Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

44
Poweredby Poweredby Samen werken

description

Van Spaendonck magazine over Samen Werken! Met jaarcijfers 2014.

Transcript of Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Page 1: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

PoweredbyPoweredby

Samenwerken

Page 2: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

P4 Samen werken

P6 Wist u dat...

P8 Flexibilisering en constante innovatie is de nieuwe modus

P15 Column Jos Burgers

P16 MKB-Banenmonitor

P18 Naar een lerende economie

P22 Het arbeidsrecht is in beweging

P23 Loket.nl wordt hoofdsponsor van het NIRPA congres

P24 Werkperspectieven

P28 Verloren beroepen

P30 Nieuws

P31 Werkbezoekdag

P32 Werkgever met maatschappelijk hart

P33 Brabantse werkgever met maatschappelijk hart

P34 Brench!

P35 VSP Risk Nieuws

P36 Branchevereniging 3.0

P38 Loket.nl nieuws

P42 Jaarcijfers van Spaendonck

In deze editieOver hoe ons werk aan het veranderen is

Samen werken

Verschillende “werkperspectieven”

vanuit de klanten van Wissenraet Van

Spaendonck

MKB-Banenmonitor

Branchevereniging 3.0

Loket.nl wordt hoofdsponsor van het NIRPA

congres

Loket.nl nieuws

P4

P24

P16

P36

P23

P38

“Flexibilisering en constante

innovatie is de nieuwe modus”

2

Inhoudsopgave

Page 3: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

“Flexibilisering en constante

innovatie is de nieuwe modus”

P8

Naar een lerende

economie in Nederland

P18

3

Inhoudsopgave

Page 4: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Samen werken Samen werken is een van de grootste

uitdagingen voor een onderneming. Door de

woorden los van elkaar te plaatsen komen de vragen

vanzelf. Wie werken er samen, waaraan en met

welk doel. Samen werken is in elk geval niet iets

dat vanzelfsprekend is. Het vereist aandacht. Het is

als een kasplantje dat elke dag weer water nodig

heeft. Anderzijds levert echte samenwerking een

wereld van verschil op. Kijk naar de sport en wat er

gebeurt wanneer spelers in een team bereid zijn om

voor de ander een stap extra te doen. Wanneer ze

zich niet focussen op de zwakte van de ander maar

hun diversiteit zien als kracht. Dan zie je dat focus,

betrokkenheid en onderlinge verbondenheid echt het

verschil kunnen maken.

Voor Van Spaendonck is samen werken

een kernactiviteit. Een bakker hoef je niet te leren

hoe hij brood moet bakken. Maar daaromheen

spelen er voldoende vraagstukken waarin hij

ontzorgd of ondersteund wil worden. Daar willen

wij als Van Spaendonck het verschil maken. Dat

vereist dat onze medewerkers allemaal met de

neus dezelfde kant op staan. Maar er is meer. Onze

toegevoegde waarde is het bij elkaar brengen

van belangen en daarop organiseren. Bekend in

dit kader is onze ondersteuning aan branches en

daaraan gelieerde verenigingen en stichtingen.

Steeds vaker verloopt samenwerking langs andere

lijnen. In de keten, in de regio, of langs een thema

of issue waar we samen met de klant werken aan

nieuwe allianties en oplossingen. En ook samen met

accountantskantoren zoeken we naar nieuwe vormen

van toegevoegde waarde en nieuwe verbindingen

die ondernemingen een stap verder kunnen brengen.

Lees bijvoorbeeld hoe we met de MKB banenmonitor

de arbeidsmarktontwikkelingen binnen het MKB in

kaart kunnen brengen.

4

Introductie

Page 5: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Samen werken is niet alleen ons vak, maar

ook de uitdaging voor de toekomst. De vraag is

hoe ondernemingen beter kunnen profiteren

van samenwerking in onze sterk veranderende

samenleving. De Mr. Dr. B.J.M. van Spaendonck

leerstoel voor innovatieve samenwerking probeert

hier samen met Icoon – het kenniscentrum van Van

Spaendonck – een antwoord op te vinden. In het

drieluik van innovatie, de wijze waarop samenwerking

vorm krijgt en dienstverleningsvoorwaarden voor

samenwerking moet het antwoord gevonden

worden. We stellen de kennis beschikbaar via de Van

Spaendonck Fundatie, omdat we dat aan onze stand

verplicht zijn. En we verwerken nieuwe inzichten in

onze concepten, aanpakken, producten en diensten

om zodoende bij te dragen aan het innovatief

vermogen van ondernemingen.

Voor ons heeft samen werken een heldere

focus. Het moet leiden tot een verbetering van de

positie van het MKB en ondernemerschap; een

belangrijke hoeksteen van onze economie. Daar

zetten we onze diversiteit en competenties graag op

in. Geen explosieve wedstrijd, maar een duurzame

inspanning waar we veel voldoening uit halen.

Wij wensen u veel inspiratie met deze Powered By

over Samen werken.

Namens de Algemene directie van Van Spaendonck,

Jan Gevers

Carmen de Jonge

Ruud van Leeuwen

5

Introductie

Page 6: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

721.432 werknemers hebben via Loket.nl hun

salaris ontvangen.

721.432 Via ruim 200

accountants bereiken wij 90.000 ondernemers,

63.361 werkgevers maken zelf direct gebruik van onze

applicatie.

63.361Werknemers kunnen zelf ook inloggen op de werknemerapp

van Loket.nl. 197.134 werknemers maken daar gebruik van en plannen

zo bijvoorbeeld hun verlof.

197.134

CAOWissenraet Van

Spaendonck is betrokken bij de cao voor ruim

145.000 werknemers in zeer diverse sectoren.

9.183 professionals en bedrijven helpen we bij

kwaliteitsbewaking en professionalisering in de eigen

beroepsgroep en sector. Van inhoudelijke ontwikkeling en

positionering van een keurmerk tot organisatie en borging

van kwaliteitsafspraken en het verzorgen van voor het

brede publiek toegankelijke registers.

9.183

Wissenraet Van Spaendonck heeft voor verschillende

klachten en geschillencommissies structureel en

projectmatig 183 klachten behandeld. Werknemers,

huurders, leerlingen en cliënten lieten hun meningsverschil

over de uitvoering van de cao, functiewaardering, beslissing

over toegang tot specifieke dienstverlening of bejegening

onafhankelijk beoordelen.

183

In 2014 organiseerde Wissenraet Van Spaendonck voor alle verenigingen en stichtingen 104 inhoudelijke seminars, congressen en werkbezoeken.

104

6

Wist u dat...

Page 7: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Interessante feiten & cijfers Wissenraet Van Spaendonck klanten...

104

VSP Risk werkt samen met een aantal brancheorganisaties waaronder

de NBOV, brancheorganisatievoor de brood- en banketbakkers, de

NBPW, brancheorganisatie van de poeliers en wildhandelaren, en de

ADN, brancheorganisatie voor groente- en fruithandelaren. In iedere

winkelstraat vind je wel een bakker, een groenteman en een poelier,

maar wisten jullie de zaken hieronder al?

4:00

101.193.000

Een bakker staat rond 4:00 uur al bij zijn ovens om ervoor te zorgen dat wij die dag vers brood kunnen kopen. Probeer bakkers niet rond 14.00 uur te bereiken, want dan liggen ze net weer op bed.

Nederland is een echt broodland. Het bruto-verbruik (= de hoeveelheid brood die gekochtwordt) per persoon per jaar ligt al 15 jaar rond de 60 kilo. Dat is in totaal ongeveer 996.000.000 kilo brood per jaar.

Door de vogelgriep hebben poeliers een lastig jaar achter de rug. Desondanks kochten Nederlanders in 2014 101.193.000 kilo pluimveevlees. 7.234.000 kilo daarvan waren kipdrumsticks. Dat zijn in totaal zo’n 86.808.000 drumstickjes.

Als je appels en peren met elkaar vergelijkt, zien we dat de verschillen steeds kleiner worden. In 2014 zijn er in Nederland 1.396.000.000 peren geoogst. De grootste perenoogst ooit! Het is net iets minder dan de oogst van appels. Dat waren er 1.412.000.000.

996.000.000

1.396.000.000

De Federatie TMV organiseert zo’n 300 gecertificeerde

taxateurs, makelaars en veilinghouders met meer dan 40 specialismen. Zij worden steeds vaker ingeschakeld

om een goede waardebepaling te geven van niet alleen kunst en antiek, maar ook machinerieën,

muziekinstrumenten, juwelen, motorvoertuigen, bedrijfsinventarissen en nog veel meer roerende zaken.

In 80 procent van de Nederlandse klaslokalen is de concentratie van co

2 te hoog, blijkt uit metingen van TNO

en GGD’s. Dat maakt dat de lucht onvoldoende ververst wordt en de kans op infecties en allergische reacties groot

is. Ventilatie en betere schoonmaak moeten daartegen helpen. De Vereniging SchoonmaakResearch brengt

alle partijen op kennis samen.

300

150.000

In 2013 werd 22% van alle houten verpakkingen hergebruikt. Houten verpakkingen worden in de afvalfase te snel voor energieopwekking ingezet, mede door overheidssubsidies op groene stroom. Om tot een circulaire economie te komen werkt de Stichting Kringloop Hout aan innovatieve toepassingen en ketenafspraken om hergebruik en recycling te bevorderen. De ambitie is om richting 35% (product)hergebruik te komen.

De leden van Firevaned zorgen er met diverse hulpmiddelen dat mensen met een bepaalde beperking zo goed mogelijk kunnen participeren in de maatschappij en mobiel kunnen blijven. Naar schatting maken 150.000 huishoudens nu gebruik van een traplift waardoor zij thuis kunnen blijven wonen.

22%

80%7

Page 8: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

8

Ronde tafel gesprek

Page 9: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Flexibilisering en

constante innovatie

is de nieuwe modus

“Hét thema voor de komende jaren

is – zonder twijfel – de flexibilisering

van de arbeidsmarkt.” Dit stelt Jan

Gevers, voorzitter algemene directie

Van Spaendonck, in een recent

rondetafelgesprek over de toekomst

van werk. “Nu werken mensen soms

nog hun leven lang bij hetzelfde bedrijf,

maar dat zien we al minder worden.

Waar we voorheen de baan voor

het leven als logisch beschouwden,

zien we nu de snelheid, vernieuwing

en de daarmee gepaard gaande

onzekerheden als constante factor.”

Flexibilisering en constante innovatie

is daarmee duidelijk de nieuwe modus,

signaleren ook Erik Snels, Ruud van

Leeuwen, Carmen de Jonge en Ellen

Kroese direct tijdens dit gesprek.

9

Ronde tafel gesprek

Page 10: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Alles grijpt in elkaar en versterkt elkaar

Erik Snels (directeur Loket.nl) wijst erop hoe de

ontwikkelingen op ICT-gebied, maatschappelijke

trends, internet, apps, Big Data, social media in

elkaar grijpen en welke impact dit heeft – ook

voor de arbeidsmarkt. “De verwevenheid hiervan

zorgt voor een enorme versnelling. Een voorbeeld:

softwarebedrijf X ontwikkelt een geavanceerde app,

die rechtstreeks koppelt met zeer uitgebreide CRM-

informatie. Klanten melden hun ervaringen met de

nieuwe app op Facebook en twitter. Dit signaleert

een andere app-ontwikkelaar, die vervolgens via

een skypegesprek de mogelijkheden voor nadere

samenwerking met het softwarebedrijf wil bespreken.

Hij kan namelijk nog een extra functionaliteit

inbouwen, waardoor de app ineens ook aantrekkelijk

is voor een andere, aanpalende doelgroep. Dat de app

ook voor die doelgroep heel nuttig zou kunnen zijn,

is vast te stellen met data-analyse van het koop- en

zoekgedrag van deze doelgroep in de afgelopen jaren.

Het vliegwieleffect dat zo ontstaat, zorgt ervoor dat

ontwikkelingen alleen nog maar sneller gaan.

Dat heeft ook zijn weerslag op de arbeidsmarkt.

Thema 1. Liberalisering van de arbeidsmarkt

Werk wordt steeds meer georganiseerd rondom

mensen. Jan Gevers ziet duidelijk verschillen. “Eerst

streefden we naar een goede balans tussen werk en

privé. Maar je ziet nu dat de focus op dit spanningsveld

verschuift. Steeds meer mensen kiezen ervoor om als

zelfstandige te gaan werken, omdat dit zich beter laat

verenigen met hun andere taken (en wensen) die zij

hebben in hun dagelijks leven.”

Verhouding vaste kern/flexibele schil

Voor werkgevers betekent die veranderde mindset

van (potentiële) werknemers dat zij hun organisatie

op een andere manier zullen moeten gaan aansturen.

Dit legt bij hen onder meer de vraag neer wat nu

een goede, gezonde balans is tussen de vaste kern

van mensen en de benodigde schil van flexibele

werknemers daaromheen.

Erik Snels: “Ik denk niet dat een bedrijf goed kan

functioneren zonder een vaste kern van mensen.

Een vaste kern is noodzakelijk om de continuïteit in

de onderneming te waarborgen en om zorg te dragen

Samenwerken in netwerkverbandenEen duidelijk zichtbare trend is het steeds meer samenwerken in de vorm van netwerkverbanden. Hiermee wordt het bestaansrecht van traditionele hiërarchische structuren afgebroken. Voortschrijdende automatisering, innovatieve workflowsoftware, nieuwe IT-tools en apps zorgen ervoor dat veel werknemers in 2015 in principe niet langer gebonden zijn aan een strikt afgebakende 8-urige werkdag op een vaste, fysieke werkplek op kantoor. Onderweg, tijdens de lunch, in de avonduren; klantcontact en werk kan vandaag de dag vele malen soepeler worden geplooid dan in de oude setting. Twee belangrijke elementen gaan daarbij hand in hand: vertrouwen en sturen op output. Wanneer de werkgever ziet dat zijn medewerker er prima in slaagt om zijn werk in kwalitatieve en kwantitatieve zin goed te doen, heeft die werkgever er geen belang bij om daar – vanuit een zwaar controlerende rol – bovenop te gaan zitten. Om Mathieu Weggeman in deze context even aan te halen: ‘Leidinggeven aan professionals? Niet doen!’ Dit raakt namelijk direct de intrinsieke motivatie en de productiviteit van werknemers.

“Elk bedrijf zal zelf moeten onderzoeken wat

zijn eigen, juiste balans is in de verhouding vaste

kern/flexibele schil”.

