Scheiden Wonen en zorg - Woonstichting · PDF fileovernemen Bezuinigingen op de...

24
In Gesprek oktober 2013 Scheiden Wonen en zorg Kansen, mogelijkheden en risico’s

Transcript of Scheiden Wonen en zorg - Woonstichting · PDF fileovernemen Bezuinigingen op de...

In Gesprekoktober 2013

Scheiden Wonen en zorgKansen, mogelijkheden en risico’s

Colofon Inhoud

Wij gaan geen verzorgings-huizen overnemen 4

Het dorpsgevoel komt nooit meer terug 8

Een fantastische ontwikkeling 10

Goed en slim combineren,ook met de huisvesting 12

In Gesprek is het relatiemagazine van Woonstichting SSW en verschijnt 1x per jaar in een oplage van 500 stuks.

RedactieWoonstichting SSW, Bilthoven.Vormgeving en productieMeer dan Communicatie, Amsterdam.TekstBureau Zinrijk / Jan Smit, Zwolle.FotografieLighthouse Productions / Dirk Verwoerd, Amersfoort, Woonstichting SSW. Woonstichting SSWWaterman 453721 WE Bilthoven

Postbus 2653730 AG De Bilttelefoon (030) 220 58 [email protected]

www.ssw.nl

2

Bezuinigingen op de gezondheidszorg dwingen veel ouderen en mensen met een beperking om langer thuis te blijven wonen. Wat betekent dit voor de (lokale) gemeenschap? En, welke rol ziet Woonstichting SSW hierbij voor zichzelf weggelegd? Interview met directeur-bestuurder Ad van Zijl en Marcel Jeths, manager klant en maatschappij.

Mantelzorgers en andere vrijwilligers die in de lacune springen die ontstaat omdat verzorgingstehuizen onbetaalbaar worden? Meer domotica? Social media? Trudy Prins, commissaris bij SSW en directeur van een organisatie voor ouderenzorg, moet het allemaal nog zien gebeuren. ‘Ik ben er vrij cynisch over.’

Hulpbehoevende ouderen die thuis achter de geraniums zitten te verpieteren? Mensen met een beperking die niet meer naar de dag-besteding kunnen en vereenzamen? Volgens Herman Mittendorff, wethouder van de gemeente De Bilt, worden de schrikbeelden over de vermaatschappelijking van de zorg overdreven. ‘Ook kwetsbare mensen horen midden in de samenleving.’

Door activiteiten en voorzieningen goed en slim te combineren kunnen de mogelijk nadelige gevolgen van de bezuinigingen op intramurale zorg flink worden beperkt. De beschikbaarheid van multidisciplinair vastgoed is daarbij van groot belang. Dat zegt Evelien Ribbens, directeur van Stichting MENS, de overkoepe-lende organisatie voor maatschappelijke ondersteuning in De Bilt.

In de praktijk 22

Leendert Meeshuis is er voor de hele wijk 16

Van verzorgingshuis naar verzorging thuis 14

Een rentmeester is geen durfkapitalist 18

Voorwoord

3

Beste relatie,

In Gesprek is dit jaar op zoek gegaan naar de ins en outs van de ontwikkelingen in de zorg en de consequenties voor de lokale samenleving. Langer zelfstandig wonen is geen nieuwe ontwikkeling. Levensloopbestendig bouwen en reno-veren doen we al jaren. Maar de huidige veranderingen gaan snel. Het aantal ouderen dat zelfstandig blijft wonen is groter dan ooit. Er wordt een groot beroep gedaan op vrijwilligers en mantelzorgers en de financiering verandert ingrijpend. Wat betekent dat nu voor de samenleving en hoe spelen SSW en haar lokale partners daar op in? In dit nummer laten we een aantal spelers op dit gebied aan het woord. Zo bevragen wij onze commissaris Trudy Prins. Hoe kijkt zij aan tegen de veranderingen en wat ziet zij als rol voor SSW? In haar rol als directeur van een verzorgingshuis beziet zij de ontwikkelingen met een kritische blik

Wat betekenen de wijzigingen voor de gemeente? Wethouder Herman Mittendorff die al in 2006 op deze veranderingen anticipeerde ziet de ontwikkeling positief tegemoet en een kans voor meer maatwerk. Ook Evelien Ribbens, directeur van Stichting MENS, ziet voldoende kansen en geeft gelijk-tijdig aan dat er veel gevraagd wordt van mantelzorgers en vrijwilligers.

Met een lage zorgindicatie thuis blijven wonen. Betekent dit leegloop voor de verzorgingshuizen? Harm Hoekstra, direc-teur van De Bilthuysen, ziet de ontwikkeling niet somber in. Hij sorteert voor op een nieuw arrangement voor mensen met een lage zorgindicatie. En verandert er ook iets voor verpleeghuizen? Hoe kijken zij aan tegen de ontwikkeling en de taakopvatting? Els Koster, directeur van Antroz, geeft haar visie.

Ook SSW moet haar plan trekken. Als onze huurders langer in de woning blijven wonen, wat hebben ze dan nodig? En hoe kunnen we toch de doorstroming bevorderen, zodat ook jonge gezinnen een kans hebben op een eengezinswoning? Vragen waar we intern al een tijd mee aan de slag zijn.

Na alle visies gelezen te hebben, word ik bevestigd in mijn mening dat wij, en onze partners, onze eigen verantwoorde-lijkheid niet uit het oog verliezen en op een constructieve manier omgaan met deze veranderingen. De ketensamen-werking is in De Bilt al vergevorderd. Een goed teken en essentieel in een zorgzame samenleving.

Ik wens u veel leesplezier.Ad van Zijldirecteur – bestuurder

Gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties én corporaties hebben de morele en maatschappelijke plicht om een bijdrage te leveren aan de extramuralisering van de zorg, meent Els Koster, bestuur- der van de antroposofische woon- en zorgorganisatie Antroz. Wat haar betreft krijgt het nieuwe Leendert Meeshuis hierbij in de Bilthovense wijk De Leijen-Zuid een prominente rol.

De Bilthuysen wil vrijkomende appartementen in de verzor-gingshuizen die de stichting in De Bilt beheert, gaan verhuren aan ouderen met een lichte zorgvraag. Op deze wijze hoopt de zorgorganisatie leegstand te voorkomen, nu deze senioren geen aanspraak meer kunnen maken op intramurale zorg. ‘Het verzor-gingshuis maakt als het ware plaats voor verzorging thuis’, schetst directeur Harm Hoekstra.

Wonen, welzijn en zorg zijn in de praktijk onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Een paar voorbeelden.

Bij het tempo en het realiteitsgehalte van de vermaatschappelijking van de zorg plaatst ook hij vraagtekens. En hij deelt de opvat-ting dat samenwerking binnen de keten essentieel is. Maar zelf zorgvastgoed overnemen is voor Woonstichting SSW momenteel niet aan de orde, herhaalt directeur-bestuurder Ad van Zijl na lezing van de interviews.

v.l.n.r. Marcel Jeths en Ad van Zijl

4

overnemenBezuinigingen op de gezondheidszorg dwingen veel ouderen en mensen met een beperking om langer thuis te blijven wonen. Wat betekent dit voor de (lokale) gemeenschap? En, welke rol ziet Woonstichting SSW hierbij voor zichzelf weggelegd? Interview met directeur-bestuurder Ad van Zijl en Marcel Jeths, manager Klant en Maatschappij.

5

Wij gaangeen

verzorgingshuizen

Zorgstichting De Opbouw haalde deze zomer het Algemeen Dagblad en het televisieprogramma Nieuwsuur. De organisatie, uitbater van veel verzorgings- en verpleeghuizen in het zuidoosten van de provin-cie Utrecht, zou de komende drie jaar zes verzorgingshuizen moeten sluiten. Daartoe behoorden drie huizen van De Bilthuysen in De Bilt: De Bremhorst, De Koperwiek en Weltevreden, meldden beide media.Het nieuws bleek nogal prematuur en ongenuanceerd. Als het aan de directie van De Bilthuysen ligt, kunnen ouderen tot in lengte van dagen in de drie huizen terecht. Van een sluiting is dus geen sprake (zie het interview met Harm Hoekstra, directeur van De Bilthuysen, verderop in deze uitgave)Toch kwam het nieuws niet uit de lucht vallen. Het kabinet bezuinigt fors op de zorg. Die operatie raakt ook de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), waaruit veel verzorgingshuizen en andere vormen van intramurale zorg worden gefinancierd. Wie een relatief lichte zorgvraag heeft – een zorgindicatie van maximaal 3 – komt niet meer in aanmerking voor intramurale zorg. Deze groep moet zo lang mogelijk thuis blijven wonen en kan hulp, zorg en begeleiding aanvra-gen bij de gemeente. Die krijgt hiervoor een budget in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).

