Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf...

55
1 1 Psalmen Lied 1. Psalm 17 3 Ik zet mijn treden in Uw spoor, Opdat mijn voet niet uit zou glijden. Wil mij voor struikelen bevrijden, En ga mij met Uw heillicht voor. Ik roep U aan, 'k blijf op U wachten, Omdat G', o God, mij altoos redt. Ai, luister dan naar mijn gebed, En neig Uw oren tot mijn klachten. 8 Maar , blij vooruitzicht, dat mij streelt, Ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen; U in gerechtigheid aanschouwen; Verzadigd met Uw Godd'lijk beeld. Lied 2. Psalm 19 Het ruime hemelrond Vertelt, met blijden mond, Gods eer en heerlijkheid. De held're lucht en 't zwerk, Verkondigen Zijn werk, En prijzen Zijn beleid, Dus kan ons dag bij dag, Tot roem van Gods gezag, Zijn wonderen verhalen. Dus weet ons nacht bij nacht Zijn onbegrensde macht. En wijsheid af te malen. 4 Des HEEREN wet nochtans, Verspreidt volmaakter glans, Dewijl zij 't hart bekeert, 't Is Gods getuigenis, Dat eeuwig zeker is, En slechten wijsheid leert. Wat Gods bevel ons zegt, Vertoont ons 't heiligst recht, En kan geen kwaad gedogen. Zijn wil, die 't hart verheugt, Eist zuiverheid en deugd; Verlicht de duist're ogen. 6 Dus krijg ik van mijn plicht, O God, een klaar bericht. Wat is 't vooruitzicht schoon: Hij, die op U vertrouwt, Uw wetten onderhoudt, Vindt daarin groten loon. Maar, HEER', wie is de man, Die op 't nauwkeurigst kan, Zijn dwalingen doorgronden? O bron van 't hoogste goed, Was, reinig mijn gemoed, Van mijn verborgen zonden. Lied 3. Psalm 24 2 Wie klimt den berg des HEEREN op? Wie zal dien Godgewijden top, Voor 't oog van Sions God, betreden? De man, die, rein van hart en hand, Zich niet aan ijdelheid verpandt, En geen bedrog pleegt in zijn eden. 3 Die zal, door 's HEEREN gunst geleid, En zegen en gerechtigheid Van God, den God zijns heils ontvangen. Dit 's Jakob, dit is 't vroom geslacht, Dat naar God vraagt, Zijn wet betracht En zoekt Zijn aanschijn met verlangen. 4 Verhoogt, o poorten, nu den boog! Rijst, eeuw'ge deuren, rijst omhoog! Opdat de Koning in moog' rijden. Wie is die Vorst, zo groot in eer? 't Is God, d' almachtig, Opperheer. 't Is God, geweldig in het strijden.

Transcript of Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf...

Page 1: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

1

1

Psalmen

Lied 1. Psalm 17

3 Ik zet mijn treden in Uw spoor, Opdat mijn voet niet uit zou glijden. Wil mij voor struikelen bevrijden, En ga mij met Uw heillicht voor. Ik roep U aan, 'k blijf op U wachten, Omdat G', o God, mij altoos redt. Ai, luister dan naar mijn gebed, En neig Uw oren tot mijn klachten.

8 Maar , blij vooruitzicht, dat mij streelt, Ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen; U in gerechtigheid aanschouwen; Verzadigd met Uw Godd'lijk beeld.

Lied 2. Psalm 19

Het ruime hemelrond Vertelt, met blijden mond, Gods eer en heerlijkheid. De held're lucht en 't zwerk, Verkondigen Zijn werk, En prijzen Zijn beleid, Dus kan ons dag bij dag, Tot roem van Gods gezag, Zijn wonderen verhalen. Dus weet ons nacht bij nacht Zijn onbegrensde macht. En wijsheid af te malen.

4 Des HEEREN wet nochtans, Verspreidt volmaakter glans, Dewijl zij 't hart bekeert, 't Is Gods getuigenis, Dat eeuwig zeker is, En slechten wijsheid leert. Wat Gods bevel ons zegt, Vertoont ons 't heiligst recht, En kan geen kwaad gedogen. Zijn wil, die 't hart verheugt, Eist zuiverheid en deugd; Verlicht de duist're ogen.

6 Dus krijg ik van mijn plicht, O God, een klaar bericht. Wat is 't vooruitzicht schoon: Hij, die op U vertrouwt, Uw wetten onderhoudt, Vindt daarin groten loon.

Maar, HEER', wie is de man, Die op 't nauwkeurigst kan, Zijn dwalingen doorgronden? O bron van 't hoogste goed, Was, reinig mijn gemoed, Van mijn verborgen zonden.

Lied 3. Psalm 24

2 Wie klimt den berg des HEEREN op? Wie zal dien Godgewijden top, Voor 't oog van Sions God, betreden? De man, die, rein van hart en hand, Zich niet aan ijdelheid verpandt, En geen bedrog pleegt in zijn eden.

3 Die zal, door 's HEEREN gunst geleid, En zegen en gerechtigheid Van God, den God zijns heils ontvangen. Dit 's Jakob, dit is 't vroom geslacht, Dat naar God vraagt, Zijn wet betracht En zoekt Zijn aanschijn met verlangen.

4 Verhoogt, o poorten, nu den boog! Rijst, eeuw'ge deuren, rijst omhoog! Opdat de Koning in moog' rijden. Wie is die Vorst, zo groot in eer? 't Is God, d' almachtig, Opperheer. 't Is God, geweldig in het strijden.

Page 2: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

2

2

Lied 4. Psalm 25

2 HEER', ai, maak mij Uwe wegen, Door Uw woord en Geest bekend; Leer mij, hoe die zijn gelegen, En waarheen G' Uw treden wendt, Leid mij in Uw waarheid, leer Ijv'rig mij Uw wet betrachten. Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten.

6 Wie heeft lust den HEER' te vrezen, 't Allerhoogst en eeuwig goed? God zal Zelf zijn leidsman wezen, Leren, hoe hij wand'len moet. 't Goed, dat nimmermeer vergaat, Zal hij ongestoord verwerven, En zijn Godgeheiligd zaad Zal 't gezegend aard'rijk erven.

7 Gods verborgen omgang vinden Zielen, waar Zijn vrees in woont. 't Heilgeheim wordt aan Zijn vrinden, Naar Zijn vreeverbond, getoond. d' Ogen houdt mijn stil gemoed Opwaarts, om op God te letten: Hij, die trouw is, zal mijn voet, Voeren uit der bozen netten.

Lied 5. Psalm 27

3 Och, mocht ik in die heilige gebouwen, De vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog; Zijn lieflijkheid en schonen dienst aanschouwen! Hier weidt mijn oog met een verwond'rend oog. Want God zal mij, opdat Hij mij beschutt', In ramp en nood versteken in Zijn hut; Mij bergen in 't verborgen van Zijn tent en op een rots verhogen uit d'ellend'.

7 Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou, Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven? Ik was vergaan in al mijn smart en rouw. Wacht op den HEER', godvruchte schaar, houd moed! Hij is getrouw, de bron van alle goed. Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer. Wacht dan, ja wacht, verlaat u op den HEER'.

Lied 6. Psalm 32

Welzalig hij, wiens zonden zijn vergeven, Die van de straf voor eeuwig is ontheven, Wiens wanbedrijf , waardoor hij was bevlekt, Voor 't heilig oog des HEEREN is bedekt. Welzalig is de mens, wien 't mag gebeuren, Dat God naar recht hem niet wil schuldig keuren, En die in 't vroom en ongeveinsd gemoed; Geen snood bedrog maar blank' oprechtheid voedt.

4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren; Gij zult mij voor benauwdheid trouw bewaren. G' omringt me, daar Gij mij in ruimte stelt, Met blij gezang, dat mijn verlossing meldt. Mijn leer zal u, o mens, naar 't recht doen hand'len, En wijzen u den weg, dien gij zult 'len. Ik zal u trouw verzellen met mijn raad, Terwijl mijn oog op u gevestigd staat.

Page 3: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

3

3

Lied 7. Psalm 33

6 Maar d' altoos wijze raad des HEEREN, Houdt eeuwig stand, heeft altoos kracht. Niets kan Zijn hoog besluit ooit keren, 't Blijft van geslachte tot geslacht! Zalig moet men noemen, Die hun Maker roemen Als hun HEER' en God. 't Volk, door Hem tevoren Gunstig uitverkoren Tot Zijn erv' en lot.

10 Zijn machtig arm beschermt de vromen, En redt hun zielen van den dood; Hij zal hen nimmer om doen komen In duren tijd en hongersnood. In de grootste smarten, Blijven onze harten In den HEER' gerust; 'k Zal Hem nooit vergeten, Hem mijn Helper heten, Al mijn hoop en lust.

11 Laat ons alom Zijn lof ontvouwen: In Hem verblijdt zich ons gemoed, Omdat wij op Zijn Naam vertrouwen, Dien Naam, zo heilig, groot en goed. Goedertieren Vader, Milde zegenader, Stel Uw vriend'lijk hart, Op Wiens gunst wij hopen, Eeuwig voor ons open; Weer steeds alle smart.

Lied 8. Psalm 42

't Hijgend hert, der jacht ontkomen, Schreeuwt niet sterker naar 't genot Van de frisse waterstromen, Dan mijn ziel verlangt naar God. Ja, mijn ziel dorst naar den HEER'; God des levens, ach, wanneer Zal ik naad'ren voor Uw ogen, In Uw huis Uw Naam verhogen?

3 O mijn ziel, wat buigt g' u neder? Waartoe zijt g' in mij ontrust? Voed het oud vertrouwen weder; Zoek in 's Hoogsten lof uw lust; Want Gods goedheid zal uw druk Eens verwiss'len in geluk. Hoop op God, sla 't oog naar boven; Want ik zal Zijn Naam nog loven.

5 Maar de HEER' zal uitkomst geven, Hij, die 's daags Zijn gunst gebiedt. 'k Zal in dit vertrouwen leven, En dat melden in mijn lied; 'k Zal Zijn lof zelfs in den nacht Zingen, daar ik Hem verwacht; En mijn hart, wat mij moog' treffen, Tot den God mijns levens heffen.

Page 4: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

4

4

Lied 9. Psalm 43

3 Zend HEER', Uw licht en waarheid neder, En breng mij, door dien glans geleid, Tot Uw gewijde tente weder Dan klimt mijn bange ziel gereder Ten berge van Uw heiligheid, Daar mij Uw gunst verbeidt.

4 Dan ga ik op tot Gods altaren, Tot God, mijn God, de bron van vreugd; Dan zal ik, juichend, stem en snaren Ten roem van Zijne goedheid paren, Die, na kortstondig ongeneugt Mij eindeloos verheugt.

5 Mijn ziel, hoe treurt ge dus verslagen? Wat zijt g' onrustig in uw lot? Berust in 's HEEREN welbehagen, Hij doet welhaast uw heilzon dagen; Uw hoop herleev', naar Zijn gebod; Mijn Redder is mijn God.

Lied 10. Psalm 56

5 Ik roem in God; ik prijs 't onfeilbaar woord; Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord. 'k Vertrouw op God, door gene vrees gestoord; Wat sterv'ling zou mij schenden? Ik heb beloofd, wanneer G' in mijn ellenden Mij bijstand boodt, en 't onheil af zoudt wenden; Tot U, o God, mijn lofzang op te zenden, Door ijver aangespoord.

6 Gij hebt mijn ziel beveiligd voor den dood; Gij richt mijn voet, dat hij zich nimmer stoot; Gij zijt voor mij een schild in allen nood; Gij hebt mijn smart verdreven. Uw dierb're gunst is m' altoos bijgebleven. 'k Zal, voor Gods oog, naar Zijn bevelen leven. Zo word' door mij Zijn Naam altoos verheven; Zo word' Zijn lof vergroot.

Lied 11. Psalm 62

Mijn ziel is immers stil tot God; Van Hem wacht ik een heilrijk lot. Hij immers zal mijn rotssteen wezen; Mijn heil, mijn hulp in mijn gebrek; Mijn toevlucht en mijn hoog vertrek. Ik zal geen grote wank'ling vrezen.

4 Doch gij, mijn ziel, het ga zo 't wil, Stel u gerust, zwijg Gode stil. Ik wacht op Hem; Zijn hulp zal blijken. Hij is mijn rots, mijn heil in nood, Mijn hoog vertrek; Zijn macht is groot; Ik zal noch wank'len, noch bezwijken.

5 In God is al mijn heil, mijn eer, Mijn sterke rots, mijn tegenweer; God is mijn toevlucht in het lijden. Vertrouw op Hem, o volk, in smart, Stort voor Hem uit uw ganse hart: God is een toevlucht t' allen tijde.

Page 5: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

5

5

Lied 12. Psalm 65

2 Een stroom van ongerechtigheden Had d' overhand op mij; Maar ons weerspannig overtreden Verzoent en zuivert Gij. Welzalig, dien Gij hebt verkoren, Dien G' uit al 't aards gedruis Doet naad'ren, en Uw heilstem horen, Ja, wonen in Uw huis.

3 Daar zal ons 't goede van Uw woning Verzaden, reis op reis, En 't heilig deel, o grote Koning, Van Uw geducht paleis; Gij, Gij zult vreselijke dingen Ons, in gerechtigheid, Doen horen, en ons blij doen zingen Van 't heil, voor ons bereid.

Lied 13. Psalm 66

4 Looft, looft den HEER' der legerscharen, O volken, heft een lofzang aan; Hij wil ons in het leven sparen, Ons hoeden op de steilste paan, Voor wank'len onzen voet bevrijden. Gij hebt ons voor een tijd bedroefd, En ons gelouterd door het lijden, Gelijk het zilver wordt beproefd.

8 Komt, luistert toe, gij Godgezinden, Gij, die den HEER' van harte vreest, Hoort, wat mij God deed ondervinden, Wat Hij gedaan heeft aan mijn geest. 'k Sloeg heilbegerig 't oog naar boven, Ik riep den HEER' ootmoedig aan; Ik mocht met mond en hart Hem loven, Hem, Die alleen mij bij kon staan.

Lied 14. Psalm 68

2 Maar 't vrome volk, in U verheugd, Zal huppelen van zielevreugd, Daar zij hun wens verkrijgen. Hun blijdschap zal dan, onbepaald, Door 't licht, dat van Zijn aanzicht straalt, Ten hoogsten toppunt stijgen. Heft Gode blijde psalmen aan; Verhoogt, verhoogt voor Hem de baan; Laat al wat leeft Hem eren. Bereidt den weg, in Hem verblijd, Die door de vlakke velden rijdt; Zijn Naam is HEER' der heren.

10 Geloofd zij God met diepst ontzag! Hij overlaadt ons, dag aan dag, Met Zijne gunstbewijzen. Die God is onze zaligheid; Wie zou die hoogste Majesteit Dan niet met eerbied prijzen? Die God is ons een God van heil; Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil, Ons 't eeuwig, zalig leven; Hij kan, en wil, en zal in nood, Zelfs bij het naad'ren van den dood, Volkomen uitkomst geven.

Lied 15. Psalm 72

2 De bergen zullen vrede dragen, De heuvels heilig recht; Hij zal hun vrolijk op doen dagen, Het heil, hun toegezegd. 't Ellendig volk wordt dan uit lijden Door Zijnen arm gerukt Hij zal nooddruftigen bevrijden; Verbrijz'len, wie verdrukt.

7 Nooddruftigen zal Hij verschonen; Aan armen, uit gena Zijn hulpe ter verlossing tonen; Hij slaat hun zielen ga. Als hen geweld en list bestrijden, Al gaat het nog zo hoog; Hun bloed, hun tranen en hun lijden Zijn dierbaar in Zijn oog.

11 Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen; Men loov' Hem vroeg en spa; De wereld hoor', en volg' mijn zangen, Met amen, amen na.

Page 6: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

6

6

Lied 16. Psalm 73

12 'k Zal dan gedurig bij U zijn, In al mijn noden, angst en pijn; U al mijn liefde waardig schatten, Wijl Gij mijn rechterhand woudt vatten. Gij zult mij leiden door Uw raad, O God, mijn heil, mijn toeverlaat; En mij, hiertoe door U bereid, Opnemen in Uw heerlijkheid.

13 Wien heb ik nevens U omhoog? Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog, Op aarde nevens U toch lusten? Niets is er, waar ik in kan rusten. Bezwijkt dan ooit, in bitt're smart Of bangen nood, mijn vlees en hart, Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed Mijn rots, deel, mijn eeuwig goed.

14 Wie ver van U de weelde zoekt, Vergaat eerlang en wordt vervloekt. Gij roeit hen uit, die afhoereren En U den trotsen nek toekeren. Maar 't is mij goed, mijn zaligst lot, Nabij te wezen bij mijn God; 'k Vertrouw op Hem geheel en al, Den HEER', Wiens werk ik roemen zal.

