School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De...

178
Liesbeth Schreuder, Marja Valkestijn & Susanne Mewissen School met vijf O's Onderwijs, opvoeding, ontwikkeling, opvang en ontspanning in een dagarrangement

Transcript of School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De...

Page 1: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

Liesbeth Schreuder, Marja Valkestijn & Susanne Mewissen

School met vijf O's

School met vijf O

’s Liesbeth Schreuder, Marja Valkestijn & Susanne M

ewissen

Onderwijs, opvoeding, ontwikkeling, opvang en ontspanning in een dagarrangement

De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De

samenwerking is in het begin vooral organisatorisch, maar gaandeweg komen er ook inhou-

delijke verbindingen. School met vijf O’s biedt coördinatoren, directeuren, pedagogen en

beleidsmedewerkers informatie en inspiratie om aan deze inhoudelijke samenhang vorm

te geven. Geïllustreerd door (brede) scholen die dit al in praktijk brengen. Daarmee inte-

ressant voor basisscholen, buitenschoolse opvang en gemeenten.

Er is meer mogelijk dan u op het eerste gezicht denkt. U kunt kiezen uit samen opvoeden,

samen werken aan de ontwikkeling of aan de gezondheid van kinderen. U kunt ook samen

aan de slag voor de kinderen van de school die extra zorg nodig hebben. En wat denkt u

ervan om aan de schooltijden te sleutelen nu de school toch open is van ’s ochtends tot

’s avonds?

Al deze samenwerkingsmogelijkheden zijn in het belang van de kinderen. U leest hier-

over in deze uitgave. U krijgt ook discussiestof mee over de maatschappelijke gevolgen

van dagarrangementen. Vragen die in elk team opkomen: is het goed voor kinderen om

de hele dag op school te zitten en wat betekent deze verandering voor gezinnen en vrije-

tijdsorganisaties?

Liesbeth Schreuder en Marja Valkestijn zijn ervaren auteurs die in dit boek hun inzich-

ten over buitenschoolse opvang en brede school wederom hebben gebundeld. Liesbeth

Schreuder is ontwikkelingspsycholoog en Marja Valkestijn is afgestudeerd in de Alge-

mene Sociale Wetenschappen. Zij zijn werkzaam bij het Nederlands Jeugdinstituut te

Utrecht en publiceerden eerder Dagarrangementen in de brede school.

Susanne Mewissen studeerde af in de Pedagogische Wetenschappen en is stagiaire bij het

Nederlands Jeugdinstituut.

www.swpbook.com

ISBN 978 90 8560 047 3

NU

R 84

0

6047 omslag NWEstijl NJI School 5 os.indd 1 6-1-2010 14:44:29

Page 2: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

School met vijf O’s

6047 binnenwerk 2e druk.indd 1 6-1-2010 14:15:17

Page 3: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

6047 binnenwerk 2e druk.indd 2 6-1-2010 14:15:17

Page 4: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

School met vijf O’s

Onderwijs, opvoeding, ontwikkeling, opvang en ontspanning in een dagarrangement

Liesbeth Schreuder, Marja Valkestijn en Susanne Mewissen

6047 binnenwerk 2e druk.indd 3 6-1-2010 14:15:18

Page 5: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

Eerste druk 2008

Tweede ongewijzigde druk 2010

School met vijf O’s

Onderwijs, opvoeding, ontwikkeling, opvang en ontspanning

in een dagarrangement

E.T. Schreuder, M.A.C. Valkestijn en S.E.I.M. Mewissen

ISBN 978 90 8560 047 3

NUR 840

© 2008, 2010 Nederlands Jeugdinstituut (NJi), Utrecht / Uitgeverij SWP, Amsterdam

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in

een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,

hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B

Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het besluit van

23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk

verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB

Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers

en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot Uitgeverij SWP

(Postbus 257, 1000 AG Amsterdam) te wenden.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 4 6-1-2010 14:18:45

Page 6: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

Inhoudsopgave

Dank

Inleiding

DEEL 1 Achtergrondinformatie

1. Buitenschoolse opvang, brede school en dagarrangementen

1.1 Groei van de buitenschoolse opvang

1.2 Brede school, dagarrangement, buitenschoolse en tussen-

schoolse opvang

1.3 Buitenschoolse opvang in vogelvlucht

1.4 Toekomstperspectieven

2. Vragen en dilemma’s bij dagarrangementen

2.1 Vrije tijd of ondersteuning van het onderwijs?

2.2 Eén pedagogisch klimaat of ieder een eigen sfeer?

2.3 Gescheiden circuits of één aanbod voor alle kinderen?

2.4 School of buitenschoolse opvang leidend?

2.5 De hele dag op school?

3. Dagarrangementen in Engeland en Zweden

3.1 Engeland

3.2 Zweden

4. Schoolkinderen: hun vrije tijd en hun ontwikkeling

4.1 Vrije tijd voor schoolkinderen

4.2 Vrij spelen

4.3 Ontwikkelingsfasen van schoolkinderen

8

10

17

17

19

22

25

29

29

31

32

35

37

45

45

49

55

55

61

62

6047 binnenwerk 2e druk.indd 5 6-1-2010 14:15:18

Page 7: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

DEEL 2 Pedagogisch-didactische samenhang

5. Samenhang aanbrengen

5.1 Aandacht voor overgangen

5.2 Samenhang in de pedagogiek

5.3 Samenhang in de educatie

5.4 Samenwerken voor zorgkinderen

5.5 Samen werken aan een gezonde ontwikkeling

5.6 Samen werken aan een nieuwe tijdsindeling

5.7 Algemene aandachtspunten

6. Pedagogische afstemming

6.1 Wat is pedagogisch afstemmen?

Kader: Bikube/’t Bijtje in Hoofddorp

6.2 Visie en pedagogische doelen

6.3 Pedagogisch klimaat

Kader: De Oosterweide in Gouda

Kader: Jan Willem van de Meeneschool in Utrecht

7. Educatieve samenhang

7.1 Samen werken aan levensecht leren

7.2 Gezamenlijke doelen en een goede leeromgeving

7.3 Dezelfde onderwijsprincipes hanteren

Kader: Het Meesterwerk in Almere

Kader: De Boog in Rotterdam

8. Samenwerken voor zorgkinderen

8.1 Wie zijn de zorgkinderen?

Kader: Jan Willem van de Meeneschool in Utrecht

8.2 Samenhang in de aanpak

8.3 Voor- en nadelen van samenhang

9. Samenwerken aan een gezonde ontwikkeling

9.1 Gezonde ontwikkeling

9.2 Gezondheidsopvoeding

9.3 Samenwerken aan gezondheid

9.4 Voorbeelden van nieuw beleid

71

72

74

74

75

76

76

77

83

83

86

90

95

95

95

103

103

105

107

108

112

117

118

121

123

127

131

131

134

136

138

6047 binnenwerk 2e druk.indd 6 6-1-2010 14:15:18

Page 8: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

10. Schooltijden en biologisch ritme

10.1 Schooltijden

10.2 Biologisch ritme

10.3 Een andere inrichting van de schooldag

Kader: De Oosterweide in Gouda

10.4 Voor- en nadelen van de verschillende modellen

Ten slotte

Literatuur en websites

Nederlands Jeugdinstituut

145

145

147

149

152

154

160

162

174

6047 binnenwerk 2e druk.indd 7 6-1-2010 14:15:18

Page 9: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

8

Dank

Wij hebben voor dit boek steun en informatie gekregen uit verschillende hoeken. Allereerst danken wij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor de financiële bijdrage aan dit project en Ilse Dirckx van het ministerie voor haar inhoudelijke belangstelling en adequate ondersteuning op subsidietechnisch gebied.Wij hebben met veel dankbaarheid geput uit de lijvige scriptie van drie bachelorstudentes van de faculteit Algemene Sociale Wetenschappen te Utrecht. Met aanstekelijk enthousiasme hebben Jessica van den Toorn, Jana Hazen en Sarah Faber in opdracht van het Nederlands Jeugdinsti-tuut en onder begeleiding van Vincent Duindam een grondig literatuur-onderzoek en drie kleine praktijkonderzoeken uitgevoerd. Ook bedan-ken wij onze collega van het Nederlands Jeugdinstituut, Josette Hoex, voor haar opbouwende commentaar op het concept van dit boek. De kwaliteit heeft erdoor gewonnen.

Vervolgens gaat onze dank uit naar: Sandra Ball, directeur basisschool De Voorzaan in Zaanstad; Sabine de Boer, coördinator tussenschoolse opvang en pedagogisch medewerker buitenschoolse opvang bij Ludens te Utrecht; Stephanie Dogger, locatiemanager buitenschoolse opvang bij Ludens te Utrecht; Coby Goederond, staffunctionaris inhoudelijke dagarrangementen bij Yunio-kinderopvang te Doetinchem; Magda Hey-tel, directeur Impuls te Amsterdam; Jill Ignatius, projectleider dagar-rangementen bij kinderopvangorganisatie OOK te Apeldoorn; Marijke Melsert, directeur kinderopvangorganisatie Yunio-kinderopvang te Doetinchem; Hans Pouw, coördinator dagarrangementen ASKO-school-bestuur in Amsterdam; Thea Schäfer, pedagoog bij kinderopvangor-ganisatie OOK te Apeldoorn en Annelies Zoomers, directeur Stichting Kinderopvang Spaarne e.o. Zij hebben ons in telefoongesprekken van een uur of langer voorzien van waardevolle informatie en inzichten over hun werkwijze en de dilemma’s die ze in de praktijk tegenkomen. Hun ervaringen zijn in dit boek verwerkt.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 8 6-1-2010 14:15:18

Page 10: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

9

Zonder de vijf bezoeken aan scholen die samen met partners hun dagar-rangementen vormgeven, had er hier alleen een mager theoretisch boek-je gelegen. Wij bedanken Anneke Slegers van Bikube/’t Bijtje in Hoofd-dorp; Christel Nieman, Saskia van den Bossche van obs De Boog in Rot-terdam; Ida Tabbers, Willem van Dorssen, Marijke Schalkwijk, Heleen Nieboer, Martin van den Oetelaar en Sharon Zeijseink van de J.W. van der Meeneschool/ BSO Eigenwijs in Utrecht; Cissy Nieuwenweg, Marja Ewaart, Eefje de Boorder van Het Meesterwerk in Almere; Anja Wort-man, Jolanda Welleman, Mariëlle Aben en Annet Huiszoon van De Oos-terweide in Gouda. Zij hebben de dagelijkse werkelijkheid het boek in-geloodst. Uitgebreide beschrijvingen van de wijze waarop deze scholen met buitenschoolse opvang samenwerken, zijn te vinden op www.nji.nl/bredeschool. Voor dit boek hebben we ons beperkt tot korte illustraties in relevante hoofdstukken. De J.W. van der Meeneschool/ BSO Eigen-wijs krijgt nog een extra bedankje, omdat wij daar vier dagen lang een aantal kinderen mochten observeren. Wij waren vooral benieuwd naar het verloop van de overgangen tussen school en buitenschoolse opvang voor kinderen en eventuele verschillen in het gedrag van de kinderen op school en op de buitenschoolse opvang.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 9 6-1-2010 14:15:18

Page 11: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

10

Inleiding

Dit boek gaat over basisscholen met meer dan twee O’s. De O van onder-wijs zal niemand verwonderen en de O van opvoeding – in de zin van het overdragen van maatschappelijke waarden en normen – behoort ook al sinds lang tot het domein van de school. Wat zijn de extra O’s die nu de school inkomen? De O van opvang be-hoort sinds 2007 tot de verantwoordelijkheid van de basisschool. Met die buitenschoolse opvang komt ook de vrije tijd van het kind de school in – aangeduid met de vijfde O van ontspanning. Vrijetijdsbeleving in relatie tot de school is overigens niet nieuw: brede scholen organiseren al vele jaren buitenschoolse activiteiten voor kinderen. Die vrijetijdsac-tiviteiten behelzen meer dan ontspanning: doel ervan is bevordering van de brede ontwikkeling van kinderen. Dus ook de derde O van ontwikke-ling hoort erbij.

Doorgaande lijn en andere motieven voor samenhangOnderwijs, opvoeding, opvang, ontspanning en ontwikkeling kunnen in het begin nog losse eilandjes zijn, maar na verloop van tijd komt in elke team de vraag op hoe je deze verschillende elementen in samenhang kunt programmeren. De vraag naar afstemming komt deels voort uit efficiencymotieven: geen dubbel werk doen, maar taken verdelen. Be-langrijker is echter het gevoel bij alle betrokkenen dat pedagogische en didactische effecten van hun inspanningen meer tot zijn recht komen als zij op elkaar voortbouwen en elkaar versterken. Dit streven naar samen-hang wordt de doorgaande lijn genoemd. Die doorgaande lijn kan tot uiting komen in afspraken op het pedagogische terrein, maar ook op het gebied van educatie. Vooral kinderen die extra zorgen geven, profiteren van een gemeenschappelijke en elkaar versterkende aanpak. Medewerkers met ervaring in nauwe samenwerking tussen binnen- en buitenschoolse activiteiten melden dat daardoor een completer beeld van het kind ontstaat. Men ziet de kinderen in verschillende situaties functioneren en vult elkaar vanuit eigen expertise aan.Een laatste reden om naar samenhang tussen binnenschoolse en bui-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 10 6-1-2010 14:15:18

Page 12: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

11

tenschoolse activiteiten te streven, is de gemeenschappelijke uitstraling naar buiten. Ouders kiezen de basisschool die bij hun opvattingen past. Daarbij letten ze op het soort onderwijs, de mogelijkheden van buiten-schoolse opvang en buitenschoolse activiteiten, en het binnen- en bui-tenschoolse pedagogische klimaat.

Dit boek en zijn titel Dit boek biedt de bouwstenen om pedagogisch-didactische samenhang aan te brengen. We beperken ons tot kinderen van 4-12 jaar, hoewel scholen samen met de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven ook doorgaande lijnen aanbrengen tussen 2-12 jaar. De mogelijkheden voor samenhang zijn nog in discussie. Er zijn veel scholen die een start ge-maakt hebben, maar nog nauwelijks scholen die de pedagogisch-didac-tische samenwerking al volledig hebben doorgevoerd. In dit boek staan voorbeelden van scholen die al een heel eind op streek zijn.

Wij hebben overwogen om dit boek ‘Pedagogisch-didactische dagarran-gementen in de brede school’ als titel mee te geven. Dit is een prima titel, maar het is wel beleidsjargon. Het boek gaat inderdaad over dagarran-gementen: een samenhangend en doorlopend aanbod van onderwijs, opvang en vrijetijdsactiviteiten met de school als spil. Wij vinden ech-ter de term ‘dagarrangement’ geen aansprekende aanduiding voor een werkwijze die in Nederland inmiddels een grote vlucht heeft genomen en waarin veel mensen als pedagogisch medewerker, activiteitenbege-leider of coördinator zullen gaan werken. Kunnen we dit geheel in de toekomst niet ‘brede school’ noemen? Aan die aanduiding zijn we in-middels wel gewend.

Vervolg op een eerdere publicatieWij hebben eerder geschreven over dagarrangementen (Dagarrange-menten in de brede school, 2005). In dat boek ging de aandacht vooral uit naar de organisatorische kanten: hoe organiseer je het, wie is er al-lemaal bij betrokken en op welke aspecten moet je letten? Dit boek is te zien als een vervolg, hoewel het ook zelfstandig te lezen is.

Vraagstelling van dit boekDit boek gaat niet over organisatie, ruimte en personeel. We richten ons uitsluitend op de inhoudelijke mogelijkheden van dagarrangementen: de pedagogisch-didactische samenhang in de dag voor schoolkinderen.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 11 6-1-2010 14:15:18

Page 13: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

12

De vraagstelling voor dit boek is hoe school en buitenschoolse opvang hun pedagogisch handelen en de onderwijsstijl in samenhang kunnen vormgeven. Doel daarvan is het versterken van ieders acties in het on-derwijzen, begeleiden en opvoeden van de kinderen. Het uiteindelijke doel is dat het welbevinden en de ontwikkeling van de schoolkinderen er beter van wordt.

Onze werkwijze voor dit boekPedagogisch-didactische samenwerking is een nieuwe ontwikkeling. Er is daarom nog weinig praktijkervaring voorhanden. Om materiaal voor dit boek te verzamelen hebben wij telefonische interviews gehouden, kinderen geobserveerd, literatuur bestudeerd en vijf scholen bezocht. Vervolgens hebben wij de mogelijkheden voor het aanbrengen van in-houdelijke samenhang verder uitgedacht en geordend. Wij hopen dat scholen en buitenschoolse opvang geïnspireerd worden om deze moge-lijkheden verder uit te proberen en ons daarover rapporteren. Zo kun-nen wij samen met het werkveld verder gaan in de ontwikkeling van de school naar de school met vijf O ’s.

LeeswijzerDit boek is geschreven voor coördinatoren, management en beleids-medewerkers van basisscholen, brede scholen, buitenschoolse opvang, kinderwerk en gemeenten. Zij kunnen de informatie gebruiken bij het uitstippelen van hun beleid. Het boek geeft enerzijds achtergrondinfor-matie – wat buitenschoolse opvang is, hoe het zit met de schooltijden, wat de betekenis is van vrije tijd, hoe het zit in het buitenland, enzovoort – en anderzijds discussiemateriaal voor bespreking in teams – welk ac-cent gaan wij zelf leggen in de samenhang, wat vindt het team van de vraag of buitenschoolse opvang onderwijsondersteuning of vrijetijds-aanbod moet zijn? Speciaal voor dit doel hebben we aan het einde van elk hoofdstuk een aantal vragen gesteld die de samenwerkingspartners kunnen bespreken.

Het boek is in twee delen verdeeld. Deel 1 geeft achtergrondinformatie en deel 2 focust op de inhoudelijke samenhang. Alle hoofdstukken zijn ook apart te lezen. Aan het einde van het boek is een lijst van geraad-pleegde literatuur te vinden met per boek, artikel of website een korte omschrijving.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 12 6-1-2010 14:15:18

Page 14: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

13

Aanduiding van de partnersBij een (brede) school zijn naast de buitenschoolse opvang veel partners betrokken die ook buitenschools met de kinderen werken: kinderwerk, sportverenigingen, bibliotheek, kunsteducatie, enzovoort. Wij hebben ons in dit boek geconcentreerd op de basisschool en de buitenschoolse opvang en daarom de andere partners niet steeds genoemd. Dat bete-kent niet dat de andere partners niet belangrijk zijn, integendeel. De informatie in dit boek is ook voor hen en ook over hen.

TerminologieBij het schrijven van een boek voor meer dan één werksoort met elk een lange eigen traditie zijn er aanduidingen die voor de ene werksoort van-zelfsprekend zijn terwijl de andere daar verbaasd naar kijkt. Wij noe-men hier bijvoorbeeld de aanduiding ‘pedagogisch medewerker’ voor degenen die in de buitenschoolse opvang op de groep staan. Velen had-den hier wellicht de term ‘leidster’ verwacht, maar deze aanduiding is vervallen met de nieuwe cao kinderopvang. Een andere term die verwarring kan oproepen is ‘sociale competentie’. In de pedagogische literatuur die door de buitenschoolse opvang wordt gebruikt, staat dit vooral voor sociale vaardigheden: je goed in een groep kunnen bewegen. Maar in de literatuur over onderwijs wordt het begrip veel breder gebruikt. Het gaat dan om het geheel van inzichten, attitu-des en vaardigheden die je al doende leert, bijvoorbeeld in een kinder-persbureau of tijdens koken in een restaurant en fietsen repareren. Deze ervaringen kan het kind vervolgens in diverse sociale verbanden toepas-sen. Wij vermijden de term sociale competentie daarom in de pedagogi-sche zin en spreken in dit boek van sociale vaardigheden.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 13 6-1-2010 14:15:18

Page 15: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

6047 binnenwerk 2e druk.indd 14 6-1-2010 14:15:18

Page 16: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

DEEL 1 Achtergrondinformatie

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

6047 binnenwerk 2e druk.indd 15 6-1-2010 14:15:18

Page 17: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

Dagarrangementactiviteit:handenarbeidopDeBoog

6047 binnenwerk 2e druk.indd 16 6-1-2010 14:15:20

Page 18: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

17

1 Buitenschoolse opvang, brede school

en dagarrangementen

In dit algemene hoofdstuk schetsen wij maatschappelijke ontwikke-lingen die hebben geleid tot de groei van buitenschoolse opvang (1.1). Vervolgens gaan wij in op de relatie van buitenschoolse opvang met een dagarrangement en de verhouding van beide met de brede school (1.2). Daarna beschrijven wij de belangrijkste ontwikkelingen in de bui-tenschoolse opvang (1.3). We eindigen met de toekomstperspectieven (1.4).

1.1 Groei van de buitenschoolse opvang

Buitenschoolse opvang was lange tijd een marginale voorziening. De koppeling van de buitenschoolse opvang aan basisscholen die in 2007 beleid is geworden, brengt in snel tempo verandering in deze situatie. De buitenschoolse opvang is daardoor zichtbaarder, bekender en meer geaccepteerd geworden.

Arbeidsparticipatie neemt toeDe toename van het aantal werkende moeders in de afgelopen decennia heeft de kinderopvang hoog op de maatschappelijke agenda geplaatst. Uit cijfers van 2004 (SCP, 2006) blijkt dat twee derde van de moeders met kinderen tussen 0-12 jaar een betaalde baan heeft, gemiddeld 19 uur per week. Anno 2006 maakte slechts 7% van hen gebruik van bui-tenschoolse opvang. Dat betekent dat veel werkende ouders geen op-vang nodig hebben of gebruik maken van informele vormen van kinder-opvang (vriendjes, buren, familie, oppas). De beschikbaarheid van een netwerk blijkt een belangrijke factor te zijn bij de beslissing om te gaan werken. Moeders zouden meer gaan werken als zij hun werktijden beter konden afstemmen op schooltijden en vrij zouden kunnen nemen bij ziekte van hun kinderen.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 17 6-1-2010 14:15:21

Page 19: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

18

Buitenschoolse opvang trekt aanHet Sociaal Cultureel Planbureau deed in 2006 onderzoek naar de facto-ren die buitenschoolse opvang al dan niet aantrekkelijk maken voor ou-ders en kinderen (Gilsing, 2007). De onderzoekers concluderen dat bui-tenschoolse opvang vanuit de culturele traditie geen vanzelfsprekende optie is voor werkende ouders in Nederland. De ouders wringen zich in bochten om zelf thuis te zijn op momenten dat hun kinderen uit school komen of kiezen voor informele opvang, zoals door oma, buren of ou-ders van schoolvriendjes. Een kind voelt zich dan al gauw een uitzonde-ring als hij naar de buitenschoolse opvang gaat. En juist de kinderen in de basisschoolleeftijd hebben er een hekel aan om uitzondering te zijn. In deze situatie is sinds begin 2007 een kentering opgetreden. Ouders hebben zich massaal aangemeld voor buitenschoolse opvang en on-danks snelle uitbreiding zijn er wachtlijsten ontstaan. De instroom be-staat vooral uit jonge kinderen.

Getallen over 2007Per1januari2007zijner94.656kindplaatsenindebuitenschoolseopvang.Ditiseentoenamevan27,7%sinds2004en13,3%tenopzichtevan2006.Endeuitbreidinggaatnogsteedsdoor.Deschattingisdatnu30%vandeschoolkinderen(4-12jaar)vanbuitenschoolseopvanggebruikmaaktofopeenwachtlijststaat.Ditzijnvooralkinderenvan4-8jaar.Ouderekinderenmakenveelmindergebruikvanbuitenschoolseopvang.Erzijn3.022 locatiesvoorbuitenschoolseopvangen6.929basisscholen.Datbetekentdatnietelkebasisschooleeneigenvoorzieningvoorbuiten-schoolseopvangheeft.Veelscholendeleneencentrumvoorbuitenschoolseopvang. Bij sommige basisscholen is (nog) geen buitenschoolse opvangnodig.Scholenophetplattelandmakengebruikvangastouderopvang.Deaanbiedersvanbuitenschoolseopvangbestaanvoormeerdandehelft(56%)uit kleineorganisaties.Zijhebbendagelijks40plaatsenofminderbeschikbaar.Erzijnookgrotelandelijkeaanbiedersmetveelverschillendelocaties.Detiengrootsteaanbiedershebbensameneenmarktaandeelvan17,5%.

Bronnen:Regioplan,2007enGroeistuipen!,2007.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 18 6-1-2010 14:15:21

Page 20: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

19

Waarom meer aantrekkingskracht?Hoe komt het dat de buitenschoolse opvang meer aantrekkingskracht heeft gekregen voor ouders? Er zijn vijf redenen:• meer bekendheid met buitenschoolse opvang vanwege de hoeveel-

heid nieuwsberichten over buitenschoolse opvang in de media;• betere toegankelijkheid van de buitenschoolse opvang omdat scho-

len nu actief buitenschoolse opvang aanbieden;• meer vertrouwen in buitenschoolse opvang vanwege de koppeling

met de basisschool; • meer noodzaak vanwege aantrekkende economie waardoor meer

ouders werken en er minder niet-werkende ouders beschikbaar zijn voor informele opvang;

• verlaging van de kosten voor ouders door ophoging van de financiële bijdrage van de overheid.

Het valt te verwachten dat de buitenschoolse opvang ook voor de kin-deren zelf een aantrekkelijker voorziening wordt. Nu er zoveel kinderen naartoe gaan, zijn ze niet meer geïsoleerd van andere klasgenootjes die naar huis of vriendjes gaan. Dit geldt voorlopig nog niet voor de oudere schoolkinderen (ouder dan 8 jaar). Wij weten nog niet of de huidige in-stroom van jonge kinderen de buitenschoolse opvang blijft bezoeken als zij ouder zijn. Ervaringen uit Zweden en Amerika laten zien dat oudere kinderen uit de buitenschoolse opvang verdwijnen, ook al is het voor de jongere kinderen een normale voorziening geworden.

1.2 Brede school, dagarrangement, buitenschoolse en tussenschoolse opvang

Er zijn verschillende termen in omloop die allemaal een buitenschools aanbod aanduiden. Hieronder staan de definities en doelstellingen van en de verhoudingen tussen deze voorzieningen.

Brede school: overkoepelendDe brede school is een samenhangend netwerk van toegankelijke voor-zieningen voor kinderen, ouders en buurt met de school als middelpunt. Het gaat om structurele samenwerking tussen de school of een scholen-complex en één of meer instellingen voor kinderopvang, welzijnswerk, jeugdzorg, cultuur en/of sport. Er zijn in 2007 bijna 1.000 brede scholen

6047 binnenwerk 2e druk.indd 19 6-1-2010 14:15:21

Page 21: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

20

in Nederland. Dat betekent dat 1 op de 7 basisscholen een brede school is. Iets minder dan de helft van de brede scholen is in een multifunctio-nele accommodatie gevestigd.

De doelstelling van de brede school is in de eerste plaats het vergroten van ontwikkelingskansen voor kinderen. Brede scholen zijn aanvanke-lijk vooral in achterstandswijken ontstaan. Het bieden van dagarrange-menten voor kinderen is in de loop van de tijd eveneens een belangrijke doelstelling geworden. Daarom zijn er nu brede scholen in alle wijken.

Dagarrangement: voor alle kinderen op de brede schoolEen dagarrangement is een samenhangend en op elkaar aansluitend aanbod tussen 7.30 uur en 18.30 uur dat de basisschool, buitenschoolse opvang en andere welzijns- of vrijetijdsorganisaties samen verzorgen voor alle kinderen van een school of een wijk. Ouders en kinderen kun-nen daarvan naar behoefte gebruik maken.

De doelstelling van een dagarrangement is drieledig: opvang, rust en een toegankelijk vrijetijdsaanbod. De Commissie Dagarrangemen-ten kwam in 2002 met het advies om een samenhangend pakket van onderwijs, opvang en vrije tijd vlak bij de basisschool te organiseren. Bij vrijetijdsaanbod wordt vooral gedacht aan sport en cultuur. Met een dagarrangement is de opvang van de kinderen verzorgd voor wer-kende of studerende ouders. Het geeft rust aan ouders omdat hun dag dan niet onderbroken wordt door het transporteren van hun kinderen. Het geeft ook rust aan kinderen omdat hun activiteiten overdag in één buurt plaatsvinden. Daarnaast worden activiteiten en opvang ook beter bereikbaar als ze in de buurt van de school plaatsvinden. Niet elke ouder beschikt over een geschikt vervoermiddel om zijn kinderen te vervoeren. Voor kinderen die anders niet naar buitenschoolse clubs en lessen zou-den gaan, maakt een dagarrangement dit wel mogelijk.

Een dagarrangement is een onderdeel van een brede school, maar niet hetzelfde. Een dagarrangement is uitsluitend gericht op een aanbod aan kinderen, terwijl in een brede school ook andere samenwerkingsverban-den belangrijk zijn, zoals een regelmatig overleg tussen de schooldirec-teur en de jeugdzorg of de politie in de wijk.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 20 6-1-2010 14:15:21

Page 22: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

21

Buitenschoolse opvang: soms apart, soms onderdeel van brede schoolBuitenschoolse opvang is een voorziening, die speciaal in het leven is geroepen voor kinderen van werkende of studerende ouders. Schoolkin-deren vanaf groep 1 tot einde basisschool kunnen er overdag vóór en na schooltijd, tijdens studiedagen van de school en in de schoolvakanties verblijven. De eerste doelstelling is opvang bieden op de tijden dat ou-ders wegens studie of werk niet beschikbaar zijn. De buitenschoolse op-vang wil voor de kinderen een vrijetijdsvoorziening zijn, waar zij zorg en gezelligheid aantreffen, vrij kunnen spelen en waar activiteiten worden georganiseerd.

Buitenschoolse opvang kan een onderdeel van de brede school zijn, maar het hoeft niet. Er zijn ook basisscholen en centra voor buitenschoolse opvang die samenwerkingsafspraken maken over de opvang van kinde-ren zonder daaraan een ‘brede school doelstelling’ te koppelen. Buiten-schoolse opvang wordt wel een onderdeel van de brede school als zij zich verbindt tot het vergroten van ontwikkelingskansen en/of het aanbieden van dagarrangementen voor kinderen van de brede school.

Tussenschoolse opvang: voor alle kinderenTussenschoolse opvang of overblijven biedt de kinderen de gelegenheid om op of vlak bij school te lunchen en te ontspannen. Het is open voor alle kinderen, die daaraan behoefte hebben. Redenen kunnen bijvoor-beeld zijn: het werken van hun ouders, de afstand of verkeersonveilig-heid tussen school en huis, het gezonde eten dat op school geserveerd wordt of gewoon de gezelligheid. De tussenschoolse opvang is geen on-derdeel van de buitenschoolse opvang omdat de doelgroep breder is. Als er een dagarrangement is, dan is de tussenschoolse opvang daarvan een belangrijk onderdeel.

Toekomst: brede school met buitenschools aanbodDe voorzieningen en begrippen zijn min of meer los van elkaar ontstaan en overlappen elkaar in hun doelstelling en aanbod. Daarom is het niet eenvoudig om scherp onderscheid aan te geven. Als het buitenschoolse aanbod voor schoolkinderen is uitgekristalliseerd, zullen wij ook met minder termen toe kunnen. Idealiter is dan de brede school het over-koepelende kader met een aansluitend buitenschools aanbod voor alle kinderen als belangrijkste onderdeel.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 21 6-1-2010 14:15:21

Page 23: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

22

1.3 Buitenschoolse opvang in vogelvlucht

Hoe heeft de buitenschoolse opvang zich ontwikkeld en op welke wijze is de formele samenwerking met de school geregeld? In deze paragraaf geven we algemene informatie over de uitgangspunten en werkwijze van de buitenschoolse opvang, het overheidsbeleid en de wijze waarop school en buitenschoolse opvang hun samenwerking hebben geforma-liseerd.

Opdracht van de buitenschoolse opvang De buitenschoolse opvang verzorgt opvang buiten schooltijd voor kin-deren van ouders die thuis niet beschikbaar zijn wegens werk of studie. Het uitgangspunt van de sector is dat de buitenschoolse opvang plaats-vindt in de vrije tijd van kinderen. De kern van vrije tijd is de vrije keuze: kinderen bepalen zelf welke activiteiten zij gaan doen en wanneer zij daar weer mee stoppen. In de vrije tijd wil de buitenschoolse opvang twee dingen bereiken: een huiselijke sfeer creëren en de leefwereld van kinderen uitbreiden. Nauwe afstemming met de ouders wordt belang-rijk gevonden.

RegelgevingDe buitenschoolse opvang voldoet aan kwaliteitsregels, die door de in-spectie kinderopvang (GGD) worden gecontroleerd. De regels worden jaarlijks door de sector kinderopvang zelf opgesteld en daarna aangebo-den aan het betrokken ministerie. De regels betreffen de aanwezigheid van vaste groepen, eigen groepsruimtes, een buitenspeelruimte, een maximum aantal kinderen per pedagogisch medewerker en een mini-mum aantal vierkante meters speelruimte per kind. Ook moet er een pedagogisch beleidsplan en een oudercommissie aanwezig zijn. Centra voor buitenschoolse opvang worden geacht om regelmatig een risico-inventarisatie uit te voeren op veiligheid en gezondheid en ongevallen met kinderen bij te houden. Zij moeten daarna de zelf geconstateerde gevaren verbeteren. Het is dus niet zo dat veiligheidsregels dwingend opgelegd worden.In 2007 is in de cao kinderopvang de naamgeving van het personeel in de kinderopvang gewijzigd. Zij worden nu pedagogisch medewerkers genoemd in plaats van leidsters, omdat die benaming beter hun functie aangeeft en bovendien sekseneutraal is.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 22 6-1-2010 14:15:21

Page 24: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

23

Gang van zakenIn de praktijk bestaat een groep meestal uit 20 kinderen, begeleid door twee pedagogisch medewerkers. Waar mogelijk wordt een onderscheid naar leeftijd gemaakt, zodat jongere en oudere kinderen niet bij elkaar in één groep zitten. Vooral de jongste kinderen van 4 en 5 jaar hebben behoefte aan een eigen groep, een eigen ruimte en eigen groepsleiding. De kinderen komen na school meestal in hun eigen groepsruimte bin-nen om wat te drinken, te eten en te praten. Daarna wordt afgesproken wat, waar en met wie de kinderen gaan spelen. In de meeste centra voor buitenschoolse opvang is een opendeurenbeleid, dat wil zeggen dat de kinderen buiten hun groepsruimtes en met andere kinderen kunnen spelen. Overheidsbeleid tot 2005Tot 1997 was de buitenschoolse opvang een marginale voorziening, waar nog geen 2% van de schoolkinderen gebruik van maakte. Na een stimuleringsmaatregel van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) trok het bezoekersaantal iets aan. In 2003 is de ver-antwoordelijkheid voor de buitenschoolse opvang overgegaan naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Daardoor is er meer accent komen te liggen op buitenschoolse opvang als voorwaarde voor ouders om arbeid en zorg te kunnen combineren.

Wet kinderopvang vanaf 2005In 2005 is de Wet kinderopvang in werking getreden, die de financi-ele kaders van de kinderopvang vastlegt en de inspectie op de kwali-teit regelt. Met deze wet is de buitenschoolse opvang een marktsector geworden. De organisaties voor buitenschoolse opvang ontvangen geen subsidie meer van de gemeente. De ouders betalen de volledige prijs. Werkende ouders kunnen via een toeslag een gedeelte van de kostprijs weer terugkrijgen van de Belastingdienst. Ook andere groepen ouders kunnen de kostprijs gedeeltelijk vergoed krijgen, zoals studerende ou-ders, ouders die een inburgeringscursus of een traject volgen om (weer) aan het werk te komen en ouders van kinderen met een sociaal-medi-sche indicatie.

Overheidsbeleid vanaf 2007In het najaar van 2005 is de motie-Van Aartsen/Bos aangenomen, waarin basisscholen per 1 augustus 2007 de verplichting krijgen om tus-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 23 6-1-2010 14:15:21

Page 25: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

24

sen 7.30 uur en 18.30 uur buitenschoolse opvang beschikbaar te maken als de ouders van hun school daaraan behoefte hebben. Ouders krijgen in feite een recht op buitenschoolse opvang en kunnen dat recht bij de school opeisen. Het schoolbestuur van het basisonderwijs wordt verant-woordelijk voor het feit dat er buitenschoolse opvang is. Het bestuur van de organisatie voor buitenschoolse opvang blijft verantwoordelijk voor de inhoud van het aanbod.Met dit beleid wil het kabinet de buitenschoolse opvang toegankelijker maken voor werkende ouders. Tevens wil het kabinet een bijdrage leve-ren aan de arbeidsparticipatie en emancipatie van vrouwen en ook aan de integratie van en een veilig schoolklimaat voor kinderen. Voor het speciaal onderwijs is het anno 2007 niet verplicht om buitenschoolse opvang te organiseren. Sinds 2007 behoort de kinderopvang en dus ook de buitenschoolse opvang tot het beleidsterrein van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW).

Twee samenwerkingsmodellen school en buitenschoolse opvangEen schoolbestuur heeft verschillende modellen ter beschikking om de buitenschoolse opvang te regelen:• Een samenwerkingsverband aangaan met een erkende kinderop-

vangorganisatie en hun vragen de buitenschoolse opvang voor de school te organiseren;

• Zelf een rechtspersoon oprichten, als kinderopvang laten registreren bij de gemeente en vervolgens de buitenschoolse opvang zelf organi-seren.

Kinderopvangorganisaties zijn vooral aanhanger van het eerste model. Zij verzorgen al kinderopvang en verwachten dat basisscholen hen zul-len inschakelen. De basisscholen hebben in de praktijk vooral het eerste model gehanteerd bij het regelen van buitenschoolse opvang. Het is nog een open vraag of zij zullen overgaan op het zelf organiseren en beheren van buitenschoolse opvang voor hun school. Voordeel voor hen is dat zij dan meer zeggenschap hebben over het pedagogische beleid en het personeel in de buitenschoolse opvang, waarmee zij zo nauw samenwer-ken. Nadelen zijn er ook: buitenschoolse opvang vergt expertise, die de school niet zo gemakkelijk kan overnemen.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 24 6-1-2010 14:15:21

Page 26: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

25

1.4 Toekomstperspectieven

We voorzien zes ontwikkelingen voor de eerstkomende tien jaar:

1. Buitenschoolse opvang in Nederland wordt een normaal onderdeel van de schooldag, maar wel op parttime basis. De meeste kinderen beperken hun bezoek aan de buitenschoolse opvang tot twee à drie dagen per week.

2. Op alle scholen zal één team van leerkrachten en pedagogisch mede-werkers ontstaan, die samen verantwoordelijkheid dragen voor een uitgebalanceerde schooldag met afwisseling tussen inspanning en ontspanning.

3. Het aanbod van vrijetijdsorganisaties, zoals sportverenigingen, mu-ziek- en balletlessen en de kinderactiviteiten in het buurthuis richt zich niet meer alleen op de ouders. Zij doen een rechtstreeks aanbod aan de buitenschoolse opvang of de brede school. Daardoor veran-deren de tijden en de plaats waarop de activiteiten worden georgani-seerd.

4. Het buitenschoolse aanbod zal voor alle kinderen worden georgani-seerd. Het kinderwerk richt zich vanuit haar traditie vooral op kinde-ren in achterstandssituaties. Buitenschoolse opvang richt zich vooral op kinderen van werkende ouders. Dit onderscheid houdt geen stand. Buitenschoolse opvang en kinderwerk zorgen voor een buitenschools aanbod voor alle kinderen.

5. Als steeds meer kinderen de gehele dag op de school verblijven, ko-men de traditionele schooltijden ter discussie te staan. Scholen, bui-tenschoolse opvang en ouders gaan in conclaaf over de beste inde-ling van de schooldag. Er is nog geen afdoende antwoord op de vraag wat het beste is. Experimenten, onderzoek en evaluatie zullen hierop antwoord moeten geven. In hoofdstuk 10 gaan we verder in op de kwestie van schooltijden.

6. Het gezins- en buurtleven verandert. De koppeling van buitenschool-se opvang aan scholen kan rekenen op instemming in Nederland. Men

6047 binnenwerk 2e druk.indd 25 6-1-2010 14:15:21

Page 27: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

26

heeft het gevoel dat arbeid en zorg voor schoolkinderen nu eindelijk goed gecombineerd kunnen worden, zonder ‘heen-en-weer gesleep’ met kinderen. Er zijn echter ook bezorgde reacties over de gevolgen voor ouders en voor de buurten. Ouders maken bijvoorbeeld de vrije-tijdsactiviteiten van hun kinderen minder mee, als ze hen zelf niet meer naar de sportclub brengen. Kinderen zullen overdag minder op straat spelen: de woonwijken worden daardoor minder levendig, buren kennen de kinderen minder goed. Hoe ver dit gaat, hangt af van de toekomstige beslissingen van ouders over wel of niet parttime werken. Voor een diepergaande beschouwing hierover verwijzen we naar hoofdstuk 2.5.

Ten slotte

Wat kan de lezer met de informatie uit dit hoofdstuk? Het kan u en uw partners helpen bij de beantwoording van de volgende vragen:

Hoestaathetmetdegroeienontwikkelingvandebuitenschoolseopvangendebredeschoolinuwwijk,dorpofstad?

Welketermenwiltugebruikenomhetaanbodaanteduiden?

Watisuwmeningoverdezestoekomstperspectievendieinparagraaf1.4be-schrevenzijn?

Wiltuookstrevennaaréénbuitenschoolsaanbodvoorallekinderenenzalditbuitenschoolseaanboddaneennormaalonderdeelvandeschooldagworden?

6047 binnenwerk 2e druk.indd 26 6-1-2010 14:15:21

Page 28: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

6047 binnenwerk 2e druk.indd 27 6-1-2010 14:15:21

Page 29: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

TussenschoolseopvangopHetMeesterwerk

6047 binnenwerk 2e druk.indd 28 6-1-2010 14:15:28

Page 30: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

29

2 Vragen en dilemma’s bij

dagarrangementen

Als start van het project hebben wij tien coördinatoren en directeuren ge-interviewd. Zij waren op dat moment dagelijks bezig met het vormgeven van dagarrangementen. Wij bespraken vooral hun fundamentele vragen en dilemma’s hierbij. Hieronder staan de vijf belangrijkste vraagstukken waarop scholen en organisaties voor buitenschoolse opvang stuiten. De betrokken organisaties kunnen deze dilemma’s bespreken en een keuze maken voor hun eigen beleid.

