Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Nieuwsbrief september 2016 – Aandacht binnen de politiek!

Beste SPS’er,

We zijn alweer aangekomen in de maand september en iedereen heeft zijn ‘alledaagse

leven’ weer opgepakt. De zomer lijkt zo snel voorbij te zijn gegaan, we hopen dat iedereen

volop van de zomer heeft kunnen genieten! Het nieuwe studiejaar is van start gegaan en het

belooft een leerzaam, gezellig jaar te worden bij SPS-NIP en hopelijk ook bij jullie! In de

zomer zijn er veel dingen gebeurd en binnen SPS-NIP is de grootste verandering de

naamsverandering van Platform naar Stedelijk Bestuur geweest. Het bleek namelijk dat er

vaak verwarring bestond rondom de term ‘Platform’. Verder heeft het Landelijk Bestuur

twee belangrijke brieven geschreven naar minister Bussemaker en minister Asscher over het

groeiende probleem van de in- en uitstroom van psychologiestudenten. Hierin hebben we

het probleem aan de orde gesteld en hebben we een aantal oplossingen voorgelegd. Tijdens

de zomerperiode zijn ook de Olympische Spelen geweest en iedereen heeft waarschijnlijk de

val van Epke Zonderland gezien. Hoe zou hij omgaan met zo een misser en zou hij bekend

zijn met sportpsychologen? Verder zal er worden ingegaan op de psychologie van drugs, het

lijkt namelijk steeds vaker voor te komen dat studenten een hulpmiddel gebruiken om zich

beter te kunnen concentreren bij het leren. Ook wordt er een blog uitgelicht van Anne die

dysthymie heeft en tips geeft om een vakantiedip te voorkomen. Het boek van de maand,

waar jij kans op maakt om te winnen, staat in het teken van de DSM-5 Daarnaast komt het

belang van nevenactiviteiten aan bod en hoe SPS-NIP jou daarbij zou kunnen helpen.

Door wat technische problemen, ziet de nieuwsbrief er deze maand wat anders uit. Er wordt

aan gewerkt en we hopen dat het volgende maand weer opgelost is! Veel leesplezier!

Deze nieuwsbrief bevat de volgende artikelen:

- Van Platform naar Stedelijk Bestuur - Sport: fysiek én mentaal presteren! - Aandacht binnen de politiek! - De psychologie van drugs - Post-vakantiedip - Het belang van nevenactiviteiten - Boek van de maand – DSM-5: Oefenboek

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Van Platform naar Stedelijk Bestuur

Misschien heb je de term “Stedelijk Bestuur” al eens voorbij zien komen of heb je er al eens van

gehoord. Mocht dit niet zo zijn, kan dat verklaard worden door het feit dat wij deze

naamsverandering onlangs pas hebben doorgevoerd! Wat voorheen “Platform” genoemd werd, gaat

vanaf heden door het leven als Stedelijk Bestuur. SPS-NIP kent maar liefst tien Stedelijke Besturen en

SPS-NIP Open Universiteit. Ben je benieuwd wat een Stedelijk Bestuur nu precies inhoudt en wat zij

doen? Lees dan snel verder!

Zoals net genoemd, zijn er tien Stedelijke Besturen en SPS-NIP Open Universiteit. Deze tien besturen

zijn gevestigd in Tilburg, Amsterdam (Stedelijk Bestuur UvA en Stedelijk Bestuur VU), Nijmegen,

Maastricht, Groningen, Utrecht, Leiden, Enschede en Rotterdam. Aangezien SPS-NIP Open

Universiteit bestaat uit leden vanuit verschillende Open Universiteiten door heel Nederland, zijn zij

niet in maar één stad gevestigd. Om die reden worden zij geen Stedelijk Bestuur genoemd. Afgelopen

jaar hebben wij besloten deze elf besturen niet meer de naam Platform te geven, omdat deze term

vaak voor verwarring zorgde. Wanneer er gesproken werd over een Platform, werd niet meteen

duidelijk wat dit nu precies inhield. Omdat Platforms zichzelf ook vaak “bestuur” noemde, zorgde dit

voor verwarring in verband met het Landelijk Bestuur. De term Stedelijk Bestuur zegt daarentegen

meteen meer over de organisatiestructuur van SPS-NIP. Deze naam duidt er namelijk op dat er ook

een Landelijk Bestuur bestaat en andersom. Dit is de reden voor de naamsverandering en hopelijk

heeft dit een positieve verandering teweeggebracht!

