Script+ nummer 1 maart 2015
-
Upload
vincent-corjanus -
Category
Documents
-
view
221 -
download
0
description
Transcript of Script+ nummer 1 maart 2015
1
Online literair tijdschrift van schrijfschool Scriptplus
2
‘Elke dag een druppel gif’ van Wilma Geldof
In het Amsterdamse Oosterpark
Bijlmer Boekt, West Words en meer!
San Bos `Je moet wat`
Sterauteur Paolo Giordano aan het woord
DOCS houdt open huis
Waar de werkelijke verhalen schuilen
‘Maart’ van Simon Vestdijk
Samenstelling en productie : Vincent Corjanus © Scriptplus 2015
Kwartaalblad
Script+
Daar is ie dan: het eerste
nummer van het online
literair tijdschrift Script+.
Met trots presenteren
wij deze eerste aflevering
van ons nieuwe
kwartaalblad. Wij
besloten tot een
dergelijke uitgave, omdat
we – in onze ogen – op
de site www.scriptplus.nl
regelmatig
lezenswaardige stukken
en stukjes plaatsen over
literatuur en poëzie.
Blogs, interviews en
nieuwtjes belanden al te
snel in ons archief.
Vandaar dat we elk
kwartaal een selectie
maken van onze online
publicaties.
Wij wensen jou,
liefhebber van literatuur
en poëzie, veel plezier
met het lezen van
Script+!
Jelle Jeensma,
directeur Scriptplus
3
Schrijven is een vak dat je kunt leren!
Geef je nu op voor Verhalend Proza!
www.scriptplus.nl/opleidingen/verhalend-proza/
4
Door: Vincent Corjanus
‘Elke dag een druppel gif’
Scriptplus-docente Wilma Geldof schrijft roman voor jong en oud.
Daar ligt ie dan, de 368 pagina’s tellende roman ‘Elke dag een druppel gif’. Het eerste dat opvalt is de vormgeving. Het boek ziet er mooi uit, zowel de cover als het binnenwerk is een lust voor het oog. De inhoud is meeslepend. Het is terug van weggeweest, kinderen die een hoofdrol spelen in een oorlogsverhaal. Zoals dat het geval was in ‘Het bittere kruid’ van Marga Minco en Jan Terlouws ‘Oorlogswinter’. Onlangs publiceerde Scriptplusser Fedor de Beer ‘Het kindertransport’. En nu verschijnt dan ‘Elke dag een druppel gif’ van Wilma Geldof. Schrijfster Wilma Geldof (1962) is voornamelijk bekend van haar kinderboeken, waarvan ze er inmiddels acht heeft geschreven. De meest recente zijn ‘Levi, Lola en de liefde’ en ‘Bitch!’. Het is een kunst om voor zowel jongeren (15+) als volwassenen een lezenswaardig boek te schrijven. Dat is Wilma Geldof gelukt. Moeilijke woorden staan uitgebreid uitgelegd achterin het boek. Zo is het voor de jongere lezers een stuk makkelijker om
het verhaal te volgen. Ook de vertaling van Duitse woorden staan achterin . ‘Elke dag een druppel gif’ vertelt het verhaal van het NSB-kind Maarten. Maartens vader is fervent NSB’er, hij schrijft regelmatig voor het weekblad van de NSB, ‘Volk en Vaderland’. Maarten is een moederskindje, tot grote ergernis van zijn vader. Hij vindt Maarten een slappeling en een lapzwans. Neem dan Walter, Maartens broer, de grote trots van vader. Walter mag gaan vechten tegen de Russen aan het Oostfront.