Dilemma’s1. Vrijetijdofondersteuningvanhetonderwijs?2. Eénpedagogischklimaatofiedereeneigensfeer?3. Gescheidencircuitsoféénaanbodvoorallekinderen?4. Schoolofbuitenschoolseopvangleidend?5. Deheledagopschool?

2.1 Vrije tijd of ondersteuning van het onderwijs?

Gaat de buitenschoolse opvang vooral recreatieve activiteiten en vrij spelen aanbieden of gaat ze de extra tijd gebruiken voor de ondersteu-ning van het onderwijs?Buitenschoolse opvang vindt plaats in de vrije tijd van kinderen. Ieder-een is het erover eens dat schoolkinderen die vrije tijd vooral moeten ge-bruiken voor ontspanning en spelen. En ook is het belangrijkste kenmerk van vrije tijd dat kinderen daarin eigen keuze hebben. Tegelijkertijd is ook iedereen het erover eens dat buitenschoolse opvang een belangrijke bijdrage kan leveren aan de ondersteuning van het onderwijs. Voor alle kinderen, maar in het bijzonder voor kinderen uit risicogezinnen, zou de

6047 binnenwerk 2e druk.indd 29 6-1-2010 14:15:33

Page 31: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

30

buitenschoolse opvang kunnen voortborduren op thema’s die in de klas behandeld zijn, bijvoorbeeld in de biologie of de aardrijkskunde. Ook huiswerkbegeleiding of een extra taalaanbod worden genoemd. Deze zaken kunnen in de buitenschoolse opvang op speelse en praktische ma-nier aangeboden worden. Maar is er dan nog sprake van vrije tijd?

Twee citaten uit de interviews illustreren dit dilemma:

Schoolzalindetoekomstwaarschijnlijkallerleiwensenenvragenhebbenophetterreinvanpedagogisch-didactischesamenwerking.Hetvaltteverwachtendatschoolooktenaanzienvanbsodeverwachtingvanonderwijsondersteuningzalgaanuitspreken.Ditwordtbalanceren,wantbsowildeschoolnatuurlijkgraagterwillezijn.Vooronsligtereengrensbijhetsamenplannenvaneducatieveactiviteiten.Dergelijkeuitstapjesdoejeomdatkinderenermeebezigzijn,nietomdatdeschooldatvanjevraagt.Voorlopigisdaarinhetidee:nieteducatiefsamenwerken,welpedagogischenwelvoorzorgkinderen.Bsoheeftgeentaakinhetondersteunenvanonderwijs.

Ontspanningenbuitenspelzijnbelangrijk.Ookscholenwillenechtnietdatkin-derenalleenmaaraanhet lerenzijnvooreenbeteretoekomst.Eeneducatiefaanboddatverrijkendisvoordekinderen,zoalsfilosoferen,toneelspel,excursies,hetverbredenvanervaringenenleefwereldvankinderen,zouwelwelkomwor-dengehetenenopveelenthousiasmebijscholenkunnenrekenen.Buitenschoolslerenishetbelangwaardeschoolvoorgaat.Alsbsoaantoonthoezedeschoolinhunonderwijsdoelstellingondersteuntterwijlzetochdevrijetijdsaspecteninhetoogheeft,danisdatpositief.

Uit recent onderzoek (Boogaard, 2008) weten we dat kinderen in de buitenschoolse opvang niet zitten te springen om een educatief aanbod. Zij willen het liefst bewegen, buiten spelen en samen met vrienden zijn. Maar ook blijkt uit jarenlange ervaring met de verlengde schooldag dat kinderen openstaan voor het verwerven van allerlei vaardigheden, ook op het cognitieve terrein, mits zij hieraan op een speelse manier en sa-men met andere kinderen mee bezig kunnen zijn.Het belangrijkste blijft dat kinderen zelf kunnen kiezen en dus ook kun-nen kiezen om niet mee te doen. De nadruk op zelf kiezen kan de uitweg bieden uit dit dilemma. Het betekent dat school en buitenschoolse op-vang plannen kunnen maken voor gezamenlijk werken aan educatieve thema’s en hun taakverdeling daarin kunnen afspreken. De buiten-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 30 6-1-2010 14:15:33

Page 32: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

31

schoolse opvang kan echter niet beloven dat alle kinderen daaraan ook meedoen. In hoofdstuk 4 staat meer informatie over vrijetijdsbeleving van kinde-ren. In hoofdstuk 7 worden de mogelijkheden voor educatieve samen-hang besproken.

2.2 Eén pedagogisch klimaat of ieder een eigen sfeer?

Gaan school en buitenschoolse opvang streven naar eenheid in hun pe-dagogische aanpak of juist niet? In het verlengde hiervan speelt ook de vraag of de buitenschoolse opvang wel of niet de levensbeschouwelijke overtuiging (denominatie) van de school volgt. De meeste professionals ondersteunen één pedagogische aanpak voor school en buitenschoolse opvang. Er is dan geen verschil in omgangs- of beleefdheidsregels, sfeer, wijze van straffen, wijze van communiceren met kinderen en ouders en de omgang met gebouw en materialen. Dit is duidelijk voor ouders en kinderen. Ouders kiezen een school uit omdat het pedagogisch klimaat hen aanspreekt en de buitenschoolse opvang zou daarbij moeten aansluiten. Deze wens speelt vooral bij een koppe-ling van één buitenschoolse opvang aan één school. Anderzijds is de functie van de buitenschoolse opvang anders dan die van de school. De school werkt in een gestructureerde situatie aan ken-nisoverdracht. De buitenschoolse opvang vervangt thuis, het accent ligt op huiselijkheid, gezelligheid, persoonlijke aandacht en vrijetijdsbele-ving. Daarbij past een lossere benadering. Kinderen begrijpen dat ver-schil prima. En bovendien: centra voor buitenschoolse opvang die voor meer scholen tegelijk werken, kunnen ook praktisch gesproken niet een-op-een dezelfde regels hanteren.

Twee citaten uit de interviews die het dilemma illustreren:

Pedagogischegedragsregelsophetplein,dezorgvoorhetgebouwzijnbelang-rijkomsamenoptevolgen.Desfeermoetminofmeerkloppen(strengofniet,omgang kinderen-volwassenen), ouders kiezenniet voorniets een school uit.Eenbelangrijkpuntisdedenominatievandeschool(katholiek,islamitischenzo-voort)enookdepedagogischerichtingvandeschool(Vrijeschool,Montessori).Debsozaldaarietsmeemoeten.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 31 6-1-2010 14:15:33

Page 33: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

32

Afstemmingisnodigopbasalezakenzoalsdesfeerenpedagogischedoelen.Jemoetopzijnminstvanelkaarwetenwatjevindtenwatjenastreeft.Gedragsre-gelsafstemmenissomsweleensnodig,maarverschillendesituatiesvragenookomverschillendegedragsregels.Debsogaatandersmetdekinderenom:knuffe-len,persoonlijkeaandachtgeven,samenpratenoverzijnkonijnofzijnbroertje.Dathoortbijdetaakvandebuitenschoolseopvang,nietbijdievandeschool.Straffendoetdebsoandersdandeschoolendatisnieterg.Eenkindmoetookgeensituatiesmeenemen.Watop school fout isgegaan,moetop schoolookweerwordenopgelost.Enviceversa.

Er is geen wetenschappelijk onderzoek over wat ‘beter’ is voor kinderen. Gezond verstand zegt ons dat de waarheid in het midden ligt. Verschil-lende situaties vragen om verschillende gedragsregels en zodra dit valt uit te leggen, is er eigenlijk weinig meer aan de hand. Een bekend voor-beeld hiervan is: ‘niet rennen door de gangen’. Deze regel is in de school-tijd functioneel omdat kinderen anders onder de voet gelopen kunnen worden. Als er in de buitenschoolse tijd echter maar 20 kinderen in de school zijn, dan is de reden voor deze regel verdwenen. Zo kunnen alle onderwerpen rond pedagogische afstemming rond sfeer en regels tus-sen school en buitenschoolse opvang worden besproken en praktisch worden opgelost. Het wel of niet volgen van de denominatie of de pedagogische richting van de school is van een andere orde. Het gaat om een principiële keuze van school en buitenschoolse opvang. Bij deze keuze zijn bovendien de ouders een belangrijke partij. Sommige ouders kiezen principieel en wil-len die keuze terugzien in de buitenschoolse opvang. Anderen hechten niet aan gelijkgestemdheid in dit opzicht. Tot nu toe zijn ons geen voor-beelden bekend waarin over deze keuze gesproken en besloten is. Dit is wellicht een teken dat het volgen van de denominatie niet erg belangrijk wordt gevonden. In hoofdstuk 6 staan de mogelijkheden voor de pedagogische afstem-ming nader uitgewerkt.

2. 3 Gescheiden circuits of één aanbod voor alle kinderen?

Willen school en buitenschoolse opvang één dagarrangement voor alle kinderen van de school of de buurt? Of zijn zij tevreden met het aanbod van verschillende dagarrangementen voor verschillende groepen kin-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 32 6-1-2010 14:15:33

Page 34: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

33

deren: een opvangarrangement voor kinderen van werkende ouders en een activiteitenarrangement voor kinderen van niet-werkende ou-ders? Een schooldirecteur en een directeur kinderopvang zeggen hierover:

Hetverbandtussenbredeschoolendagarrangementwordtnietgezien.Zelopenals tweeonafhankelijke trajectennaast elkaar.Voorbredeschoolactiviteiten isperwijk8uurcoördinatiebeschikbaarenvanuitkinderwerkiser8uurperweekeenaanbod.Datstaatlosvandebuitenschoolseopvang.Hetideeisookdatbui-tenschoolseopvangaanheelveelregelgevingmoetvoldoen,waaraanhetbredeschoolaanbodnietvoldoet.Dewerksoortenmoetenzelfmaarfuserenalszeéénaanbodwillenvoorallekinderen,daarheeftdeschoolgeentaakin.

Debuitenschoolse opvang zal zich in de toekomst ontwikkelen vaneen voor-zieningvoorkinderenvanwerkendeoudersnaareenvoorzieningvoorallekin-deren. De prioriteit van de buitenschoolse opvang komt dan te liggen in hetvrijetijdsmanagement.Jezorgtvoorsamenhanginhetaanbod.Deprioriteitligtdannietmeebijdeopvangalleen.Infeitegaatdebuitenschoolseopvangzich-zelfdusopheffen.

Er zijn inhoudelijke argumenten die tegen gescheiden circuits pleiten en organisatorische argumenten die daarvoor pleiten.

Inhoudelijke argumentenEén dagarrangement voor alle kinderen heeft als voordeel dat de leefwe-reld van kinderen niet gescheiden wordt op basis van gezinsachtergrond. Deelname aan een activiteit is niet afhankelijk van het hebben van een werkende moeder of een laagopgeleide vader. Kinderen van werkende ouders kunnen samen met hun vriend(innet)jes spelen die niet naar de buitenschoolse opvang gaan.Eén aanbod heeft ook als voordeel dat extra stimulans alle kinderen bereikt die het nodig hebben. Ook laagopgeleide werkende ouders ma-ken nu gebruik van buitenschoolse opvang. We kunnen dus niet zeg-gen dat kinderen uit de buitenschoolse opvang geen extra stimulansen nodig hebben. Ditzelfde punt speelt met de vve-programma’s (voor- en vroegschoolse educatie) waarbij aanvankelijk vooral de peuterspeelzalen werden uitgenodigd om te participeren vanuit de gedachte dat zoiets in kinderdagverblijven voor kinderen van werkende ouders niet nodig zou zijn. Nu wordt vve ook in kinderdagverblijven aangeboden. Het aanbod

6047 binnenwerk 2e druk.indd 33 6-1-2010 14:15:33

Page 35: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

34

kan worden toegesneden op de behoeften van de doelgroep. Voor kinde-ren van laagopgeleide of onbemiddelde ouders komt er meer nadruk op leerzame en sportieve activiteiten. Kinderen van ouders, die hen zelf al naar clubs sturen, krijgen vooral vrij spelen.

Organisatorische argumentenDe keuze voor gescheiden circuits wordt vooral vanuit praktisch oog-punt ingegeven. Traditie, wetgeving en subsidiebeleid staan de vorming van één dagarrangement voor alle kinderen op de brede school namelijk in de weg. De verschillen tussen buitenschoolse opvang, vrijetijdsorga-nisaties en kinderwerk zijn:

• Doel Buitenschoolse opvang is er voor kinderen van werkende en stude-

rende ouders, kinderwerk is in het leven geroepen voor kinderen van laagopgeleide ouders, vrijetijdsorganisaties voor alle kinderen.

• Financiering Buitenschoolse opvang wordt alleen voor werkende en studerende

ouders gefinancierd door een toeslag via de Belastingdienst. Kin-derwerk wordt alleen voor door de gemeente gespecificeerde doel-groepen gesubsidieerd. De kosten van deelname aan clubs zijn voor iedereen hetzelfde.

• Regelgeving De buitenschoolse opvang moet aan regels van leidster-kindratio,

maximale groepsgrootte, minimale ruimte en veiligheidsvoorschrif-ten voldoen, waaraan de andere partners niet hoeven te voldoen.

Deze verschillen zijn lastig maar er zijn mogelijkheden om ze te overko-men:

• Aanbod samenvoegen De kinderen kunnen via verschillende organisaties toch één aanbod

krijgen: kinderen van de buitenschoolse opvang en de andere kinde-ren kiezen uit activiteiten die bijvoorbeeld door welzijnswerk, sport-organisaties en buitenschoolse opvang gezamenlijk worden georga-niseerd.

• Financieringsstromen samenvoegen Financieringsstromen kunnen samengevoegd worden. De gezamen-

lijke activiteiten worden door de buitenschoolse opvang betaald uit

6047 binnenwerk 2e druk.indd 34 6-1-2010 14:15:33

Page 36: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

35

de ouderbijdragen en voor de andere kinderen uit de gemeentelijke subsidie.

• Strengste regelgeving volgen Alle organisaties kunnen zich houden aan de meest vergaande regel-

geving, zodat een gezamenlijk aanbod bijvoorbeeld niet kan worden afgekeurd door de inspectie kinderopvang vanwege de groepsgroot-te. Deze regels zijn bedoeld voor het garanderen van kwaliteit voor kinderen dus wellicht goed bruikbaar voor andere organisaties.

Het uitdenken en organiseren hiervan kost de betrokken organisaties veel kostbare tijd. Voor één dagarrangement is het op den duur nodig dat de overheid de brede school en de buitenschoolse opvang onder één paraplu laat vallen en financiering en regelgeving eensluidend maakt.

2.4 School of buitenschoolse opvang leidend?

Wie bepaalt de inhoud van het programma en de aanname van het per-soneel in de buitenschoolse tijd? Sommigen vinden dat de schooldirec-teur hierin een leidende rol heeft. Hiervoor zijn verschillende redenen: de school heeft de verantwoordelijkheid gekregen om buitenschoolse opvang te regelen en kan dus eisen stellen aan het pedagogische klimaat. Ten tweede kan de school vanuit haar expertise het beste aangeven hoe buitenschoolse activiteiten het beste kunnen aansluiten op haar onder-wijs. Anderen zien vooral een samenwerking voor zich waarbij elke partner haar eigen inhoudelijke verantwoordelijkheid en expertise heeft. De school heeft de expertise op onderwijs en opvoeding in klassenverband, de buitenschoolse opvang op vrijetijdsaanbod en opvoeding en bege-leiding van individuele kinderen en kleine groepjes. De buitenschoolse opvang staat om pedagogische redenen huiverig tegenover basisscholen die te veel willen bepalen in de buitenschoolse tijd. Zij denken dat zij be-ter dan de basisschool een prettige vrijetijdsbesteding naar eigen keuze van het kind kunnen waarborgen. De school heeft andere redenen om huiverig te zijn voor te veel verantwoordelijkheid: er komt zo wel erg veel werk bij voor de schooldirecteur, waarvoor hij/zij niet de expertise in huis heeft.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 35 6-1-2010 14:15:33

Page 37: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

36

Citaten illustreren deze standpunten:

Deschoolisleidendbijdevormgevingvanhetdagarrangement,wanthetishunverplichting.Wij(bso)zijndienstverlenend.Deschoolvraagtenwijvoerenuitwatmogelijkis,inaansluitingopdeschooltijden.Wijvragennietsvandeschoolenbemoeienonsnietmethunonderwijsprogramma.Laterkandatanderswor-den,maardanmoetenweeerstgelijkwaardigepartnerszijn.Datkaninhoudendatwemeerhogeropgeleideleidstersmoetenkomen.Hetverschilinopleidingtussenleerkrachten(pabo)enleidsters(mbo)blokkeertdesamenwerking.

Deschoolisleidendineducatiefopzichtendebuitenschoolseopvanginpeda-gogischopzicht.Metnamebegeleidingvandesocialeontwikkelingisonssterkepunt.Hetzoumooizijnalsschoolenbuitenschoolseopvangaanhetbeginvanhetschooljaargezamenlijkeenprogrammazoudenmaken.

De school kan voor de koppeling van de buitenschoolse opvang aan de school kiezen uit twee modellen (zie hoofdstuk 1). Uit het feit dat voor-lopig massaal is gekozen voor het samenwerkingsmodel waarbij een sa-menwerkingscontract wordt gesloten, kunnen wij afleiden dat de school op dit moment geen vergaande leidende rol wenst.

De uiteindelijke verdeling in de aansturing tussen school en buiten-schoolse opvang is afhankelijk van drie factoren:

• Aantal kinderen Indien het aantal kinderen dat gebruik maakt van buitenschoolse op-

vang zodanig toeneemt dat per school een aparte buitenschoolse op-vang kan worden ingericht, dan ligt het in de rede dat de school haar eigen buitenschoolse opvang gaat beheren. Indien één centrum voor buitenschoolse opvang voor meer scholen tegelijk blijft werken, dan is het waarschijnlijker dat de buitenschoolse opvang in eigen beheer blijft.

• Kwaliteit van de afstemming Indien het pedagogisch-didactische afstemmingsproces en de sa-

menwerking betreffende de buitenschoolse activiteiten goed verlo-pen in een samenwerkingsverband, dan kan de situatie van geschei-den verantwoordelijkheden blijven zoals die is. Zijn hierover wrevels bij de school, dan zullen zij overgaan op meer aansturing.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 36 6-1-2010 14:15:33

Page 38: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

37

• Pedagogisch medewerkers De wensen van de pedagogisch medewerkers in de buitenschoolse

opvang zijn belangrijk. Veel centra voor buitenschoolse opvang vor-men een onderdeel van een centrale kinderopvangorganisatie, die veel meer centra onder haar dak heeft. Indien zij nauw samenwerken met het team in de school of een combinatiefunctie gaan uitvoeren in de school en in de buitenschoolse opvang, dan komen zij in een ingewikkelde werksituatie terecht. Zij moeten dan vergaderingen bij-wonen van het schoolteam én van hun kinderopvangorganisatie en afspraken uit beide overleggen uitvoeren. Dit gaat te veel tijd kosten en kan leiden tot conflicterende instructies. Het is niet onwaarschijn-lijk dat zij de school als primaire aanstuurder zullen verkiezen omdat zij daar hun dagelijkse werk uitvoeren.

2.5 De hele dag op school?

Willen wij dat het kind de hele dag op school verblijft? Wat betekent dat voor het gezinsleven? En wordt de omgeving van kinderen niet te beperkt? Veel professionals in Nederland vinden de instelling van dagarrange-menten een trendbreuk. Zij stellen kritische vragen over de rol van het gezinsleven. Zij zijn bang dat de opvoeding te veel geïnstitutionaliseerd wordt en ouders hun kinderen niet genoeg meemaken om persoonlijke banden te onderhouden. Misschien kunnen ouders straks niet meer op-voeden als instituten alles overnemen. En hoe zal het gaan met de band tussen broertjes en zusjes? Ook de consequenties van dagarrangementen voor het kinderleven lig-gen onder de loep. Komen kinderen nog wel aan echte vrije tijd toe als ze de gehele dag in een schoolgebouw verblijven? Kunnen zij zich dan nog thuis voelen in hun woonbuurt? Wordt hun leven niet overgeorga-niseerd, leren zij nog wel om eigen initiatief te nemen?

Er is ook een andere kant. Het antwoord op bovenstaande vragen luidt volgens vele andere professionals:

• Het loopt hier in Nederland niet zo’n vaart: dagarrangementen wor-den fulltime aangeboden, maar er wordt slechts parttime gebruik van gemaakt. Er blijft voor kinderen dus genoeg thuistijd en speel-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 37 6-1-2010 14:15:33

Page 39: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

38

tijd over en voor ouders, broertjes en zusjes genoeg tijd om samen te zijn.

• Buitenschoolse opvang heeft een ander aanbod dan school: vrije-tijdsbeleving, spelen en vrije keuze en zelfstandigheid staan voorop. Kinderen zijn na schooltijd dus uit de schoolse sfeer.

• Voor de kinderen van nu zijn een tweede thuis, een georganiseerd aanbod en veilige buitenspeelmogelijkheid een zegen. De vragen van critici gaan uit van een nostalgisch gekleurde en geïdealiseerde vi-sie over gezinnen en de omgeving. Ouders werken, dus als er geen opvang is, zijn kinderen alleen thuis. Gezinnen sturen hun kinderen lang niet allemaal naar clubjes, dus als er geen aanbod op school is, dan doen die kinderen niets. Straten zijn druk en gevaarlijk, dus bui-ten spelen gebeurt niet als dat niet bij de school kan.

De discussie tussen beide groepen is vaak heftig. De kritische vragen roepen ergernis op: moet moeder weer terug naar het aanrecht? Nee, dat is niet de bedoeling, maar daarmee zijn de kritische vragen nog niet onterecht. Want een trendbreuk is het wel.

Twee citaten geven de verschillende posities weer, maar laten ook over-eenstemming zien over wat goed is voor kinderen:

Driedagenbuitenschoolseopvang ishetbestevoorkinderen.Bijmeerdagenkomthet gezinsleven in de knel. En liefst niet te langedagen voor de kinde-ren.Om17.00uurishetgenoeg.Zemogenooknietwordenopgeslotenineenschoolgebouw,zemoetenkunnenzwerven.

Kinderendievijfdagenperweekkomen,zijnnietperdefinitiezielig.DatkomtomdathetnogzoweiniggebeurtinNederland.Alsiedereenhetzoudoen,zouhetnormaalzijn.Wemoetenwelkinderenzelflatenbepalenmetwiezijgaanspelenenzebuitenhetoogvandevolwassenelatenopereren.Kinderenmoetenlerenhunlevenineigenhandtenemen.

Uit de citaten blijkt dat de buitenschoolse opvang het gevoel heeft dat de gevolgen voor de vrije tijd van kinderen niet ernstig zullen zijn. De bui-tenschoolse opvang heeft er ervaring mee om kinderen eigen keuze en verantwoordelijkheid te geven. Over de gevolgen voor het gezinsleven is men minder zeker.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 38 6-1-2010 14:15:33

Page 40: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

39

In verschillende landen is al langer ervaring met het uitbesteden van de opvang na schooltijd. Wat schrijft men daar over de consequenties voor kinderen en gezinnen? Arlie Hochschild – Amerikaans sociologe – pu-bliceert al een flink aantal jaren over veranderingen in de zorgstructuur voor kinderen als gevolg van het feit dat ouders overdag werken. Zij ba-seert zich daarbij op uitgebreide interviews met ouders, met managers van bedrijven en op observatie van gezinsinteracties. Wat zegt zij over de gevolgen van meer werkende ouders voor het gezinsleven en het kin-derleven in Amerika? Hieronder een samenvatting van haar conclusies.

Theorie Arlie Hochschild• Weiniggezinstijdleidttotnogmindergezinstijd• Erontstaateentekortaanzorgtijdinhetgezin• Rekeninghoudenmetkinderzorgen

Weinig gezinstijd leidt tot nog minder gezinstijdWerkende ouders klagen altijd over de te korte tijd die ze met hun kinde-ren doorbrengen. Ze voelen zich daar schuldig over of geven aan dat ze het beter zouden doen als ze meer tijd hadden. Desondanks gaan ouders niet korter werken als hun die mogelijkheid op het werk wordt geboden. Teruggang van inkomsten wordt door de betreffende ouders vaak als reden opgegeven voor het feit dat ze hun werktijden niet verminderen. Er is echter ook een subtieler mechanisme aan het werk dat Arlie Hoch-schild treffend heeft samengevat als when work becomes home and home becomes work. Hoe minder tijd je in het gezin doorbrengt, hoe meer er in die korte tijd moet gebeuren en hoe meer je in die tijd dus vooral aan het werk bent. Thuis is niet langer leuk en een veilig nest maar een stressfactor. Dit gevoel wordt versterkt als de kinderen ook nog eens ‘lastig’ zijn. Ook de directe omgeving biedt geen gezelligheid meer. De buurt is leeg, want alle ouders in de buurt werken en heb-ben geen tijd. Het werk wordt zo een toevluchtsoord uit de stress van het gezin. Op het werk word je gewaardeerd, kom je tot je recht, lopen leuke collega’s rond, zijn er leuke verjaardagen te vieren en kun je je verhaal kwijt. Kortom: werk wordt als thuis gevoeld en thuis wordt als werk. Daardoor wordt het steeds onaantrekkelijker om minder te gaan werken.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 39 6-1-2010 14:15:33

Page 41: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

40

Er ontstaat een tekort aan zorgtijd in het gezinHet zorgen voor kinderen kost tijd. De vraag is hoeveel zorgtijd je kunt weghalen uit het gezin zonder dat er een tekort ontstaat aan persoonlijke zorg voor kinderen. Zorg door instituties kan dit tekort maar gedeeltelijk oplossen. De banden tussen kind en verzorger zijn nu eenmaal anders: van tijdelijke, voorbijgaande aard en minder gekleurd door emoties. De laatste jaren is er aantoonbaar minder zorgtijd voor ouders in Amerika. In vergelijking met de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, wer-ken ouders steeds meer uren per week, nemen ze minder vakantie op, gaan ze eerder na de bevalling weer aan het werk. De kinderen zitten langere dagen op school en zijn ook meer dan vroeger ’s middags alleen thuis. Arlie Hochschild doet geen uitspraak over een minimale zorgtijd of wat goed genoeg is. Ze zegt dat we ten behoeve van het welbevinden van kinderen niet het minimale moeten opzoeken, maar de juiste balans moeten vinden.

Rekening houden met kinderzorgenHet gezin staat voor levenslange intieme banden, waarin de ouder zich verantwoordelijk voelt voor het welbevinden van het kind. Het gezin is de plek waarin elk kind zich centraal voelt staan. Hij kan erop rekenen dat er voor hem wordt gezorgd, juist vanwege de gezinsbanden. Er zijn ook gezinnen waarin een kind zich onveilig voelt, maar dit is uitzonde-ring op de regel. Ook grootouders of buren wekken dit gevoel van veilig-heid op, zeker als de ouders zelf goede banden met hen onderhouden en laten merken dat ze vertrouwen in hen hebben. Ook hier speelt de vanzelfsprekendheid van de band een cruciale rol. Buiten het gezin en de familie voelt een kind zich veel minder zeker van de continuïteit van de zorg voor hem. Ook daarvoor leunt hij op zijn ouders. Als hij voelt dat zijn ouders ervoor zorgen dat hij veilig is op de momenten dat zij er niet zijn, als hij merkt dat zijn ouders die opvang vertrouwen, is er niets aan de hand. Maar in instituten gaat er ook wel eens wat mis: de school heeft plotseling een dag vrij, de vaste pedagogisch medewerker van de buiten-schoolse opvang is ziek, de taxi is niet op tijd. Het kind hoort zijn moeder klagen over de moeite die het haar kost om de opvang rond te krijgen of verwijten uiten over de betrouwbaarheid van de buitenschoolse opvang. Dit kan een kind onzeker maken of hij wel veilig is als zijn ouders er niet zijn. Daardoor gaat hij extra aan zijn ouders hangen en wordt de rest van de tijd vooral ‘wachten’ totdat zij er weer zijn. Het kind kan lastig

6047 binnenwerk 2e druk.indd 40 6-1-2010 14:15:33

Page 42: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

41

worden voor zijn ouders en hen erg claimen. Dit lastige gedrag maakt het minder leuk om voor het kind te zorgen en zet dus het mechanisme weinig gezinstijd wordt nog minder gezinstijd weer in gang.

Arlie Hochschild brengt deze drie mechanismen onder de aandacht zo-dat we ongewenste effecten van op zich goede ontwikkelingen voor de kinderen tegen kunnen gaan. Het heeft geen zin om te ontkennen wat er aan de hand is, zegt zij. We zullen er met zijn allen voor moeten zor-gen dat ouders de opvang goed kunnen regelen en zelf voldoende tijd overhouden voor een ontspannen gezinsleven om zo het gezinsleven aantrekkelijk te houden. Het goede antwoord op al deze kwesties noemt Hochschild warm-modern. Niet terug naar het aanrecht, maar ook niet alle zorg institutionaliseren. Een combinatie van goede institutionele zorg en voldoende mogelijkheden voor zorg door de ouders en andere familieleden. Hierbij mag de vader niet worden uitgesloten: vooral hij heeft ruimte om werktijden te verminderen. Ook het inschakelen van anderen met emotionele blijvende banden met het gezin en dus met het kind zoals grootouders of tantes is een goede optie.

Voor de situatie in Nederland klinkt deze warm-moderne werkwijze niet erg revolutionair. In Nederland werken we op dit moment volgens het door Hochschild voorgestane model: • parttime werkende ouders; • vader, moeder en andere familieleden verdelen de zorg; • de kinderopvang vult aan. Wel zal men in de kinderopvang vreemd opkijken van het advies om zo-wel kinderopvang als grootouders in te schakelen. Men wijst dan op het gebrek aan regelmaat in de opvangarrangementen, waardoor het kind in te veel verschillende (pedagogische) situaties terechtkomt. Deze angst voor te veel arrangementen neemt Arlie Hochschild dus niet over.

Ten slotte

De vragen in dit hoofdstuk zijn discussiemateriaal voor elk samenwer-kingsverband. De visie op deze kwesties staat aan de basis van het aan-bod dat men aan kinderen wil doen. De antwoorden zijn afhankelijk van de doelgroep die men in huis heeft, de wensen van ouders en de eigen vi-sies. Intussen zullen hopelijk ook sociologen, pedagogen en psychologen

6047 binnenwerk 2e druk.indd 41 6-1-2010 14:15:33

Page 43: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

42

de ontwikkelingen en gevolgen van dagarrangementen in Nederland op landelijke niveau onderzoeken en evalueren. Scherp gesteld gaat het om de volgende vragen:

Vindtudatvrijetijdzwaarweegtvooruwkinderenofweegthetbelangvanextraleerstofzwaarder?

Wiltueenduidigheidindepedagogischebejegeningvandekinderenofvindtuhetbelangrijkerdatkinderenmetverschillendepedagogischeaanpakkenken-nismaken?

Wilt u één buitenschools aanbod voor alle kinderen, met differentiatie in ac-tiviteitenalnaargelangdebehoeftenvandedoelgroep?Ofvindtudat inditstadiumtelastiggeziendeverschillendebeleidskadersenvoorzieningendieernuzijn?

Wiltudatdeschoolbepaaltwatdebuitenschoolseopvangaanbiedtaankinde-ren?Ofbepaaltdebuitenschoolseopvangdatzelf?

Wiltudatkinderenvijfdagenperweekdeheledagopschoolopgevangenwor-denalsdaarvraagnaaris?Zijneromstandighedenbijkinderenaantewijzenwaarinudatnietwiltaanbieden?

6047 binnenwerk 2e druk.indd 42 6-1-2010 14:15:34

Page 44: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

6047 binnenwerk 2e druk.indd 43 6-1-2010 14:15:34

Page 45: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

Dagarrangementactiviteit:taaldrukkenopDeBoog

6047 binnenwerk 2e druk.indd 44 6-1-2010 14:15:35

Page 46: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

45

3 Dagarrangementen in Engeland en

Zweden

Wat kunnen we leren van de samenwerking tussen basisschool en bui-tenschoolse opvang in Zweden en Engeland? Engeland is interessant omdat het beleid nieuw is en lijkt op dat van Nederland. Zij zijn enkele jaren geleden massaal tot brede scholen overgegaan. Hoe heeft het nieu-we beleid daar uitgewerkt (3.1)? De situatie in Zweden beschouwt men vaak als een walhalla en voorbeeld voor Nederland. Het merendeel van de kinderen gaat daar al sinds vele jaren naar de buitenschoolse opvang op school. Om beter te kunnen beoordelen of dit echt een walhalla is, beschrijven wij de recente ontwikkelingen daar (3.2).

3.1 Engeland

Kinderen gaan in Engeland net zoals in Nederland meestal naar school als ze vier jaar zijn en de leerplicht start bij vijf jaar. Scholen zijn tot ongeveer 15.00 uur open en kinderen van werkende en niet-werkende ouders kunnen terecht bij breakfastclubs en kids clubs (buitenschoolse opvang). Deze voorzieningen worden in steeds meer scholen geïnte-greerd in extended schools. In 2007 zijn er 5.000 extended schools, die het hele scala van extended services verzorgen.

Extended schoolsDe integratie van voorzieningen voor de jeugd gebeurt in Engeland in de vorm van children’s centres (-9 maanden tot 5 jaar) en extended schools die op hun beurt weer met elkaar samenwerken. Op alle scholen van primair en voortgezet onderwijs moet in 2010 het extended schoolconcept ingevoerd worden. Dit is te vergelijken met de brede school in Nederland, hoewel het concept iets anders wordt inge-vuld. We zullen vanaf nu spreken over de brede school. Scholen moeten samenwerken met andere voorzieningen en als het nodig is, kinderen doorverwijzen naar specifieke zorg.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 45 6-1-2010 14:15:36

Page 47: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

46

Een brede school in Engeland is open van 8.00-18.00 uur en biedt mini-maal de volgende diensten aan: • een gevarieerd programma van naschoolse activiteiten gecombi-

neerd met voor- en naschoolse opvang (5 dagen per week, 48 weken per jaar);

• een warme maaltijd tussen de middag;• opvoedingsondersteuning;• snelle en goede verwijzing naar gespecialiseerde diensten;• gebruik van de schoolfaciliteiten voor de gemeenschap.

De buitenschoolse opvang vindt plaats in de school, in samenwerking met andere scholen of op een locatie buiten de school. In dat geval zijn er begeleide vervoersarrangementen. De buitenschoolse opvang wordt niet door het personeel van de school uitgevoerd, maar door daarvoor gekwalificeerde aanbieders. In het naschoolse aanbod is naast sportieve en culturele activiteiten ook aandacht voor huiswerkbegeleiding, ont-spanning en spelen.

Jeugdbeleid in Engeland: Every Child Matters (ECM)De tragische dood van een kind was in 2000 de aanleiding tot een on-derzoek naar het functioneren van jeugdvoorzieningen. Uitkomst was dat er een groot gebrek aan samenwerking en informatie-uitwisseling was en veel onduidelijkheid over verantwoordelijkheden. De regering reageerde in 2003 met een discussienota Every Child Matters. De kern van de boodschap daarin was dat alle jeugdvoorzieningen en -instellin-gen hun diensten moeten integreren. De consultaties resulteerden in een nieuwe wet, de Children Act 2004, die als juridische basis dient voor de stelselhervorming. Vervolgens is in 2004 het hervormingsprogramma Every Child Matters: Change for children gepresenteerd. Centraal hier-in staan vijf pedagogische doelen als kader voor alle samenwerkende jeugdvoorzieningen voor kinderen van 0-19 jaar.Tegelijkertijd werd een nieuw kinderopvangbeleid gelanceerd: Choice for parents, the best start for children waarin een sleutelrol voor scho-len is vastgelegd. Zij moeten zorgen voor kinderopvang van een hoge kwaliteit (in het belang van het welzijn van het kind) en het hiermee tevens mogelijk maken dat beide ouders kunnen werken en de zorg voor kinderen hiermee kunnen combineren.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 46 6-1-2010 14:15:37

Page 48: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

47

Centrale pedagogische doelenDe gedeelde visie en de vijf doelen leggen een stevige basis onder het Engelse jeugdbeleid. De vijf doelen zijn:• Gezond zijn;• Veilig zijn;• Plezier maken en presteren;• Een positieve bijdrage leveren;• Economisch welzijn bereiken. Na intensieve consultatie met betrokkenen zijn deze doelen verder uitgewerkt door de overheid. Hierin zijn per ieder doel vijf subdoelen geformuleerd, voorzien van landelijke indicatoren. Vervolgens staat be-schreven hoe de inspectie ieder doel met subdoelen op acht punten be-oordeelt en welke vier soorten bewijs de voorzieningen kunnen leveren dat zij voldoen aan de indicatoren. Lokale overheden hebben de doelen gebruikt om de situatie in hun ge-meente te analyseren en op basis daarvan resultaten te benoemen. De samenwerkende inspecties hebben criteria ontwikkeld aan de hand van de opvoedingsdoelen om de resultaten te meten.

Over het algemeen is ECM enthousiast ontvangen bij scholen en andere voorzieningen. De doelen zijn zodanig uitgewerkt dat de voorzieningen er in de praktijk mee uit de voeten kunnen. Bestuurders en professionals hebben de vijf doelen omarmd.Uit een driejarig evaluatieonderzoek naar het proces en het resultaat van de full service type of extended schools blijkt dat kinderen aan meer activiteiten hebben deelgenomen, en ook dat de schoolresultaten van die kinderen sneller stijgen dat het gemiddelde. Dit geldt vooral voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. De onderzoekers rappor-teren ook een positieve invloed op de ouders en op de gemeenschap. Over de samenwerking tussen de voorzieningen komt uit het onderzoek dat het tijd kost om elkaar te leren kennen en om tot goede samenwer-king te komen.

Verantwoordelijkheid en organisatieDe landelijke aansturing van ECM is ondergebracht bij het ministerie van Kinderen, School en Gezin.In de Children Act van 2004 is wettelijk vastgelegd welke stappen de gemeenten moeten ondernemen in het hervormingsproces. Het is een

6047 binnenwerk 2e druk.indd 47 6-1-2010 14:15:37

Page 49: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

48

nationaal kader waarvan de gemeenten de lokale invulling moeten be-palen en realiseren. De lokale overheden krijgen de opdracht en een startsubsidie. Alle lo-kale overheden zijn in 2005 begonnen met het hervormingsproces en veel onderdelen moeten in 2008 gerealiseerd zijn. De lokale overheid moet ervoor zorgen dat de scholen zo veel mogelijk zelf bepalen waaraan zij het geld uitgeven. De wethouder is de politiek verantwoordelijke voor het veranderingsproces en er wordt een director of children’s services aangesteld die verantwoordelijk is voor het bijeenbrengen van alle voor-zieningen in een Children’s trust. Dit is een combinatie van een gemeen-telijke bestuursdienst en een welzijnsinstelling. In de trust werken on-derwijs, welzijn, gezondheidszorg en jeugdzorg samen. De medewerkers vormen multidisciplinaire teams en krijgen gezamenlijk training. Het Engelse beleid wordt ondersteund door begeleidend wetenschap-pelijk evaluatieonderzoek.

Lessen voor NederlandWat kunnen we van het Engelse jeugdbeleid leren over de pedagogisch-didactisch verbindingen tussen basisschool en partners? Het lijkt goed uit te werken dat de landelijke overheid een sterke sturing heeft op het jeugdbeleid. Dit gebeurt vooral via de children’s centres en extended schools. Natuurlijk helpen de forse financiële investeringen ook een handje. Een uitgewerkt landelijk beleidskader gebaseerd op de algemeen geaccepteerde vijf doelen is de scharnier die de lokale inhoudelijke sa-menwerking goed doet functioneren. Het geeft professionals en lokale overheden houvast bij het werken aan concrete resultaten voor de jeugd. Zo’n gemeenschappelijk kader maakt dat er weinig discussie nodig is over afstemming van visie en doelen. Aangezien het Nederlandse Pro-gramma Jeugd en Gezin 2007-2011 gebaseerd is op dezelfde vijf doelen moet het niet al te moeilijk zijn om hiervan gebruik te maken. In Nederland ziet de landelijke overheid brede scholen ook als geschikte voorzieningen om de ontwikkelingskansen voor kinderen te bevorde-ren. De overheid stimuleert die ontwikkeling met subsidies voor com-municatie, ondersteuning, combinatiefuncties, sportieve en culturele activiteiten. Maar er is (nog) geen landelijk beleidskader brede school en de totstandkoming en implementatie van brede scholen wordt aan schoolbesturen, gemeenten en woningbouwcorporaties overgelaten.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 48 6-1-2010 14:15:37

Page 50: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

49

Vijf doelen voor alle jeugdvoorzieningen in Nederland- Gezondopgroeien.Steekwoorden:lichamelijkgezond,geestelijkgezond,

gezondeleefstijl,continuïteitinopvoedingenverzorging.- Veilig opgroeien. Steekwoorden: geborgenheid, onvoorwaardelijke

liefde,respect,aandacht,grenzen,structuurenregelmaat,veiligthuisenbuitenshuis.

- Een steentje bijdragen aan de maatschappij. Steekwoorden: actievebetrokkenheid bij de maatschappij, meedenken en meedoen, actievebetrokkenheidbijdenaasteomgeving,positiefgedrag,burgerschap.

- Talenten ontwikkelen en plezier hebben. Steekwoorden: onderwijsgenietenenopleidingkrijgen,mogelijkheidvoorhobby’s,sport,cultuurenontspanning,vrijheidomtespelen.

- Goed voorbereid zijn op de toekomst. Steekwoorden: diploma halen,werkvinden,ineigenlevensonderhoudkunnenvoorzien,stimulerendeleefomgeving.

(Uit:Alle kansen voor alle kinderen. Programma Jeugd en Gezin 2007-2011.)