Erik Snels - Directeur Loket.nl

10

Ronde tafel gesprek

Page 11: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

voor inbedding en instandhouding van de gewenste

cultuur en strategie in de organisatie. Daaromheen

kan een schil van flexibele mensen gezet worden, die

specifieke kennis en ervaring inbrengen en die ook

kunnen worden ingezet op piekmomenten. Elk bedrijf

zal zelf moeten onderzoeken wat zijn eigen, juiste

balans is in de verhouding vaste kern/flexibele schil”.

Andere vorm van samenwerking

Werken met een flexibele schil impliceert ook dat

er andere verhoudingen ontstaan. Erik: “Er wordt al

steeds meer gestuurd op output en steeds minder

op aanwezigheidsuren. Een werknemer levert

een bepaalde prestatie en draagt zo bij aan de

doelstellingen van de organisatie. Hoe en wanneer

een werknemer dat doet, wordt overgelaten aan

zijn eigen professionaliteit. Maar dat betekent ook

een verharding van de verhoudingen, want een

werknemer wordt nadrukkelijk aangesproken op zijn

verantwoordelijkheid als prestaties niet geleverd zijn of

onvoldoende kwaliteit hebben.”

Jan: “We verschuiven langzamerhand naar de

ondernemende professional, al dan niet in dienst.

De onzekere positie waarin zzp’ers vertoeven,

noodzaakt hen tot zeer professioneel werken en sterk

gericht zijn op kennisontwikkeling. De kwaliteit die

zzp’ers leveren is hoog. Het zet soms zelfs de vaste

kern onder druk.” Ruud van Leeuwen, directeur bij Van

Spaendonck Services, plaatst een kanttekening: “Aan

de andere kant moeten we niet uit het oog verliezen

dat prestatiebeloning ook perverse gevolgen kan

hebben. Het kan suboptimalisatie in de hand werken

als mensen louter gaan sturen op eigen doelen.”

Flexibilisering binnen vaste dienstverbanden

Binnen vaste dienstverbanden is flexibilisering

ook zichtbaar, maar die beweging verloopt met

horten en stoten. “De ontwikkelingen zijn nog niet

uitgekristalliseerd”, benadrukt Carmen de Jonge

(algemeen directeur Wissenraet Van Spaendonck).

“Vakbonden en brancheverenigingen worstelen met het

behoud van rechten versus nieuwe ontwikkelingen.” Zij

verwacht dan ook dat vakbonden hier niet een-twee-

drie uit zullen komen. “Cao-overleggen zullen stokken

en worden niet afgerond. Verworven rechten worden

onhoudbaar, zoals bijvoorbeeld de opbouw van vrije

dagen na het vijftigste levensjaar. Vaste en flexibele

dienstverbanden zullen steeds meer naar elkaar toe

bewegen. We zien nu al de nodige tussenvormen, in de

zin van flexwerken en hybride ondernemen.” Hybride

ondernemers combineren hun werk in loondienst met

een baan in hun eigen bedrijf. De baan in loondienst

biedt dan een stabiele financiële ‘basisstroom’. Bovendien

levert deze een ziektekostenverzekering en een

pensioenregeling op.

Traagheid passé

Ruud van Leeuwen is positief over de

ontwikkelingen: “We hebben als samenleving de kans

om traagheid uit organisaties te krijgen. Het zal steeds

minder voorkomen dat werknemers hun gehele leven

bij een en dezelfde organisatie blijven ‘hangen’.

Nu maakt het ontslagrecht doorstroming nog lastig,

maar dit kantelt. Voor de werknemer in kwestie levert

dat enerzijds onzekerheid op, maar aan de andere kant

legt het voor hem of haar ook de weg open om zich

te blijven ontwikkelen en om een goede positie op de

arbeidsmarkt te behouden.”

Thema 2. Tweedeling op de arbeidsmarkt

Een grote uitdaging is de tweedeling die op

de arbeidsmarkt ontstaat, signaleert Ellen Kroese

(directeur Van Spaendonck BrancheAdvies).

“Flexibilisering is een

steeds terugkerend thema;

in de zin van baanzekerheid,

maar juist ook vanuit het

perspectief op innovaties.”

11

Ronde tafel gesprek

Page 12: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

“Door automatisering en digitalisering verdwijnen in

sommige branches veel banen, zoals de afgelopen

10 jaar in de zakelijke dienstverlening. Aan de andere

kant ontstaan in andere bedrijfstakken juist tekorten

aan beschikbaar personeel. Denk daarbij bijvoorbeeld

aan ICT- en technisch specialisten. De behoefte aan

kenniswerkers groeit. De snelle opkomst van nieuwe

technologie treft met name de laag- en middelbaar

geschoolde arbeid. De perspectieven van hoger

opgeleiden nemen juist toe. Door vergrijzing van de

beroepsbevolking zullen ervaren mensen vertrekken.

De posities die hoogopgeleide mensen moeten

invullen zijn minder onderhevig aan automatisering

en digitalisering, maar ze moeten wel vervuld kunnen

worden. De tweedeling op de arbeidsmarkt heeft dus

niet alleen gevolgen voor werknemers, maar ook voor

werkgevers. De vraag naar hoogopgeleid personeel

neemt toe; het is voor werkgevers moeilijk om die

posities op te vullen.”

F lexbanen voor laag- en middelbaar

opgeleiden

Jan Gevers: “Ook hier zien we dat flexibilisering

van de arbeidsmarkt eraan kan bijdragen dat laag- en

middelbaar opgeleiden niet werkloos raken. Steeds

vaker gaat juist díe groep werken op basis van een

flexibel arbeidscontract. Volgens het Centraal Bureau

voor de Statistiek werkt een op de vijf werknemers

in een flexbaan. Ook heeft een groeiend aantal

werknemers meerdere banen tegelijk.

Door internet wordt de arbeidsmarkt transparanter; het

banenaanbod wordt beter zichtbaar. Mensen kunnen

daardoor twee banen tegelijk hebben om voldoende

inkomen mee te generen. De keerzijde is wel dat vaste

banen - met een relatief grote mate van zekerheid

en alle voorzieningen - worden ingeruild voor een

onzeker inkomensperspectief en geen voorzieningen.”

Omgaan met de

tweedeling

De tweedeling lijkt

onontkoombaar. Maar hoe

wordt daarop gereageerd.

Wordt dit overgelaten aan de

markt, of worden er binnen

cao’s afspraken over gemaakt?

Carmen de Jonge: “Er is kritiek

op cao’s. Het gaat om meer dan

alleen een vastgesteld salaris.

Juist die aanvullende voorzieningen blijken voor

werknemers van toegevoegde waarde en daar ligt het

accent in cao-onderhandelingen te weinig op. De cao’s

kunnen hun ‘waardekant’ laten zien door daarop in te

zetten.” Erik vult aan: “Ik verwacht in ieder geval dat de

arbeidsmarkt zich meer regionaal zal gaan oriënteren

dan per branche. De regio waarin het werk wordt

verricht, zal bepalen welk salaris er wordt betaald. De

cao’s zullen daarmee aan relevantie verliezen als het

enkel gaat om gegarandeerd salaris. Uiteindelijk zullen

we ook als beroepsbevolking de eagerness moeten

ontwikkelen om continu bij te willen blijven bij actuele

ontwikkelingen. Scholing moet dan ook hoger op de

cao-prioriteitenlijst.”

Thema 3. Netwerksamenleving en arbeid

De samenleving van nu ziet er totaal anders uit

dan die van twee decennia geleden, stelt Ellen Kroese.

“De ontwikkelingen op het gebied van automatisering

en informatietechnologie hebben diep ingegrepen

in de productie- en dienstverleningsprocessen. Je

ziet een transitie naar een netwerkmaatschappij.

De veronderstelling dat de overheid alles regelt,

de verzorgingsstaat, wordt steeds meer losgelaten.

Daarvoor in de plaats komt de privatisering van

diensten en ontstaan er nieuwe manieren van

samenwerken; de participatiemaatschappij. Ofwel,

we werken vandaag de dag steeds meer samen in

netwerkverbanden.

Een samenleving die geënt is op netwerken, werkt

vanuit samenwerking, flexibiliteit en oplossingen.

De innovatiekracht is groot en informatie wordt snel

met elkaar gedeeld en verspreid. Dit heeft onmiddellijk

effect op het creëren van banen.”

“We hebben als samenleving

de kans om traagheid uit

organisaties te krijgen.”

Ruud van Leeuwen - Directeur Van Spaendonck Services

12

Ronde tafel gesprek

Page 13: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Meerwaarde tonen

“Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop er nu

wordt gewerkt. Binnen een netwerk moeten zowel de

werkgever als de werknemer duidelijk hun meerwaarde

kunnen tonen. De werkgever die concreet maakt wat

zijn meerwaarde is - goede connecties of partnerships,

secundaire arbeidsvoorwaarden, innovatief vermogen,

duurzame wijze van ondernemen, etc. - straalt naar

buiten uit dat hij voor een gezond bedrijf staat dat gretig

op zoek is naar innovaties, dat vooruit wil, op zoek is

naar kennis - maar ook weer niet ten koste van alles.

De werknemer zal, om zijn meerwaarde duidelijk te

maken, moeten laten zien hoe hij excelleert in zijn vak

en waarom hij of zij de juiste man of vrouw op de juiste

plek is voor de werkgever. Daarbij horen ook zaken als

‘afspraak is afspraak’, zorgvuldig communiceren en het

meenemen van een waardevol netwerk.”

Inpassing oudere generatie

De transformatie naar de netwerksamenleving is

niet voor iedereen even gemakkelijk. Dat zien we nu

al. Werknemers van die wat oudere generatie hebben

voor nog een groot deel van hun carrière opgebouwd

binnen hiërarchische structuren, waar zij bovendien

een grote mate van baanzekerheid kenden. Die

hiërarchische structuren spelen in netwerkorganisaties

een veel minder grote rol. Het is de vraag in hoeverre

de oudere generatie die omslag weet te hanteren.

Carmen: “Wendbaarheid is belangrijk voor álle

generaties; het is dan ook zeer onverstandig dat er

zo weinig in scholing wordt geïnvesteerd na het 50e

levensjaar.”

Ruimte voor eigen, lokale initiatieven

Carmen ziet ook wat voor impact de ontwikkeling

naar een netwerksamenleving, decentralisatie,

heeft op vakbonden en brancheorganisaties. “Strak

georganiseerde vakbonden worden geleidelijk aan

als beklemmend ervaren. Hiërarchische structuren

en centraal georganiseerde verenigingen worden

gefaseerd ontmanteld en vervangen door decentrale

netwerken. Daarin zoeken professionals op basis

van gezamenlijk belang en gelijkwaardigheid

verbondenheid met elkaar.”

Thema 4. Impact van technologie en innovatie

op arbeid

Techniek maakt veel mogelijk aldus Erik. We zien

een permanente zoektocht naar de ontwikkeling

van instrumenten c.q. manieren om het dagelijks

leven makkelijker te maken, om repeterende en

onaangename arbeid te verlichten. Spierkracht werd

vervangen door mechanische kracht, stoomkracht

en elektriciteit werden ingezet en daarna nam het

ontwikkelingstempo exponentieel toe. Het gaat nu

om het vervangen van denkkracht, het nemen van

zelfstandige beslissingen en het zelfstandig oplossen

van problemen met behulp van technologie. Er wordt

informatie gemaakt van Big Data, die vervolgens weer

slim benut wordt door de marketing- en salesafdeling

van bedrijven. De bol.coms van deze wereld weten

al lang wat jouw voorkeuren zijn als klant en komen

‘spontaan’ met het aanbod van alternatieve producten

of diensten die waarschijnlijk ook interessant zouden

kunnen zijn.

Kortom, stelt Erik Snels, de impact van technologie

op processen en arbeid is enorm. “Niet alleen in de

zin dat machines ‘handjes’ vervangen, zoals in de

automobielindustrie waar veel werk door robots

is overgenomen. Maar ook de andere invulling die

functies krijgen, doordat technologie het werk van

medewerkers ondersteunt. Was een secretaresse

voorheen hoofdzakelijk een typiste, tegenwoordig

omvat de functie van secretaresse beduidend meer.

En sommige bedrijven gaan alweer een stap verder,

“Vakbonden en

brancheverenigingen worstelen

met het behoud van rechten

versus nieuwe ontwikkelingen.”

Carmen de Jonge - Directeur Wissenraet Van Spaendonck

13

Ronde tafel gesprek

Page 14: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

door over te gaan op het ‘ontsecretaressen’ van hun

bedrijf. Of neem de zelfscankassa in de supermarkt.

De klant scant zijn producten en rekent deze zelf af

bij de kassa. Een caissière krijgt daarmee de taak om

overzicht te houden op de zelfscankassa’s en om

klanten steekproefsgewijs te controleren of ze alles

netjes hebben gescand; een andere functie-inhoud.

Onze huidige technologie maakt het mogelijk om

tijd- en plaatsonafhankelijk te werken. Dankzij internet

en mobiele telefonie kan er soepel en efficiënt worden

samengewerkt met partijen waar ook ter wereld.

Daarmee is ook de snelheid waarmee interacties en

transacties plaatsvinden, sterk toegenomen.

De mogelijkheden breiden zich gestaag, onverminderd

uit en matchen op natuurlijke wijze met onze nieuwe

netwerksamenleving.”

Versterkte innovatiekracht

De technologische ontwikkelingen geven een

sterke impuls aan de innovatiekracht van ondernemers.

Er ontstaan nieuwe industrieën en nieuwe vormen

van ondernemerschap, zoals gamification of de

veranderingen in de energiemarkt. Het retaillandschap

is er anders uit komen te zien dankzij de webshops,

waarvan sommige ervoor kiezen om daarnaast weer

een stenen winkel te gaan openen. Samenwerken

met de klant gebeurt op een ander level dankzij

klantportalen en social media. Bestanden worden niet

meer weggezet op een servertje in de kelder, maar ze

worden opgeslagen in de cloud, waar je er any place,

any time bij kunt.

Innovatie vraagt veel van werkgevers en werknemers.

“Er is ondernemersdrive nodig voor innovatie. Maar hoe

gek het ook klinkt, je moet ook durven falen. Eigenlijk

is falen een voorwaarde voor succes. Een innoverende

ondernemer slijpt continu aan zijn product of dienst

totdat dit optimaal is”, legt Ruud uit. “Voldoende jonge

mensen binnen je organisatie brengen is daarbij van

belang. Dit brengt een andere dynamiek op gang.

