicumwijzer Onderzoekspracticum bachelorscriptie zijn vastgelegd. U bent niet vrij in het kiezen van een scriptieonderwerp. De onderwerpen die u onderzoekt, sluiten inhoudelijk aan bij cursussen uit het programma van de bachelorop-leiding. Elke van de vier constituerende disciplines van cultuurwetenschappen (cultuurgeschiedenis, kunstge-schiedenis, letterkunde en filosofie) heeft daartoe een cursus aangewezen. In het academisch jaar 2012-2013 zijn de onderwerpen:- Tot lering en vermaak. De opkomst van de genoot-

schappen en verenigingen in de civil society (1750-1900) (cultuurgeschiedenis).

- De verbeelding van nationale identiteiten in de Nederlandse literatuur (letterkunde).

- Recente perspectieven op de 17e-eeuwse schilderkunst (kunstgeschiedenis).

- Denken over Europa (filosofie). Uitgebreide informatie over de onderwerpen kunt u vin-den op de cursuswebsite op Studienet.

IngangseisenStudenten die willen inschrijven voor het Onderzoeks-practicum bachelorscriptie mogen nog twee cursussen van de bacheloropleiding hebben openstaan. Voor deze twee cursussen dienen zij wel te staan ingeschreven. De openstaande cursussen mogen geen cursussen zijn, die inhoudelijk tot dezelfde discipline behoren als het gekozen onderwerp van de bachelorscriptie, en ook niet de cursussen Schrijfpracticum 2 en CW-Vaardigheden 2. Van deze regel zijn uitgezonderd de cursussen van de vrije ruimte.

BegeleidingsvormHet tijdschema van het Onderzoekspracticum bachelor-scriptie is strak, de begeleiding intensief. U wordt geacht gelijk op te werken met de andere studenten die voor een bachelorscriptie in dezelfde discipline hebben gekozen.

Op vooraf vastgestelde data moet u stukken leveren en toelichten aan de begeleider en uw medestuden-ten. Vrijwel niemand zal tijd overhouden om naast het Onderzoekspracticum nog andere cursussen te bestuderen.Het onderzoekspracticum bachelorscriptie start tweemaal per jaar, op 1 september en 1 februari. Er zijn gedurende de practicumperiode minimaal vier verplichte bijeenkom-sten. Tussendoor is er geregeld contact met de inhoude-lijke begeleiders per telefoon en per mail.

TentamenScriptie en mondelinge presentatie. De inhoud van de scriptie, de schrijfstijl en de mondelinge presentatie worden alle drie apart beoordeeld. De inhoud bepaalt het cijfer, de andere twee prestaties moeten voldoende zijn.

DocentenInhoudelijke begeleiders: dr. Ronald Rommes (cultuur-geschiedenis), dr. Frauke Laarmann (kunstgeschiedenis), dr. Jan Oosterholt (letterkunde), dr. Jeroen Vanheste (filosofie).Presentatie- en taalbegeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, drs. Wouter Steffelaar.Examinators: prof. dr. Leo Wessels (cultuurgeschiedenis), dr. Jos Pouls (kunstgeschiedenis), dr. Lizet Duyvendak (let-terkunde) en drs. Herman Simissen (filosofie).Coördinatie: dr. Toon Bosch en drs. Paul van den Boorn.

www.ou.nl/studieaanbod/C42333.htm

CU

lTU

Ur

WE

TE

NS

Ch

AP

PE

N

Page 59: SG CW2012-2013

58

Onderwijswetenschap voor de educatieve minor CW

Cursuscode: O01311 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module Iedereen is ervaringsdeskundige als het gaat om het onder-wijs. Ook na de school blijven we geïnformeerd over wat zich in het onderwijs afspeelt. Bijna iedere dag vernemen we via kinderen, de krant en de televisie wel iets dat betrek-king heeft op het onderwijs: klassenverkleining, mogen hoofddoekjes nu wel of niet, hartenkreten van schoolbestu-ren over de Haagse bemoeizucht. Het onderwijs is een veelzijdig thema dat uit veel verschil-lende invalshoeken bestudeerd kan worden, zoals bijvoor-beeld de organisatie van het onderwijs, de structurering van de leerstof, de rol van de docent. Daarnaast wordt de kennisontwikkeling over het onderwijs gevoed vanuit ver-schillende wetenschappelijke disciplines, zoals de psycho-logie, de sociologie, de pedagogiek, de organisatie- en bestuurskunde. Al met al een caleidoscopisch geheel van invalshoeken en disciplines.In deze cursus maakt u kennis met de kernthema’s van de onderwijskunde. Aandacht wordt besteed aan de context van het onderwijs (maatschappij en overheidsbeleid), schoolorganisatie, kenmerken van leerlingen en docenten, het beïnvloeden van leerprocessen, het ontwerpen van leeromgevingen, ICT in het onderwijs en evaluatie en assess-ment. Na deze cursus heeft u een breed inzicht in de actuele stand van zaken in de onderwijskundige praktijk en de achterliggende wetenschappelijke inzichten. De cursus bestaat uit een studieboek en een elektronisch werkboek voorzien van opdrachten die u helpen bij het bestuderen van de stof. Tevens bestaat de mogelijkheid dat studenten onderling en met de docent communiceren over de ge-maakte opdrachten of elkaar vragen voorleggen.

BegeleidingsvormStandaard.

TentamenOpen vragen; open boek. Het studieboek mag worden meegenomen.Openboektentamen: www.ou.nl/web/studeren/hulpmiddelen

DocentenDr. Maurice De Volder

www.ou.nl/studieaanbod/O01311

Kennis van leren en onderwijzen

Cursuscode: C46311 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module

Deze cursus biedt u een breed theoretisch overzicht van de onderwijskunde en brengt u op de hoogte van actuele ontwikkelingen in het onderwijs. De cursus bevat tevens goede toepassingsmogelijkheden. U maakt kennis met opvattingen over wat leren is en hoe leerprocessen verlopen. De cursus introduceert en ver-diept diverse onderwijsvisies op leren en instructie. Ook leert u gericht zelf onderwijs te ontwerpen. Belangrijke aspecten zijn curriculumtheorie en het omgaan met indi-viduele verschillen tussen leerlingen.De hoofdlijnen van het Nederlands onderwijsstelsel worden beknopt geschetst. Daarnaast wordt u vertrouwd gemaakt met de theoretische basis van didactiek door een gedegen inleiding in leren en onderwijzen. Leidend prin-cipe daarbij zijn de essentiële vaardigheden die een leraar nodig heeft in de dagelijkse educatieve praktijk. Door het zelfstandig uitwerken van opdrachten bij digitale casussen met bijbehorende studietaken leert u algemeen didactische principes toe te passen en af te stemmen op de betreffende leersituaties.

VoorkennisPropedeuse afgerond; van de postpropedeuse moeten alle modulen horend bij het schoolvak waarvoor de lesbevoegdheid wordt beoogd succesvol zijn afgesloten, behalve de bachelorscriptie.

BegeleidingsvormStandaard en elektronisch via de cursuswebsite in Studienet.

TentamenOpdracht.Data: volgens afspraak.

DocentenDrs. Marion de Bie en drs. Henk Münstermann

www.ou.nl/studieaanbod/C46311.htm

Ed

UC

AT

IEV

E M

INO

r

Cursusbeschrijvingen educatieve minor

Page 60: SG CW2012-2013

59

Kennis van de leerling

Cursuscode: C47211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

In deze cursus maakt u uitgebreid kennis met alle aspec-ten van de leeftijdsgroep 12-16 die van belang zijn voor het werken met pubers en adolescenten. De invalshoeken zijn vooral ontwikkelingspsychologisch en sociologisch van aard.Er wordt u een helder en actueel beeld geboden van hetgeen de meeste jongeren met elkaar gemeen hebben, namelijk de driedeling in hun leven die wordt gevormd door de elementen ‘thuis’, ‘op school’ en ‘de media in de wired world’. Een belangrijke invalshoek is de school als leefwereld van jongeren.In de cursus staat verder de vraag centraal of het bij pu-berteit en adolescentie daadwerkelijk om een ‘moeilijke’ leeftijd gaat in een belangrijke transitiefase. Dit is een terrein waarmee u als leraar in de onderbouw bij uitstek te maken krijgt. In de reader staan ook teksten over den-ken, geweten en relaties die goed bruikbaar zijn om de beweegredenen van leerlingen te analyseren en te inter-preteren. Tot slot wordt in deze cursus uitvoerig aandacht besteed aan de pedagogische taak van de leraar.Het uitwerken van de bijbehorende studieopdrachten biedt aangrijpingspunten bij het ontwerpen en inrichten van onderwijs aan deze leeftijdsgroep. Met name als voor-bereiding op en tijdens de stage vormt dit een onmisbare component.

VoorkennisPropedeuse afgerond; van de postpropedeuse moeten alle modulen horend bij het schoolvak waarvoor de lesbevoegdheid wordt beoogd, succesvol zijn afgesloten, behalve de bachelorscriptie.

BegeleidingsvormStandaard en elektronisch via de cursuswebsite in Studienet.

TentamenOpdracht.Data: volgens afspraak.