3.2 Zweden

In het begin van de 20e eeuw reisden veel Zweden die in het onderwijs werkzaam waren naar Amsterdam om daar het zogenaamde aanschou-wingsonderwijs van de onderwijzer en pedagoog Jan Ligthart in de prak-tijk te zien. De laatste tien jaar zijn het echter Nederlandse delegaties, die naar Zweden afreizen om geïnformeerd te worden over het Zweedse model van buitenschoolse opvang: geïntegreerd in de school. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat de motie-Van Aartsen/Bos geïnspireerd is door informatie over het Scandinavische systeem voor opvang voor schoolkinderen. Verschil is dat in Zweden de gemeenten verantwoorde-lijk zijn voor de opvang van schoolkinderen en niet de schoolbesturen zoals in Nederland sinds augustus 2007.In eerdere publicaties is het Zweedse model uitgebreid beschreven. Wij doen dit niet opnieuw, maar beperken ons tot de nieuwste ontwikke-lingen. En we gaan in op de vraag of het Zweedse model inspiratie kan bieden voor Nederland om te komen tot meer pedagogisch-didactische verbinding tussen school en opvang.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 49 6-1-2010 14:15:37

Page 51: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

50

Het Zweedse modelDe sociaaldemocratische verzorgingsstaat Zweden beschouwt kinder- opvang van 1-12 jaar in de eerste plaats als nuttig voor de ontwikke-ling en het leren van kinderen. Tevens helpt de kinderopvang ouders om ouderschap en werk of studie te combineren. Het gaat dus om een combinatie van educatie en opvang. Voorschool, voor-, tussen- en na-schoolse kinderopvang en vrijetijdsvoorzieningen vallen onder het on-derwijsbeleid. Ouders hebben wettelijk het recht om hun kinderen tot en met 10 jaar gebruik te laten maken van voorzieningen op het gebied van opvang, educatie en zorg.Kinderen gaan in Zweden meestal naar school als ze 6 jaar zijn (leer-plicht vanaf 7 jaar). Zij maken dan gebruik van voor-, tussen- en na-schoolse opvang in het vrijetijdscentrum van de school (fritidshem). 78,3% van de kinderen van 6-9 jaar maakt gebruik van het vrijetijds-centrum. Van de kinderen van 10-12 jaar is dit percentage slechts 11,4% (Korpi, 2007).Kinderen van boven de 10 jaar gaan soms naar de open vrijetijdscentra (fritidsgard). De deelname hieraan wordt niet geregistreerd en is niet verplichtend. Kinderen mogen zelf bepalen of ze die dag zullen gaan of niet. Slechts 25% van de gemeenten heeft een open aanbod voor de 10-12-jarigen.Het vrijetijdscentrum maakt onderdeel uit van het schoolgebouw of is gehuisvest in een locatie vlak bij de school. De school heeft veel mul-tifunctionele (klas)lokalen, die voor meer doelen gebruikt worden dan alleen voor de lessen. Het eten gebeurt altijd in een aparte ruimte en verder maakt men ook gebruik van speel- en sportlokalen voor de acti-viteiten.

Gang van zakenDe schooldag begint elke dag om 8.00 uur en is tussen 17.00 en 18.00 uur afgelopen. Vanaf zeven jaar hebben kinderen ’s ochtends de schoolvak-ken als rekenen, taal en lezen. Daarna gaan ze eten in de schoolkantine en buiten spelen. ’s Middags is het tijd voor spelen, sporten en werken in de verschillende ateliers onder verantwoordelijkheid van de school en soms zijn er uitstapjes. Kinderen vanaf een jaar of negen hebben ’s middags nog lessen en gaan daarna naar hun vrijetijdsclub of naar huis. Voor de kinderen vanaf 9 jaar is de school na lestijd niet meer verant-woordelijk, behalve als nadrukkelijk met de ouders is afgesproken dat zij op de aanwezigheid van hun kind in de club letten. Nu het vrije keuze is

6047 binnenwerk 2e druk.indd 50 6-1-2010 14:15:37

Page 52: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

51

blijkt dat de helft van de kinderen boven de 9 jaar regelmatig (even) in de vrijetijdsclub verblijft. De pedagogisch medewerkers (fritidspedagogen) zijn qua functie ge-deeltelijk vergelijkbaar met de pedagogisch medewerkers van de bui-tenschoolse opvang in Nederland. Zij werken in één team samen met de leerkrachten van de school. De leerkrachten en de pedagogisch me-dewerkers plannen samen de activiteiten van de schooldag en de week. De pedagogisch medewerkers werken ook in de klas. De leerkrachten werken niet in de vrijetijdscentra, hoewel vakleerkrachten soms wel cur-sussen na schooltijd geven. De school en het vrijetijdscentrum werken meestal onder één bestuur en onder de regie van de schoolleiding. De adjunct-directeur coördineert alles wat na schooltijd gebeurt.Het opleidingsniveau van de pedagogisch medewerkers is hoger dan in Nederland. Er is één hbo-opleiding voor leerkrachten en pedagogisch medewerkers. Pas in het laatste jaar gaat de student zich specialiseren voor leerkracht of pedagogisch medewerker.

Landelijke aansturingDe verantwoordelijkheid voor opvang en onderwijs is op landelijk ni-veau verdeeld tussen het ministerie van Onderwijs en Onderzoek en het Zweedse nationale agentschap voor onderwijs Skolverket. De landelijke overheid subsidieert via de gemeenten de scholen om hele dagen open te zijn. Ouders betalen een bijdrage naar inkomen. De gemeenten zijn er-voor verantwoordelijk dat er voldoende plaatsen voor kinderen in vrije-tijdscentra zijn voor ouders die werken of studeren. Ook voor kinderen die speciale zorg nodig hebben, moet er binnen een redelijk termijn (drie maanden) opvang beschikbaar zijn.De Zweedse regering heeft in 2008 een aanpassing van het gezinsbeleid aangekondigd. De aanpassing zal geleidelijk gebeuren. Er komt een vou-chersysteem voor kinderopvang en een meer educatieve invulling van de voorschoolse kinderopvang. Vaders worden gestimuleerd om ouder-schapsverlof op te nemen. Tevens wil de overheid ouders met jonge kin-deren tot 3 jaar in staat stellen om nog wat langer thuis voor de kinderen te zorgen na afloop van het ouderschapsverlof.

Mening van kinderen en ouders Volgens Zweeds inspectieonderzoek zijn ouders tevreden over het huidi-ge kinderopvangsysteem omdat de kinderen op één veilige en geschikte locatie blijven onder begeleiding van deskundige en vertrouwde volwas-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 51 6-1-2010 14:15:37

Page 53: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

52

senen. Kinderen geven aan zich veilig te voelen en het leuk te vinden aan activiteiten mee te doen. Kinderen vinden het soms moeilijk om school en vrijetijdsactiviteiten te onderscheiden. Dit mag als een teken worden beschouwd dat de twee instellingen flink naar elkaar toe groeien.

Pedagogisch-didactische verbindingLeidt de integratie van school en buitenschoolse opvang in het Zweedse model nu tot een doorgaande ontwikkelingslijn en pedagogische ver-binding? De Zweedse overheid heeft een gezamenlijk curriculum voor school, kinderopvang en vrijetijdscentrum. Hierin zijn de doelen en richtlijnen beschreven ten aanzien van: waarden en normen; kennis; invloed en verantwoordelijkheid van kinderen; school en thuis; school en de wereld; overgangen en samenwerking. Bij elk onderdeel staan een paar richtlijnen voor iedereen die in de school werkt, gevolgd door een groter aantal speciale richtlijnen voor de leerkrachten. De verantwoor-delijkheid om samenwerking aan te gaan met kinderopvang en vrije-tijdscentrum is bij de directeur en de leerkrachten gelegd. Evenzo ligt ook de verantwoordelijkheid bij hen om informatie over kinderen met leerachterstanden en andere problemen uit te wisselen. Daarnaast heeft het landelijk agentschap Skolverket in opdracht van de regering een aantal algemene aanbevelingen voor (open) vrijetijdscentra en gastou-ders opgesteld.

Buitenschoolse opvang volgt doelen van de schoolIn 2006 heeft de Inspectie voor onderwijs en kinderopvang een rapport uitgebracht over een grootschalig onderzoek in de scholen in 2004 en 2005. In dit onderzoek zijn kinderopvang en vrijetijdscentra meege-nomen. De onderzoekers hebben met de lokale bestuurders gesproken en in de groepen en klassen gekeken. Met betrekking tot pedagogische verbinding tussen school en buitenschoolse opvang komt er uit het on-derzoek dat de buitenschoolse opvang verschoolst. De oorzaak hiervoor kan liggen in het ontbreken van uitgewerkte doelen en richtlijnen voor de buitenschoolse opvang (het vrijetijdscentrum).In het gemeentelijke beleid en in het beleid van het vrijetijdscentrum staan te weinig concrete doelen. De doelen van de school fungeren in de praktijk als doelen voor het vrijetijdscentrum. De onderzoekers con-cluderen dat gezamenlijke algemene doelen de samenwerking van de school met het vrijetijdscentrum ondersteunen en ook leiden tot een gezamenlijke visie. Anderzijds raken de specifieke taken en activiteiten

6047 binnenwerk 2e druk.indd 52 6-1-2010 14:15:37

Page 54: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

53

van het vrijetijdscentrum daardoor uit het zicht. Dit komt overeen met uitkomsten van eerdere evaluaties waarin als kritiekpunt vooral naar voren komt dat de benadering in de kinderopvang en vrijetijdscentra te veel gedomineerd wordt door de school. De school wordt nog altijd als een belangrijker instelling gezien dan de vrijetijdscentra en dit is een belemmering voor gelijkwaardigheid in de samenwerking.

Lessen voor NederlandNederland heeft veel geleerd van het Zweedse model om buitenschoolse opvang aan de school te verbinden. Het grote voordeel van Zweden is de eenvoud van het systeem, waardoor nu bijna alle kinderen er gebruik van maken. In Zweden werken medewerkers samen gedurende de hele schooldag en maken samen de plannen. In Nederland heeft het onderwijs tot nu toe vooral voor het makelaarsmodel gekozen. Wellicht dat Nederlandse scholen en opvangorganisaties nu de eerste druk van de ketel is zich ook verder door de Zweedse organisatie laten inspireren om tot nauwere samenwerking te komen. De Nederlandse overheid stimuleert al actief combifuncties bij brede scholen op het gebied van sport en cultuur. Het zou goed zijn wanneer dit ook zou kunnen gaan gelden voor de peda-gogisch medewerkers, die dan ook onder schooltijd taken kunnen gaan uitvoeren. Wanneer pedagogisch medewerkers een gelijkwaardige hbo-opleiding kunnen gaan volgen in Nederland zou dit de samenwerking met de leerkrachten gemakkelijker maken. De conclusie uit onderzoek dat de buitenschoolse opvang in Zweden zijn oren te veel naar de schoolse doelen laat hangen, kan een waarschuwing zijn. De positie van de buitenschoolse opvang is niet zo sterk als die van de school. Hoewel in Nederland bijna iedereen overtuigd is van de grote waarde van buitenschoolse opvang als vrije tijd voor het kind, kan deze doelstelling kennelijk toch ondersneeuwen bij langdurige samenwer-king.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 53 6-1-2010 14:15:37

Page 55: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

BuitenspelenbijHetMeesterwerk

6047 binnenwerk 2e druk.indd 54 6-1-2010 14:15:39

Page 56: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

55

4 Schoolkinderen: hun vrije tijd en hun

ontwikkeling

Veelkinderenvanmijngroepzijnuitgeputom15.00uur.Denadrukbijdebsomoetdaaromopspelenliggen.Vanspelenkunjeookhetnodigeopsteken.Enleukeactiviteitendoen,waarvoorthuisvaakgeengelegenheidis.Kokeniseengoedvoorbeeld:datgebeurtindeklasenookbijdebso.Dekinderenvindenditechtdetoppervandeweek.Intussenlerenzetochnogdingenzoalsreceptenlezenenafmeten.Kinderenvangroep8krijgenvaakhuiswerkvanmij,dushuis-werkbegeleidingiswelnodig.Maareersttijdvoorrustenleukedingen.(Meningvaneenleerkrachtuitgroep8overdebuitenschoolseopvang.)

Dit hoofdstuk geeft achtergrondinformatie over de betekenis van vrije tijd voor schoolkinderen en de wensen van kinderen ten aanzien van de buitenschoolse opvang (4.1). Daarna volgt een paragraaf over het vrije spel (4.2). In het laatste deel van dit hoofdstuk gaan we in op de ontwik-kelingsfasen van schoolkinderen (4.3). Met deze informatie kan de lezer beter beoordelen welk aanbod geschikt is voor de buitenschoolse tijd en daarbij ook een leeftijds- en seksedifferentiatie maken.

4.1 Vrije tijd voor schoolkinderen

Vrije tijd staat voor rust, ontspanning, spelen, eigen keuze en eigen inte-resses volgen. Vrije tijd is belangrijk en dit wordt algemeen erkend.Artikel 31 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (1989) stelt:

DeStatenerkennenhetrechtvanhetkindoprustenvrijetijd,opdeelnemingaanspelenrecreatievebezighedenpassendbijde leeftijdvanhetkind,enopvrijedeelnemingaanhetcultureleenartistiekeleven.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 55 6-1-2010 14:15:40

Page 57: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

56

Bij het vaststellen van de schooltijden is de behoefte aan ontspanning en vrije tijd al sinds jaar en dag een criterium, zoals onderstaand citaat uit de schooltijdenwet van 1857 illustreert:

Voordegezondheidderschoolkinderen,voorhunnenopgewektheidenleerlustishetvanhetuiterstbelang,datdelessenafgewisseldkunnenwordendoorspelen lichaamsoefening in de openen lucht, dus het opgesloten blijven zoo kortmogelijkdure.

Tijdsbeleving van een schoolkindHoe ervaart een kind zijn tijdsindeling als hij niet thuis is?De Greef en Van Gils onderscheiden een aantal soorten tijd.

Vijf soorten tijd buitenshuis

• Verplichte tijd op school De tijd in de klas behoort tot de verplichte tijd. Verplichte tijd heeft

nietstemakenmetietsvervelends,zoalshetwoord‘verplicht’wellichtoproept.Hetgaateromdateenkindnietkankiezenofhijwelofnietaanwezigis.

• Educatieve vrije tijd De tijd die besteed wordt aan sportclub, muziekschool, verlengde

schooldagofbuitenschoolsecursussenbehoorttotdeeducatievevrijetijd.Ditwordt ookwel georganiseerde vrije tijd genoemd.Debuiten-schoolse opvang behoort daar gedeeltelijk toe – voor het onderdeelgeorganiseerdeactiviteiten.Educatieveactiviteitenwordendoorvolwas-senen geïnitieerd en georganiseerd. Het kind kan tot in zekere matekiezenofhijeraanmeewildoen.Ouderszijnbijdezekeuzebetrokken.

• Viertijd of zelfgestuurde vrije tijd Viertijd is een Vlaamse term. Wij zouden het liever de ‘zelfgestuurde

vrijetijd’noemen.Hetisdetijdwaaroverkindereneigenbaaszijn.Hetspeelkwartier en de buitenschoolse opvang behoren tot deze zelfge-stuurdevrijetijd.Weliswaarisergeenkeuzemogelijkheidomelderstezijn,maarbinnendiegrenzenkanhetkindzelfbepalenwathijdoet.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 56 6-1-2010 14:15:40

Page 58: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

57

• Wachttijd Wachttijdisdetijdtussentweeactiviteiten:eenkindmoetbijvoorbeeld

wachtentotdatallekinderenklaarzijnmeteten,oftotdathettijdisomnaardesportclubtegaan.Alskindhebjedietijdnietzelfindehand.Eenkindvindtwachttijdvervelend.Wachttijdzoubeperktmoetenzijn,maarsomsbeslaatdewachttijdeenbehoorlijkdeelvandetotaletijd.

• Overbruggingstijd De overbruggingstijd is een onderdeel van de zelfgestuurde vrije tijd.

Het is de tijd tussendeeneendeandereactiviteit.Het kind is klaarmeteenspel,maarheeftnognietbedachtwathijdaarnagaatdoen.Hetistijdzonderduidelijkebestemming.Kinderenzelfbeschouwenzo’noverbruggingstijdalshinderlijk(‘ikverveelme’)enwillendithetliefstzominmogelijkvoelen.Volwassenenziendezetijdalseenbrugtussentweeactiviteiten,waarineenkind leertomzelf initiatieventenemen.Eenbeetjeoverbruggingstijdispedagogischgeziengoed,teveelisnietproductiefmeer.

De zelfgestuurde vrije tijdEr zijn een aantal wezenlijke kenmerken die vrije tijd tot echte vrije tijd maken: • eigen keuze; • met anderen; • geen sturende volwassene. Kinderen vinden het zelf kunnen bepalen wat zij gaan doen het belang-rijkste onderdeel van hun vrije tijd. Zelf doen, zelf kiezen wat je gaat doen, zelf het moment bepalen waarop je ermee stopt, kiezen met wie je speelt of dat je liever alleen speelt, dat zijn de belangrijke elementen. Deze wensen spelen sterker naarmate schoolkinderen ouder worden. Zelfgestuurde vrije tijd is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen: het bevordert eigen initiatief, zelfstandig participeren in de groep en het sluiten van vriendschappen. Zelfgestuurde vrije tijd is voor de meeste schoolkinderen een relationeel gebeuren. Zij brengen hun vrije tijd graag door met andere kinderen of met kinderen en volwassenen samen. Kinderen maken hun vriendjes vooral in deze ongeorganiseerde vrije tijd. Een volwassene hoeft niet aanwezig te zijn en vaak is het voor kinderen

6047 binnenwerk 2e druk.indd 57 6-1-2010 14:15:40

Page 59: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

58

hun enige mogelijkheid om zonder supervisie van volwassenen onder elkaar te verkeren. Een bereikbare volwassene in geval van problemen (vallen, ruzie) vinden alle kinderen een veilig gevoel. Hoe jonger de kin-deren zijn, hoe dichterbij ze deze volwassen willen hebben en hoe meer ze daarop letten. De vrije tijd kent ook een aantal routines: eten en drinken, opruimen, af-wassen. Deze routines zijn vaak een welkome onderbreking van het spe-len. Een kind heeft na ‘gedwongen’ rust of afleiding weer nieuwe ideeën en impulsen voor zijn eigen spel. De tijd die aan deze routines wordt besteed moet echter niet de overhand krijgen op de echte vrije tijd. Kinderen proberen in hun vrije tijd verveling te vermijden. Tot op ze-kere hoogte kunnen volwassenen behulpzaam zijn om verveling te be-korten door het aandragen van suggesties of het gevarieerd inrichten van de ruimte. Maar uiteindelijk moeten kinderen zelf deze verveling overkomen.

Een behulpzame leidsterJeroeniseenspontaanenvrolijkjongetjevanzesjaaroud.Hijzitingroep3.Jeroengaatopmaandag,dinsdagendonderdagnaardebso.Hijvindthetleukomveelrondterennen,fanatiektevoetballenenafentoeteravottenmetanderejongens.SomsweetJeroennietzogoedwathijmoetdoenbijdebso.AlsJeroendinsdagmiddagbijdebsoaankomt,beginthijdadelijktestoeienmetwatanderejongens.Metelkaarmakenzeeenlevendepiramide,maardatgaatmaarevengoed.Depiramidestortalsnelinenallejongensrollenoverdegrond.DaarnaweetJeroennietmeerzogoedwathijmoetgaandoen.Een leidster stelt daaromvooromeen spelletje te spelen.Na langnadenkenisJeroenereindelijkuitwelkspelletjehijwilgaanspelen.Helaasheefthijeenbeetjetelangnagedacht,wanthetisalweertijdomtegaanopruimen voor het eten, drinken en buiten spelen. Daarna gaat Jeroenfanatiekaande slagmet knutselen.Alshij hiermee klaar is, lummelthij10 minuten rond. Een leidster merkt dit op en ze stelt voor dat hij eenaantalkinderenbijelkaarzoektzodathijkantafelvoetballen.Ditblijkteengoedevondsttezijnvandeleidster,wantJeroenspeeltdoortothijdoorzijnmoederwordtopgehaald.Donderdagwillendejongensgraageentoneelstukopvoeren.Ineenhoekvandebso-ruimtekunnenzedansen,zingenenverkleden.Dezehoekwordt

6047 binnenwerk 2e druk.indd 58 6-1-2010 14:15:40

Page 60: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

59

eigenlijk ‘de meidenhoek’ genoemd. Maar de jongens mogen hier ook inspelen,watdemeisjesnietaltijdevenleukvinden.

De educatieve vrije tijdEducatieve vrije tijd is de tijd die buiten schooltijd besteed wordt aan sporten of creatief bezig zijn in georganiseerd verband. Educatief is dus een breed begrip. Kinderen houden van deze georganiseerde activiteiten. Ten eerste vanwege de verveling die soms dreigt, zeker als er niet zoveel initiatieven tot spel mogelijk zijn. Maar ook omdat kinderen graag hun vaardigheden en talenten ontwikkelen, liefst samen met hun vriendjes en vriendinnetjes. Educatieve vrije tijd biedt nieuwe uitdagingen aan kinderen en is belangrijk voor het verwerven van sociale competentie en sociale vaardigheden.Volwassenen kunnen de sociale omgang in goede banen leiden. De rol van de volwassene voor kinderen die het sociaal contact niet zo gemak-kelijk afgaat, is cruciaal. Blootstelling aan te veel negatieve interactie verhoogt het risico op (latere) agressiviteit en/of sociale teruggetrok-kenheid van het kind. Een keer ruzie is niet erg, maar vaak in een ruzie- achtige sfeer verkeren, is wel erg. Daarom is het van belang dat leer-krachten en pedagogisch medewerkers ervoor zorgen dat positieve interacties in de groep de overhand hebben. Voor het aangaan van in-tensieve vriendschappen is overigens de ongeorganiseerde vrije tijd gunstiger dan clubjes. Vriendschappen in sportclubs en dergelijke hou-den vooral binnen dat clubverband stand.Om aan te sluiten bij wat kinderen bezighoudt, kan de organisator van activiteiten overleggen met kinderen. Dit kan op een speelse manier, bijvoorbeeld door kinderen te laten opschrijven of tekenen wat zij het liefste doen.

Balans tussen zelfgestuurde en educatieve vrije tijdVolgens velen is de balans tussen zelfgestuurde en georganiseerde vrije tijd de laatste vijftien jaar veranderd. De georganiseerde vrije tijd is toegenomen terwijl de zelfgestuurde vrije tijd is afgenomen in het ge-middelde kinderleven. Parallel daaraan zien we ook dat de zelfstandige actieradius van kinderen afgenomen is. Dat wil zeggen dat kinderen op latere leeftijd onbegeleid naar school gaan of alleen buiten spelen en minder ver van huis gaan dan vroeger het geval was. Tot slot zien

6047 binnenwerk 2e druk.indd 59 6-1-2010 14:15:40

Page 61: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

60

we een tendens tot minder bewegend spelen en meer zittend spelen. De oorzaken liggen voor al deze ontwikkelingen ongeveer hetzelfde. Toename van de verkeersonveiligheid, minder speelruimte buiten, de sociale onveiligheid op straat, meer keuze aan georganiseerde vrijetijds-besteding, meer beschikbaarheid van auto’s in het gezin, meer beschik-baarheid van televisie en computer in het gezin, minder tijd voor vrij spelen in de buurt omdat beide ouders werken. Deze ontwikkelingen be-invloeden ook elkaar weer: naarmate er meer kinderen naar vrijetijds-clubjes gaan, voelen ook andere ouders en kinderen daar meer noodzaak toe, omdat ze anders achter raken. Naarmate er minder kinderen in de buurt buiten spelen, wordt het buiten spelen voor de overblijvende kin-deren ook minder aantrekkelijk. Buiten spelen is dramatisch afgenomen in de grote steden. In Amster-dam speelde al in 1993 31% van de kinderen nooit buiten. Het ziet er niet naar uit dat deze cijfers ten goede zijn veranderd. Het internet wordt een vervanging van het sociale contact tussen kinderen dat buiten plaats-vond. Helaas is deze gewoonte minder gezond. Het buiten spelen is van groot belang voor de motorische ontwikkeling van kinderen. Onderzoek toont duidelijk aan dat kinderen die veel buiten spelen motorisch beter ontwikkeld zijn. Het voordeel van buitenschoolse opvang kan zijn dat kinderen meer buiten spelen dan ze thuis zouden kunnen. Buiten spelen heeft tegenwoordig veel prioriteit in het dagprogramma van de buiten-schoolse opvang en men heeft ook de nodige expertise in het inrichten van buitenruimte en het begeleiden van schoolkinderen in buitenspel. Gezamenlijke inrichting van het schoolplein voor dat doel kan de balans weer een beetje terug laten slaan naar ongeorganiseerd vrij spelen. Meer informatie over buiten spelen is terug te vinden in hoofdstuk 9.

Wensen van kinderen voor de buitenschoolse opvang Kinderen en ouders zien de buitenschoolse opvang als een vrijetijdssitu-atie, waarin kinderen kunnen ontspannen, spelen, bewegen en buiten zijn. Een cognitief aanbod vanuit de buitenschoolse opvang staat niet erg hoog op het prioriteitenlijstje. Dit wordt geconcludeerd in een recent onderzoek van het SCO-Kohnstamm Instituut in 2007. In dit onderzoek werd kinderen en ouders met ervaring in de buitenschoolse opvang naar hun mening gevraagd.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 60 6-1-2010 14:15:40

Page 62: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

61

Kinderen geven het volgende lijstje bij de vraag wat goede buitenschool-se opvang hen moet bieden: • dat je zelf mag kiezen wat je doet;• dat er veel vriendjes zijn;• dat er veel te spelen valt;• dat je veel buiten kunt spelen;• dat je leert om goed met elkaar om te gaan;• dat de groepsleiding goed voor je zorgt;• dat je kan meedenken over de regels en de inrichting.Oudere kinderen vanaf 9 jaar zijn soms ontevreden met de buitenschool-se opvang. Zij vinden er te weinig vriendjes en te weinig activiteiten op hun leeftijdsniveau. Zij zouden het heel prettig vinden om eigen vrien-den mee te nemen, maar dit kan vaak niet. Deze ontevredenheid zal als sneeuw voor de zon verdwijnen als meer kinderen ook na hun negende jaar op de buitenschoolse opvang blijven. Nu zijn de oudere kinderen vaak een uitzondering.

4.2 Vrij spelen

Kinderen hebben een ingeboren behoefte tot spelen. Er zijn veel defini-ties van spelen in omloop. Een mooie definitie is: spelen is het creëren van experimenteerruimte: het is zelfontwikkeling, zelfopvoeding en persoonlijkheidsontwikkeling (Van Rumst en Van Gils). Spelen is niet alleen belangrijk vanwege de ontwikkelingsaspecten. Iedereen herkent ook het plezier en de ontspanning die kinderen aan spelen beleven.

Vrij spelen is het belangrijkste oefenterrein voor sociaal gedrag. Kinde-ren leren er voor zichzelf op te komen, een ruzie bij te leggen, vrienden te helpen, sociale omgangsregels, winnaar te zijn of een waardig verlie-zer. De groep is van belang voor democratische opvoeding: leren geven en nemen, leren opkomen voor jezelf en voor anderen, conflicten met woorden en argumenten leren oplossen. Kinderen leren ook sociaal gedrag van elkaar. Door te observeren hoe de andere kinderen zich gedragen, door zichzelf met hen te vergelijken of door de reactie van andere kinderen op hun gedrag. Daarom is het voor kinderen goed om ook zonder het directe toezicht van volwassenen te spelen. Dan leren zij om zich niet alleen op goed- of afkeuring van

6047 binnenwerk 2e druk.indd 61 6-1-2010 14:15:40

Page 63: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

62

de volwassene maar ook op die van hun leeftijdgenoten te richten. Vrij spelen vindt vooral plaats in de zelfgestuurde vrije tijd.

Kinderen spelen het meest intensief in kleine groepen van twee à vier kinderen. Het is dus van belang om hiervoor gelegenheid te creëren, zo-wel tijdens het vrije spel als tijdens groepsactiviteiten. Leerkrachten ge-ven bijvoorbeeld vaak opdrachten aan kleine groepjes. En pedagogisch medewerkers bevorderen dat kleine groepjes kinderen voor een bepaal-de activiteit kiezen. Ook de inrichting van de ruimte met afgescheiden en verschillende hoekjes bevordert dit. Kinderen formeren overigens uit zichzelf ook kleinere groepjes binnen de grote groep.

Het gevaar van een hele dag op school is dat kinderen gedwongen zijn om lang in dezelfde groep te verkeren. Dit kan te vermoeiend en inspan-nend zijn. Bovendien kunnen kinderen dan niet ontsnappen uit een ne-gatieve groep, dat wil zeggen een groep waarin machtsverhoudingen en pesten een rol spelen. We moeten dus bewust gelegenheden scheppen voor kinderen om zich terug te trekken uit de grote groep en alleen of met één of twee andere kinderen te spelen.

Vanaf een jaar of acht spelen kinderen met voorkeur met kinderen van hun eigen sekse. Al eerder treedt ook een verschil in voorkeur voor het soort spel op. Jongens zijn meer aan het stoeien en maken meer lawaai. Daardoor krijgen zij ook vaker verboden en aanwijzingen te horen van de volwassenen. Als jongens en meisjes samen in één ruimte spelen, neemt de jongensgroep vaak meer ruimte in beslag dan de meisjes. De jongens zijn bijvoorbeeld in het midden aan het bouwen of ballen, ter-wijl de meisjes in de hoeken van de ruimte spelen. Dit is waarschijnlijk de reden dat meisjes meer gesteld zijn op eigen ruimtes dan jongens. Wellicht geeft dit een te stereotiep beeld, maar we moeten ook onze ogen niet sluiten voor verschillen tussen jongens- en meisjesspel en voor al-lebei de juiste speelvoorwaarden scheppen.

4.3 Ontwikkelingsfasen van schoolkinderen

Op alle terreinen van de ontwikkeling nemen schoolkinderen grote stap-pen. Wat zij in deze tijd niet leren, halen zij later moeilijk weer in. Wij geven een impressie van hun sociale, emotionele en cognitieve ontwik-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 62 6-1-2010 14:15:40

Page 64: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

63

keling. Met deze kennis kunnen volwassenen met het activiteitenaanbod beter aansluiten bij de behoeften van deze leeftijdsfasen.

Sociale ontwikkeling De ontwikkeling van het sociale gedrag van kinderen kent vier kritische leeftijdsfasen. Zo’n leeftijdsfase is geschikt om te oefenen met nieuw gedrag. De omgeving kan hierop inspelen door de juiste oefenmoge-lijkheden te geven. De sociale ontwikkelingstaken worden zowel in de schoolse tijd als in de vrije tijd geoefend.

Sociale ontwikkelingstaken4-6jaar:positieveinteractie,socialerollenenzelfcontrole;6-8jaar:groepsparticipatieenkennisverwerven;8-10jaar:vriendschappen;10-12jaar:identiteitenzelfwaardering.(Bron:VandenBoom)

Vanaf zijn 4e jaar oefent het kind in sociaal gedrag en het de baas wor-den van zijn fysieke agressie tegen andere kinderen. Hij leert ook om verschillende rollen in het sociale verkeer te onderscheiden. Daarom is in deze fase het fantasiespel (schooltje of vader en moedertje spelen) zo populair. Een kind is nu gevoelig voor het leren van eenvoudige so-ciale regels zoals ‘niet afpakken, maar vragen’ of ‘niet slaan maar zeg-gen’. Volwassenen zijn onmisbaar in het verwoorden en voorleven van die regelsVanaf hun 6e jaar gaan kinderen zich meer en meer zelfstandig in groe-pen leeftijdgenoten bewegen zonder directe steun van de volwassene. Kinderen verwachten nu van elkaar dat ze zich aan groepsregels voor samenspelen kunnen houden. Het oefenen hiermee wordt ook gedaan door allerlei groepsspelletjes zoals verstoppertje.Met 8 jaar breekt weer een nieuwe fase aan, namelijk het aangaan van speciale vriendschappen, vooral met leeftijdgenoten van de eigen sekse. Het is voor het later welbevinden belangrijk dat kinderen er op deze leeftijd in slagen eigen vriend(innet)jes te krijgen. Volwassenen kunnen hen daarin ondersteunen door kinderen in kleine groepjes met elkaar te laten spelen.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 63 6-1-2010 14:15:40

Page 65: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

64

Met 10 jaar krijgt een kind zicht op de eigen identiteit, daarbij gebruik makend van feedback van ouders, leerkrachten, pedagogisch medewer-kers en van leeftijdgenoten. Hij vormt zich een zelfbeeld: dit kan ik goed, dit vind ik leuk, enzovoort. Verschillende wetenschappers wijzen daarbij op problemen die jongens kunnen ervaren bij het ontwikkelen van hun seksespecifieke identiteit. Door gebrek aan rolmodellen in de directe omgeving voelt hij zich wellicht gedwongen om terug te grijpen op ste-reotiepe beelden van mannen op televisie of in computerspelletjes.

Emotionele ontwikkelingEen kind voelt zich prettig als aan een aantal basisbehoeften is voldaan. Dit zijn in de eerste plaats fysieke behoeften zoals voldoende voeding en rust, maar ook de behoefte aan affectie, competentie en waardering. Dit geeft het kind een basisgevoel van veiligheid. Een veilig gevoel maakt dat een kind zich prettig en op zijn gemak voelt. Dit welbevinden is een belangrijke voorwaarde voor het uitproberen van nieuwe dingen, voor cognitieve, creatieve en sociale ontwikkeling. Ouders zijn de belangrijkste personen die voor een basisgevoel van vei-ligheid kunnen zorgen. Ook de volwassenen in de directe omgeving zijn van groot belang. Wat kunnen zij doen om het welbevinden van school-kinderen te bevorderen?Een eerste belangrijke voorwaarde is positieve communicatie met de volwassenen om hen heen. Een teveel aan boosheid en berisping doet kinderen in hun schulp kruipen of nog erger: onverschillig worden voor wat de ander zegt. Bevelen, waarschuwen en verbieden is niet te vermij-den in de normale omgang bij groepen kinderen, maar positieve com-municatie dient altijd de overhand te hebben. Positieve communicatie bestaat uit het tonen van interesse voor het kind, accepteren van het kind, je inleven in het kind en verbaal en non-verbaal laten blijken dat je het kind begrijpt. Het gaat om empathie en sensitieve responsiviteit in de communicatie.Ten tweede is de voorspelbaarheid van de omgeving een belangrijk element. Voorspelbaarheid zit in vele zaken: het dagprogramma, om-gangsregels, elke dag dezelfde kinderen en volwassenen tegenkomen en bekendheid met het gebouw.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 64 6-1-2010 14:15:40

Page 66: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

65

De juf als houvastRenskeiseenkleinblondmeisje.Zeisnetviergewordenensindseenmaandopschool.Renskeisgewendomnietaltijdthuistezijn,wantvroegergingzenaarhetkinderdagverblijf.Opschoolgaathetgoed,zeheeftvriendin-netjeswaarzemeespeeltophetschoolplein.Bijde jufvoeltRenskezichhelemaalthuis.Opmaandag,woensdagendonderdaggaatzenaardebso.Erzijngeenanderekinderenuithaarklasbijdebso.Zeheefthetbijdebsonogeenbeetjemoeilijk.Renske is woensdagmorgen rond 11.30 uur lekker aan het buiten spelenmethaarklas.Zeklimtophetklimrek,gaatvandeglijbaanenstepteroplos.Zekletstveeltegendeanderekinderenengaatookvaakevenmetdejufpraten.Alsdebelgaat,zegtdejuftegenRenskedatzewordtopgehaaldomnaardebsotegaan.Buitenhetklaslokaalstaateenleidervandebsoalklaaromhaarmeetenemen.Hierschriktzevan,zebegintmeteentehuilenenomhaarmoederteroepen.Deleidervandebsoneemthaarrustigmeedoordegangvandeschoolnaarhetgebouwvandebso.DaaraangekomenontfermteenleidsterzichoverRenskeendrogendetranenweerop.Deleid-sterheefteventijdvoorindividueleaandacht,wantvandaagzijneralleenmaar oudere kinderen en die komen pas om 12 uur. Tijdens de rest vandedagpraatRenskewelmetdeleidsters,maarnietzoveelmetdeanderekinderenbijdebso.Zevoeltzichhiernogniethelemaalthuisenheeftnognietechtvriendinnetjesgemaaktzoalsopschool.Gedurendedemiddagzitzealleentetekenenofkijktzenaarhetspelvandeanderekinderen.Devolgendedaggaatdeoverdrachtvanschoolnaardebsoeenstukbeter.DejufheeftRenskevandaaggebracht.Vandaaghoeftzeniettehuilenengaat zemeteen ijverig kleuren.Gelukkig zijner vandaagbij debsomeerjongere kinderen waar Renske mee kan spelen. Nog voorzichtig zoekt zetoenadering.

Morele ontwikkelingOm goed te kunnen functioneren in de samenleving, moeten kinderen zich de waarden en normen van die samenleving eigen maken. Waarden zijn meningen over goed en kwaad; normen zijn daarvan afgeleide ge-dragsregels. School en vrijetijdssituatie zijn – naast het gezin – belang-rijke leerscholen voor de morele ontwikkeling.Kleuters kunnen al nadenken over goed en slecht, maar die begrippen zijn wel gekoppeld aan een volwassene. Als de leerkracht iets goedvindt,

6047 binnenwerk 2e druk.indd 65 6-1-2010 14:15:40

Page 67: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

66

dan is het voor de kleuter ook goed. ‘De juf zegt dat je wel mag huilen.’ De norm kan ook gekoppeld zijn aan een straf of beloning. ‘Je mag niet stelen, anders kom je in de gevangenis.’ Vanaf 6 jaar kunnen kinderen meer in het algemeen de regels van goed en slecht hanteren. De regels zijn dan absoluut: het hoort zo, het mag niet, niemand hoort dat te doen. ‘Je mag een kleiner kind niet slaan.’ Vanaf 10 jaar neemt het kind ook de omstandigheden of de intenties bij zijn oordeel in overweging. ‘Je mag niet slaan, maar hij was heel gemeen.’ Of: ‘Je mag niet stelen, maar dat meisje was heel arm.’ Kinderen raken in verwarring als de normen en waarden in de ene omge-ving heel anders zijn dan in de andere. Naarmate een kind ouder wordt, kan hij beter omgaan met verschillende normen en waarden en is het zelfs goed voor zijn morele ontwikkeling en eigen oordeelsvorming als hij met verschillende normen in aanraking komt.

Cognitieve, creatieve en motorische ontwikkelingKinderen zijn van nature leergierig en initiatiefrijk in hun pogingen om grip op hun omgeving te krijgen. Het is dan ook zaak om het eigen initi-atief van het kind niet af te remmen door te veel verboden en waarschu-wingen. Een kind dat het nemen van initiatief in deze periode afleert, krijgt die vaardigheid later moeilijk weer terug. Kinderen leren lezen, schrijven, rekenen, kennis van de natuur, techniek, aardrijkskunde en geschiedenis en ook op het creatieve terrein leren ze veel. Dit is de perio-de waarin ze hun belangstelling, vaardigheden en talenten ontwikkelen. Biologisch krijgen ze ook steeds meer mogelijkheden tot formeel leren: het logisch denken en hun geheugen ontwikkelen zich sterk.Vakinhoudelijk onderwijs voldoet aan de leerbehoeften van kinderen. De omgeving kan daarnaast ook uitdagingen en materialen bieden om het kind volgens eigen interesses te laten experimenteren en ontdekken. De aanwezigheid van boeken, voorlezen en bezoek aan de bibliotheek zijn een belangrijke ondersteuning voor de taalvaardigheid. Van bijzon-der belang voor de taalontwikkeling zijn de gesprekken tussen volwasse-nen en kinderen, iets waarvoor in de vrijetijdssituatie veel gelegenheid is. Professor Riksen-Walraven haalt onderzoek uit 1994 aan, waaruit blijkt dat kinderen met hun ouders veel meer converseren dan met hun groepsleidsters. Nu ouders daarvoor overdag minder beschikbaar zijn, is het noodzakelijk dat de pedagogisch medewerkers en andere volwas-senen deze taak bewust overnemen.De motorische ontwikkeling wordt gestuurd door biologische rijping:

6047 binnenwerk 2e druk.indd 66 6-1-2010 14:15:40

Page 68: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

67

kinderen krijgen meer spierkracht en meer beheersing over hun spieren. Motorische behendigheid verkrijgen de kinderen door oefening. Het is van groot belang voor kinderen omdat ze daardoor minder ongelukken krijgen.

Ten slotte

In dit hoofdstuk hebben we ons verdiept in de soorten vrije tijd en de ontwikkeling van schoolkinderen. Wat kunt u als lezer hiermee doen? We geven enige vragen die u en uw partners kunnen bespreken.

Watwiltuindeverschillendeleeftijdsfasesaanbiedenenwaarom?

Welkebalansbrengtuaantussenzelfgestuurdeeneducatievevrijetijdinhetbuitenschoolseprogrammaenwaarom?

Maaktudaarbijonderscheidnaardeachtergrondvandekinderenenhetdaarbijbehorendevrijetijdsbestedingspatroonvandekinderen?

Gaatu sommigeeducatieve vrijetijdsactiviteiten verplicht stellen voorde kin-deren?

Voldoen de ruimtes en aanpak aan de kenmerken van zelfgestuurde vrije tijd(zelfbepaling,eigenkeuze,ruimemogelijkheidvoorcontactmetleeftijdgenoten,volwasseneopafstand,maarbereikbaar)?

6047 binnenwerk 2e druk.indd 67 6-1-2010 14:15:40

Page 69: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

6047 binnenwerk 2e druk.indd 68 6-1-2010 14:15:40

Page 70: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

DEEL 2 Pedagogisch-didactische samenhang

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

6047 binnenwerk 2e druk.indd 69 6-1-2010 14:15:40

Page 71: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

Dagarrangementactiviteit:sportopDeBoog.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 70 6-1-2010 14:15:42

Page 72: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

71

5 Samenhang aanbrengen

Basisscholen, centra voor buitenschoolse opvang en andere partners willen inhoudelijk samenwerken ten behoeve van de kinderen. In dit deel van het boek staan ideeën ter inspiratie voor die samenwerking. Daarbij zijn verschillende accenten mogelijk. Wij hebben de mogelijk-heden geordend onder de volgende noemers:1. Aandacht voor overgangen (zie paragraaf 5.1);2. Samenhang in de pedagogiek (zie hoofdstuk 6);3. Samenhang in educatie (zie hoofdstuk 7);4. Samenwerken voor zorgkinderen (zie hoofdstuk 8);5. Samenwerken aan gezonde ontwikkeling (zie hoofdstuk 9);6. Samenwerken aan een nieuwe tijdsindeling (zie hoofdstuk 10).

Scholen en buitenschoolse opvang doen dit niet alleen. Er zijn meestal ook andere organisaties bij betrokken, die al eerder partners waren. De basisschool is bijvoorbeeld al een brede school, samen met andere orga-nisaties zoals de peuterspeelzaal, vrijetijdsorganisaties, het kinderwerk en de jeugd(gezondheids)zorg. Ook de buitenschoolse opvang heeft vaak al samenwerkingspartners waarmee zij een programma maakt: de sportschool, de muziekschool en de bibliotheek zijn daar een voorbeeld van. Natuurlijk is samenwerking met de ouders hierbij ook altijd van belang, maar wij richten ons in dit hoofdstuk met name op de samenwerking tussen de organisaties.