Naast deze naamsverandering is het wellicht ook interessant om te weten wat zo’n Stedelijk Bestuur

dan precies doet. Aangezien alle Stedelijke Besturen inmiddels alweer in volle gang bezig zijn met de

organisatie van de eerste activiteiten, willen we alvast een tipje van de sluier oplichten wat jullie

komend jaar kunnen verwachten! Allereerst zijn ze momenteel bezig met het organiseren van

wervingsacties en er hebben ook al een aantal wervingsacties plaatsgevonden. Deze wervingsacties

zijn er om SPS-NIP aan het licht te brengen bij de nieuwe psychologiestudenten. Met een standje op

een informatiemarkt, en sinds kort ook met suikerspinnen in de kleuren van SPS-NIP, flyers en

goodies wordt er een leuke dag neergezet!

Naast deze wervingsacties wordt er al druk nagedacht over een openingslezing. Bij onze lezingen

proberen we altijd een professional te laten komen in combinatie met een ervaringsdeskundige. Zo

zijn er afgelopen jaar in Maastricht bijvoorbeeld twee non-actieve pedofielen geweest die hun

verhaal kwamen vertellen. Deze lezing had een opkomst van ongeveer 350 studenten en was een

enorm succes. Deze lezingen bieden psychologiestudenten de kans om inzicht te krijgen in

onderwerpen buiten het curriculum en het persoonlijke verhaal te horen van ervaringsdeskundigen.

Op dit moment staan er ook al een aantal lezingen op de planning, namelijk een lezing met het

onderwerp “hoofd vol seks” in Groningen door Janniko Georgiadis, een lezing over “criminal

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

profiling” in Rotterdam en een lezing over forensische psychologie door Thijs van de Kant op de UvA.

Daarnaast zal er in zowel Maastricht als Utrecht een lezing plaatsvinden over radicalisering. Deze

lezing wordt gegeven door Dennis Abdelkarim Honing, die zijn verhaal vertelt over zijn periode als

radicale moslim in combinatie met Jean Tillie, een deskundige op dit gebied. Lijkt een van deze

lezingen je interessant? Neem dan een kijkje op de facebookpagina’s van de Stedelijke Besturen voor

meer informatie. Hier vind je bijvoorbeeld de facebookpagina van Stedelijk Bestuur Maastricht.

Naast deze wervingsacties en openingslezingen organiseren de Stedelijke Besturen ook workshops

en een training, die ontwikkeld zijn door ons eigen Trainersbureau en gegeven zal worden door één

van onze SPS-NIP trainers. Daarnaast is de Experience your Future (EyF) dag ook erg interessant.

Deze dag is vergelijkbaar met een congres, waarbij alle vakgebieden binnen de psychologie worden

uitgelicht/toegelicht. Een voorbeeld hiervan is dat er een spreker met een specifieke/bepaalde

master degree, komt vertellen over zijn/haar ervaringen en wat hij/zij hiermee bereikt heeft. Deze

dagen zijn er dus volledig op gericht de psychologiestudent een kijkje te geven in het werkveld, om te

zien waar hun interesses liggen en met de mogelijkheid zich beter voor te kunnen bereiden op hun

toekomst.

Wil je meer weten over de Stedelijke Besturen of onze naamsverandering? Of heb je wellicht wel

interesse in een van de bovengenoemde diensten die SPS-NIP aanbiedt? Neem dan snel een kijkje op

onze website of op de facebookpagina’s van onze Stedelijke Besturen!

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Sport: fysiek én mentaal presteren. Na twee prachtige vluchtcombinaties valt Epke Zonderland tijdens de finale aan de rekstok in Rio met een smak op de mat. Wat zal er door zijn hoofd zijn gegaan en hoe hard komt zo’n klap aan? Hij staat weer op en voert alsnog een perfecte combinatie uit. Tevergeefs, want het cruciale moment was al voorbij. Hoe zou een sporter omgaan met een tegenslag als deze, en wat zijn hiervan de psychologische effecten? De zomer van 2016 was weer een zomer overheerst door sport: van de Tour de France naar de Olympische Spelen in Rio, de US Open en de Paralympische Spelen in Rio. Deze sportmomenten kennen natuurlijk geweldige overwinningen, medailles en geluksmomenten, maar (juist) ook deze topsporters ervaren stress, tegenslag en falen. Sporters trainen hun fysieke fitheid en kracht om hun prestatie continu te verbeteren. Echter, wanneer sporters willen presteren, kunnen ze ook tegen een scala aan stressoren aanlopen. Pijn, angst, onzekerheid, psychologische eisen en stress- of prestatie-eisen vanuit de omgeving (coach, fans of familie) spelen een rol in het mentale aspect van sport (Nicholls & Polman, 2007). Optimale prestatie, met name gevraagd op de cruciale momenten, kan worden verhinderd wanneer de sporter moeite heeft om te gaan met deze stressoren. Veel (top)sporters komen dan ook bij een sportpsycholoog met de klacht dat ze in trainingen veel beter presteren dan in wedstrijden.

