Satellietgroep review stellingname 2013
-
Upload
jacqueline-heerema -
Category
Documents
-
view
222 -
download
0
description
Transcript of Satellietgroep review stellingname 2013
REVIEW 'Stellingname -‐ water, land en innoverend erfgoed’ 7/4 t.m 23/6 2013 www.kunstfort.nl www.satellietgroep.nl
2
REVIEW 'Stellingname – water, land en innoverend erfgoed’ 7/4 t.m 23/6 2013 www.kunstfort.nl www.satellietgroep.nl Inhoud: Review – pagina 3 Review door Jacqueline Heerema/Satellietgroep, gastcurator van ‘Stellingname’ voor Kunstfort bij Vijfhuizen: over water, land en innoverend erfgoed, de Haarlemmermeerpolder, de projecten, community of interpretation en subjectieve cartografie. Na Stellingname -‐ het vervolg in de polder en daarbuiten van het project – pagina 9 Communicatie – pagina 11 Over de tentoonstelling en de stratgeische ruimte – pagina 17 Opening op 7 april: 'Veldbedden in de polder' door kunstenaar/publicist Sjaak Langenberg – pagina 28 Projecten: installatie 'Vloei 1' door Bram Vreven – pagina 31 ‘Mind your step. Dwaaltochten rond Schiphol’ door filosoof Bram Esser – pagina 33 ‘Ik Wil De Polder In!’ door ontwerper Francois Lombarts – pagina 43 ‘Grenslandschappen -‐ een verkenning op het kruispunt van de getrainde tred en het geschoolde oog' door stedenbouwkundigen Jan de Graaf & Robert Schütte – pagina 49 ‘Brak Water, Zilt Land. Zoutbelasting of de prijs van het inpolderen’ door landschapsarchitect Ronald Boer & kunstenaar Valerie Dempsey (Schotland) – pagina 58 ‘Vloeibaar Land’ door kunstenaar Jacqueline Verhaagen – pagina 65 ‘Mapping Delta-‐Land’ door kunstenaar Marjolijn Boterenbrood – pagina 68 Finissage op 22 & 23 juni tijdens de Dag van de Architectuur – pagina 75 Kamperen rond het Kunstfort en filmavond 'Bordescape' – pagina 76 Excursies en expertmeeting met presentaties van de onderzoeksprojecten en gastsprekers – pagina 79 fotograaf Kadir van Lohuizen over Delta's architect Charlotte Geldof over gemeenschap van denken en ruimtegebruik op zee 'The Future Commons 2070' Ine Gevers, curator 'Ja Natuurlijk' -‐ Can art change the world? museoloog Peter van Mensch over 'bestaat innoverend erfgoed? Met dank aan de makers en co-‐makers, het Kunstfort met alle Fortgenoten, VSBfonds, SNS Reaal Fonds, Gemeente Haarlemmermeer, Studio Duel, Jonmar van Vlijmen/Studio ICW, Rob te Riet en vele anderen die deel waren van de onderzoeken en presentaties.
3
Review Stellingname Gastcurator Jacqueline Heerema over een interpretatieve gemeenschap, subjectieve cartografie en innoverend erfgoed: Gaan we in verzet, passen we ons aan of ontwikkelen we nieuwe zienswijzen? Onze relatie met water en land in verleden, heden en toekomst is een zaak van iedereen. Stellingname gaat over deze anthropogene relatie met water, land en innoverend erfgoed. Hoe kunnen we die relatie onderzoeken, wat kunnen we ontdekken, en op welke wijze kunnen deze ontdekkingen bijdragen aan beter begrip van onze dagelijkse omgeving? Stellingname gaat over het bevragen van onze relatie met land en water in een door erfgoed gereguleerd landschap, vol dijken, gemalen en forten. Een op het oog veilige leefomgeving, maar het waterpeil verandert, zo ook moet onze blik en houding veranderen. Een parallel dringt zich op tussen deze polder en het koraaleiland Tuvalu, waar de zee door de bodem prikt en leven en voedselproductie onmogelijk maakt. Tuvalu is een van de eerste slachtoffers van klimaatverandering. De bestaande leefcondities en identiteit moeten losgelaten worden en de gemeenschap worstelt met de vraag wat ze willen behouden? Als identiteit maakbaar is, een constructie volgens entnoloog Gerard Rooijakkers*, en volgens kunsthistoricus Tracy Metz is ‘water onze identiteit’, dan dwingen deze veranderingen ons tot nieuwe zienszwijzen en handelen. Interpretatieve gemeenschap Satellietgroep nodigde samen met Kunstfort bij Vijfhuizen kunstenaars en wetenschappers uit om als pioniers samen met lokale ‘kenners’ als partners het gebied bloot te leggen, waarbij lokale kennis en narratieven zich verbinden aan observaties, onderzoeken en presentaties. Op deze wijze worden het gebied en haar bewoners geactiveerd en wortelen de projecten en daaruit voortvloeiende voorstellen of ‘stellingnames’ in de verschillende gemeenschappen. Iedereen – bewoner, bezoeker en expert -‐ kon bijdragen vanuit persoonlijk en professioneel perspectief, aan dit meer duurzame, culturele, historisch transparante, maatschappelijk gewortelde en op de toekomst gericht onderzoek van het waterlandschap waarin we leven. Stellingname vraagt een actieve houding. Gastcurator Jacqueline Heerema gebruikt de term ‘interpretatieve gemeenschap’. Stellingname is een open uitnodiging voor dialoog over water en land. De gekozen methode is veldwerk. Met een ‘open mind’ als voorwaarde om te kunnen ‘ont’dekken. ‘We gaan de waterbeleving versterken’ – nota gemeente Haarlemmermeer De grootste opgave waar Nederland als deltaland voor staat is onze omgang met water en land. De zeespiegel stijgt, het land klinkt in, de zout/zoet water balans raakt verstoord en rivieren zijn te droog of te vol. Duurzame omgang met water is van groot belang voor iedereen. Nederland is een aantrekkelijk land om in te wonen en werken, maar ook een kwetsbaar land. De fragiele balans tussen mens en omgeving staat steeds onder druk door klimaatverandering, economische en politieke processen. Het verkennen, onderzoeken en op verschillende manieren zichtbaar te maken van onze relatie met water en land draagt bij aan een beter begrip van de opgaven waar we met z’n allen voor staan in Nederland, en daarbuiten. Water is n.l. fluïde. Je hebt een emmer nodig om water te kunnen bevatten. Of begrip van deze polder. Beleving en kennis Nederland kenmerkt zich door een rijke én innoverende cultuurhistorie op het gebied van de kunsten én watermanagement. Deze twee unieke cultuurhistorische domeinen zijn complementair en samen
4
vormen ze het geheel dat Satellietgroep aan elkaar verbindt, ook tijdens de manifestatie Stellingname. Waardevol in deze is het begrip 'cultuurlandschap' als typering van ons deltalandschap. Oerhollands, en voor de argeloze kijker eerder als natuur-‐ dan als cultuurlandschap waarneembaar. Transparantie -‐ zichtbaar en ervaarbaar maken -‐ van dit 'man made' landschap in verleden, heden en toekomst draagt bij aan een publieke en professionele bewustwording ten aanzien van onze dynamische cultuur en dit specifieke innoverende erfgoed. ‘Erfgoed is net als water niet statisch, maar een dynamische actor. Waterpeilen veranderen en zo ook onze blik en houding.’ Stellingname gaat over leesbaarheid van dit gestapelde waterlandschap met natuurlijke, sociale, militaire en waterbouwkundige geschiedenis, over transparant maken van 'man-‐made' land, water als kenniserfgoed. Niet in de zin van innovatief beheren of ontsluiten of denken over een vorm van vaststaand erfgoed, maar over het erfgoed zélf als dynamische actor? Gastcurator Jacqueline Heerema heeft voor Stellingname de term ‘innoverend erfgoed’ (innovatory heritage) bedacht. Binnen het erfgoed-‐denken bestaat ‘innovative heritage’ vooral als het zoeken naar nieuwe vormen van beheer, behoud en ontsluiten van erfgoed. ‘Innoverend erfgoed’ gaat uit van een actieve dynamische rol van het water en land zélf als actoren in vernieuwend denken. Wat kunnen we leren van de wisselwerking tussen mensen, land en water en op welke wijze kunnen artistieke onderzoeken bijdragen aan het ontwikkelen van nieuwe inzichten? Verbeelding en beleving zijn de katalysatoren in dit proces. Kunstenaars (in de meest brede zin van het woord) verkennen nieuwe denkrichtingen en blikvelden waaruit we nieuwe zienswijzen en inzichten kunnen destilleren. Volgens de Erfgoedcellen België: ‘Erfgoed kan een nieuw leven leiden als mensen het een plaats geven in hun eigen wereld. We staan er niet bij stil, maar ook vandaag maken we heel wat toekomstig erfgoed aan. Erfgoed evolueert voortdurend.’ Jan de graaf: ‘Het gaat om een landschap waar de vocht-‐huishouding onderwerp is van intensive care. Het ritme van de zee, eb en vloed, en de zeespiegelrijzing op de lange duur, wordt op de voet gevolgd. Ook het militaire ritme van een mogelijke inundatie, een verhoogde vochtigheidsgraad. Net als de chemische samenstelling van de buiten-‐ en de binnenwateren, zoet, zout, brak. Elders gebruik ik de term 'ritmo-‐geografie'. Bram Esser: ‘Het zijn bespiegelingen op enerzijds het strikt utilitaire landschap van de Haarlemmermeer en anderzijds gaat het over een specifieke manier van kijken en ervaren zodat je binnen dat utilitaire landschap toch nog tal van verborgen landschappen kan herkennen.’ De polder observeren, verkennen, beleven en ontdekken In de Haarlemmermeerpolder komt op verrassende wijze een groot deel van de Hollandse watergeschiedenis samen. Wat kan je waarnemen in de polder? Een stapeling van natuurlijke, sociale, militaire en waterbouwkundige geschiedenis: van Waterwolf tot inpoldering, van militaire stelling tot recreatielandschap. Jaarlijks wordt 20 tot 40 miljoen m3 boezemwater ingelaten afhankelijk van de droogte van de zomer. De helft van dit water is voor het op peil brengen van het gewenste waterpeil in de sloten, de andere helft is voor het verdunnen en doorspoelen van het brakke en voedselrijke kwelwater. Een bijzonder kostbaar proces. Er zijn locaties aangewezen voor waterberging in geval van waterovervloed. De aanleg van een dijkenlandschap als geluidsbarriere voor Schiphol is in ontwikkeling, als een hedendaagse interpreatie van het begrip ‘utilitaire’ dijken als recreatielandschap. De polder is woon-‐ en werkplek geworden voor mensen die vooral hun netwerken buiten de polder hebben, een recreatielandschap waar steeds met schoon water de
5
polder doorgespoeld moet worden om het zout uit de polder te wassen. De verwachting is dat de polder de komende 50 jaar zouter zal worden. Hoe kan je deze processen inzichtelijk en ervaarbaar maken?
Francois Lombarts, uit gemeentelijke beleidsnotities: ‘Oppervlaktewater is publiek eigendom en van tenminste één zijde publiekelijk toegankelijk (met uitzondering van landelijk wonen)’. Projecten Voor Stellingname zijn een aantal ontdekkingsreizigers uitgenodigd om vanuit verschillende posities de Haarlemmermeer te verkennen -‐ het land, het water en de mensen. Samen met bewoners en experts brachten zij als ‘een community of interpretation’ de Haarlemmermeer op bijzondere wijze in kaart, onder meer door subjectieve cartografie. Kunstenaars en landschapskenners kozen in dit project positie ten aanzien van het Noord-‐Hollandse landschap, dat door economische en ecologische dynamiek aan constante verandering onderhevig is. Stellingname biedt daarmee nieuwe aanknopingspunten, inzichten en een beter begrip om het door polders gedomineerde kustlandschap 'te lezen'. Het stelt zowel professionals als een breder publiek in staat om een vertaalslag naar de toekomst te maken. Een voorbeeld hiervan is de innovatieve invulling van historisch erfgoed Kunstfort bij Vijfhuizen als onderdeel van de Stelling van Amsterdam. De opzet van het Kunstfort was autarkisch, waarbij onder meer een meter duinzand op het dak door natuurlijke filtratie van regenwater het fort kon voorzien van drinkwater. Stellingname kwam tot stand in een samenwerking van Satellietgroep met het Kunstfort bij Vijfhuizen en bijdragen van kunstenaar/publicist Sjaak Langenberg (opening 7 april), Polderonderzoeken door ontwerper Francois Lombarts, filosoof Bram Esser, stedenbouwkundigen Jan de Graaf & Robert Schütte, landschapsarchitect Ronald Boer & Valerie Dempsey (UK), kunstenaars Jacqueline Verhaagen, Marjolijn Boterenbrood, de installatie ‘Vloei I’ van Bram Vreven, en gastsprekers fotograaf Kadir van Lohuizen, architect Charlotte Geldof (BE), curator Ine Gevers en museoloog Peter van Mensch (finnisage 23 juni). ‘Verhalen vormen de toegang tot het mysterie van de leefbaarheid.’ Filosoof Bram Esser schreef ’10 regels voor het nieuwe reizen’ en ziet deze kunstenaars als ‘polderingenieurs’, die zich verhouden tot verzonken en verborgen landschappen. Verbeeldingskracht is nodig om het landschap te ontsluiten. Een onzichtbaar landschap, fysiek getemd door logistieke processen. Esser ziet parallelen tussen verschillende sociale gemeenschappen en machines zoals gemalen om dit kunstmatig landschap te creëren. Bram ontdekte tijdens zijn polderexpedities onder meer een koraalkweker op de bodem van deze voormalige binnenzee. Koraal is de sensor van klimaatverandering. Hij schreef het essay ‘Wonen op de bodem van de zee. Opzoek naar de verborgen landschappen van de Haarlemmermeer’. ‘The polder a vast sinking landscape’, over het ontbreken van vast grond onder je voeten Ontwerper Francois Lombarts zwom voor zijn project ‘Ik Wil De Polder In’ door de sloten en greppels van de Haarlemmermeerpolder om de polder te leren begrijpen. Het resulaat vatte hij samen in het videowerk ‘Sinking into the landscape'. Hij concludeerde na maanden zwemmen door de polder dat ‘het water hem niet raakte’. Net als de polderbewoners, maar in zijn geval door de fysieke beperking van een wetsuit. ‘Je ziet het niet en je kunt het nauwelijks gebruiken’ staat in de gemeentelijke beleidsnotitie en ‘we gaan de waterbeleving versterken’. Lombarts bedacht voor de Haarlemmermeerpolder door samentrekking van Rural en Urban de term ‘Utopian rurban landscape’ Lombarts: ‘‘ I could not trust the half earth beneath my feet, giving way and sucking me deeper. The effort required to pull myself out, to keep my head above water was almost
6
unbearable, yet I was also too tired to notice. Deceptively demanding conditions, the polder a vast sinking landscape, where sure footing could not be guaranteed, and the immense effort required to be able to make the polder habitable.’ ‘Salt. If you have too much you die. If you have not enough you die.’ Jaarlijks wordt 20 tot 40 miljoen m3 schoon water door de Haarlemmermeerpolder gepompd om de polder door te spoelen i.v.m. verzilting door opborrelende zoute kwel. Het onderzoek ‘Brak Water, Zilt Land. Zoutbelasting of de prijs van het inpolderen’ van landschapsarchitect Ronald Boer & kunstenaar Valerie Dempsey (UK) maakt de samenhang en steeds verschuivende balansen in de polder en daarbuiten voor een breed publiek zichtbaar en ervaarbaar. Op 24 punten namen Boer/Dempsey en polderbewoners monsters van het water en land voor de ‘Waterbibliotheek’ en ‘Mudscapes’. De fluctuerende hoogteverschillen van het water in Haarlemmermeerpolder vormen een uitdaging voor de pilot ‘HWGGA’ van kunstenaar Jacqueline Verhaagen. Zij onderzocht samen met leerlingen en experts de technische kennispotentie van de polder in het project ‘Vloeibaar Land’. De facinatie voor de verborgen onderwater poezie van de polder resulteerde in de proefopstelling voor het waterkunstwerk dat de zin ‘Het Water Geeft Geen Antwoord’ (HWGGA) door wisselende water-‐ en luchtdruk ervaarbaar maakt. Kunstenaar Marjolijn Boterenbrood trok met haar satellietbus de Haarlemmermeerpolder in om modderverhalen te vinden voor haar project ‘Mapping Delta-‐Land’. Ze maakte met bewoners en experts het besef van leven in dit deltaland zichtbaar in het ‘Polderarchief’. Ze relateerde ‘onze’ delta aan delta’s elders door 3 internationale fotografen uit te nodigen werk te presenteren. Fotograaf Kadir van Lohuizen sprak tijdens de expertmeeting (finissage 23 juni) OVER het effect van zeespiegelstijing in 6 delta regio’s. Over zeewater en verzilting, en evacuatie ‘when the water does not leave’. Hij vertelt over New Orleans en Katrina. Hoe, als gevolg van het afdammen van rivieren het slib niet meer aangroeide, de natuurlijke bescherming verdween en New Orleans van inlandse stad aan zee kwam te liggen. En hoe na Katrina 1 miljoen mensen niet meer terugkeerden naar de stad…. De verborgen strategie van evacuatie? Start: zoek zijwaarts, weg-‐wijzer, re-‐inundatie, (n)u, kunstevacuatie, luchtverkenning, finish: zoek zijwaarts -‐ Rechtwandeling De Graaf/Schütte Stedenbouwkundigen Jan De Graaf en Robbert Schütte ontwikkelden een 'lopend onderzoek' over de Geniedijk voor hun project 'Grenslandschappen -‐ een verkenning op het kruispunt van de getrainde tred en het geschoolde oog'. Met specialisten en door literatuuronderzoek ontstond de 'Rechtwandeling' op het kruispunt van de militaire en toeristische blik, om de intelectuele dimensies van reizen te stimuleren. Het project gaat over iets wat je niet ziet. Over parallele historische ontwikkelingen en de mogelijke onderliggende strategie van de Stelling van Amsterdam – Unesco Wereld Erfgoed – namelijk als bescherming van het Rijksmuseum? Het is nog steeds een militair waterlandschap, en als gidsen bieden De Graaf/Schütte een ‘voice over’ voor wat zij een ‘psychopatisch landschap’ noemen. Het landschap verzwijgt de geschiedenis, namelijk de strategie van evacuatie. De Graaf/Schütte verwijzen naar de recente Meerlaagsveiligheid Strategie** van de overheid -‐ gericht op 1. Risico reductie door preventie met dijkversterkingen, 2. ruimte voor de rivier en maatregelen in de ruimtelijke ordening en 3. rampenbeheersing en slachtoffer reductie -‐ en vragen zich af wie bepaalt wat of wie beschermd wordt of opgeofferd bij mogelijke evacuatie? ‘De intelectuele dimensies van het landschap’ resulteert volgens De Graaf/Schütte uiteindeljk in de relatie ‘toerist en drone’, waarbij de toerist via smartphones en GPS zichzelf kan bekijken als toerist in het landschap.