Scholen, buitenschoolse opvang en andere partners kunnen alle vor-men van samenwerking aanpakken, maar het is verstandiger dat zij een keuze maken waarop zij zich als eerste willen richten en profileren. Wij bespreken in korte paragrafen de verschillende mogelijkheden (5.1 t/m 5.6). In de rest van deel 2 worden ze stuk voor stuk nader uitgewerkt. Dit hoofdstuk eindigt met een aantal algemene aandachtspunten bij het aanbrengen van samenhang (5.7).

6047 binnenwerk 2e druk.indd 71 6-1-2010 14:15:43

Page 73: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

72

5.1 Aandacht voor overgangen

Op één punt is het altijd belangrijk om samenhang aan te brengen, ook als scholen, centra voor buitenschoolse opvang en partners verder al-leen vreedzaam naast elkaar willen bestaan. Het gaat om het verge-makkelijken van de overgangen voor kinderen tussen de ene naar de andere voorziening. Kinderen moeten om 12 uur vanuit de klas naar tussenschoolse opvang en weer terug. En ’s middags vanuit de klas naar buitenschoolse opvang of naar een buitenschoolse activiteit. En na die activiteit gaan ze wellicht alsnog naar de buitenschoolse opvang. Bege-leiding van de kinderen tot over de drempel van de andere voorziening, bevordert het welbevinden en het gevoel van veiligheid van de kinderen. En daardoor voelt de schooldag als één geheel voor kinderen. Het gaat om eenvoudige dingen die toch vaak over het hoofd gezien worden.

Overgang helpen maken• Brengenenhalen• Terugkijkenenvooruitkijken• Overdrachtvaninformatie

Brengen en halenAls alles onder één dak of vlak bij elkaar is gelegen, is de kans groot dat kinderen al snel zelfstandig van de ene naar de andere voorziening gaan. Het is echter prettig en geruststellend voor jonge kinderen als zij opge-haald worden uit de klas door de pedagogisch medewerker of door hun leerkracht naar de buitenschoolse opvang gebracht worden. Dit geldt ook als die buitenschoolse opvang slechts één gang verder zit. Kinderen kunnen dan met behulp van het contact tussen de beide volwassenen de overgang maken. Halen en brengen is belangrijk. Ook tussen klas en overblijven en tussen de sport- of kunstactiviteit en de buitenschoolse opvang. De leerkracht kan in tegenwoordigheid van het kind vertellen wat er in de klas heeft plaatsgevonden, de medewerker van de tussenschoolse opvang praat even over het verloop van het eten en de vakdocent drama vertelt aan de pedagogisch medewerker wat het kind heeft gedaan. Regelmatig halen en brengen is minder belangrijk voor de oudere kin-deren. Zij zijn al zo gewend aan de ruimtes en aan elkaar dat ze ook

6047 binnenwerk 2e druk.indd 72 6-1-2010 14:15:43

Page 74: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

73

zelfstandig gaan. Toch is het ook voor hen prettig als er af en toe in hun aanwezigheid contact is tussen de verschillende volwassenen.

Terugkijken en vooruitkijken Vaak gaat het vanzelf, maar toch: kinderen moeten hun verhaal kwijt kunnen. Terugkijken met de kinderen naar hun belevenissen of presta-ties in de klas is belangrijk. Evenzo moet het kind ook kunnen vertellen over gebeurtenissen tijdens de buitenschoolse opvang of het overblij-ven. De leerkracht vraagt bijvoorbeeld wat de kinderen gegeten hebben tussen de middag en wat ze buiten hebben gespeeld. De pedagogisch medewerker bewondert een net gemaakte tekening in de klas of luistert naar een lied dat het kind in de buitenschoolse cursus heeft geleerd. Vooruitkijken helpt een kind ook om de overgang te maken. De leer-kracht vraagt wat de kinderen zo dadelijk gaan doen, de overblijfkracht weet dat de kinderen ’s middags een toets moeten maken of Sinterklaas gaan vieren en brengt dat ter sprake tijdens het eten.

Overdracht van informatieHet gaat hier om informatieoverdracht tussen leerkracht, overblijf-kracht, vakdocent buitenschoolse cursus en pedagogisch medewerker van de buitenschoolse opvang. Door het halen en brengen en het terug- en vooruitkijken is er op een natuurlijke manier al sprake van informa-tieoverdracht over belangrijke gebeurtenissen in het schoolleven van de kinderen. De overdracht kan daarnaast nog geformaliseerd worden. Het gaat om algemene informatie over wat de kinderen kan bezighou-den. Feesten, een nieuwe pedagogisch medewerker, een kind dat gepest wordt, een kind dat in het ziekenhuis ligt of problemen in de groep: als partners weten wat er bij de andere voorziening gaat gebeuren, dan kan ieder in zijn eigen situatie daarop inspelen met de kinderen.

Voor de algemene informatieoverdracht zijn veel kanalen mogelijk: nieuwsbrieven, een (digitaal) logboek met overzicht van het programma in de klas en buitenschools, een groot planbord in de gang waarop de buitenschoolse activiteiten van die dag staan. Het is een kwestie van eraan denken dat er nu meer partners zijn die van die informatie op de hoogte gesteld moeten worden. Voor specifieke informatie: deze wordt vooral in de wandelgangen aan elkaar doorgegeven. Hiervoor moeten gelegenheden zijn, zoals een ge-zamenlijke personeelskamer of personeelsuitjes.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 73 6-1-2010 14:15:43

Page 75: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

74

Deze algemene punten behoeven verder geen nadere uitleg. Ze zijn ech-ter heel belangrijk voor het welbevinden van de betrokken kinderen.

5.2 Samenhang in de pedagogiek

Opvoeden gebeurt overal. Er zijn drie opvoedingsmilieus voor school-kinderen: gezin, school en de vrije tijd. Ieder milieu voedt op vanuit een specifieke situatie. De opvoedingsmilieus zijn daarbij niet gelijkwaardig. De ouders hebben vanwege de emotionele en levenslange band met hun kinderen de meeste invloed. Ook indirect oefenen zij invloed uit om-dat zij een keuze maken in welke opvoedingsmilieus hun kind verblijft. Hun pedagogische overwegingen bij de keuze voor school, woonbuurt en vrijetijdssituaties spelen mee.

Idealiter zijn de drie opvoedingsmilieus een beetje verschillend maar niet te veel. Om te bereiken dat er niet te veel verschil is, wisselen de opvoedingsmilieus informatie uit over de kinderen en brengen zij sa-menhang aan in hun opvoedingsdoelen, pedagogische klimaat en pe-dagogische methodes. Met andere woorden: zij werken samen aan een pedagogisch doorgaande lijn voor kinderen. In hoofdstuk 6 wordt de pedagogisch doorgaande lijn verder uitgewerkt.

5.3 Samenhang in de educatie

De drie hiervoor genoemde opvoedingsmilieus dragen ieder bij aan de educatie van het kind. De buitenschoolse opvang neemt een speciale plaats in op het educatieve terrein: zij organiseert of stimuleert ener-zijds educatieve vrijetijdsactiviteiten zoals andere clubs, en anderzijds vervangt zij ook de ouders in hun rol van bijdragen aan de algemene ontwikkeling van kinderen. Educatie verloopt beter als een kind het geleerde in verschillende situ-aties kan toepassen. Datgene wat hij op school uit een boek of van de leerkracht leert, gaat leven als hij het in een buitenschoolse situatie met eigen ogen kan zien en meemaken. De taalontwikkeling verloopt voor-spoediger als een kind in levensechte situaties met de taal kan oefenen. Daarom is het van belang als school, gezin en buitenschoolse opvang

6047 binnenwerk 2e druk.indd 74 6-1-2010 14:15:44

Page 76: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

75

hun educatieve activiteiten op elkaar afstemmen, zodat ze elkaar kun-nen versterken. Met andere woorden, zij werken samen aan een doorlo-pende leerlijn. Dit wordt ook wel het verbinden van binnen- en buiten-schools leren genoemd. Sommige scholen in achterstandswijken vinden dit element zo belang-rijk voor de onderwijskansen van hun kinderen dat zij de educatieve activiteiten in de vrije tijd verplicht gaan stellen voor de kinderen. In feite verlengen zij dan de leertijd. In hoofdstuk 7 wordt de educatieve samenhang verder uitgewerkt.

5.4 Samenwerken voor zorgkinderen

Als scholen gevraagd wordt op welke punten zij het eerst samenhang zouden willen aanbrengen, noemen zij vaak de zorgleerlingen. In de buitenschoolse opvang worden zij zorgkinderen genoemd. In dit boek noemen wij ze ook zorgkinderen omdat dat de meest algemene term is. De meeste scholen en centra voor buitenschoolse opvang willen geza-menlijk optrekken in de aanpak van deze kinderen. Zij werken dan aan een doorlopende zorglijn of gemeenschappelijke zorgstructuur.

Een gemeenschappelijke aanpak voor zorgkinderen heeft voordelen: • een leerkracht of pedagogisch medewerker staat niet alleen: twee we-

ten meer dan één; • er is meer informatie beschikbaar over het probleem;• betrokkenen kunnen een gemeenschappelijke aanpak hanteren;• betrokkenen kunnen taken verdelen in het overleg met de ouders of

andere hulpverleningsinstanties.

Samen optrekken voor zorgkinderen kan op veel verschillende manieren vorm krijgen. School en buitenschoolse opvang kunnen een beroep doen op dezelfde hulpverleners, zorgen voor goede overdracht aan elkaar, bij elkaar observeren hoe de ander het kind aanpakt, één coördinerende volwassene aanstellen. Dit klinkt relatief eenvoudig maar daarvoor moet wel regelmatig overleg gevoerd worden. School en buitenschoolse opvang hebben ieder hun eigen terminologie, gewoontes en kanalen in de hulp aan zorgleerlingen/zorgkinderen en vinden het moeilijk om dat op te geven voor een gezamenlijke zorgstructuur.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 75 6-1-2010 14:15:44

Page 77: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

76

Speciale aandacht is ook nodig voor het overleg met de ouders. Ouders moeten altijd betrokken zijn bij en mee kunnen praten in het overleg over de speciale aanpak van hun kind.Een gezamenlijke aanpak is niet altijd mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan een kind dat in het kader van WSNS (Weer Samen Naar School) met extra hulp in de klas te handhaven is, maar niet in de meer ongestruc-tureerde situatie van de buitenschoolse opvang. Of informatie over het kind is zo privacygevoelig dat hij niet met te veel personen gedeeld kan worden. De mogelijkheden voor een doorgaande zorglijn komen uitgebreid aan de orde in hoofdstuk 8.

5.5 Samen werken aan een gezonde ontwikkeling

Een gezonde leefstijl voor kinderen met voldoende beweging en gezonde voeding is de laatste jaren een belangrijk topic in de opvoeding gewor-den. Voor kinderen is het belangrijk dat ze voldoende beweging hebben, voldoende buitenlucht happen, niet te veel achter de computer zitten en gezond eten. Spelen wordt helaas de laatste tijd steeds meer vervangen door zitten. Ook hier hebben de drie opvoedingsmilieus ieder hun rol. Ouders heb-ben in principe het voortouw in het voorleven en bewaken van een ge-zonde leefstijl bij hun kinderen. School en buitenschoolse opvang kun-nen hen daarbij ondersteunen en dragen ook zelf hun steentje bij door het aanbieden van sport, buitenspel en gezonde voeding en voorlichting over gezonde leefstijl. Basisscholen zijn bezig met ‘de gezonde school’ en de ‘sportieve school’, en in de buitenschoolse opvang verschijnen er steeds meer ‘sport-bso ’s’. Beide ontwikkelingen kunnen met elkaar verbonden worden. School en buitenschoolse opvang kunnen taken ver-delen en samen zorgen voor voldoende beweging en gezonde voeding. Samen werken aan een gezonde ontwikkeling wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 9.

5.6 Samen werken aan een nieuwe tijdsindeling

Onze schooltijden zijn behoorlijk ingeburgerd. Nu een schooldag van-wege de instelling van dagarrangementen van 7.30-18.30 uur loopt, is

6047 binnenwerk 2e druk.indd 76 6-1-2010 14:15:44

Page 78: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

77

er een aanleiding om de schooltijden kritisch onder het licht te houden. Houden we vast aan de traditionele schooltijden van 8.30-15.15 uur met een lunchpauze van vijf kwartier en organiseren we de buitenschoolse opvang en activiteiten ertussen en eromheen? Of is het voor iedereen beter om daarin verandering aan te brengen?Er kunnen efficiencymotieven zijn maar er zijn ook inhoudelijke mo-tieven voor andere schooltijden. Basisschool en buitenschoolse opvang kunnen samen nagaan welke tijden optimaal zijn voor leren, talenten ontwikkelen en ontspanning. De schommelingen in het biologisch rit-me kunnen daarbij een rol spelen. Scholen, tussenschoolse opvang en buitenschoolse opvang kunnen samen experimenteren met de optimale balans tussen inspanning en ontspanning of tussen leren van basisvak-ken en creatieve/sportieve vakken. Wetenschappelijk onderzoek over optimale schooltijden ontbreekt tot nu toe in Nederland. Samen werken aan een nieuwe programmering van de hele schooldag betekent nauwe samenwerking tussen leerkrachten en buitenschools personeel. Zij wor-den samen verantwoordelijk voor de schooldag van het kind. Meer in-formatie staat in hoofdstuk 10.

5.7 Algemene aandachtspunten

Waarmee moeten de samenwerkingspartners rekening houden als zij het proces van samenhang aanbrengen aangaan?

Algemene aandachtspunten• Kiezen• Oudersbetrekken• Ambitieniveau• Overlegtijdinroosteren• Voordelenvoormedewerkers• Combinatiefuncties• Evalueren

6047 binnenwerk 2e druk.indd 77 6-1-2010 14:15:44

Page 79: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

78

KiezenSamenwerkingspartners zullen de bovenstaande onderwerpen het liefst allemaal tegelijk willen vormgeven. Toch doet een samenwerkingsver-band er goed aan om een accent te kiezen en daaraan het eerst te gaan werken. Anders ziet men door de bomen het bos niet meer. Klein begin-nen, concrete resultaten boeken en dan pas uitbouwen. Hieronder staan enige overwegingen bij de keuze:• Een start met de pedagogische samenhang is goed voor de gezamen-

lijke teambuilding, omdat men visies op kinderen vergelijkt. De er-varing leert dat scholen en buitenschoolse opvang daarvoor ruim de tijd moeten nemen. Ook is een goede procesbegeleiding noodzakelijk om niet in onduidelijkheid en chaos te verzanden.

• Educatieve samenhang is een veelbelovende maar nog prille ont-wikkeling om te bevorderen dat kinderen meer leren en zich beter ontwikkelen, omdat ze met het geleerde in het echte leven kunnen oefenen. De buitenschoolse opvang en andere partners hebben veel mogelijkheden op het educatieve terrein en kunnen daarin op den duur de taken van de leerkrachten verlichten.

• Een start met samenwerking rond de zorgkinderen heeft als voor-deel dat het snel duidelijk is wat er moet gebeuren en resultaten snel zichtbaar zijn.

• Samenwerken aan de gezonde leefstijl is een idee van de laatste jaren. Met name voor verbinding aan sportactiviteiten is ook extra subsi-diegeld beschikbaar. Bovendien is dit onderwerp concreet en daarom aantrekkelijk. De tussenschoolse opvang is hierbij nauw betrokken.

• Het veranderen van de schooltijden is de meest fundamentele in-greep om samenhang aan te brengen. Het gaat niet alleen om handi-ger tijden maar vooral om betere inhoudelijke afstemming van leren, eten, rust, beweging en creatieve vorming. Dit betekent het definitief opgeven van vrijblijvendheid in de samenwerking. Deze stap zet je meestal pas na besprekingen op bestuurs- en gemeentelijk niveau.

Ouders betrekkenOuders zijn eigenlijk de eersten die op de hoogte moeten zijn en moe-ten meedenken over de samenhang en de keuzes die daarin gemaakt worden. Het gaat om hun kinderen. In het enthousiasme om te kunnen starten, wordt dit soms door de samenwerkingspartners over het hoofd gezien. Vandaar dat wij dit in het rijtje van algemene aandachtspunten hebben opgenomen.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 78 6-1-2010 14:15:44

Page 80: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

79

AmbitieniveauSamenhang aanbrengen kun je op twee niveaus doen: gezamenlijke doe-len of ook gezamenlijke werkwijze. • Je kunt alleen doelen afstemmen en afspreken dat de partners ieder

vanuit hun eigen opdracht en expertise aan die doelen werken. Dat betekent geen afstemming in de werkwijze met de kinderen.

• Je kunt ook een stap verder gaan en een gemeenschappelijke aanpak afspreken.

Een voorbeeld: school en buitenschoolse opvang spreken af dat zij bei-den de sportieve ontwikkeling van de kinderen bevorderen. Hoe ze dat doen laten ze vrij. Ze kunnen ook afspraken maken over hun werkwijze daarin, bijvoorbeeld een rooster maken waarin twee maal per week een kennismaking met een sport op school is gepland. De buitenschoolse opvang borduurt ’s middags verder op die kennismaking door een toer-nooi in die sport te organiseren.

Overlegtijd inroosterenOverlegtijd vaststellen waarop zowel leerkrachten als pedagogisch me-dewerkers met elkaar kunnen overleggen is bijna onmogelijk. Als de leerkracht tijd heeft, is de pedagogisch medewerker met de kinderen be-zig en omgekeerd. Hieronder staan enkele ‘second best’ mogelijkheden:• Overleg tussen vrijgestelden of vertegenwoordigers: management

van school en buitenschoolse opvang overleggen en geven de infor-matie door aan hun collega’s.

• Overleg in tweetallen: leerkracht en pedagogisch medewerker kun-nen naar behoefte af en toe vrij ingeroosterd worden voor overleg over aansluiting van het programma van de klas op het vrijetijdspro-gramma of over een zorgkind.

• Studiedagen voor overleg of bijscholing van beide teams.• Mogelijkheden voor informeel overleg creëren: koffiemachine, wan-

delgangencontact gemeenschappelijke personeelskamer, personeels-borrel, gezamenlijk uitstapjes met de kinderen (schoolreis). Veel onderwerpen hebben geen lange vergaderingen nodig. Even contact kan al helpen.

• Digitaal overleg organiseren: medewerkers van school en buiten-schoolse opvang geven schriftelijk commentaar en informatie op vragen aan elkaar en/of een digitale nieuwsbrief.

• Een kijkje bij elkaar in de keuken: af en toe bij elkaar kijken tijdens de les of de opvang zegt vaak meer dan duizend woorden.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 79 6-1-2010 14:15:44

Page 81: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

80

• Af en toe ’s avonds vergaderen. Iedereen kan dan aanwezig zijn. Voordeel is dat ouders er dan ook gemakkelijker bij kunnen zijn.

Voordelen voor medewerkersLeerkrachten en pedagogisch medewerkers staan niet altijd te springen om samenwerking. Zij denken dat samenwerken hun alleen maar extra tijd kost. Hieronder staan de voordelen die leerkrachten en pedagogisch medewerkers ervaren. Het is goed voor de motivatie om bij evaluaties af en toe ook de voordelen voor de medewerkers te benoemen, en niet alleen die voor kinderen en ouders.Voordelen kunnen zijn:• Meer variatie en uitdaging in het werk De koppeling trekt een nieuwe doelgroep aan: meer kinderen uit een

andere sociaaleconomische klasse, meer allochtone kinderen of juist meer kinderen van Nederlandse ouders. Dit zorgt voor meer variatie en uitdaging in het werk.

• Breder perspectief en beter beeld De medewerkers krijgen ook informatie van andere medewerkers en

kunnen met hen discussiëren over kinderen of over hun eigen functi-oneren. Ze horen nieuwe dingen over kinderen of zien hen in andere situaties functioneren. Dit zorgt voor verdieping van het werk.

• Meer collega’s, andere werksfeer Door de samenwerking ontstaan nieuwe teams en contacten met

nieuwe collega’s. Pedagogisch medewerkers die al jaren vooral met elkaar optrekken hebben er een leerkrachtenteam bij. En omge-keerd.

CombinatiefunctiesCombinatiefuncties zijn functies waarbij het werk dat oorspronkelijk onder verschillende werkgevers werd verricht, tot één functie wordt gemaakt. De meest gebruikelijke combinatiefunctie is die van onder-wijsassistente/pedagogisch medewerker in de tussenschoolse en/of buitenschoolse opvang. Ook de combinatie vakdocent op school of bui-tenschools/pedagogisch medewerker is mogelijk. De laatste tijd heeft men het ook over combifuncties als sportbegeleider/pedagogisch me-dewerker. Voordeel van combifuncties die in school en buitenschools worden uitgeoefend, is dat kinderen de hele dag vertrouwde gezichten zien, het gezicht in de klas is hetzelfde als dat bij de buitenschoolse opvang. Ook zorgt dit op een natuurlijk manier voor een doorgaande

6047 binnenwerk 2e druk.indd 80 6-1-2010 14:15:44

Page 82: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

81

pedagogische of educatieve lijn. Tevens kan de pedagogisch medewer-ker verschillend gedrag in de schoolklas of bij de buitenschoolse opvang opmerken, waardoor problemen sneller opgelost kunnen worden.

EvaluerenStilstaan bij wat er bereikt is en wat er niet goed loopt: het is het belang-rijkste onderdeel van het proces en toch wordt het vaak niet gedaan. Problemen kunnen besproken worden zodat er een oplossing gevonden kan worden. Maar ook goede punten zijn belangrijk om te bespreken. Zo maak je resultaat zichtbaar. Regelmatige evaluatie bij ouders moet daarbij niet vergeten worden.

Ten slotte

Er is veel keuze voor het aanbrengen van samenhang tussen school, bui-tenschoolse opvang en andere partners. Wat kan de lezer met de infor-matie uit dit hoofdstuk? Het kan u en uw partners helpen bij de beant-woording van de volgende vragen:

Hoegaatuinuwsituatiezorgdragenvoorgoedeovergangenomdeemotioneleveiligheidvankinderengedurendedegeheleschooldagtebewaken?

Waaraan gaat u het eerst of het liefst werken in de inhoudelijke samenhangtussenschoolenbuitenschoolseopvang:aandedoorgaandepedagogischelijn,doorgaandeleerlijn,doorgaandezorglijn,bevorderenvangezondeontwikkelingofeennieuwetijdsindelingvandeschooldag?Uwantwoordbepaaltwellichtwelkhoofdstukuhiernaheteerstgaatlezen.

Hoegaatudealgemeneaandachtspuntenbijhetaanbrengenvansamenhangoplossen?

6047 binnenwerk 2e druk.indd 81 6-1-2010 14:15:44

Page 83: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

VerjaardagvierenopdebuitenschoolseopvangvanHetMeesterwerk

6047 binnenwerk 2e druk.indd 82 6-1-2010 14:15:45

Page 84: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

83

6 Pedagogische afstemming

Wat bedoelen we met pedagogische afstemming tussen de school en de buitenschoolse opvang? Waarom is deze afstemming zo belangrijk, moet dit wel altijd en hoe ziet dat eruit? In dit hoofdstuk staat een antwoord op deze vragen. We starten met een verkenning van pedagogische afstemming (6.1). Daarna geven we een voorbeeld. In de daarop volgende paragrafen gaan we nader in op pe-dagogische doelen (6.2) en pedagogisch klimaat (6.3). We eindigen met een tweede voorbeeld. Wij behandelen in dit hoofdstuk vooral pedago-gische afstemming tussen school en buitenschoolse opvang, maar ge-noemde mogelijkheden zijn ook toepasbaar voor andere voorzieningen die met school en buitenschoolse opvang samenwerken.

6.1 Wat is pedagogisch afstemmen?

Pedagogisch afstemmen gaat over opvoeden. Ouders zijn de belangrijk-ste, maar niet de enige opvoeders. Ook de school, de kinderopvang, het kinder- en jeugdwerk en sportverenigingen dragen bij aan de opvoeding van kinderen. Iedere voorziening heeft daarbij zijn eigen mogelijkheden. Instellingen die met dezelfde kinderen werken, kunnen de opvoeding zodanig met elkaar afstemmen dat hun opvoedingsdoelen beter bereikt worden. Zij werken aan een doorgaande pedagogische lijn. Dit geeft de kinderen helderheid. De kinderen weten wat er van hen verwacht wordt en welke regels er gelden. En samen werken aan dezelfde doelen kan ook het effect versterken. Je bereikt eerder wat je wilt bereiken als je met elkaar samenwerkt en taken verdeelt.

Afspraken worden meestal gemaakt over omgang met de kinderen, re-gels, de wijze van straffen en belonen, gebruikmaken van dezelfde me-thoden of programma’s en overdracht van informatie over kinderen. Een voorwaarde voor het maken van afspraken is duidelijkheid over de

6047 binnenwerk 2e druk.indd 83 6-1-2010 14:15:47

Page 85: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

84

opvoedkundige doelen die de samenwerkende instellingen willen berei-ken. Soms vinden organisaties een afstemming van doelen genoeg. De daaruit volgende pedagogische aanpak wordt aan ieders eigen expertise overgelaten.

Afstemming wil niet zeggen dat de school en de buitenschoolse opvang altijd hetzelfde moet handelen. Verschillende situaties vragen om ver-schillende benaderingen. De onderwijssituatie en de vrijetijdssituatie leiden tot verschillende sfeer en omgangsregels, maar uiteindelijk wil men wel ongeveer dezelfde opvoedingsdoelen bereiken. En kinderen le-ren ook van de confrontatie met verschillende regels of afspraken, mits hun uitgelegd wordt waarom dat zo is.

Ouders hebben ook een rol in deze pedagogische afstemming. School en buitenschoolse opvang moeten op zijn minst duidelijk zijn over hun uitgangspunten en aanpak. Ouders houden rekening met het pedago-gisch klimaat bij hun keuze voor een bepaalde school of buitenschoolse opvang. Maar ouders willen ook graag invloed hebben. Ouders moeten op gezette tijden bij discussie over de regels of specifieke pedagogische projecten betrokken zijn. Dat kan via informele contacten en ouderavon-den, maar ook via formele inspraakorganen zoals de oudercommissie. In de buitenschoolse opvang hebben ouders adviesrecht bij het vaststel-len van pedagogisch beleid.

Wat kan pedagogische afstemming inhouden?• Duidelijkheidovervisieenpedagogischedoelen• Afsprakenoverpedagogischklimaat• Samenwerkeninpedagogischemethoden• Informatieuitwisselenoverkinderen

Duidelijkheid over visie en pedagogische doelenHebben school en buitenschoolse opvang dezelfde visie en doelen voor ogen? Hebben ze dezelfde denkbeelden over hoe kinderen het beste op-groeien en willen ze hetzelfde bereiken? Er is uitwisseling en discussie nodig om hierachter te komen. De school uit het voorbeeld hierachter heeft het bieden van emotionele veiligheid als belangrijkste pedagogi-sche doelstelling. Pedagogische afspraken over regels of methoden vloei-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 84 6-1-2010 14:15:47

Page 86: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

85

en daaruit voort. In paragraaf 6.2 staat informatie over visies en doelen die gebruikelijk zijn in de basisschool en de buitenschoolse opvang.

Afspraken over pedagogisch klimaatHierbij maken school en buitenschoolse opvang afspraken over sfeer en bejegening van de kinderen en de ouders. Protocollen over omgaan met pesten, straffen en belonen, ingrijpen bij conflicten kunnen door de school en de buitenschoolse opvang samen opgesteld worden. Ook de regels zijn onderwerp van gezamenlijke afspraken. Hierdoor ontstaat er meer duidelijkheid en kunnen de medewerkers elkaar versterken in hun pogingen om kinderen normen en waarden in de sociale omgang bij te brengen. In het voorbeeld hierachter staat een uitwerking van een sa-menhangend pedagogisch klimaat in de bejegening van de kinderen. In paragraaf 6.3 geven we nadere informatie over opvoedstijlen als kapstok voor afspraken over pedagogische bejegening en omgangsregels.

Samenwerken in pedagogische methodenSommige scholen of centra voor buitenschoolse opvang gebruiken spe-ciale opvoedmethoden, trainingen of programma’s op sociaal-emoti-oneel terrein. Er zijn bijvoorbeeld programma’s om kinderen te leren conflicten op te lossen, te leren samenwerken, elkaar complimenten te geven, emoties te leren herkennen of assertief gedrag te leren. Het is heel goed mogelijk om samen te werken in dergelijke programma’s en eigenlijk zonde om het niet te doen. De buitenschoolse tijd biedt uitgele-zen mogelijkheden om aan sociale vaardigheden te werken en de peda-gogisch medewerkers in de buitenschoolse opvang zijn geschoold in het verbeteren van groepsfunctioneren. In het voorbeeld over de vreedzame school aan het einde van dit hoofdstuk is te lezen hoe een begin is ge-maakt in samenwerken en taken verdelen. Nadere informatie over de mogelijkheden van samenwerking in de pedagogische methoden gaat de mogelijkheden van dit boek helaas te buiten. Het zou een eigen boek waard zijn.

Uitwisselen van informatie over kinderenDe school en de buitenschoolse opvang wisselen belangrijke informatie over de kinderen met elkaar uit. Als er op school een probleem met een kind of in een klas is, dan is het belangrijk dat de buitenschoolse opvang hiervan af weet. De pedagogisch medewerkers kunnen hierop insprin-gen. Ouders moeten wel weten dat er informatie kan worden uitgewis-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 85 6-1-2010 14:15:47

Page 87: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

86

seld en daar toestemming voor geven. Hierover kan de buitenschoolse opvang met de ouders afspraken maken bij de intake. Een punt van aandacht is ook respect voor de privacy van het kind. Per incident kan worden bekeken of informatie moet worden doorgespeeld. Een kind dat ruzie had met de leerkracht, maar het is weer goedgemaakt, dat hoeft de pedagogisch medewerker niet altijd ook te weten. Leerkrachten of peda-gogisch medewerkers kunnen met kinderen zelf bespreken hoe zij met informatieoverdracht zullen omgaan. Over sommige zaken zal een kind het prettig of nodig vinden dat de pedagogisch medewerker weet wat er op school is gebeurd, soms zal het kind dit liever niet hebben.

Kantoortijdenschool is pedagogisch één geheelBasisschoolBikube/’tBijtjeinHoofddorpisopentussen7.15en18.15uur.Deschooloverweegtomdetijdteverruimennaar7.00-19.00uurzodatmenaansluitbijbehoeftenvanouders.Deschoolstreeftnaareenononderbrokenschooldagvoorkinderen.Eenschooldag iseengeheel,alzijnerverschil-lendeonderdelenindedag.Ditbereiktdeschooldoordatdekinderenmetdezelfdekinderenenvolwassenen indeschoolverblijven.Enookdoordatdepedagogischeaanpakgedurendedeheledagdezelfdeis.Overdewijzewaaropmenmetdekinderenomgaat,bestaatconsensusbinnenhetheleteamvanleerkrachtenenpedagogischmedewerkers.Deeenheidwordtnogversterktdoordekeuzevaneenleidendthemadathetheleschooljaardeinrichting en activiteiten van de kinderen kleurt. In het schooljaar 2007-2008isgekozenvoorhetthema‘circus’.Erzijnnatuurlijkverschillentussenhetonderwijsgedeelteenhetvrijetijds-gedeelte vandedag: tussen8.30uuren15.00uurwordt er–met tweepauzes–gewerktaandeonderwijsdoelen.Kinderenhebbenenigevrijheidindevolgordewaarinzehuntakenuitvoeren,maaraanheteindevandeweekmoetenzealhetafgesprokenwerkhebbenuitgevoerd.Na15.00uurbegintdevrijetijd.Dekinderenkunnenvrijspelenindebuitenschoolseopvangenooknaschoolsecursussenvolgen.Eenderdevandeschoolkinderenmaakthiervanéénofmeermiddagengebruik.

SituatieBikubeen’tBijtjevormensamendekantoortijdenschool.Bso’tBijtjeheefttweeeigenruimtesineenvleugelvanhetschoolgebouw.Zijmakenookregelmatiggebruikvanhethandvaardigheidslokaalendegangen.De

6047 binnenwerk 2e druk.indd 86 6-1-2010 14:15:47

Page 88: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

87

➦school heeft 180 leerlingen, waarvan 60 kinderen op ’t Bijtje zitten. Demeestekinderenkomenéén,tweeofdriedagdelen,erzijn10kinderendievierofvijfdagenkomen.Erzijntweegroepen:dekinderenvangroep1t/m4zittensameninééngroep,dekinderenvangroep5t/m8zittensamenin één groep. Er zijn twee naschoolse cursussen per week, waaraan 15kinderenpercursusmeedoen.Dezecursussenwordendoorvakdocenten,vrijwilligersofpedagogischmedewerkersgegeven.Kinderenvandebuiten-schoolseopvangkunnenzichopgevenvoordecursussenmaarhetisnietverplicht.

Kenmerken van de samenwerking:• Overeenstemmendepedagogischevisieenaanpak;• Samenhangindeinhoudvanhetaanbod;• Eénbeleidvoorzorgenkinderen;• Éénaansturing.

Overeenstemmende pedagogische visie en aanpakErwordtgewerktaanéénpedagogischbeleidsplan.Hierinstaathetbiedenvanemotioneleveiligheidaanallekinderenbovenaan.Hettweedebelang-rijkeuitgangspuntisdatdeschooleenleefgemeenschapwilvormenwaarinkinderen, ouders en medewerkers elkaar goed kennen. Het pedagogischebeleidbiedteenhandvatvooronderstaandepedagogischeafspraken.

1. OvergangenOnderbouwkinderenwordenaltijduit de klasgehaalddooreenpeda-gogischmedewerker.Danvindterookevenuitwisselingplaatsoverdekinderen.Dekinderenvangroep5t/m8lopennaafloopvandeschoolzelfnaar’tBijtjetoe.

2. Eén teamVanwegehunpedagogischevisiehechtBikube/’tBijtje sterkaanéénteam.Allevolwassenenindeschoolmoetenvoorallekinderenvertrouwdzijn.Bijnaallepedagogischmedewerkersvandebuitenschoolseopvanghebbendaaromook eenandere functie in de school: als klassenassi-stent, overblijfcoördinator of voorzitter van de activiteitencommissie.Eenruimepersoneelskamervooriedereenonderstreeptditpunt.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 87 6-1-2010 14:15:47

Page 89: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

88

➦ 3. Regels

Debejegeningvandekinderenwordtregelmatigmetelkaarbesprokenin het team of als men elkaar tegenkomt in het gebouw. Het gaat bijvoorbeeldoverluisterennaarkinderen,watwelennietmagbinnenhetschoolgebouw.Eenbelangrijkepedagogischeregel isbijvoorbeeld:‘afmaken waar je mee bezig bent’. Alle medewerkers stimuleren dekinderenombegonnentakenookaftemaken.Voorbeeldenvananderegemeenschappelijkaangehoudenschoolregels: ‘eenhandgevenals jebinnenkomt’,‘samenopruimen’.Omhetgezamenlijkopruimentestruc-tureren zingen leerkrachten en pedagogisch medewerkers hetzelfdeopruimliedje.

4. Gemeenschappelijke feesten’tBijtjezietafvaneigenfeestennaschooltijd–Sinterklaas,Suikerfeest-omdatdieonderschooltijdalgevierdworden.Depedagogischmede-werkersdoenopdiemomentenmeeindeschool.Ditgeeftmeereenheidenrust,enhetscheeltookinhetwerkalsjenietiederjeeigenfeestenhoeftteorganiseren.

Samenhang in het aanbodOm de inhoudelijke samenhang te bevorderen heeft de school gekozenvooreenverbindendthema:hetcircus.Eriseencircuswerkgroep,dieindeschool circushoekenheeft ingericht.Hierin kunnende kinderen tijdensofnaschooltijdcreatiefbezigzijn:schminken,verschillenderollenuitvoeren,ramenschilderen,postersmaken,puzzelsmaken.Indeklaswordendetaal-enrekenlessensomsookaanhetthemagekoppeld(meten,aankondigingenschrijven, het circus presenteren). De werkgroep vergadert iedere tweemaandenenhetthemalevertsteedsweernieuweideeënop,diezowelvoorindeklasalsvoorindevrijetijdssituatiegeschiktzijn.Hetthemawordtoverigensmeerindeklassenuitgevoerddanindebuiten-schoolseopvang.Anderszoudensommigekinderenopachterstandraken,want niet alle schoolkinderen zitten ook op de buitenschoolse opvang.Bovendienmoeterookruimtezijnvooranderedingenindevrijetijd.Hetcircuswerktgoedalsgespreksthemaindebuitenschoolseopvang.Depeda-gogischmedewerkers hebben het er regelmatig overmet de kinderen enkijkenindehoekennaardewerkstukken.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 88 6-1-2010 14:15:47

Page 90: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

89

➦ Eén beleid voor zorgkinderenErisbijvoorbeeldeenautistischejongenopdeschool.Allebetrokkenmede-werkerswetendatzedeactiviteitengoedmoetenstructurerenvoorhem:van tevoren aankondigen, zeggen wat hij moet doen, zeggen wat je zelf gaatdoen.DeIB’erleteropdatnieuwepedagogischmedewerkersofleer-krachtenditbeleidooktehorenkrijgen.Deindividueelbegeleider(IB’er)heefteentaakvoordezorgkinderengedu-rendedeheledag.Alsdiekinderenopdebuitenschoolseopvangzitten,danbegeleidtzijdusookdepedagogischmedewerkers.Ditzelfdeprincipegeldtvoorexternebegeleiding,bijvoorbeeldvaneenkindertherapeute.Evenalsdeleerkrachtenkunnenookpedagogischmedewerkerskinderenbijde IB’er aanmelden.De IB’er gebruikt ookdeobservatiegegevens vandebuitenschoolseopvang,bijvoorbeelddescoresvan‘Welbevinden’.Bijhetinstellenvanéénzorgbeleidloopjeweltegengrenzenop.Hetrugzak-beleidisalleenophetonderwijsgericht,dusgeenextrahandenindebuiten-schoolse opvang. De buitenschoolse opvang is voor sommige problemenniet toegerust. Juistvoorkinderendiesneloverprikkeldraken,kanhet teveelwordenomna15.00uurweerineengroepteverkeren.DaarovergaatdeschooldirecteurofdeIB-erdaningesprekmetdeouders.

Eén aansturingDe schooldirecteur is tevens directeur van de buitenschoolse opvang. Deondersteunende taken worden zowel voor de school als voor de buiten-schoolseopvanguitgevoerd.Eriséénadministratricevoorbeiden.Zijnotu-leertteamvergaderingenvandeschoolenvandebuitenschoolseopvangenvoertvoorbeideadministratievetakenuit.Erzijngezamenlijkestudiedagenover sociaal-emotionele aspecten. Zo heeft een gedeelte van het teamonlangsde‘Kanjertraining’gevolgd.

Voordelen van deze werkwijze De schooldirecteur vindt dat er meer rust is voor kinderen en personeeldoordateréénschooldag ismeteenopelkaarafgestemdepedagogischewerkwijze. Iedereen kent de kinderen en voelt zich verantwoordelijk vooreen positief pedagogisch klimaat. Door te integreren en taken goed teverdelen,houd jeuiteindelijkmeer tijdovervoor jeeigen taken.De leer-krachtenmerkennudatertijdkomtinhetschoolprogrammavoormuziekentechnieklessen.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 89 6-1-2010 14:15:47

Page 91: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

90

6.2 Visie en pedagogische doelen

Visie Ditgaatoverdedenkbeeldenoverkinderen,mensenenmaatschappij.Devisievandeinstellinggeefteenkind-,mens-enmaatschappijbeeldweer.Visieszijndedrijfveerachterdewijzevanopvoeden.

UitgangspuntenHierinwordtdekernvandevisieverwoord,diedegrondslagvormtvoordeopvoeding.

Pedagogische doelenDoelenverwoordenwatdeinstellingenwillenbereikenmetdeopvoeding.

Het gesprek over visie op kinderen en pedagogische doelen voor kinde-ren wordt op korte of lange termijn door ieder samenwerkingsverband gevoerd. Om niet in een spraakverwarring te geraken, is het voor alle deelnemers goed om te weten op welke wijze in de andere werksoort ge-woonlijk over visie en doelen wordt gedacht. Eerst gaan we in op visie en pedagogische doelen die leidend zijn voor de basisschool. Daarna komt de buitenschoolse opvang aan de beurt.

BasisschoolDe opvoedkundige visie van de basisschool kan heel algemeen zijn of gekleurd door de identiteit (denominatie) en/of de onderwijsrichting van de school.Een protestants-christelijke school heeft een andere visie op het opvoe-den van kinderen dan een islamitische school of openbare school omdat ze verschillend denken over bepaalde waarden en normen. En ook om-dat zij een verschillende groep ouders binnen de schoolmuren hebben. Sommige ouders hechten aan zelfstandigheid, zelfontplooiing, asserti-viteit en kennismaking met diversiteit in normen en waarden. Anderen willen juist dat hun kinderen opgroeien in de sfeer van hard werken, gehoorzamen, respect voor ouderen en vaste normen en waarden. Ook de onderwijsrichting oefent invloed uit. De Montessori-visie op op-voeding en onderwijs staat in het teken van ‘het opvoeden tot zelfstan-digheid’. Eigen initiatief staat bovenaan in deze visie. Kinderen krijgen

6047 binnenwerk 2e druk.indd 90 6-1-2010 14:15:47

Page 92: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

91

vrijheid en ruimte om hun leerstof zelf in te delen en leerkrachten bege-leiden hen hierbij. Andere scholen hebben de visie dat kinderen het bes-te leren met een uitgekiend aanbod, waarbij de leerkracht de inhoud en volgorde bepaalt van de aangeboden lesstof. Hierbij staan ijver en con-centratie wellicht meer vooraan in het rijtje van eigenschappen waartoe men kinderen graag zou opvoeden.Basisscholen kunnen voor beschrijving van hun pedagogische doelen steunen op de kerndoelen die door het ministerie van OCW zijn gegeven. Er zijn leerspecifieke kerndoelen gericht op het ontwikkelen van speci-fieke vaardigheden (lezen, rekenen, creatieve vorming, enzovoort) en leerstofoverstijgende kerndoelen die gericht zijn op het ontwikkelen van algemene vaardigheden. Ze gaan over zes thema’s: werkhouding, wer-ken volgens plan, gebruik van verschillende leerstrategieën, zelfbeeld, sociaal gedrag en nieuwe media. Deze leerstofoverstijgende kerndoelen zou je ook de pedagogische doelen van de school kunnen noemen. Ze vormen een mooi aansluitingspunt met de pedagogische doelen die in de buitenschoolse opvang gebruikelijk zijn. De kerndoelen gelden vanaf 2009 voor het hele basisonderwijs.