DocentenDrs. Marion de Bie en drs. Henk Münstermann.

www.ou.nl/studieaanbod/C47211.htm

Vakdidactiek Geschiedenis

Cursuscode: C30211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Studenten die willen inschrijven voor deze cursus dienen het verplicht inhoudelijk pakket geschiedenis te hebben afgerond, alsmede de eerste drie modulen van de educatieve minor: Onderwijswetenschap XXX (O17311), Kennis van leren en onderwijzen (C46311) en Kennis van de leerling (C47211)

Iedereen houdt zich bezig met geschiedenis. Geschiedenisonderwijs is daarom slechts nodig om iets bij te scholen dat mensen vanzelf al doen. Maar wat is nu precies die geschoolde manier van omgaan met het verleden? Waarom moeten leerlingen zich met geschiede-nis bezighouden? Wat kan een docent doen om historisch denken bij leerlingen te stimuleren? Hoe kunnen verhalen, ICT of bewegend beeld op een zinvolle manier worden ingezet in de geschiedenisles? Dit soort abstracte én concrete vragen komen aan bod in deze cursus, waarin u wordt voorbereid op de praktijk van het geschiedenisonderwijs. Na afloop van deze cursus heeft u inzicht in de specifieke aard en het doel van het geschiedenisonderwijs en beschikt u over een repertoire aan didactische hulpmiddelen om betekenisvol geschie-denisonderwijs te kunnen geven.

BegeleidingsvormStandaard en via de cursuswebsite in Studienet.

TentamenOpdrachten.Data: volgens afspraak.

Docent Examinator en begeleider: dr. Susan Hogervorst

www.ou.nl/studieaanbod/C30211.htm

Ed

UC

AT

IEV

E M

INO

r

Page 61: SG CW2012-2013

60

Vakdidactiek Nederlands

Cursuscode: C31211 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

Vakdidactische stage Geschiedenis

Cursuscode: C62313 Cursusniveau: 3 Studielast: 3 modulen

Vakdidactische stage Nederlands

Cursuscode: C63313 Cursusniveau: 3 Studielast: 3 modulen

Voor bovenstaande cursussen kan in het jaar 2012-2013 nog niet worden ingeschreven. U kunt deze cursussen wel meenemen in uw langetermijnplanning. Neem voor nadere informatie contact op met [email protected]

Ed

UC

AT

IEV

E M

INO

r

Page 62: SG CW2012-2013

61

Opera: twaalf opera’s als spiegels van hun tijd

Cursuscode: C14311 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module

‘Opera barst van de onwaarschijnlijkheden. Van alle mu-zikale vormen is opera de meest prestigieuze, de meest absurde, de meest irrationele. Opera is een mysterie.’ Er zijn steeds meer mensen die belangstelling hebben voor opera, al lopen hun meningen over dit genre vaak sterk uiteen. Opmerkelijk is dat het wetenschappelijk onder-zoek in Nederland nogal achterloopt bij de groeiende publieke belangstelling. De cursus Opera maakt op dit punt veel goed.Opera als nieuwe theatervorm in de eerste decennia van de zeventiende eeuw was voorbehouden aan vorsten en rijke families. Zij lieten opera’s opvoeren tijdens groots opgezette feesten. Langzamerhand kwam er een verschui-ving van opera als hofvermaak naar opera voor het volk, waardoor het karakter van opera ingrijpend veranderde. Een opera is een totaalkunstwerk, dat het resultaat is van het bijeenbrengen van muziek, literatuur, toneel, beeldende decoratie en dans. Per periode, per taalgebied en per stad is dit kunstwerk op de meest uiteenlopende wijze vormgegeven. Die levendige geschiedenis wordt in de cursus toegankelijk gemaakt via een caleidoscopi-sche aanpak, waarbij twaalf opera’s in hun verschillende aspecten ‘als spiegels van hun tijd’ worden geanalyseerd: de opdracht, het publiek, de herkomst van het libretto, de theaterpraktijk, het muzikale idioom enzovoorts. Tevens wordt apart aandacht besteed aan operaregie en verschil-lende vormen van operabeleving.

VoorkennisAanbevolen wordt deze cursus pas te bestuderen na de propedeuse.

BegeleidingsvormStandaard.

Tentamen45 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden + open vragen.Data: 12-11, 28-1 en 8-4.

DocentenExaminator en begeleider: drs. Wouter Steffelaar.

www.ou.nl/studieaanbod/C14311.htm

Cursusbeschrijvingen vrije ruimte

Bewegend beeld

Cursuscode: C27231 Cursusniveau: 2 Studielast: 1 module

De alomtegenwoordigheid en invloed van de audiovisuele media, in het bijzonder die waarbij bewegend beeld is betrokken, kan niemand ontgaan. De aandacht voor die media is navenant. In de media zelf, maar ook de weten-schap blijft niet achter. De vakgebieden film, televisie en/of nieuwe media zijn op veel plaatsen een belangrijk onderdeel van het hoger onderwijs geworden. De cursus Bewegend Beeld wil u leren bewegende beelden te analyseren, door u een algemene kennis van het fenomeen bewegend beeld en zijn geschiedenis te verschaffen, en inzicht in het bewegend beeld als product van een historische context, en als historische bron. Dit klinkt erg abstract, maar de module wil u bovenal laten kijken naar beelden, en zeker niet alleen over beelden laten lezen. Het hart van de module wordt gevormd door vier taken waarin u concrete beelden analyseert beelden die u zelf uitkiest! U zet in hoge mate uw eigen traject uit, in aansluiting op uw belangstelling, beroep, actualiteit, en studieomgeving. Na afloop zult u met andere ogen kijken naar de vele bewegende beelden waarmee u overal geconfronteerd wordt.

VoorkennisBij voorkeur Schrijfpracticum 1 en 2 (of de cursussen Tekst en effect en Schrijven in studie en beroep) afgerond.

BegeleidingsvormStandaard.

DocentenExaminator en begeleider: drs. Wouter Steffelaar.

TentamenOpdracht. Er zijn 4 studietaken. Bij 3 ervan dient u een werkstuk in te leveren. Het werkstuk behorende bij taak 4 bepaalt het eindcijfer.

www.ou.nl/studieaanbod/C27231.htm

Vr

IJE

rU

IMT

E

Page 63: SG CW2012-2013

62

Thema’s en genres in de muziekgeschiedenis

Cursuscode: C17122 Cursusniveau: 1 Studielast: 2 modulen

Muziek is niet weg te denken uit de moderne cultuur. Soms is het geluidsbehang, maar meestal weet muziek ons te ra-ken of in ieder geval onze aandacht te trekken. De cursus is geen droge opsomming van de klassieke muziekgeschiede-nis en de muziektheorie, maar speelt juist in op het wezen van muziek. De cursus beschrijft diverse thema’s en genres en laat ze ook horen om zo de muziek te kunnen doorgron-den en te begrijpen. Het object staat daarbij centraal en tevens de context waarin het figureert. Niet alleen de klas-sieke muziek komt aan bod, maar ook genres die in onze cultuur alom vertegenwoordigd zijn, zoals popmuziek, jazz en etnische muziek. Integraal onderdeel van de cursus is een set van vijf cd’s met muziekfragmenten. Deze zijn zo gekozen dat essentiële elementen van de ontwikkeling van thema’s en genres erin kunnen worden aangetoond. Want alleen de wisselwerking tussen luistervaardigheid en kennis van de muziekgeschiedenis maakt een goed begrip van muziek mogelijk. Thema’s die in deel 1 van de cursus aan de orde komen, zijn onder andere de ontwikkeling van de meerstemmigheid, de wording en evolutie van de muzieknotatie, nationale stijlen, het klassieke strijkkwartet, Beethoven als innovator van de symfonie en muziek en de andere kunsten in de 19e eeuw. De grote 20ste-eeuwse muziekstromen ‘kunstmuziek’, jazz en pop worden in deel 2 elk volgens het vaste stramien van een drieluik behandeld. De panelen van de drieluiken bevatten achtereenvolgens: wortels en grondleggers van het genre; Short history van het genre; recente ontwikkelingen in het genre. Deel 3 van de cursus stelt vijf cross-overs aan de orde: de relatie tussen klassieke muziek en Nederlandse volksmuziek, klas-sieke muziek en ‘wereldmuziek’, jazz-klassiek, jazz-pop en pop-klassiek. De cursus is allereerst een vaardigheidscur-sus gericht op het luisteren.

VoorkennisKennis van muziektheorie en notenschrift is wenselijk.

BegeleidingsvormStandaard.

Tentamen60 meerkeuzevragen met 3 mogelijkheden.Data: 14-11, 25-6 en 27-8.

DocentenExaminator en begeleider: drs. Wouter Steffelaar.

www.ou.nl/studieaanbod/C17122.htm

Van Babylon tot Brugge

Cursuscode: C14222 Cursusniveau: 2 Studielast: 2 modulen

Steden hebben een cruciale rol gespeeld in het civilisa-tieproces. Via de cursus Van Babylon tot Brugge krijgt u een uitstekend overzicht van de sociale, politieke, economische en cultureel-ideologische aspecten van de stedelijke samenleving vanaf het oude Mesopotamië tot de late middeleeuwen. Bovendien leert u de continuïteit en de discontinuïteit in de ontwikkeling van de stede-lijke samenleving aan te geven. U leert in de cursus de stedelijke samenleving te relateren aan ruimere samen-levingsverbanden. Vanuit de opgedane kennis over de ontwikkeling van de stedelijke samenleving bent u ook in staat meer algemene historische en historiografische problemen te analyseren, bijvoorbeeld het vraagstuk van de periodisering.De leerstof is verdeeld over vier cursusdelen: Algemene inleiding en Mesopotamië; Athene en Sparta; Rome, Efeze en Trier; Florence en Brugge. Bij de behandeling van de verschillende steden keren telkens dezelfde thema’s terug: naast ontstaan en groei, met in het bijzonder aandacht voor de relatie tussen stad en achterland, worden de sociale en de politieke structuur, het economisch leven en bepaalde aspecten van de stedelijke cultuur behandeld. Deze aanpak maakt het mogelijk de verschillende thema’s van stad tot stad en van cursusdeel tot cursusdeel te vol-gen, en op deze wijze de steden, op vruchtbare wijze met elkaar te vergelijken.

