Samenvatting - Handelsrecht.doc

41
Inleiding tot het handelsrecht (Huguette Geinger) DEEL 1: Algemene begrippen Bronnen van het recht. Wetboek van koophandel (1807 niet geschreven door een jurist maar wel door een economist, na het wetboek van koophandel werd het Burgerlijk Wetboek geschreven): alles rechten en plichten van ondernemingen. De inhoud werd meerdere malen gewijzigd. Zodat problemen snel kunnen worden opgelost zal de wetgever sneller ingrijpen bij geschillen dan in het burgerlijke recht. Burgerlijk Wetboek: wetteksten zijn zeer oud. Tevens is het burgerlijke recht een statisch recht dat zeer traag tot stand komt. Hierdoor ontstaan vaak herstelwetten om gevolg te geven aan praktijken met een zeer ruim toepassingsgebied. Auteurs Rechtspraak: zeer creatief omdat rechters de wet zelf mogen interpreteren waardoor wetswijzigingen kunnen ontstaan. De rechtbanken van Koophandel bestaan uit 3 personen: Beroepsmagistraat (rechter in koophandel) 2 rechts in handelszaken (consulaire rechters ): behoren tot de handelskringen en zijn niet noodzakelijk juristen. zij behoren tot de praktijk, waardoor zij hun eigen ervaringen kunnen gebruiken om geschillen op te lossen. Vaak steken ze hun nek uit en voorspellen een oplossing waarmee juristen het niet helemaal eens zijn maar die beter aansluit bij de praktijk. Handelaar worden voorgedragen door de Kamers van Koophandel, benoemd voor minstens 5 jaar door de Koning. Handelsrecht: traditioneel wordt aangenomen dat het handelsrecht een uitzonderingsrecht is ten aanzien van het burgerlijk recht. Hierin staan de bepalingen betreffende de verbintenissen nopens bijzondere daden (daden van koophandel), in de regel, slechts toepasselijk op bepaalde groep personen (handelaars). Burgerlijk recht: bevat de gewone betrekkingen tussen alle particulieren. → Beide delen van het recht behoren tot het Privaatrecht . 1

Transcript of Samenvatting - Handelsrecht.doc

Inleiding tot het handelsrecht (Huguette Geinger)

DEEL 1: Algemene begrippen

Bronnen van het recht. Wetboek van koophandel (1807 niet geschreven door een jurist maar wel door een economist, na het wetboek van koophandel werd het Burgerlijk Wetboek geschreven): alles rechten en plichten van ondernemingen. De inhoud werd meerdere malen gewijzigd. Zodat problemen snel kunnen worden opgelost zal de wetgever sneller ingrijpen bij geschillen dan in het burgerlijke recht. Burgerlijk Wetboek: wetteksten zijn zeer oud. Tevens is het burgerlijke recht een statisch recht dat zeer traag tot stand komt. Hierdoor ontstaan vaak herstelwetten om gevolg te geven aan praktijken met een zeer ruim toepassingsgebied. AuteursRechtspraak: zeer creatief omdat rechters de wet zelf mogen interpreteren waardoor wetswijzigingen kunnen ontstaan. De rechtbanken van Koophandel bestaan uit 3 personen:

Beroepsmagistraat (rechter in koophandel)2 rechts in handelszaken (consulaire rechters): behoren tot de handelskringen en zijn niet noodzakelijk juristen. zij behoren tot de praktijk, waardoor zij hun eigen ervaringen kunnen gebruiken om geschillen op te lossen. Vaak steken ze hun nek uit en voorspellen een oplossing waarmee juristen het niet helemaal eens zijn maar die beter aansluit bij de praktijk. Handelaar worden voorgedragen door de Kamers van Koophandel, benoemd voor minstens 5 jaar door de Koning.

Handelsrecht: traditioneel wordt aangenomen dat het handelsrecht een uitzonderingsrecht is ten aanzien van het burgerlijk recht. Hierin staan de bepalingen betreffende de verbintenissen nopens bijzondere daden (daden van koophandel), in de regel, slechts toepasselijk op bepaalde groep personen (handelaars). Burgerlijk recht: bevat de gewone betrekkingen tussen alle particulieren. → Beide delen van het recht behoren tot het Privaatrecht. Ondernemingsrecht: is echter omvattender dan het Handelsrecht. Ook wordt het Recht in de onderneming toegepast op de verhouding werkgever-werknemer. Het vennootschapsrecht maakt in ieder geval deel uit van het ondernemingsrecht. Economisch recht: voegt men aan het ondernemingsrecht de regelen toe door de overheid aangenomen ter bescherming van investeerders, consumenten, concurrenten of om het economisch leven op te bouwen, dit is globaal genomen het marktrecht (dat geen privaat- doch publiekrecht is) dan spreekt van economisch recht.

1

De wet: nationaalIndien er geen oplossing te vinden is het Wetboek van Koophandel voor geschillen tussen handelaar en ondernemers zal men een beroep doen op het Burgerlijk Wetboek. In de praktijk rijzen er enkele problemen. Vaak zijn er gebruiken ontstaan tussen handelaars en ondernemers om bepaalde geschillen op te lossen die we echter niet terugvinden in het Burgerlijk Wetboek. Indien men zich enkel beroept op het Burgerlijk Recht dan kan de mogelijkheid bestaan dat deze oplossing strijdig is met de gewoonten die de handelaars en ondernemers ontwikkeld hebben. Vb: garagist verkoopt een wagen, waar een gebrek aan optreedt. Na het werken aan de wagen is dit gebrek echter nog niet van de baan… wat doet de koper?Hiervoor bestaat geen oplossing in het Wetboek van Koophandel. Het Burgerlijk Wet zegt dat de verkoper die de wagen verkoopt ene dagvaarding kan krijgen indien hij/zij wist dat deze wagen gebreken vertoonde. De toepassing die gebeurd in samenspraak met het Handelsrecht: de verkoper wordt steeds geacht het gebrek te kennen → steeds dagvaarding. Indien deze verkoper niet gedagvaard wilt worden zal hij zijn overmacht moeten kunnen aantonen. Vb: hoofdelijkheid. 2 studenten gaan een bedrag ontvangen en ieder zal een verklaring ondertekenen hierin staat dat ieder de helft moet terugbetalen. Je medestudent betaalt echter niet. In het Burgerlijk recht staat dat iedere schuldenaar maar ten belopen van zijn deel bevoegd is. In het Handelsrecht daarentegen staat dat iedereen bevoegd is voor het algeheel bedrag ook wanneer meerdere personen getekend hebben. Iedereen is dus aansprakelijk voor het totale bedrag.

De wet: Internationaal.Verdragen:

Verdragen die het recht zelf regelt: wisselbrief en ordebriefVerdragen die geschillen regelt: internationaal vervoerboek: eenzelfde regeling door verschillende landen aangenomen voor alle geschillen die tussen personen van verschillende nationaliteiten kunnen ontstaan.

→ Samenwerkende landen gaan een deel van hun soevereiniteit afstaan. Vb: Er zit een Fransman en Italiaan op de trein in Frankrijk. De Italiaan wordt gewond, hier rijst de vraag welk recht in werking zal treden? Het Franse recht zal van toepassing worden ongeacht de nationaliteit van de reizigers op de trein.

Richtlijnen en verordeningen van de Europese Unie: Europees recht primeert op het Nationaal recht.

Richtlijnen: geven instructies aan staten, hierdoor zijn deze verplicht de wetgeving aan te passen. Richtlijnen hebben pas weerslag voor de bevolking wanneer deze in werking treden, dus wanneer de wet is bekendgemaakt en goedgekeurd

2

Verordeningen: bindend en rechtstreeks van toepassing in elke lidstaat, zodat de tussenkomst van de nationale wetgever overbodig wordt.

Gebruiken en billijkheid.Onderscheid feitelijke gebruiken en rechtsgebruiken:

Feitelijk gebruik: is hetgeen in welbepaalde omstandigheden gewoonlijk wordt gedaanRechtsgebruik: is in werkelijkheid gewoonterecht (rechtsregels dus), doch die de vorm van een wetsbepaling niet hebben aangenomen en doms rechtstreeks ingaan tegen wet

Billijkheid: (algemeen geacht rechtvaardig te zijn) heeft in handelsrecht een groter belang dan in sommige andere rechtstakken. Dit is te wijten aan de samenstelling van de rechtbanken van koophandel, waarin de consulaire rechteres dikwijls eerder op billijkheidsgronden, dan op grond van andere rechtsbronnen zullen oordelen, zeker in die gevallen waar geen duidelijk gekende rechtsregels voorhanden zijn

3

DEEL 2: Daden van koophandel, kooplieden, handelszaak, handelsonderneming, bewijsrecht, mogelijke organisatievormen.

Titel 1: Begrippen

1. De daden van koophandel.Bevoegdheid rechtbank van Koophandel: betwistingen tussen personen mbt daden van koophandel, ongeacht hun professionele activiteit, hetgeen de opsomming van dergelijke daden veronderstelde

Objectieve daden van koophandel: onvolledige opsomming en sommige daden verkregen handelskarakter omdat ze door handelaar werden gesteld → invoegen laatste lid art 2 Wetboek van Koophandel: verbintenis door kooplieden aangegaan rust op vermoeden commercialiteitSubjectieve daden van koophandel:Daden van koophandel naar vorm: putten commercieel karakter uit vorm verbintenis, ongeacht hoedanigheid auteur handelingen die aan oorsprong verbintenis ligt (wisselverbintenis)

2. Kooplieden.Kooplieden: zij die daden uitoefenen, bij de wet daden van koophandel genoemd, en daarvan hoofdzakelijk of aanvullend hun gewoon beroep maken

3. Handelszaak.Het geheel der handelsactiviteiten kooplieden vindt plaats in en door middel van een handelszaak. Het is het geheel van materiële en immateriële elementen dat door de handelaar wordt aangewend teneinde winsten te verwezenlijken. De handelszaak komt voor als een feitelijke algemeenheid, maar is geen rechtsalgemeenheid. Waar feitelijk (of economisch beschouwd) een onderscheid kan gemaakt worden tussen:

Goederen van de koopman die zijn privé-vermogen vormenGoederen van koopman-natuurlijk persoon die zijn handelszaak/handelsfonds vormen

heeft een dergelijk onderscheid op juridisch vlak geen waarde. Alle goederen van de koopman-natuurlijk persoon, ongeacht de bestemming ervan die hij eraan geeft, vormen zijn ene en ondeelbare vermogen, een gegeven dat vooral bij de gedwongen tenuitvoerlegging van

4

schuldvorderingen op een dergelijke koopman-natuurlijk persoon van grote betekenis is.

