Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

28
Pagina Verwerven van de basiswoordenschat OP SCHOOL ÉN THUIS Van: Marjoleine Rijnders Mailadres: [email protected] Studentennummer: 489452 Afstudeergroep: D5 SLB’ er: Hans Ramsoedh Stageschool: Dr. Aletta Jacobsschool Stagegroep: Groep 1 & 2 Stagebegeleider: Paul Freriks Mailadres: [email protected]

description

 

Transcript of Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Page 1: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Verwerven van de

basiswoordenschat

OP SCHOOL ÉN THUIS

Van: Marjoleine Rijnders

Mailadres: [email protected]

Studentennummer: 489452

Afstudeergroep: D5

SLB’ er: Hans Ramsoedh

Stageschool: Dr. Aletta Jacobsschool

Stagegroep: Groep 1 & 2

Stagebegeleider: Paul Freriks

Mailadres: [email protected]

Page 2: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Voorwoord

Mijn naam is Marjoleine Rijnders en met trots presenteer ik u hier mijn afstudeeronderzoek. Mijn

onderzoek richt zich op de woordenschatmethode LOGO 3000. De vraag vanuit de Dr. Alletta

Jcobsschool aan mij was om te kijken op wat voor manier ze ouders bij de woordenschatmethode

LOGO 3000 kunnen betrekken om de woordenschat van de kinderen te automatiseren en te

vergroten. Zelf heb ik tijdens mijn LIO intensief gewerkt met de woordenschatmethode LOGO

3000. Bijna iedere dag kregen de kinderen nieuwe woordclusters aangeleerd. Wat mij al meteen

opviel is dat er te weinig tijd is voor kinderen om intensiever bezig te zijn met de clusters. Aan het

einde van de week werden de aangeboden woordclusters nog een keer herhaald en verdwenen ze

weer uit de klas. Voor vele kinderen is het belangrijk om thuis ook te oefenen met de methode

omdat er op school voor hen te weinig tijd is om de woorden goed te automatiseren.

Mijn onderzoek zal een adviserend onderzoek worden met bevindingen van een school waar ze al

wel samenwerken met ouders en de woordenschatmethode LOGO 3000. Helaas kan ik, door

omstandigheden, het onderzoek niet uitvoeren maar kan ik dit wel overdragen aan de leerkrachten

zodat zij er wel mee aan de slag kunnen.

Ik neem u mee in de stappen die ik genomen heb om tot een adviserend onderzoek te komen voor

de Dr. Aletta Jacobsschool. Ik hoop dat u net zo enthousiast zult zijn als ik, de school en de

leerkrachten om zo te werk te gaan om de woordenschat van de kinderen intensiever te

automatiseren.

Graag wil ik een aantal mensen bedanken die mij geholpen en gesteund hebben tijdens mijn

onderzoek:

De Dr. Aletta Jacobsschool

Marijn van der Hidde (Ib’er van de Dr. Aletta Jacobsschool)

Harry Overmeijer (mijn begeleider van het onderzoek)

Page 3: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Samenvatting van het onderzoek

Ik heb onderzoek gedaan naar het inzetten van ouders bij de woordenschatmethode LOGO 3000.

Na de gekregen probleemvraag vanuit de desbetreffende leerkrachten van de Dr. Aletta

Jacobsschool heb ik een hoofdvraag bedacht die aan het einde van mijn onderzoek een goed

antwoord zou kunnen geven op de vraag vanuit de Dr. Aletta Jacobsschool. De hoofdvraag zoals hij

beschreven staat in het onderzoek is:

Wordt door in aanvulling op de lessen op de basisschool in de groepen 1 en 2 de ouders thuis met

hun kind te laten oefenen met het daarvoor bestemde materiaal van de woordenschatmethode

LOGO 3000 de woordenschat van de taalzwakke kinderen sneller uitgebreid?

De leerkrachten werken nu alleen op school met de woordenschatmethode LOGO 3000 maar

merken dat bij de taalzwakke kinderen de woordenschat lager blijft dan het landelijke gemiddelde.

Nu willen ze ouders gaan inzetten om ook thuis aan de slag te gaan met de woordenschatmethode

LOGO 3000 maar weten eigenlijk niet goed hoe ze dit kunnen aanpakken en wat de ervaringen zijn

van andere LOGO 3000 gebruikers.

In de conclusie en aanbeveling van dit onderzoek geef ik een gericht advies aan de desbetreffende

leerkrachten van de Dr. Aletta Jacobsschool met gebruik van de theorie, praktijk, het interview en

de bedenkers van de woordenschatmethode LOGO 3000.

Page 4: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Inhoudsopgave

Voorwoord ......................................................................................................................................................... 2

Samenvatting van het onderzoek ...................................................................................................................... 3

1. Probleemstelling ............................................................................................................................................ 5

1.1 Onderzoeksdoel ....................................................................................................................................... 5

2. Probleemverkenning ..................................................................................................................................... 6

3. Onderzoeksvragen ......................................................................................................................................... 8

3.1 Onderzoeksvraag ..................................................................................................................................... 8

3.2 Deelvragen ............................................................................................................................................... 8

3.3 Hypothese ................................................................................................................................................ 8

4. Onderzoeksopzet ........................................................................................................................................... 9

4. 1 Dataverzameling ..................................................................................................................................... 9

4.2 Onderzoeksinstrumenten ........................................................................................................................ 9

4.3 Onderzoeksgroep .................................................................................................................................. 10

4.4 Data- analyse en ethiek ......................................................................................................................... 10

5. Uitvoering dataverzameling en –analyse .................................................................................................... 11

6. Resultaten .................................................................................................................................................... 12

6.1 Resultaten van de vragenronde aan de desbetreffende leerkrachten ................................................. 12

6.2 Resultaten van de woordenschat toets ................................................................................................. 12

6.3 Resultaten van de observatie ................................................................................................................ 12

6.4 Resultaten van het afgenomen interview ............................................................................................. 12

6.5 Resultaten van de bedenkers van LOGO 3000 ...................................................................................... 13

7.Conclusie....................................................................................................................................................... 14

7.1 Conclusie onderzoeksvraag ................................................................................................................... 14

8. Discussie ...................................................................................................................................................... 15

8.1 Aanbeveling ........................................................................................................................................... 15

9. Literatuurlijst ............................................................................................................................................... 16

Bijlage I: ........................................................................................................................................................... 17

9A: Formulier voor de go / no go bij het onderzoeksvoorstel ................................................ 17

Bijlage II: .......................................................................................................................................................... 20

Feedforward onderzoeksplan 2014-2015 .................................................................................................. 20

Ontvankelijkheidseisen: ............................................................................................................................. 20

Bijlage III: ......................................................................................................................................................... 25

Bijlage IV: ......................................................................................................................................................... 25

Bijlage V: .......................................................................................................................................................... 25

Bijlage VI: ......................................................................................................................................................... 27 Met opmerkingen [OH1]: Geef de bijlagen die bij je onderzoek

horen ook een titel

Page 5: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

1. Probleemstelling

In mijn laatste stage wil ik een bijdrage leveren aan de woordenschat ontwikkeling van het jonge

kind. De samenwerking en betrokkenheid van ouders zijn juist voor jonge kinderen heel erg

belangrijk. Op de school waar ik mijn LIO loop is er een groot verschil tussen de sociaal-culturele

achtergrond en het opleidingsniveau van de ouders zoals dit aangegeven is vanuit de school.

Daarom is het ook een VVE school. De kinderen die op school binnenkomen hebben vaak een

beperkte woordenschat vanuit huis meegekregen. De woordenschat is echter een belangrijke basis

voor schoolsucces Daarom is het heel erg belangrijk om al bij de kleuters de woordenschat uit te

breiden om problemen in de hogere groepen zoveel mogelijk te beperken.

