schoolgids 2021-2022

voorwoord Hartelijk welkom in Montessori Kindcentrum

Maastricht. Met deze schoolgids willen wij

ons graag aan u voorstellen.

Montessori Kindcentrum staat uiteraard

voor degelijk Montessorionderwijs en

Montessori kinderopvang.

Onze leidraad hierbij is:

“Leer mij het zelf te doen”.

Onze kinderen, uw kinderen, vinden bij ons

een passend aanbod.

Onze ambitie is om, in een centraal aangestuurd

centrum, door samenwerking met onze

kindpartner MIK en op basis van een gedeelde

visie, 52 weken per jaar tussen 7.30 uur en

18.30 uur duurzaam te werken aan de

ontwikkeling van kinderen tussen 0 en 13 jaar.

Om dat te realiseren hebben twee professionele

organisaties, die verantwoordelijk zijn voor

educatie , opvang en ontwikkeling van uw

kind, de handen in elkaar geslagen: Stichting

MosaLira (basisschool) en MIK (Montessori

peuterspeelzaal, Kinderopvang en BSO).

Dit doen zij op een vakkundige wijze met

gekwalificeerde medewerkers en experts op

relevante gebieden.

Met een gezamenlijke pedagogische visie

biedt Montessori Kindcentrum een totaalpakket

van educatie, opvang en ontwikkeling. Hierbij

komen alle ontwikkelingsterreinen van

kinderen aan bod.

Een doorlopende lijn van kinderopvang en

peuterspeelzaal naar basisonderwijs; dat

mag u van ons kindcentrum verwachten.

Team Montessori Kindcentrum Maastricht GENERATIES KINDEROPVANG.lang

3

colofon

illustratiesivan & ilia

fotografiejonathan vos

vormgevingdaphne philippen

uitgave: augustus 2021

4

5 1 Onzeschool 5 1.1 Ontstaan van de school 5 1.2 Situering van de school 5 1.3 Schoolgrootte 5 1.4 SVMM

6 2 Waarstaatonzeschoolvoor? 6 2.1 Informatie voor ouders en kind 6 2.2 De visie 7 2.3 Richting 7 2.4 Het schoolbestuur

9 3 Deorganisatievanonsonderwijs 9 3.1 Organisatie van de school 10 3.2 DOC 10 3.3 De schooltuin 11 3.4 De kinderkeuken 11 3.5 De activiteiten van de kinderen in de onderbouw 12 3.6 De activiteiten van de kinderen in de middenbouw 12 3.7 De activiteiten van de kinderen in de bovenbouw 13 3.8 Huiswerk 14 3.9 De leerstofonderdelen 14 3.10 Schoolzwemmen voor de middenbouw 15 3.11 Gebruik van ICT in het onderwijs 16 3.12 Verkeersonderwijs/verkeersbrigade 16 3.13 Burgerschap en sociale integratie in het Montessorionderwijs 17 3.14 Overige activiteiten

20 4 Dezorgvooronzeleerlingen20 4.1 Zieke leerlingen 21 4.2 Dyslexie22 5 Deleerkracht 22 5.1 Het team 23 5.2 De rol van de leerkracht 23 5.3 Scholing van de leerkrachten 23 5.4 Begeleiding en inzet van stagiaires van de Pabo 23 5.5 Protocol vervanging bij ziekte/verlof

24 6 Deouders 24 6.1 Het belang van de betrokkenheid van de ouder 24 6.2 Informatievoorziening van school aan de ouders 25 6.3 Verzekeringen 25 6.4 Ouderraad 25 6.5 De vrijwillige ouderbijdrage

26 7 DeMedezeggenschapsraad(MR)27 8 Deontwikkelingvanhet onderwijsindeschool 27 8.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in school 27 8.2 Zorg voor school en omgeving 28 9 Resultatenvanhetonderwijs

30 10 Regelingenen wetenswaardigheden 30 10.1 Schooltijden 30 10.2 Afspraken binnen de School 30 10.3 Belangrijke data 30 10.4 Verzoeken om verlof 32 10.5 Procedure bij ziekmeldingen 32 10.6 Fietsen 32 10.7 Buitenschoolse opvang en dag-arrangementen 34 10.8 Kleding 34 10.9 Catechese 34 10.10 Snoep 34 10.11 Hoofdluis 34 10.12 Afvalbeleid

montessori kindcentrum maastricht | 2021-2022

1onzeschool

1.1OntstaanvandeschoolIn 1954 is er een begin gemaakt met het

geven van onderwijs op Montessoribasis in

een gebouw gelegen aan de Stokstraat te

Maastricht. De school groeide steeds verder

en in 1979 werd de behuizing te klein voor

het toenmalige leerlingenaantal van 120.

Daarnaast ontbrak ook de mogelijkheid

om te integreren met de kleuterschool, in

Montessoritermen ‘onderbouw’ genoemd

en dit was wel wenselijk.

De school is toen verhuisd naar Capucijnen-

straat 120 en de onderbouw naar Capucijnen-

straat 106. Enkele jaren later moest een

deel van de school wederom verhuizen naar

de huidige accommodatie aan de Capucijnen-

straat 118.

De huisvesting is nu als volgt:

› Capucijnenstraat nr. 106

huisvesting onderbouw, groepen 1/2

› Capucijnenstraat nr. 118

huisvesting midden- en bovenbouw,

groepen 3/4/5 en 6/7/8

› zijvleugel

Montessori kinderopvang van 0 tot 13 jaar

1.2SitueringvandeschoolOnze school is gelegen in het centrum van

Maastricht en op ongeveer 100 meter afstand

van het Vrijthof. Daardoor is de school optimaal

bereikbaar per fiets of openbaar vervoer. De

bereikbaarheid met de eigen auto is minder

riant wegens beperkte parkeergelegenheid in

de binnenstad. Wij bieden ouders/verzorgers

een parkeerhanger aan, waarmee tijdens

het halen en brengen gebruik gemaakt mag

worden van de parkeervakken in de buurt.

De hanger is verkrijgbaar bij de directie.

Daar kunt u ook terecht voor meer informatie

over de tijden waarop de hanger gebruikt kan

worden en de locaties waar de hanger te

gebruiken.

1.3 SchoolgrootteMomenteel bezoeken ongeveer 400 leerlingen

onze school. De school bestaat uit 16 groepen,

verdeeld in 4 onderbouwgroepen, 6 midden-

bouwgroepen en 6 bovenbouwgroepen.

1.4StichtingVoorzieningenMontessorionderwijsMaastricht(SVMM)De Stichting Voorzieningen Montessori-

onderwijs Maastricht is in 1993 opgericht om

het huidige gebouw van de onderbouw en de

speelplaats door aankoop te kunnen behouden.

Het doel van de stichting is het werven en

beheren van voorzieningen ten behoeve van

behoud en stimulering van het Montessori-

onderwijs in Maastricht (waaronder het

Montessori Kindcentrum Maastricht).

‘Help een kind nooit met een taak als hij voelt dat hij

kan slagen.’ maria montessori

5

visie

2waarstaatonze

schoolvoor?

2.1InformatievooroudersenkindOp de site van MosaLira kunt u onder het kopje

ouder & kind alle beleidsstukken die voor alle

scholen van MosaLira gelden.

U vindt hier het informatie over:

› Buitenschoolse opvang en

dagarrangementen

› Contactpersonen

› Gedrags- en integriteitscode

› Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid-Limburg

› Klachtenregeling

› Klachtenrelegeling stappen

› Ouderbijdrage

› Ouderparticipatie

› Ouderportaal

› Passend onderwijs & Indeling zorgniveaus

› Privacy en AVG

› Protocol Medicijnverstrekking en

medisch handelen

› Protocol strafbare feiten

› Schema leerplichtwet

› Sponsoring

› Schoolbestuur

› Team Jeugd gemeente Maastricht

› Toelating/verwijdering/schorsing

› Vakantierooster

› Veilige school

› Veiligheidsplan

› Verzuim/ verlofbeleid

2.2DevisieLeer mij het zelf te doen is de meest bondige

manier om onze visie op het onderwijs aan te

geven. Onze belangrijkste uitgangspunten zijn

er in terug te vinden: de centrale rol van het

lerende kind en niet de leerstof; de vrijheid

van het kind om het leerproces zelf vorm te

geven met de daaraan onlosmakelijk

verbonden zelfstandigheid en zelfwerkzaam-

heid; de faciliterende rol van leerkracht en

school in dat leerproces. Jonge kinderen

leren op een zeer natuurlijke wijze, door zich

actief op te stellen, spontaan de wereld om

zich heen te ontdekken, nieuwe inzichten

geduldig uit te proberen.

Belangrijke aspecten van het leerproces op

onze Montessori-school zijn het zelfontdek-

kend leren, de voorbereide omgeving waarbij

rekening wordt gehouden met het stadium van

de ontwikkeling van een kind, observatie en

registratie om te plannen en uit te voeren,

differentiatie betreffende de leerstof en de

leerwijze en verdere individualisering.

Het uitgangspunt is dan ook het actieve kind

dat op spontane wijze ‘zelfontdekkend’ leert,

en dat in het opgroeien gestimuleerd wordt tot

een steeds grotere mate van zelfstandigheid.

‘Zelfverantwoordelijke zelfbepaling’ als

opvoedingsdoel. Kinderen die de mogelijk-

heden bezitten zich zelfstandig te gedragen,

en dat ook actief nastreven, hebben behoefte

aan begeleiding, niet aan leiding. Begeleiding

in de zin van: een omgeving bieden waarin

de zelfopvoeding mogelijk wordt gemaakt en

wordt gestimuleerd. Maria Montessori

noemde dit de voorbereide omgeving: een

omgeving die zo is ingericht dat aan de

ontwikkelbehoeften van de kinderen wordt

tegemoet gekomen en dat het kind voortdu-

rend geprikkeld wordt een volgende stap in

het zelfontdekkende leerproces te zetten.

Bij de inrichting van die omgeving wordt

rekening gehouden met het stadium van

ontwikkeling, de daarbij behorende specifieke

belangstelling en de kenmerkende wijze

waarop het kind in die periode leert (gevoelige

perioden). Een belangrijk onderdeel van die

voorbereide omgeving wordt gevormd door

het Montessori-materiaal. Dit materiaal is

overwegend zo geconstrueerd dat het kind,

terwijl het er mee werkt, uit dit werken zelf

kan afleiden of de oefening goed verlopen is,

‘Leer mijhet zelf te doen.’maria montessori


dan wel dat er een fout gemaakt is.

De essentie is de mogelijkheid om fouten te

kúnnen maken en daar vervolgens van te

leren. Voor de leerkracht is de observatie

(en daaraan gekoppeld: de registratie) van de

activiteiten van de kinderen een belangrijke

bezigheid. Om de begeleiding bij de uitvoering

van een taak te intensiveren, wanneer dat

nodig blijkt te zijn, maar ook om bij de

planning van die taak het kind te stimuleren

(meer) aandacht te besteden aan leerstof

die het tot nu toe links heeft laten liggen.

De omvang van de zelf te plannen taak neemt

stapsgewijs toe: van keuzemoment in de

onderbouw, via de dagtaak in de middenbouw

tot de weektaak in de bovenbouw. Waarmee

ook meteen duidelijk is dat de vrijheid die

ieder kind geniet geen absolute vrijheid is: het

is vrijheid in gebondenheid, waarbij de mate

van vrijheid zal variëren met de capaciteit tot

zelfstandig werken van het kind. Differentiatie

kenmerkt niet alleen de leerwijze, maar ook

de leerstof. De individualisering van het

onderwijs krijgt daarnaast ook vorm in het

tempo van werken en de tijdsduur van het

werken aan een zelfde activiteit.

Onze school is georganiseerd in 3 bouwen:

de onderbouw, middenbouw en bovenbouw.

Door deze verticaal gestructureerde groepen

worden kinderen van uiteenlopende leeftijd in

één en dezelfde leergroep ondergebracht:

kinderen leren elkaar en hun leerkracht beter

kennen, doordat ze langer bij elkaar in een

groep verblijven, terwijl tegelijkertijd de

sociale rol die ieder kind speelt telkens een

wisselende is: als ‘jongste’ leert het door de

oudere groepsgenoten te observeren, als

‘oudste’ is het behulpzaam in de ondersteuning

van de activiteiten van de jongere kinderen.

Naast de kennisgebieden (rekenen, taal en

kosmisch onderwijs waaronder geschiedenis/

aardrijkskunde/ biologie) besteedt de school

veel aandacht aan de creativiteitsontwikkeling

van het kind. Teken- en handvaardigheidon-

derwijs, muziek- en bewegingsonderwijs en

zwemmen zijn alle voorbeelden van de

aandacht voor dit aspect. Ook hechten wij veel

belang aan een veilig en warm pedagogisch

klimaat, waarin kinderen zich op hun gemak

en geborgen weten en voelen, als onmisbare

voorwaarde om te komen tot ontwikkeling.

2.3RichtingOnze school is een basisschool met van

oorsprong katholieke waarden. Echter is

iedereen welkom. De aandacht voor levensbe-

schouwelijke vorming is verweven in het

onderwijs. Wel besteden we structureel en

expliciet aandacht aan geestelijke stromingen.

We zien een sterke relatie zien tussen

levensbeschouwelijke vorming, sociaal-emoti-

onele ontwikkeling (o.a. omgaan met de ander

en de omgeving – ontwikkeling sociale

vaardigheden) en actief burgerschap en sociale

cohesie. We vinden het belangrijk, dat

leerlingen op een goede wijze met elkaar

omgaan en dat ze respect hebben voor de

mening en visie van anderen. In relatie met de

leerlingenpopulatie besteedt de school

aandacht aan specifieke feesten die gerela-

teerd kunnen worden aan de katholieke levens-

beschouwing. Zo vieren we kerst en pasen en

ondersteunen we ouders en parochie bij de

eerste heilige communie en het plechtig

vormsel.