4. Handelsonderneming.Handelsonderneming: georganiseerd geheel, ongeacht de eraan gegeven juridische vorm, aangeduid, waarmee men beoogt goederen/diensten te produceren, uti te wisselen, te doen circuleren teneinde winsten te verwezenlijkenHandelszaak ↔ handelsonderneming:

Handelszaak: betref inhoud handelszaakHandelsonderneming: betreft eveneens wijze waarop deze elementen worden aangewend

Titel 2: Daden van Koophandel.

1. Objectieve daden van koophandel (opgesomd in wet).Objectieve daden van koophandel of daden van koophandel naar hun aard: daden die hun handelsrechtelijk karakter ontlenen aan het feit dat zij als dusdanig in de wet worden vermeld; zij vertonen een handelsrechtelijk karakter ongeacht de persoon die ze stelt, handelaar/niet-handelaar Art 2 Wetboek van Koophandel: weerlegbaar vermoeden commercialiteit in en het tegenbewijs kan worden geleverd dat de, in het genoemde wetsartikel opgesomde daden, bij ontstentenis van winstbejag, geen daden van koophandel zijnIn objectieve daden van koophandel onderscheid tussen:

Daden die afzonderlijk, zelfs éénmalig, gesteld, als daad van koophandel worden aangemerkt, maar waarvan de meeste in het kader van een onderneming worden verrichtDaden die als “onderneming” als daad van koophandel worden aangemerkt

Daden van koophandel: (examen: nooit allemaal kunnen opsommen, alleen grote lijnen kennen)

Elke aankoop van voedingsmiddelen en koopwaren om die, al dan niet na bewerking of verwerking, weder te verkopen of om het gebruik ervan te verhuren: 4 grote voorwaarden:

Aankoop: aanwerving onder bezwarende titel (ruilkoop)Koopwaren of voedingsmiddelen: onroerende goederen buiten beschouwingVerdere verkoop of verhuringWinstbejag: niet uitdrukkelijk in wet, toch essentieel

Elke verkoop of verhuring die het gevolg is van zodanige aankoop: verdere verkoop/verhuur maken verwezenlijking van winstoogmerk mogelijk. De latere verkoop/verhuur met verlies heeft echter niet tot gevolg dat het handelskarakter verloren gaat. Uitz op commerciële aard aankoop en verkoop goederen: apothekers, geneesheren, veeartsenElke huur van roerende goederen om die in onderhuur te geven en elke onderverhuring die daarvan het gevolg is: noodzakelijkerwijze

5

gaan om huur en wederverhuring roerende goederen, onroerende goederen buiten beschouwingElk in hoofdzaak materieel werk verricht ingevolge huur van diensten, zodra het, zelfs op bijkomstige wijze, gepaard gaat met levering van koopwaar lees boek pg 22Elke aankoop handelszaak om die te exploiteren: afgeweken regel dat koop van roerende goederen alleen dan een daad van koophandel is, wanneer er gekocht is met bedoeling het gekochte goed verder te gaan verkomen. Alle verrichtingen van industriële ondernemingen, zelfs wanneer de ondernemer slechts de voortbrengselen van zijn eigen grond verwerkt en voor zover het geen verwerking betreft die normaal bij landbouwbedrijven behoort: hieronder valt grootste gedeelte industriële ondernemingen, vervaardiging: (half)afgewerkte producten zonder onderscheid onderneming grondstof delft/aankooptAlle verrichtingen van ondernemingen van openbare of particuliere werken, van vervoer te land, te water of door de lucht:

Ondernemingen van openbare/particuliere werken: onderscheiden industriële ondernemingen omdat zij onroerende goederen optrekkenOndernemingen van vervoer te land, te water of door de lucht: vervoerscontract: overeenkomst waarbij een persoon, de vervoerder, zich er toe verbindt tegen betaling prijs, persoon/goederen van één plaats naar andere plaats te brengen.

Alle verrichtingen van ondernemingen van leveringen, van zaakwaarneming, van zaakbezorging, van openbare verkopingen, van openbare schouwspelen en van premieverzekeringen:

Ondernemingen leveringen: ondernemingen die zich verbinden op grond van overeenkomst, tegen bepaalde prijs, op zekere, gewoonlijk periodieke tijdstippen, de eigendom of gebruik zekere zaken te verschaffen Ondernemingen van zaakwaarnemingen, zaakbezorging: ondernemingen van agentschappen en zakenkantoren zijn inrichting die zich tot het publiek richten en andermans zaken beheren, mits vergoeding, zonder dat zij daartoe enige opdracht van openbaar gezag/rechterlijke macht krijgen Ondernemingen openbare verkopingen: geregelde uitbating verkoopzalen alwaar roerende goederen die niet noodzakelijk door de uitbater worden aangekocht, publiek worden verkochtOndernemingen openbare schouwspelen: ruime interpretatie. Organiseren kermissen, schouwburgondernemingen,…Ondernemingen van premieverzekering: verzekering met premie: verzekeringsvorm waarbij verzekeraar een bepaalde som zal uitbetalen, bij de verwezenlijking van bij contract bepaalde risico, mits er door verzekerde regelmatig forfaitair vastgestelde premie werd betaald. Onderlinge verzekering: contract waarbij verschillende personen zich verbinden op

6

bepaalde wijze tussen te komen wanneer één onder hen het slachtoffer is van zekere risico’s

Alle verbintenissen van handelsagenten voor het bemiddelen/afsluiten van zaken; elke bank-, wissel-, commissie- of makelaarsverrichting; en alle verrichtingen van openbare banken:

Verbintenissen handelsagenten: overeenkomst waarbij handelsagenten door andere partij, de principaal, permanent en tegen vergoeding belast wordt met het bemiddelen en eventueel afsluiten zaken in naam en voor rekening principaal

Alle verrichtingen van ondernemingen die tot doel hebben onroerende goederen te kopen om ze weder te verkopen: indien aankoop geschied om te verhuren → geen daad koophandel. Indien onderneming die onroerend goed aankoopt zelf gebouw plaatst → daad van koophandelTermijnzaken in waren en goederen: verhandelen goederen 2 manieren:

Contante verkopingen: levering en betaling onmiddellijk/op zeer korte termijnVerkopingen op termijn: op beurs en gebeuren onder 2 vormen:

Markt op levering: koper wenst levering waren die niet onmiddellijk geleverd kunnen wordenEigenlijke termijnmarkt: overeenkomst levering uitstellen doch reeds prijs bepalen

Ondernemingen betreffende zeehandel: aankoop handelsschip → daad koophandel. Aankoop/verkoop jacht → geen objectieve daad koophandel, maar moet vrijwillig zijn

2. Subjectieve daden van koophandel.Subjectieve daden van koophandel: daden met winstbejag gesteld door diegenen die gewoonlijk objectieve daden van koophandel stellen en daarvan hoofdzakelijk/bijkomend hun beroep maken maw burgerlijke daden die commercieel worden omdat ze door handelaar verricht wordenVermoeden commercialiteit:

Handelsrechtelijk karakterVermoeden is algemeen: geldt om het even of de oorzaak van de verbintenis ligt in een contract, een oneigenlijk contract, misdrijf of onrechtmatige daadDoor wet ingesteld vermoeden is weerlegbaar

3. Daden van koophandel naar vorm.Daden van koophandel naar vorm: alle verbintenissen uit wisselbrieven, mandaten, orderbriefjes of andere order- of toonderpapier

4. Niet-commerciële economische bedrijven. Landbouw en ontginningsbedrijven:

Landbouwbedrijven: traditioneel wordt landbouw uit de handel gesloten. De uitdrukking is zeer ruim, zelfs zeevisserij wordt gezien als daad koophandel

7

Ontginningsbedrijven: ontginnen bodemrijkdommen → geen handelskarakter voor zover het niet gepaard gaat met verwerking/bewerking ontgonnen materialen

Ambachtslieden: zelfstandige arbeiders die principieel zelf de bestelling uitvoeren die hen is toevertrouwd. Vallen niet onder omschrijving van de 4de reeks daden van koophandel Vrije beroepen: uitgestoten omdat hun deontologie en werkmethodes onverrenigbaar zijn met de handelsrechtelijke technieken vb: advocaten, gerechtsdeurwaarders,… gewoonlijk stelt de wet/beroepsreglementering een onverenigbaarheid tussen de uitoefening van deze beropeen en het voeren van handel vast

Titel 3: Kooplieden.

1. Het begrip handelaar.a) DefinitieHandelaar: zij die daden uitoefenen, bij wet daden van koophandel en daarvan hoofdzakelijk of aanvullen hun gewoon beroep makenb) Voorwaarden.Voorwaarden om handelaar te worden:

Stellen van daden van koophandel in eigen naam en voor eigen rekeningHoofdzakelijk/aanvullend beroep

c) Duur van hoedanigheid van handelaarDuur en hoedanigheid van handelaar: 3 theorieën:

Vanaf ogenblik handelszaak door cliënteel wordt bezochtVanaf ogenblik opengesteld koperspubliekVanaf ogenblik plaatsvinden eerste handelsverrichting

Aangezien er geen wettelijk criterium is, is de discussie natuurlijk open. Wel is zeker dat, ter bescherming van deren, er een neiging bestaat de hoedanigheid van koopman zo vroeg mogelijk een aanvang te laten nemen. Zo werden aan de handelsuitbatingen voorafgaande verrichtingen beschouwd als reeds behorende tot de handelsactiviteit op grond van de theorie van het accessorium. De hoedanigheid van de eigenaar, en dus het ogenblik waarop zij een aanvang neemt/wordt afgesloten, kan door rechtsmiddelen bewezen worden. d) Koopmanskarakter van een rechtspersoon.Vereniging: burgerlijk karakter, nu haar statutaire doelomschrijving, in het licht van de vigerende wetgeving, verplicht burgerlijk activiteiten zal moeten bevattenVennootschap: zowel daden van koophandels als burgerlijke activiteiten tot doel hebben. Conform de navermelde modaliteiten zal dergelijke vennootschap, naargelang geval, gelden als hetzij commerciële of handelsvennootschap resp. als burgerlijke vennootschap

2. Wie mag handel drijven?a) Principes.Iedere echtgenoot heeft recht een beroep uit te oefenen zonder instemming van de andere echtgenoot. Om als handelaarster op te treden,

8

behoeft de gehuwde vrouw geen enkele toelating meer van haar echtgenoot. De echtgenoot die een beroep uitoefent verricht alle daartoe noodzakelijk bestuurshandelingen alleen. Indien de echtgenote haar echtgenoot bijspringt in de door hem gevoerde handel moet zij worden beschouwd als zijn lasthebber/aangestelde, tenzij zij op zodanige wijze met derden omgaat dat deze moeten geloven dta zij zich persoonlijk samen met haar man verbindt.b) Minderjarigen.Minderjarigen kunnen in beginsel geen handel drijven. Daden van koophandel gesteld door minderjarigen ten aanzien van deze minderjarigen zijn niet geldig. De sanctie is dat dergelijke handelingen als burgerrechtelijke daden moeten worden beschouwd.c) Onbekwaam verklaarden en onder gerechtelijk raadsman gestelden.Zwakzinnigheid/krankzinnigheid gerechtelijk onbekwaam verklaarden kunnen geen handelaar zijn, is wel evident: zij zijn immers niet bekwaam om overeenkomsten af te sluiten. Doch voor personen aan wie een gerechtelijke raadsman is toegevoegd, is het minder logisch: zij mogen sommige daden stellen, terwijl voor andere de bijstand nodig is. Ze zijn niet volledig juridisch onbekwaam, doch praktisch want ze moeten steeds beroep doen op bijstand, hetgeen onverenigbaar is met noden handel. d) Beperkingen of verbod van mogelijkheid handel te drijven. Absoluut verbod handel drijven, in openbaar belang, wettelijk voorzien bepaalde personen:

RijkspersoneelLeden Raad van StateJournalistenNotarissenLeden rechterlijke ordeAdvocatenGerechtsdeurwaarders

Overtreding van regel onverenigbaarheid kan leiden tot tuchtstraffen en verwijdering uit ambt door afzetting. Soms is verbod tot bepaalde beroepen beperkt vb: zo kan architect nooit samen aannemer zijn, aangezien architect aannemer moet controleren.