In het schooljaar 2012- 2013 zijn de leerkrachten in de kleuterklassen begonnen met een

woordenschatmethode gebaseerd op Met woorden in de weer, genaamd LOGO 3000. De school

heeft deze methode aangeboden gekregen omdat ze een VVE school is. De leerkrachten hebben er

scholing in gehad om de methode op een juiste manier aan te kunnen bieden aan de kinderen.

LOGO 3000 heeft, in vergelijking met Met Woorden in de Weer, dat er ook de mogelijkheid bestaat

om ouders bij de methode te betrekken. De vraag vanuit de school is op welke manier

moeten/kunnen ze de ouders betrekken, welke doelgroep van ouders en wat zou een effectieve

manier zijn om de woordenschatontwikkeling van de leerlingen te verbeteren door het inzetten van

ouders? Met LOGO 3000 en de samenwerking van ouders zou de woordenschatontwikkeling van

kinderen meer uitgebreid kunnen worden om daarmee de kans op schoolsucces bij deze kinderen te

vergroten. Als een kind vaak niet begrijpt wat er bedoeld wordt zal dit ook niet ten goede komen

aan de prestaties op school en thuis. De vraag vanuit de school aan mij is dan ook hoe zij ouders op

een effectieve manier zouden kunnen betrekken bij de woordenschatontwikkeling van hun kinderen.

Het is belangrijk dat er in groep 1, 2 en 3 al gewerkt wordt aan de uitbreiding van de woordenschat,

zodat de kinderen in de gehele schoolloopbaan profijt hebben van een bredere

woordenschatontwikkeling.

Als je bij de kleuters al werkt aan de bevordering van de woordenschatontwikkeling dan hebben

zowel de leerkrachten als de kinderen hier veel baat bij gedurende de gehele schoolloopbaan.

Voor mij een mooie uitdaging om in de praktijk te onderzoeken op welke wijze ondersteunend

gedrag van ouders een bijdrage kan leveren aan de woordenschatontwikkeling van hun kinderen.

Mijn focus ligt dus op de bevordering van de woordenschat met behulp van ouders.

1.1 Onderzoeksdoel

Zonder een onderzoeksdoel kun je, in mijn ogen, geen goed onderzoek doen. Daarom heb ik

hieronder mijn onderzoeksdoel beschreven.

Met mijn onderzoek wil ik de school concrete handvatten bieden om ouders te betrekken bij de

woordenschatontwikkeling van hun kinderen.

Mijn onderzoek zal vooral een adviserend onderzoek worden voor de leerkrachten die werken met

de woordenschatmethode LOGO3000.

In het tweede hoofdstuk staat de probleemverkenning centraal. Hierin komen alle theoretische

aspecten aan bod die relevant zijn voor mijn onderzoek. Hieruit zijn er deelvragen opgesteld die

uiteindelijk leiden naar de onderzoeksvraag. De onderzoeksvragen zijn in hoofdstuk drie terug te

lezen. In hoofdstuk vier staat de opzet vermeld van mijn onderzoek en in het vijfde hoofdstuk de

uitvoering van de dataverzameling en –analyse. De resultaten van het onderzoek zijn terug te lezen

in hoofdstuk zes en de conclusie in hoofdstuk zeven. In het achtste hoofdstuk komt de discussie

naar voren met een aanbeveling voor vervolgonderzoek op de Dr. Aletta Jacobsschool te Arnhem.

De gebruikte bronnen staan vermeld in hoofdstuk negen. En in de bijlagen, die in hoofdstuk tien

staan vermeld, kunt u de overige informatie vinden.

Met opmerkingen [OH2]: even de afkorting VVE uitleggen en

uitleggen wat een VVE school doet. Dus wat je een paar blz.

verderop zegt, naar voren halen.

Page 6: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

2. Probleemverkenning

LOGO 3000 is voor mij ook een nieuwe methode. De methode is ontworpen door Marianne

Verhallen en Dirkje van den Nulft. Het is een product gebaseerd op de methode Met woorden in de

weer. LOGO 3000 biedt leerkrachten en pedagogische medewerkers handvatten om

woordenschatuitbreiding als een routine in te zetten in je groep. Het instituut ITTA van de

Universiteit van Amsterdam

heeft in opdracht van de gemeente Amsterdam een lijst van woorden samengesteld die samen de

basiswoordenschat vormen: de Basiswoordenlijst Amsterdam Kleuters (BAK), 3000 woorden die

kleuters aan het eind van groep 2 in ieder geval zouden moeten kennen. Deze lijst is gemaakt op

basis van overzichten van de meest gebruikte woorden en woordenlijsten van bestaande peuter- en

kleutermethodes en ‘les’ materiaal van de onderbouw. De materialen uit de methode maken het

mogelijk om dat op een efficiënte en effectieve manier voor elkaar te krijgen. LOGO 3000 geeft

extra resultaat als ook de ouders van de kinderen bereid zijn om zich thuis in te zetten voor het

vergroten van de woordenschat van hun kinderen zoals ze dit beschrijven op hun website. Volgens

Huizenga & Robbe (2009) heeft woordenschat de laatste jaren meer aandacht gekregen in het

taalonderwijs. Dit komt door de toename van – allochtone – kinderen met een niet- Nederlandse

thuistaal. Bij dit domein gaat het niet alleen om het aanleren van de betekenis van nieuwe woorden,

maar ook om bepaalde uitdrukkingen, zegswijzen en spreekwoorden. Woordenschat is het

taaldomein waarin het werven van woordvormen en woordbetekenissen centraal staat. Een

uitgebreide woordenschat is namelijk een belangrijke basis voor schoolsucces. De nieuwe kennis

kan gekoppeld worden aan al bestaande kennis. Niet alleen bij Nederlands, maar bij alle vakken op

school.

Viertakt is een veel gebruikt didactisch model (Van den Nulft & Verhallen, 2001), dat de principes

van interactief taalonderwijs volgt. De vier didactische stappen van dit model zijn:

1. Voorbewerken: Je laat kinderen kennis maken met (nieuwe) woorden. Dit doe je door kinderen te

motiveren. Je moet de kinderen meteen weten te boeien. Dit kun je het beste doen met een pakkend

begin om zo meer kinderen gemotiveerd te laten raken. Ook kun je erachter komen wat een kind al

weet van een woord door vragen te stellen en door te vragen. Het gaat om het actualiseren van de

voorkennis. Kinderen onthouden woorden beter als ze die kunnen plaatsen in hun betekenisnetwerk.

Je moet de aan te leren woorden in een duidelijke context plaatsen.

2. Semantiseren: Je gaat hier de betekenis van de aan te leren woorden uitleggen. De drie uitjes

‘uitbeelden’, ‘uitleggen’ en ‘uitbreiden’ zijn de basisprincipes voor het semantiseren van woorden.

Uitbeelden: je probeert de betekenis van een woord zoveel mogelijk zichtbaar te maken oftewel

non-verbale semantisering. Uitleggen: Hierbij maak je gebruik van materialen om de betekenis van

een woord over te dragen. Uitbreiden: Je leert ook de betekenis van de verwante woorden aan.

3. Consolideren: Je gaat nu de aangeleerde woorden met de kinderen inoefenen en zorgen dat de

betekenis van de woorden erin geslepen wordt. Een woord moet minimaal zeven keer in

verschillende contexten worden aangeboden, wil het in het geheugen worden opgenomen. Je moet

net zolang doorgaan met consolideren totdat kinderen het woord kennen. Je kunt voor het

consolideren verschillende werkvormen gebruiken. Het moet voor de kinderen zo speels en

uitdagend mogelijk blijven. Je moet een woord in diverse contexten aan de orde laten komen

daarom is het belangrijk dat je op zoek gaat naar verschillende mogelijkheden voor het

consolideren.

