Scriptie J Bosgra2002...10...

71
Den Haag, juni 2002 J.S. Bosgra HBDscriptieprijs 2002 Winnaar HBOScripties Ecommerce bij supermarkten Winstgevende implementatie van ecommerce bij supermarkten.

Transcript of Scriptie J Bosgra2002...10...

Page 1: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

 

 

 

Den  Haag,  juni  2002  

J.S.  Bosgra  

HBD-­‐scriptieprijs  2002  

Winnaar  HBO-­‐Scripties  

 

E-­‐commerce  bij  supermarkten  

Winstgevende  implementatie  van  e-­‐commerce  bij  supermarkten.  

 

 

Page 2: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

2

ISBN: 90-6946-500-0 Bestelnummer: D0202 Dit rapport en andere publicaties van het HBD zijn te bestellen: * telefonisch: bij de gratis HBD-bestellijn: (0800) 023 02 05 * per fax: HBD-bestelservice: (070) 338 57 11 * per e-mail: [email protected] * via internet: www.hbd.nl/publicaties Een overzicht van de publicaties van het HBD is te vinden op de website www.hbd.nl van het HBD. Als sectorinstituut ondersteunt het HBD de gehele detailhandel. Het HBD vervult een functie als kenniscentrum; maakt maatschappelijke ontwikkelingen en overheidsbeleid helder en hanteerbaar en stimuleert de professionaliteit in de sector. In het HBD werken samen: MKB-Nederland, Raad Nederlandse Detailhandel (RND), Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH), FNV Bondgenoten en Dienstenbond CNV. Copyright © 2002 Hoofdbedrijfschap Detailhandel Het integraal reproduceren van de inhoud van deze publicatie is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van het HBD. Het citeren van onderdelen is, mits met bronvermelding, toegestaan zonder voorafgaande toestemming. Hoofdbedrijfschap Detailhandel Postbus 90703 2509 LS Den Haag

Page 3: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

3

 Inhoudsopgave   LIJST  VAN  BIJLAGEN  ..........................................................................................................................  5

LIJST  VAN  AFKORTINGEN  ................................................................................................................  5

LIJST  VAN  DEFINITIES  ......................................................................................................................  5

VOORWOORD  ....................................................................................................................................  7

1 SAMENVATTING  .......................................................................................................................  9

2 INLEIDING  ..............................................................................................................................  14

2.1 AANLEIDING  VAN  HET  ONDERZOEK  ..........................................................................  14

2.2 DE  DOELSTELLING  .......................................................................................................  15

2.3 DE  PROBLEEMSTELLING  .............................................................................................  15

2.4 DE  ONDERZOEKSVRAGEN  ...........................................................................................  15

2.5 METHODE  VAN  AANPAK  .............................................................................................  15

2.6 OPBOUW  VAN  HET  RAPPORT  .....................................................................................  18

3 ONDERZOEKSVRAAG  1:WELKE  FACTOREN  BEÏNVLOEDEN  DE  WINSTGEVENDHEID  VAN  E-­‐COMMERCE  BIJ  SUPERMARKTKETENS?  .........................................................................  20

3.1 INLEIDING  .....................................................................................................................  20

3.2 FOUTBOOM:  MARGE,  KOSTEN  EN  OMZET  ................................................................  21

4 ONDERZOEKSVRAAG  2:  HOE  KAN  DE  WEBWINKEL  BIJDRAGEN  TOT  EEN  BETERE  WINSTGEVENDHEID?  .....................................................................................................................  26

4.1 INLEIDING  .....................................................................................................................  26

4.2 MODEL  VOOR  DE  WEBWINKEL  ..................................................................................  27

4.3 HET  VERZORGINGSGEBIED  .........................................................................................  28

4.4 OPKOMST  INDEX  .........................................................................................................  30

4.5 CONVERSIE  ...................................................................................................................  32

4.6 BESTEED  BEDRAG  ........................................................................................................  38

4.7 OMZET  IN  CONCRETE  CIJFERS  ....................................................................................  40

5 ONDERZOEKSVRAAG  3:  WAT  IS  DE  INVLOED  VAN  DE  MARGE  OP    DE  WINSTGEVENDHEID  VAN  E-­‐COMMERCE  BIJ  SUPERMARKTEN?  ..............................................  44

5.1 MARGE  OFFLINE  ..........................................................................................................  44

5.2 VERKOOPPRIJS  ............................................................................................................  44

5.3 INKOOP  .........................................................................................................................  45

5.4 DIVERSIFICATIE  ...........................................................................................................  47

Page 4: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

4

6 ONDERZOEKSVRAAG  4:  HOE  KAN  HET  LOGISTIEKE  PROCES  VAN  LEVERANCIER  TOT  CONSUMENT  BIJDRAGEN  AAN  EEN  BETERE  WINSTGEVENDHEID?  ........................................  50

6.1 MICROLOGISTIEK  IN  THEORIE  ...................................................................................  50

6.2 DISTRIBUTIEMOGELIJKHEDEN  EN  HUN  KOSTENSTRUCTUUR  ................................  51

6.3 BEZORGING  VANUIT  DE  BESTAANDE  SUPERMARKTEN  ...........................................  52

6.4 CENTRAAL  DISTRIBUTIECENTRUM  ...........................................................................  53

6.5 SATELLIET  STATIONS  ..................................................................................................  54

6.6 AFHAALCENTRALES  IN  WIJKEN,  BUURTEN,  TANKSTATION  EN  OP  HET  WERK  .....  55

6.7 AH-­‐DRIVE  ....................................................................................................................  55

6.8 ALGEMENE  PROBLEMEN  BIJ  LOGISTIEK  VOOR  E-­‐TAILERS  ......................................  56

7 ONDERZOEKSVRAAG  5:  WAT  ZIJN  DE  KRITIEKE  SUCCESFACTOREN  VOOR  DE  WINSTGEVENDHEID  VAN    E-­‐COMMERCE  BIJ  SUPERMARKTEN?  .............................................  57

7.1 CLICK  EN  MORTAR  SUPERMARKT  ..............................................................................  57

7.2 PURE  PLAYER  ...............................................................................................................  58

7.3 PURE  PLAYER  IN  PARTNERSHIP  MET  CLICK  EN  MORTAR  SUPERMARKT  ..............  59

8 CONCLUSIES  EN  AANBEVELINGEN  .....................................................................................  61

8.1 CONCLUSIES  .................................................................................................................  61

8.2 AANBEVELINGEN  .........................................................................................................  61

LITERATUUR  ...................................................................................................................................  63

BIJLAGE  1  ........................................................................................................................................  65

BIJLAGE  2  ........................................................................................................................................  67

DE  AUTEUR  .....................................................................................................................................  71

 

Page 5: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

5

Lijst  van  bijlagen  Bijlage  1:  Interview  M.  van  der  Molen,  Marketing  manager  Max  Foodmarket    Bijlage  2:  Interview  met  sales  &  marketing  director  Eric  Verhagen  van  eCom-­‐factory    

Lijst  van  afkortingen  DC  –  distributiecentrum    Sat.  –  sattelietstation      CRM  –  Customer  Relationship  Management  

Lijst  van  definities  Clicks  en  mortar  retailer  –  retailer  die  via  elektronische  weg  (clicks)  en  via  fysieke  weg  (mortar)  goederen,  diensten  en  informatie  uitwisselt  met  de  consument.    e-­‐commerce  –  het  uitwisselen  van  geld,  goederen,  diensten  en  informatie  via  elektronische  weg  op  gedifferentieerde  en  persoonlijke  wijze.    e-­‐retailing  of  e-­‐tailing  –  de  elektronische  uitwisseling  van  geld,  goederen,  diensten  en  informatie  tussen  consument  en  retailer.    e-­‐tailer  –  retailer  die  via  elektronische  weg  geld,  goederen,  diensten  en  informatie  uitwisselt  met  de  consument,  kan  een  pure  player  of  een  clicks  en  mortar  retailer  zijn.    Fulfillment  –  het  gehele  logistieke  proces  vanaf  de  bestelling  door  de  consument  tot  het  leveren  aan  de  consument.    Online  supermarkt  –  supermarkt  die  via  internet  geld  en  producten  uitwisselt  met  de  consument,  kan  zowel  een  pure  player  als  een  clicks  en  mortar  retailer  zijn.    Pure  player  –  een  bedrijf  dat  alleen  een  virtuele  basis  kent  zonder  fysieke  winkels.  

Page 6: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

6

Page 7: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

7

Voorwoord    In  het  begin  van  het  derde  studiejaar  van  de  studie  Retail  Management  wist  ik  dat  ik  mijn  afstudeerstage  bij  een  ander  bedrijf  dan  traditionele  retailers  als  Vendex  of  Ahold  wilde  gaan  doen.  Door  mijn  interesse  in  e-­‐commerce  en  consultancy  leek  mij  een  combinatie  van  beide  een  ideale  mogelijkheid.  Dit  bracht  mij  op  de  afdeling  Strategic  Consultancy  van  het  full  service  internet  bureau  Netlinq  Framfab  te  Amsterdam.    Vanuit  mijn  achtergrond  wilde  ik  graag  een  onderzoek  uitvoeren  over  electronic  retailing.  Binnen  Netlinq  Framfab  was  er  op  dat  moment  en  is  er  nu  behoefte  aan  kennis  over  winstgevende  e-­‐commerce  voor  supermarkten  zodat  Netlinq  Framfab  als  de  partner  voor  e-­‐commerce  door  supermarkten  wordt  gezien.  Deze  behoefte  aan  kennis  was  voor  mij  een  grote  uitdaging  om  middels  deze  afstudeerscriptie  in  te  vullen.  Deze  afstudeerscriptie  was  niet  tot  stand  gekomen  zonder  de  hulp  van  enkele  personen,  daarom  wil  ik  graag  bedanken:  Paul  Francissen  voor  de  positieve  instelling  bij  de  voorbereiding  op  de  stage,  mr.  E.  Triebert  voor  zijn  feedback,  dhr.  M.  van  der  Molen,  marketing  manager  van  Max  Food  Market,  voor  het  openhartige  interview,  drs.  W.  Krijnen,  senior  consultant  &  partner  bij  Channel  Panel,  voor  zijn  waardevolle  kijk  op  electronic  retailing,  dhr.  E.  Verhagen,  sales  en  marketing  director  van  eComfactory,  voor  de  heldere  antwoorden,  Therèse  Smeets  voor  haar  geweldige  begeleiding  en  ten  slotte  alle  collega’s  bij  Netlinq  Framfab  die  hun  kennis  van    e-­‐commerce  en  internet  met  mij  gedeeld  hebben,  in  het  bijzonder  de  strategy  consultants.      

Page 8: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

8

Page 9: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

9

 

1   Samenvatting    

Probleemstelling  en  doelstelling  Dit  onderzoek  geeft  een  antwoord  op  de  probleemstelling:  “In  hoeverre  kan    e-­‐commerce  winstgevend  geïmplementeerd  worden  bij  supermarkten?”    De  doelstelling  van  dit  onderzoek  is  het  vormen  van  kennis  over  winstgevende  implementatie  van  e-­‐commerce  bij  supermarkten.    

Methode  en  plan  van  aanpak  Het  type  onderzoek  van  deze  afstudeerscriptie  is  exploratief  onder-­‐zoek,  er  wordt  antwoord  gegeven  op  open  vragen  aangaande  het  onderwerp.  Exploratief  onder-­‐zoek  is  onderzoek  dat  een  relatief  onbekend  terrein  verkent  en  beoogt  ideeën  of  hypothesen  te  genereren.    Het  conceptueel  model  is  een  schematische  weergave  van  het  onderzoek,  het  is  gebaseerd  op  de  formule  die  Professor  van  der  Kind  in  zijn  boek  Retail  Marketing  gebruikt(Van  der  Kind,  1996):  R(endement)  =  O(mzet)  x  M(arge)  –  K(osten)    De  opbouw  van  het  rapport  is  afgeleid  van  het  conceptueel  model.  Onderzoeks-­‐vraag  1  is  een  inleidende  vraag  over  de  factoren  die  winstgevendheid  beïnvloeden  en  wordt  vertegenwoordigd  door  het  bovenste  gedeelte  van  het  conceptueel  model  “winstgevende  e-­‐commerce  voor  supermarkten”.  Onderzoeksvraag  2  is  de  “Omzet”,  hier  worden  de  webwinkel/e-­‐commerce  en  e-­‐marketing  (frontoffice)  behandeld,  Onderzoeksvraag  3  gaat  over  de  marge.  De  kosten  van  het  logistieke  proces  komen  naar  voren  in  onderzoeksvraag  4.  Onderzoeksvraag  5  is  een  samenvatting  van  de  kritieke  succesfactoren  die  tot  het  onderste  gedeelte  van  het  conceptueel  model  leidt,  het  “Rendement”.  Winstgevende  e-­‐commerce  voor  supermarkten  en  het  rendement  beïnvloeden  elkaar  wederkerig,  dat  is  schematisch  weergegeven  door  middel  van  de  pijlen.    

Resultaten  van  de  onderzoeksvragen  Hieronder  volgt  een  samenvatting  van  de  resultaten  van  de  onderzoeksvragen.    

Onderzoeksvraag  1:  Welke  factoren  beïnvloeden  de  winstgevendheid  van      e-­‐commerce  bij  supermarktketens?  De  verschillende  foutbomen  in  deze  onderzoeksvraag  geven  een  duidelijk  beeld  van  vele  factoren  die  de  winstgevendheid  van  online  supermarkten  kunnen  beïnvloeden.  De  basis  voor  deze  foutbomen  en  bovendien  dit  hele  onderzoek  vormt  de  formule  van  van  der  Kind  over  rendement.  Het  rendement  wordt  bepaald  door  de  directe  oorzaken  marge,  kosten  en  omzet.  De  marge  wordt  bepaald  door  de  hoogte  van  de  inkoopprijs  die  kan  dalen  door  een  hoger  volume.  De  verkoopprijs  is  ook  een  factor  van  belang  aangezien  de  marge  stijgt  als  de  verkoopprijs  hoger  is  en  vice  versa.  

Page 10: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

10

De  kosten  zijn  verdeeld  in  logistiek,  personeel,  overhead  en  inventaris.  Logistieke  kosten  worden  vooral  bepaald  door  de  drie  stromen  vers  gekoeld  en  diepgevroren  waarvoor  aparte  vrachtwagens  voor  moeten  komen  en  de  verschillende  distributiepunten.  De  personeelskosten  kunnen  stijgen  door  arbeidsintensief  werk  zoals  order  picken.  De  overheadkosten  worden  opgedreven  door  inefficiëntie  in  de  administratie,  dit  kan  opgelost  worden  door  een  koppeling  van  de  webwinkel  met  de  backoffice,  de  administratie  zodat  veel  processen  volledig  geautomatiseerd  plaatsvinden.  Een  state  of  the  art  inventaris  kan  tenslotte  de  kosten  ook  flink  opjagen.    De  omzet  wordt  bepaald  door  de  webwinkel,  de  marketing,  de  klantvriendelijkheid  en  de  verkoopprijs.  Goede  functionaliteiten  voor  de  juiste  doelgroep  zijn  van  belang  voor  de  web-­‐winkel,  de  marketing  kan  de  drempel  verlagen  door  de  klanten  te  informeren  over  onder  andere  betalingen.  Klantvriendelijkheid  heeft  ook  invloed  op  de  hoogte  van  de  omzet  door  middel  van  een  duidelijke  routing  en  een  hoge  servicegraad.  De  hoogte  van  de  prijs  is  belangrijk,  is  deze  concurrerend  met  fysieke  supermarkten,  een  verwarrende  prijs  kan  een  negatief  effect  op  de  omzet  hebben.    

Onderzoeksvraag  2:  Hoe  kan  de  webwinkel  bijdragen  tot  een  betere  winstgevendheid?  Voor  de  onderzoeksvraag  over  de  bijdrage  van  de  webwinkel  aan  de  winstgevend-­‐heid  is  gebruik  gemaakt  van  een  model  dat  is  afgeleid  van  de  formule  van  van  der  Kind  die  in  dit  onderzoek  centraal  staat.  Het  model  is:    Omzet  =  Verzorgingsgebied  x  Opkomstindex  x  Besteed  Bedrag  x  Conversie  Een  verzorgingsgebied  kan  voor  een  online  supermarkt  niet  oneindig  groot  zijn  zoals  dat  voor  een  non-­‐food  e-­‐tailer  wel  kan  zijn.  Het  verzorgingsgebied  van  een  online  supermarkt  is  beperkt  door  de  hoge  investeringen  die  nodig  zijn  voor  het  logistieke  netwerk,  denk  aan  het  bouwen  van  distributiecentra.  Een  ideaal  verzorgingsgebied  voor  een  online  supermarkt  is  een  hoog  gepenetreerd  gebied  (gebied  met  hoog  percentage  van  de  doelgroep),  meestal  de  grote  stedelijke  regio’s.  De  contradictie  is  dat  dit  ook  de  gebieden  zijn  waar  traditionele  super-­‐markten  de  meeste  kansen  hebben.  In  tegenstelling  tot  pure  players  kunnen  click  en  mortar  supermarkten  gebruik  maken  van  hun  winkels  waardoor  het  verzorgingsgebied  meer  divers  en  groter  kan  zijn.  De  opkomstindex  wordt  laag  gehouden  door  het  traditioneel  kooppatroon  van  de  consument,  de  consument  gaat  uit  gewoonte  niet  zo  snel  online  bestellen  omdat  ze  gewoon  zijn  elke  week  1  of  2  keer  naar  de  supermarkt  te  gaan.  Deze  drempel  kan  verlaagd  worden  door  marketing,  pure  players  moeten  een  hogere  drempel  overwinnen  door  hun  onbekendheid  als  merk.  (46%  koopt  sneller  bij  click  en  mortar  supermarkt).  De  conversie  wordt  verlaagd  door  het  feit  dat  er  nog  geen  standaard  koopervaring  online  is,  de  klant  weet  nog  niet  hoe  de  webwinkel  werkt,  en  elke  webwinkel  werkt  anders.  Dit  in  tegenstelling  tot  de  traditionele  supermarkt  die  al  55  jaar  bestaat  en  al  geperfectioneerd  is.  Informatie  in  de  vorm  van  een  koopadvies  compenseert  het  gebrek  aan  zintuigen  zoals  tast,  reuk,  gehoor,  gevoel  voor  schaal  en  diepte  in  een  webwinkel.  De  zoekstructuren  in  een  online  supermarkt  moeten  ingericht  zijn  op  de  wensen  van  de  klant  om  de  conversie  te  verhogen.  A-­‐klanten  zoeken  gericht  en  zijn  daarom  gebaat  bij  boodschappen-­‐lijstjes  en  complete  recepten  die  zo  in  de  winkelwagen  kunnen.    B-­‐klanten  willen  rondkijken  en  zijn  gebaat  bij  informatie  als  koopadvies.  Door  geen  bezorgkosten  te  rekenen  en/of  te  leveren  binnen  een  korte  tijdspanne  bijvoorbeeld  een  half  uur,  wordt  de  conversie  sterk  verhoogd.  De  drempel  om  online  te  kopen  kan  verlaagd  worden  door  de  klant  te  laten  betalen  via  een  vertrouwde  pinpad.  Het  besteed  bedrag  kan  verhoogd  worden  door  een  verhoging  van  het  bonbedrag  en  de  aankoopfrequentie.  Verhoging  van  het  bon-­‐bedrag  is  mogelijk  door  cross-­‐selling  met  behulp  

Page 11: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

11

van  recepten,  up-­‐selling  door  productinformatie  en  een  routing  langs  duurdere  producten.  Het  omzetpotentieel  voor  een  online  supermarkt  is  in  Nederland  hoger  dan  in  de  Verenigde  staten  door  een  hoger  besteed  bedrag  per  persoon  in  Nederland.  Verhoging  van  de  aankoop-­‐frequentie  is  mogelijk  door  CRM.    

Onderzoeksvraag  3:  Wat  is  de  invloed  van  de  marge  op  de  winstgevendheid  van  e-­‐commerce  bij  supermarkten?  De  nettowinstmarge  voor  de  food  retailers  ligt  laag  op  2%,  internet  kan  die  marge  zelfs  nog  verder  onder  druk  zetten.  De  brutowinst-­‐marge  is  gemiddeld  22%,  de  kosten  mogen  dus  niet  hoger  liggen  dan  22%.  In  de  Verenigde  staten  zijn  levens-­‐middelen  online  3  tot  5%  goedkoper  dan  offline,  in  Europa  zijn  de  prijzen  online  nog  5  tot  8%  hoger  dan  offline.  Van  de  retailers  denkt  de  meerderheid  echter  dat  de  prijzen  zullen  gaan  dalen.    Door  de  hoge  kosten  van  thuisbezorging  lijkt  een  hogere  verkoopprijs  verantwoord,  onder  andere  door  transparantie  van  de  prijzen  op  internet  echter  zal  de  verkoop-­‐prijs  waarschijnlijk  gaan  dalen.  De  hoogte  van  de  verkoopprijs  is  dus  nog  discutabel.  Aangezien  de  inkoopprijs  in  de  levensmiddelenhandel  sterk  wordt  bepaald  door  de  volumes,  is  de  inkoopprijs  voor  pure  players  hoger  als  voor  traditionele  super-­‐markten  die  online  gaan.  De  lage  volumes  dwingen  de  pure  players  om  via  derden  zoals  de  groothandel  in  te  kopen  (indirect  sourcing),  de  inkoopprijzen  zijn  bij  indirect  sourcing  hoger  omdat  de  groothandel  ook  een  opslagpercentage  moet  hanteren.  Traditionele  supermarkten  zoals  Ahold  kunnen  direct  bij  de  bron  inkopen  met  enorme  volumes.  Internet  brengt  voor  hen  zelfs  een  nog  lager  inkoopprijs  door  dat  zij  op  de  marktplaats  WorldWideRetailExchange  gezamenlijk  met  andere  retailers  inkopen,  door  de  gigantische  volumes  waarmee  langs  deze  weg  wordt  ingekocht  ontstaat  een  hoge  buyer  power  die  onvermijdelijk  tot  lagere  inkoopprijzen  leidt.  Pure  players  zijn  door  deze  ongelijkheid  in  het  nadeel  ten  opzichte  van  traditionele  retailers  die  online  gaan,  pure  players  kunnen  deze  bedreiging  tot  een  kans  maken  door  samen  te  werken  met  traditionele  supermarkten.  Ter  illustratie:  Peapod  is  gedeeltelijk  overgenomen  door  Ahold  en  kan  nu  profiteren  van  de  lagere  inkoop-­‐prijzen  van  Ahold,  de  brutomarge  is  dientengevolge  van  22%  naar  32%  gestegen.  De  grote  kans  voor  online  supermarkten,  en  trouwens  ook  offline  supermarkten,  om  de  marge  te  vergroten  is  door  het  verkopen  van  non-­‐food  artikelen,  diversificatie  geheten.  Pure  players  hebben  echter  significant  minder  mogelijkheden  met  deze  kans.  Nieuw  als  ze  zijn  hebben  pure  players  in  de  meeste  gevallen  nog  geen  sterk  en  flexibel  merk  dat  de  consument  nog  steeds  vertrouwd  bij  levering  van  een  breed  scala  aan  producten  en  diensten,  volgens  Forrester  een  belangrijke  voorwaarde  om  online  succesvol  te  diversificeren.    Traditionele  supermarkten  die  online  gaan  hebben  dit  sterke  en  flexibele  merk  echter  wel.  Zij  kunnen  door  het  aanbieden  van  producten  die  affiniteit  hebben  bij  aankoop  van  levensmiddelen  en  logistiek  uitvoerbaar  zijn  door  de  online  super-­‐markt  zoals  cadeaus  en  consumentenelektronica  de  marge  aanzienlijk  verhogen.  

Onderzoeksvraag  4:  Hoe  kan  het  logistieke  proces  van  leverancier  tot  consument  bijdragen  aan  een  betere  winstgevendheid?    De  logistiek  van  een  online  supermarkt  is  fundamenteel  anders  dan  de  logistiek  van  een  traditionele  supermarkt.  De  thuisbezorging  betekent  een  fijnmaziger  logistiek  netwerk.  De  Fulfillment  levert  meer  problemen  op,  het  order  picken  en  verpakken  gebeurt  nu  voor  single  copy  leveringen.  In  tegenstelling  tot  non-­‐food  e-­‐tailers  kan  de  online  supermarkt  geen  gebruik  maken  van  de  bestaande  logistieke  dienstverleners.  De  verse,  gekoelde  en  diep-­‐gevroren  producten  dwingen  de  online  supermarkt  zelf  een  fijnmazig  logistiek  netwerk  op  te  zetten,  UPS  en  FedEx  vervoeren  deze  artikelen  niet.  Om  een  fijnmazig  logistiek  netwerk  op  te  zetten  heeft  

Page 12: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

12

de  online  supermarkt  verschillende  distributie-­‐mogelijkheden  met  elk  verschillende  voor-­‐  en  nadelen.  De  keuze  voor  een  bepaalde  distributiemogelijkheid  is  niet  alleen  afhankelijk  van  deze  voor-­‐  en  nadelen  maar  ook  van  de  online  supermarkt  zelf.  De  traditionele  supermarkt  die  ook  een  online  supermarkt  wil  (click  and  mortar)  heeft  de  keuze  uit  alle  distributiemogelijkheden,  het  is  waarschijnlijk  dat  de  traditionele  supermarkt  eerst  gaat  leveren  vanuit  de  winkels.  Dit  brengt  de  minste  initiële  investeringen  met  zich  mee,  ook  een  AH-­‐Drive  zal  een  goede  keuze  zijn  aangezien  hier  een  kleine  investering  tegenover  een  grote  besparing  in  bezorg-­‐kosten  staat.  Op  een  bepaald  moment  zal  de  efficiëntie  van  een  DC  of  Sat.  het  interessant  maken  om  een  DC  of  Sat.  op  te  zetten.  De  schaalvoordelen  worden  pas  bij  hoge  aantallen  orders  zichtbaar.  Waar  het  break  even  point  hiervan  precies  ligt  vereist  verder  onderzoek  naar  de  kostenverschillen  tussen  levering  vanuit  de  winkel  en  vanuit  het  DC  of  Sat.  Een  afhaalcentrale  kan  voor  een  traditionele  supermarkt  een  goede  toevoeging  zijn  voor  levering  bij  klanten  op  het  werk  bijvoorbeeld,  maar  het  is  veel  duurder  om  in  elke  wijk  waar  geleverd  wordt  een  afhaalcentrale  te  plaatsen  dan  een  thuisbezorgdienst  op  te  zetten  met  bestelbusjes.    Een  pure  player  heeft  niet  de  beschikking  over  een  netwerk  van  bestaande  winkels,  zij  zijn  dan  ook  gedwongen  om  een  andere  distributiekeuze  te  maken.  MaxFoodMarket  en  Peapod  hebben  gekozen  voor  levering  vanuit  distributiecentra  en  sattelietstations.  De  distributiecentra  en  sattelietstations  die  pure  players  neer-­‐zetten  zijn  grote  investeringen,  Max  Food  Market  bouwt  distributiecentra  van  2000  tot  2500  m2.  De  grote  investeringen  in  de  logistiek  maken  het  voor  pure  players  extra  moeilijk  om  winstgevend  te  worden.    

