Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is...

51
Samenwerken naar meer gebruik van e-facturatie Marktverkenning onder dienstverleners Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Auteurs: Tonnis de Boer, Jip de Lange - Innopay Uitgave Versie: 1.0 22 juni 2012 Copyright © Innopay Alle rechten voorbehouden

Transcript of Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is...

Page 1: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar meer gebruik van e-facturatie

Marktverkenning onder dienstverleners

Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Auteurs: Tonnis de Boer, Jip de Lange - Innopay

Uitgave

Versie: 1.0

22 juni 2012

Copyright © Innopay

Alle rechten voorbehouden

Page 2: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 2 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Inhoudsopgave

Samenvatting ............................................................................................................................... 4

1 Inleiding & onderzoeksopzet ............................................................................................... 8

1.1 Onderzoeksopzet .........................................................................................................................8

1.2 Leeswijzer ................................................................................................................................. 10

2 E-factureren: definities en ambities ................................................................................... 11

2.1 Uitgangspunten van het onderzoek ......................................................................................... 11

3 Het 4-partijenmodel als model voor samenwerking ........................................................... 13

3.1 Het 4-partijenmodel ................................................................................................................. 13

3.2 Samenwerken in een afsprakenstelsel ..................................................................................... 14

3.3 Routes naar een afsprakenstelsel ............................................................................................ 15

4 Bijdrage van Nederlandse en Europese initiatieven ............................................................ 16

4.1 Inventarisatie van initiatieven .................................................................................................. 16

4.2 Relevantie voor Nederland ....................................................................................................... 19

5 Resultaten marktverkenning ............................................................................................. 20

5.1 Reacties op uitgangspunten van het onderzoek ...................................................................... 20

5.2 Instemming met definities & doelstelling ................................................................................ 20

5.3 Scope van een afsprakenstelsel ............................................................................................... 23

5.4 Het proces naar samenwerking ................................................................................................ 25

6 Conclusies & aanbevelingen .............................................................................................. 26

6.1 Uitgangspunten laagdrempelige infrastructuur bevestigd ...................................................... 26

6.2 Internationale initiatieven bieden noodzakelijke basis ............................................................ 27

6.3 Samenwerking starten met focus op bereik ............................................................................ 27

6.4 De markt is bereid om samen te werken ................................................................................. 28

6.5 Scope van een afsprakenstelsel ............................................................................................... 30

7 Fase 2: voorwaardelijk starten ........................................................................................... 31

BIJLAGE 1: Uitdagingen & risico’s in het vervolgtraject ................................................................. 33

Complex proces................................................................................................................................. 33

Doel van fase 2: draagvlak ................................................................................................................ 33

Page 3: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 3 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

De scope van een afsprakenstelsel: bepalen breedte & diepte ....................................................... 34

Dienstverleners besluiten over vorm van deelname ........................................................................ 35

Ontwikkeling van een afsprakenstelsel: een delicaat proces ........................................................... 37

BIJLAGE 2: (Internationale) initiatieven ....................................................................................... 40

1. Europese Comissie ................................................................................................................... 40

2. European E-invoicing Service Provider Association (EESPA) .................................................... 40

3. UN/CEFACT ............................................................................................................................... 41

4. PEPPOL ..................................................................................................................................... 41

5. VeR ........................................................................................................................................... 42

6. HubAlliance .............................................................................................................................. 42

7. OASIS UBL ................................................................................................................................. 42

8. SWIFT ........................................................................................................................................ 42

9. EBA Association ........................................................................................................................ 43

10. Finvoice ..................................................................................................................................... 43

11. Zoomit ...................................................................................................................................... 43

12. FiNBOX ...................................................................................................................................... 44

13. ISO ............................................................................................................................................ 44

14. CEN ........................................................................................................................................... 44

15. NemHandel ............................................................................................................................... 45

BIJLAGE 3: Organisatiemodellen .................................................................................................. 46

E-factureren is een tweezijdige markt .............................................................................................. 46

Huidig gebruik e-factureren .............................................................................................................. 46

Mogelijke modellen .......................................................................................................................... 47

BIJLAGE 4: Interviews ................................................................................................................. 51

Page 4: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 4 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Samenvatting

Voor u ligt het onderzoek dat Innopay in opdracht van het ministerie van EL&I verricht heeft naar de

mogelijkheden tot samenwerking tussen e-facturatie dienstverleners. Dit project beoogt bij te

dragen aan groter gebruik van elektronisch factureren in Nederland. Op basis van marktverkenning,

interviews en analyse zijn de volgende bevindingen en conclusies gevonden:

1. E-facturatie wordt nog niet breed gebruikt

Het Nederlandse bedrijfsleven heeft de kans een aanzienlijke kostenbesparing te realiseren1 door het

invoeren van elektronisch factureren. Het gebruik en de groei van e-facturatie is echter nog beperkt

en vooral geconcentreerd bij de inkoopkant van grote organisaties binnen overheid en bedrijfsleven.

Hierbij worden veelal MKB bedrijven geconfronteerd met ‘opgelegde’ oplossingen van grote

inkopers. Verzenden naar andere MKB bedrijven en consumenten (samen goed voor 92% van het

aantal bedrijven en zo’n 82% van het aantal facturen) is voor alsnog beperkt.

2. Uitgangspunten laagdrempelige infrastructuur bevestigd

In het onderzoek is gebleken dat een laagdrempelige infrastructuur inderdaad één van de grootste

knelpunten is voor MKB-bedrijven om over te stappen op elektronisch factureren. Het is echter niet

het enige knelpunt. Regelgeving, of het idee dat regelgeving problemen op zou leveren bij het

overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de

(on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid wegnemen en ontegenzeggelijk bijdragen aan groter

gebruik van e-factureren. Ondanks het Besluit van De Jager uit 2009 om de elektronische factuur

‘vormvrij’ te verklaren en de papieren en elektronische factuur gelijk te stellen blijven ondernemers

onzeker over eisen die de Belastingdienst aan integriteit en authenticiteit van de e-factuur

uiteindelijk zullen stellen in de praktijk. Daarnaast is het gewenst om de behoefte en ‘business case’

voor specifieke MKB situaties verder te onderzoeken. Hiermee bedoelen we dat in een specifieke

situatie het ontbreken van een laagdrempelige infrastructuur niet de belangrijkste belemmering

hoeft te zijn.

3. Primaire focus van samenwerking ligt op bereik

Op dit moment onderscheiden dienstverleners zich mede op het ‘bereik’ (aantallen verzenders en

ontvangers) van hun platform en wordt met dit bereik de concurrentie aangegaan met de rest van de

markt. Elektronisch factureren wordt voor meer eindgebruikers interessant wanneer de waarde van

het bereik wordt gecombineerd en er wordt geconcurreerd op proposities die voor verzender en

ontvangers interessant zijn. Dit is mogelijk wanneer onderscheid wordt gemaakt tussen een

coöperatief en een competitief domein, waarbij het bereik nadrukkelijk onderdeel wordt van het

coöperatieve domein. Om een dergelijk model snel succesvol te maken moet gebruik worden

gemaakt van bestaande gebruikersgroepen bij bestaande marktpartijen. Software-ontwikkelaars en

banken zijn hierom zeer belangrijk. Zij hebben reeds relaties en werkende oplossingen met de grote

massa van MKB bedrijven die, zoals vandaag al op kleine schaal reeds het geval is, ook voor facturatie

1 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/digitale-overheid/elektronisch-factureren

Page 5: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 5 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

gebruikt kunnen worden. Betrokkenheid van deze dienstverleners in directe of indirecte zin bij een

samenwerking is cruciaal voor een snelle vooruitgang.

4. Nadruk op hergebruik van bestaand werk

Op bijna alle onderdelen van samenwerking tussen aanbieders van e-facturatiediensten is al veel

werk verricht in bestaande (Europese) initiatieven. Het advies is dan ook om op alle terreinen waar

oplossing of initiatieven lopen geen nieuw werk te starten maar deze (elementen uit ) initiatieven te

incorpereren.

5. De markt is bereid tot samenwerking

Vooruitgang door samenwerking blijkt logisch, maar met de volgende nuancering:

- Samenwerking binnen een 4-partijenmodel is een logische route naar ‘massaal gebruik’

- Samenwerking is niet vanzelfsprekend

- Partijen zijn geïnteresseerd om inhoudelijk verder te praten

Dat samenwerking niet vanzelfsprekend is, heeft voor alle partijen verschillende redenen. Dat er toch

grote interesse is om mee te doen is omdat de meeste partijen het erover eens zijn dat er iets moet

gebeuren om de markt voor elektronisch factureren te versnellen.

6. Samenwerking moet zich beperken tot het coöperatieve domein

Samenwerking moet tenminste gaan over de volgende onderwerpen: adressering van e-factureren,

scope van de functionaliteit, keuze van het ruime aanbod van (internationale) berichtenstandaarden,

technische beveiliging, juridische relaties en business model. De samenwerking moet zich beperken

tot het zogenaamde coöperatieve domein tussen de deelnemende dienstverleners. De uitwerking

van de genoemde onderwerpen moet zodanig minimaal zijn, dat er maximale ruimte voor aanbieders

blijft om hun eigen (sectorspecifieke) commerciële proposities aan te bieden.

Figuur 1 Domein afsprakenstelsel

De samenwerking zou vastgelegd kunnen worden volgens een 4-partijenmodel in een

‘afsprakenstelsel e-facturatie’ met een breed gedragen governance.

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

Verzender Ontvanger

E-factureren dienstverlener

VERZENDER

Handelsrelatie

Afsprakenstelsel

E-factureren dienstverlener ONTVANGER

Page 6: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 6 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

7. Verschillende soort spelers, verschillende belangen

De huidige e-facturatie dienstverleners hebben veel geïnvesteerd in het verkrijgen van marktaandeel

en in een netwerk van verzenders en ontvangers die het interessant maakt om bij hen aan te sluiten.

Deelname aan een 4-partijenmodel betekent potentieel dat andere partijen (concurrenten) kunnen

profiteren van dit netwerk. E-factureren dienstverleners zijn zich bewust van de barrière voor

verzenders en ontvangers om aan te sluiten op meerdere dienstverleners. Om de markt voor

iedereen te vergroten zien zij dat samenwerking noodzakelijk is. Onder de verwachting dat

aanvullende dienstverlening op basis van het huidige model uitgebreid kan worden willen ze graag

hun bereik vergroten omdat dit meerwaarde oplevert voor hun klanten.

Voor de geïnterviewde banken is het niet vanzelfsprekend om zich te gaan mengen in de markt voor

e-factureren. Banken hebben op dit moment zeer veel gebieden die hun aandacht vragen en e-

factureren wordt niet door iedereen binnen de bank als ‘core business’ gezien. Alle geïnterviewde

banken zijn echter enthousiast over het idee van een afsprakenstelsel.

Elektronische uitwisseling van berichten biedt mogelijkheden voor banken om bestaande producten

(leningen en betalingen) te verrijken. Daarnaast hebben de Nederlandse banken geïnvesteerd in

FiNBOX. Meer gebruik van deze toepassing voor het ontvangen van digitale facturen door

consumenten en MKB zou zeer welkom zijn en de mogelijkheden die een afsprakenstelsel hiervoor

biedt dient onderzocht te worden.

Software-leveranciers hebben een stap te zetten om elektronisch factureren als service in hun

business model op te nemen, naast hun huidige model van licenties verkopen. Software-leveranciers

opereren in een zeer kostenbewuste markt waarin ze aangeven dat een beperkt deel van hun

klanten vragen om een oplossing om elektronisch facturen uit te wisselen. Toch zeggen de meeste

software-leveranciers die hebben meegedaan aan de marktconsultatie interesse te hebben in

deelname. Elektronisch factureren kan voor hen een extra dienst zijn waarmee ze functionaliteit

leveren die hun concurrenten niet bieden.

8. Fase 2 voorwaardelijk starten

Het doel van fase 1 was het onderzoeken van de mogelijkheid om belangrijke spelers te mobiliseren

om in een volgende fase over een 4-partijenmodel te spreken. Bijna alle geïnterviewden (16 van de

18) geven aan graag mee te spreken over de vorming van een 4-partijenmodel voor e-factureren in

Nederland.

Ons advies is om in fase 2 snel toe te werken naar een letter of intent. Daarmee wordt de

‘vrijblijvende’ boodschap van mee willen praten in fase 2 vertaald naar een concrete commitment

ten aanzien van de inhoud van een afsprakenstelsel, maar ook van tijd en geld die gemoeid zijn bij de

totstandkoming hiervan.

Het advies is potentiële deelnemers bij de start van fase 2 een lijst met uitgangspunten voor te

leggen:

- De huidige marktdynamiek en focus op grote verzenders/ontvangers zal niet leiden tot massaal

gebruik van e-facturatie in, en tussen, het MKB

Page 7: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 7 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

- De huidige werkwijze van bilaterale afspraken tussen partijen is op den duur niet schaalbaar en

niet ideaal voor de eindgebruiker (zowel verzender als ontvanger)

- Een eindgebruiker zou met minimaal één dienstverlener iedere voor hem relevante ontvanger

moeten kunnen bereiken, en daarnaast als ontvanger met één dienstverlener door alle

verzenders bereikt moeten kunnen worden

- De onderlinge concurrentie tussen dienstverleners in elektronisch factureren zou zich moeten

richten op het leveren van toegevoegde waarde en minder op concurrentie van het bereik

- De gevormde samenwerking is in potentie ook te gebruiken voor andere vormen van

documentuitwisseling

- Deelname aan fase 2 heeft als doel binnen een jaar tot een operationele oplossing komen,

passend binnen internationale ontwikkelingen, met de nadruk op hergebruik van bestaand werk

- Deelnemende partijen zijn bereid om tijd en geld in dit project te investeren

Het is de verwachting dat niet alle partijen bereid zijn zich (direct) aan deze uitgangspunten te

verbinden. Het advies is dit te accepteren, maar partijen wel de mogelijkheid bieden in een later

stadium alsnog mee te doen.

Wanneer geaccepteerd wordt dat niet alle genodigden zich zullen verbinden aan deze

uitgangspunten moet bepaald worden onder welke voorwaarden doorgegaan wordt met fase 2. Dit

zou een deel van de markt moeten zijn dat enerzijds voldoende groot is om geloofwaardig te werken

aan een oplossing voor heel Nederland (passend in het Europees landschap) en anderzijds voldoende

uitgangspunten deelt om voortgang te maken (Gedacht kan worden aan minimaal 5 partijen uit de

top 20).

Om al snel in fase 2 een beeld te krijgen van het draagvlak adviseren wij een startbijeenkomst te

organiseren om de balans op te maken en te kijken welke partijen gemotiveerd zijn om samen te

werken aan concrete invulling van (de route naar) een afsprakenstelsel.