2.4HetschoolbestuurOnze school, onderdeel van een groter geheel Het schoolbestuur MosaLira stichting voor leren, onderwijs en

opvoeding is opgericht in 2003 en gevestigd

te Maastricht. MosaLira is het bevoegd gezag

van 16 scholen voor basisonderwijs, één school Het College van Bestuur

Voorzitter Mevr. J. Van Zomeren

Lid CvB Dhr. JP Giesen

De Raad van Toezicht

Voorzitter Mevr. A. Christophe

Lid Dhr. T. Van der Hagen

Lid Dhr. F. Schneiders

Lid Mevr. M. Depondt

Lid Dhr. H. Wiertz

De volgende scholen ressorteren onder het bevoegd gezag van MosaLira

Bs. St. Aloysius

Bs. Amby

Bs. Anne Frank

Bs. de Geluksvogel

Bs. John F. Kennedy

Bs. De Lètterdoes

Bs. Het Mozaïek

Bs. De Maasköpkes

Bs. Manjefiek

Montessori Kindcentrum Maastricht

Bs. St. Oda

Bs. Petrus en Paulus

Bs. St. Pieter

Bs. Scharn

Bs. de Vlinderboom

Bs. Wyck

SBO Talententuin

Campus Special Needs (CSN)

IvOO SO, VSO diplomastroom

UWC Primary

7

› MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding

Withuisveld 22 6226 NV Maastricht T 043-35 40 133 [email protected] www.mosalira.nl

voor speciaal basisonderwijs, drie voorzienin-

gen voor speciaal onderwijs en United World

College Maastricht (Primary). Op onze

scholen werken circa 650 personeelsleden

voor ruim 5.000 leerlingen.

Het College van Bestuur

Geen College van Bestuur, maar collega’s van

bestuur: dat zijn Joan van Zomeren en

Jean-Pierre Giesen. Zij werken aan heldere

kaders en afspraken voor iedereen en

ondersteunen mee aan het specifieke

karakter van onze scholen. Ook zorgen ze dat

iedereen binnen onze organisatie zich goed

kan ontwikkelen. Daarbij gaan Joan en

Jean-Pierre uit van vertrouwen, verbinding en

vakmanschap. Ofwel: je telt mee en je doet

ertoe.

De Raad van Toezicht

De RvT houdt een extra oogje in het zeil en

zorgt dat de collega’s van bestuur hun werk

goed doen. Formeel is de RvT de werkgever

van het bestuur. De RvT geeft advies en moet

diverse besluiten van de collega’s van bestuur

goedkeuren, zoals bijvoorbeeld de begroting

en het jaarverslag.

Koersplan Mosalira

In het koersdocument kunt u lezen over de

koers die MosaLira vaart.

Elk kind wil van nature zelf leren, wij noemen

dat intrinsieke motivatie. In ons DNA zit een

enorm ontwikkelpotentieel en dat zorgt

ervoor dat we leren eten, drinken, lopen,

lezen, ontdekken, samenwerken en ons

verdiepen in de ander. We verwonderen ons

over de wereld om ons heen en bewonderen

wat deze wereld ons te bieden heeft.

Als zodanig is elk kind al op unieke wijze

toegerust voor de eigen ontwikkeling.

Onze missie is ‘kinderlijk’ eenvoudig:

goed onderwijs voor alle aan ons toevertrouwde

leerlingen.

Wij onderwijzen en ondersteunen onze

leerlingen om de verbinding met de wereld

aan te gaan. Wij bestaan, opdat het potentieel

van elk kind tot wasdom kan komen. Graag

werken wij elke dag aan het ‘willen’ leren van

leerlingen. Wij omringen kinderen met kennis,

hebben hoge verwachtingen, wij bemoedigen,

geven vertrouwen en waardering.

Onze visie is gebaseerd op maatwerk

We zijn nieuwsgierig naar de eigenheid van

elk kind. Onze schoolteams zetten zich met

hart en ziel in om kinderen te helpen hun

talenten en vaardigheden te ontwikkelen.

MosaLira beschikt over een palet aan scholen

met hun eigenheid in aanpak, methode, visie

en inrichting van het onderwijs. Er valt wat te

kiezen en er is voor elk kind een passende

plek op een van onze scholen. Op al onze

scholen is het veilig en fijn en is het onderwijs

van goede kwaliteit. Onze strategie zal

anticiperen op een aantal belangrijke trends

in het Nederlands funderend onderwijs.

Ze komen terug in ons verhaal.

1 De groeiende impact van informatie-

technologie op mens en samenleving

2 Duurzaamheid en maatschappelijke

verantwoordelijkheid

3 Migratie

4 Verandering in de demografie

5 Nieuwe scheidslijnen en kansenongelijkheid

6 Andere organisatievormen van ons

onderwijs op de locaties

Onze kernwaarden vertrouwen, verbinding en

vakmanschap worden verderop in het

koersdocument toegelicht in Ons Verhaal.

Solidariteit is eveneens een belangrijke

richtinggever voor ons handelen. Ook als het

lastig is, bieden we professionele ondersteuning

en helpen wij elkaar. Wij willen zoveel mogelijk

tegemoet komen aan de vragen die ons gesteld

worden. Als we ja zeggen, dan handelen we

daar ook naar. Als je bij MosaLira bent, als

kind, ouder of medewerker, mag je ervan

uitgaan dat je gesteund wordt en je je veilig

voelt. Hulp vragen is normaal en fouten

maken mag, je hoeft het niet alleen te doen en

je voelt je onderdeel van een groter verbonden

geheel. Je telt mee en je doet ertoe.

Directeurenberaad

De directeuren van de scholen ressorterend

onder de stichting vormen tezamen het

directeurenberaad. Dit is een overlegorgaan

met een adviserende functie.


3organisatievan

onsonderwijs

3.1OrganisatievandeschoolBinnen het Montessori Kindcentrum Maastricht

zijn 16 bouwgroepen ingericht. Wij kiezen

binnen het Montessorisysteem nadrukkelijk

voor deze indelingen om verschillende redenen.

Zo komt elk kind in elke bouw als jongste

binnen en verlaat als oudste in de leeftijd de

bouw; dit bevordert de sociale ontwikkeling.

Daarnaast blijft de kennis over leerlingen bij

de leerkracht en kan door een langer verblijf

in dezelfde groep optimaal worden ontwikkeld.

Kinderen leren niet alleen door de materialen

in de voorbereide omgeving, maar zeer zeker

ook door het samenwerken in de heterogene

leeftijdsgroepen. De leerkracht is in staat om

elk kind op zijn of haar niveau aan te spreken

en te begeleiden. Aan het einde van groep 8

moet de leerling minimaal datgene zich eigen

hebben gemaakt, dat het kind kan verwerken.

De weg hier naar toe is echter verschillend

van andere schoolsystemen. Van het kind

uitgaan staat voorop; plezier in het werken

eveneens. Dit stelt uiteraard hoge eisen aan

het team.

Een voorbeeld van zo’n veeleisende taak is

de keuze die gemaakt wordt bij de overgang

naar een volgende bouw. Dit is een belangrijke

keuze, want iedere leerling zit immers drie

volle jaren (in de onderbouw minimaal 2) in

een bouw en die kan pas gemaakt worden

nadat vele factoren zijn bekeken, afgewogen

en besproken. Er wordt gekeken naar de

onderwijsbehoefte van de leerling in kwestie.

Op basis daarvan wordt gekeken in welke

groep het kind het best past, waarbij we kijken

naar de zorg in de groep en de verhoudingen

binnen de groep qua leeftijd en sekse. Broers

en zussen komen in beginsle niet in dezelfde

groep.

We kunnen dan ook geen rekening houden

met voorkeuren van ouders en kinderen.

School-ondersteunings-profiel Montessori KC In principe zijn alle kinderen welkom op

school. Als kinderen op 4 jarige leeftijd de

school binnen komen, zitten ze in een

ontwikkelingsfase waar een aantal mogelijke

problemen zich nog niet openbaren. Wij zijn

als school afhankelijk bij de aanname van de

goede en correcte informatie van voorschool-

se opvang (PSZ, KDV) en ouders. Bij een klein

aantal kinderen kunnen we dan ook zeggen

dat de onderwijsbehoefte van een kind onze

zorg mogelijk te boven gaat en dat het beter

is om een kind naar een andere vorm van

onderwijs of een andere basisschool te laten

doorstromen. Tijdens de schoolperiode

komen er vaker problemen boven drijven,

die zich niet manifesteerden bij de aanname.

Het kan daarom voorkomen dat wij in

handelingsverlegenheid komen en externe

hulp gaan inroepen. Soms komen we met

de ouders en de externe deskundigen tot de

conclusie dat dat kinderen beter af zijn in het

Speciaal (Basis) Onderwijs (S(B)O). Ouders

kunnen van ons verwachten dat we van alle

kinderen de onderwijsbehoefte omschrijven

en hieraan tegenmoet komen, voor zover dat

binnen onze mogelijkheden ligt. Samenwerking

met collega’s van het S(B)O, het raadplegen

van deskundigen behoort tot de mogelijkheden.

Daarnaast zullen we altijd kijken naar de

groepssamenstelling waar een kind met

een speciale onderwijsbehoefte in zit. We

handelen altijd in het belang van het kind

en vanuit dat perspectief zullen we ouders

adviseren om, indien nodig, op zoek te gaan

naar een andere school. In principe zijn

leerproblemen geen beletsel om niet te

kunnen functioneren binnen onze school.

‘Niemand kan vrij zijn

zonder zelfstandig te zijn.’

maria montessori

9


We zullen goed kijken naar bepaalde

gedragingen van kinderen. Is een gedrag het

gevolg van de manier van onderwijs geven,

dan kunnen we dat aanpassen. Is het gedrag

van psychische aard, dan zou het kunnen zijn

dat binnen de school niet de hulp geboden kan

worden die dit kind nodig heeft. In dat geval

zullen we, samen met de ouders, op zoek gaan

naar de juiste onderwijsinstelling voor dit kind

(zie ook paragraaf 3.2 toelating, verwijdering

en schorsing leerlingen). Het school-

ondersteuningsprofiel van Montessori

Kindcentrum is gepubliceerd op onze website

www.montessori-bs.nl

3.2DOC Het doc (of voluit documentatiecentrum) is

onze schoolbibliotheek voor de leerlingen

van groep 3 t/m 8 en hun leerkrachten. Het

voornaamste doel van het doc is het bevorderen

van het leesplezier. Daarnaast worden de hier

aanwezige (lees)boeken, informatieboeken en

tijdschriften gebruikt bij de voorbereiding van

boekbesprekingen, spreekbeurten en projecten.

De leerlingen kunnen boeken zoeken met

behulp van het programma Bieb-bos, waarin

ze kunnen zoeken op titel, schrijver en onder-

werp of trefwoord. De doc-ouders ondersteu-

nen hen hierbij. De onderbouw heeft een eigen

boekenbestand. De leerkrachten en kinderen

gebruiken de boeken bij het thema dat in de

klas behandeld wordt.Het Doc is gevestigd in

een volledig gerenoveerde kelder.

› Wilt u op school een handje helpen? In het

DOC kunnen we altijd hulp gebruiken!

3.3DeschooltuinDe school maakt met drie groepen gebruik

van de schooltuin.

Groep 2 tuiniert in de tuin naast de gymzaal.

De kleuters zaaien, planten en oogsten met

hun eigen leerkracht. De hulp van de ouders

Het DOC

is hierbij onontbeerlijk. Het gaat erom

kleuters natuurervaringen te laten opdoen in

de tuin. Er zijn kleine perkjes waar steeds één

gewas per perkje verbouwd wordt: b.v.

radijsjes, uien, sla, zonnebloemen. In het

oogstseizoen worden de groenten in de

kinderkeuken gezamenlijk bereid tot soep,

salade of iets dergelijks.

Het kleutertuinseizoen loopt van april tot aan

de herfstvakantie. De laatste les zoeken de

kleuters talrijke kleine diertjes in de school-

tuin en bekijken deze met loepjes.

De zesde-groepers dragen de zorg voor een

eigen tuintje. Er wordt gewerkt volgens een

plantschema en een plattegrond. Het eigen

perk is groot genoeg om verschillende planten

te laten groeien en zo de kenmerkende

verschillen te ontdekken, maar tegelijkertijd

klein genoeg om het onkruidvrij te houden.

De oogst van hun tuin nemen de leerlingen

mee naar huis. Deze tuin ligt naast de

gymzaal. Het is een stuk tuin van Het klooster

van Philadelphia. Ouders kunnen na schooltijd

met hun kind van groep 6 gerust een kijkje

nemen in deze tuintjes. Tijdens de zomerva-

kantie kan de tuin ook verzorgd worden en er

kan dan ook geoogst worden.

De achtste groepers tuinieren op vrijwillige

basis in de tuin naast de gymzaal. In deze tuin

staan ook bomen, struiken en vaste planten.

De kinderen kunnen zich inschrijven voor

de periode augustus t/m november en/of de

periode maart t/m juli. Deze tuin, die tevens

speelplaats is, wordt “onderhouden“ door

de leerlingen uit groep 8. Naast het zaaien

en planten mogen de kinderen ook snoeien,

bladeren opruimen, de vijver bijhouden en

dergelijke. Tevens is er een Tuinwerkgroep

van ouders. Deze ouders tuinieren 3 à 4 keer

per jaar op een zondagochtend in de tuin van

school. Een mooi stukje ouderparticipatie en

de tuin is daardoor een mooie en veilige

speelplek.

3.4DekinderkeukenNaast de aula op de begane grond ligt onze

kinderkeuken. Hier koken of bakken de

kinderen onder begeleiding van de leerkracht

en/of ouders heerlijke dingen. De lekkerste

geuren dringen vaak door de hele school.

