SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD*...

148
Samenvatting Familierecht 20122013 Deel I Verticale Relaties Jonathan Van Dooren Met lesnotities van Bram De Roo, Bart de Groote, Jonathan Van Dooren En Roxanne Willems

Transcript of SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD*...

Page 1: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

                             

 Samenvatting  Familierecht  

 2012-­2013  

 Deel  I  

 Verticale  Relaties  

                               

 Jonathan  Van  Dooren  

     

Met  lesnotities  van  Bram  De  Roo,  Bart  de  Groote,  Jonathan  Van  Dooren  En  Roxanne  Willems  

Page 2: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   2  

Deel  I  Verticale  relaties  Inhoud  

Titel  I:  Afstamming    

• Hoofdstuk  1:  Algemeen  o Afdeling  1:  Begrip  

Algemene  betekenis   Juridische  betekenis   Belang  afstamming   Verschil  afstamming    adoptie  

o Afdeling  2:  Openbare  orde-­karakter  van  het  afstammingsrecht   Afstammingsrecht  

o Afdeling  3:  Bloed-­  en  aanverwantschap   Bloedverwanten   Aanverwanten   Systeem  van  de  graden  

o Afdeling  5:  Belgisch  afstammings-­  en  erfrecht  in  het  licht  van  het  EVRM   Afstammingsrecht  en  erfrecht  en  het  EVRM  

• Arrest  Marckx  • Arrest  Vermeire  

o Afdeling  6:  Afstammings-­  en  erfrecht  en  de  Belgische  grondwet   Zaak  Verreyt   Zaak  M’Bayo  

 • Hoofdstuk  2:  Vaststelling  van  de  afstamming  

o Afdeling  1:  Vaststelling  moederschap   Vaststelling  moederschap    3  manieren  

• Vermelding  naam  moeder  in  geboorteakte  • Erkenning  door  een  vrouw  • Gerechtelijke  vaststelling  

Bijzondere  regels  voor  overspelige  kinderen  o Afdeling  2:  Vaststelling  van  vaderschap  

Binnen  het  huwelijk  • De  vaderschapsregel  • Vermoedens  i.v.m.  de  verwekking  • Uitzonderingen  op  het  vermoeden  van  vaderschap  • Vaderschapsconflicten  

Buiten  het  huwelijk  • Erkenning  door  een  man  • Gerechtelijke  vaststelling    onderzoek  naar  vaderschap  

 • Hoofdstuk  3:  Betwisting  van  de  afstamming  

o Afdeling  1:  Betwisting  van  moederschap   Betwisting  wettelijk  vastgesteld  moederschap   Betwisting  moederlijke  erkenning   Betwisting  gerechtelijk  vastgesteld  moederschap  

o Afdeling  2:  Betwisting  van  vaderschap   Betwisting  vaderschap  van  de  echtgenoot   Betwisting  vaderlijke  erkenning  

o Casussen          

Page 3: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   3  

• Hoofdstuk  4:  Gevolgen  van  de  afstamming  o Afdeling  1:  Algemeen  

De  regel   Uitzonderingen  

o Afdeling  2:  Naam   Familienaam    6  regels   De  naam  van  de  vondeling   Naamsbetwisting   Naamsverandering  

• Familienaamsverandering  • Voornaamsverandering  

Naamsverbetering  o Afdeling  3:  Wettelijke  erfopvolging  

Algemeen   Erfgenamen   Voorwaarden   Aanvaarding  en  verwerping  

• Zuivere  aanvaarding  • Verwering  • Aanvaarding  onder  voorrecht  van  boedelbeschrijving  

Vereffening  en  verdeling   Erfrechtelijk  reserve  en  beschikbaar  deel   De  orden  van  erfopvolging   De  lijn   De  Graad   Plaatsvervulling   Kloving   Toebedeling  binnen  de  orden   Erfrecht  langstlevende  echtgenoot   Erfrecht  langstlevende  wettelijk  samenwonende   Casussen  

o Afdeling  4:  Alimentatie   De  gemeenrechtelijke  familiale  onderhoudsverplichting  

• Tussen  welke  personen  • Voorwerp  van  de  onderhoudsverplichting  • Kenmerken  • Pluraliteit  van  onderhoudsplichtigen  • Pluraliteit  van  onderhoudsgerechtigden  • Verhaal  • Gerechtelijke  verwezenlijking/afdwinging  • Methodes  van  gedwongen  tenuitvoerlegging  

o Beslag  of  ontvangstmachtiging  o Tussenkomst  van  de  DAVO  

Drie  bijzondere  onderhoudsverplichtingen  • In  hoofde  van  de  ouders  • In  hoofde  van  de  langstlevende  stiefouder/LLWSP  • In  hoofde  van  de  vermoedelijke  verwekker  

De  onderhoudsplicht  ten  laste  van  de  nalatenschap  • Twee  categorieën  begunstigden  • Gemeenschappelijke  kenmerken  • Onderhoudsvordering  van  de  langstlevende  echtgenoot  • Onderhoudsvordering  van  de  ascendenten  

o Afdeling  5:  Ouderlijk  gezag    

Page 4: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   4  

Titel  II:  Adoptie    

• Hoofdstuk  1:  Algemeen  o Afdeling  1:  Definitie  o Afdeling  2:  Historiek  o Afdeling  3:  Federaal  en  regionaal  adoptierecht  

Verdragsrecht   Huidige  adoptiewetgeving  

o Afdeling  4:  Twee  vormen  van  adoptie   Gewone  adoptie   Volle  adoptie  

 • Hoofdstuk  2:  Grondvoorwaarden  voor  adoptie  

o Afdeling  1:  Instellingsvoorwaarden   Wettige  redenen   Het  hoger  belang  van  het  kind   Bekwaamheid  en  geschiktheid  voor  de  adoptie  van  een  minderjarige   Wettige  belangen  

o Afdeling  2:  Vereisten  inzake  de  burgerlijke  staat  o Afdeling  3:  Leeftijdsvereisten  

Adoptanten   Adoptandus  

o Afdeling  4:  Toestemmingen  tot  adoptie   Wie  moet  toestemmen?   Hoe  toestemmen  of  een  toestemming  weigeren?     Toestemming  tot  de  adoptie  zonder  kennis  van  de  identiteit  van  de  

adoptant(en)   Intrekking  van  een  gegeven  toestemming     Verhaal  tegen  toestemmingsweigering   GwH  12  juli  2012,  nr.  93/2012  

 • Hoofdstuk  3:  Procedure  

o Afdeling  1:  Voorbereiding  tot  adoptie  (van  een  minderjarige)    o Afdeling  2:  Rechtspleging  

Inleiding  van  de  procedure   Onderzoek  door  het  Openbaar  Ministerie  (Inlichtingen  en  adviezen)   Maatschappelijk  onderzoek  (omtrent  geschiktheid  tot  adopteren)     Fasen  in  de  rechtspleging  +  Specifieke  regels  

o Afdeling  3:  Rechtsmiddelen  o Afdeling  4:  Administratieve  formaliteiten  

 • Hoofdstuk  4:  Gevolgen  van  de  adoptie  

o Afdeling  1:  Gevolgen  van  de  gewone  adoptie   Basisprincipes   Naam  en  voornaam  (Art.  353-­‐1  tot  6  BW)   Ouderlijk  gezag  (Art.  353-­‐8  tot  10  BW)   Huwelijksbeletselen  (Art.  353-­‐13  BW)   Alimentatie  (Art.  353-­‐14  BW)   Erfrecht  (Art.  353-­‐15  t.e.m.  353-­‐17  BW)  

o Afdeling  2:  Gevolgen  van  de  volle  adoptie   Algemeen   Ouderlijk  gezag     Naam   Onderhoudsverplichtingen  

Page 5: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   5  

Erfrecht    

• Hoofdstuk  5:  beëindiging  va  de  adoptie  o Afdeling  1:  Herziening  van  de  adoptie  

Toepassingsgebied   Gevolgen  

o Afdeling  2:  Herroeping  van  de  gewone  adoptie   Toepassingsgebied   Gevolgen  

o Afdeling  3:  Nieuwe  adoptie  o Afdeling  4:  Vaststelling  van  de  afstammingsband  ten  aanzien  van  de  

adoptant(en)  o Afdeling  5:  Omzetting  van  de  gewone  adoptie  in  volle  adoptie  

 Titel  III:  Beschermingsstatuten  voor  minderjarigen    

• Hoofdstuk  1:  Het  internationaal  verdrag  inzake  de  rechten  van  het  kind    

• Hoofdstuk  2:  Handelingsonbekwaamheid  van  de  minderjarige  o Afdeling  1:  Principiële  handelingsonbekwaamheid  

Materiële  rechtshandelingen   Proceshandelingen  

o Afdeling  2:  Uitzonderlijke  handelingsbekwaamheid    

• Hoofdstuk  3:  Ouderlijk  gezag,  verblijf  en  recht  op  persoonlijk  contact  o Afdeling  1:  Ouderlijk  gezag  

Definitie   Doel   Einde   Bestaat  enkel  voor  ouders  (met  juridisch  vastgestelde  afstammingsband)   Evolutie   Wettelijk  kader    

o Afdeling  2:  Gezag  over  de  persoon  van  de  minderjarige   Uitoefening:  Gezagsregimes   Gezamenlijke  gezagsuitoefening  door  beide  ouders  (=  de  regel)   Uitsluitende  gezagsuitoefening  door  één  ouder  (=  de  uitzondering)   Twee  tussenmodellen  (“getemperde”  regimes)   Verblijf  

o Afdeling  3:  Rechten  omtrent  het  vermogen  van  de  minderjarige   Ouderlijk  goederenbeheer  →  Wettelijk  beheer   Ouderlijk  vruchtgenot  →  Wettelijk  genot  

o Afdeling  4:  Recht  op  persoonlijk  contact   Algemeen   Titularissen   Modaliteiten   Procedure  

o Afdeling  5:  Bijzondere  rechtspleging  voor  de  jeugdrechtbank  o Afdeling  6:  Sancties  bij  niet-­naleving  

           

Page 6: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   6  

• Hoofdstuk  4:  Voogdij  o Afdeling  1:  Ontstaan  van  de  voogdij  o Afdeling  2:  Organisatie  van  de  voogdij  o Afdeling  3:  Werking  van  de  voogdij  

Algemeen   Bij  aanvang  van  de  voogdij   Goederenbeheer  door  de  voogd  

o Afdeling  4:  Einde  van  de  voogdij  en  definitieve  voogdijrekening   Gevallen  van  beëindiging  van  de  voogdij   Definitieve  voogdijrekening  

 • Hoofdstuk  5:  Pleegvoogdij  

o Afdeling  1:  Omschrijving  en  praktisch  nut  o Afdeling  2:  Grondvereisten  o Afdeling  3:  Vormvereisten  o Afdeling  4:  Gevolgen    o Afdeling  5:  Beëindiging  

 • Hoofdstuk  6:  Ontvoogding  

o Afdeling  1:  Omschrijving  en  nut  o Afdeling  2:  Vormen  o Afdeling  3:Rechtsstatuut  van  de  ontvoogde  minderjarige  o Afdeling  4:  Beëindiging  o Afdeling  5:  Sancties  als  gevolg  van  de  onbekwaamheid  van  de  ontvoogde  

minderjarige    Titel  IV:  Beschermde  meerderjarigen    

• Hoofdstuk  1:  Publiekrechtelijke  maatregelen  houdende  vrijheidsberoving  o Afdeling  1:  De  in  een  Psychiatrische  dienst  opgenomen  of  in  een  gezin  

verpleegde  geesteszieke   Behandeling  in  een  (psychiatrisch)  ziekenhuis   De  gedwongen  verpleging  in  een  gezin  (Art  23-­‐29  wet  bescherming  

persoon  geesteszieke)  o Afdeling  2:  De  geïnterneerde  persoon  met  een  geestesstoornis  

 • Hoofdstuk  2:  Privaatrechtelijke  beschermingsstatuten  

o Afdeling  1:  Verlengde  minderjarigheid   Toepassingsgebied   Procedure   Statuut   Beëindiging  

o Afdeling  2:  Voorlopig  bewind   Inleiding   Toepassingsgebied  ratione  personae   Procedure  tot  aanwijzing  van  een  voorlopig  bewindvoerder   Publiciteit     Gevolgen   Einde   Sancties  

o Afdeling  3:  Gerechtelijke  onbekwaamverklaring   Toepassingsgebied   Procedure     Publiciteit  

Page 7: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   7  

Gevolgen   Sancties  

o Afdeling  4:  Bijstand  van  een  gerechtelijk  raadsman   Toepassingsgebied   Procedure   Publiciteit   Gevolgen   Sanctie  

         

Page 8: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   8  

Deel  I:  Verticale  relaties    

Titel  I:  Afstamming    Hoofdstuk  1:  Algemeen    

Afdeling  1:  Begrip  Algemene  betekenis    

• Afstamming,  ouderschap  (bijzonder)  en  bloedverwantschap  (algemeen)  hangen  aan  elkaar  

o Algemene  betekenis  afstamming    Bloedverwantschap  o Bijzondere  betekenis  afstamming    Ouderschap  

 Juridische  betekenis  

• Juridisch  is  er  sprake  van  afstamming  wanneer  de  band  van  een  ouder  ten  opzichte  van  een  kind  is  vastgesteld  overeenkomstig  de  door  de  wet  bepaalde  regels  

• Biologische    juridische  afstamming    (HIER  juridische  afstamming,  volgens  BW)    

o Juridische  afstamming  is  gebaseerd  op  de  biologische  realiteit,  maar  kan  ook  verschillen!  

Bv.  :  Als  vader  een  kind  erkennen  (en  niet  bloedverwant  zijn)    Als  er  een  biologische  band  is,  wil  dit  niet  zeggen  dat  men  juridisch  verwant  is!  Er  is  vaak  een  discrepantie  tussen  de  biologische  en  de  juridische  afstamming    Procedures    Afstamming  belang:  Diverse  gevolgen    Gekoppeld  aan  een  juridisch  vastgestelde  afstammingsband  

• (Familie)naam,  erfrecht,  alimentatie,  ouderlijk  gezag    Verschil  tussen  afstamming  en  adoptie:  

• Afstamming  is  declaratief  (aanwijzen)  o Het  oorspronkelijke  afstammingsrecht  'declareert'  dat  een  bepaalde  

vader,  vader  is  van  een  bepaald  kind.    o Ouderschapsband  die  geacht  wordt  altijd  al  te  hebben  bestaan,  zelfs  van  

bij  de  verwekking  o Biologische  grondslag  (om  kinderen  die  je  verwekt  hebt,  om  daar  juridisch  

mee  verbonden  te  worden)    

• Adoptie  is  constitutief  (vestigen)  o Komt  op  een  bepaald  ogenblik  tot  stand  (  zal  maar  zeer  beperkt  

terugwerken  in  de  tijd,  tot  de  neerlegging  van  het  verzoekschrift  van  adoptie)    Door  de  adoptie  wordt  de  afstammingsband  bevestigd    

o Er  zullen  maar  gevolgen  zijn  vanaf  de  neerlegging  van  het  verzoekschrift  van  adoptie    Enkel  gevolgen  voor  de  toekomst  

o Socio-­‐affectieve  grondslag  (kinderen  die  je  zelf  verwekt  heb,  kan  je  zelfs  niet  adopteren)  

Page 9: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   9  

Afdeling  2:  Openbare  Orde-­karakter  van  het  afstammingsrecht    

Afstammingsrecht  • Raakt  integraal  de  openbare  orde!  

o Het  overstijgt  louter  private  belangen    van  cruciaal  belang  voor  de  ordening  van  de  maatschappij  

o Wettelijke  regels  van  afstamming  van  moederskant,  kan  niet  van  worden  afgeweken  via  private  overeenkomst  

o Draagmoederschapsovereenkomst    Als  hierin  staat  dat  de  wensmoeder  de  moeder  is  van  het  kind,  dan  is  dit  absoluut  nietig  (eenieder  kan  dit  opwerpen),  want  dit  gaat  in  tegen  regels  van  openbare  orde,  de  moeder  die  het  kind  gebaard  heeft,  is  de  moeder  in  de  geboorteakte.  Het  Belgisch  recht  koppelt  de  vrouw  die  het  kind  gebaard  heeft  aan  de  juridische  moeder  (Art.  312-­‐  333  BW)    

 Afdeling  3:  Bloed-­  en  aanverwantschap  

 Bloedverwanten:  

• In  rechte  lijn:  stammen  rechtstreeks  van  elkaar  af  (juridisch    bloedverwanten)  o Bv.  :  Vader,  grootvader,  kinderen,  kleinkinderen      

• In  de  zijlijn:  Hebben  een  gemeenschappelijke  stamouder  o Bv.  :  Broer,  zus,  oom,  tante,  nicht  

 • Bloedverwantschap  heeft  in  het  familierecht  voornamelijk  gevolgen  op  het  vlak  

van  naam,  nationaliteit,  erfrecht,  levensonderhoud,  uitoefening  ouderlijk  gezag,  …    Aanverwanten:  

• Bloedverwanten  van  de  echtgenoot  o Bv.  :  Schoonbroer  of  schoonmoeder  

 • Echtgenoten  van  de  bloedverwanten  

o Bv.  :  Schoonzoon,  schoonbroer    

• Aanverwantschap  heeft  geen  gevolgen  op  het  vlak  van  erfrecht  of  van  de  uitoefening  van  het  ouderlijk  gezag,  wel  beperkte  gevolgen  op  het  vlak  van  de  onderhoudsverplichting  en  de  huwelijksbeletsels    

•  Gebaseerd  op  huwelijk  (niet  op  wettelijke  of  feitelijke  samenwoning)      Samengevat:  

• Bloedverwantschap    op  basis  van  afstamming  o In  rechte  lijn:  

Ascendenten  (opgaande  lijn)  en   Descendenten  (nederdalende  lijn)  

o In  de  zijlijn:  collateralen    

• Aanverwantschap    op  basis  van  huwelijk  (aangetrouwd  familielid)    

Page 10: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   10  

• Stiefbroer  =  geen  aanverwant    noch  bloedverwant,  noch  aanverwant    Dit  is  de  zoon  van  de  echtgenote  van  uw  ouder    (Kind  van  iemand  die  geen  ouder  is  van  u,  maar  wel  getrouwd  is  met  een  ouder  van  u  )  

o 'Stief'  wijst  op  huwelijk  in  de  strikt  juridische  betekenis      

• Halfbroer  =  bloedverwant  o Er  is  1  gemeenschappelijke  ouder  (Ze  zijn  Bv.  geboren  uit  dezelfde  vader  

en  een  verschillende  moeder)    Systeem  van  de  graden  

• Bloedverwantschap:  o Elke  generatie  is  een  graad  in  rechte  lijn  o In  de  zijlijn    generaties  tot  aan  de  gemeenschappelijke  ouder  

 o Bv.  :  

Ik  +  oom    3e  graad   Ik  +  neef    4e  graad  

 • Aanverwantschap:  zelfde  systeem,  maar  geen  graad  voor  het  huwelijk  dat  de  

aanverwantschap  deed  ontstaan  Bv.  :  

o Schoonbroer/schoonzus    2e  graad  o Schoonmoeder    1e  graad  

 Toepassing:    

• KK1  -­‐  K2    oom  of  tante  (bloedverwanten)  • KK1  -­‐  y      oom  of  tante  (aanverwant)  3e  graad  • KK1  -­‐  KK3    4e  graad    

                                     

Page 11: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   11  

Afdeling  5:  Belgisch  afstammings-­  en  erfrecht  in  het  licht  van  het  EVRM    

Afstammingsrecht  en  erfrecht  (en  het  EVRM)    Art.  8  juncto  art.  14  EVRM    

• Arrest  Marckx:  13  juni  1979  o Art.  8  EVRM:  Recht  op  eerbiediging  van  het  gezinsleven  

Schending  in  hoofde  van  het  kind  en  in  hoofde  van  de  moeder    

o Art.  14  EVRM:  Non-­‐discriminatiebeginsel      

o Art.  1  Protocol  1  EVRM:  Recht  op  eigendom   De  bekwaamheid  van  de  moeder  om  te  beschikken  om  niet  ten  

voordele  van  haar  dochter  werd  beperkt    

o Verhaal:   Paula  Marckx  en  natuurlijke  dochter  Alexandra  Marckx  Paula  

Marckx  was  een  bewust  ongehuwde  moeder   Oud  afstammings-­‐  en  erfrecht:  Zij  moest  haar  eigen  kind  erkennen,  

maar  ook  adopteren  om  het  dezelfde  rechten  te  geven  dan  een  'zogenaamd'  wettig  kind  (uit  een  huwelijk  geboren)  

Het  feit  dat  een  ongehuwde  moeder  haar  kind  moest  erkennen  was  in  strijd  met  het  EVRM.  Buitenhuwelijkse  kinderen  konden  ook  minder  begiftigd  worden  bij  een  schenking  

België  veroordeeld  in  1979   Afstammingswet  31  maart  1987   In  Vlaanderen  een  ruime  interpretatie  van  het  arrest  Marckx    

in  Wallonië  veel  strikter    

• Arrest  Vermeire:  29  november  1991  o Schending  van  Art.  14  EVRM  en  Art.  8  EVRM  

 o Verhaal:  

Astrid  Vermeire  was  een  buitenhuwelijks  kind.  Haar  grootouders  waren  gestorven.  Krachtens  het  toenmalige  erfrecht  kon  ze  niet  erven  in  de  nalatenschap  van  haar  grootouders.  

Het  verlies  van  erfrechten  in  de  nalatenschap  van  de  in  1980  overleden  grootvader  moest  worden  vergoed  

Het  verlies  van  erfrechten  in  de  nalatenschap  van  de  in  1975  overleden  grootmoeder  moest  niet  worden  vergoed    

o  Nalatenschappen  opengevallen  na  13/06/1979  (Marckx)    Oude  erfrecht  niet  meer  van  toepassing    

       

Page 12: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   12  

In  welke  mate  heeft  Art.  8  EVRM  directe  werking?    Kan  je  art.  8  gebruiken  om  toe  te  passen  rechtstreeks  voor  de  Belgische  rechter  en  Belgische  wetgeving  daarmee  uitschakelen    Kan  men  Belgisch  intern  afstammingsrecht  buitenspel  laten  door  toepassing  van  Art.  8  EVRM?    

• Hof  van  Cassatie  aanvaardt  niet  dat  Art.  8  EVRM  gebruikt  wordt  om  Belgisch  intern  recht  uit  te  schakelen  voor  vaststelling  van  de  afstamming    'Art.  8  is  onvoldoende  nauwkeurig  en  volledig’  

• Wel  voor  erfrecht  (gevolg  van  de  afstamming)      

Afdeling  6:  Afstammings-­  en  erfrecht  en  de  Belgische  grondwet  (in  het  licht  van  het  gelijkheids-­  en  non-­discriminatiebeginsel)  

 Oud  discriminatoir  erfrecht  (Art.  756  en  762  oud  BW)  is  blijven  doorwerken  krachtens  een  overgangsbepaling  (met  eerbiedigende  werking  voor  het  oude  recht)  uit  de  afstammingswet  (1987)    Art.  107,  1e  lid  Afstammingswet  van  31/3/1987      Art.  107,  eerste  lid  Afstammingswet:  De  nieuwe  wet  (die  van  1987)    is  van  toepassing  op  kinderen    geboren  vóór  en  nog  in  leven  op  6  juni  1987,  “zonder  dat  daaruit  enig  recht  in  de  voordien  opengevallen  erfenissen  kan  volgen”    

• Oud  Art.  756  BW:  natuurlijke  kinderen  zijn  geen  erfgenaam,  ze  kunnen  maar  erfgenaam  worden  als  ze  wettelijk  erkend  zijn.  Geen  erfrecht  voor  buitenhuwelijkse  kinderen  

• Oud  Art.  762  BW:  overspelige  kinderen:  verkregen  enkel  recht  op  levensonderhoud,  geen  erfrecht    nog  slechter  dan  buitenhuwelijkse  kinderen  

     Dit  is  eigenlijk  blijven  doorwerken  door  die  overgangsbepaling    Overgangsbepaling  was  dus  eigenlijk  strijdig  met  het  Marckx-­‐arrest:    

• Arbitragehof:  De  zaak  Verreyt  (4  juli  1991):  o Gebrek  aan  erfrecht  van  een  niet-­‐erkend  buitenhuwelijks  kind  in  de  

nalatenschap  van  haar  moeder  (+1956)  en  haar  tante  (+1983)    

o In  toepassing  van  het  Marckx  arrest  heeft  het  grondwettelijk  hof  beslist  dat  er  toch  erfrecht  moest  zijn  in  de  nalatenschap  van  de  tante  

Het  ongrondwettigheidsoordeel  telt  enkel  voor  nalatenschappen  van  na  het  marckx-­‐arrest    

o  Het  Hof  concludeerde  dat  het  discriminerende  artikel  (Art.  756  (oud)  BW)  nog  kan  worden  toegepast  op  voor  13  juni  1979  opengevallen  nalatenschappen,  maar  niet  meer  op  de  nalatenschappen  die  vanaf  die  datum  zijn  opengavellen          

Page 13: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   13  

• Arbitragehof:  De  zaak  M'Bayo  (1  december  1993):  o Gebrek  aan  erfrecht  van  overspelige  kinderen  a  patre  in  de  nalatenschap  

van  hun  vader  (+1984)  o Toepassing  van  art  762  oud  BW  ,  krachtens  overgangsbepaling  in  werking  

gebleven    Erfrecht  want  na  Marckx-­‐arrest      

o  Het  oude  artikel  756  BW  kan  overspelige  kinderen  a  patre  nog  uitsluiten  van  de  erfopvolging  van  hun  vader  bij  nalatenschappen  die  zijn  opengevallen  voor  13  juni  1979,  maar  niet  meer  indien  de  nalatenschap  is  opengevallen  vanaf  die  datum  

 De  overgangsbepaling  is  niet  vernietigd    conclusie:  nalatenschap  opengevallen  na  1979    betere,  nieuwe  erfrecht  toepassen    

Synthese                              

De  nalatenschap  is  opengevallen  voor  13  juni  1979  Art.  107  afstammingswet  van  1987  wordt  onverkort  toegepast    

 Oud  Art.  756-­‐766  BW  blijft  van  toepassing  Het  oude  erfrecht  dat  buitenhuwelijkse  kinderen  discrimineert  dient  te  worden  

toegepast    De  nalatenschap  is  opengevallen  in  de  periode  vanaf  13  juni  1979,  maar  voor  6  juni  1987  

Rekening  houden  met  de  rechtspraak  van  het  Grondwettelijk  Hof  Op  basis  van  de  arresten  Verreyt  en  M’Bayo  kan  het  nieuwe  niet-­‐discriminatoir  erfrecht  worden  toegepast,  hoewel  strikt  wettelijk  het  oude  discriminatoire  erfrecht  (via  de  overgangsbepaling  Art.  107  afstammingswet  van  31  maart  1987)  zou  moeten  spelen  voor  alle  nalatenschappen  die  zijn  opengevallen  voor  de  inwerkingtreding  van  de  

afstammingswet    

De  nalatenschap  is  opengevallen  na  6  juni  1987  De  oude  discriminatoire  artikelen  756-­‐766  BW  werden  met  ingang  van  6  juni  1987  

opgeheven    Indien  de  nalatenschap  na  die  datum  is  opengevallen,  vindt  het  nieuwe  erfrecht  

toepassing  

Page 14: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   14  

Hoofdstuk  2:  Vaststelling  van  de  afstamming    

• Elke  vastgestelde  afstammingsband  kan  betwist  worden!    

• Vaderschap:  onderscheid    kinderen  binnen  huwelijk  en  buiten  huwelijk    vermoeden  van  vaderschap    

• Buiten  huwelijk  2  wijzen  van  vaststelling:  o Erkenning:  

Gebeurt  altijd  vrijwillig   Man  wil  juridische  vader  worden   Bij  de  burgerlijke  stand  of  de  notaris  

 o Onderzoek  naar  het  vaderschap:  

In  de  regel  tegen  de  wil  van  de  betrokken  man  in   Gerechtelijke  procedure  voor  de  rechtbank  van  eerste  aanleg  

 Afdeling  1:  Vaststelling  moederschap    

 Vaststelling  van  het  moederschap:  3  manieren        Strikte  hiërarchische  orde    

• Vermelding  naam  van  de  moeder  in  de  geboorteakte  (Art.  312  §1  BW)  o (meeste  gevallen)  o De  vrouw  wie  het  kind  baart,  enkel  zij  moet  in  de  geboorteakte  worden  

vermeld  (Art.  57  BW)  o Registratie  in  de  geboorteakte  impliceert  meteen  de  juridische  

afstammingsband    'mater  semper  certa  est'  (Art.  312  BW)    

o In  België  kan  men  dus  niet  anoniem  bevallen   Anonieme  bevalling  (zonder  enig  spoor  van  de  moeder  terug  te  

vinden  ,  de  letter  X  in  de  geboorteakte)   Kan  in  Frankrijk,  Luxemburg,  Italië    Bevalling  in  discretie  =  de  naam  van  de  moeder  niet  in  de  

geboorteakte  vermeld.  Maar  wel  gegevens  bijgehouden  van  de  bevallen  vrouw  en  het  kind  om  later  de  koppeling  mogelijk  te  maken  (wil  men  in  België  invoeren)    

Vondelingenschuif  (moeder  dus  ook  anoniem)    misschien  dan  bevalling  in  discretie  in  bepaalde  gevallen  

Als  men  bevalling  in  discretie  als  algemene  toepassing  zou  invoeren  dan  zou  een  vrouw  een  mongooltje  bv.  bij  de  geboorte  weigeren            

Page 15: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   15  

   

• Erkenning  door  een  vrouw  (Art.  313  BW)  (enkel  mogelijk  als  1  niet  mogelijk)    

o Indien  de  naam  van  de  moeder  niet  vermeld  is  in  de  geboorteakte  o Indien  er  geen  geboorteakte  is  

 o Bv.  Toepassing  bij  draagmoederschap  o Bv.  Vondeling  kan  door  eender  welke  vrouw  erkend  worden  

 o Voorwaarde:  De  man  met  vaststaande  afstamming  moet  toestemmen  

(meestal  de  man  die  het  kind  prenataal  heeft  erkend)   Niet  de  echtgenoot  van  de  erkennende  vrouw  

   

• Gerechtelijke  vaststelling  (Art.  314  BW)  (enkel  mogelijk  als  1  en  2  niet  mogelijk)  

o Bij  gebrek  aan  (vermelding  van  de  naam  van  de  moeder  in  de)  geboorteakte  

o Wanneer  het  kind  onder  een  valse  naam  is  ingeschreven  in  de  geboorteakte  

o Bij  gebrek  aan  moederlijke  erkenning  o Onder  dezelfde  voorwaarden  als  de  gerechtelijke  vaststelling  van  het  

vaderschap    

o Bewijs  van  de  bevalling  moet  geleverd  worden  (normaal  de  vrouw  die  van  het  kind  bevallen  is)  

De  bevalling  kan  bewezen  worden  via  bewijs  van  bezit  van  staat  (socio-­‐affectief)  =  de  vrouw  die  zich  altijd  als  moeder  heeft  gedragen    mogelijk  dus  ten  gunste  van  de  wensmoeder  

Enkel  als  er  geen  bewijs  is  van  staat  kunnen  de  wettelijke  bewijsmiddelen  aangewend  worden  dus  bezit  van  staat  is  primaire  bewijsmiddel  

Sociaal  gedrag  moet  primeren  op  de  genetische  realiteit    

Bijzondere  regels  voor  overspelige  kinderen  • Erkenning  door  een  overspelige  vrouw:  

o Mededelingsverplichting  (art.  313,  §  3  BW),  op  straffe  van  (relatieve)  niet-­‐tegenwerpelijkheid    

• Gerechtelijke  vaststelling  overspelig  moederschap:  o Echtgenoot  moet  in  het  geding  worden  geroepen  (art.  332ter,  vierde  lid  

BW)    

• Erkenning  of  gerechtelijke  vaststelling  waaruit  absoluut  huwelijksbeletsel  tussen  ouders  blijkt  =  verboden  (zie  art.  313,  §  2  en  314,  tweede  lid  BW)  

o Opmerking:  de  vroegere  absolute  huwelijksbeletselen  tussen  aanverwanten  in  de  rechte  lijn  zijn  vatbaar  geworden  voor  ontheffing  (en  dus  niet  langer  absoluut,  maar  relatief)  

Page 16: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   16  

Afdeling  2:  Vaststelling  van  vaderschap    

Voor  de  vaststelling  van  de  afstamming  langs  vaderszijde  zijn  er  ook  3  vaststellingswijzen    Fundamenteel  verschil  naargelang  binnen  het  huwelijk  of  buiten  het  huwelijk:  

• Binnen  huwelijk    Vaderschapsregel  • Buiten  huwelijk  

o Door  erkenning  o Door  een  gerechtelijk  onderzoek  naar  het  vaderschap  

 Afstamming  van  vaderszijde  binnen  het  huwelijk  

 De  vaderschapsregel  (art.  315  BW)      “Pater  is  est  quem  nuptiae  demonstrant”    De  vader  is  diegene  die  het  huwelijk  aanwijst      

• De  echtgenoot  is  vader  van  kinderen  geboren:  o Binnen  het  huwelijk  van  de  moeder  

 o Binnen  de  300  dagen  na  de  ontbinding  of  nietigverklaring  van  dit  huwelijk  

Tekst  van  de  wet,  sinds  1804  niet  meer  aangepast   Ratio:    

• 300  dagen  (10  maand)  is  een  bijzonder  lange  zwangerschap  • Men  gaat  uit  van  de  verwekking  • De  ratio  van  de  vaderschapsregels  is  dat  kinderen  die  

verwekt  zijn  tijdens  het  huwelijk  de  echtgenoot  van  de  moeder  als  vader  moeten  hebben  

•  De  tekst  van  de  wet  gaat  uit  van  geboren  kinderen,  de  ratio  gaat  uit  van  verwekte  kinderen    

• Huwelijk  kan  ontbonden  worden  op  2  manieren  (Art.  227  BW)  :  

o Door  overlijden    o Door  echtscheiding      Definitief  op  het  ogenblik  dat  

het  echtscheidingsvonnis  in  kracht  van  gewijsde  is  getreden    Als  er  geen  rechtsmiddelen  meer  openstaan  (dus  geen  hoger  beroep  meer)    1  maand  na  de  betekening  van  het  vonnis    

                 

Page 17: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   17  

Vermoedens  i.v.m.  de  verwekking  (art.  326  BW)  De  vaderschapsregel  (Art.  325  BW)  moet  gelezen  worden  met  Art.  326  BW  dat  2  vermoedens  bevat:    

• Tijdvak  van  de  verwekking  (verwekkingsperiode):    o Kind  wordt  vermoed  te  zijn  verwekt  in  het  tijdvak  van  de  300ste  t.e.m.  de  

180ste  dag  vóór  de  geboorte    =  vermoeden  juris  tantum  (weerlegbaar  vermoeden)    Tijdvak  =  periode  van  121  dagen,  maar  tegenbewijs  is  mogelijk  

     

         

o  Er  kan  dus  tegenbewijs  worden  geleverd   Kinderen  geboren  binnen  het  huwelijk  tot  300  dagen  na  de  

ontbinding  van  het  huwelijk  vallen  onder  de  vaderschapsregel    

o Toepassing  1:  kind  geboren  301  dagen  na  ontbinding,  maar  zwangerschap  heeft  302  dagen  geduurd  

Vaderschapsregel  speelt  voor  dit  laat  geboren  kind  (dat  tijdens  het  huwelijk  is  verwekt)    

o Toepassing  2:  kind  geboren  180  dagen  na  ontbinding,  maar  zwangerschap  heeft  slechts  179  dagen  geduurd  

Vaderschapsregel  speelt  niet  voor  dit  prematuur  kind  (dat  na  het  huwelijk  is  verwekt)    

o Toepassing  3:  Het  kind  is  geboren  179  dagen  na  de  huwelijksontbinding   Valt  onder  de  vaderschapsregel  (zuivere  toepassing  wet)   Als  men  kan  bewijzen  dat  de  zwangerschap  maar  178  dagen  

geduurd  heeft    dan  blijkt  dit  dat  het  kind  verwekt  is  1  dag  na  de  huwelijksontbinding    onttrekken  aan  het  toepassingsgebied  van  de  vaderschapsregel    

• Omni  meliore  momento  (=  meest  gunstige  tijdstip)  o  Kind  wordt  vermoed  te  zijn  verwekt  (binnen  het  wettelijke  tijdvak)  op  

het  voor  het  kind  gunstigste  tijdstip  =  vermoeden  juris  tantum  

o Praktisch  belang:  toepassing  van  de  vaderschapsregel  kan  erdoor  worden  uitgeschakeld  (bv.  indien  men  de  verwekking  situeert  binnen  het  wettelijk  tijdvak,  maar  na  de  ontbinding  van  het  huwelijk)    

   

300  dagen  Huwelijkssluiting   Huwelijksontbinding   180  dagen  

Kinderen  die  onder  de  toepassing  van  de  vaderschapsregel  vallen  

Page 18: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   18  

Uitzonderingen  op  het  vermoeden  van  vaderschap    

• Afwezigheid  o Een  beslissing  houdende  vaststelling  van  het  vermoeden  van  afwezigheid  

waaruit  blijkt  dat  het  kind  geboren  is  meer  dan  300  dagen  na  de  verdwijning  van  de  echtgenoot  (art.  316  BW)    

o 2  fasen  van  afwezigheid   Vermoeden  van  afwezigheid   Verklaring  van  afwezigheid  (gevolgen  van  overlijden)  

 • Automatische  uitschakeling  van  de  vaderschapsregel  

o Drie  (eigenlijk  vijf)  gevallen  waarin  het  vaderschap  van  de  echtgenoot  onwaarschijnlijk  is,  tenzij  de  echtgenoten  op  het  ogenblik  van  de  aangifte  van  de  geboorte  een  gemeenschappelijke  verklaring  van  vaderschap  hebben  afgelegd  (opgesomd  in  art.  316bis  BW)    

o Uitzondering  van  316  bis    Kind  is  vaderloos    

o Tenzij  gemeenschappelijke  verklaring  van  vaderschap   Vaderschapsregel  toch  handhaven   Gemeenschappelijke  verklaring  ≠  gezamenlijke  verklaring  

• Bij  gemeenschappelijke  verklaring  moeten  ze  niet  beiden  verschijnen  voor  de  burgerlijke  stand  

• Bij  een  gezamenlijke  verklaring  moet  men  in  persoon  de  wil  gezamenlijk  uiten    

o Globaal  gezien  zal  het  vaderschap  van  de  echtgenoot  krachtens  de  wet  niet  vaststaan  

Wanneer  kind  geboren  is  >  300  dagen  na:  • Inleiding  van  een  echtscheidingsprocedure  (EOO  =  

onherstelbare  ontwrichting  of  EOT  =  onderlinge  toestemming)  (drie  te  onderscheiden  gevallen:  2  EOO  en  1  EOT)    

• Geregistreerde  inschrijving  op  verschillende  adressen  o Bevolkingsregister    Belgen  o Vreemdelingenregister    vreemdelingen  o Wachtregister    vluchtelingen  

 • Machtiging  van  de  vrederechter  tot  afzonderlijk  verblijf  

(Art.  223  BW)    Bij  een  huwelijk  in  crisis    

(ZIE  art.  316bis,  1°  tot  3°  BW)            

Page 19: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   19  

Vaderschapsconflicten    

• Na  een  nieuw  huwelijk  van  de  moeder:  o  Bv.  :  Na  overlijden  of  echtscheiding  o  Voorkeur  voor  de  nieuwe  echtgenoot  (art.  317,  eerste  lid  BW)  

 • Na  bigamie:    

o Bigamie  =  2  huwelijken  tegelijkertijd  afgesloten  (Strafbaar  in  België)   Komt  wel  eens  voor  bij  mensen  van  vreemde  origine  (gehuwd  in  

thuisland  en  gehuwd  in  België)    

o De  rechter  stelt  de  meest  waarschijnlijke  afstamming  vast  (art.  331septies  BW)  

 Vaststelling  van  vaderschap  buiten  het  huwelijk  

 Twee  essentieel  verschillende  wijzen:  

• Erkenning  door  een  man  (vrijwillig)  • Gerechtelijke  vaststelling  van  (=onderzoek  naar  het)  vaderschap  (onvrijwillig)  

 Vaststelling  van  vaderschap    Erkenning  door  een  man  

• Grondvoorwaarden  o Je  kan  juridisch  maar  1  man  als  vader  en  1  vrouw  als  moeder  hebben  

(tegelijkertijd)  o Het  vaderschap  staat  niet  vast  krachtens  de  vaderschapsregel  ex  art.  315  

of  317  BW  (art.  319  BW)  o Noodzakelijke  tussenstap:  eerst  het  vaderschap  van  de  echtgenoot  van  de  

moeder  uit  de  weg  ruimen    betwisting  van  het  vaderschap  o Één  of  meerdere  toestemmingen  (zie  art.  329bis  BW)  

Kind  <  12  jaar:  moeder  moet  toestemmen,  ook  bij  prenatale  erkenning  (bij  prenatale  erkenning  spreken  we  dan  van  zwangere  vrouw)    

Kind  ≥  12  jaar:  moeder  +  kind  (maar  kind  niet  wanneer  het  onbekwaam  verklaard  is,  verlengd  minderjarig  werd  verklaard  of  werd  geoordeeld  dat  het  geen  onderscheidingsvermogen  heeft)(art.  329bis,  §  2  BW)    

Kind  meerderjarig  of  ontvoogd:  moet  zelf  toestemmen  (art.  329bis,  §  1  BW  =  vetorecht)  

• Bij  oorspronkelijke  afstamming  kan  een  kind  ook  meerderjarig  zijn  (Bij  adoptie  is  leeftijd  kind  omschreven)    

Uitzondering:  bijzondere  gevallen  ex  art.  329bis,  §  3  BW:  erkenning  zonder  toestemming  moet  ter  kennis  worden  gebracht,  met  het  oog  op  eventuele  vordering  tot  nietigverklaring        

Page 20: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   20  

o Verhaal  na  toestemmingsweigering(en)  bij  de  rechtbank  van  eerste  aanleg  (art.  329bis,  §  2,  derde  lid  BW)  

Aspirant-­‐erkenner  dagvaardt  wie  weigert   Partijen  worden  gehoord  in  raadkamer  

  2  fasen  in  het  geding  voor  de  rechtbank  (art.  329bis,  §  2,  derde  lid  

BW)  • Verzoeningspoging  (mislukt  in  90%  van  de  gevallen)  • Uitspraak  van  de  rechtbank  (indien  de  nodige  

toestemmingen  niet  worden  bekomen)  volgens  de  wettelijke  regels      

 Wat  zal  de  rechtbank  beslissen?  • Bij  bewijs  van  biologisch  niet-­‐vaderschap:  verzoek  

afgewezen    

• Indien  het  niet-­‐vaderschap  niet  wordt  bewezen,  kan  de  rechtbank  de  erkenning  weigeren  als  ze  “kennelijk”  in  strijd  is  met  de  belangen  van  het  kind    

o Kennelijk    marginale  toetsing  o Manifest  ipv  kennelijk  zou  beter  zijn  o Strikt  volgens  de  wet  voor  kinderen  ouder  dan  1  jaar  

 Discriminerend  bevonden  door  het  Grondwettelijk  hof  ook  ≤  1  j.,  zie  GwH  16  december  2010.    