Een andere manier van denken.”

Tijd voor een andere mentaliteit

Van Spaendonck ziet hier een mooie opdracht

voor de toekomst. Ruud van Leeuwen stelt dit even

scherp: “Wij willen de passie en nieuwsgierigheid

van werkgevers en werknemers stimuleren, een

mentaliteitsverandering creëren en faciliteren.

Door trainingen te geven, door diensten en producten

te ontwikkelen, door werkgevers en werknemers te

begeleiden en door nieuwe initiatieven te starten.

Dit is noodzakelijk, omdat nieuwe banen en de

gewijzigde invulling van de bestaande banen door

innovatie en technologie niet noodzakelijkerwijs

aansluiten bij de vaardigheden van de

beroepsbevolking of de geografische locatie.

Wij willen een bijdrage leveren om deze aansluiting te

zoeken en te vinden.” Volgens Carmen is de intrinsieke

motivatie die mensen voor hun werk hebben een

zeer belangrijke uitvalsbasis: “Werk is belangrijk voor

mensen. Het geeft ruimte voor ontplooiing, ontdekken,

status, eigenwaarde, het gevoel om ergens bij horen.

Als het lukt om die identiteit van mensen te verbinden

met hun werk, dan stimuleert dat mensen om een stap

meer en verder te doen.”

“De posities die

hoogopgeleide mensen

moeten invullen zijn

minder onderhevig

aan automatisering en

digitalisering.”

Ellen Kroese - Directeur Van Spaendonck BrancheAdvies

Ronde tafel gesprek

14

Page 15: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

De snelle opkomst van nieuwe technologie treft met name de laag- en middelbaar geschoolde arbeid. De perspectieven van hoger opgeleiden nemen juist toe. “Door vergrijzing van de beroepsbevolking zullen ervaren mensen vertrekken. De posities die hoogopgeleide mensen moeten invullen zijn minder onderhevig aan automatisering en digitalisering, maar ze moeten wel vervuld kunnen worden”, geeft Ellen Kroese aan. “De tweedeling op de arbeidsmarkt heeft dus niet alleen gevolgen voor werknemers, maar ook voor werkgevers. De vraag naar hoogopgeleid personeel neemt toe; het is voor werkgevers moeilijk om die posities op te vullen.”

Flexbanen voor laag- en middelbaar opgeleidenJan Gevers: “Ook hier zien we dat flexibilisering van de

arbeidsmarkt eraan kan bijdragen dat laag- en middelbaar opgeleiden niet werkloos raken. Steeds vaker gaat juist díe groep werken op basis van een flexibel arbeidscontract. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek werkt een op de vijf werknemers in een flexbaan. Ook heeft een groeiend aantal werknemers meerdere banen tegelijk. Door internet wordt de arbeidsmarkt transparanter; het banenaanbod wordt beter zichtbaar. Mensen kunnen daardoor twee banen tegelijk hebben om voldoende inkomen mee te generen. De keerzijde is wel dat vaste banen ‒ met een relatief grote mate van zekerheid en alle voorzieningen ‒ worden ingeruild voor een onzeker inkomensperspectief en geen voorzieningen. De balans tussen flexibiliteit en onzekerheid is hierdoor niet mooi zuiver.”

Omgaan met de tweedelingDe tweedeling lijkt onontkoombaar. De vraag die dan

onvermijdelijk opkomt is hoe er met die tweedeling moet worden omgegaan. Wordt dit overgelaten aan de markt, of worden er binnen cao’s afspraken over gemaakt? Carmen: “Er is kritiek op cao’s. Het gaat om meer dan alleen een vastgesteld salaris. Juist die aanvullende voorzieningen

blijken voor werknemers van toegevoegde waarde en daar ligt het accent in cao-onderhandelingen te weinig op. De cao’s kunnen hun ‘waardekant’ laten zien door daarop in te zetten.” Erik vult aan: “Ik verwacht in ieder geval dat de arbeidsmarkt zich meer regionaal zal gaan oriënteren dan per branche. De regio waarin het werk wordt verricht, zal bepalen welk salaris er wordt betaald. De cao’s zullen daarmee aan relevantie verliezen als het gaat om gegarandeerd salaris.”

MKB Banenmonitor

COLUMN JOS BURGERS

Zijn verhalen vol grappen en grollen boeiden meteen. Ik kon er nauwelijks tussenkomen en dat was eigenlijk maar goed ook. Terwijl hij glunderend vertelde over wat hij als kleine agrarische ondernemer allemaal had meegemaakt, moest ik denken aan het verhaal van die kleine Brabantse boer die voor het eerst in z’n leven een werkbezoek bracht aan een landbouwbeurs in de Verenigde Staten. Het land waar alles (en iedereen) groot is. Of zich groot voordoet.

Hij ontmoet daar op ‘n middag een Amerikaanse collega die vrijwel meteen enorm begint op te scheppen over de enorme lap grond die hij bezit. ‘Ik heb zoveel grond’ aldus de Amerikaanse boer, ‘dat als ik met mijn auto een rondje wil maken om mijn eigen grond en ik vertrek ‘s morgens vroeg, dan ben ik niet voor donker thuis’. Waarop de kleine Brabantse boer reageert met ‘Oh ja, maar dat ken ik wel. Zo’n auto had ik vroeger ook’.

Tijn vertelt enthousiast over de ruim 40 jaar dat hij boer is geweest. En ik moest denken aan het artikel dat ik nog niet zo lang geleden las over het nieuwe fenomeen zorgboerderijen waar aanvankelijk verslaafden, maar nu ook managers met een burn-out met veel succes aan het werk worden gezet. Volgens het krantenbericht was het werken

op een boerderij de ideale manier om ‘weer fris te worden’ dankzij de lichamelijke arbeid en de waardering die je er krijgt. Bovendien blijkt het een groot voordeel te zijn dat je bij agrarische ondernemingen vooral veel samenwerkt met koeien en varkens die nooit zeuren.

Waarschijnlijk wist hij dat ik iets in de marketing deed, want hij wilde ook graag zijn ervaringen met leveranciers met mij delen. ‘Ik was dus op zoek naar zo’n tractor van 40 of 50 pk’. Ik knikte alsof het ook voor mij nog niet zo lang geleden was dat ik mijn laatste tractor had aangeschaft. ‘Ik had daar altijd een vast adres voor, want als je ergens goed geholpen wordt, waarom zou je dan gaan lopen?’ Ik wist het ook niet. ‘Die verkoper kende mij daarom ook heel goed en na nog wat vragen te hebben gesteld, zei hij dat ik zo’n tractor helemaal niet nodig had. Een 35 pk was volgens hem meer dan genoeg. Een zwaardere was niet alleen onnodig duur, die kon ook schade aanrichten aan alles wat je achter die tractor hing’.

‘Dat waren nog eens leveranciers’ zuchtte hij. ‘Die leverden je niet wat je vroeg, maar wat je nodig had’.

‘Ik was op zoek naar een tractor van 40 of 50 pk’ vertrouwde de man

naast mij me toe. Omdat de stoel naast ‘m toevallig nog vrij was, raakte

ik met hem in gesprek tijdens het verjaardagsfeestje van zijn zus.

Hij heette Tijn, was z’n leven lang boer geweest in Moergestel en

genoot nog zichtbaar als hij terugdacht aan die tijd.

Lever niet wat een klant vraagt

15

Page 16: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Het vergrootglas op MKB-banenontwikkeling in 2014 Van Spaendonck herkent tendensen in arbeidsmarkt

Hoopvol kijken we ieder kwartaal uit naar de macro-economische en werkgelegenheidscijfers van het CPB en CBS. Kleine procentuele verschuivingen op lange termijn brengen ons momenteel al in vervoering. Groeien we?! Of toch niet? Wat zijn kortetermijntendensen? Op basis van onze eigen gegevens en kennis kunnen wij ook maandelijks de vinger aan de pols houden en daarbij inzoomen op branches en regio’s. Laten we het vergrootglas richten op 3 concrete en actuele vragen over de arbeidsmarktontwikkeling in het MKB.

groeiTrekt de werk-gelegenheid aan?Kijkend naar de fte-ontwikkeling over de afgelopen 4 jaar

signaleren we vanaf eind 2013 een duidelijke groeitrend.

Daar waar we vanaf 2011 afnemende en zelfs negatieve

groeipercentages zagen, zien we in 2014, net als het CBS,

eindelijk groei.

Mooi! Een toename in werkgelegenheid in het MKB dus.

Het MKB is toch de banenmotor voor de Nederlandse

economie. Met behulp van actuele salarisdata houden wij

de trends in het MKB in de gaten.

0%

1%

2%

3%

-1%

-2%06/11 01/12 06/1201/11 01/13 06/13 01/14 06/14 01/15

-1%

16

MKB Banenmonitor

16

MKB-Banenmonitor

Page 17: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Het vergrootglas op MKB-banenontwikkeling in 2014 Van Spaendonck herkent tendensen in arbeidsmarkt

Welke regio’s groeien het hardst? De gemiddelde groei in 2014 voor heel MKB Nederland was 1%. Als we naar de verschillende provincies kijken dan valt op dat de groei met name uit het westen komt.

Op basis van het aantal fte’s groeien Noord- en Zuid-Holland samen met Utrecht harder dan gemiddeld in Nederland. Noord-Brabant, Gelderland en Zeeland groeien ongeveer volgens het Nederlandse gemiddelde.

In Noord-Nederland (Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel) blijft de groei achter ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De laagste regionale groei zien we in Limburg, waar we in sommige maanden zelfs een krimp waarnemen.

groei

trend

Hoe staat het met flexibilisering van arbeidscontracten in het MKB?

De flexibilisering van de arbeidsmarkt laat de media niet onberoerd. Meestal is dat een eerste teken van

herstel; werkgevers zetten met oproep- en bepaaldetijdcontracten weer een eerste stap om meer mensen

aan te nemen. Ook in het MKB herkennen we de toename in het aantal bepaaldetijdcontracten en afname

in het aantal onbepaaldetijdcontracten. We zien dat de groei voornamelijk bestaat uit bepaaldetijdcontracten,

waarvan het aandeel van 20% naar 30% is gegroeid vanaf 2010. Hoe gaat deze trend zich in 2015 en 2016 voortzetten?

Kiezen werkgevers voor nog meer flexibiliteit en werpen overheidsmaatregelen als de Wet werk en zekerheid hun

schaduw vooruit? Of durven werkgevers in 2015 hun groei ook in vaste contracten om te zetten?

Meer uitspraken over de arbeidsmarktontwikkeling binnen het MKB?

Met zo’n 90.000 werkgevers en bijna 750.000 werknemers in salaris- en personeelsadministratiesysteem

Loket.nl kunnen we meer uitspraken doen over de arbeidsmarkt binnen het MKB. Daarnaast signaleren

we kwalitatief ook relevante ontwikkelingen rondom arbeidsverhoudingen vanuit de dienstverlening van

Wissenraet Van Spaendonck. Gecombineerd kunnen uit deze data en kennis tools ontwikkeld worden om

meer inzicht te krijgen in de status quo en ontwikkeling van werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden.

groei

10%meer tijdelijke

contracten sinds 2010

laag

gemiddeld

hoog

iMEER WETEN?ga naar

MKB-Banenmonitor.nl

17

MKB Banenmonitor

17

MKB-Banenmonitor

Page 18: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Naar een lerende economie Hoe verdient Nederland zijn brood in 2025?Ons land hoort bij de koplopers in Europa. Verschillende indicatoren zetten ons in de top 5 of

top 10 van de wereld. Maar dat is geen reden om achterover te leunen. Sterker: opkomende

economieën ontwikkelen zich van lagelonenland tot kenniseconomie, een gevestigde positie is

daarmee allerminst zeker. Het advies in het rapport “Naar een lerende economie; investeren in

het verdienvermogen van Nederland” van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid

heeft in 2014 aardig wat stof doen opwaaien. Prof. Dr. Peter van Lieshout, schrijver van het rapport,

heeft samen met Mathijs Bouman, macro-econoom en FD columnist, tijdens een inspirerende

Zomerpraet 2014 de belangrijkste elementen op een rij gezet. Zeker met de ervaringen van eerder

economisch beleid in het achterhoofd zijn beiden het erover eens. Het moet anders!

18

Naar een lerende economie

Page 19: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Lerende overheidIn de analyse van de WRR wordt allereerst een

benchmark gegeven voor het economisch beleid van overheden. Van Lieshout: “Overheden staan in de hele wereld steeds meer voor dezelfde dilemma’s, dus er valt een en ander te leren uit wat andere overheden als beleid kiezen. We hebben het beleid van overheden geanalyseerd aan de hand van vragen als: “Waar gaat het overheidsgeld naartoe, aan wie komt het ten goede – aan het collectief of aan private aandeelhouders – en wat is het effect voor de economie? Wat werkt beter: het aanbod stimuleren of de vraag? En kan dat wel in een kleine markt als de Nederlandse? Een overheid kan proberen om subtiel of minder subtiel een voorsprong voor bedrijven te creëren door een bepaalde standaard vast te stellen. Je kunt ook naar de onderliggende keuze kijken. Bereikt een overheid meer economische ontwikkeling door de vrije markt te stimuleren of juist door als overheid te sturen en zelfs mee te ondernemen?

De polderHet WRR-rapport is uiteraard primair een advies aan de

overheid. Het richt zich niet op belangenbehartigers. De polder komt slechts zijdelings aan bod en krijgt een eigen opdracht mee. De sociale partners zijn te veel bezig met het verdelen van de reproductie (het brood) en te weinig met praten over de productie: hoe komen we in de toekomst aan brood op de plank? Van Lieshout: “Het is tijd voor een strategie gericht op het verdienvermogen van Nederland. De sociale partners moeten minder praten over het herverdelen van werk en meer over het creëren van werk. Ook moet de overheid meer de regie nemen en een maatschappelijke agenda maken: Wat zijn de issues van de toekomst waar we een oplossing bij zoeken? Dit gebeurt al in andere landen, zoals Zweden en Duitsland.”Van Lieshout vindt het energie-akkoord een stap, zij het een kleine in de goede richting. Dat is er gekomen ondanks en niet dankzij het systeem”, denkt hij.

