Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een...

35
Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke rapportages tijdens de Bachelorfase van de Opleiding Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen 4 e versie Augustus 2007 Frank J.J.M. Steyvers (docent en coördinator 3e jaar) Pieter H. de Vries (universitair docent en coördinator 2e jaar) Gert Visser (oud-universitair hoofddocent ) Afdeling Psychologie, Faculteit der GMW Grote Kruisstraat 2/1 9712 TS Groningen

Transcript of Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een...

Page 1: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporterenin de

Bacheloropleiding Psychologie

Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke rapportages tijdens de Bachelorfase van de Opleiding Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen

4e versie

Augustus 2007

Frank J.J.M. Steyvers (docent en coördinator 3e jaar)Pieter H. de Vries (universitair docent en coördinator 2e jaar)Gert Visser (oud-universitair hoofddocent )

Afdeling Psychologie, Faculteit der GMWGrote Kruisstraat 2/19712 TS Groningen

Page 2: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding PsychologieF.J.J.M. Steyvers, P.H. de Vries en G. Visser.Afdeling PsychologieRijksuniversiteit Groningen

© 2007 F.J.J.M. Steyvers, P.H. De Vries en G. Visser, Rijksuniversiteit Groningen, afdeling Psychologie

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze handleiding worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.

2

Page 3: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Inhoud

INHOUD................................................................................................................................................... 3

1 INLEIDING SCHRIFTELIJK RAPPORTEREN............................................................................ 4

2 STIJL- EN TAALASPECTEN.......................................................................................................... 6

2.1 DE TOON........................................................................................................................................... 6 2.2 TAAL................................................................................................................................................ 6 2.3 TAALTIPS........................................................................................................................................... 7

2.3.1 Spelling................................................................................................................................... 7 2.3.2 Afkortingen..............................................................................................................................7 2.3.3 Interpunctie.............................................................................................................................8 2.3.4 Aspecten van grammatica en spelling.................................................................................. 10 2.3.5 Enkele andere tips.................................................................................................................12

3 EEN WETENSCHAPPELIJK VERSLAG VOLGENS DE APA-NORM.................................. 14

3.1 INDELING......................................................................................................................................... 14 3.1.1 Empirisch verslag................................................................................................................. 14 3.1.2 Overzichtsartikel................................................................................................................... 15 3.1.3 Theoretisch artikel................................................................................................................ 15 3.1.4 Methodologisch artikel......................................................................................................... 15 3.1.5 Casusbeschrijvingen (case studies)...................................................................................... 15

3.2 GEZAMENLIJKE ONDERDELEN.............................................................................................................. 16

4 DE AFZONDERLIJKE ONDERDELEN VAN EEN VERSLAG................................................17

4.1 ALGEMENE VORMGEVING - LAY-OUT.................................................................................................... 17 4.2 TITELBLAD (BIJ KORTE VERSLAGEN: TITEL)............................................................................................17 4.3 *VOORWOORD..................................................................................................................................18 4.4 *INHOUDSOPGAVE............................................................................................................................. 18 4.5 SAMENVATTING.................................................................................................................................18 4.6 INLEIDING........................................................................................................................................ 18 4.7 METHODE........................................................................................................................................ 19 4.8 RESULTATEN.................................................................................................................................... 19

4.8.1 Tabellen................................................................................................................................ 20 4.8.2 Figuren..................................................................................................................................21

4.9 DISCUSSIE ....................................................................................................................................... 25 4.10 REFERENTIES EN LITERATUUR............................................................................................................ 25

4.10.1 Referenties in de tekst......................................................................................................... 26 4.10.2 Referenties in de literatuurlijst........................................................................................... 27

4.11 *BIJLAGEN.....................................................................................................................................30

5 DE AFZONDERLIJKE ONDERDELEN VAN DE BACHELOROPLEIDING........................ 31

5.3 HET DERDE JAAR...............................................................................................................................31 5.3... De bachelorthese.................................................................................................................. 31

LITERATUUR....................................................................................................................................... 32

BIJLAGE 1 MANIEREN OM TE ZEGGEN: IK WEET HET NIET............................................33

BIJLAGE 2: LIJST MET VEEL GEBRUIKTE SYMBOLEN EN SI-EENHEDEN......................34

VEEL VOORKOMENDE EENHEDEN EN GROOTHEDEN.......................................................................................34 STATISTISCHE AFKORTINGEN EN SYMBOLEN.................................................................................................35

3

Page 4: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

1 Inleiding schriftelijk rapporteren

Het kunnen verzorgen van schriftelijke rapportages vormt voor een moderne professional van academisch niveau, ongeacht de studierichting, een basisvaardigheid. Voor psychologen is dat niet anders. Ook zij moeten gedurende hun loopbaan voortdurend schriftelijk informatie overdragen aan anderen. Dat kunnen vakgenoten zijn, die aan een half woord genoeg hebben, maar ook mensen, die wel een minder of meer aangepaste manier van benaderen behoeven. En of het nu gaat om een uitgebreid onderzoeksverslag, een beknopte cliëntbespreking, een wetenschappelijk artikel, een populariserende verhandeling, of zelfs een kort e-mailtje, het gaat er altijd om dat de ander inhoudelijk op de hoogte komt, zonder dat hiervoor overbodige middelen worden gebruikt, of dat hierbij onduidelijkheden of vergissingen optreden. De boodschap moet foutloos en efficiënt overkomen. Het zich aanleren van een goede schriftelijke uitdrukkingsstijl is van belang om aan deze communicatiebehoefte te kunnen voldoen. Bovendien, het omgekeerde is ook vaak geldig. Wie gelooft het schrijven van een onbekende dat wemelt van de fouten, zeker als dat schrijven ook nog eens pretenties heeft die uitgaan boven een simpele mededeling?

Deze handleiding is bedoeld om te helpen bij het ontwikkelen van een dergelijke schrijfstijl, zonder de vaak uitstekende inleidingen op dit gebied nog eens opnieuw te doen. Daarom verwijzen wij nadrukkelijk naar de Schrijfwijzer van de SDU (Renkema, 2002). Dit boek zal gedurende de gehele Bachelorfase van de Studie Psychologie in Groningen gelden als het maatgevende referentiepunt voor kwesties die met schrijven en schrijfstijl te maken hebben. De aanschaf ervan raden wij dan ook van harte aan, het boek kost ongeveer € 30,--. Docenten zullen ernaar verwijzen wanneer zij problemen hebben met of ontevreden zijn over het “basistaalgebruik” van een student zoals dat blijkt bij het moeten beoordelen van ingeleverde verslagen. Uiteraard zijn er een aantal exemplaren van voorradig in de PPSW-bibliotheek, die ter inzage beschikbaar zijn. Als het gaat om rapporteren is correct Nederlands de norm. Voor wie hier problemen mee heeft zijn er mogelijkheden binnen en buiten de universiteit hieraan iets te doen. Een handig boek is In goed Nederlands van J. van de Pol (2002). Het is bestemd voor een breed publiek van beginnende tot gevorderde schrijvers. Met vele voorbeelden wordt uitvoerige informatie verschaft over verschillende taalzaken. De taalkwesties kunnen in het uitgebreide register snel worden opgezocht. Ook dit boek is in de bibliotheek ter inzage aanwezig.

Indien gewenst mogen studenten ook een verslag uitbrengen in het Engels, waarbij weer geldt dat correct Engels de norm is. Ook hiervoor zijn vele boeken als hulp beschikbaar, en ook voor Engelstalige rapportage worden binnen en buiten de universiteit vele mogelijkheden geboden om bij een correct taalgebruik ondersteuning te bieden. Docenten psychologie hoeven rapporten die niet in behoorlijk Nederlands of Engels zijn geschreven in principe niet te accepteren, tenzij er expliciet een regeling is getroffen, bijvoorbeeld in geval van dyslectische studenten.

Deze handleiding is een uitbreiding die specifiek ingaat op schrijven voor de opleiding. Aan de orde komen de eisen die gesteld worden aan een schriftelijke rapportage tijdens de drie Bachelorjaren. Hierbij wordt uitdrukkelijk gedacht aan (maar niet alleen):• in het eerste jaar de verslagen voor de cursussen Psychologische Intuïties (Ba1-03),

Gespreks- en groepsvaardigheden (Ba1-09, Gegevensverzameling (Ba1-10) Geschiedenis van de Psychologie (B11), Werkvelden (Ba1-13); Wetenschap en Praktijk I en II (Ba1-15 en 16);

• in het tweede jaar: het verslag voor het Onderzoeksprakticum (Ba2-09);• in het derde jaar: de Bachelorthese (Ba3-01)

4

Page 5: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Wie daarnaast behoefte heeft aan extra informatie kan terecht in de PPSW-bibliotheek: de onderwerpscode 041 geeft een plank vol boeken over het schriftelijk rapporteren. Code 042 gaat overigens over studeren in het algemeen, en dat kan ook nuttig zijn.

Er zijn drie aspecten die aan elke verslaglegging kunnen worden onderscheiden:• de inhoud - waar het over gaat• de stijl en het taalgebruik - hoe het is geschreven• de uiterlijke vorm - hoe het er verder uit ziet.Deze handleiding geeft vrijwel geen handreikingen over het eerste aspect, de inhoud. Immers, de inhoud is een zaak die al te zeer met het onderwerp van het verslag zelf te maken heeft. Bovendien zijn de docenten degenen die bij uitstek op inhoud zullen beoordelen. Maar de inhoud wordt pas leesbaar door de vorm, het taalgebruik en de schrijfstijl, en daarvoor zijn vele richtlijnen en tips te geven.Hoofdstuk 2 zal een aantal aspecten van stijl en taalgebruik bespreken. Hoofdstuk 3 behandelt de algemene aspecten van de vorm volgens de “APA-manual”, terwijl in hoofdstuk 4 de meest relevante detailaspecten van de APA-stijl aan bod komen.

Met ingang van 2006 is er een extra hulpmiddel beschikbaar (en voorgeschreven), “Zelf leren schrijven” (Ackermann, Osseweijer, Schmidt & Van der Molen, 2006), waarin elke student voldoende informatie kan vinden om een goed stuk te schrijven.

Wat de laatste tijd opvalt is dat in toenemende mate studenten zich schuldig maken aan plagiaat. Zou het aan de “studiehuismentaliteit” kunnen liggen of wordt de plagiaatdetectie beter? Als dan zo iemand bij de examencommissie aan de tand wordt gevoeld, dan is men soms oprecht verbaasd dat men niet zomaar stukken tekst kan gebruiken, zonder zich daarvoor op een precieze en eenduidige manier te verantwoorden. Het is echter niet voldoende stukken over te nemen en dan in de literatuurlijst de bron slechts even te noemen. Verderop en in de genoemde andere hulpmiddelen staat omstandig uitgelegd hoe men met bronnen dient om te gaan. Voor studenten kan alleen worden gezegd: wie plagiaat pleegt komt de examencommissie tegen en die straft plagiaat minimaal met uitsluiting uit de cursus voor het lopende collegejaar onder het ongeldig verklaren van alles wat in de betreffende cursus is gedaan en gehaald (zo staat het in de wet). Bij grove vormen van plagiaat kan men voor een jaar worden uitgesloten uit de hele studie.In de studie wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van plagiaatscanning, zodat de kans om tegen de lamp te lopen niet gering is. En dit geldt in principe voor elke tekst die men inlevert. Bovendien kan de examencommissie ook achteraf een beoordeling ongeldig verklaren als blijkt dat deze beoordeling gegeven is over een stuk waarin plagiaat is gepleegd. De controle op plagiaat staat juridisch los van de inhoudelijke beoordeling door de docent - zo is recentelijk door het College van Beroep voor de Examens bepaald. Dus ook als je denkt dat je veilig bent met je stukje tekst van Internet, kan je alsnog worden uitgesloten. Er is zelfs al een bul ongeldig verklaard (in Utrecht, van een jurist nota bene!) toen bleek dat de hele afstudeerscriptie zo'n beetje was geplagieerd van een ander. Vergelijk het met doping-controle. Je kunt de Tour-de-France winnen, maar achteraf de Gele Trui toch weer moeten inleveren als in het lab blijkt dat er iets aan de hand was. Bovendien, wie ben je eigenlijk als je met fraude een bul wilt halen? Je krijgt een "academisch strafblad" wat in het netwerk ongetwijfeld blijft hangen; niet bevorderlijk voor je carrière.

