Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

25
Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Transcript of Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Page 1: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Samenvatting businessplannen

topsectoren 2025

Page 2: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Overzicht samenvattingen

Inhoud Topsector Creatieve industrie ....................................................................................................................... 2

Topsector Agri&Food: ................................................................................................................................... 4

Topsector HTSM: .......................................................................................................................................... 5

Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen ................................................................................................. 7

Topsector LSH ............................................................................................................................................... 8

Topsector Logistiek ..................................................................................................................................... 10

Topsector Energie ....................................................................................................................................... 12

Topsector Water ......................................................................................................................................... 16

Topsector Chemie ....................................................................................................................................... 20

Page 3: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Topsector Creatieve industrie

Nederland is in 2025 als de meest creatieve economie van Europa.

Om deze ambitie te verwezenlijken zijn er de afgelopen jaren door de creatieve industrie, onder

aanvoering van het Topteam meerdere strategische agenda’s opgesteld. Doelen zijn het

stimuleren van kennis en innovatie, human capital, internationalisering van de sector en

‘crossovers’ tussen creatieve sectoren onderling en andere sectoren van onze economie. In de

afgelopen 5 jaar zijn hiermee grote stappen gezet: de creatieve industrie wordt steeds breder

erkend als bron voor innovatie, welvaart en welzijn. Daar zijn we trots op.

Het Topteam, de Federatie Dutch Creative Industries en de Dutch Creative Council zetten de

komende jaren in op het verder versterken van de economische en maatschappelijke impact van

de creatieve industrie. Speerpunten hierbij zijn de lancering van het ‘Tweede Creatief Manifest

2016’, het verbeteren van de samenwerking binnen creatieve industrie en de crossovers met

andere sectoren, het versterken van het draagvlak en de uitvoeringskracht voor de opgestelde

agenda’s en extra focus op innovatieve oplossingen voor urgente maatschappelijke uitdagingen.

Kortom: de creatieve industrie als kwartiermaker van vernieuwing!

Ambitie creatieve industrie voor 2025 in cijfers

De totale toegevoegde waarde van de creatieve industrie stijgt de komende 10 jaar 1,25

keer sneller dan de Nederlandse economie als geheel

De creatieve industrie maakt ruim 3% van het BBP uit

Het aantal fte in de sector stijgt naar 200.000

Een groter deel van de omzet/tijd van creatieve bedrijven wordt besteed aan innovatie en

R&D.

De internationale omzet verdubbelt

Het Topteam Creatieve Industrie, de Federatie Dutch Creative Industries en de Dutch Creative

Council focussen zich op de volgende drie onderwerpen:

1) Kennis en innovatie - Relevante wetenschappelijke inzichten weten vanzelfsprekend hun

weg weten te vinden naar de creatieve industrie, en de sector zelf weet op zijn beurt de

onderzoeks- en kennisagenda voortdurend te voeden en inspireren. Focus ligt op het

oplossen van de grand societal challenges van de Europese Unie en het versterken van het

innovatie- en concurrentievermogen van de creatieve industrie zelf en de Nederlandse

economie. Door:

Bruggen slaan tussen onderzoek, creativiteit en ondernemerschap

Stimulering van ontwerpend onderzoek

Goed creatief opdrachtgeverschap door bedrijven en overheid

2) Opschaling en internationalisering - Nederlandse Creatieve bedrijven en hun

opdrachtgevers schalen succesvol op en zien het buitenland als een vanzelfsprekende en

aantrekkelijke afzetmarkt en zijn in staat succesvol te concurreren op kansrijke buitenlandse

markten. Buitenlandse creatieve bedrijven zien Nederland als een aantrekkelijke

vestigingsplaats. Door:

Page 4: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Een ambitieus internationaliseringprogramma

Bevorderen van incubators creatieve starters en snelle groeiers

Benutting en onderbouwing van de meerwaarde van de creatieve industrie

3) Talentontwikkeling en ondernemerschap - Een ondernemende en verbindende leercultuur

waarbinnen het onderwijsveld en het bedrijfsleven gezamenlijk optrekken om de creatieve

beroepsbevolking van 2025 op te leiden en deze toekomstgericht door te ontwikkelen.

Daarbij ligt de nadruk op het ontwikkelen van creatief vermogen in combinatie met

ondernemerschap en onderzoekend vermogen in de hele onderwijsketen, en op een levenlang

leren. Door:

Ontwikkeling van ‘21st century skills’ in het onderwijs en creatieve bedrijven

Randvoorwaarden

Randvoorwaarde is dat de typische eigenschappen (diversiteit, MKB en zzp’ers, waarde van

intellectueel eigendom) van de creatieve industrie worden erkend en dat er meer ruimte komt

voor experiment en maatwerk. De sector wil actief samenwerken met andere (top)sectoren en

door de inzet van de conceptuele en verbeeldingskracht die de creatieve industrie eigen is

urgente maatschappelijke opgaven helpen oplossen in binnen- en buitenland. Daarvoor moet de

slagkracht en samenhang van de bestaande creatieve infrastructuur als hefboom voor creatieve

bedrijven, opdrachtgevers en financiers bij de ontwikkeling van nieuwe oplossingen en

verdienmodellen verder worden uitgebouwd.

Voorbeelden samenwerking creatieve industrie met zorg, energie, high-tech en retail:

Het komende decennium vraagt om nieuwe vormen van samenwerking over sectoren heen.

Onverwachte benaderingen en perspectieven leiden zo tot vernieuwende oplossingen. Deze

nieuwe combinaties tussen sectoren hebben de potentie om ook grotere en meer complexe

vraagstukken op te lossen. In een cross-over werkt de creatieve industrie samen met experts en

belanghebbenden buiten de creatieve sector aan maatschappelijke en complexe vraagstukken.

Vanuit het kennis- en innovatienetwerk CLICKNL zijn in een viertal cross-overs – als

speerpunten binnen de topsector Creatieve Industrie - van start gegaan:

CROSS-OVER CREATE HEALTH: Hoe kunnen we kennis ontwikkelen over

zorginnovaties om gezond en actief ouder te worden? En hoe schalen we deze op zonder

dat de zorgkosten stijgen?

CROSS-OVER CREATE ENERGY: Hoe komen we van een centrale energievoorziening

naar duurzame decentrale intelligente systemen met lokale opwekking, opslag en

onderling delen van energie? Hoe kan de creatieve industrie bijdragen aan de transitie in

de energiesector?

CROSS-OVER SMART INDUSTRY / HIGH-TECH: “Where Tech meets Creative

meets Business Savviness” Hoe kunnen de creatieve en high tech industrie samen

aantrekkelijke kansrijke nieuwe producten, diensten en processen ontwikkelen?

CROSS-OVER SMART RETAIL / DE NIEUWE WINKELSTRAAT: Hoe kunnen we

winkels en winkelgebieden in Nederland voorbereiden op een toekomst waarin de

grenzen tussen de fysieke en de online wereld vervagen?

Page 5: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

De publicaties ‘Cross-over Works’ geven actuele voorbeelden van bijzondere

samenwerkingsprojecten tussen de creatieve industrie en de andere topsectoren. Projecten die

hebben geleid tot mooie vondsten die de maatschappij een beetje verder helpen: van games en

toiletten die levens redden tot spijkerbroeken die de zee opschonen. CLICKNL, Dutch Creative

Council, Federatie Dutch Creative Industries, de Kamer van Koophandel en het

Stimuleringsfonds Creatieve Industrie laten met deze reeks zien wat de toegevoegde waarde van

design kan zijn. Dat wordt niet alleen geïllustreerd met succesvolle cases, maar ook met een

aantal verdiepende essays waarin vak-experts zich over grotere vragen buigen. Concrete

voorbeelden staan op: http://www.clicknl.nl/publicaties/

Topsector Agri&Food:

De vraag

Onze wereld staat de komende decennia voor een enorme uitdaging. In 2050 moeten 9 miljard

mensen worden gevoed, die door de stijgende welvaart ook nog eens meer en anders gaan

consumeren. Naar verwachting gaat de consumptie van hoogwaardige eiwitten als zuivel, vlees

en eieren zelfs verdubbelen. Tegelijkertijd neemt de beschikbare hoeveelheid landbouwgrond

eerder af dan toe en worden grondstoffen als water en energie steeds schaarser. Verder stellen

consument en maatschappij met het stijgen van de welvaart toenemende eisen aan de kwaliteit,

diversiteit en veiligheid van het voedsel en de manier waarop dit wordt geproduceerd.

Onze bijdrage

De Nederlandse Agri&Food sector heeft een sterke uitgangspositie om hier een antwoord op te

kunnen geven. In ons land waren grond en grondstoffen altijd al schaars, de welvaart relatief

hoog en de arbeid duur. Daarbij heeft de sector zich moeten ontwikkelen in een van de meest

dichtbevolkte gebieden ter wereld met een kritische bevolking en veeleisende consumenten.

Voortdurende vernieuwing door onderzoek en innovatie was (en is) dan ook cruciaal om aan de

behoefte te kunnen blijven voldoen. Dit heeft ertoe geleid dat we in Nederland voedsel weten te

produceren met de minste grond en grondstoffen en met de minste uitstoot aan broeikasgassen.

