Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

18
Samenvatting: De sociale kwestie hervat door ambermaxime De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal Koop en Verkoop al je samenvattingen, aantekeningen, onderzoeken, scripties, collegedictaten, en nog veel meer.. www.stuvia.com

Transcript of Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

Page 1: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

Samenvatting: De sociale kwestiehervat

door

ambermaxime

De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Koop en Verkoop al je samenvattingen, aantekeningen, onderzoeken, scripties, collegedictaten, en

nog veel meer..

www.stuvia.com

Page 2: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

SAMENVATTING DE SOCIALE KWESTIE HERVAT

Deel I: Introductie en achtergronden Hoofdstuk 1 Op de schouders van reuzen Aan het einde van de 19e eeuw industrialiseerde Nederland in hoog tempo. Deze sociale uitwassen van de rap industrialiserende kapitalistische samenleving werden wel aangeduid als de sociale quaestie. De sociale quaestie impliceerde ook het inrichten van een sociale staat. De eerste poging om de uitwassen te bestrijden was het Kinderwetje Van Houten in 1874. Deze wet moest overmatige arbeid en verwaarlozing van kinderen tegengaan. Hierna volgde de Arbeidswet, waarin werd bepaald dat kinderen van 12-15 jaar en vrouwen niet langer dan 11 uur achtereen mochten werken. Het kinderwetje was het begin van de sociale wetgeving die rond 1900 werd ingevoerd: de Leerplichtwet, de Woningwet, de Gezondheidswet, de Ongevallenwet, de kinderwetten en de Invaliditeitswet. Aan het einde van de 19e eeuw werd de basis gelegd voor het moderne sociale werk, een sleutelrol daarin was Kerdijk. Er werd een basis gelegd van organisatie van het sociaal werk, zo werden de eerste volkshuizen opgericht. Sociaal werk kreeg stapsgewijs een steeds belangrijkere rol in het onderheiden van de sociale kwaliteit en stabiliteit van de samenleving en van de kwaliteit van het leven van gezinnen/individuen die op de laagste sporten van de maatschappelijke ladder staan. Tot na de Tweede Wereldoorlog vond het meeste sociale werk plaats door het particulier initiatief. Na de Tweede Wereldoorlog nam de bemoeienis van het Rijk toe aan de hand van rijksregelingen. Het doel van de voorzieningen die het Rijk bied is om deelname van alle burgers aan de samenleving mogelijk te maken, te socialiseren en participeren. Ook kwam in deze tijd de tweede industrialisatiegolf en cultuur- sociologische veranderingen onder andere door de invloed van de Marshall-hulp en de introductie van massamedia. Het Rijk bood meer voorzieningen aan als buurthuizen om sociaal maatschappelijke vaardigheden aan de bewoners bij te brengen. De opdracht van maatschappelijk werk is er met nadruk in gelegen om individuen en gezinnen aan te passen aan de eisen van de moderne tijd. De Algemene Bijstandswet werd ingevoerd in 1965. Maatschappelijk werk ontwikkelt zich onder invloed van specifieke regelingen deels tot een werksoort waarin de nadruk komt te liggen op bewustwording en sociale actie. Socioloog Peper stelt de Knelpunten nota op in 1974. Hierin wordt gehamerd op de samenhang tussen verwante voorzieningen, de borging van toegankelijkheid, het democratische karakter van het aanbod en flexibiliteit van de voorzieningenstructuur om te kunnen inspringen. Maatschappelijk werk richt zich intussen steeds meer op individuele hulpverlening. Het individueel gericht maatschappelijk werk verklaart vooral dat de samenleving tot probleem. Maatschappelijk werk blijkt niet als voorziening in de basisgezondheidszorg, maar wel in de Welzijnswet van 1989 te zijn opgenomen. De Wet Voorzieningen Gezondheidszorg is gesneuveld. De middelen voor welzijn worden in het gemeentefonds gestort en het Rijk trekt de handen af van bemoeienis met het welzijn van zijn burgers. De welzijnswerken kunnen volledig door de gemeenten worden ingevuld zowel maatschappelijk werk, opbouwwerk en sociaal-cultureel werk. Welzijn gaat over de immateriële bestaansvoorwaarden en wordt verbonden met geluk of met de instemming met het eigen

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 3: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

bestaan. Het collectief welzijn gaat om een zo optimaal mogelijk evenwicht tussen het welzijn van leden van een bepaalde groep. Drie opvattingen van sociaal werk: - Elke burger is verantwoordelijk voor zijn eigen geluk - De gemeenschap heeft de morele plicht om te zorgen voor burgers die buiten de boot zijn gevallen - Burgers hebben recht op ondersteuning en een voorzieningenniveau aan hulp- en dienstverlening Drie primaire taken van sociaal werk: het zorg dragen voor sociale rechtvaardigheid, sociale samenhang en sociale stabiliteit. Hoofdstuk 2 Kaders en contexten van sociaal werk De verzorgingsstaat verschuift van verzorgen en verzekeren naar verheffen en verbinden. In het model van de Wmo-synthese zijn de verschuivingen in het denken over de verzorgingsstaat in de richting van een participatiesamenleving geïllustreerd.