Page 8: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 8 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

1 Inleiding & onderzoeksopzet

E-factureren biedt mogelijkheden voor het Nederlands bedrijfsleven om een aanzienlijke

kostenbesparing te realiseren2. Het gebruik is echter nog beperkt en vooral geconcentreerd bij de

inkoopkant van grote organisaties binnen overheid en bedrijfsleven. Het is de veronderstelling van

het Ministerie van EL&I dat een laagdrempelige infrastructuur3 kan bijdragen de besparingen voor

zoveel mogelijk bedrijven binnen handbereik te brengen en het gebruik te vergroten.

Voor u ligt het onderzoek dat Innopay in opdracht van het ministerie van EL&I verricht heeft naar de

mogelijkheden tot samenwerking tussen dienstverleners. Dit met als uiteindelijke doel om deze

laagdrempelige infrastructuur te realiseren.

De hypothese voor deze marktverkenning is dat samenwerking tussen dienstverleners (service

providers) in een 4-partijenmodel, kan bijdragen aan een laagdrempelige infrastructuur en daarmee

aan een groter gebruik.

Dit rapport beschrijft de resultaten van het onderzoek. Het geeft inzage in de bereidheid tot

samenwerking tussen dienstverleners en de mogelijke onderwerpen van samenwerking.

De volgende fase zal zich richten op de invulling van de samenwerking.

1.1 Onderzoeksopzet

1.1.1 Doel

De doelstelling van het onderzoek is het verkennen van draagvlak voor samenwerking tussen

marktpartijen op het gebied van e-factureren in een 4-partijenmodel.

1.1.2 Onderzoeksvragen

Het onderzoek is begonnen met 5 onderzoeksvragen. Een zesde vraag is optioneel gesteld en zal, bij

voldoende interesse vanuit de markt om hieraan mee te doen, beantwoord worden in fase 2.

De onderzoeksvragen zijn als volgt:

1. Lost een vierpartijenmodel het belangrijkste knelpunt op bij de massale adoptie van e-factureren

in Nederland? Motiveer het antwoord.

2. Is de lijst van relevante nationale en internationale initiatieven compleet? Zo nee, welke

belangrijkste initiatieven zijn er nog meer?

3. Hoe kunnen deze (of een subset van) initiatieven met elkaar verbonden worden zodat kritische

massa ontstaat en bijdraagt aan het oplossen van een belangrijk (het belangrijkste) knelpunt in

de massale adoptie van e-factureren in Nederland?

4. Hoe moet een vierpartijenmodel worden vormgegeven en wat is daarvoor nodig?

2 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/digitale-overheid/elektronisch-factureren 3 Zie hoofdstuk 2

Page 9: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 9 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

5. Onderzoek de mogelijkheid om de belangrijkste spelers voor een vierpartijenmodel te

mobiliseren.

6. Werk bij voldoende draagvlak een financieringsmodel uit voor ontwikkeling en beheer.

Uit deze onderzoeksvragen spreken twee hypothesen:

- Het ontbreken van een ‘laagdrempelige infrastructuur’ voor e-factureren is het belangrijkste

knelpunt voor massaal gebruik; en

- Een vierpartijenmodel kan bijdragen aan een laagdrempelige infrastructuur.

1.1.3 Onderzoek in vier stappen

Op basis van genoemde vraagstelling is het onderzoek verdeeld in vier stappen, zoals weergegeven in

figuur 1. De onderzoeksvragen 1 t/m 5 worden in de verschillende stappen beantwoord.

Figuur 2 Onderzoeksopzet

In stap 1 van het onderzoek zijn opties en maatregelen verzameld om in Nederland in te zetten voor

de verdere ontwikkeling van de markt voor e-facturatie. Hier is ook een overzicht gemaakt van

Europese initiatieven op het gebied van elektronisch factureren en zijn deze beoordeeld op hun

toepasbaarheid in Nederland. In stap 2 worden uitgangspunten van een 4-partijenmodel toegepast

op de markt van elektronisch factureren en voorwaarden benoemd om te komen tot gedragen

oplossingen. In stap 3 zijn de belangrijkste spelers in de Nederlandse markt voor e-facturatie

geïnterviewd en geconsulteerd over de uitkomsten en inzichten uit stap 1 en 2, op basis van een

consultatiedocument. Tenslotte zijn in stap 4 aanbevelingen gedaan voor fase 2.

1.1.4 Onderzoeksmethode

Om de onderzoeksvragen te beantwoorden zijn drie onderzoeksmethoden toegepast:

- Er is een marktanalyse uitgevoerd om Europese initiatieven in kaart te brengen en hun

toepasbaarheid in Nederland te toetsen.

- Er is geput uit ervaring in eerdere projecten en uit andere sectoren om het concept van een 4-

partijenmodel te beschrijven voor de specifieke kenmerken van de markt voor elektronisch

factureren.

- Er is een marktconsultatie uitgevoerd waarin dienstverleners uit verschillende sectoren is

gevraagd te reageren op het concept van een 4-partijenmodel voor elektronisch factureren. Ook

is hen gevraagd naar hun eigen rol in zo’n model. De verschillende aspecten van een

afsprakenstelsel zijn bij marktpartijen getoetst en er is gevraagd naar hun bereidheid om deel te

nemen aan een tweede fase om een afsprakenstelsel verder te onderzoeken.

1. Marktonderzoek

& analyse

2. Uitgangspunten voor

model & proces

3. Marktconsultatie

4.Conclusies& advies

Page 10: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 10 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

1.2 Leeswijzer

In deze inleiding wordt de structuur van het onderzoek uiteengezet en de onderzoeksvragen

gepresenteerd. Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 de scope van e-factureren vastgesteld en worden

hypotheses en uitgangspunten gepresenteerd. Er wordt een aantal begrippen vastgesteld en er

wordt onderscheiden welke contexten onderdeel uitmaken van het onderzoek.

Eén van de hypothesen uit hoofdstuk 2 stelt dat een 4-partijenmodel bij kan dragen aan het gebruik

van e-factureren. In het vierde hoofdstuk wordt dit 4-partijenmodel uiteengezet en worden de

verschillende rollen beschreven die partijen in een 4-partijenmodel kunnen aannemen.

In het derde hoofdstuk worden de onderzoeksvragen over Europese initiatieven beantwoord.

Hoofdstuk 5 presenteert de resultaten van de marktconsultatie.

Hoofdstuk 6 kijkt, met de resultaten van de drie delen van het onderzoek, terug op de

uitgangspunten en beantwoordt de onderzoeksvragen.

Het gaat hier om een op zich zelf staand onderzoek binnen een beperkte selectie van marktpartijen,

het onderzoek had niet als doel om volledig representatief te zijn.

Reacties en antwoorden op vragen zijn niet terug herleidbaar naar individuele bedrijven. Wel is, waar

relevant, de categorie aangegeven omdat deze in sommige gevallen belangrijk is voor de duiding van

reacties. In bijlage 3 is een lijst met geïnterviewden en een beschrijving van de interviewmethode

opgenomen.

Ten slotte worden in hoofdstuk 7 de resultaten van de verschillende delen van het onderzoek

samengebracht en vertaald naar een concreet advies voor fase 2 van dit project.

Het rapport bevat vier bijlagen. In de eerste bijlage worden uitdagingen en risico’s voor de tweede

fase benoemd. In bijlage 2 worden nationale en internationale initiatieven beschreven. In bijlage 3

zijn aanvullende beschrijvingen van business modellen in tweezijdige markten opgenomen. De vierde

bijlage bevat een lijst met geïnterviewden en een korte beschrijving van de interviewmethode.

Page 11: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 11 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

2 E-factureren: definities en ambities

Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden dienen een aantal begrippen nader te worden

gedefinieerd en is afbakening van de scope nodig. In dit hoofdstuk worden deze uitgangspunten

geformuleerd en worden belangrijke definities voor dit onderzoek uitgewerkt.

De definities zijn alleen bedoeld in de context van het onderzoek.

2.1 Uitgangspunten van het onderzoek

2.1.1 Scope van e-facturatie

E-factureren kan voordelen bieden aan zowel de verzender, als de ontvanger. In dit onderzoek is het

om beide te doen. De marktverkenning richt zich op berichten die van begin tot eind elektronisch zijn

en niet tussentijds ‘gedigitaliseerd’ worden. Daarnaast richt het onderzoek zich niet specifiek op

bepaalde soorten facturen of doelgroepen.

2.1.2 Massaal gebruik

Voor netwerkdiensten zoals e-factureren geldt dat het aantrekkelijker is om deel te nemen wanneer

anderen ook deelnemen. Het succes van e-factureren hangt dan ook samen met gebruik door een

zekere ‘kritische massa’ van verzenders en ontvangers. Deze kritische massa kan omschreven worden

als de hoeveelheid gebruikers die nodig is om elektronisch factureren de ‘gebruikelijke’ vorm van

factureren te laten zijn.

Op dit moment is elektronisch factureren vooral gedreven voor de grotere bedrijven en organisaties.

Voor het bereiken van ‘massaal gebruik’ zal ook een aanzienlijke hoeveelheid van het MKB

elektronische factureren moeten gaan verzenden en ontvangen (naar grotere organisaties en

onderling).

2.1.3 Een laagdrempelige infrastructuur

Om het voor alle bedrijven de moeite waard te maken om over te stappen op elektronisch

factureren, ook voor hen die relatief weinig facturen versturen of ontvangen, mag starten niet veel

moeite kosten. De vraagstelling van dit onderzoek gaat ervan uit dat de voornaamste oorzaak voor

het uitblijven van massaal gebruik schuilt in het ontbreken van een laagdrempelige infrastructuur om

elektronische facturen uit te wisselen.

De twee onderdelen van laagdrempelige infrastructuur voor dit onderzoek worden als volgt

gedefinieerd:

Infrastructuur: ‘een structuur van systemen, partijen, hulpmiddelen en afspraken die maken dat

partijen onderling e-facturen kunnen uitwisselen’

Laagdrempelig: ‘eenvoudig toe te passen, voor iedereen toegankelijk, snel te ontsluiten, zonder veel

moeite, lage kosten, lage tijdsinspanning’

Page 12: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 12 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

2.1.4 Bijdrage van een 4-partijenmodel

Een tweede hypothese die in de onderzoeksvragen besloten ligt stelt dat een 4-partijenmodel kan

bijdragen aan laagdrempelige infrastructuur. In hoofdstuk 3 zal verder ingegaan worden op het 4-

partijenmodel.

2.1.5 Gebruik van bestaande initiatieven

Uitgangspunt voor een mogelijke invulling is dat zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van

bestaande structuren en systemen en er zo min mogelijk nieuw wordt ontwikkeld. Dit geldt voor

standaarden, maar ook voor bestaande Nederlandse en Europese samenwerkingsverbanden.

Rondom het gebruik van bestaande initiatieven zijn er de volgende uitgangspunten:

- Er worden algemeen geaccepteerde standaarden gebruikt

- Er wordt geen nieuwe factuurstandaard gecreëerd

- Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van bestaande (samenwerkings)initiatieven

- Er is een plek voor bestaande oplossingen in het model

- Er wordt rekening gehouden met Europese samenwerking en het model biedt mogelijkheden

voor grensoverschrijdende relaties

2.1.6 Samenwerken om eindgebruikers groter bereik te bieden

E-factureren is een netwerkdienst, hoe meer partijen aan het netwerk deelnemen, hoe meer waarde

deze partijen van hun deelname ondervinden. De ambitie van dit onderzoek is om een basis te

leggen voor samenwerking tussen dienstverleners, om daarmee eindgebruikers beter te bedienen.

De scope van deze marktverkenning is het onderzoeken van samenwerking tussen dienstverleners.

Deze samenwerking is erop gericht dat eindgebruikers (verzenders of ontvangers) in principe niet

met meer dan één oplossing en/of dienstverlener zouden hoeven te werken om al hun facturen te

kunnen verzenden en/of ontvangen.

Page 13: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 13 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

3 Het 4-partijenmodel als model voor samenwerking

Zoals in de inleiding is gesteld, is één van de hypothesen van dit onderzoek dat een 4-partijenmodel

bijdraagt aan het creëren van een laagdrempelige infrastructuur voor elektronisch factureren. In dit

hoofdstuk worden de kenmerken van een 4-partijenmodel beschreven.

3.1 Het 4-partijenmodel

In een 4-partijenmodel hebben beide kanten van het netwerk een eigen dienstverlener. Iedere

ontvanger heeft een dienstverlener en iedere verzender heeft een dienstverlener. Het aantal

dienstverleners is ten opzichte van de achterliggende groep verzenders en ontvangers zeer klein.

Een uitdaging in een tweezijdige markt is dat er een ‘ecosysteem’ bestaat waarin de twee

verschillende groepen eindgebruikers verschillende eisen stellen aan de geboden dienstverlening.

Aan beide kanten zijn (zeer) veel partijen die elkaar willen bereiken, het 4-partijenmodel voorziet in

een oplossing voor dit zogenaamde ‘many-to-many’ vraagstuk: beide partijen kunnen kiezen voor

een dienstverlener en hoeven slechts zaken te doen met één dienstverlener voor verzenden of

ontvangen (of beide). Onderdeel van het model is dat deze dienstverlener contact heeft met de

dienstverleners ‘aan de overkant’. Op deze manier kan iedereen (binnen het ‘stelsel’) bereikt

worden.

Figuur 3 De rollen in een 4-partijenmodel

De vier rollen zoals genoemd zijn zichtbaar in de figuur, waarin de bovenste twee partijen een

factuur moeten uitwisselen. Er bestaan verschillende dienstverleners voor beide rollen en sommige

dienstverleners combineren de rollen in zich.

Belangrijk uitgangspunt voor het model is dat verzenders en ontvangers, wanneer zij een relatie

aangaan met een dienstverlener binnen het model, daarmee alle voor hem relevante partijen

kunnen bereiken die ook gebruik maken van een dienstverlener binnen het model.

Dit betekent dat verzenders die gebruik maken van een dienstverlener binnen het model,

elektronisch hun facturen kunnen versturen naar iedereen die een dienstverlener voor ontvangers

E-faktureren dienstverlener ONTVANGER

E-faktureren dienstverlener ONTVANGER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

Verzender Ontvanger

E-factureren dienstverlener

VERZENDER

E-factureren dienstverlener ONTVANGER

Factuurstroom

Vier rollenmodel

Handelsrelatie

Page 14: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 14 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

binnen het model heeft. Ontvangers kunnen er zeker van zijn dat zij, wanneer zij gebruik maken van

een dienstverlener voor ontvangers binnen het netwerk, facturen van iedere verzender binnen het

model, elektronisch kunnen ontvangen. Deze zekerheid over bereik is belangrijk omdat dit er voor

zorgt dat een verzender of ontvanger nooit meer dan één dienstverlener nodig heeft. Hiermee wordt

de complexiteit die nu bestaat vanwege de fragmentatie van de markt niet volledig opgeheven, maar

wel onzichtbaar gemaakt voor eindgebruikers van de oplossing.