5
Maarten zou willen dat zijn vader net zo trots op hem wordt als op zijn broer. Dat hij gepest wordt op school, omdat zijn vader een NSB’er is, helpt ook niet echt mee. Hij komt keer op keer verdrietig en verslagen thuis. Maarten gaat ten onder in zijn eigen oorlog. Hij wil weg, weg van die verschrikkelijke school. Dan komt zijn vader een advertentie tegen in Volk en Vaderland… Maarten meldt zich aan voor de Reichsschule, een ‘Hitlerschool’ in het Limburgse Valkenburg. Tot zijn grote blijdschap wordt hij toegelaten. Eindelijk is zijn vader trots op ‘zijn jongen’. Maarten is gelukkig, al heeft hij geen idee wat voor verschrikkingen er in zijn land plaatsvinden… Wanneer Maarten negentien jaar is, de oorlog is inmiddels voorbij, krijgt hij een relatie met Hanne. Zij is fel tegen de nazi’s gekant en Maarten kan niet langer zwijgen over zijn verleden. Er is iets wat hij als dertienjarige heeft gedaan, wat hem mogelijk wordt nagedragen… Het lezen van dit boek roept veel gevoelens op bij de lezer. Je leeft helemaal mee met Maarten en je begrijpt hoe hij denkt. Ik kreeg regelmatig medelijden met hem. Het gaat hier om een meeslepend verhaal, waarin je de lotgevallen van een geïndoctrineerde puber meebeleeft.
‘Elke dag een druppel gif’ is een aangrijpende roman over een jongen die opgroeit in een NSB-gezin. Wilma Geldof weet een realistisch verhaal te scheppen, ook door gebruik te maken van de uiteenlopende bronnen die ze voor haar boek heeft geraadpleegd. Het is een roman en als zodanig is het fictie, maar het had echt gebeurd kunnen zijn. ‘Elke dag een druppel gif’ leest als een sneltrein. Het verhaal wordt vaak in de actieve vorm geschreven en de beschrijvingen zijn raak en beeldend. Wilma Geldof kiest haar woorden weloverwogen, met maximaal effect. De afwisseling van de oorlogsjaren met het jaar 1948 is knap gedaan. Het doet in het geheel geen afbreuk aan de loop van het verhaal, sterker nog: het ondersteunt de verhaallijn. ‘Elke dag een druppel gif’ is een must voor jong en oud. Wilma Geldof – Elke dag een druppel gif. Moon, Amsterdam 2014, 368 blz. € 19,95. Zie ook het interview met Wilma Geldof : www.scriptplus.nl/uit-de-school-geklapt-wilma-geldof/
6
Literatuur
in beeld
Het
Oosterpark
Door: Vincent Corjanus
7
In deze rubriek worden foto’s geschoten van literaire plekjes in Amsterdam. Dit keer: het Oosterpark. De sculptuur, twee roestvrij stalen bogen, is een 'Monument voor de Tachtigers', een golf en een vlam, en geïnspireerd op een dichtregel van Hendrik Marsman over Herman Gorter, de belangrijkste dichter van de Tachtigers:
Hij was van vuur een golf, een vlam, een stromend stuk natuur. Het monument is in 1992 gemaakt door Jan Wolkers.
8
‘
Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik ’t zelf.
Nescio’s ‘Titaantjes’
9
Za. 7 maart – Boekenweek OBA Boekenweekmiddag van het literaire tijdschrift De Parelduiker in de openbare bibliotheek van Amsterdam www.oba.nl
Wo. 11 maart – Poetry en Musica Muziek, poëzie en meer! Einde van de Wereld www.eindevandewereld.nl
Za.14 maart – West Words West Words is een concept van de SLAA en Podium Mozaïek waarbij een multidisciplinair programma wordt gerealiseerd. Podium mozaiek www.slaa.nl
Vrij. 27 maart- Poëzie Open podium. Vooraf aanmelden is niet nodig. Iedereen is welkom: dichters, muzikanten en bezoekers. Poezie podium www.poezie-podium.nl
Ma. 6 april – De avond van de stadsdichter Een fonkelende avond, met: Anna Enquist, Janneke van der Horst, Herman Koch, Neeltje Maria Min, Marcel van Roosmalen, Henk Spaan en Diederik van Vleuten. Kleine Komedie www.kleinekomedie.nl
di. 8 april – 5kwarts: Terug van weggeweest In 5kwarts krijgt een opkomende artiest de mogelijkheid zijn of haar eigen line-up samen te stellen. De artiest ontvangt telkens mede-artiesten, schrijvers, denkers en theater-makers als zijn gasten. Tolhuistuin www.slaa.nl