Dit uiteraard binnen de maatschappelijke context met aandacht en zorg voor dierenwelzijn,

leefbaarheid, milieu en klimaat. Het is die duurzame, innovatieve aanpak die de Nederlandse

sector wereldwijd in het centrum van de aandacht en de (groei)mogelijkheden plaatst.

Om tot de beste oplossingen te komen werken bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen

nauw samen in wat heet ‘de gouden driehoek’. Via technologische en sociale innovaties werken

we aan de ontwikkeling van duurzame innovatieve voedselsystemen, met focus op gezondheid,

smaak en gemak, die een gezonde levensstijl ondersteunen. En door het wereldwijd delen van

onze unieke kennis en kunde op het gebied van agri & food, leveren we een significante bijdrage

aan de voedselzekerheid in de wereld.

Kracht van Nederland

De innovaties in de Agri&Food sector zijn gericht op een veerkrachtige toekomst. De

Nederlandse productiviteit, kwaliteit en veiligheid van voedsel hebben geleid tot een mondiaal

leidende positie van de sector. Nederland is tweede exporteur van voedsel ter wereld en steeds

meer ook van kennis en technologie. Hierdoor neemt de kracht van de sector toe en zijn we een

Page 6: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

sterke pijler onder de Nederlandse economie met een bijdrage van 10% van het bruto nationaal

product en 10% van de werkgelegenheid.

Ambitie

Partijen binnen de Agri&Food sector werken nauw samen met een gemeenschappelijke ambitie:

via een niet-aflatende inzet en voortdurende innovatie voldoen aan een groeiende behoefte in de

samenleving. Voor ons betekent dat iedere dag zorgen voor voldoende, veilig en gezond voedsel

en zo een bijdrage leveren aan de voedselzekerheid in Nederland en de wereld. Een wereld

waarin de komende 40 jaar meer voedsel nodig is dan in de afgelopen 4000 jaar.

Ten aanzien van de groei in toegevoegde waarde is de ambitie om tot 2025 in te zetten op een

jaarlijkse groei van 3% en daarmee structureel beter te presteren dan de rest van de Nederlandse

economie. In euro’s betekent dit in een toename van 42 miljard in 2012 naar 62 miljard in 2025.

Ten aanzien van de export wordt ingezet op een sterke groei van 5% per jaar. De ambities zijn de

export te laten groeien van € 55 miljard in 2012 naar € 105 miljard in 2025 en het verschil tussen

onze huidige nummer-2 positie en die van de nummer 1 (de VS) te verkleinen.

De Topsector Agri&Food heeft ambitieuze doelstellingen geformuleerd om de verduurzaming

van de sector verder te versterken. Bij de uitvoering sluit de Topsector zo veel mogelijk aan op

de lopende trajecten van de Alliantie Verduurzaming Voedsel (AVV), de Uitvoeringsagenda

Verduurzaming Veehouderij (UDV) en het Initiatief Duurzame Handel (IDH).

De geformuleerde ambities voor Kennis en Innovatie worden behouden. In de ambities voor

publieke en private R&D-uitgaven is een benchmark met andere landen aanwezig:

Leidend in hoogste private R&D-uitgaven (als % van het bruto binnenlands product)van

nummer 2 naar nummer 1 in de EU.

Leidend in publieke R&D uitgaven (% van BBP); van nummer 5 naar nummer 3 in EU.

Daar is ook de € 400 mln aan investeringen voor Publiek-Private

Samenwerkingsprojecten (50/50 bijdragen) in 2020 aan gerelateerd.

Topsector HTSM:

De Nederlandse topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM) ontwikkelt en produceert

hoogwaardige eindproducten, halffabricaten, componenten en materialen voor klanten over de

hele wereld. Nederlandse hightech producten zijn intelligent, nauwkeurig en efficiënt, en worden

wereldwijd toegepast in bijvoorbeeld medische apparatuur, halfgeleiderproductie, auto’s,

logistieke systemen, vliegtuigen, satellieten en energiesystemen. In heel Nederland zijn circa

447.000 mensen in de hightech sector werkzaam, die in 2012 voor € 45 miljard aan export

hebben gegenereerd en € 3,6 miljard in R&D hebben geïnvesteerd. Daarmee is deze topsector

van alle andere topsectoren de grootste exporteur van goederen en goed voor ruim 50% van de

private R&D-investeringen in heel Nederland.

De huidige marktontwikkelingen verschaffen Nederland een uitstekende positie. De vraag naar

hightech producten blijft wereldwijd toenemen, ook vanwege de toenemende koopkracht. Veel

Page 7: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

eindproducten bestaan voor een steeds groter deel uit elektronica, software en nieuwe materialen.

In de auto-industrie is bijvoorbeeld in de afgelopen tien jaar het aandeel van elektronische

componenten en -systemen in de “bill-ofmaterials” met 50% gestegen. Deze ontwikkelingen, die

ook door de Europese Commissie erkend wordenzijn gebaseerd op sleuteltechnologieën die in

Nederland stevig geworteld zijn: micro-/nano-elektronica, nanotechnologie, fotonica,

geavanceerde materialen en halfgeleiders.

Nederland is niet alleen een ‘top’ hightech land vanwege de toptechnologie, die in nichemarkten

wereldwijd hoog gewaardeerd wordt. Ook onze Nederlandse cultuur speelt een belangrijke rol.

De eeuwenoude Nederlandse cultuur van creativiteit, pragmatisme, ondernemerschap, openheid

en de bereidheid tot samenwerking is bij uitstek geschikt voor oplossingen van complexe

vraagstukken. Nederland is een land waar volop geëxperimenteerd kan worden. Dat heeft tot

aansprekende resultaten geleid, zoals bijvoorbeeld de microscoop en de slimme

versnellingspook. En nu de navigatiesystemen en MRI-scanners. Het zijn allemaal voorbeelden

van sector-overschrijdende en cross-sectorale oplossingen, gecombineerd met de Nederlandse

creativiteit en de wil en het gemak om samen te werken. En de Nederlandse drive om wereldwijd

te concurreren en topkwaliteit te leveren.

Visie / Global Challenges, Smart Solutions

De wereld staat voor een aantal grote uitdagingen: vergrijzing en daardoor stijging van de

zorgkosten, omschakeling van fossiele brandstoffen op schone energie, voedselvoorziening voor

een sterk groeiende wereldbevolking en de beschikbaarheid van schoon (drink)water, de

groeiende mobiliteit van de mensheid, haar veiligheid, en daarbij de zorg om het klimaat.

Nederland, en de topsector Hightech Systemen en Materialen (HTSM) in het bijzonder, speelt

een essentiële rol in het bedenken en realiseren van oplossingen voor deze wereldwijde

maatschappelijke uitdagingen.

De Nederlandse hightech sector is ervan overtuigd dat Nederlandse (doorbraak)technologieën

zoals 3D-printen, robotica, ultieme ‘connectivity’ door het internet der dingen (IoT), de

toepassing van Big Data, en de explosief toenemende rekenkracht onmisbaar zijn voor duurzame

oplossingen voor deze internationale maatschappelijke uitdagingen. De mix van deze hightech en

culturele eigenschappen maakt Nederland bijuitstek de ‘place to be’ voor oplossingen voor

wereldwijde maatschappelijke uitdagingen op het gebied van gezondheid, energie, mobiliteit,

veiligheid en het klimaat. Daarom is onze pay-off: Global Challenges, Smart Solutions. Je moet

in Nederland zijn voor de oplossingen van maatschappelijke uitdagingen die wereldwijd gaande

zijn.

Het is ons ultieme streven om als Nederlandse topsector High Tech Systemen en Materialen

internationaal tot de top te blijven behoren, en wereldwijd een cruciale bijdrage aan het

oplossen van maatschappelijke uitdagingen te leveren.

De Nederlandse hightech sector heeft de ambitie de export te verhogen, van € 41,3 miljard in

2010 tot € 74,6 miljard in 2025. Met het ontwikkelen, maken, en de export van hightech

producten is de sector een essentiële motor en aanjager van de Nederlandse economie.

Page 8: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen

Algemeen

De kennisinstellingen binnen de topsector blijven mondiaal nummer 1 in excellente

plantenwetenschappen.

Nieuwe ontwikkelingen in wetenschap op de kennisvelden genetica, plantenfysiologie en

fytopathologie en implementatie van deze technieken in Tuinbouw & Uitgangsmaterialen

met gebruik van high-tech technieken zoals genomics, sensor technologie en bio-

informatie hebben de innovatievoorsprong van de sector in Nederland verder verstevigd.

Het percentage bedrijven dat participeert in publiek-private samenwerkingsprojecten is

ten opzichte van 2015 verdubbeld in 2019 en verdrievoudigd in 2030.

Investeren in R&D door private bedrijven is in 2030 toegenomen.

Meer en beter met Minder

De topsector heeft mondiaal de meest duurzame tuinbouwproductieketens, met aandacht

voor plant en technologie.

De topsector heeft haar wereldmarktleiderschap op het gebied van uitgangsmaterialen

(waaronder groentezaden, pootaardappelen) verder uitgebouwd.

