Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van...

44
Schoolportretten Opleiden in de School SBO

Transcript of Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van...

Page 1: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Schoolportretten

Opleiden in de School

SBO

Page 2: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

VoorwoordMet bijzonder veel genoegen breng ik – namens de stuurgroepWSNS+ – een vijftal portretten van scholen voor speciaal basis-onderwijs onder uw aandacht.Scholen die er in zijn geslaagd expliciet aandacht te bestedenaan het op- en begeleiden van zowel zittend als nieuw personeelin de school.Samen met zo’n 200 andere scholen voor speciaal basisonder-wijs (SBO) hebben zij optimaal gebruik gemaakt van de stimule-ringsregeling ‘Opleiden in de School’ voor het SBO. Een stimule-ringsregeling die de deelnemende scholen in staat stelde om 50euro per leerling in te zetten voor het verbeteren van de oplei-dingscomponent in de eigen schoolomgeving zodat de uitstroomvan gekwalificeerd personeel kan worden tegengegaan of deinterne doorstroom van professionals kan worden bevorderd. Uitonderzoek bleek telkens weer dat uitstroom en doorstroom bin-nen het SBO knelpunten in het personeelsbeleid waren. Doorgebruik te maken van deze regeling kunnen scholen op basisvan een eenvoudig en transparant plan van aanpak het integraalpersoneelsbeleid versterken en verbeteren.

Zoals gezegd is er op grote schaal gebruik van gemaakt en zijner in alle gevallen ook prima resultaten bereikt. Resultaten dieover het algemeen een duurzame plek kunnen krijgen in de vol-ledige schoolontwikkeling, maar nog wel degelijk een extra sti-mulans kunnen gebruiken.Eén van die stimulansen willen we u aanreiken met deze portret-ten; andere impulsen kunnen wellicht gevonden worden in derecente regelingen als academische scholen en de dieptepilotsOpleiden in de School van het ministerie van OCW.WSNS+ kan alleen nog zorgen voor borging en overdracht vande opbrengsten uit de bovengenoemde stimuleringsregeling spe-cifiek voor het SBO.Deze portretten worden onder alle speciale basisscholen ver-spreid en beschikbaar gesteld via de innovatiesite van Kennis-net. De portretten zijn niet alleen leerzaam voor de scholen diedeelnemen aan het project. Daarom worden de portretten ookonder de aandacht gebracht van scholen voor (voortgezet) spe-ciaal onderwijs, samenwerkingsverbanden WSNS, pabo’s, oso’sen schoolbegeleidingsdiensten. De projectgroep Opleiden in de School SBO hoopt dat u uwvoordeel kunt doen met deze veelbelovende voorbeelden enontwikkelingen van scholen die hard werken aan het versterkenvan de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en datdit u een verdere richting en impuls kan geven in de ontdek-kingstocht die Opleiden in de School heet.

Ik wil de scholen en professionals die hebben deelgenomen aande uitwerking van dit traject heel hartelijk danken voor de enor-me inzet en inspanningen en wens hen en alle andere scholenvoor speciaal en regulier onderwijs veel succes en wijsheid toebij de ontwikkeling van het personeels- en schoolbeleid.

Roel WeenerProjectmanager WSNS+

Colofon

Uitgave:WSNS+, project Opleiden in de SchoolPostbus 162, 3440 AD WoerdenTelefoon 0348 - [email protected]

Interviews:Kristie Gloudemans en Jos van der Pluijm,WSNS+, Woerden

Meewerkende scholen:SBO De Piramide, BladelScholengemeenschap Beyaert, HengeloSBO De Bonte Vlinder, Den HaagSBO De Watertuin, AlmereDon Boscoschool, Lisse

Tekstredactie:Peter Hamers, Tilburg

Ontwerp en DTP:Fons van der Reep, Woerden

Fotografie:Kristie Gloudemans, WSNS+, Woerden

Druk:Drukkerij Twigt BV, Waddinxveen

Page 3: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

1

InleidingIn het schooljaar 2003-2004 is het project 'Opleiden in de SchoolSBO' van start gegaan. Doel van dat project was in de eersteplaats om de uitstroom van personeel uit het speciaal basison-derwijs te verminderen en in de tweede plaats om de mogelijk-heid te vergroten personeel binnen de school andere functies oftaken te geven. Scholen konden bij WSNS+ een plan indienen.In dat plan moesten scholen aangeven op welke manier ze deinterne scholing en begeleiding van zittend en nieuw personeelwillen verbeteren. Als dat plan werd goedgekeurd, kregen descholen een bedrag van 50 euro per leerling en konden ze hetplan gaan uitvoeren.

In totaal heeft 60% van de scholen voor speciaal basisonderwijsmeegedaan aan het project en een plan ingediend. Deze plan-nen laten een veelheid aan activiteiten zien. Scholen hebben bin-nen hun eigen mogelijkheden gezocht naar een passendemanier om binnen hun school vorm en inhoud te geven aan hetopleiden en begeleiden van leraren. Sommige scholen hebbendaarbij ook samenwerking met de PABO in hun omgevinggezocht.

In dit magazine wil WSNS+ vijf voorbeelden of portretten latenzien van scholen voor speciaal basisonderwijs die mee hebbengedaan aan het project. Deze portretten laten zien hoe scholenzo'n infrastructuur voor het opleiden en begeleiden in de schoolkunnen opzetten en de samenwerking met de opleidingen vormkunnen geven. Deze portretten worden onder alle speciale basis-scholen verspreid en beschikbaar gesteld via de innovatiesitevan Kennisnet. De portretten willen niet laten zien hoe het moet,maar juist benadrukken hoe het kan. De vijf scholen hebbengezocht naar de manier die het beste past bij hun situatie. In diezin zijn er geen blauwdrukken te geven. Iedere school zal zelfmoeten zoeken naar een vorm die past bij de eigen situatie.Deze portretten kunnen daarbij helpen. Ze kunnen inspireren, zekunnen laten zien 'hoe het ook kan'.

Globaal kunnen de schoolportretten in dit magazine worden inge-deeld in drie categorieën. De SBO-scholen De Piramide in Bladelen De Bonte Vlinder in Den Haag hebben, beide in samenwer-king met een PABO, al wat ervaring op kunnen doen met het bin-nen de schoolmuren opleiden en begeleiden van studenten enzittend personeel. Scholengemeenschap Beyaert in Hengeloheeft een begin gemaakt aan het inrichten van een infrastructuurvoor opleiden en begeleiden van studenten en personeel. DeWatertuin in Almere en Don Bosco in Lisse hebben tot nu toeveel aandacht besteed aan de coaching van zittend en aanko-mend personeel. School Video Interactie Begeleiding speeltdaarbij een belangrijke rol.

Inhoud pag.

Voorwoord

Inleiding 1

Leren aan de hand van ervaringen op de werkplek 2- Vacatures worden makkelijker en

sneller ingevuld 6- SBO De Piramide is een open school

waar alles mogelijk is 8

Scholengemeenschap Beyaertgelooft in investeren in (toekomstig) personeel 10- Leraren voelen zich gesteund en

gewapend 14- Zowel ervaren als beginnende

leerkrachten leren veel 16

Opleiden van studenten binnen de school is een grote ontdekkingstocht 18- Voor PABO is opleiding binnen de

schoolmuren uniek 22- Cursisten in opleiding worden overal

bij betrokken 23

Wie geen SVIB wil, komt niet binnen op De Watertuin 26- Door SVIB worden problemen veel

eerder gezien en aangepakt 29- Als je het terugziet is het

onverbiddelijk 31

Het welbevinden van de leraren vinden wij belangrijk 34- Leerkrachten, stagiaires en mentoren

vinden een coach als vangnet prettig 36- Het is fijn met iemand te kunnen

praten en feedback te krijgen 37- SVIB gaat met leraren de diepte in 39

Page 4: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

2

ook Theo Jongen en Paul Sas aan tafel.Jongen is coördinator Opleiden in deSchool en Sas is studieloopbaanbegelei-der. Van De Piramide zijn directeur JanKarsmakers en coach Peter Smetsers

aanwezig. Jongen vult het betoog van zijndirecteur aan. 'De ervaring die wij in hetPDS-traject hebben opgedaan, delen wenu met andere scholen. We spreken nietmeer over stage maar over werkplekleren.We hebben het aantal dagen dat studen-ten de gelegenheid hebben om op scho-len te zijn, verdubbeld. Studenten gedra-gen zich ook hierdoor als meewerkendeteamleden en worden als zodanig geac-cepteerd. Dat is een groot verschil methoe het vroeger was. De scholen hebben

'Een jaar of vier geleden zijn we begonnen met hetProfessional Development School-systeem (PDS): stu-denten ontwikkelen zich tegelijkertijd met het team vande school in een collectief leerproces. Studenten draai-en mee in de school en ontwikkelen van daaruit huncompetenties.' Harrie van de Ven is directeur vanFontys PABO Eindhoven en legt uit wat Opleiden in deSchool voor hem betekent. 'Wij hebben veel van de PDS-trajecten geleerd. De werkplekervaring van de studentstaat centraal in zijn leerproces en dus leiden wij com-petentiegericht op: de student ontwikkelt zijn compe-tentie aan de hand van ervaringen op de werkplek en deopleiding sluit daar bij aan. Dat is de kern. De studentleert niet alleen, maar draagt met zijn competentie ookbij aan de ontwikkeling van de school en de kinderen.De lerende student vormt daarom geen extra belastingvoor de leraren, maar is gewoon een collega in oplei-ding. In de toekomst zal de scheiding tussen leren enervaringen opdoen wegvallen en we spreken dan alleennog over werkplekleren.'

De PABO in Eindhoven is met eengrote delegatie afgereisd naar Bladel

om daar te bespreken wat Opleiden in deSchool op De Piramide voor hen bete-kent. Behalve directeur van de Ven zitten

SBO De Piramide, BladelSBO De Piramide is een school voor spe-ciaal basisonderwijs. Het bestuur van deschool is de Stichting voor KatholiekPrimair Onderwijs Kempenland (SKPOK).Tot dit bestuur horen ook de katholiekebasisscholen in Hooge en Lage Mierde,Hulsel, Bladel, Netersel, Hapert,Hoogeloon, Casteren, Duizel en Eersel.De Piramide is de enige SBO-school inhet Weer Samen Naar SchoolSamenwerkingsverband Bladel met 34reguliere basisscholen. Naast het verzor-gen van het onderwijs geeft De Piramideook ondersteuning aan scholen in hetsamenwerkingsverband in de vorm vanambulante begeleiding. De Piramide heeftongeveer 25 medewerkers. Behalvegroepsleerkrachten bestaat het personeeluit vakleerkrachten, een orthopedagoog,ambulante begeleiders, intern begelei-ders, logopedisten en ondersteunend per-soneel.

Studenten dragen bij aan schoolontwikkeling

Leren aan de hand van ervaringen op de werkplek

PETER SMETSERS (RECHTS) IN COACHINGSOVERLEG MET OSO-STUDENTE JANNEKE DE BOER

'Studenten gedragen zich als meewerkende teamleden en worden

ook als zodanig geaccepteerd'

Page 5: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

ook een ontwikkeling doorgemaakt en zijnenthousiast. Ze zien dat studenten meteen pro-actieve houding naar schoolkomen. Dat is ook de opdracht die de stu-dent meekrijgt: je gaat een bijdrage leve-ren aan de schoolontwikkeling en met diebijdrage stimuleer je je eigen professione-le ontwikkeling.'

Over de verdeling theorie en praktijk kanmen redetwisten. Directeur van de Venstreeft naar balans. 'Ik denk dat studentenzeker twee dagen in de week moetenmeedraaien op school. Maar als je datoptrekt naar drie of zelfs meer dagen,moeten we onderzoeken of het bereikenvan het HBO-niveau nog gewaarborgd is.Er moet een goede balans zijn tussenpraktijk en theorie. Praktijk zonder goedetheoretische kennisbasis leidt niet tot het

dent kiezen uit bepaalde leerarrangemen-ten met bepaalde inhouden die aansluitenop die ontwikkeling. Op dit moment heb-ben wij nog niet zo veel verschillendeleerarrangementen, maar we gaan dat uit-breiden om op die manier meer te kunnen

aansluiten bij wat de studenten willenleren. Studenten kunnen bij ons ook aan-geven dat ze op een andere manier willenleren. Ze moeten dan wel aan kunnentonen dat de andere manier succesvol is.Niet het aanbod maar de ontwikkeling en de startbekwaamheid van de studentstaan uiteindelijk centraal. En we moeten

beoogde bachelorniveau. En we hebbenmet elkaar afgesproken dat een leraar pri-mair onderwijs een kennisprofessionalmoet zijn met een Europees erkendbachelorniveau. Sommige directies zullenzeggen: ja maar ik wil de studenten vierdagen op mijn basisschool. Dat moet kri-tisch worden bezien want het gaat om deontwikkeling van de student, de kinderenèn de school.'

Ontwikkeling staat centraal'Het gaat om de volgende achterliggendegedachte', gaat van de Ven verder.'Studenten maken een ontwikkeling doorop hun leerwerkplek, doen ervaring op enontdekken wat ze allemaal nodig hebbenvoor hun verdere ontwikkeling tot leraarbasisonderwijs. Dit is een optimaal oplei-dingsmodel. Op de opleiding kan de stu-

3

Opleiden in de School (OIDS)- Samenwerking tussen Stichting voor Katholiek Primair Onderwijs Kempenland (SKPOK), Fontys PABO Eindhoven, De

Kempen SBD en wellicht in de toekomst ROC Eindhoven - Opzetten van een infrastructuur voor opleiden en begeleiden van PABO-studenten door werkplekleren en Professional

Development School (PDS) van 2004 tot 2007- Het opleiden funderen in het totale integrale personeelsbeleid binnen SKPOK- Het professionaliseren van leerkrachten op de verschillende posities binnen de integrale aanpak van IPB en OIDS- Zoeken naar vormen om basisscholen meer verantwoordelijk te maken voor het opleiden van toekomstige werknemers

binnen het basisonderwijs- Zelfsturing van studenten door middel van zelfreflectie en competentiegericht opleiden- Werkplekleren voor studenten, leraren en ondersteuners- Oprichten van kennis- en opleidingsnetwerken- Streven naar een brede zichtbare samenwerking- Het aanzien van het vak van leraar basisonderwijs vergroten door enthousiaste en creatieve mensen op te leiden

'We zijn het nog niet eens over wataankomende leraren moeten kennen'

met zijn allen het HBO-niveau halen.Opleiden is een echt vak waar je goedover moet nadenken. De ene keer lukt datbeter dan de andere, maar als opleidersleren wij steeds bij.'

Een voorbeeld van een leerarrangementis KBS4: Omgaan met verschillen, peda-gogisch en didactisch omgaan met ver-schillen in tempo, niveau en interesses bijde kinderen in een groep. Sas vindt hetlogisch dat leerkrachten daar op in moe-ten kunnen spelen. Tijdens het werkplek-leren worden studenten met dit soort pro-blemen geconfronteerd. Smetsers duidtop een situatie waarin studenten moetenomgaan met een kind dat negatief gedragvertoont bij een didactisch probleem. 'Datis concreet en daar gaan we mee aan deslag. We formuleren leervragen en stellenactiviteiten en te realiseren competenties

OSO STUDENTE INGE SCHRIKS LEEST HAAR LEERLINGEN VOOR TIJDENS DE PAUZE

Page 6: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

4

vast. Ook brengen we de betrokken acto-ren in kaart.'

Theorie en praktijkElke dinsdagochtend komen de studentenop De Piramide bij elkaar samen met stu-dieloopbaanbegeleider Sas en coachPeter Smetsers. Volgens Sas is dat deplek waar duidelijk wordt waar studentenmee bezig zijn, waar ze tegenaan lopenen wie of wat hen daarbij kan helpen omvooruit te komen. 'Het gaat om wezenlijkevragen, die ik samen met Peter probeerop te lossen.' Sas vult aan: 'De studentenbepalen van tevoren de inhoud van de bij-eenkomst, maken een agenda die ze metelkaar doorspreken en dan volgt de werk-bespreking waarvan een verslag wordtgemaakt. De bijeenkomsten zijn erg pro-cesgericht. Het kan zijn dat een studentmij apart benadert en soms zijn er zakendie in de hele groep spelen. Dat verschiltvan week tot week.' Zowel stagiaires alsleerkrachten werken op De Piramide metpersoonlijke ontwikkelingsplannen(POP's).

Niet gedefinieerdVan de Ven erkent het probleem. 'Onzebranche heeft op dit terrein nog wat han-delingsverlegenheid. De status van hetberoep van leraar is niet voor niets aanerosie onderhevig. We horen al tachtigjaar dat de aankomende generatie lerarenminder weet dan de zittende generatie.Onderzoek heeft dat aangetoond; een halfjaar geleden is daar iemand op gepromo-veerd. Volgens mij komt het doordat dekennisbasis van het beroep leraar nietomvattend genoeg is gedefinieerd. Wat iseen startbekwame leraar? Wat moet hijweten en kunnen? Ik vind het vreemd datwij dat niet kunnen; artsen, notarissen enadvocaten doen dat beter. Er is verschilvan inzicht over wat aankomende lerarenmoeten kennen. De een vindt dat ze alleprovinciehoofdsteden, dorpjes en kleinestadjes moeten kennen; een ander zegt:nee daar gaat het niet om. Je moet meerweten over brainbased learning en kennisover meervoudige intelligenties goed kun-nen toepassen.

Volgens directeur Jan Karsmakers is hetbelangrijk dat het leerarrangement eenplaats krijgt in het POP.'Leerarrangementen mogen niet losstaanvan persoonlijke leerdoelen. We proberenhet zoveel mogelijk te integreren.'Karsmakers ziet in dat het niet eenvoudigis de praktijk met de theorie te verbinden.'Studenten krijgen vaak fantastische din-gen uit de praktijk op papier, maar ik zienog wel een aandachtsgebied. Hoe trans-formeren ze hun praktische kennis naarde theoretische achtergrond en hoe vindtonderbouwing vanuit praktijktheorieënplaats? Dat komt vooral in de laatste fasevan het opleiden sterk naar voren. Ikvraag me wel eens af wat studenten zelfhebben gedaan. Wat hebben ze aan theo-rie gevonden bij praktijkproblemen? Wathebben ze bestudeerd en gelezen overhet onderwerp waar ze mee bezig zijn? Ikzou meer verbindingen en reflectie willenzien.'

3E JAARS PABO STUDENTE

ELLEN VAN GOMPEL

IS OOK BUITEN DE KLAS

BETROKKEN BIJ DE LEERLINGEN

'Leerarrangementen mogen niet losstaan

van persoonlijke leerdoelen'

'Er moet balans zijn tussen theorie en praktijk'

Page 7: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Het is belangrijk met elkaar een bepaaldebandbreedte af te spreken want het gaatover volwaardige professionele kennis enniet over reken- of taaltoetsen in het eer-ste jaar. Dat is zo basaal. Er mag eenbeetje meer aandacht voor kennis komenin het curriculum van de lerarenopleiding.Proces en inhoud moeten wel fifty fiftyzijn.'

Coach Smetsers ziet het als volgt: 'Eenvoordeel van deze opzet is voor de stu-denten dat ze zich niet langer kunnen ver-stoppen. De kring is klein en ze moetenecht met dingen komen. Ook de dyna-miek tussen enerzijds de studenten enanderzijds de studieloopbaanbegeleideren ikzelf zie ik als een voordeel. Wij staanopen voor elkaar; we willen van en metelkaar leren. Dat betekent dat we goedmoeten luisteren naar studenten: waar lig-gen de leervragen? Wat willen ze echtonderzoeken? We moeten kansen creë-ren zodat studenten leervragen kunnenstellen. Studenten moeten ervan over-tuigd zijn dat wij niet tegenover hen staan,maar naast hen.'

5

AffiniteitEen SBO-school is natuurlijk anders daneen gewone basisschool. Karsmakersdenkt dat studenten affiniteit moeten heb-ben met dit soort onderwijs. 'Als studen-ten geen relatie kunnen aangaan metonze kinderen, als ze daar moeite meehebben, is het heel moeilijk om hier les tegeven.' Van de Ven beseft dat ook maaraan de andere kant zegt hij dat zorg eenthematiek is die op elke school speelt.Nog maar een paar jaar geleden werd'zorg' op onze PABO als iets aparts aan-geboden. Studenten konden normaalgesproken pas in het derde studiejaar opstage in de speciale basisschool. We gaandaar nu veel minder rigide mee om. Zoben ik ervan overtuigd dat een gedeeltevan onze eerstejaars studenten al beschiktover competenties die nodig zijn om in hetSBO aan werkplekleren te beginnen. Wekijken naar de student in zijn ontwikkeling,niet naar zijn leeftijd en of hij derde- ofvierdejaars is. Dat past wat mij betreft ookbeter bij inclusief onderwijs.'

Jongen vindt dat de PABO op dit terreinveel heeft geleerd van het PDS-traject.'Wij kijken nu veel meer naar waartoe eenstudent in staat is, terwijl we vroeger zei-den dat hij in een bepaald stadium dit welkon en dat niet. Duidelijk is dat ons curri-culum op de schop moet; daar zijn we numee bezig. Op basis van de competentiesdie ze willen verwerven en datgene watze in de praktijk tegenkomen, moeten stu-denten keuzes kunnen maken uit modulesdie worden aangeboden.'Het is evident dat studenten veel kunnenleren in werkplekleersituaties. De doelstel-ling is echter tweeledig; ook leraren moe-ten er baat bij hebben. Coach Smetsers is daar positief over engeeft een voorbeeld. 'Een directeur vertel-de me dat hij een van zijn leerkrachtenprobeerde te stimuleren om zich te ont-wikkelen. Mooi is dat de bewuste leer-kracht één van onze studenten heeftgevraagd hem te helpen met zijn POP. Nuis die met een groepje leerkrachten bezigPOP's te ontwikkelen. Ik vind dit een mooivoorbeeld van de kracht van deze maniervan samenwerken.'