• Indien  tegen  de  aspirant-­‐erkenner  een  strafvervolging  is  gestart  wegens  verkrachting  van  de  moeder  gedurende  het  wettelijk  tijdperk  van  de  verwekking,  kan  de  erkenning  niet  plaatsvinden  (art.  329bis,  §  2,  vierde  lid  BW)    

De  procedure  na  toestemmingsweigering  kan  door  de  aspirant-­‐erkenner  worden  ingeleid  vóór  de  geboorte  (art.  328bis  BW),  =  Schijnmogelijkheid  want  er  rijzen  in  voorkomend  geval  problemen  i.v.m.  het  bewijs  van  de  biologische  realiteit  

• Vruchtwaterpunctie    Moeder  kan  weigeren  (men  mag  haar  niet  dwingen  als  ze  niet  wil)  

•  Zinloze  procedure  als  de  moeder  niet  wil  meewerken    

Geen  absoluut  huwelijksbeletsel  tussen  de  erkenner  en  de  moeder    De  vader  kan  het  kind  niet  erkennen,  wanneer  uit  die  erkenning  een  absoluut  huwelijksbeletsel  tussen  hem  en  de  moeder  zou  blijken,  (  niet  huwen  met  bloedverwanten  in  de  rechte  opgaande  en  nederdalende  lijn  en  niet  met  broer  of  zus  ook  niet  halfbroer  of  halfzus)  

• Tenzij  het  huwelijk  waardoor  dat  (huwelijks)beletsel  is  ontstaan,  nietig  werd  verklaard  of  werd  ontbonden  door  overlijden  of  door  echtscheiding  (Art.  321  BW),    

Page 21: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   21  

• Opgelet:  de  huwelijksverboden  tussen  aanverwanten  in  de  rechte  lijn  zijn  relatief  geworden  na  de  wet  van  15  mei  2007  (er  moet  geen  uitzondering  meer  gemaakt  worden  want  het  huwelijk  waardoor  aanverwantschap  bestaat  kan  nooit  meer  leiden  tot  absolute  huwelijksbeletselen)    

• Vormvereisten  o Een  authentieke  akte,  maar  geen  testament  (art.  327  BW)  o Opgemaakt  door  een  bevoegde  ambtenaar  (ABS,  notaris,  diplomatieke  of  

consulaire  ambtenaar)   ABS    gratis  of  dossierkosten  (Goedkoper)   Notaris    Duurder  

 • Modaliteiten  

o Erkenning  door  een  man  die  niet  de  biologische  vader  is  (=  erkenning  uit  welwillendheid)  

o Erkenning  door  een  onbekwame  (art.  328,  eerste  lid  BW)   Uitdrukkelijk  in  de  wet  toegelaten   Minderjarige  kan  een  kind  erkennen  (Vaders  bij  Tienermoeders)   Men  moet  wel  over  het  vereiste  onderscheidingsvermogen  

beschikken    Dus  geen  krankzinnigen    

o Erkenning  van  een  verwekt  kind  vóór  de  geboorte  (=  prenatale  erkenning)  is  mogelijk  (Art.  328,  tweede  lid  BW)  

2  voordelen  van  prenatale  erkenning:  • Kind  zal  onmiddellijk  de  naam  krijgen  van  de  erkennende  

man  • =  anticiperen  op  het  overlijden  van  de  erkenner  (het  kind  

zal  erven)    o  erfrecht  in  de  nalatenschap  van  de  erkennende  

man.    o Afstamming  werkt  declaratief    dus  erkenning  

werkt  terug  tot  geboorte  of  tot  de  verwekking  (in  het  voordeel  van  het  kind)  en  het  kind  zal  dus  kunnen  erven    

ABS  vereist  (praeter  legem  =  naast  de  wet)  een  zwangerschapsattest  

• Ministeriele  omzendbrief  1848    ABS  mag  geen  akte  van  burgerlijke  stand  opmaken  voor  een  wezen  dat  geen  180  dagen  oud  is  

• Zwangerschapsattest    men  mag  dit  wel  degelijk  vereisen    

o Erkenning  van  een  overleden  kind  (=  postume  erkenning)  is  mogelijk  indien  dit  afstammelingen  heeft  nagelaten    Een  zonder  afstammelingen  overleden  kind  kan  enkel  binnen  het  jaar  na  zijn  geboorte  worden  erkend  (art.  328,  tweede  lid  BW)      

Page 22: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   22  

o Erkenning  van  een  reeds  erkend  kind  (=  opeenvolgende  erkenningen)    Mogelijk,  maar  enkel  de  eerste  erkenning  heeft  uitwerking  zolang  ze  niet  is  vernietigd  (art.  329  BW)    

o Erkenning  van  een  doodgeboren  kind  (heeft  nooit  geademd  en  dus  nooit  juridische  persoonlijkheid  gehad)  is  NIET  mogelijk,  omwille  van  de  theorie  van  de  juridische  persoonlijkheid  

Juridische  persoonlijkheid  pas  op  het  ogenblik  van  de  geboorte  van  een  levend  en  levensvatbaar  geboren  kind  

 Wel  wordt  een  akte  van  aangifte  van  levenloos  kind  opgemaakt  (art.  80bis  BW)    

• Declaratief  karakter  o Vindt  praktische  toepassing  vooral  bij  de  prenatale  erkenning  (erfrecht)  o Werkt  retroactief  tot  de  geboorte  of  zelfs  tot  de  verwekking  

“Infans  conceptus  pro  jam  nato  habetur,  quoties  de  commodis  eius  agitur”    

• Publiciteit  o Algemeen    kantmelding  in  de  geboorteakte  van  het  erkende  kind  (art.  

62,  §  2  BW);  niet  in  de  geboorteakte  van  de  erkenner    

o Specifiek    de  erkenning  van  een  overspelig  kind  a  patre   Overspelig  kind  a  patre  =  De  gehuwde  man  is  overspelig  geweest  

en  heeft  een  kind  verwekt  bij  een  andere  vrouw   Wettig  of  feitelijke  samenwonenden  kunnen  niet  overspelig  zijn  

  Moet  ter  kennis  worden  gebracht  aan  de  echtgeno(o)t(e)  van  de  

erkenner,  op  straffe  van  relatieve  niet-­‐tegenwerpelijkheid  (art.  319bis  BW)  

• Hoe?  o Indien  de  erkenningsakte  werd  opgemaakt  door  een  

Belgische  ABS  of  notaris,  wordt  een  afschrift  van  de  erkenningsakte  door  hem  verzonden  bij  een  ter  post  aangetekende  brief,  binnen  de  drie  dagen  na  de  opmaak  van  de  erkenningsakte;  

o In  andere  gevallen  wordt  ze  betekend  bij  deurwaardersexploot,  op  verzoek  van  de  vader,  het  kind  of  diens  wettelijke  vertegenwoordiger.    

 • Straf  bij  niet-­‐kennisgeving?  

o Vaststelling  van  de  erkenning  is  niet-­‐tegenwerpelijk  aan  sommige  mensen    De  echtgenote  en  de  gemeenschappelijke  kinderen  

o Echtgenote  en  huwelijkse  kinderen  mogen  doen  alsof  het  kind  er  niet  is.  Ze  mogen  de  nalatenschap  van  de  erkenner  verdelen  zonder  rekening  te  houden  met  het  overspelig  kind  

 

Page 23: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   23  

Onderzoek  naar  het  vaderschap  =  Gerechtelijke  vaststelling  van  het  vaderschap  • Grondvereisten  

o Het  vaderschap  staat  niet  vast  krachtens  de  vaderschapsregel  (art.  315  of  317  BW)  

Geen  2  vaders  tegelijk  dus  eerst  betwisting  indien  nodig  o noch  op  grond  van  erkenning  o het  recht  van  verzet  wordt  niet  succesvol  uitgeoefend(art.  322  BW)  

 Recht  van  verzet  tegen  de  gerechtelijke  vaststelling  van  het  vaderschap:  

• Regeling  analoog  aan  de  toestemmingen  vereist  voor  een  erkenning  (zie  art.  332quinquies  BW):  na  uitoefening  relatief  verzetsrecht  wordt  de  vordering  pas  afgewezen  indien  de  vaststelling  “kennelijk”  strijdig  is  met  de  belangen  van  het  kind    (ook  al  is  dat  ≤  1  j.,  zie  GwH  3  mei  2012)    

o Geen  absoluut  huwelijksbeletsel  tussen  de  moeder  en  de  vermeende  vader  

Het  onderzoek  is  onontvankelijk  wanneer  uit  het  vonnis  een  absoluut  huwelijksbeletsel  tussen  de  vermeende  vader  en  de  moeder  zou  blijken,  tenzij  het  huwelijk  waardoor  dat  beletsel  is  ontstaan,  nietig  werd  verklaard  of  werd  ontbonden  door  overlijden  of  door  echtscheiding  (art.  325  BW)    

GwH  9  augustus  2012:  Artikel  325  BW  schendt  de  artikelen  10  en  11  Gw.,  in  zoverre  het  de  rechter  bij  wie  een  verzoek  tot  gerechtelijke  vaststelling  van  vaderschap  is  ingediend,  verhindert  dat  verzoek  in  te  willigen  indien  hij  vaststelt  dat  de  vaststelling  v/d  afstamming  overeenstemt  met  de  belangen  v/h  kind.    praktische  draagwijdte  =  gerechtelijke  vaststelling  moet  toegelaten  worden  als  de  rechter  dit  in  het  belang  van  het  acht    

Voorbeeld.  :  • Man  en  vrouw  zijn  koppel  en  komen  gaandeweg  te  weten  

dat  ze  halfbroer  en  halfzus  zijn  (zelfde  moeder).  Ze  krijgen  samen  3  kinderen  en  wonen  feitelijk  samen  

• 8  jaar  na  de  geboorte  van  het  jongste  kind  besluiten  ze  wettelijk  te  gaan  samenwonen  (2008).  In  2010  verongelukt  de  man  op  weg  naar  zijn  werk.  De  nalatenschap  is  opengevallen.  De  kinderen  hun  afstamming  stond  nog  niet  absoluut  vast  

• Moeder  zet  onderzoek  in  naar  het  vaderschap  post  mortum    want  er  was  geen  juridisch  vastgestelde  afstammingsband    

• Men  stootte  op  deze  bepaling  in  art.  325  BW    Grondwettelijk  Hof  zegt:  het  is  zeker  in  het  patrimoniaal  belang  van  de  kinderen  dat  de  afstammingsband  alsnog  kan  vastgesteld  worden    Art.  325  discrimineert  de  kinderen  en  wordt  ongrondwettelijk  bevonden  

 

Page 24: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   24  

• Bewijs  (art.  324  BW)  o Door  bezit  van  staat  (art.  324,  eerste  lid  BW)  

=  onweerlegbaar,  primair  bewijsmiddel  (omschreven  in  art.  331nonies  BW)    

 man  heeft  zich  als  vader  gedragen  (vaderschap  kan  zelfs  tegen  zijn  wil  worden  vastgesteld)    

o Door  alle  wettelijke  middelen,  bij  gebreke  van  bezit  van  staat  (art.  324,  tweede  lid  BW)  

Bv.  DNA-­‐onderzoek  (kost  tijd  en  geld)  • Kan  door  de  rechter  bevolen  worden  • Of  buitengerechtelijk  aangevoerd  worden  (via  internet  

DNAkits)    

Maar  ook  andere  wettelijke  bewijsmiddelen  zijn  toegelaten,  behalve  de  eed      

 Conflict:  man  A  gedraagt  zich  als  vader  en  man  B  is  vader  volgens  DNA-­‐onderzoek    man  A  zal  vader  zijn    

DNA-­‐onderzoek  post  mortem  is  mogelijk,  zelfs  na  crematie      

Rechtsgevolgen  van  de  onrechtmatige  weigering  een  deskundigenonderzoek  te  ondergaan:  Cass.  17  december  1998  (i.v.m.  art.  331octies  BW)  

• Uit  weigering  blijkt  dat  men  iets  te  verbergen  heeft  • Verbod  van  dwanguitvoering  op  de  persoon  is  een  algemeen  

rechtsbeginsel,  maar  uit  de  onrechtmatige  weigering  mag  de  rechter  een  feitelijk  vermoeden  afleiden  (van  vaderschap)  dat  die  man  toch  de  vader  is.  Dat  in  combinatie  met  andere  elementen  in  het  dossier  (die  in  dezelfde  richting  wijzen)  mag  leiden  tot  de  gerechtelijke  vaststelling  van  het  vaderschap    

• Rechtmatige  weigeringen  om  een  DNA  onderzoek  te  ondergaan  

o Vroeger  wel    toen  er  nog  bloed  moest  geprikt  worden  

o Nu  niet  meer    schraapsel  wangslijmvlies    

o Door  vermoeden  van  vaderschap  wegens  geslachtsgemeenschap  met  de  moeder  

“behalve  wanneer  er  twijfel  over  bestaat”    in  welke  gevallen  ?  Als  de  vrouw  meerdere  minnaars  heeft  (exceptio  plurium  concubentium)  

De  bedoelde  twijfel  betreft  het  causaal  verband  tussen  de  (bewezen)  geslachtsgemeenschap  en  de  verwekking.    (art.  324,  derde  lid  BW)  

Page 25: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   25  

• Procedureregels  o Titularissen  van  de  vordering:  

het  kind  +  “elk  van  zijn  ouders  persoonlijk”  (art.  332ter,  eerste  lid  BW)  

Ook  de  beweerde  vader    

o Termijn  (art.  331ter  BW):   30  jaar,  te  rekenen  vanaf  het  einde  van  het  bezit  van  staat  of,  bij  

gebrek  daaraan,  vanaf  de  geboorte   Deze  verjaringstermijn  wordt  geschorst  tijdens  de  minderjarigheid,  

maar  loopt  tussen  echtgenoten    

Voorbeeld:  vordering  inleiden  als  20-­‐jarige  ja    nog  geen  verjaring   Als  meerderjarige  kan  je  de  vordering  inleiden  tot  de  dag  dat  je  48  

jaar  wordt    

o Partijen  in  het  geding:  zie  art.  332ter,  derde  lid  BW    

o Vertegenwoordiging:  zie  art.  331sexies  BW   Aanstelling  voogd  ad  hoc  bij  tegenstrijdigheid  van  belangen,  die  in  

concreto  moet  worden  bewezen  (wanneer  hoedanigheden  van  eiser  en  verweerder  niet  gecombineerd  worden)  

(meestal  situatie  dat  de  moeder  de  vordering  inleidt)  Als  moeder  eiser  en  kind  verweerder  is  kan  de  moeder  kind  niet  vertegenwoordigen    

o Materieel  en  territoriaal  bevoegde  rechtbank:  zie  art.  331,  §  1  BW    

o Wijzen  van  gedinginleiding  (altijd  een  dagvaarding  ,geen  verzoekschrift  mogelijk)  

(geding  kan  niet  vóór  de  geboorte  worden  ingeleid,  zie  art.  331bis  BW)    Het  kind  moet  al  levend  en  levensvatbaar  geboren  zijn      

• Uitwerking  van  het  vonnis  o  Veel  post  mortem  om  erfrecht  van  de  vader  te  kunnen  genieten  o Declaratief  karakter  o 1  maand  na  de  betekening  van  het  vonnis  is  dit  definitief  (geen  hoger  

beroep  meer  mogelijk)    

• Publiciteitsregeling  o zie  art.  333  BW  

 • Bijkomende  vormvereiste  bij  overspelige  kinderen  a  patre  

o Betekening  van  het  vonnis  aan  de  echtgeno(o)t(e)  van  de  overspelige  man,  op  straffe  van  relatieve  niet-­‐tegenwerpelijkheid  (art.  322,  tweede  lid  BW)  

     

Page 26: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   26  

Hoofdstuk  3:  Betwisting  van  de  afstamming    Vereist  altijd  een  gerechtelijke  procedure!    langs  moederszijde  (komt  minder  voor)  langs  vaderszijde  (komt  veel  voor)      

Afdeling  1:  Betwisting  van  moederschap    Betwisting  wettelijk  vastgesteld  moederschap  

• Art.  312,  §  2  BW  o Omdat  de  naam  van  de  moeder  in  de  geboorteakte  staat    Het  baren  is  de  

juridische  grondslag  voor  de  vaststelling  van  het  moederschap  (312  §2  juncto  art  57  BW)  

o ‘Mater  sempra  certa  est’    

o Door  alle  wettelijke  middelen  moet  worden  bewezen  dat  de  moeder  niet  van  het  kind  bevallen  is    

o Bezit  van  staat  ten  aanzien  van  de  moeder  maakt  de  vordering  onontvankelijk  

Baby  J  geboren  uit  een  draagmoeder  maar  het  moederschap  van  de  Nederlandse  wensmoeder  is  frauduleus  in  de  geboorteakte  van  het  kind  geschreven  (SIS-­‐kaart)  

Afstammingsprocedure    Wat  moet  bewezen  worden  ?  Dat  de  moeder  (vrouw  wiens  naam  in  geboorteakte)  niet  van  het  kind  bevallen  is  (dit  kan  bewezen  worden)  

Bezit  van  staat    Nederlandse  wensmoeder  had  bezit  van  staat    Zaak  onontvankelijk    Socio-­‐affectieve  werkelijkheid  primeert  op  de  biologische  werkelijkheid    afwezigheid  van  bezit  van  staat  is  een  ontvankelijkheidsvoorwaarde  voor  het  instellen  van  de  vordering    

• Termijn  o 1  jaar  vanaf  de  ontdekking  v/h  leugenachtige  karakter  v/d  afstamming  

 • Titularissen  van  de  vordering    

o De  vader,  het  kind,  de  moeder  en  de  persoon  die  het  moederschap  opeist  (blijkbaar  geen  automatische  vaststelling  van  moederschap  in  dit  laatste  geval)  

o Wanneer  de  beweerde  moeder  de  vordering  inleidt,  is  niet  in  de  wet  bepaald  dat  haar  betwistingvordering  maar  gegrond  is  wanneer  haar  moederschap  is  komen  vast  te  staan,  noch  dat  de  beslissing  die  deze  betwistingvordering  inwilligt,  van  rechtswege  de  vaststelling  van  de  afstamming  van  verzoekster  met  zich  meebrengt,  met  inachtneming  van  art.  332quinquies  BW  (een  systeem  dat  wel  vooropgesteld  wordt  bij  de  betwisting  van  het  vaderschap  van  de  echtgenoot  door  de  beweerde  vader,  (zie  art.  318,  §  5  BW)  

Page 27: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   27  

Betwisting  van  een  moederlijke  erkenning  • Ontvankelijkheid  

o Wanneer  staat  het  moederschap  van  de  vrouw  niet  vast?    als  de  vrouw  anoniem  bevallen  is  (bv.  Bevallen  in  Frankrijk)    

o Algemeen:  afwezigheid  van  bezit  van  staat  ten  aanzien  van  de  erkennende  vrouw  

o Bijzonder  (voor  de  erkennende  vrouw  en  degenen  die  hebben  toegestemd):  erkennende  vrouw  wil  zelf  haar  erkenning  betwisten    een  wilsgebrek    (art.  330,  §  1,  eerste  en  tweede  lid  BW)      

o Titularissen  en  termijnen    WET  (art.  330,  §  1,  vierde  lid  BW)   De  erkennende  vrouw  en  de  vader  moeten  de  vordering  inleiden  

binnen  1  jaar  na  de  ontdekking  dat  de  erkennende  vrouw  niet  de  moeder  is    

De  beweerde  moeder:  binnen  1  jaar  na  de  ontdekking  dat  zijzelf  de  moeder  is    

Het  kind:  ten  vroegste  vanaf  de  12de  verjaardag,  uiterlijk  op  de  22ste  verjaardag  of  binnen  1  jaar  na  de  ontdekking  dat  de  erkennende  vrouw  niet  zijn  moeder  is    

• Gegrondheid  o De  erkenning  wordt  tenietgedaan  indien  door  alle  wettelijke  middelen  is  

bewezen  dat  de  betrokkene  “niet  de  moeder”  is  (art.  330,  §  2  BW)    Begrijpen  als  “niet  van  het  kind  bevallen  is”  

cf.  de  bijzondere  hypothese  van  art.  329bis  §  3,  vijfde  lid  BW:  “niet  de  biologische  moeder”    Bio-­‐fysiologische  moeder    

Stel  draagmoeder  na  anonieme  bevalling  in  Frankrijk    Draagmoeder  erkent  zelf  het  kind  dat  ze  gebaard  heeft    Geding  tussen  wensmoeder  en  draagmoeder    Wensmoeder  zal  erkenning  betwisten    betwisting  moederlijke  erkenning  zal  niet  lukken  (ook  al  genetisch  van  de  wensmoeder  via  embryo)    Wensouders  zullen  daar  de  lege  lata  niets  kunnen  aan  doen    

o Toch  moet  bewezen  worden  dat  de  erkennende  vrouw  niet  van  het  kind  is  bevallen  (cf.  het  ongewijzigde  art.  314,  derde  lid  BW)  (bewijs  van  genetisch  niet-­‐moederschap  is  niet  doorslaggevend)    

o De  vordering  van  de  beweerde  moeder  is  slechts  gegrond  indien  haar  eigen  moederschap  is  komen  vast  te  staan;  het  vonnis  dat  de  betwistingvordering  inwilligt,  brengt  van  rechtswege  de  vaststelling  van  het  moederschap  van  de  beweerde  moeder  mee,  indien  aan  de  voorwaarden  van  art.  332quinquies  BW  is  voldaan    (art.  330,  §  3  BW)  

 

Page 28: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   28  

Betwisting  gerechtelijk  vastgesteld  moederschap  • Art.  331decies  BW  • Door  middel  van  een  bijzonder  rechtsmiddel:  derdenverzet  

   

Afdeling  2:  Betwisting  van  vaderschap    Betwisting  van  het  vaderschap  van  de  echtgenoot  

• Artikel  318  BW:  o §1,  §  2  en  §  4  =  ontvankelijkheid  o §  3  en  §  5    =  gegrondheid  van  de  vordering  

 • Ontvankelijkheid  (Algemeen)  

o Afwezigheid  van  bezit  van  staat  t.a.v.  de  echtgenoot  (aanhef  art.  318,  §  1  eerste  lid  BW)    Maar:  deze  regel  is  ongrondwettig  bevonden      GwH  nr.  20/2011,  3  februari  2011    Art.  318,  §  1  eerste  lid  BW  schendt  art.  22  Gw.,  in  samenhang  gelezen  met  art.  8  EVRM,  in  zoverre  de  vordering  tot  betwisting  van  vaderschap  niet  ontvankelijk  is  indien  het  kind  bezit  van  staat  heeft  t.a.v.  de  echtgenoot  van  de  moeder  

Rechtsoverweging  B.10:  Door  het  «  bezit  van  staat  »  als  absolute  grond  van  niet-­‐ontvankelijkheid  van  de  vordering  tot  betwisting  van  het  vermoeden  van  vaderschap  in  te  stellen,  heeft  de  wetgever  de  socio-­‐affectieve  werkelijkheid  van  het  vaderschap  steeds  laten  prevaleren  op  de  biologische  werkelijkheid.  Door  die  absolute  grond  van  niet-­‐ontvankelijkheid  wordt  de  echtgenoot  van  de  moeder  die  te  goeder  trouw  het  socio-­‐affectieve  vaderschap  heeft  opgenomen,  op  absolute  wijze  uitgesloten  van  de  mogelijkheid  om  zijn  vaderschap  te  betwisten  omdat  zijn  handelen  te  goeder  trouw  precies  heeft  bijgedragen  tot  de  totstandkoming  van  de  feiten  die  de  criteria  uitmaken  van  het  bezit  van  staat.  Aldus  bestaat  voor  de  rechter  geen  enkele  mogelijkheid  om  rekening  te  houden  met  de  vaststaande  feiten  en  de  belangen  van  alle  betrokken  partijen.  Een  dergelijke  maatregel  is  onevenredig  met  de  door  de  wetgever  nagestreefde,  legitieme  doelstellingen,  en  derhalve  niet  bestaanbaar  met  artikel  22  van  de  Grondwet,  in  samenhang  gelezen  met  artikel  8  van  het  Europees  Verdrag  voor  de  rechten  van  de  mens.    

Schending  van  art  22  GW  (recht  op  privéleven  wordt  grondwettelijk  beschermd)    De  basisregel  wordt  ongrondwettig  bevonden!    

  Feiten:  

• Man  (echtgenoot)  die  bedrogen  was  door  de  moeder  • 10  jaar  lang  overtuigd  van  het  feit  dat  dit  zijn  kind  was  • Na  10  jaar  bekent  de  moeder  dat  ze  overspelig  is  geweest,  

man  is  10  jaar  in  de  waan  geweest  dat  hij  het  kind  had  

Page 29: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   29  

verwekt  en  had  zich  dus  ook  als  vader  gedragen  (bezit  van  staat)  

• Vaderschap  is  bevestigd  door  bezit  van  staat  • De  man  heeft  te  goeder  trouw  (misleid  door  de  moeder)  het  

kind  beschouwd  als  het  zijne    hij  zou  dit  nooit  gedaan  hebben  had  hij  geweten  dat  het  kind  niet  van  hem  was    Grondwettelijk  Hof  volgt  hem  

• Zijn  gedragingen  worden  tegen  hem  ingeroepen    probleem:  voor  de  rechter  bestaat  geen  enkele  mogelijkheid  om  rekening  te  houden  met  de  vaststaande  feiten  (DNA  onderzoek  betreft  de  gegrondheid)  en  de  belangen  van  alle  betrokken  partijen  (men  gaat  blind  voor  de  socio-­‐affectieve  werkelijkheid)  

 Conclusie:  dergelijke  maatregel  is  onevenredig  met  de  door  de  wetgever  nagestreefde  doelstellingen    

Wat  met  afstammingsgeschil  na  dit  arrest  ?    Bezit  van  staat  mag  niet  langer  een  absolute  grond  van  onontvankelijkheid  zijn    

Wat  is  dan  nog  wel  de  betekenis  van  bezit  van  staat  ?  Kijken  naar  de  vaststaande  feiten  en  de  belangen  van  de  partijen    

 Nu  moet  de  rechter  met  bezit  van  staat  een  beetje  rekening  houden,  met  de  biologische  realiteit  en  met  de  belangen  van  de  partijen    Afstammingsgeschil  wordt  zeer  onvoorspelbaar      

o Toestemming  van  de  echtgenoot  tot  K.I.(kunstmatige  inseminatie)  of  een  andere  daad  die  de  voortplanting  tot  doel  had  maakt  de  vordering  onontvankelijk,  tenzij  de  verwekking  van  het  kind  hiervan  niet  het  gevolg  kan  zijn  (art.  318,  §  4  BW)  

Andere  daad  die  voortplanting  tot  doel  hebben  =    • Bv.  Seks  (man  onvruchtbaar  en  huisvriend  mag  vrouw  

bevruchten)  • invitro  fertilisatie    eicel  en  zaadcel  samengebracht  en  

embryo  wordt  ingebracht  • intra  cytoplasamtische  sperma-­‐injectie    slechte  

zwemmertjes    1  beweeglijke  zaadcel  inspuiten  in  eicel    

o De  levende  en  levensvatbare  geboorte  van  het  kind  (art.  331bis  BW)   Uitzondering:  De  man  die  het  vaderschap  opeist,  kan  de  vordering  

reeds  vóór  de  geboorte  instellen  (zie  art.  328bis  BW)  =  Lex  specialis  op  de  lex  generalis  van  Art.  331bis  BW  

Er  zijn  evenwel  gevallen  waarin  het  onduidelijk  is  of  het  kind  meer  of  minder  dan  300  dagen  na  de  gebeurtenissen  vermeld  in  art.  316bis  BW  zal  worden  geboren.  In  deze  gevallen  rijst  het  praktische  probleem  dat  de  rechtbank  verzocht  wordt  om  uitspraak  te  doen  over  de  betwisting  van  een  vaderschap  dat  misschien  nooit  zal  worden  gevestigd  

Page 30: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   30  

• Titularissen  van  de  vordering  o Moeder,  echtgenoot  en  kind  (Art.  318,  §  1,  eerste  lid  BW)  

 o De  persoon  die  het  vaderschap  opeist  (betwistingrecht  onder  

voorwaarde  en  met  gevolg,  zie  Art.  318,  §  5  BW)   Bijzonderheid  voor  de  vordering  van  de  beweerde  biologische  

vader  :  Indien  hij  de  betwistingvordering  inleidt,  is  zijn  vordering  maar  gegrond  als  zijn  vaderschap  “is  komen  vast  te  staan”;  de  beslissing  die  de  betwistingvordering  inwilligt,  brengt  van  rechtswege  de  vaststelling  van  het  vaderschap  van  de  verzoeker  mee.  De  rechtbank  gaat  na  of  de  voorwaarden  van  art.  332quinquies  BW  vervuld  zijn  (art.  318,  §  5  BW)    

Zijn  vaderschap  =  het  vaderschap  van  de  beweerde  biologische  vader  

2  in  1  afstammingsvordering:  • Beweerde  biologische  vader  betwist  vaderschap  echtgenoot  

En  tegelijkertijd  • Vaststelling  vaderschap  van  de  beweerde  biologische  vader  

 Kind  wordt  op  geen  enkel  moment  vaderloos    

o Subsidiair,  na  overlijden  van  de  echtgenoot:  diens  bloedverwanten    

o De  eerste  echtgenoot  bij  vaderschapsconflict  (Art.  318,  §  2,  tweede  en  derde  lid  BW)    

• Termijnen  o Moeder:  1  jaar  na  de  geboorte  (Art.  318,  §  2,  eerste  lid  BW)  

 o Echtgenoot:  1  jaar  na  de  ontdekking  van  het  feit  dat  hij  niet  de  

(biologische)  vader  van  het  kind  is  (Art.  318,  §  2,  eerste  lid  BW)    

o Man  die  het  vaderschap  opeist:  1  jaar  na  de  ontdekking  van  het  feit  dat  hij  de  (biologische)  vader  van  het  kind  is  (Art.  318,  §  2,  eerste  lid  BW)    

o Kind:  Ten  vroegste  op  de  12de  verjaardag,  ten  laatste  op  de  22ste  verjaardag  of  binnen  1  jaar  na  de  ontdekking  van  het  feit  dat  de  echtgenoot  zijn  vader  niet  is  (Art.  318,  §  2,  eerste  lid  BW)  

Normaalgezien  zijn  minderjarigen  procesonbekwaam  maar  in  afstammingszaken  kan  een  kind  wel  procederen    

GwH  nr.  96/2011,  31  mei  2011  • In  de  hypothese  dat  het  vaderschap  van  de  echtgenoot  niet  

overeenstemt  met  de  biologische,  noch  met  de  socio-­‐affectieve  waarheid,  schendt  art.  318,  §  2  BW  de  artikelen  10,  11  en  22  van  de  Grondwet,  in  samenhang  gelezen  met  art.  8  en  14  EVRM      

Page 31: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   31  

• Rechtsoverweging  B.14:  Door  te  bepalen  dat  een  kind  het  vermoeden  van  vaderschap  dat  is  vastgesteld  ten  aanzien  van  de  echtgenoot  van  zijn  moeder  niet  meer  kan  betwisten  na  de  leeftijd  van  tweeëntwintig  jaar  of  na  het  jaar  te  rekenen  vanaf  de  ontdekking  van  het  feit  dat  diegene  die  de  echtgenoot  van  zijn  moeder  was,  niet  zijn  vader  is,  terwijl  dat  vermoeden  met  geen  enkele  biologische,  noch  socio-­‐affectieve  realiteit  overeenstemt,  wordt  evenwel  op  discriminerende  wijze  afbreuk  gedaan  aan  het  recht  op  de  eerbiediging  van  het  privéleven  van  dat  kind.  Door  de  korte  verjaringstermijn  zou  het  kunnen  dat  dat  kind  niet  meer  beschikt  over  de  mogelijkheid  om  zich  tot  een  rechter  te  wenden  die  rekening  kan  houden  met  de  vaststaande  feiten,  alsook  met  het  belang  van  alle  betrokken  partijen,  zonder  dat  een  en  ander  kan  worden  verantwoord  door  de  zorg  om  de  rust  der  families  te  bewaren  terwijl  de  familiale  banden  te  dezen  onbestaande  zijn.      

•  Art.  22  Gw.  als  in  privéleven  van  het  kind  deze  keer    

• Feiten:  o Meerderjarige  van  rond  de  40  (kind  van  rond  de  40)  

had  een  wettelijke  vader  (  geboren  binnen  het  huwelijk)  

o In  de  jaren  70  huwelijk  op  de  klippen    feitelijke  scheiding  nadien  echtscheiding    echtgenoot  had  nooit  voor  het  kind  gezorgd    geen  bezit  van  staat    hij  was  trouwens  niet  de  biologische  vader  

o In  2000  ontdekt  kind  via  DNA  onderzoek  dat  de  echtgenoot  niet  de  biologische  vader  is    

o In  2010    kind  stelt  vordering  in  (Te  laat!  kind  kan  vordering  niet  meer  indienen  want  vervaltermijn  van  1  jaar)    Deze  termijnregeling  schendt  het  EVRM  en  de  grondwet    

• Arrest  Grondwettelijk  Hof  zorgt  dat  het  kind  nog  over  een  vorderingsrecht  kan  beschikken!  De  rechter  zal  in  deze  zaak  niet  anders  kunnen  dan  de  vordering  gegrond  te  verklaren    

De  ouders  kunnen  niet  optreden  qualitate  qua  (namens)  het  minderjarige  kind:  het  vorderingsrecht  van  de  minderjarige  tussen  12  en  18  jaar  dient  via  (zijn  voogd  of)  een  voogd  ad  hoc  te  worden  uitgeoefend  

• Wie  dient  de  aanwijzing  van  de  voogd  ad  hoc  uit  te  lokken?  Zeker  niet  de  vader  of  de  moeder  (die  zelf  verweerder  zijn  in  deze  procedure),  maar  het  kind  zelf.  

• De  ouders  kunnen  niet  optreden  (in  hoedanigheid  van  wettelijke  vertegenwoordiger  van  het  kind)    Voogd  ad  hoc  op  vraag  van  het  kind  zelf  

Page 32: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   32  

o (subsidiair)  Bloedverwanten  van  de  echtgenoot:      Enkel  na  overlijden  van  de  echtgenoot   1  jaar  na  de  geboorte,  indien  de  echtgenoot  overleden  is  vóór  de  

geboorte   1  jaar  na  het  overlijden,  indien  de  echtgenoot  na  de  geboorte  is  

overleden    (Art.  318,  §  2,  tweede  lid  BW)    

o De  eerste  echtgenoot  bij  vaderschapsconflict:  zelfde  termijn  als  de  (enige)  echtgenoot    1  jaar  (naar  analogie  met  het  vroegere  art.  332,  vierde  lid  BW,  dat  voor  echtgenoot  en  vorige  echtgenoot  dezelfde  termijn  bepaalde)    

 Al  deze  termijnen  zijn  vervaltermijnen,  die  de  openbare  orde  raken  o Niet  vatbaar  voor  stuiting  of  schorsing  o Enkel  verlengbaar  bij  overmacht  

Het  begrip  “overmacht”  moet  –  restrictief  –  verbintenisrechtelijk  worden  geïnterpreteerd;  men  moet  in  de  absolute  onmogelijkheid  zijn  om  de  vordering  in  te  leiden  binnen  de  voorgeschreven  termijn,  als  gevolg  van  gebeurtenissen  onafhankelijk  van  de  wil  van  de  betrokkene  die  hij  niet  heeft  kunnen  voorzien  of  voorkomen,  terwijl  hij  de  volgehouden  intentie  had  de  handeling  te  stellen    

• Bewijs    Art.  318,  §  3  BW  bevat  2  wijzen  van  betwisting:    

o Op  tegenbewijs   Op  tegenbewijs    Eisende  partij  bewijst  zelf  dat  de  echtgenoot  

niet  de  vader  is   Door  alle  wettelijke  middelen  (behalve  de  eed)  kan  worden  

bewezen  dat  echtgenoot  niet  de  vader  is  (Art.  318,  §  3,  eerste  lid  BW)  

• DNA  onderzoek  is  meest  sluitende  bewijsmiddel    

o Via  eenvoudige  verklaring   In  drie  (eigenlijk  zeven)  gevallen  waarin  het  vaderschap  van  de  

echtgenoot  onwaarschijnlijk  is,  opgesomd  in  Art.  318,  §  3,  tweede  lid  BW    vermoedens  juris  tantum  van  niet-­‐vaderschap,  zonder  verdere  bewijsvoering    

De  vermelding  van  “de  gevallen  bedoeld  in  artikel  316bis”  (art.  318,  §  3,  tweede  lid,  1°  BW)  is  bekritiseerbaar,  aangezien  de  vaderschapsregel  in  deze  gevallen  niet  speelt,  behoudens  gemeenschappelijk  verklaring  van  de  echtgenoten  op  het  ogenblik  van  de  aangifte  van  de  geboorte.  Het  is  bijzonder  eigenaardig  dat  in  voorkomend  geval  het  bewijs  van  niet-­‐vaderschap  niet  zou  moeten  worden  geleverd.  Tijdens  de  parlementaire  voorbereiding  verklaarde  de  minister  van  Justitie  dat  de  ambtenaar  van  de  burgerlijke  stand  zich  zou  kunnen  vergissen  en  ten  onrechte  de  echtgenoot  in  de  geboorteakte  als  vader  zou  kunnen  vermelden.  

Page 33: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   33  

Deze  vergissing  behoort  evenwel  te  worden  rechtgezet  door  een  vordering  tot  verbetering  van  de  akten  van  de  burgerlijke  stand  (Art.  1383-­‐1385  Ger.  W.)  en  niet  d.m.v.  een  (eenvoudige)  betwistingvordering  van  een  vaderschap  dat  juridisch  niet  eens  vast  mocht  staan  (het  is  overigens  niet  door  de  vermelding  van  de  naam  van  de  (ex-­‐)  echtgenoot  in  de  geboorteakte  dat  het  vaderschap  komt  vast  te  staan,  maar  krachtens  de  wet  zelf  (Art.  315-­‐317  B.W.)).    

Vermoeden  juris  tantum  van  niet-­‐vaderschap  als  men  in  deze  wettelijke  voorwaarden  verkeert    veel  goedkoper  dan  DNA-­‐onderzoek  

Juridisch  correcte  oplossing  voor  vader  in  geboorteakte  die  verkeerd  is  =  fout  in  de  geboorteakte    

• ‘vordering  tot  verbetering  van  de  geboortakte’    in  Art.  1383  –  1385  Ger.  W.    veel  loggere  procedure  dan  de  betwisting  op  eenvoudige  verklaring    

• Partijen  in  het  geding  o Het  kind  (of  zijn  afstammelingen)  o De  moeder  o De  echtgenoot  (art.  332bis  BW)  

 Betwisting  van  de  vaderlijke  erkenning  

• Ontvankelijkheidsvoorwaarden  o Algemeen:    

Afwezigheid  van  bezit  van  staat  ten  aanzien  van  de  erkenner  (art.  330,  §  1,  eerste  lid  BW)  

o  Bezit  van  staat  is  een  onontvankelijkheidsgrond  voor  elke  vordering  tot  betwisting  van  een  erkenning    

o Bijzondere  ontvankelijkheidsvoorwaarde:   Bij  een  betwisting  door  de  erkenner  zelf  of  door  iemand  die  tot  de  

erkenning  heeft  toegestemd:  Een  wilsgebrek  (art.  330,  §  1,  tweede  lid  BW)  (verschoonbare  dwaling,  bedrog,  geweld)    

In  de  rechtspraak  wordt  de  ingeroepen  dwaling  meestal  niet-­‐verschoonbaar  bevonden  (bv.  bij  erkenning  van  een  kind  geboren  na  zes  maanden  zwangerschap,  zogezegd  zonder  complicaties).      dwaling  moeilijk  aanvaard  

Bedrog  is  opzettelijk  verwekte  dwaling  (meestal  door  de  moeder  geïnduceerd).  

Moreel  geweld  wordt  in  de  rechtspraak  aanvaard  als  wilsgebrek  bij  geesteszwakke  erkenners  (of  bij  jonge  erkenners  vooral  door  de  familie  van  de  moeder)    geen  fysiek  geweld    

Bewijs  van  biologisch  niet-­‐vaderschap  is  vereist  voor  (de  gegrondheid  van)  elke  betwisting  van  een  erkenning,  ook  deze  ingeleid  door  de  erkenner  zelf  (na  bewijs  van  een  wilsgebrek)  

Page 34: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   34  

 Zie  Cass.  7  mei  2007  (Deskundigenonderzoek  =  meest  betrouwbare  bewijsmiddel)    

• Voorwaarde  voor  de  gegrondheid  van  de  vordering  o Bewijs  van  niet-­‐vaderschap  door  alle  wettelijke  middelen  (art.  330,  §  2  

BW)  o GEEN  toetsing  van  het  belang  van  het  kind!  

Het  belang  van  het  kind  speelt  geen  enkele  rol!    Het  belang  van  het  kind  mag  volgens  Cassatie  geen  rol  spelen  bij  de  beoordeling  van  de  betwisting  van  vaderlijke  erkenning  

Wanneer  bij  erkenning  wel  rekening  gehouden  met  belang  van  het  kind  ?    Alleen  bij  de  vaststelling  van  vaderschap  na  weigering  door  de  moeder  

Belang  van  het  kind  speelt  op  zichzelf  geen  rol  maar  in  hoofde  van  de  rechter  wel  belangrijker  als  hij  zich  moet  uitspreken  over  het  bezit  van  staat      

 DUS  OFFICIEEL  niet,  maar  INDIRECT  speelt  het  wel  een  rol      

o Ontvankelijkheid    bezit  van  staat  ja  of  nee  o Gegrondheid    heeft  hij  het  kind  verwekt?  ja  of  nee    

 • Procedureregels  

o Titularissen  van  de  vordering:   De  moeder,  het  kind,  de  erkennende  man  en  de  man  die  het  

vaderschap  opeist  (art.  330,  §  1,  eerste  lid  BW),  maar…   De  vordering  van  de  persoon  die  beweert  vader  te  zijn,  is  maar  

gegrond  als  diens  vaderschap  is  komen  vast  te  staan.  De  beslissing  die  de  betwistingvordering  inwilligt,  brengt  van  rechtswege  de  vaststelling  van  het  vaderschap  van  de  biologische  vader  mee  (de  rechtbank  gaat  na  of  aan  de  voorwaarden  van  art.  332quinquies  BW  is  voldaan)  (art.  330,  §  3  BW)    

o Termijnen  (art.  330,  §  1,  vierde  lid  BW):   Voor  de  moeder  en  de  erkennende  man:  1  jaar  na  de  ontdekking  

dat  de  erkennende  man  niet  de  vader  is   Voor  de  man  die  het  vaderschap  opeist:  1  jaar  na  de  ontdekking  dat  

hijzelf  de  vader  is   Voor  het  kind:  ten  vroegste  de  dag  van  de  12de  verjaardag,  ten  

laatste  de  dag  van  de  22ste  verjaardag    

 Opmerking:  een  overgangsbepaling  (art.  25  §  3)  stelt  dat  het  hier  om  een  verjaringstermijn  gaat  (wat  evenwel  merkwaardig  is,  gelet  op  de  korte  duurtijd  van  de  termijn)    

GwH  nr.  54/2011,  6  april  2011  • Art.  330,  §  1,  vierde  lid  BW  schendt  de  artikelen  10-­‐11  Gw.,  

in  zoverre  de  daarin  bepaalde  vervaltermijn  voor  de  

Page 35: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   35  

persoon  die  de  afstamming  opeist,  kan  aanvangen  vooraleer  de  betwiste  erkenning  plaatsvindt  

• Termijn  corrigeren  aan  de  hand  van  dit  arrest    1  jaar  na  de  erkenning  van  de  vorige  

• De  moeder  kan  haar  toestemming  weigeren    

Art.  331decies  BW  • Via  het  bijzonder  rechtsmiddel  derdenverzet,  in  te  stellen  

door  degenen  die  ten  onrechte  niet  in  de  procedure  werden  betrokken  

• Kan  tot  30  jaar  na  de  uitspraak  (of  3  maanden  na  betekening  aan  de  derde)  

                                                                         

Page 36: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   36  

Vaststelling  van  de  afstamming    Schema                                                                                                  

Page 37: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   37  

Betwisting  van  de  afstamming    Schema                                                                                                  

Page 38: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   38  

Casussen    Casus  1:  U  treedt  op  voor  een  gehuwd  koppel  (man  en  vrouw).  De  vrouw  heeft  geen  baarmoeder.  De  zus  van  de  vrouw  is  bereid  als  draagmoeder  te  fungeren  en  krijgt  een  embryo  ingeplant  dat  gecreëerd  is  met  gameten  van  het  echtpaar  (eicel  van  de  vrouw  en  zaadcel  van  de  man).  Het  koppel  wenst  niet  over  te  gaan  tot  adoptie.    Kunnen  zij  een  (oorspronkelijke)  afstammingsband  met  het  kind  tot  stand  brengen  en,  zo  ja,  hoe?      Oplossing:    Wensmoeder  =  genetische  moeder  Draagmoeder  =  biofysiologische  moeder    Oplossing:  moederschap  

• moeder  =  de  vrouw  die  bevallen  is  (Art.  312  BW)    • Draagmoeder  =  juridische  moeder  

 • Tenzij  :  anoniem  bevallen  in  buitenland  en  dan  erkennen,  X  in  de  geboorteakte.  