De kleuters maken o.a. elk jaar in de herfst

appelmoes en met Sinterklaas bakken ze

pepernoten. De oudere kinderen bereiden

zelfs hele maaltijden. Regelmatig viert een

leerkracht zijn/haar verjaardag in de keuken

en wordt er gebakken of gekookt en natuurlijk

heerlijk gesmuld door de kinderen.

De groep die gebruik wil maken van de

kinderkeuken doet dit op eigen initiatief.

De leerkracht organiseert een kookactiviteit

als dit binnen het programma past. Kinderen

kunnen in overleg met de leerkracht een

kookactiviteit plannen. Ouders plannen een

kookactiviteit voor b.v. een jarige leerkracht

of als afscheidsactiviteit van een groep

leerlingen. In de schoolkeuken hangt een

kalender en daarop kan een leerkracht zijn/

haar groep inschrijven voor een bepaalde

dag en tijdstip.

I.v.m. de veiligheid mogen er uiteraard geen

kinderen zonder toezicht in de kinderkeuken

komen. Op initiatief van een groep ouders

wordt 2 keer per jaar een grote schoonmaak-

beurt gehouden in de keuken. In het reguliere

poetsprogramma zit het poetsen van kastjes,

fornuizen etc. natuurlijk niet inbegrepen.

We streven ernaar om per klas één ouder

bereid te vinden om hieraan mee te werken.

Vele handen maken licht werk!

3.5DeactiviteitenvandekinderenindeonderbouwIn onze onderbouw werken, spelen en leren de

kinderen van groep 1 en 2 samen. De kinderen

leren zelf om werkjes te kiezen, voor zichzelf

zorg te dragen, voor anderen en voor hun

omgeving. Samen met de leerkracht sturen

ze a.h.w. hun eigen ontwikkeling. Als kinderen

4 jaar zijn en naar school komen, verwachten

wij dat ze zelfstandig gebruik kunnen maken

van het toilet. Wij gaan er dus van uit dat elk

kind in voldoende mate zindelijk is.

De klassenomgeving

De klas is ingericht als een speelleerlokaal,

waar het montessorimateriaal en ander mate-

riaal (bouwmateriaal, verftafel, puzzels, lotto

e.d.) op een overzichtelijke en toegankelijke

wijze zijn gerangschikt. Eén à twee keer per dag

zijn er werkmomenten van 1 tot 1,5 uur. Daarin

werken de kinderen individueel of in kleine

groepjes met zelfgekozen materiaal. Naast de

werkmomenten zijn er ook groepsactiviteiten

zoals kringgesprekken, taal- en rekenspelletjes,

liedjes zingen, voorlezen en spel in de thema-

hoek(en) met actuele materialen. In de klas

wordt gewerkt met thema’s die jaarlijks worden

vastgesteld. Elk thema duurt 4 weken.

11

Ze komen uit de methode ‘Kleuterplein’.

Hierin zijn de leerlijnen voor taal, lezen,

rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling,

beeldende vorming, bewegingsonderwijs,

buienspel, drama (spel), wereldoriëntatie/

burgerschap, voorbereidend schrijven en

Engels in gewaarborgd.

“Verder weg”

Naast de vertrouwde “vier muren van de klas”

kiezen we er bewust voor om kinderen in

aanraking te brengen met de hen omringende

wereld, door te werken in de schooltuin,

boswandelingen te maken, theater- en

muziekvoorstellingen te bezoeken en naar

de kinderboerderij te gaan.

Om elk kind goed te kunnen volgen en te

kunnen begeleiden in zijn ontwikkeling,

observeert de leidster dagelijks de voortgang

van het kind. Op basis van haar observaties

stimuleert ze de kinderen in hun keuze en

begeleidt ze de kinderen die niet zo gemakke-

lijk, of steeds hetzelfde, kiezen. Door middel

van haar dagadministratie houdt de leidster in

de gaten of alles even goed aan de orde komt

en het kind bijvoorbeeld niet blijft steken in

herhaling of eenzijdigheid. Tevens maakt

de leidster gebruik van het observatie- en

registratiesysteem van Kleuterplein en op

gebied van sociaal-emotionele opvoeding

maken we gebruik van SCOL. Een en ander is

er op gericht, dat een kleuter zich harmonisch

ontwikkelt en uiteindelijk op cognitief en

sociaal-emotioneel gebied rijp is om de

overgang naar groep 3 te maken. Hierbij is

het toetsen van de kleuters een hulpmiddel.

De kinderen van groep 2 maken in januari/

februari een taaltoets en een rekentoets.

3.6DeactiviteitenvandekinderenindemiddenbouwIn de middenbouw werken de leerlingen met

dagtaken, afgestemd op hun individuele niveau.

Naast de dagtaak werken de kinderen met

Montessori-materiaal en dat kan elk vak- of

leergebied omvatten. Ook dit is op eigen niveau

en naar eigen interesse.

De leerkracht stuurt het kind eventueel naar

een speciaal materiaal als er extra oefening

nodig is.

Alle vorderingen worden door de leerkracht

bijgehouden in een aftekensysteem. Ook extra

hulp, indien nodig, wordt vastgelegd. De

kinderen hanteren zelf ook een aftekenklap-

pertje. Dit biedt ze tevens een overzicht van

het materiaal dat aangeboden wordt en waar

aan gewerkt kan worden. Het resulteert

uiteindelijk na drie jaar middenbouw in een

eindniveau, dat voldoende basis moet zijn om

naar de bovenbouw te kunnen gaan. In deze

periode wordt een veelheid aan materiaal

gebruikt: niet alleen bestaat de mogelijkheid

om terug te vallen op werkjes en materiaal

van de onderbouw, maar ook om reeds

materiaal te halen vanuit de bovenbouw voor

leerlingen, die daar aan toe zijn. Een goed

contact en overleg met zowel onder- als

bovenbouw is hierbij noodzakelijk. In de

middenbouw ligt een sterke nadruk op de

basisvaardigheden rekenen, taal, schrijven en

lezen, aangevuld met onderwijs in aardrijks-

kunde, geschiedenis en biologie (Kosmisch

Onderwijs). Verder wordt er ook aandacht

besteed aan cultuur en techniek en sociale/

emotionele ontwikkeling (Soemo).


-

3.7DeactiviteitenvandekinderenindebovenbouwIn de bovenbouw wordt een groter beroep

gedaan op de zelfstandigheid en zelfredzaam-

heid van het kind. De omschakeling van

dagtaak naar weektaak in groep 6 is een

behoorlijke overgang voor de leerlingen.

Kinderen die een grotere mate van zelfstandig-

heid aankunnen worden reeds in groep 5

bekend gemaakt met de weektaak. De anderen

beginnen hiermee in groep 6. De leerstof van 1

jaar is onderverdeeld in weektaken. Een

weektaak is dus het minimum aantal werkjes

per leervak dat een kind in 1 week dient te

maken. De inhoud van de weektaak verschilt

per leerjaar en staat precies vermeld in het

aftekenboekje.

Elke leerling krijgt aan het begin van groep 6

een aftekenboekje waarin alle door hem

gemaakte werkjes en taken worden afgete-

kend. Dit boekje is onderverdeeld in 3 stukken

en bevat aftekenruimte voor de 3 bovenbouw-

jaren. Ook alle afspraken betreffende de

verschillende vakken en algemene regels

staan vermeld in dit boek.

3.8HuiswerkEen belangrijk uitgangspunt van het Montes-

sori-concept is de aanpak van zelfstandig

werken. De leerlingen moeten hun eigen

werkjes doen en hun eigen keuzes maken.

Natuurlijk moeten de leerlingen wel een aantal

vastgestelde taken doen, maar dat kan op hun

eigen manier en dit wordt vastgelegd in de

dagtaak of de weektaak. Wij vinden het dus erg

belangrijk dat kinderen hun eigen activiteiten

leren plannen gedurende de tijd dat ze op

school zijn.

Op onze school wordt dan ook nauwelijks

huiswerk gegeven, omdat het goed plannen en

organiseren van je werk tijdens de schooluren

En als ik ’s morgens de deur uit ga-a

Met veel plezier en veel bla bla-a

Ik voel me thuis in dit nieuw gebouw

Een lekker schooltje waar ik veel van hou-ou

Drie jaren veilig dezelfde groe-oep

geen geschreeuw en geen geroe-oep

ik kies mijn werk in alle weken

da’s hoe ik leer en zal ik niet vergeten

Ma-ma-ma ma-ma-maria ma

Mon-mon mon mon-mon-montessorischool


Kind-cen-trum Mon-mon-tessori-Maas-tricht

In onze weektaak doen we alles

muziek en gym maar ook een taalles

met materiaal gaat alles beter

en is mijn werk meteen een stuk concreter

Ik zat hier al toen ik nog NUL was

de crèche, als peuter, de BSO-klas

ik kom hier nooit meer echt van lo-os

als je hier zit dan ben je echt de klo-os

Refrein: Ma-ma-ma………….

Tussenspel (2 regels)

OH oh….

That’s the place where I wanna be-e

The school I love and I feel free-ee

They never ever let me do-own

Montessori, the best in to-own

Refrein: 2x


Mon-mon mon mon-mon-montessorischool


Kind-cen-trum Mon-mon-tessori-Maas-tricht

Hetmontessori

liedMon-mon mon mon-mon-

montessorischool

Het enige echte

montessori-lied

(op melodie van

Mama Maria

van Ricchi e Poveri)

Oefen gerust

en zing uit

volle borst mee!

13

erg belangrijk is. Wij vinden bovendien dat, als

kinderen al de hele dag op school zitten, ze na

school vrij moeten zijn om ook aan andere

dingen toe te komen. Thuis kunnen de kinderen

die dit nodig hebben hun tafeltjes oefenen via

Ambrasoft, dictee voorbereiden, woordenschat

oefenen.

Het kan incidenteel wel eens voor komen dat

kinderen thuis een opdracht moeten uitvoeren.

Ook kan het zo zijn dat kinderen zelf plannen

om werkjes thuis te maken zoals: een boek-

bespreking of project maken of het voorbe-

reiden van een spreekbeurt. Hierin zijn ze

natuurlijk vrij. Ook vragen ouders wel eens

om huiswerk. Dit kan, maar dan valt dit onder

verantwoording van de ouders.

3.9DeleerstofonderdelenTaal

Op school werken we in de midden- en de

bovenbouw met Taal: doen!. Dit is een

Montessoriaanse taalmethodiek. De domeinen

kwalificatie, socialisatie en subjectivering

komen aan bod. De methode biedt kennis en

vaardigheden die kinderen zelf en met hulp van

onze lesjes eigen maken. Het werken met Taal:

Doen! gebeurt zelfstandig in een sociale

omgeving en dus ook in interactie met anderen.

Spelling is een onderdeel van Taal: Doen! maar

we maken tevens gebruik van de methode

Taaljournaal die op maat gemaakt is door en

voor onze school. Daarnaast wordt in de BB

ook grammatica en werkwoordspelling

aangeboden volgens eigen methodieken en

Taal: Doen!.

Rekenen

Vanwege de veranderende opvattingen in het

rekenonderwijs, te weten steeds minder

aandacht en prioriteit voor het cijferen en

steeds meer de nadruk op realistisch rekenen,

handig rekenen en rekenstrategieën, zijn we

genoodzaakt om naast de Montessori

rekenmaterialen, ook ons rekenonderwijs

aan te passen aan de nieuwe rekeninzichten.

Hiervoor gebruiken we de leerlijnen en

leerdoelen zoals opgesteld door het SLO.

Onze Montessorimaterialen zijn leidend bij het

aanleren van rekenvaardigheden, ondersteund

door Snappet voor deinoefening en het volgen

van de leerlingen.

Kosmisch onderwijs (K.O.O.)

Het uitgangspunt van ons kosmisch onderwijs

is de stelling dat kinderen van nature nieuws-

gierig en leergierig zijn. Kinderen hebben een

spontane belangstelling voor onderwerpen die

uit zichzelf komen of uit het communale

aanbod dat vanuit school wordt vastgesteld.

Onder Kosmisch verstaan we de volgende

vakken: geschiedenis, aardrijkskunde, biologie,

natuuronderwijs, gezond gedrag en techniek.

Zowel in de middenbouw als in de bovenbouw,

is gekozen voor een 3-jaarlijkse cyclus

vanwege de samenstelling van de bouwen

(groep 3, 4, 5 en groep 6, 7, 8).

Vanaf het schooljaar 2019-2020 werken wij met

de Kosmische Methode DaVinci.Dit is een

geïntegreerde methode die geschreven is voor

Montessorischolen en aan alle eisen voldoet.

Deze methodiek sluit aan bij de 21e eeuwse

vaardigheden en wordt ook vormgegeven in

een 3-jaarlijkse cyclus.

In de middenbouw wordt er elke acht weken

een nieuw thema behandeld en per jaar komen

er 4 thema’s aan bod. In de bovenbouw zullen we

gemiddeld 13 weken aan een thema werken en

worden er 3 of 4 thema’s per jaar aangeboden.

Per week wordt er één leerkrachtgebonden les

gegeven, waarna de kinderen de leerstof op

hun eigen tempo/niveau/interessegebied gaan

verwerken middels portfolio-opdrachten.

Daarnaast werken kinderen in de bovenbouw

aan een apart thema-werkstuk. Ook worden er

gastlessen en uitjes gepland die binnen het

thema passen dat op dat moment centraal is

gesteld.

Elke week komt Engels aan bod in groep 6,

7 en 8. De kinderen kunnen ook dit onderdeel

geheel individueel maken. Vanaf groep 3

worden wekelijks de volgende creativiteits-

vakken in het lesrooster opgenomen: muziek,

handvaardigheid en tekenen.