De maatregelen raken niet alleen ouderen, maar ook ande- ren met een lichte zorgvraag, waaronder mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Zij moeten meer zelf doen en zijn vaker aangewezen op hulp van mantelzorgers en andere vrijwilligers. Daarnaast vragen de veranderingen veel van gemeenten, corporaties en lokale zorg- en welzijns-organisaties.Wat vindt Woonstichting SSW van deze ontwikkeling? Hoe kan de lokale gemeenschap in De Bilt in deze behoeften voorzien? Welke rol ziet de corporatie hierin voor zichzelf weggelegd? En, heeft zij wel voldoende geschikte woningen om aan de extra vraag te voldoen? Directeur-bestuurder Ad van Zijl en Marcel Jeths, manager Klant en Maatschappij, geven hun visie.

Financieel gedrevenDe kosten van de zorg eens goed tegen het licht houden, kan op zich geen kwaad, vindt directeur Van Zijl. Die zijn te hoog. Dat geldt ook voor de AWBZ, meent hij. ‘Dat ar-rangement was oorspronkelijk bedoeld als een verzekering tegen onverzekerbare risico’s, maar in de loop der tijden is het aantal verstrekkingen enorm uitgebreid. Van rollators tot poliklinieken voor stottertherapieën: het aanbod bepaalde de vraag. Het kan dus geen kwaad nog eens goed te herijken wat echt onder de grote risico’s valt en wat mensen zelf kun-nen betalen.’Maar bij het motief en de haast waarmee de maatregelen worden ingevoerd, hebben beide heren zo hun bedenkingen. Volgens de directeur zijn de maatregelen te zeer financieel gedreven. Hij vraagt zich af of extramuralisering echt leidt tot besparingen en of het niet allemaal veel te snel gaat. Dat kan grote consequenties hebben. Van Zijl wijst op de gevolgen van de aanbesteding van de thuiszorg. Een goed voorbeeld van doorgeslagen marktwerking, vindt hij. ‘Er verschenen ineens allerlei cowboys op de markt zoals schoonmaak-bedrijven. Reguliere partijen moeten personeel ontslaan en via goedkope contracten weer terughuren. Dat komt de continuïteit en de kwaliteit niet ten goede.’Zelfredzaamheid bevorderen, mensen weer ‘in hun kracht brengen’, is een ander veelgenoemd motief. Ook daarmee is in principe niets mis, vult Marcel Jeths aan. ‘Belangrijke vraag daarbij is wel: hóe krijg je mensen zelfredzaam? Is dat door vanuit een financieel oogpunt te zeggen: we stoppen ermee en zoek het zelf maar uit, of begeleid je ze dan geleidelijk?’

Extramuralisering niet nieuwBedenkingen of niet: de bezuinigingen zijn een realiteit. Veel ouderen, gehandicapten en andere mensen met een beperking moeten vanaf 1 januari dit jaar langer thuis blijven wonen. Dat kan mits de lokale gemeenschap de taken van verzorgingshuizen en andere instellingen overneemt. Met de

oprichting van MENS, de organisatie voor maatschappelijke ondersteuning in De Bilt, wordt op lokaal niveau gedeelte-lijk in die behoefte voorzien. MENS, sinds begin dit jaar officieel een stichting, is in 2007 begonnen als een project om de onderlinge samenhang tussen professionals, inwoners en vrijwilligers op het gebied van welzijn, zorg en wonen te vergroten. Die samenwerking heeft onder meer geleid tot de vestiging van servicecentra in De Bilt en in Maartensdijk en convenanten op het gebied van mantelzorg en wijkdiensten. SSW is een van de partners van MENS.Ook via andere initiatieven faciliteert SSW de extramurale zorg- en hulpverlening binnen de gemeente. Zo werkt de woonstichting in de complexen Planetenbaan/Zonneborgh in Bilthoven en Toutenburg en zorg- en dienstencentrum Dijckstate in Maartensdijk nauw samen met zorgaanbieders als Vitras, Cordaan en De Bilthuysen. Om een voorbeeld te geven: vanuit zorg- en activiteitencentrum Zonneborgh, een van de drie hoge flats aan de Planetenbaan die levensloop-geschikt zijn gemaakt, krijgen bewoners verpleegkundige, lichamelijke en huishoudelijke zorg. Met al deze initiatieven anticiperen de gemeente, SSW en de lokale zorg- en welzijnsorganisatie op demografische trends als de vergrijzing en de behoefte onder ouderen om langer zelfstandig te blijven wonen. Door de bezuinigingen zal de vraag naar extramurale zorg en levensloopgeschikte huisvesting flink toenemen, verwachten Van Zijl en Jeths, helemaal in een gemeente als De Bilt, waar ouderen met 21 procent toch al relatief sterk zijn vertegenwoordigd.Hoe kan de lokale gemeenschap in De Bilt aan die vraag voldoen? Jeths denkt dat straks in alle wijken en kernen servicecentra van MENS zullen verrijzen. Deze service-punten komen op centrale plekken en vormen de spil van lokale zorg- en welzijnscentra, die ook kunnen fungeren als uitvalsbasis voor ambulante zorg- en hulpverleners. ‘Eind jaren tachtig, begin jaren negentig werd er veel gesproken over woonzorgzones. Die discussie gaat weer terugkomen’, voorspelt de manager Klant en Maatschappij.Overigens betekent dit niet dat er in alle wijken en kernen nieuwe gebouwen moeten komen. Bestaande verpleeg- huizen en andere zorginstellingen zijn volgens directeur Van Zijl vaak zeer geschikt als zorg- en welzijnscentrum. Als voorbeelden noemt hij Dijckstate en het nieuwe Leendert Meeshuis, een woonzorgcomplex dat SSW in de De Leijen-Zuid ontwikkelt voor de antroposofische woonzorggroep Antroz. Van Zijl: ‘Zo’n woonzorgcomplex staat niet met de rug naar de wijk toe. Integendeel, eerder met open armen. Het nieuwe Leendert Meeshuis wordt een ontmoetingsplek voor iedereen.’

6

Kwalitatieve mismatchWat SSW zelf betreft zit de uitdaging op de korte termijn vooral in het bevorderen van de doorstroming. De woon-stichting moet meer ouderen zien te verleiden vanuit grote eengezinswoningen te verhuizen naar levensloopgeschikte appartementen of flats. Dat is in tijden van crisis geen gemakkelijke opgave, weten beide heren.Bovendien kampt SSW in haar bestaande woningvoorraad met een zekere mismatch. De woonkwaliteit van eengezins- en flatwoningen loopt nogal uiteen. Daardoor willen ouderen niet graag verhuizen. Een betere differentiatie zou dit pro-bleem kunnen verminderen, denkt Van Zijl. ‘We hebben het altijd over ouderen, maar dé oudere bestaat niet. Senioren van 55 tot 65 hebben andere woonwensen dan die van 65 tot 75. Daar moeten we beter op inspelen.’De ontwikkeling van nieuwe levensloopgeschikte wijken zou dit probleem kunnen verhelpen. Een zorg- en welzijnscentrum zou dan in het programma van eisen kunnen worden op-genomen. Voor De Bilt, waar nauwelijks meer ruimte is voor uitbreiding, lijkt zo’n nieuwe wijk echter een illusie. Welke rol ziet SSW in deze transitie voor zichzelf weggelegd? Is het aan de woonstichting om nieuwe woonzorgcentra te gaan ontwikkelen? Dat zou kunnen, mits het budgettair neut-raal gebeurt. In Dijckstate en straks het Leendert Meeshuis is SSW immers ook eigenaar en verhuurder van het vast-goed. Maar de financiële armslag van de corporatie is beperkt, benadrukt Van Zijl. ‘Wij zijn van de hardware, de stenen, we gaan ons geen rol aanmeten op het vlak van zorg

en welzijn. We gaan bijvoorbeeld geen leegstaande verzorg-ingshuizen overnemen. Ook niet die van De Bilthuysen. We willen best meedenken over alternatieven, dat doen we ook, maar daarmee houdt het op.’