De  erkenning  door  de  (genetische)  wensmoeder  in  België  (art.  313  BW,  geen  bewijslast)  in  principe  geen  toestemming  nodig  

• Wie  moet  tot  deze  erkenning  toestemmen?  Als  het  vaderschap  vaststaat  moet  de  vader  toestemmen  (dus  indien  de  vader  het  kind  prenataal  erkend  heeft,  maar  dan  moet  de  draagmoeder  toestemmen  met  de  prenatale  erkenning)    

• Onderzoek  naar  het  moederschap    bevalling  moet  bewezen  worden    bevalling  kan  bewezen  worden  via  bezit  van  staat    

• gerechtelijke  vaststelling  moederschap    bezit  van  staat    

• Art.  314  lid  3  en  4  BW  o Wensmoeder  voert  bezit  van  staat  aan  o Draagmoeder  ‘ik  ben  bevallen’  o  Bezit  van  staat  primeert  op  bewijs  van  de  bevalling  door  alle  wettelijke  

middelen    in  wet:  bij  gebreke  van  bezit  van  staat..    bezit  van  staat  is  het  eerste,  primaire,  onweerlegbare  bewijsmiddel    

• Zal  de  draagmoeder  haar  verzet  kunnen  uitoefenen  in  deze  procedure  ?  Neen  want  ze  is  geen  moeder  

• Als  het  kind  in  België  geboren  is  ?  Moederschap  van  de  draagmoeder,  zij  zal  de  juridische  moeder  zijn  (in  geboorteakte)    kan  wensmoeder  het  moederschap  van  de  draagmoeder  betwisten?    art.  312  §2  BW  

o Er  moet  bewezen  worden  dat  de  draagmoeder  niet  van  het  kind  is  bevallen    onmogelijk,  bewijs  kan  nooit  geleverd  worden    Maar  de  betwistingsvordering  kan  ook  onontvankelijk  zijn  als  de  draagmoeder  bezit  van  staat  heeft  

Page 39: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   39  

o Zelf  als  er  geen  bezit  van  staat  is  van  de  draagmoeder  zal  de  betwistingvordering  nooit  lukken  omdat  de  gegrondheid  nooit  zal  bewezen  kunnen  worden  

o  Betwistingsprocedure  zal  dus  nooit  lukken    

•  Er  is  dus  de  omweg  nodig  van  de  anonieme  bevalling    Oplossing:  vaderschap  

• Vaderschap  wensvader  moet  vastgesteld  worden  (tevens  biologische  vader)  • De  draagmoeder  (juridische  moeder)  moet  toestemmen  met  de  erkenning    •  Overspelig  kind  a  patre?  

o Doelbewust  draagmoederschap  maar  toch  wordt  er  hier  een  kind  verwekt  bij  een  andere  vrouw  dan  de  echtgenote,  de  erkenning  zal  moeten  worden  medegedeeld  aan  de  echtgenote  (Art.  319bis  BW)  

 Casus  2:  Een  echtpaar  leeft  al  sinds  2010  feitelijk  gescheiden  (zonder  daartoe  door  een  rechter  te  zijn  gemachtigd)  omdat  de  man  toen  is  ingetrokken  bij  zijn  vriendin.  Kort  nadien  is  ook  zijn  echtgenote  ingetrokken  bij  haar  nieuwe  vriend.  Op  19  maart  2012  beviel  zij  van  een  zoon  die  verwekt  is  door  haar  nieuwe  vriend.    De  verwekker  wil  zijn  verantwoordelijkheid  voor  het  kind  opnemen  en  vraagt  u  welke  stappen  hij  dient  te  ondernemen  om  juridische  vader  van  het  kind  te  worden.      Oplossing:    

• Echtpaar  =  getrouwd  •  Erkenning  van  een  kind  dat  onder  toepassing  van  vaderschapsregel  valt  (want  

geboren  binnen  het  huwelijk)    

• Man  kan  niet  erkennen,  botst  op  de  vaderschapsregel  (Art.  315  BW)    

• Echtgenoot  is  de  juridische  vader  o Art  316  bis  kent  geen  toepassing  o Tenzij  misschien  woonst  (2°),  staat  niet  in  casus  (vaderschapsregel  speelt  

niet)  erkenning  kan  doorgaan  mits  toestemming    

• Vaderschapsregel  speelt  wel:  procedure  betwisting  vaderschap  (318  §5  en  332  quinques)  

o Gerechtelijke  vaststelling  biologisch  vaderschap  verwekker  o Binnen  het  jaar  na  geboorte  (als  de  moeder  procedeert)  o Binnen  het  jaar  na  ontdekking  vaderschap  (als  de  verwekker  procedeert)  o Kind  kan  niet  procederen  voor  zijn  12e    

 • Recht  van  verzet  

o De  moeder  (zou  kunnen)  o De  echtgenoot  ?  NEE    art  332  quinquies  §3.  (is  zeker  niet  de  biologische  

vader)    

Page 40: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   40  

• Na  procedure  :  erkennen  en  toestemming  • Is  de  verwekker  gehuwd  :  Aangetekende  zending  naar  zijn  echtgenote  als  

mededeling    Casus  3:  Een  ongehuwde  vrouw  beleefde  een  kortstondige  relatie,  maar  haar  minnaar  liet  haar  in  de  steek  op  het  ogenblik  dat  hij  vernam  dat  ze  zwanger  was  van  hem.  De  vrouw  wenst  dat  de  verwekker  van  haar  kind  zijn  verantwoordelijkheden  opneemt.  Het  kind  is  momenteel  3  maanden  oud  en  de  ex-­‐minnaar  weigert  elk  contact  met  moeder  en  kind.    Op  welke  wijze  kan  de  afstamming  van  de  biologische  vader  worden  vastgesteld?  Specificeer  de  procedurele  stappen  (wie  kan  de  procedure  inleiden,  binnen  welke  termijn,  wat  moet  worden  bewezen  en  hoe  kan  dit  bewijs  worden  geleverd)?      Oplossing:    

• Procedure  =  gerechtelijke  vaststelling  vaderschap  (Art  322,  1e  lid  BW)    o Voorwaarde  ?  Vaderschap  echtgenoot  mag  niet  vaststaan  

 • Er  is  geen  huwelijk  • Er  is  geen  erkenning  

 • Procedure  ingesteld  door  de  moeder  :  Art  332  ter,  1e  lid  BW  • Termijn  :  30  jaar  (331  ter  BW)  

o Vertrekpunt:  geboorte  (want  geen  bezit  van  staat:  weigert  elk  contact)    

• Bewijs  :  o Biologisch  vaderschap  (biologische  band  tussen  vader  en  kind)  

Art  324  lid  1  maar    hier  niet  door  bezit  van  staat    naar  lid  2   Art  324,  lid  2:    “alle  wettelijke  middelen”  (Bv  DNA  onderzoek)  

(beste)   Art  324  lid  3    Vermoeden  van  vaderschap  op  basis  van  

geslachtsgemeenschap  met  de  moeder  (kosten  DNA  onderzoek  uitsparen)  

                             

Page 41: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   41  

Casus  4:  Echtgenoten  leven  al  sinds  januari  2011  feitelijk  gescheiden  nadat  de  vrederechter  eind  2009  een  vonnis  heeft  gewezen  waarbij  zij  gemachtigd  werden  een  afzonderlijke  verblijfplaats  te  betrekken  gedurende  een  periode  van  1  jaar.  Op  3  september  2012  bracht  de  echtgenote  een  dochter  ter  wereld.  De  ambtenaar  van  de  burgerlijke  stand  maakte  op  15  september  2012  een  geboorteakte  op  en  vermeldde  daarin  de  echtgenoot  als  vader  van  het  kind.  Partijen  leven  vandaag  nog  steeds  feitelijk  gescheiden.    Deze  man  raadpleegt  u  en  beweert  het  kind  niet  te  hebben  verwekt.  Wat  raadt  u  hem  aan?      Oplossing:  

• Man=  echtgenoot  van  moeder,  wil  geen  verantwoordelijkheid  dragen    vraagt  info  en  raad  

• Vaderschapsregel  Art.  315  B.W.  speelt  (in  hoofde  van  de  echtgenoot  van  de  moeder)    want  het  kind  is  geboren  binnen  het  huwelijk.  

• Kijken  naar  de  uitzonderingen:  Art.  316bis,  3°.    • Vonnis  uitgesproken,  meer  dan  300  dagen  later  kind  geboren    geldt.  Nu  kijken  

naar  termijn  van  de  maatregel:  het  is  meer  dan  180  dagen  na  (want  de  machtiging  verloopt  eind  2010)    316bis,  3°  speelt  niet      

•  valt  onder  vaderschapsregel:  echtgenoot  is  de  vader!    

• Uitweiding    Art.  316bis,  2°:  hier  niet  duidelijk  of  het  geregistreerd  is.  Even  aannemen  van  wel:  vanaf  het  begin  van  de  feitelijke  scheiding  in  het  register.  Dan  speelt  de  uitzondering  wel.  De  echtgenoot  is  de  vader  niet,  maar  staat  wel  zo  in  akte.  Oplossing:  de  vergissing  kan  op  2  manieren  rechtgezet  worden:  verbetering  van  de  geboorteakte  (=procedure  EA)  of  betwisting  van  het  vaderschap  van  de  echtgenoot  :  318  §3,  op  eenvoudige  verklaring  betwist;    

• Wat  doen  nu  blijkt  dat  vaderschap  geldt?    o Betwisting  vaderschap  echtgenoot:  318  BW,  ingeleid  door  vader.  Termijn  

=  1  jaar  vanaf  het  ogenblik  dat  hij  weet  dat  hij  niet  de  vader  is.  Bewijzen  met  wettelijke  middelen  

 Casus  5:  Een  gehuwde  man  heeft  een  kind  verwekt  bij  een  vrouw  die  niet  zijn  echtgenote  is.  Op  het  ogenblik  dat  het  kind  2  jaar  is,  wil  hij  het  kind  erkennen.  a)  Kan  dit  nog?  b)  Zo  ja,  welke  personen  dienen  tot  deze  erkenning  toe  te  stemmen?  c)  Wat  kan  de  man  ondernemen  als  de  moeder  zich  tegen  deze    erkenning  verzet?  d)  Hoe  kan  de  echtgenote  van  de  erkenner  deze  erkenning  verhinderen?      Oplossing:    a)  Overspelig  kind  a  patre,  vader  wil  kind  erkennen  wanneer  het  al  2jaar  is    kan  want  erkenning  is  niet  aan  een  termijn  onderworpen        

Page 42: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   42  

b)  De  moeder  want  het  kind  is  minderjarig  en  niet  ontvoogd.  Kind  zelf  niet  want  dat  is  pas  mogelijk  vanaf  12  jaar:  Art.  329bis  BW    c)  Als  moeder  verzet:  man  moet  procedure  instellen  bij  rechtbank    dagvaarding  van  moeder.  Art  329bis  §2:  eerst  proberen  te  verzoenen,  wanneer  moeder  volhardt  (meestal  het  geval),  kijkt  rechter  naar  bewijs  dat  de  man  de  vader  niet  is:  is  er  niet.  Nu  volgt  een  opportuniteitsoordeel  omtrent  belang,  meestal  in  het  belang  van  kind  bevonden  dat  het  erkend  wordt.    d)  Echtgenote  kan  er  niets  tegen  doen.  Maar  het  kan  voor  haar  niet  tegenwerpelijk  zijn,  indien  ze  geen  aangetekende  brief  ontvangen  heeft.  Dit  is  enkel  een  vormvereiste,  het  ontbreken  ervan  houdt  de  erkenning  niet  tegen.    Stel  kind  was  enkele  maanden  oud:  ook  opportuniteitsoordeel?  Ja  want  grondwettelijk  hof  had  onderscheid  tussen  kinderen  ouder  en  jonger  dan  1  jaar  ongrondwettelijk  bevonden.    Casus  6:  Mevr.  DE  POORTER  heeft  ongehuwd  samengewoond  met  de  heer  CRUCKE,  een  vrijgezel.  Op  1  juli  2012  bracht  zij  een  zoontje  Kurt  ter  wereld.  Dit  kind  werd  echter  verwekt  door  de  heer  OTTEN.  Omdat  deze  zelf  gehuwd  is  (met  mevr.  DE  VILDER)  en  mevr.  DE  POORTER  vermoedt  dat  hij  het  kind  nooit  zal  willen  erkennen,  liet  zij  de  heer  CRUCKE  opzettelijk  in  de  waan  dat  Kurt  zijn  zoon  is  en  stuurde  zij  erop  aan  dat  hij  het  kind  zou  erkennen.  Enkele  dagen  na  de  geboorte  erkende  de  heer  CRUCKE  het  kind  voor  de  ambtenaar  van  de  burgerlijke  stand.  Na  zware  meningsverschillen  i.v.m.  de  opvoeding  van  het  kind  verliet  de  heer  CRUCKE  op  15  juli  2012  het  land  en  liet  vanaf  die  datum  niets  meer  van  zich  horen.  Het  kind  heeft  hij  sindsdien  niet  meer  gezien  en  ook  met  de  moeder  heeft  hij  geen  enkel  contact  meer.    Eergisteren  kreeg  de  heer  CRUCKE  bij  toeval  een  brief  voor  ogen,  gericht  aan  mevr.  DE  POORTER  en  geschreven  door  de  heer  OTTEN,  waaruit  duidelijk  blijkt  dat  de  heer  OTTEN  de  biologische  vader  van  Kurt  is.  a)  Wat  is  uw  advies  mocht  u  vandaag  geraadpleegd  worden  door  de  heer  CRUCKE  die  beseft  dat  hij  misleid  is  en  zijn  erkenning  ongedaan  wil  maken?  b)  Welke  juridische  stappen  kan  mevr.  DE  POORTER  nog  ondernemen  om  de  afstamming  langs  vaderszijde  vast  te  stellen  indien  de  heer  CRUCKE  zijn  erkenning  ongedaan  heeft  gemaakt  en  de  heer  OTTEN    alle  medewerking  weigert?      Oplossing:    a)  Procedure  betwisting  vaderlijke  erkenning:  art.  330  BW.  Geen  bezit  van  staat  want  bekommerde  zich  er  niet  om,  dus  dit  deel  van  het  ontvankelijkheidsvereiste  is  voldaan  +  er  moet  een  wilsgebrek  bewezen  worden;  hier:  bedrog  van  moeder  omtrent  de  biologische  realiteit    de  procedure  is  ontvankelijk.  Gegrondheid:  Art.  330  §2    is  hij  biologische  vader?  Vordering  zal  slagen.        

Page 43: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   43  

b)  Biologische  vader  wil  niet  meerwerken    gerechtelijke  vaststelling  vaderschap:  Art.  322  BW.  Staat  vaderschap  al  vast?  Er  is  geen  echtgenoot,  dus  geen  probleem  (art.  kan  toegepast  worden).    

• Wat  moet  bewezen  worden?  Dat  hij  biologische  vader  is,  zie  artikel  324  BW.    1. Bezit  van  staat:  hier  waarschijnlijk  niet  2. Alle  wettelijke  bewijsmiddelen,  meestal  DNA  (meest  waarschijnlijke  

optie)  3. Geslachtsgemeenschap  bewijzen  

 Art.  322  j°  324  BW    

Moeder  is  gerechtigd  vordering  in  te  stellen:  332ter  lid  1,  termijn:  30  jaar      Als  uit  de  gegevens  blijkt  dat  de  man  gehuwd  is    vonnis  laten  betekenen  aan  echtgenote.    Casus  7:  Mevrouw  JANSSENS  is  gehuwd  met  de  heer  PEETERS.  Er  rijzen  ernstige  huwelijksmoeilijkheden  en  op  1  oktober  2011  werd  door  de  heer  PEETERS  een  echtscheidingsvordering  o.g.v.  onherstelbare  ontwrichting  van  het  huwelijk  ingesteld.  Op  12  oktober  2011  machtigde  de  voorzitter  van  de  rechtbank  van  eerste  aanleg  de  partijen  om  afzonderlijk  te  wonen.  Op  1  september  2012  bracht  mevr.  JANSSENS  een  zoontje  Bart  ter  wereld.  Dit  kind  werd  verwekt  door  de  heer  LIEVENS,  die  zelf  ook  gehuwd  is.    Mevr.  JANSSENS  wenst  dat  de  heer  LIEVENS  als  juridische  vader  van  het  kind  zal  worden  beschouwd,  maar  deze  weigert  halsstarrig  enige  verantwoordelijkheid  op  te  nemen.  De  echtscheiding  van  het  echtpaar  PEETERS-­‐JANSSENS  is  op  heden  nog  niet  uitgesproken.    a)  U  wordt  vandaag  geraadpleegd  door  de  heer  PEETERS,  die  aanvoelt  dat  hij  niet  de  biologische  vader  is  van  Bart.  Hij  heeft  ook  nooit  naar  het  kind  omgekeken.  Wat  raadt  u  hem  aan?  b)  U  wordt  vandaag  gecontacteerd  door  mevr.  JANSSENS.  Wat  zal  u  haar  adviseren?      Oplossing:    a)  Peeters  (echtgenoot  moeder)  keek  nooit  om  naar  kind    geen  bezit  van  staat  (noch  kind  verwekt).  Vaderschapsregel  geldig?  Geboren  binnen  huwelijk  dus  hij  is  de  vader.  Uitzondering  van  toepassing?  Art.  316bis  punt  1,  tweede  hypothese:  meer  dan  300  dagen  na  de  beschikking?  12  oktober  is  vertrekpunt  dus  meer  dan  300    echtgenoot  is  vader  niet,  want  valt  onder  de  uitzondering.    Advies:  hij  moet  niets  doen,  moet  geen  procedure  voeren  want  is  uit  kracht  van  de  wet  de  vader  niet.  b)  Man  weigert    procedure  tot  gerechtelijke  vaststelling  vaderschap  (basisartikel:  322  BW)  Art.  332ter  lid  1:  moeder  is  titularis.  Vaderschap  echtgenoot  staat  niet  vast,  dus  geen  enkel  probleem.  Termijn  is  30  jaar  (331ter).    Bewijs:  Art.  324  BW.  Moet  het  betekend  worden?  Ja,  aan  zijn  echtgenote.    

Page 44: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   44  

Casus  8:  Staf  COPPENS  is  gisteren  vierentwintig  jaar  geworden.  Zijn  moeder,  mevr.  JANSSENS,  werd  verlaten  door  haar  echtgenoot  COPPENS,  een  steriele  man,  toen  zij  twee  maanden  zwanger  was,  ongeveer  zeven  maanden  voor  de  geboorte  van  Staf,  maar  beide  echtgenoten  bleven  tot  voor  kort  op  hetzelfde  adres  gedomicilieerd.  Mevr.  JANSSENS  had  destijds  een  relatie  met  de  heer  PEETERS  die  nog  vóór  de  geboorte  bekend  was  geraakt.  De  heer  PEETERS  is  de  biologische  vader  van  Staf.    Op  3  oktober  2011  werd  door  het  echtpaar  JANSSENS-­‐COPPENS  een  procedure  echtscheiding  door  onderlinge  toestemming  ingeleid;  uitspraak  v/d  EOT  viel  in  mei  2012    De  heer  COPPENS  heeft  al  te  kennen  gegeven  aan  geen  enkele  andere  procedure  meer  te  willen  meewerken.  Staf  heeft  ondertussen  een  stevige  band  met  de  heer  PEETERS  ontwikkeld.    U  wordt  geraadpleegd  door  Staf  en  de  heer  PEETERS.  Beiden  willen  dat  de  heer  PEETERS  de  juridische  vader  van  Staf  wordt.  De  heer  PEETERS  wil  daartoe  alle  medewerking  verlenen.  Mevr.  JANSSENS  leeft  momenteel  echter  in  onmin  met  haar  zoon  zodat  op  haar  medewerking  niet  gerekend  moet  worden.      Oplossing:    Is  echtgenoot  van  moeder  (Coppens)  juridisch  de  vader?    Ja,  op  grond  van  Art.  315  BW  want  geboren  binnen  huwelijk  

• Uitzondering  van  Art.316bis  van  toepassing?  Geval  1    meer  dan  300  dagen  na  3  oktober  2011?  Nee.    echtgenoot  is  vader.  

 ‘Meewerken’    erkenning.  Art.  319  BW:  vaderschap  staat  wel  vast,  dus  kan  niet  rechtstreeks  erkennen.  Omweg  via  318  Ger.  W.  ?  Betwisting  vaderschap  van  echtgenoot    Ontvankelijkheid:    

• Afwezigheid  van  bezit  van  staat  echtgenoot:  heeft  nooit  voor  kind  gezorgd,  dus  hieraan  is  voldaan  

• Titularis:  318  §2  BW:  kind  en  beweerde  biologische  vader  • Termijn:  318  §2  BW:    

o Binnen  jaar  na  ontdekking  dat  de  beweerde  biologische  vader  is  =  vervaltermijn.  Vordering  onontvankelijk.  

o Kind:  12-­‐22  jaar  of  jaar  na  ontdekking  dat  echtgenoot  van  moeder  niet  zijn  vader  is    ook  niet  voldaan,  kind  wist  vroeger.    

o Termijnen  verstreken.    Maar  Grondwettelijk  Hof:  Als  vaderschap  noch  met  socio-­‐affectieve,  noch  met  biologische  werkelijkheid  overeenstemt,  moet  kind  vorderingsmogelijkheden  hebben.  Er  moet  met  de  belangen  van  de  partijen  rekening  gehouden  kunnen  worden:  rechter  moet  gegrondheid  kunnen  bekijken.        

Page 45: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   45  

Casus  9:    Mevr.  JANSSENS  is  al  meer  dan  10  jaar  gehuwd  met  de  heer  LIEVENS.  Na  echtelijke  moeilijkheden  zijn  de  echtgenoten  vanaf  1  september  2010  feitelijk  gescheiden  gaan  leven,  zonder  daartoe  door  een  rechter  te  zijn  gemachtigd.  Eind  2010  begon  mevr.  JANSSENS  een  relatie  met  de  heer  PEETERS  die  gehuwd  is  met  mevr.  COPPENS  en  nog  steeds  met  zijn  echtgenote  samenleeft.    De  heer  LIEVENS  is  pas  op  15  januari  2011  officieel  ingeschreven  op  het  adres  waarop  hij  al  sinds  de  feitelijke  scheiding  woont.  Uit  de  relatie  van  mevr.  JANSSENS  en  de  heer  PEETERS  werd  op  5  augustus  2011  een  kind  Piet  geboren.      De  relatie  tussen  mevr.  JANSSENS  en  de  heer  PEETERS  werd  nog  vóór  de  geboorte  verbroken.  Piet  werd  tot  nog  toe  enkel  door  zijn  moeder  opgevoed.  Wat  is  uw  advies  mocht  u  vandaag  geraadpleegd  worden    a)  Door  mevr.  JANSSENS  die  wenst  dat  de  heer  PEETERS  zijn  verantwoordelijkheden  opneemt  en  de  juridische  vader  van  Piet  wordt,  terwijl  de  heer  PEETERS  dat  helemaal  niet  wil.  b)  Door  de  heer  LIEVENS  die  pas  gisteren  -­‐  na  toevallig  contact  met  de  heer  PEETERS  -­‐  te  horen  kreeg  dat  zijn  ex-­‐echtgenote  meer  dan  een  jaar  geleden  een  kind  ter  wereld  heeft  gebracht.  Hij  meldt  u  dat  hij  evenmin  iets  met  het  kind  te  maken  wil  hebben.      Oplossing:    a)  Geldt  vaderschapsregel?  Ja,  kind  is  tijdens  huwelijk  geboren.  Kijken  naar  uitzonderingen:    

• Art.  316bis  BW    geval  2:  afzonderlijk  adres    niet  van  toepassing.  De  echtgenoot  is  juridische  vader.  

 Gerechtelijke  vaststelling  vaderschap  (want  wil  niet  meewerken):  Art.  322  BW,  maar  vaderschap  staat  vast.  Oplossing:  betwisting  vaderschap  echtgenoot:  218  BW.  

• Afwezigheid  bezit  van  staat:  in  orde  • Titularis:  moeder  kan  betwisten  • Termijn:  jaar  na  de  geboorte,  termijn  is  verstreken  

 onontvankelijk.    Echtgenoot  Lievens  kan  niet  betwisten,  want  wist  reeds  langer  dat  hij  vader  niet  was.  Het    kind  zelf  is  vorderingsgerechtigd  tussen  12-­‐  22  jaar  of  1  jaar  na  ontdekking.  Kan  momenteel  niet,  maar  wanneer  hij  12  jaar  wel  is.    Beweerde  vader?  Zeker  niet,  wil  niet    b)  Betwisting  van  zijn  vaderschap:  Art.  318  BW    Binnen  termijn?  Ja  binnen  1  jaar  (te  rekenen  vanaf  gisteren).    Bewijs  dat  hij  biologisch  vader  niet  is:  

• Eenvoudige  verklaring    gevallen  niet  vervuld  (Art.  318  §3  BW)  • Bewijsmiddelen:  DNA  

 

Page 46: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   46  

Hoofdstuk  4:  Gevolgen  van  de  afstamming    

Afdeling  1:  Algemeen  De  regel  

• Principe  =  gelijke  gevolgen  • Wederkerige  gelijkheidsregel  in  Art.  334  BW  

o Ongeacht  de  wijze  van  vaststelling  van  de  afstamming,  hebben  kinderen  ten  opzichte  van  ouders  en  vice  versa  dezelfde  rechten  en  verplichtingen  

   Ouders  en  kinderen  hebben  dezelfde  rechten  en  verplichtingen  jegens  mekaar  

• Ongeacht  de  wijze  van  vaststelling  van  de  afstamming  • Huwelijkse,  buitenhuwelijkse    in  principe  zelfde  gevolgen  

 Uitzonderingen  (met  betrekking  tot  de  overspelige  afstamming)    Verleden  tijd:  Beperkingen  ten  nadele  van  de  overspelige  kinderen  

• Afschaffing  van  de  beperkingen  ten  nadele  van  de  kinderen  door  de  wet  van  1  juli  2006    

Na  1  juli  2007  nog  steeds  beperkingen  voor  overspelige  ouders:  (2)    De  overspelige  ouder  verliest  automatisch  de  voordelen  door  de  echtgenoot  toegestaan  bij  huwelijkscontract  en  schenkingen  in  het  huwelijkscontract  gedaan  (Art.  334ter,  eerste  en  vierde  lid  BW)  

• Vaststelling  van  overspelige  afstamming,  man  erkent  dat  kind    automatisch  verlies  van  huwelijksvoordelen  en  de  schenkingen  die  in  het  huwelijkscontract  zijn  gedaan  (voordelen  gaan  automatisch  verloren  bij  vaststelling  van  overspelige  afstamming)  

•  Verlies  van  patrimoniale  voordelen    

• Ratio:  o Waarom  bestaat  dit  ?  Ingevoerd  in  1987.  De  bedoeling  was  om  de  

overspelige  ouder  te  straffen,  met  de  bedoeling  dat  het  niet  tot  een  echtscheiding  zou  komen.    Echtscheidingen  vermijden  want  onder  het  oude  echtscheidingsrecht  waren  dit  de  sancties  die  tegen  de  schuldige  werden  genomen.  (Meer  huwelijken  behouden  omdat  de  trouwe  echtgenoot  de  scheiding  dan  niet  zou  vragen)  

o Heeft  deze  bepaling  nog  zin  ?  Deze  voordelen  verdwijnen  sowieso  na  echtscheiding      

• Welke  voordelen  verdwijnen?  o Huwelijksvoordelen  

Beding  van  vooruitmaking    Gratis  goederen  uit  het  gemeenschappelijk  vermogen  voorafnemen,  zonder  dat  dat  op  zijn  deel  wordt  aangerekend  

Beding  van  ongelijke  verdeling    Elke  afwijking  van  de  50-­‐50  verdeling  

Page 47: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   47  

Verblijvingsbeding    Alles  naar  de  langstlevende  (eigenlijk  extreem  beding  van  ongelijke  verdeling)    

 Dit  alles  vervalt  ten  gevolge  vaststelling  overspelige  afstamming     Beding  van  inbreng  vervalt  niet  ten  gevolge  van  vaststelling  

overspelige  afstamming    Inbrengen  in  gemeenschappelijk  eigendom  wat  nog  niet  hiertoe  behoorde      

o Schenkingen  bij  huwelijkscontract  (Tegenwoordige  en  toekomstige  goederen)  

Huwelijkscontract  (  vooraleer  je  trouwt)    kunnen  ook  schenkingen  in  worden  gedaan  zowel  in  het  heden  als  de  toekomst    Schenking  van  toekomstig  goed  =  contractuele  erfstelling    Vervalen  ten  nadele  van  de  overspelige  echtgenoot    

• Correcties  mogelijk  o Huwelijksvoordelen  handhaven    initiatief  van  de  bedrogen  echtgenoot  

en  moet  bij  notariële  akte  gebeuren   Discussie,  kan  je  hier  nadien  nog  op  terugkomen?    Overwegend  

kan  dit  niet!   (Art.  334ter,  eerste  lid  in  fine  BW)  

 o Verval  van  huwelijksvoordelen  doet  geen  afbreuk  aan  de  rechten  van  

derden  te  goeder  trouw     Echtgenoot  beschikt  over  een  goed  dat  hij  eigenlijk  niet  meer  zal  

krijgen  (een  goed  al  verkocht  aan  een  derde,  derde  is  al  eigenaar  geworden)    vooraleer  erkenning  van  het  overspelig  kind    daarna  erkenning    echtgenoot  heeft  eigenlijk  geen  recht  op  dat  goed  

• De  trouwe  echtgenoot  zal  zijn  geld  willen  recupereren    • De  trouwe  echtgenoot  moet  de  derde  gerust  laten,  maar  kan  

de  geldwaarde  van  het  goed  terugvorderen  van  de  overspelige  echtgenoot    

(Art  334ter  lid  2  BW)    De  overspelige  ouder  kan  geheel  of  gedeeltelijk  worden  onterfd  door  zijn  mede-­echtgenoot,  met  uitzondering  van  het  vruchtgebruik  op  de  gezinswoning  en  het  daarin  aanwezige  huisraad  

• Deze  aantasting  van  het  erfdeel  van  de  langstlevende  echtgenoot  is  mogelijk  door  middel  van  testament,  legaat,  schenking,  …  

• Men  kan  nooit  zijn  concrete  reserve  ontnemen,  vruchtgebruik  op  de  gezinswonin    

• (art.  334ter,  derde  lid  BW)            

Page 48: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   48  

Afdeling  2:  Naam    Familienaam    6  regels  in  Art.  335  BW    1.  Enkel  vaderschap  staat  vast    naam  vader  (art.  335,  §  1  BW)    2.  Enkel  moederschap  staat  vast    naam  moeder  (art.  335,  §  2  BW)    

• Is  het  verlies  van  de  naam  van  de  vader  na  betwisting  van  het  vaderschap  discriminatoir  voor  meerderjarigen,  vergeleken  met  behoud  naam  moeder  voor  meerderjarigen  met  laat  vastgestelde  afstamming  van  vaderszijde?    

o Zie  Arbitragehof  nr.  171/2005,  23  november  2005,  dat  geleid  heeft  tot  art.  335,  §  4  BW  

o Enkel  vaderschap  staat  vast:  situatie  waarbij  moederschap  dus  niet  vaststaat    vrouw  anoniem  bevallen  in  het  buitenland  

o Hoe  kan  dan  vaderschap  vaststaan  ?  Man  heeft  het  kind  erkend,  vaderschap  gerechtelijk  vastgesteld  

o Meer  gevallen  waar  enkel  het  moederschap  vaststaat  ?   Geen  echtgenoot,  ongehuwde  vrouw    kind  zal  naam  moeder  

dragen  als  ‘bedpartner’  zijn  verantwoordelijk  niet  neemt  op  het  ogenblik  dat  de  geboorteakte  wordt  opgemaakt.  Enkel  bij  prenatale  erkenning  of  erkenning  in  de  geboorteakte  zal  het  kind  direct  naam  vader  krijgen  (geldt  voor  iedereen  die  niet  gehuwd  is)  

Regel  2  speelt  ook  voor  kinderen  die  binnen  het  huwelijk  geboren  zijn    bij  betwisting  van  het  vaderschap  van  de  echtgenoot  (Betwistingvonnis  in  kracht  van  gewijsde    vaderschap  valt  weg)    

• Automatische  naamswijziging,  enkel  bij  minderjarige  kinderen!  Meerderjarige  kinderen    geen  automatische  naamswijziging  (zonder  hun  toestemming)  

 3.  Vaderschap  en  moederschap  staan  tegelijk  vast    naam  vader  (art.  335,  §  1  BW)  

• Wordt  de  vrouw  gediscrimineerd  door  deze  verplichte  patrilineaire  naamsverkrijging?  

o Arbitragehof  6  november  2002   Discriminatie  ?  Binnenhuwelijkse  kinderen  kunnen  de  naam  van  de  

moeder  niet  krijgen,  buitenhuwelijkse  wel   Het  doel  van  de  wettelijke  regeling  is  de  familienaam  op  

eenvoudige  en  eenvormige  wijze  bepalen  en  een  zekere  onveranderlijkheid  geven  

De  voorkeur  voor  de  familienaam  van  de  vader  gaat  terug  op  historische  patriarchale  opvattingen  

In  de  opvattingen  van  de  huidige  samenleving  zouden  andere  regelingen  aan  de  doelstellingen  kunnen  beantwoorden,  maar  dit  volstaat  niet  om  de  geldende  regeling  discriminatoir  te  achten.  

Het  recht  op  een  naam  is  een  persoonlijkheidsrecht.  Het  recht  om  zijn  naam  door  te  geven  aan  zijn  kind  is  geen  grondrecht.  

Meest  voorkomende  geval  • Bv.  Kinderen  die  onder  de  vaderschapsregel  zijn  gevallen  

Page 49: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   49  

4.  Moederschap  komt  vast  te  staan  na  vaderschap    naam  vader  blijft    • (impliciet  maar  zeker,  nu  art.  335  BW  geen  modaliteiten  tot  naamswijziging  in  dit  

geval  bevat)  • Situatie  ?    

o Anonieme  bevalling  in  het  buitenland  en  nadien  erkent  een  andere  vrouw  het  kind  (  terwijl  het  vaderschap  al  vaststond)  

o Komt  minder  voor    5.  Vaderschap  komt  vast  te  staan  na  moederschap    naam  moeder  blijft,  maar…  

• Ouders  kunnen  samen  verklaring  tot  naamswijziging  afleggen  voor  ABS  (art.  335,  §  3,  eerste  lid  BW)  

o Bv.  :  Man  erkent  een  kind  enkele  minuten  na  het  opstellen  van  de  geboorteakte  

o Basisregel    naam  van  de  moeder  blijft  bestaan,  maar  er  zijn  mogelijkheden  om  het  kind  de  naam  van  de  vader  te  geven  

o Ze  moeten  samen  voor  de  ambtenaar  van  de  burgerlijke  stand  komen,  tegelijk  wilsuiting    

o Deze  verklaring  tot  naamswijziging  moet  worden  afgelegd:   Binnen  het  jaar  na  het  vernemen  van  de  vaststelling  van  de  

afstamming   Vóór  de  meerderjarigheid  of  ontvoogding    Als  het  kind  18  is  

geworden  kan  de  verklaring  niet  meer  worden  afgelegd  (openbare  orde)    

o Bij  erkenning  van  een  overspelig  kind  a  patre  begint  de  termijn  van  één  jaar  te  lopen  op  de  dag  die  volgt  op  de  in  Art.  319bis,  tweede  lid  BW  bedoelde  kennisgeving  of  betekening  (Art.  335,  §  3,  tweede  lid  in  fine  BW)    

• Worden  meerderjarigen  gediscrimineerd  doordat  de  ouders  de  verklaring  tot  naamswijziging  moeten  afleggen  vóór  de  meerderjarigheid  van  het  kind?  

o Arbitragehof  14  juli  1994    Neen    

• Worden  buitenhuwelijkse  kinderen  gediscrimineerd  door  de  mogelijkheid  voor  de  moeder  haar  toestemming  tot  de  erkenning  te  weigeren?  

o Arbitragehof  28  november  1995    Neen    

• Worden  buitenhuwelijkse  kinderen  gediscrimineerd  doordat  bij  onenigheid  tussen  vader  en  moeder  hun  naam  onveranderd  blijft?  

o Arbitragehof  7  november  1996  en  6  november  1997   Gezamenlijke  verklaring    ze  moeten  beiden  voor  de  ABS  komen   Geen  discriminatie    beide  ouders  zijn  samen  het  best  geplaatst  

om  het  belang  van  het  kind  te  beoordelen              

Page 50: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   50  

• Worden  buitenhuwelijkse  kinderen  gediscrimineerd  nu  hun  naamswijziging  niet  meer  mogelijk  is  doordat  de  moeder  weigert  de  verklaring  af  te  leggen,  hoewel  zij  eerder  heeft  toegestemd  tot  de  erkenning?  

o Arbitragehof  nr.  82/2004,  12  mei  2004   De  wetgever  mag  ervan  uitgaan  dat  de  ouders  het  best  (samen)  het  

belang  van  het  kind  kunnen  beoordelen  tot  diens  meerderjarigheid  of  ontvoogding;  het  gegeven  dat  hun  onenigheid  niet  vanaf  het  begin  blijkt,  is  niet  relevant.  

De  naamswijziging  is  mogelijk  via  de  administratieve  procedure;  de  overheid  zal  niet  anders  kunnen  dan  een  verzoek  van  iemand  om  de  naam  van  zijn  vader  te  dragen  als  ernstig  beschouwen.  

Antwoord  Grondwettelijk  Hof  Neen    • Belangrijke  overweging    de  naamswijziging  is  mogelijk  

via  de  administratieve  procedure  • De  overheid  (FOD  justitie)  zal  niet  anders  kunnen  dan  de  

aanvraag  van  iemand  om  de  naam  van  zijn  vader  te  dragen  als  ernstig  beschouwen    De  naamsverandering  zal  toegestaan  worden  (naamwet)  

 6.  Indien  de  afstamming  van  een  kind  wordt  gewijzigd  wanneer  het  de  meerderjarige  leeftijd  heeft  bereikt,  mag  er  zonder  zijn  akkoord  geen  enkele  verandering  aan  zijn  naam  worden  aangebracht  

• (art.  335,  §  4  BW)    

• Is  verlies  naam  vader  na  betwisting  vaderschap  discriminatoir  voor  meerderjarigen,  vergeleken  met  behoud  naam  moeder  voor  meerderjarigen  met  laat  vastgestelde  afstamming  van  vaderszijde?  

o Arbitragehof  nr.  171/2005,  23  november  2005    

o De  verplichting  tot  naamsverandering  na  betwisting  van  vaderschap  is  een  inmenging  in  de  uitoefening  van  het  recht  op  eerbiediging  van  het  privé-­‐leven  van  de  betrokkene  

o Er  is  sprake  van  een  onevenredige  aantasting  van  de  sociale  waarborg  op  de  onveranderlijkheid  van  de  naam  na  een  wijziging  van  staat  

o De  mogelijkheid  tot  administratieve  naamswijziging  kan  het  aangevoerde  verschil  in  behandeling  niet  redelijkerwijs  verantwoorden,  aangezien  die  mogelijkheid  per  definitie  hypothetisch  blijft  

o  Conclusie:  art.  335  §  2  B.W.  schendt  de  artikelen  10  en  11  van  de  Grondwet  in  zoverre  het  van  toepassing  is  op  meerderjarige  kinderen  die  met  succes  het  vaderschap  hebben  betwist  

 Curiosum:  De  naam  van  de  vondeling  (art.  58  BW)  

• Wordt  gegeven  door  de  ambtenaar  van  de  burgerlijke  stand  aan  wie  het  kind  werd  afgegeven  

o Vondeling  krijgt  1  of  2  voornamen  waarvan  er  1  als  achternaam  dient   Niet  altijd  zo  

     

Page 51: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   51  

o In  België  meer    achternaam  afgeleid  uit  de  omstandigheden  waarin  het  kind  gevonden  werd  (of  met  inachtneming  van  de  feitelijke  gegevens)  

Omstandigheden  familienaam:  • ‘Verpackt’    • Familienaam  autocoureur  Jacky  ickx    l’acouchement  X  

  Feitelijke  gegevens:    

• Familienaam  Bruynogen  (een  vondeling  gelegd  met  bruine  ogen)  

 Naamsbetwisting  

• =  een  mogelijkheid  die  voortvloeit  uit  het  Decreet  6  Fructidor  jaar  II  (23  augustus  1794)  

o “Iedereen  is  verplicht  de  naam  te  dragen  die  in  zijn  geboorteakte  is  vermeld”  (art.  1)  

• Recht  op  naam  is  een  onvervreemdbaar  en  onverjaarbaar  persoonlijkheidsrecht,  dat  verdragsrechtelijk  gewaarborgd  is    Bescherming  via  gerechtelijke  vordering  tot  naamsbetwisting  (stopzetting  +  art.  1382  BW)  

o Elke  belanghebbende  kan  een  vordering  tot  naamsbetwisting  instellen  tegen  degene  die  de  naam  van  een  ander  persoon  draagt  of  er  misbruik  van  maakt.  Het  alledaags  karakter  van  de  naam  volstaat  niet  om  de  vordering  te  beletten  (Cass.  25  mei  1962)  

Zie  evenwel  Brussel  12  januari  1994,  R.W.  1994-­‐95,  229:  in  de  zaak  Xavier  De  Baere  oordeelde  het  hof  dat  de  drager  van  een  naam  zich  tegen  het  gebruik  van  een  gelijkluidende  naam  niet  kan  verzetten  op  grond  van  zijn  persoonlijkheidsrecht.  (klasgenoot  van  acteur  Lukas  van  den  Eynde)    

o Als  er  iemand  anders  uw  naam  draagt    dan  kan  diegene  wiens  naam  misbruikt  wordt  een  vordering  instellen  van  naamsbetwisting    weinig  rechtspraak  

 Naamsverandering  

• =  administratieve  procedure    Geregeld  door  wet  van  15  mei  1987  • Is  een  gunst,  toegestaan  door  de  uitvoerende  macht,  geen  recht  van  de  aanvrager  

o In  de  praktijk  toepassen  als  de  mogelijkheden  van  Art  335  BW  geen  soelaas  bieden  

o Dit  is  een  bijzondere  wet  buiten  het  BW  o Nooit  een  garantie  op  succes!  

 • Onderscheid:  

o Familienaamsverandering:  bij  KB  o Voornaamsverandering:  bij  MB  (eenvoudiger)  

Voornaamsverandering  zal  duurder  blijken            

Page 52: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   52  

• Familienaamsverandering:  o Het  verzoek  moet  op  “ernstige  redenen”  steunen:  

Een  belachelijke,  hatelijke  of  onzedelijke  naam  • Is  basisvereiste!    • Kan  ook  voortvloeien  uit  belachelijke  combinatie  tussen  

voornaam  en  achternaam:  Selie  Peter  • Hatelijke  famileinaam:  Dutroux  (al  aanvaard  geweest)  • Filip  Geubels  (  ook  een  mogelijkheid)  • Onzedelijke  naam    Neuckermans  

  Belgicisering  van  een  naam,  Bv.  ter  integratie   Toekenning  van  de  naam  van  de  biologische  vader   Toekenning  van  de  naam  van  de  pleegouder.   Voorkomen  van  het  uitsterven  van  een  naam  (uitzonderlijk)  

 o Gevraagde  naam  mag  geen  aanleiding  geven  tot  verwarring  en  de  

verzoeker  of  derden  niet  schaden  o KB  wordt  in  BS  bekendgemaakt;  verzet  kan  

Administratieve  rechtshandeling,  beroep  bij  RvS  kan  dus  ook  o Registratierecht  is  verschuldigd  (€  49  of  €  740)  

Registratierecht:  zie  art.  249  §§  2  en  3  W.  Reg.   In  de  regel  €  49,     Maar  €  740  voor  vergunningen  om  aan  een  naam  een  andere  naam  

toe  te  voegen  of  een  hoofdletter  door  een  kleine  letter  te  vervangen    

• Voornaamsverandering:  o Kan  “om  enigerlei  reden”  o Moet  worden  toegestaan  onder  de  voorwaarden  van  Art.  2,  derde  lid  wet  

namen  en  voornamen  (transseksuelen,  zie  art.  3,  tweede  lid  wet  namen  en  voornamen))  

o Gevraagde  voornaam  mag  nooit  aanleiding  geven  tot  verwarring  en  de  verzoeker  of  derden  niet  schaden  

o Soepeler!  (maar  duurder)  o Bij  Transseksuelen  (die  aan  de  wettelijke  voorwaarden  voldoen)    

enigen  die  echt  het  recht  hebben  om  hun  voornaam  te  wijzigen  o Ministerieel  besluit,  verzet  niet  mogelijk,  niet  bekendgemaakt  in  het  BS  

 o Registratierecht  is  verschuldigd  (€  490,  verminderbaar  tot  €  49  om  

bepaalde  redenen)   Vermindering  van  registratierecht  (zie  art.  249  §  1  W.  Reg.):  in  de  

regel  €  490,  maar  €  49  indien  de  voornamen  waarvan  de  wijziging  wordt  gevraagd:  

• Op  zichzelf  of  samengenomen  met  de  naam,  belachelijk  of  hatelijk  zijn,  of  dit  zijn  omdat  ze  manifest  ouderwets  zijn;  

• Vreemdklinkend  zijn;  of  • Tot  verwarring  aanleiding  kunnen  geven  • Enkel  aangepast  worden  door  een  diakritisch  teken  of  leesteken  toe  te  

voegen  of  weg  te  nemen;  • Afgekort  worden  • Transseksuelen  

 

Page 53: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   53  

Naamsverbetering    2  procedures    

• Vordering  tot  verbetering  van  de  akte  van  de  burgerlijke  stand  na  een  gerechtelijke  procedure  (art.  1383-­‐1385  Ger.W.)  

o Logge  procedure  o Ingeval  van  onjuiste  naam  in  de  geboorteakte  (die  geen  tikfout  is)  

Juiste  naam  =  deze  van  de  vader,  zoals  vermeld  in  de  geboorteakte  van  het  kind  (Cass.  29  oktober  1976)  

o Procedure  na  vordering  tot  verbetering:   Verzoekschrift  bij  de  rechtbank  van  eerste  aanleg  van  de  plaats  

waar  de  foutieve  akte  van  de  burgerlijke  stand  is  opgemaakt   Behandeling  in  raadkamer  +  kantmelding  in  de  foutieve  akte  

 • Verbetering  van  een  materiële  misslag  door  de  ABS  (art.  99-­‐100  BW)  

o Soepele  procedure  (  enkel  mogelijk  bij  een  tikfout)  o Limitatieve  opsomming  in  art.  100  BW)  o In  deze  context:  tikfout  in  naam  of  voornamen    o Oplossing  =  verbetering  via  randmelding  in  rode  inkt,  na  gunstig  advies  

van  de  Procureur  des  Konings                                                            

Page 54: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   54  

Afdeling  3:  Wettelijke  erfopvolging    Algemeen    

• Art.  718  BW:  “Erfenissen  vallen  open  door  de  dood”  • De  nalatenschap  wordt  verdeeld  onder  de  wettelijke  erfgenamen  van  de  erflater  

(bij  gebrek  aan  testament  of  huwelijkscontract)  •  Erfrecht  krachtens  de  wettelijke  regels  (als  er  geen  testament,  

huwelijkscontract  gemaakt  is)    Wie  zijn  de  wettelijke  erfgenamen?  