7
Tot slot een citaat uit ‘Invasieve exoten’ door kunstenaar/publicist Sjaak Langenberg (opening 7 april): ‘Reizigers vertrekken en landen van Schiphol binnen de Stelling van Amsterdam in de Haarlemmermeerpolder! Reizigers komen zelden terecht in de directe omgeving van luchthavens in tegenstelling tot (invasieve) exoten die zich verspreiden in de directe omgeving van havens (via ballastwater), of planten en dieren die via luchthavens een onverwachte bestemming bereiken. Langenberg bepleit ‘veldbedden’ in de Haarlemmermeerpolder die gestrande reizigers op Schiphol naar een onverwacht reisdoel brengen…. De overlast staat buiten kijf, maar de poëzie van het bewuste én onbewuste transport van soorten ook, dus ik neem graag een voorbeeld aan de wijze waarop exoten zich verplaatsen en bepleit hier vandaag de Haarlemmermeerpolder als opvangplek van exoten die op Schiphol strandden. Rode Kruis, zet bij calamiteiten geen veldbedden neer op Schiphol, maar in de Haarlemmermeerpolder, zodat reizigers zich als zaden kunnen verspreiden rond de luchthaven en kennis kunnen nemen van een stuk Nederland waar ze anders aan voorbij zouden zijn gereden. Maak van de Haarlemmermeerpolder de meest exotische plek van Nederland. Leve de invasieve exoten! Leve de co-‐creatie van mens en natuur!’ Samenvattend Het doel van Stelingname was het inzichtelijk samenbrengen van de verschillende betekenislagen – historisch, functioneel, menselijk, natuurlijk en wetenschappelijk -‐ die de Haarlemmermeer als representant van Nederlandse waterrelaties kenmerkt. Door locatie specifieke onderzoeken en resultaten inzichtelijk en ervaarbaar te maken met een brede en actieve publieks-‐ en expertsbenadering. Naast de historische kaarten in de stategische ruimte werd ook een nieuwe laag is toegevoegd met commentaren en anekdotes van bewoners, bezoekers en schoolkinderen. Bovendien is een van de resultaten van Stellingname -‐ naast de nieuwe werken -‐ de nieuwe cartografie die voegt zich bij de bestaande historiche cartografie, n.l. subjectieve cartografie. Museoloog Peter van Mensch stelt dat kunst kán bijdragen in het discours over erfgoed door andere concepten in te brengen. En, zoals met alle nieuwe werken worden in de loop van de tijd nieuwe betekenislagen toegevoegd. Een aanzet voor vervolg, als hummus om op door te werken. Stellingname gaat over overlevingstrategiën om te overleven in de polder! Jacqueline Heerema, september 2013.
8
* Identiteit volgens etnoloog Gerard Rooijakkers: ‘Er zijn 3 kenmerken van identiteit: 1. territorium: we hechten ons in ruimte: de mens als topofiel wezen: we houden van plekken 2. constructie van verleden: we hechten ons in tijd; je hebt of je maakt geschiedenis, geschiedenis is mensenwerk en zetten we naar onze hand: rituelen, vlag, volkslied 3. constructie van bloed: culturele constructie van ras, verwantschap tussen mensen, bloedverwanten, mensen van blauw bloed (adel), ook folkore, streekeigen karakter of volksaard, kenmerken waar mensen zich in herkennen. Er zijn 3 locaties voor identiteit: 1. identiteit zit in het hart, zit in de mens zelf (aangeboren) 2. identiteit zit in het hoofd: kennis 3. identiteit zit in het hoofd van de ander: die ander projecteert zijn visie op een persoon of groep’ ** Meerlaagsveiligheid ‘Laag 1 is de belangrijkste pijler voor risicoreductie. Het waterveiligheidsbeleid bestaat in de eerste plaats uit preventie en kan worden aangevuld met inspanningen voor een duurzame ruimtelijke inrichting en rampenbeheersing. Maatregelen in laag 1 blijken effectief te zijn en veelal ook kostenefficiënt. Combinaties met maatregelen in andere lagen kunnen echter zowel economisch als op basis van een bredere afweging verdedigbaar zijn. De effectiviteit en kosteneffectiviteit van maatregelen in laag 2 liggen genuanceerd en zijn sterk afhankelijk van de karakteristieken van een gebied. Geleidingswerken en compartimenteringsdijken kunnen afhankelijk van de situatie (kosten)effectief zijn, evenals het beschermen van risicovolle en kwetsbare objecten. Gevolgenbeperkende maatregelen bij inrichting, locatiekeuze en herstructurering lijken enkel kansrijk wanneer slim mee gekoppeld wordt met andere ruimtelijke ontwikkelingen of onderhoudsopgaven. Dit vergt echter een effectief lange termijn beleid. Laag 3 is vooral gericht op slachtofferreductie, het verbeteren van de crisisbeheersingsorganisatie lijkt daarvoor effectief en kostenefficiënt. De maatregelen beperken zich veelal tot het beter benutten bestaande middelen en infrastructuur. Daarbij is het wel van belang dat een aantal veronderstelling over de werking van de rampenbeheersingsorganisatie en de effectiviteit daarvan, nader worden onderzocht en getoetst.’ Bron: Deltaprogramma Kust, ministerie I & M.
9
Na Stellingname: het vervolg ‘Het is geen wonder dat na Stellingname projecten en betrokkenen de ontwikkelde kennis en visie verder delen en door ontwikkelen.’ Denken over de polder en nieuwe water-‐overlevingsstrategiën is actueel in binnen en buiteland. Het ontwikkelen van dubbele duurzaamheid staat daarbij centraal: duurzame relatie met partners, zoals Kunstfort en het team, de deelnemende kunstenaars, bewoners en bezoekers; maar ook duurzaam denken over onze relatie met water en land, en ‘innoverend’ erfgoed! Het Kunstfort bij Vijfhuizen zal de bevindingen van Stellinganme meenemen in de Ringbiennale 2014. De aftrap van dit samenwerkingsproject van het Historisch Museum Haarlemmermeer, Kunstfort bij Vijfhuizen, Museum De Cruquius en Podium voor Architectuur vindt plaats op 21 september 2013, met ondermeer de presentatie van de ‘Waterbibliotheek’ die Ronald Boer en Valerie Dempsey voor Stellingname ontwikkelden. Stedenbouwkundigen Jan de Graaf & Robert Schütte werken met het Kunstfort aan een uitwerking van hun militaire wandeling ihkv ‘Militair Landschap’ en Unesco Wereld Erfgoed. Marjolijn Boterenbrood en Ronald Boer/Valerie Dempsey zijn selecteerd voor deelname aan het langlopende project ‘Balanceren tussen Zoet en Zout’ van de Bewaerschole in Zeeland. De Video ‘Sinking into the landscape’ van ontwerper Francois Lombarts voor Stellingname werd door Satellietgroep en GeoAIR geselecteerd voor het ‘Now Wakes The Sea’ Film Festival @ Batumi Beach in Georgië in augusts 2013. De video is opgenomen in het meerdaagse programma ‘Kassymposium Polder Zoekt Liefhebber ‘ op 21 en 22 september 2013 in De Bovenlanden, Wilnis. Hunnie is een project van ontwerpers Henriëtte Waal & Sophie Krier. Filosoof Bram Esser raakte in contact met Schiphol en werkt mogelijk mee aan de viering van 100 jaar Schiphol in 2016. Curator Jacqueline Heerema /Satellietgroep gaf in augustus 2013 een lezing over ‘Inclusive Innovatory Heritage’ tijdens de internationale museologische conferentie ICOMRio2013 in Rio de Janeiro, Brazilië.
Flyer ‘Polder zoekt liefhebber’ -‐ Hunnie
10
Communcatiestructuur Stellingname Vormgever Jonmar van Vlijmen – Studio ICW, Amsterdam
11
Communicatiebeeld Stellingname Jacqueline Heerema – Francois Lombarts – Studio Duel Toepassingen: websites, facebook, banner, flyers
Communicatiebeeld
Banner
12
Publieksbereik: bezoekers tentoonstelling 1380 Leerlingen 1726 Mileubende over duurzaamheid 150 Nova College 50 Rondleidingen 150 Totaal 3456 (bron: Kunstfort)
Krantenartikel: Bewoners bezoeken satellietbus
13
Aanbieding NS Spoor:bereik 1.3 miljoen
‘Modder en Kwel’ op websites en Facebook
14
Artikel Jan de Graaf en Robert Schütte ‘Grenslandschappen. De Stelling van Amsterdam als attractie’ in het zomernummer ‘Vakantie’ in het tijdschrift De Helling, Wetenschappelijk Bureau Groen Links.
15
16
17
Tentoonstelling Stellingname in het Kunstfort bij Vijfhuizen ruimte 4: 'Ik wil de Polder In' -‐ Francois Lombarts ruimte 5: Strategische Ruimte over Stellingname ruimte 5: 'Dwaaltochten door Schiphol' -‐ Bram Esser ruimte 6: 'Brak Water, Zilt Land. Zoutbelasting of de prijs van het inpolderen' -‐ Ronald Boer ruimte 10 Poterne: 'Vloei-‐ Flow I' -‐ Bram Vreven ruimte 14 Historische doorgang en op de Geniedijk: 'Grenslandschappen -‐ een verkenning op het kruispunt van de getrainde tred en het geschoolde oog' -‐ Jan de Graaf en Robert Schütte ruimte 31: 'Vloeibaar Land' -‐ Jacqueline Verhaagen ruimte 43: 'Mapping Delta-‐Land' -‐ Marjolijn Boterenbrood Zaalteksten zijn de verbindende elementen die in een uniform format overal terugkomen: aanwezig, herkenbaar en bescheiden (niet conflicterende met de werken van de makers zelf) -‐ in iedere ruimte: zaaltekst (over het werk en de maker) -‐ in de strategische ruimte onstaat een reflectieve tentoonstelling uit alle projecten en bevindingen: 1. legenda's 2. foto's die steeds worden aangevuld tijdens de tentoonstelling 3. bewoners/bezoekers quotes, zoals 'In mijn straat is ooit een schip vergaan' bron: Thea Gerritsma 4. strategische glazen tafel met 4 plattegronden als lagen in transparant folie 5. post-‐it notitieblokken en pennen voor bijdragen van bezoekers/bewoners 6. 145 pionnetjes die verwijzen naar 145.000 inwoners van de Haarlemmermeerpolder 7. 2 monitors met: 1. woordenwolk stellingname + 2. 4 historische plattegronden 8. subjectieve cartografie Bronnen achterwand: Foto's van work in progress van Lombarts en Boer door Marjolijn Boterenboord Foto ‘Het’/Verhaagen door Esther Polak Foto Liniepad door De Graaf/Schütte Foto modderuniversum door Jacqueline Heerema Deltakaart: Physical Geography (of the world), Black (1854) -‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐
Monitors:
monitor 1. (links) synoniemen.net monitor 2. (rechts) 4 historische plattegronden schuiven over elkaar en maken de ontwikkeling van de polder zichtbaar tot nu: Waterwolf, Haarlemmermeer (1855) Polderverkaveling (1870) Stelling van Amsterdam (1891) Waterkaart door Francois Lombarts (2013)
Met dank aan: Eliane Esther Bots
(ZAALTEKST in en over de strategische ruimte)
18
Stellingname -‐ water, land & innoverend erfgoed Ruimte in het Kunstfort: 5 (titel:) Strategische ruimte voor subjectieve cartografie over 'Stellingname – water, land en innoverend erfgoed’ 7 april t.m 23 juni 2013 in Kunstfort bij Vijfhuizen Gastcurator: Jacqueline Heerema/Satellietgroep www.kunstfort.nl www.satellietgroep.nl (wat:) Deze strategische ruimte toont het onderzoeksproces van Stellingname. Het project -‐ en de ontwikkeling van de onderzoeken -‐ loopt tot 23 juni; dan reflecteren we samen op onze bevindingen. Wie bepaalt wat? Stellingname gaat over onze relatie met water, land en innoverend erfgoed. Hoe kunnen we die relatie onderzoeken, wat kunnen we ontdekken, en op welke wijze kunnen deze ontdekkingen bijdragen aan beter begrip van onze dagelijkse omgeving? Onze relatie met water en land in verleden, heden en toekomst is een zaak van iedereen. Gaan we in verzet, passen we ons aan of zoeken we nieuwe posities? Satellietgroep nodigt samen met Kunstfort bij Vijfhuizen kunstenaars en wetenschappers uit om met lokale ‘kenners’ als partners het gebied bloot te leggen, waarbij lokale kennis en narratieven zich verbinden aan observaties en onderzoeken. Op deze wijze worden het gebied en haar bewoners geactiveerd en wortelen de projecten en daaruit voortvloeiende voorstellen of ‘stellingnames’ in de verschillende gemeenschappen. Iedereen, ook u kan bijdragen vanuit persoonlijk en professioneel perspectief, aan een meer duurzame, culturele, historisch transparante, maatschappelijk gewortelde en op de toekomst gerichte ontwikkeling van het waterlandschap waarin we leven. Stellingname vraagt een actieve houding. Gastcurator Jacqueline Heerema gebruikt de term ‘interpretatieve gemeenschap’. Stellingname is een open uitnodiging voor dialoog over water en land. De gekozen methode is veldwerk. Met een ‘open mind’ als voorwaarde om te kunnen ‘ont’dekken. Een emmer De grootste opgave waar Nederland als deltaland voor staat is onze omgang met water en land. De zeespiegel stijgt, het land klinkt in, de zout/zoet water balans raakt verstoord en rivieren zijn te droog of te vol. Duurzame omgang met water is van groot belang voor iedereen. Nederland is een aantrekkelijk land om in te wonen en werken, maar ook een kwetsbaar land. De fragiele balans tussen mens en omgeving staat steeds onder druk door klimaatverandering, economische en politieke processen. Het verkennen, onderzoeken en op verschillende manieren zichtbaar te maken van onze relatie met water en land draagt bij aan een beter begrip van de opgaven waar we met z’n allen voor staan in Nederland, en daarbuiten. Water is n.l. fluïde. Je hebt een emmer nodig om water te kunnen bevatten. Of begrip van deze polder. Beleving en kennis Nederland kenmerkt zich door een rijke én innoverende cultuurhistorie op het gebied van de kunsten én watermanagement. Deze twee unieke cultuurhistorische domeinen zijn complementair en samen vormen ze het geheel dat Satellietgroep aan elkaar verbindt, ook tijdens de manifestatie
19
Stellingname. Waardevol in deze is het begrip 'cultuurlandschap' als typering van ons deltalandschap. Oerhollands, en niet direct waarneembaar voor de argeloze bezoeker. Transparantie -‐ zichtbaar en ervaarbaar maken -‐ van dit 'man made' landschap is het doel. Heerema heeft voor Stellingname de term ‘innoverend erfgoed’ bedacht. Binnen het erfgoed-‐denken bestaat ‘innovative heritage’ vooral als het zoeken naar nieuwe vormen van beheer, behoud en ontsluiten van erfgoed. ‘Innoverend erfgoed’ gaat uit van een actieve dynamische rol van het water en land zélf als actoren in vernieuwend denken. Wat kunnen we leren van de wisselwerking tussen land en water en op welke wijze kunnen artistieke onderzoeken bijdragen aan het ontwikkelen van nieuwe inzichten? Verbeelding en beleving zijn de katalysatoren in dit proces. Kunstenaars (in de meest brede zin van het woord) verkennen nieuwe denkrichtingen en blikvelden waaruit we nieuwe zienswijzen en inzichten kunnen destilleren. De polder observeren, verkennen, beleven en ontdekken In de Haarlemmermeerpolder komt op verrassende wijze een groot deel van de Hollandse watergeschiedenis samen. Wat kan je waarnemen in de polder? Een stapeling van natuurlijke, sociale, militaire en waterbouwkundige geschiedenis: van Waterwolf tot inpoldering, van militaire stelling tot recreatielandschap. Hoe kan je de polder verkennen en in kaart brengen? Ontwerper Francois Lombarts zwemt sinds januari 600 km door alle vaarten, sloten en greppels. Onderweg documenteert hij zijn bevindingen die als residuen aanspoelen in het Kunstfort voor verdere reflecties. Kunstenaar Marjolijn Boterenbrood verbindt deze polder aan deltagebieden elders. Landschapsarchitect Ronald Boer onderzoek de prijs van verzilting. We hebben heel veel schoon water nodig om de polder door te spoelen en schoon en gezond te houden, kostbare processen die niet voor iedereen zichtbaar zijn. Filosoof Bram Esser schreef '10 regels voor het nieuwe reizen' als start voor ‘Dwaaltochten door Schiphol’. Kunstenaar Jacqueline Verhaagen onderzoekt de wisselwerking tussen poldertechniek en -‐poëzie. Stedenbouwkundigen Jan de Graaf en Robert Schütte verkennen het kruispunt van de militaire en de toeristische blik. Methodes voor observaties en instructies volgen..... ! (wie:) Gastcurator Jacqueline Heerema (Den Haag, 1958) stelt voor het Kunstfort bij Vijfhuizen met makers en co-‐makers de manifestatie 'Stellingname -‐ water, land & innoverend erfgoed' samen. Heerema is conceptueel kunstenaar, studeerde museologie en is mede-‐oprichter van kunstenaarsinitiatief Satellietgroep (Den Haag, 2006). Satellietgroep onderzoekt de invloed van veranderende zee-‐ en waterlandschap op mensen, gemeenschappen en leefomgeving in binnen-‐ en buitenland. met dank aan: de makers en co-‐makers, het Kunstfort met alle Fortgenoten, VSBfonds, SNS Reaal Fonds, Gemeente Haarlemmermeer, Studio Duel, Jonmar van Vlijmen -‐Studio ICW, Rob te Riet. ____
20
Korte historische schets In de Haarlemmermeerpolder komt op verrassende wijze een groot deel van de Hollandse watergeschiedenis samen. Wat kan je waarnemen in de polder? Een stapeling van natuurlijke, sociale, militaire en waterbouwkundige geschiedenis: van Waterwolf tot inpoldering, van militaire stelling tot recreatielandschap. Na de laatste IJstijd veranderde de ijzige toendra door een stijgende zeespiegel in een Hollands kustlandschap met strandwallen en lagunes. De zee breekt af en toe door de duinenrij, zet klei af en rivieren voeren uit Europa zand, grint en klei aan. Er ontstaat veen door afstervende plantenresten. De sociale geschiedenis gaat terug tot de eerste pioniers die zich rond het jaar 1000 vestigden op de veengronden aan de binnenduinen. Veen = brandstof. Uit meren en meertjes ontstond het Haarlemmermeer als een binnenzee en Vijfhuizen was een landtong. De bijnaam van deze binnenzee was de ‘Waterwolf’ die dorpen (ook Vijfhuizen) opgeslokte. Een natuurlijk en militair strijdtoneel met grote overstromingen en onder meer de zeeslag tussen de Spaanse Vloot en Watergeuzen. Al in 1615 zijn er plannen voor drooglegging, maar pas in 1849-‐1852 ontstaat door innovatief droogmalen met drie stoomgemalen de Haarlemmermeerpolder. De zware klei maakt teelt van aardappels, suikerbiet, tarwe en ui mogelijk, later ook koolzaad en bloembollen. Van 1885-‐1914 wordt de Stelling van Amsterdam aangelegd in een kring van ca. 15 kilometer rond het centrum van Amsterdam. In geval van oorlog kon de regering en het leger zich binnen de Stelling terugtrekken met onder meer eigen drinkwatervoorzieningen. Indien nodig kon het gebied buiten de Stelling door inundatie (onder water zetten van land) de vijand op afstand houden. Fort Vijfhuizen wordt aangelegd op een zandophoging. Op het dak van het Fort ligt tot op heden een meter duinzand dat door filtering van regenwater een eigen drinkwatervoorziening mogelijk maakt, maar nu verdwijnt het water in het riool. Opmerkelijk is ook dat in de 2e Wereldoorlog ‘omgekeerde inundatie’ werd overwogen om de aftocht van Duitsers via Noord Nederland te bemoeilijken. De drooggemalen polder Haarlemmermeer is omringd door 65 km Ringvaart die de woonkernen verbindt en wordt doorsneden door de Geniedijk. Binnen de polder groeit luchthaven Schiphol met een internationale bedrijvenzone, en is een landschapspark in ontwikkeling met dijken om het vlieglawaai te absorberen. Park 21 is in ontwikkeling met mogelijke waterberging door overvloedig rivierwater door smeltende gletsjers. Pompen met eb en vloed moeten de toestroom van zout water ten opzichte van zoet water reguleren, terwijl in de polder zoute kwel opborrelt en voedselproductie voor de metropool een meer biologisch karakter krijgt. Nieuw stedelijk wonen vraagt om recreatie die aansluit bij verschillende leefstijlen en leeftijdsgroepen. Groei en krimp vraagt om flexibiliteit. (diverse bronnen)
21
De 'Waterwolf'
22
Polderverkaveling 1855
23
Stelling van Amsterdam 1891
24
(LEGENDA voor in de strategische ruimte) Legenda Stellingname: Stellingname is 7 maal gevonden als synoniem van een ander trefwoord: standpunt (zn) : bewering, convictie, denkbeeld, gedachte, gevoelen, gezichtspunt, gezindheid, houding, ingesteldheid, instelling, inzicht, mening, oogpunt, oordeel, opinie, opstelling, optie, opvatting, overtuiging, perspectief, platform, positie, stelling, stellingname, uitgangspunt, visie, zienswijze mening (zn) : convictie, denkbeeld, denkwijs, denkwijze, dunk, gedacht, gedachte, geest, gevoelen, gezindheid, idee, inzicht, inzien, kijk, oordeel, opinie, opvatting, overtuiging, standpunt, stellingname, visie, zienswijze, zin opvatting (zn) : begrip, beoordeling, beschouwing, convictie, denkbeeld, denkwijze, dunk, gedachte, geest, gevoelen, inzicht, kijk, mening, oordeel, opinie, optie, overtuiging, standpunt, stellingname, visie, zienswijze gedachte (zn) : convictie, denktrant, denkwereld, denkwijs, denkwijze, gedachtenwereld, gezindheid, inzicht, mening, oordeel, opinie, opvatting, overtuiging, standpunt, stellingname, zienswijze opinie (zn) : convictie, denkbeeld, gedachte, gevoelen, gezindheid, inzicht, mening, oordeel, opvatting, overtuiging, standpunt, stellingname oordeel (zn) : convictie, discretie, gevoelen, inzicht, mening, opinie, opvatting, overtuiging, standpunt, stellingname, zienswijze opstelling (zn) : houding, standpunt, stellingname Bron: synoniemen.net
25
Modderuniversum , foto Jacqueline Heerema Strategische tafel met post-‐it bijdragen van bezoeker en bewoners bijdragen aan de strategische ruimte (selectie): ‘In mijn straat is ooit een schip vergaan’ -‐ kunstfortrondleider Thea Gerritsma ‘We gaan de waterbeleving versterken’ -‐ uit beleidsnotitie gemeente Haarlemmemeer ‘Mijn gouden schoenen zijn voor toekomstige archeologen’ – Marjolijn Boterenbrood ‘Door het oog van de naald… bijna verdronken’ ‘Mijn eerste rondje fietsen in de HLMR in plaats van er om heen, beneden NAP, maar boven elk peil’ ’s Zomers na schooltijd met zijn allen van de steiger afspringen (of van de brug voor de stoere jongens). Lekker zwemmen leren in de Ringvaart, ’s Winters schaatsen op de Fortgracht.’ ‘Ik zorg mede voor jullie droge voeten’ – Rijnlander ‘Zonder kennis van het verleden ontstaat er geen nieuw heden’ – Ben ‘Ik heb droge voeten dus ze zijn niet nat’
26
De strategische tafel, foto Thomas Lenden
27
28
l(lezing opening Stellingname 7 april 2013) (titel:) ‘Veldbedden in de polder’ Sjaak Langenberg (’s-‐Hertogenbosch, 1968) kunstenaar, essayist www.sjaaklangenberg.nl Kunstenaar Sjaak Langenberg strandde 24 uur op Schiphol en bracht een slapeloze nacht door in een luxe hotel op de luchthaven. Kan dat niet anders? vroeg hij zich af. De natuur rondom een luchthaven kan verlangens aanwakkeren. Daar zie je de eerste palmboom als aankondiging van het verblijf op een tropisch eiland. Of het is juist het laatste stukje polder dat je ziet voordat je huiswaarts keert. Reizigers komen zelden terecht in de directe omgeving van luchthavens in tegenstelling tot (invasieve) exoten die zich verspreiden in de directe omgeving van havens (via ballastwater), of planten en dieren die via luchthavens een onverwachte bestemming bereiken. Langenberg bepleit ‘veldbedden’ in de Haarlemmermeerpolder die gestrande reizigers op Schiphol naar een onverwacht reisdoel brengen. Via de intercom van het Cals College, een middelbare school in IJsselstein werd in 1999 het volgende bericht verspreid: 'Your attention please, passengers for KLM, flight 837 to Singapore, immediate boarding please at gate B2'. Leerlingen met rugzakjes haastten zich naar de klas. De aula van het Cals College werd door mijn toedoen doelbewust iedere dag op een ander tijdstip een kwartier lang live verbonden met de omroepcentrale van Schiphol. Het geluidskunstwerk vond zijn aanleiding in het verband tussen de geluidsoverlast rond Schiphol en de interferentie die wordt veroorzaakt door de zendmast van Lopik. Je kunt in IJsselstein Radio 3 op je broodrooster ontvangen. Omroepberichten van Schiphol in een schoolaula leken mij volstrekt logisch in IJsselstein. Zonder de geluidslimieten te overschrijden, kon Schiphol uitbreiden in de verbeelding, terwijl docenten en leerlingen de school even konden ontvluchten. In de akoestische verbintenis konden ze elkaar bevrijden. De aula werd dagelijks heel even een vertrekhal. Het tijdstip waarop de verbinding werd gelegd was vooraf niet bekend, zodat de omroepberichten iedere keer als een verrassing kwamen. Goed voor je talen. Maar een beetje gemeen was het ook wel. Want terwijl leerlingen naar een klaslokaal liepen voor een pittig lesje wiskunde, hoorden ze dat op dat moment een vliegtuig naar New York, Casablanca of Hongkong vertrok. Mijn karakterisering van een luchthaven als een plek waar vooral je fantasie een vlucht kan nemen veranderde drastisch in 2001. Niet omdat ik door het kunstproject ineens de omroepberichten met werk was gaan associëren in plaats van vakantie. Niet door 9-‐11. Maar door een onverwacht verblijf op Schiphol op 4 februari 2001. Op die dag vertrokken wij voor drie maanden naar Nieuw-‐Zeeland. Alles was tot in de puntjes voorbereid. We hadden al maanden aan onze conditie gewerkt, zodat we fit aan onze reis zouden beginnen. Conditioneel verkeerden we in topvorm. Er werd ijzel voorspeld. Behoedzaam rijdend bereikten heelhuids de luchthaven. Daar zagen we dat ons vliegtuig een fikse vertraging had opgelopen. Die vertraging zou sluipenderwijs toenemen. Steeds een uurtje erbij. Na een tijdje hadden we de taxfree shops wel gezien. De reisliteratuur bood ook geen soelaas, want die konden we al dromen. De eerste vermoeidheidsverschijnselen veroorzaakt door het luchthavenklimaat werden merkbaar. De verveling sloeg toe. Het Gatenummer veranderde. We werden naar de allerlaatste Gate helemaal aan het einde van een pier verwezen. Kenners hebben mij later verteld dat dit een bewuste tactiek is om relletjes die tussen passagiers en personeel uitbreken aan het zicht van de andere reizigers te onttrekken. Het werd later en later. We aten op Schiphol. Dat was meteen aanmerkelijk minder gezond dan we de maanden daarvoor hadden gedaan. En toen uiteindelijk het vliegtuig arriveerde bleek dat er een technisch mankement was waardoor we pas de volgende dag zouden vertrekken. Om 23.00 ’s avonds stonden we in de rij van het Sheraton Amsterdam Airport Hotel.
29
Lamgeslagen door de intercomberichten wachten we gelaten op ons lot voor de incheckbalie van het hotel. We waren al een dag onderweg in het wezenloze vacuüm van de luchthaven. “Dat ik dat nog mag meemaken!” riep een passagier in de rij enthousiast, zwaaiend met de folder van het Sheraton. Sommige mensen zouden uit zelfbescherming moeten worden gewaarschuwd voor de scherpe kantjes van hun optimisme. Welcome Mister Langenberg stond er op de televisie in de luxe kamer die per nacht net zoveel kost als een enkele reis Hong Kong. Daar hadden we nu al kunnen zijn, maar in plaats daarvan zat ik met mijn been tussen de broekenpers, een wanhopige slapstick om mijn reisgezel aan het lachen te maken. Ik deed geen oog dicht. In één slapeloze nacht werd mijn zorgvuldig opgebouwde conditie totaal afgebroken. De volgende morgen zaten we om zes uur aan het ontbijt. De stewardessen wisten toen al dat we nog later zouden vertrekken; zij begonnen pas om half acht aan hun croissantjes. Het onheil was nog niet afgewend. Tijdens het ontbijt brak een stuk van een kies van mijn reisgezel af. Toen we eindelijk na 24 uur waren vertrokken was het in het vliegtuig ook weer raak. Vrienden hadden een cadeautje gegeven dat we pas op grote hoogte mochten openmaken. Toen we het pakketje opende zaten er tot onze verbazing teennagels in. Op de begeleidende ansichtkaart uit Schiermonnikoog stond dat deze schelpjes geluk zouden brengen. Maar zouden ze dat nog steeds doen in deze vermorzelde staat? Sinds dit gedwongen verblijf op de luchthaven Schiphol kijk ik heel anders naar beelden van gestrande reizigers. De bekende taferelen van mensen die lamlendig tegen hun reisbagage aanhangen of op een door het Rode Kruis verstrekt veldbed de slaap niet kunnen vatten. Een jetlag komt nog harder aan als je hem oploopt terwijl je je niet verplaatst. Kan dat niet anders? vroeg ik mij af. De natuur rondom een luchthaven kan verlangens aanwakkeren. Daar zie je de eerste palmboom als aankondiging van het verblijf op een tropisch eiland. Of het is juist het laatste stukje polder dat je ziet voordat je huiswaarts keert. Toch komen reizigers zelden terecht in de directe omgeving van luchthavens. Ze worden per taxi, bus, metro of trein naar Amsterdam vervoerd of strandden in een anoniem hotel dat het niet zo nauw neemt met de streekeigen eigenschappen van de Haarlemmermeerpolder. We zouden een voorbeeld kunnen nemen aan de wijze waarop invasieve exoten zich verspreiden in de directe omgeving van havens (via ballastwater), of planten en dieren die via luchthavens een onverwachte bestemming bereiken. Ieder vliegtuig met toeristen neemt miljarden parasieten, bacteriën en virussen mee. Al in de negentiende eeuw en de vroege twintigste eeuw ontdekte men bizarre en onbekende planten in de buurt van havens en spoorwegstations. (Reumer, De ontplofte aap, blz. 53) Volgens de Definitie van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit is een exoot een plant, dier, of ander organisme, die van nature niet in Nederland voorkomt. Deze exoten komen door menselijk handelen in ons land terecht. Via de wereldwijde handel in (uitheemse) planten en dieren, door als verstekeling mee te liften in verpakkingshout, containers, boten of vrachtwagens die goederen vervoeren, of via vakantiegangers die exotische planten, vruchten of dieren meenemen naar huis. Plantenzaden kunnen ook meeliften in de vacht van dieren of in het darmkanaal van een vogel of zoogdier. Een klein deel van de exoten voelt zich prima thuis in z’n nieuwe omgeving. Deze soorten kunnen zich vestigen in onze natuur en zich snel vermeerderen. Invasieve exoten kunnen schadelijk zijn voor de natuur. Deze exoten kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat inheemse planten en dieren gedeeltelijk of zelfs geheel verdwijnen. Op internet worden invasieve exoten gedemoniseerd op websites als Stop de Invasieve Exoten. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit laat risicorapporten maken van de Nijlgans, de Spaanse wegslak, de Gele Maskerbloem, de Chinese wolhandkrab, de plaagmier, de Dwergmispel en de Druipzakpijp.
30
De rampspoed van het verdwijnen van natuur wordt door filosoof Bas Haring in zijn boek Plastic Panda’s (2011) genuanceerd in zijn zoektocht naar de waarde van de natuur en haar verscheidenheid. Er verdwijnt een hoop, maar we krijgen er van alles voor terug. Wie bepaald de waarde daarvan en hoe? Ik wil de risico’s niet bagatelliseren, want sommige invasieve exoten kunnen gezondheidsproblemen bij mensen of economische schade veroorzaken. Maar als kunstenaar die geïnteresseerd is in het bij elkaar brengen van ogenschijnlijk conflicterende werelden -‐ de connectie tussen Schiphol en het Cals College in IJsselstein is daar een mooi voorbeeld van -‐ zie ik ook onwaarschijnlijke scenario’s die de beste virale kunstwerken overtreffen. In zijn boek De ontplofte aap (2005) legt bioloog, paleontoloog en directeur van het Natuurmuseum Rotterdam Jelle Reumer een verband tussen invasieve soorten en de mens als invasieve soort. Het boek staat vol met bijzondere voorbeelden zoals de verspreiding van het Deens lepelblad. Het plantje houdt van een beetje zout en kwam daarom in eerste instantie alleen langs de Nederlandse kust voor, maar wist zich te verspreiden door winterse zoutstrooierij. ‘Door dat pekelen is de saliniteit van de Nederlandse hoofdwegen vergelijkbaar met het zoutgehalte van de door de zilte zeewind geteisterde kuststrook. Als gevolg van deze verstoring kon Cochlearia danica kans zien om vanuit de kust het binnenland te veroveren. De planten groeien intussen tot in Midden-‐Duitsland. Kustplanten! In april kleuren de bermen van onze snelwegen wit van de lepelbladbloempjes.’ (Reumer, De ontplofte aap, blz. 83) Reumer stelt dat een (door de mens) verstoorde milieu een randvoorwaarde is voor de succesvolle vestiging van invasieve soorten (Reumer, De ontplofte aap, blz. 70). En voegt daar later fijntjes aan toe dat het hele Nederlandse cultuurlandschap verstoorde habitat is. In de lijn van Bas Baring vraag ik me dan af of je niet naar een andere definitie toe moet als je alles verstoord noemt. Het zit gewoon minder prettig in je tuin als je het alleen nog als een verstoord milieu kan zien. Kortom: de overlast staat buiten kijf, maar de poëzie van het bewuste én onbewuste transport van soorten ook, dus ik neem graag een voorbeeld aan de wijze waarop exoten zich verplaatsen en bepleit hier vandaag de Haarlemmermeerpolder als opvangplek van exoten die op Schiphol strandden. Rode Kruis, zet bij calamiteiten geen veldbedden neer op Schiphol, maar in de Haarlemmermeerpolder, zodat reizigers zich als zaden kunnen verspreiden rond de luchthaven en kennis kunnen nemen van een stuk Nederland waar ze anders aan voorbij zouden zijn gereden. Maak van de Haarlemmermeerpolder de meest exotische plek van Nederland. Leve de invasieve exoten! Leve de co-‐creatie van mens en natuur! Sjaak Langenberg, 7 april 2013, t.g.v. de opening van Stellingname in Fort Vijfhuizen
-‐-‐-‐
31
(ZAALTEKST voor ruimte 10: de poterne:) Stellingname -‐ water, land & innoverend erfgoed Ruimte in het Kunstfort: 10, de Poterne (titel:) Vloei – Flow I Bram Vreven (Gent BE, 1973) kunstenaar www.bramvreven.com (wat:) Tijdens Stellingname is 'Vloei -‐ Flow I' te zien waarin vierentwintig met water gevulde buizen om hun eigen as draaien. In eerste instantie probeert het water de bewegingen van de transparante buizen te volgen, wat door de zwaartekracht wordt verhinderd. Er ontstaan minuscule golven en rimpelingen aan de oppervlaktes. Naarmate het draaien versnelt, winnen centrifugale krachten meer terrein. De golfjes worden sterker en krijgen een chaotisch karakter. Door nauwkeurig bepaalde snelheidsvariaties ontstaan uit die chaos meer regelmatige patronen die de basis vormen voor de meest uiteenlopende vloei-‐sequenties. Tussen 2002 en 2008 creëerde Vreven de installatieserie vloei -‐ flow, waarin met water gevulde buizen en dubbele glasplaten op uiteenlopende manieren in beweging worden gezet. De golven en stromingen die daarbij ontstaan, volgen nauwkeurig uitgestippelde bewegingspatronen of choreografieën. De integrale serie was o.a. te zien in het Muziekgebouw aan `t IJ (Amsterdam), TodaysArt (Den Haag), Kunstencentrum Buda (Kortrijk) en de Verbeke Foundation (Kemzeke). Een van de impulsen die Vreven tot de installatieserie vloei -‐ flow bracht, was een bezoek aan de waterfabrieken van Spa. Ontelbare flessen werden met millimeterprecisie gespoeld, gevuld, afgesloten en gelabeld. Een zonnestraal die de fabriek binnenviel weerkaatste willekeurig in duizenden individuele wateroppervlakken; een schitterend contrast met de strak geregisseerde productierobots. De fabrieksbeelden riepen vragen op. Welke vormen kan bewegend water aannemen? Hoe ontstaan rimpelingen, stromingen en golven? Verlopen deze bewegingspatronen chaotisch of is er een orde in aan te brengen? Valt die ene mooie rimpeling nog een keertje over te doen? Zijn sommige patronen reproduceerbaar of wellicht zelfs kloonbaar? In de zoektocht naar antwoorden bouwde Vreven uiteenlopende testopstellingen waarin de bewegingsmogelijkheden van water centraal stonden. (wie:) In 1998 besluit Bram Vreven zijn jazz-‐ en sonologiestudies te beëindigen en zich toe te leggen op het bouwen van klankinstallaties, waarin hij akoestisch en elektronisch geluid tegen elkaar afzet. Van meet af aan spelen de visuele aspecten van zijn werk echter een even belangrijke rol als het geluid. Geleidelijk aan krijgt ook de stilte een plek in zijn oeuvre. Hij maakt installaties die soms heftig bewegen, maar daarbij geen of nauwelijks geluid produceren. De stille beweging vormt uiteindelijk een van de leidmotieven doorheen zijn werk. Met dank aan: Johan van Kreij, Jo Scherpenisse -‐-‐-‐-‐-‐
32
Vloei I -‐ Bram Vreven in de Poterne van het Kunstfort, foto’s Thomas Lenden
33
(ZAALTEKST voor in de strategische ruimte over Bram Esser) Stellingname -‐ water, land & innoverend erfgoed Ruimte in het Kunstfort: 5 (Titel:) Mind your Step Dwaaltochten door Schiphol Bram Esser (Apeldoorn, 1976) filosoof www.bramesser.com (wat en wie:) Filosoof Bram Esser ziet zichzelf als ontdekkingsreiziger van het alledaagse. Hij schreef een manifest voor langzaam reizen in onze technologische cultuur. Schiphol staat symbool voor deze cultuur. Ooit was men in de Haarlemmermeer bang voor de Waterwolf, nu is het de geluidsgolf van Schiphol die op afstand moet worden gehouden met meters hoge dijken. Schiphol noemt zichzelf een stad, maar wat voor stad is het dan precies? De impact van deze stad op haar omgeving is niet gering, ze is openbaar, maar niet voor iedereen en alleen als je onderweg bent. Esser probeert in te burgeren in deze 'verboden stad'. Hij doet verslag via zijn blog en maakt een kaart waarop de dwaaltochten zijn af te lezen. '10 Regels voor het nieuwe reizen' Als ontdekkingsreiziger van het alledaagse onderzocht Esser in 2008 de buitenwijk Ypenburg. Met een geleende labrador liep hij door de wijk om de bewoners te ontmoeten. In 2009 verbleef hij een maand op de Nederlandse snelweg om dit als een nog niet ontdekt land in kaart te brengen. Op vergelijkbare wijze heeft hij onderzoek gedaan in Scheveningen en de afdeling chirurgie van het Academisch ziekenhuis in Groningen. In de zomer van 2012 heeft Esser een pelgrimstocht gemaakt rondom de stad Groningen om te zien wie er op de grenzen van de stad wonen. Als een ware pelgrim heeft hij bij deze mensen ook om onderdak gevraagd. Al deze onderzoeken hadden vaak een onderliggend schema of idee om telkens op een andere manier naar het landschap te kijken. Esser noemt dat de regels van het nieuwe reizen. In navolging van Dogma 95, de filmmakers uit Denemarken, schreef Esser een manifest voor het nieuwe reizen. De Deense Dogma regisseurs kwamen tot de conclusie dat er een ontwikkeling gaande was in de film industrie waarbij techniek alleen nog maar werd ingezet voor effect bejag en niet langer ten dienste stond van het verhaal. Om weer betekenis te creëren hebben ze zichzelf restricties opgelegd. Een vergelijkbaar probleem treedt op bij het reizen in de technologische cultuur. Veel zorgen zijn ons als moderne reizigers uit handen genomen en dat is prettig, maar heeft onvoorziene gevolgen voor onze ervaring van het reizen. Als reizen een manier is om ervaringen op te doen, dan verschraalt die ervaring op het moment dat we ons alleen nog maar via vliegveldterminals over de wereld bewegen. Dogma formuleerde een tiental regels waaraan de nieuwe regisseurs moesten voldoen bij het maken van een film. Onhandige regels, die het filmen letterlijk moeilijker maakten, opnames moeten bijvoorbeeld altijd op locatie worden verricht en decors zijn niet toegestaan en er moet uit de hand gefilmd worden. In het overwinnen van deze obstakels ontstaat betekenis en wordt er een kunstwerk gerealiseerd. Zoiets staat Esser ook voor ogen bij het manifest voor nieuwe reizen. Door
34
het bewust opwerpen van obstakels wordt het reizen weer een kunst en kun je ook op uitgesleten paden weer nieuwe ervaringen op doen. -‐-‐-‐-‐-‐ (LEGENDA voor in de strategische ruimte:) 10 Regels voor het nieuwe reizen Bram Esser 1. (TIJD) De nieuwe reiziger beweegt schoksgewijs en niet te snel. De meest voor de hand liggende eerste regel van het nieuwe reizen gaat over de tijd. De architectuur van het reizen in ons technologische tijdperk kenmerkt zich door gladde ruimtes waar je snel en efficiënt doorheen beweegt. Denk aan de lopende band voor mensen op Schiphol. Juist doordat deze ruimtes zijn ingericht op efficiëntie, voelen ze bij vertragingen meteen aan als een gevangenis. Bij het nieuwe reizen bestaan geen vertragingen. Vertragingen bieden de mogelijkheid om iets nieuws mee te maken. 2. (RUIMTE) In en door de tocht die de nieuwe reiziger maakt wordt het gebied gedefinieerd. De tweede regel van het nieuwe reizen gaat over ruimte. Bij het oude reizen, de reiziger als massatoerist, speelde informatie een cruciale rol. Men gaat geïnformeerd op reis. De nieuwe reiziger weet zo min mogelijk, zijn blik is expres naïef. Hij laat zich verrassen en stelt vragen bij alles wat zogenaamd vanzelfsprekend wordt gevonden. 3. (BESTEMMING) De nieuwe reiziger heeft geen plek van aankomst. De derde regel gaat over de bestemming. Omdat het nieuwe reizen eigenlijk een vorm van onderzoek is, een onderzoek naar hoe je in de wereld kan voortbewegen, is de bestemming niet direct relevant. De bestemming dient zich aan in het reizen zelf. Pas als je in beweging komt weet je waar je heen gaat. 4. (BEWEGING) Het voertuig moet zorgvuldig gekozen worden en is van cruciaal belang voor de ervaring van de reis en het landschap. Regel vier betreft de beweging. Je zou kunnen zeggen dat beweging niets anders is dan wrijving tussen voertuig en ondergrond. De kwaliteit van die wrijving is bepalend voor de ervaring van de reiziger. In New York heb je een fietsclub die zich de Tallbikers noemt. Ze rijden op fietsen die soms bestaan uit wel drie op elkaar gelastte frames. Zo rijden ze, hoog verheven boven andere voertuigen, met een sterke eigen identiteit, door de stad. Als het voertuig echt opvallend is kan het ook een manier worden om met mensen in contact te treden. 5. (RICHTING / KOMPAS) De nieuwe reiziger dient een instrument te kiezen dat hem door het landschap leidt. Door het kompas krijgt de reis richting.
35
Om richting te bepalen is het belangrijk een kompas te kiezen of een persoonlijke regel vast te stellen die de nieuwe reiziger instaat stelt z’n richting te bepalen. De film Stalker heb ik altijd een mooi voorbeeld gevonden van hoe je daarover zou kunnen nadenken. De film speelt zich af op een uitgestrekt fabrieksterrein waar een gids en twee reizigers doorheen trekken opzoek naar een speciale kamer. De gids maakt gebruik van een schroef aan een lint die hij voor zich uitgooit om zo te bepalen of het veilig is. Een ander voorbeeld van een kompas zou een afspraak kunnen zijn. Het Israëlisch leger maakt in hun stadsguerrilla gebruik van ‘inversed geometry’. Het betekent dat ze afspreken dat de steeg verboden terrein is en dat je nooit via een deur de ruimte mag betreden en ramen zijn verboden om doorheen te kijken. Het Israëlisch leger boort zich daarentegen letterlijk een weg door het stedelijke weefsel. Ze breken door muren heen in plaats van gebruik te maken van de deur. De vijand denkt traditioneel en wordt verrast. Soldaten worden in dit verband ‘operational architects’ genoemd. Ook de nieuwe reiziger is een operationele architect omdat ook hij geacht wordt zijn eigen paden door ruimte en tijd vinden. 6. (STOPPEN) Wie beweegt, voelt op den duur de noodzaak om te stoppen. Stoppen is een aparte activiteit waar aandacht aan besteed moet worden. Wanneer stop je? Het moment van stoppen kan worden ingegeven vanuit praktische redenen, zoals het vallen van de avond, waardoor je niets meer ziet, of honger. De plek kan ook al eerder op het traject liggen, want de nieuwe reiziger kijkt tijdens het reizen ook altijd naar het landschap als een potentiële vestigingsplaats. 7. (VESTIGEN) Iedere dag opnieuw moet de nieuwe reiziger zich wortelen op een plekje in de wereld. Regel zeven heeft betrekking op het wonen. Wat betekent het eigenlijk om je ergens te vestigen? De filosoof Martin Heidegger meende een verwantschap te zien tussen wonen en bouwen. Daarmee gaf hij aan dat de activiteit van het wonen een voortzetting is van het bouwen of nestelen. Hoe zit dat in een tijdperk waarin we met zijn allen steeds vaker en sneller verhuizen? Kunnen wij ons nog wel wortelen of zijn we permanent ontworteld? Die vraag onderzoekt de nieuwe reiziger. Hij wil weten of het mogelijk is je iedere dag ergens opnieuw te wortelen en vraagt zich af hoe dat dan moet. 8. (ORIENTATIE) De nieuwe reiziger die zijn identiteit als bewoner wil bevestigen verkent opnieuw de omgeving, maar nu als woonplek. Regel acht stelt dat de nieuwe reiziger nadat hij tot stilstand gekomen is zich op zijn omgeving oriënteert als woonplek. Wie zijn de nieuwe buren? Waar haal ik eten vandaan? Waar kan je douchen en hoe zijn bepaalde lokale omstandigheden te gebruiken bij het bouwen van je ‘huis’. De nieuwe reiziger is in belangrijke mate afhankelijk van de vrijgevigheid en gastvrijheid van anderen. 9. (VERHALEN) Navigeren op basis van verhalen in plaats van feiten. Regel negen stelt dat de nieuwe reiziger vanuit verhalen kijkt naar het landschap. Het landschap bevindt zich voor een belangrijk deel in de mensen die er wonen. De nieuwe reiziger laat zich dan ook eerder leiden door verhalen van de mensen dan praktische reisinformatie. Feiten zijn, uitgeperste verhalen, daar zit geen levensvocht meer in. Het is van belang om nieuwe mythes te
36
verzamelen over de ruimte waar doorheen gereisd wordt. We hebben verwarring nodig, geen opheldering. Verhalen bieden ruimte voor interpretatie en speculatie. 10. (IDENTITEIT) De nieuwe reiziger schrijft een narratief van zijn ervaringen om tot een nieuwe duiding van het gebied te komen die tegen de officiële lezing ingaat. Na de verhalen te hebben verzameld en de nieuwe reiziger thuis is gekomen schrijft hij een persoonlijk narratief. Dat is de laatste opdracht van de nieuwe reiziger. Schrijven is reizen in stilstand. De nieuwe reiziger reist in het echt en in zijn hoofd. Het narratief is de neerslag van de reis die het gebied opnieuw ontsluit via de tekst. -‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐ Wonen op de bodem van de zee Opzoek naar de verborgen landschappen van de Haarlemmermeer Bram Esser Getemd landschap Ik rijd met een geleende fiets door het polderlandschap. Op de bagagedrager is een plastic bak bevestigd waarin een kettingslot luid rammelend heen en weer springt. Ik produceer het geluid van een voortvluchtige met de ketenen nog om z’n enkels. Maar op de vlucht ben ik niet, ik ben alleen op zoek naar een gat in het landschap om doorheen te ontsnappen. Helaas ben ik gebonden aan gebaande paden van wegen en kanalen. Het meest kenmerkende aan de Haarlemmermeer is waarschijnlijk toch de logistieke organisatie die er overheen ligt. Schiphol kan gezien worden als een van de grootste economische hubs van Europa, maar op enkele momentopnames na is de logistieke organisatie vrijwel onzichtbaar. Een vrachtwagen die wordt gevuld met bloembollen, of een vrachtvliegtuig dat opstijgt naar een onbekende bestemming. Dat is alles wat je ziet. Boven de Haarlemmermeer bevindt zich een onzichtbaar snelweglandschap van nauwgezette luchtlijnen naar honderden bestemmingen. Maar dat helpt mij niet, ik wil het landschap leren kennen door zelfs iets mee te maken. Om te beginnen ben ik in het oude fort gaan wonen nabij het dorpje Vijfhuizen dat is gelegen op een kunstmatig eiland in de polder. Een fort dat is gebouwd als onderdeel van de stelling rond Amsterdam. Tegenwoordig doet het dienst als een culturele instelling. Mijn bed staat in een voormalige soldatencel. Elke dag spring ik op de fiets die door het fort ter beschikking is gesteld. Er zijn dagen dat ik thuiskom van een verkenningstocht en dan is het gerammel van het kettingslot verstomd vanwege het water dat door de regen in de plastic bak is gelopen. Ikzelf ben dan doorweekt. Een degelijke regenjas heb ik nooit gehad. Ooit moet hier een onstuimige watervlakte zijn geweest. Op de Haarlemmermeer werd gevist en er voeren vrachtschepen rond, maar er vergingen ook regelmatig schepen. De naam Schiphol verwijst daar nog naar. Een schiphol, is een scheepsgraf. ‘In mijn straat is ooit een schip vergaan,’ zegt Thea Gerritsma, vrijwilligster van het kunstfort, tegen mij. Ze woont in Hoofddorp en herinnert zichzelf er voortdurend aan dat ze woont op de bodem van een voormalige binnenzee. Niets is hier vanzelfsprekend. Zij weet dat ook. Door intensieve veenafgravingen had de watermassa van de Haarlemmermeer steeds meer grip gekregen op het vasteland. Bewoners van het oude Vijfhuizen, Haarlem of Leiden zagen dikwijls grote kluiten afgescheurd land voorbij komen, soms met een boom er nog op als de mast van een vreemd vaartuig. Vijfhuizen is drie keer vergaan, opgeslokt door het meer dat werd gezien als een hongerige Waterwolf. Tussen 1550-‐1850 (ook wel de kleine ijstijd) vroor de Haarlemmermeer geregeld dicht en men schaatste van Leiden naar Amsterdam. De schilderijen van Martin Avercamp (1585-‐1634) en Salomon Ruysdael (1600-‐1670) getuigen hiervan. Ze maakten prachtige ijslandschappen op doek met schaatsers en ‘kolfspelers’.
37
Al vanaf de zeventiende eeuw sprak men over inpoldering. Joost van den Vondel schijnt zelfs te hebben gezegd dat de Waterwolf getemd diende te worden. Er moest nog twee eeuwen op gewacht worden voor het zover was. Tegen 1840 besloeg de watervlakte zo’n achttienduizend hectare en op sommige dagen klotste het water tegen de stadspoorten van Amsterdam en Leiden. Het werd te gevaarlijk om de Waterwolf nog te gedogen; de landtong met het ij was angstaanjagend smal geworden en een doorbraak zou Haarlem van Amsterdam afsnijden en de binnenzee zou dan verzilten met alle gevolgen voor de landbouw van dien. Er werd besloten tot inpoldering. Vanaf 1848 werden de stoomgemalen aangezet en ruim drie jaar later komt het modderige landschap van de bodem voor het eerst aan de oppervlakte. De waterwolf was beteugeld. Wie hier nu rondfietst, rijdt door een getemd landschap. Het is overigens zeeklei van het oude waddenlandschap uit de Holoceentijd (bijna twaalfduizend jaar geleden), dat ontstond door opwarming van de aarde na de laatste ijstijd. Een oud, verborgen landschap zag weer het daglicht. s ’Avonds in mijn soldatencel lig ik dikwijls te piekeren over de polder en hoe ik het beste mijn gedachten in het landschap zou kunnen poten. Eigenlijk is het fort zelf een mooi uitgangspunt om over de polder na te denken. Een van de redenen dat het inpolderen lange tijd werd uitgesteld, los van de kosten en het meer als bron van inkomsten, was het bezwaar van de legerleiding dat de verdedigbaarheid van Amsterdam in het geding kwam. Was het water weg, dan kon de vijand zo naar de hoofdstad opmarcheren. De polder mocht dus alleen gerealiseerd worden als het ook direct weer ongedaan gemaakt kon worden. Vanuit het fort loopt een dijk die de polder in tweeën deelt. Vanaf die dijk kan alles richting Amsterdam onder water gezet worden, inundatie heet dat in militair jargon. Het is mogelijk om het landschap met haar strakke kavels en vervelende Volkswagen Golfjes (ik ben een paar keer bijna van de sokken gereden) in haar tegendeel te veranderen door te stoppen met pompen en de dijk open te breken. Eigenlijk is het fort, als commandocentrum, een schakelaar waarmee het landschap aan en uit kan worden gezet. Als ik met dit idee naar Hoofddorp kijk en de keurige inrichting van straten in ogenschouw neem en de paaltjes zie met duidelijk afgescheiden fietspaden, richtingaanwijzers, pijlen, schattige rotondes en veilige oversteekplaatsen, dan prent ik mij in dat hier niets vanzelfsprekend is. Overal schemert de mogelijkheid van een ander spannender landschap, ofwel het non-‐landschap van de plotseling opdoemende watervlakte. Het was de wind Op een dag wordt het fort bij Vijfhuizen aangevallen. Niet door soldaten, voor moderne oorlogsvoering is deze stelling altijd te laat geweest, maar door de wind. Het water mogen ze hier dan onder de duim hebben, het geweld van de wind heeft vooralsnog vrij spel. De afgelopen dagen voelde ik hoe de wind de oppervlakte van het fort afzocht naar een opening, naar een kiertje om haar vingers achter te krijgen en van binnen op te blazen. Geef de wind een vinger. Een glazen deur die net niet helemaal goed staat, slaat met een daverende klap aan gruzelementen. ‘Ik zag het als een waterval in duizenden stukjes naar beneden komen,’ zegt Marjan, die op dat moment de kaartjes voor de expositie verkoopt. Het glas is als sprankelend kristal over de vloer gespat. Ik ben er als de kippen bij om stoffer en blik voor te zijn. Ik vind het te mooi en wil het houden. Kraaiengedrag? Misschien, maar het glas is toch ook bewijslast voor de feilbaarheid van de mens en wat hij heeft gemaakt. In de ogenschijnlijk strak ingerichte polder gaan nog steeds oerkrachten schuil waar niet mee te sollen valt. Het glas, de gebroken deur, betekent ook een breekpunt in mijn verblijf. De dagen erop maak ik ineens van alles mee, alsof mij de schellen van de ogen zijn gevallen. Ik ontdek een half verborgen begraafplaats in de knik van een startbaan van Schiphol. De staartvinnen van jumbojets steken uit boven de heg en hoog in de lucht zie ik het alziend oog van de vluchtverkeerstoren met z’n geblindeerde ramen. Daarachter zitten mannetjes mopperend naar me te loeren, besef ik. Ze vragen zich vast af wat ik daar uitspook. Ik heb hier niets te zoeken. Schuldbewust loop ik tussen de graven
38
door en rij dan snel weer weg. Op een andere dag fiets ik met mijn rammelende fietsketting achterop in het plastic bakje door de velden als ik plotseling wordt getroffen door een prachtig spektakel van water en licht. Ik weet dat het niet kan want dit is het land van drainage, van waterpompen en afwateringskanalen. Hier zijn geen watervlaktes ter grootte van een voetbalveld. De binnenzee is al lang geleden over de dijk gepompt. Toch zie ik langgerekte golven en ik denk zelfs de koelte te voelen die zo typisch is voor de kade. Heeft iemand dan toch de pompen stilgezet? Als ik het herken, ontken ik het nog een tijdje. De Waterwolf is voor heel even aan mij verschenen op een bollenveld. Het is de wind die de zon doet flakkeren op vele vierkante meters dun fladderend landbouwfolie. Vanaf dat moment weet ik dat het wel goed zal komen met mij en het aanvankelijk hermetisch aandoende polderlandschap. De wind heeft een tipje van sluier opgelicht en me de mogelijkheden getoond van een, doorgaans, onzichtbaar landschap.
Spotpolder Op Hemelvaartsdag fiets ik naar de spottersplek van de polderbaan. Het is nog vroeg, maar de frietkraam doet goede zaken. Ik besluit losjes met mijn ellebogen over de stang van de afrastering te leunen en een gesprekje aan te knopen met een van de aanwezigen. Strikt genomen is de vliegtuigspotter natuurlijk niet geïnteresseerd in het landschap. Ze behoren net als de vogelspotters tot de stam der verzamelaars. Ze verzamelen geïsoleerde plaatjes uit het landschap. Thuis wordt de oogst op de externe harde schijf gezet en kan men tevreden vaststellen dat de collectie weer wat is uitgebreid. Een man uit Zwolle richt zijn camera op het luchtruim. ’Dat is een Embraer, een Braziliaans toestel in de kleuren van Polish Airlines,’ hoor ik hem zeggen. De Zwollenaar is vooral geïnteresseerd in kleurenschema´s, zegt hij. Hij bedoelt hiermee alle logo’s van de maatschappijen en de verschillende bijbehorende kleurvlakken. Veel maatschappijen brengen de jarenzestigkleuren weer aan op hun toestellen. Later wijst hij me een KLM toestel dat inderdaad een retrolichtblauw gestreepte staartvin had. Het was me nooit eerder opgevallen. Het grappige is dat de meeste spotters die ik spreek ontkennen een spotter te zijn, zo ook de man uit Zwolle. ‘Spotters zijn mannen met een boekje die alle type nummers uit hun hoofd kennen,’ verklaart de Zwollenaar. Zelf is hij er naar eigen zeggen niet zo vaak, slechts een paar keer per maand. Toch moet hij bekennen dat de lens op zijn camera meer dan tweeduizend euro heeft gekost. Iemand heeft gezegd dat de A380 eraan komt en dat bericht zoemt nu over de parkeerplaats. De A380 is het allergrootste passagiersvliegtuig van dit moment. Het is voor veel dagjesmensen een reden om nog even te blijven. Sommige spotters menen zeker te weten dat de dit toestel op Oost zal landen, ze springen in de auto. De waarheid is dat niemand het ooit zeker kan weten omdat ook de verkeerstoren dit pas op het laatste moment bepaalt vanwege de wind. Toch creëren velen een air van alwetendheid om zich heen alsof iemand hen de informatie influistert. Ik raak gefascineerd door deze stam waarvan de leden urenlang vrijwillig op een winderige parkeerplaats staan om foto´s te maken van vliegtuigen. Het is een vorm van bermtoerisme, maar de mannen en vrouwen die in de jaren zestig langs de weg gingen zitten met hun klapstoeltjes en een kan koffie, die keken naar een nieuw fenomeen. Vliegtuigen zijn toch al jaren hetzelfde. Of is mijn blik soms niet verfijnd genoeg om de subtiele veranderingen te zien in de wingtips of opstaande vleugels? Veel spotters vertellen mij dat ze als kind al met hun vader naar de vliegtuigen gingen kijken en dat het er ook om gaat dat gevoel weer op te roepen. Het landschap spreekt tot mensen omdat het herinneringen oproept aan vroeger. Dat begrijp ik. Toch wordt de vliegtuigspotter door meer gedreven dan dat alleen. Ik ontmoet een Nederlandse vliegtuigspotter die in Japan is geweest. ´Ze hebben daar vliegtuigen die je hier nooit ziet.´ Hobby’s zijn er om uit de hand te lopen. De uren gaan voorbij en ik blijf, om de A380 te zien, denk ik, maar uiteindelijk gaat het natuurlijk om iets heel anders. Op het laatst voel ik toch begrip voor de simpele voldoening van het vliegtuigspotten. Het vastleggen van vliegtuigen op een camera en het noteren of afstrepen van type
39
nummers, heeft iets weg van een administratieve handeling. De nutteloosheid ervan begint mij na vijf uur te ontroeren. Ik voel de kameraadschap van mannen die elkaar al jaren kennen en nooit iets tegen elkaar zeggen, nooit iets hoeven te zeggen, maar gewoon zwijgend naast elkaar staan om af en toe iets aan te wijzen of foto´s te vergelijken. Er wordt gewacht op iets bijzonders, op iets dat ze nog niet in de collectie hebben. De A380 is die dag niet meer gekomen.
Randcultuur Vanaf de spotterplek fiets ik langs het Bulderbos, aangelegd om te protesteren tegen de uitbreiding van de polderbaan. Het geldt nog steeds als ontmoetingsplek voor demonstranten met een groen hart. Ernaast wordt momenteel een oude Lancaster uit de Tweede Wereldoorlog opgegraven. Wie doorfietst komt in het natuurgebied Groene Carré terecht. Het is compensatie groen voor Schiphol. Ik fiets parallel aan de polderbaan en zo kan ik alle stadia van de landing observeren. Aan het einde van het fietspad ga ik rechts om de polderbaan heen en rijd het gehucht Boesingheliede binnen. Het is een eigenaardig samenraapsel van verschillende soorten bebouwing tussen de A9 en de Schipholweg. Er zijn hier autosloperijen te vinden, woonhuizen en bedrijfsloodsen. Aan de randen van Schiphol bloeit de anarchie, zo blijkt. Ik ontdek massagesalon Chantal en bedenk me geen moment, ik bel onmiddellijk aan. Margarita doet open en ik vraag naar Chantal. Eventjes zie ik haar argwanend kijken, dan moet ze lachen: ‘Kom binnen schat, buiten is het guur en onaangenaam.´ In de half verduisterde woonkamer zitten twee schaars geklede dames naar een Argentijnse soap te kijken. Margarita schenkt een cola voor me in en laat me de geplastificeerde ´menukaart´ zien. Hierop staan allerlei diensten met prijzen tussen de 50 en 200 euro. Er is van alles mogelijk, behalve massages. ´Komen hier veel vliegtuigspotters, ´vraag ik om het ijs te breken. ´Iedereen komt hier, schat,´ zegt Margarita direct. Ik kan hier niet te lang blijven zitten, besef ik, anders ben ik genoodzaakt uit beleefdheid een dienst af te nemen. Iets dergelijks overkomt mij dikwijls in kledingwinkels. Als ik de enige klant ben, zoals hier, dan durf ik niet weg te gaan zonder iets te kopen. Ik zeg dus snel dat ik moet gaan en ik vraag wat ze voor de cola wil hebben, maar Margarita zegt dat de cola van het huis is. ‘Kom gauw weer eens terug, schat, en vertel al je vrienden en collega’s over ons.’
Polderkoraal Op een van de loodsen in Boesingheliede herken ik de naam van een bedrijf dat vliegtuigmaaltijden verzorgt: Gate Gourmet. Ze laten me niet binnen. Achteraf kan ik dat wel begrijpen: Gate Gourmet was een tijdje terug in het nieuws vanwege de naalden in een broodje vlees. Er zijn hier wel meer anonieme loodsen waarvan ik me begin af te vragen wat voor duistere praktijken zich er afspelen. Het kan van alles zijn, door massagesalon Chantal is mijn fantasie op hol gebracht. Op een dag ontdek ik een intrigerend uithangbord: ‘Aquaasan corals’ staat er boven de afbeelding van een tropisch visje en een koraalrif. Ik plant mijn fiets tegen de zijkant van de loods. Het regent, zoals wel vaker de laatste tijd, net iets te hard om lang buiten te blijven. In mijn plastic bak op de bagagedrager is al een klein laagje zichtbaar. Het contrast met de grijze buitenwereld kan niet groter zijn. Ik loop door een corridor van vissen en koraal. Aan het einde van de gang kom ik in een ruimte met een hoge tafel en ook die ruimte is omgeven met lichtgevende aquaria. Koraalkweker Sander Bakker heeft zojuist een plastic zakje losgeknipt waaruit een paars visje wegzwemt om z’n nieuwe wereld te verkennen. ‘Het is altijd maar afwachten hoe de rest dit oppikt,’ zegt hij. Er komen wat pincetvissen voorbij zwemmen, hun snuitjes net een pincet, en een zebra-‐vis. ‘Ze lijken hem wel de accepteren,’ constateert Sander. Hij spreekt steevast over zijn werkploeg als hij het over de vissen heeft. De vissen zorgen ervoor dat bepaalde schadelijke algen worden opgegeten. ‘De vissen, de zeekomkommers, de anemonen en andere lagere dieren hebben allemaal hun eigen specialisme binnen de bio-‐cultuur van het aquarium,’ zegt Sander. ‘Wat kost nou zo’n stekje?’ Vraag ik wijzend op de bodem van het aquarium waar mini akkertjes met koraalstekjes in strakke rijen staan opgesteld. ‘Dat hangt van de soort af en de grootte, ze kosten
40
tussen de tien en twintig, maar ik heb ook stronken van vijfentachtig euro. Zo’n uitwaaierend tafelkoraal kan gemakkelijk tot zeshonderd euro oplopen.’ Het blijkt een dure hobby. Volgens Sander ben je voor een ‘instapbak’ al gauw tweeduizend euro kwijt. Ik vermoed dat de wereld van de zoutwater aquaria bijna net zulke fanatiekelingen heeft als de wereld van de vliegtuigspotters. Ook die lopen met lenzen rond van een paar duizend euro. Plaatjes schieten doen de aquariumhobbyisten overigens ook. Op internetfora komen wonderlijke, bijna buitenaardse, landschappen voorbij die zijn opgebouwd met kleurrijk polderkoraal van Sander Bakker. Ik blijf wat rondhangen in de koraalkwekerij, ook omdat het buiten steeds harder is gaan regenen. Sander legt me van alles uit over de biologische balans die gehandhaafd moet worden in het aquarium. ‘Er moeten allerlei bacteriën worden toegevoegd en speciaal osmosewater.’ Sander wijst me op een ingewikkelde installatie waarin dat osmosewater wordt gemaakt. In een andere hoek wordt zeewater geprepareerd en alle aquaria zijn uitgerust met een ‘verschuimer’ waardoor je de overtollige eiwitten veroorzaakt door de uitwerpselen makkelijk eruit kan scheppen. ‘Je moet goed oppassen welke koralen je bij elkaar stopt, sommigen vreten elkaar op,’ legt Sander uit. Hij zegt van natuurlijke kleuren te houden als het om koraal gaat. ‘Je ziet het, de meeste koralen zijn pastelkleurig. Rood en bruin en zacht groentinten. Je hebt ook mensen voor wie dat niet genoeg is. Die willen de kleuren opvoeren tot bijvoorbeeld zuurstokroze. Het Duitse bedrijf Koralen Zucht, doet dit. Ze optimaliseren de kleur tot zuurstokroze, knalgroen en gifgeel door een deel van het weefsel weg te halen zodat de kleur direct op het kalkgeraamte komt te liggen. Daar wordt het koraal echter heel kwetsbaar van. Je hebt dan een apothekerskast aan middeltjes nodig om zo’n stronkje gezond te houden.´ Er komt een Chinees stelletje binnen. Ze zijn naar Sander gereden om een slakje op te halen die ze hebben besteld. Het slakje staat alleen nog in de file samen met een bestelling knalblauwe anemoonvisjes. Ze blijven wachten en Sander raakt in gesprek met de jongen. Ze hebben het over de zeester, de stofzuiger van de oceaanbodem. Ondertussen kijk ik met het meisje die Yuki blijkt te heten naar de capriolen van een doktersvis. Hij maakt salto’s rondom een waterpompje. Yuki heeft een hekel aan water, zegt ze, omdat ze als klein kind een keer bijna verdronken is in een zwembad. Toch krijgt Yuki een gevoel van vrijheid als ze naar vissen kijkt. ‘Wat gek,’ antwoord ik. ’Die vissen zijn toch helemaal niet vrij in een aquarium?’ ‘Vissen hebben een geheugen van drie seconden. Het moet toch bevrijdend zijn om niet al die ballast van herinneringen met je mee te hoeven dragen.´
Buiten is het donker geworden en als ik op mijn fiets wil stappen moet ik constateren dat de plastic bak achterop de bagagedrager tot de rand gevuld is met water. Een Boeing komt huilend los van het zompige land. Ik probeer behoedzaam te fietsen met een klotsend ´aquarium´ achterop mijn fiets. Op de bodem ligt als een roerloze aal het kettingslot zilverachtig te glanzen in het maanlicht. Ik heb vandaag iets doorgrond over het leven op de bodem van zee en zodoende ook iets over het leven in de polder. Toch is dit inzicht nog moeilijk onder woorden te brengen. Bij het zien van de bollenvelden moet ik denken aan wat Sander heeft verteld over Koralen Zucht. Ook de bollenkwekers voeren iets in hun schild, dat kan niet anders met dat soort felle kleuren. Ik vermoed dat de bloemenkweek feitelijk een plantaardige bio-‐industrie genoemd kan worden. Een bio-‐industrie voor het kweken van kleur. Wordt het niet eens tijd daar een bijeenkomst over te organiseren in het Bulderbos? Als ik het gemaal aan de Driemerenweg passeer, denk ik aan het waterpompje in het aquarium van Sander. De waterpomp en het gemaal zijn apparaten waarmee een kunstmatig landschap in stand kan worden gehouden. Pompen of verzuipen geldt er in de polder, en in het aquarium zorgt het pompje voor de nodige zuurstof. Alles en iedereen stikt als de elektriciteit uitvalt. Die nacht droom ik in mijn soldatencel dat ik vlieg. Vanuit het vliegtuig zie ik het strakke lijnenpatroon van de Haarlemmermeer onder mij. De stewardess zegt dat we onze medicijnen moeten nemen tegen de luchtziekte en het vliegtuig duikt steeds sneller omlaag, we zijn aan het neerstorten. Net op tijd is mijn staartvin aangegroeid en kan ik, nog voordat we de bodem raken, wegzwemmen van het vliegtuigwrak.
41
Bram Esser tijdens de finissage, foto: Rob te Riet
42
Subjectieve cartografie – Bram Esser, vormgeving Jonmar van Vlijmen
43
(ZAALTEKST voor in ruimte 4) Stellingname -‐ water, land & innoverend erfgoed Ruimte in het Kunstfort: 4 (titel:) Ik wil de Polder In Francois Lombarts (Johannesburg ZA, 1981) ontwerper www.francoislombarts.com (wat:) A pilgrimage, a physical mantra-‐repetition, in search of a deeper understanding of the conditions that are the Haarlemmermeer. It is upon this idea 'Ik wil de polder in!' focuses. The Haarlemmermeer, once a body of water, that has been tamed, pumped dry and colonized is very much defined by the water that runs through it and that is constantly controlled. The infrastructures responsible for this, determine the layout and character of the municipality and it is through them that I chose to develop my project. By navigating all its canals, channels and ditches, not intended for travel, and developing a form of documentation I seek to confront and develop an engaged understanding of the often imperceptible forces at work in the polder. I decided that the most appropriate form of travel through these waterworks would be to swim through them. I wanted to open the polder up, and enter areas of the Haarlemmermeer that are not evidently accessible. 'Ik wil de polder in!' started during the winter months of this year which added an interesting dimension to my form of travel. My first concern was protecting myself against the cold waters often just above zero. With these restrictions in mind I set about looking for the appropriate attire for the voyage. A dry suit, gloves and diving mask to keep me warm, a water tight container to put the objects of interest I found along the way in, an underwater camera for documentation and a pouch on string to be worn under my dry suit containing my identification and car keys. Before my first swim I was already confronted with the first restriction. I could not get in or out my dry suit alone. This meant finding someone before getting into the water and after getting out to help me with the dry suit. This lead to many encounters with the inhabitants and visitors of the Haarlemmermeer; disgruntled farmers disappointed by the developments in the area, airplane spotters coming from all over the country to marvel the techniques of modern flight, dog owners often channeling their curiosity through their pets, excited children struggling to comprehend the often absurd sight of someone wading through the canals. As the project progressed other restrictions presented themselves. I often sank waist deep into the bog just a few centimeters below the surface water making it almost impossible to swim or walk, canals full of discarded bicycles, shopping carts and other indescribable metal objects that blocked my path. I had to learn to feel my way through with my feet, to turn off my sense of smell when entering sulphur stink of still water, and deal with a few newly found fear of the possibility of finding dead bodies hidden beneath the dark waters. As the project progresses into the warmer months I intend to develop my dry suit in order to be able to cope with these restrictions, developing an appropriate 'Polder Suit' to be included in all rescue kits emphasizing the discrete harshness of the polder. To build up an image bank seeking to capture this struggle against nature and the relationships inhabitants have developed with the water.
44
(wie:) Francois Lombarts werkt sinds 2007 als zelfstandig ontwerper en is gevestigd in Den Haag. Hij richt zich op de fysieke ervaring, het onderzoek en het definiëren van de diverse aspecten van publieke ruimte. Met zijn werk bouwt hij verder op bestaande dynamieken en de diverse gebruikers van het publiek domein. Met name het informele, niet gereguleerde en ongestructureerde gebruik van de openbare ruimte in de stedelijke context fascineert Lombarts, want dat is wat in zijn ogen aangeeft waar de behoeftes van mensen ten opzichte van deze ruimte liggen. Met zijn werk probeert Lombarts ook te stimuleren dat gebruikers zelf de mogelijkheden en gereedschappen krijgen vorm te geven aan hun publieke ruimte. Video ‘Sinking into the landscape’ Als een vorm van fysiek denken verkent ontwerper Francois Lombarts de polder zwemmend om de identiteit bloot te leggen. Hij dringt door in alle waterwegen die als aders en haarvaten het leven van deze polder definiëren. Kanalen, sloten en greppels vormen samen met zijn eigen fysieke beperkingen en de functionele barrières in de polder zijn Hollandse werkterrein. Het resultaat vatte hij samen in het videowerk 'Sinking into the landscape' (2013, 12 min). Lombarts: 'I could not trust the half earth beneath my feet, giving way and sucking me deeper. The effort required to pull myself out, to keep my head above water was almost unbearable, yet I was also too tired to notice. Deceptively demanding conditions, the polder a vast sinking landscape, where sure footing could not be guaranteed, and the immense effort required to be able to make the polder habitable.' www.francoislombarts.com Met dank aan: Ritse Mol. -‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐
45
Polderwaterkaart-‐ Francois Lombarts
!"#$%&'()*&+,#"-().$/0"1&02)3).$-40"5)67,8'020)97'+-0
46
Subjectieve cartografie – Francois Lombarts, vormgeving Jonmar van Vlijmen
47
Polderzwemmen -‐ Francois Lombarts, foto’s Marjolijn Boterenbrood
48
Polderzwemmern – Francois Lombarts , foto’s Rob te Riet
49
(ZAALTEKST voor in de historische doorgang:) Stellingname -‐ water, land & innoverend erfgoed Ruimte in het Kunstfort: onbewaakte historische doorgang en op de Geniedijk (titel:) Grenslandschappen -‐ een verkenning op het kruispunt van de getrainde tred en het geschoolde oog Jan de Graaf (Curacao, 1952) & Robert Schütte (Den Haag, 1951) stedenbouwkundigen www.ruimtebeeld.nl (wat:) Jan de Graaf en Robert Schütte zijn beide stedenbouwkundige. Rond Kunstfort bij Vijfhuizen vormen zij een gelegenheidsduo. 'Grenslandschappen' maakt werk van eigentijdse omgangsvormen met oude relicten op de oude kaart van het oude Europa. Het is een verkenning naar de wederzijdse betrekking tussen de militaire en de toeristische blik. Punt van vertrek: het waterrijke erfgoed van de Stelling van Amsterdam. Dat 'erfgoed' bestaat niet alleen uit tastbare resten. Ook bewegingsvormen, gebaren en rituelen hebben een restwaarde. Wat ook 'werelderfgoed' is: een specifieke manier van kijken, een bijzondere 'blik'. Uit militair oogpunt kan wellicht ... , hoewel uit historisch oogpunt ... , terwijl daarentegen uit planologisch oogpunt ... , en vooral in pacifistisch perspectief ..., dit in tegenstelling tot een museologische blik ..., echter uit toeristische oogpunt blijkt dat een kritisch artistieke verkenning, de slimste manier is om 'lopend', een tikkeltje wijzer te worden. Gedurende twaalf weken kiezen De Graaf en Schütte het Fort bij Vijfhuizen als uitvalsbasis. Looptijd: van zondag 7 april tot en met zondag 23 juni 2013. De Graaf en Schütte treden op als gids. Tal van gasten worden uitgenodigd: mee-‐lopers, co-‐fietsers, ervaren toeristen en belezen reizigers. Hun inbreng is van harte welkom. En ook zelf oefenen de gidsen hun oog. Te voet, op de fiets en op afstand, in de lucht. Uiteraard ook in de boeken. De Graaf en Schütte maken hun bevindingen wereldkundig op 23 juni 2013. Op de Dag van de Architectuur. Tijdens drie keer een wandeltocht. Recht toe recht aan: 1.999 meter. Elke tocht duurt 24 minuten. En staat onder leiding van de 'gidsen zelf'. Wat blijkt? De getrainde tred en het geoefende oog, beide masseren de lenigheid van geest ... 'to inspire the intellectual dimension of travel ...'. Wie in de tussentijd aan de verkenning wil bijdragen, graag berichten aan: Jan de Graaf: [email protected] of: Robert Schütte: [email protected] (wie:) Jan de Graaf is zelfstandig stedenbouwkundige. Hij is met name geïnteresseerd in kustlandschappen. Zijn studies verkennen bij voorkeur de grote schaal en de lange duur. Narratieve planologie is een favoriet. Het perspectief: thalassacentrisch. Hij publiceerde tal van artikelen en boeken. Vanuit de Rotterdamse Academie van Bouwkunst bijvoorbeeld, 'Europe coast wise' (1997), een internationaal vergelijkende studie naar de toekomstige kustkaart van Europa. In ander verband 'Naar zee', een reisverhaal over 6.000 km Noordzee-‐kust (2002). Gevolgd door 'Handboek veldwerk' (2003) en 'Noordzee; cartografie van een wereldzee' (2004). Telkens was zoiets als de toeristische geografie onderwerp van aandacht. De Graaf werkte in wisselende formatie aan verschillende prijsvragen. Enkele voorbeelden: 'Werken aan water' (2006), 'Dutch thelight' (2007), 'Structuurvisie Noord Holland 2040' (2009). Deze
50
inzendingen wonnen het predicaat 'eervolle vermelding'. In de internationale competitie 'Herinneringspark Vlaanderen 2014-‐2018' werd de eerste prijs behaald (2010). De inzending voor de prijsvraag Noordervisie, getiteld 'Anderlicht en de kunst van het noorden' (2012) kreeg een 'eervolle vermelding'. 'Noorden' werd daarin gezien als een werkwoord. Als een intelligente manier van plaatsbepalen (weten waar je bent), navigeren, oriënteren, en vooral als kaartlezen en de weg vragen. Robert Schütte is stedenbouwkundige. Hij heeft gewerkt bij overheid en particuliere bureaus, gaf les aan de Academie van Bouwkunst Rotterdam en heeft een eigen praktijk. Deze bestaat uit denken, ontwerpen, lezen, schrijven, verzamelen, ontmoeten en maken. Een selectie van de resultaten is te zien op de site www.ruimtebeeld.nl: gedachten, plannen, teksten en beeldessay. Schütte neemt deel aan Stellingname vanwege zijn belangstelling voor de wijze waarop de ruimte menselijke bewegingen stuurt. In zijn recente studie van de aantekeningen van Serge Eisenstein voor de niet gerealiseerde film Glass House, legt hij een verband tussen de ongewenste zichtbaarheid van de bewoners en de hedendaagse behoefte aan “exposure” op internet en televisie. Glass House is een van de vele zijpaden op zoek naar de verschijnselen van optimisme en ideaal. Deze worden gevonden in een dwaaltocht door de geschiedenis, langs archieven en tentoonstellingen, langs colleges en geschriften. Momenteel werkt hij aan een verslag van de dwaaltocht, want ook deze heeft een doel, al is die tevoren niet bepaald. -‐-‐-‐-‐-‐ (LEGENDA voor in de strategische ruimte:) Fort bij Vijfhuizen Het Lexicon Jan de Graaf & Robert Schütte bron: wijk Stellinghof, Vijfhuizen Aalsmeer Affuit Onderstel van een kanon. Arsenaal Magazijn, opslagplaats van wapens; marine-‐etablissement; ook wel: grote hoeveelheid, een heel arsenaal aan uitvluchten. Barbette Bastion Zie Bolwerk Batterij Bedekte weg Beschermde weg langs de buitenkant van een vesting. Blokhuis
51
Bolwerk Het Middelnederlandse woord `bolwerk` wordt over het algemeen gebruikt als Nederlandstalige benaming voor een bastion. In andere talen wordt vaak duidelijker onderscheid gemaakt tussen bolwerk en bastion. De term bolwerk kan men verder voor andere soorten verdedigingswerken gebruiken, bijvoorbeeld rondeel. In het Frans werd het woord 'bolwerk' overgenomen als boulevard, om daarmee een brede weg op een voormalige vestingwal aan te geven. Later werd de term ook gebruikt voor lange, brede wegen in het algemeen. In deze betekenis is boulevard weer overgenomen in het Nederlands. Citadel Donjon Middeleeuwse verdedigbare woontoren. De eerste donjons waren van hout; later, na de (her)uitvinding van de baksteen, werden ze van steen gebouwd. De naam is afkomstig van het Gallo-‐Romaanse woord dominionem (op haar beurt weer afgeleid van het Latijnse dominium/dominus). Drie Merenweg Eerste-‐Wereldoorlog-‐toerisme Escarp Ook wel binnengrachtsboord is het (steil) talud van een (eventueel droge) gracht in een vesting dat aan de binnenzijde is gelegen. Het is in het algemeen steil en soms van een weermuur of revetement voorzien. Aan de buitenzijde van de gracht vindt men het contrescarp. Het woord is afkomstig van het Italiaans scarpa dat `scherp` betekent. Glacis Flauw hellend buitentalud van vestingwal. Flank Deel van bastion dat aan de hoofdwal grenst. Fort Alzijdig verdedigbaar werk, kan onafhankelijk staande houden. Geniedijk Een dijk, meestal waterkerend, die in opdracht van de genie en betaald door de Nationale Staat werd aangelegd; een van 's werelds bekendste is de Geniedijk Haarlemmermeer. Hoofddorp Kazemat Deel van bastion of losstaand verdedigingswerk met geschut. Keel Open achterkant van een verdedigingswerk Kroonwerk Kunstfort Liniewal
52
Opgeworpen aardmuur langs reeks van verdedigingswerk waarlangs pad: liniepad. Loopgravenoorlog Loopinstructie Lunette Maaiveld Offerlandschap Onderwaterzetting Palissade Poterne Ondergrondse bomvrije gang door een fort of vesting met een functie als (geheime) poort, kan ook een interne verbinding met andere delen van het vestingwerk bieden; historisch gezien, een secundaire deur of poort; ook wel sluippoort. Proximiteit Rampentoerisme Redoute Simpel veldwerk. Ravelijn Schans Aarden verdedigingswerk, nazaat van de zandophoging. Schiphol Schuldig landschap Stelling Strook terrein waarin een reeks van verdedigingswerken is gelegen. Stranden-‐van-‐Normandië-‐vakantie Terreplein Van het Italiaanse tera piana, vlakke grond; de egale binnenplaats van een fort. Trauma scape Traverse Haakse aardwal tot dekking tegen zijwaarts invallende schoten. Verschroeide aarde
53
Vesting Permanent bezette, versterkte stad of legerplaats. Vijfhuizen Dorp aan de ringvaart, aan de noordwestkant van de Haarlemmermeer; oud land ooit op landtong gelegen, nadien opgeslokt door de inpoldering van nieuw land. Voorgracht Vuurlijn Waterlinie Min of meer aaneengeschakelde reeks van onderwaterzettingen, inundaties. Zijweer -‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐
54
Subjectieve cartografie – De Graaf/Schütte, vormgeving Jonmar van Vlijmen
55
Historische militaire loopinstructies op de Geniedijk -‐ De Graaf/Schütte, foto Thomas Lenden
56
‘Rechtwandeling’ (voorzijde) – excursie De Graaf/Schütte
Rechtwandeling’ (achterzijde) – excursie De Graaf/Schütte
57
Rechtwandeling’ – excursie De Graaf/Schütte, foto Theo Mahieu
Rechtwandeling’ (achterzijde) – excursie De Graaf/Schütte, foto Rob te Riet
58
(ZAALTEKST voor in ruimte 6) Stellingname -‐ water, land & innoverend erfgoed Ruimte in het Kunstfort: 6 (titel:) Brak Water, Zilt Land. Zoutbelasting of de prijs van het inpolderen. Ronald Boer (Giessenburg, 1981) landschapsontwerper www.ronaldboer.com (wat:) Landschapsontwerper Ronald Boer stelt met zijn project de prijs van het inpolderen ter discussie. Met zijn Mobiel Zout Laboratorium transformeert hij -‐ in wisselwerking tussen bewoners en landschap -‐ de verzilting van de polder van onzichtbaar naar tastbaar. Bij de drooglegging van de Haarlemmermeer is er van een binnenmeer een polder gemaakt. Het verlanden door in te polderen wat eerst water was zit in onze genen en maakt dat we deze plek in zijn huidige verschijning kunnen beleven en gebruiken. Door de constante bemaling door de gemalen wordt de polder door het waterschap gereguleerd om de kwaliteit van het land op peil te houden. In perioden van droogte dreigt er altijd een grote druk op deze waterhuishouding met het risico van verzilting van het land. Langzaam word het grondwater meer brak door het onttrekken van zoet water aan het oppervlak door de gemalen. Er is nog niet echt een oplossing in zicht voor het opborrelen van zout water in de polder, de zogeheten zoute kwel. Volgens berekeningen zal het water in de polder in de komende tientallen jaren ongeveer dertig procent zouter worden. Door de klimaatverandering en zeespiegelstijging zal er minder zoet water beschikbaar zijn om de polder ’door te spoelen’ en daarnaast gaat het zoute water diep onder de polder harder drukken op de bodem van de polder. Dat betekent dat er dus ook meer zout water door de wellen -‐ verbindingsgaten tussen het onderliggende zoute water en het bovenliggende zoete water -‐ naar boven komt. Dit samenspel van gereguleerde staat tussen land en water waardoor bewoners in het gemaakte landschap van de Haarlemmermeer kunnen leven wil Ronald Boer graag collectief bevragen. Hoe vanzelfsprekend is de prijs van het polderen? Het in stand houden van het juiste grondwaterpeil om te kunnen leven lijkt heel vanzelfsprekend maar is een continu proces waar voor we hard voor moeten werken. Hoe komen we tot duurzame inzichten door samen te werken met de natuurlijke processen om ons heen. Maar wat is deze prijs van het polderen precies? Met dit project tijdens 'Stellingname' onderzoekt hij wat de betekenis en identiteit van de Haarlemmermeer is waaraan mensen zich verbonden voelen. Met zijn mobiel zout laboratorium brengt hij de verziltingproblematiek in kaart die een onbalans zichtbaar maakt in natuurlijke processen op artificiële plekken. Hoe schadelijk zijn de mogelijke effecten wanneer deze onomkeerbaar blijken? Daarnaast zoekt hij naar de verbondenheid tussen landschap en mens door kenmerken en processen van een gebied inzichtelijk te maken met het doen van landschapsinterventies op locatie. Deze zijn onderdeel van het Mobiel Zout Laboratorium en zorgen ervoor dat zijn werk en het landschap elkaar beïnvloeden waaruit nieuwe narratieven ontstaan. Met lokale partijen wordt een samenwerking aan gegaan waarmee deze onzichtbare processen in het landschap weer een plek te geven. Er ontstaat een wisselwerking tussen bewoners en landschap van de Haarlemmermeer die zich transformeert van onzichtbaar naar tastbaar. (wie:)
59
Ronald Boer werkt als landschapsontwerper aan het zichtbaar maken van de wisselwerking tussen mens en landschap. Zijn interesse richt zich op alchemie, fenomenologie en de morfologie van het landschap die hij onderzoekt tijdens veldwerk. Momenteel is de substantie zout het centrale onderwerp van waaruit hij kijkt naar het landschap. Sodium Chloride vormt een onderzoeksplatform tussen kunst, landschap en wetenschap en ontstaat tijdens de samenwerking van kunstenaar Valerie Dempsey (UK) met landschapsontwerper Ronald Boer. Met dank aan: Valerie Dempsey -‐-‐-‐-‐ (LEGENDA voor in de strategische ruimte) Kwel Legenda Ronald Boer brak doorspoelen grondwater inlaat kwel peilen regenwaterlens verdroging zilt zoet zout -‐-‐-‐-‐-‐-‐
60
Chloridegehalte Hoofdwaterwegen Haarlemeermeer
61
Subjectieve cartografie -‐ Ronald Boer/Valerie Dempsey, vormgeving Jonmar van Vlijmen
62
Waterbibliotheek – Ronald Boer/Valerie Dempsey, foto Theo Mahieu
Waterblbliotheek – Ronald Boer/Valerie Dempsey, foto Thomas Lenden
63
Waterbibliotheek Haarlemmermeer cloudy/clear – Ronald Boer/Valerie Dempsey
64
Mudplates – Ronald Boer/Valerie Dempsey
65
(ZAALTEKST voor ruimte 31) Stellingname -‐ water, land & innoverend erfgoed Ruimte in het Kunstfort: 31 (titel:) Vloeibaar Land Jacqueline Verhaagen (Ridderkerk, 1959) kunstenaar www.jacquelineverhaagen.nl (wat:) In de Haarlemmermeer is de triomf van de techniek overal zichtbaar. Dat geldt in het bijzonder voor het water in de Haarlemmermeer. Vanaf de voltooiing van de polder wordt het water hier gereguleerd. De voortdurende verandermodus van het water binnen het landschap maakt de Haarlemmermeer tot ‘Vloeibaar Land’. Dit beheersen van het water impliceert een passieve rol. Water als oerelement, meegevend maar oersterk, tastbaar maar ongrijpbaar, raadselachtig en mysterieus, lijkt hier geen stem te hebben. HET WATER GEEFT GEEN ANTWOORD is een ‘found poem’ die een stem geeft aan het geheimzinnige karakter van het water. Het idee ontstond om deze zin te vertalen in een installatie in de Fortgracht waarbij de woorden als objecten op het water drijven en onafhankelijk van elkaar onder water kunnen verdwijnen en weer boven water kunnen verschijnen. De combinaties van zichtbare woorden leveren steeds andere betekenissen op. Dit ondersteunt de strekking van de hele zin omdat er geen -‐ eenduidige -‐ antwoorden zijn. Om dit beeld te kunnen realiseren is onderzoek nodig naar de manier om deze installatie functioneel te maken. De ontwikkeling behelst een zoektocht naar die techniek binnen de Haarlemmermeer. Kennis die hier leeft binnen bedrijven, scholen en instellingen, wordt samengebracht. Op basis hiervan wordt gedurende Stellingname een prototype ontwikkeld en uiteindelijk gedemonstreerd. (wie:) Het werk van Jacqueline Verhaagen reflecteert op de onderhuidse laag van de realiteit. Licht, spiegeling, optische illusie, kleur en beweging zijn beeldmiddelen waarvan Verhaagen vaak gebruik maakt. Voor haar ontwerpen in de openbare ruimte onderzoekt zij de locatie en destilleert daarbij aanknopingspunten voor het kunstwerk. Verhaagen wil een plek verbijzonderen door deze te laden met een eigen betekenis. De visuele kwaliteiten van een plek, de manier waarop mensen er gebruik van maken, de geschiedenis en de landschappelijk architectonische kenmerken vormen onderwerp van haar onderzoeken. Hiermee ontwikkelt zij concept en vorm van het kunstwerk. Dit is een proces waarin ratio en intuïtie, ideeën en poëzie elkaar afwisselen en versmelten. Materialen en uitvoeringstechnieken zijn rijk geschakeerd en zijn geen doel op zich maar middel om vorm te geven aan wat Verhaagen voor ogen heeft. Zij werkt vaak in aan water gerelateerde situaties. Water is in haar werk een betekenisdragend element. In recent werk is het landschap een steeds belangrijker onderwerp. Jacqueline Verhaagen woont en werkt in Amsterdam. met dank aan: Stoomploeg Cruquiusgemaal, Thomas Scherzer, Eric Steensma, Pneutech Hoofddorp, Dik Box, Cruquius, Scienceklas Technasium, Maco Combee, Hoofddorp. -‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐
66
Subjectieve cartografie – Jacqueline Verhaagen, vormgeving Jonmar van Vlijmen
67
68
Model HWGGA -‐ Jacqueline Verhaagen, foto’s Esther Polak
69
(ZAALTEKST voor ruimte 43) Stellingname -‐ water, land & innoverend erfgoed Ruimte in het Kunstfort: 43 (titel:) Mapping Delta-‐Land Marjolijn Boterenbrood (Amsterdam, 1954) kunstenaar www.marjolijnboterenbrood.nl (wat:) Nederland heeft als deltaland een bijzondere relatie met andere deltalanden. Kunstenaar Marjolijn Boterenbrood legt in haar project de verbinding tussen deze polder en andere extreem natte plekken op de wereld. Boterenbrood zoomt uit naar gebieden als de Mississippi-‐delta, de Niger-‐delta en de delta van de Ganges en de Brahmaputra. Foto’s van Kadir van Lohuizen, Adolphus Opara en Shahidul Alam brengen dit in beeld. Mapping Delta-‐Land zoomt ook in op de Haarlemmermeerpolder. Om ervaringen met water en modder van bewoners te weten te komen gaat Boterenbrood met de ‘satellietbus’ naar dijken, bruggen en pleinen in de polder. Foto’s en verhalen van mensen die ze daar ontmoet komen in het ‘polderarchief’. De Haarlemmermeerpolder deelt dezelfde problemen met al de delta-‐gebieden in de wereld: bodemdaling en zeespiegelstijging, verzilting, verontreiniging en overstromingen. Hoewel de omstandigheden enorm verschillen delen we het leven en meebewegen met water met de mensen uit de Nijl-‐, Mississippi-‐, Ganges-‐Brahmaputra-‐, Niger-‐, Mekong-‐ en de Eufraat-‐Tigris-‐delta. Over de fotografen: Adolphus Opara en Shahidul Alam zijn verbonden aan PAPA. PAPA, participating artists’ press agency is opgericht en wordt geleid door Lino Hellings. De fotograaf Shahidul Alam uit Bangla Desh richtte in 1989 het Photo Press Agency ‘Drik’ op in Dhaka. Dit agentschap presenteert een grote groep mediaprofessionals uit niet-‐westerse landen. Adolphus Opara komt uit Lagos Nigeria. Opara’s werk bestaat uit ontmoetingen met mensen in hun dagelijks leven. Hij vertelt verhalen met beeld om zijn emotionele verbinding met de zaken die hij aan de orde wil stellen, te laten zien. De documentaire-‐fotograaf Kadir van Lohuizen reisde van bron naar monding van de Amazone, de Mississippi, de Donau, de Niger, de Ganges, de Ob en de Yangste. Hij maakte een prachtig boek over deze zeven lifelines: ‘Aderen’. Van Lohuizen is een van de oprichters van NOOR Agency, een collectief van onafhankelijke documentaire fotografen. Alle drie fotografen willen zij met hun foto’s invloed uitoefenen op hoe wij de wereld zien en ons een mening vormen. U kunt bijdragen aan de ontwikkeling van het ‘polderarchief’ door uw verhalen en beelden in te sturen naar [email protected] (wie:) Marjolijn Boterenbrood bekijkt een plek als een terra incognita. Zo ontstaat werk met een diversiteit aan resultaten, die in vorm uiteenlopen van tekeningen, objecten, foto’s en installaties tot een atlas,
70
als aanjager van stedelijke vernieuwing. Bij het leesbaar maken van een gebied gebruikt ze kaarten en plattegronden. Kaarten zijn het resultaat van objectieve metingen, maar de kaarten van Boterenbrood voegen een persoonlijke dimensie toe door zintuiglijke indrukken als geur, klank of kleur op te nemen. In samenwerking met kunstenaars en/of onderzoekers met veel verschillende achtergronden krijgen haar interdisciplinaire projecten vorm. met dank aan: Kadir van Lohuizen. PAPA: Adolphus Opara, Shahidul Alam, Karien Wielenga. -‐-‐-‐-‐ (LEGENDA voor in de strategische ruimte:) Modder Legenda Marjolijn Boterenbrood Bagger Blabber Blubber Derrie Dras Drek Flodder Klam Kledder Klei Klot Krot Leem Modder Moor Pratsj Prut Slat Slib Slijk Slik Slob Slobber Smurrie Turf Veen Zomp -‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐
71
Subjectieve cartografie – Marjolijn Boterenbrood, vormgeving Jonmar van Vlijmen
72
Mapping Delta-‐Land – Marjolijn Boterenbrood, foto Rob te Riet
Foto’s van Kadir van Lohuizen, Adolphus Opara en Shahidul Alam van delta’s elders, foto Thomas Lenden
73
Mud, foto Marjolijn Boterenbrood
Oproep ‘Modder en Kwel’ op de websites en facebook
74
Oproep in de krant: bezoek de satellietbus en deel modderverhalen
Polderarchief – Marjolijn Boterenbrood, foto Thomas Lenden
75
Programma Finissage 'Stellingname -‐ water, land & innoverend erfgoed' 22 en 23 juni tijdens de landelijke Dag van de Architectuur Kunstfort bij Vijfhuizen Satellietgroep is gastcurator van 'Stellingname'. Tijdens de finissage refecteren we op de bevindingen van 'Stellingname -‐ water, land & innoverend erfgoed'. Projecten door Jan de Graaf & Robert Schütte, Ronald Boer & Valerie Dempsey, Francois Lombarts, Marjolijn Boterenbrood, Jacqueline Verhaagen, Bram Esser, Bram Vreven. Gastsprekers: Kadir van Lohuizen, Charlotte Geldof, Ine Gevers en Peter van Mensch. Locatie: Kunstfort bij Vijfhuizen www.kunstfort.nl | www.satellietgroep.nl Thema DVDA 2013: ‘24 UUR ARCHITECTUUR’ Terwijl dag en nacht elkaar afwisselen, zijn er gebouwen waar altijd leven is, zo ook alle waterwerken (sluizen, gemalen, dijken,duikers, hevels etc) in de polder en het Kunstfort bij Vijfhuizen tijdens ‘Stellingname’. Naast stations, (lucht)havens, ziekenhuizen, kantoren, maar ook winkels en hotels, of een combinatie daarvan, zijn ook deze waterwerken 24 uur per dag in bedrijf. Ze kennen geen openings-‐ en sluitingstijden; ze bewijzen de stad en de mensen een dienst. Programma zaterdag 22 juni vanaf 13:00 uur 13:00 -‐ 17:00u: Tentoonstelling Stellingname geopend 14:00 -‐ 16:00u: Rondleiding langs de tentoonstelling v.a. 17:00u:'Veldbedden in de polder' -‐ Kamperen rond het Kunstfort met poldermaaltijd en films bij het kampvuur. Programma zondag 23 juni 09:00 tot 19:00 uur 09:00 -‐ 10:00u: Ontbijt in Restaurant 't Fort 10:00u: Excursie Geniedijk Jan de Graaf & Robert Schütte. 10:30u: Rondleiding tentoonstelling Stellingname met curator Jacqueline Heerema. De kunstenaars zijn aanwezig 11:45u: Polderzwemmen met Francois Lombarts. 12:00u: Excursie Geniedijk Jan de Graaf & Robert Schütte. 12:30u: Picknick met wild pluk kruiden en groenten van het fortterrein. 14:00 -‐ 18:00u. Expertmeeting 'Stellingname' Over het concept, een interpretatieve gemeenschap, subjectieve cartografie en innoverend erfgoed. Locatie: Genieloods tegenover het Kunstfort 14:00 -‐ 14:20u: Welkom door Holger Nickisch, directeur Kunstfort bij Vijfhuizen en introductie over Stellingname door curator Jacqueline Heerema 14:20 -‐16:00u: Presentaties door deelnemers van Stellingname: ontwerper Francois Lombarts, filosoof Bram Esser, stedenbouwkundige Jan de Graaf & Robert Schütte, landschapsarchitect Ronald Boer & Valerie Dempsey (UK), kunstenaar Marjolijn Boterenbrood introduceert fotograaf Kadir van Lohuizen over deltalandschappen. 16:00 -‐ 16:20u: Korte pauze met thee & koffie 16:20 -‐ 17:00u: Architect Charlotte Geldof (BE) over 'The Future Commons 2070' en gemeenschappelijk ruimtegebruik van de zee.
76
17:00 -‐ 17:20u: Ine Gevers, curator 'Ja Natuurlijk' Gemeentemuseum Den Haag: Can art change the world? 17:20 -‐ 18:00u: Museoloog Peter van Mensch: bestaat innoverend erfgoed? En samenvattend tafelgesprek met alle gasten en deelnemers 18:00 -‐ 19:00u: Afsluitende borrel Kamperen rond het Kunstfort Finissage 'Stellingname' -‐ Kunstfort bij Vijfhuizen
Kamperen rond het Kunstfort, foto Rob te Riet
77
Filmprogramma 'BORDERSCAPE' Finissage 'Stellingname' -‐ Kunstfort bij Vijfhuizen June 22 starting at sunset: www.kunstfort.nl Curated by Satellietgroep for Stellingname The screeningprogram is called 'borderscape’ and is themed around the new videowork by Francois Lombarts, who swam the ditches of the polder to understand it. About cyclic approaches of mud, or dilution of water-‐land, of surviving in the water, on the edge, on the land, on a dike. 01 Francois Lombarts -‐ 'Sinking into the Landscape' (2013) 12 min During ‘Stellingname’ Francois swam through the polder to understand it. 02 Wim T. Schippers (NL) -‐ Flesje limonade gazeuse in zee bij Petten 0'51 min Re-‐enactment of 1961; source: internet. 03 Silvie Zijlmans (NL) -‐ 'The wishing well' 3 min zijlmansjongenelis.nl 04 Cecily Brennan (Ireland) -‐ 'Unstrung' (2007) 2 min A video installation exploring the vulnerability of the human body and psyche. www.cecilybrennan.com 05 Marie Lorenz (USA) -‐ Capsize (2010) 7’39 min This video was shot off the coast of Ostia in Italy. I was recording my first experiment with a sailboat that I built at the American Academy in Rome. I capsized the boat and swam back to shore. I saved the video camera by holding it in my mouth as I swam. www.marielorenz.com 06 Diego Maclean (Canada) -‐ ‘The art of drowning’ (2009) 2'08 min The Art of Drowning is a short animated film directed by Diego Maclean. It is based on a poem by the same name written by American poet Billy Collins. In it we ponder the possibilities of what awaits us at the end of our lives. www.billy-‐collins.com | www.diegomaclean.com 07 Arthur Kleinjan (NL) -‐ 'Follow the Sea' (2007) 3'20 min A swimming pool located next to the ocean is the setting of this video in which a man slowly swims towards the horizon. As he reaches the edge of the pool, he stops and repeatedly jumps up and down. The atmosphere is charged by engaging music which transforms the setting into a psychological landscape where the swimmer is suspended between movement and immobility. Courtesy of the artist and Galerie Ron Mandos. www.arthurkleinjan.nl 08 Montserrat Rodríguez (Spain) -‐ Fragmentos of observación (2011) 3 min The cycle time. Everything is repeated again and again, as a reminder, as if I myself observed from a far. As I look at my actions may seem repetitive... 09 Pé Okx (NL)-‐ Westfriese Omloop/Westfrisian Walk Around (2010) -‐ 45 min For one year Dutch artist Pé Okx walked the Westfriese Omringdijk, in the north of Holland. In a yearlong project, each month he walked a section of the dike for one day, from sunrise till sunset, taking a photograph every three steps. A very slow walk through the countryside. Where he stopped at the end of each day, he continued his walk one month later, again at sunrise. Through all kinds of weather, in spring and fall, he examined the perception of time. More than 40.000 pictures are
78
mounted into a movie of 45 minutes. Because of the on-‐going image sequence the spectator travels with high speed through days and seasons. Every time a day ends and a new one begins, one month is gone. The notion of ‘time’ is seen from another perspective. The movie shows the beauty and dynamic of the Dutch landscape in an intriguing way. www.peokx.nl
Bioscoop in de Poterne van het Kunstfort, foto Rob te Riet
Still ‘Unstrung’ -‐ Cecily Brennan.
79
Expertmeeting Finissage 'Stellingname' at Kunstfort bij Vijfhuizen Tijdens de finisage van Stellingname op 22/23 juni 2013 reflecteerden we op onze relatie met water, land en innoverend erfgoed aan de hand van de presentaties van onderzoeksprojecten en met gastsprekers. Presentaties door deelnemende polderonderzoekers van Stellingname: Bram Esser, Jan de Graaf, Ronald Boer en Valerie Dempsey (UK), Marjolijn Boterenbrood Gastsprekers: Fotograaf Kadir van Lohuizen over Delta’s hier en elders. Architect Charlotte Geldof (BE) over 'The Future Commons 2070' en gemeenschappelijk ruimtegebruik van de zee. Ine Gevers, curator 'Ja Natuurlijk' Gemeentemuseum Den Haag: Can art change the world? Museoloog Peter van Mensch: bestaat innoverend erfgoed? Samenvattend tafelgesprek met alle gasten en deelnemers Fotograaf Kadir van Lohuizen over Delta’s hier en elders. www.lohuizen.net Boterenbrood introduceert fotograaf Kadir van Lohuizen in de context van Stellingname en haar project 'Mapping Delta-‐Land'. In zijn projecten onderzoekt Vam Lohuizen het effect van zeespiegelstijing in 6 delta regio’s voro de New York Times. Over zeewater en verzilting, en evacuatie ‘when the water does not leave’. Zijn nieuwe strategie is om naast de indringende fotoreportages ook de ‘testimonies’ op te nemen met video, de persoonlijke verhalen van ‘evacuées en de blijvers’, en hoe een nieuw bestaan opgebouwd moet worden. Hij vertelt over New Orleans en Katrina. Hoe, als gevolg van het afdammen van rivieren het slib niet meer aangroeide, de natuurlijke bescherming verdween en New Orleans van inlandse stad aan zee kwam te liggen. En hoe na Katrina 1 miljoen mensen niet meer terugkeerden naar de stad. Architect Charlotte Geldof (BE) 'The Future Commons 2070' – over denken in gemeenschappen: www.magnificentsurroundings.org Charlotte Geldof over onafhankelijk denktank en de noodzaak dat de mens een wending in de manier van denken en leven inzet. Geldof pleit voor nieuwe ruimtelijke planning, en het denken in maatschappelijke ruimte en ‘commons’ als gemeengoed. Over exploratie versus explotatie van de Noordzee. Promenadologies – ervaringswandelingen en subjectieve cartogarfie als de verbeelding van denkbeelden. Poreuze hybide kustzones – publieke krachten (natuurlijke, gemeenschaps en culturele commons) – waarbij het zeelandschap een bewegend, ademend principe is. En waarbij het belang van ecosystemen preveleert boven het belang van kustnaties. ‘Oceanen en zeeën, samen goed voor zowat driekwart van het aardoppervlak, vormen een onmetelijke ruimte die essentieel verschilt van het land. Mede door de toenemende verspilling van land zal de vraag naar ruimte op zee steeds sterker doorklinken. Maritieme ruimtelijke planning is wereldwijd in opmars. Terwijl Europa de krijtlijnen voor haar toekomstige beleidsopties uitzet, leggen de projectontwikkelaars hun eerste initiatieven op tafel. Naast het bestaande wetenschappelijk onderzoek dient het eigenlijke planningsproces voor de zee te worden geruggensteund door globaal, kritisch visievormend onderzoek, waarbij ontwerpmatig denken een belangrijke rol speelt. Deze zeekaart is een toekomstvisie. Ze geeft een aanzet tot kritische visievorming omtrent maritieme ruimtelijke planning waarbij de zee op lange termijn als ‘common’ -‐gemeengoed-‐ gevalideerd wordt. De kaart C01 exploreert meer specifiek de toekomst voor het Europese, zuidelijk deel van de Noordzee en haar aangrenzende kustzones.
80
Meer over de ‘commons’ en hoe ze worden ingezet leest u op de achterzijde van de kaart.’ Ine Gevers, curator van de kunstmanifestatie 'Ja-‐Natuurlijk, Art can change the world' in het Gemeentemuseum Den Haag -‐ over de vraag: kan kunst de wereld redden? www.ja-‐natuurlijk.com De kunstmanifestatie ‘Ja Natuurlijk – Art can change the world’ gaat volgens Gevers over kennisproductie en het ontwikkelen van ecologische intelligentie. Ze wijst op de paradox van mondiale ambities en de vergeten lokale ontwikkelingen. Over de romantische kijk op de natuur, alsof er een scheiding bestaat tussen mens en natuur. Als voorbeeld noemt ze het project Fora en Fauna van Sjaak Langeneberg (lezing opening Stellingname) en Rose de Beer, waarbij 16 schrijvers middels social media communiceren als bacterie of zwam. Filosoof Bram Esser is op 23 juni tijdens de finissage in een dubberol als Patatduif (Ja Natuurlijk) en Polderspotter (Stellingname). Gevers betoogt: anders waarnemen = ander gedrag; eductie, verdieping, debat; kunst als instrument; draagvlak verbreedt zich naar NGO’s, bedrijven en overheid partciperen voor co-‐creatie. ‘Kunst inspireert, verleidt en motiveert. Maar kan kunst ook de wereld redden? Binnen en buiten GEM/Fotomuseum Den Haag vindt de tentoonstelling Ja Natuurlijk plaats. Met zowel mooie als intrigerende kunstwerken over onze relatie met de natuur. Over hoe we samen een duurzame toekomst kunnen realiseren. In een groots opgezette tentoonstelling laten ruim 80 kunstenaars verrassende partnerschappen zien tussen mens, natuur en techniek. Met zowel bevrijdende als hilarische gevolgen: je huisdier ontwerp je zelf, schimmels blijken onze beste vrienden, de stad kun je oogsten en meeuwen zijn best lekker op de barbecue. Maar ook: Je mobiel is je geheugen, Facebook is je habitat, internet de nieuwe biotoop en nanotechnologie is niet meer weg te denken uit ons bestaan. Sculpturen, films, installaties, performances en biokunstwerken van o.a. Francis Alÿs, Jimmie Durham, Olafur Eliasson, Peter Fend, Fischli & Weiss, Natalie Jeremijenko, Marjetica Potrc, Zeger Reyers, Tinkebell, Superflex en Ai Weiwei zijn tot eind augustus 2013 te vinden in het GEM, Fotomuseum, in de tuinen van het Gemeentemuseum, het duinbos en daarbuiten.’ Museoloog Peter van Mensch -‐ over de vraag: bestaat innoverend erfgoed? www.menschmuseology.com Museoloog Peter van Mensch reflecteerde tijdens de finissage van Stellingname op de vraag ‘bestaat innoverend erfgoed’ – een term die curator Jacqueline Heerema uitvond voor Stellingname? Van Mensch startte met een inhoudelijk probleem: hij merkte op dat tijdens de middag ‘erfgoed en sich’ nog nauwelijks aan de orde was geweest. Wel verschillende parallele werelden en strategiën om met de wereld om te gaan. Hij merkte ook op dat toen hij als bioloog werkte in de jaren ‘70 dezelfde vragen aan de orde waren als nu. Can heritage change the world? Wetenschappers reflecteren op metaniveaus in verschillende discoursen en koppelen deze. Innoverend erfgoed gaat over processen. Hij bespiegelde op drie thema’s of prespectieven om te reflecteren op kunst en erfgoed: erfgoed als kunst, het proces van musealiseren en kunst als methode voor kritische reflectie. Heeft erfgoed een ontwikkelingsperspectief naar de toekomst? Over het belang van erfgoed in het algemeen, in de samenleving en de ontwikkeling van kunst. Erfgoed gaat veelal over terugkijken, maar welke rol speelt erfgoed in het bewaren van vernieuwingprocessen in de kunst? Is er iets dat zich leent voor het bewaren naar de toekomst? En wat is dat dan? Hebben we een helder beeld van wat we willen bewaren van het heden naar de toekomst?
81
Zoals Jan de Graaf aangaf, gaat erfgoed niet per definitie over wat we zien. Als materieel erfgoed handelt over de fysieke integriteit van het onveranderd bewaren, gaat het hier dan om iets anders? Om het materiële als drager van het immateriële? Ook dankzij de kunsten worden andere concepten ingebracht in het discours over erfgoed, over mogelijk het opgeven van materiële integriteit. Erfgoed is verschoven van het product naar het proces. Wie zijn de actoren? Wie bepaalt wat erfgoed is? Peter geeft als voorbeeld het project ‘Onterfd-‐goed’ in Den Bosch waar een verweesde museale collectie van het Scription in Tilburg leidde tot de publieke vraagstelling wat te doen met deze collectie. (http://www.onterfdgoed.nl) Innoverend erfgoed, in de zin van processen, niet als statisch maar als dynamisch perspectief . Erfgoed als effectieve actor in andere contexten, netwerken en denken over collectieve verantwoordelijkheden, en de positionering in de samenleving. Erfgoed als reflectie op heden en verleden en kijkend naar de toekomst. Wat betekent erfgoed, als we het loskoppelen van de dogmatische benaderingen van musea? De interne discours over accreditatie, registratie en conservering leidt to de vraag wat musea bijdragen aan de samenleving. Is het belang van innoverend erfgoed het bevrijden van het autoriteitsdiscours, , de dogma’s? Peter van Mensch (1947) was sinds 1982 verbonden aan de Reinwardt Academie van de AHK, onder andere als hoofd van de internationale Masteropleiding Museologie. Daarvoor was hij werkzaam in diverse musea. Binnen de internationale erfgoedsector was hij in de afgelopen jaren nauw betrokken bij de discussie over integratie en theorievorming. Peter van Mensch is een internationaal veel gevraagde gastdocent en spreker en is als adviseur stelselmatig betrokken bij de inhoudelijke functionele herbezinning van musea in Nederland en België.
82