De synthese (=samenstelling) ligt aan de basis van veel van de hervormingen die in het huidige beleid worden doorgezet. Hierbij gaat het om wetgevende veranderingen. De Wmo staat voor Wet maatschappelijke ondersteuning. De uitgangspunten van deze wet kun je beschouwen als voortzetting van het herstelwerk aan de sociale infrastructuur. Gemeenten hebben naast een aantal verplichtingen een grote beleidsvrijheid om de prestatievelden in te vullen. In 2009 werd door Jet Bussemaker acht bakens voor Welzijn Nieuwe Stijl(WNS) geformuleerd. Deze zijn nooit officieel verschenen. De Wmo reikt nieuwe richtsnoeren aan voor het handelen van sociale professionals. Piramide van verantwoordelijkheden in de Wmo:

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 4: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

Deze piramide toont aan op welke manier burgers een beroep kunnen doen op hulp en ondersteuning bij problemen. Er zal meer dan voorheen moeten worde geïnvesteerd in de samenlevingsopbouw om ervoor te zorgen dat de onderste lagen inde piramide krachtig genoeg zijn om de bovenste lagen te dragen. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is een volksverzekering. Iedereen die dus legaal is in Nederland is ervoor verzekerd. Er zijn vier groepen AWBZ-zorgvragers, namelijk chronisch zieken en ouderen, verstandelijk gehandicapten, lichamelijke en zintuiglijk gehandicapten en chronisch psychiatrische patiënten. In 2014 zouden alle gevallen volledig onder het regime van de gemeenten en de Wmo vallen. De transities in de jeugdzorg naar een Wet zorg en Jeugd gaan gepaard met hoge bezuinigingen. Dit heeft directe gevolgen voor het werkveld sociaal werk. Door de veranderingen in de samenleving, veranderd de rol van hulpverleners ook. Zij zullen zich meer dan voorheen richten op activering en ondersteuning bij het ‘zelf doen’. De focus moet daarbij primair op de cliënt in zijn context liggen, op het ondersteunen van de zelfredzaamheid en het voeren van de eigen regie. Hoofdstuk 3 Sociaal werk in internationaal perspectief Drie essentiële opdrachten van de Wmo: - Als lokale overheid zorgen dat de jeugd op een goede manier kan opgroeien - De zorg voor kwetsbare burgers - De sociale samenhang te bevorderen De statelijke verzorgingsstaat: de overheid is wetgever, financier en aanbieder van de maatschappelijke dienstverlening. Lokale overheden zorgen voor de uitvoering en sociaal werkers zijn bij de gemeente in dienst. De familiaire verzorgingsstaat: nadruk in zorg en welzijn ligt op de verplichting van familieleden om voor elkaar te zorgen. Voor zover professionele zorg en hulpverlening nodig is, zijn deze gefinancierd en georganiseerd door de overheid. De corporatieve verzorgingsstaat: veel van het sociaal beleid en de zorg is geregeld door sociale partners en werkgerelateerde verzekeringen. Uitvoering in de handen van particulier. Gemeenten hebben een belangrijke rol in het lokale welzijnsbeleid. De ondernemende verzorgingsstaat: de zorg is een taak voor de markt. Aanbieders kunnen zowel private bedrijven zijn als instellingen vanuit het particuliere initiatief. Gemeenten hebben een belangrijke rol als vangnet. De gemengde verzorgingsstaat: In Nederland staan verschillende modellen naast elkaar of worden deze aan elkaar verbonden. Nederland is redelijk minimalistisch in de rol van overheid als uitvoerder. Het particulier initiatief is in Nederland sterk. Ook is Nederland ver in het doorvoeren van marktwerking in de zorg en welzijn.

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 5: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

