Schoolgids 2011-2012

30
Schoolgids onveranderlijk deel 18FC Pieter de Hooghstraat 10 5854 ES Nieuw Bergen [email protected] (Ingang Paulus Potterstraat)

description

Schoolgids 2011-2012

Transcript of Schoolgids 2011-2012

Schoolgids onveranderlijk deel

18FC Pieter de Hooghstraat 10

5854 ES Nieuw Bergen [email protected] (Ingang Paulus Potterstraat)

Schoolgids de Klimop

2

INHOUDSOPGAVE 2 HOOFDSTUK 1. DE SCHOOL 4

1.1 De naam 4 1.2 Openbare school 4

1.3 De Stichting Invitare Openbaar Onderwijs 4 1.4 Situering van de school 4 1.5 Schoolgrootte 4

HOOFDSTUK 2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 5 2.1 De missie van de Klimop 5 2.2 Pedagogisch klimaat 5

HOOFDSTUK 3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 7 3.1 Daltononderwijs; een manier van werken en

omgaan met elkaar 7 3.2 Schoolorganisatie 10 3.3 De activiteiten voor de kinderen 10

3.3.1 Activiteiten voor groep 1 en 2 10 3.3.2 Basisvaardigheden voor groep 3 t/m 8 11

HOOFDSTUK 4. DE ZORG VOOR DE KINDEREN 14

4.1 Nieuwe leerlingen in de school 14 4.2 De zorgstructuur 14

4.3 Leerlingvolgsysteem 14 4.4 Doorstroom binnen de school 15 4.5 Rapportage 15

4.6 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften 15

4.7 Onderwijs aan zieke kinderen 16 4.8 Weer Samen Naar School 16 4.9 Beleid toelating leerlingen in het kader van de

regeling leerlinggebonden financiering 17 4.10 Gedragslijn dyslexie 17

4.11 De begeleiding van kinderen naar het VO 17

HOOFDSTUK 5. DE LEERKRACHTEN 19 5.1 Vervanging 19

5.2 Stagiaires van PABO‟s 19 5.3 Stagiaires van SPW 19 5.4 Scholing van leerkrachten 19

Schoolgids de Klimop

3

HOOFDSTUK 6. DE OUDERS/VERZORGERS 20 6.1 Relatie ouders/verzorgers – school 20 6.2 Medezeggenschapsraad 21

6.3 Ouderraad 21 6.4 Overblijven 22

6.5 Schoolverzekering 23 6.6 Vervoersregeling 23

6.7 Onderwijsgids 23

6.8 Klachtenprocedure 23 6.9 Vertrouwensinspecteur van de inspectie 24

6.10 Sponsoring 24

HOOFDSTUK 7. DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 24

7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school 25

7.2 Zorg voor de relatie school en omgeving 26 HOOFDSTUK 8. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 26

8.1 Groep 1-2 27 8.2 Groep 3-8 27

8.3 Leerlingvolgsysteem 27 8.4 Uitstroomgegevens 27

HOOFDSTUK 9. REGELING SCHOOLTIJDEN EN SCHOOLVERZUIM 29

9.1 Schooltijden 29 9.2 Leerplicht en schoolverzuim 29 9.3 Schorsing en verwijdering 30

VERANTWOORDING EN UITREIKING 30

Schoolgids de Klimop

4

HOOFDSTUK 1. DE SCHOOL

1.1 De naam De naam van onze school is: openbare daltonbasisschool "de Klimop”.

Het adres is: Pieter de Hooghstraat 10 5854 ES Nieuw Bergen

Telefoon: 0485 - 342267 Fax: 0485 - 341649 Emailadres: info@daltonschooldeklimop

website: www.daltonschooldeklimop.nl

Directie Directeur: Mevr. A. Bongers Adj. directeur: Mevr. M. Koppers

1.2 Openbare school (niet apart maar samen)

In het dagelijks leven komen de kinderen in aanraking met allerlei mensen, die verschillen in (geloofs-) overtuiging, leefwijzen en nationaliteit. Het is onze taak

kinderen kennis te laten nemen van deze verschillen en begrip bij te brengen voor elkaars normen, waarden en gewoonten, om zo respect voor elkaar op te brengen. Samen leren en spelen kan hierbij een belangrijke rol spelen.

Zo moet het mogelijk zijn om, ondanks deze verschillen tussen mensen, positief met elkaar in de maatschappij te staan.

Wij onderstrepen hiermee ‘niet apart maar samen’. 1.3 Stichting Invitare Openbaar Onderwijs

Sinds 1 januari 2004 maakt onze school deel uit van de Stichting Openbaar Onderwijs A-73. Sinds 1 mei 2009 is de naam veranderd in Stichting Invitare

Openbaar Onderwijs. Onder deze stichting vallen alle openbare scholen in de gemeenten Grave, Mill, Cuijk, Boxmeer, Gennep en Bergen. Het doel van de stichting is om gezamenlijk het openbaar onderwijs in deze regio

uit te dragen en ervoor te zorgen dat wij gezamenlijk goed onderwijs geven in een lerende organisatie.

De stichting bestaat uit een bestuur van 5 personen. Zij besturen vooral op afstand. Het bestuur heeft de meeste zaken dan ook gemandateerd aan de algemeen directeur drs. J.T.J. Bouwhuis. Samen met de directeuren van de tien scholen stelt

hij het beleid vast. Mocht u vragen hebben over Stichting Invitare Openbaar Onderwijs, kunt u contact

opnemen met dhr. Bouwhuis. Deze is te bereiken op het stafbureau in Cuijk, onder telefoonnummer 0485-310263.

1.4 Situering van de school De Klimop is een van de participanten in de brede school de Samensprong. De

Klimop zit in een mooi en functioneel gebouw dat aan de rand van het dorp ligt, dicht bij het natuurgebied Maasduinen.

1.5 Schoolgrootte De school telt ongeveer 170 kinderen, verdeeld over 7 groepen. Aan de school zijn

14 leerkrachten, 1 administratieve kracht en 1 conciërge verbonden.

Schoolgids de Klimop

5

HOOFDSTUK 2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT

2.1 De missie van de Klimop De Klimop is een openbare basisschool voor Daltononderwijs. Het overdragen van

kennis is een belangrijk doel van onze school. Hierbij gebruiken we de principes van het Daltononderwijs: zelfstandigheid, zelfverantwoordelijkheid en samenwerken.

Deze principes komen vooral tot uiting in onze specifieke werkwijze van kennisoverdracht „het werken met taken‟. De Klimop is een boeiende gemeenschap, waarin kinderen met verschillende

achtergronden naast en met elkaar leven, met respect voor verschillende meningen en overtuigingen. De Klimop is een plek, waar kinderen zich op hun gemak kunnen

voelen; een plaats waar je gewaardeerd wordt, zowel door medeleerlingen als door leerkrachten. Sfeer en veiligheid zijn sleutelwoorden, evenals structuur en regelmaat, welke voor

kinderen essentieel zijn. Naast klassikale instructies creëren wij momenten om kinderen in groepjes of individueel te laten werken en uitleg te geven.

2.2 Pedagogisch klimaat

Op onze school vinden we het heel belangrijk dat er een goede sfeer heerst tussen de leerkrachten en de kinderen, tussen de kinderen onderling en tussen de leerkrachten onderling. Een goed pedagogisch klimaat biedt de kinderen mogelijk-

heden om positieve (leer)ervaringen op te doen. Begrippen als: sfeer, structuur, warmte, veiligheid, geborgenheid, acceptatie,

respect, waardering, genegenheid en vertrouwen, waarderen wij als zeer positief. Het pedagogisch klimaat in onze school beperkt zich dan ook niet alleen tot de relatie leerkracht - kind, het heeft ook te maken met de wijze waarop wij als

leerkrachten, inclusief directie, met elkaar omgaan en ons gezamenlijk verantwoor-delijk voelen voor het wel en wee van onze kinderen, het schoolgebouw, de

schoolomgeving en de groepslokalen. Pedagogisch klimaat is niet direct meetbaar, het ligt meer in de voorwaardelijke sfeer en is slechts af te lezen uit de gedragingen van de kinderen en de leerkrach-

ten. Goed voorbeeld van de leerkrachten is hierbij van wezenlijk belang. Plezier, zelfvertrouwen, positieve werkhouding, hulpvaardigheid, concentratie,

creativiteit en saamhorigheid zijn onze graadmeters om te kijken of we op de goede weg zijn. Daarom praten we samen met de kinderen over gedrag, stellen we samen regels op en evalueren de regels met de kinderen.

Sfeer en gezelligheid zijn belangrijke pijlers van de Klimop. Binnen onze school wordt mede daarom een groot aantal gezamenlijke activiteiten georganiseerd.

Weeksluitingen: Om de twee weken op de vrijdagmiddag van 14.30 - 15.15 uur, presenteren de

groepen of individuele kinderen zich d.m.v. een dansje, liedje, versje enz. aan alle kinderen en belangstellenden.

Ouders mogen natuurlijk ook zelf een optreden verzorgen! Vieringen:

Sinterklaas, Kerstmis, carnaval; de kinderen zijn verplicht bij deze (avond)vieringen aanwezig.

Deze feesten vieren we gezamenlijk met alle kinderen. Voorafgaand aan de viering wordt er in alle groepen aandacht besteed aan het betreffende feest.

Schoolgids de Klimop

6

Sport- en speldag: In april houden we een sport- en speldag voor alle kinderen.

Schoolkamp:

Groep 8 gaat aansluitend aan het pinksterweekend 3 dagen op kamp. Schoolreis:

1x per jaar gaan de kinderen van groep 1 t/m 7 op schoolreis.

Musical groep 8: Ter afsluiting van de basisschoolloopbaan voeren de kinderen van groep 8 een musical op.

‟s Middags voor de kinderen en belangstellenden en ‟s avonds tijdens de afscheidsavond voor hun ouders, genodigden en leerkrachten.

Verjaardag leerkrachten: De jarige leerkracht viert zijn/haar verjaardag in de eigen groep. Om 9.45 uur

zingen alle kinderen van de school de jarige toe. Van de ouderbijdrage wordt een gezamenlijk cadeau voor jarige leerkrachten

gekocht. Het is daarom niet nodig om bij de verjaardag van een leerkracht uw kind een cadeau mee te geven.