PDS’ER PAUL ROEST

GEEFT UITLEG OVER

EEN SPELLETJE

'Zorg is een thematiek die op elke school speelt'

Page 8: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

6

'In 2000 zijn wij begonnen met een nieuw schoolconcept', gaat Karsmakers verder.'Daarbij hebben wij dankbaar gebruik gemaakt van de ondersteuning van APS en de

publicatie ISBO (Ideale Speciale school voor Basis Onderwijs). We hebben een inhou-delijke schoolontwikkeling doorgemaakt waaraan we zo'n vijf jaar hard hebben gewerkt.We hebben het gebouw, de leermiddelen en de gebruikte methodes aangepast evenalsde schooltuin en de speelplaats. Maar het probleem van de oningevulde vacatures bleefbestaan. Veel mensen komen via een lange omweg in het SBO terecht, terwijl ik hetgevoel heb dat er toch ook jonge mensen moeten zijn die van het begin af aan affiniteithebben met onze doelgroep en daarvoor opgeleid willen worden. Min of meer uit noodhebben we gezocht naar LIO'ers. Daarmee hebben we onze eerste successen behaald;we hebben hen direct een baan kunnen geven. Met de subsidies en de samenwerkingmet de andere scholen binnen ons bestuur (SKPOK) is een compleet nieuwe samen-werking met Fontys in gang gezet waardoor de manier van opleiden totaal is veranderd.We proberen de studenten overal zoveel mogelijk bij te betrekken, ook bij onze school-ontwikkeling. Verder in hun studie en zelfs de afstudeerprojecten zijn uitwerkingen vanonderdelen, die in het jaarlijkse operationele plan van het Schoolplan staan.

LeerlandschapJan van der Sanden is directeur van de Mariaschool en binnen de Stichting KatholiekPrimair Onderwijs Kempenland coördinator Opleiden in de School. 'Met de subsidie wil-len wij een begin maken met de ontwikkeling van enerzijds studenten die denken datSO wel wat voor hen is en anderzijds degenen die na jaren onderwijs willen afbouwen.We hebben nu een soort historisch overzicht met als begin 'hier zijn we nu' tot 'pensioenin zicht' als eindfase en alles wat daartussen zit. Het gaat onder meer om coaching vanbeginnende leerkrachten, maar ook om de seniorleerkrachten. Wat doen we om zeambitieus en in ontwikkeling te houden. Uiteindelijk moet er een totaalplan liggen voormensen van 19 tot en met 67 jaar.'

'Opleiden in de School is bij onze stichtingbijzonder', vindt Karsmakers. 'Behalveenkele scholen voor het regulier basison-derwijs hebben wij een SBO- en eenZML-school. Met een cluster van vijf scho-len beschikken wij over een leerlandschapvoor studenten waarin ze zich breed kun-nen oriënteren. Het sterke aan onzesamenwerking vind ik dat wij alle soortenleerlingen in huis hebben. Dat hebbenstudenten nodig om hun eigen competen-ties te ontwikkelen.'

André van den Heijkant illustreert dat meteen voorbeeld. Van den Heijkant is lid vanhet managementteam van De Piramideen coördinator van de stagiaires. 'Op ditmoment gaan twee studenten die hetafgelopen half jaar op de Mariaschoolstage hebben gelopen, naar een SBO-school, omdat ze hun blikveld willen ver-ruimen.'

Profiteren van ervaringenVolgens Van der Sanden hebben de scho-len in het uitgebreide leerlandschap eenvoortrekkersrol naar de andere scholen

In een vroeg stadium studenten interesseren voor het SBO

Vacatureswordenmakkelijker en sneller ingevuld

'De aanleiding voor Opleiden in de School is vooral ingegeven door het dramatische feit dat wijtijdens en na de fusie de vacatures niet ingevuld kregen. In eerste instantie is de subsidie vanuitWSNS+ in het opleiden gestoken en samen met de subsidie Opleiden in de School is dat eenenorme stimulans geweest om dit project vorm te geven.' Jan Karsmakers is sinds 2000 direc-teur van De Piramide. Hij vertelt over Opleiden in de School op De Piramide.

OSO STUDENTE

INGE SCHRIKS

HEEFT VEEL GEHAD

AAN DE OPNAMES

DIE VAN HAAR

ZIJN GEMAAKT

Page 9: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

7binnen het bestuur. 'Wij willen dat allemensen binnen SKPOK kunnen profiterenvan onze ervaringen zodat ze niet dezelf-de kinderziektes hoeven te overwinnen.Daarnaast willen wij op onze beurt profite-ren van de ervaringen van scholen dievallen onder andere besturen. De contac-ten met het bestuur Veldhoven-West zijnweer aangehaald. Binnen de Fontysindeling vormen wijsamen met Veldhoven-West enValkenswaard Learn Community 3.Binnen die Community kunnen wij veelvan elkaar leren.' Volgens Karsmakersheeft deze Community al een lange voor-geschiedenis. 'Bij het opstarten van dedrie samenwerkingsverbanden Bladel,Valkenswaard en Veldhoven heeft tien

jaar geleden de SBD een belangrijke rolgespeeld. Deze drie werden de krachtvan deze regio. De daadkracht op hetgebied van inhoudelijke aansturing vanhet veld is van het begin af aan heel goedgeweest. WSNS heeft de bewustwordinggestimuleerd dat onderwijs zo dicht moge-lijk bij huis moet plaatsvinden en 't liefstbinnen de basisschool. De bestuurlijkeschaalvergroting heeft ervoor gezorgd datbesturen meer sturen op de inhoud. Datheeft gevolgen voor de geldstromen waar-door ons eigen bestuur, ook in samenwer-king met andere besturen, inhoudelijkermoet opereren.'

IntakeDe LIO'er, PDS'ers en stagiaires staaneen flink deel van de tijd voor de klas. DePiramide is kritischer geworden. Niemandwordt nog aangenomen zonder eenintakegesprek. 'We proberen zo te voor-komen dat we als school een zeperd halen als studenten tegen de lamp lopen',

Orthopedagogiekstudente voelt zich onderdeel van het team

Eveline van Raak zit in haar afstudeerjaar van de opleiding PedagogischeWetenschappen in Nijmegen, richting orthopedagogiek. Ze loopt gedurendedrie dagen in de week het hele schooljaar 2005-2006 stage bij De Piramide.Het was niet haar eerste voorkeur om stage te lopen in het onderwijs. Er waseen tijd dat ze juf wilde worden, maar de afgelopen jaren lag haar ambitieelders. Toch heeft ze besloten het te proberen.

'De orthopedagoog reageerde meteen enthousiast, toen ik belde. Ze zei directdat ze mij wel kon gebruiken. Ik heb nog wel een sollicitatiegesprek gehad,alleen met Margo Boemaars, de orthopedagoog. Dat was vrij informeel. Ik haddirect een goede indruk van de school. Er heerst een gezellig en knus sfeertje.Het team gaat goed met elkaar om en is erg begaan met elkaar. In mijn stage-plan staat dat ik me voor tweederde zal bezighouden met begeleiding en vooreenderde met diagnostiek. De afwisseling vind ik leuk, maar 't leukste vind ikhet contact met de kinderen. Maar er komt meer bij kijken. Interessant voormij is het contact met ouders, maar ook de omgang met het team. Ik geefsamen met Margo en de ambulant begeleidster de TOM-training. Na elke trai-ning krijg ik feedback van allebei. Ik krijg echt de kans om daarin te groeien.Ook doe ik nu zelfstandig onderzoek, van begin tot het eind. Het is prettigfeedback te krijgen en dat is hier geen enkel probleem. Ik spreek Margo dage-lijks. Op elk moment van de dag kan ik bij haar aankloppen. Behalve bijMargo kan ik terecht bij andere mensen in het team. De sfeer is heel open. Ikvoel me echt onderdeel van het team. Dat geeft een goed gevoel. Er is verdernog begeleiding vanuit de universiteit. Elke maand heb ik een stagebegelei-dingsbijeenkomst met elf andere studenten die in de regio Tilburg/Eindhovenstage lopen. Het is een hechte groep waarin het makkelijk is je problemen naarvoren te brengen. Ik vind het fijn dat ik na drie jaar mijn theoretische kennisin praktijk kan brengen. Ik leer ontzettend veel van anderen tijdens vergade-ringen en overleggen. Ook observeren is belangrijk; daar heb ik veel aan. Eenstudie zonder praktijk zou te eenzijdig zijn en dat zou de overstap naar eenechte baan erg groot maken.'

zegt schoolcoach Peter Smetsers. 'Hetgaat bij ons om een specifieke doelgroep.Als studenten erachter komen dat speci-aal basisonderwijs niets is voor hen, is dateen mooi leermoment, maar de schoolschiet daar niets mee op. Alle studentenworden dubbel begeleid. We hebben daarnieuwe termen voor ingevoerd: de mentorheet nu werkplekbegeleider vanuit DePiramide, de tutor heet studieloopbaanbe-geleider vanuit Fontys. Als schoolcoachparticipeer ik daarin. Met zijn allen lerenwe met en van elkaar.

Zo heeft de LIO-stagiaire al wat meerervaring opgedaan en zij kan vanuit hetcompetentiegericht leren het een enander overbrengen. Je merkt dat de stu-denten daar heel veel van oppikken. Zohebben we met de studenten gebrain-stormd over het POP. Studenten zijngeneigd een algemeen POP te schrijven.Wij hebben getracht ze te bewegen eenconcreter POP te maken. Ook is er veelaandacht voor de competenties waarmeestudenten worstelen. Ook de afstemmingtussen studieloopbaanbegeleider enschool is in ontwikkeling. Samen metFontys proberen we de knelpunten op telossen. Vroeger kwam de studieloopbaan-begeleider vaak de klas in om lessen tebekijken; dat gebeurt nu niet meer. Hijricht zich veel meer op de student.Daardoor hebben de werkplekbegeleidersmeer behoefte aan cursussen coaching ofbegeleiding van die studenten. Studentenwerken nu aan hun competenties. Datvereist andere vaardigheden van de werk-plekbegeleiders.'

'Wij willen dat alle mensen binnen het bestuur

kunnen profiteren van onze ervaringen'

Page 10: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Samenwerkend lerenDoor de uitwisseling tussen aankomendeen gevestigde leerkrachten leert volgensSmetsers het team dat dingen op eenandere manier kunnen. 'Zowel in eenteamvergadering als in een clusterverga-dering staat iedereen daar voor open. Ikvind dat heel belangrijk. Neem bijvoor-beeld het aanbod voor de sociaal emotio-nele ontwikkeling: De Vreedzame School. Leerlingen krijgen meer autonomie. Ikweet nog goed dat in het begin uit klas-senconsultaties bleek dat veel leraren ergigantisch tegenop zagen. Nu wordt datniet meer als hinderlijk ervaren omdatleraren zien dat de aanpak van het zelflaten oplossen van conflicten werkt. Deleerkracht hoeft niet meer de regels testellen want de kinderen doen dat zelf.Leraren zien dat en het werkt als een olie-vlek.' Clusteroverleg is een vorm vansamenwerkend leren waarin alle perso-neelsleden betrokken zijn. 'Daar kan heelveel uitkomen', vindt stagecoördinator vanden Heijkant. 'De schoolleiding moet danwel afstappen van het idee dat zij alleenideeën kan ontwikkelen en realiseren. Alser een goed plan uit het clusteroverlegkomt, moeten mensen de mogelijkheidkrijgen het plan uit te voeren. Vaak zie jedat goede ideeën verzanden omdat nie-mand er iets mee doet. We hebben dezeweek nog tegen iemand gezegd: goed datje dit idee hier neerlegt maar hoe denk jezelf het te kunnen realiseren. In feite benje dan coachend bezig.'

Stagiaires zijn positief

SBO De Piramide is een open school waar alles mogelijk is

Samen met LIO-stagiaire Anja vanRoovert, derdejaars PABO-student

Ellen van Gompel en OSO-studenten IngeSchriks en Janneke de Boer zijn VanKuijk en Roest bij elkaar gekomen om de

8 ClusteroverlegStudenten zijn op De Piramide duidelijkbezig met hun ontwikkeling, maar hoe zitdat met de leraren? De leraren hebbenelke twee weken clusteroverleg. Een kleingroepje leerkrachten praat met ondersteu-ners als logopediste, interne begeleideren orthopedagoog inhoudelijk over leerlin-gen. Alles komt aan de orde, van het con-crete groepsplan tot voorgevallen inciden-ten. Karsmakers zegt dat het clusterover-leg is gebaseerd op samenwerking.'Leerkrachten moeten niet het gevoel heb-ben dat ze er alleen voor staan. Datgevoel krijgen ze niet zomaar. Hetmanagement moet voor dit idee draag-kracht ontwikkelen binnen het team. Wijzetten het op de agenda en dragen hetenthousiast uit.' Coach Smetsers geeft een voorbeeld.'Het probleem van de procedure vanschool verlaten wordt in het clusteroverlegbesproken. Wat moet je aan met een leer-ling? Wordt het praktijkonderwijs of VMBOmet leerwegondersteuning? Met elkaarwordt naar een oplossing gezocht.Hetzelfde geldt voor een kind met eenaan autisme verwante stoornis in eengroep: wat moet de leerkracht ermee?Het is niet het probleem van de leraar

alleen; we gaan er met alle disciplinesover brainstormen om tot een oplossing tekomen.'

ZiekteverzuimKarsmakers vindt dat deze manier vanwerken vruchten afwerpt. 'Na de fusie washet ziekteverzuim hoog; vaak was de oor-zaak werkgerelateerd. De veranderendeleerlingpopulatie was niet eenvoudig voorveel leraren. We hebben verschillende reïntegratietra-jecten meegemaakt en we hebben diemensen steeds zo begeleid dat ze zelfkeuzes konden maken. Als ze een voor-keur hadden voor een terugkeer naar hetregulier basisonderwijs, konden ze dieoverstap binnen het SKPOK naadloosmaken. We hebben de laatste jaren in de perso-nele zorg veel aandacht geschonken aande complexiteit van het werk. In hoeverreis dat een risicofactor in de gezondheidvan mensen. Er is hard gewerkt aanbegeleidende trajecten bij burn-out en

begeleiding van mensen die even in eendip zitten. Het heeft gewerkt want in tweejaar hebben we het ziekteverzuim aan-zienlijk terug kunnen brengen.'

'In twee jaar hebben we het ziekteverzuim

aanzienlijk terug kunnen brengen'

'Er wordt niets afgeschermd en als je iemand nodig hebt,

plannen ze je gewoon in'

'Het is niet het probleem van de leraar alleen;

we gaan er met alle disciplines over brainstormen

om tot een oplossing te komen.'

'Als stagiaire word je hier overal bij gevraagd. Er is bijnageen verschil met gewone leerkrachten. De sfeer in de schoolis erg goed en iedereen is heel open naar elkaar.' DerdejaarsPABO-student Monique van Kuijk is erg te spreken over haarstage aan De Piramide. Ze staat daarin niet alleen. Ook twee-dejaars PABO-student Paul Roest is tevreden. 'Je mag bij allevergaderingen zijn. Er wordt niets afgeschermd en als jeiemand nodig hebt, plannen ze je gewoon in. Ze zijn heelflexibel.'

Page 11: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

9

coaching en begeleiding op De Piramidete bespreken. Van Roovert en Schriks lie-pen hier al eerder stage en wilden graagterugkomen. Allemaal prijzen ze de openen warme sfeer op school. Doordat ze

overal bij betrokken worden zijn ze betergemotiveerd. Ze voelen geen schroom ommet hun problemen bij teamleden aan tekloppen en ze zijn er daarom van over-tuigd dat ze veel leren.

Voldoende begeleidingAlle stagiaires moeten een POP maken.In principe doen ze dat alleen, maar zekunnen altijd hulp krijgen van iemand opDe Piramide of van de stagebegeleider opde PABO. Ook het tweewekelijks overlegvan de studenten met Paul Sas vanFontys en Peter Smetsers speelt daarineen belangrijke rol. Daar kan elke studentinbrengen waar hij niet uitkomt. Ook kun-nen zaken worden besproken waar ze inde klas tegenaan lopen. Vooral in hetbegin hadden ze nogal wat problemenmet het POP en de competenties. OSO-studenten Schriks en De Boer zijn nietaanwezig bij het tweewekelijks overleg.Als OSO worden ze individueel begeleid.

'In mijn POP heb ik vastgelegd waar ik staen waarin ik mijzelf nog kan verbeteren',zegt De Boer. 'Je kunt daarbij de compe-tentielijst gebruiken. Ik probeer mijn ver-beterpunten te koppelen aan die compe-tenties en vervolgens voor mezelf eenstappenplan te maken. Zo ontstaat eenleerweg activiteitenplan waarin de stap-pen staan die ik moet ondernemen.Daarna kijk ik of het heeft gewerkt en watde volgende stap is die ik moet zetten.'

Schriks had een leerdoel dat ze wilde ont-leden. 'Ik wilde meer weten over hoe ikmet een specifiek kind uit de klas konomgaan. Ik heb theorieën gevonden diedaarbij pasten. Ik heb verschillende aan-pakken uit verschillende theorieën uitge-probeerd en de benadering die het bestewerkte toegepast. Zo heb ik mijn leerdoelop dat kind kunnen afstemmen. Met mijnmentor heb ik alles geëvalueerd.'

SVIBZowel de PABO-studenten, als de LIO'eren de OSO-studenten zijn tevreden overde begeleiding. Zoals gezegd worden deOSO-studenten vooral individueel bege-leid. Maar ook de anderen beschikkenover voldoende individuele begeleiding inde vorm van de schoolloopbaanbegelei-der en de werkplekbegeleider. Ook kun-nen ze allemaal een beroep doen opschoolcoach Peter Smetsers en ze kun-

nen met specifieke problemen terecht bijalle andere leraren. Van Kuijk en Schriks hebben ervaring metSchool Video Interactie Begeleiding(SVIB). Van Kuijk vindt dat je snel leertvan SVIB, 'In mijn stageklas had ik alsleerdoel positieve bekrachtiging. Mijnwerkplekbegeleidster heeft me een paarkeer gefilmd en samen hebben we devideo besproken. Soms denk ik dat ik dekinderen heel positief heb gestimuleerd,maar als je het dan terugziet, valt het tochtegen. Daar heb ik veel van geleerd. Hetis ook leuk om te zien dat je groeit als jeeen paar keer achter elkaar wordtgefilmd.' Schriks kreeg SVIB op de school

waar ze haar LIO-opleiding volgde.Ze kon moeilijkomgaan met eenkleuter in de klasdie veel negatieveaandacht vroeg.'Er is een opnamevan gemaakt enmet mijn begelei-der heb ik gekekennaar de interactie

'Het is ook leuk om te zien dat je groeit als je een paar keer

achter elkaar wordt gefilmd'

'Er heerst een gezellig en knus sfeertje'

OOK STAGIAIRES

MOETEN

SURVEILLEREN

tussen mij en dat kind. De positieve en negatieve elementen heb-ben we eruit uitgehaald; ik heb daar veelvan geleerd. Het is absoluut een goedinstrument.' De anderen hebben (nog)geen ervaring met SVIB, maar ze zijnervan overtuigd dat ze er een beroep opkunnen doen als het nodig is. 'Immers op deze school is alles mogelijk.'

Ook leraren lerenOpleiden in de School is niet alleengericht op het leerproces en de ontwikke-ling van competenties van stagiaires,maar ook op de ontwikkeling van hetteam en schoolontwikkeling. In hoeverrezijn de stagiaires zich daarvan bewust enin hoeverre vinden zijzelf dat ze erin sla-gen daar een bijdrage aan te leveren?Anja van Roovert (leraar in opleiding)vindt dat ze daar mee bezig is in haarafstudeerproject. 'Het project moet gaanover een schoolbreed probleem. Het magdus niet alleen iets zijn dat je moet oplos-sen voor je eigen klas. Ik vind het prettigdat ik met mijn project een bijdrage kanleveren aan de ontwikkeling van deschool. De directeur steunt mij daar ookin. Op De Piramide wordt gewerkt met'Leerland'. De school heeft daar nog geengeschikt registratiemiddel voor. Het is debedoeling dat ik ga onderzoeken of digita-le kinderportfolio's aansluiten bij debehoefte van deze school om de ontwik-keling van kinderen in beeld te brengen.Ik ben nu pas in de fase dat het besluit isgevallen dat ik het ga doen. Dat heb ikbesproken met mijn werkplekbegeleidsteren de directeur.' Ook Paul Roest houdtzich bezig met Leerland. 'Dat is klassen-overschrijdend. Het leuke aan dezeschool is dat er iets wordt gedaan met deideeën die ik heb. Als voorbeeld noem ikhet thema ‘Techniek’. Kinderen uit ver-schillende klassen komen naar mij om tedoen wat ik op dat gebied heb inge-bracht.' De stagiaires zien ook duidelijkeen gezamenlijke ontwikkeling bij dePOP's. Immers alle leerkrachten hebbeneen POP geschreven of moeten dat nogdoen. Ze zien de ontwikkeling dus ookterug bij de leerkrachten en niet alleen bijde jongeren. Bovendien kunnen ze deleerkrachten wegwijs maken bij het schrij-ven van hun POP. Maar ook op een ande-re manier dragen de stagiaires bij aan deontwikkeling van het reguliere personeel.Er zijn leerkrachten die een cursus willengaan volgen om studenten volgens denieuwe manier van Opleiden in de Schoolte kunnen begeleiden. u

Page 12: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Coaching en begeleiding voor PABO-studenten en (beginnende) leraren

Scholengemeenschap Beyaertgelooft in investeren in (toekomstig) personeel'Wij vinden de samenwerking met de PABO erg belangrijk. De jongelui die er van afkomen, moeten begeleid worden. We hebben dus graag een intensief contact met dePABO want we hebben gemerkt dat leerkrachten meestal onvoldoende zijn toegerust omzelfstandig een SBO-klas te draaien.' Rob Huberts is directeur van één van de locatiesvan SG Beyaert in Hengelo. Hij legt uit dat SG Beyaert als het gaat om begeleiding encoaching twee lijnen onderscheidt: de PABO-lijn en de interne schoollijn. 'Daarom is hetvoor ons van belang te weten wat afgestudeerden van de PABO in huis hebben. Tegelijkwil de PABO van ons weten waar in de praktijk meer behoefte aan is en waar een betereafstemming mogelijk is. In feite is zo de samenwerking met de Edith Stein PABO begon-nen. Marc van Zanten was al studentenbegeleider en LIO-begeleider. Hij heeft het van dekant van de PABO opgepikt.'