Menselijke maatWat SSW wel doet en ook zal blijven doen is (dreigende) problemen bij huurders signaleren en deze waar nodig door-geven aan MENS of een van de andere lokale partners. Dat gebeurt ook als iemand een aantal maanden huur- achterstand heeft. Daar ligt voor de wijkbeheerders en de andere medewerkers van de woonstichting volgens Van Zijl duidelijk een taak. Zij zijn vaak de enigen die nog overal achter de voordeur komen.Kan SSW de extra vraag naar geschikte huisvesting van ouderen en anderen met een lichte zorgindicatie aan? Ook corporaties hebben het immers momenteel niet gemakkelijk. Van Zijl aarzelt. ‘Deze transitie heeft ingrijpende gevolgen, ook voor ons. Als wij steeds meer in onze corebusiness gedrongen worden door de overheid, dan moet je natuurlijk wel kijken of bruin dit allemaal wel kan trekken.’Toch blijft hij optimistisch. ‘Het draait om goede samenwer-king op eerstelijnsniveau. Het is de kunst om zorg en welzijn weer terug te leggen dicht bij de mensen. Vroeger hadden we het fenomeen van de wijkverpleegster. Die kende de hele buurt. Die stond dicht bij de mensen en wist precies wat er in de wijk speelde. Dat is allemaal geïnstitutionaliseerd. Ik juich het toe als de menselijke maat weer terugkeert.’

7

Bevordering doorstroming: Nieuwbouw 16 seniorenappartementen Herenplein.

Mantelzorgers en andere vrijwilligers die in de lacune springen die ontstaat omdat verzorgingstehuizen on-betaalbaar worden? Meer domotica? Social media? Trudy Prins, commissaris bij SSW en directeur van een organisatie voor ouderenzorg, moet het allemaal nog zien gebeuren. ‘Ik ben er vrij cynisch over.’

8

Het dorpsgevoel komt nooit meer terug

Trudy Prins

Ze is niet tegen de vooruitgang. De opkomst van social media,domotica en Skype: Trudy Prins, commissaris bij Woon-stichting SSW en in het dagelijkse leven bestuurder van de Joodse organisatie voor ouderenzorg Beth Shalom, ziet er de voordelen wel van in. Veel bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen hebben tegenwoordig een iPad of een tablet van een ander merk. Om bijvoorbeeld dagelijks even contact te hebben met de kinderen- en de kleinkinderen. ‘Dat is goed voor hun sociale contacten’, meent Prins.Ook in de zorg kan zo’n tablet volgens de commissaris veel toevoegen. ‘Waarom zou de huisarts bijvoorbeeld niet iedere ochtend even 5 minuten kunnen FaceTimen met alle nog thuis wonende 90-plussers binnen zijn praktijk?’ Maar digitale communicatie is volgens Prins geen panacee. ‘Het gebruik van social media is ook een sterk individueel gebeuren. Hoe vaak zie je niet dat mensen met elkaar aan één tafel zitten, terwijl er niet met elkaar wordt gesproken? Ze zijn allemaal druk met hun eigen mobiele telefoon of tablet. Alles gebeurt virtueel. In het echt dingen voor en met elkaar doen is niet meer vanzelfsprekend.’

‘Verzorgen is vakwerk’Datzelfde geldt volgens Prins voor de door sommigen zo breed geprezen zelfredzaamheid en de inzet van mantel-zorgers en andere vrijwilligers. Ook die zijn in haar ogen niet zaligmakend. ‘Dat je zelfredzaam bent en autonoom wil nog niet zeggen dat je ook zelfstandig kunt wonen. Als bijvoorbeeld je familie en vrienden ver weg wonen en je bent niet meer zo fluks ter been, kan het systeem wel zeggen: u bent nog veel te goed te pas voor een verpleeghuis, terwijl zelfstandig wonen in de praktijk onverantwoord is.’ Zelfs de inzetbaarheid van gemotiveerde vrijwilligers kent zijn gren-zen. Prins: ‘Iemand verzorgen kan niet iedereen. Dat moet je ook niet willen. Alsof het geen vak is. Een verpleegkundige ziet of de vochtbalans goed is en herkent andere signalen die erop kunnen wijzen dat iemand medische hulp nodig heeft. Dat kun je niet zomaar aan vrijwilligers overlaten.’De extramuralisering van de zorg: op zich is Prins daar niet tegen. ‘In het oude welzijnsmodel werd mensen alle zorg en zelfredzaamheid uit handen genomen. Als ze 65 werden gingen ze naar het bejaardenhuis, waardoor ze hospitali-seerden en snel achteruit gingen, zowel lichamelijk als verstandelijk. Dat gepamper was niet goed. Mensen moeten zo lang mogelijk zelf de regie in handen houden, extramuraal én intramuraal.’ Enorme opgaveMaar de snelheid en het gebrek aan deskundigheid waarmee de zorg en hulp naar gemeenten worden overgeheveld: Prins heeft er een hard hoofd in. Ze is er zelfs ‘een tikkeltje cynisch’ over, zegt ze. Ze voorziet grote problemen, voor de mensen die langer thuis moeten blijven wonen, voor verzorgingste-huizen en andere zorginstellingen en voor de samenleving.

Die wordt ineens voor een enorme opgave geplaatst.Bij verzorgingstehuizen zijn de problemen al manifest. De huizen stromen leeg, veel sneller dan verwacht. Bij Beth Shalom heeft ze daar gelukkig nog niet zoveel last van. Tijd en geld om op de nieuwe situatie in te spelen door in de ver-zorgingshuizen koop- of huurappartementen te bouwen voor ouderen en zo wellicht een bijdrage te leveren aan de transitie, ontbreekt vaak, spreekt Prins uit ervaring. ‘Bij Beth Shalom hebben we berekend wat dat ons gaat kosten: zes miljoen euro voor tachtig appartementen. Dat is op zo korte termijn onbetaalbaar. En bij banken hoef je ook niet aan te kloppen; die zien je al aankomen.’ Verpleeghuizen wacht volgens haar binnenkort mogelijk eenzelfde lot. ‘Ik sluit niet uit dat wonen en zorg ook daar straks wordt gescheiden. Dat lijkt mij een logische volgende stap.’Is er dan geen zicht op beterschap? Jawel. Ze ziet tal van hoopgevende initiatieven om de gevolgen van de extra- muralisering te verzachten. Maar dé oplossing is nog niet gevonden, meent Prins. ‘Iedere gemeente is aan het zoeken.’ De SSW-commissaris staat daar niet van te kijken. ‘Het moet allemaal veel te snel. Ze gooien alle gemeentes in het diepe. Ik begrijp niet waarom ze niet eerst een paar pilots hebben gedaan.’

Financieringsrisico’sOok corporaties zijn zoekende. SSW kijkt of zij mogelijk iets kan betekenen voor De Bilthuysen. De Bilthuysen wil graag dat de Woonstichting appartementen gaat verhuren aan senioren in de verzorgingshuizen van De Bilthuysen. Die zouden dan bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van de zorg en andere diensten en kennis van De Bilthuysen, bijvoor-beeld op het gebied van alarmeringssystemen en domotica. SSW heeft dit verzoek in beraad.Trudy Prins is voor zo’n eventuele samenwerking. Maar leegstaande verzorgingstehuizen overnemen: dat gaat haar, gezien de financieringsrisico’s en de grote veranderingen in de zorg, voor een corporatie als SSW te ver. ‘Dat is meer iets voor durfkapitalisten.’SSW kan zich volgens haar het beste beperken tot het geven van adviezen. ‘De corporatie heeft veel kennis en expertise op het gebied van maatschappelijk vastgoed. Die kan ze goed inzetten, bijvoorbeeld als projectleider bij het scheiden van wonen en zorg. Dat leidt namelijk tot meer concurrentie op de zorgmarkt, denkt Prins. ‘Als mensen zelf moeten betalen stellen ze hogere eisen, dan gaan ze shoppen.’ Of om mee te denken over de beste inrichting van de zorg-, welzijn- en wooninfrastructuur in een wijk. ‘Als belangrijke partij in het lokale netwerk heeft SSW daar veel kijk op.’Voor organisaties in de driehoek wonen, welzijn en werk zijn het interessante tijden, besluit de commissaris. ‘We weten waar we beginnen, maar we weten niet waar het uitkomt.’ Een ding staat wat haar betreft wel vast: ‘Het oude dorpsgevoel komt nooit meer terug.’