Lied 17. Psalm 77

7 'k Zal gedenken, hoe voor dezen Ons de HEER' heeft gunst bewezen; 'k Zal de wond'ren gadeslaan, Die Gij hebt van ouds gedaan. 'k Zal nauwkeurig op Uw werken En derzelver uitkomst merken, En, in plaats van bitt're klacht, Daarvan spreken dag en nacht.

8 Heilig zijn, o God, Uw wegen; Niemand spreek' Uw hoogheid tegen; Wie, wie is een God als Gij, Groot van macht en heerschappij? Ja, Gij zijt die God, die d' oren, Wond'ren doet op wond'ren horen; Gij hebt Uwen roem alom Groot gemaakt bij 't heidendom.

Lied 18. Psalm 79

4 Gedenk niet meer aan 't kwaad, dat wij bedreven, Onz' euveldaad word' ons uit gunst vergeven. Waak op, o God, en wil van verder lijden Ons klein getal door Uwe kracht bevrijden. Help ons, barmhartig HEER', Uw groten Naam ter eer; Uw trouw koom' ons te stade; Verzoen de zware schuld, Die ons met schrik vervult, Bewijs ons eens genade!

7 Zo zullen wij de schapen Uwer weiden, In eeuwigheid Uw lof, Uw eer verbreiden, En zingen van geslachten tot geslachten; Uw trouw, Uw roem, Uw onverwinb're krachten.

Page 7: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

7

7

Lied 19. Psalm 84

Hoe lief'lijk, hoe vol heilgenot, O HEER' der legerscharen God, Zijn mij Uw huis en tempelzangen. Hoe branden mijn genegenheen, Om 's HEEREN voorhof in te treen! Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen; Mijn hart roept uit tot God, Die leeft, En aan mijn ziel het leven geeft.

2 Zelfs vindt de mus een huis, o HEER', De zwaluw legt haar jongskens neer In 't kunstig nest bij Uw altaren, Bij U, mijn Koning en mijn God, Verwacht mijn ziel een heilrijk lot; Geduchte HEER' der legerscharen, Welzalig hij, die bij U woont, Gestaag U prijst en eerbied toont.

6 Want God, de HEER', zo goed, zo mild, Is 't allen tijd een zon en schild. Hij zal genaad' en ere geven; Hij zal hun 't goede niet in nood Onthouden, zelfs niet in de dood, Die in oprechtheid voor Hem leven. Welzalig, HEER', die op U bouwt, En zich geheel aan U vertrouwt.

Lied 20. Psalm 86

3 HEER', door goedheid aangedreven, Zijt Gij mild in 't schuldvergeven. Wie U aanroept in den nood, Vindt Uw gunst oneindig groot. HEER', neem mijn gebed ter oren; Wil naar mijne smeking horen; Merk naar Uw goedgunstigheen, Op de stem van mijn gebeen.

6 Leer mij naar Uw wil te hand'len, 'k Zal dan in Uw waarheid wand'len; Neig mijn hart, en voeg het saam, Tot de vrees van Uwen Naam. HEER', mijn God, ik zal U loven, Heffen 't ganse hart naar boven; 'k Zal Uw Naam en majesteit Eren tot in eeuwigheid.

Lied 21. Psalm 89

'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen; Uw waarheid t' allen tijd, vermelden door mijn reen. Ik weet, hoe 't vast gebouw van Uwe gunstbewijzen Naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen; Zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken, Zo min zal Uwe trouw ooit wank'len of bezwijken.

7 Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort! Zij wand'len, HEER', in 't licht van 't Godd'lijk Aanschijn voort; Zij zullen in Uw Naam zich al den dag verblijden; Uw goedheid straalt hun toe; Uw macht schraagt hen in 't lijden, Uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen, Maar Uw gerechtigheid hen naar Uw woord verhogen.

8 Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht; Uw vrije gunst alleen wordt d' ere toegebracht; Wij steken 't hoofd omhoog en zullen d' eerkroon dragen Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen, Want God is ons ten schild in 't strijdperk van dit leven, En onze Koning is van Isrels God gegeven.

Page 8: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

8

8

Lied 22. Psalm 91

Hij, die op Gods bescherming wacht, Wordt door den hoogsten Koning, Beveiligd in den duist'ren nacht, Beschaduwd in Gods woning. Dies noem ik God, zo goed als groot Voor hen, die op Hem bouwen, Mijn burg, mijn toevlucht in den nood, Den God van mijn betrouwen.

5 Ik steun op God, mijn toeverlaat, Dies heb ik niets te vrezen: Wie God vertrouwt, die deert geen kwaad; Uw tent zal veilig wezen. Hij zal Zijn engelen gebien, Dat z' u op weg bevrijden; Gij zult hen, in gevaren, zien Voor uw behoud'nis strijden.

Lied 23. Psalm 97

God heerst als Opperheer; Dat elk Hem juichend eer'. Gij, aarde, zee en eiland, Verheugt u in uw Heiland. Hem dekt met majesteit Der wolken donkerheid. Hij vestigt Zijnen troon Op heil'ge rijksgeboon, Vol recht en wijs beleid.

6 Beminnaars van den HEER', Verbreiders van Zijn eer, Hoopt steeds op Zijn genade En haat altoos het kwade. Hij, die in tegenspoed Zijn gunstgenoten hoedt, Verleent hun onderstand, En redt z' uit 's bozen hand, Die op hun onschuld woedt.

7 Gods vriend'lijk aangezicht, Heeft vrolijkheid en licht Voor all' oprechte harten, Ten troost verspreid in smarten. Juicht, vromen, om uw lot; Verblijdt u steeds in God, Roemt, roemt Zijn heiligheid; Zo word' Zijn lof verbreid Voor al dit heilgenot.

Lied 24. Psalm 98

2 Hij heeft gedacht aan Zijn genade, Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt. Dit slaan al 's aardrijks einden gade, Nu onze God Zijn heil om schenkt. Juich dan den HEER' met blijde galmen, Gij ganse wereld, juich van vreugd. Zing vrolijk in verheven psalmen Het heil, dat d' aard' in 't rond verheugt.

4 Laat al de stromen vrolijk zingen, De handen klappen naar omhoog; 't Gebergte vol van vreugde springen En hupp'len voor des HEEREN oog. Hij komt, Hij komt, om d' aard' te richten, De wereld in gerechtigheid; Al 't volk, daar 't wreed geweld moet zwichten, Wordt in rechtmatigheid geleid.

Page 9: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

9

9

Lied 25. Psalm 103

Loof, loof den HEER', mijn ziel, met alle krachten; Verhef Zijn Naam, zo groot, zo heilig t' achten; Och, of nu al wat in mij is, Hem preez'! Loof, loof mijn ziel, den Hoorder der gebeden; Vergeet nooit een van Zijn weldadigheden; Vergeet ze niet; 't is God, die z' u bewees.

6 Zo hoog Zijn troon moog' boven d' aarde wezen, Zo groot is ook voor allen, die Hem vrezen, De gunst, waarmee Hij hen wil gadeslaan. Zo ver het west verwijderd is van 't oosten, Zo ver heeft Hij, om onze ziel te troosten, Van ons de schuld en zonden weggedaan.

9 Maar 's HEEREN gunst zal over die Hem vrezen, In eeuwigheid altoos dezelfde wezen: Zijn trouw rust zelfs op 't late nageslacht, Dat zijn verbond niet trouweloos wil schenden Noch van Zijn wet afkerig d' oren wenden, Maar die naar eis van Gods verbond betracht.

Lied 26. Psalm 116

God heb ik lief, want die getrouwe HEER' Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen. Hij neigt Zijn oor, 'k roep tot Hem, al mijn dagen; Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.

4 D' eenvoudigen wil God steeds gadeslaan. 'k Was uitgeteerd maar Hij zag op mij neder. Keer, mijne ziel, tot uwe ruste weder: Gij zijt verlost; God heeft u welgedaan!

7 Wat zal ik, met Gods gunsten overlaan, Dien trouwen HEER' voor Zijn gena vergelden? 'k Zal bij den kelk des heils Zijn Naam vermelden. En roepen Hem met blijd' erkent'nis aan.

10 Ik zal Uw Naam met dankerkentenis, Verheffen, U al mijn geloften brengen; 'k Zal liefd' en lof voor U ten offer mengen, In 't heiligdom, waar 't volk vergaderd is.

11 Ik zal met vreugd in 't huis des HEEREN gaan, Om daar met lof Uw groten Naam te danken. Jeruzalem, gij hoort die blijde klanken. Elk heff' met mij den lof des HEEREN aan!

Page 10: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

10

10

Lied 27. Psalm 118

7 De HEER' is mij tot hulp en sterkte: Hij is mijn lied, mijn psalmgezang. Hij was het, die mijn heil bewerkte, Dies loof ik Hem mijn leven lang. Men hoort der vromen tent weergalmen Van hulp en heil, ons aangebracht; Daar zingt men blij, met dankb're psalmen: "Gods rechterhand doet grote kracht."

11 De steen, dien door de tempelbouwers Veracht'lijk was een plaats ontzegd, Is, tot verbazing der beschouwers, Van God ten hoofd des hoeks gelegd. Dit werk is door Gods alvermogen, Door 's HEEREN hand alleen geschied; Het is een wonder in onz' ogen: Wij zien het, maar doorgronden 't niet.

12 Dit is de dag, de roem der dagen, Dien Isrels God geheiligd heeft. Laat ons verheugd, van zorg ontslagen, Hem roemen, die ons blijdschap geeft. Och HEER', geef thans Uw zegeningen; Och HEER', geef heil op dezen dag; Och, dat men op deez' eerstelingen Een rijken oogst van voorspoed zag.

Lied 28. Psalm 121

'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen, Vanwaar ik dag en nacht Des Hoogsten bijstand wacht. Mijn hulp is van den HEER' alleen, Die hemel, zee en aarde, Eerst schiep, en sinds bewaarde.

2 Hij is al treft u 't felst verdriet, Uw Wachter, die uw voet Voor wankelen behoedt; Hij, Isrels Wachter, sluimert niet; Geen kwaad zal u genaken; De HEER' zal u bewaken.

4 De HEER' zal u steeds gadeslaan, Opdat Hij in gevaar, Uw ziel voor ramp bewaar'. De HEER', 't zij g' in of uit moogt gaan, En waar g' u heen moogt spoeden, Zal eeuwig u behoeden.

Lied 29. Psalm 130

2 Zo Gij in 't recht wilt treden, O HEER', en gadeslaan Onz' ongerechtigheden; Ach, wie zou dan bestaan? Maar neen, daar is vergeving Altijd bij U geweest; Dies wordt Gij, HEER', met beving, Recht kinderlijk gevreesd.

3 Ik blijf den HEER' verwachten; Mijn ziel wacht ongestoord; Ik hoop, in al mijn klachten, Op Zijn onfeilbaar woord; Mijn ziel, vol angst en zorgen, Wacht sterker op den HEER', Dan wachters op den morgen; Den morgen, ach, wanneer?

Page 11: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

11

11

Lied 30. Psalm 138

'k Zal met mijn ganse hart Uw eer Vermelden, HEER', U dank bewijzen. 'k Zal U in 't midden van de goon, Op hogen toon, Met psalmen prijzen; Ik zal mij buigen, op Uw eis, Naar Uw paleis, Het hof der hoven, En, om Uw gunst en waarheid saam, Uw groten Naam Eerbiedig loven.

3 Dan zingen zij, in God verblijd, Aan Hem gewijd, Van 's HEEREN wegen; Want groot is 's HEEREN heerlijkheid, Zijn Majesteit Ten top gestegen. Hij slaat toch, schoon oneindig hoog, Op hen het oog, Die need'rig knielen; Maar ziet van ver met gramschap aan Den ijd'len waan Der trotse zielen.

4 Als ik, omringd door tegenspoed, Bezwijken moet, Schenkt Gij mij leven. Is 't, dat mijns vijands gramschap brandt, Uw rechterhand Zal redding geven. De HEER' is zo getrouw als sterk, Hij zal Zijn werk Voor mij volenden, Verlaat niet wat Uw hand begon, O Levensbron, Wil bijstand zenden.

Lied 31. Psalm 139

Niets is, o Oppermajesteit, Bedekt voor Uw alwetendheid; Gij kent mij, Gij doorgrondt mijn daan; Gij weet mijn zitten en mijn staan; Wat ik beraad', of wil betrachten, Gij kent van verre mijn gedachten.

14 Doorgrond m' en ken mijn hart, o HEER'; Is 't geen ik denk niet tot Uw eer? Beproef m' en zie of mijn gemoed Iets kwaads, iets onbehoorlijks voed', En doe mij toch met vaste schreden Den weg ter zaligheid betreden.

Lied 32. Psalm 143

10 Leer mij, o God van zaligheden, Mijn leven in Uw dienst besteden; Gij zijt mijn God, vat Gij mijn hand; Uw goede Geest bestier' mijn schreden, En leid' mij in een effen land.

11 Laat Uwe gunst mij niet begeven; Schenk mij, om Uwes Naams wil, leven. Laat mijne ziel, die tot U schreit, Van haar benauwdheid zijn ontheven. Red mij om Uw gerechtigheid.

Page 12: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

12

12

Lied 33. Psalm 146

Prijs den HEER' met blijde galmen; Gij, mijn ziel, hebt rijke stof; 'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen Vrolijk wijden aan Zijn lof: 'k Zal, zo lang ik 't licht geniet, Hem verhogen in mijn lied.

3 Zalig hij, die in dit leven, Jakobs God ter hulpe heeft; Hij, die door den nood gedreven, Zich tot Hem om troost begeeft; Die zijn hoop, in 't hach'lijkst lot, Vestigt op den HEER', zijn God.

Lied 34. Psalm 150

Looft God, looft zijn Naam alom; Looft Hem in Zijn heiligdom; Looft des HEEREN grote macht, In den hemel Zijner kracht; Looft Hem, om Zijn mogendheden, Looft Hem, naar zo menig blijk Van Zijn heerlijk koninkrijk, Voor Zijn troon en hier beneden.

2 Looft God, met bazuingeklank; Geeft Hem eer, bewijst Hem dank; Looft Hem, met de harp en luit; Looft Hem, met de trom en fluit; Looft Hem, op uw blijde snaren; Laat zich 't orgel overal Bij het juichend vreugdgeschal, Tot des HEEREN glorie, paren.

3 Looft God naar Zijn hoog bevel, Met het klinkend cimbelspel, Looft Hem, op het schel metaal Van de vrolijke cimbaal; Looft den HEER', elk moet Hem eren; Al wat geest en adem heeft, Looft den HEER', die eeuwig leeft, Looft verheugd den HEER' der heren.

Page 13: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

13

13

Lied 35. Morgenzang

1 Wij danken U, barmhartig God, Beschikker van ons deel en lot, Voor Uwe hoed' en trouwe wacht, Ons weer betoond in dezen nacht.

2 Verleen ons, na genoten rust, Opnieuw gezondheid, kracht en lust, Daar 't lichaam, door den slaap verkwikt, Zich weder tot den arbeid schikt.

3 Dat wij ons ambt en plicht, o HEER', Getrouw verrichten tot Uw eer. Dat Uwe gunst ons werk bekroon', Uw Geest ons leid' en in ons woon'!

4 Zie op ons neder in gena, Opdat ons werk voorspoedig ga, En scheld ons alle misdaan kwijt, O HEER', die vol ontferming zijt.

5 Verlicht ons hart, dat duister is, Wil ons, naar Uw getuigenis, Doen vlieden alle kwade paan, En ijv'rig in Uw wegen gaan.

6 Schenk Uwen zegen bij Uw Woord; Het rijk des satans word' verstoord; Sterk leraars, sterk onz' overheid, In 't werk, door U hun opgeleid.

7 Troost allen, die in nood en smart, Tot U verheffen 't angstig hart. Maak ons in tegenspoeden stil, Hoor ons, o God, om Jezus' wil.

Lied 36. Bedezang voor het eten

1 O Vader, die al 't leven voedt, Kroon onze tafel met Uw zegen; En spijs en drenk ons met dit goed, Van Uwe milde hand verkregen! Leer ons voor overdaad ons wachten; Dat w' ons gedragen als 't behoort; Doe ons het hemelse betrachten; Sterk onze zielen door Uw Woord!

Lied 37. Dankzang na het eten

1 O HEER', wij danken U van harte, Voor nooddruft en voor overvloed; Waar menig mens eet brood der smarte, Hebt Gij ons mild en wel gevoed; Doch geef, dat onze ziele niet Aan dit vergank'lijk leven kleev', Maar alles doe, wat Gij gebiedt, En eind'lijk eeuwig bij U leev'.

Lied 38. Avondzang

1 O grote Christus, eeuwig licht! Niets is bedekt voor Uw gezicht; Die ons bestraalt, waar wij ook gaan, Al schijnt geen zon, al licht geen maan.

2 Toon ons Uw goedheid en Uw macht, Door Uw bescherming, dezen nacht, Behoed ons tegen ramp en leed, En blijf tot onze hulp gereed.