Onderzoeksvraag  5:  Wat  zijn  de  kritieke  succesfactoren  voor  de  winstgevendheid  van  e-­‐commerce  bij  supermarkten?  De  click  en  mortar  supermarkt  kan  gebruik  maken  van  zijn  traditionele  sterke  punten  als  kritieke  succesfactoren  zoals  het  sterke  merk  ter  verlaging  van  de  drempel  en  voor  diversificatie  van  het  assortiment.  Diversificatie  leidt  tot  een  hogere  marge,  een  hoge  marge  wordt  ook  bereikt  door  grote  inkoopmacht.  En  de  winkels  als  laatste  sterke  punt,  hier  van  uit  kan  relatief  goedkoop  de  uitlevering  van  de  producten  plaatsvinden.  Door  een  hogere  verkoopprijs  en  bezorgkosten  te  rekenen  blijft  de  marge  gelijk  met  de  fysieke  supermarkt.  Een  click  en  mortar  supermarkt  kan  hierdoor  een  zeer  goede  kans  maken  om  winstgevend  te  worden,  ook  bij  relatief  bescheiden  omzetten.  Tesco  heeft  dit  in  2000  al  bewezen  door  winstgevend  te  draaien.  De  pure  player  heeft  als  kritieke  succesfactoren  het  opbouwen  van  een  bekend  en  vertrouwd  merk,  een  gelijke  prijs  met  de  fysieke  supermarkt  en  geen  bezorgkosten  ter  verhoging  van  de  omzet.  Indirect  sourcing  heeft  een  belangrijk  negatief  effect  op  de  marge,  gebrek  aan  volume  betekent  een  hogere  inkoopprijs.  Diversificatie  om  de  marge  omhoog  te  tillen  is  niet  verstandig  omdat  er  geen  sterk  en  vertrouwd  merk  is  opgebouwd.  De  distributiecentra  en  sattelietstations  die  gebouwd  moeten  worden  betekenen  hoge  initiële  investeringen.  De  marge  is  veel  kleiner  voor  een  pure  player  toch  zijn  er  meer  kosten  die  opgebracht  moeten  worden.  De  omzetten  moeten  daarom  zeer  hoog  zijn  wil  de  pure  player  winstgevend  worden,  verschil-­‐lende  factoren  zoals  het  traditioneel  kooppatroon  zorgen  ervoor  dat  die  hoge  omzetten  nog  niet  realiseerbaar  zijn.  Voorlopig  heeft  nog  geen  enkele  pure  player  winstgevend  gedraaid,  Max  Food  Market  kan  de  uitzondering  zijn  omdat  zij  een  lage  kostenstructuur  hebben  in  vergelijking  met  Amerikaanse  pure  players  doordat  zij  een  beetje  een  click  en  mortar  supermarkt  zijn.  De  oprichter  van  Max  Food  Market  was  namelijk  eigenaar  van  een  supermarktketen.    Een  pure  player  in  partnership  met  een  click  en  mortar  supermarkt  heeft  dezelfde  problemen  als  een  pure  player  met  uitzondering  van  de  inkoop  bij  de  bron  wat  leidt  tot  een  hogere  marge  en  het  verzorgen  van  de  fulfillment  van  meerdere  online  supermarkten  (Food  

Page 13: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

13

UPS)  zodat  de  investering  in  distributiecentra  eerder  is  terug-­‐verdiend.  Kortom  een  pure  player  in  partnership  met  een  click  en  mortar  supermarkt  kan  veel  sneller  winstgevend  worden  dan  een  pure  player,  de  marge  is  veel  hoger.  De  initiële  investering  is  nog  steeds  hoog  maar  deze  kan  door  de  food  UPS  sneller  worden  terugverdiend.  Peapod  heeft  dit  inmiddels  bewezen  door  in  Chicago  operationele  winst  te  draaien  in  het  eerste  kwartaal  met  dit  concept.    

Conclusies  en  aanbevelingen  Conclusie  1:  De  webwinkel  kan  bijdragen  tot  een  betere  winstgevendheid  door  een  standaard  koopervaring  aan  de  klant  aan  te  bieden  die  ervoor  zorgt  dat  het  traditioneel  kooppatroon  verandert  ten  gunste  van  online  supermarkten    Conclusie  2:  Een  winstmarge  die  minstens  even  hoog  is  als  bij  fysieke  supermarkten  is  een  absolute  voorwaarde  om  tot  winstgevende  e-­‐commerce  voor  supermarkten  te  komen,  vanuit  dat  perspectief  is  samenwerking  met  een  click  en  mortar  supermarkt  voor  een  pure  player  een  vereiste      Conclusie  3:  De  logistiek  van  leverancier  naar  consument  is  de  grootste  negatieve  bijdrage  aan  de  winstgevendheid  bij  e-­‐commerce  voor  supermarkten,  pure  players  overleven  alleen  bij  een  hoog  aantal  bestellingen  om  de  logistieke  kosten  te  dekken    Hoofdconclusie:  E-­‐commerce  kan  winstgevend  geïmplementeerd  worden  bij  click  en  mortar  supermarkten,  pure  players  kunnen  geen  winstgevende  e-­‐commerce  bedrijven  tenzij  er  een  partnership  ontstaat  met  click  en  mortar  supermarkten    Aanbeveling  1:  Online  supermarkten  dienen  samen  door  middel  van  een  soort  branche-­‐organisatie  afspraken  te  maken  over  de  standaard  koopervaring  in  een  webwinkel  teneinde  het  traditioneel  kooppatroon  ten  gunste  van  online  super-­‐markten  te  veranderen    Aanbeveling  2:  Pure  players  dienen  een  samenwerking  aan  te  gaan  met  click  en  mortar  supermarkten  om  tot  winstgevende  e-­‐commerce  voor  supermarkten  te  komen.  De  samenwerking  is  vereist  op  het  gebied  van  inkoop  zodat  de  inkoopprijs  daalt    Aanbeveling  3:  Pure  players  dienen  een  hoog  aantal  bestellingen  te  genereren,  dit  kan  nog  niet  voldoende  door  het  genereren  van  een  hoge  omzet  dus  dient  er  samenwerking  met  een  click  en  mortar  supermarkt  op  het  gebied  van  fulfillment  plaats  te  vinden  

Page 14: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

14

2   Inleiding    E-­‐commerce  is  tegenwoordig  al  geen  speeltje  meer  van  een  paar  intelligente  whizzkids  die  snel  wat  geld  willen  verdienen.  De  dotcom-­‐shakeout  heeft  er  in  2000  voor  gezorgd  dat  er  een  professionalisering  is  opgetreden  in  de  verkoop  via  internet.  Business  modellen  worden  niet  meer  alleen  beoordeeld  op  marktpoten-­‐tieel,  marktaandeel  en  omzet,  maar  nu  ook  op  winstgevendheid.  En  die  winst-­‐gevendheid  mag  niet  meer  vijf  jaar  op  zich  laten  wachten,  maar  moet  eigenlijk  morgen  al  worden  gerealiseerd.  Kortom:  nieuwe  economie,  maar  met  dezelfde  waarden  als  in  de  “oude  economie”.  Samen  met  de  professionalisering,  groeit  het  aantal  consumenten  dat  aankopen  doet  via  internet  ook  nog  steeds.  De  totale  business-­‐to-­‐consumer  omzet  in  Nederland  via  internet  was  709  miljoen  gulden  in  2000,  ruim  een  verdubbeling  ten  opzichte  van  1999  (325  miljoen).  (Bron:  Online  Shopping  Monitor,  Blauw  New  Media,  Rotterdam).  Dit  grote  bedrag  is  toch  relatief  van  kleine  betekenis,  het  is  slechts  een  half  procent  van  de  jaarlijkse  detailhandels-­‐omzet.  De  groei  in  e-­‐commerce  is  daarmee  minder  dan  voorspeld,  maar  nog  steeds  enorm,  en  volgens  de  onderzoeksbureaus  zal  de  business-­‐to-­‐consumer  e-­‐commerce  ook  blijven  groeien  in  de  komende  vier  jaar.    De  relatief  sterke  groei  van  e-­‐commerce  is  bij  de  supermarktketens  in  Nederland  natuurlijk  niet  onopgemerkt  gebleven.  De  levensmiddelenbranche  kent  al  jaren  hele  kleine  groeipercentages,  als  er  zich  dan  een  kans  als  e-­‐commerce  voordoet  zijn  de  supermarktketens  natuurlijk  de  eersten  die  dit  aangrijpen.    Althans,  dat  zou  men  denken.  Het  is  voor  een  Brick  and  Mortar  bedrijf  als  een  super-­‐markt  blijkbaar  niet  zo  eenvoudig  om  zomaar  via  internet  te  gaan  verkopen,  want  ondanks  enkele  initiatieven  kan  de  doorsnee  Nederlander  zijn  boodschappen  nog  steeds  niet  via  internet  bestellen!  Er  spelen  heel  veel  verschillende  factoren  mee  die  het  voor  supermarktketens  moeilijk  maken  om  online  producten  te  verkopen.  Deze  factoren  of  issues  kunnen  heel  omslachtig  benaderd  worden,  maar  de  essentie  is  dat  een  supermarkt  ook  online  winst  wil  maken.  De  factoren  bepalen  of  e-­‐commerce  inderdaad  winst  op  gaat  leveren,  de  vraag  is  dus  of  deze  issues  het  waard  zijn  om  op  te  lossen.  En  juist  deze  vraag  is  de  basis  voor  dit  onderzoek:  In  hoeverre  kan  e-­‐commerce  winstgevend  geïmplementeerd  worden  bij  supermarkten?    

2.1   Aanleiding  van  het  onderzoek  Netlinq  Framfab  geeft  bedrijven  advies  over  internet,  om  vervolgens  deze  adviezen  ook  met  de  bedrijven  uit  te  voeren.  Netlinq  Framfab  wil  graag  meer  klanten  bedienen  in  de  retailsector,  met  name  food-­‐retailers.  Deze  food-­‐retailers  willen  graag  winst  maken  via  het  nieuwe  kanaal  internet,  oftewel  ze  willen  aan  winstgevende  e-­‐commerce  doen.    Om  een  winstgevende  e-­‐commerce  oplossing  te  kunnen  adviseren  en  op  te  zetten  voor  (online)  supermarkten  is  het  voor  Netlinq  Framfab  van  vitaal  belang  om  een  expert  te  zijn  op  het  gebied  van  e-­‐commerce  voor  supermarken,  wat  in  februari  2001  nog  niet  het  geval  was.      Door  het  uitvoeren  van  dit  onderzoek  heeft  Netlinq  Framfab  de  kennis  en  vaardig-­‐heden  gekregen  om  inderdaad  een  expert  te  worden  op  het  gebied  van  winst-­‐gevende  e-­‐commerce  voor  supermarktketens.  Met  deze  kennis  en  vaardigheden  kan  Netlinq  Framfab  winstgevende  e-­‐commerce  oplossingen  aanbieden  aan  (online)  supermarkten  

Page 15: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

15

2.2   De  doelstelling  De  doelstelling  geeft  aan  wat  er  met  deze  scriptie  bereikt  wordt.    De  doelstelling  van  dit  onderzoek  is  het  vormen  van  kennis  over  winstgevende  implementatie  van  e-­‐commerce  bij  supermarkten.    

2.3   De  probleemstelling  De  centrale  vraag  waarop  deze  scriptie  antwoord  geeft  is  de  probleemstelling.    Probleemstelling:  In  hoeverre  kan  e-­‐commerce  winstgevend  geïmplementeerd  worden  bij  supermarkten?    

2.4   De  onderzoeksvragen  De  onderzoeksvragen  zijn  deelvragen  die  specifieker  ingaan  op  het  probleem,  als  de  onderzoeksvragen  beantwoord  zijn,  is  ook  de  probleemstelling  beantwoord.    Onderzoeksvraag  1:  Welke  factoren  beïnvloeden  de  winstgevendheid  van  e-­‐commerce  bij  supermarktketens?    Onderzoeksvraag  2:  Hoe  kan  de  webwinkel  bijdragen  tot  een  betere  winstgevendheid?    Onderzoeksvraag  3:  Wat  is  de  invloed  van  de  marge  op  de  winstgevendheid  van  e-­‐commerce  bij  supermarkten?    Onderzoeksvraag  4:  Hoe  kan  het  logistieke  proces  van  leverancier  tot  consument  bijdragen  aan  een  betere  winstgevendheid?      Onderzoeksvraag  5:  Wat  zijn  de  kritieke  succesfactoren  voor  de  winstgevendheid  van  e-­‐commerce  bij  supermarkten?    

2.5   Methode  van  aanpak  Het  type  onderzoek  van  deze  afstudeerscriptie  is  exploratief  onderzoek,  er  wordt  antwoord  gegeven  op  open  vragen  aangaande  het  onderwerp.  Exploratief  onder-­‐zoek  is  onderzoek  dat  een  relatief  onbekend  terrein  verkent  en  beoogt  ideeën  of  hypothesen  te  genereren.  Deze  hypothesen  of  stellingen  kunnen  door  middel  van  toetsend  onderzoek  worden  getoetst.  Er  wordt  hier  geen  stelling  getoetst  zoals  bij  toetsend  onderzoek  het  geval  is,  dan  zou  de  probleemstelling  dit  kunnen  zijn:  “Is  winstgevende  e-­‐commerce  mogelijk  voor  supermarkten?”  Deze  probleemstelling  levert  echter  niet  zoveel  informatie  op,  omdat  het  antwoord  niet  bevat  hoe  het  wel  kan  of  waarom  het  niet  kan,  er  wordt  in  essentie  alleen  een  bevestigend  of  ontkennend  antwoord  gegeven.    Het  betreft  hier  ook  niet  alleen  een  beschrijvend  onderzoek,  in  deze  afstudeer-­‐scriptie  worden  in  de  conclusies  en  aanbevelingen  duidelijk  hypothesen  gedepo-­‐neerd  op  basis  van  de  informatie  die  eerst  verzameld  is,  dit  is  niet  het  geval  bij  beschrijvend  onderzoek.  Te  denken  valt  aan  een  hypothese  zoals:  “Als  er  inderdaad  gezorgd  wordt  voor  een  enorme  marketingcampagne  kan  de  omzet  toenemen”.  Deze  empirische  beweringen  kunnen  door  

Page 16: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

16

middel  van  toekomstig  toetsend  onderzoek  bevestigd  of  ontkend  worden.  Het  type  onderzoek  is  dus  exploratief.  (De  Leeuw,  1996)    

2.5.1   Conceptueel  model  Het  conceptueel  model  is  een  schematische  weergave  van  het  onderzoek,  het  is  gebaseerd  op  de  formule  die  Professor  van  der  Kind  in  zijn  boek  Retail  Marketing  gebruikt(Van  der  Kind,  1996):    R(endement)  =  O(mzet)  x  M(arge)  –  K(osten)    De  formule  van  professor  van  der  Kind  geeft  goed  weer  welke  basale  factoren  een  rol  spelen  bij  winstgevendheid,  onderzoeksvraag  1  is  een  inleidende  vraag  en  wordt  vertegenwoordigd  door  het  bovenste  gedeelte  “winstgevende  e-­‐commerce  voor  supermarkten”.  Onderzoeksvraag  2  is  de  “Omzet”,  hier  worden  de  webwinkel/e-­‐commerce  en  e-­‐marketing  (frontoffice)  behandeld,  Onderzoeksvraag  3  gaat  over  de  marge.  De  kosten  van  het  logistieke  proces  komen  naar  voren  in  onderzoeksvraag  4.  Onderzoeksvraag  5  is  een  samenvatting  van  de  kritieke  succesfactoren  die  tot  het  onderste  gedeelte  van  het  conceptueel  model  leidt,  het  “Rendement”.  Winstgevende  e-­‐commerce  voor  supermarkten  en  het  rendement  beïnvloeden  elkaar  wederkerig,  dat  is  schematisch  weergegeven  door  middel  van  de  pijlen.  

Page 17: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

17

 

Winstgevende e-commerce voor supermarkten

Omzet • e-commerce • e-marketing

Vermenigvuldigen

Marge • prijsstelling • inkoop Aftrekken

Kosten • e-fulfillment

Uitkomst

Rendement • Nettowinst van online supermarkt

Model  1.1  Conceptueel  model,  gebaseerd  op  Van  der  Kind,  1996.    

2.5.2   Informatie  verzamelen  De  informatie  voor  deze  scriptie  is  op  verschillende  manieren  verzameld.  De  informatie  is  hoofdzakelijk  via  deskresearch  verzameld.  Er  wordt  echter  ook  gebruik  gemaakt  van  het  interview.  Het  interview  wordt  gebruikt  in  onderzoeksvraag  2  om  een  beter  beeld  te  krijgen  van  de  problemen  en  oplossingen  van  offline  en  online  winkels,  het  interview  wordt  ook  gebruikt  bij  onderzoeksvraag  4  om  een  beter  beeld  te  krijgen  van  de  huidige  oplossingen  voor  offline  en  online  winkels  op  het  gebied  van  logistiek.    

Page 18: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

18

2.5.3   Referenties  en  oude  onderzoeken  Er  is  geen  gebruik  gemaakt  van  oude  onderzoeken,  wel  is  gebruik  gemaakt  van  rapporten  van  onder  andere  Forrester  en  PriceWaterhouseCoopers  waarbij  verwijzingen  zijn  gemaakt  naar  de  literatuurlijst.    

2.6   Opbouw  van  het  rapport  Het  conceptueel  model  dient  als  basis  voor  de  opbouw  van  dit  rapport,  de  inhoud  van  de  hoofdstukken  loopt  dan  ook  nagenoeg  gelijk  met  het  conceptueel  model.  Hoofdstuk  3  is  de  beantwoording  van  onderzoeksvraag  1:  “Welke  factoren  beïn-­‐vloeden  de  winstgevendheid  van  e-­‐commerce  bij  supermarktketens?”.  Hoofdstuk  3  is  een  inleidende  onderzoeksvraag  waarbij  met  behulp  van  foutbomen  en  literatuur  de  factoren  die  spelen  bij  winstgevende  e-­‐commerce  bij  supermarkten  in  kaart  worden  gebracht.  Hoofdstuk  4  is  een  beantwoording  van  de  tweede  onderzoeksvraag:  “Hoe  kan  de  webwinkel  bijdragen  tot  een  betere  winstgevendheid?”.  De  webwinkel  zorgt  voor  de  omzet,  in  hoofdstuk  4  wordt  uiteengezet  hoe  de  webwinkel  deze  omzet  positief  en  negatief  beïnvloedt.  De  webwinkel  wordt  hier  ruim  genomen,  de  marketing  valt  hier  onder  andere  ook  onder.  Hoofdstuk  5  beantwoordt  de  derde  onderzoeksvraag:  “Wat  is  de  invloed  van  de  marge  op  de  winstgevendheid  van  e-­‐commerce  bij  supermarkten?”  De  betekenis  van  de  marge  voor  de  winstgevendheid  van  online  supermarkten  wordt  in  hoofdstuk  5  uiteengezet.  Hoofdstuk  6  is  een  beantwoording  van  onderzoeksvraag  4:  “Hoe  kan  het  logistieke  proces  van  leverancier  tot  consument  bijdragen  aan  een  betere  winstgevendheid?”  Hoofdstuk  6  gaat  over  de  kosten  van  het  logistieke  proces  in  brede  zin,  ook  wel  back-­‐office  of  fulfillment  genoemd  en  de  invloed  daarvan  op  de  winstgevendheid.  Hoofdstuk  7  is  een  samenvattend  hoofdstuk  waarin  de  vijfde  onderzoeksvraag  wordt  beantwoord:  “Wat  zijn  de  kritieke  succesfactoren  voor  de  winstgevendheid  van  e-­‐commerce  bij  supermarktketens?”.  De  kritieke  succesfactoren  zijn  geselecteerd  uit  de  in  de  voorgaande  onderzoeksvragen  naar  voren  gekomen  factoren.  Ook  enkele  andere  kritieke  succesfactoren  zijn  toegevoegd.        

Page 19: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

19

Page 20: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

20

3   Onderzoeksvraag  1:Welke  factoren  beïnvloeden  de  winstgevendheid  van  e-­‐commerce  bij  supermarktketens?  

 

3.1 Inleiding  Winstgevende  e-­‐commerce  voor  supermarkten  wordt  bepaald  door  verschillende  factoren.  Door  middel  van  het  opstellen  van  de  foutboom  wordt  duidelijk  wat  de  oorzaken  zijn  van  het  probleem  (slechte)  winstgevendheid.  Een  foutboom  is  een  diagram  dat  in  detail  de  vele  manieren  weergeeft  waarop  een  complex  systeem  kan  falen.  De  foutboom  is  een  diagram  met  bovenin  het  probleem  of  de  fout,  vervolgens  de  hoofdtakken  met  grote  fouten/problemen,  daaronder  komt  een  lijst  met  de  subgroepen  oorzaken/factoren  van  problemen  binnen  iedere  hoofdtak  (Russo,  1993)    Een  foutboom  is  een  verhelderend  analyse-­‐instrument  dat  vooral  geprezen  wordt  omdat  het  op  duidelijke  wijze  laat  zien  wat  de  oorzaken  zijn  van  een  probleem.  Door  het  opstellen  van  de  foutboom  kan  de  oplossing    van  het  probleem  beter  plaatsvinden.  Ten  eerste  is  het  probleem  geen  abstract  begrip  meer  maar  is  het  heel  concreet  geworden,  er  is  duidelijk  te  zien  dat  de  winstgevendheid  direct  samen-­‐hangt  met  de  omzet,  de  marge  en  de  kosten.  Ten  tweede  kan  door  het  in  kaart  brengen  van  de  directe  oorzaken  of  factoren  het  probleem  veel  gemakkelijker  worden  opgelost,  een  soort  salamitechniek.  Als  de  directe  oorzaken  worden  aangepakt  wordt  het  probleem  opgelost.  De  directe  oorzaken  kunnen  aangepakt  worden  als  de  belangrijke  factoren  van  die  directe  oorzaken  worden  gevonden.  De  foutboom  is  een  eerste  analyse-­‐instrument  en  deze  foutboom  is  dan  ook  niet  volle-­‐dig,  verderop  in  het  onderzoek  komen  ook  nog  andere  succesfactoren  naar  voren.    De  winstgevendheid  van  e-­‐commerce  voor  supermarkten  is  gebaseerd  op  de  formule:    R(endement)  =  O(mzet)  x  M(arge)  –  K(osten)    Het  gaat  erom  dat  men  rendement  (R)  tracht  te  maken  door  omzet  (O)  te  maken,  waarop  men  een  bepaalde  marge  (M)  tracht  te  realiseren.  Teneinde  deze  omzet  te  bereiken  zal  men  kosten  (K)  moeten  maken.  (Van  der  Kind,  1996)    Het  rendement  is  de  winstgevendheid,  aan  de  andere  kant  van  de  formule  staan  de  directe  oorzaken  van  het  rendement.  Deze  directe  oorzaken  zijn  onderverdeeld  in  andere  directe  oorzaken  in  de  foutboom.  De  foutboom  die  hieronder  is  weergegeven  is  in  delen  opgesplitst  om  de  beperkte  ruimte  optimaal  te  benutten.    

Page 21: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

21

 

3.2   Foutboom:  Marge,  kosten  en  omzet  

3.2.1   Foutboom:  Marge,  kosten  en  omzet  

Figuur  1.1  Foutboom:  Overzicht  van  probleem  en  directe  oorzaken   Figuur  1.1  geeft  een  beeld  van  de  mogelijke  directe  oorzaken  van  de  winstgevend-­‐heid  van  de  online  supermarkt  en  daarvan  weer  de  directe  oorzaken.  Belangrijk  bij  het  beoordelen  van  deze  foutboom  is  dat  alle  factoren  en  directe  oorzaken  aannames  zijn  van  de  schrijver  op  basis  van  een  brainstorm  en  het  maken  van  een  foutboom,  de  beweringen  die  hier  worden  gedaan  zijn  een  leidraad  voor  de  volgende  onderzoeksvragen  en  pogen  niet  waar  te  zijn,  ze  zijn  immers  slechts  gebaseerd  op  de  analyse  van  de  schrijver  en  zijn  bedoeld  om  het  onderzoek  te  beperken  tot  de  kern  van  de  probleemstelling.  De  marge,  de  kosten  en  de  omzet  zijn  de  drie  directe  oorzaken.  De  marge  wordt  bepaald  door  de  inkoop,  door  de  inkoop  goed  te  regelen  kan  er  een  lagere  prijs  bedongen  worden  en  kan  de  marge  stijgen.  Natuurlijk  wordt  de  marge  ook  beïnvloed  door  de  hoogte  van  de  verkoopprijs.  De  kosten  worden  hoofdzakelijk  gevormd  door  het  personeel,  de  inventaris,  de  logistiek  en  de  overhead.  De  omzet  wordt  beïnvloed  door  de  webwinkel,  de  marketing,  de  klantvriendelijk-­‐heid  en  de  verkoopprijs.    