Zo. 12 april – Martinus Nijhoff Martinus Nijhoff is een van de eerste moderne dichters van Nederland. De nieuwe liefde www.slaa.nl
di. 19 mei– 2015 Bijlmer Boekt Bijlmer Boekt! is een avondvullend programma vol literatuur, muziek en feest in Amsterdam-Zuidoost. Bijlmerparktheater www.slaa.nl
10
Een man die zich laat marineren door zijn Vlaamse vriendin San Bos, die bij Scriptplus schrijfonderwijs volgde, debuteert op 4 maart met haar verhalenbundel ’Je moet wat’. San Bos kwam via de ‘Dag van het schrijven’ bij een schrijfclubje terecht. Al gauw merkte ze dat ze genoeg ideeën had, maar de schrijftechniek miste. Schrijver Jan Wijnen adviseerde haar lessen te gaan volgen bij schrijfschool Scriptplus. Via hem kwam ze uiteindelijk ook terecht bij uitgeverij Nieuw Amsterdam. San Bos (1965) schreef korte verhalen voor o.a. De Revisor, KortVerhaal, NRC Handelsblad, Trouw, Bulkboek, Ballustrada en Schrijven Magazine. Ze won diverse prijzen. Ook was zij redacteur voor shortstory.nl en gastblogger voor korteverhalenschrijven.nl.
De verhalen van San Bos in ‘Je moet wat’ zijn licht van toon en geschreven met een vleugje ironie. Ze bieden in enkele pagina’s een inkijkje in een heel mensenleven. En hoewel je meestal blij bent dat dat leven het jouwe niet is, is San Bos in staat om de lezer onmiddellijk aan haar personages te binden. Aan de vrouw die dichter bij de donornier van haar man komt dan de bedoeling was. Aan de man die zich laat marineren door zijn Vlaamse vriendin. En aan de schoonmaakster die door de spullen van haar opdrachtgevers gaat. San Bos zet haar verhaalfiguren kort in de spotlights, maar de lichten reiken veel verder dan de laatste zin. ‘Je moet wat’ is een sterk debuut, van een schrijver van wie wij nog veel gaan horen.
San Bos: ‘Je moet wat.’ Verhalenbundel. Uitgeverij Nieuw Amsterdam. 112 pagina’s. € 12,95.
11
Over de
grens
Paolo
Giordano Door: Peter de Rijk
Foto: MYBOSSWAS
12
Door: Peter de Rijk
In de nieuwe serie ‘Over de grens’ gaat schrijver en journalist Peter de Rijk in gesprek met buitenlandse auteurs over hun schrijverschap. In deze tweede aflevering is dat de Italiaanse bestsellerauteur Paolo Giordano.
DE LEGE GENERATIE VA N PAOLO GIORDANO Paolo Giordano (1982) praat liever over schrijven dan over zichzelf. Naarmate de vragen persoonlijker worden, kijkt hij meer weg en duurt het steeds langer voordat hij antwoordt. Hij heeft drie wereldwijde bestsellers geschreven. Zijn debuut De eenzaamheid van de priemgetallen (2009) zette de Italiaanse literatuur weer op de kaart. Het menselijk lichaam (2013) was zijn tweede succesvolle roman. Sindsdien regent het literaire prijzen. Het zwart en het zilver is de derde kaskraker. Is jouw werk autobiografisch? Ik portretteer iemand of een groep mensen. Dat betekent dat het niets met mij persoonlijk te maken heeft. Het gaat om mijn relatie met de mensen in mijn omgeving. Om de kant van jezelf die je verzwijgt, het contact met het echte leven waarvan je weet dat het bestaat. Dat wil je ontrafelen. Voor mijzelf is het volkomen oninteressant of delen van het boek autobiografisch zijn of niet. Het ontstaat uit een mix en het is niet de bedoeling dat uit elkaar te halen. Het gaat erom wat er door het boek duidelijk wordt. Ikzelf ben niet interessant. Ik ben niet meer dan de schrijver van het boek. Wanneer iemand mijn boeken leest wil ik zelf afwezig zijn. Niettemin moest ik van mijn advocaat in dit boek een tekst laten opnemen dat geen van de personages of gebeurtenissen iets te maken heeft met de werkelijkheid. Dit alles om te voorkomen dat mensen problemen zouden kunnen gaan maken. En dat terwijl het een roman is… Het boek zou mensen kunnen ergeren, meer niet. Zie jezelf als een alfa of een bèta? Ik ben een cross-over. Ik studeerde natuurkunde en ben schrijver geworden. Mijn karakters zijn vaak rationeel. Ik laat zien dat