BegeleidingsvormStandaard.

Tentamen60 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden.Data: volgens afspraak (CBI-tentamen).

DocentenExaminator en begeleider: drs. Tom van Dorp.

www.ou.nl/studieaanbod/C14222.htm

Vr

IJE

rU

IMT

E

Page 64: SG CW2012-2013

63

Opleidingsschema masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen

code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm tentamendata blz. sept ‘12 – aug ‘13

gebonden keuze (eis: 6 van de 8 modulen) Cultuurgeschiedenis

C47312 Techniek en de cultuur van tijd en ruimte 2 standaard mondeling + volgens afspraak1 66 (1880-1940) opdracht (okt, jan en april)

C50312 Volop vertier! Vrije tijd en stedelijke cultuur 2 2/3 groepsbijeenkomsten (v) opdracht volgens afspraak 67 1870-2010 1e semester Letterkunde

C37312 De negentiende-eeuwse roman 2 1 groepsbijeenkomst (v) opdracht volgens afspraak 68 2e semester

C44312 De eeuw van de lezers2 2 2/3 groepsbijeenkomsten (v) opdracht volgens afspraak 69 2e semester

Kunstgeschiedenis

C38312 De canon in de kunst: theorie en geschiedenis 2 1 groepsbijeenkomst (v) opdracht volgens afspraak 70 van de westerse beeldende kunst 1e semester

C95312 Onderzoekspracticum CW – Sensus catholicus 2 individueel opdracht volgens afspraak 70

Filosofie C39312 In het licht der rede 2 standaard opdracht volgens afspraak 71

Masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappenDe master Kunst- en cultuurwetenschappen is een aparte academische opleiding die wordt afgesloten met een getuigschrift. De masteropleiding heeft een omvang van veertien modulen en sluit direct aan op de bacheloropleiding. Het bachelordiploma Algemene cultuurwetenschappen van de Open Universiteit biedt onvoorwaardelijk toelating tot de master Kunst- en cultuurwetenschappen. De variant van de bachelor die u gevolgd hebt, doet niet ter zake.

In de master wordt u opgeleid tot zelfstandig wetenschappelijk onderzoeker. Bij de mastercursussen moet u ervan uit gaan dat een flink deel van het studiemateriaal in het Engels is. Na de brede benadering in de bachelor, kenmerkt de masteropleiding zich door specialisatie. Masterstudenten specialiseren zich in één of twee van de vier constituerende cultuurweten-schappelijke disciplines door te kiezen voor bepaalde cursussen. Specialisatie en verdieping komen uitein-delijk samen in de masterscriptie, een verslag van een zelfstandig uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek, waarin de opgedane kennis, inzichten en vaardigheden worden geïntegreerd. Een plan voor de opzet en uitvoering van uw onderzoek en scriptie maakt u in de module Scriptieplan. De masterscriptie zelf heeft een omvang van vijf modulen. Voor u aan de masterscriptie kunt beginnen, dient u eerst drie van de vier inhoudelijke cursussen af te ronden.

Eerstegraads bevoegdheidHet is mogelijk op basis van een master Kunst- en cultuurwetenschappen een eerstegraads bevoegd-heid voor de schoolvakken Geschiedenis, Nederlands of Kunstgeschiedenis/Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) te verwerven. Voorwaarde is wel dat u zowel de bachelor als de master inhoudelijk op het schoolvak van uw keuze hebt afgestemd. Alle inhoudelijke cursussen betreffende het door u gekozen schoolvak dienen te zijn opgenomen in uw studieprogramma. Bovendien dienen de bachelor- en de masterscriptie in de betreffende discipline te zijn geschreven. Als u aan deze voorwaarden voldoet, zult u onder voorwaarden kunnen instromen in een postmaster pedagogisch-didactische opleiding tot eer-stegraads docent Geschiedenis, respectievelijk Nederlands of Kunstgeschiedenis/CKV. Deze post-master eerstegraadsopleidingen worden echter niet door de Open Universiteit aangeboden. Er gelden allerlei inhoudelijke ingangscriteria. Neem contact op met de lerarenopleiding van de universiteit in uw regio.Nadere informatie: [email protected]

Page 65: SG CW2012-2013

64

code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm tentamendata blz. sept ‘12 – aug ‘13 C11312 Hedendaagse cultuuranalyses en 2 2/3 groepsbijeenkomsten opdracht volgens afspraak 71 cultuurkritieken2 2e semester Algemeen

C43312 De koloniale ervaring vanuit letterkundig 2 2/3 groepsbijeenkomsten opdracht volgens afspraak 72 en cultuur-historisch perspectief

Verplicht

C55311 Scriptieplan 1 individueel scriptieplan volgens afspraak 72

C98319 Masterscriptie 5 individueel scriptie volgens afspraak 73

1 Bij grote belangstelling worden meer tentamendagen georganiseerd. Zie voor actuele informatie de cursuswebsite.

2 Cursus beschikbaar vanaf 1 februari 2013.

(v) Verplicht

Toelating tot de masteropleiding

Rechtstreekse toelatingOm te worden toegelaten tot de masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen dient een student – volgens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek – te beschikken over het bachelorgetuigschrift van een eraan voorafgaande wo-bacheloropleiding van de Open Universiteit. Als een student niet beschikt over dat diploma, kan tot toelating worden besloten, mits men kennis en vaardigheden heeft die vergelijkbaar zijn met die van iemand die wel dat bachelorgetuigschrift heeft verworven. Ook studenten die een wo-bachelorgetuigschrift van een gelijkwaardig geachte opleiding hebben behaald bij een andere Nederlandse of Belgische universiteit, worden toegelaten tot de master Kunst- en cultuurwetenschappen. Gelijkwaardig geachte opleidingen zijn gelijknamige bacheloroplei-dingen Algemene cultuurwetenschappen behaald aan een andere Nederlandse of Belgische wo-instel-ling. Studenten die over een dergelijk getuigschrift beschikken, zullen overigens wel formeel toelating tot de masteropleiding moeten aanvragen.Studenten die over een bachelorgetuigschrift van een verwante wo-opleiding beschikken (Geschiedenis, Nederlands of een andere taal, filosofie, kunstgeschiedenis), kunnen onder bepaalde voorwaarden ook rechtstreeks instromen in de master. Neem van tevoren contact op met de onderwijsadviseur Cultuur-wetenschappen (T +31 (0)45 - 576 2888).

Toelating via een schakelprogrammaBehalve de rechtstreekse toelating is het ook mogelijk toegelaten te worden tot de master Kunst- en cultuurwetenschappen onder de voorwaarden van een zogeheten schakelprogramma. Daarmee worden studenten die bij een andere Nederlandse of Belgische universiteit of hogeschool een verwante docto-raal-, kandidaats, mo-A/B of bacheloropleiding van ten minste 180 studiepunten hebben voltooid, in de gelegenheid gesteld hun kennis en vaardigheden op het peil te brengen van de eindtermen die behoren bij de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen van de Open Universiteit. Voor deze studen-ten stelt de faculteit Cultuurwetenschappen op individuele basis een schakelprogramma samen, waar-mee zij kunnen instromen in de masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen. De maximale om-vang van een schakelprogramma is 14 modulen. De precieze omvang en samenstelling wordt vastge-steld aan de hand van het vakkenpakket van de vooropleiding. Bij het voltooien van een schakelprogramma wordt geen bachelorgetuigschrift afgegeven. Wanneer geen toelating tot de masteropleiding kan worden verleend, staat voor de aanvrager de vrijstellingsprocedure voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen open.

Als u zich zonder een toelatingsbewijs inschrijft voor cursussen die deel uitmaken van een schakelpro-gramma, dan betekent dat niet dat u na afronding van die cursussen automatisch toegelaten bent tot de masteropleiding. Het is daarom van belang dat u vooraf een aanvraag tot toelating tot de masteroplei-ding indient. Inschrijven voor een van de onderdelen van het schakelprogramma is voor eigen risico.

Page 66: SG CW2012-2013

65

Vrijstellingen masteropleidingVoor een cursus uit de masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen wordt slechts vrijstelling verleend als het overeenkomende vak is afgerond in het kader van een universitaire opleiding én aldaar op wetenschappelijk niveau is getentamineerd. Voorwaarde voor vrijstelling is dat u bent toegelaten tot de masteropleiding. Voor het aanvragen van een vrijstelling wordt verwezen naar de procedure zoals omschreven bij de bachelor. Zie pagina 29.

Aanvragen toelating tot de masterBij de Open Universiteit beslist de Commissie voor de examens over verzoeken tot toelating tot de masteropleidingen, ongeacht of het hier gaat om verzoeken tot rechtstreekse toelating of toelating via een schakelprogramma. Elke aanvraag wordt individueel bekeken aan de hand van de bovengenoemde beoordelingscriteria. Daarom is het van belang dat u een verzoek tot toelating ook daadwerkelijk indient en zo volledig mogelijk. Alleen aan een officiële, persoonlijke beschikking van de Commissie voor de examens kunt u rechten ontlenen. Een verzoek tot toelating moet schriftelijk worden gedaan met een aanvraagformulier Vrijstellings- en/of toelatingsverzoek. Wanneer u rechtstreeks doorstroomt van de bachelor-opleiding naar de masteroplei-ding moet u ook een verzoek tot toelating indienen, maar dit is gratis. Het formulier kunt u telefonisch aanvragen, T +31 (0)45 - 576 2888 of downloaden www.ou.nl/vrijstelling.