9

Herman Mittendorff

10

Hulpbehoevende ouderen die thuis achter de geraniums zitten te verpieteren? Mensen met een beperking die niet meer naar de dagbesteding kunnen en vereenzamen? Volgens Herman Mittendorff, wethouder van de gemeente De Bilt, worden de schrikbeelden over de vermaatschap-pelijking van de zorg overdreven. ‘Ook kwetsbare mensen horen midden in de samenleving.’

Herman Mittendorff kan het zich nog goed herinneren: de golf van verontwaardiging die losbarstte toen het kabinet halverwege het vorige decennium plannen bekendmaakte om de financiering van de huishoudelijke hulp voor ouderen en andere hulpbehoevenden over te hevelen van het rijk (AWBZ) naar de gemeenten (WMO). ‘Het rijk gooit daarmee zijn financieel probleem met de AWBZ over de schutting van de gemeenten, schreeuwde iedereen.’ Mittendorff, als wethouder van De Bilt onder meer belast met de portefeuilles zorg en welzijn en maatschappelijke ondersteuning, heeft dat nooit zo ervaren. Integendeel. ‘Ik vind het een fantastische ontwikkeling’, zegt hij resoluut.Het recente besluit om veel ouderen en mensen met een beperking langer thuis te laten wonen en niet meer onder te brengen in een verzorgingshuis of een andere zorginstelling,

juicht hij eveneens toe. De Biltse wethouder verwacht dat er nog wel meer taken op het gebied van zorg- en welzijn naar de gemeenten gaan. Ook daar is hij voor. ‘We zijn gaan centrifugeren. Zodra iemand een vlekje had, stopten we hem ergens in de bossen, ver weg van de bewoonde wereld’, licht hij toe. ‘Lekker gemakkelijk. Maar dat strookt niet met mijn mensbeeld. Deze mensen horen er ook bij. Iedereen moet zo lang mogelijk in zijn natuurlijke omgeving opgroeien; midden in de samenleving en niet ergens buiten. Dat maakt onze saaie wijken een stuk levendiger. En het is nog goed-koper ook.’

Informeler, sneller en efficiënterGaat het niet allemaal te snel? Veel zorg- en welzijns- organisaties waarschuwen voor vereenzaming, gebrek

Een fantastische ontwikkeling

11

aan zinvolle dagbesteding, verschraling van het aanbod – er komt minder geld beschikbaar – en andere gevaren. Mittendorff deelt die angst duidelijk niet. Hij ziet vooral kansen. ‘Veranderingen gaan altijd gepaard met pijn. Maar is dat erg? We zijn de afgelopen decennia met zijn allen erg verwend. Wie 75 jaar was, had recht op gratis taxivervoer. Dat gold ook voor beter gesitueerden uit Bilthoven-Noord met twee auto’s voor de deur. Konden ze zich op zaterdagavond met de taxi naar de schouwburg laten rijden!’Zeker, net als alle andere gemeenten krijgt ook De Bilt een beperkt budget voor extramurale taken als huishoudelijke hulp en persoonlijke verzorging. Maar anders dan veel collega-wethouders in den lande denkt Mittendorff dat zijn gemeente het daarmee best kan rooien. De AWBZ was in zijn ogen uitgegroeid tot een bureaucratisch monstrum. Een gemeente als De Bilt staat veel dichter bij de mensen, waardoor adviseurs informeler, sneller en efficiënter kunnen werken.De wethouder geeft een voorbeeld: ‘Stel, een van onze adviseurs krijgt een aanvraag voor een scootmobiel. Dan kun je natuurlijk direct zo’n mobiel geven, maar de ervaring leert dat die voertuigen bij veel mensen ergens ongebruikt in de schuur blijven staan. Je kunt ook vragen: waarom wilt u een scootmobiel? Als de aanvrager dan aangeeft dat hij graag af en toe zelf boodschappen wil doen, kunnen we hem ook laten ophalen door de vrijwilligers van onze boodschap-pendienst. Dat is veel goedkoper en ook nog eens een stuk gezelliger.’

Goed geanticipeerdDe vermaatschappelijking van de zorg: Mittendorff kan er vol vuur over vertellen. Zijn optimisme wordt geschraagd door de adequate wijze waarop de gemeente op deze trend heeft geanticipeerd. In 2006, nog voor de WMO van kracht werd, is de gemeente met alle organisaties die actief zijn op het gebied van wonen, welzijn en zorg, waaronder Woonsticht-ing SSW, rond de tafel gaan zitten om te kijken hoe de lokale gemeenschap de extramuralisering het beste kon faciliteren. Dat mondde uit in het project MENS, een afkorting die staat voor Meedoen, Ervaren, Nieuw en Samen. Sinds 1 januari 2013 is dit project samen met Stichting Animo, SWO De Zes Kernen en Vrijwillig in Actie opgegaan in Stichting MENS de Bilt.MENS heeft onder meer servicecentra in De Bilt (’t Hoekie) en in Maartensdijk (Dijckstate). In deze centra, die ook dienst doen als inloop- en ontmoetingscentrum, kunnen mensen

terecht voor adviseurs, wijkdiensten, het woonzorgteam en de wijkcoach. Ook de medewerkers van het WMO-loket dat nu nog in het gemeentehuis is gevestigd, verhuizen binnen-kort naar de servicecentra. Zo kan iedereen met al zijn vragen op het gebied van wonen, welzijn en zorg op één plek dicht in de buurt terecht. Komend jaar krijgen ook de andere kernen binnen de gemeente een servicecentrum. De ser-vicecentra bieden zelf geen huishoudelijke hulp of thuiszorg. Daarvoor doet de gemeente een beroep op organisaties als Vitras en De Bilthuysen. Nieuwe markt aanborenDe Bilthuysen krijgt het moeilijk de komende jaren. Omdat ouderen langer thuis blijven wonen, komt er veel ruimte vrij in de drie verzorgingstehuizen van de lokale zorgorganisatie. De vraag is wat er met die ruimte moet gebeuren. De gemeente ziet daarin voor zichzelf niet direct een taak weggelegd. Wellicht kan SSW daarin iets betekenen, meent Mittendorff. De Woonstichting is daar al druk mee bezig. SSW helpt De Bilthuysen bij het zoeken naar oplossingen voor de ruimte die vrij komt.Volgens Mittendorff zou De Bilthuysen de leegstaande appartementen heel goed kunnen verhuren aan ouderen die dan gebruik kunnen maken van de diensten van de zorgorganisatie. Zo kan De Bilthuysen een nieuwe markt aanboren: die tussen de huidige verzorgingshuizen, die grotendeels gaan verdwijnen, en het duurdere, luxe segment van bedrijven als European Care Residences in.‘In dit mid-densegment zit niets’, meent de wethouder. ‘Daar kunnen corporaties en zorgaanbieders zich goed op richten.’Welke rol SSW daarin zou moeten krijgen? ‘Soms advi-serend, soms als ontwikkelaar en ze kunnen soms ook zelf iets overnemen. Al begrijp ik heel goed dat corporaties niet staan te trappelen. Zij hebben het niet gemakkelijk en investeren in de zorg is redelijk risicovol tegenwoordig.’Maar corporaties mogen dan steeds strakker aan de leiband worden gelegd, wat Mittendorff betreft betekent dit niet dat zij zich in vervolg louter moeten beperken tot sociale huurwoningen. ‘Het woongenot wordt ook bepaald door de leefbaarheid in een wijk. Voorzieningen op het gebied van welzijn en zorg horen daarbij.’