'In functioneringsgesprekken met collega's die pas warenafgestudeerd van de PABO, merkten we dat ze zaken mis-

ten', gaat locatiedirecteur Huberts verder. 'Ze hadden bijvoor-beeld veel moeite een goed gesprek met ouders te voeren; zevonden het moeilijk goed om te gaan met kinderen met PDD-nosof ADHD'ers en waren nog niet bedreven in het voeren van goedklassenmanagement. Al die zaken komen in één keer op dezejongelui af. Van onze kant hadden wij problemen omdat veeloudere leerkrachten in een vrij korte tijd weggingen terwijl weeen flinke groei doormaakten. Van twee kanten kwamen de pro-blemen dus op ons af, terwijl de arbeidsmarkt krap was en wemoeilijk aan personeel konden komen. We hebben toen de con-clusie getrokken dat we niet alleen moeten investeren in goedemethodes om goed onderwijs te geven maar dat we ook structu-reel in mensen moeten investeren door ze een goede begelei-ding te geven en te coachen. De hulpvragen van leraren zijn zodivers dat coaching niet zomaar tussen de bedrijven door kanplaatsvinden. Daarom hebben we drie jaar geleden besloteneerst op deze locatie een leerkracht tot coach op te leiden. Wezijn begonnen met één dag in de week, maar dat is intussen uit-gebreid tot twee dagen. Om alle zorglijnen bij elkaar te houdenvond ik het belangrijk deze functie te koppelen aan de coördina-tor leerlingenzorg. Herman ten Broeke was en is coördinatorleerlingenzorg en is dus coach geworden. Hij begeleidt alleleraren op onzeschool.'

Een SBO-opleidings-schoolTegelijkertijd startte zo'n vier jaar geleden op de PABO het traject'Opleiden in de School'. Marc van Zanten legt uit dat de PABOdit traject wil uitbreiden. 'We merken dat nogal wat studentengeïnteresseerd zijn in het speciaal basisonderwijs, maar in eenopleidingsschool hadden we deze studenten niets te bieden.Daarop hebben we in samenspraak met de Beyaert besloten dat

10

'We moeten structureel in mensen investeren door ze een goede

begeleiding te geven en te coachen'

Page 13: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

kunnen vervolgens op de Beyaert mee-draaien met de studiedagen. Dit laatsteheeft erin geresulteerd dat één studentvan een opleidingsschool het laatste jaarhier stage loopt. Het gaat om de stageadaptief onderwijs en de LIO-stage. Destudenten hebben interesse; op de PABOvolgen wij dat nauwlettend. De opleidings-school is als experiment gestart, eerst metvoornamelijk VWO-studenten. Nu hebbenwe behalve VWO'ers ook bovengemiddel-de havisten en MBO'ers in het traject. Het

programma kan in drie jaar worden afge-werkt. Studenten die dit traject willen vol-gen, moeten daarom een hoge mate vanzelfsturing hebben en kunnen plannen.Het traject is succesvol en vanaf het vol-gend schooljaar breiden we het uit; danwordt SG Beyaert zelf opleidingsschoolen zullen meerdere studenten daar stagelopen. SG Beyaert wordt daarmee de eer-ste SBO-opleidingsschool van Nederland.

Invullen vacatures'De aanpak van de PABO om juist VWO-studenten binnen te krijgen heeft een dui-delijke meerwaarde', vindt Harry Spies,die zojuist is aangeschoven aan tafel.Spies is directeur van de andere locatievan SG Beyaert. 'SBO is nu eenmaal een

andere tak van sport dan het basisonder-wijs. Het vereist meer diepgang van destudenten. Een tweede punt waar we heelblij mee zijn, is dat we door deze aanpak

studenten van de reguliere opleidings-school één keer per jaar op de Beyaerteen rondleiding krijgen en worden geïnfor-meerd over het SBO. Geïnteresseerden

11

studenten in een eerder stadium kunneninteresseren voor het SBO. Een paar jaargeleden konden we vacatures maar moei-zaam invullen. Nu komen PABO-studen-ten bij ons veel beter voorbereid binnenen gaan ook met veel informatie weg. Decultuur van een aantal jaren geleden isdaardoor aan het veranderen. We kunnenmakkelijker mensen krijgen. Het is natuur-lijk eigenbelang maar wat goed is, houdenwe graag.' Volgens Huberts zijn daarmeeniet alle problemen opgelost. 'In mijn per-soneelsbeleid ben ik met handen en voe-ten gebonden. Als er ergens op één vande dertien scholen die bij ons bestuurhoren, een wachtgelder is, kan ik roepenwat ik wil. Maar ik ben verplicht eerst de

Scholengemeenschap Beyaert, HengeloDe school is op 1 augustus 1998 ontstaan door een samenvoeging van de voormalige schoolvoor MLK de Dr. Alphons Ariënsschool (opgericht in 1952) en de voormalige school voor LPMde Elsbeekschool (opgericht in 1972). De locatie Elsbeekweg en de locatie Schutzstraat vor-men samen een speciale school voor basisonderwijs. SG Beyaert is een katholieke school.Dat betekent dat het voorbeeld van Jesus Christus het fundament vormt waarop samen metouders en leerlingen het onderwijs wordt ingericht. De directie bestaat uit Harry Spies, direc-teur van de locatie Schützstraat en Rob Huberts, directeur van de locatie Elsbeekweg.Naast groepsleerkrachten kent de school ook leerkrachten met bijzondere taken (o.a. reme-dial teacher lezen en rekenen, coördinatoren interne leerlingenzorg, coach/begeleider leer-krachten). Daarnaast zijn ook een psycholoog, een orthopedagoog, een maatschappelijk des-kundige, vakleerkrachten lichamelijke oefening en muziek, een conciërge, administratiefmedewerksters en drie ID'ers actief.

wachtgelder te nemen. Dat betekent dusdat je zomaar iemand op je dak kunt krij-gen die A niet kiest voor het SBO en Bniet beschikt over de juiste kwaliteiten.

Gelukkig denkt de bovenschools managerwel met ons mee. Hij heeft wel door dat jeandere eisen aan je personeel stelt als jevan die S van SBO wat wilt maken. Decollega-directeuren van de basisscholenzien dat trouwens ook wel in. Maar goed,wij wijzen iedereen die hier komt sollicite-ren er al op dat ze een opleiding gespeci-aliseerde leerkracht moeten volgen als zedie nog niet hebben. En verder hebbenwe natuurlijk Herman als coach, enRaymond en in mindere mate Marcel opde locatie van Harry. Met iedere nieuweleraar, ongeacht zijn ervaring, hebben weeerst een intakegesprek waarin wordtgekeken waar zijn of haar sterke en zwak-ke punten liggen en waar ze begeleidingin willen hebben. Mensen zijn meestalheel openhartig. Als ze zelf geen ideehebben, volgen er eerst een aantal klas-senbezoeken en op basis daarvan wordteen plan gemaakt. Uit ervaring weten wedat ze doorgaans het meeste moeite heb-ben met de interactie met de leerling. Metde didactische werkvormen zit het meest-al wel goed. Maar wat doe je als een kindeen stoel door de klas gooit? Hoe ga jedaar mee om? Hoe kun je uitingen vankinderen herleiden tot signalen van pro-blemen?'

'Geïnteresseerde studenten kunnen op de Beyaert

meedraaien met de studiedagen'

'SBO is nu eenmaal een andere tak van sport dan het basisonderwijs'

Page 14: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Algemeen beleid'Ik hecht eraan erop te wijzen dat beoor-delen en begeleiden gescheiden moetenblijven', gaat Huberts verder. 'Het kan nietzo zijn dat je achter in de klas zit alsdegene die functionerings- en beoorde-lingsgesprekken voert en dat je een weeklater de coaching doet. Dat moet je schei-den. Dus Herman doet de coaching en dedirectie doet de functionerings- en beoor-delingsgesprekken. Het komt ook voor datin het begeleidingstraject van zittendeleerkrachten externe hulp wordt ingescha-keld omdat we qua mankracht beperktzijn. Intern heeft Herman twee dagen enRaymond nog niet eens een hele dag perweek. Investeren in mensen, daar gaathet om.'Op dit moment is er binnen de stichtingwaaronder SG Beyaert valt, nog geenalgemeen beleid op het gebied vancoaching en opleiding. 'Daar willen we welnaar toe', zegt Spies. 'Er zou een experti-secentrum moeten komen op bestuursni-veau dat coaching en opleiding gaat rege-len. Dat centrum kan middelen inzettenop basisscholen die nu nog vaak externworden ingekocht zoals School VideoInteractie Begeleiding (SVIB). Nu kunnenwe dat zelf, omdat Herman bezig is metde opleiding. Volgend jaar gaat iemandvan mijn locatie dat doen.'

Nauwelijks drempels'We constateren dat er nog nauwelijksdrempels zijn om een videocamera achterin de klas te zetten', vult Huberts zijn col-lega aan. 'We zijn er al drie jaar meebezig, eerst met externen en nu dus metHerman. Vanuit het team is zelfsgevraagd of er meer collegiale consultatiekan komen zodat de groepsleerkrachtenmeer bij elkaar in de klas kunnen kijken.Daar wordt nu een rooster voor gemaakt.Tot onze verbazing zijn het vooral de jon-gere leerkrachten die heel erg open staanvoor inhoudelijk kijken. In nagesprekkenmet studenten die naar hun eigen opge-nomen lessen kijken, horen we vooralopmerkingen over pedagogische en zelfs didactische gebeurtenissen. Van grote weer-stand merken we niets. Ook niet bij ervaren leerkrachten die SVIB krijgen. Er is eengroep leerkrachten die vijfentwintig jaar of langer geleden in het vroegere MLK-onder-wijs is begonnen. De populatie leerlingen is helemaal veranderd evenals de eisen dieaan leerkrachten worden gesteld. De leraren moeten met de veranderingen mee of zewillen of niet. Van andere SBO-directeuren hoor ik vaak een sterke weerstand tegenveranderingen. Daar merk ik dus veel minder van. Dat heeft ook met schoolcultuur temaken; het is belangrijk dat mensen zich veilig voelen in het team. Het gaat erom datmensen zich kwetsbaar op durven te stellen. Dat geldt voor iedereen en als directeurmoet je het goede voorbeeld geven. Bij ons weet iedereen dat hij door de mensen omzich heen wordt gedragen, dat ze er staan om je te helpen en niet om je te be- of ver-

12

Page 15: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

oordelen. Wij koppelen altijd twee lerarenaan elkaar. Zij ontfermen zich bijvoorbeeldook over een invaller in de klas van hun'maatje'. Daarom weten ze ook van elkaarwaar in de klas de handleiding staat ofhet klassenboek ligt. Is er een leerlingheel moeilijk dan kun je altijd in eersteinstantie even naar de buurman of -vrouwgaan.' Spies heeft dat in zijn locatieanders geregeld. 'Bij ons maakt de coördi-nator interne leerlingenzorg de invallerwegwijs of ik doe dat zelf. Dat is eenkeuze die we als team hebben gemaakt.Wij willen niet dat als een leerkracht zichonverwacht ziek meldt, de andere leer-kracht de dag direct rommelig begint. Welzijn er net als op de andere locatie dezelf-

13

de afspraken over de invalmap en anderezaken. De beginnende leerkrachten krij-gen er wel een maatje bij voor alle huis-tuin-en-keukenvragen en eenmentor/coach voor de daadwerkelijkebegeleiding.'

Een leven lang lerenHet onderwijs verandert, de populatieleerlingen verandert, de problematiek ver-andert. Als leerkracht zit je continu in eenlerende rol. Mensen die van de PABOafkomen, zijn startbekwaam en ook nietmeer dan dat. Dan begint eigenlijk eenleven lang leren en dat komt niet zomaar

aangewaaid. 'Dus', zegt Huberts, 'willenwij toe naar een post-HBO opleiding. Datmoet een structurele opleiding worden enniet een hapsnap gebeuren zoals je datnu vaak ziet.' 'Inderdaad', vindt Spies, 'jehebt mensen die zich specialiseren inrekenen, anderen in dyslexie maar eenbasisschool met twaalf groepen heeftgeen twaalf dyslexiedeskundigen nodig.Niet iedereen hoeft de diepte in. Wij stre-ven naar een post-HBO opleiding waarleerkrachten in twee jaar gedurende eenmiddag of avond in de week bijgeschooldkunnen worden. Ik denk dat het goed isals de PABO Edith Stein en onderwijsbe-geleidingsdienst Expertis dat samen zou-den doen.' Volgens Van Zanter ziet dePABO wel iets in die plannen. 'Het ligt opde tekentafel. We zijn er mee bezig, ookvoor het speciaal basisonderwijs. We zijnnog aan het nadenken hoe we zoiets hetbeste kunnen vormgegeven en met welkepartners we dat het beste kunnen doen.'

Coach/begeleider (nieuwe) leerkrachten- Persoonlijke ondersteuning nieuwe en zittende leerkrachten- Minimaal twee keer vóór de kerstvakantie een klassenbezoek bij een niewe

leerkracht- Aan het begin van het schooljaar wordt een begeleidingsplan opgesteld voor

elke nieuwe leraar- Zittende leraren kunnen ook begeleid worden; het initiatief kan uitgaan

van de leraar èn van de coach- De coach richt zich op het klassenmanagement, de pedagogische aanpak en

de attitude naar ouders, leerlingen, collega's en externen- Twee keer per jaar vindt een terugkoppeling plaats van de coach naar de

locatiedirecteur- De coach moet in het bezit zijn van een onderwijsbevoegdheid, moet co

municatief en sociaal vaardig zijn, moet bereid zijn zich grondig te scholenen moet voldoende draagvlak hebben binnen het team

'Wij zijn nog aan het nadenken hoe we een post-HBO opleiding

het beste kunnen vormgeven en met welke partners

we dit het beste kunnen doen'

DE LERARENKAMER VAN SG BEYAERT IS EEN ECHTE ONTMOETINGSPLEK

Page 16: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

moet zichzelf bekijken op een tv-scherm.Wat daar sterk naar voren komt, is decommunicatie. SVIB steekt vooral in opcommunicatie. Vooralsnog richt ik me metde camera op interactie tussen leerkrachten leerling. Soms geeft een leerkracht inzijn hulpvraag aan dat hij moeite heeftmet een bepaalde leerling. Hij wil dan datik kijk hoe die leerling op hem reageert. Ik kijk dan vervolgens vooral naar hetgedrag van de leerkracht en laat hem datvervolgens ook zien. Hij herkent dan veeldingen bij zichzelf. Dat maakt het mooi endat is de kracht van beelden. Ik had eersthet idee dat ik wel een half uur opnamenodig had om ergens over te kunnen pra-ten, maar de ervaring leert dat je vaakaan één shot genoeg hebt. Daar kun je aleen half uur over praten. Je komt eigenlijksteeds weer bij het handelen van de leer-kracht in plaats van bij de kinderen. Eénvan de twee leerkrachten die ik begeleid,is Esther. Ze staat al vijftien jaar voor deklas, maar vindt dat er met SVIB eennieuwe wereld voor haar open gaat.'

Zelf ontdekkenVolgens Huberts kun je mensen met SVIBdingen laten ontdekken. 'Ze zien hetbeeld en het is duidelijk. Je hoeft nooit tezeggen: dit of dat doe je niet goed. Dat isaltijd helder want mensen zien zelf heelgoed wat ze wel en niet goed doen. Dekunst is om juist de zaken die goed gaan,extra te benadrukken zodat ze meer ver-trouwen krijgen.'Ten Broeke zou 't liefst alleen nog SVIBdoen. 'Maar dat gaat gewoon niet. Hetvraagt veel tijd om in te passen in het pro-gramma. Vooral het bekijken van deopnames, het afdraaien, terugspoelen,nog eens kijken, het maken van de analy-

Coach gaat vooral in op positieve handelingen

Leraren voelen zich gesteund en gewapend

'Ik zeg letterlijk tegen mijn collega's dat ik niet kom om te be- of veroordelen maar om over hunschouder mee te kijken. Ik wil ze op allerlei gebied van tips voorzien. Later wordt dan de hulp-vraag verder toegespitst.' Herman ten Broeke is coach en tevens coördinator leerlingenzorg opde hoofdlocatie van de Beyaert. Hij maakt duidelijk dat een coach niet beoordeelt en vooralingaat op de positieve handelingen van leerkrachten. 'Ook als er werkelijk van alles misgaat,noteer ik alles wat ik zie zowel op het gebied van klassenmanagement als didactiek en interac-tie. Daar maak ik een verslag van en dat bespreek ik met de leerkracht die vervolgens de hulp-vraag formuleert. De hulpvraag kan heel verschillend zijn. Bovendien zit er ook ontwikkeling inde hulpvraag, die zonodig kan worden bijgesteld.'

Ten Broeke is sinds een jaar of drie totvier de meest vooruitgeschoven bege-

leider van de school. Soms is hij coachdan weer begeleider. Inhoudelijk is ernauwelijks een verschil tussen coach enbegeleider; de benamingen worden doorelkaar gebruikt. Waar het om gaat is dathij de collega's zooptimaal mogelijkondersteunt. Hijprobeert de werksi-tuatie - pedago-gisch klimaat,schoolklimaat,klassenklimaat - optimaal te maken in alzijn facetten en dat zijn er nogal wat. Zijnwerk bestaat voor het grootste gedeelteuit observeren. Aanvankelijk was dat eenobservatie in de klassen zonder cameramaar met notitieboekje, een algemeneobservatie zonder specifieke hulpvragen.Gaandeweg heeft dat een andere vormgekregen naar observaties en besprekin-gen met video-opname.

ZinvolTen Broeke is net begonnen met de SVIB-opleiding. 'Ik ben er nu een aantal maan-

den mee bezig en ik vind het een erg zin-vol middel. Hoewel vrij pril, zijn mijn erva-ringen heel positief want de leerkrachtenvinden het prettig om op zo'n manier tewerken. Mijn begeleiding en coaching zijndus gegroeid van algemene observatievia specifieke hulpvraag naar observatie

per videocamera.Voor mij is het noghelemaal nieuw enik zet dan ook nietde camera in bijelke hulpvraag. Totnog toe heb ik

altijd zonder camera gewerkt; ik moet ernog in groeien.''Maar het slaat aan', zegt locatiedirecteurRob Huberts. 'Herman heeft dit schooljaarvoor het eerst aangegeven wat de opzetis van SVIB. Hij zocht vrijwilligers. Directhebben zich drie mensen aangemeld.' Ten Broeke wilde eigenlijk maar met éénkandidaat starten, maar doet er nu twee.Hij wil onderscheid maken tussen degesprekken met en zonder camera. 'Decamera is er later bijgekomen en geefteen andere dimensie aan het begeleidenomdat het heel direct is. De leerkracht

14

Samenwerking PABO Edith Stein en SG Beyaert- Verzorgen van workshops voor studenten op de PABO door de

coördinatoren interne leerlingenzorg van SG Beyaert- Verzorgen van nascholingsactiviteiten op SG Beyaert door de PABO in

samenwerking met schoolbegeleidingsdienst Expertis- Inhoudelijk overleg over aanpassing curriculum specifieke leerlingenzorg- Samenwerking met opleidingsschool De Telgenkamp- Begeleiding van derdejaars studenten en LIO's door SG Beyaert- Begeleiding van (startende) leraren door een vrijgeroosterde coach die de

cursus School Interactie Video Begeleiding heeft gevolgd

'Videobeelden zijn altijd helder want de mensen zien zelf heel goed

wat ze wel en niet goed doen'

Page 17: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

ses; per geval ben je daar snel een mid-dag mee bezig en dan heb ik ook nogmijn andere observaties en taken. Hetkomt nogal eens voor dat ik een afspraakmoet verzetten. Maar het is de moeitewaard; leerkrachten voelen zich sterker,ze wapenen zich beter. Als een leerkrachtbeter in zijn vel zit, zich prettiger voelt enmeer gewapend is, komt dat de kinderenten goede.'Huberts wijst erop dat het natuurlijk nietalleen de kinderen ten goede komt maarook de leraren zelf en daardoor ook de

school als geheel. 'Eén keer per jaar komtiemand van het vervangingsfonds hier opschool om te kijkenof alle wat langdu-riger zieken zijnafgehaakt vanwe-ge werkgerelateer-de ziektes. De laat-ste jaren komt dathier op school nietmeer voor. Dooronze aanpak vanbegeleiden en coa-chen voelen men-sen zich gesteund.SBO is een inten-sieve vorm vanonderwijs. Ik heber met de ministerover gecorrespondeerd en die gaf in eenbrief aan dat landelijk gezien bijna elf pro-cent van het SBO-personeel afhaakt. Erstromen nog wel mensen uit bij ons maardat gebeurt altijd in goede harmonie enonder goede begeleiding.' Volgens TenBroeke komt dat ook doordat de Beyaert

15

een programma heeft dat inspeelt opdeze problematiek. 'We hebben heel veelwerkvormen en overlegmomenten dieimpliceren dat de problematiek van onssamen is en niet alleen maar voor deleraar in de klas. Iedereen in het SBOkent zijn problemen en niemand hoeftzich daarvoor te schamen. Iedereen magzich kwetsbaar opstellen en iedereen doetdat dus ook.'

MaatjeSG Beyaert hecht er veel waarde aan datalle personeelsleden zich prettig voelenop school. 'Belangrijk daarbij', vindtHuberts, 'is dat alle leraren een maatjehebben. Vooral voor beginnende leraren

te veel aan het toeval over te laten spre-ken we dat ook uit. En Susan is er zichvan bewust dat ze af en toe eens bijMirjam moet binnenlopen om te kijkenhoe het loopt. Het mentorschap of maatjegaat dus voornamelijk over praktischezaken.' Ten Broeke geeft nog een aanvul-ling. 'Maatjes instrueren ook elkaars inval-lers als een van de twee, om wat voorreden dan ook, afwezig is. Dat werkt goedomdat de collega's precies weten wat erspeelt, hoe het didactisch niveau is enwelke methodiek op dat moment aan deorde is.'

TeambuildingSG Beyaert vindt teambuilding ergbelangrijk. 'Vorig jaar zijn we op een vrij-dag en zaterdag in een hotel in Garderengeweest om te werken aan teambuilding.Het ging er voornamelijk om te benadruk-ken dat niemand op SG Beyaert dit werkalleen hoeft te doen, maar dat we hetecht met elkaar doen.'Vertrouwen is essentieel bij coaching. Datziet Huberts heel duidelijk. 'Soms moet jeeen weg zoeken om iemand verder tebegeleiden. Daar moet je ook eerlijk enopen in zijn. Ik zal een voorbeeld geven.Ik sta achter in een klas en denk: wat isdie klas onpraktisch ingericht. Iedere keermoeten kinderen zich helemaal omdraai-en, ze zitten verkeerd naast elkaar of hetbureau staat onhandig. Het kan ook zijndat ik de klas als kaal en ongezelligervaar. Er kan heel wat mis zijn. Ik moetdat dan niet meteen op me nemen, wantdan lopen hier twee coaches rond in dewandelgangen. Daar worden de mensenwaarschijnlijk een beetje suf van. Ik gadan naar Herman en samen bekijken wewat we eraan kunnen doen. Wie gaat dieleraar steun geven bij het klassenma-nagement.' Ten Broeke vindt dat hij eenvertrouwenspersoon moet zijn. 'De coach-ing moet een meerwaarde zijn voor decollega's. Vooral geen kritiek maar louterondersteuning. Door mijn handelen moetik dat duidelijk laten blijken. Als lerarenhet zo oppikken, werkt het goed.'