3 Verkwik ons door een zoete rust, Om goed te doen met nieuwen lust. Dat onze slaap gematigd zij, Ja zelfs Uw Naam tot eer gedij'.

4 Houd ons gemoed voor U bereid, Opdat het blij Uw komst verbeid', Daar 't in een stil vertrouwen leeft, Dat Gij ons onze schuld vergeeft.

5 Bescherm ons, in den bangen tijd Van zielsverzoeking en van strijd; Laat nooit den bozen vijand toe, Dat hij ons enig' hinder doe.

6 Behoed het ganse Christendom; Geef dat in kruis Uw vreugd weerom; Vertroost het neergebogen hart, En heel in gunst der kranken smart.

7 O Vader, dat Uw liefd' ons blijk'; O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk; O Geest, zend Uwen troost ons neer; Drieenig God, U zij al d' eer.

Page 14: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

14

14

Kerstliederen

Lied 39. NHB 18 Komt allen te zamen

1 Komt allen te zamen, jubelend van vreugde: komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu de vorst der eng'len hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.

2 De hemelse eng'len riepen eens de herders weg van de kudde naar 't schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbied'ge schreden! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.

3 Het eeuwige Godswoord, eeuwig licht des Vaders, zien wij gehuld in het mens'lijk vlees: goddelijk Kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.

4 O Kind, ons geboren sluim'rend in de kribbe, neem onze liefd' in genade aan! U die ons liefhebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.

Lied 40. Midden in de winternacht

1 Midden in de winternacht, ging de hemel open; die ons 't heil der wereld bracht, antwoord op ons hopen. Elke vogel zingt zijn lied; herders, waarom zingt gij niet? refr.: Laat de citer slaan, blaas de fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren.

2 Vrede was er overal, wilde dieren kwamen, bij de schapen in de stal en zij speelden samen. Elke vogel zingt zijn lied; herders waarom zingt gij niet? Refrein

3 Zie, reeds staat de morgenster, stralend in het duister, want de nacht is niet meer ver, bode van de luister, die ons weldra op zal gaan; herders blaast uw fluiten aan. Refrein

Lied 41. NHB 14 Nu zijt wellekome

1 Nu zijt wellekome, Jesu, lieve Heer, Gij komt van alzo hoge, van alzo veer! Nu zijt wellekome van de hogen hemel neer. Hier al op dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer. Ontferm U, Heer

2 Herders op den velde hoorden een nieuw lied, dat Jezus was geboren, zij wisten 't niet! "Gaat aan gene straten en gij zult Hem vinden klaar. Bethl'em is de stede, daar is 't geschied voorwaar." Ontferm U, Heer!

3 Wijzen uit het Oosten, uit zo verren land, zij zochten onze Here met offerand. Z'offerden ootmoediglijk mirr', wierook ende goud t'eren van dat kinde, dat alle ding behoudt. Ontferm U, Heer!

Page 15: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

15

15

Lied 42. NHB 1 Hoe zal ik u ontvangen

1 Hoe zal ik u ontvangen, hoe wilt Gij zijn ontmoet, o, 's werelds hoogst verlangen, des sterv'lings zaligst goed? Dat ons uw Geest verlichte! Houd zelf de fakkel bij, die, Heer, ons onderrichte, wat U behaag'lijk zij!

4 'k Lag machteloos gebonden: Gij komt en maakt mij vrij! Ik was bevlekt met zonden: Gij komt en reinigt mij! Het leven was mij sterven, tot Gij mij op deedt staan. Gij doet mij schatten erven, die nimmermeer vergaan.

5 Wat deed uit 's hemels zalen, o Heer der heerlijkheên, op aard' U nederdalen? Uw grote liefd' alleen, uw eindeloos erbarmen met onze grote nood, dat als met reddend' armen ons zegenend omsloot!

9 Nog eens zal Hij verschijnen als Richter van 't heelal, die 't hoofd van al de zijnen voor eeuwig kronen zal. Nog is die dag verborgen; wacht hem gelovig af, terwijl de grote morgen reeds schemert boven 't graf!

Lied 43. NHB 15 Komt, verwondert u hier, mensen

1 Komt, verwondert u hier, mensen, ziet, hoe dat u God bemint, ziet vervuld der zielen wensen, ziet dit nieuw geboren Kind! Ziet, die 't woord is, zonder spreken, ziet, die vorst is, zonder pracht, ziet, die 't al is, in gebreken, ziet, die 't licht is, in de nacht, ziet die 't goed is, dat zo zoet is, wordt verstoten, wordt veracht.

2 Ziet, hoe dat men met Hem handelt, hoe men Hem in doeken bindt, die met zijne godheid wandelt op de vleugels van de wind. Ziet hoe ligt Hij hier in lijden zonder teken van verstand, die de hemel moet verblijden, die de kroon der wijsheid spant. Ziet hoe tere is de Here, die 't al draagt in zijne hand.

3 O Heer Jesu, God en mense, die aanvaard hebt deze staat, geef mij, dat ik door uw wense, geef mij door uw kindsheid raad. Sterk mij door uw tere handen, maak mij door uw kleinheid groot, maak mij vrij door uwe banden, maak mij rijk door uwe nood, maak mij blijde door uw lijden, maak mij levend door uw dood!

Page 16: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

16

16

Lied 44. Lied 143 Stille nacht

1 Stille nacht, heilige nacht! Davids Zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal, wordt geboren in Bethlehems stal, Hij, der schepselen Heer, Hij, der schepselen Heer.

2 Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor. Leer me U danken daarvoor.

3 Stille nacht, heilige nacht! Vreed' en heil wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!

Lied 45. NHB 10 Daar is uit 's werelds duist're wolken

1 Daar is uit 's werelds duist're wolken een licht der lichten opgegaan. Komt tot zijn schijnsel, alle volken, en gij, mijn ziele, bid het aan! Het komt de schaduwen beschijnen, de zwarte schaduw van de dood: de nacht der zonde zal verdwijnen, genade spreidt haar morgenrood.

5 Wat heil, een Kind is ons geboren, een Zoon gegeven door uw kracht! De heerschappij zal Hem behoren, zijn last is licht, zijn juk is zacht. Zijn naam is "wonderbaar", zijn daden zijn wond'ren van genaad' alleen. Hij doet ons, hoe met schuld beladen, verzoend voor 't oog des Vaders treên.

7 O Vredevorst, Gij kunt gebieden de vreed' op aard' en in mijn ziel! Doe elke zondaar tot U vlieden, dat al wat ademt voor U kniel'! Dit zal de God des heils bewerken, Hij zal de zetel,u bereid, met recht en met gerechte sterken; Hem zij de lof in eeuwigheid!

Lied 46. In Bethlehems stal.

1 In Bethlehems stal lag Christus de Heer, in doeken gehuld, als Kindje terneer. Voor Hem was geen plaats meer in herberg of huis Zijn wieg was een kribbe, Zijn troon was een kruis.

2 Zo arm werd de Heer`, der engelen Heer` Die zondaren mint, zo nameloos teer. Hij kwam om te dienen, Hij gaf Zijnen ziel toch is Hij de Koning: dat elk voor Hem kniel

3 Zo arm werd de Heer`, der engelen Heer` Die zondaren mint, zo nameloos teer. Die hun wil vergeven, hoeveel het ook zij, zo arm werd de Heiland, voor u en voor mij!

4 Lam Gods voor de zonden eenmaal geslacht, Gij hebt aan het kruis Uw offer gebracht! Bedek steeds mijn schuld met Uw onschuld, o Heer, opdat ik U ere, hoe langer hoe meer.

5 O Heiland, Gij roept: Komt allen tot Mij! trek door Uwen Geest ook mij naderbij. Doe mij bij Uw kribbe vol dankbaarheid staan en neem dan mijn leven als dankoffer aan.

Page 17: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

17

17

Lied 47. Gezang 124 Nu daagt het in het oosten

1 Nu daagt het in het oosten, het licht schijnt overal: Hij komt de volken troosten, die eeuwig heersen zal.

2 De duisternis gaat wijken van de_eeuwenlange nacht, Een nieuwe dag gaat prijken met ongekende pracht.

3 Zij, die gebonden zaten in schaduw van de dood, van God en mens verlaten - begroeten 't morgenrood.

4 De zonne, voor wier stralen het nacht'lijk duister zwicht, en die zal zegepralen, is Christus, 't eeuwig licht!

5 Reeds daagt het in het oosten het licht schijnt overal: Hij komt de volken troosten, die eeuwig heersen zal.

Lied 48. Gezang 134 Eer zij God in onze dagen

1 Eer zij God in onze dagen, eer zij God in deze tijd. Mensen van het welbehagen, roept op aarde vrede uit. Gloria in excelsis Deo, Gloria in excelsis Deo.

2 Eer zij God die onze Vader en die onze Koning is. Eer zij God die op de aarde naar ons toe gekomen is. Gloria in excelsis Deo, gloria in excelsis Deo.

3 Lam van God, Gij hebt gedragen alle schuld tot elke prijs, geef in onze levensdagen peis en vreê, kyriëleis. Gloria in excelsis Deo, gloria in excelsis Deo.

Lied 49. Gezang 141 Ik kniel aan uwe kribbe neer

1 Ik kniel aan uwe kribbe neer, o Jezus, Gij mijn leven ! Ik kom tot U en breng U, Heer, wat Gij mij hebt gegeven. O, neem mijn leven, geest en hart, en laat mijn ziel in vreugd en smart bij U geborgen wezen.

2 Voor ik als kind ter wereld kwam, zijt Gij voor mij geboren. Eer ik een woord van U vernam, hebt Gij mij uitverkoren. Voor dat uw hand mij heeft gemaakt, werd Gij een kindje, arm en naakt, hebt Gij U mij gegeven.

3 Temidden van de nacht des doods zijt Gij, mijn zon, verrezen. O zonlicht, mild en mateloos, uw gloed heeft mij genezen. O zon die door het donker breekt en 't ware licht in mij ontsteekt, hoe heerlijk zijn uw stralen.

Page 18: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

18

18

Lied 50. NHB 7 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen

1 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen. Verlos mij van mijn bange pijn! Zie, heel mijn hart staat voor u open en wil, o Heer, uw tempel zijn. O Gij, wien aard' en hemel zingen, verkwik mij met uw heil'ge gloed. Kom met uw zachte glans doordringen, o Zon van liefde, mijn gemoed!

2 Vervul, o Heiland, het verlangen, waarmee mijn hart uw komst verbeidt! Ik wil in ootmoed U ontvangen, mijn ziel en zinnen zijn bereid. Ik blijf op U in liefde staren, waar om mij heen de wereld woedt. O, mocht ik uwe troost ervaren: doe intocht, Heer, in mijn gemoed!

Lied 51. LvdK 135 Hoor, de eng'len zingen d'eer

1. Hoor, de eng'len zingen d'eer van de nieuw geboren Heer! Vreed' op aarde, 't is vervuld: God verzoent der mensen schuld. Voegt u, volken, in het koor, dat weerklinkt de hemel door, zingt met algemene stem voor het kind van Bethlehem! Hoor, de eng'len zingen de'eer van de nieuw geboren Heer!

2. Hij, die heerst op 's hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon, wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt. Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt, tussen alle mensen in in het menselijk gezin. Hoor, de eng'len zingen de'eer van de nieuw geboren Heer!

3. Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft, Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd, al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf, dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn. Hoor, de eng'len zingen de'eer van de nieuw geboren Heer!

Page 19: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

19

19

Lijdenstijd

Lied 52. JdH 487:1,2,3,6,9 Leer mij Uw lijden recht betrachten

1 Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten, in deze zee verzinken mijn gedachten: o Liefde, die, om zondaars te bevrijden, zo zwaar woudt lijden!

2 'k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen, tot in de dood als mens gehoorzaam wezen, in onze plaats gemarteld en geslagen. de zonde dragen.

3 Ons hart bezwijkt, het beeft en doet ons deinzen, ontzagg'lijk kruis, als w'aan uw wond'ren peinzen: o Liefde, 'k zie en voel in uwe wonden de vloek der zonden.

5 Mijn Heiland, laat uw Geest mij telkens leren, hoe 'k in geloof uw kruisdood moet vereren, om in mijn hart de liefdevlam t' ontsteken en aan te kweken.

6 Daar G' U voor mij hebt in de dood gegeven, hoe zou ik dan naar mijne wil nog leven? Zou 'k U, o Heer, die voor mijn schuld woudt lijden, mijn hart niet wijden?

9 Och, als ik, Heer, om mijne zonde beve, dat dan uw kruis mij weder ruste geve: dat kruis zij dan mijn vreed' en vreugde tevens, o God mijns levens!

Lied 53. NHB 32 O hoofd, bedekt met wonden

1 O hoofd, bedekt met wonden, belaân met smart en hoon, o hoofd, ten spot ombonden met ene doornenkroon, eertijds gekroond met stralen van meer dan aardse gloed, waarlangs nu drupp'len dalen: 'k breng zeeg'nend U mijn groet!

2 Van al de last dier plagen, met goddelijk geduld, o Heer, door U gedragen, heb ik, heb ik de schuld! Och, zie, hoe 'k voor uw ogen hier als een zondaar sta, en schenk vol mededogen, m' een blik van uw genâ!

5 Als 'k eens van d'aarde scheide, och, wijk dan niet van mij! Als ik de doodssnik beide och, sta dan aan mijn zij'! En wordt mijn strijd het bangste, laat dan in angst en pijn uw doorgeworsteld' angste mij tot vertroosting zijn!

Page 20: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

20

20

Lied 54. JdH 267:1-4 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis

1 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis, hangt ten spot van snode smaders, Zoon des Vaders, waar is toch Uw almacht thans, waar Uw Goddelijke glans?

2 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis en Hij hangt er mijnentwegen, mij ten zegen. Van de vloek maakt Hij mij vrij en zijn sterven zaligt mij.

3 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis. Zou ik dan in droeve dagen troostloos klagen? Als ik naar Zijn kruis mij richt, valt mijn eigen last mij licht.

4 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis. 'k Heb mij, Heer, in dood en leven U gegeven. 'k Leef in vreugd en tegenheen. 'k Leef en sterf voor U alleen.

Lied 55. NHB 43 Is dat, is dat mijn Koning

1 Is dat, is dat mijn Koning, dat aller vaad'ren wens, is dat, is dat zijn kroning? Zie, zie, aanschouw de mens! Moet Hij dat spotkleed dragen, dat riet, die doornenkroon, lijdt Hij die spot, die slagen, Hij, God, uw eigen Zoon?

2 Ja, ik kost Hem die slagen, die smarten en die hoon; ik doe dat kleed Hem dragen, dat riet, die doornenkroon; ik sloeg Hem al die wonden, voor mij moet Hij daar staan; ik deed door mijne zonden, Hem al die jamm'ren aan.

3 O Jezus, man van smarten, Gij aller vaad'ren wens, herinner aller harten 't aandoenlijk: "Zie den mens!" Laat mij toch nooit vergeten die kroon, dat kleed, dat riet! Dit trooste mijn geweten: 't is al voor mij geschied!

Lied 56. NHB 45 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis

1 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis, hangt ten spot van snode smaders. Zoon des Vaders, waar is toch uw almacht thans, waar uw goddelijke glans?

2 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis, en Hij hangt er mijnentwegen, mij ten zegen. Van de vloek maakt Hij mij vrij, en zijn sterven zaligt mij.

4 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis, en ik zou in droeve dagen troost'loos klagen? Klagen, neen! Bij dit gezicht valt de zwaarste last mij licht.

Page 21: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

21

21

Lied 57. NHB 48 Als ik het wond're kruis aanschouw

1 Als ik het wond're kruis aanschouw, waar Christus stierf, die 't al volbracht, dan voel ik, hoe 'k mijn trots berouw en 't rijkst gewin slechts schade acht.

2 Verbied mij dan elk pralend woord voor al wat niet uw kruis is, Heer, en laat mij, wat m' op aard bekoort, ten offer leggen voor U neer!

3 Te klein is 't offer, dat ik bood, al waar' al 't goed der aard' mijn deel. Uw wond're liefde, godd'lijk groot, eist alles, ja mijzelf geheel.

4 Lof Hem, die door zijn kruis en dood genâ voor zondaars heeft bereid! Lof Hem en zijne liefde groot, alom en tot in eeuwigheid!

Lied 58. NHB 168 Jezus neemt de zondaars aan!

1 Jezus neemt de zondaars aan! Roept dit troostwoord toe aan allen, die van 's levens rechte baan op de dwaalweg zijn vervallen. 't Rechte pad leert Hij ons gaan: Jezus neemt de zondaars aan!

4 Komt gij allen, komt tot Hem! Zondaars, komt, wat zou u hind'ren? Jezus roept u, hoort zijn stem, Hij maakt zondaars tot Gods kinderen. Vrij moogt gij tot Jezus gaan: Jezus neemt de zondaars aan!