12

Goed en slimcombineren,ook met huisvestingDoor activiteiten en voorzieningen goed en slim te combineren kunnen de mogelijk nadelige gevolgen van de bezuinigingen op intramurale zorg flink worden beperkt. De beschikbaarheid van multidisciplinair vastgoed is daarbij van groot belang. Dat zegt Evelien Ribbens, directeur van Stichting MENS, de overkoepelende organisatie voor maatschappelijke ondersteuning in De Bilt.

De Goudse zorgorganisatie de Viersprong haalde in augus-tus dit jaar volop de media met haar oproep aan familie en vrienden van bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen om maandelijks minimaal vier uur als ‘vrijwilliger’ bij te sprin-gen. Het verzoek – medewerking afdwingen kan niet – leidde alom tot discussie. Evelien Ribbens kan dat wel begrijpen. Zij juicht de inzet van mantelzorgers en andere vrijwilligers in de zorg en het welzijnswerk toe. Maar verplicht vrijwilligers-werk is een gotspe, is haar ervaring. ‘Je moet mensen geen taken opdringen’, meent de directeur van Stichting MENS, de koepelorganisatie voor maatschappelijke ondersteuning in De Bilt. ‘Iemand tegen zijn zin een oudere in een rolstoel laten druwen, dat werkt niet; dat is een ramp, vooral voor degene die in de rolstoel zit. Je kunt mensen echter wel vragen iets bij te dragen waar ze goed in zijn, iets wat ze leuk vinden om te doen. Iedereen heeft talenten. Daar moet je gebruik van maken. Laat iemand die bijvoorbeeld goed is in pianospelen lekker pianospelen voor de bewoners; die moet je niet laten poetsen. Daarmee maak je niemand blij.’Ribbens kan het weten. Stichting MENS probeert binnen de gemeente meer mensen te interesseren voor vrijwilligers-werk. Dat is een van de vele activiteiten van de organisatie die de onderlinge samenhang tussen professionals, inwoners en vrijwilligers op het gebied van welzijn, wonen en zorg in De Bilt wil vergoten. MENS heeft daarvoor onder meer verscheidene wijkservicecentra. Daar kunnen de inwoners van de gemeente met vragen, ideeën en voor hulp terecht.

‘Door op allerlei manieren het informele netwerk in De Bilt te versterken, willen wij voorkomen dat mensen achter de geraniums belanden. Redden ze het op eigen kracht zelf echt niet meer, dan regelen onze adviseurs hulp. Het liefst van vrijwilligers en als het moet betaald of gecombineerd.’

Meer met minder geldAan deze taken heeft MENS haar handen vol. Dat zal mede door de bezuinigingen op de zorg en het welzijnswerk de komende jaren verder toenemen, verwacht de directeur. ‘Er blijven meer ouderen langer thuis wonen, er wordt gekort op de huishoudelijke hulp en op de thuiszorg. Kortom, we moeten meer doen met minder geld. Daar ligt een taak voor MENS en voor alle mensen en andere maatschappelijke organisaties.’Ribbens vindt het een goede zaak dat mensen worden gestimuleerd langer thuis te blijven. ‘Het is allemaal wat door-geschoten. We zaten in een soort claimcultuur. Ook al was je nog uitstekend ter been: op je 80ste had je recht op een rollator. Dus kregen die mensen een rollator.’ Maar met de bezuinigingen slaat de overheid wat haar betreft weer door naar de andere kant. ‘Het gaat allemaal veel te snel. Kijk, op papier ziet het er allemaal prachtig uit. Maar de praktijk is vaak weerbarstig. Zo’n transitie naar meer zelfredzaamheid vergt een bewustwordingsproces. Dat neemt jaren in beslag. We hebben wel een generatie nodig om het allemaal in orde te krijgen’, vreest zij.

13Evelien Ribbens

MENS vervult bij de extramuralisering van de zorg- en hulp-verlening in De Bilt een belangrijke rol. Maar de organisatie kan het niet alleen, benadrukt de directeur. Hulp van vrij-willigers en mensen met bijvoorbeeld een bijstandsuitkering is onontbeerlijk. Die is er gelukkig volop. In de wijkrestaurants, als hulp bij de dagelijkse boodschappen, als klusser: overal zijn deze mensen binnen de gemeente actief. De stichting biedt echter geen hulp of thuiszorg. Die wordt geleverd door bestaande organisaties als Vitras en De Bilthuysen. Zinvolle dagbestedingRibbens ziet het liefst dat alle woon-, zorg- en welzijnsdien-sten en activiteiten op centrale plekken worden aangeboden. Het begin is er al. In woon- en zorgcentrum Weltevreden bijvoorbeeld kunnen wijkbewoners en bewoners van het woon- en zorgcentrum voor activiteiten, koffie en diners terecht in wijkrestaurant Bij de Tijd, een initiatief van MENS, De Bilthuysen en ROC Midden Nederland. Ook het be-staande restaurant in woon-, zorg en dienstencentrum Dijckstate in Maartensdijk, waar MENS al actief is met een servicecentrum en tal van andere activiteiten, staat straks open voor alle omwonenden.Die restaurants zijn niet alleen ideale ontmoetingsplekken voor wijkbewoners, ze bieden ook zinvolle dagbesteding aan mensen met een beperking. Daaraan bestaat grote behoefte, weet de directeur. ‘Op de dagopvang, vervoer en andere acti-viteiten voor deze groep wordt eveneens stevig bezuinigd.

Daar moet iets voor terugkomen. In de wijkrestaurants kun-nen verstandelijke gehandicapten koffie schenken en contact maken met ouderen en andere bezoekers. Zo voorkom je dat ze de hele dag thuis zitten. Dat is voor deze mensen en hun families ondoenlijk. Het mes snijdt zo aan twee kanten. Een kwestie van slim en goed combineren’, aldus Ribbens. Multidisciplinair vastgoedGoed en slim samenwerken vergt echter ook goede accommo-daties. Door multidisciplinair vastgoed te (her)ontwikkelen – middels nieuwbouw dan wel renovatie – en nauw in con-tact te staan met MENS en andere lokale maatschappelijke organisaties kan SSW daaraan volgens de directeur een bijdrage leveren. Ook de signaalfunctie die de corporatie heeft bij huurders met (potentiële) problemen, vindt zij van groot belang.Kan SSW volgens Ribbens nog meer betekenen voor de ouderen en andere ‘thuisblijvers’? Is het bijvoorbeeld een goed idee dat de corporatie op maatschappelijk vastgoed voor organisaties als MENS geld toelegt in de vorm van een lagere huur? ‘Dat zou natuurlijk erg leuk zijn’, glimlacht Ribbens. Maar dat lijkt haar onder de huidige, voor corporaties ongunstige gesternte een utopie. ‘Dat wij markt-conforme huren betalen, is gezond. Zij moeten ook hun eigen organisatie goed laten draaien. SSW mag dan een stichting zijn zonder winstoogmerk, het is natuurlijk geen charitatieve instelling.’

De Bilthuysen wil vrijkomende appartementen in de verzorgingshuizen die de stichting in De Bilt beheert, gaan verhuren aan ouderen met een lichte zorgvraag. Op deze wijze hoopt de zorgorganisatie leegstand te voorkomen, nu deze senioren geen aanspraak meer kunnen maken op intramurale zorg. ‘Het verzorgingshuis maakt als het ware plaats voor verzorging thuis’, schetst directeur Harm Hoekstra.

14

Harm Hoekstra

naar verzorging thuisVan verzorgingshuis

De journalistiek schittert soms door gebrek aan nuance. Harm Hoekstra, directeur van De Bilthuysen, weet daar alles van. Zowel het Algemeen Dagblad als het televisieprogramma Nieuwsuur meldden afgelopen zomer dat de drie verzor-gingstehuizen die de stichting in De Bilt beheert binnen drie jaar hun deuren moeten sluiten. Door de bezuinigingen op de ouderenzorg zouden de huizen in rap tempo leegstromen.Hoekstra wist niet wat hij las en hoorde; de bewoners en de ongeveer 160 ouderen die op de wachtlijst stonden evenmin. De directeur werd platgebeld door verontruste ouderen en hun aanverwanten. Was dit echt waar? Waar moesten deze mensen dan straks allemaal naartoe?!Hoekstra kon de bellers geruststellen. Van sluiting van de drie huizen – De Koperwiek, De Bremhorst en Weltevreden – is geen sprake. Geen van de in totaal 220 appartementen staat momenteel leeg en op de wachtlijst staan nog steeds zo’n 100 namen. Op de intramurale ouderenzorg mag dan flink worden beknibbeld, als het aan de directeur ligt, blijven alle appartementen bewoond. Aan In Gesprek vertelt hij hoe hij eventuele leegloop van zijn verzorgingstehuizen wil voorkomen en welke rol Woonstichting SSW daarin kan vervullen.