RollenHuberts en Ten Broeke hebben verschil-lende rollen. 'Die rollen moeten ookgescheiden blijven', vindt Huberts. 'Deene keer zit je achter in de klas en heb jeeen coachingsgesprek, en de keer eropheb je een beoordelingsgesprek. Als datniet duidelijk wordt gescheiden, zou ik medaar heel ongemakkelijk bij voelen. Maarals directeur kan ik me ook niet helemaal

is dat fijn omdat zij door hun maatje weg-wijs worden gemaakt in de school. Ik zal

een voorbeeldgeven. Mirjamstaat voor het eersthier op school. Zeheeft dit jaar mid-denbouw A dievorig jaar vanSusan was. Watdoet Susan nu?Die ontfermt zichvooral in de prakti-sche zaken overMirjam. Ze wijsthaar er onder meerop wanneer hethalfjaarlijks verslagmoet worden inge-

vuld of wanneer ze de gesprekken met deouders moet voorbereiden. Uiteraard hel-pen wij Mirjam ook bijvoorbeeld met hetinvullen van de klassenmap en het makenvan een jaarplanning voor rekenen entaal. We laten zien waarop zij in prakti-sche zaken kan terugvallen. Om het niet

COACH HERMAN TEN BROEKE (LINKS) TIJDENS EEN SVIB-BESPREKING MET ESTHER BOUDRIE

'Iedereen mag zich kwetsbaar opstellenen iedereen doet dat dus ook'

Page 18: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Ook Esther Boudrie vindt dat ze in een fijn team werkt. 'Het team bestaat uit mensendie allemaal sociaal heel capabel zijn. Maar dat moet ook wel als je goed met kin-

deren in het speciaal onderwijs om wilt gaan. Je moet de kinderen goed kunnen aan-voelen. En je moet je collega's ook goed aan kunnen voelen. Dat hebben we hier heelsterk.'Boudrie werkt al achttien jaar op de Beyaert. Ze begon als invaller op de school dietoen nog de Elsbeekschool heette. Daarna kreeg ze een jaarcontract, half op deElsbeekschool en half op de Dr. Alphons Ariënsschool. Na dat jaar kon ze fulltime aande slag. Het bevalt Boudrie nog steeds erg goed. 'Ik vind het een voordeel van het spe-ciaal onderwijs dat er geen dag en geen jaar hetzelfde is. Ook de stof behandel jesteeds weer op een andere manier omdat de kinderen ook steeds heel anders zijn. Datverveelt nooit. De basisschool trekt me totaal niet. Ik vind het juist leuk individueel metde kinderen te werken en ze te zien groeien. Als ze binnenkomen, hebben ze vaak een

negatief zelfbeeld, ze zijn faalangstig enze hebben weinig zelfvertrouwen. Het isgeweldig eraan mee te werken deze kin-deren zelfvertrouwen te laten ontwikke-len.'

OnzekerBoudrie heeft het dus goed naar haar zinop SG Beyaert. Toch heeft ze zich aange-meld voor SVIB bij Ten Broeke. 'Ik hebook mijn momenten dat ik me onzeker

afzijdig houden van begeleiding. Elke dag loop ik hier informeeldoor de wandelgangen en er komt wel eens iemand binnen meteen probleem. Soms is dat lastig, want ik ben toch de directeuren moet de afweging maken of het een incident is dat ik zelfeven oplos of dat ik Herman moet inschakelen om er iets mee tedoen.'

SVIB is echt een eye-opener

Zowel ervaren als beginnendeleerkrachten leren veel

'Wij hebben hier een heel warm team. Als je maar iets hebt, kunje altijd bij iemand terecht. In de eerste plaats is er je maatje.Daar heb ik veel aan. Maar ook Herman en Rob staan voor jeklaar. Er is altijd een luisterend oor. Zoals het team hier samen-werkt vind ik fantastisch. Ik sta nu voor de eerste keer in debovenbouw. Mijn maatje Jolanda heeft me uitstekend geholpentoen ik een onderwijskundig rapport moest schrijven. Ze heeftdaar echt de tijd voor genomen.' Susan Woolderink is erg tespreken over de sfeer op SG Beyaert. Ze is afgestudeerd op SGBeyaert in het vierde jaar van de PABO en staat nu drie jaarvoor de klas.

16

Ten Broeke vindt het logisch dat de directeur op de hoogte moetzijn van wat er speelt. 'Vooral bij nieuwe leerkrachten geef ik bijvoorbaat altijd al aan dat Rob geïnformeerd moet worden om teweten wat er speelt. Ik heb overigens nog nooit meegemaakt datik tijdens een coaching zaken heb besproken waarvan degecoachte heeft gezegd dat ik ze niet aan Rob mocht vertellen.

SUSAN WOOLDERINK IN GESPREK

MET EEN VAN HAAR LEERLINGEN

'Door zo'n opname ben ik me er weervan bewust geworden hoe veel invloed ik

heb op de sfeer in de groep'

Page 19: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

voel of dat ik me afvraag of ik het wel goed doe. Het is niet zodat je het, als je lang voor de groep staat, allemaal wel weet.Zeker hier niet, omdat de populatie steeds verandert. Er wordensteeds andere dingen van je gevraagd. In het begin van hetschooljaar heb ik altijd wat startmoeilijkheden. Dan ben ik tochweer onzeker. Dan denk ik dat iedereen het beter doet dan ik.Dat zit in mijn persoon. Toen heeft Herman gezegd: dan is SVIBiets voor jou. Je kunt dan zien wat je allemaal goed doet. Datwas echt een eye-opener. Direct bij de eerste opname zag ik aldie koppies naar mij kijken. Ik dacht: ze luisteren echt! Dat isvoor mij een bevestiging geweest. Ik vond het mooi om te zienhoe ik bij kinderen overkom. Omdat ik al zo lang voor de groepsta, weet ik dat niet meer zo goed. Ik heb soms de neiging tedenken dat de kinderen het ook wel weten. Maar dat is natuurlijkniet zo, want voor hen is het iedere keer nieuw. Als ik boos kijk,heeft dat heel veel impact. Dat besefte ik niet meer. Door zo'nopname ben ik me er weer van bewust geworden hoeveelinvloed ik heb op de sfeer in de groep. Als ik er vrolijk voor sta, isdat een wereld van verschil.'

OmschakelingOok Woolderink krijgt vanaf het begin van dit schooljaar videobe-geleiding van Ten Broeke. Ook zij wilde dat zelf graag. Ze vroegom begeleiding omdat ze niet goed uit de voeten kon met derekengroepen. Ze had moeite met de omschakeling. Kinderen uitverschillende groepen kwamen bij haar en ze heeft ervaren datdie kinderen moeite hadden met het omzetten van de knop bij deverandering van groep. 'Dat ging moeizaam en de kinderenwaren heel druk. Als ik uitleg gaf, reageerden ze op elkaar; ikvond het niet leuk om zo les te geven en het kostte me veelenergie. Herman stelde voor te gaan filmen. Bij de nabesprekingheeft hij alle positieve dingen eruit gehaald. Alles hebben webesproken: hoe ik door de klas loop, hoe ik contact met de kin-deren maak, hoe ik tegen ze praat, hoe de kinderen mij in deklas volgen, hoe ze naar mij kijken en of ze druk zijn met anderedingen? Ik vond het mooi om van mezelf te ontdekken dat ik zozachtjes praat en zo rustig overkom, maar ik heb ook ontdekt dateen leerling minder goed oplette dan ik dacht. Gelukkig zie ikook veel dingen waarvan ik denk: nou, dat deed ik zo slecht nogniet. Ik had bijvoorbeeld het idee dat de kinderen slechter oplet-ten maar dat viel best mee want ze volgden me en letten goedop ondanks dat ze zo druk waren. Er moest alleen meer rust inde groep komen en daar ben ik met Herman aan gaan werken.Een tip van Herman was om bij het binnenkomen van de kinde-ren bij de deur te gaan staan en ze rustig goedemorgen te wen-sen zodat ze al wat rustiger binnenkomenen niet binnenvliegen. Ik heb gemerkt datzulke kleine dingen al helpen.'

StimulerendOok voor Boudrie zijn de wisselmomentenvaak moeilijk. Ze vertelt dat ze dan soms een beetje onrustigwordt. 'Juist op die momenten heeft Herman gefilmd. Vervolgensbespreken we dat. Herman stelt zich heel gelijkwaardig op enzegt: dit heb ik gezien of kijk hier nu eens naar of wat denk je nuen wat voelde je op dat moment. Hij laat vooral de goedemomenten zien. Dat werkt ook erg stimulerend. Bijvoorbeeld ophet moment dat ik wat op het bord schrijf, sta ik met mijn rugnaar de klas. Daar werd ik onrustig van want naar mijn gevoelhad ik dan geen controle. Gelukkig heb ik op de videobeeldengezien dat de hele klas mij gewoon volgt. Er is niemand die wat

17

anders aan hetdoen is. Ik dachtaltijd: er gebeurtvan alles achtermijn rug, maar datis niet zo. Het komt

ook voor dat ik denk dat ik heel druk ben en heel druk praat. Ikpraat vaak ook heel snel. Op de video heb ik gezien dat het bestmeevalt; ik doe het best goed.' Boudrie heeft het gevoel dat ze het weer helemaal alleen kan,maar ze wil graag doorgaan met SVIB. 'Ik heb al tegen Hermangezegd dat ik het altijd leuk vind als hij in de groep komt kijken.Leraar is eigenlijk een behoorlijk eenzaam beroep. Je bent dehele dag alleen met de kinderen. Ik vind het fijn om met iemandte kijken hoe ik het beter kan doen.'

ConsequentNa drie keer filmen heeft ook Woolderink het idee dat ze weeralleen verder kan. 'Maar zo gauw ik het gevoel heb dat ik tochniet meer zo'n grip heb op de situatie, kan ik weer bij hem aan-kloppen. Het is belangrijk dat ik consequent ben. Laatst stond ikeen keer niet bij de deur en dan wordt ik met mijn neus op de

feiten gedrukt: de klas is meteen weer een stuk onrustiger.Herman gaat uit van het positieve en van daaruit zijn we samendoorgegaan. Aan de hand van de kijkwijzer kijk je naar je eigengedrag. Je let overal op: hoe ga ik met het kind en met de groepom, op mijn klassenmanagement, op hoe mijn klas eruitziet quaindeling, regels, geluid en andere prikkels. Ik kan zelf aangeven

waarover ik wil praten en de video maakthaarfijn duidelijk wat ik goed en slechtdoe. Omdat je het zelf ontdekt, weet jehoe je het de volgende keer wel moetdoen. Dat is de kracht van SVIB: je ont-dekt het zelf. Ik heb bijvoorbeeld gezien

dat de kinderen mij op een geven moment niet meer volgden. Ikheb eerst geanalyseerd hoe dat komt. Ik gaf te lange instructie,te lange uitleg die de kinderen niet aankonden. Het gevolg wasdat ze naar de grond gingen kijken of bij de buurman of naar bui-ten. Herman heeft vijfentwintig jaar ervaring en heeft me daaringestuurd, maar vaak ben ik er ook zelf achter gekomen doorsamen te brainstormen.'

u

'Gelukkig zie ik ook veel dingen waarvan ik denk:

nou, dat deed ik zo slecht nog niet'

'Dat is de kracht van SVIB: je ontdekt het zelf'

Page 20: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Stagiaires volgen natuurlijke weg

Opleiden van studenten binnen de school is een grote ontdekkingstocht

'De collega's in opleiding (CIO's) weten dat ze met ons in die spannende situatiezitten want ook wij vinden het spannend om te zeggen dat we iets aan het doenzijn waarvan we geen idee hebben hoe het afloopt en hoe mooi het wordt. Wantdat het mooi wordt, staat vast.' Lorna Staats is directeur van de openbare SBO-school De Bonte Vlinder, opleidingsschool van PABO Hogeschool Den Haag. Zeis ontzettend trots op en enthousiast over het traject Opleiden in de School. 'Inde sollicitatiegesprekken met de CIO's hebben we veel aandacht besteed aan devraag: hoeveel durf heb je om in iets te stappen waarvan je geen idee hebt wathet gaat worden? We hebben er gewoon drie leuke collega's bij gekregen waar-van ik het fijn vind ze elke dag te zien. Die je echt mist als ze er niet zijn. Ik vindhet jammer als het donderdag is want dan zijn ze er niet.'

'Wij werken vraaggericht en dat past heel goed bij Opleidenin de School', gaat Staats verder. 'Voor mij is het een uit-

daging om steeds te moeten nadenken over hoe we het moetendoen. Heel bewust nemen we stappen. Aan de basis daarvan ligtde vraag: waarom komen de kinderen naar onze school.Dezelfde vraag kunje ook stellen voorhet team. Het wer-ken met CIO'smaakt mij steedsweer bewust vanhet waarom van ieders aanwezigheid elke dag. CIO's stellen als-maar vragen, impliciet of expliciet.' Staats vervolgt haar verhaal.'De kern van vraaggericht werken is luisteren. Alle betrokkenenbij het project zijn met elkaar in gesprek en er wordt heel goednaar elkaar geluisterd. Op basis daarvan wordt er gezegd: oké,

dan doen we het zo. Dat betekent niet datwe daarmee de waarheid hebben gevon-den, want het kan best zijn dat we in depraktijk zeggen dat het niet zo'n goedidee blijkt te zijn.'

BrainstormenPersoneelstekort en een groot verloop zijnde belangrijkste aanleiding geweest voorDe Bonte Vlinder om opleidingsschool teworden. Directeur Staats licht toe.'Eigenlijk is het begonnen met de onder-kenning dat we met elkaar een probleemhebben, namelijk dat er sprake is van eenpersoneelstekort, een te groot verloop endat mensen niet goed zijn toegerust. Wezijn met de verschillende partijen letterlijkom de tafel gaan zitten en zijn hardop metelkaar gaan denken wat we daarop zou-den kunnen verzinnen.' Volgens Staats is het traject op bestuurs-niveau begonnen. 'Later zijn de directeu-ren van de SBO-scholen er bij betrokken;alle directeuren hebben meegesproken enmeegedacht over het traject. Wij houdende andere directeuren op de hoogte.Ikzelf ben verantwoordelijk voor het infor-meren van de directeuren van het open-baar speciaal basisonderwijs en de direc-teur van de opleidingsschool van SCOLucas houdt zijn achterban op de hoogte.''We hebben veel tijd uitgetrokken voor devoorbereiding,' vertelt Margot

18

CIO CASPER VAN KALLEVEEN WORDT ALS VOLWAARDIGE COLLEGA INGEZET

'We hebben veel tijd uitgetrokken voorde voorbereiding'

'CIO's stellen alsmaar vragen, impliciet of expliciet'

Page 21: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Hameetman, projectbegeleider van het project binnen Openbaar Bestuur Den Haag. 'Ikdenk dat er wel twee jaar voorbij zijn gegaan totdat we werkelijk de studenten in huishadden. Het eerste halfjaar hebben we alleen maar gebrainstormd. Iedereen kreeg veelopdrachten mee naar huis en pas weken later volgden nieuwe besprekingen. In die fasehebben we ook met de andere SBO-scholen in Den Haag om de tafel gezeten. Deandere scholen waren geïnteresseerd en wilden graag meepraten.'

Leervragen'De CIO's zijn continu de dagelijkse praktijk aan het ontdekken', vertelt directeur Staats.'Door de hele dag vragen te stellen, leren ze. Ze kunnen terecht bij mentoren en coach,die op hun beurt de CIO’s weer door kunnen sturen naar andere mensen in het team.Bovendien is er overleg op de PABO.' Frans van Woggelum is verantwoordelijk voor hetreilen en zeilen rondom de stagiaires in de dagelijkse praktijk.' De coaching van de stu-denten op De Bonte Vlinder is zijn voornaamste taak binnen het project. 'Ik heb ookcontact en overleg met de coach van de andere school. Samen met het managementvan de Haagse Hogeschool hebben we structureel overleg over lopende zaken. Wij ont-wikkelen niet alleen voor onze school; we doen dat ook voor de andere scholen.' PeterHoogenboom zegt dat de PABO-studenten drie dagen in de week werken op De BonteVlinder. Hoogenboom is docent aan de PABO van de Haagse Hogeschool en tevenscoördinator Opleiden in de School vanuit de Haagse Hogeschool. 'Ze hebben dus maaréén zelfstudiedag om op adem te komen en vervolgens zitten ze vrijdags op de PABO.Die adempauze is om even los te komen van de school en te laten bezinken wat ze

hebben ervaren en meegemaakt. Daarnaast moeten ze leervragen formuleren en elkevrijdag gaan we aan de gang met de leervragen die de studenten uit de week hebbengedistilleerd. We behandelen de leervragen in een soort intervisiesessies. Als er theore-tische vragen zijn, probeer ik daar invulling aan te geven en wijs de studenten de weg.Op de zelfstudiedagen moeten ze daar zelf mee aan de slag en op onderzoek uitgaan.'

BeloningStaats vindt het belangrijk dat de CIO's heel serieus worden genomen en dat dit totuiting komt in een beloning. 'Onze CIO's moeten vijf dagen vol aan de bak. Als ze driedagen en soms ook nog (twee) avonden hier zijn geweest, hebben ze die twee andere

19

De Bonte Vlinder, Den HaagSBO De Bonte Vlinder valt onder het bestuur Openbaar Onderwijs Den Haag. De kinderendie De Bonte Vlinder bezoeken, hebben vaak sociaal-emotionele problemen in combinatiemet leerproblemen. De Bonte Vlinder werkt vanuit een vraaggestuurde benadering. Dat bete-kent dat wordt uitgegaan van de ervaring, beleving, wensen, behoeften en ideeën van deleerlingen en hun ouders. Om deze informatie te verkrijgen houden de leerkrachten openinterviews met de kinderen en de ouders. Die zoektocht maakt leraren en leerlingen gelijk-waardig en laat hen echt samenwerken bij veranderingen in de school. Zo hebben de leerlin-gen actief kunnen meepraten en meebeslissen over de verbouwing en inrichting van deschool. Ze hebben zelf het meubilair uitgekozen en de officiële heropening is door de leerlin-gen zelf verzorgd. Ze hebben belangstellenden rondgeleid, de pers te woord gestaan en eenopeningspresentatie gehouden. Naast het geven van onderwijs heeft de school een specifie-ke rol bij het uitwisselen van (nieuwe) expertise. De school begeleidt interne begeleiders enleerkrachten op de basisscholen binnen het samenwerkingsverband door middel van ambu-lante begeleiding en het verzorgen van hulp op maat. Het samenwerkingsverband waarin DeBonte Vlinder participeert omvat twaalf basisscholen. Ook heeft De Bonte Vlinder een externezorgcommissie waarin zorgleerlingen van de basisscholen van het samenwerkingsverbandkunnen worden besproken. Op De Bonte Vlinder zitten momenteel 140 kinderen en werken 34 leerkrachten (22 fte). Aande school zijn onder andere een ouderconsulent, speltherapeute, IB'er, remedial teacher,motorisch remedial teacher, logopediste, maatschappelijk werkende, orthopedagoog, psycho-loog en jeugdarts verbonden.

dagen hard nodig om allerlei dingen teonderzoeken en te doen. Alle studentenmoeten tegenwoordig een bijbaantje heb-ben om te overleven. Daarom hebben wijgezegd: dat bijbaantje hebben ze hier opschool zodat ze niet ook nog in het week-

end moeten werken. Ze zijn een dag perweek in dienst van de school als onder-wijsassistent. We willen ze echt een plekgeven. Het zijn collega's. Maar dat bete-kent ook dat ze meer moeten doen daneen gemiddelde HBO-student.'

CompetentiesAan het begin van het traject moet iedereCIO voor zichzelf een persoonlijk ontwik-kelingsplan (POP) schrijven. Deze POP'sspelen volgens Van Woggelum ook eenbelangrijke rol bij de beoordeling. 'Ze wor-den begeleid door de mentoren en wel opeen breder gebied dan alleen de compe-tenties die we met elkaar hebben afge-sproken voor het eerste POP. Op ditmoment zitten we met de CIO's en dementoren aan tafel voor een eerstebeoordeling. Alle competenties diebeschreven staan in het POP kunnen inde beoordeling worden meegenomen.Een belangrijk doel is daar richtinggeven-de uitspraken uit te distilleren voor dekomende periode. Ook wij groeien daarin.In het begin van het traject heb ik eenaantal keren nadrukkelijk geroepen dathet beoordelen een taak en verantwoor-delijkheid is van de PABO. Dat is watgenuanceerder geworden. Alles is nubespreekbaar.' Hoogenboom is het eensmet Van Woggelum. 'Formeel is de PABOverantwoordelijk voor de beoordeling vaneen student. Is hij wel of niet aan demaat? Maar wie die beoordeling in depraktijk moet uitvoeren, daarover zijn wenu aan het steggelen.'

Natuurlijk leerprocesEr ligt geen standaardprogramma klaarvoor de studenten. Volgens VanWoggelum bewandelen de CIO's die hierbinnenkomen een natuurlijke weg.'Daarmee bedoel ik dat ze moeten doenwat op hun weg komt. Ze gaan de groepin, ze moeten contact leren leggen met dekinderen. Dat gaat vanzelf. Er is geenprogramma. Een schoolkamp; wat moet je

'Het voordeel is dat de studenten een enorme bijdrage leveren aan de schoolontwikkeling'

Page 22: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

daarvoor doen? Ga je participeren in devoorbereidingen? Volg je alles, benoem jedat en schrijf je het op? Nee. Die dingengebeuren gewoon. Die CIO wordt gekop-peld aan een mentor die meeloopt en wespreken met elkaar af wat er moet gebeu-ren. Elke week vergadert de Commissievan Begeleiding. De CIO's vragen zich afwat ze daarvoor moeten doen. Uiteindelijkgaat het over zorgstructuur. Op de PABOkunnen ze vragen wat je moet doen enweten om een goed zorggesprek te voe-ren. Wie zitten er bijvoorbeeld bij zo'n bespre-king? Logopediste, fysiotherapeut, ortho-pedagoog, noem allemaal maar op. Dat isde leerstof.'