5 O, dit geeft mij nieuwe moed bij de grootheid van mijn zonden! Door zijn godd'lijk offerbloed heeft Hij mijn rantsoen gevonden; nu kan ik er vast op gaan: Jezus neemt de zondaars aan!

7 Jezus neemt de zondaars aan! mij ook heeft Hij aangenomen; 'k zie de hemel opengaan, 'k mag vertrouwend tot Hem komen. 'k Juich dan zelfs aan 't eind der baan: Jezus neemt de zondaars aan!

Lied 59. NHB 49 Jezus, leven van mijn leven

1 Jezus, leven van mijn leven, Jezus, dood van mijne dood, die voor mij U hebt gegeven, in de bangste zielenood, opdat ik niet hoop'loos sterven, maar uw heerlijkheid zou erven, duizend, duizend maal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer!

3 Heer, verzoener van mijn zonden, Heiland, die mij hebt gezocht, die mijn boeien hebt ontbonden, en voor God mij vrijgekocht, ik, onrein in schuld verloren, ben opnieuw in U geboren: duizend, duizend maal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer!

4 Dank, mijn Heiland, voor uw lijden, voor uw bitt're bange nood, voor uw heilig, biddend strijden, voor uw trouw tot in de dood, voor de wonden, U geslagen, voor het kruis, door U gedragen; duizend, duizend maal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer!

Page 22: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

22

22

Lied 60. JdH 543:1,3,4 ‘k Heb geloofd en daarom zing ik

1 'k Heb geloofd en daarom zing ik, daarom zing ik van gena. Van ontferming en verlossing, door het bloed van Golgotha. Daarom zing ik U, die stervend alles, alles hebt volbracht. Lam Gods, dat de zonden wegneemt, Lam van God, voor ons geslacht.

3 'k Heb geloofd in U, wie d'aarde met haar doornen heeft gekroond, maar die nu, gekroond met ere, aan Gods rechterzijde troont. U, aan wiens doorboorde voeten, eenmaal in het gans heelal, hier, daarboven en hieronder, alle knie zich buigen zal.

4 Ja, 'k geloof en daarom zing ik, daarom zing ik U ter eer, 's werelds Heiland, Hogepriester, aller heren Opperheer! Zoon van God en Zoon des mensen, o, kom spoedig in uw kracht, op des hemels wolken weder! Kom, Heer Jezus, kom, ik wacht.

Lied 61. NHB 171 Verlosser, Vriend, Gij hoop en lust

1 Verlosser, Vriend, Gij hoop en lust van die U kennen, neem het lied, dat U in 't stof een sterv'ling biedt, een zondaar, die uw voeten kust. Een zondaar, een verlost', o Heer, en nu geen zondaar meer. O, neem het aan! Gij laat geen smeek'ling staan, Gij hoort in hemellingen verloste zondaars zingen: o, neem het aan!

3 Bedreigt mij leed, ontmoet mij smart, ik vrees geen kwaad, maar klaag het Hem: hoe groot in eer, Hij hoort mijn stem, hoe ver van d' aard, Hij kent mijn hart. Gods Zoon vergeet de zijnen niet, die Hij op aarde liet. Hij is mijn hoop, Hij wies mij door zijn doop, Hij geeft mij brood en beker, 'k ben van zijn liefde zeker: Hij is mijn hoop!

4 Waar is een vreugd, een kalmt', een heil, zo zalig als dit hoogst genot? Het vloeit uit God en keert tot God, het heeft noch maat noch perk nog peil. In Jezus is mijn zalig lot verborgen bij mijn God. Hij is mijn lust, ook als mijn stof eens rust. O, prijst Hem, mijn gezangen! Ik blijf zijn komst verlangen: Hij is mijn lust!

Page 23: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

23

23

Pasen

Lied 62. U zij de glorie

1 U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer! Uit een blinkend stromen daalde d’ engel af, heeft de steen genomen van ‘t verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer!

2 Zie Hem verschijnen, Jezus onze Heer, Hij brengt al de zijnen in Zijn armen weer. Wees dan volk des Heeren, blij en welgezind, en zegt t’ elken kere: Christus overwint! U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer!

3 Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, Die mij heeft genezen, Die mij vrede geeft. In Zijn godd’lijk wezen is mijn glorie groot. Niets heb ik te vrezen in leven of dood! U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer!

Lied 63. NHB 53 Wees gegroet, gij eersteling der dagen

1 Wees gegroet, gij eersteling der dagen, morgen der verrijzenis, bij wiens licht de macht der hel verslagen en de dood vernietigd is! Here Jezus, trooster aller smarten, zon der wereld, schijn in onze harten, deel ons zelf de voorsmaak meê van der zaal'gen sabbatsvreê!

2 Op uw woord, o Leven van ons leven, werpen wij het doodskleed af! Door de kracht uws Geestes uitgedreven, treden w' uit ons zondengraf. Leer ons daag'lijks, leer ons duizendwerven, in uw kruisdood meegekruisigd sterven, en herboren - opgestaan, achter U ten hemel gaan!

3 In uw hoede zijn wij wèl geborgen, en schoon eerlang 't oog ons breek', open gaat het op de grote morgen na deez' aardse lijdensweek. Welk een dag der ruste zal dat wezen, als w' onsterf'lijk, uit de dood verrezen, knielen voor uw dankaltaar! Amen, Jezus, maak het waar!

Page 24: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

24

24

Lied 64. NHB 165 Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doôn

1 Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doôn, en Christus zal over u lichten! Zo wekt u, zo trekt u als broeder Gods Zoon, eer Hij u als rechter komt richten. Ontwaak en sta op, het gevaar is zo groot! Wie kiest, o verdwaasde, voor 't leven de dood?

2 Ontwaak, gij die slaapt in de zonde, met spoed, de nacht is zo lang reeds verdwenen! Het licht der genade, met blijdschap begroet, heeft d' aarde reeds eeuwen beschenen. En groots is uw roeping en heilig uw taak, en d' uren zijn weinig: ontwaak dan, ontwaak!

3 Sta op uit de doden, o zondaar, en leef, dat Christus ook over u lichte! Sta op uit de doden, o zondaar, of beef voor God en het jongste gerichte! Nog wekt u de Heiland en nog is er raad, sta op uit de doden,'t is spoedig te laat!

4 Welzalig de vrome, die wandelt in 't licht, door Christus de doodslaap ontrezen. Hoe vaak hier de dag voor de duisternis zwicht, 't zal nimmermeer nacht voor hem wezen, "Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doôn!" Zo spreekt van de hemel uw Heiland, Gods Zoon.

Lied 65. NHB 62 Jezus leeft, en wij met Hem

1 Jezus leeft, en wij met Hem: dood, waar is uw schrik gebleven? Jezus leeft, en zijne stem roept ook ons eens weer tot leven, zal ons eens met eer bekleên: dit is onze troost alleen!

2 Jezus leeft: Hem is de macht over 't gans heelal gegeven, en wij zullen door zijn kracht Hem gelijken, eeuwig leven. Zou Gods trouw ooit wank'len? Neen, dit is onze troost alleen!

4 Jezus leeft, nu is de dood ons een ingang tot het leven. Welk een rust in stervensnood zal dit woord ons harte geven. Gij, o Heiland, Gij alleen, Gij zijt onze troost alleen!

Page 25: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

25

25

Lied 66. NHB 73 Wij knielen voor uw zetel neer

1 Wij knielen voor uw zetel neer, wij, Heer, en al uw leden, en eren U als onze Heer met lied'ren en gebeden. Dat alle macht, hoe hoog, hoe groot, voor U, o Godsgetuige, o eerstgeboren' uit de dood, zich diep eerbiedig buige!

3 U, die als Heer der heerlijkheid verreest tot heil der volken, verwachten wij in majesteit eens weder op de wolken. Hij komt, elks oge zal hem zien, ook die Hem heeft doorsteken! Elk zal Hem juichend hulde biên, of om ontferming smeken.

4 Hoe ras of traag de tijd verdwijnt, die dag zal zeker komen. Het licht, dat aan de kim verschijnt, wordt reeds van ver vernomen. Ja, halleluja, ja Hij komt! Juicht, mensen, eng'len, samen, juicht met een vreugd, die 't al verstomt, juicht allen! Amen, amen!

Page 26: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

26

26

Hemelvaart

Lied 67. NHB 6 Bereidt, bereidt uw harten

1 Bereidt, bereidt uw harten, gij zondig mensenkroost! Hij komt, die al uw smarten verlossing heeft en troost. Gods eeuw'ge Vadermin heeft Hem ten licht en leven gezonden en gegeven: Hij keer' bij allen in!

2 Uw Heiland zal verschijnen, Hij spreekt u vriend'lijk aan. Wie noemen zich de zijnen, bereidt gij Hem de baan! Gij heuvelen, zinkt neer, gij dalen, rijst! Uw Koning zoekt in uw hart een woning: ontsluit het voor de Heer!

Lied 68. NHB 75 't Oog omhoog, het hart naar boven

1 't Oog omhoog, het hart naar boven, hier beneden is het niet! 't Ware leven, lieven, loven is maar, waar men Jezus ziet. Wat men hoort of ziet op aard' is ons kost'lijk hart niet waard; wil men leven, lieven, loven: 't oog omhoog, het hart naar boven!

2 Jezus, bron dier hemelvreugde, die ons hart eens smaken zal, wat ons ooit op aard' verheugde, Gij verheugt ons boven al; daar Gij ons reeds hier bereidt voor des hemels heerlijkheid, waar w' U eeuwig lieven, loven: Jezus, trek ons hart naar boven!

3 Och, dat aller mensen tongen, aller eng'len zang, o Heer, samenstemden, samen zongen eeuwig tot uw lof en eer! Zonder einde geeft uw lof, Jezus, ons de rijkste stof! Trek tot U ons hart naar boven, dat w' U eeuwig lieven, loven.

Lied 69. NHB 81 Bron der hoogste zaligheden

1 Bron der hoogste zaligheden, allerreinste hemelgloed, trouwe Leidsman hier beneden, beid' in vreugd en tegenspoed, Geest des Heren, steun der Kerk, zegel van 't verlossingswerk, aller vromen hoogst verlangen, heilig, heilig onze zangen!

2 Uit den hogen wordt G' als regen overvloedig uitgestort. En een rijke hemelzegen kiemt, waar Gij gezonden wordt. Heil'ge Geest, keer tot mij in en verander mijne zin, heilig al mijn geesteskrachten, die op uw vernieuwing wachten.

3 Gij, Gij zijt de beste gave, die een hart verlangen kan. Aardse rijkdom, schat of have hebben daar geen schaduw van. Kruisig Gij mijn oude zin, neem geheel mijn wezen in, en vernieuw mij telken dage, dat ik Jezus' beelt'nis drage!

Page 27: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

27

27

Pinksteren

Lied 70. NHB 83 Komt allen, deze dag

1 Komt allen, deze dag moet waardig zijn bezongen. Roemt 's Heren grote daân met nieuw bezielde tongen! Eens heeft Gods Heil'ge Geest veel helden toebereid: o, werden thans ook wij door 't Pinkstervuur gewijd!

3 Gij, Christus, zijt het Hoofd en wij zijn uwe leden, herboren uit gena, en dankbaar toegetreden. O, werk door uwe macht en gaven velerlei, dat elk op zijne plaats een levend lidmaat zij.

5 Wie Godes Geest bezielt, wie Godes Woord doet zingen, wie draagt van zijn genâ de rijke eerstelingen, die prijze hier met ons, in dank en diep ontzag, de Vader, die zijn trouw vernieuwt van dag tot dag.

Lied 71. NHB 87 Ruis, o Godsstroom der genade

1 Ruis, o Godsstroom der genade in gemeent' en huis en hart! Laat in U gezond zich baden, wat gebogen gaat door smart! Stroom, o Heil'ge Geest, terneder op het uitgedroogde land; en de bloemen bloeien weder, haast verwelkt door zonnebrand.

2 Laat het uit Gods hemel stromen in de kerken overal! Van uw nederdaling dromen moede harten zonder tal. Nieuwe liefde, nieuwe zangen, kracht, die zielen opwaarts tilt, brengt uw ruisen, die 't verlangen als een heilig lied doortrilt.

3 Komt, gij dorstigen, hier drinken uit die milde heilfontein! Laat uw ziel in 't stof niet zinken, maar in haar gereinigd zijn. Laat U door haar golven dragen tot waar liefde nooit verkoelt, waar de kust der aardse dagen door Gods vreugde wordt omspoeld.

Lied 72. NHB 143 Op bergen en in dalen

1 Op bergen en in dalen en overal is God! Waar wij ook immer dwalen of toeven, daar is God! Waar mijn gedachten zweven, of stijgen daar is God! Omlaag en hoog verheven, ja, overal is God!

2 Zijn trouwe Vaderogen zien alles van nabij! Wie steunt op zijn vermogen, die dekt en zegent Hij! Hij hoort de jonge raven, bekleedt met gras het dal, heeft voor elk schepsel gaven, ja, zorgt voor 't gans heelal!

Page 28: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

28

28

Lied 73. JdH 57:1-3 Er komen stromen van zegen

1 Er komen stromen van zegen. Dat heeft Gods woord ons beloofd; stromen, verkwikkend als regen, vloeien tot elk die gelooft. Refrein: Stromen van zegen, komen als plasregens neer. Nu vallen drupp'len reeds neder, zend ons die stromen, O Heer.

2 Er komen stromen van zegen, heerlijk verkwikkend zal 't zijn: op de valleien en bergen zal er nieuw leven dan zijn. Refrein

3 Er komen stromen van zegen, Zend ons die Heilstroom nu neer! Geef ons die grote verkwikking; geef z' ons voortdurend, O Heer! Refrein

Lied 74. NHB 112 Eén naam is onze hope

1 Eén naam is onze hope, één grond heeft Christus' Kerk, zij rust in éne dope, en is zijn scheppingswerk. Om haar als bruid te werven, kwam Hij ten hemel af. Hij was 't, die door zijn sterven aan haar het leven gaf.

2 Vergaard uit alle streken in heel de wereld één, werd dit haar zalig teken, dat allen is gemeen. Eén bede vouwt de handen, één zegen breekt het brood, één vuurbaak staat te branden in 't duister van de dood.

4 In haar drie-een'ge Here, nog in haar aardse strijd, blijft zij met hen verkeren, wien ruste werd bereid. Geef dat in uw genade, o God, ook eenmaal wij langs uwe lichte paden gaan tot der zaal'gen rei!

Lied 75. JdH 132: 1-6 Heer! Ik hoor van rijke zegen

1 Heer! Ik hoor van rijke zegen, die Gij uitstort keer op keer; laat ook van die milde regen dropp'len vallen op mij neer; ook op mij, ook op mij, dropp'len vallen ook op mij.

2 Ga mij niet voorbij, o Vader, zie, hoe mij mijn zonde smart; trek mij met Uw koorden nader, stort Uw liefd' ook in mijn hart. Ook in mij, ook in mij, stort Uw liefde ook in mij.

6 Ga mij niet voorbij, o Herder! Maak mij gans van zonden vrij; vloeit de stroom van zegen verder, zegen and'ren, maar ook mij. Ja, ook mij, ja ook mij, zegen and'ren, maar ook mij.

Page 29: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

29

29

Lied 76. JdH 1: 1-3 Daar ruist langs de wolken een lief'lijke Naam

1 Daar ruist langs de wolken een lief'lijke Naam, die hemel en aarde verenigt tezaam. Geen naam is er zoeter en beter voor 't hart, Hij balsemt de wonden en heelt alle smart. Kent gij, kent gij, die Naam nog niet? Die Naam draagt mijn Heiland, mijn lust en mijn lied!

2 Die Naam is naar waarheid mijn Jezus ook waard, want Hij kwam om zalig te maken op aard; zo lief had Hij zondaars, dat Hij voor hen stierf, genade bij God door Zijn zoenbloed verwierf. Kent gij, kent gij die Jezus niet, die, om ons te redden, de hemel verliet?

3 Eens buigt zich ook alles voor Jezus in t stof, en d' Engelen zingen voortdurend Zijn lof. O mochten w' om Jezus verheerlijkt eens staan dan hieven wij juichend de jubeltoon aan: Jezus, Jezus, Uw naam zij d' eer, want Gij zijt der mensen en Engelen Heer!

Lied 77. NHB 113 Heugelijke tijding

1 Heugelijke tijding, bron van hartverblijding, Evangeliewoord! Woord van God gegeven, woord van eeuwig leven, zalig die u hoort! Zalig hij, wiens harte gij met een onverwrikt vertrouwen leert op God te bouwen!

2 Door zijn vredeboden doet God zondaars noden tot het hoogste goed. God heeft ons vergeven, God schenkt ons het leven door des Heilands bloed. Ja, de Heer wil nog veel meer, boven bidden, boven denken alles aan ons schenken!

5 Woord, waarop wij bouwen, waar wij op vertrouwen, Evangeliewoord! Bergen mogen wijken, gij zult nimmer wijken, want gij zijt Gods woord! Dat ons, Heer, de troost dier leer gene twijfeling ontrove: sterk ons in 't gelove!