• De  bloedverwanten  met  juridisch  (niet:  louter  biologisch)  vastgestelde  afstammingsband  ten  aanzien  van  de  erflater  

o Bloedverwanten  in  de  juridische  betekenis:  o Zie  GwH  7  november  2007,  nr.  136/2007  o Grondwettelijk  Hof    Buitenhuwelijkse  kinderen  zonder  juridisch  

vastgestelde  afstammingsband  die  graantje  probeereden  mee  te  pikken  o Geen  afstammingsband    geen  succesvolle  betwistingsvordering    niet  

kunnen  erven  o Niet  kennelijk  onredelijk  dat  enkel  juridisch  de  bloedverwaten  worden  

gezien    

• De  langstlevende  echtgenoot  of  wettelijk  samenwonende  partner  o Erfdeel  langstlevende  (reservatair)  o Wettelijk  samenwonende  partner    kan  ontnomen  worden  (niet  

reservatair)  o  

• De  adoptieve  verwanten  van  de  overledene    o (gewone  ≠  volle  adoptie)  o  Erfrecht  is  ook  gevolg  van  adoptieve  afstamming  

Volle  adoptie  is  enkel  bij  minderjarigen   Veel  adopties  van  meerderjarigen  (louter  om  erfrechtelijke  

redenen)    

o Onderscheid  gewone  en  volle  adoptie:   Gewone  adoptie    beperktere  gevolgen    enkel  en  alleen  

juridische  band  tussen  adoptant,  de  geadopteerde  en  de  afstammelingen  van  de  geadopteerde  (niet  verder,  men  treedt  niet  in  de  familie  van  de  adoptant)  

Volle  adoptie  gaat  veel  verder  (enkel  als  minderjarige)    Je  treedt  volledig  in  de  familie  van  de  adoptant  (volledige  gelijkstelling)    gevolgen  voor  erfrecht  dus  ook  groter    

• Bij  gebrek  daaraan:  de  Staat            

Page 55: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   55  

Voorwaarden  om  te  erven  • Bestaan  bij  het  openvallen  van  de  nalatenschap  

o Openvallen    op  ogenblik  van  overlijden  (overlijdensakte)    

o Verwekt  uiterlijk  op  het  ogenblik  van  overlijden  EN  o Naderhand  levend  en  levensvatbaar  geboren    o (Art.  725  BW)  o  Dus  juridische  persoon  

 o Nut  prenatale  erkenning  (man  sterft  na  erkenning  en  voor  geboorte  van  

het  kind)    Kan  het  kind  erven  ?  Ja,  het  zal  erven  eens  het  levend  en  levensvatbaar  geboren  is  en  het  is  erkend  nadat  het  verwekt  is      

• De  erflater  overleven  o Je  moet  zelf  nog  leven  op  het  ogenblik  dat  de  nalatenschap  openvalt  

 o Problemen  bij:  

Afwezigheid  • Wie  feitelijk  afwezig  is  (nog  geen  vermoeden  of  verklaring)  

 kan  erven  • Vermoeden  van  afwezigheid    kan  ook  erven  • Verklaring  van  afwezigheid  door  de  rechtbank  (als  het  

beschikkend  gedeelte  van  het  vonnis  van  deze  verklaring  is  overgeschreven  in  de  registers  van  de  burgerlijke  stand)    heeft  de  waarde  van  een  overlijden  dus  dan  kan  men  niet  erven  

Gelijktijdig  overlijden  (leer  van  de  commorientes)  • Gelijktijdig  overlijden  (komt  niet  veel  voor)    Cum  mori  =  

samen  sterven  (mensen  die  op  hetzelfde  ogenblik  overleden  zijn  en  waarvan  niet  kan  vastgesteld  worden  wie  voor  de  andere  overleden  is,  er  kan  geen  chronologie  bewezen  worden)  

• Vanaf  het  bewijs  van  chronologie  van  overlijden    geen  commorieten  

• Praktisch  voorbeeld    neerstorten  van  een  vliegtuig  (geen  herkenbare  lijken),  ook  bij  gewone  woningbrand    

• Basisregel    commorienten  erven  niet  van  elkaar  • Dit  belet  niet  dat  jij  als  kind  van  commorienten  (Bv.  beide  

ouders  in  auto-­‐ongeval  dood)    erfgerechtigd  in  de  nalatenschap  van  de  vader  en  van  de  moeder    er  wordt  vererfd  alsof  de  vader  en  de  moeder  niet  van  mekaar  erven  (deze  leer  =  afwijking  op  het  wettelijk  kerfrecht)              

Page 56: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   56  

• Niet  onwaardig  zijn  o Niet  onwaardig    Schandelijk  gedrag  ten  opzichte  van  de  erflater  dat  je  

zou  kunnen  uitsluiten  o Limitatief  in  de  wet  omschreven  oorzaken  van  onwaardigheid  (art.  727  

BW)  o Ontzetting  uit  ouderlijk  gezag  kan  leiden  tot  onwaardigheid  met  

betrekking  tot  de  nalatenschap  van  het  kind  (art.  33,  5°  jeugdbeschermingswet)  of  echtgenoot  (art.  745septies,  §§  1  en  2  BW)  

 Aanvaarding  en  verwerping  van  de  nalatenschap    Principe  =  drievoudig  keuzerecht    Een  erfgenaam  kan:  

• Zuiver  aanvaarden  • Verwerpen  • Aanvaarden  onder  voorrecht  van  boedelbeschrijving  

 Zuivere  aanvaarding  

• Uitdrukkelijk  (via  een  akte)  • Impliciet  (door  de  goederen  in  bezit  te  nemen  of  te  beheren)  

o Een  daad  van  impliciete  of  stilzwijgende  aanvaarding  is  elke  daad  die  meer  is  dan  een  daad  van  behoud  of  voorlopig  beheer,  waaruit  men  de  bedoeling  van  de  erfgenaam  kan  afleiden  om  de  nalatenschap  waartoe  hij  is  geroepen,  zuiver  te  aanvaarden  

o  Veelal  een  zuivere  aanvaarding  op  impliciete  manier    

• Binnen  de  30  jaar  na  het  overlijden    

• Banaal  voorbeeld:  Bij  overlijden  van  de  grootouders  iets  uit  de  garage  van  uw  grootouders  bij  u  thuis  zetten    daad  die  duidt  op  een  zuivere  aanvaarding  (impliciet)    ook  risico’s  (zuivere  aanvaarding    schulden  gaan  ook  over)    

• De  aanvaarding  werkt  retroactief:  o Vanaf  het  overlijden  treedt  de  aanvaardende    erfgenaam  in  de  rechten  en  

plichten  van  de  overledene  (sustinet  personam  defuncti)  o De  aanvaarding  is  definitief:  semel  heres,  semper  heres  

1  maal  erfgenaam  ,  altijd  erfgenaam    

• Niemand  is  verplicht  de  nalatenschap  (zuiver)  te  aanvaarden  (en  kan  dus  verwerpen),  behalve:  

o Art.  792  BW:  gedwongen  aanvaarding  na  heling   Heling    op  bedrieglijke  wijze  goederen  uit  de  nalatenschap  

wegmaken    

o Art.  1240ter,  §  3,  vierde  lid  BW:  Langstlevende  echtgenoot  (LLE)of  langstlevende  samenwonende  partner  (LLWSP)die  méér  afhaalt  dan  ½  van  de  creditsaldi  of  5.000  euro  

Samenlezen  Art.  1240bis  en  ter  BW  

Page 57: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   57  

• 1240  bis  geeft  mogelijkheid  aan  erfgenamen  om  blokkering  op  te  heffen    door  akte  van  erfopvolging  waaruit  blijkt  dat  zij  erfgenamen  zijn  

• 1240  ter  geeft  de  mogelijkheid  aan  de  langstlevende  echtgenoot  of  samenwonende    bevoegdheid  om  een  deeltje  van  de  creditsaldi  van  de  overledene  te  mogen  opnemen  (begrafenis  betalen,  …)    max.  ½  creditsaldi  met  een  absoluut  max  van  5000  euro    Doe  je  dit  toch  ?  Dan  is  er  sprake  van  zuivere  aanvaarding  (draconische  sanctie)  

 Verwerping  van  de  nalatenschap    enkel  als  de  nalatenschap  is  opengevallen    

• Verwerping  wordt  nooit  vermoed  en  dient  te  gebeuren  door  een  verklaring  ter  griffie  van  de  rechtbank  van  eerste  aanleg    

• De  nalatenschap  van  een  nog  levende  persoon  kan  niet  worden  verworpen    

• De  verwerpende  erfgenaam  wordt  vermoed  nooit  erfgenaam  geweest  te  zijn:  zijn  erfdeel  komt  toe  aan  zijn  mede-­‐erfgenamen,  zonder  plaatsvervulling  

• Ouders  hebben  machtiging  nodig  om  namens  hun  kinderen  te  verwerpen  (Art.  378  j°  410,  §  1,  5°  BW)  

o Machtiging  van  de  vrederechter  (te  vorderen  op  eenzijdig  verzoekschrift)  o Probleem:  1  ouder  sterft  (dan  oefent  de  overlevende  ouder  alleen  

ouderlijk  gezag  uit)     Vader  met  schulden  sterft  (vruchtgebruik  voor  langstlevende  

echtgenoot  en  kind  erft  schulden)    zou  nalatenschap  moeten  verwerpen,  wat  te  doen  als  de  ouder  niets  doet  (  niet  in  het  belang  van  het  kind)    enkel  de  ouder  kan  machtiging  tot  verwerping  vragen  

Oplossing    eventueel  voogd  ad  hoc  (betwist  of  dit  mogelijk  is  omdat  er  geen  belangentegenstelling  is  tussen  beide  ouders)  

Voogd  ad  hoc  is  eigenlijk  enkel  voorzien  bij  belangentegenstelling  tussen  ouders  

 Aanvaarding  onder  voorrecht  van  boedelbeschrijving  

• De  erfgenaam  is  slechts  gehouden  tot  betaling  van  de  schulden  en  lasten  van  de  nalatenschap  tot  het  bedrag  van  de  waarde  der  goederen  die  hij  verkrijgt  (art.  802  BW)  

• De  boedels  van  erflater  en  erfgenaam  worden  niet  vermengd  o Vermenging  is  er  wel  bij  zuivere  aanvaarding  

   Dit  doen  als  er  twijfels  zijn  over  de  schulden  en  de  baten    

• Hoe?  o Door  een  verklaring  ter  griffie  van  de  rechtbank  van  eerste  aanleg  van  het  

arrondissement  waar  de  erfenis  is  opengevallen  (laatste  woonplaats  van  de  erflater  meestal)  

o Bekendgemaakt  in  het  Belgisch  Staatsblad  

Page 58: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   58  

o Deze  verklaring  moet  voorafgegaan  of  gevolgd  worden  door  een  getrouwe  en  notariële  inventaris  van  de  goederen  van  de  nalatenschap    

o Termijn:  3  maanden     +  40  dagen  om  zich  te  beraden  (zie  art.  795  BW)   In  de  praktijk  termijn  meestal  overschreden  (geen  probleem    

termijn  zonder  sanctie)    

• Aanvaarding  onder  voorrecht  van  boedelbeschrijving  is  verplicht:  o Telkens  wanneer  minderjarigen  of  beschermde  meerderjarigen  

gerechtigd  zijn    Alle  soorten  onbekwamen  kunnen  niet  anders  dan  aanvaarden  onder  voorrecht  van  boedelbeschrijving  

o Wanneer  erfgenamen  van  mening  verschillen  over  het  aanvaarden  of  verwerpen  van  een  aan  hun  onbesliste  rechtsvoorganger  toekomende  nalatenschap  

 Vereffening  en  verdeling    

• Algemeen  o Wanneer  meerdere  erfgerechtigden  aanvaard  hebben,  ontstaat  een  

onverdeeldheid  o De  verdeling  kan  te  allen  tijde  gevorderd  worden,  maar  kan  conventioneel  

worden  uitgesteld,  telkens  voor  max.  5  jaar  (zie  art.  815  BW)    

• Drie  vormen  van  verdeling:  o Minnelijk  o Minnelijk,  maar  onder  gerechtelijk  toezicht  o Gerechtelijk  (gewijzigd  door  de  wet  van  13  augustus  2011,  in  werking  op  

1  april  2012)      

• Gevolgen  van  de  verdeling  o “Iedere  erfgenaam  wordt  geacht  alleen  en  onmiddellijk  te  zijn  opgevolgd  

in  alle  goederen  die  in  zijn  kavel  zijn  begrepen  of  die  hem  bij  veiling  ten  deel  zijn  gevallen,  en  nooit  de  eigendom  van  de  andere  goederen  van  de  nalatenschap  te  hebben  gehad”  (art.  883  BW)  

o Verdeling  is  een  declaratieve  rechtshandeling    die  declareert  iets  dat  geacht  wordt  altijd  te  hebben  bestaan    

• Nietigheid  van  de  verdeling  o Wegens  geweld,  bedrog  of  benadeling  voor  meer  dan  een  vierde  (art.  887  

BW)  o (schatting  van  de  goederen  op  hun  waarde  ten  tijde  van  de  verdeling)    o =  Relatieve  nietigheid  

           

Page 59: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   59  

Erfrechtelijke  reserve  en  beschikbaar  deel    

• Relevantie:  wanneer  de  erflater  bij  schenking  of  testament  over  zijn  goederen  heeft  beschikt  

o Reservataire  erfgenamen    zelf  als  erflater  ook  niet  uw  goesting  doen    wat  erover  schiet  is  het  vrij  gedeelte  waar  men  vrij  kan  over  beschikken  bij  schenking  of  testament    

• Beschikbaar  deel  o =  het  gedeelte  van  de  nalatenschap  waarover  de  erflater  bij  schenking  

onder  de  levenden  of  bij  testament  vrij  kon  beschikken,  zonder  het  voorbehouden  deel  (de  reserve)  van  de  reservataire  erfgenamen  te  schenden  

o Beschikbaar  =  alles  wat  de  reserve  niet  aantast  o (zie  art.  913-­‐915bis  BW)  

 • Reserve  

o Reservataire  erfgenamen  zijn:   De  descendenten    kinderen   De  ascendenten    ouders   De  langstlevende  echtgeno(o)t(e)  

• LLWSP  heeft  geen  reservatair  erfeel    

o De  omvang  van  de  erfrechtelijke  reserve  van  de  bloedverwanten  is,  in  combinatie  met  het  beschikbaar  erfdeel                              

Vanaf  1  kind    kan  je  niet  langer  doen  met  je  nalatenschap  wat  je  wil  (je  kan  maar  vrij  beschikken  over  de  helft)    

Ascendenten  in  beide  lijnen    moederlijke  en  vaderlijke  lijn   In  1  lijn  (enkel  moederlijke  lijn  of  enkel  vaderlijke  lijn)   Kinderen  zijn  erfgerechtigd  in  de  eerste  orde   Als  er  kinderen  erven  zullen  er  geen  ascendenten  erven  

         

Page 60: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   60  

o Reserve  van  de  langstlevende  echtgenoot  =  ½  VG     =  “abstracte”  reserve    

 o LLE  krijgt  minstens  het  vruchtgebruik  van  de  gezinswoning  en  het  aldaar  

aanwezige  huisraad   =  “concrete”  reserve    

   

o Reserve  ≠  erfdeel  o Reserve  =  voorbehouden  erfdeel  waaraan  niet  mag  geraakt  worden  

 De  orden  van  erfopvolging    

• Wat  is  een  orde?  o Een  geheel  van  erfgenamen  die  (samen  genomen)  andere  uitsluiten  (of  

worden  uitgesloten),  ongeacht  de  graad  ten  opzichte  van  de  erflater    

• Vier  orden:  o Strikte  hiërarchie  tussen  de  verschillende  orden:  De  eerste  komt  voor  de  

tweede,  de  tweede  voor  de  derde  en  de  derde  voor  de  vierde  (uitzondering  bij  kloving)    

o Eerste  orde   =  De  afstammelingen  van  de  overledene   (kinderen,  kleinkinderen,  achterkleinkinderen…)   Art.  745  BW  

 o Tweede  orde  

De  ouders  van  de  overledene,  indien  zij  tot  de  nalatenschap  komen  samen  met  (half)broers  of  (half)zussen  of  afstammelingen  van  deze  (half)broers  of  (half)zussen  

De  (half)broers  en  (half)zussen  van  de  overledene   De  afstammelingen  van  de  (half)broers  en  (half)zussen  van  de  

overledene   Art.  748  en  Art.  750-­‐751  BW  

 o Derde  orde  

=  Alle  ascendenten  van  de  overledene   (ook  de  ouders,  maar  deze  enkel  indien  zij  opkomen  zonder  

(half)broers  of  (half)zussen  of  afstammelingen  van  (half)broers  of  (half)zussen)  

Art.  746  BW    

o Vierde  orde   =  Alle  bloedverwanten  in  de  zijlijn  tot  en  met  de  vierde  graad,  

andere  dan  (half)broers  en  (half)zussen  en  hun  afstammelingen   Art.  753  j°  Art.  755  BW  

   

Page 61: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   61  

De  lijn  (Art.  735  BW)    Bloedverwanten  

• In  rechte  lijn:  stammen  van  elkaar  af  (Art.  737  BW)  o Opgaand:  ascendenten  (ouders)  o Nederdalend:  descendenten  (kinderen)  

• In  de  zijlijn:  hebben  een  gemeenschappelijke  stamouder  (Art.  738  BW)    

 De  graad    

• DC=  erflater  (dejucus)  • Zoveel  graden  tellen  als  dat  er  generaties  zijn  • In  de  rechte  lijn    gewoon  tellen  • In  de  zijlijn    tot  aan  gemeenschappelijk  

stamouder  en  terug  naar  bloedverwant              

• Bloedverwanten  verder  dan  de  vierde  graad  erven  niet  (uitzondering:  plaatsvervulling)    

• Binnen  elke  orde  erft  de  dichtste  in  graad  (uitzondering:  plaatsvervulling)    

• Gelijken  in  graad  binnen  dezelfde  orde  verkrijgen  een  gelijk  aandeel  (=  verdeling  per  hoofd)    

• Het  aandeel  van  de  verwerpende  erfgenaam  gaat  naar  de  mede-­‐erfgenamen  van  dezelfde  orde  en  dezelfde  graad  

o Is  de  verwerpende  de  enige  erfgenaam  in  zijn  graad,  dan  is  zijn  aandeel  voor  de  erfgenamen  van  de  volgende  graad  

 Plaatsvervulling    

• Wat?    o De  afstammelingen  van  een  vooroverleden  erfgenaam  komen  samen  tot  

het  erfdeel  waarop  hun  ouder,  grootouder…  recht  had  (=  fictie  van  de  wet)   Ofwel  uit  eigen  hoofde  =  de  graad  die  je  werkelijk  inneemt  ten  

aanzien  van  de  erflater   Ofwel  erven  bij  plaatsvervulling  =  in  de  plaats  van  de  

vooroverleden  erfgenaam  (men  komt  dus  een  graad  dichter)          

Page 62: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   62  

• Wie  kan  bij  plaatsvervulling  opkomen?    o De  afstammelingen  van  afstammelingen  van  de  overledene  o De  afstammelingen  van  (half)broers  en  (half)zussen  van  de  overledene  o Afstammelingen  van  ooms  en  tantes  van  de  overledene  

 o Binnen  deze  3  categorieën    ongeacht  de  graad    Altijd  bloedverwanten  

in  de  rechte  neergaande  lijn    

• Voorwaarden  voor  plaatsvervulling  o Degene  wiens  plaats  men  vervult,  moet  vooroverleden  zijn  of  gelijktijdig  

zijn  overleden  o De  plaats  van  een  verwerpende  of  onwaardige  erfgenaam  kan  niet  worden  

ingenomen  (wel  deze  van  een  door  de  rechtbank  afwezig  verklaarde)    

o Wat  wel  kan  is:   Bij  plaatsvervulling  opkomen  voor  een  persoon  wiens  

nalatenschap  men  verworpen  heeft  of     Bij  plaatsvervulling  opkomen  voor  een  persoon  ten  aanzien  van  

wie  men  onwaardig  was  om  van  te  erven    

• Verdeling  o Plaatsvervullers  erven  bij  staken,  niet  bij  hoofden    Al  de  

afstammelingen  die  de  plaats  van  de  overleden  erfgenaam  vervullen,  komen  gezamenlijk  en  ten  belope  van  diens  erfdeel  tot  de  nalatenschap                                                  

o Kinderen  kunnen  erven    plaatsvervulling  o Hoe  verdeling  per  staak?  

Zoon  en  dochter  zouden  allebei  ½  gekregen  hebben   Afstammelingen  moeten  samen  deze  ½  delen  verdelen    KK1  =  ¼  ,  KK2  =  ¼    KK3  tot  KK6  =  1/8  

 o Indien  eenzelfde  staak  verscheidene  takken  heeft  voortgebracht,  

geschiedt  de  onderverdeling  in  elke  onderscheiden  tak  eveneens  bij  staken  en  delen  de  leden  van  dezelfde  tak  bij  hoofden      

Page 63: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   63  

                                                 

o Toegepast:   KK1  en  KK2    ¼   KK3  tot  KK5    1/6   AKK1  en  AKK2    1/12  

 Kloving    

• Wat?    o De  nalatenschap  wordt  in  twee  gelijke  delen  verdeeld:  

½  voor  bloedverwanten  in  de  vaderlijke  lijn   ½  voor  bloedverwanten  in  de  moederlijke  lijn  

 o  Door  de  kloving  ontstaat  een  soort  dubbele  nalatenschap  die  openvalt  

 • Wanneer?    

o Altijd  vanaf  de  derde  orde;  o Soms  ook  al  binnen  de  tweede  orde  (=  “kleine”  of  “beperkte”  kloving)  

 • Techniek    

Kloving  splitst  de  nalatenschap  in  twee  helften,  om  die  toe  te  kennen  aan  de  vaderlijke  lijn  enerzijds  en  de  moederlijke  lijn  anderzijds  

o Binnen  elk  van  beide  lijnen  erft  de  dichtste  in  orde  en  graad;  erfgenamen  in  dezelfde  orde  en  graad  erven  evenveel  

o Als  er  geen  erfgenamen  zijn  in  de  ene  lijn,  wordt  hun  deel  geërfd  door  de  erfgenamen  in  de  andere  lijn  

o Kloving  doorbreekt  de  prioriteitsregel  van  de  orden   Bv.  :  erfgenamen  uit  de  derde  orde  in  de  ene  lijn,  sluiten  

erfgenamen  uit  de  vierde  orde  in  de  andere  lijn  niet  uit    

• Mildering  van  het  klovingsprincipe  o Ingeval  in  één  lijn  een  ouder  erft  en  in  de  andere  lijn  een  zijverwant  uit  de  

vierde  orde,  dan  erft  de  ouder  ook  het  vruchtgebruik  op  1/3  van  de  goederen  die  geërfd  worden  in  de  andere  lijn  (Art.  754  B.W.)        

Page 64: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   64  

• “Kleine”  kloving  (binnen  de  tweede  orde)  o Wanneer?    In  twee  gevallen:    

Wanneer  er  naast  een  volle  broer  of  zus  ook  een  halfbroer  of  halfzus  tot  de  nalatenschap  komen  

Wanneer  een  halfbroer  of  halfzus  van  moederszijde  EN  een  halfbroer  of  halfzus  van  vaderszijde  tot  de  nalatenschap  komen  

o Uitwerking:   De  nalatenschap  (of  het  gedeelte  ervan  dat  niet  toekomt  aan  de  

ouders  van  de  erflater)  wordt  in  twee  gelijke  delen  verdeeld  tussen  de  vaderlijke  lijn  en  de  moederlijke  lijn  

Volle  broers  en  zussen  erven  dan  in  beide  lijnen,  terwijl  halfbroers  en  halfzussen  enkel  erven  in  hun  lijn  

 Toebedeling  binnen  de  erforden    Binnen  de  eerste  orde  

• Hypothese:  o K3  is  vooroverleden  

K1,K2    Elk  1/3     KK1  en  KK2    Elk  1/6  

 o K3  verwerpt  

K1  en  K2    Elk  ½   KK1  en  KK2    Niets    Plaatsvervulling  kan  niet  bij  onwaardige  of  verwerpende  

erfgenaam    

o K1,  K2  en  K3  zijn  vooroverleden   KK1  en  KK2  Elk  ½  (plaatsvervulling    maakt  niet  veel  uit    ze  

krijgen  sowieso  ½)    

o K1,K2  en  K3  zijn  vooroverleden,  maar  er  is  een  KK3,  kind  van  K1   KK3    ½   KK1  en  KK2    Elk  ¼  

 o K1,  K2  en  K3  verwerpen  of  zijn  onwaardig  

Het  aandeel  van  de  kinderen  gaat  over  naar  de  erfgenamen  in  de  volgende  graad    zullen  niet  erven  bij  plaatsvervulling  maar  uit  eigen  hoofde    Verschil  ?  

• Met  2  kleinkinderen  (elk  ½)  • Met  3  kleinkinderen  (elk  1/3)  

   Erven  in  eigen  hoofde  =  steeds  een  gelijk  deel    

• Gewone  gang  van  zaken:  o Van  zodra  een  kind    Kind  =  1e  orde  en  zal  als  enige  erven  o De  3  kinderen    Elk  1/3    (De  2  kleinkinderen  erven  niets)  

   

Page 65: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   65  

Binnen  de  tweede  orde  • De  ouders  krijgen  elk  een  vast  ¼    • Het  overige  (3/4  of  1/2,  naargelang  de  erflater  slechts  één  ouder  of  beide  ouders  

achterlaat)  wordt  verdeeld  tussen  broers  en  zussen  (of  hun  afstammelingen)    

• Gewone  gang  van  zaken:  o Er  is  een  broer  en  zus  dus  ouders  horen  ook  tot  de  2e  

orde  (grootmoeder  zal  niet  erven)    2e  orde  want  er  is  geen  1e  orde  (kinderen)  

o Vader  en  moeder    Elk  ¼  o Broer  en  zus    Elk  ¼  

 • Hypothese:  

o V  (of  M)  is  overleden   Betekent  niet  dat  de  andere  ouder  meer  krijgt  

 De  ouders  krijgen  een  vast  ¼   Broer  en  zus    Elk  3/8  

 o Z  (of  B)  is  overleden  

Vader  en  moeder    Elk  ¼   Broer    ¼     Kinderen  van  de  zus  samen  ¼    Elk  1/8  

 o  V  en  M  zijn  overleden  

Broer  en  zus    Elk  ½    

o V  en  M  zijn  overleden,  B  is  volle  broer,  Z  is  halfzus  (van  moederszijde)   Kleine  kloving    Volle  broers  en  zussen  in  beide  lijnen,  halfzus  

enkel  langs  moederslijn   B    ¾     Z    ¼  

 o Extra:  Zowel  vader,  moeder,  broer  als  zus  zijn  overleden  (iedereen  

vooroverleden)  en  B  heeft  ook  nog  een  kind   Kinderen  van  broer  en  zus  kunnen  plaatsvervullen   Kind  B    ½   K1  en  K2    Elk  ¼  

 o Extra:  Ouders  zijn  overleden  en  B  en  Z  verwerpen  of  zijn  onwaardig    

Geen  plaatsvervulling   Afstammelingen  van  B  en  Z  zullen  dan  uit  eigen  hoofde  erven    

Elk  1/3                

Page 66: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   66  

Binnen  de  derde  orde    Toepassing  1:  

• Derde  orde    kloven  • Vader    ½  en  grootvader  langs  moederszijde  ook  ½  • Opmerking    plaatsvervulling    enkel  toepassen  bij  

bloedverwanten  in  de  rechte  neerdalende  lijn    o Nooit  in  de  opgaande  lijn  

     Toepassing  2:  

• Kloven    ½  in  moederlijke  en  ½  in  vaderlijke  lijn  • In  de  ene  lijn  komt  de  vader  tot  de  nalatenschap  en  in  

de  andere  lijn  komt  oom  (en  grootoom)  o Oom  en  grootoom    4e  orde    o Oom  staat  in  de  3e  graad  (grootoom  is  4e  

graad)    Oom  erft  en  grootoom  niet    

• In  de  ene  lijn  een  ouder,  in  andere  lijn  de  oom    kloving  milderen    De  ouder  zal  niet  alleen  de  helft  krijgen  van  de  vaderlijke  lijn,  door  de  mildering  zal  hij  ook  het  vruchtgebruik  krijgen  van  1/3  van  het  deel  dat  naar  de  andere  lijn  gaat  (1/2)  =  Totaal  1/6  vruchtgebruik      

• Vader  erft  ½  in  volle  eigendom  +  1/6  in  vruchtgebruik  • De  oom  krijgt  ½  volle  eigendom  –  1/6  vruchtgebruik  =  2/6  in  volle  eigendom  

en  1/6  in  blote  eigendom      

• Hypothese:  o O  is  vooroverleden  maar  heeft  kinderen  en  kleinkinderen  

Als  de  oom  vooroverleden  is,  kunnen  de  kinderen  van  de  oom  plaatsvervullen  

Ook  de  kleinkinderen  van  de  oom  kunnen  erven  (maakt  niet  uit  dat  ze  5e  graad  zijn)    

o O  is  kinderloos  overleden   Grootoom  erven  ?  Uiteraard  (grootoom  =  4e  orde,  4e  graad)    

opnieuw  mildering    zie  eerste  erfenis  oom    

o Er  zijn  geen  erfgenamen  in  één  lijn   Het  kind  van  de  grootoom  zal  niet  kunnen  erven    Grootoom  

overleden    kind  kan  geen  plaatsvervullen  (niet  in  de  opties)                

Page 67: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   67  

Binnen  de  vierde  orde    

• Ook  bij  4e  orde  steeds  kloving  o Geen  1e,  geen  2e  orde  o Van  de  derde  orde  is  iedereen  overleden    o  wel  bloedverwanten  in  de  zijlijn  

 • Kloven    helft  moederlijke  en  helft  vaderlijke  lijn  

 • O1    ½  • O2  is  vooroverleden    zijn  kinderen  zullen  

plaatsvervullen    A,B  en  C    Elk  1/6      Erfrecht  langstlevende  echtgenoot  (LLE)    

• In  samenloop  met  afstammelingen  van  de  erflater  o LLE  krijgt  het  vruchtgebruik  van  de  gehele  nalatenschap  (Art.  745bis,  §  1,  

eerste  lid  BW)  o De  afstammelingen  slechts  blote  eigendom  

 o Wettelijk  stelsel    3  vermogens  

Eigen  vermogen  man   Eigen  vermogen  vrouw   Gemeenschappelijk  vermogen  

  Voor  de  nalatenschap  van  een  gehuwde  wordt  verdeeld  zal  eerst  de  

huwelijksgemeenschap  moeten  vereffend  en  verdeeld  worden    

o Stel  man  overlijdt    nalatenschap  bestaat  uit:   Zijn  eigen  vermogen   Zijn  aandeel  uit  de  huwelijksgemeenschap  (1/2  volgens  wettelijk  

stelsel)  • Het  deel  van  de  vrouw  uit  de  huwgemeenschap  gaat  naar  de  

vrouw    

o Het  erfrecht  van  de  langstlevende  echtgenoot  hangt  af  van  het  feit  of  er  afstammelingen  zijn  of  niet  

Bij  afstammelingen  krijgt  de  langstlevende  minder   Geen  afstammelingen    Langstlevende  krijgt  heel  het  

gemeenschappelijk  vermogen  in  volle  eigendom  (erven  doet  ze  slechts  de  helft,  andere  krijgt  ze  sowieso)                

Page 68: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   68  

• In  samenloop  met  andere  bloedverwanten  dan  afstammelingen  van  de  erflater  

o LLE  krijgt  de  volle  eigendom  van  het  deel  van  de  eerststervende  in  het  gemeenschappelijk  vermogen  en  het  vruchtgebruik  van  diens  eigen  vermogen  (Art.  745bis,  §  1,  tweede  lid  BW)    

• Toepassing:  o Altijd  eerst  erfrecht  langstlevende  

echtgenoot  bepalen    geen  afstammelingen  

o Het  gemeenschappelijk  vermogen  in  volle  eigendom  +  het  vruchtgebruik  op  het  eigen  vermogen  van  de  decujus    

o Wat  voor  de  andere  bloedverwanten  (2e  orde)  ?   Vader  ¼  en  moeder  ¼   Broer  en  zus  ook  elk  ¼    Dit  is  enkel  blote  eigendom  van  het  eigen  vermogen  van  de  

decujus  (want  het  vruchtgebruik  is  voor  langstlevende)    

• In  een  nalatenschap  zonder  erfgerechtigde    bloedverwanten  van  de  erflater  o LLE  krijgt  de  volledige  nalatenschap  in  volle  eigendom  (Art.  745bis,  §  1,  

derde  lid  BW)    

• Bij  gehuurde  gezinswoning:  o LLE  verkrijgt  het  recht  op  huur  van  het  onroerend  goed  dat  bij  overlijden  

tot  gemeenschappelijke  verblijfplaats  diende  en  het  vruchtgebruik  op  het  daarin  aanwezige  huisraad  (Art.  745bis,  §  3  BW)  

 Omzetting  van  het  vruchtgebruik  van  de  LLE    

• Ratio:  o Het  vruchtgebruik  blokkeert  in  zekere  zin  de  nalatenschap,  omdat  tussen  

vruchtgebruiker  en  blote  eigenaar  geen  onverdeeldheid  bestaat    

• Concretisering  van  het  omzettingsrecht  =  omzetting  in:  o Volle  eigendom  van  de  met  vruhtgebruik  belaste  goederen  o Een  geldsom  o Een  gewaarborgde  en  geïndexeerde  rente  

 • Titularissen  van  het  omzettingsrecht:  

o De  blote  eigenaars  en/of  de  LLE,  afhankelijk  van  aan  wie  de  blote  eigendom  toebehoort    

o Behoort  de  blote  eigendom  toe  aan  afstammelingen  of  geadopteerde  kinderen  van  de  erflater    LLE  +  blote  eigenaars  omzettingsgerechtigd  (geen  termijn)      

Page 69: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   69  

o Behoort  de  blote  eigendom  toe  aan  andere  personen    Enkel  LLE  omzettingsgerechtigd  (vordering  binnen  vervaltermijn  van  vijf  jaar  na  het  openvallen  van  de  nalatenschap)  

In  dit  geval  kan  de  langstlevende  tevens  (te  allen  tijde)  de  afkoop  eisen  van  de  blote  eigendom  van  de  zgn.  “preferentiële  goederen”  (Art.  745quater,  §  2,  tweede  lid  BW)  

• Preferentiële  goederen  =  de  gezinswoning  en  de  huisraad    

o Het  recht  om  de  omzetting  te  vorderen  kan  niet  worden  ontnomen  aan:   De  afstammelingen  uit  een  vorige  relatie  van  de  vooroverleden  

echtgenoot   De  langstlevende  echtgenoot  met  betrekking  tot  de  preferentiële  

goederen  (Art.  745quinquies,  §  2  BW)    

• Waardering  van  het  vruchtgebruik  o =  een  feitenkwestie  o 4  berekeningscriteria  in  Art.  745sexies,  §  3  BW  

De  waarde  (op  de  dag  van  de  omzetting)   De  opbrengst  van  de  goederen   De  eraan  verbonden  schulden  en  lasten   De  vermoedelijke  levensduur  van  de  vruchtgebruiker  

 o Fictie  in  Art.  745quinquies,  §  3  BW  

Bij  een  tweede  huwelijk  van  de  erflater  wordt  de  LLE  geacht  ten  minste  20  jaar  ouder  te  zijn  dan  de  oudste  afstammeling  uit  een  vorige  relatie  

 Leeftijd  fictief  verhoogd   Stel  erflater  die  60  jaar  was  en  getrouwd  met  iemand  van  20  

• En  oudste  zoon  uit  vorig  huwelijk  van  erflater  is  40  • Dan  wordt  de  echtgenote  van  20  jaar  geacht  20  jaar  ouder  te  

zijn  dan  de  oudste  zoon  van  40  jaar  =  60  jaar    Erfrecht  langstlevende  wettelijk  samenwonende  

• Vruchtgebruik  o Van  het  onroerend  goed  dat  het  gezin  tijdens  het  samenwonen  tot  

gemeenschappelijke  verblijfplaats  diende  (of:  recht  op  huur  bij  gehuurde  gezinswoning)  

o Van  het  daarin  aanwezige  huisraad  (Art.  745octies,  §  1,  eerste  en  tweede  lid  BW)    

• Uitzondering  o Geen  vruchtgebruik  of  huurrecht  voor  de    langstlevende  wettelijk  

samenwonende  wanneer  deze  een  afstammeling  is  van  de  erflater  (Art.  745octies,  §  1,  derde  lid  BW)    Ter  bescherming  van  de  reservataire  rechten  van  de  andere  kinderen  

o De  regels  inzake  de  omzetting  van  het  vruchtgebruik  van  de  echtgenoot  zijn  mutatis  mutandis  ook  van  toepassing  op  het  vruchtgebruik  dat  de  langstlevende  wettelijk  samenwonende  erft  (zie  de  verwijzing  in  Art.  745octies  §  3  B.W.  naar  de  artikelen  745quater  tot  745septies  B.W.)  

 

Page 70: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   70  

Casussen    Casus  1:  

• DC  heeft  een  kind  uit  een  vorig  huwelijk  (ex  Y)    C  

• Uit  een  nieuw  huwelijk    2  kinderen  A  en  B  

• E  is  en  buitenhuwelijks  erkend  kind  van  B  en  D  is  het  kind  van  B  en  Z  

   Oplossing:  

• 1e  orde  (afstammelingen)  • C  en  A    Elk  1/3  • E  en  D    Elk  1/6    (plaatsvervulling  van  B)  

   Casus  2:      Oplossing:  

• 3e  orde  (ouders)    Kloving    Helft  moederlijke  lijn  en  helft  vaderlijke  lijn  

• V    ½  • GV    ½  

 • Stel  dat  GV  in  moederlijke  lijn  ook  overleden  is?    

Vader  zal  alles  erven  dan    • Stel  dat  grootouders  de  ouders  zijn  van  V  ?    dan  nog  zal  vader  alles  erven  

(dichtste  in  lijn)      Casus  3:  

• Nog  een  grootvader  langs  vaderszijde    • C  is  een  halfzus  van  moederszijde  (heeft  zelf  ook  nog  

een  kind  B)      Oplossing:  

• 2e  orde  (halfzus  C  van  moederszijde)    Van  zodra  een  halfbroer/zus  =  2e  orde  

• Grootvader  (3e  orde)  zal  dus  niet  tot  de  nalatenschap  komen    

• Er  moet  geen  beperkte  kloving  worden  toegepast    Er  is  geen  combinatie  met  volle  broers  of  volle  zussen  en  ook  geen  andere  halfbroers/zussen  van  vaderszijde    

• C  zal  erven  als  een  normale  zus/broer    C  is  dichtste  in  orde  en  graad  en  zal  alles  erven    

• Stel  dat  C  vooroverleden  is    B  zal  plaatsvervullen      

Page 71: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   71  

Casus  4:      Oplossing:  

• 2e  orde    • Vader  en  moeder  behoren  hier  tot  2e  orde    Vast  

en  onveranderlijk  ¼  • A  is  vooroverleden    plaatsvervulling  voor  B  en  C  

 Elk  ¼    

• Stel  dat  DC  ook  een  langstlevende  echtgenoot  achterlaat    o Artikel  745  bis  §1  2e  lid    de  langstlevende  erft  de  helft  van  de  

gemeenschappelijke  eigendom  in  volle  eigendom  en  de  het  vruchtgebruik  over  het  eigen  vermogen  van  de  DC  

o Andere  helft  van  het  gemeenschappelijke  deel  is  sowieso  voor  de  langstlevende  (huwelijksvermogensrecht)  

o Andere  bloedverwanten  die  geen  afstammelingen  zijn,  krijgen  slechts  de  blote  eigendom  van  de  eigen  goederen  van  de  erflater  

   Casus  5:      Oplossing:  

• F  krijgt  alles  bij  plaatsvervulling  • A  onwaardig    Geen  plaatsvervulling  voor  D  • B  verwerpt    E  ook  geen  plaatsvervulling  

         Casus  6:      Oplossing:  

• DC    Zus/broer  A  en  B  (2e  orde)  • A  en  B  zullen  elk  ½  erven  

 • Stel  A  en  B  vooroverleden    plaatsvervulling  

door  C  en  D  voor  A  en  E  zal  plaatsvervullen  voor  B  o E    ½  o C  en  D    Elk  ¼  

 • Stel  dat  A  en  B  allebei  verwerpen/onwaardig  zijn  

o Binnen  dezelfde  orde  iedereen  verwerpen/onwaardig    Dus  alles  gaat  over  naar  de  volgende  graad,  C  D  en  E  erven  dus  niet  in  plaatsvervulling,  maar  uit  eigen  hoofde    dus  elk  1/3    

• Stel  dat  alleen  A  verwerpt  en  B  is  vooroverleden    Alles  voor  E      

• Stel  dat  B  verwerpt  en  A  leeft  nog    Alles  voor  A  

Page 72: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   72  

Casus  7:      Oplossing:  

• 2e  orde    sowieso  ¼  voor  elke  ouder!    • Broers  en  halfzussen      beperkte  Kloving  

 • ½    Vaderlijke  lijn  • ½    Moederlijke  lijn  

 • Volle  broers  en  zussen  erven  in  beide  lijnen    1/8  via  vader  en  1/20  via  moeder  

o  7/40  voor  A  en  B    

• Halfbroers  en  halfzussen    C,  D  en  E  elk  1/20  via  moederlijke  lijn    Dus  elk  2/40  van  het  totaal    

• Schema:                                                                    

Page 73: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   73  

Casus  8:      Oplossing:  

• Geen  1e  en  2e  orde  • GM1  is  van  de  derde  orde    Kloving  

o ½  naar  vaderlijke  lijn    GM1  krijgt  ½    o ½  naar  moederlijke  lijn  

Oom  is  4e  orde  (zijverwant)    3e  graad  (geen  mildering  van  de  kloving)    ½  voor  de  oom  

   Casus  9:      Oplossing:  

• Kind  van  de  grootoom  zal  niet  bij  plaatsvervulling  erven  (niet  in  de  categorieën  van  mogelijkheid  van  de  wet)  

• Kind  A  zal  ook  niet  uit  eigen  hoofde  kunnen  erven  (5e  graad)  

• GV  en  GM    Elk  ½      Casus  10:      Oplossing:  

• 3e  orde    kloving,  maar  mildering  van  de  kloving  

• Moeder  krijgt  niet  enkel  ½  op  basis  van  de  kloving,  maar  ook  het  vruchtgebruik  van  1/3  van  het  deel  dat  toekomt  aan  de  andere  lijn    1/3  van  de  helft  =  1/6  vruchtgebruik  

• Tante    2/6  volle  eigendom  +  1/6  blote  eigendom        Casus  11:      Oplossing:  

• Langstlevende  komt  in  samenloop  met  1e  orde    Kleinkinderen  

• Erfrecht  van  de  langstlevende  is  dan  anders      

• X  krijgt  het  vruchtgebruik  op  de  gehele  nalatenschap  (Art  745bis  §1  Lid  1)  

• C    ½  blote  eigendom  • D  en  E    Elk  ¼  van  de  blote  eigendom  (bij  plaatsvervuling)  

     

Page 74: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   74  

• Stel  dat  X  de  langstlevende  samenwonende  partner  is  en  nalatenschap  bevat  (bemeubeld  onroerend  goed  waar  X  en  DC  verbleven)  en  ook  nog  eigen  aandelen  

o De  LWSW  krijgt  het  vruchtgebruik  van  de  gemeenschappelijke  verblijfplaats  (het  onroerend  goed)  en  ook  het  vruchtgebruik  van  de  huisraad  (de  inboedel)    745  octies  §1  lid  1  

o De  andere  bloedverwanten  krijgen  de  gemeenschappelijke  verblijfplaats  en  de  huisraad  in  blote  eigendom  

o De  aandelen  krijgen  de  bloedverwanten  dan  in  volle  eigendom      Casus  12:    

• X  is  langstlevende  echtgenote  • C  is  buiten  het  huwelijk  geboren  (maar  

erkend)      Oplossing:  

• Erfrecht  van  X  (altijd  eerst  kijken  echtgenote)  

• Er  is  samenloop  met  1e  orde!  X  krijgt  het  vruchtgebruik  op  de  gehele  nalantenschap    Art  745bis  §1  Lid  1      

• De  blote  eigendom    o A    ½  Blote  eigendom  o E  en  F  bij  plaatsvervulling    Elk  ¼  blote  eigendom  

 Anomaal  erfrecht  

• =  Wettelijke  terugkeer  • De  titularis  van  het  recht  van  wettelijke  terugkeer  kan  er  op  voorhand  geen  

afstand  van  doen.  Wie  anticipatief  verzaakt  aan  zijn  wettelijk  recht  van  terugkeer,  sluit  een  beding  over  een  nog  niet  opengevallen  nalatenschap  (Art.  1030  tweede  lid  B.W)  

• Het  wettelijk  recht  van  terugkeer  staat  tegenover  het  bedongen  recht  van  terugkeer,  dat  de  schenker  voor  zichzelf  bedingt  (Art.  951-­‐952  B.W.)    