Sinds februari 2006 wordt van scholen verwacht dat ze een bijdrage le-veren aan het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie. Dit wordt ook gecontroleerd door een inspectie, aan de hand van een apart toezichtkader ‘Actief burgerschap en sociale integratie’. De basisschool vermeldt zijn pedagogische visie en doelen in de school-gids. (Bron: www.minocw.nl)

Buitenschoolse opvang De pedagogische visie van de buitenschoolse opvang wordt sterk ge-kleurd door drie uitgangspunten: 1. Buitenschoolse opvang vervangt thuis;2. Buitenschoolse opvang vindt in de vrije tijd van de kinderen plaats;3. Buitenschoolse opvang zorgt voor uitbreiding van de leefwereld.

Ad 1 Net als thuis: een veilige en huiselijke sfeer waarin kinderen op een prettige manier en zo veel mogelijk naar eigen keuze hun vrije tijd kun-nen doorbrengen. Dat betekent zorg dragen voor een prettige sfeer in de groep en persoonlijke aandacht voor elk kind. Er is ook aandacht voor de opvoeding, bijvoorbeeld door het stellen van regels, de begeleiding van kinderen in de sociale omgang met elkaar en het begeleiden van de

6047 binnenwerk 2e druk.indd 91 6-1-2010 14:15:47

Page 93: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

92

kinderen naar zelfstandigheid. Voor de kinderen moet de buitenschool-se opvang voelen als een tweede thuis.

Ad 2 Vrije tijd: de kern van vrije tijd is de vrije keuze: kinderen bepa-len zelf welke activiteiten zij gaan doen en wanneer zij daar weer mee stoppen. Verder is het belangrijk dat schoolkinderen ook onder elkaar kunnen zijn in hun vrije tijd, dus buiten het directe toezicht van de vol-wassene.

Ad 3 Uitbreiding leefwereld: kinderen komen in aanraking met de mo-gelijkheden van de samenleving op het gebied van sport, creativiteit, techniek, natuur, cultuur. Kinderen kunnen hun talenten ontplooien en vaardigheden oefenen. Ze leren andere kinderen kennen en komen zo in aanraking met diversiteit in etnische achtergronden. Kinderen kunnen meedoen aan een activiteitenprogramma, maar het hoeft niet. Voor dat programma kan de buitenschoolse opvang hulp inroepen van andere or-ganisaties, zoals de bibliotheek.

Rechten van kinderen in de bsoOpbasisvanbovenstaandedrieuitgangspuntenheefthetLandelijkPeda-gogenplatformKinderopvangin2006derechtenvankinderenindebuiten-schoolse opvang geformuleerd. Kinderen moeten in hun buitenschoolseopvanghetvolgendeaantreffen:• tweedethuis:gezelligheid,aandacht;• spelen:naareigenkeuzespelen;• privacyenautonomie:alleenenzelfstandigkunnenzijn;• participatie:inspraak,betrokkenworden,verantwoordelijkheid;• aansluitendaanbod:rekeninghoudenmetleeftijd,jongen/meisje,inte-

resses;• normenenwaarden:gelegenheidtotmeningsvormingviagesprekken;• leefgemeenschap:samenopgroeien,diversiteitmeemaken;• samenwerkingmetouders:overlegoverkind.

(Bron:www.pedagogenplatform.nl)

6047 binnenwerk 2e druk.indd 92 6-1-2010 14:15:47

Page 94: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

93

De buitenschoolse opvang stelt vier brede pedagogische doelen voor haar werk met de kinderen. Deze pedagogische doelen zijn opgesteld door professor Riksen-Walraven in 2004 en opgenomen in de Wet kin-deropvang. In de praktijk leiden deze pedagogische doelen tot tal van pedagogische richtlijnen. Veiligheid bieden kan bijvoorbeeld leiden tot richtlijnen om elk kind persoonlijke aandacht te geven, naar de kinde-ren te luisteren en rustig en ontspannen met kinderen om te gaan. De onderstaande pedagogische doelen zijn zo breed dat ze als kader voor een gezamenlijke pedagogische benadering en een doorgaande pedago-gische lijn kunnen worden gebruikt. Bij de opstelling ervan heeft profes-sor Riksen-Walraven destijds al aangegeven dat ze niet alleen voor de kinderopvang, maar ook voor het onderwijs een geschikt kader vormen. Scholen kunnen ze overnemen en uitwerken tot pedagogische regels voor de omgang met de kinderen.

De buitenschoolse opvang is wettelijk verplicht tot het opstellen van een pedagogisch beleidsplan, waarbij de hiernavolgende pedagogische doelen de basis vormen. Ouders hebben het recht van advies en instem-ming.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 93 6-1-2010 14:15:47

Page 95: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

94

Vier pedagogische doelen van M. Riksen-Walraven

1. Veiligheid: een veilige basis, waar kinderen zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn

Hetbiedenvaneengevoelvanveiligheidisdemeestbasalepedagogischedoelstellingvoorallevormenvankinderopvang.Hetbiedenvanemotio-neleveiligheidisvangrootbelang.Nietalleenomdathetbijdraagtaanhetwelbevindenvanhetkind,maarookomdateenonveiligklimaathetrealiserenvandeanderepedagogischedoelstellingenindewegstaat.

2. Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentieHiermeewordtgedoeldopbredepersoonskenmerkenzoalsveerkracht,zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Eigen-schappendiekindereninstaatstellenomproblemenadequaataantepakkenenzichaantepassenaanveranderendeomstandigheden.

3. Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentieDitbegripomvateenscalaaansocialekennisenvaardigheden,zoals:zichineenanderkunnenverplaatsen,kunnencommuniceren,samen-werken,anderenhelpen,conflictenvoorkomenenoplossenenhetontwik-kelenvansocialeverantwoordelijkheid.Eigenschappendiekindereninstaatstellenommetanderenenineengroeptefunctioneren.

4. Zich eigen maken van waarden, normen en cultuurKinderenmoetendekanskrijgenomdewaardenennormen te lerenkennenvande samenlevingwaarvanzij deeluitmaken.Hetgaatnietalleenomoverdracht(zohoorthet),maarookomreflectieendiscussie(waaromisdatbelangrijk,watvindikdaarvan?).Waardenzijnrichting-gevendenzingevendaanhethandelenvanpersonen.Normenzijn inregelsvastgelegdewaarden.Ook cultuuroverdracht behoort tot de pedagogische doelen: tradities,feesten, gewoontes van de samenleving. Een centrum voor buiten-schoolseopvangen een school vormeneenbredere samenlevingdanhetgezin.Daaromkomenkinderen inaanrakingmetandereenmeeraspectenvandecultuur.Zijkrijgenerdekansomkennistemakenmetdediversiteitdieonzesamenlevingkenmerkt.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 94 6-1-2010 14:15:47

Page 96: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

95

6.3 Pedagogisch klimaat

Let iedereen op de regels?David is een vrolijke praatgrage jongen, met blonde krullen en een bril-letje.Hijzitingroep6.Davidkomtalleenopvrijdagnaardebso,dieindeaanbouwvanzijnschoolisgevestigd.Hijheeftopdievrijdagsamenmetzesanderekindereneersteenbuitenschoolsecursus(deVerlengdeSchooldag).Erzijnnogmeerbuitenschoolsecursussenaandegangindeschool.Indeklasishetom14.00uurtijdomtekijkennaarhetJeugdjournaalvandevorigeavond.Alsdejufvraagtwieaandachtigkankijken,steektDaviddade-lijkzijnvingerop.Maarzogeconcentreerdishijookweerniet,wanttijdenshetjournaalstaathijopeensopenlooptnaardejufomhaarwatinhetoortefluisteren.Hetblijktdatdejufvergetenisdatzenogfruituitblikzoudenkrijgen.Davidgaatditopdeganghalenenuitdelenaandeanderekinderen.Dejufgeefthemeencomplimentje,goeddathijernogaangedachtheeft!Alsdebelgaatom15.00uur,looptDavidnaarhetlokaalvoordeVerlengdeSchooldagaandeoverkantvandegang.Hijgaatachtereenvandelaptopszitten,omclipjestemaken.Anderekinderenrennendoordegangenenopdespeelplaats,maarDavidblijftgeconcentreerdbezig.DejufvoordeVerlengdeschooldagisnietvanschoolenooknietvandebso.Zijletdaaromnietopdekinderendiedoorhetschoolgebouwrennen.Om16.15uurisdecursusafgelopenenkomtDavidnaardebso.Deanderekinderenzittendannetaantafelfruitteeten,hijkanzoaanschuiven.DeleidstervraagtaanDavidhoehetwasopdecursus.Hijverteltuitgebreidenmaaktgrapjeswaardeanderekinderenommoetenlachen.Davidblijftdeaandachthouden,wanthijgaateentrucjevoordoen.Dejongerekinderenkijkenaandachtigenproberenhetlaternatedoen.AlsDavidklaarismethettrucje,vraagthijaandeleidsterofhijmaggaancomputerenindeschool,maardatmagtegenwoordignietmeeromdathetdantedrukwordtinhetschoolgebouw.Davidvindtditergjammerenweetnietzogoedwathijdanmoetgaandoen.Gelukkigwilzijnbroertjedieookopdebsoziteenspelletjemethemspelen.Om17.00uurisdedagvoorbijvoorDavid,danwordthijdoorzijnvaderopgehaald.Ditvoorbeeldroepteenvraagopoverdepedagogischeafstemming:moetdevakdocentvandebuitenschoolsecursusookverantwoordelijkheidkrijgenvoorhandhavingvanderustinhetschoolgebouw(samenwerkinginhand-havenschoolregels)?

6047 binnenwerk 2e druk.indd 95 6-1-2010 14:15:47

Page 97: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

96

Pedagogisch klimaat is een term die vooral in het basisonderwijs wordt gebruikt. Het pedagogisch klimaat is de opvoedingscontext waarbinnen de school het onderwijs geeft en de buitenschoolse opvang haar vrije-tijdsaanbod organiseert. Het gaat hierbij om zaken als:• de sfeer die de instelling uitstraalt;• de omgang met de kinderen; • opvoedingsstijl;• omgangsregels.

OpvoedingsstijlHet pedagogisch klimaat wordt in belangrijke mate gekenmerkt door een bepaalde stijl van opvoeden. Er worden drie belangrijke opvoedings-stijlen onderscheiden: autoritair, democratisch en laissez-faire.

1. De autoritaire stijl maakt gebruik van duidelijke en strakke regels en veel controle. Consequent zijn bij overtreding is belangrijk. Vaak wordt gebruik gemaakt van belonen van positief gedrag en straf bij negatief gedrag.

2. De autoritatieve of democratische stijl stelt ook duidelijke regels en grenzen, maar houdt bij overtreding rekening met specifieke om-standigheden bij het kind. Deze opvoedingsstijl kenmerkt zich ook door uitleg, overleg en inspraak. De democratische opvoedingsstijl past goed in de huidige westerse samenleving.

3. De laisser faire- of permissieve opvoedingsstijl wordt gekenmerkt door weinig tot geen regels en grenzen. Kinderen krijgen nauwelijks verboden te horen en moeten zelf uitvinden wat geoorloofd is en wat niet, en tot welke consequenties hun gedrag leidt.

Het gesprek over de opvoedingsstijl kan gebruikt worden als kapstok. School en buitenschoolse opvang beoordelen hun eigen opvoedingsstijl en bepalen wat zij wenselijk vinden. Soms is dit een mengsel van de drie stijlen, maar de autoritatieve of democratische stijl heeft meestal de overhand. Dat betekent dat school en buitenschoolse opvang voor regels en grenzen zorgen, maar er wordt aan de kinderen uitgelegd waarom ze gelden, en kinderen krijgen ook inspraak. Als kinderen zelf inspraak krijgen, zullen ze vaak eerder geneigd zijn om zich aan de regels te hou-den.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 96 6-1-2010 14:15:47

Page 98: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

97

Pedagogische methode en regelsHieronder staat een voorbeeld van de omgangsregels die een school stelt voor de gehele schooldag, dus inclusief het overblijven en de bui-tenschoolse activiteiten op school.

Pedagogische samenhangIn De Oosterweide te Gouda is de pedagogische aanpak op elkaar afge-stemd.Opdezeschoolwerktmenmetzonnetjes:positieveboodschappenaanelkaar.Elkeweek is eenkindhet zonnetje vandeweek.Zijnofhaarfotohangtopeengrootpapier indeklasenalle kinderenmogener eencomplimentbij schrijven.Waarom isdit kindeenzonnetje?Leerkrachtendoenditookinhuneigenteamindepersoneelskamer.Demedewerkersvandetussenschoolseactiviteitendoenhieraanmee.

Hetpedagogischeklimaatwordteeneenheidviahethanterenvandezelfdesoort schoolregels tijdens de lessen en tussen de middag. De school- enoverblijfregels zijn positief gesteld: ze vertellen vooral wat een kind welmoetdoen.Indeschoolregelsstaatbijvoorbeeld:• Komoptijd.• Wehoudendespullenvandeschoolnetjes,heelenschoon.• Wewillenleukengezelligspelenophetschoolplein.• Slaan,schoppen,scheldenenduwenisverboden.Ookterugschoppen,

schelden,slaanenduwenisverboden.• Alsjeruziemaaktmetiemand,moetjeeerstvredesluitenvoordatjehet

lokaalinmag.

De vreedzame schoolEduniek heeft een programma ontwikkeld om het sociale en emotioneleklimaatindeklasendeschoolteverbeteren.DitprogrammaheetDe vreed-zame school.Debedoeling vandit programma isdat er eenveranderingindecultuurvaneenschoolplaatsvindt,zodat iedereenopeenpositievemaniermetelkaaromgaat.Hierbijwordtconflictoplossingalsuitgangspuntgenomen.Hetdoelisnietdaterminderconflictenontstaan,maarweldatzebeteropgelostworden.Kinderenlerendatzeeenruziekunnenoplossendoortepraten.Centraalonderdeelvanhetprogrammaishetopleidenvanleerlingmediatoren.Dezemediatorenzorgenvoorbemiddelingtussen

6047 binnenwerk 2e druk.indd 97 6-1-2010 14:15:47

Page 99: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

98

➦ kinderen.Hetprogrammaisinmiddelsalopzo’n270basisscholeninNeder-landmetsuccesingevoerd.DeJanWillemvandeMeeneschoolinUtrechtisookeenvreedzameschool.Deschoolbevolkingvormteenafspiegelingvandeveelzijdigebevolkingvandewijk.Deschoolheeftongeveer160 leerlingen. Ineenaanbouwbijhetschoolgebouw,isbsoEigenwijsgevestigd.Dezeistebereikenviaeengangin het schoolgebouw. Er zijn aparte ruimtes voor de jonge en de oudere kinderen.Opdedrukkedagen (maandag,dinsdag,donderdag) zijner40kinderen,opwoensdagzijner8kinderen.

Gang van zaken op de schoolVorig schooljaar is de Jan Willem van de Meeneschool begonnen met delessenreeksvanDe vreedzame school.Deleerkrachtenwordengedurendedetweeinvoeringsjarengeschoold,zodatzeprecieswetenwaardevreed-zameschoolvoorstaat.Ditjaarzullenvoorheteerstdeleerlingmediatorenworden opgeleid bij de school. Kinderen uit de bovenbouw kunnen zichhiervooraanmelden.Deuitgekozenkinderenvolgeneentraining.Nadatdetrainingsuccesvolisafgesloten,ontvangenzeeendiploma.Demediatorenlereneendriestappenplan.Eerstproberendekinderenzelfhunconflictoptelossen.Luktditniet,danhelptdemediatorbemiddelentussendekinderen.Alsookdemediatorenniet instaatzijnomhetconflictopte lossen,danworden de leerkrachten ingeschakeld. De school heeft dit programmagekozenomconflictenbetertekunnenoplossen.Erwarenveelconflictentussendekinderen,waarbijzesnelagressiefwerdenenbegonnenteslaanofteschelden.

Deorganisatievandevreedzameschoolisinhandenvaneenwerkgroep.Indezewerkgroepzittendedirecteur,deIB’er(individueelbegeleider)endrieleerkrachten.Dewerkgroepbepaaltdestartmomentenvandeverschillendethemalessen. De onderwerpen zijn: Onze klas, Conflicten zelf oplossen,Communicatie,Gevoelens,AndersentochsamenenMediatie.Perweekiserpergroepéénthemales.

Gang van zaken bij de buitenschoolse opvangDepedagogischmedewerkersvandebuitenschoolseopvanghebbenmeege-daanmetdecursusvandevreedzameschool,maarzijgevennietdethema-lessen.Debuitenschoolseopvangmaaktgebruikvandebelangrijkste

6047 binnenwerk 2e druk.indd 98 6-1-2010 14:15:47

Page 100: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

99

➦ termenenomgangsvormenvandevreedzameschool.Zijstimulerenbijvoor-beeldhetgevenvan‘opstekers’.Eenopstekeriseencomplimentjevooreenanderkind.Ditkunnenkleinedingenzijnzoals ‘watheb jeeen leukshirtaan’,‘watzitjehaarmooi’of‘watbenjelief’.Vaakwordtaantafeltijdenshetetengeoefendmethetgevenvanopstekers.Iedereenkomtaandebeurtenmageenanderkindeenopstekergeven.Ookhetoplossenvanconflictenwordtopdezelfdemanieraangepaktalsopdeschool.

Toekomstige plannen voor samenhangIneenlaterstadiumwildebuitenschoolseopvanginspelenopdethema-lessenvandeschool.Deleerlingmediatorenzoudenookindebuitenschoolseopvangkunnenfunctioneren.Bijmeersamenhangzoudendepedagogischmedewerkers van de buitenschoolse opvang ook in de werkgroep van devreedzame school moeten plaatsnemen. Nu zijn sommige pedagogischmedewerkers een deel van de vergaderingen aanwezig. De school en debuitenschoolse opvang vinden het belangrijk dat gebruik gemaakt wordtvandezelfdetechnieken.Hierdoorwordendekinderenernogmeerbekendmeeenwordthetvoorheneengewoonte.

Afstemming met de oudersBetrekken van ouders bij de vreedzame school gebeurt via informatie-middagen. Tijdens een van de informatiebijeenkomsten bleek dat oudersgraagmeerwildenwetenoverdewijzevanconflictoplossing,zodatzehierthuisookmeeaandeslagkunnen.Hierdoorlerenkinderennietalleenomproblemenophetschoolpleinoptelossen,maarookthuisenindebuurt.

Ten slotte

Pedagogische afstemming kan op verschillende gebieden plaatsvinden: de pedagogische doelen, het pedagogische klimaat en de pedagogische methoden. Wat kan de lezer met de informatie uit dit hoofdstuk? Wij geven u en uw partners een aantal vragen om te bespreken.

Wiltugezamenlijkepedagogischedoelenofishetvoldoendedatuvanelkaarsdoelenopdehoogtebent?

6047 binnenwerk 2e druk.indd 99 6-1-2010 14:15:47

Page 101: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

100

VindtudedoelenvanRiksen-Walravengeschiktalskadervooreengezamenlijkpedagogischebeleid?

Zijnderechtenvanschoolkinderenindebuitenschoolseopvanggeschikteuit-gangspuntenvoordebuitenschoolseopvangindezeschool?

Wiltudezelfdeprotocollen,omgangsregelsenpedagogischemethodengebrui-kenofishetvoldoendedatuvanelkaarswerkwijzenopdehoogtebent?

Geldendepedagogischeafsprakenvoorallemedewerkersenvrijwilligersinhetsamenwerkingsverband?Zonee,voorwiewelenvoorwieniet?

Watwiltumetgezamenlijkeafsprakenbereikenvoordekinderen?

6047 binnenwerk 2e druk.indd 100 6-1-2010 14:15:47

Page 102: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

6047 binnenwerk 2e druk.indd 101 6-1-2010 14:15:47

Page 103: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

GezamenlijketeamkameropHetMeesterwerk

6047 binnenwerk 2e druk.indd 102 6-1-2010 14:15:49

Page 104: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

103

7 Educatieve samenhang

Hoe kunnen scholen, opvang en andere partners samenwerken aan de educatie van kinderen? Deze vraag staat centraal in dit hoofdstuk. Ve-len hebben de neiging om leren te vereenzelvigen met datgene wat leer-lingen doen op school. Maar kinderen leren bijna altijd en overal. Kin-deren moeten ook veel leren voordat ze over competenties beschikken om zelfstandig aan maatschappelijke en culturele praktijken te kunnen deelnemen. Hoe ze dat leren het beste kunnen doen, is een vraag waar al eeuwenlang over nagedacht wordt. Door de steeds veranderende maat-schappij is hier ook geen eenduidig antwoord op te geven. Levensecht leren is een deel van de oplossing. Nu meer kinderen meer tijd in de buitenschoolse opvang gaan door-brengen is het goed om de rol van de buitenschoolse opvang bij het leren in beeld te brengen. We gaan eerst in op de principes van levensecht leren (7.1). Vervolgens bespreken we de mogelijkheden om binnen- en buitenschools samen te werken aan educatie volgens het principe van levensecht leren (7.2). In 7.3 komt de educatieve samenwerking via het hanteren van dezelfde onderwijsprincipes aan bod. Helaas is hiermee nog weinig ervaring in relatie tot de buitenschoolse opvang. Wij eindi-gen dit hoofdstuk met twee voorbeelden. Het levensecht leren en het hanteren van dezelfde onderwijsprincipes illustreren we met een prak-tijkvoorbeeld van Het Meesterwerk in Almere. En aan de hand van het voorbeeld van obs De Boog in Rotterdam laten we zien hoe school en partners samenwerken aan een verlenging van de leertijd.

7.1 Samen werken aan levensecht leren

Volgens Van Oenen en Wardekker (2001) is de school een instelling die ervoor zorgt dat kinderen systematisch ervaringen opdoen, die ze elders mogelijk niet of niet met dezelfde kwaliteit kunnen vergaren. De leer-stof en de leerlingen worden grotendeels geïsoleerd van de echte wereld,

6047 binnenwerk 2e druk.indd 103 6-1-2010 14:15:50

Page 105: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

104

want de school is niet de echte wereld. Dit arrangement heeft tot nu toe redelijk voldaan aan de maatschappelijke eisen. Maar nu is dat anders komen te liggen. De maatschappij vraagt om een andere manier van leren omdat kennis snel veroudert. De nadruk op cognitieve kennis als doel van het leren verdwijnt. Datgene wat je leert, moet zin en betekenis hebben voor jezelf en voor anderen, je moet we-ten waarom je het leert en je moet het op de buitenwereld kunnen toe-passen. Kinderen leren beter wanneer ze het geleerde actief in verschil-lende levensechte situaties kunnen toepassen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het oefenen met taal en tal van (sociale) competenties. Dit noe-men we levensecht leren. Om dit goed te doen, moeten de school en de buitenwereld in elkaar overlopen. Vooral kinderen met een achterstand hebben voordeel van het levensechte leren, maar ook voor alle andere kinderen geldt dat het geleerde beter beklijft wanneer ze er zelf actief iets mee gedaan hebben. Veel scholen streven naar een onderwijsaan-bod waarbij het cognitieve element niet losstaat van andere aspecten. Daarom geven die scholen kinderen een actieve rol bij het leren en ma-ken ze de leeromgeving levensechter. Dit gebeurt vaak onder de noe-mer van nieuw leren, natuurlijk leren, authentiek leren, actief leren en dergelijke.

Doorgaande leerlijnDe school kan zelf zorgen voor een levensecht aanbod. Maar het ligt voor de hand om daarin samen te werken met de partners van de school. In de buitenschoolse opvang en het kinderwerk duidt men de educatieve activiteiten vaak aan met informeel leren, ervaringsleren of participe-rend leren. Je zou dit informele leren wat meer gestructureerd kunnen maken en beter kunnen afstemmen op wat er in de school gebeurt. Hier-door steken kinderen er meer van op en wordt de school geholpen in zijn pogingen om meer levensechte leerstof aan te bieden. In eerste instantie hebben zowel medewerkers van de opvang als het kinderwerk vaak weerstand tegen deze gedachte. Activiteiten in de vrije tijd van kinderen moeten toch juist geen verlenging zijn van het leren dat kinderen op school doen? Inderdaad moet niet alle vrije tijd van kinderen besteed worden aan het meedoen aan activiteiten, kinderen moeten voldoende gelegenheid hebben om vrij te spelen. En ook hoe-ven niet alle activiteiten van buitenschoolse opvang of kinderwerk een directe aansluiting te hebben met datgene wat kinderen op school leren. Het gaat om het aansluiten van enkele activiteiten, niet om alle activitei-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 104 6-1-2010 14:15:50

Page 106: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

105

ten. De buitenschoolse opvang en ook het kinderwerk hebben veel mo-gelijkheden om kinderen in levensechte situaties te brengen. En bij het streven naar meer levensecht leren gaat het juist om het type leren dat in informele situaties plaatsvindt. Nu er meer samenwerking is tussen scholen en andere organisaties in bredeschoolverband wordt de roep om afstemming tussen het leren onder schooltijd en na schooltijd in de vorm van een doorgaande leerlijn groter. En in sommige gemeenten zo-als Rotterdam is men toch aan het experimenteren met een verplichte of vrijwillige verlenging van de leertijd met educatieve activiteiten op een aantal dagen per week. Dit gebeurt vanuit de gedachte dat de meeste Rotterdamse kinderen extra leertijd nodig hebben om een goede posi-tie in de maatschappij te verkrijgen. Meer hierover kunt u lezen in het voorbeeld van obs De Boog in Rotterdam. Eén van de zaken die hier onderzocht worden is of het goed is om de leertijd ook voor kinderen van groep 1 en 2 te verlengen.

7.2 Gezamenlijke doelen en een goede leeromgeving

Er zijn verschillende manieren om aan een doorgaande leerlijn te wer-ken Eén daarvan is het werken met gezamenlijke leerdoelen door school en buitenschoolse opvang.

Gezamenlijke leerdoelenVan Oenen, Bakker en Valkestijn (2005) onderscheiden drie globale doelen voor levensecht leren. Deze doelen kunnen door school, buiten-schoolse opvang en partners als gezamenlijk kader voor educatieve acti-viteiten worden gebruikt.

Gezamenlijke leerdoelen• Maatschappelijkeparticipatie• Levensechteoriëntatieenontmoeting• Ontwikkelingvanspecifiekecompetentiesmetlevensechteelementen

Maatschappelijke participatieKinderen voeren een echte verantwoordelijke taak uit in de samenleving waar zowel zijzelf als anderen iets aan hebben. Zij werken bijvoorbeeld

6047 binnenwerk 2e druk.indd 105 6-1-2010 14:15:50

Page 107: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

106

mee aan een film over de veiligheid in de buurt, die besproken wordt met de wethouder.

Levensechte oriëntatie en ontmoetingKinderen maken in levende lijve kennis met allerlei soorten mensen, acti-viteiten, beroepen, leef-, werk- en woonsituaties. Kinderen gaan bijvoor-beeld naar een filmstudio en hebben daar gesprekken met filmmakers die ze zelf hebben voorbereid en mogen zelf een proeffilmpje maken.

Ontwikkeling van specifieke competenties met levensechte elementenKinderen oefenen met bepaalde competenties apart, maar er worden levensechte elementen bijgehaald om ze onder de knie te krijgen. Kin-deren leren bijvoorbeeld op school hoe een camera functioneert en op de buitenschoolse opvang om de camera hanteren en vragen te stellen. De buitenschoolse opvang vraagt een echte cameraman of journalist om mee te helpen.

Een levensechte leeromgevingEr zijn verschillende mogelijkheden om het leren meer levensecht te maken.

De aard van het resultaatHoe meer het resultaat van de inspanningen van waarde is voor anderen, hoe levensechter.

De echte locatieHoe meer de activiteit plaatsvindt op de locatie waar de activiteit zich in het echt afspeelt, hoe levensechter.

De rol van de begeleidersDe rol van de leerkrachten en pedagogisch medewerkers is een belang-rijk punt van aandacht. Zij zijn vooral coach en begeleider. De actieve rol van kinderen in levensecht leren staat centraal.

De rol van externenHoe meer er naast inzet van leerkrachten, pedagogisch medewerkers en begeleiders ook externe deskundigen, beroepsbeoefenaars of ervarings-deskundigen betrokken zijn, hoe levensechter.Hoe meer zij kinderen introduceren in het echte werk, hoe beter.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 106 6-1-2010 14:15:50

Page 108: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

107

Frequentie en afwisselingHoe meer verschillende situaties voor levensechte oriëntatie bezocht worden, hoe beter.

Welke onderwerpen?Alle vakken die in het onderwijs gegeven worden, lenen zich voor levens-echt leren. In de praktijk is er vooral veel afstemming op het terrein van taal, sport, biologie, techniek, natuur en milieu en kunsteducatie. Men begint vaak op kleine schaal, alleen voor een bepaalde leeftijdsgroep of doelgroep en met beperkte projecten. Bij succes worden de activiteiten uitgebreid. Eerst bespreken scholen, buitenschoolse opvang en partners het inhou-delijke kader en stellen prioriteiten in de doelen. Vervolgens maken ze een programma waarin ieders inzet en een tijdsplanning beschreven staan. Dit kan aan het begin van het schooljaar gebeuren, maar ook per maand.

Voor meer informatie verwijzen wij naar het Werkboek Jeugdactivitei-ten in de brede school ( NJi 2005), waarin formulieren te vinden zijn om de activiteiten te plannen, in te vullen en te evalueren.

7.3 Dezelfde onderwijsprincipes hanteren

Op sommige locaties ontwikkelen scholen en partners een doorgaande leerlijn die gebaseerd is op de principes van de onderwijsrichting. Je-naplan, Montessori, Dalton, Freinet, Natuurlijk leren of Ontwikkelings-gericht onderwijs lenen zich hier goed voor. De basisprincipes van deze onderwijsrichtingen worden dan niet alleen in de school maar ook in de buitenschoolse opvang gebruikt. Een doorgaande leerlijn op basis van onderwijsprincipes hoeft niet al-leen in de breedte te lopen. Je kunt ook de educatieve benadering uit de peuterleeftijd doorzetten in de school en de buitenschoolse opvang. Het vve-programma Kaleidoscoop bijvoorbeeld is gebaseerd op de princi-pes van actief leren. Dit programma wordt al in de peuterspeelzaal en de onderbouw gebruikt. Dat betekent dat men deze doorgaande leerlijn kan doorzetten in groep 3 en hoger en de buitenschoolse opvang kan de principes ook overnemen.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 107 6-1-2010 14:15:50

Page 109: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

108

In onderstaand voorbeeld van Het Meesterwerk kunt u lezen hoe school en opvang vanuit het onderwijsprincipe van de school, namelijk het ont-wikkelingsgericht onderwijs, samenwerken aan levensecht leren. Daar-na volgt een beschrijving van de verlengde leertijd in obs De Boog.

Brede ontwikkeling van kinderen in een betekenisvolle omgevingHetMeesterwerkinAlmereiseenopenbarebredebasisschoolmetkinder-dagverblijf,buitenschoolseopvangenpeuterspeelzaalonderééndakenisopen van 7.00 tot 19.00 uur. Het team van onderwijs, kinderopvang enpeuterspeelzaalwerktonderleidingvaneenalgemeendirecteuraanlerenenontwikkelingvankinderenineenbetekenisvolleomgeving.DitgebeurtvanuitdeprincipesvanhetOntwikkelingsgerichtonderwijs(OGO).Daaromhecht men veel waarde aan samenwerking met ouders, buurtbewoners,organisaties en bedrijven. Het Meesterwerk is een proeftuin voor hetgedachtegoedvandeStichtingEtutorium dieeenononderbrokenontwik-kelingsprocestotenmetdebrugklasnastreeft.

SituatieEr zitten ongeveer 300 leerlingen op de school. In de wijk zijn huur- enkoopwoningen,waardoorereenmixvanbewonersiskomentewonen.Erzittenookkinderenvanbuitendewijkopschoolvanoudersmetietshogereopleidingsniveaus,omdatdezeoudersvoorditonderwijstypekiezen.OokhetfeitdatHetMeesterwerkeenbredeschoolismetallerleivoorzieningenonderééndaktrektkinderenvanbuitendewijk.LaLunaverzorgtdagopvang,tussenschoolseenvoor-ennaschoolseopvangopHetMeesterwerk.Opdevoor-ennaschoolseopvangzittengemiddeld80leerlingenperweek.Eriseenwachtlijstopmaandag,dinsdagendonderdag.Debsovindtplaatsinruimtesdieinopenverbindingstaanmetdegangen.Hierdoorisdebsogoedzichtbaarvooriedereenindeschoolenkanerookgespeeldworden indegangen,watdebewegingsruimtevandekinderenvergroot.Hetetenvandekinderenwordtoverdagklaargemaaktdooreenhuishoudelijk medewerkster in de centrale keuken van Het Meesterwerk.Iederebso-groepheefteenkleinkeukentje,vanwaaruitdewarmemaaltijdvoorkinderenomstreeks17.30uurverstrektwordt.DebsokanverdervanallelokalenenbuitenruimtesvanHetMeesterwerkgebruikmakenvoordeactiviteiten.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 108 6-1-2010 14:15:50

Page 110: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

109

➦ WelzijnsorganisatieDeSchoorverzorgtdepeuterspeelzaalinHetMeester-werk.Bijzonder isverdernogdatopdeschooldertigappartementenzijngebouwd.Zostaatdeschoolletterlijkmiddenindewoonwijk.

Overeenstemmende pedagogische visie en aanpak IndeschoolgidsvanHetMeesterwerkstaat:

Iederkindproberenwe,insamenspraakmetouders,dejuistebegeleiding,zorgen/ofuitdagingtebieden,binneneenbetekenisvolleomgeving,onderenzogewenstvóórennáschooltijd.Webestedenaandachtaanalleontwik-kelingsgebieden, kennis en creativiteit, zelfstandigheid en samenwerking,lichamelijkeensociaal-emotioneleontwikkeling. Insamenhangvormenzijdepijlers voor iederspersoonlijkeontwikkeling enmaatschappelijk functi-oneren.Vandaardatwesamenwerkingmetdebuurtzoeken,benuttenenversterken.Onsonderwijsnoemtmenookwel‘Ontwikkelingsgerichtonderwijs’.Datwilzeggen dat we naar de mogelijkheden en zorgvragen van uw kind kijken,naarzijn/haarontwikkelingenproberenhetlesprogrammadaarzoveelmo-gelijkopaftestemmen.Datdoenweaandehandvan5uitgangspunten:• Bredeontwikkeling:bredepersoonlijkheidsontwikkelingishetoogmerk.

Hetverwervenvanspecifiekekennisenvaardighedenisdaarinvervat.• Motievenenbetekenisverlening:motievenvankinderenenhunbeteke-

nisverlening aan activiteiten en situaties zijn drijfveren van ontwikke-ling.Zevormendeaangrijpingspuntenvoorontwikkelingsbevorderingenwordenzelfverdertotontwikkelinggebracht.

• Kernactiviteiten:onsonderwijswordt,waarmogelijk,georganiseerdrondeenaantal ‘kernactiviteiten’,activiteitendieveelmogelijkhedenbiedentotlerenenontwikkelen.Diekernactiviteitenzietuteruginspelactivitei-ten,constructieveactiviteiten,gespreksactiviteiten,lees-enschrijfacti-viteitenenreken-enwiskundeactiviteiten.

• Bemiddelendeendeelnemende rol vande leerkracht: de leerkracht is,datwetenweallemaal,ontzettendbelangrijkbijdeontwikkelingvanuwkindopschool.Deleerkracht,vindenwij,isonderanderedeelnemendenbemiddelend,maarookstimulerend:indeselectievaneenactiviteiten-aanbod,inleidingenbegeleidingeninreflectieophetaanbod.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 109 6-1-2010 14:15:50

Page 111: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

110

➦ • Observeren:observerenstaatindienstvandevoortgangvanactiviteiten

vankinderen,vanselectieenplanningvanvervolgactiviteiten,envandeevaluatievanhetontwikkelingsverloopvanindividuelekinderen.

Samenwerken aan kunst- en cultuureducatieHetMeesterwerkiséénvandetienbredescholenmeteenspecialesubsidievoorcultuureducatie.Onderschooltijdvindteenbreedscalaaankunst-encultuuractiviteiten plaats. Na schooltijd kunnen alle kinderen van school,buitenschoolseopvangendebuurtkiezenuitverdiepingsworkshops.Eriseenouder-kindworkshopbijenookvolwassenenuitdebuurtkunneneenworkshopvolgen.Debegeleiderszijnprofessionalsuitdiversekunstinstel-lingenvanAlmere.Deproductenvandekunstactiviteitenwordententoon-gesteldindeschoolenallebuurtbewonerskunnennaardeexpositiekomenkijken.Aansluitendhieropgaatmenstartenmeteenkunstuitleensysteemvankunstvankinderenenvolwassenbuurtbewoners.Kinderenenvrijwil-ligers gaan het uitleenpunt opzetten en bemannen onder leiding van deinternekunstcoördinator.EénvanderuimtesinHetMeesterwerkgaatmeninrichtenalskunstwerkplaats.Ditwordteenaantrekkelijkeruimte,waarinhetprettigisomtewerkenaandiversekunstuitingen.

Eén aansturingHet Meesterwerk functioneert als één organisatie met drie afdelingen:onderwijs,kinderopvangenspeelzaal.Allemedewerkerswerkenvanuitéénteam, alhoewel ze nog wel bij drie aparte organisaties in dienst zijn. Deverantwoordelijkheidvoordebudgettenenhetpersoneelligtnogwelbijdeafzonderlijke organisaties. Waar mogelijk wordt er samengewerkt en zijnergezamenlijkebudgettenenactiviteitengroepen.Dealgemeendirecteurheeft het mandaat en vertrouwen gekregen van de drie organisaties omHetMeesterwerkindedagelijksepraktijkalsééneenheidtelatenfunctio-neren.Dedrieafdelingenhebbeniedereeneigeninhoudelijkteamleider,dieverantwoordelijk isvoorde jaarplanning,gezamenlijkeactiviteitenenhetbewakenvandedoorgaandeontwikkelingslijn.InHetMeesterwerkiséénteamkamervooralhetpersoneelwaarookveelinformeeloverlegplaatsvindt.Debuitenschoolseopvangzitinmiddelshele-maalinhetsysteem.Indesport-enfeestcommissiesisdebsovertegen-woordigd.Degezamenlijkevergaderingenzijnom19.00uurzodatiedereenerbijkanzijn.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 110 6-1-2010 14:15:51

Page 112: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

111

➦ Samenhang in de inhoud van het aanbodHetontwikkelingsgerichtonderwijswerktmetthema’sdiedoorHetMeester-werkvoordriejaarzijnvastgesteld.Hetoverlegvandeteamleidersbepaaltwanneerwelkethema’suitgevoerdworden.Medewerkersvanschool,opvangenspeelzaalwerkendethema’sgezamenlijkverderuit.Hetpersoneelvandebuitenschoolseopvang,depeuterspeelzaalenhetkinderdagverblijfdoetookmeeaandebijscholingscursussen‘Ontwikkelingsgerichtonderwijs’.Eerstgingdebuitenschoolseopvang teveelmeemetde thema’svandeklas, waardoor de activiteit daar te veel een verlengstuk was van wat erop school gebeurde. Kinderen gingen daarover klagen. Nu bespreken depedagogischmedewerkersmetdekinderenwatzeindebsorondhetthemawillengaandoen.Bij het themageschiedenis kozende kinderenbijvoor-beeldhetonderwerpdinosaurussen.Zegaanmetcreatieveactiviteitenaandeslagzoalsdrama,knutselenenspel.Indebsozittenkinderenvanalleleeftijden bij elkaar. Dat vraagt om een andere manier van omgaan metthema’sdanopschoolwaarkinderenperleeftijdsgroepingedeeldzijn.Depedagogischmedewerkersdoenookmeeaandegrotegezamenlijkeafslui-tingendriekeerperjaar,zoalsbijvoorbeelddeKinderboekenweek.Hiervoorwordenookdepeuterspeelzaalkinderenuitgenodigd.

Eén beleid voor zorgkinderenEr is op Het Meesterwerk een gezamenlijk beleid voor zorgkinderen. Bijkleineproblemenmetkinderenofoudersnemendepedagogischmedewer-kers rechtstreekscontactopmetdebetreffende leerkracht.Bijernstigereproblemenwordthetzorgteamingeschakeld.MeeroverhetzorgsysteemopHetMeesterwerkistelezenopwww.hetmeesterwerk.nl

Voordelen van deze werkwijzeOmdat iedereen in Het Meesterwerk werkt vanuit de principes van hetOntwikkelingsgericht onderwijs en daarin gezamenlijk getraind wordt,ishetmakkelijkeromhet lerenonderenna schooltijdopelkaar te latenaansluiten.Menheefteengezamenlijkevisie,aanpakentaal.Tochblijfthetnogzoekennaarmanierenomdedoorgaandeleerlijninhoudelijkverderteontwikkelen.Doorhetwerkeninéénteaminééngebouwzijnerveelmoge-lijkhedenvoorformeelmaarookjuistinformeeloverlegzoalsindegangenendegezamenlijketeamkamer.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 111 6-1-2010 14:15:51

Page 113: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

112

Verlengde leertijd in RotterdamObsDeBoogiséénvandetienbasisscholeninRotterdam,dievanafschool-jaar 2007-2008 meedoen met een verplichte verlenging van de leertijdvanmaximaal6uurperweek.Hierbijgebruikenzijhetdagarrangement.Dit iseenuitwerkingvanhetplanMaatwerk op school; meer leertijd voor kinderen!, waarmee gemeente en schoolbesturen Rotterdamse leerlingenmeerkansenwillengevenzichteontplooienenbagagemeegevenvooreensuccesvolle toekomst.Hetplangeeftookantwoordopontwikkelingenalsaandachtvoortalentvolle leerlingenendeverplichtingvoordeschoolombuitenschoolseopvangteregelen.Degemeentewilhiermeedesamenwer-kingmetpartnersenaanbieders indewijkbevorderen,debetrokkenheidvanoudersvergrotenendesocialecohesieindewijkstimuleren.