De opgaveDoelen bepalen. Het debat in de politiek gaat opvallend veel over uitvoeringsvraagstukken en weinig over doelstellingen, constateert de WRR. De vraag is wat we willen bereiken, aan welke doelen moet de economie bijdragen en welke vragen willen we oplossen met kennis en innovatie?

Systeem ontwikkelen De opgave die de WRR de overheid stelt is om ‘een passend nationaal innovatiesysteem te ontwikkelen’. Dan gaat het om het bekijken van de hele structuur van het onderwijs – maar ook arbeidsmarkt, sociale zekerheid – vanuit de vraag op welke wijze deze de diensten- en productinnovatie ondersteunt.

Intelligence Behalve het debat over het verdienvermogen is blijvende aandacht voor de feiten nodig. Hoe we tot op feiten gebaseerd inzicht (intelligence) in het verdienvermogen komen, is een vraag die uitgebreid aan bod komt in het rapport.

De onderbouwingVan Lieshout: “Wie bijvoorbeeld de topsectoren op

verschillende manieren naast cijfers over de Nederlandse economie legt, krijgt zelden een plaatje dat de keuzen van de sectoren aannemelijk maakt”. Het enige cijfer waarbij de overeenkomst groot is, is dat voor R&D-uitgaven aan eigen onderzoek in de sector. Daarvan vindt 96% plaats binnen de topsectoren. In het beeldbepalende topsectorenbeleid lijkt de uiteindelijke keuze van sectoren die ons naar de top moeten leiden sterk politiek ingegeven. Daarbij zijn deze sectoren zo breed mogelijk geformuleerd. Schitterend door afwezigheid zijn de (collectieve) dienstensectoren. Wij kijken als WRR naar het beleid van de overheid voor Nederland. Kiest de overheid

Naar een lerende economie Hoe verdient Nederland zijn brood in 2025?

Wissenraet Van Spaendonck organiseert

periodiek het seminar Zomerpraet. In 2014 luidde het

thema ‘Hoe verdient Nederland zijn brood in 2025’.

Met prof. dr. Peter van Lieshout en dr. Mathijs

Bouman werd het verdienvermogen

van Nederland besproken op de

inspirerende locatie bij

Piet Hein Eek in Eindhoven.

iProf. dr. Peter van Lieshout

19

Naar een lerende economie

Page 20: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Wissenraetbronvermelding?

voor beleid dat de economie vooruitbrengt? En waarop wordt het beleid gebaseerd, op welk inzicht in de ontwikkeling van de Nederlandse economische structuur? Naast het beeldbepalende topsectorenbeleid, gebaseerd op een backing the winners gedachte, gaat er veel geld naar generiek beleid in de vorm van veel verschillende, elkaar opvolgende regelingen voor bedrijven, waarvan de doelmatigheid niet vaststaat. Je moet als overheid oppassen om specifieke producten en bedrijven subsidies te geven. Dan creëer je een welvaartsstaat voor bedrijven.“

De brancheorganisatie faciliteert in grensoverschrijdende crossoversHoe kun je dan stimuleren dat bedrijven actief hun

rol nemen in innovatie? “Bedrijven hebben geen morele verplichting om aan innovatie te doen. Maar ze zullen, zeker met de enorme snelheid waarmee veranderingen zich voltrekken, dit als reguliere activiteit moeten inbouwen.” Kunnen brancheorganisaties hier een bijdrage leveren? “Je ziet dat de sectoren die traditioneel sterk georganiseerd zijn hier wel iets doen. Andere zullen er eens een keer een lezing over geven. De vraag is of brancheorganisaties dit kunnen en dan gaat het erom of de leden dit willen en van de brancheorganisatie verwachten. De leden kijken voor innovatie niet per se naar elkaar, naar samenwerking binnen de branche, maar ook lokaal, in hun omgeving, of in de keten. Daar ligt ook de uitdaging voor brancheorganisaties, om die ontwikkeling te faciliteren en te initiëren“

De WRR pleit tegen het (te snel) opsluiten van innovatie in sectoren? ”Juist nieuwe technologie en vernieuwende manieren van werken zitten niet vast aan sectoren. Dat gold voor ICT en dat geldt ook voor bijvoorbeeld nanotechnologie. Wie wil dat de creatieve industrie zich binnen zichzelf ontwikkelt, kan alleen maar teleurgesteld raken. Die sector zoekt juist naar ontwikkeling door samen te werken met andere sectoren. Overheden kunnen wel verschillende ‘sterke’ of ‘veelbelovende’ sectoren identificeren binnen hun landsgrenzen (opvallend overigens hoe sterk de verschillende nationale rijtjes op elkaar lijken.) De ketens in die sectoren zijn bijna altijd grensoverschrijdend. Je kunt dan ook onderzoeken of je land juist sterk is in bepaalde taken binnen ketens, zoals Finland heeft gedaan. Dan kun je kijken naar de ontwikkelingsfase van bedrijven waar je je op richt, naar de termijn – wil je effect op korte of lange termijn, en naar de samenhang met je andere taken als overheid. Gaat het om bedrijvigheid om de bedrijvigheid of wil je dat er ook maatschappelijke taken worden opgepakt?”

Omhullende dienstenHoe komt het dat de dienstensector zo

ondervertegenwoordigd is in het beleid om de economie te stimuleren? “Het is niet helemaal waar dat het helemaal niet

om diensten gaat. Het is ook wel een definitiekwestie. Veel diensten zijn door verzelfstandiging buiten de maakindustrie geraakt, maar ze blijven nauw verweven. Producten zijn gedurende hun levenscyclus omhuld met vele diensten. Kijk maar naar een auto. Je ziet in die branche dat zij praten over de behoefte van klanten aan mobiliteit, niet aan auto’s. Maakindustrie en diensten hebben elkaar nodig, we hoeven ze niet als ‘concurrerend’ tegenover elkaar te zetten. De ‘afwezigheid’ van de dienstensector in met name innovatiebeleid heeft te maken met hoe we de structuur definiëren en met de indelingen die we hebben. Die zijn hier niet zo behulpzaam. Innovaties komen in de dienstensectoren op een andere manier tot stand dan in de maakindustrie of de agrobusiness. Niet in een geïsoleerde situatie, maar in een intensieve relatie met de klant (maatwerk) en doordat mensen kennis combineren: generieke kennis met specifieke vakkennis. Innovatiebeleid voor de dienstensector is zorgen voor goed onderwijs. De maakindustrie moet op haar beurt steeds meer werken met open innovatiemodellen, waarin ketenpartners de innovatie meemaken’, zodat een snelle en voortdurende afstemming op afnemers mogelijk is.”

OnderwijsAl met al is de uitdaging voor overheden, maar ook voor

bedrijfsleven en brancheorganisaties, groot. De ambities zouden steviger gesteld moeten worden. “Neem niet de groei an sich als opdracht, maar stel een (maatschappelijke) uitdaging of probleem centraal. Ook voor wat betreft de kwaliteit van het onderwijs, mag er nog wel een schepje bovenop: “Nederland moet zich grondig bezinnen op zijn onderwijsambities. De rol van het onderwijs als emancipatiemachine neemt af, maar in het kader van het verdienvermogen is het belangrijk om na te denken welke kennis en vaardigheden nodig zijn. Nederland doet het slecht op de zogenoemde pisa-scores en de Nederlandse topleerlingen zijn internationaal subtoppers. Talentontwikkeling is een grote uitdaging en het debat over wat mensen voor de toekomst moeten leren wordt te weinig gevoerd. Hoe kan onderwijs de economische ontwikkeling ondersteunen? Kun je dat bijvoorbeeld ontwikkelen in de triple helix aanpak? “Het Eindhovense succesmodel werkt het best voor technische sectoren. Je kunt bijvoorbeeld ook kijken naar de Wageningse WUR voor de boeren, de rol van de UMC’s in de gezondheidszorg, of de bijdrage van een ROC aan zijn omgeving. Je moet niet eenzijdig de belangen van de bedrijven invoeren. Er zijn ook andere doelen, behoeften en belangen. Dus je moet eerst breed de discussie voeren. Dat gebeurt in andere landen wel, zoals Zweden en Duitsland. Daarmee kun je het curriculum objectiveren: wat moeten kinderen leren? Daarnaast is het belangrijk om in de werkorganisaties systematisch te inventariseren: wat moeten mensen kunnen? Wat kunnen ze nog niet?”

20

Naar een lerende economie

Page 21: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Wissenraetbronvermelding?

Aanpassing ketenregeling

De ketenregeling wordt aangepast, zodat arbeidsovereenkomsten die elkaar binnen zes maanden opvolgen – in plaats van de huidige drie maanden – opgeteld worden in de ketenregeling. Ook ontstaat bij de vierde arbeidsovereenkomst of binnen twee jaar – in plaats van de huidige drie jaar – al een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Roelf van Run, manager in de Zorg: Het recht op vooruitgang bestaat niet

“Nederland moet uit zijn comfortzone komen. Dat is in mijn beleving de kernboodschap of de wake-up call van de WRR. Vanuit het perspectief van de zorg, waar ik me in het dagelijks leven druk om maak, herken ik dat wel. Inzetten op meer innovatie is een must.”

De zorg staat voor een grote uitdaging. Nederland is geen eiland maar participeert in een globale economie en een internationale wereld met z’n eigen risico’s. Wij beschouwen de zorg nog vooral als een nationale aangelegenheid, maar de verwevenheid van de Nederlandse zorg met het buitenland is zonneklaar. Dat zouden we ook als kans kunnen zien.• Er wordt veel onderzoek in Nederland gedaan door de internationaal georganiseerde industrie voor geneesmiddelen en medische technologie.• De regelgeving voor markttoelating van medische producten in Nederland wordt al lang niet meer in Nederland maar in Brussel gemaakt.• Zorg wordt ook rechtmatig over de grens gehaald.• Richtlijnen voor goede zorg zijn mede gebaseerd op de internationale medische wetenschap.

Dat de zorg voor een grote uitdaging staat is eveneens duidelijk. Kunnen we alle zorg wel betalen? Biedt de solidariteit daar nog voldoende draagvlak voor? Is de zorg productief genoeg, moet niet het systeem maar eerder de vakman/vakvrouw of zorgprofessional leidend zijn? Deze vragen spelen volop en beantwoording is deels een invulling van – en antwoord op – de opgaven die het WRR-rapport stelt.

Fons Ceelaert,

Manager Industrie:

Inzet op de industriële sector!

Te lang is de industriële sector in grote delen van de Europese Unie als een min of meer uitstervende economische factor beschouwd, aangedreven door grootschalige re-allocatie van industriële activiteiten naar lageloonlanden. Inmiddels is China de productieschuur van de wereld. Het besef dat industrie van wezenlijk belang is voor de mondiale concurrentiepositie van de EU is in de afgelopen jaren langzaam gegroeid en het klimaat voor een wezenlijke herwaardering van de industriële sector is daar. Landen met een sterke industriële basis blijken beter bestand te zijn tegen de economische crisis en het beleid van Duitsland om te blijven investeren in de industrie is succesvol gebleken. Reshoring: het terug halen van hoogwaardige industriële en ambachtelijke processen wordt meer en meer op de agenda gezet en kan voor Nederlandse ondernemingen zeer aantrekkelijk zijn.

Giel Schikhof,

manager

Arbeidsverhoudingen:

Meer flexibiliteit en mobiliteit

noodzakelijk!

Om optimaal in te spelen op de veranderde machtsverhoudingen in de wereld en de economische groei in Nederland te bevorderen, dient de ‘responsiviteit’ of het aanpassingsvermogen van het menselijk kapitaal vergroot te worden. Toepassing van het activerende sociale zekerheidsstelsel zoals we dat nu in Nederland hanteren kan dit continu stimuleren. Inzetten op scholing en inzetbaarheid zou in mijn beleving hoger op de agenda moeten staan. Daarnaast moeten sectorfondsen zich realiseren dat voor de meeste mensen de arbeidsmarkt regionaal is. Die werelden moeten elkaar ontmoeten.

21

Naar een lerende economie

Page 22: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

123

Aanpassing ketenregeling

De ketenregeling wordt aangepast, zodat arbeidsovereenkomsten die elkaar binnen zes maanden opvolgen – in plaats van de huidige drie maanden – opgeteld worden in de ketenregeling. Ook ontstaat bij de vierde arbeidsovereenkomst of binnen twee jaar – in plaats van de huidige drie jaar – al een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Wijziging ontslagroutes

Het ontslagrecht gaat volledig op de schop. De werkgever kan de route niet meer zelf bepalen. De route wordt namelijk bepaald door de ontslagreden. Ontslag om bedrijfseconomische redenen en na langdurige arbeidsongeschiktheid loopt voortaan via het UWV. En over ontslag vanwege persoonlijke redenen – zoals disfunctioneren, verstoorde arbeidsrelatie, frequent ziekteverzuim of werkweigering – mag alleen de kantonrechter zich nog buigen.

Transitievergoeding

De ontslagvergoeding wordt een transitievergoeding, die bovendien ook gaat gelden als het contract van een werknemer die minimaal twee jaar in dienst is, door de werkgever niet wordt verlengd. De transitievergoeding bedraagt 1/6e maandsalaris per gewerkt half dienstjaar. Vanaf het tiende jaar is dit 1/4e maandsalaris per half dienstjaar. In bepaalde gevallen is geen transitievergoeding verschuldigd, bijvoorbeeld bij faillissement of als de arbeidsovereenkomst eindigt na het bereiken van de AOW-leeftijd. Ook kunnen bepaalde scholingskosten van de vergoeding worden afgetrokken.

OP DE HOOGTE BLIJVEN? In 2014 heeft BW7 via themabijeenkomsten, webinars,

de wekelijkse nieuwsbrief, de gratis helpdesk voor leden

en waar nodig was met toegepaste ondersteuning

zo’n 668 werkgevers direct en indirect bijgestaan met

arbeidsrecht.