3.2 Samenwerken in een afsprakenstelsel

Binnen een 4-partijenmodel voor e-factureren zijn varianten mogelijk voor de terreinen waarop

wordt samengewerkt en hoe deze samenwerking wordt vormgegeven. Hierover moeten

samenhangende afspraken worden gemaakt in een zogenaamd ‘Afsprakenstelsel’. Afspraken kunnen

gaan over de manier waarop informatie wordt uitgewisseld, de functies die worden ondersteund en

op welke manier er wordt samengewerkt. Dit zijn de drie ‘lagen’ zoals weergegeven in Figuur 4.

Bovenop de lagen waarin wordt samengewerkt, zullen dienstverleners hun eigen product of service

definiëren richting hun klanten.

Figuur 4 Lagen in een afsprakenstelsel

Co

mp

etit

ief

Co

mp

etit

ief

ParticipantenParticipanten

Beheer/organisatie

Beheer/organisatie

Informatie-uitwisselingInformatie-uitwisseling

FunctieFunctie

- Producten- Diensten- Proposities

- Protocollen- Connectiviteit- Beveiliging- ...

- Functionaliteit- Semantiek- Berichtstandaarden- ... C

per

atie

fC

per

atie

f

- ‘Regels en reglementen’- Business model- Merk & licensering- Specificaties & certificering

Page 15: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 15 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Binnen het model wordt er een duidelijk onderscheid gemaakt tussen een competitief en een

coöperatief domein. Een afsprakenstelsel richt zich op de coöperatieve aspecten. Dit zijn onderdelen

waarop service providers samen moeten werken om hun diensten te kunnen ontwikkelen. Belangrijk

is om ruimte te laten om ‘toegevoegde waarde’ te leveren bovenop de basisfunctionaliteit van de

netwerkdienst. Hiermee zullen partijen zich onderscheiden in het competitieve domein.

Binnen het coöperatieve domein worden afspraken gemaakt op verschillende niveaus:

- Beheer/organisatie: onder welke business condities werken we, wat zijn rollen en

verantwoordelijkheden en hoe gaan we om met veranderingen

- Toepassing/functionaliteit: wat doet de oplossing, welke functionaliteit ondersteund

- Informatie-uitwisseling: hoe wisselen we technisch informatie uit

Voor elk van deze lagen geldt dat afspraken gemaakt moeten worden. Tevens moet worden

vastgelegd over de manier waarop in de toekomst, tijdens de beheerfase, over wijzigingen wordt

besloten.

Dienstverleners worden uitgedaagd producten en diensten te ontwikkelen die zo goed mogelijk

aansluiten bij de specifieke wensen van individuele klanten. Op eigenschappen uit het coöperatieve

domein (basisfunctionaliteit, bereik, beveiliging, etc.) wordt niet geconcurreerd.

3.3 Routes naar een afsprakenstelsel

Een afsprakenstelsel kan op verschillende manieren tot stand komen:

1. Onder leiding van een centrale organisatie: op één plek wordt een afsprakenstelsel geschreven

en het is aan (potentiële) deelnemers om er aan mee te doen of niet. De samenwerking tussen

banken binnen Mastercard en Visa en de totstandkoming van het Europese MyBank zijn hiervan

voorbeelden.

2. Het afsprakenstelsel komt tot stand in samenwerking tussen dienstverleners: partijen werken

samen op basis van gelijkwaardigheid en komen samen tot afspraken. Op deze manier zijn iDEAL

en eHerkenning tot stand gekomen.

Alle twee de varianten hebben voor- en nadelen. Het hangt van de situatie, de markt en het aantal

(potentiële) partners af wat de beste manier is om tot afspraken te komen. Met (zeer) veel partijen is

het niet eenvoudig om in het (intensieve) proces om te komen tot een afsprakenstelsel iedereen aan

tafel te hebben. Daar staat tegenover dat het voor de acceptatie van het stelsel goed is, wanneer alle

(potentiële) deelnemers zich (mede-)auteur van het stelsel voelen. In elk van de varianten is

draagvlak onder de dienstverleners in het afsprakenstelsel een voorwaarde om over samenwerking

te spreken. Deze marktverkenning is een eerste stap om dit draagvlak te verkennen en te zoeken

naar de beste manier om tot afspraken te komen.

In hoofdstuk 7 wordt, op basis van resultaten van de marktconsultatie, verder ingegaan op het

proces voor fase 2.

Page 16: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 16 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

4 Bijdrage van Nederlandse en Europese initiatieven

E-factureren is door de Europese Commissie geïdentificeerd als een belangrijk component voor een

innovatieve en competitieve Europese economie. Met het oog daarop zijn er in Europa afspraken

gemaakt in de zogenaamde ‘2020-strategie’. Hierin staan de doelen beschreven die Europa stelt aan

het gebruik van e-factureren in de lidstaten.

In Europa, maar ook wereldwijd zijn er in de afgelopen jaren initiatieven ontplooid om het gebruik

van e-factureren te vergroten. Uitgangspunt voor een Nederlands model voor samenwerking moet

zijn dat waar mogelijk wordt aangesloten bij initiatieven op Europese schaal en van andere

buitenlandse initiatieven zoveel mogelijk wordt geleerd. Daarom is er voor dit onderzoek een

overzicht gemaakt van vooraf geselecteerde buitenlandse initiatieven op het gebied van e-

factureren. Dit overzicht is opgenomen in de bijlage 2 van dit rapport.

4.1 Inventarisatie van initiatieven4

Uit de inventarisatie van initiatieven blijkt dat de verschillende initiatieven voor e-facturatie in

Europa zich richten op verschillende problematieken. Dit zijn de volgende:

1. Geografie. Een aantal initiatieven (NemHandel, Zoomit, Finvoice, etc) richten zich op een

specifiek land of regio. Een ander deel van de initiatieven heeft daadwerkelijk een pan-Europese

focus.

2. Laag van interoperabiliteit. Initiatieven richten zich op één of meer van onderstaande lagen van

interoperabiliteit:

- beheer en organisatie (inclusief overeenkomsten (modelovereenkomsten, multilaterale

overeenkomsten))

- functies/toepassingen (afspraken over het gebruik van standaarden)

- uitwisselingslaag (afspraken over het gebruik van protocollen voor berichtenuitwisseling)

3. Scope van het initiatief in het gehele proces van handel. Initiatieven onderscheiden zich in de

scope die ze hebben in het handelsproces van organisaties, zoals orders, facturen, betalingen of

berichten specifiek voor aanbestedingsprojecten van overheden (PEPPOL)

Figuur 5 geeft een overzicht van de scope van de meest relevante initiatieven op een tweetal

dimensies (verschillende soorten van berichten en ‘laag van interoperabiliteit’).

4 - http://www.peppol.eu/about_peppol/project_partners/france - http://www.cen.eu/cen/sectors/sectors/ISSS/Activity/pages/mug.aspx - http://www.Finbox.nl/ - www.zoomit.nl - www.peppol.eu - http://lijsten.forumstandaardisatie.nl/internationale-ontwikkelingen/efactureren - Reaping the benefits of electronic invoicing for Europe - E-invoicing 2010, EBA & Innopay, 2010

Page 17: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 17 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Figuur 5: Scope van relevante e-facturatie initiatieven

Ten aanzien van de focus van de verschillende initiatieven valt het volgende op:

- PEPPOL richt zich op alle lagen van interoperabiliteit en heeft een pan-Europese focus. PEPPOL is

een meta-afsprakenstelsel: landen kunnen een afsprakenstelsel inrichten conform de PEPPOL-

specificaties, waarbij wel het beheer van dat afsprakenstelsel (governance) per land wordt

georganiseerd. Er is wel een overkoepelende beheersorganisatie die verantwoordelijk is voor

het beheer van de PEPPOL-specificaties op Europees niveau. Door deze manier van werken

wordt interoperabiliteit tussen verschillende PEPPOL gemeenschappen gewaarborgd.

- Ook NemHandel richt zich op alle lagen van interoperabiliteit, en is een initiatief met een sterke

Deense focus. NemHandel is in veel opzichten in lijn met PEPPOL.

- De UN/CEFACT CII, UBL en ISO20022 standaarden voor de elektronische factuur zijn bestaande

standaarden die goed zijn gepositioneerd voor gebruik in een elektronisch facturatie netwerk

om de volgende redenen:

- De standaarden beschrijven niet alleen standaarden voor een elektronische factuur maar

standaardiseren een grotere set van elektronische standaarden, zoals een inkooporder, etc.

Als gevolg hiervan staan deze standaarden relatief gemakkelijke integratie toe met andere

handelsprocessen doordat de definitie van elementen in de UN/CEFACT CII gelijk is aan de

definitie in deze andere documentstandaarden.

- De standaarden zijn tot stand gekomen met inachtneming van de vereisten van verschillende

sectoren en geografische gebieden.

Page 18: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 18 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

- Er wordt gewerkt aan convergentie tussen de UBL, UN/CEFACT en ISO20022 standaarden.

Deze convergentie heeft niet tot resultaat dat er één enkele standaard in Europa zal bestaan,

maar dat de drie standaarden gebaseerd zullen zijn op hetzelfde semantische model, wat

eenvoudige mapping van de standaarden mogelijk maakt.

- De standaarden zijn bewezen standaarden omdat ze al gebruikt worden in verschillende e-

facturatie toepassingen. PEPPOL maakt bijvoorbeeld gebruik van UBL en van UN/CEFACT CII.

- Ten aanzien van de standaarden voor e-facturatie is het volgende van belang:

- De UN/CEFACT CII is ontwikkeld als een factuurstandaard die tot stand is gekomen door te

kijken naar de specifieke vereisten van verschillende industrieën. Hierdoor is de UN/CEFACT

CII een rijke factuur, geschikt voor veel sectoren. Deze rijkheid brengt echter wel een zekere

complexiteit met zich mee.

- CEN heeft een implementatiehandleiding beschikbaar gesteld voor het gebruik van de

UN/CEFACT CII, waarin wordt beschreven welke velden minimaal aanwezig moeten zijn. Deze

‘core invoice’ beschrijft een hanteerbare implementatie van de CII die toegepast kan worden

door bijvoorbeeld het MKB.

- ISO20022 is een standaard die met name gebruikt wordt door de financiële industrie. De

Financial Invoice is onderdeel van de ISO20022-bibliotheek. Ook hiervoor geldt dat de

ISO20022-bibliotheek ook andere documenten bevat, zoals interbancaire betalingen,

financieringsverzoeken, betaalverzoeken, etc.

- UBL is een veelgebruikte set van standaarden, en wordt onder andere ook in PEPPOL

gebruikt, en is ook de basis geweest voor de ontwikkeling van FinVoice (Finland) en Zoomit

(België).

- Verschillende initiatieven richten zich op het ontwikkelen van modelovereenkomsten tussen e-

facturatie dienstverleners (CEN Model Agreement, EESPA). Bij modelovereenkomsten is

onderscheid te maken tussen bilaterale overeenkomsten en multi-laterale overeenkomsten. Bij

bilaterale overeenkomsten dienen alle dienstverleners in het netwerk overeenkomsten met

elkaar aan te gaan. Er zijn dus in een dergelijk model een veelvoud aan bilaterale

overeenkomsten mogelijk (bijvoorbeeld, bij 100 dienstverleners zijn 4950 bilaterale

overeenkomsten nodig).

- Bij multilaterale overeenkomsten is sprake van een centrale beheersorganisatie, waarbij alle

dienstverleners een overeenkomst hebben met de beheersorganisatie. Hierin zijn de

voorwaarden opgenomen die van toepassing zijn op communicatie tussen de dienstverleners

(hierbij zijn bij dezelfde 100 dienstverleners slechts 100 multilaterale overeenkomsten nodig).

Als zodanig is het model van multilaterale overeenkomsten beter schaalbaar.

- Verder zijn er verschillende initiatieven die zich richten op het presenteren van facturen in het

bankportaal van een consument (FinVoice, Zoomit, Finbox). Deze initiatieven hebben een

nationale focus. FiNBOX (de Nederlandse B2C e-facturatieoplossing), maakt gebruik van een zelf

ontwikkelde standaard voor factuurinformatie en communicatieprotocollen. Zoomit en FinVoice

zijn gebasseerd op de UBL standaard voor facturen.

Page 19: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 19 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

4.2 Relevantie voor Nederland

Gezien de gewenste laagdrempeligheid van de infrastructuur is het aan te bevelen om te toetsen hoe

partijen aankijken tegen een model op basis van multilaterale overeenkomsten in plaats van

bilaterale overeenkomsten. Laagdrempeligheid (voor deelnemers) is erbij gediend dat nieuwe spelers

die toetreden tot het model geen overeenkomsten hoeven te sluiten met alle spelers die reeds in het

model aanwezig zijn.

PEPPOL heeft zich ontwikkeld tot een meta-afsprakenstelsel om landelijke infrastructuren voor e-

facturatie aan elkaar te koppelen. Daarbij beschrijft PEPPOL alle lagen van het interoperabiliteits-

model, van organisatie en beheer tot aan de infrastructuur. In de volgende fase is het aan te bevelen

te toetsen in hoeverre PEPPOL bruikbaar is als uitgangspunt voor een afsprakenstelsel voor e-

facturatie binnen Nederland.

Gezien de verdergaande convergentie tussen de UBL, UN/CEFACT en ISO20022 standaarden voor de

e-facturen is het van belang te toetsen wat het draagvlak is in de markt voor het gebruik van deze

standaarden in een Nederlands afsprakenstelsel. In het kader van laagdrempeligheid dient daarbij

ook de implementatiehandleiding meegenomen te worden die CEN heeft ontwikkeld voor

implementatie van de UN/CEFACT CII ‘Core Invoice’. Deze Core Invoice is met name (maar niet

uitsluitend) bruikbaar in een MKB omgeving.

Bestaande initiatieven die er zijn voor het faciliteren van B2C e-facturatie (zoals FiNBOX, Zoomit en

FinVoice) worden in de meeste gevallen geëxploiteerd door een combinatie van banken en e-

facturatie dienstverleners. De ambities van FiNBOX ten aanzien van uitbreiden naar B2B zijn

interessant. Wanneer banken en dienstverleners hier daadwerkelijk aan gaan werken, kan in een

vroegtijdig stadium worden onderzocht welke rol bestaande dienstverleners in een laagdrempelige

infrastructuur kunnen spelen, en welke rol een laagdrempelige infrastructuur wellicht kan spelen

voor bestaande initiatieven.

Bestaande initiatieven voor interoperabiliteit tussen e-facturatie dienstverleners, zoals EESPA,

HubAlliance en VeR bieden geen oplossing voor de Nederlandse situatie, maar kunnen wel dienen ter

inspiratie en ter lering bij het ontwerpen van een laagdrempelige infrastructuur, met name op

onderwerpen als gebruik en implementatie van standaarden, infrastructuur protocollen en

schaalbaarheid van bilaterale overeenkomsten. De EESPA modelcontracten bieden op zich wel veel

aanknopingspunten voor toepassing in een Nederlands initiatief.

