Screening milieueffecten van de aanvraag tot planologisch ...In het werkjaar van 1 januari 2014 tot...
Transcript of Screening milieueffecten van de aanvraag tot planologisch ...In het werkjaar van 1 januari 2014 tot...
Screening milieueffecten van de aanvraag tot planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
gemeente Zwalm februari 2015
Opdracht: Screening milieueffecten van de aanvraag tot planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
Opdrachtgever:
Vzw Oud Klooster Dikkele
Brouwerijstraat 4
9630 Zwalm (Dikkele)
Opdrachthouder:
Adoplan bvba
Vaartlaan 28/1
9800 Deinze
Tel: 09/241.53.70
Fax: 09/241.53.79
www.adoplan.be
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
1
0 INHOUD
1 Inleiding ............................................................................................................................................................................................................................ 2
2 Verzoek tot raadpleging ...................................................................................................................................................................................................... 3
3 Beschrijving en verduidelijking van het plan .......................................................................................................................................................................... 4
3.1 Historiek en huidige activiteiten .................................................................................................................................................................................... 4
3.2 Bestaande ruimtelijke structuur ..................................................................................................................................................................................... 6
3.3 Huidige mobiliteit ....................................................................................................................................................................................................... 9
3.4 Relatie met de bestemmingsplannen ........................................................................................................................................................................... 10
3.5 Relatie met de structuurplannen ................................................................................................................................................................................. 11
3.6 Gewenste ruimtelijke ontwikkeling .............................................................................................................................................................................. 15
4 Methodiek voor de beoordeling van mogelijke milieueffecten .............................................................................................................................................. 20
4.1 Werkwijze ................................................................................................................................................................................................................ 20
4.2 Relevante disciplines ................................................................................................................................................................................................. 20
5 Beschrijving van mogelijke milieueffecten ........................................................................................................................................................................... 22
5.1 Discipline bodem en water ........................................................................................................................................................................................ 22
5.2 Discipline fauna, flora en biodiversiteit ....................................................................................................................................................................... 28
5.3 Landschap en Cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonische en archeologisch erfgoed .................................................................................... 30
5.4 Mens-ruimtelijke aspecten en Geluid .......................................................................................................................................................................... 36
5.5 Grensoverschrijdende effecten ................................................................................................................................................................................... 39
5.6 Samenvatting van mogelijke negatieve milieueffecten en milderende maatregelen ......................................................................................................... 40
6 Conclusie ........................................................................................................................................................................................................................ 42
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
2
1 INLEIDING
Dit document bevat een onderzoek tot milieueffectrapportage. Dit is het initiatief van de vzw Oud Klooster Dikkele,
Brouwerijstraat 4, 9630 Zwalm (Dikkele).
In een eerste deel wordt het plan beschreven en verduidelijkt.
Hierop aansluitend worden de mogelijke milieueffecten van het plan beschreven en ingeschat.
In een laatste deel wordt de conclusie van dit onderzoek geformuleerd.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
3
2 VERZOEK TOT RAADPLEGING
De aanvraag tot planologisch attest vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project
opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004 en is dus screeningsgerechtigd.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
4
3 BESCHRIJVING EN VERDUIDELIJKING VAN HET PLAN
3.1 HISTORIEK EN HUIDIGE ACTIVITEITEN
3.1.1 Historiek
De gebouwen van het jeugdheem Oud Klooster betreffen de voormalige schoolgebouwen met het bijhorende klooster in
Dikkele.
Het schoolgebouw betreft de vroegere dorpsschool waar kinderen uit het dorp Dikkele school liepen. De betrokken school
sloot de afdeling lager onderwijs in de jaren ’70 en de kleuterschool in de jaren ’80.
Het klooster bleef bewoond tot de verkoop aan een particulier in 1989 door zusters franciscanessen van het klooster Sint-
Barbara. In de jaren 90 werd het ingericht als een kunstatelier.
De gebouwen werden in 2007 gekocht door de heer en mevrouw Erwin Eeraerts en Sabine De Groote en gerenoveerd en
verbouwd tot een jeugdverblijfcentrum .
3.1.2 Huidige activiteiten
Vzw Oud Klooster Dikkele is een organisatie die aan de hand van de uitbating van een jeugdverblijfcentrum de
vakantiedrempel wil verlagen om zoveel mogelijk kinderen de kans te bieden om op vakantie te kunnen gaan.
De vereniging wil aan jeugdwerk doen en het jeugdtoerisme bevorderen met aandacht voor culturele, sociale en milieu-
educatieve projecten.
De missie van het jeugdverblijfcentrum is:
1) Inspanningen leveren om doelgroepen die niet of weinig met vakantie kunnen gaan, zoals bijvoorbeeld kansarme
kinderen en jongeren, personen met een handicap, gezinnen die in armoede leven,… aan te trekken. Dit door
een betaalbaar verblijf mogelijk te maken. Maar ook door de inspanningen te leveren naar personen met een
handicap. Het aanbieden van animatie en educatie voor jongeren moet drempelverlagend werken.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
5
2) Het jeugdverblijfcentrum mag niet enkel gericht zijn op het bieden van ontspanning zonder meer, maar er moet
voor gezorgd worden dat de doelgroep een aangenaam verblijft heeft en zich goed voelt. Er zal zorg en aandacht
zijn voor het fysieke, psychische, sociale en culturele welzijn van de vakantiegangers;
3) Het jeugdverblijfcentrum wil een prijszettingspolitiek hanteren die voldoende aantrekkelijk is voor scholen,
jongeren, gezinnen, personen met een handicap, personen die in armoede leven,… zonder de rendabiliteit van
het huis in gevaar te brengen.
De werking van het jeugdverblijfcentrum is volledig gestoeld op het decreet ‘toerisme voor allen’. De dienst Toerisme
Vlaanderen heeft in februari 2013 definitief het jeugdverblijfcentrum erkend als jeugdverblijfcentrum type C met een
capaciteit van 55 personen. Dit houdt in dat 70% van de boekingen in de leeftijd categorie van 0 tot 31 jaar moet zijn.
In het werkjaar van 1 januari 2014 tot 31 december 2014 zijn er ongeveer 204 boekingsdagen. Dit zorgde voor ongeveer
6250 nachten door 2025 personen (gemiddeld blijft een persoon bijgevolg 3 nachten). De gemiddelde bedbezetting bij
verhuur bedraagt 32 personen. 90% van de gasten is jonger dan 30 jaar. De overnachtingen werden geboekt door 63
verschillende groepen:
Scholen: 18 groepen;
Jeugdwerk: 14 groepen;
Toneel/fanfare/koor: 5 groepen;
Vzw’s (personeel): 4 groepen;
Sportclubs: 3 groepen;
Gehandicaptenzorg volwassenen: 3 groepen;
Andere: 18 groepen.
Het jeugdverblijfcentrum is geen horecazaak of geen feestzaal. Dit valt niet binnen het decreet en niet binnen de
doelstellingen of missie van het jeugdverblijfcentrum.
De vzw wil zich inspannen om degelijke samenwerkingen op touw te zetten met het gemeentebestuur van Zwalm.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
6
3.2 BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
3.2.1 Kenmerken van de omgeving
Het jeugdverblijfcentrum bevindt zich in Dikkele, gelegen aan de rand van de Vlaamse Ardennen.
Dikkele vormt een kleine dorpskern (ca. 200 inwoners) met een rechthoekig patroon gevormd door de Brouwerijstraat, de
Dikkelsebaan en de Kuipersstraat. Door de ligging excentrisch t.o.v. het hogere wegennet is het historische karakter en de
kleinschaligheid van het dorp behouden gebleven.
