Schoolgids 2011-2012

37
1 1. ALGEMEEN. 1.1 Algemene gegevens. Basisschool st. Thomas van Aquino, Bergeijk. genoemd naar de patroon van het onderwijs. dr. Rauppstraat 52, 5571 CH Bergeijk. e-mail: [email protected] tel.: 0497-571480. website: www.thomasvanaquino.nl Schooltijden: maandag: 08.30-12.15 uur 13.30-15.30 uur dinsdag: 08.30-12.15 uur 13.30-15.30 uur woensdag: 08.30-12.15 uur - donderdag: 08.30-12.15 uur 13.30-15.30 uur vrijdag, gr. 1 t.m. 4: 08.30-12.00 uur - vrijdag, gr. 5 t/m. 8: 08.30-12.00 uur 13.30-15.30 uur Van 10.15 tot 10.30 uur is er, elke dag, voor alle kinderen pauze. We streven ernaar om precies op tijd met onze lessen te kunnen beginnen. Om dat te realiseren nemen we ’s ochtends en ’s middags vijf minuten vóór aanvang van de school als inlooptijd. Door efficiënt om te gaan met onze lestijden, door adequate vervanging bij ziekte èn door onze vijf-minuten-inloop regeling bij de starttijden kunnen we het verlies van leertijd tot een minimum beperken. Het wettelijke minimum aantal te realiseren uren onderwijstijd bedraagt voor de groepen 1 tot en met 8 samen 7520 uur. Skozok scholen, dus ook bs. St. Thomas van Aquino, gaan het Hoorns model invoeren. Dwz. dat op termijn elke groep 940 lesuren per jaar krijgen. In de overgangsfase, die nog twee jaren loopt, zullen de groepen 1-2-3-4 (onderbouw) meteen al 940 uren les per jaar krijgen. De groepen 5-6-7-8 (bovenbouw) zullen lopende de overgangsfase meer uren les krijgen omdat zij voorheen die 940 uren niet hebben gehad. Voor schooljaar 2011-2012 wil dat zeggen dat de bovenbouwgroepen 1000,75 uur les krijgen. Directie: Gert van Kooij, directeur. Anneke van Uijtregt, adjunct-directeur. [email protected] [email protected] Bestuur: Basisschool St. Thomas van Aquino valt onder het bevoegd gezag van SKOzoK (Samen Koersen Op zichtbare onderwijsKwaliteit). Het secretariaat van SKOzoK is gevestigd op: Pastoor Jansenplein 21, 5504 BS Veldhoven. 040-2531201. College van bestuur: mw. I. Sluiter en dhr. C. Segers. e-mail: [email protected] website: www.skozok.nl (zie ook paragraaf 6.1). Medezeggenschapsraad: Oudervereniging; secretariaat: secretariaat: mw. Jeanny van Gerwen, mw. Thea Claes, e-mail: [email protected] e-mail: [email protected]

description

Vernieuwde schoolgids voor 2011-2012

Transcript of Schoolgids 2011-2012

Page 1: Schoolgids 2011-2012

1

1. ALGEMEEN. 1.1 Algemene gegevens.

Basisschool st. Thomas van Aquino, Bergeijk. genoemd naar de patroon van het onderwijs. dr. Rauppstraat 52, 5571 CH Bergeijk. e-mail: [email protected] tel.: 0497-571480. website: www.thomasvanaquino.nl

Schooltijden: maandag: 08.30-12.15 uur 13.30-15.30 uur dinsdag: 08.30-12.15 uur 13.30-15.30 uur woensdag: 08.30-12.15 uur - donderdag: 08.30-12.15 uur 13.30-15.30 uur vrijdag, gr. 1 t.m. 4: 08.30-12.00 uur - vrijdag, gr. 5 t/m. 8: 08.30-12.00 uur 13.30-15.30 uur Van 10.15 tot 10.30 uur is er, elke dag, voor alle kinderen pauze. We streven ernaar om precies op tijd met onze lessen te kunnen beginnen. Om dat te realiseren nemen we ’s ochtends en ’s middags vijf minuten vóór aanvang van de school als inlooptijd. Door efficiënt om te gaan met onze lestijden, door adequate vervanging bij ziekte èn door onze vijf-minuten-inloop regeling bij de starttijden kunnen we het verlies van leertijd tot een minimum beperken. Het wettelijke minimum aantal te realiseren uren onderwijstijd bedraagt voor de groepen 1 tot en met 8 samen 7520 uur. Skozok scholen, dus ook bs. St. Thomas van Aquino, gaan het Hoorns model invoeren. Dwz. dat op termijn elke groep 940 lesuren per jaar krijgen. In de overgangsfase, die nog twee jaren loopt, zullen de groepen 1-2-3-4 (onderbouw) meteen al 940 uren les per jaar krijgen. De groepen 5-6-7-8 (bovenbouw) zullen lopende de overgangsfase meer uren les krijgen omdat zij voorheen die 940 uren niet hebben gehad. Voor schooljaar 2011-2012 wil dat zeggen dat de bovenbouwgroepen 1000,75 uur les krijgen. Directie: Gert van Kooij, directeur. Anneke van Uijtregt, adjunct-directeur. [email protected] [email protected] Bestuur: Basisschool St. Thomas van Aquino valt onder het bevoegd gezag van SKOzoK (Samen Koersen Op zichtbare onderwijsKwaliteit). Het secretariaat van SKOzoK is gevestigd op: Pastoor Jansenplein 21, 5504 BS Veldhoven. 040-2531201. College van bestuur: mw. I. Sluiter en dhr. C. Segers. e-mail: [email protected] website: www.skozok.nl (zie ook paragraaf 6.1). Medezeggenschapsraad: Oudervereniging; secretariaat: secretariaat: mw. Jeanny van Gerwen, mw. Thea Claes, e-mail: [email protected] e-mail: [email protected]

Page 2: Schoolgids 2011-2012

2

1.2 Inhoud van deze schoolgids. 1. ALGEMEEN. 1.1 Algemene gegevens 1. 1.2 Inhoud van deze schoolgids 2. 1.3 Woord vooraf 3. 1.4 Onze school en haar omgeving 4. 1.5 Samenwerking Hofscholen 4. 2. INRICHTING VAN HET ONDERWIJS. 2.1 Waar we als school voor staan 5. 2.2 De kwaliteit van onze school 6. 3. ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS. 3.1 De organisatie van de groepen 7. 3.2 Inhoud van ons onderwijs 7. 4. ZORG VOOR KINDEREN. 4.1 Leerresultaten en rapportage 13. 4.2 Volgen van leerlingen en speciale zorg 13. 4.3 Het voortgezet onderwijs 15. 5. SCHOOL IN ONTWIKKELING. 5.1 Het ontwikkelingsplan van 2010-2011. 17. 5.2 De opbrengsten van onze school. 18. 6. DE GELEDINGEN. 6.1 Het bestuur 18. 6.2 De medezeggenschapsraden 18. 6.3 De oudervereniging 19. 7. VOORZIENINGEN. 7.1 Contact met ouders 20. 7.2 Voor-/naschoolse opvang en overblijfregeling 20. 7.3 Schoolverzekeringen 21. 7.4 Veiligheidsplan 22. 7.5 Zorg voor jeugd 23. 7.6 De gemeenschappelijke gezondheidsdienst 23. 7.7 Klachtenregeling 24. 7.8 Schoolmaatschappelijk werk 25. 7.9 Bestrijding hoofdluis 25. 7.10 Bestrijding krentenbaard 25. 7.11 Verkeersbrigadiers 25. 7.12 Overige voorzieningen 26. 8. ONZE AFSPRAKEN. 8.1 Aanname, plaatsing, instroom 26. 8.2 Leerlinggebonden financiering: het rugzakje 27. 8.3 Leerplicht 27. 8.4 Verandering van basisschool 27. 8.5 Verlofregeling 27. 8.6 Vervanging 28. 8.7 Hoe gaan we om met elkaar? 29. 8.8 Belangrijkste regels/afspraken 30. 9. De Thomas van Aquinoschool is goed, maar Het kan altijd beter. 35. 10. NAMEN EN ADRESSEN. 10.1 Intern 36. 10.2 Extern 36.

Page 3: Schoolgids 2011-2012

3

1.3 Woord vooraf. Scholen vertonen verschillen in de manieren van werken, in organisatie en sfeer. Onze schoolgids is op de eerste plaats bedoeld om te laten zien hoe deze zaken gestalte krijgen op ònze school. U kunt lezen op welke wijze de school is georganiseerd, welke werkwijzen er worden gehanteerd, welke doelen wij onszelf stellen en welke resultaten we in het afgelopen schooljaar hebben behaald. Bovendien geven we aan hoe we proberen de kwaliteit, in de meest brede zin van het woord, op onze school te bewaken. Naast deze schoolgids bestaat er een schoolplan, waarin de richting van ons onderwijs voor de periode 2011-2015 nader beschreven is. Dit plan ligt ter inzage op school.

De schoolgids dient als informatiebron voor ouders die onze school al kennen, maar is ook een handig instrument voor ouders die nog op zoek zijn naar een school voor hun kind(eren). Buiten deze gids kunt u zich nader informeren middels een afspraak met de directie en/of een bezoekje aan onze website: www.thomasvanaquino.nl Het kiezen van een geschikte school voor uw kind is moeilijk. De basisschooltijd is belangrijk voor de kinderen en voor u. In de loop van acht leerjaren vertrouwt u uw kind voor totaal zo’n kleine achtduizend uren toe aan de zorg van juffen en meesters. Een school kies je dan ook met zorg. Er bestaat -gelukkig- wel zoiets als “de beste school voor mijn kind”, een school die het beste aansluit bij uw ideeën over opvoeding en onderwijs. Belangrijk uitgangspunt van onze school is het bieden van een open oor en oog voor alle zaken die ouders, leerlingen en medewerkers bezig houden. De deur, van zowel leerkrachten als directie, staat altijd open en daar kan dan ook gebruik van worden gemaakt om direct even iets uit te wisselen of voor het maken van een afspraak. Deze gids is gemaakt door de directie, waarbij rekening is gehouden met de adviezen uit de diverse schoolgeledingen. De medezeggenschapsraad heeft instemming verleend waarna de directeur, met mandaat van het bevoegd gezag, de gids heeft vastgesteld. De schoolgids is jaarlijks, aan het begin van het schooljaar, via onze website te raadplegen. Nieuwe ouders ontvangen een exemplaar bij inschrijving. Namens bs. St. Thomas van Aquino, Gert van Kooij, directeur.

Page 4: Schoolgids 2011-2012

4

1.4 Onze school en haar omgeving. Onze school is gelegen in de zuidwesthoek van Bergeijk-’t Hof en wordt omgeven door een wat oudere en een vrij nieuwe woonwijk. De wijk is te typeren als een dorpsgemeenschap, waarvan de bewoners voor het merendeel rooms-katholiek zijn. De deelname aan het verenigingsleven (buurtvereniging, sport, muziek enz.) is vrij intensief. In de wijk vinden we oa. de openbare bibliotheek, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang.

Historie en gebouw. De openbare jongensschool te Bergeijk, sedert 1878 gevestigd in de Schoolstraat, werd per 1 januari 1930 een rooms-katholieke school. Vanaf 1942 wordt in officiële stukken de naam St. Thomas van Aquino gebruikt. In 1951 werd het gebouw aan de Dr. Rauppstraat in gebruik genomen. We hebben een prettig schoolgebouw met voldoende faciliteiten voor goed onderwijs. We beschikken over tien leslokalen, een speelzaal, een gymzaal en een documentatiecentrum voor de onderbouw. De bovenbouwgroepen maken structureel gebruik van de openbare bibliotheek, die op enkele minuten loopafstand van de school ligt, ipv. van een eigen documentatiecentrum. Onze aula dient als vieringen- handvaardigheid- en overblijfruimte. De school heeft afzonderlijke ruime speelplaatsen voor kleine en grotere kinderen, die voorzien zijn van allerlei speelmogelijkheden. Schoolgrootte en team. Met ongeveer 116 leerlingen zijn we een kleinere school. De kinderen die onze school bezoeken komen uit verschillende milieus. Er werken op dit moment 10 leerkrachten capaciteiten op de meest uiteenlopende gebieden. We vormen een gedreven team dat zich door kinderen laat inspireren en vervolgens gáát voor het kind. We voelen ons medeverantwoordelijk voor de persoonlijkheidsontwikkeling, de schoolvorderingen en het welzijn van ieder kind. De onderlinge sfeer draagt bij tot een fijne leeromgeving voor de kinderen. 1.5 Samenwerking Hofscholen. Vier basisscholen van Bergeijk ’t Hof, te weten: St. Thomas van Aquino, Pr. Beatrix, Beisterveld en St. Jozef kennen een intensieve samenwerking. Doordat de teams en directies steeds bezig zijn met “samen leren” wordt het onderwijs aan uw kind(eren) voortdurend beter. Dit doen we o.a. door elkaar te helpen en te ondersteunen op alle terreinen waar dat mogelijk is. Samen je licht laten schijnen op onderwijsontwikkeling en gebruik maken van elkaars specialismen levert duidelijk rendement op. Onze deuren staan voor elkaar open wat o.a. resulteert in leernetwerken onder- en bovenbouw. De kwaliteitsondersteuners en ICT-ers komen regelmatig bij elkaar om hun vragen en oplossingen uit te wisselen en om van elkaar te leren. Ook de directies komen wekelijks bij elkaar om onderwijskwaliteit in de meest brede zin van het woord te bewaken en verder te ontwikkelen. De opbrengsten van deze samenwerking hebben inmiddels geleid tot navolging binnen ons bestuur en zelfs in den lande. Een ontwikkeling waar we trots op zijn! Wij willen als directies zoveel mogelijk bereikbaar zijn voor onze teams en ouders. Daarom hebben wij daarover afspraken gemaakt. Bij afwezigheid van de directie op onze school kunt u in dringende gevallen contact opnemen met de Pr. Beatrixschool. Is deze niet bereikbaar, dan kunt u achtereenvolgens contact opnemen met de directeur van de St. Jozefschool en Bs. Beisterveld. Hieronder volgen de namen met telefoonnummer.

Page 5: Schoolgids 2011-2012

5

Directie bs. Pr. Beatrix: dhr. Gert van Kooij ( directeur) tel.: 0497-572781 (school) Directie basisschool St. Jozef: Dhr. Matthieu Jansen (directeur) tel.: 0497-571757 (school) Directie basisschool Beisterveld: Dhr. Frans de Lau ( directeur ) tel.: 0497-555006 (school) 2. INRICHTING VAN HET ONDERWIJS. 2.1 Waar we als school voor staan.

Missie:

De SKOzoK scholen vormen een krachtige leeromgeving waarin kinderen en

volwassenen uitgedaagd worden om in een positieve sfeer samen veel te

leren.

Visie:

We verzorgen eigentijds, kwalitatief goed onderwijs,

waar de mogelijkheden en interesses van het kind

centraal staan. De leerling leert in dialoog met

medeleerlingen, de leerkracht en de omgeving. We

bieden een passend onderwijsarrangement aan zo dicht mogelijk bij de thuissituatie

van het kind.