Page 20: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 20 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

5 Resultaten marktverkenning

In dit hoofdstuk zijn de reacties uit de marktconsultatie geïnventariseerd en worden de resultaten

gepresenteerd.

5.1 Reacties op uitgangspunten van het onderzoek

In de interviews is een aantal van de uitgangspunten van het onderzoek getoetst.

Is het gebrek aan een laagdrempelige infrastructuur (voor het verzenden en ontvangen van facturen)

de grootste barrière voor gebruik van e-factureren (in het MKB)?

In het algemeen wordt dit uitgangspunt onderschreven. Verschillende respondenten geven echter

aan dat er naast de afwezigheid van een laagdrempelige infrastructuur nog een paar belangrijke

barrières bestaan. Regelgeving wordt vaak genoemd, zeker internationaal.

Draagt een 4-partijenmodel bij aan het wegnemen van deze barrière?

Uit interviews komt duidelijk naar voren dat marktpartijen de onvolkomenheden zien van de huidige

praktijk waarin individuele partijen moeten aansluiten op verschillende dienstverleners om hun hele

netwerk te kunnen bereiken. Wanneer het aansluiten op één dienstverlener bereik naar x andere

dienstverleners zou betekenen, zullen veel meer bedrijven ervoor kiezen elektronisch te gaan

factureren.

5.2 Instemming met definities & doelstelling

5.2.1 Een laagdrempelige infrastructuur voor gebruikers en aanbieders

Over het algemeen hebben respondenten een brede interpretatie van een laagdrempelige

infrastructuur. Infrastructuur wordt opgevat als breder dan alleen de laag om berichten uit te

wisselen.

Het woord ‘laagdrempelig’ wordt op twee manieren opgevat:

- ‘Eenvoudig’ aansluiten voor verzenders en ontvangers (de eindgebruikers)

- ‘Eenvoudig’ aansluiten voor dienstverlener en de eisen die gesteld worden aan deelnemers aan

een afsprakenstelsel.

Voor eindgebruikers geldt natuurlijk dat het aansluiten op één dienstverlener al een verlichting

betekent ten opzichte van aansluiten op verschillende dienstverleners. Toch is het algemene beeld

dat het ‘aansluiten’ van (grote groepen) verzenders en ontvangers bepalend is voor het succes: dit

moet zo eenvoudig mogelijk.

Tussen de twee betekenissen van laagdrempelig (voor eindgebruikers en dienstverleners) bestaat

een verband. Hoewel niet alle partijen overtuigd zijn van het belang van beveiliging (‘de postbus is

toch ook niet beveiligd’, ‘controle dient plaats te vinden bij de ontvanger’), is voor een deel van de

respondenten beveiliging van (meer) belang. Voor de beveiliging en het vertrouwen van het netwerk

geldt dat het eenvoudiger maken van aansluiting door eindgebruikers vraagt om strengere eisen aan

Page 21: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 21 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

dienstverleners. Wanneer blijkt dat er een ‘rotte appel’ onder de eindgebruikers zit, willen

verschillende respondenten dat zijn/haar dienstverlener in staat is de schade te beperken. Dit kan

bereikt worden door eisen te stellen bij het aansluiten van eindgebruikers of dienstverleners.

Afhankelijk van de manier waarop dit georganiseerd wordt, kan dit ten koste gaan van de

laagdrempeligheid voor eindgebruikers of dienstverleners.

5.2.2 Gebruik maken van bestaande initiatieven

Alle respondenten spreken uit dat niet opnieuw het wiel uitgevonden moet worden. Er bestaan al

zeer veel standaarden en op verschillende plaatsen wordt gewerkt aan initiatieven voor

samenwerking. Waar mogelijk gebruikmaken van deze initiatieven wordt breed gezien als een

voorwaarde voor succes.

Service providers zien EESPA als een veelbelovend initiatief omdat daar al veel werk is verricht op het

gebied van interoperabiliteit. Hergebruiken van wat er binnen EESPA is bedacht, is zeker voor grotere

partijen een must. Voor ERP leveranciers geldt dat aansluiting bij Europese ontwikkelingen vooral

belangrijk is omdat dan ontwikkelkosten kunnen worden beperkt of gespreid over een grotere markt.

Verschillende respondenten (e-factureren dienstverleners) wijzen nadrukkelijk op de mogelijkheden

die PEPPOL biedt. Het Europese initiatief PEPPOL, oorspronkelijk bedoeld om elektronisch zakendoen

tussen bedrijven en overheden in verschillende mogelijk te maken, biedt ook handvatten voor

toepassing in B2B. Hoewel PEPPOL over veel meer dan de factuur gaat (zie ook bijlage 1 over de

breedte van dienstverlening) zijn onderdelen ervan mogelijk te gebruiken in een afsprakenstelsel (‘de

adresstructuur van PEPPOL kan zo overgenomen worden’).

In Nederland is door een aantal dienstverleners het initiatief genomen voor samenwerking onder de

naam OneInvoice. Hoewel dit initiatief nog niet breed extern gecommuniceerd is, spreekt uit dit

initiatief duidelijk de wil om samen te werken.

5.2.3 Verschillende uitgangsposities per categorie dienstverleners

E-factureren dienstverleners

Partijen die op dit moment een propositie aanbieden aan verzenders of ontvangers van facturen zijn

er natuurlijk bij gebaat hun klantenportefeuille te behouden. Deelname aan een afsprakenstelsel zal

voor deze partijen dan ook altijd parallel zijn aan de huidige dienstverlening.

Voor de geïnterviewden in deze categorie is het 4-partijenmodel niet nieuw. Ze zijn zich bewust van

de voor- en nadelen. Het consultatiedocument is wel behulpzaam geweest bij het concreet maken

van de uitdaging en introduceert een begrippenkader waarmee deze marktpartijen beter hun eisen

en randvoorwaarden kunnen omschrijven.

Banken

De positie van banken kan belangrijk zijn gezien hun bereik in het MKB. Een belangrijke voorwaarde

voor banken is dat iedere netwerkdienst waar zij aan deelnemen voldoet aan minimale criteria voor

vertrouwen en beveiliging. Deelname van banken in een netwerk zal kunnen vereisen dat andere

partijen gecertificeerd moeten worden. Ook zullen andere partijen minimale screening van hun

klanten moeten doen, willen banken bereid zijn deel te nemen.

Page 22: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 22 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Banken zelf zijn vooral geïnteresseerd in e-factureren vanuit de koppeling met supply chain finance

(financiering). Banken geven aan nog te twijfelen over de positionering en noodzaak van e-facturatie

in combinatie met de rest van hun dienstenportofolio.

In het consumenten- en MKB-segment geven banken aan behoorlijk te hebben geïnvesteerd in

FiNBOX. De positie van FiNBOX in een eventueel 4-partijenmodel is dan ook een belangrijk thema in

hun overweging om deel te nemen.

De theorie van het 4-partijenmodel is bij banken zeer bekend. Banken zijn vertrouwd met dit model

omdat veel van hun betaaldiensten zijn gebasseerd op het 4-partijenmodel. Het referentiekader uit

de betaalwereld maakt wel dat banken gewend zijn aan stelsels met een hoog beveiligingsniveau en

strikte eisen voor toetreding.

Software-leveranciers

Veel aanbieders van bedrijfssoftware kennen al functies voor het versturen van e-facturen. Vaak gaat

het dan om export-mogelijkheden om facturen te mailen en om facturen in bepaalde formaten te

importeren. Koppelingen bestaan binnen het eigen platform en het gebruik van deze functies is (nog)

niet groot. Enkele pakketten bieden ook de mogelijkheid om facturen te versturen naar Digipoort.

Aanbieders geven aan open te staan om meer koppelingen te faciliteren wanneer klanten daarom

vragen.

Uit het onderstaande overzicht van de pakketten waar facturen ontstaan blijkt wel dat software-

leveranciers een zeer groot bereik kennen. Software-leveranciers worden door de andere groepen e-

facturen dienstverleners (BSPs, banken) gezien als sleutelpartij bij het forceren van een doorbraak in

e-factureren. De leveranciers zelf geven aan wel mee te willen doen, maar hebben nog niet direct

een beeld bij de manier waarop.

Figuur 6 Bron: Factuurmonitor 2012

Werken in een 4-partijenmodel is voor software-leveranciers nieuw. Tijdens de interviews bleek dat

het consultatiedocument veel nieuwe informatie bevatte en ontwikkelaars van bedrijfssoftware

inspiratie heeft geboden. Wel zal er in een eventueel vervolg rekening mee moeten worden

Page 23: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 23 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

gehouden dat de industrie van bedrijfssoftware een zeer competitieve markt is waarin

samenwerking niet evident is.

Overheid

Als relevante partij om mee te doen wordt door vrijwel alle respondenten de overheid genoemd. Op

dit moment is Digipoort de toegangspoort voor elektronische facturen aan de overheid.

Dienstverleners geven aan het cruciaal te vinden dat de overheid, met Digipoort, meedoet wanneer

gesproken wordt over samenwerking en het afstemmen van berichten, protocollen service levels.

Respondenten geven aan dat met Digipoort een belangrijke ontvanger in het stelsel zit en dat dit de

geloofwaardigheid van het stelsel vergroot. Andersom kan gesteld worden dat als Digipoort niet

meedoet, moeilijk is uit te leggen dat de samenwerking echt veelbelovend is.

5.3 Scope van een afsprakenstelsel

5.3.1 Bereik is belangrijkste drijfveer

Respondenten geven aan dat (toename van) bereik een belangrijke meerwaarde van samenwerking

is. Hierin zit de kracht van een 4-partijenmodel. Anderzijds is de huidige praktijk dat er alleen

bilateraal afspraken gemaakt worden.

Door verschillende respondenten (zowel e-factureren dienstverlener als anderen) is verklaard dat

onderscheid moet worden gemaakt tussen een ‘basisdienst’ e-factureren en aanvullende diensten.

Voor deze basisdienst zou het bereik geen differentiator mogen zijn (en moeten verzenders en

ontvangers elkaar dus onafhankelijk van hun dienstverlener kunnen vinden), waar dat bij

aanvullende diensten mogelijk wel het geval is.

In verschillende interviews wordt de mogelijkheid geopperd om bepaalde groepen gebruikers te

bereiken via een tussenstap. Dit is mogelijk wanneer een dienstverlener een grote groep

eindgebruikers vertegenwoordigt, maar zelf niet aan een samenwerking kan of wil deelnemen.

figuur Aansluiten via tussenpartij

Via deze route is het mogelijk om in het stelsel, via dienstverleners die zelf niet deelnemen, wel snel

voldoende bereik te realiseren. Hiervoor is afstemming nodig tussen de partijen die meedoen aan de

ontwikkeling van het afsprakenstelsel en zij die als ‘tussenpartij’ fungeren.

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

Verzender

Dienstverlener A

E-factureren dienstverlener

VERZENDER

Afsprakenstelsel

E-factureren dienstverlenerONTVANGER

Handelsrelatie Ontvanger

Page 24: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 24 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

5.3.2 Business model

Niet alle respondenten geven inhoudelijk antwoord op de vragen over mogelijke business modellen.

Eén dienstverlener geeft het advies dit onderwerp achterwege te laten omdat het teveel tijd zou

kosten om hier onderling bevredigende afspraken over te maken.

Sommige respondenten vrezen ten onrechte dat open afspraken over verdienmodellen op bezwaren

zullen stuiten van de Mededingingsautoriteit.

Anderzijds vraagt de pragmatische instelling waarvan respondenten in de marktconsultatie blijk

geven wel aandacht voor de manier waarop investeringen in het maken van afspraken kunnen

worden terugverdiend.

5.3.3 Basisfuncties

Er bestaat een wijd spectrum van diensten rondom het versturen en het ontvangen van een factuur.

Respondenten geven aan dat er bepaald moet worden welke diensten naast het ‘versturen’ worden

geboden.

- Wordt er alleen een factuur verstuurd of wordt er ook een bericht gestuurd dat de factuur is

aangekomen?

- Wordt er een bericht gestuurd wanneer de factuur (inhoudelijk) is goedgekeurd?

- Worden berichten verstuurd die informatie bevatten over de betaling van de factuur om

reconciliatie te vereenvoudigen?

Respondenten geven aan dat het belangrijk is dat er naast ‘basisfunctionaliteit’ ruimte is voor andere

functies die misschien niet door het afsprakenstelsel geboden worden. Voor de huidige e-factureren

dienstverleners geldt dat dit vaak de functies zijn waarmee zij zich onderscheiden en wat aansluiten

voor klanten de moeite waard maakt. Dit geldt zowel voor functies die aan de factuur gerelateerd

zijn (goedkeuren, concepten voorleggen, controleren van parameters) als voor andere zakelijke

berichtenuitwisseling.

De meeste respondenten zijn het erover eens dat alleen het versturen van een digitale factuur een te

‘dunne’ propositie is om aansluiten de moeite waard te maken (al kan aansluiten dan wel zeer

‘laagdrempelig’ georganiseerd worden). Wanneer alleen verstuurd kan worden is de meerwaarde

boven een email te klein. Voor één van de geïnterviewde banken geldt dat in ieder geval de identiteit

van de verzender verzekerd moet zijn en dat een bericht over ontvangst van de factuur moet worden

teruggestuurd.

Een (groot) deel van de meerwaarde van het elektronisch uitwisselen van facturen zit in aanverwante

diensten. Veel verzenders en ontvangers, zeker in het MKB, zijn zich nog slechts zeer beperkt bewust

van deze meerwaarde. Het is hierom dat de inschatting van service providers gemengd is: deze loopt

uiteen van ‘klanten hebben er nooit om gevraagd’ tot ‘als onze klanten digitaal factureren, kan ik ze

daarnaast nog allerlei andere diensten leveren’.

5.3.4 Toepassing van standaarden

Over standaarden wordt onder respondenten zeer verschillend gedacht. Stellen sommige

respondenten dat er eenvoudigweg een keuze moet worden gemaakt tussen de drie dominante

standaarden die momenteel worden gebruikt (waarbij het Rijk zich al heeft uitgesproken voor UBL),

Page 25: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 25 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

anderen geven aan dat er nog helemaal geen ‘universele standaard’ bestaat en waar het lijkt dat er

met een standaard wordt gewerkt, dit een versimpeling van de werkelijkheid is. Er zijn er ook die

twijfels hebben of er een bevredigende oplossing kan worden gevonden (‘noem mij een standaard

en ik noem een factuur die er niet in past’).

5.3.5 Opties voor informatie-uitwisseling

Protocollen voor het veilig en betrouwbaar uitwisselen van informatie maken deel uit van een

afsprakenstelsel en bepalen voor een belangrijk deel welke dienstverlening mogelijk is binnen het

stelsel. Een dergelijke infrastructuur moet vooral niet te complex zijn. Verder dient het te gebruiken

te zijn voor verschillende soorten berichten. Over beveiliging wordt verschillend gedacht, maar het is

zeker een aandachtspunt in een eventueel vervolg.