3. Verplichtingen verbonden aan de hoedanigheid handelaar.5 specifieke verplichtingen:a) Bekendmaking huwelijksvermogenstelsel.Het huwelijkscontract neerleggen bij de griffie van de rechtbank van Koophandel (ongeacht waar u woont, maar op de plaats waar u uw handelszaak uitbaat). Dit dient voor de bescherming van de schuldeisers zodat uw solvabiliteit tov hen verzekerd is. Een tweede punt waarvoor de neerlegging nodig is; de schuldeisers moeten weten welke regels afwijken in het huwelijkscontract van het gemeen recht. Indien men huwt zonder huwelijkscontract zal het gemeen recht bij problemen in werking treden.Wie moet dit contract neerleggen bij de griffie van de rechtbank van Koophandel? Normaal gezien moet de handelaar dit doen binnen de maand na het huwelijk. Indien dit niet gebeurd moet de notaris bij wie deze huwelijksakte opgesteld is het doen. Gebeurd dit niet dan kan de

9

notaris in kwestie, bij eventuele problemen mede verantwoordelijk worden gesteld voor het betalen van de schulden van de handelaar. Indien een van beide reeds handelaar is voor het huwelijk of indien huwelijksakte gewijzigd wordt, dan moet de notaris opnieuw de akte indienen. Indien een van partners handelszaak start tijdens huwelijk dan moet hij/zij dit zelf doen. Bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed of van goederen wordt uitgesproken tussen echtgenoten van wie er ten minste één van beide handelaar is, moet dit gemeld worden aan de griffie van de rechtbank van Koophandel binnen de maand na uitspraak. Zoniet zullen bij eventuele problemen beide personen aansprakelijk gesteld kunnen worden. b) Het voeren van de wettelijk voorgeschreven boekhouding.Elke handelaar is verplicht een boekhouding te voeren aangepast aan zijn handelsactiviteitenc) Inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen.Nieuw voor niet-handelaars en een aanpassing voor handelaars. Vroeger was een inschrijving niet nodig voor mensen die geen handelaar waren maar wel betrokken waren bij het economisch systeem, nu moet dit wel gebeuren. Vroeger werden handelaar ingeschreven in het handelsregister. Het bestaande register gaat gepaard met de invoering van een uniek ondernemingsnummer, tot doel om door de realisatie van het principe van de unieke gegevensinzameling, de administratieve verplichtingen opgelegd aan ondernemingen te vereenvoudigen en de werking van de overheidsdiensten efficiënter te organiseren. Doel van het nummer: men gaat verwachten van de handelaar om dit nummer op elke officieel document te vernoemen. Normaal gezien moet dit niet alleen vermeld worden op documenten maar ook op het gebouw en op de firmawagens. Sanctie indien dit niet gebeurd: er bestaat de mogelijk voor een boete uitgesproken door de correctionele rechtbank (op de plaats waar de handelszaak gevestigd is), met gevolgen op financieel vlak. Per uitbaatactiviteit krijgt men een ander nummer. Indien men eerst bijvoorbeeld een krantenwinkel had en deze nadien uitbreid met een speelgoedwinkel en hiervoor nog geen nieuw nummer heeft aangevraagd, dan worden geschillen mbt de speelgoedwinkel verworpen en dient de handelaar in te staan voor alle financiële gevolgen (rechter wordt verboden kennis te nemen). d) Verplicht bezit van een bank- of postrekening.Elke handelaar moet in het bezit zijn van een bank- of postrekening. Indien men een handelsnummer gaat aanvragen aan de Kruispuntbank zal dit het eerste zijn wat gevraagd wordt. Dit moet tevens vermeld worden op elke factuur of officieel document. Vb: consument betaalt niet. De handelaar heeft reeds verschillende aanmaningen gestuurd zonder vermelding bank- of postrekeningnummer dan zal de consument het hoofdbedrag moeten betalen zonder de intersten die opgelopen werden door de openstaande betaling. e) Verplicht taalgebruik.Regel: in Vlaanderen of Wallonië moeten de contacten tussen werkgever verlopen in het Nederlands of Frans naargelang de plaats waar men zich bevindt. Gebeurd dit niet dan wordt het contract ongeldig verklaard.

10

Uitz op regel: handelsvertegenwoordigers die zowel in het Vlaams als Waals gedeelte werken worden toegelaten een contract in een andere taal te hebben (ofwel Nederlands ofwel Frans)Bxl: hier is er keuze, naargelang de taal van de werknemer. dit neemt niet weg dat er naast het officieel document een vertaling mag bestaan (bij eventuele fouten in de vertaling wordt nooit rekening gehouden met de vertaling, enkel met het officieel document)

Titel 4: Handelszaken en Handelsondernemingen.

Wat? Samengesteld uit activa die nodig is voor de handel uit te baten. Het geheel van handelszaak is meer dan de samenstelling van dingen.Handelszaak is een onderneming die uitgebaat wordt door een handelaar in eigen naam. De handelszaak is een deel van zijn eigen vermogen dat dient om eventuele schulden af te betalen. Het vermogen omvat alles, ook de prive-schuldeisers kunnen in dit geval de handelszaak in beslag nemen. Het privé-vermogen kan uiteenvallen in alle schuldeisers die er beslag op leggen. In de praktijk wordt dit echter zeer weinig gebruikt. Veel meer handelaars richten een vennootschap op. Hier wordt gesteld dat de vennootschap een derde persoon is. Dit heeft tot gevolg dat wanneer er schulden zijn het privé-vermogen van de oprichters niet wordt aangesproken om de schuld te betalen. Deze regel geldt alleen voor handelsvennootschappen waar de eigen persoon verschillend is. Vermogen: alles wat nodig om een handelszaak uit de baten.

1. Overeenkomsten met handelszaak als voorwerp.Handelsfonds kan het voorwerp zijn van:a) Bezoldigd beheer (gérance): iemand die in de handelsuitbating optreedt in naam en voor rekening eigenaar, deze persoon zal tevens het beheer waarnemen.b) Verhuring: de huurder zal de zaak uitbaten zonder enige verplichting voor de verhuurder. Tevens houdt dit een niet-concurrentieverplichting in voor de verhuurder.c) Verkoop: er wordt een einde gesteld aan de uitbating handelszaak. Hier bestaat de vergoeding uit geld. De verkoper is verplicht zich te onthouden van alle daad van mededinging: vrijwaringspicht. Men moet zich niet van alle handelsuitoefeningen onthouden maar wel van concurrentiele handel. d) Inbreng: de vergoeding van een inbreng bestaat uit aandelen. De inbrenger moet zich net als de verkoper van elke daad van mededinging tov de koper. Ook hier bestaat de verplichting voor de inbrenger nooit op (in)directe wijze in concurrentie te treden met de vennootschap-koper, zelfs wanneer er niets werd gestipuleerd.

2. Uitbating van een handelszaak.a) Principe van vrijheid van handel en nijverheid.Wetgever grijpt in in misdrijvende toestanden. Sinds 1991 is er een wetgeving tegen oneerlijke concurrentie die handelaars onder elkaar en

11

derden moet beschermen tegen wanpraktijken. Indien men deze wet overtreedt zal er een dwangsom worden opgelegd aan de handelaar. b) De verkoopconcessie-overeenkomst. Hierbij zijn er 2 partijen aanwezig, een verkoper en een aankoper die zich verplichten tot enerzijds verkopen en anderzijds aankopen. In vele gevallen bevat deze overeenkomst een exclusiviteitregeling: de leverancier verbindt er zich dan toe om binnen het overeengekomen gebied de betreffende producten uitsluitend aan de medecontractant te verkopen, die hierdoor voor dat bepaald contactgebeid de exclusieve verdeler wordt. Na de opstelling van de grenzen in 1957 werden de Belgische dealers weggedrukt. Om dit tegen te gaan stelde de wetgever strenge verplichtingen op om een overeenkomst te kunnen beëindigen. Indien men een verkoopconsessie-overeenkomst wil beëindigen dan moet men rekening houden met:

OpzeggingstermijnOpzeggingskosten

Men moet de persoon in kwestie de tijd geven om iets anders te zoeken. Deze verplichtingen werden in 1975 vastgelegd. Indien men wil opzeggen voor een concessie van bepaalde duur, moet dit gebeuren tussen de 3de en 6de maand voor het einde van het contract.Door de wet geboden bescherming:

Concessies van onbepaalde duur kunnen slecht beëindigd worden mits redelijke opzeggingstermijn of billijke vergoeding. De partij die de opzegging doet kiest tussen de termijn of de vergoeding. Concessies van bepaalde duur komen niet zonder meer bij het einde van de termijn te vervallen. Tussen 6 en 3 maanden voor het einde van de termijn moeten zijn aangetekend worden opgezegd, zo niet wordt de overeenkomst voor onbepaalde tijd verlangd. Concessies van bepaalde duur die tweemaal vernieuwd werden, worden geacht toegestaan te zijn voor onbepaalde tijd. Bijzondere regeling mbt bevoegdheidstoewijziging: de benadeelde concessiehouder kan de concessiegever in België dagvaarden hetzij voor de rechter van zijn eigen woonplaats, hetzij voor de rechter van de woonplaats/zetel concessiegever → geschil voor Belgische rechtbank alleen toepassing Belgische wet.