4. Controleren: In de laatste fase ga je na of de kinderen de woorden die je hebt aangeleerd

begrijpen en kunnen toepassen. Je kunt kinderen kleine opdrachten geven om erachter te komen of

ze zich de woorden hebben eigen gemaakt. Je kunt ook een toets afnemen of kinderen elkaar laten

controleren. Het controleren van woorden moet je altijd relateren aan je doelstellingen. Controleer

Met opmerkingen [OH3]: mag weg

Met opmerkingen [OH4]: laat de woorden van de zin

doorlopen op dezelfde regel

Met opmerkingen [OH5]: 1)begin hier een nieuwe alinea.

2) Geef iets meer achtergrond. Bijv. Verhallen en Van den Nulft

hebben eerder de didactiek voor woordenschatonderwijs Viertakt

bedacht. Die didactische aanpak gebruiken ze ook in Logo 3000.

Page 7: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

ook op een later moment en niet direct na het aanleren van de woorden. Kinderen kunnen woorden

namelijk ook weer vergeten.

De viertakt wordt iedere keer gebruikt bij het aanleren van nieuwe woorden. De ouders zullen bij

het aanleren van de nieuwe woorden ook op de hoogte moeten worden gebracht van de viertakt.

Lusse (2011) meent dat ouderbetrokkenheid een containerbegrip is. In haar proefschrift geeft ze aan

dat men bij dit begrip drie verschillende aspecten kan bedoelen. Allereerst verwijst men met dit

begrip vaak naar onderwijsondersteunend gedrag van ouders binnen het gezin, de communicatie

tussen school en ouders en ouderparticipatie binnen formele en informele activiteiten in de school.

Omdat er een groot verschil in de sociaal-culturele achtergrond en het opleidingsniveau van de

ouders is, moet ik gaan kijken hoe wij juist die ouders kunnen betrekken bij de

woordenschatmethode. Ouders bij wie Nederlands de tweede taal is. Een aantal ouders spreekt

gebrekkig Nederlands en voor die ouders is het heel erg moeilijk om de woorden te gaan aanleren

als ze zelf niet weten wat de woorden betekenen.

De school biedt Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Het is onderwijs voor kleuters met een

taalachterstand. LOGO 3000 zorgt ervoor dat kinderen op een speelse manier hun taalachterstand

kunnen inhalen. Dit is ook het doel van een VVE school: ervoor zorgen dat kinderen een goede start

kunnen maken in het basisonderwijs. De rol van ouders is groter dan de rol van wie dan ook als het

gaat om jonge kinderen. Als het gaat om kinderen in achterstandsituaties (de VVE-doelgroep) blijkt

dat er een groot verschil is tussen hoger- en laagopgeleide ouders. Laagopgeleide ouders praten

over het algemeen veel minder met kinderen, en ook de manier waarop met kinderen gepraat wordt

verschilt. Kinderen leren veel op de VVE-locaties zoals de Aletta Jacobsschool, maar de lijn naar

thuis wordt niet of nauwelijks doorgetrokken. Kinderen brengen veel meer tijd thuis door dan op

school. Veel laagopgeleide ouders weten niet hoe belangrijk hun rol is en missen daarin kennis en

vaardigheden om hun kind op een goede manier thuis te stimuleren. Daarom is het belangrijk dat de

Aletta Jacobsschool de ouders effectief moet gaan helpen om dit mogelijk te maken.

Met het educatief partnerschap wil ik ouders betrekken bij het leerproces van hun kinderen.

Educatief partnerschap, waarin betrokkenen (ouders, leerkrachten en directie) elkaar wederzijds

ondersteunen en waarin ze hun bijdrage zoveel mogelijk afstemmen met als doel het leren, de

motivatie en de ontwikkeling van de kleuters te bevorderen. Dus niet alleen hand- en spandiensten

als de school mensen te kort komt, maar het leren van school gaat thuis door. De school heeft de

vraag bij mij neergelegd om te kijken hoe ze ouders erbij kunnen betrekken om de woordenschat te

kunnen vergroten. Dankzij het inzetten van ouders hoopt de school dat de woordenschat verbeterd

wordt.

LOGO 3000 geeft extra resultaat als ook de ouders van de taalzwakke kinderen bereid zijn om zich

thuis in te zetten voor het vergroten van de woordenschat van hun kinderen. De kinderen kunnen

hiervoor materialen van school mee naar huis nemen waarin de woorden die ze op school hebben

geleerd terugkomen. Het is hierbij wel belangrijk dat de ouders van de taalzwakke kinderen zelf de

taal wel begrijpen anders is het lastig om de woorden goed aan te leren als ouders zelf ook niet

weten wat het betekend.

Met opmerkingen [OH6]: Wat heb je gevonden over de rol van

ouders en ouderparticipatie in de theorie? Wat kun je van de

ouders verwachten? Wat is mogelijk, wat niet?

Page 8: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

3. Onderzoeksvragen

Als aankomend leerkracht ga ik onderzoek doen om mezelf te professionaliseren, zodat ik mijn

onderwijs kan verbeteren. Ook wil ik met mijn onderzoek een bijdrage leveren aan het oplossen van

het ‘praktijkprobleem’ binnen mijn stageschool en hun handvatten meegeven om ouders te kunnen

betrekken bij LOGO 30000. Om dit te realiseren heb ik mijn onderzoekvraag afgestemd op het

onderzoeksdoel. Ik ben dan ook tot de volgende onderzoeksvraag gekomen. Uit de probleemstelling

en –verkenning is gebleken dat de leerkrachten in groep 1 en 2 op de Dr. Aletta Jacobsschool graag

de woordenschat willen vergroten met behulp van ouders. Om dit te onderzoeken, heb ik

verschillende deelvragen opgesteld die uiteindelijk antwoord zullen geven op mijn

onderzoeksvraag.

3.1 Onderzoeksvraag

Wordt door in aanvulling op de lessen op de basisschool in de groepen 1 en 2 de ouders thuis met

hun kind te laten oefenen met het daarvoor bestemde materiaal van de woordenschatmethode

LOGO 3000 de woordenschat van de taalzwakke kinderen sneller uitgebreid?

3.2 Deelvragen

Wat wordt er nu gescoord op de woordenschattoets bij taalzwakke kinderen?

Wat zijn de ervaringen van de Johannesschool waarbij de ouders ingezet worden bij de

woordenschatmethode LOG 3000?

Bereiken de taalzwakke kinderen nu vaker betere resultaten op het gebied van de woordenschat? .

Mijn advies d.m.v. het onderzoek aan de desbetreffende leerkrachten van de Dr. Aletta

Jacobsschool

3.3 Hypothese

Ik verwacht dat als ouders een bijdrage leveren aan de woordenschatmethode LOGO 3000 dat de

woordenschat van de taalzwakke kinderen vergroot wordt.

Page 9: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

4. Onderzoeksopzet

In mijn onderzoeksopzet beschrijf ik hoe ik antwoord ga geven op mijn onderzoeksvraag en de

daarbij behorende deelvragen. Hierbij maak ik gebruik van de volgende onderdelen:

4. 1 Dataverzameling

Ik ga gebruik maken van een kwalitatief onderzoek dit omdat ik een open onderzoeksvraag heb. Bij

een kwalitatief onderzoek gaat het vooral om het verkrijgen van inzichten en minder om harde

feiten. Hierbij maak ik gebruik van verschillende bronnen die ik ga verzamelen en gebruiken. Ik ga

bekijken wat de literatuur zegt over mijn onderwerp en wat ik vervolgens heb gezien/ervaren in de

praktijk om zo tot een goed einde te komen van mijn onderzoek en ik duidelijk handvatten kan

meegeven aan mijn stageschool.

De volgende informatie ga ik verzamelen:

- Welk materiaal voor thuisgebruik heeft LOGO 3000?

- Welk materiaal heeft mijn LIO school en wat voor ervaringen hebben ze daar al mee?(hoe

werken ze ermee?

- Wat hopen ze met dat aanvullend materiaal te bereiken? (IB’er vragen)

- Hoe kun je de ouders motiveren en begeleiden om thuis aan de slag te gaan met de

materialen van LOGO 3000?