Omdat elke aanvraag voor toelating tot de masteropleiding afzonderlijk wordt beoordeeld, moet de tekst in deze studiegids gezien worden als een globale uiteenzetting van het door de Open Universiteit gehanteerde toelatingsbeleid. Bij toelatingsverzoeken hanteert de Commissie voor de examens als maatstaf de overeenkomst tussen de oorspronkelijke voltooide opleiding en de opleiding van de Open Universiteit, waarvoor u opteert. De Commissie baseert haar oordeel op adviezen van de toetsingscom-missies van de opleidingen.

Page 67: SG CW2012-2013

66

Cursusbeschrijvingen master

De cursusbeschrijvingen zijn gerangschikt volgens het opleidingsschema. De meest actuele en uitgebreide gegevens over een cursus vindt u op de website www.ou.nl/studieaanbod. Bij elke cursusbeschrijving in deze gids staat het webadres vermeld dat direct toegang geeft tot deze informatie. U vindt hier extra informatie over ingangsvoorwaarden, cursusinhoud, tentaminering en begeleiding.Raadpleeg voordat u nieuwe cursussen gaat bestellen uw persoonlijke studiepad, www.ou.nl/studiepad. Let goed op de ingangseisen die bij de mastercursussen gesteld worden.

Techniek en de cultuur van tijd en ruimte (1880-1940)

Cursuscode: C47312 Cursusniveau: 3 Studielast: 2 modulen

In de periode 1880-1940 moderniseerden de westerse samenlevingen ongekend snel. In deze mastercursus bestuderen we in een breed cultuurwetenschappelijk, respectievelijk interdisciplinair perspectief de snelle en veelomvattende modernisering van westerse samenlevin-gen in de periode 1880-1940. Er is volop aandacht voor de ‘culturele schokken en breuken’ die in wisselwerking met tal van wetenschappelijke en technische en culturele inno-vaties de materiële en immateriële aspecten van leven en leefstijl letterlijk en figuurlijk veranderden. Denk in dit ver-band aan de quantum- en relativiteitstheorie, de opkomst van de psychoanalyse, nieuwe literaire technieken zoals de `monologue intérieur’ en `stream of consciousness’ , het kubisme, de zeer snelle doorbraak van de elektrificatie, (auto)mobilisering, urbani-sering, telefonie, cinema, et cetera. We behandelen deze periode met behulp van twee handboeken (P. Burke, What is Cultural History? en Stephen Kern, The Culture of Time and Space 1880-1918), en een reader vanuit respectievelijk een historiografische, een cultuurhistorische en een thematische invalshoek. Daarbij staat de relatie tussen technologie en cultuur centraal. De historiografische component beoogt uw kennis te verdiepen van de theorie en praktijk van cultuurhistorisch onderzoek vanuit een algemeen en een bijzonder perspec-tief. Na bestudering van de literatuur bereidt u zich voor op het eindgesprek.

IngangseisenDeze cursus is alleen toegankelijk voor masterstudenten Kunst- en cultuurwetenschappen.

BegeleidingsvormStandaard.

TentamenU schrijft eerst een kritische beschouwing (een essay) over het boek ‘The Culture of Time and Space’. Vervolgens toont u tijdens een mondeling tentamen aan dat u voldoet aan de doelstellingen van de cursus. U mag pas tentamen doen als het essay is goedgekeurd. Data: oktober, januari en april. Data en locaties in overleg. Aanmelden via een mail (minimaal 3 weken van tevoren) naar dr. Toon Bosch ([email protected])

DocentenExaminator: dr. Toon Bosch.Begeleiders: drs. Tom van Dorp en dr. Toon Bosch.

www.ou.nl/studieaanbod/C47312.htm

MA

ST

Er

Page 68: SG CW2012-2013

67

Volop vertier! Vrije tijd en stedelijke cultuur 1870-2010

Start 1 september 2012

Cursuscode: C50312 Cursusniveau: 3 Studielast: 2 modulen

Vrijetijdsbesteding is een belangrijk en karakteristiek onderdeel van de moderne stedelijke massacultuur. Het is een onderwerp dat overal om ons heen zichtbaar is, dat veel mogelijkheden biedt voor (lokaal) onderzoek en dat door zijn inhoud en breedte recht doet aan de cultuurwe-tenschappelijke benadering. Het is een onderwerp waarin juist de verknoping van de veelheid van maatschappelijke ontwikkelingen in de moderne samenleving duidelijk aan kan worden geïllustreerd.

Aan de hand van een reader met artikelen verwerft u in de cursus kennis van en inzicht in de historische ontwikke-ling van vrijetijdscultuur in Nederland en andere westerse landen in de ‘lange twintigste eeuw’; de belangrijkste ont-wikkelingen in de historiografie; en de vragen, concepten en bronnen die u kunt inzetten voor een eigen (lokaal)historisch onderzoek. De cursus focust op een negental vormen van (semipubliek) vertier: theater- en muziek-leven; de bioscoop; sport; evenementen en feesten; musea; winkels; parken en groen; cafés, horeca en res-taurants; toerisme (dagjes uit). Uitdrukkelijk wordt geen aandacht besteed aan vrijetijdsbesteding in de privésfeer.De reader biedt u een brede waaier van benaderingswij-zen en onderzoeksperspectieven: onderzoek vanuit een politieke invalshoek (subsidiëring of regulering), een (be-drijfs)economische invalshoek, vanuit klasseperspectief, vanuit genderperspectief en vanuit een identiteitspers-pectief; en dat gespreid over de hele onderzoeksperiode.Nadat u kennis hebt gemaakt met het onderwerp en de diverse onderzoeksperspectieven gaat u zelf de rol van onderzoeker uitoefenen. In de tweede helft van de cursus voert u een kleinschalig onderzoek uit (aan bronnen geen gebrek!) en schrijft op basis daarvan een werkstuk/artikel dat een bijdrage biedt aan de bestaande literatuur.

BegeleidingsvormDe cursus kent een vast beginmoment, 1 september 2012, en wordt eenmaal per jaar aangeboden. U legt samen met uw medestudenten onder intensieve begeleiding een vast traject af in een vast tempo. Er zijn minimaal twee verplichte bijeenkomsten.

TentamenIedere fase van de cursus kent een specifieke opdracht: een opdracht met betrekking tot de te lezen literatuur (toets van uw kennis van de reader), een opdracht met betrekking tot het praktische onderzoek en een opdracht met betrekking tot de mondelinge presentatie van uw onderzoek en het schrijven van een onderzoeksverslag.

DocentenExaminatoren en begeleiders: dr. Frank Inklaar en prof. dr. Jan-Hein Furnée.

www.ou.nl/studieaanbod/C50312.htm

Page 69: SG CW2012-2013

68

MA

ST

Er

De negentiende-eeuwse roman

Cursuscode: C37312 Cursusniveau: 3 Studielast: 2 modulen

De cursus De negentiende-eeuwse roman is ontworpen om uw plezier in en begrip van de negentiende-eeuwse roman te vergroten, door bestudering van een zorgvuldige selectie romans uit Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten. De nadruk ligt op de tekst in zijn context, omdat de roman in de negentiende eeuw zich nadrukke-lijk bezighield met de gebeurtenissen en opvat-tingen van zijn tijd. De cursus concentreert zich op de karakteristieke thema’s van de negentiende-eeuwse romans en de typerende kenmerken van het toen nog relatief nieuwe genre. De romans worden in chronologische volgorde besproken, maar er zijn ook thematische excursies naar bijvoorbeeld de weergave van het platteland en de grote stad, misdaad, de heldin, het fin de siècle en de wereld van uitgevers en lezers. U krijgt ook informatie over de boekhistorische achtergronden van de roman: de hoofdstukken Books and their readers verschaffen een beeld van de context van productie (uitgeven, drukken, verspreiden) en consumptie (wie las wat in de negentiende eeuw?) van literatuur. Aan de orde komen (in vertaling) Jane Eyre van Charlotte Brontë, Dombey en Zoon van Charles Dickens, De mijn van Emile Zola, Madame Bovary van Gustave Flaubert, Portret van een dame van Henry James en De ontnuchte-ring van Kate Chopin.De cursus is een bewerking van de cursus The nineteenth-century novel van de Britse Open Universiteit.

BegeleidingsvormStandaard en één landelijke groepsbijeenkomst. Deze bijeenkomst is verplicht.

TentamenWerkstuk.Data: volgens afspraak.

DocentenExaminator en begeleider: dr. Sarah de Mul.

www.ou.nl/studieaanbod/C37312.htm

Page 70: SG CW2012-2013

69

MA

ST

Er

De eeuw van de lezers

Start 1 februari 2013

Cursuscode: C44312 Cursusniveau: 3 Studielast: 2 modulen

De twintigste eeuw is de eeuw van de lezers. Het lezers-publiek groeide en werd gaandeweg een sterke, invloed-rijke factor in het literaire veld. Die ontwikkeling zette in vanaf 1900, toen grote groepen nieuwe lezers de markt betraden en er steeds meer initiatieven werden geno-men ten behoeve van de ontwikkeling en participatie van de nieuwe lezersgroepen. Zo werden de openbare bibliotheken gesticht, leesprogramma’s en leeskringen waren populair, de collectieve propaganda voor het boek kwam op. Een deel van de literaire kritiek en de literaire tijdschriften ging zich speciaal richten op voorlichting aan het grote publiek. Ook het literaire aanbod veranderde onder invloed van de nieuwe lezersmarkt: de titelproductie steeg, de oplagen groeiden en er was steeds meer vraag naar ‘boeken van de dag’: boeken die niet alleen interessant waren voor de intellectuele elite, maar die het grote lezerspubliek wisten aan te spreken. De bestseller kwam op en werd een feno-meen dat gedurende de twintigste eeuw de markt steeds sterker is gaan beheersen. Dit hele terrein van publieksgerichte teksten, actoren en praktijken wordt tegenwoordig wel aangeduid als middlebrow. Met deze term doelt men op het grote cultu-rele segment tussen de ‘hoge’, officiële literatuur (high-brow) en de ‘lage’, commerciële massacultuur (lowbrow). Dit culturele tussengebied is tot nu toe in de literatuurwe-tenschap onderbelicht gebleven. In deze cursus richten we de schijnwerpers op dit grote, veelvormige culturele middengebied, hier verder aan te duiden als ‘publiekscultuur’ vanuit verschillende invals-hoeken, in verschillende thema’s. Afwisselend wordt het accent gelegd op de lezers (leescultuur), de teksten die ze lazen (bestsellers) en de bemiddelaars tussen litera-tuur en publiek. Binnen deze thema’s gaan de deelnemers aan de cursus zelf als onderzoeker aan het werk. Doel is niet alleen kennis en inzicht te verwerven in de literaire (publieks)cultuur van de twintigste eeuw, maar ook onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen door middel van eigen, zelfstandig onderzoek.