De gekasseide Brouwerijstraat vormt de hoofdstraat van het dorp en omvat een café, de kerk, de pastorij en de voormalige
school. De voormalige school die nu ingericht is als jeugdverblijf bevindt zich naast de pastorij en kerk op het einde van de
Brouwerijstraat, aan de rand van het dorp. De verharding van de Brouwerijstraat stopt t.h.v. het jeugdverblijf en gaat over
in een landbouwweg die de achterliggende velden ontsluit.
3.2.2 Kenmerken van het plangebied
Vooraan de site vinden we langsheen de Brouwerijstraat een voormalig kloostergebouw terug. Dit kloostergebouw doet
momenteel dienst als woning. Bij deze woning hoort een ommuurde private tuin.
Naast de tuin bevindt zich de geasfalteerde toegangsweg tot het jeugdverblijf. Deze toegangsweg geeft uit op een verharde
polyvalente ruimte. Meestal, indien de jongeren gebracht worden door een bus, doet deze ruimte dienst als verharde
speelruimte. In het geval de gasten met personenwagens komen, wordt hier geparkeerd.
Achteraan de woning vinden we in het voormalige schoolgebouw het jeugdverblijfcentrum terug. Het jeugdverblijfcentrum
heeft een capaciteit van 55 personen. Op het gelijkvloers van het jeugdverblijfcentrum bevinden zich polyvalente ruimtes,
het sanitair en de refter. Op de eerste verdieping vinden we de slaapruimtes terug. Het voormalige schoolgebouw werd
t.b.v. het jeugdverblijf achteraan beperkt (ca. 5 m) uitgebreid volgens hetzelfde gabarit van het schoolgebouw.
Achter het jeugdverblijf vinden we graslanden terug. De graslanden zijn omzoomd door heesters en hoogstammen. Er
bevinden zich ook een aantal vrijstaande bomen en hagen. Hierdoor heeft het landschap een gesloten karakter.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
7
Het grasland heeft een recreatief medegebruik. Het omvat volgende speeltoestellen:
2 voetbaldoelen1
;
1 volleybalnet;
1 ingegraven trampoline.
Achterliggend komt ook nog een kleine weide met schapen en varkens voor. Tussen de speelweide met de voetbaldoelen
en de speelweide met het volleybalnet bevindt zich een lage afsluiting. Hierdoor wordt de speelweide met de voetbaldoelen
(bij afwezigheid van gasten) gebruikt als weide voor de schapen.
In de nabijheid van het jeugdverblijfcentrum bevindt zich eveneens een oude woonwagen. Deze doet dienst als ruimte waar
in beperkte groep kan gespeeld, gebabbeld, vergaderd of gediscussieerd worden.
De oppervlakte van het plangebied bedraagt ca. 9.155 m².
De bebouwde / verharde delen zijn als volgt ingenomen:
Een woning : ca. 110 m² bebouwde oppervlakte;
Een jeugdverblijfcentrum: ca. 240 m² bebouwde oppervlakte (ca. 7,5m x ca. 32m);
Een geasfalteerde toegangsweg: ca. 120 m²;
Een met klinkers verharde parking voor personenwagens: ca. 340 m² (ca. 13m x ca. 26m);
Een noordwaarts grenzend terras aan jeugdverblijfcentrum: ca. 40 m² ;
Diverse bergruimten: ca. 135 m².
1 Het betreffen geen volwaardige voetbaldoelen zoals op een voetbalterrein. Ze hebben een beperkte afmeting: 2,5 m breed en 2,0 m hoog.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
8
Figuur: feitelijke toestand plangebied
!
!
!!!
!
!
!
!
!
!
Aanvraag planologisch attest vzw Jeugdverblijf Oud Klooster te DikkeleSituering op de topografische kaart (1:10.000)
(Bron: NGI)
Legende
datum: december 20140 100 200 300 400 50050 Meter ±schaal:
!
! !
! perimeter
1:10,000
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!!
!
!
!
!
!
!
!
!!
!!
!!
!!
!!
!!
!
!!
!!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
Aanvraag planologisch attest vzw Jeugdverblijf Oud Klooster te DikkeleSituering op de luchtfoto (2013)
(Bron: AGIV)
Legende
datum: december 20140 10 20 30 40 505 Meter ±schaal:
!
! !
! perimeter
1:1,000
Aanvraag planologisch attest vzw Jeugdverblijf Oud Klooster te Dikkele
Fotoreportage
F1 F2 F3
F4 F5 F6
Zicht op hoek Brouwerijstraat – Dikkelsebaan (richting toegang
plangebied)
Zicht op Brouwerijstraat t.h.v. toegang plangebied (richting
kerk)
Zicht op Brouwerijstraat t.h.v. toegang plangebied (richting
akkerlanden)
Zicht verharde parkeerruimte binnen plangebied Zicht op hoofdgebouw jeugdverblijf Zicht op recente uitbreiding hoofdgebouw jeugdverblijf
Fotoreportage
F7 F8 F9
F10 F11 F12
Zicht op woonwagen binnen oostelijk deel plangebied Zicht op volleybalterrein Zicht op voetbalterrein
Zicht op trampoline en achterliggende schapenweide Zicht op schapenweide Zicht op grasveld jeugdverblijf vanaf zuidoostelijke hoek
plangebied
Aanvraag planologisch attest vzw Jeugdverblijf Oud Klooster te Dikkele
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
9
3.3 HUIDIGE MOBILITEIT
Het jeugdverblijfcentrum kent slechts een beperkte capaciteit van 55 bedden. Het jeugdverblijfcentrum genereert geen
continue verkeersstroom. De belangrijkste verkeersstromen vinden plaats bij aankomst en vertrek van een groep.
Daarnaast streven de meeste jeugdgroepen er naar om het verblijf te bereiken in groep, daarbij gebruik makend van de
mogelijkheden die het openbaar vervoer bieden ofwel door het inhuren van een bus.
Toerisme Vlaanderen hanteert voor jeugdverblijfcentra volgende gemiddelden:
Bij een gemiddelde bezetting (in dit geval 32 personen) in het weekend kan er van uit gegaan worden dat er op
vrijdagavond 11 auto’s aankomen (gemiddeld drie personen per wagen) en dat er op zondagavond 11 auto’s
vertrekken. Deze auto’s kunnen zich allen parkeren op de verharde ruimte voor het jeugdverblijfcentrum.
In geval van jeugdbewegingen komen de jongeren aan per bus. Meestal er 1 vrachtwagen mee met de bagage
en materiaal. 7 of 10 dagen later worden de kinderen terug opgehaald. Daarnaast zijn er permanent 2 à 3 auto’s
aanwezig voor de kookouders. Deze rijden af en toe om aankopen te doen.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
10
3.4 RELATIE MET DE BESTEMMINGSPLANNEN
3.4.1 Gewestplan
Het plangebied is gelegen binnen het gewestplan Oudenaarde (K.B. 24 februari 1977 en latere wijzigingen). De
gebouwen van het jeugdverblijfcentrum zijn volledig gelegen in woongebied met landelijk karakter. De achterliggende
graslanden liggen deels in woongebied met landelijk karakter (tot 75 m vanaf de Brouwerijstraat) en deels in
landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
Conform de omzendbrief van 8 juli 1997 en latere wijzigingen betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-
gewestplannen en gewestplannen kan gesteld worden dat een jeugdverblijfcentrum binnen woongebied met landelijk
karakter toegelaten is. Deze omzendbrief stelt het volgende:
“De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover
deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden
afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische
voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Onder ‘woongebied met een landelijk karakter’ wordt verstaan de landelijke dorpen, de landelijke gehuchten en de
bestaande en af te werken lintbebouwing. Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd ‘voor
woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven’. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de
hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de
andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, bedoeld in artikel 5.1.0. (woongebieden) worden toegelaten.”
Het agrarisch gebied binnen het plangebied werd niet herbevestigd.
3.4.2 Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingsplannen
Het jeugdverblijfcentrum is niet gesitueerd in een BPA of RUP dat de bestemming van het gewestplan wijzigt, noch binnen
een verkaveling.