SKOzoK is een open en lerende omgeving voor de medewerkers waarin op

professionele wijze wordt gewerkt. Dit houdt onder andere in dat we

verantwoordelijkheid nemen, afspraken nakomen en voorbeeldgedrag belangrijk

vinden en dat we elkaar hier op aanspreken.

We hebben een actieve en duurzame samenwerkingsrelatie met ouders,

ketenpartners en gemeenten.

Onze organisatie wordt gedreven door efficiëntie en effectiviteit om de beschikbare

middelen zo goed mogelijk te benutten. We beschikken over relevante

managementinformatie om te kunnen sturen op kwaliteit en continuïteit.

Zonder IK geen WIJ

die HET kunnen

waarmaken.

“Veranderen is als een

deur die alleen van

binnenuit open gaat”

Page 6: Schoolgids 2011-2012

6

2.2 De kwaliteit van onze school. Kwaliteit is meer dan een verzameling cijfers. Kwaliteit op onze school heeft te maken met mensen, methoden, het volgen van de ontwikkeling van kinderen en het verder ontwikkelen van onderwijs. Mensen, het schoolteam. Het zijn de mensen voor de groep die de meeste invloed hebben. Zij bouwen een band op met de kinderen en dragen zorg voor een veilige omgeving. Dit doe je niet alleen, maar als team. Het vraagt behoorlijk wat tijd en energie aan samenwerking en overleg. We kennen een systematische aanpak voor kwaliteitszorg; op teamniveau bezinnen we ons op het veranderende onderwijs. Jaarlijks evalueren we ons onderwijs en stellen nieuwe ontwikkelingsdoelen voor onze school vast. Daarbij worden we oa. ondersteund door de “Giralisgroep”. Leerkrachten en directie zijn samen verantwoordelijk voor het totale onderwijs aan onze school en voor alles wat daarbij komt kijken. Naast lesgebonden taken hebben alle teamleden ook niet-lesgebonden taken zoals het verder ontwikkelen van de eigen deskundigheid ten dienste van de schoolontwikkeling, het begeleiden van nieuwe leerkrachten of studenten en het organiseren en vormgeven van bv. vieringen. Met behulp van het taakbelastingsbeleid wordt ieder jaar opnieuw bezien hoe de taken het best verdeeld kunnen worden. Bij die verdeling wordt rekening gehouden met persoonlijke voorkeur, deskundigheid en vaardigheden van leerkrachten. Dit taakbeleid wordt besproken in het team en vastgesteld na instemming van de medezeggenschapsraad. Stagiaires en leraren in opleiding. Op onze school begeleiden we ( indien mogelijk) studenten uit de diverse leerjaren van de Pabo (Pedagogische academie basisonderwijs). Onder begeleiding van leerkrachten en stagebegeleiders vanuit de Pabo, kan een student bij ons praktijkervaring opdoen. Door onze school open te stellen voor stagiaires voldoen wij aan onze morele (en wettelijke) verplichting, om jonge mensen de kans te geven zich het vak eigen te maken en kunnen wij kennis maken met nieuwe ideeën. Vierdejaars Pabo-studenten zijn leraar in opleiding (lio). Zij zijn gedeeltelijk in dienst van het schoolbestuur. Zij krijgen een bepaalde periode de volledige verantwoordelijkheid voor een groep. Dit gebeurt onder goede begeleiding van de groepsleerkracht en directie. Lio-studenten sluiten hun jaar èn studie af met een afstudeerproject dat binnen de ontwikkelingdoelen van de school valt. Studenten die de opleiding tot onderwijs- of klassenassistent volgen, kunnen eveneens bij ons stage lopen. Zij ondersteunen de leerkracht bij de lessen. Methoden. Lesmateriaal moet uitdagend en aantrekkelijk zijn, maar vooral kwalitatief goed. Het moet voldoen aan de, door de overheid opgestelde, kerndoelen en overeenstemmen met de aanpak en werkwijze van onze school. Bij de aanschaf van nieuwe materialen kijken we daarnaar maar vooral of we er extra aandacht mee kunnen geven aan de kinderen die de leerstof moeilijker kunnen verwerven èn of er voldoende uitdaging wordt geboden aan kinderen die méér aankunnen. In de wet primair onderwijs staat welke vakken de kinderen moeten leren, per vak zijn de kerndoelen aangegeven. De leerkracht deelt het schooljaar in en zorgt ervoor dat de kerndoelen voldoende aandacht krijgen. Aan het einde van de basisschool hebben alle kinderen de verplichte leerstof aangeboden gekregen. Meten (zie ook Hoofdstuk 4). Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en te verhogen is het meten van resultaten en evalueren van werkwijzen van groot belang. We willen weten hoe effectief ons onderwijs is en met welke verschillen tussen kinderen we rekening moeten houden. Dit doen we door het afnemen van methodegebonden en methode-onafhankelijke toetsen.

Page 7: Schoolgids 2011-2012

7

Voor dat laatste gebruiken we het Cito-leerlingvolgsysteem. Alle toetsuitslagen vormen een uitgangspunt bij de kwaliteitsbewaking binnen ons onderwijs. Daarnaast hebben we een uitgebreid zorgplan opgesteld dat oa. voorziet in leerlingen- en groepsbesprekingen, opstellen van hulptrajecten en de kwaliteitscontrole daarvan. Zowel de sociaal-emotionele ontwikkeling als de ontwikkeling op leergebied staan daarbij centraal. Voor de realisatie van het zorgplan is, dit schooljaar, een leerkracht maximaal één dag per week als “coördinator leerlingenbegeleiding” gefaciliteerd. Om een totaalbeeld van de school te krijgen, neemt groep 8 deel aan de Cito-eindtoets basisonderwijs. We houden altijd rekening met het feit dat toetsresultaten afhankelijk zijn van mogelijkheden van kinderen. Vanzelfsprekend zijn ouders altijd een belangrijke gesprekspartner op momenten waarop we acties rondom toetsuitslagen willen gaan inzetten. 3. ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS. 3.1 De organisatie van de groepen. In de kleutergroep zitten jongste en oudste kleuters bij elkaar (groep 1-2). Onze ervaring is dat, in deze jongste groep, deze samenstelling de sociaal-emotionele ontwikkeling positief beïnvloedt. Ook de cognitieve (leer- en denk-) ontwikkeling van het kind wordt beïnvloed door contact met andere/oudere kinderen. Het kind kan leren wat anderen al kunnen. De ontwikkelingsverschillen lokken stimulering en ondersteuning van de kinderen onderling uit. Op deze wijze ontstaan een goed klimaat om te leren èn organisatorische voordelen. Men kan sneller iets binnen de groep organiseren, omdat de oudere kinderen al veel vaardigheden bezitten. Bovendien is de instroom van nieuwe kleuters beter op te vangen. We zorgen in alle groepen voor voldoende differentiatie en bieden zoveel mogelijk leerstof op niveau. We streven ernaar dat elke groep zo min mogelijk wisselende leerkrachten heeft. Alle groepsleerkrachten en evt. overige betrokkenen, hebben zich ten doel gesteld, door oa. veel onderlinge overlegmomenten, een optimaal ontwikkelingsklimaat in de groepen te creëren. Naast groep 1-2 kent onze school een groep 3/4, groep 5, groep 6 en groep 7/8. 3.2 Inhoud van ons onderwijs. We hebben ervoor gekozen om de uitgangspunten van basisontwikkeling (groep 1 t/m. 4) en adaptief onderwijs (groep 5 t/m. 8) op onze school gestalte te geven. Dat betekent voor ons het volgende: Basisontwikkeling algemeen: De volgende termen staan centraal:

Betrokkenheid: we gaan er vanuit dat de kinderen het meeste leren als de activiteiten aanspreken en interessant zijn.

Betekenis: we zoeken naar onderwerpen waarvoor de kinderen de meeste belangstelling hebben, om van daaruit belangrijke zaken aan te bieden.

Bedoeling: wij, de leerkrachten, willen de kinderen veel leren, daarbij sluiten we aan bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen.

De kinderen leren niet alleen om later aan activiteiten in hogere groepen te kunnen deelnemen, ze moeten er nù ook iets aan hebben. We verdelen het onderwijs in vijf activiteitengebieden:

1. Construerende en beeldende activiteiten, bv. tekenen, knutselen, werken in de bouwhoek en aan de zandtafel.

2. Spelactiviteiten, bv. spel in de huishoek of in themahoeken zoals “het ziekenhuis”, drama-activiteiten en gezelschapsspelletjes.

3. Taal/lees- en schrijfactiviteiten. 4. Rekenactiviteiten.

Page 8: Schoolgids 2011-2012

8

5. Kring- en gespreksactiviteiten: liedjes zingen, praten over een onderwerp, spelletjes in de kring, nabespreken van het werken.

Basisontwikkeling in groep 1 en de groep 2. We hanteren verschillende werkvormen:

De kring, waar we vaak een dagdeel starten met een activiteit. Ook de “kleine kring” gebruiken we soms om kinderen op interessen of niveau iets aan te beiden.

Het speelwerkuur, waar kinderen in hoeken en aan tafeltjes kunnen werken. Beweging in speel- of gymzaal. Hiernaast spelen de kinderen veel buiten, waar ze gebruik kunnen maken van allerlei spelmateriaal.

Pas wanneer kinderen zich prettig voelen op school, kunnen we goed leren. Dus krijgen ze de tijd om te wennen.

Basisontwikkeling in groep 3 en 4. Sinds een aantal jaren wordt ook in groep 3 en 4 volgens de uitgangspunten van het concept basisontwikkeling gewerkt. Dit is onder andere te zien aan het feit dat leerkrachten in de onderbouw gezamenlijk projecten voorbereiden en daarbij op gezette tijden groepsoverstijgend werken. Dit wil zeggen dat kinderen van de groepen 1 t/m. 4 op die momenten gemengd, samen leren. Hierbij zien we de uitgangspunten, die we eerder beschreven rondom de gecombineerde groepen, als zeer waardevol terugkomen.

De inrichting van de lokalen krijgt andere accenten. Er zijn meer plekken om zelfstandig te werken (individueel of in een groepje) en het eigen werk van kinderen heeft een centrale plaats. Er wordt veel aandacht besteed aan het leren lezen, leren rekenen en leren schrijven. Taal, lezen en schrijven zijn nauw met elkaar verbonden, Rekenen is een afzonderlijk vak. Adaptief onderwijs algemeen. Samengevat is adaptief onderwijs het optimaal afstemmen van te geven onderwijs op de leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van de verschillende leerlingen door:

gebruik te maken van uiteenlopende materialen om iets uit te leggen,

leerlingen uitzicht bieden op toename in groei van de eigen mogelijkheden,

leerlingen medeverantwoordelijk te maken voor het eigen leerproces,

aandacht te hebben voor zelfvertrouwen en competentie-ervaringen (“ik kan iets”) bij kinderen.

Voor leerkrachten houdt bovenstaande in dat:

ze vastgestelde (minimum) doelen en, afhankelijk van de mogelijkheden van de leerlingen, aanvullende doelen nastreven,

ze het onderwijs-leerproces in de groep doelmatig en efficiënt organiseren,

ze bij leerlingen een betrokken, actieve en zelfstandige leerhouding bevorderen. Middelen hierbij zijn:

een goede interactie (de wijze waarop je met kinderen omgaat en contacten onderhoudt),

effectieve instructie (de manier waarop je uitleg geeft, differentieert in uitleg, doelen probeert te bereiken),

een solide groepsmanagement (de manier waarop je het verloop van een les organiseert).

Adaptief onderwijs in groep 5 t/m. 8. De uitgangspunten van het adaptief onderwijs zijn hier het meest herkenbaar aanwezig in de “weektaak”. Iedere week krijgen de kinderen hun weektaak. Daar werken ze gemiddeld, verspreid over de week, zo’n 2 uur aan. Deze taak bestaat uit moet-, mag- en “alleen-voor-mij”-taken. De hoeveelheid en de moeilijkheid van

Page 9: Schoolgids 2011-2012

9

de taken kunnen per leerling verschillen. De “alleen voor mij”-taken zijn op ieder kind individueel gericht. Het kan dus zijn dat een leerling herhalingsoefeningen van een bepaald vak krijgt, maar het kan ook zijn dat de stof verbreding of verdieping biedt op diverse vakgebieden. Bij alle taken is de onderverdeling gemaakt in taal, spelling, rekenen en “ander werk”. In de weektaak is terug te vinden of het kind het werk alleen, met z’n tweeën of in een groepje maakt. Verder kunnen de kinderen zien wie het werk nakijkt; doen ze dat zèlf, samen òf doet de leerkracht dat. Oók is aangegeven of en wanneer er voor een opdracht uitleg is. De weektaak wordt door de leerkracht met de kinderen tussendoor besproken en achteraf geëvalueerd. Op deze manier kan worden bekeken of de taak doelmatig was samengesteld. Groep 1 t/m. 8 algemeen. De vakken lezen, taal en rekenen vormen de kern van ons onderwijs. Ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling. Daarom besteden wij daar ongeveer de helft van de lestijd aan. In 2010-2011 worden de tijden per vakgebied opnieuw in kaart gebracht ivm. de vernieuwing van ons taal- en leesonderwijs (zie 5.1). Naast de vakgebieden wordt er veel aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Binnen het sociale aspect schenken we aandacht aan:

relatie met de andere kinderen binnen de groep.

relatie met de leerkracht.

delen (van materialen).

hulpvaardig gedrag.

naleven van sociale gedragsregels.

sociale redzaamheid. Binnen het emotionele aspect wordt aandacht geschonken aan:

leren hanteren en uiten van gevoelens.

ontwikkelen van vertrouwen en zelfvertrouwen.

uitlokken van nieuwsgierigheid en leergierigheid.

leren initiatief nemen.

ontwikkelen van taakbewustzijn. Taal. Vanaf de schoolinstroom wordt aandacht besteed aan spreken, luisteren en expressie. Dit doen we door middel van het kringgesprek, vertellen, voorlezen, waarnemingslessen, leergesprekken, rijm- en klankspelletjes, poppenkast, luisterspelletjes, creatief spel, taal- en denkspelletjes en het zelf maken van raadsels, verhaaltjes en rijmpjes. Het taalonderwijs in groep 3 zit verweven in de leergang voor aanvankelijk lezen. We gebruiken hiervoor de vernieuwde methode: Veilig Leren Lezen. Vanaf groep 4 wordt er gewerkt met de methode “Taal actief, nieuwste versie”, die uit drie hoofdonderdelen bestaat. Eén deel bevat aspecten op het gebied van mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid (spreken, luisteren en schrijven). Het tweede gedeelte bevat de spelling van de onveranderlijke woorden en de werkwoordspelling. Tenslotte neemt woordenschat een belangrijke plaats in binnen deze methode. Lezen. Voor kleuters die belangstelling tonen voor geschreven taal of lezen, hebben we een lees-schrijfhoek. Daarin gebruiken de kinderen spelenderwijs letters en geschreven taal. In groep 3 gebruiken we de vernieuwde versie van “Veilig leren lezen”, ook als rode draad bij het leesproces. Ook in de daaropvolgende groepen wordt het technisch lezen geoefend. Begrijpend en studerend lezen wordt daar met behulp van de methode “Goed gelezen” aangeboden.