BegeleidingsvormDe cursus kent een vast beginmoment, 1 februari 2013, en wordt eenmaal per jaar aangeboden. U legt samen met uw medestudenten onder intensieve begeleiding een vast traject af in een vast tempo. Er zijn drie verplichte bijeenkomsten.

TentamenIedere fase van de cursus kent een specifieke opdracht: een opdracht met betrekking tot de te lezen literatuur, een opdracht met betrekking tot het praktische onder-zoek en een opdracht met betrekking tot presentatie en verslag.

DocentenExaminatoren en begeleiders: dr. Lizet Duyvendak en prof. dr. Erica van Boven.

www.ou.nl/studieaanbod/C44312.htm

Page 71: SG CW2012-2013

70

MA

ST

Er

De canon in de kunst: theorie en geschiedenis van de westerse beeldende kunst

Cursuscode: C38312 Cursusniveau: 3 Studielast: 2 modulen

In de cursus De canon in de kunst maakt u kennis met de verschillende opvattingen die door de eeuwen heen heb-ben bestaan over kwaliteit en ‘eeuwigheidswaarde’ in de beeldende kunst. Aan de hand van casestudies besteedt u aandacht aan kunstwerken die in Europa vanaf de zeven-tiende eeuw beschouwd werden als voorbeelden voor ‘goede kunst’. Wat waren voor kunstenaars, theoretici en publiek de criteria om bepaalde kunstwerken al dan niet te rekenen tot die, op het eerste oog tamelijk ongrijpbare, categorie die ‘de westerse canon’ wordt genoemd? Welke rol speelden instituties, zoals kunstacademies en musea, in de vorming van dat corpus van voorbeeldige kunst? Maar ook: hoe is de canon in de loop der tijd geëvolueerd, ter discussie gesteld en aangepast? De kern van de cursus wordt gevormd door twee rijk geïllustreerde handboeken. Het eerste boek (Academies, Canons and Museums of Art) stelt het begrip ‘canon’ expliciet centraal. Aan de hand van de deelonderzoeken in het tweede boek (The Challenge of the Avant-Garde) verkrijgt u inzicht in de wijze waarop kun-stenaars en kunsttheoretici in het geweer komen tegen het keurslijf van de gevestigde academische canon. Een tekst-bundel met artikelen waarin actuele academische opinies over het proces van canonvorming in het algemeen en meer specifiek over onder meer de vorming van de canon van de Noord-Nederlandse kunst van de gouden eeuw worden ge-presenteerd, verdiept de stof van de handboeken. De cursus is een bewerking van gedeelten van de cursus Art and its Histories van de Britse Open Universiteit.

VoorkennisBasiskennis van de kunstgeschiedenis op het niveau van de cursus Inleiding kunstgeschiedenis (Kunst).

BegeleidingsvormStandaard en één landelijke verplichte groepsbijeen-komst, die zowel in het eerste als in het tweede semester wordt aangeboden.

TentamenWerkstuk.Data: volgens afspraak.

DocentenExaminator en begeleider: dr. Marjolijn Bol.

www.ou.nl/studieaanbod/C38312.htm

Onderzoekspracticum cultuurwetenschappen: sensus catholicus

Cursuscode: C95312 Cursusniveau: 3 Studielast: 2 modulen

Kenmerkend voor de Nederlandse samenleving tussen 1919 en 1968 was het ‘zuilensysteem’. Nederland was een gesegmenteerde maatschappij, waarin enkele grote, ideologische bewegingen in overleg en concurrentie met elkaar de inrichting van de samenleving bepaalden. In deze cursus staat de katholieke zuil centraal. Met name in Brabant en Limburg - deels ook daarbuiten - waren tot voor enkele decennia kunst, architectuur, media en zelfs het landschap in de eerste plaats ‘katholiek’. Volgens het katholieke sensus-catholicus-ideaal bepaalde de kerkelijke leer het leven en denken van de katholieke gemeenschap inclusief haar culturele opvattingen. De moderne l’art pour l’art-opvatting werd verworpen omdat kunst en cul-tuur moesten worden ingezet voor historisch verankerde, godsdienstige belangen (l’art pour Dieu). Om die reden bleef de negentiende-eeuwse voorkeur voor de kunst en cultuur van de middeleeuwen tot in de jaren 1950 voortleven en lieten kerkelijke kunstenaars zich inspireren door historische voorbeelden. Op alle terreinen van de samenleving rukte na 1900 evenwel de moderniteit op, waardoor de kloof tussen de traditioneel-katholieke cul-tuuropvatting en de moderne kunst en cultuur groeide. De cursus Sensus catholicus. Reflecties op de cultuur- en kunstgeschiedenis van het moderne katholicisme, onder-zoekt een belangrijk onderdeel van de moderne, katho-lieke cultuur, namelijk de kerkelijk kunst. Veldwerk vormt daarbij het uitgangspunt. U gaat in dit onderzoeksprac-ticum aan de slag met moderne godshuizen en leert die als het ware ‘lezen’ als de materiële en artistieke neerslag van sociale, culturele, theologische en (kerk)politieke opvattingen.

BegeleidingsvormIndividueel of in kleine groepen (afhankelijk van de groepsgrootte).

TentamenvormOpdracht.

DocentenExaminering en begeleiding: dr. Jos Pouls.

www.ou.nl/studieaanbod/C95312.htm

Page 72: SG CW2012-2013

71

MA

ST

Er

In het licht der rede

Cursuscode: C39312 Cursusniveau: 3 Studielast: 2 modulen

De Verlichting wordt gewoonlijk gezien als een uiterst belangrijke periode in de geschiedenis van Europa. De Verlichting was immers een intellectuele beweging, die haar invloed deed gelden op tal van gebieden: poli-tiek, maatschappij, godsdienst, filosofie, literatuur, kunst. Ideeën waaraan wij nu grote waarde hechten over gelijke rechten, tolerantie, de manier waarop de samenleving moet worden ingericht, de manier waarop wetenschap moet worden bedreven hebben hun oorsprong in de Verlichting. Maar veel van de ideeën uit de Verlichting zijn in later tijden bekritiseerd; zo verwijt men denkers uit de Verlichting wel, dat zij eenzijdig rationalistisch zijn.

In deze cursus maakt u kennis met woordvoerders en critici van de Verlichting. Het cursusmateriaal bestaat uit een bloemlezing met teksten uit de Verlichting en uit een werkboek. De bloemlezing is Het licht der rede. De Verlichting in brieven, essays en verhalen (Amsterdam en Antwerpen 2000), samengesteld door Cyrille Offermans; hierin zijn, in Nederlandse vertaling, teksten opgenomen van bijvoorbeeld Montesquieu, Voltaire, David Hume en Immanuel Kant. Het werkboek omvat onder meer teksten van critici van het Verlichtingsdenken.

BegeleidingsvormStandaard.

TentamenWerkstuk.Data: volgens afspraak.

DocentenExaminator: dr. Jeroen Vanheste.Begeleider: drs. Tom van Dorp.

www.ou.nl/studieaanbod/C39312.htm

Hedendaagse cultuuranalyses en cultuurkritieken

Start 1 februari 2013

Cursuscode: C11312 Cursusniveau: 3 Studielast: 2 modulen

Cultuurkritiek is even oud als onze cultuur. Van oudtesta-mentische profeten als Jeremia en Ezechiël tot de grote ‘arts van de cultuur’ Nietzsche en hedendaagse denkers als Zizek, Gray en Sloterdijk en romanschrijvers als Houelle-becq en Franzen: altijd is onze cultuur door filosofen en literatoren becommentarieerd en bekritiseerd. Het oordeel viel daarbij vaak niet erg gunstig uit. Ook in onze eigen tijd omschrijven vele auteurs het Westen als een cultuur in crisis. Als manifestaties van deze crisis noemen zij bijvoor-beeld de neergang van het onderwijs, de milieuvervuiling en klimaatproblematiek, de overwaardering van rationali-teit en technologie, de kloof tussen arm en rijk, de geeste-lijke armoede van de media, de commercialisering en het consumentisme en het ontbreken van enig kompas in het leven van de moderne westerse mens. In deze cursus maakt u kennis met een aantal belangrijke hedendaagse westerse cultuurcritici. Het cursusmateriaal bestaat uit een reader met een bundeling van artikelen van vooraanstaande cultuurfilosofen en andere denkers. Tevens leert u in de cursus welke methoden en invalshoeken gebruikt worden bij cultuuranalyses en cultuurkritieken. Het analyseren hoe een cultuur er voor staat is een vorm van filosofie die direct gerelateerd is aan actuele ontwikkelingen op sociaal, cultureel en maatschappelijk gebied. Het vermogen om kritisch te reflecteren op dergelijke ontwikkelingen en op de daarmee gepaard gaande culturele veranderingen, is voor elke cultuurwetenschapper van groot belang.