- Hoe betrekken de twee geïnterviewde leerkracht ouders bij de woordenschatmethode

LOGO 3000?

- Wat zijn de ervaringen van ouders die werken met LOGO 3000?

Voor de dataverzameling maak ik allereerst gebruik van een vragenronde onder de desbetreffende

leerkrachten van de Dr. Aletta Jacobsschool. Hierbij wil ik graag gerichte vragen stellen om zo de

leerkrachten een beter advies te kunnen geven aan het einde van mijn onderzoek. Met de uitkomst

van de vragenronde ga ik interviewvragen opstellen. Het interview dat ik ga afnemen, op een school

waar ze al wel samenwerken met ouders om de woordenschat te vergroten, de interviewen gaan mij

hopelijk meer duidelijkheid geven om antwoord te geven op mijn onderzoeksvraag.

4.2 Onderzoeksinstrumenten

Tijdens mijn onderzoek maak ik gebruik van verschillende onderzoeksinstrumenten, zoals:

Vragenronde:

Om een nog beter beeld te krijgen van waar de desbetreffende leerkrachten tegenaan lopen, ga ik

met deze leerkrachten om de tafel om na te gaan welke materialen de school heeft en hoe dit ingezet

wordt Aan de hand van deze uitkomsten kan ik gerichtere vragen gaan bedenken voor het interview.

Analyseren van de woordenschattoets gegevens:

Ik wil graag bekijken wat de uitkomsten van de woordenschattoets zijn zonder de hulp van ouders.

Zo kan ik deze straks gaan vergelijken met de school waarbij wel ouders ingezet worden met als

doel kijken of er een verschil in resultaten te zien is.

Met opmerkingen [OH7]: je onderzoek is onderbroken

geweest; je moet ook beschrijven wat je op de A. Jacobs onderzocht

hebt en wat op de Johannes

Met opmerkingen [OH8]: Splits het op in Dataverzameling 1

(A.Jacobs) en Dataverzameling 2 (Johannes). Zo maak je zichtbaar op

welke manier je onderzoek in het echt verlopen is.

Met opmerkingen [OH9]: Veranderen in: Dit onderzoek is

kwalitatief van aard. Hierbij gaat het vooral om het….

Met opmerkingen [OH10]: Hierna een nieuwe alinea met

Dataverzameling 2 over de Johannes.

Hier moet je ook aangeven waarom je je onderzoek niet voortgezet

hebt op de A. Jacobs. Hoe heb je je onderzoek vervolgens

aangepakt?

Page 10: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Observeren van de woordenschatlessen in de klas:

Om te bekijken hoe de lessen gegeven worden en wat mijn bevindingen daarover zijn ga ik een

observatie uitvoeren.

Interview:

Ik moet allereest gaan uitzoeken welke scholen er al met LOGO 3000 werken en of

scholen/leerkrachten bereid zijn om mee te werken aan mijn onderzoek.

Mijn voorkeur gaat uit naar een mondeling interview, omdat dit een natuurlijke manier van

gegevens verzamelen is. Ik maak gebruik van een open interview, waarbij ik wel en aantal vaste

vervolgvragen opschrijf om zo tot een breed antwoord te komen op mijn onderzoeksvraag.

Informatie verzamelen (theoretisch):

Daarnaast ga ik onderzoeken welke handvatten en hulpmiddelen LOGO 3000 biedt en of deze ook

uitvoerbaar zijn op mijn stage. Hiervoor ga ik contact opnemen met de bedenkers van LOGO 3000

In combinatie met de theorie en de bevindingen in de praktijk hoop ik tot een goed antwoord te

komen op mijn onderzoek.

4.3 Onderzoeksgroep

Het gaat erom dat de leerkrachten van groep 1/2 handvatten meekrijgen om ouders met de

woordenschatmethode te laten werken. Op welke manieren kunnen de leerkrachten ouders met de

woordenschatmethode laten werken en hoe moeten de leerkrachten dit aanpakken. Uiteindelijk gaat

het erom dat alle ouders in groep 1 /2 thuis aan de slag gaan met de woordenschatmethode. Ook

NT2 ouders zullen hierin begeleid moeten worden. Met als doel dat de woordenschat bij taalzwakke

kinderen in de groepen 1/2 vergroot wordt, zodat zowel kinderen als leerkrachten in de gehele

school baad hebben bij de vergrote woordenschat. Leerkrachten in de groepen 3 t/m 8 geven

namelijk nu aan dat veel taalzwakke kinderen tegen een beperkte woordenschat aan lopen.

4.4 Data- analyse en ethiek

Ethiek is een manier van kijken naar de werkelijkheid die uitgaat van de vraag wat mensen behoren

te doen met het oog op het hoogste goed. Leraren hebben echter vooral als professional een eigen

verantwoordelijkheid in het omgaan met de ethische kant van het lerarenberoep. Daarom is een

onderzoekende houding een belangrijk kenmerk van een leerkracht.

Met alles waarbij ik werk met gegevens van scholen moet ik denken aan de privacy van de

betrokken personen. Ik gebruik deze gegevens ook alleen voor mijn onderzoek en scherm eventuele

namen van scholen/leerkrachten af. Gegevens blijven alleen in mijn bezit en worden niet aan derden

overgedragen. Het nadeel van een mondeling interview is dat het niet anoniem is en daarom moet ik

overleggen of dit geen probleem is. Zorgvuldig te werk gaan is dan ook van groot belang. Als

onderzoekster ben ik verantwoordelijk voor het onderzoek Ik heb dan ook zelf de leiding over het

onderzoek. Wel overleg ik met mijn collega’s.

Met opmerkingen [OH11]: horen de ouders niet ook bij je

onderzoeksgroep?

Page 11: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Tabel 1: Planning data-analyse

Maand van uitvoering Taak

Mei 2014 De cito resultaten bekijken en opschrijven

wat mij opvalt.

Vragen waar de desbetreffende leerkrachten

tegenaan lopen.

Observatie uitvoeren

November 2014 Afnemen interview

November 2014 Gegevens interview uitwerken

Oktober 2014 Contact opnemen met de bedenkers van

LOGO 3000 om te vragen welke

hulpmiddelen er zijn om ouders thuis te laten

werken met LOGO 3000

Oktober 2014 Uitwerken gegevens van de LOGO 3000

bedenkers

November 2014 Onderzoeksgegevens rapporteren

November 2014 Onderzoeksgegevens presenteren

5. Uitvoering dataverzameling en –analyse

Om mijn onderzoek zo goed mogelijk te laten verlopen, heb ik de planning, zoals weergeven in

tabel 1, zo goed mogelijk aangehouden. Dit geeft heldere richtlijnen en een goed overzicht vandaar

dat ik een duidelijk planning voor mezelf heb gemaakt.

Ik heb ervoor gekozen om eerst de vragenronde te houden met de desbetreffende leerkrachten. Zo

krijg ik een beter beeld van de problemen en de vragen waarmee de leerkrachten zitten en kan ik dit

verwerken in mijn interview.

Naar aanleiding van de vragenronde met de desbetreffende leerkrachten ben ik op de hoogte

gebracht met welke vragen/problemen de leerkrachten zitten. Deze gegevens gebruik ik tijdens het

maken van de interviewvragen om zo de leerkrachten zo duidelijk mogelijk van dienst te kunnen

zijn. Ik heb tijdens het interview met de leerkracht die al een aantal jaar werkt met LOGO 3000,

verdiepende vragen kunnen stellen, die mij meer inzicht gaven.

Page 12: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

6. Resultaten

6.1 Resultaten van de vragenronde aan de desbetreffende leerkrachten

Met de gekregen informatie merk ik dat ik nog niet voldoende informatie heb om te kunnen te

kunnen gebruiken bij het onderzoek. Ik wil graag weten wat de school al heeft qua materialen van

LOGO 3000 . Zo kan ik erachter komen welke materialen er zijn en welke materialen ze eventueel

missen. De leerkrachten hebben eigenlijk alleen maar de materialen voor school en verder niks.