Dus: DOE HET NIET! Schijf zelf de teksten, ook als het lijkt alsof iemand anders het al perfect heeft gezegd. Het is de bedoeling dat men informatie uit bronnen zelf opnieuw verwoordt. Dat is een heel belangrijke academische vaardigheid, waarvan de opleiding wil dat die door de afgestudeerden wordt beheerst. Succes.

5

Page 6: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

2 Stijl- en taalaspecten

“Wie moet mijn stuk lezen?” Dat is de eerste vraag die elke schrijver hoe dan ook moet beantwoorden. Een antwoord op die vraag bepaalt in hoge mate hoe er geschreven wordt en mogelijk ook wat er geschreven wordt, en wat wordt weggelaten - zoals zo vaak is het weglaten een belangrijke factor in goed schrijven. In dit hoofdstuk worden een aantal aspecten van stijl- en taalgebruik behandeld, zowel globale zaken als toon en stijl, als detailkwesties als gebruik van leestekens. Het is echter geen uitputtende behandeling van alles wat van belang is, er staan hoofdzaken in en er wordt aandacht gevraagd voor kwesties waarvan uit ervaring blijkt dat die heel vaak verkeerd gaan.

2.1 De toon

Het vinden van een eigen prettig werkende schrijfstijl is moeilijk. Zo iets ontwikkelt zich meestal in de loop van vele jaren schrijfervaring, waarbij men in feite nooit uitgeleerd raakt. Eén kwestie is wel van belang, namelijk dat in een betoog van enige kwaliteit wat afstande-lijkheid nuttig is, of het geschrevene nu strikt voor vakgenoten is, of populariserend voor een breder publiek. Een al te persoonlijk gerichte of te populaire stijl - men zou daar een “lief-dagboekstijl” of “Jip-en-Janneketaal” tegen kunnen zeggen - wekt na een tijdje ergernis op. Voor lezers is het, alsof de schrijver ze niet serieus heeft genomen, of ze op een betuttelende of kinderlijke manier worden aangesproken, of dat de schrijver niet voor hen maar strikt voor zichzelf heeft geschreven. En wat in de dagelijkse spreektaal misschien heel gebruikelijk is kan in het geschreven woord vaak niet door de beugel. Enkele voorbeelden: “een groot aantal, of “veel” heeft de voorkeur boven “een hele hoop”. Aan de andere kant is ook een “overmatig” gebruik van moeilijke of plechtstatige woorden vervelend. “Thans” oogt niet echt bij de tijd meer, “nu”, “momenteel”, of “op dit moment” zijn betere alternatieven. En voor het uitdrukken van enthousiasme zijn andere termen geschikter dan de kreet “vet cool”.

De schrijver moet proberen een goede tussenvorm te vinden, daarbij de doelgroep scherp voor ogen houdend. Natuurlijk schrijft men een voorlichtingsbrochure voor pubers op een andere toon dan een cliëntverslag voor een collega. Maar zodra het niveau dat van een kattenbelletje ontstijgt is een wat formelere toon vaak doeltreffender dan een te populaire. Het gebruik van de eerste persoon enkelvoud is niet geheel verboden, maar moet toch beperkt worden. Men schrijft tenslotte niet over zichzelf maar over een bepaald onderwerp. Het geven van eigen meningen kan ook uitstekend gebeuren, zonder dat “ik” voortdurend voor het voetlicht staat. Voor vele duidelijke voorbeelden zij verder verwezen naar de al genoemde Schrijfwijzer.

2.2 Taal

“Correct taalgebruik is de norm”. Dat is natuurlijk gemakkelijk gezegd. Het probleem is - zo constateren de docenten bij PPSW helaas herhaaldelijk - dat de collega’s in de basisschool, de basisvorming en het studiehuis te weinig (kunnen of mogen) doen om ervoor te zorgen dat studenten die aan de universiteit beginnen het Nederlands vrijwel foutloos beheersen en kunnen hanteren. Desondanks eisen de “afnemers” (lees: werkgevers) van de “producten van de universiteit” (lees: Bachelors, Masters en Doctores) dat die zich mondeling en schriftelijk goed tot uitstekend kunnen uitdrukken. Dat zou betekenen dat de universiteit de hiaten in het voorgaande onderwijs zou moeten opvullen om dan pas met de eigenlijke universitaire opleiding te kunnen voortgaan. Daar kunnen de RuG-docenten natuurlijk niet aan beginnen; de Nederlandse en Engelse taal dienen in het primaire en secundaire onderwijs zodanig te worden onderricht dat studenten het als hun basisgereedschap beschikbaar hebben. Wat wel

6

Page 7: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

kan gebeuren is duidelijk opmerken dat iemand problemen heeft, en hem of haar de wegen tonen waarlangs hij of zij die problemen kan oplossen. De RuG heeft een dienst voor studie-ondersteuning waar studenten aanvullend taalonderwijs kunnen volgen. Tenzij een student een medische indicatie van dyslexie of een dergelijk probleem heeft, hoeven docenten abominabel taalgebruik niet te accepteren.

2.3 Taaltips

2.3.1 SpellingSpellingsfouten kunnen door een simpele spellingchecker worden ontdekt. Echter in de zin “ik wordt opgewacht door Jantje” staat een fout die een simpele spellingchecker niet zal herkenne, daar is al een geavanceerde grammatica-checker voor nodig. De meeste tekstverwerkers kunnen dat niveau van ondersteuning niet bieden. De Woordenlijst der Nederlandse taal, ook wel bekend als “het Groene boekje” is de bindende norm voor spellingskwesties (Nederlandse Taalunie, 2005).

Gebruikt men een bepaalde spelling, dan moet deze ook consequent in het hele rapport blijven gebruiken. Schrijf dus niet door elkaar: produktie en productie, consequent en konse-kwent. Gebruik daarom de spelling zoals die in 2005 is voorgeschreven (te vinden in “het groene boekje”, tegenwoordig rood van kleur, zie ook http://woordenlijst.org/).

Denk vooral ook aan het bekende probleem met de d's en t's bij het vervoegen van werkwoorden.

Vermijd de “Engelse ziekte”: de gewoonte om woorden, samengesteld uit twee of meer zelfstandige naamwoorden, los te schrijven in navolging van wat in het Engels altijd gebeurt. Schrijf dus: droomactiviteit, producttekort. Bij samenstellingen waarin twee klinkers botsen, plaatst u een koppelteken ertussen (productie-organisatie, radio-omroep). Het gaat hier ook om betekenisverschillen. Een oude rapportenkast (of zelfs een oude rapporten kast) is iets anders dan een oude-rapportenkast, die gloednieuw kan zijn. Zie Renkema, blz. 275-298 voor een verhelderend betoog en vele inzichtgevende voorbeelden.

Vergeet vooral de dubbele punt (trema) niet op woorden als: industriële, commerciële, enz.

Daar waar in dit document “hij/zijn” staat, kan men uiteraard ook “zij/haar” lezen. Een manier om sekseneutraal te schrijven is het gebruik van de meervoudsvorm. In plaats van: “de gebruiker wordt gevraagd zijn naam in te vullen”, “gebruikers worden gevraagd hun naam in te vullen”. Overigens, in de vorige zin is het ook correct (eigenlijk zelfs correcter) om “gebruikers wordt gevraagd hun naam te schrijven” te schrijven. Zie Renkema, blz. 200-202. Zie ook over het gebruik van “worden”.

2.3.2AfkortingenAfkortingen kunnen het schrijver gemakkelijk maken, maar de lezer buitengewoon lastig. Van lange en veel gebruikte begrippen in een verslag mogen afkortingen gebruikt worden, maar alleen als het begrip eerst voluit wordt gepresenteerd. Bijvoorbeeld: “de standaarddeviatie van de laterale positie (SDLP) van een voertuig op de weg is een veelgebruikte maat voor slingergedrag.” Een soort vuistregel uit de APA-manual is: als een lang begrip meer dan drie keer moet worden opgenomen, én er in de literatuur een standaard-afkorting voor bestaat, deze mag worden geïntroduceerd. Toch is het dan nog wenselijk iets voluit te schrijven, zeker als het gebruik van de afgekorte term bladzijden uit elkaar ligt. Een afko. is en blijft een lezeronvriendelijk middel om veel tekst te vermijden.

7

Page 8: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Veelgebruikte afkortingen in korte briefjes en familiaire schrijfsels dient men in een verslag ook te vermijden, men dient de begrippen voluit te schrijven. Dus gebruik geen zgn., bv., e.e.a., resp. voor respectievelijk zogenaamd, bijvoorbeeld, één en ander, en respectievelijk.Er zijn echter wel vaststaande symbolen, eenheden en grootheden die op een standaardmanier worden afgekort. Zie de tabel in bijlage 1.

2.3.3InterpunctieBij interpunctie gaat het om het gebruik van leestekens die aangeven hoe een zin in elkaar zit. Renkema geeft hierover een groot aantal tips: zie Renkema blz. 343-388.

Zinseindepunt:De punt wordt gebruikt om het einde van een zin aan te geven. Er komt geen zinseindepunt wanneer de zin eindigt op een ander zinseindeteken: vraagteken, uitroepteken, afkortingspunt of puntenreeks. Als er aan het einde van een zin een zinseindeteken van een citaat staat, volgt er ook geen zinseindepunt meer.

• Hij zei: "Moet hier een punt staan?"

Punten in afkortingen:Hoewel er vele uitzonderingen bestaan, kan men als regel aanhouden dat afgekorte woorden een punt krijgen en dat afgekorte woordgroepen per woord een punt krijgen: nl., incl., d.m.v. en m.a.w.

De belangrijkste uitzonderingen – die dus geen punt krijgen – zijn:• afkortingen van een zelfstandig naamwoord die als woord uitgesproken kunnen

worden: info, docu; • afkortingen van instellingen en regelingen waarin hoofdletters voorkomen: EUR,

MUB; • internationaal erkende symbolen in handel, techniek en wetenschap: km, kWh, £,

H2O. (zie de tabel in de bijlage).

Punten en cijfers:Gebruik punten in rubriceringen (tabel 4.3; geen punt na het laatste cijfer!) en na opsommingaanduidingen (maatregelen 1., 2. en 3.).

Dubbele punt:De dubbele punt gebruikt men voor citaten, voor het aankondigen van een omschrijving, toelichting, verklaring of conclusie, en voor opsommingen.

• Hij zei: "Stond daar een dubbele punt?" • Kortom: na deze dubbele punt loopt de zin gewoon door en hoeft dus geen

hoofdletter te volgen. • De OV-studentenjaarkaart is geldig in de volgende vervoermiddelen: • alle vervoermiddelen van de NS (tweede klasse); • de bus (inclusief buurtbus en Interliner); • de tram; • de metro.

Puntkomma:Een puntkomma geeft het einde aan van een mededeling en opent tegelijkertijd een nieuwe mededeling die nauw samenhangt met de vorige. Eigenlijk wordt dus de plaats ingenomen van een voegwoord tussen twee hoofdzinnen die inhoudelijk iets met elkaar te maken hebben. Een puntkomma is een sterkere scheiding dan een komma, maar een minder sterke scheiding dan een punt. Bij twijfel tussen punt en komma kan dus kiezen voor de puntkomma.De puntkomma wordt ook gebruikt aan het einde van de delen van een opsomming, mits deze delen geen hele zinnen zijn, want dan moet een punt volgen.

8

Page 9: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Komma:Er zijn twee verschillende soorten komma’s: de grammaticale komma die de structuur van de zin moet verduidelijken, en de leeskomma die aangeeft waar er bij hardop lezen van de zin een korte pauze wordt gehoord. De hierna volgende regels zijn niet waterdicht. Bij gevallen waarin deze regels niet voorzien en ook bij twijfelgevallen moeten komma’s geplaatst worden waar een korte rust wordt gehoord, dus volgens de leesfunctie.Op de volgende plaatsen plaatst men in het algemeen een komma:

• tussen gelijkwaardige zinsdelen waar ook een nevenschikkend voegwoord geplaatst zou kunnen worden, zoals bijvoorbeeld in een opsomming (Zij spaart postzegels, suikerzakjes, sigarenbandjes en munten.);

• voor en na een bijstelling bij een zelfstandig naamwoord (De Erasmus Universiteit, een reeds 85 jaar oud instituut, kent vele beroemde alumni.);

• tussen de twee persoonsvormen van bij- en hoofdzin (Terwijl hij dit las, dacht hij na over iets anders.);

• voor en/of na een bijzin: • na een bijwoordelijke of (uitbreidende danwel beperkende) bijvoeglijke bijzin, tenzij

het einde van deze bijzin samenvalt met het einde van de hoofdzin. • voor een bijwoordelijke bijzin • voor een uitbreidende bijvoeglijke bijzin

Komma’s en bijzinnen:Vóór een beperkende bijvoeglijke bijzin komt nooit een komma. Wel of geen komma kan namelijk erg grote consequenties voor de betekenis van de zin hebben:Mannen die kinderen misbruiken, verdienen lange gevangenisstraffen. (Beperkend bijvoeglijk: alleen diegenen die daadwerkelijk kinderen misbruiken.)Mannen, die kinderen misbruiken, verdienen lange gevangenisstraffen. (Uitbreidend bijvoeglijk: van álle mannen veronderstelt men hier dat ze kinderen misbruiken.)Of een bijvoeglijke bijzin uitbreidend danwel beperkend is, kan bepaald worden door de bijzin weg te laten. Indien alleen wat extra informatie verdwijnt, maar er geen daadwerkelijk verschil in betekenis van de hoofdzin optreedt, dan is de bijzin uitbreidend. Een beperkende bijzin is wel betekenisvol en kan dus niet weggelaten worden zonder de inhoud van de zin aan te tasten.