Verplicht vanaf groep 3TienscholeninRotterdamzijngestartalsdagarrangementen24scholenalswijkarrangement.Inbeidegevallenverlengendescholendeschooldagmetzesuur.Inhetgevalvanhetdagarrangementishetactiviteitenaanbodvooralleleerlingenvanafgroep3verplicht.Ditisgedaanomdatdeactivi-teitenvangrootbelangvoordeontwikkelingskansenvankinderenwordengeacht.Deactiviteitenzijninhetschoolcurriculumgeïntegreerd.Bijdewijkarrangementenishetaanbodfacultatief.Descholenindebuurtwerkenmetelkaarsamenomtoteengezamenlijkaanbod tekomen.Hetstrevenisomdedeelnamevankinderenaandeactiviteitenvanhetwijkar-rangementzogrootmogelijktemaken,maarverplichtishetaanbodniet.

Situatie ObsDeBoogiseenbredebasisschoolmetéénteamoptweelocaties:eeninSchiemondmet260leerlingeneneeninBospoldermet90leerlingen.Deleerlingenpopulatieweerspiegeltdebevolkingssamenstellingvandewijk.DeachtergrondvandekinderenopbeidelocatiesisvooralTurksenMarokkaans.ErzijnheelweinigNederlandseleerlingen.OpdelocatieinSchiemondzijnerookkinderenmeteenSurinaamse,KaapverdischeenAntilliaanseachter-grond.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 112 6-1-2010 14:15:51

Page 114: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

113

➦ Hoe ziet het programma eruit?

1. Bospolder Vanafseptember2007gaanallekinderenopdinsdagendonderdagvan

8.30-16.30uurnaar school.Opdeze langedagenkrijgendekinderenextraactiviteitennaastdegewonevakken.Deextraactiviteitenzijndans,muziek,techniek,spelenmettaal,beweging,toneel,beeldendevormingen filmen. De activiteiten worden verzorgd door professionele musici,kunstenaars,acteurs,sportdocentenenanderevakkrachten.Tussendemiddagetenallekinderenopschoolonder leidingvanvrijwilligeover-blijfmedewerkerswaarnazegaanbuitenspelenonder leidingvankin-derwerkers.

2. Schiemond Deschoolisvanafjanuari2008gestartmethetdagarrangementopdon-

derdag,eveneenstot16.30uur.Tussendemiddagspelenzedan indespeeltuinonderbegeleidingvankinderwerkers.Hierhebbendekinderenextragymactiviteit,tekstverwerking,koken,toneelspelenentaaldrukken.

Gemeenschappelijke educatieve doelenDeBooggaatbijdeeducatievesamenwerkinguitvandegemeenschappe-lijkepedagogischevisievanscholenenpartnersinRotterdambetreffendebevordering vande sociale competentie, het burgerschap endewaardenen normen van de jeugd stuurt de samenhang. Met onderscheidt zevencompetenties waaraan gewerkt moet worden: behoorlijk communiceren;samenwerken met anderen; zich invoelen in anderen; initiatief nemen;problemen(helpen)oplossen;verantwoordelijkhedendragenenopzichzelfvertrouwen.

SamenwerkingspartnersDeBoogwerktvoorhetdagarrangementnauwsamenmetvakkrachtenvanThuisopstraat(TOS),Disck,deDienstSportenRecreatie(DSR),StichtingKunstzinnigeVormingRotterdam(SKVR),KunstenaarsindeKlasendeTaal-drukwerkplaats.Deeigen leerkrachtenenonderwijsassistentenverzorgen ookactiviteiten,zoalskokenentechniek.Verderzijneraltijdeenflinkaantalstagiairsomdevakkrachtenteondersteunen.Naasthetdagarrangementzijneropbeidelocatiesopdeanderedagennogverlengdeschooldag-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 113 6-1-2010 14:15:51

Page 115: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

114

➦ activiteitenvoordekinderenvan6-12jaar.DelocatieSchiemondheefteeneigenschoolsportverenigingwaar52kinderenlidvanzijn.Er zijn maar weinig leerlingen die van de bso gebruikmaken die door debredewelzijnsorganisatiedeDisckGroepwordtuitgevoerdvoorbeideloca-ties.VandelocatieBospolderzijndit6kinderenenvandelocatieSchie-mondgaan21kinderennaardebuitenschoolseopvang.DebuitenschoolseopvangzitindelocatieSchiemondineenbijgebouwindeschool.

Kenmerken van de samenwerkingDe bredeschoolcoördinator van De Boog heeft met de vakkrachten vanexternepartnersoverlegoverdeactiviteitopbasisvanhetlogboekdagar-rangementen. Het logboek is een praktisch hulpmiddel voor de inhoude-lijkeenorganisatorischekantvandeeducatievesamenwerking.Hetwordtgebruiktomdedoelenophetgebiedvansocialeenspecifiekecompetentiesperactiviteitvasttestellenenomvervolgensoverdeheleactiviteitenperkindterapporterenhoedeactiviteitverlopenis.Debredeschoolcoördinatorlooptrondtijdensdeactiviteitenomtezienoferindepraktijkwordtgedaanwatmenoppapierheeftaangegevenenomtezienofdeactiviteitbijdekinderenaanslaat.De samenwerking met de bso is veel minder hecht. Omdat hierover opmanagementniveau geen afspraken zijn gemaakt, hangt de inhoudelijkesamenwerkingafvandepedagogischmedewerkers.NudebsoopdelocatieBospolderbinnenkortindeschoolkomt,verwachtmendatdesamenwerkinggeïntensiveerdzalkunnenworden,omdathetindebedoelingligtdatdepedagogischmedewerkersonderdeelgaanuitmakenvanhetteamvanDeBoog.

Voordelen van deze werkwijzeDeBoogheeftduidelijkeeducatievedoeleneneenlogboekalshulpmiddelommetdepartnersafsprakentemakenoverdeeducatievesamenwerking.Voordeelisdatvastgelegdwordtwatkinderenindezeactiviteitenleren.Ditwordtdoorgegevenaandeleerkrachtenenaandeouders.Hierdoorontwik-keltzichperkindeenportfolio.Ofditookautomatischbetekentdatereendoorgaandeleerlijnistussendatgenewatdekinderenindebeidesituatieslerenisnognietduidelijk.DeBoogvindtenerzijdsdatditnietvooralleacti-viteitenhoefttegelden,maarookdathiernogeenwereldtewinnenis.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 114 6-1-2010 14:15:51

Page 116: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

115

Ten slotte

Dit hoofdstuk geeft informatie over levensecht leren als invulling voor gezamenlijk educatief beleid. De informatie leidt tot de volgende vragen voor uw eigen situatie.

Opwelketerreinenvanhetonderwijsaanbodwiltueducatievesamenwerking?

Wiltualleenofsamenmetuwpartnerswerkenvolgensdeprincipesvanlevens-echtleren?

Wiltudatallekinderenmeedoenaandebuitenschoolseeducatieveactiviteiten?Zoja,hoeregelenwedat?Zonee,voorwelkegroepzijndeactiviteiten?Zijndeeducatievevrijetijdsactiviteitenookvoorkinderenvangroep1en2geschikt?

Wiltudatdekinderenverplichtmeedoenaaneducatievevrijetijdsactiviteiten?Zoja,waarom?Zoneen,waaromniet?

6047 binnenwerk 2e druk.indd 115 6-1-2010 14:15:51

Page 117: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

TussenschoolseopvangopHetMeesterwerk

6047 binnenwerk 2e druk.indd 116 6-1-2010 14:15:52

Page 118: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

117

8 Samenwerken voor zorgkinderen

Sommige kinderen geven extra zorgen. Het vergt extra inspanning om hen te laten meedoen in de reguliere groep. De belangrijkste vraag voor dit hoofdstuk is of een gezamenlijke aanpak van school en buitenschool-se opvang het functioneren van het kind kan verbeteren. We starten met een beschrijving van de verschillen in de situatie van school en buiten-schoolse opvang. Deze verschillen leiden soms tot verschillen in het pro-bleemgedrag (8.1). Daarna gaan we over op mogelijkheden voor meer samenhang in de aanpak. Dit kan leiden tot één zorgstructuur (8.2). Tot slot komen de voordelen van een gezamenlijke aanpak van school en buitenschoolse opvang aan de orde (8.3). Tussendoor worden twee voor-beelden van scholen beschreven. En we starten nu met een beschrijving van een jongen die tot de zorgkinderen wordt gerekend.

Gaat het goed of is er meer afstemming nodig?Alain iszeven jaaroud.Opmaandagendinsdagkomthijnaardebso indeschool.Leerkrachtenpedagogischmedewerkershebbeneenkeerafge-sproken dat zij allebei aandacht zullen besteden aan zijn fijne motoriekenzijnconcentratieproblemenendatalleshemduidelijkuitgelegdwordt.Hij heeftniet altijd eengoedeaansluitingmetdeandere kinderen.Hij isaanhankelijknaardejufennaardegroepsleidingtoe.Leerkrachtengroeps-leidingvindenhelaasnauwelijkstijdomoverhetgedragvanAlaintepratenennadereafsprakentemaken.

’s Middags om 14.00 uur in de klas zit Alain een beetje voor zich uit testaren,terwijldeanderekindereneenkleurplaataanhetmakenzijn.Alshijplotselingopstaatendoordeklasrent,geeftdejufhemeenstandje.Buitenhetlokaalmaakteenstagiairemeteenandergroepjeeenkunstwerk.DejufstuurtAlainhiernaartoe,hetknippenisgoedvoorzijnfijnemotoriek.MaarAlainscheurtlieverdeblaadjesdandathijzemetdeschaarknipt.Hij

6047 binnenwerk 2e druk.indd 117 6-1-2010 14:15:54

Page 119: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

118

➦vraagtdestagiaireofhijterugmagnaardeklas.Nahetknutselenishettijdombuitentegaanspelen.Hetisergdrukophetschoolplein,erspelennogtweeandereklassenbuiten.Alaingaatnaarhetvoetbalvandeanderejongens kijken, maar doet zelf niet mee. Liever gaat hij even kletsen enknuffelenmetdejuf.NahetbuitenspelenwordtAlainuitgekozenomeenspelletjeestafettetespelenindegymzaal.Hijzetzichfanatiekin,probeertdewinstvoorzijngroepjebinnenteslepen.Alsdebelgaat,ishetvoorAlaintijdomnaardebsotegaan.Dejufzegtdathijzijnjasentasmoetmeenemen.Alainisdaarnabinnenenkelesecondengevlogen,richtingdebso.Alainwilgraagtwisterspelenenvindteenpaarmedespelers.Alainvindttwistereenergleukspelletjeenpraaterondertussenlustigoplos.Nadezeontspanning is het tijd voor fruit endrinken. Inhet eetgroepje vanAlainmogen ze vertellen waar ze goed in zijn. Alain vertelt dat hij goed is inhockeyenkarate.Alshijzelfklaarismetvertellen,luisterthijaandachtignaardeverhalenvandeanderekinderen.TijdenshetetenmaaktAlainveelcontactmetdeleidster.Hijzittijdenshetetennaasthaarenprobeertregel-matighaaraandachttetrekken.Nahetetengaandekinderennaarbuiten.OpschooldeedAlainnietmeemetvoetballen.Maarnuishetwatrustigerophetschoolpleinenvindthijhetwelleukommeetedoen.TwisterblijfteenfavorietspelletjevanAlain,nahetbuitenspelengaathijhierweersnelmeeverder.Alshijafis,kruipthijevenbijeenvandeleidstersopschootommethaarteknuffelen.Daarnagaathijsamenmetanderekinderenmetdelegospelen.Maarallijktditeenrustigebezigheid,zemakenereenwildebedoeling van. Ze maken zwaarden van de lego en rennen er mee rond.AlsAlainom17.00uurdoorzijnvaderwordtopgehaaldishijblij,hijgaatnamelijkmeteendoornaarhockey!

8.1 Wie zijn de zorgkinderen?

De kinderen waarover zorgen zijn, worden zorgleerlingen genoemd in de basisschool en zorgkinderen in de buitenschoolse opvang. Het gaat om kinderen die extra zorg en aandacht nodig hebben wegens gedrags- of leerproblemen, een crisis in het gezin of een handicap of chronische ziekte.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 118 6-1-2010 14:15:54

Page 120: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

119

De kinderen hebben meestal zowel op school als in de vrijetijdssituatie problemen. Het kan ook voorkomen dat een probleem zich alleen in de school voordoet en niet in de vrijetijdssituatie of omgekeerd. Over kin-deren die het in het dagarrangement goed doen en niet op school of om-gekeerd, moet overleg plaatsvinden om te bezien wat er kan verbeteren. Daar hebben alle partijen baat bij. Zorgkinderen kunnen verschillend reageren vanwege:• het verschil in structuur;• het verschil in taken;• het aantal begeleiders.

Verschil in structuurIn de buitenschoolse situatie is er een andere structuur dan in de klas. Kinderen kunnen zelf kiezen wat ze gaan doen, met wie en waar ze spe-len. Er zijn wel regels voor de omgang met elkaar en ook zit er een voor-spelbaarheid in het verloop van de middag. We kunnen dus niet zeggen dat er minder structuur is dan in de klas. Het belangrijkste verschil met de klas is dat daar de activiteiten meer vastliggen. De leerkracht vertelt de kinderen wat zij moeten doen. De pedagogisch medewerker vraagt de kinderen wat zij willen gaan doen. Het is in de klas ook stiller dan in de buitenschoolse opvang of tijdens het overblijven. Kinderen die snel overprikkeld raken of sociaal angstig zijn, hebben daarom meer problemen in de vrijetijdssituatie. Kinderen die niet goed stil kunnen zitten, hebben daarentegen weer minder pro-blemen in de vrijetijdssituatie, zoals we zien in het voorbeeld van het jongetje Alain hiervoor. Dit geldt ook voor kinderen met problemen in de omgang met leeftijdgenoten. In de vrijetijdssituatie wordt meer dan in de klas een beroep gedaan op sociale vaardigheden. Verlegenheid, gepest worden, pesten zijn allemaal sociale gedragingen die in de vrijetijdssituatie meer last geven dan in de klassensituatie. Anderzijds kunnen kinderen ook opbloeien als zij meer zelf voor het zeggen hebben.

Verschil in takenDe nadruk in de klas ligt vooral op de leertaken. Kinderen moeten luis-teren naar de leerkracht, lesstof opnemen en onthouden, en zelf het ge-leerde toepassen. Sommige kinderen zijn daar niet goed in en vertonen leerproblemen. Het lijkt al gauw alsof ze eigenlijk niets goed doen. In de vrijetijdssituatie worden ook andere capaciteiten van kinderen aan-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 119 6-1-2010 14:15:54

Page 121: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

120

gesproken: originaliteit in het spel, sociale vaardigheden, sportief bezig zijn. Kinderen die leerproblemen hebben en daardoor lastig worden, kunnen in de vrije tijd wellicht wel goed functioneren doordat ze daar andere talenten kunnen tonen.

Aantal begeleidersIn de klas is er één leerkracht waar alles om draait. In de vrijetijdssitua-tie heeft het kind met meer dan één pedagogisch medewerker te maken. Afhankelijk van de groepsgrootte zijn dat er twee, drie of vier. Kinderen die een speciale aanpak nodig hebben, gedijen minder goed in een situ-atie waarin meer volwassenen zich met hem bemoeien. Iedereen doet het net weer even anders, en daar kan hij negatief op reageren. De gemiddelde pedagogisch medewerker is ook minder toegerust dan de gemiddelde leerkracht voor de omgang met lastig of onvoorspelbaar gedrag. Hun opleidingsniveau is in het algemeen lager dan dat van leer-krachten.

Bso-plusNaastdenormalebso-locaties,zijnerbso-pluslocatiesofbso-plusgroepen.Dezevoorzieningwordtinhetlevengeroepenomdatereentoenameisvankinderenmetmoeilijkgedrag.Vaakzijngewonecentravoorbuitenschoolseopvangnietingesteldopdezegroepkinderen.Kwetsbarekinderenhebbenmeerhouvast,voorspelbaarheiden individueleaandachtnodigdanbijdenormalebuitenschoolseopvanggebodenkanworden.Opdebso-pluskanvoor enkele kinderen in de groep een individueel handelingsplan wordenuitgevoerd. Er is extra begeleiding, de pedagogisch medewerkers zijn erbetertoegerustenkunnenextrahulpkrijgen.Somszijnookdegroepenwatkleiner.Naastdeextrazorgvoordekinderenwordtookopvoedingsonder-steuninggegevenaandeouders/verzorgersvandekinderen.Ookisermeeroverlegmetexternedeskundigen.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 120 6-1-2010 14:15:54

Page 122: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

121

Zorgleerlingen/pluskinderen OpdeJanWillemvandeMeeneschoolinUtrechtwordenookzorgkinderengeplaatst.Deschoolbevolkingvormteengetrouweafspiegelingvandeveel-zijdigebevolkingvandewijk.De schoolheeft sinds kort in leeftijdgemengdegroepen.Er zijn in totaal achtcombinatieklassenwaarbijgroep1en2,groep3en4,groep5en6,groep6en7engroep7en8sameninéénklaszitten.Zovindenkinderenmeteenachterstandincognitieveofsociaal-emotioneleontwikkelingbeteraansluiting.Ineenaanbouwbijhetschoolgebouw,isbsoEigenwijsgevestigd.Dezeistebereikenviaeenganginhetschoolgebouw.Erzijnaparteruimtesvoordejongeendeouderekinderen.Opdedrukkedagen(maandag,dinsdag,donderdag)zijner40kinderen,opwoensdagzijner8kinderen.Kinderendieextrazorgnodighebben,kunnenerterecht.Zijworden‘plus-kinderen’genoemd.Inprincipewildebuitenschoolseopvangnietmeerdandriepluskinderenperdaghebben.Maar indepraktijkweigertdebuiten-schoolseopvanggeenzorgkinderen.ErzijnopditmomentzespluskinderenbijbsoEigenwijs.

Gang van zaken op de schoolHetteamvandeJanWillemvandeMeeneschoolheeftveelervaringmetzorgleerlingen.Zekunneneenberoepdoenoplogopedie,orthopedagogie,maatschappelijk werk of de schoolarts. Bij opvallende kinderen wordt erzo nodig een onderzoek aangevraagd bij de schoolbegeleidingsdienst. Deorthopedagoogvandiedienst komt regelmatig langsbij de school.Somskomtereenverzoekomcontactvanuithetziekenhuisofdejeugdzorg.Deleerkrachtenvullendanvragenlijsten inalsvoorbereidingopeengesprekmetdehulpverlener.Uitdecontactenmetexternehulpverlenerskomtvaakeen plan van aanpak voort. Het grote probleem bij het uitvoeren van deadviezen,ishetgebrekaantijd,menskrachtensomskennisvandeschool.Diezijnnietaltijdvoldoendeomechtietstekunnenbetekenenvoorzorg-kinderen. De problemen die het meeste voorkomen zijn ADHD, PDS-NOS(ontwikkelingsstoornissen of contact- en relatieproblemen), dyslexie ensociaal-emotioneleproblemen.Bijtegroteproblemenwordteenkinddoor-verwezennaarhetspeciaalbasisonderwijs(sbo)ofhetspeciaalonderwijs(so).

6047 binnenwerk 2e druk.indd 121 6-1-2010 14:15:54

Page 123: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

122

➦Gang van zaken op de buitenschoolse opvang Dezorgkinderendraaien indebuitenschoolseopvanggewoonmee inhetreguliere aanbod. De bedoeling is dat zorgkinderen en andere kinderenmetelkaaromgaan,zodatzevanelkaarlerenenelkaaraccepteren.Iederpluskind heeft een mentor, die minstens één keer in de drie weken een apartgesprekmethetkindheeft.Hetkindkanbijzijnmentorterechtvoorproblemen.Ookkandementordanafsprakenmakenoverzijngedrag.Depedagoogvandecentraleorganisatie,waarbijdebuitenschoolseopvanghoort,kanwordenopgeroepenvoorobservatiesofextrabegeleidingvandekinderen,enookvoorbegeleidingvandeoudersendepedagogischmede-werkers.Depedagoogkomtregelmatiglangsbijdebuitenschoolseopvang.Éénkeerindezeswekenheeftdepedagoogeenregulierebesprekingoverde zorgkinderen. Mocht zich plotseling een moeilijk te hanteren situatievoordoen,dankunnendemedewerkers tussentijds contactopnemenmetdepedagoog.De pedagogisch medewerkers krijgen allemaal een cursus over kinderenmetproblemen,bestaandeuitzesbijeenkomsten.Hierbij lerenzijhoezemetverschillendesituatieskunnenomgaan.Endepedagogischmedewer-kersdoenrollenspellenmeteenacteur,diedeouderspeelt.Omgaanmetoudersvanzorgenkinderenvalthunvaakmoeilijk.

Afstemming school en buitenschoolse opvang Buitenschoolseopvangenschoolhebbeniederhuneigenzorgstructuur.Zijdoeniedereenberoepophuneigen‘internebegeleider’.VoordeschoolisdatdeIB’er(locatiehoofd).Voordebuitenschoolseopvangisdatdepedagoogvandecentraleorganisatie.De‘internebegeleiders’overleggenregelmatigmetelkaar.Zijwisselenuitwelkeactieszijondernementenaanzienvandekinderenofmakengezamenlijkeenhandelingsplan.Daarbijhoudenzezichnietangstvalligaandegrenzentussenschoolenbuitenschoolseopvang.Zestellenzichopenopendoenooksuggestiesvoordeander.Zijhebbendeverantwoordelijkheidominformatiedoortespelennaarhunachterban:depedagogischmedewerkersendebetreffendeleerkracht.Inditoverlegkomtookaandeordeofdezorgleerlingenopschoolhetzelfdeopvallende gedrag vertonen als op de buitenschoolse opvang. Er kunnenopbeidelocatiesverschillendeproblemenofproblemenmetverschillendekinderenspelen.Ditkomtomdatdesettingverschillendis:vrijspelenbijdeeenengerichtheidoplerenbijdeander.Doorhetgedraginbeidesituatiestevergelijken,lerenzijdeproblemenvankinderenbeterkennen.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 122 6-1-2010 14:15:54

Page 124: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

123

➦Somsvindterrechtstreeksoverlegplaatstussendeleerkrachtendepeda-gogischmedewerker, omdathetandersover te veel schijven loopt.Dit ishelaasnietgemakkelijk teorganiseren,aangeziende leerkrachtwerktalsdepedagogischmedewerkervrij isenviceversa.Meestal ishetalleenop informelewijzemogelijk:depedagogischmedewerker looptevennaardeleerkrachttoeomteoverleggenofomgekeerd.De intern begeleiders raden andere scholen en organisaties voor buiten-schoolseopvangaanomindeaanvanggoedaanelkaaruitteleggenwattotdefunctieentakenbehoortvandeIB’erendepedagoog.Menweetvaaknietprecieswatdebedoeling is vande functies.Alsdatduidelijk is, danvolgendemogelijkhedenvoorsamenwerkingvanzelf.

8.2 Samenhang in de aanpak

Samen kan men een betere aanpak of meer efficiency bereiken dan als ieder voor zich aan het werk is. Bijeenvoegen van ervaringen met kinde-ren in verschillende contexten verruimt je blik op het kind. In het boven-staande voorbeeld werken vooral de twee interne begeleiders met elkaar samen. Zij zorgen voor uitwisseling van informatie en een gezamenlijke aanpak. Er zijn veel mogelijkheden om de samenhang voor zorgleerlin-gen vorm te geven.

Samenhang in de aanpak• overlegentaakverdelingbegeleiders;• samenwerkendeuitvoerders;• ééninternebegeleider;• gemeenschappelijkprotocol;• gecoördineerdesignalering;• gemeenschappelijkegesprekkenmetdeouders;• aanstellingvaneenspecialementorvoorhetkind;• gezamenlijkkindvolgsysteem;• uitwisselingvaninformatie;• toestemmingvanouders;• observatieinverschillendesituaties;• gezamenlijkhandelingsplan;• doorverwijzing.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 123 6-1-2010 14:15:54

Page 125: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

124

Samenwerkende begeleidersBeide werksoorten pakken de problemen via hun eigen kanalen aan. De basisschool met de IB’er en de schoolarts, de buitenschoolse opvang met het locatiehoofd of de eigen pedagoog. Dit kan een goede werkwijze zijn als men niet te veel overhoop wil halen. Bovendien doen de problemen zich voor in een andere situatie: onderwijs en vrije tijd. De hulp moet aangepast zijn aan de situatie. Op deze manier kan men tot één hande-lingsplan komen.

Samenwerkende uitvoerdersContact over de aanpak tussen de rechtstreeks betrokkenen is belang-rijk, maar helaas moeilijk te regelen wegens de verschillende werktij-den. Als de leerkracht werkt is de pedagogisch medewerker beschikbaar en omgekeerd. Speciale afspraken maken lukt soms, maar het beste is om regelmatige korte contactmomenten te regelen doordat de leer-kracht het betreffende kind (eventueel samen met de andere kinderen) bij de buitenschoolse opvang brengt. Dit kan als de buitenschoolse op-vang in het schoolgebouw is gevestigd. De pedagogisch medewerker kan het kind ook in de klas ophalen en navragen hoe het ging. Er kan dan een uitwisseling over de dag plaatsvinden en afspraken over de aanpak kunnen hernieuwd of even in herinnering gebracht worden.

Eén interne zorgstructuurSchool en buitenschoolse opvang kunnen ook kiezen voor één interne hulpstructuur. Dat wil zeggen dat hulpverlening zich richt op het kind gedurende de hele schooldag (van 7.30-18.30 uur). De IB’er van de school doet ook observaties en begeleiding in de buitenschoolse opvang. Ditzelfde kan gelden voor de hulp van de remedial teacher, de logopedist of de schoolarts. Zij kunnen hun adviezen uitbreiden tot de vrijetijds-situatie. Omgekeerd kunnen pedagogisch medewerkers van de buiten-schoolse opvang in de klas of tijdens de pauzes extra begeleiding geven aan leerlingen met een persoongebonden budget (‘rugzakje’) in de klas. Bijvoorbeeld hulp aan kinderen die zich niet lang achtereen kunnen concentreren. De IB’er en de pedagoog kunnen hun taken ook verdelen: de pedagoog van de buitenschoolse opvang breidt zijn werkzaamheden uit naar advisering over het gedrag van kinderen gedurende de hele schooldag, terwijl de IB’er zich vooral op adviezen rond verbetering van leerprestaties richt. Eén zorgstructuur leidt tot één handelingsplan voor het betreffende kind.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 124 6-1-2010 14:15:54

Page 126: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

125

Eén externe zorgstructuurVaak heeft de basisschool een netwerk van externe hulpverlening om zich heen: een buurtnetwerk, een Zorgadviesteam (ZAT), contacten met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). De buitenschoolse op-vang heeft hiervoor vaak minder ingangen. Het meeste eenvoudig is om de buitenschoolse opvang toegang te geven tot het zorgtraject van de school, zodat zij daar kinderen kunnen aanmelden.De school zou samen met of namens de buitenschoolse opvang zorgkin-deren kunnen inbrengen in het externe netwerk.

Gemeenschappelijke protocollen en gecoördineerde aanpakHet is niet efficiënt om ieder een eigen systeem te laten hanteren om kindermishandeling of ontwikkelingsproblemen te signaleren en te melden. De protocollen die scholen en buitenschoolse opvang daarvoor volgen, kunnen worden samengevoegd. Een logisch vervolg is één per-soon die de regie heeft en deze signalen met andere instanties te laten bespreken. Deze mentor of coördinator kan komen uit de school of uit de buitenschoolse opvang.

Gemeenschappelijke gesprekken met de oudersDe gesprekken met ouders over het rapport of het zorgwekkende ge-drag van het kind kunnen gezamenlijk door school en buitenschoolse opvang worden georganiseerd. Zo kunnen alle signalen en afspraken in één gesprek met alle betrokkenen worden gemaakt. Deze afspraak hoeft overigens niet beperkt te blijven tot de zorgkinderen, maar zou voor alle kinderen kunnen gelden.

Gezamenlijk kindvolgsysteemHet zou prettig zijn als buitenschoolse opvang en basisschool één leer-ling- of kindvolgsysteem zouden gebruiken. Dit maakt alle bovenge-noemde aanbevelingen veel eenvoudiger om uit te voeren. Het probleem is dat een dergelijk algemeen kindvolgsysteem nog niet ontwikkeld is. Bovendien is het moeilijk om afscheid te nemen van het eigen vertrouwde systeem. De buitenschoolse opvang gebruikt vaak het observatiesysteem Werken aan welbevinden. Basisscholen hebben de keuze uit verschil-lende leerlingvolgsystemen. Voorlopig zullen school en buitenschoolse opvang nog wel met hun eigen systeem werken. Je kunt de uitslagen in één formulier (logboek) schrijven en dat gebruiken om samen de sociaal-emotionele ontwikkeling en het welbevinden van kinderen te volgen.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 125 6-1-2010 14:15:54

Page 127: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

126

Delen van informatieDoor informatie over het kind kunnen alle betrokkenen beter inspelen op het kind. Voor mondelinge informatieoverdracht is niet altijd snel tijd te vinden. In dat geval is een digitaal intern systeem ook handig, bijvoorbeeld een computer, waarin men bevindingen intikt, die elke betrokkene kan lezen. Het is zonde als belangrijke informatie verlo-ren gaat omdat er geen mogelijkheid is om die over te dragen of vast te leggen.Over de uitwisseling van gevoelige informatie moeten goede afspraken worden gemaakt. Enerzijds is het logisch dat iedereen die professioneel met een kind werkt ook toegang heeft tot de gegevens over dit kind en zijn gezin. Maar anderzijds leidt het zonder meer doorvoeren van deze afspraak er wel toe dat gevoelige informatie (bijvoorbeeld over kinder-mishandeling of dreigende scheiding) bij erg veel mensen bekend raakt: schooldirecteur, betreffende leerkracht, collega-leerkrachten, locatie-hoofd van de buitenschoolse opvang, de betreffende pedagogisch me-dewerkers, collega’s, vakkrachten die buitenschoolse cursussen geven, medewerkers van de tussenschoolse opvang: waar ligt de grens? Nog ingewikkelder wordt het als ook ouders als vrijwilligers zijn ingescha-keld. Kortom: per protocol moet worden bekeken met wie de informatie gedeeld kan worden. Eventueel kan er één contactpersoon aangesteld worden, zodat niet iedereen alles hoeft te weten.

Toestemming van oudersVoor het delen van informatie tussen school en buitenschoolse opvang moeten ouders toestemming geven. De buitenschoolse opvang kan de ouders hiervoor laten tekenen bij het intakegesprek. Ook de school zou dit met de ouders kunnen regelen, maar het is handiger als de buiten-schoolse opvang dat doet, omdat niet alle kinderen van de school ook naar de buitenschoolse opvang gaan.

Observatie in verschillende situatiesDe koppeling van school en buitenschoolse opvang biedt de mogelijk-heid om kinderen in verschillende settings te zien functioneren. Wel-licht vertoont een kind ander gedrag als hij zelf mag kiezen wat hij doet, dan in de formele schoolsetting waarin de leerkracht bepaalt wat een kind doet.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 126 6-1-2010 14:15:54

Page 128: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

127

Doorverwijzing naar buitenschoolse opvangEr zijn kinderen over wie de school zich zorgen maakt, zoals kinderen die op straat zwerven na school of veel te vroeg op het schoolplein rond-hangen voor schooltijd. De schooldirecteur zou wellicht die kinderen graag op de buitenschoolse opvang plaatsen, maar de ouders melden zich daar niet aan. De buitenschoolse opvang verleent daar echter graag medewerking aan. De financiële afdeling van de organisatie kan bijvoor-beeld voor deze ouders uitrekenen hoe duur de buitenschoolse opvang voor hen wordt en hoe zij een toeslag kunnen aanvragen.

8.3 Voor- en nadelen van samenhang

Er zijn twee belangrijke problemen op dit specifieke terrein: het gebrek aan tijd voor overleg en het gevaar dat gevoelige informatie bij te veel personen terechtkomt. Op deze punten moet beleid gemaakt worden, anders blijft de afstemming voor zorgkinderen vooral een goede inten-tie.Verder zijn er alleen maar voordelen van een gemeenschappelijk aan-pak.

Elkaar steunenLeerkrachten, pedagogische (staf)medewerkers en IB’ers (individueel begeleiders) staan er niet meer alleen voor. Ze kunnen elkaar onder-steunen met het motto: twee weten meer dan één.

Meer informatieEr is meer informatie beschikbaar over het probleem: het kind verblijft in verschillende settings en gedraagt zich daar mogelijk verschillend. Er kan een vergelijking van leerresultaten in de klas en ontwikkeling in de vrijetijdssituatie plaatsvinden. Leerkrachten en pedagogisch mede-werkers kunnen beter beoordelen waarin een kind ondersteuning nodig heeft, maar ook waar hij goed in is, waar zijn krachten liggen.

Elkaar versterkenSchool en buitenschoolse opvang kunnen elkaar versterken door afspra-ken over de aanpak van de problemen. Nog beter is het om naar één zorgsysteem voor school en buitenschoolse opvang te streven.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 127 6-1-2010 14:15:54

Page 129: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

128

Taken verdelenSchool en buitenschoolse opvang kunnen dingen op elkaar afstemmen en taken verdelen in de hulp voor het kind, het overleg met de ouders of het overleg met andere hulpverleningsinstanties.

Ten slotte

Wat kan de lezer met de informatie uit dit hoofdstuk over samenwerken voor zorgkinderen? Wij geven u en uw partners enkele vragen om met elkaar te bespreken.

Voorwelkekinderenwiltusamenafsprakenmakenoverdeaanpak?

Streeftunaaréénzorgstructuurofishetvoldoendedatdepartnersopdehoogtezijnvanelkaarsmogelijkheden?

Welkemedewerkersenprotocollenwordenvoorallepartnersingezet?

Hoezorgtuvoorvoldoendeoverlegtijd?

Hoegaatuommetgevoeligeinformatie?

Welkeafsprakenmaaktumetdeouders?

6047 binnenwerk 2e druk.indd 128 6-1-2010 14:15:54

Page 130: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

6047 binnenwerk 2e druk.indd 129 6-1-2010 14:15:54

Page 131: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

FruitetenopdebuitenschoolseopvangvanHetMeesterwerk

6047 binnenwerk 2e druk.indd 130 6-1-2010 14:15:56

Page 132: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

131

9 Samenwerken aan een gezonde

ontwikkeling

In dit hoofdstuk richten wij ons op het fysieke welbevinden van kinde-ren, met name het eten en bewegen. De laatste jaren maken we ons in Nederland zorgen over de toename van overgewicht bij jonge kinderen. Kinderen krijgen niet genoeg beweging en ook hun etenspatroon is vaak ongezond. Veel basisscholen en centra voor buitenschoolse opvang heb-ben gezondheid en bewegen tot een van de speerpunten van hun beleid gemaakt. Door daarin samen te werken, en samen te werken met sport-aanbieders en de GGD, versterken zij elkaar.We gaan in op de aspecten van een gezonde ontwikkeling (9.1) en de wijze waarop kinderen dit kunnen leren (9.2). In paragraaf 9.3 geven wij een overzicht van mogelijkheden om hierin samen op te trekken. Hierbij betrekken we ook de tussenschoolse opvang, omdat het gezamenlijk eten tussen de middag zich uitstekend leent voor gezondheidsopvoeding. Aan het einde van dit hoofdstuk geven we enkele voorbeelden van gezamen-lijke aandacht voor gezondheid, met name vanuit de sport (9.4).

9.1 Gezonde ontwikkeling

Ouders, leerkrachten en pedagogisch medewerkers kunnen kinde-ren van jongs af aan stimuleren om gezond te eten en regelmatig te bewegen. Ook de zorg voor eigen lichaam en kennis over gezondheid zijn belangrijke onderwerpen voor de opvoeding in scholen en buiten-schoolse opvang. Bij dit onderwerp geldt het gezegde: jong geleerd, oud gedaan.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 131 6-1-2010 14:15:57

Page 133: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

132

Beweging genoeg!SamiraenKeshiazijndikkevriendinnenenzittenallebeiingroep5.Samiragaatopmaandag,dinsdag,donderdagenvrijdagnaardebso.OpvrijdaggaatzeooknognaardeVerlengdeSchooldag.Keshiakomtopmaandag,dinsdag, woensdag en donderdag naar de bso. Het zijn allebei actieve,vrolijkemeisjesdiegraagtoneelstukjesopvoeren,dansen,zingenenbuitenspelen.’s Middags rond een uur of 14.00 zijn Samira en Keshia buiten aan hetspelenmethunklas.Zerennen,gillenenklimmenopelkaarsrug.Naeenhalfuurgaanzeterugnaardeklasvooreentaaltoets.Alsomdrieuurdebelgaat,lopenzesamennaardebsoinhetzelfdegebouw.Omhalfvierishetbijdebsoaltijdtijdomwattedrinkenenfruitteeten.Zemogenkiezenuitappels,mandarijnen,sinaasappelsenbananen.Zesmullenerallebeigoedvan.Als iedereen klaar ismet fruit eten, kunnen zenog kiezen voor eencrackerofrijstwafel.Nahetetenmoetenallekinderenverplichteenhalfuurbuitenspelen.Zespelenweeropdezelfdespeelplaatsalsdievandeschool.Demeidenrennenengillenweernetzohardalsdatzeopschooldeden.Debsoheeftookallerleiattributenwaarzemeemogenspelen: skeelers,touwvoortouwtjespringen,eenvoetbal.Nahetverplichtehalfuurtjebuitenspelen,spelenSamiraenKeshianogevendoor.Alshetkoudwordt,gaanzenaarbinnen.Ookbinnenspelenzeactiefverder.Samenmetnogeenaantalanderemeisjesgaanzedansen,zingeneneentoneelstukjeopvoeren.AlsdevadervanKeshiahaarkomtophalen,vindtzehetnogveelteleukomnaarhuistegaan.Haarvadermoetdaaromnogevenwachtenenmeekijkennaarhettoneelstuk.Alshettoneelstukafgelopenis,gaatKeshiamethaarvadermeenaarhuis.Samiragaatsamenmettweeanderemeisjestwisterspelen.Zemoetzichingekkebochtenwringen,datvaltnognietmee!

Voeding Gezonde voeding geeft energie. Voor het verstrekken van gezond eten met voldoende variatie wordt vaak gebruik gemaakt van de Schijf van Vijf van het voedingscentrum. De vijf vakken geven de variatie en de hoeveelheid aan. Verder is het belangrijk dat kinderen zo weinig moge-lijk frisdrank drinken, maar liever water, vruchtensap en melkproduc-ten. Hiermee wordt de basis gelegd voor een gezonde voeding. De Schijf van Vijf geeft ook vijf belangrijke leefregels aan. Deze houden in: eet gevarieerd, eet niet te veel, beweeg genoeg, gebruik minder ver-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 132 6-1-2010 14:15:57

Page 134: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

133

zadigd vet, eet volop groente, fruit en brood en ga veilig met voedsel om. De richtlijnen van het voedingscentrum kunnen thuis, op school en bij de opvang gevolgd worden.

BewegingVoldoende beweging is belangrijk voor de lichamelijke conditie van kin-deren, maar ook voor de totale ontwikkeling. De basis voor een goede motoriek wordt al gelegd in de eerste zes maanden. Door veel en ge-varieerd te bewegen, wordt een kind sterk en leert hij zijn lichaam te beheersen. Bewegen is ook belangrijk bij het leren van taal en rekenen. Kinderen leren begrippen als onder, boven, over, achter, lang, kort, links en rechts door dit zelf te ervaren via beweging. Bewegingsspelletjes leiden ook tot sociale contacten. Kinderen die ac-tief (buiten) spelen zijn beter toegerust om gezond en evenwichtig op te groeien. Zij hebben relatief minder kans op ongevallen en herstellen sneller als ze ziek zijn. Al met al lopen zij minder gezondheidsrisico’s.

Voor kinderen en jongeren is een beweegnorm opgesteld. Deze norm geeft de streefrichting aan voor het sport- en beweeggedrag van de jeugd. Naast dat het belangrijk is om te weten hoeveel beweging nodig is, is ook de wijze van bewegen belangrijk. Daarom bestaat de beweegnorm uit twee onderdelen, een kwantitatieve component (hoe-veel bewegen) en een kwalitatieve component (wijze van bewegen). De Nederlandse norm Gezond Bewegen voor de jeugd is: dagelijks een uur matig intensieve lichamelijke activiteit, waarbij de activiteiten mini-maal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie ). Thuis, op school en bij de opvang kan deze beweegnorm als leidraad dienen. De meeste schoolkinderen zullen overigens meer willen bewegen dan een uur per dag.

Bewegen kan binnen in de gymzaal of sportzaal maar buiten is er meer ruimte, vooral op speelplaatsen, schoolpleinen, sportvelden en in par-ken. Buiten kunnen kinderen klimmen, rennen, fietsen, voetballen en nog veel meer en de frisse lucht geeft hun energie. Buiten spelen zorgt ook voor veel leermomenten voor kinderen. Ze komen in aanraking met verschillende materialen en weersomstandigheden. Zo merken ze dat je hard kunt vallen op tegels, maar dat dit al minder pijn doet als je in het

6047 binnenwerk 2e druk.indd 133 6-1-2010 14:15:57

Page 135: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

134

zand valt. Ook leren ze dat je vies wordt van het zand als het regent en hoe warm de zon aanvoelt. Buiten spelen lokt uit tot experimenteren. Het aanlokkelijke van buiten spelen is dat er ook andere regels gelden dan binnen. Buiten mag je wel rennen, schreeuwen en lawaai maken. Helaas is vooral in de grote stad het vrije buiten spelen steeds minder mogelijk door onvoldoende en onveilige speelplekken.

OvergewichtDe laatste jaren ontwikkelen steeds meer kinderen in Nederland over-gewicht, soms zelf in ernstige mate. De kinderen hebben hier zelf veel last van, zowel in lichamelijk als in sociaal opzicht. Dikke kinderen zijn motorisch onhandiger, krijgen (later) meer ziektes en worden meer ge-pest. Overgewicht op kinderleeftijd kan zich makkelijk doorzetten naar overgewicht op volwassen leeftijd.Overgewicht komt bijna altijd door ongezonde voeding en te weinig be-weging. Hiervoor zijn veel oorzaken aan te wijzen: • meer gebruik van de computer en computerspelletjes;• meer televisie en dvd’s kijken;• minder ruimte voor speelplaatsen door bebouwing of onveilige

buurt;• buitenspeelplaatsen minder toegankelijk voor kinderen wegens ge-

parkeerde auto’s;• kinderen die zonder ontbijt op school komen;• ouders die geen tijd hebben om te koken;• onvoldoende gymlessen op school;• kinderen worden gebracht met de auto in plaats van met de fiets;• te weinig aanbod van sportactiviteiten;• te veel toegang tot frisdrankautomaten, snoepautomaten of fast

food.