!
!
!!
!
!
!
!
!
!
!
N
N
N
NN
C
CC
V.B
Aanvraag planologisch attest vzw Jeugdverblijf Oud Klooster te DikkeleSituering op het gewestplan
(Bron: AGIV)
Legende
datum: december 20140 100 200 300 400 50050 Meter ±schaal:
!
!! perimeter150c -bestaande hoofdverkeerswegen 150g - bestaande afzonderlijke leidingen0102- woongebied met landelijk karakter0701- natuurgebied0800- bosgebieden0900- agrarische gebieden0901- landschappelijk waardevolle gebieden0912- agrarisch gebied met landschappelijke (of 'bijzondere') waarde (vallei- of brongebieden)1200- ontginningsgebieden0900 - agrarische gebieden
1:10,000
!
!
!!
!
!
!
!
!
!
!
Aanvraag planologisch attest vzw Jeugdverblijf Oud Klooster te DikkeleHerbevestigde agrarische gebieden
(Bron: AGIV)
Legende
datum: december 20140 100 200 300 400 50050 Meter ±schaal:
!
! !
! perimeterHerbevestigd agrarisch gebied
1:10,000
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
11
3.5 RELATIE MET DE STRUCTUURPLANNEN
3.5.1 Provinciaal ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen
Het provinciaal ruimtelijk structuurplan (18 februari 2004) zet het ruimtelijk beleid binnen de provincie uit. Dit gebeurde
eveneens voor de gewenste toeristisch recreatieve infrastructuur.
Hierbij werden volgende doelstellingen voorop gesteld:
Het ondersteunen van het economisch en maatschappelijk belang van toerisme en recreatie;
Het streven naar een duurzame en kwalitatieve ontwikkeling van toerisme en recreatie;
Aandacht voor de eigenheid van de streek en gebiedsgerichte werking;
Bevorderen van de samenhang in toeristisch-recreatieve netwerken;
De versterking van de recreatieve voorzieningen omwille van het ruimtelijk-functioneel belang.
Om deze doelstellingen concreet vorm te geven werden selecties en een categorisering binnen de ruimtelijke toeristische
recreatieve structuur vooropgesteld. Voor Dikkele is de selectie als toeristisch-recreatief netwerk van belang. Een toeristisch-
recreatief netwerk is een gebied met voldoende toeristische-recreatieve aantrekkingselementen om een regio-overstijgende
toeristisch-recreatieve uitstraling te hebben. Dikkele behoort tot het toeristisch-recreatieve netwerk Vlaamse Ardennen.
In deze netwerken wordt gestreefd naar:
Het verhogen van de complementariteit tussen de toeristisch-recreatieve voorzieningen;
De versterking van toeristisch-recreatieve infrastructuur op provinciaal niveau. Op gemeentelijk niveau kunnen
lokale toeristisch-recreatieve elementen de netwerkvorming versterken, o.m. door een gericht aanbod aan
kleinschalige lokale accommodatie en aandacht voor historische sites of merkwaardige gebouwen;
Het bevorderen van een maximaal recreatief medegebruik van de openruimte-elementen (bv. bossen, waterlopen,
…) op een verantwoorde en duurzame wijze en het verbinden van die elementen door versterking van een netwerk
van provinciale en lokale infrastructuren voor langzaam verkeer doorheen de open ruimte;
De versterking van de eigenheid, de specifieke potenties en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van elk toeristisch-
recreatief netwerk;
De uitbouw van toeristisch-recreatieve transferia van bovenlokaal belang. Deze zijn gelegen langs de verschillende
knooppunten van de verschillende toeristisch-recreatieve elementen en routes, waar specifieke ondersteunende
infrastructuur aangelegd kan worden (sanitair, aanlegsteiger, infopunt, horeca,..).
Vooral het tweede en derde punt zijn van toepassing op het jeugdverblijfcentrum. Het jeugdverblijfcentrum versterkt de
netwerkvorming op gemeentelijk niveau. Het betreft een kleinschalige lokale accommodatie die ingericht is in een
voormalige dorpschooltje. Hiermee ondersteunt het ook het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed. De speelweiden
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
12
achteraan zijn ingericht op een verantwoorde en duurzame wijze en dragen bij tot het recreatief medegebruik van de open
ruimte. De wandelroutes van natuurpunt die vertrekken vanaf het jeugdverblijfcentrum dragen eveneens bij tot het
recreatief medegebruik van de omliggende open ruimte.
Provinciaal beleidskader jeugdverblijfcentra
In uitvoering van het PRS werd door de provincie eveneens een provinciaal beleidskader opgesteld voor jeugdverblijfcentra.
Het afwegingskader voor bestaande jeugdverblijven gaat uit ruimtelijke criteria en jeugdtoeristische criteria.
De ruimtelijke criteria bestaan uit een afweging op macro-niveau en een afweging op micro-niveau. Op macro-niveau
gebeurt een toetsing aan de synthesekaart van de gewenste recreatieve structuur uit het PRS. Hieruit kan geconcludeerd
worden dat het jeugdverblijf binnen een recreatieve potentievole zone op bovenlokaal niveau gelegen is (toeristisch
recreatief netwerk Vlaamse Ardennen). Op micro-niveau gebeurt een afweging t.o.v. de natuurlijke, agrarische en
nederzetttingsstructuur.
Volgende elementen zijn relevant voor het jeugdverblijfcentrum:
’t Oud Klooster ligt niet binnen een natuurlijke structuur van de eerste of tweede graad. Hierdoor is een uitbreiding
van het terrein (bestendiging speelweiden) mogelijk.
Het jeugdverblijfcentrum ligt niet in een agrarische structuur van de eerste graad (HAG) maar heeft wel nog een
agrarische bestemming (2de
graad). In de agrarische structuur van de tweede graad is een uitbreiding mogelijk
indien het zich situeert binnen het reeds versnipperd landbouwgebied. Deze mag de versnipperde structuur niet
significant verzwakken. Dit betekent dat bij vookeur kleinere restzones worden ingenomen dan een uitbreiding
richting grotere aaneengesloten gehelen.
Het terrein maakt deel uit van een kleinschalig gebied tussen de kern Dikkele en de Munkbosbeekvallei. Door de
kleinschaligheid en de aanwezigheid van natuurlijke waarden, is de landbouwkundige waarde beperkt. De
percelen zijn geen eigendom van een landbouwer. Het lange smalle perceel (dat vroeger ommuurd was) achter
het jeugdverblijf centrum behoorde historisch gezien steeds toe aan het klooster en de school en heeft bijgevolg
nooit een waarde gehad binnen de beroepslandbouw.
Er kan bijgevolg geconcludeerd worden dat de uitbreiding (bestendiging speelweiden) toegelaten is. Hierbij
worden de waardevolle landbouwgebieden (grote percelen akkerland) ten oosten gevrijwaard.
Dikkele is niet geselecteerd als hoofddorp of woonkern. Hierdoor behoort het tot de nederzettingsstructuur van de
tweede graad. In het beleidskader wordt aangegeven dat het in dit geval enkel getoetst moet worden aan de
agrarische en natuurlijke structuur zoals hierboven aangegeven.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
13
In de jeugdtoeristische criteria is aandacht voor:
De aanwezige speelruimte: Het jeugdverblijf heeft voldoende speelruimte op eigen terrein zodat het niet
aangewezen is op een speelweide of speelbos in de omgeving.
De complementariteit met de omgeving: het jeugdverblijfcentrum maakt deel uit van het dorpsweefsel. De
renovatie van het voormalig dorpschooltje tot jeugdverblijfcentrum draagt bij tot het behoud van een beperkte
dynamiek in de kern. Het jeugdverblijfcentrum kan ook als ruimte gebruikt worden voor lokale initiatieven (bvb.
een info-avond, een voordracht,…).