Kinderboekenweek: In het najaar besteden we in alle groepen van de school aandacht aan de

kinderboekenweek.

Rode Draad: Half maart start het leesbevorderingsproject „de rode draad‟ in de gehele brede school. Dit project wordt gezamenlijk, met alle participanten, geopend en

afgesloten. Tijdens dit project brengen ook enkele groepen een bezoek aan de bibliotheek.

IVN: Alle groepen kunnen gebruik maken van excursies begeleid door gidsen van het

IVN (natuur- en milieu educatie).

Ook gaan de verschillende groepen op excursie als het aansluit bij het thema waar ze op dat moment aan werken. Zoals een bezoek aan de bakker, de markt, de apotheek, de brandweer.

Daarnaast doet de school regelmatig mee aan naschoolse activiteiten die georgani-seerd worden door de Samensprong, organisaties, verenigingen, sportverenigingen

en /of sportbonden.

Schoolgids de Klimop

7

HOOFDSTUK 3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS

3.1 Daltononderwijs; een manier van werken en omgaan met elkaar Het Daltononderwijs is ontwikkeld door Helen Parkhurst (1887-1973). Zij was

onderwijzeres in het plaatsje Dalton in de Verenigde Staten. Daar gaf zij les aan 40 kinderen van verschillende leeftijden en verschillende niveaus. Zij zocht een

manier om ieder kind zo optimaal mogelijk les te geven. Vanuit dat oogpunt is zij begonnen met het ontwikkelen van een visie, die nu bekend staat als Daltononderwijs. Daltononderwijs is een onderwijsvorm waarbij

niet de inhoud van de leerstof verandert (aantal vakken en hoeveelheid leerstof blijft hetzelfde), maar de wijze waarop deze leerstof wordt aangeboden. Naast het

bijbrengen van kennis en vaardigheden komen ook zaken als opvoeding, begelei-ding naar volwassenheid en voorbereiding op de maatschappij duidelijk aan de orde.

Er wordt uitgegaan van drie principes:

* zelfstandigheid

* zelfverantwoordelijkheid * samenwerken

Een belangrijk hulpmiddel om dit alles te bereiken is “de taak”.

Zelfstandigheid Op een Daltonschool ligt een groot accent op de zelfstandigheid.

De kinderen willen zelf nieuwe dingen ontdekken. Zelfstandigheid houdt zelfwerk-zaamheid in. Na de klassikale of individuele instructie door de leerkracht gaan de

kinderen direct aan het werk om de aangeboden stof te verwerken. Hierdoor wor-den de kinderen direct zelf aan het denken gezet, wat betere begripsvorming en denkstructuren oplevert bij de kinderen. Tevens zullen kinderen actiever zijn tijdens

de schooluren. Dit kan een effectiever gebruik van de beschikbare leertijd opleve-ren.

De kinderen zijn niet alleen verantwoordelijk voor de aangeboden leerstof, maar dragen ook verantwoordelijkheid voor de gebruikte materialen, het op orde houden van het lokaal, school en speelplaats en het rekening houden met elkaar.

Samenwerken

Het principe van samenwerken sluit aan bij onze maatschappij. In de maatschappij is samenwerken, het werken in teamverband belangrijk. In een Daltonschool krij-gen de kinderen de gelegenheid elkaar te helpen bij spel en werk. Dit kan zowel bij

het spelen in de bouwhoek in de onderbouw als bij het maken van rekenopdrachten in de bovenbouw. Het samenwerken geldt voor het werken aan de taken en bij het

groepswerk. Het samenwerken heeft een tweeledig doel:

het vergroten van het leereffect doordat de kinderen elkaar om hulp kunnen vragen bij het oplossen van een probleem.

het bevorderen van de sociale ontwikkeling doordat kinderen bij het samen-werken rekening dienen te houden met anderen en leren iets voor elkaar over te hebben.

Schoolgids de Klimop

8

Dit samenwerken moet geleerd worden. Immers elkaar op het goede spoor zetten is iets anders dan voorzeggen.

Zelfverantwoordelijkheid

Voor het kind zal het leren hanteren van het principe zelfverantwoordelijkheid een proces zijn dat langzaam verloopt. De school zal in een geleidelijk proces het kind vertrouwd moeten maken met dat principe en daaraan inhoud moeten geven.

De spelende kleuter en de 12-jarige zullen ieder op hun eigen manier in verschillende mate die zelfverantwoordelijkheid moeten ervaren. Zij hebben ruimte

nodig om met vrijheid te leren omgaan. In de loop der jaren wordt het kind geleerd vrij te zijn in:

de keuze van volgorde waarin het zijn opdrachten wil afwerken

het raadplegen van hulpbronnen het halen van materialen

het vragen van hulp aan medeleerlingen of leerkracht de besteding en verdeling van zijn tijd.

Niet alle kinderen kunnen dezelfde vrijheid aan en zullen niet in gelijke mate zelf-

standig kunnen functioneren.

De taak: De taak is een belangrijk hulpmiddel om de drie principes van het Daltononderwijs

te bereiken. Afhankelijk van hetgeen het kind aankan, krijgt het of een dag-, halve week- of weektaak. Iedere taak wordt door de leerkracht samengesteld. Tijdens de Dalton blokuren wordt aan de taak gewerkt.

Een gemaakt/beheerst onderdeel wordt door het kind afgekleurd met de dagkleur. Aan het eind van de dag of week moet de taak af zijn. Alle taken worden bewaard

zodat ze ook besproken kunnen worden met de ouders/verzorgers. Voordelen

Als grote voordelen van het Daltononderwijs zien wij onder andere: het gehele onderwijsproces speelt zich af in een goed en veilig pedagogisch

klimaat het bevorderen van de zelfstandigheid en het samenwerken het leren rekening te houden met elkaar

het beter kunnen afstemmen van het onderwijs op het individuele kind het beter kunnen toepassen van de differentiatie mogelijkheden

het geven van meer tijd en mogelijkheden om de kinderen te helpen het goed leren plannen om een betere aansluiting bij het voortgezet

onderwijs te krijgen

het onderwijs is meer op de maatschappij afgestemd

Groep 1/2 In groep 1/2 wordt gebruik gemaakt van een keuze/takenbord. Op dit bord staan

de activiteiten gevisualiseerd m.b.v. foto‟s en pictogrammen. De leerkracht bepaalt van tevoren welke activiteiten de kinderen kunnen kiezen en het aantal haakjes

onder de foto geeft aan hoeveel kinderen deze activiteit mogen kiezen. Om de beurt mogen de kinderen hun naamkaartje bij de gewenste activiteit hangen. De kinderen van groep 1 mogen uithet hele bord kiezen. De kinderen van groep 2

mogen ‟s morgens alleen uit de onderste twee rijen kiezen. Hier hangen ook de ver-plichte taken bij, die de kinderen van groep 2 aan het eind van de week af moeten

hebben. „s Middags zijn ook zij vrij in hun keuze.

Schoolgids de Klimop

9

Groep 3

In groep 3 werken de kinderen met dagtaken op papier en een keuzebord. Deze dagtaak borduurt voort op die van groep 2. De eerste periode werken de kinderen met losse dagtaken. Als ze in het blokuur

een taak af hebben gerond, kleuren ze het vakje op de taak in met de Dalton-kleur van de desbetreffende dag.

Na verloop van tijd wordt er overgegaan naar een taak waarop alle dagtaken van een week op één blad bij elkaar staan. De taken worden nog steeds van te voren mondeling toegelicht. Vanaf het moment dat de leesvaardigheid groot genoeg is

worden de taken met tekst ondersteund. De dagtaak biedt de kinderen een zo ruim mogelijke variatie aan vakgebieden,

waarbinnen ieder kind op eigen niveau, in eigen tempo en volgens een zelf bepaal-de volgorde het werk binnen een van tevoren afgesproken tijd maakt. Naast de verplichte dagtaken wordt er gewerkt met keuzetaken. De keuzeactivi-

teiten worden weergegeven door middel van foto‟s en pictogrammen op een magnetisch keuzebord. De activiteiten bestaan onder andere uit leermiddelen uit de

keuzekasten, computeropdrachten, werken in hoeken en opdrachten die horen bij het thema van dat moment. Op het bord is aangegeven hoeveel kinderen een

bepaalde activiteit kunnen kiezen. Ze doen dit door middel van een naamkaartje dat ze bij de gekozen activiteit ophangen.

Groep 4 t/m 7 In groep 4 werken de kinderen verder met een dagtaak, die gebundeld wordt in een

weektaak. De kinderen krijgen hierdoor een overzicht van:

de hoeveelheid werk

de samenstelling van de taak de soorten opdrachten

de verschillende vakgebieden. De dagtaak biedt de kinderen een zo ruim mogelijke variatie aan vakgebieden, Waarbinnen ieder kind op eigen niveau, in eigen tempo en volgens een zelf bepaal-

de volgorde het werk binnen een van tevoren afgesproken tijd maakt. Omdat het werk steeds met dagkleuren wordt afgetekend, wordt het inzicht in het

weekritme nog eens versterkt. In groep 5 groeien de kinderen van een dagtaak naar een weektaak. De weektaak

is niet langer een aaneenschakeling van dagtaken. De weektaak biedt de kinderen een zo ruim mogelijke variatie aan vakgebieden,

waarbinnen ieder kind op eigen niveau, in eigen tempo en volgens een zelf bepaal-de volgorde het werk binnen een van tevoren afgesproken tijd maakt. Het week-taakmodel gaat uit van een indeling naar vakgebieden en niet naar dagen van de

week. De kinderen zijn gewend een aantal taken per dag te maken. Er ontstaan nu nog duidelijker dan in groep 4 tempoverschillen. Kinderen zullen bij het aanbod dat

zich nu verder uitstrekt dan het werk voor die dag, eerder geneigd zijn iets extra‟s te gaan doen. Er moet echter wel voorkomen worden dat de taak het karakter krijgt van een

wedstrijdformulier.

