Samenwerken in de keten - Rietbroek · Samenwerken in de keten Conclusies die uit de resultaten...
Transcript of Samenwerken in de keten - Rietbroek · Samenwerken in de keten Conclusies die uit de resultaten...
14 OSBMAGAZINE oktober 2014
Samenwerken in de keten
Conclusies die uit de resultaten getrokken kunnen worden zijn:Er wordt veel samengewerkt met andere bedrij-
ven: slechts 17% van de respondenten besteedt
geen werk uit. De rest besteedt voornamelijk
specialistisch werk uit. Vooral glasbewassing
wordt uitbesteed (door 46,6% van de respon-
denten). Meer dan de helft van de respondenten
(55%) werkt ook zelf als onderaannemer; 45%
werkt zelf niet in onderaanneming.
Er is ook gevraagd naar welke zaken een rol
spelen bij de keuze van een samenwerkingpart-
ner. Bijna alle respondenten vinden het belang-
rijk of zelfs een harde eis, dat de samenwer-
kingspartner zich houdt aan de CAO (98%) en de
arboregels (96,5%)!
Ook de Code Verantwoordelijk Marktgedrag vindt
men belangrijk. Bijna 80% van de respondenten
vindt het belangrijk dat de samenwerkingspart-
ner de Code heeft onderschreven.
Iets minder belangrijk vindt men het, dat de
samenwerkingspartner beschikt over de NEN
4400: 59% vindt dit belangrijk en 19% vindt dit
een harde eis.
53,3% van de respondenten vindt het belang-
rijk dat het bedrijf waarmee men samenwerkt
beschikt over het OSB-Keurmerk, terwijl slechts
5,2% dit als harde eis hanteert. 20% vindt het
geen voorwaarde of niet belangrijk dat de part-
ner het OSB-Keurmerk heeft en 20% staat hier
neutraal tegenover.
Opvallend Dat men de verschillende onderdelen waar-
uit het OSB-Keurmerk is opgebouwd belangrijk
vindt bij de keuze van een partner, maar dat men
het OSB-Keurmerk zelf in veel mindere mate als
voorwaarde voor samenwerking stelt. Als we
willen dat opdrachtgevers kiezen voor schoon-
maakbedrijven met het OSB-Keurmerk, valt hier
intern nog een wereld te winnen!
Naar dit laatste is ook expliciet gevraagd: ‘Het
OSB-Keurmerk staat voor kwaliteit en betrouw-
baarheid. Ik voldoe aan de keurmerkeisen en
verwacht van mijn onderaannemers dat zij aan
dezelfde eisen voldoen.’ 15,5% is het eens met
deze stelling en doet daarom alleen zaken met
OSB-leden; 46,6% is het eens met de stelling en
controleert zelf zijn onderaannemers hierop.
12% is het niet eens met deze stelling!
Opvallend is ook dat 30% van de repondenten
zich er niet van bewust is dat zij - als ze met
onderaannemers werken - in de zelfverklaring
bij de Code ook moeten beschrijven hoe zij invul-
ling geven aan hun rol als opdrachtgever.
Reactie op stellingenDoor deze opvallende resultaten hebben we een
aantal (grote en MKB) bedrijven hebben gevraagd
om te reageren op de volgende stellingen:
Stelling 1 ‘Als we het OSB-Keurmerk met zijn allen serieus nemen werken we alleen samen met OSB-Keurmerk bedrijven.’
Peter Rietbroek (Rietbroek): ‘Wij zijn het hart-
grondig met deze stelling eens. Het kan het aantal
Keurmerkhouders aanzienlijk doen toenemen en dit
vergroot het draagvlak. Daarnaast zijn wij in de
veronderstelling, dat het OSB-Keurmerk leidt tot een
betere bedrijfsvoering. Dit leidt tot een toename van
het aantal kwalitatieve bedrijven en levert een bij-
drage aan het imago van onze branche. ‘
Veel OSB-leden werken met onderaannemers of werken zelf als onderaannemer voor
een ander schoonmaakbedrijf. OSB heeft alle leden een aantal vragen gesteld over sa-
menwerking in de keten. Er hebben 58 leden geantwoord.