5. Bescherming van de handelszaaka) Industriële en intellectuele eigendom.In België bestaat de vrijheid tot het drijven van handel. Echter mag deze ‘letterlijk’ niet zo strikt worden opgenomen, daar deze toch aan banden is gelegd door de wet van 1991 mbt oneerlijke gedragingen. Deze wet is dwingend. Men wilde echter niet alleen de handelaar viseren maar ook de consumenten. Wat staat in deze wet?

Men mag het belang van handelaar niet in gevaar brengenBestraffing geschillen handelaar en consument

Een andere bescherming van de handelszaak zijn de octrooien. Men wil de uitvinder beschermen waardoor deze een monopoliepositie kan uitbaten. De wetgever gaat merken beschermen op voorwaarde dat de uitvinder deze nieuwe uitvinding geregistreerd heeft bij het Nationaal Kantoor.

12

b) Wet betreffende de handelspraktijken, de voorlichting en de bescherming van de consument. (niet voor examen)c) Bescherming van de huurder bij de handelshuurovereenkomst.Hier wil men de handelaar beschermen die de handelswaarneming uitbaat in het huurpand. Wetgever beschermd alleen:

KleinhandelaarOnmiddellijk leveren aan de privaat cliënteel zonder tussenpersoonRechtstreeks contact met cliënteel handelszaak

Alleen voor diegene die in het handelspand ook effectief een handelsuitoefening zullen beoefenen. Zo zal de wetgever dus niet een schoorsteenveger beschermen die een handelspand huurt, want deze staat in dit pand niet rechtstreeks in contact met de consument. Hij zal echter wel een caféhouder, kapsalonuitbater,… beschermen.

Het gemeen recht biedt hier onvoldoende mogelijkheden. De eigenaar van het pand kan niet zomaar de huurovereenkomst onderbreken om de vruchten van het werk van de huurder te plukken. Handelaar wordt hierdoor niet voldoende beschermd in het Gemeen Recht. Aarde van de wetgeving de huurder handelspand moet beschermen:

De huurovereenkomst mag niet korter dan 9 jaar zijn. Uitzonderingen: wanneer moet huurovereenkomst geen 9 jaar zijn:

Partijen kunnen onderling akkoord gaan contract te beëindigen bij authentieke akte/verklaring rechterHuurder mag lopende huur beëindigen na 3 of 6 jaar mits vooropzeg van 6 maanden Verhuurder mag lopende huur beëindigen na 3 of 6 jaar mits:

Mogelijkheid uitdrukkelijk in contract voorzienOpzeggingstermijn 1 jaarOog op eigen exploitatieBetaling opzeggingsvergoeding 2 jaar huur

De huurder moet de 9 jaar niet uitdoen, hij mag opzeggen wegens wederzijdse toestemming. Tevens treed hier de ongerustheid van de wetgever op: de aanvraag tot verbreking van het contract moet uitgaan van de huurder en mag niet afgedwongen worden van de verhuurder, hierdoor is het noodzakelijk om een vrederechter of notaris te schakelen.

de huurovereenkomst van 9 jaar kan 3x hernieuwd worden, waardoor de huurder gedurende 36 jaar in pand kan blijven. De partijen kunnen op dat ogenblik natuurlijk ook onderling afzien van hernieuwing bij authentieke akte/verklaring rechter. De verhuurder kan ook weigeren hernieuwing door te voeren, mist betalen van 3 jaar huur, eventueel vermeerderd met afdoende schadevergoeding; dit naargelang reden die verhuurder kan doen gelden bij deze weigering. Procedure aanvraag hernieuwing:

Tussen 18de en 15de maand voor beëindigen contract van 9-jaarlijkse Bij deurwaarderexploot of aangetekend schrijven

13

Vermelding huurvoorwaarden waaronder huurder wil hurenVermelding van termijn 3 maanden binnen dewelke verhuurder dient te regeren

Hoe kan verhuurder reageren?Hij reageert niet binnen 3 maanden: hernieuwing onder gestelde voorwaardenHij aanvaardt uitdrukkelijk: hernieuwing teweeg onder gestelde voorwaarden huurderHij doet tegenvoorstel:

Huurder is akkoord: geen probleemHuurder niet akkoord: binnen 30 dagen zaak voor vrederechter die uitspraak naar billijkheid zal doen

Verhuurder weigert hernieuwing:Zonder geldige motivatie: uitwinningvergoeding 3 jaar huur + eventuele schadeloosstelling Hoger bod van derde: huurder kan binnen 30 dagen gelijk bod doen. Indien huurder gelijke huurprijs, doch andere voorwaarden wil → vrederechter die beslist aan wie huur zal worden gegeven. Indien geen hernieuwing huurcontract: betalen 1jaar huur indien nieuwe huurder andere handel drijft, betalen 2jaar huur indien nieuwe huurder gelijke handel drijftWegens geldig motief: hier gaat de wetgever duidelijk controleren of er aan de voorwaarden gedaan wordt. De eigenaar moet dan binnen de 6 maanden het motief uitvoeren en dit ook gedurende 2 jaar blijven aanhouden. Indien dit niet zo is dan zal men een vergoeding moeten betalen die overeenkomt met 1 jaar huur

Verbouwingen mogen worden uitgevoerd indien deze dienstig zijn voor onderneming en waarvan de kosten ≤ 3 jaar huur bedragen. De stabiliteit van het gebouw moet gegarandeerd blijven en het moet ethisch verantwoord zijnVerbod om huur aan andere over te dragen of het pand in onderhuur te gevenEinde uitbating bestaat de mogelijkheid om handelszaak over te dragen aan nieuwe huurder, maar indien de verhuurder op dat ogenblik niet kan verzekeren dat nieuwe huurder kan blijven huren → geen verkoop mogelijk. Ook hier moet de verhuurder akkoord gaan

Titel 5: Bewijsrecht.

Er is natuurlijk geen probleem indien er geen geschil/probleem ontstaat na het afsluiten van de overeenkomst. Indien dit echter wel het geval is doet men beroep op bewijsstukken. Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen het bewijsrecht in het Burgerlijk Recht en dit in het Handelsrecht. Laten we beginnen met het Burgerlijk recht:

Het belangrijkste document is het geschrift: 2 soorten geschriften:

14

Onderhandse: overeenkomst tussen 2 personen die ondertekend isAuthentieke akte: opgesteld door de rechter/notaris

Een geschrift moet ondertekend worden door alle partners die zich ertoe verbinden. De handtekeningen moeten tevens origineel zijn, zo volstaat het niet om een kopie, fax,… voor te leggen bij de rechter. Een geschrift is steeds nodig voor een verbintenis die betrekking heeft op een bedrag > €375. Er is nooit tegen dit bedrag in een bewijs te leveren. Minder sterk ducument: begin van schriftelijk bewijs: een fotokopie, fax,… Documenten bevatten een handtekening maar deze is niet origineel. Hier kan men beroep aantekenen door beroep te doen op getuigen/vermoedens:

Getuigen: mensen die worden opgeroepen en dienen te spreken in eed, dus niets dan de waarheidVermoedens:

Wettelijke vermoedens: door wet verondersteld vb: inschrijving in KruispuntbankFeitelijke vermoedens: elementen die u gaat aanvoeren voor rechter, waaroor je iets kan bewijzen. Rechter kan feiten appreciëren en weerhouden van weerlegging

Zeer zwak: eed: verklaring afgelegd voor rechter en men wordt verondersteld enkele de waarheid te spreken

Aanvullend: rechter acht punt niet genoegzaam bewezenBeslissend: eed die door een der partijen aan andere wordt opgedragen om beslissing geding ervan doen af te hangen

Vervolgens gaan we verder met de bepalingen in het Handelsrecht: hier bestaat echter geen hiërarchie van bewijsmiddelen, alle bewijsmiddelen hebben hetzelfde niveau. Niettegenstaande de bewijslevering vrij is, zal er vaak toch meer belang worden gehecht aan een geschrift. Maar nu is natuurlijk de vraag, wanneer wordt wel recht toegepast. Dit illustreren we met een vb: de handelaar verkoopt aan de consument. De consument dagvaart de handelaar; hier wordt het handelsrecht van toepassing. Dagvaart daarentegen de handelaar de consument dan is het Burgerlijk recht belangrijk. Bewijsmiddelen eigen aan het handelsrecht:

Boekhouding: iedere handelaar moet een gepaste en regelmatige boekhouding voeren zoals beschreven in de wet van 1971. Men kan zijn gelijk aantonen met de boekhouding indien:

geschillen tussen 2 handelaargeschil betrekking heeft op handelszaak

De tegenpartij kan echter ook zijn gelijk aantonen met het oproepen van de boekhouding van de andere partij. Maar hoe raakt die boekhouding nu bij de rechter?

Overlegging: gehele boekhouding, alleen nodig als rechter alles nodig heeft om geschil te behandelen vb: verdeling handelszaakOpenlegging: bepaald deel boekhouding, alleen gevraagde

15

Ook een particulier aan de boekhouding aanvoeren, hierbij moet deze echter wel beseffen dat hij geloof moet hechten aan algeheelheid boekhouding. Maar de handelaar kan de boekhouding niet aanvoeren als bewijsstuk tegen consumenten. Factuur: wordt opgesteld door de handelaar als uitvoering van de verkoop. Het is tevens een schuldvordering en een uitvoeringsverplichting. Dit bewijsstuk kan ook worden aangevoerd voor de rechtbank tegen een particulier in tegenstelling tot de boekhouding waarbij dit onmogelijk was. Indien de koper dit factuur aanvaardt is dit een impliciete aanvaarding uit levering zonder enige verplichting, laat na factuur niet meer te kunnen betwisten en betalen. Dit kan gebruikt worden als bewijsmiddel om prijs van de koper te achterhalen. Wat wordt bedoeld met impliciete aanvaarding? Als u het factuur omdraait, dan ziet u daar de voorwaarden/verplichtingen van de verkoopovereenkomst staan. Bij het tekenen van de verkoopovereenkomst neemt men deze voorwaarden ook aan. Indien uw vooraf gemaakte voorwaarden anders zijn dan de voorwaarden op de achterzijde van de factuur en u deze niet betwist, stemt u in met de nieuwe voorwaarden. Indien u de factuur als verkoper ondertekend, dan bestaat het vermoeden dat de koper betaald heeft.

Titel 6: Inrichting van de handelsactiviteit onder de rechtsvorm van een kapitaalvennootschap met aansprakelijkheidsbeperking. (niet op examen: pg 101 tem 144)

DEEL 3: Handelseffecten en betalingsmiddelen, kredietinstellingen en hun verrichtingen, handelszekerheden.