Page 22: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

22

 

3.2.2   Foutboom:  Marge  en  kosten  en  hun  factoren  

Figuur  1.2  Foutboom:  directe  oorzaken  kosten  en  marge,  directe  oorzaken  van  kosten  en  marge  en  hun  factoren  

 Figuur  1.2  gaat  dieper  in  op  de  directe  oorzaken  marge  en  kosten  door  de  onderlig-­‐gende  factoren  te  herkennen.  De  marge  wordt  beïnvloedt  door  de  inkoopprijs  die  gedrukt  wordt  door  het  volume  van  de  inkoop.  Een  hoog  aantal  leveranciers  leidt  tot  veel  additionele  kosten  (vertegenwoordigersbezoek,  correspondentie,  enz.).  De  keuze  van  de  producten/  het  assortiment  en  de  daarbij  behorende  leveranciers  leidt  ook  tot  extra  kosten  bijvoorbeeld  in  arbeidstijd  voor  de  afdeling  inkoop.  Naast  de  inkoop  heeft  de  verkoopprijs  ook  een  belangrijke  impact  op  de  marge,  de  marge  is  immers  opgebouwd  uit  de  verkoopprijs  minus  de  inkoopprijs.    De  kosten  zijn  verdeeld  in  logistiek,  personeel,  overhead  en  inventaris.  De  logistieke  kosten  worden  beïnvloed  door  de  volumes,  de  voorraadbeheersing  (bijvoorbeeld  Just  in  time),  het  aantal  distributiepunten  en  de  opzet  ervan.  Ook  een  belangrijke  factor  in  de  logistiek  zijn  de  drie  stromen:  houdbaar,  gekoeld  en  ingevroren  producten.  Deze  verschillende  stromen  voor  verschillende  producten  zorgen  voor  extra  kosten  door  bijvoorbeeld  vrachtwagens  met  capaciteit  voor  alle  drie  stromen.    De  personeelskosten  kunnen  relatief  hoog  zijn  doordat  de  werkzaamheden  arbeids-­‐intensief  zijn,  gedacht  kan  worden  aan  het  orders  verwerken  in  de  magazijnen.  Het  personeel  kan  de  werkzaamheden  ook  inefficiënt  uitvoeren,  wat  natuurlijk  meer  personeelsleden  ten  gevolge  

Page 23: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

23

heeft.  En  daarmee  komen  we  op  de  laatste  factor,  zelfs  al  doet  iedereen  zijn  werk  efficiënt  nog  kunnen  er  teveel  personeelsleden  zijn  voor  de  geprojecteerde  omzet.    De  overheadkosten  zijn  voor  een  groot  deel  administratie,  als  deze  omslachtig  wordt  uitgevoerd  drijft  dat  de  kosten  omhoog.  Door  de  koppeling  van  de  front  office  (webwinkel)  met  de  back  office  (de  administratie,  voorraadbeheer)  kan  de  efficiëntie  toenemen,  de  online  supermarkt  hoeft  de  binnengekomen  order  dan  namelijk  niet  meer  zelf  in  te  voeren  in  de  administratie  en  voorraadbeheer,  dit  gaat  automatisch.  Zelfs  bestellingen  kunnen  automatisch  doorgegeven  worden  aan  de  leveranciers  voor  een  optimaal  supply-­‐chain  management.  Als  het  minimale  voor-­‐raadniveau  wordt  bereikt  gaat  er  een  bestelling  uit  naar  de  leverancier.  Het  gevaar  van  dit  klakkeloos  doorseinen  van  bestellingen  ligt  in  het  ontbreken  van  de  mense-­‐lijke  controle,  de  computer  weet  bijvoorbeeld  niet  dat  het  deze  week  prachtig  weer  is  en  er  dus  extra  ijsjes  besteld  moeten  worden.  (Van  Vliet,  1999)    De  inventaris  kan  enorm  verschillen  in  de  hoogte  van  de  kosten.  Als  een  bedrijf  ervoor  kiest  altijd  een  state-­‐of-­‐the-­‐art  inventaris  te  hebben,  moeten  computers,  meubilair  enzovoort  zeer  vaak  vervangen  worden.  Bovendien  is  het  prijsniveau  van  state-­‐of-­‐the-­‐art  artikelen  stukken  hoger  dan  normale,  nuchtere,  artikelen.  De  inventaris  heef  als  laatste  kostenpost  ook  een  enorme  invloed  op  de  hoogte  van  de  kosten,  inventaris  is  een  kostenpost  die  zoals  gezegd  enorm  kan  variëren.  Boo.com  had  de  keuze  gemaakt  om  enorm  te  investeren  in  de  inventaris,  zij  hadden  bijvoorbeeld  een  hoofdkantoor  in  de  legendarische  Carnaby  Street  in  Londen,  waar  meteen  een  callcenter  met  negentig  personeelsleden  werd  ingericht,  terwijl  outsourcing  natuurlijk  veel  goedkoper  was  geweest.  Daarnaast  kostte  de  site  Boo.com  handenvol  geld:  alleen  al  voor  het  fotograferen  van  de  producten  moest  maandelijks  vijfhonderdduizend  dollar  worden  betaald.  Boo.com  is  inmiddels  failliet  verklaard,  nadat  de  investeringspot  van  135  miljoen  dollar  was  opgedroogd.  (Emerce.  At:  http://www.emerce.nl/webwatch/juli2000/special/special80.html)  

Page 24: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

24

 

3.2.3   Foutboom:  Omzet  en  de  factoren  

Winstgevendheid online supermarkt Omzet Webwinkel e-marketing Klantvriendelijk Prijs Functionaliteiten Drempel smal assortiment Hoog Doelgroepgericht onbekend met servicelevel Verwarrend Cross-selling veiligheid Inspelen op Upselling Onbekend met behoeften/ Betaling betaling ontwikkelingen Convenient? Routing

Figuur  1.3  Foutboom:  probleem  en  directe  oorzaak  Omzet,  directe  oorzaken  van  Omzet  en  de  factoren   De  winstgevendheid  van  de  online  supermarkt  wordt  in  de  foutboom  in  figuur  1.3  voorgesteld  als  het  gevolg  van  de  webwinkel,  de  marketing,  de  klantvriendelijkheid  en  de  verkoopprijs.    De  webwinkel  dient  voorzien  te  worden  van  goede  functionaliteiten,  moet  goed  gericht  zijn  op  de  gewenste  doelgroep,  cross-­‐selling/upselling  mogelijkheden  in  zich  hebben  en  de  betaling  dient  gemakkelijk  te  verlopen  als  de  omzet  positief  beïnvloed  wil  worden  door  de  webwinkel.    De  marketing  kan  ook  een  positieve  invloed  hebben  op  de  omzet  door  de  drempel  om  te  gaan  winkelen  op  internet  te  verlagen  en  de  onbekendheid  met  de  veiligheid  en  de  betaling  weg  te  nemen  bij  de  consument.    Klantvriendelijkheid  is  ook  een  directe  oorzaak  van  de  hoogte  van  de  omzet,  door  de  klantvriendelijkheid  te  verhogen  kan  de  omzet  gaan  stijgen.  Een  smal  assorti-­‐ment  kan  tot  minder  omzet  leiden.  Als  de  producten  die  worden  aangeboden  vaak  niet  leverbaar  zijn,  is  het  service-­‐level  lager.  Door  in  te  spelen  op  de  behoeften  en  ontwikkelingen  (vergrijzing,  individualisme)  van  de  consument  kan  de  omzet  positief  beïnvloed  worden.    Producten  die  in  de  supermarkt  gekocht  worden  zijn  over  het  algemeen  convenience  goods,  belangrijk  kenmerk  van  convenience  goods  is  dat  consumenten  de  producten  dichtbij  kopen  waar  dat  het  meest  handig  is,  convenient  dus.  

Page 25: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

25

Routing  is  in  een  offline  supermarkt  van  belang  voor  de  consument,  door  een  goede  routing  kan  de  consument  de  producten  efficiënt  vinden  en/of  uitgebreid  winkelen.  Online  is  de  routing  of  navigatie  door  de  online  supermarkt  ook  belangrijk  voor  de  klant  vanwege  dezelfde  redenen.    Prijs  is  de  laatste  directe  oorzaak  in  deze  foutboom,  als  de  prijs  te  hoog  is  zal  dit  waarschijnlijk  een  direct  effect  hebben  op  de  hoogte  van  de  omzet.  In  online  winkels  is  de  prijs  vaak  ook  verwarrend,  is  de  BTW  al  bij  het  bedrag  inbegrepen,  komen  er  nog  verzendkosten  bij,  is  de  prijs  ook  hoger  dan  in  de  offline  winkels?    

Page 26: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

26

4   Onderzoeksvraag  2:  Hoe  kan  de  webwinkel  bijdragen  tot  een  betere  winstgevendheid?  

 De  webwinkel  is  in  vergelijking  met  de  fysieke  supermarkt  een  geheel  andere  dimensie,  de  manier  waarop  de  webwinkel  kan  bijdragen  tot  een  betere  winst-­‐gevendheid  voor  de  online  supermarkt  staat  in  deze  tweede  onderzoeksvraag  ter  discussie.  Het  model  van  professor  van  der  Kind  geeft  een  heldere  verdeling  van  de  verschillende  omzetfactoren  die  de  winstgevendheid  beïnvloeden.  Door  deze  heldere  verdeling  kan  een  goed  inzicht  in  de  manier  waarop  de  verschillende  onderdelen  van  de  webwinkel  de  winstgevendheid  verbeteren,  verkregen  worden    

4.1   Inleiding  Food  retailing  heeft  in  de  afgelopen  100  jaar  een  enorme  ontwikkeling  doorge-­‐maakt.  Aan  het  begin  van  de  vorige  eeuw  waren  er  alleen  traditionele  “Mom-­‐and-­‐pop”  winkels,  dit  zijn  de  traditionele  buurtwinkeltjes  die  door  een  familie  gerund  werden.  In  de  jaren  dertig  waren  auto’s,  betere  wegen,  opkomst  van  de  massa  media  en  de  opkomst  van  grote  merken  er  onder  andere  verantwoordelijk  voor  dat  deze  buurtwinkeltjes  in  de  Verenigde  Staten  veranderden  in  traditionele  super-­‐markten  met  veel  lagere  prijzen.  In  deze  traditionele  supermarkt  worden  er  weinig  non-­‐food  artikelen  verkocht.  Vanaf  de  jaren  ’50  zijn  deze  traditionele  supermarkten  ook  in  Nederland  geïntroduceerd,  Albert  Heijn  begon  bijvoorbeeld  in  1955.  Vanaf  1980  zijn  de  supermarkten  steeds  groter  geworden  en  zijn  begonnen  met  het  verkopen  van  een  breder  assortiment.  Dit  heeft  geleidt  tot  superstores  en  combination  stores.  Superstores  zijn  supermarkten  met  een  oppervlakte  van  6000  tot  16000  vierkante  meter,  in  Nederland  zijn  deze  vergelijkbaar  met  de  hele  grote  Konmar  en  Albert  Heijn  vestigingen.  Combination  stores  hebben  een  oppervlakte  van  10000  tot  30000  vierkante  meter.  Combination  stores  hebben  meer  dan  25  procent  non-­‐food  artikelen,  hierdoor  is  het  een  one-­‐stop-­‐shop  geworden  voor  de  klanten.  De  volgende  ontwikkeling  zijn  de  Warehouse  stores,  dit  zijn  discounters  met  een  no-­‐nonsense  benadering  zonder  service.  De  super-­‐warehouses  zijn  groter  en  hebben  lage  prijzen  en  aldus  ook  lage  marges.  De  combination  stores  en  warehouse  stores  zijn  vergelijkbaar  met  de  Maxis  in  Nederland.  Convenience  stores  zijn  supermarkten  met  een  beperkt  assortiment  op  een  handige  locatie  met  ongeveer  1000  vierkante  meter  verkoopvloeroppervlakte.  Deze  winkels  kunnen  door  het  gemak  hogere  prijzen  rekenen,  vooral  kant  en  klare  maaltijden  worden  veel  verkocht  in  deze  winkels.  Door  de  hoge  omzetsnelheid  worden  deze  winkels  elke  dag  bevoorraad.  De  Albert  Heijn  winkels  op  de  stations  zijn  goede  voorbeelden  van  convenience  stores.  (Levy,  1995)    De  jaren  negentig  hebben  een  nieuwe  ontwikkeling  gebracht,  namelijk  internet  als  verkoopkanaal.  Ook  op  internet  spelen  veel  dezelfde  maar  ook  veel  verschillende  factoren  met  betrekking  tot  de  winkel.  Een  online  supermarkt  heeft  een  compleet  andere  manier  van  verkopen,  de  web-­‐winkel  geeft  de  klant  een  totaal  andere  koopervaring  of  in  vaktermen  “shopping  experience”.  Er  zijn  20.000  artikelen  die  in  een  webwinkel  vindbaar  gemaakt  moeten  worden  voor  een  klant.  Een  online  supermarkt  kan  hiervoor  op  verschil-­‐lende  manieren  de  levensmiddelen  aanprijzen.  De  basisprincipes  voor  het  realiseren  van  omzet  in  de  retail  kunnen  met  een  model  echter  nog  steeds  toegepast  worden.  

Page 27: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

27

 Het  model  voor  rendement/winstgevendheid  van  professor  van  der  Kind  staat  ook  model  voor  deze  onderzoeksvraag.  De  winstgevendheid  van  de  webwinkel  wordt  breed  gezien,  de  marketing  wordt  hier  onder  andere  ook  in  betrokken.  De  factoren  uit  de  foutboom,  figuur  3.1.3,  worden  verdeeld  onder  de  paraplu  van  de  variabelen  van  het  model  van  professor  van  der  Kind.    

Winstgevendheid online supermarkt Omzet Webwinkel e-marketing Klantvriendelijk Prijs Functionaliteiten Drempel smal assortiment Hoog Doelgroepgericht onbekend met servicelevel Verwarrend Cross-selling veiligheid Inspelen op Upselling Onbekend met behoeften/ Betaling betaling ontwikkelingen Convenient? Routing

Figuur  4.1  Foutboom:  probleem  en  directe  oorzaak  Omzet,  directe  oorzaken  van  Omzet  en  de  factoren  

4.2   Model  voor  de  webwinkel  De  omzet  in  het  model  van  professor  van  der  Kind,  gegenereerd  door  de  webwinkel,  wordt  in  deze  onderzoeksvraag  uiteengezet  met  het  volgend  model:    

O  =  VG  x  OI  x  C  x  BB    

Omzet  =  Verzorgingsgebied  x  Opkomst  Index  x  Conversie  x  Besteed  Bedrag    (Van  der  Kind,  1996)    De  omzet  wordt  in  dit  model  beschreven  als  een  vermenigvuldiging  van  een  aantal  variabelen.  Het  verzorgingsgebied  is  het  geografisch  gebied  waarbinnen  klanten  naar  een  bepaalde  winkel  willen  komen.  De  opkomst  index  is  het  percentage  inwoners  van  verzorgingsgebied  dat  per  periode  de  winkel  bezoekt.  De  conversie  is  het  percentage  van  de  bezoekers  dat  daadwerkelijk  iets  koopt.  Het  besteed  bedrag  is  het  bedrag  dat  de  klant  gemiddeld  uitgeeft  in  een  bepaalde  periode.    De  term  VG  x  OI  in  de  formule  geeft  het  aantal  bezoekers  weer  aan  de  winkel,  de  term  VG  x  OI  x  C  geeft  het  aantal  klanten  weer.  

Page 28: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

28

Voor  retailing  valt  de  formule  in  twee  delen  uiteen.  De  combinatie  VG  x  OI  staat  voor  de  externe  dominantie  van  de  winkelformule.  Zij  geeft  aan  in  hoeverre  men  in  staat  is  met  de  winkelformule  bezoekers  naar  de  winkel  te  trekken.  Dit  staat  bekend  als  de  attractiewaarde  van  de  winkelformule.  De  combinatie  C  x  BB  heeft  betrekking  op  alle  interne  winkelfactoren,  zij  geeft  aan  in  hoeverre  men  in  staat  is  te  kapitaliseren  op  de  externe  trekkracht  van  de  formule.  Een  winkel  waar  wel  leuk  in  gekeken  wordt  maar  niet  in  gekocht  is  waardeloos  qua  transactiewaarde.  (Van  der  Kind,  1996)    

Omzet       =  VG  x  OI  x  C  x  BB  Aantal  klanten    =  VG  x  OI  x  C  Aantal  bezoekers   =  VG  x  OI  Transactiewaarde     =  C  x  BB  

4.3   Het  verzorgingsgebied  Het  verzorgingsgebied  is  voor  een  online  retailer  heel  anders  dan  bij  een  fysieke  retailer.  In  de  fysieke  wereld  is  een  retailer  gebonden  aan  de  beperkte  geografische  afstand  die  een  klant  af  wil  leggen.  Dit  heeft  dus  met  de  vraagzijde  te  maken,  online  wordt  het  verzorgingsgebied  echter  vooral  gekozen  door  de  aanbieder.  De  retailer  kijkt  waar  hij  vanuit  zijn  internetvestiging  allemaal  wil  gaan  leveren.  Het  is  voor  een  klant  namelijk  niet  wezenlijk  verschillend  om  naar  een  site  van  een  Amerikaanse  of  van  een  Nederlandse  retailer  te  gaan.  De  consument  heeft  niet  veel  meer  “zoekkosten”  als  hij  naar  een  site  uit  de  Verenigde  Staten  gaat  of  naar  een  site  in  Nederland.    

4.3.1   Zoekkosten  worden  verlaagd  door  internet  De  traditionele  retail  is  gebaseerd  op  de  transactiekostentheorie,  massaproductie  is  veel  doelmatiger  dan  kleine  fabricage  op  locatie  en  dat  maakt  tussenhandel  noodzakelijk.  Dankzij  groothandel  en  detailhandel  kan  de  voortbrengingsketen  op  een  goede  manier  functioneren.  Bij  de  transactiekostentheorie  wordt  er  van  de  retailer  uitgegaan,  de  zoekkosten  van  de  klant  worden  echter  niet  meegenomen  volgens  hoogleraar  retailmarketing  aan  de  Universiteit  van  Amsterdam  Rob  van  der  Kind.  Denk  aan  de  tijd  om  de  prijzen  van  verschillende  merken/winkels  te  verge-­‐lijken,  de  moeite  om  de  boodschappentas  naar  huis  te  brengen,  de  zoektocht  naar  die  speciale  kruiden  en  natuurlijk  ook  in  de  file  staan  onderweg  naar  de  supermarkt  en  bijvoorbeeld  de  brandstof  die  daarbij  wordt  verbruikt.  De  transactiekostentheorie  houdt  geen  rekening  met  deze  zoekkosten,  maar  als  men  deze  positieve  of  negatieve  zoekkosten  begrijpt  ziet  men  ook  dat  het  internet  een  alternatief  kan  zijn  voor  de  klant.  Elektronische  retailers  kunnen  hun  prijzen  verlagen  doordat  ze  minder  personeel  behoeven,  geen  winkelpanden  hoeven  te  huren  et  cetera.    Maar  een  lage  prijs  hoeft  niet  de  enige  motivatie  te  zijn  om  op  het  internet  te  kopen.  De  klant  kan  ook  de  afweging  maken  op  basis  van  zijn  zoekkosten,  elke  dag  dezelfde  boodschappen  doen  kan  veel  positieve  zoekkosten  opleveren  in  de  vorm  van  sjouwen  met  boodschappen  bijvoorbeeld.  Via  een  e-­‐tailer  hoeft  de  klant  niet  meer  naar  de  supermarkt  toe  en  hoeft  niet  met  de  boodschappen  te  sjouwen,  het  wordt  thuis  afgeleverd,  de  e-­‐tailer  levert  dus  negatieve  zoekkosten,  oftewel  de  klant  hoeft  minder  moeite  te  doen.    (Emerce,  http://www.emerce.nl/webwatch/mei2000/etail/etail78.html  )    Hetgeen  professor  van  der  Kind  hier  mee  aan  wil  geven  is  dat  de  klant  die  online  boodschappen  doet  misschien  wel  meer  moet  betalen  als  wanneer  de  klant  naar  de  

Page 29: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

29

supermarkt  gaat,  maar  wat  vergeten  wordt  is  dat  niet  alleen  het  geld  wat  de  klant  moet  betalen  telt  maar  ook  de  voordelen  die  online  boodschappen  doen  met  zich  meebrengen,  zoals  niet  sjouwen  met  producten  en  niet  in  de  file  staan  op  weg  naar  de  supermarkt.  Deze  voordelen  maken  online  boodschappen  voor  de  klant,  hoewel  misschien  duurder,  aantrekkelijker  voor  de  klant.  In  principe  blijven  de  zoekkosten  voor  een  klant  gelijk  als  deze  de  online  boodschap-­‐pen  nu  doet  bij  een  Nederlands  bedrijf  of  bij  een  Brits  bedrijf,  de  reistijd  is  niet  verschillend  meer.  Dit  betekent  dat  het  verzorgingsgebied  op  dit  gebied  geen  beperkingen  kent.  

4.3.2   Online  supermarkt  alleen  in  hoog  gepenetreerde  gebieden  Het  verzorgingsgebied  is  onderdeel  van  de  winkelformule,  de  e-­‐tailer  kiest  voor  een  bepaalde  doelgroep  geografisch  gezien.  De  keuze  voor  het  verzorgingsgebied  hangt  nauw  samen  met  andere  factoren.  De  keuze  voor  het  verzorgingsgebied  heeft  een  direct  effect  op  de  hoogte  van  de  kosten  bij  online  supermarkten  De  micrologistiek  die  toegepast  moet  worden  om  een  geografisch  gebied  te  bedienen  kost  relatief  veel  geld  voor  online  supermarkten.  Een  non-­‐food  e-­‐tailer  kan  vaak  volstaan  met  het  in  zee  gaan  met  een  logistieke  partner  die  een  fijnmazige  levering  goed  onder  de  knie  heeft.  Voor  een  online  supermarkt  is  dat  echter  niet  mogelijk,  de  bestaande  logistieke  dienstverleners  kunnen  (nog)  geen  gekoelde  of  diepvries  producten  thuisbezorgen.  De  online  supermarkt  moet  dus  zelf  een  fijnmazig  logistiek  netwerk  opbouwen.    Het  vergroten  van  het  verzorgingsgebied  levert  niet  automatisch  schaalvoordeel  op  omdat  met  het  vergroten  van  het  verzorgingsgebied  het  volume  wel  wordt  verhoogd  maar  de  kosten  door  de  complexe  micrologistiek  (meer  distributiepunten,  bestelauto’s  etcetera)  bij  online  supermarkten  ook  navenant  toeneemt.  De  schaal-­‐baarheid  van  een  online  supermarkt  is  daarmee  ook  beperkt.  Het  is  niet  zo  als  bij  een  non-­‐food  e-­‐tailer  dat  er  toch  al  een  groot  fulfillment  centrum  staat  en  de  kosten  per  product  dalen  bij  een  hoger  volume  producten.  De  schaalbaarheid  is  daardoor  dus  beperkt  bij  een  food  e-­‐tailer.  In  hoofdstuk  6  wordt  dieper  op  de  logistiek  ingegaan.  Gevolg  van  deze  beperkte  schaalbaarheid  is  wel  dat  een  online  supermarkt  bij  het  kiezen  van  het  verzorgingsgebied  rekening  moet  houden  met  een  verhoging  van  de  vaste  kosten  bij  het  uitbreiden  van  het  verzorgingsgebied.      Max  Foodmarket  kiest  bijvoorbeeld  voor  een  beperkt  verzorgingsgebied  waar  veel  mensen  van  hun  doelgroep  dicht  op  elkaar  wonen  zodat  de  logistieke  kosten  beperkt  kunnen  blijven.  Max  Foodmarket  noemt  dit  verzorgingsgebied  hoog  gepenetreerde  gebieden.  De  huidige  verzorgingsgebieden  zijn  Utrecht,  Amsterdam  en  Den  Haag.    Peapod,  de  online  supermarkt  uit  de  Verenigde  Staten  heeft  het  verzorgingsgebied  danig  verkleind,  in  september  2000  zijn  4  markten  verlaten  en  in  maart  2001  nog  1  markt.  Deze  verkleining  moet  helpen  om  eerder  winstgevendheid  te  bereiken.  Peapod  gaat  het  verzorgingsgebied  niet  vergroten  totdat  er  operationele  winst-­‐gevendheid  is  bereikt  in  de  huidige  markten.  Dit  is  een  onderdeel  van  de  nieuwe  clicks  en  bricks  strategie  (online  en  fysiek)  van  Peapod  in  samenwerking  met  de  Ahold  supermarktketen  Stop  &  Shop.  Net  als  Max  Food  Market  kiest  Peapod  dus  voor  een  beperkt  verzorgingsgebied  om  de  logistieke  kosten  te  beperken.    (Business  Wire.  At:  http://www.corporate-­‐ir.net/ireye/ir_site.zhtml?ticker=ppod&script=410&layout=11&item_id=169060  )    Ideaal  verzorgingsgebied:  grote  stedelijke  regio’s  Het  is  voor  een  Amerikaanse  online  supermarkt  ondoenlijk  om  geheel  de  Verenigde  Staten  te  bedienen  van  thuisbezorging,  behalve  de  gebieden  rond  de  grote  steden  is  de  Verenigde  

Page 30: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

30

Staten  een  laag  gepenetreerd  gebied.  Dat  wil  zeggen  dat  de  Verenigde  Staten  een  lage  dichtheid  van  potentiële  klanten  heeft,  in  tegenstelling  tot  een  groot  deel  van  Europa.  Ondanks  dat  een  te  groot  verzorgingsgebied  leidt  tot  hoge  logistieke  kosten,  is  een  te  klein  verzorgingsgebied  ook  duur  op  het  gebied  van  logistieke  kosten  doordat  de  investeringen  niet  gedekt  kunnen  worden  door  voldoende  omzet/klanten.  Er  is  dus  een  ideaal  verzorgingsgebied  dat  naar  de  ervaringen  van  Max  Food  Market  en  Peapod  op  dit  moment  nog  lijkt  te  bestaan  uit  een  aantal  hoog  gepenetreerde  steden  en  omgeving.  Maar  in  de  toekomst  kan  dit  groter  worden  als  er  een  groter  deel  van  de  consumenten  online  boodschappen  doet  en  er  dus  meer  steden/regio’s  zijn  waar  veel  mensen  van  de  juiste  doelgroep  dicht  op  elkaar  wonen.  De  winstgevendheid  is  op  dit  moment  gewaarborgd  door  het  verzorgingsgebied  te  beperken  tot  de  grote  steden  en  hun  omgeving.    (Nordan,  M.  M.  At:  http://www.forrester.com/ER/Research/Report/MarketOverview/0,1338,9168,00.html  )    

4.3.3   Meerwaarde  onbegrensd  verzorgingsgebied  geldt  niet  voor  online  supermarkt    

De  contradictie  van  deze  keuze  van  online  supermarkten  voor  een  hoog  gepene-­‐treerd  verzorgingsgebied  is  dat  dit  ook  de  gebieden  zijn  waar  traditioneel  de  fysieke  supermarkten  ook  de  meeste  kansen  hebben.  Een  supermarkt,  zoals  de  meeste  andere  winkels,  maakt  meer  omzet  op  plaatsen  waar  de  doelgroep  in  hoge  mate  aanwezig  is,  een  online  retailer  is  meestal  onafhankelijk  van  de  directe  omgeving  van  de  plek  waar  deze  gevestigd  is.  De  producten  worden  over  een  veel  groter  verzorgingsgebied  geleverd,  meestal  door  heel  Nederland  of  zelfs  wereldwijd.  De  bestaande  logistieke  dienstverleners  kunnen  namelijk  wel  de  meeste  non-­‐food  artikelen  leveren  in  een  groot  verzorgingsgebied  zonder  hoge  investeringen  van  de  kant  van  de  e-­‐tailer.  Voor  de  non-­‐food  e-­‐tailer  is  dit  bijna  onbegrensde  verzorgings-­‐gebied  een  belangrijke  meerwaarde  (voor  de  online  supermarkt  zelf)  ten  opzichte  van  fysieke  retailers,  voor  online  supermarkten  geldt  deze  meerwaarde  dus  slechts  bij  enorme  investeringen  in  een  logistiek  netwerk.  De  meerwaarde  die  e-­‐tailers  leveren  door  tijd  te  besparen  (voor  de  klant)  gaat  voor  online  supermarkten  vaak  ook  niet  op,  de  online  supermarkt  levert  slechts  in  het  gebied  waar  om  de  hoek  ook  een  supermarkt  gevestigd  is.      