Page 30: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

30

30

Overig

Lied 78. JdH 140:1-4 Ik zie een poort wijd open staan

1 Ik zie een poort wijd open staan, waardoor het licht komt stromen van 't kruis, waar 'k vrijlijk heen mag gaan om vrede te bekomen. Refrein: Genade Gods, zo rijk en vrij! Die poort staat open ook voor mij! Voor mij! Voor mij! Staat open, ook voor mij.

2 Die open poort laat d' ingang vrij, aan wie komt binnen vlieden; aan rijk en arm, aan u en mij komt Jezus vrede bieden. Refrein

3 Die open poort leidt tot Gods troon: gaat door, laat niets u hind'ren; neemt op uw kruis, aanvaardt de kroon, die God biedt aan Zijn kind'ren Refrein

4 In 't hemelrijk, voor Jezus' troon daar leidt het kruis tot zegen; daar dragen wij voor kruis een kroon door Jezus' bloed verkregen. Refrein

Lied 79. JdH 213:1-3 't Scheepke onder Jezus' hoede

1 't Scheepke onder Jezus' hoede, met de kruisvlag hoog in top, neemt als arke der verlossing allen, die in nood zijn, op. Refrein: Al staat de zee ook hol en hoog En zweept de storm ons voort, wij hebben 's Vaders Zoon aan boord en 't veilig strand voor oog.

2 Zonne, bied dat scheepj' uw glanzen, koeltjes, stuwt het zacht vooruit; golven, steunt gebed en psalmgzang niet uw zilv'ren maatgeluid. Refrein

3 Arme zondaar, zie de kruisvlag wapp'rend langs de oceaan. Weet, de Heer is in het scheepje. Kom, neem uw verlossing aan! Refrein: "Dies rijst een lied tot God omhoog, ruist vol een dankakkoord. Wij hebben 's Vaders zoon aan boord en 't veilig strand voor oog".

Lied 80. JdH 885:1,2,3,4 Dank U voor deze nieuwe morgen

1 Dank U voor deze nieuwe morgen, Dank U voor deze nieuwe dag Dank U dat ik met al mijn zorgen Bij U komen mag

2 Dank U voor alle goede vrienden, Dank U, o God, voor al wat leeft Dank U voor wat ik niet verdiende Dat Gij mij vergeeft.

3 Dank U voor alle bloemengeuren Dank U voor ieder klein geluk Dank U voor alle held’re kleuren Dank U voor muziek.

4 Dank U, Uw liefde kent geen grenzen; Dank U, dat ik nu weet daarvan Dank U, o God, ik wil U danken Dat ik danken kan.

Page 31: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

31

31

Lied 81. JdH 925 JdH Neem, Heer, mijn beide handen

1 Neem, Heer, mijn beide handen en leid Uw kind, tot ik aan d’ eeuw’ge stranden de ruste vind! Te zwaar valt m’ elke schrede, als ‘k U verlaat. O, neem mij met U mede, daar waar Gij gaat!

2 O, doe genaad’ ervaren aan ‘t bevend hart, en breng het tot bedaren bij vreugd en smart! Laat m’ aan Uw voeten rusten, mij, hulp’loos kind, vertrouwen en berusten, voor d’ uitkomst blind!

3 En blijft m’ ook soms verborgen Uw grote macht, Gij voert mij tot den morgen, ook door den nacht. Neem dan mijn beide handen en leid Uw kind, tot ik aan d’ eeuw’ge stranden de ruste vind!

Lied 82. JdH 150:1-3 Welk een vriend is onze Jezus

1 Welk een vriend is onze Jezus, die in onze plaats wil staan! Welk een voorrecht, dat ik door Hem, altijd vrij tot God mag gaan. Dikwijls derven wij veel vrede, dikwijls drukt ons zonde neer juist omdat wij 't al niet brengen in 't gebed tot onze Heer.

2 Leidt de weg soms door verzoeking, dat ons hart in 't strijduur beeft, gaan wij dan met al ons strijden tot Hem die verlossing geeft. Kan een vriend ooit trouwer wezen dan Hij, die ons lijden draagt? Jezus biedt ons aan genezing; Hij alleen is 't , die ons schraagt.

3 Zijn wij zwak, belast, beladen en ter neêr gedrukt door zorg. Dierb're Heiland, onze Toevlucht, Gij zijt onze Hulp en Borg! Als soms vrienden ons verlaten, gaan wij biddend tot de Heer; in zijn armen zijn wij veilig, Hij verlaat ons nimmermeer.

Lied 83. JdH 94:1-4 Heer. ik kom tot U

1 Heer. ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu en reinig mijn hart.

2 Met Uw liefde, Heer, kom mij tegemoet, nu ik mij tot U keer, en maak alles goed.

3 Zie mij voor U staan, zondig en onrein. O, Jezus raak mij aan, van U wil ik zijn.

4 Jezus op Uw woord, vestig ik mijn hoop. U leeft en U verhoort mijn bede tot U.

Page 32: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

32

32

Lied 84. JdH 523:1-3 Veilig in Jezus armen

1 Veilig in Jezus’ armen, Veilig aan Jezus’ hart! Daar in zijn teer erbarmen, Daar rust mijn ziel van smart. Hoor, ’t is het lied er eng’len Zingend van liefd’ en vree, Ruisend uit ’s hemels zalen Over de glazen zee. Veilig in Jezus’ armen, Veilig aan Jezus’ hart! Daar in zijn teer erbarmen, Daar rust mijn ziel van smart.

2 Veilig in Jezus’ armen, Vrij bij mijn Heer en borg; Vrij van ’t gewoel der wereld, Vrij van verdriet en zorg; Vrij van de vrees en twijfel, Vrij van der zonden macht; Nog slechts een weinig lijden, Nog slechts een korte nacht. Veilig in Jezus’ armen, Vrij bij mijn Heer en borg; Vrij van ’t gewoel der wereld, Vrij van verdriet en zorg.

3 Jezus, mijn dierb’re toevlucht, Jezus, Gij stierf voor mij! Dat op die rots der eeuwen, Eeuwig mijn hope zij! Heer, laat mij lijdzaam wachten Totdat het duister vliedt, En ‘t oog aan gindse kusten Uw heillicht gloren ziet. Jezus, mijn dierb’re toevlucht, Jezus, Gij stierf voor mij! Dat op die rots der eeuwen, Eeuwig mijn hope zij!

Lied 85. JdH 17: 1-4 Als ik maar weet

1 Als ik maar weet, dat hier mijn weg, door U, Heer, wordt bereid, en dat die weg hoe moeilijk ook, mij nader tot U leidt. Refrein: Nader tot U, nader tot U, nader mijn Heiland tot U; als ik maar weet, dat alles hier, mij nader brengt tot U.

2 Als ik maar weet, dat ook voor mij, de Heer aan 't kruishout stierf; en dat de Heiland ook voor mij, een levenskroon verwierf.

3 Als ik maar weet, Uw liefd' o Heer, vertroost mij dag aan dag; dan juich ik voort, wat ook mijn lot op aarde wezen mag.

4 Als ik maar weet, ook als op aard' mij droefheid wacht of kruis, dat ieder kruis mij nader brengt bij 't eeuwig Vaderhuis. Refrein:

Page 33: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

33

33

Lied 86. JdH 5:1-3 Al de weg leidt mij mijn Heiland

1 Al de weg leidt mij mijn Heiland, wat verlangt mijn ziel dan meer? Zou ik immer aan Hem twijf'len, Die mij voortleidt keer op keer? Zoete troost en zaal'ge vrede, heb ik steeds op Zijn bevel. 'k Weet wat hier mij overkome, Hij maakt alle dingen wel. (bis)

2 Al de weg leidt mij mijn Heiland, Troost geeft Hij tot in de dood. Als ik zwak ben in beproeving, Sterkt Hij mij met 't hemels brood. Als mijn schreden soms gaan wank'len en mijn ziel van dorst versmacht, geeft Hij mij het levend water, en vernieuwt mijn levenskracht. (bis)

3 Al de weg leidt mij mijn Heiland, door al 't aardse stormgebruis, en volkomen vreugde wacht mij, In het zalig Vaderhuis. Als 'k mijn kroon, die Hij zal geven, aan Zijn voeten nederleg, zal mijn lied voor eeuwig wezen: "Jezus leidde m' al de weg." (bis)

Lied 87. JdH 13:1,3,4 Ik wandel in het licht met Jezus

1 Ik wandel in het licht met Jezus, het donk're dal ligt achter mij. En 'k weet mij in Zijn trouw geborgen, welk een liefdevolle Vriend is Hij. Refrein: Ik wandel in het licht met Jezus, en 'k luister naar Zijn dierb're stem, en niets kan m' ooit van Jezus scheiden, sinds ik wandel in het licht met Hem.

2 Ik wandel in het licht met Jezus, mijn ziel is Hem gans toegewijd. Met Hem verrezen tot nieuw leven, volg 'k mijn Heiland tot in eeuwigheid. Refrein:

3 Ik wandel in het licht met Jezus, o mocht ik zelf een lichtje zijn, dat straalt temidden van de wereld, die gebukt gaat onder zorg en pijn. Refrein:

Lied 88. JdH 440:1,2 Komt, laat ons voortgaan, kind’ren

Komt, laat ons voortgaan, kind’ren Want d' avond is nabij; Het stilstaan kan licht hind’ren In deze woestenij. Komt, sterkt opnieuw de moed! De wandelstaf geheven, Om hemelwaarts te streven; Zo wordt het einde goed.

Zij zal ons niet berouwen, De keus van ’t smalle pad; Wij kennen de Getrouwe, Die ons heeft liefgehad. Vest al uw hoop op Hem! Dat ieder ’t aangezichte Ginds naar de Godsstad richte; Daar ligt Jeruzalem!

Page 34: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

34

34

Lied 89. JdH 232:1-4 Waarheen, pelgrims, waarheen gaat gij?

1 "Waarheen, pelgrims, waarheen gaat gij, 't oog omhoog en hand in hand?" Wij gaan op des Konings roepstem naar ons huis en Vaderland. Over bergen en door dalen gaan wij naar die blijde zalen, gaan wij naar die blijde zalen van Gods huis in 't Vaderland. Gaan wij naar die blijde zalen van Gods huis in 't Vaderland.

2 "Storm en duisternis bedreigt u; zijt daartegen gij bestand?" Waarom zou ons harte vrezen, wand'lend aan des Heren hand? Jezus Zelf zal voor ons strijden en door Storm en nacht ons leiden, en door Storm en nacht ons leiden, naar Gods huis in 't Vaderland. en door Storm en nacht ons leiden, naar Gods huis in 't Vaderland.

3 "Zegt ons pelgrims, wat verwacht gij als uw deel aan 't beet're strand?" Koningskroon en priesterkleding wacht ons uit des Heilands hand. God de Heil'ge Ongeziene zullen wij met d' eng'len dienen, zullen wij met d' eng'len dienen, in der eng'len huis en land. zullen wij met d' eng'len dienen, in der eng'len huis en land.

4 "Pelgrims, zegt ons, mogen wij ook met u trekken naar dat land?" Komt, weest welkom, volgt ons allen, 't oog omhoog en hand aan hand. Bij der eng'len vreugdezangen zal ons Jezus Zelf ontvangen, zal ons Jezus Zelf ontvangen, in Gods huis in 't Vaderland. zal ons Jezus Zelf ontvangen, in Gods huis in 't Vaderland.

Lied 90. JdH 261:1-3 Jezus is wachtend

1 Jezus is wachtend, o zondaar op u, roept u zo vriendelijk: "Kom tot Mij nu", biedt u verlossing en troost in uw smart. Kom nu, verdwaald' en geef Hem nu uw hart. Refrein: Vlied tot Hem nu, Hij wacht reeds op u; ga zo niet verder, maar kom tot Hem nu. Jezus is wachtend, wachtend op u; stel het niet langer uit, kom, doe het nu.

2 Zondaar, uw weg lijkt wel vrolijk en breed, somber het pad, dat de Christen betreedt; maar gij vergist u, want zonnig is 't pad, dat voert ten leven naar d' eeuwige stad. Refrein

3 Kom dan tot Jezus, Zijn liefde geldt u; kom tot de Heiland, want Hij roept u nu; haast u tot Hem, Hij verlost en maakt vrij. Wellicht, mijn vriend, is uw einde nabij. Refrein

Lied 91. JdH 928:1,2 Ga nu heen in vrede

1 Ga nu heen in vrede, ga en maak het waar, wat wij hier beleden samen met elkaar, aan uw dagelijks leven, uw gezin, uw werk Wilt u daaraan geven, dan bent u Gods kerk. Ga nu heen in vrede, ga en maak het waar.

2 Ga nu heen in vrede, ga en maak het waar, wat wij hier beleden samen met elkaar. Neem van hieruit vrede vrede mee naar huis, dan is vanaf heden Christus bij u thuis. Ga nu heen in vrede, ga en maak het waar.

Page 35: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

35

35

Lied 92. JdH 73:1-4 Zie ons wachten aan de stromen

1 Zie ons wachten aan de stromen, aan de oever der rivier: straks zal onze Bootsman komen, en wij varen af van hier. Refrein Hoe de storm ook moge woeden, op de reis naar d' eeuwigheid. Jezus is de trouwe Bootsman, die ons altijd veilig leidt.

2 Door de kille, kille stromen, gaan wij naar het Godspaleis; 't eng'lenlied klinkt uit de verte, en verkwikt ons op de reis. Refrein

3 Reeds zien wij de gouden straten, van de hemelstad, zo schoon; horen wij d' ontelb're schare juub'lend juichen voor Gods troon. Refrein

4 Velen, die wij hier beminden, zijn ons reeds vooruit gegaan; straks, vereend met hen voor eeuwig, zullen w' ook voor Jezus staan. Refrein

Lied 93. Gezang 111 De dorre vlakte der woestijnen

1 De dorre vlakte der woestijnen zal zich verblijden eindeloos; de zandzee zal herschapen schijnen, want bloeien zal zij als een roos. Van heil'ge vreugde zal zij beven, doortinteld van een heerlijk leven, dat nimmermeer verwelken zal. Zij zal de wonderen des Heren aanschouwen en zijn grootheid eren met jubelend triomfgeschal.

2 Versterkt dan nu de slappe handen, en zet hem vast, de wank'le voet! Zegt tot wie zucht in pijn en banden: "Wees sterk, vrees niet, heb goede moed!" De Redder nadert ten gerichte; van zijn aanbidd'lijk aangezichte straalt waarheid en barmhartigheid. Hij zal uw lijden u vergelden, de boeien breken, die u knelden, Hij, die u uit het diensthuis leidt.

4 Waar eens vergeefs verdwaalden zochten is nu een welbereide baan, waarop des Heren vrijgekochten bij duizenden naar Sion gaan. Zij voelen zich van Gods geslachte, verstomd is nu de laatste klachte, en alle kommer weggevloôn! Zij jubelen in blijde reien, zij kronen 't hoofd met groene meien, een eeuw'ge blijdschap is hun kroon.

Page 36: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

36

36

Lied 94. JdH 180:1,2,4 Jezus, Die mijn ziel bemint

1 Jezus, Die mijn ziel bemint 's levens stormen loeien, Heer. O, beveilig mij, Uw kind, leg mij aan Uw boezem neer. Als de golven woedend slaan tegen rotsen op en neer, laat mij aan Uw zij dan staan, tot de storm voorbij is, Heer.

2 And're toevlucht ken ik geen; hulp'loos kom ik tot U vliˆn; laat, o laat mij niet alleen, wil mij steeds Uw hulpe bien! Als de zondelast mij drukt, zend mij Uw verlossing neer; ben ik zwak en neergebukt, schenk mij dan Uw kracht, o Heer!

4 Volheid van genade, Heer, woont steeds in Uw priesterhart. Stort de stroom des levens neer in mijn ziel, neem weg mijn smart. Gij zijt 's levens Heilfontein, Gij geeft zondaars zaligheid; was mij, Heer! En houd mij rein, nu en tot in eeuwigheid.

Lied 95. JdH 716a:1-3 Leid, vriend’lijk licht

1 Leid, vriend'lijk Licht, mij als een trouwe wacht; leid Gij mij voort! 'k Ben ver van huis en donker is de nacht, leid Gij mij voort! Schoon ook de toekomst mij verborgen zij, licht stap voor stap mij met uw schijnsel bij.

2 Niet immer sprak mijn ziel zo stil tot U: "Leid Gij mij voort!" Ik liep mijn weg bij eigen licht, maar nu: leid Gij mij voort! Mijn zonlicht zonk, maar ach, mijn hoogmoed liet mijn hart geen rust en 'k vond uw vrede niet.

3 Schenk mij uw zegen, toon m' uw wondermacht, en leid mij voort langs 't smalle pad, tot in de donk're nacht de morgen gloort. Dan lacht mij toe der eng'len trouwe wacht, die mij geleidd' en mij heeft thuis gebracht.