9.2 Gezondheidsopvoeding

Kinderen kunnen al jong leren om goed met hun eigen lichaam om te gaan. Hieraan zitten verschillende aspecten vast.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 134 6-1-2010 14:15:57

Page 136: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

135

Gezondheidsopvoeding:• persoonlijkehygiëne;• omgaanmetwonden;• inschattenvanrisico’s;• luisterennaarjelichaam;• rustenslaap;• kennisovergezondeleefstijl;• goedevoorbeeld.

• Bij persoonlijke hygiëne hoort bijvoorbeeld twee keer per dag tan-denpoetsen na het eten en handen wassen na toiletbezoek en voor het eten. De meeste van deze activiteiten gebeuren thuis. Maar ook bij de school en de opvang kan aandacht aan persoonlijke hygiëne gegeven worden. Dan wordt dit een gewoonte voor kinderen en zul-len ze het overal doen.

• Kinderen hebben veel baat bij kennis over omgang met wonden. Zo-als bijvoorbeeld je hand snel onder de koude kraan houden als je je gebrand hebt, het plakken van een pleister of het schoonmaken van een wondje.

• Een derde onderdeel van gezondheidsopvoeding is het inschatten van risico’s. Wanneer kun je hard vallen en wanneer is dit niet zo pijnlijk, wat is op het klimrek te hoog om nog veilig terug te kunnen? Kinderen moeten gevaarlijke situaties leren zien en dat lukt alleen via eigen ervaringen en aanwijzingen van volwassenen. Kinderen moeten zelf ervaren waar hun grenzen liggen. Daarom is het belang-rijk dat bij niet alle mogelijke kleine gevaren bordjes met ‘verboden’ staan. Ook risico’s in het verkeer moet een kind kennen. Belangrijk hierbij is dat kinderen onder begeleiding oefenen met oversteken en fietsen en dan steeds meer zelfstandig mogen doen. Hier kunnen school en buitenschoolse opvang samen aan bijdragen. Vaak wordt in de bovenbouw een fietsexamen afgelegd. Maar ook voor de jon-gere kinderen is het interessant om hier al mee te oefenen.

• Het leren luisteren naar je eigen lichaam is ook een belangrijk as-pect van gezondheidsopvoeding. Heeft het kind geen dorst op het moment dat iedereen wat te drinken krijgt, dan kun je het kind vra-gen om zelf aan te geven als hij wat wil drinken. Bij het gezamenlijke eten tussen de middag kan het hongergevoel of juist het verzadigde gevoel een gespreksonderwerp zijn. Zo worden kinderen zich bewust

6047 binnenwerk 2e druk.indd 135 6-1-2010 14:15:57

Page 137: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

136

van deze signalen van hun lichaam. Hetzelfde geldt voor het aange-ven van vermoeidheid, en warm of koud aanvoelen.

• Kinderen moeten op den duur ook zelf zorg dragen voor hun ontspan-ning, rust en voldoende slaap. Hier kan de buitenschoolse opvang op inspringen door het creëren van rustige hoekjes of het plaatsen van banken. Het kind heeft zo de mogelijkheid om zich even terug te trek-ken.

• Kennis over een gezonde leefstijl is ook een belangrijk onderdeel. Hierbij kunnen allerlei onderwerpen aan bod komen zoals voeding, beweging en ziektes. School en opvang kunnen hier prima in samen-werken. School kan bijvoorbeeld vooral de voorlichtingskant op zich nemen. De school geeft dan bijvoorbeeld lessen in gezonde leefstijl door bijvoorbeeld te vertellen wat gezonde voeding is en waarvoor je het doet. De buitenschoolse opvang geeft de kinderen vers fruit en kan dan een groepje kinderen gezond laten koken.

• Goed voorbeeld doet goed volgen. Als de volwassenen in de omge-ving van het kind het verkeerde voorbeeld geven, gaan kinderen dit nadoen. De leerkracht en pedagogisch medewerker eten ook fruit en drinken ook geen cola. Bij bewegen doen ze actief mee met spelletjes of de gymles en laten zien dat bewegen leuk is en voor jong en oud. Sporten kan voor de volwassenen gestimuleerd worden door bijvoor-beeld een fietsplan, sporten met korting of gezamenlijk deelnemen aan sportieve evenementen.

9.3 Samenwerken aan gezondheid

Basisscholen,de tussenschoolse en buitenschoolse opvang kunnen hun krachten bundelen voor een betere gezonde ontwikkeling van kinderen. Veel zaken spreken eigenlijk voor zichzelf. In deze paragraaf worden en-kele mogelijkheden aangegeven. Het komt erop neer dat de organisaties samen zorgen voor de juiste voorwaarden en afspraken maken over de bevordering van gezondheid. Zij kunnen ook samen optrekken richting voorlichting en betrokkenheid van de ouders. Daarbij is de GGD een belangrijke partner.

VoedingKinderen moeten ’s ochtends goed gegeten hebben voor ze met de les-sen beginnen. In overleg met de ouders is het te overwegen om in de

6047 binnenwerk 2e druk.indd 136 6-1-2010 14:15:57

Page 138: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

137

voorschoolse opvang ontbijt te verstrekken of de korte pauze eerder te laten plaatsvinden zodat kinderen wat in hun maag hebben. Ook is het belangrijk dat er afspraken gemaakt worden over traktaties op school en bij de opvang. Hierbij gaat het vooral over het soort traktaties. Als laatste is het belangrijk dat kinderen op school en bij de opvang geen toegang hebben tot ongezonde voeding. Daarom moeten er geen snoep- of frisdrankautomaten zijn. Het is belangrijk dat ouders weten welke afspraken er op school gelden en waarom. Want als ouders wel snoep en frisdrank meegeven aan de kinderen, is het effect weg. Ouders kunnen voorgelicht worden over een gezonde lunch en tussendoortjes en over verantwoorde traktaties.

Bewegen en sportenBasisscholen, de tussenschoolse en de buitenschoolse opvang bieden alle drie gelegenheid tot bewegen. Ze gebruiken daarvoor onder andere de speelplaats van de school. Belangrijk is dat deze speelplaatsen veilig en uitdagend zijn en niet vol staan met fietsen. De organisaties kunnen de speelplaats samen met de kinderen inrichten en samen investeren in uitdagende spelmaterialen (voor alle leeftijden, voor jongens en voor meisjes). De meeste kinderen bewegen graag en veel, maar als hiervoor de mogelijkheden niet zijn, zullen ze eerder achter de computer krui-pen.Een basisregel zou kunnen zijn dat school, tussenschoolse opvang en buitenschoolse opvang er samen voor zorgen dat de beweegnorm voor elk kind gehaald wordt. Als kinderen bijvoorbeeld op school die dag geen gymles hebben gehad, kan de tussenschoolse of buitenschoolse opvang een extra bewegingsactiviteit inlassen. Kinderen moeten ook betrokken worden bij de keuze van de sportactiviteiten waarbij het goed is een mix te maken van bekende sporten en kennismaking met nieuwe sporten. Ook is het belangrijk om ouders voor te lichten over het belang van sport en beweging en de beweegnorm.

Samenwerking met sportclubsScholen en buitenschoolse opvang kunnen samenwerken met de buurt- en sportclubs. Er zijn steeds meer sportverenigingen die naschoolse op-vang gaan aanbieden. De samenwerking leidt ertoe dat kinderen veel in beweging zijn. Voor de kinderen vanaf een jaar of acht blijft de bui-tenschoolse opvang daardoor ook aantrekkelijk door de verbinding met sportclubs en meer sportactiviteiten. Sommige scholen bijvoorbeeld in

6047 binnenwerk 2e druk.indd 137 6-1-2010 14:15:57

Page 139: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

138

Rotterdam starten zelf met een schoolsportvereniging, omdat er geen verenigingen in de buurt zijn waarmee samengewerkt kan worden.

Persoonlijke verzorgingMet betrekking tot de persoonlijke verzorging moeten kinderen de mo-gelijkheid hebben om na het eten de tanden te poetsen. Belangrijk is dat zowel op school als bij de verschillende partners dezelfde hygiëneregels gelden. Hierbij kan gedacht worden aan regels zoals voor het eten en na toiletgebruik handen wassen, hand voor de mond als je moet niezen en niet praten als je eten in je mond hebt. Kinderen leren hygiëneregels het beste als ze overal hetzelfde zijn, zodat het een gewoonte wordt. Bij het opstellen van dergelijke regels moeten ook ouders betrokken zijn. Het raakt namelijk dicht aan de opvoedingsnormen van ouders.

9.4 Voorbeelden van nieuw beleid

Er zijn enkele interessante initiatieven waarbij aandacht besteed wordt aan de gezonde ontwikkeling van kinderen. Deze ontwikkelingen zijn vooral op scholen of vooral op buitenschoolse opvang gericht. Deze or-ganisaties zouden de initiatieven echter heel goed aan elkaar kunnen verbinden. We noemen er een paar.

Gezonde schoolOp landelijk niveau hebben de ministeries van VWS en OCW gekozen voor een samenhangende aanpak via De Gezonde School. Hiervoor wer-ken negen landelijke voorlichtingsinstituten samen.De Gezonde School helpt scholen om structureel aan de slag te gaan met voeding, beweging en veiligheid. Hierbij zijn drie punten belangrijk.

1. Werken aan gezond gedrag is een onderdeel van het schoolplan Het gaat om lespakketten maar ook over het opnemen van gezond-

heid in het schoolbeleid. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Ge-zonde School Model. Dit model zorgt voor een stap voor stap invoe-ring van gezondheid in het schoolplan.

2. Collectieve preventie en individuele zorg Collectieve preventie is de eerste stap in de samenwerking voor ge-

zondheid. Daarom wordt aan de basisschool gevraagd om aandacht voor gezondheid.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 138 6-1-2010 14:15:57

Page 140: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

139

3. Lokale samenwerking De school staat niet alleen in het verbeteren van de gezondheid, hier-

bij is een integrale aanpak nodig. Veel lokale en regionale organisa-ties zijn actief bezig met gezondheid. De Gezonde School zorgt voor de structurele samenwerking tussen de verschillende aanbieders.

Sportieve schoolDe sportieve school wil de sportparticipatie van kinderen vergroten. Er zijn ook brede scholen die zich profileren als sportieve brede school. De sportieve school bestaat uit twee onderdelen: sportkennismakingsles-sen tijdens de gymles en introductietrainingen bij plaatselijke sportver-enigingen.Voor de lessen tijdens de gymles ontvangt de leerkracht een lespakket. Dit pakket bestaat uit acht takken van sport, in totaal zijn dit 24 lessen. Daarnaast ontvangen scholen ook materialen om de gymlessen leuker te maken. Voor leerkrachten heeft het pakket van de sportieve school een bijkomend voordeel. Het zorgt voor een tijdsbesparing voor de leer-kracht bij de voorbereiding en uitvoering van de gymlessen. In het project Sportief Nablijven wordt een structureel sport- en bewee-gaanbod voor jongeren gecreëerd. In samenwerking met de scholen, sportverenigingen en eventuele andere partners worden sportactivitei-ten georganiseerd, die direct aansluiten op de schooldag. Deze activitei-ten vinden zo veel mogelijk op of dicht bij school en in de buurt plaats en worden georganiseerd voor verschillende leeftijdscategorieën.

Sport en buitenschoolse opvangHet ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in 2005 de nota Tijd voor Sport (2006-2010) opgesteld. Deze nota heeft een ver-volg gekregen in een sportprogramma met de naam Samen voor Sport, Bewegen, Meedoen, Presteren. Het doel van dit programma is te zorgen voor een sportieve samenleving. Hiermee wordt bedoeld dat sportieve waarden centraal staan en sport als een dragend element wordt gezien in de samenleving. Voor een goede uitvoering van deze nota is het be-langrijk dat verschillende partners samenwerken. Hierbij is ook een rol weggelegd voor de buitenschoolse opvang.Buitenschoolse opvang en sport kunnen elkaar veel bieden. Een samen-werkingsinitiatief met een sportvereniging kan buitenschoolse opvang voor kinderen aantrekkelijker maken. Uitgangspunt bij de samenwer-king tussen buitenschoolse opvang en sportorganisaties is dat de sa-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 139 6-1-2010 14:15:57

Page 141: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

140

menwerking bijdraagt aan de gezondheid van kinderen, maar ook aan (sociale) vaardigheden. Sport is vaak in teamverband. Hierdoor leren kinderen om samen te spelen en samen te werken. Tevens komt er ook (sportieve) competitie bij kijken. Kinderen leren dat je kunt winnen en verliezen, en dat winnen inspanning kost.Het is belangrijk dat er pedagogisch opgeleide sportinstructeurs worden aangesteld, die niet alleen op de hoogte zijn van sport, maar ook van de kinderlijke ontwikkeling. In samenwerking met het ministerie van OCW gaat het ministerie van VWS de komende jaren combinatiefuncties mo-gelijk maken. Deze banen zijn voor professionals die deels werkzaam zijn in de sport en deels in het onderwijs of bij de buitenschoolse op-vang.

Bso in de sportdependanceIn Nijmegen bestaat het project ‘Nijmegen SportZ’. Dit project heeft alsdoel ombuitenschoolseopvang te realiseren in enbij clubgebouwenvansportverenigingen. Hiervoor is een samenwerkingsverband ingesteld vanverschillendesportclubs(turnclub,basketbalclub,hockeyclub,atletiekclub).Uiteindelijkishetdebedoelingdatzestienverschillendeverenigingenzullenmeewerkenaanhetverzorgenvansportactiviteiten.Gedurende vier jaar zullen er in Nijmegen verspreid over de stad negensportdependances gecreëerd worden. In 2007 is gestart met drie depen-dances, die alle vlak bij basisscholen liggen. Deze dependances biedengedurende één à twee dagen per week buitenschoolse opvang aan voordriehonderdkinderenvanaf6 jaar.Alshetconceptaanslaat, zullen indetoekomstmeerdagenperweekwordenaangeboden.Oudersschrijvenhunkinderenapartinvoordeze‘sport-bso’.Hetprogrammaisgestructureerd:na binnenkomst en iets eten en drinken, verdelen de kinderen zich overdrieactiviteitenblokken.Daarinblijvenzesportentotongeveer18.00uur.Deactiviteitenblokkendurenzeswekenendekinderenschrijvenzichvantevorenhiervoorin.Debegeleidingvandekinderenenjongerenvindtplaatsdoor pedagogisch medewerkers, ervaren sportleerkrachten en studentenvansportopleidingen.NaastditaanbodiserookanderebuitenschoolseopvanginNijmegenvoorkinderendienog te jong zijn,meerdagenopvangnodighebbenofmeerkeuzewilleninwatzijgaandoeninhunvrijetijd.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 140 6-1-2010 14:15:57

Page 142: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

141

BOS-impulsDe samenleving investeert in de gezondheid van jonge kinderen. Daar-om is de Nederlandse overheid in 2004 gestart met de BOS-impuls, een stimuleringsmaatregel die tot 2011 doorloopt. Organisaties die actief zijn in de driehoek ‘Buurt, Onderwijs en Sport’ konden via de gemeenten aanvragen indienen voor BOS-projecten. Veel scholen en kinderopvang-organisaties zijn in staat gesteld om hun activiteiten op het gebied van sport, bewegen en voeding onder en na schooltijd uit te breiden.Veel verschillende soorten organisaties werken mee aan de BOS-impuls. Naast sportverenigingen zijn ook loopgroepen betrokken en commerci-ele aanbieders zoals fitnesscentra en squashhallen. Op buurtniveau zijn dit bijvoorbeeld jongerencentra, welzijnswerkinstellingen, wijkvereni-gingen en jeugdorganisaties. Een voorbeeld van een BOS-project is een school in Groningen. Deze school is ontstaan door de samenvoeging van een sporthal, een zwembad, twee basisscholen, een thuiszorgorganisa-tie, een welzijnsorganisatie en een bibliotheek. De verschillende organi-saties stemmen hun activiteiten optimaal op elkaar af door zorgvuldig te overleggen. Kinderen kunnen hierdoor na schooltijd direct door naar de buitenschoolse opvang of voor de verlengde schooldag naar de sport-hal.

Jeugd en voedselDiverse ministeries werken momenteel aan een programma dat Jeugd en voedsel wordt genoemd. Bestaande programma’s over voeding zullen hierin een plaats krijgen. Een voorbeeld van zo’n bestaand programma is het programma Schoolgruiten. Dit programma richt zich op het eten van groenten en fruit op school. Onderdeel van dit programma is dat door de kinderen en leerkrachten minstens twee vaste dagen per week groenten en fruit gegeten worden. Daarnaast is er ook ruimte voor voor-lichting door middel van lesmateriaal, video’s en posters. Het lespakket is voor de kinderen van groep 5 t/m groep 8. Voor de jongere kinderen zijn er andere materialen. Doel van het programma Jeugd en voedsel is om kinderen op een leuke en leerzame manier stil te laten staan bij wat ze eten, hoe voeding kan bijdragen aan je gezondheid en wat daar nog meer achter zit. In 2012 moet een kwart van alle jongeren tussen de vier en zestien jaar op 3.000 basisscholen bereikt zijn.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 141 6-1-2010 14:15:58

Page 143: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

142

Ten slotte

Voor een gezonde leefstijl is gewoontevorming erg belangrijk. Hoe meer afstemming op dit terrein tussen school, tussenschoolse opvang, buiten-schoolse opvang en ouders, hoe sterker het effect. Wat kan de lezer met de informatie uit dit hoofdstuk? Wij geven u en uw partners enkele vragen om met elkaar te bespreken.

Hoekuntuzorgenvoorafstemmingovereengezondeleefstijl,gezondevoedingenvoldoendebeweging?

Bijwelkebeleidsinitiatievenrondgezondevoedingenleefstijlenvoldoendebe-wegingkuntuaansluiten?

Metwelkeexterne instellingenkuntu samenwerken rondgezondevoedingenvoldoendebeweging?

Hoebetrektudeoudersbijvoorlichtingenbijdetotstandkomingenbewakingvanderegels?

Hoezorgtuvoorvoldoendegeschiktebinnen-enbuitenruimtesvoorsportenenbewegen?

6047 binnenwerk 2e druk.indd 142 6-1-2010 14:15:58

Page 144: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

6047 binnenwerk 2e druk.indd 143 6-1-2010 14:15:58

Page 145: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

Dagarrangementactiviteit:handenarbeidopDeBoog

6047 binnenwerk 2e druk.indd 144 6-1-2010 14:15:59

Page 146: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

145

10 Schooltijden en biologisch ritme

De instelling van dagarrangementen geeft basisscholen de mogelijkheid om met een frisse blik naar de schooldag van kinderen te kijken. Eén van de vragen daarbij is of verandering in de huidige schooltijden gewenst is. Hoe programmeer je een evenwichtige schooldag met afwisseling tussen inspanning en ontspanning en afwisseling tussen leren en crea-tief bezig zijn? In dit hoofdstuk gaan we in op de argumenten die pleiten voor een andere inrichting van de schooldag en op de alternatieven voor de huidige schooltijden.

We kijken eerst naar onze huidige schooltijden en vergelijken ze met gewoonten in enkele andere landen (10.1). Vervolgens gaan we in op het biologische ritme van kinderen en de invloed daarvan op het leren (10.2). In het derde deel behandelen we de bioritmeschool en het con-tinurooster. Hierin staat ook een voorbeeld (10.3). In het laatste deel van dit hoofdstuk bespreken we de voor- en nadelen van deze modellen vanuit verschillende perspectieven (10.4). We eindigen met een oproep tot experimenten en maatschappelijke discussie over schooltijden.

10.1 Schooltijden

De schooltijden zijn in Nederland voor het eerst wettelijk vastgelegd in 1806. In de loop van de tijd zijn er regelmatig wijzigingen aangebracht. Het onderscheid in het aantal verplichte uren voor kleuters en school-kinderen vanaf 6 jaar dateert bijvoorbeeld van 1974.

Schooltijden betreffen:• de begin- en eindtijden per dag;• het aantal uren per dag lestijd;• de indeling van de week;• de lengte van de vakantieperiodes.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 145 6-1-2010 14:16:00

Page 147: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

146

Vanaf het schooljaar 2006-2007 kunnen basisscholen zelf hun week en uren indelen. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) stelt daarbij de volgende eisen:• een minimum van 3.520 onderwijsuren voor onderbouwleerlingen

(groep 1 t/m 4): dat is gemiddeld 880 uur per jaar;• een minimum van 3.760 onderwijsuren voor bovenbouwleerlingen

(groep 5 t/m 8): dat is gemiddeld 940 uur per jaar;• een vijfdaagse schoolweek (groep 3 t/m 8); voor groep 1 en 2 is dit

niet verplicht.Basisscholen hebben dus veel beleidsvrijheid: ze kunnen zelf bepalen hoe ze het vereiste aantal uren over de schooljaren verdelen. Ook de dagindeling is zelf in te vullen. De vrije woensdagmiddag is niet wet-telijk vereist maar een gewoonte. Scholen kunnen ook meer onderwijsu-ren aanbieden. De ouders van de school moeten allemaal geraadpleegd zijn bij vaststelling of wijziging van de urenindeling, en de medezeggen-schapsraad moet ermee instemmen. De school moet tevens de indeling in de schoolgids vermelden.

Andere landenEr zijn drie soorten roosters in de West-Europese landen (Tijd voor de ba-sisschool. Factsheet, SCP-bewerking van gegevens op www.Eurydice.org):• Mediterraan rooster: een ochtend- en middagprogramma met een

lunchpauze van 1½ à 2 uur. Dit is het geval in Frankrijk, Spanje, Por-tugal, Luxemburg en België. De school eindigt tussen 16.oo en 17.00 uur, afhankelijk van de begintijd en de leeftijd van het kind.

• Angelsaksisch rooster: een ochtend- en middagprogramma met een lunchpauze van 1 uur à 5 kwartier. De school eindigt tussen 15.15 en 15.30 uur. Landen met dit rooster zijn: Nederland, Ierland, Engeland en Schotland.

• Scandinavisch rooster: een programma tot 14.00 uur met een korte lunchpauze van 20 minuten à een half uur. Voor jongere kinderen eindigt het programma om 12 .00 uur en is er geen verplichte lunch-pauze. Dit is het geval in Denemarken en Noorwegen. Zweden heeft een iets langere lunchpauze. Finland heeft voor de oudere kinderen ook wel programma’s tot 16.00 uur.

De overige landen hebben afwijkende roosters: alleen ’s ochtends les-sen, alternerend ’s ochtends en ’s middags lessen, of scholen met ver-schillende roosters naar keuze.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 146 6-1-2010 14:16:01

Page 148: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

147

10.2 Biologisch ritme

Kinderen hebben pieken en dalen in hun schooldag. Er zijn schomme-lingen in het attentieniveau, de concentratie en de geheugenfunctie. De oorzaak hiervan is het biologisch ritme. Het biologisch ritme schommelt gedurende de dag en deze schommelingen beïnvloeden de alertheid. De mens functioneert op vaste uren van de dag op zijn toppunt en op ande-re momenten is hij juist minder alert. Bekend voorbeeld van dit laatste is de middagdip tussen 12.00 en 14.00 uur. Die middagdip heeft niets met het eten te maken, maar alles met een genetisch bepaalde behoefte aan rust. Een ander gegeven vanuit het biologisch ritme is dat ieder mens tijd no-dig heeft om op gang te komen na een periode van rust. De periodes van maximale alertheid zijn tussen 10.00-12.00 uur en 14.30-16.30 uur. Verreweg het belangrijkste is dat wij iedere 24 uur een lange periode achtereen moeten slapen om de rest van de dag goed te kunnen functi-oneren. Schoolkinderen hebben gemiddeld negen uur slaap achtereen nodig.Tot slot is het ook van belang om te weten dat het opslaan van kennis in het geheugen vaak in de periodes van rust plaatsvindt.

Hoe werkt het biologisch ritme?Het biologisch ritme is een 24 uursritme waarin bepaalde hormonen en fysiologische kenmerken in het menselijke lichaam volgens een re-gelmatig patroon schommelingen vertonen. Het 24 uursritme is aan-geboren en bestaat niet alleen bij mensen maar ook bij dieren. Het is een overlevingsmechanisme dat ervoor zorgt dat wij voldoende rust ne-men. De schommelingen in het biologische ritme worden aangestuurd door de biologische klok, die in de hersenen zetelt. De biologische klok waarschuwt ons op regelmatige tijden dat we rust moeten nemen. Bij veranderingen in het waak-slaappatroon duurt het enige dagen voordat de biologische klok zich heeft aangepast. Daardoor hebben wij last van vermoeidheid of slecht inslapen bij veranderingen in het 24 uursritme, zoals bij het instellen van de zomertijd.Verlichting Daglicht stuurt via de biologische klok de alertheid, slaap-waakritme, lichaamstemperatuur en hartritme aan. Het biologische ritme kan met daglicht vanuit de ramen of op daglicht gelijkende verlichting onder-steund worden. Daarmee wordt nu op kantoren geëxperimenteerd. Het

6047 binnenwerk 2e druk.indd 147 6-1-2010 14:16:01

Page 149: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

148

komt erop neer dat in de opstartperiodes warm licht en in de werkpe-riodes wit licht wordt gebruikt. Specialisten kunnen hierin adviseren (www.solg.nl).

NachtrustDe twee R’s – rust en regelmaat – komen bij het biologisch ritme weer om de hoek kijken. De positieve invloed van voldoende slaap en het aan-houden van regelmatige bedtijden op leerprestaties en welbevinden is in wetenschappelijk onderzoek aangetoond. Kinderen raken uit hun ritme door op wisselende uren naar bed te gaan en op te staan.

Invloed op schoolprestatiesKinderen kunnen minder goed weerstand bieden aan de schommelingen van het biologisch ritme dan volwassenen. En dat geldt volgens weten-schappelijk onderzoek vooral voor kinderen met minder intelligentie. Kinderen die in de puberteit komen, hebben nog een extra probleem: hun slaappatroon ’s nachts verandert. Voor de puberteit is de slaap heel diep. In de puberteit wordt de slaap lichter. Daardoor kunnen kinderen die net in de puberteit zijn minder goed inslapen en komen ze ’s och-tends moeilijk uit hun bed. Deze kennis raakt bekender in Nederland en dat is de reden dat sommige scholen – en met name scholen in achter-standswijken – zich afvragen of zij hun schooltijden zullen veranderen zodat ze maximaal gebruik kunnen maken van de alerte periodes.

Voldoende tijd voor kennisoverdracht staat bovenaanLesgeven op de optimale leertijden kan de leerprestaties van kinderen verbeteren. Er zijn echter factoren die meer invloed hebben op de leer-prestaties. De stijl van lesgeven, de tijd die de leerkracht aan de kennis-overdracht besteedt en de inhoud en opbouw van de lessen zelf zijn vele malen belangrijker voor betere leerprestaties dan rekening houden met biologisch ritme. Als de school te weinig tijd aan lesgeven kan besteden omdat zij dat uitsluitend nog doen in de optimale leertijden, dan raken zij van de regen in de drup. Rekening houden met biologisch ritme komt boven op andere maatregelen om leerprestaties te verbeteren.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 148 6-1-2010 14:16:01

Page 150: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

149

Belangrijkste lessen uit het biologische ritme:• voldoendenachtrustopregelmatigetijden;• middagdiptussen12.00en14.00uur;• gelegenheidgevenomopgangtekomennahetslapenennademid-

dagdip;• extraaandachtvoorhetopgangkomen’sochtendsbijkinderenvanaf10

jaar;• extraaandachtvoorhetopslaanvankennisinhetgeheugen.

Wat kunnen scholen doen?• Schuivenmetlessen;• Schuivenmetlestijdenenpauzetijden;• Verlichtingaanpassen;• Adviezennachtrust.

10.3 Een andere inrichting van de schooldag

Lange pauze en later uitEnkeleschooldirecteurenenleerkrachteninRotterdamgevenhunmeningovereenlangepauzetussendemiddageneenlatereeindtijdvandelessen,ineenkleinonderzoekvanJanaHazen.Zijhebbennetvoorlichtinggekregenoverdewerkingvanhetbiologischritme.Directeur1vindteenlangeremiddagpauzeeenheelgoedezaak,maardeorganisatiedaarvankanniettotdetakenvandeschoolbehoren: je moet kijken naar een systeem waarbij de leerkrachten voor het ene deel zorgen en een groep andere mensen voor het andere deel van de schooldag en dat moet in elkaar schuiven. Directeur2vindteenlangepauzeonbespreekbaarvanwegedeorganisatiediedatmetzichmeebrengt,maaralshetvoordelenvoordekinderenheeft: dan kun je als school geen struisvogel zijn door je kop in het zand te steken en net te doen alsof je dat niet weet. Het minste wat je kunt doen is je gaan verdiepen in die nieuwe signalen.Schooldirec-teur3voorzietproblemenmetderestvandedagindeling: want hoe moet het dan met de sportclubs? Dit kun je niet op schoolniveau alleen bekijken.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 149 6-1-2010 14:16:01

Page 151: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

150

➦Zesleerkrachtenzeggendatzeakkoordzullengaanmeteenlangeremiddag-pauzealsdeonderzoeksresultatenovertuigendzijnenkindereninderdaadbeterlerenopanderetijden.Eenleerkrachtmerktop:maar de concentratie bij de leerlingen na 15.00 uur is echt laag, dan moet je niet meer aankomen met een dictee of een nieuw rekenonderwerp aankaarten. Dit spreekt de onderzoeken over biologisch ritme dus tegen.

(Bron:Zoalshetklokjethuistikt(2007) in:Hoi Mam hoe was jouw dag,bachelor-

these.)

De huidige schooltijden voorzien op vier weekdagen in twee onderwijs-blokken met een lunchpauze van vijf kwartier voor ontspanning. Op woensdag is er één onderwijsblok en voor sommige kinderen van de onderbouw geldt ook op de vrijdag één onderwijsblok. De creatieve en sportieve vakken (handvaardigheid, gymnastiek, muziek) worden in de twee onderwijsblokken gegeven. Dit schema geldt voor de meeste basis-scholen in Nederland.

Er zijn twee wijzigingen denkbaar in dit schooltijdenpatroon: 1. Twee onderwijsblokken met daartussen de ontspanning, de creatieve

en sportieve vakken. Dit patroon duidt men vaak aan als scholen met verlengde middagpauze. Het zouden ook bioritmescholen genoemd kunnen worden.

2. Een aaneengesloten onderwijsblok met korte pauzes; creatieve, sportieve vakken en ontspanning ’s middags. Dit patroon wordt vaak continurooster genoemd.

1. BioritmeschoolIn Frankrijk is een groep bioritmescholen ontstaan die hun lestijden heb-ben aangepast aan de inzichten over het biologische ritme van kinderen. Franse scholen hebben als traditie al een lange pauze tussen de middag van twee uur. De discussie daar spitst zich toe op het al dan niet opheffen van de vrije woensdag, omdat die het regelmatige slaappatroon ’s nachts verstoort. Kinderen gaan daardoor in Frankrijk op dinsdagavond te laat naar bed en kunnen donderdag hun ritme moeilijker terugvinden.In Nederland zijn er ook basisscholen die met aanpassingen aan het biologisch ritme experimenteren.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 150 6-1-2010 14:16:01

Page 152: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

151

Lessen, lestijden en pauzetijdenBioritmescholen in Nederland zijn vooral bezig met:• inhoudelijk onderwijs geven in piekuren voor leer- en geheugenta-

ken: tussen 10.00 en 12.00 uur en tussen 14.30 en 16.30 uur; • creatieve en sportieve activiteiten in de daluren tussen 12.00 en 14.30

uur; • de verplichte creatieve en sportieve vakken combineren met het bre-

deschoolaanbod;• voldoende tijd voor lunch, ontspanning en rust tussen 12.00 en 13.15

uur. • gelegenheid geven tot opstarten tussen 8.30 en 10.00 uur en tussen

14.00 en 15 .00 uur;• tijd van speelkwartier vervroegen tot 9.30 uur.

Aantal dagenEen belangrijke beslissing is het aantal dagen per week waarvoor de nieuwe tijden gelden. Vanuit het biologische ritme gedacht zou je het programma zo veel mogelijk hetzelfde moeten houden. Maar de vrije woensdagmiddag is ingeburgerd en op de vrijdagmiddag wil men ook graag eerder stoppen vanwege het begin van het weekend. De school uit het voorbeeld hieronder kiest vanwege deze redenen voor drie dagen per week. De vrije woensdagmiddag blijft gehandhaafd en de vrijdag be-houdt (voorlopig?) ook zijn oude tijden.

Voor welke kinderenVoor de definitieve bepaling van de tijden moet de bioritmeschool be-slissen of het tussen-de-middagprogramma voor alle kinderen is of vrij-willig kan worden bijgewoond. Hiervan is afhankelijk of de verplichte creatieve en sportieve vakken (de gymles, handvaardigheid of muziek-les) op een vaste tijd worden gegeven of geïntegreerd worden in het to-tale tussen-de-middagprogramma. In dat geval beginnen de leervakken in de klas om 14.30 uur. Indien het tussen-de-middagprogramma fa-cultatief is, dan begint de school voor alle kinderen om 14.00 uur, zodat alle kinderen wel de creatieve en sportieve vakken kunnen volgen. De bioritmeschool hieronder beschreven, kiest voor een aanbod aan alle kinderen. Zij zien dit programma als een belangrijke uitbreiding van de leertijd voor risicokinderen in hun wijk.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 151 6-1-2010 14:16:01

Page 153: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

152

Bioritmeschool in GoudaDe Oosterweide in Gouda heeft zijn schoolprogramma aangepast aan detijdenwaaropkinderenhetbesteleren.Ookiseropdeschoolveelaandachtvoorhetmakenvandeovergangenvanontspanningnaar inspanning.Debasisschoolheefthetlesprogrammaendetussen-de-middagactiviteitentotéénsamenhangendgeheelgemaakt.Erzijnenkeleextraruimtesbeschik-baar voor sameneten endeactiviteiten.Activiteitengebeurenook in deklassen.

TijdenDeschoolisopmaandag,dinsdagendonderdagopentussen8.30uuren16.30uur.Detaal-,reken-enwereldoriëntatielessenzijntussen8.30en12uurentussen14.30en16.30uur.Hetspeelkwartierisvervroegdnaar9.30uur.Tussen8.30en9.30uurentussen14.15en14.30zijnerrustigeacti-viteitenindeklas,zodatdekinderentijdkrijgenomoptestarten.Deschoolleterookopdat’smiddagseenkorteherhalingvaneenochtendlesplaats-vindt.Hierdoorisermeerkansdatdezekennis’snachtsinhetgeheugenvandekinderenwordtopgeslagen.Demiddagpauze–tsogenoemd–duurt2¼uur.Indezetijdetenenspelendekinderenopschoolenophetschoolplein.Tevensdoenzijverschillendeactiviteiten,zoalsmuziek,gym,taalverrijking,socialevaardigheidstraining,uitstapjes,Arabischeles,zwemlesenyoga.Opvrijdagisdeschoolom15.30uuruitenopwoensdagom12.00uur.Delestijdisopvierdagen5½uurperdagenopwoensdag3½uur.

VerplichtHet tussen-de-middagprogramma is voor alle kinderen vanaf groep 3verplicht. Het programma en ook het samen eten is belangrijk voor dekinderen.Hierdooriserinfeitesprakevanverlengingvanleertijd.Oudershebbenhiertegengeenenkelbezwaar.Dekleuterskunnentussendemiddagnaar huis gaan. De keuze wordt aan de ouders overgelaten. In de prak-tijkgaanslechts tweekleuters tussendemiddag (12.00-14.15uur)naar huis.

De buitenschoolse opvang Dekinderenvandezeschoolgaannietnaardebuitenschoolseopvang.Ditligtaanhetfeitdatveeloudersindezebuurtnietwerkenenookisbuiten-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 152 6-1-2010 14:16:01

Page 154: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

153

➦schoolseopvangmindernodigomdatdeschoolopdriedagenperweekpasom16.30uuruitgaat.

TSO-medewerkersDetussenschoolseopvangendeactiviteitenwordenuitgevoerddoorpeda-gogischmedewerkersvandebuitenschoolseopvang,onderwijsassistenten,vrijwilligers,vakkrachtenenmoeders:detso-medewerkers.Er iseentso-coördinator. Leerkrachten en tso-medewerkers zorgen voor geleidelijkeovergangenvanschoolnaartsoenomgekeerd.Eénvandetso-medewer-kerskomtongeveertienminutenvoordeaanvangvandemiddagpauzeindeklasenneemtdangeleidelijkaandegroepvandeleerkrachtover.

De mening van leerkrachtenNieuweleerkrachtenwordenaangenomenmetdenieuweschooltijdenalsuitgangspunt. De andere leerkrachten moeten omschakelen van de oudenaardenieuwe tijden.Naeenwenperiode vanongeveer een jaar komenvooraldepositieveervaringennaarvoren.Leerkrachtenervaren taakver-lichting,vindendetijdenprettigerenzienbijkinderenpositievereacties.

1. Taakverlichting De leerkracht kan zich meer concentreren op de kennisoverdracht en

basisvaardigheden, nu de tso sport en creativiteit op zich neemt. Deleerkrachthoeftmindermetkinderenopstap tegaanenhoudtmeertijdover indeklas.Het rustigbeginnenviadekringof zelf eenboeklezenisheelplezierig.Deleerkrachtkandietijdengebruikenvoorhetvoorbereidenvanklassenfeestenofgesprekkenoverbelangrijkegebeur-tenissen.

2. Duidelijke tijden De leerkrachten kunnen nu alle vergaderingen, voorbereidingen en

nakijkwerktussendemiddagdoen.Om16.30uurisdeschoolookvoordeleerkrachtenechtuitengaanzijgelijktijdignaarhuis.

3. Positieve reacties bij de kinderen Kinderenwetenprecieswanneerzehardmoetenwerken,namelijkvanaf

10.00uurenvanaf14.30uur.Zewetendaterookgenoegtijdisvoorleukedingen.Eenvroegspeelkwartierisindezewijkookeenvoordeel,

6047 binnenwerk 2e druk.indd 153 6-1-2010 14:16:01

Page 155: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

154

➦omdatveelkinderen’sochtendsweiniggegetenhebben.Zehoevendannietzolangtewachtenvoordatzewatkunnenetenendrinken.

Debekostiging iseenbelangrijkprobleem.Dekostenvanzo’nuitgebreidtussen-de-middagprogrammaoverstijgendeinkomsten.Deoudersbetalenweleenbijdragevoorhetoverblijven,maarnietvoordeactiviteiten.Datzouooknietkunnen,wantzezijneenwezenlijkonderdeelvanhetschool-programma.Hetbetekentechterdatdeschooldesubsidiesbijelkaarmoetsprokkelen.Ditisopdenduurgeenwerkbaresituatie.

2. Continurooster Deze scholen hebben een groot onderwijsblok vanaf 8.30 uur tot onge-veer 14.00 uur, onderbroken door twee pauzes: het speelkwartier (15 minuten) en de lunchpauze (30 minuten). Tijdens de lunchpauze blijven alle kinderen op school. Vanaf ongeveer 14.00 uur begint de vrije tijd. Daarin kunnen kinderen kiezen uit buitenschoolse opvang en activitei-ten en/of huiswerkbegeleiding. Kinderen kunnen vanaf 14.00 uur ook naar huis gaan als hun ouders dat goed vinden. Scholen kunnen kiezen of ze dit continurooster drie, vier of vijf dagen per week invoeren. Van-wege de regelmaat en om een voldoende aantal onderwijsuren te ha-len, kunnen de schooltijden vijf dagen per week hetzelfde zijn. De vrije woensdagmiddag wordt dan opgegeven. Als de vrije woensdagmiddag gehandhaafd blijft, zal de eindtijd op de andere dagen iets opschuiven, zodat toch het vereiste aantal onderwijsuren wordt gegeven.

10.4 Voor- en nadelen van de verschillende modellen

Veranderingen geven niet alleen maar voordelen. Een verandering in schooltijden is ingrijpend voor het leven van ouders, kinderen, leer-krachten en personeel in de buitenschoolse opvang. Wij beschrijven de voor- en nadelen van het continurooster en de bioritmescholen vanuit onderwijs-, opvang-, ouder- en organisatieperspectief.

1. BioritmescholenVanuit het perspectief van onderwijs zijn de aanpassingen veelbelovend omdat er beter wordt aangesloten op de piek- en daluren voor leren.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 154 6-1-2010 14:16:01

Page 156: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

155

Hoeveel invloed dit heeft, weten wij niet. Buitenlands onderzoek waar-schuwt dat we de invloed van het biologische ritme niet moeten over-schatten. De didactische stijl van de leerkracht is bijvoorbeeld belang-rijker dan aansluiting op biologisch ritme voor goede leerresultaten. Uit buitenlands onderzoek leren wij ook dat aansluiten bij het biologisch ritme vooral van belang is voor moeilijk lerende kinderen. Kinderen met veel intelligentie kunnen de middagdip gemakkelijker overwinnen. Er is dringend behoefte aan Nederlands wetenschappelijk onderzoek om na te gaan of leerresultaten van kinderen verbeteren.

Voor de ouders zijn de gevolgen afhankelijk van de beslissing of de lange middagpauze voor alle kinderen op school plaatsvindt of alleen voor de kinderen van werkende en studerende ouders. Deze beslissing heeft in-vloed op het programma en de tijden van de tussen-de-middagpauze. Als alle kinderen het tussen-de-middagprogramma volgen, moeten alle ouders ermee instemmen dat hun kinderen pas om 16.30 uur thuisko-men. Indien het tussen-de-middagprogramma beperkt wordt tot kin-deren van werkende ouders, dan hebben de overige ouders hun kinde-ren tussen 12.00 en 14.00 uur thuis. Nader onderzoek, experimenten en maatschappelijke discussie moeten uitwijzen hoe dit uitwerkt op het dagelijkse leefpatroon in gezinnen.