BasishoudingHoogenboom vindt het van belang datOpleiden in de School wordt gedragen alsbasishouding van de school. 'Dat is bij detwee bestaande participerende opleidings-scholen zeker het geval en de twee nieu-we scholen van een derde bestuur diezich hebben aangemeld, zijn erg enthou-siast. Dat is de basis om in te stappen indit project. Verder moet aan een aantalvoorwaarden zijn voldaan. Het ministerieheeft een aantal eisen geformuleerd. Ermoet een coach op school zijn. Dat is opbeide scholen zo. De coach moetgeschoold zijn onder meer in SchoolVideo Interactie Begeleiding. In de tweedeplaats moeten er mentoren aangesteldworden. Op alle twee de scholen zijn ermentoren die goed worden begeleid enruimte hebben om cursussen mentor-

schap te volgen en vaardigheden te ont-wikkelen. Last but not least, het projectmoet ingepast zijn in de structuur van deschool.' Van Woggelum voegt er aan toedat de school een goed personeelsbeleidmoet voeren. 'Ik denk dat wij uitmuntendpersoneelsbeleid voeren. Een opleidings-school doe je er niet zo maar even bij.Vooraf zijn er uitgebreide gesprekkengevoerd met het team over de inhoud ende verantwoordelijkheid van eenieder inhet project. De CIO's hebben moeten sol-liciteren en bij drie van de betrokkenscholen sollicitatiegesprekken gevoerd.Ook de mentoren hebben moeten sollici-teren naar hun functie. Bij de sollicitatiegesprekken is goed gelet

of het hart op de goede plaats zit, of zevan kinderen houden en zeker van kinde-ren die speciale hulpvragen hebben.Sollicitanten die dat niet hebben, hoevenniet te komen. Alle mensen die hier opschool werken, zijn daarop geselecteerd.Ik denk dat we daardoor goed weten wathier rondloopt en waarom. Dat wordt ookvoortdurend gecheckt. Het kindklimaat isgoed; dat wordt ook regelmatig bij de kin-deren zelf gecontroleerd. Wie hier werkt,moet een vraaggerichte instelling hebben;anders kunnen ze hier niet werken en zepassen hier dan ook niet. Alle personeels-leden worden gevolgd om te zien of ze bijde schoolvisie blijven passen.'

20

'De natuurlijke weg zal geen vaste route worden,

want het is een route die op elke school en voor elke student

anders zal zijn'

COACH FRANS VAN WOGGELUM (RECHTS)

IN GESPREK MET V.L.N.R.

DE CIO’S FEMKE VAN DER MEULEN,

MARLOES BRUIJN EN CASPER VAN KALLEVEEN

Page 23: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

CIO's zijn hier in een gespreid bedjegekomen.'

Geen vaste routeHet project bevindt zich nog in een ont-wikkelfase. Het eerste jaar heeft De BonteVlinder drie CIO’s opgeleverd. 'Eén vande voorwaarden waaraan ik als oplei-dingsschool moet voldoen, is collega'smeenemen in het proces', vertelt Staats.'Ik zit in een vast overleg met mijn colle-ga's van de openbare SBO-scholen enhet staat daar regelmatig op de overleg-agenda. De bedoeling is dat je je ervarin-gen deelt en overdraagt. We zijn ditschooljaar concreet gestart. Je ziet dat ervan alles aan de gang is en dat moet

Continu leerprocesDe Bonte Vlinder vindt haar school uiter-mate geschikt als opleidingsschool. 'Datkomt', zegt Staats, 'omdat ons team zelfaltijd aan het ontwikkelen is. We leidenonszelf constant op. We krijgen ergewoon een paar mensen bij die met het-zelfde bezig zijn. Het voordeel is dat destudenten een enorme bijdrage leverenaan de schoolontwikkeling. Ze komen nietalleen halen maar ook brengen. Wij ont-wikkelen, bewegen en zijn met elkaardagelijks in gesprek en zien daarom dekomst van de studenten als een verrijking.Als je als organisatie zo in elkaar zit endat ontwikkelen, bewegen en met elkaarin gesprek zijn je dagelijkse praktijk is, zijn

21

nieuwe collega's die daaraan mee gaandoen alleen maar een verrijking. De CIO'sbrengen nieuwe dingen in en dat vraagtweer nieuwe dingen van ons. Alleen als jedàt leuk vindt kun je een opleidingsschoolzijn. Het gaat dus zeker niet alleen om de ont-wikkeling van de studenten, maar ook omde ontwikkeling van onze school en zekerook om de ontwikkeling van de PABO.Iedereen moet er van kunnen leren. Daarkomt nog bij dat we ook collega's vanandere SBO-scholen in het proces mee-nemen. Op de overlegagenda van deopenbare SBO-scholen staat altijd alsvast punt Opleiden in de School. Wij wil-len onze ervaringen delen en overdragen.Van Woggelum vertelt dat het schoolteamerg betrokken is bij het project. 'Het pro-ject heeft een schoolbrede steun. De

natuurlijk zoveel mogelijk uitstraling krij-gen. Het is goed om dat wat er is te latenzien, maar dat eerst verder te ontwikkelenen daarna pas te kijken naar overdracht.Het is fijn als andere studenten daar ookprofijt van hebben, maar dat hoeft nu nogniet zo te zijn. Gaandeweg moet alles ver-der worden ontwikkeld. Ik heb wel eenidee over hoe het in de toekomst zalgaan. Ik denk dat we op den duur meerdan nu naar een programma voor dederde- en vierdejaars gaan waarvan wekunnen zeggen: dat ziet er grofweg zo uit.Dat moet eerst nog worden beschreven.'Over hoe die beschrijving eruit moet zien,is iedereen het eens: een beschrijving ophoofdlijnen die mogelijkheden biedt vooreen eigen invulling. Hameetman licht toe.'Het is een soort recept waaraan je geenplaatje toevoegt van hoe het eruit moet

zien, maar waarbij je alleen de ingrediën-ten noemt'. Voor Van Woggelum staat nual vast dat het gaan van de natuurlijkeweg geen vaste route zal worden, wanthet is een route die op elke school envoor elke student anders zal zijn. Daarinkomen ze zaken tegen die ze nodig heb-ben om hun beroep goed te kunnen uitoe-fenen. De stof wordt pas aangebodenwanneer er vraag naar is. Daar ontmoe-ten de natuurlijke en de verplichte wegelkaar. Op deze manier krijgen we com-pletere leerkrachten.'

MARLOES BRUIJN VOELT ZICH HELEMAAL THUIS

OP SBO DE BONTE VLINDER

Page 24: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

De Bonte Vlinder gebeurt. Dat vind ik ookniet belangrijk. In ons derdejaarscurricu-lum heeft zorg een heel nadrukkelijkeplek. De CIO's zijn de hele dag met zorgbezig. Ik maak me dus helemaal geenzorgen over hun opleidingsniveau. Dereguliere student doet wel zorg als vak,maar zit slechts één week in de maandop de basisschool. Als ik kijk naar het ren-dement, en onze CIO's beamen dat ook,weten ze veel meer en ze hebben meerervaring. Wij maken dus niet zo veelgebruik van de kennis uit het curriculum.Dat moet wel gaan gebeuren maar deontwikkeling van het curriculum is nu nogdocentgestuurd. Ik probeer docentenanders te laten denken over hoe kennis tetoetsen.'

BeoordelingOver de toetsing van de studenten isPeter Hoogenboom kritischer. 'Als je hetheel formeel bekijkt is de PABO verant-woordelijk voor de beoordeling van een

Ook PABO gaat meer vraaggestuurd werken

Voor PABO is opleiding binnen deschoolmuren uniek

'Ik ben in mijn vorig leven directeur geweest van een SBO-school en heb heel vaak mensen aangenomen die eigenlijk nietgeschikt waren voor het speciaal basisonderwijs. PeterHoogenboom is erg te spreken over de pilot die de SBO-scholenin Den Haag samen met de PABO hebben opgezet. Hij is docentaan de PABO van de Haagse Hogeschool en tevens coördinatorOpleiden in de School vanuit de Haagse Hogeschool. ' Ik bentrots dat ik een bijdrage mag leveren aan de opleiding van eenstel geweldige mensen die ervoor gaan zorgen dat de kinderenin het speciaal basisonderwijs die begeleiding krijgen waaropze recht hebben. Ik mag samenwerken met mensen en scholendie bereid zijn daarover na te denken en daaraan invulling tegeven. Dat is mijn drive om hier mijn energie in te steken.'

'Deze jonge mensen kunnen nu al, maar zeker straks, antwoorden geven op vragendie SBO-leerlingen stellen aan het onderwijs', vervolgt hij. 'De antwoorden vinden

ze niet in het basisonderwijs maar wel in het speciaal basisonderwijs. Eén van de rede-nen waarom ik hierin wilde stappen is dat ik heel graag wilde dat er wat zou verande-ren. Ik heb stellig de indruk gehad dat studenten van de PABO iets misten op het

moment dat ze uitstroomden. Ik heb zelfmee moeten maken dat iemand zijn diplo-ma kreeg terwijl hij het niet waard was.Daar kan ik dus niet tegen want dat wor-den mijn collega's. Ik ben er van overtuigddat we nu heel goed volgen waar deCIO's (collega's in opleiding) zitten zodat

je ze ook op tijd kunt aangeven: dit is niks en het gaat ook niks worden. Ik ben eengroot voorstander van de ambachtsscholen dus als ik een steentje kan bijdragen komtdat mooi uit. Het vraagt overigens heel veel van deze studenten. Ze moeten constantop onderzoek uit'.

Meer contact met werkveldVoor de betrokkenen bij de pilot in Den Haag is het van belang dat niet alleen de stu-denten en de opleidende school, maar ook de PABO zichzelf verder ontwikkelen.Opleiden in de School heeft volgens Hoogenboom wel degelijk een weerslag op dePABO. 'Ik heb het hele traject gepresenteerd aan mijn collega's op de PABO. Dat heeftertoe geleid dat de bereidheid om meer contacten te leggen met scholen is toegeno-men. In het verleden was de PABO toch een soort opleidingsinstituut met weinig contac-ten met het werkveld maar daarin is eenenorme omslag gekomen. Het besef isgegroeid dat we op deze manier betertoegeruste nieuwe collega's kunnen afle-veren. De PABO zal meer vraaggestuurdmoeten gaan werken. Op dit moment zijnwe daarmee ervaring aan het opbouwen. Ik koppel zoveel mogelijk terug naar mijnmanagement en wil invloed uitoefenen op toekomstig beleid. Ik vind het ook belangrijkdat docenten anders gaan denken over hun vakgebied. Eigenlijk vind ik dat nog hetleukste. Er is overigens nauwelijks expliciete afstemming tussen het PABO-curriculum en wat op

22

'De PABO zal meer vraaggestuurd moeten gaan werken'

'Het vraagt overigens heel veel van deze studenten.

Ze moeten constant op onderzoek uit'

Page 25: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

23

Leren van en in de praktijk slaat aan

Cursisten in opleidingworden overal bij betrokken

'Ik durf nu al te zeggen dat ik in deze vijf maanden meer hebgeleerd dan in de afgelopen twee jaar op de PABO. Ik heb vooralook anders geleerd. Je leert echt zoveel van de praktijk.' CIOMarloes Bruijn is heel tevreden over haar opleiding bij De BonteVlinder. 'Ik word overal bij betrokken. Zo hebben we een rappor-tenavond gehad. Op de PABO krijg je zoiets alleen uitgelegd,maar het echt leren doe je pas in de praktijk door erbij te zittenen het te doen. Alleen een boekje lezen over oudergesprekken,daar heb je niet zo veel aan. Je moet het gedaan hebben.'

student: is hij wel of niet aan de maat.Maar wie die beoordeling in de praktijkuitvoert daarover zijn we nu aan het steg-gelen. Vanuit de PABO geredeneerd zit ereen LIO-fase in de stage op een oplei-dingsschool. Ik moet de stage wel kunnenverantwoorden ten aanzien van de pun-tenlijsten omdat ze daarvoor aan heteinde van het vierde jaar toch beoordeeldmoeten worden want de PABO heeft noggeen paralleltraject in de beoordeling ont-wikkeld dat uiteindelijk leidt tot voldoendecredits om een diploma te krijgen. Hoe diebeoordeling moet worden ingevuld, is devraag waar we ons nu over buigen. Dievertaalslag naar een puntenlijst wordtsamen opgepakt. Hopelijk komen we toteen prachtig model dat voor alle partijenhaalbaar en werkbaar is. Maar het is nietmeer zo dat ik vind dat het nodig is eenassessment af te nemen.'

Strijd'Ook zijn voor de CIO's een aantal onder-delen van het curriculum nog verplicht',gaat Hoogenboom verder. 'Daarom ben ikde strijd aangegaan met collega's. Destrijd ja, omdat sommige vakgebiedenmaar één standaardmanier van kennis-toetsing hebben. Ik vind dat we bij de

CIO's meer praktijkgerelateerd moeten gaan toetsen. De gesprekken hierover met colle-ga's zijn leuk en spannend. En we maken vorderingen, want zelfs het meest traditionelebastion van kennis in de PABO heeft een totaal ander traject opgezet voor onze CIO'sdan de reguliere studenten op de PABO krijgen aangeboden. Dat is dus de opbrengstvoor de PABO.'

Historie van het projectDe Bonte Vlinder participeert in een grootschalig project dat is geïnitieerddoor in totaal 9 SBO-scholen van het bestuur Openbaar Onderwijs Den Haagen SCO Lucas. De oorsprong van het project ligt in de wens van de SBO-scho-len om beter toegerust personeel te krijgen, het hoge personeelsverloop tegente gaan en een groter aanbod van nieuw personeel te verwerven. De afgelopenjaren is het voor het speciaal basisonderwijs moeilijker om personeel te vin-den. In Den Haag is er sprake van een groot verloop en ook de vergrijzing slaatstevig toe. Daardoor valt vakbekwaam personeel in de toekomst weg en is aan-vulling van nieuw, bekwaam personeel gewenst. Daar komt bij dat studentendie afgestudeerd zijn aan de PABO, een opleiding hebben gehad die onvol-doende aansluit bij de eisen die worden gesteld in het speciaal basisonderwijs.Jonge leerkrachten komen na hun opleiding doorgaans niet in het speciaalbasisonderwijs terecht. Maar ook leerkrachten die al een aantal jaren ervaringhebben in het reguliere basisonderwijs, beschikken nog niet altijd over de juis-te vaardigheden en kennis om zich goed te kunnen redden in het speciaalbasisonderwijs. Het bovenstaande is de belangrijkste reden waarom De BonteVlinder samen met een aantal andere SBO-scholen van de twee besturen eenpilot 'Opleiden in de School' is gestart. SCO Lucas is enige tijd geleden gestartmet eenzelfde project binnen het regulier basisonderwijs. Dit wordt doorver-taald naar het speciaal basisonderwijs. Twee scholen hebben zich in het kadervan deze pilot ontwikkeld tot opleidingsschool. De Bonte Vlinder fungeert alsopleidingsschool voor het openbaar onderwijs. Ook SCO Lucas heeft eenopleidingsschool. Studenten van de PABO Hogeschool Den Haag die op eenopleidingsschool stage lopen, brengen in hun derde en vierde jaar uiteindelijkmeer tijd door op de opleidingsschool dan op de PABO.

OVERLEG TUSSEN

MENTOR FRANK BELT

EN

CIO MARLOES BRUIJN

Page 26: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Casper van Kalleveen is een andereCIO op De Bonte Vlinder. Hij is het

helemaal eens met Bruijn. 'Wij draaiengewoon mee. Als mijn mentor bijvoor-beeld naar de Commissie van Begeleidinggaat om een kind te bespreken, ga ikmee.' Coach Frans van Woggelum verteltdat het ook de bedoeling is dat de CIO'soveral aan meedoen. 'Door het jaar heenkomen de routines van alles wat er in eenschool gebeurt aan de orde: cursussen,besprekingen, vergaderingen, en de CIO'ssluiten zich overal bij aan. Bij het een zijnze meer luisterend aanwezig maar bij-voorbeeld bij de Commissie vanBegeleiding praten ze gewoon mee envertellen ze over hun eigen ervaringenmet de kinderen. Ze zijn echt collega's inopleiding en wij waarderen dat zeer.'Bruijn voelt zich ook echt een collega.

'Dat was op andere scholen niet zo.' OokKalleveen voelt de waardering die hijkrijgt. 'Op mijn vorige scholen mocht ikkoffie halen en werd het ook wel handiggevonden als ik even de vloer aanveeg-de. Natuurlijk was het niet op alle scholeneven erg, maar zo fijn als op De BonteVlinder is het nergens.'

VraaggestuurdKalleveen en Bruijn liepen eerst een snuf-felstage op De Bonte Vlinder. Ze beslotente solliciteren naar een stage als CIO. Zemoesten solliciteren op twee scholen: De

Bonte Vlinder en de Pastoor van Asch.Allebei hadden ze een voorkeur voor DeBonte Vlinder. Ze waarderen vooral desfeer en de manier waarop met kinderenwordt gewerkt. 'De leraren luisteren echtnaar de kinderen', zegt Kalleveen. 'Zegaan echt in gesprek met de leerlingen en

leggen uit waarom ze bepaalde dingendoen.' Beiden vonden zij de sollicitatiege-sprekken pittig en ze zijn blij aangenomente zijn. Van Kalleveen vindt het een uitda-ging om als CIO op een opleidingsschoolstage te lopen. 'Ik denk dat ik in de prak-tijk meer kan leren. Voor mij is dit degoede manier. De kans om een jaar langdrie dagen in de week stage te lopen enhet jaar daarna vier dagen kon ik nietlaten liggen. Ik vind het ook interessantdat ik nu ervaring opdoe in het speciaalbasisonderwijs. Ik wil namelijk graag lerenhoe ik deze kinderen moet ondersteunen.Ik heb daar nog geen ervaring mee. Hetis belangrijk dat deze kinderen goedonderwijs krijgen en ik wil daar een steen-tje aan bijdragen.' Voor Bruijn geldt onge-veer hetzelfde. 'In mijn vorige stages hadik het altijd al prima naar mijn zin, maardie stages waren veel te kort. De rest van

de tijd zat ik maar op de PABO, terwijl jetijdens een stage zo veel kunt leren. Datvond ik jammer. Verder zie ik een stageop het speciaal basisonderwijs als eenmeerwaarde, ook als ik wil gaan werkenin het reguliere basisonderwijs. Ik heb danal ervaring opgedaan met verschillendeleerstoornissen en gedragsproblemen. Ikheb daardoor een voorsprong op anderenin het signaleren ervan.'

VoorkeurDat van Kalleveen en Bruijn enthousiastzijn, blijkt onder meer doordat ze drieweken eerder met hun stage begonnenzijn dan de bedoeling was. Eigenlijk zou-den ze pas eind oktober beginnen, maar

24

'De leraren luisteren echt naar de kinderen'

'Ze zijn echt collega's in opleiding en wij waarderen dat zeer'

CIO CASPER VAN

KALLEVEEN AAN HET

WERK IN DE KLAS

CIO MARLOES BRUIJN

TIJDENS DE LES

'Op mijn vorige scholen mocht ik koffie halen

en werd het ook wel handig gevonden als ik even de vloer aanveegde'

Page 27: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

ven welke kennis echt noodzakelijk is over verschillende leer- en gedragsstoornissen.We leren nu steeds beter om zelf met onderwerpen te komen. Peter heeft overleg metFrans en de andere coach zodat niet twee keer hetzelfde wordt uitgelegd. Marloes en ikkomen dus elke vrijdag met vier andere CIO's bij elkaar en uiteraard Peter. Ik vind datleuk omdat ik dan ook de verschillen in manier van aanpak op deze school en dePastoor van Asch school kan zien. De vraaggestuurde aanpak bevalt mij goed. Van hetuitwisselen van ervaringen leer ik ook veel. Wat hebben de anderen meegemaakt enhoe hebben ze daar op gereageerd? Al met al zit de week lekker vol, maar ik weet nietof ik harder moet werken dan de studenten die een gewone stage lopen. Ik vind wel datik echt op HBO-niveau bezig ben.' Bruijn vindt wel dat ze harder moet werken dan in deeerste twee jaar van de PABO. 'Ik merk het aan mezelf. Vroeger op de PABO was iknooit moe en nu wil ik in het weekend gewoon uitrusten. Ik ga nooit meer uit. Vroegerging ik vaak doordeweeks 's avonds na negen uur met mijn vriendinnen nog wat drin-ken.' Van Woggelum denkt ook dat de CIO's meer uren aan hun opleiding besteden danreguliere studenten. 'Maar niet alleen de hoeveelheid tijd en het vele leren maakt hetzwaar, het is ook de intensiteit. De CIO's maken heel veel mee met de kinderen.'

Open sfeerDe begeleiding op de PABO is goed,maar de CIO's waarderen ook de begelei-ding op De Bonte Vlinder. Van Kalleveenvindt het verrassend dat de drempel om

bij iemand aan te kloppen zo laag is. 'Je leert het team hier ook echt kennen. Op ande-re scholen kende je de leraren alleen van gezicht, maar je wist niet wie ze echt waren.'Bruijn is het ermee eens. 'Ja, iedereen is hier echt super. Leuke collega's, heel open.'Niet alleen zijn de CIO's te spreken over de school, maar ook coach Van Woggelum istevreden over zijn CIO's. 'Het is heel verfrissend dat ze een eigen kijk op de kinderenhebben. Ze komen alledrie fris binnen en geven hun mening. Daardoor worden mijneigen ideeën opgefrist en mijn blikveld verruimd.'

u

omdat ze eerder klaar waren op dePABO, hebben ze die tijd aangegrepenom te kijken waar hun voorkeur lag. Zekonden zelf aangeven of ze in de onder-,midden- of bovenbouw wilden werken. Inoverleg met Van Woggelum kozen ze zelfelke dag een klas uit. In het begin hebbenze vooral geobserveerd en veel energiegestoken in het leren kennen van de kin-deren. Het persoonlijk ontwikkelingsplan(POP) speelt voor de stagiaires eenbelangrijke rol. Bruijn vertelt dat er iederedinsdagmiddag belangrijke zaken wordenbesproken met Van Woggelum. 'Het POPstaat daarbij centraal. We praten aan de

hand van het POP over dingen die we inde praktijk zijn tegengekomen. Op woens-dag doen we klassendoorbrekend werk. Ikhad een jongen uit de bovenbouw gekre-gen waar ik niets vanaf wist. Er haddenzich wat problemen voorgedaan. MetFrans heb ik besproken hoe ik dat eenvolgende keer beter kan aanpakken.' OokVan Kalleveen bespreekt lastige praktijksi-tuaties met de coach. 'Van dergelijkeintervisiegesprekken leer ik veel. Webekijken het probleem van verschillendekanten en zo proberen we tot een oplos-sing te komen. Op dezelfde manier selec-teren we ook onderwerpen waarin ik meverder wil verdiepen en zonodig stel ik opbasis daarvan mijn doelen bij.'