Vraagteken:Alleen na een directe vraag volgt een vraagteken. Een indirecte vraag wordt beëindigd met een punt.

• Zij vroeg: "Ga je weg?" • Zij vroeg of ik weg ging.

Vraagteken tussen haakjes:Een tussen haakjes geplaatst vraagteken kan ironie of twijfel uitdrukken.

• Hij was boos dat hij al (?) om tien uur op moest.

Uitroepteken:Met een uitroepteken wordt een (emotionele) bewering of uiting benadrukt. In wetenschappelijke teksten kunnen dergelijke subjectieve uitingen beter achterwege gelaten worden. Als het goed is zijn argumenten en betoogtrant sterk genoeg om het gebruik van uitroeptekens overbodig te maken.

Ronde haakjes:Ronde haakjes (parenthesen) worden gebruikt bij verklarende toevoegingen in de tekst, bij literatuurverwijzingen en in de betekenis van 'of'. Vaak maakt het gebruik van haakjes komma's overbodig, hetgeen de leesbaarheid soms ten goede kan komen.

9

Page 10: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

• De man (die een hele mooie auto heeft) fietst iedere dag naar zijn werk. • Hetzelfde stelt De Vries (1996, p. 132) bij ... • De (adjunct-)directeur zal namens de leiding een taart aanbieden.

2.3.4Aspecten van grammatica en spellingGetal van de persoonsvorm:Groepen van woorden die een eenheid aangeven krijgen ondanks de meervoud-betekenis een persoonsvorm in het enkelvoud. Het is dus:

• De groep demonstranten liep op straat. Enkele woorden kunnen zowel enkelvoud als meervoud krijgen. Dit is afhankelijk van de vraag of de nadruk moet liggen op het geheel of op de afzonderlijke delen:

• Een aantal demonstranten liep op straat. (= de hele groep) • Een aantal demonstranten liepen op straat. (= zo hier en daar een demonstrant, niet

een hele groep) Na het aantal volgt natuurlijk wel altijd een persoonsvorm in het enkelvoud omdat er hier weer duidelijk sprake is van een eenheid. Bepalende factor is dus ook het gebruik van een bepalend dan wel onbepalend lidwoord.

Meervoudsfout:Vermijd de meervoudsfout of ‘voetbal-fout’, die vaak wordt begaan door trainers en spelers in hun beschouwing van een wedstrijd. Dit is namelijk spreektaal en geen schrijftaal.

• Feijenoord heeft goed gespeeld. Ze hebben met 4-0 gewonnen. Hoewel iedereen zal begrijpen dat de overwinning door elf spelers is behaald, blijft Feijenoord een enkelvoudig woord. Hier moet dus ook in het enkelvoud naar verwezen worden en niet met het meervoudige ze.

Hun/hen:Gebruik van hun:Hun wordt alleen gebruikt als meewerkend voorwerp (Ik geef hun een boek). Hun kan nooit het onderwerp van een zin zijn.Gebruik van hen:Schrijf hen als het een lijdend voorwerp betreft (Ik breng hen weg) of na een voorzetsel (Ik geef een boek aan hen). Hun wordt alleen gebruikt als meewerkend voorwerp (Ik geef hun een boek).

Dat/wat:Er zijn enkele regels voor het gebruik van wat en dat in verwijzingen. Naar een het-woord (onzijdig zelfstandig naamwoord) wordt verwezen met dat. Wat wordt gebruikt bij onbepaalde verwijzingen, dit wil zeggen: een verwijzing naar een hele zin.

• Er woedde een hevige brand in het huis dat we mooi vonden. (= een mooi huis) • Er woedde een hevige brand in het huis, wat we mooi vonden. (= een mooie brand)

Schrijf wat na een als zelfstandig naamwoord gebruikte, overtreffende trap met het (het mooiste wat) en na onbepaalde woorden (alles wat, het enige wat).

Geslacht zelfstandige naamwoorden:1. Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen het lidwoord de. Het lidwoord het wordt

gebruikt bij onzijdige woorden. Raadpleeg bij twijfel altijd een woordenboek. Daarin staat aangegeven of een woord mannelijk (m.), vrouwelijk (v.), mannelijk én vrouwelijk (v.(m.)) dan wel onzijdig (o.) is.

2. Bij afkortingen van instanties en bedrijven richt het lidwoord zich naar het kernwoord. Bij EU is dat unie, dus is het de EU. Afkortingen echter die als woord uitgesproken kunnen worden, krijgen de: de Riagg.

3. Het geslacht van een woord is bepalend voor de vorm van de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden die in een verwijzing naar dat woord moeten worden

10

Page 11: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

gebruikt. Mannelijke woorden krijgen dus hij/zijn/hem, vrouwelijke woorden zij/haar/haar en onzijdige woorden het/zijn.

4. Namen van landen en steden zijn onzijdig. Dus: Rotterdam heeft zijn (niet: haar) grote drugsprobleem nog niet opgelost.

Lidwoorden:Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen het lidwoord de. Het lidwoord het wordt gebruikt bij onzijdige woorden. Raadpleeg bij twijfel altijd een woordenboek. Daarin staat aangegeven of een woord mannelijk (m.), vrouwelijk (v.), mannelijk én vrouwelijk (v.(m.)) dan wel onzijdig (o.) is.

Verwijzende voornaamwoorden:Het geslacht van een woord is bepalend voor de vorm van de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden die in een verwijzing naar dat woord moeten worden gebruikt. Mannelijke woorden krijgen dus hij/zijn/hem, vrouwelijke woorden zij/haar/haar en onzijdige woorden het/zijn.

Geslacht landen en steden:Namen van landen en steden zijn onzijdig. Dus: Rotterdam heeft zijn (niet: haar) grote drugsprobleem nog niet opgelost.

Twijfel welk lidwoord:Bij regelmatige twijfel over het geslacht van woorden, kan het handig zijn om de Spellinggids van de Nederlandse Taal te raadplegen waar achter elk woord het juiste lidwoord staat, of een groot woordenboek op te slaan, waarin het geslacht van een woord staat vermeld.

Voltooid deelwoord:Gebruik bij twijfel over de uitgang van een voltooid deelwoord altijd de vertrouwde regel van 't kofschip. Als de stam van het werkwoord (het hele werkwoord min -en) eindigt op één van de medeklinkers (t, k, f, s, ch of p) uit dit woord, dan krijgt het voltooid deelwoord een -t op het einde. In alle andere gevallen is er bij (regelmatige) werkwoorden sprake van een -d op het einde.Een ezelsbruggetje is om van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord te maken: dan is de correcte uitgang vanzelf te horen. (Is de hond ontluist of ontluisd? De ontluisde hond, dus –d.)Blijft er toch nog twijfel bestaan, bijvoorbeeld over het al dan niet regelmatig zijn van het werkwoord, dan kan het woordenboek altijd uitkomst bieden.

Persoonsvorm:Tweede persoon enkelvoud:Indien het onderwerp vóór de persoonsvorm staat, dan krijgt de tweede persoon enkelvoud een –t. Wanneer, zoals bij een vragende zin, het onderwerp ná de persoonsvorm volgt, dan volgt er geen –t:

• Jij wordt door iedereen gefeliciteerd. • Word jij door iedereen gefeliciteerd?

Derde persoon enkelvoud:Let op: de derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd krijgt, behalve bij sommige onregelmatige werkwoorden, nog steeds een -t op het einde. De persoonsvorm wordt dan geschreven met –dt.

Verleden tijd:Let op: de derde persoon enkelvoud en meervoud krijgen in de verleden tijd respectievelijk -te/-de en -ten/-den, behalve bij sommige onregelmatige werkwoorden. Soms kan dit leiden tot verwarring:

11

Page 12: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

• Terwijl zij op de trein wachtten, brachten zij hun tijd door met kaartspelletjes. Het verschil tussen –te(n) en –de(n) is meestal goed te horen. Indien dit niet zo is, dan kan de regel van ’t kofschip of een woordenboek altijd uitkomst bieden.

2.3.5Enkele andere tipsSchrijf eenvoudigEenvoudige woorden in eenvoudige zinnen bereiken meer lezers dan een te lange ingewikkelde zin met moeilijke woorden. Het doel van wat voor tekst dan ook is de aandacht van de lezer vast te houden. Als de lezer het gevoel heeft dat hij het niet meer begrijpt, haakt hij af. Dat is niet de bedoeling. Daarom: houd de zinnen kort, wissel eventueel lange zinnen (± 25 woorden) af met korte zinnen (van ongeveer 14 woorden). Een vuistregel is dat een zin maximaal één bijzin mag bevatten. Wie wil zien hoe het niet moet, kan de Troonrede proberen te lezen, die meestal om politieke redenen één mistwolk vormt. Een aardig voorbeeld van verhullend taalgebruik staat in Bijlage 1. Zie verder ook Renkema, blz. 48-50 en blz. 78-82.

Schrijf in de tegenwoordige tijdOm de lezer betrokken te houden bij het verhaal is het verstandig in de tegenwoordige tijd te schrijven. De verleden tijd schept automatisch afstand. De lezer krijgt het idee dat hij iets leest dat toch al gebeurd is en waarvan al vaststaat hoe het afloopt. Ook schrijven in de toekomende tijd schept afstand: de afstand van onzekerheid. In hoofdstuk 4 staat uitgelegd welke tijd bij de diverse delen van een onderzoeksverslag passend is, in overeenstemming met de APA-normen.

Schrijf in de actieve vorm Gebruik zo weinig mogelijk passieve constructies (de lijdende vorm). Dit is een taalvorm die de handeling vertraagt. De passieve vorm kenmerkt zich door het gebruik van het werkwoord “worden”. Meestal is het dan onduidelijk wie een handeling uitvoert: ‘Wie vindt dat dan?’ Gebruik de passieve vorm wel om een ongewenst gebruik van “ik” te voorkomen.Een andere vorm van “worden” die men dient te vermijden, is het gebruik zonder een expliciet onderwerp in de zin, zoals in “de studenten wordt verzocht gebruik te maken van...” in plaats van “de opleiding verzoekt de studenten gebruik te maken van...”, of “studenten zouden bij voorkeur gebruik kunnen maken van...”

Wees kritisch met lange en moeilijke woorden Wanneer in een tekst te veel woorden staan van gemiddeld drie of vier lettergrepen, zal menigeen dat als moeilijk karakteriseren. Zelfs als je in een zin maar een of twee woorden gebruikt zoals “onderzoeksinstrumentarium” (25 letters, negen lettergrepen), vinden veel mensen dat al ingewikkeld.

Nodeloos lang zijn ook de zgn. voorzetsel-uitdrukkingen. Dat zijn ambtelijke formuleringen met onnodig veel woorden. Ze zijn meestal gemakkelijk te vervangen: aan de hand van = met; met betrekking tot = over; afgezien van = behalve; bijgevolg = dus; daarenboven = ook; desalniettemin = toch; dienovereenkomstig = net zo; in de trant van = als; in geen geval = nooit; met als resultaat dat = zodat; met weglating van = zonder; op de volgende wijze = zo; en zo verder.

Voor veel woorden die ontleend zijn aan een vreemde taal (vaak Engels) zijn uitstekende en heldere Nederlandse alternatieven te vinden. In vakjargon schrijven maakt een tekst immers onleesbaar voor buitenstaanders, en dat is misschien alleen bij vakpublicaties geen bezwaar. Het veelvuldig gebruik van Engels of Engels-achtige termen mag dan soms modern lijken, het komt vaak over alsof de schrijver alleen maar wat wil imponeren, zoals in advertentieteksten vaak gebeurt, zonder dat er werkelijk informatie wordt overgedragen. Zie Renkema blz. 169-184.

