Schematherapie voor persoonlij · PDF file©H. van Genderen 40 Neerwaartse pijl techniek...
Embed Size (px)
Transcript of Schematherapie voor persoonlij · PDF file©H. van Genderen 40 Neerwaartse pijl techniek...
H. van Genderen
1
Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen
Hannie van Genderen
H. van Genderen
2
Dag 1
H. van Genderen
3
Definitie schema:
Kennisstructuur ontstaan in de (vroege) jeugd, die tot uiting komt in zich herhalende patronen van denken, voelen en gedrag
H. van Genderen
4
SCHEMA ZELF (ik ben slecht) ANDEREN (anderen zijn niet te vertrouwen)
ASSUMPTIES WERELD (de wereld is gevaarlijk) CONDITIONELE ASSUMPTIES
(als je een fout maakt word je gestraft) INSTRUMENTELE ASSUMPTIES
(ik kan me maar beter afzijdig houden) AUTOMATISCHE GEDACHTEN
(ik kan maar beter mijn mond houden) (zie je wel ze vinden met stom)
STRATEGIEEN (contact vermijden)
(faades opbouwen)
H. van Genderen
5
Verschil as I - as II As I
Laat ontstaan Clint wil verandering Beperkt gebied Beperkt relationeel effect Opvoeding goed genoeg
As II
Vroeg ontstaan Clint heeft weerstand
tegen verandering Betreft hele leven van cl. Sterk relationeel karakter Tekorten in opvoeding
H. van Genderen
6
Schema-vorming
Biologische factoren Psychologische factoren Sociale factoren Culturele factoren
H. van Genderen
7
Dimensies Temperament
Verlegen ....................................Spontaan Passief.......................................Agressief Vlak...................................Gepassioneerd Angstig.....................................Roekeloos Sensitief................................Onkwetsbaarerle
H. van Genderen
8
moeilijke ouders
moeilijk temperament
Traumatische gebeurtenissen buiten het gezin
Disfunctionele Schemas
H. van Genderen
9
Gevolgen disfunctioneel schema
Overweldigende emoties Schade aan zichzelf en anderen Staat bevrediging van basisbehoeften in
de weg Stevig verankerde patronen die moeilijk
zijn te veranderen
H. van Genderen
10
Wat hebben kinderen nodig Basisveiligheid Verbondenheid met anderen Zelfwaardering Autonomie Zelfexpressie Realistische grenzen
H. van Genderen
11
Ontstaan disfunctionele schemas
Ontbreken basisveiligheid Geen verbondenheid met anderen Onvoldoende zelfwaardering Gebrekkige autonomie Onvoldoende zelfexpressie:
- Gerichtheid op de ander - Overdreven waakzaamheid en geremdheid
Zwakke grenzen
H. van Genderen
12
Onvoldoende basisveiligheid
Verlating/instabiliteit Wantrouwen en/of misbruik
H. van Genderen
13
Mooi, maak er nog maar een
H. van Genderen
14
Geen verbondenheid met anderen
Emotionele verwaarlozing Sociaal isolement/vervreemding
H. van Genderen
15
Gebrek aan zelfwaardering
Minderwaardigheid/schaamte Mislukking
H. van Genderen
16
Gebrekkige autonomie
Afhankelijkheid/onbekwaamheid Kwetsbaarheid voor ziekte en gevaar
Verstrengeling/kluwen
H. van Genderen
17
Onvoldoende zelfexpressie: Extreme aanpassing:
Onderwerping Gerichtheid op de ander Zelfopoffering Goedkeuring en erkenning zoeken*
Secundaire schemas
H. van Genderen
18
Overmatige waakzaamheid en geremdheid
Negativiteit en pessimisme* Emotionele geremdheid Meedogenloze normen/overdreven
kritisch Bestraffende houding* Secundaire schemas
H. van Genderen
19
Verzwakte grenzen
Zich rechten toe-eigenen Gebrek aan zelfbeheersing/
zelfdiscipline
H. van Genderen
20
moeilijke ouders
moeilijk temperament
Traumatische gebeurtenissen buiten het gezin
Disfunctionele Schemas
Disfunctionele copingstijlen
klachten
H. van Genderen
21
Psycho-educatie
Ga na welke behoeftes niet zijn vervuld Leg uit wat normale behoeftes zijn Vertel hoe bij een normale opvoeding met
kinderen wordt omgegaan Gebruik indien passend eigen voorbeelden
H. van Genderen
22
Copingstrategien
Overgave (freeze) Vermijding (flight) Overcompensatie (fight)
H. van Genderen
23
Definitie schemamodus:
Set van bij elkaar horende schemas en copingstrategien, die samen het denken, voelen en handelen van de clint bepalen
Momentane en plotseling wisselende, alles overheersende gemoedstoestand