Samenwerkende waardeketens

Met een focus op toegevoegde waarde, productvernieuwing, duurzaamheid en een

nieuwe marktbenadering zet de topsector de werelduitdagingen om in kansen en

verzilvert ze.

Gezondheid en Welbevinden

De topsector biedt dagelijks toegang tot een gezond plantaardig voedingspakket tegen

een betaalbare prijs en realiseert een gezonde werk-, leef- en leeromgeving.

Voedselveiligheid

De topsector staat voor betaalbaar garanderen van veiligheid bij consumptie van

plantaardige producten.

Page 9: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Voedselzekerheid

De topsector is een wereldwijd erkende koploper op het gebied van opbrengstzekerheid

door de hele tuinbouwproductieketen, op basis van robuuste rassen en intelligente teelt-

en verwerkingsmethoden.

De tuinbouw zorgt door de beschikbaarheid van de vitaminen, vezels en mineralen (in

groente- en fruitgewassen) voor een belangrijke aanvulling naast de energie- en

eiwitinname in een gebalanceerd dieet. Dit heeft een grote impact voor de 2 miljard

mensen die wereldwijd aan ‘malnutrition’ leiden.

Topsector LSH

De visie, doelstelling en ambitie van de topsector LSH, tegenwoordig genaamd Health~Holland;

H~H; zijn recentelijk verwoord in het Kennis en Innovatie Agenda (KIA) van de topsector (zie

www.healthholland.com).

Het leidmotief is aangescherpt tot: invest in new evidence-based Life Sciences and Health

R&D for vital functioning citizens in a healthy economy.

Als belangrijkste rol en focus voor H~H denken wij nog meer dan voorheen aan: stimulating

and facilitating stakeholders and partners and their activities in the sector in public-private

partnerships on topics initiated by enterprises that contribute to master societal challenges.

Trends en ontwikkelingen

Een belangrijke verandering t.o.v. de vorige update is dat we de sector, zoals hierboven vermeld,

breder insteken dan voorheen. Daarnaast zet H~H in op grotere PPSen en PPSen met

groeipotentie. Op deze manier faciliteren we de creatie van meer gebundelde kritische massa en

slagkracht rondom onderzoeksgebieden waarin Nederland reeds excelleert. Een voorbeeld

hiervan is OncoXL, een virtueel PPS in oprichting met een beoogd budget van € 25 mln per jaar,

waarin de toponcologen van Nederland en de beste valorisatiespecialisten met elkaar

samenwerken. Andere initiatieven in deze richting bewegen zich op het gebied van

antimicrobiële resistentie, hart- en vaatziekten en hersenen & cognitie.

Naast deze grotere initiatieven faciliteert H~H ook het opzetten van kleinere, zgn. kweekvijver

PPSen, die later kunnen uitgroeien tot grotere samenwerkingsverbanden, waarin Nederland het

verschil kan maken. Deze kweekvijver PPSen worden vooral i.s.m. andere topsectoren

ontwikkeld. Inmiddels is een tweetal van dergelijke crossover-projecten van start gegaan. Een

betreft de samenwerking met de topsector Creative Industrie op het gebied van e-health en

dementie/eenzaam ouder worden. De ander is met Agrofood ontwikkeld in een breder Europees

verband binnen het JPI- Healthy Diet for a Healthy Life, op het gebied van intestinal

microbiomics. Momenteel wordt gewerkt aan andere crossover PPS-en met HTSM en Chemie en

wordt samenwerking verkent met Logistiek. Belangrijke ontwikkeling is de verdere versterkte

band en samenwerking met de LSH-regio’s en het HBO en de zich ontwikkelende samenwerking

met de VWS-proeftuinen.

H~H richt haar pijlen vooral op de maatschappelijke uitdagingen rondom gezondheid,

functioneren en welzijn, inclusief gezond voedsel. Op alle fronten van de health-waardeketen

Page 10: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

ziet H~H ontwikkelingen waarin Nederland een bijdrage kan leveren. Veel nieuwe

ontwikkelingen richten zich op preventie met o.a. nieuwe vroeg-diagnosetechnieken, maar ook

op cure gebied met nieuwe medicijnen op basis van bv. organoïden en niet te vergeten de

ontwikkelingen in non-invasieve technieken. Op care-gebied is Nederland op vele fronten al

koploper met vele werkzame concepten en haar unieke zorgsysteem (van jeugdgezondheidszorg,

1ste lijn tot en met acute care). H~H werkt nauw samen met de brancheorganisaties en de

ministeries van EZ en VWS om de preventie en care-exportmogelijkheden te verkennen en

vooral te vergroten. Wellicht de grootste uitdaging en nieuwe ontwikkeling voor de H~H sector

heeft te maken met big data, oftewel data integratie en stewardship, het koppelen van de

toenemende hoeveelheid data op alle terreinen van de H~H sector, teneinde de efficiëntie en

effectiviteit van de gehele sector te verbeteren. H~H en de enabler IT werken hierbij nauw

samen.

Een andere niet-te-onderschatten trend is dat vele private en publieke partijen die voorheen niet

of in beperkte mate waren aangesloten bij de topsector nu gaan meebewegen en actiever gaan

deelnemen in een aantal H~H activiteiten, waarvan deelname in PPSen het meest prominent is.

Zo is en wordt de samenwerking met de gezondheidsfondsen en patiëntenverenigingen sterk

verbeterd, wordt constructief gepraat met charity-foundations, zorgverzekeraars en in de nabije

toekomst met pensioenfondsen, etc. Het belang en de slagkracht van H~H komt mede tot uiting

doordat 2 van de 4 icoonprojecten (Organoïden en Bioneedle) zijn gevallen binnen onze

topsector.

Vertaling in ambities

In de KIA van H~H zijn de ambities voor de periode 2016-2019 helder in concrete milestones

verwoord. Illustratief voor onze ambitie en de realisatie daarvan is de toename van de TKI-

grondslag: van € 16 mln in 2013, naar € 40 mln in 2014 oplopend tot € 80 mln in 2018 of eerder.

Het is echter vooralsnog te vroeg om een lijn door te trekken naar 2025. Op alle fronten

(preventie-cure-care) wordt gestreefd naar uitbouw op gebieden waar Nederland het verschil kan

maken, zowel wat betreft R&D als marktaandeel en exportmogelijkheden. Een nieuwe aspect

vormt, zoals hierboven is vermeld, de ambitie in de preventie en zorgsector, die grotendeels nog

in getallen en cijfers moet worden uitgedrukt. Het voert daarom nu te ver om te speculeren over

concrete toegevoegde waarde en toename in export richting de prioriteitslanden, alsmede over

investeringen in innovatie tussen 2015 en 2025. Grofweg kan gezegd worden dat naar alle

waarschijnlijkheid de bedrijvigheid een lichte groei zal vertonen, dat het MKB versterkt wordt

door instrumenten als MIT, VFF, diverse Venture fondsen, etc., en dat vooral de export van

preventie en zorginnovaties zal toenemen.

Wat is daarvoor nodig?

Wat vooral nodig is dat de verschillende stakeholders en partners het belang van samenwerking

blijven onderschrijven en steunen. Geconstateerd kan worden dat het proces om gezamenlijk op

te trekken/treden tussen de relevante partijen binnen H~H de laatste paar jaar sterk is verbeterd.

Een faciliterende rol van de betrokken ministeries – met name ook interdepartementaal! – en

H~H governance en bureau in dit proces blijft onontbeerlijk en dient krachtig te worden

voortgezet, bij voorkeur voorzien van adequate gevalideerde monitorgegevens die de

onontbeerlijke spiegel- en benchmarksturingsinformatie moeten bieden. De uitkomst van de

Page 11: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Nationale Wetenschapsagenda, waar het thema gezondheid een prominente rol speelt, zal daar

hopelijk mede richting aan geven.

Topsector Logistiek

Topsector Logistiek draagt op drie manieren bij aan het BNP van Nederland:

1) door de door de toegevoegde waarde en werkgelegenheid in de logistieke sector zélf,

2) als enabling functie voor import, export en ontwikkelingssamenwerking vanuit alle

(Top)sectoren en

3) als belangrijke pijler onder het aantrekkelijke vestigings- en ondernemingsklimaat in

Nederland.

In 2012 heeft de Topsector Logistiek een bijdrage van 53,0 mld. toegevoegde waarde en 646.000

arbeidsplaatsen in het BNP.

Trends.

Big data en toename mogelijkheden ICT om keten overstijgende bundeling en

samenwerking tussen ketens te realiseren (incl. afstemming inspectie en toezicht en de

minimale verstoring van ketens).

Door consolidatie van goederenstormen zijn de mogelijkheden om alternatieve modaliteiten

als binnenvaart en wegvervoer (flexibel) in te zetten groter.

Digitalisering en verknoping van de goederenstroom – informatiestroom en financiële

stroom.

Smart Industry (technologie) en impact op logistiek: veranderingen binnen en tussen supply

chains.

Maatschappelijke uitdaging voor mobiliteit en transport in relatie tot bereikbaarheid en

duurzaamheid: transport van noodzakelijk kwaad tot duurzaam goed.