4.4   Opkomst  index  De  opkomstindex  is  het  percentage  inwoners  van  het  verzorgingsgebied  dat  per  periode  de  winkel  bezoekt  (van  der  Kind,  1996).  Bij  fysieke  supermarkten  is  de  opkomstindex  hoog  vanwege  het  assortiment  dat  aangeboden  wordt.  Boodschappen  zijn  hoogfrequent  gekochte,  dagelijkse  artikelen.  Het  marktaandeel  van  Albert  Heijn  is  bijvoorbeeld  28%,  dat  betekent  dat  28%  van  de  boodschappen  bij  Albert  Heijn  wordt  gedaan.  (ANP.  At:  http://nu.nl/pdocument?n=11631)    De  vertaling  van  marktaandeel  naar  opkomstindex  is  niet  helemaal  zuiver  te  maken,  de  opkomstindex  gaat  over  inwoners,  het  marktaandeel  over  het  bedrag  dat  die  inwoners  besteed  hebben.  Ook  is  de  bezoeker  nog  geen  betalende  klant,  maar  zoals  in  paragraaf  4.4  naar  voren  komt  is  de  fysieke  supermarkt  goed  voor  een  conversie-­‐graad  van  bijna  100%.  Toch  kan  het  marktaandeel  een  globale  indruk  geven  dat  de  opkomstindex  voor  Albert  Heijn  ongeveer  tussen  de  25  en  30  procent  is.  Voor  online  supermarkten  wordt  dit  voorlopig  nog  niet  bereikt,  hier  zijn  een  aantal  redenen  voor  aan  te  geven  die  hieronder  uiteengezet  worden.    

Page 31: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

31

4.4.1   Opkomstindex  laag  door  internetpenetratie,  onbekendheid  en  traditioneel  kooppatroon  

Het  percentage  inwoners  van  het  verzorgingsgebied  van  een  online  supermarkt  dat  de  webwinkel  bezoekt  hangt  nauw  samen  met  de  internetpenetratie.  In  Nederland  heeft  57%  van  de  huishoudens  een  PC,  dit  is  een  zeer  hoog  percentage,  vergelijk-­‐baar  met  Canada.  30%  van  de  huishoudens  is  slechts  online,  dit  is  een  relatief  laag  percentage.  (Shern,  S.,  2001)    Als  het  tegenstrijdige  verschil  van  PC  penetratie  en  internet  penetratie  kleiner  wordt,  en  er  dus  meer  huishoudens  online  gaan,  kan  de  opkomstindex  significant  stijgen.  De  online  supermarkt  kan  de  opkomstindex  helpen  verhogen  door  de  klanten  online  te  krijgen.  Bijvoorbeeld  door  samen  te  werken  met  een  internet  service  provider  als  partner  en  gratis  internetabonnementen  op  een  Cd-­‐rom  aan  te  bieden  aan  de  klanten.    Terwijl  er  al  verschillende  online  supermarkten  actief  zijn,  is  de  meerderheid  van  de  internetgebruikers  zich  niet  bewust  van  de  meeste  online  supermarkten.  Dit  is  echter  niet  verrassend  omdat  de  huidige  online  supermarkten  slechts  een  beperkt  marktgebied  bedienen.  Slechts  een  klein  percentage  van  de  internetgebruikers  die  de  verschillende  online  supermarkten  wel  kennen  proberen  deze  ook  uit.  (PriceWaterhouseCoopers.  At:http://www.pwcglobal.com/extweb/ncpressrelease.nsf/DocID/E5AB218CAE54206B852568D40052790E)    De  opkomstindex  wordt  ook  beïnvloed  door  het  traditioneel  kooppatroon,  de  consument  is  niet  snel  uit  het  ritme  van  3  keer  in  de  week  boodschappen  doen  in  de  supermarkt  te  krijgen.  Het  is  mogelijk  om  de  opkomstindex  te  verhogen  door  de  consument  te  informeren  over  de  mogelijkheden  van  online  boodschappen  doen.  Gerichte  marketingcampagnes  kunnen  bijvoorbeeld  de  tweeverdieners  met  kinderen  overhalen  om  boodschappen  online  te  doen  om  dat  dit  tijd  en  moeite  bespaart.  Gedacht  kan  worden  aan  een  uitgebreide  uitleg  in  de  Allerhande  van  Albert  Heijn  hoe  de  online  winkel  werkt,  dat  betalen  veilig  is  en  de  bezorging  geen  probleem  is.  Op  televisie  of  in  de  huis-­‐aan-­‐huis  folders  kunnen  speciale  internet-­‐aanbiedingen  staan  die  mensen  ertoe  brengen  om  op  de  site  te  kijken.  Als  de  drempel  eenmaal  overwonnen  is  en  de  consumenten  weten  hoe  de  online  supermarkt  werkt,  zullen  zij  daar  ook  veel  vaker  naar  toe  gaan.    De  lage  internetpenetratie,  de  onbekendheid  van  de  online  supermarkten  bij  de  consument  en  het  traditioneel  kooppatroon  waar  de  meeste  consumenten  zich  nog  in  bevinden  zorgen  er  op  dit  moment  nog  voor  dat  de  opkomstindex  voor  online  supermarkten  laag  is,  hoeveel  procent  van  de  consumenten  in  een  bepaald  verzorgingsgebied  werkelijk  een  online  supermarkt  bezoeken  (de  opkomstindex)  is  niet  duidelijk,  beursgenoteerde  online  supermarkten  geven  wel  gegevens  over  het  aantal  orders  die  gedaan  zijn  maar  er  worden  geen  bezoekersaantallen  genoemd.  Aangezien  het  aantal  orders  een  laag  percentage  is  (zie  paragraaf  4.4)  is  het  aannemelijk  dat  ook  de  opkomstindex  nog  laag  is  in  vergelijking  met  de  fysieke  supermarkt.  

4.4.2   Opkomstindex  hoger  door  marketing    Dit  lage  bewustzijn  van  de  online  supermarkt  van  de  consument  kan  verhoogd  worden  door  reclamecampagnes.  Fysieke  supermarkten  met  een  online  filiaal  kunnen  het  bewustzijn  al  behoorlijk  vergroten  door  onder  andere  in  alle  reclame-­‐uitingen  naar  het  online  filiaal  te  verwijzen.  Pure  players,  supermarkten  met  alleen  een  webwinkel,  zullen  meer  moeite  moeten  doen  om  de  consument  bewust  te  maken  van  het  bestaan  van  de  pure  player,  dit  betekent  ook  veel  meer  kosten.  Folders,  advertenties,  radiospotjes  en/of  televisiespotjes  kunnen  ingezet  worden  om  de  klant  bewust  te  maken  van  de  pure  player.  De  fysieke  

Page 32: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

32

supermarkt  heeft  het  grote  voordeel  dat  de  klant  reeds  bij  ze  koopt,  het  bedrijf  kent  en  vertrouwen  heeft  in  het  bedrijf  als  merk.    

4.5   Conversie  Het  percentage  bezoekers  aan  de  webwinkel  dat  ook  werkelijk  iets  koopt,  is  de  conversie.  (Van  der  Kind,  1996).  Bezoekers  aan  een  fysieke  supermarkt  komen  daar  om  iets  te  kopen,  niet  om  rond  te  kijken.  De  koopintentie  is  dus  zeer  hoog  en  daaropvolgend  de  conversie  ook.  De  bezoekers  aan  de  fysieke  supermarkt  die  hun  boodschappenwagentje  in  de  winkel  laten  staan,  of  alleen  naar  binnen  gaan  om  de  tijdschriften  te  lezen  zijn  een  zeldzaamheid.  De  conversie  in  een  fysieke  supermarkt  ligt  daarom  net  onder  de  100%.  Online  supermarkten  hebben  echter  te  maken  met  hoge  percentages  bezoekers  die  zonder  aankoop  de  webwinkel  verlaten  en  eigenlijk  hun  boodschappenwagentje  in  het  gangpad  laten  staan.  Wat  ten  grondslag  ligt  aan  deze  lagere  conversie  bij  online  supermarkten  wordt  in  de  volgende  paragrafen  naar  voren  gebracht.    

Figuur  4.3:  De  thuisservice  van  Albert  Heijn  (www.ah.nl)    

4.5.1   Conversie  kan  verhoogd  worden  op  vele  manieren    Standaard  koopervaring  online  verhoogt  conversie  Het  bezoeken  van  online  supermarkten  geeft  een  andere  ervaring  dan  het  bezoeken  van  fysieke  supermarkten.  Mary  Brett  Whitfield,  Directeur  van  PricewaterhouseCoopers'  E-­‐Retail  Intelligence  System  zegt  in  het  rapport  “Grocery  shopping  online  VS  on  land  –  consumers  

Page 33: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

33

prefer  to  walk  the  aisles”:  "levensmiddelen  kopen  is  bijna  niet  te  vervangen  door  een  online  koop-­‐ervaring.  Een  belangrijk  verschil  tussen  offline  en  online  boodschappen  doen  is  dat  de  web-­‐super  nog  geen  standaard  gevonden  heeft  hoe  de  consument  de  boodschappen  vindt.  In  de  traditionele  supermarkt  doet  de  consument  al  bijna  50  jaar  zijn  boodschappen,  de  online  supermarkt  is  nieuw.  Deze  heeft  nog  geen  standaard-­‐inrichting,  er  zijn  nog  niet  voor  alle  problemen  goede  oplossingen  en  gebruikers  zijn  er  nog  niet  aan  gewend.  Duidelijk  is  wel  dat  de  fysieke  winkel  niet  1  op  1  naar  virtuele  wereld  vertaald  kan  en  moet  worden.  De  perfecte  fysieke  supermarkt  bestaal  al  lang  maar  de  perfecte  online  supermarkt  moet  nog  ontwikkeld  worden.    Als  een  consument  een  willekeurige  supermarkt  binnenloopt  kan  deze  de  gewenste  boodschappen  redelijk  snel  vinden,  de  consument  weet  namelijk  hoe  een  super-­‐markt  ‘werkt’:  Je  loopt  met  je  winkelwagen  langs  de  schappen  en  vindt  daar  allerlei  aan  elkaar  gerelateerde  producten  bij  elkaar  op  een  schap.  De  jam  staat  tussen  het  andere  beleg,  de  tandpasta  is  te  vinden  bij  de  andere  persoonlijke  verzorgings-­‐producten.  In  een  online  winkel  hebben  de  supermarkten  nog  geen  standaard  gevonden  hoe  de  producten  gevonden  kunnen  worden.  Een  consument  komt  de  online  winkel  binnen  en  heeft  misschien  geen  ervaring  met  online  boodschappen  doen  maar  zelfs  als  die  ervaring  er  wel  is,  is  elke  online  supermarkt  anders  van  zoekstructuur  en  zijn  de  producten  voor  de  klant  moeilijk  te  vinden.  De  stevige  leercurve  leidt  tot  een  lagere  conversie.  Als  de  online  supermarkten  door  de  ervaring  die  zij  opdoen  ook  een  standaard  manier  van  winkelen  online  hebben  gevonden,  zal  het  voor  de  consument  ook  aantrekkelijker  zijn  om  online  boodschappen  te  doen,  simpelweg  omdat  de  online  supermarkt  dan  ook  eenvoudig  en  snel  ‘werkt’.  Kortom  een  standaard  koopervaring  online  kan  de  conversie  verhogen.    Informatie  compenseert  afgesneden  zintuigen  Een  klant  die  een  online  supermarkt  binnenstapt,  stapt  een  isolatietank  binnen,  zijn  zintuigen  worden  direct  afgesneden.  De  klant  ziet  geen  diepte  meer,  is  het  gevoel  voor  schaal  kwijt.  De  tastzin  en  reuk  zijn  volledig  weg.  De  klant  kan  nog  wel  horen,  maar  dit  wordt  beperkt  door  de  bandbreedte  van  de  internetverbinding.  De  handen  van  de  klant  zijn  eigenlijk  op  de  rug  gebonden  want  de  klant  kan  niets  meer  in  de  winkel  doen,  zoals  bijvoorbeeld  een  product  oppakken  om  het  beter  te  zien.  Als  de  supermarkt  iets  wil  verkopen  aan  een  klant  die  in  een  isolatietank  drijft,  moeten  de  beperkingen  van  de  zintuigen  wel  worden  gecompenseerd.  Dat  kan  bijvoorbeeld  door  het  geven  van  informatie,  over  producten,  processen,  personeel,  klanten  of    concurrenten.  (Feller,  At:  http://webreview.com/2000/06_09/strategists/06_09_00_1.shtml)    De  supermarkt  kan  zich  zoals  Feller  in  zijn  onderzoek  zegt  onderscheiden  door  de  klant  van  de  informatie  te  voorzien  die  de  klant  echt  zoekt  namelijk  een  koopadvies.  Online  kan  een  klant  door  middel  van  rijke  informatie  geadviseerd  worden  om  een  goede  keuze  te  maken  uit  het  assortiment,  bijvoorbeeld  via  een  pop-­‐up  venster  met  informatie  dat  naar  voren  komt  als  op  een  icoontje  wordt  gedrukt,  dat  bij  het  product  staat.  Gateway,  een  e-­‐tailer  in  ict-­‐apparatuur,  levert  computers  op  maat.  Als  de  klant  dan  moet  bepalen  hoeveel  geheugen  hij  in  zijn  computer  moet  hebben  drukt  hij  op  het  woord  “memory”  (of  op  een  icoontje)  en  dan  komt  in  het  pop-­‐up  venster  een  beschrijving  van  geheugen  in  dit  geval  en  een  advies  welke  hoeveelheid  geheugen  de  klant  nodig  heeft  bij  bepaald  gebruik  van  de  computer  (128  mb  bij  gebruik  van  mp3  files  bijvoorbeeld).  Dit  kan  bij  een  online  supermarkt  ook  door  bijvoorbeeld  informatie  te  geven  over  de  voedingswaarde,  de  ingrediënten,  maar  ook  door  een  goed  recept  voor  bereiding  te  geven.    Als  de  klant  voldoende  informatie  krijgt,  kan  dit  het  gebrek  aan  zintuiglijke  ervaringen  op  het  internet  compenseren  en  aldus  de  klant  aanzetten  tot  het  online  doen  van  boodschappen.  Het  besteed  bedrag  kan  door  informatie  ook  stijgen,  zie  paragraaf  4.5.  

Page 34: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

34

Case  Tesco:  Informatie  voor  een  hogere  conversie    Tesco  heeft    bij  veel  van  haar  supermarktproducten  een  informatie-­‐icoontje  staan,  door  hier  op  te  klikken  komt  er  een  nieuw  venster  naar  voren  waarin  verschillende  informatie  in  staat.  Er  is  een  overzicht  van  ingrediënten,  van  voedingswaarde  en  van  gebruik.  Ook  hebben  sommige  producten  een  recepttip.  Aan  dit  recept  is  echter  nog  geen  shopping  list  toegevoegd,  deze  functie  zou  het  de  klant  nog  makkelijker  maken  om  snel  producten  te  kopen  en  aldus  conversieverhogend  werken.  Desondanks  kan  deze  informatie  voor  een  bepaalde  klantengroep  belangrijk  zijn  bij  aankoop  en  aldus  conversieverhogend  werken.    

Page 35: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

35

Slechte  gebruiksvriendelijkheid  verhoogt  zoekkosten,  goede  zoekstructuur  verlaagt  deze  De  webwinkels  zijn  in  het  algemeen  niet  gebruiksvriendelijk,  dit  veroorzaakt  hogere  zoekkosten  (zie  ook  paragraaf  4.2.1)  bij  de  klanten  die  misschien  wel  hoger  zijn  dan  offline.  De  grootste  irritaties  zijn  de  traagheid  van  het  downloaden,  gebroken  links,  het  vinden  van  bekende  informatie  en  de  organisatie  van  de  verzamelde  informatie.  Deze  irritaties  zijn  ook  te  transformeren  naar  de  offline  winkel:  Het  wachten  aan  de  kassa,  het  niet  aanwezig  zijn  of  op  zijn  van  artikelen,  het  niet  vindbaar  zijn  van  artikelen  en  het  feit  dat  bij  elkaar  horende  artikelen  niet  bij  elkaar  gepresenteerd  worden,  ligt  voor  de  hand.  (Van  der  Kind,  2000)  De  slechte  gebruiksvriendelijkheid  in  de  online  supermarkt  kan  er  voor  zorgen  dat  klanten  minder  geneigd  zullen  zijn  om  aankopen  te  doen.    Het  verschil  met  een  fysieke  supermarkt  is  ook  dat  een  klant  weinig  keuzes  kan  maken  in  een  online  winkel.  Als  de  klant  in  een  fysieke  winkel  de  suiker  niet  kan  vinden,  dan  vraagt  de  klant  een  vakkenvuller  en  binnen  een  minuut  heeft  de  klant  de  suiker.  Als  de  witte  suiker  niet  aanwezig  is,  wijst    het  personeel  op  een  alterna-­‐tief,  zoals  basterdsuiker.  Een  fysieke  winkel  ziet  er  dus  niet  alleen  mooi  uit,  maar  de  winkel  “werkt”  ook  goed.  Webwinkels  richten  zich  vaak  op  hoe  mooi  de  winkel  er  wel  niet  uit  ziet,  zonder  te  investeren  in  functionaliteiten  voor  de  klant.  In  de  webwinkel  kan  de  klant  geen  vakkenvuller  vinden  die  hem  even  snel  de  weg  wijst  waar  de  suiker  is,  de  klant  zal  dus  als  deze  de  suiker  niet  kan  vinden  de  webwinkel  verlaten.  Dit  verlies  aan  conversie  kan  voorkomen  worden  door  een  goede  zoek-­‐structuur  op  te  zetten  in  de  webwinkel  zodat  de  klant  de  suiker  snel  kan  vinden.      

Zoekstructuren  voor  A-­‐klanten  en  B-­‐klanten  kan  conversie  verhogen  In  de  fysieke  retail  worden  klanten  in  twee  categorieën  verdeeld  wat  betreft  koopgedrag,  de  A-­‐klanten  en  de  B-­‐klanten.  De  A-­‐klanten  zijn  klanten  die  gericht  naar  een  product  op  zoek  zijn  en  daarbij  zo  snel  en  gemakkelijk  mogelijk  de  producten  wil  kunnen  kopen.  De  B-­‐klanten  zijn  klanten  die  willen  rondkijken,  eerst  advies  vragen,  op  zoek  gaan  naar  aanbevelingen  van  andere  klanten  om  zich  zo  een  mening  te  vormen  welk  product  ze  misschien  aankopen.  De  supermarkt  bestaat  voor  het  overgrote  deel  uit  A-­‐klanten,  ze  hebben  een  boodschappenlijstje  bij  zich  en  willen  zo  snel  mogelijk  de  gewenste  producten  kopen.  Voor  deze  klanten  moet  de  zoekstructuur  zo  zijn  ingericht  dat  de  producten  snel  gevonden  kunnen  worden,  een  goede  functie  is  een  shopping  list  die  opgeslagen  wordt  van  de  vorige  bezoeken.  Met  deze  shopping  list  kan  de  klant  zo  van  een  lijstje  met  eerder  gekochte  artikelen  aangeven  welke  artikelen  weer  nodig  zijn.  Ook  een  soort  tweede  webwinkel  met  alleen  de  populairste  producten  is  een  manier  om  de  klant  snel  te  laten  winkelen,  in  plaats  van  de  klant  door  20.000  arti-­‐kelen  te  laten  zoeken.  Met  de  e-­‐commerce  software  van  tegenwoordig  is  het  een-­‐voudig  om  een  tweede  webwinkel  te  maken  waar  alleen  de  1000  meest  gekochte  producten  in  zitten,  denk  aan  Coca  Cola,  Lassie  Toverrijst  en  Calvé  Pindakaas.    De  B-­‐klant  weet  nog  niet  exact  welke  producten  hij/zij  wil,  deze  klant  wil  graag  wat  advies  hebben  welke  producten  het  beste  passen  bij  de  kipfilet,  door  een  recept  van  het  product  toe  te  voegen  aan  de  productinformatie  is  deze  klant  sneller  over  te  halen  om  producten  te  kopen.  Als  er  in  het  recept  staat  dat  er  een  zoetzure  saus  bij  moet  dan  wil  de  klant  graag  weten  welke  zoetzure  saus  hij/zij  moet  kiezen.  De  klant  kan  deze  informatie  krijgen  door  middel  van  een  waarderingssysteem  waarbij  de  klanten  zelf  kunnen  aangeven  wat  zij  van  de  producten  vinden.  Andere  klanten  kunnen  vervolgens  van  deze  meningen  kennis  nemen  en  hun  keuze  onder  andere  hierop  baseren.  Dit  waarderingssysteem  wordt  al  bij  online  boekenverkoop  toege-­‐past,  Amazon.com  heeft  een  waarderingssysteem  waar  klanten  kunnen  aangeven  wat  zij  van  het  boek  vinden.  De  klant  die  het  nog  niet  weet  kan  ook  

Page 36: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

36

gevoelig  zijn  voor  cross-­‐selling  en  up-­‐selling,  door  in  de  recepten  de  producten  met  de  hoogste  marge  aan  te  geven  wordt  er  eigenlijk  aan  cross-­‐selling  (de  andere  producten  in  het  recept)  en  up-­‐selling  (de  hoogste  marge  producten)  gedaan.  Up-­‐selling  kan  ook  bereikt  worden  door  de  producten  met  een  hoge  marge  een  betere  positie  te  geven,  als  er  op  rijst  wordt  gezocht  kan  de  gewenste  rijst  boven  aan  de  lijst  staan  bijvoorbeeld.      De  zoekstructuur  dient  voor  beide  categorieën  klanten  voldoende  mogelijkheden  te  bieden  om  beide  klanten  tot  een  aankoop  te  verleiden,  met  bovenstaande  oplossingen  kan  de  conversie  verhoogd  worden.    Klantenservice  Als  de  klant  ondanks  de  goede  zoekstructuur  toch  de  producten  niet  kan  vinden  kan  de  online  supermarkt  de  klant  de  keuze  geven  om  te  bellen  met  de  klantenservice.  Bijvoorbeeld  door  een  gratis  0800  nummer  op  de  site  te  zetten.  De  klant  moet  dan  echter  wel  nog  zelf  het  initiatief  nemen,  door  een  callbutton  op  de  site  te  zetten  wordt  de  drempel  nog  lager  gemaakt.  De  klant  kan  op  de  callbutton  drukken  en  vervolgens  zijn/haar  telefoonnummer  ingeven.  De  klantenservice  belt  de  klant  dan  binnen  bijvoorbeeld  10  minuten  terug.    (Nielsen,  At:  http://www.webtechniques.com/archives/2001/02/nielsen    )  Door  de  drempel  te  verlagen  met  deze  terugbelservice  kan  de  klant  geholpen  worden  bij  het  online  winkelen,  hierdoor  kan  de  conversie  verhoogd  worden.    Verwarrende  en  hogere  prijs  online  In  online  winkels  is  de  prijs  vaak  ook  verwarrend,  is  de  BTW  al  bij  het  bedrag  inbegrepen,  komen  er  nog  verzendkosten  bij,  is  de  prijs  ook  hoger  dan  in  de  offline  winkels?  De  prijzen  zijn  in  online  supermarkten  vaak  hoger  dan  offline.  Max  Food  Market  heeft  wel  de  gemiddelde  prijzen  voor  supermarktproducten,  maar  Albert  Heijn  rekent  bijvoorbeeld  6%  hogere  prijzen  voor  veel  artikelen.  Een  hogere  prijs  en  een  verwarrende  prijs  kunnen  de  klanten  afschrikken  om  online  aankopen  te  doen  en  zodoende  de  conversie  verlagen.      Bezorgkosten  grote  invloed  op  conversie  Door  geen  bezorgkosten  te  rekenen  bij  hoge  bonbedragen  zal  46%  van  de  klanten  eerder  geneigd  zijn  om  te  kopen  bij  online  supermarkten.    (Feller,  J.,  At:  http://webreview.com/2000/06_09/strategists/06_09_00_1.shtml)    Dit  onderzoek  van  Feller  geeft  aan  dat  de  conversie  significant  wordt  verhoogd  als  online  supermarkten  geen  bezorgkosten  rekenen  als  de  klant  voor  een  hoger  bon-­‐bedrag  boodschappen  aanschaft.  In  het  Foodmagazine  schrijft  Koomen  echter  dat  om  de  marge  te  behouden,  online  supermarkten  best  een  additionele  service  fee  voor  de  bezorging  mogen  vragen  aangezien  de  klant  toch  niet  prijsbewust  is.  Ondanks  de  sterke  stijging  in  conversie  bij  het  afschaffen  van  bezorgkosten  vanaf  een  bepaald  bonbedrag  zullen  bepaalde  online  supermarkten  toch  voor  bezorg-­‐kosten  kiezen.  Voor  een  online  supermarkt  met  de  visie  dat  het  online  filiaal  bijvoorbeeld  geen  verliesgevende  operatie  mag  zijn  en  waarbij  er  van  uit  gegaan  wordt  dat  de  klant  best  wel  een  ‘premium’  (hogere  prijs)  mag  betalen  bij  een  service  zal  de  bezorgservice  waarschijnlijk  wel  betaald  worden  door  de  klant.  Op  dit  moment  huldigt  Albert  Heijn  deze  visie,  zij  willen  absoluut  niet  aan  de  marge  tornen  en  rekenen  dan  ook  bezorgkosten  voor  de  klant.    Korte  tijdspanne  verhoogt  conversie    36%  van  de  klanten  koopt  eerder  bij  een  online  supermarkt  als  de  boodschappen  in  een  korte  tijdspanne  geleverd  kunnen  worden,  bijvoorbeeld  tussen  vier  uur  en  half  vijf  ’s  middags.    (Feller,  J.,  At:  http://webreview.com/2000/06_09/strategists/06_09_00_1.shtml)  