12

Page 13: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Vermijd “taalmodernismen”Bepaalde constructies of woorden kunnen in een periode opeens in de mode komen, en te pas en te onpas worden gebruikt, of worden gebruikt in een volstrekt andere betekenis dan de oorspronkelijke betekenis. Om de helderheid te bevorderen is het wijs dergelijke taalmodernismen te vermijden. Enkele voorbeelden (vooral uit de politiek):- “wisselen” in de betekenis van informatie uitwisselen (J.P. Balkenende)- “als het gaat om ...” ongeveer om de vier à vijf zinnen gebruikt (J.P. Balkenende)- “binnen” in zinnen zoals “binnen de commissie is besloten” in plaats van “de commissie

heeft besloten” en “binnen de Psychologie werkt men met de APA manual” in plaats van “Psychologen werken met de APA manual”, of “Binnen de biologische psychiatrie neemt het biologische substraat als aangrijpingspunt voor diagnose een centrale plaats in” in plaats van “Het biologische substraat is in de biologische psychiatrie het centrale aangrijpingspunt voor diagnose.” Er zijn uitstekende alternatieven binnen, nee, in de Nederlandse taal, bijvoorbeeld ‘in’, ‘aan’, ‘door’ of ‘van’.

13

Page 14: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

3 Een wetenschappelijk verslag volgens de APA-norm

Er bestaat geen inhoud zonder enige vorm. En een zelfde inhoud kan op vele manieren in een vorm worden gegoten. Het heeft zin om daarom een norm te hanteren, zodat er een éénduidige en consistente vormgeving ontstaat. Dat komt de herkenbaarheid ten goede, waardoor de leesbaarheid vergroot. Voor het schrijven van publicatie-manuscripten heeft de American Psychological Association (2001, zie ook http://www.apastyle.org/) een dergelijke vormnorm opgesteld. Wie een artikel wil publiceren in een tijdschrift van deze beroepsvereniging moet zich nauwgezet aan deze norm houden. Deze handleiding neemt deze norm voor de verslagen van de Opleiding Psychologie over en geeft hem beknopt weer. Dat betekent niet dat alle verslagen die men tijdens de Bacheloropleiding Psychologie in Groningen produceert aan deze vormeisen moeten voldoen, maar wel dat deze vormeisen als richtlijn kunnen worden gebruikt. In overleg met de docent kan van deze richtlijnen worden afgeweken.

Men kan zich afvragen waar het goed voor is om zich zo strikt aan één norm te houden. Immers er zijn zo veel redenen om een verslag in één of andere vorm te gieten. Bovendien moet het toch mogelijk zijn “zichzelf kwijt te kunnen in de vormgeving”. De ervaring leert dat dit maar schijn is. Zoals gezegd komt het aanleren van een consistente heldere vormgeving de leesbaarheid ten goede, zodat de boodschap, waar het uiteindelijk om gaat, beter over komt bij de lezer. Zo blijkt dat het vasthouden aan een bepaald stramien, een vaste indeling, auteurs dwingt grondig na te denken over wat ze te schrijven hebben en hoe ze dat moeten doen. Voor speciale aspecten van het psychologisch beroep kunnen rapportages gevraagd worden die afwijken van het APA-stramien; dit zal in deze handleiding alleen nader worden uitgewerkt, voor zover dat voor de Bachelor-opleiding is vereist. Maar de APA geeft een stramien voor een aantal verschillende soorten publicaties, zodat de gewenste soort er al gauw bij zit. Docenten bij de opleiding Psychologie accepteren in principe alleen werk dat in voldoende mate overeenkomt met de APA-normen. Overigens, het Nederlands Instituut van Psychologen NIP hanteert als uitgangspunt (in elk geval voor literatuurverwijzingen) óók de APA-stijlnorm (met slechts vijf gemotiveerde afwijkingen). Het is dus zeker zinnig daar zo snel mogelijk aan te wennen en mee te oefenen, zodat het een vanzelfsprekende manier van rapporteren wordt.

3.1 Indeling

De APA-manual onderscheidt vijf veel voorkomende wetenschappelijke verslagvormen: het verslag van een empirisch onderzoek, het overzichtsartikel (review paper), het theoretisch artikel, het methodologisch artikel en de casus (case study). Voor andere gevallen is er een restcategorie voorhanden. Elk van deze verslagvormen heeft een eigen stramien. In de Bachelor Psychologie komen deze vormen van verslaglegging veelvuldig voor, waarbij het empirisch verslag verreweg de overhand heeft. Onderstaande indeling is ontleend aan de APA-manual.

3.1.1Empirisch verslagEen empirisch verslag is een rapportage van een door de auteur(s) uitgevoerd empirisch onderzoek, en bestaat altijd uit de volgende onderdelen:• Introductie, waarin wordt beschreven wat de ontwikkelingen zijn op het gebied van het

bestudeerde probleem, en het precieze doel van de studie wordt uitgelegd;• Methode, waarin een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven van de manier waarop en

de middelen waarmee het onderzoek is uitgevoerd;• Resultaten, waarin de bevindingen worden beschreven;

14

Page 15: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

• Discussie, waarin de bevindingen worden geïnterpreteerd, en bediscussieerd in termen van de ontwikkelingen van het probleem zoals die in de introductie zijn ingeleid.

3.1.2OverzichtsartikelEen overzichtsartikel (review paper) geeft een samenhangend betoog over een hoeveelheid materiaal dat al eerder is gepubliceerd. Er worden hierbij eventueel meta-analyses en/of kritische evaluaties uitgevoerd. Door het herbeschouwen van het materiaal geeft de auteur een overzicht van de ontwikkelingen in een veld van onderzoek of op het gebied van een probleem. De auteur speelt als het ware “schoolmeester” doordat hij/zij • het probleem in kwestie definieert en verheldert;• de belangrijkste onderzoekingen op het probleemgebied samenvat; • onderlinge relaties tussen bevindingen verduidelijkt;• daarbij tegenstellingen, onduidelijkheden, gaten in de kennis en dergelijke opspoort,• en een richting geeft waarin vervolgonderzoek zich zou kunnen bewegen om het

probleem verder op te lossen.De diverse onderdelen van een overzichtsartikel worden eerder in thematische dan in chronologische samenhang geordend.

3.1.3Theoretisch artikelEen theoretisch artikel is een verhandeling waarin een auteur bestaande onderzoekliteratuur gebruikt om de theorie op een bepaald gebied vooruit te brengen. Een overzichtsartikel en een theoretisch artikel hebben een vergelijkbare structuur, maar een theoretisch artikel noemt empirische literatuur alleen als deze bruikbaar is voor het doel, de theorie verder te helpen. In een theoretisch artikel presenteert een auteur een theorie om deze verder te ontwikkelen en te verfijnen. Vaak presenteert een auteur dan een nieuwe theorie, of analyseert bestaande theorieën om onjuistheden, zwakke punten en hiaten aan te tonen, of om te laten zien dat een theorie contradicties bevat, of niet in overeenstemming is met empirische feiten. De diverse onderdelen van een theoretisch artikel worden ook eerder thematisch dan chronologisch geordend, zoals dat ook bij een overzichtsartikel het geval is.

3.1.4Methodologisch artikelIn een methodologisch artikel worden nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de methodologie beschreven, zoals nieuwe methoden, aanpassingen van bestaande methoden, of discussies over kwantitatieve of data-analytische benaderingen. De empirische data vormen in zo’n geval het illustratiemateriaal voor wat men wil uitleggen. Het niveau van detail moet een goed-ingevoerde lezer de mogelijkheid geven het betoog te kunnen volgen, en de gelegenheid bieden zelf de methode toe te passen. Ook dient de lezer beschreven aanpak te kunnen vergelijken met alternatieven. Technische bijzaken dienen in bijlagen te worden beschreven.

3.1.5Casusbeschrijvingen (case studies)In een casusbeschrijving geeft een auteur informatie over een bepaalde individuele gebeurtenis met een patiënt, cliënt, organisatie, om aan de hand hiervan een probleem te bespreken. Een goede balans moet worden gevonden tussen voldoende detail aan de ene kant en bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen aan de andere kant. Het NIP kent hiervoor specifieke regels in de ethische gedragscode voor NIP-psychologen. APA-tijdschriften hanteren een Amerikaanse variant hiervan. Op twee manieren kan waarborg voor deze persoonlijke levenssfeer worden gearrangeerd:1. toestemming van de betrokkene(n) voor publicatie, met inzage vooraf van de

voorgenomen publicatie;2. volstrekte anonimisering van de gegevens en de beschrijvingen, waarbij het soms nodig

is details te veranderen die zouden kunnen terugvoeren tot herkenbare individuen.

15

Page 16: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

3.2Gezamenlijke onderdelen

Alle hier genoemde vormen van verslaglegging kennen nog enkele vaste onderdelen: een titelblad, een samenvatting en een literatuuroverzicht. Bovendien kunnen ze bijlagen bevatten, een voorwoord, en een inhoudsopgave. Ter verduidelijking van zaken kunnen er tabellen en figuren worden opgenomen. Het volgende hoofdstuk van deze handleiding bevat in detail aanwijzingen en regels hoe al deze onderdelen in een correct verslag moeten worden vormgegeven.

16

Page 17: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

4 De afzonderlijke onderdelen van een verslag

In onderstaande paragraaf staan een aantal richtlijnen waaraan verslagen moeten voldoen voordat ze voor beoordeling in aanmerking komen. Hierbij geldt dat in individuele gevallen docenten vooraf met studenten anders kunnen overeen komen. Echter, hierop kunnen studenten zich bij andere docenten of andere gevallen niet beroepen, onderstaande regels zijn in principe bindend.

4.1Algemene vormgeving - lay-out

Omdat de definitieve versie van verslagen onderdeel vormen van de beoordeling moeten studenten ze in papieren vorm inleveren. De opleiding accepteert geen definitieve versies van verslagen op een floppy of via e-mail.Verslagen moeten worden geprint of getypt. Dat wil zeggen dat handschrift niet wordt geaccepteerd. De tekst dient zich te bevinden op een vlak van het A4-blad met een ruime marge rondom, tussen de 2.54 (= 1 inch) en 3 cm. Studenten moeten gebruik maken van een goed leesbaar, courant lettertype, zoals “Times New Roman” of “Arial”, met een grootte van 11 of 12 punten en een regelafstand van één of anderhalf. De linkermarge moet strak zijn aangelijnd.Verslagen die langer zijn dan twee bladzijden dienen bladzijdennummers te hebben. De bladzijden van een verslag moeten goed aan elkaar zijn verbonden; er is niets zo slecht voor het humeur van een lezer (lees: beoordelaar) als deze een verslag dat bij een ongelukje weer helemaal in elkaar moet puzzelen .De structuur van het verslag moet bestaan uit een zinnig gebruik van niveaus van hoofdstukken, koppen en subkoppen, en eventueel sub-subkoppen. Meer niveaus zijn overbodig. Hoofstukken, koppen en subkoppen mogen worden genummerd.Hoofdstukken beginnen op een nieuwe bladzijde en hebben titels die vet en met een grotere letter zijn gezet (bijvoorbeeld 14 of 16 punts), koppen zijn vet (bold), subkoppen cursief (italic) en eventuele subsubkoppen onderstreept (underline), waarbij koppen en subkoppen een regel wit hebben tussen de tekst van de kop en de onderstaande tekst.

In het navolgende onderdeel van dit hoofdstuk worden de afzonderlijke onderdelen van het verslag besproken. De onderdelen en subonderdelen die met een * zijn gemerkt zijn facultatief; ze worden meestal wel in langere of speciale verslagen gebruikt.

4.2Titelblad (bij korte verslagen: titel)

Het titelblad (c.q. de titel) is buitengewoon belangrijk, omdat hiermee een verslag ontsloten wordt in catalogus- en referentiebestanden. Als men een fout maakt in de titel staat die fout voortaan “voor altijd” in de boeken.Op het titelblad staan vermeld: • titel (*met ondertitel). Een titel is de kortste vorm om informatie over het verslag weer te

geven. Een goede titel geeft het onderwerp en de belangrijkste variabelen, of theoretische kwesties. Voorbeeld: “De invloed van bèta-caroteen op het gezichtsvermogen van kleuters”

• auteursnaam of auteursnamen. Het is van belang een auteursnaam op te geven die de rest van iemands schrijversbestaan gelijk kan blijven. Het opnemen van extra initialen - in dien voorradig - maakt het onderscheid mogelijk tussen mensen met veel voorkomende achternamen. Er zijn velen J. de Vries-en, maar wellicht slechts enkele J.X.A. de Vries-en. Als er meer mensen verantwoordelijk zijn voor de inhoud van een verslag, dienen ze allemaal genoemd te worden. Dit kan uitmonden tot publicaties met tientallen auteurs,

17

Page 18: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

maar voor de Bachelor Psychologie zal een vier- of vijftal het maximum zijn. Bij een wetenschappelijk artikel is de volgorde van belang: de eerste auteur heeft het meeste gedaan, de tweede wat minder, en zo verder. Soms worden titels gebruikt - met name bij rapporten voor externe opdrachtgevers - ook als een soort “kwaliteitsgewicht”, maar voor (Bachelor)studenten is dit niet relevant.