Fysiek Internet (metafoor). Gestandaardiseerde en gedistribueerde structuur van het digitale

internet, die wordt toegepast op het fysieke transport en de logistiek: optimalisatie van

goederenstromen op basis van de beschikbaarheid van alle (uitwisselbare) logistieke

hardware: distributiecentra, voertuigen etc.

Automatische voertuigen (platooning in vrachtverkeer).

Uitdagingen stadsdistributie (leefbaarheid, bereikbaarheid) en e-commerce (business

modellen B2C).

Maatschappelijke uitdagingen.

Innovaties binnen de Topsector Logistiek creëren veelal bedrijfseconomische baten voor

bedrijven (logistiek dienstverleners en verladers) en dragen bij aan het oplossen van

maatschappelijke vraagstukken over bereikbaarheid en duurzaamheid. Logistieke innovaties zijn

ook op een andere manier van belang voor Nederland: onze kennis van logistiek, innovatieve

vervoersconcepten en ketenregie draagt eraan bij dat buitenlandse bedrijven zich in ons land

willen vestigen (en kennis en kunde uit Nederland betrekken).

Een voorbeeld van zo’n innovatie in de logistieke sector is de ontwikkeling van zogenaamde

Cross Chain Control Centers (4C). In een 4C worden informatiestromen slim gekoppeld aan

Page 12: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

goederenstromen. Door deze gegevens uit te wisselen tussen verschillende logistieke ketens, kan

transport gezamenlijk (ketenoverstijgend) worden georganiseerd. Door grotere volumes zijn er

bijvoorbeeld meer mogelijkheden om spoor en binnenvaart in te zetten als alternatief voor

wegvervoer en kan ook de beladingsgraad van voer- en vaartuigen groeien. Dat leidt niet alleen

tot kostenbesparing, maar ook tot een betere bereikbaarheid en een duurzamere afwikkeling van

goederenstromen. Voorbeelden van betrokken verladers zijn: FrieslandCampina, Heinz en Hero

(Agrofood).

Ambities:

De ambitie is dat Nederland in 2020 een internationale toppositie heeft:

(1) in de afwikkeling van goederenstromen,

(2) als ketenregisseur van (inter)nationale logistieke activiteiten en

(3) als land met een aantrekkelijk innovatie- en vestigingsklimaat voor het verladende en

logistieke bedrijfsleven.

De actieagenda van de Topsector Logistiek is gericht op 12 actielijnen (Topteam Logistiek) en 6

roadmaps (TKI Logistiek). Daarmee zijn de vijf hoofdthema’s van de Topsectorenaanpak

gedekt: innovatie en kennis, regeldruk, internationaal, human capital en maatschappelijke

aspecten. Een aantal actielijnen is gericht op de enabling functie van logistiek en nadrukkelijk

opgesteld vanuit een perspectief van verladers (alle andere (Top)sectoren): bijvoorbeeld trade

compliance and border management, NLIP en 4C (ketenoverstijgende bundeling).

Tegen de achtergrond van de ambities en doelstellingen van het Bedrijvenbeleid van het kabinet

en de Topsector Logistiek is een uitgangspunt dat innovatie gericht moet zijn op vernieuwingen

op basis waarvan Nederland en het Nederlands (verladende) bedrijfsleven daadwerkelijk een

grote voorsprong kunnen nemen op de concurrenten (België en Duitsland): onderscheidende en

doorbrekende vernieuwingen (niet evolutionair). Daarbij is de uitdaging om drie type bedrijven

te betrekken:

- innovatieve dienstverleners in de logistieke sector (koplopers),

- innovatieve verladende bedrijven (leader firms vanuit alle sectoren) en

- bedrijven met nieuwe logistieke concepten gebaseerd op ICT (smart enablers).

Uitgaande van de kenmerken van de logistieke sector - w.o. relatief veel MKB-bedrijven, druk

op winstmarges in transport, verladende partijen veelal als aanjager en initiator van innovatie in

ketens - en haar enabling functie voor alle andere (Top)sectoren is een uitgangspunt bij het

uitwerken van de innovatiethema’s binnen de Topsector Logistiek: brede toepassing van

innovaties in de logistieke sector (én in andere sectoren waarin verladers zitten) dient

gefaciliteerd te worden door een combinatie van gerichte communicatie en een

disseminatieprogramma. Daarmee worden ook de (MKB)-bedrijven die zelf niet innovatief zijn

bereikt. De bestaande structuur met Kennisdistributiecentra (KDC’s), op de Hogescholen met

een lectoraat logistiek, als verbinding tussen kennisontwikkeling en (regionaal) bedrijfsleven is

daarbij bruikbaar.

Wat is daarvoor nodig?

Page 13: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Borging van integraal beleid (brede actieagenda, blijvende inzet op alle 5 hoofdthema’s van

de Topsectorenaanpak en de synergie en samenhang). Continuïteit.

Continuïteit in de bijdragen vanuit overheid, ondernemers en onderzoeksinstellingen.

Tijdige beschikbaarheid van Rijksmiddelen om het Meerjarenprogramma 2016 – 2020, ook

in de komende jaren goed uit te kunnen voeren.

Verdere stroomlijning en vereenvoudiging van gebruik en toegang tot instrumenten (ook in

samenhang tussen nationaal en regionaal).

(Nog) bredere betrokkenheid van bedrijven, ook buiten de logistieke sector:

- innovatieve dienstverleners in de logistieke sector (koplopers),

- innovatieve verladende bedrijven (leader firms vanuit alle sectoren) en

- bedrijven met nieuwe logistieke concepten gebaseerd op ICT (smart enablers).

Verdere toename (private) cofinanciering.

(Verdere) verhoging draagvlak actieagenda en grotere beschikbaarheid uitvoeringscapaciteit

binnen de logistieke sector. Bureaukosten TKI en programmasecretariaat en organiserend

vermogen en ondersteuning van actielijnen (“alles buiten projectniveau”) is volledig publiek

gefinancierd.

Gekoppeld aan de innovatieketen van fundamenteel, toegepast en experimenteel onderzoek

een samenhangende inzet op kennisdisseminatie en valorisatie. Ook om betrokkenheid MKB

te vergroten.

Inzet op communicatie en zichtbaarheid van logistiek, bijvoorbeeld door inzet op het

ontwikkelen van fieldlabs in het kader van Smart Industry met daarbij een actieve rol van de

mainports (HbR en Schiphol Group).

Topsector Energie 1) Waar staat de sector voor/focus van beleid

De Topsector Energie is de drijvende kracht achter de innovaties nodig voor de transitie naar een

betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam energiesysteem. Dit doet de Topsector Energie door het

stimuleren van innovaties die de transitie naar een volledig duurzame energievoorziening

versnellen, waarmee we nieuwe bedrijvigheid creëren en de internationale concurrentiepositie

versterken. Dit gebeurt samen met partijen uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen,

maatschappelijke organisaties en overheden.

2) Ambities van de sector

Ons energiesysteem is in transitie – gedreven door klimaatverandering, schaarste, en de behoefte

aan een betaalbare, betrouwbare en duurzame energievoorziening maken fossiele brandstoffen

plaats voor duurzame, hernieuwbare bronnen. Dit heeft consequenties voor de wijze waarop

energie wordt opgewekt, getransporteerd, opgeslagen, geconsumeerd en bespaard. Methoden van

duurzame opwekking, integratie van energiedragers, de mogelijkheden van ICT en het gedrag

van energiegebruikers veranderen. Hierdoor kennen energie innovaties niet alleen een

technologisch karakter, maar spelen ook economische en sociale aspecten een belangrijke rol.

Vanuit de dubbele doelstelling (energietransitie en groei) sluiten de ambities van de sector aan

bij het Energieakkoord en de Europese energiedoelstellingen.

Energieakkoord doelstellingen 2020/2023:

o 16% duurzame energie in 2023

Page 14: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

o 100PJ energiebesparing in 2020 tov niveau 2013

o 15.000 extra banen netto in de energiesector

o In 2030 heeft NL top tien positie in internationale Clean Tech ranking

o In 2020 vier keer meer economische waarde energietechnologieketen tov 2010

Europese doelstelling 2050:

o volledig duurzame energievoorziening

o 80-95% reductie CO2-uitstoot tov niveau 1990

3) Belangrijkste resultaten afgelopen jaar

Innovatie

Door de TKI’s wordt aan een groot aantal projecten gewerkt in alle TRL-fasen1. Zo vindt op de

diverse programmalijnen zowel fundamenteel onderzoek plaats (vaak via NWO) als ook R&D,

waarbij ECN en TNO vaak zijn betrokken als ook demonstraties via regelingen als de SDE+

voor innovatie en de Demonstratieregeling Energie-innovatie. Innovatie richt zich immers niet

alleen op nieuwe technologie, maar ook op het verbeteren en goedkoper maken van bestaande

technologie. Valorisatie vergt bovendien een goed oog voor de veranderingen in het

energiesysteem en op sociale ontwikkelingen: hoe willen mensen energie gebruiken. Een aantal

highlights:

Het afgelopen jaar is door een aantal energie-intensieve bedrijven een programmalijn

opgestart rond ‘Power2products’, waarin innovaties worden gestimuleerd om meer van

elektriciteit gebruik te maken.