Page 37: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

37

37

Lied 96. JdH 197:1-4 Volle verzeek'ring, Jezus is mijn!

1 Volle verzeek'ring, Jezus is mijn! Wat schenkt dat rust aan 't volgzaam gemoed. In Hem zal 'k zalig, zalig steeds zijn, wedergeboren door Jezus' bloed. Refrein: Dit is mijn vreugde, altoos te zijn in mijnen Heiland; Jezus is mijn! Dit is mijn vreugde. altoos te zijn in mijnen Heiland; Jezus is mijn!

2 Voll' onderwerping, Zijn eigendom, in Hem te rusten, heerlijk genot! 't Eigen ik doden, Zijn wil alleen; rijk in mijn Heiland, leven voor God. Refrein

3 Volle verlossing, gans vrij te zijn, 'k mag alles leggen in Zijne hand; 't harte naar boven, 't oog hemelwaarts; zo Jezus volgen naar 't Vaderland. Refrein

4 Volle bewustheid; Hij leeft voor mij! Dit geeft mij blijvend, heerlijk genot! 'k mag altijd wand'len aan Jezus' zij, 'k mag nu steeds leven voor mijnen God. Refrein

Lied 97. JdH 166:1-3 Grijp toch de kansen, door God u gegeven!

1 Grijp toch de kansen, door God u gegeven! Kort is uw zijn hier, de tijd snelt daarheen. Wat toch blijft over, o zeg, van dit leven? D' arbeid der liefde, gedaan om u heen. Refrein: Niets is hier blijvend, niets is hier blijvend, alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan; maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus. dat houdt zijn waard' en zal blijven bestaan.

2 Geef dan uw tijd niet aan ijdele zorgen; help hen, die vielen, breng troost in hun smart! O, laat uw licht schijnen, blij als de morgen; wijs op de Heiland, die rust geeft voor 't hart! Refrein

3 Weet: al uw arbeid, uw lijden voor Jezus, 't wordt door Hemzelve geschat naar zijn waard'. En eens daarboven, daar vinden we weder vruchten van 't zaad, dat wij strooiden op aard. Refrein

Page 38: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

38

38

Lied 98. JdH 205:1-4 Rijst op, rijst op voor Jezus

1 Rijst op, rijst op voor Jezus, gij helden van het kruis! Verhoogt Zijn krijgsbanieren te midden van 't gedruis. Door strijd tot d'overwinning leidt Jezus keer op keer, tot ied're vijand valle voor Zijne voeten neer.

2 Rijst op, rijst op voor Jezus, nu 't krijgsgeschal gehoord! Begeeft u in het strijdperk! Ziet, Jezus leidt u voort. Gij strijders, zijt dan moedig, weerstaat de boze macht; hij kan niet overwinnen, want Jezus geeft u kracht.

3 Rijst op, rijst op voor Jezus, steun op Zijn kracht alleen: uw eigen arm is macht'loos, hoe groot uw kracht ook scheen. Doet aan Gods wapenrusting en waakt en bidt en strijdt; roept plicht u in gevaren, gehoorzaamt t' allen tijd.

Lied 99. JdH 586a:1,3,5 Blijf bij mij, Heer

1 Blijf bij mij, Heer, want d' avond is nabij. De dag verduistert, Here, blijf bij mij! Als and're hulp m' ontbreekt, geluk m' ontvliedt, der hulpelozen hulp, verlaat mij niet!

3 'k Heb U altijd van node, dag en nacht, slechts uw genâ verwint des bozen macht. Wie kan als Gij mijn gids en sterkte zijn? Blijf bij mij, Heer, in nacht en zonneschijn!

5 Houd hoog uw kruis voor mijn verdonk'rend oog, Licht in de schemer, leid mij naar omhoog! De morgen daagt, de schaduw gaat voorbij: in dood en leven, Heer, blijf mij nabij!

Lied 100. NHB 93 Ere zij aan God, de Vader

1 Ere zij aan God, de Vader, ere zij aan God, de Zoon, eer de Heil'gen Geest, de Trooster, de Drieëen'ge in zijn troon. Halleluja, halleluja de Drieëen'ge in zijn troon!

2 Ere zij aan Hem, wiens liefde ons bevrijdt van elke smet, ere zij aan Hem, die zondaars in de rij van koon'gen zet. Halleluja, halleluja 't Lam, dat vrijkocht en dat redt!

4 Halleluja, lof, aanbidding brengen eng'len U ter eer, heerlijkheid en kracht en machten legt uw schepping voor U neer. Halleluja, halleluja, lof zij U, der heren Heer!

Page 39: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

39

39

Lied 101. JdH 256: 1-4 Tel uw zegeningen

1 Als op 's zee de stormwind om u loeit, als ge tevergeefs uw arme hart vermoeit, tel uw zegeningen, tel ze één voor één, en ge zegt verwonderd: Hij liet nooit alleen. Refrein: Tel uw zegeningen, tel ze één voor één, Tel ze allen en vergeet er geen. Tel ze, tel ze alle noem ze één voor één, en ge ziet Gods liefde dan door alles heen.

2 Drukken 's levens zorgen u soms zwaar ter neer, schijnt het kruis te zwaar u, zeg het aan de Heer. Tel uw zegeningen, wil op Jezus zien, dan zal 't harte zingen en de zorgen vliên. Refrein

3 Als ge ziet op and'ren met veel geld en goed, weet, uw Hemelvader geeft u overvloed. Tel uw zegeningen, voor geen geld te koop, schatten in de hemel zijn uw blijde hoop. Refrein

4 Zo in alle moeiten, zorgen zonder tal, wees toch nooit ontmoedigd, God is overal. Tel uw zegeningen, eng'len luist'ren toe, troost en hulp schenkt Hij u, volg dan blij te moe. Refrein

Lied 102. NHB 96 Een vaste burg is onze God

1 Een vaste burg is onze God, een toevlucht voor de zijnen! Al drukt het leed, al dreigt het lot, Hij doet zijn hulp verschijnen! De vijand rukt vast aan met opgestoken vaan; hij draagt zijn rusting nog van gruwel en bedrog, maar zal als kaf verdwijnen!

2 Geen aardse macht begeren wij, die gaat welras verloren. Ons staat de sterke Held ter zij, die God ons heeft verkoren. Vraagt gij zijn naam? Zo weet, dat Hij de Christus heet, Gods eengeboren Zoon, verwinnaar op de troon: de zeeg' is ons beschoren!

Lied 103. NHB 120 O God en Heer, in 't glorielicht

1 O God en Heer, in 't glorielicht van 't boventijdse leven, in vreugd' en liefd' en in ontzag wil ik aan U mij geven; dat ik, gehoorzaam aan uw wil, de weg ga tot de ander, dat onze trouw aan U zich toon' in liefde voor elkander.

2 Der liefde dienst! O leer ons dit: dat elk uw stem mag horen, en 't heil verkond' en smarten heel', en zoek' wat was verloren. Geef ons de woorden in ons hart, die wijs zijn en die winnen, en dat bij elke helpersdaad de vreugde nieuw beginne.

3 Wij danken U, God, voor uw Zoon, om ons gesmaad, gebroken; o Liefde, op het harde kruis is 't diepste woord gesproken. Nog klinkt daarvan een echo voort, waar liefde wordt gegeven, en w' in de liefde voor elkaar uit uwe liefde leven.

Page 40: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

40

40

Lied 104. NHB 131 Wegen Gods, hoe duister zijt gij

1 Wegen Gods, hoe duister zijt gij, maar w' omvleug'len ons het hoofd voor 't verblindend licht der toekomst, die 't verdrukte hart gelooft! Blijve 't middel ons verholen, God maakt ons zijn doel gewis door d' onfeilb're profetieën van zijn vast getuigenis.

2 Aan de eindpaal van de tijden ziet ons oog de geest van 't kwaad. moe geworsteld en ontwapend, tot geen afval meer in staat. Als de Here God in allen, en in allen alles is, zal het licht zijn, eeuwig licht zijn, licht uit licht en duisternis.

Lied 105. NHB 130 God is getrouw, zijn plannen falen niet

1 God is getrouw, zijn plannen falen niet, Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen. Die 't heden kent, de toekomst overziet, laat van zijn woorden geen ter aarde vallen; en 't werk der eeuwen, dat zijn Geest omspant, volvoert zijn hand.

2 De Heer regeert! Zijn Koninkrijk staat vast, zijn heerschappij omvat de loop der tijden; een sterke hand, die nooit heeft misgetast, blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden; en d' adem zijner lippen overmant de tegenstand.

3 De Heil'ge Geest, die haar de toekomst spelt, doet aan Gods Kerk zijn heilgeheimen weten; Hij, die haar leidt en in de waarheid stelt heeft zijn bestek met wijsheid uitgemeten; Hij trekt met heel zijn Kerk van land tot land als Gods gezant.

Lied 106. NHB 135 Dankt, dankt nu allen God

1 Dankt, dankt nu allen God met blijde feestgezangen! Van Hem is 't heug'lijk lot, het heil, dat wij ontvangen. Hij ziet in Christus ons altijd genadig aan, en heeft ons dag aan dag met goedheid overlaân.

2 Hij, d' eeuwig rijke God, wil ons reeds in dit leven zijn vreed' en heilgenot, als aan zijn kind'ren geven. Hij zal ons door zijn Geest vermeerd'ren licht en kracht, en ons uit alle nood verlossen door zijn macht.

3 Lof, eer en prijs zij God door aller scheps'len tongen, op zijne hemeltroon aanbiddend toegezongen: de Vader en de Zoon, die met de Heil'ge Geest, Drieënig God, steeds blijft, en immer is geweest!

Page 41: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

41

41

Lied 107. NHB 132 Wij loven U, o God, wij prijzen uwe naam

1 Wij loven U, o God, wij prijzen uwe naam; U, eeuwig' Vader, U verheft al 't schepsel saam! Zingt serafs, eng'len zingt, heft aan, gij machten, tronen; onafgebroken rijz' uw lied op hoge tonen! Gij, driemaal heilig zijt G', o God der legerscharen; dat aard' en hemel steeds uw grootheid openbaren!

3 U, Vader, U zij lof, op een verhoogde toon! Lof uwe eigene, uw eengeboornen Zoon! Lof uwe Geest, die ons ten Trooster is gegeven, ten Leidsman op de weg naar 't eeuwig zalig leven! U looft uw Kerk alom, waar Gij die ook vergaarde; U loov', wat loven kan, in hemel en op aarde!

6 Wij zegenen, o Heer, uw goedheid al den dag! Geef, dat eeuw in eeuw uit, ons lied U loven mag, geef, dat we bij uw komst onstraff'lijk wezen mogen; ontferm, ontferm U, Heer, toon ons uw mededogen! Op U steunt onze hoop, o God van ons vertrouwen: zij worden nooit beschaamd, die op uw goedheid bouwen.

Lied 108. NHB 136 Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere!

1 Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere! Dat aard' en hemel de lof zijner glorie vermere! Meng in 't geklank, ziel, uw aanbiddende dank: zing' al wat ademt de Here!

2 Lof zij de Heer, die de werelden dacht, en zij waren, die al de dropp'len geteld heeft der golvende baren, die met zijn staf heerst van de wieg tot het graf: psalmzing' uw hart met de snaren!

5 Lof zij de Heer, die uw bevende vrees zal beschamen! Noem Hem uw Vader, de kroon van zijn heerlijke namen! Dwars door de dood neemt Hij u op in zijn schoot; loof Hem in eeuwigheid? Amen.

Lied 109. NHB 178 Wat zou ooit mijn hart vervaren?

7 Ruwe stormen mogen woeden, alles om mij heen zij nacht, God, mijn God zal mij behoeden, God houdt voor mijn heil de wacht. Moet ik lang zijn hulp verbeiden, zijne liefde blijft mij leiden: door een nacht, hoe zwart, hoe dicht, voert Hij mij in 't eeuwig licht.

8 Maar wat lot,'t zij dood of leven, smaad of eerbetoon, mij wacht, Jezus zal mij nooit begeven: ben ik zwak, bij Hem is kracht. Gunst van mensen, raad van vrinden, bitt're haat van kwaadgezinden, hoogte, diepte, vreugd of rouw, niets ontrooft mij aan Gods trouw.

Lied 110. NHB 147 Prijs, mijn ziel, de Hemelkoning

Page 42: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

42

42

1 Prijs, mijn ziel, de Hemelkoning, breng uw schatting aan zijn voet, die mij door zijn gunstbetoning heil, vergeving smaken doet! Halleluja, halleluja, prijs de Koning, 't eeuwig goed!

2 Prijs Hem, die in bange tijden onze vaad'ren uitkomst gaf! Prijs Hem, die ook ons wil leiden, snel tot hulp en traag tot straf! Halleluja, halleluja, d' eeuwen door tot steun en staf!

3 Vaderlijk wil Hij ons schragen, kennend onze zwakke kracht, in zijn arm beschermend dragen uit des vijands overmacht. Halleluja, halleluja, Hem, die ons verlossing bracht!

Lied 111. NHB 148 Van U zijn alle dingen

1 Van U zijn alle dingen, van U, o God, alleen, van U de zegeningen, o hoorder der gebeên! Uw liefd' en trouw omringen mijn wankelende schreên, en wat w' ooit goeds ontvingen, het is van U alleen!

3 Gij wacht niet tot wij vragen, voorkomt zelfs onze beê, Gij helpt niet enkel dragen, maar draagt ons zelven mee. Gij heelt zelfs in uw plagen, vertroost ons in het wee, en onder alle slagen schenkt Gij aan 't hart uw vreê.

6 U zal ik eeuwig eren, die eeuw'ge goedheid zijt! U blijv', o Heer der heren, geheel mijn hart gewijd! Wat kan ik niet ontberen, wanneer uw hand mij leidt, wat vuriger begeren dan uwe heerlijkheid!

Lied 112. NHB 149 Grote God, wij loven U

1 Grote God, wij loven U, Heer, o sterkste aller sterken! Heel de wereld buigt voor U en bewondert uwe werken. Die Gij waart ten allen tijd, blijft Gij ook in eeuwigheid!

2 Alles wat U prijzen kan, U, de Eeuw'ge, Ongeziene, looft uw liefd' en zingt ervan! Alle eng'len, die U dienen, roepen U nooit lovensmoe: "Heilig, heilig, heilig" toe!

3 Heer, ontferm U over ons, open uwe Vaderarmen, stort uw zegen over ons, neem ons op in uw erbarmen! Eeuwig blijft uw trouw bestaan... laat ons niet verloren gaan!

Page 43: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

43

43

Lied 113. NHB 153 God enkel licht

1 God enkel licht, voor wiens gezicht niets zuiver wordt bevonden, ziet ons bevlekt, met schuld bedekt, misvormd door duizend zonden.

3 Heer, waar dan heen? Tot U alleen! Gij zult ons niet verstoten. Uw eigen Zoon heeft tot uw troon de weg ons weer ontsloten.

4 Ja, amen, ja, op Golgotha stierf Hij voor onze zonden, en door zijn bloed wordt ons gemoed gereinigd van de zonden.

5 Wil, U ter eer, steeds meer en meer 't geloof in ons versterken, dan zullen wij, gereed en blij, uit liefde 't goede werken.

Lied 114. NHB 158 Ik nader voor uw heilig' ogen

1 Ik nader voor uw heilig' ogen oneindig' Oppermajesteit! Gij, die geen zonde kunt gedogen, eist dankb're liefd' en heiligheid. De schrik van Horeb is verdwenen, genâ' en waarheid zijn verschenen, Gods Zoon, vol waarheid en genâ, wou door gehoorzaamheid en lijden ons van de vloek der wet bevrijden: dat is volbracht op Golgotha.

2 Ja, 'k weet het, geheel te minnen, U boven al, mijn Heer en God, met kracht, gemoed, verstand en zinnen, is 't eerst' en tevens 't groot gebod! Maar 'k weet ook, dat mijn medemensen te doen, te willen en te wensen al wat mijn hart voor mij verlangt, daaraan gelijk staat, God der goden, en dat aan deze twee geboden de hoofdsom mijner plichten hangt!

3 O God, ik beef! Zo moest ik wezen, maar wat ben ik, wat zijn mijn daân? 'k Moest uw gerechte straffen vrezen, zo Gij mijn schuld woudt gadeslaan. Maar, eeuwig dank, voor al mijn zonden wordt bij mijn Jezus heil gevonden. Vernieuw mijn hart tot ware liefde, want in dit éne woord de liefde wordt uw gehele wet volbracht.

Lied 115. NHB 179 Rust mijn ziel, uw God is Koning

1 Rust mijn ziel, uw God is Koning, heel de wereld zijn gebied. Alles wisselt op zijn wenken, maar Hij zelf verandert niet.

2 Ieder woelt hier om verand'ring en betreurt ze dag aan dag, hunkert naar hetgeen hij zien zal, wenst terug 't geen hij eens zag.