• *verdere identiteitsinformatie, zoals studentnummers, administratienummers, of wat maar relevant is voor het betreffende verslag. Studentverslagen dienen verplicht van een studentnummer / collegekaartnummer te zijn voorzien, simpelweg voor een correcte administratieve afhandeling. Men wil toch dat de onderwijsadministratie de punten archiveert die verdiend zijn?

• instituut, afdeling, instelling, bedrijf, kortweg de “affiliatie”. Voor studentverslagen zullen deze in het algemeen ontbreken; eventueel “Afdeling psychologie, Rijksuniversiteit Groningen”, of “Experimentele- en Arbeidspsychologie, Rijksuniversiteit Groningen.

• locatie, zoals postadres, telefoonnummer, e-mailadres, wwwebsite (voor de bereikbaarheid van auteurs, indien gewenst)

• datum (minstens het jaar). Dit mag nooit ontbreken, want het jaartal wordt gebruikt in het verwijzen naar publicaties.

• *versienummer• *context (“onderzoeksverslag voor de cursus ...”)• *lezersgroep of beperkingen (“voor de vergadering van de commissie...”, “concept”,

“vertrouwelijk” en dergelijke)• *copyright al dan niet op een afzonderlijke bladzijde• *andere informatie (zoals bij studentverslagen: “begeleiding door...”)

4.3*Voorwoord

In een voorwoord kan de auteur kort de redenen van het onderzoek noemen, eventuele opdrachtgevers, de context, en dankwoorden vermelden. In de APA-manual wordt dit onderdeel ook wel de authors note genoemd, waarin ook wel de affiliatie en de locatie worden vermeld.

4.4*Inhoudsopgave

Bij langere verslagen geeft een inhoudsopgave een overzicht. MS-Word en andere tekstver-werkers zijn in staat om automatisch een inhoudsopgave te genereren op basis van de gebruikte koppen en subkoppen.

4.5Samenvatting

De samenvatting is, afhankelijk van het doel, 150-200 woorden lang. De samenvatting moet op zichzelf leesbaar zijn en een duidelijke indruk geven van de essentie van de inhoud. Soms wordt er een zogenaamde executive summary gevraagd; dat is een uitgebreide samenvatting speciaal voor beleidsmakers, zodat die niet het hele verslag hoeven te lezen. Soms zijn er samenvattingen nodig in andere talen (Engels, Fries). Een samenvatting kan ontbreken bij verslagen van 1 tot 2 bladzijden.

4.6 Inleiding

In de inleiding wordt in de eerste alinea het onderwerp en het probleem aangesproken. Vervolgens wordt uitgelegd waarom dat probleem een probleem is, binnen welk domein van kennis het een probleem is, en waarom het nodig opgelost moet worden. De relevante wijdere

18

Page 19: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

context wordt daarna gepresenteerd in een literatuuroverzicht, waarin ook aan bod kan komen of en wie al eens het probleem heeft onderzocht. Relevante onderzoeksresultaten van anderen worden gepresenteerd en aan het probleem gerelateerd. Ook kan hier een motivering voor de keuze van een andere benadering van het probleem komen, met mogelijk informatie over die benadering (bijvoorbeeld, simulator-onderzoek in plaats van video-observatie). De probleemstelling wordt vervolgens geformuleerd in hypothesen. Deze hypothesen worden geoperationaliseerd in een onderzoekbare vorm met onafhankelijke en afhankelijke variabelen. Mogelijk is dat ook hierbij weer literatuur wordt gebruikt (bijvoorbeeld: “het onderzoek naar slingergedrag van automobilisten toont dat dat het beste te operationaliseren is door de standaarddeviatie van de laterale positie, de sdlp, te nemen”, en dan een referentie). De onderzoeksvraagstelling(en) en eventuele hypothesen worden daarna geformuleerd in termen van de variabelen (bijvoorbeeld: “met een toenemende verhardingsbreedte van de weg neemt de standaarddeviatie van de laterale positie (SDLP) toe”) en hun niveaus. Globaal wordt ook aangegeven welke gegevensbewerkingen worden uitgevoerd om tot resultaat te komen.

4.7 Methode

Vervolgens wordt de methode van onderzoek beschreven, zodanig gedetailleerd dat anderen hiermee in principe het onderzoek opnieuw kunnen uitvoeren. Te onderscheiden aspecten zijn:• onderzoeksdeelnemers (ook wel proefpersonen genoemd, maar deze term is in APA-

jargon inmiddels ongewenst): hoeveel, welke kenmerken en waarom zij die kenmerken relevant. Is er selectie gepleegd en zo ja waarom? Is er nagegaan in hoeverre het plausibel is dat de deelnemers voldeden aan de gewenste kenmerken? Is het aantal deelnemers in overeenstemming met de vereisten in statistische zin?

• apparatuur: welke apparatuur en middelen zijn er gebruikt om het onderzoek uit te voeren? Geef een beschrijving, zoals door het noemen van merken en typen als het speciale apparatuur betreft (zoals EEG-versterkers en dergelijke) en geef voorbeelden, bijvoorbeeld door een vragenformulier of een reeks voorbeeldstimuli in de bijlagen op te nemen;

• vragenlijstconstructie: hoe is de vragenlijst geconstrueerd en welk betrouwbaarheids- en validiteitsonderzoek is uitgevoerd?

• onderzoeksopzet: hoe is het onderzoek opgezet? Hoe zijn de onafhankelijke variabelen precies uitgewerkt? Hoe is de timing van presentatie, als dat belangrijk is? Kunnen er ongewenste en/of irrelevante invloeden ontstaan door andere aspecten van de onderzoeksopzet? Hoe is vervolgens de controle over deze ongewenste invloeden van irrelevante aspecten (balanceren, matchen, randomiseren enzovoort)? Hoe worden de afhankelijke variabelen gemeten en/of berekend? In hoeverre is er rekening gehouden met de uit te voeren data-analyse (specifieke design-eisen voor statistische procedures en dergelijke)? Daarna volgt een beschrijving van de procedure inclusief de instructie aan de deelnemers (die letterlijk in een bijlage kan worden opgenomen) en het verloop van een sessie. Wat gebeurt er met de gegevens (voorbewerking voor analyse, en hoe dan wel)?

In Engelstalige publicaties (APA-manual) is het gebruikelijk om in de Methodesectie de verleden tijd te hanteren; het onderzoek is immers al uitgevoerd.

4.8 Resultaten

Er is discussie of een beschrijving van de uitgevoerde statistische analyse in de resultaten-sectie thuis hoort of dat dat een onderdeel van de methode vormt. De al genoemde APA-manual rekent dit tot de resultaten-sectie. Een afwisseling van beschrijving van methoden en de resultaten daarvan is in sommige situaties ook aan te bevelen. Van hoofdzaken naar bijzaken worden resultaten beschreven van bewerkingen van de gegevens in beschrijvende en

19

Page 20: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

waar mogelijk inferentiele statistische termen (dus, bijvoorbeeld: “het gemiddelde van de laterale positie op de smalle weg was x m van de kantstreep en y m van de middenstreep, terwijl die op de brede weg ...m was. Het 95%-betrouwbaarheisinterval rond dit verschil loopt van .. m tot .. m. Als er reden toe is ook aangeven waarom er additionele bewerkingen zijn uitgevoerd, meer dan in de inleiding is aangegeven dat zou worden uitgevoerd. Er wordt in deze sectie nog geen interpretatie gegeven, laat staan speculaties over de betekenis. In Engelstalige publicaties (APA-manual) is het gebruikelijk om de verleden tijd te hanteren om de resultaten van het onderzoek te beschrijven; de tegenwoordige tijd wordt alleen gebruikt voor algemeen geldige bevindingen; en of de bevindingen uit het onderzoek algemeen geldig zijn is in de Resultatensectie nog niet aan de orde. Dus “de gemiddelde reactietijdverhoging door slaapgebrek was 75 ms” heeft betrekking op het beschreven onderzoek, terwijl “de gemiddelde reactietijdverhoging door slaapgebrek is 75 ms” geeft een algemeen geldende waarheid weer.

Bij het vermelden van statistische gegevens is het van belang na te volgen wat in dit opzicht is geleerd bij de diverse statistiek cursussen. De APA-norm is hier soms nog wat ouderwets. Wat vooral van belang is, is dat precies beschreven wordt welke statistische procedure wordt gebruikt, hoe is nagegaan of er aan de daarvoor benodigde aannames is voldaan, en zo niet, waarom dat geen probleem vormt, wat de groottes van de gevonden effecten zijn (bijv. gemiddelden, verschil in gemiddelde, correlatie, etc.), wat de betrouwbaarheidsintervallen rondom die uitkomsten zijn of wat de p-waarde is bij een voor deze gegevens uitgevoerde statistische toets zijn. Vermeld in dat laatste geval ook de toetsingsgrootheid, en, wanneer dat aan de orde is, het aantal vrijheidsgraden. Vergeet overigens vooral niet de mogelijkheid om je resultaten kernachtig grafisch weer te geven, en maak dan ook gebruik van error bars om de onnauwkeurigheid in je resultaten weer te geven.

Twee mogelijke onderdelen van de Resultatensectie vergen afzonderlijk aandacht, tabellen en figuren. Tabellen worden gebruikt om veel cijfermateriaal in een handzame vorm weer te geven. In figuren kunnen gegevens zó worden gepresenteerd dat de onderlinge relaties tussen gegevens, of de dynamiek van gegevens in één oogopslag zichtbaar wordt. Het noemen of tonen van betrouwbaarheidsintervallen is een manier van presenteren van gegevens die op een heldere wijze de onzekerheid zichtbaar maakt wanneer je je uitkomsten als toepasbaar op de populatie zou opvatten. In een tabel kunnen betrouwbaarheidsintervallen in een afzonderlijke kolom worden opgenomen; dergelijke kolommen komen rechtstreeks uit toetsgegevens van SPSS. In een figuur kunnen betrouwbaarheidsintervallen met behulp van “error bars” worden weergegeven - zie het voorbeeld in §4.8.2 - een hulpmiddel dat in de figurenfuncties van Excel en SPSS aanwezig is.

4.8.1 TabellenEen tabel is een handige manier om veel gegevens compact te presenteren. Het overzicht blijft behouden door een verstandige wijze van groeperen en van een etiket voorzien. Hiervoor is het wel nodig dat de variabelen vooraf al van een begrijpelijke en goed onder-scheidbare naam zijn voorzien. De tabel dient een meerwaarde te hebben ten opzichte van het presenteren van de gegevens in de lopende tekst. In de lopende tekst moet naar de tabel verwezen worden: “In de voormeting bleken de gemiddelden per voertuigtype te verschillen, zoals in Tabel 1 is weergegeven.” De genoemde tabel moet dan zo snel mogelijk volgen. Het is overzichtelijk om een tabel aan de boven- of onderkant van een bladzijde neer te zetten. Het is onduidelijk als een tabel over de bladzijdenrand heen loopt, de regels van een tabel horen bij elkaar gehouden te worden. Een lange tabel moet misschien worden gesplitst; dit moet dan op een natuurlijke plaats gebeuren. Een duidelijk onderscheid moet zichtbaar zijn tussen de tabel en de rest van de lopende tekst.

Elke tabel heeft drie, soms vier, onderdelen:1. Tabelhoofd: hierin wordt gedetailleerd beschreven wat er in de tabel gepresenteerd

wordt.