Complementaire voorzieningen (het beleidskader spreekt van sportinfrastructuur, zwembad,
vormingsvoorzieningen,…) zijn in de omgeving niet aanwezig. Gelet op het feit dat het jeugdverblijf geen
specialisatie (bvb. sportklassen,…) nastreeft zijn ze niet normbepalend of het jeugdverblijf op deze locatie kan
blijven.
De eindbeoordeling tracht alle aspecten van de criteria in hun samenhang te benaderen. Op basis van de ligging in het
toeristisch-recreatief netwerk van de Vlaamse Ardennen, op basis van de afweging t.o.v. de natuurlijk en agrarische
structuur die een uitbreiding toelaten en op basis van de jeugdtoeristische criteria kan gesteld worden dat het jeugdverblijf
en de aangrenzende speelweiden op deze locatie kunnen bestendigd worden.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
14
3.5.2 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zwalm
Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd goedgekeurd op 23 mei 2013. Het zet het ruimtelijk beleid binnen de
gemeente uit.
Gewenste structuur sport en recreatie
Een van de aspecten om tot de gewenste recreatieve structuur te komen is de netwerkvorming ter stimulering van de
toeristisch-recreatieve activiteiten en ter stimulering van het recreatief medegebruik van de waardevolle open ruimte
gebieden. Dit netwerk wordt opgehangen aan een aantal knooppunten. Ze fungeren als vertrekplaats voor wandel-, fiets-
en eventueel autoroutes langsheen de waardevolle open ruimte gebieden en langsheen de verschillende trekpleisters (bvb.
watermolens). Hierbij wordt Dikkele als knooppunt geselecteerd (zie kaart).
Dikkele als historisch dorp
Dikkele heeft dankzij haar excentrische ligging ten opzichte van het hogere wegennet, haar typische concentrische
verschijningsvorm kunnen behouden. Het dorp dat mee gestalte geeft aan de definitief vastgestelde ankerplaats, dient
haar identiteit te bewaren. Grootschalige ontwikkelingen of sterke verdichting is er niet gewenst. Teneinde de visuele
uitstraling van het dorp, alsook haar beleveniswaarde te verhogen, is een groene randparking gewenst. Zodoende wordt
er een oplossing geboden voor het parkeerprobleem in de smalle straatjes. Deze parking kan ook ten dienste staan van
de bezoekers aan het dorp en de uitbouw van kleinschalige verblijfsrecreatie opvangen zonder het eigenlijke dorpsbeeld
aan te tasten2
. De uiteindelijke noodzaak zal bepaald worden in een mobiliteitsonderzoek voor het dorp Dikkele. In overleg
met de hogere overheid zal bepaald worden hoe deze parking kan worden voorzien zonder aan de zorgplicht van de
erfgoedkundige waarden te raken.
Vanuit het GRS is duidelijk dat de toeristische potenties van Dikkele verder uitgebouwd kunnen worden. Hierin kadert ook
de verdere ontwikkeling van het jeugdverblijfcentrum. Het bestendigen van de speelweide leidt tot een versterking van het
jeugdverblijfcentrum en beschermt door zijn groene inrichting het kleinschalige en groene karakter van de dorpskern
Dikkele.
2 Zoals gesteld in hoofdstuk 3.3. is bij het jeugdverblijf op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid zodat het parkeren niet afgewenteld dient te worden op het openbaar domein.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
15
3.6 GEWENSTE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
3.6.1 Ruimtelijke noden
Noodzaak tot uitbreiding
Het jeugdverblijfcentrum heeft een capaciteit van 55 bedden. De verharde speelruimte aansluitend bij het jeugdverblijf
ondersteunt de spelactiviteiten voor de jongeren te weinig. Daarom zijn de aanpalende graslanden van belang om de
jongeren voldoende creatieve spelmogelijkheden te kunnen geven. Vermits deze een agrarisch bestemming hebben, wordt
via dit planologisch attest gevraagd om aan het open ruimte gebied een recreatief medegebruik toe te kennen.
Wijze van uitbreiding
a) Korte termijn (< 2 jaar)
Op korte termijn wordt gevraagd om het recreatief medegebruik van de graslanden toe te laten en om de
bestaande constructies die de spelactiviteiten ondersteunen te behouden.
Het betreft hierbij:
2 voetbaldoelen;
1 volleybalnet;
1 ingegraven trampoline.
Daarnaast wenst de uitbater een bijkomende schommel te voorzien met 2 zitjes en 1 ronde schelp. Deze zal
voorzien worden binnen het woongebied met landelijk karakter.
Bij deze spelinfrastructuur worden geen andere bijkomende constructies (bvb. belijning, vangnetten, hekkens
e.d.m. ) voorzien.
b) Lange termijn (< 10 jaar)
Er zijn geen behoeften op lange termijn.
Mobiliteit
Vermits de aanvraag geen capaciteitsuitbreiding betreft van het jeugdverblijf worden geen bijkomende
verkeersbewegingen verwacht.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
16
3.6.2 Verantwoording van de uitbreiding - Afweging ruimtelijke draagkracht
Bij de afweging van de ruimtelijke draagkracht wordt de impact van de activiteit afgewogen t.o.v. de kenmerken van de
omgeving.
Aard en schaal van de activiteiten
a) Schaal en grootte
De schaal en grootte van de constructies blijft beperkt. Het betreft:
2 voetbaldoelen;
1 volleybalnet;
1 ingegraven trampoline;
1 schommel.
Er worden geen andere ondersteunende constructies voorzien (bvb. belijning, vangnetten, afrastering e.d.m.). De
trampoline werd ingegraven zodat een veiligheidsnet niet nodig is. Hierdoor blijft het karakter van het grasland
behouden en is geen sprake van harde recreatieve infrastructuren (zoals bvb. een ingericht voetbalveld of een ingericht
volleybalveld). De voetbaldoelen werden verankerd in de grond ten behoeve van de veiligheid. Bovendien werden de
constructies ingeplant in bestaande graslanden zonder dat hierbij bomen of heesters dienden gerooid te worden.
Door hun kleinschaligheid en transparantie zijn ze ook niet dominant in het landschap.
b) Dynamiek
De dynamiek die gegenereerd wordt, is afhankelijk van het gebruik van het terrein. Uit de bezettingsgraad van 2014
blijkt dat er 204 boekingsdagen zijn. Dit betekent een bezettingsgraad van 56% per jaar. Hieruit kan afgeleid worden
dat het potentieel recreatief medegebruik zich beperkt tot maximaal de helft van het jaar. Bovendien kan gesteld
worden dat bij bezetting van het jeugdverblijf, de achterliggende graslanden niet permanent gebruikt worden. Er is
bvb. slechts een beperkt gebruik bij daguitstappen of bij slecht weer. Bovendien is er gedurende de dag ook geen
permanent gebruik van de graslanden. De groenzone direct aansluitend bij het jeugdverblijfcentrum (t.h.v.
woonwagen en terras) worden frequenter benut dan de achterliggende graslanden.
Er kan geconcludeerd worden dat het recreatief medegebruik geen permanent karakter heeft maar slechts een tijdelijk
gebruik gedurende het jaar. Er is m.a.w. geen intens gebruik van het terrein. Dit blijkt ook uit groene karakter van het
terrein (o.a. bomen, heesters, gras) die niet te lijden heeft onder het recreatief medegebruik.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
17
c) Hinder
Zoals hierboven gesteld is er geen hinder aan het landschap en de aanwezige vegetatie. De constructies werden
ingeplant zonder dat hierbij bomen of heesters dienden gerooid te worden. Door hun kleinschaligheid en
transparantie zijn ze ook niet dominant in het landschap. Het recreatief medegebruik leidt evenmin tot een degradatie
van het grasveld of van de omliggende vegetatie.