hierdoor problemen kunnen ontstaan. Mijn laatste boek, Het zwart en het zilver, gaat over de huidige moderne manier van leven, de vraag wat tegenwoordig een man is… Er is sprake van een clash. Het gaat om het verschil tussen de generatie van Signora A. en de moderne familie. Ze is niet heel erg oud maar staat wel voor het denken in de vorige eeuw. Tegenwoordig ben je met méér bezig dan alleen met jouw familie. Je moet je aan iedere situatie kunnen aanpassen, en vol begrip zijn over alles dat kan gebeuren. De rol van man en vrouw binnen een relatie of in een gezin staat steeds minder vast. Als man verwacht men dat je van alles tegelijk bent. Het is dus lastig geworden. We moeten zoveel zijn en soms heb je daartoe niet de kracht of de wil. Dat heeft de verteller ook, hij verlangt terug naar de tijd toen dingen strenger waren gedetermineerd.
13
Waarom laat je Signora A. in Het zwart en het zilver sterven? Het moment dat ze er niet langer is, begint het gezin in elkaar te storten, en niet alleen zij, maar ook de taal, zelfs het boek. De tekst desintegreert. Hoe kunnen ze hun geluk ervaren als er niemand is om het te zien? Ouders zijn voortdurend onzeker. Ze zoeken bevestiging. Wanneer je geen ouders hebt, zoals de personages in het boek, dan zoek je het bij anderen. Iedereen zoekt waardering, bij zijn vrouw, bij zijn familie of vrienden… Ze vormen het bewijs van je bestaan. Wat is de reden van de erotische spanning tussen de man en Signora A. ? Dat is toch niet vreemd? Die spanning kan er toch zijn, ook al is het een vrouw van de generatie van je moeder? Ook die heeft haar gevoelens. Een schrijver moet ook scènes schrijven die verder gaan dan zijn eigen ervaringen of gevoelens. Die stap moet hij durven zetten. Begon het boek met de gedachte dat mensen als een roedel functioneren? Als je een boek schrijft, komt alles wat je leest of hoort en kunt gebruiken op je af. Voor mijn tweede roman Het menselijk lichaam las ik van alles over de oorlog. Dat gaat door zolang je met een boek bezig blijft. Daarna verdwijnt het. In het geval van Het zwart en het zilver was ik halverwege en zag ik alles in termen van familie, bloedverwantschap, vriendschap en relaties. Voor iets heel anders las ik Mille plateaux van Gilles Deleuze, een erg gek boek. Meer dan twintig procent begreep ik niet. Tot ik die zin las en een grote sprong voorwaarts kon maken. ‘De geliefde destilleren uit een massa, uit een groep – hoe klein ook – waarvan hij of zij deel uitmaakt, of het nou een familie is, of een ander verband; en dan zijn of haar eigen roedels ontdekken.’ Daar maakte ik net een portret van! Families en alle andere vormen van samenleven. Je leert dat je onderdeel uitmaakt van een groep. Liefde is daarbij een lastig begrip, het kan je agressief maken. In Het zwart en het zilver vraag je veel van de lezer. Inderdaad. Ik kies voor meer beschrijven en minder dialoog. Dat doe ik expres. Ik laat de ik-persoon het verhaal vertellen. Alles komt uit zijn hoofd, is zijn mening. Dat hoeft niet de waarheid te zijn, al is het dat in zijn geest wel. Het laat de eenzaamheid van het moderne leven zien. Ik denk dat we in een tijd leven die mensen erg onbewust ondergaan. En dat wordt erger en erger. We gaan nergens diep op in, en daarom wil ik dat de lezer moeite moet doen. Alleen zo ontkomt hij aan het oppervlakkige. Dat moet ik zelf ook in het echte leven. Daarbij denk ik aan de effecten van de moderne media. Kijk eens naar de vertelwijze van al die tv-series, waar iedereen het over heeft. Het zijn flinterdunne verhaaltjes, één laag, en dat is het. Vergelijk dat eens met een goed boek. In Het menselijk lichaam wilde ik laten zien hoe leeg mijn generatie is. Wanneer je het boek uit hebt, zou je kunnen zeggen dat er niets is gebeurt, niet zinnigs is gezegd… Maar er zit er meer in, alleen heb ik dat tussen de regels verstopt.