Page 37: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

37

 Uit  dit  onderzoek  van  Feller  blijkt  duidelijk  dat  36%  van  de  klanten  eerder  koopt  bij  levering  in  een  korte  tijdspanne,  de  klant  bespaart  hierdoor  tijd  omdat  de  klant  niet  lang  hoeft  te  wachten  op  een  bezorger  die  misschien  nu  of  over  drie  uur  kan  komen.  De  conversie  wordt  dus  duidelijk  verhoogd  als  er  een  korte  tijdspanne  wordt  aangegeven.    Pinpad  ideale  betalingsmogelijkheid  Betaling  is  een  probleem  bij  online  winkelen,  de  klant  kan  natuurlijk  niet  gewoon  met  kas  geld  betalen  als  er  online  een  bestelling  wordt  geplaatst.  Bij  online  winkelen  kan  gekozen  worden  uit  verschillende  betaalmogelijkheden.  In  de  Verenigde  Staten  worden  de  meeste  betalingen  gedaan  met  een  creditcard,  in  Nederland  zijn  creditcards  echter  geen  wijdverbreid  bezit.  Ongeveer  40%  van  de  Nederlanders  betaalt  online  met  een  creditcard.  Creditcards  worden  in  Nederland  nog  niet  algemeen  gebruikt  en  worden  door  veel  Nederlanders  gewantrouwd,  in  de  Verenigde  Staten  betaalt  80%  online  met  een  creditcard.  Online  is  de  consument  zeker  nog  wantrouwend  om  gegevens  af  te  geven  laat  staan  een  creditcard  nummer  waar  zonder  zelfs  een  handtekening  mee  gefraudeerd  kan  worden.  De  creditcard  is  ondanks  alle  zeer  goede  veiligheidsprotocollen  zoals  SSL  en  SET  een  betalingsmoge-­‐lijkheid  die  de  drempel  om  online  te  kopen  voor  veel  consumenten  nog  niet  verlaagt.    Onder  rembours  is  een  betalingsmogelijkheid  die  voor  de  online  winkel  en  de  klant  weinig  risico’s  met  zich  meebrengt,  de  klant  betaalt  pas  als  de  producten  worden  afgeleverd  en  de  winkel  is  verzekerd  van  betaling.  Nadelen  zijn  er  ook,  ten  eerste  is  onder  rembours  duurder  ten  tweede  moet  de  klant  het  geldbedrag  kas  in  huis  hebben.  Onder  rembours  versturen  betekent  voor  de  online  winkel  ook  extra  administratie  en  dus  hogere  kosten.  Rabobank  Direct  Betalen  is  een  soort  online  versie  van  pinnen,  er  wordt  direct  en  onherroepelijk  geld  overgeschreven  van  de  rekening  courant  van  de  klant  naar  die  van  de  online  winkel.  Dit  betekent  dat  de  online  winkel  geen  risico  draagt  bij  de  betalingen,  het  geld  is  onherroepelijk  binnen  als  de  klant  de  producten  thuis  krijgt.    Overboekingen  en  cheques  zijn  ook  nog  goede  betaalmogelijkheden,  de  vraag  is  alleen  wanneer  de  klant  moet  betalen,  voor  of  na  de  levering  van  de  producten.  Waar  wordt  het  risico  dus  neergelegd.  Volgens  de  consumentenbond  zijn  onder  rembours  en  een  cheque  de  meest  veilige  betaalmogelijkheden  voor  de  klant.    Online  supermarkten  hebben  echter  nog  een  andere  mogelijkheid  om  de  klant  te  laten  betalen,  aangezien  de  klant  aanwezig  moet  zijn  bij  aflevering  van  de  produc-­‐ten  kan  de  bezorger  ook  de  beschikking  hebben  over  een  mobiel  pinapparaat,  een  zogenaamde  pinpad.  De  klant  kan  dan  bij  aflevering  direct  de  boodschappen  pinnen  bij  de  bezorger,  Max  Food  Market  en  Gemaknet  maken  al  gebruik  van  de  pinpad.  Als  de  klant  naast  de  creditcard  ook  onder  rembours  kan  betalen  zullen  zeker  meer  bezoekers  aan  De  pinpad  is  voor  de  klant  en  de  supermarkt  een  zeer  veilige  oplos-­‐sing,  de  klant  is  bovendien  goed  vertrouwd  met  pinnen.  De  drempel  voor  online  boodschappen  doen  kan  door  de  vertrouwdheid  met  de  pinpad  dus  verlaagd  worden.      Traditionele  supermarkt  heeft  voordeel  ten  opzichte  van  pure  player  door  vertrouwen  Vertrouwen  blijkt  een  belangrijke  factor  te  spelen  bij  de  conversie  van  een  bezoeker  tot  een  klant.  Om  risico  en  onzekerheid  te  vermijden  geeft  43%  van  de  internet-­‐gebruikers  aan  dat  ze  eerder  bij  de  online  supermarkt  gaan  kopen  als  deze  wordt  uitgevoerd  door  hun  vaste  supermarkt  ten  opzichte  van  een  onbekende  pure  player.  (PriceWaterhouseCoopers.  At:http://www.pwcglobal.com/extweb/ncpressrelease.nsf/DocID/E5AB218CAE54206B852568D40052790E)    

Page 38: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

38

Volgens  dit  onderzoek  van  PriceWaterhouseCoopers  hebben  bestaande  super-­‐markten  een  duidelijk  voordeel  ten  opzichte  van  nieuwe  online  supermarkten,  de  pure  players.  Maar  liefst  43%  van  de  internetgebruikers  geeft  aan  dat  eerder  bij  bijvoorbeeld  Albert  Heijn  online  zal  kopen  dan  bijvoorbeeld  bij  MaxFoodMarket.

4.6   Besteed  bedrag  Als  de  consument  dan  geconverteerd  is  van  kijker  naar  koper  is  het  van  belang  hoe  hoog  het  bedrag  is  dat  besteed  wordt  in  een  bepaalde  periode,  het  besteed  bedrag.  Hoe  hoger  het  bonbedrag  en  hoe  vaker  de  klant  iets  aankoopt,  des  te  hoger  is  het  besteed  bedrag    Cross-­‐selling  verhoogt  bonbedrag  door  middel  van  recepten  Cross-­‐selling,  oftewel  het  verkopen  van  aanverwante  producten,  kan  in  een  online  supermarkt  ook  plaatsvinden.  In  de  fysieke  winkel  hangen  de  vleeskruiden  bij  de  vleesafdeling  zodat  de  kruiden  ook  meegenomen  worden.  Online  ziet  de  klant  vaak  alleen  de  soort  producten  die  gevraagd  worden  en  geen  aanverwante  producten.  Door  middel  van  complete  recepten  kan  er  wel  aan  cross-­‐selling  gedaan  worden.  De  webwinkel  kan  een  aparte  afdeling  met  recepten  maken  waar  bij  elk  recept  een  lijst  van  boodschappen  is,  die  zo  in  het  winkelmandje  geklikt  kan  worden.  Wat  ook  effectief  kan  zijn  is  het  geven  van  een  recept  over  het  maken  van  boerenkool  met  worst  en  spek  bij  het  aankopen  van  spekjes.  Het  recept  wordt  dan  gegeven  als  de  klant  het  spek  koopt,  dit  werkt  dus  vergelijkbaar  met  een  fysieke  supermarkt.  De  Britse  online  supermarkt  Tesco.com  geeft  al  wel  informatie  over  de  bereidingswijze  van  producten  in  een  informatievenster,  maar  geeft  geen  recept  voor  een  gehele  maaltijd.  Door  aan  een  recept  de  functie  mee  te  geven  om  het  hele  recept  direct  in  de  winkelwagen  te  klikken,  kan  cross-­‐selling  een  grote  vlucht  nemen.  En  een  toename  in  cross-­‐selling  zorgt  vanzelfsprekend  voor  een  hoger  bon  bedrag.    Up-­‐selling  verhoogt  bonbedrag  door  middel  van  voorkeursposities  en  advies  In  de  offline  supermarkt  kiest  een  klant  zijn  boodschappen  uit  tussen  allerhande  vergelijkbare  producten.  De  supermarkt  wil  bijvoorbeeld  een  duurder  merk  verkopen  omdat  daar  meer  winst  op  wordt  gemaakt  (absoluut  gezien).  Om  deze  zogenaamde  up-­‐selling  te  bewerkstelligen  wordt  het  duurdere  merk  aantrekkelijker  gepositioneerd  in  de  supermarkt,  bijvoorbeeld  op  ooghoogte,  twee  (in  plaats  van  één)  frontale  posities  en  geplaatst  aan  de  rechterkant  van  het  gangpad.  Online  kan  een  supermarkt  ook  aan  up-­‐selling  doen  om  de  winst  te  vergroten,  hier  zijn  echter  geen  schappen  waar  de  supermarkt  analyses  op  los  kan  laten.  Wel  kan  de  navigering  van  de  klant  beïnvloed  worden  en  daarmee  ook  het  koopgedrag.  Bij  Max  Food-­‐market  wordt  gedacht  aan  het  geven  van  een  voorkeurspositie  van  een  product  bij  het  aanklikken  van  een  categorie,  nu  wordt  er  echter  nog  niets  mee  gedaan.    Up-­‐selling  kan  online  ook  plaatsvinden  door  het  geven  van  advies  over  de  produc-­‐ten.  In  een  offline  supermarkt  zijn  er  geen  medewerkers  beschikbaar  om  advies  te  geven  over  welke  jam  nou  het  beste  bij  jou  past  of  op  volkoren  knäckebröd.  Online  echter  zijn  er  bijna  geen  beperkingen  in  de  hoeveelheid  informatie  die  over  een  product  beschikbaar  gesteld  kan  worden.  Als  een  online  supermarkt  dus  Bonne  Maman  jam  wil  verkopen  in  plaats  van  het  huismerk  dan  kan  dat  bijvoorbeeld  via  een  pop-­‐up  venster  met  informatie  dat  naar  voren  komt  als  op  een  icoontje  wordt  gedrukt,  dat  bij  het  product  staat.  Net  als  in  de  vorige  paragraaf  genoemd  is  kan  dit  advies  in  de  vorm  van  op  de  wensen  van  de  klant  toegesneden  informatie  niet  alleen  tot  een  betere  conversie  leiden  maar  ook  tot  een  hoger  besteed  bedrag.    Case  Peapod:  Verhoging  aankoopfrequentie  nodig    Het  besteed  bedrag  van  de  120.000  klanten  van  Peapod  is  nog  maar  een  kwart  van  de  totale  besteding  van  deze  klanten  aan  supermarktproducten.  Besteed  bedrag  per  persoon  is  3500  gulden  per  jaar.  (Progressive  Grocer,  2001)  

Page 39: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

39

Gemiddeld  huishouden  in  de  Verenigde  Staten:  2,6  personen  (Bron:  US  Census  Bureau.  At:  http://quickfacts.census.gov/qfd/states/00000.html  )  Het  besteed  bedrag  per  huishouden  per  jaar:  2,6  x  3500  gulden  =  9100  gulden.  Besteed  bedrag  per  kwartaal:  9100  gulden  /  4  =  2275  gulden  Besteed  Bedrag  in  1e  kwartaal  2001  bij  Peapod=  $  24937.000  (omzet)  /120.000  (aantal  huishoudens  dat  klant  is)  =  $207,81  of  520  gulden.  520  gulden  is  nog  geen  kwart  van  het  totale  bedrag  dat  een  gezin  uitgeeft  per  kwartaal.  Het  besteed  bedrag  kan  omhoog  door  het  bonbedrag  te  verhogen,  maar  het  bonbedrag  is  al  relatief  hoog:  $  121,-­‐  ($24937.000  /  205534(aantal  bestellingen))  of  F303,-­‐  De  aankoopfrequentie  daarentegen  is  relatief  laag,  slechts  1,7  keer  (205.534  bestellingen  door  120.000  klanten)  per  kwartaal  doet  een  huishouden  een  aankoop  bij  Peapod.  Als  Peapod  de  aankoopfrequentie  significant  laat  toenemen  kan  het  besteed  bedrag  bij  Peapod  in  hoge  mate  toenemen.    Cijfers  Peapod:  Business  Wire.  At:  http://www.corporate-­‐ir.net/ireye/ir_site.zhtml?ticker=ppod&script=410&layout=11&item_id=169060        Aankoopfrequentie  neemt  toe  door  CRM  Het  besteed  bedrag  wordt  naast  het  bonbedrag  ook  beïnvloed  door  de  aankoop-­‐frequentie,  Customer  Relationship  Management  (CRM)  kan  ertoe  leiden  dat  de  aankoopfrequentie  toeneemt.  CRM  kan  door  een  online  supermarkt  toegepast  worden  door  gebruik  te  maken  van  de  kennis  die  erover  de  klant  bestaat.  Deze  kennis  kan  bijvoorbeeld  de  individuele  voorkeuren  van  de  klant  zijn,  hiermee  rekening  houdend  kan  de  online  supermarkt  een  gepersonaliseerde  aanbieding  naar  de  klant  toesturen  in  een  soort  nieuwsbrief  (via  e-­‐mail),  de  klant  zal  zich  snel  aangesproken  voelen  door  de  aanbiedingen  waardoor  de  aankoopfrequentie  kan  toenemen.  De  kennis  van  de  klant  kan  opgedaan  worden  door  zijn  koopgedrag  te  monitoren  of  de  klant  vragenlijsten  in  te  laten  vullen.  Click  and  mortar  supermarkten  hebben  hier  een  groot  voordeel  omdat  zij  al  gegevens  over  de  klant  hebben  via  de  klantenkaart.    Bon  bedrag  verhogen  door  klant  langs  hogere  marge  producten  te  leiden    In  een  supermarkt  zijn  de  producten  in  de  schappen  geheel  volgens  een  schappenplan  opgesteld.  Met  behulp  van  bijvoorbeeld  het  programma  Spaceman  van  ACNielsen  kunnen  alle  verschillende  producten  een  plaatsje  krijgen  op  het  schap  waarbij  rekening  wordt  gehouden  met  de  omzetsnelheid,  marge,  grootte  van  de  verpakking  en  nog  andere  parameters  als  dat  gewenst  is.  Ook  kan  rekening  worden  gehouden  met  de  psychologie  van  de  consument,  een  consument  kijkt  meestal  van  links  naar  rechts  naar  een  schap  en  van  linksboven  naar  midden  beneden  naar  rechtsboven.  Bij  het  plaatsen  van  de  producten  die  een  supermarkt  graag  wil  verkopen  bijvoorbeeld  de  producten  met  hoge  marge  of  producten  van  leveranciers  waar  afspraken  mee  zijn,  kan  met  deze  psychologie  van  de  consument  rekening  worden  gehouden.  Een  klant  loopt  vaak  met  meer,  of  andere  dingen  de  supermarkt  uit  dan  hij  gepland  had  doordat  de  routing  hem  langs  bepaalde  producten  heeft  geleid  die  hij  impulsief  gekocht  heeft  of  hij  neemt  producten  mee  met  een  hogere  marge  door  het  schapmanagement.  In  een  webwinkel  wil  de  supermarkt  natuurlijk  ook  graag  het  besteed  bedrag  opschroeven  door  de  klant  met  behulp  van  een  bepaalde  routing  langs  producten  te  leiden.  Net  als  de  voorkeursposities  kan  een  zoekstructuur  waarbij  bijvoorbeeld  aan  de  zijkant  van  het  scherm  hoge  marge  producten  langs  komen  het  besteed  bedrag  én  de  marge  verhogen.      

Page 40: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

40

Het  leiden  van  de  klant  langs  bepaalde  artikelen  kan  een  beter  resultaat  opleveren  dan  deze  artikelen  ook  interessant  zijn  voor  de  klant.  De  huidige  e-­‐commerce  software  is  in  staat  om  op  basis  van  een  klant  zijn/haar  voorkeuren  een  gepersonali-­‐seerde  aanbieding  te  laten  zien.  Hiervoor  moet  de  software  echter  wel  de  informatie  over  de  klant  weten  natuurlijk.  Bestaande  supermarkten  kunnen  deze  informatie  van  hun  klantenkaartdatabase  invoeren  in  de  e-­‐commerce  software.  Albert  Heijn  weet  met  behulp  van  de  Bonus  Card  bijvoorbeeld  heel  veel  over  de  individuele  voorkeuren  van  zijn  klanten,  dit  is  waardevolle  informatie  voor  het  maken  van  online  gepersonaliseerde  aanbiedingen  terwijl  de  klant  op  zoek  is  naar  zijn  producten.  Het  besteed  bedrag  kan  hierdoor  verhoogd  worden  omdat  de  klant  eerder  geneigd  zal  zijn  op  de  aanbiedingen  in  te  gaan.  Een  pure  player  zal  deze  klanten  informatie  nog  moeten  vergaren,  bijvoorbeeld  door  het  laten  invullen  van  de  voorkeuren  van  de  klant.    

4.7   Omzet  in  concrete  cijfers  Om  inzicht  te  krijgen  in  de  winstgevendheid  van  online  supermarkten  is  het  naast  de  informatie  over  het  verzorgingsgebied,  hoe  de  conversie  omhoog  kan  enzovoort,  verhelderend  om  naar  een  praktijkvoorbeeld  te  kijken  met  concrete  cijfers.  De  cijfers  van  Peapod  zijn  al  eerder  aangehaald,  hier  gaan  we  echter  dieper  in  op  het  eerste  kwartaal  van  2001  van  Peapod.    Peapod  is  in  april  2000  voor  51%  overgenomen  door  Ahold,  nadat  Peapod  in  ernstige  financiële  problemen  verkeerde.  Peapod  had  in  1999  een  verlies  van  29  miljoen  dollar  op  een  omzet  van  73  miljoen  dollar.  Het  eerste  kwartaal  van  2001  verbaasde  Peapod  echter  iedereen  met  het  bericht  dat  ze  operationeel  winst  draaien  in  het  gebied  Chicago.  Dit  eerste  kwartaal  wordt  hier  uitgelicht  omdat  het  de  meest  recente  cijfers  zijn.      

Page 41: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

41

De  winstgevendheid  van  Peapod  wordt  hier  geanalyseerd  met  behulp  van  de  formule  door  van  der  Kind  voor  omzet:    O  =  VG  x  OI  x  C  x  BB    

 Omzet       =  VG  x  OI  x  C  x  BB  Aantal  klanten     =  VG  x  OI  x  C  Aantal  bezoekers   =  VG  x  OI  Transactiewaarde     =  C  x  BB    

   O:  De  omzet  is  $  24.937.000,-­‐    VG:  Het  verzorgingsgebied  bestaat  uit  5.031.600  huishoudens    OI maal C:  percentage  van  het  verzorgingsgebied  dat  aangeeft  welk  percentage  van  het  verzorgingsgebied  klant  is  bij  Peapod.  Aangezien  er  door  Peapod  geen  gegevens  zijn  verstrekt  omtrent  het  aantal  bezoekers  aan  de  online  winkel  kan  de  opkomst  index  en  de  conversie  individueel  niet  berekend  worden,  wel  kan  het  gezamenlijke  percentage  uitgerekend  worden.      120.000  (aantal  klanten)  /  5.031.600    (Huishoudens)  =  2,38%    BB:  Het  besteed  bedrag  (van  het  1e  kwartaal  van  2001)  is  te  berekenen  door  de  omzet  te  delen  door  het  aantal  klanten.    Besteed  Bedrag  =  $  24937.000  (omzet)    /120.000  (aantal  klanten)  =  $207,81      De  totale  formule  van  de  omzet:    $24.937.000,-­‐  (Omzet)  =  5.031.600  (Verzorgingsgebied)  x  2,38%  (Opkomstindex  x  Conversie)  x  $207,81  (Besteed  bedrag)    Dit  onderzoek  gaat  vooral  in  op  de  Nederlandse  levensmiddelenmarkt.  Om  de  gegevens  van  Peapod  in  de  Verenigde  Staten  relevant  te  maken  voor  Nederland  worden  gegevens  gebruikt  zoals  de  gemiddelde  besteding  aan  supermarktartikelen  in  Nederland  en  in  de  Verenigde  Staten  en  de  gemiddelde  gezinsgrootte  in  Nederland  en  in  de  Verenigde  Staten    Gemiddelde  gezinsgrootte  Nederland:  2,3  (Bron:  Statline,  CBS).  Gemiddelde  gezinsgrootte  Verenigde  staten:  2,6  (Bron:  US  Census  Bureau.  At:  http://quickfacts.census.gov/qfd/states/00000.html  )  Gemiddelde  besteding  aan  supermarktproducten  in  Nederland:  4300  gulden  per  persoon  (Bron:  Hoofd  Bedrijfschap  Detailhandel)    Gemiddelde  besteding  aan  supermarktproducten  in  de  Verenigde  Staten:  3500  gulden  per  persoon(Progressive  Grocer,  2001)    Besteed  bedrag  in  VS  per  huishouden:  $207,81.    In  Nederland  is  gemiddelde  besteding  23%  hoger  per  persoon(4300/3500  gulden)  $207,81  +  23%  =  $255,61  

Page 42: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

42

Maar  een  Nederlands  gezin  is  11,5%  kleiner  (2,3/2,6)  en  besteedt  dus  ook  11,5%  minder  (uitgaande  van  besteding  per  persoon):  Besteed  bedrag  in  Nederland  per  huishouden  na  correctie:  $255,61  x  0,885  =  $226,21    Omzetpotentieel  van  online  supermarkt  in  Nederland  bij  bedienen  van  5.031.600  huishoudens:  5.031.600  (Verzorgingsgebied)  x  2,38%  (Opkomstindex  x  conversie)  x  $226,21  (Besteed  bedrag  in  Nederland)  =  ongeveer  27  miljoen.  (een  exact  cijfer  is  niet  reëel,  het  is  een  schatting)  Het  aantal  huishoudens  is  gelijk  gehouden  met  de  situatie  van  Peapod  om  de  vergelijking  te  verduidelijken,  de  berekening  kan  echter  ook  gebruikt  worden  met  een  ander  aantal  huishoudens  bij  een  andere  praktijkvoorbeeld  met  een  andere  online  supermarkt.  In  Nederland  kan  de  omzet  van  een  online  supermarkt  gelijk  aan  Peapod  dus  hoger  zijn  door  de  hogere  bestedingen  aan  supermarktproducten  van  Nederlanders.  Cijfers  Peapod:  Business  Wire.  At:  http://www.corporate-­‐ir.net/ireye/ir_site.zhtml?ticker=ppod&script=410&layout=11&item_id=169060    

Page 43: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

43

Page 44: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

44

5   Onderzoeksvraag  3:  Wat  is  de  invloed  van  de  marge  op     de  winstgevendheid  van  e-­‐commerce  bij   supermarkten?  De  marge  is  zoals  hieronder  is  weergegeven  ook  een  essentieel  onderdeel  van  de  winstgevendheid  van  een  retailer  en  een  e-­‐tailer.  In  deze  onderzoeksvraag  wordt  de  loep  gelegd  op  de  invloed  van  de  marge  op  de  winstgevendheid  van  e-­‐commerce.  Is  de  marge  hoog  genoeg  voor  een  startende  pure  player  om  winstgevendheid  te  bereiken?    De  brutomarge  is  de  verkoopprijs  minus  de  inkoopprijs.  De  kosten  zijn  hier  dus  nog  niet  van  afgetrokken.      Professor  van  der  Kind  ziet  marge  als  een  essentieel  deel  om  rendement  te  halen.      R(endement)  =  O(mzet)  x  M(arge)  –  K(osten)    Het  gaat  erom  dat  men  rendement  (R)  tracht  te  maken  door  omzet  (O)  te  maken,  waarop  men  een  bepaalde  marge  (M)  tracht  te  realiseren.  Teneinde  deze  omzet  te  bereiken  zal  men  kosten  (K)  moeten  maken.  (van  der  Kind,  1996)      

5.1   Marge  offline  In  de  levensmiddelenbranche  zijn  de  marges  gewoonlijk  zeer  laag,  gemiddeld  is  de  nettowinstmarge  slechts  2%,  de  brutowinstmarge  is  22%.  (Bron:  CBS,  1998)  Producten  waar  een  toegevoegde  waarde  in  zit  door  een  extra  bewerking,  zoals  mixed  salade  dat  gewassen  is  en  waar  allerlei  soorten  sla  in  zitten  en  vers  afgebakken  croissantjes  hebben  een  hogere  brutomarge.  De  lage  marges  zijn  voor  online  supermarkten  ook  van  toepassing,  online  supermarkten  hebben  in  bepaalde  gevallen  zelfs  een  nog  lagere  brutomarge  op  de  producten.    