Uitwisselen van ervaringenDe CIO's worden niet alleen begeleid opde opleidingsschool maar ook op de

PABO. Elkevrijdag zijn ergesprekkenmetHoogenboom.'In het beginkwam Peterzelf met allerleionderwerpen',vertelt vanKalleveen. 'Hetwas voor onsnog lastig zelfiets te beden-ken omdat wenog niet wistenwat we moes-ten leren. Hijheeft aangege-

25

Opleiden in de School- Initiatief van Stedelijke aanpak lerarentekort onderwijs (SALTO), PABO

Hogeschool Den Haag, SCO Lucas, het Openbaar onderwijs met negenSBO-scholen .

- Is ontleend aan het Amerikaanse concept Professional Development School(PDS), afkomstig uit de Verenigde Staten en het sociaal constructivisme,waarin studenten hun eigen kennis creëren

- Het creëren van een leerwerkcultuur, duaal traject van werken en leren innauwe samenwerking met de leraaropleiding

- Kwaliteitsimpuls voor de opleiding van personeel èn voor de school alsgeheel

- Studenten formuleren hun eigen leerdoelen en reflecteren daarop; leerdoelen staan in het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en de reflectiesin het portfolio

- Opleiden tot leerexperts, niet tot kennisexperts- Opleidingsschool is een professionele organisatie met teamspelers die

beschikken over deskundigheden, niet met autonome professionals'Echt leren doe je pas in de praktijk door erbij te zitten en het te doen'

'Iedereen is hier echt super. Leuke collega's, heel open'

Page 28: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Directie wil meer inzicht in het functioneren van individuele leraren

Wie geen SVIB wil, komt niet binnen op De Watertuin

'School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is een fantastisch instrument.' Directeur BramDiemer van SBO-school De Watertuin is enthousiast. 'Je moet het wel op de juiste manier toepas-sen en inleiden onder de voorwaarden die in het protocol staan. Met SVIB kan de professionali-teit op elk moment worden opgevijzeld. Dat hebben we voor een groot deel te danken aanSVIB'er Miep Kan die zonder te praten mensen dingen in kan laten zien. Dat vind ik knap.'

In 2003 zijn de LOM-school de Kim ende MLK-school De Haven samenge-

gaan. Volgens Diemer is toen de balansopgemaakt. 'We hebben geconstateerddat er een hoog afbrandpercentage voor-kwam bij de nieuwe mensen die hier bin-nenkwamen, maar ook bij mensen dieervaring hadden binnen de opleiding.Onze conclusie was dat wij te weiniginzicht hadden in de processen die zichdaarbij afspelen en waar we wellicht eer-der hadden kunnen interveniëren. Wehebben onze verantwoordelijkheid geno-men en het een en ander in stappen oppapier gezet om ervoor te zorgen datmensen minder snel konden ontsnappenen niet in de ellende terecht zoudenkomen. We wilden duidelijk hebben tothoever we wilden gaan. Op welk momenttrekken we de conclusie dat we in bepaal-de personen geen perspectief meer zien.''Kennis en ervaring of het ontbrekenervan blijken geen voorwaarde tot succes

van handelen op pedagogisch-didactischgebied', vult adjunct-directeur WouterJager aan. Jager is tevens coördinatorOpleiden in de School. 'Er zijn teveel indi-

viduele momenten met kinderen waarbijmensen gewoon falen, terwijl ze denkende goede insteek te hebben. Dat heeftvoor een deel te maken met de inhoudvan deze school: we zijn geen enkelvou-dige SBO-school. De gemeente Almerekent één SBO-school en verder alleen deStichting Gewoon Anders. Dat houdt indat alle andere clusterkinderen verspreidzitten in het onderwijs. We hebben nogalwat cluster 3 en cluster 4 kinderen inschool. Dat betekent dat de heterogeniteitbinnen deze school hoog is en er veel

specifieke vaardigheden van de leer-krachten worden gevraagd. Na de fusiehebben wij er daarom bewust voor geko-zen één van de collega's op te leiden totSVIB'er. Later is daar iemand aan toege-voegd die ook de opleiding heeft gevolgden afgerond. Op dit moment is een derdebezig met de opleiding.'

HulpvraagTot nu toe hebben vier zittende, vier zij-instromers en vijftien klassenassistenteneen SVIB-begeleiding gehad. VolgensDiemer geeft dit aantal èn het feit dat erstraks drie SVIB'ers op school zijn aanhoe groot het belang is dat de schoolhecht aan SVIB. 'We zijn natuurlijk eengrote organisatie. Als directie vonden wijdat we te weinig inzicht hadden in hetfunctioneren van de individuele leerkrachten dat we daarvoor een extra instrumentnodig hadden.'Iedere nieuwe binnenkomer op De Water-tuin krijgt SVIB-begeleiding. 'Het is stan-daard', zegt Diemer. 'Wie geen SVIB wil,

komt niet binnen op De Watertuin. Het isimmers onmogelijk dat nieuwkomers alalle mogelijkheden in huis hebben omonze leerlingen op een adequate manieraan te sturen. Ook beschikken zij nietover voldoende kennis.' 'Wij gaan ervanuit dat iedereen die net van de opleidingkomt, een hulpvraag heeft', vult Jager zijndirecteur aan. 'Mensen die geen hulp-vraag hebben, moeten zich afvragen of zewel op de goede plek zitten. De hulpvraag

26

'Miep kan zonder praten mensen dingen in laten zien'

MARIJE VERMERE WERKTE EERST ALS ONDERWIJSASSISTENTE EN STAAT NU DRIE JAAR VOOR DE KLAS

'Mensen die geen hulpvraag hebben,moeten zich afvragen

of ze wel op de goede plek zitten'

Page 29: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

wordt samen met de SVIB'er geformu-leerd en komt zo bij de directie terecht.De rest van het besprokene, gefilmde,getoonde is een vertrouwenszaak tussende leerkracht en SVIB'er. Het komt tegen-woordig ook steeds vaker voor dat eenervaren leerkracht die hier al langer zit,een hulpvraag heeft. Hij of zij loopt bij-voorbeeld vast met een kind en vraagtzich af wat hij bij zichzelf kan veranderenom beter met het kind om te gaan. Maarhet kan ook zijn dat hij of zij niet goed meteen bepaalde problematiek kan omgaanen er geen grip op krijgt. Wij proberendan deze mensen te motiveren een SVIB-traject te volgen.'

Vertrouwen wekkenVolgens Diemer is het belangrijk mensenhet gevoel te geven dat zo'n ontwikkelingvoor hen kansen biedt. 'Dat kun je bijvoor-beeld bereiken door de resultaten vandegene die op school het minste vertrou-wen geniet, bekend te maken en metdiens instemming te laten zien welkewaarde de video-opnamen hebben.Daarmee kun je al veel mensen over destreep trekken. Je moet vertrouwen wek-ken en laten zien dat SVIB niet iets geksis maar dat je er alleen profijt van hebt. Bijjonge mensen gaat het over het alge-meen makkelijker. Die hebben vaak eentomeloos enthousiasme en als schoolmoet je er voor waken dat ze dat enthou-siasme niet kwijtraken, want dat heb jenodig. En toch moet je bijsturen; SVIB isdaar een uitstekend instrument voor. De

kracht van SVIB is uiteindelijk dat het nietvan boven wordt opgelegd. Als je hetgoed doet en in vertrouwen naar demedewerkers, pikken leerkrachten het op.Verder geeft SVIB een helder inzicht inwaar we vandaan komen, waar we nustaan en waar we naartoe willen. Last butnot least is het goed voor de leerlingen;die krijgen de begeleiding die bij henpast.'SVIB heeft echt concrete resultaten opge-leverd. Diemer wijst op de enorme

27

Openbare SBO-school De Watertuin, AlmereDe Watertuin is net als De Bombardon een speciale school voor basisonderwijs. Beide scho-len richten zich op kinderen die om wat voor reden dan ook een speciale leeraanpak nodighebben. De scholen horen bij het Instituut voor Openbaar Speciaal Onderwijs Almere(IOSBA). Daarbij behoort ook De Bongerd. De Bongerd is een lesplek voor kinderen met psy-chiatrische problemen en/of ernstige gedragsproblemen. De Watertuin en De Bombardonwerken samen met de Stichting Gewoon Anders. Almere kent geen scholen SpeciaalOnderwijs in de clusters 2, 3 en 4. Daarom draait in Almere vanaf 1997 het project GewoonAnders. Het doel is zoveel mogelijk gehandicapte leerlingen een plek te bieden op een schoolvoor regulier basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs. Alle Almeerseschoolbesturen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor dit project. Ook op de twee SBO-scho-len zitten kinderen die worden begeleid door de Stichting Gewoon Anders. De Watertuin telt375 leerlingen die zijn verdeeld over 25 groepen. Het personeel bestaat uit onderwijzend per-soneel (schoolleiding, groepsleerkrachten, IB'ers, RT'ers en vakleerkrachten gymnastiek) enonderwijsondersteunend personeel (logopedisten, conciërges, administratief medewerkers,klassenassistenten). Verder is er een fysiotherapeut verbonden aan de school, maar die staatniet op de loonlijst. De kosten worden verhaald op de ziektekostenverzekering van de ouders.Binnen de commissie van begeleiding zijn enkele uren per week een jeugdarts, een maat-schappelijk deskundige, een psycholoog, een orthopedagoog en een psychologisch assistentvoor de school werkzaam.

geweldsspiraal, waar de school vroegerlast van had. 'Leerkrachten die op kinde-ren moesten gaan zitten om ze inbedwang te houden. Nu kan ik metouders op elk willekeurig moment eenklas binnenlopen en meestal kijken dekinderen niet eens op. Er is rust en eengevoel van veiligheid bij de kinderen. Dathebben we bereikt bij een populatie diecomplexer is geworden. Ook de rust in deschool ervaar ik als een verademing.Andere scholen zie je nog worstelen met

DIRECTEUR BRAM DIEMER (LINKS) EN ADJUNCT-DIRECTEUR WOUTER JAGER

'Er is rust en een gevoel van veiligheid

bij de kinderen'

Page 30: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

geweld; wij hebben dat gelukkig achter derug. Dat werkt ook goed voor onze beeld-vorming. Mensen gaan zeggen: je moetnaar die school toe want die is goed.'SVIB kan niet zonder vertrouwelijkheid.'Dat is heel belangrijk', zegt Diemer. Je moet in een gesprek nooit zeggen datje iets van een ander hebt gehoord.Daarmee hak je je eigen hoofd af. Dit tra-ject heeft tussenstappen. Wouter heeft bij-voorbeeld een gesprek met de kandidaaten met Miep die SVIB doet. Daarin doetMiep verslag van het verloop. De kandi-daat vertelt over zijn ervaringen in hetbegeleidingstraject; wat hij niet kwijt wil

vertelt hij niet, hoe jammer dat ook kanzijn. Als ik iets proef dat de kandidaat mijniet wil vertellen, maar wel in het belangvan de school is, kaart ik dat aan. Alsdirecteur moet ik controle kunnen uitoefe-nen, maar wel rechtstreeks met de leer-kracht.' Jager vindt dat essentieel. 'Dekandidaat maakt het verslag en levert ookde informatie aan. Het traject kan nietzonder vertrouwelijkheid. Het mag niet zozijn: oh jee, alle ramen en deuren dichtwant daar komt Miep met de video-camera.'

Het is mijn foutNaast de SVIB zijn er op De Watertuin beoordelings- en functioneringsgesprekken. Dieworden door de directie gevoerd en hebben een andere status. In het kader van eenbeoordeling kan de directeur of adjunct een klassenbezoek afleggen. 'Wij kunnen danzelf vaststellen of iemand een hulpvraag heeft. Wij verwijzen een collega bij wie wezoiets vaststellen door naar één van de SVIB'ers. De begeleiding vanuit de directie kunje zien als het formele begeleidingstraject; SVIB als het informele traject.'Diemer geeft aan wat hij uiteindelijk wil bereiken. 'Het zou mooi zijn als de leerkrachtzegt: het is niet het kind dat de fout heeft gemaakt maar het is mijn fout. Ik vrees dat hetnog lang zal duren totdat leraren zeggen: dat kind doet zo vervelend omdat ik hem nietbegrijp. De leerling moet het uitgangspunt zijn. Onze leerlingen vragen een specifiekeinteractieve aanpak. De ene leerkracht heeft die in zijn bagage zitten, de andere moetdie bagage nog leren ontvouwen. Als dat laatste niet lukt, moet die leerkracht aange-stuurd worden.'Jager illustreert het betoog van Diemer met een voorbeeld. 'Een uitstekende leerkrachtmet een lange ervaring maar vrij traditionele opvattingen kreeg een kersverse jongekracht naast zich die in het opleidingstraject zat. Beiden werkten in deeltijd. Dat ging wringen omdat de nieuwe leerkracht veel adaptiever werkte met als resultaateen hoger werkniveau bij de kinderen. De ervaren leerkracht ging die werkmethodeovernemen en vulde haar eigen ontwikkelingsproces in. Dat is geweldig om mee temaken en het is de spin-off die we hopen te bewerkstelligen.'

28 ADJUNCT-DIRECTEUR

WOUTER JAGER

'Het mag niet zo zijn: Oh jee, alle ramen en deuren dicht

want daar komt Miep met de videocamera'

Page 31: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

29

Mensen voelen zich veiliger

Door SVIB worden problemenveel eerder gezien enaangepakt

'Coaching en vooral SVIB-begeleiding zijn heel dankbaar werk.Negenennegentig procent van de hulpvragers zegt er veel baatbij te hebben terwijl de coachingsperiode vaak geestelijk heelzwaar is. Leraren zitten er toch eens in de twee weken een uurbuiten werktijd aan vast, want binnen schooltijd lukt het organi-satorisch en financieel niet.' Miep Kan is opleidingsleraar,coach, SVIB'er, collegiaal consulent of hoe je haar ook wilt noe-men. Ze heeft duidelijk veel plezier in haar werk.

'Je ziet dat de benadering vanuit com-petentie mensen doet groeien', gaat

Kan verder. 'Ook preventief heb je eensterke troef in handen. Problemen wordenveel eerder gezien en aangepakt zondermensen te beschadigen. Je houdt ze lan-ger aan boord en bespaart ze een hoopverdriet en geworstel. Daarom is het ver-trouwen zo belangrijk.' Adjunct-directeuren coördinator Opleiden in de SchoolWouter Jager vindt ook dat SVIB aanslaatbij zijn collega's. 'Vaak zie je na een aan-vankelijk wantrouwen een omslag naarenthousiasme, maar er zijn ook mensendie er onbevangen ingaan en ook zo ein-digen. Ik ken geen voorbeelden van men-sen die er vrijwillig aan zijn begonnen enonbevredigd eindigen. Van de complimen-ten op evaluatieformulieren gaat Miepsoms blozen.' Volgens Kan kunnen lera-ren zien dat wij ze serieus nemen en hetbeste met ze voor hebben. 'Je kunt dat ineen organisatie op allerlei manieren doen,maar wij vinden dat SVIB veel pluspunten

heeft. Op andere scholen blijft het stekenbij wat mentorachtige taken en adviezenen wegwijs maken. Structurele, echt per-soonlijke coaching zie je nog niet veel.'

'Met SVIB houd je mensen langer aan boord en je bespaart ze een hoop verdriet en geworstel'

Subsidie WSNS+- De bestuurscommissie Openbaar Onderwijs wendt subsidie aan voor een

gezamenlijk personeelsbeleid- Begeleiding en coaching van nieuw personeel en personeel dat worstelt met

SBO-vraagstellingen- Begeleiding en coaching gebeuren door School Video Interactie Begeleiding

(SVIB)- Voor het SBO is een opleidingsleraar aangesteld voor drie dagen in de week- Onderwijsassistenten met potentie krijgen mogelijkheid de opleiding leraar-

ondersteuner bij de PABO in Almere te volgen, bij voldoende kwalificatiebetaalt de bestuurscommissie de opleiding tot leraar

- SBO werkt al langer met zij-instromers- Vijf personeelsleden binnen het SBO worden geschoold tot SVIB'er - SVIB is vooral gericht op nieuw, veelal jong personeel- Positieve resultaten: geen noemenswaardige uitstroom van personeel en

daling van het ziekteverzuim dat verband houdt met niet functioneren- Hulpvraag van SVIB-traject kan voortkomen uit functionerings- of beoor-

delingsgesprek, uit schoolontwikkeling en persoonlijk ontwikkelingsplan(pop), uit observaties in verband met schoolontwikkeling en uit Opleiden inde School

- De volgende functies komen in aanmerking voor SVIB: leerkrachten inopleiding, zij-instromers, onderwijsassistenten, onderwijsassistenten inopleiding, leraarondersteuner, beginnend leraar, ervaren leerkracht beginnend in het SBO en leerkracht met een specifieke hulpvraag

'Van de complimenten op de evaluatieformulieren

gaat Miep soms blozen'

VernieuwendOngeveer twintig jaar geleden kwam Kanmet een jaar of dertien ervaring in het

basisonderwijs terecht op een toen nogzogeheten LOM-school, later MLK-school.Ze kwam daar tot de ontdekking dat erdezelfde soort kinderen zat als op gewo-ne basisscholen. 'Ik heb toen geopperd -het was in de jaren tachtig - dat die kinde-ren met wat extra begeleiding ook op eennormale basisschool zouden kunnen func-tioneren. Er is toen een orthopedagoge

Page 32: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

aangesteld om daar een traject van temaken en een plan op te stellen. Hetgevolg was dat ik voor een paar dagen inde week ambulant begeleidster werd. Daar zijn mijn begeleidingstaken begon-nen; nu noem ik het coachingstaken. Diekinderen kregen recht op twee jaar langtwee uur terugplaatsingsbegeleiding perweek. Op een gegeven moment werd hetbeleid in Almere omgedraaid van ambu-lante naar preventief ambulante begelei-ding om kinderen in het reguliere onder-wijs te houden. Tegenwoordig noemen wedat collegiale consultatie. In de loop vande tijd heb ik me regelmatig bijgeschoold. De bestaande cursussen lijken veel opelkaar, maar SVIB vond ik heel vernieu-wend. Het was een vrij zware en tijdro-vende opleiding. Aan het eind krijg je eencertificaat. Dat vind ik heel goed, want ikzie zoveel wildgroei om me heen waarbijik mijn bedenkingen heb. In die tijd kwa-men de zij-instromers in beeld. Wouter enik zijn om de tafel gaan zitten om hetbegeleidingsplan op te stellen. In de loopder tijd is dit door regelmatig bijstellengegroeid tot wat het nu is.'

StartgedragKan coacht een grote verscheidenheidaan personen die zich aanbieden: zij-instromers, leerkrachten in opleiding, zit-tende leerkrachten die nog geen ervaringhebben in het SBO en leraren met welervaring in het SBO. 'Toch verloopt elk

traject volgens hetzelfde stramien. Alle mensen die ik coach beginnen met een hulp-vraag. Het enige dat verschilt, is de soort hulpvraag. Praktisch iedereen heeft een soort-gelijke vraag: hoe laat ik die kinderen sneller naar me luisteren? Hoe kan ik sneller vanles wisselen? Het gaat dus om de interactie bij het binnenkomen; dat noem ik het start-gedrag. Overigens is de hulpvraag voor de gecoachten niet altijd meteen duidelijk. Zeformuleren meestal een heel ingewikkelde hulpvraag. Dat is het vertrekpunt en de kunstis om ze, al pratende, zelf te laten ontdekken wat hun echte vraag is. Meestal komt hetop het volgende neer: hoe richt ik de groep in? Hoe krijg ik de aandacht? Hoe houd ikdie vast en hoe zorg ik ervoor dat bij het binnenkomen niet de hele boel wordt afgebro-ken? Het werkt niet om tegen leraren te zeggen: dit of dat is nodig voor jou. Behalve bijhet zittend personeel dat dit traject ingaat vanuit een professionaliseringsvraag, vindt eraltijd een intakegesprek plaats tussen mij en de hulpzoeker waarin we de hulpvraag dui-delijk zien te krijgen. Tevens kijken we hoe hij of zij daar in staat. Ik probeer de persoonin kwestie op het gemak te stellen en laat hem of haar praten. Wat is er aan de hand?Op welke momenten ondervind je problemen en wanneer gaan dingen wel goed? Watheb je er al aan gedaan en wat zou je er nog aan willen doen? Wat wil je er uiteindelijkmee bereiken? We laten hem/haar wennen aan de aanwezigheid van de camera waar-mee we het gesprek of een deel ervan opnemen. De opname geven we mee om alvastte wennen aan het zichzelf terugzien, omdat sommige kandidaten daar best moeite meehebben.'

Focus op dingen die goed gaanSamen met de kandidaat bekijkt Kan hoeveel tijd aan opnames nodig is. 'Uit ervaringweet ik dat drie tot zeven opnames van tien tot twintig minuten voldoen. Vervolgensstellen we een doel vast en daarna kan de eerste opname beginnen. Daarvoor kiezenwe een moment waarop de problemen zich kunnen manifesteren. Die opnamen ga ik inde computer monteren; eerst selecteer ik momenten van competent gedrag met betrek-king tot de hulpvraag. Die fragmenten van dertig seconden tot anderhalf, twee minutenlicht ik er uit samen met stukjes waaraan nog gesleuteld kan worden. Aan de hand hier-van volgt een nagesprek. Dat gesprek plus de beelden moeten ervoor zorgen datiemand een stapje verder komt. Ik wijs op hoe het kind wordt benaderd in toon, hou-ding, sfeer, wat zijn reactie is en hoe je dat kunt beïnvloeden. Ik laat vooral zien waarhet wel goed gaat en waarom, om de leerkracht daarna zelf te laten ontdekken waaromhet op andere momenten fout gaat. In het eerste verslag leg ik vast welke vaardighedende leraar nodig heeft om zijn doel te bereiken, wat hij al kan evenals de punten die nog

30

OPLEIDINGSLERAAR MIEP KAN (RECHTS) FILMT BIJ EEN COLLEGA IN DE KLAS IN HET KADER VAN SVIB

Page 33: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

extra aandacht nodig hebben. De volgende verslagen geven de standvan zaken op dat moment weer na hetzien en bespreken van de gemaakteopnamen en de aandachtspunten waar-aan de leerkracht tot de volgende sessiemoet werken.' Aan het eind van het traject vindt eenafrondend gesprek plaats van Kan, de

hulpvrager en de directie. 'Dat is eenvoortgangsgesprek waarin ik van de hulp-vrager een schriftelijk overzicht krijg overwat er is gedaan, besproken, verbeterden vastgelegd voor de toekomst', legtJager de betrokkenheid van de directieuit. 'Helemaal tot slot vindt er ook eenevaluatie plaats over het functioneren vanMiep in de betreffende sessieperiodes. Deleerkracht kan aangeven hoe hij het tra-ject en de plaats van Miep daarin heeftervaren. Een formulier waarop dit is weer-gegeven, wordt in het dossier opgeno-

31

School Video InteractieBegeleiding(SVIB)- Korte video-opnames, feedback

voor leraar op zijn handelen- Intakegesprek, helder krijgen

van hulpvraag van de leerkracht- SVIB'er analyseert opname en

bereidt feedback voor; eerstcompetent gedrag en daarnaaandachtspunten

- Terugkijken: beeld stilzetten ensamen microanalyses maken,doel is handelingsalternatieven

- Vervolg: ontwikkeling van leer-kracht en kinderen, veranderingzichtbaar maken

- Verslaglegging: SVIB'er beschrijft welke competentiesnog moeten worden ontwikkelden welke al worden beheerst

- Afronding: gesprek tussendirectielid, SVIB'er en leraar,directie blijft op de hoogte vanprofessionalisering van leer-kracht, traject kan worden ver-lengd

- Privacy: opnames worden nietaan anderen getoond zondertoestemming van de leerkracht

'Structurele, echt persoonlijke coachingzie je nog niet veel'

men. Al het andere verslagwerk ligt bij Miep en is vertrouwelijk en dus niet beschikbaarvoor de directie. Die moet zorgen via voortgangsgesprekken op de hoogte te blijven.Wel is het zo dat de directie kan ingrijpen als de medewerking van de leerkracht tekort-schiet of er onenigheid bestaat over de te nemen stappen. Stel er is een procedurevastgesteld waarmee de kandidaat akkoord is gegaan maar hij is regelmatig niet op deafgesproken tijd ter plaatse voor de opnames. Als dit een bewust tegenwerken is, kande directie bepalen dat de betreffende leerkracht niet begeleidbaar is en dat de hulp-vraag wordt ingetrokken.'