14
Hoe moeilijk is het door te schrijven wanneer je succes hebt? Het zou oneerlijk zijn te zeggen dat ik het er niet moeilijk mee heb. Ik begon mij steeds meer af te vragen en werd daardoor zwakker als schrijver. Vooral nadat het applaus minder werd. Bij De eenzaamheid van de priemgetallen kon ik het succes haast niet bevatten… Toen ik minder bejubeld werd ontstond er een gevoel van paniek. Later begreep ik dat een boek zich moet ontwikkelen en dat je daar tijd voor nodig hebt. Niet dat ze daardoor beter of slechter worden. Het gaat om de gedachte erachter die moet ontstaan. Ik kon niet verwachten dat de lezers van mijn debuut mij eeuwig zouden volgen. Daar moest ik doorheen. Daar komt bij dat schrijven het enige is waar ik echt geschikt voor ben. Pas drie jaar na mijn eerste begon ik aan het volgende boek. Ik begon natuurlijk eerder… maar heb alles weg moeten gooien. Hoe begin je? Het begint ermee dat ik mij iets afvraag. Iets wat ik net weet of begrijp. Ik stel mijzelf een vraag en begin over het antwoord na te denken. Er is geen sprake van een plot of een karakter. Dat is niet genoeg voor mij. Mij trekt de obsessie van een oorlog, van de familie… Dat komt haast wetenschappelijk over. Het is het kleine Copernicaanse denken, de revolutie daarvan terugbrengen tot het eigen leven. Je weet nooit of er wéér een gedachte komt en wanneer. Of ooit. En hoe pak je dat dan aan? Liefst zou ik op vaste tijden werken, maar dat lukt mij niet. Ik zorg dat ik onbereikbaar ben. Alle vormen van afleiding worden verwijderd. Dus geen afspraken, geen tandartsbezoek. Ik moet mijzelf leegmaken, ga naar kantoor en verblijf daar de hele dag. Niet dat ik schrijf, ik blijf er, en dat valt niet altijd mee. Ik schrijf gemiddeld drie dagen in de week. Dat is op zich al veel. Natuurlijk denk je de hele tijd aan het boek, ook buiten werktijd, maar ik heb die vaste uren op kantoor nodig. Ook al zijn ze zwaar. Na vele maanden heb ik dan de eerste versie. Soms heb ik een globaal idee waar het naartoe gaat, meer niet. Liefst wacht ik op het idee dat iets aan het boek toevoegt. Waarschijnlijk gaat het dan om de tweede of derde laag in het boek. Het is het beste wanneer dat tijdens het schrijven ontstaat. Hoe groot is de bemoeienis van de redacteur van jouw uitgeverij? Ik schrijf snel en tijdens de redactie heb ik alles volledig onder controle. Ik schrap, herschrijf, verplaats, waar dat maar nodig is. Dat is het moment waarop ik mij als schrijver het sterkst voel. Soms zou ik willen dat mijn redacteuren zich meer met het boek zouden bemoeien. Meestal werk ik samen met mijn vrouw, die ook redacteur is. Zij is degene die het rauwe materiaal als eerste leest. Wanneer het boek bijna is voltooid, komt de redacteur van Einaudi aan de beurt. Eigenlijk wanneer mijn vrouw en ik zonder brandstof zitten en er geen ideeën of nieuwe perspectieven meer
15
loskomen. Vervolgens laat ik het nog door diverse lezers lezen. Gevoelsmatig weet ik precies wanneer ik iets met een opmerking van hen moet doen. Je bent niet bang eeuwig met herschrijven bezig te zijn? Helemaal niet. Mijn redacteur las bijvoorbeeld de eerste versie van Het zwart en het zilver. Het boek was af voor mijn gevoel. Tijdens het gesprek erover maakte ze mij ervan bewust, want ze zei het niet direct, dat Signora A als spiegel voor het gezin functioneerde. Dat idee zat er al in, maar was nog niet goed genoeg uitgewerkt. Ik herschreef het, nou niet letterlijk, ik herschreef bepaalde delen en voegde er details aan toe waardoor die functie van de oude vrouw meer naar voren kwam. Daardoor veranderde de focus en werd het een heel ander boek. Die aanpassing kwam pas heel laat en toch was ik niet bang om het boek aan te pakken. Het gaat erom eruit te laten komen wat erin zit.