Hinder kan potentieel ontstaan door het geluid van spelende kinderen. Het betreft echter geen dicht bevolkt gebied
bestaande uit een intense bebouwing. Het dichtste woonhuis ligt op ca. 45 m wat een voldoende grote afstand is.
Bovendien sluiten de activiteiten direct aan op een dorpskern. Van een dorpskern kan moeilijk verwacht worden dat
het een stilte-gebied vormt. Zoals eerder gesteld worden bovendien de groenzone aansluitend bij het jeugdverblijf
zelf intenser gebruikt dan het voetbal- en volleybalterreintje. Sedert de opening van het jeugdverblijfcentrum werd nog
geen enkele klacht vastgesteld.
Morfologie van de omgeving
De omgeving wordt gekenmerkt door de overgang van een kleine dorpskern naar een beboste beekvallei. Er wordt dieper
ingegaan op de kenmerken van de open ruimte.
a) Landbouwwaarde
Het jeugdverblijf is niet gelegen binnen een herbevestigd agrarisch gebied. Hiermee geeft de Vlaamse Regering aan
dat het niet behoort tot de gebieden waarvan men de agrarische bestemming zeker wenst te behouden. Er wordt
hiermee aangegeven dat het plangebied geen noodzakelijk rol heeft binnen het functioneren van de landbouw.
b) Natuurlijke waarde
Het plangebied en zijn ruime omgeving werden niet opgenomen binnen Vogelrichtlijngebied, Habitatrichtlijngebied
of gebieden van het VEN of IVON.
Conform de biologische waarderingskaart komen binnen het plangebied en grenzend aan het plangebied een aantal
biologische waardevolle elementen voor:
De speelweiden werden gekarteerd als soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van half natuurlijke
graslanden en met bomenrijen met dominantie van populier en wilg;
In het zuiden van de speelweide komt een houtkant voor met dominantie van gewone es.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
18
Buiten het plangebied wordt de beekvallei als biologisch zeer waardevol beschouwd. Het werd gekarteerd als een
alluviaal essen en olmenbos.
De huidige eigenaar van het terrein heeft de afgelopen jaren ca. 1500 streekeigen planten aangeplant om het terrein
beter te laten aansluiten bij het landschap. Het betreffen voornamelijk bomen, heesters en hagen. Hiermee
ondersteunt het de natuur en het landschap in de omgeving.
c) Landschappelijke waarde
De bebouwing van het jeugdverblijfcentrum bevindt zich geheel binnen het beschermd dorpsgezicht ‘Dorpskern van
Dikkele’ (MB d.d. 24/12/1980). De achterliggende graslanden zijn hierin niet opgenomen. Ze hebben gelet op hun
kleinschaligheid hier ook geen impact op.
De site inclusief de graslanden bevindt zich volledig binnen de definitief aangeduide ankerplaats ‘Vallei van de
Munkbosbeek met kasteeldomein’ (d.d. 25/07/2008). Een ankerplaats heeft voor de overheid het gevolg dat het
zorgplicht heeft zodat schade aan het landschap voorkomen wordt. Zoals eerder aangegeven werden de constructies
voorzien zonder schade aan te brengen aan het landschap. Ze werden ingeplant op bestaande graslanden zonder
dat hiervoor bomen of heesters dienden gerooid te worden. Ook het recreatief medegebruik brengt geen schade toe
aan het landschap.
d) Recreatieve waarde
Dikkele ligt op de rand van de Vlaamse Ardennen. Door het historische en kleinschalige karakter van het dorp en zijn
ligging binnen een waardevol landschap heeft Dikkele een aantrekkingskracht op recreanten. Het betreft hierbij
voornamelijk wandelaars en fietsers. Binnen Dikkele zijn volgende fiets- en wandelroutes aanwezig:
Fietsroute: Watermolenroute 40 km;
Fietsknooppuntennetwerk: de knooppunten 1, 50 en 99 bevinden zich in de onmiddellijke omgeving;
2 wandelroutes van Natuurpunt met start aan de kerk van Dikkele: Munkbosbeekwandeling (rood): 6 km en
Munkbosbeekwandeling (blauw): 6 km.
Het jeugdverblijfcentrum ondersteunt de recreatieve waarde van het gebied en helpt mee aan de recreatieve uitbouw
van Dikkele.
Conclusie
Rekening houdende met de impact van de activiteiten en met de draagkracht van de omgeving kan geconcludeerd
worden dat het jeugdverblijf verweefbaar is met zijn omgeving.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
19
Figuur: gewenste toestand plangebied
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
20
4 METHODIEK VOOR DE BEOORDELING VAN MOGELIJKE
MILIEUEFFECTEN
4.1 WERKWIJZE
De beoordeling van de milieueffecten gebeurt per discipline. De relevante disciplines staan beschreven onder punt 4.2.
Per discipline gebeurt er een bespreking van de bestaande toestand, het nulalternatief, de verwachte effecten en een
opsomming van milderende maatregelen.
In dit geval houdt het nulalternatief in dat de geplande bestemmingswijziging niet doorgaat en dat de bestemming van het
gewestplan van kracht blijft. Er kan aangenomen worden dat bij het nulalternatief de bestaande toestand in de toekomst te
weinig zal wijzigen. Daarom wordt de bestaande toestand als referentiesituatie genomen.
De toekomstige activiteiten, ingrepen en maatregelen kunnen zowel positieve als negatieve effecten hebben op het milieu.
Bij de beschrijving van de te verwachten effecten op het milieu wordt een vergelijking gemaakt tussen de referentietoestand
en de toekomstige situatie.
Indien er negatieve effecten optreden worden milderende maatregelen voorgesteld. Op basis van deze milderende
maatregelen worden de aanbevelingen voor het plan beschreven. De aanbevelingen kunnen een bijsturing van de
bestemmingszones of de stedenbouwkundige voorschriften inhouden.
4.2 RELEVANTE DISCIPLINES
Gezien de doelstellingen van het plan (het bestendigen van de speelweide achter het jeugdverblijfcentra die momenteel in
agrarisch gebied gelegen zijn cfr. het gewestplan) en de aard van de voorziene activiteiten zijn er effecten op het milieu te
verwachten in de volgende disciplines:
1) Bodem;
2) Water;
3) Fauna, flora en biodiversiteit;
4) Landschap;
5) Cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed;
6) Mens - ruimtelijke aspecten;
7) Geluid.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
21
Gezien de aanvraag geen capaciteitsuitbreiding betreft van het jeugdverblijf worden geen bijkomende verkeersbewegingen
verwacht. Binnen een straal van 2 km rondheen het plangebied bevinden zich geen SEVESO-inrichtingen.
Bijgevolg zijn er voor de disciplines mobiliteit, gezondheid en veiligheid van de mens, energie- en grondstoffenvoorraden,
licht en atmosfeer en klimatologische factoren geen effecten op het milieu te verwachten. Ze worden niet verder onderzocht.
De disciplines die wel worden onderzocht hebben onderlinge relaties en zijn niet onafhankelijk van elkaar. De samenhang
van verschillende milieueffecten en van de milderende maatregelen is daarom van groot belang.
De volgende disciplines worden omwille van de sterke samenhang en omwille van het vermijden van herhalingen, samen
genomen:
1. Bodem en water;
2. Mens-ruimtelijke aspecten en geluid;
3. Landschap en Cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonische en archeologisch erfgoed.
Bijgevolg worden volgende disciplines besproken:
1. Bodem en water;
2. Fauna, flora en biodiversiteit;
3. Landschap en Cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonische en archeologisch erfgoed;
4. Mens-ruimtelijke aspecten en geluid.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
22
5 BESCHRIJVING VAN MOGELIJKE MILIEUEFFECTEN
5.1 DISCIPLINE BODEM EN WATER
5.1.1 Referentiesituatie
Topografie
Nagenoeg het volledige plangebied is matig vlak (hellingspercentage van 0 tot 5%). Het uiterste noorden en de zone hieraan
grenzend kent een sterker hellingspercentage (> 5%); het betreft de zone rond de Stampkotbeek.