Op het gebied van procesintensificatie (optimaliseren van warmte- en stofoverdracht) is

samen met 8 internationale partners een voorstel ingediend onder Horizon2020.

Efficiënter gebruik maken van warmte en (rest)stoffen draagt bij aan de energiebesparing

in de industrie.

In het voorjaar is in Hengelo de eerste pyrolysefabriek geopend in Nederland.

Het aantal deelnemers aan innovatieprojecten binnen BBE is gegroeid naar 180.

1 TRL = technology readiness level: de fasering van innovatie van fundamenteel onderzoek tot marktrijpheid.

Page 15: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Rond systeemintegratie is een viertal rapporten afgerond, waarover op 21 april een

goedbezochte conferentie is gehouden. De rapporten bieden inzicht in de kansen voor

flexibilisering van de energievoorziening (waaronder opslag). De algemene indruk is dat

innovatie bijdraagt aan een steeds toenemende uitwisselbaarheid tussen energiedragers,

waardoor balancering van netten eenvoudiger kan worden.

Rond small scale LNG zijn 6 projecten gestart met 19 bedrijven, die zich vooral richten

op veiligheid in transport en opslag. Dit is onder meer van belang voor de rol die LNG

kan spelen in het goederenvervoer (ook over water).

Rond CCUS (carbon capture utilization and storage) zijn binnen CATO met innovatieve

oplossingen kostenreducties in de afvang van wel 30% gerealiseerd.

De innovaties rond windenergie op zee richten zich vooral op de gewenste kostprijsreductie.

Zo zijn windmetingen met LIDAR (lasertechniek) en composietenstudies voor rotorbladen

uitgevoerd.

Het TKI wind op zee werkt nauw samen met collega’s in Engeland (Carbon trust, ORE

Catapult), Duitsland (Fraunhofer, RAVE) en Denemarken (DTU), waarmee internationale

projecten onder H2020 worden geïnitialiseerd.

Demonstratie van volledig met inkjet printing gemaakte tandem organische zonnecellen (van

belang voor roll-to-roll fabricage en ook voor de nieuwe perovskiet-gebaseerde PV-

technologie).

Fabricage van een innovatief, esthetische aantrekkelijk, lichtgewicht PV-dak-element met

geïntegreerde verstevigings- en (click-on, click-off) bevestigingsconstructie.

Projecten op het gebied van IPIN 9intelligente netten), PowerMatching Cities en de Green deal

‘Smart Energy cities’

Smart grids projecten op het snijvlak van laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen en

energiemanagement in de gebouwde omgeving

In de gebouwde omgeving worden technieken rond warmtepompen en warmteopslag,

multifunctionele energiezuinige bouwdelen en energieprestatiemeting ontwikkeld (o.m. het

belang van ventilatie in relatie tot energiebesparing).

Het TKI EnerGO is aangesloten bij het Europese netwerk ‘Energy Efficiency in Buildings’

In mei is een goedbezochte conferentie gehouden over vier onderzoeken, die in het kader van

systeemintegratie zijn uitgevoerd en die richting geven aan de (innovatie)opgaven rond de te

verwachten systeemveranderingen in de energiemarkt.

Op 1 oktober 2015 wordt een symposium georganiseerd rond de onderzoeken op het gebied

van sociale innovaties relevant voor de wijze waarop energie in de toekomst gebruikt gaat

worden en welke maatschappelijke en ruimtelijke impact dit mag hebben.

Human Capital

Eén van de mijlpalen betreft de samenwerking met HBO (waaronder Centres of Expertise) aan

de gezamenlijke topsector-HBO onderzoeksagenda. Deze HBO-onderzoeksagenda is ook

bouwsteen voor de Kennis- en Innovatieagenda van de Topsector Energie, die in juni gereed is

gekomen. Een andere mijlpaal is de CETT (community of energy top talents), waarmee beurzen

voor toptalenten wordt verbonden aan de bijdrage die deze toptalenten kunnen leveren aan het

nadenken over energievraagstukken en het promoten van bèta-opleidingen.

MKB

Page 16: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

De topsectoren Energie en Chemie richten met Innovatielink een platform op, waarmee MKB-

ondernemers beter en sneller geholpen worden. Innovatielink is erop gericht de vraag van de

MKB-er centraal te stellen en advies te geven op welke wijze die vraag beantwoord kan worden

middels praktische tips, verwijzingen naar de juiste partijen en de verbinding met de innovatie-

opgaven van de TKI’s. Dit vergt zowel expertise op het inhoudelijke terrein van Energie en

Chemie als ook inlevingsvermogen in de vraag van MKB en een ruim netwerk aan mensen en

mogelijkheden.

Internationaal

De internationale agenda van de Topsector Energie betreft zowel de internationale kennisagenda

(met wie wordt multi- en bilateraal samengewerkt: IEA, ERAnetten, Horizon2020, buitenlandse

kennisinstellingen) als de exportagenda. Voor de exportagenda is de marketingslogan

‘sustainable urban delta’ ontwikkeld (de oplossingen voor onze eigen duurzame leefomgeving

kunnen we ook exporteren), die nu breder voor ‘Holland-branding’ gehanteerd gaat worden.

Momenteel wordt gewerkt aan de product-markt combinaties, die deze marketing inhoud gaan

geven.

4) Blik op de toekomst

KIA

Op de website van de Topsector Energie is de Kennis- en Innovatieagenda 2016-2019 te vinden

(http://topsectorenergie.nl/gereed-de-kennis-en-innovatieagenda-2016-2019/), die de basis vormt

voor het Innovatiecontract voor de komende twee jaar en vooruit kijkt naar de innovatiebehoefte

voor de genoemde energietransitiedoelen.

Energierapport

Eind 2015 presenteert het kabinet een Energierapport waarin op hoofdlijnen wordt aangegeven

hoe in Nederland invulling kan worden gegeven aan de Europese energiedoelstellingen 2050. De

ambitieuze doelstellingen zijn alleen te realiseren als er voldoende aandacht is voor de innovaties

die ons helpen bestaande duurzame technologieën slimmer en goedkoper te maken, nieuwe

technologieën te introduceren, de businesscases voor innovatieve oplossingen op orde te krijgen

en het nieuwe energiesysteem te passen in nieuwe sociale arrangementen en

consumentvoorkeuren.

De uitkomsten van een maatschappelijke dialoog rond het energierapport en de evaluatie van het

Energieakkoord, zoals die in 2016 gaat plaatvinden, vormen voor de Topsector Energie de

leidraad voor de prioritering van activiteiten in de komende jaren. Maar dat laat onverlet, dat de

resultaten van de Topsector Energie tot dusver vertrouwen bieden, dat energie-innovatie een

belangrijke bijdrage aan het energiesysteem van de toekomst gaat leveren.

Page 17: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Topsector Water

Maatschappelijke en economische uitdagingen. Wateruitdagingen oplossen om de wereld welvaart en veiligheid te verhogen, dat is waar

Topsector Water aan werkt. Dit op een zodanige wijze dat het verbonden wordt met de kennis,

kunde en verdienkansen van de topsectoren.

Door sterke verstedelijking, groei van de wereldbevolking en veranderende leefpatronen neemt

de vraag naar schoon water mondiaal enorm toe en verergert de vervuiling. Het veranderende

mondiale klimaat heeft daarbij grote lokale invloed op de water beschikbaarheid en

weersomstandigheden. Het World Economic Forum ziet water als een van de grootste

uitdagingen voor de komende decennia. De Nederlandse watersector heeft cruciale kennis en

kunde in huis om deze problematiek mee op te lossen. Samen met andere topsectoren en andere

landen is de watersector in staat aansprekende, duurzame oplossingen voor de komende

generaties te realiseren. Wat Nederland zit niet in 1 sector maar juist in de cross-overs.

Doelstelling en agenda. Topsector Water is gebouwd op de pijlers maritieme technologie, watertechnologie en

deltatechnologie. Zij stelt zich als doel om Nederland verder te ontwikkelen als "centre of

excellence" op watergebied en de export stevig te laten groeien door kennis- en innovatie-

ontwikkeling op de thuismarkt. De Kennis en Innovatieagenda Topsector Water 2016-2019, de

Exportagenda en de Human Capital agenda zijn hierbij leidend. De te hanteren koers en

activiteiten zijn dynamisch en flexibel mede gezien snelle marktveranderingen.

De agenda is integraal en heeft betrekking op:

* het (door) ontwikkelen van kennis (een blauwe route in de NWA) en het toepassen en

commercialiseren van innovaties op watergebied;

* het mobiliseren van Nederlandse overheden als inkoper en (meedenkend) kadersteller van een

proeftuin voor waterinnovaties;

* het enthousiasmeren, opleiden en "bedrijfsklaar" maken van knappe waterhoofden en handen

voor nu en in de toekomst;

* het bouwen van internationale watercoalities en het promoten en vermarkten van Nederlandse

wateroplossingen in en met het buitenland;

* het ontwikkelen van een icoonproject voor Nederland als " Sustainable Urban Delta" , de

groenste stad van de wereld, samen met andere topsectoren.