5.2   Verkoopprijs  De  verkoopprijs  is  een  belangrijk  onderdeel  van  de  marge,  als  de  verkoopprijs  niet  hoog  genoeg  is,  zal  deze  de  kosten  en  de  inkoopprijs  niet  kunnen  dekken  en  daardoor  de  marge  tenietdoen.    De  verkoopprijzen  van  artikelen  zijn  op  internet  heel  transparant  gemaakt  door  verschillende  vergelijkingssites.  Macropolis.nl  vergelijkt  de  prijzen  van  A-­‐merken  en  van  huismerken  tussen  de  verschillende  supermarktketens.  Scherpeprijzen.nl  geeft  een  overzicht  van  alle  aanbiedingen  van  de  supermarktketens  en  Quantacosta.com  presenteert  alle  weekaanbiedingen  van  de  lokale  winkels.  De  prijzen  komen  onder  druk  te  staan  door  deze  vergelijkingssites  en  door  het  feit  dat  de  concurrent  slechts  één  muisklik  weg.    Bovendien  gaf  maar  11%  van  de  onderzochte  internetgebruikers  aan  dat  ze  meer  geld  wilden  uitgeven  voor  supermarktproducten  of  diensten  die  hen  tijd  bespaarden,  zoals  online  supermarkten  in  een  onderzoek  van  PriceWaterhouseCoopers.  (Clark,  K.  R.  ,  At:  http://www.pwcglobal.com/extweb/ncpressrelease.nsf/DocID/E5AB218CAE54206B852568D40052790E)    Op  basis  van  dit  onderzoek  zal  de  online  supermarkt  zich  wel  drie  keer  bedenken  voordat  ze  de  prijzen  online  verhogen  ten  opzichte  van  fysieke  supermarkten.  Dit  is  echter  een  absurd  

Page 45: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

45

laag  percentage  consumenten,  het  onderzoek  van  PriceWaterhouseCoopers  hoeft  niets  te  zeggen  over  online  supermarkten  aangezien  de  vraagstelling  ging  over  supermarktproducten  en  diensten  die  de  consument  tijd  besparen,  en  niet  expliciet  over  de  vraag  of  een  consument  online  meer  wil  betalen  voor  zijn  boodschappen.  De  consument  kan  daarom  best  in  hogere  percentages  bereid  zijn  om  online  boodschappen  te  doen  voor  een  hogere  prijs.    Europese  e-­‐tailers  bieden  de  producten  aan  voor  5  tot  8%  hogere  prijzen  dan  de  traditionele  retailers.  Amerikaanse  e-­‐tailers  bieden  de  producten  voor  3  tot  5%  lagere  prijzen  aan  dan  traditionele  retailers.  In  Europa  volgt  men  dus  (nog)  niet  de  uitkomst  van  het  onderzoek  van  PriceWaterhouseCoopers  en  wordt  de  invloed  van  de  vergelijkingssites  zo  lijkt  nog  niet  gevoeld.  De  marges  bij  Amerikaanse  en  Europese  e-­‐tailers  vertonen  een  groot  verschil,  de  verkoopprijzen  verschillen  immers  ongeveer  10%.    Prijs  en  marge  zullen  gaan  dalen    Als  het  gaat  om  het  effect  van  e-­‐commerce  op  de  prijs,  denkt  52  procent  van  de  retailers  dat  prijzen  de  komende  drie  jaar  zullen  dalen.  Van  de  fabrikanten  stelt  39  procent  dat  de  prijzen  zullen  dalen,  ook  geeft  55  procent  aan  geen  effect  te  verwachten  op  de  prijs.      Gekeken  naar  de  verwachtingen  voor  de  marges  van  zowel  fabrikanten  als  retailers  blijkt  dat  36  procent  van  de  retailers  denkt  dat  de  marges  gaan  dalen,  33  procent  verwacht  juist  een  stijging,  de  overige  ondervraagden  verwachten  geen  effect.  Fabrikanten  daarentegen  verwachten  in  57  procent  van  de  gevallen  een  lagere  marge  en  in  39  procent  van  de  gevallen  een  hogere  marge.  De  meningen  zijn  daar  sterker  verdeeld.    Dit  zeggen  Andersen  Consulting  en  brancheorganisatie  CIES  in  een  rapport  waarin  zij  concluderen  dat  de  levensmiddelenindustrie  nog  niet  klaar  is  voor  e-­‐commerce.  (Emerce.  At:http://www.emerce.nl/webwatch/ecommerce/20001116c.html)      De  verkoopprijs  moet  zoals  gezegd  hoog  genoeg  zijn  om  de  kosten  te  kunnen  dekken,  net  als  in  de  fysieke  retailwereld  is  de  hoogte  van  de  verkoopprijs  onderdeel  van  de  strategie  van  de  retailer.  Een  online  supermarkt  met  hoge  kosten  zal  zich  gedwongen  zien  om  ook  een  hoge  verkoopprijs  te  vragen,  iets  wat  door  de  tendens  van  lagere  verkoopprijzen  op  internet  moeilijk  handhaafbaar  kan  blijken  te  zijn.  De  online  supermarkt  die  kiest  voor  een  lage  kostenstructuur  behoudt  de  marge  bij  een  lagere  verkoopprijs  en  zal  dus  verder  kunnen  gaan  in  de  tendens  van  dalende  prijzen.    De  keuze  van  de  online  supermarkten  of  zij  wel  of  niet  bezorgkosten  rekenen,  een  uiteindelijke  verhoging  van  de  verkoopprijs  van  de  boodschappen,  heeft  direct  invloed  op  de  marge.  Zoals  in  de  paragraaf  over  conversie  naar  voren  is  gekomen  is  duidelijk  dat  de  bezorgkosten  een  invloed  op  de  marge  kunnen  hebben.  Albert  Heijn  kiest  ervoor  om  de  klant  te  laten  betalen  voor  de  bezorging,  in  het  weekend  zelfs  nog  meer  als  door  de  week  (F12,-­‐  in  plaats  van  F9,-­‐).  MaxFoodMarket  daarentegen  kiest  er  uitdrukkelijk  voor  om  niet  alleen  in  verkoopprijs  maar  ook  door  geen  bezorgkosten  te  rekenen  niet  duurder  te  zijn  dan  de  supermarkt  om  de  hoek.  Afgezien  van  het  effect  daarvan  op  de  conversie  is  het  gratis  thuisbezorgen  een  enorme  kostenpost  die  uiteindelijk  opgebracht  moet  worden  uit  de  marge  van  de  producten,  die  marge  wordt  dus  kleiner.  De  strategie  van  de  online  supermarkt  bepaald  dus  of  deze  wel  of  niet  bezorgkosten  rekent  en  hoeveel.  

5.3   Inkoop  De  inkoopprijs  in  de  levensmiddelenbranche  wordt  sterk  bepaald  door  het  volume,  bij  aankoop  van  meer  dezelfde  artikelen  worden  er  natuurlijk  kwantumkortingen  bedongen.    

Page 46: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

46

Internet  helpt  om  de  inkoopprijs  naar  beneden  te  krijgen,  bijvoorbeeld  door  grote  elektronische  Business  to  Business  (B-­‐2-­‐B)  marktplaatsen  zoals  de  WorldWide  Retail  Exchange.    

 In  maart  2000  werd  de  WorldWide  Retail  gelanceerd.  Naast  Ahold  tekenden  ondermeer  K-­‐mart,  Laurus  en  Tesco  voor  het  initiatief.  Om  een  indruk  van  de  schaalgrootte  te  geven:  de  opgetelde  omzet  van  alle  betrokkenen  bij  de  WWRE  is  een  slordige  zevenhonderd  miljard  Euro.  De  betrokken  retailers  zullen  al  hun  inkoop  waarschijnlijk  niet  via  deze  WWRE  laten  lopen,  maar  het  enorme  bedrag  geeft  wel  aan  dat  leveranciers  de  marktplaats  niet  zomaar  kunnen  negeren.  De  enorme  volumes  geven  schaalvoordelen  voor  de  individuele  retailers.  De  grote  levens-­‐middelenconcerns  moeten  zich  echter  wel  conformeren  aan  nieuwe  inkoopproce-­‐dures  en  meewerken  aan  de  ontwikkeling  van  marktplaatsen,  want  anders  zijn  de  beoogde  besparingen  niet  te  realiseren.  Deze  besparingen  in  de  inkoop  hebben  direct  een  positief  effect  op  de  marge  van  artikelen  bij  de  online  supermarkten.    De  WorldWide  Retail  Exchange  geeft  een  al  langer  lopende  trend  aan  van  een  verschuivende  power  of  buyers  and  suppliers,  de  retailers  krijgen  meer  macht  van  de  toeleveranciers  doordat  retailers  samenwerken  en  door  de  enorme  volumes  een  veel  grotere  buyer  power  krijgen.      

 De  toeleveranciers  schrokken  zich  rot  van  de  WWRE  en  vormden  direct  hun  eigen  exchange.  Binnen  een  maand  na  de  lancering  van  de  WorldWide  Retail  Exchange  kondigden  vijftig  van  de  grootste  fabrikanten  hun  Transora  aan,  een  marktplaats  waarin  de  helft  van  de  wereldwijde  levensmiddelenomzet  samengebundeld  is.  Met  participanten  als  Unilever,  Procter  &  Gamble,  Sara  Lee,  Kraft  Foods,  Coca-­‐Cola  en  Heineken  vertegenwoordigt  Transora  naar  eigen  zeggen  zo'n  anderhalf  biljoen  Euro  aan  omzet.  Daarmee  is  deze  exchange  van  leveranciers  minstens  twee  maal  zo  groot  dan  de  grootste  retailers  marketplace,  de  WWRE.      De  toeleveranciers  hebben  dus  direct  ingegrepen  om  de  supplier  power  te  behouden,  feit  is  wel  dat  er  door  samenwerking  van  retailers  en  van  toeleveranciers  verschillen  gaan  optreden  in  buyer/supplier  power.  (Emerce,  At:  http://www.emerce.nl/webwatch/november2000/update/update101.html)  Electronic  retailers  die  alleen  gebruik  maken  van  het  internetkanaal,  ook  wel  pure  players,  maken  geen  deel  uit  van  de  bovengenoemde  b-­‐2-­‐b  marktplaatsen.  De  pure  players  hebben  doorgaans  relatief  nog  geen  hoge  omzetten.  De  volumes  bij  inkoop  zijn  daarom  ook  relatief  laag,  dit  dwingt  de  pure  players  om  in  te  kopen  via  derden,  indirect  sourcing  genoemd.  Ahold  heeft  een  omzet  van  ongeveer  50  miljard  gulden  en  heeft  dus  zeer  grote  inkoopvolumes,  zij  

Page 47: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

47

doen  de  inkoop  dan  ook  direct  bij  de  bron.  Er  zijn  bijvoorbeeld  voedsel  verwerkende  fabrieken  die  onder  contract  staan  van  Ahold  en  alleen  aan  Ahold  leveren.  Een  pure  player  doet  de  inkoop  via  een  groothandel,  omdat  de  volumes  te  klein  zijn  om  direct  bij  de  bron  in  te  kopen.  Procter  &  Gamble  levert  niet  aan  een  beginnende  pure  player,  die  wordt  doorverwezen  naar  de  groothandel.  Indirect  sourcing  heeft  een  grote  invloed  op  de  hoogte  van  de  inkoopprijs.  Ten  eerste  zorgen  de  lage  volumes  voor  een  hogere  prijs,  er  kunnen  namelijk  geen  kwantumkortingen  worden  bedongen.  Ten  tweede  heeft  de  groothandel  ook  haar  winst  nodig  om  te  overleven,  het  opslagpercentage  van  de  groothandel  verhoogt  daarom  ook  de  inkoopprijzen.    Peapod  verhoogt  brutowinstmarge  met  10%  door  direct  sourcing  Kortom,  een  pure  player  zoals  Max  Foodmarket  die  inkoopt  via  de  groothandel  heeft  een  significant  hogere  inkoopprijs  dan  Ahold  die  inkoopt  via  de  World  Wide  Retail  Exchange.  De  voormalige  pure  player  Peapod  uit  de  Verenigde  Staten  was  voor  de  overname  door  Ahold  ook  gedwongen  tot  indirect  sourcing.  Peapod  is  zelfs  begonnen  door  personeel  de  door  de  klanten  van  Peapod  bestelde  boodschappen  in  te  laten  kopen  bij  de  supermarkt  om  de  hoek.  Peapod  kan  door  de  overname  door  Ahold  (een  belang  van  58%)  gebruik  maken  van  de  inkoopkracht  van  het  machtige  Ahold  (direct  sourcing)  en  daarmee  de  marge  significant  verhogen.  In  het  eerste  kwartaal  van  2000  had  Peapod  een  brutowinst  marge  van  22%,  in  het  eerste  kwartaal  van  2001  had  Peapod  een  brutowinst  marge  van  32%!  Een  verschil  van  10%  dankzij  de  inkoopkracht  van  Ahold.  (Peapod,  At:http://www.corporate-­‐ir.net/ireye/ir_site.zhtml?ticker=ppod&script=410&layout=11&item_id=169060)      

5.4   Diversificatie  De  marges  bij  supermarkten  zijn  relatief  laag.  Nu  gaan  supermarkten  internet  als  verkoopkanaal  gebruiken  om  de  klanten  te  behouden.  De  marges  komen  echter  nog  verder  onder  druk  te  staan  door  de  thuisbezorging.  Intussen  draait  Tesco.com  al  wel  winstgevend.      Tesco.com  heeft  het  probleem  van  lage  marges  opgelost  met  het  verkopen  van  non-­‐food  artikelen.  Ook  Webvan  en  Peapod  zijn  begonnen  met  het  verkopen  van  non-­‐food  artikelen  en  diensten.  De  marges  van  deze  artikelen  zijn  hoger  en  de  meerkosten  van  het  verkopen  van  deze  artikelen  is  bijna  nul  procent,  het  logistieke  apparaat  is  al  aanwezig.  Diensten  zoals  verzekeringen  nemen  in  het  geheel  geen  voorraadkosten  of  bezorgkosten  in  beslag.    Diversificatie  van  het  assortiment  naar  non-­‐food  artikelen  en  diensten  leidt  dus  tot  een  betere  winstgevendheid  voor  online  supermarkten,  Tesco.com  heeft  dat  al  bewezen.  Dan  rijst  de  vraag  welke  non-­‐food  artikelen  en  diensten  een  online  supermarkt  moet  aanbieden.  De  criteria  die  in  de  figuur  hieronder  worden  gebruikt  zijn  “affinity”  (affiniteit)  en  feasibility  (uitvoerbaarheid).  De  affiniteit  is  vastgesteld    door  te  kijken  welke  producten  mensen  die  online  boodschappen  doen  sneller  kopen  dan  de  rest  van  de  internetters.  De  uitvoerbaarheid  kijkt  naar  het  gemak  voor  een  supermarkt  om  een  product  te  verkopen,  denk  aan  grootte,  weinig  klantenservice.    

Page 48: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

48

Figuur  5.1:  Diversificatie  (Bron:  Forrester  research)   Zoals  valt  te  zien  zijn  de  power  plays:  gifts  and  flowers  (cadeaus  en  bloemen),  toys  (speelgoed)  en  consumer  electronics  (consumenten  elektronica).  Deze  producten  worden  6  tot  10  keer  eerder  gekocht  door  online  kopers  van  boodschappen.  Ze  kunnen  gemakkelijk  worden  ingekocht  en  vereisen  een  minimale  klantenservice.    Partner  plays  zijn:  apparel  (kleding),  sporting  goods  (sportartikelen)  en  DIY  (Doe-­‐het-­‐zelf  artikelen).  Dit  zijn  artikelen  die  een  hoge  affiniteit  hebben  maar  een  lage  uitvoerbaarheid  kennen.  Complexe  retourleveringen  en  een  moeilijke  fulfillment  maken  de  uitvoerbaarheid  van  deze  artikelen  moeilijk.  Online  supermarkten  kunnen  deze  producten  het  beste  met  partners  aanbieden  die  de  fulfillment  verzorgen.      Possibilities:  Media  (boeken,  cd’s,  video’s),  office  supplies  (kantoorartikelen),  financial  services  (financiele  services)  en  packaged  holidays  (verzorgde  reizen).  Deze  producten  hebben  een  hoge  uitvoerbaarheid  maar  een  lage  affiniteit.  Vereist  veel  marketing  om  klanten  bij  bestaande  leveranciers  vandaan  te  krijgen.    No-­‐shows:  Computers,  cars  (auto’s)  en  most  services  (de  meeste  services).  Deze  producten  hebben  een  lage  uitvoerbaarheid  en  een  lage  affiniteit.  Deze  producten  zijn  niet  interessant  voor  supermarkten  om  aan  te  bieden.  Niet  alle  online  supermarkten  zijn  geschikt  om  het  online  assortiment  te  diversificeren.  Er  zijn  drie  factoren  van  belang:  Vroege  aanwezigheid  op  internet  om  “early  adopters”  te  vangen  Een  sterk  en  flexibel  merk  dat  consumenten  nog  steeds  vertrouwen  bij  levering  van  een  breed  assortiment  producten  en  diensten.  Een  duidelijke  focus  op  internet  van  het  hoger  management    Op  basis  van  deze  factoren  kan  je  naar  bepaalde  supermarkten  kijken  en  zeggen  of  zij  geschikt  zijn  om  te  diversificeren.  Albert  Heijn  heeft  een  vroege  aanwezigheid,  een  sterk  en  flexibel  merk  (AH  verkoopt  nu  ook  al  non-­‐food)  en  een  duidelijke  focus  op  internet.  Albert  Heijn  is  dus  heel  geschikt  om  online  te  diversificeren.  Max  Food  Market  ontbreekt  het  aan  de  

Page 49: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

49

vroege  aanwezigheid  en  het  sterk  en  flexibel  merk,  het  is  voor  hen  daarom  ook  nog  niet  verstandig  om  te  gaan  diversificeren.    Albert  Heijn  zou  de  power  plays  producten  kunnen  gaan  aanbieden,  de  partner  plays  bieden  kansen  door  samenwerking  met  Hennes  en  Mauritz  op  het  gebied  van  kleding  bijvoorbeeld.  Van  de  possibilities  biedt  Albert  Heijn  nu  al  financiële  diensten  aan,  office  supplies  zijn  producten  die  hoog  scoren  en  een  goede  kans  op  meer  marge  bieden.  Een  online  supermarkt  met  de  karakteristieken  van  Albert  Heijn  kan  online  zijn  marge  goed  verhogen  door  diversificatie,  Tesco,  een  Britse  supermarktketen,  heeft  dezelfde  karakteristieken  als  Albert  Heijn  en  verkoopt  online  al  een  zeer  breed  assortiment  van  speelgoed  tot  nietmachines.  Tesco  heeft  een  online  supermarkt  die  al  winstgevend  draait.  Voor  een  online  supermarkt  als  Max  Food  Market  draagt  diversificatie  waarschijnlijk  niet  bij  tot  de  winstgevendheid  omdat  het  nog  geen  sterk  en  flexibel  merk  is  en  omdat  zij  pas  kort  online  zijn,  het  ontbreken  van  vertrouwen  en  de  onbekendheid  met  de  online  supermarkt  zorgen  ervoor  dat  de  klant  bij  Max  Food  Market  waarschijnlijk  geen  dvd-­‐speler  koopt.    Naast  marge  verhoging  is  ook  het  uitnutten  van  je  clientbase  een  belangrijk  voordeel  van  diversificatie,  veel  producten  kunnen  zonder  problemen  in  het  bestaande  logistieke  netwerk  opgenomen  worden.  

Page 50: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

50

6   Onderzoeksvraag  4:  Hoe  kan  het  logistieke  proces  van  leverancier  tot  consument  bijdragen  aan  een  betere  winstgevendheid?  

De  derde  onderzoeksvraag  wil  een  antwoord  geven  op  de  vraag  hoe  het  logistieke  proces  van  leverancier  tot  de  consument  kan  bijdragen  aan  een  betere  winst-­‐gevendheid.  Het  logistieke  proces  is  een  hoge  kostenpost,  vooral  de  micrologistiek  die  bij  e-­‐commerce  vereist  is,  in  deze  onderzoeksvraag  wordt  dus  eigenlijk  gekeken  naar  de  meest  kostenefficiënte  manier  om  de  producten  van  de  leverancier  naar  de  consument  te  brengen.  Maar  er  wordt  ook  gelet  op  andere  factoren  van  het  logistieke  proces  die  de  winstgevendheid  kunnen  beïnvloeden.  Is  e-­‐commerce  nog  wel  een  interessante  optie  voor  de  klant  als  de  boodschappen  bij  de  supermarkt  opgehaald  moeten  worden?    

6.1   Micrologistiek  in  theorie  Micrologistiek  behelst  het  thuisbezorgen  van  de  producten  bij  de  klanten,  de  leveringen  worden  fundamenteel  anders.    In  de  traditionele  logistiek  gaan  bedrijven  uit  van  bevoorrading  op  basis  van  meerdere  items  van  hetzelfde  soort.  Internet  verkopen  is  anders  omdat  levering  van  veel  materiaal  “single”  copy  is.  Niet  alleen  zijn  er  per  levering  waarschijnlijk  veel  verschillende  producten  in  lage  hoeveelheden,  ook  moet  de  levering  veel  fijnmaziger  plaatsvinden.  Bijvoorbeeld  bij  de  klant  thuis  of  bij  een  ophaalpunt.  Met  andere  woorden:  Traditioneel  wordt  de  nieuwste  cd  van  Marco  Borsato  per  20  verzonden  naar  één  winkel  en  online  worden  er  20  enkele  Cd’s  verkocht  die  elk  naar  andere  adressen  moeten  en  waarbij  ook  nog  een  videoband  besteld  is.      De  fulfillment  is  complexer.  Er  moet  orderpicking  plaatsvinden  voor  de  consument,  iets  wat  de  consument  in  de  traditionele  supermarkt  doet.  Orders  moeten  worden  voorzien  van  facturen,  moeten  op  verzoek  van  de  klant  worden  ingepakt,  in  dat  geval  moet  de  factuur  separaat  verstuurd  worden,  de  producten  moeten  separaat  verpakt  worden  (single  copy).    Een  online  supermarkt  heeft  bovendien  nog  een  extra  moeilijkheid  wat  betreft  de  micrologistiek,  terwijl  de  non-­‐food  e-­‐tailer  zijn  producten  met  UPS  of  FedEx  de  hele  wereld  rond  kan  sturen  kan  de  food  e-­‐tailer  zijn  producten  niet  meesturen  met  deze  logistieke  dienstverleners.  De  verse,  gekoelde  en  diepgevroren  producten  kunnen  niet  vervoerd  worden  door  UPS  of  FedEx.  Dit  betekent  dat  een  online  supermarkt  een  eigen  fijnmazig  logistiek  netwerk  op  moet  zetten.    Online  supermarkten  kunnen  kiezen  uit  verschillende  distributiemogelijkheden,  deze  distributiekeuzen  brengen  elk  hun  eigen  voor-­‐  en  nadelen  met  zich  mee.  De  distributiekeuzen  die  ter  beschikking  staan  aan  de  online  supermarkt  en  de  verschillende  voor-­‐  en  nadelen  daarvan  worden  in  de  volgende  paragrafen  uitgelicht.  Eerst  wordt  in  paragraaf  6.2  de  kostenstructuur  van  enkele  distributiemogelijkheden  uiteengezet.

Page 51: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

51

6.2   Distributiemogelijkheden  en  hun  kostenstructuur  In  onderstaande  figuur  is  te  zien  wat  de  kosten  zijn  bij  $100,-­‐  aan  boodschappen,  aangezien  deze    kosten  zijn  afgeleid  uit  de  totale  omzet  kunnen  ze  ook  als  percentages  kosten  van  de  omzet  gelezen  worden.  In  de  figuur  worden  de  kosten  weergegeven  van  de  klassieke  retail,  van  levering  vanuit  de  winkel,  van  levering  direct  vanuit  het  distributiecentrum  en  levering  vanuit  satelliet  stations.  Ondanks  het  feit  dat  de  distributiemogelijkheden  voor  online  supermarkten  op  een  bijna  gelijk  totaalbedrag  aan  kosten  uitkomen,  zijn  er  belangrijke  verschillen  te  ontdekken  in  de  verdeling  van  deze  kosten.      Processen  e-­‐tail   Klassiek  

retail  Online  winkel  

Online  DC   Online  Sat.  

         DC/Sat.  kosten   4,8   4,8   12,5   14,8  Winkel  kn  instroom   6,9   6,9   0   0  Winkel/DC/Sat.  kn  uitstroom  

1,2   9,4   4,2   4,9  

Transport  consument   0   5   8,5   5,5  Aftersales  kn   2,1   3,9   4,3   5,3            Totale  kosten  per  $100,-­‐   15   30   29,5   30,5   Figuur  6.2,  Bron:  Marketing  &  Logistics  BV  2000   De  belangrijke  verschillen  in  de  kosten  tussen  de  distributiemogelijkheden  voor  online  supermarkten  beginnen  met  het  grote  verschil  in  de  kosten  van  het  distributiecentrum  tussen  de  levering  vanuit  de  winkel  en  vanuit  het  DC  of  het  Sat.  Voor  een  DC  verandert  er  heel  weinig  als  er  vanuit  de  winkels  uitgeleverd  wordt  voor  het  online  filiaal  van  de  supermarkt.  Als  het  distributiecentrum  of  satelliet  station  echter  wordt  ingezet  voor  thuisbezorging  nemen  de  kosten  bijna  met  300%  toe.  De  overhead  kosten  zoals  administratie  nemen  toe  bij  het  DC  en  Sat.  als  de  producten  naar  veel  verschillende  adressen  worden  verstuurd  en  betaald  worden  door  veel  klanten,  het  DC  of  Sat.  heeft  in  de  klassieke  retail  niets  te  maken  met  betalingen.  Dit  verklaart  de  toename  in  kosten  van  ongeveer  300%  in  vergelijking  met  uitlevering  vanuit  de  winkel.  Het  Sat.  heeft  meer  kosten  dan  een  DC  omdat  de  aantallen  hoger  zijn  in  een  DC  en  daardoor  worden  schaalvoordelen  bereikt.    De  winkel  kosten  instroom  verdwijnt  voor  DC  en  Sat.  natuurlijk  helemaal,  een  besparing  van  6,9%  kosten  op  de  omzet.    Het  grote  verschil  met  de  klassieke  retail  wordt  zichtbaar  bij  de  kosten  uitstroom,  het  order  picken  en  inpakken  gebeurt  in  de  klassieke  retail  door  de  klant.  Bij  online  bestellingen  moeten  de  artikelen  single  copy  uitgezocht  en  verpakt  worden  en  verstuurd  worden  naar  vele  verschillende  adressen,  dit  zorgt  voor  de  toename  in  kosten.  Uitlevering  vanuit  de  winkel  is  ongeveer  twee  keer  duurder  als  het  DC  en  Sat.  Dit  valt  te  verklaren  doordat  in  het  DC  geen  vakkenvullers  hoeven  te  werken  en  doordat  een  DC  en  Sat.  ingericht  worden  op  een  efficiënt  order  pick  proces.      Het  transport  naar  de  consument  laat  ook  grote  verschillen  zien  in  de  hoogte  van  de  kosten.  In  de  klassieke  retail  zijn  de  vervoerskosten  van  de  klant  niet  in  het  product  verwerkt,  de  klant  haalt  de  boodschappen  zelf  op.  De  afstand  tot  de  klant  verklaart  de  verschillen  in  kosten  tussen  uitlevering  vanuit  de  winkel  en  het  Sat.  en  het  DC.  De  winkel  en  Sat.  zijn  

Page 52: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

52

relatief  dicht  in  de  buurt  van  de  klant  gevestigd,  het  DC  daarentegen  is  gemiddeld  veel  verder  van  de  klant  af  gevestigd,  dit  verklaart  de  ongeveer  3%  meer  kosten  van  de  omzet.    De  after  sales  kosten  nemen  van  links  naar  rechts  toe  in  de  figuur  6.2,  de  customer  service  is  voor  een  online  supermarkt  duurder  omdat  er  speciale  mensen  voor  beantwoording  van  e-­‐mails  en  telefoontjes  aangenomen  moeten  worden,  in  de  klassieke  retail  vindt  het  overgrote  deel  van  de  customer  service  plaats  tussen  de  al  aanwezige  personeelsleden  (caissières,  vakkenvullers)  en  de  klant.  De  retourgoederen  vormen  ook  hogere  kosten,  de  klant  komt  niet  zelf  terug  naar  de  winkel  maar  alle  producten  moeten  teruggestuurd  worden  en  een  nieuw  product  moet  weer  opgestuurd  worden,  dit  leidt  tot  veel  extra  kosten,  om  precies  te  zijn  ongeveer  een  verdubbeling  ten  opzichte  van  de  klassieke  retail.  Vanuit  het  Sat.  is  dat  zelfs  meer  doordat  de  genoemde  processen  minder  efficiënt  uitgevoerd  kunnen  worden.    