3.10SchoolzwemmenvoordemiddenbouwDe kinderen van groep 3/4/5 gaan zwemmen in

het zwembad De Geusselt. Ze worden samen


met de leerkrachten met bussen vervoerd naar

en van het zwembad. De kosten zijn z 140,- per

kwartaal. Van dit geld worden de zwemlessen

en de vervoerskosten bekostigd. De kinderen

hebben één les van een uur per 14 dagen.

Ook jaarlijks terugkerend is het zwemfestijn.

Het zwembad De Geusselt wordt dan een halve

dag afgehuurd en de kinderen kunnen onder

leiding van de leerkrachten en zweminstruc-

teurs een dagdeel in het water spelen.

De doelstellingen van het zwemonderwijs:

Algemene doelstellingen:

› het bereiken van zelfredzaamheid en het

ontwikkelen van veelzijdig en intensief

bewegingsgedrag in het water.

› Het kennismaken met en het aanleren van

diverse zwemtechnieken, die nodig zijn voor

het behalen van het zwemdiploma A (NRZ).

Zelfredzaamheid en plezier zijn belangrijke

onderdelen hiervan.

› Het geven van bewegingsonderwijs verdeeld

over 4 thema’s voor alle leerlingen, die reeds

in het bezit zijn van diploma A.

Naast de algemene doelstellingen levert het

zwemonderwijs nog een bijdrage aan

verschillende aspecten van de ontwikkeling:

Aan de motorische ontwikkeling door:

› Het aanleren, verder ontwikkelen van

bewegingshandelingen in het water,

zoals duiken en springen, onderwater-

vormen, waterspelen, vorm van

overlevingszwemmen en het leren van

de diverse zwemslagen.

› Het leren omgaan met materialen in het

water.

Aan de sociaal-emotionele ontwikkeling door:

› Het leren omgaan met andere kinderen

in het water.

› Het opbouwen van het zelfvertrouwen

in het water.

› Het zich zelfstandig, maar ook (met)

anderen, leren redden in het water.

Aan de cognitieve ontwikkeling door:

› Het verkrijgen van inzicht in diepte, afstand,

geluid, ruimte, tijd en weerstand door

bewegen in het water.

3.11GebruikvanICTinhetonderwijsEen hoofddoelstelling van Stg MosaLira is

“ICT zien als kans “. Om kinderen goed voor

te bereiden op de maatschappij van morgen

willen we het gebruik van ICT en het verant-

woord leren omgaan met ICT, een impuls

geven binnen onze school. We zien ICT als

hulpmiddel om te leren en ter ondersteuning

van het onderwijsleerproces. Onderwijs en

ICT zijn voortdurend in ontwikkeling. Wij

vinden het belangrijk om op een integrale

manier deze onderwijsverandering vorm te

geven. Zo willen we op onze school met

betrekking tot ICT de komende jaren op

verschillende terreinen een ontwikkeling

doormaken. De leerlingen zullen ICT

gebruiken om zelfstandig onderdelen van

het onderwijsleerproces te doorlopen.

De leerlingen gebruiken ICT als hulpmiddel

(opzoeken informatie, extra oefenen leerstof,

presentaties voorbereiden en maken) en als

leermiddel (educatieve programma’s, het

maken van leermiddelen zoals apps, remedië-

rende programma’s en uitdagende leerstof).

De leerlingen zijn meer bekend met de vaardig-

heden van de 21e eeuw, kunnen efficiënt en op

een juiste manier deze vaardigheden toepas-

sen. Zo leren ze o.a. omgaan met Office 365

(Mail, Onedrive, agenda) en sociale media

(rekening houdend met de gedragsnormen

die wij ze aanleren). Daarnaast het gebruik van

apps die het onderwijsleerproces bevorderen

en het gebruik van websites die aansluiten op

de leervragen en/of leerbehoeftes van de

leerlingen. We merken dat de leerbehoeftes

van leerlingen sterk veranderen en sterk

verschillen per leerling en zijn van mening dat

veel leerlingen beter leren met gebruik van ICT,

omdat dit beter aansluit bij hun belevingswereld

of bij hun leerstijl c.q. onderwijsbehoeften.

We zien steeds meer een balans tussen

kennisoverdracht en kennisconstructie.

De leerkracht heeft meer een begeleidende

rol binnen het Montessori onderwijs. Daarbij

worden de computers in de klas efficiënter

ingezet tijdens lessituaties. Naast de

leerbehoefte en de manier van informatie

verwerven van en door onze kinderen, neemt

ook het digitale toetsen een steeds grotere

plaats in.

Voor ons is het belangrijk dat de visie van

Maria Montessori nageleefd wordt, met het

oog gericht op de 21e eeuw. “Leer mij het zelf

te doen” is de beroemde uitspraak van Maria

Montessori. Ze bedoelde met die uitspraak

dat leraren kinderen moeten leren dingen zelf

te doen. Ze vond dat kinderen zich het beste

konden ontwikkelen als ze op school zelfstan-

dig en op hun eigen tempo aan het werk

zouden gaan. Ieder kind is namelijk anders.

Snappet

Sinds het voorjaar van 2020 werken we met

Snappet. Snappet is een adaptief onderwijs-

platform dat elk kind uitdaagt om zich

optimaal te ontwikkelen.” (bron: website

Snappet). In Snappet maken leerlingen

opdrachten, zoals ze dat anders in een

werkboek of schrift doen. Wij doen dit via

speciale tablets en chromebooks van Snappet

zelf. Het is ook mogelijk om de opdrachten op

een computer te doen. Er zijn standaard

15

opdrachten die bijvoorbeeld bij de instructie

horen.. Daarnaast zijn er extra opdrachten.

Als de leerlingen klaar zijn met de standaard

opdrachten, gaan ze naar “het plusje”. Bij het

plusje krijgen leerlingen opdrachten op hun

eigen niveau. Ze krijgen steeds een set van

10 opdrachten, na die set wordt opnieuw het

niveau bepaald van de leerling en krijgt hij of

zij 10 nieuwe opdrachten die aansluiten bij

het niveau van de leerling. Het niveau van de

leerling wordt per leerdoel bepaald. Een

leerling kan bijvoorbeeld bij rekenen heel

goed zijn in tafels, maar niet goed in geld

rekenen. Hij of zij zal dan in “het plusje”

moeilijke opdrachten krijgen bij de tafels,

maar makkelijke opdrachten bij het geld

rekenen.

We volgen de leerlijn die Snappet heeft

opgezet. Per dag kiezen we een les/leerdoel

en zetten deze lessen voor die dag klaar. Dit

komt er op neer dat de les van vandaag

bovenaan komt te staan in het menu bij de

leerlingen. Op deze manier blijft het overzich-

telijk voor de leerlingen. Zij kiezen een vak en

dan “mijn lessen”, daar staat precies wat ze

moeten maken die dag. Wanneer de leerlingen

aan het werk zijn, kunnen we (live) precies

zien wat ze hebben getypt of welk antwoord ze

gegeven hebbe,, zo kunnen we meteen

ingrijpen als een leerling iets niet lijkt te

begrijpen. Of juist een compliment geven als

alles goed gaat!

Door het kind te helpen ontdekken waar zijn

capaciteiten liggen en wat zijn talenten zijn,

kan het zich ontwikkelen tot een totale

zelfbewuste persoonlijkheid. Door de snelle

veranderingen op ICT gebied ontwikkelen

kinderen andere vaardigheden en capaciteiten

die ze nodig hebben in deze 21ste eeuw en

hebben daarbij begeleiding, stimulering en

facilitering nodig. Binnen het Montessori

Kindcentrum werken we aan de ‘totale’

ontwikkeling van het kind en voeden op tot

zelfstandig individu. In de huidige samenle-

ving neemt ICT een steeds grotere rol in.

3.12Verkeersonderwijs/verkeersbrigadeVoor zowel groep 6 als groep 7 wordt er een

fietsparcours georganiseerd. Hier kunnen de

kinderen oefenen met hun behendigheid op de

fiets. Ook krijgen de kinderen informatie en les

in bijv. het plakken van een band of het terug-

plaatsen van een ketting.

In het tweede jaar dat uw kind in de bovenbouw

van onze school doorbrengt (dat is in groep 7)

wordt er systematisch verkeersonderwijs

gegeven. In het voorjaar wordt deelgenomen

aan een schriftelijk verkeersexamen, dat een

landelijk karakter heeft. Dit verkeersexamen

wordt samengesteld door Veilig Verkeer

Nederland. De leerlingen worden hierop in de

klas voorbereid en krijgen een theorieles van

VVN aangeboden.

Het verkeersexamen wordt gevolgd door een

fietskeuring door Veilig Verkeer Nederland,

waarna op de goedgekeurde fietsen een

praktische verkeersexamen gereden wordt

in de omgeving van de school. Op het getuig-

schrift, dat de kinderen wordt uitgereikt staat

het resultaat van deze proeven aangetekend

door Veilig Verkeer Nederland.

Graag willen we u erop wijzen dat het verkeers-

diploma geen fietsrijbewijs is, dat de garantie

biedt dat uw kind onder alle omstandigheden

weet hoe hij/zij zich moet gedragen in onze

drukke binnenstad.

Ouders houden hier hun eigen verantwoorde-

lijkheid. U zelf zult moeten vaststellen wat uw

kind kan en niet kan met zijn fiets en daarna

besluiten of het bijvoorbeeld wel of niet alleen

met zijn fiets naar school mag komen.

Nadat het verkeersexamen is afgelegd kan een

aantal kinderen zich opgeven om verkeersbri-

gadier te worden. Onze contactpersoon bij de

verkeerspolitie geeft deze kinderen een

theoretische en praktische opleiding, waarna

de verkeersbrigadiers de kinderen en anderen

helpen bij het oversteken van de Capucijnen-

straat bij het naar school gaan en uit school

komen. Ouders kunnen hun kinderen helpen bij

het uitvoeren van deze verantwoordelijke taak

door ervoor te zorgen dat ze op tijd op de post

kunnen staan.

3.13BurgerschapensocialeintegratieinhetMontessorionderwijsScholen zijn wettelijk verplicht aandacht te

besteden aan actief burgerschap en sociale

integratie. Om actief burgerschap en sociale

integratie te realiseren, is het volgens de

inspectie van belang dat scholen zélf een visie

ontwikkelen. Welke planmatige aanpak


17

hanteert de school om actief burgerschap te

stimuleren, welke concrete doelen streeft de

school na?

Rol van burgerschap

Burgerschapsvorming brengt jonge burgers

(want dat zijn leerlingen immers!) de basis-

kennis, vaardigheden en houding bij die nodig

zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de

eigen leefomgeving en in de samenleving. Ze

maken kennis met begrippen als democratie,

grond- en mensenrechten, duurzame ontwikke-

ling, conflicthantering, sociale verantwoorde-

lijkheid, gelijkwaardigheid en het omgaan

met maatschappelijke diversiteit. Die kennis

komt niet alleen uit het boekje, maar wordt

ook geleerd door te oefenen in de praktijk.

Burgerschapsontwikkeling en Montessori-

onderwijs sluiten naadloos op elkaar aan,

gezien de gemeenschappelijke doelen die

beiden nastreven.

Drie domeinen

Bij burgerschapsvorming staan drie domeinen

centraal:

› democratie

kennis over de democratische rechtstaat en

politieke besluitvorming; democratisch

handelen en de maatschappelijke basis-

waarden

› participatie

kennis over de basiswaarden en mogelijk-

heden voor inspraak en vaardigheden en

houdingen die nodig zijn om op school en in

de samenleving actief mee te kunnen doen

› identiteit

verkennen van de eigen identiteit en die van

anderen; voor welke (levensbeschouwelijke)

waarden sta ik en hoe maak ik die waar?

Uitgangspunt bij deze doelen is, actief te zoeken

naar en het stimuleren van het potentieel van

kinderen. Daarbij wordt uitgegaan van de

ontwikkelingsfase waarin elk kind zich

individueel op een bepaald moment bevindt.

Het vormgeven van beleid op burgerschap

start met de gemeenschappelijke visie van

montessorischolen op mens, maatschappij

en onderwijs. Deze visie vormt samen met het

ideaal van wereldburgerschap de basis om het

sociale gedrag van leerlingen te stimuleren.

Onderbouw

Volgens Maria Montessori doorleeft het kind

ontwikkelingsfasen (perioden van groei), in

welke hij, wanneer hij in een wereld leeft

waarin tegemoet gekomen wordt aan zijn

behoefte tot leren en de behoefte tot het komen

van inzicht, zijn persoonlijkheid zelfstandig

opbouwt en op deze wijze “de bouwmeester

van zijn eigen zijn is”.

In de 1e ontwikkelingsfase (0-6jr) vindt de

indirecte kosmische opvoeding plaats (basale

vaardigheden als zelfstandigheid in het

dagelijkse leven, cultuurtechnieken, oriëntatie

op de wereld en ordening in ruimte en tijd).

In de methodiek Kleuterplein worden in elk

thema twee groepslessen aangeboden die

gericht zijn op burgerschap. Dit houdt in dat

elke drie weken dit onderdeel aan bod komt.

Hieraan gekoppeld worden de lesjes uit het

dagelijks leven en uitstapjes gekoppeld.

Middenbouw

Montessori noemt deze periode de intellectuele

periode. In de 2e ontwikkelingsfase (6-12jr)

krijgt het kind door de rijping van de hersenen

een steeds groter vermogen tot abstraheren en

wordt het voorstellingsvermogen eveneens

groter. Daarnaast heeft het kind een verhoogde

sensibiliteit voor morele vragen, een sterk

rechtvaardigheidsgevoel, meer gevoel van

medeleven met anderen en de wil onrecht te

bestrijden. Leergierigheid, voorstellingsver-

mogen en sociale en morele gevoeligheid zijn

de kenmerken van dit stadium. Uitgangspunt

hierbij is dat het kind zijn eigen leervragen kan

stellen. Hij kan zich met zijn verbeeldings-

kracht de vraag voorstellen om voorts met zijn

ratio (redeneren) te onderzoeken of hetgeen hij

vermoedt klopt. De opgedane kennis maakt

hem moreel verantwoordelijk om deze kennis

in te zetten voor de wereld om hem heen.