Deel II: Het werkveld Hoofdstuk 4 Verschijningsvormen van sociaal werk De eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog ging alle aandacht uit naar de wederopbouw. Het sociaal werk richtte zich hierbij op het volksherstel na het leed van de oorlog met al zijn slachtoffers. Marie Kamphuis(een van de grondlegsters van het moderne maatschappelijk werk) introduceerde het social casework. Hierbij staat de zelfstandigheid van de cliënt centraal en hulp krijgt de karakter van een zakelijke dienst die vorm krijgt in het gesprek. Door de industrialisatie was er sociale ondersteuning nodig om de bevolking mee te nemen in een snel veranderde samenleving. Individueel maatschappelijk werk: onder andere gezinsverzorging, bejaardenzorg etc. Maatschappelijk werk ten behoeve van probleemgezinnen: gespecialiseerd gezins- en wijkwerk voor zwak-sociale gezinnen en de gezinsoorden voor maatschappelijk onaangepasten. Onderzoek en maatschappelijk opbouwwerk: provinciale opbouworganen en landelijke samenwerkingsverbanden, sociaal onderzoek, maatschappelijk werk in ontwikkelingsgebieden etc. Een visie die grote invloed heeft op de wijze waarop maatschappelijke zorg vorm krijgt, betreft het besef dat individuele problemen oom hun oorzaken hebben in gezinssystemen en omstandigheden buiten het gezin. De eerste School voor Maatschappelijk Werk in Nederland werd opgericht in 1899 door Marie Muller-Lulofs, Hélène Mercier en Arnold Kerkdijk. De school bestond door de maatschappelijk behoeften uit: maatschappelijk werk, sociaal-cultureel werk en personeelsleiding. De sociale academies bestonden uit meer studierichtingen. De sociale academies groeide in aantal en omvang in de jaren 70. Na de intense jaren 70 neemt de aantrekkingskracht van de sociale beroepen af en zo ook een teruglopen studentental. De afname was niet gelijk over de verschillend studierichtingen verdeeld. Het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) heeft de beroepen met aansluiting tussen praktijk en opleiding verbeterd. Het welzijnsdomein bestaat uit drie domeinen, namelijk Sociaal Pedagogisch Werk, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en Sociaal- Cultureel Werk. Deze domeinen worden gekoppeld aan domeinen van het menselijk functioneren bijvoorbeeld dat het functioneren in de primaire leefsituatie aansluit bij het beroepsdomein Sociaal-pedagogisch werk. De commissie Van der Top adviseerde om in plaats van ruim 30 een beperkt aantal Hoger Sociaal Agogische Opleiding (HSAO) te realiseren. Binnen het HSAO kwamen de basisopleidingen MWD, SPH en CMV. Ook vallen onder het HSAO Pedagogiek en Godsdienstpastoraalwerk. MWD gaat om de verwevenheid van materiële en immateriële problematiek en de informatieve en concrete dienstverlening. SPH begeleidt mensen met een beperking bij hun ontwikkeling. SPH’er hebben zich bekwaamd in het begeleiden van leefgroepen. CMV zag zich graag als de opleiding voor welzijnsmanagers en voor mensen die wilden gaan werken in de vrijetijdssector en cultuur. Een belangrijke constatering bij de evaluatie van de beroepenstructuur was dat instellingen en organisaties in de sector integraler gaan werken en zich steeds minder beperken tot een domein van het menselijk functioneren. De nieuwe beroepenstructuur is gebaseerd op de

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 6: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

meest voorkomende beroepsvarianten in de zorg en welzijn: sociaal-cultureel werk, maatschappelijke dienstverlening, pedagogisch werk en maatschappelijke zorg. In het sociale werkveld bewegen de professionals met een SPH, MWD en CMV achtergrond zich steeds meer op elkaars terrein bewegen. Professionals die met gezinnen werken zullen dit steeds meer in de buurt gaan doen. Hoofdstuk 5 De opdracht van maatschappelijk werk Welzijn Nieuwe Stijl kent 8 bakens, namelijk: gericht op de vraag achter de vraag, gebaseerd op de eigen kracht van de burger, direct erop af, formeel en informeel in optimale verhouding, meer collectief dan individueel, integraal werken, niet vrijblijvend maar resultaatgericht en gebaseerd op ruimte van de professional. De behoefte aan maatschappelijk werkers neemt toe. Maatschappelijk werk is uitgegroeid tot een basisvoorziening met een landelijk dekken voorzieningennetwerk. De kracht van maatschappelijk werk is om nieuwe(en oude) maatschappelijke vraagstukken tot een oplossing te brengen. Maatschappelijk werk beweegt ook mee met de tijd, de verschijningsvorm verschuift dus steeds. Van oudsher zijn maatschappelijk werkers te typeren als generalist. Marie Kamphuis, een van de grondleggers van het moderne maatschappelijk werk in Nederland, heeft een schematisch overzicht van maatschappelijk werk gegeven, dat in zijn grondvorm nog altijd actueel en herkenbaar is. Zij onderscheidt drie specialismen: methodiekspecialisaties(zoals social casework), categoriale specialisaties (specifieke problemen) en kaderspecialisaties(specifieke setting). Binnen de gemeente is het Algemeen Maatschappelijk Werk(AMW) een laagdrempelige voorziening waar iedereen kosteloos terecht kan met vragen en problemen. De visie van de Wmo is in de formulering van de kerntaak van de AMW duidelijk herkenbaar. Deze kerntaak is mensen helpen op eigen benen te staan en mee laten doen in de maatschappij. Het aantal instellingen is gedaald en het aantal fulltime maatschappelijk werkers is gestegen. Bij het inwerking treden van de Wmo kwam het streven naar een participatiesamenleving, waar burgers meer verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen welbevinden en dat van hun naasten, tot uitdrukking. Vanaf de invoering van de Wmo is het steeds duidelijker geworden dat maatschappelijk werk zijn doelen, taken en werkwijzen zal moet herijken. Met de invoering blijven hulp en dienstverlening wel een recht, maar pas als mensen er zelf, met inzet van eigen netwerk, vrijwilligers en collectieve voorzieningen, niet uitkomen. Hoofdstuk 6 Samenwerken aan samenleven De maatschappelijk opdracht van de CMV’er in de 21ste eeuw is de burgers ondersteunen bij het leveren van een bijdrage aan de leefbaarheid van de samenleving. De dienstverlening van CMV bestaat uit drie vormen: interveniëren, ondersteunen of faciliteren. De CMV professional werkt vanuit een zelfstandige maatschappelijke positie tussen staat, markt en persoonlijke levenssfeer van burgers. Naast het oplossen van specifieke problemen en vragen van burgers werkt de CMV’er er ook aan het versterken van handelingscompetenties van de betrokkenen. De basis van het opbouwwerk heeft een lange historie. In de omvorming van de verzorgingsstaat naar de participatiestaat speelt het maatschappelijk opbouwwerk of samenlevingsopbouw een belangrijke rol. De opdracht van de opbouwwerker is weven aan samen leven tussen mensen en bijvoorbeeld in een buurt. De