6.2 Resultaten van de woordenschat toets

Als ik naar de cito gegevens kijk dan zie ik dat de meeste leerlingen onder het landelijke niveau

scoren met de woordenschattoets. De namen, die zijn weggehaald, zijn van de meeste NT2

kinderen. Die kinderen scoren veel lager. Kinderen die juist heel erg goed scoren zijn van hoger

opgeleide ouders of kinderen met Nederlands als moedertaal. De kinderen die juist laag scoren

hebben veel meer baat bij de woordenschat methode LOGO 3000. Helaas heb ik de cito gegeven

alleen maar mogen inzien en heb dus geen resultaten op papier maar de gegevens die ik gezien heb

waren bij de taalzwakke kinderen veel lager dan bij de kinderen met Nederlands als moedertaal. De

taalzwakke kinderen scoorden over het algemeen onder het landelijke gemiddelde.

6.3 Resultaten van de observatie

Om een nog beter beeld te krijgen wilde ik graag in de praktijk gaan kijken hoe de

woordenschatmethode LOGO 3000 wordt ingezet in groep 1/ 2. Iedere dag wordt er een

woordcluster aangeboden. Iedere maandag wordt er een praatplaat aangeboden met daarop vele

plaatjes die te maken hebben met woorden van een bepaald thema, zoals wilde dieren of de herfst.

De woordclusters worden iedere middag aangeboden aan de kinderen. Wat mij opvalt is dat er

twintig minuten voor wordt gebruikt waarbij ze vrij snel door het woordcluster gaan. Voor kinderen

die het gemakkelijk oppikken is dit geen probleem maar voor de kinderen die dit niet zo

gemakkelijk oppikken gaat dit te snel. Na het aangeboden woordcluster gaan ze snel door een al

aangeboden cluster heen om te kijken of de kinderen het begrepen hebben. Daarna wordt het

woordcluster van het prikbord afgehaald en komt het nieuwe er te hangen. Als je kijkt naar de

theorie, die aangeeft dat veel herhalen belangrijk is, dan zie ik hier dat dit nauwelijks gedaan wordt.

Ook merk ik dat de spelletjes die er gedaan worden met de woordclusters niet altijd meer aan slaan

omdat ze vaak dezelfde spelletjes aanbieden. Ik heb vervolgens de zwakkere kinderen en de sterke

kinderen uit de klas gehaald en ben gaan vragen wat de kinderen ervan hebben opgepakt. Daarbij

viel het mij heel erg op dat de zwakkere kinderen vaak niet alles konden benoemen wat er

aangeboden was en de sterkte kinderen wisten de meeste wel te benoemen maar ook niet alles. Dit

neem ik mee naar de aanbeveling aan de school.

6.4 Resultaten van het afgenomen interview

Ik heb het interview mogen afnemen op de Johannesschool te Arnhem. Ze werkten eerst met de

methode Met Woorden in de Weer en zijn daarna overgestapt op de woordenschatmethode LOGO

3000. Zelf heb ik op deze school gewerkt en weet ik hoe actief er gewerkt werd met de methode

Met Woorden in de Weer. Ik ben benieuwd hoe ze nu werken met de methode LOGO 3000 en wat

ik kan meenemen in mijn aanbeveling naar de school.

Met opmerkingen [OH12]: kun je die gegevens ook zichtbaar

maken? Noem die gegevens hier ook en verwijs naar een bijlage.

Met opmerkingen [OH13]: Hoe vaak heb je geobserveerd?

Welke observatievragen heb je gesteld?

Met opmerkingen [OH14]: Het stukje hieronder is nogal

summier. Graag wat meer uitwerken. Zeker wat de ouderparticipatie

betreft.

Met opmerkingen [OH15]: wie (functie) heb je geïnterviewd?

Wat wilde je te weten komen (wat was het doel van het interview)?

Page 13: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

6.5 Resultaten van de bedenkers van LOGO 3000

Ik heb contact opgenomen met de bedenksters van LOGO 3000. Een aantal vragen, waarop ik nog

geen goed antwoord had gekregen, heb ik gemaild. Ik kreeg netjes een mailtje terug. In bijlage VI

kunt u teruglezen welke vragen ik heb gesteld en wat het antwoord hierop was. Ze geven aan dat ze

de afgelopen jaren veel materialen voor ouders hebben gemaakt. De leerkrachten kunnen nu ook

d.m.v. de bijgeleverde PowerPoint gemakkelijker aan ouders uitleggen wat LOGO 3000 is en hoe

de inzet van ouders daarbij naar voren komt. Ouders krijgen per aangeboden woordclusters

materialen mee om thuis aan de slag te gaan. De materialen zijn gemakkelijk uit te voeren voor de

ouders.

Met opmerkingen [OH16]: maak het concreter. Wat wilde je

van hen te weten komen.

Wat hebben ze geantwoord. Waren daarmee al je vragen

beantwoord. (dus niet alleen verwijzen naar een bijlage, maar de

belangrijkste zaken ook in je tekst beschrijven)

Met opmerkingen [OH17]: En nu nog even de volgende stap

beschrijven: wat is er concreet met de ouders gedaan? Wat hebben

de ouders met het materiaal gedaan?

Page 14: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

7.Conclusie

In de conclusie geef ik antwoord op de deelvragen van het onderzoek. Door de deelvragen te

beantwoorden, kan ik duidelijker een adviserend antwoord geven op de onderzoeksvraag.

Wat wordt er nu gescoord op de woordenschat toets bij taalzwakke kinderen?

Zoals ik al in 6.2 beschreef is er duidelijk te zien dat het merendeel van de NT2 kinderen moeite

heeft met de woordenschattoets van de cito. Helaas heb ik de gegevens alleen maar mogen inzien.

Hierin werd wel zichtbaar dat de kinderen met Nederlands als hun moedertaal veel hoger scoorden

dan de taalzwakke kinderen. Deze kinderen hebben hierin dus extra begeleiding nodig om de

woordenschat te vergroten. Volgens Van den Nulft & Verhallen (2001) is het belangrijk dat je bij

het inoefenen van de nieuwe woorden veel herhalingen inlast. Op dit moment wordt dit te weinig

gedaan en kunnen ze hierbij ouders inzetten om thuis ook te gaan oefenen met de kinderen.

Wat zijn de ervaringen van de Johannesschool waarbij de ouders ingezet worden bij de

woordenschatmethode LOGO 3000?

De Johannesschool organiseert ouder-workshops waarin ze bij elk thema aan de ouders laten zien

welke materialen de leerkrachten in de klas gebruiken en welke materialen de ouders mee naar huis

krijgen om verder te gaan oefenen. De samenwerking met ouders wordt steeds meer gedaan. Er zijn

nu ook ouders die digitaal oefenen met hun kinderen. Ouders zijn erg enthousiast over het

samenwerken met de woordenschatmethode LOGO 3000.

.

Bereiken de taalzwakke kinderen nu vaker betere resultaten op het gebied van de woordenschat?

De woordenschattoets laat, volgens de geïnterviewde leerkrachten, zien dat de resultaten van de

taalzwakke kinderen beter worden mede door de extra inzet van ouders.

Mijn advies d.m.v. het onderzoek aan de desbetreffende leerkrachten van de Dr. Aletta

Jacobsschool .

In de aanbeveling geef ik mijn advies aan de Dr. Aletta Jacobbschool op basis van het onderzoek.

7.1 Conclusie onderzoeksvraag

Wordt door in aanvulling op de lessen op de basisschool in de groepen 1 en 2 de ouders thuis

met hun kind te laten oefenen met het daarvoor bestemde materiaal van de

woordenschatmethode LOGO 3000 de woordenschat van de taalzwakke kinderen sneller

uitgebreid?