In de kosmische lessen, die zowel individueel

als klassikaal worden aangeboden, staat

centraal dat kinderen van nature nieuwsgierig

en leergierig zijn en dat zij een spontane

belangstelling hebben voor onderwerpen die

uit zichzelf komen of uit het communale

aanbod dat vanuit school wordt vastgesteld.

Aan deze lessen zijn opdrachten gekoppeld die

de doelstellingen van burgerschap en sociale

integratie dekken. De kinderen hebben tevens

uitstapjes die verband houden met de

kosmische onderwerpen.

Bovenbouw.

Wat beschreven staat bij de middenbouw geldt

uiteraard ook voor de bovenbouw alhoewel ze

hier nog een stapje verder gaan. Aan ieder

onderwerp wordt een leervraag, door het kind

zelf bedacht, gekoppeld, uitgewerkt en

gepresenteerd aan de groep. Ook wordt er in

de klas gediscussieerd en gedebatteerd n.a.v.

stellingen. Zo wordt met grote regelmaat naar

het jeugdjournaal gekeken en bij binnenkomst

aan het begin van de dag staat op het smart-

board de dag vandaag” centraal, dit is een

actueel onderwerp dat in de klassen bespro-

ken wordt. Verder is op school een actieve

leerlingenraad die de belangen van de

kinderen op school behartigd.

visie

visiemontessori kindcentrum maastricht | 2021-202218

visie19

‘Niet het vele is goed, maar het

goede is veel’ maria montessori

4dezorgvooronze

leerlingen

De extra zorg voor onze leerlingenIn elke basisschool is het van belang de ontwikkeling van het kind goed te volgen. In ons onderwijsconcept is dit van nog groter belang, omdat elk kind een eigen individuele ontwikkelingsroute volgt. We volgen vanaf groep 1 de sociaal-emotionele en de cog-nitieve ontwikkeling van de leerlingen. Dit gebeurt door:› Leerlingvolgsysteem behorende bij de

methode Kleuterplein› Observaties van de leerkracht tijdens het

werken met het kind in de groep› Methodegebonden toetsen: het kind krijgt

een toets wanneer het een onderdeel van de leerstof verwerkt heeft . Dit is natuur-lijk niet voor alle leerlingen op hetzelfde moment

› CITO volgsysteem met niet-methodege-bonden toetsen: twee keer per jaar maken alle leerlingen van een jaargroep tegelijker-tijd een toets. Elke leerling maakt de toets die bij zijn/haar ontwikkelingsniveau past. Deze toetsen zijn niet specifiek voor het montessorionderwijs ontwikkeld, maar bieden daardoor wel de mogelijkheid de ontwikkeling van de leerlingen af te zetten tegen landelijke normen om zo het eigen onderwijs te evalueren.

De gegevens van deze observaties en toetsen leggen we vast in groeps- en individuele

lijsten, die digitaal bewaard blijven in een leerlingdossier. Belangrijker nog dan

het toetsen zelf is wat we met deze gegevens doen.

De groepslijsten worden twee keer per jaar besproken in een zogenaamde

voortgangscontrole bespreking. In dat overleg wordt gezocht naar oplossingen voor kinderen die extra zorg nodig hebben.

Dit kunnen kinderen zijn die de gestelde minimumdoelen niet halen of juist kinderen die veel verder zijn. Het individuele onderwijs van onze school opent de mogelijkheid dat leerlingen zich op hun eigen niveau en tempo de stof van de basisschool eigen maken. Sommige leerlingen hebben behoefte aan meer uitleg en/of verwerkingstijd. Andere kinderen hebben juist meer behoefte aan zelfstandig werken. Soms betekent het ook dat we onze minimum-einddoelen moeten bijstellen en een aangepast programma aanbieden. Omgekeerd komt het ook voor dat leerlingen meer extra stof verwerken. Naast leerproblemen kunnen ook sociaal- emotionele problemen en/of werkhouding-problemen een rol spelen.Voor al deze kinderen wordt een apart hulp- c.q. verdiepingsprogramma vastgesteld, soms met hulp van collega’s die hierin extra scholing hebben gekregen. Deze hulppro-gramma’s worden met de ouders besproken. Ze worden door de leerkracht in de klas uitgevoerd. Regelmatig worden deze plannen geëvalueerd en bijgesteld.

4.1ZiekeleerlingenAls blijkt dat uw kind door ziekte het onderwijs niet (regelmatig) kan volgen, dan is het van belang dat u als ouders dit aan de leerkracht kenbaar maakt.


21

De leerkracht kan dan samen met u bekijken hoe het onderwijs aan uw kind toch voortge-zet kan worden. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van een Consulent Onderwijsondersteuning aan Zieke Leerlingen van de onderwijsbegeleidings-dienst: OZL in Midden- en Zuid-Limburg of van de Educatieve Voorziening van een academisch ziekenhuis. Vanzelfsprekend is het continueren van het onderwijs belangrijk omdat een zieke leerling dan actief blijft met wat bij het dagelijkse leven hoort namelijk: onderwijs. Hierdoor wordt voorkomen dat een leerling die ziek is achterstand oploopt, waarbij zelfs sprake zou kunnen zijn van doubleren. Als u meer wil weten over onderwijs aan zieke leerlingen dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw kind.

› Meer informatie en de bereikbaarheid van consulenten in uw regio kunt u vinden

op de site van Ziezon, het landelijk netwerk Ziek Zijn & Onderwijs

www.ziezon.nl

4.2DyslexieWe handelen volgens het dyslexie-protocol. In de middenbouw wordt ingezet op het leren lezen en spellen. De zwakke lezers krijgen in groep 3 extra instructie en ondersteuning in de groep. Vanaf februari kunnen deze leerlingen gebruik maken van Ralfi-lezen. Dit is een leesmethode die uitgaat van voorlezen, samen lezen, zelflezen en dezelfde tekst een aantal keren in één week herhalen. De Ralfi- groepjes worden begeleid door ouders, die hier een korte cursus voor hebben gevolgd. Ook leerlingen van groep 4 en 5 kunnen hier het hele jaar door gebruik van maken. Leerlingen worden in samenspraak met leerkracht en IBer geplaatst.

5deleerkracht

5.1TeamHet team voor 2021-2022 bestaat uit de

volgende leerkrachten:

Onderbouw (groep 1 en 2)

Manon Christophe, Germaine Heuvels,

Ine Hendrix, Rebecca Beusen, Ingrid Rugl

en Yvonne Crombach-Lindeboom.

Middenbouw (groep 3-4-5)

Mariet Collet, Liv Mikheal, Leo Quodbach,

Carola Duives, Joyce Hardy, Regien Wilmes,

Ingrid Rugl, Dayenne Warnier, Patricia

Gilissen en Marlou Webb.

Bovenbouw (groep 6-7-8)

Dominique Curfs, Daisy Stevens, Marij

Crombach, Patrick Duyzings, Miriam van

der Put, Killian Kaanen, Harrie Dupont,

Myrthe Deferme en Monique Krotwaer.

Directie: Ravian Close

Lid Management Team: Dolf Nievergeld

Zorgteam Intern begeleiders: Andrea van

Donk, Joyce Hardy en Marlou Webb.

Administratie: Elian Wijnands

Conciërge: Willem van Kruijsbergen,

Nico Smeets (vrijwilliger) en John Jaspers

(vrijwilliger)

Verder zetten wij voor tekenen en

handvaardigheid Yanniek Nacken in,

voor bewegingsonderwijs Bob Adriaens en

voor muziek Maurice Dubislav.

5.2Derolvandeleerkracht“Leer mij het zelf te doen” is het credo van

Montessorionderwijs. De taak van de

leerkracht op een Montessorischool is

dan ook het helpen van kinderen om zelf

te werken. Dit is de basishouding van de

leerkracht. Maria Montessori heeft heel

duidelijk naar voren gebracht dat kinderen

alleen door eigen activiteit kunnen leren en

kennis kunnen verwerven. Hoewel kinderen

kunnen leren door zelfwerkzaamheid is de rol

van de leerkracht van niet te onderschatten

betekenis. Zij moet hun belangstelling

opwekken, hen aanmoedigen en de leerstof

op grootse wijze aanbieden. Zij moet een

persoonlijkheid en een mens zijn, gevoelig

en vol belangstelling voor haar leerlingen

(Uit: Door het kind naar een nieuwe wereld,

M.Montessori).

Volgens de nieuwste inzichten over hoe

kinderen leren is het ook belangrijk feedback

te geven over het leerproces. Wanneer een

werkje klaar is, zal de leerkracht hier ook

aandacht aan besteden.

De taak van de leerkracht is erop gericht dat

het kind activiteiten ontplooit. Vanuit deze

gedachte is het inrichten van het lokaal met

de daarbij behorende leermiddelen een van

de eerste taken van de leerkracht: ‘De

voorbereide omgeving’. Een omgeving die het

kind uitnodigt actief aan het werk te gaan.

De leerkracht staat klaar deze activiteiten te

begeleiden. Zij brengt aan kinderen het gevoel

over dat zij hen iets te bieden heeft en hen

verder op weg wil helpen.

Behalve het voorbereiden van de omgeving is

het aanbieden van materialen, leerstof en het

stimuleren van het gebruik ervan van groot

belang. Het op de juiste wijze aanvoelen van

het kind hierbij is een belangrijke taak van


de leerkracht. Om kinderen goed te begelei-

den, elk in hun eigen bezigheden, moet de

leerkracht bescheiden zijn en vertrouwen in

het kind hebben. Een gedegen registratie van

de vorderingen van de leerlingen is uitermate

belangrijk evenals het tijdig bepalen wat de

leerlingen beheersen. Er is dus genoeg

materiaal voorhanden en dit is aantrekkelijk

(dus uitnodigend) uitgestald.

Tijdens het zelfstandig werken heeft de

leerkracht de handen vrij om:

› Instructie te geven aan individuele

leerlingen of aan groepjes leerlingen;

› Leerlingen die in hun taak vastlopen

verder op weg te helpen;

› Te observeren hoe kinderen hun taken

uitvoeren

› Feedback te geven

5.3ScholingvandeleerkrachtenScholing is de verzamelnaam voor opleiding,

nascholing en omscholing met als doel het

bevorderen van de kwaliteit van het onder-

wijs, de arbeid en de organisatie. Gezien het

beperkte scholingsbudget wordt ernaar

gestreefd prioriteit te geven aan die scho-

lingsactiviteiten, die individuele wensen en

algemeen belang verenigen. Aan het einde

van elk schooljaar worden de wensen van

directie en team geïnventariseerd en het

scholingsplan, mede gelet op het aanbod, voor

het nieuwe schooljaar vastgesteld. Alle vaste

leerkrachten binnen het Kindcentrum hebben

een Montessori diploma of volgen op dit

moment de opleiding.

Komend schooljaar zullen buiten de persoon-

lijke en kleinere scholingen, teambreed 2

grotere items worden aangepakt: Zorg en

interne communicatie.

5.4BegeleidingeninzetvanstagiairesDe PABO’s (Pedagogische Academie voor

Basisonderwijs) uit binnen- en buitenland

doen veelvuldig een beroep op ons om

medewerking te verlenen aan de begeleiding

van stagiaires, dus aankomende leerkrachten.

Daarbij wordt de volgende procedure gehan-

teerd: in overleg met de stagebegeleiders van

de PABO’s wordt het aantal stagiaires

vastgesteld dat het team van onze school

wenst te begeleiden. In overleg met de

begeleider wordt een programma vastgesteld

van werkzaamheden, aangepast aan de

wensen en verplichtingen van student, teamlid

en de mogelijkheden. De leerkrachten die de

stagiaires begeleiden hebben hier een

speciale training voor gehad. Behalve van de

Pabo hebben we ook regelmatig stagiaires

van Vista. Wij zijn gekwalificeerd om een

stageplek te geven aan studenten van de

opleidingen ‘zorg en welzijn’ en ‘sport’.

5.5Protocolvervangingbijziekte/verlofHet vinden van vervanging bij ziekte of ander

verlof van leerkrachten is in toenemende

mate een probleem aan het worden door de

invoering van de wet ‘werk en zekerheid’.

Om zowel ouders als personeelsleden wat

meer inzicht te verschaffen in het hanteren

van deze problematiek is - in overleg -

onderstaande gedragslijn afgesproken.

› Bij een ziekmelding wordt eerst de duur

van de afwezigheid ingeschat.

Leerkrachten uit de flexibele schil van de

school worden ingezet, deze wordt niet

altijd automatisch in de open plek geplaatst.

› Indien we te maken hebben met meerdere

afwezige leerkrachten worden de kinderen

over de bouw verdeeld

› Indien we dan nog iets nodig hebben

worden de leerlingen over de andere

bouwen verdeeld of die bouw wordt

verdeeld en de vrijgekomen leerkracht

valt in de betreffende groep in.

Het zal duidelijk zijn dat onze stichting verre

van gelukkig is met de noodmaatregel om

leerlingen in het uiterste geval naar huis te

moeten sturen. Echter, gezien de steeds maar

toenemende problematiek bij het krijgen

van vervangers rest ons niets anders dan het

vaststellen van dit protocol zodat alle

belanghebbenden bij het onderwijs aan onze

leerlingen inzicht hebben in de maatregelen

die door ons genomen kunnen worden.

23

‘In het verledenligt het heden, in het heden,

ligt de toekomst’maria montessori

6deouders

6.1HetbelangvandebetrokkenheidvandeoudersDe eerste schooldag is een heel belangrijk

moment in het leven van kind en ouders (of

beter en in die betekenis wordt het begrip

ouders dan ook hier gebruikt: opvoeders).