• De  bloedverwanten  in  de  opgaande  lijn  erven,  met  uitsluiting  van  alle  andere  erfgenamen,  de  goederen  door  hen  geschonken  aan  hun  kinderen  of  afstammelingen  (art.  747  BW)    Onder  twee  voorwaarden:  

o De  erflater  is  zonder  nakomelingschap  gestorven  o De  geschonken  goederen  zijn  nog  in  natura  in  de  nalatenschap  van  de  

erflater  aanwezig  (indien  ze  werden  verkocht,  bekomen  de  ascendenten  de  nog  verschuldigde  verkoopprijs)  

             

Page 75: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   75  

Casus  13:    De  nalatenschap  van  DC  omvat:  

• Zijn  aandeel  in  de  huwgemeenschap,  bestaande  uit  enkele  roerende  goederen;  

• Een  (eigen)  huis,  destijds  door  V  aan  hem  geschonken;  

• Een  (eigen)  appartement    a)  Geef  de  wettelijke  devolutie.  b)  Geef  de  wettelijke  devolutie  in  de  veronderstelling  dat  A  (dochter  uit  zijn  vorig  huwelijk  met  X’)  vooroverleden  is      Oplossing:    a)  

• A  is  een  kind  van  DC  uit  een  vorig  huwelijk  (x’)    • Moeder  is  vooroverleden,  er  is  een  halfbroer  B  via  vader  • A  komt  in  samenloop  met  X  (1e  orde)    Erfrecht  voor  langstlevende  echtgenote  

is  het  vruchtgebruik  op  de  gehele  nalatenschap  (Art.  745bis  §1  lid  1)  • Dochter  A  krijgt  de  volledige  nalatenschap  in  blote  eigendom  

 b)  Stel  dat  A  overleden  is    niemand  van  de  1e  orde:  

• Halfbroer  en  vader  (2e  orde)    Uitzonderlijk  voor  huis  van  de  nalatenschap    Het  huis  zal  terugkeren  naar  de  vader  (anomaal  erfrecht)  =  huis  wordt  onttrokken  aan  de  normale  devolutie    

• Het  huis  zal  in  blote  eigendom  terugkeren  naar  de  vader  en  X  zal  hier  een  vruchtgebruik  op  hebben    

• Voor  de  rest  van  de  nalatenschap    normale  regels  echtgenote  samenloop  met  2e  orde  

o X  krijgt  sowieso  haar  deel  uit  gemeenschappelijke  deel  o X  erft  de  helft  van  het  gemeenschappelijke  deel  van  het  vermogen  in  volle  

eigendom  +  het  vruchtgebruik  van  de  eigen  goederen  van  de  erflater  o Vader  en  halfbroer  krijgen  enkel  nog  de  blote  eigendom  van  het  

appartement   Vader  ¼  van  het  appartement  in  blote  eigendom   Nog  ¾  over  voor  halfbroer  B    

                   

Page 76: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   76  

Casus  14:        Erfrecht  na  adoptie    Onderscheid  tussen  gewone  en  volle  adoptie!  Verschillende  gevolgen  

• Gewone  adoptie  o Geadopteerde  wordt  beschouwd  als  een  kind  van  de  adoptant    Er  

ontstaat  een  verwantschapsband  tussen  de  adoptant  en  de  afstammelingen  van  de  geadopteerde  

o Anderzijds  zal  er  in  de  adoptieve  familie  geen  verwantschapsband  bestaan  tussen  de  geadopteerde  en  de  familieleden  van  de  adoptant  

o Gevolg:  art  353  -­‐15  BW    De  geadopteerde  en  zijn  afstammelingen  kunnen  in  de  adoptieve  familie  erven  van  de  adoptant  als  een  volwaardig  erfgenaam  (1e  orde)  maar  niet  van  de  familieleden  van  de  adoptant    geen  verwantschapsband  met  de  familie  van  de  adoptant  

o Ook  de  banden  met  de  oorspronkelijke  familie  blijven  behouden  • Volle  adoptie  

o Het  geadopteerde  kind  zal  in  de  oorspronkelijke  familie  geen  erfrechten  meer  kunnen  uitoefen  (Art.  356  –  1  lid  2  BW)    volledig  weggetrokken  uit  de  oorspronkelijke  familie    Kind  zal  volledig  geïntegreerd  worden  in  de  adoptieve  familie  en  kunnen  erven  van  de  familieleden  van  de  adoptant  (Art.  356  -­‐1  lid  1  BW)  

   Oplossing:  

• A,  B    Elk  ½  • C  krijgt  niets    Art.  356  –  1  2e  lid  BW  

   Casus  15:      Oplossing:  

• D  kan  erven  bij  plaatsvervulling    Door  de  gewone  adoptie  wordt  de  geadopteerde  een  kind  van  adoptant  (ook  afstammelingen)  

• D  en  C    Elk  ½      Casus  16:      Oplossing:  

• A  en  B    Elk  1/3  • D  en  E    Elk  1/6  

             

Page 77: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   77  

Casus  17:      Oplossing:    

• Langstlevende  echtgenoot  en  kinderen    Dus  X  krijgt  vruchtgebruik  over  de  gehele  nalatenschap    Art.  745  bis  §1  lid  1  BW  

• B  verwerpt    Alles  naar  A  • C  en  D  erven  bij  plaatsvervulling    Elk  ½  blote  eigendom  

     Casus  18:      Oplossing:  

• X  zal  het  vruchtgebruik  krijgen  over  de  gehele  nalatenschap  (want  er  zijn  afstammelingen)    Samenloop  met  1e  orde    Art.    745bis  §1  lid  1  BW  

• C  kan  niet  erven  bij  plaatsvervulling    kan  niet  erven  van  de  familie  van  de  adoptant  bij  gewone  adoptie  

• B  verwerpt    D  zal  uit  eigen  hoofde  de  blote  eigendom  over  de  gehele  nalatenschap  krijgen    

• Stel  dat  C  ten  volle  is  geadopteerd:  o C  krijgt  de  blote  eigendom  bij  plaatsvervulling  o D  krijgt  niets    

   Casus  19:      Oplossing:  

• B  en  C  erven  bij  plaatsvervulling    Elk  ½  van  de  nalatenschap  

• Gewone  adoptie    want  bij  gewone  adoptie  blijft  men  erven  in  oorspronkelijke  familie                    

Page 78: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   78  

• Stel  gewoon  geadopteerde  sterft    als  hij  afstammelingen  heeft  dan  erven  die    simpel  

• Wet    geval  dat  gewone  geadopteerde  komt  te  streven  zonder  afstammelingen    Art.  353-­‐16  BW  

o Geen  1e  orde  want  geen  afstammelingen  o Zowel  oorspronkelijke  als  adoptieve  familie  zal  erven  (want  2  banden)  o Er  speelt  geen  gewoon  anomaal  erfrecht  maar  er  is  een  bijzonder  

anomaal  erfrecht    De  goederen  die  verkregen  zijn  van  ascendenten  in  de  oorspronkelijke  familie  of  van  adoptanten  die  verkregen  zijn  door  schenking  of  erfenis  zullen  terugkeren  

o Als  het  bijzonder  anomaal  erfrecht  is  toegepast    De  rest  wordt  in  2  gelijke  helften  verdeeld  

Ene  helft  naar  oorspronkelijke  familie  (normale  regelen  wettelijke  devolutie)  

De  andere  helft  gaat  naar  de  adoptieve  familie  (de  adoptant)    • Ingeval  van  2  adoptanten  (echtpaar)  krijgen  ze  elk  de  helft.  

Als  1  van  de  2  overleden  is,  dan  gaat  dat  deel  over  op  erfgenamen  in  nederdalende  lijn  

   Casus  20:  

 De  nalatenschap  van  DC  omvat:  

• Effecten,  geërfd  van  M;  • Een  villa,  geërfd  van  M’;  • Een  perceel  grond,  geschonken  door  GM’;  • Een  spaarrekening  met  een  tegoed  van  70.000  €  

   Geef  de  wettelijke  devolutie  in  de  veronderstelling  dat  a)  DC  gewoon  geadopteerd  was  door  V’  en  M’  b)  DC  ten  volle  geadopteerd  was  door  V’  en  M’      

Page 79: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   79  

 Oplossing:    a)  DC  was  gewoon  geadopteerd  door  V’  en  M’  

• Bijzonder  anomaal  erfrecht    goederen  verkregen  door  schenking  en  erfenis  keren  terug  naar  ascendent  of  adoptant  (of  hun  erfgenamen  in  nederdalende  lijn)  

o Effecten  geërfd  van  M    M  kan  zelf  niet  terugkrijgen  want  vooroverleden,  maar  haar  afstammelingen  kunnen  dit  wel    B  en  C    Elk  ½  effecten  

o Villa  geërfd  van  M’  (adoptante)    zelf  overleden  en  ook  geen  afstammelingen    Er  speelt  geen  bijzonder  anomaal  erfrecht  

o Perceel  grond  geschonken  door  GM’    =  moeder  van  adoptante    Kan  ook  geen  bijzonder  anomaal  erfrecht  uitoefenen    kan  enkel  door  de  adoptant  zelf  en  zijn  afstammelingen  in  nederdalende  lijn    geen  bijzonder  anomaal  erfrecht    

• De  rest  van  de  nalatenschap  (enkel  de  effecten  zijn  al  weg)  o Helft  voor  oorspronkelijke  familie  

B  en  C    Elk  ¼  (1/2  van  de  helft)  van  de  villa,  grond  en  spaarrekening  

o Helft  voor  adoptieve  familie   De  vader-­‐adoptant  V’  (  want  M  is  vooroverleden  en  geen  

afstammelingen  in  nederdalende  lijn)    ½  van  de  villa,  grond  en  spaarrekening  

 b)  Stel  dat  DC  ten  volle  geadopteerd  was    

• In  de  oorspronkelijke  familie  kunnen  geen  erfrechten  worden  uitgeoefend    alle  banden  doorbroken  

• Bij  volle  adoptie  is  er  een  gewoon  wettelijk  erfrecht    ascendenten  die  iets  geschonken  hebben  zullen  een  gewoon  anomaal  erfrecht  kunnen  uitoefenen  

• M    geen  terugkeer    geen  band  • M’    Geen  terugkeer    al  overleden  • Perceel  grond  geschonken  door  GM’    Het  normaal  wettelijk  recht  van  terugkeer  

zal  spelen    (gewoon  anomaal  erfrecht)    

• Al  de  rest    3e  orde    kloving  o V’    ½  naar  Vaderlijke  lijn  o GM’    andere  ½  naar  Moederlijke  lijn  

 Casus  21:  De  nalatenschap  van  DC  omvat:  

• Een  villa,  geërfd  van  V,  die  deze  zelf  geërfd  had  van  F;  

• Een  rijhuisje,  geërfd  van  V,  die  dit  zelf  geërfd  had  van  C;  

• Een  appartement,  geërfd  van  V,  die  dit  zelf  had  gekregen  van  D;  

• Een  spaarrekening  met  een  tegoed  van  50.000  €.  

 Geef  de  wettelijke  devolutie  (Niet  opgelost)    

Page 80: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   80  

Afdeling  4:  Alimentatie    

Diverse  categorieën  onderhoudsverplichtingen  • De  gemeenrechtelijke  familiale  alimentatieplicht  • Drie  bijzondere  onderhoudsverplichtingen  van  ouders  • De  onderhoudsplicht  ten  laste  van  de  nalatenschap  

 De  gemeenrechtelijke  familiale  onderhoudsverplichting    Tussen  welke  personen?  

• Tussen  bloedverwanten  in  rechte  lijn  o NIET:  in  de  zijlijn    zie  Art.  205  j°  207  BW  o Voor  anderen:  figuur  van  de  omzetbare  “natuurlijke  verbintenis”  

Indien  de  “natuurlijke  verbintenis”  wordt  uitgevoerd,  kan  deze  worden  omgezet  in  een  afdwingbare  burgerrechtelijke  verbintenis,  niet  alleen  ten  laste  van  zijverwanten,  maar  ook  ten  aanzien  van  de  vermeende  biologische  vader  (zie  Cass.  6  juni  1975,  met  betrekking  tot  een  kind  dat  de  echtgenoot  tot  vader  heeft)    

• Tussen  schoonouders  en  schoonkinderen  o Eerst  echtgenoot  aanspreken,  dan  pas  zijn/haar  ouders  o NIET:  tussen  stiefouder  en  stiefkind      zie  Art.  206  j°  207  BW  

Wel  in  beperkte  mate,  na  het  overlijden  echte  ouder  (bijzondere  onderhoudsverplichting,  geen  gemeenrechtelijke)      

o Maar  er  zijn  diverse  oorzaken  van  verval    De  plicht  tussen  schoonouders  en  schoonkinderen  vervalt:  

Wanneer  de  schoonvader  of  schoonmoeder  een  tweede  huwelijk  aangaat  (art.  206,  1°  BW)  

• Art.  206,  1°  BW  is  aangepast  door  de  wet  van  13  februari  2003  tot  openstelling  van  het  huwelijk  voor  personen  van  hetzelfde  geslacht    Voordien  was  er  enkel  verval  na  een  tweede  huwelijk  van  de  schoonmoeder  (=  discriminatie  van  de  vrouw)  

Wanneer  de  zoon  of  dochter  die  de  aanverwantschap  deed  ontstaan  en  de  kinderen  uit  het  huwelijk  geboren,  overleden  zijn  (Art.  206,  2°  BW)  

Wanneer  het  huwelijk  van  kind  en  schoonkind  ontbonden  is  door  echtscheiding  (Cass.  26  oktober  1905)  

                   

Page 81: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   81  

Voorwerp  van  de  onderhoudsverplichting  • “Levensonderhoud”  =  alles  wat  noodzakelijk  is  om  een  menswaardig  bestaan  te  

leiden  (=  meer  dan  het  levensnoodzakelijke)    

• Grondvoorwaarden  voor  het  recht  op  levensonderhoud  (Art.  208  BW)  o Alimentatie  wordt  slechts  toegestaan  naar  verhouding  van  feitelijke  

gegevens:   De  behoeften  van  de  schuldeiser  EN   Het  vermogen  van  de  schuldenaar  

 o (Schuldeiser  in  het  alimentatierecht  is  de  economisch  zwakkere  partij)  

 o Het  bedrag  van  het  onderhoudsgeld  is  afhankelijk  van  de  “draagkracht”  

van  schuldeiser  en  schuldenaar,  die  bepaald  is  door:   Gezinslasten  

• Langs  twee  kanten  de  draagkracht  bepalen,  diegene  die  alimentatie  moet  betalen  kan  ook  een  gezin  hebben  om  te  onderhouden  

Gezinsinkomsten  • Opslag,  afdanking,  …  

   Bijzonder  moeilijk  om  objectief  te  bepalen  (veel  diverse  

parameters)    

o Inzake  levensonderhoud  bestaan  geen  oorzaken  van  onwaardigheid  van  de  schuldeiser  

Bv  :  zonder  info  over  de  resultaten  op  school  kan  de  rekening  gewoon  worden  opgestuurd    

Eén  wettelijke  uitzondering    De  (volledig)  ontzette  ouder  verliest  zijn  recht  op  onderhoud  jegens  zijn  kind  en  diens  afstammelingen  (Art.  33,  tweede  lid,  4°  jeugdbeschermingswet)    

Kenmerken  • Wederkerig  (Art.  207  BW)  

 • Van  dwingend  recht:  

o Verzaking  voor  de  toekomst  =  onmogelijk  o Wel  voor  het  verleden  o Overeenkomsten  kunnen  geen  afbreuk  doen  aan  de  wettelijke  principes  

 • Veranderlijk  (Art.  208-­‐209  BW):  

o Het  bedrag  van  de  uitkering  kan  steeds  verhoogd  of  verlaagd  worden,  naargelang  de  inkomsten  van  de  schuldenaar  en  de  behoeften  van  de  schuldeiser  

o Alimentatie  is  niet  statisch   Men  kan  steeds  opnieuw  naar  de  rechter  stappen  voor  een  nieuw  

vonnis    

Page 82: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   82  

• Persoonlijk  (niet  overdraagbaar)  o Verplichting  gaat  niet  over  met  de  erfenis  o Wat  wel  mogelijks  is    De  erfgenamen  persoonlijk  aanspreken  

 • Toegekende  uitkeringen  zijn  ten  dele  niet  vatbaar  voor  beslag  (Art.  1409  §  1bis  j°  

1410  §  1,  1°  Ger.W.)  o Elk  jaar  worden  deze  bedragen  aangepast  o Toegekende  uitkeringen  =  alimentatie  o Ratio  

Alimentatie  dient  om  te  kunnen  consumeren,  ‘om  te  leven’   Is  normaal  opgebruikt  op  het  einde  van  de  maand  

o Bedragen   Bedragen  onder  de  €  1037:  geen  beslag  mogelijk  in  2012;   Bedragen  tussen  €  1037  en  €  1113  zijn  voor  1/5  beslagbaar;   Bedragen  tussen  €  1113  en  €  1344  zijn  voor  2/5  beslagbaar;   Sommen  boven  €  1344  zijn  volledig  beslagbaar  

 Pluraliteit  van  onderhoudsplichtigen    Meerdere  mensen  moeten  alimentatie  betalen  

• Uit  cassatierechtspraak  valt  hiërarchie  af  te  leiden,  geen  samenloop:  o Art.  203  BW  gaat  vóór  Art.  205-­‐206  o Art.  213  BW  gaat  vóór  art.  205-­‐206  

Hulpverplichting  gaat  voor  op  onderhoudsverplichting  van  ouders  en  schoonouders  

o Art.  205bis  BW  gaat  vóór  Art.  205-­‐206  o Art.  301  BW  gaat  vóór  Art.  205-­‐206  

Onderhoudsverplichting  van  de  echtgenoot  op  basis  van  EOO    

• Bij  meerdere  gegoede  schuldenaars  ex  Art.  205-­‐206  BW  o Zie  Cass.  16  maart  1995:    

Bloedverwanten  zijn  gehouden  vóór  aanverwanten;   Dichtere  graad  gaat  vóór  verdere  graad;     Descendenten  gaan  vóór  ascendenten  

• Maar  ook  naar  graden  kijken  • Eerst  graden  en  binnen  die  graad  pas  naar  ascendenten  en  

descendenten  kijken    

• Wie  moet  eerst  worden  aangesproken?  o 1.  De  echtgenoot  o 2.  De  ex-­‐echtgenoot  (Art.  301  BW)  o 3.  De  ouders  (Art.  203  §1  BW)  o 4.  De  bloedverwanten  in  rechte  lijn  (Art.  205  j°  207  BW)  

Eerst  deze  in  naaste  graad;  bij  gelijke  graad  eerst  descendenten  o 5.  De  aanverwanten  (Art.  206  BW)  

         

Page 83: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   83  

• Meerdere  gegoede  schuldenaars  in  dezelfde  rang  zijn  niet  hoofdelijk,  noch  in  solidum  gehouden    

o OCMW  kan  niet  volledige  som  van  elk  van  de  schuldenaars  vorderen,  ze  zijn  enkel  gehouden  tot  hun  deel  van  de  schuld  

o Bv.:  Meerdere  kinderen  van  persoon  hebben  eigenlijk  onderhoudsverplichting    elk  enkel  voor  hun  deel  bijdragen  

Wil  niet  zeggen  elk  1/3,  hangt  af  van  DRAAGKRACHT  o Cass.  16  maart  1995:  de  schuldeiser  kan  van  ieder  van  hen  slechts  zijn  

deel  vorderen,  ook  al  zijn  de  medeschuldenaars  niet  in  het  geding    Pluraliteit  van  onderhoudsgerechtigden    Meerdere  mensen  hebben  recht  op  onderhoudsgeld  

• Globaal  dezelfde  regels  als  voor  pluraliteit  van  onderhoudsplichtigen,  maar:  o Art.  203  én  213  BW  gaan  vóór  Art.  301  BW  

In  1  geval  samenloop  tussen  Art.  203  en  Art.  213  BW    Prof  is  het  er  niet  mee  eens,  Art.  203  raakt  openbare  orde  (Cass.)  en  Art.    213  is  enkel  van  louter  dwingend  recht  

 • Aan  wie  moet  eerst  worden  betaald?  

o 1.  De  echtgenoot  en  de  niet-­‐zelfstandige  kinderen  (Art.  213,  203  §1  BW)  o 2.  De  gewezen  echtgenoot  (Art.  301  BW)  o 3.  De  bloedverwanten  in  rechte  lijn  (Art.  206  BW)  

Eerst  deze  in  naaste  graad;  bij  gelijke  graad  eerst  descendenten  o 4.  De  aanverwanten  (Art.  206  BW)  

 Verhaal  

• De  onderhoudsplichtige  heeft  geen  verhaal  op  de  onderhoudsgerechtigde  o Behoudens  bedrog  (door  de  zaken  verkeerd  voor  te  stellen  ,  jezelf  als  

behoeftig  laten  uitschijnen)  o  De  alimentatie  is  normaal  gezien  “opgebruikt”  

 • De  onderhoudsplichtige  heeft  een  verhaal  op  zijn  medeschuldenaar  

o Elk  schuldenaar  is  slechts  gehouden  tot  zijn  deel  o Voor  de  som  die  zijn  aandeel  overtreft  kan  men  terugvorderen  van  de  

andere  schuldenaar  o  

• De  derde-­‐betaler  heeft  een  verhaal  op  de  onderhoudsplichtige(n)  o Derde-­‐betaler  =  wettelijk  niet  onderhoudsplichtig  o Verjaart  na  10  jaar  

 • Det  OCMW  heeft  een  eigen  verhaalsrecht  voor  de  kosten  van  maatschappelijke  

dienstverlening  (wet  8  juli  1976)  en  het  leefloon  (wet  26  mei  2002)  o OCMW  is  een  veel  lagere  drempel  dan  naar  rechtbank  te  stappen  om  

alimentatie  los  te  krijgen  o OCMW  betaalt  dan  leefloon  uit  o MAAR!  Die  mensen  hebben  vaak  ook  nog  alimentatieverplichtingen    o Idee:  eerst  familie  voor  zijn  eigen  laten  zorgen,  dan  pas  de  staat  

   

Page 84: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   84  

o Wordt  niet  vaak  uitgeoefend   Hangt  van  gemeente  tot  gemeente  af!   Onrechtvaardig  ten  opzichte  van  families  die  in  gemeentes  woont  

die  het  wel  of  niet  doen  o (Details  in  boek  niet  kennen)  

 Gerechtelijke  verwezenlijking  /  afdwinging    van  de  onderhoudsplicht  

• Wanneer?    Bij  gebrek  aan  vrijwillige  naleving  (In  België  een  massaal  niet-­‐betalen  van  alimentatie)    

• Hoe?    Via  een  rechtsvordering  o Waarna  de  rechter  de  uitkeringsplichtige  al  dan  niet  veroordeelt  tot  een  

(maandelijks)  onderhoudsgeld  (vooraf  te  betalen)  (Steeds  geld)    

• Geen  automatische  indexering  o Bij  kinderalimentatie  en  Art.  301  BW  wel  o Moet  gevraagd  geweest  zijn  door  de  advocaat  

 • Uitzonderlijk  kan  de  rechter  de  uitvoering  in  natura  bevelen  

o =  de  schuldenaar  toelaten  de  schuldeiser  in  huis  te  nemen  en  hem  aldaar  kost  en  onderhoud  te  verschaffen  

o In  twee  gevallen  (bewijs  nodig):   Wanneer  de  schuldenaar  bewijst  dat  hij  de  uitkering  niet  kan  

betalen  (Art.  210  BW)   Wanneer  de  vader  of  moeder  (aangesproken  door  het  kind)  dit  

aanbieden  (Art.  211  BW)    

• Bevoegde  rechter?    De  vrederechter  (Art.  591,  7°  Ger.W.)  van  de  woonplaats  van  eiser  

o Ratio   Schuldenaars  verhuisden  vaak  om  andere  jurisdictie  te  laten  

vaststellen   Waarom  woonplaats  van  de  eiser?  Dit  is  de  zwakste  partij,  men  laat  

ze  ‘een  thuismatch’  spelen    

o Uitzondering    vorderingen  tot  verlaging  of  opheffing  van  de  uitkeringen     Art.  626  Ger.W.;  zie  echter  ook  Art.  624,  2°  Ger.W.  j°  Art.  1247,  

tweede  lid  BW   Wordt  door  schuldenaar  geeist  

 o 2  bijkomende  bepalingen  

Geen  hiërarchie  tussen  deze  bepalingen   Art.  624,  lid  2  BW  

•  Is  de  woonplaats  van  de  verweerder   Art.  1247  BW  

• Onderhoudsverplichtingen  zijn  haalbaar  • Weer  vrederechter  woonplaats  schuldenaar!  

Page 85: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   85  

Lex  specialis/  lex  generalis  principe?  Niet  aanvaard  in  Rechtspraak    

• Gedinginleidend  stuk?  Verzoekschrift  op  tegenspraak  (Art.  1320  Ger.W.)    

• Retroactief  vorderen  van  onderhoudsgeld?  o Onderhoudsgeld  (en  de  wijziging  ervan)  kan  worden  bekomen  voor  het  

verleden,  ondanks  het  adagium  Aliments  n’arréragent  pas  (=  onderhoudsgeld  laat  geen  achterstallen  toe)  

o Het  vermoeden  van  niet-­‐behoeftigheid   Is  weerlegbaar   Dan  is  het  wel  mogelijk  om  retroactief  te  vorderen   Maar  Art.  2277  BW  verjaringstermijn  van  5  jaar  

• Korter  dan  de  gemeenrechtelijke  termijn  van  10  jaar  • Waarom?    Te  groot  bedrag  in  1  keer  ophoesten    anders  

komt  de  schuldenaar  ook  in  de  problemen    

• Elk  vonnis  doet  een  vordering  tot  tenuitvoerlegging  ontstaan  o Deze  actio  judicati  verjaart  slechts  door  verloop  van  10  jaar  

 • De  herziening  van  een  rechterlijke  beslissing  inzake  alimentatie  vereist  “nieuwe  

feiten”  of  “gewijzigde  omstandigheden”    o Heropening  van  de  debatten  (Het  vonnis  moet  gewezen  zijn)  o Soeverein  door  de  rechter  te  bepalen  o (cf.  Art.  209  BW)  

 Methodes  van  gedwongen  tenuitvoerlegging:  

• Beslag  of  ontvangstmachtiging  • Tussenkomt  van  de  DAVO  

 Beslag  of  ontvangstmachtiging  (privaatrechtelijk)  

• Beslag  (in  diverse  vormen)  =  logge  procedure  o Onbeperkt  beslag  is  mogelijk  op  de  inkomsten  van  de  schuldenaar  =  

“supervoorrecht”  van  de  alimentatieschuldeiser,  die  voorrang  geniet  (Art.  1412,  eerste  lid,  1°  Ger.W.)    

o Wat  blijft  over  voor  de  andere  schuldeisers?   Berekening  beslagbaar  gedeelte  loon  schuldenaar   Aftrek  volledige  bedrag  onderhoudsgeld  of  ontvangstmachtiging.  

Enkel  het  eventuele  restant  blijft  over  voor  de  andere  schuldeisers  • Indien  de  persoon  niets  heeft,  valt  er  ook  niets  te  rapen  

Techniek  van  Art.  1412,  tweede  lid  Ger.W.    

• Ontvangstmachtiging  (syn.  sommendelegatie):  Art.  203ter  BW  o Men  mag  in  bepaalde  gevallen  de  sommen  die  aan  de  schuldeiser  

toekomen  rechtstreeks  aan  haar  laten  uitbetalen   “Beslag  op  loon”    werkgever  van  de  schuldenaar  direct  laten  

uitbetalen  aan  de  schuldeiser  

Page 86: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   86  

o Is  wettelijk  voorzien  voor  diverse,  maar  niet  voor  alle  onderhoudsverplichtingen  

Toepassingsgebied  uitgebreid  door  wet  19/03/2010    

o Ontvangstmachtiging  is  NIET  mogelijk  voor   Art.  206  BW    Schoonouders  en  schoonkinderen   Art.  1288,  eerste  lid,  4°  Ger.W.  bedongen  in  een  onderhandse  akte  

• Gaat  over  EOT  • Wel  indien  er  een  authentieke  akte  is  • Kinderalimentatie  wel  • Partneralimentatie  wel  • Incentive  voor  notariële  akte  

Art.  205bis  BW   En  is  NOOIT  een  automatisme  (zie  Art.  203ter  BW)    Moet  

gevorderd  worden    

o Voor  problemen  inzake  samenloop:   Een  bericht  van  delegatie  ter  griffie  van  de  rechtbank  van  eerste  

aanleg  van  de  woonplaats  van  de  alimentatieplichtige  wordt  gevoegd  bij  de  berichten  van  beslag  (Art.  1390bis  Ger.W.)  

‘First  come,  first  serve’-­‐principe    

 Tussenkomst  van  de  DAVO  (publiekrechtelijk)  

• DAVO  bij  FOD  Financiën  (wet  21  februari  2003)  =  Dienst  voor  alimenatievorderingen  

• Toepassingsgebied  (Art.  2):  onderhoudsgelden  voor  kinderen,  echtgenoten  of  samenwonenden,  voor  zover  vastgesteld  door  een  

o Uitvoerbare  gerechtelijke  beslissing  o Uitvoerbare  minnelijke  schikking  o Familierechtelijke  overeenkomst  voorafgaand  aan  een  EOT  

 • De  DAVO  heeft  een  dubbele  functie:  

o Toekenning  van  voorschotten   Bij  wanbetaling  van  minimum  twee  termijnen  in  de  laatste  twaalf  

maanden  (Art.  6)  (Moeten  geen  aansluitende  termijnen  zijn)   Maximum  175  euro/maand  (Art.  3)  

 o Inning  en  invordering  van  onderhoudsgelden    DAVO  

Int  in  de  plaats  van  de  onderhoudsgerechtigde  (met  als  grens  het  leefloon)  

Vordert  in  voor  zijn  rekening  en  in  zijn  naam   Kan  dus  beslag  laten  leggen  

           

Page 87: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   87  

• Strafsanctie  bij  wanbetaling  van  alimentatie  o Art.  391bis  Sw.:  familieverlating  o In  de  praktijk  niet  vaak  gebeurd  

Sociale  toestand  gaat  er  op  achteruit   Boetes    Dan  kan  men  zeker  niet  betalen  aan  de  schuldeiser  

 o Art.  391bis  Sw.  vindt  toepassing  na:  

Een  definitieve  rechterlijke  veroordeling  tot  betaling  van  een  uitkering  of  ontvangstmachtiging    

Wanneer  de  schuldenaar  meer  dan  twee  maanden  vrijwillig  in  gebreke  blijft  te  betalen    

 Drie  bijzondere  onderhoudsverplichtingen  

• In  hoofde  van  de  ouders    Art.  203,  §  1  j°  Art.  203bis-­‐quater  BW    Bijzondere  onderhoudsplicht  van  de  ouders  “De  ouders  dienen  naar  evenredigheid  van  hun  middelen  te  zorgen  voor  de  huisvesting,  het  levensonderhoud,  de  gezondheid,  het  toezicht,  de  opvoeding,  de  opleiding  en  de  ontplooiing  van  hun  kinderen”  =  obligatio  (=Plicht)  

o Geldt  vanaf  het  moment  van  de  afstamming  o Afwijkende  kenmerken:  

Eenzijdig  (i.p.v.  wederkerig)   Moreel  (i.p.v.  enkel  materieel)   Het  kind  moet  de  levensstandaard  van  zijn  ouders  kunnen  delen  

(i.p.v.  behoeftig  zijn  sensu  stricto)   Is  tijdelijk  (i.p.v.  blijvend)  

 o Loopt  door  na  de  meerderjarigheid  van  het  kind,  “indien  de  opleiding  niet  

voltooid  is”  (Art.  203,  §  1  BW)      Vuistregels  (op  basis  van  rechtspraak  en  rechtsleer),  te  nuanceren:  

Normale  voortgang  van  de  studies  •  “Bissen”    Nog  steeds  normale  voorgang  van  de  studies  • Indien  het  overdreven  is    Als  je  3  jaar  achterzit  (geen  

normale  voortgang  meer)    

Einde  na  einddiploma  hoger  onderwijs  dat  toegang  geeft  tot  de  arbeidsmarkt    

• Hier  veel  meer  nuanceren  • Bv.  :  Wel  bachelor  in  de  rechten,  maar  geen  master,  minder  

kansen!  o Niet  aanvaard  dat  het  hierna  stopt!  Want  master  

biedt  veel  meer  kansen  • Wel  meer  discussie  na  professionele  bachelor  en  dan  

schakelprogramma…  • Ook  MANAMA?    ja  als  MANAMA  op  de  MANABA  aansluit  

en  de  MANAMA  meer  kansen  biedt  op  de  arbeidsmarkt,  niet  indien  dit  totaal  niet  aansluit!  

     

Page 88: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   88  

Niet  voor  niet-­‐noodzakelijke  meeruitgaven  • Hang  taf  van  de  levensstandaard  van  de  ouders  • Ook  invloed  indien  ouders  rijk  zijn,  maar  sober  leven  

 o Contributio  

Elke  ouder  moet  bijdragen  in  de  kosten  die  voortvloeien  uit  de  verplichting  bepaald  in  artikel  203,  §  1  BW,  “in  verhouding  tot  zijn  respectieve  aandeel  in  de  samengevoegde  middelen”  (Art.  203bis,  §  1  BW)    

Met  “middelen”  wordt  onder  andere  bedoeld:    • Alle  beroepsinkomsten,  roerende  en  onroerende  inkomsten  

van  de  ouders,  alsook  alle  voordelen  en  andere  middelen  die  hun  levensstandaard  en  deze  van  de  kinderen  waarborgen  (Art.  203,  §  2  BW)  

o Niet  enkel  inkomsten  (maar  vaak  wel  belangrijkst)  o Ook  dividenden  o Ook  erfenis  o Ook  huurgelden  die  men  ontvangt  

  De  middelen  van  de  ouders  moeten  samengevoegd  worden  (Elke  

ouder  moet  bijdragen  naargelang  z’n  aandeel  in  de  samengevoegde  middelen)    

Wettelijke  definitie  (art.  203bis,  §  3  BW)  van  twee  soorten  kosten:  • Gewone  kosten  en  • Buitengewone  kosten  

o Restrictief  interpreteren  o Niet  50/50  verdelen    verdeling  naargelang  

verhouding  in  de  samengevoegde  middelen    

o Invordering  (Art.  203bis,  §  1  BW)   Door  het  meerderjarige  kind  zelf   Door  de  andere  ouder  (die  het  ouderlijk  gezag  uitoefent)   Het  minderjarige  kind  zelf?  via  een  voogd  ad  hoc,  aangewezen  op  

grond  van  Art.  378,  §  1,  zesde  lid  BW  • Delicaat    Algemeen  wordt  aangenomen  dat  de  

minderjarige  niet  kan  vorderen  door  zijn  principiële  onbekwaamheid  om  te  procederen    Oplossing  via  voogd  ad  hoc  aangesteld  door  de  vrederechter    

o Kindrekening  (Art.  203bis,  §  4  BW)    Door  de  wet  van  19  maart  2010  heeft  kindrekening  een  wetttelijke  grondslag  gekregen  

Mogelijkheid  voor  de  rechter  om,  op  vraag  van  een  ouder,  de  partijen  een  kindrekening  te  doen  openen  

• De  rechter  kan  het  niet  ambtshalve  bevelen  • kind  wordt  titularis  van  de  rekening  

Page 89: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   89  

Verplichte  bepalingen  in  het  vonnis  dat  het  gebruik  van  de  kindrekening  oplegt  

  Stortingen  worden  beschouwd  als  de  betaling  van  

onderhoudsbijdragen  • Fiscaliteit  (bijzonder  belastingsregime  voor  

onderhoudsgelden)    Diegenen  die  onderhoudsgeld  betalen  kunnen  deze  uitgaven  aftrekken  van  de  belastbare  inkomsten  voor  80  procent  (groot  deel  recupereren  via  belastingen)  

• Keerzijde:  diegene  die  de  onderhoudsbijdragen  geniet    moet  deze  aangeven  en  worden  belast  voor  80  procent  

• Stortingen  op  de  kindrekening  zijn  dus  fiscaal  aftrekbaar  • Soms  wordt  de  kinderbijslag  ook  gestort  op  deze  

kindrekening  (geen  fiscale  aftrek)    

Men  probeert  via  de  Kindrekening  een  fiscaal  voordelige  spaarpot  voor  het  kind  aan  te  leggen  (Misbruik)  lukt  niet  en  is  niet  de  bedoeling  

• Het  is  de  bedoeling  dat  het  onderhoudsgeld  weg  is  op  het  eind  van  de  maand  

• Kindrekening    bedoeling:  gelden  voor  het  kind  storten  en  gebruiken  ,  geen  spaarpot  

• Bij  misbruik  zijn  er  geen  wettelijke  sancties  bij  wanbeheer  • Misbruik    kan  vastgesteld  worden  door  rechter    

burgerlijke  fout    1382  schadevergoeding  • Kindrekening  zelf  raakt  de  openbare  orde  niet  

 o Indexering  van  rechtswege  (Art.  203quater,  §  1  BW)  

Voor  onderhoudsbijdragen  • Vastgesteld  bij  vonnis  (wanneer  de  vordering  is  ingeleid  na  

31/7/2010)    OF  

• Bij  overeenkomst  bepaald  (wanneer  de  overeenkomsten  is  ondertekend  op  of  na  1/8/  2010)    

De  gezondheidsindex  stijgt  minder  snel  dan  index  der  consumptieprijzen    Alimentatie  is  aan  index  der  consumptieprijzen  gebonden  en  zal  dus  jaarlijks  stijgen    

Mogelijke  afwijkingen    • Van  de  wettelijke  indexatieformule  • Van  het  indexcijfer  • Van  het  principe  van  de  indexering  zelf?  

o Kan  er  conventioneel  afgeweken  worden  van  het  principe  van  indexering  zelf  ?  

o  Principieel  moet  dit  kunnen  (enkel  de  plicht  tot  betalen  raakt  de  OO)  

Page 90: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   90  

o Belangrijke  kanttekening    In  de  context  van  echtscheiding  in  onderlinge  toestemming    over  alles  moet  een  akkoord  zijn    

o Vordering  ad  futurum  (Art.  203quater,  §  2  BW)   De  rechter  kan,  in  het  belang  van  het  kind,  op  vraag  van  één  van  de  

partijen  beslissen  dat  de  onderhoudsbijdrage  “van  rechtswege”  (bedoeld  wordt:  automatisch)  wordt  verhoogd  in  de  door  hem  bepaalde  omstandigheden  

Nuttig  of  doos  van  Pandora?  • De  bedoeling  van  de  wetgever  was  goed    voortdurende  

gedingen  tot  verhoging  van  alimentatie  vermijden  • Hoe  ouder    hoe  meer  kosten  

o Scharnierleeftijden  kind    6  ,  12,  18  jaar    kind  kost  steeds  meer  vanaf  deze  leeftijden  

• Is  dit  nuttig  ?  In  de  praktijk  niet  veel  gebruikt  en  ook  gevaarlijk    veel  meer  beroep  tegen  aangetekend  

• Er  wordt  geen  rekening  gehouden  met  mogelijke  wijziging  in  het  beroepsleven  van  een  ouder    situaties  veranderen  

• Voordeel  als  dit  gedaan  wordt  (niet  telkens  een  gedinginleidend  stuk  nodig  om  een  verhoging  te  bekomen)    

o Bijzondere  rechtspleging  voor  uitkeringen  tot  levensonderhoud   Art.  1320  Ger.W.:  gedinginleidend  stuk  (algemeen)  

• Het  verzoekschrift  op  tegenspraak  (niet  de  dagvaarding)   Art.  1321  Ger.W:  explicitering  en  motivering  van  de  rechterlijke  

beslissing  inzake  kinderalimentatie  +  vermelding  DAVO  • Poging  tot  objectivering    alimentatieplichtigen  het  

gevoeld  geven  dat  het  bedrag  dat  ze  moeten  betalen  terecht  is  

Art.  1322  Ger.W.:  oprichting  van  een  commissie  voor  onderhoudsbijdragen  +  eventuele  berekeningsmethode  bij  KB  

• De  commissie  is  nog  steeds  niet  opgericht  (een  soort  evaluatiecommissie  van  deze  wet)  

Art.  1322/1  Ger.W.:  van  rechtswege  uitvoerbaarheid  bij  voorraad  (algemeen)    

 Wildgroei  aan  bijzondere  rechtsplegingen   Verschillende  berekeningsmethodes  

• Wallonië    methode  Renard    • Vlaanderen    methode  gezinsbond  (hogere  bedragen)  

 • In  hoofde  van  de  langstlevende  stiefouder/LLWSP    Art.  203,  §  3  BW  en  Art.  

1477,  §  5  BW  o =  geen  gevolg  van  afstamming,  maar  van  het  huwelijk/  wettelijk  

samenwonen  o Persoonlijke  plicht  voor  stiefouder/wettelijk  samenwonende  partner  na  

het  overlijden  van  de  hertrouwde/wettelijk  samenwonende  ouder  

Page 91: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   91  

Pas  op  het  ogenblik  dat  je  vader  sterft    dan  pas  ontstaat  de  persoonlijke  plicht  van  de  stiefouder  tot  onderhoudsbijdragen  

Tijdens  het  leven  van  je  ouder    De  nieuwe  partner  van  de  oorspronkelijke  ouder  is  niet  onderhoudsplichtig  

o Begrensde  plicht:  uitkering  kan  niet  méér  bedragen  dan  hetgeen  de  stiefouder/WSP  verkregen  heeft  uit  de  nalatenschap  of  bij  wijze  van  huwelijksvoordeel,  schenking  of  testament/samenlevingsovereenkomst    

• In  hoofde  van  de  vermoedelijke  verwekker    Art.  336-­‐341  BW  o Nut  

Art.  336  BW    langs  vaderszijde  is  er  een  niet-­‐vastgestelde  afstammingsband  

Maar  als  de  biologische  vader  geen  juridische  vader  is  kan  deze  onderhoudsverplichting  ingesteld  worden  

 Dit  is  enkel  gericht  om  geld  te  verkrijgen  van  de  man  zonder  dat  hij  ouderlijke  rechten  kan  uitoefenen  (De  man  zal  niet  in  het  leven  zijn  van  de  moeder  en  het  kind)    

o Ontvankelijkheid:  Moederschap  wel  en  vaderschap  niet  vastgesteld    

o Gegrondheid:  “gemeenschap”  met  de  moeder  gedurende  het  wettelijk  tijdvak  van  de  verwekking    

o Bewijs  van  gemeenschap   Wat  moet  er  bewezen  worden  ?  Geslachtsgemeenschap    wettelijk  

tijdvak  tussen  de  300  en  180  dagen  voor  de  geboorte  (in  1908  nog  geen  DNA)    Kan  door  alle  wettelijke  middelen  worden  geleverd  

• DNA  –onderzoek  • Andere  bewijsmiddelen  

o Getuigenbewijs  o Eventueel  geschriften  (liefdesbrieven)  

• Beste  bewijsmiddel  is  het  deskundigenonderzoek    

o Tegenbewijs   Bewijs  van  niet-­‐vaderschap  (Art.  338bis  BW)    Eveneens  door  alle  

wettelijke  middelen  te  leveren    

o Meerdere  mannen  kunnen  worden  aangesproken  (één  na  één  of  zelfs  tegelijkertijd),  maar…  

Slechts  één  kan  tot  een  uitkering  veroordeeld  worden    Er  kan  vastgesteld  worden  dat  er  seks  is  geweest  met  meerderen  maar  uiteindelijk  kan  er  maar  1  veroordeeld  worden  tot  onderhoudsverplichting  

Il  vaut  mieux  être  le  fils  de  personne  que  le  fils  de  tout  le  monde  (=  Het  is  beter  de  zoon  te  zijn  van  niemand,  dan  van  iedereen)          

Page 92: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   92  

o Procedure   Persoonlijke  vordering  van  het  kind  (Art.  337,  §  1  BW),  in  de  

praktijk  nagenoeg  steeds  ingeleid  door  de  moeder   Rechtbank  eerste  aanleg  is  bevoegd   Verzoekschrift  op  tegenspraak  (zie  art.  338  BW)   Vordering  is  niet  langer  aan  een  termijn  onderworpen  (zie  Art.  

337,  §  1  BW),  maar:  Art.  2277  BW  speelt  wel  degelijk   Arbitragehof  nr.  79/2004,  12  mei  2004:  

• Art.  337,  §  1  BW  schendt  de  Art.  10-­‐11  Grondwet.,  in  zoverre  het  de  vordering  tot  uitkering  voor  levensonderhoud  bedoeld  in  Art.  336  BW  aan  een  vervaltermijn  van  drie  jaar  onderwerpt.  

• De  vroegere  verantwoording  voor  een  korte  vervaltermijn  (“het  is  moeilijk  om  na  een  zeker  tijdsverloop  de  werkelijkheid  van  de  seksuele  betrekkingen  –  Bv.  via  getuigen  –  te  bepalen”)  is  achterhaald,  gelet  op  de  toepassing  van  DNA-­‐onderzoek  dat  betrouwbaar  blijft.  

• Ingevolge  de  toepassing  van  art.  2277  BW  kan  evenwel  geen  uitkering  worden  bekomen  voor  een  periode  die  de  vordering  meer  dan  vijf  jaar  voorafgaat.  

• =  (verjaringstermijn    5  jaar)    

Geen  enkel  probleem  om  voor  een  kind  van  7  jaar  een  vordering  in  te  dienen    voor  de  eerste  2  levensjaren  zal  men  geen  onderhoudsgeld  kunnen  bekomen  

• Geen  leeftijdsgrens  voor  het  instellen  van  de  vordering  • Wel  een  grens  voor  het  retroactief  vorderen  van  

onderhoudsgeld  (tot  5  jaar  terug)    

o Gevolgen  van  een  geslaagde  vordering   Een  uitkering  zoals  ex  Art.  203,  §  1  BW,  (ook  Art.  203bis-­quater  BW  

zijn  toepasselijk  (Art.  339  BW)    

Last  ervan  gaat  over  op  de  nalatenschap  van  de  uitkeringsplichtige  (Art.  339bis  BW)  

• Bijzonder    last  ook  na  het  overlijden  van  de  vermoedelijke  verwekker    De  erfopvolgers  moeten  met  de  nalatenschap  van  de  vermoedelijke  verwekker  de  uitkering  kunnen  waarborgen  tot  de  opleiding  van  het  kind  voltooid  is    

Geen  uitkering  meer  verschuldigd  na  erkenning  of  adoptie  (Art.  340  BW);  vermoedelijke  verwekker  kan  terugbetaling  vorderen  van  de  erkenner  voor  na  de  erkenning  betaalde  bedragen  

• Indien  een  man  het  kind  erkent  tijdens  de    procedure  ex  Art.  336  et  seq.  BW,  dan  moet  de  vordering  als  ontoelaatbaar  worden  afgewezen,  ook  al  heeft  ze  (deels)  betrekking  op  de  periode  vóór  de  erkenning  (Cass.  28  januari  1988)    

Ontstaan  van  huwelijksbeletselen  (Art.  341  BW)  

Page 93: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   93  

De  onderhoudsplicht  ten  laste  van  de  nalatenschap  • Art.  205bis  BW  • Ongelukkige  combinatie  van  een  statisch  en  een  dynamisch  element  

o Statische  element  =  erfrecht  o Dynamische  =  onderhoudsrecht  (alimentatierecht)  

 • Twee  categorieën  begunstigden:  

o De  weduwe/weduwnaar  (LLE)  o De  ascendenten  van  de  kinderloos  overledene  (Ouders  van  een  kinderloos  

overledene)    

• Gemeenschappelijke  kenmerken  o Behoeftigheid  bij  overlijden  is  vereist  (Art.  205bis,  §  1  en  §  2  BW)  

 o Uitkering  is  een  last  van  (het  netto-­‐actief  van)  de  nalatenschap  (Art.  