Groep 8 Groep 8 heeft een agenda. De agenda gaat uit van de indeling in dagdelen. Aan het begin van het schooljaar schrijven de kinderen het weekrooster in de agenda. Ze

Schoolgids de Klimop

10

weten op deze manier welk vak op welke dag gepland staat. Ze moeten hun week-taak hierop aanpassen. Ook toetsen, spreekbeurten, boekenbeurten enz. worden zo gauw als deze gepland zijn in de agenda gezet. Het kind kan er dan bij het plannen

van zijn weektaak rekening mee houden. De taak bevat het volgende:

alle vakgebieden moeten in principe worden opgenomen het keuze/takenbord, de dag- en weektaak zijn gevarieerd van samenstelling

zodat niet iedere taak er hetzelfde uitziet

de leerstof is duidelijk omschreven en er is rekening gehouden met individuele verschillen

er is ruimte om kinderen te laten aangeven welke planning zij maken alvorens aan het werk te gaan

de kinderen kunnen op hun weektaak het gemaakte werk aftekenen

het keuzewerk is geïntegreerd in de taak op de taak wordt aangegeven of de kinderen een taak zelfstandig (z), en/of

samen (s) maken of dat ze instructie (i) nodig hebben het taakblad kan ook verrassingen bevatten door het af en toe met speciale

tekeningetjes te illustreren of een spreuk van de week er op te zetten.

3.2 Schoolorganisatie De kinderen worden naar leeftijd en vorderingen gegroepeerd in jaarklassen. Elk

schooljaar wordt opnieuw bekeken hoe de groepen worden samengesteld. Binnen een groep zijn er uiteraard verschillen in aanleg, interesse, tempo en niveau. Hiermee wordt terdege rekening gehouden. Er is een zorgsysteem ontwikkeld voor

de kinderen, die extra zorg nodig hebben. U kunt hier meer over lezen in hoofdstuk 4: “De zorg voor de kinderen”.

Tegen het eind van het schooljaar krijgt u bericht over de groepsverdeling en groepsindeling van het komend schooljaar. U weet dan tijdig in welke groep uw

kind komt en wie de verantwoordelijkheid over die groep heeft.

3.3 De activiteiten voor de kinderen 3.3.1 Activiteiten van groep 1 en 2

Een dag in een kleutergroep heeft vaste ingrediënten. De volgorde van de activiteiten kan per dag verschillen.

Kringactiviteiten: Meerdere keren per dag doet de leerkracht activiteiten met de groep (of een kleine

groep) in de kring. Doel van deze activiteit is het stimuleren van de taalontwikke-ling en de ontwikkeling op het gebied van voorbereidend lezen en rekenen.

Werklessen: Iedere morgen en middag vindt de werkles plaats.

Bewegingsactiviteiten:

Kleuters hebben behoefte aan beweging, daarom wordt ieder dagdeel een bewe-gingsactiviteit met de kinderen gedaan. Naast het buitenspelen op het plein gaan de kinderen gymmen in de speelzaal. De gymlessen hebben een wisselend

karakter: de ene keer staan er toestellen waarop kinderen mogen klimmen en klauteren, een andere keer doen de kinderen met de leerkracht zang-, tik- en

renspelletjes. Dit noemen we een spelles. De kleuters hebben voor de gymles gymschoenen nodig.

Schoolgids de Klimop

11

Expressieactiviteiten: Naast de leeractiviteiten doen we ook muziek en drama met de kinderen in de kring. Op speelse manier leren kinderen zich te uiten en plezier te beleven.

Werken in thema’s:

In de kleutergroep werken we met thema‟s. Een thema wordt in 6 à 8 weken uitgewerkt. Tijdens deze thema‟s komt een veelheid van taal-, reken- en knutsel-activiteiten aan bod. Echter bij ieder thema ligt het accent op een bepaald

ontwikkelingsgebied. Natuurlijk leren we de kinderen ook liedjes en versjes die met het thema te maken

hebben. Bij de voorbereiding maken we gebruik van boeken en methodes, zoals Schatkist-taal en Schatkist-rekenen.

Materialen In de onderbouw komt u een aantal dezelfde materialen en activiteiten tegen:

- Dagritmekaarten: Dit zijn kaarten waarop staat afgebeeld welke activiteiten er in de onderbouw-

groepen gedaan worden. Door ze per dagdeel in de goede volgorde te hangen weten de kinderen precies wat ze gaan doen en hoe ver de dag gevorderd is.

- De kleuren van de week:

In het lokaal hangt een kleurenkalender van de week. Iedere dag bespreken wij met de kleuters welke dag het is. Zo komen begrippen als gisteren, vandaag, morgen e.d. aan de orde.

- Symbool:

Alle kleuters hebben een eigen kapstok met daarop een sticker. Dit is hun herken-ningspunt en blijft hun symbool gedurende het gehele schooljaar. De sticker staat ook afgebeeld op het keuze/takenbord en het kaartje voor de boemerang.

3.3.2 Basisvaardigheden voor groep 3 t/m 8

De volgende methodes worden door ons op school gebruikt: Aanvankelijk lezen: Veilig Leren Lezen

In groep 3 wordt officieel een start gemaakt met leren lezen. Er wordt gewerkt met de methode „Veilig Leren Lezen‟. Deze methode werkt met meerdere differentiatie

methodieken: maan, zon, ster en raket. In groep 3 wordt ook een begin gemaakt met het begrijpend en studerend lezen. Wij leren de kinderen niet alleen technisch en begrijpend/studerend lezen, maar wij

proberen daarnaast belangstelling voor boeken en gedichten op te wekken. Dit trachten wij te bereiken door veel voor te lezen, aandacht te besteden aan de

Kinderboekenweek, mee te doen met het leesbevorderingproject van de bibliotheek “de rode draad” en de kinderen zelfstandig een boek te laten lezen.

Taal: Taaljournaal Het taalonderwijs is veel omvattend. In groep 3 is het taalonderwijs verweven in de

taal-leesmethode „Veilig Leren Lezen‟. Vanaf groep 4 werkt onze school met de methode „Taaljournaal‟. De methode is gebaseerd op het uitgangspunt dat gemotiveerde kinderen

effectiever leren. De kinderen kunnen zelf kiezen hoe ze de leerstof willen verwer-ken. „Taaljournaal‟ differentieert naar tempo, taalvaardigheid, leerstijl en interesse.

In de methode wordt veel aandacht besteed aan het uitbreiden van de passieve en actieve woordenschat.

Schoolgids de Klimop

12

Begrijpend lezen: Nieuwsbegrip

„Nieuwsbegrip‟ is een methode voor begrijpend lezen met actuele, informatieve teksten. Er wordt gericht gewerkt aan woordenschat- en begrijpend leesstrate-gieën. De methode is voor de groepen 4 t/m 8.

Engels: Hello World

In groep 7 en 8 wordt Engels gegeven. Wij maken gebruik van de methode „Hello World‟.

Schrijven: Pennenstreken en Schrijftaal In groep 1 en 2 wordt de vloeiende schrijfbeweging aangeleerd met fijn motorische

oefeningen en werkbladen. Het schrijfproces wordt in groep 3 niet onderbroken door het blokschrift. Hier leren de kinderen met behulp van de methode „Pennenstreken‟ het zogenaamde lopende schrift. De methode sluit nauw aan bij

onze leesmethode. Bij de schrijfmethode hoort ook een cijferschrift. “Pennenstreken‟ is al ingevoerd t/m groep 5, komend jaar gaat ook groep 6 deze

methode gebruiken. Elk jaar wordt de methode verder ingevoerd in de hogere groepen. Voor groep 7 en 8 biedt de methode „Schrijftaal‟ nu nog een doorgaande

lijn voor het schrijfonderwijs. Rekenen: Pluspunt

Vanaf groep 3 maken we gebruik van de methode „Pluspunt‟. Het is een realistische reken- en wiskundemethode, dat wil zeggen dat de leerlingen zich realiseren wat ze

doen wanneer ze rekenen. Het rekenen bestaat tegenwoordig niet meer alleen uit het maken van rijtjes sommen en het van buiten leren van de tafeltjes. Nu leren kinderen vooral door het

oplossen van praktische probleempjes, die ze in het dagelijkse leven tegenkomen. Kinderen leren tabellen en grafieken op te stellen van de gegevens, die ze verza-

meld hebben. Wereldoriëntatie

Wereldoriëntatie komt niet alleen tot uiting in de aparte vakken, maar is vaak verweven in de dagelijkse lesstof. Kennis van de natuur, milieu, woonomgeving en

geschiedenis komen bijna dagelijks aan bod. Bijv. tijdens klassengesprekken, spreekbeurten, school-tv en actueel nieuws. Vanaf groep 3 worden de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde en

biologie ook nog afzonderlijk aangeboden. In groep 3 worden de vakken ook gekoppeld aan een thema.

Er wordt gewerkt met de volgende methodes: - aardrijkskunde „Een wereld van verschil‟ - geschiedenis „Bij de Tijd‟

- natuurkunde/biologie „Natuurlijk‟

Daarnaast gaan we dit jaar verder met Jeelo: Je Eigen Elektronische Leeromgeving. Gedurende 2 periodes in het schooljaar werken alle kinderen van de hele school met hetzelfde thema. De kinderen krijgen klassikale instructie, maar daarnaast

doorlopen ze een lessencyclus via de computer. Daarnaast is ook de praktijk en het zelfervaren een belangrijk aspect bij deze manier van werken.

Schoolgids de Klimop

13

Jeugd EHBO A De kinderen van groep 8 volgen gedurende enkele maanden de cursus „Jeugd EHBO A‟. De cursus wordt afgesloten met een theoretisch en praktisch examen.

De huidige groep 8 heeft vorig schooljaar al het EHBO-diploma behaald.

HALT-bureau Het doel is preventie van jeugdcriminaliteit. Het is bedoeld voor de kinderen uit groep 7 en 8. Als gastdocent komt een medewerker van het HALT-bureau.

Verkeer Alle groepen besteden tijd aan verkeer. In groep 1-2 en 3 wordt gewerkt met

“Rondje Verkeer”. In groep 4 werken de kinderen met de verkeerskrant “Stap Vooruit”, in de groepen 5 en 6 met de verkeerskrant “Op voeten en fietsen”. De groepen 7 en 8 werken met de “Jeugdverkeerskrant”. De kinderen uit groep 7

doen mee met de landelijke verkeersproef, die georganiseerd wordt door VVN afdeling Bergen en kunnen dan hun verkeersdiploma behalen.

Ook wordt er door de verkeerscoördinator en de verkeersouders hard gewerkt om het Limburgs Verkeersveiligheid Label te behouden, wat we in juli 2011 hebben behaald.