Figuur: Situering op de hellingenkaart
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
23
Bodemtextuur
Volgens de bodemkaart van Vlaanderen is de grond in het plangebied als volgt samengesteld:
- Zuidelijk deel: antropogene bodem;
- Centraal deel: droge leembodem;
- Noordelijk deel: vochtige leembodem.
Figuur: Situering op de bodemkaart
Waardevolle bodems
In het plangebied komen volgens de Databank Ondergrond Vlaanderen geen waardevolle bodems voor.
Verontreinigde bodems
Op basis van de gegevens die OVAM ter beschikking stelt, zijn geen locaties binnen het plangebied gekend waarvoor
onderzoeksgegevens beschikbaar zijn. Er wordt verondersteld dat er geen verontreinigde gronden in het plangebied aanwezig
zijn.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
24
Categorisering volgens de Vlaamse Hydrografische atlas
Het plangebied is gelegen in het deelbekken ‘Scheldemeersen’ van het Boven-Scheldebekken.
In de omgeving van het plangebied komt de Stampkotbeek voor, een waterloop van 2e
categorie. Deze waterloop bevindt
zich op ca. 35 m ten noorden van het plangebied.
Figuur: Situering op de Vlaamse Hydrografische atlas
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
25
Watertoets
M.u.v. het meest noordelijke deel is het plangebied niet overstromingsgevoelig. Het meest noordelijk deel van het plangebied is mogelijk
overstromingsgevoelig en grenst aan een effectief overstromingsgevoelig gebied (zone rondheen de Stampkotbeek).
In de omgeving van het plangebied komen geen recent overstroomde gebieden voor.
Figuur: Situering t.a.v. overstromingsgevoelige gebieden Figuur: Situering t.a.v. recent overstroomde gebieden
De bodem binnen het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). In het noorden grenst er een zone die zeer gevoelig is voor
grondwaterstroming (type1) Het plangebied en omgeving is niet infiltratiegevoelig.
Figuur: Situering t.a.v. grondwaterstromingsgevoelige gebieden Figuur: Situering t.a.v. infiltratiegevoelige gebieden
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
26
Riolering – zoneringsplan VMM
Om de impact van lozingen op basis van ecologische criteria te kunnen prioriteren werden zogenaamde milieu-
impacttoetskaarten opgesteld. Aan de hand van deze kaarten wordt de prioriteit van rioleringswerken bepaald.
De kaarten houden rekening met de aanwezigheid van:
Overstromingsgebieden;
Prioritair te onderzoeken bodems;
Ecologisch waardevolle gebieden en waterlopen;
Water voor de mens (drinkwater / zwemwater);
Bovenlopen van waterlopen.
Aldus werd een samengestelde kaart opgemaakt, die per gebied een score berekent op basis van het voorkomen van
bovenstaande type gebieden. Uit de samengestelde kaart blijkt het volledige plangebied een score te hebben gekregen van
0 tot 1. Dit betekent dat er een beperkte impact is op het milieu door afvalwaterlozingen.
Het zoneringsplan geeft aan of een gebouw gelegen is aan een rioleringsnetwerk of dat men zelf moet instaan voor zijn
afvalwaterzuivering. Het plangebied situeert zich gedeeltelijk binnen een collectief te optimaliseren buitengebied volgens het
zoneringsplan van de VMM. Het plangebied genereert geen afvalwater behalve het ‘huishoudelijk afvalwater’.
Figuur: Situering op het zoneringsplan
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
27
5.1.2 Mogelijke effecten
Bodem
Vandaag is het terrein juridisch gezien agrarisch gebied cfr. het gewestplan. Met onderhavig plan wordt de bestaande
speelfunctie bestendigd. Er vindt bijgevolg een juridische omzetting plaats van agrarisch gebied naar recreatiegebied.
Gelet op de aard van de activiteiten (speelfunctie) is de kans op bodemverontreiniging zeer beperkt. Er wordt bijgevolg geen
negatief effect verwacht.
Water
Met onderhavig plan zal er geen toename zijn van verhardingen en gebouwen. Er wordt dus geen verminderde infiltratie van
water in de bodem verwacht waardoor het water niet versneld zal afstromen naar de riolering. Met onderhavig plan worden
2 voetbaldoelen, 1 volleybalnet, 1 ingegraven trampoline en een schommel met 2 zitjes en 1 ronde schelp voorzien. Deze
schommel zal zich binnen het woongebied met landelijk karakter bevinden, de overige elementen bevinden zich binnen het
agrarisch gebied.
Gelet op de aard van de activiteiten (speelweide) is de kans op oppervlaktewaterverontreiniging zeer beperkt.
Er worden tevens geen ondergrondse constructies voorzien. De grondwaterstroming komt aldus niet in het gedrang.
Er wordt bijgevolg geen negatief effect verwacht.
5.1.3 Milderende maatregelen
Met betrekking tot het aspect bodem en water worden volgende milderende maatregelen voorzien:
1. Beperkte reliëfwijzigingen moeten gecompenseerd worden opdat het waterbergend vermogen van het gebied niet in het
gedrang komt.
5.1.4 Conclusie
Algemeen kan worden gesteld dat het plan geen significante effecten heeft op de disciplines bodem en water.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
28
5.2 DISCIPLINE FAUNA, FLORA EN BIODIVERSITEIT
5.2.1 Referentiesituatie
Biologische waardering
Conform de biologische waarderingskaart 2 Versie 2.2 - Toestand 2010 komen binnen het plangebied en grenzend aan het
plangebied een aantal biologische waardevolle elementen voor:
De speelweiden werden gekarteerd als soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van half natuurlijke
graslanden en met bomenrijen met dominantie van populier en wilg;
In het zuiden van de speelweide komt een houtkant voor met dominantie van gewone es.
Buiten het plangebied wordt de beekvallei als biologisch zeer waardevol beschouwd. Het werd gekarteerd als een
alluviaal essen en olmenbos.
De huidige eigenaar van het terrein heeft de afgelopen jaren ca. 1.500 streekeigen planten aangeplant om het terrein
beter te laten aansluiten bij het landschap. Het betreffen voornamelijk bomen, heesters en hagen. Hiermee
ondersteunt het de natuur en het landschap in de omgeving.
Figuur: Situering op de biologische waarderingskaart
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
29
Faunistisch belangrijk gebied
Het plangebied situeert zich niet in of nabij een faunistisch belangrijk gebied.
Natura 2000
Het plangebied en zijn ruime omgeving werden niet opgenomen binnen Vogelrichtlijngebied, Habitatrichtlijngebied of
gebieden van het VEN of IVON.
5.2.2 Mogelijke effecten
Met onderhavig plan wordt er geen hinder aan de aanwezige vegetatie verwacht. De constructies werden ingeplant zonder
dat hierbij bomen of heesters dienden gerooid te worden.
Bijgevolg worden er –tevens gelet op de ligging in een dorpskern- geen negatieve effecten op fauna, flora en biodiversteit
verwacht.
5.2.3 Milderende maatregelen
De constructies werden ingeplant zonder dat hierbij bomen of heesters dienden gerooid te worden.
5.2.4 Conclusie
Er kan gesteld worden dat het plan geen significante effecten heeft op de disciplines fauna, flora en biodiversiteit.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
30
5.3 LANDSCHAP EN CULTUREEL ERFGOED MET INBEGRIP VAN HET
ARCHITECTONISCHE EN ARCHEOLOGISCH ERFGOED
5.3.1 Referentiesituatie
Het jeugdverblijfcentrum bevindt zich in Dikkele, gelegen aan de rand van de Vlaamse Ardennen.