Page 10: Schoolgids 2011-2012

10

De openbare bibliotheek verzorgt voor elke groep ieder jaar het project “de Rode draad” waarmee we leesbevordering realiseren. We ontvangen dan voor iedere groep een kist boeken met bijbehorend lesmateriaal. Engels. Door middel van het vak Engels proberen we de kinderen in groep 7 en 8 een positieve houding ten aanzien van het leren van een vreemde taal bij te brengen. Daarbij worden ze ook bewust gemaakt van de rol die de Engelse taal in onze samenleving speelt. Verder proberen we een zekere mate van luistervaardigheid, spreekvaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid bij te brengen. De kinderen leren zich in het Engels te redden in veelvoorkomende situaties. Wij gebruiken de methode “the Team”. Schrijven. Bij de kleuters proberen we een goede teken- en schrijfhouding aan te leren. Dat de kleuters begrippen als vooraan, tussen, boven en naast kunnen hanteren is vanzelfsprekend belangrijk om samen over het schrijven te kunnen praten. Er wordt tevens veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van de fijne motoriek, er wordt met name gelet op de houding en bewegingen van en met potlood en pen. Voor de groepen 3 t/m. 8 maken we gebruik van de methode “Pennenstreken”. De kinderen leren schrijfpatronen waaruit de letters en cijfers zijn opgebouwd, letters en cijfers methodisch naschrijven en het aan elkaar schrijven van letters. In de hogere leerjaren wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van een goed lopend, verzorgd handschrift. Rekenen. In de eerste twee jaren van de basisschool zijn de kinderen handelend bezig met ruimte, hoeveelheid, tijd, oorzaak en gevolg om zodoende belangstelling voor het leren rekenen te bevorderen. Hierbij maken de leerkrachten gebruik van het “Ideeënboek voor kleuters”, dat bij de rekenmethode “Rekenrijk” hoort die we in de groepen 3 t/m. 8 gebruiken. “Rekenrijk” is een zg. realistische rekenmethode, waarin wordt uitgegaan van dagelijkse situaties. Wereldoriëntatie. Op heel veel momenten wordt gesproken over de wereld om ons heen. We brengen de kinderen kennis bij over het heden en verleden, kennis over de aarde en kennis over de natuur. Daarbij proberen we vanzelfsprekend weer zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen. In de onderbouw doen we dat door middel van projecten, vanaf groep 5 gebruiken we hiervoor de volgende methoden: -Aardrijkskunde (waaronder burgerschap en integratie): “Een wereld van verschil” en het tijdschrift “Sam-sam”. -Geschiedenis: “Tijdstip”. -Natuuronderwijs (waaronder biologie en bevordering gezond gedrag): “Leefwereld”. Er wordt samengewerkt met het I.V.N. om in alle groepen extra aandacht te besteden aan verschijnselen en veranderingen in de natuur. Tijdens de I.V.N.-projecten wordt er gewandeld onder leiding van ouders en leerkrachten. In groep 8 komt de jeugd-EHBO aan bod, we streven er naar om elk kind de school, te laten verlaten met dit diploma op zak. -Verkeer (waaronder bevordering sociale redzaamheid): “Wijzer door het verkeer”.Voor wat betreft het verkeersonderwijs is ons het Brabants verkeersveiligheidslabel toegekend. Dit garandeert een breed, met name praktisch gericht, aanbod binnen de verkeerseducatie. Documentatie. De opbouw voor het maken van werkstukken en presentaties wordt vanaf groep 5 aangeleerd. De kinderen verdiepen zich daarbij in talrijke wereldoriënterende onderwerpen en basale presentatietechnieken. De bovenbouwgroepen maken hierbij structureel gebruik van de openbare bibliotheek, die op enkele minuten loopafstand van de school ligt.

Page 11: Schoolgids 2011-2012

11

Creatieve vakken: We willen de kinderen kennis, inzicht en vaardigheden bijbrengen, waardoor ze hun gevoelens, gedachten, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze kunnen vormgeven in beeld, muziek en beweging. Voor wat betreft het muziekonderwijs komt er dit schooljaar een vervolg op de samenwerking die we de afgelopen jaren met de muziekschool en de plaatselijke harmonie zijn aangegaan. In alle groepen wordt muziekles aangeboden ism. deze instanties. Binnen de creatieve vakken gebruiken we de volgende methoden: Drama: “Speelkaarten dramatische expressie”. Muziek: “Muziek voor de basisschool” en “Muziek met een staartje”. Tekenen/handvaardigheid: “Uit de kunst”. Bewegingsonderwijs: In groep 1-2 kunnen de kinderen één keer per week terecht in de grote gymzaal, de andere dagen spelen de kinderen in de speelzaal of buiten. We maken onderscheid tussen spel- en toestellessen. Vanaf groep 3 gymmen de kinderen twee keer per week. De ene keer betreft het een spelles, de tweede keer een les met toestellen. We gebruiken de methode “Bewegingslessen basisonderwijs”. Levensbeschouwing. We zijn een katholieke school. Onze maatschappelijke opgave is weliswaar gelijk aan die van andere scholen, maar daarbinnen hebben we een eigen inspiratie en karakter. In het algemeen kunnen we zeggen dat ons onderwijs, vanuit de Christelijke visie, in de praktijk wil bijdragen aan de ontplooiing van de leerlingen. Ook wil het, vanuit deze visie, mede gestalte geven aan een menswaardige samenleving en zorgen voor een leefbaar milieu. Dit houdt onder andere in dat de school er alles aan doet om de kinderen zich veilig en geaccepteerd te laten voelen. Tijdens de lessen levensbeschouwing (formeel “Godsdienstonderwijs” genoemd) besteden we ook aandacht aan andere godsdienstige stromingen, met name die in Nederland voorkomen. We proberen daarmee een tolerantere houding te kweken ten aanzien van andersdenkenden. We gebruiken de methode “Reis van je leven”. Ons onderwijs en de computer. In alle groepen werken kinderen met computerprogramma’s als extra oefenstof of als verrijkingsstof. Vanaf groep 3 werken kinderen binnen diverse vakgebieden met het tekstverwerkingsprogramma “Word” , in de bovenbouw wordt daar “Powerpoint” en in een enkel geval “Excel” aan toegevoegd. Culturele vorming. Elk jaar nemen we met alle groepen deel aan een project voor culturele vorming. Dit wordt financieel ondersteund door de overheid en in samenwerking met de Schoolbegeleidings-dienst door alle scholen in onze gemeente uitgevoerd. Eén en ander vindt meestal plaats in het voorjaar. De thema’s lopen uiteen van dans, muziek, toneel, tot en met een kunstenaar in de klas. Aan een dergelijk project is altijd een voorstelling of een bezoek aan een tentoonstelling gekoppeld. Het ontwikkelingsgebied culturele vorming moet bij uitstek een dynamisch geheel vormen; blijvend in ontwikkeling. Hiernaast kan elke leerkracht putten uit het aanbod van “Cultuurpunt Bergeijk” dat geregeld informatiebijeenkomsten belegt om de relatie tussen cultuureducatie en het bestaande lespakket te kunnen realiseren. Huiswerk. Ons uitgangspunt is dat huiswerk op de basisschool een bescheiden plaats heeft. Soms krijgt een kind in een bepaalde groep wèl iets mee naar huis en een ander niet.

Page 12: Schoolgids 2011-2012

12

Of het ene kind krijgt iets meer dan het andere. Daarvoor zijn dan duidelijke redenen aanwezig, die door de leerkracht met de coördinator leerlingenbegeleiding, met de ouders/verzorgers èn het kind besproken zijn. Of een kind huiswerk meekrijgt, is ter beoordeling aan de school. Vaak gaat het hier dan om extra oefening of een hulpprogramma. In groep 8 is huiswerk echter een structureel, hoewel bescheiden, onderdeel van het lesprogramma. De kinderen van deze groep krijgen één maal per week een huiswerkopdracht. Deze is niet bedoeld om nieuwe stof eigen te maken, het gaat er meer om dat kinderen leren omgaan met en plannen van leertaken nà school. Ouders krijgen door middel van huiswerk zicht op de studiehouding van hun kind. Dit kan belangrijk zijn bij de keuze van een school voor voortgezet onderwijs. In de overige groepen zal het eventuele huiswerk meer bestaan uit het zoeken van informatie, plaatjes en het voorbereiden van een presentatie. Andere activiteiten. Elke groep gaat jaarlijks op excursie. Deze activiteit is verbonden met een groeps-specifiek ontwikkelingspunt. Dit jaar kennen we de volgende excursies: gr. 1 t/m. 4: Excursie aansluitend bij een van de thema’s die aan de orde komen. gr. 5: Cultureel erfgoed. gr. 6: Historisch openluchtmuseum Eindhoven. gr. 7: Cultureel erfgoed. gr. 7: Oorlogsmuseum “Bevrijdende vleugels” Best. gr.7 en 8: Cultureel erfgoed. Succesvol behandelen van pesten dient een continu proces te zijn. De St. Thomas van Aquinoschool volgt oa. de aanpak van www.kidstegengeweld.nl die het de scholen en dus de leerkrachten makkelijk maakt structureel iets te doen tegen pesten. Dit behoort namelijk, hoe dan ook, tot ons takenpakket.

Om de goede sfeer te bevorderen vinden er jaarlijks allerlei vieringen en activiteiten plaats op school. We besteden aandacht aan de feesten van het kerkelijk jaar zoals Kerstmis en Pasen. De voorbereidingen vinden vaak plaats in de groep, daaropvolgende vieringen kunnen op groeps- maar ook op schoolniveau plaatsvinden. Sint Nicolaas bezoekt de groepen 1 tot en met 5. De kinderen van de groepen 6 tot en met 8 houden op dat moment een surpriseochtend/middag. Hiernaast organiseren we elk jaar de Thomas van Aquinodag met een leuke activiteit en tegen het einde van het schooljaar een spelletjes- of sportdag. Op het eind van het schooljaar wordt aan alle groepen de mogelijkheid geboden om een dagje op stap te gaan. Groep 4 brengt elk jaar zg. “Palmpaasstokken” naar het verzorgingstehuis in Bergeijk. Dit ter bevordering van het contact van jong met oud maar ook om deze Katholieke traditie in ere te houden. De kinderen van groep 7 nemen elk jaar deel aan de kinderpostzegelactie. Voor de kinderen van groep 8 organiseren we aan het begin van het schooljaar de ontmoetingsdag en op het einde van het jaar de het schoolverlaterskamp. Deze dagen zijn gevuld met een educatief en recreatief programma. Om de kosten ervan zo laag mogelijk te houden, organiseren we met de kinderen de jaarlijkse bloemenactie. Groep 8 neemt ook deel aan de jaarlijkse gemeentelijke sportdag, waar àlle schoolverlaters van de gemeente Bergeijk elkaar ontmoeten. De basisschool wordt voor deze groep definitief afgesloten met een afscheidsviering die plaatsvindt in cultureel centrum “de Kattendans”.

Page 13: Schoolgids 2011-2012

13

U kunt op school lege batterijen en cardridges inleveren, we sparen daarmee voor wat extra schoolmaterialen. Dat doen we ook door twee keer per jaar gebruikte kleding in te zamelen. Om iedereen die zich lopende het schooljaar heeft ingezet om alles op school, in de meest brede zin van het woord, goed te laten verlopen, organiseren we jaarlijks een bedankmorgen. 4. ZORG VOOR KINDEREN. 4.1 Leerresultaten en rapportage. Door leerresultaten te meten en te vergelijken met landelijke normen, kunnen we bezien hoe het leer- en ontwikkelingsproces in een groep en bij een kind verloopt. Het geeft de leerkracht een extra houvast bij vragen als “Is de leerstof goed verwerkt?” en “Moeten er aanpassingen komen in de aanbieding van de leerstof en/of in het tempo?” Bovenstaande geeft de leerkracht èn de school inzicht over welke kinderen extra aandacht of aanpak nodig hebben. De ouders van groep 1 en de groepen 2 ontvangen twee keer per jaar, tijdens een oudergesprek, een schriftelijke rapportage over hun kind. Naast de sociaal-emotionele ontwikkeling worden hierin ook de ontwikkelingen van het kind binnen de activiteitengebie-den (zie 3.2) beschreven. Vanaf groep 3 stellen wij u, drie maal per jaar, schriftelijk op de hoogte van de vorderingen eveneens door middel van een rapport. Op het rapport worden vakgebieden op diverse aspecten beoordeeld. Met betrekking tot de persoonlijkheidsontwikkeling wordt op het rapport volstaan met een indicatie betreffende betrokkenheid, zelfstandigheid, werktempo, concentratie en verzorging van het werk. Alle ouders/verzorgers worden uitgenodigd voor een bespreking van het eerste en tweede rapport. De mondelinge toelichting op het derde rapport (gr. 3 t/m. 8) vindt plaats op verzoek van de ouders/verzorgers of van de leerkracht. De leerkrachten zijn altijd bereid om buiten deze momenten met u te spreken over de ontwikkeling van uw kind. Dit vindt plaats op afspraak die op school tot stand komt. Het is niet gebruikelijk leerkrachten op hun thuisadres te benaderen. Onderwijskundige rapporten. Voor iedere leerling die de school verlaat, wordt een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit rapport geeft aan wat het onderwijsaanbod van onze school is geweest en welke resultaten de leerling daarbij heeft behaald. Het onderwijskundig rapport wordt naar de ontvangende school gestuurd, betreffende ouders/verzorgers ontvangen een afschrift. 4.2 Volgen van leerlingen en speciale zorg.