Hoewel dit wellicht botst met eisen van sommige dienstverleners ten aanzien van een minimum

niveau aan dienstverlening en beveiliging, is het in deze fase nog te vroeg om email als kanaal uit te

sluiten. Vooral software-leveranciers laten weten dat email op dit moment met afstand het meest

gebruikte kanaal is voor het versturen van elektronische facturen en veel oplossingen voortbouwen

op een basis waarin email een rol speelt.

Ten aanzien van adressering wordt door e-factureren dienstverleners een directory genoemd.

5.4 Het proces naar samenwerking

Nagenoeg alle respondenten geven aan graag mee te praten in fase 2. Hierbij moet worden

opgemerkt dat er duidelijk zeer verschillende beelden bij een afsprakenstelsel bestaan en dat niet

gezegd is dat al deze partijen ook daadwerkelijk zullen meewerken aan een concreet vervolg.

Enkele respondenten verwijzen naar gelijksoortige trajecten (Finbox, eHerkenning) wanneer

gevraagd wordt hoe een proces naar een afsprakenstelsel eruit zou moeten zien.

Page 26: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 26 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

6 Conclusies & aanbevelingen

Fase 1 van dit project is gestart met een serie uitgangspunten en onderzoeksvragen. In dit

concluderende hoofdstuk worden conclusies getrokken en wordt nadrukkelijk stilgestaan bij

overwegingen voor het starten van fase 2.

6.1 Uitgangspunten laagdrempelige infrastructuur bevestigd

De eerste onderzoeksvraag van dit onderzoek luidt: Lost een vierpartijenmodel het belangrijkste

knelpunt op bij de massale adoptie van e-factureren in Nederland? Motiveer het antwoord.

In het onderzoek is gebleken dat een laagdrempelige infrastructuur inderdaad één van de grootste

knelpunten is voor MKB-bedrijven om over te stappen op elektronisch factureren. Het is echter niet

het enige knelpunt. Regelgeving, of het idee dat regelgeving problemen op zou leveren bij het

overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de

(on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid wegnemen en ontegenzeggelijk bijdragen aan groter

gebruik van e-factureren.

Voor het knelpunt van een laagdrempelige infrastructuur kan samenwerking tussen dienstverleners

een oplossing bieden, een andere mogelijkheid is dat één (1) partij (bijvoorbeeld de overheid) de

infrastructuur faciliteert danwel reguleert. Dit laatste is echter niet het onderwerp van dit onderzoek:

het biedt verzenders en ontvangers geen keuze en dus ook geen mogelijkheid om over te stappen.

Ook introduceert een dergelijk model een ‘single point of failure’.

In andere sectoren waar diensten kenmerken vertonen van tweezijdige markten is met succes

samenwerking in de markt tot stand gekomen, met als gevolg dat er innovatieve diensten worden

ontwikkeld op basis van gemeenschappelijke afspraken. Dienstverleners stemmen hun proposities af

op hun eindgebruikers en proberen zo goed mogelijk aan te sluiten bij hun wensen. Er wordt echter

niet geconcurreerd op bereik, omdat de belofte van (meer) bereik voldoende interessant is om het

voordeel van een exclusief netwerk te overtreffen. Voorbeelden hiervan zijn in meer of mindere

mate de post, GSM, waterleiding, energie, internet DNS (Domain Name System) en email.

Alle respondenten zijn het erover eens dat de huidige praktijk waarin diensten worden aangeboden

waarbij eindgebruikers moeten koppelen aan een dienstverlener om een deel van de community te

kunnen bereiken en voor het bereiken van (potentieel) de hele wereld gekoppeld moet worden met

vele dienstverleners, niet optimaal is. De meeste geïnterviewden zien ook dat dit een eindig model is.

Dit betekent overigens niet dat samenwerking tussen partijen een vanzelfsprekende volgende stap is.

Op basis van deze resultaten kan de eerste onderzoeksvraag positief beantwoord worden.

Page 27: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 27 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

6.2 Internationale initiatieven bieden noodzakelijke basis

De volgende twee onderzoeksvragen gaan over de internationale context van elektronisch

factureren:

- Is de lijst van relevante nationale en internationale initiatieven compleet? Zo nee, welke

belangrijkste initiatieven zijn er nog meer? en

- Hoe kunnen deze (of een subset van) initiatieven met elkaar verbonden worden zodat kritische

massa ontstaat en bijdraagt aan het oplossen van een belangrijk (het belangrijkste) knelpunt in

de massale adoptie van e-factureren in Nederland?

Gezien de verdergaande convergentie tussen de UBL, UN/CEFACT en ISO20022 standaarden voor de

e-facturen is het van belang te toetsen wat het draagvlak is in de markt voor het gebruik van deze

standaarden in een Nederlands afsprakenstelsel. In het kader van laagdrempeligheid dient daarbij

ook de implementatiehandleiding meegenomen te worden die CEN heeft ontwikkeld voor

implementatie van de UN/CEFACT CII ‘Core Invoice’. Deze Core Invoice is met name (maar niet

uitsluitend) bruikbaar in een MKB omgeving.

PEPPOL heeft zich ontwikkeld tot een meta-afsprakenstelsel om landelijke infrastructuren voor e-

facturatie aan elkaar te koppelen. Daarbij beschrijft PEPPOL alle lagen van het interoperabiliteits-

model, van organisatie en beheer tot aan de infrastructuur. In de volgende fase is het aan te bevelen

te toetsen in hoeverre PEPPOL bruikbaar is als uitgangspunt voor een afsprakenstelsel voor e-

facturatie binnen Nederland.

De ambities van FiNBOX ten aanzien van uitbreiden naar B2B zijn interessant. Wanneer banken en

dienstverleners hier daadwerkelijk aan gaan werken, kan in een vroegtijdig stadium worden

onderzocht welke rol bestaande dienstverleners in een laagdrempelige infrastructuur kunnen spelen,

en welke rol een laagdrempelige infrastructuur wellicht kan spelen voor bestaande initiatieven.

Bestaande initiatieven voor interoperabiliteit tussen e-facturatie dienstverleners, zoals EESPA,

HubAlliance en VeR bieden geen oplossing voor de Nederlandse situatie, maar kunnen wel dienen ter

inspiratie en ter lering bij het ontwerpen van een laagdrempelige infrastructuur, met name op

onderwerpen als gebruik en implementatie van standaarden, infrastructuur protocollen en

schaalbaarheid van bilaterale overeenkomsten.

6.3 Samenwerking starten met focus op bereik

De vierde onderzoeksvraag gaat in op de vorm die samenwerking tussen dienstverleners kan

aannemen: Hoe moet een vierpartijenmodel worden vormgegeven en wat is daarvoor nodig?

Voor het antwoord op deze vraag is hoofdzakelijk gekeken naar ervaringen in andere tweezijdige

markten. Er zijn verschillende sectoren waar e-factureren van kan leren bij het vormgeven van een

structuur voor samenwerking. In het onderzoek is aangetoond dat elektronisch factureren een

tweezijdige markt is waarin twee groepen eindgebruikers met verschillende behoeften, elkaar

moeten kunnen bereiken. E-factureren kent netwerkeffecten die maken dat ‘bereik’ waarde

vertegenwoordigt. Op dit moment wordt de waarde van dit bereik door dienstverleners gebruikt om

Page 28: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 28 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

zich te onderscheiden en de concurrentie aan te gaan met de rest van de markt. Elektronisch

factureren wordt voor meer eindgebruikers interessant wanneer de waarde van het bereik wordt

gecombineerd en er wordt geconcurreerd op (andere) proposities die voor verzender en ontvangers

interessant zijn. Dit is mogelijk wanneer onderscheid wordt gemaakt tussen een coöperatief en een

competitief domein. Om een dergelijk model snel succesvol te maken moet gebruik worden gemaakt

van bestaande gebruikersgroepen bij bestaande marktpartijen.

Deze analyse, die is gebaseerd op ervaringen in andere sectoren, wordt ondersteund door de

resultaten van interviews en buitenlandse voorbeelden. In landen met actief samenwerkende

netwerken van dienstverleners is het gebruik van elektronisch factureren groter en is het gebruik van

e-facturen door het MKB beter ontwikkeld.

6.4 De markt is bereid om samen te werken

De laatste onderzoeksvraag, is die naar de animo onder marktpartijen om deel te nemen in een

samenwerking: Onderzoek de mogelijkheid om de belangrijkste spelers voor een vierpartijenmodel te

mobiliseren.

Uit het onderzoek zijn drie dingen gebleken:

- Samenwerking binnen een 4-partijenmodel is een route naar ‘massaal gebruik’

- Samenwerking is niet vanzelfsprekend

- Partijen zijn geïnteresseerd om inhoudelijk verder te praten

Dat samenwerking niet vanzelfsprekend is, heeft voor alle partijen verschillende redenen. Dat er toch

grote interesse is om mee te doen is omdat de meeste partijen het erover eens zijn dat er iets moet

gebeuren om de markt voor elektronisch factureren te versnellen.

Voor de verschillende groepen (potentiële) deelnemers zijn er de volgende overwegingen:

6.4.1 E-factureren dienstverleners

De huidige dienstverleners hebben veel geïnvesteerd in het verkrijgen van marktaandeel en in een

netwerk van verzenders en ontvangers die het interessant maakt om bij hen aan te sluiten.

Deelname aan een 4-partijenmodel betekent potentieel dat andere partijen (concurrenten) kunnen

profiteren van dit netwerk.

Het is goed uit te leggen dat niet alle partijen hier positief tegenover staan. Het overgrote deel van

de ondervraagden is echter wel bereid mee te doen en daarmee, in ieder geval voor een deel, af te

stappen van het model waarin hun netwerk exclusief is. Dit signaal moet niet worden onderschat. E-

factureren dienstverleners zijn zich bewust van de barrière voor verzenders en ontvangers om aan te

sluiten op meerdere dienstverleners. Om de markt voor iedereen te vergroten zien zij dat

samenwerking noodzakelijk is. Onder de verwachting dat aanvullende dienstverlening op basis van

het huidige model uitgebreid kan worden willen ze graag hun bereik vergroten omdat dit

meerwaarde oplevert voor hun klanten.

Page 29: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 29 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Deelname van e-factureren dienstverleners is voor een afsprakenstelsel positief omdat zij specifieke

kennis meebrengen over het uitwisselen van facturen en belangrijke verzenders en ontvangers

binnen het netwerk brengen.

6.4.2 Banken

Voor de geïnterviewde banken is het niet vanzelfsprekend om zich te gaan mengen in de markt voor

e-factureren. Banken hebben op dit moment zeer veel gebieden die hun aandacht vragen en e-

factureren wordt niet door iedereen binnen de bank als ‘core business’ gezien. Alle geïnterviewde

banken zijn echter enthousiast over het idee van een afsprakenstelsel.

Elektronische uitwisseling van berichten biedt mogelijkheden voor banken om bestaande producten

(leningen en betalingen) te verrijken. Daarnaast hebben de Nederlandse banken geïnvesteerd in

Finbox. Meer gebruik van deze toepassing voor het ontvangen van digitale facturen door

consumenten en MKB zou zeer welkom zijn en samenwerking in een afsprakenstelsel biedt hiervoor

wellicht mogelijkheden.

Deelname van banken levert enorm veel bereik op bij eindgebruikers die misschien zelf niet snel naar

een dienstverlener op zoek zouden gaan. De relatie met de bank is voor bepaalde klantsegmenten

cruciaal omdat zij niet (of zeer beperkt) worden bediend door de andere categorieën (consumenten

en klein MKB).

6.4.3 Software-leveranciers

Software-leveranciers hebben een stap te zetten om elektronisch factureren als service in hun

business model op te nemen. Dit in verhouding tot het verkopen van licenties. Daarnaast opereren zij

in een zeer kostenbewuste markt waarin ze aangeven dat een beperkt deel van hun klanten vragen

om een oplossing om elektronisch facturen uit te wisselen.

Toch geven de meeste software-leveranciers aan interesse te hebben in deelname. Elektronisch

factureren kan voor deze partijen een extra dienst zijn waarmee ze functionaliteit leveren die hun

concurrenten niet bieden.

Voor de rest van het netwerk is deelname van software-leveranciers interessant omdat het in de

boekhoudpakketten van bedrijven is waar veel facturen beginnen en eindigen. Hun deelname

verzekert dus optimaal gebruiksgemak voor bedrijven.

6.4.4 Overige

In de categorie ‘overige’ zijn twee partijen geïnterviewd: Logius en Randstad. Voor beide geldt dat

deelname in een afsprakenstelsel een afweging is tussen de kosten van een extra investering en de

opbrengsten in termen van groter bereik. Ook voor beide geldt dat ze momenteel al met

verschillende partijen koppelingen hebben gerealiseerd en dat koppeling met een afsprakenstelsel

dus ook zou kunnen via een derde partij, die onderdeel van een afsprakenstelsel is.

Deelname van Logius zou de rest van het netwerk helpen omdat een zeer grote ontvanger van

facturen wordt ontsloten en de geloofwaardigheid van het afsprakenstelsel door hun deelname

wordt onderstreept. Dit zou echter ook gerealiseerd worden via een tussenpartij zoals beschreven in

Page 30: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 30 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

paragraaf 5.3.1. Er dient dan wel goed geborgd te worden dat facturen goed geadresseerd en

afgeleverd kunnen worden.

6.5 Scope van een afsprakenstelsel

Uit de interviews en de marktanalyse zijn enkele onderwerpen waar in ieder geval afspraken over

gemaakt moeten worden. Dit zijn in ieder geval criteria voor deelname, de standaard(en) die in een

stelsel ondersteund zullen worden en de adressering.

Ten aanzien van bereik is de ambitie dat met één dienstverlener toegang te krijgen tot het hele

netwerk. Hierbij wordt opgemerkt dat wanneer 100% bereik een eis is op het beheer/organisatie-

niveau, dit allerlei consequenties heeft voor afspraken in de andere lagen van functie en

informatieuitwisseling. Het betekent bijvoorbeeld min of meer automatisch dat afspraken over

functie en informatieuitwisseling centraal gemaakt moeten worden. De verplichting om te koppelen

met een andere dienstverlener in het afsprakenstelsel kan namelijk alleen gehandhaafd worden

wanneer toetreders de complexiteit en functionaliteit van zo’n koppeling kunnen overzien. Wanneer

koppeling met verschillende partijen belangrijke (technische of functionele) consequenties heeft, is

het moeilijk voor toetreders om vooraf toe te zeggen dat met iedereen in het stelsel gekoppeld zal

worden. Wanneer koppeling met één partij technisch niet mogelijk zou blijken, wordt de ‘belofte’

van volledige toegang niet waargemaakt. Dit doet afbreuk aan het ‘merk’ van een afsprakenstelsel

omdat bereik alsnog een differentiator wordt tussen deelnemende partijen.