Het arbeidsrecht is in beweging: de drie belangrijkste wijzigingenHet kan u niet ontgaan zijn: het jaar 2014 waren we in voorbereiding op een aantal majeure wijzigingen, die directe consequenties hebben voor werkgevers; de Wet werk en zekerheid is deels in werking getreden per 1 januari 2015. En per 1 juli 2015 vindt nog een aantal zeer belangrijke wijzigingen in het arbeidsrecht plaats. Niet voor niets wordt de Wet werk en zekerheid ook wel aangehaald als “de grootste verandering in het arbeidsrecht sinds de Tweede Wereldoorlog”.De aanzegtermijn die op 1 januari 2015 in het leven is geroepen, zorgt in de praktijk nog wel eens voor onduidelijkheid. Dat voorspelt wellicht niet veel goeds voor de meer ingewikkelde en ingrijpende veranderingen per 1 juli 2015. Hieronder de drie belangrijkste wijzigingen voor werkgevers.

iMEER WETEN?ga naar bw7.nl

22

Actualiteit wetgeving

Page 23: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

23

Loket.nl heeft zich als hoofdsponsor verbonden aan het NIRPA congres dat in 2015 plaatsvindt. NIRPA staat voor kwaliteit en Loket.nl onderstreept dat graag. De afgelopen jaren heeft NIRPA zich ontwikkeld tot een kwaliteitslabel in de markt van payrollprofessionals en salarisspecialisten.

Het vakgebied voor salarisexperts is met de opkomende digitalisering en veranderende wet- en regelgeving continu aan verandering onderhevig. Marcel van der Sluis, directeur-bestuurder van het NIRPA, vertelt dat de organisatie verheugd is met het proactieve partnership van Loket.nl. “Alle Loket.nl salarismedewerkers zijn NIRPA gecertificeerd. Daarmee laat Loket.nl zien de visie van het NIRPA te delen. Loket.nl levert als hoofdsponsor een belangrijke bijdrage aan het realiseren van een kwalitatief hoogstaand congres voor de payroll professional.

Op het NIRPA congres wonen salarisadministrateurs vaardigheids- en kennissessies bij die inspelen op de veranderende werkzaamheden van de payroll professional. Aanwezigen op het congres worden tevens in de gelegenheid gesteld actief mee te denken en te discussiëren over hun vakgebied. Relaties van Loket.nl die niet staan ingeschreven bij het NIRPA, maar wel graag het congres bijwonen, krijgen korting op de toegangsprijs.

Ruud van Leeuwen, directeur van Van Spaendonck Services, licht de keuze voor hoofdsponsorschap toe: “We vinden het als organisatie belangrijk om de kwaliteit van payroll professionals te benadrukken. Behalve onze salarismedewerkers zijn ook onze opleidingen aan providers kwalitatief hoogwaardig én NIRPA-gecertificeerd. We ondersteunen het congres daarom van harte.”

Loket.nl wordt hoofdsponsor van het NIRPA congres

OOK VOOR 2015 ZIJN DE MEDEWERKERS VAN VAN SPAENDONCK ONLINE NIRPA- GECERTIFICEERD!Hoe blijf je als payroll professional NIRPA-gecertificeerd?

Als payroll professional dien je jaarlijks punten te behalen door

deel te nemen aan vakgerichte opleidingen. Deze opleidingen

zorgen ervoor dat de kennis van de payroll professional up-to-

date blijft. NIRPA bewaakt de kwaliteit van de opleidingen en

registreert de payroll professionals met een erkend diploma.

De medewerkers van Van Spaendonck Online hebben hun

opleiding met succes afgerond. Zij hebben hun diploma weer

in ontvangst genomen en mogen zich ook in 2015 een NIRPA-

gecertificeerde payroll professional noemen. De registers zijn

openbaar en staan op de website www.nirpa.nl.

Nieuws

Page 24: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

24

Werkperspectieven

GezondheidsrisicoEen slecht binnenklimaat heeft directe gevolgen

voor de werkbeleving, productiviteit en inzetbaarheid van medewerkers met als uiterste consequentie productiviteitsverlies en ziekteverzuim. Voor wat betreft de gezondheidsrisico’s, springt vooral de luchtvochtigheid het meest in het oog. Uit het onderzoek van VSR blijkt dat de luchtvochtigheid bij 88 procent van de werkplekken onder de norm van 40 à 50% ligt. Een te lage luchtvochtigheid resulteert in overlast en irritaties en verhoogt de vatbaarheid voor virussen.

Negatieve uitschietersHet co

2-gehalte is in vergelijking met het onderzoek

van twee jaar geleden iets verbeterd. Toen was dit gehalte bij 50 procent van werkplekken nog onder de streefwaarde

van minder dan 800 parts per million (ppm). Inmiddels is het percentage gestegen naar 75 procent. Daarnaast is het aantal negatieve uitschieters sterk gedaald: in 2012 scoorde 1 op de 5 werkplekken nog slecht (>1200 ppm), inmiddels is dat 1 op de 40. co

2 is in deze concentraties weliswaar

geen directe bedreiging van de gezondheid, maar is wel een indicator van effectiviteit in luchtverversing.

VSR liet het onderzoek uitvoeren door Search Ingenieursbureau B.V (Search). Search onderzocht van veertig bedrijven een kantoorruimte, representatief voor het pand. Het ging om kantoren in kantooromgevingen van scholen of industriële bedrijven; van zowel kleine als grote bedrijven. John Griep, namens Wissenraet Van Spaendonck, actief voor VSR, ziet langzamerhand het bewustzijn voor een schone werkomgeving groeien. “Nu nog ernaar handelen”

Verschillende “werkperspectieven”vanuit de klanten van Wissenraet Van Spaendonck

VSR Stof en andere ongemakken

Page 25: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Leden van NBPO hebben een hbo-opleiding, werkervaring en zijn geschoold in het vak van Professional Organizing. Zij werken in de zakelijke markt waar het resultaat van professional organizing is: een opgeruimd bureau zonder stapels papier, een goed werkende agenda en een vlotte afhandeling van taken, post of e-mail. Professional organizers dragen hun kennis en vaardigheden over en zorgen voor een blijvende gedragsverandering. PO’ers werken ook in de particuliere markt. Mensen maken gebruik van een professional organizer voor coaching, begeleiding en adviezen, wanneer er sprake is van: te veel spullen, gebrek aan overzicht, gebrek aan tijd, het hebben van keuzestress, behoefte aan ontwikkeling van organizing- en structuurvaardigheden. Ook werken ze voor mensen met beperkingen (via een PGB) en voor ouderen of na overlijden.

25

Werkperspectieven

De werkdruk daalt met ongeveer de helft en ook het ziekteverzuim daalt flink na de inzet van een professional organizer, zo blijkt uit het onderzoek naar effectiviteit van de dienstverlening dat door de Nederlandse Beroepsvereniging van Professional Organizers is gepubliceerd. Professional organizing blijkt een positief effect te hebben op het organiseren van de werkplek. De problemen met te volle mailboxen en te hoge werkvoorraad nemen fors af. “Werkdruk is een groot probleem in Nederland”, zo stelt Anke Algera, voorzitter van de NPBO, de beroepsvereniging van Professional Organizers. “Het is belangrijk dat werkgevers en werknemers weten dat er ook voor praktische zaken als werkvoorraad en mailbeheer oplossingen zijn die aangeleerd kunnen worden. Het helpt om het werkplezier te verhogen en de kans op ziekteverzuim te verminderen”.

In Nederland is dit het eerste onderzoek op het gebied van professional organizing. Het werd uitgevoerd onder een groep van ruim 50 zakelijke klanten van leden van de NBPO. Het onderzoek had betrekking op individuele begeleiding. Dit onderzoek geeft een goede indicatie dat professional organizing een positieve bijdrage levert aan de vermindering van de werkdruk en het vergroten van efficiency op de werkvloer.

Na begeleiding door een professional organizer haalt ruim driekwart van de werknemers vaak of altijd de planning afgezet tegen ruim de helft voor de begeleiding. Nog slechts een kwart van de respondenten heeft moeite met plannen (voorheen bijna de helft) en ongeveer de helft van de respondenten die eerst aangaven onvoldoende overzicht en grip op het werk te hebben heeft daar nog last van. Het aantal werknemers dat moeite heeft zich na het werk te ontspannen halveerde. Al met al positieve resultaten van begeleiding door een professional organizer.

Volgens Algera is onvoldoende bekend wat de toegevoegde waarde is van professional organizing. “Er wordt verwacht dat iedereen zijn eigen werk kan organiseren. Maar zeker met de snelle communicatie via e-mail en de invloeden van social media, is dat helemaal niet meer zo vanzelfsprekend. Je ziet mensen omkomen in het werk en ziek worden, terwijl met het aanleren van juiste vaardigheden een groot deel van de problemen kan worden voorkomen. Ons onderzoek toont dat aan”.

Sinds 2014 is de Nederlandse Beroepsorganisatie Professional Organizing

klant bij Wissenraet Van Spaendonck. Een jonge beroepsgroep die in de

zakelijke markt, maar ook bij privéomstandigheden, haar toegevoegde

waarde reeds weet te bewijzen.

Werkdruk en ziekteverzuim dalen na begeleiding professional organizer

Page 26: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

26

Werkperspectieven

Het gezond functioneren van werkend Nederland wordt verbeterd door meer aandacht voor preventie en duurzame inzetbaarheid. Dat is de aanbeveling van brancheorganisatie OVAL naar aanleiding van de brief die minister Asscher naar de Tweede Kamer heeft gestuurd als reactie op het SER-advies over de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg. “We zijn blij dat de minister voorstelt om de huidige arbeidsgerelelateerde zorg te versterken. Daarmee kan de aandacht meer uitgaan naar het fit, competent en betrokken krijgen en houden van alle werkenden. Dat zijn de thema’s die aansluiten op de arbeidsmarkt van morgen”, stelt Petra van de Goorbergh, namens Wissenraet Van Spaendonck, directeur van OVAL.

“De afgelopen jaren zijn goede resultaten geboekt: historisch laag ziekteverzuim, goede arbeidsomstandigheden, ruimte voor maatwerk en een heldere verantwoordelijkheidsverdeling”, aldus Van de Goorbergh. “Er is echter altijd ruimte voor verbetering. We zijn daarom blij met de concrete voorstellen die hierover zijn opgenomen”.

Iedere werknemer krijgt het recht om een bedrijfsarts te consulteren en het arbeidsomstandighedenspreekuur

wordt opnieuw ingevoerd. De vrije toegang tot de bedrijfsarts wordt ook vastgelegd in een ´basiscontract´. Een goede zaak.. “Het basiscontract zorgt ervoor dat binnen alle bedrijven duidelijk is wat de wettelijke eisen zijn bij verzuimbegeleiding, keuringen en de risico-inventarisatie en -evaluatie. Zo weet iedere werkende waarop hij kan rekenen. Dat is wel zo helder. Ook kan in het basiscontract worden opgenomen hoe preventie wordt versterkt, zodat de inzetbaarheid ook voor de toekomst wordt geborgd”.

In de praktijk komt het voor dat werkgever en werknemer het niet eens worden over het te volgen re-integratietraject, waardoor dit stagneert. In de brief stelt Asscher voor om de mogelijkheid van een ´second opinion´ bij een andere bedrijfsarts te bieden. Van de Goorbergh: “Dat voorstel sluit goed aan op onze ideeën. Vanuit de branche is al een plan ontwikkeld over de uitvoering van een ´second opinion´ op het oordeel van de bedrijfsarts”._________________________________________________

OVAL bundelt de krachten van dienstverleners die actief zijn op het terrein van werk, loopbaan en vitaliteit. Zij leveren een bijdrage aan de duurzame inzetbaarheid van mensen. En ze werken voor werkgevers, verzekeraars, werknemers, UWV, gemeenten en individuele werkzoekenden. OVAL-leden voldoen aan strenge kwaliteitseisen. Ze worden hier regelmatig op getoetst.

Meer aandacht voor preventieOVAL naar aanleiding van SER-advies: Betrokkenheid werknemers bij arbozorg vergroot

Page 27: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

27

Werkperspectieven

Voor artsen, notarissen, advocaten en vele andere groepen bestaat sinds jaar en dag een register. Om het vak te kunnen uitoefenen is een bepaalde opleiding vereist en daarnaast is in veel gevallen nascholing verplicht. Daarmee is het een zogenaamde license to operate.

Gelukkig maar, we willen immers allemaal niets liever dan dat de arts die ons behandelt zich continu bekwaamt in de actuele kennis en zijn vaardigheden op peil houdt. Er zijn echter ook honderden beroepen waar deze verplichting niet voor geldt, in ieder geval niet opgelegd door de overheid. Steeds vaker nemen beroepsorganisaties het heft in eigen handen. Er zijn in grote lijn twee redenen om over te gaan tot persoonscertificering: het terugtreden van de overheid en de behoefte aan continue vakontwikkeling en profilering op kwaliteit. Zo schafte de overheid in 2001 de beschermde titel ‘makelaar’ af (de beëdiging). Dat had grote gevolgen voor makelaars in allerlei sectoren. De makelaars in schoonmaakdienstverlening (VMS) waren een van de eersten die een systeem voor persoonscertificatie ontwikkelden, waardoor de opdrachtgevers weer gebruik konden maken van onafhankelijk getoetste personen. Vrijwel alle andere typen makelaars hebben eveneens persoonscertificatie ontwikkeld. In het geval van makelaars in onroerende zaken hechten hypotheekverstrekkers hier groot belang aan en zij accepteren slechts taxatierapporten van de makelaars die in een van beide registers (SCVM en Vastgoedcert) zijn opgenomen. Iets soortgelijks is het geval bij audiciens waar verzekeraars van audicienbedrijven certificering eisen en de inzet van Star-geregistreerde audiciens.

Met het continu investeren in bijscholing blijven audiciens zich bekwamen in goede en specifieke hoorzorgproblemen bij een grote diversiteit aan doelgroepen.

Ook in andere sectoren blijft er behoefte aan aantoonbare vakbekwaamheid van professionals, zeker daar waar de invloed van de medewerker op de kwaliteit van het product of de dienstverlening groot is. Maar ook de erkenning van het vak was reden om tot persoonscertificatie over te gaan. Zo is de Beroepsvereniging van jobcoaches ontstaan vanuit de beroepsbeoefenaren die een positie wilden innemen in het debat over de kwaliteit van dienstverlening. Er is discussie geweest over het opnemen in het BIG-register van doktersassistenten. De assistenten vonden dat zij die erkenning verdienden gezien hun sterk veranderde rol met meer verantwoordelijkheden. Coaches vonden het ook belangrijk om een register in te richten voor die coaches die zich aantoonbaar scholen en bijscholen. De stichting Registratie (Stir) is daar het gevolg van. Ook in de uitvaartsector bleek behoefte aan een register van uitvaartverzorgers, naast het keurmerk voor de uitvaartorganisaties.