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 7: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

opbouwwerker is niet meer de enige die zich inspant voor samenlevingsopbouw, wel blijft werken aan de samenleving echter wel een exclusieve opdracht waarmee de opbouwwerker een andere rol en positie inneemt dan de anderen. Door de opmars van de sociaal werker als generalist(=iemand die nergens in gespecialiseerd is maar over veel onderwerpen wat weet) dreigt de aandacht voor samenlevingsopbouw binnen het sociaal maatschappelijk werk te verdwijnen. Naast de individuele aanpak van maatschappelijke problemen dienen sociale vraagstukken in hun onderlinge samenhang en de context ook te worden aangepakt. De inzet van samenlevingsopbouw schematisch weergeven (21ste eeuw):

Sociaal werkers hebben het doel om de sociale kwaliteit van de buurt al geheel te versterken. Hoofdstuk 7 De opdracht van sociaal-pedagogische hulpverlening De SPH’er werkt met mensen in problematische en vaak vervangende leefsituatie. De SPH’er richt zich in de kern van zijn werk daarbij vooral op de cliënt, op de primaire leefsituatie, het volwaardig meedoen in de directe leefomgeving en het participeren in de sociale omgeving. Binnen de context van de Wmo en dus van de vermaatschappelijking krijgt de SPH’er naast het ondersteunen van de cliënt, veel meer de rol van netwerker en is aanspreekpunt voor burgers, vrijwilligers, mantelzorgen en andere professionals. De basisgedachte van de Wmo is het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie. Kwaliteitskenmerken van dienstverlening in de Wmo: - Respectvol bejegenen Betekend dat de cliënt zich serieus genomen voelt, zich gehoord en begrepen voelt en een vertrouwensband kan opbouwen. - Eigen regie versterken De cliënt moet de ruimte krijgen eigen keuzes te maken, initiatieven te nemen en de regie te hebben bij de ondersteuningsvraag - Integraal benaderen

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 8: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

De integrale benadering vergt van de SPH’er dat hij zijn netwerkpartners kent en weet wat het aanbod is. - Ontwikkelingsgericht ondersteunen Het vakkundig begeleiden van een leerproces. - Resultaatgericht ondersteunen Zakelijkheid in de aanpak. Heldere, realistische doelen via open dialoog formuleren waarna steun wordt geboden die cliënten in staat stelt weer op eigen kracht te functioneren. De SPH’er moet niet zelf de oplossingen voor het systeem gaan bedenken, maar de eigen kracht van het systeem aanboren. Een belangrijke methode is systeemgericht werken. Een van de uitgangspunten is dat het netwerk van de cliënt groter en krachtiger wordt. De professional en de cliënten moeten zicht hebben op welke professionele organisaties aanwezig zijn, welke netwerken en wat ze kunnen bieden en betekenen. Hierbij is een ecogram een belangrijk instrument. Naast systeemgericht werken is het van belang dat de burger een sociaal netwerk kan opbouwen, zodat deze als hulp- en krachtbron beschikbaar is (empowerment). Ketenbenadering komt steeds meer centraal te staan bij integrale procesbenadering in de hulpverlening in het kader van de Wmo. Ketensamenwerking maakt zichtbaar welke hulpverleners betrokken zijn in een keten rond een cliëntsysteem en wie daarbij welke verantwoordelijkheid draagt. In oplossingsgericht werken zoek je met de cliënt naar kleine, haalbare stappen die gezet kunnen worden om de door de cliënt gewenste situatie te bereiken. Problemen worden benaderd vanuit het perspectief van hun oplossingen. De methodiek ´op eigen benen staan´ past bij mensen die zich willen voorbereiden op een zelfstandig(er) bestaan en is doelgroeponafhankelijk. De kernwaarden van deze methodiek zijn: eigenheid van het individu, leven lang leren, integere en respectvolle benadering van het individu en aanwezigheid en versterken van innerlijke waarden. Deze methodiek is gebaseerd op de leertheorieën van Feuerstein en gaat uit van drie denkniveaus: waarnemen, vergelijken en abstract denken. Door de veranderingen in de wet- en regelgeving vindt er een verschuiving plaats van vakspecifieke vaardigheden naar algemene sociaal-werkvaardigheden zoals signalen, empoweren en ondersteunen. Hoofdstuk 8 De dynamiek van sociaal werk: opleiding en beroep in transitie De opleiding Sociaal Juridische dienstverlening (SJD) valt tegenwoordig onder de juridische opleiding. De nieuwe opleiding Toegepaste Psychologie en Vrijetijdsmanagement kunnen (deels) binnen het agogische domein geplaatst worden. Doordat sociaal werkers zich steeds meer bewegen op verschillende terreinen en met uiteenlopende doelgroepen werken komen verschillend opgeleide beroepskrachten steeds meer in dezelfde functies terecht. SPH’ers werken vooral met mensen met een beperking en ondersteunen en begeleiden hen zo normaal mogelijk te leven. MWD’ers werken vooral met mensen vanuit de tijdelijke kwetbaarsheid. Zij ondersteunen hen tijdelijk waarbij de ontwikkeling van de cliënt centraal staat. CMV’ers gaan bij hun werk uit van de kracht van mensen. Versterkt de collectieve veerkracht van de omgeving en verbind kwetsbare en krachtige mensen.