Het Verkeersveiligheid Label is een belangrijk keurmerk voor de basisscholen die verkeerseducatie hoog op de agenda hebben staan. De scholen verplichten zich om

planmatig de praktische verkeerseducatie gestalte te geven en zetten zich bovendien in voor een verkeersveilige schoolomgeving.

Expressieactiviteiten De expressieactiviteiten nemen op onze school een belangrijke plaats in.

Onder expressie-activiteiten verstaan wij: - handwerken/handenarbeid

- tekenen - muziek en dans - mondelinge taalexpressie, spreekbeurten, toneel etc.

- optredens tijdens onze weeksluitingen. We maken hierbij gebruik van de methodes „Moet je doen‟, „Tekenvaardig‟ en er

worden veel ideeën via Kennisnet verzameld. Bewegingsonderwijs

De kinderen krijgen tweemaal per week gymnastiekles in de sporthal. Op de dag van de gymles nemen de kinderen gymkleding, goed schoeisel (goed schoeisel

bevordert de veiligheid) en een handdoek mee. Als de kinderen niet mee mogen gymmen, nemen ze van thuis een briefje mee. De gymnastieklessen zijn bijzonder belangrijk. Door het samen spelen, het helpen

van elkaar, het winnen of verliezen tijdens de gymnastiekles, leren kinderen elkaar te accepteren zoals ze zijn. Door de kinderen in te laten zien hoe leuk het is om te

bewegen en ze hun grenzen te laten verleggen ten aanzien van hun eigen bewe-gingsmogelijkheden, proberen wij ze tot enthousiaste „bewegers‟ te maken voor nu en in de toekomst.

De kinderen uit de groepen 3 en 4 krijgen zwemles. Dit gebeurt in 18 lessen van 45 minuten. De kosten hiervoor zijn € 45,00.

Godsdienstonderwijs Om aan de doelstellingen van het openbaar onderwijs te voldoen, bieden wij de

mogelijkheid om kinderen vanaf groep 3, RK-godsdienstonderwijs te laten volgen. In groep 4 kunnen de kinderen worden voorbereid op de eerste communie en in

groep 7 en 8 op het vormsel.

Schoolgids de Klimop

14

HOOFDSTUK 4. DE ZORG VOOR DE KINDEREN

4.1. Nieuwe leerlingen in de school Wanneer u als ouders/verzorgers uw kind aanmeldt op de Klimop, wordt u

ontvangen door iemand van de directie, die u een toelichting geeft op de gang van zaken binnen de school en de door u gestelde vragen beantwoordt. U wordt rond-geleid door de school. Als u besloten heeft uw kind in te schrijven, dient u enkele

gegevens in te vullen op het aanmeldingsformulier en moet u een geldig document meenemen waar het sofinummer van uw kind op staat.

Als uw kind 4 jaar wordt, mag hij/zij voor het eerst naar school. Enkele weken voordat uw kind 4 jaar wordt ontvangt u een vragenlijst over uw kind, die u thuis kunt invullen. Tijdens een gesprek met de directie is deze vragenlijst de leidraad.

In de weken voor de vierde verjaardag mag uw kind vijf dagen meedraaien om alvast te wennen. U wordt tijdig door de groepsleerkracht gebeld om een afspraak

te maken. Een aantal weken nadat uw kind 4 jaar is geworden, heeft de groepsleer-kracht een gesprek met u over de ontwikkeling van uw kind.

4.2 De zorgstructuur In de afgelopen jaren hebben wij hard gewerkt aan het opzetten van een zorgstruc-

tuur met als doel problemen in de ontwikkeling van kinderen vroegtijdig te signa-leren en indien nodig extra begeleiding te bieden.

4.3 Leerlingvolgsysteem Het dagelijkse werk van de kinderen wordt bekeken en beoordeeld door de groeps-

leerkracht. Er wordt bij verschillende vakken gebruik gemaakt van methode gebonden toetsen.

Daarnaast worden er enkele malen per jaar niet-methode gebonden toetsen afge-nomen, o.a. bij taalontwikkeling, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling.

Van elk kind wordt een digitaal dossier bijgehouden. Daarin worden gegevens

opgenomen van de leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders/verzorgers, speciale onderzoeken, handelingsplannen, rapportgegevens van de verschillende jaren en niet-methode gebonden toetsgegevens.

De intern begeleider (ib-er) ziet er op toe dat de dossiers bijgewerkt worden.

De groepsleerkracht heeft drie keer per jaar een groepsbespreking met de ib-er. Hierin worden de resultaten van de groep besproken en wordt aandacht geschon-ken aan de individuele resultaten en behoeften van elk kind.

Op onze school werken we met School Video Interactie Begeleiding (SVIB). SVIB is

een methode voor leerkrachtbegeleiding waarbij een ib-er of een medewerker van een externe dienst korte video-opnames in de groep maakt. De bedoeling is dat de leerkracht zijn kennis, vaardigheden en houding over het omgaan met een kind met

een speciale zorgvraag uitbreidt en professioneel hanteert. Er worden slechts korte fragmenten van de opname gebruikt. Belangrijke uitgangspunten zijn: de sfeer in

de klas, hulp aan individuele leerlingen, de manier waarop de groep werkt en de wijze waarop de leerkracht lesgeeft. De ib-er of de externe medewerker bespreekt de beelden met een individuele

leerkracht. Uitgangspunt hierbij is de communicatie over en weer van de leerkracht met de groep en individuele leerlingen.

Schoolgids de Klimop

15

Het spreekt voor zich dat de beelden alleen voor intern gebruik zijn. Mocht u bezwaar hebben tegen het vastleggen van beelden van uw kind, dan vragen wij u dit bij aanvang van het schooljaar bij de directie schriftelijk kenbaar te maken.

4.4 Doorstroom binnen de school

Door onze manier van werken is er de nodige flexibiliteit bij de doorstroom van kinderen van de ene groep naar de andere. Kinderen werken zoveel mogelijk naar eigen mogelijkheden en tempo. Ze werken soms over de grenzen van de jaarstof,

zoals methodes die aangeven, heen. Doubleren wijzen we in principe af. Uiteindelijk is bij de start van het basisonderwijs in 1985 ook door de wetgever bepaald dat

zittenblijven niet voor zou moeten komen. Mocht een en ander toch ter sprake komen, bijvoorbeeld door langdurige ziekte van een kind, dan wordt de beslissing in overleg en met de instemming van de ouders/verzorgers van het kind genomen.

Bij de overgang van groep 2 naar groep 3 houden we rekening met een aantal

maatstaven: - een voldoende ontwikkeling naar het oordeel van de leerkracht; - een voldoende score op de Cito-toetsen voor kleuters;

- het bereiken van de zesjarige leeftijd voor of uiterlijk op 1 januari. Mocht het kind na 1 januari 6 jaar worden en het voldoet al aan de voorwaarden

om naar groep 3 te gaan, wordt in overleg met de ouders/verzorgers bekeken of het kind in groep 3 geplaatst kan worden.

Immers het uitgangspunt van onze school is, dat we de kinderen een ononder-broken ontwikkelingsproces willen aanbieden.

4.5 Rapportage Om de ouders/verzorgers op de hoogte te brengen van het functioneren van hun

kind op school, krijgen de kinderen rapporten mee naar huis en organiseren wij enkele keren per jaar tien-minuten-gesprekken.

4.6 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Ieder kind krijgt de zorg, die het nodig heeft. Wanneer tijdens de groepsbespreking

blijkt dat er kinderen met „problemen‟ zijn, wordt er extra naar gekeken. De IB-er doet dan verder onderzoek. Dit kan bestaan uit het afnemen van toetsen en het observeren in de groep. Na het onderzoek worden de resultaten besproken met de

groepsleerkracht en er wordt indien nodig een handelingsplan opgesteld. Dit hande-lingsplan wordt door de eigen groepsleerkracht uitgevoerd. De ouders/verzorgers

worden ook op de hoogte gebracht. Als de problemen groter zijn, worden ze besproken met de externe begeleider van het BCO Onderwijsadvies te Venlo of we vragen advies aan het Zorg en Advies Team (ZAT). Indien nodig kan er

ondersteuning komen vanuit de speciale scholen voor basisonderwijs. Ook kan er verwezen worden naar hulpverlenende instanties.

De ouders/verzorgers spelen natuurlijk een belangrijke rol en bij elke stap wordt er met de ouders goed overlegd en toestemming gevraagd.

BCO Onderwijsadvies helpt onze school op twee gebieden:

1. Teambegeleiding: het team kan de hulp inroepen van BCO Onderwijsadvies bij het kiezen van een nieuwe methode. Ook verzorgt BCO Onderwijsadvies bij- en nascholing bijv. over gedrag.

2. Leerlingbegeleiding: vier keer per jaar komt BCO Onderwijsadvies voor consultatie. We bespreken dan kinderen. U kunt hier van tevoren van op de

hoogte worden gebracht. Dit gesprek gebeurt gezamenlijk met de begeleider van BCO Onderwijsadvies, de leerkracht en de ib-er. Afhankelijk van de

Schoolgids de Klimop

16

hulpvraag volgt er een observatie in de groep of een onderzoek. BCO Onderwijsadvies verricht dit onderzoek na toestemming van de ouders. Naar aanleiding van de verkregen resultaten verstrekt het BCO Onderwijs-

advies aan de ouders en de leerkracht een advies.

4.7 Onderwijs aan zieke kinderen Als blijkt dat uw kind door ziekte meerdere dagen niet naar school kan komen, dan is het van belang dat u dit aan de leerkracht kenbaar maakt. De leerkracht kan dan

samen met u bekijken wat de mogelijkheden zijn om het onderwijs aan uw kind voort te zetten. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van een

consulent voor zieke kinderen van BCO Onderwijsadvies te Venlo. Het is niet alleen onze wettelijke plicht om voor elk kind, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Wij vinden het minstens zo belangrijk dat uw kind in

die situatie goed contact heeft met de klasgenoten en de leerkracht. Als u meer wilt weten over onderwijs aan zieke kinderen dan kunt u informatie

vinden op de website van Ziezon, het landelijke netwerk: www.ziezon.nl en op de website van BCO Onderwijsadvies: www.bco-onderwijsadvies.nl

4.8 Weer Samen Naar School Weer Samen Naar School (WSNS) is een beleid om meer kinderen binnen het

reguliere basisonderwijs op te vangen. Hiervoor werken wij samen met andere scholen in Noord-Limburg. De leerkrachten krijgen meer mogelijkheden om op de

juiste wijze met de belemmeringen van het kind om te gaan en op de Klimop voor passend onderwijs te zorgen.