Sportpsychologie is een tak in de psychologie die de gedachten, gevoelens en gedragingen in sportsituaties bestudeert. De mentale thema’s die voornamelijk worden behandeld zijn motivatie, zelfvertrouwen, omgaan met druk, aandachtstijlen, teambuilding en omgaan met tegenslagen (De Psycholoog,2015). Een sportpsycholoog kan een sporter helpen zo goed mogelijk te presteren door in te spelen op deze thema’s in mentale training of begeleiding. In de Mastertrack ‘Sport en prestatie psychologie’ aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) leert de psycholoog welke processen presteren in de weg staan (waaronder faalangst, slechte communicatie of negatief denken) en technieken om deze processen positief te beïnvloeden. De psycholoog helpt de sporter inzicht te krijgen in wat hem tegenhoudt in zijn prestatie en om dit middels aangeleerde technieken te verbeteren. Een tennisser die zijn concentratie verliest door enkel te denken aan het belang van een specifiek punt, zal technieken aangeleerd krijgen om neutraler te denken en het punt (mentaal) te spelen zoals ieder ander punt (UvA, 2014). Omgaan met stressoren wordt in de psychologie veelal geanalyseerd door het kijken naar coping strategieën: manieren waarop mensen omgaan met problemen of moeilijke situaties. In de (top)sport gebruiken sporters vaak een actieve, of problem-focused coping. Hierin wordt het probleem direct aangepakt, wordt er informatie ingewonnen over de stressor en wordt er een plan van aanpak gemaakt (Nicholls & Polman, 2007). Het ontbreekt de sporters niet aan wilskracht; de wil om te winnen en om te presteren en te herstellen na een tegenslag of blessure. Deze ‘mentale hardheid’ is een eigenschap die vele sporters bezitten en nodig hebben om om te kunnen gaan met pijn. Het kunnen ‘verbijten’ van pijn wordt gezien als essentiële eigenschap om de top te halen. Pijn die optreedt door overmatige inspanning (zoals verzuring, verkramping, spierpijn) wordt door

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

sporters niet gezien als waarschuwingssignaal, maar meer als uitdaging of gevecht om beter te worden en de wedstrijd (tegen jezelf) te winnen. Mentale hardheid gaat gepaard met actieve coping, ontspanning, jezelf motiveren, emotionele controle, het zoeken van sociale steun en het stellen van doelen. Sporters met pijn of een blessure ervaren ook psychosociale problemen, maar deze staan vooral in het teken van terugkeer in de sport en herstel. Optimisme heeft een belangrijke gezondheidswaarde voor zowel fysiek als emotioneel welbevinden. Sporters met deze mentale hardheid zijn in staat de stressvolle consequenties van de blessure om te zetten in iets positiefs en er als persoon iets van te leren om beter van te worden. De andere kant van de medaille is dat deze manier van omgang met pijn of stressoren kan leiden tot een te snelle hervatting van het sporten, wat negatieve invloed kan hebben (De Psycholoog, 2012). Ook het slim leren omgaan met pijn en met de psychosociale gevolgen van de blessure zijn onderdeel van de begeleiding van een sportpsycholoog. Sporten kan tot blessures of psychische stress leiden, maar het kan ook juist de fysieke gezondheid bevorderen door het voorkomen van obesitas, cardiovasculaire ziekten, ontstekingen of pees- en spierproblemen. Regelmatige beweging kan zelfs de groei en gezondheid van bloedvaten- en cellen stimuleren. Ook verbetert het de stemming en vermindert het angst en stress (The Flying Dutchman, 2016 (3)). In een tijdperk van fit is the new black, waarin gezond leven en work-out een trend zijn en 20% van de Nederlanders boven de 15 jaar aangesloten is bij een sportschool (Rabobank Cijfers & Trends, editie 2015/16), wordt sportpsychologie steeds bekender. Een sportpsycholoog kan helpen voldoening uit sport te blijven halen en dan kan sporten je fysiek én mentaal beter doen voelen en presteren! De derde editie van KLM Magazine: The Flying Dutchman verschijnt later online. Nicholls, A.R. & Polman, R.C.J. (2007). Coping in sport: A systematic review. Journal of Sports Science,

25(1), 11-31.

