SCEPTRE Resultaten Cluster A
description
Transcript of SCEPTRE Resultaten Cluster A
SCEPTRE Resultaten
Cluster A
Anna Bartak & Anke Meerman
Symposium Utrecht 29 januari 2009
Doel SCEPTRE
• (Kosten)effectiviteit van psychotherapie• Vergelijking van doseringen• Patiënten 3 jaar lang gevolgd• Multicenter onderzoek met > 800
patiënten met persoonlijkheidspathologie
Met dank aan…
• Marieke D. Spreeuwenberg (Universiteit van Tilburg, VU Amsterdam)• Helene Andrea (VISPD, Erasmus MC Rotterdam)• Jan J. van Busschbach (VISDP, Erasmus MC Rotterdam)• Marcel A. Croon (Universiteit van Tilburg)• Roel Verheul (De Viersprong, Universiteit van Amsterdam)• Paul M. G. Emmelkamp (Universiteit van Amsterdam)• Theo Stijnen (LUMC Leiden)• Lot Holleman (Zaans Medisch Centrum Zaandam)• Piet Rijnierse (Mentrum Amsterdam)• Bert v. Rossum (Altrecht Zeist)• Sissy Hamers (De Viersprong)• Anke M. M. A. Meerman (De Gelderse Roos Lunteren)• Janneke Aerts (GGZWNB Bergen op Zoom)• Uli Ziegler (Zaans Medisch Centrum Zaandam)• Wubbo Scholte (De Gelderse Roos Lunteren)• Jack Dekker (Mentrum Amsterdam)
• Els Havermans (De Viersprong)
Uitkomst metingen SCEPTRE
1. GSI (SCL-90)– Psychische klachten (0-4)
2. OQ-45 – Functioneren – Sociale rol– Functioneren – Interpersoonlijk
3. EQ-5D1. Kwaliteit van Leven
• SIPP– Persoonlijkheidsfunctioneren
Sample Cluster A
• n = 58• Gemiddelde leeftijd = 29.3 (SD = 8.2)
• 69.0% Vrouwen• 31.0% Mannen
• 17.2 % Cluster A puur • 84.5 % Paranoïde persoonlijkheidsstoornis• 10.3 % Schizoïde persoonlijkheidsstoornis• 6.9 % Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
Behandeling Cluster A
• Psychotherapie - effect na 18 maanden
• Verschillende “dosering” groepen:– Ambulant (n=20)– Dagklinisch (n=19)– Klinisch (n=19)
Ongecorrigeerde resultaten Cluster APsychische klachten (GSI)
Unpublished – Do not quote
ES
0.25 1.25 1.26
Conclusie Cluster A studie
• Patiënten met cluster A persoonlijkheids-pathologie verbeteren tijdens psychotherapie
• Grotere studies nodig in de toekomst om effect van ambulante behandeling te vergelijken met (dag-)klinische behandeling
Klinische praktijk - Casus Maria
• DSM-IV diagnose volgens SIDP-IV:
– Paranoïde PS– Borderline PS– Obsessieve-compulsieve PS
Behandeling
• Plan: Klinische inzichtgevende supportieve behandeling van 6 maanden
• Sterke idealisering van behandelstaf, gaat weinig verbinding aan en komt niet tot onderzoek van eigen belevingswereld
• Behandelresultaat: Drop-out na 3,5 mnd• Verwezen naar dagklinische
resocialiserende behandeling
Reflectie
• Cliënte kan onvoldoende profiteren van klinische inzichtgevende supportieve behandeling
• Terugkijkend zou deze cliënte nu geïndiceerd worden voor dagklinische, meer gestructureerde supportieve behandeling, mogelijk schematherapie
Klinische praktijk - Casus Piet
• DSM-IV diagnose volgens SIDP-IV:
• Paranoïde PS• Borderline PS• Narcistische PS• Obsessieve-compulsieve PS
Behandeling
• Plan: Klinische behandeling van 6 maanden• Behandeling: Eerst klinische behandeling,
vervolgens later nog ambulante VERS training en resocialiserende nabehandeling groep
• Behandelresultaat: Sterke verbetering op klachtniveau, verbetering sociale rol functioneren en maatschappelijk functioneren
Reflectie
• Cliënt heeft uiteindelijk goed geprofiteerd van structuur elementen en nieuw, op specifieke doelgroepen toegesneden aanbod
Conclusie
• Cluster A persoonlijkheidsstoornis is niet hopeloos
• Op maat gesneden aanbod geeft goede mogelijkheden voor een klinisch psychotherapeutische behandeling