Titel 1: Handelseffecten

1. De wisselbrief.Wisselbrief: waardepapier dat vatbaar is voor overdracht door endossement, dat door de wet is ingesteld en geregeld, bevattende een onvoorwaardelijke opdracht van een persoon (de trekker, de schuldeiser), aan een persoon (betrokkene, de schuldenaar) om op de vervaldag aan een andere persoon (beneficiant of de begunstigde) een bepaalde som te betalen.Een wisselbrief heeft een onvoorwaardelijk karakter tot betaling: diegene die als betrokkene de wisselbrief aanvaardt zal zich op geen enkele manier kunnen onttrekken: indien u de verkoop sluit → verkoper staat krediet toe → koper tekent, hierdoor zal hij zich er onvoorwaardelijk toe verbinden om het bedrag te betalen ook al zijn de goederen niet geleverd of is de koper niet tevreden over wat geleverd is.Men moet hier toch een nuancering in zien, men maakt hiervoor een onderscheid tussen:

16

Materiële abstractie: diegene die betaling komt halen niet meer de oorspronkelijke trekker is → geen doorbreking onvoorwaardelijk karakter. Hier kan u wel een dagvaarding doen tov de verkoper om het niet nakomen van wat hij/zij beloofd hadFormele abstractie: wanneer de wissel nog in het bezit is van de trekker op de vervaldag, hier kunt u dan uw verweer uit de wissel halen → doorbreking onvoorwaardelijk karakter mogelijk

a) Wat dient er verplicht vermeld te zijn op de wisselbrief?Het woord wisselbriefHet bedrag: dit moet zowel vermeld worden in cijfers als letters. Indien er twee verschillende bedragen op vermeld staan zal er uitgegaan worden van het bedrag in lettersVervaldag: het krediet is toegestaan tot op een bepaalde dag, die vermeld moet staanNaam en adres betrokkenen aangezien de schuld haalbaar isFirma: trekker die aanleiding geeft tot het uitgeven van de wissel

indien men er een van deze gegevens ontbreekt zal men de wisselbrief niet aanvaarden

b) Facultatieve vermeldingen:Aanduiding fonds: onderliggende verbintenis die aanleiding heeft gegeven tot wisselDomiciliëring: aangezien een schuld haalbaar is. De schuldenaar zal vaak zijn financiële instelling aanduiden als domicilie, dit is de plaats waar de schuldeiser op de vervaldag het bedrag kan gaan ophalenClausule “niet aan order”: in principe is de wissel vatbaar voor overdracht (door endossement). Het kan zich echter voordoen dat men verdere cambiale overdracht wenst te beletten. De schuldvordering van de beneficiant blijft overdraagbaar, doch mits naleving van de vormen van Gemeen recht

Er is geen handtekening voorzien voor de betrokkenen bij de totstandkoming wissel. Hierdoor is er geen gehoudenheid van acceptatie die hierdoor facultatief wordt. Het overdragen van een wissel kan gebeuren via:

Endossement: de wisselrechtelijke overdracht van de in wisselbrief geïncorporeerde rechten. Formeel is de overdracht aan de nieuwe houder, door een vermelding aangebracht op wissel. Endossant: de overdrager, geëndosseerde daarentegen is de verkrijger. Een endossement gebeurt niet altijd op de rugzijde van de wissel, het is ook gewettigd dat dit gebeurd op de voorzijde mits de bijkomende vermelding “voor endossement” de handtekening vergezelt. Op de rugzijde daarentegen volstaat enkele de handtekening. ! Er is geen endossement mogelijk indien op de rugzijde de vermelding gemaakt is van “niet aan orde”. Grondvoorwaarden endossement:

Clausule “niet aan order” mag niet voorkomen op wisselbriefOnvoorwaardelijk karakter moet blijven bestaanEndossement moet volledig zijn in tegenstelling tot de gedeeltelijke acceptatie

17

Mogelijkheden totstandkoming endossement: Endossement op naam: op voorzijde wissel mits vermelding “aan order van …” naast handtekening endossantEndossement in blanco/aan toonder: hier volstaat het louter de handtekening te plaatsen op de rugzijde van de wissel, zonder dat enige verdere vermelding vereist is. de geëndosseerde die de wissel in handen krijgt kan deze verder endosseren en daarbij al dan niet wisselaansprakelijkheid oplopen. Aan het endossement in blanco zijn voor- en nadelen verbonden. Het voornaamste nadel is zeker het grotere risico dat bij verlies van titel een onbevoegde hiervan gebruik kan maken. Als voordeel kan vermeld worden, de gemakkelijke verhandeling door enkele overdracht. Men kan tevens niet medeaansprakelijk worden gesteld voor het betalen van de som indien de betrokkene niet betaald/weigert te betalen.

Soorten endossement:Endossement in eigendom: volledige overdracht van wissel en rechter hieraan verbondenWisselbrief als zekerheid beschouwen ~ endossement ten titel van inpandgeving: je blijft de begunstigde maar je geeft het bedrag van de wissel aan de bank als afname van uw opgelopen schuld. Dit wordt niet vaak gebruikt, aangezien dit als vorm van insolvabiliteit aanzien kan worden. Endossement in lastgeving: lasthebber: iemand die optreedt en handelt in uw naam en voor uw rekening. Men voegt hiertoe toe aan het endossement de vermelding van “in lastgeving” samen met de naam van de bank

Disconto: indien u geld nodig heeft en naar een financiële instelling gaat, zal deze u waarborgen vragen. Voor deze waarborgen biedt u hen een wissel aan. Deze wordt dan in disconto aanvaard. Het geld zal u worden voorgeschoten door de bank. De bank biedt u tevens niet het nominale bedrag aan, maar het nominale bedrag verminderd met de discontokosten die bestaan uit kosten en intrestvoet tussen de dag van uitbetaling en de vervaldag. Opgelet het ontvangen bedrag is alleen definitief als de bank op de vervaldag het geld van de betrokkene ontvangt, zoniet zal de bank u het geld komen terugeisen en zal deze de wissel terug endosseren op uw naam.

c) Acceptatie van de wisselbrief:Er bestaat een volwaardig op het ogenblik dat de trekker de wisselbrief heeft getekend (betrokkene hoeft niet dadelijk te tekenen). Indien de betrokkene zijn handtekening niet heeft geplaatst is deze ook niet verplicht om tot betaling over te gaan, plaatst hij daarentegen wel zijn handtekening is hij verplicht deze te betalen ook al is hij niet tevreden over het product/wordt het niet afgeleverd. Indien de koper niet wil tekenen, zal de rechter hem niet kunnen verplichten. Aangezien het een daad van koophandel naar vorm is, zal de rechter de hand moeten nemen van de koper en deze verplichten de handtekening te plaatsen, wat niet toegestaan is. het enige wat kan plaatsvinden is een dagvaarding. Nu kan

18

men de vraag stellen, of men moet wachten om naar de koper toe te gaan om zijn handtekening te plaatsen om de wissel te aanvaarden tot op de vervaldag? Wel neen, de verkoper kan naar de koper toe gaan indien de wissel nog niet geaccepteerd is en vragen om deze te accepteren. De koper krijgt hier een bedenktijd van 24 uur, waarna de verkoper verplicht is terug te keren. !Laat nooit een wissel achter bij de betrokkene. De koper kan volgende antwoorden geven:

Ja: hier bestaat dan geen probleem, en hij/zij zal de wissel tekenenNeen: de verkoper zal een deurwaarder onder de arm nemen die een protestakte zal opstellen. Hier bestaat echter de mogelijkheid voor de verkoper op iedereen te dagvaarden wiens naam vermeld staat door endossement op de wissel. ! Indien er op de wissel staat dat deze niet mag geaccepteerd worden dan is de verkoper verplicht te wachten tot de vervaldag om zekerheid te hebben over uitbetaling/weigering. Indien vermeld staat dat de wissel niet mag geaccepteerd worden voor een bepaalde datum (gelegen tussen uitgave en vervaldag) zal de verkoper moeten wachten om tot eventuele aanvraag acceptatie over te gaan tot deze gestelde datum.

→ In tegenstelling tot het endossement kan een wissel wel geaccepteerd worden voor een gedeelte te betalen bedrag. Voor het geweigerde bedrag dient een protestakte te worden opgesteld door een deurwaarder en worden de personen die vermeld staan op de wissel door endossement aansprakelijk. d) Zekerheden die men kan vragen bij afsluiten wissel: Indien men handelt met personen waarvan men een vermoeden heeft van insolvabiliteit kan men zekerheid vragen, iemand kan zich vb borg stellen. Deze procedure is voorzien op de wissel zelf “geavaleerd voor rekening van” dwz dat men zich borg stelt voor iemand die overeenkomt met de vermelde betrokkene op de wissel. Het aval heeft net als de wissel een onvoorwaardelijk karakter. Plaatst u gewoon uw handtekening zonder vermelding erbij, dan wordt u mede op de lijst van gedagvaarden geplaatst indien de betrokkene niet betaald op de vervaldag. Plaatst u daarentegen uw handtekening samen met de vermelding “geavaleerd voor rekening van” dan zal u als hoofdschuldenaar worden aanzien indien de betrokkene niet betaald op de vervaldag. e) Betaling van de wissel In principe dient de wissel te worden betaald op de vervaldag. Aangezien een wissel haalbaar is bij de schuldenaar, is de schuldeiser verplicht dit te doen. Indien uw vervaldag op een zaterdag of zondag valt dan zal u verplicht worden om het bedrag te betalen op de eerstvolgende werkdag (maandag). Maar wat gebeurd er indien de vervaldag voorbij is? De schuldeiser verliest dan elk recht tov de andere. Betrokkene kan echter zelf overgaan te betaling bij het ministerie van financiën. Men kan tevens een schadeclaim ingeven. Op de vervaldag kan de betrokkene echter in staat geweest zijn om de schuld te betalen; indien hij dit kan bewijzen dan kan hij zich onttrekken van betaling. → Men weet dat de schuld haalbaar is: ofwel wordt er betaald ofwel zal een deurwaarder worden ingeschakeld die een protestakte zal opstellen waardoor iedereen gedagvaard wordt die vermeld staat op de wissel.

19

→ Praktijk: er wordt een protest aangetekend tegen een groot aantal wissels die uiteindelijk betaald worden, met vertraging. De wissel is echter een stok achter de deur van de handelaar. Indien deze niet betaald zal hiervan notie gemaakt worden op het Herdisconterings- en Waarborginstituut op de 10de dag na de maand waarin in de wissel vervallen is. Deze vaststellingen worden doorgespeeld aan de voorzitter van de rechtbank van Koophandel de handelaar kan hierover aan de tand gevoeld worden door een rechter: depistage onderzoek: dit is een gesprek met de rechter over de financiële toestand van uw onderneming en de handelsrechter zal een oogje in het zeil houden. Deze procedure is in werking sinds 1997. Voor 1997 werd de handelaar veel harder geviseerd, daar de publicatie van wanbetaling plaatsvond in het Belgisch staatsblad zodat iedereen deze kon raadplegen.