Dwingen werkt nietCoaching gaat eigenlijk alleen maar goed als leraren het zelf willen. 'Het wordt lastig alsmensen worden gedwongen', zegt Kan. 'Het komt voor dat er door de directie een hulp-vraag wordt geformuleerd in plaats van door de leerkracht. Dit bevordert niet bepaaldhet zelfvertrouwen. Tot het moment dat ik denk dat het een haalbare kaart is, coach ikzo iemand. Maar als ik dat idee niet meer heb, geef ik de opdracht terug aan mijn baas.Het ligt anders bij een collega die disfunctioneert. Dan probeer ik een aantal dingen teverplegen voordat ik een conclusie trek. Het kan dus voorkomen dat een leerkracht nietbegeleid wil worden en afhaakt; het komt ook voor dat er in de loop van het proces suc-ces wordt geboekt doordat er ruimte komt. De grootste drempel is vaak dat mensengeen zicht hebben op hun functioneren. Door de SVIB-begeleiding vanuit competentievoelen mensen zich veiliger. We hebben één geval gehad waarin iemand noch in deklas noch naar collega's toe goed functioneerde. Doordat hij leerde in de klas beter tefunctioneren, bloeide hij op en verbeterde ook de interactie met collega's. Zijn werkple-zier was weer terug. Maar uiteindelijk werkt coaching alleen als de hulpvrager er vooropen staat. Ik heb verschillende cursussen gevolgd ‘Omgaan met weerstanden’ en tel-kens komt er weer uit: gedwongen? Niet aan beginnen! Maar ja, soms moet het wel.Gelukkig heb ik wel in die cursussen geleerd hoe ik weerstanden moet hanteren waar-door ik die mensen toch over de streep kan trekken.'

Deelnemers aan SVIB enthousiast

Als je het terugziet, is het onverbiddelijk

'Door de videobeelden krijg je een veel beter inzicht in je hande-len, veel beter dan tijdens een gesprek waarin naar een obser-vatie wordt teruggewezen. Op het moment ben je jezelf nietaltijd bewust van hoe je handelt. Maar op video zie je jezelfhandelen en je ziet het effect ervan in de reacties van de leer-lingen. De opmerkingen en aanwijzingen van de coach zijn veelduidelijker. Je kunt er echt als een buitenstaander naar kijken;dat werkt zeer verhelderend.' Suus Godijn is heel positief overSVIB. 'Ik vond het helemaal geweldig dat ik als LIO-er zo'nbegeleiding met video kreeg. Ook nu nog vind ik het een fijnemanier van begeleiden.'

Karin Heinsman is het roerend eens met Godijn. 'Het is niet meer mogelijk dingen teontkennen. In een gesprek zie je de dingen toch altijd gekleurd. Soms heb je zaken

niet onthouden of je wilt het liever niet onthouden. Maar het kan ook zijn dat je vindt dater een excuus is. Als je het terugziet, is het onverbiddelijk. Je ziet zelfs wat er achter jerug gebeurt. Je ziet ook hoe je jezelf soms voor je gevoel moet forceren om iets van dekinderen gedaan te krijgen. Je ziet hoe en waarom het werkt; zonder de opnames zouje daar anders mee omgaan. Het is goed dat ik bepaalde dingen heb teruggezien,anders zou ik het nog steeds op dezelfde foute manier doen. Het voordeel is dat jeobjectiever naar de situatie en jezelf kunt kijken. Het is goed herkenbaar wat wel en watniet goed gaat en waarom wel of niet. Miep let vooral op wat je goed doet en laat je datterugzien.'

Page 34: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Leren oplettenGodijn vindt het vooral goed dat Kan vaak twee momenten naastelkaar laat zien waarbij iets de ene keer wel lukt en de anderekeer niet. 'Dan mag je zelf gaan bedenken waarom dat zo ging.Ze stelt je vragen en ze geeft kijkrichtingen, maar ze zegt nietvoor. Daardoor leer je beter op te letten, ook op momenten datzij er niet is. Je gaat er veel meer zelf mee aan de slag dan wan-neer iemand je vertelt hoe je het moet doen.' Marije Vermere geeft daar een voorbeeld van. 'Ik had de neigingom hier en daar nog even van alles en nog wat te doen terwijl dekinderen op mij zaten te wachten en stil moesten blijven zitten.Dat werkte dus niet. Miep laat je naar de opname kijken en

vraagt wat je daarziet. Wat doe jij?Wat doen de kin-deren? Watgebeurt er? Zo analyseer je desituatie en je krijgtdaardoor het

inzicht dat het niet altijd logisch is wat je doet en vooral hoe hetanders kan. Maar dan ben je er nog niet, want het is mogelijk dat je het devolgende keer anders doet en na de opname moet erkennen datde nieuwe aanpak ook niet werkt. Natuurlijk stuurt Miep; ze doet dat op zo'n manier dat je het opdat moment zelf niet door hebt. Ze zegt voortdurend: Wat doe je

het toch goed. Als je met een oplossing komt waaraan zij twijfelt,vraagt ze of je echt denkt dat je resultaten verwacht van dieoplossing. Meestal vraagt ze door tot je met iets anders komt. Zestuurt, maar ze laat het je zelf doen.'Alle drie zijn ze enthousiast over SVIB en ze kunnen zich nietvoorstellen dat collega's bedenkingen hebben. 'Ze vinden hetmisschien eng om zichzelf op video te zien en met zichzelfgeconfronteerd te worden', oppert Vermere. 'Maar ik vind datiedereen het zou moeten doen. Minstens één keer per jaar eenfilmpje laten maken. Dat zeg ik ook op de PABO.'

32

OOK

MARIJE VERMERE

VOLGDE EEN

SUCCESVOL

SVIB-TRAJECT

De deelnemers aan het gesprek

Suus Godijn werkt drie dagen in deweek als leraar op De Watertuin. Zeheeft de PABO gedaan. In het derdejaar liep ze een heel jaar stage op DeWatertuin en in het vierde jaar was zeLIO. In haar LIO-periode heeft ze eenonafgemaakte SVIB-begeleiding gehaden nu wordt ze als beginnend leraarweer begeleid met video-interactie. Karin Heinsman is zij-instromer.Inmiddels heeft ze haar diploma. Alszij-instromer heeft ze twee jaar bege-leiding gehad en nu weer als begin-nend leraar. Marije Vermere is PABO-student. Zeheeft twaalf jaar ervaring als onder-wijsassistent en vond dat ze genoeghad gezien om voor de klas te kunnenstaan. Inmiddels staat ze voor de klas.Direct vanaf het begin in 2002 heeftVermere SVIB-begeleiding.

'Zo analyseer je de situatie en je krijgt daardoor het inzicht

dat het niet altijd logisch is wat je doet en vooral hoe het anders kan'

Tot aan je pensioenSVIB is niet alleen een mooie begelei-dingsvorm voor beginnende leraren.Volgens Heinsman kun je het doen tot jemet pensioen gaat. 'Ik vond het jammerdat het stopte want Miep had nog weltwintig keer langs mogen komen; er zijnaltijd wel punten die voor verbetering vat-baar zijn.' Godijn is het daar mee eens. 'Ikzit nu voor het eerst met een MLK-groep;van te voren heb ik altijd LOM gedaan.Dat zijn flinke omschakelingen waarbij jetegen specifieke problemen aanloopt. Enop sommige problemen loop je vast. Hetkan zijn dat je vier of vijf jaar op dezelfdemanier hebt gewerkt, maar dat wil nogniet zeggen dat het de goede manier is.SVIB kan je helpen met zo'n omschake-ling.''Zonder begeleiding had ik het nooit geredop deze school', zegt Heinsman. 'Toen ikhier pas werkte, kreeg ik een heel heftigegroep die al drie leerkrachten had gehad.Toen heeft de begeleiding me er echtdoorheen getrokken anders was ik ver-trokken onder het motto: bekijk het maarmet je zooi! Miep en Ria (de andere

Page 35: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

SVIB'er) zijn heel betrokken. Als ze mer-ken dat je klem zit zeggen ze: ik kommorgen kijken en dan zullen we dat over-morgen bespreken. Als ze kunnen, gooienze desnoods hun hele programma omzodat jij weer verder kunt.'

De juiste voorwaardenVroeger hoorde je leraren vaak pratenover lastige leerlingen en vervelende klas-sen. Volgens Vermere verandert SVIB dieattitude.

'Ik heb geleerd dat het altijd om jezelfgaat. Het ligt nooit aan de kinderen en alsdat wel zo is, moet jij zorgen dat hetanders gaat. Dus het komt altijd bij deleraar terecht. Jij moet een situatie creë-ren dat het kind zich anders gaat gedra-gen. Je kunt wel tegen een kind zeggen:ga anders doen, maar het gaat erom dejuiste voorwaarden te scheppen zodat ze

zich anders gaan gedragen. Ik vrees datnog steeds in het onderwijs maar ookdaarbuiten veel mensen zijn die zeggendat het aan de kinderen ligt.'SVIB kost voor de kandidaten veel tijd.Volgens Vermere is er veel tijd meegemoeid omdat ze na de opnamen en heteigenlijke gesprek vaak verder kletst overhoe andere dingen gaan. 'Maar het issteeds de moeite waard.' Godijn denktdaar hetzelfde over. 'Ik vond en vind hetnog steeds geen bezwaar om er op eenvrije dag voor terug te komen. Anders

33

moet het even gauw in drie kwartier tussen de lessen door. Demeesten doen het na school, maar ik kies er zelf voor om het opmijn vrije dag te doen.'

Niet intensiefLIO's en klassenassistenten die de PABO volgen, staan heledagen voor de klas. In hoeverre houdt de PABO een vinger aande pols? Zijn ze ook op de hoogte van de begeleiding met SVIB?Vermere zegt dat haar tutor soms wel eens komt kijken maarhaar toch niet echt volgt. Ik volg een duaal traject dat inmiddelsniet meer bestaat. De begeleiding vanuit de PABO is niet zointensief.' 'Bij mij kwam niemand kijken', zegt Godijn. 'Ik geloofdat in het eerste en tweede stagejaar een of twee keer iemandvan de opleiding hier is geweest. In het derde en vierde jaar waser alleen telefonisch contact. We hadden in het derde en vierdejaar één supervisor op vier studenten maar die weten ook nietprecies wat je doet. Daarom ben ik natuurlijk met prachtige cij-fers afgestudeerd omdat ik het leuk wist te brengen. Op dePABO hebben ze in wezen geen idee wat je aan het doen bent.Er wordt nauwelijks een verbinding gelegd tussen de theorie opde PABO en de praktijk op De Watertuin.'

u

'Soms heb je zaken niet goed onthoudenof je wilt ze liever niet onthouden'

SUUS GODIJN HELPT

EEN VAN HAAR

LEERLINGEN

VERDER MET HAAR

OPDRACHTEN

Page 36: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Integraal personeelsbeleid in ontwikkeling

Het welbevinden van de leraren vinden wij belangrijk

'Het valt of staat met de inzet van het personeel.' Bovenschoolse manager Chris Tetteroo verteltop welke wijze er op de Don Boscoschool, de Zeestroom en de Savioschool wordt gewerkt aanintegraal personeelsbeleid. 'Bouwcoördinatoren hebben een rol in de zorg aan de leerling, maarook in de zorg voor de leraren. De zorg aan de leerling kan alleen goed zijn als de zorg voor deleraar goed is. De vaardigheden en het welbevinden van de leraar vinden wij daarom erg belang-rijk.'

'Toen ik hier vier jaar geleden begon,zijn we gestart met het maken van

een heldere structuur van locatiedirecteu-ren en bouwcoördinatoren', vervolgt

Tetteroo. 'Bij het invoeren van de nieuwestructuur zijn afspraken gemaakt over degezamenlijke verantwoordelijkheid. Delocatiedirecteuren voeren met al hetonderwijsgevend personeel start-, voort-gangs- en functioneringsgesprekken.Daarnaast worden er eens per vijf wekendoor de bouwcoördinatoren zogenaamdeBC-gesprekken met de leraren gevoerd.Voor deze taak is een dag per week vrij-gemaakt vanuit de reguliere schoolforma-tie. In de BC-gesprekken wordt aandachtbesteed aan het handelen van de lerarenen de plek die ze innemen in het team.Nieuwe mensen op onze school krijgenstandaard een maatje toegewezen. Datmaatje geeft vooral antwoord op allerleipraktische vragen, zodat iemand snel deweg in de school leert kennen. De

gesprekken met de locatiedirecteur of de BC-gesprekken kunnen de aanleiding vormenvoor een begeleidingsvraag. Via de locatiedirecteur of de bouwcoördinator kan dan eencoachingstraject of een SVIB-traject worden aangevraagd. Alle bouwcoördinatoren vande drie scholen hebben een SVIB-opleiding gevolgd. SVIB draait om het benoemen van

positieve elementen in plaats van knel-punten of beperkingen. Dat past bij devisie van de school, want ook bij hetonderwijs aan en de zorg voor de kinde-ren en het contact met de ouders wordtuitgegaan van positieve elementen.Iedere nieuwe leraar volgt in het eerstejaar standaard een coachings- of SVIB-traject. De bedoeling is dat zittende leer-krachten in de toekomst elke twee jaareen coachings- of SVIB-traject volgen.'

Ondersteuning op de werkvloerDoor de samenvoeging van de LOM-school en MLK-school in de specialebasisschool ervaart ook de DonBoscoschool een verzwaring van proble-matiek bij leerlingen. Tetteroo vertelt datde roep om begeleiding op de werkvloerdaardoor steeds groter is geworden. 'Hetorganiseren van tijd is belangrijk. Dat kan

onder meer door studenten aan te trekken. De school werkte altijd al met studenten vande ROC's. Dat is flink uitgebreid: momenteel lopen er negen SPW-studenten en éénstudente kunstzinnige therapie rond op school. In tegenstelling tot voorheen worden stu-denten nu beter geselecteerd. Studenten moeten komen vertellen waarom ze hier stagewillen lopen. Wij spreken uit wat we van de studenten verwachten. In eerste instantiehadden we alleen studenten in de onderbouw. Collega's – en dus ook de kinderen –hadden veel steun aan de studenten en konden daardoor een kwalitatieve slag maken.Ze geven aan minder werkdruk te ervaren omdat er door de aanwezigheid van de stagi-aires meer handen in de klas zijn. Toen zijn ook de andere bouwen begonnen met stagi-aires.' Annemieke Sabel is de coach van de Don Boscoschool. Ze is naast de coaching vannieuw en zittend personeel verantwoordelijk voor de begeleiding van de studenten. Zijheeft in totaal twee dagen in de week voor deze taak. Haar werkzaamheden worden totnu toe deels uit projectgelden bekostigd. In de toekomst zal dit door de opleidingsinsti-tuten waar de stagiaires hun opleiding volgen, betaald moeten worden.

Wisselwerking theorie en praktijkDe Don Boscoschool heeft de banden met Hogeschool InHolland aangehaald. DonBosco is sinds kort opleidingsschool van InHolland. Samen met InHolland worden de

34

Page 37: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

mogelijkheden bekeken om PABO-stu-denten binnen de school op te leiden.Door de studenten in de toekomst aan deschool te binden hoopt Tetteroo op delange termijn een kweekvijver van nieuwpersoneel voor het speciaal basisonder-wijs te creëren. De vormgeving daarvanbevindt zich nog in de ontwikkelfase. 'Wezijn hierover in gesprek met PABOInHolland', zegt Tetteroo. 'Het principe van

een opleidingsschool is dat er een wissel-werking bestaat tussen de PABO en oplei-dingsschool: de school moet goed zijn inhet coachen van de leraar op de werkpleken het geven van snelle feedback; dePABO biedt de theorie. Het idee is dat detheorie ook bij de mentor van de studentwordt neergelegd. Die speelt daar danvervolgens op in. Zo weet de mentor waarstudenten inhoudelijk mee bezig zijn.Doordat de school de begeleiding van dePABO overneemt, wordt ook de expertisevan het zittende personeel vergroot. Nietalleen de studenten, maar ook hun men-toren krijgen de theorie uit het curriculumvan de PABO immers voorgelegd. We zijndat nu allemaal aan het uitzoeken en aanhet uitwerken.'

Open communicatieTetteroo vindt dat communicatie het sleu-telbegrip is om Opleiden in de School toteen succes te maken. 'Alles in het onder-wijs staat of valt met de inzet van het per-soneel. Je moet oppassen dat je collega'sniet overvraagt. Daarom is een open com-municatie en samenhang binnen het

schoolbeleid van groot belang. Om decollega's inzicht te verschaffen in hetschoolbeleid, presenteren wij als directietwee keer per jaar het jaarplan. Opleiden

35

Don Boscoschool, LisseDe Don Boscoschool, vallend onder deAloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg teVoorhout, heeft als school voor speciaalbasisonderwijs een streekfunctie. De drieSBO-scholen binnen de bestuurssectorDuin- en Bollenstreek worden aange-stuurd door een managementteam datbestaat uit een bovenschools manager endrie locatiedirecteuren. De locatiedirecteu-ren hebben elk één van de drie scholenonder hun hoede. Het onderwijsteam vande Don Boscoschool bestaat uit zeventiengroepsleerkrachten en twee vakleerkrach-ten (gymnastiek en handenarbeid). Demeeste leerkrachten werken fulltime enenkelen op parttimebasis. Voor de extrazorg aan leerlingen beschikt de schoolover drie logopedistes, een orthopedago-ge, een remedial teacher en twee school-maatschappelijk werkers. De DonBoscoschool participeert in hetSamenwerkingsverband Weer SamenNaar School Duin- en Bollenstreek.

FLORENS TEITINK (RECHTS)

BEKIJKT SAMEN MET

LEERKRACHT IRMA HOOGERVORST

DE GEMAAKTE OPNAMEN

'Een open communicatie en samenhangbinnen het schoolbeleid

zijn van groot belang'

Integraal personeelsbeleidDe Don Boscoschool werkt inten-sief samen op het gebied van per-soneelsbeleid met de twee andereSBO-vestigingen binnen debestuurssector Duin- enBollenstreek: de Zeestroom teNoordwijkerhout en de Savio teHillegom. Sinds een directiewisse-ling en de aanstelling van bouw-coördinatoren vier jaar geleden iser hard gewerkt aan het opzettenvan een interne begeleidingsstruc-tuur van coaching: School VideoInteractie Begeleiding (SVIB) enhet werken met maatjes. Samenmet Hogeschool InHolland wordtgewerkt aan de ontwikkeling vaneen traject speciale leerlingbegelei-ding. De drie scholen zijn sindskorte tijd opleidingsschool vanHogeschool InHolland. De subsidievan het project 'Opleiden in deSchool SBO' is door de drie scho-len gezamenlijk ingezet. Drie per-soneelsleden van de scholen heb-ben een opleiding tot coachgevolgd zodat in de toekomst opelke school een coach werkzaamis. Sinds het begin van dit school-jaar is het teamlid van de DonBosco die de opleiding tot coachheeft gedaan, voor twee dagen inde week vrijgeroosterd om colle-ga's te coachen. Een volgende stapis dat zij PABO-stagiaires en hunmentoren op de Don Bosco, deSavio en de Zeestroom gaat coa-chen en begeleiden bij hun stageop de scholen. Om zich te oriënte-ren op de praktijk van coaching enom ervaring op te doen begeleidtzij momenteel tien PABO-studen-ten van InHolland die stage lopenop scholen voor speciaal onderwijsdie onder de Aloysius Stichtingvallen.

Page 38: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

36

Coaching nog in de ontwikkelingsfase

Leerkrachten, stagiaires en mentoren vinden een coach als vangnet prettig

De Don Boscoschool heeft een coach in de persoon van Annemieke Sabel. Ze coacht de lerarendie daarvoor in aanmerking komen. Dat kunnen beginnende leraren zijn of langdurige invallers enleraren waarbij de directie een coachingstraject heeft geïnitieerd. Ook begeleidt ze de in totaaltwaalf stagiaires die stage lopen op de Don Boscoschool en de SBO-school in Noordwijkerhouten hun mentoren.In het kader van het ontwikkeltraject van de drie SBO-scholen binnen de Aloysius Stichting enHogeschool InHolland begeleidt ze bovendien acht PABO-stagiaires die stage lopen in het speci-aal onderwijs in de regio. Ze hoopt op deze manier voldoende ervaring op te doen om in de toe-komst ook de coaching te verzorgen die bij een opleidingsschool komt kijken.