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 9: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

Het werkveld en zijn cliënten:

Deel III: Domeinen van sociaal werk Hoofdstuk 9 Sociaal werk in de breedte De domeinen(samenhangende beleidsvelden) waarop sociaal werkers zich bewegen zijn divers en breed. Soms is er een verstrengeling tussen de doelen en taken van het ene domein en het andere domein. Domeinen van sociaal werk:

Het gaat om een combinatie van verschillende typen domeinen: waar een doelgroep centraal staat of waar een beleidsterrein centraal staat. Deze domeinen overlappen elkaar allemaal. Hoofdstuk 10 Geestelijke gezondheidszorg De vraag naar psychologische en psychiatrische behandeling neemt toe. Lange tijd leek het psychiatrisch ziekenhuis de beste optie voor mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA). Na de jaren 80 werd er veel onderzoek gedaan naar de oorzaak en behandelmogelijkheden van schizofrenie. Hierdoor werd de medicatie verbeterd, andere b ehanmethoden en er werd emer ingzet op begeleiding en ondersteuning in de thuissituatie. In de jaren 90 werd de psychiatrische thuiszorg opgericht. Het belangrijkste ingredient voor de ambulantisering was het ACT-model (Assertive Community Treatment).

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 10: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

FACT (Funtie Assertive Community Treatment) is ontwikkeld door de GGZ. Het FACT-model is een antwoord op de geconstateerde lacunes in het casemanegement voor EPA-cliënten en lijkt meer en meer het model om de zorg voor alle mensen met een EPA te organiseren. Met behulp van de FACT-methode wordt aan mensen met een EPA zorg en behandeling in de eigen omgeving verleend. Het doel van de FACT-methode is het leveren van hoogwaardige behandeling en begeleidingen, die cliënten ondersteunt in hun herstelproces. De langdurige GGZ in NHN (Noord-Holland Noord) biedt zorg voor cliënten met een EPA bij een van de twaalf FACt-wijkteams. Naast deze teams is er een opnamekliniek, dubbele-diagnosekliniek, woonvromen en activiteitencentra. Een ideaal FACT-team bestaat uit een psychiater, psycholoog, verpleegkundige, een IPS-trajectbegeleider, ervaringsdeskundigen en agogische werkers. De zes principes van FACT (werkwijze):

1. Dit is het leidende principe van de werkwijze. FACT wil aansluiten bij het herstelproces van de cliënten. 2. Samenwerken met de buurt en het opbouwen van maatschappelijke-steun-systemen. Doel is om gebruik te maken van de aanwezige voorzieningen in de samenleving. 3. Opnames waar mogelijk te voorkomen en thuis beter worden. Opnameverkortend te werken. 4. Om opname te voorkomen wordt de zorg indien nodig geïntensiveerd, volgens de principes van ACT. Voor de cliënten waar het FACT team zich zorgen over maakt word de ACT-zorg ingezet. Dit houdt in dat er gewerkt wordt met een teambenadering. Een kenmerk van het ACT-deel is dat medewerkers assertief en outreachend zijn. 5. De multidisciplinaire FACT-teams maken het mogelijk de verschillende psychologische interventies in te voeren en aan te bieden aan alle cliënten. 6. De FACT-teams ondersteunen het herstelproces. Ervaringsdeskundigen hebben hier een belangrijke functie in en laat zien dat herstel mogelijk is. Qua behandeling en begeleiding vanuit een FACT-team zijn er drie interventies: rehabilitatie en herstel, behandeling en intensivering van zorg bij ontregeling/crisissituaties.

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 11: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

Het drieprocessenmodel geeft de benodigde activiteiten in de verschillende stadia weer:

Behandeling wordt geboden volgens de multidisciplinaire richtlijnen. Rehabilitatie en herstel wordt met ondersteuning geboden. Ontregeling/crisissituaties wordt door ambulante hulpverlening voorkomen dat mensen in een ernstigere crisissituatie belanden. De rol van de toekomstige hulpverlener zal veranderen. De hulpverlener zal de zorgende houding los gaan laten en zich ontwikkelen als coach met een gastvrije, gelijkwaardige houding zowel in het wijk-kantoor als op de kliniek. Hoofdstuk 11 Armoede en schuldhulpverlening In de afgelopen jaren is het aantal huishoudens met een (problematische) schuldsituatie flink toegenomen. Er is sprake van een problematische situaties als een huishouden na betaling van de vaste lasten en financiële verplichtingen onvoldoende geld overhoudt voor de dagelijkse boodschappen. Een kwart van de Nederlandse huishoudens heeft minimaal een achterstand. Deze kwart bestaat uit: - 13,4 % achterstanden, maar geen risico problematische schuldsituatie - 9,8 % problematische schuldsituatie - 3,5 % risico op problematische schuldsituatie Wanneer er sprake is van een problematische schuldsituatie is schulddienstverlening vaak de enige uitweg om de financiële problemen op te lossen. Ook op andere vlakken zijn er toenamen zichtbaar: de omvang van de schulden problematiek waarvoor schuldambtenaren hulp vragen, de diversiteit in termen van demografische en sociale kenmerken en de mate waarin er sprake is van multiproblematiek. Schulddienstverlening wordt uitgevoerd door verschillende partijen waarvan de gemeenten de belangrijkste aanbieders zijn. Daarnaast zijn er meer werkgevers, ketenpartners zoals GGZ die voorzien in schulddienstverlening of in ieder geval ondersteuning bieden bij schulden. Toen de Wet gemeentelijke schulddienstverlening (Wgs) in werking treed was schulddienstverlening voor de gemeente een wettelijke verantwoordelijkheid geworden. De uitvoering van de Wgs gaat onder de Algemene wet bestuursrecht(Awb), met als gevolg dat de uitvoering voortaan openstaat voor beroep en bezwaar en dat gemeenten vorderingen moeten opstellen. Een situatie van