3. De cheque.De cheque wordt net als de wisselbrief gekenmerkt door zijn onvoorwaardelijk karakter, maar in tegenstelling tot de wisselbrief is de cheque geen kredietmiddel, wel een betaalmiddel. Het wordt maar zeer zelden gebruikt omdat men nooit de zekerheid heeft dat deze gehonoreerd is. De cheque is een belofte tot betaling, de handelaar is pas betaald wanneer hij de cheque gaat innen/het geld op rekening ontvangt, maar niet wanneer hij de cheque in ontvangst neemt. Indien men een cheque uitschrijft zonder dat men provisie heeft op zijn rekening → strafrechter. Enkel een cheque uitgeschreven op een bank wordt aanschouwd als handelsbekwaam. a) Hoe lang kan men een cheque aanhouden alvorens inning? Deze termijn is aan banden gelegd. Zo moet het bedrag dat op de cheque vermeldt staan gedurende 8 dagen op de rekening staan van diegene die de cheque heeft uitgeschreven. Na 8 dagen kan deze een herroeping inroepen, waardoor de cheque oninbaar is.

b) Kan de cheque gebruikt worden voor grote aankopen?Gecertificeerde cheque: hierop gaat een melding staan van de bank dat het geld gedurende een bepaald aantal dagen op de rekening zal staan ≈ bankchequeGeviseerde cheque: de bank gaat op het ogenblik van aanvraag na of het geld ter beschikking is. hier is er echter geen zekerheid dat het geld nog op de rekening staat op moment van de inning

Neem nooit teveel cheques mee, want er is geen enkele voorziening de wet ivm diefstal. Het enige wat ik de praktijk gebeurd is het blokkeren van een bankrekening

Titel 2: Kredietinstellingen en hun verrichtingen.1. Kredietinstellingen.Deze instellingen zijn streng gereglementeerd. Sinds 1934 wordt er een onderscheid gemaakt tussen:

Zakenbanken: inlaten beheer ondernemingen → risicoDepositobanken: banken voor particulieren, de gewone burger

20

Met deze wet wilde de wetgever de belangen van de burger beveiligen. Vroeger gingen banken het geld van de burgers gebruiken voor beleggingen. In 1993 komt er een verstrengde wet op wie een Belgische kredietinstelling kan opstarten. Zo is het verplicht om een vergunning aan te vragen op het CBFA. Deze vergunning geld niet alleen voor België maar ook voor de filialen opgericht in een van de EG landen onder toezicht van het hoofdkantoor dat gevestigd is in België. Het voordeel hiervan is dat de lokale waakhond ook controle kan uitoefenen op verrichtingen die in het buitenland gebeuren. Verder moet er een minimumkapitaal zijn bij de oprichting en mogen gewone burgers niet zomaar een kredietinstelling openen.

2. Bankverrichtingen.Bank → handelaar in kredietena) Depositorekening. Indien men contact legt met een bank, zal haar eerste vraag zijn om een rekening te openen. Onder deze rekening wordt verstaan het openen van een deposito rekening. De burger zal op deze rekening geld kunnen storten en terug afhalen.! Bij het storten van geld op een deposito rekening vindt wel degelijk een eigendomsoverdracht plaats dit in tegenstelling tot het deponeren van middelen tussen burgers onderling. Deze rekening kan gebruikt worden op geld op te plaatsen maar ook om dit weer af te halen. Indien de bank failliet verklaard wordt, dan zullen er geen geld opvragingen meer kunnen plaatsvinden alleen nog een vordering. b) Rekening-courant.Deze ontstaat tussen 2 personen mbt handelsbetrekkingen en deze zijn overeengekomen dat de verplichtingen die voorkomen uit de betrekkingen niet elk afzonderlijk zullen dienen nagekomen te worden; de verrichtingen zullen daarentegen worden opgenomen in een rekening, zodat zij samen een eenheid zullen vormen en er na verloop van tijd een verrekening zal geschieden. Hierdoor zal een saldo ontstaan. De schuldenaar moet niet alleen het saldo betalen, maar het saldo vermeerderd met de interesten verbonden aan het saldo. e) Bankkredieten. 2 soorten:

Lening: zakelijk contract, totstandkoming bij overhandiging fondsenKredietopening: overeenkomst met bank waarbij deze gedurende een bepaalde periode bepaald bedrag ter beschikking stelt van zijn klant. Vergoeding door betaling commissieloon en intresten, zelf indien geen gebruik wordt gemaakt van gelden/diensten → krediethouder betaald voor ter beschikking houden fondsen. Vaak stelt bank zich ook garant (indien maatschappij zelf niet kapitaalkrachtig genoeg is) voor bepaalde werken die worden uitgevoerd door bijvoorbeeld een maatschappij die openbare werken uitvoert

Soorten kredieten:

21

Kaskrediet: aangevraagd door handelaars maar zeer duur. Bank moet liquide middelen dadelijk ter beschikking kunnen stellen van klant, waardoor hoge interesten worden gevraagdAcceptatiekrediet (~wisselrecht): bank gaat optreden als acceptant. Dit is echter geruststellend voor de trekker (schuldeiser) en de wissel is ontegensprekelijk betaaldDiscontokrediet (~ wisselrecht): trekker wacht niet tot vervaldag om wissel te innen, maar gaat aan bank vragen deze vroeger uit te betalen. Dit gebeurt echter niet voor nominaal bedrag maar verminderd met discontokosten. Tevens accepteert men de wissel zodat de bank bij de betrokkene kan gaan aankloppen op de vervaldag. Een bijkomend probleem is het feit dat indien de bank het geld niet krijgt op de vervaldag deze terug zal gaan naar de voormalige trekker om het uitbetaalde geld terug te vorderen

Cedentendisconto (overdragerdisconto): overeenkomst tussen bank en trekker. Bank aanvaardt om de wissel de disconteren ten belopen van een bepaald bedrag. Bedrag dat trekker ontvangt is verschillend van nominaal bedrag en indien bank geen geld ziet op vervaldag is terugvordering mogelijkLeveranciersdisconto: krediet toegestaan door bank en betrokkene (koper) en klant. Wissel wordt betaald ten belopen van een bepaald plafond aan de begunstigde. Hier wordt de trekker wel voor het volledige bedrag uitbetaald daar de klant opdraait voor bijkomende kosten. Indien de klant echter niet op tijd zijn rekening spijst dan kan de bank nog steeds verhalen tov leverancier

Documentenkrediet (~ wisselrecht): het krediet houdt verband met documenten. Diegene die moet betalen zal alleen betalen mits voorlegging documenten. Wordt vooral gebruikt in internationale handelsbetrekkingen. Bank gaat in relatie akkoord om de wissel te ondertekenen als betrokkenen wat een grote zekerheid geeft aan de verkoper. Koper gaat gerust gesteld worden voor levering en de bank betaald alleen uit als de koper komt opdagen met geleverde goederen en dat deze in goede staat geleverd zijnKredietbrief: overeenkomst tussen 2 banken en niet tussen een bank en een klant. Brief waarmee bankier de opdracht geeft aan een andere bankier om binnen bepaalde termijn zekere financiële verrichtingen te doen ten voordele van klant, met belofte van bankier alle gevolgen te dragen die uit uitvoering brief voortkomenKredietkaart: zorgt voor betaling van verrichtingen zonder dat u daadwerkelijk betaald. Men betaald eigenlijk met zijn handtekening. Juridisch 2 contractuele verhoudingen:

Overeenkomst kredietinstelling-verkoper: kredietinstelling verbindt zich ertoe verkoper te betalen ook al betaald koper nietOvereenkomst kredietinstelling-aangesloten klant: klant verbindt zich ertoe alles aan kredietinstelling terug te betalen

Autonome bankgarantie: garant verbindt zich ertoe om aan begunstigde van garantie en op diens eenvoudig verzoek een welbepaald bedrag te zullen betalen. Opgelet voor de autonomiteit:

22

dit houdt een groot vertrouwen in, op ogenblik van faling is de bank verplicht uit te betalen zonder dat deze eerst kan nagaan of de faling gegrond is

Titel 3: Handelszekerheden.Waarborgen die gevraagd worden bij een bank bij het aangaan van een lening.1. Handelspand.Contract waarbij roerende zaak afgegeven wordt tot zekerheid van commerciële verbintenis en waardoor panhoudende schuldeiser een voorrang heeft om zich te laten uitbetalen op die zaakKenmerken handelspand:

ZekerheidscontractReëel contract dwz komt pas tot stand na afgifte zaakEenzijdig contract

Redenen:Indien u uw goed houdt dan kan u erover beschikken, waardoor dit geen zekerheid biedt voor de bankDe bank wil vermijden dat eventuele schuldeisers hierop hun verhaalrechten kunnen toespitsen

Bank gaat het goed behouden totdat de overeenkomst ten einde loopt, u wordt terug eigenaar indien u aan de voorwaarden hebt voldaan. Indien u niet voldaan hebt aan de voorwaarden dan zal de bank zich deze goederen aanwenden. De bank gaat rechten uitoefen op dit goed. Bij een eventuele verkoop gaat de rechtbank van Koophandel wel stellen dat de bank niet meer kan terugnemen dan waar zij recht op heeft, de rest van het bedrag gaat terug naar de rechtmatige eigenaar. Deze procedure is tevens geldig voor een niet geschreven overeenkomst

2. Inpandgeving.Hier gaat de wetgever optreden in het belang van de handelaars. Indien de handelaar van een bloeiende handelszaak beslist om zijn handelszaak uit te breiden waardoor er bijkomende kosten komen, zal zijn handelszaak in pand geven waardoor de bank ook een zekerheid verwerft. Er duikt echter een juridisch probleem op, aangezien een handelszaak een roerend goed is. indien men dit aan de bank geeft dan vindt er geen verdere uitbating plaats. Hier spreekt men dus niet van een zakelijk contract. Wat gebeurt er dan met de schuldeisers? Deze hebben de mogelijkheid om na te gaan of er een hypotheek loopt op het pandMaar de bank blijft argwanend, aangezien de handelaar in staat blijft om te kopen en te verkopen wat hij wil, weet de bank niet wat ze zullen vinden bij eventuele vereffening waardoor deze vaak andere waarborgen zal vragen. Indien de bank een pand wil verzilveren kan deze het pand niet zomaar aanslagen maar moet dezelfde procedure gevolgd worden als hierboven vermeldt. De wetgever heeft hier vooral de kleinhandel willen helpen.

3. Endossement van de factuur.

23

Factuur niet alleen in pand kan worden gegeven maar ook eigendom kan worden afgestaan. Dit wordt op dezelfde manier gedaan als bij de wissel, maar er dient wel op te worden vermeldt: “endossement ten titel van in pandgeving” of “endossement tav …”. Men kan echter slechts eenmaal een factuur endosseren. Diegene die de factuur moet betalen moet hiervan op de hoogte gesteld worden door een brief. Indien de schuldenaar bij betaling geen rekening houdt met de verandering van eigenaar zal deze het verschuldigde bedrag 2 maal moeten betalen.