Dikkele vormt een kleine dorpskern (ca. 200 inwoners) met een rechthoekig patroon gevormd door de Brouwerijstraat, de
Dikkelsebaan en de Kuipersstraat. Door de ligging excentrisch t.o.v. het hogere wegennet is het historische karakter en de
kleinschaligheid van het dorp behouden gebleven.
De gekasseide Brouwerijstraat vormt de hoofdstraat van het dorp en omvat een café, de kerk, de pastorij en de voormalige
school. De voormalige school die nu ingericht is als jeugdverblijf bevindt zich naast de pastorij en kerk op het einde van
de Brouwerijstraat, aan de rand van het dorp. De verharding van de Brouwerijstraat stopt t.h.v. het jeugdverblijf en gaat
over in een landbouwweg die de achterliggende velden ontsluit.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
31
Landschapsatlas
Het plangebied bevindt zich volledig binnen het traditioneel landschap ‘Land van Zottegem’.
Het plangebied situeert er zich binnen de relictzone ‘Beerlegem, Stampkotbeek, Munkbosbeek en Blauw kasteel’ en binnen
de ankerplaats ‘Vallei van de Munkbosbeek met het kasteeldomein van Beerlegem’. De ankerplaats werd definitief aangeduid
(d.d. 25/07/2008).
Tevens vinden we nabij het plangebied het puntrelict ‘Dorpskern Dikkele ‘ terug.
Figuur: Situering op de landschapsatlas
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
32
Beschermingen
De bebouwing van het jeugdverblijfcentrum bevindt zich geheel binnen het beschermd dorpsgezicht ‘Dorpskern van Dikkele’
(MB d.d. 24/12/1980). De achterliggende graslanden zijn hierin niet opgenomen.
De site inclusief de graslanden bevindt zich volledig binnen de definitief aangeduide ankerplaats ‘Vallei van de Munkbosbeek
met kasteeldomein’ (d.d. 25/07/2008). Een ankerplaats heeft voor de overheid het gevolg dat het zorgplicht heeft zodat
schade aan het landschap voorkomen wordt.
Figuur: Situering t.a.v. beschermingen
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
33
Centrale archeologische inventaris
Binnen-of grenzend aan- het plangebied komen geen elementen voor die aangemeld zijn in de centrale archeologische
inventaris.
Figuur: Situering op de centraal archeologische inventaris
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
34
Inventaris bouwkundig erfgoed
Het klooster en lagere en bewaarschool werden opgenomen als element in de inventaris van het bouwkundig erfgoed (ID
45153). Het betreft een kloostergebouwtje in neogotische stijl met daarachter aanpalend een schoolgebouw. Dit element uit
de inventaris van het bouwkundig erfgoed werd echter niet beschermd als monument. In het kader van de stedenbouwkundige
aanvraag om het gebouw te verbouwen tot een jeugdverblijfcentrum werd door Onroerend Erfgoed een gunstig advies
gegeven.
Figuur: Situering binnen de inventaris van het bouwkundig erfgoed
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
35
5.3.2 Mogelijke effecten
Achteraan wordt het grasland bestendigd voor recreatief gebruik.
De schaal en grootte van de constructies blijven beperkt. Het betreft:
- 2 voetbaldoelen;
- 1 volleybalnet;
- 1 ingegraven trampoline;
- 1 schommel.
Er worden geen andere ondersteunende constructies voorzien (bvb. belijning, vangnetten, afrastering e.d.m.). De trampoline
werd ingegraven zodat een veiligheidsnet niet nodig is. Hierdoor blijft het karakter van het grasland behouden en is geen
sprake van harde recreatieve infrastructuren (zoals bvb. een ingericht voetbalveld of een ingericht volleybalveld). De
voetbaldoelen werden verankerd in de grond ten behoeve van de veiligheid. Bovendien werden de constructies ingeplant in
bestaande graslanden zonder dat hierbij bomen of heesters dienden gerooid te worden. Door hun kleinschaligheid en
transparantie zijn ze ook niet dominant in het landschap.
5.3.3 Milderende maatregelen
De constructies werden ingeplant zonder dat hierbij bomen of heesters dienden gerooid te worden. Door hun kleinschaligheid
en transparantie zijn ze ook niet dominant in het landschap.
5.3.4 Conclusie
Algemeen kan worden gesteld dat door de beperkte ingrepen van het plan het landschap en het erfgoed gevrijwaard blijft.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
36
5.4 MENS-RUIMTELIJKE ASPECTEN EN GELUID
5.4.1 Referentiesituatie
Het plangebied is gelegen binnen het gewestplan Oudenaarde (K.B. 24 februari 1977 en latere wijzigingen). De
gebouwen van het jeugdverblijfcentrum zijn volledig gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De achterliggende graslanden liggen deels in woongebied met landelijk karakter (tot 75 m vanaf de Brouwerijstraat) en
deels in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het agrarisch gebied is niet herbevestigd.
Ruimtegebruik
Vooraan de site vinden we langsheen de Brouwerijstraat een voormalig kloostergebouw terug. Dit kloostergebouw doet
momenteel dienst als woning. Bij deze woning hoort een ommuurde private tuin.
Naast de tuin bevindt zich de geasfalteerde toegangsweg tot het jeugdverblijf. Deze toegangsweg geeft uit op een verharde
polyvalente ruimte. Meestal, indien de jongeren gebracht worden door een bus, doet deze ruimte dienst als verharde
speelruimte. In het geval de gasten met personenwagens komen, wordt hier geparkeerd.
Achteraan de woning vinden we in het voormalige schoolgebouw het jeugdverblijfcentrum terug. Het jeugdverblijfcentrum
heeft een capaciteit van 55 personen. Op het gelijkvloers van het jeugdverblijfcentrum bevinden zich polyvalente ruimtes,
het sanitair en de refter. Op de eerste verdieping vinden we de slaapruimtes terug. Het voormalige schoolgebouw werd
t.b.v. het jeugdverblijf achteraan beperkt (ca. 5 m) uitgebreid volgens hetzelfde gabarit van het schoolgebouw.
Achter het jeugdverblijf vinden we graslanden terug. De graslanden zijn omzoomd door heesters en hoogstammen. Er
bevinden zich ook een aantal vrijstaande bomen en hagen. Hierdoor heeft het landschap een gesloten karakter.
Het grasland heeft een recreatief medegebruik. Het omvat volgende speeltoestellen:
2 voetbaldoelen3
;
1 volleybalnet;
1 ingegraven trampoline.
3 Het betreffen geen volwaardige voetbaldoelen zoals op een voetbalterrein. Ze hebben een beperkte afmeting: 2,5 m breed en 2,0 m hoog.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
37
Achterliggend komt ook nog een kleine weide met schapen en varkens voor. Tussen de speelweide met de voetbaldoelen
en de speelweide met het volleybalnet bevindt zich een lage afsluiting. Hierdoor wordt de speelweide met de voetbaldoelen
(bij afwezigheid van gasten) gebruikt als weide voor de schapen.
In de nabijheid van het jeugdverblijfcentrum bevindt zich eveneens een oude woonwagen. Deze doet dienst als ruimte
waar in beperkte groep kan gespeeld, gebabbeld, vergaderd of gediscussieerd worden.
De oppervlakte van het plangebied bedraagt ca. 9.155 m².
De bebouwde / verharde delen zijn als volgt ingenomen:
woning : ca. 110 m² bebouwde oppervlakte;
jeugdverblijfcentrum: ca. 240 m² bebouwde oppervlakte (ca. 7,5m x ca. 32m);
geasfalteerde toegangsweg: ca. 120 m².
met klinkers verharde parking voor personenwagens: ca. 340 m² (ca. 13m x ca. 26m);
noordwaarts grenzend terras aan jeugdverblijfcentrum: ca. 40 m² ;
bergruimten: ca. 135 m².