Immers het kind doet een stap vooruit op weg

naar zelfstandigheid en de ouders doen een

stapje terug. Het kind zal veel praten over

leerkracht en vriendjes, een nieuwe wereld.

De schoolkeuze, gemaakt door de ouders, is

dus van groot belang. Immers, zij geven een

stukje opvoeding over aan de school en de

ouders moeten het vertrouwen erin hebben,

dat dit in dezelfde lijn gebeurt als zij dit zelf

invullen. Montessorionderwijs is opvoeding

en onderwijs samen, twee onlosmakelijk met

elkaar verbonden aspecten.

Ouders en leerkrachten zijn samen verant-

woordelijk voor veel aspecten van de

opvoeding van het kind. Dit toont aan, dat er

een duidelijke overeenkomst in visie op het

kind moet zijn in school- en thuissituatie. Het

is dan ook van groot belang dat de ouders

vertrouwen hebben en uitstralen in het eigen

kunnen van het kind. Ouders en leerkrachten

moeten het kind voorwaarden bieden om zich

optimaal te kunnen ontplooien, in een veilige

omgeving, passend bij het ontwikkelingsniveau

van het kind. Mede om de zorg voor die veilige

omgeving voldoende concreet te laten zijn, is

door onze school een reglement opgesteld

van normen, waarden en gedragsregels welke

zowel in als buiten school van toepassing zijn.

Van ouders wordt dan ook verwacht:

› Dat zij de opvoedingsidealen van Maria

Montessori onderschrijven;

› Dat zij vertrouwen hebben in het eigen

kunnen van het kind;

› Dat zij de moed hebben om objectief

naar hun eigen kind te kijken;

› Dat zij een open contact hebben met

de leerkracht;

› Dat zij zich loyaal opstellen ten

opzichte van de school.

6.2InformatievoorzieningvanschoolaandeoudersUiteraard staat het de ouders vrij om zich

aansluitend aan het einde van de schooldag

voor een kort informatief gesprek tot de

leerkracht te wenden. Voor langduriger

besprekingen zal een afspraak gemaakt

worden. De leerkrachten van alle groepen

stellen het op prijs als de ouders in de

gelegenheid zijn om na afspraak een bezoek

aan de groep te brengen onder schooltijd.

De ouders krijgen dan een duidelijker beeld

van de gang van zaken in de groep. Verdere

vaststaande contacten per schooljaar zijn:

10-Minutengesprekken, de klassenavond in

september en de open dag in maart.

Verslagen

De leerlingen van groep 3 t/m 7 ontvangen

twee maal per jaar, halverwege en aan het

eind, een uitgebreid verslag. Naar aanleiding

van dit verslag wordt de ouders de mogelijk-

heid geboden om over de inhoud hiervan van

gedachten te wisselen. Indien de leerkracht

dit nodig vindt zal zij u hiertoe uitnodigen.

Uiteraard kunt u ook zelf een afspraak maken.

In de onderbouw ontvangen de leerlingen van

groep 2 aan het eind van het schooljaar een

verslag. Naast het verslag wordt een

plakboek meegegeven met werkjes van het

kind als afsluiting van groep 1 en 2.

Ouderportaal Schoudercom

Het informeren van ouders is één van de

belangrijkste taken die school heeft.


Door de inzet van Schoudercom, het communi-

catieplatform, wordt dit proces vergemakke-

lijkt, waardoor u als ouders betrokken blijft, de

ouderbetrokkenheid stijgt, contact blijft

laagdrempelig en het wordt makkelijker om

up-to-date te blijven. Plannen van ouderge-

sprekken: de uitnodiging hiervoor ontvangt u

ook via Schoudercom. Om gebruik te maken

van Schoudercom dient u uw e-mailadres door

te geven aan onze administratie. Mocht u niet in

de mogelijkheid zijn om de informatie digitaal

te ontvangen, dan kunt u dit melden bij de

leerkracht van uw zoon of dochter. Meer

informatie over ons ouderportaal kunt u vinden

op: www.mosalira.nl/portal-vervolgpagina/

ouder-kind

De contactpersoon

Onder het kopje ouder & kind op de Site van

MosaLira kunt u lezen wanneer u de contact-

persoon kunt inschakelen.

De contactpersonen van onze school zijn:

› Dolf Nievergeld (lid managementteam)

› Andrea van Donk (lid van zorgteam)

6.3VerzekeringenDoor de school wordt jaarlijks een collectieve

schoolongevallenverzekering afgesloten voor

elke leerling. Het gaat hier om een beperkte

dekking. De leerling is verzekerd tijdens het

verblijf in school, het gaan van huis naar

school en omgekeerd. Tevens tijdens

schoolactiviteiten buiten school mits onder

schooltijd. Een schadegeval kan gemeld

worden bij de directie van de school.

De verzekering dekt dus geen kosten aan

kleding, brillen, fietsen en dergelijke.

Inzittendenverzekering

in geval van carpooling met leerlingen uit

dezelfde regio is het van belang dat de ouders

beschikken over een aansprakelijkheidsver-

zekering voor inzittenden. In geval van vervoer

ten behoeve van evenementen in schoolver-

band, is de afgesloten schoolongevallenverze-

kering van toepassing. Het is belangrijk dat de

auto voldoende gordels bevat voor de

kinderen die u vervoert. Ziet u s.v.p. toe op het

dragen van de gordels! Kinderen tot 1,35

meter moet u in een goedgekeurd autokinder-

zitje vervoeren. Dit moet zowel voorin als

achterin de auto.

6.4OuderraadDe ouderraad (OR) is een groep enthousiaste

ouders die de school ondersteunt. Het vormt

een aanspreekpunt voor alle ouders voor

schoolse zaken. De OR communiceert op haar

beurt met de schoolleiding en het team

docenten. Hiernaast organiseert de OR (in

samenspraak met school) zelf activiteiten en

ondersteunt het de school bij haar activiteiten.

De OR vergadert 6-7 keer per jaar op dinsdag-

avond samen met een afvaardiging van

leerkrachten en directie. Alle ouders zijn

welkom om de vergaderingen bij te wonen.

De OR kan altijd hulp gebruiken, als lid of als

incidentele hulp bij losse activiteiten (hiervoor

is een aparte app-groep opgericht). Iedereen

is welkom.

› Heeft u vragen voor de OR? Spreek een van

de ouders aan, of stuur een mail naar:

ouders.montessori.kindcentrum@gmail.

com. Op de website kunt u zien wie er in de

OR zitten.

6.5DevrijwilligeouderbijdrageWaarom een vrijwillige ouderbijdrage?

Uit de ouderbijdragen worden activiteiten

betaald, zoals de feesten op school, de

keukenactiviteiten, de sportdag, het zwem-

festijn, kinderboekenweek, de musical van

de 8ste groepers en de schoolkampen.

Natuurlijk is de ouderbijdrage een vrijwillige

bijdrage. Echter zorgt deze bijdrage er voor

dat we bepaalde activiteiten kunnen doen, die

anders niet mogelijk zouden zijn. We hopen

dan ook van harte dat iedereen de ouderbij-

drage zal betalen. Voor de periode van een

schooljaar wordt de hoogte van de vrijwillige

ouderbijdrage vastgesteld door de medezeg-

genschapsraad van de school op basis van een

voorstel van de schoolleiding.

Er is dit jaar gekozen om een vast bedrag aan

elke ouder per leerling te vragen. De hoogte

van de ouderbijdrage is voor het schooljaar

2020-2021 vastgesteld op à € 45,- per leerling

per jaar. Mocht u dit bedrag niet kunnen

betalen, dan kunt u een beroep doen op

stichting leergeld .

De medezeggenschapsraad heeft ingestemd

met de begroting van de ouderbijdragen.

Middels berichten via Schoudercom en via de

notulen van de MR informeren we de ouders

hoe de bedragen zijn begroot en ook hoe de

realisatie verloopt.

De betaling van de vrijwillige ouderbijdrage

geschiedt middels Schoudercom. In de

periode tussen zomervakantie en herfstva-

kantie ontvangt u een bericht met de

mogelijkheid om te betalen. Heeft u een

factuur nodig omdat u bijvoorbeeld gebruik

wilt maken van stichting leergeld dan kunt u

deze opvragen via onze administratie: Elian

Wijnands.

25

ontwikmontessori kindcentrum maastricht | 2021-202226

7demedezeggen-schapsraad(mr)

Ouders en leerkrachten hebben, naast bestuur en directie, wettelijk geregelde zeggenschap over belangrijke zaken die binnen de school plaatsvinden. Daartoe functioneert de MR, die voor de ene helft is samengesteld uit een door de ouders gekozen afvaardiging van 3 ouders en voor de andere helft uit een afvaardiging van 3 leerkrachten. De zit-tingstermijn voor een lid in de medezeggen-schapsraad is drie jaar. Daarna vinden nieuwe verkiezingen plaats. Een lid kan zich voor een nieuwe termijn herkiesbaar stellen.

Wat betekent de MR voor U?In de eerste plaats behartigt de MR de belangen, van zowel ouders als leerkrachten door het uitoefenen van wettelijke bevoegd- heden. In algemene zin bevordert de MR de openheid, de openbaarheid en het onderlinge overleg binnen de school, met bevordering van kwaliteit van besluiten en besluitvor- mingsprocessen. In de tweede plaats kuntU bij de MR altijd terecht met vragen, opmerkingen of problemen. Als problemen onderdeel zijn van een meer structureleproblematiek, kan de MR actie ondernemen.

Instemming- en adviesbevoegdheidAan de MR zijn bij wet bevoegdhedentoegekend m.b.t. voorgenomen besluiten van de directie. Voorbeelden van besluiten waar het bestuur vooraf instemming van de MR moet verkrijgen zijn: verandering van de onderwijskundige doelstelling van de school, wijziging van het leerplan, regels op het gebied van veiligheid en gezondheid.Voorbeelden van besluiten waar de MR vooraf om advies gevraagd moet worden zijn: uitbreiding van de werkzaamheden op school, de bestemming op hoofdlijnen van de finan-ciële middelen, aanstelling van de schoollei-ding.

Vergaderingen van de MRDe MR komt minimaal zes keer per jaarbijeen. De vergaderdata staan op de site vande MR vermeld bij aanvang van het schooljaar.De agenda staat minstens een week voordat de vergadering plaatsvindt op de site vermeld. Ook de notulen van de vergaderingenstaan op de site vermeld nadat ze in de vergadering zijn goedgekeurd. De vergade-ringen van de MR zijn openbaar. Wel vragen wij u dit tijdig voor de vergadering te laten weten om te voorkomen dat agendapunten door de MR niet voorbereid kunnen worden en om ervoor te zorgen dat de vergaderingen efficiënt verlopen. Op de MR vergadering kunnen ook onderwerpen behandeld worden die niet voor iedereen bestemd zijn. Er zal dan in de vergadering een tweedeling worden gemaakt van openbare en vertrouwelijke onderwerpen.

Dus mocht u een vergadering willen bijwonen,aarzel niet en maak dit één week vantevoren kenbaar aan een van de leden van deMR

Samenstelling van de MROp de website kunt u de samenstelling van de MR zien.

Gemeenschappelijke MedezeggenschapOnze school wordt bestuurd door de Stichting Mosa Lira. In totaal zijn 22 scholen in deze stichting ondergebracht. Op iedere schoolis een medezeggenschapsraad actief, die bestaat uit een aantal ouders/verzorgers en een gelijk aantal personeelsleden. Zoals er een medezeggenschapsraad is voor iedere school afzonderlijk, zo functioneert er op stichting niveau een gemeenschappelijke medezeggensponsorschapsraad, afgekort GMR. De GMR bestaat uit 12 personen; 6 ouders/verzorgers en 6 personeelsleden, die meedenken, adviseren, en in een groot aantal gevallen, meebeslissen over belangrijke zaken die alle scholen van MosaLira aangaan. Daarbij kan worden gedacht aan financiële zaken, personele aangelegenheden of onderwijs/beleidskwesties.

› Meer informatie over de GMR treft u aan op de site van MosaLira www.mosalira.nl

OPRDe ondersteuningsplanraad (OPR) is een speciale medezeggenschapsraad van het samenwerkingsverband. De belangrijkste taak van de ondersteuningsplanraad is het beoordelen van het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband . De leden van de ondersteuningsplanraad worden afge-vaardigd door de leden van de MR-en van alle scholen.

ontwik

8deontwikkeling

vanhetonderwijsindeschool

8.1ActiviteitenterverbeteringvanhetonderwijsinschoolJaarlijks bekijken directie, team en bestuur,

welke veranderingen er doorgevoerd moeten

worden ter verbetering van het functioneren

van de school in al haar aspecten. Om alle

zaken overzichtelijk en naar belangrijkheid te

onderscheiden hebben wij een 4-jarenplanning

opgesteld. Dit schoolplan, ook wel SP

genoemd, is in het schooljaar 2016 weer geheel

vernieuwd voor de periode 2016-2020. Op deze

wijze hebben wij dan ook een doelgerichte

planning kunnen realiseren. Een zelfde

planning is ook ontwikkeld op het gebied van de

zorgverbreding. Jaarlijks wordt het zgn.

Zorgplan opgesteld en geëvalueerd op dezelfde

manier zoals dat ook met het schoolplan

gebeurt. Op deze manier proberen we de

kwaliteit van ons onderwijs te borgen, te

verbeteren en aan te passen aan nieuwe

ontwikkelingen.