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 12: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

een huishouden wordt als problematisch beschouwd wanneer er meer dan drie jaar nodig is om de totale schuld af te betalen. De gemeentelijke schulddienstverlening wordt ook wel aangeduid met de term minnelijk traject. Meest ingezette instrumenten schulddienstverlening: adviesgesprek, betalingsregeling, herfinanciering, schuldbemiddeling, schuldsanering, Wet schuldsanering natuurlijke personen, budgetbeheer, budgetcoaching, thuisadministratie, beschermingsbewind en basisbankrekening. Bij een schuldenaar met multiproblematiek zijn vaak veel partijen betrokken. Nu wordt er behoorlijk gekort op de uitvoering van de schulddienstverlening. Gemeenten maken verschillende keuzes om de noodzakelijke bezuinigingen te realiseren: - Aantal jaar de deur dicht doen voor specifieke groepen - Maximaal inzetten op de betrokkenheid van vrijwilligers - Beperken of afschaffen van ondersteunende producten - Veel gerichter diensten en producten inzetten Voor veel ketenpartners en crediteuren is het wel even omschakelen dat de gemeente niet langer per definitie probeert iemand aan een schuldenvrije toekomst te helpen. Sociaal werk kan alerter zijn op het weerbaar maken van burgers in risicosituaties en hen daartoe competenties aanreiken en motiveren om deze ook in te zetten. Hoofdstuk 12 Over wijken, wonen en werken In de wijkaanpak wordt een voorzichtige vooruitgang geboekt. Een van de problemen in de aandachtswijken is dat er een concentratie van problemen die zich vaak op individueel niveau manifesteren. Bij de wijkaanpak vallen twee zaken op die belangrijk zijn voor sociaal werk: - De aanpak wordt ingestoken vanuit een hoek waar sociaal werk niet zoveel mee te maken had en heeft - Een onontgonnen terrein in de wijkaanpak waar de komende jaren meer aandacht voor gevraagd gaat worden. Wijkeconomie zijn alle initiatieven die tot doel hebben om de economische positie van bewoners in een wijk te versterken, of om economische functies in een wijk te realiseren of te stimuleren. Bij de wijkeconomie gaat het om zowel persoonsgerichte als gebiedsgerichte maatregelen. Tien domeinen (persoonsgericht):

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 13: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

De wijkaanpak kent vijf zogeheten vingers: wonen, werken, leren, integreren en veiligheid. Het model dat deze samenbrengt staat hierboven. Met bonds worden de relaties binnen de eigen gemeenschap bedoeld. Met bridges worden de relaties met leden van andere gemeenschappen bedoeld. Met links worden relaties met instellingen, waaronder overheidsdiensten bedoeld. Het thema faciliteren gaat zowel om kennis en vaardigheden als om omstandigheden die mensen helpen om actief, betrokken en veilig en verborgen te zijn in gemeenschappen. Het thema fundament verwijst naar de basis van rechten en plichten die iedereen heeft als zij deel uitmaken van een samenleving. Twaalf domeinen (gebiedsgericht):

De effecten van economische ontwikkeling van de wijk: die stimuleert arbeidsparticipatie, daagt bij aan persoonlijke groei en ontwikkeling van bewoners, is gunstig voor de levendigheid en voor een evenwichtiger gebruik van de infrastructuur. Bij social entrepeneurship gaat het erom burgers toe te rusten om als change makers te denken en handelen, en ook om hen te helpen krachtig samen te werken. Sociaal ondernemerschap is gericht op een maatschappelijke kwestie. Een van de opgaven voor sociaal ondernemers zou kunnen zijn om via sociale en economische interventies, de voorlopers en achterblijvers in de wijk productief te verbinden. De twee driehoeken(afbeeldingen) laten zien met welke aspecten je als sociale professional aan de slag moet en waar je rekening mee moet houden. De rol van sociale professionals verandert van bemiddelaar tussen overheid en bedrijfsleven naar kwartiermaker in het bedrijfsleven. Sociale professionals moeten zich ook kunne opstellen als sociale ondernemers, cruciaal hierbij is: - Het aanwakkeren van het potentieel van burgers om hun eigen mogelijkheden te ontplooien. - Kwartier maken bij bedrijfsleven en organisaties om de veerkracht en vitaliteit van de buurt te versterken. - Het versterken van de economische veerkracht en de functiedifferentiatie in de buurt. Van de sociaal werker wordt ook verwacht dat hij de netwerken kent, en weet te activeren en te ondersteunen om de veerkracht van de wijk te ontwikkelen en te onderhouden. Hoofdstuk 13 Investeren in jeugd De factoren of een kind gezond, evenwichtig en prettig opgegroeid zijn het kind zelf, de directe omgeving en de samenleving. Hierbij komen beschermende factoren en risicofactoren kijken. De rechten van kinderen staan beschreven in het Internationaal