€
16
De masterclasses vormen een onderdeel van de opleiding DOCS, Docenten Opleiding Creatief Schrijven, maar iedereen met interesse voor (het geven van) schrijfonderwijs is van harte welkom. De masterclasses vinden plaats op de zaterdag, steeds van 13:30 tot 16:00 uur. De eerste masterclass is op 7 maart en we sluiten de reeks af op 13 juni.
LOUIS STILLER | Hoe presenteer je je als schrijfdocent en
ondernemer op internet? Wat is je online strategie?
Zaterdag 7 maart 2015, 13:30-16:00 uur
De wereld is in rap tempo gedigitaliseerd. Dat geldt niet alleen voor de uitgeverij (eBooks,
bol, amazon) en de schrijver (website, blogs, schrijffora), maar ook voor de schrijfdocent
en -coach. In deze masterclass laat Louis Stiller zien wat voor digitale middelen er
tegenwoordig allemaal tot je beschikking staan als schrijfbegeleider en welke strategieën
je daarbij kunt gebruiken. Hoe lastig is het om een online strategie te bedenken en wat
voor kennis en vaardigheden komen daarbij kijken?
Louis Stiller is schrijfdocent, schrijver, uitgever en redacteur en was meer dan tien jaar
lang hoofdredacteur van Schrijven Magazine, Schrijven Online en de Schrijfbibliotheek
van Atlas-Contact. In de laatste serie schreef hij een aantal boeken, waaronder het Handboek voor schrijvers, Essays
schrijven, Het Grote Schrijf Doe Boek en – recentelijk – eSchrijven. Als automatiseringsjournalist en elektronisch uitgever
zag hij als een van de eersten internet, het world wide web, en de sociale media uitgroeien tot de belangrijke economische
en sociale krachten die ze nu zijn.
BABS GONS | Van papier naar podium Hoe begeleid je cursisten naar een voordracht van eigen werk?
Zaterdag 21 maart 2015 13:30-16:00 uur
Hoe breng je een tekst tot leven op het podium? In deze masterclass richten we de
aandacht op hoe je cursisten begeleidt naar een voordracht van hun eigen werk. Met
behulp van oefeningen en technieken omtrent stemgebruik, ritme, beweging en houding
onderzoeken we hoe een performance tot stand komt. Ook kijken we hoe je met je
cursisten een gezamenlijke performance kan maken of een poëtische voorstelling kan creëren rondom een thema. Babs
Gons is schrijver, performer, theatermaker en docent creatief schrijven. Ze was jarenlang artistiek leider van de Poetry
Circle Nowhere, een gezelschap van schrijvende performers met groepen in verschillende steden in Nederland. Daarvoor
organiseerde ze tien jaar lang een maandelijks podium voor jonge dichters en schrijvers in Paradiso. In 2011 rondde ze de
opleiding DOCS af. Babs Gons werkt regelmatig als docent spoken word en creatief schrijven op scholen en binnen
jongerenproductiehuizen.
Met haar eigen werk staat ze vaker op het podium zoals onlangs nog bij Spoken, Read My World en Bijlmer Boekt.
Momenteel speelt ze een poëtische solo, genaamd Bloeden op Papier.
17
Door: Jelle Jeensma
Waar de werkelijke
verhalen schuilen
Het echte verhaal in fictie zit ‘m niet zozeer
in de plot als wel in de scherpte van details.