Highlights 2012-2015. Als we terugkijken naar de afgelopen jaren is er veel bereikt. De integrale manier van

programmeren heeft geleid tot nieuwe verbindingen; nieuwe partijen die met elkaar spreken:

"Sustainable Urban Delta's", focus voor gezamenlijke inzet en profilering van topsectoren. Met

meerdere Topsectoren tezamen (Water, Agrofood, Tuinbouw, Energie, Logistiek en Creatieve

industrie) zet Nederland erop in om voor snel verstedelijkende delta's oplossingen te bieden. Dit

is waar Nederland sterke expertise heeft, zich wereldwijd onderscheidt en grote exportkansen

heeft.

De Rijksbrede Maritieme Strategie 2015-2025, met daarin ook aandacht voor kennis en innovatie

is vastgesteld en zal leiden tot gezamenlijke programmering en prioriteitstelling.

Page 18: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

De start van het Nationaal Kennis en Innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK), waarin

overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen samenwerken aan het klimaatbestendig en

waterrobuust maken van Nederland op innovatieve en duurzame wijze.

De economische cijfers over de afgelopen periode zijn voor Topsector Water niet eenduidig. Zo

wordt de grote dienstensector nog niet meegenomen in de CBS cijfers, terwijl meerdere

Nederlandse ingenieursbureaus en kennis instellingen bij de wereldtop horen op gebied van

water. Ook bedrijven met minder dan 250 werkzame personen ( groot deel van de

Watertechnologie) worden nog niet meegenomen in de CBS cijfers. Topsector Water heeft

Ecorys gevraagd helderheid in de afbakening te krijgen. Hun rapportage wordt met het CBS

kortgesloten.

Kennis en innovatie: * De succesvolle uitvoering van het Kennis en Innovatiecontract 2014-2015 met in totaal 250

miljoen Euro aan inzet voor waterinnovaties. Met bijna de helft private bijdrage is Topsector

Water de op een na grootste Topsector wat betreft private bijdragen;

* NWA: de watersector heeft een groot aantal vragen voor de Nationale Wetenschapsagenda

geformuleerd, die goed aansluiten bij wereldwijd en over sectorgrenzen spelende thema's als

winnen op zee en de duurzame (water) stad van de toekomst;

* TKI Maritiem werd door Rathenau instituut beoordeeld als een van de succesvolste

voorbeelden van het nieuwe beleid, zo stelde Marin haar onderzoek faciliteiten beschikbaar aan

veelbelovende startende ondernemingen;

* KWR heeft de mogelijkheid aangegrepen meer onderzoek in samenwerking met het

bedrijfsleven te doen;

* De continuiteit van Wetsus is duurzaam versterkt door een verbinding aan te gaan met

Topsector Water en NWO. De intentieverklaring tussen de drie partijen werd op 22 juni 2015

getekend;

* De oplevering van de Deltagoot van Deltares oktober 2015, wereldwijd een unieke

onderzoeksfaciliteit, die de opmaat biedt voor nieuw gezamenlijk toegepast onderzoek binnen de

topsector.

Proeftuin Nederland:

* Ecoshape/ BwN: Het Ecoshape consortium brengt kennis over Building with Nature in nieuwe

projecten in binnen- en buitenland. Voorbeelden zijn de " zandige pilot" van Rijkswaterstaat en

Ecoshape aan de Houtribdijk bij Lelystad, de Markerwadden en de monitoring van de

Zandmotor.

* Water en Energie: samenwerking binnen de TKI Wind op zee voor Offshore wind. De Blue

Energy centrale op de Afsluitdijk, waar op innovatieve en schaalbare wijze energie wordt

gewonnen door het verschil in zoutconcentratie tussen zout en zoet water. De Tidal energy

proefopstelling welke geinstalleerd is in de Oosterscheldekering. Het realiseren van

energiefabrieken bij de realisatie van nieuwe waterzuiveringen.Samenwerking binnen TKI Gas

voor LNG als brandstof voor schepen.

* Water en Agri-Food: de Stichting Noordzeeboerderij heeft uit haar zeewierboerderij 10 km

voor de kust van Texel het eerste zeewier geoogst.

Internationalisering:

Page 19: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

* Ondanks dat de afstemming van cijfers tussen CBS, Ecorys, Maritieme monitor en WEX

(Water Export Index) nog niet is afgerond, wijzen wel alle indicatoren op een groei van de

export van 2011 tot 2014 van 15%. Als alleen de omzet van Nederlandse juridische entiteiten

door verkoop buiten Nederland wordt meegenomen (CBS definitie) bedroeg de export in

2014 Euro 7 miljard . Als ook de omzet van buitenlandse entiteiten, welke vanuit Nederland

worden aangestuurd en met Nederlandse kennis wordt gegenereerd, wordt meegenomen,

bedraagt de export in 2014 ongeveer het dubbele hiervan.

* De Topsector aanpak is mede aanzet geweest tot een stevige samenwerking tussen de

ministeries van Buitenlandse Zaken, Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken om de

internationale positionering van de watersector te helpen verstevigen, o.a. door de inzet van een

watergezant. Hierin krijgt ook de verbinding van water met land en tuinbouw en energie een

duidelijke plaats.

* M.b.t. exportfinanciering nemen bedrijven uit Topsector Water actief deel in de

Rijkscommissie Financien. Het belang van de EKV en EKG (Export Krediet Verzekering en

Export Krediet Garanties) voor de maritieme maakindustrie en de internationale waterbouwers is

zeer groot. Een aantal verbeteringen zijn gerealiseerd, maar van een level playing field in de EU

is nog geen sprake.

* Het Kernteam Export & Promotie timmert aan de weg met haar jaarlijks 3x3x3 aanpak ( 3

internationale beurzen, 3 inkomende missies, 3 uitgaande missies) met bijbehorende

landenfocus. Het gezamenlijk optreden heeft o.a. voor projecten in Indonesie tot een duidelijke

Nederlandse profilering en opdrachten geleid.

Human Capital:

Topsector Water bestaat uit zo'n 86 duizend personen, welke in in 2014 in Nederland op de

loonlijst staan, wat neerkomt neer op ca 80 duizend fte's. Een groei van 10% van 2011 naar 2014

(Ecorys). Betrekken we daarbij ook de bedrijven met minder dan 250 medewerkers, expats en de

diensten sector compleet, dan ligt dit aantal tweemaal zo hoog.

Topsector Water heeft veel energie, enthousiasme en bewustzijn gemobiliseerd bij scholieren,

studenten en waterwerkers met de organisatie van het Wereld Water College en de Water Wissel

Week gedurende de afgelopen drie jaren in diverse regio's.

De aansluiting tussen bedrijfsleven en onderwijs is verder verbeterd door de twee Centres of

Expertise (CoE) op hbo-niveau en de twee Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV) op mbo-

niveau.

Werkgevers binnen Topsector Water stellen topsectorbeurzen beschikbaar als bijdrage aan het

Techniekpact. Inmiddels zijn sinds 2013 al zo'n 100 topsectorbeurzen verstrekt.

Ambitie en blik op de toekomst

Kennis en Innovatie

* De uitrol van het Kennis en Innovatiecontract 2016- 2017 in de 3 TKI's van Topsector Water

(Maritieme technologie, Deltatechnologie en Watertechnologie) in samenwerking met de TKI's

van aanpalende topsectoren ( Agri&Food, Tuinbouw, Energie, Logistiek en Creatieve Industrie)

op het vlak van maatschappelijk belangrijke crossovers (water en voedsel, water en energie,

veilig en duurzaam vervoer).

Page 20: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

* Actief aansluiten bij de NWA routes, waarbij gestreefd wordt de vele water gerelateerde

vragen te bundelen in een "Blauwe route" in aansluiting op de " Blue Growth" en " Blue

Economy" in de EU.

* Topsector Water maakt veel gebruik van de lange termijn kennisbasis van de TO2-instituten,

met name Deltares en Marin, maar ook TNO, DLO en ECN in het kader van cross sectorale

initiatieven. De inzet van de overheid voor deze lange termijn kennisbasis voor toegepast

onderzoek in Nederland daalt al jaren. Topsector Water wil dat deze trend wordt gekeerd, want

het toegepast onderzoek van de TO2-instituten is van direct belang voor innovaties en de export

positie van ons bedrijfsleven.

* Na de succesvolle bijeenkomst van het European Innovation Partnership on Water (EU) in

Leeuwarden (feb. 2016), zorgen dat bij de Innovatie Expo tijdens het EU voorzitterschap met als

thema de "Stad van de Toekomst" een succes wordt, waarbij water een dominant thema zal zijn.

Proeftuin Nederland

* Het verder ontwikkelen van een gaaf icoonproject dat alle topsectoren verbindt voor Nederland

als SUD (Sustainable Urban Delta/ Sustainable Urban Development), hierbij de mogelijkheden

van de Noordzee als energiebron van wind, water en zon en als bron van voedsel verder

uitwerken. Een succesvol icoonproject moet gezamenlijk (toegepast) onderzoek stimuleren, een

groeiende omzet op de Nederlandse thuismarkt en daarna exportmarkten genereren.