205bis,  §  3  BW)   Netto-­‐actief    Eerst  moeten  de  schulden  van  de  nalatenschap  

betaald  worden   We  vorderen  hier  tegen  een  pak  geld    tegen  de  nalatenschap  als  

vermogen    

o Zekerheidsverschaffing,  waarbij  de  erfgenamen  kiezen  hoe  zij  de  uitbetaling  waarborgen  (Art.  205bis,  §  4  BW)  

Zekerheidsverschaffing?  • Borgstelling  (persoonlijke  zekerheid)  • Hypotheek,  pand  (zakelijke  zekerheid)  

In  deze  context  meestal  via  een  verzekeringsmaatschappij    Lijfrente  uitkeren  aan  de  alimentatiegerechtigde    

o Inleiding  van  de  vordering  binnen  het  jaar  na  het  overlijden  (Art.  205bis,  §  5  BW)    

• Onderhoudsvordering  van  de  langstlevende  echtgenoot  o Nut  indien  deze  niet  erft    

Gevallen  waarin  de  langstlevende  echtgenoot  niet  erft  ?    onwaardig  

Onterving  door  langer  dan  6  maanden  feitelijke  echtscheiding  bij  testament  

Tijdens  EOT-­‐procedure    

o Ook  na  scheiding  van  tafel  en  bed   Na  scheiding  van  tafel  en  bed    huwelijk  op  een  ‘waakvlam’    

men  is  nog  steeds  echtgenoot  (huwelijk  is  nog  niet  ontbonden)              

Page 94: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   94  

• Onderhoudsvordering  van  de  ascendenten  o Erflater  overleden  zonder  nakomelingen    o Slechts  ten  belope  van  de  erfrechten  die  de  ascendenten  verliezen  ten  

gevolge  van  giften  aan  de  LLE  /  LLWSP   Giften  aan  de  LLE/LLWSP  mogen  de  gehele  nalatenschap  omvatten  

indien  de  erflater  geen  afstammelingen  heeft  nagelaten  (zie  Art.  915,  tweede  lid  BW)  

 Afdeling  5:  Ouderlijk  gezag  

 • Ouderlijk  gezag  (en  recht  op  persoonlijk  contact  van  de  ouder)  is  een  gevolg  van  

de  juridisch  vastgestelde  afstamming    

• Recht  op  persoonlijk  contact  van  de  grootouders  is  niet  noodzakelijk  gevolg  van  de  afstamming  

o Voor  grootouders    Eigenlijk  gegrond  op  het  natuurrecht      vloeit  voort  uit  een  bloedband    Biologische  grootouders  hebben  dus  recht  op  persoonlijk  contact  ook  al  staat  de  afstamming  van  het  kind  niet  vast  

   Zie  verder,  bij  de  bespreking  van  de  “Beschermingsstatuten  voor  minderjarigen”                                                            

Page 95: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   95  

Titel  II:  adoptie    Hoofdstuk  1:  Algemeen    

Afdeling  1:  Definitie    Adoptie  is  een  instelling  die,  ten  gevolge  van  een  rechterlijke  beslissing,  een  band  schept  tussen  twee  individuen,  met  gevolgen  gelijkaardig  aan  de  afstammingsband  

• Steeds  een  rechterlijke  beslissing    

• Belangrijk  onderscheid:  gewone  versus  volle  adoptie    verschil  in  erfrecht!    

Afdeling  2:  Historiek    Evolutie  in  de  doelstelling  van  de  adoptie:  

• 19de  eeuw:  Erfgenaam  bezorgen  aan  kinderlozen  • 20ste  eeuw:  Ouder  bezorgen  aan  kinderen  • 21ste  eeuw:  jeugdbeschermingsmaatregel  als  ultimum  remedium  (cf.  Haags  

Adoptieverdrag)  o Basisidee:  een  kind  is  best  af  bij  zijn  oorspronkelijke  ouders    dan  pas  

komt  adoptie  in  aanmerking  (ultimum  remidium)    Adoptie  is  subsidiair  aan  de  oorspronkelijke  afstamming    Subsidiariteitsbeginsel    

Afdeling  3:  Federaal  en  regionaal  adoptierecht    Verdragsrecht    

• Geen  recht  op  adoptie  in  het  EVRM  of  het  IVRK  • Familie-­‐  en  gezinsleven  na  adoptie  wordt  gewaarborgd  door  art.  8  EVRM  • Het  belang  van  het  kind  is  de  voornaamste  overweging  (zie  specifiek  art.  21  

IVRK)    Huidige  adoptiewetgeving  

• Federaal:  o Wetten  van  13  maart  en  24  april  2003  (reeds  diverse  malen  gerepareerd)  o Wet  van  18  mei  2006    partners  van  gelijk  geslacht  mogen  adopteren  

 • Regionaal:  decreten  (bijstand  aan  personen)  

 Blijven  in  dit  opleidingsonderdeel  buiten  beschouwing:  

• Interlandelijke  adoptie  (=  ipr)  • Regionaal  adoptierecht  

   Enkel  het  interne  federale  adoptierecht  wordt  hier  behandeld  

• Art.  343  tot  art.  356-­‐4  BW  juncto  Art.  1231-­‐1  tot  1231-­‐25  Ger.W.          

Page 96: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   96  

Afdeling  4:  Twee  vormen  van  adoptie    Gewone  adoptie  

• Door  gewone  adoptie  krijgt  de  geadopteerde  het  statuut  van  kind  van  de  adoptant(en)  

• De  banden  met  de  oorspronkelijke  familie  blijven  behouden  • De  geadopteerde  treedt  niet  in  de  familie  van  de  adoptant(en)  

 Volle  adoptie  

• Door  volle  adoptie  worden  de  banden  met  de  oorspronkelijke  familie  verbroken  • De  geadopteerde  wordt  een  volwaardig  lid  van  de  familie  van  de  adoptant(en)  

Page 97: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   97  

Hoofdstuk  2:  Grondvoorwaarden  voor  adoptie    Preliminair  

• Volle  adoptie  is  enkel  mogelijk  voor  minderjarigen  (Art.  355  BW)  • De  adoptandus  moet  minder  dan  18  jaar  oud  zijn  bij  de  neerlegging  van  het  

verzoekschrift  tot  volle  adoptie    Het  vonnis  kan  dus  perfect  volgen  na  de  meerderjarigheid  

 Afdeling  1:  Instellingsvoorwaarden  

 Wettige  redenen    

• Elke  adoptie  moet  gegrond  zijn  op  wettige  redenen  (Art.  344-­‐1  BW)  o =  negatieve  vereiste:  niet  strijdig  met  openbare  orde  of  dwingend  recht  in  

overeenstemming  met  de  ratio  van  de  instelling    

o Adoptie  van  de  echtgenoot  of  partner    steunt  niet  op  wettige  redenen  o Adoptie  van  het  eigen  kind  is  verboden  (Art.  344-­‐2  BW)  

Het  eigen  kind    het  kind  waarmee  men  al  een  juridische  oorspronkelijke  afstammingsband  heeft  

Maar  adoptie  door  de  genetische  moeder  van  een  draagkind  steunt  op  wettige  redenen,  zelfs  bij  endofamiliaal  draagmoederschap  (Antwerpen  14  februari  2008)  

o Volle  adoptie  laagtechnologisch  draagmoederschap  volledig  commercieel,  steunt  niet  op  de  wettige  redenen  (Gent  30  april  2012)  

o Adoptie  voor  verblijfsmachtiging  (schijnadoptie)    Niet  op  wettige  redenen  gegrond    

• Steunt  grootouderadoptie  op  wettige  redenen?  o Grootouderadoptie  kan  op  wettige  redenen  steunen  indien  ze  een  

bestaande  toestand  bevestigt  EN   De  ouders  van  de  adoptandus  overleden  zijn  OF   De  ouders  van  de  adoptandus  zich  geruime  tijd  niet  hebben  

bekommerd  om  hun  kind    

o Het  bezwaar  tegen  grootouderadoptie  is  dat  ze  de  afstammingsrelaties  binnen  de  familie  vervalst:  de  geadopteerde  wordt  broer  of  zus  van  één  van  zijn  ouders  (Kind  in  stamboom  dan  op  gelijke  hoogte  met  zijn  eigen  ouders).  Dit  bezwaar  is  niet  determinerend,  want  het  belang  van  het  kind  staat  centraal  (zie  ook  art.  21  IVRK).    

o Bijkomend  argument  pro  endofamiliale  adoptie:  Art.  346-­‐2,  derde  lid  BW,  dat  het  maatschappelijk  onderzoek  niet  verplicht  voor  de  adoptie  van  een  verwant  tot  in  de  derde  graad.  

         

Page 98: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   98  

Het  hoger  belang  van  het  kind    

• Adoptie  kan  enkel  plaatsvinden  in  het  hoger  belang  van  het  kind  en  met  eerbied  voor  de  fundamentele  rechten  die  het  op  grond  van  het  internationaal  recht  toekomen  (Art.  344-­‐1  BW)  

o (cf.  Haags  Adoptieverdrag  en  art.  21  IVRK)   Kind  =  minderjarige   Subsidiariteitsbeginsel   Moreel  en  materieel  belang  

o  Dit  geldt  dus  enkel  voor  een  kind  (minderjarige)    

• Speelt  dus  niet  voor  adoptie  van  meerderjarigen    Bekwaamheid  en  geschiktheid  voor  de  adoptie  van  een  minderjarige    

• Bekwaamheid  en  geschiktheid  van  de  adoptant(en)  voor  adoptie  van  een  minderjarige  (Art.  346-­‐1  BW)  

o Bekwaamheid:  beoordeling  van  de  wettelijke  grondvoorwaarden  (nutteloos  begrip)    

o Geschiktheid:  vereiste  sociaal-­‐psychologische  eigenschappen  (beoordeeld  door  de  jeugdrechtbank  op  basis  van  een  maatschappelijk  onderzoek)  

Geschiktheid  (van  groter  belang)     Door  de  gemeenschappen  beoordeeld  (kind  en  gezin  Vlaanderen)   De  vraag  is  hoog  en  het  aanbod  is  laag    dus  men  legt  de  lat  heel  

hoog!    Om  kinderen  te  beschermen  tegen  onwaardige  ouders    • Kritisch:  er  zijn  heel  veel  onwaardige  ouders  op  vlak  van  

oorspronkelijke  afstamming    

• Bepaalde  gevallen    Maatschappelijk  onderzoek  is  niet  verplicht  voor  adoptie  van  een  kind…  

o verwant  tot  in  de  derde  graad  met  adoptant,  diens  echtgenoot  of  partner     Bv.  :  Oom-­‐neef  (  3e  graad)  

o met  wie  de  adoptant  het  dagelijkse  leven  deelt  of  een  sociale  en  affectieve  band  heeft    (Art.  346-­‐2,  derde  lid  BW)  

 Wettige  belangen    

• De  rechtbank  moet,  rekening  houdend  met  alle  wettige  belangen,  oordelen  of  de  adoptie  kan  worden  uitgesproken  (Art.  1231-­‐13  Ger.  W.)  

o Impliceert  belangenafweging  (echtgenoot,  oorspronkelijke  (groot)ouders,  oorspronkelijke  kinderen…)  

         

Page 99: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   99  

Afdeling  2:  Vereisten  inzake  de  burgerlijke  staat    

• Voor  eenpersoonsadoptie:  geen  vereisten  • Voor  een  gehuwd  koppel:  geen  vereisten  • Voor  een  ongehuwd  koppel,  wettelijk  of  feitelijk  samenwonend:  zie  art.  343,  §  1  

b)  BW    

• Burgerlijke  stand  is  de  administratie  die  de  burgerlijke  staat  acteert  o Samenwonenden    gedefinieerd  in  de  adoptiewetgeving    

1  dag  wettelijk  samenwonen  volstaat  om  een  kind  te  adopteren   1  dag  feitelijk  samenwonen  volstaat  niet  om  een  kind  te  adopteren  

 • Art.  343,  §  1  b)  BW,  meermaals  gewijzigd:  

b)  samenwonenden  :  twee  personen  die  een  verklaring  van  wettelijke  samenwoning  hebben  afgelegd  of  twee  personen  die  op  een  permanente  en  affectieve  wijze  samenwonen  sedert  ten  minste  drie  jaar  op  het  tijdstip  van  de  indiening  van  het  verzoek  om  adoptie,  voor  zover  zij  niet  door  een  band  van  bloedverwantschap  zijn  verbonden  die  leidt  tot  een  huwelijksverbod  waarvoor  de  Koning  geen  ontheffing  kan  verlenen;  

o Wie  kan  als  koppel  adopteren  ?    Wetgeving  op  de  huwelijksbeletselen   12  juli  2012  nr  94/2012    Arrest  Grondwettelijk  hof    

Lesbiennes  die  samengewoond  hebben  en  niet  meer  samenwonen  op  het  ogenblik  van  neerlegging  van  het  inleidend  stuk  van  adoptie    

o Gelden  de  vereisten  ex  art.  343,  §  1  b)  BW  enkel  voor  tweepersoonsadoptie  of  ook  voor  éénpersoonsadoptie?  (Bv.  voor  de  adoptie  van  het  kind  van  de  persoon  met  wie  men  feitelijk  samenwoont)  

Naar  de  geest  van  de  wet  wel    ook  van  toepassing  op  eenpersoonsadoptie  van  kind  van  samenwonende  partner    arrest  12  juli  2012  bevestigt  deze  visie  

Naar  de  letter  van  de  wet  niet      want  samenwonenden  is  meervoud    

• Adoptant(en)  moet  enkel  in  leven  zijn  op  het  ogenblik  van  het  verzoekschrift  (Zie  art.  1231-­‐20  Ger.W.)    Mogen  al  dood  zijn  op  het  ogenblik  van  de  uitspraak  van  de  adoptie  

o Geadopteerde  moet  ook  in  leven  zijn  op  het  ogenblik  van  het  adoptievonnis    

• Prenatale  en  postume  adoptie:  onmogelijk    

             

Page 100: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   100  

 Afdeling  3:  Leeftijdsvereisten  

 Adoptanten  

• 25  jaar  oud  zijn  op  het  ogenblik  van  de  indiening  van  het  verzoekschrift  tot  adoptie  

• Ten  minste  15  jaar  ouder  dan  de  geadopteerde  (Art.  345,  eerste  en  derde  lid  BW)    

• Gunstregime  voor  stiefouder-­‐  en  partneradoptie:  o 18  jaar  oud  zijn  o Ten  minste  10  jaar  ouder  dan  de  geadopteerde  

(Art.  345,  tweede  en  derde  lid  BW)    Adoptandus    

• Ten  minste  twee  maanden  oud  (voor  toestemming  door  de  ouder,  zie  Art.  348-­‐4,  eerste  lid  BW)  

• Voor  volle  adoptie:  minder  dan  18  jaar  op  het  ogenblik  van  de  neerlegging  van  het  verzoekschrift  (Art.  355  BW)  

   

Afdeling  4:  Toestemmingen  tot  adoptie    Wie  moet  toestemmen?    

• De  adoptandus  vanaf  12  jaar  (bij  uitspraak)  o Art.  348-­‐1  BW  o Tenzij:  onbekwaam  verklaard,  verlengd  minderjarig  of  zonder  

onderscheidingsvermogen    

o Geen  verhaal  tegen  toestemmingsweigering  Het  kind  heeft  een  absoluut  vetorecht  !!  De  adoptie  kan  niet  doorgaan  tegen  de  wil  van  het  kind  dat  ouder  dan  12  jaar  is      

• De  ouders  of  voogd  van  de  minderjarige  adoptandus  o Art.  348-­‐3  BW  o Beide  ouders  of  de  enige  ouder  kunnen  hun  toestemming  pas  geven  2  

maanden  na  de  geboorte  (Art.  348-­‐4  BW);  zij  worden  geïnformeerd  door  (de  sociale  dienst  van)  de  jeugdrechtbank  

Deze  informatie  betreft  de  rechten,  de  bijstand  en  de  voordelen  waarop  de  families,  de  vaders  en  de  moeders,  al  dan  niet  alleenstaand,  en  hun  kinderen  bij  wet  of  decreet  aanspraak  kunnen  maken,  alsook  op  de  middelen  waarop  een  beroep  kan  worden  gedaan  om  sociale,  financiële,  psychologische  of  andere  problemen  die  hun  situatie  meebrengt,  op  te  lossen  (Art.  348-­‐4  derde  lid  B.W.)  

Subsidiariteitsbeginsel      

Page 101: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   101  

o De  voogd  moet  toestemmen  indien     Er  geen  ouders  zijn   Beide  ouders  of  de  enige  ouder  

• Zich  in  de  onmogelijkheid  bevinden  hun  wil  te  kennen  te  geven  

• Geen  gekende  verblijfplaats  hebben,  of  afwezig  zijn  verklaard    

(Art.  348-­‐5  eerste  lid  BW)    

o Bij  adoptie  door  de  voogd:   Toestemming  van  de  toeziende  voogd  of  (bij  tegenstrijdigheid  van  

belangen)  van  een  voogd  ad  hoc,  aangewezen  door  de  rechtbank  (Art.  348-­‐5,  tweede  lid  BW)  

Verhaal  tegen  een  toestemmingsweigering  door  ouder(s)  of  voogd  is  mogelijk    

• De  echtgenoot  of  “samenwonende”  partner  van  adoptant  EN  adoptandus  (Art.  348-­‐2  BW)  

o (Bij  verschijning  voor  de  rechtbank)  o Tenzij:  

Deze  in  de  onmogelijkheid  is  zijn  wil  te  kennen  te  geven   Geen  gekende  verblijfplaats  heeft   Afwezig  verklaard  is  

 o Verhaal  tegen  toestemmingsweigering  is  mogelijk  

 Hoe  toestemmen  of  een  toestemming  weigeren?    (Art.  348-­‐8  resp.  348-­‐10  BW)    

• 1°  Persoonlijke  verklaring  voor  de  rechtbank  • 2°  Akte  voor  notaris  of  vrederechter  

 • Toestemming  moet  specifiek  zijn:    

o Voor  gewone  of  volle  adoptie    

• Niet-­‐verschijning  voor  rechtbank  =  toestemmingsweigering    Toestemming  tot  de  adoptie  zonder  kennis  van  de  identiteit  van  de  adoptant(en)  (Art.  348-­‐9  BW)    

• Door  wie?  o Ieder  lid  van  de  oorspronkelijke  familie  van  het  kind  van  wie  toestemming  

vereist  is            

Page 102: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   102  

• Hoe?  o Door  in  de  akte/verklaring  te  bepalen  dat  men  

De  identiteit  van  de  adoptant(en)  niet  wenst  te  kennen   In  de  procedure  niet  tussenbeide  wenst  te  komen  

 o  aanwijzing  van  een  vertegenwoordiger  

 Intrekking  van  een  gegeven  toestemming    (Art.  348-­‐8,  tweede  lid  BW)    

• Slechts  mogelijk  tot  de  uitspraak  van  de  adoptie  • Uiterlijk  tot  zes  maanden  na  indiening  verzoekschrift  tot  adoptie  (in  dezelfde  

vorm  als  het  geven  van  de  toestemming)    Verhaal  tegen  toestemmingsweigering  (Art.  348-­‐11  BW)    

• Adoptie  kan  toch  worden  uitgesproken,  op  verzoek  van  de  adoptant(en)  of  het  openbaar  ministerie,  indien  de  rechtbank  oordeelt  dat  de  weigering  onverantwoord  is  

o Enkel  mogelijk  als  de  anderen  weigeren,  niet  als  de  12jarige  weigert  o De  rechtbank  kan  de  toestemmingsweigering  overrulen  

 • Maar  na  een  toestemmingsweigering  door  een  ouder,  kan  de  rechtbank  de  

adoptie  pas  uitspreken  wanneer  na  een  grondig  maatschappelijk  onderzoek  gebleken  is  dat  deze  zich  niet  meer  om  het  kind  heeft  bekommerd  of  de  gezondheid,  veiligheid  of  zedelijkheid  van  het  kind  in  gevaar  heeft  gebracht  (Art.  348-­‐11,  tweede  lid  BW)  

o Niet  naar  het  kind  omgekeken  o Kind  in  gevaar  gebracht  o Nodige  operaties  niet  laten  gebeuren  o Verkrachting,  meenemen  naar  parenclub  

 GwH  12  juli  2012,  nr.  93/2012  “De  artikelen  348-­3  en  348-­11  BW  schenden  de  artikelen  10,  11,  22  en  22bis  van  de  Grondwet,  in  samenhang  gelezen  met  de  artikelen  8  en  14  EVRM,  in  zoverre  zij  de  rechter  die  ermee  belast  is  een  adoptie  uit  te  spreken  [in  de  omstandigheden  van  de  zaak],  slechts  toelaten  geen  rekening  te  houden  met  de  weigering  van  de  moeder  om  in  die  adoptie  toe  te  stemmen,  in  het  geval  waarin  zij  zich  niet  meer  om  het  kind  heeft  bekommerd  of  wanneer  de  gezondheid,  de  veiligheid  of  de  zedelijkheid  van  het  kind  in  het  gedrang  is  gebracht”    

• Een  lesbisch  echtpaar  had  tijdens  het  huwelijk  een  kind  gekregen  door  middel  van  medisch  begeleide  voortplanting.  De  kandidaat-­‐adoptante  had  het  kind  vanaf  de  geboorte  samen  met  haar  echtgenote  (die  het  kind  gebaard  had)  opgevoed.  Na  neerlegging  van  het  verzoekschrift  tot  volle  adoptie  van  het  kind  door  deze  ‘meemoeder’  kwam  het  tot  een  feitelijke  scheiding  die  gevolgd  werd  door  verzoening  en  hervatting  van  de  samenwoning,  maar  uiteindelijk  kwam  het  opnieuw  tot  een  feitelijke  scheiding  en  werd  een  echtscheidingsprocedure  ingeleid.  De  meemoeder  vorderde  meermaals  met  succes  een  recht  op  

Page 103: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   103  

persoonlijk  contact.  De  geboortemoeder  verzette  zich  tegen  de  volle  adoptie  omdat  deze  niet  zou  beantwoorden  aan  het  hogere  belang  van  het  kind  wegens  de  scheiding  van  het  koppel.  De  kandidaat-­‐adoptante  was  van  mening  dat  de  toestemming  op  onverantwoorde  wijze  werd  geweigerd,  gelet  op  het  mee-­‐ouderschapsproject  in  het  kader  waarvan  het  verzoek  tot  adoptie  werd  ingeleid.    

•  Volgens  het  Grondwettelijk  Hof  haalt  het  mogelijke  belang  van  het  kind  om  het  voordeel  van  een  dubbele  afstammingsband  te  genieten  het  in  beginsel  op  het  recht  van  de  moeder  om  te  weigeren  toe  te  stemmen  tot  de  adoptie  door  een  vrouw  met  wie  zij  gehuwd  was  en  die  met  haar  een  mee-­‐ouderschapsproject  had  aangegaan  vóór  de  geboorte  van  het  kind  en  dat  project  erna  had  voortgezet  in  het  kader  van  een  adoptieprocedure.  Gegeven  het  feit  dat  adoptieve  kinderen  van  de  echtgenoot  van  de  adoptant  zelfs  na  volle  adoptie  niet  ophouden  tot  hun  oorspronkelijke  familie  te  behoren  (Art.  356-­‐3  BW),  is  de  wettekst  die  de  toestemmingsweigering  van  de  moeder  instelt  als  een  absolute  grond  van  niet-­‐ontvankelijkheid,  behalve  indien  de  moeder  zich  niet  meer  om  het  kind  heeft  bekommerd  of  de  gezondheid,  de  veiligheid  of  de  zedelijkheid  van  het  kind  in  gevaar  heeft  gebracht  en  die  aan  de  rechter  dus  geen  enkele  mogelijkheid  laat  om  rekening  te  houden  met  het  belang  van  het  kind  om  in  voorkomend  geval  het  onverantwoorde  karakter  van  de  toestemmingsweigering  te  beoordelen,  niet  redelijk  verantwoord.    

•  Als  gevolg  van  dit  arrest  krijgt  de  rechter  de  mogelijkheid  om  de  toestemmingsweigering  van  de  moeder  in  de  geschetste  omstandigheden  als  onverantwoord  te  beschouwen  en  vervolgens  in  het  belang  van  het  kind  de  volle  adoptie  uit  te  spreken.  

                                             

Page 104: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   104  

Hoofdstuk  3:  Procedure    

• Verloopt  steeds  gerechtelijk  (niet  voor  de  ABS)    

• Procedure  binnenlandse  adoptie  ≠  procedure  interlandelijke  adoptie  o Interlandelijke  adoptie  is  moeilijker,  loggere  procedure    deze  wordt  niet  

behandeld    

• Procedure  gewone  adoptie  =  procedure  volle  adoptie    

Afdeling  1:  Voorbereiding  tot  adoptie  (van  een  minderjarige)      

• Opgenomen  in  het  Gerechtelijk  Wetboek  o Art.  1231-­‐1  t.e.m.  1231-­‐25  (binnenlandse  adoptie)  

 • Als  men  een  minderjarige  wil  adopteren    Voorbereiding  is  steeds  vereist  

 • Wordt  georganiseerd  door  de  gemeenschappen  (Kind  en  Gezin)  en  gaat  de  

eigenlijke  rechtspleging  vooraf      

• De  voorbereiding  tot  adoptie  houdt  informatie  in  over:  o De  stappen  in  de  procedure;  o De  juridische  en  andere  gevolgen  van  de  adoptie;  o De  mogelijkheid  en  het  nut  van  nazorg  na  de  adoptie  

 (Art.  346-­‐2,  eerste  lid  BW)    

• Na  afloop:  aflevering  van  een  attest,  dat  bij  het  verzoekschrift  moet  worden  gevoegd  (Kind  en  Gezin  levert  dit  af)  

 Afdeling  2:  Rechtspleging  

 Inleiding  van  de  procedure    

• Gedinginleidend  stuk    Eenzijdig  verzoekschrift  o In  te  dienen  bij:  

Jeugdrechtbank  (minderjarigen)   Rechtbank  van  eerste  aanleg  (meerderjarigen)  

o Te  ondertekenen  door  de  adoptant(en)  of  hun  advocaat  (niet:  hun  notaris)   Notaris:  niet  meer  betrokken  in  procedure  

o Art.  1231-­‐3  Ger.W.    

o Initieel  ging  het  om  een  verzoekschrift  op  tegenspraak  (Art.  1231-­‐3  Ger.  W.,  terecht  gecorrigeerd  door  Art.  244  Programmawet  27  december  2004,  BS  31  december  2004)  

Inzake  adoptie  is  er  immers  geen  sprake  van  een  tegenpartij    Dus  de  procedure  wordt  ingeleid  door  een  eenzijdig  

verzoekschrift    

Page 105: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   105  

• Bevoegde  rechtbank  o Bevoegdheid  ratione  loci  inzake  verzoeken  tot  adoptie  (cascadesysteem):  

Woonplaats  of  gewone  verblijfplaats  van   Adoptant(en);  bij  gebreke  daarvan   Adoptandus;  bij  gebreke  daarvan   Rechter  van  de  plaats  waar  de  adoptant(en)  keuze  van  woonplaats  

doe(t)(n)  (zie  Art.  628,  21°  Ger.W.)    

• Verplichte  vermeldingen  in  het  verzoekschrift  o Gewone  of  volle  adoptie  (+  motivering)  o Gekozen  naam  en  voornamen  adoptandus  

De  familienaam  zal  uit  kracht  van  de  wet  veranderen   Een  voornaamswijziging  moet  in  het  verzoekschrift.  

 • Bij  te  voegen  stukken  

o Allerhande,  onder  meer  attest  van  gevolgde  voorbereiding  o Zie  de  Art.  1231-­‐3  en  1231-­‐4  Ger.W.  

 • Kennisgeving  van  het  verzoekschrift  

o Taken  van  de  griffier   Geeft  binnen  3  dagen  na  ontvangst,  kennis  van  het  verzoekschrift  

aan  de  afstammelingen  van  de  adoptandus  (Art.  1231-­‐4,  tweede  lid  Ger.W.)  

Zendt  het  verzoekschrift  binnen  de  8  dagen  naar  de  procureur  des  Konings  

 Onderzoek  door  het  Openbaar  Ministerie  (Inlichtingen  en  adviezen)    

• Procureur  wint  onverwijld  alle  nuttige  inlichtingen  in,  nl.  het  advies  van  (Art.  1231-­‐5  Ger.W.):  

o 1°  De  ouders  of  desgevallend  de  (toeziende)  voogd  van  de  adoptandus  en  de  vrederechter  (of  hun  vertegenwoordiger)  

Grootouders  van  de  geadopteerde  (ascendenten  in  de  tweede  graad)  is  afgeschaft  door  art.  245,  1°  Programmawet  27  December  2004    

o 2°  De  kinderen  van  de  adoptant(en)  en  van  de  adoptandus  die  ten  minste  12  jaar  oud  zijn  

Advies  van  de  kinderen  was  initieel  beperkt  tot  meerderjarige  kinderen  van  de  adoptant(en)  

In  de  plaats  van  de  minderjarige  kinderen  diende  het  advies  van  de  ouder  niet-­‐adoptant  te  worden  ingewonnen.  Deze    regeling  werd  evenwel  gewijzigd  door  art.  245,  2°  Programmawet  27  december  2004    

3°  De  opvangouder    

4°  Eenieder  die  moest  toestemmen  en  zijn  toestemming  heeft  geweigerd  (of  hun  vertegenwoordiger)  

Page 106: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   106  

• De  procureur  des  Konings  beschikt  over  een  termijn  van  twee  maanden  om  het  verzoekschrift,  samen  met  zijn  advies  en  inlichtingen,  terug  te  zenden  aan  de  griffier  (Art.  1231-­‐7,  eerste  lid  Ger.W.).  

 Maatschappelijk  onderzoek  (omtrent  geschiktheid  tot  adopteren)      

• In  de  regel  verplicht  voor  adoptie  van  een  minderjarige  o Maatschappelijk  onderzoek  is  niet  verplicht  in  de  uitzonderlijke  gevallen  

opgesomd  in  Art.  346-­‐2  derde  lid  B.W.,  met  name  bij  endofamiliale  adoptie  of  adoptie  die  de  sociale  werkelijkheid  bevestigt  

• Facultatief  voor  adoptie  van  een  meerderjarige    

• Verslag  neergelegd  ter  griffie  binnen  de  2  maanden  na  het  bevel  (Art.  1231-­‐6  en  1231-­‐7,  tweede  lid  Ger.W.)    

• Oproeping  van  adoptant  en  geadopteerde  (>  12  jaar)  bij  gerechtsbrief,  binnen  de  3  dagen  nadat  zowel  het  verslag  van  het  OM  als  dat  van  het  maatschappelijk  onderzoek  zijn  neergelegd  

o Met  het  oog  op  kennisname  binnen  de  15  dagen  door  adoptant  en  geadopteerde    

• Tussen  de  15e  en  de  45e  dag  na  de  neerlegging    Vaststelling  zittingsdag  (Art.  1231-­‐8  en  1231-­‐9  Ger.W.)  

 Fasen  in  de  rechtspleging  +  Specifieke  regels    

• Fasen  o Verhoor  van  alle  betrokkenen  (Art.  1231-­‐10  Ger.W.)  

Ook  de  geadopteerde  <  12  jaar,  wanneer  hij  in  staat  is  zijn  mening  te  vormen  

• Vanaf  7jaar  (doorgaans)  worden  minderjarigen  verhoord  (maar  hij/zij  moet  niet  komen  opdagen)    

De  minderjarige  kan  ervan  afzien  te  worden  gehoord;  hij  wordt  door  het  horen  geen  partij  (Art.  1231-­‐11  Ger.W.)    

o Onderzoek  door  de  rechtbank  (Art.  1231-­‐13  Ger.W.)   Is  de  goede  keuze  (tussen  gewone  of  volle  adoptie)  gemaakt?  

  Legaliteitscontrole:  is  voldaan  aan  alle  bij  de  wet  gestelde  

voorwaarden?    

Opportuniteitscontrole:  kan  de  adoptie  worden  uitgesproken,  rekening  houdend  met  alle  wettige  belangen?  

• In  het  geding  zijn  ook  de  belangen  van  o De  echtgenoten/partners  van  geadopteerde  en  

adoptant  o De  ouders  van  de  geadopteerde  o De  kinderen  van  de  adoptant  

Page 107: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   107  

• Delicate  belangenafweging  bij  volle  stiefouderadoptie  indien  er  nog  een  band  bestaat  tussen  de  geadopteerde  en  zijn  oorspronkelijke  ouder  wiens  echtgenoot  niet  adopteert  (familiebanden  doorgeknipt)    

• Verlies  van  erfrecht  voor  de  eigen  kinderen  van  de  adoptant  is  niet  determinerend,  maar  cruciaal  is  de  vraag  of  de  adoptie  het  recht  op  levensonderhoud  van  de  bestaande  kinderen  niet  in  het  gedrang  brengt  (nu  er  in  hoofde  van  de  adoptant  een  nieuwe  onderhoudsverplichting  (ten  aanzien  van  de  geadopteerde)  ontstaat    

• Specifieke  regels  o Wachttermijn  (Art.  1231-­‐13,  tweede  lid  Ger.W.)  

Uitspraak  van  de  adoptie  kan  niet  vroeger  dan  6  maanden  na  de  neerlegging  van  het  verzoekschrift  

Tenzij  geadopteerde  sedert  meer  dan  6  maanden  is  opgevoed  door  de  adoptant(en)    

o Wijziging  van  adoptievorm  tijdens  de  procedure  (Art.  1231-­‐14  Ger.W.)   Adoptant(en)  kunnen,  na  nieuw  verhoor,  verzoeken:  

• Gewone  adoptie  in  plaats  van  volle  adoptie  of  vice  versa      Gegrond  op  ernstige  redenen,  overeenstemmend  met  het  hoger  belang  van  het  kind  en  mits  de  steun  van  al  wie  heeft  toegestemd  

 Afdeling  3:  Rechtsmiddelen  

 • Zie  de  artikelen  1231-­‐16  tot  1231-­‐18  Ger.W.  • Voorziening  in  cassatie  schorst  de  tenuitvoerlegging  

 Afdeling  4:  Administratieve  formaliteiten  

 • Zie  Art.  1231-­‐19  Ger.W.  • Griffier  zendt  beschikkend  gedeelte  door  naar  ABS,  die  het  “onmiddellijk”  

overschrijft  in  de  registers  o =  Het  beschikkend  gedeelte  van  het  definitieve  (=  in  kracht  van  gewijsde)  

vonnis    1  maand  na  de  betekening                      

Page 108: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   108  

Hoofdstuk  4:  Gevolgen  van  de  adoptie    

• Enkel  een  overgeschreven  vonnis  of  arrest  sorteert  gevolgen    • Maar  dan  wel  retroactief,  vanaf  de  neerlegging  van  het  verzoekschrift  

o Beperkte  terugwerkende  kracht  want  constitutief  (vestigend)  karakter:  Tot  de  start  van  de  procedure.  (In  tegenstelling  tot  de  oorspronkelijke  afstamming  (=bevestigend)    tot  de  verwekking/geboorte)  

   (Art.  349-­‐1  BW)    

• Cruciaal  onderscheid:  gewone  versus  volle  adoptie    

Afdeling  1:  Gevolgen  van  de  gewone  adoptie    Basisprincipes  

• Geadopteerde  blijft  in  zijn  oorspronkelijke  familie  • Geadopteerde  wordt  tevens  kind  van  de  adoptant  • Adoptieband  strekt  zich  uit  tot  de  afstammelingen  van  de  geadopteerde  (Art.  

353-­‐12  BW),  NIET  tot  de  verwanten  van  de  adoptant  o Banden  worden  niet  doorgeknipt    2  afstammingsbanden  van  

verschillende  aard    Naam  en  voornaam  (Art.  353-­1  tot  6  BW)    

• Geadopteerde  verkrijgt  naam  adoptant  o Naam  adoptant  automatisch  verkregen    Eenpersoonsadoptie    

• Bij  adoptie  door  een  koppel  van  verschillend  geslacht    Naam  man  • Bij  adoptie  door  een  koppel  van  hetzelfde  geslacht    Verklaring  voor  de  

rechtbank,  in  onderlinge  overeenstemming,  wie  van  beiden  zijn  naam  zal  doorgeven  (Art.  353-­‐1,  §  2  en  353-­‐2,  §  2  BW)    

• GwH  16  september  2010:    Art.  353-­‐2,  §  2,  eerste  lid  BW  schendt  het  grondwettelijk  gelijkheids-­‐  en  non-­‐discriminatiebeginsel  in  zoverre  het  niet  voorziet  in  de  mogelijkheid  dat  de  geadopteerde  in  het  hier  bedoelde  geval  van  stiefouderadoptie  of  partneradoptie,  zijn  naam  behoudt  door  die  te  laten  voorafgaan  of  te  laten  volgen  door  de  naam  van  de  adoptant.  In  een  grondwetsconforme  benadering  moet  het  kind  dat  gewoon  geadopteerd  wordt  door  de  gelijkslachtige  echtgenoot  of  wettelijk  dan  wel  duurzaam  feitelijk  samenwonende  partner  van  zijn  ouder  een  dubbele  naam  kunnen  krijgen:  zijn  oorspronkelijke  naam,  gevolgd  of  voorafgegaan  door  de  naam  van  zijn  adoptant.    (in  dit  geval  wou  een  lesbisch  koppel  elkaars  kinderen  adopteren).  

           

Page 109: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   109  

• Keuzemogelijkheden:    o Minderjarigen:  dubbele  naam  (oorspronkelijke  +  adoptieve  naam,  met  

volgorde  naar  keuze);  o Meerderjarigen:  idem,  maar  er  kan  ook  worden  geopteerd  voor  het  

behoud  van  de  oorspronkelijke  naam  (Art.  353-­‐3  BW)    

o  Vroeger  was  enkel  het  behoud  van  de  naam  van  de  geadopteerde,  gevolgd  door  de  naam  van  de  adoptant  mogelijk  (zie  Art.  358,  §  1,  tweede  lid  (oud)  BW),  niet  omgekeerd  

o  Keuzemogelijkheden  kan  krachtens  de  wet  enkel  voor  adopties  door  niet  gelijkslachtige  koppels  

o  Minderjarige  kan  er  niet  voor  kiezen  oorspronkelijke  naam  te  behouden    

• Bijzondere  regels:  o Bij  stiefouder-­‐  of  partneradoptie  door  een  vrouw  blijft  de  naam  van  het  

kind  onveranderd  (Art.  353-­‐4  BW)  o Bij  adoptie  door  paren  van  hetzelfde  geslacht  geldt  de  gekozen  naam  ook  

voor  later  door  hen  geadopteerde  kinderen  (Art.  353-­‐4bis  BW)    

o Familienaamsverandering  van  de  geadopteerde  geldt  ook  voor  diens  afstammelingen  (zelfs  geboren  vóór  de  adoptie),  maar  meerderjarige  kinderen  van  de  geadopteerde  kunnen  verklaren  hun  oorspronkelijke  naam  te  behouden  (zie  Art.  353-­‐6  BW)    

o Adoptant(en)  kan/kunnen  in  de  loop  van  de  procedure  vragen  dat  de  voornamen  van  de  geadopteerde  worden  gewijzigd    

o Voornaamsverandering  kan  enkel  doorgaan  mits  toestemming  van  de  geadopteerde  >  12  jaar  (Art.  349-­‐2  BW)  

Ouder  dan  12jaar    vetorecht    Moet  instemmen    Ouderlijk  gezag  (Art.  353-­8  tot  10  BW)    

• Bij  éénouderadoptie    Gezag  enkel  voor  de  adoptant  o Uitzondering:  bij  adoptie  van  een  (adoptief)  kind  van  de  echtgenoot  of  

persoon  met  wie  de  adoptant  samenwoont  Gezamenlijke  gezagsuitoefening    

o Eénpersoonsadoptie    Adoptant  heeft  ouderlijk  gezag,  maar  ook  een  oorspronkelijke  ouder  behoudt  ouderlijk  gezag    De  oorspronkelijke  ouder  van  het  zelfde  geslacht  verliest  zijn/haar  ouderlijk  gezag    

• Bij  adoptie  door  echtgenoten  of  samenwonenden  (als  koppel)  Gezamenlijke  gezagsuitoefening  

o Gezamenlijk:  enkel  mogelijk  in  gevallen  die  de  wet  bepaalt:   Stiefouderadoptie   Adoptie  door  samenwonende  partner    

• Wettelijk  (vanaf  aflegging  van  verklaring)  • Of  reeds  3  jaar  feitelijk  

Page 110: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   110  

Is  gezamenlijke  gezagsuitoefening  mogelijk  indien  de  ongehuwde  feitelijk  samenwonende  partner  een  kind  van  zijn  partner  adopteert  wanneer  hij  minder  dan  drie  jaar  op  permanente  en  affectieve  wijze  met  die  partner  samenwoont?    Wellicht  niet  (zie  Art.  343  §  1  b)  BW),  al  is  dit  resultaat  wellicht  in  strijd  met  de  wens  van  de  betrokkenen    

• Overlijdt  de  enige  adoptant  of  beide  adoptanten:    o Inrichting  van  de  voogdij,  maar  de  oorspronkelijke  ouders  kunnen  (samen  

of  afzonderlijk)  de  jeugdrechtbank  vragen  dat  het  kind  opnieuw  onder  hun  ouderlijk  gezag  wordt  geplaatst,  in  welk  geval  de  voogdij  een  einde  neemt  (Art.  353-­‐10  BW)  

 Huwelijksbeletselen  (Art.  353-­13  BW)    

• Eén  absoluut  huwelijksbeletsel  en  vier  relatieve  o Huwelijksbeletselen  gebaseerd  op  aanverwantschap  is  afgeschaft  (in  

rechte  lijn  wel  nog)  o 1  absoluut    Adoptant  -­‐  Geadopteerde  (of  zijn  kinderen)  o 4  relatieve    

Adoptant  –  gehuwde  geadopteerde  (?)   Gehuwde  adoptant  –geadopteerde   Niet  met  adoptieve  broer  of  zus   Adoptieve  ooms  en  tantes  

 • Geen  huwelijksbeletsel  tussen  de  geadopteerde  en  de  ouders  van  de  adoptant  

 • Huwelijksbeletselen  in  de  oorspronkelijke  familie  van  de  geadopteerde  blijven  

integraal  bestaan    Alimentatie  (Art.  353-­14  BW)    

• Onderhoudsplicht  in  hoofde  van  de  adoptant(en)  ten  aanzien  van  de  geadopteerde  en  diens  afstammelingen  volgens  Art.  203  BW    

• Geadopteerde  moet  zijn  adoptant  aanspreken  vóór  zijn  oorspronkelijke  ouders      

• (In  Art.  353-­‐14  BW,  zoals  ingevoegd  door  de  Wet  van  24  april  2003,  zijn  in  het  eerste  lid  de  woorden  “indien  de  geadopteerde  minderjarig  is”  geschrapt  door  art.  242  Programmawet  van  27  december  2004)    

• Ook  alimentatieplicht  van  geadopteerde  en  diens  afstammelingen  ten  aanzien  van  adoptant(en)  indien  hij  (zij)  behoeftig  is  (zijn)  

o Indien  de  geadopteerde  zonder  afstammelingen  sterft,  is  deze  plicht  een  last  van  zijn  nalatenschap  (Art.  205bis,  §§  3-­‐5  BW  van  toepassing)  

o Alimentatieplicht  dus  ook  omgekeerd  op  grond  van  Art.  205  B.W        

Page 111: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   111  

Erfrecht  (Art.  353-­15  t.e.m.  353-­17  BW)    

• Actief  (in  geval  van  een  geadopteerde  erfgenaam):    o Geadopteerde  erft  zelf:  

In  zijn  oorspronkelijke  familie  én  van  de  adoptant(en)     NIET  van  zijn/hun  bloedverwanten   (Art.  353-­‐15  BW)  

 • Passief  (in  geval  van  een  geadopteerde  erflater):    

o De  nalatenschap  van  de  kinderloos  overleden  geadopteerde  wordt  als  volgt  verdeeld:  

Goederen  gekregen  van  ascendenten  of  adoptant(en)  keren  terug  (=  bijzonder  anomaal  erfrecht)  

Overige  goederen:  ½  voor  oorspronkelijke,  ½  voor  adoptieve  familie  

(Art.  353-­‐16  BW)    

Afdeling  2:  Gevolgen  van  de  volle  adoptie    Algemeen    

• Geadopteerde  en  zijn  afstammelingen  hebben  dezelfde  rechten  en  plichten  als  een  kind  van  de  adoptant(en)    

• Ten  volle  geadopteerde  houdt  in  de  regel  op  tot  zijn  oorspronkelijke  familie  te  behoren  (Volledig  in  nieuw  familie,  de  banden  met  de  oorspronkelijke  familie  worden  doorgeknipt),  maar  op  dit  principe  bestaan  volgende  uitzonderingen:  

o Huwelijksbeletselen  in  de  oorspronkelijke  familie  blijven  bestaan  o Recht  op  persoonlijk  contact  voor  oorspronkelijke  ouders  en  grootouders  

Oorspronkelijk  grootouders  op  grond  van  natuurband    contact     A  fortiori  oorspronkelijke  ouders  ook  

o Volle  stiefouderadoptie  en  volle  partneradoptie    Ouderlijk  gezag      

• Na  volle  stiefouderadoptie  en  volle  partneradoptie  (door  een  persoon  met  wie  de  adoptant  “samenwoont”)  blijven  de  banden  met  de  oorspronkelijke  ouder  bestaan,  zodat  gezamenlijke  uitoefening  van  het  ouderlijk  gezag  de  regel  is  (Art.  356-­‐1,  derde  lid  BW)    

• Uitzonderingen:  o Volle  stiefouderadoptie:  stiefouder  (=nieuwe  echtgenoot  van  de  ouder)  

adopteert  kind  van  echtgenoot  o Volle  partneradoptie:  

Door  wettelijke  samenwonende  partner  die  samenwoont  met  oorspronkelijke  ouder  of  feitelijke  samenwonende  sinds  3jaar  =samenwonen  in  de  zin  van  de  adoptiewet  

   

Page 112: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   112  

Naam    

•  Zelfde  regeling  als  bij  de  gewone  adoptie.    