4. Warrant.De operatie bevat 3 personen:

Persoon die goederen bezit: deze moet vreemd zijn van klant bank en bank zelfBankEigenaar

Er wordt een warrant afgeleverd aan de bank en een cedel aan de eigenaar. Indien een persoon in het bezit komt van beide stukken wordt hij eigenaar.

Titel 4: Tussenpersonen in het handelsverkeer.Tussenpersoon: mensen ingeschakeld tussen anderen om bepaalde verrichtingen tot stand te brengen.De verrichtingen gebeuren altijd voor rekening opdrachtgever.

Commissionair: op verschillende vlakken terug te vinden (aan- en verkoop, verzenders: mensen die voor u een ganse verzending regelen maar nemen het vervoer niet zelf waar. Gaat in hoofdzaak om het organiseren en overeenkomsten af te sluiten met derden). Er is een verschillende band tussen de persoon die overeenkomsten sluit met de opdrachtgever en met de derden. Voor de buitenwereld mag de commissionair de naam van de opdrachtgever niet vrijgeven, hij sluit dus alle overeenkomsten af op eigen naam. Indien de koper verliest kan deze de opdrachtgever dus niet dagvaarden maar wel de commissionair. De opdrachtgever kan echter wel de commissionair dagvaarden. Dit gebeurt wanneer de commissionair:

De richtlijnen die hij gekregen heeft niet respecteert of indien hij deze niet gekregen heeft niet handelt als een goede huisvaderHij handelt steeds voor rekening van de opdrachtgever en mag dus niets achterhoudenHij kan nooit zelf partij zijn bij een koop

Derden kunnen echter geen actie ondernemen tegen opdrachtgever. De koper kan de commissionair dagvaarden die op zijn beurt de opdrachtgever kan dagvaarden. Betaling commissionair: % op verkoopsom of op waarde verkochte goederen. Op ogenblik van uitvoering betaalt. Hij is echter niet aansprakelijk voor uiteindelijke betaling tenzij bij nalatigheid. Alle kosten kan hij verhalen vermist hij werkt voor een opdrachtgever.

24

Makelaar: gaat bemiddelen tussen 2 personen voor rekening van iemand anders. Hij brengt deze personen samen en dan stopt zijn taak. Voor het sluiten van de overeenkomst is hij echter niet verantwoordelijk. Na het samenbrengen van de 2 partijen wordt zijn ereloon uitbetaaldHandelsagentuur: voor rekening en in naam van de opdrachtgever. Men gaat klanten opsporen en overeenkomsten aangaan. Indien er betwisting optreedt kan de koper wel de opdrachtgever dagvaarden aangezien er ook in naam van hem gehandeld werd. Hier is er echter een bescherming opgetreden door de wet van 1995 waarin vermeldt wordt dat de handelsagent permanent in opdracht moet zijn en dat hij daarvoor moet worden bezoldigd. De beëindiging van deze overeenkomst is makkelijk. Handelsvertegenwoordiger: hij staat in tegenstelling tot de handelsagent (die zelfstandig is) onder gezag van de werkgever.

DEEL 5: Gedwongen collectieve vereffeningen.Collectieve vereffening: hierbij gaat men aan de schuldeisers de zekerheid bieden dat ze op een gelijkmatige manier worden vergoed. Iedereen wordt dus op voet van gelijkheid gesteld. 2 soorten vereffening:

Gerechtelijk akkoord: (later) preventiemaatregel, voorbehouden aan handelaars voor een tijdelijk akkoord, waar nog steeds gedacht

25

wordt dat de situatie kan worden opgelost (15.07.1997 in werking 01.01.1998)Faillissement: einde tewerkstelling onderneming (1997 in werking 01.01.1998). kenmerken faillissement:

Handelaar Ophouden te betalenGeschokt zijn van krediet

Deze 2 procedures zijn voorbehouden aan handelaar, alleen ter bescherming van de schuldeisers. Niet bij burgers, aangezien de wetgever alleen oog had voor het financiële verkeer dat plaatsvindt. In België kan iedere handelaar maar 1 faillissement ondergaanInternationale regelgeving.Verordening op internationale solventies (mei 2000 in werking 21.05.2002): nationale markten werden verstoord omdat mensen van het ene naar het andere land trokken om het beste te hebben voor hun zaak. Deze verordening heeft een zeer grote reikwijdte en stelt dat niet alleen handelaar maar ook burgers (advocaten, architecten,…) kunnen worden failliet verklaard.

De uniciteit wilde men behouden. Men gaat de staat weerhouden waar de persoon in kwestie de grootse economische activiteit uitoefent. Men kan daarentegen via lokale schuldeisers toch nog het faillissement uitoefen op de delen die de persoon in andere landen bezit. Vb: België vindt het hoofdfaillissement plaats en in andere landen de secundaire faillissementen.Via deze achterpoort kunnen in België nu ook niet-handelaars failliet worden verklaard. Aangezien dit via het hoofdfaillissement niet lukt is het wel mogelijk via de secundaire faillissementen.

1. Faillissement.Voorwaarden faillissement:

Handelaar: dwz dat men van het stellen van handelszaken zijn hoofd- of bijberoep moet hebben gemaakt. 2 soorten handelaars (na te gaan door oprichtingsakte en daar gaat men kijken naar doel):

Handelsvenootschap: handelsdaden uitoefenenBurgervenootschap: uitoefenen van burgerdaden

Het doel van de vennootschap kan niet worden gewijzigd ongeacht de activiteiten die er plaatsvinden. Ophouden te betalen: nalaten te betalen van schulden/afbetaling leningen/…. Handelaars kunnen daardoor in de problemen komen en het handelsverkeer wordt geschaad zelfs indien er bijvoorbeeld maar 1 belangrijke schuld wordt achtergehouden. Niet alleen handelsschulden maar ook privé-schulden komen hiervoor in aanmerking. Elke persoon heeft 1 vermogen dat moet instaan voor elke schuld. Dit moet echter permanent en onomkeerbaar zijn. Geschokt van krediet: derden krijgen geen vertrouwen meer/geen kredieten worden toegestaan/….

Alleen faillissement aangezien voorwaarden tezamen bestaan. Ook hier grijpt wetgever in. Indien de laatste 2 voorradig zijn, gedurende 6 maand na hoedanigheid ontdaan kan men nog steeds failliet verklaard worden (zelfs na overlijden).

26

Hoe failliet verklaart?: Vonnis uitgesproken door de rechtbank van KoophandelEen reddingsoperatie is steeds mogelijk: wetgeving gaat hier akkoord: depistage- onderzoek: handelaar wordt uitgenodigd op de rechtbank (kamer van handelsonderzoek) om een gesprek te hebben met een rechter om een plan op te stellen om de zaak nog te redden of om de persoon wakker te schudden. Er zal een regelmatige opvolging blijven bestaan (gedurende 1 à 2 jaar).

Hoe weten rechters van problemen af?: wet heeft “knipperlichten” om de griffie van de rechtbank van Koophandel te informeren:

Verplichte:informeren binnen 10 dagen na niet betaalde wisselhoofden rechtbank zelf: indien handelaar veroordeelt wordt door eender welke rechtbank is en deze hieraan geen gevolg geeft moet rechter dit melden handelaar betaald gedurende 2 maand RSZ niethandelaar betaald gedurende 2 maand bedrijfsvoorheffing niet

FacultatieveVerder heeft de wetgever een bijkomend “knipperlicht”, de commissionair-revisor: deze wordt ingesteld bij het doorlichten van een bedrijf. Indien deze problemen opmerkt die de continuïteit van het bedrijf in de problemen kan brengen binnen een korte periode is hij verplicht de Raad van Bestuur in te lichten. Deze heeft dan 1 maand de tijd om een oplossing te vinden of om het probleem te verhelpen. Indien dit niet gebeurd dan is hij verplicht om naar de rechtbank te stappen. Inzagerecht wordt alleen verleend aan handelaar en openbaar ministerie

Wie kan faillissement aanvragen?:Handelaar zelf: hij moet deze toestand aangeven binnen de maand hij in deze toestand verkeerd. Het gaat niet om een bekentenis, maar om een aangeven en de rechtbank is daardoor niet gebonden dit te volgen (vb: Boelwerf).

Op het te laat aangeven staat een gevangenisstraf en een fikse geldboete. Bij het te vroeg melden kan er acht worden gegeven aan het feit dat je het zelf in de hand hebt gewerkt.Men zal bij aangifte nooit de rechter ontmoeten, alleen de griffier. De rechter zal men alleen zien indien deze twijfels heeft aan de verklaring.Tevens moet men ook de werknemers inlichten van het faillissement, iedereen kan zo aan het woord komen.

Schuldeiser: kanhandelaar aanklagen. Mag niet als dwangmiddel worden gebruikt. Indien de schuldeiser dit aangeeft dan moet hij reeds pogingen hebben gedaan om zijn schuld te bekomen en moet het een eerbare vordering zijn. Als aan deze voorwaarden voldaan is mag men de handelaar dagvaarden: tegensprekelijk debat inrichting tussen de handelaar en de schuldeiser dmv deurwaarder en dit moet plaatsvinden op de rechtbank olv rechter.

27

Dagvaarden openbaar ministerie (procureur des konings). Waarom? Vroeger konden rechters ook dagvaarden maar dit lokte echter zeer veel verzet uit. Rechter klaagde persoon aan en besliste de zaak, waardoor er twijfel kwam op de onpartijdigheid. Nu echter vraagt het openbaar ministerie het faillissement aan waardoor de onpartijdigheid van de rechter blijft bestaan. Door deze nieuwe regel kan de handelaar langer doorwerken en wordt de situatie dus verlengd. Deze procedure is in tegenstelling tot de procedure bij het gerechtelijk akkoord waar de rechter nog steeds de aanvraag kan doen.

Alle vermelde personen hebben het recht om een handelaar te dagvaarden mits gegronde redenen. De handelaar kan echter niet meer verrast worden aangezien er een deurwaarder langskomt met het exploot. Binnen de 10 dagen vindt dan de zitting plaats in de rechtbank. De handelaar kan tevens nog wel verrast worden doordat het een eenzijdig verzoekschrift is, rekwest bij de rechtbank om het bestuur te ontnemen tot de uitspraak is gevallen. Dit kan worden ingediend door de schuldeisers/voorzitter rechtbank. De commissaris is iemand die instaat voor het beheer en die een overzicht van de situatie moet geven binnen de 15 dagen van de firma. Het uitgesproken vonnis geld vanaf 0u00 van de dag van uitspraak, er wordt hier dus geen rekening gehouden met het feit wanneer het uitgesproken werd. Het vonnis aanvechten heeft geen zin want het is dadelijk uitvoerbaar.