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Aandacht binnen de politiek! Veel psychologiestudenten schatten hun arbeidskansen verkeerd in dankzij onvoldoende voorlichting. Daarnaast zijn banen voor starters beperkt en voelen zij zich vaak gedwongen om een werkervaringsplek te accepteren. Verder is er een grote vraag naar GZ-opleidingsplekken, maar zijn er te weinig van. Het NIP en SPS-NIP vinden dat dit anders moet. Daarom hebben we minister Bussemaker (Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en minister Asscher (Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid) in een brief gevraagd om extra aandacht. Het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) is de grootse beroepsvereniging van psychologen en behartigt de belangen van werkende psychologen. Als onderdeel van het NIP zet onze sectie, de Sectie Psychologie Studenten (SPS), zich in voor alle psychologiestudenten in Nederland. Wij proberen de belangen van de psychologiestudent te behartigen en deze zo goed mogelijk te informeren over de mogelijkheden binnen de psychologie. De Sectie Startende Psychologen is ook een onderdeel van het NIP en zet zich in voor de belangen van de net afgestudeerde student, de startende psycholoog. De afgelopen jaren is de Bachelor Psychologie één van de twee populairste opleidingen van heel Nederland (VSNU, 2016). Het is ontzettend leuk om te zien dat de studie Psychologie zo populair is en dat veel scholieren interesse hebben in dit werkveld. Wel zorgt deze hoge instroom van studenten voor een scheve verhouding tussen het aantal studenten en het aantal arbeidsplekken. Dit geldt vooral voor studenten die een klinische specialisatie kiezen. Van de psychologiestudenten specialiseert 70% zich in een klinische masterrichting (De Monitor, 2016). Na vier jaar hard werken en het behalen van een Bachelor- en Masterdiploma is men klaar voor de arbeidsmarkt. Op dit moment blijkt het echter nog erg lastig om gelijk aan een baan op niveau te komen. Door de hoge instroom van psychologiestudenten en de hierdoor hoge uitstroom van psychologiestudenten in combinatie met te weinig opleidings- en werkplekken, vallen veel studenten na hun studie in een gat. Veel afgestudeerden kiezen ervoor om een werkervaringsplek aan te nemen. Uit onderzoek van De Monitor (in samenwerking met het NIP, de NVO en Stichting Masterpsychologen) blijkt dat veruit het merendeel van de afgestudeerde psychologen (circa 73%) zich gedwongen voelt on(der)betaalde werkervaringsplekken te accepteren (De Monitor, 2016). Het onderzoek van De Monitor leidde eerder al tot Kamervragen en heeft veel stof doen opwaaien. De term “werkervaringsplekken” is bij derde en vierdejaars psychologiestudenten nu onderhand welbekend. In onze brieven naar minister Schippers en minister Asschers hebben wij geprobeerd de problematiek rondom de in- en uitstroom van psychologiestudenten zo goed en bondig mogelijk in kaart te brengen. Daarnaast zijn wij ingegaan op diverse oplossingen om de problematiek te verminderen. Ten eerste zouden meer GZ-opleidingsplekken een deel van de problematiek kunnen wegnemen. Veel afgestudeerde klinisch psychologen kunnen niet aan een GZ-opleiding beginnen door het beperkte aantal plekken. Ten tweede zou er meer aandacht besteed kunnen worden aan praktijkvaardigheden binnen de bachelor en masteropleiding. Zo hebben studenten meer handvaten om na hun studie aan de slag te gaan en een beter beeld van wat van hen verwacht wordt na het

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

afstuderen. Ten derde moet de voorlichting over de studie psychologie verbeterd worden. De arbeidskansen zijn op het moment niet gunstig voor klinisch psychologen. Vanuit het NIP en SPS-NIP willen we de scholieren niet de kans ontnemen om de studie psychologie te kunnen kiezen. Het is immers een heel leuk en interessant werkveld. Wel moeten scholieren deze optie goed af kunnen wegen en weten waar ze aan toe zijn. Ben je geïnteresseerd in de hele brieven, kan je deze hier vinden. Wil je meer weten over werkervaringsplekken? Lees dan hier het themadossier van het NIP. Voor meer informatie over de numerus fixus vind je hier een interessant artikel. Voor vragen over deze onderwerpen kan je SPS-NIP altijd telefonisch (030 820 15 68) of per mail (sps-nip@psynip.nl) bereiken.