Naast de bovengenoemde ontwikkelingen zien we nog twee andere oorzaken van de opmars van persoonscertificatie. Het aantal freelancers en zzp’ers stijgt de laatste jaren enorm. Opdrachtgevers kiezen graag voor kwaliteit en de beschikbaarheid van de persoonscertificatie helpt hen bij het maken van een veilige keuze. Daarnaast komt er steeds meer aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van individuen en willen die individuen zich steeds meer kunnen onderscheiden. Persoonscertificatie is ook dan een voor de hand liggende route.

Het credo ‘een leven lang leren’ is ook van toepassing op deze beroepsgroepen en persoonsregistratie of certificatie kan daar uitermate behulpzaam bij zijn, zeker als daar een passend opleidingsaanbod bij wordt gegeven.

Jolet Woordes, Keurmerkspecialist: Een leven lang leren, zeker voor professionals

iOP DE HOOGTE BLIJVEN VAN

HET LAATSTE WISSENRAET VAN SPAENDONCK NIEUWS?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief via www.vanspaendonck-wispa.nl

Page 28: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Verloren beroepen

De verandering op de arbeidsmarkt gaat snel. Zo snel dat we soms zijn

vergeten dat sommige beroepen plots zijn verdwenen. En de snelheid?

Die lijkt alleen toe te nemen. Voordat mensen in opleiding zijn

afgestudeerd, zijn beroepen soms al verdwenen. Hoe blijf je bij in zo’n

snel veranderende markt? Op deze pagina een greep uit deze verloren

beroepen. Wat zullen de verloren beroepen van volgend jaar zijn?

Switchboard medewerker

Vliegtuigenluisteraar

(radar)

28

Verloren beroepen

Page 29: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Toekomstige beroepen?

Geheugenchirurg

De melkman!

IJsstekers om eten en drinken te koelen

Entertainer in de fabriek

Ruimte stewardess

robotdoktor

Verticale landbouwer

29

Verloren beroepen

Page 30: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Dr. Ferry Koster is benoemd tot bijzonder hoogleraar op de Leerstoel Innovatieve Samenwerking van TIAS School for Business & Society en Van Spaendonck. Met deze leerstoel markeren TIAS School for Business & Society en Van Spaendonck het belang van samenwerking voor succesvol ondernemerschap.

Diverse vormen van samenwerking blijken al sinds jaar en dag de drijvende kracht achter innovaties en maatschappelijke transities die stand alone niet of minder makkelijk van de grond komen. Met de installatie van de mr. dr. B.J.M. Van Spaendonck leerstoel wordt verwezen naar de grondlegger van de filosofie van Van Spaendonck, de leerstoel past bij uitstek binnen de TIAS School for Business & Society. De leerstoelhouder dr. Koster zal – naast onderwijs geven – ook onderzoek verrichten naar samenwerking binnen en tussen branches, sectoren en beroepen en naar het belang van deze samenwerking voor ondernemerschap en effectieve governance. Koster: “Wij spreken hier over samenwerking in de breedste zin: formeel en informeel; op lange en korte termijn; tussen profit, non-profit en overheid.

Onderzoek naar samenwerking – de aard en de dynamiek, het samenspel tussen partijen, de voor- en nadelen voor betrokkenen – zal ons uiteindelijk meer inzicht brengen in het functioneren van de economie. Zo wordt bijvoorbeeld nog vaak gedacht dat ondernemers rationele strategieën volgen en concurrenten alleen als rivalen zien. Die gedachte is onvolledig en niet meer van deze tijd. Samenwerkingsverbanden vormen het hart van onze economie.” Dr. Koster is tevens universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Van Spaendonck en TIAS School for Business & Society hebben een sterke economisch maatschappelijke oriëntatie, waarbij de basis van duurzaamheid doorgaans gevonden wordt in samenwerking. Die samenwerking ontwikkelt zich razendsnel in allerlei vormen: co-creatie, netwerkorganisaties, shared R&D, waardoor kennis sneller gaat stromen en het draagvlak voor vernieuwing verstevigt. Dat biedt continu nieuwe impulsen die steeds breder gedragen worden in een samenleving die streeft naar duurzaamheid.

Eén van de branches waar VSP Risk mee samenwerkt, ADN (groente- en fruitwinkels), attendeerde hen op een nieuw initiatief; Kostelyck. Kostelyck wil maaltijden van hoge kwaliteit en voedingswaarde, zonder kunstmatige toevoeging, online aanbieden. In de toekomst willen ze ook winkels openen door het land. Ze hebben als doel de consument weer bewust te maken wat echt gezonde voeding is en de consument het ook zelf laten ervaren.

Kostelyck zocht naar investeerders, want om het initiatief te starten was veel geld nodig. VSP Risk adviseerde dat via crowdfunding aan te pakken en heeft bemiddeld tussen Kostelyck en Doorgaan.nl. Doorgaan.nl is het crowdfunding platform van De Amersfoortse. De Amersfoortse ging akkoord en wilde Kostelyck bovendien steunen met een bedrag van € 10.000,- en door het project te promoten via de landelijke media. Het einddoel van de crowdfunding was € 150.000,-. Het was nog even spannend, maar Kostelyck heeft het einddoel behaald en daarmee de start kunnen maken!

VSP Risk bemiddelt bij crowdfunding

Dr. Ferry Koster bijzonder hoogleraar innovatieve Samenwerking

iMEER WETEN?Wil je weten hoe het er nu voor

staat? Ga naar kostelyck.nl30

Nieuws

Page 31: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

De hoge werkloosheid is een groot maatschappelijk probleem. De aanhoudende crisis maakt het voor werkzoekenden lastig om op de arbeidsmarkt te komen of terug te keren. Snel herstel van de banenmarkt blijkt niet vanzelfsprekend. Op persoonlijk gebied hebben veel Nederlanders te maken met het verlies van inkomen, contacten en daardoor zelfs van zelfvertrouwen. Reden voor Prof. Ton Wilthagen om in 2013 het concept van een Nationale Werkbezoek Dag te lanceren.

De Nationale Werkbezoek Dag houdt in dat werkzoekenden op een positieve manier contacten leggen met bedrijven en publieke instellingen waarbij werkgevers zich op hun beurt presenteren.

ParticiperenDe Nationale Werkbezoek Dag staat in het teken van

zelf initiatief nemen en participeren. Dit alles door gebruik te maken van de kracht van sociale netwerken en social media. Geen banenmarkt, geen verplichtingen, maar simpelweg het organiseren van ontmoetingen op kleine schaal, maar met grote slagkracht. Door deel te nemen komt een werkzoekende erachter waar hij of zij staat en verneemt tegelijkertijd welke ontwikkelingen er bij bedrijven spelen. En mochten er vacatures zijn, dan kan daar natuurlijk direct over gesproken worden.

De Universiteit, De BZW, Midpoint Brabant,

Van Spaendonck, Wissenraet Van Spaendonck en Loket.nl, ook wel bekend als de ‘Cobbenhage as’, sloegen afgelopen jaar de handen ineen en stelden een gezamenlijk programma op voor werkzoekenden. Met 50 deelnemers kunnen we spreken van een geslaagde dag.

Dr. Ferry Koster bijzonder hoogleraar innovatieve Samenwerking

Mooie samenwerking tijdens Nationale werkbezoekdag op 11 december 2014

“Als Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging zijn wij dagelijks bezig om de aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te verbeteren. Dat begint met goede informatie over ontwikkelingen binnen bedrijven en capaciteiten van werkzoekenden. De Nationale Werkbezoekdag is een mooi, laagdrempelig initiatief dat daar een steentje aan bijdraagt!”

Anne Zouridis Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging

“Prima initiatief waarmee bedrijven en instellingen zichzelf presenteren en aangeven welke mogelijkheden ze hebben voor potentiële werknemers. Heel mooi om te zien hoe gemotiveerd en geïnteresseerd de deelnemers zijn. Wat mij betreft een uitstekende basis om op een laagdrempelige manier matches tussen vraag en aanbod tot stand te brengen.”

Peter van Ierland Midpoint Brabant

“Ik vind de Werkbezoek Dag een goed initiatief om bedrijven en werkzoekenden met elkaar te verbinden. Het is erg interessant om een kijkje in de keuken te nemen bij andere bedrijven. Daarnaast is het altijd fijn om mensen te ontmoeten die in hetzelfde schuitje zitten. Ondanks de regen was de vibe erg goed en kijk ik terug op een geslaagde dag. Gelukkig heb ik nu werk, anders zou ik volgend jaar zeker weer deelnemen!”

Deelneemster: Suzanne Klerkx 31

Werkbezoekdag

Page 32: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Bonheur Horeca Groep uit Tilburg verkozen tot dé Brabantse werkgever met maatschappelijk hart 2014

“Met recht kunnen we zeggen dat

de drie finalisten ons volledig hebben

overtuigd van de aandacht die zij

hebben voor medewerkers met inzet

naar vermogen.”

Participatiewet

Op vrijdag 14 november 2014 is Bonheur Horeca Groep uit Tilburg

verkozen tot Brabants werkgever met maatschappelijk hart 2014 en mag

daarmee het komende jaar het ambassadeurschap uitdragen namens

expertisecentrum BESO. Ton Gimbrère van de Bonheur Horeca Groep

ontving de prijs ter waarde van € 1.500 uit handen van Ton Wilthagen.

Medefinalisten Tom Omnichannel Management uit Bladel en ITB

Companies uit Boxmeer eindigden respectievelijk op de tweede en derde

plaats en zijn eveneens meer dan het vermelden waard!

32

Werkgever met maatschappelijk hart

Page 33: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

De nieuwe ParticipatiewetAllemaal ambassadeursDe nieuwe Participatiewet beoogt langdurig werklozen,

arbeidsgehandicapten, mensen uit de bijstand, Wajongers en oudere ontslagwerklozen duurzaam aan het werk te krijgen. Brabantse werkgevers die medewerkers met inzet naar vermogen al in dienst hebben, konden zich nomineren voor de prijs die expertisecentrum BESO dit jaar alweer voor de vierde keer op rij uitreikt. Dat resulteerde stuk voor stuk in mooie en succesvolle initiatieven die laten zien dat inclusief werkgeverschap werkt. In feite zijn alle bedrijven ambassadeurs voor hetgeen BESO wil bereiken: een inclusieve Brabantse arbeidsmarkt. Uiteindelijk drongen Bonheur Horeca Groep uit Tilburg, Tom Omnichannel Management uit Bladel en ITB Companies uit Boxmeer door tot de finale.

De drie finalisten kregen de gelegenheid een vakkundige

jury persoonlijk te overtuigen van het feit dat juist zij verkozen zouden moeten worden tot dé werkgever met maatschappelijk hart. De jury bestond uit Henk Oderkerk (voormalig directeur BZW en voorzitter Raad van Advies BESO), Ton Wilthagen (Hoogleraar arbeidsmarkt aan Tilburg University en directeur van ReflecT) en Peter Wagener (Manager P&O Dutax Reizen en winnaar van de prijs in 2013).

Succesvolle cross-over tussen zakelijk en sociaalJuryvoorzitter Henk Oderkerk: “Met recht kunnen we

zeggen dat de drie finalisten ons volledig hebben overtuigd van de aandacht die zij hebben voor medewerkers met inzet naar vermogen. De passie, energie, voortvarendheid en creativiteit waarmee zij mensen uit deze doelgroep duurzaam onderdeel uit laten maken van hun bedrijf, getuigt van een sterke intrinsieke motivatie”. De jury heeft daarnaast als argument meegenomen in welke mate de ondernemer inclusief werkgeverschap zakelijk interessant weet te maken, zodat het als voorbeeld kan dienen voor andere Brabantse werkgevers die overwegen om mensen uit deze doelgroep aan te nemen.

Henk Oderkerk: “uiteindelijk heeft Bonheur Horeca Groep ons het best weten te overtuigen van de succesvolle cross-over die zij hebben weten te realiseren tussen zakelijk en sociaal. Bovendien maken zij dit volop zichtbaar in de Tilburgse maatschappij”.

Trotse winnaarBonheur Horeca Groep verzorgt de horeca-exploitatie

van een zevental locaties in Tilburg, waaronder het Koning Willem II Stadion, Prise d’eau, de Faculty Club en Auberge du Bonheur. Directeur Ton Gimbrère: “Bonheur heeft het werken met medewerkers met inzet naar vermogen verankerd in de bedrijfsvoering. Op bijna iedere locatie vervullen zij werkzaamheden in keuken en bediening. Eind november opent Bonheur een nieuwe vestiging (Villa Vier Jaargetijden) waar de helft van de nieuwe medewerkers een afstand tot de arbeidsmarkt zal hebben. Daarmee geven wij een verdere invulling aan onze ambitie om een commerciële én ínclusieve werkgever te zijn!”

Goed voorbeeld doet goed volgen… of toch de Quotum Wet

De afgelopen periode (2012-2014) heeft een

aantal partijen, op diverse wijzen verbonden in het

expertiseprogramma van BESO-Brabant, zich hard

gemaakt voor het onder de aandacht krijgen en

houden van het in dienst nemen van mensen met een

beperking.

Veel is gerealiseerd. Niet in de laatste plaats omdat,

ook voortkomend uit het sociaal akkoord, werkgevers,

werknemers en overheid afspraken hebben gemaakt

over het in dienst nemen van 125.000 mensen met een

beperking.

Staatssecretaris Klijnsma heeft een quotumwet

in de maak, mochten de aantallen niet gehaald

worden. Dat heeft er eind 2014 toe geleid dat

onder de bezielende leiding van Aart van der Gaag

ondernemend Nederland zich hard maakt voor

100.000 banen.

Samen met Reflect en de provincie Noord

Brabant heeft Wissenraet Van Spaendonck het

expertiseprogramma van BESO Brabant verder invulling

gegeven, waarbij zo’n 450 ondernemers zijn bereikt.

De doelstelling van BESO lag sterk op het

sensibiliseren van werkgevers: met informatie,

met onderzoek, met handige tips en met de

campagne/prijs: de Brabantse ondernemer met een

maatschappelijk hart. Vanuit het perspectief van de

ondernemer werd continu gezocht naar dat wat wél

werkt.

Hulp voor werkgevers bij inclusief ondernemen

DEPARTICIPATIEWIJZER.NL

Participatiewet

Participatiewijzer

33

Page 34: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Stelling E: Samenwerking en overleg met externe partijen

Stelling D: Invloed uitoefenen op andere marktpartijen

Stelling C: Invloed uitoefenen op Europese wet- en regelgeving

Stelling B: Invloed uitoefenen op nationale wet- en regelgeving

Stelling A: Invloed uitoefenen op lokale/regionale wet- en regelgeving

20% 16% 42% 19%

10% 40% 44%

11% 18% 40% 29%

11% 19% 47% 21%

8% 10% 55% 24%

irrelevant zeer relevant

3434

Wat vinden belangenverenigingen relevante thema’s omtrent belangenbehartiging?