BegeleidingsvormEr wordt eenmaal per jaar (begin februari) gestart in een groep studenten. Gedurende het traject, dat een doorloop-tijd van circa vijf maanden heeft, vinden twee verplichte begeleidingsbijeenkomsten plaats. Ook daarnaast is er regelmatig contact met de begeleider per telefoon of email.

TentamenGedurende het traject maakt u een opdracht en verzorgt u een mondelinge presentatie verzorgd. Het traject wordt afgesloten met een eindwerkstuk. Het cijfer wordt bepaald door een gewogen gemiddelde van deze drie opdrachten.

DocentenExaminator: drs. Herman Simissen.Begeleider: dr. Jeroen Vanheste.

www.ou.nl/studieaanbod/C11312.htm

Page 73: SG CW2012-2013

72

De koloniale ervaring vanuit letterkundig en historisch perspectief

Start 1 februari 2013

Cursuscode: C43312 Cursusniveau: 3 Studielast: 2 modulen

Een leven in de kolonie was voor veel mensen een ingrijpen-de gebeurtenis. Velen voelden dan ook de behoefte om hun persoonlijke verhalen en ervaringen vast te leggen. Zo heb-ben bijvoorbeeld een groot aantal Indiëgangers hun ervarin-gen in den Oost opgetekend in romans, verhalen, fotoalbums, reisverhalen, films, ‘oral history’ of autobiografiëen. De verza-meling van persoonlijke getuigenissen noemt men binnen de cultuurwetenschap gebruikelijk ‘egodocumenten’. In deze cursus staat het egodocument over het leven in de kolonie centraal. U maakt kennis met het egodocument als literair genre en als cultuurhistorische bron. We nemen recente cultuurwetenschappelijke debatten over het ego-document onder de loep en beantwoorden vragen zoals: Hoe onthullen egodocumenten informatie over het individu? Over het leven in de koloniale cultuur? Over het (post)koloniale erfgoed? Per jaar worden twee onderzoeksthema’s aangeboden (‘kolo-niale herinnering en nostalgie’ en ‘ervaringen van vrouwen’) waardoor uw eigen onderzoek deel uitmaakt van een breder lopend onderzoeksproject. Deze cursus is opgebouwd vol-gens een aantal stappen. Eerst leest u de reader en raakt u vertrouwd met het belang en de studie van het egodocument in de letterkunde en de cultuurgeschiedenis. Tevens zal de historiografie van de onderwerpen aan de orde komen. U beantwoordt hierover een aantal schriftelijke opdrachten in een tussentoets. Vervolgens start u uw eigen onderzoek naar een egodocu-ment naar keuze onder begeleiding van de docenten. U presenteert de onderzoeksresultaten mondeling aan uw medestudenten tijdens een bijeenkomst. Tenslotte schrijft u een werkstuk.

BegeleidingsvormDe cursus kent een vast beginmoment en wordt eenmaal per jaar aangeboden. U legt samen met uw medestudenten onder intensieve begeleiding een vast traject af in een vast tempo. Er zijn twee verplichte bijeenkomsten.

TentamenU dient eerst de tussentoets over de inhoud van de reader af te leggen. Een voldoende is noodzakelijk om verder te mogen gaan. De resultaten van uw onderzoek presenteert u mondeling (voldoende noodzakelijk) en schriftelijk. Het resultaat voor het eindwerkstuk bepaalt uw eindcijfer.

DocentenExaminatoren en begeleiders: dr. Sarah de Mul en dr. Caroline Drieënhuizen

www.ou.nl/studieaanbod/C43312.htm

Scriptieplan

Cursuscode: C55311 Cursusniveau: 3 Studielast: 1 module

Het schrijven van een scriptie is voor de meeste studenten een lastige opgave. De ervaring leert dat veel problemen kunnen worden voorkomen als u werkt op basis van een goed doordacht en logisch samenhangend scriptieplan. Dat maakt u in de loop van deze cursus onder begeleiding van uw beoogde scriptiebegeleider. Allereerst moet u duidelijkheid krijgen over de vraag of het door u beoogde onderzoek aansluit bij onderzoek van de wetenschap-pelijke staf van de faculteit Cultuurwetenschappen (al zijn er onder strikte voorwaarden uitzonderingen mogelijk). Vervolgens moet soms van tevoren onderzocht worden of uw onderzoek haalbaar is: zijn er genoeg bronnen? Zijn die toegankelijk? Is er genoeg literatuur? Is het onder-zoek haalbaar binnen het tijdsbestek dat voor een scriptie staat (600 studie-uren)?In een goed scriptieplan is de structuur van uw onderzoek al duidelijk zichtbaar. Het plan moet u houvast bieden bij het doen van uw onderzoek en het schrijven van de scriptie doordat het duidelijk aangeeft op basis van welke onderzoeksvragen u uw onderzoek structureert, welke bronnen en literatuur u ter beschikking staan. Op basis van uw plan kiest u welk materiaal (bronnen, literatuur, voorwerpen) u wel en niet bij uw onderzoek betrekt en welke gegevens u opneemt in de uiteindelijke tekst van de scriptie.

Ingangseisen25,8 studiepunten in de master behaald.

BegeleidingsvormIndividueel.

TentamenEen scriptieplan.Data: volgens afspraak.

DocentenExaminator en begeleider: zie cursuswebsite van de masterscriptie. Het onderzoek dat u uitvoert bepaalt de naam van uw begeleider en examinator.Coördinatie: drs. Paul van den Boorn.

www.ou.nl/studieaanbod/C55311.htm

MA

ST

Er

Page 74: SG CW2012-2013

73

Masterscriptie

Cursuscode: C98319 Cursusniveau: 3 Studielast: 5 modulen

De inschrijvingsduur van uw scriptie gaat lopen vanaf de datum vermeld op het inschrijvingsbewijs. Na 14 maanden kunt u de inschrijving gratis verlengen met nog eens 8 maanden. Daartoe dient u te reageren op een brief die u krijgt. Hebt u uw scriptie na 22 maanden nog niet afgerond, dan dient u een extra tentamenkans te kopen.

De masterscriptie is een schriftelijk onderzoeksverslag over een cultuurwetenschappelijk onderwerp. Het resultaat dient te voldoen aan de criteria en normen voor een weten-schappelijke publicatie zoals die in de eindkwalificaties voor de masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen zijn vastgelegd. Het onderwerp van uw onderzoek en scrip-tie moet in principe aansluiten bij lopend onderzoek van de wetenschappelijke staf van de faculteit Cultuurweten-schappen. Minimaal tweemaal per jaar wordt een scriptie-markt georganiseerd, waarop u persoonlijk kunt kennisma-ken met de scriptiebegeleiders en met hen kunt spreken over mogelijke onderzoeksonderwerpen. Uitvoerige infor-matie over de onderzoeksthema’s van de westenschappe-lijke staf en derhalve over de scriptieonderwerpen vindt u ook op de cursuswebsite van de masterscriptie op Studie-net. Meer informatie over procedures en de criteria die aan de masterscriptie gesteld worden, vindt u in de Scriptie-wijzer Masterscriptie (te downloaden van de cursuswebsite en/of te bestellen bij [email protected]).Indien u na het doorlezen van de Scriptiewijzer nog vragen heeft kunt u die het beste voorleggen aan uw scriptiebege-leider. Wendt u anders tot de scriptiecoördinator.

IngangseisenStudenten die willen beginnen met hun masterscriptie die-nen drie van de vier mastercursussen te hebben afgerond, dan wel door vrijstelling verkregen. Kiest een student voor specialisatie, dan behoren hiertoe in elk geval twee cursus-sen die tot dezelfde discipline behoren als het onderwerp van de scriptie.

BegeleidingsvormIndividueel.

TentamenMasterscriptie.Data: volgens afspraak.

DocentenHet onderzoek dat u uitvoert bepaalt de naam van de examinator en begeleider (zie cursuswebsite).Scriptiecoördinator: drs. Paul van den Boorn.

www.ou.nl/studieaanbod/C98319.htm

MA

ST

Er

Page 75: SG CW2012-2013

74

Alumni en promoveren

(Bijna) alumnus?

Als u de eindstreep van uw bachelor- of masterstudie (bijna) hebt bereikt, betekent dat niet dat het contact met de faculteit Cultuurwetenschappen en de Open Universiteit komt te vervallen. Als alumnus bent u graag gezien, u bent tenslotte ambassadeur van onze faculteit/universiteit. Wederzijds contact vinden wij belangrijk, omdat we iets voor elkaar kunnen betekenen. U bent voor ons een belangrijke ervaringsdeskundige als het gaat om de relevantie van de opleiding voor de samenleving. Daarom bent u van harte welkom op onze studiedagen, symposia en academische zittingen. Ook de meeste cursussen staan voor u open. De faculteit Cultuurwetenschappen organiseert jaarlijks een alumnidag en geeft een alumni-nieuwsbrief uit waarin alle interessante seminars, zomerscholen en studiedagen staan vermeld.