Ten aanzien van de infrastructuur is de verwachting dat meer nodig is dan e-mail om voldoende

functionaliteit te bieden om koppeling met dienstverleners de moeite waard te maken en gebruikers

van het stelsel zoveel mogelijk van de voordelen van elektronisch factureren te kunnen bieden. Toch

wordt afgeraden om email als basis voor berichtenuitwisseling vooraf uit te sluiten, wanneer dit in

wordt gecombineerd met gestructureerde data voor de factuur (xml). Dit past ook bij de ambitie van

de opdrachtgever en verschillende interviewpartners om het zo eenvoudig mogelijk te houden.

Wanneer in het gesprek tussen mogelijke deelnemers wordt gesproken over de minimaal geboden

functionaliteit, zal duidelijk worden of email voldoende mogelijkheden biedt om deze functies te

ondersteunen.

Page 31: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 31 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

7 Fase 2: voorwaardelijk starten

Het doel van fase 1 is het onderzoeken van de mogelijkheid om belangrijke spelers te mobiliseren om

in een volgende fase over een 4-partijenmodel te spreken. In de interviews is hierover met alle

respondenten gesproken. Bijna alle geïnterviewden (16 van de 18) geven aan graag mee te spreken

over de vorming van een 4-partijenmodel voor e-factureren in Nederland.

Ons advies is om in fase 2 snel toe te werken naar een letter of intent. Daarmee wordt de

‘vrijblijvende’ boodschap van mee willen praten in fase 2 vertaald naar een concrete commitment

ten aanzien van de inhoud van een afsprakenstelsel, maar ook van tijd en geld die gemoeid zijn bij de

totstandkoming hiervan.

Het advies is potentiële deelnemers aan fase 2 een lijst uitgangspunten voor te leggen:

- De huidige marktwerking en focus op grote verzenders/ontvangers zal niet leiden tot massaal

gebruik van e-facturatie in, en tussen, het MKB

- De huidige werkwijze van bilaterale afspraken tussen partijen is op den duur niet schaalbaar en

niet ideaal voor de eindgebruiker (zowel verzender als ontvanger)

- Een eindgebruiker zou met één dienstverlener iedere voor hem relevante ontvanger moeten

kunnen bereiken, en daarnaast als ontvanger met één dienstverlener door alle verzenders

bereikt moeten kunnen worden

- De onderlinge concurrentie tussen dienstverleners in elektronisch factureren zou zich moeten

richten op het leveren van toegevoegde waarde en minder op concurrentie van het bereik

- Het is goed denkbaar dat de gevormde samenwerking ook is te gebruiken voor andere vormen

van documentuitwisseling

- U wilt binnen een jaar tot een operationele oplossing komen, passend binnen internationale

ontwikkelingen

- U bent bereid om tijd en geld in dit project te investeren

Het is de verwachting dat niet alle partijen bereid zijn zich (direct) aan deze uitgangspunten te

verbinden. Het advies is dit te accepteren, maar partijen wel de mogelijkheid bieden in een later

stadium alsnog mee te doen.

Wanneer geaccepteerd wordt dat niet alle genodigden zich zullen verbinden aan deze

uitgangspunten moet bepaald worden onder welke voorwaarden doorgegaan wordt met fase 2. Dit

zou een deel van de markt moeten zijn dat enerzijds voldoende groot is om geloofwaardig te werken

aan een oplossing voor heel Nederland (en potentieel Europees) en anderzijds voldoende

uitgangspunten deelt om voortgang te maken. (Gedacht kan worden aan minimaal 5 partijen uit de

top 20)

Om deze afweging te maken adviseren wij na een plenaire sessie ter afsluiting van fase 1 de balans

op te maken en te kijken welke partijen gemotiveerd zijn om samen te werken aan concrete invulling

van (de route naar) een afsprakenstelsel (zie hiervoor hoofdstuk 7). Het is moeilijk te voorspellen

hoeveel en welke partijen zullen instemmen met de uitgangspunten.

Page 32: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 32 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Verschillende combinaties van partijen kunnen voldoende reden zijn om door te gaan:

- Meerdere partijen per categorie

Het meest gunstige scenario is wanneer in iedere categorie ten minste twee partijen meedoen.

Dit scenario is zowel positief voor het bereik van het netwerk, als de functionaliteit.

- Alleen e-factureren dienstverleners doen mee

Wanneer alleen e-factureren dienstverleners aangeven mee te doen lijkt een aantal van drie of

vier minimaal om tot een zinvol vervolg te komen. Hiermee wordt het bereik van de bestaande

dienstverleners direct zeer veel groter en bestaat grote kans dat het voor veel meer verzenders

en ontvangers (ook in het MKB) de moeite waard wordt om via één van deze partijen

elektronisch te gaan factureren.

- Alleen banken doen mee

Wanneer alleen banken de uitgangspunten ondersteunen is met twee deelnemende partijen

direct meer dan 50% van de verzenders en ontvangers potentieel bereikbaar in het netwerk.

Hoewel niet ideaal is het met meerdere banken toch interessant om door te gaan.

- Alleen software-leveranciers doen mee

Deelname van software-leveranciers is in potentie zeer waardevol en wanneer deelnemers

samen een groot deel van de markt vertegenwoordigen (minstens drie deelnemers) kan een

samenwerking tussen software-leveranciers iets opleveren. Voldoende kennis van de markt voor

elektronisch factureren en een voldoende ‘rijke’ dienstverlening aan verzenders en ontvangers

zijn voorwaarden voor succes.

- Een combinatie van twee categorieën

Wanneer deelnemers zich melden uit twee categorieën en deze deelnemers, in hun

respectievelijke sectoren, tot de top tien van de markt behoren, biedt samenwerking

perspectief. Het advies is om in dit scenario door te gaan wanneer vier of vijf partijen de

uitgangspunten onderschrijven.

Page 33: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 33 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

BIJLAGE 1: Uitdagingen & risico’s in het vervolgtraject

Complex proces

Het werken met een groep van partijen die op dezelfde tijd moeten samenwerken en concurreren

leidt per definitie tot een complex en onvoorspelbaar proces. Er zal niet in een rechte lijn naar een

eindresultaat worden gewerkt maar deelnemers zullen geven en nemen. Onderweg moet

vertrouwen tussen de partners groeien en zal hopelijk steeds meer mogelijk blijken. Inherent aan dit

proces is dat er onderweg partijen uit kunnen stappen of beslissen een stap terug te zetten. Je kunt

partijen niet dwingen om in te stemmen met een resultaat zolang dit niet bekend is. Risico is dat er

teveel partijen uitvallen om tot een sterk netwerk te komen of dat de uitkomst van de besprekingen

er heel anders uitziet dan van tevoren bedacht.

Free riders

Een risico is dat partijen meedoen zonder zich daadwerkelijk in te willen spannen voor het resultaat

(free riders). Dit kan ondervangen worden door ervoor te zorgen dat iedereen iets te verliezen heeft

wanneer de samenwerking mislukt.

Competitie

Samenwerking tussen concurrenten kan de schijn opwerpen van oneerlijke concurrentie voor

partijen die niet aan tafel zitten. Daarom is transparantie van het proces van groot belang

zodat belanghebbenden zich niet uitgesloten voelen.

De route naar een afsprakenstelsel tussen dienstverleners in e-factureren beslaat verschillende fases.

Dit rapport beschrijft de resultaten van de eerste fase: de verkenning. Na de conclusies van

hoofdstuk 6 kijkt dit hoofdstuk vooruit naar fase 2 waarin de scope en het proces voor een

samenwerking worden bepaald door de betrokken partijen. Deze tweede fase kan gevolgd worden

door een fase waarin daadwerkelijk een model wordt ontworpen.

Doel van fase 2: draagvlak

Het doel van fase 2 is draagvlak te creëren voor een traject om een afsprakenstelsel voor e-

factureren voor de Nederlandse markt te ontwerpen. Partijen zullen het op hoofdlijnen eens moeten

worden over de scope van een dergelijk afsprakenstelsel en het proces om daartoe te komen.

Het merendeel van de partijen waar contact mee is geweest deelt de uitgangspunten en geeft aan

mee te willen spreken over een model van samenwerking in fase 2. In fase 2 wordt bepaald wat de

inhoud van zo’n samenwerking kan zijn en op welke manier partijen die kunnen bereiken.

Page 34: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 34 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

De scope van een afsprakenstelsel: bepalen breedte & diepte

De scope van het stelsel wordt bepaald door de ‘breedte van dienstverlening’ (hebben we het over

elektronisch factureren of hebben we het ook over het uitwisselen van andere (zakelijke) berichten?)

en door het vaststellen van het ‘coöperatief domein’ (welke aspecten van de dienst worden

gezamenlijk aangeboden en op welke aspecten kunnen individuele dienstverleners zich

onderscheiden?).

Bepalen van de scope van dienstverlening

In de marktconsultatie is duidelijk geworden dat er grote verschillen bestaan tussen e-factureren-

oplossingen die door dienstverleners worden aangeboden. Sommige dienstverleners richten zich op

het uitwisselen van ‘zakelijke berichten’, waarvan de factuur er één is, terwijl andere zich beperken

tot facturen.

Het is goed denkbaar dat er in het ontwerp van een afsprakenstelsel ten aanzien van de breedte van

dienstverlening onderscheid wordt gemaakt tussen de lagen: op het niveau van informatie-

uitwisseling wordt ontworpen om een zo groot mogelijke diversiteit aan berichten te kunnen

versturen, terwijl op het niveau van de beheerafspraken (verantwoordelijkheden van deelnemers ten

opzichte van elkaar (en elkaars klanten)) alleen iets wordt gezegd over facturen. Deelnemende

partijen kunnen dan onderling aanvullende afspraken maken over andere berichten zonder dat

hiervoor wijzigingen op het niveau van de informatie-uitwisseling voor nodig zijn.

Afbakenen van het coöperatief domein

Sommige van deze diensten beperken zich tot het versturen van een bericht terwijl andere veel

verder gaan en controleren of een bericht is aangekomen, de identiteit van de verzender verifiëren,

een signaal geven wanneer de ontvanger een factuur goedkeurt, etc. De basis functionaliteit van het

afsprakenstelsel wordt bepaald door de diensten die door het hele stelsel worden ondersteund.

Order Pakbon Retourzending

Conceptfactuur

Statusbericht

Factuur

Ontvangstbevestiging

Goedkeuring

Betaalbericht

BetalingFactuur

Figuur 7 De scope van dienstverlening rondom de factuur

Page 35: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 35 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

In hoofdstuk 3 is aangegeven dat in een afsprakenstelsel onderscheid wordt gemaakt tussen een

coöperatief en een competitief domein. Het coöperatieve domein bepaalt gezamenlijke

functionaliteit waar dienstverleners hun propositie naar eindgebruikers op kunnen bouwen. Bij het

bepalen van de scope van het afsprakenstelsel is één van de dimensies het vaststellen van de

omvang van het coöperatieve domein. In hoofdstuk 5, bij de resultaten van de marktconsultatie, is

duidelijk geworden dat verschillende respondenten aangaven dat een afsprakenstelsel inderdaad

een basisfunctionaliteit moet omvatten, maar dat het daarnaast mogelijk moet zijn voor individuele

bedrijven om aanvullende functionaliteit te bieden als value added service. In de tweede fase zal

onder dienstverleners moeten worden bepaald wat deze basisfunctionaliteit is.

Dienstverleners besluiten over vorm van deelname

Dienstverleners in alle categorieën zullen in fase 2 moeten gaan bepalen of ze onderdeel van een

afsprakenstelsel willen worden of niet. Het is nadrukkelijk niet gezegd dat het voor alle vormen van

dienstverlening rondom elektronisch factureren noodzakelijk is om een plek in het stelsel te hebben.

Daarnaast zijn er verschillende modellen waarin partijen kunnen deelnemen. Hieronder worden ter

illustratie enkele mogelijke modellen genoemd:

- Deelname aan het stelsel

- Deelname in het stelsel met inschakeling ‘technology provider’

- Geen deelname aan het stelsel.

Voor alle drie deze vormen zijn argumenten te geven, net als dat er nog veel meer vormen zijn

waarop partijen een positie binnen of buiten het afsprakenstelsel kunnen invullen. Timing is hierbij

ook een overweging: deelname aan het proces tot een afsprakenstelsel garandeert zeggenschap,

maar kost ook inspanning.

In de eerste figuur neemt een partij deel aan het stelsel. Deze partij geeft aan zich aan de regels van

het afsprakenstelsel te houden, garandeert de functionaliteit zoals die onderling is afgesproken en

implementeert de vorm van informatie-uitwisseling zoals die in het stelsel is overeengekomen.

Overigens geldt dit voor deelnemers aan beide zijden van het stelsel en kunnen partijen er ook voor

kiezen om aan beide kanten deel te nemen.

Figuur 8 Partij is dienstverlener en neemt deel aan het afsprakenstelsel

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

Verzender Ontvanger

E-factureren dienstverlener

VERZENDER

Handelsrelatie

Afsprakenstelsel

Dienstverlener A

Page 36: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 36 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

In de tweede figuur (Figuur 9) kiest een dienstverlener ervoor deel te nemen aan het stelsel, maar

voor de technische realisatie gebruik te maken van een derde partij, een ‘enabler’ of ‘processor’. Op

deze manier is de dienstverlener in het stelsel gebonden aan alle afspraken, maar worden de

technische implicaties hiervan uitbesteed aan een andere partij. Dit is een gebruikelijke vorm in de

wereld van de betalingen, waar banken regelmatig gebruik maken van de diensten van technologie

providers om deel te nemen aan omvangrijke afsprakenstelsels die complexe technologie vereisen.

Figuur 9 Dienstverlener neemt deel aan afsprakenstelsel met technologie provider

Ten slotte wordt een derde variant gepresenteerd waarin een dienstverlener ervoor kiest geen

onderdeel uit te maken van het stelsel, maar zijn klanten wel het bereik biedt van het stelsel, door

aan te sluiten op een andere partij, die wel deel uitmaakt van het stelsel. Dit biedt partijen die niet

willen (of kunnen) voldoen aan de eisen die gesteld worden aan deelnemers, de mogelijkheid om wel

te profiteren van het bereik dat een 4-partijenmodel biedt. Voor het zgn. doorleveren van de

diensten zullen wel aanvullende eisen gelden. Deze variant wordt weergegeven in figuur 9.