We streven ernaar dat ieder kind dat op onze school begint, deze ook op een verantwoorde manier af kan maken. Dit houdt in

dat we de ontwikkeling van de kinderen heel goed volgen om zo precies mogelijk te weten wat een kind nodig heeft aan begeleiding. In groep 1 t/m groep 8 worden systematisch de toetsen van het Cito-leerlingvolgsysteem afgenomen. (Dat betreft de vakken: taalontwikkeling,

diverse onderdelen van rekenen, technisch en begrijpend lezen en spelling.) Alle toetsuitslagen worden bekeken en indien nodig geanalyseerd door de klassenleerkracht en 3x/jaar samen met de Kwaliteits Ondersteuner besproken. Die laatste is een leerkracht, die speciaal tot taak heeft alle activiteiten, die te maken hebben met zorg voor leerlingen te begeleiden en te ondersteunen, zodat de klassenleerkracht er nooit alleen voor staat. De zorg voor de kinderen op onze school is dan ook een gezamenlijke zorg van het team. De

Page 14: Schoolgids 2011-2012

14

Kwaliteits Ondersteuner van onze school is Marieke van Elewout. Zij is, op maandag, dinsdag en woensdag, werkzaam op de St. Thomas van Aquinoschool, de St. Jozefschool en de Pr. Beatrixschool om aan deze taak te werken. Bij het bekijken van de toetsuitslagen vragen we ons steeds af: Heeft het kind voldoende gehad aan de lessen zoals die gegeven zijn? Kan het kind wat meer aan en zo ja, wat dan? Heeft het kind extra hulp nodig en zo ja in welke vorm dan? Als we extra hulp aan een kind gaan geven, wordt dat vermeld in het groepsplan. Een groepsplan is een overzicht van alle leerlingen waarin, naast het basisaanbod, beschreven staat welke extra hulp/middelen/ondersteuning/uitdaging er binnen de groep aangeboden worden. Bij specifieke hulp wordt contact met ouders opgenomen. Schoolbegeleidingsdienst. Bij de begeleiding van kinderen kunnen wij de hulp van oa. de “Giralisgroep” (vh. schoolbegeleidingsdienst “de Kempen”) inroepen. Dit gebeurt nooit zonder toestemming van ouders/verzorgers. Soms voert een deskundige een onderzoek uit. In een gesprek met de ouders en de school worden de resultaten besproken en worden afspraken gemaakt over hoe het beste kan worden verder gegaan. Speciale leerlingenbegeleiding. We proberen ons onderwijs zo in te richten dat we rekening houden met de (on)mogelijkheden van de leerling, zodat we steeds minder kunnen spreken van uitvallen. Toch zullen diverse leerlingen speciale leerlingenbegeleiding en ondersteuning nodig blijven hebben. Extra ondersteuning. Soms is het mogelijk om voor een kind op onze school zg. ambulante begeleiding aan te vragen. In een dergelijke situatie krijgen wij ondersteuning van één of meerdere leerkrachten van het speciaal onderwijs. Vanzelfsprekend worden betreffende ouders/verzorgers bij dit traject betrokken, zij moeten daarvoor toestemming geven (zie ook paragraaf 8.2). Doublure. In een bepaalde situatie nemen we, in overleg met ouders, het besluit om een kind de groep nòg eens te laten doen. Dit doen we echter alléén als we denken dat dit een wezenlijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van het kind. Het komt ook voor dat we de afspraak maken dat een kind voor een bepaald vak met een aangepast programma gaat werken. Speciaal onderwijs. In een aantal situaties komt het voor dat alle inspanningen van de school en extra hulp van buitenaf ontoereikend zijn voor de ontwikkeling van een kind. In dergelijke gevallen kan, ook in samenspraak met de ouders/verzorgers, worden overwogen of het kind moet worden aangemeld bij de permanente commissie leerlingenzorg (PCL). Daar wordt bepaald of de basisschool er ècht alles aan heeft gedaan om bij het kind ontwikkeling te laten plaatsvinden. Ook onderzoekt de PCL of een leerling wel of niet in aanmerking komt voor plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs. De PCL bespreekt het dossier van een aangemelde leerling met de ouders en met de school. En neemt vervolgens de definitieve beslissing. Onderwijs aan langdurig zieke kinderen. Wanneer een kind door ziekte de school lange tijd niet kan bezoeken, overleggen we met ouders/verzorgers over de manier waarop we het onderwijs-leerproces zoveel mogelijk doorgang kunnen laten vinden. Zieke leerlingen zijn zorgleerlingen; voor hen wordt een begeleidingsplan op maat gemaakt, rekening houdend met de gezondheidstoestand van het betreffende kind. We spannen ons in om contact met de zieke leerling te onderhouden en de lesstof zo adequaat mogelijk aan te bieden. Voor hulp en ondersteuning kunnen we een beroep doen op de schoolbegeleidingsdienst om dit traject vorm te geven.

Page 15: Schoolgids 2011-2012

15

4.3 Het voortgezet onderwijs. Het traject naar het voortgezet onderwijs. De kinderen op onze school worden begeleid bij de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Wanneer de kinderen in groep 8 zitten, krijgen zij èn hun ouders/verzorgers, op verschillende momenten in het schooljaar voorlichting betreffende het voortgezet onderwijs om zo uiteindelijk, samen met ons, een goede keuze te kunnen maken. In de praktijk ziet dit traject er als volgt uit:

Aan het begin van het schooljaar wordt er een algemene informatieavond voor de ouders/verzorgers van groep 8 georganiseerd. Hier wordt de globale gang van zaken betreffende het schooljaar en het traject richting voortgezet onderwijs (v.o.) toegelicht.

Om het jaar vindt er in oktober/november een informatieavond voor de ouders van groep 7 en 8 plaats, waarop medewerkers van het voortgezet onderwijs de structuur van het V.O. uiteenzetten.

Intussen gaat de leerkracht van groep 8 met de kinderen in gesprek over het V.O., daarbij dient o.a. het project “Kiezen doe je zo” als uitgangspunt. Ook wordt een aantal instellingen van voortgezet onderwijs, met de kinderen, bezocht.

De scholen voor voortgezet onderwijs gaan in de laatste maanden van het kalenderjaar hun open dagen organiseren. Ouders/verzorgers en kinderen worden daarvoor uitgenodigd via de locale weekbladen. Deze dagen dienen als oriëntatiemoment.

In november gaat de leerkracht van groep 8, tijdens de oudergespreksavonden, met ouders/verzorgers en kind in gesprek over de te maken keuze. Het betreft ook een oriëntatie, we brengen elkaar op de hoogte van onze gedachten/wensen.

In februari brengt de basisschool haar advies uit (zie hieronder) tijdens een tweede gespreksronde.

Vanzelfsprekend vinden er lopende dit traject, indien gewenst, tussentijdse gesprekken tussen school en ouders/verzorgers omtrent dit thema plaats.

In de maand maart vinden de aanmeldingen, door ouders, op het v.o. plaats, de juiste data worden eveneens in de lokale pers bekend gemaakt. Aansluitend gaat onze informatie betreffende het kind naar de school van aanmelding. Er vindt eveneens een zg. “warme overdracht” plaats; alle kinderen worden besproken tussen de leerkracht van groep 8 en het voortgezet onderwijs. Inhoudelijk zijn deze gesprekken bekend bij de ouders/verzorgers. Nav. aanmelding en informatie van de basisschool gaat de school voor voortgezet onderwijs over tot plaatsing, of afwijzing. Daarop kunnen evt. aanvullende contacten/gesprekken plaatsvinden tussen basisschool en voortgezet onderwijs.

Het advies van de basisschool. De basisschool adviseert het kind en zijn/haar ouders/verzorgers betreffende de vorm van voortgezet onderwijs die het beste passend is. Dit advies ontstaat nav. de volgende ingrediënten:

Leerlinggegevens, die de ontwikkeling aangeven vanuit mn. het leerlingvolgsysteem.

Een gezamenlijke overweging van ouders en leerkracht groep 8 nav. wensen van leerling èn ouders binnen de kaders van de leerlingengegevens en evt. gevoelsmatige argumenten.

Overleg door de leerkrachten van groep 6 t/m. 8 en de coördinator leerlingenbegeleiding.

De resultaten van de Cito-eindtoets basisonderwijs hebben voor ons geen beslissend karakter. Ze worden echter wèl opgevraagd door de scholen voor voortgezet onderwijs.

Page 16: Schoolgids 2011-2012

16

5. SCHOOL IN ONTWIKKELING. 5.1 Het ontwikkelingsplan 2010-2011. Naar aanleiding van de evaluatie van het schooljaar 2011-2012, de mate van realisatie van het ontwikkelingsplan voor dat schooljaar èn onze meerjarenplanning zoals beschreven in het actuele schoolplan, zijn we ook voor 2011-2012 gekomen tot een aantal ontwikkelpunten. Hieronder de hoofdzaken:

Het schooljaar 2009-2010 is de taalmethode “Taal actief nieuwste versie” schoolbreed ingevoerd. Hieronder lag een implementatietraject dat we schooljaar 2010-2011 hebben vervolgd. Dit schooljaar passen we (waar nodig) benodigde aanpassingen in didactische aanpak en interpretatie van resultaten aan.

In schooljaar 2009-2010 is ons leesonderwijs nader in kaart gebracht. We hebben meer zicht gekregen op sterke- en verbeterpunten binnen dit vakgebied. Eea. heeft geleid tot aanvang van een keuzeproces voor een nieuw methode voortgezet technisch lezen. In de tweede helft van het schooljaar 2010-2011 is dit traject afgerond. Daarnaast hebben we de aanpak van het aanvankelijk lezen doorgelicht op sterke en minder sterke kanten. M.i.v. dit schooljaar 2011-2012 starten we in augustus met een nieuwe methode aanvankelijk lezen: Velig Leren Lezen. We streven dit jaar naar het realiseren van een verbeterde doorgaande lijn binnen ons totale leesonderwijs inclusief de ontwikkeling van geletterdheid in de groepen 1 en 2.

We merken dat de zorg voor kinderen (zie H. 4) steeds meer van de leerkracht vraagt. We vervolgen het traject van herziening van visie op zorg dat we het afgelopen jaar zijn ingegaan. We herzien daarbij de wijze waarop we kinderen verantwoord en kwalitatief goed onderwijs bieden, zoveel mogelijk binnen de eigen reguliere basisschool. We doen dat door deel te gaan nemen aan het tweede jaar van het project “Afstemming” binnen het onderwijssamenwer-kingsverband regio Valkenswaard.

De digitale schoolborden hebben inmiddels ook in onze school hun intrede gedaan. In 2011-2012 gaat ons team zich verder bekwamen in het werken met dit veelzijdige hulpmiddel.

Alle teamleden hebben, sinds afgelopen schooljaar, structureel zitting in zg. “leernetwerken”, dit zijn expertisekringen rondom problematieken waarmee leerkrachten in hun dagelijkse werkzaamheden op pedagogisch en didactisch vlak worden geconfronteerd. Deze manier van deskundigheidsvergroting gaan we in 2011-2012 verder verbreden.

5.2 De opbrengsten van onze school. In deze paragraaf maken we een aanvang met het beschrijven van de opbrengsten van ons onderwijs. We gaan steeds meer met concreet meetbare doelen werken. Voor nu willen we een inzicht geven in de behaalde resultaten op de eindtoets CITO voor groep 8, gedurende de afgelopen drie schooljaren, afgezet tegen de landelijk gemiddelde score van vergelijkbare scholen op het gebied van leerlingenpopulatie. Daarnaast schetsen we een beeld van uitstroom van onze school naar het voortgezet- en speciaal onderwijs.

Page 17: Schoolgids 2011-2012

17

2008/2009

2009/2010

2010-2011

Resultaat cito eindtoets:

540

538

534

Landelijk gemiddelde score van vergelijkbare scholen:

536

534

535

2008/2009

2009-2010

2010-2011

VMBO, basis en kader:

1

5

3

VMBO gemengde en theoretische leerweg:

7

11

15

HAVO/VWO:

17

14

12

Totaal:

25

30

30

2008/2009

2009/2010

2010-2011 Uitstroom naar speciaal onderwijs:

3

3

1

6. DE GELEDINGEN. 6.1 Het bestuur. Onze school valt onder het bevoegd gezag van SKOzoK (Samen Koersen Op Zichtbare OnderwijsKwaliteit). Het schoolbestuur omvat 31 basisscholen waaronder één speciale school voor basisonderwijs in de gemeenten Bergeijk, Cranendonck, Heeze-Leende, Valkenswaard en Waalre. Alle scholen hebben een Christelijke grondslag. SKOzoK ontwikkelt gezamenlijk beleid ten aanzien van onderwijs, financiën, personele zaken, beheer en onderhoud van gebouwen. Dat is nodig om de kwaliteit van het onderwijs voor de kinderen in de toekomst te kunnen blijven waarborgen. Voor meer informatie kunt u terecht op www.skozok.nl 6.2 De medezeggenschapsraden. De GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) bestaat uit vertegenwoordigers van ouders en leerkrachten. Zij zijn de directe gesprekspartner voor het bestuur en bespreken de “bovenschoolse ontwikkeling”van SKOZOK. Alles dat uitsluitend betrekking heeft op één school blijft de verantwoordelijkheid en bevoegdheid van de MR/SR (Medezeggenschapsraad of Schoolraad) Sinds 1 januari 2001 is er een GMR binnen SKOZOK. Het doel van de GMR is mede zorgdragen voor kwalitatief goed onderwijs op de scholen van SKOZOK. Vanzelfsprekend is hiervoor de constructieve samenwerking nodig tussen ouders, leerkrachten, directeuren en bestuurders. In de praktijk is de GMR net als het bestuur vooral bezig in voorwaarden-scheppende sfeer. Voor meer informatie kunt u eveneens terecht op de site van ons bestuur (www.skozok.nl ). De medezeggenschapsraad van onze school. Via de medezeggenschapsraad kunnen ouders en leerkrachten invloed uitoefenen op alle onderwerpen die het belang van de school en de kinderen dienen. Onze M.R. bestaat uit twee ouders en twee personeelsleden. De medezeggenschapsraad merkt hierbij op dat het niet wenselijk wordt geacht als leden tevens een bestuurlijke functie binnen een andere geleding binnen de school vervullen. Leden worden gekozen voor een periode van drie jaar. De M.R. werkt volgens een reglement dat in overeenstemming met het schoolbestuur is vastgesteld. De raad kan zijn stem laten gelden door middel van instemmingsrecht, dit betekent dat het bevoegd gezag (op onze school vertegenwoordigd door de directeur)

Page 18: Schoolgids 2011-2012

18

zonder instemming van de M.R. bepaalde besluiten niet kan/mag nemen. De M.R. heeft bijvoorbeeld instemmingsrecht bij het vaststellen van het schoolplan en de begroting. De M.R. kent ook het adviesrecht, dit wil zeggen dat het bevoegd gezag serieus moet reageren binnen een vastgestelde termijn op elk advies dat de M.R. geeft. In het algemeen kan men stellen dat, indien er besluiten genomen moeten worden die gevolgen hebben voor leerlingen, ouders of leerkrachten van onze school, de M.R. gehoord moet worden. De M.R. overlegt daarover geregeld met de directie. De medezeggenschapsraad komt maandelijks, in een openbare vergadering, bij elkaar, het bevoegd gezag is verplicht alle noodzakelijke informatie aan de M.R. te verstrekken. Het reglement van de M.R., evenals de vergaderagenda’s en –notulen staan op onze website (www.thomasvanaquino.nl ) ter inzage. 6.3 De oudervereniging.

Het bestuur van de oudervereniging heeft als doel de samenwerking tussen ouders en team te bevorderen en kan advies uitbrengen aan de medezeggenschapsraad. Ouders zijn op vrijwillige basis lid dmv. het betalen van de ouderbijdrage (zie hieronder). Elk jaar vindt er een jaarvergadering plaats waarvoor alle leden worden uitgenodigd. Naast een verslag van de uitgevoerde activiteiten en de bijbehorende begroting, wordt tijdens de jaarvergadering een bepaald thema besproken.