* Versnellen van geplande projecten op de Nederlandse thuismarkt. Zeker nu de investeringen

van olie en gas multinationals sterk teruglopen, kan de overheid als launching customer voor een

stuk compensatie en kennis behoud zorgen, b.v. Min I&M met het

hoogwaterbeschermingsprogramma, Koninklijke Marine met nieuwe fregatten en onderzeeboten,

Rijksrederij met vervanging van vaartuigen.

* In de RDE+ regeling voor energie transitie enkele % vrijmaken voor nieuwe kansrijke

initiatieven, zoals getij energie en energie uit zout-zoet verschillen.

Export

* Aan de weg blijven timmeren met de jaarlijkse 3x3x3 aanpak (3 internationale beurzen, 3

inkomende missies, 3 uitgaande missies).

* Met kracht de IWA ( Internationale Water Aanpak van de ministeries van I&M, BuZa en EZ)

verder uitrollen op zo'n wijze dat de internationale verantwoordelijkheid die Nederland wil en

kan dragen voor de mondiale waterproblematiek structureel verbonden wordt met de kennis,

kunde en verdienkansen van Topsector Water.

* Exportfinanciering: de maritieme maakindustrie en de internationale waterbouw projecten zijn

kapitaal intensief. De investeringen en risico's zijn groter dan bij reguliere transacties, terwijl het

verkrijgen van financiering via banken moeilijker is geworden. De omzet van Atradius betreft

voor meer dan 50% bedrijven en projecten uit Topsector Water. Het kunnen aanbieden van

competitieve financiering is vaak doorslaggevend bij het binnenhalen van orders. Topsector

Water streeft naar minimaal een level playing field binnen de EU m.b.t. de rol van de overheid

om financiering te faciliteren.

Human Capital

Naast het doorzetten van de succesvolle activiteiten uit de afgelopen jaren, zoals Wereld Water

College, CoE's, CIV's en nog 50 topsector beurzen, wordt voorgesteld:

Page 21: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

De tijdelijke terugval van werkgelegenheid in de maritieme sector t.g.v. wegvallen van

investeringen bij olie- en gasmaatschappijen deels te compenseren. Topsector Water stelt voor

een kenniswerkers regeling in te stellen, waarbij tijdelijk boventallige medewerkers bij de

maritieme bedrijven bij TO2 instituten als Marin, Deltares en TNO en bij universiteiten/

hogescholen worden ingezet. Net zoals in 2009 aan het begin van de crisis is gebeurd bij andere

bedrijfstakken.

Een hechtere samenwerking met de HCA agenda's van de andere topsectoren, o.a. via het

Techniekpact wordt nagestreefd.

Topsector Chemie Inleiding

Het uitgangspunt voor de Topsector Chemie is het “Streefbeeld van de Nederlandse chemische

sector in 2030” geformuleerd door chemische industrie (VNCI, NRK) kennisinstellingen (NWO

en TO2) en de topsector gezamenlijk. Dit streefbeeld 2030 omvat een ambitieuze visie op de

doorgroei van de chemiesector in Nederland. Uitgaande van deze ambities en grote

maatschappelijke uitdagingen, die veel met elkaar overlappen, worden met behulp van

rensverleggend wetenschappelijk onderzoek nieuwe gebieden van wetenschap en innovatie

ontsloten. De in 2015 opgestelde strategische Kennis en Innovatie Agenda van de TKI Chemie is

hier de invulling van voor de periode 2016-2019. Voor de langere termijn, 2050, heeft de

Topsector Chemie de volgende strategische doelen geformuleerd:

- In 2050 staat Nederland bekend als het land van de groene en duurzame chemie

- In 2050 staat Nederland in de mondiale top 3 van producenten van slimme

materialen met een hoge toegevoegde waarde en slimme oplossingen

Trends en ontwikkelingen

Twee trends zijn dominant:

1. Globalisering en grote druk op concurrentiepositie vanwege:

energieprijsverschillen tussen landen onderling (bijvoorbeeld de beschikbaarheid van

goedkoop schaliegas in de US waardoor een aantal belangrijke basischemicaliën goedkoper

geproduceerd kunnen worden buiten Europa/ Nederland). Deze ontwikkeling raakt potentieel

ca. 50% van de Nederlandse chemie omzet.

Opkomst van China en andere snel ontwikkelende lagelonenlanden, waardoor het relatieve

marktaandeel van Europa afneemt. Verwachting is dat het wereldmarktaandeel van de

Europese chemische industrie (NACE 20) in 2030 zal zijn gedaald van 18% (2012) naar

14%. Als antwoord hierop zet de sector in NL in op procesintensificatie en energieëfficiëntie.

2. Verduurzaming (zie ook “De sleutelrol waarmaken, Routekaart Chemie 2012-2030. Energie

en Klimaat”):

Door opkomende schaarste van bepaalde grondstoffen en de noodzaak om minder CO2 uit te

stoten staat de chemische industrie voor de uitdaging om meer gebruik te maken van reeds

bestaande materiaalstromen (recycling; circulaire economie), alternatieve grondstoffen te

vinden (denk aan biobased) en productiemethoden te ontwikkelen die op basis van

electriciteit in plaats van (fossiele) brandstof draaien (electrificatie van de procesindustrie).

Het behoeft geen toelichting dat de uitdagingen van de Topsector Chemie hierdoor goed

aansluiten bij de “Grand Societal Challenges” zoals die zijn geformuleerd in het Horizon 2020

Page 22: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

programma. Doordat de chemie ‘vroeg in de keten zit en goed in de keten communiceert’ zal

deze sector ook de basis leveren voor innovaties in andere sectoren die gerelateerd zijn aan de

“Grand Societal Challenges”.

- De Topsector Chemie staat dus niet op zichzelf maar strekt zich uit over de grensvlakken

met de meeste andere topsectoren: Energie, Water, HTSM, Agri-Food en Life sciences. Dit

komt in het bijzonder tot uitdrukking in de Roadmaps van de vier programmahoofdlijnen

van de Topsector Chemie die in de Kennis- en InnovatieAgenda (KIA) zijn opgenomen.

- Chemistry of Advanced Materials

- Chemical conversion, Process Technology & Synthesis

- Chemistry of Life

- Chemical Nanotechnology & Devices

Elk van deze werkgebieden kent interfaces met andere topsectoren..

Markten:

De chemische industrie opereert al heel internationaal. Ontwikkeling van groeimarkten zoals

China zal zich verder doorzetten. Naast bestaande markten zullen ook nieuwe typen markten

ontwikkeld worden, zoals bijv. op het gebied van composieten en andere performance materials

die traditionele materialen (b.v. staal) steeds meer zullen gaan vervangen.

Ambitie en groeipad

De ambities van de Topsector Chemie (NACE 20+22) voor 2030, en daarvan afgeleid 2025, zijn

als volgt:

2015 2025

(interpolatie)

2030

Omzet (stijging 3.5%/jaar) 58 bn€ 82 bn€ 97 bn€

Export 75 % 78.3 % 80 %

Marktaandeel Europa 9.6 % 11.5 % 12.5 %

Chemie deel van Ned. handelsoverschot 50 % 50 % 50 %

Directe werkgelegenheid 76.000 76.000 76.000

Indirecte werkgelegenheid 500.000 533.000 550.000

Koolstofbron % bio-based 5 % 11.7 % 15 %

Investeringen per jaar 3.5 bn€

R&D intensiteit 5.3 % 6.4 % 7.0 %

Innovatiegraad 65 % 75 % 80 %

Hierbij dient te worden opgemerkt dat de chemie breder is dan de twee NACE codes (20 en 22).

Er is een groot aantal bedrijven dat chemisch actief is in de farmacie en gezondheid, agricultuur

en voeding en materialen (die niet in NACE 20 en 22 zitten). Ook deze bedrijven zijn actief in de

topsector chemie. In deze subsectoren zullen bedrijven, minder last hebben van concurrentie van

lagelonenlanden en landen met lage energieprijzen, omdat energie daar een minder grote rol

speelt in de kostenstructuur en de afhankelijkheid van hoog opgeleid personeel nog groter is als

in de chemie. Deze bedrijven zullen evenwel nut hebben van het innovatie-ecosysteem en de

logistieke structuur waar de andere chemische bedrijven deel van uitmaken. Alle chemische

bedrijven tezamen kunnen gebruikmakend van het bestaande netwerk en de facilitering door de

topsector (het TKI) (versnelde) innovatie in de keten bewerkstelligen.

Page 23: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

De ambitie van de Topsector Chemie is om het derde chemieland van Europa te blijven, direct na

Duitsland (omzet 5x Nederland) en Frankrijk (3x Nederland), maar nog voor landen als

Engeland, Spanje en Italië die momenteel ongeveer even groot zijn als Nederland.

De Topsector Chemie heeft de volgende algemene ambitie geformuleerd: “Nederland is het

derde Chemieland van Europa. Daarmee levert de chemiesector een grote bijdrage aan de

Nederlandse economie. Ook qua kennis behoort Nederland op chemiegebied tot de top”. In deze

ambitie staan vernieuwing, kostenreductie en verduurzaming centraal. De beoogde ontwikkeling

heeft niet alleen positieve gevolgen voor de sector zelf maar ook voor de maatschappelijke

transitie naar een low carbon, high quality of life, circulaire economie.