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

De psychologie van drugs

De zomervakantie zit erop en het nieuwe academische jaar is net van start gegaan. De tijd van ontspanning zit erop en een drukke periode van tentamens, papers en deadlines gaat weer van start. Studenten maken lange dagen en zitten soms uren achter elkaar te studeren. Dit gaat vaak gepaard met een gebrek aan concentratie, maar de studenten van tegenwoordig hebben hier iets op gevonden. Waar vroeger nog liters koffie voldoende was om een hele dag door te studeren is nu het wonderpilletje Ritalin of Braincaps een veelgebruikt middel. 1 Op de 10 studenten gebruikt weleens ‘concentratiedoping’, middelen die gebruikt kunnen worden om studieprestaties te verhogen. Met name Ritalin is populair. Van alle gebruikende studenten zit 60 procent aan de Ritalin (NOS, 2015). Volgens Jellinek, de expert op gebied van verslaving, is Ritalin een medicijn wat wordt voorgeschreven bij ADHD en narcolepsie (slaapzucht). In de hersenen zorgt Ritalin voor de afgifte van dopamine en noradrenaline. Ritalin heeft een stimulerende werking op het centrale zenuwstelsel en verhoogt het vermogen tot concentratie. Hierdoor worden kinderen met ADHD minder snel afgeleid en rustiger (Jellinek). Tegenwoordig is het gebruik van Ritalin onder niet ADHD mensen toegenomen. Leon Kenemans, hoogleraar psychofarmacologie en biopsychologie aan de Universiteit Utrecht en Willem Riedel, hoogleraar experimentele psychofarmacologie aan de Universiteit Maastricht, maken zich zorgen over het gebruik van Ritalin onder de niet ADHD’ers. De hoogleraren raden het af om methylfenidaat puur voor het leren te gebruiken. 'Een eenmalig tabletje kan zelden kwaad, de meeste jongeren worden wat alerter en opgewekter. Echter, weten we nog niet precies wat methylfenidaat op lange termijn doet met hersenen die nog in ontwikkeling zijn. Dan is het de vraag of een verbetering van leerprestaties opweegt tegen de risico's en bijwerkingen’ (Parool, 2015). Twee studenten merkten op dat hun studiegenoten zich vaak schuldig maakten aan het gebruik van Ritalin. Mucahit Yalaniz, geneeskundestudent en David Lo Dico, student bedrijfskunde bedachten daarom Braincaps. Braincaps is een capsule met voornamelijk een hoge concentratie cafeïne die ervoor zorgt dat je je beter zou kunnen concentreren. Deze pillen zouden het studeren moeten bevorderen. De bedenkers van dit pilletje gaven aan dat ze zagen dat studenten om hun heen iets zochten om de concentratie te bevorderen, alleen koffie was vaak niet sterk genoeg en Ritalin ging sommige studenten te ver. Vandaar dat Braincaps werd bedacht. Dit is niet de eerste keer dat studenten zo’n studeerpil bedenken. In 2015 bedachten twee studenten uit Utrecht een soortgelijke pil, de Study Buddy. Ze deden wat internetonderzoek en probeerden verschillende voedingssupplementen uit, totdat ze de perfecte combinatie hadden gevonden. De studenten zijn inmiddels afgestudeerd en kunnen van hun zelfgemaakte pil leven (NOS, 2016). Wat doen deze pillen nou eigenlijk en wat heeft het voor invloed op ons brein? De Radboud Universiteit heeft het effect van Ritalin op de hersenen onderzocht op studenten die geen ADHD hebben. Roshan Cools, hoogleraar cognitieve neuropsychiatrie gaf aan dat dit onderzoek hard nodig was. Tegenwoordig gebruiken steeds meer mensen zonder ADHD deze medicijnen. Uit het onderzoek bleek dat Ritalin bij sommige mensen werkt en dat anderen juist slechter erdoor presteren. Het team van Cools wil nu achterhalen welke hersenmechanismen hiervoor zorgen (NOS, 2015).

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Over de effecten van Ritalin is al redelijk veel bekend, maar wat moeten we met al die zelfgemaakte ‘wonderpillen’? Zijn ze schadelijk? De woordvoerder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gaf aan dat producenten toegestaan zijn voedingssupplementen uit te brengen als hij zich daarbij aan de regels voor supplementen houdt. De NWA test een product pas als er aanleiding toe is. De woordvoerder gaf wel een advies mee: ‘’als je gevarieerd eet, heb je geen voedingssupplementen nodig. Behalve als je in een bepaalde groep valt, zoals zwangere vrouwen en kleine kinderen." Directeur van de dopingautoriteit Herman Ram adviseert studenten om verstandig hiermee om te gaan. Slik bijvoorbeeld niet zomaar pillen, vooral niet als je niet weet wat erin zit (NOS, 2016). Mocht je het soort student zijn wat snel met zijn gedachten afdwaalt tijdens het studeren dan is een kop espresso een alternatief. Hoogleraar Riedel heeft onderzoek gedaan naar de effecten van koffie en toonde aan dat een sterke kop koffie het concentratievermogen positief beïnvloedt. Let wel op: drie bakken koffie in een korte tijd kan de positieve effecten op het werkgeheugen tenietdoen. In dit geval geldt de alom oude regel: geniet, maar met mate!