Het bestuur van de oudervereniging (de ouderraad) bestaat uit acht leden, namens elke groep heeft één ouder hierin zitting (combinatiegroepen worden door twee ouders vertegenwoordigd). De vergaderingen van het bestuur zijn openbaar en worden via het mededelingenblad bekend gemaakt. Aan het begin van elk schooljaar stellen de leden van het bestuur, samen met de Leerkrachten, een activiteitenplan vast voor bijzondere gebeurtenissen. Er worden werkgroepen gevormd, bestaande uit ouders -en bij enkele activiteiten uit ouders èn leerkrachten- die de diverse activiteiten voorbereiden zoals st. Nicolaas, Kerst, st. Thomas van Aquinodag, en sport/spelletjesdag. Bij een aantal activiteiten wordt een beroep gedaan op alle ouders om hand- en spandiensten te verrichten. De oudervereniging is aangesloten bij de Nederlandse Katholieke Oudervereniging (NKO), een landelijke overkoepelende ouderorganisatie voor informatie en advies. Vrijwillige ouderbijdrage. Om alle activiteiten, waar de oudervereniging aan meewerkt, financieel te ondersteunen, wordt elk schooljaar een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd. Deze bedraagt € 25,00 voor ieder kind dat onze school bezoekt. Met deze bijdrage wordt voorkomen dat kinderen, iedere keer wanneer er een activiteit wordt georganiseerd, thuiskomen met het verzoek om geld mee te nemen naar school. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u een brief waarin u wordt gevraagd om de bijdrage over te maken. Dit kan gedaan worden op banknummer 1499.77.573 tnv. Aquinoschool oudercommissie. Naast de ouderbijdrage ontvangt de oudervereniging een bescheiden bijdrage via de “gebruikte kledingactie” die tweemaal per jaar wordt georganiseerd. 7. VOORZIENINGEN. 7.1 Contact met ouders. Een goed contact tussen ouders en school is heel belangrijk. We informeren u niet alleen over belangrijke gebeurtenissen, maar ook over de ontwikkeling en het wel en wee van uw kind. Voor een goede begeleiding van uw kind stellen we het zeer op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen tijdig op de hoogte stelt. Wij kunnen daar dan rekening mee houden. De school informeert u op de volgende manieren:

Page 19: Schoolgids 2011-2012

19

De schoolgids.

Informatieavonden aan het begin van het schooljaar. U maakt op deze avond kennis met de leerkracht en het programma van de groep waarin uw kind is geplaatst.

(Rapportage)gesprekken en informatiemomenten (zie punt 4.1 en 4.3).

Het mededelingenblad dat elke drie weken verschijnt. Het geeft informatie over activiteiten, de schoolkalender en andere zaken die u moet weten (zie ook nog hieronder).

De website (www.thomasvanaquino.nl ) hier vindt u alle informatie over onze school en informatie vanuit de kinderen. De website wordt regelmatig geactualiseerd. Op onze site worden ook schoolfoto’s geplaatst. Zie ook 8.8, paragraafje “Video-opnamen en foto’s.”

De directieleden hebben geen officieel spreekuur, maar u kunt hen altijd aanspreken. Als het nodig is maken zij snel een afspraak.

Graag betrekken wij u bij verschillende activiteiten op school, om het onderling contact te bevorderen, maar ook om bepaalde activiteiten wat uitgebreider te kunnen aanpakken. In het mededelingenblad kunnen daarom oproepen verschijnen voor ouderhulp op school of in de groepen. Daarbij gaat het in de meeste gevallen om hulp bij het werken met ontwikkelingsmateriaal, met documentatieopdrachten, bij creatieve opdrachten, tijdens excursies of bij het organiseren van grotere schoolactiviteiten. Zoals gezegd vinden we een goed contact met ouders belangrijk. We staan open voor positieve opmerkingen maar ook voor kritiek. We hebben graag dat u deze rechtstreeks bij leerkrachten of directie uit, zodat er geen informeel “circuit aan de poort” ontstaat dat niet constructief werkt. In dit verband wijzen we u ook op de klachtenregeling die in hoofdstuk 7.4 beschreven staat. Voor wat betreft informatievoorziening aan gescheiden ouders, houdt de school zich aan de richtlijn die aangeeft dat we verplicht zijn beide ouders te informeren. Dus ook de ouder die niet belast is met het ouderlijk gezag heeft recht op informatie. Alleen bij zeer zwaarwegende argumenten kan van deze richtlijn worden afgeweken. Als de adresgegevens van de niet bij het kind wonende ouder bij ons bekend zijn, wordt hij/zij door de school volledig geïnformeerd. 7.2 Voor-/naschoolse opvang en overblijfregeling. Voor-/naschoolse opvang. Kinderopvang is de laatste jaren volop in ontwikkeling. Zo werden o.a. in het schooljaar 2006-2007 de basisscholen zèlf verantwoordelijk voor de organisatie van het overblijven op school waar voorheen de ouderraden dat waren. In het schooljaar 2007-2008 is daar ook de opvang vóór en ná school bijgekomen. Dit betekent dat scholen aan ouders voortaan de mogelijkheid voor buitenschoolse opvang van 7.30-18.30 uur moeten bieden. Wij zijn daarvoor een samenwerking aangegaan met NUMMEREEN. Dit is de overkoepelende naam voor Duimelot (0 tot 4 jarigenopvang), Clup Hasta la Pasta (buitenschoolse opvang) en Clup LoS (de tussenschoolse opvang). Bij Clup Hasta la Pasta kan uw kind zowel vóór als ná school terecht en ook tijdens de vakanties. Op de website www.nummereen.com vindt u meer informatie. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met de hoofdvestiging in Eersel, telefoon: 0497-517814 of een e-mail sturen naar [email protected] Voor de kinderen van onze school ziet het arrangement er als volgt uit: Voorschoolse opvang: Vanaf 7.30 uur worden de kinderen opgevangen door een pedagogische medewerkster op de vestiging in Bergeijk, Eijckereind 2/4 of in de vestiging van NUMMEREEN in de Pr. Beatrix school. Kinderen die thuis niet ontbeten hebben, eten hun meegebrachte ontbijt samen met andere kinderen op aan de ontbijttafel. Vervolgens vullen de kinderen hun vrije tijd in naar keuze met vrije of begeleide activiteiten en worden ze door een medewerkster naar school gebracht.

Page 20: Schoolgids 2011-2012

20

Naschoolse opvang: Na schooltijd staat een pedagogisch medewerker op een vast punt op het schoolplein om de kinderen op te vangen. De kinderen worden naar de vestiging op Eijkereind 2/4 gebracht of naar de vestiging in de Pr. Beatrixschool. Daar krijgen ze drinken, vers fruit of een koek. Hierna mogen de kinderen kiezen uit vrij spel of een programma. Een programma is gericht op: kunstzinnige vormgeving, sport/spel/bewegen, wetenschap/techniek en natuur/milieu. Vakantieopvang/studiedagopvang:deze vindt plaats op de Eijckereind 2/4. Overblijven (tussenschoolse opvang). Voor de kinderen die in de middagpauze willen overblijven, heeft onze school een eigen overblijfregeling, waarvan de eindverantwoording bij de directie ligt, deze is als volgt vormgegeven:

Het opgeven van kinderen die willen overblijven dient uiterlijk de dag ervoor te geschieden vóór 20.00 uur bij één van de de coördinatoren: -mw. Betty Venhovens (0497-573613 òf 06-10581808) -mw. Mariëlle Loos (0497-575273 òf 06-48759677). U kunt bellen of een berichtje per e-mail ([email protected]) sturen. Alleen voor spoedgevallen kunt u de school bellen. Indien uw kind nà aanmelding ziek wordt of om een andere reden niet overblijft, ontvangen we daarvan ook graag bericht.

U geeft uw kind een lunchpakket mee, voor drinken wordt op school gezorgd.

Als bijdrage in de kosten wordt een bedrag van € 1,50 per kind/per dag gevraagd. Ouders van vaste overblijvers krijgen per maand achteraf een overzicht van de overblijfkosten en maken deze vervolgens over.

Het overblijven staat onder leiding van geschoolde medewerkers, zij zijn tijdig aanwezig om de kinderen in de aula van de school op te vangen.

Er wordt gezamenlijk gegeten en opgeruimd.

De kinderen mogen de ruimten binnen en buiten, die zijn aangewezen als overblijfruimten, niet verlaten. Ze spelen onder toezicht van de overblijfleiding.

De overblijfleiding ziet er op toe, dat de normale orderegels van de school ook tijdens het overblijven worden gehandhaafd. Problemen hierover worden door de directie in behandeling genomen.

Om 13.15 uur brengt de overblijfleiding de kinderen terug naar de eigen speelplaats, waar ze onder toezicht komen van de surveillerende leerkracht.

7.3 Schoolverzekeringen. Stelregel is dat betrokkenen bij een schade, in eerste instantie, bezien of er een beroep op de eigen, dan wel de aansprakelijkheidsverzekering van de tegenpartij, gedaan kan worden. De school heeft een drietal verzekeringen afgesloten die hieronder nader worden beschreven. Indien er zich een situatie voordoet, naar aanleiding waarvan u aanspraak meent te kunnen maken op één van deze verzekeringen, neem dan zsm. contact op met de directie. De school kan niet aansprakelijk gesteld worden voor verlies of diefstal van bezittingen van leerlingen, ook niet voor schade aan fietsen e.d. Ongevallenverzekering: Verzekerden zijn de leerlingen, de leerkrachten, school- en hulppersoneel en hulpkrachten. Deze verzekering is van kracht tijdens schooluren en tijdens het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd, doch ten hoogste gedurende één uur vóór en één uur nà schooltijden. Bij een afstand van meer dan vier kilometer geldt een begrenzing van twee uur vóór en nà schooltijd. Deze verzekering is eveneens van kracht tijdens alle door de school

Page 21: Schoolgids 2011-2012

21

georganiseerde activiteiten onder leiding van leerkrachten resp. de daartoe door het schoolbestuur of oudervereniging aangewezen volwassen personen. Aansprakelijkheidsverzekering: Verzekerden zijn bestuur, leerkrachten overig personeel en ouders-participanten. Deze verzekering heeft ten doel schade te vergoeden die ontstaat door een verwijtbaar handelen van de verzekerden. Er moet als het ware iets zijn gedaan of nagelaten dat niet door de beugel kan. Auto-cascoverzekering: Alle medewerkers en ouders zijn door het bestuur verzekerd voor schade aan het eigen voertuig, ontstaan als gevolg van een ongeval tijdens door school georganiseerde activiteiten. 7.4 Veiligheidsplan. Volgens de Arbeidsomstandighedenwet is iedere instelling in Nederland – en dus ook elke

school – verplicht om beleid te voeren op het terrein van agressie en geweld, seksuele

intimidatie en pesten op het werk. Discriminatie wordt in de huidige Arbeidsomstandigheden-

wet niet meer genoemd, maar dient vanwege artikel 1 van de Grondwet wel aan bod te komen.

De CAO Primair Onderwijs schrijft daarnaast beleid ten aanzien van seksuele intimidatie,

agressie en geweld en ook racisme voor. In deze CAO is als onderdeel van het Statuut Sociaal

Beleid opgenomen dat iedere school een veiligheidsplan moet hebben ingebed in het

algemene arbobeleid. Het algemene arbobeleid is integraal beschreven en vastgesteld op

SKOzoK–niveau.

In dit veiligheidsplan wordt beleid geformuleerd op het terrein van agressie, geweld, seksuele

intimidatie, discriminatie en pesten. Tevens komt aan de orde hoe de fysieke veiligheid van de

school gewaarborgd wordt.

Een belangrijk aspect is dat het veiligheidsplan (net elk ander beleidsplan) geen ‘papieren

tijger’ wordt en het gebruik zich beperkt tot de werkkamer van de directeur. Het beleid dient

geïmplementeerd te worden op de school. Dit laatste vergt veel meer tijd en energie dan alleen

het schrijven van een plan. Samen met de MR en personeel is dit plan tot stand gekomen

waardoor het gedragen wordt door alle geledingen van de school.

Onderliggend aan het schoolveiligheidsplan is het veiligheidsbeleid (april 2009) van de Stichting en het protocollen- en reglementenboek van SKOzoK (“De veilige school”, geactualiseerd in april 2009). 7.5 Zorg voor jeugd. In de keten van jeugdzorg werkt een groot aantal instellingen samen. Elk voelt zich vanuit zijn eigen invalshoek zeer verantwoordelijk voor de problemen van of met jongeren. Dat vergt optimale samenwerking, coördinatie, informatie-uitwisseling en afstemming, maar dat werkt nog niet altijd vanzelfsprekend. Soms gaat het niet goed en dan dreigt er een jongere tussen wal en schip te vallen. Soms gaat het zelfs echt mis. Dat moeten we zoveel mogelijk voorkomen. Dat vindt ook de provincie Noord-Brabant. De provincie heeft subsidie beschikbaar gesteld om de coördinatie van zorg in heel Noord-Brabant te verbeteren. Onze school is aangesloten op het signaleringssysteem “Zorg voor Jeugd.” Zorg voor Jeugd is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Op deze manier moeten risico’s met kinderen en jongeren worden voorkomen en kan in het belang van de jeugdige en zijn ouders/verzorgers hulp beter op elkaar worden afgestemd. Het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd is beschikbaar gesteld door de gemeente. De

Page 22: Schoolgids 2011-2012

22

gemeente heeft vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) namelijk de taak om problemen bij jeugdigen te signaleren en coördinatie van zorg te organiseren. Binnen onze organisatie kunnen de directeur en de clb’ers (coördinatoren leerlingen begeleiding) in onderling overleg, zorgsignalen afgeven in Zorg voor Jeugd. Zo’n signaal geven zij alleen af, nadat zij de ouders/verzorgers hierover hebben geïnformeerd. Bij het afgeven van een signaal wordt geen inhoudelijke informatie geregistreerd. In het systeem komt alleen te staan dat er zorgen zijn over een jeugdige. Als er twee of meer signalen in het systeem staan over dezelfde jeugdige, dan wordt automatisch een ketencoördinator aangewezen. Deze ketencoördinator is een professional van een hulpverleningsorganisatie. Hij/zij inventariseert wat er aan de hand is met de jeugdige en of het nodig is om in overleg met betrokken partijen een hulpverleningsplan op te stellen. Op www.zorgvoorjeugd.nu vindt u meer informatie over “Zorg voor Jeugd”. 7.6 De gemeenschappelijke gezondheidsdienst. Onze school werkt samen met de GGD Brabant-Zuidoost, team Jeugdgezondheidszorg. Dit team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistente, logopedist en een psycholoog. Wat kunnen zij voor u en uw zoon of dochter betekenen in de periode dat hij of zij op de basisschool zit?

Contactmomenten.

Tijdens de basisschoolperiode komen u en uw kind in groep 2 en in groep 7 in contact met de medewerkers van het team Jeugdgezondheidszorg. Het team Jeugdgezondheidszorg besteedt aandacht aan de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Afhankelijk van de leeftijd en ontwikkelingsfase ligt de nadruk steeds op andere gezondheidsaspecten, zoals groei, motoriek, leefstijl, spraak en taal, maar ook schoolverzuim en gedrag. Bij een onderzoek worden de resultaten altijd na afloop met u en/of uw kind besproken, zonodig aangevuld met advies. De ouders zijn bij een onderzoek aanwezig.