8.2ZorgvoorschoolenomgevingUiteraard kunnen we als school veel zelf

aanpakken. Hulp van buitenaf blijft echter

onontbeerlijk. Een goede relatie met andere

instellingen staat daarbij voorop. Instellingen

waar wij structureel mee samenwerken of

regelmatig een beroep op kunnen doen zijn:

› het buurtnetwerk, onze kindpartner MIK,

studentenvereniging circumflex

› collega Montessorischolen, waaronder

stichting Mozon (Montessori Onderwijs

Zuid-Oost Nederland)

› Nederlands Montessori Vereniging (NMV)

› MosaLira, Pabo, MBO, VO

Inspectie van het basisonderwijs

de inspectie van het basisonderwijs is

gevestigd in Eindhoven.

De taak van de inspectie omvat:

› Beoordelen en bevorderen van de kwaliteit

van het onderwijs op scholen en het

rapporteren hierover.

› Het gevraagd of uit eigen beweging

rapporteren over de kwaliteit van het

onderwijs aan de minister van OC&W.

› Het toezien op het naleven door scholen

en onderwijsinstellingen van wetten en

regelingen.

› Het verwijzen bij klachten en het zelf

afhandelen van specifieke klachten.

Regelmatig bezoekt de inspecteur onze school

met een gerichte controlerende opdracht, die

tevoren kenbaar is gemaakt aan directie en

bestuur van de school.

› Inspectie van het onderwijs

[email protected] | www.onderwijsinspectie.nl

Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis)

Klachtmeldingen over seksuele intimidatie

seksueel misbruik ernstig psychisch of

fysiek geweld: meldpunt vertrouwens-

inspecteurs | T 0900-1113111 (lokaal tarief)

27

9resultaten

vanhetonderwijs

De leerlingen maken in april de Route 8 toets,

waarna het advies bijgesteld kan worden.

Het meten van de resultaten gebeurt dan ook

op een aantal manieren:

› Het toetsen van de leerlingen van de

behandelde stof middels methode

gebonden toetsing, veelal een subjectieve

meting. De resultaten hiervan staan in de

leerlingklappers van de leerkracht.

› Het toetsen van de stof d.m.v. objectieve

toetsing (landelijke toetsing). Hiervoor

gebruiken we de CITO-toetsen van groep 2

t/m groep 8. Weergave hiervan is weer te

vinden in de leerlingklapper van de

leerkracht en wordt tevens vermeld in de

verslagen van de kinderen. Met behulp van

deze toetsing kan ook het groepsniveau en

het schoolniveau worden bijgehouden door

de IB-er (intern Begeleider). Dit als hulp

voor de leerkracht en/of de school of er al

dan niet bijgestuurd moet worden.

In groep 7 doet de school mee aan de

CITO-entreetoets. Alle leerlingen van

groep 7 doen hier aan mee om mede te

komen tot goede (objectieve) groepsprofie-

len en een jaarlijks schoolprofiel. De

resultaten worden weergegeven in

percentielen tot 100 zowel op onderdelen,

als op totaaloverzichten komt dan een

score tot stand, waarmee je je onderwijs

landelijk kunt vergelijken en evalueren. De

eindtoets in groep 8 leidt samen met de

indruk van de groepsleerkracht tot

advisering voor het voortgezet onderwijs.

De resultaten van de laatste 3 jaren geven

een beeld van de uitstroom.

Het volgen van de leerlingen in het

voortgezet onderwijs

De contacten met de Maastrichtse scholen

(incl. Stella Maris) zijn goed. De kinderen

worden na aanmelding doorgesproken en dan

worden tevens de oud-leerlingen besproken.

Dit gebeurt op de basisschool. Rond de kerst

vindt met sommige scholen nog een tweede

evaluatie plaats, hierbij gaat het vooral om de

opvang van de brugklasleerlingen.

Bij tussentijdse problemen of mogelijke

overplaatsing wordt meestal ook overleg met

ons gevoerd. De rapportage van de oud-leer-

Onderstaande tabel laat zien naar welke schooltype onze kinderen uitstroomden de laatste jaren

2018-2019 2019-2020 2020-2021

› VMBO BL 1 1 1› VMBO KL 1 2 2› VMBO GL/TL 3 7 1› HAVO/VMBO TL 16 7 6› HAVO 0 7 8› HAVO/VWO 20 5 5› VWO 4 14 13

› Doublure 0 0 0 Aantal ll. 45 43 36

28 montessori kindcentrum maastricht | 2021-2022

lingen, tot en met het 3de leerjaar, verloopt

getrouw, daarna incidenteel.

De belangrijkste conclusie van de laatste jaren

n.a.v. de reacties van de diverse brugklas-

coördinatoren is: de advisering verloopt goed.

Soms lijkt het advies wat voorzichtig, hoge

scores in de brugklas, maar in de hogere leer-

jaren blijkt het advies toch een goede graad-

meter. Scholen waar onze kinderen over het

algemeen naar toe gaan, zijn:

› het Bonnefantencollege

› het St. Maartenscollege

› het Porta Mosana

› de Vrije School Bernard Lievegoed

› het Stella Maris College

en scholen in België.

Overgang naar voortgezet onderwijs

De resultaten en de uitstroom, zie

tabel pagina 28.

29

10regelingenenwe-tenswaardigheden10.1 SchooltijdenDe school kent een inloopkwartier. Dit betekent

dat de deuren van de school om 8.15 uur open

gaan en dat de kinderen rechtstreeks zelf naar

hun klas kunnen gaan.

schooltijden

› ‘s morgens 08.30 uur - 12.00 uur

› ‘s middags 12.45 uur - 14.45 uur

› woensdag 08.30 uur - 12.30 uur

Op vrijdag is er geen school voor groep 1 en 2

Wij verzoeken u ervoor te zorgen, dat uw kind

tussen 8.15 en 8.25 uu op school is. Zo hebben

we geen verkeersopstoppingen voor die tijd en

kunnen de lessen op tijd starten.

Onderbouw

De kinderen worden in de onderbouw tot in het

lokaal gebracht en worden na schooltijd hier

weer afgehaald. Na schooltijd wachten de

ouders bij de doorgang aan de achterkant van

het gebouw, de patio; aan het einde van de

schooltijd kunnen de ouders dan naar de

onderbouwgroepen lopen om hun kind af te

halen.

Midden- en bovenbouw

Om de zelfstandigheid van de kinderen te

bevorderen, is het de bedoeling dat de kinderen

zelf de school inkomen. Als u als ouders iets

belangrijks wilt doorgeven, mag dat natuurlijk.

De leerkracht zal dan een afspraak met u

maken. Wij werken volgens het principe:

Binnen is beginnen. Dat wil zeggen dat de

leerlingen in de klas meteen aan het werk

gaan. De ouders wachten na schooltijd op de

speelplaats op hun kind(eren).

Benutte uren onderwijs

Leerlingen van basisscholen moeten minimaal

7.520 uur les krijgen over 8 schooljaren.

Leerlingen moeten in de eerste 4 schooljaren

(onderbouw) ten minste 3.520 uur les krijgen.

In de laatste 4 schooljaren (bovenbouw) 3.760

uur. De 240 uur die overblijven, kunnen scholen

verdelen over de onderbouw en bovenbouw. De

Inspectie van het Onderwijs let er op dat scholen

voldoende uren onderwijs geven. Hoe regelen

wij dat voor onze school? (zie schema hieronder)

10.2AfsprakenbinnendeSchoolWij hebben ons op het Montessori Kindcentrum

ten doel gesteld om plezierig met elkaar om te

gaan, waarbij we respect voor en rekening

houden met elkaar belangrijke voorwaarden

vinden om tot goede omgangsvormen te

komen. De praktijk leert namelijk, dat

ogenschijnlijk voor de hand liggende omgangs-

vormen afnemen met als gevolg dat er sprake

is van een verruwing in het “sociale verkeer”.

Dit lijkt ons als school geen wenselijke situatie

en we willen graag aan de slag om verbetering

aan te brengen.

Na een inventarisatie van klachten en/of

problemen zijn de volgende basisregels

vastgesteld (zie volgende pagina) en het is

dan ook de bedoeling, dat deze door iedereen

binnen school gehanteerd gaan worden.

Daarbij is natuurlijk ook de steun van de

ouders onontbeerlijk!

10.3Belangrijkedata

Zie bijlage: Jaarrooster.

10.4VerzoekenomverlofVerzoek om verlof In welke gevallen kunt u

extra verlof aanvragen? De Leerplichtwet kent

geen snipperdagen (bijvoorbeeld om een dag

eerder met wintersport te gaan om de files

voor te zijn), maar in bepaalde bijzondere

omstandigheden kunt u wel extra verlof

aanvragen. Extra verlof is mogelijk als de

volgende omstandigheden zich voordoen:

Meerjarenoverzicht Urenberekening 2021-2022

groep 1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8

2014-2015 800

2015-2016 844 844

2016-2017 780 780 991

2017-2018 824 824 994 994

2018-2019 789 789 991 991 1000

2019-2020 820 820 1000 1000 1000 1000

2020-2021 820 820 1002 1002 1002 1002 1002

2021-2022 793 793 994 986 986 986 986 986

SUBTOTAAL 3597 3988

TOTAAL 7617

aantal wettelijk vereiste (3520) lesuren groep 1-4 3597 -3520 77

aantal wettelijk vereiste (3760) lesuren groep 5-8 3988 -3760 228

totaal aantal + uren of -uren voor de huidige groep 8 7617 -7520 97


› Huwelijk van bloed- of aanverwanten tot

en met de 3e graad van het kind: maximaal 2

dagen

› 12,5- of 25-jarig huwelijksjubileum

van ouders: 1 dag

› 25-, 40-, of 50-jarig ambtsjubileum

van ouders of grootouders: 1 dag

› Ernstige ziekte van ouders, bloed- of

aanverwanten tot en met de 3e graad van het

kind: duur in overleg met de directeur

› Overlijden van bloed- of aanverwanten tot en

met de 4e graad van het kind: duur in overleg

met directeur

› Verhuizing van gezin: 1 dag

› Sommige religieuze feesten: in overleg

met directeur.

Extra verlof kunt u aanvragen bij de school of de

leerplichtambtenaar. Om tijd te creëren voor

overleg of een eventuele bezwaarprocedure,

dient uw verlofaanvraag minimaal acht weken

van tevoren bij de directeur van de school

binnen te zijn. Dit geldt niet in het geval er

sprake is van bijzondere omstandigheden.

Bij de leerkracht/administratie zijn eventueel

standaardformulieren verlofaanvragen te

verkrijgen. De schooldirecteur is bevoegd

een besluit te nemen over een extra verlofaan-

vraag voor maximaal tien dagen in een

schooljaar (aaneensluitend of bij elkaar

opgeteld). De leerplichtambtenaar is bevoegd

een besluit te nemen over een extra verlof-

aanvraag voor meer dan tien dagen. Hij doet

dit altijd in overleg met de schooldirecteur.

Na ontvangst van uw ingevulde formulier,

ontvangt u het formulier retour, voorzien van

de vermelding van de directeur : akkoord,

dan wel niet akkoord. Indien nodig neemt de

directeur telefonisch contact met u op.

Een kopie van de verlofaanvraag bewaren we

in het leerling-dossier. De leerkracht noteert

het verleende verlof in de maandelijkse

basisregels binnen de school

1 Algemeenr › Als je boos bent of een probleem hebt, probeer er met elkaar over te praten; › Gevonden voorwerpen bij de conciërge

afgeven, als je iets kwijt bent kun je ook

bij hem terecht;

› Je mag alleen aan iemands spullen

komen met diens toestemming;

› Loop ’s ochtends rustig naar binnen;

› Zie je gevallen voorwerpen liggen,

raap ze dan even op!

› Let op de “niet storen” kaartjes op de

deuren.

2 Beleefdheid: › Groet de leerkrachten en anderen,

met name als je op school komt en

naar huis gaat;

› Houd de deur even open voor een ander;

› Ook al heb je haast: geef elkaar de ruimte;

› Wees aardig tegen en voor elkaar;

› Bedank als een ander iets voor je doet.

3 Buiten: › Als je de containers sluit, krijgen we

geen last van stank en regenwater in

de containers;

› Het vuilnis en/of afval wordt gescheiden

ingezameld, verpakkingen gaan mee

terug naar huis;

› Groen afval kan in het GFT-bakje in de klas.

4 In de gangen:› Loop rustig en praat niet te hard;

ook in de gangen wordt gewerkt

› Trappen op en af lopen altijd via de

rechterkant en niet rennen.

5 Voor de ouders:› Beste tijd om het werk van uw

onderbouwkind(eren) te bekijken zijn

tussen 8.15 en 8.30 uur

› ’s ochtends en ’s middags na afloop van

school. Voor de midden- en bovenbouw

is dit na school.

› Laat uw kleuter ’s ochtends niet alleen

in de klas achter (om ongelukken te

voorkomen);

› Heeft u kleintjes bij u, zorgt u er dan

voor dat zij niet aan de spullen zitten;

› Op tijd halen en brengen is van het

grootste belang voor kind en organisatie.

6 Organisatie na schooltijd: › De speelplaats wordt een half uur na

het einde van de schooltijd gesloten.

› Op de speelplaats gelden dezelfde regeltjes

na schooltijd als onder schooltijd.

› Het zou fijn zijn als u als ouder daar zelf

op let.

7 Afspraken m.b.t. het eten:› De kinderen eten ongeveer 20 minuten in de

middenbouw en 15 minuten in de bovenbouw;

› We gebruiken een placemat bij het eten.

› We eten samen en blijven tijdens het eten op

onze plaats zitten;

› Alle kinderen gaan in de pauzes naar buiten.

De leerkracht past het ventilatierooster toe.

31

absentielijst. Als het vermoeden bestaat dat

er misbruik gemaakt wordt van bijvoorbeeld

ziekteverlof, dan zullen wij altijd melding doen

bij de leerplichtambtenaar. Ongeoorloofd

verzuim kan leiden tot een boete.

Vakantie onder schooltijd

De Leerplichtwet stelt heel duidelijk dat

vakantie onder schooltijd vrijwel onmogelijk is.