Vanuit het opvangperspectief zijn er voordelen van een indeling in twee onderwijsblokken. De buitenschoolse opvang verzorgt dan samen met de vakkrachten van de basisschool en het aanbod vanuit de brede school een programma tussen 12.00 en 14.30 uur voor de kinderen. Er is ruim de tijd voor een lunch, buitenspel en georganiseerde activiteiten. Na af-loop van de middaglessen start de buitenschoolse opvang weer om 16.30 uur met rustige activiteiten en vrij spelen. De overheid zou de opvang tussen 12.00 en 14.00 uur onder de Wet kinderopvang moeten laten val-len, omdat werkende/studerende ouders anders geen fiscale tegemoet-koming kunnen krijgen. Niet werkende ouders die hun kinderen toch hetzelfde programma willen laten volgen, moeten dan veel kosten ma-ken omdat zij geen tegemoetkoming kunnen krijgen.

De organisatie verandert en dat heeft voor- en nadelen. Leerkrachten hebben tussen de middag tijd voor vergaderen en voorbereiden en zijn om 16.30 uur ook echt vrij. Velen ervaren dat als een voordeel. Indien alle kinderen in de tussen-de-middagpauze op school blijven,

6047 binnenwerk 2e druk.indd 155 6-1-2010 14:16:01

Page 157: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

156

betekent dat een flinke organisatie en een belangrijke kostenpost voor scholen en buitenschoolse opvang/ brede school. Voor de financiering hiervan moet een structurele oplossing bedacht worden. De werktijden voor personeel van de buitenschoolse opvang zijn on-gunstig, want gebroken in twee periodes. Dit kan alleen opgelost wor-den als de pedagogisch medewerkers tussen 14.00 en 16.30 uur taken in de school kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld als klassen- of onderwijs- assistent.

2. Scholen met continuroosterVanuit het perspectief van onderwijs heeft een continurooster inhou-delijke nadelen. We maken in dit schooltijdenpatroon namelijk geen gebruik van de optimale leertijd in de middagperiode. Het biologische ritme volgend is die tijd tussen 14.30 en 17.00 uur.Vanuit het opvangperspectief is deze situatie prettig en overzichtelijk. De buitenschoolse opvang gaat elke dag vanaf 14.00 uur aan het werk en kan zo regelmatige werktijden bieden aan het personeel. Veel profes-sionals in de kinderopvang zijn voorstander van scholen met een conti-nurooster.Voor ouders geldt hetzelfde voordeel van overzichtelijkheid. Zij kun-nen hun werkzaamheden op het eerste deel van de dag concentreren en hoeven geen regelingen te treffen voor de thuiskomst van hun kinderen tussen de middag. Vanaf 14.00 uur zijn zij thuis of maken ze gebruik van buitenschoolse opvang. Hoe kinderen tegenover dit schema staan, weten wij niet uit onderzoek, maar vanuit scholen die met dit schema werken komen geen negatieve berichten. Vanuit organisatieperspectief zijn er nadelen. Vooral de organisatie van de lunch is niet eenvoudig. Het gaat om:• beschikbare ruimte;• pauze voor leerkrachten;• kosten voor de ouders.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 156 6-1-2010 14:16:01

Page 158: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

157

Nadelen continurooster vanuit organisatieperspectief

RuimteVoorditsysteemhebjeéénofmeerschoolkantinesnodig.Hetluncheninde eigen klas is mogelijk maar minder wenselijk. Kinderen kunnen beterontspannenineenandereruimte.Intussenkunnenklassenlokalengeluchtwordenendeleerkrachteneenlunchpauzenemen.Voorhetopruimenvanderommelvaneenlunchindeklasisbovendiennauwelijkstijd.

Pauze van de leerkrachtEr zijnmensennodig voorde lunchpauzebegeleiding.De leerkrachtheeftnet zoals de kinderen lunchpauze nodig om bij te tanken. Ook voor dekinderenkanhetprettigzijnomevenmetanderevolwassenenteverkeren.Ditkunnenbijvoorbeelddepedagogischmedewerkerszijndieookvoorhetmiddagprogrammazorgen,zonodigsamenmetvrijwilligers.

KostenVoor dit systeem heb je bekostiging uit de begroting van de basisschoolen/of vanhet dagarrangementnodig.Volgenshet overheidsbeleid liggendekostenvoorhetoverblijvenophetbordjevandeouders.Dekostenvooreenkortelunchpauzezullennieterghoogzijn,maarzijnweleenbezwaaraangezienhetomeenverplichteaanwezigheidvanallekinderengaat,enouders dus verplicht worden tot betalen. Er zal een oplossing gevondenmoetenwordenindebegrotingvandebasisschoolofvandeorganisatiesdiehetdagarrangementverzorgen:debuitenschoolseopvang,hetkinder-werk. Eventueel via een vaste jaarlijkse bijdrage van alle ouders in hetschoolfonds.

Ten slotte

Wat kan de lezer met dit hoofdstuk over een andere inrichting van de schooldag? Wij geven u en uw partners een paar vragen om met elkaar te bespreken:

6047 binnenwerk 2e druk.indd 157 6-1-2010 14:16:01

Page 159: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

158

Heeftuargumentenvaninhoudelijkeaard(bijvoorbeeldindeaansluitingophetbiologischeritmevankinderenofbehoefteaanextraleertijd)omdeinrichtingvandeschooldagteveranderen?

Heeftuargumentenvanpraktischeaard(bijvoorbeelddevereenvoudigingvandeorganisatievandeopvangendebuitenschoolseactiviteiten)omdeinrichtingvandeschooldagteveranderen?

Hoegaatukinderen,ouders,leerkrachtenenpedagogischmedewerkersbetrek-kenbijdediscussieovereenandereinrichtingvandeschooldag?

6047 binnenwerk 2e druk.indd 158 6-1-2010 14:16:01

Page 160: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

6047 binnenwerk 2e druk.indd 159 6-1-2010 14:16:01

Page 161: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

160

Ten slotte

Het boek is dikker geworden dan we van tevoren hadden verwacht. Pe-dagogisch-didactische samenhang blijkt op veel manieren mogelijk te zijn. Wij beseffen dat de hier gepresenteerde mogelijkheden voor velen nog toekomstmuziek zijn. Scholen en buitenschoolse opvang zijn hun sa-menwerking nog maar net begonnen. Eerst komen de organisatorische perikelen. Vervolgens moet men de meest noodzakelijke dingen regelen, zoals het bewaken van de emotionele veiligheid van de schoolkinderen. En er is ook tijd nodig om elkaar en elkaars tradities te leren kennen.

Pas dan komt het denken over de doorgaande lijn op gang: samenhang tussen het werk van school en buitenschoolse opvang aanbrengen met als doel om meer kwaliteit voor kinderen te bereiken. Wij zien daarin vijf accenten: 1. Pedagogische samenhang, resulterend in een pedagogisch doorgaan-

de lijn;2. Educatieve samenhang, resulterend in een doorgaande leerlijn;3. Samenwerken voor zorgkinderen, resulterend in een doorgaande

zorglijn of één zorgstructuur;4. Samenwerken aan gezonde ontwikkeling, op het gebied van sport,

bewegen en voeding;5. Samenwerken aan een afwisselende schooldag, resulterend in her-

schikking van tijden en programma.

Bij het vormgeven van deze mogelijkheden is achtergrondkennis nodig over ontwikkeling, vrijetijdsbeleving en biologisch ritme van kinderen (hoofdstuk 4 en 10). Ontwikkelingen in landen als Engeland en Zweden kunnen ons tot voorbeeld zijn of juist behoeden voor fouten (hoofdstuk 3). Ook moeten de mogelijkheden en beperkingen van de betrokken werksoorten in beeld zijn (hoofdstuk 1).

Velen hebben het gevoel dat openstelling van de school voor de hele dag een trendbreuk betekent. Er zijn verschillende visies over wat kinderen

6047 binnenwerk 2e druk.indd 160 6-1-2010 14:16:01

Page 162: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

161

nodig hebben en discussies lopen soms hoog op. In hoofdstuk 2 van dit boek staan vijf dilemma’s met achtergrondinformatie, die in teams be-sproken kunnen worden:1. Is buitenschoolse opvang vrije tijd of ondersteuning van het onder-

wijs?2. Moeten basisschool en buitenschoolse opvang hetzelfde pedagogisch

klimaat hebben of juist niet?3. Moet er een scheiding blijven tussen buitenschoolse opvang voor

kinderen van werkende ouders en buitenschoolse cursussen voor an-dere kinderen? Of wordt het één aanbod voor alle kinderen?

4. Wie bepaalt de inhoud van het programma van de buitenschoolse tijd: school of buitenschoolse opvang?

5. Wat zijn de gevolgen van het openstellen van scholen tot 18.30 uur voor kinderen en gezinnen? Is dat goed voor kinderen?

De inhoudelijke afstemming tussen school en buitenschoolse opvang is niet alleen een taak van coördinatoren en medewerkers in combifunc-ties. Zij moeten zich gesteund weten door de directies van scholen en buitenschoolse opvang. Een nieuwe koers om samen structureel een doorgaande lijn in te voeren, is een zaak voor alle betrokken medewer-kers. En ouders hebben een belangrijke stem.

Er zijn verschillende motieven om aan een doorgaande lijn te werken: 1. Efficiency: taken verdelen levert taakverlichting op.2. Completer beeld van het kind: men krijgt ervaring met het kind in

verschillende situaties en kan daar de eigen aanpak op bijstellen.3. Gemeenschappelijk uitstraling naar ouders.

Scholen en buitenschoolse opvang hebben beide het belang van kinde-ren voorop staan. Dat belang wijst de weg naar de juiste keuzes in de samenwerking.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 161 6-1-2010 14:16:01

Page 163: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

162

Literatuur

Bakker, K. & Oenen, S. van (2007). Vernieuwing van de pedagogische infrastructuur. In: Lieshout, P.A.H. van,Meij, M.S.S.van der & Pree, J.C.I. de (red.), Bouwstenen voor betrokken jeugdbeleid, pp. 183-199. Den Haag: WRR.

De auteurs geven een historische schets van de brede school als on-derwijsvernieuwing tot als instrument voor arbeidsmarktbeleid. Men gaat in op de discussie over de pedagogische opdracht buiten gezins- en schoolverband en hoe dit kan leiden tot een samenhangend con-cept voor een sociaal-pedagogische infrastructuur.

Balledux, M. (2001). Werken aan welbevinden. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Een boek met observatielijsten om het welbevinden van individuele kinderen en het functioneren van de groep als geheel te volgen.

Balledux, M., Schreuder, E.T. & Laukon, B. (2005). Biologisch ritme en schoolprogramma. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.

Een literatuurstudie waarin onderzoek uit Frankrijk en Amerika is samengevat.

Te downloaden via www.nji.nl.Berkel, Jeanne van (2007). Combinatiefuncties realiseren. Een overzicht

van de mogelijkheden en aandachtspunten. Gouda: JSO. Te downloaden via www.jso.nl. Een update van ontwikkelingen in combifuncties in de kinderopvang,

welzijn, basisschool en sport.Boland, P. & Simmonds, A. (1996). Latchkey Children: are they prepa-

red for Self-care? Report, presented on Seminar 702, U.S. Depart-ment of Education.

Een onderzoek in Amerika naar sleutelkinderen, kinderen die na schooltijd alleen thuisblijven.

Boogaard, M., Fukkink, R. & Felix, C. (2008). Chillen, skaten, gamen. Opvattingen over kwalitatief goede buitenschoolse opvang in Ne-derland. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 162 6-1-2010 14:16:01

Page 164: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

163

Een onderzoeksrapport op basis van interviews met ouders, kinde-ren, pedagogisch medewerkers en deskundigen. Conclusie is onder andere dat de buitenschoolse opvang zich (beter) moet profileren op haar sterke punten: bieden van vrij spel en activiteiten op niet-cog-nitieve gebieden, begeleiding van sociale vaardigheden en nadruk op beweging en buitenspel.

Boom, D. van den (1999). Ouders op de voorgrond. Een educatieve lijn voor 0-18 jaar. Utrecht: Sardes.

Een boek met een overzicht van de ontwikkelingstaken van kinderen naar hun leeftijdsfase. Gevolgd door aanwijzingen voor de begelei-ding in deze leeftijdsfase.

Commissie Dagarrangementen (2001). Deelonderzoek: Samenwerken aan steun, toezicht en stimulans, het pedagogisch klimaat bij dagar-rangementen voor schoolkinderen. Utrecht/Den Haag.

Een studie in opdracht van de Commissie Dagarrangementen naar de mogelijkheden om in de school en de buitenschoolse opvang een gezamenlijk pedagogisch klimaat te bereiken.

Te downloaden van www.nji.nl.Commissie Dagarrangementen (2002). Advies van de Commissie

dagarrangementen. Den Haag: Commissie Dagarrangementen. Advies aan de rijksoverheid om opvang, onderwijs en vrijetijdsvoor-

zieningen voor kinderen te clusteren. Cummings, C., Dyson, A., e.a. (2007). Evaluation of the full service ex-

tended schools initiative: final report. Manchester/Newcastle: Uni-versity of Manchester/ University of Newcastle.

Dit is het eindrapport van het driejarige evaluatieonderzoek dat in opdracht van de Engelse overheid is gedaan naar de resultaten en knelpunten bij de brede school.

Department for Children, Schools and Families (2007). Extended schools. Building on experience. Londen: Department for schools and families.

In dit document geeft het ministerie van Kinderen, School en Ge-zin een update over de ontwikkeling van de extended schools (brede scholen) met een aantal casestudies van situaties waar de diensten effectief zijn gebleken.

Engelen, R. van (2007). Grip op de groep. Baarn: Bekadidact. Een boek over het groepsfunctioneren van schoolkinderen, met aan-

dacht voor de kenmerken van positieve en negatieve groepen. Kinde-ren en volwassenen voelen zich prettig in positieve groepen. Negatie-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 163 6-1-2010 14:16:01

Page 165: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

164

ve groepen hebben onder andere pestgedrag, slecht samenwerken en ordeproblemen tot gevolg. In het boek staan tips voor leerkrachten en pedagogisch medewerkers over het creëren van positieve groepen.

Gemeente Rotterdam (2007). Maatwerk op school; meer leertijd voor kinderen! Rotterdam.

In deze notitie staat het plan beschreven van de gemeente Rotterdam om Rotterdamse leerlingen meer ontplooiingskansen te geven door meer leertijd.

Gilsing, R. (2007). Liefst zoals thuis, ouders en kinderen over buiten-schoolse opvang. Den Haag: SCP.

Een onderzoek onder 34 ouders en 29 kinderen naar hun opvattin-gen over buitenschoolse opvang. Belangrijkste conclusie is dat uitbe-steding van de zorg voor eigen kinderen aan buitenschoolse opvang geen vanzelfsprekende zaak is in Nederland. De buitenschoolse op-vang heeft volgens dit onderzoek een imagoprobleem onder ouders die er geen gebruik van maken.

Greef, E. de, Verdonck, D. & Gils, J. van (2003). De provincie in hurk-zit, naar een provinciaal beleid m.b.t. de vrije tijd in de provincie Vlaams-Brabant. Gent: Onderzoekscentrum Kind en Samenleving.

Een advies met wetenschappelijke onderbouwing over een goed vrijetijdsbeleid voor kinderen in de schoolleeftijd vanuit de provin-cie. Vrije tijd van kinderen wordt onderscheiden in kindgestuurde en door volwassenen gestuurde vrije tijd.

Grinten, M. van der & Studulski F. (red.) (2007). Zicht op de brede school 2006-2007. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Een bundel artikelen op basis van de lezingen en workshopbijdragen in het 4e jaarcongres Brede school. Met uiteenlopende onderwer-pen.

Hazen, J., Faber, S. & Toorn, J. van den (2007). Hoi mam, hoe was jouw dag, drie onderzoeken naar de vormgeving van de buitenschoolse opvang in Nederland. Utrecht: Universiteit van Utrecht.

Bachelorthese onder begeleiding van Vincent Duindam. Een litera-tuurstudie en drie praktijkonderzoeken naar respectievelijk de voor- en nadelen van een lange middagpauze, de verdeling van vrij spel en georganiseerde activiteiten voor 8-10-jarige kinderen in de buiten-schoolse opvang en de emotionele veiligheid van de kleuters in de buitenschoolse opvang.

Hermanns, J. (2007). De toekomst van het kinderwerk. Presentatie op de Jantje Beton Kinderwerkersdag in Ede.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 164 6-1-2010 14:16:01

Page 166: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

165

Een pleidooi dat het kinderwerk moet gaan zoeken naar een nieuwe plek in de voorzieningenstructuur en zich misschien niet meer alleen op kinderen met een achterstand moet richten.

Te downloaden van www.jantjebeton.nl.Hochschild Russell, A. (1997). The time bind, when work becomes home

and home becomes work. New York: Henry Holt and Company. Een sociologische studie over de balans tussen werk en gezin, op ba-

sis van interviews en observaties bij werknemers in een groot bedrijf, gedurende drie jaar. Haar conclusie is dat ouders hun gezin voorop willen stellen, maar dat het steeds minder lukt om daaraan ook vol-doende tijd te besteden. Zij legt de mechanismen bloot die hieraan ten grondslag liggen.

Hochschild Russell, A. (2003). The commercialization of intimate life, notes from home and work. Berkeley/Los Angeles: University of Ca-lifornia press.

Een aantal essays over trends in ‘love’ en ‘care’ in gezinnen, in re-latie tot werk en globalisatie. Haar conclusie is onder andere dat er een tekort aan op emotionele banden gebaseerde zorg voor kinderen ontstaat. Deze zorg kan gedeeltelijk worden opgevangen door geïn-stitutionaliseerde zorg.

Hoex, J.A.M. (2005). Pedagogische kwaliteit op orde, een ordeningsin-strument voor het opstellen of bijwerken van pedagogische beleid. Utrecht: NIZW.

De vier pedagogische doelen van de kinderopvang zijn horizontaal in een matrix gezet tegenover vijf manieren (middelen) om aan deze doelen te werken in de verticale rij. Per vakje kan een school of een organisatie voor buitenschoolse opvang aangeven of en hoe zij de aangegeven middelen gebruiken.

Hoex, J.A.M. & Kunsteler, F. (2008). Tis knap lastig, omgaan met las-tig gedrag in de buitenschoolse opvang. Amsterdam: Balans/ Ne-derlands Jeugdinstituut/ Uitgeverij SWP.

Een boek voor pedagogisch medewerkers in de buitenschoolse op-vang over de begeleiding van kinderen met lastig gedrag. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gewoon en speciaal lastig gedrag. Speciaal lastig gedrag komt voort uit een stoornis.

Howes, C., Olenick, M. & Der Kiureghian, T. (1987). After-school child care in an elementary school: Social Development and Continuity and Complementarity of Programs. The elementary school journal, Vol. 88, nr. 1. University of Chicago.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 165 6-1-2010 14:16:01

Page 167: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

166

Een vergelijking tussen het gedrag van kinderen (5 - 6½ jaar) in een schools ochtendprogramma en een naschools vrijetijdsprogramma op dezelfde school.

Langen, A. van, & Hulsen, M. (2001). Schooltijden in het basisonderwijs: feiten en fictie. Nijmegen: ITS, Katholieke Universiteit Nijmegen.

Resultaten van een onderzoek in opdracht van het ministerie van OCW. De aanleiding was dat sommige scholen een vierdaagse school-week wilden invoeren. De onderzoeksvragen betreffende de relatie tussen lesrooster, schoolprestaties en schoolkwaliteit.

Larner, M.B., Zippiroli, R.N. & Behrman, R.E. (1999). When school is out: analysis and Recommendations. The future of Children, Volume 9, Nr 2.

Het onderzoek naar naschoolse programma’s in Amerika eindigt met een pleidooi voor een landelijk kader, een duidelijk imago, een duidelijke opdracht aan de pedagogisch medewerkers en voldoende financiën. Anders zullen kinderen snel afhaken en alleen thuiszitten terwijl ze daar eigenlijk nog te jong voor zijn. Ook het gebrek aan geschikte ruimtes wordt beschreven.

Ligthart, J. (1924). In Zweden. Groningen/Den Haag: J.B. Wolters. In Zweden is een van de mooiste boeken van Ligthart, waarin hij ver-

telt over zijn reis naar en verblijf in Zweden waar hij op uitnodiging van schoolbesturen voordrachten geeft over zijn visie op het onder-wijs en zijn onderwijspraktijk in Nederland.

Martin Korpi, B. (2007). The politics of pre-school – intentions and de-cisions underlying the emergence and growth of the Swedish pre-school. Stockholm: Ministry of Education and Research.

Dit rapport geeft een overzicht van de politieke factoren en beslis-singen die ten grondslag liggen aan de groei van de kinderopvang in Zweden. De focus ligt op de opvang van kinderen van 1 tot 6 jaar.

Meij, H. & E.T. Schreuder (2007). Welkom in de groep, Groepsindeling en opendeurenbeleid in kinderdagverblijven en buitenschoolse op-vang. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Een handboek over het indelen van groepen en het uitvoeren van een opendeurenbeleid op pedagogische grondslag.

Meire, J. & Vleugels, I. (2005). Literatuuronderzoek vervoersautono-mie van kinderen. Meise: Onderzoekscentrum Jeugd en Samenle-ving, Langzaam Verkeer, het Limburgs Universitair Centrum en de Provinciale Hogeschool Limburg.

De verminderde zelfstandige mobiliteit van kinderen wordt veroor-zaakt door verkeersonveiligheid, een sociaal veiligheidsgevoel en

6047 binnenwerk 2e druk.indd 166 6-1-2010 14:16:01

Page 168: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

167

door het feit dat vrijetijdsbesteding steeds meer in gestructureerd verband plaatsvindt (op school, bso of in clubs).

Ministerie van OCW (2007). Meer kansen voor vrouwen, Emancipatie-beleid 2008-2011. Den Haag: Ministerie van OCW.

Beleidsnota met onder andere cijfers over het aantal werkende ou-ders.

Nationale Speelraad (2003). Uitdaging en veiligheid, Dilemma’s bij het spelen. Utrecht: Nationale Speelraad.

Over de noodzaak van spel en de afweging tussen vrij laten, uitdagin-gen en veiligheid creëren. In dit boekje zitten een aantal dilemma’s die een team kan bespreken ten behoeve van het speelbeleid.

Nije Bijvank, N. (2006).Sportieve basis voor de brede school. Benne-kom: Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen.

De brochure gaat over wat er nodig is om sport en bewegen succesvol en structureel te organiseren in de brede basisschool.

Oberon & Sardes (2007). Handboek brede school. Utrecht: Oberon/Sar-des.

Het handboek geeft aanwijzingen voor het proces om een brede school van de grond te krijgen: van visie ontwikkelen tot partners zoeken, van accommodaties inrichten tot beheer en personeelsbeleid.

Oenen, S. van & Wardekker, W. (2001). De breedte van het nieuwe le-ren: over identiteitsontwikkeling en ervaringsaanbod. In: De school en het echte leven. Leren binnen en buiten de school (pp. 17-37). Utrecht/Amsterdam: NIZW/Uitgeverij SWP.

De school en het echte leven is een bundel met artikelen van verschil-lende deskundigen over leren in verband met de bredeschoolontwik-keling. De vraag hoe binnen- en buitenschools leren te verbinden en te stimuleren staat centraal.

Oenen, S. van, Bakker, P. & Valkestijn, M. (2005). Jeugdactiviteiten in de brede school. Werkboek voor kwaliteitsontwikkeling: doelen, metho-diek, evaluatie. Utrecht/Amsterdam: NIZW Jeugd/ Uitgeverij SWP.

Dit werkboek geeft een instrumentarium om gezamenlijk activitei-ten te plannen, doelen te formuleren en te evalueren. Pedagogisch uitgangspunt is een gezamenlijk streven naar meer levensecht leren, uitgewerkt in enkele globale doelen.

Oenen, S. van & Studulski, F. (2005).De pedagogische dialoog: wer-ken aan een pedagogische visie van de brede school. Utrecht: NIZW Jeugd/ Sardes.

Deze notitie gaat over waarom de pedagogische visie in de brede

6047 binnenwerk 2e druk.indd 167 6-1-2010 14:16:01

Page 169: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

168

school een interessante vraag is, wat de inhoudelijke achtergronden ervan zijn en hoe brede scholen een pedagogische visie kunnen ont-wikkelen. Te downloaden van www.nji.nl/bredeschool.

Ooms, I., Eggink, E. & Gameren, E. van (2007). Moeders, werk en kin-deropvang in model. Den Haag: SCP.

Het rapport geeft – op basis van gegevens uit 2004 – inzicht in de keu-zes van ouders ten aanzien van werken en kinderopvang. Deze keuzes hangen samen met het (te verdienen) uurloon, maar eveneens belang-rijk zijn opvattingen van de sociale omgeving over kinderopvang.

Oostrik, H., Ruigrok, J., Spee, I. & Vroonhoven, W. van (2004). Zo zijn onze manieren. Een visie op het ontwikkelen van een etiquette voor normen en waarden in de school. ’s-Hertogenbosch: KPC Groep.

Een beschouwing over bewustwording van waarden en het doorwer-ken daarvan in de omgang met elkaar. Voor het voortgezet onderwijs geschreven.

Paashuis, M. (2007). Gezondheidsopvoeding. Arnhem: Landelijk Peda-gogenplatform Kinderopvang.

Een notitie met uitgangspunten voor het opvoeden tot een gezonde leefstijl in de buitenschoolse opvang.

Te downloaden van www.pedagogenplatform.nl.Paulussen-Hoogeboom, M.C. & Gemmeke M. (2007). Basisgegevens

kinderopvang. Amsterdam: Regioplan beleidsonderzoek. In opdracht van het ministerie van OCW onderzocht het bureau hoe-

veel locaties en kindplaatsen kinderopvang er in Nederland zijn per 1 januari 2007. Hierbij is een vergelijking gemaakt met de situatie in 2004 en 2006.

Pirard, F., Ruelens, L. & Nicaise, I. (2004). Naar een brede school in Vlaanderen? Leuven: Katholieke Universiteit Leuven/ HIVA.

Een onderzoek in opdracht van de Cel Cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap. Het betreft een goed gedocumenteerde brede studie naar de mogelijkheden van de brede school op basis van ervaringen in andere landen, waaronder voor de Nederlandse ervaring een grote plek is ingeruimd. Het rapport eindigt met een globaal concept voor de brede school in Vlaanderen.

Riksen-Walraven, M. (2000). Tijd voor kwaliteit in de kinderopvang. Amsterdam: Vossiuspers AUP.

In deze oratie ontvouwt professor Riksen-Walraven een pedagogisch programma voor de kinderopvang. Hierin staan de vier pedagogische doelen beschreven die later in de Wet kinderopvang zijn opgenomen.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 168 6-1-2010 14:16:01

Page 170: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

169

Schreuder, E.T. (2006). Rechten van kinderen in de BSO; een overzicht van de pedagogische uitgangspunten in de BSO.

Een document waarin beschreven is wat kinderen in hun buiten-schoolse opvang in ieder geval moeten aantreffen. Te downloaden van www.pedagogenplatform.nl

Schreuder, E.T., Valkestijn, M. & Hajer, F. (2005). Dagarrangemen-ten in de brede school. Een samenhangend aanbod van onderwijs, opvang en vrije tijd. Utrecht/Amsterdam: NIZW Jeugd/ Uitgeverij SWP.

Beschrijving en analyse van dagarrangementen op vijf locaties in verschillende delen van het land. De focus ligt op de organisatie van het geheel.

SCP (2006). Tijd voor de basisschool. Factsheet. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Een aantal feiten over brede school, biologisch ritme, schooltijden en overblijven in Nederland en in andere landen.

Skolverlet (2006). Educational Inspection 2004. Summary of Inspec-tion Results. Stockholm: Fritzes Kundservice.

Een samenvatting van de resultaten van de inspectie van scholen in Zweden.

Spek, M. van der & Noyon, R. (1993). Uitgeknikkerd, opgehoepeld, een onderzoek naar de bewegingsvrijheid van kinderen op straat. Am-sterdam: Regioplan.

De conclusie uit dit onderzoek is dat kinderen minder bewegingsvrij-heid hebben op straat vanwege de onveiligheid vanwege het autover-keer en de plaats die geparkeerde auto’s in de straat innemen. Ook speelt een rol dat er meer alternatieve speelgelegenheid is: binnen spelen thuis is even populair als buiten spelen vanwege het speel-goed, de computer en de tv. Clubjes, naschoolse opvang en brede-schoolactiviteiten geven ook mogelijkheden om kinderen te ontmoe-ten. Buiten spelen fungeert dus minder als uitlaatklep voor gebrek aan speel- en ontmoetingsmogelijkheden elders.

Studulski, F., e.a. (2005). Quick-scan dagarrangementen in zeven lan-den. Utrecht: Sardes.

De quickscan die door middel van een literatuurstudie is uitgevoerd gaat over Zweden, Denemarken, Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Oostenrijk, België en Canada.

Swedish Institute (2004). Fact Sheets on Sweden. Childcare in Sweden. Stockholm: Swedish Institute.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 169 6-1-2010 14:16:01

Page 171: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

170

Factsheet met informatie over opvang in Zweden.Taskforce Bestrijding Wachtlijsten Buitenschoolse Opvang (2007).

Groeistuipen! Utrecht: Buitenhek Management en Consult BV. De Taskforce laat zien dat vanaf 2006 het aantal gebruikers van bui-

tenschoolse opvang snel toeneemt, waardoor wachtlijsten zijn ont-staan. De Taskforce stelt een aantal maatregelen voor om de wacht-lijsten snel op te lossen, waaronder een betere benutting van de woensdag- en vrijdagmiddag.

Timmerhuis, A., e.a. (2006). Een quickscan naar communityschools: Zweden, Denemarken, Verenigd Koninkrijk (Schotland), Duitsland, Verenigde Staten en Nederland. Utrecht: Sardes.

Vink, C. (2007). Every Child Matters. Engelse inspiratie voor Neder-lands jeugdbeleid. In: Jeugd en co Kennis, dec. 2007, pp. 37-46.

Een artikel over het recente kinderopvangbeleid in Engeland.Werkgroep Onderwijs en Kinderopvang (2005). Tien adviezen; Naar

een dagarrangement voor het schoolgaande kind. Beleidsadviezen voor basisscholen en buitenschoolse opvang vanuit

een landelijke werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van het onderwijsveld en de kinderopvang.

Websites

www.bosimpuls.nl Informatie over de BOS-impuls van het ministerie van VWS en de

BOS-projecten waarin onderwijs, buurt en sport en soms ook opvang en gezondheidszorg samenwerken aan een gezonde ontwikkeling van de jeugd.

www.bredeschool.nl Een site van de landelijke overheid over beleid en praktijk van de

brede school en dagarrangementen.www.bsowijzer.nl. Een site met praktische voorbeelden en hulpmiddelen voor scholen

en centra voor buitenschoolse opvang, onder andere op het terrein van huisvesting, personeel en juridische kwesties. Opgesteld door Expertisecentrum voor Jeugd, samenleving en Opvoeding/JSO te Gouda.

www.curriculumkinderopvang.nl Een site met delen van het curriculum kinderopvang voor 0-4-jari-

gen. Voor de buitenschoolse opvang zal waarschijnlijk ook een cur-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 170 6-1-2010 14:16:01

Page 172: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

171

riculum worden opgesteld. Het werkveld is initiatiefnemer voor het opstellen van het curriculum.

www.etutorium.nl Informatie over het concept Etutorium, een moderne leerplaats voor

kinderen van 0 tot 15 jaar. Vanuit één pedagogische visie worden persoonlijke begeleiding, zorg, coaching en training afgestemd op de individuele onderwijsbehoefte van ieder kind. Het Meesterwerk in Almere is een van de proeftuinen van stichting Etutorium.

www.gemeente.nu/jeugd_onderwijs_voorbeeldprojecten Op deze site kunt u zoeken naar verschillende voorbeeldprojecten

van Jeugd & Onderwijs. Op deze site vindt u het voorbeeld van het samenvoegen van buitenschoolse opvang en sportclubs in Nijmegen.

www.gezondopschool.nl Deze website geeft informatie over de gezonde school.www.minocw.nl Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.www.minvws.nl Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.www.NISB.nl Dit is de website van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewe-

ging. Deze site geeft onder andere informatie over de BOS-impuls en de sportieve brede school.

www.nji.nl/bredeschool Een themasite van het Nederlands Jeugdinstituut over onderzoek,

beleid en praktijk van de brede school en dagarrangementen in het primair en voortgezet onderwijs. De vijf praktijkvoorbeelden uit dit boek staan op deze site uitgebreider beschreven.

www.pedagogenplatform.nl De site van het landelijk Pedagogenplatform Kinderopvang, waarop

veel artikelen staan over pedagogische kwaliteit van kinderdagver-blijven, buitenschoolse opvang en gastouderopvang.

www.schoolenopvang.nl Een informatiecentrum met beleidsinformatie en good practice op het

gebied van organisatie van en samenwerking met bso, opgezet en on-derhouden door de AVS (Algemene Vereniging van Schoolleiders).

www.school-en-sport.nl Deze website geeft informatie over de beweegnorm. Tevens geeft deze

site informatie over hoe sport en school geïntegreerd kunnen worden.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 171 6-1-2010 14:16:01

Page 173: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

172

www.solg.nl Een website van de Stichting Onderzoek Licht en Gezondheid

(SOLG). Deze stichting heeft onder andere gezorgd voor kantoorver-lichting die zich aanpast aan het biologisch ritme van het personeel.

www.sportalliantie.nl Dit is de site van de Nederlandse Sport Alliantie (NSA). Dit is een

samenvoeging van de Nederlandse Katholieke Sportfederatie (NKS), de Nederlandse Christelijke Sport Unie ( NCSU) en de Nederlandse Culturele Sportbond (NCS). Deze site geeft vooral informatie, nieuws en actualiteiten met betrekking tot sport.

www.sportieveschool.nl Deze website geeft informatie over de sportieve school.www.voedingscentrum.nl Deze website geeft allerlei informatie over het belang van gezonde

voeding, gewicht, ziektes, productinformatie en wet- en regelgeving over voeding.

Sites van en over de praktijkvoorbeelden

www.sopoh.nl/bikube Website van Bikube/’t Bijtje in Hoofddorp, een van de praktijkvoor-

beelden beschreven in dit boek en uitgebreider beschreven op www.nji.nl/bredeschool.

www.bredeschool.josopschool.nl Op deze site over brede school en dagarrangementen van de gemeen-

te Rotterdam vindt u nieuws, informatie, tips, interviews, good prac-tice en publicaties.

www.de-meeuw.nl Stichting De Meeuw is een Rotterdamse begeleidingsorganisatie

die werkt aan kansen voor kinderen van 0-18 jaar. De Meeuw biedt begeleiding, advies, training en nascholing aan welzijnswerkers en leerkrachten onder andere op het gebied van dagarrangementen en wijkarrangementen en brede school.

www.hetmeesterwerk.nl Website van brede school Het Meesterwerk in Almere, een van de

praktijkvoorbeelden beschreven in dit boek en uitgebreider beschre-ven op www.nji.nl/bredeschool.

www.jwvandemeene.nl Website van vreedzame school Jan Willem van de Meene en bso-

6047 binnenwerk 2e druk.indd 172 6-1-2010 14:16:01

Page 174: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

173

plus locatie Eigenwijs in Utrecht, een van de praktijkvoorbeelden beschreven in dit boek en uitgebreider beschreven op www.nji.nl/bredeschool.

www.obsdeboog.nl Website van brede school De Boog in Rotterdam, een van de prak-

tijkvoorbeelden beschreven in dit boek en uitgebreider beschreven op www.nji.nl/bredeschool.

www.oosterweidegouda.nl Website van De Oosterweide in Gouda, een van de praktijkvoorbeel-

den beschreven in dit boek en uitgebreider beschreven op www.nji.nl/bredeschool.

www. samengoedvoorkinderen.nl Over samenwerking op pedagogisch en huisvestingsgebied tussen

Stichting Kinderopvang Spaarne en basisschool De Ark in Haarlem.

Buitenland

www.4children.org.uk Informatie over opvang in extended schools.www.continyou.org.uk/extendedschools Informatie over ondersteuning van extended schools, bronnen en

casestudies.www.eurydice.org Informatie over scholen en onderwijs.www.everychildmatters.gov.uk Informatie over het jeugdbeleid in Engeland. Hier zijn ook de evalu-

atierapporten over extended schools (brede scholen) te downloaden. Naast informatie voor bestuurders en professionals is er ook infor-matie voor ouders en kinderen te vinden.

www.skolverket.se Een site met informatie over het Zweedse onderwijssysteem.www.sweden.gov.se Een site van de Zweedse overheid met informatie over beleid en pu-

blicaties.www.teachernet.gov.uk/wholeschool/extendedschools Voor informatie over onder andere praktijkvoorbeelden en publica-

ties.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 173 6-1-2010 14:16:01

Page 175: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

174

Nederlands Jeugdinstituut

Het Nederlands Jeugdinstituut: hét expertisecentrum over jeugd en opvoeding

Het Nederlands Jeugdinstituut is het landelijk kennisinstituut voor jeugd- en opvoedingsvraagstukken. Het werkterrein van het Neder-lands Jeugdinstituut strekt zich uit van de jeugdgezondheidszorg, op-vang, educatie en jeugdwelzijn tot opvoedingsondersteuning, jeugdzorg en jeugdbescherming evenals aangrenzende werkvelden als onderwijs, justitie en internationale jongerenprojecten.

MissieDe bestaansgrond van het Nederlands Jeugdinstituut ligt in het stre-ven naar een gezonde ontwikkeling van jeugdigen, en verbetering van de sociale en pedagogische kwaliteit van hun leefomgeving. Om dat te kunnen bereiken is kennis nodig. Kennis waarmee de kwaliteit en ef-fectiviteit van de jeugd- en opvoedingssector kan verbeteren. Kennis van de normale ontwikkeling en opvoeding van jeugdigen, preventie en be-handeling van opvoedings- en opgroeiproblemen, effectieve werkwijzen en programma’s, professionalisering en stelsel- en ketenvraagstukken. Het Nederlands Jeugdinstituut ontwikkelt, beheert en implementeert die kennis.

DoelgroepHet Nederlands Jeugdinstituut werkt voor beleidsmakers, staffunctio-narissen en beroepskrachten in de sector jeugd en opvoeding. Wij maken kennis beschikbaar voor de praktijk, maar genereren ook kennisvragen vanuit de praktijk. Op die manier wordt een kenniscyclus georganiseerd, die de jeugdsector helpt het probleemoplossend vermogen te vergroten en de kwaliteit en effectiviteit van de dienstverlening te verbeteren.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 174 6-1-2010 14:16:01

Page 176: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

175

ProductenHet werk van het Nederlands Jeugdinstituut resulteert in uiteenlopende producten zoals een infolijn, websites, tijdschriften, e-zines, databan-ken, themadossiers, factsheets, diverse ontwikkelings- en onderzoeks-producten, trainingen, congressen en adviezen.

Meer weten?Met vragen over het Nederlands Jeugdinstituut of zijn beleidsterreinen kunt u op werkdagen van 9 tot 13 uur terecht bij onze Infolijn, telefoon (030) 230 65 64 of via e-mail [email protected] de meest actuele informatie: www.nji.nl.

Wilt u op de hoogte blijven van nieuws uit de jeugdsector? Neem dan een gratis abonnement op onze digitale Nieuwsbrief Jeugd. Kijk voor meer informatie op onze website: www.nji.nl.

6047 binnenwerk 2e druk.indd 175 6-1-2010 14:16:01

Page 177: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

Colofon

School met vijf O’s

Onderwijs, opvoeding, ontwikkeling, opvang en ontspanning

in een dagarrangement

E.T. Schreuder, M.A.C. Valkestijn en S.E.I.M. Mewissen

ISBN 978 90 8560 047 3NUR 840

Foto omslagMarcel Minnée

Foto’s binnenwerkMarja Valkestijn

FotolocatiesOBS de Boog in Rotterdam en Het Meesterwerk in Almere

VormgevingMerel van Dam, Uitgeverij SWP

UitgeverTrude van Waarden

Voor informatie over overige uitgaven van Uitgeverij SWP:

Postbus 257, 1000 AG Amsterdam

Telefoon: (020) 330 72 00

Fax: (020) 330 80 40

E-mail: [email protected]

Internet: www.swpbook.com

6047 binnenwerk 2e druk.indd 176 6-1-2010 14:16:01

Page 178: School met vijf O's - Nederlands Jeugdinstituut · en ontspanning in een dagarrangement De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De samenwerking

Liesbeth Schreuder, Marja Valkestijn & Susanne Mewissen

School met vijf O's

School met vijf O

’s Liesbeth Schreuder, Marja Valkestijn & Susanne M

ewissen

Onderwijs, opvoeding, ontwikkeling, opvang en ontspanning in een dagarrangement

De buitenschoolse opvang groeit en raakt steeds meer verbonden met de basisschool. De

samenwerking is in het begin vooral organisatorisch, maar gaandeweg komen er ook inhou-

delijke verbindingen. School met vijf O’s biedt coördinatoren, directeuren, pedagogen en

beleidsmedewerkers informatie en inspiratie om aan deze inhoudelijke samenhang vorm

te geven. Geïllustreerd door (brede) scholen die dit al in praktijk brengen. Daarmee inte-

ressant voor basisscholen, buitenschoolse opvang en gemeenten.

Er is meer mogelijk dan u op het eerste gezicht denkt. U kunt kiezen uit samen opvoeden,

samen werken aan de ontwikkeling of aan de gezondheid van kinderen. U kunt ook samen

aan de slag voor de kinderen van de school die extra zorg nodig hebben. En wat denkt u

ervan om aan de schooltijden te sleutelen nu de school toch open is van ’s ochtends tot

’s avonds?

Al deze samenwerkingsmogelijkheden zijn in het belang van de kinderen. U leest hier-

over in deze uitgave. U krijgt ook discussiestof mee over de maatschappelijke gevolgen

van dagarrangementen. Vragen die in elk team opkomen: is het goed voor kinderen om

de hele dag op school te zitten en wat betekent deze verandering voor gezinnen en vrije-

tijdsorganisaties?

Liesbeth Schreuder en Marja Valkestijn zijn ervaren auteurs die in dit boek hun inzich-

ten over buitenschoolse opvang en brede school wederom hebben gebundeld. Liesbeth

Schreuder is ontwikkelingspsycholoog en Marja Valkestijn is afgestudeerd in de Alge-

mene Sociale Wetenschappen. Zij zijn werkzaam bij het Nederlands Jeugdinstituut te

Utrecht en publiceerden eerder Dagarrangementen in de brede school.

Susanne Mewissen studeerde af in de Pedagogische Wetenschappen en is stagiaire bij het

Nederlands Jeugdinstituut.

www.swpbook.com

ISBN 978 90 8560 047 3

NU

R 84

0

6047 omslag NWEstijl NJI School 5 os.indd 1 6-1-2010 14:44:29