Zorgen bij zorgen. Iedere ouder, verzorger of begeleider heeft wel eens vragen over de gezondheid of ontwikkeling van zijn of haar kind. Denk bijvoorbeeld aan groei- of gehoorproblemen, slaap- en eetproblemen, moeilijk gedrag of vragen over de opvoeding. Alle ouders, leerlingen, maar ook de school kunnen met dit soort vragen altijd terecht bij medewerkers van de jeugdgezondheidszorg. Als de leerkracht of coördinator leerlingenbegeleiding een gesprek of onderzoek aanvraagt, is wel de toestemming van de ouders nodig. Afhankelijk van de vraag of het probleem, bekijkt Jeugdgezondheidszorg of verder advies of onderzoek nodig is en door wie. Inentingen. In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen en rodehond). U krijgt hiervoor een uitnodiging van de GGD. 12-Jarige meisjes krijgen een oproep voor de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker (HPV). Een gezonde school. De GGD ondersteunt de school bij het realiseren van een veilig, gezond en hygiënisch schoolklimaat, zoals het voorkomen en bestrijden van hoofdluis, uitvoeren van projecten over een gezonde leefstijl of het meten van en adviseren over een gezond binnenmilieu. Vragen, informatie en contact.

Page 23: Schoolgids 2011-2012

23

Hebt u vragen aan de jeugdverpleegkundige, jeugdarts of logopedist, neem dan gerust contact op met het team Jeugdgezondheidszorg (zie 10.2). 7.7 Klachtenregeling. Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden of kunnen er fouten gemaakt worden. Dat is op onze school niet anders. Ouders zijn altijd welkom bij de leerkrachten om dergelijke zaken te bespreken en samen zal dan naar een goede oplossing gezocht worden. Ons streven is dat elke leerkracht u altijd serieus neemt en goed naar u luistert. Als dat niet naar wens verloopt is het mogelijk om met vragen, problemen of klachten over het onderwijs, de aanpak van de kinderen of andere zaken naar de directeur te stappen. Deze zal proberen een dergelijk probleem in overleg met de ouders, de groepsleerkracht en eventuele andere betrokkenen zo snel mogelijk op te lossen. Als ouders niet tevreden zijn over de manier waarop zo’n probleem of klacht wordt opgepakt, kan de zaak worden besproken met één van de contactpersonen inzake klachten op onze school. Deze zijn door het bestuur aangesteld om ervoor te zorgen dat klachten van kinderen of ouders altijd serieus genomen worden en op een passende manier worden afgehandeld. De contactpersoon inzake klachten op onze school is mw. Anneke van Lankveld. Betty Venhovens. Elke ouder of elk kind kan een beroep op een van deze dames doen als er problemen worden ervaren. Het gesprek wordt vertrouwelijk behandeld en er worden geen stappen gezet zonder uw toestemming. De benaderde contactpersoon gaat in overleg met u over wat er moet worden gedaan of wie er moet worden ingeschakeld om tot een goede oplossing te komen. Als het nodig mocht zijn wordt een klacht doorverwezen naar de externe vertrouwenspersonen. De externe vertrouwenspersonen zijn mw. Adrie Verhoef en dhr. Henk Karsmakers. Als u met een klacht bij hen komt, zal eerst worden nagegaan of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Lukt dit niet, of is de klacht dermate ernstig dat verder gaan noodzakelijk geacht wordt, dan kan de klacht ter behandeling worden voorgelegd aan de voor de VBKO (Vereniging Besturen Katholiek Onderwijs) ingestelde landelijke klachtencommissie, waarbij ons bestuur is aangesloten. Contactgegevens:

mw. Betty Venhovens: van den Valgaetstraat 8, 5571 BG Bergeijk. 0497-573613.

mw. Adrie Verhoef, [email protected] 0497-515286.

hr. Henk Karsmakers, [email protected] 040-2215572.

Landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs, postbus 82324, 2508 EH Den Haag. 070-3568114.

De tekst van de klachtenregeling, die geldt bij SKOzoK, is op school aanwezig en beschikbaar voor ouders. 7.8 Schoolmaatschappelijk werk. SMW is een laagdrempelige vorm van hulpverlening voor zowel scholen als leerlingen en hun ouders/opvoeders. Zowel de school als de leerling of zijn/haar ouders kunnen een vraag neerleggen bij het SMW. De School Maatschappelijk Werker (SMW-er) maakt vervolgens een persoonlijk afspraak om het probleem helder te krijgen. Dit gesprek kan plaatsvinden op school, op kantoor of in de thuissituatie. De SMW-er stelt vervolgens een plan van aanpak voor. Dat kan bijvoorbeeld inhouden:

het geven van informatie en advies

een aantal gesprekken met de leerling

een aantal gesprekken met de ouders en/of de leerkracht

bemiddeling tussen ouders en school

praktische ondersteuning in de thuissituatie

Page 24: Schoolgids 2011-2012

24

In onderling overleg zal gekozen worden, hoe het aangemelde probleem aangepakt zal worden. Het is belangrijk dat het SMW voor iedereen herkenbaar, bereikbaar en toegankelijk is en dat we samen de vragen van en rondom de leerlingen delen. We zullen in het nieuwe schooljaar regelmatig een artikel in het mededelingenblad schrijven waarin we iedereen op de hoogte houden van bijvoorbeeld ons groepsaanbod en van onderwerpen die ons en jullie bezighouden. Voor bereikbaarheid van het SWM zie paragraaf 10.2. 7.9 Bestrijding hoofdluis. De school voert een actief beleid in het bestrijden van hoofdluis. Periodiek –direct na een vakantieperiode- controleert een groep ouders alle kinderen op hoofdluis. De controles worden steeds aangekondigd in het mededelingenblad. Als bij kinderen hoofdluis of neten worden waargenomen, worden de ouders/verzorgers van deze kinderen hiervan persoonlijk door de directie op de hoogte gesteld. De overige ouders van de betreffende groep krijgen een schriftelijke mededeling. De groep wordt ongeveer twee weken nadien nog eens extra gecontroleerd. Indien u zèlf hoofdluis constateert, dient u dit altijd bij de directie te melden. Om goed te kunnen controleren moeten de kinderen tijdens de controle hun haren los hebben. Er mag ook geen gel in de haren zitten. Om hun haren na de controle te kunnen fatsoeneren mogen de kinderen een borstel of kam in een plastic zakje mee naar school nemen. Doordat ouders ook thuis geregeld goed controleren, is aantreffen van hoofdluis op onze school de laatste tijd drastisch verminderd. 7.10 Bestrijding krentenbaard. Tegenwoordig komt krentenbaard steeds vaker voor. Krentenbaard is zeer besmettelijk, indien uw kind deze aandoening heeft willen we daar altijd melding van krijgen (leerkracht of directie). Om verdere besmetting te voorkomen kunnen kinderen met krentenbaard pas naar school komen op aangeven van de huisarts. 7.11 Verkeersbrigadiers. Onder toezicht van verkeersbrigadiers worden de kinderen een kwartier vóór en een kwartier nà schooltijd overgezet bij de kruising dr. Rauppstraat/pr. Marijkestraat. Het brigadieren wordt geheel door ouders verzorgd onder begeleiding van de rijkspolitie afd. de Kempen. Er zijn nog steeds ouders welkom als verkeersbrigadier. U kunt zich opgeven bij de coördinator mw. J. van Gerwen. (zie adressen in H. 10). 7.12 Overige voorzieningen. Jeugdtijdschriften. Aan het begin van het schooljaar worden de kinderen in de gelegenheid gesteld zich te abonneren op een educatief jeugdblad. Ook wordt de mogelijkheid gegeven een aantal jeugdboeken te bestellen. Fotograaf. Een schoolfotograaf maakt elk jaar een groepsfoto, individuele foto’s van uw kind en foto’s met broertjes en/of zusjes. De kinderen krijgen de foto’s in een envelop mee naar huis. U beslist zèlf of u de foto’s koopt.

Page 25: Schoolgids 2011-2012

25

8. ONZE AFSPRAKEN. 8.1 Aanname, plaatsing, instroom. Aanname. Alle kinderen van ouders die de identiteit van de school onderschrijven dan wel respecteren, worden toegelaten. Als ouders hun kind hebben ingeschreven, rust op hen ook de verplichting er voor te zorgen dat het kind daadwerkelijk de school bezoekt. Als op onze school een leerling aangemeld wordt die door zijn/haar handicap extra zorg en aandacht nodig heeft, hanteren we een aantal voorwaarden voor aanname. We gaan over tot aanname voor een afgesproken gedeelte van de week, als uit onderzoek is gebleken dat het een reële oplossing is dat de betreffende leerling op onze school het nodige geboden kan krijgen. Aanname gebeurt in een dergelijke situatie daarnaast onder de volgende voorwaarden:

Indien door ons nodig geacht, moeten we gebruik kunnen maken van ambulante begeleiding.

Het kind moet leerbaar zijn.

Het kind moet zindelijk zijn.

Aanname geschiedt telkens voor één schooljaar, evaluatie moet duidelijk maken of het volgen van onderwijs op onze school verantwoord is voor het betreffende kind, de klasgenootjes en voor de leerkracht betreffende het daaropvolgende schooljaar.

Plaatsing. Indien we over parallelgroepen beschikken, worden kinderen in de regel niet bij een broertje of zusje geplaatst. In welke groep een kind wordt geplaatst, hangt af van bijvoorbeeld de samenstelling, de zwaarte van de groep of van andere omstandigheden. In de eerste weken dat uw kind op school zit, wordt u uitgenodigd voor een entreegesprek, waarin u bijzonderheden betreffende uw kind kunt aangeven. Dat kan voor een goede opvang van belang zijn. Instroom. We adviseren om kinderen in een rustige periode te laten instromen. Een aantal momenten in het jaar is daarvoor minder geschikt, bijvoorbeeld de Sinterklaastijd, vlak voor een vakantie en het einde van het schooljaar. Kinderen kunnen instromen vanaf de eerste dag nà hun vierde verjaardag. Vier weken voorafgaande aan de vierde verjaardag mogen ze vijf keer komen kennismaken. De school neemt daarvoor contact met de ouders op. Deze kennismaking kan, in overleg, vijf hele dagen of vijf dagdelen (halve dagen) betreffen. 8.2 Leerling-gebonden financiering: het rugzakje. Op 1 augustus 2003 is er een nieuwe wet in werking getreden: die van het “rugzakje”. In het kort betekent dit dat, wanneer er sprake is van een bepaald leerprobleem of factoren die het voor het kind moeilijker maken om te kunnen leren, er een mogelijkheid bestaat om daar begeleiding voor te krijgen. Er kan als het ware deskundigheid van buiten de school worden ingekocht en in samenspraak met ouders/verzorgers en deskundigen kan worden bekeken of deze binnen of buiten de school het kind wordt aangeboden. Hier gaat een bijzonder zorgvuldige procedure aan vooraf, waarin diverse instanties de problematiek van het kind bekijken en beoordelen. De Kwaliteits Ondersteuner kan u hierover nader informeren. 8.3 Leerplicht. Kinderen mogen de basisschool bezoeken zodra ze vier jaar zijn. In de praktijk stromen alle kinderen binnen enkele weken na hun vierde verjaardag in. De èchte leerplicht vangt aan op de eerste dag van de maand, die volgt op de maand waarin een kind vijf jaar is geworden.

Page 26: Schoolgids 2011-2012

26

Soms is een volledige werkweek te lang voor jonge kinderen. Daarom biedt de leerplichtwet een mogelijkheid tot vrijstelling; Ouders van een vijfjarige leerling mogen, in overleg met de schooldirectie, hun kind maximaal vijf uur per week thuishouden. Mocht dit niet genoeg blijken te zijn, dan mag de directeur daar nog vijf extra uren vrijstelling per week bovenop doen. Deze mogelijkheid voor vrijstelling is uitsluitend bedoeld om overbelasting van de leerling te voorkomen. Zodra een kind zes jaar is geldt deze regeling niet meer. Zesjarige leerlingen moeten allemaal het volledige onderwijsprogramma volgen. 8.4 Verandering van basisschool. Verandering van basisschool kan plaatsvinden:

na overleg tussen de directeuren van de betreffende scholen.

bij voorkeur aan het begin van het schooljaar. De school verstrekt aan de ontvangende school een onderwijskundig rapport, waarin het volgende wordt beschreven:

de persoonsgegevens van de leerling.

de gebruikte leermethoden en het bereikte niveau.

gegevens over sociale vaardigheid, inzet, tempo en zelfstandigheid.

algemene opmerkingen. Ouders ontvangen een kopie van dit rapport. 8.5 Verlofregeling. In Nederland bestaat een leerplicht (zie hierboven 8.3 “Leerplicht”). Buiten de in 8.3 omschreven vrijstelling, kan door de directeur, verlof van de leerplicht worden verleend om de volgende redenen:

1. Eén keer per schooljaar, voor ten hoogste tien dagen, als de ouders aantoonbaar vanwege hun beroep niet in de reguliere vakantie weg kunnen. Deze dagen mogen echter niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar. Als het extra verlof meer dan twee weken betreft, mag dit niet worden verleend. Dit moet dan worden overlegd met de leerplichtambtenaar van de gemeente.

2. Bij verhuizing binnen de gemeente één dag, buiten de gemeente twee dagen. 3. Voor het bijwonen van een huwelijk in de familie is de richtlijn één dag. 4. Bij een sterfgeval in de familie is de richtlijn te bezien wat nodig is. 5. Bij een huwelijks- of ambtsjubileum is de richtlijn verlof te geven op de dag van het

feest. Bovenstaande betekent dat er géén verlof gegeven kan worden voor:

een tweede vakantie.

op wintersport gaan buiten de schoolvakantie.

het bezoeken van een pretpark buiten schoolverband.

een dag eerder dan de schoolvakantie vertrekken naar het vakantieadres.

een lang weekend, waarbij de vrijdag of de maandag vrij gevraagd wordt. Een afschrift van wel of niet toegekend verlof gaat naar de leerplichtambtenaar van de gemeente. Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten. De leerlingen van onze school zijn wettelijk verplicht deel te nemen aan alle, voor hen bestemde, onderwijsactiviteiten. Op verzoek van de ouders is het mogelijk dat de directeur een leerling vrijstelling verleent voor het volgen van het vak godsdienst/levensbeschouwing. Zo’n verzoek dient schriftelijk ingediend te worden. Als de directeur deze vrijstelling verleent, geeft hij tevens aan welke onderwijsactiviteit hiervoor in de plaats komt.