De Topsector Chemie heeft een sterke groeiambitie, ondanks de uitdagende internationale

economische situatie. Om concurrerend te blijven zal de arbeidsproductiviteit per medewerker

omhoog moeten. Op basis van omzet en human capital uit bovenstaande tabel kan berekend

worden dat de geprognotiseerde stijging van de arbeidsproductiviteit in 2025 ca. 15% bedraagt,

en 25% in 2030; bij een inflatie gecorrigeerde omzetgroei van 2%. Zowel verberteringen van de

proces-efficientie als productinnovaties zullen key zijn om deze stijging(en) te bereiken.

Randvoorwaarden

Vanuit de Topsector Chemie worden de volgende kritische randvoorwaarden gezien om de

ambities te realiseren:

- Betaalbare energie en grondstoffen; en een “level playing field” binnen Europa waarbij er

sprake is van een (meer) internationaal concurrerende prijs.

- Lage “regeldruk”: lasten voor de chemische industrie zijn in Nederland niet hoger dan in

andere regio’s in de wereld

- Stimulatie van innovatie: Nederland heeft een effectief (en met andere Europese landen

minstens gelijkwaardig) overheids stimulerings instrumentarium om de innovatie van vroege

uitvinding tot en met eerste commerciele toepassing te ondersteunen

- Kwaliteit van leven. De steden rond de clusters zijn aantrekkelijk als woonlocatie voor (ook

internationaal georiënteerde) kenniswerkers

Huidige status van de topsector (organisatie en activiteit) en toekomstbeeld

In het kader van het Topsectorenbeleid heeft de Topsector Chemie zich recentelijk heringericht.

Drie aanvankelijk op basis van de historische situatie ingerichte TKI’s zijn vervangen door één

TKI, het TKI Chemie. Daarbij zijn door vier programmaraden met meer dan 20

vertegenwoordigde bedrijven en 13 kennisinstellingen vier roadmaps ontwikkeld die

vooruitkijkend naar de toekomst van 2040 richting moeten geven aan de inspanningen van de

samenwerkingen binnen en met de Topsector Chemie. Deze roadmaps hebben geresulteerd in de

Kennis- en InnovatieAgenda van de topsector en het bijbehorende innovatiecontract.

Page 24: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

Zeer recent is er een groot publiek-privaat Advanced Research Center opgezet, genaamd het

Chemical Building Blocks Consortium (ARC-CBBC). Dit centrum combineert de sterktes van

drie grote chemische bedrijven en drie universitieiten om (gesteund door NWO en EZ)

belangrijke energie- en chemievraagstukken aan te pakken die gepaard gaan met het groeiende

beroep op de eindige voorraad grondstoffen en een groeiende wereldbevolking. Het ARC-CBBC

zal zich richten op chemische bouwstenen voor energiedragers, coatings en functionele

materialen.

In een eerder stadium, in de eerste vier/vijf jaren van het topsectorenbeleid, hebben bestaande

gemeenschappen een transitie kunnen doormaken en hebben relatief nieuwe gemeenschappen

zich kunnen ontwikkelen. Als resultante kent de topsector nu twee Communities of Innovation

(COI’s): ISPT voor de procestechnologie [>60 bedrijven en >10 kennisinstellingen] en COAST

voor de analytische wetenschap en technologie [> 45 bedrijven en ~30 wetenschappelijke

groepen]. Deze competentiegerichte communities worden gedragen door grote én kleinere

bedrijven van verschillende topsectoren en versterken zo enkele van de fundamenten voor de

innovatieve slagkracht van de Nederlandse economie. Dat daarbij ook gedacht wordt aan de

behoeften aan goedgetraind personeel in de toekomst mag blijken uit het feit dat 3 van de 4

talentenprogramma’s van de topsector door deze COI’s georganiseerd worden (het vierde

talentenprogramma is van de Vereniging voor de Nederlandse Chemische Industrie, VNCI). De

topsectoren Chemie, Energie en Agro&Food werken intensief samen in het cross-secotrale TKI

BioBased Economy. Het Dutch Polymer Institute is een nieuwe fase ingegaan (DPI v2.0) en in

Geleen is het Brightlands Materials Center (BMC) van start gegaan. De Topsector Chemie heeft

8 iLabs (innovation labs) en 5 COCI’s (Center for Open Chemical innovation) benoemd, waar

startende ondernemers hun chemische of biobased concept kunnen ontwikkelen en groeiende

bedrijven pilots en demonstratieschaling kunnen doen. Gezamenlijk bedienen de iLabs en

COCI’s, georganiseerd in ChemieLink, momenteel ca. 250 innovatieve bedrijven.

De topsectoren Chemie en Energie werken samen in InnovatieLink, het vehikel om het mkb bij

de topsectoren te betrekken en de kennis- en innovatienetwerken toegankelijk te maken en

houden.

De topsector chemie heeft de ambitie meer initiatieven zoals ARC’s en COI’s het licht te doen

zien. Bij elk van deze initiatieven is het verbindende karakter van de Topsector Chemie

evident.

Voor de toekomst

Er bestaan in de private sector én bij de kennisinstellingen die in de topsector chemie actief

zijn zowel enthousiasme over, als verwachtingen ten aanzien van het topsectorenbeleid. Zoals

boven beschreven is een transitie ingezet. In de komende jaren is het belangrijk om het

geinititeerde topsectorenbeleid te laten renderen, uit te breiden en te verfijnen. Hieronder

belichten we een aantal acpecten van dat beleid.

Mondiale grote uitdagingen en de Nationale WetenschapsAgenda (NWA): Zowel de

bekende mondiale grote uitdagingen als de NWA bevatten thema’s die herkenbaar zijn

voor de Topsector Chemie en waarbij de topsector een belangrijke rol kan spelen in de

realisatie. Daarbij is het van belang dat de huidige organisatie van de topsectoren op

Page 25: Samenvatting businessplannen topsectoren 2025

hoofdlijnen gehandhaafd blijft en dat de mondiale uitdagingen en de routes van de

NWA ingezet worden als modi voor cross-sectorale verbinding.

Vergroting van de R&D inspanningen: Het innovatiecontract (IC) dat recent gesloten is

voor de jaren 2016 en 2017 geeft mogelijkheden voor realisatie van een deel van de

ambitie van de Topsector Chemie. Reeds bij het sluiten van het IC was duidelijk dat de

belangstelling van de private partijen in de topsector de matching met

overheidsbijdragen stevig overtreft. Voor verdere optimalisatie van het

topsectorenbeleid zijn verdergaande investeringen van de overheid nodig om de

belangstelling voor publiekprivate samenwerking bij de private partijen te beantwoorden.

Verdere samenwerking tussen overheid, kennisinstellingen en bedrijven in het kader van

het topsectorenbeleid zal het rendement van die extra investeringen vergroten tot veel

meer dan de som der delen. Hierbij moet ook een balans gevonden worden tussen

sectorspecifieke, en cross-sectorale maatschappelijk geïnspireerde en funderende

competentiegerichte investeringen.

Aanpassing van de regelingen: Ten behoeve van de balans tussen opbrengsten en

inspanningen van de publieke en private partijen in verkrijging en besteding van TKI-

toeslag zou het percentage van TKI-toeslag verhoogd moeten worden. Om de deelname

van mkb verder te bevorderen zouden de in-kind bijdragen meer moeten meetellen in

de TKI-grondslag.

Stimulering van waardevolle initiatieven: In de topsector Chemie bestaat grote interesse

voor bijvoorbeeld het thema Circulaire Economie en Grondstoffenefficiëntie. De chemie

kan veel betekenen voor dit cross-sectorale thema. Indien hiervoor middelen beschikbaar

komen kunnen de bedrijfs- en kennispartners in de chemie de noodzakelijke bijdragen

leveren. De huidige (overheids)investeringen binnen de sector (IC 2016/17) zijn

daarvoor ontoereikend.

Bevordering van start-ups en scale-ups en versterking van kennis- en productketens:

Voor het verder ontwikkelen van het innovatie-ecosysteem is het van belang dat

business-partners elkaar weten te vinden. Sectorale organisatie (topsectorenbeleid) biedt

daarvoor een goede uitgangspositie omdat partijen binnen de sectoren elkaar door

intensieve samenwerking beter (leren) kennen. Voor de verbinding tussen de sectoren (de

chemie is immers vaak leverancier voor productinnovaties in andere sectoren) is

stabiliteit van beleid nodig om vanuit bekende organisaties (topsectoren, TKI’s,

gemeenschappen) de elementen van kennis- en productketens met elkaar te verbinden.

Dat vraagt ook om meer aandacht voor kennisverspreiding van fundamenteel onderzoek

naar innovatief MKB. Een belangrijke rol is daarin weggelegd voor toegepast

onderzoek.

Internationalisering: Nederland geniet aanzien door de manier waarop het publiekprivate

samenwerking entameert en het innovatie-ecosysteem verstrekt. De chemische sector

ervaart hoe buitenlandse partijen (zowel bedrijven als kennisinstellingen en funding

agencies) met grote belangstelling en bewondering kijken naar hoe wij ons organiseren.

De topsectoren kunnen door in het buitenland samen op te trekken dé ambassadeurs

van ‘Nederland Innovatieland’ zijn.