Zoals ik in mijn hypothese heb vermeld, vermoedde ik dat als ouders een bijdrage leveren aan de

woordenschatmethode LOGO 3000 dat de woordenschat van de kinderen vergroot wordt. Zowel de

geïnterviewde leerkrachten van de Johannescchool als de bedenkers van LOGO 3000 geven aan dat

de woordenschat vergroot wordt met de hulp van ouders. Dit komt omdat de woorden die de

kinderen op school aangeleerd hebben thuis verder worden ingeoefend en er dus zo meer tijd aan

wordt besteed zowel op school als thuis. Op dit moment wordt dit te weinig gedaan en zie je dit ook

terug in de lage score van de woordenschattoets.

Page 15: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

8. Discussie

8.1 Aanbeveling

Mijn advies aan de Dr. Aletta Jacobsschool baseer ik op zowel de adviezen van LOGO 3000 als de

aanbevelingen van de Johannesschool die al een aantal jaar werken met de ouders en LOGO 3000.

Via LOGO 3000 is er materiaal te koop waarbij de ouders ook met de woorden kunnen oefenen die

de kinderen op school aangeboden hebben gekregen. Zo kunnen de ouders nog eens extra oefenen

met de kinderen. Daarnaast bestaat er ook de mogelijkheid dat ouders ook zelf de nieuwe

Nederlandse woorden leren op een oudercursus. Ze krijgen dan boekjes met leuke spelletje, rijmpjes

en kijk- en kleurplaten mee naar huis. Ze kunnen dan thuis samen met hun kinderen de woorden

oefenen met behulp van de speel- en leerboekjes.

Daarnaast biedt LOGO 3000 materiaal voor alle ouders in vier ouderbijeenkomsten. Zo raken

ouders meer betrokken bij de woordenschatontwikkeling van hun kind(eren).De

ouderbijeenkomsten kunnen het beste plaats vinden aan het begin van ieder tijdvak. De

bijeenkomsten worden verzorgd door de leerkrachten/IB-er van de school.

De vier bijeenkomsten hebben ieder een eigen invalshoek:

1. Woordenschat en communicatie

2. Woordenschat en sociaal-emotionele ontwikkeling

3. Woordenschat en cognitieve ontwikkeling 4. Resultaten

Aan het eind van iedere bijeenkomst krijgen ouders het eerstvolgende speelwerkblad mee (de

werkbladen voor ouders lopen parallel met de woorden die de komende periode aangeboden

worden

in de groep). Verder krijgen ouders een lijst met de moeilijkste woorden die in de komende periode

aan bod komen. En een lijst met prentenboeken die aansluiten op de thema’s van dat tijdvak.

Het materiaal voor deze ouderbijeenkomsten is kant en klaar beschikbaar in de vorm van een

draaiboek, een presentatie en speelwerkbladen voor alle VVE-locaties die Logo 3000 gebruiken.

Deze materialen heeft de school nog niet en zou dus aangevraagd moeten worden.

Ook wordt er te weinig tijd vrij gemaakt om de aangeboden woorden intensiever in te oefenen

d.m.v. spelletjes etc. Nu worden de woorden één keer aangeboden en een paar dagen later wordt er

een spelletje gedaan en worden de woorden weer weggehaald. Intensiever inoefenen van de

woorden is voor NT2 kinderen erg belangrijk.

Ik hoop dat de Aletta Jacobsschool genoeg handvatten van mij hebben gekregen om ouders te

betrekken bij de woordenschatmethode van LOGO 3000 en dat de woordenschatontwikkeling in de

kleutergroepen omhoog gaan.

Page 16: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

9. Literatuurlijst

Boeken:

Handleiding van LOGO 3000

Baarda, B. (2009). Dit is onderzoek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers B.V.

Van der Donk, C. & Van Lanen, B. (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Uitgeverij

Coutinho.

Huizenga, H. & Robbe, R. (2009). Taalonderwijs ontwerpen taaldidactiek voor het basisonderwijs.

Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers B.V.

Huizenga, H. (2006). Woordenschat/ Taal &didactiek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers

B.V.

Van den Nulft, D. & Verhallen, M. (2009). Met woorden in de weer. Praktijkboek voor het

onderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho

Soudijn, K. (2005). Onderzoeksverslagen schrijven. Houten: Bohn Stafleu van Loghum

Internet:

Gebruikte methode van M. Verhallen & D. van den Nulft: www.logo3000.nl oktober ’14

geraadpleegd.

Woordenschat: http://www.leraar24.nl/dossier/1855 oktober ’14 geraadpleegd.

Ouderbetrokkenheid: http://www.kenniswerkplaats-rotterdamstalent.nl/site/wp-

content/uploads/2012/01/Ouderbetrokkenheid-def.pdf oktober ’14 geraadpleegd.

Woordenschatontwikkeling:http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/Taal_en

_rekenen/woordenschatontwikkeling-in-het-basisonderwijs.pdf oktober ’14 geraadpleegd.

VVE: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/leerachterstand/vraag-en-antwoord/wat-is-

voorschoolse-en-vroegschoolse-educatie-vve.html oktober ’14 geraadpleegd.

Praktijk:

Mentor

IB ‘er

Directeur

Page 17: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Bijlage I:

9A: Formulier voor de go / no go bij het onderzoeksvoorstel

Naam student: Marjoleine Rijnders

Naam beoordelaar: M. Tempelmann

Datum: 30-10-2013

Ontvankelijkheidseisen

Het onderzoeksvoorstel is beschreven conform het ‘format onderzoeksvoorstel’ (zie scholar) In orde / niet in orde

Het onderzoeksvoorstel voldoet aan taaleisen (stijl, grammatica en spelling) In orde / niet in orde

Bronvermelding is volgens APA-richtlijnen In orde / niet in orde

De omvang van het onderzoeksvoorstel voldoet aan de eisen (maximaal 5 pagina’s A4) In orde / niet in orde

Als bovenstaande onderdelen ‘in orde’ zijn, vindt de beoordeling plaats. Wordt na eerste lezing vastgesteld dat niet voldaan is aan ontvankelijkheidseisen, stopt de beoordeling. De

beoordelaar verzoekt de student om binnen 2 dagen de check helemaal in orde te maken. Zodra hij dit heeft gedaan mailt de student de beoordelaar. De check wordt dan opnieuw

uitgevoerd. Indien wederom niet wordt voldaan aan de ontvankelijkheidseisen, volgt een ‘no go’.

Page 18: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Beoordeling van probleemstelling, probleemverkenning, doelstelling en onderzoeksvragen Onderzoeksaspecten

Probleemstelling No go Go Go/no go probleemstelling,

toelichting en aandachtspunten

Aanleiding en context De aanleiding en context zijn niet

duidelijk, of niet gesitueerd in een school,

of het is onduidelijk wie het probleem

ervaart, of het probleem/de

handelingsverlegenheid wordt niet

omschreven.

De aanleiding en context zijn duidelijk

beschreven, gesitueerd in een school en het

is duidelijk wie het probleem ervaart. Het

probleem/de handelingsverlegenheid wordt

kort (nog globaal) omschreven.

Go/No Go (omcirkel)

Over welke visie heb je het in de eerste zin?

Wanneer je beweringen doet moet je die wel kunnen staven:

hoe weet je dat woordenschatontwikkeling een belangrijke

basis is voor schoolsucces?

Je schetst eigenlijk twee problemen: hoe de school een

bepaalde groep ouders beter bij de ontwikkeling van hun kind

kunnen betrekken en hoe de woordenschatontwikkeling van

kleuters uitgebreid kan worden.

Ligt bij jouw onderzoek de focus op de eerste of de tweede?

Doel en focus Het onderzoeksdoel en de eventuele focus

daarbinnen zijn niet helder, of de relatie

hiervan met de aanleiding en context is

niet helder.

Het onderzoeksdoel en de eventuele focus

in het onderzoek zijn eenduidig en

kernachtig beschreven, evenals de relatie

hiervan met de aanleiding en context.