Alumnus zijn betekent ook dat u in aanmerking komt voor het lidmaatschap van de algemene OU-Alumnivereniging. Deze vereniging is zelfstandig en voert haar eigen beleid. De alumnivereniging faciliteert het contact met andere afgestudeerden en het onderhouden van een netwerk. U kunt OU-cursussen bestellen (zonder tentamenrechten) tegen een gereduceerd tarief. De vereniging organiseert geregeld lezingen, excursies en bedrijfsbezoeken.www.open.ou.nl/alumni

Promoveren bij Cultuurwetenschappen

Alumni die nadenken over een promotie kunnen voor meer informatie contact opnemen met mw. Petra de Munnik: E [email protected]. Zij stuurt u het format voor een promotievoorstel van de faculteit toe. Daarmee kunt u zich een goed beeld vormen van een promotietraject. Meestal begint een dergelijk traject met een oriënterend gesprek met de decaan, Prof. dr. Jaap van Marle. Via mevrouw De Munnik kunt u een (bel)afspraak maken. Er bestaat geen lijst van onderwerpen voor proefschriften. U wordt geacht zelf een voorstel doen. Per onderwerp wordt gekeken of dit aansluit bij de expertise van de hoogleraren.Promovendi worden bij de faculteit Cultuurwetenschappen begeleid door:- prof. dr. Paul B.M. van den Akker (kunstgeschiedenis; oudere kunst),- mw. prof. dr. Erica M.A. van Boven (letterkunde), - prof. dr. Wil Derkse (filosofie),- prof. dr. Jan-Hein Furnée (geschiedenis),- prof. dr. Ype Koopmans (kunstgeschiedenis; moderne kunst), - mw. prof. dr. Carla Rita Palmerino (filosofie),- prof. dr. Leo H.M. Wessels (geschiedenis). Wanneer uw promotievoorstel is geaccepteerd, krijgt u een contract bij de Open Universiteit als ‘buiten-promovendus’. Dit contract geeft u allerlei rechten en faciliteiten die van pas komen bij het schrijven van een proefschrift.

Graduate School

Het promotiebeleid van de faculteit Cultuurwetenschappen komt voort uit de wens van de Open Universiteit om naast bachelor- en masterstudenten ook promovendi aan zich binden. Zowel promoven-di die bij de OU werken (aio’s en andere medewerkers), als buitenpromovendi, die bijvoorbeeld parttime promoveren naast hun werk, kunnen bij de OU een promotietraject afleggen.De Graduate School van de OU biedt (buiten)promovendi een inspirerende omgeving en faciliteiten om intern en ‘op afstand’ binnen de gestelde tijd te kunnen promoveren. Inhoudelijke begeleiding van (buiten)promovendi vindt plaats door de faculteiten en onderzoeksinstituten van de OU.

Page 76: SG CW2012-2013

75

Wat doet de Graduate School?De Graduate School is een thuishaven voor (buiten)promovendi, hun promotores en begeleiders. De Graduate School informeert aankomende promovendi, faciliteert promovendi en biedt hun toegang tot de online promovendi-community. Voorbeelden van deze faciliteiten zijn gebruikmaking van de digitale bibliotheekvoorzieningen en individuele begeleiding bij het maken van een onderzoeksvoor-stel. Ook organiseert de Graduate School jaarlijks een PhD-dag voor al haar promovendi. Voor interne en externe promovendi die formeel tot een promotietraject zijn toegelaten biedt de Graduate School ad-ditioneel bijvoorbeeld gratis toegang tot enkele basiscursussen die relevant zijn voor promovendi, zoals academic writing en academic presenting. Ook stelt de Graduate School voor iedere promovendus een individueel scholingsbudget ter beschikking, dat in samenspraak met de faculteit kan worden ingevuld. Daarnaast is de Graduate School een communicatie- en ontmoetingsplatform voor promovendi, waar zij ervaringen en tips kunnen uitwisselen.

Informatie vindt u op www.ou.nl/web/graduate-school. Een e-mail sturen is ook mogelijk: [email protected].

Promovendidag CW, 26 april 2012

Page 77: SG CW2012-2013

76

Tentamenperiode Sluitingsdatum aanmelding Tentamenperiode Sluitingsdatum aanmelding 20 t/m 22 augustus 2012 25 juli 2012 8 t/m 10 april 2013 13 maart 2013

12 t/m 14 november 2012 17 oktober 2012 24 t/m 26 juni 2013 29 mei 2013

28 t/m 30 januari 2013 2 januari 2013 26 t/m 28 augustus 2013 31 juli 2013

De geleidelijke invoering van computergebaseerde toetsing kan van invloed zijn op het tentamenrooster.

TentamensElke cursus wordt afgesloten met een of meer tentamens. Een combinatie van tentamenvormen is ook mogelijk. In de opleidingsschema’s (kernachtig) en op de cursussites op Studienet (uitgebreid) staat aangegeven waaruit het tentamen bestaat. Om u goed te kunnen voorbereiden op het tentamen, zijn er in het studiemateriaal oefententamens opgeno-men, zodat duidelijk is wat u tijdens het tentamen mag verwachten. Meestal staan oefententamens op de cursussites op Studienet.

Regulier schriftelijk tentamenEen regulier schriftelijk tentamen bestaat uit gesloten vragen (meerkeuzevragen en juist-onjuistvragen) en/of open vragen. Een regulier schriftelijk wordt afgenomen op (meestal drie) vastgestelde dagen tijdens vijf tentamenperiodes per academisch jaar.

Computergebaseerd toetsen - CBI of CBGAan de Open Universiteit worden steeds meer tentamens afgenomen via de computer. De tentamens vinden plaats in de gebruikelijke tentamenlocaties op de studiecentra. In de opleidingsschema’s komt u de afkortingen CBI of CBG tegen. Staat er CBI, dan betekent dit dat het tentamen individueel wordt afgenomen. U kunt in de week die u het beste uitkomt, tentamen doen. Voorheen stonden deze tentamens bekend als SYS-tentamens. Staat er CBG, dan wordt het tentamen groepsgewijs afgenomen en zijn er drie vaste data. De invoering van CBG kan van invloed zijn op de in het tentamenrooster weergegeven plan-ning. Zodra er sprake is van een roosterwijziging voor de cursus of cursussen waarvoor u bent ingeschreven, zult u hierover worden geïnformeerd.

Mondeling tentamenEen mondeling tentamen wordt minimaal drie keer per jaar afgenomen. Een mondeling tentamen duurt 30 tot 45 minuten.

OpdrachtEen opdracht kan een werkstuk, referaat, practicum, paper, casus of een combinatie van deze zijn. Met de exa-minator wordt afgesproken wanneer de opdracht wordt ingeleverd.

Aanmelden tentamenVoor alle tentamens, met uitzondering van de opdracht, is het nodig dat u zich tijdig aanmeldt. Dit kan online door in te loggen bij Mijn account op de website. U kunt zich ook aanmelden met een formulier dat u kunt downloaden van de website. Er wordt een ontvangstbevestiging verstuurd, nadat uw aanmelding is verwerkt. Een week voor de tentamendatum volgt uw oproepbrief. Hierop staan de tentamenlocatie, -datum, en het tafelnummer vermeld.

Voor studenten met een functiebeperking, studenten die langdurig buiten Europa verblijven, of voor studenten in detentie gelden andere procedures en aanmeldtermijnen. Raadpleeg hiervoor de gegevens op de website.www.ou.nl/tentamen

Uitslag tentamenAfhankelijk van de tentamenvorm ontvangt u eerst een voorlopige uitslagbrief en zodra de Commissie voor de examens de uitslag formeel heeft vastgesteld, volgt uw definitieve uitslagbrief met een officieel certificaat als u geslaagd bent. Bij schriftelijke tentamens wordt het ant-woordmodel twee dagen na het tentamen op de cursus-site op Studienet geplaatst.

Compensatorische regelingStudenten die een propedeuse-, of bachelorgetuigschrift aanvragen kunnen gebruik maken van een compensato-rische regeling. Kort gezegd komt de regeling erop neer, dat in de propedeuse en postpropedeuse elk één vijf mag blijven staan. De algemene regeling is vastgelegd in art. 20a van de Nadere regels inrichting tentamen en examen 2012-2013. De volledige tekst van dit artikel en van de Nadere regels kunt u vinden op www.ou.nl/tentamen.Sommige cursussen zijn uitgesloten van de compensatori-sche regeling. Zie daarvoor de uitvoeringsregels.www.ou.nl/documenten

FraudeIndien bij het afleggen van een tentamen fraude wordt geconstateerd kan de Commissie voor de examens pas-sende maatregelen treffen. Zie voor de volledige regel-geving Nadere regels inrichting tentamen en examen 2012-2013. www.ou.nl/tentamen

Page 78: SG CW2012-2013

77

Inschrijven en kosten

Inschrijven

U bepaalt zelf op welk moment u een cursus koopt en daarmee inschrijft voor een onderdeel van het onderwijs-programma van de Faculteit cultuurwetenschappen.Kopen/inschrijven kan op twee manieren.- Via digitale inschrijving op www.ou.nl/studieaanbod/inschrijven.htm. Door te klikken op ‘Bestellen’ in uw studiepad

komt u ook op deze site.- Met een schriftelijk inschrijfformulier. Dit formulier kunt u downloaden van www.ou.nl/inschrijven Wanneer u voor de eerste keer inschrijft voor een cursus, moet u een kopie van uw paspoort of identiteitskaart (beide zijden) bijvoegen of nasturen.

Inschrijfmogelijkheden

Cursus U schrijft in en studeert per cursus. Een cursus bestaat uit één of meer modulen. Binnen de inschrijfduur van 14 maanden zijn studiebegeleiding en drie tentamenkansen inbegrepen.

Startpakket Twee vaste inleidende modulen van de bacheloropleiding met uitgebreide begeleiding.

Studiepakket Met een studiepakket schrijft u in voor minimaal drie modulen naar eigen keuze. Extra voordeel is dat u met het kopen van een studiepakket ook de inschrijfduur van eerder gekochte cursussen die u nog niet heeft afgerond, verlengt met opnieuw 14 maanden, inclusief drie extra tentamenkansen. Dit geldt uiteraard alleen voor zover deze cursussen nog getentamineerd worden.