Page 27: Schoolgids 2011-2012

27

Ziekte en verzuim. Wij verzoeken u vriendelijk ons zo spoedig mogelijk te melden wanneer uw kind wegens ziekte of andere dringende redenen niet naar school kan komen. Dit kan telefonisch of schriftelijk. Telefonisch: tussen 08.15 en 08.30 uur of, indien het kind ’s middags niet naar school komt, tussen 13.15 en 13.30 uur. Voor spoedgevallen kunt u onder schooltijd bellen. Schriftelijk: door een briefje te laten afgeven bij de leerkracht. De onderwijsinspectie moet altijd kunnen zien welke kinderen afwezig zijn met de reden van hun afwezigheid. Hoe gaan we om met ongeoorloofd verzuim? Wanneer een kind zonder opgave van redenen de school niet bezoekt, wordt dit aangemerkt als ongeoorloofd verzuim. Bij ongeoorloofd verzuim worden de ouders/verzorgers opgeroepen door de directeur en de leerplichtambtenaar in kennis gesteld. 8.6 Vervanging. De afgelopen jaren is het vinden van vervanging bij afwezigheid van leerkrachten een toenemend probleem geworden. Ons bestuur heeft sinds kort een centraal vervangersaanbod en daarin verplichtingen aan een aantal vervangers, die alléén ingezet worden in geval van ziekte, waarbij ze prioriteit moeten krijgen boven andere vervangers. Van dit aanbod maken we, met steeds meer succes, gebruik in geval van benodigde vervanging. Bij afwezigheid van een leerkracht hanteren wij het volgende beleid:

Er wordt bezien voor welke vorm van afwezigheid (bv. ziekte of studie) en hoelang een vervanging nodig is, naar aanleiding daarvan wordt een vervanger benaderd.

Bij vervanging voor ziekte wordt via het bestuur naar een vervanger gezocht (zie hierboven). Is er geen vervanger beschikbaar die prioriteit geniet, dan wordt in eerste instantie gezocht naar een vervanger die al met onze school bekend is (bv. een parttime collega). Vervolgens kunnen overige leerkrachten uit het bestuursvervangersaanbod of parttime leerkrachten van andere, onder ons bestuur staande scholen, worden benaderd.

Bij vervanging voor àlle afwezigheid, buiten deze voor ziekte, wordt in eerste instantie gezocht naar een vervanger die al met onze school bekend is. Dat kan bijvoorbeeld een parttime collega zijn. Vervolgens kunnen overige leerkrachten van het bestuursvervangersaanbod of parttime leerkrachten van andere, onder ons bestuur staande scholen, worden benaderd.

Indien er niet voor vervanging gezorgd kan worden, zijn we genoodzaakt één van de volgende maatregelen te nemen om tot een oplossing te komen:

Een leerkracht uit een onderbouwgroep naar een bovenbouwgroep schuiven, omdat er voor de onderbouw toch een vervanger gevonden kan worden.

De op dat moment van lestaken vrijgeroosterde leerkracht inzetten voor een groep.

De groep, voor korte duur, verdelen over andere groepen. Bovenstaande mogelijkheden kunnen worden benut als dat redelijkerwijs mogelijk en onderwijskundig verantwoord is. Dit ter beoordeling van de directie. Bieden voorgaande mogelijkheden geen oplossing, dan zal de betreffende groep thuis moeten blijven. Daarbij worden de richtlijnen van de inspectie gevolgd:

Alleen in het uiterste geval zal hiertoe worden overgegaan.

In principe niet op de eerste dag.

Ouders worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld, in geval van nood ouders snel informeren middels een telefoonboom.

Page 28: Schoolgids 2011-2012

28

Voor kinderen die geen opvang hebben zal binnen de school opvang geregeld worden.

Omdat lesuren uitvallen, kan het om roostertechnische redenen gebeuren dat op opeenvolgende dagen, verschillende groepen, op toerbeurt, naar huis gestuurd worden.

De inspectie stelt zich op het standpunt, dat wanneer er een groep naar huis gestuurd wordt omdat er geen vervanging is, de school moet aangeven zijn uiterste best te hebben gedaan om een invaller te krijgen of iets anders te regelen voor de groep. De uren hoeven op een later moment niet te worden gecompenseerd. De directie is in principe niet voor vervanging beschikbaar. 8.7 Hoe gaan we om met elkaar? Waar mensen met elkaar omgaan zijn er regels. Veel van die regels zijn ontstaan door de situatie waarin men verkeert. Zo is het ook op school. Veel regels die wij hanteren zijn organisatorische afspraken. Vaak zijn deze regels anders dan thuis, omdat we op school in grotere groepen samen zijn. De waarden en normen die we als school hebben spelen daarbij een belangrijke rol. We vinden dat ieder kind waardevol is en we benaderen kinderen op een positieve manier. Problemen proberen we altijd op te lossen. Ook kinderen moeten op een positieve manier met elkaar omgaan en leren rekening houden met elkaar. Daarom stimuleren we dat kinderen samen spelen/werken en elkaar helpen. We leren kinderen ook naar elkaar te luisteren; als iemand zegt dat hij of zij iets niet wil, moet je het ook niet doen. Die positieve manier van met elkaar omgaan biedt geen plaats voor vechten, dat ook nooit als spelletje kan beginnen. We accepteren het niet wanneer kinderen bijvoorbeeld zeggen: “Mijn ouders zeggen dat ik mag terugslaan.” Voor pesten of treiteren zijn geen excuses. We proberen zoveel mogelijk te voorkomen dat er in een groep een sfeer ontstaat waarin gepest wordt, we willen een sfeer waarin niemand wordt buitengesloten. We willen kinderen leren conflicten zèlf op te lossen. Kinderen mogen met hun problemen altijd naar de leerkracht komen. Die zal proberen het probleem samen met het kind op te lossen. Bij problemen tussen kinderen speelt de leerkracht vaak een bemiddelende rol. In de meeste gevallen leidt dit tot “het weer goed maken”. Hierna moet het ook vergeten en vergeven zijn. Een conflict dat zich op de speelplaats voordoet, moet door de surveillant worden opgelost. We vinden het belangrijk dat kinderen de regels die wij op school hanteren ook begrijpen. Daarom komen regels/afspraken regelmatig ter sprake in de groep en wordt uitgelegd waarom ze zijn ontstaan. Ook worden regels/afspraken regelmatig in het mededelingenblad aan de orde gesteld, zodat ouders/verzorgers er ook met hun kind(eren) over kunnen praten. Kinderen kunnen zonodig ook betrokken worden bij het vinden van nieuwe regels/afspraken. Op deze manier proberen we de kinderen verantwoording bij te brengen voor hun leefomgeving. 8.8 Belangrijkste regels/afspraken. Aanwezig op school: De kinderen zijn niet eerder dan een kwartier voor het begin van de lessen op de speelplaats aanwezig. Eerder valt het toezicht op de kinderen ook niet onder de verantwoordelijkheid van de school. Er is tussen 08.15-08.30 uur en 13.15-13.30 uur alleen toezicht op de grote speelplaats door één leerkracht, er is op die tijden geen toezicht op de schoolomgeving, die valt niet onder onze verantwoordelijkheid. Bij slecht weer mogen de kinderen tien minuten voor aanvang van de lessen naar binnen, maar alleen als de surveillant daarvoor toestemming geeft. De kinderen verblijven dan in het eigen lokaal. Nà schooltijd is de speelplaats niet meer vrij toegankelijk. Auto’s bij de school. We verzoeken u dringend om uw kind zo min mogelijk met de auto naar school te brengen, dit om de verkeersstroom rond de school zo veilig mogelijk te houden. In verband met de

Page 29: Schoolgids 2011-2012

29

verkeersveiligheid van uw kinderen is er een stopverbod ingevoerd aan de straatzijde waar de kinderen het schoolterrein opkomen/verlaten. Het binnenkomen. Vijf minuten voor aanvang van de les gaat de bel. Er is dan vijf minuten inlooptijd, zodat we op tijd kunnen beginnen. Dit wordt aangegeven door een tweede belsignaal. De kinderen van groep 4 tot en met 8 gaan zelfstandig, zonder ouders/verzorgers, het lokaal binnen. De andere kinderen mogen worden weggebracht tot in het lokaal. We vragen ouders/verzorgers vriendelijk het schoolgebouw tijdig vóór aanvang van de lessen te verlaten. Wanneer u een belangrijke mededeling voor de leerkracht heeft, dan kunt u deze spreken tussen 08.15 en 08.25 uur of tussen 13.15 en 13.25 uur. Vanzelfsprekend kunt u altijd een afspraak maken. Brengen en halen van kleuters/groep 3. We verzoeken u om uw fiets op de stoep, buiten het hek, te plaatsen. Als de bel gaat, kunt u uw kind ophalen op de speelplaats. Buiten spelen. Voor schooltijd en in de pauze spelen de kinderen buiten. De kleuters op hun eigen speelplaats en groep 4 tot en met 8 op de “grote” speelplaats. De kinderen van groep 3 mogen zèlf hun speelplaats kiezen. Het gebied vlak vóór de poorten is géén speelterrein net als de fietsenstallingen. Er is tijdens speelmomenten altijd een surveillant aanwezig. Bij slecht weer spelen de kinderen binnen, onder toezicht van hun eigen leerkracht in hun eigen lokaal. Eten en drinken als tussendoortjes. Tussendoortjes (pauzehapjes) leveren regelmatig vragen op. We gaan voor proportie en kwaliteit, daarom zijn de volgende regels gesteld, waar leerkrachten zorgvuldig op toezien:

Als u uw kind iets wilt meegeven, dan mag dit best een hapje èn een drankje zijn, maar we verzoeken erop toe te zien dat dit binnen de proporties blijft. Uw kind moet natuurlijk niet de hele pauze nodig hebben voor het tussendoortje.

Een hapje kan bijv. bestaan uit schoongemaakte groente òf fruit.

Een gezond drankje, dus géén frisdrank/koolzuurhoudende drank, wordt meegenomen in een goed afsluitbare beker. Liever geen pakje en zeker géén blikjes vanwege het afvalprobleem.

Zorgt u voor een naam op het eten/drinken, dat voorkomt misverstanden. Verjaardagen en feesten zien we als uitzonderingsmomenten, waarbij we echter geen uitwassen willen zien. Vanzelfsprekend verlenen we onze medewerking als kinderen om medische redenen moeten afwijken van bovenstaande. Met de fiets naar school. Onze fietsenstallingen zijn niet groot genoeg om de fietsen van alle kinderen te herbergen. Kinderen die in de onderstaande straten wonen, mogen met de fiets naar school komen. Pr. Bernhardstraat. Julianastraat, nà zijstraat Ireneplein. Borkelse dijk. Kerkstraat va. Nr. 26. Bucht eo. Kleine Kept va. Nr. 22. Eijkereind. Lijntstraat. Hoek Lijnt, nà Marijkestraat. Mr. Pankenstraat. ’t Hof. Sterrepad. Ireneplein. Andere kinderen komen lopend naar school. In bijzondere gevallen kan daarvan worden afgeweken. Hiervoor moet wel toestemming gevraagd worden. Vóór de poorten stappen alle fietsers af (op de speelplaats mag niet worden gefietst) en plaatsen hun fiets in de fietsenstalling, die in vakken is verdeeld: maak eerst het vak vol waar nog plaats is.

Page 30: Schoolgids 2011-2012

30

Feestdagen. Rondom de decemberfeestdagen is iedereen volop in de weer met het schrijven en versturen van de beste wensen. Oók kinderen worden daarin steeds actiever. Het wordt echter lastig als deze kaarten op school worden verspreid, vandaar dat we dit niet toestaan. Gebruik van materialen. Alle materialen die de kinderen nodig hebben, krijgen ze op school. Ze hoeven dus niets mee te brengen. Samen zorgen we ervoor dat we de materialen op de juiste manier gebruiken. Bij opzettelijk vernielen worden ouders/verzorgers aansprakelijk gesteld. Gedrag in de gangen. In de gangen wordt niet gerend. Jassen en tassen worden aan de kapstok opgehangen. Ligt er iets van een ander op de grond, dan hangen we het op en lopen er niet overheen. Tijdens de lestijden zijn we rustig op de gang. Gevonden voorwerpen. Alle gevonden voorwerpen worden verzameld en in de ruimte tussen de gymzaal en de school bewaard. Mist u een kledingstuk of ander eigendom van uw kind, kom dan even kijken. Als u jassen, gymspullen e.d. van een naam voorziet, kunnen gevonden voorwerpen snel terugbezorgd worden. Gevonden kleding die na geruime tijd niet wordt opgehaald, wordt met de kledingactie, die de oudervereniging twee maal per jaar organiseert, meegegeven. Overige voorwerpen gaan na verloop van tijd naar een liefdadigheidsinstelling. Gymnastiek en gymkleding (zie ook 9.2). Voor iedereen geldt: gymschoenen mogen niet op straat gedragen zijn en geen zwarte strepen op de gymvloer achterlaten

De kinderen van groep 1 en 2 hebben gymschoentjes nodig, ze zetten deze op school neer. Zij kunnen immers, indien gewenst, dagelijks in de speelzaal terecht en één keer per week in de grote gymzaal. Het is makkelijk als de gymschoenen van een naam zijn voorzien, kleuters hoeven verder geen gymkleding te dragen.

Vanaf groep 3 dragen de kinderen, tijdens de gymlessen, gymschoenen èn sportkleding. Zorgt u ervoor dat dit op tijd gewassen wordt.

De kinderen van groep 5 t/m.8 douchen na elke gymles, ze hebben daarvoor een handdoek en badslippers nodig.

Indien een kind niet kan meedoen met de gymles, ontvangen we graag een briefje of een persoonlijke melding van de ouders. Hygiëne, besmetting en vlekken.

Wij doen ons best om onze school zo schoon mogelijk te houden. Maar waar veel mensen bij elkaar zijn, wordt eerder geknoeid en hebben infecties meer

kans. Dit vraagt ook van u als ouder/verzorger, extra alertheid. Op school proberen we te werken met zoveel mogelijk uitwasbare materialen. Ondanks voorzorgmaatregelen, zoals schorten, kan het voorkomen dat er verf of iets anders in de kleding komt. De meeste vlekken zijn na een goede behandeling en een wasbeurt verdwenen. Toch komt het een enkele keer voor dat er een vlek zichtbaar blijft. We adviseren daarom ook om uw kind op school geen dure kleding aan te geven.

Mobiele telefoons/muziek: We staan niet toe dat kinderen een mobiele telefoon bij zich dragen. In noodsituaties kan een uitzondering op deze regel worden gemaakt, echter alleen nà overleg tussen leerkracht en ouders/verzorgers. Muziekspelers (mp3 etc.) staan we niet toe op school.

Page 31: Schoolgids 2011-2012

31

Ontruimingsplan. Er bestaat voor onze school een ontruimingsplan, dat in elke ruimte van het gebouw aanwezig is. Dit ontruimingsplan wordt twee keer per jaar met de kinderen geoefend, óók tijdens het overblijven vindt er een oefening plaats. Oversteken bij de brigadiers. Kinderen die bij de kruising dr. Rauppstraat-pr.Marijkestraat oversteken, volgen de instructies op van de verkeersbrigadiers. Rookverbod. In en om ons hele gebouw geldt een rookverbod. Ook vragen wij iedereen, die bij (buitenschoolse) activiteiten betrokken is, niet te roken in het bijzijn van kinderen. Schorsing en verwijdering. Als het nodig is om tot deze maatregelen over te gaan, handelt de directeur volgens hetgeen is opgenomen in de wet op het primair onderwijs artikel 40. De beslissing tot schorsing of verwijdering wordt altijd genomen in overleg met het schoolbestuur, echter nooit zonder dat betreffende leerling en ouders/verzorgers zijn gehoord. Sponsoring. Voor de school kan sponsoring door het bedrijfsleven zeer aantrekkelijk zijn. Of het nu gaat om bijvoorbeeld extra computersoftware, uitbreiding van speeltoestellen of verbetering van de toneelvoorziening, extra geld is altijd welkom. Van de andere kant zijn we er ons ook goed van bewust dat de school voor het bedrijfsleven een interessante doelgroep is. Maar kinderen zijn beïnvloedbaar en kwetsbaar. We vinden dat we de kinderen hiertegen moeten beschermen. Alle landelijke organisaties van besturen, personeel, ouders en leerlingen hebben daarom afspraken gemaakt over sponsoring. Bij deze afspraken, waaraan een drietal uitgangspunten ten grondslag liggen, sluiten we ons aan. Deze uitgangspunten zijn als volgt omschreven:

Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school.

Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen.

Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school stelt aan onderwijs. Het onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsoring.

Met deze uitgangspunten in het achterhoofd zullen wij een bij beslissing over sponsoring altijd kijken of er voldoende draagvlak bestaat. Niet alleen binnen de school, maar ook tussen de school en verdere betrokkenen bij de school. Het moet altijd voor iedereen duidelijk zijn dat er sprake is van sponsoring. Verjaardagen. Kinderen die vier jaar worden vieren hun verjaardag niet op school, maar we raden aan dit nog op de peuterspeelzaal te doen. We doen dit omdat de eerste echte schooldagen voor veel kinderen erg spannend zijn. Ze kunnen hun vierde verjaardag beter in een vertrouwde omgeving vieren. De verjaardagen van alle andere kinderen worden op school gevierd. In groep 1/2 mogen de ouders de viering van de verjaardag op school meemaken. Ook van de andere kinderen gaat de verjaardag niet ongemerkt voorbij.

Page 32: Schoolgids 2011-2012

32

Jarige kinderen trakteren doorgaans hun groep, het is niet gebruikelijk dat leerkrachten daarbovenop nog iets bijzonders ontvangen. We zien liever geen overdreven traktatie, probeert u uw kind daarin wat te sturen, zie ook het paragraafje “Eten en drinken…”. Groep 1/2 viert de verjaardag ’s ochtends om 08.30 uur, waarna getrakteerd wordt. In de andere groepen wordt rond 10.05 uur getrakteerd. De kinderen eten de traktatie in de klas op. Vaak volgt op een verjaardag ook een kinderfeestje thuis. Om vervelende situaties te voorkomen, staan we niet toe dat uitnodigingen voor dergelijke partijtjes, op school worden rondgedeeld. Indien U een tractatie verzorgt houdt u dan aub. rekening met kinderen die last van allergische reacties hebben. Vervoer. Soms doet de school een beroep op ouders/verzorgers of vrijwilligers om te helpen bij het vervoer naar een activiteit. Indien dit per auto gebeurt dan geldt er een aantal regels:

Kinderen die kleiner zijn dan 1,35m. zitten verplicht in een goedgekeurd kinderzitje.

Kinderen groter dan 1,35m. èn volwassenen gebruiken de autogordel en zonodig (als de gordel over de hals loopt in plaats van over de schouder) een zittingverhoger.

Als school willen we dat er tijdens een uitstapje gebruikt wordt gemaakt van auto’s met gordels voor- en achterin.

Video-opnamen en foto’s. Vanwege de wet op de privacy mogen er op school geen video-opnamen en/of foto’s gemaakt worden. Hierop zijn uitzonderingen:

In het kader van professionalisering, scholing en cursussen kunnen er opnamen gemaakt worden in de groep. Deze opnamen worden gebruikt bij nabespreking met de leerkrachten.

Er kunnen, in het kader van ambulante begeleiding, video-opnamen gemaakt worden van een bepaald kind. De ouders moeten daar vooraf toestemming voor geven.

Tijdens verjaardagen mag u foto’s van uw kind maken. Tijdens bijzondere activiteiten/vieringen op school, heeft een leerkracht de taak om foto’s te maken. Deze verschijnen op onze site, waarvan u ze kunt downloaden.

Via ons inschrijfformulier vragen we iedere ouder/verzorger toestemming tot het plaatsen van schoolfoto’s in de schoolgids en op onze website. Mocht u hier niet mee akkoord zijn of op terug willen komen, dan is dat vanzelfsprekend altijd mogelijk in overleg met de directie.

Buiten de school respecteren we het recht op vrije nieuwsgaring.

Hoofdstuk 9: 'De Thomas van Aquinoschool is goed, maar het kan altijd beter' Zoals u heeft kunnen lezen, durven we heel positief te zijn over onze school, we denken dat we heel verantwoord bezig zijn en dat we onderwijs van goede kwaliteit leveren. Maar dat wil niet zeggen dat we denken er te zijn. Het kan altijd beter en er zijn nog diverse zaken waar we aan moeten werken en ook aan willen werken om de kwaliteit voor elkaar te krijgen die we graag willen bereiken. In onderstaande tabel zijn de zaken opgenomen die wij heel belangrijk vinden en waar we dagelijks aan werken om dat stapje voor stapje steeds beter te realiseren:

Page 33: Schoolgids 2011-2012

33

Wat betreft de leerlingen: Wat betreft de leerkrachten:

Er wordt gezorgd voor een klimaat waarin de basisbehoeften relatie, competentie en zelfstandigheid vervuld kunnen worden.

Er wordt gezorgd voor een klimaat waarin de basisbehoeften relatie, competentie en zelfstandigheid vervuld kunnen worden.

Er is sprake van een krachtige leer- en werkomgeving, een veilig en inspirerend leerklimaat, waar - leerlingen initiatieven mogen tonen, - leerlingen de kans krijgen dat wat ze Zelfstandig kunnen ook zelfstandig te doen - leerlingen mede verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leerproces.

Er is sprake van een krachtige leer- en werkomgeving, een veilig en inspirerend leerklimaat, waar - leerkrachten initiatieven mogen tonen, - leerkrachten de kans krijgen zelfstandig zaken af te handelen, - leerkrachten verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leerproces.

Iedere leerling krijgt de kans om echt te leren, mogelijkheden en interesses van de leerling en het leerstofaanbod zijn op elkaar afgestemd. Verschillen tussen leerlingen vormen geen probleem, maar een uitdaging en worden actief gebruikt in het versterken van het leerproces!

Iedere leerkracht wordt uitgedaagd tot leren. Dat leren is gericht op versterking van het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht en daarmee op de kwaliteit van de school. Er is sprake van erkende ongelijkheid waarbij het kennen van eigen zwaktes een sterkte is en gebruik gemaakt wordt van elkaars kwaliteiten.

Bij het onderwijs wordt ervan uitgegaan dat leren een actief proces is. Leerlingen krijgen de gelegenheid voor interactie en samenwerkend leren. Er wordt gestreefd naar een hoge betrokkenheid van leerlingen.

Bij het onderwijs wordt ervan uitgegaan dat leren een actief proces is. Leerkrachten krijgen de gelegenheid voor interactie en samenwerkend leren. Er wordt gestreefd naar een hoge betrokkenheid van de leerkrachten.

Er wordt toegewerkt naar een moderne werk- en leeromgeving met ICT als belangrijk leermiddel en medium voor een open communicatie met de omgeving.

Er wordt toegewerkt naar een moderne werk- en leeromgeving met ICT als belangrijk leermiddel en medium voor een open communicatie met de omgeving.

Het begeleiden van de leerlingen gebeurt ontwikkelingsgericht.

Het begeleiden van de leerkrachten gebeurt ontwikkelingsgericht.

De leerkracht geeft het goede voorbeeld en wil zelf leren, durft kritisch naar zichzelf te kijken, maakt gebruik van reflectie en is op deze manier de juiste persoon om de leerprocessen te begeleiden.

De directeur geeft het goede voorbeeld en wil zelf leren, durft kritisch naar zichzelf te kijken, maakt gebruik van reflectie en is op deze manier de juiste persoon om de leerprocessen in zijn school te begeleiden.

Natuurlijk kun je niet alles tegelijk veranderen of verbeteren, dat zou zelfs niet goed zijn. Wel maken we ieder jaar een planning van de zaken die we in het komende schooljaar gaan aanpakken of bijzondere aandacht willen geven. Die planning noemen we ons ontwikkelingsplan.

Page 34: Schoolgids 2011-2012

34

Concrete doelstellingen voor het schooljaar 2011-2012.

Doelen : Wat willen we bereiken?

Welke concrete resultaten willen we zien, willen we kunnen zeggen dat ons doel bereikt is?

1. Alle scholen hebben een basisarrangement van de onderwijsinspectie.

Onze school scoort minimaal gemiddeld op de eindscore van cito, zoals mag worden verwacht van de schoolgroep waarin onze school zich bevindt. We bewaken, minimaal 2 x per jaar na de afname van midden – en eindtoetsen van Cito, de tussenopbrengsten en stellen daarop ons handelen af.

2. Onze scholen werken resultaatgericht d.m.v. groeps- en handelingsplannen en ook doelgericht in samenspraak met ouders en kinderen. Hierbij is zowel aandacht voor cognitieve opbrengsten als voor de sociaal emotionele ontwikkeling.

Kwaliteitsondersteuners, directies en alle leerkrachten (die de cyclus “afstemming” volledig hebben doorlopen) zijn bekend met: a. de uitgangspunten en doelstellingen van afstemming. b. de systematische werkcyclus van handelingsgericht werken. -De opbrengsten voor de school van het project “Afstemming” zijn geformuleerd ( zie cursusmap Afstemming) en er is een implementatieplan. Aanwezig op school. -De teams hebben inzicht gekregen in de systematische werkcyclus van het handelingsgericht werken. Einde schooljaar 2011-2012 zijn leerkrachten in staat verkregen inzicht en werkwijze toe te passen op alle kernvakken (lezen, taal en rekenen). -De ouders worden structureel geïnformeerd over de doelstellingen en ontwikkelingen van dit proces. We bereiken dit o.a. door kennismakingsgesprekken aan het begin van het schooljaar, informatiebijeenkomsten over dit thema en een vaste rubriek in ons schoolbulletin.

3. We sturen gericht op professionalisering en het stimuleren van samen werken en samen leren om zo meer gebruik te maken van de kwaliteiten en competenties.

Het samen leren en samen werken geven wij aansluitend op ons project leernetwerken: “Geef de leerkracht de middelen voor zijn vak terug” gestalte door alle scholing en werkbijeenkomsten op de schaal van de Hofscholen uit te voeren tijdens het gehele schooljaar. Gesteund door twee vaste trainers en begeleid door een medewerker van het SWV zetten we op deze manier reeds behaalde competenties en kwaliteiten van leerkrachten optimaal in. Op deze manier sluiten we volledig aan bij het speerpunt van SKOzoK , verwoord in het Kompas onder de professionele medewerker en de samenwerkende organisatie.

4.Invoeren nieuwe methode aanvankelijk lezen: Veilig Leren Lezen

In augustus 2011 hebben we een nieuwe aanvankelijkleesmethode ingevoerd: Veilig Leren Lezen. We gebruiken dit jaar om de methode verder te implementeren.

5. Onze leerlingenzorg borgen in een geactualiseerd document, dat voldoet aan de uitgangspunten van HGW en de doelstellingen van SKOzoK.

Een actueel, op handelingsgericht werken afgestemd zorgplan, dat anticipeert op de reeds ingezette kwaliteitsondersteuning door SKOzoK, op de nog te formuleren uitgangspunten van ons nieuwe SWV en waar mogelijk voldoet aan de wettelijke verplichtingen van Passend Onderwijs.

Page 35: Schoolgids 2011-2012

35

10. NAMEN EN ADRESSEN.

Schoolteam: Directeur: Dhr. Gert van Kooij Administratie: Directieondersteuning: Mw. Anneke van Uijtregt

Mw. Anita Hompes

Leerkrachten: Dhr. Han Bex Mw. Els Blox Conciërge: Mw. Betty van Breugel Mw. Mariëtte Cardinaal

Dhr. Cor Verhagen

Mw. Carin Gielen Huishoudelijk dienst: Mw. Lieke Lieffers Mw. Carien Lemmens Mw. Anneke van Lankveld Mw. Diny Renders Mw. Bea Lazaroms Mw. Clementine Mennen Mw. Maaike van Nieuwenhuis Kwaliteitsondersteuner: Mw. Marieke v. Elewout

De medezeggenschapsraad: Voorzitter: Mw. Maaike van Nieuwenhuis Secretaris: Mw. Jeanny van Gerwen Email: [email protected] Leden: Dhr. Michiel van Grootel Dhr. Edgar Willems Personeel??? Contact personen overblijven op school: zie ook pag. 20. mw. Betty Venhovens (0497-573613 òf 06-10581808) mw. Mariëlle Loos (0497-575273 òf 06-48759677). Email: [email protected] De ouderraad: Voorzitter: Mw.Yvonne van Hoof Secretaris: Email: [email protected] Mw. Thea Claes Penningmeester: Mw. Melinda van Maasakkers Leden: Mw. Barbra van Mook ondersteuning Mw. Jessica van Grootel grp 1 Mw. Patricia Huijzers grp 2

Page 36: Schoolgids 2011-2012

36

Mw. Melinda van Maasakkers grp 3 Mw. Corine Loos grp 4 Mw. Christel Keeris grp 5 Mw. Yvonne van Hoof (vz) grp 6 Mw. Lianne Box grp 7 Mw. Thea Claes grp 8 Coördinator verkeersbrigadiers: Mw. Jeanny van Gerwen 0497-573993 Externe personen en instanties Schoolbegeleidingsdienst De Kempen Eikenburg 2 5521 HZ Eersel Tel. 0497-515224 Directeur: Mevr. M. van Gelderen Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Inspecteur: Dhr. B.J.Th.M de Goei Vragen over onderwijs: tel. 0800-8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs tel 0900-1113111 (lokaal tarief) Administratie De administratie van school wordt verzorgd door: Onderwijs Service Groep Postbus 47 5490 AA Sint-Oedenrode Tel. 0413-480888 Algemeen directeur Schoolbestuur ( SKOzoK) Mevr. I. Sluiter en dhr. C. Segers Pastoor Janssenplein 21, 5504 BS Veldhoven Tel. 040-2531201 Jeugdarts / Jeugdverpleegkundige G.G.D. Zuidoost-Brabant De Callenburgh 2 5701 PA Helmond Tel. 0492-584821 School Maatschappelijk Werk. Mevr. K Tamminga Dommel/regio Maastrichterweg 51, 5554 GE Valkenswaard Tel. 040-2048500 Klachtenregeling Voor adressen zie hfdst. 9.

Page 37: Schoolgids 2011-2012

37

Tot slot U hebt nu onze schoolgids gelezen. We hebben geprobeerd om een zo volledig mogelijk beeld te geven van onze school en onze manier van werken. Of we daarin geslaagd zijn kunnen vooral de ouders ons vertellen. We vinden het dan ook fijn om opmerkingen of suggesties te krijgen over deze gids, daar kunnen we bij een volgende druk weer gebruik van maken.