20

Page 21: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

2. Kolom- en rijopschriften3. Cellen met gegevens4. Extra toelichtingHet is voor de overzichtelijkheid vaak ongewenst alle cellen van een tabel van een kader te voorzien; door een geschikte rij- en kolomwijdte kunnen vaak enkele horizontale lijnen volstaan, ook al is soms voor de overzichtelijkheid het gebruik van verticale lijnen, wat door de APA wordt ‘verboden’, wel degelijk aan te bevelen. Tabel 1 geeft een voorbeeld van een tabel waarin gemiddelden en standaarddeviaties van een onderzoek worden gepresenteerd, die zijn uitgesplitst over de diverse niveaus van de gemanipuleerde onafhankelijke variabelen. Zoals te zien is, staat de informatie over de tabel boven de tabel in het tabelhoofd, is de lay-out afwijkend, zodat het verschil tussen de tabel en de rest van de tekst goed zichtbaar is, en heeft de tabel een heldere indeling zonder veel franjes. Het is zinnig om niet te veel gegevens in één tabel op te nemen; soms kan worden volstaan met een samenvattende tabel, terwijl een uitgebreider gegevensoverzicht in een bijlage wordt opgenomen.

Tabel 1: Overzicht van het gemiddelde laterale positie (MLP), en het gemiddelde van de standaarddeviatie van de laterale positie (SDLP) op de weg in m, uitgesplitst voormeetperiode (voor- en nameting), en voor type voertuig (personenauto, bus en vrachtauto). De laterale positie is bepaald ten opzichte van de binnenkant van de zijlijn.

Voormeting NametingVoertuigtype MLP SDLP MLP SDLP

Personenauto’s 0.52 0.27 0.35* 0.15*Bussen 0.38 0.25 0.35 0.20*

Vrachtwagens 0.35 0.24 0.33 0.18** = significant verschil tussen voor- en nameting (getoetst met een t-toets, df = 98, p < 0.05).

Met een afgewogen gebruik van de tabelfunctie in MS-Word kunnen mooie tabellen worden gemaakt. Om de getallen in kolommen op de decimale punt (of komma) te centreren moeten tabulatorinstellingen worden gebruikt, omdat men in de cellen van een tabel slechts tekst-uitlijningsmogelijkheden heeft (links, rechts, gecentreerd of uitgelijnd).

Tabellen worden altijd genummerd, en de nummering staat los van de nummering van de figuren. Gebruik bij verwijzingen steeds dit tabelnummer, dus niet “in de vorige tabel was te zien...” maar “in Tabel 6 was te zien...”

Tabel 2 geeft een alternatieve manier van presenteren van dezelfde gegevens. De groepering is nu niet meer gericht op de onafhankelijke maar de afhankelijke variabelen. Welke presentatie de voorkeur heeft hangt af van het betoog en van de nadruk die men wil leggen. In Tabel 2 kan de vergelijking tussen voor- en nameting per variabele goed worden gemaakt; als dit van belang is, heeft Tabel 2 de voorkeur.

Tabel 2: Overzicht van het gemiddelde laterale positie (MLP), en het gemiddelde van de standaarddeviatie van de laterale positie (SDLP) op de weg in m, uitgesplitst voor de voor- en de nameting, en voor type voertuig. De laterale positie is bepaald ten opzichte van de binnenkant van de zijlijn.

MLP SDLPVoertuigtype Voormeting Nameting Voormeting Nameting

Personenauto’s 0.52 0.35* 0.27 0.15*Bussen 0.38 0.35 0.25 0.20*

Vrachtwagens 0.35 0.33 0.24 0.18** = significant verschil tussen voor- en nameting (getoetst met een t-toets, df = 98, p < 0.05).

4.8.2 FigurenAlle andere vormen van gegevensweergave buiten de lopende tekst of een tabel heten “figuur”, of het nu een grafiek, een foto, een lijntekening of iets anders is. Gegevens die tamelijk exact moeten worden gepresenteerd kunnen het beste in een tabel worden gezet.

21

Page 22: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Voor het verkrijgen van een overzicht, of inzicht in de relaties tussen variabelen of het verloop van de waarden van een variabele over de tijd, is een figuur het aangewezen middel. Een probleem is, dat figuren vaak te zwaar worden opgetuigd. Een heel goede vuistregel is: gebruik geen perspectieffiguren, tenzij er drie assen noodzakelijk zijn om een verschijnsel te presenteren.

Voor grafiekachtige gegevenspresentatie is de keuze veelal tussen:• puntenwolken (“scatter plots”), die één x-y relatie per punt aangeven. Hiermee worden

relaties tussen variabelen zichtbaar gemaakt door opeenhopingen van punten in een bepaalde hoek of richting. Het gaat dan meestal om het laten zien van samenhang tussen variabelen;

• lijngrafieken, waarbij op de x-as een kwantitatieve variabele staat (zoals lengte, gewicht, tijd);

• staafdiagrammen, waarbij op de x-as kwalitatieve variabelen staan (zoals groep, soort);• cirkeldiagrammen of taartdiagrammen, waarmee vooral verhoudingen en verdelingen

worden weergegeven (zoals percentages).Er zijn ook andere vormen van gegevensweergave met figuren:relatiegrafieken, waarmee de onderlinge samenhang van verbaliseerbare concepten wordt getoond;• stroomdiagrammen (“flow charts”), waarmee het verloop van bijvoorbeeld informatie

door een organisatie of een stel hersendelen wordt gevisualiseerd;• tekeningen, die schematisch picturale informatie geven;• foto’s waarmee levensechte pictorale informatie wordt getoond.De mogelijkheden van multimedia zijn in dit opzicht veel groter, echter in een verslag op papier is het moeilijk een geluidsfragment te laten klinken, of een animatie te laten aflopen.

Duidelijkheid is het voornaamste criterium. Bovendien dient een grafiek op papier in zwart-wit te kunnen worden gezien. Dus allerlei “toeters en bellen” van de figuuropmaak, zoals die bij bijvoorbeeld Excel automatisch ontstaat (default options), moet worden afgezet of veranderd.

Een figuur bestaat uit twee delen: de figuur zelf en het figuuronderschrift. In tegenstelling tot tabellen staat de informatie over de figuur altijd onder de figuur. Ook hierbij geldt weer dat de figuur op zichzelf begrepen moet kunnen worden, zonder dat uitgebreid in de lopende tekst gezocht moet worden wat er allemaal te zien is. Figuren worden ook doorlopend genummerd, waarbij de nummering los staat van die van de tabellen. Het verwijzen naar figuren gebeurt op dezelfde manier als waarop naar tabellen wordt verwezen, “in Figuur 1 staat de interactie afgebeeld tussen voertuigtype en meetperiode voor de SDLP.” En dan moet de figuur snel volgen. Zoals bij tabellen is het ook bij figuren zo dat er meerdere mogelijkheden zijn om dezelfde gegevens te presenteren. Als illustratie worden enkele varianten getoond van de gegevens in Tabel 1 (en Tabel 2) en van fictieve andere gegevens. Zo geeft Figuur 2 een andere benadering van dezelfde data als Figuur 1; Figuur 2 is handig voor het vergelijken van de gegevens over de diverse voertuigtypen per meetmoment, terwijl in Figuur 1 juist de verschillen tussen de meetmomenten per voertuigtype goed kunnen worden gezien. Figuur 3 geeft dezelfde gegevens als Figuur 2, maar in een lijngrafiek, zodat de interactie tussen de gegevens beter te zien is: het lijntje van de personenauto’s daalt van het hoogste naar het laagste punt. In Figuur 4 is een voorbeeld van een puntendiagram (scatter plot), en Figuur 5 toont een taartpuntdiagram.

Over de gebruikersvriendelijkheid van tabellen en figuren zijn in de ergonomische literatuur artikelen en onderzoeksverslagen te vinden, die behulpzaam kunnen zijn om de optimale vorm te zoeken. Zoals meestal is het compromissen sluiten tussen diverse aspecten van duidelijkheid, volledigheid, precisie en overzicht. En ook de APA-manual geeft een aantal verhelderende voorbeelden.

22

Page 23: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Figuur 1: gemiddelde standaarddeviatie van de laterale positie (SDLP), per meetperiode, afzonderlijk voor elk voertuigtype.

Figuur 2: gemiddelde standaarddeviatie van de laterale positie (SDLP), per voertuigtype afzonderlijk voor elke meetperiode.Figuur 3: gemiddelde standaarddeviatie van de laterale positie (SDLP), per voertuigtype afzonderlijk voor elke meetperiode.

23

0

0.1

0.2

0.3

personenauto's bussen vrachtwagens

Voertuigtype

SDLP

(m)

voormetingnameting

0

0.1

0.2

0.3

voormeting nametingMeetperiode

SDLP

(m)

personenauto'sbussenvrachtwagens

Page 24: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Figuur 4: puntendiagram van de groep onderzoeksdeelnemers met op de x-as de lengte en op de y-as het gewicht. De correlatiecoëfficient tussen deze variabelen voor de getoonde groep onderzoeksdeelnemers is 0.89; dat is hoger dan die van de hele populatie, die 0.49 bedraagt.

24

0

0.1

0.2

0.3

voormeting nametingMeetperiode

SDLP

(m)

personenauto'sbussenvrachtwagens

40

50

60

70

80

90

100

110

120

1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 2 2.1

Lengte (m)

Gew

icht

(kg)

Page 25: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Figuur 5: overzicht van de verdeling der belangrijkste politieke partijen in de Tweede-Kamerverkiezingen van 2002.

4.9 Discussie

De resultaten worden opnieuw besproken, en de betekenis ervan voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag. De volgorde is, dat eerst de voornaamste gegevens worden gepresenteerd die voor het wel of niet verwerpen van eventuele hypothesen van belang zijn. Dan worden discussiepunten besproken, waarbij alternatieve verklaringen een rol spelen, of de invloed van noodgedwongen keuzes of omstandigheden (bijvoorbeeld: “het slingergedrag van de bestuurders op de smalle weg was groter dan dat op de brede weg, maar uit de personengegevens bleek dat de leeftijd van de bestuurders op de smalle weg gemiddeld ruim 75 jaar is, en niemand jonger was dan 60, terwijl op de brede wegen de gemiddelde leeftijd 30 jaar was, met niemand ouder dan 40”). Op basis van deze discussie kan een voorstel voor een vervolgonderzoek worden gedaan, of worden aangegeven hoe het onderzoek beter of anders had kunnen worden uitgevoerd.

De APA-manual schrijft voor een gemengd gebruik van verleden en tegenwoordige tijd. Verleden tijd voor het beschrijven van gebeurtenissen die inderdaad in het verleden zijn afgesloten, tegenwoordige tijd voor discussiepunten, conclusies en speculaties. Hierdoor betrekt de schrijver de lezer bij zijn of haar redenering. Dus: “Janssen en Tilanus (1935) vonden dat.... Echter, de resultaten van het huidige onderzoek kunnen betekenen dat...”, en “De interactie tussen de effecten van slaapgebrek en signaaldegradatie kan betekenen dat...”

Een conclusie is kort en bondig. Een puntsgewijze opsomming van maximaal een halve bladzijde is een goede vuistregel; als het meer wordt blijkt toch vaak dat er weer uitwijdingen en alternatieve verklaringen in de conclusie staan, die eigenlijk al eerder ter sprake horen te komen. Ten slotte is het handig alles nog even kort samen te vatten in een laatste alinea.

4.10Referenties en literatuur

In een verslag volgt na de discussie en een eventuele conclusie de volledige weergave van de gebruikte en gerefereerde literatuur. Maar voordat de individuele referenties wordt opgesomd zijn ze al eens of vaker in de tekst als aanhaling voorgekomen. Deze paragraaf zal dan ook aandacht besteden aan beide aspecten: de referentie in de lopende tekst en de opsomming in de literatuurlijst.

25

PvdA15%

VVD16%

CDA29%

LPF17%

rest23%

Page 26: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

4.10.1Referenties in de tekstVooral in de Introductie en de Discussie staan verwijzingen naar externe bronnen. Dat kunnen allerlei zaken zijn, maar het gaat meestal om artikelen, hoofdstukken, boeken en rapporten, en tegenwoordig ook wel om gegevens op WWWebpagina’s. Er zijn vele manieren om verwijzingen naar deze externe bronnen op te nemen; het stramien van de APA-manual wordt voor de Bachelor Psychologie voorgeschreven. Bij dit stramien vormt de auteursnaam en jaar van publicatie de ingang naar een literatuurverwijzing. Elk stuk heeft een auteur en een jaar van publicatie. Meestal is dat een of meer personen waarvan de naam of namen op het stuk staan. Soms is het een organisatie, alleen af en toe is op een stuk geen enkele auteurs- of organisatienaam te bekennen. Ook een jaar van publicatie is soms moeilijk of helemaal niet te achterhalen. In alle gevallen is er een regel die voorschrijft hoe te handelen om een dergelijke publicatie in de tekst aan te halen. De meest voorkomende gevallen zullen nu worden behandeld.