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 14: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

verdrag inzake de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties. Het verdrag is gebaseerd op provision (reguliere voorzieningen), protection (voorzieningen voor kwetsbare groepen) en participation (recht om mee te doen in de samenleving). Wetgeving ten aanzien van jeugdbeleid en jeugdzorg is vastgelegd in de volgende vier wetten: - Wmo: In de Wmo gaat het om de maatschappelijke participatie van mensen en in het bijzonder van jeugdigen en hun ouders. - Wet op de jeugdzorg: De zorg moet zo dicht mogelijk bij het kind gebeuren, zo kort mogelijk duren en zo licht mogelijk zijn. Het rijk geeft hiervoor geld aan elke provincie. - Wet publieke gezondheid: De Wpg heeft gemeentelijke taken op het gebied van publieke gezondheidszorg, waaronder JGZ (jeugdgezondheidszorg). - Leerplichtwet: Alle kinderen in Nederland hebben recht op onderwijs en moeten zich kunnen voorbereiden op de maatschappij. Dit is verplicht van 5 tot 18 jaar. Er worden steeds meer overheidstaken gedecentraliseerd: overgegaan van het Rijk naar de provincie en de gemeenten. Hierdoor zouden lagere overheden beter in staat zijn om gericht en passend beleid te maken voor de eigen inwoners. Elke gemeente was door het Rijk verplicht om een CJG (centrum voor jeugd en gezin) op te zetten. Het doel van het CJG is het verbeteren van hulp en zorg aan jeugdigen en gezinnen op gemeentelijk niveau, opdat alle jeugdigen zich goed kunnen ontwikkelen. Kernpunten voor de gemeente zijn daarbij: mensen bereiken via een laagdrempelig aanbod, risico’s eerder opsporen, in acte komen bij signalen en zorg dragen voor effectieve samenhang en afstemming tussen voorzieningen. Het CJG in de keten van jeugdvoorzieningen:

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 15: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

Als de taken van de provinciale en landelijke jeugdzorg ook onder de gemeente zullen vallen is daarmee een aanpak mogelijk die samenhangender, sluitender, slagvaardiger en sneller is. De Nederlandse wet- en regelgeving biedt ruimte om het belang van de cliënt af te wegen tegen het belang van geheimhouding. Drie grote veranderingen die de komende jaren op stapel staan op het terrein van het jeugdbeleid: eigen kracht wordt vanzelfsprekender, preventief samenwerken in de wijk en samenwerking wordt minder vrijblijvend. Hoofdstuk 14 Ouderen, mensen met beperkingen en zorg Extramuralisering van zorg betekend dat zorg buiten de muren van de instelling geboden kan worden. De zorg kom naar de mensen toe. Vermaatschappelijking van zorg wil zeggen het verweven en aanpassen van zorg aan andere levensdomeinen. Community care is een reactie op het belang dat gehecht wordt aan participatie aan de samenleving door iedereen. De essentie van community care is dat mensen met een beperking binnen de samenleving hun eigen leven inrichten. Door het gevolg van de maatschappelijke ontwikkelingen is de druk op de lokale voorzieningen toegenomen. Het beroep op de lokale overheid en de lokale voorzieningen neemt ook toe. Volgens de DSM-IV zijn mensen: IQ tussen 70 en 90 Licht verstandelijk beperkt IQ tussen 50 en 70 Licht zwak begaafd IQ lager dan 35 Ernstig verstandelijk beperkt Met een IQ onder de 85 kunnen mensen nu nog aanspraak maken op zorg volgens de AWBZ. In de toekomst nemen de ouderen in Nederland toe. Hierbij neemt ook het beroep op de Wmo fors toe. Zelfredzaamheid en zelfzorg zijn voor ouderen en mensen met chronische beperkingen of ziekten belangrijke voorwaarden om maatschappelijke participatie mogelijk te maken. Hoofdstuk 15 Outreachend in de rafelrand: frontlijnwerk in risicosituaties

Integrale, complemenatire aanpak

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 16: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