Figuur 10 Dienstverlener maakt geen deel uit van het afsprakenstelsel

De drie varianten die hier worden gepresenteerd zijn niet uitputtend en ervaring uit andere sectoren

leert dat er oneindig veel varianten mogelijk zijn. Ze dienen slechts ter illustratie van het feit dat

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

Verzender

Dienstverlener A

E-factureren dienstverlener

VERZENDER

Afsprakenstelsel

E-factureren dienstverlenerONTVANGER

Handelsrelatie Ontvanger

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

Techinsche ‘enabler’

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

Verzender

Dienstverlener A

Afsprakenstelsel

E-factureren dienstverlenerONTVANGER

Handelsrelatie Ontvanger

Page 37: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 37 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

deelnemen of niet zwart-wit is. Overigens worden de mogelijkheden voor variatie wel bepaald door

ontwerpkeuzes binnen het stelsel (denk aan adressering). Voor de deelnemers die wel onderdeel zijn

van het stelsel geldt dat het bereik van partijen die geen onderdeel zijn zeer interessant kan zijn

richting hun klanten. Ook kan het zijn dat er (in specifieke sectoren) bestaande oplossingen zijn die

niet zullen worden opgegeven. Dan biedt aansluiting via een derde partij uitkomst. Voor het stelsel is

het goed om (op welke manier dan ook) zoveel mogelijk ‘end-points’ te ontsluiten. Het was immers

in de eerste plaats te doen om met één aansluiting op een dienstverlener, een zo groot mogelijk

bereik te realiseren. Verder is het zaak dat de wijze van aansluiten zo goed mogelijk past bij de

specifieke omstandigheden van de eindgebruiker (‘laagdrempelig’).

Ontwikkeling van een afsprakenstelsel: een delicaat proces

De bovenstaande onderwerpen zullen door de partijen die deelnemen aan fase 2 integraal onderdeel

uitmaken van hun afweging om wel of niet deel te nemen aan een eventuele fase 3. Het kan zijn dat

dienstverleners de voorwaarde stellen van een minimum functionaliteit voordat ze een dienst op

basis van het afsprakenstelsel van waarde vinden voor hun klanten. Het kan zijn dat banken minimale

eisen stellen aan de aard van andere deelnemende partijen voor ze meedoen met de ontwikkeling

van een stelsel. Voor software-leveranciers kan gelden dat een dienst op basis van het

afsprakenstelsel ten minste voor het merendeel van hun gebruikers direct toepasbaar moet zijn om

de investering te verantwoorden. Stuk voor stuk fictieve, maar denkbare en valide overwegingen op

één onderdeel die deelname kunnen maken of breken. Daarom is het van grote waarde dat er een

zorgvuldig proces wordt ontwikkeld waarin partijen individueel deze afweging kunnen maken,

voldoende voortgang wordt geboekt om geloofwaardig naar een doel te werken en buitenstaanders

het gevoel houden dat ze voldoende op de hoogte zijn van wat er besproken wordt om op een later

moment alsnog in te stappen. Op basis van de marktanalyse (hoofdstuk 4), ervaringen uit andere

sectoren (hoofdstuk 3) en de resultaten van de consultatie (hoofdstuk 5) kan in fase 2 zo’n proces

worden ontworpen. De volgende ingrediënten zijn hierin belangrijk.

Transparantie voorwaarde voor ontwikkeling afsprakenstelsel

Uit soortgelijke trajecten is bekend dat het

ontwerpen van een proces waarin concurrenten

gaan samenwerken aan een gezamenlijke basis

voor hun dienstverlening (een coöperatief

domein) complex is en dat er strikte

voorwaarden zijn om te waarborgen dat een

optimale uitkomst wordt bereikt. Een van de

belangrijkste voorwaarden is dat het proces naar

samenwerking transparant is voor zowel

deelnemers als externe stakeholders. Partijen

moeten vooraf duidelijk kunnen bepalen of ze

meedoen of niet. Wanneer ze meedoen, moet

duidelijk zijn waaraan ze beginnen, wanneer ze

niet mee doen moet duidelijk zijn wanneer ze

Figuur 11 Een transparant proces: voorwaarde voor ontwikkeling

van een afsprakenstelsel

Page 38: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 38 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

alsnog kunnen instappen. Verder moet het voor partijen die ervoor kiezen niet (direct) mee te doen,

mogelijk zijn later in te stappen en op de hoogte te blijven van ontwikkelingen.

Bepaal van tevoren wat de scope is van een afsprakenstelsel

Om partijen de gelegenheid te geven om te bepalen of ze mee willen doen of niet en om voor de

buitenwereld overzichtelijk te houden waarover gesproken wordt, dient vooraf de scope te worden

bepaald. Ook moet worden afgesproken volgens welke regels er in de volgende fase gaat worden

gewerkt. Wie doen er mee, hoe kunnen partijen aanhaken en hoe worden beslissingen genomen.

Ook moet er commitment worden gegeven voor een actieve bijdrage aan het resultaat. Het ter

beschikking stellen van expertise en capaciteit voor de ontwikkeling van het afsprakenstelsel is hier

een onderdeel van.

Vooruitblik: fase 3

Wanneer in fase2 een scope is bepaald en er een groep partijen is die mee doet aan de ontwikkeling

zal in fase 3 de inhoud van het afsprakenstelsel moeten worden bepaald. Belangrijk hierin zijn:

- Itereren

- Plannen (proces moet vaart houden)

- Beslisstructuur

- Projectbesturing

- Projectfinanciering

- Proof of Concept

- Implementatie

Figuur 12 Fase 2: bepalen scope

Page 39: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 39 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Figuur 13 fase 3: het ontwerpen van een afsprakenstelsel

De laatste figuur geeft het proces van fase 3 weer. Duidelijk is te zien dat er een groot veschil is

tussen primaire stakeholders, zij die onderdeel van de samenwerking zijn, en secundaire

stakeholders ‘buiten’. De invloed van deze partijen is echter niet te onderschatten.

Page 40: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 40 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

BIJLAGE 2: (Internationale) initiatieven

1. Europese Comissie

De Europese Commissie is een initiatief gestart om de barrières weg te nemen voor een ‘digitale

eengemaakte markt’. Onderdeel hiervan is het streven naar massaal gebruik van elektronisch

factureren in Europa. Daarin wordt gestreefd naar het wegnemen van belemmeringen op wetgeving-

of technisch gebied, en wordt met name gericht op het verhogen van adoptie onder het MKB

segment in Europa.

Als onderdeel van dit initiatief heeft de Commissie de Expert Group on E-invoicing in het leven

geroepen, belast met het onderzoeken van de barrières op het gebied van elektronisch factureren.

De aanbevelingen van de Expert Group zijn samengevat in het document ‘Final Report Of The Expert

Group on E-invoicing’.

Een van de aanbevelingen, door de Commissie overgenomen, is het oprichten van het Europese

Multi-stakeholder Forum, dat inmiddels heeft plaatsgevonden.

Daarnaast doet de Commissie aanbevelingen om te komen tot een interoperabel eco-systeem van e-

facturatie dienstverleners op basis van onder andere een semantische standaard voor e-facturatie.

Dit semantische data model is de UN/CEFACT Cross Industry Invoice (CII). Om de CII geschikt te

maken voor gebruik door SME’s is een model gedefinieerd met die data elementen die relevant zijn

voor het grootste deel van de SME markt (CII core invoice). Het schrijven van guidelines voor

implementatie van deze core invoice dient te gebeuren door het Europese standaardisatie instituut

CEN (zie bijlage 2). De 3 meest gebruikte standaarden in Europa (UBL, ISO20022, UN-CEFACT CII)

beogen het UN/CEFACT CII data model te respecteren, waardoor het voor het bedrijfsleven relatief

eenvoudig wordt gebruik te maken van één van deze standaarden.

Naast technische standaarden onderkent de EC het belang van afspraken die gemaakt dienen te

worden tussen e-facturatie dienstverleners in een interoperabel eco-systeem. Daartoe heeft de

commissie onder andere een ‘code of practice’ opgesteld waarin best practices zijn opgenomen ten

aanzien van interoperabiliteit tussen dienstverleners.

2. European E-invoicing Service Provider Association (EESPA)

De EESPA is een Europese vereniging van e-facturatie dienstverleners. De vereniging heeft tot doel

de industriebelangen van e-facturatie dienstverleners te vertegenwoordigen in de relevante fora

(waaronder het Europese Multi-stakeholder Forum).

Daarnaast heeft de EESPA zich tot doel gesteld om interoperabiliteit tussen dienstverleners mogelijk

te maken. Hiervoor baseert de EESPA zich op het CEN Model Interoperability Agreement, waarin

zaken zijn vastgelegd die geregeld dienen te worden tussen dienstverleners die facturen met elkaar

willen uitwisselen. Deze zaken zijn: standaard voor het uitwisselen van een factuur, keuze voor

technisch communicatieprotocol, en gedragsregels / procedures.

Page 41: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 41 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Het model dat de EESPA nastreeft is een bilateraal model, waarbij dienstverleners bilateraal

afspraken maken op basis van een model overeenkomst. Er is dus geen sprake van een

afsprakenstelsel waarin dienstverleners een contractuele relatie aangaat met de beheerder van een

afsprakenstelsel, waarna de dienstverlener verplichtingen heeft ten opzichte van de overige

participerende dienstverleners.

3. UN/CEFACT

UN/CEFACT is opgericht om de wereldwijde handel te stroomlijnen. Als onderdeel hiervan zijn er een

aantal activiteiten ontplooid binnen UN/CEFACT rondom de standaardisatie van handelsdocumenten

in een XML standaard. Vanuit standaardisatie oogpunt zijn de meest relevante initiatieven de

International Trade en Business process group (TBG). Als onderdeel hiervan heeft UN/CEFACT ook

een Cross Industry Invoice standaard opgesteld (CII). De CII maakt binnen UN/CEFACT onderdeel uit

van een grotere set van handelsdocumenten.

In 2010 heeft UN/CEFACT versie 2 van de CII beschikbaar gesteld aan de industrie. Er wordt gestreefd

naar verdere samenwerking en harmonisatie van de UN/CEFACT CII, ISO20022 en OASIS UBL

standaarden voor e-facturen.

4. PEPPOL

Het Pan-European Public Procurement Online (PEPPOL) initiatief is begonnen als een initiatief dat

elektronische interactie met de publieke sector mogelijk moet maken. PEPPOL’s visie is om handel

mogelijk te maken tussen bedrijven en Europese overheden.

PEPPOL heeft zich ontwikkeld tot een interoperabiliteitsframework tussen e-facturatie

dienstverleners (binnen PEPPOL ‘accesspoint’ genoemd) en overheden. Als zodanig is PEPPOL een

decentrale infrastructuur voor de uitwisseling van handelsdocumenten. Als standaard voor de

uitwisseling van facturen maakt PEPPOL gebruik van UBL 2.0 en CEN/BII. PEPPOL is een ‘meta-

scheme’ dat overkoepelend is aan diverse lokale afsprakenstelsels. Binnen deze stelsels interacteren

partijen volgens de eigen regels (die wel voldoen aan bepaalde eisen die PEPPOL overkoepeld stelt.

Er is een adresseringsmethodiek afgesproken en er bestaat op centraal niveau een ‘directory’ (deze

dienst wordt binnen PEPPOL ‘Service Metadata Locator’, SML genoemd) waarmee partijen elkaar

buiten hun locale community kunnen vinden.

Hoewel PEPPOL oorspronkelijk bedoeld is voor communicatie tussen bedrijfsleven en overheden, kan

PEPPOL ook ingezet worden voor communicatie tussen bedrijven onderling. Vandaag wordt PEPPOL

ook voor deze toepassing ingezet.

Verschillende e-facturatie dienstverleners in Europa acteren als access point in het PEPPOL netwerk,

en verzorgen zo toegang tot het PEPPOL netwerk voor hun klanten.

Page 42: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 42 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

5. VeR

De Verband elektronische Rechnung (VeR) is een initiatief van Duitse e-facturatie dienstverleners en

is gericht op het faciliteren van onderlinge interoperabiliteit. Daarvoor gebruikt de VeR model

overeenkomsten die als basis dienen voor bilaterale interoperabiliteitsovereenkomsten

(vergelijkbaar met wat EESPA beoogt) tussen e-facturatie dienstverleners, binnen de kaders van de

Duitse e-facturatie wetgeving.

Daarnaast behartigt de VeR de belangen van zijn leden in verschillende fora. VeR heeft een actieve

rol in CEN workshops.

Op dit moment heeft VeR rond de 90 participerende dienstverleners. Het is niet bekend of deze

dienstverleners ook allemaal onderling interoperabel zijn.

6. HubAlliance

HubAlliance is net als VeR een initiatief om interoperabiliteit tussen e-facturatie dienstverleners te

faciliteren. Ook HubAlliance is gebaseerd op bilaterale afspraken tussen dienstverleners. HubAlliance

focust daarbij niet alleen op de invoice, maar ook op andere handelsdocumenten, zoals de

inkooporders en de leveringsnotificaties.

Op dit moment heeft HubAlliance 14 participerende dienstverleners.

7. OASIS UBL

OASIS (Organization for the Advancement of Structured Information Standards) is een non-profit

internationaal consortium voor de promotie en ontwikkeling van e-business standaarden voor de

uitwisseling van berichten tussen organisaties.

UBL is de standaard die wordt ontwikkeld door OASIS voor de definitie van verschillende business

documenten, Op dit moment is OASIS UBL 2.1 in ontwikkeling, waarin naast facturen ook

documenten voor e-tendering, e-procurement en andere e-documenten zijn opgenomen.

OASIS UBL is ontstaan vanuit UN/CEFACT Cross Industry Invoice. Op dit moment wordt gewerkt aan

harmonisatie tussen UBL en UN/CEFACT.

UBL is een veelgebruikte standaard voor de uitwisseling van facturen.

8. SWIFT

Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT) is een organisatie die de

infrastructuur beheert voor interbancaire berichtenuitwisseling. SWIFT wordt door banken gebruikt

om onder andere interbancaire betaalinstructies uit te wisselen.

In 2011 is SWIFT gestart met het aanbieden van interoperabiliteit tussen e-facturatie dienstverleners

met gebruikmaking van het SWIFT netwerk. De dienstverleners bepalen daarbij zelf het formaat van

de uit te wisselen factuur.

Page 43: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 43 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

SWIFT biedt een centrale, beveiligde infrastructuur die benaderbaar is voor participerende

dienstverleners in een gesloten, gecontroleerde omgeving, via speciaal daarvoor aangewezen

partners (toegangspunten).

9. EBA Association

Euro Banking Association is een pan-Europese denktank voor de financiële industrie in Europa.

In de periode 2008-2011 heeft EBA onderzoek gedaan naar welke rol banken kunnen spelen in het

faciliteren van een infrastructuur tussen banken en niet-bancaire dienstverleners. De rationale achter

dit initiatief was het ontsluiten van het MKB-segment voor elektronische facturen, omdat het MKB-

segment vaak goed toegankelijk is via online bankieromgevingen die banken hebben.

Het werk heeft geresulteerd in een aantal aanbevelingen voor het inrichten van interoperabiliteit

tussen banken en dienstverleners in een framework voor samenwerking tussen banken en e-

facturatie dienstverleners. Dit bestaat voornamelijk uit afspraken over een technische infrastructuur,

de keuze voor een standaard voor de factuur en zaken die geregeld dienen te worden in een

interoperabiliteitsovereenkomst.