3 Rust mijn ziel, uw God is Koning! Wees tevreden met uw lot! Zie, hoe alles hier verandert, en verlang alleen naar God!

Page 44: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

44

44

Lied 116. NHB 160 Waartoe toch al dat angstig schromen?

1 Waartoe toch al dat angstig schromen? Komt twijfelzucht ons ooit te stâ? Wie moet niet als een zondaar komen, hier enkel leven door genâ? O zalig hij, die uit zijn noden tot Jezus en zijn heil gevloden, van Hem alleen de hulp verbeidt! Op 't woord des Vaders te vertrouwen, en door 't geloof de Zoon 't aanschouwen, is hier de ware heiligheid.

2 Geen heiligheid wordt hier gevonden, die niet uit deze wortel groeit: alleen wat God ons doet verkonden werkt, dat gerechtigheid ontbloeit. Vergeefs is al ons moed'loos duchten, vergeefs blijft ons wanhopig zuchten, niets buiten Jezus heeft de smart; de vrees van een ontwaakt geweten moog' naar Gods wet ons leven meten, 't geloof alleen vertroost het hart.

3 O Gij, die onze schuld woudt boeten door uwe gadeloze pijn, o Heiland, leer mij aan uw voeten in eigen oog een zondaar zijn. Bij al mijn deugd, bij al mijn werken, vind ik geen troost, die mij kan sterken, geen hoop, dan die ik op U bouw. Op uw genade zal ik leven, op uw genâ de doodsnik geven, o Heer, aan wien ik mij vertrouw!

Lied 117. NHB 174 Vaste rots van mijn behoud

1 Vaste rots van mijn behoud, als de zonde mij benauwt, laat mij steunen op uw trouw, laat mij rusten in uw schaûw, waar het bloed door u gestort, mij de bron des levens wordt.

2 Jezus, niet mijn eigen kracht, niet het werk door mij volbracht, niet het offer dat ik breng, niet de tranen die ik pleng, schoon ik ganse nachten ween, kunnen redden, Gij alleen.

3 Zie, ik breng voor mijn behoud U geen wierook, mirr' of goud; moede kom ik, arm en naakt, tot de God, die zalig maakt, die de arme kleedt en voedt, die de zondaar leven doet.

4 Eenmaal als de stonde slaat, dat dit lichaam sterven gaat, als mijn ziel uit d' aardse woon opklimt tot des rechters troon,- Rots der eeuwen, in uw schoot berg mijn ziele voor de dood.

Lied 118. NHB 180 Beveel gerust uw wegen

Page 45: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

45

45

1 Beveel gerust uw wegen, al wat u 't harte deert, der trouwe hoed' en zegen van Hem, die 't al regeert. Die wolken, lucht en winden wijst spoor en loop en baan, zal ook wel wegen vinden, waarlangs uw voet kan gaan.

2 De Heer moet gij vertrouwen, begeert gij d' uitkomst goed, op Hem uw hope bouwen, zal 't slagen wat gij doet. Door geen bekommeringen, geen klagen en geen pijn laat God zich iets ontwringen: Hij wil gebeden.

7 Laat Hem besturen, waken, 't is wijsheid wat Hij doet! Zo zal Hij alles maken, dat g' u verwond'ren moet, als Hij, die alle macht heeft, met wonderbaar beleid geheel het werk volbracht heeft, waarom gij thans nog schreit.

Lied 119. NHB 184 De Heer is mijn herder!

1 De Heer is mijn Herder ! ‘k Heb al wat mij lust; Hij zal mij geleiden naar grazige weiden. Hij voert mij al zachtkens aan waatren der rust.

2 De Heer is mijn Herder ! Hij waakt voor mijn ziel, Hij brengt mij op wegen van goedheid en zegen, Hij schraagt me als ik wankel, Hij draagt me als ik viel.

3 De Heer is mijn Herder ! Al dreigt ook het graf, geen kwaad zal ik vrezen, Gij zult bij mij wezen; o Heer, mij vertroosten uw stok en uw staf !

4 De Heer is mijn Herder ! In ‘t hart der woestijn verkwikken en laven zijn hemelse gaven; Hij wil mij versterken met brood en met wijn.

5 De Heer is mijn Herder ! Hem blijf ik gewijd ! ‘k Zal immer verkeren in ‘t huis mijnes Heren: zo kroont met haar zegen zijn liefde me altijd.

Page 46: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

46

46

Lied 120. NHB 194 Wie maar de goede God laat zorgen

1 Wie maar de goede God laat zorgen en op Hem hoopt in 't bangst gevaar, is bij Hem veilig en geborgen, die redt Hij godd'lijk, wonderbaar: wie op de hoge God vertrouwt, heeft zeker op geen zand gebouwd.

2 Wat baat ons 't twijfelmoedig vrezen, 't kleinmoedig zuchten, wee en ach? Vergeefs zou al ons kermen wezen, al klaagden w' ook de ganse dag. De last des jammers, die men draagt, drukt maar te meer, hoe meer men klaagt.

3 Men blijv' eerbiedig God verbeiden, en zwijg' de Heer ootmoedig stil; Hij zal ons naar zijn raad geleiden, 't is goed en heilig, wat Hij wil. Vaak ligt in 't geen ons treuren doet voor ons de kiem van 't hoogste goed.

4 Treed vrolijk voort op 's Heren wegen en neem uw plicht getrouw in acht; 't wordt eind'lijk alles u ten zegen, wanneer gij biddend daarop wacht. Wie steeds gelovig op Hem ziet, begeeft, verlaat Hij eeuwig niet.

Lied 121. NHB 200 Is de nood zo hoog gerezen

1 Is de nood zo hoog gerezen, dat gij nergens uitkomst ziet, nog hebt gij geen kwaad te vrezen; is de nood zo hoog gerezen, dat gij nergens uitkomst ziet: God, uw God vergeet u niet!

2 Vest in bang' en droeve dagen al uw hoop op Hem alleen, schroom niet Hem om hulp te vragen; Vest in bang' en droeve dagen al uw hoop op Hem alleen, Hij kan helpen, Hij alleen.

3 'k Weet, zijn woord is: ja en amen, zijn beloften falen niet, nimmer zal Hij ons beschamen; 'k Weet, zijn woord is: ja en amen, zijn beloften falen niet, zalig hij, die tot Hem vliedt!

4 Ja, in duizend bange stonden heeft Hij steeds getroost, gered, eeuwig wordt Hij trouw bevonden; Ja, in duizend bange stonden heeft Hij steeds getroost, gered, op het kinderlijk gebed.

Lied 122. NHB 202 Wat vlied of bezwijk', getrouw is mijn God

1 Wat vlied of bezwijk', getrouw is mijn God, Hij blijft aan mijn zij in 't wisselend lot; moog 't hart soms ook sidd'ren in 't heetst van de strijd, zijn liefd' en ontferming vertroosten m' altijd.

3 Als God mij vertroost, is 't kruis niet te zwaar, dan ken ik geen vrees in 't bangste gevaar, dan win ik al strijdend vertrouwen en kracht en zing ik mijn psalmen in duistere nacht.

5 Ik roem in mijn God, ik juich in zijn trouw, de rots mijner ziel, waar 'k eeuwig op bouw. Ik zal Hem nog prijzen in 't uur van mijn dood, dan rijst nog mijn loflied: "Zijn goedheid is groot!"

Page 47: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

47

47

Lied 123. NHB 217 Komt, laat ons voortgaan, kind'ren

1 Komt, laat ons voortgaan, kind'ren, want d' avond is nabij! Het stilstaan kan licht hind'ren in deze woestenij. Komt, sterkt opnieuw de moed, de wandelstaf geheven, om hemelwaarts te streven! Zo wordt het einde goed.

2 Zij zal ons niet berouwen de keus van 't smalle pad, wij kennen de Getrouwe, die ons heeft liefgehad. Vest al uw hoop op Hem! Dat ieder 't aangezichte ginds naar de Godsstad richte: daar ligt Jeruzalem!

3 Moog' ons de weg vermoeien, oneffen zijn de baan, waar scherpe distels groeien en telkens kruisen staan: daar is geen and're weg! Wij volgen altijd verder als schapen onze Herder door struiken heen en heg.

8 Niet lang zal 't lijden duren, draagt nog een poos uw kruis; wellicht slechts weinig uren, dan zijn wij eeuwig thuis: verlost van zond' en pijn, als wij met alle vromen in 't huis des Vaders komen, wat zal dat zalig zijn!

Lied 124. NHB 222 Jezus, ga ons voor op het levensspoor

1 Jezus, ga ons voor op het levensspoor; doe ons als getrouwe leden volgen U op al uw schreden; voer ons aan uw hand tot in 't Vaderland.

2 Zou 't ons bang vergaan, leer ons vast te staan; doe ons in de bangste dagen nimmer over moeiten klagen; want door smarten heen vinden w' U alleen.

3 Moet onz' eigen baan door veel diepten gaan, zijn w' om and'rer leed bewogen, och, stel Gij ons dan voor ogen 't einde, dat ons beidt, waar G' ons henen leidt!

4 Richt ons leven lang, Jezus, onze gang; voert Gij ons op ruwe wegen, geef ook daar uw hulp en zegen; en aan 't eind der baan, laat ons binnen gaan.

Lied 125. NHB 223 Als ik Hem maar kenne

1 Als ik Hem maar kenne, Hem de mijne weet, als mijn hart zich Hem gewenne, nimmermeer zijn trouw vergeet, vrees ik niet voor lijden, voel slechts deemoed, liefde en verblijden.

2 Alles laat ik varen, waar Hij mij behoort. Als een pelgrim door gevaren trek ik met mijn Heiland voort. Nu gaan al mijn wensen boven 't licht en bont gewoel der mensen.

3 Waar ik Hem mag leven is mijn vaderland. Elke gave, mij gegeven, valt als erfdeel in mijn hand. Broeders, lang verloren, vind ik in zijn jongeren herboren.

Page 48: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

48

48

Lied 126. JdH 7 Als g' in nood gezeten

1 Als g' in nood gezeten, geen uitkomst ziet, wil dan nooit vergeten: God verlaat u niet. Vrees toch geen nood! 's Heren trouw is groot, en op 't nacht'lijk duister, volgt het morgenrood. Schoon stormen woeden, ducht toch geen kwaad; God zal u behoeden, uw toeverlaat.

2 God blijft voor u zorgen, goed is de Heer, en met elke morgen, keert Zijn goedheid weer. Schoon g' in 't verdriet, nergens uitkomst ziet, groter dan de Helper, is de nood toch niet. Wat ons ontviele, Redder in nood, red slechts onze ziele, uit zond' en dood.

Lied 127. JdH 53: 1-6 (Dr. J.H. Gunning JHzn) Ga niet alleen door 't leven

1 Ga niet alleen door 't leven, Die last is u te zwaar. Laat Een u sterkte geven, Ga tot uw Middelaar! Daar is zoveel te klagen, Daar is zoveel geween, en zoveel leed te dragen, Ga niet alleen! En zoveel leed te dragen, Ga niet alleen!

2 Ga niet alleen; uw Koning wil komen in uw hart. Ach geef het Hem ter woning, hoe stilt Hij dan uw smart! Wie kan er tranen drogen, als Jezus? Immers geen! Richt dan de treurend' ogen, naar Jezus heen! Richt dan de treurend' ogen, naar Jezus heen!

5 Welzalig, die 't ervaren, dat Hij hun alles is; dan kennen z' in gevaren bezorgdheid noch gemis. Hij draagt dan in Zijn armen, door alle nood hen heen. Wie steunt op Zijn ontfermen, is nooit alleen! Wie steunt op Zijn ontfermen, is nooit alleen!

Lied 128. NHB 244 Nooit kan ’t geloof teveel verwachten

3 Nooit kan 't geloof te veel verwachten, des Heilands woorden zijn gewis. 't Faalt aardse vrienden vaak aan krachten, maar nooit een vriend als Jezus is. Wat zou ooit zijne macht beperken? 't Heelal staat onder zijn gebied! Wat zijne liefde wil bewerken, ontzegt Hem zijn vermogen niet.

4 Die hoop moet al ons leed verzachten. Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog! Voor hen, die 't heil des Heren wachten, zijn bergen vlak en zeeën droog. O zaligheid niet af te meten, o vreugd, die alle smart verbant! Daar is de vreemd'lingschap vergeten, en wij, wij zijn in 't Vaderland!

Page 49: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

49

49

Lied 129. NHB 232 Neem, Heer, mijn beide handen

1 Neem, Heer, mijn beide handen en leid uw kind, tot ik aan d' eeuw'ge stranden de ruste vind! Te zwaar valt m' elke schrede, als 'k U verlaat. O, neem mij met U mede, daar waar Gij gaat.

2 O, doe genaad' ervaren aan 't bevend hart, en breng het tot bedaren bij vreugd en smart! Laat m' aan uw voeten rusten, mij, hulp'loos kind, vertrouwen en berusten, voor d' uitkomst blind!

3 En blijft m' ook soms verborgen uw grote macht, Gij voert mij tot de morgen, ook door de nacht. Neem dan mijn beide handen en leid uw kind, tot ik aan d' eeuw'ge stranden de ruste vind!

Lied 130. NHB 282 Blijf bij mij, Heer, want d' avond is nabij

1 Blijf bij mij, Heer, want d' avond is nabij. De dag verduistert, Here, blijf bij mij! Als and're hulp m' ontbreekt, geluk m' ontvliedt, der hulpelozen hulp, verlaat mij niet!

3 'k Heb U altijd van node, dag en nacht, slechts uw genâ verwint des bozen macht. Wie kan als Gij mijn gids en sterkte zijn? Blijf bij mij, Heer, in nacht en zonneschijn!

4 Geen vijand vrees ik, als Gij bij mij zijt, tranen en leed zijn zonder bitterheid. Waar is, o dood, uw schrik, graf, waar uw eer? Meer dan verwinnaar blijf ik in de Heer.

5 Houd hoog uw kruis voor mijn verdonk'rend oog, Licht in de schemer, leid mij naar omhoog! De morgen daagt, de schaduw gaat voorbij: in dood en leven, Heer, blijf mij nabij!

Lied 131. NHB 301 Wilhelmus van Nassauen

1 Wilhelmus van Nassauen Ben ik van duitsen bloed, het vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een prince van Oranje ben ik vrij onverveerd, den koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.

6 Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God, mijn Heer! Op U zo wil ik bouwen, verlaat mij nimmermeer! Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t' aller stond: de tirannie verdrijven, die mij mijn hart doorwondt.

Page 50: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

50

50

Lied 132. NHB 259 Schaart u om de goede Herder

1 Schaart u om de goede Herder, gij, zijn schapen, hoort zijn stem! Zoekt hier ruste, dwaalt niet verder, o, het is zo goed bij Hem! Laat u door zijn hand geleiden; ziet, wat schenkt zijn liefd' u veel! Hij zal zegen u bereiden: kiest, o kiest het beste deel.

3 Wat ontbreekt u? Hij zal 't geven. Wat behoeft gij? 't Is gereed. Deze Herder gaf zijn leven, zoals nooit een herder deed. Eeuwig mint Hij al de zijnen. Roemt zijn zorg en prijst zijn naam! Uit de verste zandwoestijnen brengt Hij eens zijn kudde saam.

5 Wordt maar ons geloof niet flauwer, veilig doet G' ons voorwaarts gaan. Altijd trouwer, altijd nauwer sluiten wij ons bij U aan. Met uw kudde gaan wij verder: roept G' ons niet bij onze naam? Ja, Gij brengt ons, goede Herder, bij de levensstromen saam.

Lied 133. NHB 280'k Wil U, o God, mijn dank betalen

1 'k Wil U, o God, mijn dank betalen, U prijzen in mijn avondlied. Het zonlicht moge nederdalen, maar Gij, mijn Licht, begeef mij niet. Gij woudt mij met uw gunst omringen, meer dan een vader zorgdet Gij, Gij, milde bron van zegeningen; zulk een ontfermer waart Gij mij.

2 Uw trouwe zorg wou mij bewaren, uw hand heeft mij gevoed, geleid; Gij waart nabij in mijn bezwaren, nabij in elke moeilijkheid. Deez' avond roept mij na mijn zorgen tot rust voor lichaam en voor geest. Heb dank, reeds van de vroege morgen zijt Gij mijn heil en hulp geweest.

5 Ik weet, aan wien ik mij vertrouwe, al wisselen ook dag en nacht. Ik ken de rots waarop ik bouwe; hij faalt niet, die uw heil verwacht. Eens aan de avond van mijn leven breng ik, van zorg en strijden moe, voor elke dag, mij hier gegeven, U hoger, reiner loflied toe.

Lied 134. NHB 304 Gelukkig is het land

1 Gelukkig is het land, dat God de Heer beschermt, als daar met moord en brand de vijand rondom zwermt, en dat, men meent, hij zal 't schier overwinnen al: dat dan, dat dan, dat dan hij zelf komt tot den val.