Distributiecentrum  eComfactory  (www.ecomfactory.nl  )  

6.3   Bezorging  vanuit  de  bestaande  supermarkten  Zoals  al  eerder  is  aangegeven  is  de  investering  in  een  fijnmazig  logistiek  netwerk  enorm  voor  online  supermarkten.  De  meerderheid  van  de  traditionele  offline  super-­‐markten  die  een  online  filiaal  beginnen  levert,  zeker  in  het  begin,  de  producten  uit  vanuit  de  winkels.  De  door  de  klant  bestelde  producten  worden  thuisbezorgd  en  het  order  picken  vindt  plaats  in  de  dichtstbijzijnde  supermarkt  die  is  aangewezen  voor  thuisbezorging,  dit  wordt  store-­‐picking  genoemd.      Voordelen:  geen  hoge  initiële  investeringen,  dichtbij  klant  Voor  een  traditionele  supermarkt  zijn  de  initiële  investeringen  bij  deze  distributiekeuze  beperkt,  er  hoeven  geen  aparte  distributiecentra  worden  opgezet.  De  bestelauto’s  die  de  orders  naar  de  klant  moeten  brengen  en  de  chauffeurs  van  deze  bestelauto’s  zijn  wel  redelijk  hoge  kostenposten  (5%  van  de  omzet),  deze  kosten  vallen  echter  in  het  niet  bij  de  kosten  van  nieuwe  distributiepunten.  De  kosten  van  het  distributiecentrum  blijven  gelijk  omdat  daar  weinig  verandert.  De  winkel  is  gemiddeld  dichtbij  de  klant  gevestigd  wat  leidt  tot  een  kostenvoordeel  met  betrekking  tot  de  vervoerskosten,  3,5%  kosten  van  de  omzet.  

Page 53: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

53

 Nadelen:  inefficiëntie  van  winkel,  aanwezigheid  klant  bij  bezorging  Als  de  omzet  op  internet  toe  gaat  nemen  komt  echter  het  punt  dat  door  de  inefficiëntie  van  een  winkel  als  uitleverpunt,  de  fulfillment  goedkoper  plaats  kan  vinden  in  apart  op  te  zetten  warehouses  of  satellite  stations  omdat  hier  veel  sneller  order-­‐picking  plaats  kan  vinden.  De  minder  efficiënte  order-­‐picking  leidt  tot  meer  kosten,  ook  doordat  er  in  de  winkel  nog  steeds  onder  andere  vakkengevuld  moet  worden.    Nadeel  is  ook  dat  de  klant  aanwezig  moet  zijn  als  de  boodschappen  thuis  worden  afgeleverd  om  de  boodschappen  aan  te  nemen.  Met  behulp  van  de  zogenaamde  Brivo  kunnen  de  (gekoelde)  boodschappen  ook  zonder  aanwezigheid  van  de  klant  worden  afgeleverd  in  de  gekoelde  en  met  een  speciale  code  te  openen  kist  die  de  klant  bij  het  huis  heeft  te  staan.      Albert  Heijn  levert  de  producten  die  zijn  besteld  via  de  thuisservice  op  www.ah.nl  via  bestaande  winkels  aan  de  klant.  Franchisenemers  van  Albert  Heijn  kunnen  kiezen  om  mee  te  doen  aan  de  thuisservice,  zij  zijn  dan  verplicht  om  een  bepaalde  gekoelde  bestelauto  aan  te  schaffen.  Op  deze  manier  zorgt  Albert  Heijn  ervoor  dat  de  online  supermarkt  geen  zwaar  verliesgevende  operatie  is,  de  franchisenemers  passen  wel  op  dat  ze  alleen  investeren  als  de  thuisservice  binnen  afzienbare  tijd  redelijk  rendabel  kan  zijn  in  hun  regio.  Dit  benadrukt  de  huidige  filosofie  van  Albert  Heijn  aangaande  online  supermarkten,  ze  gaan  zeker  geen  geld  investeren  in  niet-­‐winstgevende  activiteiten.  Ook  Tesco.com,  de  grootste  online  supermarkt  in  Groot-­‐Brittannië,  levert  vanuit  de  bestaande  supermarkten.  In  plaats  van  het  opzetten  van  grote  distributiecentra  heeft  het  bedrijf  ervoor  gekozen  om  met  een  rustige  groei  de  kosten  te  beheersen,  wat  afgelopen  jaar  tot  een  winstgevende  e-­‐commerce  operatie  heeft  geleid,  aldus  Tesco  zelf.      

6.4   Centraal  distributiecentrum  Een  centraal  distributiecentrum  is  gevestigd  in  alle  grote  verzorgingsgebieden,  Peapod  heeft  bijvoorbeeld  distributiecentra  staan  in  elke  grote  markt  die  ze  bedienen.  Dit  betekent  dat  er  een  distributiecentrum  in  Chicago  is  voor  de  gehele  regio  rond  Chicago  waar  geleverd  wordt.  Het  centraal  distributiecentrum  beslaat  vele  duizenden  vierkante  meters,  Max  Food  Market  heeft  centrale  distributiecentra  in  de  grote  steden  Amsterdam,  Utrecht  en  Den  Haag  ter  grootte  van  2000  tot  3000  vierkante  meter.    

Page 54: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

54

Voordelen:  efficiënte  orderpicking  en  hoge  servicegraad  Een  centraal  distributiecentrum  is  zo  ingericht  dat  er  snel  orders  gepickt  kunnen  worden,  warehouse-­‐picking  genoemd.  De  efficiëntie  is  hierdoor  hoger  dan  bij  levering  vanuit  de  supermarkt,  waarmee  de  kosten  voor  order  picken  ook  afnemen.  De  servicegraad  van  een  centraal  distributiecentrum  is  het  hoogste  van  de  verschillende  distributiekeuzen.  Het  centraal  distributiecentrum  heeft  de  ruimte  om  het  gehele  assortiment  ruim  op  voorraad  te  houden,  dit  in  tegenstelling  tot  de  supermarkten  en  de  satelliet  stations.  De  grote  voorraad  zorgt  ervoor  dat  de  klant  altijd  de  gewenste  producten  krijgt  afgeleverd,  de  nee-­‐verkoop  is  miniem.  Een  centraal  distributiecentrum  heeft  daarom  een  hoge  servicegraad  die  de  100%  kan  benaderen.    Nadelen:  hoge  investeringen,  hoge  bezorgkosten  Het  opzetten  van  grote  distributiecentra  in  elke  grote  regio  in  het  verzorgings-­‐gebied  vereist  hoge  investeringen.  Voor  elke  grote  nieuwe  markt  die  een  online  supermarkt  wil  bedienen  is  een  investering  vereist  van  25  miljoen  dollar  volgens  IDC  research  uit  Framingham,  USA.  De  kosten  die  bespaard  worden  bij  het  order  picken  worden  tenietgedaan  door  de  hogere  bezorgkosten  tengevolge  van  de  gemiddeld  grotere  afstand  tussen  de  klant  en  het  distributiecentrum.  Doordat  er  slechts  één  distributiecentrum  voor  een  hele  regio  is,  in  plaats  van  meerdere  distributiepunten,  is  de  afstand  tussen  de  klant  en  distributiecentrum  groter.  De  aanwezigheid  van  de  klant  is  vereist  als  de  boodschappen  worden  afgeleverd,  dit  nadeel  kan  worden  omzeild  door  de  in  de  vorige  paragraaf  genoemde  Brivo.  

6.5   Satelliet  stations  Satelliet  stations  zijn  kleine  distributiecentra  die  op  meerdere  plaatsen  gevestigd  zijn,  in  elke  regio  die  bediend  wordt  door  de  online  supermarkt  zijn  meerdere  satelliet  stations  gevestigd,  met  uitzondering  van  de  kleine  regio’s  waar  volstaan  kan  worden  met  één  satelliet  station.    Voordelen:  efficiënte  orderpicking  en  lagere  bezorgkosten  Net  als  het  centraal  distributiecentrum  kan  het  order  picken  efficiënt  plaatsvinden.  Doordat  de  satelliet  stations  kleiner  zijn  en  een  beperkter  assortiment  hebben  kan  het  order  picken  nog  efficiënter  plaatsvinden  dan  in  de  centrale  distributiecentra.  Het  satelliet  station  bevindt  zich  gemiddeld  dichter  in  de  buurt  van  de  klant  dan  het  centraal  distributiecentrum,  dit  zorgt  voor  lagere  bezorgkosten.    Nadelen:  Totale  investering  hoog,  lagere  servicegraad  De  kosten  van  de  sattelietstations  zijn  lager  doordat  ze  kleiner  zijn  opgezet  dan  de  centrale  distributiecentra  maar  er  moeten  meerdere  sattelietstations  in  een  regio  worden  gevestigd  om  de  regio  te  bedienen.  Dit  betekent  dat  de  totale  investering  hoog  is,  ongeveer  gelijk  met  centrale  distributiecentra.  Een  satellietstation  is  minder  efficiënt  dan  een  centraal  DC,  hierdoor  zijn  de  kosten  uitstroom  (o.a.  orderpicking)  en  de  DC  kosten  hoger  Een  verder  nadeel  is  het  beperkte  assortiment,  de  service-­‐graad  zal  hierdoor  lager  zijn  als  in  een  centraal  distributiecentrum.  Een  verder  nadeel  is  de  vereiste  aanwezigheid  van  de  klant  bij  aflevering  van  de  producten,  de  Brivo  kan  hier  uitkomst  bieden.    Peapod  gebruikt  satelliet  stations  voor  de  kleine  regio’s  die  zij  bedienen  in  de  Verenigde  Staten,  de  grote  stedenregio’s  worden  bediend  door  middel  van  centrale  distributiecentra    

Page 55: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

55

6.6   Afhaalcentrales  in  wijken,  buurten,  tankstation  en  op   het  werk  Behalve  thuisbezorgen  is  er  ook  een  mogelijkheid  om  de  klant  de  spullen  zelf  op  te  laten  halen  door  middel  van  het  plaatsen  van  zogenaamde  afhaalcentrales.  Deze  afhaalcentrales  zijn  een  soort  lockers  die  ook  te  zien  zijn  in  het  zwembad,  de  klant  kan  deze  shopping  boxen  zoals  ze  worden  genoemd  openen  met  een  klantnummer  en  een  pinpas  of  creditcard.  Daarmee  kan  hij  of  zij  ook  meteen  afrekenen.  De  shopping  boxen  kunnen  gekoeld  of  diepgevroren  worden,  afhankelijk  van  de  boodschappen.  Om  ook  bij  deze  distributiemogelijkheid  de  klant  tijd  te  laten  besparen,  is  het  noodzakelijk  deze  afhaalcentrales  op  plaatsen  neer  te  zetten  waar  de  klant  langs  komt.    Voordelen:  aanwezigheid  klant  niet  vereist,  besparing  voor  supermarkt  Duidelijk  voordeel  van  deze  afhaalcentrales  is  dat  de  klant  niet  aanwezig  hoeft  te  zijn  op  het  moment  dat  de  boodschappen  worden  afgeleverd.  De  klant  heeft  geen  duidelijk  tijdverlies  doordat  de  afhaalcentrales  geplaatst  worden  op  plaatsen  waar  de  klant  langs  komt,  denk  aan  de  wijk  of  buurt  waar  de  klant  woont,  maar  ook  een  tankstation  aan  de  snelweg  of  zelfs  een  afhaalcentrale  op  het  werk,  in  de  hal  van  het  kantoor.  Een  groot  voordeel  voor  de  online  supermarkt  is  de  besparing  van  tijd  en  geld  bij  de  aflevering  van  de  boodschappen,  de  bezorger  gaat  naar  een  veel  beperkter  aantal  punten,  de  afhaalcentrales,  om  de  boodschappen  af  te  leveren.      Nadelen:  kostbare  objecten  De  afhaalcentrales  zijn  kostbare  objecten,  de  shopping  boxen  moeten  gekoeld  en  diepgevroren  kunnen  worden,  ook  is  er  een  centraal  identificatie  en  betaalsysteem  aanwezig.  Al  met  al  is  een  afhaalcentrale  een  complex  en  kostbaar  object,  de  afhaalcentrales  moeten  bovendien  op  veel  plaatsen  aanwezig  zijn  aangezien  de  klant  tijd  wil  besparen.  In  totaal  is  deze  distributiemogelijkheid  dus  ook  een  dure  keuze    De  afhaalcentrales  kunnen  behalve  door  de  online  supermarkt  ook  gebruikt  worden  door  alle  andere  e-­‐tailers,  de  kosten  van  de  afhaalcentrales  kunnen  daarmee  gedeeld  worden  door  alle  e-­‐tailers.    

6.7   AH-­‐Drive  Gezien  de  grote  dichtheid  van  het  supermarktenbestand  in  Nederland  is  er  voor  de  klant  veelal  een  supermarkt  in  de  buurt.  De  klant  heeft  online  zijn  boodschappen  gedaan,  afgerekend  en  aangegeven  waar  de  boodschappen  klaar  moeten  staan,  vervolgens  rijdt  de  klant  op  weg  naar  huis  langs  de  Albert  Heijn  en  rijdt  met  de  auto  de  baan  in  voor  de  AH-­‐Drive.  Aan  de  zijkant  van  de  supermarkt  is  een  praatpaal  aanwezig  waar  de  naam  wordt  ingesproken,  vervolgens  komt  er  een  medewerker  van  Albert  Heijn  naar  buiten  gesprongen  met  de  tassen  vol  boodschappen  en  plaatst  die  in  de  kofferbak  van  de  klant.  Het  ontvangstbewijs  wordt  aan  de  klant  overhandigd  en  de  klant  rijdt  snel  weer  verder  naar  huis.    Voordelen:  Aanwezigheid  klant  niet  vereist,  geen  bezorgkosten,  distributiecentra  overbodig  De  klant  hoeft  niet  aanwezig  zijn  bij  levering  van  de  boodschappen  want  de  klant  haalt  deze  zelf  op.  De  online  supermarkt  hoeft  niet  te  investeren  in  dure  gekoelde  bestelauto’s  en  heeft  bovendien  geen  kosten  van  de  brandstof  en  de  medewerker  die  de  boodschappen  aflevert.  Het  order  picken  vindt  vanzelfsprekend  in  de  supermarkt  bij  de  AH-­‐Drive  plaats,  dit  bespaart  het  neerzetten  van  distributiecentra  en  satelliet  stations.    

Page 56: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

56

 Nadelen:  tijdsbesparing  beperkt,  online  bestellen  overbodig,  diepgevroren  producten  De  klant  moet  toch  nog  naar  de  supermarkt  die  mogelijk  niet  op  de  route  ligt,  de  tijdsbesparing  is  daarmee  beperkt.  Bovendien  kan  de  klant  het  idee  hebben  om  net  zo  goed  de  winkel  even  in  te  kunnen  gaan,  in  plaats  van  eerst  online  alles  bestellen  en  betalen  en  dan  toch  nog  naar  de  winkel  te  moeten.  De  klant  moet  in  de  buurt  wonen,  want  gekoelde,  diepgevroren  producten  moeten  nog  naar  huis  en  een  lange  reistijd  laat  de  diepgevroren  producten  ontdooien.    

6.8   Algemene  problemen  bij  logistiek  voor  e-­‐tailers  

6.8.1   Retour  emballage  terugnemen  bij  bezorging  boodschappen  In  een  offline  supermarkt  wordt  de  retour  emballage  door  de  klant  zelf  naar  het  magazijn  gebracht  (van  de  winkel)  en  ook  zelf  ingevoerd  in  de  computer  door  de  emballage  langs  een  scanner  te  voeren.  De  klant  neemt  zijn  statiegeldflessen  mee  naar  de  winkel  en  doet  ze  in  de  emballagemachine  waar  vervolgens  het  bonnetje  met  het  statiegeld  uit  komt.  De  emballage  gaat  retour  met  de  vrachtwagens    die  de  producten  afleveren.  Bij  een  online  supermarkt  ligt  het  anders.  De  klant  komt  niet  bij  het  magazijn  van  de  supermarkt,  omdat  de  boodschappen  thuis  worden  afgeleverd.  Een  online  supermarkt  kan  dan  twee  dingen  doen,  of  de  klant  een  minimaal  serviceniveau  aanbieden  en  geen  statiegeldflessen  meenemen.  De  klant  is  dan  gedwongen  om  de  emballage  bij  het  volgende  bezoek  aan  een  offline  supermarkt  in  te  leveren.  Of  de  online  supermarkt  neemt  de  statiegeldflessen  in  op  het  moment  dat  de  bestelde  boodschappen  afgeleverd  worden.    Als  de  online  supermarkt  een  goed  service-­‐niveau  aan  wil  bieden  en  bovendien  wil  voorkomen  dat  de  klant  gedwongen  is  om  naar  een  concurrent  te  gaan  (de  offline  supermarkt)  zal  de  retour  emballage  ingenomen  moeten  worden  bij  het  afleveren  van  bestelde  boodschappen.  Max  Foodmarket  neemt  de  retour  emballage  ook  in  tijdens  het  afleveren  van  de  boodschappen,  dit  is  onderdeel  van  hun  focus  op  service.  (Bijlage  1:  interview  Max  Foodmarket)      

6.8.2   Bij  diversificatie  logistiek  onderbrengen  bij  partner  Diversificatie  van  het  assortiment  van  online  supermarkten  leidt  tot  nieuwe  logi-­‐stieke  problemen.  Zoals  in  paragraaf  5.4  naar  voren  is  gekomen  zijn  er  producten  die  een  hoge  affiniteit  hebben  bij  klanten  die  boodschappen  kopen  maar  een  lage  uitvoerbaarheid  kennen.  Gedacht  kan  worden  aan  sportartikelen  of  kleding.  Om  complexe  retourleveringen  en  een  moeilijke  fulfillment  op  te  lossen  kan  de  online  supermarkt  samenwerken  met  een  partner  die  deze  problemen  wel  beheerst.  Albert  Heijn  kan  bijvoorbeeld  kleding  aanbieden  in  samenwerking  met  Wehkamp.  Op  deze  manier  worden  de  klanten  van  Albert  Heijn  wel  maximaal  uitgenut,  maar  is  de  logistiek  beheersbaar  gemaakt.    

Page 57: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

57

7   Onderzoeksvraag  5:  Wat  zijn  de  kritieke   succesfactoren  voor  de  winstgevendheid  van     e-­‐commerce  bij  supermarkten?  De  vorige  onderzoeksvragen  hebben  veel  informatie  opgeleverd  over  de  mogelijk-­‐heden  en  onmogelijkheden  van  winstgevende  e-­‐commerce  voor  supermarkten.  In  deze  laatste  onderzoeksvraag  worden  de  hoofdlijnen  uit  de  vorige  onderzoeks-­‐vragen  gebruikt  om  tot  een  aantal  mogelijke  retail  mixen  te  komen  voor  online  supermarkten  met  daarbij  de  kritieke  succesfactoren  van  elk  van  deze  retail  mixen.    

7.1   Click  en  mortar  supermarkt  De  click  en  mortar  supermarkt  is  een  traditionele  supermarkt  met  een  online  filiaal.  Goede  voorbeelden  zijn  Tesco  en  Albert  Heijn.  De  click  en  mortar  supermarkt  kent  de  volgende  kritieke  succesfactoren:    1.   Sterk  merk  ter  verlaging  van  de  drempel  van  het  online  filiaal  

Een  sterk  merk  zoals  Tesco  is  bekend  bij  de  consument  en  wekt  vertrouwen.  Doordat  het  merk  bekend  is,  is  de  opkomstindex  relatief  hoog,  het  vertrouwen  zorgt  voor  een  goede  conversie.  

2.   Verkoopprijs  hoger  dan  in  fysieke  supermarkt,  thuisbezorging  betekent  extra  kosten  voor  de  klant  

3.   Direct  bij  de  bron  of  via  WorldWideRetailExchange  inkopen  in  grote  volumes,  brutowinstmarge  daardoor  op  ongeveer  30%  

4.   Diversificatie  van  het  assortiment  in  non-­‐food  artikelen  ter  verhoging  van  marge  en  besteed  bedrag  

5.   Levering  vanuit  winkel  en  AH-­‐Drive  om  initiële  investeringen  laag  te  houden      De  click  en  mortar  supermarkt  heeft  een  aantal  belangrijke  troeven  in  huis  om  sneller  winstgevend  te  worden  dan  een  pure  player.  Het  sterke  merk  zorgt  voor  meer  omzet,  de  inkoop  direct  bij  de  bron  of  via  WWRE  geeft  een  gezonde  brutowinstmarge.  De  diversificatie  verhoogt  deze  brutowinstmarge  bovendien  en  verhoogt  ook  het  besteed  bedrag.  De  hogere  verkoopprijs  en  de  bezorgkosten  zullen  ten  koste  gaan  van  een  stuk  omzet  maar  daarentegen  zullen  zij  er  wel  voor  zorgen  dat  de  click  en  mortar  supermarkt  de  kosten  danig  beperken.  De  levering  vanuit  de  winkels  en  de  AH-­‐Drive  tenslotte  is  op  dit  moment  nog  de  goedkoopste  oplossing,  ook  al  zal  in  de  toekomst  het  omslagpunt  komen  dat  levering  vanuit  DC  of  Sat.  kostenefficiënter  is.  Kortom  de  click  en  mortar  supermarkt  kan  gebruik  maken  van  zijn  traditionele  sterke  punten  en  hierdoor  een  zeer  goede  kans  maken  om  winstgevend  te  worden,  ook  bij  relatief  bescheiden  omzetten.  Tesco  heeft  dit  in  2000  al  bewezen  door  winstgevend  te  draaien.  

Page 58: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

58

7.2   Pure  player  De  pure  player  is  een  online  supermarkt  met  alleen  maar  een  virtuele  basis.  Max  Food  Market  en  Webvan  zijn  pure  players.  De  pure  player  kent  de  volgende  kritieke  succesfactoren:    1.   Bekend  merk  worden  door  marketing  zodat  klant  de  winkel  weet  te  vinden  

(opkomstindex)  en  ook  vertrouwen  heeft  en  koopt  (conversie)  2.   Verkoopprijs  op  gelijk  niveau  als  fysieke  supermarkt,  thuisbezorging  gratis.  3.   Inkoop  via  derden  (indirect  sourcing)  door  ontbreken  van  volume,  margeverlaging  

tot  brutowinstmarge  van  22%  4.   Geen  diversificatie  vanwege  het  ontbreken  van  een  sterk  en  flexibel  merk  5.   Levering  vanuit  distributiecentra  en  satelliet  station,  hoge  initiële  i   nvesteringen.    De  pure  player  begint  nieuw  en  heeft  dus  nog  geen  bekend  merk,  het  opbouwen  van  een  merk  kost  veel  (marketing)  geld.  Door  de  verkoopprijs  op  gelijk  niveau  te  houden  met  de  fysieke  supermarkt  en  de  thuisbezorging  gratis  uit  te  voeren  ontstaat  een  concurrerende  propositie  ten  opzichte  van  fysieke  supermarkten  en  ook  ten  opzichte  van  de  click  en  mortars.  Dit  kan  leiden  tot  een  hoge  omzet,  maar  dit  is  ook  noodzakelijk  want  de  marges  worden  hierdoor  wel  significant  kleiner.  Indirect  sourcing  zorgt  ook  voor  een  significant  kleinere  marge,  10%  minder  bruto-­‐winstmarge.  De  marge  kan  niet  verhoogd  worden  door  diversificatie  doordat  de  klant  niet  het  vertrouwen  in  de  pure  player  heeft  om  er  ook  andere  producten  en  diensten  zoals  een  televisie  te  kopen.  Tenslotte  moet  de  pure  player  eigen  distributiecentra  en  satelliet  stations  opzetten  wat  enorme  investeringen  vereist.  Kortom,  de  marge  is  veel  kleiner  voor  een  pure  player  toch  zijn  er  meer  kosten  die  opgebracht  moeten  worden.  De  omzetten  moeten  daarom  zeer  hoog  zijn  wil  de  pure  player  winstgevend  worden,  verschillende  factoren  zoals  het  traditioneel  kooppatroon  zorgen  ervoor  dat  die  hoge  omzetten  nog  niet  realiseerbaar  zijn.  Voorlopig  heeft  nog  geen  enkele  pure  player  winstgevend  gedraaid,  Max  Food  Market  kan  de  uitzondering  zijn  omdat  zij  een  lage  kostenstructuur  hebben  in  vergelijking  met  Amerikaanse  pure  players  doordat  zij  een  beetje  een  click  en  mortar  supermarkt  zijn.  De  oprichter  van  Max  Food  Market  was  namelijk  eigenaar  van  een  supermarktketen  en  deze  ervaring  is  overgebracht  op  Max  Food  Market.  