Het resultaat van dit werk is gepubliceerd in een White Paper en beschikbaar gesteld aan de

industrie.

10. Finvoice

Finvoice is de standaard voor het elektronisch presenteren van facturen in de internet bankieren

omgeving van banken in Finland. De Finvoice standaard wordt beheerd door de Finse federatie van

financiële dienstverleners (FFFS) en is geschikt in een B2C en B2B omgeving.

De standaard voor e-facturen binnen Finvoice is gebaseerd op de UBL standaard. Interoperabiliteit is

gebaseerd op bilaterale overeenkomsten tussen dienstverleners.

11. Zoomit

Zoomit is de Belgische oplossing voor het presenteren van elektronische documenten in de internet

bankieren omgeving van de consument of MKB. Zoomit maakt gebruik van een centraal platform,

waar alle factuurgegevens worden bewaard en beschikbaar gesteld in de internet bankieren

omgeving. Zoomit wordt beheerd door Isabel, het Belgische interbancaire netwerk voor de

uitwisseling van berichten tussen banken en corporates.

Zoomit is gebaseerd op de Finvoice standaard, en daarmee op de UBL standaard voor de

elektronische factuur. Naast facturen, ondersteunt Zoomit ook de presentatie van andere financiële

documenten, zoals salarisspecificaties en incassonotificaties.

Page 44: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 44 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

12. FiNBOX

FiNBOX is de Nederlandse oplossing voor het presenteren van elektronische documenten in de

internet bankieren omgeving van consumenten, en is daarmee vergelijkbaar met Finvoice en Zoomit.

Ook FiNBOX maakt het mogelijk facturen en andere financiële documenten (zoals incassonotificaties

en salarisstroken) te presenteren in de internetbankierenomgeving van consumenten.

FiNBOX maakt gebruik van een zelf gedefinieerde standaard voor de uitwisseling van de

factuurgegevens. Een verzender van facturen maakt gebruik van een dienstverlener (Billing Service

Provider, BSP) om factuurinformatie te versturen naar banken (feitelijk krijgt de bank alleen een

factuursamenvatting en is de echte factuur opvraagbaar voor de consument bij de BSP).

Binnen FiNBOX worden afspraken over interoperabiliteit tussen partijen (banken en billing service

providers) bilateraal gemaakt.

13. ISO

ISO (International Organization for Standardization) is een wereldwijde organisatie voor het

ontwikkelen en beheren van standaarden. ISO is een netwerk waarin verschillende standaardisatie

initiatieven zijn vertegenwoordigd.

Een van de standaardisatie initiatieven binnen ISO is de ISO20022 standaard, een set van

standaarden die gebruikt wordt door de financiële industrie (banken en andere financiële

instellingen). SWIFT speelt een grote rol bij het ontwikkelen van de ISO20022 standaarden.

Onderdeel van de ISO20022 standaarden is de Financial Invoice: een standaard voor het uitwisselen

van facturen, die aansluit bij de definities die de financiële industrie reeds gebruikt, bijvoorbeeld in

het betalingsverkeer. De Financial Invoice is in lijn met de UN/CEFACT CII (versie 2) semantische

model, en is daarom volledig in lijn met het werk dat in het UN/CEFACT CII initiatief is gedaan,

waarbij de Financial Invoice aansluit bij de definities die gangbaar zijn in de financiële industrie.

14. CEN

CEN (European Committee for Standardisation) is een Europese non-profit organisatie die zich

bezighoudt met de ontwikkeling van Europese standaarden en zgn ‘Workshop agreements’. CEN

bestaat uit nationale standaardisatie initiatieven van 31 Europese landen.

CEN Workshop Agreements (CWA) zijn best-practices die tot stand zijn gekomen door open

workshops die door CEN worden georganiseerd. CEN heeft een aantal workshops gerelateerd aan e-

invoicing. Een aantal belangrijke workshops zijn:

- Richtlijnen voor een CEN Model Interoperabilieitsovereenkomst: Hierin is beschreven welke

zaken bilateraal overeengekomen dienen te worden tussen e-facturatie dienstverleners

wanneer deze dienstverleners facturen uitwisselen namens handelspartners (Dit is onderdeel

van een grotere CWA 16050).

Page 45: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 45 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

- E-invoicing compliance guidelines: een set aanbevelingen voor het uitwisselen van facturen

tussen ingezetenen in verschillende landen ( CWA 16047 & 16048).

- Handleiding voor de implementatie van de UN/CEFACT CII core invoice (CWA 16356)

15. NemHandel

NemHandel is de Deense standaard voor het beveiligd uitwisselen van facturen tussen bedrijven in

Denemarken en de Deense overheid. NemHandel wordt beheerd door het Deense ‘Agency for

Digitisation’, onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Financien. In Denemarken is het

sinds 2006 verplicht voor bedrijven hun facturen elektronisch aan te leveren aan de overheid.

NemHandel is hiervoor het gebruikte infrastructuur. NemHandel is opgezet met de requirements van

het MKB segment in gedachten.

NemHandel is gebaseerd op open standaarden, en maakt gebruik van het Internet als

uitwisselkanaal. De addresserings problematiek is in Nemhandel opgelost door een register van

partijen die meedoen in het NemHandel netwerk, die partijen in staat stelt om andere NemHandel

partijen te vinden, en daarmee te communiceren. Daarnaast stelt NemHandel software

componenten beschikbaar voor integratie van NemHandel met bestaande ERP software.

De NemHandel infrastructuur kan ook gebruikt worden door bedrijven om onderling facturen uit te

wisselen.

Page 46: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 46 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

BIJLAGE 3: Organisatiemodellen

De 4e onderzoeksvraag van dit onderzoek richt zich op de vraag hoe een vier partijenmodel eruit zou

kunnen zien en wat daarvoor nodig is. In deze bijlage worden de verschillende modellen

gepresenteerd en worden karakteristieken van e-factureren op deze mogelijke organisatiemodellen

gepast.

E-factureren is een tweezijdige markt

Elektronisch factureren heeft kenmerken van een tweezijdige markt. In een tweezijdige markt zijn er

twee gebruikersgroepen met verschillende behoeftes, die interactie met elkaar aangaan. Vaak

worden ze hierbij bediend door een derde partij.

Voorbeeld: Het laden van elektrische auto’s

Elektrische auto’s staan volop in de belangstelling. Hierbij gaat het vaak over de voorwaarde, dat

gebruikers de auto ook op moeten kunnen laden. Hiervoor hebben de auto’s een stekker en bieden

exploitanten (veelal gemeenten) laadinfrastructuur aan.

De gebruiker stelt eisen aan de stekker (klein, licht, eenvoudig te gebruiken), terwijl de exploitant

eisen stelt aan de laadinfrastructuur (kostenefficiënt, duurzaam, passend in het straatbeeld).

Een ander belangrijk kenmerk van de stekkers en de laadinfrastructuur is dat dat er sprake is van

netwerkeffecten: hoe meer auto’s er rondrijden met een stekker, hoe interessanter het is om

laadinfrastructuur te ontwikkelen. Andersom is een elektrische auto interessanter naarmate er meer

plaatsen zijn om deze op te laden.

In het geval van e-factureren zijn er twee gebruikersgroepen de verzender en de ontvangers. Een

model moet erop gericht moeten zijn de eisen van beide gebruikersgroepen optimaal in te vullen.

Huidig gebruik e-factureren

Op dit moment is elektronisch factureren vooral gedreven voor de grotere bedrijven en organisaties

(Zie ook figuur 13). Voor het bereiken van kritische massa is het belangrijk dat ook het MKB

elektronisch factureren gaat verzenden en ontvangen.

Vaak is het zo dat een grote verzender of ontvanger het initiatief neemt en zijn leveranciers of

klanten vraagt, danwel dwingt, hierin mee te gaan. De voordelen van e-factureren zijn in zo’n situatie

niet gelijk verdeeld en het is zelfs mogelijk dat leveranciers of klanten op verschillende e-factureren

dienstverleners moeten aansluiten. Dit zorgt voor extra kosten aan de kant van deze leveranciers en

ontvangers.

Page 47: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 47 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Figuur 14 bron: ‘Gepast betalen - De diffusie van eFactureren in Nederland’, UTwente, 2010

De onderstaande figuur toont dat het overgrote deel van de bedrijven in Nederland relatief klein is

(8% van de bedrijven heeft meer dan 10 medewerkers, 0,8% heeft er meer dan 100). Voor massaal

gebruik wordt er in dit onderzoek dan ook van uitgegaan dat het ook voor bedrijven die relatief

weinig facturen verzenden of ontvangen (minder dan 1200 per jaar), de moeite waard moet zijn om

op e-factureren over te stappen.

Figuur 15 bron: CBS, 2012

Mogelijke modellen

Voor dienstverlening in een tweezijdige markt zijn diverse modellen voorhanden. Achtereenvolgens

worden beschreven:

1. Het bilaterale model

2. Het platformmodel

3. Het vier partijenmodel

4. Varianten

Page 48: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 48 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Het bilaterale model In het bilaterale model gebruikt geen van beide handelende partijen een dienstverlener. Zij handelen

hun zaken 1-op-1 af.

In deze situatie zullen verzenders en ontvangers met elkaar afspraken moeten maken over hoe zij

berichten willen versturen en ontvangen.

Platformmodel Bij veel netwerkdiensten is het bilaterale model niet vol te houden. Vanwege schaalvoordelen,

logistieke overwegingen of vanwege de wens van de handelende partijen om zich met hun kerntaak

bezig te houden, wordt er dan voor gekozen om met een dienstverlener te gaan werken. Dit kan een

gezamenlijke beslissing zijn, of een eenzijdige, wanneer één van de twee handelende partijen ervoor

kiest met een dienstverlener te gaan werken.

Vaak is het zo dat de beslissing om met een dienstverlener te gaan werken wordt genomen aan de

kant van de grootste factuurstroom. Dit kan zijn bij een grote verzender of een grote ontvanger. Er is

dan ook onderscheid te maken tussen dienstverleners die zich hoofdzakelijk richten op verzenders en

ontvangers.

In het geval dat één van beide partijen kiest voor een dienstverlener, zal deze partij vaak ook de

condities bepalen waaronder in het vervolg facturen worden uitgewisseld.

Verzender Ontvanger

Handels relatie

Bilateraal model

factuurstroom

Verzender OntvangerHandels relatie

Platformmodel

Dienstverlener

factuurstroom

Figuur 17 Platformmodel

Figuur 16 Bilateraal model

Page 49: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 49 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Een belangrijk aspect in het platformmodel is dat beide partijen met dezelfde dienstverlener moeten

werken om het model te doen slagen. Het is te voorzien dat er een moment komt, waarop twee

partijen met een verschillende dienstverlener werken. Dit levert in het platformmodel een uitdaging

op.

De praktijk leert dat er vaak voor een pragmatische oplossing wordt gekozen.

Wel blijft het zo dat dienstverleners in het platformmodel zich met hun propositie doorgaans richten

op één kant van de markt - verzenden of ontvangen – terwijl beide kanten vragen om een ander

soort dienst.

Vier partijenmodel Een oplossing voor de uitdaging die in het platformmodel ontstaat, is het 4-partijenmodel. In dit

model hebben beide kanten van het netwerk een eigen dienstverlener.

Het vier partijenmodel voorziet in een oplossing voor het ‘many-to-many’ vraagstuk: beide partijen

kunnen kiezen voor een dienstverlener en hoeven slechts zaken te doen met deze dienstverlener.

Het is de taak van deze dienstverlener om ervoor te zorgen dat hij contact heeft met de

dienstverleners ‘aan de overkant’. Op deze manier kan iedereen bereikt worden.

Figuur 18 4-partijenmodel

E-faktureren dienstverlener ONTVANGER

E-faktureren dienstverlener ONTVANGER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

Verzender Ontvanger

E-factureren dienstverlener

VERZENDER

E-factureren dienstverlener ONTVANGER

handelsrelatie

Relatie

Relatie

Relatie

Afsprakenstelsel

Vier partijen model

Page 50: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 50 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

Varianten Er zijn in verschillende markten allerlei voorbeelden te noemen van varianten op drie- en vier

partijenmodellen. Zo is het mogelijk dat verschillende drie partijenmodellen interoperabiliteit

afspreken en hun netwerken openstelen voor elkaars gebruikers. Ook is het mogelijk dat twee vier

partijenmodellen met een verschillende (geografische) scope, delen van hun dienstverlening

afstemmen of via een hub communiceren.

Figuur 19 Communicatie tussen twee netwerken via hub

E-faktureren dienstverlener ONTVANGER

E-faktureren dienstverlener ONTVANGER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

Verzender Ontvanger

E-factureren dienstverlener

VERZENDER

E-factureren dienstverlener ONTVANGER

Handelsrelatie

E-faktureren dienstverlener ONTVANGER

E-faktureren dienstverlener ONTVANGER

E-faktureren dienstverlener

VERZENDER

Verzender Ontvanger

E-factureren dienstverlener

VERZENDER

E-factureren dienstverlener ONTVANGER

Handelsrelatie

Handelsrelatie

Hub

Hub

Page 51: Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie · overstappen naar elektronisch factureren, is een ander belangrijk knelpunt. Communicatie over de (on)mogelijkheden zou veel onduidelijkheid

Samenwerken naar groter gebruik van e-facturatie 51 van 51

Copyright © Innopay 22-6-2012 Versie: 1.0

BIJLAGE 4: Interviews

Voor het onderdeel ‘marktconsultatie’ zijn 18 interviews afgenomen onder vertegenwoordigers van

belangrijke spelers in de markt voor elektronisch factureren. De interviews zijn gecategoriseerd naar

4 groepen van partijen: e-factureren dienstverleners, banken, software-leveranciers en overige. De

lijst met geïnterviewden is als volgt:

E-factureren dienstverleners

PostNL - Martijn Stekelenburg

Tieto - Michael Dietvorst

Bluem - Rieko Kester

Tradeshift - Michael Swarte, Mikkel Hippe Brun

Anachron - Marco Eeman

Z-Solutions - Lex van Lent

Banken

Rabobank - John Holsberg (ea)

ING - Herco le Fevre

Software-leveranciers

Account View - Hildo Blom

Unit 4 - Kuno Klumpers

Exact - Henk van Dijk

AFAS - Henk van der Schuur

SAP - Rikus Voerman, Joost van den Heuvel

Centric - Fred Reichart

Twinfield - Henk van Erp

Overige

RBS - Peter Potgieser

Digipoort - Menno van Drunen

Randstad - Ellen van Eck

De lijst is opgesteld door de opdrachtgever en aangevuld met partijen waarvan andere respondenten

aangaven dat ze relevant zijn of die zich spontaan aanmeldden. Er is geïnterviewd op basis van een

consultatiedocument dat vooraf is toegezonden. Interviews zijn afgenomen in gesprekken of

telefonisch. Ook is de repondenten de mogelijkheid gegeven schriftelijk op het consultatiedocument

te reageren.