Probleemverkenning No go Go Go/no go probleemverkenning,

toelichting en aandachtspunten

Oriëntatie op bronnen en

onderzoekscontext

Relevante bronnen ontbreken in de

oriëntatie, of de oriëntatie vanuit

literatuur en praktijk is eenzijdig of

oppervlakkig of ontbreekt.

De relevante bronnen zijn gebruikt om

mogelijke oorzaken van en

oplossingsrichtingen voor het probleem

vanuit verschillende perspectieven te

verkennen; zowel vanuit de literatuur als

vanuit de onderzoekscontext.

Go/No Go (omcirkel)

Leg begrippen meer uit: wat zijn de principes van interactief

taalonderwijs? Wat houdt het viertaktmodel in en wat wil je

hier mee? Welk aspect van ouderbetrokkenheid is voor jouw

onderzoek van belang?

Een afspraak met de directeur? Ik denk dat je een gesprek

bedoelt. De naam Lusse kom ik niet tegen in de bronnenlijst(?)

Ik mis een verkenning van het probleem vanuit twee

perspectieven. Het ene gaat over woordenschatontwikkeling

en het andere over ouderparticipatie. Dit zijn twee gegevens

die je niet kunt vergelijken, dus kun je ook geen keuze maken.

Verheldering begrippen De relevante begrippen zijn niet

beschreven of gedefinieerd, of zijn niet

relevant in relatie tot de probleemstelling.

Met behulp van de literatuur zijn de

relevante begrippen helder beschreven of

gedefinieerd in relatie tot de

probleemstelling. De begrippen zijn

relevant in relatie tot de probleemstelling.

Bespreking van perspectieven /

opvattingen

Opvattingen uit de literatuur of de

praktijk staan opgesomd naast elkaar

zonder duidelijke ordening, of er is geen

structurele onderlinge vergelijking van de

opvattingen uit de literatuur en de praktijk

ten aanzien van het probleem dat wordt

verkend, of de relatie met het onderzoek

is niet helder of klopt inhoudelijk niet.

Het resultaat van de probleemverkenning is

een samenhangend betoog waarin minimaal

twee inhoudelijk relevante perspectieven op

het probleem vanuit kritische distantie

besproken worden. De student maakt een

beargumenteerde keuze voor een van de

perspectieven of een combinatie daarvan,

als uitgangspunt voor de onderzoeksvragen

en opzet.

De onderzoeksvragen No go Go Go/no go onderzoeksvragen,

toelichting en aandachtspunten

Page 19: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Inhoud en samenhang De onderzoeksvragen vloeien niet logisch

voort uit de probleemverkenning.

De onderzoeksvragen worden onderbouwd

door de probleemverkenning.

Go/No Go (omcirkel)

Met alleen een hoofdvraag moet je zeker ook tot onderzoek

kunnen komen. (i..t.t. jouw bewering)

De hoofdvraag is nog niet smart genoeg. Wat voor effect

bedoel je? De zin loopt niet goed dus is het ook niet helemaal

duidelijk wat je bedoelt. Wanneer je de vraag nog aanscherpt

is de laatste deelvraag volgens mij waar jouw onderzoek over

kan gaan (?)

Eindoordeel go / no go onderzoeksvoorstel:

Go: de uitwerking van de probleemstelling en – verkenning, de doelstelling(en) en mogelijke onderzoeksvragen geven richting voor het uitwerken van het

onderzoeksplan.

No go

Toelichting en aandachtspunten worden hieronder toegelicht.

Ontvankelijkseisen:

1. Onderzoeksdoel opnemen in de probleemverkenning

2. De bronvermelding is niet volgens APA richtlijnen: alleen initialen van de auteurs gebruiken, lijst alfabetisch rangschikken, bij websites de titel/

auteur + datum raadplegen vermelden

Nadat je probleemstelling helder is kun je de probleemverkenning herschrijven vanuit twee perspectieven. Op basis daarvan de hoofd- en deelvragen

aanpassen.

Paraaf beoordelaar: MT

Page 20: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Bijlage II:

Feedforward onderzoeksplan 2014-2015

Naam student: Marjolein Rijnders Datum 5 november 2014

E-mailadres student: __________________________ Feedbackronde: Hans Ramsoedh

Studentnummer: __________________________ Onderzoeksbegeleider: __________________________

Studieloopbaanbegeleider: __________________________

Ontvankelijkheidseisen:

Feedforward van het onderzoeksvoorstel is opgenomen als bijlage In orde

De omvang van het onderzoeksplan is maximaal 5500 woorden, exclusief literatuurlijst en bijlagen) In orde

Page 21: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Beschrijving �

�1

Feed forward

Bronvermeldinge

n

De wijze waarop verwezen wordt naar bronnen (in tekst) en literatuurlijst is

volgens APA-richtlijnen.

Taaleisen Het onderzoeksvoorstel voldoet aan de taaleisen zoals deze gelden voor

eindniveau hbo.

Voldoende Goed �

�2

Feed forward

Aanleiding en

context

De probleemstelling geeft duidelijk aan

vanuit welke handelingsverlegenheid /

praktijkprobleem en context het

onderzoek tot stand is gekomen.

Vorige +

De beschrijving is kernachtig

geschreven.

Oriëntatie op

bronnen en

onderzoeksconte

xt

Er zijn relevante en actuele bronnen

gebruikt om mogelijke oorzaken van en

oplossingsrichtingen voor het probleem

vanuit verschillende perspectieven te

verkennen; zowel vanuit de literatuur als

vanuit de onderzoekscontext

(praktijksituatie).

Vorige +

De gebruikte bronnen zijn ook

internationaal en geven inzicht in en

overzicht over de diverse

toonaangevende opvattingen ten

aanzien van het probleem en mogelijke

oplossingen.

1 � = voldaan, � = niet voldaan

Page 22: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Voldoende Goed �

�2

Feed forward

Verheldering

begrippen

Met behulp van de literatuur zijn de

begrippen die gebruikt worden, duidelijk

beschreven of gedefinieerd.

Vorige +

Diverse interpretaties van de

begrippen worden tegen elkaar

afgewogen om tot een werkdefinitie te

komen.

Bespreking van

perspectieven /

opvattingen

De probleemverkenning is een

samenhangend, logisch betoog. De

student maakt op basis van theorie en

de context een onderbouwde keuze

voor één van de perspectieven of een

combinatie daarvan, die leidt tot de

onderzoeksvragen. Er wordt minimaal

één wetenschappelijk artikel gebruikt

Vorige +

Theoretische- en praktijkopvattingen

worden vanuit een kritische distantie

besproken. De keuze voor de

onderzoeks-vraag wordt vanuit de

beschreven opvattingen

beargumenteerd. Het betoog is

beknopt en precies. Er worden twee of

meer wetenschappelijke artikelen

gebruikt.

Onderzoeksvraag

De onderzoeksvraag wordt onderbouwd

door de probleemverkenning en staat in

relatie tot het doel van het onderzoek.

In hoofd- en eventuele deelvragen is

duidelijk naar welke informatie of

inzichten wordt gezocht. Deze vragen

zijn via onderzoek te beantwoorden.

Eventuele deelvragen leveren

noodzakelijke gegevens op voor het

Vorige +

De formulering van de hoofd- en

deelvragen is specifiek en eenduidig.

Duidelijk is hoe de vragen in

samenspraak met belangheb-benden

(bijv. opdrachtgever) tot stand zijn

gekomen.

� � Aanscherpen

Page 23: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Voldoende Goed �

�2

Feed forward

beantwoorden van de hoofdvraag. De

deelvragen hangen onderling samen.

Onderzoeksgroe

p

De (selectie van) onderzoeksgroep(en) is

beschreven en onderbouwd. Daarbij is

aandacht voor de kenmerken van de

onderzoeksgroep(en) in relatie tot de

onderzoeksvraag en/of het

onderzoeksdoel.

Vorige +

De (selectie van) de

onderzoeksgroep(en) is verantwoord

vanuit representativiteit en

betrouwbaarheid.