Stukken van één auteur met jaar van publicatie: Dit kan op twee manieren: “Janssen (1998) beweerde dat...”, of “Aangetoond is (Janssen, 1998) dat...”. De eerste vorm heeft de voorkeur, de tweede is erg passief. Let op de komma tussen namen en jaartal bij het geval tussen haakjes.

Stukken van twee auteurs met jaar van publicatie: Ook hierbij zijn twee vormen: “Janssen en Tilanus (1998) vonden...”, of “Zoals bekend (Janssen & Tilanus, 1998) is ....”. Het verschil zit in het gebruik van “en” als de verwijzing in de tekst staat, en een “&”-teken als de verwijzing tussen haakjes staat. Steeds worden bij vervolgaanhalingen beide auteurs genoemd.

Stukken van drie, vier of vijf auteurs met jaar van publicatie:De eerste keer dat een stuk wordt aangehaald worden alle auteurs genoemd. Dus: “Janssen, Tilanus en Dreesmann (1998) beweerden dat...”, of “Een ander gezichtspunt (Janssen, Tilanus & Dreesmann, 1998) is...”.Bij een tweede en volgende keer kunnen alle auteurs na de eerste worden vervangen door “et al.” (Latijnse afkorting voor “en overigen”; let op de punt achter al.). Dus: “Janssen et al. (1998)...”, of “...(Janssen et al., 1998)...”Het kan zijn dat er twee stukken zijn met auteurslijsten die veel op elkaar lijken. Dan moet men pas “et al.” gaan gebruiken als er eenduidigheid is. Bijvoorbeeld: “Janssen, Tilanus, Dreesmann, De Witt en Pietersen (1998) onderzochten..., terwijl Janssen, Tilanus, Vroom, Simon en Hein (1998) dit aanvulden met ...” worden later “Janssen, Tilanus, Dreesmann et al. (1998)” versus “Janssen, Tilanus, Vroom et al. (1998).

Stukken van zes of meer auteurs met jaar van publicatie:In dit geval worden de tweede en volgende auteurs meteen vervangen door “et al.”. In het geval van verwarring met vergelijkbare lijstjes worden auteursnamen vervangen door “et al.” zodra het eenduidig is.

Geen auteursnaam, wel een instituutsnaam en jaartal:Het instituut (bedrijf, organisatie, en dergelijke) wordt als auteur aangemerkt, de eerste keer voluit geschreven en eventuele latere keren afgekort. Bijvoorbeeld: Aan de Rijksuniversteit Groningen (2002) vond men ...”, en later: “zoals in het rapport van de RuG (2002) werd beweerd, ...”.

Geen auteurs- of instituutsnaam, wel een jaartal:Dan wordt de eerste regel, of de titel als ingang gebruikt. Een titel wordt bovendien cursief gezet. “in het rapport Vele Handen (2001) ...”. Als er wel een auteur is, maar deze anoniem is gebleven, kan men ook als auteursnaam Anoniem opnemen, met een jaartal.Twee auteurs met dezelfde achternaam:

26

Page 27: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Deze worden onderscheiden door de voorletters erbij te vermelden. “L.J.M. Mulder (1994) beweerde..., terwijl G. Mulder (1995) stelde ...”

Twee of meer werken van dezelfde auteur:Deze kunnen gemakkelijk worden opgegeven door alleen de jaren te vermelden. “Janssen en Tilanus (1998, 1999, 2002) hebben herhaaldelijk aangetoond dat ...”. “Zoals vaak is gevonden (Janssen & Tilanus, 1998, 1999, 2002; Pietersen, 1997, 1998; Vroom & Dreesmann, 1995, 1996) ...” In zo’n geval worden de aanhalingen tussen de haakjes alfabetisch gerangschikt. Als er echter een belangrijk werk is, kan men dat voorop zetten, met de rest er in alfabet achter: “Overtuigend is aangetoond (Vroom & Dreesmann, 1995; zie ook Janssen & Tilanus, 1998, 1999, 2002; Pietersen, 1997, 1998) dat ...” Let op de puntkomma’s tussen de diverse groepjes aanhalingen.

Dezelfde auteurs en hetzelfde jaar:Het onderscheid wordt bereikt door de jaartallen van een letter te voorzien. “Janssen (1998a, 1998b) vond dat ...”

Klassieke werken:Deze worden naar auteur en eventueel een later gepubliceerde vertaling aangehaald. “Aristoteles (vert. 1931) beweerde al dat ...” of “Zoals James (1890/1983) al zei, ...”, of “De Grieken (Plato, vert. 1983) wisten al dat ...” Uit de Bijbel wordt geciteerd met boek en vers . “1 Kor. 13:15”.

Verder:Als er geen jaar van publicatie bekend is, kan met er “ongedateerd” van maken (of “n.d.” van “no date” in de APA-manual).Soms is het nuttig specifiek aan te halen, bijvoorbeeld als er een citaat in de tekst is verwerkt. Dan wordt bijvoorbeeld ook een bladzijde, paragraaf of hoofdstuk genoemd. “Dit staat vermeld in de APA-manual (2001, p.213)”.Soms wil men refereren aan iets dat niet gepubliceerd is, zoals een brief, een memo, een gesprek. Dit heet een “persoonlijke communicatie” (personal communication in de APA-manual). Zo wordt dit ook aangegeven. “In een weerwoord op dit argument stelde Janssen (persoonlijke communicatie, 18 mei 2002) dat ...”In Engelstalige aanhalingen worden komma’s geplaatst achter elke naam in een rijtje van drie of meer namen, dus ook achter de voorlaatste waar “and”, of het “&”-teken voor staat. Dus volgens de APA-norm is het “Janssen, Tilanus, and Vroom (2001) stated ...” of “As was found before (Janssen, Tilanus, & Vroom, 2001) ...” Dat is een verschil met Nederlandstalige aanhalingen, waarin dat niet gebeurt.Een publicatie die nog niet is verschenen wordt aangehaald met “in voorbereiding” of “in druk” (“in preparation”, respectievelijk “in press”).

4.10.2Referenties in de literatuurlijstIn de APA-manual worden een groot aantal voorbeelden gegeven voor het correct vormgeven van een literatuurlijst. De meest voorkomende soorten referenties zijn in het navolgende deel opgenomen; voor andere referenties zij verwezen naar de APA-manual. Het is de bedoeling dat auteurs deze aanwijzingen tot op de punten en komma’s nauwkeurig navolgen, dus niet zo maar globaal benaderen.

Auteursnaam vormen:Omdat de auteursnaam in dit systeem van refereren de voornaamste ingang is, en het rangschikken alfabetisch gebeurt, is het van belang dat de auteursnaam precies en zeer consequent wordt gevormd. Auteursnamen worden gevormd door de achternamen, gevolgd door de voorletters. Meerdere auteurs worden gescheiden door een komma, de laatste wordt voorafgegaan door een “&”-teken. Er is een klein verschil tussen Nederlandstalige en

27

Page 28: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Engelstalige (APA-stijl) opsommingen, namelijk dat bij Engelstalige opsommingen de komma er altijd staat en bij Nederlandstalige achter de voorlaatste auteur wegvalt.

Voorbeelden Nederlandstalig:Janssen, P.Janssen, P. & Pietersen, J.Janssen, P., Pietersen, J., Klaassen, L.H. & Vries, P. de

Voorbeelden Engelstalig:Janssen, P.Janssen, P., & Pietersen, J.Janssen, P., Pietersen, J., Klaassen, L.H., & De Vries, P.

Alfabetiseren:De lijst met literatuur wordt op alfabet van auteursnamen gerangschikt. Voor een Nederlandstalige rapportage gebruikt met de Nederlandse manier van alfabetiseren (zie Renkema blz. 405. Voor Engelstalige rapportages worden de APA-normen aangehouden. Er is een verschil, met name bij typisch Nederlandse namen met tussenvoegingen. Dick de Waard wordt in een Nederlandstalig verslag opgenomen als Waard, D. de (2002), dus bijna onderaan in het alfabet. Maar in een Engelstalig verslag wordt het De Waard, D. (2002), dus nogal vooraan. De Engelse alfabetisering volgt volstrekt precies wat er staat, de Nederlandstalig plaatst de tussenvoegsels achter het “hoofdwoord van de achternaam”.Werk met dezelfde auteur(s) wordt in chronologische volgorde geplaatst. Vergeet eventuele a, b en c’tjes niet. Eerst de enkele auteur en dan met twee en zo verder. Dus:Janssen, P. (1998a). ...Janssen, P. (1998b). ...Janssen, P. (1999). ...Janssen, P. & Tilanus, J. (1996). ...Janssen, P., Tilanus, J. & Pietersen, P. (1995). ... Instituten worden voluit genoemd, zowel als auteursnaam, als als uitgeversnaam bij rapporten en dergelijke (zie verderop). Ook “Anoniem” of “Anonymous” wordt voluit geschreven en als auteursnaam behandeld.

Tijdschriftartikelen:Auteurs (jaar). Titel artikel. Titel tijdschrift, v, xx-yy.Hierbij staat v voor het volumenummer, en xx-yy voor de begin- en eindpagina van het artikel.Bijvoorbeeld:Wilde, G.J.S. (1988). Risk homeostasis theory: propositions, deductions and discussion of recent commentaries. Ergonomics, 31, 441-468.Helbing, D., Farkas, I. & Vicsek, T. (2000). Simulating dynamic features of escape panic. Nature, 407, 487-490

Tijdschrift met steeds opnieuw beginnende nummering:Auteurs (jaar). Titel artikel. Titel tijdschrijft, v(nr)¸ xx-yy.Hierbij staat nr voor het volgnummer; v kan dan ook een jaargang zijn.Bijvoorbeeld:Grønhaug, A. (1997). Road tunnel linings: design for safety, comfort and aesthetics. Nordic road & transport research, 9(3), 4-6.

Boeken:Auteurs (jaar). Titel. Plaats: uitgeverij.Auteurs (jaar). Titel (druk). Plaats: uitgeverij.Schultz, D.P. & Schultz, S.E. (2002). Psychology and work today (8e druk). Upper Saddle River, N.J., USA: Prentice Hall.

28

Page 29: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Voskamp, P., Scheijndel., P.A.M. van & Peereboom, K.J. (Red.) (2002). Handboek ergonomie 2002. Alphen aan den Rijn: Kluwer. Delen van boeken Nederlandstalig:Auteurs (jaar). Titel van hoofdstuk. In A. Redacteur, B. Redacteur & C. Redacteur (Red.), Titel boek (pag. ... - ...). Plaats: uitgeverij.Bijvoorbeeld:Janssen, W. (2000). Gedrag en veiligheid. In F.J.J.M. Steyvers (Red.), Gedrag en verkeersveiligheid bij telematicatoepassingen (pag. 21-29). Maastricht: Shaker.

Delen van boeken Engelstalig:Auteurs (jaar). Titel van hoofdstuk. In A. Redacteur, B. Redacteur, & C. Redacteur (Eds.), Titel boek (pp. ... - ...). Plaats: uitgeverij. Nadere gegevens indien relevantAls er maar één redacteur is, komt er (Ed.) in plaats van (Eds.) te staan.Bijvoorbeeld:Burnett., G.E., & Porter, J. (2002). An empirical comparison of the use of distance versus landmark information within human-machine interface for vehicle navigation systems. InD de Waard, K. Brookhuis, J. Moraal, & A. Toffetti (Eds.), Human factors in transportation, communication, health, and the workplace (pp. 49-64). Maastricht: Shaker.Wood., P.G. (1980). A survey of human behaviour in fires. In D. Canter (Ed.), Fires and human behaviour (pp. 83-95). Chichester: John Wiley & sons.

Rapporten:Deze hebben vaak een instituut als uitgever en een serienummer of code of iets dergelijks.Bijvoorbeeld:Boer, L.C. & Steyvers, F.J.J.M. (2001). Vluchtwegen en vluchtwegaanduidingen Westerscheldetunnel (rapport TM-01-C003). Soesterberg: TNO Technische Menskunde.

Online artikelen:Auteurs (jaar). Titel artikel. Titel tijdschrift, v, xx-yy. Opgezocht dd-mmm-jaar van bron.Bron is hier het soort gegevensbestand, bijvoorbeeld een on-line tijdschrijf, Web-site, Web-pagina, nieuwsgroep, discussiegroep, electronische nieuwsbrief en dergelijke.Bijvorbeeld:Schoorl, J. & Wagendorp, B. (2002). Jorritsma weet het allemaal ook niet. De Volkskrant, 17 september 2002. Geraadpleegd op Internet op 19 september 2002, ca. 15:30 uur via URL http://www.volkskrant.nl/denhaag/1032153026281.html

Er zijn nog veel meer soorten literatuur. Om deze correct te citeren, gelieve men de APA-manual te raadplegen.