Hoe berichten?: Belgisch Staatsblad binnen de 15 dagen na bekendmaking en tevens in 2 andere kranten door de curator.

Actoren bij een faillissement Gefailleerde: in aanwezig bij rechtbank voor uitspraak over hoe zijn vermogen verzilverd wordt → griffier stelt PV op. Curator moet met PV rekening houden. Nieuw: mogelijkheid ageren indien hij van oordeel is dat wat curator gaat doen gevaarlijk is of waar hij benadeeld wordt → nieuwe curator wordt aangewezenCurator: spilfiguur van het faillissement en gaat optreden in het belang van de schuldeisers. Het is iemand die binnendringt in het vermogen van de gefailleerde. De curator gaat het vermogen beheren en weder samenstellen. Dit weder samengestelde vermogen gaat hij verkopen en dan pas wordt het faillissement gesloten.

Wie? In hoofdzaak advocaten aangewezen door de rechtbank van Koophandel. Moeten bijzondere opleiding genoten hebben en waarborgen inzake bekwaamheid bieden op gebied van vereffeningsprocedures. Vaak worden curatoren bijgestaan door anderen vb: faillissement SabenaVerantwoordelijk voor daden. Indien hij naar behoren handelt, is er geen probleem. Indien hij niet naar behoren handelt, zal zijn eigen vermogen worden aangesproken om op te draaien voor de kosten.

28

Rechter commissaris (supervisor): samen met curator aangesteld ~ waakhond. Gaat nagaan wat de curator doet en of hij/zij naar behoren handelt, dit in het belang van de schuldeisers.Rechtbank van Koophandel: gaat beslissingen uitspreken en gaat na hoe eventuele problemen kunnen worden opgelost. Na het werk van de curator gaan zij een uitspraak doen ivm rekeningen en wordt de sluiting bevolenOpenbaar ministerie (~Procureur des Konings): sinds 1997 is zijn opdracht afgezwakt. Tot 1997 werd hij steeds gehoord bij een probleem, dit bracht onnodige vertragingen met zich mede. Sinds 1997 gaat hij niet voor alles geraadpleegd worden, hij kan echter ingrijpen op vrijwillige basis. Hij kan tevens een aanvraag tot faillissement ingeven.

Gevolgen voor de gefailleerde: Bewegingsvrijheid gefailleerde: de gefailleerde behoudt zijn bewegingsvrijheid maar moet medewerking verlenen aan curator en rechter-commissaris. De gefailleerde is verplicht zijn woonplaats te melden en indien hij naar het buitenland gaat moet hij dit melden. Een minder aangenaam aspect is het feit dat de briefwisseling van de gefailleerde rechtstreeks naar de curator gestuurd wordt. Dit is ingevoerd omdat vele gefailleerden wel eens iets “vergeten” aan te geven van hun vermogen. Het briefgeheim blijft echter wel bestaan. indien de gefailleerde goed heeft mee gewerkt dan kan hij ongeveer 60 dagen na de faillissementsuitspraak vragen of hij zijn briefwisseling terug thuis kan ontvangen.Materiële omstandigheden: het volledige beheer wordt de gefailleerde ontnomen, hij blijft echter wel eigenaar van zijn vermogen. Alles wordt aangeslagen door de curator. Indien hij niet voldoende bezit voor onderhoud kan hij aan de curator onderhoudsgeld gaan vragen / naar OCMW stappen. Het uitkeren van het onderhoudsgeld is enkel mogelijk als de curator geld vindt in het faillissement.Beroep: gefailleerde = iemand die er niet in geslaagd is handelsactiviteit te leiden. Er zullen hem bepaalde beroepen ontnomen worden vb: bedrijfsrevisor, beheerder,…. Ook de rechtbank kan hierin ingrijpen. Indien deze vastgesteld dat de persoon zeer zware fouten heeft gemaakt waardoor de gefailleerde het verbod krijgt opgelegd om zowel in eigen naam als als tussenpersoon op te treden.Buitenbezitsstelling: vermogen van gefailleerde wordt volledig aangeslagen en wordt beheerd door de curator. Gefailleerde kan daags nadien een nieuwe handel opstarten maar mag geen gebruik maken van de goederen die zich in de oude handel bevinden. Beheer van de gefailleerde wordt ontnomen op de dag van het faillissement en het uur van uitspraak wordt herleid naar 0 uur van die dag. Handelingen die na 0uur kunnen betwist worden want de gefailleerde kan dit normaal niet meer gesteld hebben. De gefailleerde kan echter nog steeds handelingen stellen vb: echtscheiding vorderen. De schuldeisers van de gefailleerde kunnen

29

geen invloed meer uitoefenen op het vermogen van de gefailleerde. Eenmaal het faillissement uitgesproken wordt moeten deze vorderingen aangeven aan curator.Stuiting van de interesten: vanaf het moment dat het faillissement wordt uitgesproken worden de schulden vastgesteld en aanvaardt. De interesten op schulden worden stop gezet.

Indien de gefailleerde nog iets ontvangt gaat dit naar het vermogen van de onderneming en dus niet naar zijn eigen vermogen vb: erfenis wordt bij bij het vermogen van de onderneming gevoegdUitvoeringsrecht wordt bevroren:

Schuldeisers: alle zonder voorrecht op vermogenAlgemeen bevoorrechte schuldeisers: schuldeiser met voorrecht (werknemers, RSZ,…) voorkeurrecht op gans vermogen handelaar

Andere soort (~separatisten): opbrengsten niet naar curatoren. Hypothecaire (onroerende goederen)Bijzonder bevoorrechte schuldeisers: voorrecht op 1 bijzonder goed. Vb: inpandhoudende schuldeisers gaan hun goed verkopen in uitsluitend voordeel. Meer dan schuld wordt bijgevoegd bij de massa

Bepaalde uitzonderingen:Indien gefailleerde naar OCMW gaat / onderhoudsgeld verkrijgt wordt dit niet bij het vermogen bijgevoegd1997: vergoeding die naar vonnis ontvangen wegens schade onrechtmatige daden vb: verkeersongeval

Indien de gefailleerde een erfenis zou krijgen na de uitspraak, kan de curator oordelen of hij deze erfenis in ontvangst neemt. Dit gebeurt alleen wanneer de opbrengsten > schulden van de overledene. In het burgerlijk recht komt dit onder boedelbeschrijving: kind kan nooit opdraaien voor schulden van de nalatenschap

Hoe meer curator verwerft hoe hoger de opbrengsten. De wet schrijft hier voor dat de curator goederen kan recuperen die verdwenen zijn in de verdachte periode (periode voor het faillissement). In deze periode kan men de toestand nog redden, maar men moet opletten dat men geen ongelijkheid gaat inbouwen. De curatoren kunnen tot 6 maand voor het faillissement terug gaan om handelingen aan te vechten. Men kan de begunstigde van de goederen dagvaarden. Het actief van de gefailleerde gaat volledig mee op in het faillissement. Hier bestaat het nadeel dat als de personen gehuwd zijn met een gemeenschap van goederen dat ook de goederen van de partner in het faillissement terecht komen. Door deze stelling huwen veel handelaar met scheiding van goederen. Indien er goederen aanwezig zijn die niet tot de eigendom behoren van de gefailleerde vb: bruikleen, kunnen deze worden opgeëist door de wetmatige eigenaar indien deze in staat is zijn eigendom over het goed aan te tonen. Uitzonderingen:

Gefailleerde heeft bestelling gedaan maar er heeft nog geen eigendomsoverdracht plaats gevonden. Indien de toekomstige

30

schuldeiser kan vermijden dat de goederen in bezit komen dan kunnen deze worden teruggenomenEigendomsoverdracht heeft reeds plaatsgevonden, maar de goederen zijn nog niet opgehaald. Curator kan deze goederen niet opeisen en diegene die goed onder zich heeft houdt kan weigeren dit goed aan de curator te geven tenzij curator het goed betaald.

Passief van de balans moet de curator ook inzicht krijgen. De schulden op het ogenblik van het vonnis, deze zijn schulden in boedel (gemaakt door de gefailleerde). Boedelschulden: schulden gemaakt door de curator, deze worden eerst betaald.

Na het verkopen van alle activa, moet de curator zich komen verantwoorden voor de rechtbank en oog in oog met schuldeisers en gefailleerde. Iedereen moet het eens zijn en er moet een meerderheid van stemmen gelden. Tevens wordt aan de schuldeisers gevraagd of ze akkoord gaan om de gefailleerde te verschonen (= gunstmaatregel: wetgever oordeel dat alle openstaande schulden worden uitgewist, zodat de gefailleerde met een schone lei zijn leven verder kan zetten(01.01.1998)). De rechtbank gaat beslissen. Voorwaarden:

Handelaar moet tegoedhertrouw gehandeld hebben en dit zowel voor als na het faillissement. Voor: handelaar moet oog gehad hebben voor schuldeisers en niet overdreven veel overeenkomsten afgesloten hebben. Medewerking verleent hebben aan curator tijdens faillissementOngelukkig zijn: slachtoffer gebeurtenissen die mogelijk aan hem te wijten zijn. Iemand die fouten in het beheer heeft gemaakt maar die niet zo zwaar waren dat deze tot het faillissement konden geleid hebben.

Door de verschoningsmaatregel kunnen schuldeisers zich niet verhalen op de partner. Ouders en familieleden worden vrijgesteld om schulden terug te betalen.

2. Het gerechtelijk akkoord.Handelaar met tijdelijke problemen en waar de grondvoorwaarden voor het faillissement niet aanwezig zijn. Hier bestaat nog een grote kans dat de onderneming in stand kan worden gehouden. Doel: redding van de onderneming en dit in het algemeen belang. De handelaar heeft gedurende 6 maand de tijd om een reddingsplan op te stellen, waardoor de schulden moeten dalen en de onderneming gered kan worden. Handelaar kan zijn handelszaak blijven uitoefenen, maar hij krijgt hulp in het beheer. De rechtbank oefent controle uit of er geen probleem van openbare orde gerezen is. Procedure die zeer zeldzaam gebruikt wordt:

Kost: hiervoor moet de handelaar zelf opdraaienCommissaris opschorting: belangrijke taak, hij moet bijstand verlenen aan de handelaar maar kan tevens ook het initiatief

31

nemen om de handelsonderneming over te dragen aan de rechtbank voor het faillissement aan te vragen.

Na 6 maand moet de algemene vergadering samenkomen en indien ze het akkoord goedkeuren kan de onderneming zijn reddingsplan uitvoeren. Dan verdwijnt de rechtbank uit het concept en blijft alleen de commissaris bestaan.

32