Page 59: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

59

7.3   Pure  player  in  partnership  met  click  en  mortar  supermarkt  

 Een  pure  player  in  partnership  met  click  en  mortar  supermarkt  is  een  pure  player  die  een  partnership  is  aangegaan  door  middel  van  een  aandelentransactie  of  samenwerkingscontract.  Ahold  heeft  70%  in  de  pure  player  Peapod,  dit  maakt  Peapod  tot  een  pure  player  in  partnership  met  een  click  en  mortar  supermarkt.  Deze  speciale  pure  player  kent  de  volgende  kritieke  succesfactoren.    1.   Bekend  merk  worden  door  marketing  zodat  klant  de  winkel  weet  te  vinden  

(opkomstindex)  en  ook  vertrouwen  heeft  en  koopt  (conversie)  2.   Verkoopprijs  op  gelijk  niveau  als  fysieke  supermarkt,  thuisbezorging  gratis.  3.   Inkoop  via  partner  direct  bij  de  bron  of  via  de  WorldWideRetailExchange,  

brutowinstmarge  van  32%  4.   Geen  diversificatie  vanwege  het  ontbreken  van  een  sterk  en  flexibel  merk  5.   Levering  vanuit  distributiecentra  en  sattelietstations,  hoge  initiële  investeringen.  

Door  verzorgen  van  logistiek  van  webwinkel  van  partner  wordt  schaalgrootte  behaald  wat  leidt  tot  lagere  kosten  per  bestelling  

 Net  als  een  pure  player  moet  deze  speciale  pure  player  veel  geld  investeren  in  marketing  om  een  bekend  en  vertrouwd  merk  te  worden.  De  verkoopprijs  op  gelijk  niveau  als  de  fysieke  supermarkt  en  de  gratis  thuisbezorging  zorgen  voor  een  significant  lagere  marge.  Maar  het  grote  verschil  met  de  pure  player  is  dat  de  pure  player  in  partnership  gebruik  kan  maken  van  inkoopmacht  van  de  partner,  hierdoor  wordt  de  brutowinstmarge  vergroot  van  22%  naar  32%.  Diversificatie  is  voor  een  pure  player  in  partnership  ook  geen  optie  omdat  het  merk  niet  sterk  en  flexibel  is.  Net  als  de  pure  player  moet  er  een  grote  initiële  investering  in  distributiecentra  gedaan  worden,  deze  kosten  kunnen  echter  (sneller)  terugverdiend  worden  door  de  logistiek  te  gaan  verzorgen  van  het  online  filiaal  van  de  partner,  eigenlijk  een  soort  food  UPS.  Er  kunnen  daardoor  meer  bestellingen  per  gebied  worden  afgeleverd  (dichtheid)  wat  de  kosten  per  bestelling  doet  dalen.  Kortom  een  pure  player  in  partnership  met  een  click  en  mortar  supermarkt  kan  veel  sneller  winstgevend  worden  dan  een  pure  player,  de  marge  is  veel  hoger.  De  initiële  investering  is  nog  steeds  hoog  maar  deze  kan  door  de  food  UPS  sneller  worden  terugverdiend.  Peapod  heeft  dit  inmiddels  bewezen  door  in  Chicago  operationele  winst  te  draaien  in  het  eerste  kwartaal  met  dit  concept.    

Page 60: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

60

Page 61: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

61

8   Conclusies  en  aanbevelingen  Dit  laatste  hoofdstuk  geeft  de  conclusies  uit  de  voorgaande  resultaten  van  de  onderzoeksvragen,  deze  conclusies  zijn  vervolgens  de  basis  voor  de  aanbevelingen.  

8.1   Conclusies  Conclusie  1:  De  webwinkel  kan  bijdragen  tot  een  betere  winstgevendheid  door  een  standaard  koopervaring  aan  de  klant  aan  te  bieden  die  ervoor  zorgt  dat  het  traditioneel  kooppatroon  verandert  ten  gunste  van  online  supermarkten    Conclusie  2:  Een  winstmarge  die  minstens  even  hoog  is  als  bij  fysieke  supermarkten  is  een  absolute  voorwaarde  om  tot  winstgevende  e-­‐commerce  voor  supermarkten  te  komen,  vanuit  dat  perspectief  is  samenwerking  met  een  click  en  mortar  supermarkt  voor  een  pure  player  een  vereiste      Conclusie  3:  De  logistiek  van  leverancier  naar  consument  is  de  grootste  negatieve  bijdrage  aan  de  winstgevendheid  bij  e-­‐commerce  voor  supermarkten,  pure  players  overleven  alleen  bij  een  hoog  aantal  bestellingen  om  de  logistieke  kosten  te  dekken    Hoofdconclusie:  E-­‐commerce  kan  winstgevend  geïmplementeerd  worden  bij  click  en  mortar  supermarkten,  pure  players  kunnen  geen  winstgevende  e-­‐commerce  bedrijven  tenzij  er  een  partnership  ontstaat  met  click  en  mortar  supermarkten    

8.2   Aanbevelingen  Aanbeveling  1:  Online  supermarkten  dienen  samen  door  middel  van  een  soort  branche-­‐organisatie  afspraken  te  maken  over  de  standaard  koopervaring  in  een  webwinkel  teneinde  het  traditioneel  kooppatroon  ten  gunste  van  online  supermarkten  te  veranderen    Aanbeveling  2:  Pure  players  dienen  een  samenwerking  aan  te  gaan  met  click  en  mortar  supermarkten  om  tot  winstgevende  e-­‐commerce  voor  supermarkten  te  komen.  De  samenwerking  is  vereist  op  het  gebied  van  inkoop  zodat  de  inkoopprijs  daalt    Aanbeveling  3:  Pure  players  dienen  een  hoog  aantal  bestellingen  te  genereren,  dit  kan  nog  niet  voldoende  door  het  genereren  van  een  hoge  omzet  dus  dient  er  samenwerking  met  een  click  en  mortar  supermarkt  op  het  gebied  van  fulfillment  plaats  te  vinden  

Page 62: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

62

Page 63: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

63

Literatuur    ANP,  ‘Prijsoorlog  vergroot  marktaandeel  Albert  Heijn  nauwelijks’.  At:  http://nu.nl/pdocument?n=11631      Business  Wire,  ‘Internet  Grocer  Peapod  Achieves  Operating  Profitability  in  Chicago’.  At:  http://www.corporate-­‐ir.net/ireye/ir_site.zhtml?ticker=ppod&script=410&layout=11&item_id=169060      Clark,  K.  R.,  ‘Grocery  Shopping  Online  Vs.  On  Land  -­‐  Consumers  Prefer  to  Walk  the  Aisles  PricewaterhouseCoopers'  Survey  Reports’.  At  :  http://www.pwcglobal.com/extweb/ncpressrelease.nsf/DocID/E5AB218CAE54206B852568D40052790E    Distrifood,  Klant  Jan  Linders  krijgt  hoogste  korting  met  klantenkaart,  30/9/00    De  Leeuw,  Bedrijfskundige  Methodologie,  van  Gorcum,  Assen,  1996    Emerce,  ‘Levensmiddelenindustrie  niet  klaar  voor  e-­‐commerce’.  At:  http://www.emerce.nl/webwatch/ecommerce/20001116c.html)    Emerce,  ‘Supermarkt  der  supermarkten’.  At:  http://www.emerce.nl/webwatch/november2000/update/update101.html)    Emerce,  Kind,  R.  P.  van  der,  ‘Plezier  vs.  Gemak’.  At:  http://www.emerce.nl/webwatch/mei2000/etail/etail78.html.    Emerce,  ‘De  verliezers’.  At:  http://www.emerce.nl/webwatch/juli2000/special/special80.html    Fleming,  J.,  Web  navigation;  designing  user  experience,  O’Reilly  &  Associates,  Inc.,  Sebastopol  U.S.A.,  1998    Jansen,  J.W.,  e.a.,  E-­‐Retailing,  WEKA  Uitgeverij  BV,  Amsterdam,  2001    Kind,  R.P.  van  der,  Retailmarketing,  Educatieve  Partners  Nederland  BV,  Houten,  1996    Kind,  R.P.  van  der,  Retailmarketing,  Educatieve  Partners  Nederland  BV,  Houten,  2000    Koomen,  L.,  Zó  prijsbewust  is  de  klant’,  Foodmagazine,  okt.  2000,  p.  18-­‐25.    Levy,  M.,    Weitz,  B.  A.,  Retailing  Management,  Richard  D.  Irwin,  Inc.,  USA,  1995    Nordan,  M.  M.,  ‘Retail’s  Pan-­‐European  Future’.  At:  http://www.forrester.com/ER/Research/Report/0,1338,9168,00.html    Marketing  and  Logistics  bv,  ‘The  future  of  online  food  retailing’,  At:  http://www.retaileconomics.com/aboutpub1.htm.    Progressive  Grocer,  ‘68th  Annual  report  of  the  grocery  industry’,  Supermarket  Business    Bill  Communications,  Inc.,  2001  

Page 64: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

64

 Russo,  J.  E.,  Shoemaker,  P.J.H.,  Scriptum  Books,  Schiedam,  1993    Shern,  S.,  Global  Online  Retailing,  Ernst  &  Young,  USA,  2001    Vliet,  G.  van,  Handboek  E-­‐commerce,  3e  herziene  druk,  Thieme,  Rotterdam,  1999    Worldwide  Retail  Exchange.  At:  www.wwre.org  

Page 65: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

65

Bijlage  1  Interview  M.  van  der  Molen,  Marketing  manager  Max  Foodmarket    1.    Hoe  denkt  u  dat  de  online  levensmiddelenmarkt  in  Europa  zich  gaat  

ontwikkelen  de  komende  5-­‐10  jaar,  gaat  de  consument  wel  online  boodschappen  doen?  Hoeveel  procent?  Antwoord:  In  de  landen  met  een  hoge  penetratiegraad  van  internet-­‐gebruikers  en  relatief  veel  twee-­‐verdieners  zal  ongeveer  10%  tot  15%,  misschien  wel  20%  van  de  totale  levensmiddelenomzet  online  worden  gegenereerd.  Max  Foodmarket  vindt  Nederland,  Duitsland  en  België  landen  die  aan  het  bovenstaande  voldoen,  hier  gaan  we  ook  naar  toe  uitbreiden.  

 2.   Wordt  u  een  prijsvechter  of  kwaliteitsaanbieder?  

Antwoord:  Max  Foodmarket  werkt  niet  met  aanbiedingen  maar  heeft  wel  een  concurrerende  prijs,  geen  prijsvechter  dus.  Service  in  de  vorm  van  kwaliteitsartikelen  en,  nog  belangrijker,  door  snelle  levering  en  goede  afwikkeling  van  de  bestellingen.  Het  is  dus  een  combinatie  waarbij  de  service  het  belangrijkste  component  is.  

 3.    Hoe  worden  typische  supermarkt  issues  zoals  plaatsing  van  hoge  marge  

producten  op  ooghoogte,  afspraken  met  leveranciers  omtrent  schapruimte,  routing  langs  alle  producten  online  opgelost,  retour  emballage  ?    Antwoord:  Met  plaatsing  van  producten  wordt  nu  nog  weinig  gedaan,  in  de  toekomst  wordt  gedacht  aan  het  geven  van  een  voorkeurspositie  bij  het  aanklikken  van  een  categorie,  deze  categorieën  zijn  ook  de  routing.  De  shopping  list  die  wordt  aangelegd  bij  het  eerste  bezoek  zorgt  ook  voor  een  gemakkelijke  routing  door  de  webwinkel.  (gewoon  aangeven  welke  producten  je  weer  wilt  ontvangen,  net  zoals  bij  het  huishoudboekje  bij  de  SRV  man.)  De  retour  emballage  wordt  direct  verrekend  met  de  prijs  van  de  bestelde  boodschappen  en  worden  dan  ook  meegenomen  door  de  bezorger  van  Max  Foodmarket.  

 4.   Waarom  wordt  Max  Foodmarket  winstgevend  en  andere  pure  players  zoals  

Boodschappenlijn  en  Peapod  (vooralsnog)  niet?    Door  de  totale  focus  op  de  lage  kosten  bij  bijvoorbeeld  personeel,  inrichting,  inventaris,  locatie  (geen  a-­‐locatie)  kan  Max  Foodmarket  winstgevend  worden.  Wij  zijn  geen  internetbedrijf.  

 5.    Hoe  worden  de  zoekkosten  van  klanten  naar  boodschappen  verlaagd  als  er  

geen  echt  winkelplezier  is  (shopping  experience),  het  online  uitzoeken  van  producten  heel  lang  duurt  en  de  klant  2  uur  thuis  moet  zijn  voor  het  aannemen  van  een  bestelling.  Een  klant  heeft  toch  minder  moeite  als  hij  gewoon  naar  de  supermarkt  om  de  hoek  gaat?  Antwoord:  De  site  is  nu  nog  redelijk  basic.  De  klant  kan  thuis  met  een  kopje  koffie  de  boodschappen  bestellen,  dit  duurt  ongeveer  20  tot  25  minuten.  Maar  de  klant  spaart  daarmee  benzinekosten  uit,  de  tijd  om  erheen  te  rijden,  parkeerplek  te  vinden.  De  klant  kan  aangeven  wanneer  hij/zij  thuis  is  en  kan  dan  gewoon  televisie  kijken  als  de  boodschappen  gebracht  worden.  

6.    Hoe  worden  de  logistieke  problemen  opgelost,  zoals  diepvries,  houdbaar  en  vers  stromen,  statiegeldflessen?  

Page 66: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

66

Antwoord:  Deze  logistieke  “uitdagingen”  worden  aangepakt  door  de  gekoelde  artikelen  extra  te  koelen  en  te  voorzien  van  tempex  verpakking.  De  bestellingen  worden  binnen  twee  uur  bij  de  klant  afgeleverd  zodat  de  artikelen  nog  gekoeld  zijn.  Statiegeldflessen  worden  zonder  probleem  teruggenomen  bij  levering.  

 7.   Zet  u  grote  warehouses  op  of  veel  kleine  sattelite  warehouses?  

Antwoord:  Grote  warehouses,  we  hebben  nu  3  warehouses  (Utrecht,  Amsterdam,  Den  Haag)  en  we  willen  naar  6  warehouses  toe.  Per  regio  komt  er  een  groot  warehouse  van  2000  tot  2500  vierkante  meter.  

 8.    Zijn  de  kosten  van  de  logistiek  substantieel  in  het  totale  kostenplaatje?  

Peapod  heeft  bijvoorbeeld  30%  logistieke  kosten  op  de  omzet.  Antwoord:  Relatief  niet,  de  inrichtingskosten  van  de  warehouses  zijn  laag,  de  Peugot  Combi’s  zijn  niet  duur  in  aanschaf  en  gebruik  en  het  personeel  is  flexibel  inzetbaar.  Naast  het  bezorgen  van  de  goederen  kunnen  zij  ook  order  picken.  Het  personeel  is  ook  flexibel  qua  werktijden,  zodat  er  in  een  rustige  periode  minder  mensen  zijn  en  vice  versa.  Naschrift:  Een  percentage  kon  niet  gegeven  worden,  wel  is  het  een  stuk  lager  als  bij  Peapod.  

 9.   In  uw  presentatie  gaf  u  aan  dat  u  maar  een  half  tot  1  procent  van  de  markt       nodig  heeft,  dat  is  volgens  de  berekening  in  2008  230  mln  (0,5%  van  46    

mld).  Als  u  in  2002  quitte  wilt  draaien  zult  u  toch  een  aanzienlijk  groter  deel  van  de  markt  moeten  hebben  om  230  miljoen  omzet  te  genereren  of  draait  u  pas  in  2008  quitte?  Antwoord:  Nee,  die  230  miljoen  is  een  ideaalplaatje.  Wij  draaien  grofweg  al  quitte  als  we  300  orders  per  dag  per  warehouse  verwerken.  Naschrift:  300  orders  per  dag  x  300  werkdagen  x  gemiddeld  f65,-­‐  aankoopbedrag  x  3  warehouses  =  f17.550.000,-­‐  .  Dit  is  een  ruwe  inschatting  van  de  break  even  omzet.  Ter  vergelijking:  Boodschappenlijn  had  15  orders  per  dag.  

 10.   Winst  is  volgens  prof.  Van  der  Kind  marge  x  omzet  –  kosten,  hoe  gaat  u    

winst  maken:  door  veel  omzet  te  maken  en  een  groot  marktaandeel  op  te  eisen  (Amazon),  uw  kosten  te  beperken  (Boodschappenlijn  50.000  gulden  per  maand)  of  uw  marge  hoog  te  maken  (peapod  slechts  5,8%)  Antwoord:  Het  business  model  van  Max  Foodmarket  is  gebaseerd  op  de  verkoop  van  boodschappen  in  hoog  gepentreerde  gebieden  (internetgebruik)  met  veel  tweeverdieners.  Hierdoor  kunnen  wij  de  kosten  drukken,  de  bestellingen  kunnen  namelijk  gecombineerd  worden  en  in  dezelfde  straat  kan  nog  een  bestelling  afgeleverd  worden.  

 11.   Ik  woon  in  Hardegarijp  in  Friesland,  kan  ik  mijn  boodschappen  ook  bij  Max       Foodmarket  bestellen?  

Antwoord:  Omdat  onze  focus  op  de  hoog  gepentreerde  gebieden  ligt  leveren  wij  niet  in  Hardegarijp.  Als  we  wel  in  de  buitenste  ring  van  onze  bezorgregio’s  gaan  leveren  dan  doen  we  dat  niet  binnen  twee  uur  maar  binnen  een  dag.  Dit  betekent  dat  de  gekoelde  producten  wel  in  een  koel/vries-­‐installatie  moeten,  we  gaan  dan  misschien  met  een  vrachtwagen  met  koel/vries-­‐installatie  in  deze  buitenste  ring  bezorgen,  de  klant  moet  dan  mogelijk  een  bijdrage  in  de  logistieke  kosten  betalen.  

Page 67: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

67

Bijlage  2    Interview  met  sales  &  marketing  director  Eric  Verhagen  van  eCom-­‐factory      1.   Wat  is  het  verschil  tussen  de  traditionele  logistiek  en  de  nieuwe       micrologistiek  die  e-­‐commerce  sites  nodig  hebben?  

In  de  traditionele  logistiek  gaan  bedrijven  uit  van  bevoorrading  op  basis  van    meerdere  items  van  hetzelfde  soort.  Internet  verkopen  is  anders  omdat    levering  van  veel  materiaal  “single”  copy  is.  M.a.w.  Traditioneel  wordt  de  nieuwste  cd  van  Marco  Borsato  per  20  verzonden  naar  één  winkel  en  online  worden  er  20  enkele  Cd’s  verkocht.  Om    dit  te  illustreren  heb  ik  een  sheet  uit  onze  presentatie  bijgesloten.  

 2.   Welke  problemen  treden  op  bij  de  nieuwe  micrologistiek  en  e-­‐fulfillment?  

In  de  eindfase  moeten  individuele  orders  worden  afgeleverd  bij    particulieren.  Deze  zijn  niet  altijd  aanwezig  dus  de  dropkans  is  relatief  laag.    Ook  betalingen  m.u.v.  eenmalige  incasso,  en  cred.card  is  lastig.  De  huidige  transporteurs  hebben  hun  netwerken  nog  niet  aangepast  op  een  veranderende  distributie.  Fulfilment  is  complexer.  Orders  moeten  worden  voorzien  van  facturen,  AG’s    e.d.  of  worden  ingepakt  om  als  cadeau  te  worden  afgeleverd.  Een  cadeau  met  factuur  is  ook  slaordig  wat  in  de  IT  weer  aangepast  moet  worden.  

 3.   Voor  welke  (soorten)  webwinkels  verzorgt  u,  naast  Megapool,       de  e-­‐fulfillment?    

Voor  Megapool,  Xerox.,  Philips,  Global  Learning  Systems,  Oibibio,    Hewlet  Packard,  Wannahaves  e.a.  

 4.   Hoe  gaat  u  om  met  retour  goederen?  

Deze  worden  op  verzoek  van  onze  klanten  retour  gezonden  naar  b.v.  repair  centers,  eigen  warehouse  of  na  controle  opgenomen  in  de  bestaande  voorraad.  

 5.   Hoe  snel  kunt  u  leveren?  

eCom-­‐factory  is  als  enige  in  staat  om  te  crossdokken  (voor  internet  orders).  M.a.w.  de  levering  vanuit  ons  magazijn  is  binnen  24h,  afhankelijk  van  de  aanlevering  van  leveranciers.  Voor  de  distributie  maken  wij  gebruik  van  transportpartners  die  in  de  regel  binnen  24  of  48  h  uitleveren,  afhankelijk  van  de  wens  van  de  klant.  

Page 68: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

68

 6.   Geeft  u  de  klant  een  vast  aangegeven  tijdspanne,  bijvoorbeeld  van  drie  tot       vijf  uur  ’s  middags,  waarbinnen  u  levert?  Hierdoor  kan  de  klant  zich       voorbereiden  op  een  bezoek  van  de  bezorger.  

Nee.  Wij  hebben  geen  eigen  distributienetwerk.  De  transporteurs  die  eCom-­‐factory  gebruikt  kunnen  dit  wel,  op  verzoek  van  onze  klanten.  

 7.   Hoe  gaat  u  om  met  het  niet  aanwezig  zijn  van  de  klant  bij       producten  die  niet  in  de  brievenbus  passen?  

Ook  dit  is  voor  ons  n.v.t.  daar  wij  geen  eigen  transport  beheren.    8.   Kunt  u  supermarktproducten  zoals  verse,  diepvries  en  gekoelde  producten       opslaan  en  vervoeren?  

Nee.  eCom-­‐factory  heeft  bewust  gekozen  om  bederfelijke  waar  niet  op  te  nemen  in  haar  pakket.  Uitzondering  vormen  voorverpakte  goederen  zoals  b.v.  pindakaas  of  babyvoeding.  

 9.   Waarom  is  het  voor  een  webwinkel  interessant  om  de  logistiek  te       outsourcen?  

De  complexiteit  van  het  verwerken  van  veel  kleine  individuele  orders  is  nu  eenmaal  een  specialisme.  eCom-­‐factory  beheerst  dit  specialisme  speciaal  gekoppeld  aan  internetverkopen.  Hierdoor  zijn  kosten  voor  b.v.  personeel,  verpakking,  vervoer  en  moeilijk  beïnvloedbare  kosten  zoals  voorraadbeheer  en  het  aantrekken  van  extra  logistiek  personeel  beter  te  controleren.    

 10.   Welke  verschillende  kosten  zijn  er  bij  e-­‐fulfillment  en  hoe  hoog  zijn  deze       relatief  tot  de  totale  e-­‐fulfillment  kosten?  (percentages  van  bijvoorbeeld       voorraad  houden,  order  picken  etc.)  

Afhankelijk  van  de  wensen  van  de  klant  is  de  voorraad  minimaal.  Dit  veroorzaakt  minder  kosten.  De  voorraad  voor  klanten  wordt  besteld  bij  groothandels,  producenten.  Hierdoor  verlagen  de  eigen  voorraadkosten.  Door  crossdokken  zijn  de  goederen  toch  leverbaar  binnen  normale  termijnen.  

De  kosten  vallen  uiteen  in  Goederen  ontvangst,  Voorraadbeheer,  Pick/  Pack/Ship  en  extra  kosten  zoals  afhandelen  van  betalingen,  retouren  e.d.  

Kosten  zijn  niet  hoger  dan  het  “in  huis”  doen  van  de  logistiek.  De  extra  kosten  die  gemaakt  zouden  worden  vallen  in  het  niet  bij  de  kosten  van  uitbesteden.  

Page 69: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

69

 11.   Is  het  ook  goedkoper  voor  een  webwinkel  om  de  logistiek  te  outsourcen,  

hoeveel  duurder/goedkoper?  (Indicatieve  prijzen)  

Afhankelijk  van  de  aanbieding  in  een  webwinkel  kunnen  deze  kosten  lager  liggen.  De  prijs  van  de  goederen  (verkoop)  is  hier  van  invloed  op.  Kleinere  producten  leveren  meer  orders  op  dan  grotere.  Goedkopere  leveren  meer  op  dan  duurdere.  De  mix  is  van  belang  voor  het  succes  van  een  webwinkel  

 12.   Het  onderzoek  richt  zich  op  winstgevende  e-­‐commerce  voor  supermarkten,       heeft  u  in  dit  kader  misschien  ook  nog  meer  interessante  informatie  toe  te       voegen?  

eCom-­‐factory  is  door  haar  techniek  in  staat  mee  te  denken  in  dit  soort  oplossingen.  Het  belangrijkste  in  deze  zijn  de  minimale  orderkosten  die  worden  gegenereerd  door  de  verkoopkosten  van  de  toe  te  voegen  artikelen.  In  mijnopinie  is  dit  succesvol  als  een  supermarkt  b.v.  op  abonnementsbasis  80%  van  de  wekelijkse  boodschappen  kan  verkopen  (en  inkopen).  Hierdoor  ontstaat  een  continuïteit  die  nodig  is  om  de  kosten  te  drukken.  Zorg  in  ieder  geval  voor  goeden  afspraken  met  de  transporteurs.m  Deze  moeten  in  staat  zijn  af  ter  leveren.  Een  goede  optie  hierbij  is  afleveren  op  de  werkplek.  (Business  to  Employer).  

Page 70: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

70

Page 71: Scriptie J Bosgra2002...10 De!kosten!zijn!verdeeld!in!logistiek,!personeel,!overhead!en!inventaris.Logistieke!kosten! worden!vooral!bepaald!door!de!drie!stromen!vers!gekoeld!en!diepgevroren

71

De  auteur   Johannes  S.  Bosgra  is  Cum  Laude  afgestudeerd  aan  de  Retail  Business  School  te  Leeuwarden  en  studeert  nu  bedrijfskunde  aan  de  Rijksuniversiteit  Groningen.  Hij  is  naast  de  HBD  Scriptieprijs  2002  winnaar  van  de  V&D  Award  2001.  Zie  ook:  www.johannesbosgra.com  [email protected]    De  scriptie  is  geschreven  in  opdracht  van  Netlinq  Framfab,  een  full  service  internet  bureau  te  Amsterdam,  waar  Johannes  Bosgra  is  afgestudeerd  bij  de  afdeling  Strategic  Consultancy.