• Geadopteerde  verkrijgt  naam  van  adoptant  of  adopterende  man  bij  gelijktijdige  volle  adoptie  door  personen  van  hetzelfde  geslacht,  of  wanneer  één  persoon  het  kind  van  zijn  echtgenoot  of  “samenwonende”  partner  van  hetzelfde  geslacht  adopteert,  verklaren  zij,  in  onderlinge  overeenstemming,  voor  de  rechtbank,  wie  van  beiden  zijn  naam  aan  de  geadopteerde  zal  geven    

• De  gekozen  naam  geldt  ook  voor  de  later  door  hen  geadopteerde  kinderen  (Art.  356-­‐2,  §  2  BW)    

• GwH  12  juli  2012,  nr.  94/2012  “De  Art.  343,  §  1,  b),  356-­‐1  en  356-­‐2  BW  schenden  de  art.  10,  11  en  22bis  Gw.,  in  samenhang  gelezen  met  art.  21  IVRK,  in  zoverre  zij  niet  erin  voorzien  dat  een  minderjarig  kind,  [in  de  omstandigheden  van  deze  zaak],  ten  volle  kan  worden  geadopteerd  door  de  voormalige  partner  van  de  wettelijke  ouder  van  dat  kind,  met  behoud  van  de  juridische  banden  tussen  het  kind  en  zijn  oorspronkelijke  familie  overeenkomstig  art.  356-­‐1,  derde  lid  BW  en  met  toepassing  van  de  in  art.  356-­‐2,  §  2,  tweede  en  derde  lid  BW  vervatte  bepalingen  betreffende  de  naam  van  het  kind”  

o Een  lesbisch  koppel,  dat  meer  dan  drie  jaar  feitelijk  had  samengewoond,  had  tijdens  deze  feitelijke  samenwoning  twee  kinderen  gekregen.  Het  vaderschap  stond  juridisch  niet  vast  en  de  biologische  vader  was  niet  bekend.  De  partner  van  de  geboortemoeder  had  deze  kinderen  reeds  sinds  hun  geboorte  mee  opgevoed  en  er  bestond  naast  een  affectieve  band  ook  een  feitelijke  ouder-­‐kindrelatie  tussen  deze  partner  en  de  beide  kinderen.  Na  de  beëindiging  van  de  relatie  wenste  de  vrouwelijke  ex-­‐partner  van  de  moeder  de  kinderen  ten  volle  te  adopteren,  met  behoud  van  de  juridische  band  tussen  de  kinderen  en  hun  moeder  (“volle  ex-­‐partneradoptie”).  De  moeder  en  beide  kinderen  verklaarden  uitdrukkelijk  akkoord  te  gaan  met  de  voorgenomen  adoptie  

o Artikel  343,  §  1,  b)  BW  verhindert  inderdaad  de  voormalige  partner  van  de  wettelijke  ouder  om  aan  de  duurzame  feitelijke  ouder-­‐kindrelatie  die  in  voorkomend  geval  bestaat  tussen  die  persoon  en  het  kind,  gevolgen  te  verbinden  die  de  verbintenissen  die  die  persoon  bereid  is  aan  te  gaan  ten  aanzien  van  het  kind  juridisch  verankeren,  en  dit  zolang  de  wetgever  niet  voorziet  in  andere  procedures.  Deze  bepaling  heeft  volgens  het  Grondwettelijk  Hof  gevolgen  die  onevenredig  zijn  ten  aanzien  van  het  door  de  wetgever  nagestreefde  doel,  dat  erin  bestaat  het  kind  waarborgen  te  bieden  dat  het  wordt  opgevangen  in  een  stabiel  milieu.  In  de  gevallen  waarin  de  feitelijke  ouder-­‐kindrelatie  tussen  een  kind  en  de  voormalige  partner  van  zijn  wettelijke  ouder  duurzaam  vaststaat,  zou  de  adoptie  van  dat  kind  door  de  voormalige  partner,  in  zoverre  de  juridische  banden  tussen  het  kind  en  zijn  oorspronkelijke  familie  behouden  blijven,  noch  met  zich  meebrengen  dat  het  kind  uit  zijn  omgeving  wordt  weggehaald,  noch  dat  het  zou  worden  opgevoed  in  een  milieu  dat  per  definitie  dient  te  worden  beschouwd  als  instabiel.  Zulk  een  adoptie  zou  volgens  het  Hof  

Page 113: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   113  

integendeel  doorgaans  kunnen  bijdragen  tot  de  stabiliteit  van  het  milieu  waarin  het  kind  opgroeit  en  de  bestaande  feitelijke  verhoudingen  binnen  dat  milieu  juridisch  kunnen  bekrachtigen  

o  Als  gevolg  van  deze  uitspraak  moet  het  mogelijk  worden  dat  de  volle  adoptie  wordt  uitgesproken  op  verzoek  van  een  ex-­‐partner  van  de  oorspronkelijke  ouder,  zonder  dat  de  juridische  banden  tussen  deze  laatste  en  het  kind  worden  verbroken,  waarna  gezamenlijke  uitoefening  van  het  ouderlijk  gezag  door  de  adoptant  en  de  oorspronkelijke  ouder  de  regel  is.  Het  feit  dat  adoptant  en  oorspronkelijke  ouder  niet  (langer)  wettelijk  of  duurzaam  feitelijk  samenwonen,  kan  niet  meer  verhinderen  dat  deze  adoptie  wordt  uitgesproken  en  dat  het  kind  de  naam  van  de  oorspronkelijke  ouder  of  de  adoptant  draagt;  beiden  moeten  in  onderlinge  overeenstemming  voor  de  rechtbank  (kunnen)  verklaren  wiens  naam  het  kind  na  de  adoptie  zal  dragen.  

o  Enkel  samenwonenden  konden  van  de  gunstige  gevolgen  genieten  (Art.  10,  11,  22bis  GW  in  samenhang  met  Art.  21  kinderrechtenverdrag    geschonden)  

 Onderhoudsverplichtingen    

• Onderhoudsplicht  en  onderhoudsrecht  in  de  adoptieve  familie  zoals  een  bloedverwant    

• Geen  onderhoudsaanspraken,  noch  onderhoudsplichten  meer  in  de  oorspronkelijke  familie  

 Erfrecht    

• Erfrecht  van  de  geadopteerde  in  de  adoptieve  familie  zoals  een  afstammeling    o Dus  ook  in  de  nalatenschap  van  de  familieleden  van  de  adoptant(en)  +    o Erfrecht  van  de  adoptieve  familieleden  in  de  nalatenschap  van  de  

geadopteerde    

• Verlies  van  erfrecht  in  de  oorspronkelijke  familie  (maar  oorspronkelijke  familieleden  erven  ook  niet  meer  van  de  ten  volle  geadopteerde)  

                           

Page 114: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   114  

Hoofdstuk  5:  beëindiging  va  de  adoptie    

Afdeling  1:  Herziening  van  de  adoptie  Toepassingsgebied    

• Art.  351  BW  • Mogelijk  voor  gewone  én  volle  adoptie  

 • Op  vordering  van  het  openbaar  ministerie  of  een  lid  van  de  oorspronkelijke  

familie  (t.e.m.  3de  graad)  o Vordering  door:  o.m.,  oorspronkelijke  ouders,  ooms,  tantes,  broers,  zussen  

 • Uitsluitend  indien  ontvoering  van,  verkoop  van  of  handel  in  kinderen  bewezen  

wordt    Gevolgen    

• Herziene  adoptie  heeft  geen  gevolgen  meer  vanaf  de  overschrijving  van  het  beschikkend  gedeelte  van  het  vonnis  in  de  registers  van  de  BS      

• Welk  statuut  heeft  het  kind  dan?  o Oplossing  (volgens  Verschelden  zelfde  als  na  herroeping):  kind  komt  

onder  voogdij  te  staan,  tenzij  oorspronkelijke  ouders  kind  terug  onder  ouderlijk  gezag  willen  

 Afdeling  2:  Herroeping  van  de  gewone  adoptie  

 Toepassingsgebied    

• Art.  354-­‐1  tot  3  BW    

• Enkel  mogelijk  bij  gewone  adoptie    ten  aanzien  van  één  of  twee  adoptanten  o Om  “zeer  gewichtige  redenen”:  onwaardig  gedrag  of  zeer  slechte  

verstandhouding  (Wettelijke  criterium  is  heel  erg  strikt    Grondige  onenigheden  volstaan  niet)  

o Op  verzoek  van  de  adoptant(en),  de  geadopteerde  of  de  procureur  des  Konings    

• Enkel  bij  de  gewone  adoptie    Volle  adoptie  is  onherroepelijk    Gevolgen    

• Alle  gevolgen  van  de  herroepen  adoptie  verdwijnen  vanaf  de  overschrijving  van  de  beslissing,  behalve  de  huwelijksbeletselen    

• Inrichting  van  de  voogdij,  tenzij  het  kind  opnieuw  onder  het  ouderlijk  gezag  van  (één  van)  de  oorspronkelijke  ouders  wordt  geplaatst  

 

Page 115: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   115  

Afdeling  3:  Nieuwe  adoptie    

• Art.  347-­‐1  BW  (Extrafamiliale  nieuwe  adoptie)  o ‘Kind’  in  de  zin  van  de  adoptiewetgeving=  minderjarige  o =  Adoptie  van  een  reeds  (gewoon  of  ten  volle)  geadopteerd  kind;  mogelijk  

indien:   De  adoptant(en)  overleden  is/zijn   De  vorige  adoptie  herroepen  of  herzien  is   Er  zeer  gewichtige  redenen  bestaan  die  vereisen  dat  op  verzoek  

van  het  openbaar  ministerie  een  nieuwe  adoptie  wordt  uitgesproken    

o Mogelijkheid  tot  nieuwe  adoptie  lost  het  probleem  van  de  onherroepelijkheid  van  de  volle  adoptie  op    Na  een  mislukte  volle  adoptie  (waar  geen  kinderhandel  mee  gemoeid  was)  kan,  na  initiatief  van  de  procureur  des  Konings,  een  nieuwe  adoptie  tot  stand  komen    

• Art.  347-­‐2  BW  (Endofamiliale  nieuwe  adoptie)  o ‘Persoon’    dus  kan  ook  meerderjarige  zijn    o Een  persoon  die  reeds  eerder  door  twee  adoptanten  is  geadopteerd,  kan  

nogmaals  (gewoon  of  ten  volle)  worden  geadopteerd  door  de  nieuwe  echtgenoot  of  partner  

o In  dezelfde  omstandigheden  als  genoemd  in  art.  347-­‐1  BW    Afdeling  4:  Vaststelling  van  de  afstammingsband  ten  aanzien  van  de  adoptant(en)    

• Ten  aanzien  van  de  adoptant(en):  Art.  350  BW      o Vaststelling  van  de  afstamming  van  de  adoptant(en)  ten  aanzien  van  de  

geadopteerde  maakt  ex  nunc  een  einde  aan  de  adoptie  (Art.  350,  eerste  lid  BW)  

Bv.  :  Vaststelling  afstamming  via  gerechtelijke  procedure,  (meestal)  via  erkenning  (of  via  onderzoek  naar  ouderschap).  Ex  nunc:  voor  toekomst  einde  aan  adoptie.  Volwaardige  afstammingsband  verdringt  de  onvolwaardige  afstammingsband  van  de  adoptie    

• Ten  aanzien  van  een  derde:  De  adoptie  blijft  bestaan  (Art.  350,  tweede  lid  BW)    o Gewone  adoptie:  afstamming  heeft  slechts  gevolgen  voor  zover  zij  niet  

strijdig  zijn  met  de  adoptie  o Volle  adoptie:  afstamming  genereert  enkel  huwelijksbeletselen  

Na  volle  adoptie:  erkenning  heeft  geen  enkele  zin,  heeft  naast  het  creëren  van  huwelijksbeletselen  geen  enkel  ander  gevolg  

               

Page 116: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   116  

• Toepassing:  Een  man  erkent  een  (gewoon)  geadopteerd  kind  o Verkrijgt  de  erkenner  ouderlijk  gezag?    Nee,  want  dit  is  strijdig  met  de  

adoptie,  op  grond  waarvan  de  adoptant  ouderlijk  gezag  heeft  verkregen  o Verkrijgt  het  erkende  kind  (additioneel)  erfrecht  in  de  nalatenschap  van  

de  erkenner?    Ja,  zelfs  in  de  nalatenschap  van  diens  bloedverwanten  o Verkrijgt  het  kind  recht  op  levensonderhoud  van  de  erkenner?  Ja,  zelfs  

diens  bloedverwanten  in  opgaande  lijn  worden  onderhoudsplichtig.  (Er  is  wel  een  volgorde  in  aanspreken:  Eerst  de  adoptant)  

o Kan  het  kind  de  naam  van  de  erkenner  krijgen?    Nee,  want  deze  naamswijziging  is  strijdig  met  de  adoptie  (afbreuk  aan  naamwetgeving)      

• Overgangsbepaling:  Art.  18  wet  24  april  2003:  o De  adoptie  van  het  eigen  buitenhuwelijks  kind  geadopteerd  vóór  6  juni  

1987  wordt  als  niet  verkregen  beschouwd  o  Deze  regel  schept  mogelijkheden  voor  de  man  die  dergelijk  

geadopteerd  kind  nadien  erkent    Zijn  erkenning  zal  alle  gevolgen  sorteren  en  wordt  niet  geremd  door  Art.  350  BW    

o (6  juni  1987=  datum  van  de  afstammingswet)    

Afdeling  5:  Omzetting  van  de  gewone  adoptie  in  volle  adoptie    

• Art.  347-­‐3  BW  o Ook  mogelijk  na  de  overschrijving  van  de  beslissing  in  de  registers  o Op  verzoek  van  de  adoptant(en),  mits  de  nodige  toestemmingen  en  mits  

naleving  van  alle  andere  voorwaarden  voor  volle  adoptie    

Page 117: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   117  

Titel  III:  Beschermingsstatuten  voor  minderjarigen    Inleiding:  Minderjarigen  en  beschermde  meerderjarigen    

• Bescherming  van  handelingsonbekwamen  o Positief  aspect:  vertegenwoordiging  of  bijstand  

Minderjarigen    optreden  in  het  rechtsverkeer  door:  • Vertegenwoordiging  (door  ouders  of  voogd)=  in  naam  en  

voor  rekening  van  • Bijstand:  ze  treden  allebei  op:  bijstand  verlenen  en  

beschermen  Bv.  door  curator    

o Negatief  aspect:  nietigheid  indien  de  onbekwame  zelf  optreedt    

o =  Personenrecht    Inleiding:  Minderjarigheid  –  Meerderjarigheid    

• Minderjarig  is  degene  die  de  leeftijd  van  18  jaar  nog  niet  heeft  bereikt  (Art.  388  BW)    

• Meerderjarig  wordt  men  de  dag  van  zijn  achttiende  verjaardag,  op  het  uur  waarop  men  geboren  is  (vermeld  in  geboorteakte,  zie  Art.  57,  1°  BW)  

   Hoofdstuk  1:  Het  internationaal  verdrag  inzake  de  rechten  van  het  kind    

• VN-­‐Verdrag  van  20  november  1989,  in  werking  voor  België  sinds  15  januari  1992  o =  Kinderrechtenverdrag  o Op  mondiaal  niveau,  bijna  alle  landen  zijn  partij  

 • Kind  =  Ieder  mens  jonger  dan  18  jaar,  tenzij  de  meerderjarigheid  eerder  zou  

worden  bereikt  (Art.  2  IVRK)  o In  sommige  landen  vroeger  meerderjarig,  Bv.  op  16  jaar  

 • Het  IVRK  bevat  een  waaier  aan  rechten,  toegekend  aan    minderjarigen  

o Meerdere  vragen  rijzen:  Welke  bepalingen  hebben  directe  werking?  Hoe  verhouden  de  kinderrechten  zich  tot  het  ouderlijk  gezag?  Hoe  kunnen  kinderrechten  door  de  betrokkenen  zelf  gerealiseerd  worden?    

o Kunnen  kinderen  er  praktisch  iets  meedoen?  Problemen:   Bijna  geen  directe  werking:  enkel  diegene  die  in  België  reeds  

aanvaard  werden,  reeds  in  Belgisch  recht  opgenomen  waren    dus  directe  werking  is  niet  nuttig  +  vaak  geen  directe  werking,  want  te  vaag    

Page 118: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   118  

Verhouding  met  ouderlijk  gezag:  is  soort  van  hiërarchische  verhouding  ten  opzichte  van    kinderen    

Geen  initiatiefrecht  Is  eigenlijk  dode  letter,  er  wordt  enkel  naar  verwezen    

• Belangrijke  bepalingen  zijn:  o Art.  3  IVRK:  “Bij  alle  maatregelen  betreffende  kinderen  (…)  vormen  de  

belangen  van  het  kind  de  eerste  overweging”   In  21  IVRK  en  in  22bis  GW  hernomen.  Directe  werking  Art.  21  IVRK  

aanvaard.  Bij  betwisting  erkenning  speelt  belang  van  kind  niet,  dus  artikel  3  kan  niet  ingeroepen  worden  (aldus  Hof  van  Cassatie)    

o Art.  7  IVRK:  Het  kind  heeft  “voor  zover  mogelijk,  het  recht  zijn  ouders  te  kennen  en  door  hen  te  worden  opgevoed”  

Geen  directe  werking    

o Art.  12  IVRK:  “De  Staten  (…)  verzekeren  het  kind  dat  in  staat  is  zijn  eigen  mening  te  vormen,  het  recht  die  mening  vrijelijk  te  uiten  in  alle  aangelegenheden  die  het  kind  betreffen,  waarbij  aan  de  mening  van  het  kind  passend  belang  wordt  gehecht  in  overeenstemming  met  zijn  leeftijd  en  rijpheid”  

Directe  werking,  maar  reeds  in  Belgische  wetgeving  (verschillend  artikel  voor  verschillende  rechtbanken)    

o  Art.  12  IVRK  is  geconcretiseerd  in:   Art.  56bis  jeugdbeschermingswet:  De  hoorplicht  (beter:  

oproepingsplicht)  voor  de  jeugdrechtbank  i.v.m.  minderjarigen  vanaf  12  jaar  

• Jeugdrechtbank  +  jeugdkamer  Hof  van  Beroep  • Hoorplicht=  eigenlijk  oproepingsplicht,  want  men  kan  

weigeren  gehoord  te  worden  • Hoormogelijkheid:  voor  alle  andere  rechters    

  Art.  931,  3e–  7e  lid  Ger.  W.  :  De  gemeenrechtelijke  hoormogelijkheid  

i.v.m.  minderjarigen  die  over  het  vereiste  onderscheidingsvermogen  beschikken  

• Onderscheidingsvermogen:  vanaf  7jaar  aangenomen.  Het  is  een  hoormogelijkheid,  maar  wanneer  minderjarige  verzoekt  gehoord  te  worden  moet  de  rechter  motiveren  waarom  hij  het  kind  niet  wil  horen  als  hij  weigert    

Art.  22bis  Gw.              

Page 119: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   119  

Hoofdstuk  2:  Handelingsonbekwaamheid  van  de  minderjarige    

Afdeling  1:  Principiële  handelingsonbekwaamheid    Materiële  rechtshandelingen    

• Een  minderjarige  kan  niet  contracteren  (Art.  1124  BW),  noch  schenken  (Art.  903-­‐904  BW)  

• Patrimoniale  handelingen  door  minderjarigen  zonder  oordeel  des  onderscheids  kunnen  steeds  nietig  verklaard  worden,  wegens  gebrek  aan  toestemming    

•  Materiële  rechtshandelingen:  in  principe  niet  mogelijk  •  Altijd  nietig,  ook  indien  geen  benadeling  kan  aangetoond  worden  (wanneer  

geen  onderscheidingsvermogen)    

• Betrekkelijke  nietigheid  o Vordering  in  te  stellen  door  de  wettelijke  vertegenwoordiger  of  de  

meerderjarig  geworden  minderjarige    o Verjaart  na  10  jaar  o Vatbaar  voor  bevestiging  door  de  meerderjarig  geworden  minderjarige    

 • Onderscheid  tussen  daad  van  beschikking  en  daad  van  beheer  

o Daad  van  beschikking  moet  worden  nietig  verklaard   Nietigheid  rechtens  zonder  dat  benadeling  bewezen  moet  worden  

 o Daad  van  beheer  kan  vernietigd  worden  mits  benadeling  (intrinsiek  en  

extrinsiek)   Mits  bewijs  van  benadeling    

• Intrinsiek  =  altijd  benadeling  • Extrinsiek  =  kijken  naar  de  hoedanigheden  van  de  persoon  

 Proceshandelingen    

• Minderjarige  stelt  alleen  een  rechtsvordering  in  o Verweerder  kan  de  nietigheid  niet  opwerpen,  maar  beschikt  over  een  

dilatoire  exceptie;  de  vordering  moet  geregulariseerd  worden  via  tussenkomst  van  de  wettelijke  vertegenwoordiger    

• Dagvaarding  tegen  minderjarige  alleen  =  nietig  o Dagvaarding  moet  tegen  de  ouders  q.q.  gebeuren,  niet  tegen  de  

minderjarige  zelf                  

Page 120: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   120  

Afdeling  2:  Uitzonderlijke  handelingsbekwaamheid    In  bepaalde  gevallen  kan  de  minderjarige  zelf  optreden:    

• Alleen    Handelingen  die  de  minderjarige  alleen  kan  verrichten  o Een  kind  erkennen  (Art.  328  BW)  o Uitoefenen  van  ouderlijk  gezag  over  eigen  kinderen  o Beschikken  over  de  helft  van  zijn  goederen  bij  testament,  vanaf  16  jaar  

(Art.  904  BW)  o Zich  verzetten  tegen  orgaanwegneming  (van  zodra  men  in  staat  is  zijn  wil  

te  doen  kennen)  o Zijn  recht  op  maatschappelijke  dienstverlening  uitoefenen  tegen  het  

OCMW  o Een  spaarrekening  openen  

 o Dagdagelijkse  handelingen(op  grond  van  de  leer  van  het  stilzwijgend  

mandaat)    

• Alleen,  behoudens  verzet    Handelingen  die  de  minderjarige  alleen  mag  verrichten,  behoudens  verzet  

o Loon  ontvangen  (behoudens  verzet  van  ouders  of  voogd)  o Vanaf  16  jaar:  geld  afhalen  van  spaarrekening,  maximum  125  euro  per  

maand  (behoudens  verzet  van  wettelijke  vertegenwoordiger(s))    

• Mits  toestemming    Handelingen  die  de  minderjarige  enkel  mag  verrichten  met  bijkomende  toestemming  of  machtiging  

o Huwen    o Toestemmen  tot  zijn  adoptie  (vanaf  12  j.)  o Toestemmen  tot  zijn  erkenning  (vanaf  12  j.)  

 • Mits  bijstand    Handelingen  die  de  minderjarige  enkel  mag  verrichten  met  

bijstand  o Sluiten  van  een  huwelijkscontract  (Art.  1397  BW)  

(Bijstand  ouders  of  machtiging  jeugdrechtbank)  o Verklaring  van  verblijfplaatsverandering  

(Bijstand  door  minstens  één  van  de  personen  die  het  gezag  over  hem  uitoefenen)  

                       

Page 121: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   121  

Hoofdstuk  3:  Ouderlijk  gezag,  verblijf  en  recht  op  persoonlijk  contact    

Afdeling  1:  Ouderlijk  gezag    Definitie  

• Ouderlijk  gezag  =  een  geheel  van  rechten  die  ouders  kunnen  laten  gelden  ten  aanzien  van  kinderen,  teneinde  hun  ouderlijke  verplichtingen  te  kunnen  vervullen  (zie  Art.  203,  1384,  tweede  lid  en  371  BW)  

 Doel  

• Socialisering/volwassenwording  van  kinderen    

• Het  recht  zorgt  ervoor  dat  mensen  een  ouder  kunne  worden  (afstamming,  adoptie)    deze  hebben  ouderlijk  gezag  (beschermingsstaat  minderjarigen)    kinderen  opvoeden  

 Einde  

• Bij  de  meerderjarigheid  (Gedurende  18  jaar,  stopt  op  de  18e  verjaardag)  • Bij  de  ontvoogding  (Art.  372  BW)  • Bij  de  ontzetting  (Art.  32-­‐35  jeugdbeschermingswet)  

o Ontzetting  uit  ouderlijk  gezag    gezag  stopt    jeugdbeschermingsmaatregel    er  wordt  een  voogd  aangewezen,  zal  de  ouderlijke  rechten  overnemen  

• Bij  de  adoptie  • Bij  het  overlijden  van  beide  ouders  

o Voogdij  opengevallen    voogd  zal  het  kind  opvoeden  =  voogdij-­‐gezag    Bestaat  enkel  voor  ouders  (met  juridisch  vastgestelde  afstammingsband)  

• Want:  is  gevolg  van  afstamming  of  adoptie  • Maximum  één  man  en  één  vrouw  kunnen  ouderlijk  gezag  over  hetzelfde  kind  

uitoefenen  op  grond  van  afstamming  o Twee  personen  van  hetzelfde  geslacht  enkel  op  grond  van  adoptie  

 • Grootouders  kunnen  de  materiële  bewaring  bekomen,  nooit  het  bewaringsrecht  

of  gezag  o Wel  materiële  bewaring    ze  mogen  het  kind  bij  zich  hebben  (feitelijk,  

zonder  juridische  zeggenschap)  o Probleem:  grootouders  hebben  het  kind  bij  zich  maar  hebben  er  juridisch  

niets  over  te  zeggen    kunnen  geen  fundamentele  beslissingen  nemen,  de  kinderen  niet  vertegenwoordigen  

 Evolutie  

• Van  vaderlijke  macht,  over  ouderlijke  macht,  naar  ouderlijk  dienstbetoon  o 1987  =  ouderlijk  gezag  

 • Belangrijker  geworden  sinds  de  hervorming  van  de  voogdijwetgeving  in  2001    

o Sinds  2001  moeten  beide  ouders  overleden  zijn  vooraleer  de  voogdij  openvalt    overgebleven  ouder  zal  het  ouderlijk  gezag  blijven  uitoefenen    

Page 122: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   122  

• Steeds  meer  toezicht  door  de  rechter:  “bevoogding”  van  de  ouders,  vnl.  inzake  goederenbeheer  

o Goederenbeheer    sinds  2001  moeten  de  ouders  voor  belangrijke  rechtshandelingen  voorafgaande  machtiging  van  de  vrederechter  bekomen  =  soort  bevoogding  van  de  ouders  (ouders  staan  wat  onder  de  voogdij  van  de  vrederechter  als  het  op  belangrijke  rechtshandelingen  aankomt)    

• Grootste  wijzigingen  o In  1987    macht  naar  gezag  o In  1995  :  gezag  co-­‐ouderschap  ingevoerd  o In  2006    verblijfs  co-­‐ouderschap  ingevoerd    

 Wettelijk  kader    

• Titel  IX  van  Boek  I  BW  (Art.  371-­‐387ter  BW)  gewijzigd  door  de  wetten  van  13  april  1995  en  18  juli  2006    

• 2  afdelingen:  o (Het  gezag  over)  de  persoon  van  het  kind    

Recht  van  bewaring    • Materiële  bewaring:  o.m.  huisvesting  (verblijf)  • Juridische  bewaring:  fundamentele  keuzes  (Keuze  van  de  

school,  vrijetijdsbesteding)   Rechten  omtrent  de  staat  van  de  persoon  

• Oorspronkelijke  ouders  moeten  toestemmen  met  adoptie  • Oorspronkelijke  moeder  moet  toestemmen  met  erkenning  

van  een  vader    

o (Het  beheer  van)  de  goederen  van  het  kind   Rechten  omtrent  het  vermogen  

• Wettelijk  beheer  • Wettelijk  genot  

                 

           

   

Page 123: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   123  

Afdeling  2:  Gezag  over  de  persoon  van  de  minderjarige    Uitoefening:  Gezagsregimes    Gezamenlijke  gezagsuitoefening  door  beide  ouders  (=  de  regel)  

• (synoniem:  gezagsco-­‐ouderschap)  • =  de  regel,  ongeacht  de  ouders  gehuwd  zijn  of  niet,  samenleven  of  niet  

 • Ze  moeten  samen  blijven  beslissen  over  de  kinderen    ook  na  echtscheiding  (Art  

302)    blijvend  contact  met  de  ouders    

• Vermoeden  van  instemming  ten  aanzien  van  derden  te  goeder  trouw    • Bij  gebreke  van  instemming:  verhaal  bij  de  jeugdrechtbank  (a  priori  en  a  

posteriori)  o Bv.  Schoolkeuze    beslissing  moet  nog  genomen  worden  (door  een  

ouder)    andere  ouder  kan  a  priori  de  jeugdrechtbank  vatten  o Het  kind  is  reeds  ingeschreven    andere  ouder  is  niet  tevreden    a  

posteriori  o Jeugdrechtbank  is  bevoegde  rechter  bij  ouderlijk  gezag  

 Uitsluitende  gezagsuitoefening  door  één  ouder  (=  de  uitzondering)  

• (synoniem:  exclusieve  gezaguitoefening)    • =  de  uitzondering  (als  er  twee  ouders  zijn)  

“bij  gebreke  van  overeenstemming  over  de  organisatie  van  de  huisvesting  van  het  kind,  over  de  belangrijke  beslissingen  betreffende  zijn  gezondheid,  zijn  opvoeding,  zijn  opleiding  en  zijn  ontspanning  en  over  de  godsdienstige  of  levensbeschouwelijke  keuzes  of  wanneer  deze  overeenstemming  strijdig  lijkt  met  het  belang  van  het  kind”  (Art.  374,  §  1,  tweede  lid  BW)    

• ENKEL  in  een  regime  van  exclusieve  uitoefening  van  het  ouderlijk  gezag  (door  één  ouder)  is  er  een  recht  op  persoonlijk  contact  (voor  de  andere  ouder)    Als  de  ene  het  ouderlijk  gezag  uitoefent  heeft  de  andere  sowieso  recht  op  persoonlijk  contact      

• +  Recht  van  toezicht  op  de  opvoeding  van  het  kind  via:    o Recht  op  het  inwinnen  van  informatie  (Bv.  Schoolrapporten  raadplegen)  o Recht  zich  tot  de  jeugdrechtbank  te  wenden  

  (Art.  374,  §  1,  vierde  lid  BW)    Twee  tussenmodellen  (“getemperde”  regimes)  

• Gezamenlijke  gezagsuitoefening,  maar  één  ouder  kan  alleen  optreden  voor  één  of  meer  bepaalde  handelingen  (Art.  373,  vierde  lid  BW)  

• Exclusieve  gezagsuitoefening,  maar  één  of  meer  bepaalde  handelingen  moeten  gezamenlijk  worden  gesteld  (Art.  374,  §  1,  derde  lid  BW)  

o Bv.  Moeder  neemt  alle  beslissingen,  maar  in  verband  met  schoolkeuze  moeten  ze  samen  optreden    dit  kan  een  oplossing  zijn  voor  anders  lange  gevechten  voor  de  Rechtbank  

   

Page 124: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   124  

Dus:  • Regeling  van  recht  op  persoonlijk  contact  in  een  regime  van  exclusieve  

gezagsuitoefening  • Regeling  van  verblijf  in  een  regime  van  gezamenlijke  gezagsuitoefening  bij  

niet-­samenlevende  ouders    Verblijf  

• =  Element  van  het  gezag  over  de  persoon  • Verschillende  verblijfsregimes:  

o Klassieke  weekend-­‐  en  vakantieregeling  o Gelijkmatig  verdeeld  verblijf  (synoniem:  verblijfsco-­‐ouderschap,  

verkeerdelijk  “bilocatie”  genoemd)   Bilocatie  =  de  gelijktijdige  aanwezigheid  van  een  lichaam  op  twee  

plaatsen  (!)    Bilocatie  is  dus  fout    

 Sinds  2006  is  gelijkmatig  verdeeld  verblijf  de  regel  geworden  (kind  evenveel  tijd  bij  vader  als  bij  moeder)    Week-­‐Week-­‐regeling  

o Varianten   Kan  ook  2  weken   Kan  ook  per  maand    Maar  meestal  week-­‐week  

 • Hoofdverblijf  versus  secundair  verblijf  (“hébergement  principal  /  secondaire”)  

o In  elk  geval  (ook  bij  gelijkmatig  verdeeld  verblijf)  moet  worden  bepaald  waar  het  kind  in  de  bevolkingsregisters  moet  worden  ingeschreven  “als  hebbende  aldaar  zijn  hoofdverblijf”  (Art.  374,  §  1  vijfde  lid  BW)    

• Verblijfsregime  bij  niet-­‐samenlevende  ouders  o De  ouders  gaan  akkoord  

Keuzemogelijkheid  voor  ouders  het  akkoord  te  laten  homologeren  (verplicht  bij  EOT)  

Uitdrukkelijke  verplichting  voor  de  rechter  het  akkoord  te  homologeren  tenzij  ingeval  van  kennelijke  strijdigheid  met  het  belang  van  het  kind  (Art.  374,  §  2,  eerste  lid  BW)    

o De  ouders  gaan  niet  akkoord   Regel:  De  rechter  moet  bij  voorrang  de  “gelijkmatig  verdeelde  

huisvesting  (sic)”  onderzoeken  en  toekennen,  voor  zover  • Beide  ouders  het  ouderlijk  gezag  gezamenlijk  uitoefenen    

én  • Minstens  één  van  beide  ouders  erom  verzoekt  

(Art.  374,  §  2,  tweede  lid  BW)              

Page 125: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   125  

Stel:  Beide  ouders  vorderen  de  uitsluitende  gezagsuitoefening  of  de  gezamenlijke  gezagsuitoefening  met  verblijf  bij  hen  

• Vaak  wordt  er  gevorderd  dat  verblijf  bij  hen  maar  in  ondergeschikte  orde  het  verblijfsco-­‐ouderschap    is  al  voldoende  om  het  toe  te  kennen  

• Als  er  in  de  conclusies  niet  over  gesproken  wordt    de  rechter  kan  ambtshalve  de  toekenning  van  het  verblijfsco-­‐ouderschap  niet  uitspreken  

  Uitzondering:  De  rechtbank  kan  beslissen  om  een  ongelijk  verdeeld  

verblijf  vast  te  leggen,  indien  zij  van  oordeel  is  dat  de  gelijkmatig  verdeelde  huisvesting  niet  de  meest  passende  oplossing  is  (Art.  374,  §  2,  derde  lid  BW)  

• Mogelijke  contra-­‐indicaties  voor  een  gelijkmatig  verdeeld  verblijf  zijn:  

o Grote  geografische  afstand  tussen  de  woonplaatsen  van  de  ouders  

o Onbeschikbaarheid  van  één  van  hen  (  de  ene  ouder  is  veel  meer  beschikbaar  dan  de  andere)  

Bv.  De  ene  ouder  werk  14u  per  dag,  de  andere  gewoon  

o Duidelijk  blijk  geven  van  onverschilligheid  t.a.v.  het  kind  tijdens  het  gemeenschappelijk  leven  of  na  de  scheiding  

o Jonge  leeftijd  van  het  kind   Bv.  Zuigelingen    moedermelk    50/50  

verblijfsregeling  wordt  meestal  niet  toegestaan    

o Mening  van  het  kind  o Pubers    15-­‐16-­‐17  jarigen    

  Vanaf  wanneer  kan  het  kind  zelf  beslissen  waar  het  zal  verblijven  ?    

• Hoe  ouder    hoe  meer  belang  aan  zijn  mening  wordt  gehecht  

• De  kinderen  worden  heel  vaak  opgestookt    heel  voorzichtig  hiermee    

• In  ieder  geval  oordeelt  de  rechtbank  bij  een  met  bijzondere  redenen  omkleed  vonnis,  rekening  houdend  met  de  concrete  omstandigheden  van  de  zaak  en  het  belang  van  de  kinderen  en  de  ouders  (Art.  374,  §  2,  vierde  lid  BW)  =  bijzondere  motiveringsplicht  

o Ook  de  belangen  van  de  ouders  worden  bekeken    o Elk  vonnis  moet  gemotiveerd  worden    logisch  o Maar  in  Limburg  vele  vonnissen  slecht  gemotiveerd    

         

Page 126: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   126  

Afdeling  3:  Rechten  omtrent  het  vermogen  van  de  minderjarige    Ouderlijk  goederenbeheer    Wettelijk  beheer    

• Beheer  van  de  goederen  van  de  minderjarige:  o Machtiging  van  de  vrederechter  vereist  voor  zwaarwichtige  

beheershandelingen  of  daden  van  beschikking  o (Art.  378,  §  1  BW)  

Bv.  :  Dading,  lening    voorafgaand  machtiging  nodig    

• Vertegenwoordiging  van  de  minderjarige  in  rechte,  als  eiser  of  verweerder    Ouderlijk  vruchtgenot    Wettelijk  genot    

• =  Genot  van  de  vruchten  van  de  goederen  van  de  kinderen  o Bv.  huurgelden,  interesten  

 •  (Art.  384  BW)  

 • Wat  hebben  minderjarigen  ?  

o Geboorte    ‘Pamperrekening’  o Nieuwjaar    Cadeau  (geld)  van  grootouders  

 • De  interesten  op  hun  geld  zijn  de  vruchten    de  interesten  komen  de  ouders  toe  

uit  de  kracht  van  de  wet    

• Geen  verplichting  om  de  intresten  aan  te  wenden  ten  gunste  van  de  minderjarige    ze  mogen  ermee  doen  wat  ze  willen    

• Vakantiewerk  het  vruchtgenot  slaat  niet  op  gelden  die  via  vakantiejobs  worden  verworven    

• Stel:  Kort  voor  18e  verjaardag  halen  ouders  de  spaarrekening  op  naam  van  de  minderjarige  leeg  en  zetten  de  10  000  euro  op  hun  naam,  mag  dit  ?  

o De  dag  voor  meerderjarigheid  kunnen  de  ouders  deze  rekening  leegmaken,  maar  als  ze  de  gelden  op  hun  naam  zetten  ,  staan  deze  niet  meer  op  de  naam  van  de  minderjarige    kan  niet  

o Wat  sommige  ouders  doen    rekening  leeghalen  en  op  naam  zetten  van  de  minderjarige  met  een  onbeschikbaarheidsclausule    het  geld  staat  vast  en  minderjarige  kan  er  pas  aan  op  zijn  25    

o Wat  met  leeggehaalde  rekening  ?  Moeten  de  gelden  integraal  worden  terugbetaald  aan  de  minderjarige  ?  Neen,  het  gaat  om  kapitaal  en  interesten    de  interesten  komen  integraal  aan  de  ouders  toe  dus  die  moeten  eraf  gerekend  worden    

• Enkel  voor  het  kapitaal  moet  verantwoording  worden  afgelegd  • Tijdens  de  minderjarigheid  zelf  kan  er  bijna  niets  tegen  gedaan  worden    pas  bij  

meerderjarig  worden  moet  verantwoording  worden  afgelegd  

Page 127: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   127  

Afdeling  4:  Recht  op  persoonlijk  contact    Algemeen    

• Samenhang  met  ouderlijk  gezag  (=  gevolg  van  afstamming)  • Terminologie:  

o “Bezoekrecht”  (Oud)  o “Omgangsrecht”  (Doctrine)  o “Recht  op  persoonlijk  contact”  (Wet)  

 • Wettelijke  basis  sinds  1995:    

o Art.  374  [§  1]  vierde  lid  An  art.  375bis  BW    

• Verdragsrechtelijk  gewaarborgd:  o Zie  Art.  8  EVRM  en  Art.  9.3  IVRK,  maar  (in  België)  geen  subjectief  recht  

van  het  kind  o  Als  kinderrecht  geformuleerd,  maar  minderjarige  kan  dat  recht  niet  

opvorderen  wegens  procesonbekwaamheid    Titularissen    

• Ouders  &  Grootouders      principieel  contactgerechtigd  (Bijzondere  affectieve  band  wordt  verondersteld)    

• Derden    virtueel  contactgerechtigd    (Moeten  een  bijzondere  affectieve  band  bewijzen)  

 • Ouders  (Art.  374,  §  1,  vierde  lid  BW)  

o Enkel  de  ouder  die  het  ouderlijk  gezag  niet  uitoefent  o Dus:  in  een  regime  van  gezamenlijke  gezagsuitoefening  is  er  totaal  geen  

sprake  van  de  juridische  notie  “recht  op  persoonlijk  contact”(maar  wel  van  verblijf  (in  de  wet:  “huisvesting”))    

o Wie  als  grondslag  voor  het  recht  op  persoonlijk  contact  niet  in  de  eerste  plaats  het  ouderlijk  gezag,  maar  het  natuurrecht  (bloedband)  ziet,  in  de  vorm  van  genegenheid  die  voortvloeit  uit  de  bloedband,  geeft  ook  een  principieel  contactrecht  aan:  

De  oorspronkelijke  ouder  na  adoptie   De  uit  het  ouderlijk  gezag  ontzette  ouder  

 o Recht  op  persoonlijk  contact  van  een  ouder,  (titularis  van  het  ouderlijk  

gezag  (?))   “Kan  enkel  om  bijzonder  ernstige  redenen  worden  geweigerd”  (Art.  

374,  §  1,  vierde  lid  BW)  • Principieel  contactrecht  kan  enkel  worden  geweigerd  om  

ernstige  redenen  • Bij  virtueel  contactrecht    moeten  ze  al  eerst  een  

bijzondere  affectieve  band  bewijzen  en  dan  kan  het  hen  geweigerd  worden  in  het  belang  van  het  kind    veel  sneller  

Page 128: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   128  

• Grootouders  (Art.  375bis  BW)  o Principieel  recht,  maar  subsidiair  ten  opzichte  van  het  recht  van  de  ouder  

(kan  eenvoudiger  worden  geweigerd)  (Art.  375bis,  tweede  lid  BW)    o Gegrond  op  het  natuurrecht  (voor  oorspronkelijke  grootouders,  zie  Cass.  

14  oktober  1915)    

o Oorspronkelijke  grootouders  behouden  hun  principieel  omgangsrecht,  zelfs  na  volle  adoptie  (Cass.  4  maart  1976)    A  fortiori  ook  de  oorspronkelijke  ouders    

o Adoptieve  grootouders  hebben  enkel  een  principieel  omgangsrecht  na  volle  adoptie  Adoptieve  grootouders    niet  na  gewone  adoptie    omdat  de  adoptieve  verwantschapsband  zich  niet  tot  hen  uitstrekt  

Probleem    je  kan  8  grootouders  hebben    

o Recht  op  persoonlijk  contact  kan  aan  een  grootouder  worden  ontzegd  “in  het  belang  van  het  kind”  (Zie  Art.  375bis,  tweede  lid  BW)  

Bewijslast  ligt  bij  degene  die  zich  verzet  tegen  het  omgangsrecht    

• Derden  (Art.  375bis  BW)  o =  Personen  die  geen  (groot)ouder  zijn  (Broers  en  zussen  vallen  ook  

hieronder)  o Moeten  zelf  een  “bijzondere  affectieve  band”  met  het  kind  aantonen  o Hun  contactrecht  kan  steeds  worden  geweigerd  in  het  belang  van  het  kind  

 Dus:  slechts  virtueel  recht    Modaliteiten    

• Worden  best  nauwgezet  en  gedetailleerd  overeengekomen  of  in  het  vonnis  bepaald,  om  latere  betwistingen  te  vermijden  

o (plaats,  duur,  periodiciteit,  halen/brengen…)    

• Soms  bijzondere  beperkende  modaliteiten  o Bv.  :  De  neutrale  ontmoetingsruimtes    als  er  geweldige  conflicten  zijn    

De  ene  ouder  wordt  door  de  andere  als  gevaarlijk  aanzien    contact  onder  begeleiding    veilig    het  kind  moet  niet  alleen  met  de  ouder  zijn  

                         

Page 129: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   129  

Procedure    

• Bevoegde  rechter:  o In  principe  de  jeugdrechtbank  (Art.  387bis,  375bis  en  302  BW)  

Ongehuwde  mensen    steeds  jeugdrechtbank  o De  vrederechter  (ex  Art.  223  BW)  

Art.  223  BW  dringende  voorlopige  maatregelen  tijdens  het  huwelijk  (voor  de  inleiding  van  de  echtscheidingsprocedure)  

Nooit  verwarren  met  Art  1280  Ger.W.    voorlopige  maatregelen  tijdens  de  echtscheidingsprocedures  (na  de  echtscheidingsprocedure)  

o De  voorzitter  van  de  rechtbank  van  eerste  aanleg  (ex  Art.  584,  eerste  lid  en  1280  Ger.W.)    

o Kunnen  grootouders  en  derden  tussenkomen  in  een  procedure  ex  1280  Ger.W.,  teneinde  een  omgangsrecht  te  bekomen?    Ja  

Om  proceseconomische  redenen   Om  tegenstrijdige  beslissingen  te  vermijden   (Indien  dit  nee  was  moesten  zij  als  derden  naar  de  jeugdrechtbank)  

 • Gedinginleidend  stuk  

o Voor  de  jeugdrechtbank:  verzoekschrift  (Art.  45.1  jeugdbeschermingswet)  o =  Verzoekschrift  op  tegenspraak  (  er  is  een  andere  partij)  

 • Horen  van  het  kind  

o Door  de  jeugdrechtbank:  Art.  56bis  Wjb.   Art.  56bis  Jeugdbeschermingswet:  De  minderjarige  vanaf  12  jaar  

moet  worden  opgeroepen,  teneinde  gehoord  te  worden   =  Oproepingsplicht,  geen  hoorplicht  (want  de  minderjarige  kan  

weigeren  zich  aan  het  verhoor  te  onderwerpen)  o Door  andere  rechters:  Art.  931  Ger.  W.  