VastgoedprobleemVoor alle duidelijkheid: voor Hoekstra is de vermaatschappe-lijking van de ouderenzorg geen nieuw verschijnsel. Senioren willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, alleen als het echt moet verhuizen ze naar een verpleeg- of verzorgingshuis, weet ook hij. De Bilthuysen speelt daar al jaren op in. Met in totaal zo’n 800 klanten is de organisatie een grote aanbieder van thuiszorg en huishoudelijke hulp in De Bilt. Zonneborgh, een van de drie hoge flats aan de Planetenbaan die door SSW levensloopbestendig zijn gerenoveerd, is een van de locaties vanwaar uit De Bilthuysen hulp en zorg biedt aan ouderen.Alleen de snelheid waarmee de regering de extramuralise-ring nu invoert, heeft de directeur verbaasd. Ouderen moeten langer thuis blijven wonen en hebben nauwelijks tijd om zich aan te passen, als ze daar überhaupt al toe in staat zijn, vreest Hoekstra. ‘Niet iedereen heeft mantelzorgers in de buurt. De kinderen wonen soms ver weg, of hebben een drukke baan. Dan wordt het lastig.’

ProefprojectDe Bilthuysen wil deze ouderen een alternatief bieden. Door de nieuwe maatregelen komen er appartementen vrij in de drie verzorgingstehuizen. Deze appartementen wil de stich-ting gaan verhuren aan ouderen met een lage zorgindicatie. Zij kunnen niet alleen huren, maar tegen betaling desgewenst ook gebruik maken van de thuiszorg, huishoudelijke hulp, maaltijden en andere diensten. ‘Wij willen de appartementen

beschikbaar houden voor de doelgroep en daarmee een passende maatschappelijk invulling geven aan de gebouwen voor de zeer nabije toekomst. Het verzorgingstehuis maakt als het ware plaats voor verzorging thuis’, schetst Hoekstra.De accommodatie leent zich daarvoor uitstekend, meent de directeur. ‘We hebben alle appartementen enkele jaren geleden verbouwd tot levensloopgeschikte woningen met prachtige, ruime sanitaire ruimtes. Dat kom nu goed uit.’De Bilthuysen heeft op bescheiden schaal al ervaring met de verhuur: in De Koperwiek worden al jaren twee appartemen-ten verhuurd. Toch loopt de organisatie niet te hard van stapel. De stichting begint met een pilot van tien appartementen in verzorgingshuis De Bremhorst. Afhankelijk van vraag en aanbod wil Hoekstra vervolgens meer appartementen gaan verhuren. Een grote groep ouderen, onder wie de mensen op de wachtlijst, is inmiddels benaderd. De respons is goed. Enkele tientallen ouderen zijn in principe geïnteresseerd.Of deze ouderen inderdaad een appartement in De Brem-horst gaan huren, hangt onder meer af van de huurprijs die zij moeten betalen en instemming van de eigenaren van de verzorgingshuizen – Woonzorg Nederland en Habion. Die huurprijzen zijn nog niet bepaald, maar moeten in ieder geval onder de sociale huurgrens blijven, meent Hoekstra.Ook voor veel andere ruimtes in de verzorgingstehuizen gaat De Bilthuysen op zoek naar nieuwe huurders. De directeur denkt daarbij aan eerstelijnszorgverleners als verpleegkun-digen, huisartsen en fysiotherapeuten, welzijnsinstellingen en andere maatschappelijke organisatie. Zo zouden de ge-bouwen een meer centrale rol kunnen krijgen op het gebied van wonen, welzijn en zorg binnen een wijk.

Beroep op SSWWat Hoekstra betreft krijgt SSW in de transformatie van de verzorgingstehuizen naar multifunctioneel maatschappelijk vastgoed een belangrijke rol. ‘Voor een woningcorporatie ligt daar net zo goed een taak als voor een zorgorganisatie’, aldus Hoekstra.Dat lijkt in beginsel geen probleem. De Bilthuysen en SSW kennen elkaar goed. In Zonneborgh bijvoorbeeld hebben beide organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg samen al veel ervaring opgedaan. Dat smaakt naar meer, vindt de directeur.Hij heeft SSW daarom inmiddels ingeschakeld voor advies. Ook zou hij graag zien dat de woonstichting een actieve rol gaat spelen bij de verhuur van de appartementen. ‘Zoiets past goed binnen het kader van onze samenwerking’, meent de directeur.Hoekstra zal nog even moeten wachten. SSW staat hier in principe niet onwelwillend tegenover, maar heeft het verzoek nog in beraad.

15

16

Woonstichting SSW verdient een pluim, vindt Els Koster. Dat zegt ze niet omdat In Gesprek met een initiatief is van de corporatie. De bestuurder van de antroposofische woon- en zorgorganisatie Antroz is blij met Ad van Zijl en zijn club. In de eerste plaats omdat SSW het nieuwe Leendert Meeshuis in de Bilthovense wijk De Leijen-Zuid voor Antroz ontwikkelt. Maar bovenal omdat de corporatie haar maatschappelijke opdracht serieus neemt. ‘Ze verdiepen zich in de materie, zijn geïnteresseerd en geëngageerd’, zegt Koster. Dat heeft ze in haar vorige functies wel eens anders meegemaakt. Veel corporaties vinden dat hun rol bij het ontwikkelen van maat-schappelijk vastgoed zich beperkt tot die van pinautomaat, is haar ervaring. ‘SSW neemt haar taak serieus. Ze zien ons als een natuurlijke partner en willen waarmaken wat ze hebben beloofd. Wat dat betreft zijn ze een voorbeeldcorporatie.’Bij Antroz is de woonstichting wat die opvatting betreft aan het juiste adres. Ook de woon- en zorgorganisatie neemt haar taak serieus. Die gaat in De Leijen-Zuid verder dan het bieden van zorg- en woongenot op antroposofische basis aan mensen met somatische en psychogeriatrische problema-tiek. Het Leendert Meeshuis is er voor de hele samenleving

en zal wat Koster betreft dan ook een belangrijke rol gaan vervullen bij de verdere extramuralisering van de zorg in de wijk. Aan In Gesprek vertelt ze wat het verpleeghuis allemaal wil gaan doen en hoe ze tegen de vermaatschappelijking aankijkt.

‘Ideologisch een goed verhaal’Om met dat laatste te beginnen: de Antroz-bestuurder is enthousiast over het bevorderen van de zelfredzaamheid. Die trend sluit goed aan bij het antroposofische gedachtegoed, waarin de eigenheid van het individu en diens persoonlijke ontwikkeling een belangrijke rol spelen. Maar ook buiten de antroposofische gemeenschap neemt de behoefte aan zelf-standigheid toe. ‘Mensen willen zo lang mogelijk op eigen benen blijven staan, hun eigen zaken blijven doen, hun eigen vrienden blijven ontmoeten en hun eigen zorg organiseren’, signaleert Koster. Ze wijst op het geringe aantal ouderen dat daadwerkelijk in een verpleeg- of verzorgingshuis woont. ‘Dat is slechts 15 procent, veel minder dan de meeste mensen denken. Vanuit die optiek is de extramuralisering positief.’Koster vindt het alleen jammer dat de hele transitie nu is

Els Koster

17

Gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties én corporaties hebben de morele en maatschappe-lijke plicht om een bijdrage te leveren aan de extramuralisering van de zorg, meent Els Koster, bestuurder van de antroposofische woon- en zorgorganisatie Antroz. Wat haar betreft krijgt het nieuwe Leendert Meeshuis hierbij in de Bilthovense wijk De Leijen-Zuid een prominente rol.