Alleen als het gaat om een gezinsvakantie,

die het gezin niet in de schoolvakantie kan

opnemen door de specifieke aard van het

beroep van (een van) de ouders, kan extra

verlof worden verleend. Hierbij moet gedacht

worden aan seizoensgebonden werkzaam-

heden in de agrarische sector en de horeca.

In dat geval mag de schooldirecteur eenmaal

per schooljaar het kind vrij geven (voor

maximaal 10 schooldagen), zodat het gezin

toch op vakantie kan. Het gaat daarbij

om de enige gezinsvakantie in dat schooljaar.

De verlofperiode mag overigens niet in de

eerste twee weken van het schooljaar vallen.

Op het aanvraagformulier is een werkgevers-

verklaring opgenomen. U moet echt kunnen

aantonen dat u tijdens de vakantieperiodes

niet gemist kunt worden. Dit geldt ook voor

“weekendjes weg”.

Bijzondere talenten

Sommige kinderen hebben bijzondere talenten

op het gebied van sport of kunst. Als zij iets

met hun talenten doen, kan het voorkomen

dat zij hiervoor lessen moeten verzuimen.

De Leerplichtwet biedt hiervoor echter geen

vrijstellingsmogelijkheid. Het is wel mogelijk

hierover afspraken te maken met de schooldi-

recteur; hij kan vrijstelling geven van bepaalde

onderwijsactiviteiten. Dit zijn structurele

afspraken die jaarlijks bij het begin van het

schooljaar worden gemaakt. Incidentele

verzoeken om te mogen verzuimen vallen

buiten deze regeling.

Verplichtingen voor schooldirecteuren

Schooldirecteuren hebben op basis van de

Leerplichtwet de verplichting om ongeoorloofd

schoolverzuim te melden aan de leerplicht-

ambtenaar van de gemeente waar de betreffende

leerling staat ingeschreven. Wanneer niet aan

bovenstaande verplichtingen is voldaan, dan is

er sprake van vermoedelijk ongeoorloofd

schoolverzuim. Dit kan een proces-verbaal tot

gevolg hebben.

10.5ProcedurebijziekmeldingenAls de kinderen wegens ziekte of om een

andere reden verhinderd zijn naar school te

komen horen wij dit graag van u vóór 8.30 uur.

U kunt dit doen via het ouderportaal Schouder-

com. Indien dit niet lukt, kunt u bellen naar

043-321 52 50.

Spelregels bij ziekte

De school is een plek waar veel mensen opeen

kleine oppervlakte met elkaar samen zijn

waardoor de overdracht van ziektes gemak-

kelijker kan plaatsvinden. In het algemeen

verspreiden infectieziektes zich door de lucht

(hoesten, niezen) of door direct contact

(speekseldeeltjes en/of ontlastingsresten).

Op school worden de kinderen gewezen op

algemene hygiëneregels. Zo wordt gelet op

handen wassen na toiletgebruik. In het

algemeen is het raadzaam uw kind bij koorts,

door welke oorzaak dan ook, niet naar school

te laten komen. Koorts is een uiting van een

onderliggende infectieziekte, waardoor het kind

meestal niet in staat is tot normaal functione-

ren. Daarnaast bestaat de kans dat anderen in

de naaste omgeving van het kind ook besmet

raken.

10.6FietsenKinderen, die met de fiets naar school komen,

kunnen hun fietsen in de stalling onder in de

kelder neerzetten. De fietsen worden geplaatst

achter de gele lijn om opstopping bij de deur te

voorkomen. De fiets wordt op slot gezet, want

de school is niet verantwoordelijk voor diefstal

van of beschadiging aan fietsen. Vanuit de

fietskelder kunnen de kinderen doorlopen naar

de patio. De fietsenkelder is van 8.00 tot 8.30

uur en van 14.45 tot 15.15 uur geopend.

Gedurende de dag is deze verder gesloten.

› Voor de ouders: om overlast voor de

omwonenden te beperken is het wenselijk

de fiets te stallen bij de Brandweerkantine,

en anders met respect tegen de muur van

school aan de straat. In de nabije toekomst

komt er een laad- en losplek voor de school.

Deze plaats kan alleen tijdens het brengen

en halen van uw kind/kinderen gebruikt

worden om fietsen te stallen.

10.7Buitenschoolseopvangendag-arrangementenBuitenschoolse opvang (BSO) is bedoeld om

kinderen voor en na schooltijd en in de

schoolvakanties (m.u.v. wettelijk erkende

feestdagen) op te vangen. BSO is een gezamen-

lijke aangelegenheid van het schoolbestuur

(stichting MosaLira) en de ouders. Binnen de

stad Maastricht is door de gezamenlijke

schoolbesturen besloten de buitenschoolse

opvang uit te besteden aan erkende kinderop-

vangorganisaties. Voor onze school betekent dit

dat er een samenwerkingsovereenkomst is

gesloten met stichting “Meerwaarde In ‘n

Kinderleven” (MIK). Op deze manier voldoet het

schoolbestuur aan haar zorgplicht; de verant-

woordelijkheid voor de uitvoering van de opvang

ligt bij de opvangorganisatie zelf. Alle zaken

rondom kwaliteit, personeel en huisvesting zijn


dus een verantwoordelijkheid van de kinderop-

vangorganisatie. Ouders dienen zelf een

overeenkomst met de eerder genoemde

organisatie af te sluiten. Vanzelfsprekend

staat het u als ouder vrij om voor een andere

aanbieder van kinderopvang te kiezen.

› Voor adresgegevens van kinderopvang-

organisaties in Maastricht verwijzen we

u naar het register kinderopvang.

Dit kunt u vinden op de website van de

gemeente Maastricht: www.maastricht.nl

(ga naar: kinderopvang en peuterspeelzalen,

register kinderopvang).

Met dag-arrangementen wordt een doorlopend

en goed op elkaar aansluitend aanbod van

onderwijs, opvang, welzijn en mogelijke

activiteiten tussen 7.30 uur en 18.30 uur

bedoeld. Doel van deze dag-arrangementen

is om de voor-, tussen- en naschoolse opvang

beter op elkaar te laten aansluiten met name

om werkende ouders met kind(eren) onder-

steuning te bieden bij het combineren van zorg

en werk. De mogelijkheden van dagarrange-

menten zullen in de naaste toekomst ook voor

onze school verder uitgewerkt en ingevuld

worden. Kinderopvang is mogelijk goedkoper

dan u denkt: werkende ouders hebben immers

in bijna alle gevallen recht op een kinderop-

vangtoeslag. Ook indien u niet werkt, maar

aan bepaalde voorwaarden voldoet, heeft u

recht op deze toeslag.

› Voor nadere informatie over de kinderop-

vangtoeslag verwijzen we u naar de

website van de belastingdienst:

www.belastingdienst.nl (ga naar: privé;

toeslagen; informatie over toeslagen;

kinderopvangtoeslag).

Alle reguliere basisscholen werken samen

met een kinderopvangorganisatie. Deze KDV’s

zorgen voor de kinderopvang maar ook voor de

peuteropvang. Door deze samenwerking is er

een verandering in het VVE (Voor- en vroeg-

schoolse educatie) beleid. Voor schooljaar

2016-2017 waren er VVE koppels (sommige

peuterspeelzalen en basisscholen vormden

samen VVE koppel waarvoor speciale regelin-

gen bestonden). Vanaf dit schooljaar volgen de

VVE middelen en regelingen elk kind dat deze

extra zorg nodig heeft, ongeacht op welke

peuteropvang/school het kind zit.

MIK kinderopvang

Binnen ons kindcentrum biedt

MIK het gehele jaar door opvang voor kinderen

in de leeftijd van 0 tot 12 jaar.

Bij het kinderdagverblijf voor kinderen van

0 tot 4 jaar, werken we voor de peuters met

taalstimuleringsprogramma Speelplezier.

Daarnaast is er ook een Montessori-peuter-

speelzaal van MIK. Ook zijn de leiders en

leidsters geschoold in Montessoriaans werken.

BSO-Montessori is open als de Montessori-

school dicht is (alle vrije dagen van school en

de schoolvakanties). De BSO biedt vrije tijd en

ontspanning voor kinderen en heeft aanvullend

aan de dagelijkse opvang een breed aanbod

aan workshops op het gebied van creativiteit,

muziek, drama, dans, koken, zwemmen etc.

Professionele en vaste medewerkers werken

met een pedagogische jaarplanning waarbij

alle ontwikkelingsgebieden leeftijdsgericht

aan bos komen. In de voor hen vertrouwde

omgeving kunnen kinderen met elkaar spelen

en deelnemen aan diverse clubs. Kortom,

er is genoeg te beleven!

› KDV Plons en BSO Montessori

Capucijnenstraat 118, 6211 RT Maastricht

[email protected]

[email protected]

locatiehoofd: Metske Straus T 043-32 15 200

Voor meer informatie over de verschillende

opvangvormen bij MIK kunt u vrijblijvend

contact opnemen.

› klantenservice MIK Kinderopvang

T 043-351 71 71

[email protected]

www.mik-kinderopvang.nl

GENERATIES KINDEROPVANG.lang

33

Overblijven

De toenmalige oudervereniging heeft in

samenwerking met de directie en de overblijf-

coördinatoren de huidige vorm van overblijven

opgezet. We streven naar meerdere vaste

overblijfkrachten per klas. De overblijfkracht

krijgt hierdoor een binding met de klas en is

een vast aanspreekpunt voor de leerkracht.

De overblijfkrachten worden gecoördineerd

door een overblijfcoördinator. Om de opvang

van onze kinderen in de middagpauze te kunnen

garanderen doen we een dringend beroep op

ouders, oppas, opa’s, oma’s, etc. om mee te

helpen bij uitvoering van het overblijven.

Hiervoor ontvangen overblijfkrachten een

vrijwilligersvergoeding. Het beleid van het

overblijven wordt bepaald door een overblijf-

commissie waarin team, directie en overblijf-

coördinatoren zitting hebben. De middagpauze

duurt 45 minuten.

De kinderen eten in hun eigen klas en gaan

daarna onder begeleiding van hun overblijf-

kracht buiten spelen. In de onderbouw blijven

de kinderen in de klas spelen. De kosten voor

het overblijven zijn 20 euro per kwartaal.

Tijdens en na het eten wordt er steeds aandacht

besteed aan de zorg voor de eigen omgeving:

zelf de tafel dekken, je spullen zelf opruimen

en de tafel of placemat poetsen. Dit is een

onderdeel van de Montessoriaanse opvoeding.

10.8KledingVoor een aantal activiteiten is het dragen van

praktische kleding een onmisbare voorwaarde.

Vooral jongere kinderen zijn erbij gebaat als ze

op dagen waarop ze gymnastiek of zwemmen

hebben kleding dragen die ze zelf makkelijk

uit en aan kunnen doen. Als kinderen in de

schooltuin werken is kleding die tegen een

stootje kan en makkelijk gewassen kan worden

een voorwaarde evenals rubberlaarzen. Petten

en zonnebrillen zijn niet toegestaan in de klas.

Per jaar raakt een onvoorstelbare hoeveelheid

kleding en schoeisel zoek op school. Het

duidelijk van een naam voorzien van de kleren

en de schoenen is een daad die u veel geld kan

besparen. Zoekgeraakte kleding wordt enige

tijd bewaard op school. U kunt informeren bij

de conciërge.

10.9CatecheseVoorbereiding op de Heilige Communie in groep

4 en Heilig Vormsel in groep 8 gebeurt onder

leiding van de parochie St.Servaas, gedeeltelijk

onder schooltijd en na schooltijd. Hierover

ontvangt u tijdig bericht.

In het begin van het schooljaar wordt er in de

betreffende groepen geïnventariseerd welke

kinderen in de Sint Servaasparochie hun 1e

Heilige Communie of vormsel zullen doen.

Vanuit de parochie krijgen de ouders van deze

leerlingen informatie over de voorbereiding,

de ouderavonden, de kindervieringen en de

middagen voor de kinderen. Hierbij heeft de

school weinig inbreng. De school verleent

wel alle medewerking, zodat de kinderen,

ook al is het onder schooltijd, toch aan alle

voorbereidingen mee kunnen doen. Er wordt

tijd vrijgemaakt, zodat de kinderen één keer

per week in school les krijgen ter voorbereiding

op de communie en vormsel. Deze lessen

worden door de parochie verzorgd.

10.10SnoepWe willen het snoepen op school tot een

minimum beperken. Houdt u hier a.u.b.

rekening mee bij het meegeven van

10-uurtjes en traktaties.

10.11HoofdluisOm het hoofdluisprobleem te voorkomen

zorgt de leerkracht in samenwerking met de

klassenouder voor twee ouders die na iedere

schoolvakantie alle kinderen van de klas

controleren . Als er hoofdluis en/of neten

gesignaleerd worden, dan krijgen alle

kinderen van de klas een brief mee (of via

e-mail) waarin gevraagd wordt om thuis het

kind goed na te kijken op luizen of neten.

De schooldirectie wordt ingeschakeld als er na

drie her-controles nog geen luizenvrije situatie

is behaald. Ook als de ouders ondersteuning

nodig hebben in de aanpak is de directie eerste

aanspreekpunt.

10.12 AfvalbeleidDe school wil het restafval zéér beperken.

Dus plastic zakjes, plastic papiertjes van

allerlei koekjes, yoghurtbakjes, blikjes,

drinkpakjes etc. etc. zult u na school weer

in de tas van uw kind terug vinden.

Fruitresten kunnen op school in een GFT-bak

worden gegooid. Zo helpen we als school ook

mee aan een beter milieu.


montessorikindcentrummaastrichtcapucijnenstraat 106-118 6211 rt maastricht | T 043 321 52 50

[email protected]

GENERATIES KINDEROPVANG.lang

schoolgids 2021-2022

Documents

Transcript of schoolgids 2021-2022