2 Gedankt moet zijn de Heer, de God, die eeuwig leeft, dat Hij ons t' zijner eer deez' overwinning geeft. Wat wonder heeft de kracht des Heren al gewrocht! O Heer, o Heer, o Heer, hoe groot is Uwe macht!

Page 51: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

51

51

Lied 135. NHB 300 Wat de toekomst brengen moge

1 Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand; moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land. Leer mij volgen zonder vragen; Vader, wat Gij doet is goed! Leer mij slechts het heden dragen met een rustig kalme moed!

2 Heer,ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet. Zalig hij, die durft geloven, ook wanneer het oog niet ziet. Schijnen mij uw wegen duister, zie, ik vraag U niet: waarom? Eenmaal zie ik al uw luister, als ik in uw hemel kom!

3 Laat mij niet mijn lot beslissen: zo ik mocht, ik durfde niet. Ach, hoe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet! Wil mij als een kind behand'len, dat alleen de weg niet vindt: neem mijn hand in uwe handen en geleid mij als een kind.

4 Waar de weg mij brenge moge, aan des Vaders trouwe hand loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land.

Lied 136. JdH 213: 1, 3 't Scheepke onder Jezus' hoede

1 't Scheepke onder Jezus' hoede, met de kruisvlag hoog in top, neemt als arke der verlossing allen, die in nood zijn, op. Al staat de zee ook hol en hoog En zweept de storm ons voort, wij hebben 's Vaders Zoon aan boord en 't veilig strand voor oog.

3 Arme zondaar, zie de kruisvlag wapp'rend langs de oceaan. Weet, de Heer is in het scheepje. Kom, neem uw verlossing aan! "Dies rijst een lied tot God omhoog, ruist vol een dankakkoord. Wij hebben 's Vaders zoon aan boord en 't veilig strand voor oog".

Lied 137. JdH 543 1,3,4 ‘k Heb geloofd en daarom zing ik

1 ‘k Heb geloofd en daarom zing ik daarom zing ik van gena, van ontferming en verlossing door het bloed van Golgotha; Daarom zin g ik U, Die stervend Alles, alles hebt volbracht, Lam Gods, dat de zonde weg neemt, Lam van God, voor ons geslacht!

3 ‘k Heb geloofd in U Wien d’ aarde met haar doornen heeft gekroond; Maar Die nu, gekroond met ere, Aan Gods rechter zijde troont; U, aan Wiens doorboorde voeten Eenmaal in het gans heelal, Heer, daar boven, hier beneden Alle knie zich buigen zal.

4 Ja, ‘k geloof en daarom zing ik Daarom zing ik U ter eer. ’s Werelds Heiland, Hogepriester, aller heren Opperheer! Zoon van God en Zoon des mensen, O, kom spoedig in Uw kracht Op des hemels wolken weder! Kom, Heer Jezus, Kom! Ik wacht.

Page 52: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

52

52

Lied 138. JdH 523 Veilig in Jezus’ armen

1 Veilig in Jezus’ armen, Veilig aan Jezus’ hart; Daar in Zijn teer erbarmen, Daar rust mijn ziel van smart. Hoor! ’t Is het lied der eng’len, Zingend van liefd’ en vree, Ruisend uit ’s Hemels zalen Over de glazen zee. Veilig in Jezus’ armen, Veilig aan Jezus’ hart; Daar in Zijn teer erbarmen, Daar rust mijn ziel van smart.

2 Veilig in Jezus’ armen, Vrij bij mijn Heer en Borg, Vrij van ’t gewoel der wereld, Vrij van verdriet en zorg. Vrij van vrees en twijfel, Vrij van der zonden macht; Nog slechts een weinig lijden, Nog slechts een korte nacht. Veilig in Jezus’ armen, Vrij bij mijn Heer en Borg, Vrij van ’t gewoel der wereld, Vrij van verdriet en zorg.

3 Jezus, mijn dierb’re Toevlucht. Jezus, Gij stierf voor mij! Dat op de rots der eeuwen Eeuwig mijn hope zij. Heer, laat mij lijdzaam wachten, Tot dat het duister vliedt, En ’t oog aan gindse kusten U in Uw glorie ziet. Jezus, mijn dierb’re Toevlucht. Jezus, Gij stierf voor mij! Dat op de rots der eeuwen Eeuwig mijn hope zij.

Lied 139. Nader, Mijn God, bij U

1 Nader, mijn God, bij U zij steeds mijn bee, zij ’t levenspad soms ruw, ga Gij maar mee, dan kent mijn ziele rust; mij van uw trouw bewust, wacht ik aan blijder kust, uw sabbatsvree.

2 Al zie ik ’t licht verdoofd haast voor mijn schreen en wacht tot rust mijn hoofd straks slechts een steen, als dan maar in mijn droom uw licht mij tegenstroom’, wat mij dan overkoom’, ‘k ben niet alleen.

3 Wanneer voor mijn gezicht de ladder rijst, die naar u, Bron van licht, mijn ziele wijst. ‘k Zie dan in ’t bangst gevaar uw heilge englenschaar, die U, Alzegenaar, al dienend prijst.

4 En wenkt uw englenstoet eens opwaarts mij in ’s hemels zonnegloed, verjongd en vrij, ‘k juich dan op hoger toon bij naadren van uw troon; ‘k ben eeuwig na uw zoon en U nabij.

Page 53: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

53

53

Lied 140. Als op ’s levens zee de stormwind om u loeit

1 Als op ’s levens zee de stormwind om u loeit, als ge tevergeefs uw arme hart vermoeit, tel uw zegeningen, tel ze één voor één, en ge zegt verwonderd: Hij liet nooit alleen. Refrein Tel uw zegeningen, tel ze één voor één, Tel ze allen en vergeet er geen. Tel ze, tel ze alle noem ze één voor één, en ge ziet Gods liefde dan door alles heen.

2 Drukken 's levens zorgen u soms zwaar ter neer, schijnt het kruis te zwaar u, zeg het aan de Heer. Tel uw zegeningen, wil op Jezus zien, dan zal 't harte zingen en de zorgen vliên. Refrein

3 Als ge ziet op and'ren met veel geld en goed, weet, uw Hemelvader geeft u overvloed. Tel uw zegeningen, voor geen geld te koop, schatten in de hemel zijn uw blijde hoop. Refrein

4 Zo in alle moeiten, zorgen zonder tal, wees toch nooit ontmoedigd, God is overal. Tel uw zegeningen, eng'len luist'ren toe, troost en hulp schenkt Hij u, volg dan blij te moe. Refrein

Lied 141. NHB 230 Leid, vriend'lijk Licht, mij als een trouwe wacht

1 Leid, vriend'lijk Licht, mij als een trouwe wacht, leid Gij mij voort! 'k Ben ver van huis en donker is de nacht, leid Gij mij voort! Schoon ook de toekomst mij verborgen zij, licht stap voor stap mij met uw schijnsel bij.

2 Niet immer sprak mijn ziel zo stil tot U: "Leid Gij mij voort!" Ik liep mijn weg bij eigen licht, maar nu: leid Gij mij voort! Mijn zonlicht zonk, maar ach, mijn hoogmoed liet mijn hart geen rust en 'k vond uw vrede niet.

3 Schenk mij uw zegen, toon m' uw wondermacht, en leid mij voort langs 't smalle pad, tot in de donk're nacht de morgen gloort. Dan lacht mij toe der eng'len trouwe wacht, die mij geleidd' en mij heeft thuis gebracht.

Page 54: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

54

54

Inhoudsopgave

Psalmen 1

Lied 1. Psalm 17 1

Lied 2. Psalm 19 1

Lied 3. Psalm 24 1

Lied 4. Psalm 25 2

Lied 5. Psalm 27 2

Lied 6. Psalm 32 2

Lied 7. Psalm 33 3

Lied 8. Psalm 42 3

Lied 9. Psalm 43 4

Lied 10. Psalm 56 4

Lied 11. Psalm 62 4

Lied 12. Psalm 65 5

Lied 13. Psalm 66 5

Lied 14. Psalm 68 5

Lied 15. Psalm 72 5

Lied 16. Psalm 73 6

Lied 17. Psalm 77 6

Lied 18. Psalm 79 6

Lied 19. Psalm 84 7

Lied 20. Psalm 86 7

Lied 21. Psalm 89 7

Lied 22. Psalm 91 8

Lied 23. Psalm 97 8

Lied 24. Psalm 98 8

Lied 25. Psalm 103 9

Lied 26. Psalm 116 9

Lied 27. Psalm 118 10

Lied 28. Psalm 121 10

Lied 29. Psalm 130 10

Lied 30. Psalm 138 11

Lied 31. Psalm 139 11

Lied 32. Psalm 143 11

Lied 33. Psalm 146 12

Lied 34. Psalm 150 12

Lied 35. Morgenzang 13

Lied 36. Bedezang voor het eten 13

Lied 37. Dankzang na het eten 13

Lied 38. Avondzang 13

Kerstliederen 14

Lied 39. NHB 18 Komt allen te zamen 14

Lied 40. Midden in de winternacht 14

Lied 41. NHB 14 Nu zijt wellekome 14

Lied 42. NHB 1 Hoe zal ik u ontvangen 15

Lied 43. NHB 15 Komt, verwondert u hier, mensen 15

Lied 44. Lied 143 Stille nacht 16

Lied 45. NHB 10 Daar is uit 's werelds duist're wolken 16

Lied 46. In Bethlehems stal. 16

Lied 47. Gezang 124 Nu daagt het in het oosten 17

Lied 48. Gezang 134 Eer zij God in onze dagen 17

Lied 49. Gezang 141 Ik kniel aan uwe kribbe neer 17

Lied 50. NHB 7 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen 18

Lied 51. LvdK 135 Hoor, de eng'len zingen d'eer 18

Lijdenstijd 19

Lied 52. JdH 487:1,2,3,6,9 Leer mij Uw lijden recht

betrachten 19

Lied 53. NHB 32 O hoofd, bedekt met wonden 19

Lied 54. JdH 267:1-4 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis 20

Lied 55. NHB 43 Is dat, is dat mijn Koning 20

Lied 56. NHB 45 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis 20

Lied 57. NHB 48 Als ik het wond're kruis aanschouw 21

Lied 58. NHB 168 Jezus neemt de zondaars aan! 21

Lied 59. NHB 49 Jezus, leven van mijn leven 21

Lied 60. JdH 543:1,3,4 ‘k Heb geloofd en daarom zing ik

22

Lied 61. NHB 171 Verlosser, Vriend, Gij hoop en lust 22

Pasen 23

Lied 62. U zij de glorie 23

Lied 63. NHB 53 Wees gegroet, gij eersteling der dagen23

Lied 64. NHB 165 Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de

doôn 24

Lied 65. NHB 62 Jezus leeft, en wij met Hem 24

Lied 66. NHB 73 Wij knielen voor uw zetel neer 25

Hemelvaart 26

Lied 67. NHB 6 Bereidt, bereidt uw harten 26

Lied 68. NHB 75 't Oog omhoog, het hart naar boven 26

Lied 69. NHB 81 Bron der hoogste zaligheden 26

Pinksteren 27

Lied 70. NHB 83 Komt allen, deze dag 27

Lied 71. NHB 87 Ruis, o Godsstroom der genade 27

Lied 72. NHB 143 Op bergen en in dalen 27

Lied 73. JdH 57:1-3 Er komen stromen van zegen 28

Lied 74. NHB 112 Eén naam is onze hope 28

Lied 75. JdH 132: 1-6 Heer! Ik hoor van rijke zegen 28

Lied 76. JdH 1: 1-3 Daar ruist langs de wolken een lief'lijke

Naam 29

Lied 77. NHB 113 Heugelijke tijding 29

Overig 30

Lied 78. JdH 140:1-4 Ik zie een poort wijd open staan 30

Lied 79. JdH 213:1-3 't Scheepke onder Jezus' hoede 30

Lied 80. JdH 885:1,2,3,4 Dank U voor deze nieuwe

morgen 30

Lied 81. JdH 925 JdH Neem, Heer, mijn beide handen 31

Lied 82. JdH 150:1-3 Welk een vriend is onze Jezus 31

Lied 83. JdH 94:1-4 Heer. ik kom tot U 31

Lied 84. JdH 523:1-3 Veilig in Jezus armen 32

Lied 85. JdH 17: 1-4 Als ik maar weet 32

Lied 86. JdH 5:1-3 Al de weg leidt mij mijn Heiland 33

Lied 87. JdH 13:1,3,4 Ik wandel in het licht met Jezus 33

Lied 88. JdH 440:1,2 Komt, laat ons voortgaan, kind’ren33

Lied 89. JdH 232:1-4 Waarheen, pelgrims, waarheen gaat

gij? 34

Lied 90. JdH 261:1-3 Jezus is wachtend 34

Lied 91. JdH 928:1,2 Ga nu heen in vrede 34

Lied 92. JdH 73:1-4 Zie ons wachten aan de stromen 35

Lied 93. Gezang 111 De dorre vlakte der woestijnen 35

Lied 94. JdH 180:1,2,4 Jezus, Die mijn ziel bemint 36

Lied 95. JdH 716a:1-3 Leid, vriend’lijk licht 36

Lied 96. JdH 197:1-4 Volle verzeek'ring, Jezus is mijn! 37

Lied 97. JdH 166:1-3 Grijp toch de kansen, door God u

gegeven! 37

Lied 98. JdH 205:1-4 Rijst op, rijst op voor Jezus 38

Lied 99. JdH 586a:1,3,5 Blijf bij mij, Heer 38

Lied 100. NHB 93 Ere zij aan God, de Vader 38

Lied 101. JdH 256: 1-4 Tel uw zegeningen 39

Lied 102. NHB 96 Een vaste burg is onze God 39

Lied 103. NHB 120 O God en Heer, in 't glorielicht 39

Lied 104. NHB 131 Wegen Gods, hoe duister zijt gij 40

Lied 105. NHB 130 God is getrouw, zijn plannen falen niet

40

Lied 106. NHB 135 Dankt, dankt nu allen God 40

Lied 107. NHB 132 Wij loven U, o God, wij prijzen uwe

naam 41

Lied 108. NHB 136 Lof zij de Heer, de almachtige Koning

der ere! 41

Page 55: Psalmensbvdm.magix.net/public/liedbundel senioren.pdf · Want Gij zijt mijn heil, o HEER', 'k Blijf U al den dag verwachten. ... 4 Gij zijt mij, HEER', ter schuilplaats in gevaren;

55

55

Lied 109. NHB 178 Wat zou ooit mijn hart vervaren? 41

Lied 110. NHB 147 Prijs, mijn ziel, de Hemelkoning 41

Lied 111. NHB 148 Van U zijn alle dingen 42

Lied 112. NHB 149 Grote God, wij loven U 42

Lied 113. NHB 153 God enkel licht 43

Lied 114. NHB 158 Ik nader voor uw heilig' ogen 43

Lied 115. NHB 179 Rust mijn ziel, uw God is Koning 43

Lied 116. NHB 160 Waartoe toch al dat angstig schromen? ............................................................................................................ 44

Lied 117. NHB 174 Vaste rots van mijn behoud 44

Lied 118. NHB 180 Beveel gerust uw wegen 44

Lied 119. NHB 184 De Heer is mijn herder! 45

Lied 120. NHB 194 Wie maar de goede God laat zorgen46

Lied 121. NHB 200 Is de nood zo hoog gerezen 46

Lied 122. NHB 202 Wat vlied of bezwijk', getrouw is mijn

God 46

Lied 123. NHB 217 Komt, laat ons voortgaan, kind'ren 47

Lied 124. NHB 222 Jezus, ga ons voor op het levensspoor ............................................................................................................. 47

Lied 125. NHB 223 Als ik Hem maar kenne 47

Lied 126. JdH 7 Als g' in nood gezeten 48

Lied 127. JdH 53: 1-6 (Dr. J.H. Gunning JHzn) Ga niet

alleen door 't leven 48

Lied 128. NHB 244 Nooit kan ’t geloof teveel verwachten48

Lied 129. NHB 232 Neem, Heer, mijn beide handen 49

Lied 130. NHB 282 Blijf bij mij, Heer, want d' avond is nabij ............................................................................................................ 49

Lied 131. NHB 301 Wilhelmus van Nassauen 49

Lied 132. NHB 259 Schaart u om de goede Herder 50

Lied 133. NHB 280'k Wil U, o God, mijn dank betalen 50

Lied 134. NHB 304 Gelukkig is het land 50

Lied 135. NHB 300 Wat de toekomst brengen moge 51

Lied 136. JdH 213: 1, 3 't Scheepke onder Jezus' hoede51

Lied 137. JdH 543 1,3,4 ‘k Heb geloofd en daarom zing ik

51

Lied 138. JdH 523 Veilig in Jezus’ armen 52

Lied 139. Nader, Mijn God, bij U 52

Lied 140. Als op ’s levens zee de stormwind om u loeit 53

Lied 141. NHB 230 Leid, vriend'lijk Licht, mij als een trouwe

wacht53

Inhoudsopgave 54