Leendert Meeshuis is er voor de hele wijk

versneld vanwege de noodzaak tot bezuinigen. Dat roept weerstand op. ‘Intrinsiek, dat wil zeggen ideologisch is het een goed verhaal. Alleen de snelheid is niet goed. Dat staat de bewustwording en de acceptatie in de weg en zorgt voor onnodig hoge kosten. Er gaat veel kennis verloren, iedere gemeente moet zelf maar kijken hoe zij haar nieuwe taken invult.’De snelheid en het gebrek aan kennis werken maatschap-pelijke ontwrichting in de hand, vreest de Antroz-bestuurder. ‘Er blijven straks veel meer mensen zelfstandig wonen, die zichzelf echt niet kunnen redden. Die vallen tussen wal en schip.’

wat er onder de mensen leeft. Ze staan voortdurend met elkaar in contact. Daar gaat zo’n preventieve werking vanuit dat het veel langer zal duren voordat mensen bij specialis-ten aankloppen. De belangrijkste zorg van mensen met een lichte zorgvraag die nog thuis wonen, is: als er iets gebeurt, is er dan iemand voor mij? Met zo’n sociale infrastructuur voorzie je daarin. ’Een verpleeghuis als het Leendert Meeshuis is volgens Koster een ideale vestigingslocatie voor zo’n wijkkernteam. Dat geldt ook voor andere voorzieningen als een buurtcen-trum of een bibliotheek. ‘Wij noemen de openbare ruimte in het verpleeghuis de plint. Die plint is van de wijk. Voor de wijkbewoners en voor de bewoners van het huis; die wonen immers ook in de wijk.’

ReuringZover hoeft het in De Bilt niet te komen, meent Koster. Goede samenwerking tussen alle organisaties kan misstanden voorkomen. Wat haar betreft zijn alle corporaties, zorg- en welzijnsinstellingen binnen de gemeente daar moreel en maatschappelijk toe verplicht.Met het Leendert Meeshuis wil Antroz het goede voorbeeld geven. Onderin het gebouw komt een openbare ruimte. Die is voor de lokale gemeenschap. Ouderen en anderen uit De Leijen-Zuid kunnen er onder meer terecht om elkaar te ontmoeten, voor biologisch dynamische maaltijden, cultuur, zorg en behandeling vanuit het antroposofische gedachtegoed. Kortom: het verpleeghuis moet zorgen voor activiteit in de wijk.Daarbij blijft het niet. Extramuralisering van de zorg zal in alle wijken, dorpen en kernen leiden tot de vestiging van lokale kernteams bestaande uit een huisarts, een wijkzuster en een welzijnswerker, verwacht Koster. Wijkbeheerders- en wijkagenten staan nauw met deze kernteams in contact. De Antroz-bestuurder heeft hoge verwachtingen van deze kernteams. ‘Zij weten precies wat er in de wijk gebeurt en

Blijf bij je leestKan SSW buiten de ontwikkeling van multifunctionele woon- en welzijnscentra als het Leendert Meeshuis en het voor-zien in wijkbeheerders en levensloopgeschikte huisvesting nog meer betekenen voor de groeiende groep thuiswonende ouderen en anderen met een beperking? Mogelijk kan de corporatie ook een rol spelen in de aanleg van goed toegan-kelijke trottoirs en andere infrastructuur, al was het maar door daarover in gesprek te gaan met de gemeente en bijvoor-beeld winkeliers, oppert de Antroz-bestuurder.Veel meer taken kan Koster zo niet bedenken. Corporaties kunnen ook te ver gaan. Sommigen hebben zelf welzijns-werkers in dienst, weet zij. ‘Daar moet SSW voor waken. Ik zou zeggen: schoenmaker blijf bij je leest. Dat zijn huizen en maatschappelijk vastgoed. Andere taken kun je beter aan andere specialisten over laten. De uitdagingen voor corpora-ties zijn zo al groot genoeg.’

18

Bij het tempo en het realiteitsgehalte van de vermaatschappelijking van de zorg plaatst ook hij vraagtekens. En hij deelt de opvatting dat samenwerking binnen de keten essentieel is. Maar zelf zorgvastgoed overnemen is voor Woonstichting SSW momenteel niet aan de orde, herhaalt directeur-bestuurder Ad van Zijl na lezing van de interviews in In Gesprek.

durfkapitalist

Een rentmeesteris geen

19

Een rentmeester

20

‘Een rentmeester van maatschappelijk vermogen is geen durf- kapitalist.’ Ad van Zijl, directeur-bestuurder van Woonstichting SSW, windt er geen doekjes om. Hij heeft de interviews voor In Gesprek aandachtig gelezen en kan zich daar grotend-eels prima in vinden, maar de bijdrage die SSW gaat leveren aan de vermaatschappelijking van de zorg heeft grenzen. Of het nu gaat om luxe verpleeghuizen voor ouderen of om appartementen die leegkomen in verzorgingstehuizen: zorgvastgoed overnemen is voor de woningcorporatie uit De Bilt een stap te ver. Van Zijl sluit zich wat dat betreft graag aan bij de woorden van Trudy Prins, commissaris bij SSW (‘Luxe verpleeghuizen, dat is meer iets voor durfkapitalisten’).‘We worden door de overheid steeds meer teruggeworpen op onze corebusiness’, zegt Van Zijl. ‘Daardoor moeten we prioriteiten stellen. Die liggen momenteel elders. Verduur-zaming en het levensloopgeschikt maken van de bestaande woningvoorraad staan op één. Daarnaast bepaalt de ver-huurdersheffing sterk de lengte van onze financiële polsstok.’Daarmee is niet gezegd dat de woonstichting voor zichzelf geen taken ziet weggelegd bij de versnelde extramuraliser-ing van de zorg. Integendeel, SSW is en blijft actief op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Bij de ontwikkeling van de nieuwe servicecentra die volgens de meeste geïnterviewden in de verschillende wijken en kernen van de gemeente een centrale rol moeten krijgen, neemt de corporatie graag haar verantwoordelijkheid.

Kortere wachtlijstOok staat Van Zijl in principe positief tegenover de plan-nen van De Bilthuysen om vrijkomende appartementen in de drie verzorgingshuizen van de stichting te gaan ver-huren aan ouderen met al dan niet een lichte zorgindicatie.

SSW wil daar graag over meedenken en waar mogelijk aan bijdragen, bijvoorbeeld door een rol te spelen bij de toewij-zing. ‘De verwezenlijking van dit plan zou onze wachtlijst en de wachttijden voor ouderen op een huurwoning kunnen verkorten. Dat past binnen onze volkshuisvestelijke doelstel-lingen. We praten hier immers over appartementen onder de sociale huurgrens’, aldus Van Zijl. ‘Maar,’ voegt hij daar direct aan toe, ‘wij gaan de appartementen, laat staan de gebouwen, niet kopen. Wij zijn van de stenen, niet van de software: de zorg en het welzijn. Een visie die, zo lees ik, gelukkig door de meeste andere geïnterviewden wordt gedeeld.’Overigens heeft Van Zijl niet de illusie dat de plannen van De Bilthuysen de wachtlijst voor ouderen substantieel zullen doen krimpen. Hij refereert aan eerdere ervaringen met aan-leunwoningen. ‘Alleen ouderen die echt niet meer zelfstandig kunnen wonen, kiezen voor een aanleunwoning. Dan praat je al snel over mensen van 75 jaar en ouder. Jongere senioren blijven liever in hun eengezinswoning. Dat is ook een kwestie van imago.’