Hard/repressief: gericht op herstel van het formele gezag Zacht/preventief: gericht en gebaseerd op het herstel van moreel gezag en vertrouwen Sociaal werk kan ook in de rafelranden van de samenleving belanden. Wat hierbij nodig is leen afgewogen samenspel van maatregelen, niet los van elkaar of, wat ook nogal eens gebeurt, ten koste van elkaar, maar in samenhang: complementair aan elkaar. Werken in de rafelrand is zonder meer spannend, uitdagend en in zekere zin ook dankbaar, maar tegelijkertijd veeleisend en zelfs niet vrij van gevaar. Om in permanente krachtenveld overeind te blijven dient de rafelrandwerker te beschikken over een sterk ontwikkeld beoordelings-, inschattings-, reactie-, incasserings-, improvisatie- en doorzettingsvermogen. Hoofdstuk 16 In verscheidenheid verenigd Het streven is om hulp- en dienstverlening dicht op de leefwereld van mensen te organiseren. De regie wordt zo veel mogelijk in handen van individuen en hun netwerk gelegd, hulp- en dienstverleners dragen door ondersteuning en begeleiding bij aan het versterken van eigen krachten en het normaliseren van het dagelijks leven. In toenemende mate wordt geëxperimenteerd met professionals die met een brede blik kijken en die een woud aan hulp- en dienstverleners overbodig zouden maken: de professional nieuwe stijl, in navolging van het uitvoeringskader Welzijn Nieuwe Stijl. Het gaat hierbij om een generalist die zoveel mogelijk alles zelf in de hand houdt. Deel IV: Een agenda van sociaal werk Hoofdstuk 17 Recapitulatie Op dit moment in de tijd doen zich ontwikkelingen voor die kansen bieden om de complexiteit een halt toe te roepen en daadwerkelijk verandering ten goede te realiseren: stelselherziening, decentralisatie en bezuinigingen. Hoofdstuk 18 Praktijkproblemen en complexe oplossingen Doordat veel mensen in meerdere doelgroepen vallen en de hulp- en dienstverlening aan hen vanuit verschillende routes aangevlogen kan worden, is ook de kans op missers of mismatch groter. Om de toeleiding te versimpelen wordt er lokaal zo veel mogelijk gestreefd naar één centrale toegang. Meerdere toegangen vergroten de flexibiliteit, maar stellen hoge eisen aan samenwerking en afstemming. Praktijkproblemen en weeffouten in beleid leiden tot verschillende problemen: - Er wordt pas ingegrepen op het moment dat er al van alles mis is - De dienstverlening is versnipperd en het ontbreekt aan samenwerking - De problematiek wordt onvoldoende in de context geplaatst, waardoor er te eenzijdig en te zwaar geproblematiseerd wordt - Het ontbreekt aan professionaliteit of er is sprake van verkeerde professionaliteit - Bureaucratische processen en risicobeheersing leiden tot procedurele fijnslijperij - de projectencarroousel(=wanneer de resultaten van projecten niet in de geplande termijnen worden bereikt worden de projecten gestopt) zorgt dat er onvoldoende geleerd wordt en het geleerde onvoldoende blijft hangen.

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 17: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

De kunst is om andere, waar mogelijk simpele, oplossingen te kiezen die in het belang van de cliënt zijn en die bijdragen aan efficiënte, effectiviteit en klantgerichtheid. Daarbij ligt het in de lijn van de Wmo om eerst te zoeken naar oplossingen en kansen in de directe omgeving (cevil society) of in de vorm van collectieve diensten in plaats van individuele hulpverlening. Hoofdstuk 19 Passende professionaliteit Een sociaal werker is een generalist die: - Kennis heeft van meerdere kennisodomeinen - Zich integraal richt op het functioneren van personen op (bijna) alle leefgebieden - Werkt met individuen, systemen en/of groepen - Een scala aan interventies uitvoert - Schakelt tussen specialisten vanuit het leefwereldperspectief - Oog heeft voor problemen en kansen - Hulp- en dienstverlening verbindt met maatschappelijke participatie en deze verbindt met hulp- en dienstverlening. Van individuele hulp- en dienstverlening tot samenlevingsopbouw:

Hoe de generalisten uit de verschillende domeinen zich tot elkaar verhouden:

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Page 18: Samenvatting de Sociale Kwestie Hervat

Competenties van de sociale professional in de Wmo: - Doorziet verhoudingen en anticipeert op de veranderingen - Spreekt burgers en hun omgeving aan op hun eigen kracht - Is zichtbaar en aanspreekbaar als sociale professional - Beweegt zich in uiteenlopende leef- en systeemwerelden - Handelt praktisch en draadkrachtig - Verbindt burgers en netwerken - Inspireert en is creatief - Kan actief luisteren - Investeert in netwerken en samenwerking - Weet zijn professionele ruimte te gebruiken Hoofdstuk 20 De sociale kwestie hervat: een agenda van sociaal werk De kern van sociaal werk is: het empoweren van (kwetsbare) burgers en het ondersteunen en versterken van sociale en maatschappelijke verbanden zodat àlle mensen tot hun recht kunnen komen. Sociale kwesties die gerekend worden tot de agenda van sociaal werk: - De arbeidsmarkt is sterk in beweging - Armoede en schuldenproblematiek - Opvoeden, opvoedingsonzekerheid en opvoedingsstress - Recht doen en toegankelijkheid tot voorzieningen waarborgen - Wonen, leefomgeving, veiligheid en samenleven - Zorg en bekommernis > nu gaat het om het zoeken van een nieuwe balans tussen betaalbare en duurzame professionele en hoogwaardige zorg en bekommernis en tasbare solidariteit tussen burgers onderling. Uitgangspunten voor de toekomst sociaal werk: - Ontmantelen van complexiteit op alle niveaus - Experimenten met en leren van vernieuwende praktijken, zeker ook met betrekking tot collectieve aanpakken en samenwerken van professionals met de cevil society - Continu werken aan professionaliteit en vakmanschap door bijvoorbeeld scholing

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal