Sanering en herinrichting van de tungelroyse heekgaan hand ...

4
Sanering en herinrichting van de tungelroyse heekgaan hand in hand IR. FRANÇOIS KROES, ZUIVERINGSCHAP LIMBURG DRS. PETER KAASENBROOD, CSO ADVIESBUREAU In midden-Limburg isdeafgelopen maandendoor adviesbureau CSOeen inventarisatieuitgevoerd naar de verontreinigingssituatieen-risico'sindeTungelroyse beek. Heronderzoekrichtte zich ookor, dedynamiek van het beeksysteem omeen strategisch saneririgsdoelte kunnen bepalen. DeTungcl- royse beek moet namelijkzowel gesaneerd alsheringericht worden.Dit artikelgaat in op de beleids- aspecten endeoperationalisering van hetsaueriiujsdocl. Deresultaten vandestudiezijn inmiddels vastgelegd in het 'Saneringsonderzoek ophoofdlijnen ' ll'aterbodembehecrplan'. Aanhet project namenhet ZuiveringschapLimburg, het WaterschapPeel enMaasvallei,de Provincie Limburg en het projectbureau Actie/BodembeheerdeKempen deel. DeTungelroyse beek vormt de slagader in de waterhuishouding van midden-Limburg. Debeek ontspringt vlak over de landsgrens in België'en mondt32km stroomafwaarts uit in de Maas.Dewaterbodemis inde afgelopen decennia sterk verontreinigd geraakt met cad- mium en zink met gehalten tot ver boven de interventiewaarde. Ook de oevergronden zijn over een breedte van10tot50meter ernstig verontreinigd (zie tabel 1).Door de dynamiek van het watersysteem is de verontreiniging langzaam in stroomafwaartse richting ver- plaatst. Deomgeving van de beek is door inun- datie en door waterbouwkundige werken eveneens verontreinigd geraakt. Deverontreiniging van de waterbodem leidt tot risico's voor mens, plant of dier. Sane- ring van de verontreinigde waterbodem is van- uit dat oogpunt wenselijk. Het huidige stan- daardregime van de Wet bodembescherming is van toepassingopde aanpak van de verontrei- nigde waterbodem. Dit biedt echter onvol- doende handvaten om op eenefficiënteen milieuhygiënisch verantwoorde manier de problematiek aan te pakken. Daaromis, bin- nen de grenzen van de Wet bodem- bescherming, maatwerk ontwikkeld voor deze problematiek, verwoord in het rapport 'Inter- provinciaal waterbodembeleid in de Kempen'^. Met het opstellen van het interprovinciaal waterbodembeleidis er een financieel en beleidsmatig kader beschikbaar waarmee op basis van een integrale visie de aanpak van de verontreiniging en de integratie ervan in ruimtelijke ordening en natuurontwikkeling isgewaarborgd. Hiermee wordt voorkomen dat in de toekomst de werkzaamheden voor onderhoud en herinrichting stagneren waar- door de kosten toenemen. Interprovinciaal waterbodembeleid In het kader van het project Actief Bodem- beheerde Kempenis het 'Interprovinciaal waterbodembeleid in de Kempen' opgesteld. Dit beleid houdt rekening met het 5S-modeW en de integrale aanpak van de bodemverontrei- )M S^ÉL ~ ^ f * ^K^HF*. wXv••• vv ,-"** * N De Tungelrqysebeek.Het Leudal. niging in de Kempen. Op deze manier biedt dit interprovinciaal waterbodembeleid de water- beheerders een eenduidig, door het bevoegd gezag vastgesteld en door alle betrokkenen goedgekeurd kader waarbinnenze de oplos- singen kunnen zoeken voor de aanpak van de waterbodemproblematiek. Debelangrijkste kenmerken van het interprovinciaal waterbo- dembeleid in de Kempen zijn: Deaanpak van bodemverontreiniging wordt per watersysteem uitgewerkt in een saneringsonderzoekop hoofdlijnen / waterbodembeheersplan; Alssaneringsdoelstelling geldt het zogehe- tenherverontreinigingsniveau. Dit wordt per watersysteem bepaald en in het sane- ringsonderzoek / waterbodembeheersplan vastgelegd; Per project wordt een saneringsplan opge- steld waarin de herinrichting beoordeeld en getoetst wordt aan de randvoorwaarden uit het saneringsonderzoek /waterbodem- beheersplan en het interprovinciaal water- bodembeleid de Kempen. CSOheeft naast het 'Interprovincraal waterbodembeleid in de Kempen' in opdracht Dezinkfabrieken die zichaan het eind van de negentiende eeuw in de Nederlandse en Belgi- sche Kempen vestigden, wonnen via thermische raffinage zink uiterts. Dit proces leidde tot een grootschalige diffuse bodemverontreiniging in de Kempen. Om te komen tot een integrale aanpak van deze bodemverontreinigingis het project 'Actief Bodembeheerde Kempen' opge- start. Bij de aanpak van de bodemverontreiniging zou rekening gehouden worden met natuur en milieu, landbouw én water. Na een aantal jaren van beleidsontwikkeling en kennisverga- ringishet project in de uitvoeringsfase beland. Hiertoe zijn, op basis van het door de colleges van Gedeputeerde Staten van Limburg en Noord-Brabant vastgestelde 'Meerjarenprogramma Actief BodembeheerdeKempen2002t/m2004' gelden beschikbaargesteld.Bijde aanpak van grootschalige diffuse (bodem)verontreiniging wordt onderscheid gemaakt naar de aanpak van zinkassen, grondwater, waterbodem, natuur, tuinen en landbouw. Deze onderdelen zijn onderling sterk gerelateerd. Dat betekent dat de maatregelen voor de verschillende onderdelen goed met elkaar moeten worden afgestemd. Eén van die projectenis de sanering in combinatie met herinrichting van deTungelroyse beek. 34 H 2 0 17-200}

Transcript of Sanering en herinrichting van de tungelroyse heekgaan hand ...

Page 1: Sanering en herinrichting van de tungelroyse heekgaan hand ...

Sanering en herinrichting van de tungelroyse heekgaan hand in hand

IR . F R A N Ç O I S K R O E S , Z U I V E R I N G S C H A P L I M B U R G

D R S . P E T E R K A A S E N B R O O D , CSO A D V I E S B U R E A U

In midden-Limburg is de afgelopen maanden door adviesbureau CSO een inventarisatie uitgevoerd naar de verontreinigingssituatie en-risico's in de Tungelroyse beek. Heronderzoek richtte zich ook or, de dynamiek van het beeksysteem om een strategisch saneririgsdoel te kunnen bepalen. DeTungcl-royse beek moet namelijk zowel gesaneerd als heringericht worden. Dit artikelgaat in op de beleids­aspecten en de operationalisering van hetsaueriiujsdocl. De resultaten van de studie zijn inmiddels vastgelegd in het 'Saneringsonderzoek op hoofdlijnen ' ll'aterbodembehecrplan'. Aan het project namen het Zuiveringschap Limburg, het Waterschap Peel en Maasvallei, de Provincie Limburg en het projectbureau Actie/Bodembeheer de Kempen deel.

De Tungelroyse beek vormt de slagader in de waterhuishouding van midden-Limburg. De beek ontspringt vlak over de landsgrens in België' en mondt 32 km stroomafwaarts uit in de Maas. De waterbodem is in de afgelopen decennia sterk verontreinigd geraakt met cad­mium en zink met gehalten tot ver boven de interventiewaarde. Ook de oevergronden zijn over een breedte van 10 tot 50 meter ernstig verontreinigd (zie tabel 1). Door de dynamiek van het watersysteem is de verontreiniging langzaam in stroomafwaartse richting ver­plaatst. De omgeving van de beek is door inun­datie en door waterbouwkundige werken eveneens verontreinigd geraakt.

De verontreiniging van de waterbodem leidt tot risico's voor mens, plant of dier. Sane­ring van de verontreinigde waterbodem is van­uit dat oogpunt wenselijk. Het huidige stan­daardregime van de Wet bodembescherming is van toepassing op de aanpak van de verontrei­nigde waterbodem. Dit biedt echter onvol­doende handvaten om op een efficiënte en milieuhygiënisch verantwoorde manier de problematiek aan te pakken. Daarom is, bin­nen de grenzen van de Wet bodem­bescherming, maatwerk ontwikkeld voor deze problematiek, verwoord in het rapport 'Inter­provinciaal waterbodembeleid in de Kempen'̂ . Met het opstellen van het interprovinciaal waterbodembeleid is er een financieel en

beleidsmatig kader beschikbaar waarmee op basis van een integrale visie de aanpak van de verontreiniging en de integratie ervan in ruimtelijke ordening en natuurontwikkeling is gewaarborgd. Hiermee wordt voorkomen dat in de toekomst de werkzaamheden voor onderhoud en herinrichting stagneren waar­door de kosten toenemen.

Interprovinciaal waterbodembeleid In het kader van het project Actief Bodem­

beheer de Kempen is het 'Interprovinciaal waterbodembeleid in de Kempen' opgesteld. Dit beleid houdt rekening met het 5S-modeW en de integrale aanpak van de bodemverontrei-

)M

S^ÉL ~ ^f*

^K^HF*. wXv••• v v

,-"**

* N

De Tungelrqysebeek. Het Leudal.

niging in de Kempen. Op deze manier biedt dit interprovinciaal waterbodembeleid de water­beheerders een eenduidig, door het bevoegd gezag vastgesteld en door alle betrokkenen goedgekeurd kader waarbinnen ze de oplos­singen kunnen zoeken voor de aanpak van de waterbodemproblematiek. De belangrijkste kenmerken van het interprovinciaal waterbo­dembeleid in de Kempen zijn:

• De aanpak van bodemverontreiniging wordt per watersysteem uitgewerkt in een saneringsonderzoek op hoofdlijnen / waterbodembeheersplan;

• Als saneringsdoelstelling geldt het zogehe­ten herverontreinigingsniveau. Dit wordt per watersysteem bepaald en in het sane­ringsonderzoek / waterbodembeheersplan vastgelegd;

• Per project wordt een saneringsplan opge­steld waarin de herinrichting beoordeeld en getoetst wordt aan de randvoorwaarden uit het saneringsonderzoek / waterbodem­beheersplan en het interprovinciaal water­bodembeleid de Kempen.

CSO heeft naast het 'Interprovincraal waterbodembeleid in de Kempen' in opdracht

De zinkfabrieken die zich aan het eind van de negentiende eeuw in de Nederlandse en Belgi­sche Kempen vestigden, wonnen via thermische raffinage zink uit erts. Dit proces leidde tot een grootschalige diffuse bodemverontreiniging in de Kempen. Om te komen tot een integrale aanpak van deze bodemverontreiniging is het project 'Actief Bodembeheer de Kempen' opge­start. Bij de aanpak van de bodemverontreiniging zou rekening gehouden worden met natuur en milieu, landbouw én water. Na een aantal jaren van beleidsontwikkeling en kennisverga­ring is het project in de uitvoeringsfase beland. Hiertoe zijn, op basis van het door de colleges van Gedeputeerde Staten van Limburg en Noord-Brabant vastgestelde 'Meerjarenprogramma Actief Bodembeheer de Kempen 2002 t/m 2004' gelden beschikbaar gesteld. Bij de aanpak van grootschalige diffuse (bodem)verontreiniging wordt onderscheid gemaakt naar de aanpak van zinkassen, grondwater, waterbodem, natuur, tuinen en landbouw. Deze onderdelen zijn onderling sterk gerelateerd. Dat betekent dat de maatregelen voor de verschillende onderdelen goed met elkaar moeten worden afgestemd. Eén van die projecten is de sanering in combinatie met herinrichting van de Tungelroyse beek.

34 H 2 0 17-200}

Page 2: Sanering en herinrichting van de tungelroyse heekgaan hand ...

f l ' I f ' 1

Raamplan ABdK

I « I Waterbodems j l a k w M [ tuinen | grondwale

Interprovinciaal waterbodembeleid

Sooh/Wbbp De Domme)

Sooh/Wbbp Tungelroyse Beek

Ontheffing stortverbod Buiten inrichtingen

( 1063 Wm)

-*1 Saneringsplan deeltrajcct I

Saneringsplan deellraject 2

Saneringsplan deeltrajcct 3

Saneringsplan dccltrarect

Ajb. V. Overzicht van de aanpak van verontreinigde (waterbodems m het project Actief Bodembeheer de Kempen.

Sooh - saneringsonderzoek op hoofdlijnen.

Wbbp = waterbodembeheersplan.

van het Zuiveringschap Limburg een sane­

ringsonderzoek op hoofdlijnen en een water-

bodcmbeheersplan voor de Tungelroyse beek

opgesteld. De rol hiervan voor de Tungelroyse

beek bij de aanpak van de verontreiniging van

de Kempen is in het schema (afbeelding 1)

weergegeven.

Saner ing sonderzoek o p h o o f d l i j n e n

/ w a t e r b o d e m b e h e e r s p l a n

Het saneringsonderzoek op hoofdlijnen

c.q. het waterbodembeheersplan voor de Tun­

gelroyse beek biedt het kader voor de aanpak

van de waterbodemverontreiniging en de inte­

gratie van deze verontreiniging in de ruimte­

lijke ordening, de natuurontwikkeling en het

waterbeheer. Met deze integratie kan het sane­

ringsonderzoek en waterbodembeheersplan

invulling geven aan het viersporenbeleid, dat

stelt dat de beoordeling van de kwaliteit van

de bodem onafhankelijk dient te zijn van het

wettelijk regime dat aanleiding is om de

bodemkwaliteit te beoordelen. Bij het vierspo­

renbeleid zal de aanpak van de bodemveront­

reiniging c.q. de bodemkwaliteit per functie

voor alle van toepassing zijnde wettelijke

kaders (zoals Wm, Wvo, WRO en Wbb) hetzelf­

de zijn.

(herinrichtings)project in de Tungelroyse beek.

Dit betekent dat de saneringsplannen die per

project opgesteld (moeten) worden inhoudelijk

en programmatisch dienen te voldoen aan het

gestelde in dit saneringsonderzoek op hoofdlij­

nen / waterbodembeheersplan. Hiervan kan

alleen in (zeer) bijzondere omstandigheden en

vootzien van een goede motivering worden

afgeweken.

Herveron t r e in i g ing sn i v eau

In het interprovinciaal waterbodembeleid

voor de Kempen is vastgelegd dat de sanerings­

doelstelling voor de watersystemen in de Kem­

pen overeenkomt met het herverontreini­

gingsniveau: de kwaliteit van het sediment dat

door de beek zelf in de bedding en overstro-

mingsgebieden wordt afgezet. De keuze voor

het herverontreinigingsniveau als sanerings­

doelstelling is ingegeven door het feit dat het

(juist omwille van de herverontreiniging) niet

zinvol is om een strengete saneringsdoelstel­

ling te kiezen zolang bovenstrooms gelegen

delen van de beek niet zijn gesaneerd, rerwijl

het hanteten van een minder strenge sane­

ringsdoelstelling het gewenste toekomstige

gebruik van het gebied in de weg kan staan.

Voor het bepalen van het herverontreinigings­

niveau is gekeken naar de ligging van beektra­

jecten ten opzichte van de zandvangen, de

kwaliteit van het beddingslib bovenstrooms

van het te saneren traject, lozingen van buiren

afin het systeem en erosie van oevets bij nieuw

aangelegde meanders.

Erosie en sedimentatie vormen momenteel

de belangrijkste bronnen van herverontreini­

ging binnen het waterbodemsysteem van de

beek. Die kan alleen plaatsvinden in trajecten

tussen twee zandvangen. De na de sanering

achterblijvende verontreiniging is dus bepa­

lend voor het herverontreinigingsniveau. In

feite houdt dit in dat bij het uitvoeren van

maatregelen per definitie wordt voldaan aan

de saneringsdoelstelling aangezien de kwali­

teit van de achterblijvende bodem het herver-

onrreinigingsniveau bepaalt.

Saner ing sdoe l s t e l l i ng

Voor enkele standaardsituaties is een

inschatting gemaakt van de kosten van sane­

ring en de baten ervan. Tot de sanetingskosten

worden alle bijbehorende kosten gerekend,

met uitzondering van de ontgraving ten

behoeve van de herinrichting. Baten zijn de

verwijdering van de vracht cadmium en zink

en het vergroren van het oppervlak waarin

gebruiksgerichte toetsingswaarden niet meer

worden overschreden. Als de streefwaarde

moet worden bereikt, wordt per srrekkende

meter beekloop een hoeveelheid zink verwij­

derd in de orde van de 1,3 kilo per meter. Voor

cadmium ligt dit in de orde van de 0,05 kilo.

Deze hoeveelheden zijn aanvullend op de ver­

wijdering in het kader van de herinrichting.

Vergeleken met saneren tot de interventie­

waarde wordt per strekkende meter beekloop

0,2 kilo zink en 0,01 kilo cadmium extra verwij­

derd. Na berekening van de kosten bleek dat

saneren tot de streefwaarde twee keer zo duur

is als saneren tot de interventiewaarde, maar

dar het desondanks zinvol kan zijn om bij her­

inrichtingsprojecten meer mareriaal re ontgra­

ven dan srrikt genomen nodig zou zijn.

Eén en ander heeft er roe geleid voor de

Tungelroyse beek de volgende saneringsdoel-

Daarnaast vormt het saneringsonderzoek

en het waterbodembeheersplan voor de Tun­

gelroyse beek de basis voor een programmati­

sche aanpak en een bijdrageverlening vanuit

de Wet bodembescherming en/of het project

Actief Bodembeheer de Kempen. Hiertoe

worden in dit onderzoek en het beheersplan de

saneringsdoelstelhngen vastgelegd (en onder­

bouwd), zodat duidelijkheid onrstaat inzake de

te bereiken doelstelling. Deze geldt daarbij als

uitgangspunt voor de verdere uitwerking per

Tabel 1: concentratieverdeling bovenwond per breedteklasse.

afstand tot gemiddelde gehalten in mg/kg

de beek zink cadmium N >I I-T T-S <S

o- lom

10 - 25 m

25 - 50 m

50 -100 m

> 100 m

455 349 254

660

225

13,0

8,3

9,7

ii,9

48 42% 23% 35% 0%

33 27% 18% 42% 13%

33 21% 27% 45% 7%

14 50% 14% 29% 7%

12 8% 8% 50% 34%

H 2 0 17-1003 3 5

Page 3: Sanering en herinrichting van de tungelroyse heekgaan hand ...

H i ' i i l f / 1

stelling vast te stellen: Na de heiinrichting

moet de bodemkwaliteit in ieder geval voldoen

aan de interventiewaarde (tesultaatsverplich-

ting). Bovendien is het wenselijk om de veront­

reiniging die tussen de streef- en interventie­

waarde ligt, zo veel mogelijk weg te halen.

Deze inspanningsverplichting is een invulling

van het ALARA-beginsel. Op niveau van deelsa-

neringsplan zal hieraan concreet invulling

moeten worden.

Deze saneringsdoelstelling komt overeen

met die van de eerder uitgevoerde sanering van

de vier deeltrajecten. Na deze sanering bleek

het hanteren van deze saneringsdoelstelling

tot een gemiddelde bodemkwaliteit te leiden

onder de zogeheten tussenwaarde (1/2 (inter­

ventiewaarde + streefwaarde)).

m "»^•Y^-f .MH^

Ajb.. Hermeanderen.

Herinrichting en sanering In 2000-zooi is zeven kilometer van de

Tungelroyse beek gesaneerd en hiervan vier

kilometer heringericht. Voor de resterende 25

kilometer plant Waterschap Peel en Maasvallei

de komende jaren herinrichtingsprojecten.

Deze zullen gekoppeld blijven aan de sanering

van de Tungelroyse beek. Dit is niet alleen

wenselijk vanuit de systeembenadering, maar

ook vanuit praktisch en financieel oogpunt.

Het 5S-model ligt aan de basis van de herin­

richting. Dit model, dat specifiek voor de

inrichting van beken is ontwikkeld, beschrijft

de samenhang van de elementen die bepalend

zijn voor de aard en de omvang van natte eco­

systemen. De vijf elementen die onderscheiden

worden, zijn: systeemvoorwaarden (klimaat,

geologie, geomorfologie), stroming (hydrolo­

gie, hydraulica), structuren (lengte en dwars­

profiel en de dynamiek daarvan), stoffen (opge­

lost, gebonden) en soorten (levensgemeen­

schappen in het stroomgebied of oppervlakte­

water).

Algemeen geldt dat de eerste vier elemen­

ten samen de kwaliteit en de kwantiteit bepa­

len van het vijfde element (soorten). Vanuit

deze systeembenadering van het 5S-model is

de (verontreinigde) bodem integraal onderdeel

van het totale watersysteem; de processen die

optreden in de watetbodem hangen samen

met (omder meer) de processen in het opper-

vlaktewatet en het grondwater. Vanuit deze

systeembenadeting (maar ook vanuit beleids­

matig en praktisch oogpunt) vormt de aanpak

van eventuele bodemverontreiniging dus een

integraal onderdeel van de aanpak (herinrich­

ting) van een watersysteem. Globaal bestaan

drie hetintichtingsvarianten: hermeanderen,

de aanleg van een tweefasen-profiel en herme-

anderen met een aparte hoogwatergeul (zie

afbeelding 2,3 en 4).

Deze drie herinrichtingsvarianten hebben

dezelfde doelstelling: een duurzame inrichting

van een zo natuurlijk mogelijke beek. De wijze

r3^7 ^mUMüfä /// wordt ontgraven bij herinrichting w wordt verondiept bij herinrichting

Ajb. 3: Dwarsdoorsnede van een twee/asen-pro/ie

Nieuw aangelegde meandering Hoogwatergeul

("Oude" verondiepte beekloop)

* Piekafvoor

"*— Normale afvoor Opvullen

Afl). 4: Dwarsdoorsnede en een bovenaanzicht van een nieuwe meandering en hoo^watergeul.

van herinrichting van de Tungelroyse beek is

afhankelijk van de beschikbare gronden en kan

per deeltraject velschillen. In alle situaties

wordt de meest verontreinigde bodem uit het

gebied verwijderd.

Beleidsaspecten bij het grondverzet Hergebruik van vrijkomendegronden

Uit de beschrijving van de herinrichtings­

projecten blijkt dat behoefte bestaat om bin­

nen deze projecten de vrijkomende, niet of

licht verontreinigde grond te gebruiken als

bodemmateriaal. Bij de aanleg van een tweefa-

sen-profiel is deze vorm van hergebruik aan de

orde bij het verondiepen van de huidige bed­

ding van de beek. Bij het hermeanderen is deze

vorm van hergebruik aan de orde bij het dem­

pen van genormaliseerde delen van de beek. In

beide gevallen zal sprake zijn van hergebruik

als bodemmatetiaal, omdat de toegepaste

gtond zich kan vermengen met de onderlig­

gende en de nevenliggende bodem. Omwille

van evidente logistieke en financiële redenen

wordt voor dit grondverzet gebruik gemaakt

van de grond die vrijkomt binnen het herin­

richtingproject zelf De eisen waaraan het

gtondverzet dient te voldoen zijn vastgelegd in

het interprovinciaal waterbodembeleid in de

Kempen. Deze houden het volgende in:

• De bodem moet voldoen aan het herver-

ontreinigingsniveau. Alleen licht veront­

reinigde grond komt in aanmerking voor

grondverzet; ernstig verontreinigde grond

uit de beek mag niet worden hergebruikt

als bodemmatetiaal;

• Grondverzet is alleen toegestaan tussen

locaties die ondetwerp zijn van één sane­

ringsplan, in dit geval dus binnen één tra­

ject van het watersysteem;

• Hergebruik blij ft onder de vigeur van de

Wet bodembeschetming. Dit betekent dat

in het saneringsplan moet wotden vast-

H 2 0

Page 4: Sanering en herinrichting van de tungelroyse heekgaan hand ...

L A T F O R M

gelegd dat sprake is van herschikken en

dat de consequenties die daaraan verbon­

den zijn (zorg, gebruiksbeperkingen) ook

in het saneringsplan worden beschreven.

Door de herinrichting kan de fysieke

begrenzing van het watetsysteem in de toe­

komst veranderen. Door het opengraven van

oude meanders kan een watersysteem ontstaan

dat een (substantieel) groter gebied omvat dan

het huidige watetsysteem. Per ingreep zal dus

moeten worden bekeken of sprake is van

grondverzet binnen het watersysteem dan wel

van grondverzet binnen landbodems.

Wa milieubeheer en grondverzet

Het gewenste hergebruik van verontrei­

nigde grond als bodemmatetiaal is vastgelegd

in de nota 'Grond grondig bekeken' (augustus

1999). Deze stelt dat (ernstig) verontreinigde

grond als bodemmateriaal mag worden herge­

bruikt op voorwaarde dat sptake is van het

herschikken binnen een saneringslocatie. Aan­

gezien iedere vorm van grondverzet in de Tun-

gelroyse beek beschouwd moet worden als het

grondverzet binnen een geval van bodemver­

ontreiniging kan de herschikoprie uit 'Grond

grondig bekeken' gebruikt wotden als basis

voor het regelen van het gewenste grondverzet.

De relatie tussen dit herschikken en de

Wet milieubeheer is echter niet geheel duide­

lijk. Het hetschikken is weliswaar geregeld

binnen het kader van de Wet bodembeheer,

maar dat laat onverlet dat sprake is van het op

of in de bodem brengen van afvalstoffen met

het doel ze daar te laten onder gecontroleerde

en beheerste omstandigheden, terwijl deze

toepassing niet binnen het Bouwstoffenbe­

sluit, de Vrijstellingsregeling grondverzet of

het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten

inrichtingen past. In fotmele zin is de Wet

milieubeheer hierop van toepassing. Voor de

Tungelroyse beek is dit aspect van het hetge-

bruik als bodemmatetiaal geregeld middels

het aanvtagen van een ontheffing (op grond

van art. 10.63 Wm) van het stortverbod buiten

inrichtingen (art 10.2 Wm).

Saneren huidige waterbodem voorajgaand

aan demping

Na het graven van of aankoppelen van

(oude) meanders ontstaat een dynamisch sys­

teem. Hierdoor kunnen de oevers van de beek

eroderen waardoor het materiaal uit het

gedempte of verondiepte deel van de beek weer

beschikbaar komt en zich kan verspreiden in

het watersysteem. De te dempen trajecten die

deel blijven uitmaken van het watersysteem

zullen derhalve voorafgaand aan het dempen

moeten worden gesaneerd.

Procedurele aspecten Het sanetingsonderzoek op hoofdlijnen /

waterbodembeheersplan geldt, samen met het

interprovinciaal waterbodembeleid voor de

Kempen, als toetsingskader voor de (nog) op te

stellen sanetingsplannen. Het sanetingsonder­

zoek en waterbodembeheersplan voor de Tun­

gelroyse beek wordr door het Zuiveringschap

Limburg (als waterkwaliteitsbeheerder) vast­

gesteld en is geldig tot 2009. Ze kunnen dus

gebtuikt worden bij de uitwerking van de

meerjarenprogramma's 2002-2004 en 2005-2009

voor de aanpak van de verontteiniging in de

Kempen. «[

LITERATUUR

I) CSO (2003). Saneringsonderzoek op hoo/dlijnen / waterbo-

dembeheerplan Tungelroyse beek. Hoofdrapport + twee

achtergronddocumenten.

1) Projectbureau Actie/Bodembeheer de Kempen (2002).

Grondslagen voor warcrbodembeheerplannen de Kempen.

3) Projectbureau Actiej'Bodembeheer de Kempen [2003].

Interprovinciaal waterbodembeleid de Kempen.

4] Verdonschot ca. ( 1995). Beken stromen. Leidraad voor eco­

logisch beekherstel.

advertentie

Zoekt u een partner voor het adviseren en realiseren van onderhoudsmanagement?

Een Full Service Onderhouds Advies Bureau • Quickscan, een bedrijfskundige analyse • Opstellen van een onderhoudsbeleidsplan • Opstellen van onderhoudsconcepten

met behulp van de POP-methodiek

• Implementatie van Onderhouds Management Systemen en het beheer daarvan.

www.rendementinonderhoud.nl f CMS BV Tel: 073 - 648 05 63

[email protected]

www.cms-nl.com

CMS... partner in uw proces

H 2 0 17-2003