4.8.1 Het zorgplan van W.S.N.S. De zorg voor onze kinderen. Daar staan wij voor in het samenwerkingsverband

Bergen-Gennep-Mook. Met alle betrokkenen voelen wij ons verantwoordelijk voor het geven van goed onderwijs in onze school. In het zorgplan geven wij een beeld van de zorg die wij onze kinderen bieden op school.

Het zorgplan ligt op school ter inzage.

4.8.2 De Permanente Commissie Leerlingenzorg Deze commissie bepaalt op verzoek van de ouders/verzorgers of plaatsing van een kind op een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. Ook kan er een

advies gegeven worden om het kind op een andere basisschool te plaatsen. De commissie beslist op grond van een door de basisschool aangeleverd onderwijs-

kundig rapport en de informatie die door de ouders/verzorgers wordt aangeleverd. Het adres van de PCL is: Permanente Commissie Leerlingenzorg Bergen – Gennep – Mook

Postbus 188 6590 AD Gennep

tel. : 0485 – 519025 Uw kind kan nooit op een andere basisschool of school voor speciaal onderwijs

geplaatst worden zonder uw toestemming.

4.8.3 Leerlinggebonden financiering (LGF) Sommige kinderen hebben specifieke problemen. Bijv. problemen op het gebied van de informatieverwerking, auditieve problemen, visuele problemen of gedrags-

problemen. Afhankelijk van de omvang van het probleem kan het ministerie van onderwijs deze

kinderen ook extra hulp bieden door een leerling-gebonden financiering toe te kennen. Met deze extra middelen krijgen wij als basisschool de mogelijkheid een deskundige (ambulante begeleider) van een school voor speciaal onderwijs in te

Schoolgids de Klimop

17

schakelen. Deze begeleidt de leerkracht. Daarnaast krijgt de school extra uren voor Remedial Teaching (RT). De aanvraag staat onder de regie van een Regionaal Expertise Centrum (REC). Zij helpen u bij het opstellen van een dossier voor het

centrum voor Indicatiecentrum (CVI). Met een beschikking voor LGF is een kind ook toelaatbaar voor het speciaal onderwijs.

4.9 Beleid toelating leerlingen in het kader van de regeling leerlinggebonden financiering

Binnen het samenwerkingsverband Bergen-Gennep-Mook hebben we hier de volgende afspraken over gemaakt:

Op onze school worden bij aanmelding van: een leerling met een positieve beschikking van een commissie voor de

indicatiestelling (ook wel een leerling met „rugzak‟ genoemd),

een leerling met een positieve beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg van het samenwerkingsverband WSNS,

een leerling die wordt teruggeplaatst van een speciale school, aan de hand van onderwerpen (die op school ter inzage liggen), de onderwijs-kundige vragen van het kind doorgenomen.

Vervolgens wordt aan de hand van deze vragen onderzocht of de school in staat is de onderwijskundige antwoorden te bieden. Centraal staat het belang van het kind

en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen.

De school zal bij die beantwoording gebruik maken van de ondersteuning van bijvoorbeeld een school aangesloten bij een Regionaal Expertise Centrum en/of van de mogelijkheden die het samen- werkingsverband WSNS biedt.

Bij het besluit tot toelating of weigering zal er altijd sprake zijn van een team-besluit. We gaan er immers van uit, dat bij toelating, de leerling de gehele basis-

schoolperiode op onze school zal doorlopen. 4.10 Gedragslijn dyslexie

Dyslexie is een bekend en erkend probleem. De basisscholen en de scholen voor voortgezet onderwijs stemmen het onderwijs af op de specifieke behoeften van

kinderen met lees- en spellingsproblemen. Regelmatig komt daarbij de „dyslexieverklaring‟ ter sprake. Een dergelijke verklaring heeft betekenis voor het kind, de ouders en het voortgezet onderwijs. Voor onze basisschool heeft de

dyslexieverklaring minder betekenis. Een dyslexieverklaring heeft geen toegevoeg-de waarde bij de gerichte aanpak van dyslexie en de daarmee samenhangende

problemen. Binnen het samenwerkingsverband Bergen-Gennep-Mook hebben we hier de volgende afspraken over gemaakt:

kinderen met kenmerken van dyslexie krijgen altijd specifieke aanpak dyslexieonderzoek wordt alleen dan gedaan als er handelingsverlegenheid bij

de school is en wordt dan bekostigd door de zorgverzekeraar van de ouders. 4.11 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet

onderwijs Om de schoolverlating zo soepel mogelijk te laten verlopen werken we hier op de Klimop

met de volgende richtlijnen m.b.t. de verwijzing naar het voortgezet onderwijs: Informatieavond aan het begin van het schooljaar; Bezoeken van scholen voor voortgezet onderwijs in de buurt;

Drempeltoets en LWOO onderzoek Advisering;

CITO eindtoets. Informatieavond aan het begin van het schooljaar

Schoolgids de Klimop

18

In de eerste weken van het schooljaar vindt er een algemene informatieavond plaats voor alle ouders. Tijdens deze informatieavond in groep 8 wordt verteld hoe wij bij ons op school werken, maar een ander belangrijk onderdeel is de procedure schoolverlating. Tijdens deze

bijeenkomst wordt over de volgende zaken gesproken: - Mogelijkheden en richtingen binnen het voortgezet onderwijs;

- Uitleg over de structuur binnen het VMBO; - Richtingen na het voortgezet onderwijs; - Vakken in de brugklas;

- LWOO en drempeltoets; - Advisering;

- CITO eindtoets. Bezoeken van scholen voor voortgezet onderwijs in de buurt In de periode voor de advisering zullen we met groep 8 twee scholen voor voortgezet

onderwijs bezoeken. Ouders hebben de mogelijkheid om mee te gaan. De kinderen zien met eigen ogen hoe een school voor voortgezet onderwijs eruitziet.

Tevens krijgen de kinderen enkele proeflessen om de sfeer en manier van werken te kunnen ervaren. Drempeltoets en LWOO onderzoek

Onze school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Nijmegen VO-ROC. Het samenwerkingsverband organiseert de Drempeltoets en het LWOO onderzoek.

De uitslag van het drempelonderzoek bepaalt welke leerlingen verder getoetst moeten worden bij het LWOO onderzoek.

De uitslag van het LWOO onderzoek bepaalt voor welk soort onderwijs kinderen in aanmerking komen. Hierbij zijn verschillende uitkomsten mogelijk:

- Advies Pro (Praktijkonderwijs);

- LWOO-beschikking; - Plaatsing in een reguliere brugklas.

Als een kind na de toetsen in aanmerking komt voor een LWOO-beschikking krijgt de school voor voortgezet onderwijs waar het kind aangemeld is extra gelden om het kind te kunnen ondersteunen. Deze ondersteuning kan op verschillende manieren worden ingevuld:

- Het kind wordt in een kleine klas geplaatst zodat de docent meer aandacht voor de problematiek heeft;

- Het kind wordt extra ondersteund door middel van RT. Voor extra informatie verwijzen wij naar de website van het Samenwerkingsverband Nijmegen VO-ROC. www.samenwerkingsverbandvo.nl

Advisering De kinderen uit groep 8 krijgen bij ons op school hun advies voordat ze de CITO eindtoets

maken. Dit is om de volgende redenen: - door het advies al bekend te maken voordat het kind de toets gaat maken nemen we

een deel van de spanning weg;

- de CITO eindtoets is een momentopname. Het beeld dat de basisschool van de leerling heeft is heel waardevol en belangrijk voor de docenten en andere

medewerkers van een voortgezetonderwijsschool; Het advies baseren wij op de volgende zaken:

- De kennis die wij in de afgelopen 8 jaar over het kind hebben opgedaan;

- De interesses en motivatie van de leerling; - De leerprestaties van de leerling (bijvoorbeeld de toetsen van het

leerlingvolgsysteem). CITO eindtoets In februari vindt de CITO eindtoets plaats. Deze onafhankelijke toets is een wettelijk

verplicht meetmoment. De uitslag van deze toets moet samen met het advies van de basisschool en een uittreksel van het bevolkingsregister meegenomen worden naar de

aanmelding op de school voor voortgezet onderwijs.

Schoolgids de Klimop

19

HOOFDSTUK 5. DE LEERKRACHTEN

Op de Klimop werken wij als een hecht team. Wij proberen elkaar goed te

ondersteunen. Samenwerken is immers een belangrijk onderdeel van ons Dalton-concept. Wij hebben niet alleen zorg voor de kinderen, maar ook voor elkaar.

5.1 Vervanging van leerkrachten In principe hebben de meeste groepen van de Klimop één vaste groepsleerkracht.

Bij een aantal groepen is sprake van een duobaan, waarbij twee leerkrachten één groep draaien. Enkele groepsleerkrachten hebben recht op compensatie-uren. De vervanging in

verband met deze uren vindt in de regel plaats door personeel vanuit het eigen team.

Daarnaast is het nog wel eens nodig om invallers in te zetten wegens ziekte, scholing of verlof van een leerkracht. Het vinden van invallers is in het onderwijs erg lastig, waardoor er soms geen leerkracht voor de groep beschikbaar is. Andere

oplossingen op dat moment: 1. Opsplitsing van de kinderen over de diverse groepen.

2. Verschuiving van de compensatie-uren van de leerkrachten. 3. Naar huis sturen van de kinderen.

Bij langdurige afwezigheid van een leerkracht worden de hieronder genoemde maatregelen door de directie genomen:

1. Er wordt naar vervanging gezocht. 2. Er wordt naar een organisatorische oplossing gezocht voor de periode van de

afwezigheid van de leerkracht. 3. Er wordt beurtelings een groep naar huis gestuurd.