VooruitgangsoptimismeInitiatieven van woningcorporaties, zorg- en welzijnsorgani-saties die de vermaatschappelijking van de zorg handen en voeten geven, juicht de directeur-bestuurder toe. Slimme combinaties waarbij vastgoed multifunctioneel wordt benut voor activiteiten die zoveel mogelijk mensen binnen de doel-groep bedienen – denk aan wijkrestaurant Bij de Tijd, hebben daarbij zijn voorkeur.Maar samenwerken en slim combinerenen is niet toereikend. Zelfs wanneer partijen binnen de lokale driehoek elkaar goed weten te vinden, zoals in De Bilt, blijven misstanden als

21

vereenzaming en verwaarlozing mogelijk, vreest de directeur- bestuurder.Het grote ‘vooruitgangsoptimisme’ van Herman Mittendorff, als wethouder in De Bilt onder meer verantwoordelijk voor de portefeuilles zorg en welzijn en maatschappelijke onder-steuning, deelt Van Zijl dan ook niet. Hij vreest net als de meeste andere geïnterviewden dat de transitie te snel gaat en te rigoureus is. ‘In 2015 is er 40 procent minder geld voor huishoudelijke hulp, 25 procent minder voor begelei-ding en 15 procent voor verzorging van hulpbehoevenden. We moeten dus met zijn allen met minder geld meer taken gaan uitvoeren. Die gaten moeten worden opgevuld door zelfredzaamheid en hulp van buren, familie en vrijwilligers. Ik ben daar sceptisch over. Vrijwilligerswerk heeft beperkingen. Zoals Trudy Prins zegt: zorg is ook een vak. Bovendien, laten we eerlijk zijn: hoeveel hulpbehoevende ouderen kunnen nu echt nog de regie over hun eigen leven voeren?’

Draconische gevolgenMet de start van MENS heeft de gemeente De Bilt vroeg-tijdig op de vermaatschappelijking ingespeeld. Van Zijl zal de laatste zijn die dat ontkent. ‘De servicecentra zijn fantastisch. Zorg- en andere hulpvragen worden direct gekoppeld aan de juiste organisatie. Dat betekent een versterking van de eerste lijn. Bovendien komt de menselijke maat zo weer centraal te staan.’

Wethouder Herman Mittendorff krijgt daarvoor van de SSW-bestuurder alle credits. Maar of daarmee de kwaliteit van de zorg en het welzijn van ouderen en andere hulpbe-hoevenden die langer thuis moeten wonen, overeind blijft, betwijfelt Van Zijl. Immers, de bezuinigingen treffen ook De Bilt. Net als alle andere gemeenten krijgt De Bilt voor de WMO een vast budget. Is dit geld op, dan houdt het op, benadrukt de directeur-bestuurder. ‘Er is een essentieel verschil tussen de AWBZ en de WMO. Bij de AWBZ is er altijd recht op zorg, de WMO is een voorziening en biedt geen garantie. Voor mensen die hulp nodig hebben kan dat tamelijk draconische gevolgen krijgen.’Zeker, domotica, tablets en levensloopgeschikte apparte-menten kunnen helpen ouderen en andere mensen met beperkingen langer thuis te laten wonen, maar om zichzelf echt te kunnen redden, is meer nodig. Als het daaraan ontbreekt, gaan gemeenten en burgers geld voor hulp en zorg via de rechter opeisen, denkt Van Zijl. De plannen van de gemeente Den Haag om een juridische procedure te beginnen tegen het rijk, zijn volgens hem een teken aan de wand. Hij vindt het spijtig wanneer het zover moet komen, maar kan dat net als de meeste andere geïnterviewden wel begrijpen. ‘Want als langer zelfstandig wonen niet meer mogelijk is en de WMO-pot is leeg, wie helpt er dan?’

Wonen en zorg - Bijzondere doelgroepen bij SSW SSW heeft in de afgelopen 10 jaar relatief veel gebouwd voor bijzondere

doelgroepen. Zo heeft SSW in 2007 de Rinnebeek gebouwd voor o.a. de

Bilthuysen, waar 28 psycho-geriatrische patiënten wonen. Voor mensen met

een verstandelijke beperking bouwde SSW De Reiger, voor 26 cliënten van

Reinaerde en verbouwde SSW een boerderij in Maartensdijk tot Thomashuis

voor 8 cliënten. Ook verhuurt zij een aantal woningen aan Zideris, die bege-

leid wonen verzorgt aan 12 cliënten met een verstandelijke beperking.

In de Leijen-Zuid gaat SSW vervangende nieuwbouw realiseren voor

het Leendert Meeshuis, een verpleeghuis van Antroz. Hier wonen straks

110 cliënten.

Uitbreiding servicecentra In 2006 heeft de gemeente De Bilt al voorgesorteerd

op de ontwikkeling dat ouderen langer zelfstandig thuis

blijven wonen. Zij heeft toentertijd het Project MENS

opgericht. Vanuit dit project zijn servicecentra opgericht.

Deze bieden allerlei diensten op het gebied van welzijn

en zorg aan. In 2013 is het Project MENS gefuseerd

met diverse welzijnsorganisaties tot de Stichting MENS.

Na deze fusie is het gebouw van een van de partners

als servicecentrum ingericht, de Duiventil. Hiernaast is

in de wijk Weltevreden in t’ Hoekie en in Maartensdijk in

Dijckstate al jaren een servicentrum actief.

Op 12 september 2013 zijn in de gemeente De Bilt twee

nieuwe servicecentra geopend. Een hiervan is geves-

tigd in het WVT- gebouw aan de Talinglaan. De WVT

heeft sinds haar bestaan al een functie op het gebied

van cultuur en het organiseren van activiteiten voor de

omringende wijken. Zij zal nu ook een coördinerende

rol op het gebied van zorg op zich gaan nemen. In

Bilthoven-Noord is het vijfde servicecentrum geopend

in verzorgingshuis de Schutsmantel.

Serviceteam Reinaerde In Het Lichtruim vestigen zich straks een breed scala aan organisaties

onder andere op het gebied van cultuur en educatie. Om het reilen en

zeilen in het gebouw straks goed te laten verlopen wordt een handy-

man ingehuurd, die als huismeester gaat fungeren. Hiernaast gaan

cliënten van Reinaerde allerlei hand- en spandiensten vervullen. De

aansturing van deze mensen vindt plaats door de begeleiders van

het dagcentrum van Reinaerde, dat ook in Het Lichtruim gevestigd is.

In depraktijkWonen, welzijn en zorg zijn in de praktijk onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Een paar voorbeelden.

22

Klantenpanel Woonwensen In april heeft SSW een klantenpanel georganiseerd om

de woonwensen van 55+ ers in kaart te brengen. Be-

woners kregen de gelegenheid om aan te geven wat zij

van een nieuwe woning verwachten en wat SSW kan

doen om hen te helpen de overstap te maken van een

grote eengezinswoning naar een appartement. Er deden

12 huurders mee aan het panel. Voor SSW leverde deze

bijeenkomst waardevolle informatie op.

Ouderen langer zelfstandig in de wijk SSW zet al jaren in op levensloopbestendige wijken. Hiermee bedoelen we

dat mensen in alle levensfasen kunnen blijven wonen in hun eigen wijk. Een

goed voorbeeld van een levensloopbestendige wijk is Weltevreden.

Hier heeft SSW in 2007 van de 150 woningen, 20 woningen levensloop-

bestendig gerenoveerd. Bewoners kunnen, als dat nodig is, de begane

grond als woonverdieping gebruiken. Ook is er een gevarieerdheid aan

woningtypen in de wijk, waarin mensen uit verschillende leeftijdsgroepen

kunnen wonen. Als mensen activiteiten willen ondernemen kunnen ze

terecht bij buurthuis ’t Hoekie. Hier kunnen mensen ook terecht met hun

zorgvragen. Voor zorg en activiteiten is er ook de Bilthuysen in het verzorg-

ingshuis Weltevreden. Wijkrestaurant Bij de Tijd, biedt de bewoners van de

hele wijk de mogelijkheid tot ontmoeting en om lekker te eten. Wooncomplex

De Vijverhof bestaat uit 30 ruime appartementen, geschikt voor senioren.

Vrijwillige inzet - Wandelproject In het kader van het Maatschappelijk Betrokken Ondernemen heeft

SSW een wandelproject met het Leendert Meeshuis. Een keer per twee

weken gaan twee werknemers van SSW wandelen met twee bewoners

van het Leendert Meeshuis, een verpleeghuis voor somatische en psycho-

geriatrische patiënten. Driekwart van de medewerkers van SSW doet mee

met dit project. Dat betekent dat de medewerkers een of twee keer per jaar

gaan wandelen. De bewoners genieten van een uurtje buiten zijn en het

Leendert Meeshuis is blij met de inzet van SSW.

23

Woonstichting SSWWaterman 45 3721 WE Bilthoven | Postbus 265 3730 AG De Bilttelefoon (030) 220 58 33 | fax (030) 220 05 [email protected] | www.ssw.nl