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Post-vakantiedip

Iedereen kent het wel, je hebt een heerlijke lange zomer gehad en dan moet je in september weer naar college toe, je werkgroepen beginnen weer en docenten praten over tentamens. Je kan dan zo in een dip raken. Hoe zou dat werken als je dysthymie hebt? Raak je dan heel diep in een dip? Of blijf je langer hangen in die dip? Een dysthymie is een depressieve stemming die minstens twee jaar duurt, maar niet altijd even sterk aanwezig is (Fonds Psychische Gezondheid, 2016). Het verschil tussen dysthymie en depressie is dat bij een dysthymie de symptomen zich minder vaak voordoen dan bij depressie. Daarnaast zijn deze verschijnselen vaak ook minder intens. Die periode na de vakantie is wel een tijd waarin mensen met dysthymie gevoeliger kunnen zijn voor die post-vakantiedip. Deze dip kan dan vervallen in een periode van depressie. In de blog van Anne (Zonneharp) schrijft zij over haar ervaringen met dysthymie en probeert uit al haar ervaringen positieve energie te halen. Daarnaast geeft zij tips over situaties waar zij zelf moeilijkheden ervaart. Anne geeft de volgende tips om ervoor te zorgen dat je vrolijk fluitend je studie weer oppakt na de vakantie. 1. Laat de boel nog even de boel. De was hoeft niet meteen gedaan te worden. Koken kan ook nog even wachten, ga nog een dagje uit eten of maak het jezelf makkelijk. En schoonmaken… Gewoon nog even niet. 2. Houd het vakantiegevoel vast. Dat de vakantie voorbij is, betekent niet dat je terug moet naar de dagelijkse sleur. Het eten hoeft niet stipt om 18.00 uur op tafel te staan. Blijf lekker naar buiten gaan, ook als het kouder wordt. Een terrasje pakken kan prima doordeweeks en maak je weekenden tot korte vakanties. Sta op wanneer jij wil, haal versgebakken broodjes bij de bakker, neem op je gemak een kopje koffie. Doe zoveel mogelijk van de dingen die je op vakantie een goed gevoel gaven. 3. Zorg voor een geleidelijke overgang. Vraag niet van jezelf om meteen de knop om te zetten en als een malle aan het werk te gaan. Het is verleidelijk om dit wel te doen. Zo gaat dat althans vaak bij mij. In de vakantie maak ik veel plannen voor hoe ik allerlei zaken wil aanpakken na de vakantie. Maar vaak zijn die plannen iets te enthousiast en kan ik beter rustig aan beginnen. Ik bedoel niet dat je allerlei belangrijke zaken zolang mogelijk moet uitstellen, maar dat je je werkzaamheden één voor één oppakt. Ik begin met sommige dingen juist vroeger (ik maak mijn vakantie korter), zodat niet alles in één keer weer begint. Zo begint volgende week pas het muziekseizoen weer, ik ben nu al weer aan het oefenen, zodat ik al een klein beetje conditie kan opbouwen. 4. Doe iets met je vakantieherinneringen. De vakantie is voorbij, maar niet getreurd, je hebt een schat aan mooie herinneringen om uit te putten. Als je actief bezig gaat met je vakantieherinneringen heb je altijd iets om naar terug te kijken wanneer je het moeilijk hebt. Maak een fotoboek of een reisfilm, leer je favoriete exotische gerechten klaarmaken, kijk een film die is opgenomen in de stad waar jij bent geweest, verdiep je nog meer in een onderwerp dat tijdens de vakantie je interesse trok, enzovoort. 5. Plan leuke uitjes voor de nabije toekomst. De kans is groot dat het eventjes gaat duren voordat je weer echt vakantie hebt. Zorg ervoor dat je de periode overbrugt met leuke uitjes. Als je steeds iets (kleins) hebt om naar uit te kijken, dan is de kans op een dip een stuk kleiner. 6. Fantaseer over je volgende vakantie. Ga lekker dagdromen. Maak het zo realistisch of onrealistisch

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

als je zelf wil. Ik vind het fijn om lukraak te fantaseren over allerlei bijzondere ervaringen en bestemmingen. Ik maak het nog niet concreet, want dan komt er bij mij altijd een stukje angst bij. Dan ga ik beren op de weg zien en dat is zonde. Ik wil nog even lekker zweven. Misschien ben jij iemand die het liefst meteen je volgende reis boekt. De voorpret is zo leuk! Nou, waar wacht je nog op? 7. Als deze tips niet (voldoende) hebben geholpen en je beland toch in een dip, accepteer dan je gevoelens. Je dip duurt het kortst wanneer je het aanvaardt. Het is niet anders, helaas pindakaas. Blijf aardig voor jezelf en voor je het weet gaat alles weer z’n gangetje. Ik weet van mezelf dat de dip er toch wel komt en daar heb ik vrede mee. Het is van tijdelijke aard, het komt wel goed. Deze tips kunnen jou als student, eventueel met een post-vakantiedip, misschien wel aan het denken zetten en de positieve dingen laten realiseren. Het is eigenlijk best wel weer heel leuk om iedereen weer te zien en weer aan de slag te gaan voor die droombaan als psycholoog!