'Ik sluit aan bij de hulpvraag en starthet traject', vertelt Sabel. 'Een hulp-

vraag van een leerkracht kan verschillendvan aard zijn. Zo kan een hulpvraaggericht zijn op algemene reflectie op heteigen handelen of kan een recent voorvalde aanleiding zijn voor coaching. Het isde bedoeling dat de leerkracht zelf de ont-wikkelpunten en onderwerpen van decoaching aandraagt. Zo'n coachingstrajectis altijd op maat, want de hulpvraag vande leerkracht is het vertrekpunt. Het isook de leraar die aan moet geven wan-neer het genoeg is.' Annemieke Sabel vertelt dat zij de directieop de hoogte houdt van de voortgang vanhet coachingstraject, maar dat de inhoudvertrouwelijk blijft. 'Ik maak van elke bij-eenkomst een verslag. Degene die wordtgecoacht, moet zelf de inhoudelijke terug-koppeling verzorgen naar het manage-

ment, dat wil zeggen de locatiedirecteur. Dat doe ik niet, omdat vertrouwen cruciaal isbij coaching. De gecoachte moet het management zelf op de hoogte houden van hettraject en een afspraak maken voor een evaluatiegesprek. Daarin vertelt hij over deinhoud van de coaching. Soms is afstemming met het management noodzakelijk en webekijken dan wat het beste is voor de leraar. Op dit moment zijn we bezig hier criteriavoor te ontwikkelen.'

De bovenschools coach- Werkt actief aan professionalisering en kwaliteitsverbetering in de school- Probeert problemen te voorkomen door preventieve begeleiding- Werkt actief aan het voorkomen van uitval- Begeleidt en ondersteunt zittende en beginnende leraren in hun leer- en

ontwikkelingsproces. Beginnende leraren worden in het eerste jaarwekelijks gecoacht, later één keer per drie of vier weken; in hun tweedejaar één keer in de twee maanden en later naar behoefte

- Begeleidt en ondersteunt studenten tijdens hun stage in hun leer- en ontwikkelingsproces

- Maakt deel uit van de intervisiegroep 'coaching', die bestaat uit alle coachesdie de opleiding hebben afgerond

in de School staat niet los van het reilenen zeilen binnen de school. Ook in debegeleidingsstructuur is communicatieeen sleutelbegrip. De coaches en debouwcoördinatoren moeten over goedecommunicatieve vaardigheden beschik-ken. Het is belangrijk hun aanwezigheid inte bedden in de totale structuur van deschool. De studenten zijn onderdeel vande organisatie geworden. Er zijn geeneilandjes meer. Alle ontwikkelingen moe-ten in samenhang worden bekeken en uit-gelegd. Signalen van leerkrachten in devorm van 'wat hebben wij er aan' zijndodelijk. Dan gaat het erom de samen-hang te tonen: je moet duidelijk uitleggen

wat het belang is van studenten binnen de school en wat het de school oplevert. Als jedat kunt laten zien, gaan mensen mee.'

MeerwaardeTetteroo vindt dat Opleiden in de School ook een positieve invloed heeft op de reputatievan het speciaal basisonderwijs. 'Dat er meer studenten stage komen lopen, heeft ookeen positieve uitstraling naar buiten. Veel studenten hebben een negatief beeld over hetspeciaal basisonderwijs en zijn leerlingen. Door studenten de mogelijkheid te beiden bijons op school stage te lopen kunnen we dat doorbreken. Je moet je school openzetten,toegankelijk maken en laten zien dat je iets te betekenen hebt.' Tetteroo verwijst hierbijnaar de toekomst van het speciaal basisonderwijs. 'Inhoudelijk bieden de ideeën van deminister over de herijking veel mogelijkheden. Het speciaal onderwijs en het speciaalbasisonderwijs zullen niet stoppen te bestaan, maar kinderen die zorg nodig hebbenkunnen deze ook in de toekomst krijgen. Maar door de herijkingdiscussie laait de geld-discussie weer op en is de kwaliteitsvergroting nog belangrijker dan ooit om de meer-waarde van het speciaal basisonderwijs aan te tonen.'

Page 39: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

37

Stagiaires worden gezien als volwaardige collega's

Het is fijn met iemand te kunnen praten en feedback te krijgen

'Door mijn keus voor het speciaal basisonderwijs ben ik breder georiënteerd. Je hebt meer baga-ge, vooral op het gebied van klassenmanagement. Ik weet nog niet of ik verder wil in het speci-aal basisonderwijs, maar de extra bagage komt ook goed van pas in het regulier basisonderwijs.Op basisscholen zitten genoeg kinderen die extra aandacht nodig hebben.' Elsemieke van derKolk loopt stage op de Zeestroom in Noordwijkerhout. Ze zit in het derde jaar van de PABOInHolland en wordt begeleid door bovenschools coach Annemieke Sabel.

Recentelijk heeft Sabel het eerste coach-ingstraject met een zittende leerkrachtmet succes afgerond. Momenteel lopen erin totaal nog vier coachingstrajecten metlangdurige invallers. Beginnende leer-krachten coacht ze vooral door middelvan concrete tips.

Aanhalen van contacten'Het eerste half jaar lag de nadruk vanmijn werkzaamheden vooral op de bege-leiding van stagiaires', gaat Sabel verder.'Het ging daarbij vooral om de competen-ties die nodig zijn voor het speciaal basis-onderwijs en de vakinhouden.' Als boven-schoolse coach begeleidt Sabel tien stu-denten van zeven verschillende oplei-dingsinstituten. Eén stagiaire studeert aande Hogeschool voor KunstzinnigeVorming en de andere negen stagiairesvolgen de studie Sociaal PedagogischWerk bij het ROC Leiden en het NOVA-college Leiden. Op de Zeestroom bege-leidt Sabel ook nog twee PABO-studen-ten. 'Als coach probeer ik de samenwer-king tussen de stagiaire en de mentor zooptimaal mogelijk te laten verlopen. Ookondersteun ik de mentoren met het bege-leiden van de opdrachten die de stagiai-res moeten uitvoeren. Verder ben ik hetaanspreekpunt voor de contacten met hetopleidingsinstituut. Op dit moment zijnmijn uren op en heb ik dus geen tijd meerom stagiaires van de Savio te begelei-den.' Op de Don Boscoschool zijn momenteelgeen PABO-stagiaires. 'Lange tijd haddencollega's de voorkeur voor SPW-studen-ten (sociaal pedagogisch werk), omdat zevan mening waren dat deze breder inzet-

baar zijn dan PABO-studenten', legtbovenschools manager Chris Tetteroo uit.'Een SPW'er zou namelijk ook wel eenseen paar kopjes af kunnen wassen of meteen kind naar het toilet kunnen lopen alsdat nodig is. De contacten met de PABOzijn mede daardoor in de loop van dejaren verwaterd. Inmiddels zijn de contac-ten met InHolland aangehaald en staancollega's positief tegenover de inzet vanPABO-studenten. Samen met InHollandworden de mogelijkheden bekeken omPABO-studenten op te leiden in deschool. Er wordt nog gewerkt aan con-tracten met ROC's zodat ook coachingvan SPW-studenten mogelijk wordt.'

Zoeken 'Ik begeleid ook de mentoren van de sta-giaires', vertelt Annemieke Sabel. 'Zij vor-men een schakel tussen de scholen en deopleiding. Ik bundel de kennis en erva-ring, probeer die af te stemmen en functi-oneer als vangnet voor stagiaires en men-toren.' Over het eerste jaar is Sabel tespreken. 'De eerste balans is positief.Stagiaires en mentoren vinden het prettigeen vangnet te hebben in de vorm vaneen coach. De stagiaires voelen zich seri-eus genomen en worden als volwaardigecollega's beschouwd. Maar het mes snijdtaan twee kanten want de mentoren vande studenten krijgen nieuwe input en de

andere collega's ervaren minder werkdrukdoordat er extra handen in de klas zijn.'Wat betreft de organisatie kan volgensSabel nog het één en ander verbeteren.'Voor mij is het allemaal nog tamelijknieuw en de coaching moet zich nogbeter ontwikkelen. Het verloopt nog nietzo gestructureerd. Ik wil dat beter plannenen ben nog zoekende naar de juiste vorm.Zo doe ik bijvoorbeeld op donderdag envrijdag ADV-vervanging, maar ik moet opdie dagen ook PABO-studenten begelei-den. Dat gaat dus niet. Ook tijd is eengroot probleem. Ik heb twee dagen in deweek beschikbaar om te coachen. Perstudent van InHolland heb ik vier uur perjaar. Dat is erg weinig. Deze tijd gaat bijnahelemaal op aan reistijd, het plannen vande afspraken, het onderhouden van mail-contacten en het maken en lezen van ver-slagen.'

Lange stageIn het kader van het ontwikkelproject datde drie scholen samen met InHollandhebben opgezet, begeleidt Sabel tienPABO-studenten in een aantal scholenvoor speciaal onderwijs van de AloysiusStichting. Door deze stagebegeleidinghoopt ze voldoende ervaring op te doenom de stages van toekomstige PABO-stu-denten van InHolland op de DonBoscoschool, de Savio en de Zeestroomte begeleiden als deze scholen als oplei-dingsscholen starten. Met InHolland isafgesproken dat er in de toekomst maxi-maal zestien InHolland-studenten eenlange stage kunnen lopen op één van devier opleidingsscholen binnen de AloysiusStichting.

'Mentoren vormen een soort tussenschakel

tussen de scholen en de opleiding'

Page 40: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

Elsemieke van der Kolk legt uit hoe ze op de Zeestroom isterechtgekomen. 'In het derde jaar van de opleiding moet je

wederom stage lopen. We kregen een briefje waarop we moes-ten aankruisen of we dat wilden doen op een basisschool of eenspeciale basisschool. Op de PABO is weinig aandacht voor hetspeciaal (basis)onderwijs. Je weet dus eigenlijk helemaal nietwaar je voor kiest. Ik wilde graag stagelopen in het speciaalbasisonderwijs vanwege de omgang met onderwijsmoeilijkheden. Het stagebureau zoekt een plaats voor je en toen kwam ikterecht op de Zeestroom in Noordwijkerhout. Mijn eerste klaswas de groep schoolverlaters. Daarna kreeg ik groep 3-4. Ikvroeg me echt af wat ik daar deed. En gelukkig kun je dan terug-vallen op een coach. Daar heb ik in de tijd veel aan gehad.'

Eigen aanpak ontwikkelenVan der Kolk vervolgt. 'Ik had een mentor die het heel andersaanpakte dan dat ik het op de PABO heb geleerd. Als iemand ervolledig van overtuigd is dat hij het op de juiste manier doet, kunje daar weinig mee: Ik vroeg me af: Wat isnu de goede manier? Ik heb dat bespro-ken met de coach. Annemieke gaf aan datik de bruikbare elementen van de aanpakvan mijn mentor eruit moest halen en derest gewoon moest bewaren voor eensituatie waarin ik het wellicht zou kunnengebruiken.' Ook Irma Hoogevorst volgde een coach-ingstraject bij Annemieke Sabel. Ze werktvijf jaar op de Don Bosco als leerkracht.De eerste anderhalf jaar was ze stagiaireen LIO. Ze heeft de opleiding SpeciaalOnderwijs gevolgd. Sinds vier jaar heeftze haar eigen groep. Behalve een coach-ingstraject heeft ze twee SVIB-trajectendoorlopen. Hoogevorst begrijpt het pro-bleem van Van der Kolk. 'Je leert op dePABO over omgaan met verschillen enomgaan met verschillende onderwijsbe-hoeften, maar je merkt dat scholen in depraktijk nog niet altijd zover zijn. Mededaarom is het goed een opleiding SO tevolgen als je in hetSBO wilt werken.'Voor AnnemiekeSabel is hetbelangrijk dat stu-denten leren eeneigen aanpak teontwikkelen. 'Mijn rol beperkt zich verder tot het monitoren vande voortgang. Ik heb een observatie gedaan in de groep. Ik hebgesprekken met de studenten en de mentor en probeer desamenwerking tussen de stagiaire en de mentor te bevorderen.'

Nooit uitgeleerdHoogevorst is door Annemieke gevraagd een coachingstraject tebeginnen in verband met haar opleiding tot coach. Ze legt uit hoeeen traject globaal verloopt. 'Tijdens ons eerste gesprek hebbenwe knelpunten besproken. Ik leg de lat vaak nogal hoog. Wehebben een aantal verbeterpunten vastgesteld. In de loop van detijd komen er steeds andere dingen bij. Het is gewoon fijn ommet iemand te kunnen praten en feedback te krijgen. Tijdens de

38

PABO en mijn opleiding Speciaal Onderwijs kreeg ik veel bege-leiding, maar daarna moet je het zelf maar zien te rooien. Naareen bouwcoördinator ga je niet zo snel met je onzekerheden ofkleine vragen. Daar ga je eerder met inhoudelijke vragen naar-toe. Het is duidelijk dat je nooit bent uitgeleerd. De coach zorgtervoor dat je blijft nadenken over alles wat je in de groep doet.

Ik denk dat wevorig jaar ongeveerzes á zevengesprekken vanminimaal een uurhebben gehad. Ditschooljaar hebbener pas tweegesprekken plaats-

gevonden. Vorig jaar was mijn behoefte aan coaching dus groter.Ik had toen een moeilijke groep en nu heb ik een nieuwe groepwaarin het allemaal erg lekker loopt. Mede daardoor heb ik min-

der behoefte aan coaching.'Behalve coaching heeft Hoogevorst twee SVIB-trajecten doorlo-pen. 'Deze trajecten waren ook in het kader van de opleiding vaneen collega. Deze collega was mijn mentor tijdens mijn stage.Het ene SVIB-traject vond vorig jaar plaats en het andere ditjaar. In beide gevallen ging mijn hulpvraag over een leerlingwaarmee ik problemen had.'

Volop in bewegingVan der Kolk is zeer positief over de Zeestroom. 'De Zeestroomheeft een heel open sfeer. Je leert iedereen snel kennen. Opandere stagescholen besteden de leerkrachten over het alge-meen weinig aandacht aan je omdat je stagiaire bent. Toen ik opdeze school kwam, zei mijn mentor: Ik beschouw je niet als sta-giaire, maar als collega. We gaan deze klas samen draaien. Jebent een onderdeel van het team en wordt als gelijkwaardigbehandeld.' 'Het klopt', zegt Annemieke Sabel, 'dat stagiaires alsvolwaardige collega's worden beschouwd.'Hoogevorst is ook te spreken over de sfeer op de Don Bosco. 'Er is in de loop van de tijd veel veranderd op de Don Bosco.

'Ik dacht:'Wat doe ik hier?'

En gelukkig kon ik toen terugvallen op een coach;

daar heb ik veel aan gehad'

'Ik vind het belangrijk dat studenten leren

een eigen werkwijze te ontwikkelen'

(BOVENSCHOOLS) COACH ANNEMIEKE SABEL (LINKS)

TIJDENS EEN BEGELEIDINGSGESPREK MET STAGIAIRE ELSEMIEK KOLK

Page 41: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

39

Interactie, klassenmanagement en didactiek staan centraal

SVIB gaat met leraren de diepte in

'SVIB is duidelijk iets anders dan coaching.' Dat vindt FlorensTeitink, locatiedirecteur op De Zeestroom in Noordwijkerhout.Samen met Monique Picavé, Willy van der Veldt en AnnemiekeSabel is hij bijeengekomen om de gang van zaken over SVIB tebespreken. Picavé is locatiedirecteur op de Don Boscoschoolen Van der Veldt is er IB'er en RT'er. 'Bij SVIB staat de interac-tie, de didactiek en het klassenmanagement centraal', gaatTeitink verder. 'SVIB richt zich primair op het handelen van leer-krachten. Coaching is meer gericht op dieperliggende interper-soonlijke aspecten als normen, waarden en aannames.'

Op de Don Boscoschool wordt al ongeveer vijf jaar gewerkt met SVIB. Vorig jaarhebben er twee SVIB-trajecten plaatsgevonden voor zij-instromers. Deze zijn

inmiddels afgerond. Dit schooljaar loopt er één traject. 'Bij ongeveer negentig procentvan de SVIB-trajecten is de aanleiding dat een leerkracht een probleem heeft met eenleerling', merkt Willy van der Veldt op. 'Met SVIB keer je de rollen om en kijk je op welkemanier de leerkracht zijn handelen kan aanpassen. De onderwijsbehoeften van de leer-ling zijn dus bepalend voor de begeleidingsbehoefte van de leerkracht. Door middel vanbeeldmateriaal kun je het handelen bespreekbaar en weerstanden zichtbaar maken.Leerkrachten zien soms beelden en zeggen dan: Inderdaad, je hebt gelijk.' Ook op deZeestroom bestaat al een aantal jaar ervaring met SVIB. In de afgelopen vier jaar heeftinmiddels ongeveer de helft van de leerkrachten (acht à tien leerkrachten) een SVIB-tra-ject gevolgd. De Zeestroom heeft twee mensen die een SVIB-cursus hebben gevolgd,dus in totaal heeft elke SVIB'er ongeveer vier à vijf trajecten afgerond.

Positieve elementenVan nieuwe leerkrachten wordt verwacht dat zij meteen een coachings- of SVIB-trajectvolgen als ze op school beginnen. Zittende leerkrachten worden geacht eens per tweejaar in te stappen in een coachings- of SVIB-traject. Begeleidingstrajecten komen vaakvoort uit de BC-gesprekken of de voortgangs- en functioneringsgesprekken. Via debouwcoördinator of de locatiedirecteur wordt een begeleidingstraject aangevraagd.Volgens Van der Veldt heeft het geen zin een SVIB-traject in te gaan met een leerkracht

Toen ik hier kwam, werkten er bijna geenstagiaires. Ook de manier waarop er les-gegeven werd, was heel anders. De vori-ge locatieleider drukte haar stempel op demanier van lesgegeven. Nu zijn er bouw-coördinatoren en sinds dit jaar is er eencoach. De school is volop in beweging enhet is leuk om daar een onderdeel van tezijn.'

Eigen tijdIrma Hoogevorst heeft veel gehad aan hetcoachingstraject en de SVIB-begeleiding.'Het was prettig om met iemand over jewerk te praten. Juist omdat de collega'sdie de begeleidingtrajecten uitvoeren,voor mij vertrouwde personen zijn, is hetheel plezierig. Een nadeel is dat er veel vrije tijd in gaatzitten. De besprekingen vinden allemaalplaats na schooltijd. Ook als je cursussenof iets dergelijks wilt volgen, moet je datin je eigen tijd doen. Eigenlijk is dit raaromdat begeleiding bij je werk en scholingtoch een onderdeel zijn van het werk.’

SVIB HOUDT

EEN SPIEGEL VOOR

'De school is volop in beweging en het is leuk

daar onderdeel van te zijn'

Page 42: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting

40

De deelnemers aan het gesprek

Monique Picavé is sinds september2005 werkzaam als locatiedirecteurvan de Don Boscoschool. Daarvoorwerkte ze als directeur op deZeestroom te Noordwijkerhout.Willy van der Veldt wordt bijgestaandoor de bouwcoördinatoren. Ze is ver-antwoordelijk voor de ondersteuningop groepsniveau en voor de ondersteu-ning van de leerlingen die vanuit deleerlingbesprekingen worden aange-dragen omdat ze extra ondersteuningnodig hebben. Daarnaast voert zeSVIB-trajecten uit op de DonBoscoschool.Florens Teitink is sinds september2005 werkzaam als locatiedirecteurvan de Zeestroom. Hij is intern bege-leider van drie groepen en voert SVIB-trajecten op de Zeestroom uit. Hijheeft een aantal jaar geleden eenopleiding tot coach gedaan.Annemieke Sabel is bovenschoolscoach.

die weerstand heeft. 'Een leerkracht moethet zelf doen, dus als een leerkracht erniet voor open staat, is het effect minder.Je merkt wel dat SVIB een olievlekwer-king heeft. Leerkrachten zien dat er bijanderen wordt gefilmd en horen goedeverhalen.'

VertrouwelijkEen SVIB-traject bestaat uit minimaal drie opnames van maximaal twintig minuten. Peropname wordt een voorgesprek gehouden, het beeldmateriaal geanalyseerd en daarnabesproken met de leerkracht. Het analyseren van het beeldmateriaal is het meestewerk. Florens Teitink vertelt dat hij soms nog een of twee vervolgafspraken maakt na een halfjaar. 'Het samenwerkingsverband rekent per traject twintig uur. Daar red je het over hetalgemeen niet mee. Net als bij een coachingstraject staat bij SVIB de hulpvraag van deleerkracht centraal. De leerkracht benoemt zelf de werkpunten. Het vertrekpunt is suc-

ceservaringen. Door deze te besprekenkomen de werkpunten vaak vanzelf aande orde. De SVIB'er begeleidt het proces,maar de leerkracht moet het zelf doen.'Monique Picavé wijst erop dat de inhoudvan een SVIB-traject vertrouwelijk is. 'Dat

is bij een coachingstraject ook zo. De SVIB'er is net als de coach geen spion van dedirectie. Overigens betekent dat niet dat de directie geen zicht heeft op de voortgang.De locatiedirecteur heeft wekelijks contact met de bouwcoördinator over de stand vanzaken en opbrengsten. Zo kan deze de vinger aan de pols houden. Een SVIB-trajectkan duidelijk maken dat een leerkracht behoefte heeft aan extra scholing. Er wordt dangekeken welke cursus het meest geschikt is. Een ander gevolg van een SVIB kan zijndat duidelijk wordt dat de betreffende leerkracht op een andere plek beter op zijn plaatsis. Een outplacement zou dan gestart kunnen worden.'

Werk uit handen van managementAlle aanwezigen bij het gesprek vinden dat de begeleiding veel oplevert. VolgensMonique Picavé nemen SVIB en coaching het management veel werk uit handen. 'Zijkunnen zich daardoor richten op de basale managementvragen. Er is gezamenlijke ver-antwoordelijkheid voor het welbevinden van de kinderen en de collega's. Laatst gaventwee leerkrachten met een duobaan aan dat ze eigenlijk nooit een moment hadden vooroverdracht. Dat wordt dan serieus genomen. Ik neem de klas even over.' Teitink voegtdaar aan toe dat het prettig is dat je met een SVIB-traject de diepte in kunt gaan. 'Eenleerkracht zal dat gebruiken als hij in de toekomst in een gelijksoortige situatie terecht-komt.' Wel moet het beleid rondom de begeleiding volgens Picavé in samenhang methet overige schoolbeleid worden vormgegeven. 'Zo werken we sinds kort bijvoorbeeldmet de Kanjertraining. Dat vraagt heel andere competenties van leerkrachten. Daarmoet je dus scholing en begeleiding aan aanpassen.'

u

'De SVIB'er is net als de coach geen spion van de directie'

'SIVB heeft een olievlekwerking.Leerkrachten zien

dat er bij anderen wordt gefilmd en horen goede verhalen'

Page 43: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting
Page 44: Schoolportretten Opleiden in de School SBOpeterhamersjournalist.nl/wp-content/uploads/2011/03/...van de opleidings- en begeleidingsfunctie van hun school en dat dit u een verdere richting