Die opvatting lichtte James Wood, auteur
van het vermaarde ‘Hoe fictie werkt’, toe in
de Gidslezing die hij in Amsterdam hield.
Juist details brengen een verhaal tot leven. De
Engelse criticus James Wood heeft dit al in
meerdere boeken betoogd. Zijn ‘How Fiction
Works’, in Nederland uitgebracht als ‘Hoe
fictie werkt’, is een must voor iedereen die
zich aan het schrijven waagt.
Niet om voetstoots aan te nemen wat James
Wood daarin beweert, maar wel omdat deze
criticus een begenadigd analyticus is. Op
verfrissende wijze kijkt hij naar literaire
teksten.
Nu lijkt Wood zich vooral te baseren op de
realistische roman van de negentiende eeuw,
zoals die van Tolstoi of Flaubert. De vraag is
gerechtvaardigd of hij het (post)modernisme
van de twintigste eeuw hiermee negeert.
Daarin wordt de aandacht verplaatst naar de
innerlijke wereld van een personage. Óf de
observatie van de externe wereld wordt
gefragmenteerd uitgebeeld – als uitdrukking
dat grip erop onmogelijk is.
Maar James Wood ziet toch ook veel
twintigste-eeuwse en eigentijdse schrijvers
uitgaan van het realisme. De kwestie is hóe je
de werkelijkheid uitbeeldt.
Zo haalt Wood Saul Bellows ‘Seize the Day’
aan waarin Tommy Wilhelm, een veertiger,
een oude man, meneer Rappaport, de straat
helpt oversteken. Wood: “Hij neemt hem bij
de arm en is verbaasd over de ‘forse maar
lichte elleboog’ van de man. Het lijkt
misschien geen buitengewoon stukje
schrijven, maar sta even stil bij de precisie van
de paradox – het bot van de elleboog is fors
omdat de oude man broodmager is en knokig;
maar het is onverwacht licht, omdat meneer
Rappaport alleen maar huid en bot is, en
geleidelijk aan in zichzelf aan het verdwijnen
is.”
In navolging van John Berger stelt Wood dat
wij in het alledaagse leven slecht kijken. Onze
blik is afgestompt door gewoonte; we nemen
de afzonderlijke dingen niet goed waar.
Sterker nog, we lopen aan ze voorbij of kijken
er dwars doorheen.
In literatuur (en beeldende kunst) krijgen de
dingen hun magie terug. Mooi voorbeeld is de
passage in ‘Oorlog en vrede’ van Tolstoi,
waarin Pierre getuige is van een
geblinddoekte jonge Rus, die op het punt
staat te worden geëxecuteerd. Hij frummelt
aan zijn blinddoek, “misschien in een poging
om die iets comfortabeler te laten zitten”,
aldus Wood.
Daar sta je dan voor het vuurpeloton en je
hebt op dat moment last van een lap die voor
je ogen zit. De man had door jeuk ook ergens
aan zijn lijf kunnen krabben. Is dit relevant
voor het verloop van het verhaal?
Waarschijnlijk niet, maar het is wel uit het
leven gegrepen; het is het leven zelf. Zoiets
kan zomaar gebeuren.
Als lezer kun je zo’n beeld de rest van je leven
met je meedragen. Het zijn juist zulke
passages die er voor zorgen dat een boek je
bij blijft.
18
Maart Dit is een duivelskind, deze maand Maart.
Men kan dit in een stormnacht goed bemerken: Hij buitelt door de schoorsteen op de haard
En blaast de torenhanen van de kerken!
Nochtans, al wat hij roert is slechts zijn staart, Waarmee hij wind maakt als met vogelvlerken,
En van zijn hoef is enkel 't boerenpaard De drager, dat de akker gaat bewerken.
Rust en beweging is deze maand eigen:
Wildheid der luchten, en op aarde 't wachtend Verlangen naar wat eerlang komen gaat.
En drooggewaaide stoepen langs de straat
Zijn nooit zo helderblauw en kalm en smachtend Als wanneer buien in de hemel dreigen.
-------------------------------------
Uit: 'Gestelsche liederen' van Simon Vestdijk