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Het belang van nevenactiviteiten

Door de toegenomen studiedruk neemt de gemiddelde student minder tijd voor stages, commissiewerk en buitenlandse trips. Dat terwijl de Landelijke Kamer van Verenigingen recentelijk een onderzoek heeft gepubliceerd waaruit naar voren kwam dat activiteiten naast de studie steeds zwaarder wegen bij de beoordeling van sollicitanten (lkvv.nl, 2016). Als psychologiestudent ben je niet alleen. Op dit moment telt Nederland zo’n 22.000 psychologiestudenten die na hun studie allemaal zo snel mogelijk aan de slag willen. Om je te onderscheiden van die enorme groep, is het dus goed om je te onderscheiden door middel van nevenactiviteiten! Veel studenten beginnen pas in de laatste fase van hun studie na te denken over hun loopbaan. Ze onderschatten de meerwaarde van nevenactiviteiten, die juist als ontzettend belangrijk gezien worden. Werkgevers stellen het op prijs als studenten naast het hun studie hun blikveld verbreden. Als je je cv wilt oppoetsen, moet je wel scherp zijn. “Het is goed als studenten zich naast hun studie ontwikkelen”, zegt talentscout Jill Groot van Regio Talent. “Nevenactiviteiten moeten alleen wel relevant zijn. Ze moeten passen bij je ambities en interesses, anders heeft het weinig meerwaarde voor werkgevers” (ING, 2014). Hoe ga jij jezelf onderscheiden van de 22.000 andere psychologiestudenten op de arbeidsmarkt? Wil jij investeren in je eigen ontwikkeling en jouw professionele vaardigheden naar een hoger niveau tillen? Op dit moment staan er verschillende vacatures open bij SPS-NIP. Zo kun je bijvoorbeeld aan de slag als student binnen een sectie of kun je actief worden in een Commissie. Ook kun je praktijkervaring opdoen tijdens een stage uit onze Stagebank. Student in Sectie Als Student in Sectie ben je actief binnen een sectiebestuur van het NIP. Een sectie bestaat uit psychologen die actief zijn binnen een specifiek werkveld. Ze vergaderen maandelijks en organiseren workshops, symposia en studiedagen. Als student kun je in zo’n sectie plaatsnemen, mensen uit het werkveld ontmoeten en je netwerk uitbreiden. Binnen een sectie vertegenwoordig je de stem van de student. Jij houdt de professionals zo op de hoogte van wat er leeft onder studenten en behartigt hun belangen. Op dit moment staan er vacatures van verschillende secties open, onder andere bij jeugdzorg, interculturalisatie en neurofeedback. Dus wil jij aan je toekomst bouwen en een stapje voor hebben op de rest van de vele psychologie studenten? Kijk dan snel op de website! Actief in een Commissie De Actieve Leden binnen Commissies van SPS-NIP zetten zich in om relevante en toekomstgerichte activiteiten te organiseren. Gedurende een commissiejaar kun je jezelf verder ontwikkelen en leer je samenwerken met een hecht team gemotiveerde studenten uit heel Nederland. De Commissies zijn niet alleen nationaal, maar ook internationaal gericht. Zo staan er nu vacatures open voor de Uitwisselingscommissie en voor EFPSA-NL, beide op internationaal niveau. Kijk snel op de website voor de vacatures of voor meer informatie over de Commissies.

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Stagebank Tijdens de bachelor fase van je psychologiestudie wordt er veel aandacht gericht op theorie en weinig op praktijk. Pas tijdens je master moet je op zoek naar een verplichte stageplek om de studiepunten binnen te halen, een zoektocht die voor studenten vaak als lastig wordt gezien. In de Stagebank van SPS-NIP zijn ook meeloopstages te vinden die te combineren zijn met je bachelor, waardoor je alvast wat praktijkervaring kunt opdoen. Dat kan de zoektocht naar een geschikte masterstage en vervolgens naar een werkplek ook een stuk makkelijker maken! Gusta Timmermans, manager recruitment bij ING: “Met een goede stage kun je jezelf onder de aandacht brengen bij een werkgever.” (ING: 2014). Praktijkervaring kun je ook opdoen door middel van het doen van vrijwilligerswerk. Kijk daarvoor gerust eens op onze vrijwilligerslijst. SPS-NIP probeert de brug tussen studenten en het werkveld te verkleinen en probeert studenten dus ook de mogelijkheid te bieden om nevenactiviteiten aan hun cv toe te voegen. Naast het feit dat je jezelf kan ontwikkelen door Actief Lid te worden bij SPS-NIP, kan je ook je kennis verbreden door middel van het bijwonen van extra curriculaire lezingen, excursies en interessante netwerkactiviteiten. Als lid van SPS-NIP kun je van al deze diensten gebruik maken. Kijk vooral eens op de website en zet een stap voorruit, met SPS-NIP!