Onderzoeks-

methode

De keuze voor een onderzoeksmethode

is navolgbaar beschreven en is passend

om de onderzoeksvraag te

beantwoorden.

Vorige +

Er is aandacht voor de beperkingen

van de gekozen werkwijze.

Instrumenten De student onderbouwt de keuze van

onderzoeksinstrumenten en beschrijft

hun opbouw en samenhang. De

instrumenten zijn als bijlage

opgenomen.

Vorige +

Validiteit en betrouwbaarheid van de

instrumenten zijn overtuigend en

kritisch belicht.

Dataverzameling

De wijze waarop en de mate waarin de

dataverzameling zal plaats vinden, wordt

navolgbaar beschreven en onderbouwd.

Vorige +

Overwegingen m.b.t. validiteit en

betrouw-baarheid zijn overtuigend en

kritisch belicht.

� De wijze waarop ouders door

leerkrachten worden geïnstrueerd is punt

van aandacht

Analyse van De data-analyse is navolgbaar Vorige + � �

Page 24: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Voldoende Goed �

�2

Feed forward

verzamelde

gegevens

beschreven en verantwoord. Uit de

beschrijving van de (werkwijze van)

analyse wordt duidelijk dat de student

de gegevens systematisch gaat

analyseren.

Overwegingen m.b.t. validiteit en

betrouwbaarheid van de (wijze van)

analyse zijn overtuigend en kritisch

belicht.

Advies: Go

Toelichting:

Vraagstelling aanscherpen en de instructie van ouders door leerkrachten zijn aandachtspunten

Page 25: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Bijlage III:

Bijlage IV:

Bijlage V:

Allereerst wil ik u bedanken voor uw tijd!

Hoe lang werken jullie al met de woordenschat ontwikkeling LOGO 3000?

Sinds 2 of 3 jaar

Sinds 2 of 3 jaar

Vindt u de manier van werken met de woordenschat methode LOGO 3000 fijn?

Ja.

Ja heel erg fijn, de woordwebben zijn duidelijk en vooral al helemaal kant en klaar..

Hierdoor hoef je geen woordwebben meer zelf te maken en dat is al heel veel tijdwinst.

Daardoor pak je ze makkelijker!!!

Hoeveel tijd besteden jullie in de klas aan de woordenschatmethode LOGO 3000?

4x per week een woordweb/praatplaat per leerjaar en per week 1 bladzijde van de

woordkalender per leerjaar.

Dat is bij ons in de klas hetzelfde

Hoe betrekken jullie ouders bij de woordenschatontwikkeling LOGO 3000?

Vorig jaar heb ik woordwebben gekopieerd en deze hebben ouders thuis herhaald/geoefend.

Er waren toen nog geen digitale ouder-accounts beschikbaar.

Vanuit de ouder-workshops ( door Stichting Pas geïnitieerd en gefinancierd) heb ik bij elk

thema aan de ouders laten zien wat logo 3000 is en hoe we dat toepassen in de klas.

Ouders zijn op de hoogte van de hoeveelheid woorden die kinderen horen te kennen, ik heb

de manier van aanbieden vanuit “Woorden in de Weer” voorgedaan tijdens deze workshops.

Ook probeer ik steeds ouders enthousiast te krijgen voor de digitale thuisversie.

Op dit moment zijn er 2 ouders die daaraan deelnemen. Die wil ik de volgende workshop aan

het woord laten om evt. andere ouders hierdoor te enthousiasmeren

En op welke manier hebben jullie de ouders kennis laten maken met de woordenschatmethode

LOGO 3000?

In oudergesprekken, tijdens informatieavonden.

Idem en zoals hierboven beschreven middels de workshops.

En welke materialen hebben jullie tot je beschikking van LOGO 3000?

Woordkalenders, woordwebben, leerkrachtkaarten en praatplaten. En LOGO digitaal (sinds

dit jaar met ouder-accounts)

Idem

Page 26: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Welke materialen krijgen ouders mee naar huis?

Vorig jaar kopieën van woordwebben…dit jaar weet ik niet.

Vanuit de workshops krijgen alle ouders een oudernieuwsbrief mee.

Hierin staan naast al onze maanddoelen ook alle woordwebben die in die periode behandeld

gaan worden, uitgesplitst in groep 1 en 2.

Daarnaast zijn er nu dus 2 ouders die de thuisversie hebben van logo 3000

Wat doen jullie met NT2 ouders die de taal niet goed begrijpen maar toch willen laten welken

met LOGO 3000?

Nederlands niveau is nog niet zodanig laag geweest dat dit niet mogelijk was.

Idd. Waar…… maar, als er vragen zijn komen ouders dit wel aangeven.

Tot nu toe nog geen hulpvragen hieromtrent gehad.

Bereiken de kinderen nu vaker betere resultaten op het gebied van de woordenschat met het

inzetten van ouders?

Vorig jaar zagen we voortuitgang bij alle leerlingen, dus ook bij de ‘zwakkere’ leerlingen die

thuis nog eens extra oefenden.

We zien zeker een vooruitgang.

Hebben jullie nog nuttige tips die ik door kan geven op het gebied van de woordenschat

methode LOGO 3000?

Wanneer je thematisch werkt, ga niet altijd zoeken naar woordwebben die binnen het thema

passen. Het is goed te doen om ‘gewoon’ de volgorde in de mappen aan te houden zodat je

(bijna) alle woorden aan kunt bieden in een schooljaar.

Vooral de algemene woordwebben passen overal tussendoor dus volg maar gewoon idd. de

volgorde uit de map

Ik wil u bedanken voor de tijd!

Succes met je afstuderen.

Gr. Margit

Page 27: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Bijlage VI:

Geachte heer/mevrouw,

Ik ben Marjoleine Rijnders en ben met mijn scriptie bezig dat over uw woordenschatmethode

LOGO 3000 gaat. Om een duidelijker beeld te krijgen heb ik een aantal vragen aan u. Ik hoop

dat u mij zou willen helpen!

1. Welk materiaal voor thuisgebruik hebben jullie?

2. Hoe kun je ouders motiveren en begeleiden om thuis aan de slag te gaan met de materialen

van LOGO 3000?

3.Wat zijn de ervaringen van ouders die werken met LOGO 3000?

Alvast bedankt voor uw gedane moeite!

Met vriendelijke groet,

Marjoleine Rijnders

Beste Marjoleine,

Wat leuk om te lezen dat je jouw scriptie over onze woordenschatmethode schrijft! Ik heb de

onderstaande vragen beantwoord. Mocht je nog meer vragen hebben dan kun je altijd bellen

of mailen.

Succes met je onderzoek!

Met de vriendelijke groet,

Dirkje van den Nulft

1. Welk materiaal voor thuisgebruik hebben jullie?

Wij zijn, de afgelopen jaren, druk bezig geweest met het ontwerpen van materialen waarmee

ouders aan de slag kunnen. Wij hebben voor ouders overzichtelijke werkbladen, een

woordenboek en cd ontworpen. Deze zijn binnenkort op onze site te zien maar heb in de

bijlage voor jou afbeeldingen erbij gedaan. Misschien heb je er nog wat aan. De materialen

kunnen worden aangeschaft door de school zodat hun het met ouders kunnen meegeven.

2. Hoe kun je ouders motiveren en begeleiden om thuis aan de slag te gaan met de materialen

van LOGO 3000?

Wij hebben hiervoor materialen ontwikkeld om op de school ouderbijeenkomsten te kunnen

organiseren. Scholen kunnen gebruik maken van de bijgeleverde PowerPoint, om zo ouders

kennis te laten maken met de woordenschatmethode LOGO 3000.

3.Wat zijn de ervaringen van ouders die werken met LOGO 3000?

Page 28: Scriptie woordenschatmethode logo 3000 van marjoleine rijndersf

Pagina

Voor deze vraag verwijs ik je door naar onze site. Daarin vertellen mensen in de praktijk hoe het

ervaren wordt.