Met het Brench-platform bieden we verenigingen de gelegenheid zich te brenchmarken op toekomstige ontwikkelingen en de band met leden te versterken. Zo biedt de benchmark al data van zo’n 250 verenigingen met vele kenmerken. Sinds kort kunnen verenigingen via Brench ook prioriteits-en behoeftepeilingen doen bij hun achterban.

Hoe relevant zijn de diensten daadwerkelijk die de vereniging aanbiedt? Welke behoefte speelt er bij de leden?

Algemene voorwaarden 90%

Invloed uitoefenen op lokale/regionale wet- en regelgeving 85%

Invloed uitoefenen op nationale wet- en regelgeving 84%

Creëren en ontwikkelen van nieuwe markten 72%

Individueel advies 62%

Cao 58%

Opleiding & training 46%

Brancheontwikkeling 43%

Informatie & communicatie 42%

Samenwerking en overleg met externe partijen 39%

Verbinden branche en kennis- en onderwijsinstellingen 34%

Financiële voordelen (kortingen, collectieve inkoop, etc.) 31%

Producten, tools en hulpmiddelen voor mijn onderneming

zoals juridisch spreekuur 22%

Bureauzaken 7%

iMEER WETEN?

Of bijvoorbeeld een keer ledentevredenheid meten met NPS?

Ga naar brancheadvies.nl

Actualiteiten en trends die leven bij belangen- verenigingen uit Brench!

Brench Nieuws

Page 35: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Ondernemers kijken graag positief de wereld in: “Ons kan niks gebeuren!”, totdat men in de nabije omgeving iets totaal mis ziet gaan. Uiteindelijk is het enigszins naïef er geen rekening mee te houden dat het ook anders kan lopen. Een blog, op basis van ervaringen van VSP Risk adviseurs Henk Stienstra en Grietje Bekker raakte bij Dibevo, de brancheorganisatie voor dierenspeciaalzaken, de juiste snaar. Het gesprek hierover gaan ondernemers nu eenmaal liever uit de weg.

Speciaal om hiervoor de juiste setting te creëren heeft VSP RISK samen met Dibevo interactieve workshops ontwikkeld gericht op de persoonlijke ontmoeting. Deze bleken heel geschikt om juist de lastige onderwerpen aan te snijden, zoals zaken rondom het vermogen of inkomen van een ondernemer; wat een ondernemer moet regelen in het geval hij arbeidsongeschikt wordt of erger, te vroeg komt te overlijden. Maar ook wat hij moet regelen voor zijn ‘oude dag’. VSP Risk heeft samen met brancheorganisatie Dibevo de handen ineengeslagen om deze onderwerpen bespreekbaar te maken.

Dibevo organiseert meerdere workshops door het jaar heen. Henk van Houwelingen was namens Dibevo aanwezig: “Als brancheorganisatie wil je jouw leden de kans geven zich verder te ontwikkelen. Dit onderwerp leent zich daar uitstekend voor. Veel ondernemers zien niet de ernst in van risico’s als arbeidsongeschiktheid of te vroeg overlijden. Wij zien daarentegen bedrijven omvallen omdat er simpelweg onvoldoende is geregeld. Als brancheorganisatie wil je alles doen om dat te voorkomen.”

Normaal komt Henk alleen naar de workshops voor de opening. Hij ontvangt de leden en na een korte introductie geeft hij het stokje over. Deze keer besloot hij te blijven. “Het was een kleine setting en al snel werd het een hele interac-tieve bijeenkomst. Ondernemers durfden echt iets te vertellen over hun persoonlijke situatie en waar ze tegenaan liepen. Dat maakte het voor de begeleiders mogelijk om ook over de lastige dingen te praten en met concrete adviezen te komen.”

Liesbeth Vat-Wesdijk van Aquarium-, Dieren- en Vijverspeciaalzaak Wesdijk vond het heel sterk dat de adviseurs goed bleven kijken naar de praktijk. “Ze gingen uit van realistische doelen en waren eerlijk. Als ondernemer neem je beslissingen gebaseerd op ‘onderbuik gevoel’. Met de kennis die ik nu heb kan ik mijn beslissingen beter onderbouwen.” Liesbeth had verwacht dat de workshop nog praktischer zou zijn. Dat ze ter plekke kon uitrekenen wat het allemaal kost, maar zoals Henk Stienstra uitlegt heb je hiervoor persoonlijke en privacy gevoelige gegevens nodig. De uitkomsten zijn voor ieder weer anders. Fictieve gegevens geven wel een indicatie.

Een jaar geleden heeft Liesbeth, samen met haar man, een bedrijf overgenomen. “Er moet dan veel geregeld worden en we wilden het meteen ook goed regelen voor later en voor wanneer het minder goed gaat. Voor ons kwam de uitnodiging voor de workshop precies op het goede moment. Tijdens de workshop kregen we aan de ene kant de bevestiging dat we goed bezig waren, en aan de andere kant hoorden we wat er nog geregeld moest worden. Het was heel prettig om ook eens met collega’s over deze onderwerpen van gedachten te wisselen. Uiteindelijk ging iedereen met een duidelijk plan naar huis.”

Heeft u ook een plan B, voor als het anders loopt?

iOP DE HOOGTE BLIJVEN VAN

HET LAATSTE VSP RISK NIEUWS?Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

via www.vsprisk.nl

35

VSP Risk Nieuws

Actualiteiten en trends die leven bij belangen- verenigingen uit Brench!

Page 36: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

iVOOR MEER INFORMATIE KIJK OPbrancheadvies.nl

36

Branchevereniging 3.0

Immers, samenwerken is geen doel op zich, maar zal zich altijd moeten bewijzen in het bereiken van collectieve en individuele belangen en juist dat spel maakt ons werk zo razend interessant. Werd je vroeger lid van een club omdat het zo hoorde, of omdat je ouders het ook al waren, die tijd is wel voorbij. Ook is de vorm van het lidmaatschap sterk aan het veranderen. Niet meer voor de eeuwigheid lid en ook geen jaarlijkse contributieverplichtingen. Niet te veel brengen als lid maar vooral halen wat je nodig hebt en daar dan ook voor willen betalen.

What’s in it for me, waar draag ik aan bij, past het bij mij, mag ik meebeslissen en sturen en bereiken we wel echt iets? Dat zijn de vragen voor leden; waar branche- en beroepsorganisaties veelal bogen op enorme branche- en netwerkkennis, een arsenaal aan diensten voor hun leden hebben en erkend worden in de veelal gevestigde belangen in politiek Den Haag. De kunst is die enorme branchekennis dusdanig in te zetten, dat ook die doorgaans positief kritische innovatieve ondernemer trots meehelpt in de gezamenlijke doelstellingen.

Competenties belangenorganisatiesSamenwerken, dat doen we sinds jaar en dag binnen organisaties en binnen en tussen teams. Altijd gericht op een topprestatie. Als we kijken hoe we daar als Van Spaendonck ons vak van hebben gemaakt kunnen we natuurlijk teruggrijpen op de tijd van de oprichting. Veel interessanter zijn echter de huidige en toekomstige tijd.

Page 37: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Vereniging 1.0 Vereniging 2.0 Vereniging 3.0 Focus de verenigingsorganisatie de leden de markt

Belangrijkste taak belangenbehartiging en brancheordening

belangenbehartiging en dienstverlening

ontwikkeling van de branche, innovatie van de branche/sector

Verdienmodel contributies contributies en diensten

retributies en projectfinanciering

Slogan ondersteuning van het collectief

van aanbodgericht naar vraaggericht

voortrekkersrol in de vernieuwing van de markt

Instrumentarium vergaderingen en netwerkfuncties

ledenonderzoek, sociale media

co-creatie met de markt

Profiel bestuur voortrekkers van het collectief

goede afspiegeling leden innovators

Rol bureau secretariaatsvoering beleidsvoorbereiding en dienstverlening

verbinden met leden en markt

37

Branchevereniging 3.0

Dat vergt wat: in onze adviespraktijk zien we vele branche- en beroepsorganisaties worstelen met hun rol. Dat dit consequenties heeft voor de wijze waarop we vormgeven aan samenwerking is evident, maar zeker ook enorm uitdagend.

• Lobby en belangenbehartiging richting Den Haag is niet meer voldoende. De centrale overheid trekt zich op veel gebieden terug. Ondernemen vraagt steeds meer regionale en zelfs lokale focus en handelen. Hoe speel je daar als branche of beroepsvereniging op in? Voldoende mankracht om regionaal voor de leden de belangen te behartigen is er vaak niet. Er is daarom meer initiërend vermogen noodzakelijk. Allianties sluiten met andere partijen, denken in constructieve projecten, waar leden op voort kunnen bouwen.

• Definiëren waar je als vereniging echt onderscheidend in bent: wat bindt de leden en wat is het collectieve en onderscheidende domein? Na een tijdperk van verbreding, uitbreiding en branchevervaging vraagt dat focus, ook afscheid nemen van bepaalde activiteiten en hiervoor is lef nodig.

• Waar brancheorganisaties zich jarenlang lieten voorstaan op een uitgebreid dienstverleningsapparaat met inkoopvoordeel voor leden, zien we steeds vaker leden die willen dat de brancheorganisatie teruggaat naar de kern: het collectieve, gemeenschappelijke domein uitdragen en een professionele

strategische positionering van de sector realiseren. Onderscheidende dienstverlening die bijdraagt aan de specifieke positionering van de branche of het beroep, vooral gericht op kwaliteit en opleiding is voor ondernemers vaak nog waardevol. Als dienstverlening daarvan afleidt kan men er maar beter mee stoppen. Er zijn immers voldoende partijen in de markt die dat zeker zo goed kunnen.

• Netwerken en bijeenkomsten schieten als paddenstoelen uit de grond. Leden zien daar geen toegevoegde waarde meer in van een vereniging. Het gaat veel meer om het creëren van mogelijkheden voor de leden om te komen tot co-creatie. Dat vergt een open houding naar leden maar ook veel kennis van de markt waarin de leden handelen. Geen closed shops, maar faciliteren dat nieuwe innovaties van de grond kunnen komen. Samen met de leden op ontdekkingsreis en perspectieven delen. Wees daarin open en transparant. ‘Delen is het nieuwe hebben’ is immers de trend van nu!

• De technologische, maatschappelijke en digitale ontwikkelingen gaan razendsnel, voor ondernemers is het soms niet meer te volgen. Die ontwikkelingen duiden en met leden verkennen wat eventuele scenario’s zijn voor de sector, op basis waarvan de ondernemer zelf heldere strategieën kan uitzetten, blijkt in onze huidige adviespraktijk enorm waardevol. Als vereniging bepaal je de regie niet, maar kun je wel helpen bij de scenario’s.

Page 38: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Het invullen van de belastingaangifte doen mensen het liefst op een simpele en doeltreffende manier. Om die reden kan vanaf 2015 in het Werknemerloket van Loket.nl een koppeling worden opgenomen naar een online belastingaangifteservice: Bokkz. Iedere werknemer die via zijn werkgever toegang heeft gekregen tot zijn of haar Werknemerloket, kan de gegevens van de jaaropgave gebruiken bij het doen van de belastingaangifte via Bokkz. De jaaropgave is eenvoudig te controleren door de werknemer, omdat Bokkz de aangifte vooraf invult.

De koppeling tussen Loket.nl en Bokkz is een mooi voorbeeld van een samenwerking tussen

twee partijen waarmee goed werkgeverschap voor

personeel wordt bevorderd. Tjeerd Visser, mede-

initiatiefnemer van Bokkz, licht toe: “De mogelijkheden die

Loket.nl en Bokkz in het algemeen bieden,

liggen in elkaars verlengde.

De jaaropgave van een werknemer wordt met deze samenwerking op een slimme manier gebruikt. We beginnen in principe klein, maar er zijn veel meer scenario’s mogelijk. Op basis van inkomen en vermogen zijn er namelijk genoeg raakvlakken.”

Door de samenwerking met Bokkz bevordert Loket.nl de verbinding tussen accountant, werkgever en werknemer. Voor het accountantskantoor biedt het namelijk volop mogelijkheden om de fiscale werkzaamheden van het kantoor onder de aandacht te brengen bij werkgevers en werknemers. Een kantoor kan werknemers namelijk niet alleen wijzen op de mogelijkheden van Bokkz, maar ook fiscale diensten aanbieden als een werknemer hulp of advies nodig heeft. Of wanneer de werknemer in het geheel geen zin heeft om de aangifte zelf uit te voeren.

In 2012 werd Bokkz opgericht. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen de afgelopen jaren geld hebben laten liggen bij de belastingaangifte, toeslagen en andere inkomensregelingen. Het systeem van Bokkz wijst gebruikers hierop en is voorzien van handige rekenschema’s en uitgebreide toelichtingen. Ook vindt automatisch een optimale verdeling plaats tussen fiscaal partners.

Belastingaangifteservice Bokkz

Wij kunnen het wél steeds makkelijker maken!

Met het online platform Loket.nl werken we samen met meer dan 200 accountants. Sterke partners die allemaal stuk voor stuk de ondernemer willen ontzorgen. Wij investeren in praktische toepassingen om de relatie tussen werkgever en werknemer soepel te laten verlopen. Daar komt nogal wat bij kijken. Op deze pagina treft u de praktijk uit 2014.

Loket.nl investeert in applicaties voor de accountant, ondernemer en werknemer

38

Loket.nl nieuws

Page 39: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Klaar zijn voor de toekomst en in kunnen spelen

op wetswijzigingen. Dat was in 2014 de reden voor Loket.nl om een nieuwe module voor het berekenen van salarissen op te leveren. Consultant Jan Bollen was betrokken bij het project en licht de werkwijze toe: “Deze module is door een aantal mensen binnen Loket.nl helemaal opnieuw ingericht. De afgelopen drie jaar hebben we soms meer dan de helft van onze tijd aan dit project gewerkt.”