H. van Genderen
24
Schemamodi
Kindmodi Copingmodi (overgave,vermijding
en overcompensatie) Onaangepaste oudermodi Gezonde volwassene modus
H. van Genderen
25
Kind modi
kwetsbaarheid
woede
gebrek discipline
geluk
Woedende kind
Razende kind
Impulsieve kind
Ongedisciplineerde kind
Blije kind
Verlaten kind Misbruikte kind
Eenzame kind Afhankelijke kind
H. van Genderen
26
Coping modi
overgave
vermijding
overcompensatie
Willoze inschikkelijke
Onthechte beschermer
Onthechte zelfsusser
Zelfverheerlijker
Pest en aanval
Vermijdende beschermer*
Boze beschermer*
Bedrog en manipulatie* Roofdier*
Aandacht en erkenning zoeker*
Overcontroleerder* Paranode modus*
H. van Genderen
27
Ouder modi
Straffende ouder
Schuldinducerende ouder
Veeleisende ouder
H. van Genderen
28
Gezonde volwassene
Het gentegreerde model
Een gentegreerd model waarin de copingstrategie de relatie vormen tussen schemas en modi
Copingstrategie
schema schema modus
Verbinding tussen de concepten Aanpassing van het Schema Polarity Model van Elliott & Lassen (1997)
Schema
Overgave Overcompensatie Vermijding
Verbinding tussen de concepten Minderwaardigheid/Schaamte
Kwetsbare kind: niemand houdt
van mij
Zelfverheerlijker: Ik ben heel bijzonder
Onthechte beschermer: Situaties vermijden
Gezonde volwassene Ik ben ok
Verbinding tussen de concepten Emotionele deprivatie
Kwetsbare kind: mijn behoeftes
zullen nooit vervuld worden
Boze kind: Ik wil dat mijn
behoeftes meteen vervuld worden
Onthechte beschermer: Relaties vermijden
Gezonde volwassene: Ik wordt gezien en gerespecteerd
H. van Genderen
33
Verband tussen Schemas,
Schemamodi
Komt terug op dag 2
H. van Genderen
34
Shine (Hicks, 1997)
H. van Genderen
35
Fragment Shine Welke disfunctionele
schemas heeft David?
Welke stijl van omgaan met de schemas heeft hij?
H. van Genderen
36
Eerste gesprekken schematherapie
Empathische belangstellende stijl Aangeven wat je al weet over de patint Vraag de patint naar eerdere therapie-ervaringen Wat verwacht hij/zij van de therapie en van jou als
therapeut? Niet teveel details over klachten, maar vraag naar
terugkerende patronen Geef uitleg over rationale van de therapie - Wat zijn valkuilen - Samen werken aan de problemen - Langer durende therapie - Heden en verleden komen aan bod Geef schriftelijke informatie mee
H. van Genderen
37
Opsporen schemas1. Themas uit vorige therapien 2. Levensgeschiedenis (Leefregels vanuit het stamgezin) 3. Huidige problemen 4. Neerwaartse pijl techniek 5. Therapeutische relatie (hoe gaat interactie en wat verwacht de
clint van de therapeut ) 6. Testen en vragenlijsten 7. Imaginatie
H. van Genderen
38
Emotietheorie Lang Emotionele ervaringen worden op drie niveaus opgeslagen in het geheugen Stimulus niveau (zien, ruiken, voelen) Betekenis niveau (cognities ik ben) Motorische respons niveau (reacties zoals
verkrampen, woedende reactie, knoop in je maag)
Daarom is het belangrijk om verschillende diagnostische methoden te gebruiken
H. van Genderen
39
Neerwaartse pijl techniek Cognitieve techniek om door te vragen naar de achterliggende betekenis op schemaniveau van gebeurtenissen en disfunctionele gedachten Wat zegt deze gebeurtenis over jou? Wat over anderen? Wat over jouw leven en hoe de wereld in elkaar
steekt?
H. van Genderen
40
Neerwaartse pijl techniek Niet horizontaal uitdagen, maar verticaal
doorvragen: Wat betekent dat voor jou ? Wat zegt dat over jou als persoon? Stel dat dat waar is wat betekent dat dan? Als dat zo is wat is daar dan zo erg aan? (eventueel dezelfde vragen over anderen en de wereld) Pas als je op het meest basale niveau (schema) zit dan: Empathiseren Verbreden naar andere situaties
H. van Genderen
41
Meetinstrumenten
Semi gestructureerde interviews (SCID II) Zelfbeoordelingsvragenlijsten DSM IV
(VKP, ADP IV)
Zelfbeoordelingsvragenlijsten schemas Algemene psychologische tests
(Bv. NEO-PI voor temperament)
Zelfregistratie
H. van Genderen
42
Zelfbeoordelingsvragenlijsten schemas en copingstijlen
Young Schema-Vragenlijst Coping vragenlijst