Peter Rietbroek (Rietbroek)
15
Astrid en Luis Trenidad (Clean Trend B.V.): ‘Toe-
vallig zijn wij van de week benaderd door een schoon-
maakbedrijf om een klus voor hen te verzorgen. Toen
hij ons benaderde en ik niet wist welk schoonmaak-
bedrijf het was, had ik wel meteen de vraag of zij het
OSB-Keurmerk hebben, wat ons in eerste instantie
meteen meer vertrouwen geeft. Op bovenstaande stel-
ling antwoorden we dus volmondig: JA.’
Peter van Montfort (Vebego): ´Zoals meestal het
geval is met stellingen (anders zijn ze niet prikkelend
en onderscheidend genoeg) ontbreekt er de nodige
nuance die ik erin wil brengen.
Ten eerste moeten we, waar wij werken met onder-
aannemers (of samenwerkingspartners), het onder-
scheid maken tussen schoonmaak en glasbewassing
enerzijds en overige onderaannemers anderzijds.
• Daar waar het gaat om onderaannemers anders
dan voor schoonmaak- en glasbewassing (zoals tech-
nisch onderhoud, ongediertebestrijding etc.) kunnen
we niet met OSB-leden werken. Wij kennen het onder-
zoek waarnaar gerefereerd wordt niet en weten der-
halve niet hoe de vraagstelling is geweest t.a.v. onder-
aannemers maar begrijpen de antwoorden (score van
de respondenten) als de vraagstelling algemeen is
geweest over onderaannemers en niet specifiek voor
schoonmaakwerkzaamheden.
• Daar waar het gaat om onderaannemers voor
schoonmaak- en glasbewassing zouden we het in
principe eens kunnen zijn met de stelling. Echter,
voor met name relatief kleine onderaannemers
met 2 of 3 personeelsleden is het behalen van het
Keurmerk en het OSB lidmaatschap een financieel
te grote belasting. Het is zeker niet zo dat deze klei-
nere onderaannemers niet aan voorwaarden willen
voldoen. Zo voldoen ze aan de WKA vereisten,
beschikken deze over de NEN-4400-1 en (waar rele-
vant) VCA certificering etc. Wellicht dat een beperkt
lidmaatschap met een ‘OSB instaptarief’ voor kleine
bedrijven uit deze categorie een oplossing kan
bieden.’
Robert Plouvier (Meeuwenplaat): ‘Het antwoord is
niet heel eenvoudig en eenduidig te geven. In principe
is dit natuurlijk een goed uitgangspunt, maar wellicht
lukt dit alleen in een ideale wereld. Wij moeten vast-
stellen dat sommige bedrijven waaraan wij opdrach-
ten verstrekken keurig werken en een prima dienst-
verlening bieden, terwijl zij het OSB-Keurmerk niet
voeren. Zo werken wij samen met een klein glazen-
wassersbedrijf met 7 werknemers. Dit bedrijf biedt
goede kwaliteit en is al decennia lang een betrouw-
bare subcontractor van ons. Het optuigen van een OSB
lidmaatschap voert voor dit bedrijf echter te ver, zowel
in financieel als in praktisch opzicht. Zouden wij deze
stelling gestand willen doen, zou dit betekenen dat
we van deze toeleverancier afscheid zouden moeten
nemen. Dit is niet wenselijk. Derhalve sluit ik mij niet
aan bij deze stelling, ondanks dat ik het spannings-
veld zie met de wens van alle OSB-leden (waaronder
wij zelf) dat (potentiële) opdrachtgevers uitsluitend
kiezen voor OSB-leden. In dit licht spreek ik de over-
tuiging uit dat wij als OSB lid prima in staat zijn om
te evalueren of een bedrijf dat het keurmerk niet heeft
voldoet aan onze kwaliteitsstandaard.’
Dennis Kentrop (ISS): ‘De stelling is juist. ISS werkt
echter ook met andere toeleveranciers die niet binnen
de schoonmaakbranche vallen, vandaar dat wij bij de
beroepsbekwaamheid vragen om certificaten en lid-
maatschap van een beroepsorganisatie!’
Robert Pepelnar (Schoonmaakbedrijf Heuvel-man B.V.): ‘Mee eens, echter er dienen dan ook haal-
bare mogelijkheden te komen voor deze groep zoge-
naamde onderaannemers. Ik denk hierbij vooral aan
de kostenpost/financiën voor deze groep onderaanne-
mers, tevens denk ik dat het een taak van OSB en haar
leden is om (wellicht gezamenlijk) er weer zorg voor
te dragen dat de (veelal kleinere) onderaannemers ook
het belang van het Keurmerk gaan inzien. Dit levert
niet alleen nieuwe Keurmerkleden op, dus ook OSB
Astrid en Luis Trenidad (Clean Trend B.V.)