Met de oplevering is Loket.nl weer klaar voor de toekomst, want op wijzigingen op het gebied van wet- en regelgeving moet het bedrijf snel in kunnen spelen. En daar is een onbeperkt aantal looncomponenten voor nodig, die in het nieuwe systeem voor handen zijn. Bollen: “We willen zo flexibel mogelijk met wijzigingen om kunnen gaan. Bij de invoering van de Werkkostenregeling (WKR) bijvoorbeeld, hebben we op verzoek van een groot aantal van onze relaties componenten ter beschikking gesteld die naar eigen inzicht kunnen worden ingericht.”

Dat het project waar Bollen en zijn collega’s bij betrokken waren arbeidsintensief mag worden genoemd, blijkt wel uit het feit dat miljoenen testberekeningen zijn gemaakt.

en gecontroleerd door Bollen en zijn collega’s. “Stap voor stap hebben we technologie vernieuwd, loongegevens ingevoerd, gecontroleerd, de salarisberekeningsmodule bijgesteld en opnieuw uitgeprobeerd.”

De programmatuur is dusdanig eenvoudig geworden, dat alle specialisten binnen Loket.nl straks op basis van enige achtergrondkennis van het systeem in staat zijn eraan te werken. Met het oog op nog meer onderlinge samenwerking is dat een positieve ontwikkeling. “Met deze nieuwe module zijn we klaar voor de toekomst. Tussentijds opleveren was in dit geval niet mogelijk, dit moest echt bij de jaarovergang gebeuren. Onze relaties hebben helemaal niets van de overgang gemerkt, en dat was nu ook precies de bedoeling.”

Loket.nl bouwt nieuwe module voor het berekenen van salarissen

Door de samenwerking tussen Loket.nl en VSP Risk ontstaan unieke producten die het gemak, de toegevoegde waarde en de efficiency voor de gebruikers van Loket.nl vergroten. De verzuimmodule en de Zorgvergelijkingsmodule zijn duidelijke voorbeelden van zulke producten.

VerzuimmoduleIn Loket.nl kunnen werkgevers op eenvoudige wijze en

tegen een scherp tarief een verzuimverzekering aanvragen: Grip op Verzuim Totaal. Alle gegevens voor het afsluiten van deze verzuimverzekering zijn in de applicatie van Loket.nl bekend. Hierdoor ontvangt de werkgever binnen een paar tellen een scherpe offerte. Ook na het afsluiten van de verzuimverzekering geniet de werkgever van de gemakken van de koppeling. Alle wijzigingen worden direct verwerkt in de backoffice van de verzekeraar.

ZorgvergelijkingsmoduleMet een klik op de knop in de applicatie van

Loket.nl is het mogelijk om de Zorgvergelijkingsmodule

te starten. De collectieve zorgverzekering die daaraan gekoppeld is, geeft werkgevers een mooie aanvulling op de arbeidsvoorwaarden waarmee zij zich aantrekkelijker maken voor werknemers. Werknemers genieten op hun beurt van een flinke korting.

De gegevens die de vergelijkingsmodule nodig heeft, worden automatisch gevuld vanuit de database van Loket.nl. Voor vragen is er een speciale Zorg Helpdesk ingericht.

Wat dit uniek maaktHet bijzondere van deze twee modules is de

samenwerking tussen Loket.nl en VSP Risk. Deze twee bedrijfsonderdelen vallen beide onder de Van Spaendonck Groep, ieder met hun eigen expertise. Loket.nl heeft door de online applicatie de beschikking over de gegevens van werknemers. VSP Risk heeft als assurantietussenpersoon, naast vakkennis en contacten met verzekeraars, ook de vergunningen die volgens de Wet financieel toezicht (Wft) vereist zijn om advies uit te mogen brengen over verzekeringen. Dit is dus een mooi voorbeeld van een samenwerking waardoor unieke mogelijkheden ontstaan.

Loket.nl en VSP Risk ontwikkelen samen unieke producten

39

Loket.nl nieuws

Page 40: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

40

Samen naar één platform: Gegevens niet langer dubbel invoeren

Loket.nl vindt het belangrijk zoveel mogelijk functionaliteiten onder één dak samen te brengen in haar applicatie. Dat is precies de reden dat dit jaar de salarisberekeningsmodule is geïntegreerd in Loket.nl. Accountants en salarisadministrateurs die met Loket.nl werken, hoeven niet langer op twee verschillende plekken in te loggen en maken nu gebruik van één portaal.

Functioneel applicatiebeheerder Maarten van Heijst legt uit: “Deze wijziging levert de gebruikers van Loket.nl op accountantskantoren extra gemak op: zij hebben alle gegevens van een werkgever direct in één

portaal bij de hand.” Dankzij de nieuwe inrichting hoeven gegevens niet langer dubbel ingevoerd te worden. Ook is het aantal uit te voeren clicks verminderd. “De inrichting is simpelweg logischer geworden. Overigens houden we uiteraard goed rekening met alle privacy-vereisten. En, niet onbelangrijk: het geheel heeft een frissere uitstraling gekregen”, vindt Van Heijst.

Kunnen jullie in Loket.nl aan de hand van de uren die werknemers hebben gewerkt hun verlofopbouw berekenen? Die vraag kregen we bij Loket.nl voorgelegd van accountants. Die hadden de behoefte op hun beurt doorgespeeld gekregen van werkgevers. Bij Loket.nl gingen we met het verzoek aan de slag, wat in 2014 resulteerde in een nieuwe manier van verlof berekenen voor personeel.

Voor oproepkrachten is met name de berekening van verlof per gewerkt uur relevant, omdat zij hun verlofuren juist uitbetaald willen krijgen in plaats van ze op te nemen. Functioneel applicatiebeheerder Maarten van Heijst licht het nut van verlofopbouw per maand toe:

“Normaal gesproken wordt verlof per jaar uitgerekend. Maar met deze manier van verlof berekenen krijgen werkgevers en werknemers een betere weergave van het moment en zien zij iedere maand van het jaar precies wat tot dan toe aan verlofsaldo is opgebouwd.”

Van Heijst vertelt verder: “De insteek van het toevoegen van deze functionaliteit was werkgevers en werknemers nog meer te verleiden tot het gebruik van de verlofmodule. Al aan het eind van 2014 konden we zien dat deze module steeds meer wordt gebruikt bij werkgevers.”

Een andere functionaliteit die afgelopen jaar werd toegevoegd, was automatische verlofopbouw van personeel. Van werknemers die bijvoorbeeld parttime in plaats van fulltime zijn gaan werken, wordt het verlofsaldo voortaan automatisch aangepast.

Een nieuwe manier van verlofopbouw van personeel berekenen

Loket.nl nieuws

Page 41: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

Loket.nl ondersteunt bij verplichte Werkkostenregeling: wel of geen ruimte voor een extraatje?

Wanneer sprake is van nieuwe wet- en regelgeving wil Loket.nl tijdig inspelen op de veranderingen die dit met zich meebrengt voor werkgevers. Dat gebeurt ook bij het verplicht stellen van de Werkkostenregeling (WKR), per 1 januari 2015. Onder de WKR mogen werkgevers maximaal 1,2 procent van het totale fiscale loon besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor hun werknemers.

Loket.nl zet het verschil tussen de daadwerkelijke werkkosten af tegen de vrije ruimte aan de hand van een grafiek. De grafiek kan zowel door een accountant als door een werkgever worden geraadpleegd en laat zien hoeveel ruimte een werkgever nog heeft. zo kunnen werkgevers worden geadviseerd om bijvoorbeeld in december iets extra’s te doen voor werknemers, omdat er voldoende vrije ruimte beschikbaar is. Andersom kan natuurlijk ook: een werkgever blijkt de vrije ruimte te overschrijden en moet uiteindelijk eindheffing betalen.

Consultant bij Loket.nl Rijk-Pieter Hofstede legt uit: “Het voorbeeldkantoor van Loket.nl heeft het afgelopen jaar voor werkgevers inzichtelijk gemaakt wat ze hebben uitgegeven aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan hun werknemers. Op ons helpdeskportaal is precies te zien hoe deze documentatie kan worden ingericht.”

Voor gebruikers van Loket.nl op de accountskantoren is dit een extra kans om werkgevers te adviseren. “Op deze manier kun je de werkgever namelijk een spiegel voorhouden: stroken jouw gegevens met wat je onbelast al hebt uitgegeven? Werkgevers vinden het een heel handige tool om inzicht te krijgen in wat zij allemaal uitgeven in de vrije ruimte.”

Een nieuwe manier van verlofopbouw van personeel berekenen

Loket.nl nieuws

41

Duitstaligen kunnen Loket.nl nu ook in eigen taal gebruiken

Duitstalige werkgevers die via hun accountant met Loket.nl werken, kunnen voortaan ook in hun eigen taal door de applicatie navigeren. Sinds februari 2014 is in Loket.nl namelijk een Duitstalige versie beschikbaar. Eerder was al een Engelstalige versie van Loket.nl gereed.

De loonstroken die vanuit Loket.nl aan werknemers (digitaal) worden verstrekt, zijn tevens in het Duits beschikbaar. Jack Cales, consultant bij Loket.nl, vertelt dat bij accountantskantoren die aan de grensstrook met

Duitsland zijn gevestigd, een behoefte bestond aan een Duitse versie van Loket.nl. “Dat gold ook voor KroeseWevers, een grote klant van ons die graag wilde helpen. Eén van de contactpersonen van dit kantoor is samen met zijn Duitse collega met de vertaalklus aan de slag gegaan. Een mooie vorm van samenwerken waarbij het mes aan twee kanten snijdt.”

iOP DE HOOGTE BLIJVEN VAN

HET LAATSTE LOKET.NL NIEUWS?Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

via www.loket.nl

Page 42: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

2014 2013 2012 2011 2010

OMZET

in € * 1.000 18.225 17.306 17.847 21.172 23.505

Index (2007 = 100) 86 81 84 100 111

BRUTOMARGE

in € * 1.000 16.950 15.787 16.453 18.761 19.774

Index (2007 = 100) 85 79 83 94 99

PERSONEELSKOSTEN

in € * 1.000 10.372 9.644 10.480 12.513 13.619

In % van de brutomarge 61,2% 61,1% 63,7% 66,7% 68,9%

Index (2007 = 100) 70 65 70 84 91

BEDRIJFSRESULTAAT

in € * 1.000 3.316 2.659 2.500 2.124 1.380

In % van de omzet 18,2% 15,4% 14,0% 10,0% 5,9%

FINANCIËLE BATEN EN LASTEN

in € * 1.000 288 414 -1.785 677 704

In % van de omzet 1,6% 2,4% -10,0% 3,2% 3,0%

RESULTAAT NA BELASTINGEN

in € * 1.000 2.608 2.280 2.447 2.528 1.510

In % van de omzet 14,3% 13,2% 13,7% 11,9% 6,4%

ACTIVA REALISATIE 31-DEC-14 REALISATIE 31-DEC-13

€ €

VASTE ACTIVA

Materiële vaste activa 5.654.509 3.053.691

Financiële vaste activa 906.225 2.479.652

Totaal vaste activa 6.560.734 5.533.343

VLOTTENDE ACTIVA

Vorderingen en overlopende activa

4.122.930 3.548.981

Liquide middelen 24.714.757 24.075.508

Totaal vlottende activa 28.837.687 27.624.489

TOTAAL ACTIVA 35.398.421 33.157.832

PASSIVA REALISATIE 31-DEC-14 REALISATIE 31-DEC-13

€ €

Groepsvermogen 28.113.134 25.505.046

Voorzieningen 2.976.844 2.891.618

KORTLOPENDE SCHULDEN

Crediteuren 475.118 445.323

Belastingen en premies 1.472.569 2.052.334

Overlopende passiva 2.360.756 2.263.511

Kortlopende schulden 4.308.443 4.761.168

TOTAAL PASSIVA 35.398.421 33.157.832

Kengetallen 2014

Geconsolideerde balans per 31 december 2014

42

Jaarcijfers

Page 43: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

2014 2013 2012 2011 2010

OMZET

in € * 1.000 18.225 17.306 17.847 21.172 23.505

Index (2007 = 100) 86 81 84 100 111

BRUTOMARGE

in € * 1.000 16.950 15.787 16.453 18.761 19.774

Index (2007 = 100) 85 79 83 94 99

PERSONEELSKOSTEN

in € * 1.000 10.372 9.644 10.480 12.513 13.619

In % van de brutomarge 61,2% 61,1% 63,7% 66,7% 68,9%

Index (2007 = 100) 70 65 70 84 91

BEDRIJFSRESULTAAT

in € * 1.000 3.316 2.659 2.500 2.124 1.380

In % van de omzet 18,2% 15,4% 14,0% 10,0% 5,9%

FINANCIËLE BATEN EN LASTEN

in € * 1.000 288 414 -1.785 677 704

In % van de omzet 1,6% 2,4% -10,0% 3,2% 3,0%

RESULTAAT NA BELASTINGEN

in € * 1.000 2.608 2.280 2.447 2.528 1.510

In % van de omzet 14,3% 13,2% 13,7% 11,9% 6,4%

REALISATIE REALISATIE

2014 2013

€ €

Netto-omzet 18.225.317 17.305.945

Materialen en diensten 1.275.230 1.518.319

BRUTOMARGE 16.950.087 15.787.626

Personeelskosten

Lonen en salarissen 7.733.875 7.484.085

Pensioenlasten 882.853 710.375

Overige sociale lasten 1.078.586 1.025.519

Overige personeelskosten 677.152 423.843

10.372.466 9.643.822

Afschrijvingen op vaste activa 683.937 458.609

Overige kosten 2.577.524 3.025.471

SOM DER BEDRIJFSLASTEN 13.633.927 13.127.902

BEDRIJFSRESULTAAT 3.316.160 2.659.724

Financiële baten en lasten incl. resultaat deelnemingen

288.204 414.420

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen

3.604.364 3.074.144

Venootschapsbelasting -/-996.276 -/-794.096

NETTO-RESULTAAT 2.608.088 2.280.048

Geconsolideerde winst- en verliesrekening 2014

Goedgekeurd door PWC

11-3-2015

Deze gegevens zijn ontleend aan de Jaarrekening van Corpac B.V., de topholding van Van Spaendonck.

95 fulltime72 parttime167

medewerkers

86 mannen

81 vrouwen

12,4 jaar = duur gemiddeld dienstverband

43

Jaarcijfers

Page 44: Samen Werken, Powered By Van Spaendonck

RE:CONNECTHet samenwerken opnieuw ontdekken en uitvinden

Van Spaendonck. Sinds 1919. Door samenwerking worden kleine dingen groot.