Art.  931  Ger.  W.  :  De  minderjarige  die  over  het  vereiste  onderscheidingsvermogen  beschikt,  kan  worden  gehoord  

 Afdeling  5:  Bijzondere  rechtspleging  voor  de  jeugdrechtbank  

 • De  rechtbank  poogt  de  partijen  te  verzoenen  en  verstrekt  hen  alle  nuttige  

inlichtingen,  in  het  bijzonder  over  bemiddeling    

• Eventuele  schorsing  van  de  procedure  (max.  1  maand)    

• Maatregel  alvorens  recht  te  doen  of  voorlopige  regeling  van  de  toestand  is  mogelijk,  zelfs  ambtshalve  

o Maatregel  alvorens  recht  te  doen    niet  over  de  grond  van  de  zaak  o Voorlopige  regeling    over  de  grond  van  de  zaak,  die  tijdelijk  is  in  

afwachting  van  een  evaluatie      

Page 130: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   130  

• Na  een  voorlopige  regeling  moet  de  zaak  uiterlijk  binnen  het  jaar  opnieuw  worden  onderzocht,  op  een  latere  zitting,  onverminderd  een  nieuwe  oproeping  op  een  vroegere  datum    

• Er  is  permanente  saisine,  hetgeen  betekent  dat  de  zaak  op  de  rol  van  de  jeugdrechtbank  blijft  ingeschreven  tot  de  ontvoogding  of  de  meerderjarigheid  van  de  betrokken  kinderen  en,  ingeval  van  nieuwe  elementen,  bij  conclusie  of  schriftelijk  verzoek  aan  de  griffie  opnieuw  voor  de  rechtbank  kan  worden  gebracht  (zonder  ambtshalve  doorhaling)  

o Permanente  saisine    De  zaak  blijft  gedurende  heel  de  minderjarigheid  op  de  rol    geen  nieuw  rolrechten  

o Zaak  niet  ambtshalve  doorgehaald  o Bij  conclusie  of  schriftelijk  verzoek  aan  de  griffie    opnieuw  activeren  

 Afdeling  6:  Sancties  bij  niet-­naleving  

 • Misdrijf  niet-­‐afgifte  van  het  kind:  Art.  432  Sw.  

o Misdrijf    in  extreme  situaties  • Schadevergoeding  ex  Art.  1382  BW  

 • Fysieke  dwang    

           Verduidelijkingen  in  Art.  387ter  BW  (Fysieke  dwang  is  mogelijk)  • Dwangsom        

   

• Ingeval  één  ouder  weigert  de  rechterlijke  beslissing  of  overeenkomst  bij  EOT  na  te  leven,  kan  de  zaak  opnieuw  voor  de  rechter  worden  gebracht  die  laatst  kennis  heeft  genomen  van  de  vordering;  Deze  doet  uitspraak  “met  voorrang  boven  alle  andere  zaken”  en  kan  onder  meer:  

o Nieuwe  onderzoeksmaatregelen  nemen  o Een  poging  tot  verzoening  ondernemen  o De  partijen  bemiddeling  voorstellen  

 (Art.  387ter  eerste-­‐derde  lid  BW)  

o  (Behalve  in  geval  van  dringende  noodzakelijkheid)    

• De  rechter  kan  steeds:  o Nieuwe  beslissingen  nemen  

Nieuwe  beslissing  komt  er  vaak  op  neer  dat  de  omgangsregeling  omgekeerd  wordt    

o Het  slachtoffer  toestaan  een  beroep  te  doen  op  dwangmaatregelen  en  –  indien  hij  zulks  nodig  acht  –  de  personen  aanwijzen  die  gemachtigd  zijn  de  gerechtsdeurwaarder  te  vergezellen  voor  de  tenuitvoerlegging  van  zijn  beslissing      (Art.  387ter  §  1  vierde-­‐vijfde  lid  BW)    Ontstaan  door  druk  van  Drukkingsgroep    Van  gescheiden  mannen  met  minderjarige  kinderen    

Page 131: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   131  

o Een  dwangsom  uitspreken  en  in  die  hypothese  stellen  dat  voor  de  tenuitvoerlegging  van  die  dwangsom,  Art.  1412  Ger.W.  van  toepassing  is  

Art.  1412  Ger.  W.    Supervoorrecht  van  alimentatieschuldeisers    

o De  beslissing  is  van  rechtswege  uitvoerbaar  bij  voorraad  (Art.  387ter,  §  1,  zesde-­‐zevende  lid  BW)    

• In  geval  van  absolute  noodzaak,  kunnen  de  dwangmaatregelen  via  eenzijdig  verzoekschrift  worden  bekomen,  mits  de  verzoeker  staaft  dat  de  weigerende  partij  werd  aangemaand  haar  verplichtingen  na  te  komen  en  zich  heeft  verzet  tegen  de  tenuitvoerlegging  (Art.  387ter,  §  3  BW)  

                                                                           

Page 132: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   132  

Hoofdstuk  4:  Voogdij    Art.  389-­‐420  BW.  j°  Art.  1232-­‐1237  Ger.W.    

Afdeling  1:  Ontstaan  van  de  voogdij    Art.  389  BW  

• Beide  ouders  zijn  overleden    

• Beide  ouders  zijn  “wettelijk  onbekend”  o Bv.  :  Vondelingenschuif  

Moeder  heeft  6  maanden  de  tijd  om  het  kind  op  te  eisen’    adoptie  mag  niet  worden  uitgesproken  binnen  de  6  maanden…  (Complete  zever)    

• Beide  ouders  zijn  in  de  voortdurende  onmogelijkheid  om  het  ouderlijk  gezag  uit  te  oefenen  (Zie  art.  1236bis  Ger.W.)  

o Voor  de  rechtbank  van  eerste  aanleg    Geestesziek,  coma,  …    

•  Deze  voortdurende  onmogelijkheid  moet  niet  door  de  rechter  worden  vastgesteld  in  sommige  gevallen  waarin  ze  van  rechtswege  bestaat:  

o Bij  gerechtelijke  onbekwaamverklaring  o Bij  verlengde  minderjarigheid  o Bij  vermoeden  of  verklaring  van  afwezigheid  van  beide  ouders  of  de  enige  

ouder  •  In  de  andere  gevallen  moet  ze  worden  vastgesteld  door  de  rechtbank  van  

eerste  aanleg,  op  verzoek  van  de  procureur  des  Konings    

Afdeling  2:  Organisatie  van  de  voogdij    

• Centrale  orgaan  is  de  vrederechter  van  de  plaats  waar  de  minderjarige  in  de  bevolkingsregisters  is  ingeschreven  (Art.  390  BW)    

• Wanneer  de  voogdij  openvalt  kan  de  vrederechter  dringende  maatregelen  bevelen,  na  eenvoudige  brief  van  iedere  belanghebbende  of  zelfs  ambtshalve  (Art.  391  BW)  

o Als  beide  ouders  overleden  zijn    De  voogdij  valt  open  o Anticiperen  op  overlijden  van  beide  ouders  tegelijk    een  papier  maken  

waar  je  je  keuze  maakt:   Als  de  voogdij  openvalt  ‘moeten  mijn  kinderen  die  voogd  hebben’  

 meestal  in  een  testament  =  testamentaire  voogdij   Maar  de  vrederechter  moet  dit  niet  volgen    De  vrederechter  

beslist  autonoom  (familieleden  worden  opgeroepen  en  genieten  de  voorkeur  om  als  voogd  te  worden  aangewezen)  

De  voogd  die  aangewezen  werd,  is  niet  verplicht  om  dit  op  zich  te  nemen  

Sinds  2001  kan  niemand  nog  verplicht  worden  om  de  voogdij  op  zich  te  nemen  (Art.  396  BW)    

Page 133: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   133  

Wat  dan  als  aangewezen  voogd  of  familieleden  weigeren?    OCMW  krijgt  voogdij    OCMW  voorzitter  wordt  voogd    OCMW  voogdij  niet  kennen    

• De  vrederechter  benoemt  de  voogd(en),  na  de  minderjarige  ouder  dan  12  jaar  gehoord  te  hebben  en  naaste  familieleden  minstens  te  hebben  opgeroepen:  

o Ofwel  homologatie  van  de  keuze  van  de  ouder(s)  (Art.  392  BW)    

o Ofwel  keuze  vrederechter  zelf  (Art.  393  BW)   Naaste  familieleden  genieten  de  voorkeur  

 o In  uitzonderlijke  gevallen    Twee  voogden  worden  aangewezen,  één  voor  

de  persoon  en  één  voor  de  goederen  van  de  minderjarige  (Art.  395  BW)    

• Naast  een  voogd  wordt  steeds  een  toeziende  voogd  aangesteld  (Art.  402-­‐404  BW)  die  toezicht  houdt  op  de  voogd  en  de  minderjarige  vertegenwoordigt  wanneer  diens  belangen  in  strijd  zijn  met  deze  van  de  voogd  (eventueel  wordt  nog  een  toeziende  voogd  ad  hoc  aangesteld)  

o Toeziende  voogd:   Zal  maar  optreden  als  de  vertegenwoordiging  door  een  strijdigheid  

van  belangen  tussen  voogd  en  pupil   Ook  tegenstrijdigheid  met  belangen  van  toeziende  voogd    3e  

persoon  als  toeziende  voogd  ad  hoc    

Afdeling  3:  Werking  van  de  voogdij  Algemeen    

• De  voogd  zorgt  voor  de  persoon  van  de  minderjarige  en  voedt  hem  op,  volgens  de  wil  van  de  ouders  

• Vertegenwoordigt  de  minderjarige  in  alle  burgerlijke  handelingen  • Beheert  zijn  goederen  zoals  een  goede  huisvader;  is  aansprakelijk  voor  schade  uit  

slecht  beheer    (Art.  405,  §  1  BW)    

• Op  de  voogd  weegt  geen  onderhoudsplicht  ex  art.  203  BW.  • De  voogd  is  niet  aansprakelijk  ex  art.  1384,  tweede  lid  BW.  (voogd  zal  alleen  

aansprakelijk  zijn  voor  wanbeheer)  • De  voogd  heeft  geen  vruchtgenot  

 • Wat  het  goederenbeheer  betereft    

o De  ouders  moeten  rolrecht  betalen  voor  machtiging  o De  voogd  moet  geen  rolrecht  betalen  voor  machtiging  

 • Geef  verschillen  qua  bevoegdheden  tussen  de  ouders  en  de  voogd  • Geen  verschil    ouderlijk  gezag  en  voogdij  gezag  is  soortgelijk  

   

Page 134: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   134  

• In  geval  van  ernstige  betwisting  met  de  voogd  kan  de  minderjarige  zich  richten  tot  de  Procureur  des  Konings  

o Vanaf  12  jaar  in  verband  met  zijn  persoon   Bv.  :  Schoolkeuze,  studierichting  in  het  middelbaar  

 o Vanaf  15  jaar  in  verband  met  zijn  goederen  

Bv.  :  Het  aankopen  van  roerende  goederen   Toepassing:  

• 16  jarige  onder  voogdij  wil  dat  de  voogd  voor  hem  een  brommer  koopt    voogd  wil  niet    probleem      

o  Informeel    gewone  brief    

• Procureur  kan  de  zaak  aanhangig  maken  bij  de  vrederechter,  die  beslist  na  de  betrokkenen  te  hebben  gehoord  (Art.  405,  §  2  BW)  

o Pas  als  de  procureur  het  ernstig  genoeg  vindt  om  voor  de  vrederechter  te  brengen  

o Vrederechter  beslist    Bij  aanvang  van  de  voogdij    

• Voogd:  moet  boedelbeschrijving  opmaken  (vrederechter  beslist  over  de  vorm,  zie  Art.  406  BW)    

• Vrederechter:  moet  diverse  zaken  vaststellen,  waaronder…  o Het  bedrag  waarover  de  voogd  beschikt  voor  

Onderhoud/opvoeding   Goederenbeheer  

o Het  bedrag  waarboven  de  voogd  het  overschot  aan  inkomsten  moet  beleggen  

o De  bankinstelling  waar  de  rekeningen  moeten  worden  geopend    

  (art.  407  BW)    Goederenbeheer  door  de  voogd    

• Vier  categorieën  handelingen,  naargelang  de  voogd  ze  kan  stellen  o Alleen  

Alle  handelingen  waarvoor  geen  formaliteiten  voorzien  zijn    

o Met  bijstand  van  de  toeziende  voogd   Kwijting  verlenen  van  kapitalen  die  de  pupil  tijdens  de  voogdij  

ontvangt            

Page 135: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   135  

o Slechts  met  bijzondere  machtiging  van  de  vrederechter   Machtiging  is  nodig  voor  zwaarwichtige  beheershandelingen  en  

daden  van  beschikking  (opgesomd  in  Art.  410,  §  1  BW):  • Vervreemding  van  goederen  van  de  pupil  • Een  nalatenschap  aanvaarden  of  verwerpen  • Een  onroerend  goed  aankopen  • Een  lening  aangaan  • De  minderjarige  vertegenwoordigen  in  rechte  als  eiser  

 o Rechtshandelingen  die  de  voogd  niet  kan  stellen  

 Het  gaat  hier  (vooral)  om  strikt  persoonlijke  rechtshandelingen   Sluiten  huwelijk(scontract),  erkenning,  testament   Schenking  van  goederen  van  de  minderjarige  

 • Jaarlijks:  neerlegging  beheersrekening  door  de  voogd  en  voogdijverslag  in  

verband  met  de  persoon    

• Groot  verschil  tussen  ouderlijk  gezag  en  voogdij    De  voogd  moet  veel  meer  rekenschap  afleggen  dan  de  ouders  

 Afdeling  4:  Einde  van  de  voogdij  en  definitieve  voogdijrekening  

 Gevallen  van  beëindiging  van  de  voogdij    

• Overlijden  van  de  pupil  • Meerderjarigheid  of  ontvoogding  • Vaststelling  van  de  afstamming  • Adoptie  • Opheffing  van  de  voortdurende  onmogelijkheid  het  ouderlijk  gezag  uit  te  oefenen  

 Definitieve  voogdijrekening    

• Binnen  de  maand  na  het  einde  van  de  voogdij  of  de  taak  van  een  bepaalde  voogd    

• Opmaak  definitieve  voogdijrekening:  Balans  van  alle  ontvangsten  en  uitgaven  in  het  raam  van  de  gehele  voogdij  in  aanwezigheid  van  de  vrederechter  en  toeziende  voogd  ter  goedkeuring  overhandigd  aan  de  pupil  (vanaf  15  jaar)    

• Ook  na  de  goedkeuring  van  de  voogdijrekening  blijft  de  voogd  aansprakelijk  voor  zijn  wanbeheer  (Art.  417  BW)    

• Maar  de  vorderingen  verjaren  na  vijf  jaar,  te  rekenen  vanaf  de  meerderjarigheid  (Art.  419  BW)    

• De  voogd  is  niet  aansprakelijk  voor  onrechtmatige  daden  van  de  minderjarige  pupil  

     

Page 136: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   136  

Hoofdstuk  5:  Pleegvoogdij    

Afdeling  1:  Omschrijving  en  praktisch  nut    

• Art.  475bis-­‐septies  BW  • De  pleegvoogd  neemt  ouderlijke  verplichtingen  op  en  verwerft  sommige  

prerogatieven  van  het  ouderlijk  gezag    Niet  alle  ouderlijke  prerogatieven!    

• Nut  o Minder  verregaand  dan  adoptie  

Personen  die  voor  andermans  kind  willen  zorgen    Maar  niet  volledig  willen  adopteren,  want  wilt  Bv.  Zijn  eigen  kinderen  niet  benadelen    Want  kind  bij  pleegvoogdij  erft  niet  

 o Juridische  bescherming  voor  pleegouders  

Want  geen  specifiek  juridisch  statuut    

Afdeling  2:  Grondvereisten  (Art.  475bis  BW)  

• Ten  minste  25  jaar  oud  zijn  • Zich  ertoe  verbinden  een  minderjarige  te  onderhouden,  op  te  voeden  en  in  staat  

te  stellen  de  kost  te  verdienen  o Tot  volwassenheid  te  brengen  

• Toestemming  van  de  echtgenoot  • Instemming  van  degenen  die  moeten  toestemmen  tot  de  adoptie  van  de  

minderjarige    o Bv.  kind  is  13  jaar  oud,  wie  moet  allemaal  goedkeuren?  

Ouders  op  grond  van  oorspronkelijke  afstamming    Ook  indien  het  kind  al  eerder  geadopteerd  was  (van  de  adoptieouders  dan)  

Het  kind  zelf,  want  het  is  ouder  dan  12!    

Afdeling  3:  Vormvereisten  (Art.  475ter  BW)  

 • Authentieke  overeenkomst,  opgemaakt  door  een  vrederechter  of  notaris,  tussen  

pleegvoogd  en  de  meer  dan  12  (?)-­‐jarige  of  de  wettelijke  vertegenwoordiger  van  de  minder  dan  12-­‐jarige  

o Wie  zijn  de  partijen?   Pleegvoogd   Kind  zelf,  of  zijn  wettelijke  vertegenwoordiger  

• Vanaf  welke  leeftijd  wordt  het  kind  zelf  partij?    12  jaar?    Gehoord  vanaf  wanneer  kind  15  jaar  is!  (prof  denkt  dat  15  jaar  vergissing  is,  want  wet    van  de  jaren  ’70  (Men  heeft  leeftijdsgrens  van  adoptie  van  15  naar  12  jaar  verlaagd,  maar  in  deze  wet  is  men  het  vergeten)    

• Bekrachtiging  door  de  jeugdrechtbank,  op  aanvraag  van  de  pleegvoogd      

Page 137: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   137  

Afdeling  4:  Gevolgen    (Art.  475quater  BW)  

   • Pleegvoogd  beheert  de  goederen  van  het  pleegkind  zonder  het  genot  ervan  te  

hebben  o Verschil  met  ouders    die  hebben  wel  ouderlijk  vruchtgenot  o Wie  heeft  het  genot  dan  wel?  

De  ouders    Neen   Niemand  heeft  het  genot    Ook  de  ouders  en  adoptanten  hebben  

gedurende  de  pleegvoogdij  het  genot  niet  over  de  goederen  van  het  pleegkind  (Art.  475quater,  derde  lid  BW)  

 • Pleegvoogd  oefent  het  recht  van  bewaring  uit,  voor  zover  het  pleegkind  zijn  

gewone  verblijfplaats  bij  hem  heeft  o Ouderlijk  gezag  blijft  liggen  bij  de  echte  ouders  

 • Pleegvoogd  heeft  geen  ouderlijke  rechten  sensu  lato  

o Bv.:  Kan  niet  toestemmen  met  een  huwelijk  o Concreet    Wanneer  de  staat  van  de  minderjarige  zal  veranderen  

 Afdeling  5:  Beëindiging  

(Art.  475quinquies-­‐sexies  BW)    

• Meerderjarigheid  van  het  pleegkind  • Overlijden  van  de  pleegvoogd  • Overlijden,  ontvoogding,  adoptie  van  het  pleegkind  • Beëindiging  door  de  jeugdrechtbank  

                                           

Page 138: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   138  

Hoofdstuk  6:  Ontvoogding    

Afdeling  1:  Omschrijving  en  nut    

• Art.  476-­‐486  BW  • Benaming  is  misleidend  • Niet  alleen  voor  minderjarigen  onder  voogdij,  maar  ook  voor  minderjarigen  

onder  ouderlijk  gezag    

• De  ontvoogde  is  o Met  betrekking  tot  de  persoon    nagenoeg  volledig  vrij  (  is  ‘Volwassen’)  o Met  betrekking  tot  de  goederen    minder  handelingsonbekwaam  

(gedeeltelijk  handelingsbekwaam)    

Afdeling  2:  Vormen    Twee  vormen  

• Wettelijke  ontvoogding  (syn.:  ontvoogding  van  rechtswege)  o Na  huwelijk  o Echtgenoot  wordt  van  rechtswegen  curator  

Bescherming,  geen  vertegenwoordiging    

• Gerechtelijke  ontvoogding  o Door  de  jeugdrechtbank  voor  minderjarigen  >  15  jaar  o Op  verzoek  van  minstens  één  ouder  o Op  verzoek  van  de  voogd  en/of  toeziende  voogd  o Op  verzoek  van  de  procureur  des  Konings,  in  naam  van  

Een  bloed-­‐  of  aanverwant  tot  en  met  de  vierde  graad  • Bv.  :  Oom,  tante,  opa,  oma,  neef,  nicht,  …  

De  minderjarige  zelf    

Afdeling  3:Rechtsstatuut  van  de  ontvoogde  minderjarige    

• De  ontvoogde  minderjarige  staat  onder  curatele  • Curator  is  

o De  meerderjarige  echtgenoot   Als  twee  minderjarigen  trouwen    allebei  ontvoogd  maar  dan  niet  

elkaars  curator    Twee  curatoren  aangesteld  door  jeugdrechtbank    

o Een  curator  benoemd  door  de  jeugdrechtbank    

• Rechtsstatuut  aangaande  de  persoon  van  de  ontvoogde  o Vrij,  maar  ouders  moeten  instemmen  met,  resp.  toestemmen  tot  huwelijk  

en  adoptie    

• Rechtsstatuut  aangaande  de  goederen  van  de  ontvoogde  o Verschillende  regeling,  naargelang  de  zwaarwichtigheid  van  de  handeling  

   

Page 139: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   139  

o Handelingen  die  de  ontvoogde  alleen  mag  verrichten   Verhuren  en  verpachten  tot  max.  9  jaar   Inkomsten  ontvangen  en  beleggen   Roerend  goed  kopen  met  inkomsten  

 o Handelingen  die  de  ontvoogde  mag  stellen  mits  bijstand  van  zijn  curator  

Roerend  kapitaal  in  ontvangst  nemen   Roerend  goed  aankopen  met  kapitaal  

• Wel  als  het  ui  zijn  inkomsten  komt  <-­‐>  Niet  als  het  uit  zijn  kapitaal  komt    

o Handelingen  waarvoor  machtiging  van  de  vrederechter  vereist  is   Eenzijdig  verzoekschrift  nodig    Rolrecht  27  euro   Een  lening  aangaan   Een  onroerend  goed  vervreemden  

 o Verboden  handelingen  

Zijn  goederen  wegschenken   Een  nalatenschap  zuiver  aanvaarden  

  Een  ontvoogde  minderjarige  kan  ook  geen  handel  drijven  

 Afdeling  4:  Beëindiging  

 • Bij  overlijden  van  de  ontvoogde  • Bij  meerderjarigheid  van  de  ontvoogde  • Bij  intrekking  van  de  ontvoogding  door  de  jeugdrechtbank      

o Wanneer  de  ontvoogde  “er  niet  toe  in  staat  blijkt  zichzelf  te  leiden”  of  o Wanneer  zijn  verbintenissen  zijn  verminderd  

Onder  buitensporige  voorwaarden  gecontracteerd  • Bv.:  auto  veel  te  duur  aangekocht  • Gunstregime  voor  de  ontvoogde    Rechtbank  kan  koopprijs  

verminderen  (Die  vermindering  kan  ook  leiden  tot  intrekking)  

   

Afdeling  5:  Sancties  als  gevolg  van  de  onbekwaamheid  van  de  ontvoogde  minderjarige  

 • Zonder  bijstand  verricht    Vernietigbaar  bij  benadeling  

o Intrinsiek:  aard  van  de  rechtshandeling  leidt  tot  benadeling  o Extrinsiek:  kijken  naar  concrete  vermogenstoestand  van  de  persoon  

 • Zonder  machtiging  vrederechter  verricht    Betrekkelijke  nietigheid  rechtens  

o Benadeling  moet  hier  niet  bewezen  worden    

• Rechtsgeldig  verricht,  maar  tegen  buitensporige  voorwaarden    Verbintenissen  kunnen  verminderd  worden  

 

Page 140: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   140  

Titel  IV:  Beschermde  meerderjarigen    Publiekrechtelijke  beschermingsmaatregelen  

• Staat  volledig  in  wet  o Wettekst  mag  meegebracht  worden  o Wet  26  juni  1990:  geesteszieken  o Wet  21  april  2007:  Geestesgestoorden  

Maar  nog  niet  in  uitwerking  getreden   Want  psychiatrische  centra  nog  niet  open!   Nog  even  wachten,  wanneer  wij  afgestudeerd  waarschijnlijk  wel  in  

werking  getreden    

• De  in  een  psychiatrische  dienst  opgenomen  of  in  een  gezin  verpleegde  geesteszieke  

• De  geïnterneerde  geesteszieke    

Privaatrechtelijke  beschermingsstatuten  • Verlengde  minderjarigheid  • Voorlopig  bewind    • Gerechtelijke  onbekwaamverklaring  • Bijstand  van  een  gerechtelijk  raadsman  

 Hoofdstuk  1:  Publiekrechtelijke  maatregelen  houdende  vrijheidsberoving    

• Geesteszieken  en  EVRM  o Art.  5.1  litt.  e  EVRM  stelt  voorwaarden  aan  de  vrijheidsberoving  van  

geesteszieken   Er  moet  een  wettelijke  grondslag  zijn   De  persoon  moet  geestesziek  zijn   Vrijheidsberoving  langs  wettelijke  weg   Rechtmatige  vrijheidsberoving  

• Door  een  rechter  beoordeeld    

o  Verduidelijkt  in  de  rechtspraak  van  het  EHRM    Onze  wet  implementeert  duidelijk  deze  rechtspraak  

Arrest  Winterwerp  /  Nederland  van  24  oktober  1979  • Geestesziekte  moet  worden  aangetoond  op  basis  van  een  

objectief  medisch  onderzoek  (behalve  in  spoedgevallen)  o Mag  slechts  15  dagen  oud  zijn  o Spoedgevallen  deels  vrijgesteld    andere  garanties  

hiervoor  ingebouwd  • Vrijheidsberoving  is  slechts  gerechtvaardigd  

o Als  de  geestesziekte  voldoende  ernstig  is  o Zolang  de  geestesziekte  blijft  bestaan  

       

Page 141: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   141  

Arrest  Aerts  /  België  van  30  juli  1998  • Vrijheidsberoving  moet  plaatsvinden  in  een  hospitaal  of  in  

een  andere  geschikte  instelling  • (niet:  de  psychiatrische  afdeling  van  een  gevangenis  zonder  

medisch  personeel  en  aangepaste  therapeutische  omgeving)    

• Nationaal  recht  o Wet  26  juni  1990  

Wet  afprinten  en  meebrengen  op  het  examen!   Beschermingsmaatregelen  zijn  enkel  toegelaten  indien  de  toestand  

van  de  geesteszieke  zulks  vereist  • Hetzij  omdat  hij  zijn  (eigen)  gezondheid  en  veiligheid  

ernstig  in  het  gedrang  brengt  o Bv.:  Zelfmoordpogingen  ondernemen  (op  een  

ernstige  manier)    EMO  die  polsen  al  eens  half  heeft  doorgesneden    

• Hetzij  omdat  hij  een  ernstige  bedreiging  vormt  voor  andermans  leven  of  integriteit  (Art.  2  lid  1)  

o Personen  die  met  ronkende  kettingzagen  rondlopen    

De  wet  van  26  juni  1990  betreffende  de  bescherming  van  de  persoon  van  de  geesteszieke  is  er  gekomen  ter  vervanging  van  de  Krankzinnigenwet  van  18  juni  1850  

Art.  559  Sw.  stelt  sinds  de  wet  van  2  augustus  2002  rondzwervende  krankzinnigen  niet  langer  gelijk  met  kwaadaardige  dieren  die  de  dood  van  vee  veroorzaken    

Afdeling  1:  De  in  een  Psychiatrische  dienst  opgenomen  of  in  een  gezin  verpleegde  geesteszieke  

 Behandeling  in  een  (psychiatrisch)  ziekenhuis  

• 1e  fase    Opneming  ter  observatie  (Art.  4-­‐12)  o Elke  belanghebbende  kan  daartoe  een  verzoekschrift  indienen  bij  de  

vrederechter,  vergezeld  van  een  omstandig  geneeskundig  verslag  (ten  hoogste  15  dagen  oud),  wanneer  de  omstandigheden  bepaald  in  Art.  2  zich  voordoen    

o Meestal  wordt  de  spoedprocedure  gevolgd  (Art.  9):   Bij  hoogdringendheid  kan  Procureur  des  Konings  ambtshalve  de  

opneming  bevelen,  die  binnen  de  24u  moet  worden  bevestigd  door  de  vrederechter,  op  straffe  van  verval  

• Procureur  moet  gebriefd  worden    concreet!  Bel  de  politie  of  het  parket  

• Parket  gaat  wel  eerst  pogen  hem  vrijwillig  te  laten  behandelen  

• Procedurele  waarborgen,  binnen  24  uur  door  vrederechter  bekrachtigd    

Page 142: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   142  

o Automatisch  eindigt  de  opneming  ter  observatie  na  40  dagen  (Art.  11)  maar  dat  kan  ook  vroeger  (zie  Art.  12)    

• 2e  fase    Verder  verblijf  (Art.  13-­‐22)  o De  vrederechter  bepaalt  de  periode,  maar  maximum  2  jaar,  steeds  

verlengbaar  voor  maximum  2  jaar  (Art.  13-­‐14)  o Gedurende  het  verder  verblijf  kan  nazorg  plaatsvinden  buiten  de  

instelling,  of  overbrenging  naar  een  andere  instelling  (Art.  16-­‐17)    De  gedwongen  verpleging  in  een  gezin  (Art  23-­29  wet  bescherming  persoon  geesteszieke)    

• Tegen  de  wil  van  de  geestesgestoorden  in  • In  het  eigen  gezin,  in  een  ander  gezin  of  in  een  gezinsvervangend  tehuis  • Onder  dezelfde  voorwaarden  en  modaliteiten  als  de  gedwongen  opneming  in  een  

ziekenhuis  • Een  bepaalde  persoon  bewaakt  de  zieke  en  een  bepaalde  geneesheer  behandelt  

hem  (Art.  24  §  3)  • De  vrederechter  bezoekt  de  zieke  minstens  jaarlijks  (art.  28)  

 Afdeling  2:  De  geïnterneerde  persoon  met  een  geestesstoornis  

 • Wet  21  april  2007  betreffende  de  internering  van  personen  met  een  

geestesstoornis  • =  Veiligheidsmaatregel  

o Ter  bescherming  van  de  maatschappij  o Om  de  vereiste  zorgen  te  doen  verstrekken  met  het  oog  op  re-­‐integratie  in  

de  maatschappij    

• Toepassingsgebied  o Daders  van  een  misdaad  of  wanbedrijf  die    o Op  het  ogenblik  van  de  beoordeling  door  het  vonnis-­‐  of  

onderzoeksgerecht  lijden  aan  een  geestesstoornis  die  het  oordeelsvermogen  of  de  controle  over  hun  daden  ernstig  aantast  of  tenietdoet,  met  

o Gevaar  voor  recidive    

• Gevolgen  van  internering  o Geen  vermoeden  van  krankzinnigheid  o Bekwaamheid  tot  er  een  beschermingsstatuut  van  toepassing  is  

Bv.  voorlopig  bewind,  gerechtelijke  onbekwaamverklaring,  verlengde  minderjarigheid  

             

Page 143: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   143  

Hoofdstuk  2:  Privaatrechtelijke  beschermingsstatuten    

Afdeling  1:  Verlengde  minderjarigheid    

• Art.  487bis-­‐septies  BW  (wet  29  juni  1973)  • Zowel  voor  minderjarigen  als  voor  meerderjarigen  

 • Toepassingsgebied  

o  “Indien  blijkt  dat  zij  wegens  ernstige  geestelijke  achterlijkheid  ongeschikt  zijn  en  schijnen  te  zullen  blijven  om  zichzelf  te  leiden  en  hun  goederen  te  beheren”    

o Ernstige  geestelijke  achterlijkheid  =  Een  staat  van  geestelijke  onvolwaardigheid,  aangeboren  of  begonnen  tijdens  de  vroege  kinderjaren,  gekenmerkt  door  een  uitgebleven  ontwikkeling  van  de  gezamenlijke  vermogens  van  verstand,  gevoel  en  wil    Vereisten  voor  geestelijke  achterlijkheid  zijn  dus:  

Aangeboren  of  ontstaan  in  de  vroege  kinderjaren   Ernstig:  IQ  <  50   Blijvend  (naar  alle  vooruitzichten)  

 o Wat  met  een  kind  dat  een  ernstige  mentale  handicap  oploopt  na  een  

verkeersongeval?    Rechtspraak:   Een  driejarig  kind  kan  verlengd  minderjarig  verklaard  worden;  een  

zevenjarig  kind  niet   Wachten  tot  meerderjarigheid  en  dan  ander  beschermingstatuut  

vragen,  tijdens  minderjarigheid  niet  o Gerechtelijk  onbekwaam  verklaren  o Voorlopig  bewind  

 • Procedure  

o Volledig  in  BW,  niet  in  Ger.  W.  o Verzoekschrift  aan  de  rechtbank  van  eerste  aanleg,  met  geneeskundig  

attest  (niet  ouder  dan  15  d.)  o Oproeping  van  de  verzoeker  en  de  betrokkene,  teneinde  gehoord  te  

worden  o Beslissing  vermeld  in  de  bevolkingsregisters  en  op  de  identiteitskaart  van  

de  betrokkene    

• Statuut  o Betrokkene  wordt  ten  aanzien  van  zijn  persoon  en  zijn  goederen  

gelijkgesteld  met  een  minderjarige  beneden  de  vijftien  jaar  o Betrokkene  blijft  onder  ouderlijk  gezag  zolang  zijn  ouders  leven,  maar  de  

rechtbank  kan  het  ouderlijk  gezag  vervangen  door  voogdij   Art.  487quater  BW   Kan  al  tijdens  burgerlijke  minderjarigheid  worden  gevraagd  

     

Page 144: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   144  

o Betrokkene  ouder  dan  18  kan  nog  ten  volle  worden  geadopteerd,  maar  discussie  bestaat  over  de  vraag  welke  rechtbank  terzake  bevoegd  is  

Welke  rechtbank  bevoegd?  • REA  of  Jeugdrechtbank?  • Want  gelijkgesteld  met  minderjarige  

 • Beëindiging  

o Het  statuut  kan  te  allen  tijde  worden  opgeheven,  op  verzoek  van  de  beschermde,  zijn  ouders,  voogd,  bloedverwanten  of  de  Procureur  des  Konings    Art.  487septies  BW  

 Afdeling  2:  Voorlopig  bewind  

 • Inleiding  

o Art.  488bis,  a)  t.e.m.  k)  BW  o Ingevoerd  door  de  wet  18  juli  1991,  gewijzigd  door  de  wet  van  3  mei  2003  

(BS  31  december  2003)  o Uiterst  succesvol  beschermingsstatuut  o Enkel  meerderjarige  

 • Toepassingsgebied  ratione  personae  

o De  meerderjarige  die,  geheel  of  gedeeltelijk,  zij  het  tijdelijk,  wegens  zijn  gezondheidstoestand,  niet  in  staat  is  zijn  goederen  te  beheren,  als  hem  nog  geen  wettelijke  vertegenwoordiger  werd  toegevoegd  (Art.  488bis,  a)  BW)  

o Niet  in  combinatie  met  ander  beschermingsstatuut  (Telkens  kan  er  maar  1  van  toepassing  zijn  op  een  bepaalde  persoon)    

• Procedure  tot  aanwijzing  van  een  voorlopig  bewindvoerder  o Verzoekschrift  op  tegenspraak,  gericht  aan  de  vrederechter    o Ingeleid  door  de  te  beschermen  persoon,  elke  belanghebbende  of  de  

Procureur  des  Konings  (Art.  488bis,  b),  §§  1  en  5  BW)    

o Hierop  anticiperen    Verklaring  van  voorkeur  omtrent  een  aan  te  wijzen  voorlopig  bewindvoerder,  kan  worden  afgelegd  voor  vrederechter  of  notaris  (Art.  488bis,  b),  §  2  BW)  

Deze  verklaringen  worden  opgenomen  in  een  centraal  register,  bijgehouden  door  de  KFBN    

o Bij  het  verzoekschrift  dient  een  omstandige  medische  verklaring  (ten  hoogste  15  dagen  oud)  te  worden  gevoegd  

Vrederechter  kan  horen  wie  hij  wenst  en  wijst  een  voorlopig  bewindvoerder  aan,  bij  voorkeur  gekozen  uit  de  ouders,  de  echtgenoot,  samenwonende  of  een  naast  familielid  

• Vaak  zijn  het  de  kinderen  • Verstandhouding  van  de  familie  is  belangrijk  • Anders  advocaat  

   

Page 145: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   145  

o De  te  beschermen  persoon  kan  zich  gedurende  het  voorlopig  bewind  laten  bijstaan  door  een  vertrouwenspersoon…  

Door  hemzelf  of  de  vrederechter  aangesteld   Vervangbaar  gedurende  het  bewind   Wiens  naam  en  adres  wordt  vermeld  in  het  bewindsdossier  

  =  Brug  tussen  de  te  beschermen  persoon  en  de  vrederechter    De  

vertrouwenspersoon  zorgt  voor  bijstand  en  controle.  Hij  is  een  loutere  tussenpersoon,  zonder  enige  beheersbevoegdheid    

• Publiciteit    o Art.  488bis,  e)  BW  o Elke  beslissing  tot…  

Aanwijzing  van  een  voorlopig  bewindvoerder   Wijziging  van  diens  bevoegdheden   Opheffing  van  de  aanstelling    

 …wordt  in  het  BS  bekendgemaakt  en  betekend  aan  de  burgemeester  van  de  woonplaats,  met  het  oog  op  aantekening  in  de  bevolkingsregisters    

• Gevolgen  o Algemeen  (tenzij  anders  vermeld  in  de  aanwijzingsbeschikking)  

Het  voorlopig  bewind  betreft  enkel  de  goederen,  niet  de  persoon   De  bewindvoerder  beheert  de  goederen  als  een  goed  huisvader  of  

staat  de  beschermde  persoon  bij  in  dat  beheer  (Art.  488bis,  f)  BW)   De  bewindvoerder  geeft  jaarlijks  rekenschap  aan  

• De  vrederechter  • De  beschermde  persoon  • Diens  vertrouwenspersoon  • En  brengt  de  beschermde  persoon  op  de  hoogte  van  de  

handelingen  die  hij  verricht  (Art.  488bis,  c),  §  3  BW)    

o Bevoegdheden  van  de  voorlopig  bewindvoerder   Worden  bepaald  “met  inachtneming  van  de  aard  en  de  

samenstelling  van  de  te  beheren  goederen  evenals  van  de  gezondheid  van  de  te  beschermen  persoon”  (Art.  488bis,  f),  §  2  BW)  

Indien  niets  werd  bepaald:  algemene  vertegenwoordiging  inzake  goederenbeheer    

Voor  zwaarwichtige  handelingen  is  machtiging  van  de  vrederechter  nodig  

• Opsomming  in  Art.  488bis,  f),  §  3,  tweede  lid  BW  • Gevraagd  bij  eenzijdig  verzoekschrift,  behalve  in  geval  van  

belangenconflict  tussen  de  voorlopig  bewindvoerder  en  de  te  beschermen  persoon  (verzoekschrift  op  tegenspraak)        

Page 146: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   146  

Handelingen  die  de  voorlopig  bewindvoerder  niet  kan  stellen  • Souvenirs  en  persoonlijke  voorwerpen  van  de  beschermde  

persoon  vervreemden  (tenzij  strikt  noodzakelijk)  • Schenkingen  doen  namens  de  beschermde  persoon  

 o Schenkingen  

De  beschermde  kan  zelf  schenken,  mits  machtiging  van  de  vrederechter,  op  zijn  verzoek    Schenking  is  strikt  persoonlijke  rechtshandeling  

+  Omstandige  geneeskundige  verklaring  (Dokter  vindt  dat  hij  nog  voldoende  geestesvermogen  heeft)  

+  Oproeping  bewindvoerder  (Maar  deze  doet  de  schenking  niet  zelf)    

o De  beschermde  kan  een  huwelijkscontract  sluiten  of  zijn  huwelijksvermogensstelsel  wijzigen,  na  machtiging  door  de  vrederechter  en  met  bijstand  van  zijn  bewindvoerder    

o Voor  de  opmaak  van  een  testament  gelden  dezelfde  regels  als  voor  een  schenking,  maar  de  voorlopige  bewindvoerder  dient  niet  te  worden  opgeroepen    

• Einde  o Art.  488bis,  d)  BW  

 o Door  overlijden  van  de  beschermde  persoon  o Door  verlengd  minderjarigverklaring  o Door  onbekwaamverklaring  o Na  beslissing  tot  opheffing  van  de  vrederechter,  ambtshalve  of  op  verzoek    

 • Sancties  

o Art.  488bis,  i)    en  j)  BW    

o Handelingen  ten  onrechte  gesteld  door  de  beschermde  persoon  na  de  indiening  van  het  verzoekschrift  zijn  rechtens  betrekkelijk  nietig    

o Nietigheid,  uitsluitend  in  te  roepen  door  de  bewindvoerder  of  de  beschermde,  verjaart  na  vijf  jaar  

Relatieve  nietigheid   Wel  rechtens    Benadeling  moet  niet  bewezen  worden   Beperkte  retroactiviteit  want  men  kan  vragen  rechtshandelingen  

nietig  te  verklaren   De  beschermde  persoon  of  zijn  erfgenamen  kunnen,  ook  nadat  

meer  dan  vijf  jaren  zijn  verlopen,  schadevergoeding  vorderen  van  een  medecontractant  die  te  kwader  trouw  was,  echter  NIET  van  de  voorlopig  bewindvoerder  

     

Page 147: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   147  

Afdeling  3:  Gerechtelijke  onbekwaamverklaring    

• Art.  489-­‐512  BW  j°  Art.  1238-­‐1253  Ger.W.    

• Toepassingsgebied  o Een  meerderjarige  die  zich  in  een  aanhoudende  staat  van  onnozelheid  of  

krankzinnigheid  bevindt  moet  onbekwaam  worden  verklaard,  zelfs  wanneer  in  die  staat  heldere  tussenpozen  voorkomen  (Art.  489  BW)  

Gaat  over  allerergste  geesteszieken  o Systeem  van  vertegenwoordiging    Onbekwaamverklaarde  kan  niets  zelf  

 • Procedure    

o Eerste  fase  (eenzijdig)   Eenzijdig  verzoekschrift,  gericht  aan  de  rechtbank  van  eerste  

aanleg,  dat  de  feiten  vermeldt  waaruit  de  geestesziekte  blijkt  en  waarbij  bewijsstukken  worden  gevoegd  

Horen  van  de  echtgenoot,  ouders  en  kinderen  van  de  betrokkene  (niet:  de  betrokkene)  

Aanwijzing  van  een  geneesheer-­‐neuropsychiater  die  verslag  zal  uitbrengen    

o Tweede  fase  (contradictoir)   Betrokkene  wordt  verweerder  

• Zal  worden  ondervraagd  • Een  voorlopige  bewindvoerder  kan  worden  aangewezen  • De  rechtbank  spreekt  de  onbekwaamverklaring  uit,  wijst  ze  

af  of  voegt  een  gerechtelijk  raadsman  toe    

• Publiciteit  o Elk  vonnis  dat  de  onbekwaamverklaring  uitspreekt  (of  een  raadsman  

benoemt)  wordt  in  het  Belgisch  Staatsblad  gepubliceerd  o In  januari:  overzichtstabel  van  het  voorbije  jaar  o Bericht  door  griffier  aan  burgemeester  en    vrederechter  

 • Gevolgen  

o De  onbekwaamverklaarde  wordt  vanaf  de  uitspraak  van  het  vonnis  volledig  handelingsonbekwaam    Hij  staat  gelijk  met  een  minderjarige  wat  betreft  zijn  persoon  en  zijn  goederen  (Art.  509  BW)  

o De  voogdij  wordt  ingericht  o Alle  handelingen  verricht  na  het  vonnis  zijn  rechtens  nietig  (Art.  502  BW)  

 • Einde  

o Door  overlijden  van  de  betrokkene  o Door  opheffing  van  de  onbekwaamverklaring  bij  vonnis,  na  volledige  

genezing;     Na  onvolledige  genezing  kan  een  gerechtelijk  raadsman  worden  

aangesteld      

Page 148: SamenvattingFamilierecht! 201232013! Deel!I! Verticale ... · Samenvatting*Familierecht*JVD* 201262013* 6* • Hoofdstuk!4:!Voogdij! o Afdeling!1:!Ontstaan!van!de!voogdij! o Afdeling!2:!Organisatie!van!de!voogdij!

Samenvatting  Familierecht  JVD   2012-­‐2013   148  

• Sancties  o Handelingen  verricht  na  de  onbekwaamverklaring    Rechtens  

betrekkelijk  nietig  (Art.  502  BW)  o Handelingen  vóór  de  onbekwaamverklaring    Principieel  geldig,  maar  

kunnen  vernietigd  worden  “indien  de  oorzaak  van  de  onbekwaamverklaring  kennelijk  bestond  ten  tijde  dat  die  handelingen  zijn  verricht”  (Art.  503  BW)  

Rechter  plaatst  zich  op  het  moment  dat  de  rechtshandeling  werd  gesteld  

Feitenkwestie    

Afdeling  4:  Bijstand  van  een  gerechtelijk  raadsman    

• Art.  513-­‐515  BW    

• Toepassingsgebied  o Voor  geesteszieken  of  geesteszwakken  die  niet  zodanig  gestoord  zijn  dat  

ze  onbekwaam  verklaard  kunnen  worden  o Voor  verkwisters  =  personen  die  met  hardnekkige  standvastigheid  hun  

inkomsten  en  kapitaal  verspillen,  zonder  dat  hun  uitgaven  redelijk  zijn  of  enig  economisch  voordeel  opleveren  (Art.  513  BW)  

Niet  Bv.  Na  echtscheiding  een  man  met  een  midlife-­‐crisis    

• Procedure  o Idem  als  bij  gerechtelijke  onbekwaamverklaring,  maar  neuropsychiatrisch  

onderzoek  vervalt  indien  het  om  een  verkwister  gaat  (Art.  514  BW)    

• Publiciteit  o Idem  als  bij  gerechtelijke  onbekwaamverklaring  

 • Gevolgen  

o Met  betrekking  tot  de  persoon    Men  blijft  volledig  bekwaam    

o Met  betrekking  tot  de  goederen    Men  wordt  gedeeltelijk  handelingsonbekwaam,  meer  bepaald  voor  de  rechtshandelingen  opgesomd  in  Art.  513  BW;  bijstand  van  de  door  de  rechtbank  benoemde  raadsman  is  vereist  

Dus  niet  volledig  zoals  bij  gerechtelijk  onbekwaamverklaarden    

• Sanctie  o Bijstandbehoevende  handelingen,  na  de  benoeming  van  de  raadsman  

zonder  bijstand  verricht,  zijn  rechtens  betrekkelijk  nietig