Peter van Montfort (Vebego)
16 OSBMAGAZINE oktober 2014
leden. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan gezamenlijk
(hoofdaannemer en onderaannemer) op te laten gaan
voor het OSB-Keurmerk, waarbij vooral het aspect
kosten en administratie naar verhouding kunnen
worden geregeld.’
Stelling 2‘Geef je bewust in de zelfverklaring invulling aan je rol als opdrachtgever als je werkt met onderaannemers?’
Peter Rietbroek (Rietbroek): ‘Eveneens hartgron-
dig eens en sluit aan bij het antwoord bij de vorige
stelling. Maak je beleid met betrekking tot je inkoop
transparant en lever op deze manier een bijdrage aan
het draagvlak voor het OSB-Keurmerk. Met name de
grote schoonmaakbedrijven kunnen een zeer krach-
tig signaal af geven als zij hun onderaannemers ver-
plichten het keurmerk te halen.’
Astrid en Luis Trenidad (Clean Trend B.V.): ‘In
onze zelfverklaring hebben wij geen regel opgeno-
men over onderaanneming omdat wij (nog) niet via
onderaanneming werken en dit ook niet onze voor-
keur heeft.‘
Peter van Montfort (Vebego): ‘In de zelfverklaring
nemen onze bedrijven niet allen standaard iets op
over onderaannemers. Dit zouden we uiteraard wel
kunnen gaan doen. Als we brede aandacht hiervoor
willen zal dit meegenomen kunnen worden naar de
codecommissie. In de commissie is afgesproken dat
deze jaarlijks één of meerdere speerpunten kiezen en
dit zou er één kunnen zijn.
Tenslotte rest mij aan te geven dat wij onderaan-
nemers behandelen op dezelfde wijze als wij ook
behandeld willen worden. Dus: snelle en correcte
betaling, prijsverhoging doorgeven die wij ook ont-
vangen (speelt m.n. bij glasbewassing) en een fat-
soenlijk tarief etc.’
Robert Plouvier (Meeuwenplaat): ‘Tot op heden
niet gedaan, maar wij kunnen hier eenvoudig invul-
ling aan geven.’
Dennis Kentrop (ISS): ‘ISS werkt met een groep
onderaannemers die zij in de loop der jaren heeft
opgebouwd en die jaarlijks worden getoetst.
In de basis wil ISS de dienstverlening aan haar klan-
ten zelf uitvoeren, maar er zijn combinaties van spe-
cialismen en geografische ligging die wij niet opti-
maal kunnen leveren.
Als er tot uitbesteding wordt overgegaan dan wordt
voor een nieuwe onderaannemer op basis van de
volgende criteria de toetsing gedaan: beroeps-
bekwaamheid, KvK, vergunning, certificaten, lid
beroepsorganisatie, MVO criteria, financiële en eco-
nomische geschiktheid, jaarverslagen, NEN 4400,
omzetcijfers (niet meer dan 25% van de omzet bij
ISS), geschiktheid, technische bekwaamheid, techni-
sche uitrusting, WKA WAADI procedure, kwaliteit
personeel en aantoonbare ervaring/referentielijst.
Deze selectie moet er voor zorgen dat onze klanten
een betrouwbare levering van diensten krijgen die
voldoen aan de eisen die wij ook aan ons eigen werk
stellen. Zorgvuldig, Transparant, Sociaal en Contro-
leerbaar.
Dit zijn de individuele aspecten waarop ISS toetst
en die onderdeel uitmaken van het OSB-Keurmerk.
Daarbij vraagt ISS als opdrachtgever jaarlijks naar
de certificaten van onze leveranciers, waarvan
OSB-Keurmerk er één van is, maar niet de enige.
Het hebben van certificaten wordt door ISS geregis-
treerd.’
Robert Pepelnar (Schoonmaakbedrijf Heuvel-man B.V.): ‘Ja, echter gezien de reeds jarenlange
bestaande relatie met onze vaste onderaannemers
bemerken wij dat de onderaannemers hierdoor niet
anders zijn gaan werken/anticiperen. Wellicht omdat
er door veel OSB bedrijven reeds werd gewerkt met
OSB overeenkomsten die veel zaken uitsluiten of
juist regelen.’
Dennis Kentrop (ISS)