Wanneer inschrijven?Voor een goede studieplanning en een optimale benutting van de inschrijfduur, de begeleiding en de beschikbare tentamenmomenten, adviseren wij u eerst de opleidings-schema’s en het normtraject in deze gids te raadplegen (zie pagina’s 16 en 17), alsmede uw studiepad. Maak eventueel ook gebruik van de Studieplanner. www.ou.nl/studieplanner Na verwerking van uw inschrijving, ontvangt u bericht op welke datum u bent ingeschreven. De inschrijfduur van 14 maanden gaat op die datum in.

Extra tentamenkansenHeeft u al uw tentamenkansen verbruikt, of laten verlopen, maar de cursus nog niet afgerond, dan kunt u extra kansen bijkopen. Dit kan zowel binnen de inschrijfduur als daarna, zolang de cursus wordt getentamineerd. Met een extra tentamenkans krijgt u acht maanden tijd om tentamen te doen of uw opdracht in te leveren. Het is niet noodzake-lijk de tentamenkans aansluitend aan uw inschrijfduur te kopen. U kunt ook kiezen voor een tentamenpakket. Daarmee krijgt u voor elke nog niet afgeronde cursus op-nieuw 14 maanden inschrijfduur inclusief drie tentamen-kansen. (Een Studiepakket geeft dezelfde rechten, maar dan koopt u er ook drie nieuwe modulen bij; zie boven.)www.ou.nl/tentamenkansen

Kosten

Wettelijk en instellingscollegegeldSinds de Wet op het Hoger en Wetenschappelijk onder-zoek (WHW) van kracht is geworden op 1 september 2010, wordt onderscheid gemaakt tussen wettelijk collegegeld en instellingscollegegeld. Hoeveel een cursus voor u kost, is onder meer afhankelijk van uw studieverleden, uw woonplaats, uw nationaliteit en uw keuze voor bachelor- en/of mastercursussen. Het College van bestuur stelt het wettelijk collegegeld vast. Daarbij komt een bedrag voor studiemateriaal. De inschrijving voor de cursus en de levering van het studiemateriaal zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Inschrijving exclusief studiemateriaal resp. bestelling van het studiemateriaal zonder inschrijving voor de betref-fende cursus is niet mogelijk.Ingeval u instellingscollegegeld verschuldigd bent, wordt het wettelijk collegegeld verhoogd met een bepaald be-drag per module. Een tarievenoverzicht vindt u ook terug op www.ou.nl/kosten. Daar kunt u ook precies zien welk soort collegegeld voor u van toepassing is.

Page 79: SG CW2012-2013

78

U koopt een… Toelichting

Cursus Een cursus bestaat uit 1 of meer modulen

Startpakket Twee vaste inleidende modulen van een bacheloropleiding

Studiepakket Drie of meer modulen, tegelijk besteld

Instellingscollegegeld (toeslag per module) Afhankelijk van uw nationaliteit, woonland en een evt. eerder behaalde graad (of getuigschrift), moet u soms per module een toeslag betalen.

Administratiekosten Bij betaling van uw cursusbestelling in 6 of 12 termijnen

Extra tentamenkans Per cursus

Tentamenpakket Voor alle nog niet afgeronde cursussen drie kansen per cursus, te benutten binnen 14 maanden

Aanvraag Vrijstelling voor onderdelen van de opleiding of toelating tot de masteropleiding, vrijstelling/toelating op grond van de vooropleiding

Aanvraag Open bachelorprogramma Zie www.ou.nl/openbachelor

Kortingsregeling cursusgeld – KCOU

Heeft u een (gezamenlijk) belastbaar inkomen tot 110% van het belastbaar minimumloon en geen voor-deel uit sparen en beleggen, dan kunt u een korting op het cursusgeld aanvragen. Getoetst wordt onder meer het belastbaar jaarinkomen van u en uw partner/ouder in het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt ingediend, en of u voldoet aan de overige wettelijke voorwaarden om voor de kortingsregeling in aanmerking te komen. U kunt de brochure met het aanvraagformulier downloaden van de website www.ou.nl/kcou. Vraag de korting aan voordat u inschrijft voor een cursus.

Belastingaftrek studiekosten

Soms kunt u studiekosten aftrekken als u aangifte inkomstenbelasting doet, maar dit is aan regels gebonden. Om te beginnen moet u de studie volgen voor uw huidige of toekomstige baan. (Geen studie uit interesse; het moet voor de hand liggend zijn dat de opleiding daadwerkelijk tot inkomsten zal leiden.) U kunt alleen studiekosten aftrekken als u ze zelf heeft gemaakt. Er dient sprake te zijn van een leertraject. Vergoedt uw werkgever een deel van uw studiekosten? Dan dient u de aftrekbare kosten te verminderen met de ontvangen vergoeding. Let wel: de voor eigen rekening blijvende studiekosten zijn slechts aftrekbaar voor zover deze méér bedragen dan € 500,-.

Niet-aftrekbare kosten- kosten voor huisvesting, werkkamer of studeerruimte, eten, drinken en kleding,- betaalde rente op een studielening,- reiskosten naar studiecentrum en kosten van excursies en studiereizen.

Aftrekbare kosten- kosten van boeken, leermiddelen en lesgeld (waaronder collegegeld en instellingscollegegeld), waaronder de kosten voor modules, tentamens, - aanvraag voor vrijstellingen en voor toelating tot de masteropleiding,

www.belastingdienst.nl

Page 80: SG CW2012-2013

79

Procedures en regelgeving

OER en Uitvoeringsregelingen

In de Onderwijs en examenregeling (OER) staat het onderwijsprogramma beschreven en de rechten en plichten van de student. Onderdeel van de OER zijn de Uitvoeringsregelingen waarin voor elke opleiding de specifieke bepalingen zijn opgenomen. Deze regelingen kunt u downloaden van de website of de faculteitstab op Studienet. www.ou.nl/documenten

Getuigschriften

De Open Universiteit verstrekt dossierverklaringen, propedeusegetuigschriften, wo-bachelorgetuigschriften en wo-mastergetuigschriften. www.ou.nl/getuigschrift

Beroepsprocedure

Bij het College van beroep voor de examens kan binnen zes weken (administratief ) beroep worden ingesteld tegen o.a. beslissingen van de Commissie voor de examens of een examinator. Voorbeelden van een beslissing zijn: een individuele tentamenuitslag, een vrijstellingsbeslissing of een toelatingsbeslissing tot een wo-masteropleiding.

Bezwaarprocedure

Bezwaar kan gemaakt worden tegen een besluit, genomen door of namens het College van bestuur, waartegen geen (administratief ) beroep mogelijk is. Deze besluiten kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld: de inschrijving, het cursusgeld.

Klachtencommissie

Voor klachten, waarvoor u geen beroep of bezwaar kunt aantekenen, bijvoorbeeld over de dienstverlening of de wijze waarop u bent behandeld, kunt u terecht bij de Klachtencommissie. Meld uw klacht eerst bij Service en informatie: 0031 (0)45-576 28 88. Wordt uw klacht daar niet naar tevredenheid verholpen, dan kunt u schriftelijk een formele klacht indienen.

Uitgebreide informatie rondom de Nadere regels inrichting tentamens, Beroep, Bezwaar en Klachten en de benodigde formulieren kunt u vinden op de website. www.ou.nl/klachten.

Vertrouwenspersonen ongewenst gedrag

De Open Universiteit heeft vertrouwenspersonen aangesteld die kennis hebben van de organisatie en de problemen die zich daarin kunnen voordoen. Als u hulp nodig heeft bij het oplossen van een probleem van ongewenst gedrag tijdens de studie kunt u contact opnemen met een van de vertrouwenspersonen via [email protected], of kijk op onze website voor meer informatie. www.ou.nl/vertrouwenspersonen

Alle bovenstaande informatie is ook verkrijgbaar in de studiecentra of telefonisch aan te vragen bij de afdeling Service en informatie, T +31 (0)45 - 576 2888.

Page 81: SG CW2012-2013

80

Service en informatie Heeft u vragen over uw studie of wilt u informatie over het dichtstbijzijnde studiecentrum? Neem dan contact op met een van onze medewerkers of kijk op de website voor onze bereikbaarheid

T + 31 45 - 576 28 88www.ou.nl/directcontactwww.ou.nl/studiecentra

ColofonOpen UniversiteitFaculteit CultuurwetenschappenOnderwijs Service Centrum

Tekst en samenstellingFaculteit Cultuurwetenschappen, Paul van den Boorn

OntwerpTeam Visuele Communicatie, Janine Cranshof Fotografie decanenTeam Visuele Communicatie, Isabelle van Kollenburg en Chris Peeters

Valkenburgerweg 177, 6419 AT Heerlen - NLPostbus 2960, 6401 DL Heerlen - NL

Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.

Juni 2012

Page 82: SG CW2012-2013

Faculteit Cultuurwetenschappen bezoekadres: Valkenburgerweg 177, 6419 AT Heerlenpostadres: Postbus 2960, 6401 DL Heerlen, T +31 (0)45 - 576 2888 www.ou.nl/cultuurwetenschappen80

127

5212

108

n a t u u r w e t e n s c h a p p e n

o n d e r w i j s w e t e n s c h a p p e n

r e c h t s w e t e n s c h a p p e n

O v e r i g e s t u d i e g i d s e n v a n d e O p e n U n i v e r s i t e i t

p s y c h o l o g i e

i n f o r m a t i c a

m a n a g e m e n t w e t e n s c h a p p e n