Vertaling:Als men een anderstalige bron aanhaalt, is het gebruikelijk de titel te vertalen in de taal van de uiteindelijke rapportage, tussen [].Bijvoorbeeld voor in een Engelstalig artikel:Boer, L.C., & Steyvers, F.J.J.M. (2001). Vluchtwegen en vluchtwegaanduidingen Westerscheldetunnel [Escape ways and escape-way marking in the Westerschelde tunnel] (report no. TM-01-C003). Soesterberg: TNO Human Factors.Omdat bekend is dat de Engelstalige versie van TNO Technische Menskunde TNO Human Factors is - dat staat in de Engelstalige samenvatting van dit rapport. Indien, zoals in dit geval, er een Engelstalige samenvatting is wordt de vertaling rechtstreeks overgenomen - ongeacht de kwaliteit - anders moet men zelf een vertaling maken.

Vormgeving:De literatuurlijst is een bron die niet gelezen wordt maar gebruikt wordt om snel iets in op te zoeken. Visuele toegankelijkheid wordt bereikt door tussen elke verwijzing een witregel te

29

Page 30: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

plaatsen, of de tweede- en volgende regels van een verwijzing in te springen. Door dit laatste springt de relevante ingang - de auteursnaam, met name de eerste auteursnaam - als het ware vanzelf in het oog. De literatuurlijst van deze handleiding vormt hiervoor een goed voorbeeld.

4.11 *Bijlagen

In bijlagen kunnen allerlei details worden opgenomen, zoals letterlijke instructies, uitvoerige tabellen, voorbeelden van vragenlijsten en stimuli, letterlijke antwoorden op vragen van enquêtes, eventueel gerubriceerd of op een of andere manier gesorteerd, wiskundige bewijzen en afleidingen en dergelijke. In feite is het de vergaarbak of het archief voor alle informatie die relevant is voor het onderzoek, maar die elders - met name in de methode- en resultatensecties - teveel plaats in beslag neemt en die niet meteen relevant is voor het begrip.

30

Page 31: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

5 De afzonderlijke onderdelen van de Bacheloropleiding

Dit hoofdstuk geeft aan welke specifieke eisen er door afzonderlijke onderdelen van de Bacheloropleiding Psychologie gesteld worden aan de verslaglegging. Uiteraard gelden de in de voorgaande hoofdstukken uitgelegde aspecten evenzeer.

5.1 Het eerste jaar5.1.1 Het observatiepracticum5.1.2 Het interviewpracticum5.1.3 De mentorgroepverslagen

5.2 Het tweede jaar5.2.1 Het onderzoekspracticum

5.3Het derde jaar

...

5.3...De bachelortheseHet “eindverslag van de Bacheloropleiding Psychologie”, de Bachelorthese, vormt in feite het ultieme bewijs van de beheersing van het schriftelijk rapporteren. De eisen die docenten hieraan zullen stellen kunnen heel bondig worden opgesomd: alle aspecten die in de hoofdstukken 2, 3 en 4 aan bod zijn gekomen dienen voldoende te zijn. En inhoudelijk dient er een betoog te worden afgeleverd dat bewijst dat de schrijver de kwalificatie Bachelor in de Psychologie (Of BSc) waardig is; het is aan de begeleidend docent om deze kwaliteits-bewaking uit te voeren. Andere aspecten van de Bachelorthese, zoals doelen, procedure en werkwijze, zijn te vinden in een afzonderlijke brochure, die bij het starten met de bachelorthese aan de studenten ter hand wordt gesteld.

Een Bachelorthese moet de volgende onderdelen bevatten:

Titelblad met Nederlandstalige én Engelstalige titel, auteursnaam en studentnummer, studie (Bacheloropleiding Psychologie) en instituut (Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen) en begeleider en tweede lezer.SamenvattingSummary (= Engelstalige samenvatting)De rest van de these.Omvang: de bachelorthese moet geschreven kunnen worden in een verslag van 6000-8000 woorden “kerntekst” (= van introductie t/m conclusies, excl. voorwoord, inhoudsopgave, samenvattingen (in Nederlands en Engels), literatuuropgave en bijlagen), een flink artikel dus. Methode en delen van de resultaten kunnen gezamenlijk worden geschreven, maar zeker inleiding en discussie dienen individuele stukken te zijn. Het geheel dient minstens het niveau te hebben van een artikel in een (Nederlandstalig) vakblad.

31

Page 32: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Literatuur

Aangehaald in de tekst:Ackermann, M., Osseweijer, E., Schmidt, H., Molen, H. van der (2006). Zelf leren schrijven.

Amsterdam: Uitgeverij Boom. ISBN 90 8506 224 1.American Psychological Association (2001). Publication manual of the American

Psychological Association (5th edition). Washington DC: American Psychological Association. ISBN: 1 55798 790 4 (hard cover) of ISBN 1 55798 791 2 (paperback).

Nederlandse Taalunie (2005). Woordenlijst Nederlandse taal. Den Haag: SDU Uitgevers. ISBN 90 1210 5900.

Pol. J. van de (2002). In goed Nederlands (6e editie). Den Haag: SDU Uitgevers. ISBN: 90 1209 515 8.

Renkema, J. (2002). Schrijfwijzer (4e editie). Den Haag: SDU Uitgevers. ISBN: 90 1209 023 7.

Gebruikt voor het maken van deze handleiding zonder expliciet aangehaald te zijn:Arrindell, W.A., Sanderman, R., & Velsen, C. van (1997). Richtlijnen voor verslaggeving:

samenvatting van de Publication Manual van de American Psychological Association. Groningen: sectie Klinische Psychologie, Rijksuniversiteit Groningen.

Nederhoed, P. (1996). Helder rapporteren - een handleiding voor het schrijven van rapporten. scripties, nota's en artikelen in wetenschap en techniek. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghem.

Rothengatter, J.A. (ongedateerd). Instructies voor afstudeerverslagen, scripties en stageverslagen. Groningen: (voormalig) Centrum voor Omgevings- en Verkeerspsychologie, Rijkuniversiteit Groningen.

Soudijn, K. (1991). Scripties schrijven. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghem.Velsen, V. van, Lindsen, J.P. & Zijlstra, W.P. (ongedateerd). Experimenteren en verslag

schrijven. Groningen: Experimentele en Arbeidspsychologie, Rijksuniversiteit Groningen.

Vries-Griever, A.H.G. de (1988). Richtlijnen voor opzet, inhoud, en layout van wetenschappelijke voorstellen en verslagen. Groningen: Functieleer en Arbeidspsychologie, Rijksuniversiteit Groningen.

Visser, G. (2002). Handleiding bij de schrijfopdrachten B14 Mentorgroepen. Groningen: Afdeling Psychologie, Rijksuniversiteit Groningen.

Visser, G. (ongedateerd). Het interviewverslag. Groningen: Afdeling Psychologie, Rijksuniversiteit Groningen.

32

Page 33: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Bijlage 1 Manieren om te zeggen: ik weet het niet...

Ter leringh ende vermaeck.In de Parlementaire Enquête naar de Bouwfraude is op 16 september 2002 oud-minister A. Jorritsma ondervraagd. Ze wist vaak geen anwoord op de gestelde vragen. Als voorbeeld van verhullend taalgebruik staat hier een weergave van hoe ze dit aan de enquêtecommissie vertelde.

'Moet u mij niet vragen, dat weet ik niet.''Daar moet u mij niet op aanspreken.''Op dat moment wist ik het niet.''Ik kan niet anders zeggen dan dat ik het feitelijk niet wist.''Ik kan daar als oud-minister geen uitspraak over doen.''U zult mijn mening daarover te zijner tijd horen als Tweede Kamer-lid.''Ik ga geen opinie geven over die mening van de NMa.''Eerlijk gezegd kan ik daar geen antwoord op geven.''Ik heb geen reden gezien me daarin te verdiepen.''Ik heb daar geen speciale herinnering aan.''Omdat ik het me niet herinner, kan ik me niet voorstellen dat er een groot conflict was.''Ik kan daar zo geen antwoord op geven.''Ik kan niet anders dan vermoeden dat daarover gesprekken zijn gevoerd.''Uiteindelijk heeft de minister (Jorritsma zelf, red.) kennelijk de knoop doorgehakt.''Ik snap de vraag niet. Dan wordt het moeilijk om antwoord te geven.''Ik heb daar geen bijzondere herinneringen aan, dus ik neem aan dat het in harmonie is gegaan.''Ik heb daar dus blijkbaar over gesproken en blijkbaar heeft men mij naar genoegen kunnen informeren.''Dat zou ik niet meer weten.''Dat kan ik mij niet herinneren, die discussie.''Dat zijn dingen die zeven, acht jaar geleden zijn gebeurd! Het zou kunnen.''Ik heb geen feiten toe te voegen.''U vraagt mij nu dingen die waarover ik niets wil of kan zeggen.''Ik kan niet anders zeggen dan dat ik dat vermoed.''Ik ga dat zo niet zeggen. Omdat ik dat zo niet weet.''Ik kan het me niet zo goed meer herinneren. Helemaal níet.''Kan ik me niets van herinneren.'

(bron: Schoorl, J., & Wagendorp, B. (2002). Jorritsma weet het ook allemaal niet. De Volkskrant, 17 september 2002, geraadpleegd op Internet op 19 september 2002, ca. 15:30 uur via URL http://www.volkskrant.nl/denhaag/1032153026281.html)

33

Page 34: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Bijlage 2: Lijst met veel gebruikte symbolen en SI-eenheden

Veel voorkomende eenheden en groothedensymbool betekenis

A ampère (stroomsterkte)AC wisselstroom (alternating current) °C graden Celcius (temperatuur)cd candela (lichtsterkte van een puntbron)cd/m2 luminantie (lichtsterkte van een niet-puntbron)cm centimeter (afstand)cps trillingen per seconde (cycles per second) - Gebruik Hz (Hertz)dB decibel ((relatieve) geluidssterkte)DC gelijkstroom (direct current)deg/s (hoek)graden per seconde (degrees per second) dl deciliter (inhoud)°F graden Fahrenheit (temperatuur) - Omrekenen naar Celcius!g gram (gewicht)h uur (hour) (tijd)Hz Hertz (aantal trillingen per seconde)in. inch - Omzetten naar metrisch cm IQ Intelligentie Quotient J Joule (energie)kg kilogram (massa)km kilometer (afstand)kph kilometers per hour (snelheid), ook: km/u kilometer per uur.kw kilowatt (vermogen)L liter (inhoud)lm lumen (lichtstroom)lx lux (verlichtingssterkte)m meter (afstand)m2 vierkante meter (oppervlakte)m/s meter per seconde (snelheid)m/s2 meter per seconde kwadraat (versnelling)mA milliampere (stroomsterkte)mg milligram (gewicht)min minuut (tijd)ml milliliter (inhoud)mm millimeter (afstand)mph miles per hour - Omzetten naar metrisch kmh of km/ums millisecond (tijd)N newton (kracht)ns nanosecond (tijd)ppm parts per million (relatieve hoeveelheid)psi pound per square inch - Omzetten naar metrisch kg/cm2 of Pascalrad radialen (hoekmaat)rad/s redialen per seconden hoeksnelheid)rpm omwentelingen per minuut (revolutions per minute) (toerental) s second (tijd)V Volt (spanning)W Watt (vermogen)yr jaar (year) (tijd)Ω Ohm (elektrische weerstand)

34

Page 35: Schriftelijk rapporteren in de Bachelors Psychologie website/onderwi… · Psychologie Een handleiding voor het verzorgen van schriftelijke ... Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding

Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie

Statistische afkortingen en symbolensymbool betekenis

ANCOVA Covariantie-analyseANOVA Variantie-analysed Cohen's maat voor effectgroottef frequentieF Fisher's F-ratioH0 NulhypotheseMANOVA multivariate variantie-analyseMS mean squareMSE mean square errorn aantal in substeekproefN totaal aantal in de steekproefp kans(waarde)r produkt-moment correlatiecoëfficiëntR multiple correlatieR2 gekwadrateerde multiple correlatieSD standaarddeviatieSE standaardfoutSS kwadratensom (sum of squares)t t-test waardex horizontale as (in grafieken)y vericale as (in grafieken)z standaardscoreΣ somτ Kendall's rang-correlatiecoëfficiëntχ2 chi-kwadraat testwaarde

35