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Boek van de maand: DSM-5 Oefenboek

Als aankomend psycholoog is het belangrijk om te weten welke stoornissen er allemaal bestaan.

Welk gedrag past bij welke diagnose en welke stoornissen komen vaak samen, ook wel “comorbide”

genoemd, voor? Om dit te weten te komen, moeten patiënten gediagnosticeerd worden. In de

praktijk wordt dit vaak gedaan met behulp van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental

Disorders (DSM). Ondertussen zijn er al meerdere versies uitgebracht van dit boek en tegenwoordig

wordt er gebruik gemaakt van de DSM-5. Echter, wat houdt de DSM-5 nu precies in en hoe verschilt

deze van zijn voorganger?

De DSM is een handboek van psychiatrische aandoeningen die door de American Psychiatric

Association (APA) gemaakt en uitgegeven is (GGZtotaal). De eerst DSM is in 1952 verschenen en de

laatste DSM, de DSM-5, is in 2013 Engelstalig uitgekomen en in 2014 Nederlandstalig verschenen. De

DSM was oorspronkelijk opgesteld om een eenheid te creëren in de vele interpretaties van

diagnoses. Voordat je als psycholoog een bepaalde stoornis kan behandelen, moet je eerst weten

wat de betreffende stoornis is. Hoe doe je dit echter als iedereen een eigen interpretatie van

bijvoorbeeld een depressie heeft? Dit is onmogelijk. Er was veel discussie gaande betreft de

omschrijving van de verschillende ziektebeelden. Om deze reden werd het handboek opgesteld

(GGZtotaal; Wikipedia).

De DSM-5 is dus nog niet zo lang op de markt en iedereen is bezig om de nieuwste versie van de DSM

te gaan gebruiken in plaats van zijn voorganger. Op universiteiten wordt er al wel gebruik gemaakt

van de DSM-5, maar in de praktijk is dit nog niet overal het geval. Het zorgstelsel is namelijk nog

gebaseerd op de DSM-IV. Dit maakt het moeilijk om een classificatie, die aan de hand van de DSM-5

gemaakt is, aan de zorgverzekeraars door te geven. Minister Schippers heeft een brief geschreven

waarin naar voren komt dat vanaf 1 januari 2017 alle verzekerde uitspraken van geneeskundige GGZ

door het Zorginstituut gedaan zullen worden aan de hand van de DSM-5. Hierdoor zal de DSM-5

leidend worden in gebruik in de klinische praktijk. De DSM-5 classificaties zullen worden vertaald

naar DSM-IV classificaties via een conversietabel (GGZtotaal, 2016).

De nieuwe versie van de DSM heeft natuurlijk veranderingen met zich meegebracht en het is van

belang te weten wat deze veranderingen zijn. Zo wordt er in de DSM-5 geen gebruik meer gemaakt

van het assenstelsel, maar is deze versie opgedeeld in drie secties. De eerste sectie geeft uitleg over

de gebruikte indeling, de tweede sectie bevat 20 hoofdcategorieën, zoals ‘bipolaire en gerelateerde

stoornissen’ en de derde sectie omvat classificaties die (nog) niet zijn opgenomen in sectie 2. In deze

sectie staat bijvoorbeeld de internet gaming disorder. Ook wordt er bij elke diagnose nagegaan wat

de ‘instandhoudende factoren’ zijn. Zoals de naam al zegt, zijn dit factoren die een bepaalde stoornis

in stand houden. Dit kan bijvoorbeeld een leefomgeving zijn of iemands persoonlijkheid. Ook zou het

mogelijk een comorbide stoornis kunnen zijn (GGZtotaal).

Sectie Psychologie Studenten van het Nederlands Instituut van Psychologen

Aangezien het moeilijk kan zijn om de overstap te maken in het gebruik van de DSM-IV naar de DSM-

5, is er een DSM-5 oefenboek ontwikkelt. Deze bevat bijna vijfhonderd meerkeuzevragen die gaan

over het gebruik van de DSM-5 en over hoe je de classificatiecriteria behoort toe te passen. Dit boek

zorgt ervoor dat je per domein kan oefenen in het classificeren en inzicht kan krijgen in hoe deze

verschilt ten opzichte van de DSM-IV.

Zou jij graag willen oefenen met het classificeren van stoornissen? Of wil jij graag meer inzicht krijgen

in hoe de DSM-5 werkt en hoe het verschilt van zijn voorganger? Als SPS-NIP lid kan jij kans maken op

dit oefenboek! Stuur je motivatie naar secretaris@spsnip.nl voor 30 september en maak kans op een

gratis exemplaar van het DSM-5: Oefenboek. Heb je niet gewonnen? Dan kan je hem ook kopen op

de site van Boom psychologie.