5.2 Stagiaires van PABO's (Pedagogische Academie BasisOnderwijs) Naast het vaste onderwijsteam en eventuele invallers kunt u op onze school ook

stagiaires van de PABO tegenkomen. Dit zijn aankomende leerkrachten die bij ons praktijkervaring opdoen. De stagiaires worden begeleid door de groepsleerkracht bij wie zij stage lopen. De eindverantwoordelijkheid van de door stagiaires gegeven

lessen blijft altijd bij de groepsleerkracht.

5.3 Stagiaires van SPW (Sociaal Pedagogisch Werk) Daarnaast kunnen er ook stagiaires van het SPW op onze school geplaatst worden. Zij assisteren de groepsleerkracht, werken met kleine groepen kinderen en voeren

allerlei opdrachten uit die ze van hun eigen opleiding meekrijgen. De stagiaires worden begeleid door de groepsleerkracht bij wie zij stage lopen. De eindverant-

woordelijkheid blijft altijd bij de groepsleerkracht. 5.4 Scholing van leerkrachten

Onze school is voortdurend in ontwikkeling. Dat betekent, dat wij steeds bezig zijn om ons onderwijs te verbeteren. Door middel van het volgen van na- en bijscholing

proberen wij dit te bereiken HOOFDSTUK 6. DE OUDERS/VERZORGERS

6.1 Relatie ouders/verzorgers - school

Een grote betrokkenheid van de ouders/verzorgers met de school is heel belangrijk. Het kan een grote stimulans betekenen voor zowel de kinderen als de leerkrachten.

Schoolgids de Klimop

20

Op verschillende manieren wordt eraan gewerkt, dat ouders/verzorgers gemakkelijk en graag naar school komen en zich betrokken voelen bij de school.

Aan het begin van het schooljaar wordt er een algemene informatieavond georganiseerd over het komend schooljaar.

Naast deze algemene informatieavond zijn er nog de volgende contactvormen tussen ouders/verzorgers en onze school:

Mondelinge contactvormen: Tien-minuten-gesprekken.

Bij deze gesprekken kunnen de ouders/verzorgers samen met de leerkracht naar aanleiding van het rapport praten over de gedragingen en vorderingen van hun kind.

Individuele gesprekken. De ouders/verzorgers of de leerkrachten hebben tussentijds de behoefte om

met elkaar enkele zaken te bespreken. Deze vinden plaats op afspraak. Als een kind instroomt in groep 1 is er na een paar weken een gesprekje met de ouders over het kind en de gang van zaken op school.

Schriftelijke contactvormen:

Rapporten De kinderen uit groep 1 t/m 8 krijgen drie keer per jaar een rapport mee

naar huis. In november een „Ik-rapport‟ en maart en juni een rapport zoals u dat van ons gewend bent.

Circulaires:

De circulaires zorgen voor een incidentele informatie van school naar de ouders/verzorgers.

Het nieuwsbulletin: Dit bulletin verschijnt geregeld en hierin wordt u geïnformeerd over gebeurtenissen die plaatsvinden of hebben plaatsgevonden.

Website: Op onze website wordt u o.a. op de hoogte gehouden van de activiteiten van

de kinderen: www.daltonschooldeklimop.nl De schoolkalender:

Hierop vindt belangrijke informatie over het betreffende schooljaar, zoals

vakanties, gymtijden etc.

Directe deelname in het schoolgebeuren: Ouders/verzorgers helpen o.a. bij - technisch lezen

- documentatiecentrum - handenarbeidlessen

- zwemmen van groep 3 Andere activiteiten in verband met de school: Ook bij deze activiteiten kunnen de ouders/verzorgers helpen o.a. bij

- allerlei festiviteiten - verkeersexamen

- sportevenementen - schoolomgeving - excursies

6.2 Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad op onze school geeft ouders/verzorgers en leerkrachten

de mogelijkheid, volgens het medezeggenschapsreglement invloed uit te oefenen op het beleid dat door onze school wordt uitgevoerd. De leden van de medezeggen-schapsraad worden door de geleding zelf gekozen.

Schoolgids de Klimop

21

Zo zijn in het reglement (ligt ter inzage op school) een aantal punten opgenomen die het bevoegd gezag alleen mag uitvoeren nadat zij de medezeggenschapsraad in de gelegenheid heeft gesteld hierover haar advies uit te brengen. Ook staan in

het reglement punten beschreven die het bevoegd gezag alleen mag uitvoeren met instemming van de medezeggenschapsraad. Verder is de medezeggenschapsraad

bevoegd tot het bespreken van alle aangelegenheden die met school te maken hebben en kan ze hierover voorstellen doen aan het bevoegd gezag en/of directie. De medezeggenschapsraad vertegenwoordigt alle ouders/verzorgers van de

kinderen en het personeel van de Klimop en vergadert ongeveer zes keer per jaar. De vergaderingen zijn vrij toegankelijk en wij nodigen u dan ook van harte uit om

de vergaderingen bij te wonen. 6.2.3 Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR)

Vanaf januari 2004 zijn we, samen met 9 andere scholen, officieel van start gegaan in de Stichting Openbaar Onderwijs A-73. Sinds 1 mei 2009 is de naam veranderd

in Stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Vanuit elke school neemt zowel iemand van de oudergeleding als de personeels-geleding van de medezeggenschapsraad, plaats in de GMR. Dit geeft de

ouders/verzorgers en leerkrachten de mogelijkheid, volgens het gemeenschap-pelijke medezeggenschapsreglement, invloed uit te oefenen op het beleid van de

Stichting Invitare Openbaar Onderwijs.

6.3 Ouderraad In samenwerking met de leerkrachten organiseert de ouderraad allerlei activiteiten die een positieve bijdrage leveren aan de sfeer op school. Het gaat daarbij vooral

om gebeurtenissen die voor de kinderen een belangrijk moment markeren, zoals: Sinterklaas, Kerstmis, carnaval, Pasen, schoolreis, sportevenementen en het

schoolkamp. Andere zaken waarvoor de ouderraad zorg draagt zijn: de school-fotograaf en de verzorging van de schoolomgeving.

Ouderbijdrage: Al deze activiteiten kosten uiteraard geld en daarom wordt er aan alle

ouders/verzorgers een vrijwillige bijdrage gevraagd van €35,= per kind, per schooljaar. Mocht u meer willen weten over hoe de ouderraad bepaalde bedragen precies

uitgeeft, dan bent u altijd vrij dit na te vragen bij een van de leden. De vrijwillige bijdrage moet worden voldaan vóór 1 oktober. Als er niet tijdig

wordt betaald kan uw kind niet deelnemen aan activiteiten bekostigd en georganiseerd door de ouderraad. De school verzorgt dan een alternatief programma. Dit geldt ook als een leerling niet deelneemt aan de activiteiten.

Ook wordt van de ouderbijdrage een gezamenlijk cadeau voor jarige leerkrachten gekocht. Het is daarom niet nodig om bij de verjaardag van een leerkracht een

cadeau mee te geven. U kunt het bedrag overmaken op bankrekening (ABN-AMRO): 43.00.66.236 t.n.v. Stg. Ouderraad daltonschool de Klimop.

De ouderraad vertegenwoordigt alle ouders/verzorgers van de kinderen van de Klimop en vergadert ongeveer zes keer per jaar. De vergaderingen zijn vrij

toegankelijk en wij nodigen u dan ook van harte uit om de vergaderingen bij te wonen en een bijdrage aan de activiteiten te leveren.

6.4 Overblijven Tegen een vergoeding kunnen de kinderen tussen de middag overblijven. De

coördinatie is in handen van „Spring Kinderopvang‟. 6.5 Schoolverzekering

Schoolgids de Klimop

22

De school heeft voor de kinderen twee verzekeringen: 1. WA-verzekering Als kinderen in opdracht van de school/leerkracht taken uitvoeren en daarbij

schade toebrengen aan derden, dan geldt hiervoor een WA-verzekering. Ook kan ontstane schade op deze verzekering verhaald worden, als tijdens schoolactiviteiten

de school nalatigheid verweten kan worden. In alle overige gevallen geldt de eigen WA-verzekering van de kinderen. 2. Schoolongevallenverzekering

Bij ongevallen tijdens schoolactiviteiten, kunnen de medische onkosten verhaald worden op de schoolongevallenverzekering, voor zover deze niet door de eigen

verzekering van het kind vergoed worden. 6.6 Vervoersregeling

De nieuwe wet vanaf 1-3-2006: 1. Kleiner dan 1.35 m. Kinderen moeten in autostoeltje of op zittingverhoger.

2. Groter dan 1.35 m. Kinderen moeten autogordel gebruiken en zo nodig ook zittingverhoger.

3. Goedkeuring: autostoeltje/zittingverhoger moet goedgekeurd zijn volgens

ECE-reglement 44/03 of hoger. Dit is te zien aan label of sticker. 4. Bevestiging: voor een goede werking moet de gordel, het stoeltje of de

verhoger op de juiste manier zijn bevestigd/vastgezet. 5. In touringcars moeten kinderen ouder dan 3 jaar, de gordel gebruiken.

De uitzonderingen: Om de regels in de praktijk hanteerbaar te maken, zijn vijf uitzonderingen gemaakt

waarin van automobilisten redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat de kinderen in een stoeltje of een zittingverhoger worden vervoerd.

1. Te weinig gordels. Als er meer passagiers dan gordels zijn, dan mogen kinderen groter dan 1.35 m. en volwassenen los op de achterbank zitten,

op voorwaarde dat de aanwezige gordels door andere passagiers worden

gebruikt. 2. Te weinig plaats. Als op de achterbank al twee autostoeltjes of zitting-

verhogers in gebruik zijn, is er vaak geen plaats meer voor een derde. In dat geval mag een kind, ouder dan drie jaar op de overgebleven zitting de gordel gebruiken.

3. Geen gordels achterin. Kinderen, jonger dan drie jaar mogen niet op de achterbank vervoerd worden als daar geen gordels aanwezig zijn. Kinderen,

ouder dan drie jaar en volwassenen mogen dan wel los op de achterbank zitten.

4. Geen gordels voorin en achterin. Als voorin ook geen gordels aanwezig zijn,

mogen kinderen tot drie jaar helemaal niet worden meegenomen. Kinderen van drie jaar en ouder mogen zonder gordels niet voorin zitten als ze kleiner

zijn dan 1.35 m. 5. Vervoer “andere” kinderen. Van ouders wordt verwacht dat ze voor hun eigen

kinderen een stoeltje gebruiken. Voor kinderen van anderen is dat incidenteel

en over korte afstanden niet verplicht. Bijvoorbeeld bij het vervoer van een jeugdteam naar wedstrijden of voor schoolexcursies.