Dynamiek - Geluid
De dynamiek die gegenereerd wordt, is afhankelijk van het gebruik van het terrein. Uit de bezettingsgraad van 2014 blijkt
dat er 204 boekingsdagen zijn. Dit betekent een bezettingsgraad van 56% per jaar. Hieruit kan afgeleid worden dat het
potentieel recreatief medegebruik zich beperkt tot maximaal de helft van het jaar. Bovendien kan gesteld worden dat bij
bezetting van het jeugdverblijf, de achterliggende graslanden niet permanent gebruikt worden. Er is bvb. slechts een
beperkt gebruik bij daguitstappen of bij slecht weer. Bovendien is er gedurende de dag ook geen permanent gebruik van
de graslanden. De groenzone direct aansluitend bij het jeugdverblijfcentrum (t.h.v. woonwagen en terras) worden
frequenter benut dan de achterliggende graslanden.
Er kan geconcludeerd worden dat het recreatief medegebruik geen permanent karakter heeft maar slechts een tijdelijk
gebruik gedurende het jaar. Er is m.a.w. geen intens gebruik van het terrein. Dit blijkt ook uit groene karakter van het
terrein (o.a. bomen, heesters, gras) die niet te lijden heeft onder het recreatief medegebruik.
Hinder kan potentieel ontstaan door het geluid van spelende kinderen. Het betreft echter geen dicht bevolkt gebied
bestaande uit een intense bebouwing. Het dichtste woonhuis ligt op ca. 45 m wat een voldoende grote afstand is.
Bovendien sluiten de activiteiten direct aan op een dorpskern. Van een dorpskern kan moeilijk verwacht worden dat het
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
38
een stilte-gebied vormt. Zoals eerder gesteld worden bovendien de groenzone aansluitend bij het jeugdverblijf zelf intenser
gebruikt dan het voetbal- en volleybalterreintje. Sedert de opening van het jeugdverblijfcentrum werd nog geen enkele
klacht vastgesteld.
5.4.2 Mogelijke effecten
Hinder t.a.v. omwonenden
Hinder kan potentieel ontstaan door het geluid van spelende kinderen. Het betreft echter geen dicht bevolkt gebied
bestaande uit een intense bebouwing. Het dichtste woonhuis ligt op ca. 45 m wat een voldoende grote afstand is.
Bovendien sluiten de activiteiten direct aan op een dorpskern. Van een dorpskern kan moeilijk verwacht worden dat het
een stilte-gebied vormt. Zoals eerder gesteld worden bovendien de groenzone aansluitend bij het jeugdverblijf zelf intenser
gebruikt dan het voetbal- en volleybalterreintje. Sedert de opening van het jeugdverblijfcentrum werd nog geen enkele
klacht vastgesteld.
Er ontstaat geen significant negatief effect t.a.v. de omwonenden.
Inname landbouwgebied
Er gebeurt een inname van niet herbevestigd agrarisch gebied i.f.v. de speelweide. De speelweide is op heden reeds aanwezig.
De inname zal de landbouwstructuren niet hinderen.
Er ontstaat bijgevolg geen significant negatief effect t.a.v. de landbouw.
5.4.3 Milderende maatregelen
T.a.v. de landbouw en de omwonenden dringen er zich geen milderende maatregelen op om onderhavig plan
milieuvriendelijker te maken.
5.4.4 Conclusie
Algemeen kan er worden gesteld dat voor wat betreft de disciplines ‘mens-ruimtelijke aspecten’ en ‘geluid’ er geen significante
effecten te verwachten zijn.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
39
5.5 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN
De situering van het plangebied en het programma is van die aard dat de effecten beperkt blijven. Deze effecten hebben
geen grensoverschrijdend karakter.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
40
5.6 SAMENVATTING VAN MOGELIJKE NEGATIEVE MILIEUEFFECTEN EN MILDERENDE
MAATREGELEN
mogelijk negatief effect milderende maatregel
Dis
cip
line
bodem
en w
ate
r
Geen Beperkte reliëfwijzigingen moeten gecompenseerd worden opdat het
waterbergend vermogen van het gebied niet in het gedrang komt.
Dis
cip
line
fauna,
flo
ra en bio
div
ersiteit
Met onderhavig plan wordt er geen hinder aan de aanwezige vegetatie verwacht. De
constructies werden ingeplant zonder dat hierbij bomen of heesters dienend gerooid
te worden.
Er worden geen negatieve effecten op de fauna, flora en biodiversiteit verwacht.
De constructies werden ingeplant zonder dat hierbij bomen of heesters dienden
gerooid te worden.
Dis
cip
line la
ndschap en cultureel erfgoed
Achteraan wordt het grasland bestendigd voor recreatief gebruik.
De schaal en grootte van de constructies blijven beperkt. Het betreft:
- 2 voetbaldoelen;
- 1 volleybalnet;
- 1 ingegraven trampoline;
- 1 schommel.
Er worden geen andere ondersteunende constructies voorzien (bvb. belijning,
vangnetten, afrastering e.d.m.). De trampoline werd ingegraven zodat een
veiligheidsnet niet nodig is. Hierdoor blijft het karakter van het grasland behouden
en is geen sprake van harde recreatieve infrastructuren (zoals bvb. een ingericht
voetbalveld of een ingericht volleybalveld). De voetbaldoelen werden verankerd in
de grond ten behoeve van de veiligheid. Bovendien werden de constructies ingeplant
in bestaande graslanden zonder dat hierbij bomen of heesters dienden gerooid te
worden. Door hun kleinschaligheid en transparantie zijn ze ook niet dominant in het
landschap.
De constructies werden ingeplant zonder dat hierbij bomen of heesters dienden
gerooid te worden. Door hun kleinschaligheid en transparantie zijn ze ook niet
dominant in het landschap.
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
41
Dis
cip
line m
ens-ruim
telijk
e aspecte
n en gelu
id
Hinder t.a.v. omwonenden
Hinder kan potentieel ontstaan door het geluid van spelende kinderen. Het betreft
echter geen dicht bevolkt gebied bestaande uit een intense bebouwing. Het dichtste
woonhuis ligt op ca. 45 m wat een voldoende grote afstand is. Bovendien sluiten de
activiteiten direct aan op een dorpskern. Van een dorpskern kan moeilijk verwacht
worden dat het een stilte-gebied vormt. Zoals eerder gesteld worden bovendien de
groenzone aansluitend bij het jeugdverblijf zelf intenser gebruikt dan het voetbal- en
volleybalterreintje. Sedert de opening van het jeugdverblijfcentrum werd nog geen
enkele klacht vastgesteld.
Er ontstaat geen significant negatief effect t.a.v. de omwonenden.
Inname landbouwgebied
Er gebeurt een inname van niet herbevestigd agrarisch gebied i.f.v. de speelweide.
De speelweide is op heden reeds aanwezig. De inname zal de landbouwstructuren
niet hinderen.
Er ontstaat bijgevolg geen significant negatief effect t.a.v. de landbouw.
Geen
Milieuscreening Aanvraag planologisch attest ‘Vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’
42
6 CONCLUSIE
Gezien de aanvraag tot planologisch attest ‘vzw Jeugdverblijf Oud Klooster’:
Conform het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van
projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, geen kader vormt voor projecten zoals bepaald in bijlage I, II of III
van het besluit;
Conform het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, zich niet in of in de
nabijheid van een speciale beschermingszone bevindt en dus een passende beoordeling niet nodig is;
Conform het Decreet van 27 april 2007 als herziening van het Decreet van 5 april 1995 houdende de algemene
bepalingen inzake milieubeleid, het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau bepaalt;
Geen aanzienlijke milieueffecten teweeg brengt zoals omschreven in hoofdstuk 5.6 waarbij tevens in ditzelfde hoofdstuk
-als suggestie- milderende maatregelen omschreven werden om het plan meer milieuvriendelijk te maken.
Kan geoordeeld worden dat de opmaak van een plan-MER redelijkerwijze dan ook geen bijkomende informatie kan
opleveren.