- kinderen kleiner dan 1.35 meter moeten in een goedgekeurd kinderzitje vervoerd worden;

- kinderen en volwassenen groter dan 1.35 meter moeten de autogordel om en mogen zo nodig ook een kinderzitje (zittingverhoger) gebruiken; - kinderen zwaarder dan 36 kg gebruiken geen zitje, maar de autogordel. Het is

Schoolgids de Klimop

23

dan wel verstandig om een zittingverhoger te gebruiken tot ze lang genoeg zijn om alleen de autogordel te gebruiken; - het in- en uitstappen moet op een veilige plaats gebeuren;

- de auto moet verzekerd zijn en er dient een inzittenden verzekering afgesloten te zijn.

6.7 Onderwijsgids Het Ministerie van OCenW geeft elk jaar een onderwijsgids uit, waarin alle rechten

en plichten van de ouders/verzorgers en de leerlingen zijn weergegeven. Deze onderwijsgids is gratis en kan besteld worden middels de Postbus 51 – folder,

telefonisch via het voorlichtingsnummer van de rijksoverheid (tel. 0800-8051) of via www.postbus51.nl

6.8 Klachtenprocedure Natuurlijk wilt u uw kind naar een veilige school sturen. Wij zullen er alles aan doen

om een zo veilig mogelijke school te zijn. Zowel voor de kinderen, de leerkrachten, als alle anderen die met de school te maken hebben. Wij willen voorkomen dat er zich op school ontoelaatbare dingen voordoen tussen kinderen en volwassenen of

tussen kinderen onderling. Als je daar het slachtoffer van bent is dat erg! Het is belangrijk dat de kinderen en de ouders/verzorgers, als dit zich toch voordoet, zo

snel mogelijk hierover met iemand kunnen praten, zodat het probleem bekend wordt en er stappen ondernomen kunnen worden.

Voorkomen is natuurlijk het beste. Daarom willen wij op school duidelijk zijn over hoe we met elkaar omgaan. Ons uitgangspunt is: respect hebben voor elkaar en

voor jezelf. Elkaar wijzen op ongewenst gedrag hoort daar bij, net als "nee" (leren) zeggen tegen elke vorm van machtsmisbruik.

Het opstellen van duidelijke gedragsregels voor kinderen en leerkrachten is hierbij belangrijk. Op school ligt een klapper ter inzage met zaken betreffende de veilige school.

Voor de gevallen waarin machtsmisbruik zich toch voordoet, dient de klachtenregeling.

De interne contactpersoon is J. Tönnissen en D. Drost. U kunt altijd bij hun terecht om een geval van (vermeend) machtsmisbruik te bespreken. De gesprekken met

de contactpersonen zijn altijd vertrouwelijk. Zij zijn er om u bij te staan. De contactpersonen kunnen u doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon.

Voor onze school is dat: GIMD

Contactpersoon: Dhr. C. Heeren

Tel: 06-51996561 [email protected]

Deze behandelt uw klacht dan verder. Deze externe vertrouwenspersoon is onafhankelijk. Zij is aangesteld door het schoolbestuur.

De klachtenregeling en gedragscode liggen voor iedereen ter inzage op school. Vraagt u er gerust naar.

De klachtenregeling is van toepassing op elke vorm van machtsmisbruik die plaatsvindt binnen of in samenhang met de onderwijssituatie. De klachtenregeling is bedoeld voor allen die bij de school betrokken zijn, zoals de vaste en tijdelijke

medewerkers van de school, stagiaires, (hulp-)ouders/verzorgers en kinderen.

6.9 Vertrouwensinspecteur van de inspectie Binnen de inspectie van het onderwijs is een aantal inspecteurs aangewezen als vertrouwensinspecteurs. Deze vertrouwensinspecteurs hebben een adviserende

Schoolgids de Klimop

24

en ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele intimidatie. Ieder bevoegd gezag van een school of onderwijsinstelling is wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te nemen met de

vertrouwensinspecteur. Deze verplichting geldt voor klachten over leraren, directies en anderen die aan de school contractueel verbonden zijn. Ook als niet meteen

duidelijk is of sprake is van strafbare feiten dient de vertrouwensinspecteur ingeschakeld te worden voor overleg.

De vertrouwensinspecteur heeft geheimhoudingsplicht bij klachten over seksueel misbruik. Hij of zij zal in alle gevallen in overleg met de klager komen tot afspraken

over de verdere afhandeling van de klacht en de stappen die worden genomen.

Telefoonnummer vertrouwensinspectie: 0900-1113111

6.10 Sponsoring T.a.v. sponsoring maken wij gebruik van de brochure „Sponsoring waar praten we

over?‟ van het ministerie van OCenW. De uitgangspunten zijn:

- Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van kinderen. Sponsoring moet in over-

eenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. - Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid

en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen.

- Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag

niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.

Schoolgids de Klimop

25

HOOFDSTUK 7. DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL

7.1. Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school

De onderwijskundige ontwikkeling van onze school blijven zich richten op de vernieuwingen binnen het Daltononderwijs. Met name het coöperatief leren en het keuzewerk in samenhang met meervoudige intelligenties (MI) zullen extra aandacht

krijgen. Voor dit laatste onderdeel staat ook een bezoek gepland aan „Villa Knap‟. Ook zal de doorgaande lijn binnen ons daltononderwijs kritisch bekeken worden

n.a.v. het onderzoek van een minorstagiaire van de PABO, zodat we in alle groepen dezelfde taal spreken. In augustus 2003 is binnen de gemeente Bergen het project Voor- en Vroeg-

schoolse Educatie (VVE) gestart, met als doel om achterstanden bij jonge kinderen te voorkomen. Er is een doorgaande leerlijn ingevoerd voor kinderen vanaf 2 t/m 6

jaar. Dit houdt o.a. in dat de peuterspeelzaal (OKI), kinderdagverblijf “Spring” en de twee basisscholen (St. Jozefschool en de Klimop) in Nieuw Bergen nauw samenwerken, om de ontwikkelingskansen voor die kinderen te vergroten. Komend

jaar zal deze samenwerking nieuwe impulsen krijgen door een startbijeenkomst op 5 oktober. De avond wordt verzorgd door leidinggevenden en managers van de

participanten. De leerkrachten van onze groepen 1 en 2 hebben zich het afgelopen jaar verder

bekwaamd in tussendoelen geletterdheid, de rekendoelen d.m.v. de methode „Met sprongen vooruit‟ en er is een beredeneerd aanbod (doorgaande lijn) vastgelegd waar meegewerkt wordt.

Andere ontwikkelingen, die de komende jaren onze aandacht zullen vragen, zijn het voortdurend verbeteren van ons zorgsysteem en het borgen van het werken met de

active borden in de groepen 3 t/m 8 en een touchscreen in groep 1-2. We werken al een aantal jaren met het digitale leerlingendossier eduscoop. Komend jaar zal onze ICT-er ons de verdere mogelijkheden van dit programma uitleggen.

Ook gaan we verder met het opbouwen van een sluitend kwaliteitszorgsysteem, zodat zowel inspectie, bestuur, leerkrachten en ouders steeds kunnen bekijken hoe

het met onze kwaliteit staat. Op Invitare en schoolniveau doen we dit d.m.v. opbrengst gericht werken. Uit de enquête van Boelhouwer is gebleken dat kinderen op onze school zich gepest

voelen. Daarom gaat het team het komend schooljaar o.l.v. Bob van der Meer een pestprotocol opstellen m.b.v. het zgn. „5 sporenbeleid‟.

In week 12 start het project „Lentekriebels‟ , in de week van machtsmisbruik. De contactpersonen van de Klimop sturen dit aan. Ook krijgt het team een lezing van een deskundige over Niet Aangeboren

Hersenletsel. Vorig schooljaar zijn we gestart met „Nieuwsbegrip‟. Een methode voor begrijpend

lezen met actuele, informatieve teksten. Tijdens teamvergaderingen staat het geregeld op de agenda om de methode goed te implementeren binnen ons onderwijs. We gaan ook scholing volgen, met een deskundige.

Het komend jaar gaan we ons oriënteren op een nieuwe rekenmethode, een methode Engels en een methode voor voortgezet technisch lezen.

Afgelopen jaar hebben we en pilot gedraaid met 2 Jeelo-projecten. Jeelo ondersteunt scholen bij het inrichten van hun eigen leeromgeving. De projecten die we het afgelopen jaar hebben gedaan zijn „Omgaan met elkaar‟ en „Dieren‟.

Komend jaar is een tweede pilot jaar met de projecten „Geld‟ en „Omgeving‟. Aan het eind van het schooljaar beslissen we of we verder gaan met Jeelo of dat we

kiezen voor een andere werkwijze voor de zaakvakken.

Schoolgids de Klimop

26

Afgelopen schooljaar is het team geschoold in basiscommunicatie. Om deze kennis en kunde vast te houden wordt er iedere gezamenlijke vergadering geoefend met het geven van feedback.

Voor veel van deze onderdelen zijn zes gezamenlijke teamvergaderingen, één

studieochtend en twee studiedagen gepland. Verder hebben we om de 14 dagen een teamvergadering met de mensen die aanwezig zijn. Daarnaast organiseert de regio Zuid van de Nederlandse Daltonvereniging voor alle

leerkrachten in het voorjaar een bijeenkomst op een woensdagmiddag. Onze eigen stichting Invitare organiseert in februari een personeelsdag en het

samenwerkingsverband Bergen-Gennep-Mook organiseert weer op twee woensdag-middagen, de zgn. prikkelbijeenkomsten.

7.2 Zorg voor de relatie school en omgeving Er zijn geregeld contacten met de andere basisscholen en de scholen voor voort-

gezet onderwijs (onderwijsplatform, cultuurcommissie, directieoverleg). Daarnaast is er intensief contact met de basisscholen van de Stichting Invitare Openbaar Onderwijs.

In het kader van Weer Samen Naar School wordt er nauw samengewerkt met de speciale school voor basisonderwijs “de Piramide” in Gennep.

Daar wij een Daltonschool zijn, hebben wij regelmatig contact met de Dalton-scholen uit de regio Zuid en bezoeken wij de tweejaarlijkse Daltonconferentie in

Deventer. Wij hebben goede contacten met de bibliotheek, de politie, de Jeugd GezondheidsDienst (JGD), het Centrum voor Jeugd en Gezin, het BCO

Onderwijsadvies, de opleidingsscholen voor nieuwe leerkrachten (PABO) en de opleidingsscholen voor SPW-ers (ROC).

Door de realisatie van de brede school in Nieuw Bergen zijn er intensieve contacten met het consultatiebureau, kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, St. Jozefschool en de gemeente.

Schoolgids de Klimop

27

HOOFDSTUK 8. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS

Een belangrijk doel van scholen is om kennis over te dragen. De laatste jaren wordt van scholen verwacht dat zij hun resultaten van het onderwijs presenteren, zodat

ouders deze met andere scholen kunnen vergelijken. Een groot gevaar is dat aan de hand van deze resultaten op cognitief gebied de kwaliteit van de school wordt afgelezen.

De Klimop vindt cognitieve resultaten zeer belangrijk, maar hecht tevens veel waarde aan een goed pedagogisch klimaat en het aanleren van sociale

vaardigheden om kinderen zo voor te bereiden op hun toekomst. 8.1 Groep 1-2

Van de kinderen van groep 1 en 2 worden de vorderingen bijgehouden door middel van een observatielijst. Daarnaast wordt in groep 1 en 2 de CITO-toetsen „Rekenen

voor kleuters‟ en „Taal voor kleuters‟ afgenomen. Daarnaast wordt bij risicokinderen de „Taaltoets Alle Kinderen‟ (TAK) afgenomen.

8.2 Groep 3-8 De kinderen uit groep 3 t/m 8 krijgen regelmatig te maken met methode gebonden

toetsen, zodat de leerkrachten vlug kunnen zien waar het kind in het leerproces staat. Daarnaast worden er bij spelling, woordenschat, technisch lezen, begrijpend

lezen en rekenen niet-gebonden toetsen (landelijke toetsen) afgenomen. Al deze toetsen geven ons niet alleen een beter inzicht in de vorderingen van elk kind afzonderlijk, maar ook informatie over ons eigen onderwijs. Op deze manier

kunnen wij indien nodig ons onderwijs op specifieke punten veranderen. De kinderen uit groep 8 maken allemaal de CITO-eindtoets. De uitslag van deze

Eindtoets is een hulpmiddel bij de keuze voor Voortgezet Onderwijs. Belangrijker dan de toetsuitslag vinden wij nog steeds het advies van onze school aan het kind en de ouders/verzorgers.

8.3 Leerlingvolgsysteem

Het nauwkeurig onderzoeken, bijhouden en beoordelen van individuele vorderingen vinden wij erg belangrijk. Om dit heel precies en systematisch bij te houden, gebruiken wij het zgn. leerlingvolgsysteem.

Het leerlingvolgsysteem wordt gehanteerd om de vorderingen en gedragingen van de kinderen systematisch te kunnen volgen.

Van elk kind wordt een digitaal dossier aangelegd waarin komen: - notities over besprekingen van uw kind door de leerkrachten - gesprekken met de ouders/verzorgers en de daarbij gemaakte afspraken

- onderzoeken - de toets- en rapportgegevens

- de plannen voor extra hulp aan het kind. Uiteraard zijn deze gegevens strikt vertrouwelijk!

8.4 Uitstroomgegevens Een van de onderdelen in deze schoolgids is een verantwoording van de school

t.a.v. de resultaten van ons onderwijs. Met andere woorden: wat is de kwaliteit van onze school? Wij vinden "kwaliteit" een ruim begrip en willen dit dan ook als zodanig

interpreteren. Wanneer is een school "goed"? Kwaliteit is in onze optiek niet alleen het resultaat van landelijk genormeerde toetsen. Het is ook niet juist te

veronderstellen dat een school, waarvan veel kinderen naar hogere vormen van voortgezet onderwijs gaan, kwalitatief beter is dan een andere school. Daar komt

Schoolgids de Klimop

28

wel wat meer voor kijken. Veel factoren kunnen daarbij een rol spelen. Bijv.: gezinssituatie, achtergronden, veel of weinig allochtone kinderen enz. Op het eind van groep 8 willen we waarmaken dat we gedurende 8 schooljaren

alles hebben bereikt wat ouders/verzorgers redelijkerwijs mochten verwachten.

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken hanteren we op school een aantal instrumenten die ons informatie geven over het begrip "kwaliteit" zoals wij dit begrip inhoud willen geven.

Om de cognitieve kwaliteit te meten worden er op vastgestelde tijden toetsen afgenomen. In de toetskalender is duidelijk aangegeven wanneer welke toetsen

worden afgenomen. Het betreft hier zowel toetsen die bij de methode horen als toetsen die methode-onafhankelijk zijn. Deze laatste toetsen worden met name gemaakt door het CITO. Voorbeelden hiervan zijn de toetsen voor begrijpend lezen,

de taaltoets, rekenen en wiskunde, spelling en eindtoets groep 8.

Cito eind scores

CITO eind gecorrigeerd lln

gewicht

2011 531,2

2010 535,8

2009 534,3

2008 529,2

NB. De scores zijn niet representatief, omdat het leerlingenaantal in groep 8 daarvoor zo laag was, dat één enkel kind de score met zijn resultaat kan beïnvloeden.

Voor ons is het belangrijk dat de kinderen naar een vorm van voortgezet onderwijs gaan, waarvan wij weten dat die past bij het kind.

Per jaar verschilt het aantal verwijzingen richting VMBO, HAVO en VWO.

Verwijzingen naar VO

Eindadvies Aantal

lln

PRO VMBO Havo/Vwo Doublure VSO/verhuizing

2010-2011 13 lln 7% 39,5% 39,5% 7% 7%

2009-2010 9 lln 0% 56% 44% x x

2008-2009 19 lln 5% 53% 42% x x

2007-2008 11 lln 9% 55% 36% x x

Schoolgids de Klimop

29

HOOFDSTUK 9. REGELING SCHOOLTIJDEN EN SCHOOlVERZUIM 9.1 Schooltijden

Groep 1 t/m 2: ma. t/m vr. van 08.30 - 12.00 uur 13.15 - 15.15 uur woensdag geen school

Groep 3 t/m 8: ma. t/m vr. van 08.30 - 12.00 uur

13.15 - 15.15 uur woensdag 08.30 - 12.15 uur

De kinderen gaan ‟s morgens om 8.25 uur en ‟s middags om 13.10 uur naar binnen, zodat de lessen op tijd kunnen beginnen.

Op de jaarlijkse kalenders c.q. schoolgids zijn de vakanties en vrije dagen van dat schooljaar te vinden.

9.2 Leerplicht en schoolverzuim Op de dag dat uw kind 4 jaar wordt mag hij/zij iedere dag naar school. Vanaf 5 jaar

is uw kind leerplichtig en is het uw taak om ervoor te zorgen dat hij/zij elke dag de school bezoekt. In een aantal situaties mag de directie verlof verlenen. Hiervoor

zijn richtlijnen vastgelegd in de leerplichtwet. Ziekte:

Als uw kind ziek is, laat u dit dan zo spoedig mogelijk weten. Mocht het voor u lastig zijn om direct te bellen, dan moet u uw kind in ieder geval binnen twee dagen

ziek melden. Wordt een kind op school ziek dan zullen wij contact met de ouders/verzorgers opnemen en vragen of ze het kind komen ophalen. Wij zullen een ziek kind nooit

alleen naar huis sturen.

Verlof: Wilt u buiten de vakanties en vrije dagen verlof voor uw kind, dan bent u verplicht deze extra vrije dagen bij de directie aan te vragen. Zie hiervoor „Richtlijnen verlof

buiten de schoolvakanties‟ opgesteld door de gemeente. Deze kunt u op school krijgen.

Aan het eind van elk schooljaar krijgt u het vakantierooster voor het nieuwe schooljaar, zodat u tijdig uw vakantie kunt plannen.

Registratie: - elke leerkracht registreert afwezigheid en informeert telefonisch bij de

ouders/verzorgers, indien een kind ongemeld afwezig is; - de leerkrachten noteren maandelijks absentiegegevens; - verzoeken om extra vrije dagen/vakantie worden uitsluitend verleend via

gemeentelijk registratieformulier.

Maatregelen: - de leerkracht/directeur neemt contact op met ouders, indien een leerling ongeoorloofd verzuimt. Men probeert de reden van verzuim te achterhalen om

maatregelen te kunnen nemen, die herhaling voorkomen; - ongeoorloofd verzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar van de gemeente

Bergen.

Schoolgids de Klimop

30

9.3 Schorsing en verwijdering

Kinderen kunnen van school worden gestuurd: schorsing (tijdelijk) of verwijdering (voorgoed). Meestal gebeurt zoiets alleen als het kind zich ernstig misdraagt en er

sprake is van wangedrag. De beslissing over verwijdering van een kind wordt genomen door het schoolbestuur. Voordat zo‟n besluit kan worden genomen, moeten eerst de groepsleraar en de ouders/verzorgers worden gehoord. Als het

besluit eenmaal is genomen, mag een schoolbestuur het kind niet onmiddellijk van school sturen. Het bestuur moet namelijk eerst proberen om een andere school te

vinden voor het kind. Alleen als dat niet lukt (en daar moet het schoolbestuur tenminste acht weken zijn best voor doen) mag de school het kind de toegang tot de school weigeren.

Als het schoolbestuur een kind wil schorsen of verwijderen dan moet het bestuur

daarover met de ouders/verzorgers overleggen. Levert dat overleg niets op, dan kunnen de ouders/verzorgers aan de onderwijsinspectie vragen om te bemiddelen. Blijft het schoolbestuur bij zijn besluit, dan kunnende ouders/verzorgers schriftelijk

bezwaar aantekenen. In dat geval moet het schoolbestuur binnen vier weken schriftelijk reageren. Als het schoolbestuur dan nog vasthoudt aan het besluit om

het kind te verwijderen, dan kunnen de ouders/verzorgers in beroep gaan bij de rechter.

Verantwoording en uitreiking. Na instemming van de medezeggenschapsraad wordt de schoolgids op de website

geplaatst.